Griffie Gemeenteraad Utrecht Secretariaat raadscommissie Mens & Samenleving Postadres Postbus 16200 3500 CE Utrecht Telefoon 030 - 286 10 69 Fax 030 - 286 15 18 www.utrecht.nl/gemeenteraad
Verslag openbare behandeling Voorjaarsnota 2014 en Verantwoording 2013 door de Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014 Verslag door Datum verslag Vaststelling verslag Aanwezig: 16 juni ’s middags:
10
20
16 juni ‘s avonds:
18 juni ’s middags:
18 juni ’s avonds: 30
40
En overigens: Niet aanwezig:
Geertjan Benus (in opdracht van de griffie, eindredactie vóór aanbieding van het verslag aan de griffie). 25 juni 2014 De commissie stelt dit verslag definitief vast in haar vergadering van 8 en 10 juli 2014. Eventuele wijzigingen op dit verslag worden verwerkt in het verslag van die vergadering. De voorzitter de heer P. Zwanenberg, de wethouder de heer J. Kreijkamp, en voorts de leden: de heer B. Meijer (D66), de heer P. van Corler (GroenLinks), de heer D. Gilissen (VVD), de heer M. Eggermont (SP), mevrouw M. Haage (PvdA), de heer S. van Waveren (CDA), mevrouw M. Metaal-Froon (CDA), de heer M. van Ooijen (ChristenUnie), de heer C. Bos (Stadsbelang Utrecht), de heer S. Menke (Student en Starter), mevrouw S. Oskam (PvdD), mevrouw F.M. Arissen (PvdD). Bovendien zijn de heer M. Kiewik (commissiegriffier) en mevrouw B. Victoor (commissiesecretaris) aanwezig. De voorzitter de heer S. van Waveren, de burgemeester de heer J. van Zanen en de wethouder de heer K. Geldof, en voorts de leden de heer J.A. Kleuver (D66), mevrouw S. Scholten (D66), de heer W. Buunk (VVD), mevrouw Rajkowski (VVD), mevrouw H. Koelmans (SP), mevrouw K. Broeksma (Student en Starter), de heer V. Wijlhuizen (SP), mevrouw M. de Regt (GroenLinks), de heer S. de Vries (GroenLinks), mevrouw M. Metaal (CDA), mevrouw S. Spano (Student en Starter), mevrouw B. Dibi (PvdA), mevrouw M. Haage (PvdA), de heer C. Bos (Stadsbelang Utrecht), de heer M. van Ooijen (ChristenUnie), mevrouw J. Ekdom (Partij voor de Dieren), Overigens zijn aanwezig van de griffie, de heer M. Kiewik (commissiegriffier) en mevrouw B. Victoor (commissiesecretaris). De voorzitter de heer S. van Waveren, de wethouders de heer J. Kreijkamp en mevrouw M. Jongerius, en voorts de leden mevrouw A. Knip (D66), mevrouw S. Baş (D66), mevrouw S. Scholten (D66), mevrouw M. de Regt (GroenLinks), mevrouw B. Paardekooper (GroenLinks), de heer S. de Vries (GroenLinks), de heer A. van Schie (VVD), mevrouw Q.A. Rajkowski (VVD), de heer V. Wijlhuizen (SP), mevrouw J. Inkelaar (ChristenUnie), mevrouw M. Metaal-Froon CDA), mevrouw B. Dibi (PvdA), mevrouw G. Bouazani (PvdA), mevrouw S. Oskam (PvdD), de heer H. Stahl (Stadsbelang Utrecht), de heer S. Menke (Student en Starter). Overigens zijn aanwezig van de griffie, de heer M. Kiewik (commissiegriffier) en mevrouw I. Arets (commissiesecretaris). De voorzitter mevrouw B. Paardekooper, de wethouders de heren V. Everhardt en P. Jansen en mevrouw M. Jongerius en voorts de leden mevrouw S. Baş (D66), mevrouw A.M. Podt (D66), mevrouw S. Scholten (D66), de heer B. Meijer (D66), mevrouw M. de Regt (GroenLinks), de heer P. van Corler (GroenLinks), mevrouw T. Scally (GroenLinks), de heer S. de Vries (GroenLinks), mevrouw J. Tielen (VVD), mevrouw H. Koelmans (SP), mevrouw G. Bouazani (PvdA), mevrouw B. Dibi (PvdA), mevrouw M. Metaal-Froon CDA), de heer H. Stahl (Stadsbelang Utrecht), mevrouw E. van Esch (PvdD), de heer M. van der Sloot (ChristenUnie), de heer S. Menke (Student en Starter), mevrouw K. Broeksma (Student en Starter). Overigens zijn aanwezig van de griffie, de heer M. Kiewik (commissiegriffier) en mevrouw I. Arets (commissiesecretaris). Ambtelijke vertegenwoordigers van gemeentelijke afdelingen.
0. Inhoudsopgave 1. Opening en mededelingen.......................................................................................................................... - 2 2. Reactie van de voorzitter van de subcommissie Controle en Financiën op de VJN/Berap en Verantwoording en de reactie van de subcommissie op het accountantsrapport ................................................................. - 2 2a. Mogelijkheid tot het stellen van vragen ....................................................................................................... - 2 2b. Reactie van de portefeuillehouder op de bevindingen van de accountant en de subcommissie ................ - 3 Pagina 1 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3.
50
60
70
80
90
Financiën, de Verantwoording hoofdstuk 1, Algemene Middelen en Onvoorzien en algemene ondersteuning, de hoofdstukken 2 (paragrafen) en 3 (balans) en bijlagen; de Voorjaarsnota hoofdstuk 1, Samenvatting, hoofdstuk 2 Algemene Middelen, hoofdstuk 4 Coalitieakkoord, Algemeen hoofdstuk 5 Uitvoering/Beraps (Algemeen) en hoofdstuk 6 (bijlagen) Inclusief Raadsvoorstel Resultaatbestemming 2013. ..................... - 3 4. Bewoners en Bestuur, (m.u.v. Stadspromotie), Organisatieontwikkeling (geen programma uit PGB), Bijlage VJN: voortgangsrapportage Organisatievernieuwing en Veiligheid .......................................................... - 21 5. Onderwijs (hoofdstuk 1.7 (JS) en 3.3.3. 4.1.2 (VJN), Cultuur hoofdstuk 1.10 (JS), en hoofstuk 4 (VJN) , Wijkgericht Werken en participatie (geen programma in VJN/JS ............................................................. - 39 6. Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid, Sport ............................................................................................... - 60 Toezeggingen bij de behandeling van de Voorjaarnota ..................................................................................... - 84 1. Opening en mededelingen Middagvergadering 16 juni De voorzitter, de heer P. Zwanenberg opent de vergadering omstreeks 14.00 uur. Hij heet de aanwezigen welkom, gaat in op verschillende aspecten aan de orde van de vergadering en op de samenstelling van de agenda voor vanmiddag. In deze vergadering zijn de Voorjaarsnota 2014 en de Jaarstukken 2013 en enkele daaraan gerelateerde raadsvoorstellen zijn aan de orde. De definitieve besluitvorming vindt plaats in de raadsvergadering op donderdag 3 juli 2014. De voorzitter verneemt dat geen van de raadscommissieleden in wil gaan op het geheime stuk. Hij geeft de voorzitter van de subcommissie Controle en Financiën, de heer Van Corler, het woord. Avondvergadering 16 juni De voorzitter, de heer S. van Waveren, hervat de vergadering omstreeks 20.00 uur. Hij gaat in op wat in dit dagdeel op de agenda staat, de functie daarvan voor de begroting en hij gaat in op de orde van de vergadering. Middagvergadering 18 juni De voorzitter, de heer S. van Waveren, hervat de vergadering omstreeks 14.00 uur en noemt de onderwerpen die aan de orde zijn. Avondvergadering 18 juni De voorzitter, mevrouw B. Paardekooper, hervat de vergadering omstreeks 20.00 uur. Zij heet ook de mensen op de publieke tribune welkom en gaat in op de orde van de vergadering. De resultaten van de behandeling van deze commissies komen samen in de raadsbehandeling van de Voorjaarsnota en de jaarstukken. De raad stelt deze stukken vast. Mededelingen Geen 2. Reactie van de voorzitter van de subcommissie Controle en Financiën op de VJN/Berap en Verantwoording en de reactie van de subcommissie op het accountantsrapport De commissie De heer Van Corler (Voorzitter Subcommissie) licht toe dat deze commissie een niet-politieke rol heeft. Hij kijkt vanuit die rol naar de jaarstukken, de Voorjaarsnota en het accountantsrapport over 2013. Hiermee draagt de subcommissie bij aan het in staat stellen van de raad zijn functie goed te vervullen. De raad ontving van de subcommissie een brief met daarin enkele aandachtspunten. De heer Van Corler stipt enkele daarvan aan: (1) de goedkeurende verklaring van de accountant. (2) de grondexploitaties als belangrijk aandachtspunt. De accountant acht de Peilstokken Grondexploitaties passend in het kader van de transparantie naar de raad. Hij vraagt aandacht voor de scenarioanalyses rondom de grondexploitatie. De subcommissie kan dat onderschrijven. Rondom het risicomanagement wordt geadviseerd om per programma of per bedrijfsonderdeel of thema een risicokaart te maken. Het college heeft in zijn reactie al gezegd hiermee aan de slag te zijn. In de afgelopen jaren zijn flinke verbeteringen aangebracht. Die betreffen onder meer de helderheid van de financiële stukken. De subcommissie hoopt op blijvende aandacht voor transparantie. 2a. Mogelijkheid tot het stellen van vragen De heer Van Waveren (CDA) vraagt of de subcommissie gesproken heeft dan wel zal spreken over het uit elkaar trekken van de programma's Volksgezondheid en Welzijnzorg.
Pagina 2 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
100
110
De heer Van Corler (Subcommissie) zet uiteen dat de subcommissie zich niet heeft gebogen over de vraag of dit een verstandige indeling is. Hij kan daarover namens de subcommissie geen uitspraak doen. De heer Van Waveren (CDA) vraagt of een uitspraak hierover van de commissie is te verwachten; hij vraagt of dit ook de rol is van de commissie. De heer Van Corler (subcommissie) zou daarover de Verordening moeten raadplegen. Belangrijke rol voor de subcommissie is nagaan of de transparantie, de leesbaarheid en de controleerbaarheid van het geheel goed in orde is om ervoor te zorgen dat die aspecten verbeteren; dit in verband met de controlerende taak van de raad. Of daarbij de indeling van programma’s horen, durft hij niet te zeggen. De subcommissie zal nagaan of zij daarover nog een advies kan geven. De heer Gilissen (VVD) merkt op dat wanneer de vraag van de heer Van Waveren technisch is ingegeven de subcommissie zich daarover kan buigen. Wanneer de vraag meer politiek gekleurd is als het gaat om de consequenties van het splitsen van de programma's, is het de vraag of deze commissie zich daarover zal moeten uitspreken. 2b. Reactie van de portefeuillehouder op de bevindingen van de accountant en de subcommissie Geen reactie. De voorzitter dankt de subcommissie en de overige subcommissieleden. 3.
120
130
140
150
Financiën, de Verantwoording hoofdstuk 1, Algemene Middelen en Onvoorzien en algemene ondersteuning, de hoofdstukken 2 (paragrafen) en 3 (balans) en bijlagen; de Voorjaarsnota hoofdstuk 1, Samenvatting, hoofdstuk 2 Algemene Middelen, hoofdstuk 4 Coalitieakkoord, Algemeen hoofdstuk 5 Uitvoering/Beraps (Algemeen) en hoofdstuk 6 (bijlagen) Inclusief Raadsvoorstel Resultaatbestemming 2013. De commissie Mevrouw Haage (PvdA) gaat in op de toename van de inzichtelijkheid. Dat neemt niet weg dat zij zich kan voorstellen dat het voor veel buitenstaanders lastig is om de stukken te lezen. Haar fractie is blij met de goedkeurende verklaring van de accountant. Ook is gekeken naar de financiële voornemens van de coalitie. Zij is van mening dat een aantal belangrijke punten worden omzeild: de Bibliotheek, Cultuurforum in Leidsche Rijn. Zij vraagt of die financiële risico's in zich houden. Met betrekking tot de Duurzame Domstad merkt zij op dat het Duurzaamheidsfonds van de afgelopen vier jaar nog niet uitgeput is. Zij vindt dat dat weinig slagkracht toont in de uitvoering. Bovenop dat 15 miljoen euro komt nu nog eens 12 miljoen euro - in totaal 27 miljoen euro. En dat terwijl andere thema's in de stad ook aandacht verdienen. Die krijgen nu minder geld. Veel wordt bezuinigd: 20 miljoen euro met de kaasschaaf op allerlei voorzieningen, 1 miljoen euro op armoedebeleid, 1 miljoen euro op het Leefbaarheidsbudget, en dat – zo zegt mevrouw Haage, terwijl initiatieven van bewoners meer zouden moeten worden ondersteund. Mevrouw Haage merkt in dat verband op dat zij niet voor niets in een participatiesamenleving leeft. De vraag is of en hoe mensen in de stad straks aan een steun in de rug kunnen komen. De heer Gilissen (VVD) merkt op dat niet 1 miljoen euro op het armoedebeleid bezuinigd wordt maar op de overhead. Het bedrag dat uitgegeven wordt aan de doelgroep in het armoedebeleid blijft gelijk. Mevrouw Haage (PvdA) zal daar donderdagmiddag op terugkomen bij Werk en Inkomen. Zij vindt dat de heer Gilissen dit verkeerd ziet. Wanneer de gemeente slechts 2,5 miljoen euro besteedt aan armoedebeleid, en wanneer dan te zien is dat daaraan heel veel uitvoeringskosten zitten, verwacht haar fractie dat het niet mogelijk is om zoveel te bezuinigen zonder dat de doelgroep dit in de stad gaat voelen. Zij vindt dat dit juist in deze periode ongelegen komt. Het verzoek om ondersteuning bij Schuldhulpverlening is momenteel ongekend hoog. Zij vindt het schandalig dat juist op die groep nu gekort wordt. De heer Gilissen (VVD) merkt op dat de coalitiepartijen het debat niet doorschuiven. Hij benadrukt dat deze coalitie geld blijft uitgeven aan de zaken die echt nodig zijn, aan de bestrijding van armoede onder bewoners in deze stad. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt of de heer Gilissen bereid is om te zeggen dat wanneer uit de cijfers blijkt dat de bezuiniging op armoede toch ten koste gaat van de effectieve uitkering aan minima, de bezuiniging zal worden teruggedraaid. De heer Gilissen (VVD) lijkt het dat een debat dan te voeren is. Deze coalitie meent 1 miljoen euro te kunnen besparen op de overhead. Wanneer dat ten koste gaat van armoedebeleid, zal daarover een debat gevoerd worden. Hij denkt dat het hier gaat om een realistische bezuiniging. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vindt dat de heer Gilissen veel daadkracht zou tonen wanneer hij zou zeggen echt overtuigd te zijn van het bedrag van 1 miljoen euro. Wanneer hij zou zeggen deze bezuiniging te schrappen wanneer blijkt dat die niet alleen effect heeft op de overhead, zou dat een signaal zijn waaruit hij vertrouwen Pagina 3 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
160
170
180
190
200
210
krijgt. Wanneer de heer Gilissen nu zegt dat er dan nog een keer over gedebatteerd gaat worden, is hij benieuwd of hij echt gelooft in deze bezuiniging op de overhead. De heer Van Corler (GroenLinks) merkt op dat dit debat ook is gevoerd bij de vaststelling van het coalitieprogramma. Daarbij werd duidelijk dat deze bezuiniging over de apparaatskosten gaat bij armoedebeleid. De heer Gilissen zegt het wel duidelijk dat wanneer blijkt dat dit bedrag niet alleen op dat apparaat te halen is, een opgave is ontstaan die opgelost moet worden. De heer Meijer (D66) steunt de inbreng van de heer Van Corler en het terugbrengen van een aantal complexe regels die slechts bureaucratie met zich meebrengen. Dit gaat niet ten koste van het geld dat daadwerkelijk naar de doelgroep gaat. De heer Eggermont (SP) merkt op dat de Verantwoording en ook de Voorjaarsnota volstaat met allerlei bedragen die ten aanzien van eerdere bezuinigingen ook niet zijn gehaald. Daarover wordt dan nu de discussie gevoerd. Hij stelt voor nu de discussie te voeren over de Verantwoording 2013 en de Voorjaarsnota 2014 om volgend jaar de discussie te voeren over de Verantwoording 2014 en de Voorjaarsnota 2015. De voorzitter geeft de heer Gilissen het woord en vraagt voortgang in de bespreking. De heer Gilissen (VVD) heeft niets toe te voegen aan de inbreng van de heer Van Corler, de heer Meijer en de heer Eggermont. Mevrouw Haage (PvdA) vindt dat de bijdrage van de heer Eggermont exemplarisch is voor haar betiteling van deze coalitie: een doorschuifcoalitie. Zij heeft technisch informatie gevraagd over de hoogte van de apparaatskosten. Alleen kijkend naar het armoedebeleid, komen die kosten niet eens aan 1 miljoen euro. De vraag is dan hoe 1 miljoen euro op die kosten te bezuinigen is. De overige zijn uitvoeringskosten Schuldhulpverlening. Zij is benieuwd naar de afloop van dit verhaal. De heer Eggermont (SP) merkt op in verband met de term “doorschuifcoalitie” dat heel duidelijk een afspraak gemaakt is, dat het niet ten koste kan gaan van het geld voor mensen. Alle handtekeningen staan onder die afspraak. Daarover zal vervolgens gesproken worden. Dat heeft wat hem betreft niets te maken met doorschuiven. Hij gaat er vanuit dat de coalitiepartners zich aan de afspraken zullen houden. In het verleden is ook gebleken dat bijstellingen tussentijds mogelijk waren. Mevrouw Haage (PvdA) hoopt de SP tegen die tijd aan haar zijde te vinden. Bij de GG&GD en de publieke dienstverlening zijn de ingeboekte cijfers niet gehaald. Zij vraagt de wethouder hoe dat op te lossen. Ook op het gebied van het sociale domein wordt het een spannend jaar. Zij leest in de Meicirculaire dat Utrecht voor langdurige zorg 20% minder zal krijgen dan verwacht. Jeugd ontvangt wel weer iets meer. Partijen zullen over de inhoud nog te spreken komen. Zij vraagt nu alvast een korte toelichting van de wethouder op het lagere bedrag voor langdurige zorg. Hoe vangt het college dit op in de begroting? Zij brengt in dat mensen met een minimum inkomen anders worden getoetst voor de kwijtschelding dan mensen in de bijstand Dit naar aanleiding van de beantwoording van schriftelijke vragen (nr. 172 2013) over kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Studiefinanciering voor thuiswonende kinderen is niet te beschouwen als inkomen voor het huishouden. Zij ziet dit graag aangepast in de uitvoering zodat mensen met een even hoog inkomen even hoge kwijtschelding kunnen genieten. Met betrekking tot de grondexploitatie merkt zij op dat veel gemeenten in het land in financiële problemen komen door misrekening op de grondexploitaties. Zij vindt het een goede zaak dat Utrecht de peilstok GREX verder zal doorontwikkelen. Ze constateert dat Utrecht dit jaar 20 miljoen euro erbij krijgt in het ruimtelijk domein. Daarover zegt zij “…alsof het niets is”. Zij is van mening dat het gemeentebestuur op dergelijke bedragen meer grip krijgt. Zij pleit er voor van de Catharijnesingel geen bodemloze put te maken. Bij de begroting is haar fractie van plan eigen bijstellingsvoorstellen in te dienen op de door haar eerder genoemde punten. De heer Gilissen (VVD) vindt het jammer dat mevrouw Haage zich voorneemt bijstellingen voor te stellen in de raad. Deze commissie is juist bedoeld voor voorsortering op de raadsbehandeling. Hij is dan vooral geïnteresseerd in de oplossing die mevrouw Haage heeft om de peilstok Grondexploitaties verder op niveau te brengen. De heer Van Waveren (CDA) had ook die vraag. In de afgelopen jaren is samen met de heer Gilissen een heel aantal suggesties gedaan aan de toenmalige wethouder Wonen en grondexploitaties. Hij is benieuwd of een aantal van die suggesties door de PvdA-fractie wordt overgenomen. Mevrouw Haage (PvdA) onderscheidt twee zaken die gedaan moeten worden. Zij ziet graag met betrekking tot de peilstok hoe de peilstok economisch aantrekkelijker te maken met een zich aantrekkende economie. Zij is er geen voorstander van de Grex Leidsche Rijn nu al op onderdelen te sluiten en het verlies te nemen. Zij stelt voor na te gaan of in het geheel meer winst is te behalen is vanwege nieuwe ontwikkelingen op de GREX. Waar het gaat om bijvoorbeeld het Stationsgebied ziet zij een groot aantal voorstellen rond veiligheid zoals met betrekking tot het Muziekpaleis en de diepriolen. Zij stelde de vraag of al die veiligheidsvoorzieningen die meer geld kosten allemaal gedaan moeten worden. Zij vraagt of daar wellicht heel goed naar gekeken moet worden en nagegaan of er een bevoegd gezag is die dat echt voorschrijft. Of is het een keuze? Wanneer het gaat om een keuze, moet de vraag gesteld worden of deze extra kosten gemaakt moeten worden.
Pagina 4 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
220
230
240
250
260
270
De heer Meijer (D66) gaat in op de vraag over wel of niet sluiten van grondexploitaties met de vraag of hij het goed begrijpt dat mevrouw Haage zegt dat grondexploitaties voor een positiever resultaat langer open moeten staan om daarmee eventuele toekomstige verliezen te kunnen dekken. Mevrouw Haage (PvdA) zou dat in algemene zin niet zo durven formuleren. Zij zou wel willen zeggen bijvoorbeeld de GREX Leidsche Rijn niet als geheel te willen sluiten, maar een paar kleine posten open te laten staan omdat zij denkt dat over het geheel vanwege nieuwe ontwikkelingen zo uiteindelijk een positiever resultaat te behalen is dan wanneer de gemeente nu het geheel zou sluiten en verder zou gaan met een paar kleine. De heer Van Waveren (CDA) houdt het voor mogelijk dat dit hoort bij het debat van morgen. De suggestie wordt gewekt dat gebouwd wordt in het Leidsche Rijn Park wanneer mevrouw Haage zegt verdienende plekken te gaan zoeken in Leidsche Rijn. Hij zou dat een verrassende wending vinden. Hij geeft haar helemaal gelijk dat daaraan geld te verdienen is - dat is alleen niet de keuze van het CDA. Hij vraagt mevrouw Haage iets explicieter te zijn. Zomaar extra kantoren bijbouwen is in deze markt niet de manier om geld bij te verdienen. Hij is benieuwd waar exact mevrouw Haage deze kansen ziet. Mevrouw Haage (PvdA) plaatst de kanttekening geen woordvoersters te zijn voor Leidsche Rijn. Zij noemt als voorbeeld dat op de grondexploitatie nu wel eens naar beneden toe afgeboekt kan worden omdat de gemeente minder ambitie heeft, en dan bijvoorbeeld kleinere huizen bouwt die minder geld opleveren. Zij denkt dat wanneer de economie weer aantrekt en de mensen weer beter een hypotheek kunnen krijgen op bepaalde locaties misschien ook meer uit de grondexploitatie te halen is dan de gemeente nu nog voornemens is. Daarin zitten mogelijk fluctuaties waardoor de gemeente de kans moet openhouden meer te halen uit de grondexploitatie en op die manier te voorkomen veel verlies te moeten afboeken. De heer Meijer (D66) heeft bij de voorbereiding van deze bespreking gekeken naar de bijdrage van de heer Rollingswier bij de behandeling van de Voorjaarsnota in 2013. Enkele van diens aandachtspunten zijn nog steeds actueel. Zijn fractie is benieuwd naar de stand van zaken. De gemeente Utrecht heeft een positief resultaat van ongeveer 90 miljoen euro voor de resultaatbestemming. Dat klinkt heel mooi. Een gedeelte van dit surplus is ontstaan door het niet uitvoeren van gemaakte plannen. Een voorbeeld hiervan is amendement A65 2012 en bijdragen van het Rijk voor de mannenopvang die nog niet is uitgegeven en dat terwijl op diverse (lees: sommige) beleidsterreinen de gestelde doelen niet gehaald zijn. Hij vindt dat zonde. De heer Gilissen (VVD) vraagt naar de inhoud van amendement A 65 2012. De heer Meijer (D66) antwoordt dat eind 2012 de raad ongeveer 1 miljoen euro heeft vrijgemaakt voor een economische impuls op het gebied van Werk en Inkomen. Daarvan is nog slechts een klein deel uitgegeven. Dat wordt doorgeschoven naar 2014. Hij vraagt zich af waarom dat bedrag niet eerder is uitgegeven aan de daarvoor gestelde doelen. Hij vervolgt zijn inbreng in zijn termijn. Ten tweede was er de WOZ-waarde-pilot. Op basis van goede resultaten van een pilot in Tilburg waarbij bewoners via internet zelf de WOZ-waarde van hun huis kunnen controleren en eventueel wijzigingen kunnen aanbrengen, zou de gemeente Utrecht daarmee aan de slag kunnen gaan in Lunetten. Zijn fractie verneemt graag de stand van zaken daarin van de wethouder. Met betrekking tot de jaarstukken verbetert de gemeente Utrecht zich voortdurend voor wat betreft de transparantie van de Verantwoording en het gevoerde financiële beleid. Dat is zichtbaar. Hij complimenteert de wethouder daarmee en vooral ook de ambtenaren. Tegelijkertijd blijft het doorgronden van de resultaatbestemming een behoorlijke klus. Zo is voor hem onvoldoende duidelijk welke bestemmingvoorstellen te maken hebben met de nog niet uitgevoerde taak waaraan hij zojuist refereerde aan een zuiver technische wijziging en wat - al of niet verdekt - beleidsrijke resultaatbestemmingen zijn. Hij roept het college op om binnen de bestaande wet en regelgeving naar een manier te zoeken waarbij dit inzichtelijker is voor de raad, bijvoorbeeld door een categorisering van de bestemmingsvoorstellen. D66 is benieuwd naar de visie van het college. Op initiatief van D66 zijn de Utrechtse uitgaven inmiddels te vinden op www.openspending.nl Op die website zijn de uitgaven te vergelijken met gegevens van andere gemeenten, zoals Amsterdam, Den Haag en Enschede. Helaas worden de begrotinggegevens nog niet op dezelfde wijze inzichtelijk gemaakt. Amsterdam is wel zo ver. Hij vraagt of de wethouder kan toezeggen die mogelijkheid ook in Utrecht te realiseren. De heer Van Corler (GroenLinks) is ook voorstander van open spending. Hij heeft in de stad verschillende bewoners gehoord dat zij ook graag op wijkniveau meer inzicht willen hebben waar het geld heen gaat in de wijk. Dat ligt in het verlengde van het verhaal rond open spending. Hoe kijkt D66 daar tegenaan? De heer Meijer (D66) vindt dat een heel goed idee, vooral omdat wijken onderling te benchmarken zijn, zeker wanneer de gemeente budgetten bijvoorbeeld in het sociale domein of voor het beheer in de openbare ruimte zou willen overdragen aan wijkorganisaties. Dan is het voor de organisaties op dat moment op die manier goed inzichtelijk. Dat betekent dat over hoe dit allemaal zou moeten, doorgesproken zou moeten worden. De heer Gilissen (VVD) vindt dit op zich een heel nobel idee. Hij vraagt of de heer Meijer de risico's ook ziet dat de gemeente los van de beschikbaar gestelde data voor de ontwikkeling van een analysetour. Hij noemt in dit verband de Flyover op het 24 Oktoberplein. Hij vraagt of die Flyover per definitie ten goede komt van de wijk West of profiteren ook andere wijken van deze Flyover. Hij kan zich de inzichtelijkheid voorstellen maar niet allerlei analyses die daarop worden losgelaten. Pagina 5 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
280
290
300
310
320
330
De heer Meijer (D66) bevestigt de creatie van appels en peren te moeten voorkomen en dat iemand anders die dan met elkaar gaat vergelijken. Hij is dat eens met de heer Gilissen. Hij beschouwt dat als een technische uitwerking waarover in de toekomst bestuurlijk gesproken moet worden. In antwoord op de vraag van de heer Van Corler staat D66 hier positief tegenover. De heer Eggermont (SP) gaat door op de beleidsrijke voorstellen in de dekkingsvoorstellen. Hij citeert de frase in het raadsvoorstel …”conform de vastgestelde regels wordt het gecorrigeerd voor de volgende posten en … technisch verwerkt.” Hij vraagt of de heer Meijer het met de SP eens is dat wanneer te zien is dat het beleidsrijke zaken zijn die niet in de bestemmings- en dekkingvoorstellen opgenomen moeten worden, ze moeten worden doorgeschoven naar de Voorjaarsnota omdat daar de politieke discussie plaatsvindt over hoe daarmee om te gaan. Hij vraagt of D66 dat eens is met de SP. De heer Meijer (D66) antwoordt bevestigend. Hij vervolgt zijn bijdrage in zijn termijn. Het heeft vier jaar geduurd om bij het Meerjarenperspctief Grondexploitatie de informatie te krijgen die naar de mening van zijn fractie nodig is om het college goed te kunnen controleren. Hij complimenteert het college en de ambtenaren die de rapportage hebben opgesteld. Deze rapportage en de geheime bijlage “lezen inmiddels als een goed boek” (citaat van een uitspraak van de heer Roodenburg). Hij vraagt of de wethouder kan toezeggen dat hij dezelfde systematiek om te rapporteren over de grondexploitatie zoals gedaan in het meerjarenperspectief grondexploitaties ook zal toepassen op de projecten binnen de GREX Leidsche Rijn en het Stationsgebied. Hij vraagt hierop een toezegging van de wethouder. Ook zijn fractie las het advies van de accountant op dit onderwerp en neemt dat graag over. D66 verzoekt het college dit als onderdeel van de reguliere P&C cyclus de scenarioanalyse uit te breiden voor de Grondexploitatie en deze dan met de raad te delen. Hij vraagt ook een toezegging van de wethouder op dat onderdeel. De ontwikkelingen van het Gemeentefonds zijn erg onvoorspelbaar. Het is een mix van tegen- en meevallers. De huidige situatie in de Meicirculaire laat een redelijk positief beeld zien. Het is echter met de nodige disclaimers vervuld. De onzekere uitkomst van het groot onderhoud aan de verdeelsystematieken, maakt het alleen maar nog meer onvoorspelbaar. D66 is benieuwd naar de doorberekening van de effecen hiervan. Mochten daarin beleidskeuzes gemaakt worden, ziet hij de raad daarbij graag betrokken. De opbrengsten uit gemeentelijke heffingen laten een positief financieel resultaat zien, zoals op de riool- en afvalstoffenheffing. D66 zou het eens zijn met het college wanneer het zegt dat dit betekent dat de lokale lasten op de onderdelen te verlagen zijn. Tegelijkertijd is zijn fractie benieuwd naar de mogelijkheden de dienstverlening te verbeteren of nog meer te kunnen besparen in de toekomst door te investeren in kwaliteit, duurzaamheid en innovatie, zoals het college die mogelijkheden ziet. Het weerstandsvermogen staat inmiddels op 1.0. Dat is één van de indicatoren die aangeeft dat de gemeente Utrecht financieel gezond is. Hij vindt dat een compliment waard. Voor de inwoners van de stad is het goed om te weten dat er voldoende financiële middelen zijn voor de uitvoering van de taken en in het geval van tegenvallers de gemeente een buffer heeft. De OZB laat een structurele meeropbrengst zien van ongeveer 1,5 miljoen euro exclusief inflatiecorrectie en areaalontwikkeling. De heer Meijer vraag naar de oorzaak daarvan. Maakt dit het verlagen van het percentage OZB mogelijk? D66 zou daar positief tegenover staan. Woorden van gelijke strekking staan ook in het coalitieakkoord. Hij krijgt hierop graag de reactie van het college. De heer Eggermont (SP) merkt op dat de VVD al eerder heeft gesproken over zoveel hogere opbrengsten. Utrecht is geen klein dorp waar niets gebeurt. Utrecht zet enorm grote gebouwen neer. Zo heeft Utrecht gebouwen neergezet van 125 miljoen euro. Die hebben een extra OZB-opbrengst van ongeveer anderhalf miljoen euro. De gemeente heeft daar niets aan omdat zij die OZB zelf ook betaalt. Hij vraagt of dergelijke grote verschuivingen dan te maken hebben met “veel meer ontvangen OZB” of met “de groei van de stad”. Moet de gemeente zich dan niet gewoon houden aan wat is afgesproken in het coalitieakkoord, de OZB te verhogen met de inflatie? De heer Meijer (D66) zet uiteen dat het totale bedrag inderdaad verhoogd is. Dat totale bedrag bestaat uit drie elementen: (1) een areaal- en volumeontwikkeling - de nieuwe gebouwde panden, wijken en woonhuizen. Hij spreekt niet over de ontwikkeling. (2) de inflatiecorrectie - ook daarover spreekt hij niet. (3) bij het vaststellen van het percentage OZB voor 2013 in 2012 was het college terughoudend voor wat betreft de huizenprijzen. Wanneer de huizenprijzen op een gegeven moment meevallen - hij spreekt dan louter over de OZB over de bestaande woningvoorraad - en een positieve ontwikkeling van 1,5 miljoen euro daarin te zien is, zijns inziens is te denken over een verlaging van het percentage. Hij spreekt niet over volumeontwikkeling en inflatiecorrectie. De heer Eggermont (SP) heeft aan de hand van cijfers van het CBS aangetoond dat de OZB in Utrecht in de afgelopen vier jaar met 9% gedaald is. Dan gaat het niet aan om zoals in de vorige coalitieperiode dit weer te gaan doen - dat is ook niet afgesproken in het coalitieakkoord. De heer Meijer (D66) heeft om die reden dit ook verwoord in een vraag aan de wethouder naar de oorzaak van de verhoging. Hij vroeg of dit het verlagen van de OZB mogelijk maakt. Dat is nu nog een open vraag aan de wethouder. Hij vervolgt zijn bijdrage in zijn termijn. Soms doet zich de situatie voor dat de overheid in staat is om zo nodig financieel noodlijdende organisaties een helpende hand toe te steken. Dat kan betekenen dat de gemeente een organisatie geld leent die zich op welke Pagina 6 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
340
350
360
370
380
390
manier dan ook inzet voor het algemeen nut, waarvan zij dan weet het misschien niet meer terug te krijgen. Voorbeelden daarvan staan op pagina 255 van de jaarstukken. D66 vindt dat de gemeente erg terughoudend moet omgaan met dergelijke leningen. De gemeente loopt daar een concreet financieel risico. De vraag is of zij dat wil. Welke criteria zijn er voor dergelijke leningen? Is de lening in dergelijke gevallen wel de juiste vorm? Hij vraagt hierop de reactie van de wethouder. De heer Gilissen (VVD) vraagt of dit zich ook uitstrekt tot garantstellingen wat D66 betreft of slechts tot leningen. De heer Van Corler (GroenLinks) brengt in herinnering dat de raad recentelijk de regels voor geld verstrekking, leningen en garantstellingen heeft vastgesteld. Daar ligt het antwoord op deze vraag wat hem betreft. De heer Meijer (D66) gaat er vanuit dat de wethouder dit dan meeneemt in zijn beantwoording. De heer Gilissen (VVD) kent dat kader waarover de heer Van Corler spreekt. Hij is er benieuwd naar of de heer Meijer een andere mening is toegedaan dan nu is verwoord in het kader Garantstellingen. De heer Meijer (D66) antwoordt dat hij tot dusverre geen andere mening is toegedaan. Hij vervolgt zijn inbreng in zijn termijn. De Nederlandse overheid heeft over het algemeen geen goede naam als het gaat om goed opdrachtgeverschap bij ICT-projecten. Hij heeft geen enkele reden om aan te nemen dat dit anders is in Utrecht. Onder andere in het programma Werk en Inkomen is 600.000 euro gereserveerd voor investeringen in de ICT. Hij verneemt graag van de wethouder aan wat dat bedrag besteed moet worden, welke ICT-projecten nog meer binnen de gemeente lopen en wat daarvan de stand van zaken is. Het vorige college heeft van de raad een innovatietaakstelling opgelegd gekregen, oplopend tot ca. 4 miljoen euro. Het college gaf aan deze taakstelling te willen uitvoeren door middel van zero based begroten. De heer Meijer vindt dat een goede zaak. De wethouder heeft toegezegd te beginnen bij de afdeling Werk en Inkomen. Hij ontvangt daarvan graag de stand van zaken en een antwoord op de vraag welke onderdelen van de organisatie nu aan de beurt zijn. De schuldpositie van de gemeente is volgens het college binnen de gestelde normen. Dat is op zich goed nieuws. Hij complimenteert het college hiermee. Tegelijkertijd vindt zijn fractie het zo opmerkelijk enerzijds structureel geld te moeten lenen om te voorzien in de liquiditeitsbehoefte maar anderzijds op hetzelfde moment structureel langdurig geld weg te zetten in deposito's. Hij vraagt naar de reden daarvoor en krijgt daarop graag de reactie van de wethouder. Hij complimenteert het college met het positief financieel resultaat, met de gezonde financiële positie en met ambitieuze agenda. Hij wenst het college heel veel succes. D66 zal het college positief kritisch blijven volgen. De heer Van Waveren (CDA) dankt de subcommissie voor haar goede werken. De commissie was belangrijk en nuttig voor het functioneren van deze raad. Het CDA hecht waarde aan een solide begroting en vindt het belangrijk dat die een goede weergave is van wat daadwerkelijk gebeurt. Wat dat betreft schept de Verantwoording niet veel vertrouwen. De Verantwoording geeft weliswaar een getrouw beeld, volgens de accountant, maar niet een beeld waarvan het CDA vrolijk wordt. Dat laatste is enerzijds vanwege de grote bedragen die niet besteed worden - met heer Meijer zegt hij dan dat het college de opdracht niet heeft uitgevoerd. Anderzijds is dit vanwege de bezuinigingen niet gehaald. Dat vindt hij voor de toekomst wellicht een nog grotere zorg. Het woord “ombuigingen” is op één na verdwenen uit de Voorjaarsnota - de heer Van Waveren complimenteert het college daarmee. Hij dankt het college voor het vlotte uitvoeren van de desbetreffende motie. Met betrekking tot de onderbesteding is zijn fractie blij dat een afzonderlijk voorstel voorligt voor resultaatbestemming. Hij vindt de omvang van de bedragen die nog herbestemd moeten worden wel zorgelijk. Wat dat betreft sluit hij zich aan bij de desbetreffende woorden van de heer Meijer en gedeeltelijk bij die van de heer Eggermont. Hij zou het aardig vinden wanneer het college daarop meer zicht geeft, meer in lijn met de A- en Binvesteringen zoals daarin een stap is gemaakt voor de betere heroverweging in het geval het geld te lang blijft liggen. Hij noemt in dit verband een aantal budgetten. Bijvoorbeeld het programma Utrechtse Energie en de krachtwijkbudgetten van het afgelopen jaar, het actieplan Wonen waarover de commissie afgelopen week nog een brief heeft ontvangen. Vanuit het actieplan wordt toegezien op de huisvesting van voormalige zwerfjongeren. Het gaat om forse bedragen die jaar op jaar doorrollen en die met een mogelijke beleidswijziging weer bij de raad voor komen liggen. Hij vindt het jammer, omdat die bedragen weer te investeren zijn in de stad. Het gaat in totaal om 300 miljoen euro dat zo in de stad te investeren is. Feitelijk ligt dat te wachten op uitgifte. De wethouder Economie zou daarmee blij moeten zijn. De aanvulling die de heer Eggermont deed om dit via de Voorjaarsnota te overwegen en niet via een afzonderlijk voorstel bij de Verantwoording, roept bij hem de vraag op wie dan het initiatief moet nemen om het eerste voorstel te doen voor het vrijvallende budget. Naar zijn mening ontkomt de raad er niet aan dit toch bij het college te laten. Zorgen voor inzichtelijkheid zou hij stap 1 vinden. Tegelijkertijd blijkt dat veel bezuinigingen niet waar te maken zijn. Vooral de reorganisatie levert niet op wat zij zou moeten opleveren. De inkooptaakstellingen worden niet gehaald. Dat gat wordt gedekt met de middelen die feitelijk aan de activiteiten binnen de gemeente besteed hadden moeten worden en niet aan de interne dienst. Het lijkt de heer Van Waveren dat het college daarvan zou moeten leren. Hij vindt het zorgelijk dat het college met dubbele energie doorgaat op hetzelfde pad. Hij vraagt of de wethouder Financiën zich geen zorgen maakt Pagina 7 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
400
410
420
430
440
450
over de zachtheid van bestaande reserveringen, het inkoopvoordeel, de innovatietaakstellingen. Hij maakt zich daarover wel zorgen. Om die reden heeft hij ook vragen gesteld over de innovatietaakstelling. Hij vroeg per programma hoe het ermee staat, welke voorstellen er voor gedaan zijn en welk effect daarvan te verwachten was. Het college heeft die vragen allemaal op één hoop geveegd en gezegd dat het college er hard aan werkt en dat de commissie het hoort zodra het zover is. Wanneer het college er niet uitkomt, zal dit resulteren in een korting op het programma. Dat betekent dat die hele innovatietaakstelling zal gaan drukken op het primaire proces en op de diensten die de gemeente levert aan de stad. Zo gezien vindt hij dit dan juist een taak van de raad daarover te spreken en de prioriteiten anders te leggen. Hij zou daarover meer informatie van de wethouder willen ontvangen, vóór de Voorjaarsnota. Dat mag in de vorm van een groslijst. In ieder geval wil hij iets ontvangen waardoor zicht komt op het werk dat daarvoor wordt geleverd, de stappen die worden gezet en welke richting dit uitgaat. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vindt de groslijst een uitstekend idee. Hij vraagt wanneer dit dan niet wordt ingeboekt of het de bedoeling is bij de Voorjaarsnota 2015 al tot voorstellen te komen die op het primaire proces zullen drukken. Of is de volgorde een andere? Dit leest hij zo in de Voorjaarsnota. Hij stelt hiermee een aanvullende vraag aan de wethouder. De heer Van Waveren (CDA) brengt in dat hij zich afvraagt of een bezuiniging van andere aard gehaald zal worden, namelijk de bezuiniging op de subsidies. Op de Raadsinformatieavond waren de nodige insprekers uit de culturele sector aanwezig. Zij liepen te hoop tegen het coalitieakkoord. Los van de vraag of de gemeente op cultuur wil bezuinigen kan hij zich hun reactie wel voorstellen. Bij de afspraken die eerder zijn gemaakt met allerlei instellingen bij de verzelfstandiging, zaten ook financiële gekoppeld aan de prestaties. Hij vraagt zich af of de maatregel die het college nu toevoegt met weer een 2% korting juridisch houdbaar is, of de maatregel op die manier wel getoetst is en hoe de wethouder financiën aankijkt tegen de houdbaarheid van de maatregelen. Mogelijk zal zijn fractie bij het blok cultuur daarop terugkomen. Met betrekking tot de Meicirculaire merkt hij op dat opvallend veel ruimte zit en elementen waarbij het hem niet helemaal duidelijk was hoeveel daarvan verplicht zijn om aan bepaalde programma’s uit te geven, om hoeveel doeluitkeringen het gaat en hoeveel daarvan vrij beschikbaar zijn. Hij krijgt daarop graag de reactie van de wethouder. Aan het begin van het debat met de subcommissie stipte hij al de splitsing van de programma’s aan voor Zorg, Welzijn en Jeugd. Daarvoor zijn inhoudelijke en financiële overwegingen. Hij vindt die erg kort door de bocht, enerzijds omdat het zelfstandig programma Jeugd twee jaar geleden is opgeheven en anderzijds omdat hij het inhoudelijk niet wenselijk vindt om daar tussen schotten op te trekken, juist vanwege de te verwachten vele ontwikkelingen in de zorg waarin slimme combinaties gemaakt moeten kunnen worden en waar snel geschakeld moet worden. Die compartimentering zal daarbij niet helpen. Hij krijgt daarop graag de reactie van de wethouder, zeker als het gaat om de vraag of er financiële overwegingen aan ten grondslag liggen en welke die dan zijn. Hij verwacht hierop terug te zullen komen bij Zorg indien dat nodig is. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) denkt bij de woorden van de heer Van Waveren terug aan het duidingsdebat helemaal aan het begin waar de heer Van Waveren een afzonderlijke commissie voorstelde vanwege de te verwachten effecten van de decentralisaties. Hij vindt het zo doorgeredeneerd dan logisch om het in de programma's iets uit elkaar te halen; anders zal straks een afzonderlijke commissie bestaan voor slechts één programma. Hij vraagt hoe een en ander aan elkaar te rijmen. De heer Van Waveren (CDA) licht toe dat het wat hem betreft anders ligt. De programma's maatschappelijke ondersteuning, jeugd en volksgezondheid horen bij elkaar. De budgetten tussen maatschappelijke ondersteuning en volksgezondheid moeten zijns inziens gemixt ingezet kunnen worden. De vraag wanneer het echt harde zorg is en wanneer het gaat om maatschappelijke ondersteuning is niet zo strak van elkaar te onderscheiden wanneer het college dit in de begroting zou willen opknippen. Het college zou met Buurtteams juist moeten inzetten op het het passende aanbod per geval om daarop snel te kunnen schakelen. Daarbij moet niet tegen een begrotingsgrens aangelopen worden die de raad vaststelt. De heer Van Corler (GroenLinks) begrijpt de redenering inhoudelijk: de verbanden te houden. Hij ziet in dat zo geredeneerd dan een verband te leggen is tussen Jeugd en Veiligheid, tussen Jeugd en Sport, met Wonen. Altijd zullen dergelijke grenzen gesteld blijven worden. Hij vraagt hoe de heer Van Waveren daar dan tegen aankijkt moet de gemeente hiervan dan één groot programma maken? De heer Van Waveren (CDA) zou dat antwoord niet direct kunnen geven. Hier ligt wel een concreet voorstel voor het splitsen van een programma. Het lijkt hem niet handig die schotten aan te brengen nu gewerkt wordt aan de invoering en daarvoor plannen ontwikkeld worden. Hij verneemt graag waarom het college dit zo voorstelt. Hij vraagt met betrekking tot het Ondernemersfonds of de gemeentelijke bijdrage daarin uit het programma economie komt. Dat zou dan in het begin eenmalig zijn. Daarna zou dit fonds op de UVO moeten drukken. De heer Van Waveren zag dit wederom uit Economie komen - dat was volgens hem niet de bedoeling. Hij vraagt hierop de reactie van de wethouder. De heer Van Corler (GroenLinks) merkt op dat het altijd prettig is wanneer de accountant een goedkeurende verklaring geeft over de jaarstukken. Hij heeft inmiddels van de accountant begrepen dat die goedkeurende Pagina 8 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
460
470
480
490
500
510
verklaring lang niet bij alle gemeenten afgegeven wordt. De Verantwoording over 2013 laat zien dat de voorgaande wethouder Financiën het voorgaande college de boel netjes financieel op orde heeft achtergelaten. Het weerstandsvermogen staat op een haar na op 1.0 met een boekhoudkundig resultaat van 90 miljoen euro. De heer Eggermont (SP) merkt op dat vaker wordt vergeten dat de goedkeurende verklaring alleen gaat over hoofdstuk 3, de balans en de programmarekening. Over alles wat daarvoor staat dat te maken heeft met programma's, gaat de goedkeurende verklaring niet. Hij vraagt of de heer Van Corler alle cijfers heeft kunnen optellen en of hij daarvan chocola kan maken. Het telt zijns inziens niet op. Kan de heer Van Corler op grond daarvan zeggen dat de jaarstukken transparant en duidelijk zijn? De heer Van Corler (GroenLinks) biecht op dat hij niet alle programma’s heeft narekenen om na te gaan of de optelling hout snijdt. Zijn opmerking over de accountant heeft puur te maken met dat de accountant stelt dat de jaarstukken voldoen aan de eisen van rechtmatigheid. Hij neemt aan dat de heer Eggermont in zijn bijdrage terugkomt op diens uitspraak over het optellen. Het is hem niet helemaal duidelijk wat de heer Eggermont daarmee bedoelt. Met de bestedings- en dekkingsvoorstellen is het grote bedrag weer belegd. Het is lastig te beoordelen in hoeverre deze technisch van aard zijn. Bij de subcommissie kwam het ook al aan de orde. De heer Van Corler brengt het hier ook aan de orde omdat het handig zou zijn wanneer bij de beoordeling per voorstel zal worden aangegeven op basis van welke raadsbesluit dit voorstel is gedaan. Is het bijvoorbeeld nu wel of niet technisch om het tekort op het apparaatskosten WMI te dekken uit een overschot in het I-deel, pagina 500 van de Resultaatbestemming - hij kan niet beoordelen of het hier gaat om techniek of om beleidskeuze. Ook de Meicirculaire is al genoemd. Die circulaire geeft een beetje beter financieel beeld. De financiële opgave voor de gemeente Utrecht door de Rijksmaatregelen zoals het herijken van het Gemeentefonds, een uitname door onderwijshuisvesting, is er niet gemakkelijker op geworden. Een van de grote financiële opgaven zit in de 3D decentralisaties. Zijn fractie is ook tevreden met het 3D-Fonds. Dat is ingesteld om de ongewenste effecten voor Utrechters als gevolg van de decentralisaties en de bezuinigingen te voorkomen. Wel heeft zijn fractie hierbij een zorg, ingegeven door het voorstel in de Voorjaarsnota bij het deel over Werk en Inkomen, pagina 25. Het voorstel is de implementatiekosten van de Participatiewet en wijzigingen in de WWB ten laste te brengen van een risicoreserve voor de decentralisaties. Hij verneemt graag van het college dat het dekken van de implementatieen organisatiekosten uit dit fonds zoveel mogelijk voorkomen wordt. Wellicht komt zijn fractie later in de week hierop terug. Hij vraagt het college ervoor te waken het geld niet te laten steken in de organisatie - hij vraagt het college ervoor te zorgen dat het geld ook op zijn bestemming komt, bij de mensen die dit nodig hebben. Een andere financiële uitdaging wordt gevormd door de grondexploitaties. Vooral rond het Stationsgebied doen zich een aantal flinke tegenvallers voor. Dinsdagavond zal hieraan uitgebreider aandacht besteed worden. Voor GroenLinks is het financieel beter in de hand krijgen van de grondexploitatie Stationsgebied, een van de belangrijkste opgaven binnen het fysieke domein. De innovatietaakstelling is een andere uitdaging. De fractie heeft eerder gezegd dat zij het principe daarvan kan steunen, maar wel graag terug wil zien hoe de taakstelling wordt ingevuld. Daarbij kan hij zich verder bij de vragen aansluiten die daarover gesteld zijn. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) is blij met deze inbreng van de heer Van Corler. Hij gaat ervan uit dat de heer Van Corler heeft meegeschreven aan het coalitieakkoord. Had de heer Van Corler ideeën bij de verwezenlijking van de innovatietaakstelling bij het opschrijven van een en ander? De heer Van Corler (GroenLinks) brengt in dat de innovatietaakstelling al eerder aan de orde was. Een van de zaken die zijn genoemd, is het zerobased budget - eerst te gaan kijken wat te gaan doen, wat te realiseren in plaats van uit te gaan van het beschikbare budget om dan na te gaan wat daarvoor te kunnen doen. Met dergelijke innovaties zijn wat hem betreft slagen te maken. Daarmee is de organisatie ook aan de gang gegaan. Het kan wat hem betreft nooit kwaad om na te gaan op welke manier slimmer met zaken is om te gaan. Daarom vindt hij het belangrijk als raad de vinger aan de pols te houden. Wanneer dit niet gerealiseerd wordt, ligt er nog een andere uitdaging voor de raad. Ook daarom krijgt hij graag informatie van het college over de stand van zaken in dezen. De heer Meijer (D66) brengt in herinnering dat de heer Van Ooijen het coalitieakkoord prachtig vond. De heer Van Corler (GroenLinks) brengt in dat in het coalitieakkoord een opgave is opgenomen om middelen te vinden voor het nieuwe cultuurconvenant 2017 – 2020. GroenLinks hecht aan voortvarendheid in deze zoektocht. Daarom vraagt hij het college welke eerste stappen hierin zijn gezet en of daarvan al resultaten te melden zijn. Binnen de coalitie is afgesproken te zullen streven naar een verlaging van de afvalstoffenheffing door kostenbesparing in de uitvoering. Hij leest in de Voorjaarsnota dat in 2015 al voorzien is in een daling van het tarief. Deze daling stelt de fractie wel voor de vraag of de gemeente voldoende investeringsruimte houdt voor modernisering van het gescheiden inzamelen. De GroenLinks fractie zal hierop later in de week verder ingaan. In de afgelopen tijd is ophef ontstaan over hoge inkomens bij organisaties die subsidie van de gemeente Utrecht ontvangen. Daarover zijn schriftelijke vragen ingediend. Oud collega de heer Ravesteijn vroeg hiervoor in 2011 al aandacht. De fractie vindt het spijtig een paar jaar later hierover weer te moeten spreken. Destijds stelde de fractie voor om een burgemeesters- dan wel een wethoudersnorm in te stellen voor door de gemeente gesubsidieerde organisaties. Destijds is gezegd eerst de nieuwe wetgeving af te wachten. Het lijkt GroenLinks een goed Pagina 9 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
520
530
540
550
560
570
idee om dat idee weer van de plank te halen. Hij hoort graag hoe de wethouder dit ziet. Mogelijk is bij de beantwoording van de schriftelijke vragen dit mee te nemen en is na de beantwoording hierover verder te spreken of wellicht bij de behandeling van de Voorjaarsnota na te gaan of hierin nog stappen te zetten zijn. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt of de heer Van Corler denkt aan een entreetoets waarbij inkomens van onder meer bestuurders zichtbaar worden gemaakt voor het verkrijgen van eventuele subsidie of denkt hij aan het jaarlijks kijken naar het inkomen. De heer Van Corler (GroenLinks) bevestigt dat de uitvoering wel een hobbel is. Hij kan zich voorstellen dat dat in eerste instantie een kwestie is bij de subsidieaanvraag om vandaaruit te kijken of de gemeente dat goed in de hand kan houden. De heer Meijer (D66) vindt dit sympathiek klinken. Hij merkt dat daarenboven de landelijke wetgeving Normering Topinkomens bestaat. Het Rijk stelt plafonds. De vraag is of de subsidieverstrekker invloed heeft op het salaris van de bestuurder. Hij gaat er vanuit dat de subsidieverstrekker daar nog steeds niet over gaat. De heer Van Corler (GroenLinks) vindt dat de subsidieverstrekker voorwaarden kan stellen bij het verstrekken van subsidie. Vanwege de praktische haken en ogen vraagt hij het college hoe het hier tegenaan kijkt. Wat hem betreft is toe te werken naar normering. Praktische hobbels zijn volgens hem te slechten. Mevrouw Haage (PvdA) merkt op dat D66 en Stadsbelang Utrecht beren op de weg zien. Zij ondersteunt het idee van de heer Van Corler. Met hem wil zij nagaan wat tegen exorbitante salarissen te doen is. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) dankt het college voor de heldere jaarstukken, en voor de bestedings- en dekkingsvoorstellen. Hij noemt het een genoegen de goedkeurende verklaring van de accountant te zien. Hij spreekt daarvoor zijn waardering uit. Het financieel beeld dat wordt geschetst, is een aansluiting op eerdere jaren. Van dat beeld wordt zijn fractie niet bepaald vrolijk. Voor zijn fractie is dat beeld enigszins verontrustend. De belangrijkste basis voor zijn verontrusting is de onbalans in de verhouding bezittingen versus schulden. Die onbalans wordt verder uitgediept. De schuldposities zijn opgelopen naar 50% van het balanstotaal en meer dan 60% van de inkomsten van de gemeente. Het gaat om 770 miljoen euro langlopende schuld en 354 miljoen euro korte termijnschuld. Daarmee zit de gemeente op een berg van schulden die het bestuur laat oplopen. De bezittingen nemen daartegen af in waarde. Alleen al de grondposities zijn in de afgelopen jaren meer dan 310 miljoen euro minder waard geworden. Strategische vastgoedaankopen kostten tientallen miljoenen euro's teveel. Een dergelijke schuld is een groot risico, zeker wanneer het door het college geschetste perspectief van hoge rentes bewaarheid zal worden. Het daarmee gepaard gaande financiële beslag op de begroting vindt hij onacceptabel. Dit zal zijns inziens altijd ten koste gaan van de Utrechtse burger, of de gemeente nu andere investeringen uitstelt dan wel afstelt of dat zij het beslag op de begroting hiermee verhoogt. Wat hem betreft moet de gemeente Utrecht terug naar de menselijke maat. Graag wil zijn fractie van de wethouder weten of hij van mening is dat hier sprake is van een financieel deugdelijk beleid. Hij krijgt graag een toelichting op de opvatting daarover van de wethouder. Stadsbelang Utrecht pleit voor afbouw van de schuldposities van de gemeente Utrecht. Zijn fractie pleit voor aflossen en wat hem betreft dient proaktief kredietbeleid het credo te zijn. Voor voortijdig oversluiten is wat hem betreft geen beleidsruimte. De heer Bos staat op het standpunt dat diegene die voortijdig zijn schulden betaalt, niet verarmt. Hij vraagt hierop de reactie van de wethouder. Hij gaat er vanuit dat de wethouder begrijpt dat hij een lans willen breken voor het reduceren van risico's. Utrecht staat borg voor allerlei leningen aan allerlei instellingen tot een bedrag van een kleine 2,5 miljard euro. Stadsbelang Utrecht pleit voor een cap op die borgstelling. Die dient gemaximeerd te worden tot de hoogte van de uitstaande leningen en die dient jaarlijks naar beneden te worden bijgesteld. Verder wil Stadsbelang Utrecht een stop op het geven van bankgaranties en leningen. Hij vraagt hoe het college dat ziet. Voor de rest sluit hij zich graag aan bij de PvdA als het gaat om armoede en om de vragen over de onderbesteding op de effectiviteit van taakstellingen eigen organisatie, en die over de groslijst bij het CDA. De heer Gilissen (VVD) dankt het college en de ambtenaren voor de jaarstukken en de Voorjaarsnota. Goed om te weten dat er een goedkeurende verklaring ligt van de accountant. De VVD stelde in 2012 vragen over de mogelijke risico's met betrekking tot de derivatenportefeuilles van woningbouwcorporaties. Iets veel later bleek ook dat de gemeente Utrecht een omvangrijke derivatenportefeuille heeft die naar het oordeel van het college nagenoeg risicoloos is. Zijn fractie is benieuwd naar de actuele marktwaarde en het verloop van die portefeuille en de daarmee gemoeide risico's. Hij vraagt hoe het ermee staat. Meer in het algemene stelt zijn fractie enkele vragen over de risicobeheersing, ook met het oog op de drie decentralisaties. Met die drie decentralisaties neemt niet alleen het takenpakket toe maar ook de omvang van het gemeentelijke budget én de daarmee gemoeide risico's. Vorig jaar liet de gemeente Utrecht een stresstest uitvoeren naar de risico's van grote exogene schokken. De heer Gilissen is benieuwd hoe de wethouder Financiën vanuit zijn overkoepelende rol ziet hoe de gemeente Utrecht vanuit risicobeheersing met de nieuwe taken zou moeten omgaan. Hij vraagt of vanuit dat perspectief ook de uitvoeringstoetsen horen die bij deze decentralisaties plaatsvinden. Daarvoor moet het geheel gekeken worden van de totale gemeentelijke begroting Pagina 10 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
580
590
600
610
620
630
en ook of het weerstandsvermogen van het risicoprofiel van de gemeentelijke producten toeneemt. Hij vraagt hierop de reactie van de wethouder. Met betrekking tot de OZB gaat hij in op het punt van de heer Meijer, maar wel om een andere reden. Elk jaar heeft de gemeente een overschot op de OZB-inkomsten, hoger dan geraamd. Welke mogelijkheden ziet de wethouder om de raming vooraf netter te maken zodat het verschil aan het eind van het jaar bij de realisatie kleiner is. Dat zou een groot verschil maken volgens de fractie van de VVD. De heer Eggermont (VVD) is het daarmee nadrukkelijk eens; goed om een goede raming te hebben van de OZB-inkomsten zodat het bestuur een reëel beeld heeft van die inkomsten. De heer Gilissen (VVD) kan zich aansluiten bij de vragen die gesteld zijn ook door anderen over de categorisering en bij de gevraagde nadere toelichting op de bestedings- en dekkingsvoorstellen. En ook het voorstel van de heer Van Corler om verder te spreken over topinkomens lijkt de heer Gilissen een uitstekend idee. Een aantal andere gemeenten kiest ervoor de precario, de toerisme- en de hondenbelasting af te schaffen vanwege de hoge lasten in de overhead. Is de wethouder bereid om deze drie belastingen mee te nemen in de operatie Utrecht Goed Geregeld, zoals vermeld in het coalitieakkoord? In specifieke zin vraagt hij of de beoogde doelstellingen met deze drie belastingen op een andere manier dan via het heffen van belasting kunnen worden bereikt. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) complimenteert het college met de leesbaarheid van de stukken. Ook vindt hij het goed dat het collegeprogramma hierin is verwerkt - dat lijkt hem tijdstechnisch gezien een ingewikkelde klus geweest. Nu krijgt het stadsbestuur een juist beeld van 2015. Ook dat vindt hij een compliment waard. Dit geldt ook voor het weerstandsvermogen dat weer op 1.0 staat, én voor de transparantie waarover de heer Meijer eerder sprak. De heer Van Ooijen loopt de punten die nog niet genboemd zijn langs. Voor de te nemen maatregelen voor de grondexploitaties doet de accountant enkele suggesties voor een betere inzichtelijkheid ervan. Hij kan zich voorstellen dat dit in de subcommissie wordt besproken. Hij vraagt zich af of die suggesties worden overgenomen door het college. De ingeboekte bezuinigingen vormen het grootste financiële pijnpunt bij zijn fractie, en dan niet zozeer op de inhoud. Het gaat daarbij om bezuiniging door het maken van minder beleid en over de realisatie van innovatiedoelstellingen. De ingeboekte bezuinigingen zijn zijns inziens boterzacht en vooral onduidelijk. De vraag is waar de bezuinigingen geld gaan kosten en hoe ze op het primaire proces gaan drukken. Hij uit zijn bezorgdheid daarover. De heer Gilissen (VVD) vindt de ingeboekte bezuinigingen heel erg duidelijk. Er is een concreet bedrag aan verbonden. Hij vraagt of de beide betrokken partijen zich zouden kunnen vinden in de doelstelling en de objectiveerbaarheid van de vraag of de bezuinigingen worden gehaald zonder dat ze ten koste gaan van de uitvoering. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vindt het bedrag ook het enig duidelijke. Het doet hem voorkomen als is daar naar toe gerekend. Het is hem volstrekt onduidelijk wat het betekent in de organisatie, waarop precies minder beleid gemaakt wordt, wat het betekent in de overhead waarover iedereen zegt dat het vet van de botten is, wat het feitelijk gaat betekenen voor deze gemeente, voor deze stad. Datzelfde geldt voor de subsidies. Ook daar heeft hij onvoldoende zicht op waar het pijn gaat doen. Dat neemt niet weg dat het allemaal prachtig klinkt. Hij noemt als voorbeeld de inkooptaakstelling. Hij heeft navraag gedaan op het technische aspect hieraan. Uit de antwoorden blijkt dan dat er meer gemeentebreed wordt ingekocht aan de hand van deze zin: “Door organisatieonderdelen van raamcontracten van andere organisatie-onderdelen.“ Die vindt hij curieus en komt op hem over als abracadabra. Wanneer het techniek is, hoort hij graag hoe het in elkaar steekt. De vraag is hoe de inkooptaakstelling daadwerkelijk te realiseren. Uit het verleden blijkt dat de inkooptaakstelling niet gehaald is. Bijvoorbeeld op onderwijs, op de multifunctionele accommodaties. Hoe kan het dat die inkooptaakstelling nu wel gehaald zal worden. Dat betekent ook inhoudelijke consequenties voor de inkoop, bijvoorbeeld dat de inkoop soberder wordt of minder. Hij ontvangt daarover graag informatie. Hij is blij dat Utrecht een fairtradegemeente is als het gaat om de inkoop. Dat was een initiatief van de ChristenUnie met gelukkig de steun van heel veel partijen in deze raad. De vraag is of Utrecht een fairtrade gemeente blijft met een dergelijke inkooptaakstelling. De heer Eggermont (SP) gaat allereerst in op de Verantwoording en verwijst naar zijn interruptie op de bijdrage van de heer Van Corler. Hij waarschuwt voor misleiding. De goedkeurende verklaring gaat niet over het eerste deel, niet over programma's. Dat blijkt uit de resultaten van de optelling. De brieven over de errata deden hem eerder fronsen dan dat die brieven hem gerust stelden. Over de 700.000 euro bij het Stationsgebied zegt hij dat wanneer hij de actuele begroting en het resultaat bij elkaar optelt, er een verschil is van 700.000 euro. Hij zegt: ”Of het één, of het ander klopt niet”. Of het te bestemmen resultaat is anders, of het bestede bedrags. Wanneer het te bestemmen resultaat anders is moet het college verklaren waarin de 700.000 euro zit. Mutatis mutandis is hetzelfde te zien bij Werk en Inkomen bij de te verstrekken bijstand. Daar is te zien dat er 650.000 euro meer zit aan de lastenkant of anders aan de kant van het overgebleven deel. Hij krijgt geen zicht op waar de middelen terecht komen als ze ergens anders zijn weggehaald. Pagina 11 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
640
650
660
670
680
690
Als het gaat om de bestemmings- en dekkingsvoorstellen merkt hij op dat ook die getallen daar niet aansluiten. Hij kreeg de idee als zitten drie groepen ambtenaren afzonderlijk van elkaar stukken te schrijven. De cijfers in het ene stuk komen niet terug in het andere. Als voorbeeld noemt bij “Welzijn Resultaat programma 5,5 miljoen euro” uit de bestemmings- en dekkingsvoorstellen. Wanneer hij dan in de Verantwoording kijkt, leest hij “10 miljoen euro”. Wanneer hij vervolgens de gerelateerde getallen optelt, krijgt hij niet de verwachte samenhangende resultaten. Hij concludeert op deze wijze geen vat te kunnen krijgen op de jaarstukken. Hij krijgt vervolgens geen duidelijkheid over het verschil tussen technisch en politiek. In zijn beleving is een groot deel van de resultaatbestemming politiek. De heer Van Corler (GroenLinks) merkt op dat het hem ook was opgevallen dat bij Welzijn hetzelfde bedrag stond als bij Onderwijs. Hij krijgt de indruk dat daar een typefout is gemaakt. De heer Eggermont (SP) merkt op dat het niet gaat gaat om typefouten bij de door hem genoemde 650.000 en 700. 000 euro. Waar het gaat om een doorschuiven naar het volgende jaar in het kader van de bestemmingen en de reserves, zal een deel ervan in de Verantwoording terug te zien moeten zijn. Duidelijk moet zijn dat het bedrag vorig jaar niet is uitgegeven. Hij noemt in dat licht een voorbeeld “Budget ICT kosten Werk en inkomen” - in het hele programma Werk en Inkomen leest de heer Eggermont niet dat de gemeente vorig jaar geen 600.000 euro heeft uitgegeven – het gaat daarbij dus om een onderbesteding ter waarde van dat bedrag. Dan is het ook niet mogelijk om ze via de dekkings- en bestedingsvoorstellen door te schuiven naar volgend jaar. Dat kon een hele legitieme politieke keuze zijn, maar die politieke keuze hoort zijns inziens gemaakt te worden bij de Voorjaarsnota. Zijn collega's zullen inhoudelijk bij de andere onderwerpen deze kwesties naar voren brengen. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vindt de woorden van de heer Eggermont interessant. Hij vraagt welke conclusie hij hieruit trekt en hoe hij die verbindt aan deze voorliggende stukken. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vindt dat in het verlengde hiervan het legitiem is om te vragen of de heer Eggermont wel kan instemmen met de Voorjaarsnota en met de cijfers over 2013. De heer Eggermont (SP) heeft grote problemen met het door hem geconstateerde. Hij vervolgt zijn inbreng met in te gaan op de Voorjaarsnota. Over de autonome ontwikkelingen denkt de SP dat het realistisch is om daarbij niet uit te gaan van de nullijn. De gemeente heeft gewoon te maken met mensen die simpelweg een gezin hebben. Het is niet mogelijk om van de vuilnismensen te vragen jarenlang op de nullijn te blijven staan. Daarmee moet rekening gehouden worden bij de autonome ontwikkelingen. Hij vraagt de wethouder Financiën aan te sturen op het schrijven van concrete getallen waar nu nog PM is opgenomen in de stukken. Dit heeft betrekking op de “sobere uitvoering infrastructurele projecten” zoals afgesproken in het coalitieakkoord. De heer Menke (Student en Starter) is blij met de positieve accountantsverklaring. Hij beschouwt dat als een beetje onderbouwing na de andere geluiden die hij zojuist hoorde. Hij ervaart het als een behoorlijk zware taak om zich door deze stukken te worstelen. Wel merkt hij op dat in de begroting goed in woorden is uitgelegd wat zich precies afspeelt. Tegelijkertijd sluit hij zich aan bij de eerder geuite kritiek dat het lastig is om onderscheid te maken tussen techniek en beleid van de bestedings- en dekkingsvoorstellen. Hij ziet dat graag nader uitgewerkt. Hij sluit zich ook aan bij de eerder gemaakte opmerkingen over de haalbaarheid van de taakstellingen en de doelstellingen. Hij vraagt zich af of de gemeente Utrecht wel realistisch genoeg begroot en vooral op het gebied van de doelstellingen waar geld overblijft, ervaart hij dit als schrijnend aangezien bezuinigd wordt op andere posten waar hard geld nodig is. Wanneer het geld overblijft, vindt hij dat dat dan beter op andere plekken besteed kan worden. Ook is al eerder inbreng geleverd over subsidies. Met betrekking tot de 2% extra bezuiniging op grotere subsidieontvangers van meer dan een half miljoen euro, vraagt hij of het college kan toelichten of hierin de indirecte effecten zijn meegenomen. Wanneer 2% extra gekort wordt op de grotere instellingen, zullen veel kleinere subsidieontvangers gebruik maken van de diensten die de grotere subsidieontvangers verlenen. Wanneer daarop bezuinigd wordt, vraagt hij zich af wat de indirecte effecten zijn op de kleinere subsidieontvangers. Is dit dan nog wel de meest efficiënte invulling van de bezuinigingen? De heer Gilissen (VVD) vraagt of de heer Menke deze vraag kan toelichten. Hij ziet nog niet hoe de kleine organisaties er onder zouden lijden dat grote organisaties minder subsidie krijgen. Wanneer dit zou kloppen bedoelt de heer Menke mogelijk dat ze twee keer subsidie verstrekken en dat er in ieder geval iets van de subsidie af kan. De heer Menke (Student en Starter) doelt erop dat veel kleinere subsidieontvangers gebruik maken van de diensten van de grotere subsidieontvangers. Hij noemt in concreto de Stadsschouwburg en Tivoli-Vredenburg. Wanneer deze instellingen hogere lasten moeten rekenen aan de kleinere instellingen die gebruik maken van hun diensten, rekenen zij de korting indirect door aan de kleinere ontvangers met heel veel overhead daartussen. Hij vraagt zich af of dit de meest prudente wijze is van doorvoeren van de bezuiniging.
Pagina 12 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
700
710
720
730
740
750
760
De heer Gilissen (VVD) vraagt of daar een aanknopingspunt zit. Als voorbeeld noemt hij de culturele sector. Alle subsidieontvangers in dat specifieke domein zouden veel meer kunnen samenwerken als het gaat om taken met een hoge overhead zoals het vinden van locaties en huurders. De heer Menke (Student en Starter) is altijd voorstander van samenwerking wanneer dat leidt tot efficiency. Het gaat hem om de wijze waarop de kleinere organisaties belast worden vanwege het doorrekenen van de bezuiniging door de grote organisaties. Hij vervolgt zijn inbreng in zijn termijn. Zijn collega van Stadsbelang ging al in op de hoge schulden. Ook hij maakt zich zorgen over de schuld van de gemeente. Vooral als het gaat om de toekomstige generaties. Hij is heel benieuwd naar de gewenste verhouding tussen schuld en activa van de gemeente en op welke termijn zij die verhouding hoopt te bereiken. Hij sluit zich aan bij de inbreng van de VVD over de drie belastingen; het doorlichten daarvan gericht op de efficiëntie van de inning ervan. Daarbij heeft hij zijn twijfels. Wanneer het efficiënter kan, wordt zijns inziens iedereen daar blij van. Mevrouw Oskam (PvdD) wil ook doorpakken op het Duurzaamheidsfonds, namelijk door een flinke intensivering in de investeringen in Duurzaamheid. Zij gaat hierop door in haar bijdrage over de Voorjaarsnota. Zij is benieuwd of de wethouder uitleg kan geven over het waarom van het besteden van een groot deel van het Duurzaamheidsfonds. De nieuwe coalitie spreekt veel over duurzaamheid. Dat klinkt mooi, maar de PvdD wil verder kijken. Haar fractie wil dat duurzaamheid onderdeel wordt van ieder beleidsterrein. In 2014 wordt slechts 1,45% van het totale gemeentelijke budget besteed aan duurzaamheid. In de gemeentelijke duurzaamheidsindex, scoort de gemeente Utrecht minimaal op hernieuwbare energie. De PvdD wil dat in het budget dat bijvoorbeeld naar Onderwijs, Jeugd, Welzijn, Volksgezondheid en Wonen gaat, duurzaamheid geïntegreerd wordt en een rol speelt bij elke cent die wordt uitgegeven. Ze noemt als voorbeeld de OZB. Die zou haars inziens te differentiëren zijn naar energieverbruik. Een duurzame gemeente betekent ook dat de gemeente 100% duurzaam inkoopt en een beleid ontwikkelt waarin concrete doelstellingen worden geformuleerd ten aanzien van de inkoop van biologische producten en de transitie naar duurzame plantaardige en dierlijke eiwitten. Wanneer over duurzaamheid wordt gesproken wordt ook over het milieu gesproken. De PvdD is verheugd dat op 1 januari 2015 de milieuzone voor personen- en bestelauto’s van kracht gaat. Hiermee zal de luchtkwaliteit in het Utrechtse verbeteren. Een veel grotere inzet van de gemeente is echter nodig om de EU-doelstellingen te halen en wat haar fractie betreft ook voorbij te streven. Afgelopen zaterdag stond weer in het AD dat Utrecht de Europese normen niet gaat halen. Bodemsanering en verbetering van de waterkwaliteit staan op het programma voor het komende jaar. De PvdD verwacht echter veel meer inzet van de gemeente in het streven naar een beter milieu. Zo wil haar fractie onder meer dat het principe van de vervuiler betaalt, wordt toegepast, de gemeente zich zal inzetten om een einde te maken aan het gratis verstrekken van draagtassen door winkels, en bij evenementen geen balonnen meer op te laten. Met betrekking tot openbare ruimte en groen kan de PvdD bij het lezen van de Voorjaarsnota niet anders concluderen dan dat het onderwerp groen voor spek en bonen meedoet. Zij leest een stukje over het opknappen van groen. Ook dan is niet duidelijk welke doelen de gemeente zich stelt om Utrecht te vergroenen. Wanneer een stad zich profileert als een groene stad, moet dat terug te zien zijn in de investeringen die gedaan worden en in de aandacht daarvoor in de Voorjaarsnota en in het coalitieakkoord. In het begrotingschema is 0,09% van de totale gemeentelijke uitgaven gereserveerd voor het ontwikkelen van een aantrekkelijke groene leefomgeving. Ter vergelijking: de exploitatie van parkeervoorzieningen voor auto’s maakt 1,7% deel uit van de totale uitgaven. De PvdD ziet het liever andersom. Dan nog is het budget voor groen te laag. Tot slot gaat mevrouw Ekdom in op Dierenwelzijn. In de hele Voorjaarsnota komt het woord Dieren niet voor. In het prachtige coalitieakkoord is welgeteld één regel gewijd aan dierenwelzijn. In het begrotingsschema is ook geen geld gereserveerd voor dieren. Om een vergelijking te maken noemt zij de gemeente Amsterdam. Die gemeente investeert per jaar 1,2 miljoen euro in het verbeteren van dierenwelzijn. Utrecht zou op zijn minst dit bedrag moeten evenaren. De PvdD pleit voor een intensievere focus op en investering in het welzijn van de medebewoners in de stad. De beloofde dierenwelzijnsnota dient wat haar fractie betreft zeer vooruitstrevend te zijn en zo snel en gedegen mogelijk geschreven en geïmplementeerd te worden. De zorg voor dierenwelzijn moet in ieder geval geïntegreerd worden in het gemeentelijk beleid op het gebied van bouwen, natuur, milieu, economie, onderwijs en zorg. De gemeente heeft een belangrijke taak in het realiseren van een duurzame en solidaire samenleving waarbij mededogen het uitgangspunt vormt. De PvdD wil dat het college woorden nu omzet in daden. Haar fractie kijkt naar lange termijnbelangen en wil een mooie en leefbare gemeente achterlaten voor generaties die na de huidige generatie komen. Schorsing ter voorbereiding van de beantwoording en hervatting van de vergadering
Pagina 13 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
770
780
790
800
810
820
Beantwoording door de wethouder Wethouder Kreijkamp licht toe dat het dit jaar gaat om een bijzondere Voorjaarsnota - een Verantwoording over het afgelopen jaar van het vorige college, een Voorjaarsbrief met daarin de autonome ontwikkelingen beschreven zoals vastgesteld door het vorige college, het coalitieakkoord gesloten door een viertal fracties uit de raad. Het nieuwe college heeft daarvan een pakket gemaakt en de Voorjaarsnota aangeboden. Die is nu aan de orde in deze commissie. De wethouder licht toe hoe zijn beantwoording is opgebouwd en begint met de beantwoording van de vragen over het Gemeentefonds/Meicirculaire. In dat fonds is een meevaller verwerkt. Die meevaller heeft te maken met het afgesloten Herfstakkoord waarin de Rijksbezuinigingen iets verzacht zijn. De gemeente krijgt iets minder minder. Daartegenover staat een forse herijking van het Gemeentefonds met betrekking tot de verhouding tussen de verschillende gemeenten. Dat is verantwoord in de Voorjaarsnota. Onlangs kwam ook de Meicirculaire uit van de minister van Binnenlandse Zaken. De wethouder heeft over die circulaire vorige week nog een brief gestuurd aan de raad. In deze circulaire is ook een aantal ontwikkelingen te zien met betrekking tot de herijking. Op een aantal punten valt die negatiever uit maar als het dan gaat om het accres valt hij weer positiever uit. De heer Van Waveren vroeg hoe hij dat moet lezen. De wethouder verwijst naar de desbetreffende tabel. Alles onder de streep is het extra resultaat ten opzichte van de Voorjaarsnota. De corresponderende posten zijn daarin niet opgenomen en maken daarvan geen onderdeel uit. Daarover vindt afzonderlijke besluitvorming plaats in het college en daarna in de raad. Het college doet de suggestie aan de raad terughoudend om te gaan met de financiële middelen die hierin staan genoemd. De middelen voor de verschillende decentralisaties zijn ook opgenomen in de Meicirculaire: de Zorg voor Jeugd en de transitie voor de langdurige zorg. Het college heeft ervoor gekozen in de uitvoeringsnotities op de inhoud in te gaan en de verschillende middelen daarbij te betrekken. Dat is dan niet een louter financieel verhaal. Het voorstel in de Voorjaarsnota om een splitsing te maken tussen nu nog het programma Jeugd, Welzijn en Volksgezondheid en daarna mogelijk het programma Maatschappelijke Ondersteuning, Jeugdzorg en Volksgezondheid is gedaan om de aansluiting met de uitvoerderingsnotities goed te kunnen maken en om daarbinnen te zorgen voor ontschotting. Als voorbeeld noemt hij Welzijn en Maatschappelijke Ondersteuning die straks in één programma komen. Het college vond de middelen zo omvangrijk ten opzichte van de huidige situatie dat het het logisch vond om daarin inzicht te brengen, gezien ook de complexiteit. Daarmee volgt het college de indeling van het Rijk en de indeling van IV3. Dit zegt hij ook om vragen van de heer Meijer te voorkomen over openspending in de begrotingsystematiek. Het college volgt hier de lijn die ook is aangegeven door anderen. De wethouder is het eens met de inhoudelijke redenering van de heer Van Waveren ervoor te zorgen dat het geld niet beheerd wordt in forse afdelingen. Zoals de indeling nu is gemaakt, komt er een programma voor Jeugd met daarin de transitie Jeugdzorg en één voor langdurige zorg waarin ook Welzijn zit. Volksgezondheid is dan het derde programma. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt of het met een dergelijke knip mogelijk blijft om de middelen die voor Jeugd zijn bestemd in de programmabegroting te bestemmen voor Volksgezondheid. Of zitten dan de eigen financiële spelregels in de weg? Wethouder Kreijkamp antwoordt dat dan de financiële spelregels voor het college in de weg zitten. Het college zal binnen de programma's en sterker nog, binnen de prestatie- en effectindicatoren, mogen schuiven maar daarbuiten niet. Het staat de gemeenteraad vrij om tussen de programma's te schuiven bij de programmabegroting. De lijn die het college nu kiest om ruim vóór de programmabegroting uitvoeringsnotities aan de raad voor te leggen zodat bij die uitvoeringsnotities het inhoudelijke debat kan plaatsvinden en het college ook nu niet alle middelen naar de programma’s schuift, betekent dat het debat kan plaatsvinden bij de programmabegroting en dat de raad daarin de keuzes zou kunnen maken. Daarmee is het antwoord ontkennend voor de raad - het zit de financiële spelregels niet in de weg. De raad heeft het budgetrecht. Enkele opmerkingen zijn gemaakt over de grondexploitaties. Met betrekking tot een aantal opmerkingen over het Stationsgebied heeft de wethouder bij de presentatie al meegedeeld dat door hogere kosten daarin een tekort is ontstaan. De wethouder Stationsgebied zal daarop morgenavond uitgebreid ingaan. De vraag van de heer Meijer over of de methodiek van het MPG ook gebruikt kan worden voor Leidsche Rijn en Stationsgebied beantwoordt de wethouder met dat hij met zijn collega's die daarvoor verantwoordelijk zijn, de wethouders Geldof en Everhardt, in overleg zal treden om na te gaan of die systematiek daar ook in te zetten is. Hij laat het ook over aan de mening van de portefeuillehouders. Veel vragen zijn gesteld over enkele taakstellingen die in de Voorjaarsnota maar ook in de programmabegroting staan. Bijvoorbeeld de vragen over de inkooptaakstelling. Die taakstelling komt uit het coalitieakkoord, de 5 miljoen euro. In de technische vragenronde is antwoord gegeven over welke mogelijkheden het college ziet. Hij refereert hierbij aan de 1,5% van 600 miljoen euro inkoopwaarde en de verschillende productgroepen waarover is gesproken. Ook wordt gesproken over raamcontracten en de verschillende organisatie-onderdelen. Tot in 2013 had elke dienst zijn eigen contracten met verschillende leveranciers. De contracten werden gemiddeld voor ongeveer vier jaar aangegaan. Elk jaar werd zo een kwart van de raamcontracten vervangen. De insteek is om die gemeentebreed aan te besteden zodat niet per organisatieonderdeel met verschillende contracten gewerkt wordt maar dat er een raamcontract voor de gehele gemeente gemaakt wordt. Dat zou voordelen met zich mee Pagina 14 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
830
840
850
860
870
880
kunnen brengen. Verder ziet het college meerdere besparingsopties binnen Inkoop. Dat is al eerder over tafel gegaan. Het gaat om 1,5% voordeel op de inkoopwaarde. De wethouder vindt dat realistisch. Het gaat ook om een fors bedrag. De duurzaamheid en de Social Return ambities blijven daarbij gehandhaafd. Dat een aantal taakstellingen niet gerealiseerd is binnen Inkoop, is juist. Dat is ook opgenomen in de Voorjaarsnota. Op een aantal plekken bleken de taakstellingen niet haalbaar. Hij heeft daarmee ook ervaring als wethouder Onderwijs; dat het moeilijk besparen is op een inkooptaakstelling wanneer niet de gemeente schoolgebouwen bouwt, maar op basis van een verordening en normbedragen beschikbaar stellen van geld aan schoolbesturen door de gemeente. Daarover gaf het college uitleg. Het college zal nu bij de invulling van deze taakstelling goed kijken naar de verschillende productgroepen en welke besparingsmogelijkheden daar zijn. De wethouder zal de commissie zo spoedig mogelijk informeren over hoe die vorm te geven. De heer Menke (Student en Starter) vraagt of de wethouder hem kan vertellen in hoeverre het concernbreed afhandelen van inkoopprocedures weerslag zal hebben op de mogelijkheden van startende en kleine ondernemers om contracten te krijgen. Hij vraagt daarop toelichting. Wethouder Kreijkamp vindt dat een belangrijk onderwerp. Zijn voorganger heeft zich ingespannen om er voor te zorgen dat dit geen negatieve invloed heeft op de mogelijkheden van MKB-ers en kleine ondernemers, en ook van Utrechtse bedrijven. De wethouder verwijst hierbij naar de rapportage aanbestedingsbeleid. Die is afgelopen week naar de raad gestuurd. Daarin is hierop uitgebreid ingegaan. Hij merkt op dat een en ander elkaar niet hoeft uit te sluiten. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) merkt op dat bij de innovatietaakstelling keurig is opgenomen dat wanneer dit niet lukt de oplossing gemeentebreed moet worden gevonden. Hij vraagt of dit ook geldt voor de inkooptaakstelling. Zal de gemeenteraad daarvoor volgend jaar alternatieve voorstellen krijgen? Of is er een andere plan-Boptie? Zo ja, welke is die? Ten tweede vraagt hij naar meer financiële onderbouwing. Hij heeft gelezen wat de wethouder nu inbrengt over raamcontracten. Komt de 5 miljoen euro voor 80% daar vandaan? Of gaat het om een veel kleiner deel? Op welke termijn kan het college die extra financiële onderbouwing geven? Wethouder Kreijkamp antwoordt te hebben gezegd dat de inkooptaakstelling verdeeld wordt naar rato van productgroepen; naar rato van waar het geld is uitgegeven. Die wordt niet in eerste instantie verdeeld over de verschillende programma's. Het college gaat na binnen de productgroepen wat mogelijk is om te realiseren. Door dit te verdelen naar rato van de productgroepen, belast het college ook de programma’s. De wethouder verwacht richting de begroting over de taakstelling per productgroep en daarmee per programma meer duidelijkheid te hebben over wat te realiseren. Hij denkt daarbij aan een soort van matrix. Hij zegt toe richting de heer Van Ooijen naar de begroting toe hierover meer inzicht te geven. Eerder is al gesproken in deze commissie over de innovatietaakstelling. Op het moment wordt hard gewerkt aan allerlei innovatieve ideeën om te besparen. Inmiddels is een lijst gemaakt met 74 ideeën. Die zijn uit de organisatie opgehaald. Een belangrijke volgende stap is dat rond deze ideeën businesscases worden gemaakt over hoe daadwerkelijk dan geld te besparen. Rond de programmabegroting verwacht de wethouder daarover meer inzicht te krijgen. De wethouder financiën zegt dat wanneer niet al het geld opgehaald wordt via de innovatieve ideeën, in de programma's gekeken zou moeten worden hoe het dan te realiseren. De begroting moet wel sluitend gemaakt worden. Vorig jaar is aangegeven door het vorige college dat zerobased budgetting een belangrijk instrument is om ook deze besparing in te vullen. Het gaat om zowel de innovatieve ideeën als om de zero basedbudgetting waarmee in 2013 gestart is met de programma’s Sport en Bewoners en Bestuur. Het volgende programma zal Werk en Inkomen zijn om na te gaan hoe van onder af een begroting op te bouwen is. Hieruit komen keuzes. Het is niet mogelijk om zomaar te zeggen dat 4 miljoen euro in de programma's gevonden zal worden zonder dat daarin politieke keuzes zitten en het college doet niet anders dan de raad informeren over de 4 miljoen euro die het heeft gevonden. Het lijkt de wethouder meer dan terecht om dit soort voorstellen voor te leggen aan de raad zodat de raad hierin een afweging kan maken. Elke keuze heeft een politiek-bestuurlijke component. In wat nu voorligt, zitten al keuzes gericht op het veranderen van een aantal zaken met mogelijk hetzelfde effect op de prestatie-indicator. Het college zal de keuzes aan de raad voorleggen. Het college zal met de programmabegroting een eerste inventarisatie geven van de denkrichtingen voor de invulling van deze taakstellingen. De heer Van Corler (GroenLinks) vindt het duidelijk dat de wethouder zegt eerst een indicatie te zullen geven bij de programmabegroting. In 2015 moet er al 3 miljoen euro gerealiseerd worden rondom de innovatietaakstelling. Hij vreest dat het in de tijd gaat knellen. Hij vraagt of de wethouder eerder inzicht kan geven zo dat de raad het gevoel kan krijgen dat het de goede kant opgaat. Wethouder Kreijkamp zal nagaan wat hij kan doen om hierin eerder inzicht te geven. Anders zal het college toch echt bij de programmabegroting een bepaalde generieke taakstelling moeten neerleggen. De wethouder realiseert zich dat. De heer Van Waveren (CDA) zit niet te wachten op de generieke taakstelling. In de afgelopen jaren is al veel bezuinigd en niet alle taakstellingen zijn gehaald. Dat is generiek uit te smeren. Het college houdt op schrift aan de ene kant nog steeds vast aan de innovatietaakstelling die te halen is. En het inkoopvoordeel komt weer te voorschijn. De wethouder zegt feitelijk al dat hij het niet gaat halen. Óf de geschreven informatie is juist, óf de Pagina 15 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
890
900
910
920
930
940
mondeling gewisselde. Hij wil daarbij meer gevoel krijgen. Hij heeft niet het gevoel dat dít klopt. Hij stelt voor dat de wethouder de 74 voorstellen naar de raad stuurt zodat de raad een beeld heeft bij wat er gebeurt. Wethouder Kreijkamp begrijpt wat de heer Van Waveren zegt. Wat in de Voorjaarsnota staat, is wel congruent aan elkaar. Hij begrijpt het gevoel in de raad. 1 januari 2015 komt snel naderbij. De programmabegroting staat ergens half november geagendeerd. Het college zal zijn best doen om zo snel mogelijk rond de zomer of net daarna het eerste inzicht te geven zodat de raad mee te nemen is in dit proces. Over de onderbesteding en de resultaatbestemming zijn enkele opmerkingen gemaakt door verschillende leden van de commissie. Daarbij gaat het expliciet om de 90,6 miljoen euro boekhoudkundig resultaat en specifiek om de 87 miljoen euro in de bestedings- en dekkingsvoorstellen. De wethouder stelt voorop dat het doel van dit college is om die beleidsarm/technisch voor te stellen aan de raad, zeker dit jaar rond de verkiezing en de collegewisseling. Uiteindelijk beslist de raad hierover bij de Voorjaarsnota. Het gaat daarbij om een afzonderlijk raadsvoorstel. Onderscheid is te maken tussen een aantal zaken, dat echt technisch is en een aantal zaken dat meer beleidsarm is. De vraag is dan of beleidsarm een beetje beleidsarm is of helemaal. De keuze die het college heeft gemaakt is een fonds voor duurzaamheid. Dat fonds is voor een deel in 2013 niet uitgegeven. De doelstelling is voor een deel ook nog niet bereikt. Dan is het beleidsarm door te zeggen dat dit geld in dit fonds blijft. Het geld blijft voor die doelen beschikbaar. Die lijn is ingezet. De heer Meijer (D66) bevestigt dat dit beleidsarm is, maar niet technisch. Wethouder Kreijkamp licht toe dat hij dit onderscheid juist met opzet maakte. Hij hoort wat de commissie daarover zegt. Hij zegt toe dit onderscheid scherper te zullen maken: (1) technisch, (2) beleidsarm en (3) beleidsrijk. Hij is het eens met de heer Eggermont dat het beleidsrijk in de Voorjaarsnota terecht zal komen. Dat is het deel dat uiteindelijk het bestemde resultaat is. Het college zal het beleidsarme deel scherper maken. Duidelijk maken waarom het college dat in bestedings- en dekkingsvoorstellen doet en niet in de Voorjaarsnota. De wethouder gaf een voorbeeld in zijn verdediging waarom dit beleidsarm is en niet beleidsrijk. Hij zal volgend jaar de categorisering scherper maken. Daarover zal dan afzonderlijke besluitvorming volgen. Hij brengt een nuancering aan. Het gaat om veel geld, 80 miljoen euro. Daarvan is volgens eerste inschatting van de wethouder ongeveer 20 miljoen euro beleidsarm en de rest is techniek. Het gaat dus om 20 miljoen euro op 1,2 miljard op de totale begroting. Het gaat daarbij dus om kleine percentages. Dat neemt niet weg dat 20 miljoen euro heel veel geld is. Het meer wezenlijke punt van ook de heer Van Waveren, was dat het beschikbare geld niet was uitgegeven. Dat is op een aantal punten heel wezenlijk. Het amendement A65 werd specifiek aangehaald. Hierover is ook een brief gestuurd door de voormalige wethouder over waaraan dit geld besteed gaat worden. De wethouder bevestigt dat een deel daarvan nog niet is uitgegeven. Het gaat daarbij om ambities. Dat geld moet dus wel uitgegeven worden. Het is expliciet onderdeel van de aanpak om Utrechters met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te krijgen. Dit amendement was bedoeld voor de vergroting van de economische infrastructuur en daarmee meer werkgelegenheid te laten creëren door de partijen die dat kunnen. De wethouder Economische Zaken heeft ideeën over hoe het geld verder is uit te geven. De commissie heeft hier een punt. Wanneer die middelen niet zouden worden uitgegeven aan het bestemde doel, zouden zij terug moeten richting de Voorjaarsnota om daarover alsnog te beslissen. De wethouder Financiën benadrukt daarop scherp te zullen zijn. De heer Gilissen (VVD) heeft een meer filosofische vraag. Het amendement A65 was redelijk precies over waaraan het geld uitgegeven moest worden. Hij vraagt of dat in de ogen van de wethouder ook invloed kan hebben op het vinden van een passende bestemming. Wethouder Kreijkamp antwoordt zich te hebben ingelezen in alle voorstellen. Vorig jaar is een brief uitgegaan van het college hoe die middelen in te zetten. Het gaat daarbij om onder meer toekomstige werklocaties en Werken in de Wijk. Hij weet dat momenteel hele concrete initiatieven bestaan waaraan nu wordt gewerkt. Daaraan zal dat geld besteed worden. Hij zal dit meenemen in zijn andere rol aanstaande donderdag om daaraan meer invulling te geven. Met betrekking tot de OZB staan in de Voorjaarsnota een drietal posten, de OZB-verhoogde inkomsten door areaaluitbreiding, door inflatie en door volume- en waardeontwikkelingen. Die heten gezamenlijk de structurele meeropbrengst OZB. De lijn van het college is ook helder. Dit is ook opgenomen in het coalitieakkoord. De OZB moet stijgen met de inflatie. De 1,5 miljoen euro is een combinatie van twee verschillende geldstromen; de ene geldstroom is de volumeontwikkeling. De andere geldstroom betreft de waardeontwikkeling. Volumeontwikkeling heeft te maken met het binnenhalen van meer OZB vanwege de groei van de stad. De wethouder verwijst naar de desbetreffende inbreng van de heer Eggermont. De waardeontwikkeling, ongeveer 600.000 euro, heeft te maken met de inschatting van de huizenprijzen in het voorjaar van de afgelopen periode. Daarmee werd het percentage vastgesteld. Wanneer de huizenprijzen minder snel dalen zoals was verwacht, haalt de gemeente meer OZB op. Daarop heeft dit bedrag betrekking. Dat staat structureel ingeboekt. De lijn van het college is om dit jaar later in het jaar een inschatting te maken van de verwachting van de huizenprijzen. Dan neemt het college het totaalvolume van de op te halen OZB – 600.000 euro plus inflatie. Daarop wordt dan het percentage gebaseerd. Richting de heer Meijer zou de wethouder dan zeggen dat het percentage iets zou moeten dalen omdat het college de 600.000 euro dan niet structureel gebruikt. De vraag is dan of deze 600.000 euro goed is ingeboekt. De wethouder beantwoordt die vraag bevestigend. De verwachting is dat de volumeontwikkeling over Pagina 16 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
950
960
970
980
990
1000
2014 hoger is dan de 800.000 euro van de 1,5%. Het overgrote deel van deze 1,5% zijn volumeontwikkelingen. Het college zal in het najaar bij de vaststelling van het percentage goed kijken naar de waardeontwikkelingen. Dan zal de OZB stijgen met alleen het percentage van de inflatie. Mevrouw Oskam (PvdD) vraagt hoe de wethouder staat tegenover differentiatie naar energieverbruik. Is dat haalbaar? Wethouder Kreijkamp heeft niet het gevoel dat die differentiatie in de OZB-heffing mogelijk is. Hij is bereid dat na te gaan. De heer Meijer (D66) merkt op dat de wethouder sprak over twee onderdelen in de waardeontwikkeling: de volumeontwikeling en werkelijke waardeontwikkeling – de 1,5 miljoen euro. Hij vraagt of dat in het staatje ook gesplitst moet worden zodat de zuivere toename in de waardeontwikkeling zichtbaar is. Wethouder Kreijkamp antwoordt bevestigend. Hij zal zorgen dat dat de volgende keer helder is gemaakt. Hij vervolgt zijn beantwoording met in te gaan op de afvalstoffenheffing. Een verlaging wordt voorgesteld bij deze Voorjaarsnota van ongeveer 8%. Hierover zijn enkele vragen gesteld. Dit heeft te maken met een toename in de inning van gelden. Er was een plafond op de egalisatiereserve. Dat plafond is via een VVD-motie door de raad aangebracht zodat het geld niet terug gaat naar de algemene middelen maar dat dat geld gebruikt gaat worden om in ieder geval terug te geven aan de Utrechtse inwoners. Omdat de egalisatiereserve vrij hoog is, kiest het college ervoor dit terug te geven aan de inwoners, vooruitlopend op een te realiseren kostenbesparing. De lijn is dat vanwege minder kosten bij de afvalinzameling en verwerking het tarief zal dalen. De inhoudelijke discussie over of er voldoende geld is om innovatief te zijn met betrekking tot afvalinzameling, hoort bij de desbetreffende portefeuillehouder. Het college verwerkt hier technisch de middelen, de inkomsten, om het tarief te bepalen. Mevrouw Haage vroeg naar de kwijtschelding van belastingen. De wethouder zal daarop schriftelijk terugkomen. Hij geeft in deze vergadering een globaal technisch antwoord. Feit is dat het college op het gebied van kwijtscheldingsbeleid strikte regels hanteert. Dan gaat het daarbij ook om regels van het Rijk. Het college heeft weinig ruimte voor eigen beleid. De kwijtschelding is gebaseerd op een bijstandsnorm met speelruimte van 90100%. Het college hanteert die speelruimte ruimhartig. De studiefinanciering kan daarop effect hebben. Hij stelt voor dit technisch antwoord op schrift te zetten en toe te sturen aan de commissie. De heer Meijer vroeg naar de WOZ-pilot in Lunetten. Die zal starten in oktober met een voormelding op WOZwaarde van het komend jaar voor de bewoners. Die kunnen zelf input daarop leveren ten aanzien van omliggende objectkenmerken. Dit pilot loopt. Eerder is afgesproken dat wanneer dit pilot succesvol is een overwegingsmoment zich zal voordoen om na te gaan of dit voor de hele stad is te gebruiken. Als het gaat om de gegevens met betrekking tot de begroting op www.openspending.nl is het college van mening dat dit al op begrotingsniveau te doen zoals gevraagd is, en ook zoals Amsterdam het doet. Niet dat Amsterdam de norm is. Het college denkt dit zo te doen in die lijn. Het college verneemt graag van de heer Meijer wat dan specifiek de vragen zijn. Hij zal daar dan naar kijken. De heer Van Corler (GroenLinks) heeft de heer Meijer de vraag gesteld hoe hij staat tegenover het op wijkniveau nagaan wat mogelijk is met openspending. Hij stelt deze vraag ook aan de wethouder. Wethouder Kreijkamp antwoordt niet te weten hoe eenvoudig dit is. Hij heeft het gevoel dat het vrij lastig is om per programmaonderdeel alles op wijkniveau te doen. Het college heeft absoluut niet de ambitie om stadsdelen, bestuurscommissies in te gaan richten. In de programmabegroting en ook in de bestuursrapportage staan de wijkambities aangegeven in de zin van wat per wijk belangrijke ambities en financiële stromen zijn. De wethouder denkt dat het heel ingewikkeld is om dit op wijkniveau uit te rollen. Hij zal hierover doorspreken met zijn collega wethouder voor Wijkgericht Werken. Hij kent de wensen van de raad op dit gebied. De heer Meijer (D66) merkt op richting de heer Van Corler dat www.openspending.nl niet het platform is om het inzicht op wijkniveau te geven. Dat zou zijns inziens op een andere manier moeten, via de website van de gemeente of anders. Hij stelt voor dit te beschouwen als uitvoeringvraagstukken. De heer Gilissen (VVD) is benieuwd naar de achterliggende reden van de heer Van Corler om hier expliciet naar te vragen. Het gaat om een redelijk specifieke vraag. Niemand is tegen openheid. De wethouder heeft al duidelijk gezegd dat dit niet iets is om zomaar te doen. De heer Van Corler (GroenLinks) is zich daarvan bewust. Deze vraag komt voort uit signalen die hij krijgt uit de stad van allerlei mensen die initiatieven willen ontplooien maar dan inzicht willen hebben in wat er in de wijk omgaat aan gemeentelijk geld. Van daaruit willen ze meer inzicht krijgen in wat zij daar zelf als bewoners mee kunnen doen. Om die reden stelt hij deze vraag naar de ruimte, mogelijkheid om het inzicht dat niveau te geven. Hij is zich ervan bewust dat dit geen gemakkelijke klus zal zijn. Wethouder Kreijkamp neemt kennis van deze discussie. Hij vervolgt zijn beantwoording met in te gaan op de vraag over de ICT-projecten binnen Werk en Inkomen tegen ongeveer 600.000 euro. Op dit moment heeft de wethouder daarover geen informatie. Hij zal de vraag doorgeven aan de desbetreffende portefeuillehouder, wethouder Everhardt van Werk en Inkomen. De heer Eggermont (SP) begrijpt het verschijnsel van deze bestedingsvoorstellen wanneer het college zegt geld te hebben willen uitgeven in 2013, maar dat niet te hebben gedaan. Dan gaat het college het via de algemene dekkingsreserve toch uitgeven in 2014. Wanneer het college dat zegt, begrijpt hij dit. Dan kan hij dit ook terug Pagina 17 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
1010
1020
1030
1040
1050
1060
vinden in de Verantwoording. In de Verantwoording zal hij dan lezen dat er sprake is van een onderbesteding op het desbetreffende programma. Hij kan dat dan vinden voor Food and Health, et cetera. Maar de 600.000 euro kan hij niet vinden. Dan is er geen overloop. Daarom gaat het hem. Daarmee wordt het beleidsrijk. En daarmee hoort dit zijns inziens niet in de bestedings- en dekkingsvoorstellen. Dit zit niet bij de wethouder Werk en Inkomen, dit zit wat hem betreft bij de wethouder Financiën en daarom hoort hij ook thuis bij de Voorjaarsnota omdat dit beleidsrijk is. Daarop had zijn vraag betrekking. Hij vraagt of de wethouder dit met hem eens is. Wethouder Kreijkamp was aanbeland bij de heer Meijer. De heer Meijer vroeg waar het geld aan besteed werd binnen het programma Werk en Inkomen. Daarop gaf hij antwoord. Die vraag lijkt hem bestemd voor wethouder Everhardt. De vraag van de heer Eggermont die hij later stelde was hoe de verschillen te verklaren zijn tussen de bestedings- en dekkingsvoorstellen en de resultaten in de Verantwoording. Die kan hij alleen beantwoorden met te veronderstellen dat het gaat om een verschil in aggregatieniveau, namelijk dat bij Werk en Inkomen onder de streep middelen over zijn en dat er dan binnen een dergelijk organisatieonderdeel gekeken wordt of er technische dan wel beleidsarme voorstellen zijn van punten die zijn doorgeschoven. Dat betekent dat dat niet expliciet verantwoord is. Daar zou het college naar moeten kijken. Kijkend naar de bestedings- en dekkingsvoorstellen staan de posten ertussen. Hij is het eens met de heer Eggermont dat dat bij de wethouder Financiën hoort. Om die reden zegde hij zojuist toe heel goed te gaan kijken naar de bestedings- en dekkingsvoorstellen, een duidelijk onderscheid te zullen maken tussen technisch en beleidsarm. De wethouder zei daarbij al terughoudend te zullen zijn in beleidsarm. Dit zal heel dicht tegen de techniek aan moeten zitten. Het gaat dan om beleidsarm met een achterliggende gedachte zoals bij het in stand houden van het Fonds. Alle beleidsrijke voorstellen zullen naar de Voorjaarsnota gaan. Dat heeft ook te maken met de voorbereiding door het vorige college van de bestedings- en dekkingvoorstellen en dat de Voorjaarsnota door het nieuwe college is gemaakt. Volgend jaar zal die knip anders zijn. De heer Van Waveren heeft vragen gesteld met betrekking tot de subsidies over de juridische haalbaarheid. De wethouder beantwoordt die vraag bevestigend, mits de subsidieverlagingen tijdig worden aangekondigd en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht genomen worden. Het college zal dat doen in het onderhavige geval. Het grootste deel van het budget in het Ondernemersfonds wordt opgehaald bij de ondernemers. De gemeente betaalt ook als eigenaar van vastgoed. Daarmee is de UVO belast. De middelen worden in zijn geheel via het programma Economische Zaken doorgezet naar de 61 trekkingsrechten. De wethouder zal dit nader uitzoeken. Het college herkent zich niet in de signalen uit de commissie. De heer Van Corler vroeg expliciet naar de bestedingsreserve (6,7 miljoen euro) die is gecreëerd in de bestedings- en dekkingsvoorstellen met betrekking tot de decentralisaties. Daarvan is in de Voorjaarsnota ook opgenomen dat dit bedoeld is voor uitvoerings-, apparaats- en transitiekosten en dergelijke. De heer Van Corler wil zoveel mogelijk geld en goederen laten komen aan de Utrechters die de dienstverlening nodig hebben. De wethouder deelt die gedachte. Het college heeft wel middelen nodig om een start te maken met transities. Op dat punt reserveerde het college al geld, de 6,7 miljoen euro, en is in het coalitieakkoord nog eens 8 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de transitie en de overgang van de oude naar de nieuwe situatie. De heer Van Corler (GroenLinks) vermoedt dat hij later in deze week bij de andere wethouders hierop verder moet doorgaan. Hij vraagt of de wethouder het eens is met GroenLinks dat het wellicht verstandig is om hierin een duidelijke grens te stellen in de vorm van een maximumbedrag of een maximum percentage als het gaat om een bedrag dat de gemeente wil besteden aan de organisatiekosten. Wethouder Kreijkamp vindt dat het college heel terughoudend moet zijn met de middelen voor apparaats- en organisatiekosten. Hij deelt die gedachte. Hij vindt het nu in eerste instantie een taak van de vakwethouders om uitvoeringsnotities te schrijven. De wethouder vindt een vast percentage zelf al ingewikkeld. Misschien is het niet nodig om met meer geld meer organisatie op te bouwen. De gemeente heeft normen voor overhead. Hij stelt voor deze discussie te voeren met hun vakwethouder en bij de uitvoeringsnotities. Hij laat de beantwoording van de vragen over de middelen voor het Cultuurconvenant aan de wethouder cultuur. In dat verband refereert hij aan het woord "zoektocht" in het coalitieakkoord. Vorige week zijn vragen gesteld over de topinkomens. De wethouder is er van op de hoogte dat in 2011 die discussie ook gevoerd is. Hij stelt voor de mening van het college te geven met de beantwoording van de schriftelijke vragen zo dat daarna in de verdere procedure nader van gedachten te wisselen is over hoe hiermee om te gaan. De heer Bos van Stadsbelang Utrecht ging voornamelijk in op de schuldpositie van de gemeente. De schulden zijn toegenomen. Die worden veroorzaakt door toegenomen gemeentelijke bezittingen zoals het Stadskantoor, het Muziekpaleis, veel scholen, multifunctionele accommodaties, transferia. Tot de aanschaf van deze gemeentelijke bezittingen wordt alleen overgegaan op het moment waarop kapitaallasten, rente en afschrijving, adequaat gedekt zijn in de begrotingen. Bij het Rijk wordt elk jaar 2,8 á 3 % teveel uitgegeven. De gemeente heeft ook een schuld. Daar staan kapitaallasten tegenover. De heer Bos noemde een fors bedrag en de wethouder bevestigt dat dat bedrag fors is. De gemeente Utrecht zit wat dat betreft ongeveer op het landelijk gemiddelde. Het is een keuze van de gemeente en de raad om gemeentelijk bezit aan te kopen - de wethouder verwijst hiervoor naar de discussie over het Stadskantoor en de argumenten om dat kantoor aan te kopen. Het college neemt hiervan Pagina 18 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
1070
1080
1090
1100
1110
1120
kennis en probeert zoveel mogelijk schulden te voorkomen. Zodra de voorstellen interessant zijn, zal het college ze aan de raad voorleggen. Een hogere schuld maakt het aandeel van kapitaallasten in een exploitatie hoger. Daarmee wordt een begroting minder flexibel. De wethouder begrijpt het pleidooi van de heer Bos, maar brengt deze nuance aan. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) brengt in dat constant gewag is gemaakt van het tijdelijke voordeel dat op dit moment wordt ervaren met betrekking tot de rentelasten over de financiering die intern dan wel extern is aangetrokken, zowel in de programmabegroting 2013/2014 als in de Voorjaarsnota. De verwachting is daarbij uitgesproken dat deze rentelasten op de middellange termijn behoorlijk gaan stijgen. Dat hakt precies in in wat de wethouder heeft ingebracht - de kapitaalkosten worden hoger en daarmee wordt de financiële positie nog minder flexibel. Hij schat in dat het zelfs gevaarlijk kan worden. Met als gevolg dat investeringsbeslissingen dan wel moeten worden uitgesteld of afgesteld, dan wel dat de burger het kind van de rekening wordt omdat de tarieven omhoog gaan. Hoe kijkt het college daar naar? Wethouder Kreijkamp antwoordt dat wanneer hij in dit licht zou spreken over het Treasurybeleid, het college voor een conservatief beleid staat. In de schriftelijke vragen heeft het college ook geantwoord hoe die eenmalige vrijval is verantwoord. Gezien de huidige ontwikkelingen in de rente zou daarover zelfs nog positiever gedacht kunnen worden. Dat doet het college niet. Het college wil hierover behoudend beleid voeren. De heer Bos heeft gelijk. Zodra de rentes gaan stijgen, loopt de gemeente hier meer en meer tegenaan. Als het gaat om kapitaal lasten, gaat het feitelijk over rente en afschrijvingen. Dat zijn middelen die gevonden moeten worden in de exploitatiebegroting. Hij bevestigt dat er een iets groter risico is met meer leningen. Daarom voert het college ook een behoudende koers. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) merkt op dat binnenkort enkele financieringen opnieuw in de markt gezet moeten worden omdat ze aflopen. Daarop is nu al een voorschot te nemen door de aandacht te besteden aan het creditmanagement, de aan te trekken financieringsbedragen en de daarbij behorende renteconstructies. Hij vraagt hoe het college daarin staat. Wethouder Kreijkamp zal zijn ambtelijke ondersteuning vragen deze vraag te beantwoorden. De heer Meijer (D66) merkt op dat de heer Bos nu een vraag aan de wethouder stelt. Hij zou die vraag ook aan de heer Bos willen stellen. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) adviseert nu al te kijken naar de mogelijkheid om op korte termijn financiering aan te trekken om de herfinancieringsslag op termijn te kunnen regelen zodat op dit moment geprofiteerd kan worden van de huidige marktrente. De heer Meijer (D66) vraagt of de gemeente Utrecht dan naar interest swaps en dergelijke derivaten moet. Dat zijn doorgaans de hierbij gebruikelijke instrumenten. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) antwoordt te hebben gezegd nu al te gaan kijken. De voorzitter vraagt de ambtelijke ondersteuning de vraag aan de wethouder te beantwoorden. Mevrouw Bonhof (concerncontroller, ambtelijke ondersteuning) bevestigt in aanvulling op het antwoord van de wethouder dat de gemeente een conservatief en terughoudend Treasurybeleid voert. Daarbij zal Treasury en de eventuele revenuen uit de Treasury geen doel op zich zijn. Er zijn voorbeelden uit de samenleving waar dat wel een doel op zich werd met alle bijeffecten van dien. Als het gaat om de langetermijnstrategie, zorgt het college voor een goede spreiding in de financieringsportefeuille zodat de herfinancieringslast per jaar over de jaren verdeeld is en wanneer hergefinancierd moet worden ieder jaar het om een stukje gaat zodat op die manier de gemeente optimaal profiteert van de dan geldende rente en de gemeente daarmee minder gevoelig is voor renteschommelingen - dit is terug te vinden in de financieringsparagraaf. Wethouder Kreijkamp vervolgt zijn beantwoording met in te gaan op de vraag van de heer Gilissen over de derivatenportefeuille. De wethouder licht toe dat de gemeente alleen derivaten op eindwaarde heeft. Die zijn afgesloten op de looptijd van het actief. De actuele waarde is de waarde. Deze gegevens zouden technisch gezien verstrekt kunnen worden zonder dat het daarmee nieuw inzicht geeft. De heer Meijer vroeg naar uitstaande deposito's van de gemeente met een boekwaarde van 50 miljoen op 31/12/2013. Dit betreft een depositorekening die belegd is met middelen die vrijgekomen zijn door verkoop van het REMU en het PEGUS. Deze rekening loopt tot 2016. Het gaat hierbij niet om vrij geld. Dit is niet een keuze die het college nu maakt om geld weg te zetten. Dat is zo verwerkt op het moment van binnenkomen van de financieringstromen. De heer Gilissen vroeg naar risicobeheersing bij de drie decentralisaties. Centrale vraag daarbij is om bij die decentralisaties te gaan werken met een risicomodel en met weerstandsvermogen. Dat is een inhoudelijke vraag bij de uitvoeringsnotities. De wethouder merkt in dit verband op dat een risicofonds is gecreëerd bij de coalitie onderhandelingen en dat het college bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen deze middelen heeft vrijgemaakt. Ook dat is te zien als risicobeheersing. Het college heeft nog niet gekozen voor de benutting van het weerstandsvermogen. De heer Gilissen (VVD) vraagt of dat wel in de pijplijn zit. Zal het college ook over het ter hand nemen van de risicobeheersing nog een knoop doorhakken? Het decentralisatiefonds is ook bedoeld voor een zachte landing. Hij kan zich voorstellen dat er ook andere risico’s zijn dan financiële. Hij kan zich voorstellen dat dit beeld wordt
Pagina 19 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
1130
1140
1150
1160
1170
1180
meegenomen in de gemeentebrede bepaling van het risicomodel dat aan de drie decentralisaties ten grondslag ligt. Wethouder Kreijkamp vindt de constatering van de heer Gilissen terecht. In het huidige risicomodel is dit niet verwerkt. Wanneer het college de begroting weer gaat updaten zou dit toegevoegd moeten worden. De wethouder is niet op de hoogte van eventuele initiatieven op dit terrein. Hij begrijpt de suggestie die de heer Gilissen doet. De wethouder verwijst hiervoor naar de discussie over de uitvoeringsnotities. Hij doet op dit moment hierover geen toezegging en hij zegt ook niet dat dit een van de gedachten is waaraan momenteel wordt gewerkt. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt naar de financiële beheersing van de decentralisaties. Dat is een belangrijk onderwerp en hij vindt het goed dat de heer Gilissen daarover inbreng heeft geleverd. Het fonds dat is gecreëerd door de coalitiepartijen is zijns inziens juist niet voor de financiële risico’s. Hij heeft begrepen uit het coalitieakkoord dat dit fonds bestaat voor een zachte landing van allerlei projecten om daarna ervoor te zorgen dat die in het integrale beleid kunnen worden opgenomen. Hij begrijpt dat de gemeente Utrecht dan nog steeds geen echte risicobeheersing heeft. Hij beseft dat risico's enorm kunnen oplopen. Hij is benieuwd of dit in een bepaalde vorm zal worden uitgewerkt voordat op 1 januari 2015 hiermee gestart zal worden. Wethouder Kreijkamp overweegt niet dieper in te gaan op dit punt vanwege de portefeuilles van zijn collega's in het college. De heer Van Ooijen heeft gelijk dat het fonds dat in het coalitieakkoord benoemd is, bestemd is voor de zachte landing. Het fonds is niet alleen voor 2015 maar ook voor 2016. Iets verder wordt gekeken naar het moment van invoeren. Daarmee zouden zaken waartegen het college aanloopt in de eerste jaren op te vangen zijn. Waar het gaat om risicobeheersing kan de gemeente vele jaren nadien zaken op zich af krijgen waarvoor het college straks verantwoordelijk is en nu niet. Hij zegt toe deze handreiking mee te nemen bij het opstellen van het geheel van de uitvoeringsnotities. De heer Gilissen (VVD) dankt de wethouder voor zijn uitgestoken hand. Hij zoekt naar iets concreters. Hij kan zich voorstellen dat het college los van de aard van de decentralisaties het risicomodel meeneemt in een gemeentebrede risicobeheersingsparagraaf. Hij vraagt of de wethouder nog concreter kan zijn over wat hij met die suggestie wil doen. Wethouder Kreijkamp antwoordt ontkennend voor dit moment. Hij moet hierover navraag doen en hierover nadenken. Hij geeft hiermee geen enkel waardeoordeel over de suggestie. De wethouder financiën is inderdaad van het risicomodel. Hij zal hierop terugkomen. Hij vervolgt zijn beantwoording. Utrecht Goed Geregeld is een gemeentebreed programma uit het coalitieakkoord; “of daarbij de afschaffing van de hondenbelasting een rol zal gaan spelen” interpreteert de wethouder de desbetreffende vraag van de heer Gilissen. Die discussie loopt al langer. Ook de discussies over de precario en de toeristenbelasting lopen al langer. De aanpak van Utrecht Goed Geregeld is onder meer anderen suggesties te vragen. De wethouder is benieuwd naar de uitkomst daarvan. Hij zal met zijn collega portefeuillehouder hierover naar de raad terugkomen met enkele voorstellen. Mogelijk zal hij deze drie suggesties daarbij betrekken. De heer Gilissen (VVD) neemt aan dat dan de inbreng vanuit de raad dan wel de commissie daarbij ook meegenomen kan worden. Het is zijns inziens een goed idee om deze drie belastingen onder de loep te nemen. Er zijn voldoende ondernemers die klagen over precarioregels en toeristenbelasting. Wethouder Kreijkamp zal daar goed naar kijken en de inbreng vanuit de raad daarbij betrekken. Hij vervolgt zijn beantwoording met in te gaan op de vraag van mevrouw Oskam van de PvdD. Haar pleidooi voor duurzaamheid herkent hij. Als portefeuillehouder Inkoop merkt hij op dat het college daarop volop inzet. Eerder heeft hij al gewezen op de rapportage Aanbestedingsbeleid. Daarin staan duidelijke richtlijnen hoe dat te doen. Hij adviseert de commissie ook alle andere punten van zijn bijdrage bij de portefeuillehouders aan te kaarten. Mevrouw Oskam (Partij voor de Dieren) was dat ook van plan. Als het gaat om het inkoopbeleid ontdekte zij dat daarover afspraken zijn gemaakt waarin duurzaam biologisch voedsel niet wordt meegenomen. Die afspraken zijn al gemaakt en daarin kunnen geen veranderingen gebracht worden. Zij vraagt de wethouder daarover iets te zeggen. Wethouder Kreijkamp veronderstelt dat mevrouw Oskam doelt op de gemeentelijke catering. Hij weet niet uit zijn hoofd wanneer die aanbestedingen aflopen. Hij zal daar naar kijken. Mevrouw Oskam vroeg ook eerder naar de differentiatie in de heffing van OZB naar het energieverbruik. Hij heeft van de ambtelijke ondersteuning vernomen dat een dergelijke differentiatie niet is toegestaan. Dit is aan de Tweede Kamer. Het gaat hierbij om een wettelijke belemmering. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) heeft de wethouder een vraag gesteld over het aanbrengen van een cap op borgstellingen. Hij vraagt de wethouder daarop een antwoord te geven. Wethouder Kreijkamp constateert dat de gemeenteraad recentelijk een voorstel heeft aangenomen met betrekking tot borgstellingen. In dit verband noemt hij het begrip "broedplaatsen en dergelijke". In diens woorden: “Uiteraard volgt het college het Kader Geldleningen en is het college terughoudend.” Het college volgt ook raadsbesluiten als het gaat om de uitvoering. Het college is niet bereid om daarop een cap aan te brengen”. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) licht toe dat een cap een verlaging is van de borgstelling naar de hoogte van het uitstaande saldo. Hij veronderstelt dat een en ander elkaar niet bijt. Wethouder Kreijkamp zal hieraan aandacht besteden. Pagina 20 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
De voorzitter inventariseert in hoeverre de commissie antwoorden op vragen vindt ontbreken. 1190
1200
1210
1220
1230
1240
De heer Eggermont (SP) vraagt of de wethouder het een goed idee vindt om de verschillende stukken op elkaar te laten aansluiten en dat de cijfers die zijn gegeven op te tellen zijn. Hij herhaalt zijn inbreng over de cijfers uit de dekkings- en bestedingsvoorstellen. In ieder geval vraagt hij deze wethouder de PM posten in te laten vullen door de desbetreffende wethouder zo dat ze straks niet bij de begroting PM zijn gebleven. Ook vraagt hij de wethouder in hoeverre hij het doorgaan met rekening houden met de nullijn bij de salarissen van de ambtenaren houdbaar vindt. Mevrouw Haage (PvdA) heeft de wethouder wel iets horen zeggen over de Meicirculaire maar niet over de “20% minder” voor de langdurige zorg. Zij kreeg nog geen reactie van de wethouder op haar inbreng over de taakstelling GG&GD en de publieksdienstverlening. Wethouder Kreijkamp merkt op dat de 20% minder voor langdurige zorg aan een inhoudelijke discussie raakt over die decentralisatie. Hij laat de beantwoording graag over aan wethouder Jongerius. Feit is wel dat naast minder geld de gemeente ook minder taken krijgt. In het Kamervoorstel zijn enkele zaken veranderd ten opzichte van 2013. Wethouder Jongerius zal daarop uitgebreid ingaan. Richting de heer Eggermont antwoordt de wethouder het niet realistisch te vinden alle ambtenaren jarenlang op de nullijn te laten zitten. Hij hoopt dat de VNG en de vakbonden snel tot een goede CAO komen zodat ze er snel uit gaan komen. De wethouder verwacht niet dat de middelen voor de PM-posten in het coalitieakkoord bij de begroting zijn ingevuld. De Voorjaarsnota is de opmaat voor de begroting. In het coalitieakkoord is afgesproken dat het college naar versobering zal kijken op de bereikbaarheidsprojecten en dat het daarover de raad zal gaan informeren. De commissie kan verwachten dat deze voorstellen naar de raad gestuurd worden door de desbetreffende vakwethouder. De wethouder is het eens met de heer Eggermont over wat hij heeft gezegd over het opstellen van de cijfers en het kloppend zijn van de bestedings- en dekkingsvoorstellen. Hij heeft deze vraag niet expliciet beantwoord omdat hij al was ingegaan op de bestedings- en dekkingsvoorstellen en op de 600 miljoen euro. Hij vernam van de heer Van Corler dat in een van die getallen een rekenfout zit. Hij zegt toe naar het totaal te gaan kijken. De wethouder heeft heer Eggermont goed gehoord en hij belooft de fractie beterschap. De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen en rondt daarmee deze bespreking af. Hij schorst de vergadering om 17.00 uur. 16 juni in de avond 4. Bewoners en Bestuur, (m.u.v. Stadspromotie, behandeling bij EZ), Organisatievernieuwing (geen programma in VJN/JS, Veiligheid (hoofdstuk 1.9 en hoofdstuk 4 (VJN) De commissie Mevrouw Haage (PvdA) gaat in op veiligheid. De gemeentelijke toezicht- en handhavingsorganisatie is in het coalitieakkoord niet genoemd. De PvdA vindt dat teleurstellend. Juist op die organisatie heeft de gemeente veel meer invloed. De mensen die dagelijks voor de gemeente op straat zijn, verdienen wat haar betreft meer aandacht. Ook is niet veel geschreven in het coalitieakkoord over de toekomst van de brandweer. Zij spreekt een woord van dank aan al diegenen die dag in dag uit opkomen voor de veiligheid van de Utrechtse burger ondanks de ervaringen die zij op straat opdoen. Vorige keer vroeg de PvdA naar de stelpost Brandweerpost Vleuterweide. De toelichting daarop is nog niet helemaal helder. Haar fractie wil graag weten hoe het college dat knelpunt zal oplossen en zij krijgt daarop graag een toelichting. In 2013 is het aantal delicten gedaald met een grote impact, zoals geweldsdelicten. De PvdA vindt die daling een mooi resultaat. De cijfers voor begin 2014 zagen er slechter uit. Hoe zal de burgemeester het tij nog dit jaar keren? Als het gaat om de nazorg aan ex-gedetineerden is bekend dat de penitentiaire inrichting aan het Wolvenplein gaat sluiten. Betekent dat, dat er extra hoge kosten gemaakt gaan worden voor de nazorg? De PvdA komt graag terug op een toezegging op Toezicht en Handhaving in de avonduren. Die toezicht en handhaving kregen nog geen vorm in de Voorjaarsnota. Eerder was dit wel toegezegd. Situaties op de Amsterdamsestraatweg vinden en de Breedstraatbuurt zijn bekend. Dit is ook een belangrijk thema voor wanneer in Utrecht de prostitutiezone komt in 2016. De taken van de straatcoaches zijn door Toezicht en Handhaving overgenomen. In dit licht krijgt zij graag nog een reactie op de toenmalige toezegging. Pagina 21 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
1250
1260
1270
1280
1290
1300
Haar fractie wacht al een half jaar op de nota Cameratoezicht. Mevrouw Haage vraagt wanneer zij die kan verwachten. Steeds vaker is te zien dat bewoners zelf voor hun eigen veiligheid willen zorgen en ambassadeur willen zijn en in de wijk zelf ook met Whatsapp-groepen aan de slag willen gaan. Ze vraagt naar de visie van college hierop. Mevrouw Dibi (PvdA) gaat in op Bewoners, Bestuur en Organisatievernieuwing. De PvdA vraagt aandacht voor het bevorderen van digitale vaardigheden van de Utrechtse bewoners. Zij zal hierop terugkomen bij wethouder Jongerius als het gaat om de inhoud. Een samenwerkingsverband bestaat van de bibliotheek, Taal doet Meer, Stichting Lezen en schrijven, Wijkbedrijf en Miramedia. Zij namen stappen om in deze vraag te voorzien. De huidige infrastructuur in de wijken is hierop helaas niet ingericht. Bij de verhuizing van het Stadskantoor komen als het goed is veel computers vrij. Zij vraagt of dit inderdaad het geval is en wat met de computers zal gebeuren. Zij vraagt of het mogelijk is die computers beschikbaar te stellen voor computerlokalen in buurthuizen, brede scholen en ouderenvoorzieningen. De PvdA fractie zou het een ontzettend mooi gebaar vinden wanneer dit mogelijk is. Ze vraagt of de wethouder dit kan toezeggen en of hij eventueel aandacht wil hebben voor de noodzakelijke softwarelicenties. Zij merkt dit op omdat in de jaarstukken uitgebreide aandacht is voor verdere digitalisering en dat het college daarop ook zal inzetten. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vindt dit een mooi punt van mevrouw Dibi. Hij vraagt of bekend is of hieraan behoefte is. Hij heeft dat niet zo vernomen. Mevrouw Dibi (PvdA) antwoordt bevestigend. Daaraan is heel veel behoefte. Dat is iets uit de praktijk. Zij vervolgt met haar inbreng in haar termijn. Vandaag is de driedaagse staking van de medewerkers van Stadswerken begonnen. Zij vindt de staking terecht. Deze mensen zitten al jaren op de nullijn. De mensen met flexibele contracten hebben veel minder rechten dan diegenen met vaste contracten. Bovendien gaan ze er al jaren in koopkracht op achteruit. Zij is van mening dat hiervan een punt gemaakt moet worden. Het college zit aan de onderhandelingstafel. De PvdA vindt dat een eind gemaakt moet worden aan de onzekere contracten, de payrollconstructies. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt of mevrouw Dibi nu pleit voor betere arbeidsvoorwaarden voor deze specifieke groep ambtenaren. Of zegt zij, wanneer het college zich hiermee dan toch bezighoudt ook naar de andere ambtenaren te kijken. Dat is wel het gevolg. Mevrouw Dibi (PvdA) had die vraag verwacht. Zij benadrukt dat deze specifieke groep al jarenlang er op achteruit gaat. Zij hebben 7% aan koopkracht ingeboet. Zij vervolgt haar inbreng in haar termijn. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) constateert dat mevrouw Dibi feitelijk rechtsongelijkheid nastreeft en dat dit initiatief tot mislukken gedoemd is. Mevrouw Dibi (PvdA) benadrukt dat het haar gaat om rechten van werknemers. Ongeveer 50% van deze groep heeft geen vast contract. Zij vindt dat het stadsbestuur dat niet moet willen. Ze gaat nader in op de verschillen in rechtspositie tussen de groep met een vast contract en de groep payroll. Zij vindt dat het college voor deze groep moet gaan staan. Zij zegt: “Het gaat om de mensen die onze stad schoon maken”. Wat haar betreft gaat het college terug naar de onderhandelingstafel. De PvdA roept het college op een einde te maken aan deze onzekerheid. Zij pleit er ook voor dat het salaris van deze mensen in bedragen omhoog gaat en niet in percentages. Zij vraagt of de wethouder bereid is die punten in te brengen in de onderhandelingen. Kan hij iets vertellen over de huidige positie en wat de wethouder zal inbrengen? Mevrouw Dibi kondigt een motie aan van de strekking dat dit een belangrijk punt is voor de PvdA. Zij vraagt naar de huidige stand van zaken met de interne verzelfstandiging. Zij vraagt of het college van plan is om uiteindelijk Stadswerken compleet te verzelfstandigen. Ze ontvangt hierop graag een concreet antwoord. Met betrekking tot de ICT in het Stadskantoor gaat het in de Voorjaarsnota om een bedrag van ongeveer 37 miljoen euro. Zij leest dat het college zich aan het budget gaat houden. Inmiddels is 15 miljoen euro uitgegeven. De ervaring leert dat ICT-middelen bijna altijd overschreden worden. Ze vraagt de wethouder of hij kan schatten of hij zich aan het budget zal kunnen blijven houden. Mocht het budget overschreden worden, wil zij daarover geïnformeerd worden. De proceskosten zijn in de afgelopen jaren gestegen. De bedoeling was in de afgelopen jaren intermediairs in te zetten om mensen te helpen bij hun bezwaren. Kennelijk is dat niet gelukt. Mevrouw Dibi betreurt dat. Zij vraagt de wethouder dit uit te leggen en wat hij eraan gaat doen om de intermediairs beter in te zetten. Mevrouw Scholten (D66) gaat in op bewoners en bestuur en organisatievernieuwing. Haar collega Kleuver gaat in op Veiligheid. De reorganisatie is nagenoeg afgerond maar de verwachting is dat de organisatievernieuwing nog lang niet is afgerond. Zij verneemt graag van wethouder Geldof hoe hij de beweging er in gaat houden en hoe hij de raad op de hoogte gaat houden van die beweging in de organisatievernieuwing en hoe hij de samenhang met de portefeuille Wijkgericht Werken en Participatie ziet. Haar fractie vraagt over de organisatievernieuwing of ook in 2015 het college zal doorgaan met een traineeprogramma. Pagina 22 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
1310
1320
1330
1340
1350
1360
D66 vindt Wijkgericht Werken een belangrijk onderdeel van de organisatievernieuwing. Het viel haar fractie op dat het hoofd Wijken incidenteel is geraamd voor 2015 en 2016. Is die functie in 2017 dan niet meer nodig? Zij vraagt hierop de visie van de wethouder. Voor het Wijkgericht Werken lijkt het haar zeer praktisch de budgetten veel beter inzichtelijk te maken op wijkniveau. Ook daarover verneemt zij graag meer van de wethouder. Is hij van plan dit inzichtelijk te maken? Samenwerken met bewoners is een belangrijk onderdeel van de organisatievernieuwing. Heel veel bewoners zijn actief op het gebied van groen. De gemeente Utrecht heeft daarmee veel ervaring; allerlei perkjes die door mensen zelf worden beheerd. D66 vindt het tijd om een nieuwe grote stap te zetten. Deze wethouder gaat ook over groen. Haar fractie roept de wethouder op het Máximapark in publiek private samenwerking te gaan beheren. Zij verneemt graag van de wethouder wanneer hij dit wil doen. De communicatie van de gemeente kan op veel punten beter. Allereerst doelt zij op de communicatie over projecten: Vondellaan en Briljantlaan noemt zij als voorbeelden. D66 verneemt dat de gemeente te beperkt communiceert en op een te kleine schaal. De gemeente richt zich alleen tot de aanwonenden terwijl wanneer de hele Briljantlaan wordt afgesloten, heel veel mensen daar last van hebben. De fractie vindt dat dit beter moet. Het gaat om een gebied waar heel veel gebeurt, waar veel bewoners en initiatieven zijn. Die zijn straks nodig wanneer de gemeente een visie op dat gebied wil ontwikkelen en in dat gebied een mooie ontwikkeling mogelijk wil maken. D66 roept het college op de bewoners hierin bij te houden. Dienstverlening is van groot belang wanneer de gemeente de inwoners tevreden wil houden. Haar fractie denkt dat in de afgelopen jaren goede stappen zijn gezet. Dat neemt niet weg dat nog het nodige te doen is. D66 is blij met het pilot voor de avondopenstelling. Zij is benieuwd hoe dat loopt en hoe de wethouder hiermee verder zal gaan. Ook zag zij in de Utrecht Monitor dat de tevredenheid van het publiek over de dienstverlening afneemt. Ze vraagt of de wethouder inzicht heeft in de oorzaken daarvan. Is hij van plan om burgers te laten meedenken over hoe die dienstverlening beter kan? D66 denkt dat mensen daarover goede ideeën hebben. Zij heeft zich als betrokken burger altijd verbaasd over de vele brieven van de dienst Parkeren. Zij vindt dat dat beter kan en daarmee ook goedkoper. Het is mogelijk om heel veel te zeggen over de gemeentelijke website. Mevrouw Scholten beperkt zich tot één onderwerp: de slechte toegankelijkheid van de website voor laaggeletterden. Een readspeaker op de gemeentelijke website hoeft niet veel te kosten en is voor laaggeletterden een grote dienst. Daarop ontvangt haar fractie graag een toezegging. Het is te hopen dat de gemeente sommige dienstverlening slechts één keer in iemands leven geeft. Dan moet dat ook goed zijn. Zij doelt hierbij op “de mooiste dag van je leven”. Heel veel Utrechters willen de ceremonie op die dag graag door een bekende laten verzorgen. Dat kan in allerlei gemeenten maar niet in de gemeente Utrecht, terwijl de wethouder en de raadsleden wel een bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand kunnen worden, kunnen andere Utrechters dat niet. Zij ontvangt graag een toezegging van de wethouder dat dit ook voor andere Utrechters mogelijk wordt. De heer Kleuver (D66) merkt op dat het uitgangspunt “preventief waar het kan en repressief waar het moet”, de kop zou kunnen zijn voor het hoofdstuk Veiligheid in het D66-verkiezingsprogramma. Wanneer een bepaalde vorm van criminaliteit toeneemt of de veiligheid in een bepaald deel van de stad afneemt, ontstaat onmiddellijk de behoefte daarop in te grijpen, terwijl de capaciteit en de middelen niet onuitputtelijk zijn. Zijn fractie ziet dat het college daarin een gezonde balans vindt met oog voor de terechte wensen uit de samenleving en voor de lange termijn. De geregistreerde criminaliteit is in het laatste jaar met 2% toegenomen en met 24% gedaald ten opzichte van 2006. D66 is benieuwd hoe die percentages uitpakken, afgezet tegen de groei van de stad en tegen landelijke cijfers. Nazorg en re-integratie van ex-gedetineerden vindt D66 een zeer belangrijke vorm van preventie. Zijn fractie is benieuwd naar de betekenis van deze zin in de stukken: “Samenwerking met re-integratiecentra maakt actieve re-integratie-inspanningen van de gedetineerden zelf steeds meer mogelijk.” De heer Kleuver vindt dat uitstekend klinken en vindt het een prima uitgangspunt, maar de vraag is of er voldoende begeleiding is voor hen die dat nodig hebben. De laatste tijd leest hij daarover verontrustende berichten in de landelijke pers. Na de asbestaffaire in Kanaleneiland zijn processen aangescherpt, geborgd en verbeterd. In de stukken staat dat in 2013 geoefend is. Is al uitgebreid geoefend met deze verbeterde crisisorganisatie? Vorige week verschenen in de pers berichten over veel kleine gaslekken die landelijk voorkomen omdat gasleidingen niet meer periodiek gekeurd worden. Hij vraagt of iets bekend is over die situatie in Utrecht. Wat betreft de veiligheid bij evenementen zoals voetbalwedstrijden wordt zijn fractie graag een keer bijgepraat over de financieringssystematiek ervan en op welke wijze organisatoren bijdragen aan de bestrijding van deze kosten. D66 wil als fietspartij graag weten hoe het staat met fietsendiefstal in Utrecht. Landelijk verschijnen veel berichten over een toename van criminaliteit tegen homoseksuelen. Hij vraagt hoe dat in Utrecht ermee staat en hoe het gaat met Roze in Blauw.
Pagina 23 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
Ook zijn fractie is net als de Partij van de Arbeid benieuwd naar de evaluatie van het cameratoezicht. D66 krijgt klachten uit West over een toename van het aantal drugsrunners. Hij vraagt naar de stand van zaken daarmee. 1370
1380
1390
1400
1410
1420
Mevrouw Metaal (CDA) brengt in dat alleen wanneer mensen zich veilig voelen ze tot hun recht kunnen komen. Dan kunnen ze hun leven ter hand nemen en tot groei komen. Maslow zette veiligheid niet voor niets op de tweede trede van zijn piramide net boven voedsel en slaap. De bescherming van veiligheid is daarom haars inziens een belangrijke taak van de overheid. Gelukkig gaat op dat gebied heel veel goed. Met aandacht en voorlichting zijn misdrijven in aandachtsgebieden afgenomen. Toezicht en handhaving werkt, is zo zegt mevrouw Metaal “maar weer eens aangetoond”. Ook de preventieve programma's zijn succesvol. Zij vindt dat heel mooi en een punt van blijvende aandacht. Onderaan de streep staat in de jaarcijfers dikwijls een min in het budget. Tekort aan middelen moet op het dossier veiligheid nooit de reden zijn om een stapje terug te doen. Het CDA wil graag een extra budget van 500.000 euro vrijmaken voor het handhavingprogramma. De fractie kondigde dit eerder al aan in de raadsvergadering. Dit kan ten goede komen aan het verder voorkomen van verstoringen van de openbare orde, het terugdringen van georganiseerde criminaliteit en de aanpak van veel voorkomende criminaliteit. Ze noemt als voorbeeld de nachtinzet van agenten. Die inzet is rond de Amsterdamsestraatweg geïntensiveerd. Dat gaat volgens de informatie die haar fractie ontving ten koste van de aanwezigheid in de nacht in de Breedstraatbuurt. Ook op het Lepelenburg is drugsoverlast. In Overvecht zijn onlangs drie horecazaken door de burgemeester gesloten. Van de wijkraad begreep zij dat nu op de parkeerterreinen in de buurt rondgehangen wordt en gedeald. Zij vraagt of de gemeente daar zicht op heeft. Hoe acteert Toezicht en Handhaving hierop? In de raadsvergadering van 8 mei diende haar fractie een motie in met het verzoek die motie te dekken met 10% van het budget voor georganiseerde vrijheidsbesteding. Het verzoek aan haar fractie was om die motie aan te houden. Het CDA deed dat. Zij verneemt graag van andere partijen hoe zij en het college tegen deze motie aankijken. Een gevoel van veiligheid is belangrijk. Thuis is dat zeker het geval. In het afgelopen jaar zijn meer huisverboden opgelegd dan vorig jaar. Behalve die melding kan zij op het gebied van huiselijk geweld niet veel informatie vinden in de stukken. Op welke manier wordt actief samengewerkt met scholen en zorginstellingen bij het opsporen van huiselijk geweld? De heer Wijlhuizen (SP) vraagt welke motie mevrouw Metaal precies bedoelt. Mevrouw Metaal (CDA) preciseert de motie van 8 mei met de titel “Ruimer budget voor handhaving”. Zij vervolgt haar inbreng in haar termijn. Uit een recent rapport van de Kinderombudsman blijkt dat het gemeentelijk beleid gericht op de preventie van kindermishandeling nog onvoldoende geborgd is en dat er te weinig kinderen en ouders mee bereikt worden. Uit dat rapport blijkt ook dat driekwart van de ondervraagde gemeenten beleid op schrift heeft staan, maar dat de helft van de gemeente niet weet hoeveel mishandelde kinderen in hun gemeente zijn, dat de risicogroepen onvoldoende in beeld zijn en dat 75% van de gemeente de inzet van preventieprogramma’s en de effecten daarvan niet monitoort. Zij vraagt of de aanpak van dit soort onveiligheid bij uitstek een onderwerp zou kunnen zijn van een van de stadsgesprekken die het college beloofd heeft. De daderhulp is een out of the box oplossing die bijzonder goed helpt in de aanpak van huiselijk geweld. Het CDA wil meer out of the boxoplossingen op dit terrein. Partijen maken Utrecht samen veilig. Zij is benieuwd naar reacties. Mevrouw De Regt (GroenLinks) gaat in op de organisatievernieuwing. Tijdens de afgelopen coalitieperiode is gewerkt aan de slagkracht van de “slanke gemeentelijke organisatie”. Achter dergelijke termen gaan mensen schuil. Haar fractie verneemt graag van de wethouder de stand van zaken, waar het gaat over die mensen. Met betrekking tot de innovatietaakstelling kan zij de uitgangspunten onderschrijven. De onzekerheden over het ingezette traject blijken groot. Wethouder Kreijkamp zegde vanmiddag toe een overzicht te zullen geven van de 74 ideeën waarvoor een businesscase wordt uitgewerkt, in ieder geval voor de programmabegroting 2015, maar zoveel eerder als mogelijk. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt wat mevrouw De Regt precies bedoelt met “slanke organisatie”. Mevrouw De Regt (GroenLinks) licht toe dat het bij afslanking vaak gaat over mensen. Zij zal daarop terug komen en zij vervolgt haar inbreng in haar termijn. GroenLinks vindt het gezien de consequenties van een generieke korting echt van belang niet alleen een kaal overzicht te krijgen maar daarbij ook een doorkijk naar de businesscases. Kan het college zorg dragen voor informatie over de haalbaarheid van de uitvoering en de termijn waarop de doelstellingen te realiseren zijn? Uit de jaarstukken blijkt dat de netto-uitgaven aan personele lasten ruim 2,5 miljoen euro hoger zijn dan begroot. Uit de technische vragenronde blijkt dit vooral te gaan (2,4 miljoen euro) over overplaatsbare medewerkers. Dit zijn op 31 december nog 31 ten opzichte van 42 een jaar daarvoor. GroenLinks gaat er vanuit dat de wethouder ernaar streeft om dat aantal op nul te brengen. Op welke termijn kan hij dat realiseren? Bij organisatie- en cultuurveranderingen neemt veelal het ziekteverzuim toe. Welke inzet mag zij verwachten om het ziekteverzuim terug te dringen en zo laag mogelijk te houden in de komende periode?
Pagina 24 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
1430
1440
1450
1460
1470
In november 2013 is de motie Practice what you preach aangenomen. Daarvoor wordt een plan van aanpak gevraagd om conform de landelijke afspraken reguliere banen in de gemeentelijke organisatie te realiseren voor mensen met een arbeidshandicap. Sindsdien is het stil vanuit het college. Kan het college zeggen op welke manier hij het principe toepast in de eigen organisatie? Uit de jaarstukken 2013 blijkt dat bij het project Overbruggingsplan voor het terugdringen van Overvecht bij jongeren, geen accountantsverklaring kon worden afgegeven omdat de verantwoording van de intern gemaakte uren niet te leveren was. Die uren waren niet bijgehouden. Zij vraagt of dit al financieel is afgehandeld? Zo ja wat is het uiteindelijke resultaat? Bij haar fractie blijft de vraag hangen hoe dit heeft kunnen gebeuren. Bij de aanvraag van de subsidie was het duidelijk dat die uren moesten worden bijgehouden en dat daarop gerapporteerd moest worden. Ze vraagt of acties genomen zijn om dergelijke zaken in het vervolg te voorkomen. Zo ja, welke? GroenLinks ziet graag een verdere uitwerking op het thema Samenwerking 030 en Datageschreven sturing uit het coalitieakkoord. Zij ziet vooral graag de ambities op korte termijn toegelicht. Daarbij hoort ook de vraag of deze ambities op dit onderwerp een relatie hebben met personele inzet binnen de gemeente. De heer De Vries (GroenLinks) vervolgt met in te gaan op de veiligheid. De cijfers over de eerste maanden van dit jaar geven aanleiding tot zorgen. Ook de PvdA en D66 hebben daarover al vragen gesteld. Hij gaat er vanuit dat de burgemeester daarop afdoende zal ingaan. Hij wil de burgemeester zijn voorganger graag een compliment maken. Over de afgelopen jaren laten de cijfers een daling zien in de Utrecht Monitor. Dat is absoluut een compliment waard. Het gaat daarbij over misdrijven, woninginbraken, autokraken. Alleen valt op dat de cijfers over de ervaren veiligheid, het subjectieve, een verslechterende trend laten zien. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) is benieuwd of de heer De Vries met hem van mening is dat de effect- en de prestatie-indicatoren voor veiligheid te hoog zijn gesteld. In principe voldoet de burgemeester volledig aan de ambities, een aantal kleine nuances daargelaten. De heer De Vries (GroenLinks) begrijpt dat de heer Bos deze vraag aan de burgemeester wil stellen. Wanneer indicatoren te hoog zijn geschat en langzamerhand aan verlaging toe zijn, is ook hij heel benieuwd hoe de burgemeester dat ziet. Misschien kan de burgemeester een voorstel indienen bij de plenaire behandeling in de raad om daaraan iets te doen. Hij vervolgt zijn inbreng in zijn termijn. Hij vindt veiligheid bij uitstek een links thema. Veiligheid is belangrijk voor het welzijn van mensen. GroenLinks zal zich daarvoor sterk maken in de komende tijd. Hij vraagt de burgemeester naar zijn ideeën over hoe de negatieve trend in de cijfers over de veiligheidsgevoelens aan te pakken. GroenLinks vindt preventie enorm belangrijk. Concepten als “de vreedzame school” en de "vreedzame buurt" zijn bekend. Hij vraagt of de burgemeester zijn licht wil laten schijnen over het mogelijk uitbreiden van dergelijke initiatieven. In de stad rijden steeds meer bestelbusjes en vrachtwagens. Soms gedragen de bestuurders zich erg slecht, ronduit asociaal. Ze parkeren soms midden op fietspaden of op de busbaan. Zeker bij GroenLinks als fietspartij leiden dergelijke kleine overtredingen soms tot grote ergernis. De heer de Vries ziet de politie in dergelijke gevallen regelmatig doorrijden. Het lijkt alsof zij daaraan geen prioriteit geeft. Hij vraagt of zijn indruk met betrekking tot de prioriteit juist is. De heer De Vries ging naar aanleiding van het ’s nachts meelopen met een wijkteam op zoek naar een evaluatie over toepassing van cameratoezicht in Utrecht. Die evaluatie heeft hij niet gevonden. Hij stelt voor dit zware middel van cameratoezicht met een inbreuk op de privacy extern te laten evalueren. Wanneer toch blijkt dat die evaluatie er is, is hij daar heel benieuwd naar. Hoe kijkt de burgemeester hier tegenaan? De heer Bos (Stadsbelang) brengt in dat alle vragen die hij had willen stellen gesteld zijn. Hij ziet daarom af van zijn bijdrage.
1480
Mevrouw Rajkowski (VVD) sluit zich grotendeels aan bij de bijdragen van andere fracties. De VVD ondersteunt de lijn van het coalitieakkoord van deregulering, organisatievernieuwing en dienstverlening. De VVD heeft er zin in en verwacht hiervan veel, vooral als het gaat om lagere lasten voor de organisaties en voor de Utrechtse inwoners. De fractie is blij met de hoge ambities van dit college. De vragen die daarover al gesteld zijn, zal zij niet herhalen. Met betrekking tot de automatiseringsopgave merkt de VVD op dat daarvoor veel geld is uitgetrokken. Automatiseringsprojecten gaan vaak bij uitstek mis. De fractie vraagt een sterke sturing op dit dossier. Zij geeft dat graag mee aan de wethouder. Wethouder Geldof is ook de wethouder Deregulering. De VVD vraagt zich af hoe de wethouder “Utrecht Goed Geregeld” gaat oppakken.
Pagina 25 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
1490
1500
1510
1520
1530
1540
De VVD heeft een vraag over de slachtofferboete voor het aanvragen van een rijbewijs nadat het rijbewijs gestolen is en het opnieuw aangevraagd moet worden. De VVD ziet graag dat die boete wordt afgeschaft. Uiteraard heeft dat een gat in de begroting tot gevolg. De heer Wijlhuizen (SP) merkt op dat het hem niet duidelijk is of die slachtofferboete al is afgeschaft of niet. Het lijkt hem goed om daarover eerst opheldering te geven om daarna de vraag te beantwoorden. Mevrouw Rajkowski (VVD) bevestigt dat de boete is afgeschaft voor het opnieuw moeten aanvragen van een paspoort. Dat is nog niet het geval voor rijbewijzen. De VVD wil dat onderscheid aanpakken. Het vorige college deed een toezegging om de financiële gevolgen in beeld te brengen wanneer die boete wordt afgeschaft. Ze vraagt of zicht is op de kosten en op de consequenties wanneer deze boete voor het rijbewijs wordt afgeschaft. De VVD zou dan naar dekking kunnen zoeken. De verhuizing naar het Stadskantoor is deels begonnen. De inhuizing gaat in het najaar plaatsvinden. Tijdens een dergelijke verhuizing kan altijd iets mis gaan. De VVD verwacht dat de winkel tijdens de verhuizing zoveel mogelijk open blijft. Ze vraagt of de wethouder dat kan toezeggen. Met betrekking tot Veiligheid sluit mevrouw Rajkowski zich grotendeels aan bij eerdere inbreng van andere partijen, zoals de inbreng op het cameratoezicht. Zij bevestigt dat ook voor de VVD veiligheid een belangrijk thema is. Uit een van de commissiebrieven heeft zij begrepen dat er een flexibel team is voor wat betreft handhaving en inzet van politie. De VVD is daarmee erg blij en vraagt zich af hoe snel is in te grijpen bij theehuizen waar zich eerder incidenten voordeden. Is het mogelijk om tijdelijk op te treden doordat de politie vaker gaat surveilleren? Hiernaast vraagt de VVD zich ook af welke instrumenten de burgemeester nog meer heeft bij plotselinge ongeregeldheden, naast het flexibele team. Vorig jaar op 27 juni zegde burgemeester Wolfsen toe een nieuw systeem te introduceren voor het kiezen van straatnamen. Bewoners zouden worden betrokken bij het bedenken van straatnamen. De VVD vraagt of het pilot bij de Veemarkt met betrekking tot straatnamen is bevallen. Bewoners konden uit drie sets van namen kiezen. Zal de gemeente wanneer dat systeem is bevallen, de systematiek vaker toepassen? De heer Buunk (VVD) heeft enkele vragen over regiozaken bestemd voor de burgemeester. Hij is vorige week voor het eerst aanwezig geweest bij de eerste assemblee van de U10. Zijn enthousiasme was niet groot. Hij vreest ongerichtheid in de samenwerking en kreeg die vrees ook bevestigd. Naast ruimtelijke ordening, economische zaken, wonen en zorg wordt nu ook al gesproken over cultuur, sport, groen, duurzaamheid, innovatie en heel veel andere onderwerpen, meer nog dan in de afgelopen tien jaren opgepakt werd in het BRU. Het is niet duidelijk waar de vergaderingen niet over gaan. Hij stelt de volgende vragen. Kan de burgemeester zeggen of hij het eens is met de VVD dat selectiviteit en effectiviteit de leidraad moeten zijn voor een eigentijdse regionale samenwerking? Is de burgemeester het met de VVD eens dat het onwenselijk is om informele bijeenkomsten te betitelen als “assemblee” als het geen democratisch gekozen vertegenwoordiging van de bewoners van de regio betreft? Kan de burgemeester zeggen op welke manier hij leiding wil geven aan het regionale samenwerkingsproces zodanig dat het wel een selectieve en effectieve samenwerking oplevert voor urgente regionale problemen? De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vindt dit een uitstekend pleidooi. Hij leest in de jaarstukken "de samenwerking binnen de U-10 heeft een vlucht genomen”. Hij heeft zich over deze zin verbaasd. Wat wordt daarmee bedoeld? Wanneer de heer Buunk meer daarover weet, verneemt hij dat graag. De heer Buunk (VVD) vermoedt dat met die vlucht de enorme baaierd aan onderwerpen wordt bedoeld. Die worden inmiddels met enthousiasme in portefeuillehouders-overleggen opgepakt. Hij heeft de vraag gesteld die voor hem essentieel was. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) merkt op dat er zaken met betrekking tot de gemeentelijke website bestuurlijke aandacht blijven trekken. Belangrijke opmerkingen zijn nog gemaakt door de D66-fractie. Hij voegt daar de betaling met I-deal aan toe. Hij doet de suggestie daarmee een dergelijke “quick winst” snel te boeken. 43% van de Utrechters is bekend met het Leefbaarheidbudget in 2011. Ondertussen is de bekendheid gedaald naar 33% terwijl de doelstelling 48% is. Utrecht loopt flink achter. Hij vraagt naar de verklaring. Droegen de bezuinigingen van de afgelopen jaren daaraan bij? Hij is benieuwd naar het effect van de nieuwe plannen op het Leefbaarheidbudget en de samenvoeging voor de bekendheid van het budget. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt zich af of de heer Van Ooijen het met hem eens is dat wellicht de oorzaak kan worden gevonden in de slechte manier van marketen van het Leefbaarheidbudget. Zelfs wanneer mensen een wijkservicebureau bellen, worden ze niet gewezen op het bestaan van dat budget wanneer ze spreken over financiering van initiatieven. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) houdt dat voor mogelijk. Hij vindt de daling bijzonder. Hij zou verwachten dat wanneer een voorziening jaren bestaat de bekendheid ermee toeneemt. Hij zou juist een lichte stijging verwachten. Het gaat hier ook om een niet-natuurlijke ontwikkeling.
Pagina 26 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
1550
1560
1570
1580
1590
1600
Vorig jaar stelde zijn fractie ook vragen bij de Voorjaarsnota over de verdeling van het budget, bijvoorbeeld op basis van inwonersaantallen of druk op de publieke ruimte. Hij is benieuwd of dit een plek krijgt in het nieuwe initiatief. In de Voorjaarsnota is geschreven dat de bezuiniging op de wijkbureaus in 2013 niet kan worden gehaald. De ChristenUnie vraagt zich af of dat incidenteel is, of dat dit structureel gezien moet worden. Zal dit de komende tijd niet gaan lukken? Dit heeft ook betrekking op de huisvesting in het Stadskantoor van wijkbureau West. Hierover is al eens eerder gesproken maar zijn fractie vraagt zich af of niet een keer uiteengezet kan worden waarom dit financieel noodzakelijk is. De ChristenUnie vindt de ambitie van het college met betrekking tot de instroom van jong talent prachtig. Daarvoor is een traineeprogramma geweest en 250 stageplekken zijn gerealiseerd. Toch kwam het op hem wat incidenteel over. Vertrekt een trainee? Of gaat het hier om een structurele verjonging van de organisatie? Daarover wil zijn fractie graag meer informatie. De ChristenUnie is blij dat het ziekteverzuim is gedaald. De fractie wil graag weten of die trend in de komende tijd zal doorzetten. Een aantal manieren bestaat om participatie te meten. Gezien de ambities van het college verwacht de ChristenUnie dat dit ook op een andere manier gemeten zal worden. De heer Van Ooijen wil graag weten of de ambities ook omhoog zullen gaan. Hij vraagt of dit zo zal zijn en of de gemeenteraad die nieuwe manier van meten kan verwelkomen. Met betrekking tot veiligheid heeft hij nog drie aanvullende punten: (1) De Wijkveiligheidprogramma’s zijn nu gericht op de 10 wijken - hij vraagt of de raad een aanpassing tegemoet kan zien naar bijvoorbeeld buurtniveau, een aanpassing van de Buurtteams, of dat de aanpassing ook op wijkniveau voor de politie is georganiseerd. (2) Ontmoetingen tussen daders en slachtoffers. Hierin is een groei te zien in algemene zin. Kan dit ook niet in Utrecht een extra impuls krijgen? De fractie denkt zelf aan een ex gedetineerde programma. Dit is ook mogelijk bij ernstige overlast gevende gezinnen. Hij beschouwt dit als een innovatieve manier om veiligheid te bevorderen. De fractie ziet graag een uitsplitsing van de mogelijkheden. (3) Ouderenmishandeling - nu met de extramuralisering van de ouderenzorg is sprake van een groeiend vraagstuk op dit terrein nu ouderen langer thuis blijven wonen. Hoe acteert de gemeente hierop in het licht van de veiligheid. Past de gemeente haar rol hierop aan? Zo ja, hoe? De heer Wijlhuizen (SP) sluit zich aan bij de woorden van D66 over het geweld tegen homoseksuelen in de stad. Inderdaad kwamen berichten naar buiten over dat in andere steden het hiermee niet zo goed gaat. Utrecht heeft daarmee ook een geschiedenis. Hij vraagt hoe het hiermee staat in Utrecht. De heer Buunk bracht een zeer goed punt in over de U10. Het BRU bestaat al. Dat is zijns inziens een ondemocratisch orgaan in de regio. Over de status van het BRU wordt al gediscussieerd. Hij vraagt naar de status van de U10 in de regio. Ook hij was aanwezig met mevrouw Dibi bij de schoonmakers van de stad. Ook de SP vindt het erg belangrijk dat de medewerkers van de gemeente Utrecht gewaardeerd worden. Ze zijn essentieel voor de leefbaarheid van de stad. Wat vindt de wethouder van de situatie rond de cao's van medewerkers van de gemeente Utrecht? Mevrouw Dibi (PvdA) wil graag weten of de SP de punten die zij heeft ingebracht steunt met betrekking tot de cao. Zo ja, of de SP een eventuele motie zou steunen wanneer de SPD gaat indienen tegen de verzelfstandiging. De heer Wijlhuizen (SP) antwoordt dat zijn fractie over de verzelfstandiging in de afgelopen jaren zeer duidelijk is geweest. Zijn fractie is tegen verzelfstandiging. Als gaat om steun aan de motie zal die steun van de SP afhankelijk zijn van de formulering. Hij wil graag die motie zien om dat te beoordelen. De SP staat op het standpunt dat het niet moet gaan om procenten maar om centen als het gaat om de nullijn. Hij is voorstander van een bedrag zoals in andere jaren. Hij vervolgt zijn inbreng in zijn termijn. Zijn collega heeft vanmiddag inbreng gehad bij Financiën over de cijfers in het bestedings- en dekkingsplan in de Voorjaarsnota en de jaarstukken. Die cijfers kloppen niet. Het globale beeld is onoverzichtelijk. Ook in de Verantwoording kloppen de cijfers niet wanneer ze bij elkaar zijn opgeteld. Daarnaast bestaat het resultaat van de jaarstukken en het resultaat van de resultaatbestemming - die zouden in principe hetzelfde moeten zijn. Dat zijn ze niet. Hij vraagt de wethouder naar de gevolgen voor de bedrijfsvoering van deze fouten in de stukken. Hij vraagt naar de invloed daarvan op de projectmanagers en op de ambtenaren die daarmee binnen de gemeente moeten werken. Deelt de wethouder de zorg die de SP hierover heeft? Welke verbeteringen gaat de wethouder samen met de wethouder financiën doorvoeren, om dit op orde te krijgen? In de prestatiedoelstellingen op pagina 174 hoofdstuk 1.3.1 wordt gesproken over een succesvolle aanpak van criminele jeugdgroepen. Verschillende partijen hebben daarover al de loftrompet gestoken. Dat positieve beeld klopt op een aantal punten niet. De SP vindt dat spijtig. Als voorbeeld noemt hij de problematische jeugdgroepen. In 2012 staat dat er 40 waren, in 2013 zouden het er 21 zijn. Zijn fractie krijgt van verschillende wijkagenten verhalen over dat er ook andere factoren meespelen waarom de cijfers aan het dalen zijn, namelijk de gebruikte shortlistmethodiek. Die werkt niet volgens deze agenten. Ze stellen dat de vragenlijst erg verouderd is, dat de groepen vaak wel samen in een groep opereren maar niet op een vaste plek in een stad, maar bijvoorbeeld Pagina 27 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
1610
1620
1630
1640
1650
1660
vandaag in Utrecht en morgen in Den Haag, de dag daarna in Den Bosch en dan ook nog in wisselende samenstellingen. Die worden dan niet meegenomen in de cijfers. Deze agenten stellen ook dat ze een vragenlijst van drie pagina's moeten invullen per groep. Wanneer bij een vraag “nee” ingevuld wordt, bijvoorbeeld dat drugsgebruik bij een groep geen rol speelt, worden ze niet meegenomen in de cijfers. De bewuste groep veroorzaakt wel overlast en brengt wel vernielingen aan en pleegt ander vandalisme en criminaliteit. Hij vraagt of de burgemeester zich herkent in die kanttekeningen van de wijkagenten. Hoe betrouwbaar zijn de cijfers die de raad in de jaarstukken gepresenteerd krijgt? Mevrouw Broeksma (Student en Starter) sluit zich in het licht van bewoners en bestuur aan bij vragen van D66 en de ChristenUnie met betrekking tot de verjonging van de organisatie. Ook haar fractie is zeer geïnteresseerd in de antwoorden. Daarnaast kan haar fractie zich aansluiten bij de woorden van D66 over het belang van de toegankelijkheid van de gemeentelijke website, ook voor laaggeletterden. Haar fractie voegt daar de groep van anderstaligen aan toe. Met de doelstelling in het coalitieakkoord een expatcentre te ontwikkelen ziet Student en Starter ook kansen om daarmee de digitale Engelstalige dienstverlening te verbeteren. Utrecht heeft internationale ambities en deze zouden dan ook zichtbaar moeten zijn in het eerste contact met de stad. Het eerste contact gaat via de website. Daarbij is de Engelse taal universeel waarmee zoveel mogelijk anderstaligen te bedienen zijn. Een goede Engelstalige website maakt het bovendien veel aantrekkelijker voor internationale kennisbedrijven om zich in het Utrechtse te vestigen. Momenteel is het op de gemeentelijke website nog niet mogelijk om gebruik te maken van producten van de gemeente om informatie te verkrijgen met betrekking tot het verblijf in Nederland. Mensen vinden alleen een telefoonnummer en een paar links. Bij die links ontbreekt ook nog de onofficiële expat desk Utrecht die momenteel wel informatie verstrekt. Naast de ambitie voor een groeiend aantal expats, verblijven in Utrecht ook nog eens 2500 internationale studenten. Ook die Engelstalige burgers zouden graag willen weten wanneer het afval wordt opgehaald, hoe zij een reisbewijs kunnen laten omzetten en hoe ze zich kunnen laten inschrijven bij een huisarts. Daarmee zou Utrecht een voorbeeld aan Amsterdam kunnen nemen. In Amsterdam wordt aan expats een duidelijke en heldere uitleg gegeven over welke zaken zij via de gemeente moeten regelen. Bovendien is het daar mogelijk om digitaal een afspraak te maken. Student en Starter roept het college dan ook op om het burgerloket Engelstalig toegankelijk te maken. Mevrouw Scholten (D66) sluit zich graag aan bij deze inbreng van Student en Starter. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vindt dit hele essentiële vragen. Hij denkt dat de voorziening die gevraagd wordt er al is. Zijns inziens is in Utrecht al een expatcentre waar op deze vragen antwoord wordt gegeven. Mevrouw Broekstra (Student en Starter) bevestigt dat er een onofficiële expatdesk is die ontstaan is vanuit een gebrek aan een officiële desk. Daarbij is het belangrijk om te beseffen dat de website van de gemeente de eerste plek is waar mensen die naar Utrecht verhuizen, zullen gaan kijken. Zij zullen de expatdesk zelf moeten vinden. Haar fractie vindt het belangrijk dat in het eerste contact met de gemeente duidelijk wordt wat mogelijk is in Utrecht. Zij vervolgt haar inbreng in haar termijn. Deze service aan anderstaligen vindt haar fractie uitermate gepast uit de extra 1 miljoen euro die in het coalitieakkoord structureel is vrijgemaakt voor publieke dienstverlening. Zij ontvangt graag een toezegging van de wethouder om daarvoor geld te bestemmen uit het budget publieke dienstverlening. Haar fractie heeft gemerkt dat zowel in de verkiezingen als nu en zeker binnen de doelgroep van haar fractie de gemeentepolitiek nog niet echt leeft. Vaak is niet duidelijk wat de gemeenteraad nu eigenlijk doet terwijl het stadhuis midden in het centrum van de stad staat. Wat zich binnen de muren van de raadzaal afspeelt, dringt vaak slecht door naar buiten. “Buiten is binnen” volgens het coalitieakkoord. Student en Starter ziet graag de raadsvergaderingen getoond worden op het plein voor het stadhuis. De zichtbaarheid van de raad wordt dan letterlijk een feit. Dat is te realiseren door het installeren van een scherm. Toeschouwers zouden op korte afstand kunnen meeluisteren met de vergadering. Student en Starter hoopt dat de wethouder dit wil realiseren vanuit het budget Raadsorganen. Mevrouw Spano (Student en Starter) richt zich op Veiligheid. Daarover is het een en ander al gezegd. Ze sluit zich aan bij D66 voor wat betreft geweld tegen homo's. Zij sluit zich aan bij de woorden van GroenLinks over de evaluatie van het cameratoezicht. In algemene zin vindt zij Utrecht een veilige stad. Student en Starter wil dat graag zo houden. Wel moet bij veiligheidsbeleid altijd rekening gehouden worden dat een 100% veilige stad nooit mogelijk is en dat het niet wenselijk is om daar naar te streven. Student en Starter vindt het belangrijk niet uit het oog te verliezen wat handhaving en het stellen van voorschriften kost in termen van vrijheid en in termen van geld. Meestal gaat dit wat haar betreft goed, maar op een aantal gebieden maakt Student en Starter zich zorgen over de richting - gaat dit niet de verkeerde kant op? Ze noemt in dat verband de veiligheidseisen bij evenementenvergunningen en bij handhaving van leeftijdsgrenzen bij alcoholverkoop.
Pagina 28 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
1670
1680
1690
1700
1710
1720
In Utrecht is wel een probleem op het gebied van woninginbraken. Gelukkig neemt het aantal woninginbraken al een aantal jaren af. Maar de inbraken die plaatsvinden zijn nog veel te veel. Haar fractie vindt dat de aanpak prioriteit moet blijven hebben. De aanpak zou effectiever kunnen, bijvoorbeeld met een actie gericht op de verhuurders voor het nemen van preventiemaatregelen door juist bij verhuurders erop aan te dringen dat de woningen voldoen aan veiligheidseisen, aan het Politie Keurmerk Veilig Wonen. (PKVW) Het is bekend dat studenten regelmatig slachtoffers zijn van woninginbraak. Als het gaat om studenten is het preventiebeleid vooral gericht op voorlichting aan studenten over wat zij zouden kunnen doen om inbraak te voorkomen. Dat is zeker nuttig maar niet voldoende. Een student die een kamer huurt gaat tenslotte niet zelf de investeringen doen die nodig zijn om dit PKVW te verkrijgen. Datzelfde geldt voor starters die maar voor korte tijd een woning huren. Het geldt voor tijdelijke bewoners van slooppanden. Op dit moment zijn er al afspraken gemaakt met woningbouwcorporaties dat bij nieuwbouw en bij grootschalige renovaties aan het keurmerk zal worden voldaan. Er is heel veel winst te behalen wanneer ook in bestaande panden wordt geïnvesteerd in inbraakpreventie. Zij hoort graag van de burgemeester in hoeverre met woningbouwcorporaties afspraken bestaan om specifiek oudere studentencomplexen aan een PKVW te laten voldoen, bijvoorbeeld binnen de hotspot aanpak. Ook verneemt zij graag of de wethouder bereid is naast de aandacht voor de huurders het beleid te richten op juist te verhuurders van zowel sociale huurwoningen als particuliere om die te laten investeren in inbraakpreventie. Bij tijdelijke bewoning van slooppanden bestaat een groot probleem met woninginbraken. Woningbouwcorporaties staan niet te trappelen om te investeren in nieuwe sloten in het besef dat deze woningen gesloopt zullen worden. Ondertussen worden deze huizen wel op grote schaal leeg geroofd. Zij verneemt graag of het college het eens is met haar fractie dat ook bewoners van tijdelijke woonruimte recht hebben op inbraakpreventie en dat deze panden en complexen onderdeel moeten zijn van de hotspot aanpak tegen woninginbraak gezien de omvang van het probleem. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) vraagt of mevrouw Spano verhuurders wil verplichten tot de aanschaf van inbraak preventief materiaal. Mevrouw Spano (Student en Starter) antwoordt dat voor wat betreft nieuwbouwwoningen en renovaties er al afspraken zijn over het voldoen aan dit keurmerk. Haar fractie ziet graag dat het college in gesprek gaat met woningbouwcorporaties om dit ook te doen bij bestaande panden. Mevrouw Ekdom (PvdD) wil een samenleving waarin iedereen vrij is om zijn eigen leven te kunnen leiden. De vrijheid van de een mag niet ten koste gaan aan de vrijheid van de ander, maar ook niet van de natuur en het milieu. Daarom wil haar fractie dat het college de volgende punten meeneemt. Zij vraagt het gemeentebestuur zijn plannen zodanig te actualiseren zodat veiligheid, natuur en milieu centraal staan. Hierbij vindt ook afstemming plaats met de provincie en met het Waterschap. Toezicht, handhaving en vervolging moet niet alleen plaatsvinden bij algemene zaken die vaak voorkomen, maar ook moeten dierenwelzijn en natuur- en milieuzaken standaard op de agenda staan van het Driehoeksoverleg, het overleg tussen de burgemeester, het openbaar ministerie en de politie. De gemeente neemt dieren op in haar rampenplan en in de draaiboeken van de hulpdiensten. Daarin wordt de evacuatie en het in veiligheid brengen beschreven van huisdieren en van dieren in de veehouderij, parken maneges, kinderboerderijen en dieren van de Universiteit Utrecht. De gemeente bevordert bovendien de samenwerking tussen de dierenambulance, het dierenasiel en de hulpdienst, zoals de dierenpolitie en de brandweer. Er komt een lokaal meldpunt waar misstanden op het gebied van natuur en milieu anoniem gemeld kunnen worden. Daarnaast biedt de gemeente laagdrempelige toegang tot crisisopvang bij huiselijk geweld omdat de dierenmishandeling vaak ook samengaat met huiselijk geweld. Dan komt er ook een meldpunt voor beide vormen van geweld. Eerder is ook al over huiselijk geweld gesproken. Gedwongen prostitutie, uitbuiting, mensenhandel moeten hard worden aangepakt. Op locaties waar in de toekomst mogelijk prostitutie wordt toegestaan, wordt streng gecontroleerd om te voorkomen dat er nieuwe misstanden ontstaan. Preventief fouilleren mag uitsluitend als tijdelijke maatregel bij aangetoonde grote risico's op geweld of ordeverstoringen. De resultaten worden na elke maatregel geëvalueerd. Straatverlichting in het buitengebied wordt binnen verkeersveiligheidsmarges zodanig afgesteld dat de verlichting zo min mogelijk hinder oplevert voor de omgeving en dus ook voor de bewoners en de dieren in de omgeving. Voor de Partij van de Dieren is gelijkheid van burgers heel belangrijk. De gemeente heeft de belangrijke taak die gelijkheid te waarborgen. Zij moet investeren in emancipatie van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen bij scholen, verenigingen en instellingen. Dat betekent dat de PvdD tegen weigerambtenaren is in Utrecht. Korte schorsing ter voorbereiding van de beantwoording en hervatting van de vergadering
Pagina 29 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
1730
1740
1750
1760
1770
1780
Burgemeester Van Zanen dankt de commissie voor haar reacties. Hem zijn de opmerkingen van de PvdA over onder meer brandweer en de mensen van VTH uit het hart gegrepen. Niet alles staat in het coalitieakkoord. Dat wil dan niet zeggen dat het college de inspanningen van de betrokkenen niet zeer waardeert. Het knelpunt Vleuterweide is een bijsturingvoorstel op bladzijde 37. Dat is een correctie. Eerder werd gedacht dat de gereserveerde gelden niet meer nodig zouden zijn. Dat is opgelost en er is een dekking uit Leidsche Rijn. De cijfers over 2013 zijn in vergelijking tot eerdere jaren heel erg goed. Mevrouw Haage en anderen spraken daarover. Begin 2014 was op een paar onderdelen veel minder. De burgemeester heeft daarover ook een brief geschreven aan de raad. De vraag aan hem of hij voor een kerend tij wil zorgen, beantwoord hij met op te merken dat dit zijn inzet is en die van het college. Hij heeft daarvoor de raad ook nodig, en de bewoners, het ministerie, en de woningcorporaties. Hij hoopt dat de cijfers in de loop van het jaar een kerende trend zullen laten zien. Het college zit erbovenop en kondigde al een aantal tussentijdse maatregelen aan. In ieder geval zal in de voorbereiding van het IVP (integraal veiligheidsplan) het college hieraan aandacht besteden. Op de lange termijn gaat het best goed. Er is sprake van fluctuaties. De burgemeester bevestigt dat hij de eerste vier maanden niet bemoedigend vindt. De vraag of er extra kosten gemaakt worden met de nazorg voor ex gedetineerden nu het Wolvenplein gesloten is, beantwoordt de wethouder ontkennend. De kosten van de nazorg voor ex-gedetineerden worden gedragen door de gemeente waar de ex-gedetineerde terugkeert. Het college houdt het in de gaten omdat dit een belangrijk onderwerp is. Hiervoor is ook geld uitgetrokken. De burgemeester bevestigt een toezegging te hebben gedaan de kosten van extra uren of inzet VTH in beeld te brengen wanneer daartoe aanleiding is. Hij zal dat ook doen wanneer daarvoor een echte reden is. Hij begrijpt dat vandaag met de OR is gesproken over de nachtelijke inzet. Hij verwacht dat vanaf volgende week de nachtelijke inzet gerealiseerd zal zijn. Met betrekking tot debatten over de prostitutiezone zal de burgemeester begin juli spreken met een aantal omwonenden. Wanneer dat gesprek zal leiden tot extra kosten, zal de burgemeester ze melden. Gevraagd is naar de visie van het college op de rol van de bewoners in het creëren van veiligheid. De burgemeester gelooft zeer in de grote rol van de bewoners als het gaat om veiligheid. Misschien hebben ze wel een sleutelrol. Hij maakt gewag van zijn bevindingen in Ondiep. Hij voorziet dat de overige bewoners meer en meer zal toenemen. De burgemeester verwacht met betrekking tot cameratoezicht volgende week of de week daarna een evaluatie en het beleidskader te kunnen presenteren met daarbij een uitvoeringsplan op basis van de evaluatie. Hij vindt het terecht dat onder meer mevrouw Haage hier naar heeft gevraagd. Mevrouw Scholten van D66 sprak over trouwambtenaren. Dit is een bekende vraag. De burgemeester zal nagaan wat mogelijk is. Op voorhand wijst hij de D66 fractie er op dat de gemeente Utrecht aan de kwaliteit van de trouwambtenaar hecht. Op de vraag om bijzondere mensen trouwambtenaar te laten zijn, wordt aarzelend gereageerd. Inmiddels zijn ook zijn gedachten hierover veranderd. Het is iets te gemakkelijk om dit vrij te geven. Er zijn mogelijkheden genoeg om op een charmante manier toch juist dat tot stand te brengen wat de huwelijkskandidaten willen: een belangrijk iemand een vooraanstaande rol te geven in de ceremonie zonder de persoon de formaliteiten te laten doen. De ervaringen daarmee zijn zeer verschillend. De burgemeester hoopt dat hij in die geest met de gemaakte opmerkingen kan omgaan en dat hij daarop nog een keer kan terugkomen. Mevrouw Scholten (D66) vindt het vreemd dat de burgemeester wil beoordelen wat mensen al of niet goed vinden. Trouwambtenaren worden ook niet per se beoordeeld op wat ze al of niet goed doen die dag. In Rotterdam is er een ambtenaar van de burgerlijke stand bij die ervoor zorgt dat het proces goed loopt. Zoals raadsleden voor één dag een trouwambtenaar kunnen zijn, zouden andere Utrechters die mogelijkheid ook moeten krijgen. Daarop krijgt zij graag een toezegging. Burgemeester Van Zanen antwoordt dat mevrouw Scholten die toezegging nog niet krijgt. Hij heeft goed begrepen wat zij heeft gezegd. Het gaat niet om een beoordeling, het gaat ook om een vak. Het moet goed gaan. Het is mogelijk om de trouwambtenaar niet bekend te laten zijn in het gezelschap, het uit te laten voeren door een ander naar de keuze van het bruidspaar. Er zijn ervaringen mee met ongewenste consequenties. Wanneer dit niet voldoende is dan verneemt hij het graag en zal hij daaraan werken. Hij vervolgt zijn beantwoording. Richting de heer Kleuver bevestigt hij zijn woorden richting mevrouw Haage over de cijfers in de eerste vier maanden. Landelijk valt het mee en is het relatief redelijk. Ten opzichte van de regio doet de gemeente Utrecht het niet goed als het om woninginbraken gaat. Oefeningen vinden regelmatig plaats. De ervaringen met de asbestcrisis in Kanaleneiland zijn uitgangspunten van de oefeningen. Bijpraten over de kosten op het thema “veiligheid” in het betaald voetbal is mogelijk. Hij stelt voor daarvan een thema-avond te maken of dit mee te nemen wanneer gesproken wordt met de politie en met het OM over mensenhandel. De cijfers over fietsendiefstal heeft de commissie kunnen zien. Vorig jaar was het college daarover optimistisch. Ondanks dat de gemeente nu meer stallingen heeft, is het in de afgelopen twee maanden nog niet goed gegaan.
Pagina 30 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
1790
1800
1810
1820
1830
1840
Het college moet aan de preventie van diefstallen blijven werken. De burgemeester bevestigt dat de cijfers nog niet de goede kant opgaan. Ook de burgemeester kreeg de berichten mee over geweld tegen homoseksuelen. De gemeente zit erbovenop. Zij heeft daarvoor een speciale techniek in het volgen van de klachten. Hij is als persoon zeer actief in deze wereld. Hij heeft contact gehad met betrokkenen. Dat geldt ook voor de mensen binnen de brandweer en de politie met extra expertise op dit terrein. Utrecht is rijk gezegend met meer dan 50 clubs die op allerlei terreinen binnen allerlei specificaties in allerlei wijken, beroeps- en leeftijdsgroepen actief zijn rond het thema. De gemeente is daarop zeer goed aangesloten. Hij hoopt het snel te weten. Hij heeft op dit moment geen aanwijzingen dat in dit type geweld zich een stijging voordoet. Gewerkt wordt volgens de Roze Agenda zoals in het coalitieakkoord is aangekondigd. Richting mevrouw Metaal bevestigt de wethouder dat het thema Veiligheid belangrijk is voor de ontwikkeling van mensen. Dit is een kerntaak van de overheid samen met anderen. Mevrouw Metaal zou graag meer middelen vrijmaken voor Toezicht en Handhaving. Dat laat hij aan haar. Wanneer de burgemeester het nodig vindt, zal hij dat via het college entameren op de geëigende momenten, namelijk bij de begrotingscyclus. Mevrouw Metaal (CDA) hoorde de burgemeester anderhalve alinea geleden zeggen dat het soms jammer is dat de inzet ten koste gaat van de inzet elders. Dat lijkt haar iets dat te voorkomen is wanneer de motie wordt aangenomen. Burgemeester Van Zanen verwijst naar zijn inbreng op dit punt. Hij vervolgt zijn beantwoording met zijn dank uit te spreken voor de opmerking over de theehuizen in Overvecht. Wanneer de raad meer aanwijzingen heeft, verneemt hij die graag. Morgen zal de burgemeester in de Driehoek opnieuw aandacht hiervoor vragen. In de commissie is aandacht gevraagd voor de bestrijding van huiselijk geweld. De burgemeester vindt dat zeer terecht. Het college probeert in samenwerking met de scholen de signalen vroegtijdig op te vangen. Hij beseft dat hij “te laat” is wanneer hij moet ingrijpen met een huisverbod. Het college werkt samen met het meldpunt, het veiligheidshuis, de Buurtteams. De burgemeester wil niet vooruitlopen op de vraag of kindermishandeling tot een stadsgesprek moet leiden. Hij wil dit graag in het college aan de orde stellen. Hij neemt aan dat ook zijn collega's dit een belangrijk onderwerp vinden. Hij deelt de zorgen van de heer De Vries over de cijfers van de eerste maanden. Hij geeft zijn complimenten aan diegenen die in 2013 hun stinkende best deden goede cijfers in het kader van veiligheid te produceren. Maar zeer ten dele is verslechtering aan de orde. Zelfs een beperkte verslechtering vindt de burgemeester beroerd. Preventie is het enige dat werkt als het gaat om het veiligheidsgevoel. Zichtbaarheid en aanraakbaarheid van Toezicht kan ook enorm helpen. De gemeente beschikt over belevingsonderzoek. Zij brengt dat niet naar buiten. Dat onderzoek geeft iets gunstiger indicaties dan de nu voorliggende cijfers. De burgemeester kijkt naar een vorm om rond dat belevingsonderzoek enkele cijfers te presenteren omdat dat de raad zou helpen om meer gevoel bij de problematiek te krijgen en mogelijk ook om iets blijer van te worden. Feiten en gevoelens lopen niet altijd gelijk op. De heer De Vries (GroenLinks) heeft een goed gevoel bij het voorstel van de burgemeester. Hij moedigt de burgemeester aan de cijfers wereldkundig te maken. Hij had ook specifiek gevraagd naar de ideeën van de burgemeester zelf om het veiligheidsgevoel te verbeteren. Hij is van mening dat de burgemeester daarin een belangrijke rol kan spelen als hoofdverantwoordelijke van dit belangrijke onderwerp in de stad. Burgemeester Van Zanen brengt zijn inbreng op dit punt onder de aandacht. Het is zijn intentie er voor de mensen te zijn, mensen te steunen die het moeilijk hebben en hij ondersteunt van harte de initiatieven zoals de Vreedzame Wijk. Hij denkt aan een mogelijke escalering van dat initiatief door dit in de regio en landelijk uit te laten rollen. Zonder iets te doen in de preventieve sfeer, zijn activiteiten in de repressieve sfeer minder effectief. Hij wil voorkomen in een situatie te komen waarin het dweilen met de kraan open is. De burgemeester bevestigt dat er prioritaire aandachtsgebieden bestaan voor de politie. De in dat licht vanuit de commissie genoemde aspecten van voor fietsers hinderlijk parkeren, horen daarbij niet. Dat wil niet zeggen dat tijdens gewone surveillances de politie wel kan ingaan op overtredingen. Hierover zal nader gesproken worden bij het IVP. Hij bevestigt dat dit de afdeling Ergernissen is. De heer De Vries (GroenLinks) vindt het goed dat de burgemeester open en eerlijk aangeeft dat dit geen prioriteit heeft. Wel is gezegd Utrecht tot fietsstad te willen maken. Daarbij hoort ook dat ongehinderd over onder meer rood geasfalteerde fietspaden gefietst zou moeten kunnen worden. Hij vindt het goed om door te spreken over wat te doen tegen dit toenemend hinderlijk gedrag in het verkeer in de binnenstad. Burgemeester Van Zanen bevestigt dat daarover gesproken kan worden. Hij merkt op dat ook voetgangers zich groen en geel ergeren aan fietsers over de voetpaden en dan in het bijzonder weer de senioren. Hij verwijst naar correspondentie die hij daarover krijgt. Hij citeert de woorden van heer De Vries: “cameratoezicht werkt toevallig goed”. Daarover zal spoedig gesproken worden. Mevrouw Rajkowski sprak over de slachtofferboete. De gemeente baseert zich op de cijfers in de afgelopen drie à vier jaar en hij telt dan ongeveer 2600 vermissingen per jaar. Dit zou de gemeente structureel 96.200 euro op jaarbasis kosten. Hij vraagt daarvoor een dekking. Pagina 31 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
1850
1860
1870
1880
1890
1900
De burgemeester bevestigt dat de gemeente voldoende in staat is om snel te kunnen schakelen met de politie. Dit geldt niet tot in het oneindige. Hij verwijst naar incidenten in de afgelopen tijd en noemt in concreto de autobranden en situaties die veel aandacht van de politie vroegen. Het is mogelijk om snel op te schalen. Op de vragen over het pilot met de toekenning van straatnamen moet de burgemeester het antwoord nog even schuldig blijven. De commissie zal het antwoord zo spoedig mogelijk op schrift ontvangen. De heer Buunk bracht zijn mening over de U10 in en over “de assemblee”. De burgemeester vindt het werken buiten de grenzen van de gemeente van groot belang. Wanneer het parlement besluit om de samenwerking WGR+ op te zeggen, is het verstandig om voor samenwerking in de regio te zorgen. Dat geldt zeker voor een stad als Utrecht. Hij verwacht dat dit ook voor de heer Buunk en de bij diens onderwerp betrokken fractiegenoten geldt. Hij is het helemaal eens met het pleidooi om focus aan te brengen, het niet ongericht te doen. De burgemeester heeft dit ook in alle openbaarheid met zijn collega's bestuurders gedeeld. Utrecht is vertegenwoordigd in het AB en in het DB en in het AB van het BRU. Hij adviseert de gemeenteraad van zijn bevoegdheden gebruik te maken. Eerder is vanuit het AB de vraag gesteld vanuit welk gremium zaken afgehandeld zouden worden. Ten tweede brengt hij in, het netwerkachtige, de flexibiliteit, het gebruik maken van, het niet-institutionele van de U10 als een kans te zien. Het gaat hierbij niet om een vrijbrief voor centen, mogelijkheden en middelen. Het is wel iets dat volgens het college de toekomst heeft. Daar moet kritisch naar gekeken worden en het is van belang dat de gemeenteraad dit volgt. Dat moet ook omdat de gemeenteraad over de centen gaat. Ten derde merkt hij op dat hij niet zonder de raad aan de slag kan omdat hij dan de discussie verwacht na enkele maanden over waar de raad in die discussie is gebleven, ook al blijft hij met zijn inbreng binnen het kader van de raad. Aan het eind van de vorige periode maakten een aantal raadsleden, waaronder de heer De Vries, een toekomstwerkboek. Op basis daarvan gingen de U10 gemeenten aan de slag. In ieder verkiezingsprogramma van bijna iedere politieke partij in alle tien gemeenten staan vriendelijke teksten over de regio. De focus is akkoord, de legitimatie is akkoord. De burgemeester pleit er nadrukkelijk voor van de U10 iets te maken in betrokkenheid van de raad. Hij adviseert de raad de kaders scherp te stellen en het werk te doen vanuit het AB BRU. De heer Buunk (VVD) is het eens met de eerste alinea’s van het antwoord van de burgemeester. De VVD vindt het ook van belang en ook goed dat Utrecht als centrumgemeente, als een grote stad in deze regio, het voortouw neemt. Zijn zorg zit in het proces dat zich heeft voltrokken in de U10-bijeenkomst. Het was allemaal informeel onder de naam U10-café. Hij had daaraan geen behoefte. Nu ging het plotseling om een assemblee. Ook daarbij had hij zijn bedenkingen. De raad is niet van de zijde van het college geïnformeerd over de gang van zaken. Het werkboek waaraan zijn gewaardeerde collega De Vries heeft meegewerkt, is ook niet ter bespreking op de agenda gezet. Wanneer wezenlijke keuzes gemaakt worden zou de heer Buunk het belangrijk vinden dat de raad zich daarover uitspreekt. In het AB zeggen de afgevaardigden van Utrecht gezamenlijk het BRU voor te bereiden op overdracht naar een nieuwe situatie, welke die nieuwe situatie ook zal worden. Zij beperkt zich tot de hoofdtaken van het huidige BRU, vooral op verkeer en vervoer. De rest bouwen zij af. De vraag is dan wat nog verder gedaan wordt in het regionale samenwerkingsverband. Daar zit ook de zorg van zijn fractie. Hij heeft de burgemeester daarover verstandige opmerkingen horen maken: focus, effectiviteit. Hij deelt dat met de burgemeester. Wanneer er stappen worden gezet is het belangrijk dat betrokkenen met democratische legitimering daarin een aantal keuzes maken die ook in de raad worden verankerd. De heer Wijlhuizen (SP) sluit zich aan bij de woorden van de heer Buunk. Hij wil graag meedenken en meebeslissen over de kosten van een assemblee. De raad gaat over het geld. Tot op heden heeft de raad hierover niet kunnen spreken. Hij vraagt wanneer dit zal gebeuren. Hij merkt op dat “een assemblee” anders klinkt dan een “U10-café”. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) lijkt het handig wanneer een concreet voorstel voorligt vanuit het U10 waarover in de raad gesproken kan worden. Burgemeester Van Zanen zegt dit laatste graag toe. Nu gaat het om BRU-middelen die keurig via het AB-BRU zijn vastgesteld. Hij heeft kennis genomen van de gemaakte opmerkingen. Het is voor het college zo zeer de moeite waard dat het college daarover graag spreekt: de status, het geld. Hij bevestigt dat alles tot op de komma moet worden verantwoord. Het college legt die Verantwoording graag af. Hij komt hierop terug. Hij vervolgt zijn beantwoording. Over de kanttekeningen die agenten maken bij de methodiek met betrekking tot de rapportering criminele jeugdgroepen, merkt de burgemeester op dat het hier gaat om een landelijke methodiek. Hij moet ervan uitgaan dat deze gegevens betrouwbaar zijn. Hij zal in de Driehoek nagaan of er signalen zijn van wijkagenten. Hij wil dit wel getoetst hebben. Hij zegt uitdrukkelijk kennis te hebben genomen van de gemelde signalen. De heer Wijlhuizen (SP) bevestigt en benadrukt andermaal dat de signalen zeer zorgelijk zijn. Waar het de landelijke systematiek betreft, weet hij dat in Amsterdam een andere systematiek wordt toegepast die niet helemaal vergelijkbaar is. Hij vraagt zich af in hoeverre Utrecht van Amsterdam kan leren. Is binnen de G4 van gedachten te wisselen over hoe de systemen functioneren? Zal de wethouder dit daadwerkelijk gaan onderzoeken en de raad daarover informeren?
Pagina 32 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
1910
1920
1930
1940
1950
1960
Burgemeester Van Zanen stelt de commissie zijn informatie hierover in het vooruitzicht op basis van een onderzoek dat mogelijk al gedaan is. Met betrekking tot het gevraagde onderzoek maakt hij een pas op de plaats. Hij brengt voor het voetlicht dat het college 1 miljoen euro moet besparen in het doen van onderzoeken. De heer Wijlhuizen (SP) nuanceert zijn woordgebruik. Het door hem bedoelde onderzoek hoeft geen weken of maanden te duren. De burgemeester zou ook met 10 wijkagenten een gesprek kunnen aangaan. Dat kost hem enkele uren en hij zal dan goed geïnformeerd worden. Burgemeester Van Zanen dankt de heer Wijlhuizen voor zijn advies. Hij zal dat advies op enigerlei wijze opvolgen. Hij weet niet precies wat de heer Van Ooijen bedoelt met “het aanpassen van de wijken”. Hij gaat ervan uit dat hij ervoor wil zorgen dat het college de cijfers ook op buurtniveau zal hebben. Wanneer de politieorganisatie straks daarop aansluit met het basisteam, zal dat voor de wijkveiligheid niets uitmaken. De organisatie zal dan net zo effectief kunnen zijn, hoe de politie-indeling ook zal zijn. In sommige gevallen zal de informatie op buurt- en zelfs op straatniveau zijn. Bijvoorbeeld waar de hot spots in het geding zijn. Ouderenmishandeling is inderdaad een belangrijk aandachtspunt. Safeteams willen ook in de toekomst aan dit probleem aandacht besteden. De meldpunten Huiselijk Geweld en kindermishandeling worden samengevoegd. Dat geldt dan ook voor het effect van de extramuralisering op geweld tegen ouderen. Daarvoor zal een vergelijkbare systematiek worden toegepast. De burgemeester kondigt aan hierover binnenkort ook met het COSBO te zullen spreken. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt meer informatie over de te verwachten aandacht van de safeteams. Hij had ook nog een vraag gesteld over daders- en slachtofferprogramma’s. Mevrouw Van de Putten (hoofd veiligheid, ambtelijke ondersteuning) zet uiteen dat de buurt- en de safeteams in ontwikkeling zijn omdat in 2015 de transitie Jeugdzorg een plek zal krijgen. In die ontwikkeling zal ook geweld tegen ouderen plek en aandacht krijgen. Wanneer de raad over de transitie meer wil weten is het handig wanneer de afdeling maatschappelijke ontwikkeling de raad daarover breder informeert. Burgemeester Van Zanen merkt op dat het nog maar de vraag is of de gemeente de verkeerde kant opgaat met de evenementen. De evenementen moeten wel veilig blijven. Naar wat de burgemeester weet is er een Raadsinformatieavond in voorbereiding op 1 juli. Dan zal over evenementen gesproken worden. De opmerkingen die gemaakt zijn over woninginbraken zijn de burgemeester uit het hart gegrepen. Hij heeft recentelijk met de woningbouwcorporaties gesproken. Alles wat is gezegd vanuit de raad heeft de burgemeester daar naar voren gebracht. Dat wil niet zeggen dat de woningbouwcorporaties meteen al het gevraagde kunnen leveren. Dit heeft wel veel aandacht. Inderdaad is veel winst te behalen in de sfeer van de preventie. Dat moet wel met een kosten-batenanalyse. De burgemeester benadrukt dat de dames en heren studenten zo knap zijn dat ze wat ze zelf aan preventieve maatregelen kunnen nemen ook kunnen nemen. Het gaat zijns inziens er ook om niet alles zomaar voor het grijpen te leggen. De inbreng van mevrouw Ekdom vindt de burgemeester niet gemakkelijk om te beantwoorden. De portefeuillehouder Dierenwelzijn heeft op zich genomen de nota Welzijn Dieren uit 1999 te actualiseren. De burgemeester wil alle punten meenemen die ingebracht zijn door de Partij voor de Dieren zoals ook aan dieren te denken als het gaat om zaken die in de Driehoek besproken worden, als het gaat om crises, om huiselijk geweld. Hij bevestigt dat ook dieren het slachtoffer zijn van huiselijk geweld. Hij zal dat dan meenemen. Verder gaat hij niet, omdat wat hij toezegt, hij wil nakomen. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) gaat in op de kritische prestatie indicatoren (KPI’s) of effectindicatoren. Hij heeft gezegd het opmerkelijk te vinden dat op het dossier Veiligheid dan wel de ambities erg laag zijn, dan wel de prestaties boven de norm liggen. Hij vraagt hoe de burgemeester dit ziet. Hij vraagt of hij kan verwachten dat tot en met 2015 de ambities scherper worden gesteld. Of doet de gemeente Utrecht het zo fantastisch? Burgemeester Van Zanen begrijpt hieruit dat wanneer Utrecht op de norm zit, de norm te slecht zou zijn en wanneer Utrecht onder de norm zit, de gemeenteraad er iets aan doet. Hij weet niet of hij nu een antwoord kan geven waarmee hij de heer Bos tevreden stelt. Utrecht voldoet bijna aan alle normen die de raad welbewust heeft gesteld. Dat doet niet alleen de gemeente maar ook de regio - zo is het inzetten van politie geregeld. De normen zullen eind dit jaar opnieuw vastgesteld worden. Het gaat om nationale politie en daarmee heeft ook het Rijk hierin een grote stem. In de beleving van de burgemeester zijn de normen strak gesteld en voldoet de gemeente Utrecht in de eerste vier maanden lang niet aan de norm. De burgemeester heeft daarmee een klus te klaren. In de afgelopen jaren scoort de gemeente Utrecht heel behoorlijk, om niet te zeggen goed, als het gaat om de harde cijfers. Dat betekent dat met het stellen van nieuwe ambities voorzichtigheid geboden is omdat de tendens in de eerste vier maanden de verkeerde kant op lijkt te gaan. De burgemeester verwacht dat het nog een hele klus zal zijn om gezamenlijk de afspraken na te komen. Hij kijkt naar het huidige IVP - dat strekt zich uit over twee jaar. De gemeente Utrecht zal blij moeten zijn om de lijn vast te houden die in de afgelopen vier jaar is ingezet. De burgemeester vindt dat ambitieus wanneer hij kijkt naar de feiten en wanneer hij om zich heen kijkt. De burgemeester gaat in op de vragen over de gaslekken. VTH voert geen keuring van gasleidingen uit. Hij kan dat wel afdwingen bij de eigenaren van gebouwen wanneer daarvoor een noodzaak is.
Pagina 33 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
1970
1980
1990
2000
2010
2020
Mevrouw Van de Putten (Hoofd Veiligheid) beantwoordt de vragen over daders-slachtoffers. Het OM is in de afgelopen jaren daarmee intensief bezig. Het gaat daarbij om de betrokkenheid van slachtoffers in confrontaties met de daders bij rechtszaken. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) wil graag weten of de burgemeester bereid is om de mogelijkheden voor stimulering vanuit de gemeente te verkennen. Het gaat daarbij om verschillende aanpakken die de gemeente zelf heeft. Er zou ook sprake zijn van een financieel knelpunt. Hij is in dit verband benieuwd naar een inventarisatie. Burgemeester Van Zanen stelt in antwoord op deze vraag een lijst in het vooruitzicht. Mevrouw Ekdom (PvdD) is blij met de wethouder die dierenwelzijn in zijn portefeuille heeft. Zij spreekt de hoop uit dat deze wethouder ook daadwerkelijk iets gaat doen in het kader van dierenwelzijn en dat dit niet steeds aan de kant wordt geschoven omdat er steeds iets is dat belangrijker is. Zij spreekt de hoop uit dat de concrete punten die zij heeft ingebracht daadwerkelijk worden meegenomen. De voorzitter constateert dat de burgemeester hiervan nota heeft genomen. Hij recapituleert de gedane toezeggingen. Beantwoording door wethouder Geldof Wethouder Geldof dankt de commissie voor de gestelde vragen. Mevrouw Dibi van de PvdA vroeg aandacht voor digitale vaardigheden van Utrechtse burgers. De wethouder bevestigt dat dat een belangrijk aandachtspunt is. De huidige infrastructuur zou daar niet op zijn ingericht en mevrouw Dibi vraagt naar een oplossing met de hulp van vrijkomende computers bij de gemeente vanwege de inhuizing van de gemeentelijke organisatie in het Stadskantoor. In de contractering van de nieuwe ICT is tegelijkertijd een verantwoorde afvoer van de achterblijvende ICT-apparatuur meegenomen. Dit heeft te maken met onder meer het wissen van de harde schijven om te voorkomen dat gevoelige informatie op straat komt. De apparatuur wordt via geselecteerde partijen voor hergebruik en recycling aangeboden zoals overeengekomen met de leverancier. De gemeente vervult daarin verder geen rol, los nog van de softwarelicenties die hierbij dan ook nog een rol zouden spelen. Helaas is het om die redenen niet mogelijk om tegemoet te komen aan de wensen van mevrouw Dibi. Inbreng is geleverd over de staking bij Stadswerken. Het college heeft de staking erkend omdat zij op tijd was aangekondigd en aan de voorwaarden voldeed. Dat is iets anders dan dat het college zegt de staking terecht te vinden. Dit heeft te maken met het recht van mensen om te staken. Wanneer zij willen staken kunnen zij van dat recht gebruik maken. Daar waar opmerkingen zijn gemaakt over medewerkers die op de Payroll staan, antwoordt de wethouder dat deze mensen nu juist niet in dienst zijn van de gemeente. Die vallen daarom niet onder de CAO. Deze mensen worden bij Stadswerken nu ingezet omdat de raad heeft besloten tot ondergrondse inzameling van huisvuil. Dat betekent dat de gemeente in de komende jaren minder inzamelaars nodig zal hebben. Op die manier zorgt het college voor een soepele overgang zonder met meer overplaatsbaren te maken te krijgen. Dat is de achtergrond van het werken met medewerkers die op de Payroll staan. De wethouder verwijst naar het coalitieakkoord met betrekking tot de motie over de verzelfstandiging van Stadswerken. Dat akkoord houdt in dat het college Stadswerken een interne verzelfstandiging laat doormaken. De stand van zaken is dat nadrukkelijk niet is gekozen voor een volledige verzelfstandiging door Stadswerken buiten de gemeente te plaatsen. Op dit moment wordt gewerkt aan een contourenschets waarbij goed gekeken wordt naar wat bij Stadswerken de verdere verzelfstandiging tot e-dienst kan inhouden. Het gaat daarbij vooral over taken die gewoonlijk in de gemeente centraal worden gedaan. Maar Stadswerken is een afzonderlijke dienst met afzonderlijke werkzaamheden waarbij niet voor iedereen een werkplek nodig is met een pc. Dat heeft consequenties voor de overhead en voor zaken die te maken hebben met HRM. Mevrouw Dibi (PvdA) vindt deze informatie helder. Zij vraagt wat de wethouder gaat inbrengen aan de onderhandelingstafel. Ze vraagt naar de positie van het college daarin. Wethouder Geldof licht toe over de CAO-onderhandelingen dat de VNG de bonden heeft uitgenodigd om opnieuw te gaan onderhandelen. De VNG heeft ook de nodige toezeggingen gedaan, bijvoorbeeld over de cao, over modernisering van de opleidingen, loopbaanontwikkeling, individuele keuzebudgetten. De loonwens van 5,5% die de vakbonden ook hebben neergelegd heeft betrekking op medewerkers bij alle gemeenten. Die is niet betaalbaar door de VNG en ook niet uit te leggen. Daarover is het conflict ontstaan. De VNG wil nu de vakbonden graag weer aan tafel hebben. Ook dat is de wens van deze wethouder. Wat zich daar op de onderhandelingstafel afspeelt, is niet bestemd voor een open bespreking aan deze tafel. De wethouder heeft enkele onderwerpen genoemd die door de VNG zijn aangegeven. Het college heeft al technische vragen beantwoord als het gaat om de wens om overschrijding van kosten bij ICT te voorkomen. Op dit moment zijn de tekenen dat het college het nodige zal realiseren binnen het budget. Medio volgend jaar verwacht de wethouder daarover een eindafrekening te hebben. Mocht hij signalen krijgen dat dit anders gaat lopen, zal hij de raad daarover informeren. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vindt de suggestie van mevrouw Dibi een leuke, om de computers die vrijkomen ter beschikking te stellen. Is de wethouder bereid met de partijen die het contract zijn aangegaan, te praten over wat hiervoor is te regelen. Hij vraagt of de wethouder die ambitie wil uitspreken. Pagina 34 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
2030
2040
2050
2060
2070
2080
Wethouder Geldof antwoordt dat hij ook te maken heeft met de oude softwarelicenties. De gemeente heeft geen budget om nieuwe softwarelicenties aan te schaffen. Hij is bereid met het bedrijf te gaan praten om de raad te informeren over hoe dat bedrijf de recycling en mogelijk ook de tweedehands verkoop ter hand neemt. Het college heeft duurzaamheid hoog in het vaandel. Daarmee voelt hij zich ook gecommitteerd aan een nette afvoer van de apparatuur. Dat is op dit moment geregeld. Hij kan hier naar kijken zonder er iets op toe te kunnen zeggen. Mevrouw Rajkowski (VVD) licht toe dat het probleem met harde schijven wissen is dat alleen wissen vaak niet genoeg is. Dan is de informatie nog terug te halen. De harde schijven moeten opnieuw aangeschaft worden op de oude computers. In dat opzicht begrijpt zij de bezwaren van de wethouder. Zij vindt het idee wel sympathiek voor de buurthuizen. De vraag is of het product dat hier uit voort kan komen handig is voor de beoogde doelgroepen van mevrouw Dibi. Mevrouw De Regt (GroenLinks) merkt op dat het haar opvalt dat de wethouder de combinatie maakt tussen het beschikbaar stellen van computers en de softwarelicenties alsof het één niet zonder het ander kan. De vraag is of tot het één te besluiten is en de oplossing voor het ander ergens anders te zoeken is. Wethouder Geldof verwijst naar zijn informatie over de contractering de pc's te zullen afvoeren. Hij herhaalt zijn eerder gegeven informatie. Hij wil geen valse verwachtingen wekken en doet daarom op dit gebied geen toezegging. Mevrouw Dibi (PvdA) nodigt de wethouder uit tot creativiteit over te gaan. Zij zou het heel mooi vinden wanneer de wethouder zich toch hiervoor inspant. Zij begrijpt dat meer partijen in de raad dit een goed idee vinden. Ze vraagt geen toezegging dat het mogelijk is maar een onderzoek van de wethouder naar de mogelijkheden. Op deze manier geeft de gemeente Utrecht iets terug aan de bewoners. Mevrouw De Regt (GroenLinks) sluit zich hierbij aan. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) sluit zich hierbij aan. Wanneer de wethouder die op een toezegging doet ontvangt hij die informatie wel graag voor de behandeling van de Voorjaarsnota. Aan de hand daarvan is iets te bepalen. Wethouder Geldof heeft toegezegd na te willen gaan hoe de bedrijven hiermee omgaan en hoe ze de computers tweedehands ter beschikking stellen. De gemeente is contractueel gebonden aan de contractpartijen. Om die reden heeft hij gezegd geen verwachtingen te willen wekken. Hij zal de raad hierover nader informeren vóór de behandeling van de Voorjaarsnota. Eén van de vragen van D66 had te maken met het in beweging houden en verder brengen van de organisatievernieuwing in de verhouding tot participatie. De gemeente is nu vier jaar bezig met Via B en Verder Via B. Het college gaat daarmee door óók omdat zij een steeds responsievere houding krijgt. Waar gevraagd is naar de verhouding met participatie, zet de wethouder uiteen dat die het meest tot zijn recht komt in de stadsgesprekken. Het gaat daarbij om het aanpakken van vraagstukken samen met de stad. De wethouder verwijst in dat verband naar het “Buiten is Binnen-verhaal”. Daarbij komen de mensen die voor de gemeente werken in contact met de klanten voor wie ze werken. De vraag daarbij is hoe ervoor te zorgen dat er een cultuuromslag op gang komt. Het gaat daarbij dan om een procesaanpak. Dit is daarbij een van de onderdelen waarop het college wil inzetten gericht op de verbetering die het college beoogt: meer klantgericht werken vanuit het perspectief van de persoon of organisatie die dienstverlening nodig heeft. Mevrouw Scholten (D66) had deze vraag willen stellen aan wethouder Jongerius. Nu wethouder Geldof de stadsgesprekken heeft genoemd, is zij benieuwd van deze wethouder te vernemen hoe hij verder zal gaan met de stadsgesprekken. Wethouder Geldof antwoordt dat het college dat momenteel aan het uitwerken is. Op diverse niveaus wordt hierover nagedacht. Samen met wethouder Jongerius zal hij aan deze uitwerking gestalte geven. Dit zal het college uiteindelijk met de raad gaan delen. Hierin willen de portefeuillehouders de link met de organisatievernieuwing sterk houden. Hij vervolgt zijn beantwoording. Extra budget opgenomen in de Voorjaarsnota tot 2015/2016 voor Wijkgericht Werken. (IRM Wijken; Integraal Resultaatverantwoordelijk Manager) Mocht dat geld in 2017 ook nodig zijn, komt het college daar zeker op terug. Het was begroot tot en met dit jaar. Het college heeft ervoor gezorgd dat het budget beschikbaar is ook in 2015 en 2016. Gesproken is door de commissie over “budgetten inzichtelijk maken op wijkniveau”. De wethouder licht toe dat dat ingewikkeld zal worden. Dit heeft ook betrekking op Wijkgericht Werken en Participatie. Dat is niet zijn portefeuille. Dit heeft bovendien op zoveel zaken betrekking dat het bijna gaat over de financiële inrichting van de gemeente. De wethouder begrijpt de doelstelling hierbij. Het gaat de commissie om de vraag wat beschikbaar is in wijken. Het wijkbureau heeft daarin een stevige stem. Gesproken is over publiek private samenwerking voor het onderhoud van het Máximapark. Hij merkt op dat het hier wel gaat om een heel groot park. Hij gaat in op ontwikkelingen en noemt ze heel mooi. Voor veel doelgroepen is het park aantrekkelijk gemaakt. Hij gaat ervan uit dat een heel park in de publiek private samenwerking brengen, veel haken en ogen zal hebben. Hij zal nagaan wat op dat gebied mogelijk is. Zodra er initiatieven zijn wil het college nagaan welke mogelijkheden bestaan. Hij neemt het signaal mee. De heer De Vries (GroenLinks) waardeert het zeer dat de wethouder hier naar wil kijken. Ook zijn fractie is voorstander van het groen zoveel mogelijk in zelfbeheer te beheren. Punt is wel dat het vaak duurder is dan Pagina 35 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
2090
2100
2110
2120
2130
2140
regulier beheer. Wanneer de wethouder daar naar gaat kijken vraagt hij hem hiervoor aandacht te hebben en het kostenaspect hieraan mee te nemen. Wethouder Geldof bevestigt dat hij te maken heeft met budgettaire kaders. Hij dankt de heer De Vries voor deze informatie. De vraag zal steeds zijn hoe elke euro het beste uit te geven. D66 heeft enkele opmerkingen gemaakt over de communicatie met bewoners. Hij stelt zich voor dat D66 doelde op de opbreking van de openbare weg in die buurt. Wanneer daar zaken niet goed zijn gegaan, merkt hij op dat het altijd van belang is om zaken bij het wijkbureau te melden. De gemeente probeert de buurt zo spoedig en zo goed mogelijk te informeren. Hinder is niet uit te sluiten. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) noemt de hoofdfietsroute over de Zandweg bij De Meern als voorbeeld. Hij heeft uit De Woerd vernomen dat frequente gebruikers van de Zandweg niet zijn geïnformeerd. Alleen de aanwonenden op de Zandweg zijn geïnformeerd over het openbreken van de weg. Hij denkt dat mevrouw Scholten daarop doelt. Het is in sommige gevallen niet voldoende om de direct betrokkenen te informeren. Van belang is de verkeersstromen te volgen. Hij neemt aan dat daarin verbetering aan te brengen is. Wethouder Geldof zal in zijn komende staf met Stadswerken aandacht vragen voor de wijze van communiceren met de omgeving bij het openbreken van wegen; wie zijn daarbij betrokken? Hij zal de signalen aan de orde stellen die in deze commissie zijn gewisseld. Dit zit in de uitvoering. Mevrouw Scholten (D66) vraagt of de wethouder de commissie wil informeren over de informatie die hij in zijn staf hierover heeft gekregen. Wethouder Geldof merkt op dat hiervoor geldende aanpakken zijn. Hij kan de commissie daarover informeren. Met betrekking tot de vraag over hoe verder met het pilot Avondopenstelling deelt de wethouder mee dat hij voor de zomer daarover een rapportage zal ontvangen. Het college gaat hiermee in ieder geval door. Waar het gaat om de tevredenheid van het publiek heeft de wethouder een hele lijst ontvangen met cijfers waaruit blijkt dat het wisselt tussen 7,3 en 7,6 met fluctuaties, maar wel een ruime voldoende. Het college stuurt aan op tevredenheid met de dienstverlening en dat mensen dit op de website kunnen aangeven met reacties. Dit wordt steeds gemonitord en het college werkt hieraan blijvend. De wethouder neemt de suggestie van een readspeaker op de gemeentelijke website mee in het totale wensenplaatje voor de verbetering van de website. Het college zal moeten nagaan wat er allemaal mogelijk is. Mevrouw Scholten (D66) verwacht dat het aan de kosten niet kan liggen. Zelfs haar lokale afdeling heeft een readspeaker op de website. Wethouder Geldof sluit de mogelijkheid niet uit. Hij wil hierover eerst afstemming met de ambtelijke ondersteuning. Hij vervolgt zijn beantwoording. Mevrouw De Regt sprak over de reorganisatie en de betekenis daarvan voor mensen. De wethouder bevestigt dat de reorganisatie haar weerslag heeft gehad op mensen in die zin dan dat er functies zijn verdwenen en medewerkers daardoor overplaatsbaar zijn geworden. De wethouder vroeg de laatste stand van zaken op. Per 1 mei heeft de gemeente 121 overplaatsbare medewerkers en 81 pre-overplaatsbaren. In die laatst genoemde categorie zullen medewerkers binnen afzienbare tijd “overplaatsbaar” zijn. Mevrouw De Regt (GroenLinks) is verbaasd over de cijfers die de wethouder nu geeft. Zij heeft hierover een vraag gesteld bij de beantwoording van de technische vragen. Daar werden cijfers genoemd die zij zojuist noemde: 31 overplaatsbaren op 31 december 2013. Wethouder Geldof verneemt desgevraagd dat het nummer van de desbetreffende vraag 72 is. Mogelijk betreft het een vraag over iets dat alleen betrekking heeft op Werk en Inkomen. Bij Werk en Inkomen speelde ook nog een masterplan uit het verleden. De wethouder vraagt ambtelijke ondersteuning op dit onderwerp. Hij vervolgt zijn beantwoording. Hard wordt gewerkt om medewerkers te herplaatsen in of buiten de organisatie via een passende regeling. Gezien de crisis is dat een stevige klus. Een toezegging op de vraag wanneer de gemeente Utrecht geen enkele overplaatsbaren meer zou hebben, kan de wethouder niet geven. De inzet is er om zoveel mogelijk mensen intern te plaatsen. Mevrouw De Regt (GroenLinks) zou graag voor de behandeling van de Voorjaarsnota “de echte cijfers” willen zien. Mocht de wethouder dan geen moment kunnen noemen waarop de gemeentelijke organisatie geen overplaatsbaren meer heeft, ontvangt zij graag de verwachting tot op welk niveau het aantal terug te brengen is en binnen welke termijn zodat de raad daarna kan kijken en kan beoordelen of hij dit een reële doelstelling vindt. Wethouder Geldof antwoordt de getallen per 1 mei te hebben genoemd. Hij kan daarvan uiteraard een kort overzicht geven. Of hij kan voldoen aan de vraag een verwachting te geven, kan hij op dit moment niet zeggen. Hij zal in ieder geval nagaan wat hij wel kan communiceren. Mevrouw De Regt (GroenLinks) begrijpt dat de term verwachting een beetje verwarrend is. Ze wil wel graag vernemen naar welke haalbare cijfers de wethouder gaat streven. Wethouder Geldof antwoordt dat hij in de toegezegde informatie zal meenemen wat hij hierover kan zeggen. Hij pleit voor realiteitszin in dezen. Hij merkt op dat vele parameters hierbij een rol spelen. Hij heeft hier niet de 100% voorspelbaarheid in handen. Hij zal beschrijven wat wel en niet te verwachten is. Hij wil vooral voorkomen verwachtingen te wekken die hij niet kan waarmaken. Het ziekteverzuim is gedaald van 7,3% in maart 2013 naar 6,5% in december 2013. Deze trend zet zich voort. In maart 2014 was het ziekteverzuim 6,1%. De wethouder is blij met die ontwikkeling. Daarop is ook veel ingezet. Pagina 36 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
2150
2160
2170
2180
2190
2200
Het streven is uiteindelijk om op 6,0% uit te komen - dat is een soort van landelijke norm. Hierop wordt al een tijd gestuurd richting zieke medewerkers. Verder schetst hij de inspanningen aan de zijde van de werkgever om ziekteverzuim zoveel mogelijk te voorkomen. Gevraagd is naar Practice what you Preach – het gaat daarbij om mensen met een arbeidshandicap. De wethouder verwijst de commissie naar de nota Arbeidsparticipatie bij Werk en Inkomen. Hij verwacht deze nota binnenkort naar de commissie te kunnen sturen. Mevrouw De Regt (GroenLinks) vraagt de wethouder te mogen herinneren aan de toezegging die is gedaan bij motie 78 dat de raad uiterlijk februari 2014 geïnformeerd zou worden. Wethouder Geldof verwacht dat die toezegging is gedaan door wethouder Spigt, ook in het kader van de nota Arbeidsparticipatie. Hij zal meenemen dat er een toezegging is gedaan waarover de verwachting heerst dat die in februari 2014 gestand zou zijn gedaan. Vragen zijn gesteld over de ambities van het college met datagedreven sturing. Hij zet uiteen dat de ambities er op gericht zijn om binnen het fysieke sociale bedrijfsvoerings- en dienstverleningsdomein minimaal acht initiatieven te starten om meerwaarde en kansen te creëren met datagedreven sturing. Kennis staat daarbij voorop en techniek komt daarbij op de tweede plaats. Uiteraard met medeneming van wetgeving en bescherming van persoonsgegevens. Hij noemt als voorbeeld sensoren in afvalverzamelingsbakken die het mogelijk maken om tijdig te weten wanneer de bakken vol raken. Dan is het mogelijk om veel gerichter tot het legen van die bakken over te gaan. Dat scheelt in het aantal ritten. Met een dergelijke dataverzameling is efficiënter te werken, is gerichter te controleren, et cetera. Dat wordt momenteel ontwikkeld. Het college heeft hiervoor budget gereserveerd. Het college beoogt met een dergelijke sturing de dienstverlening te verbeteren. De VVD waarschuwt het college dat een automatiseringsopgave in overheidshanden nog wel eens duurder kan uitvallen dan gepland. Het college stuurt hierop strak. Het college heeft in het coalitieakkoord met Prettig Geregeld aangegeven aan deregulering te willen werken. Daarvoor heeft het vier sporen in gedachten. Bij Publieksdienstverlening zullen de processen nog worden bezien, ook door de bril van deregulering. Het gaat daarbij om de vraag waar kansen en mogelijkheden liggen om de processen korter te maken. Het gaat soms over lastenverlichting in termen van doorlooptijden. Ook is het in sommige gevallen mogelijk zaken direct af te handelen zodat de klant die direct heeft. Ook zijn processen te bedenken waardoor mensen niet twee keer maar één keer hoeven te komen. Bovendien is nieuwe wetgeving uit Den Haag te verwachten. Ook die wil het college goed in beeld hebben om na te gaan wat de gemeente ermee kan. De wethouder denkt daarbij aan vergunningvrij bouwen. Het college wil ook een uitvraag opzetten bij ondernemers. Tot nu toe is dit vaak gedaan via de website van de Kamers van Koophandel. Het college wil ook graag met ondernemers zelf aan tafel over hun ervaringen met de overheid. De wethouder is dan alert op zaken die vermijdbaar zijn. Het college wil de interne regelgeving tegen het licht houden. Ook vereenvoudigde interne regelgeving kan leiden tot kortere doorlooptijden. Die zijn altijd beter voor de dienstverlening. De wethouder hoopt na de zomer en in ieder geval in de tweede helft van dit jaar een plan van aanpak naar de commissie toe te zenden. Een van de directeuren is trekker gemaakt van dit fenomeen. Vanuit de VVD is het verzoek gekomen om de winkel tijdens de verbouwing open te houden; dit met betrekking tot de inhuizing in het Stadskantoor. De wethouder verzekert de commissie dat het college dat van plan is. Hij bevestigt dat het hier gaat om een majeure operatie. Op 6 oktober zal de gemeente gesloten zijn voor het publiek. De bedoeling is dan op 7 oktober de dienstverlening weer op gang te hebben. De heer Van Ooijen van de ChristenUnie stelde enkele vragen over de website. Hij noemde de voorziening Ideal. De wethouder neemt deze suggestie mee. Hij ziet daarin ook een mogelijkheid tot lastenverlichting. Hij voegt dit punt toe aan de aandachtspunten bij de ontwikkeling van de gemeentelijke website. Schriftelijke vragen van de ChristenUnie zullen op zeer korte termijn beantwoord worden. Veel vragen zijn gesteld over het Leefbaarheidsbudget, en de inhuizing van wijkbureau West in het Stadskantoor. Het gaat daarbij om Wijkgericht Werken en participatie. Wethouder Geldof verwijst naar de wethouder die daarover gaat. Wijkbureaus zullen het Leefbaarheidsbudget onder de aandacht moeten brengen. De heer Wijlhuizen wees op cijfers in de jaarstukken die niet kloppen. De wethouder weet niet op welke cijfers hij duidt. De wethouder zal hierover contact opnemen met de wethouder Financiën. Hij houdt zich aanbevolen voor nadere informatie over de exacte cijfers die niet zouden kloppen. De heer Wijlhuizen (SP) is in bezit van een korte lijst. Hij heeft niet alles eigenhandig doorgespit. Soms gaat het om verschillen van 600.000 euro. Hij noemt daarmee in verband de tabel 3.1.1. Hij vroeg specifiek naar de effecten hiervan op de organisatie en op de uit te voeren projecten wanneer dergelijke bedragen niet kloppen. Wethouder Geldof merkt op dat hij niet weet wat de oorzaak is van de verschillen. Wanneer hij de lijst ontvangt van de SP kan hij daar naar kijken samen met zijn collega wethouder Financiën en met de betrokken portefeuillehouders. De heer Wijlhuizen (SP) wil het werk niet doen van deze organisatie. Hij zal de lijst geven van de getallen die de fractie heeft gevonden. Hij verzoekt de wethouder zelf op zoek te gaan binnen de organisatie waar de getallen niet kloppen. Hij herhaalt zijn vraag over de mogelijke effecten hiervan op de organisatie en de ambtenaren die het werk uitvoeren.
Pagina 37 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
2210
2220
2230
2240
2250
De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) merkt op dat dit een herhaling is van zetten. Vanmiddag bij de wethouder Financiën is hieraan uitgebreid aandacht besteed. Wethouder Kreijkamp heeft gezegd hierop te zullen terugkomen. De heer Wijlhuizen (SP) merkt op dat wethouder Kreijkamp terug zou komen op de getallen maar niet op de effecten die de getallen hebben op de organisatie en op de projecten. Wethouder Geldof vraagt de heer Wijlhuizen niet om het werk van de organisatie over te doen. De heer Wijlhuizen heeft enkele signalen. Hij wil graag gaan kijken aan de hand van die signalen. Deze vraag is gericht aan alle mogelijk betrokken wethouders. Hij merkt op hierover nog niets te kunnen zeggen nu hij de informatie niet heeft. Over het mogelijke effect kan hij daarom ook nu weinig zinnigs zeggen. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) merkt op dat hij van mening is dat het nu eerst van belang is om te weten of het hier gaat om miscalculaties dan wel verkeerde notaties van cijfers. Pas wanneer dit is vastgesteld, is te spreken over effecten. Wethouder Geldof ontvangt graag de signalen van de SP en zal daar dan naar kijken. De gemeente gaat door met trainees. De gemeente Utrecht doet mee aan een regionaal traineeprogramma HBO WO. Zij heeft daarop ook nog een eigen trainingsprogramma. Bovendien doet zij mee aan een klein experiment met MBO-trainees in het kader van Veiligheid, Toezicht en Handhaving en bij Werk en Inkomen. Bij Werk en Inkomen komt een talentprogramma met onder meer ook mensen die nu in de bijstand zitten. Zo mogelijk zal een en ander structureel worden. Dat heeft ook een relatie met de overplaatsbaren waarvoor het college zijn zorgen heeft. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt inzicht in de ontwikkeling hierin. Hij weet dat dit een aandachtspunt is van het college en dat ook de raad het belangrijk vindt. Het lijkt in de stukken alsof het beter gaat. Hij vindt het lastig in te schatten in hoeverre hier sprake is van een structurele inbedding. Wethouder Geldof vraagt naar wat de heer Van Ooijen precies aan informatie wil. De heer Van Ooijen (ChristenUnie) vraagt vergelijkingcijfers met vorige jaren en vergelijkingcijfers met de rest van het ambtelijk apparaat. Wethouder Geldof zegt deze gevraagde informatie toe. Hij vervolgt zijn beantwoording. De wethouder attendeert mevrouw Broeksma van Student en Starter over de door haar gevraagde Engelstalige website dat in het coalitieakkoord staat dat de gemeente een expatcentre gaat vormgeven. Op de website van de gemeente moet daar een goede link naar toe gemaakt worden. Daarvoor zal het college zorg dragen. De wethouder neemt de vraag naar een Engelstalige website mee naar de ontwikkeling van de website. Op dit moment vindt hij de gedachte te ver gaan om veel van de gemeentelijke website in de Engelse taal te schrijven. Mevrouw Broeksma (Student en Starter) merkt op dat Amsterdam de voorziening biedt om de gemeentelijke website volledig in de Engelse taal te lezen. Die andere Engelstalige website heeft ook andere informatie die vooral ook te maken heeft met het expatcentre. Door alleen op de knop Engels te drukken op de gemeentelijke website in de Nederlandse taal is de toegankelijkheid geoptimaliseerd. Wethouder Geldof neemt nota van deze suggestie. De heer Bos (Stadsbelang Utrecht) was betrokken bij de werkgroep Utrecht internationaal. Daar is gesproken over een welkomstpakket in de Engelse taal en in een andere taal. Ook is daar gesproken over een internationale website. Het lijkt hem niet meer dan logisch wanneer de gemeente een expatdesk gaat neerzetten, daar niet in de Nederlandse taal te communiceren. Wethouder Geldof vervolgt zijn beantwoording gaat in op de vraag van Student en Starter voor een scherm buiten aan de muur van het stadhuis om de raadsvergaderingen te kunnen bekijken. Hij verwacht dat het college dat liever niet doet. De raad gaat zelf over het Budget Raadsorganen. Hij doet de suggestie dit in raadsverband zelf te bespreken. De voorzitter adviseert mevrouw Broeksma dat vóór 3 juli nog een presidiumvergadering is gepland. Mogelijk is dat de juiste plek om deze vraag te bespreken en daarbij vooraf met de griffie naar het budget en de kosten te kijken. De voorzitter inventariseert de nog openstaande vragen.
2260
Mevrouw De Regt (GroenLinks) vraagt de wethouder alsnog in te gaan op een niet afgegeven accountantsverklaring op een project waarin de uren niet werden bijgehouden. Is die kwestie opgelost? Wordt actie genomen om dit soort zaken in de toekomst te voorkomen? Zij heeft gevraagd naar een iets meer dan een kaal overzicht die al door wethouder Kreijkamp was toegezegd over de 74 ideeën waarop een businesscase wordt uitgewerkt. Zij wil iets meer inzicht hebben in de haalbaarheid van de doelstelling die daaraan gekoppeld is gezien de consequenties. Mevrouw Scholten (D66) vraagt of de wethouder van plan is Utrechters te laten meedenken over de verbetering in kwaliteit en efficiëntie van de publieksdienstverlening.
Pagina 38 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
2270
2280
2290
Desgevraagd door de wethouder informeert mevrouw De Regt (GroenLinks) dat het project zonder accountantsverklaring gericht was op het terugdringen van overgewicht bij jongeren. Het gaat om een samenwerkingsproject van AGIS dat is overgegaan in ACHMEA en de GG&GD. Het gaat om pagina 349 in de jaarstukken. Wethouder Geldof zal hierop terugkomen en uitzoeken waaronder het project ressorteert in de gemeentelijke organisatie. Mevrouw De Regt (GroenLinks) bevestigt dat dit project heeft gedraaid bij de GG&GD, bij Volksgezondheid. Zij legt dit aan de wethouder voor omdat dit te maken heeft met de inrichting van de organisatie. Wanneer uren niet worden bijgehouden wanneer externe projectgelden worden aangevraagd, hoort dat haar inziens bij de inrichting van de gemeentelijke organisatie. Wethouder Geldof bevestigt dat dit mogelijk deels te maken heeft met de inrichting van de organisatie. Hij zal hierop terugkomen. Hij is hierover niet geïnformeerd. De voorzitter informeert de wethouder dat met betrekking tot de 74 ideeën wethouder Kreijkamp heeft toegezegd na de zomer en in ieder geval voor de begroting inzicht te geven in de mate waarin de businesscase aan de bezuinigingstaakstelling kan voldoen. Een fractie heeft aangekondigd in de raad een motie te zullen indienen om hierin eerder inzicht te krijgen. Wethouder Geldof besluit het daarbij vooralsnog te laten. Zijn collega deed de toezegging al. Hij vervolgt zijn beantwoording. In verband met de beoogde betrokkenheid van bewoners bij de beoordeling van de publieksdienstverlening richtte de gemeente al een aantal zaken in, zoals een burgerpanel. Mensen kunnen zich voor dat panel opgeven. Ook is op de website aan te geven wat wel en niet bevalt. Hij denkt niet dat er nog aanvullende zaken zijn. De verbetering van de website is een continu proces. Hij neemt de suggestie mee de website uit te testen. Hoe die test in te richten, hangt af van wat het college wil weten. Mevrouw Scholten (D66) doet de suggestie vooral in gesprek te gaan met mensen. Dan komen zij met andere suggesties dan wanneer ze moeten antwoorden op vragen met ja/nee/helemaal mee eens. Wethouder Geldof neemt deze suggestie mee zodra het proces van verbetering in een verder gevorderd stadium is aanbeland. De voorzitter constateert dat de commissie van mening is dat hiermee alle vragen zijn beantwoord. Hij recapituleert de gedane toezeggingen en schorst daarmee de vergadering om 23.10 uur
2300
2310
2320
18 juni in de middag 5. Onderwijs (hoofdstuk 1.7 (JS) en 3.3.3. 4.1.2 (VJN), Cultuur hoofdstuk 1.10 (JS), en hoofstuk 4 (VJN) , Wijkgericht Werken en participatie (geen programma in VJN/JS Mevrouw Dibi (PvdA) gaat in op Wijkgericht Werken en Participatie. Haar collega neemt het dan over met in te gaan op onderwijs. Een derde collega zal ingaan op cultuur. Het college gaat prat op de participatie van bewoners maar bezuinigt ondertussen wel. Het Leefbaarheidsbudget en het flexibel welzijnsbudget worden samengevoegd tot één budget voor bewonersinitiatieven en voor de leefomgeving. Zij vindt de omschrijving in het coalitieakkoord onduidelijk en vaag. Het lijkt haar er op dat het meer gericht zal zijn op de openbare ruimte, en dat het college ook meer een eigen bijdrage van bewoners verwacht. De PvdA ziet dan dat de drempel aanzienlijk hoger is, vooral voor kleinere en informelere initiatieven die meer gericht zijn op sociale samenhang, ontmoeting, sport en bewegen. Zij spreekt dan nog niet eens over de korting op het budget. Zij vindt het jammer dat het college aan de ene kant zegt dat mensen meer eigen initiatieven moeten nemen en aan de andere kant net zo hard gaat bezuinigen. De PvdA vraagt zich dan af hoe serieus deze bewoners nog genomen worden. Ze vraagt de wethouder of hij kan uitleggen hoe de bezuiniging rijmt met het hele verhaal van eigen regie en kracht van mensen. Wat gaat zij eraan doen dat de drempel waarover zij spreekt juist voor de kleinschalige initiatieven geen knelpunt gaat vormen. De PvdA verwacht dat dit problemen gaat veroorzaken. Zij krijgt hierop graag de reactie van de wethouder. De PvdA vraagt aandacht voor het bevorderen van digitale vaardigheden bij ouderen, migranten, en laaggeletterden in de stad. In het coalitieakkoord is geen aandacht voor de digitale vaardigheden die Utrechters nodig hebben om van de genoemde digitale voornemens gebruik te kunnen maken. Het college maakt nog geen gewag van beleid hierop en heeft ook geen budget hiervoor gereserveerd. Mevrouw Dibi vindt dat jammer omdat het nieuwe college juist koers zet naar een forse uitbreiding van de digitale dienstverlening. Zij beschouwt dat als “scheef”- in haar woorden. In Utrecht zijn enkele samenwerkingsverbanden van de bibliotheek, Taal doet Meer, Stichting Lezen en Schrijven, Wijkbedrijf en Miramedia. Zij hebben inmiddels stappen gezet om in de vraag naar cursussen te voorzien. De genoemde instellingen constateren in de Utrechtse wijken een explosieve groei in de vraag naar cursussen in digitale vaardigheden bij bijvoorbeeld de ouderen. Ze kunnen dit niet alleen. Zij vraagt daarom aan de wethouder of zij bereid is om op korte termijn beleidsvoorstellen te doen en een budget te reserveren om digitale vaardigheden te vergroten, (2) een analyse van de digitale vaardigheden van de Utrechtse burgers te maken - die bestaat niet in het Utrechtse wel in het Rotterdamse en (3) een aanvulling te doen op de nota Herijking volwasseneneducatie. Zij licht toe dat een en ander te maken heeft met die nota. Het hele hoofdstuk Pagina 39 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
digitalisering ontbreekt in die nota. En zij vraagt het college (4) na te denken over de reservering van een budget in de begroting van 2015. 2330
2340
2350
2360
2370
2380
Mevrouw Bouazani (PvdA) complimenteert iedereen die heeft bijgedragen aan een goed onderwijsklimaat in Utrecht, als het gaat om onderwijshuisvesting en een goede kwaliteit van onderwijs. De PvdA heeft nog wel een paar punten als het gaat om de Voorjaarsnota en waar de PvdA naar toe wil. Vanaf 2015 wordt 1,2 miljoen euro ingezet voor kwaliteit en excellentie in het onderwijs. In hoeverre komen deze middelen ook ten goede van het VMBO en van zwakke VO-scholen. Zij ziet daar nog steeds een probleem in Utrecht. De tweede leerkracht in de vroegschool is van belang om taalachterstand vroegtijdig aan te pakken. Door bijna 1 miljoen euro te bezuinigen op de Vroegschool, heeft de Voorschool vrij weinig zin als een kind vervolgens nog met een taalachterstand in het basisonderwijs terecht komt. Waarom kiest het college ervoor om toch te bezuinigen op het aanpakken van taalachterstand? Al eerder stelde haar fractie vragen over de Utrechtse School, en dan vooral over zijn onderwijshuisvesting. Deze leerlingen hebben goed onderwijs nodig en een goede school. Haar fractie heeft alleen nog geen duidelijkheid over wat het betekent voor de toekomst. Als het gaat om de internationale school heeft het college wel snel geld kunnen vinden, maar voor deze kinderen die ook goed onderwijs nodig hebben, is er nog steeds onduidelijkheid. Zij vraagt hierop de reactie van de wethouder. Met betrekking tot het tegengaan van segregatie in het onderwijs vindt de PvdA het diep triest dat “GroenLinks en de SP ermee hebben kunnen instemmen om het tegengaan van segregatie rechts te laten liggen”. In Utrecht staan nog steeds scholen die geen afspiegeling zijn van de buurt, terwijl de buurt wel gemengd is samengesteld. Samen met de ouders is hieraan hard gewerkt. Nu heeft zij kunnen lezen dat het college niets wil doen aan het tegengaan van segregatie en dat ouders geen subsidie meer kunnen krijgen voor hun initiatieven. Zij vraagt naar de reactie hierop van GroenLinks en SP, naast die van het college. De heer De Vries (GroenLinks) is zeer verbaasd over de woorden van mevrouw Bouazani. Zij weet dat GroenLinks, de PvdA en D66 altijd voorop hebben gelopen in het aanpakken van segregatie in het onderwijs. Ook deze wethouder heeft daarin voorop gelopen tot nu toe. Hij brengt de pilots in herinnering die op dit moment nog gaande zijn. Hij vraagt op basis waarvan mevrouw Bouazani deze zeer vergaande constatering doet. Zo staat het niet in het coalitieakkoord. Mevrouw Bouazani (PvdA) leest in de Voorjaarsnota dat geen geld meer beschikbaar gesteld wordt voor integratie in het onderwijs. Daaronder valt ook het tegengaan van segregatie. Zij nodigt de heer De Vries uit de beantwoording te lezen op de vragen van de PvdA over de ouderinitiatieven in het kader van de Voorjaarsnota. Zij vervolgt haar inbreng in haar termijn. Met betrekking tot het aanmeldmoment merkt zij op dat de PvdA al eerder samen met andere partijen een motie indiende voor de opstart daarvan. Wanneer gaat het aanmeldmoment nu eindelijk van start? De uitval in het MBO is en blijft een groot probleem. De gemeente Utrecht steekt miljoenen in de aanpak van schooluitval, maar het resultaat is niet zichtbaar terwijl de aanpak ervan wel mogelijk is. Zij attendeert het college op het MBO in Amersfoort. Daar is het aantal voortijdig schoolverlaters teruggebracht met 40,6%. Zij vraagt wat er mis gaat met de MBO’s in Utrecht. In hoeverre zit het college hier bovenop en zorgt het college ervoor dat het geld terecht komt waarvoor het bedoeld is. Wanneer krijgt de raad duidelijkheid over hoe het staat met de toekomst van de Verkeerstuin? Voor de PvdA staat in ieder geval vast dat de Verkeerstuin open moet blijven, juist in het belang van de Verkeersveiligheid. Over de toekomst van de centrale bibliotheek merkt mevrouw Bouazani op dat met de voorgestelde bezuinigingen van 13 miljoen euro in deze collegeperiode haar fractie zich samen met de bibliotheek zorgen maakt over de toekomst van niet alleen een moderne bibliotheek, maar ook over die van de wijkvestigingen en hun voortbestaan. De PvdA wil dat de wijkvestigingen open blijven. De Stichting bibliotheek mag er niet toe gedwongen worden vestigingen te gaan sluiten. De wethouder had eerder toegezegd de drie opties Neude, Stadhuisbrug en Smakkelaarsveld financieel uit te werken. Wanneer ontvangt de raad die uitwerking? Daarnaast wil de PvdA geen onomkeerbare stappen voor het huidige pand. Ze vraagt of de wethouder dit kan toezeggen. De heer Isabella (PvdA) vraagt hoe de wethouder met de stapeling van de kortingen, voor zich ziet wat overblijft van de stevige basis die in het cultuurveld is neergelegd in de afgelopen periode. De afbraak kan zijns inziens niet de bedoeling zijn. Hij krijgt hierop graag de reactie van het college, hoe het college dit gaat invullen en verwerken, vooral als het gaat om de algemene korting, ook op de grote instellingen en in het bijzonder op de kleinere. Wat betekent dit voor de cultuur in de wijk en voor het wijkcultuurhuis met cultuurparticipatie. Cultuurparticipatie is voor de PvdA altijd een belangrijk uitgangspunt geweest. Wat dat betreft is de fractie van mening dat iedereen, jong en oud, kennis moet kunnen maken en moet kunnen genieten van cultuur direct om de hoek. De PvdA vreest dat met de stapeling van de kortingen en de korting die wordt voorgesteld, de verworvenheden tot nu toe verloren zullen gaan. De afspraak is gemaakt met de provincie over een convenant dat in 2014 gesloten zou worden. Dit naar aanleiding van het resterende bedrag voor de Vrede van Utrecht. Hij vraagt de reactie van het college op de
Pagina 40 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
2390
2400
2410
2420
2430
2440
vraag hoe het hiermee staat en wat het college hiermee heeft binnengehaald voor de komende jaren voor cultuur in de stad Utrecht. In het jaarverslag van het hoofdstuk cultuur is terug te zien aan de prestatie-indicatoren dat er regelmatig lagere prestaties zijn geleverd in het afgelopen jaar dan was bedoeld. Hoe ziet de wethouder dit? Welke consequenties trekt zij hier uit? Het gaat hem hierbij ook om de diverse exploitaties die dit straks in de toekomst met zich mee zal brengen. De Stichting Cultuurpromotie in de stad werkt samen met heel veel andere partijen en brengt juist de cultuur naar voren en promoot de stad als de stad van Kennis en Cultuur. In dat licht vindt hij het beleid op dit punt van dit college verbazingwekkend. Theater Kikker heeft aandacht gevraagd voor het risico dat het theater loopt met in te stappen op de exploitatie van het Castellum de Hoge Woerd. De heer Isabella vindt het fantastisch dat de gemeente een culturele voorziening gaat creëren in Leidsche Rijn en Vleuten De Meern. Dat moet zijns inziens ook zeker gebeuren. De PvdA maakt zich ernstig zorgen met Theater Kikker over dat dit ten koste zal gaan van dit theater. Is de wethouder bereid om een garantstelling af te geven zodat het bestuur van de Stichting Theater Kikker niet over twee weken zegt dit niet te gaan doen. Hij voorziet in dat geval een veel groter probleem. De heer Van Schie (VVD) merkt op dat wethouder Geldof hierover al iets heeft gezegd in de andere commissie. Hij heeft gezegd dat het met deze Voorjaarsnota juist geregeld is en dat de toekomstige Voorjaarsnota's daarvoor ook de geschikte instrumenten zijn. Welke garantstelling zoekt de heer Isabella nog? De heer Isabella (PvdA) antwoordt dat bij de presentatie van Hoor en Wederhoor de vertegenwoordiger van Theater Kikker opmerkte dat het nu voor twee jaar is geregeld voor een bedrag van 125.000 euro. Uit het onderzoek blijkt dat hiervoor 200.000 euro nodig was. Theater Kikker overweegt serieus om het niet te doen – na twee jaar vervalt die 125.000 euro. Die vindt het theater al te weinig. Zijn vraag aan het college is nu of het college bereid is een betere garantstelling af te geven zodat theater Kikker daar kan instappen, dat de exploitatie van het Castellum De Hoge Woerd mogelijk is zonder dat dat een risico met zich meebrengt dat Theater Kikker in de binnenstad omvalt. Dat lijkt hem ook niet de bedoeling van het college. De heer De Vries (GroenLinks) heeft begrepen van de Stichting Theater Kikker en van de Stichting Utrecht Natuurlijk die ook een deel van het Castellum De Hoge Woerd gaat exploiteren dat het tekort vooral op het erfgoeddeel zit. Hij vraagt of de heer Isabella het logisch vindt om daar de dekking te gaan zoeken en dit niet ten laste te brengen van het programma Cultuur. De heer Isabella (PvdA) werd getroffen op het Domplein door de mooie ingang van DOMunder maar zag tot zijn grote schrik de toegangsprijs van 10 euro. Bovendien zijn geen afspraken gemaakt met U-pashouders. Hij vindt het niet kunnen dat deze bijzondere schatten onder het Domplein die van iedereen zijn op deze wijze toegankelijk gemaakt worden voor het publiek. Hij vraagt de reactie van het college daarop. Mevrouw Knip (D66) merkt op dat 2013 een goed jaar was voor de cultuur, met de viering van de vrede van Utrecht, de voorbereiding van museum Oud Amelisweerd, Call of the Mall en goed bezochte culturele zondagen. Dat neemt niet weg dat het ook zorgelijke tijden zijn. Het percentage Utrechters dat een culturele activiteit heeft bezocht, daalde in de afgelopen vier jaar. Ook de tevredenheid over het culturele aanbod liep terug. D66 vindt dat deze dalingen zich in de komende tijd niet mogen doorzetten. Deze trend past niet bij de ambities van de gemeente Utrecht, de stad van kennis en cultuur. In dat licht maakt haar fractie zich ook zorgen over de stapeling van bezuinigingen op de diverse culturele instellingen. Haar collega Isabella heeft daarover al gesproken. D66 wil graag van de wethouder weten of zij bekend is met de consequenties van de gestapelde kortingen. Ziet de wethouder een manier om de opgelegde bezuinigingen een zachte landing te kunnen geven? Kan de wethouder zeggen op welke wijze de afspraken uit het coalitieakkoord over het zoeken naar de middelen gerepareerd gaan worden. Kan de wethouder zeggen op welke termijn zij daarover iets kan zeggen? Ze sluit zich aan bij de opmerkingen die gemaakt zijn over Cultuur in de Wijken. Dat is belangrijk voor de fractie van D66. Zij krijgt graag een toelichting van de wethouder hoe zij deze vorm van cultuur in de wijken verder wil versterken. Denkt de wethouder ook aan mogelijkheden binnen het Initiatievenfonds? Overigens sluit hij zich aan bij de opmerkingen gemaakt over Stads- en Cultuurpromotie, de vraag van de PvdA over de vermindering van het budget met 75.000 euro voor de diversiteit, Het Wereldfeest. Ze vraagt of het college een visie heeft op het samenvoegen of ontschotten van budgetten zodat de gemeente haar culturele aanbod beter kan promoten. Eerder is al gesproken over Castellum De Hoge Woerd. Hoe wil de wethouder voorkomen dat vanwege het verwachte tekort van de erfgoedpartner, een belangrijke partner uit de samenwerking dreigt te stappen? Zij verneemt graag voor 3 juli van de wethouder welke oplossing zij ziet. In het Utrechtse Muziekjaar kijkt haar fractie uit naar de opening van TivoliVredenburg. Zij vindt dit iets om trots op te zijn. Zij complimenteert oudwethouder Lintmeijer hiermee. Mevrouw Scholten (D66) vindt dat een mooie start is gemaakt met het stadsgesprek op de portefeuille Participatie. Een goede start van deze collegeperiode. Dat heeft veel input opgeleverd en veel nieuwe contacten en goede ideeën. Zij verneemt graag van het college wat het doet met de schriftelijke inbreng en wat het daarvan gaat oppakken. Pagina 41 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
2450
2460
2470
2480
2490
2500
De vraag is hoe verder met de stadsgesprekken. D66 wil graag een jaarlijks terugkerend grootschalig breed gesprek waarin iedereen kan meepraten over de thema's die hij of zij wil inbrengen. D66 denkt daarbij aan de Voorjaarsnota of aan de begroting. Natuurlijk moet het ook op specifieke thema's gedaan worden en in wijken. Zij benadrukt dat D66 aan een grootschalige opzet hiervan hecht. Bij voorkeur ook nog aan het eind van de collegeperiode ruim voor de verkiezingen zodat Utrechters de politieke partijen kunnen meegeven met welke thema's zij de verkiezingen moeten ingaan. Het geld is al geregeld. De fractie ontvangt hierop graag een toezegging van de wethouder. Utrechters kunnen en doen ook heel veel. D66 vindt wel dat het tijd is om de volgende stap te zetten. De fractie is van mening dat de gemeente echt verantwoordelijkheid moet durven overdragen aan bewoners. Zij ziet mogelijkheden genoeg; bijvoorbeeld een gezamenlijk actieplan samen met bewoners over hoe de energietransitie te maken, zorgcoöperaties een rol geven na 1 januari 2015, wijkcoöperaties, zelfbeheer van het Máximapark, en de bewoners samen met de dienst Wijken het initiatievenbudget te laten uitwerken. D66 verneemt veel zorgen van mensen uit de wijken over hun vrees dat het Initiatievenbudget moeilijker bereikbaar zou worden. Zij verneemt het pleidooi om de wijkbureaus een rol te blijven geven in de toekenning. Haar fractie krijgt graag een toezegging van de wethouder dat het initiatievenbudget laagdrempelig blijft. Ook ontvangt ze graag een tijdsindicatie wanneer de raad een voorstel tegemoet kan zien. Uit de participatiebenchmark blijkt dat Utrecht het slecht doet op het gebied van geld voor initiatieven. Dat vindt de D66-fractie op zich geen probleem, als de gemeente dan maar bereid is om ook andere budgetten open te stellen voor initiatieven van bewoners. Ze vindt het op zich een vreemd idee om initiatieven apart te begroten. Waarom zou niet uit elke post geld voor initiatieven gehaald kunnen worden. Zij pleit voor die mogelijkheid. Misschien moet uit meerdere budgetten tegelijk een initiatief van bewoners gefinancierd worden. De overheid denkt dan misschien in sectoren en in beleidsterreinen, mensen wonen gewoon in een wijk en hebben vaak integrale ideeën die budgetoverschrijdend zijn. Als voorbeeld noemt zij het plan van de woningbouwcorporatiebuurten, zoals het complex 507 en het Spinozaplantsoen. Het gaat daarbij om een combinatie van Zorg, Welzijn, Wonen en Werk en Inkomen. D66 vraagt of de wethouder in principe met dergelijke aanpakken aan de slag zou willen. Wanneer het aan D66 ligt is het de ambitie op deze portefeuille dat het bestuur het zo normaal vindt samen de stad te maken, dat het gemeentebestuur deze portefeuille over vier jaar niet meer nodig heeft. Zij vraagt de visie van de wethouder hierop. Mevrouw Baș (D66) complimenteert de wethouder met de leesbaarheid van de Voorjaarsnota. Ook de ombuigingen zijn daarin opgenomen uit het coalitieakkoord. Dit college kiest ervoor om structureel 2,6 miljoen euro te investeren in onderwijs, een impuls voor Utrecht als Stad van Kennis en Cultuur. Wat D66 betreft wordt dat geld ook ingezet voor talentontwikkeling voor alle kinderen, ongeacht hun niveau. Haar collega van de PvdA is uitgebreid ingegaan op laaggeletterdheid en het budget Herijking voor Volwasseneneducatie. Zij sluit zich daarbij graag aan. De onderwijskwaliteit in het primair onderwijs is op orde. Het beeld over het Voortgezet Onderwijs is anders. Naast een aantal zwakke afdelingen is ook een zeer zwakke Voortgezet Speciaal Onderwijs. Zij vraagt naar de inzet van de wethouder om de prestaties van de scholen en van de transparantie daarin voor ouders daarin, te verbeteren. In het kader van de transparantie vraagt D66 naar de stand van zaken rondom de loting voor het Voortgezet Onderwijs. Ook dit jaar zijn weer veel kinderen uitgeloot. Te zien is dat voor Leidsche Rijn/Vleuten-De Meern de leerlingprognoses anders worden berekend. Mevrouw Baș vindt dat zeker een compliment waard. Zij merkt op dat tegelijkertijd deze twee wijken maar ook andere wijken zoals Overvecht, behoefte aan meer ruimte hebben voor Havo en VWO. Ze krijgt hierop graag de reactie van de wethouder. Ouders droegen in stadsgesprekken ook oplossingsrichtingen aan, zoals hybride schoolgebouwen en een overzicht daarvan op de website van de POVO. In het coalitieakkoord staat daarnaast dat gewerkt wordt aan een oplossing. Ze vraagt of hierin de suggesties uit de stadsgesprekken worden meegenomen. D66 krijgt graag een toezegging dat daarbij ook de realisatie van een extra HAVO/VWO-afdeling wordt opgenomen. Los van over de loting ontvangt haar fractie ook veel signalen van ouders met klachten over de POVO-procedure zelf. Zij zien hierin een vreemd element. Een eventuele afwijzing voor een bepaald VO-niveau is gelijk bindend voor alle scholen. Dat klinkt logisch, D66 begrijpt dat, maar de fractie is van mening dat ook bij het onderwijskundig rapport van de basisschool gekeken zou moeten worden naar de context en de ontwikkeling van het kind. Dat wordt volgens haar informatie niet altijd meegenomen. Zij vraagt wanneer deze procedure gereguleerd wordt en kan de raad daarin meegenomen worden? Haar fractie is blij met de aangekondigde intensivering in het coalitieakkoord voor de extra huisvesting in het kader van Passend Onderwijs. D66 vroeg eerder aandacht voor kinderen met een speciale ondersteuningsbehoefte die niet in een van de arrangementen Passend Onderwijs vallen. Op welke wijze wordt deze intensivering hiervoor gebruikt? Ziet de wethouder daarbij ook de mogelijkheden die zij zojuist heeft genoemd, zoals de hybride schoolgebouwen. De fractie is minder blij met het half miljoen nadeliger uitvallen van de uitname onderwijshuisvesting uit het Gemeentefonds. D66 heeft begrip voor de voorgestelde oplossingsrichtingen in de onderwijshuisvesting, maar Pagina 42 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
2510
2520
2530
2540
2550
2560
zeer veel moeite met het zonder meer stoppen met de tweede leerkracht in het VVE. De PvdA stelde hierover ook vragen. Zij sluit zich daarbij aan met de notie ook nog antwoord te willen krijgen over hoe groot het percentage is. In de Verantwoording is te zien dat 2,2 miljoen euro bestemd voor VVE en Verlengde leertijd niet is ingezet. Hoe groot is dan het percentage dat bestemd was voor VVE? Wat blijft in 2015 over na deze bezuiniging en hoe groot is het aandeel daarin van de tweede leerkracht van de VVE-aanpak? Met betrekking tot de prestatiedoelstelling 2.1.1. gaat mevrouw Baș in op de toerusting schoolloopbaan en talentontwikkeling. Als onderdeel daarvan wordt voor de leertijdverlenging alleen de Brede School opgenomen als prestatie-indicator. Wat D66 betreft voegt het college daaraan indicatoren toe waarin alle onderdelen van de leertijdverlenging zijn opgenomen. Daarnaast wil D66 weten welke andere programma's vanuit de beleidsregel Leertijdverlenging bekostigd worden. Kan bijvoorbeeld de Weekendacademie hier uitbetaald worden? Wat D66 betreft wordt de investering voor kwaliteit en excellentie ingezet om talentontwikkeling en excellentie van alle kinderen te stimuleren, ongeacht het opleidingsniveau. Zij ontvangt graag de reactie van de wethouder. D66 is er bezorgd over dat ondanks alle inzet meer voortijdig schooluitval te verwachten is onder MBO-leerlingen op alle niveaus. De letterlijke zorgenkinderen krijgen ondersteuning. Die ondersteuning is nog onvoldoende. Het MBO moet wat haar betreft excellent beroepsonderwijs worden. D66 wil daarom horen hoe de wethouder dat wil bereiken en hoe de aansluiting met het VMBO en de arbeidsmarkt te verbeteren is zodat meer aansluiting is te vinden met het economisch profiel van de stad. Hoe wordt het lokaal economisch fonds ingezet voor het creëren van de beoogde opbrengst van 500 stageplekken? Mevrouw Metaal (CDA) brengt in dat na een paar jaar de maatschappelijke stage weer is afgeschaft ondanks dit zogenaamde Participatiekabinet. De stage heeft in de afgelopen jaren tienduizenden jongeren laten zien op welke manier vrijwillig een zinvolle bijdrage is te leveren aan de samenleving. Zij waren daarvoor actief in bijvoorbeeld sportverenigingen, natuurbeheerorganisaties, zorginstellingen en andere charitatieve instellingen. Eigenlijk waren heel veel mensen enthousiast over die stage. De jongeren waarvan 20% ook na afloop vrijwilliger bleef, de instellingen die jeugdig enthousiasme binnenkregen en de scholen vanwege de kans om het maatschappelijk belang te benadrukken. Iets doen voor een ander geeft jongeren zelfvertrouwen, eigenwaarde en respect voor mensen die anders zijn dan zij. Mevrouw Metaal vindt het doodzonde dat deze stage landelijk is afgeschaft en dat de minister nu aangeeft dat scholen de stage op vrijwillige basis kunnen blijven aanbieden. Vrijwilligerswerk lijkt gratis, maar de organisatie rondom de stage is niet gratis. Iemand moet het nodige coördineren op de scholen, moet contacten onderhouden met organisaties en moet zorgen voor een goede afhandeling. In Utrecht werd dat op een fantastische manier geregeld met hulp van de vrijwilligerscentrale. Ze vraagt of het college bereid is budget vrij te maken om scholen te ondersteunen die de stage graag willen houden. Landelijk kwam het budget overeen met 35 euro per leerling. Dat betekent voor Utrecht dat met een bedrag van een kleine 30.000 euro per jaar de maatschappelijke stage in stand te houden is. Dat zou dan bijvoorbeeld betekenen dat de ouderen bij AxionContinu wel weer vaker naar buiten kunnen. Wat het CDA betreft zou ook te denken zijn aan de georganiseerde vrijetijdsbesteding. Dit ís haars inziens namelijk georganiseerde vrijetijdsbesteding. De wethouder zegt zelf op zijn website dat het college de zaken die goed gaan, probeert door te ontwikkelen en uit te breiden. De maatschappelijke stage gaat goed. Zij heeft haar waarde getoond voor de leerlingen en de samenleving. Met een relatief klein bedrag is dit vast te houden en kan Utrecht als stad van kennis en cultuur net weer dat beetje extra geven. Zij hoopt dat de wethouder die kans wil grijpen. Voor wat betreft meer ruimte voor scholen en de zorg voor uitloting van leerlingen, sluit zij zich graag aan bij haar collega's van D66. Over The Right to Challence merkt zij op dat dit recht in Engeland en Denemarken al vastgelegd is in de wet. Dit betekent dat een groep burgers, een vrijwilligersorganisatie, of een vereniging of een fonds of een wijkraad die denkt een publieke dienstverlening beter zelf te kunnen organiseren, het recht heeft om de gemeente daartoe uit te dagen. Dat betekent dat de gemeente het geboden alternatief eerlijk moet beoordelen op mogelijke verbetering van het welzijn op verschillende gebieden en dat zij als het kan de dienst moet overdragen. Haar lijkt The Right to Challence uitstekend passen bij de uitgangspunten van het college: “het Recht van Initiatief”, “samen doen”, “burgers betrekken”. Zij gaat ervan uit dat in het licht daarvan de wethouder the Right to Challence als muziek in de oren moet klinken. Haar fractie ziet dit recht graag opgenomen in de Utrechtse praktijk. Dat kan op het gebied van Wijkgericht Werken en Participatie. Om die reden brengt zij dit bij dit onderdeel in. Het beheer van het Máximapark, buurthuizen, onderhoud van de buurt, groenvoorzieningen zouden hier allemaal kunnen onder vallen. Dit vergt wat haar betreft lef van het college. Zij beseft dat het altijd lastig is om iets uit handen te geven. Zij denkt dat een gemeente met genoeg zelfvertrouwen om dit aan te durven, ook zelf voor mooie verrassingen kan komen te staan. Zij hoopt dat de wethouder het idee van het invoeren van The Right to Challence wil meenemen naar het college en dat de gemeenteraad binnenkort een voorstel tegemoet kan zien.
Pagina 43 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
2570
2580
2590
2600
2610
2620
Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) gaat in op Participatie en Wijkgericht Werken. Het Initiatievenfonds en het Fonds Flexibel Welzijn worden in de komende tijd samengevoegd. In dit najaar worden de spelregels daarvoor vastgesteld. Dat zal ook voor de gemeente een andere werkwijze vragen. Wat in de ene wijk groeit en bloeit, slaat in de andere wijk dood of werkt niet. Zij waarschuwt voor “blauwdruk denken” en voor “incidenten politiek”. Zij vraagt hoe de gemeente ervoor zorg draagt dat ook in de wijken en buurten met minder sociaal kapitaal mensen zichzelf kunnen blijven organiseren. Zelforganisatie vergt langdurige investering van mensen en is niet mogelijk op ad hoc basis. Het gebeurt te vaak dat dit op een paar mensen neer komt die zichzelf vervolgens over de kop werken. Welke basis moet de gemeente bieden zo dat zelforganisatie werkbaar blijft en duurzaam kan zijn? De basis die nodig is kan per wijk verschillen. Daarvoor moet ook ruimte zijn. Kan de wethouder toezeggen deze aspecten mee te nemen in de uitwerking van de fusie van het Initiatievenfonds en het fonds Flexibel Welzijn? Kan de wethouder ook toezeggen dat de uitwerking van de spelregels in samenspraak met onder andere de bewonersorganisaties zal plaatsvinden. Ten tweede gaat zij in op Crowdfunding - mits dit goed wordt ingezet, kan Crowdfunding niet alleen middelen vrijmaken voor projecten, maar kan het vooral een vliegwielwerking hebben voor burgerparticipatie. Crowdfunding is geen panacee. GroenLinks is zich dat bewust. Lang niet elk project leent zich voor Crowdfunding. De bedragen die binnengehaald worden zijn ook niet altijd even groot. De winst zit vooral in de betrokkenheid van mensen bij hun gefunde project en het eigenaarschap dat ze daarbij ervaren. Tegenwoordig bestaan veel Crowdfundingplatforms zoals www.VoorjeBuurt.nl voor buurtprojecten en www.oneplanetcrowd.nl voor projecten op het gebied van duurzaamheid. Zij vraagt of de wethouder bereid is om de mogelijkheden van Crowdfunding en deze vorm van participatie breder aan te kaarten binnen het college, ook op gebieden als openbare ruimte en duurzaamheid. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat in het kader van cultuur het een lastige tijd is voor gemeenten. Tot zijn spijt merken de culturele instellingen dat ook. Zij staan nu al een aantal jaren achter elkaar op de nullijn. Daarbij de kortingen opgeteld voor grote instellingen maakt ze het niet gemakkelijk. Utrecht is een stad van kennis en cultuur. GroenLinks is van mening dat dat zo moet blijven. Hij vindt het een lichtpunt dat in het coalitieakkoord is afgesproken om te zoeken naar middelen om het gat in de komende cultuur convenantperiode te repareren. GroenLinks vindt het belangrijk de culturele sector zo spoedig mogelijk zekerheid te bieden. Hij vraagt wanneer de wethouder de culturele sector hierover gerust kan stellen. TivoliVredenburg is bijna gereed. Over een paar weken zal de officiële opening plaatsvinden. De heer De Vries hoort heel veel positieve geluiden uit de stad en uit de rest van het land over het prachtige gebouw en de programmering die nu al bekend is. Bij de behandeling van de begroting heeft hij de wethouder gevraagd om naar aanleiding van de opening van TivoliVredenburg een onderzoek te laten doen naar de behoefte aan podia in de stad. De wethouder zegde dit toe. GroenLinks heeft op dit moment nog niets hierover ontvangen. Toevallig hoorde hij vorige week iemand spreken over een dergelijk rapport, een rapport van La Groupe uit september 2013. Hij vraagt of de wethouder dat rapport kent. Zo ja vraagt hij of de wethouder dat rapport naar de commissie wil sturen voor de plenaire behandeling van de Voorjaarsnota op 3 juli aanstaande. De heer De Vries heeft vernomen dat ongeveer 300.000 euro overgebleven is uit de gelden voor de Vrede van Utrecht. Voormalig wethouder Lintmeijer stelde destijds in zijn laatste commissievergadering voor om hieraan een permanente bestemming te geven. Hij vraagt hoe het met dat voorstel staat. In het coalitieakkoord staat dat de programmeringsgelden voor wijkcultuurhuizen verbeterd worden. Hij vraagt informatie van de wethouder over per wanneer de verbetering zal plaatsvinden. Voor wat betreft het Castellum De Hoge Woerd en de tekorten bij erfgoed sluit hij zich aan bij de inbreng van D66 en de PvdA. Het waarderingscijfer voor cultuur lijkt per buurt sterk te verschillen. Vooral Leidsche Rijn, West en Zuidwest scoren nog niet zo goed. Hij vraagt de mening van de wethouder daarover. Zou ze dit tot een aandachtspunt willen maken voor de komende periode binnen haar portefeuille? Met betrekking tot onderwijs merkt de heer De Vries op dat in het coalitieakkoord veel extra geld voor onderwijs wordt uitgetrokken. Hij noemt GroenLinks een echte onderwijspartij en toont dus zijn vreugde over deze beslissing van het college. Hij weet dat dit ook een belangrijke inzet is geweest voor de wethouder. Hij complimenteert de wethouder hiermee. GroenLinks is blij dat dit coalitieakkoord structureel geld uittrekt voor het bevorderen van excellentie in het onderwijs. Mevrouw Baş sprak hierover ook. Het is een belangrijk doel om de kinderen zoveel mogelijk ruimte te geven om hun capaciteiten te benutten. De klassengrootte kan een belangrijke belemmerende factor hierin zijn. GroenLinks vraagt of de beschikbare middelen ingezet kunnen worden om vooral de grote klassen in het basisonderwijs aan te pakken en op die manier excellentie te bevorderen. Hij ontvangt hierover ook graag de reactie van de wethouder en van zijn collega’s raadsleden. Voor GroenLinks is een punt van zorg dat uit de voorlopige cijfers over 2013 het aantal vroegtijdig schoolverlaters ruim 38% hoger blijkt te liggen dan de doelstelling over dit jaar. Het verschil in procentpunten is ongeveer anderhalf. Hij verneemt graag wanneer bij de wethouder andere cijfers bekend zijn. GroenLinks is hierover heel bezorgd. Vooral het MBO laat een forse stijging zien. De vraag is of de wethouder de zorg van zijn fractie deelt. Pagina 44 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
2630
2640
2650
2660
2670
2680
2690
En hij vraagt of de wethouder de raad zo spoedig mogelijk kan informeren over de definitieve cijfers over 2013. Wat gaat de wethouder hieraan doen? Met betrekking tot de maatschappelijke stage sluit de heer De Vries zich aan bij de vragen hierover van mevrouw Metaal. Ziet de wethouder mogelijkheden om de scholen financieel hierin te steunen? GroenLinks vraagt aandacht voor taalachterstand. Dat is helaas nog een groot probleem onder vooral autochtone Utrechters. De Stichting lezen en schrijven werkt er met de inzet van veel vrijwilligers hard aan om dit probleem terug te dringen. Geklaagd wordt over dat meer vrijwilligers beschikbaar zijn dan deelnemers aan de cursus. Uit onderzoek blijkt dat de doelgroep veel groter is dan nu wordt aangeboord. Zou de wethouder de stichting onder haar hoede willen nemen om samen met de stichting te gaan kijken hoe het aanbod, bijvoorbeeld door mensen op deze stichting te wijzen wanneer zij aan het loket komen van Werk en Inkomen of bij schuldhulpverlening of op een ander moment in contact te komen met de gemeente, wanneer tegelijkertijd mocht blijken dat zij een probleem krijgen met taalachterstand. Mevrouw De Regt (GroenLinks) citeert een gedicht van Kees Schippers. “In dit gedicht is geen woord teveel. Neem je er iets af dan is het niet meer heel”. Zij begint haar bijdrage met dit gedicht omdat zij wil zeggen dat zij de discussie over de bibliotheek graag zou terugbrengen tot de kern en de kerntaken van de bibliotheek. Waren die maar zo helder als dit gedicht. Het is zaak om voldoende ruimte te creëren voor ontwikkeling zodat de bibliotheek zich in de komende jaren flexibel kan bewegen naar kerntaak en functie van de bibliotheek van de toekomst. Dat is een uitdaging op zich. Zij vermoedt dat “Ons voorstellingsvermogen daarin schromelijk tekortschiet”. GroenLinks vindt het belangrijk dat de bibliotheek goed toegankelijk is. Door een goede spreiding, aanbod, en dienstverlening in de wijken en door een plek in het centrum. Voor haar fractie staat daarbij voorop dat in een reële afweging de keuze voor een gebouw dat de functie deels mogelijk moet maken, nooit ten koste kan gaan van de financiële ruimte die nodig is voor een duurzame inzet op de kerntaken. Te zien is dat de wethouder in diens brief van 2 juni aan de commissie een enigszins afwachtende houding aanneemt. Zij vindt dat begrijpelijk gezien de voorgeschiedenis rond het Smakkelaarsveld. Contractuele verplichtingen van een instelling als de bibliotheek ten aanzien van het onderkomen, zullen tot in lengte van jaren een substantieel deel vormen van de subsidie. De verplichtingen vragen een jarenlang commitment in de subsidierelatie. Daarnaast gaat het om een publieke functie. Dit vraagt haar inziens om een zeer actieve inzet van de wethouder op het proces. Haar fractie ontvangt graag op korte termijn de alternatieven waarom gevraagd is in januari. De heer Stahl (Stadsbelang Utrecht) zal de vragen die al gesteld zijn, niet opnieuw stellen. Met betrekking tot het onderwijs stelt hij een aanvullende vraag. Wat betekent het 256 miljoen euro die ingehouden gaat worden in de gemeentelijke pot voor de toekomstige ontwikkelingen in de stad Utrecht? Mevrouw Baş (D66) vraagt de heer Stahl zijn vraag te preciseren; waarop doelt hij? De heer Stahl (Stadsbelang Utrecht) licht toe dat veel doelstellingen gesteld zijn waarvoor minder geld beschikbaar komt. Hij wil graag weten of alle doelstellingen die gesteld zijn haalbaar zijn in de toekomst. Dat geldt niet alleen voor gebouwen maar ook voor andere zaken die binnen onderwijs aan de orde zijn. Hij vervolgt zijn inbreng in zijn termijn. Ter aanvulling op de inbreng uit de commissie op de bibliotheek, verzoekt Stadsbelang het college onderzoek te doen naar de Centrale Bibliotheek of de gebruikers meer te betrekken zijn in het nagaan welke faciliteiten zij nodig hebben om de Centrale Bibliotheek in leven te houden. Studenten kunnen voor hun boeken bijvoorbeeld in de Uithof terecht. Met betrekking tot Wijkgericht Werken en Participatie merkt hij op dat de bewoners bij participatie een andere beleving hebben dan de ambtenaren en het college. Om die reden stelt hij de navolgende vragen. Wanneer gaat het college samen met de ambtenaren serieus aan de slag met de participatie van de bewoners zodat de bewoners zich ook serieus genomen voelen en zij zichzelf betrokken voelen bij waar het om gaat. Is de wethouder het eens met Stadsbelang dat de inwoners van Utrecht als een partner gezien en zij als zodanig serieus genomen moeten worden. Zal het college vanaf dit moment samenwerken met de inwoners aan het bouwen van deze stad? Maakt het college serieus gebruik van de ervaringsdeskundigheid en het professionele van de inwoners? De wijkraden voelen zich op sommige onderdelen niet serieus genomen. Dan gaat het vooral om de beantwoording van het college op de adviezen. Diverse adviezen lopen al langer door dan de gestelde termijn van zes weken. Sommige adviezen zijn na een jaar nog steeds niet beantwoord. Hij vraagt wanneer de antwoorden gegeven worden op de vragen die al langer geleden dan zes weken gesteld zijn. Zal het college in de toekomst de termijn van zes weken wel halen? Zijn fractie vindt de betrokkenheid van de wijkraad zeer essentieel voor de stad. Onderzoek is gaande naar het Cultuurforum in Leidsche Rijn. Zijn fractie maakt zich zorgen om de grootte van de exploitatie met een tekort van 8 miljoen euro. Zijn fractie vindt dat niet in verhouding staan ten opzichte van mogelijke andere ontwikkelingen. Hij noemt in dat verband Castellum De Hoge Woerd en het Theater in Pagina 45 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
Vleuterweide met 244 stoelen als op zich al mooie stappen. Zijn fractie wil weten of het college er iets in ziet om naar marktpartijen te zoeken die bereid zijn in deze fase te investeren in het Cultuurforum.
2700
2710
2720
2730
2740
2750
De heer Van Schie (VVD) las in de Binnenstadskrant dat de bibliotheek de plannen voor de Neude heeft afgeblazen. Hij vraagt een bevestiging of ontkenning daarvan van de wethouder. Zijn fractie sluit zich ook graag aan bij de woorden van de PvdA over het belang van de wijkfunctie van de bibliotheek. Hij vraagt de wethouder in hoeverre het mogelijk is in de programmabegroting van volgend jaar alvast op te nemen wat de gemeente Utrecht een minimale invulling zou vinden van een wijkfunctie zodat dat ook te borgen is in de subsidierelatie met de verzelfstandigde bibliotheek. Hij verneemt graag van de wethouder Cultuur of zij bereid is de succesvolle verzelfstandigingen van de grote Drie te evalueren om lessen hieruit te trekken voor andere bedrijfsonderdelen van de gemeente die misschien ook wel door de verzelfstandigde inrichting die richting zouden kunnen opgaan. Hij brengt de complimenten over aan de wethouder die het daartoe heeft geleid. Hij beschouwt dit als een procesevaluatie. Namens de VVD gaat hij in op de opdracht aan het Centraal Museum. Dat museum gaat ook over het verleden van de stad Utrecht. Het museum herbergt een prachtige kunstcollectie en ook een historische. Van die laatste collectie is weinig te zien. Is de wethouder bereid om met Oud Utrecht in gesprek te gaan over de mogelijkheden om meer van de stadsgeschiedenis te tonen en te zoeken naar een locatie, al dan niet in zelfbeheer. Heel veel historische verenigingen en stichtingen zijn in het land die collecties tonen met heel veel vrijwilligers. Oud Utrecht zou de bereidheid kunnen hebben om daarover mee te denken zodat iets meer van deze prachtige collectie is te tonen. Hij vraagt of de wethouder het gesprek wil aangaan met het Centraal Museum of de historische invulling van de taken iets serieuzer kan worden genomen dan op dit moment het geval is. Veel is al gezegd over TivoliVredenburg. Ook is het nodige uitgelekt over wat daar met het geluid gebeurt. De heer Van Schie stelt voorop heel blij te zijn dat TivoliVredenburg goed van start gaat en een vliegende start maakt in de brede programmering. Dat neemt niet weg dat zijn fractie ook zorgen heeft over de gevolgen van de nog niet compleet opgeleverde geluidsgaranties voor de verschillende zalen. Hij vraagt de wethouder of zij het gesprek met TivoliVredenburg al is aangegaan over de consequenties voor de programmering van de geluidslekken. Welke zijn de consequenties voor de financiële relatie die de gemeente heeft met TivoliVredenburg wanneer de exploitatiedoelstellingen door deze onverhoopte omstandigheden niet gehaald kunnen worden. Veel van de gesubsidieerde culturele instellingen in de gemeente Utrecht worden verantwoord in de jaarstukken. De VVD zou het fijn vinden wanneer daarin niet alleen is te zien hoeveel geld uit is gegaan naar een bepaalde instantie, maar dat de raad ook het geproduceerde bereik ziet. De VVD vindt het belangrijk om de effectiviteit van de ingezette middelen te kunnen beoordelen. Hij vraagt of bij een volgende Verantwoording de wethouder bereid is om het publieksbereik in relatie tot de subsidie weer te geven. Mevrouw Rajkowski (VVD) gaat in op Wijkgericht Werken en Participatie. “Utrecht maken we samen” vindt haar fractie een hele mooie titel voor het coalitieakkoord en ook een hele mooie ambitie. Belangrijk is om die ambitie nu ook waar te maken. In de gemeente zijn mooie voorbeelden te noemen. Haar collega noemde al een paar zoals het Spinozaplantsoen, maar ook de Dierenweide van Park Oog en Al. Die laatste wordt door de bewoners beheerd. De VVD spreekt haar sympathie uit voor het idee van mevrouw Metaal met betrekking tot The Right to Challence. Daarnaast merkt zij op dat participatie niet alleen leuk en hip is en dat daar heel veel onder valt, zij merkt op dat participatie vaak wordt misbruikt - alles lijkt dan ineens participatie te zijn. De VVD roept het college op om participatie niet alleen te gebruiken als woord om zich te profileren, maar zijn ambitie ook echt waar te maken. De vraag is of alles wel participatie is. De vraag is ook hoe participatie dan werkt. Zij vraagt naar de definitie van participatie volgens het college. Een van de belangrijkste voorwaarden om participatie te laten slagen is een goed verwachtingenmanagement. Zij vraagt dan ook hoe het college ervoor gaat zorgen dat de verwachtingen voorafgaand aan een participatietraject zo worden gemanaged dat eventuele teleurstellingen bij bewoners achteraf zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden. Ze sluit zich verder aan bij de hoop die de fractie van D66 heeft uitgesproken over dat deze portefeuille op een gegeven moment niet meer nodig is als een afzonderlijk onderdeel en dat participatie onderdeel is geworden van meerdere portefeuilles. De VVD kijkt uit naar samenwerking met het college op dit dossier. Mevrouw Rajkowski kan zich aansluiten bij diegenen die hebben gezegd dat het basisonderwijs grotendeels op orde is, dat ook haar fractie op een aantal punten zeer tevreden is. Met mevrouw Bouazani maakt ook haar fractie zich zorgen over de taalachterstand. Ook zij wil weten hoe de wethouder die achterstand en de zwakke scholen in het onderwijs gaat aanpakken. Ze sluit zich ook aan bij de woorden van mevrouw Baş over de onvrede over de wijze waarop de loting plaatsvindt. Zij verzoekt de wethouder de schriftelijke vragen die mevrouw Bouazani heeft gesteld over het Gerrit Rietveld college zo spoedig mogelijk te beantwoorden zodat ouders en kinderen weten waar ze aan toe zijn. De VVD hoopt dat de school voor 1 september ook echt open kan. Pagina 46 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
2760
2770
2780
2790
2800
2810
Een van de zaken die in de Voorjaarsnota te vinden is, betreft dat iedere Utrechtse leerling in en rondom het onderwijs optimale kansen moet hebben om zijn talenten te ontwikkelen. De VVD wil graag een toezegging dat de wethouder zich blijft inzetten voor Passend Onderwijs en dan in het bijzonder op het HAVO/VWO-niveau. Zij vraagt dit onder de aandacht te blijven brengen bij het schoolbestuur en bij de samenwerkingsverbanden zodat inderdaad elk kind zijn of haar talent optimaal kan ontwikkelen. Op de site van stichting autipassend onderwijs is te lezen dat rond de 100 leerlingen in Utrecht geen Havo/VWO niveau kunnen volgen, terwijl ze dat niveau wel zouden kunnen halen. Dit getal zal blijven rondzoemen. Ze vraagt of dat getal juist is, zo nee, wat dan het juiste getal is. Ze vraagt of de wethouder bij de begroting met concrete doelstellingen kan komen om dit getal zoveel mogelijk terug te dringen. Met betrekking tot de ROC-opleiding voor moeilijk lerenden heeft de VVD begrepen dat het convenant binnenkort besproken zal worden. Zij hoopt zo spoedig mogelijk. Onderwijs vindt niet alleen plaats in het basisonderwijs of in het voortgezet onderwijs, maar ook in het hoger en wetenschappelijk onderwijs. Deze wethouder is toevallig ook wethouder economische zaken. De VVD zou de wethouder op beide portefeuilles een vraag willen stellen. In het oosten van de stad ligt een prachtig Utrechts Sciencepark. Verschillende bedrijven en kennisinstellingen zijn daar te vinden, maar uiteraard ook de studenten. De VVD wil graag weten in hoeverre de wethouder de samenwerking tussen deze drie partijen (ondernemers, kennisinstellingen en studenten) gaat bevorderen. Haar fractie is namelijk van mening dat dit ook ten goede komt aan het onderwijs. Graag zou de VVD de prioriteiten van de wethouder willen vernemen op het gebied van onderwijs in de komende jaren. Waaraan wordt meer en waaraan minder aandacht besteed? Mevrouw Inkelaar (ChristenUnie) sluit zich graag aan bij de woorden van het CDA over de maatschappelijke stage. Ook haar fractie vindt die maatschappelijke stage belangrijk. Het zou zonde zijn daarmee te stoppen. Haar fractie wil graag dat het college daarvoor geld vrijmaakt. Zij complimenteert het college met enkele ontwikkelingen in het onderwijs. Dat neemt niet weg dat haar fractie ook enkele zorgen heeft, onder andere over de kwaliteit van het Voortgezet Onderwijs, en over het voortijdig schoolverlaten. Vorig jaar tijdens de behandeling van de Voorjaarsnota gaf het college aan sterk in te zetten op verzuimmeldingen bij ROC’s. Haar fractie wil graag het effect weten van deze sterkere handhaving. Zij verneemt ook graag hoe het staat met het project De Overstap - het gaat hierbij om een inzet op de overgang tussen het VMBO en het MBO. Het baart haar fractie zorgen dat gestopt gaat worden met de subsidiëring van de tweede leerkracht in het basisonderwijs ten behoeve van de uitvoering van het VVE-programma. De voorgestelde maatregel in de Voorjaarsnota baart haar fractie ook zorgen. In de afgelopen jaren is een flinke kwaliteitsslag gemaakt binnen de vroeg- en voorschoolse-educatie. Door de subsidie nu weg te nemen komt de samenwerkingsrelatie tussen de voor en vroegschoolse educatie in gevaar. Dat lijkt haar fractie geen goede ontwikkeling. Vorig jaar heeft haar fractie tijdens de bespreking van de Voorjaarsnota al er voor gepleit de uitname uit het Gemeentefonds niet ten laste te laten komen van het onderwijs. Haar fractie hoopt dat dit hiervan niet de dupe zal worden. Ze vraagt of de wethouder kan uitleggen waarom deze keuze is gemaakt om te bezuinigen op deze tweede leerkracht. Het college maakt in de Voorjaarsnota scherpe financiële keuzes als het gaat om de bibliotheek. De nieuwe visie op de bibliotheek zal pas in het derde kwartaal gepresenteerd worden. De nu gepresenteerde financiële kaders echter, bepalen voor het gevoel van haar fractie eigenlijk al de visie. De ChristenUnie vraagt het college kleur te bekennen als het gaat om de bibliotheek. Haar fractie wil graag weten wat het college voor heeft met de bibliotheek. Haar fractie sluit zich graag aan bij de ingebrachte zorgen over de wijkvestigingen. Ook ChristenUnie vindt die wijkvestigingen heel belangrijk voor de bibliotheek. Mevrouw Inkelaar vindt het mooi om te lezen dat er het afgelopen jaar zoveel invulling is gegeven aan diverse nieuwe projecten en ontwikkelingen richting cultureel ondernemerschap. Haar fractie staat daar positief tegenover. De ChristenUnie ziet wel dat de waardering van het cultureel aanbod in 2013 op stedelijk niveau wederom is afgenomen van 85% in 2009 naar 77% in 2013. Ook op buurtniveau vond een daling plaats van 43,4% in 2009 naar 38% vorig jaar. Haar fractie vraagt zich af of het college zicht heeft op de oorzaken daarvan en of het maatregelen wil nemen of enig idee heeft hoe deze waardering in de komende jaren weer zou kunnen toenemen. Andere fracties uitten hun zorg al over de stapeling van de aangekondigde maatregelen richting de culturele instellingen. De ChristenUnie sluit zich daarbij aan. Heeft de wethouder al zicht op de effecten van deze bezuinigingen? Bovendien vraagt zij naar de visie van het college. Haar fractie zou er eerder voor kiezen om gerichte keuzes te maken, dan om keer op keer de kaasschaaf te hanteren. Mevrouw Inkelaar heeft gezocht in de cultuurvisie van 2012-2022 de oorspronkelijke versie en niet de geactualiseerde. In die visie was één van de uitgangspunten de kaasschaaf zoveel mogelijk achterwege te laten. Is dat nog steeds het uitgangspunt? Met betrekking tot Wijkgericht Werken en Participatie stelde haar fractie afgelopen maandagavond al vragen. Die waren niet aan de juiste wethouder geadresseerd. Zij maakt dat hierbij goed.
Pagina 47 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
2820
2830
2840
2850
2860
2870
Het percentage inwoners dat bekend is met het bestaan van het Leefbaarheidbudget, is afgenomen, van 43% in 2011 naar 33% in 2013, terwijl de doelstelling 48% was. Dat is een groot verschil. Haar fractie vindt het vreemd dat de bekendheid afneemt, terwijl het budget al langer bestaat. De fractie wil graag weten of de wethouder zicht heeft op de oorzaken hiervan en of dit toevallig ook te maken heeft met de bezuinigingen door de jaren heen. De ChristenUnie vraagt zich af wat het effect is van de samenvoeging van het flexibel budget en van het Leefbaarheidbudget voor de bekendheid. Zal nog specifiek geld worden uitgetrokken voor een grotere bekendheid van het budget in het nieuwe Initiatievenfonds? Vorig jaar stelde de ChristenUnie voor bij de Voorjaarsnota het Leefbaarheidbudget anders te verdelen, bijvoorbeeld op basis van het inwoneraantal in de wijken of op basis van de druk op de publieke ruimte. De ChristenUnie hoort graag van de wethouder of het nieuwe Initiatievenbudget op een dergelijke manier verdeeld kan worden. Of daarvoor mogelijkheden zijn. Over de bezuiniging op de wijkbewoners merkt mevrouw Inkelaar op dat in de stukken aangegeven wordt dat de bezuiniging afgelopen jaar niet gehaald kon worden. Zij citeert: “De geraamde lasten op de wijkbureaus zijn met 0,828 miljoen euro overschreden doordat ingeboekte besparingen op de loonkosten niet onmiddellijk gerealiseerd konden worden.” De ChristenUnie vraagt of dit incidenteel is of dat de wethouder een probleem voorziet met het realiseren van de bezuiniging. De heer Wijlhuizen (SP) merkt op dat al eerder door GroenLinks gezegd is dat Utrecht de Stad van Kennis en Cultuur is. Voor de SP is het onderwijs de basis van deze maatschappij in deze stad. Kinderen, jongeren en jongvolwassenen doen kennis op, leren vaardigheden en bereiden zich voor op een volwaardige deelname aan deze maatschappij. Het is voor hem de eerste keer dat hij de jaarstukken doorleest. Hij is met zijn fractie erg geschrokken over de staat van het onderwijs in deze stad. Hij noemt enkele voorbeelden uit de jaarstukken en een aantal daarvan is al genoemd. De streefcijfers zoals afgesproken in het VSV-convenant 2012-2015 zijn op MBO niveau 1 niet behaald. De jongeren die op MBO niveau 1 uitstromen vanuit het ROC richting de arbeidsmarkt, hebben vaak geen werk. Op MBO niveau 2, 3 en 4 zijn de streefcijfers niet gehaald. Een verhoogde kans op uitval bestaat door verkeerde beroepskeuzes. Twee bestuurlijke boetes zijn uitgedeeld. De kwaliteit van het voortgezet onderwijs is helaas niet verbeterd. Een aantal scholen heeft zwakke afdelingen. Voortgezet speciaal onderwijs kent een zeer zwakke school. Hiervoor heeft de gemeente allerlei trajecten opgezet om dat te verbeteren, helaas zijn die verbeteringen volgens de jaarstukken van 2013 niet gehaald of nauwelijks zichtbaar. Tegelijkertijd worden veel lastiger maatregelen voor komend jaar aangekondigd. Onder andere de korting op de Utrechtse School, zoals al eerder genoemd in deze commissie. Het stoppen met de subsidie voor het basisonderwijs voor de VVE-programma’s. Nog steeds zijn de geluiden te horen over een opleiding die wel werkt en waaraan al eerder werd gerefereerd, voor de moeilijk lerenden op het ROC Midden Nederland. Één en ander bevreemdt de SP zeer. Het is heel goed dat er extra geld komt. Zijn fractie is hiermee heel blij. Hij vraagt de wethouder hoe het mogelijk is dat zoveel nog steeds misgaat in het onderwijs in Utrecht. Hoe staat het dan met vroegtijdige schoolverlaters? Hoe gaat de wethouder deze jongeren weer betrekken bij onderwijs en werk voordat ze echt uit beeld verdwijnen? Welke hiaten zitten er nog in bijvoorbeeld het basisonderwijs? Hoe is het mogelijk dat een opleiding die wel werkt, de ML Opleiding van het ROC Midden-Nederland, toch dreigt te veranderen of zelfs te verdwijnen? De SP is erg benieuwd naar wat de wethouder concreet gaat doen bovenop de huidige plannen en bovenop het inzetten van geld om het onderwijs in Utrecht op een goed niveau te brengen zodat wanneer hij volgend jaar de stukken doorneemt hij hierin een verbetering zal zien. De heer Wijlhuizen is heel benieuwd naar het concrete tijdspad voor een tussentijdse evaluatie daarvan. Hij is ook benieuwd naar welke stakeholders de wethouder hiervoor gaat aanspreken en wat hij daarin dan gaat zeggen. Mevrouw Bouazani (PvdA) merkt op dat wat de heer Wijlhuizen nu zegt aan het hart gaat. Zij verwijst naar haar bijdrage op dit beleidsveld. Een aantal jaren geleden had de gemeente Utrecht een aanvalsplan VMBO om de kwaliteit van dat onderwijs op te krikken. Zij vraagt of zij de heer Wijlhuizen van de SP nu hoort pleiten voor een aanvalsplan dat vooral ook gericht is op het MBO in Utrecht. De heer Wijlhuizen (SP) houdt het voor mogelijk dat dat een van de mogelijkheden zou zijn. Hij geeft die vraag graag door aan de wethouder. Hij constateert dat op tot op heden een en ander nog niet voldoende succesvol is gebleken. Hij stelt voor in algemene zin hoe dat wel succesvol te maken. Hij vervolgt zijn inbreng in zijn termijn. Utrecht is de stad van kennis en cultuur. Al een aantal jaren is er geen plek geweest voor de prijscompensatie binnen de culturele sector in Utrecht. Ook dit jaar zal dat waarschijnlijk het geval zijn. Bovendien staat er een korting van 2% aan te komen voor de grotere instellingen. Ook zijn fractie maakt zich daarover ernstig zorgen. Uit gesprekken die de SP heeft gevoerd in de afgelopen weken met de verschillende culturele instellingen, blijkt dat het water hen aan de lippen staat. De instellingen zeggen zelf “De rek is er uit. Het vel staat op de botten.” Dat kan niet de bedoeling zijn wanneer de gemeente Utrecht de cultuur hoog in het vaandel heeft staan. Dat betekent namelijk dat de stad van kennis en cultuur de verplichting heeft om slim om te gaan met de middelen die zij voor cultuur beschikbaar heeft. Wat zet de gemeente waar in en wanneer? Het schept de verplichting naar de stad
Pagina 48 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
2880
2890
2900
2910
2920
2930
zorg te dragen voor al deze culturele spelers in het veld. Dan gaat het van de grote instellingen tot aan de kleine lokale buurtverenigingen. Naast al die bezuinigingen reserveert het bestuur wel een groot bedrag (8 miljoen euro) voor een nieuw Cultuurforum. Daarover is ook al heel veel gezegd. Feit is dat al van alles op stapel staat in Leidsche Rijn, onder meer het Castellum De Hoge Woerd. De heer Wijlhuizen sluit zich in dat opzicht aan bij de inbreng van de VVD, GroenLinks en D66. Hij vraagt de wethouder hoe zij deze ontwikkelingen ziet in het bredere verband. Waar wil de wethouder daadwerkelijk op inzetten? Hoe zal het college ervoor zorgen dat al deze instellingen die zorgdragen voor al deze culturele evenementen en activiteiten in de stad niet onderuit gaan in de komende jaren? Hoe zorgt het stadsbestuur ervoor dat het Castellum De Hoge Woerd over drie jaar niet alsnog ten onder gaat? Hij vraagt de wethouder op deze vragen te antwoorden. Met betrekking tot de jaarstukken zelf vraagt hij over de cijfers over cultuur in de begroting hoe het verschil van 98.000 euro te verklaren is na optelling van de cijfers en na vergelijking met de cijfers achterin. De SP wil graag weten waar dit geld gebleven is en wat ermee gedaan is. Moet hij dit zien als een tekort in de begroting? Welke invloed heeft dit op de culturele sector gehad? Met dat geld is heel veel te doen. Over pagina 35 van de jaarstukken vraagt hij onder het kopje Europa met de tekst “We hebben een tentoonstelling over de Vrede van Utrecht gerealiseerd in het Europees parlement in april. Samen met de provincie, de universiteit, Dutch Game Garden en de partners hebben we Utrecht op de kaart gezet in Brussel”. Hij vraagt zich alleen af wat “Utrecht op de kaart in Brussel” precies is. Hoe heeft de gemeente dat gemeten? Wat komt daar uit? Wat kost dat er wat levert “dat op de kaart zetten” op? Daarnaast is het de heer Wijlhuizen opgevallen dat het verschil tussen de doelstellingen in 2013 en de realisatie in 2013 enorm groot is op bepaalde punten. Bijvoorbeeld als het gaat over de aantoonbare inzetbaarheid van Utrecht, zou dat volgens de nulmeting in 20 dossiers moeten zijn. De doelstelling was 25, maar de realisatie was 0. Hij vindt dat erg opvallend. Ook voor de toegekende subsidies van Europese projecten was de nulmeting 3,6 miljoen euro, de doelstelling was 2,5 miljoen euro maar de realisatie was 0,45 miljoen. Hij leest hierover een kleine toelichting en vraagt daarover nadere uitleg. Hij vindt de Call of the Mall “een supergaaf project”. Alleen leest hij dat het project 100.000 extra bezoekers heeft getrokken. Hoe is dat zeer precieze getal verkregen? Wat deden deze bezoekers? Wat hebben deze 100.000 extra bezoekers dan bezocht? De heer Menke (Studenten en Starter) sluit zich aan bij de inbreng van D66 over onderwijs met betrekking tot het achterblijven van de doelstelling op het gebied van MBO, waar het gaat om schooluitval op 1 en 2 niveau. Hij is met betrekking tot dit laatste vooral benieuwd naar wat het college hiermee van plan is te doen. Ook schaart hij zich achter de vraag van D66 hoe met het lokaal economisch fonds stageplaatsen te kunnen creëren. Hij heeft gelezen en ongetwijfeld met anderen, dat volgend jaar toch zeker de basisbeurs geschrapt zal worden. Dat zal gevolgen hebben voor de doorstroming van het MBO naar het HBO. Hij vraagt hoe de wethouder tegenover dat probleem staat. Ziet de wethouder hierin een opgave voor de gemeente? Tenslotte sluit hij zich aan bij de vele fracties die gepleit hebben voor de aanpak van taalachterstand. Hij vindt het zeer belangrijk niet alleen voor de jeugd, maar ook voor volwassenen. Taalvaardigheid is een basisvoorwaarde om goed te kunnen functioneren in de samenleving. Hij pleit ervoor daarop vooral door te zetten. Vervolgens begeeft hij zich op een schemergebied van zowel onderwijs als cultuur - de centrale bibliotheek. Het valt wat hem betreft onder de beide kopjes. Hij is heel erg benieuwd naar de verschillende uitwerkingsopties die in januari zijn toegezegd. Hij maakt zich met de ChristenUnie een beetje bezorgd over of de mogelijkheden gekortwiekt zijn met de vele bezuinigingen die in de Voorjaarsnota en in het coalitieakkoord opgelegd zijn; wat zijn nu nog de mogelijkheden? Met de VVD is hij zeer benieuwd naar de geruchten over het niet mogelijk zijn van een bibliotheek op de Neude. Hij vraagt of daarover nu duidelijkheid is. Zo ja, kan de raad die dan ontvangen? Verschillende partijen zijn ingegaan op subsidies - de stapeling van bezuinigingen. Hij sluit zich ruimhartig aan bij de desbetreffende opmerking van de SP. Het is niet mogelijk om door te gaan met de kaasschaaf. Hij pleit voor duidelijke keuzes in wat wel en wat niet te doen. Met betrekking tot het stapelen is hij vooral bezorgd over het effect op de kleine instellingen wanneer de grote instellingen extra gekort worden. Die grote instellingen bieden heel veel diensten aan waarvan de kleine subsidie-ontvangers gebruik maken. Het is doorberekend wat de extra korting op de instellingen voor weerslag heeft op de kleine instellingen. Hij is zeer benieuwd naar die informatie. Voorts gaat de heer Menke in op het uitgaansleven voor 16-18-jarigen. Op het gebied van alcohol is nieuwe wetgeving ingevoerd, waardoor mensen onder 18 jaar geen alcohol meer mogen kopen. Daar staan flinke straffen op voor de uitbaters. Dat betekent dat deze mensen eigenlijk nergens meer kunnen uitgaan. Ze komen nergens meer binnen. Voor die groep pubers is uitgaan zeer belangrijk. Hij is benieuwd of de wethouder bekend is met dit probleem, en zo wat haar visie is op het mogelijk maken van een uitgaansleven voor deze groep inwoners. Ziet de wethouder hierin de rol van de gemeente?
Pagina 49 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
Met betrekking tot Wijkgericht Werken en Participatie brengt de gemeente in dat ook wat zijn fractie betreft de bekendheid rond het bestaan van het Leefbaarheidbudget zeer te wensen overlaat. Hij vraagt naar de oorzaak van de terugloop en wat het college daaraan zal doen. Vooral wil hij weten of extra wordt ingezet op nieuwe bewoners in de stad die hiervan nog nooit hebben gehoord. Daarmee is wat hem betreft grote winst te behalen.
2940
2950
2960
2970
2980
2990
Over Crowdfunding zegt hij “helemaal top”. Hij zag initiatieven langskomen om hiermee meer te gaan doen. Het zou uitstekend zijn om het draagvlak te gaan peilen in een buurt. Hij denkt dat het goed is om Crowdfunding meer op te nemen in participatietrajecten. The Right to Challenge is ook al genoemd door D66, CDA en de VVD. Hij kan zich daar volledig bij aansluiten. Ook hij gaat in op verwachtingenmanagement. De VVD heeft het ook genoemd. Hij vindt het heel belangrijk voor zowel de omwonenden als het gaat om de vraag waarover zij kunnen meebeslissen als voor de voortgang van trajecten. Zijn fractie heeft van projectontwikkelaars vooral op het gebied van startershuisvesting veel gehoord dat de grootste drempel in de snelle uitvoering de participatietrajecten zijn omdat het niet duidelijk is hoe lang ze doorgaan, wat er precies besloten kan worden. Zowel van de kant van de omwonenden als van de toekomstige gebruikers, als die van de ontwikkelaars is het heel belangrijk dat hierover duidelijkheid komt: waar wel waar niet en wat zijn de mogelijkheden? Hij verneemt graag hoe de wethouder met alle participatie toch kortere doorlooptijden wil behalen, duidelijke kaders wil neerzetten, de betrokkenheid van toekomstige gebruikers de nodige aandacht wil geven, en het verwachtingenmanagement beter op orde wil brengen. Mevrouw Oskam (PvdD) sluit zich aan bij het CDA met de inbreng over de maatschappelijke stage. De gemeente Utrecht zegt te investeren in de kwaliteit en het niveau van het onderwijs in de stad. Net als de andere partijen vindt de PvdD dit ook erg belangrijk, vanwege Utrecht als stad van Kennis en Cultuur. Dit is meerdere keren genoemd. De PvdD vindt ook de gezondheid van leerlingen en studenten belangrijk. De PvdD is blij dat de gemeente investeert in een beter binnenmilieu in scholen. Zij las dat inmiddels 79 projecten met een goed binnenmilieu afgerond zijn en dat in 14 bestaande scholen het binnenmilieu is aangepast. Zij vraagt de wethouder hoeveel procent van de scholen in Utrecht nu een goed binnenmilieu heeft en hoeveel procent nog niet. Zijn er plannen voor verbetering in alle scholen in Utrecht? Onderdeel van gezond onderwijs is ook de voeding die scholen aan leerlingen aanbieden. De PvdD vindt dat junkfood zoals kroketten en cola niet thuishoren in scholen. Haar fractie wil dat scholieren kunnen kiezen uit gezonde voeding. Zij vraagt de wethouder in hoeverre de gemeente zich hiervoor inzet. Wanneer de gemeente zich hiervoor niet inzet, vraagt zij of zij zich hiervoor gaat inzetten. De PvdD maakt zich zorgen over dat de slechte luchtkwaliteit en het tekort aan groen een grote impact heeft op de fysieke en psychische gezondheid van kinderen en jongeren. Volgens de KPMG kan jaarlijks 95 miljoen euro bespaard worden op ziektekosten voor mensen met depressie en angststoornissen wanneer in stedelijke wijken in Nederland 10% meer groen komt. De PvdD wil daarom dat er geen scholen meer worden gebouwd binnen een afstand van 300 meter tot snelwegen en drukke stadswegen – dit vanwege de luchtvervuiling. Ook wil haar fractie dat de gemeente scholen ondersteunt bij de inrichting van schooltuinen en groene speelplaatsen. Haar fractie wil dat dat gaat deel uitmaken van een curriculum waarin aandacht wordt besteed aan natuur en milieu en aan dierenwelzijn. Wat haar fractie betreft zou elke school in Utrecht dit curriculum moeten krijgen. De PvdD vindt het verder belangrijk dat scholen te voet, op de fiets en met het openbaar vervoer goed bereikbaar zijn, en dat het afzetten van kinderen met de auto wordt ontmoedigd. Dit verhoogt de veiligheid en de luchtkwaliteit bij scholen. De gemeente maakt onder andere samen met scholen plannen voor grootschalige opwerking van duurzame energie. Daken van scholen bieden wat haar fractie betreft uitstekende mogelijkheden voor plaatsing van zoncentrales. Zij vraagt de wethouder of het klopt dat op dit moment negen scholen zonnecentrales op hun dak hebben. Wat zijn de plannen voor uitbreiding van dit aantal? De PvdD vindt net als het college dat cultuur een verrijking is van het leven. Daarom is het belangrijk dat de gemeente blijft investeren in culturele voorzieningen in de stad. Net als de PvdA, D66, en de SP maakt haar fractie zich zorgen om de noodkreten van onder meer de Stadsschouwburg het Centraal Museum en het Utrechts Uitbureau vanwege stapeling van kortingen op subsidies. De PvdD vreest voor de kwaliteit van Kunst en cultuuronderwijs en het voortbestaan van onder andere de veel geroemde culturele zondagen. Utrecht wordt op deze manier steeds minder de stad van kennis en cultuur die zij pretendeert te zijn. Mevrouw Oskam sluit zich aan bij de vragen van de SP, D66 en GroenLinks over het repareren van de voorgenomen bezuinigingen. De gemeente Utrecht heeft de ambitie om wijkgericht werken te versterken. Haar fractie vindt dat prima. Bewoners van Utrechtse wijken hebben veel kennis over wat er lokaal speelt. Haar fractie sluit zich aan bij het advies van de heer Van Waveren van het CDA aan het stadsbestuur om sneller te reageren op adviezen van wijkraden. Bewonerscollectieven en Energie-U worden wat haar betreft gestimuleerd en ondersteund bij het lokaal opwekken van energie. Verder merkt haar fractie dat de inwoners van Utrecht heel veel waarde hechten aan groen. De fractie verwacht dat deze mensen nog meer gesteund worden in het vergroenen van hun wijken. Pagina 50 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3000
Culturele initiatieven bevorderen de cohesie tussen bewoners en andere inwoners buiten de wijken. De PvdD wil ook dat de gemeente ervoor zorgt dat deze initiatieven niet de dupe worden van de bezuinigingen. De CO2 reductie bedroeg in 2013 1,77 miljoen euro, in 2014 400.000 euro en in 2015 112.000 euro. Zij vraagt op deze trend een toelichting. Mevrouw Oskam vraagt hoeveel geld dit en volgend jaar in de totale pot voor het Initiatievenfonds zit. Zij pleit met andere fracties voor het behoud van het Initiatievenfonds/Leefbaarheidfonds. Zij is het helemaal eens met de inbreng die geleverd is over de bestrijding van taalachterstand. Schorsing voor voorbereiding beantwoording en hervatting van de vergadering
3010
3020
3030
3040
3050
Wethouder Kreijkamp beantwoordt de vragen over onderwijs en bibliotheek. Het collegeprogramma maakt gewag van veel ambitie voor onderwijs. De wethouder beseft zijn positie daarin om ervoor te zorgen dat onderwijs de drijvende kracht blijft achter ieders ontwikkeling en ontplooiing. Het Utrechts college zal de nadruk blijven leggen op talentontwikkeling zodat elke jongere een goede start op de arbeidsmarkt kan hebben. Het gaat in het onderwijs om een schoolloopbaan met perspectief van voldoende doorstroming naar het vervolgonderwijs. De prioriteit is de kwaliteit van het onderwijs, kwaliteit van taal en rekenen en geen zwakke scholen en vooral goede professionals voor de klas. De wethouder verwacht dat de raad en het college in de komende jaren hierover veel komen te spreken. In het coalitieakkoord staan extra middelen voor onderwijs, bijvoorbeeld de 1,2 miljoen voor kwaliteit en excellentie. Dat is bedoeld voor alle niveaus, dus ook voor VMBO en vooral ook richting de zwakke scholen in het voortgezet onderwijs. Momenteel worden actielijnen bepaald om die voor te leggen aan de raad en vooral ook om te bespreken hoe dit geld in te zetten, met de partners in het onderwijs en met het bedrijfsleven. Het gaat uiteraard om kwaliteitsverbetering in het voortgezet onderwijs, om extra programma’s daarop, om het beter betrekken van het bedrijfsleven bij het onderwijs, om het betrekken van kennisinstellingen. De wethouder verwijst hierbij naar het coalitieakkoord, naar de idee om onderzoeks- en kennisinstituten de excellentie te laten verzorgen zodat de Utrechtse leerlingen ook profiteren van wat Utrecht allemaal te bieden heeft. Over het geheel genomen vindt het college dat de kwaliteit van het onderwijs primair de verantwoordelijkheid moet blijven van de schoolbesturen. Het college zal de schoolbesturen daarop blijven aanspreken. Het college zal op zoek gaan naar kansen om met de schoolbesturen samen te werken en excellentieprogramma's te gaan inzetten voor de Utrechtse leerlingen. Het college zal geen taken overnemen van schoolbesturen. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat de wethouder een aantal hele mooie zaken noemt. Het gaat om extra en nieuwe dingen naast het reguliere onderwijs. Hij heeft in zijn bijdrage gesteld dat om extra excellentie te bevorderen eerst de voorwaarden daarvoor gerealiseerd moeten worden. Hij noemt in dat verband de klassengroottes. Hij veronderstelt dat het logisch is om de middelen voor excellentie in het onderwijs in te zetten om ervoor te zorgen dat de leraren voldoende tijd hebben om hun energie te steken in de leerlingen. Op dit moment zijn de klassen in sommige gevallen te groot. Mevrouw Baş (D66) vraagt of GroenLinks zich ervan bewust is dat schoolbesturen vorig jaar al extra middelen hebben gekregen van het Rijk van ongeveer 220 euro per leerling in het voortgezet onderwijs en 180 euro per leerling in het primair onderwijs, juist voor de kwaliteit van het onderwijs. Zij vraagt de wethouder of de schoolbesturen deze middelen kunnen inzetten voor verkleining van de klassen. Zij is het absoluut eens met GroenLinks dat het begint bij het “opheffen van de plofklassen”. De heer De Vries (GroenLinks) vindt het mooi dat mevrouw Baş het hierover eens is met GroenLinks. Wethouder Kreijkamp bevestigt dat er inderdaad middelen uit het Rijk komen voor klassenverkleining. Het gaat daarbij om extra lumpsumgelden voor de schoolbesturen die te bestemmen zijn om meer leerkrachten in te zetten. De wethouder heeft daarover gesproken met Utrechtse schoolbesturen en ze aangespoord om die middelen in te zetten. Om die reden heeft hij de verantwoordelijkheid ook neergelegd bij de schoolbesturen. Dit heeft ook consequenties voor huisvesting. Daar heeft de wethouder wel een wettelijke zorgplicht. De heer De Vries (GroenLinks) vraagt de wethouder inzicht te geven in hoe hij de verhouding ziet tussen school en de lokale overheid. In Utrecht zijn de klassen nog steeds te groot. Hij weet niet hoe dat komt ondanks het extra geld. Hij vraagt de wethouder de commissie daarover te informeren. Wethouder Kreijkamp merkt op dat wanneer gekeken wordt naar de onderwijsbegroting, naar de ambities naar de Utrechtse onderwijsagenda, en zeker ook naar de inzet van de gemeente in den brede, het allemaal op de wettelijke taak aankomt die schoolbesturen hebben waarop ze door OC&W worden afgerekend en waarvoor lumpsum middelen beschikbaar zijn. Het gaat daarbij om de leerkrachten voor de klas. Die middelen komen niet van de gemeente. Huisvesting is wel van de gemeente. Ook de wethouder heeft gezien dat er grote klassen zijn in Utrecht en hij heeft dit ook besproken met de schoolbesturen. De wethouder is van mening dat wanneer dan nu middelen gecreëerd zijn om samen met de schoolbesturen samen te werken aan de kwaliteit van onderwijs, de gemeente samen met schoolbesturen hierop programma's moet gaan maken. Hij wijst de betaling van leerkrachten uit de Utrechtse begroting van de hand. Het gaat nu vooral om de invulling van de programma's. Voor de inzet van die desbetreffende middelen zal de wethouder een Pagina 51 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3060
3070
3080
3090
3100
3110
voorstel doen aan de raad. Hij zal ook de partijen uitnodigen om daarover het gesprek aan te gaan. Hij vindt de universiteit een hele interessante partner. De universiteit werkt momenteel aan programma's, ook voor het basisonderwijs, om leerlingen veel eerder kennis te laten maken met wetenschap en techniek. Dan gaat het over basisschoolleerlingen van alle niveaus. Hij denkt aan deze en dergelijke ideeën. Veel vragen zijn gesteld over voortijdig school verlaten. De heer Wijlhuizen is geschrokken van de cijfers. Dat geldt ook voor de wethouder. Voortijdig schoolverlaten is al langer een maatschappelijk probleem. Vanaf 2005 heeft de toenmalige minister Van Bijsterveld daarop extra ingezet. Utrecht heeft destijds ook een reductie kunnen realiseren op het aantal voortijdig schoolverlaters: tussen de -25 en -30%. Op dit moment heeft Utrecht van de G4 nog steeds de laagste cijfers. Dat neemt niet weg dat het aantal voortijdig schoolverlaters nog steeds teveel is. De wethouder vindt dat die cijfers lager moeten. De hele brede aanpak heeft nog niet de resultaten die de aanpak zou moeten hebben. De heer Wijlhuizen (SP) bevestigt dat hij geschrokken is en is blij dat de wethouder die schrik met hem deelt. De vraag is dan wat in het komende jaar anders te doen dan in de afgelopen jaren. Blijkbaar heeft het beleid in de afgelopen jaren nog niet het gewenste effect gehad. Wethouder Kreijkamp brengt in dat heel veel acties zijn ingezet. Het gaat om een hardnekkig probleem. Een lange adem is nodig om hierin succes te hebben. De belangrijkste reden die het college terugkrijgt van de MBO’s en van de leerlingen zelf, is een niet goed gemaakte beroeps- en studiekeuze. Daarnaast speelt schuldenproblematiek momenteel een grote rol. Dat is breed een maatschappelijk probleem. Die beroeps- en studiekeuze is één van de oorzaken van uitval, en vaak ook voor de tweede en voor de derde keer. Wanneer de leerlingen niet aan kwalificatieplicht hebben voldaan, gaan ze naar een andere opleiding. Vaak volgt dan een herhaling van uitval. De inzet op de beroepskeuze is wat de wethouder betreft nu de cruciale actie. Dat is een breed probleem. De wethouder somt de issues op die rond de MBO’s spelen: de invoering van de Wet Focus op vakmanschap die vanuit de entreeopleidingen ingevoerd zullen worden, de macro doelmatigheid van minister Bussemaker voor een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, het vraagstuk van de keuze voor de aan te bieden opleidingen, de discussie over de opleidingsinstituten en welk instituut welke opleiding aanbiedt – de wethouder noemt zijn standpunt ter zake. De inzet van het Utrechtse Onderwijs is gericht op de aanpak van het verzuim, op meer doen voor de overstap van VMBO naar het MBO om in het MBO goed te landen, de kwaliteit van het onderwijs - nog steeds bestaan enkele opleidingen van onvoldoende kwaliteit ook als het gaat om MBO’s. De wethouder en de minister zitten daar steeds scherper op. De wethouder ziet de grootste kansen om in het Utrechtse meer samenwerking te gaan zoeken tussen het bedrijfsleven en de MBO’s – de human capital agenda is nu in voorbereiding. Dat is onderdeel van de EBU (Economic Board Utrecht). Daar zal samen met de MBO’s en het bedrijfsleven een plan gemaakt worden om te bepalen op welke opleidingen het beleid zich moet richten en daar zal antwoord worden gegeven op de vraag op welke wijze meer leerlingen/jongeren die daarvoor interesse hebben en die gemotiveerd zijn om dit te gaan doen, aan te trekken. College en de commissie komen ook nog te spreken over de invulling van de entreeopleidingen. Daarbij gaat het onder meer om hoe de opleiding voor moeilijk lerenden vorm te geven. De wethouder heeft hierop toegezegd de raad hierbij te betrekken dan wel te consulteren; dit naar aanleiding van schriftelijke vragen. Zijn voorstel is om op dit dossier rond het reces een uitgebreidere brief te schrijven over de acties van de gemeente om daarover uitgebreid van gedachten te kunnen wisselen. Mevrouw Baş (D66) vraagt of een extra actie te verwachten is op het voorzien in stageplaatsen. De heer De Vries (GroenLinks) constateert dat de cijfers ten opzichte van de doelstellingen een groei laten zien van ongeveer 38%. Kan de wethouder in de brief het antwoord op de vraag meenemen of de cijfers kloppen en zo niet de werkelijke cijfers geven? Hij is van dit percentage erg geschrokken. Wethouder Kreijkamp zal hierop terugkomen. Hij vervolgt zijn beantwoording met in te gaan op de vraag van mevrouw Baş. In het coalitieakkoord is een aantal punten opgenomen dat de lokale overheid samen met partners kan doen. Naast meer werk als centraal thema van deze coalitie, zijn meer stages en leerwerkbanen een belangrijk antwoord. Dat geldt ook voor uitval. De wethouder bevestigt dat dit nog steeds een probleem is in het MBO. De problematiek wisselt volgens de gegevens van de onderwijsinstellingen. Mevrouw Baş (D66) merkt op dat nu aantallen worden genoemd, onder andere in het lokaal economisch fonds – het gaat daarbij om 500 stageplekken en/of leer-werkplekken. Zij vraagt de wethouder hoe hard die cijfers zijn en of de wethouder hierop een toezegging kan doen. Wethouder Kreijkamp antwoordt dat het collegeprogramma hard is. Hij stelt zijn optreden in de commissie Stad en Ruimte in het vooruitzicht in het kader van Werk en Inkomen en Economische Zaken. Hij zal dan nader ingaan op de economie. Ook de onderwijsportefeuille draagt hieraan bij. Het gaat daarbij om een gezamenlijke opdracht van de portefeuillehouders om tot de stages/leer-werkplekken te komen. Hij bevestigt dat in het collegeprogramma dit aantal is genoemd. Dit is de ambitie van het college. Hij vervolgt zijn beantwoording. Mevrouw Metaal vroeg aandacht voor de maatschappelijke stages. Zij gaf aan in haar bijdrage dat in de Eerste en Tweede Kamer besluitvorming heeft plaatsgevonden, waardoor de maatschappelijke stages niet meer wettelijk verplicht zijn vanaf 1 januari 2015. Zij heeft gevraagd of het college bereid is budget ter beschikking te Pagina 52 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3120
3130
3140
3150
3160
3170
stellen om de maatschappelijke stages te faciliteren. De wethouder bevestigt dat hij daartoe bereid is. De vraag is dan wat de gemeente moet doen, waaruit dit kan bestaan. Hij heeft de scholen en de schoolbesturen benaderd met de vraag wat ze willen doen wanneer de wetgeving van kracht wordt. Uit de reactie krijgt hij nog een wisselend beeld vanuit de scholen, met welke stages zij wel of niet willen doorgaan. Zijn voorstel is om de inventarisatie af te maken. De wethouder is zeer bereid om vanuit de onderwijsbegroting te kijken naar middelen om die faciliterende rol van de vrijwilligerscentrale mede vorm te geven. De wethouder wil daarbij ook afspraken maken over hoeveel leerlingen het dan gaat. Hij zoekt daarbij duidelijk het commitment van de scholen. Die afspraken wil hij met de schoolbesturen gaan maken. Dan is hij bereid om vanuit zijn verantwoordelijkheid het in stand houden van de maatschappelijke stage te faciliteren. Mevrouw Metaal (CDA) is heel blij met het antwoord. De organisatie MaatschapPlus heeft hierop ook ingesproken tijdens de Raadsinformatieavond. Deze organisatie kan ook nog helpen bij het opzetten van dit gebeuren. Zij noemt deze organisatie naast de vrijwilligerscentrale. Wethouder Kreijkamp neemt die suggestie mee. Hij zal de raad hierover informeren. Als het gaat om een toezegging zorgt hij ervoor dat niet per 1 januari de organisatie rond de maatschappelijke stage omvalt. Hij handhaaft vanaf 1 januari 2015 zijn faciliterende rol voor minimaal een jaar. Hij heeft dan nog wel enkele maanden nodig om van de schoolbesturen exact te vernemen welke inzet en welk commitment zij hierin hebben. Met betrekking tot de vragen die gesteld zijn over het Gerrit Rietveldcollege merkt de wethouder op dat hiervoor ook aandacht is in de media. Hij vindt die aandacht terecht. Het is mogelijk het belangrijkste project in zijn wethouderschap in het onderwijs. Na 10 jaar hard werken kan de school nu bijna opgeleverd worden, ware het niet dat op het moment waarop de aannemer zijn werk zou overdragen aan de gemeente, een lange lijst is geconstateerd met veel openstaande punten. De wethouder vindt dat teleurstellend. Hij heeft dit ook de aannemer laten weten. De aannemer zegt hiervoor enkele weken nodig te hebben. De consequentie is wel dat de opening door het schoolbestuur moest worden afgelast. Die zou plaatsvinden op 25 juni – de 50-ste sterfdag van Gerrit Rietveld. De wethouder vindt het erg vervelend voor de ouders en de leerlingen. Voor hem is het nu het belangrijkste dat het schoolgebouw goed wordt overgedragen aan de corporatie en daarna aan het schoolbestuur zo dat niet maanden zo niet jaren betrokkenen bezig zijn met het afwerken van openstaande lijsten tot en met de juridische procedures. Dat is niet de insteek van de gemeente. De gemeente spant zich ervoor in de start van het nieuwe schooljaar het moment te maken waarop de leerlingen het nieuwe schoolgebouw kunnen betrekken. Hij benadrukt dit niet met 100% zekerheid te kunnen zeggen omdat hij niet zeker weet hoeveel tijd gemoeid is met het afwerken van de lijst. Hij zal de raad in de komende weken op de hoogte houden wanneer de termijn die hij nu heeft genoemd, niet gehaald zal worden. De heer De Vries (GroenLinks) geeft de wethouder zijn volledige steun aan diens inzet. Zal het meer een kwestie van weken of meer van maanden zijn? Wethouder Kreijkamp blijft bij de woorden die hij zojuist heeft gesproken. Hij vervolgt zijn beantwoording. Hij beantwoordt de vraag over de bezuiniging op de tweede leraar op de VVE. De heer Stahl vroeg in dit kader ook naar het 256 miljoen euro. Dat bedrag heeft te maken met het geld dat de rijksoverheid uit gemeentebegrotingen haalt - het bedrag wordt opgehaald over het hele land. De impact voor Utrecht is ongeveer 6 miljoen euro, zonder dat een taak bij de gemeente wordt weggehaald. Deze korting is verwerkt in de gemeentebegroting volgens de lijn die gecommuniceerd is bij de Voorjaarsnota vorig jaar. Het college kijkt primair of er middelen zijn die vanuit onderwijs of vanuit het sociaal domein bij zou kunnen dragen aan het invullen van deze forse taakstelling. Daarvoor zijn een aantal middelen gevonden - de wethouder verwijst hierbij ook naar de Voorjaarsnota. Hij had liever gezien dat dit niet nodig was. Dit is het resultaat van een zware zoektocht naar middelen. De wethouder is blij dat de coalitievormende partijen niet de hele korting hebben doorgevoerd, en dat ook in de algemene middelen geld is gevonden. Waar het gaat om de tweede leerkracht op de VVE, gaat het om gemeentelijke middelen die naar de schoolbesturen gaan om die leerkracht te financieren. De eerste leerkracht is al gefinancierd door de schoolbesturen. Dit is eerder al met de schoolbesturen besproken. Voor 2015 kan het college dat uit het convenantsbestuursakkoordmiddelen met de minister nog voor één jaar financieren. Feit is ook dat in het regeerakkoord middelen beschikbaar zijn gesteld in het Nationaal onderwijsakkoord die ten behoeve komen van de schoolbesturen. De lijn is dat de schoolbesturen hieraan ook iets kunnen bijdragen omdat zij middelen krijgen waarop de gemeente gekort wordt. De wethouder vindt het verdedigbaar om deze subsidie stop te zetten. Dat gesprek gaat hij aan met de schoolbesturen. Feit is dat van de grote steden alleen Amsterdam en Utrecht de tweede leerkracht nog betalen. De andere steden zijn daarmee al veel eerder gestopt. Mevrouw Baş (D66) vraagt naar de meerwaarde voor de VVE. Actie is nodig om taalachterstand weg te werken. Haar fractie vindt dit een essentieel. Wethouder Kreijkamp is het eens met het pleidooi van mevrouw Baş. Dit zal ook zijn inzet zijn richting de schoolbesturen. Over dat ook de schoolbesturen een deel moeten bijdragen aan deze korting, zijn al gesprekken gevoerd, ook omdat dit teruggaat naar het nationaal onderwijsakkoord. Hij zal de consequenties voor het VVEbeleid in kaart blijven brengen. Ook de inspectie zal binnenkort in Utrecht komen kijken.
Pagina 53 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3180
3190
3200
3210
3220
3230
Mevrouw Inkelaar (ChristenUnie) is benieuwd of de wethouder zicht heeft op de consequenties op de VVE van de afschaffing van de subsidie in andere steden. Wethouder Kreijkamp zal nagaan of de informatie voorhanden is waarmee de steden met elkaar te vergelijken zijn, en daarbij ook steden betrekken die dit anders doen. De wethouder benadrukt van mening te zijn dat de schoolbesturen hiermee moeten doorgaan. Met betrekking tot de vragen en opmerkingen over de Utrechtse School merkt de wethouder op dat ook voor de Utrechtse school geld is opgenomen in het coalitieakkoord. Het gaat daarbij om huisvesting waaronder ook Passend Onderwijs. Dat staat daar niet expliciet benoemd. De wethouder deelt mee met de Utrechtse school afspraken te maken over een nieuwe huisvesting. Waarschijnlijk zal die huisvesting aan de Noordse Parklaan komen, vanaf 2016. Daarvoor zijn middelen beschikbaar. Gevraagd is naar de stand van zaken rondom het vaste aanmeldmoment en de teruggetrokken middelen voor integratie in het coalitieakkoord. De laatste puntjes worden momenteel op de i gezet met betrekking tot het pilot in de vijf wijken met het Aanmeldmoment. De wethouder gaat er vanuit dat hij de raad na de zomer kan informeren over dat de scholen afspraken hebben gemaakt over het moment van aanmelden, de leeftijd waarop, over aangepaste websites, aangepaste schoolgidsen en over dat leerlingen zich maar op één school kunnen aanmelden. De schoolbesturen zelf zullen die stappen dan hebben gezet. Met betrekking tot vrijvallende middelen licht de wethouder toe dat het daarbij gaat om de visie op burgerschap. Die visie is inmiddels vastgesteld en de schoolbesturen zijn bezig met de implementatie. Dat geld is dan niet meer extra nodig. Voor dit pilot waren ook eerder middelen beschikbaar. Die middelen werden ook gebruikt voor het bredere onderzoek. Het college wil in de huidige situatie geen breder onderzoek, wil nu actie van de scholen zelf. Het enige dat met deze bezuiniging ook geraakt wordt, zijn de oudereninitiatieven. Het gaat daarbij om ongeveer 2000 euro per initiatief. Hiervan zijn enkele in de stad. Die komen met deze bezuiniging te vervallen. De wethouder is van mening dat de voortgang van lopende initiatieven hier niet van afhankelijk zou mogen zijn. Zodra mensen hierover naar hem toe komen, zal hij met ze in gesprek gaan om na te gaan hoe hij ze kan faciliteren. Over de Verkeerstuin zijn technische vragen gesteld. Helaas zijn de resultaten van het onderzoek naar mogelijkheden de tuin te laten sponsoren niet positief. De wethouder zal de raad nog informeren met een brief. Met die conclusie en een eerdere conclusie van de bezuiniging kan hij niet anders dan tot de conclusie komen dat de middelen wegvallen voor de Verkeerstuin. De wethouder vindt dat zelf onwenselijk gezien het belang van de verkeersveiligheid. De wethouder is met zijn collega van Verkeer nog in overleg om na te gaan of er geld is te genereren voor de verkeersexamens. Hij stelt voor de uitkomst van het onderzoek naar sponsoring naar de raad te sturen en dit dan bestuurlijk te bespreken. Mevrouw Bouazani (PvdA) vraagt of de commissie de brief zal ontvangen vóór het slotdebat. Wethouder Kreijkamp antwoordt bevestigend. Hij vervolgt zijn beantwoording. Enkele vragen zijn gesteld over Passend Onderwijs. Mevrouw Rajkowski vroeg heel direct naar de 100 leerlingen die nu geen HAVO of VWO onderwijs kunnen genieten. De wethouder heeft al eerder gezegd dit getal niet te herkennen. Dat neemt niet weg dat hij vindt nu deze getallen genoemd zijn dat daarover gesproken moet worden. Hij wil dan graag weten waar deze leerlingen vandaan komen. Uit eerdere informatie is gebleken dat ze niet thuis maar mogelijk op een andere school zitten. Volgens de betrokken ouders zouden de kinderen beter op hun plek zijn op een andere school. De wethouder vindt het dan ingewikkeld om te bepalen wie dat zijn en hoe het beter kan. Hij stelt voor een gesprek te voeren met het samenwerkingsverband om de gewenste informatie scherper te krijgen. Waar zit de problematiek? Wat kan de gemeente doen, ook als het gaat om de huisvesting? Ook daarover staat iets in het coalitieakkoord. De toezegging die hem gevraagd is zich te blijven inzetten ook voor deze groep, wil de wethouder bij deze nog een keer doen. Hij ziet op de website van deze ouders dat zij een tabel hebben gemaakt waaruit blijkt waar in Utrecht voorzieningen zijn en waar niet. Dat zal hij in zijn gesprek betrekken. Gaat het hierbij om passend aanbod in het Utrechtse of net buiten Utrecht? Mevrouw Baş vroeg naar de prestatie- of effectindicatoren van de Brede School, of deze indicator (2.1.1) te verbeteren is met andere activiteiten zoals leertijdverlenging. De wethouder zal nagaan of deze indicator scherper te maken is. “Bredeschoolactiviteiten” is ook in zijn ogen enigszins breed geformuleerd. De voorzitter brengt onder de aandacht dat de vraag ook was wat meetelt als leertijdverlenging, of dit alleen betrekking heeft op de VVE of ook op activiteiten op zaterdag. Wethouder Kreijkamp zet uiteen dat de leertijduitbreiding onderdeel is van het bestuursakkoord. Daarbij gaat het om middelen die de gemeente Utrecht van de minister heeft gekregen met bepaalde voorwaarden daarbij. Het college zet die middelen in voor de groepen 6, 7,8 voor extra taal en rekenen. Daarvoor zijn beleidsregels ontwikkeld op basis waarvan schoolbesturen geld kunnen aanvragen voor IT-scholen waar leerlingen les krijgen die aan die voorwaarden voldoen. Ook de Brede Schoolacademies worden hieruit gesubsidieerd ook aan de hand van een beleidsregel. Hij begrijpt de vraag als volgt: of andere vormen van leertijduitbreiding hier ook aan kunnen voldoen? Formeel gezien is dan het antwoord wanneer voldaan is aan de beleidsregel, anders niet. Hij hoort de oproep van mevrouw Baş. De wethouder zal ook naar die initiatieven gaan kijken. Het college is nu bezig met de minister voor het volgende bestuursakkoord. Deze middelen houden op in 2016 om daarna weer middelen te krijgen. Het college zal dan nagaan hoe die beleidsregel te verbreden zodat meer partijen hierin
Pagina 54 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3240
3250
3260
3270
3280
interesse kunnen tonen en hieruit geld kunnen krijgen. De wethouder benadrukt dat nu middelen al beschikt zijn richting schoolbesturen. Vragen zijn gesteld over hoger onderwijs, over Science Park en hoe een en ander samen te brengen. De wethouder is in de omstandigheid dat hij zowel economie als onderwijs in zijn portefeuille heeft. Hij heeft bovendien een rol in het Economic Board Utrecht. De kennisagenda is vormgegeven op groen, gezond en slim. Die agenda is met het Science Park, met de instituten verder vorm te geven. Hij verwacht van de Universiteit en van de hogescholen dat ze een rol gaan spelen in het verbeteren van de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, ook als het gaat om excellentie in het onderwijs. De wethouder vindt dat de Utrechtse jongeren veel meer kunnen en dat ze mogen profiteren ook van de prachtige universiteit en hogescholen die Utrecht rijk is en alle ontwikkelingen op het Science Park. Mevrouw Oskam van de Partij voor de dieren vroeg naar het binnenklimaat. Hoeveel scholen hebben nu een gezond binnenklimaat – niveau B. Wethouder antwoordt: 75%. Met de middelen in het coalitieakkoord wordt de overige 25% van de scholen aangepakt. Gezonde voeding is een thema op de Utrechtse scholen. De GG&GD onder wethouder Everhardt heeft haar programma's op het gebied van gezonde scholen. Binnen 300 meter afstand van snelwegen worden in Utrecht geen scholen gebouwd. Dat is onderdeel van het luchtkwaliteitsbeleid van de gemeente. Helaas staat een aantal scholen nog dichter bij. In het licht van dit beleid is besloten de voorgenomen bouw van een school aan de Gageldijk niet door te laten gaan en heeft de gemeente samen met het schoolbestuur een andere locatie gezocht. Het college faciliteert graag zonnepanelen op scholen. Wanneer op dat gebied initiatieven komen van scholen zal het college daar graag op ingaan. Eerder is toegezegd dat het college naar de raad zal komen met de scenario's op het gebied van huisvesting van de centrale Bibliotheek. Dit betreft het amendement van 19 januari. De locaties zijn Oudegracht, de Neude en het Movarisgebouw aan het Smakkelaarsveld. Deze scenario's zijn in voorbereiding. De wethouder heeft vandaag met de bibliotheek gesproken, ook over de Neude. Hem is verteld dat nu wordt gewerkt aan een nieuw scenario voor de Neude. Hij leest in de media dat dat aanstaande vrijdag naar buiten zou gaan. De wethouder weet dat niet zeker. Het zal gaan om een scenario binnen de kaders die de coalitie heeft gesteld. Hij hoopt binnenkort ook de scenario's naar de raad te kunnen sturen voor de Oudegracht en voor het Smakkelaarsveld zodat daarover bestuurlijk gesproken kan worden. De wethouder attendeert de verzelfstandigde stichting op de nieuwe kaders die gesteld zijn in het coalitieakkoord met betrekking tot het extra meer geld voor de Centrale Bibliotheek van 1,5 miljoen euro, inplaats van de 2,5 miljoen die in het coalitieakkoord van 2006 heeft gestaan waarmee de raad niet heeft ingestemd. De loting is onderdeel van de stadsgesprekken. De wethouder is daarbij aanwezig geweest en heeft met ouders en teleurgestelde kinderen gesproken. Hij heeft de POVO-werkgroep verteld dat de loting wat hem betreft beter moet. Die werkgroep is verantwoordelijk voor de loting. “Beter” heeft dan betrekking op de methodiek en op vooral ook de communicatie. De evaluatie staat voor september gepland en is al eerder aangekondigd. De ouders zullen daarbij worden betrokken. De wethouder heeft de ouders die hij heeft gesproken ook uitgenodigd om te reageren en suggesties te doen. Het college kijkt hierbij ook naar hoe andere steden dit hebben aangepakt. De wethouder zal dit deel van het coalitieakkoord met veel inzet uitvoeren om voor een betere procedure te zorgen zonder daarbij te kunnen uitsluiten dat leerlingen niet op een eerste plek terechtkomen. Mevrouw Baş (D66) dankt de wethouder voor zijn antwoorden. Over de loting heeft zij ook nog aanvullende vragen gesteld. Zij heeft een toezegging gevraagd om op de realisatie van een extra HAVO of VWO-klas mee te nemen in het uitwerken van de loting. Bovendien heeft zij de wethouder gevraagd de inspraak van de bewoners mee te nemen in de oplossing van de hybride schoolgebouwen - zij doelde daarmee op ruimte binnen gebouwen. Mevrouw Metaal (CDA) bevestigt dat de loting beter moet als het gaat om de methodiek in de communicatie. Het zou wat haar betreft ook prettig zijn wanneer meer er plek zou zijn. Zij sluit zich op dat punt aan bij mevrouw Baş van D66. Zij vraagt de wethouder scholen de ruimte te geven voor uitbreiding wanneer daartoe de mogelijkheid bestaat. Mevrouw Inkelaar (ChristenUnie) merkt op dat meerdere keren gevraagd is naar de mogelijke effecten van de bezuinigingen op de wijkvestigingen van de bibliotheek. Haar fractie krijgt daarover graag meer informatie.
3290
De heer De Vries (GroenLinks) had de wethouder Onderwijs gevraagd of hij de taalachterstand onder zijn hoede kan nemen en of hij ervoor kan zorgen dat de match beter verloopt. Mevrouw Bouazani (PvdA) had de wethouder Bibliotheek de vraag gesteld of hij geen onomkeerbare stappen wil nemen voor het huidige pand aan de Oudegracht en of hij daarop een toezegging wil doen.
Pagina 55 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
Mevrouw Oskam (PvdD) juicht het antwoord van de wethouder toe over de zonnecentrales op scholen. Zij vraagt hoeveel geld daarvoor beschikbaar is.
3300
3310
3320
Wethouder Kreijkamp weet niet hoeveel geld beschikbaar is voor de zonnecentrales. Hij zal daar naar moeten kijken binnen het programma Utrechtse Energie. Als het gaat om “geen onomkeerbare stappen met het pand aan de Oudegracht” attendeert de wethouder op het contract met Broese en met Mobach. In dat licht begrijpt hij deze vraag niet. Zodra de bibliotheek andere huisvesting voorziet, zal hij de raad daarover informeren voordat alles ondertekend is. De heer De Vries vroeg naar taalachterstanden. De wethouder verwijst naar de beantwoording door wethouder Jongerius. Voor de consequentie van de bezuiniging voor de wijkvestigingen verwijst de wethouder naar zijn brief waarin hij schrijft dat de bibliotheek een nieuwe visie zal moeten ontwikkelen. Op het moment waarop gepraat wordt over een ander beleid op de vestigingen, zal de gemeenteraad aan zet zijn. Die visie zal dan worden voorgelegd en besproken. De wethouder antwoordt bevestigend op de vraag naar meer plek voor HAVO/VWO. Hij bevestigt dat die plek nodig is. Hij verwijst naar zijn recente brief over Vleuterweide en naar het krantenbericht. Hij spreekt met de schoolbesturen over de afstemming tussen aanbod en vraag. Hij noemt in dit kader ook de groei van de stad. Utrecht is nog lang niet klaar met het bouwen van scholen. Hij stelt een opvolger van het masterplan in het vooruitzicht. Dat masterplan zal ruimte moeten maken voor meer onderwijsplekken in het VO, ook als het gaat om HAVO/VWO. In dit licht denkt hij ook aan hybride schoolgebouwen en meer in het bijzonder aan schoolgebouwen die flexibel zijn zodat alle onderwijssoorten daarin een plek kunnen krijgen. Vleuterweide krijgt bijvoorbeeld twee schoolgebouwen vlak bij elkaar die in de toekomst allerlei mogelijkheden bieden. De wethouder vindt de zorgen over de basisbeurs terecht. Het gaat erom dat alle leerlingen de kans krijgen zich zo goed mogelijk te ontwikkelen. Hij heeft het wetsontwerp nog niet helemaal kunnen lezen. Hij verwacht dat hierover nog allerlei debatten zullen plaatsvinden. Het gaat om een akkoord tussen vier à vijf politieke partijen waarin waarborgen zijn dat alle studenten hiervan gebruik kunnen maken. De wethouder is op dit moment nog onvoldoende geïnformeerd om hierop uitgebreid te kunnen ingaan. Dit is ook een landelijk onderwerp. Hij zal de Utrechtse situatie in de gaten houden. De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen en geeft het woord aan wethouder Jongerius voor haar beantwoording.
3330
3340
3350
Beantwoording door de wethouder Wethouder Jongerius heeft de onderwerpen geclusterd om de beantwoording zo spoedig mogelijke tijd af te kunnen ronden. Zij verwijst naar het avonddeel van deze commissievergadering voor de antwoorden op de vragen over laaggeletterdheid en digitale vaardigheden; die komen aan de orde bij Meedoen naar Vermogen. Gevraagd is naar de definitie van participatie. In 2013 is daarover een notitie vastgesteld Versterking, Verbreding van Participatie. Die definitie houdt het college aan. Participatie verloopt van bespreken met bewoners, bewoners betrekken bij onderwerpen tot en met activiteiten organiseren in cocreatie. De heer Menke (Student en Starter) heeft in het recente verleden veel problemen gezien met participatie, onder andere bij de De Trip en de Leidseweg. Wordt die notitie dan niet gevolgd? Of is de notitie niet zo goed? Wethouder Jongerius licht toe dat het gaat om de visie van het college op participatie. Zij onderscheidt dat van besluiten die in de raad genomen worden. Het college heeft een ander besluit genomen, gehoord de commissie. De heer Stahl (Stadsbelang Utrecht) merkt op dat wat hem betreft het vooral gaat over hoe de gemeente omgaat met participatie. Het gaat om de uitvoering van de participatie en de spelregels. Wethouder Jongerius bevestigt de juistheid van de woorden van de heer Stahl. Zij onderschrijft in die zin de reactie van de VVD over verwachtingenmanagement. Wanneer de gemeente bewoners betrekt, moet ook duidelijk zijn wat die bewoners van de gemeente kunnen verwachten. Ook als het gaat om initiatieven van bewoners moet in een vroeg stadium duidelijk zijn wat met de initiatieven te kunnen doen. De wethouder streeft naar die duidelijkheid in een zo vroeg mogelijk stadium. Over de samenvoeging van de budgetten en de korting op de budgetten in het bijzonder op het Leefbaarheidsbudget en op het flexibel welzijnsbudget, licht de wethouder toe dat bij sommige onderwerpen te zien is dat het eigenlijk om investeringen gaat die thuishoren bij andere programma's. Wanneer geen onderhoud is gepleegd aan een voorziening, is te stellen dat Stadswerken daarin moet voorzien, dat de dienst ook onderhoud moet plegen. De wethouder wil de initiatieven veel meer gebruiken als een echt initiatief. De invulling van het Initiatievenbudget zal onderwerp zijn van overleg met bewoners in wijkgesprekken. De wethouder wil dit ook doen samen met de raad. Daarom zal het Initiatievenfonds ook niet per 1 januari ingaan, maar per 1 juli. Dit vergt ook nog wel enige voorbereiding voordat een goede regeling is gemaakt. De heer Isabella (PvdA) merkt op dat de wethouder dan een tekort creëert in andere begrotingsposten, namelijk bij Stadswerken of bij openbare ruimte. Pagina 56 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3360
3370
3380
3390
3400
3410
Wethouder Jongerius is daarvan op voorhand nog niet zo zeker. De heer Isabella (PvdA) benadrukt dat dit wél het geval is. Wanneer de wethouder bijvoorbeeld “de Bakkerstraat” naar Openbare Ruimte verplaatst, heeft zij daar een tekort. Wethouder Jongerius zal dit meenemen als het gaat om de formulering van de invulling van het Initiatievenfonds. Zij kan ook haar collega's vragen goed te onderzoeken waar het huidige geld aan besteed wordt vanuit het Leefbaarheidbudget. Steeds zal de vraag centraal staan of het gaat om onderwerpen die passen in het Initiatievenfonds of dat het gaat om zaken die binnen de reguliere begroting van vakwethouders gebracht zouden moeten worden. Zij zal dit in overleg doen. Met betrekking tot de uitkomsten van de stadsgesprekken op 16 april jl. brengt zij in herinnering dat het doel van die gesprekken het ophalen van ideeën was voor het coalitieakkoord. Dat heeft ook als zodanig gewerkt. De ideeën uit die gesprekken zijn dan ook verwerkt in het coalitieakkoord. Er zijn ook ideeën uit voortgekomen die omarmd zijn door de vakwethouder. Die zijn bezig met de uitwerking. De wethouder komt terug bij de commissie als het gaat om de uitkomsten daarvan. Daarnaast zijn veel initiatieven bekend bij ambtenaren. Die zijn daarmee ook aan de slag op wijk- of buurtniveau. Het college was niet onbekend met sommige ideeën die in de stadsgesprekken naar voren kwamen. Op de begroting van Wijkgericht Werken is een bedrag gereserveerd dat bestemd is voor overplaatsbare medewerkers. Die desbetreffende kosten drukken voor maximaal twee jaar op het desbetreffende organisatieonderdeel. Zij begrijpt dat de kosten elk jaar teruglopen omdat mensen ander werk vinden. Gevraagd is naar wat met de wijkraadadviezen gebeurt. In de afgelopen tijd is de afhandelingtijd van die adviezen sterk verbeterd. Er zijn altijd adviezen die langer tijd nodig hebben, die niet in één keer af te handelen zijn omdat er meer partijen bij betrokken zijn. De wethouder zal er zeker op toezien dat de adviezen binnen de tijd die er voor staat afgehandeld worden. Zo niet, zal daarvoor een argument gegeven moeten worden. De heer Stahl (Stadsbelang Utrecht) begrijpt dit. Hij is van mening dat de wijkraden dan wel geïnformeerd moeten worden binnen de termijn van zes weken over waarom een antwoord langer op zich laat wachten. Dat gebeurt nu ook niet. Sommige adviezen wachten al een jaar op antwoord. Hij denkt dat dat niet de bedoeling is van het college om op die manier met wijkraden om te gaan. Wethouder Jongerius zal laten nagaan wat hier in de praktijk gebeurt. Het lijkt haar belangrijk dat mensen een antwoord krijgen, ook als het antwoord betekent dat het college nog lange tijd nodig heeft om er uit te komen. Vragen zijn gesteld over Crowdfunding. Zij voegt daar de vragen over The Right to Challence aan toe. Zij vindt beide ontwikkelingen heel interessant. Zij is bereid om instellingen te wijzen op de mogelijkheid om met crowdfunding aan de slag te gaan en om dat zelf vorm te geven. The Right to Challence zal niet van de ene op de andere dag geregeld zijn. Zij wil graag meer inzicht krijgen in de budgetten die aan de wijken worden besteed als een eerste stap, om dan vervolgens te gaan praten over de wijze waarop invloed is te krijgen vanuit de wijk op hoe de budgetten te besteden. De wethouder wil daarvan zeker een punt maken om dit in de komende tijd te gaan uitwerken. Dit vergt de nodige voorbereidingstijd. Mevrouw Metaal (CDA) licht toe dat het haar niet alleen gaat om de budgetten die bedoeld zijn voor de wijken waarmee mensen iets kunnen doen. Het gaat haar ook om de budgetten die de gemeente nu uitgeeft, en die bewoners mogelijk in een kleinschaliger verband op een meer efficiënte manier kunnen beheren. Het gaat dan niet alleen over het budget Wijkgericht Werken. Zij begrijpt dat het tijd kost om dit op te zetten en om ook na te gaan hoe dit gebeurt in andere gemeenten. Zij neemt ervan nota dat de wethouder hiermee bezig gaat. Zij verwacht dat de wethouder daarmee terugkomt naar de commissie. Wethouder Jongerius bevestigt dit laatste. Het gaat wat haar betreft ook over meer dan het geld dat nu naar Wijkgericht Werken gaat. Mevrouw Dibi (PvdA) vraagt antwoord op haar vraag over de spanning die haars inziens zit tussen het creëren van een pot voor bewoners en de stellingname dat bewoners meer in eigen regie moet doen en dat ze zelf met initiatieven moeten komen. Zij vraagt hoe die twee op elkaar rijmen. Stel hierop komen veel bewoners af die activiteiten in eigen regie gaan nemen, geeft de wethouder dan aan tot hoever dat kan gaan? Ze vraagt de wethouder daarop nog in te gaan. Wethouder Jongerius ziet The Right to Challence als mogelijke oplossing. Zij heeft de intentie de pot groot te maken om daarover dan bestuurlijk te spreken. Zij is op de hoogte van voorstellen van initiatiefnemers die bijvoorbeeld op het gebied van zorg in de wijk of op het gebied van vrijwilligerswerk/welzijnswerktaken taken willen overnemen van de gemeente. Daarvoor heeft de gemeente nu sociaal makelaars. Dit zal straks aanbesteed worden aan de Buurtteams. Bovendien zullen zaken aanbesteed worden die nu in het eerste spoor zitten. Zij kan zich voorstellen in de loop van de tijd zo ver te komen dat uiteindelijk een groter budget zal ontstaan waaruit initiatieven uit wijken zijn te bekostigen. Mevrouw Oskam (PvdD) had vragen gesteld over het Initiatievenfonds CO2 reductie en hoeveel geld in de pot van het Initiatievenfonds zit. Wethouder Jongerius verwijst voor het antwoord op de vraag over CO2 reductie naar haar collega wethouder, wethouder Van Hooijdonk. Nu wordt gesproken over het Initiatievenfonds dat de gemeente zelf gaat beheren. In die pot zal 4,7 miljoen euro zitten. Pagina 57 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3420
3430
3440
3450
3460
3470
Mevrouw Inkelaar (ChristenUnie) heeft gevraagd naar de bekendheid van het flexibel budget en of nog geld wordt uitgetrokken of op andere wijze iets wordt gedaan om de bekendheid met het Initiatievenfonds te vergroten. Ook had zij vragen gesteld over de nieuwe verdeling van de middelen uit het Initiatievenfonds, bijvoorbeeld op basis van inwoneraantal van wijken, of op basis van druk op de publieke ruimte. Wethouder Jongerius wil vanwege de bekendheid van het Initiatievenfonds eerst per 1 juli 2015 hiermee van start gaan zodat het voortraject eerst goed te lopen is en de voorwaarden die de gemeente stelt eerst goed te communiceren. Waar het gaat om de nieuwe verdeling van de middelen en de vraag van GroenLinks of aan sommige wijken meer en aan andere wijken minder geld zal worden toebedeeld, stelt de wethouder in het vooruitzicht dat daarover nog van gedachten gewisseld zal worden. Zij wil daarbij de raad betrekken en ook raadsleden. Ze denkt daarbij aan wijkgesprekken. Die gesprekken vinden plaats in het najaar, gelijktijdig met de discussie die gevoerd wordt over de wijze van evaluatie van de sociaal makelaars. In het voorjaar van 2015 zal dan een besluit genomen worden over de inrichting van het Initiatievenfonds. Dan is er nog een paar maanden tijd om daarover goed te communiceren zodat de inwoners van de stad weten hoe ze daarvan gebruik kunnen maken. De wethouder gaat in op de vragen over cultuur. De vragen over de foute optelling zijn ook al gesteld aan haar collega wethouder Kreijkamp. Deze vragen zullen beantwoord worden. Bijna iedereen heeft inbreng gehad over de stapeling van kortingen op de culturele instellingen. De vraag is wanneer de wethouder daarop in kan gaan. Zij deelt de zorgen in de commissie. Zij heeft met veel organisaties al gesproken. Zij zag ook dat het culturele ondernemers zijn en die die functie ook waarmaken. Zij denken na over andere manieren om aan inkomsten te komen. Dat stemt hen tot vreugde - dit is ook volgens de intentie van het college. Ook zijn er zorgen over in hoeverre het convenant hersteld zal worden. Zoals te lezen was in het coalitieakkoord, gaat het college aan de slag met het zoeken naar middelen en zeker deze wethouder zal die zoektocht aangaan. Zij zal er voor zorgen dat dit geregeld is voor de begroting 2015 en dat daarmee het convenant gerepareerd is. Haar coalitiepartijen staan ook positief hiertegenover – dat stemt haar optimistisch over dit dossier. De heer Wijlhuizen (SP) vindt dit klinken als krijgt de commissie nu de toezegging voor 3 juli hiervoor een voorstel te krijgen. Hij vraagt of dat juist is. Wethouder Jongerius kan niet zeker weten of dit voor 3 juli is geregeld. Zij zal dit bespreken in het college van volgende week. Dit is in ieder geval aan de orde bij de Voorjaarsnota 2015. Het convenant loopt af met ingang van 2016. Dan moet de gemeente het ook gerepareerd hebben. Zij zal voor 3 juli laten weten wat zij daarover in het college heeft kunnen afspreken. De heer De Vries (GroenLinks) vindt het mooi dat de wethouder positief gestemd is over het vinden van dit bedrag. Hij kan zich voorstellen dat het heel belangrijk is voor een meerderheid in deze raad. Hij brengt onder de aandacht dat de Voorjaarsnota volgend jaar een laat moment zal zijn; in de aanstaande begrotingsbehandeling zullen raad en college de meerjarencijfers bespreken. Dan zal de informatie toch uiterlijk eind september 2014 naar de raad moeten. Wethouder Jongerius begrijpt goed wat de heer De Vries zegt. Het convenant moet nu geregeld worden omdat het verband houdt met rijkssubsidies. In het najaar van 2014 zal al naar de instellingen gekeken worden. Zij zal de druk opvoeren, ook intern, om zoveel mogelijk voor september een antwoord te hebben. De heer Van Schie (VVD) vindt zorgvuldigheid ook heel belangrijk. Het gaat om heel veel geld dat gevonden moet worden. Hij ziet dat als een niet eenvoudige opgave. Wanneer de wethouder echt tijd moet nemen om een kant-en-klaar antwoord te geven, adviseert hij de wethouder die tijd dan ook te nemen. De haast is vooral gelegen in de onrust maar niet in een noodzaak om voor dat moment uitsluitsel te kunnen bieden. Wethouder Jongerius verwacht dat ook haar collega's met haar zullen gaan voor zorgvuldigheid. Zij vervolgt haar beantwoording. In het coalitieakkoord is vastgelegd te gaan zoeken naar de middelen voor de reparatie van het convenant. Om die reden heeft zij niet de idee gehad te moeten gaan kiezen tussen instellingen. Het college is in overleg met de provincie over de middelen die over zijn van de Vrede van Utrecht. Een vervolgconvenant is afgesloten. Partijen zijn afspraken aan het maken over hoe daaraan verdere invulling te geven. Een van de eerste zaken waarover afspraken gemaakt zijn is de gezamenlijke cultuurlening. De prestatie-indicatoren laten een daling zien in de cijfers over de tevredenheid en in de cijfers van deelname aan culturele activiteiten. De cijfers zijn tot stand gekomen op basis van inwonersenquêtes. De oorzaak van de daling is de wethouder niet bekend. Het college gaat in gesprek met de onderzoeksafdeling van de gemeente om na te gaan of hier sprake is van een goede meting. Hoe is te weten wat dit precies betekent? De heer Van Schie (VVD) merkt op dat heel veel organisaties ook onderzoek doen naar de tevredenheid van hun eigen klanten. Hij kan zich voorstellen dat de wethouder die gegevens ook betrekt bij het gesprek om tot een goede evaluatie te komen van de beleving van cultuur in de stad. Wethouder Jongerius vindt dit een goede suggestie. Mevrouw Knip (D66) vraagt of de wethouder kan aangeven wanneer zij het onderzoek beschikbaar stelt, ook in aanloop naar de volgende cultuurnotaperiode.
Pagina 58 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3480
3490
3500
3510
3520
3530
Wethouder Jongerius zet uiteen aan de slag te gaan met het nadenken over nieuwe prestatie-indicatoren. Dat betekent dat dat pas effect heeft voor 2016. Zij kan niet met terugwerkende kracht weten waarom nu gemeten is wat is gemeten en welke betekenis dat heeft. Zij wil het gesprek aangaan met de instellingen over het opvragen van hun klantentevredenheidsgegevens. Zij kan zich voorstellen dat de instellingen daarmee terughoudend zijn; het gaat ook om bedrijfsinformatie. Het lijkt haar een grote uitdaging die gegevens op te vragen. De vraag wanneer zij die ter beschikking heeft, beantwoordt de wethouder met november. Ze wil dan ook weten of de instellingen de gegevens vrij wil geven aan de gemeente. Zij weet dan ook of in overleg met de afdeling Onderzoek van de gemeente of tot een andere vorm van effectmeting is te komen. Corio heeft het effect van Call of the Mall kunnen meten. Corio telt de bezoekers met infraroodmetingen en combineert dat met zijn eigen publieksonderzoek. Zo bepalen ze het percentage bezoekers voor Call of the Mall. De conclusie was 100.000 bezoekers voor Call of the Mall. De heer Wijlhuizen (SP) vindt dit een zo mooi rond getal dat hij uitgaat van een afronding. De wethouder neemt hiervan nota. De heer Wijlhuizen (SP) vraagt of de wethouder wil nagaan hoe dit werkt, precies 100.000 via Infrarood. Wethouder Jongerius zal dat niet doen. Zij gaat er vanuit dat dit een orde grootte getal is. Zij vervolgt haar beantwoording. De vragen die gesteld zijn over Europa hebben betrekking op internationalisering. Haar collega wethouder Kreijkamp zal hierop een antwoord geven. Zij adviseert de vraagsteller de vraag te herhalen in de desbetreffende vergadering. Wethouder Everhardt van het Stationsgebied heeft antwoord gegeven op de vraag over TivoliVredenburg. Wethouder Jongerius is in gesprek met de directie over een exploitatie en de programmering en hoe die directie daarmee aan de slag is. Ze krijgt in september een eerste voortgangsrapportage over de stand van zaken, de bezoekersaantallen, de exploitatie. Ze krijgt dan hierop meer zicht. Vragen zijn gesteld over Castellum De Hoge Woerd. De wethouder ziet hierbij de relatie naar het Cultuurforum. Het college laat een brief uitgaan. De commissie ontvangt die voor 3 juli. Daar zal het onderzoeksrapport van LAgroup bijgevoegd worden. De heer Wijlhuizen (SP) vraagt of de brief een algemene visie betreft of concrete voorstellen. Wethouder Jongerius antwoordt dat de brief in concept is, na afstemming met wethouder Geldof. De brief is nog niet in het college behandeld. Zij licht toe dat de brief zal ingaan op de cultuur in Leidsche Rijn. De heer Stahl (Stadsbelang Utrecht) ziet het cultuurforum en het Castellum als twee afzonderlijke ontwikkelingen. De wethouder zegde al toe het exploitatietekort dekkend te maken in 2015. Hij houdt het voor mogelijk dat de wethouder hierop ingaat in haar brief, maar anders vindt hij dat hierop teruggekomen moet worden. De heer Wijlhuizen (SP) licht toe dat hij op deze brief hamert dat én Leidsche Rijn wacht op lucht in de culturele voorzieningen in dat deel van de stad, en tegelijkertijd Theater Kikker zit te wachten op de verdere ontwikkelingen daar. Hij verzoekt de wethouder in haar brief zo concreet mogelijk te zijn. Betrokkenen wachten op die informatie. Wethouder Jongerius zal zo concreet mogelijk proberen te zijn vóór 3 juli. De heer Stahl (Stadsbelang Utrecht) heeft ook gezegd dat het 8 miljoen heel veel geld is. Daarvoor kan heel veel moois gedaan worden in de stad. Hij vraagt of de wethouder kan onderzoeken of marktpartijen aan het Forum willen deelnemen waarbij de gemeente vooral faciliteert. Wethouder Jongerius daagt graag alle marktpartijen uit die op cultuurgebied iets zouden willen ondernemen in Leidsche Rijn om zich te melden. Zij nodigt de commissieleden uit dit ook bekend te maken in hun netwerk. De heer Stahl (Stadsbelang Utrecht) merkt op dat het hem daar niet om gaat. Het gaat hem om een marktpartij die het gebouw wil neerzetten en misschien een eigen programma kan inbrengen waarbij andere partijen kunnen aansluiten. Bovendien merkt hij op dat hij het vreemd vindt dat de gemeente nu zelf een nieuw gebouw gaat neerzetten gezien de ontwikkelingen bij de gemeente. De heer De Vries (GroenLinks) heeft geen behoefte aan een nieuw onderzoek. Hij heeft het rapport gevraagd van LAgroup. Misschien kan de raad daaruit een conclusie trekken. Wethouder Jongerius zal geen onderzoek gaan doen. Zij kan zich voorstellen dat het onderzoek van LAgroup al een beetje antwoord geeft op de vragen die leven. Zij onderschrijft de gedachte dat de gemeente niet iets zelf moet gaan exploiteren. De gemeente doet dat ook niet. De gemeente vraagt een ondernemer die daarop wil inzetten. Dat kan een culturele ondernemer zijn, of een commerciële. Die ondernemers kunnen zich melden. Het college heeft gewerkt aan de verzelfstandiging van drie diensten. De vraag is gesteld in hoeverre daaruit lering is te trekken voor andere diensten die de gemeente ook zou willen verzelfstandigen. De wethouder heeft daarop nu geen onderzoek lopen. Het idee spreekt haar aan. Zij zal dit met de andere wethouders afstemmen in hoeverre zij belangstelling hebben voor hun eigen portefeuille. De wethouder biedt dan de ervaringen van haar sector aan. Zij vervolgt haar beantwoording. Student en Starter ging in op het uitgaansleven van 16 en 17-jarigen nu zij vaak een entreeverbod krijgen vanwege de nieuwe Drank en Horecawet. Zij adviseert de wethouder af te stemmen met wethouder Everhardt. Die wethouder gaat én over jongeren én voor een deel ook over volksgezondheid. De voorzitter kan zich voorstellen dat deze vraag ook thuishoort bij de burgemeester. De burgemeester gaat over de handhaving van het alcoholbeleid. Het is zijns inziens aan de heer Menke aan wie hij zijn vraag stelt. Pagina 59 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3540
3550
Wethouder Jongerius vervolgt haar beantwoording en merkt op dat ook vragen gesteld zijn over Cultuur in de Wijk. Zij is groot voorstander van dit fenomeen. Interessant zijn vooral de cultuurhuizen die daardoor zijn ontstaan en de samenhang die steeds meer zichtbaar wordt tussen welzijn en cultuur. Cultuur zorgt ook voor integratie in de wijk. Wanneer het cultuurconvenant gerepareerd wordt, hebben ook deze instellingen daar baat bij. Ook dat neemt de wethouder mee. De wethouder bevestigt dat de toegangsprijs voor DOMunder op dit moment 10 euro is. Zij denkt dat die prijs ook gevraagd mag worden. Een andere vraag is of de gemeente in het kader van inkomensbeleid DOMunder toegankelijker wil maken voor mensen met een minimuminkomen. In dat licht adviseert zij de commissie die vraag te stellen aan wethouder Everhardt. Zij biedt aan deze vraag onder zijn aandacht te brengen: in hoeverre de U-pas van toepassing verklaard kan worden op DOMunder. De voorzitter inventariseert de vragen die nog niet zijn beantwoord. Hij complimenteert de wethouder met haar bondigheid. Hij brengt de vraag van de VVD over het Centraal Museum en de stadsgeschiedenis onder haar aandacht. En hij heeft nog geen antwoorden gehoord op de vragen over de Stichting Cultuurpromotie en het Wereldfeest en de relatie tussen de prestaties en de beschikbare budgetten. Hij legt de vraag voor aan de commissie in hoeverre nog andere vragen niet beantwoord zijn. De heer De Vries (GroenLinks) had de vraag gesteld hoe het staat met de 300.000 euro die overgebleven is van De Vrede van Utrecht.
3560
3570
De heer Van Schie (VVD) vraagt de wethouder alsnog in te gaan op zijn vragen over of de wethouder in gesprek kan gaan met de directie over de financiële consequenties voor TivoliVredenburg als voor de gemeente. Wethouder Jongerius heeft over de consequenties voor de exploitatie van TivoliVredenburg gezegd in september een overzicht te krijgen van hoe de exploitatie is verlopen. Dan heeft zij de beschikking over de gevraagde informatie. Vooralsnog gaat zij uit van de informatie die de directeur heeft gegeven over dat het goed gaat met de exploitatie. Zij is regelmatig in gesprek met de directie. De heer Van Schie had een vraag gesteld over de stadsgeschiedenis en in hoeverre de wethouder de aandacht kan vragen van het Centraal Museum. Ze beantwoordt die vraag bevestigend. Zij vraagt buiten de vergadering om nadere informatie van de heer Van Schie. Met betrekking tot het Wereldfeest heeft de coalitie afgesproken geen doelgroepenbeleid meer te voeren. In elk afzonderlijk onderdeel zal aandacht besteed worden aan diversiteit. Dat betekent dat culturele zondag niet een specifieke bijeenkomst organiseert op dit terrein. Diversiteit komt terug in alle aspecten van de culturele zondagen. De heer Wijlhuizen (SP) beschikt ook over die informatie. De organisatie van de culturele zondagen gebruikt dat geld niet voor één culturele zondag - dit is geïntegreerd in alle culturele zondagen. Door het geld weg te nemen ontstaat daar een probleem voor meerdere culturele zondagen. Hij vraagt de visie van de wethouder daarop. Wethouder Jongerius zal daarover in gesprek gaan met de organisatie Culturele Zondagen om na te gaan waar zij tegenaan loopt en welke andere mogelijkheden er dan zijn om daaraan vorm te geven. De heer Van Schie (VVD) heeft gevraagd of het mogelijk is in de subsidiestaat het bereik van de subsidies aan te geven in termen van bezoekersaantallen van de instellingen.
3580
De heer De Vries (GroenLinks) heeft gevraagd naar de mening van de wethouder over de cijfers over de tevredenheid van het culturele aanbod in de verschillende wijken die nogal van elkaar verschillen. Hij heeft gevraagd of de wethouder hiervan een aandachtspunt wil maken in haar portefeuille. Wethouder Jongerius had gedacht de vraag over de prestaties beantwoord te hebben. Ze realiseert zich haar antwoord niet toegespitst te hebben op de wijken. Het lijkt haar een goed aandachtspunt. De bezoekersaantallen als indicator lijkt haar goed om mee te nemen naar de afdeling Onderzoek waarmee zij gaat praten. Ook hierop zal zij terugkomen.
3590
De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen en schorst de vergadering om 17.10 uur. 18 juni in de avond 6. Sport (hoofdstuk 1.11 (JS), 3.3.5 (VJN) en Dierenwelzijn (geen programma in de VJN), Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid (hoofdstuk 1.8, (JS), 3.3.4. en 6.1 (VJN) De commissie Mevrouw Bouazani (PvdA) complimenteert iedereen in het Utrechtse die heeft bijgedragen aan een positief sportklimaat in Utrecht. De PvdA heeft vooral aandacht voor sportdeelname vanaf 16 jaar. Een toename is te zien. Dat geeft aan dat goed is ingezet om de sportdeelname onder de doelgroep te vergroten. Alleen wanneer het gaat om de sportPagina 60 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3600
3610
3620
3630
3640
3650
deelname in Noordwest en Zuidwest is een afname te zien. Dat baart haar fractie zorgen. Juist op die wijken is in de afgelopen jaren ingezet. Ze vraagt de wethouder wat het college gaat ondernemen om specifiek ook in die wijken de sportdeelname te verhogen. Kan de wethouder zeggen of de bezuiniging op Jeugd en Vrije Tijd directe gevolgen heeft voor de combinatiefunctionarissen en de buurtfitness? Haar fractie is ook heel benieuwd of de wethouder weet hoeveel mensen in de wijk gebruik maken van de buurtfitness. Bij de programmabegroting 2014 kreeg haar fractie een toezegging voor de verduurzaming van de gemeentelijke zwembaden en mogelijk ook andere sportaccommodaties. Mevrouw Bouazani vraagt of daaraan al gewerkt wordt, en of daarvoor een plan van aanpak is. Haar fractie ziet graag dat sport in de openbare ruimte aantrekkelijk wordt gemaakt. Waarom legt de gemeente of het college geen beweegtuinen aan langs het Amsterdam Rijnkanaal of langs het Lint in Leidsche Rijn? Te zien is dat het bijdraagt aan sportstimulering. Het zou mooi zijn wanneer dat kan worden gerealiseerd. Voor het wegwerken van de wachtlijsten is 1 miljoen euro structureel beschikbaar. Op basis daarvan worden deze middelen ingezet? Ze vraagt naar een plan van aanpak. De tevredenheid over sportvoorzieningen is afgenomen in de wijken. De vraag is waar dat aan ligt. Welke actie zal het college daarop nemen. Zowel in de binnen- als in de buitensportaccommodaties is in de afgelopen jaren minder groot onderhoud gepleegd. Dat zou te maken kunnen hebben met de interne capaciteitsplanning bij de vastgoedorganisatie. Kan de wethouder toezeggen dat de achterstand op onderhoud zo spoedig mogelijk wordt ingehaald? De breedtesportevenementen gaan naar een bedrag van 19.000 euro. Ze vraagt of de wethouder een idee heeft hoe dit budget te verhogen. Mevrouw Dibi (PvdA) richt zich tot wethouder Jongerius van Welzijn met in te gaan op het sociaal beheer. Op 1 augustus 2013 is het Vernieuwend Welzijn van start gegaan. De PvdA heeft onder het vorige college ingestemd met voorstellen met het uitgangspunt dat er geen activiteiten in de buurthuizen verloren mochten gaan. Het college deelde mee dat er onvrede is met een deel van de gebruikers. Ook de PvdA ontving deze signalen. Zij veronderstelt dat de wethouder de wijkraadpleging kent van Noordwest waarin die signalen bevestigd werden. Na eerdere schriftelijke vragen van haar fractie ziet zij tot haar spijt nog geen vooruitgang. Haar fractie is zelf een klein onderzoek gestart. Daarop zijn veel reacties gekomen. Een aantal van de conclusies wil zijn de wethouder niet onthouden. Zij toont de mails die haar fractie heeft ontvangen en somt de punten van kritiek op. De PvdA vindt buurthuizen ontzettend belangrijk voor de sociale cohesie in de wijken, juist als het gaat om betrokkenheid en participatie. Daarom heeft haar fractie tijdens de presentatie van het coalitieakkoord een motie ingediend om daar waar nodig is het sociaal beheer terug te krijgen. Het college heeft de fractie verzocht de motie aan te houden tot de behandeling van de Voorjaarsnota. Die behandeling vindt nu plaats. Haar fractie is benieuwd naar de opvatting van de wethouder; ze vraagt haar reactie hierop. Richting wethouder Everhardt gaat mevrouw Dibi in op de gestelde vragen over grijs wonen en Broodnood en de jongeren. In mei zou er een evaluatie plaatsvinden. Zij heeft begrepen dat de evaluatie met de beroepskrachten heeft plaatsgevonden. De uitkomsten daarvan zouden teruggekoppeld worden naar de raad. De terugkoppeling heeft haar fractie nog niet gezien. Zij vraagt de reactie van de wethouder op de vraag naar de stand van zaken rondom deze groep jongeren. Heel veel aandacht wordt besteed aan middelengebruik onder jongeren. Dat is ontzettend belangrijk. In de afgelopen periode heeft de wethouder dat ook goed opgepakt. Zij complimenteert de wethouder daarmee. De PvdA heeft ook een tijd geleden aandacht gevraagd voor de waterpijp. De antwoorden op de vragen van haar fractie waren teleurstellend. Zij ziet geen enkele opmerking over dit probleem, terwijl het gebruik van de waterpijp een ontzettend groot probleem is onder jongeren. Het college lijkt de urgentie niet te zien. Haar fractie ziet de urgentie wel. Ze vraagt of de wethouder bereid is een onderzoek in te stellen naar het gebruik van de waterpijp en de negatieve gevolgen daarvan op de gezondheid. Zij complimenteert wethouder Jongerius met het regelen van de 5 euro eigen bijdrage aan medicijnen voor ongedocumenteerden. Deze brief ontving zij gisteren. De PvdA is daarover verheugd. Mevrouw Scholten (D66) wil graag van de wethouder weten of hij inzichtelijk heeft hoeveel geld aan dieren en aan dierenwelzijn wordt uitgegeven of dat hij kan toezeggen dat op korte termijn inzichtelijk te maken. Haar fractie heeft de wethouder horen zeggen dat hij een nota zal schrijven - D66 roept de wethouder op een niet te dikke nota te schrijven en vooral de experts daar goed bij te betrekken. Zij beschouwt dat als een goed participatietraject. Dit college vindt sport belangrijk. D66 ziet dat in deze Voorjaarsnota beperkt terug. De D66 fractie kan zich aansluiten bij de PvdA waar het gaat om zorgen over de sportparticipatie in Noordwest en Zuidwest, over de verduurzaming en ook over de sport in de openbare ruimte. Mevrouw Scholten gaat specifiek dieper in op de wachtlijsten - dit is ook genoemd door de PvdA. Haar fractie heeft de idee dat voor voetbal goede acties in gang worden gezet met de overgang van zaterdag naar zondag, inzichtelijk te maken op een creatieve manier waar nog capaciteit zit. Voor hockey is in ieder geval duidelijk dat overal knelpunten zitten. De fractie denkt dat het belangrijk is om goede afspraken te maken met de hockeyPagina 61 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3660
verenigingen om de laatste stappen nog te zetten richting een goede benutting van de accommodaties en ook om andere zaken te verzinnen in de wijken. Zij roept de wethouder daartoe op. De fractie denkt ook dat de wethouder een stap in de goede richting moet doen om de hockeyverenigingen tegemoet te komen en om extra capaciteit te realiseren. Ze vraagt of de wethouder kan toezeggen hiermee op korte termijn aan de slag te gaan. Sport is niet alleen een doel. Sport kan ook een heel goed middel zijn. Daarvan zijn hele mooie voorbeelden, zoals sport als onderdeel van jeugdhulpverlening. Sport kan bijdragen aan persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie. Juist in relatie tot decentralisatie liggen heel veel kansen. Haar fractie denkt dat op dit gebied veel mogelijk is. Ze vraagt de visie van de wethouder daarop.
3670
3680
3690
3700
3710
Mevrouw Podt (D66) merkt op dat de commissie vanavond spreekt over “je prettig voelen in je stad”. Vernieuwend Welzijn biedt kansen voor mensen die ideeën hebben over wat zij met hun buurt of stad willen. Er zijn ook mensen met behoefte aan een steuntje in de rug. Daarvoor moet wat D66 betreft ruimte blijven. De veranderingen in het welzijnswerk gaan niet vanzelf. Voor mensen in de stad en voor de professionals in het welzijnswerk is het behoorlijk wennen. Er wordt meer van mensen zelf gevraagd, maar er zijn ook meer mogelijkheden tot samenwerking om nieuwe initiatieven van de grond te krijgen en om aan de slag te gaan met waaraan in de verschillende wijken echt behoefte is. D66 juicht dit toe en is benieuwd naar de evaluatie van Vernieuwend Welzijn. Het bestuur komt nog uitvoerig te spreken over de decentralisaties in het sociaal domein. Vooruitlopend op de behandeling stelt mevrouw Podt alvast twee vragen: (1) Zij ziet in de Meicirculaire opvallend veel ruimte voor de invoeringskosten decentralisatie Jeugd. Het gaat daarbij om een verhoging van 400%. Maar ook het decentralisatiebudget van 6,9 miljoen euro voor MO en vrouwenopvang vanuit de AWBZ. Hoe verhouden deze budgetten zich ten opzichte van het aanwenden van de reserve MO van 6,7 miljoen zoals voorgesteld in de Voorjaarsnota. (2) De wijze waarop invulling wordt gegeven aan het decentralisatiefonds van 40 miljoen euro. De in het coalitieakkoord opgenomen doeleinden geven een richting maar zijn nog niet erg concreet. Mevrouw Podt vraagt of de wethouder vóór de bespreking van de uitvoeringsnota inzichtelijk kan maken op welke momenten en aan de hand van welke criteria het fonds is aan te wenden. Zij krijgt graag een toezegging op dat punt. De decentralisaties gaan gepaard met onzekerheden voor kwetsbare mensen, vooral ouderen verdienen de aandacht van het stadsbestuur. Zij hebben vaak meer en andere voorzieningen nodig dan andere kwetsbare groepen. Mevrouw Podt gaat in op drie punten. (1) Veel ouderen hebben in de toekomst een levensloopbestendige woning nodig. Haar fractie heeft het gevoel dat Utrecht op dat punt nog geen meters maakt. Is het bekend om hoeveel ouderen het gaat? Zo ja, zullen college en raad daarover komen te spreken bij de uitvoeringsnota Meedoen naar Vermogen? Ze krijgt hierop graag de reactie van de wethouder. (2) Als het aan minister Plasterk ligt is de Nederlandse overheid in 2017 digitaal. D66 vindt dat een nobel streven, maar er valt nog veel te verbeteren aan de toegankelijkheid en de begrijpelijkheid van overheidsinformatie. Op de gemeentelijke Utrechtse website ontbreekt bijvoorbeeld nog een readspeaker. Die is voor veel laaggeletterden een goede ondersteuning. Wethouder Geldof heeft afgelopen maandagavond gezegd dit punt mee te nemen in het brede pakket voor de nieuwe website. Zij vraagt naar de inzet van de wethouder voor Welzijn. Het lijkt haar fractie goed om te investeren in digitale vaardigheden van laaggeletterden. Taalvrijwilligers klagen dat ze onvoldoende toegerust zijn. Er is een tekort aan ruimte en aan middelen. D66 vraagt daarvoor maximale aandacht en verzoekt het college om in samenwerking met maatschappelijke organisaties oplossingen voor te stellen. Met betrekking tot geweld in afhankelijkheidsrelaties bij ouderen en hun netwerk vraagt mevrouw Podt in welke mate en op welke wijze hiervoor aandacht is in de buurtteams. Ze krijgt hierop graag de reactie van de wethouder. Utrecht is een stad met relatief veel jonge mensen. Dat brengt veel dynamiek en mogelijkheden met zich mee. Maar er moet voor gezorgd worden dat de stad ook voor de jongeren aantrekkelijk blijft. Niet voor iedereen biedt de stad voldoende mogelijkheden. Met de nieuwe alcoholwet is het aantal uitgaansmogelijkheden voor 18minners afgenomen. Haar fractie verneemt graag van de wethouder of hij met jongeren, jongerenorganisaties, horeca en andere belanghebbenden aan tafel wil om na te gaan of hiervoor een oplossing is. Enkele weken geleden is in deze zaal gedebatteerd over de opvang van ongedocumenteerden. D66 is blij dat de wethouder voortvarend aan de slag is gegaan met de opvang van de cliënten van de Toevlucht. In Utrecht worden mensen die op zoek zijn naar veiligheid ruimhartig opgevangen. Dat is een mensenrechtenstad waardig. D66 zou graag zien dat Utrecht haar positie als mensenrechtenstad verder verstevigt door een sheltercity te worden. Dan is Utrecht een plek waar internationale mensenrechtenverdedigers tijdelijk voor een periode van drie maanden op adem kunnen komen om vervolgens in eigen land hun belangrijke werk voort te zetten. Mevrouw Podt zal hierover een concreet amendement indienen tijdens de raadsvergadering van 3 juli. Zij hoopt dat andere fracties zich aansluiten bij dit initiatief. Zij zou aansluiting bij dit initiatief vanzelfsprekend vinden. Zij verneemt graag een eerste reactie van de wethouder. “Samen” is het uitgangspunt van deze coalitie. Dat betekent ook een open en tolerante stad waarin iedereen zichtbaar zichzelf kan zijn. Het aantal meldingen van discriminatie en geweld tegen LHBTI-ers stijgt tot haar spijt. Pagina 62 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3720
3730
Minister Opstelten kondigde in mei aan dat het aanpakken daarvan een officiële prioriteit wordt van de politie. Er komen onder meer Roze in Blauw teams - dat zijn politieteams die zich specialiseren in het tegengaan van geweld tegen en discriminatie van LHBTI-ers. Op maandag heeft de burgemeester op vragen van D66 al laten weten dat Roze in Blauw in de steigers staat. D66 verneemt graag van de wethouder welke plannen hij heeft om ervoor te zorgen dat LHBTI-ers straks wanneer nodig de weg kunnen vinden naar het Roze in Blauwteam. Landelijk en lokaal zet D66 zich in voor een duidelijk en gezond drugsbeleid. Nederland liep jarenlang voorop als het ging om zijn softwarebeleid. Inmiddels wordt Nederland ingehaald door Portugal, Uruguay en diverse Amerikaanse staten. Dat in Nederland cannabis wel gekocht mag worden maar dat cannabis geacht wordt uit het niets te ontstaan in coffeeshops, vindt mevrouw Podt “een beetje krom”. D66 is een groot voorstander van de plannen rond de social cannabisclubs en van de inzet van de wethouder met betrekking tot de regulering van de achterdeur. Beide zaken zorgen voor minder criminaliteit en meer controle op de kwaliteit van softdrugs. Haar fractie verneemt graag de actuele stand van zaken van de wethouder met betrekking tot de social cannabisclub en wat de volgende stappen zijn. Mevrouw Dibi (PvdA) brengt onder de aandacht eerder vandaag vragen te hebben gesteld aan de wethouder over digitalisering. Zij brengt dit bij de wethouder in herinnering.
3740
3750
3760
3770
Mevrouw Metaal (CDA) is vanuit een ander perspectief óók benieuwd naar hoe het staat met de social cannabisclub. Brengt in herinnering dat haar collega raadsleden eerder al in deze bespreking aandacht hebben gevraagd voor ouderen in de stad. Ouderen zijn potentieel kwetsbaar en worden gemakkelijk vergeten in deze jonge stad van kennis en cultuur. Ouderen hebben te maken met een verslechtering van dienstverlening door het sluiten van verzorgingshuizen, met een verslechtering van OV-aanbod door de focus op spitslijnen, grote bezuinigingen op Wmo en op de langdurige zorg. Zaken die op de stad afkomen. Het CDA vindt het belangrijk dat ouderen gezien worden in Utrecht, ook door deze grotendeels jonge raad. De fractie stelt daarom voor een Ouderenmonitor in het leven te roepen, analoog aan de jeugdmonitor. Er zou met de komende verandering op zorg en welzijn in de stad meer zicht moeten zijn op de gezondheid en het welzijn van de ouderen. De Jeugdmonitor is in de afgelopen jaren zeer geschikt gebleken als instrument om de problemen rond de jeugd op de agenda te krijgen. Mevrouw Tielen (VVD) is heel benieuwd vanaf welke leeftijd het CDA mensen als ouderen bestempeld. Wie moeten dan onderzocht worden? Mevrouw Metaal (CDA) bevestigt dat bij lange na niet alle ouderen hulpbehoevend zijn. Er is een hele grote en gelukkige groep 65+-ers die goed voor zichzelf kan opkomen. Dat neemt niet weg dat er een grote groep ouderen bestaat die dat steeds minder goed kan. Mevrouw Tielen (VVD) vraagt of zij het goed begrijpt dat mensen vanaf 65 jaar ouderen genoemd gaan worden. Gaat de gemeente ze dan volgen? Mevrouw Metaal (CDA) denkt dat het handig is om aan te sluiten bij de statistieken. In Nederland wordt 65 jaar als een maatstaf gegeven. Daarmee wil zij niet zeggen dat iedereen dan ook oud is, zoals men zich bij oud kan voorstellen. Mevrouw Tielen (VVD) merkt op dat de AOW-leeftijd al hoger is dan 65 en die leeftijd zal alleen maar oplopen. Mevrouw Metaal (CDA) verwijst naar de uitvoering van haar voorstel. Zij vervolgt haar inbreng in haar termijn. Wellicht kan om haar voorstel te dekken gedacht worden aan een om en om systeem voor de Jeugd- en de Ouderenmonitor. Dat brengt de lasten een beetje omlaag. Het CDA ziet dit als een manier om het voorstel praktisch mogelijk te maken. Zij hoopt van harte dat andere fracties dit voorstel willen steunen. In de monitor van de Nederlandse Zorg Autoriteit over de continuïteit van langdurige zorg werd Utrecht expliciet genoemd als regio met een verhoogd risico op de continuïteit in de langdurige zorg, vooral vanwege een grote zorgaanbieder die momenteel in zwaar weer zou verkeren. Hoe waarborgt het college de langdurige zorg in Utrecht, ook als de betreffende zorgaanbieder failliet gaat? Nu al worden tehuizen gesloten. Daarmee verdwijnt ook aanverwante dienstverlening richting de omwonenden. Mevrouw Metaal begrijpt dat wel maar beseft heel goed dat er straks wel nieuwe voorzieningen moeten komen. Haar fractie wil dan niet horen dat de gemeente vastzit aan verplichtingen tegenover een zorgverlener die niet meer kan leveren. Heeft het college dit goed in de gaten? Heeft het college een plan? Het college stelt voor om in 2015 230.000 euro te bezuinigen op sportsubsidies en 330.000 euro structureel. Deze andere plannen ten opzichte van de vorige komen voor een groot aantal sportverenigingen rijkelijk laat. Sportverenigingen bevorderen de gezondheid, de sociale cohesie, en de maatschappelijke participatie van deelnemers. Ze slagen er in meer jongeren actief te betrekken dan de door de gemeente georganiseerde vrijetijdsbesteding en ze doen het met relatief weinig middelen en met veel vrijwillige inzet. Zij daagt het college uit dit bij andere organisaties te zoeken. Bezuinigen op sport is bezuinigen op gezondheid en welzijn en op mogelijkheden voor saamhorigheid. Zij adviseert de bezuinigingen een jaar uit te stellen, en na te gaan of met alle belanghebbenden en ook met de
Pagina 63 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3780
3790
3800
3810
3820
3830
studenten sportverenigingen en de kleine sportverenigingen te werken is aan een gedragen manier om te bezuinigen. De heer Van Corler (GroenLinks) merkt op dat zijn fractie de programma's welzijn, volksgezondheid en jeugd heeft opgeknipt zoals voorgesteld in de Voorjaarsnota. Zijn collega De Vries zal inbreng leveren op sport en Dierenwelzijn. Dat opknippen geeft aanleiding om te vragen hoe ervoor te zorgen dat de meerwaarde blijft bestaan van de koppeling tussen de verschillende programma's, zoals tussen Jeugd, Passend Onderwijs, werk en welzijn. Hij verneemt graag de visie van het college hierop. Rondom Jeugd vormen de transities het belangrijkste aandachtspunt. Zijn fractie komt inhoudelijk en ook financieel hierop terug bij de tweede uitvoeringnotitie. Dat is een logische keuze, maar daarbij zit wat hem betreft wel de vraag of daarmee de planning wordt gehaald, en dan niet alleen de gemeentelijke, maar ook die van de organisaties. Kunnen de organisaties ermee uit de voeten? Rondom de decentralisaties ziet GroenLinks een belangrijk punt. Hij vraagt of er organisatie- en implementatiekosten zijn. Hij verwijst naar zijn inbreng afgelopen maandag bij het financiële deel. In de Meicirculaire heeft hij gelezen dat er meer geld is voor de invoering op Jeugd. Procentueel is dat een forse verhoging. De vraag is wel of de gemeente dit daarmee haalt. De heer Van Corler zei afgelopen maandag al niet te willen dat al teveel geld gehaald wordt uit het 3D Fonds dat is ingesteld door de coalitie voor organisatie- en de implementatiekosten. Hij vindt het verstandig wanneer daarop een limiet gesteld wordt. Hij vraagt de reactie van de beide betrokken wethouders op hun eigen terreinen, hoe met die implementatiekosten om te gaan. Hij heeft enkele kleinere opmerkingen met betrekking tot jeugd. Hij las over onderbesteding op speelpleinen. De vraag is of er geen vraag was of dat men onbekend was met het budget en zo ja moet het stadsbestuur daar iets aan doen? Een en ander was te doen rondom de inspectie van kindercentra. Daarop volgde een formatieuitbreiding. De heer Van Corler vraagt of de gemeente het nu wel haalt. Al eerder kwam het alcoholverbod aan de orde. Hij zou de kwestie iets breder willen trekken. Hij vraagt of de effecten zichtbaar zijn van het alcoholverbod voor jongeren onder de 18 jaar. Hij krijgt daarop graag de reactie van de wethouder. Mevrouw Scally (GroenLinks) merkt allereerst op dat haar fractie ook blij is met de toezegging van wethouder Jongerius met betrekking tot de eigen bijdrage van ongedocumenteerden van 5 euro aan medicatie. Over Welzijn is in de jaarstukken te lezen dat het beheer van de panden heeft geleid tot enige onrust en onvrede. Haar fractie vindt dat eufemistisch gezegd. In die woorden lijkt het alsof het gaat om een paar schoonheidsfoutjes. Zij benadrukt dat er wel degelijk dingen misgegaan zijn waarover al uitvoerig inbreng is geleverd. Dat leidt hij haar fractie tot de vragen waarmee dit volgens de wethouder te maken heeft, op welke manier gaat de wethouder deze onrust in de toekomst voorkomen? Daarnaast is haar fractie net als die van D66 erg benieuwd naar de evaluatie van Vernieuwend Welzijn. Mevrouw Dibi (PvdA) vraagt of het geen oplossing zou zijn om na te gaan of het sociaal beheer terug kan komen in de buurthuizen op een beheersbaar niveau. Zij verwijst daarbij ook naar de motie die de PvdA zich voorneemt om te gaan indienen. Zij ziet daar de oplossing. Mevrouw Scally (GroenLinks) houdt het voor mogelijk om op sommige plaatsen na te gaan of en hoe dit terug te brengen. Zij kan niet uit de losse pols zeggen waar wel en waar niet. Voor wat betreft de evaluatie lijken de doelstellingen van Agenda 22 gehaald te zijn. GroenLinks zou graag weten hoe het met het programma in algemene zin gaat. Zij vraagt of daar ook een evaluatie voor gepland staat. In de Voorjaarsnota leest zij dat de korting van een half miljoen euro op de extra middelen voor welzijn nog voor 0,2 miljoen moet worden ingevuld. Heeft de wethouder een idee over hoe de korting is in te vullen. Hoe staat het met de besluitvorming daarover? Diversiteit is nu verdeeld over verschillende portefeuilles. Dit zou terug moeten komen op alle beleidsterreinen. Mevrouw Scally vindt dat in essentie goed. De vraag is alleen hoe ervoor te zorgen dat dit daadwerkelijk gebeurt. Zij noemt als voorbeeld het Roze Stembusakkoord dat door meerdere partijen is getekend. Hoe zorgt het college ervoor dat dat punt gewaarborgd blijft? Aan de veiligheid wordt gelukkig gewerkt. De vraag is alleen hoe ervoor te zorgen dat dit terugkomt op alle terreinen? Zij benadrukt dat op het gebied van diversiteit nog genoeg te doen is. Zo leest zij bijvoorbeeld in de jaarstukken dat 14% van de Utrechters zich gediscrimineerd heeft gevoeld, terwijl de doelstelling 10% was. Hoe zorgt het college ervoor dat het streefgetal in de toekomst wel wordt gehaald of wat haar betreft liever nog lager zal zijn dan 10%. De heer De Vries (GroenLinks) merkt op dat de huidige financieringssystematiek in de sport zich erg richt op het indirect subsidiëren van accommodaties. Zijn fractie is van mening dat de gemeente zich in plaats hiervan meer zou moeten richten op het subsidiëren van maatschappelijke doelstellingen, zoals de participatiegraad van sommige groepen inwoners die nu nog erg laag is. Hoe kijkt de wethouder daar tegenaan? GroenLinks vindt het erg belangrijk dat de wethouder in de komende jaren echt werk gaat maken van de participatie van alle Utrechters en Utrechtenaren in de sport. Vooral homoseksuelen vinden het vaak nog erg Pagina 64 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3840
3850
3860
3870
3880
3890
3900
moeilijk om hun seksuele gerichtheid te combineren met sport. Hiermee refereert hij ook aan het Roze Stembusakkoord dat door bijna alle hier aanwezige partijen is getekend. Hij zou graag zien dat de wethouder hiervan een van zijn prioriteiten binnen zijn portefeuille gaat maken. Hij vraagt of hij daartoe bereid is en zo ja wat hij daartoe zal gaan doen. De heer De Vries vindt het fijn dat hij in dit dagdeel niet alleen over mensenwelzijn kan spreken maar ook over dierenwelzijn. De nota Dierenrijk Utrecht wordt de komende tijd opnieuw geschreven. GroenLinks is daarmee heel blij. Wat zijn fractie betreft mag deze nota verder gaan dan alleen het bespreken van de aaibare huisdieren die de inwoners hebben, maar ook over biodiversiteit in de stad. Burgers kunnen zelf in hun tuinen en buurten veel doen om biodiversiteit te vergroten. Mensen vinden het leuk om betrokken te zijn bij bijvoorbeeld tellingen van vleermuizen, tuinvogels en vlinders. De trend is duidelijk te zien in de laatste tijd. Hij vraagt of de wethouder kan toezeggen dat de nieuwe nota Dierenwelzijn ook gepaard zal gaan van de campagne om burgers te laten zien wat zij zelf kunnen doen om de biodiversiteit in de stad te vergroten. Mevrouw Van Esch (PvdD) vraagt wat GroenLinks ziet als de taak van het college om de biodiversiteit te vergroten. Zij vindt het betrekken van burgers hierbij mooi klinken - ze vindt dat uiteraard een goed idee - maar zij is vooral ook benieuwd naar hoe GroenLinks de participatie ziet van het college. De heer De Vries (GroenLinks) was al van plan om daarop in te gaan. Hij zou graag zien dat de gemeente afspraken maakt met woningbouwcorporaties zodat deze bij nieuwbouw en renovatie meer broedgelegenheden en nestmogelijkheden maken. Daardoor kunnen bedreigde vogelsoorten of insecten zoals bijen en vlinders een goede plek vinden in de stad. Hij neemt aan dat mevrouw Van Esch weet dat de gemeente voor ruimtelijke ordeningprojecten een bomenparagraaf heeft. Op dezelfde manier zou zijn fractie graag een biodiversiteitsparagraaf zien bij projecten. Hij vraagt of de wethouder de mogelijkheid kan toezeggen van een biodiversiteitsparagraaf mee te nemen in de nieuwe nota. Hij houdt zich graag aanbevolen voor meer suggesties. Mevrouw De Regt (GroenLinks) merkt op dat een groot deel van de bewoners zijn gezondheid ervaart als goed. Het percentage bewoners in de krachtwijken dat een matige gezondheid zegt te ervaren, is 34%. Een inwoner van de wijk Oost leeft gemiddeld 16 jaar langer zonder chronische aandoening dan een inwoner van Overvecht. Zij vindt dat verontrustende cijfers die niet helemaal aansluiten bij de toon in de Jaarstukken. Zij vraagt hierop graag de reactie van de wethouder vooral in relatie tot de inzet die hij voor zich ziet op de gezondheidsbevordering in de komende jaren. In de Voorjaarsnota wordt voorgesteld voortaan in drie programma's te werken: Zorg en Maatschappelijke Ondersteuning, Jeugd en Volksgezondheid. GroenLinks vindt het een prima voorstel omdat het het gemeentebestuur beter in staat stelt de landing van de decentralisaties Jeugdzorg en langdurige Zorg te volgen en indien nodig tijd, beleid en uitvoering bij te stellen. De beslissing zal bijdragen aan de mogelijkheden van transparantie en aan het vergroten van de kans op tijdig identificeren van mogelijke ongewenste effecten. Haar fractie gaat ervan uit dat de recente uitvraag en de conclusies daarover binnen het Programma Meedoen naar Vermogen voor de invulling van de buurtteams en de tweede uitvoeringsnota die zij deze maand nog verwacht de vele blinde vlekken voor een groot deel zullen invullen. GroenLinks wil de wethouder uitdrukkelijk verzoeken zo snel mogelijk daarna werk te maken van een goede communicatie naar de inwoners van Utrecht over de uitwerking van de decentralisaties en de eventuele gevolgen voor de persoonlijke situatie van betrokkenen. Daarbij vraagt zij specifieke aandacht voor communicatie naar de mantelzorger. Eentiende deel van de inwoners levert intensieve mantelzorg en 13% van hen is zwaar belast. Juist zij moeten met hun omgeving een juiste inschatting van de nieuwe situatie maken en zonodig anticiperen op de uitdagingen die deze situatie hen brengt. Zij vraagt of de wethouder haar fractie de raad een inkijkje kan geven in de wijze waarop deze communicatie vorm gaat krijgen en de termijn waarbinnen zij dit ter hand gaat nemen? In de Wmo is the Right to Challence vastgelegd. Vanmiddag kwam de Crowfunding ter sprake waarmee de betrokkenheid van mensen bij hun omgeving versterkt wordt. Omdat sociale cohesie in hoge mate bijdraagt aan de bereidheid van mensen iets voor een ander te betekenen daagt haar fractie de wethouder uit vooral naar de mogelijkheden te kijken die de verbinding tussen haar portefeuilles kan bieden. De heer Stahl (Stadsbelang Utrecht) sluit zich eerst aan bij de PvdA over de buurtverontrusting. Hij houdt zijn bijdrage kort over welzijn, jeugd en volksgezondheid omdat in de komende tijd allerlei processen nog zullen veranderen. Uit de berichten die Stadsbelang Utrecht heeft mogen ontvangen, blijkt dat mensen nog steeds van het kastje naar de muur gestuurd worden als het gaat om de nieuwe buurtteams die in ontwikkeling zijn. Dat is zijns inziens niet de bedoeling van het ontstaan van deze buurtteams. Hij vraagt of de problemen bij de wethouder bekend zijn en wat de wethouder hieraan gaat doen. Is er helderheid over hoe de nieuwe teams in te richten? Stadsbelang vindt het belangrijk dat het team multidisciplinair is waarbij zelfs per wijk gekeken zou moeten worden naar de samenstelling ervan. Hij krijgt hierop graag de reactie van de wethouder. Sport is een belangrijk onderdeel van de Volksgezondheid in de stad Utrecht. Daarvoor zijn diverse faciliteiten beschikbaar. De Utrechters mogen daar trots op zijn. Dit heeft echter ook belemmeringen opgeleverd, zoals een tekort aan sportvelden voor de teamsporten als hockey en voetbal. Verder ziet hij begrensde financiële middelen Pagina 65 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3910
3920
3930
3940
3950
3960
voor de continuering van het onderhoud en om te kunnen investeren in nieuwe accommodaties en in het realiseren van nieuwe velden. In het rapport Taskforce wordt gesproken over een huurverhoging van sportaccommodaties in de komende jaren. In de raad is echter besloten om de huurverhoging voor 2014 te bevriezen. Hij vraagt wat dit besluit betekent voor huurverhoging in 2015 en de daaropvolgende jaren. Verder is gesproken in punt 6 van hetzelfde rapport over de beschikbaarstelling van 150.000 euro voor stimulering van het zondagvoetbal voor de periode van drie jaar. Echter is inhoudelijk nog niet beschreven hoe dat bedrag besteed mag worden. Verder gaat het hier om een sigaar uit eigen doos van de verenigingen. Hoe ziet het college deze stimulering in verhouding tot de verhoging van de financiële lasten van de verenigingen door middel van huurverhoging van de accommodaties en het verlagen van de subsidies. Stadsbelang ziet liever dat de 150.000 euro ter compensatie wordt toegevoegd aan het niet verhogen van de huur in 2015. Hij krijgt hierop graag de reactie van de wethouder. In dit rapport wordt aandacht besteed aan de financiële positie van de vereniging. Die positie vormt naar de mening van zijn fractie een essentieel onderdeel van dit proces. Het is dan wel mogelijk om de huren te verhogen en de subsidies te verlagen, maar wanneer de vereniging de huur niet meer kan betalen, genereert de gemeente geen inkomsten, maar wel kosten. Hij vraagt de wethouder of hij bereid is de consequenties te onderzoeken van de uitvoering van het rapport TaskForce op de financiële positie van de verenigingen. In bijzonder vraagt hij daarvoor de aandacht voor de huurverhoging in combinatie met de verlaging van de subsidies. In het BMC-rapport is te lezen dat de huurprijs voor kunstgrasveld gelijk is aan die van natuurlijke grasvelden, terwijl het kwaliteitsverschil en het aantal gebruikersuren voor de vereniging enorm verschillend zijn. Waarom bestaat er geen verschil in huurprijs? Hij vraagt of het college mogelijkheden ziet om meer grasvelden aan te leggen en de bezuinigingen daarmee te reduceren op het onderhoud, na aftrek van investeringen. Zo ja, hoe gaat de wethouder dat realiseren? De heer Stahl vraagt naar de stand van zaken in de gesprekken over de overdracht van velden aan FC Utrecht. Hij wijst op de mogelijkheden om als gemeente met die overdracht er in financieel opzicht op vooruit te gaan. FC Utrecht is van mening met eigen onderhoud een betere kwaliteit te realiseren. Op dit moment is al een aantal keren overleg geweest tussen de gemeente en FC Utrecht. Hij vraagt of die overdracht de gemeente Utrecht ook iets zou kunnen opleveren ondanks dat na de verkoop ervan geen huurpenningen meer worden geïnd - minder personeel is nodig voor het onderhoud en voor het materieel, en geen investering is meer nodig voor het vernieuwen van de velden. Mevrouw Tielen (VVD) moest bij het lezen van de Voorjaarsnota en alle stukken daaromheen denken aan een frase in een sinterklaasliedje “vol verwachting klopt ons hart”. De VVD kan niet anders dan vol verwachting zijn wanneer zij de stukken leest in het besef dat in het najaar vele stormen aan notities, kadernota's, uitvoerings nota's, beleid, budgetten, begroting, criteria et cetera op de gemeente Utrecht afkomen rondom de decentralisaties. Zij geeft in haar bijdrage enkele aandachtspunten mee voor het college richting het najaar. In de stukken zag zij dat extra geld is gereserveerd voor de inspectie kinderopvang. Haar fractie is daar blij mee. Dit sluit ook aan bij eerdere vragen door de VVD gesteld. De VVD vraagt zich wel twee dingen af: (1) over de komende jaren is hiervoor elk jaar evenveel geld gereserveerd. Ze vraagt of dat juist is. Zij weet dat dit jaar een extra inhaalslag gemaakt zal moeten worden. (2) Heeft het college nagedacht over het tijdelijk inlenen van inspecteurs uit andere gemeenten om de achterstand in te halen? De VVD zou het fijn vinden wanneer Utrecht niet langer meer onderaan de lijst staat. Ook kijkt haar fractie uit naar het Jeugdgezondheidsbeleid. De VVD heeft geen uitgesproken mening over het gebruik van de waterpijp. Haar fractie zal wel kritisch kijken naar wat het college zegt over het rookpreventiebeleid. Zij ziet hier aan graag prioriteit gegeven. Zij wacht dit rustig af omdat zij weet dat dit in het najaar duidelijk gaat worden. Zij hoorde wat de PvdA zegt over Vernieuwend Welzijn. Mevrouw Tielen is vooral benieuwd naar de evaluatie van het college voordat de raad veranderbesluiten gaat nemen. Op welke termijn staat deze evaluatie gepland? In de stukken is niets opgenomen over de dakloze jongeren en hun huisvesting. De wethouder zei Rooming First als uitdagend te ervaren. In de brief las zij dat hiervoor budget is gereserveerd. Zij vraagt of de wethouder het eens is met de VVD dat het budget de uitdaging kan verlichten. Zo niet, doet zij de suggestie dat budget een andere bestemming te geven - in ieder geval zal het moeten gaan om een verbinding tussen de beide genoemde onderwerpen. In het licht van volksgezondheid is de VVD vooral benieuwd naar hoe het college aankijkt tegen de woningvoorraad voor levensloopbestendige woningen. Wat is de verwachting over de behoefte van de ouderen in Utrecht? Staat daar voldoende planning op? Zij maakt zich daarover vooralsnog geen zorgen, maar de VVD is wel nieuwsgierig op dat punt. De VVD verwacht in het najaar een enorme storm aan debatten over de decentralisaties. Tot die tijd denkt zij dat het handig is dat er in ieder geval aandacht komt voor communicatie. Het voelt stil als zij afgaat van de raadstukken. Zij kan zich voorstellen dat het voor inwoners in de stad nog veel stiller aanvoelt; wat kan Utrecht Pagina 66 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
3970
3980
3990
4000
4010
4020
verwachten? Zij weet dat een brancheorganisatie als Actis al druk bezig is met een communicatiestrategie. Actis begint vanaf volgende week te communiceren. Het kan bijna niet zo zijn dat de hoofdverantwoordelijke in dit dossier, de gemeente, helemaal nog niet communiceert. Zij dringt aan op een compleet, helder en uitvoerbaar communicatieplan. Zij is benieuwd wanneer dat plan beschikbaar kan zijn. Daarnaast ziet zij uit naar de criteria. Welke uitkomstcriteria stelt het college rondom het succes van de decentralisaties? Daarover beelden hebben, is handig vóórdat partijen het debat ingaan. Wat vindt de gemeente belangrijk? Waar legt zij de lat? Mevrouw Tielen ziet liever vijf criteria dan 28, al houdt ze voor mogelijk dat dit louter haar persoonlijke voorkeur is. Uit de Meicirculaire zijn de budgetten nu ongeveer bekend. Ook daaraan is al gerefereerd. De Tweede Kamer kreeg het voor elkaar dat de budgetten niet geoormerkt zijn. Het is echt aan de gemeente om te kiezen welk budget voor welke doelgroep ingezet zal worden. Mevrouw Tielen is benieuwd hoe het college hier naar kijkt, of het aan verschuivingen denkt. Zij krijgt daarop graag het antwoord van de wethouder. Als het gaat over de criteria voor Decentralisatiefonds is dat fonds in haar beleving ingesteld om ervoor te zorgen dat niemand door het ijs zakt. De VVD zou het jammer vinden als dan dat fonds zou worden aangewend voor allerlei implementaties of voor de dekking van bureau- en apparaatskosten. Haar fractie verneemt graag de criteria van het college op basis waarvan aanspraak is te maken op middelen uit dit fonds. Mevrouw Tielen sluit zich namens de heer Buunk aan bij de roep om meer diversiteit in de sport. Zij denkt dat hier ook initiatief bij de raad kan liggen. Volgens haar dacht GroenLinks dit ook. Zij verwacht dat binnenkort GroenLinks en de VVD een expertmeeting zullen organiseren rondom het punt homo-acceptatie in de sport. De heer Van der Sloot (ChristenUnie) kent de VVD als een partij met een groot sporthart. Hij heeft veel coalitiepartijen horen spreken over goede dingen in de sport. Hij merkt op dat er wel iets aan de hand is in de sport. De sportverenigingen moeten enorm bezuinigen. De inflatiecorrectie gaat niet door. Er komt een efficiencykorting van 2%. In het flexibel budget wordt gesneden. Sportverenigingen in Utrecht worden aan alle kanten benadeeld. Zij ontvangt graag van de coalitie en misschien van de VVD een reactie hierop. Mevrouw Tielen (VVD) vindt dit een ingewikkelde. Zij kan op deze vraag niet direct reageren. Zij bevestigt dat de VVD een groot sporthart heeft én ferme sportbenen. De VVD ziet de voorgestelde bezuinigingen niet zo heel somber in. Wanneer het wordt uitgespreid valt het wel mee. Haar fractie maakt zich meer zorgen over de capaciteit van de verschillende faciliteiten en het gezamenlijk gebruik ervan. Zij zet zich daarop harder in dan op de bezuinigingen. Mevrouw Scholten (D66) attendeert GroenLinks en de VVD er op dat partijen recentelijk zijn uitgenodigd op 27 juni voor een bijeenkomst over homoseksualiteit. De heer Van der Sloot (ChristenUnie) vraagt naar de functie van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Hij leest op pagina 154 van de jaarstukken dat bij een deel van de Buurtteams Overvecht en Ondiep gezinnen met vragen op het gebied van opvoeding voor het eerst terecht konden bij het Buurtteam Jeugd. Zijn fractie vond het vreemd om te lezen, temeer daar vlak daaraan vooraf te lezen was dat de Centra voor Jeugd en Gezin versterkt zijn en dat mensen daar op een laagdrempelige manier met opvoedingsvraagstukken terecht kunnen. Zo heeft de ChristenUnie deze taakverdeling altijd begrepen. Kan de wethouder daarover duidelijkheid scheppen? Moeten ouders met opvoedingsvragen en problemen naar de buurtteams of naar de Centra voor Jeugd en Gezin? Uit de corresponderende posten blijkt dat de gemeente vanaf 2014 t/m 2018 een flinke structurele toevoeging krijgt aan de decentralisatieuitkering met als post Centra voor Jeugd en Gezin 161.000 euro. Uit ambtelijk navragen bleek dat de corresponderende posten eerst getoetst worden op noodzakelijkheid. De ChristenUnie is benieuwd hoeveel van dat bedrag daadwerkelijk naar de Centra voor Jeugd en gezin gaat, en hoeveel naar andere bestemmingen. Graag ontvangt de ChristenUnie de verdeling van deze 161.000 euro. In het kader van Welzijn bestaat aandacht voor huiselijk geweld. Huiselijk geweld speelt zich af zowel in de sfeer van veiligheid als in de sfeer van de zorg. In de stukken valt daarover weinig te lezen als het gaat om de beide betrokken sectoren. Hij verneemt dat de ouderenmishandeling enorm aan het toenemen is. Hij vraagt naar de ambities van dit college om huiselijk geweld in de komende jaren te verminderen. Bij voorgaande colleges werd bijvoorbeeld gemonitord hoe het stond met het aantal zaken op het gebied van huiselijk geweld, bijvoorbeeld in de volksgezondheidmonitor 2010. De ChristenUnie wil graag weten waarom dit verdwenen is en of er een manier is om dit weer terug te krijgen. Hij vraagt of de wethouder dit laatste overweegt. Met betrekking tot de Meldcode Huiselijk Geweld en kindermishandeling brengt de heer Van der Sloot in dat die Meldcode vorig jaar wettelijk is ingesteld. Binnenkort zal een evaluatie plaatsvinden bij de gemeente Utrecht. Graag ontvangt zijn fractie die evaluatie, en hij houdt het voor mogelijk dat de hele commissie deze evaluatie graag wil ontvangen. Het Rijk laat aan de gemeente de ruimte om vrijwilligersorganisaties te attenderen op de Meldcode. De gemeente Utrecht heeft intern trainingen bedacht en ondersteunend materiaal ontwikkeld voor haar eigen ambtenaren. Hij vraagt of de gemeente bereid is om dit materiaal ter beschikking te stellen aan vrijwilligersorganisaties waarmee de gemeente goed contact heeft. Ook hierop krijgt hij graag een reactie. De ChristenUnie kan er maar niet over uit dat de gemeente bezuinigt op het flexibel budget. Zijn partij gaat altijd uit van een financieel gezonde begroting. Wat zijn fractie betreft was op het flexibel budget niet bezuinigd. Om die Pagina 67 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
4030
4040
4050
4060
4070
4080
reden stelt hij de volgende vragen. Welke redenen heeft het college om hierop te bezuinigen? Was het college ontevreden over de output of over de outcome ervan? Welke gevolgen hebben de bezuinigingen voor de vrijwilligers? Heeft de wethouder zicht op die gevolgen? In december hebben college en commissie gesproken over de commissiebrief over de visie Vrijwillige Inzet. In de brief werd alvast vooruit gekeken naar een hoognodige nieuwe notitie Vrijwillige Inzet. Die zou in februari komen. Zijn fractie heeft die nog niet ontvangen. Hij verneemt graag wanneer de raad de nieuwe notitie Vrijwillige Inzet kan verwachten. In de loop van de tijd zijn vele soorten vrijwilligers ontstaan, onder andere omdat de overheid steeds meer burgers inzet om zijn eigen beleid uit te voeren - hij denkt daarbij aan Eigen Kracht en Groen in Zelfbeheer. In de jaarstukken staat de ambitie effectdoelstelling 1.1.2. ‘Het aantal Vrijwilligers’. Dit aantal kan wat zijn fractie betreft flink stijgen, juist omdat een toename te verwachten is van vrijwillige inzet. Hij krijgt hierop graag de reactie van de wethouder. Hij sluit zich aan bij de woorden van GroenLinks over de belasting voor mantelzorgers. Hij kan zich in grote mate vinden in de inbreng van het CDA over de bezuinigingen in de sport. Ook zijn fractie is benieuwd naar de beantwoording. De ChristenUnie vroeg vaak aandacht voor wachtlijsten in de zwemsport. Het blijkt met de afname van de wachtlijsten heel goed te gaan. De nieuwe maatregelen geven het gewenste effect. Dat neemt niet weg dat zijn fractie oproept om vooral vooruit te kijken. Gebleken is dat in 2022 32.000 meer verzoeken voor leszwemmen zullen zijn dan nu het geval is. Hij vraagt of de wethouder hierop inspeelt met voorbereiding of met reservering van geld. Zijn fractie heeft in de wandelgangen gehoord dat het college het convenant Sport en Alcohol wegbezuinigt. Hij hoopt dat de wethouder zijn fractie en verenigingen kan geruststellen dat het hier écht om geruchten gaat. Mevrouw Koelmans (SP) sluit zich aan bij de woorden van de fractie van D66 over de sport en bij de woorden van GroenLinks over de participatie van alle Utrechters en Utrechtenaren. Als het gaat om grotendeelse aansluiting bij de inbreng over ouderen noemt zij die van het CDA. Ook sluit zij zich aan bij de inbreng van D66 over de huisvesting. Zij noemt de sluiting van de dagcentra en van de verpleeghuizen in combinatie met enorme bezuiniging op de huishoudelijke hulp, de Thuiszorg. Het werk voor de thuiszorg wordt binnenkort aanbesteed. De SP is heel erg benieuwd naar de stand van zaken. Hoe gaat het aanbestedingsproces er uitzien? Hoe gaat de wethouder voorkomen dat de raad niet zoals bij de Buurtteams gebeurde alleen achteraf geïnformeerd wordt over de procedure en over het programma van eisen? Zij wil graag dat de raad in de gelegenheid gesteld worden om hierover mee te praten en mee te beslissen. Daarover ontvangt zij graag een toezegging van de wethouder. Met betrekking tot de dagbesteding voor ouderen dan wel mensen met niet-aangeboren hersenletsel merkt zij op dat in de hele sector gespecialiseerde dagbesteding heel veel onduidelijkheid bestaat over wat straks naar de Wmo gaat en wat niet. De SP was maandag met Emiel Roemer in Leidsche Rijn bij Activiteitencentrum De Boog. Daar maken mensen zich behoorlijk veel zorgen over de bezuiniging van 25% en de mogelijke bezuinigingen die de gemeente daar nog bovenop legt. Mevrouw Koelmans krijgt graag daarin meer inzicht. Zij wil weten op welke termijn daarover duidelijkheid te verwachten is. Zij sluit zich aan bij GroenLinks over de geconstateerde verschillen in de Volksgezondheid, in het bijzonder bij de jeugd. Haar valt bij de jaarstukken op pagina 163 een heel vreemd cijfer op. Bij het percentage kinderen met overgewicht in de groepen 2 en 7 in buurten met de JOGG-inzet is de nulmeting 25% - dat bestond al. De doelstelling van 2013 was 23%. En de realisatie is 22%. De vraag is waarom het doel zo laag gesteld is. Zij pleit ervoor de ambitie te verhogen. Wat is dan nu met deze cijfers te verwachten van de beleidsprogramma's? Zo leest zij meer cijfers waaruit de doelen laag gesteld zijn. Over de criminele jeugdgroepen sluit zij zich aan bij haar collega Wijlhuizen. Hij heeft hiervoor maandagavond aandacht gevraagd. In de Voorjaarsnota staat een – in haar woorden – Jubelcijfer, namelijk dat het aantal criminele jeugdgroepen voor de helft is afgenomen. In de gesprekken met wijkagenten blijkt dat dit niet het geval is. De wijkagenten verklaren dit vooral aan de manier van meten. Die zou niet goed zijn. Ze vraagt hoe de wethouder dit ziet en of de wethouder bereid is hierover mee te denken met de burgemeester. Haar fractie vindt dat de cijfers een goed beeld moeten geven. Mevrouw Dibi (PvdA) kan goed meegaan met de redenering van de SP. Zij begrijpt dat de SP meer inzet wil. Het college bezuinigt een miljoen euro op Veiligheid. Wanneer de SP tegen het college zegt met agenten te gaan praten, verwacht zij dat uit de gesprekken een resultaat komt. Waar wil de SP het geld halen om het resultaat te bekostigen? Mevrouw Koelmans (SP) weet dat binnenkort een nieuwe nota uitkomt voor de veiligheid. Zij verwacht het nodige in die nota. Zij sluit zich graag aan bij de inzet van onder andere de fracties Stadsbelang en andere partijen over het behoorlijk achterlopen van de communicatie vanuit de Buurtteams. Wat is de wethouder van plan daarmee te gaan doen? Pagina 68 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
4090
4100
4110
4120
4130
4140
Met betrekking tot de maatschappelijke opvang is de SP blij over wat op dit moment geregeld is voor Toevlucht en voor de eigen bijdrage in het medicijngebruik. De SP heeft een in januari aangenomen amendement: Continuïteit voor buitenlandse Daklozen. Dat amendement ging over de financiering van de opvang van Barka, Seguro en de Medische Opvang Ongedocumenteerden tot 1 december van dit jaar. De voorwaarden vanuit het college waren het tot 1 december te gaan regelen maar wel heel graag voor de begroting een inhoudelijke discussie te willen voeren met de raad en het nieuwe college over de verantwoordelijkheid van de gemeente voor deze doelgroep. Wanneer kan de raad daarover vóór de begrotingsbehandeling een discussie verwachten? De SP is voorstander van eigen initiatief er van zelfbeheer in het welzijnswerk, maar de fractie pleit voor een overgangssituatie bij de buurthuizen waar die situatie nog nodig is. De SP is blij met het voorwerk van de PvdA door een meldpunt in te stellen en na te gaan waar de knelpunten zitten. Mevrouw Koelmans verneemt heel graag van de wethouder wat het college met deze lijst gaat doen. Daarnaast is de SP een klein beetje verrast door het enorme tekort in het vastgoed van de buurthuizen. Zij betreurt het dat in de afgelopen jaren heel veel buurthuizen gesloten zijn zonder dat een plan is bedacht voor wat te doen met alle leegstaande gebouwen. Daardoor heeft de gemeente Utrecht een enorm financieel nadeel. Wat kan het college nu met de panden zolang die nog niet verkocht zijn? Hierop ontvangt de SP graag een antwoord. De tarieven moeten noodgedwongen op de schop; kan de wethouder inzicht geven in de plannen op dat gebied en zijn visie op de plannen met het welzijnswerk in algemene zin? De heer Menke (Student en Starter) vraagt zoals het CDA en de ChristenUnie aandacht voor de bezuiniging op sport. In de verkiezingstijd hoorde hij bijna alle partijen zich uitspreken over extra investeringen op dat gebied. Helaas valt – ze zegt de heer Menke - deze raad midden in een nieuwe invulling van oude bezuinigingen. Hij is daarom eerst benieuwd wanneer de wethouder kennelijk met steun van de hele raad weer kans ziet om te investeren in sport. Hij sluit zich graag aan bij het CDA in het uitstellen van de huidige bezuinigingsvoorstellen minimaal een jaar zodat er een door alle verenigingen gedragen voorstel kan komen. Het beleid bij cultuur in het coalitieakkoord verlegt de focus, van stenen naar mensen en evenementen. Bij sport is dan compleet het omgedraaide te zien. Hij is heel erg benieuwd of de evenementen “op de strafbank gezet worden” bij het doorvoeren van de huidige voorstellen en hij sluit zich aan bij de desbetreffende opmerkingen van de PvdA en van GroenLinks. Er blijft schrikbarend weinig geld over voor de evenementen gerekend naar het gehele budget van 33 miljoen euro voor de sportbegroting. Hij verneemt graag van de wethouder hoe met deze schaarse middelen een gezond evenementenaanbod haalbaar is op alle sportgebieden zowel in de top- als in de breedtesport. Met het huidige voorstel van invulling van de bezuinigingen worden de subsidies op sportverenigingen volledig geschrapt. Hiermee worden zijns inziens juist die verenigingen die zich redden zonder indirecte subsidie op accommodaties van de gemeente extra hard geraakt en vervalt ook een stuk beleid dat extra stimulering van sport voor jeugd inhoudt. In dat licht stelt hij twee vragen. Hoe wil de wethouder het wegvallen van dit extra beleid op Jeugd tegengaan? Het gaat hem hierbij om de factor 4, en dan specifiek voor de groep tussen de 17 en 24 jaar aangezien de jongere groepen opgevangen zullen worden door de combinatiefunctionarissen en dergelijke. Wordt hier een andere invulling gegeven om dit stuk beleid te onderhouden of verdwijnt dit beleid helemaal? Zo ja, met welke argumentatie wordt dit beleid dan opgeheven? Daarnaast zou hij de wethouder graag willen vragen of hij het toejuicht dat sportverenigingen externe financiering binnenhalen en voor hun eigen accommodatie zorgen. In het verlengde daarvan vraagt hij of dit consequenties heeft voor de steun die de sportverenigingen vanuit de gemeente ontvangen. Het probleem rondom de roeisport op het Merwedekanaal sleept zich al bijna 20 jaar voort. Vanuit de roeiverenigingen is er een sterke vraag om een klein stukje beleid te ontwikkelen voor het roeiwater op het Merwedekanaal. Daar is sprake van zeer veel wisselingen met woonarken en de komst van nieuwe havens die de roeisport ernstig beïnvloeden. Het is in dat gebied al heel erg druk. Daar roeien ongeveer 2000 mensen. De verenigingen hebben te maken met enorme wachtlijsten. In dat licht vraagt hij het college hierop een goed beleid neer te zetten om het behoud van de roeisport voor Utrecht te waarborgen. Ook verneemt hij graag of er verdere ontwikkelingen zijn op het gebied van accommodaties van de roeiverenigingen. D66 is al ingegaan op de nieuwe alcoholwetgeving en haar gevolgen. Hij herhaalt de inbreng met aandacht te vragen voor deurbeleid van uitgaansgelegenheden. Hij pleit voor een mogelijkheid voor de groep jongeren tussen 16 en 18 jaar om uit te blijven gaan. Hij vraagt de wethouder of hij een mogelijkheid ziet om een combinatie te maken tussen groepen allochtonen die vaak geweerd worden bij uitgaansgelegenheden en een beleid gericht op 16 tot 18 jarigen. Hij noemt in dit verband het begrip Jeugdsoos uit het verleden. Hij nodigt de wethouder uit in gesprek te gaan met jongerenorganisaties om na te gaan hoe dit probleem is op te vangen. Hij kan zich de steun van D66 hierbij voorstellen. Mevrouw Tielen (VVD) sluit zich graag aan bij de woorden van de heer Menke, ook omdat de raad van de burgemeester toegezegd heeft gekregen voor de zomer het beleid te ontvangen rondom paracommerciële instellingen – de jeugdsozen, de studentenverenigingen, de sportverenigingen. Zij vraagt ook juist hiervoor aandacht omdat straks deze groep jongeren verloren is en op straat zal lopen. Ze refereert hierbij aan de Pagina 69 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
discussie over het nachtelijk verblijven in parken. Jongerenoverlast is een stijgend probleem - in dat licht kan zij zich voorstellen dat het bestuur van de stad het belang hiervan inziet. De heer Menke (Student en Starter) kan zich van harte aansluiten bij de woorden van mevrouw Tielen. Hij vraagt de onderkenning door het college van dit probleem. Hij rondt hiermee zijn bijdrage af. 4150
4160
4170
4180
4190
4200
Mevrouw Van Esch (PvdD) is blij met het onderwerp dierenwelzijn op de agenda. Dieren zijn levende wezens met bewustzijn en gevoel. Zij verdienen de bescherming van mensen. Dat betekent haars inziens ook dat de gemeente voor de dieren in de bres moet springen wanneer hun belangen worden geschaad. De PvdD is dan ook blij met een wethouder Dierenwelzijn. De fractie richt zich alleen tot wethouder Jansen met vragen aan hem en met het verzoek om toezeggingen te doen. De fractie is blij met de aanstaande update van de Dierenwelzijnnota en zij sluit zich van harte aan bij D66 die zojuist aangaf graag te zien dat hiermee snel wordt gestart. Ook de PvdD ziet graag een update van de nota Dierenrijk tegemoet. Helaas is geen enkel woord op papier gezet over investeringen in Dierenwelzijn in de Voorjaarsnota. Haar fractie vraagt van de wethouder een toezegging een alinea toe te voegen over dit onderwerp in de Voorjaarsnota. Zij stelt voor paragraaf “3.3.6 Dierenwelzijn”. Om vast op de toezegging vooruit te lopen brengt zij enkele punten die haar fractie graag terugziet in die paragraaf onder de aandacht van de wethouder. Zij verneemt graag van wethouder Jansen of hij deze suggesties kan meenemen in deze Voorjaarsnota. Zoals D66 aangaf zou de PvdD graag een inventarisatie ontvangen van het budget dat de gemeente Utrecht uitgeeft aan Dierenwelzijn. Tevens ziet haar fractie graag een inventarisatie waarbij zicht komt op de aanwezigheid en verspreiding van dieren in de stad. Zij sluit zich graag aan bij de woorden van GroenLinks over een paragraaf over biodiversiteit. Haar fractie is van mening dat Dierenwelzijn altijd geïntegreerd moet zijn in het gemeentelijk beleid, dus zal ook op alle punten in de Voorjaarsnota op het gebied van bouw, natuur, milieu, economie, onderwijs en zorg, gekeken moeten worden of de dierenwelzijn niet geschaad wordt met het beleid op die punten. Zij noemt als voorbeeld dat bij nieuwbouw altijd gekeken moet worden naar de mogelijkheden voor het creëren van nestgelegenheden en slaap- en schuilplekken voor dieren, zoals mussen, gierzwaluwen en vleermuizen. De fractie ontvangt graag het antwoord van de wethouder over of dit mogelijk is. De PvdD is van mening dat dierenweides in Utrecht voldoende financieel moeten worden ondersteund. In Utrecht is hierop in de afgelopen jaren fors bezuinigd. De bezuiniging op deze dierenweides zijn al doorgevoerd door de dierenweides te verzelfstandigen. Haar fractie is van mening dat de verdere bezuinigingen absoluut geen doorgang zouden moeten vinden. Een aantal dierenweides dreigt failliet te gaan vanwege de bezuinigingen. Zij verneemt graag van de wethouder of hij kan toezeggen de dierenweides die het nu in financieel opzicht behoorlijk moeilijk hebben, eventueel met een eenmalige subsidie financieel te kunnen ondersteunen. Daarbij wil de PvdD wel zeggen dat ondersteuning van dierenweides alleen goed is wanneer met die weides een streng fokbeleid wordt gevoerd, de dieren niet worden afgevoerd naar de slacht en het welzijn van de dieren voorop staat. Haar fractie vindt dat huisdieren in Utrecht enorm veel meer aandacht verdienen. Zij verneemt graag van de wethouder of hij haar kan toezeggen minima en mensen met een krappe beurs aanspraak te laten maken op een tegemoetkoming in de noodzakelijke dierenartskosten. Daarnaast is er in de afgelopen tijd meerdere malen gesproken over het aanleggen van FUP’s (Faunauittreedplaatsen). De PvdD ziet graag bij kades en grachten in Utrecht, zoals bij de Weerdsingel FUP’s geregeld zodat te water geraakte dieren een kans hebben om uit het water te komen. Hiernaast hoort de PvdD graag van de wethouder of hij kan zeggen dat bij alle nieuwe werkzaamheden FUP’s automatisch mee worden genomen in de te realiseren plannen. De PvdD vindt dat dierenopvangcentra en dierenambulances in voldoende mate financieel moeten worden ondersteund. Dit geldt onder andere voor het Stichts Asiel, de Vogelopvang, de Dierenbescherming die geld krijgt voor knaagdieren, en het geldt voor de Dierenambulance. Onder andere de subsidie voor de Vogelopvang is in 2014 met de helft afgenomen. Nu wordt nog wel met provincies en buurgemeenten geprobeerd het bedrag van 2013 te evenaren. De PvdD krijgt graag een toezegging van de wethouder dat hij daarop actief beleid gaat voeren om dit te bereiken. Zij heeft vanuit de vogelopvang begrepen dat het bedrag dat in 2014 is toegezegd een bedrag is dat al enorm krap is om het werk te kunnen doen. Daarnaast zit de Vogelopvang in een pand van de gemeente. De vraag is ook aan de wethouder of verdere afspraken over de huisvesting met de Vogelopvang kunnen worden gemaakt. De PvdD stelt in navolging van het beleid in Amsterdam voor om het asiel een bedrag per opgevangen dier te geven. Dat is op dit moment niet het geval in Utrecht. In Amsterdam is dit al jarenlang beleid. De PvdD zou dit graag ook zien. Dit is een goed werkend systeem in Amsterdam. Elke gemeente die bijdraagt aan het asiel betaalt op deze wijze een eerlijke prijs voor de dieren die per gemeente worden opgevangen. Datzelfde geldt voor de opvang van knaagdieren en konijnen door de Dierenbescherming. De Dierenbescherming ontvangt nu een vast bedrag per jaar vanuit de gemeente. Maar het is zuiverder om een vast bedrag af te spreken per opgevangen dier. Zij verneemt graag de reactie van de wethouder hierop over wat in die zin mogelijk is in Utrecht. Pagina 70 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
4210
4220
4230
4240
4250
4260
De gemeente voert wat de PvdD betreft een vooruitstrevend hondenbeleid. Op dit moment stelt haar fractie voor om het budget dat de gemeente uit de hondenbelasting haalt, geheel te investeren in onderwerpen die te maken hebben met dierenwelzijn, onder andere door dit geld te besteden aan renvelden voor honden, uitlaatplekken en losloopgebieden. Daarnaast kan met het geld van de hondenbelasting ook worden geïnvesteerd in het chippen van honden en katten en ook in projecten waarbij wilde huiskatten worden gevangen, gecastreerd en teruggeplaatst. Zij krijgt hierop graag een toezegging van de wethouder. De PvdD vindt ook dat de gemeente moet investeren in de veiligheid van dieren. De gemeente moet dan ook voorzien in veilige putdeksel, afsluitroosters of uitklimvoorzieningen zo dat padden en kikkers niet vast komen te zitten in straatkolken of in andere putten. De gemeente moet nog meer zorgen voor veilige oversteekplaatsen bij wegen. Voor een aantal locaties in Utrecht is beleid gemaakt voor dergelijke oversteekplaatsen. De PvdD ziet graag daaraan meer aandacht besteed. Ook pleit haar fractie ervoor straatverlichting in het buitengebied binnen de verkeersveiligheidmarges zodanig af te stellen dat de verlichting zo min mogelijk hinder oplevert voor dieren. Dit zou ook nog goed kunnen zijn voor de portemonnee van de gemeente. Ook op dit punt verneemt zij graag van de wethouder of dit mogelijk is. Schorsing voor beantwoording en hervatting van de vergadering. Wethouder Everhardt heeft kunnen achterhalen dat het voorgaande college de antwoorden op de vragen van de PvdA over Broodnood heeft beantwoord. Dat zou ook teruggekoppeld worden. De wethouder heeft begrepen dat de evaluatie een intern proces is geweest - daaruit is niet een rapport gekomen dat hij kan delen met de raad. Hij zal een vorm zoeken waarin hij de commissie op de hoogte kan stellen van de uitkomsten en van de volgende stappen. Hij zal dat aan de commissie toezenden. De vragen over het gebruik van de waterpijp combineert hij met de beantwoording van de vragen over andere genotmiddelen. Hij heeft de informatie die hierover is gegeven niet kunnen verifiëren. Hij zal nagaan wat hierover landelijk bekend is. Daarna zal hij nagaan hoe hij dit al dan niet gecombineerd met andere genotmiddelen in de volksgezondheidsnota kan laten landen. Opmerkingen zijn gemaakt over de bezuinigingen die jeugd treffen. In 2016 moeten die ingevuld worden. Meerdere fracties stelden hierover vragen. De wethouder zal de gevraagde invulling geven samen met zijn collega wethouder de heer Jansen. Hij zal de tijd daarvoor nemen omdat dit pas in 2016 speelt. Hij zal eerst de mogelijkheden nagaan. D66 en andere fracties maakten opmerkingen naar aanleiding van de Meicirculaire. De wethouder bevestigt dat het mooi is dat Utrecht meer budget krijgt voor een goede invoering van de decentralisaties. De gemeente heeft dat budget ook hard nodig. Er is ook een 3D-fonds gecreëerd door de coalitie. De wethouder vindt dat een groot goed. Het college wil daarvoor eerst de criteria vaststellen en die communiceren naar de raad in het besef dat de raad kaderstellend is. Zo lang die nog niet zijn vastgesteld zal het college op dat fonds geen beroep doen. Het college wil dit wel zo spoedig mogelijk voorleggen aan de raad. Dit is een belangrijke discussie. De raad is nu als eerste aan zet. Mevrouw Baş (D66) vraagt of de wethouder kan toezeggen voor de bespreking van de uitvoeringsnota’s tweede fase de commissie inzicht te zullen geven, welke criteria gehanteerd zullen worden en op welke wijze en op welke momenten dit potje ingezet zal worden. Wethouder Everhardt zet uiteen dat de urgentie er op zit om de criteria snel te maken en te presenteren aan de raad. De wethouder staat op het standpunt dat het aan de raad is om te bepalen wat uiteindelijk uit het 3D Fonds wel of niet vrij te stellen is voor urgente vragen waartegen het bestuur aanloopt binnen het door de raad vastgestelde kader. Dat proces staat hij voor. De wethouder kan niet hard maken of dit binnen een paar weken of binnen een paar maanden zal voorliggen. Hij benadrukt dat de urgentie er is. Het college wil er ook voor zorgen dat de financiering het liefst helemaal niet aangesproken hoeft te worden. De wethouder zal snel terugkomen op de urgentie. De heer Van Corler (GroenLinks) spreekt graag spoedig over de criteria. Hij hoort de wethouder wel graag iets zeggen over hoe hij aankijkt tegen de organisatie- en implementatiekosten. Hij vraagt hoe de wethouder aankijkt tegen een absoluut maximum bij de criteria. Wethouder Everhardt neemt de ruimte om dat te doen wanneer de criteria naar de raad gaan. Het fonds is er alleen in uiterste noodzaak. Hij vervolgt zijn beantwoording. D66 en ook andere fracties zijn ingegaan op de effecten van de nieuwe alcoholwetgeving. De wethouder vindt het te vroeg om daarop in te gaan. Hij vindt dat na een jaar pas daarover iets te zeggen is. Hij verneemt ook dat jongeren onder de 18 jaar beperkte mogelijkheden hebben om toegang te krijgen tot uitgaansgelegenheden. Sommige organisaties en verenigingen gaan er wel op een goede manier mee om. Daar is iedereen nog welkom en gebruiken zij goede systemen. De wethouder is zeker bereid met de organisaties na te gaan waar hun initiatieven zitten. De wethouder spreekt liever over “frisfeesten” dan over “de jeugdsoos”. De frisfeesten lopen goed. Hij is er voorstander van de jongeren vooral zelf aan zet te laten zijn om dan na te gaan wat wel en wat niet mogelijk is. De overheid mag wat hem betreft zich wel iets terugtrekken.
Pagina 71 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
4270
4280
4290
4300
4310
4320
Mevrouw Podt (D66) vindt ook dat er geen beleid op hoeft te komen. Het ging haar meer om een startsein om een aantal mensen om de tafel te krijgen. Wethouder Everhardt brengt in over de voortgang met de cannabisclub dat 3 juli hierover een Tweede Kamerdebat gevoerd wordt. Er is een rapport opgesteld door minister Opstelten. De mogelijkheden voor het wetenschappelijk experiment worden verengd. Die mogelijkheid bestaat nog wel. Uit dat rapport blijkt wel een enge interpretatie van het Nederlands drugsbeleid zo dat dat beleid geen stand moet houden. Dat is een inhoudelijke juridische discussie. De minister heeft wel een nieuw speelveld geopend. Het rapport zegt eigenlijk dat het gedoogbeleid geen stand houdt. Daarmee zitten de ideeën rond een social cannabisclub dichter bij de kern van het VN-verdrag dan het Nederlandse coffeeshopbeleid. De wethouder stelt nu dat zodra de minister zegt door te gaan met het Nederlands coffeeshopbeleid, de weg vrij zal zijn voor de social cannabisclubs in Utrecht. Het rapport spreekt over “bestuurlijk wegkijken” in dit verband. De wethouder is het daar niet mee eens. Het nieuwe speelveld bestaat naast het oude. De wethouder zal de uitkomsten van het debat in de Tweede Kamer inzichtelijk maken. Mevrouw Tielen (VVD) vraagt hoe realistisch de wethouder de kans schat dat dit daadwerkelijk tot iets leidt. Hoe belangrijk vindt het stadsbestuur dat? Wethouder Everhardt antwoordt dat het staand beleid is dat hij voortzet. Minister Opstelten heeft twee jaar geleden gezegd te moeten handhaven. In het rapport staat klip en klaar dat hij niet hoeft te handhaven. De praktijk kan gedoogd worden. De wethouder herhaalt zijn informatie. Wanneer de minister dit rapport serieus neemt, moet hij afscheid nemen van het Nederlandse coffeeshopbeleid. Doet de minister dat niet, is de weg open naar de social cannabisclub in Utrecht. Mevrouw Metaal (CDA) stelde 14 mei vragen over de eventuele betrokkenheid van de gemeente bij de social cannabisclub. Zij heeft naar haar weten de antwoorden op die vragen nog niet ontvangen. Eén ervan was hoeveel ondersteuning aan geld en mankracht gestopt wordt in het ondersteunen van vooralsnog verboden clubs. Wethouder Everhardt antwoordt dat de antwoorden zeer binnenkort naar het college zullen gaan. Die komen naar de commissie toe. In eerdere instantie bij de vorige raad gaf de wethouder al inzicht in de kosten die gemoeid zijn met juridische ondersteuning. Mevrouw Bos (Bestuursadviseur wethouder Everhardt; ambtelijke ondersteuning) verwacht dat de raad één week na 24 juni antwoordt op de vraag kan verwachten wanneer precies de antwoorden te verwachten zijn. Wethouder Everhardt vervolgt zijn beantwoording. Hij vindt de Jeugdmonitor een groot goed waarmee hij zeker wil doorgaan. Het opzetten van een monitor voor ouderen kost heel veel tijd en energie. Hij adviseert de raad daarover eerst goed na te denken. Wanneer deze monitor gebruikt moet kunnen worden voor beleid, is een aantal jaren nodig om een trend te kunnen volgen. De monitor is ook niet een-twee-drie toepasbaar. Het college staat voor integraliteit van beleid. De Buurtteams geven daaraan invulling. De planning bij Jeugd zal gehaald worden. Er zijn zeker al initiatieven rond de speelpleinen. Deze financiering is dit jaar wel voor het laatst op deze manier beschikbaar gesteld. Er zijn initiatieven die daarop een beroep zullen doen. Hij zal nagaan of hij scholen hierop nog extra kan attenderen. De kinderinspecties zullen gehaald worden – de wethouder communiceerde dat eerder. Als het gaat om de Cstatus schiet de gemeente direct in de roos met de vastgestelde kwaliteit. Extra budget is vastgesteld voor het komend jaar, structureel, om elk jaar weer opnieuw de papierwinkel goed op orde te hebben en te houden. Mevrouw Tielen (VVD) vindt het dan nog wel interessant om na te gaan hoe de prioritering loopt. Zij was zelf nogal verbaasd over dat de inspecties bij haar thuis al zijn uitgevoerd. Opvang thuis staat kennelijk hoog op de urgentielijst en de grote kinderopvangcentra kennelijk niet. Zij geeft dit mee aan de wethouder met de vraag of dit wel de beste lijst is. Wethouder Everhardt vindt dat mevrouw Tielen de spijker op zijn kop slaat. Totdat de inspectie Utrecht de Cstatus toekende, zet de gemeente prioriteiten als hoofddoelstelling neer. De raad heeft dat ook geaccordeerd. Dat betekent dat Utrecht bepaalde percentages van inspecties voor bepaalde onderdelen van kinderopvang niet haalde omdat de gemeente andere prioriteiten stelde. Daarom kreeg de gemeente de C-status. Hij adviseert de raad die discussie niet opnieuw aan te gaan. Hij concludeert dat het nu gaat om een “en…en-verhaal”. Hij moet mensen blijven lastigvallen met inspecties omdat de gemeente het percentage moet halen. Mevrouw Tielen (VVD) brengt haar vraag onder de aandacht over het inlenen van inspecteurs uit andere gemeenten om de achterstand in te halen. Wethouder Everhardt laat geen middel onbenut. Dat inhuren is voor specifieke inspecties gedaan. Er is een tekort aan goede kinderinspecteurs. Dat betekent dat de gemeente te maken heeft met een concurrerende markt. Daarom is een extra incentive uitgevoerd. Alle zeilen worden bijgezet. Het eindresultaat moet worden bereikt en het college zal dat halen, zegt de wethouder richting de GroenLinks-fractie. GroenLinks noemde wat de wethouder betreft een terecht punt over gezondheidsverschillen. Het is een enorm vraagstuk. Het college moet het blijven constateren. Daarom is de volksgezondheidmonitor ook een belangrijk instrument voor de beleidsrichting. In de commissie is daarover in de afgelopen keer ook verder gesproken. Het positieve hieraan is dat iedereen gezonder ouder wordt. Te constateren is dat de verschillen in de gezondheid Pagina 72 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
4330
4340
4350
4360
tussen wijken toeneemt. Het is een politiek-bestuurlijk opgave van de allergrootste urgentie. Dat is ook wat in de afgelopen vier jaar is gedaan door mensen en middelen in te zetten in die wijken waar de gezondheidswinst ook op dat vlak ook goed te beïnvloeden is. Juist daarom is hij blij met de inzet in bijvoorbeeld een wijk als Overvecht waar succesvol overgewicht wordt aangepakt. In die wijk is nu een daling van overgewicht sprake. Het college wil zijn inzet hierop handhaven. Hij stelt voor deze discussie verder te voeren bij de desbetreffende nota. Stadsbelang Utrecht sprak over multidisciplinaire Buurtteams. De wethouder vindt dat een belangrijk onderwerp en ook de vorige raad vond dit belangrijk. Hij gaat ervan uit dat dit belangrijk zal blijven. Een budget kan altijd helpen als het gaat om Rooming First. In dat budget worden ook meerdere doelen nagestreefd. Hij zal dat meenemen naar het college. Het gaat vooral om een vraagstuk van beschikbaarheid van ruimte. Het budget is ook nodig voor andere doelstellingen die de stad ook van belang vindt. Het belang van het Communicatieplan is met nadruk in de staven van de betrokken wethouders naar voren gebracht. De wethouders willen daar een stap bijzetten. De gemeente is nu aan zet. Het Rijk communiceert hierover. De budgetten zijn bekend. De communicatielijn zal uitgezet worden. Het tweede plan dat naar de raad gaat is ook om het moment te kiezen. Daarnaast wil het college alle instellingen en professionals en mensen die in het veld staan, meenemen. De professionals moeten het verhaal echt gaan vertellen. Die hebben ook echt contact met de cliënten. Dit onderwerp heeft de hoogste prioriteit, naast alle andere zaken die nodig zijn om de exercitie tot een goed einde te brengen. Het college wil de criteria beperkt houden. Dit komt terug bij de tweede uitvoeringsnota. In de raadsbehandelingen tot nu toe is gezegd de criteria beperkt te houden tot twee à drie hoofdlijnen. Waar het gaat om de niet geoormerkte gelden, geeft de wethouder de commissie een winstwaarschuwing mee. De lagere wet en regelgeving waar dit nader wordt gespecificeerd, is nog niet bekend. De hoofdlijn is juist. De gemeente heeft veel beleidsruimte. Maar wanneer Den Haag in nadere wet en regelgeving met AMvB’s en andere Koninklijke Besluiten het toch dicht regelt, heeft de gemeente het nakijken als het gaat om die beleidsruimte. Hij vraagt de alertheid van de raad hierop daar waar zij partijen in de Tweede Kamer hebben. Belangrijk is het daarom dat de gemeente zich niet gaat vastpinnen op allerlei criteria en verantwoordingssystematiek. Dit is ook de opdracht die de raad aan het college heeft gegeven. De centra voor Jeugd en Gezin vormen in de kern ook de consultatiebureaus. Die wordt bijna door alle ouders en verzorgers bezocht in de stad. Gevallen met zware vragen over opvoeding krijgen een eerste ingang bij de Buurtteams waarbij sprake kan zijn van een wederzijdse verwijzing tussen de beide instellingen. Het zal nooit voorkomen dat een gezin wordt losgelaten door beide instellingen. Het gaat hier bij ook om maatvoering en een wijze van presentatie. De 161.000 euro gaat volledig naar de centra voor Jeugd en Gezin. Uiteraard zal hij met de burgemeester meedenken. De politie zit juist aan tafel voor het schetsen van het goede beeld. Deze informatie in de commissie wekt zijn bevreemding. De wethouder zal een en ander toetsen. Mevrouw Koelmans (SP) brengt in dat het Tweede Kamerlid van de SP Nine Kooiman uitgebreid met wijkagenten heeft gesproken in Kanaleneiland. Zij vraagt of dat mogelijk een uitgangspunt kan zijn. Wethouder Everhardt herhaalt dat de politieagent aan tafel zit. De signalen uit de commissie ervaart hij als een incentive om het verhaal hierachter te gaan begrijpen. Van belang is dat partijen elkaar niet voor de gek houden met cijfers. De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen en geeft het woord aan wethouder Jongerius.
4370
4380
Wethouder Jongerius merkt op dat haar collega al enkele vragen heeft beantwoord, onder meer over de multidisciplinaire Buurtteams, het communicatieplan, over het 3D-fonds en de Verantwoording en over de criteria daarvoor. Zij gaat daarop niet verder in. De heer Stahl (Stadsbelang Utrecht) merkt op dat de vragen over het multidisciplinaire Buurtteams niet beantwoord zijn. De wethouder heeft gezegd dit vooral in de gaten te houden omdat de raad daarin zijn eigen inbreng heeft. Dat was niet het antwoord op zijn vraag. Hij heeft opgemerkt dat over de Buurtteams nog heel veel vragen zijn, ook vanuit de cliënten van de Buurtteams. Op dit moment worden de mensen nog steeds van het kastje naar de muur gestuurd en niet goed geholpen door Buurtteams. Hij vroeg de wethouder wat daaraan te gaan doen om dat te verhelpen. Ook heeft hij gevraagd of het onbekend is hoe de wethouder de teams nu gaat inrichten. Hij mag aannemen dat na twee jaar nu voldoende kennis in huis is om op een goede manier de teams in te richten. Wethouder Jongerius zet uiteen dat de Buurtteams eerder zijn gestart in zes wijken. In die wijken is communicatie gepleegd over hoe om te gaan met met de Buurtteams. Die communicatie is niet breed ingezet omdat de Buurtteams nog niet overal ingevoerd zijn. De brede inzet zal wel plaatsvinden vanaf 2015. In het uitvoeringsplan dat naar de commissie toe gaat, zal opgenomen zijn hoe het college wil omgaan met Buurtteams en hoe die ingevoerd zullen worden in de rest van de stad. Gevraagd is naar de samenhang tussen de portefeuille voor Welzijn, de Buurtteams en Wijkgericht Werken. Met Welzijn en Wijkgericht werken zal nadrukkelijk gekeken worden hoe het in Spoor 1 te gaan organiseren. De Buurtteams vormen dan het Spoor 2. Met alles wat het college in spoor 1 goed weet te organiseren, kan de gemeente preventief aan de slag waardoor minder mensen een beroep hoeven te doen op een Buurtteam. Andersom betekent het ook dat een buurtteam mensen kan verwijzen naar alles wat in het eerste spoor geregeld Pagina 73 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
4390
4400
4410
4420
4430
4440
is om mensen met elkaar in contact te laten komen. Zo ziet de wethouder de samenhang met de welzijnsinstellingen en ook met de initiatieven die het college in de wijken wil ondersteunen. Gevraagd is in hoeverre het college gebruik wil maken van The Right to Challence. De vraag is dan in hoeverre bewoners ook mee kunnen praten over wat er in hun buurt gaat gebeuren over meer middelen dan alleen het budget dat straks zal bestaan in het kader van het Initiatievenfonds. De wethouder gaf vanmiddag aan daarmee aan de slag en verder te willen. Dit is niet van de ene op de andere dag te regelen. De gemeente zal daarmee ervaring op gaan doen. Op de eerste plaats moet zij dan zicht hebben op de budgetten per wijk. De wethouder wil daarop ook eerst meer zicht krijgen. Vragen zijn gesteld over de buurthuizen. Het college is nog niet zo lang bezig met het Vernieuwend Welzijn. Dat leidde tot onrust. Iedereen moest wennen aan de nieuwe verhoudingen. De betrokkenen hadden ook met andere instellingen te maken en ook met een UVO. Het college heeft gesprekken gevoerd met de welzijnsinstellingen. Voor de zomer zal een brief naar de commissie gaan om haar de uitkomsten van de gesprekken te laten weten en wat het college daarvan geleerd heeft en hoe het college daarmee verder gaat. Inmiddels is te zien dat op steeds meer plekken beheergroepen ontstaan. Daarbij ontstaat ook een beheeroverleg. Dat betekent dat de gebruiker zich steeds meer verantwoordelijk zal voelen. Dat betekent dat de gebruiker zich steeds meer verantwoordelijk gaat voelen voor het beheer van de organisatie. Dit loopt in de ene wijk beter dan in de andere. De vraag daarbij is of er een sociaal beheerder nodig is. De wethouder verwacht dat die beheerder in de ene wijk wel nodig is en in de andere wijk niet. Vooral in wijken waar de bevolking krachtig genoeg is om het werk zelf te organiseren, wil het college zoveel mogelijk het gesprek aangaan met de wijkcoördinator en de wijkbewoners over hoe zij de buurthuizen organiseren. De wethouder houdt zelf goed de vinger aan de pols. Het Vernieuwend Welzijn zal geëvalueerd worden door middel van wijkgesprekken. Die gesprekken gaan plaatsvinden in het najaar, gekoppeld aan voorstellen voor de inrichting van het Initiatievenfonds. Op basis daarvan zal het college nieuwe voorstellen doen. Mevrouw Dibi (PvdA) vindt dit precies het punt. De wethouder zegt dat in sommige wijken mensen in staat zijn om dat beheer op zich te nemen. Zij vindt dat prima. Zowel uit het onderzoek van haar fractie als uit de wijkraadpleging zijn het juist vooral de wijken waar sociaal kwetsbare mensen wonen die zich wel verantwoordelijk voelen maar die met het beheer heel veel moeite hebben. De wethouder zou de commissie hierover een brief sturen. Zij zou ook de motie kunnen steunen van de PvdA. Wethouder Jongerius vraagt of zij gebruik mag maken van de informatie die de PvdA gekregen heeft. Zij zal die dan betrekken bij de evaluatie. Het college wil ook met wijkbewoners evalueren. De evaluatie vindt plaats in het najaar. Alle informatie die al bekend is, wil het college daarbij gebruiken. Op basis daarvan zullen weer gesprekken gevoerd worden met de instellingen die voor de gemeente het sociaal makelaarschap uitvoeren. De sociaal makelaars moeten ervoor zorgen dat in wijken waar mensen nog niet in staat zijn om de zelforganisatie op zich te nemen, zij leren hoe zij hiertoe komen. Mevrouw Dibi (PvdA) stelt de informatie beschikbaar. Zij vraagt of dit betekent dat de wethouder de aangehouden motie niet zal steunen. Zij vraagt of zij daarover iets kan zeggen. Wethouder Jongerius vraagt of mevrouw Dibi doelt op de motie waarin de PvdA voorstelt overal sociaal beheerders aan te stellen. Mevrouw Dibi (PvdA) antwoordt bevestigend. De motie roept het college op om waar het nodig is het sociaal beheer weer terug te brengen bij de bewoners. De motie vraagt om maatwerk. Wethouder Jongerius zal zich in die motie verdiepen. Zij wil meer informatie hebben over waar het wel en niet loopt. Zij herhaalt dat zij met de wijkbewoners in gesprek wil over waaraan de wijkbewoners behoefte hebben. Zij verwacht dat dat zal blijken uit de wijkgesprekken in het najaar en uit informatie die de PvdA heeft verzameld. De wethouder kan daarover ook nog in gesprek gaan met de instellingen zodra blijkt dat dit specifiek een probleem is. Met de grote instellingen heeft de wethouder in ieder geval een afspraak staan om na te gaan waaraan zij de middelen besteden en welke inzet zij hebben voor het komend jaar. Mevrouw Dibi (PvdA) vraagt of de wethouder hieraan een termijn kan verbinden. Wanneer zal ze terugkomen naar de raad? Wethouder Jongerius antwoordt “in het najaar”. Zij vervolgt haar beantwoording. Vragen zijn gesteld over de accommodatie. Het college streeft naar een sluitende exploitatie; een exploitatie die gebaseerd is op 10% van de werkelijke kosten van de exploitatie. Het college zal daarvoor een tarievenbeleid voorstellen voor de instellingen. Daarover is het college in gesprek. Ook dat kan de commissie in het najaar verwachten. Ook is het college aan de slag met plannen voor wijkvoorzieningen. Gevraagd is naar bezuinigingen op het flexibel welzijnsbudget. Het college was op zich niet ontevreden over dat budget. Het college denkt dat het slimmer is om het gezamenlijk te organiseren – samen met de andere pot – om zo te komen tot een pot voor initiatieven, het Initiatievenfonds. Uit die pot zullen geen zaken betaald worden die ook betaald kunnen worden uit het reguliere budget. Het college wil samen met de bewoners en samen met de raad nadenken hoe dat Initiatievenfonds er uit moet zien. De wethouder verwijst naar haar inbreng daarover eerder vandaag. De SP stelde vragen over het beleid van het welzijnswerk. Dat beleid is vorig jaar voor vier jaar vastgesteld. Mevrouw Koelmans (SP) had ook nog enkele vragen gesteld over de leegstand in de buurt.
Pagina 74 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
4450
4460
4470
4480
4490
4500
Wethouder Jongerius licht toe dat vanwege de leegstand van buurthuizen het college aan de slag gaat met het gebruikersoverleg. Het college wil daarmee in verband ook met wijkvoorzieningenplannen komen om een betere bezetting van de buurthuizen te stimuleren. Mevrouw Koelmans (SP) heeft de indruk dat de wethouder nu spreekt over de bezettingsgraad. Dan gaat het om niet-leegstaande gebouwen van buurthuizen. Het gaat haar om leegstand vanwege sluiting van buurthuizen en om panden die niet gebruikt worden. Wethouder Jongerius zal deze vraag doorspelen naar haar collega wethouder. Zij gaat niet over de panden van de UVO. Wethouder Jansen zal ingaan op deze vraag. Wethouder Jongerius vervolgt haar beantwoording. De commissie is ingegaan op diversiteit en heeft gevraagd wie daarvoor verantwoordelijk is. Wethouder Jongerius is verantwoordelijk voor de borging van de verantwoordelijkheid van haar collega's. Zij ziet erop toe dat zij hun verantwoordelijkheid nemen in dezen. Mochten er vragen zijn over een specifiek programma of over een onderdeel, spreekt de commissie de wethouder aan die daarvoor verantwoordelijk is. Zij ziet erop toe dat elke wethouder zich daarvan goed bewust is. Enkele vragen zijn gesteld over ouderen. In hoeverre zet het college daarvoor een afzonderlijke monitor op. De wethouder refereert aan het antwoord van wethouder Everhardt. Op zich heeft het college er niet voor gekozen een afzonderlijk doelgroepenbeleid op te zetten. De transitie is een onderdeel van het uitvoeringsplan. Alles wat in deze transitie overkomt, zal het college goed evalueren en monitoren. Daarin vindt de raad straks een goede monitor terug. Mevrouw Metaal (CDA) licht toe dat de transitie die zij bedoelde betrekking heeft op zorg. De zaken waarmee ouderen te maken hebben, zijn breder dan zorg. Dan gaat het ook over huisvesting, bereikbaarheid, et cetera. Die worden dan vergeten. Zij begrijpt de opmerking van de wethouder over doelgroepenbeleid, maar wethouder Everhardt zei zojuist dat hij zo vreselijk blij is met zijn Jeugdmonitor. Dat is ook een soort van doelgroepenbeleid. De ervaring is dat een dergelijke monitor juist goed is om bepaalde problemen op de agenda te houden. Zij begrijpt de opstartproblemen. Dat zegt nog niets over het antwoord op de vraag of die monitor opgezet moet worden of niet. Wethouder Jongerius zal zich hierin verdiepen en de mogelijkheden nagaan. Zij komt bij de commissie terug met nadere informatie over of het college met een dergelijke monitor aan de gang gaat. Mevrouw Metaal (CDA) dankt de wethouder voor deze toezegging. Zij vraagt wanneer de wethouder hierop terug zou komen. Wethouder Jongerius vraagt voor de beantwoording ambtelijke ondersteuning. De heer Van Leeuwen (ambtelijke ondersteuning) stelt voor af te spreken na het zomerreces dit mee te nemen in het hele nieuwe zorgstelsel en het college daarover een uitspraak te laten doen richting de raad. Hij houdt het najaar voor mogelijk. Wethouder Jongerius bevestigt dat sluiting van verzorgingshuizen tot een probleem leidt. De taken die gemeenten overkrijgen vanuit het rijk, hebben betrekking op begeleiding en ondersteuning van ouderen of van mensen in de AWBZ. Het college heeft op zich niet de verantwoordelijkheid om na te gaan hoe het zit met de sluiting van de verzorgingshuizen en de leegstand die dat tot gevolg heeft. Daarover bestaat wel contact met onder meer Careyn. Het college wil dit wel goed volgen. Mevrouw Metaal (CDA) merkt op dat in het NZA-rapport van 1,5 tot 2 weken geleden geen zorginstelling bij naam wordt genoemd. Wel wordt gezegd dat een grote zorginstelling in heel zwaar weer zit en dat dit een gevaar kan zijn voor de continuïteit van zorg. Utrecht en Arnhem worden bij name genoemd. Zij kan zich voorstellen dat de gemeente zegt dat de daadwerkelijke zorgverlening niet haar taak is. De zorg moet wel geleverd worden. Wethouder Jongerius kent dit rapport niet. Zij zal laten nagaan of dit rapport bij de gemeente bekend is en of de problematiek herkend wordt. Het college zal hierover voor de zomer terugkomen bij de commissie. Vragen zijn gesteld over levensbestendig wonen. Dit hoort ook bij de portefeuille Wonen. Vanuit het zorgveld vindt wethouder Jongerius levensbestendig wonen heel er belangrijk. Daarover is ook gezamenlijk overleg. Uit bijvoorbeeld de stadsgesprekken van 16 april jl. nam elke wethouder een onderwerp mee. Zij nam het onderwerp Woon-Zorgcombinaties mee. Zij zal nagaan wat daarmee gebeurt en hoe dit verder is te brengen. Mevrouw Baş (D66) vroeg daarbij ook of bekend is om hoeveel ouderen het nu gaat. Zij heeft daarbij ook de toezegging gevraagd of wanneer dit inzicht er is het met de commissie gedeeld kan worden nog voor de bespreking van de uitvoeringsnota tweede fase. Zij is het met de wethouder eens over dat het hier niet gaat om het overnemen van de rol van verzorgingshuizen door de gemeente. Wel verwacht zij een visie van het college op hoe tot meer levensbestendige woningen te komen voor deze doelgroep. Wethouder Jongerius heeft de indruk dat zowel zij als haar collega wethouder Jansen behoefte hebben aan meer inzicht hierin. De vraag is dan ook hoe dat te onderzoeken. Zij wil nagaan wat zij tegenkomt in de experimenten waarvoor zij nu aandacht heeft. Zij zal die informatie doorvertalen naar beleid. Wethouder Jansen brengt onder de aandacht dat hij bij de bespreking van zijn portefeuille onder stedelijke ontwikkeling twee toezeggingen heeft gedaan, namelijk om de monitoring van de prestaties van de corporaties te verbeteren door aan te geven welke specifieke prestaties geleverd moeten worden op deelcategorieën, jongerenhuisvesting en ouderenhuisvesting. Bovendien bood hij aan jaarlijks nauwkeuriger te rapporteren over de woonruimteverdeling. Ook daar is aan de vraagzijde te tonen hoe lang de wachttijden zijn bij ouderenhuisvesting, en bij jongerenhuisvesting. Dat geeft meer inzicht in de verhouding tussen aanbod en vraag.
Pagina 75 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
4510
4520
4530
4540
4550
4560
Mevrouw Tielen (VVD) merkt op dat dit voor een groot deel tegemoet komt aan haar vraag. Het gaat haar ook om woningen op zichzelf. Zij weet dat er onderzoeken zijn die in gemeenten per wijk kunnen voorspellen hoe in 2020 en 2030 de behoefte zal zijn. Zij gaat er vanuit dat die informatie snel beschikbaar kan zijn. De heer Stahl (Stadsbelang Utrecht) brengt in dat Groenland Wonen hier een onderzoek naar gedaan heeft. Uit de laatste gesprekken die gevoerd blijkt dat Groenland Wonen inzicht heeft in het aantal woonzorgeenheden die in Utrecht gebouwd zouden moeten worden om verhuizing van ouderen te kunnen realiseren. Wethouder Jongerius neemt kennis van deze informatie. Zij vervolgt haar beantwoording. Gevraagd is naar aandacht voor huiselijk geweld. Zij deelt mee dat die aandacht onverminderd groot is. Het college vindt dit belangrijk. Op dit moment is hierin veel te doen. De vrouwenopvang en de opvang van kinderen die slachtoffer zijn van kindermishandeling worden ondergebracht in het AMHK. Het college gaat nu aan de slag om de ambities voor de komende tijd te formuleren en daar indicatoren bij te benoemen zodat bij te houden is hoe het met de opvang staat, met geweld in afhankelijkheidsrelaties en met kindermishandeling. De heer Van der Sloot (ChristenUnie) begrijpt dat de gemeente te maken heeft met verschuivingen in het beleid. De ambities worden opgesteld. Hij vraagt wanneer die informatie naar de raad gaat. Hij vraagt hiervan een planning. Wethouder Jongerius zal die in 2015 opstellen voor de begroting van 2016. Mevrouw Baş (D66) had de vraag over huiselijk geweld nog gesteld bij ouderen. Te zien is dat binnen de netwerken van ouderen, bij bijvoorbeeld mantelzorg, de vraag ligt hoe daarmee om te gaan. Zij heeft de visie van de wethouder gevraagd op welke wijze hieraan binnen de Buurtteams aandacht besteed zal worden en gevraagd om de toezegging of daarover meer informatie gegeven kan worden bij de tweede uitvoeringsnota. Wethouder Jongerius bevestigt daar zeker een visie op te hebben. Dit is een onderwerp waarop de Buurtteams op dit moment getraind worden. Dit geldt voor alle doelgroepen. Dit is een belangrijk thema. Gevraagd is of vrijwilligers hierop getraind kunnen worden. Vrijwilligers zijn niet verplicht om de Meldcode te gebruiken. Dit neemt het college mee naar zijn regiovisie. De heer Van der Sloot (ChristenUnie) voegt toe aan de informatie van de wethouder dat vrijwilligers die Meldcode inderdaad niet hoeven toe te passen. Ze mógen de Meldcode wel toepassen. Dat is ook opgenomen in de wet. De ChristenUnie vraagt of de gemeente Utrecht juist daarin een stapje verder zou willen gaan en proactief naar dat soort organisaties het belang van die Meldcode onder de aandacht zou willen brengen. Die Meldcode is wel zeer geslaagd. Wethouder Jongerius merkt op dat onder de aandacht brengen altijd mogelijk is. Ze vermoedt dat de heer Van der Sloot bedoelt in hoeverre de vrijwilligers hierop ook getraind worden. Daarvan kent zij het kostenplaatje niet. Daarop zou zij dan eerst zicht moeten krijgen. Zij is alsnog van mening dat dit een taak is van professionals en beperkt zich daartoe in haar antwoord. De heer Van der Sloot (ChristenUnie) brengt zijn vraag onder de aandacht over de evaluatie van de Meldcode. Daarmee wordt nu een jaar gewerkt. Hij heeft uit ambtelijke bronnen vernomen dat de Meldcode binnenkort zal worden geëvalueerd bij de gemeente Utrecht. Hij vraagt de wethouder deze evaluatie aan de commissie te doen toekomen. Wethouder Jongerius antwoordt bevestigend. Zodra zij weet wanneer deze evaluatie zal zijn geleverd, zal zij de commissie dat laten weten. Zij vervolgt haar beantwoording. Gevraagd is naar de hulp in de huishouding. 31 december 2014 loopt het huidige contract af. Dat contract is gebaseerd op de oude financiering. Vanaf 2015 wordt de gemeente behoorlijk gekort door het Rijk - de gemeente ontvangt 32% minder middelen hiervoor. Dat betekent dat zij keuzes moet maken in wat wel en wat niet te laten doen. Het college zal de raad binnenkort informeren over de te volgen procedure. Het college gaat ook aan de slag met een aanbestedingstraject. Elke maand langer uitstel kost de gemeente meer geld. Utrecht doet het volgens de methode van bestuurlijk aanbesteden. Dat betekent dat aan het eind van het traject de raad nog de keuze heeft tegen welke prijs per uur hulp in de huishouding aan te laten bieden. Mevrouw Koelmans (SP) zet uiteen dat bij het huishoudelijk werk het gaat om twee verschillende werksoorten: het schoonmaakwerk en de thuiszorg die meer gericht is op de persoon. Ze vraagt of de wethouder inzicht kan geven op beide trajecten als het gaat om de soort aanbesteding. Wethouder Jongerius deelt mee op aangeven van haar ambtelijke ondersteuning dat het college dit uitlegt in de brief die in het vooruitzicht is gesteld. Mevrouw Koelmans (SP) leidt hieruit af dat achteraf de raad te horen krijgt hoe dit zal gaan. Of kan de raad hierover nog iets zeggen? Wethouder Jongerius deelt mee dat de brief zo spoedig mogelijk naar de raad zal worden verstuurd. Op basis daarvan kan de raad vragen stellen. Het college gaat wel aan de slag met een uitvraag. Elke maand later starten met de procedure kost de gemeente veel geld. De heer Stahl (Stadsbelang Utrecht) vindt dat dit niet ten koste mag gaan van de kwaliteit. Hij kan zich voorstellen dat er behoefte bestaat aan het document waarop de aanbesteding gaat plaatsvinden. Wethouder Jongerius gaat zeker voor kwaliteit. Mevrouw Koelmans (SP) vraagt zich af waarom zij de brief met de procedure nog niet heeft ontvangen zodat raad en college tijd hadden kunnen inlopen. Zij krijgt de idee dat de raad alsnog buitenspel gezet wordt in deze aanbesteding.
Pagina 76 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
4570
4580
Wethouder Jongerius zet uiteen dat het college het aanbesteden zelf baseert op eerdere vastgestelde beleidsnota's. Het is aan het college om de aanbesteding te doen. Het college zal de raad informeren over de hierbij te hanteren procedure. Het verschil met de vorige keer is dat nu bestuurlijk wordt aanbesteed en dat aan de raad nog gevraagd wordt aan het eind van het traject tegen welk bedrag per uur de raad huishoudelijke zorg wil financieren. De vraag is gesteld in hoeverre het college aandacht heeft voor digitalisering en de onbekendheid daarmee bij ouderen en laagggeletterden. De wethouder bevestigt dat het college voor dit onderwerp zeker aandacht heeft. De wethouder Publieksdienstverlening heeft volgens haar hierop ook geantwoord. Vanuit de verantwoordelijkheid van wethouder Jongerius houdt zij hierop de aandacht vanuit Agenda 22. Op dit moment loopt er ook een project. Binnen dat project worden cursussen verzorgd op dit gebied. De wethouder zal hierover nadere informatie verzamelen en de commissie daarover informeren. Gevraagd is naar Barka. De Voorjaarsnota 2014 is nu geijkt. Daardoor is Barka structureel onderdeel geworden van de financiering. Mevrouw Koelmans (SP) vraagt of de financiering voor Barka ook geldt voor de andere twee instellingen, zoals Seguro en de MOO? Wethouder Jongerius antwoordt bevestigend en vervolgt haar beantwoording. D66 heeft nog een vraag gesteld over Utrecht tot Shelter City maken. De wethouder vindt dat een heel mooi initiatief. Dit is ambtelijk al een keer onderzocht. Dat betekent dat hier veel geld omgaat voor heel weinig mensen. Voor een aantal mensen liggen de kosten al gauw tussen de 80.000 en de 100.000 euro. Zij zou niet weten waar zij dit geld daarvoor vandaan zou moeten halen. Mevrouw Podt (D66) stelt voor hierop terug te komen zodra de motie een feit is. Zij merkt op dat dit bedrag niet juist is. Het gaat om een aanzienlijk lager bedrag. Wethouder Jongerius laat zich hierover graag informeren. Zij rondt hiermee haar beantwoording af. De voorzitter inventariseert de vragen die nog niet beantwoord zijn.
4590
Mevrouw Scally (GroenLinks) had nog gevraagd naar de oorzaak van de hoger uitgekomen discriminatiecijfers dan de doelstelling was. Hoe wordt dit in de toekomst voorkomen? Mevrouw Dibi (PvdA) merkte op dat haar vragen niet beantwoord zijn. De wethouder zegt als het gaat om digitaliseren dat het college heel veel doet. De drie concrete vragen die ze heeft gesteld komen uit de organisaties. Ze had gevraagd of de wethouder bereid is een analyse te laten uitvoeren van de digitale vaardigheden van de Utrechtse burgers zoals Rotterdam dat heeft gedaan voor haar burgers. Zij heeft de wethouder gevraagd om een aanvulling op de nota Herijking volwasseneneducatie. Daar hoort dit bij en dat ontbreekt nu. En ten derde vroeg zij de wethouder te kijken naar eventuele reservering van een budget in de begroting van 2015.
4600
De heer Van der Sloot (ChristenUnie) heeft nog een vraag gesteld over de nota Vrijwillige Inzet en over de nota Effectdoelstelling van vrijwilligers. Mevrouw Podt (D66) heeft gevraagd er voor te zorgen dat LHBTI-ers de weg vinden naar het Roze in Blauwteam. Mevrouw Koelmans (SP) heeft vragen gesteld over de specialistische zorg en de dagbesteding; wat daarmee gaat gebeuren en wanneer daarover duidelijkheid komt.
4610
4620
Wethouder Jongerius vervolgt haar beantwoording met in te gaan op de specialistische zorg en dagbesteding, met de commissie te informeren over dat die informatie in het uitvoeringsplan fase twee komt. De wethouder zal de gemeenschap erop wijzen dat de weg naar Roze in Blauw bestaat. Zij zal erop toezien dat de burgemeester hiervoor vanuit zijn portefeuille aandacht heeft. De nota Vrijwillige Inzet is in aantocht. De wethouder verwacht die te kunnen toezenden voor het zomerreces. Zij heeft op dit moment onvoldoende informatie om te kunnen antwoorden op de gevraagde analyse van de digitale vaardigheden van de Utrechtse burger. Zij neemt deze vragen mee om daarop terug te komen bij de commissie. Mevrouw Dibi (PvdA) vraagt de informatie voor 3 juli, voor het einddebat over de Voorjaarsnota. Wethouder Jongerius verwacht die informatie dan te kunnen geven. De wethouder zal de informatie over de stijgende discriminatiecijfers nader onderzoeken. Zij zal daarop terugkomen bij de commissie. Mevrouw Scally (GroenLinks) vraagt of de wethouder een datum kan geven bij deze toezegging. Wethouder Jongerius verneemt van de ambtelijke ondersteuning dat deze informatie na het zomerreces te geven is. De heer Van der Sloot (ChristenUnie) vraagt of de ambitie met betrekking tot de effectdoelstelling vrijwilligers nog een beetje opgepept kan worden. Vanuit andere beleidsvelden blijkt dat Utrecht steeds meer vrijwilligers nodig heeft. Mevrouw Brouwer (ambtelijke ondersteuning) licht toe dat de ambitie gericht is op vrijwilligers van allochtone komaf en jongeren. Die cijfers zijn behoorlijk gestegen in de afgelopen jaren. Het is de bedoeling om een nieuwe Pagina 77 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
indicator te introduceren in lijn met de nota Vrijwillige Inzet. Het percentage mensen dat vrijwilligerswerk doet in Utrecht is vergeleken met cijfers van andere steden, al heel erg hoog. Dat schommelt al jaren rond de 41%. 4630
4640
4650
4660
4670
4680
De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen en geeft wethouder Jansen het woord. Wethouder Jansen heeft gemerkt dat alle sprekers over dierenwelzijn blij waren met de Nota over dierenwelzijn. De wethouder streeft niet naar een nota maar naar een kaderbrief - een niet al te dikke nota. Daarbij wil hij aansluiten bij de bestaande nota van de Dierenbescherming. De Dierenbescherming doet ongeveer 50 aanbevelingen aan de gemeente. Zij gaat na wat wel en (nog) niet gebeurt en wat de gemeente zou kunnen gaan doen. Hij licht de essentie van de aanpak toe. Uiteraard gaat het college ook gebruik maken van kennis in het veld. De partijen die iets met dieren doen, en de bewoners van de stad kunnen in het opstellen van de kaderbrief ook een rol spelen. De wethouder schat in deze brief voor het eind van het jaar aan de raad te kunnen aanbieden. In de Voorjaarsnota en in het jaarverslag staan geen afzonderlijke posten over dierenwelzijn. Dat is juist. Utrecht heeft een programmabegroting. Die programma's zijn vrij breed geformuleerd. De bedoeling is om zo integraal mogelijk te werken. Hij noemt in dit verband het programma Duurzaamheid. Daarin zitten bepaalde posten over het onderwerp Dierenwelzijn. Ook in het programma Openbare Ruimte en Groen zitten bepaalde posten over dierenwelzijn. Ook in Stedelijke Ontwikkeling zitten ex- dan wel impliciete budgetten voor dierenwelzijn. Hij noemt voorbeelden van budgetten voor dierenwelzijn die benoembaar zijn, zoals 46.000 euro Dierenambulance, 149.000 euro voor het Dierenasiel, 15.000 euro voor de Dierenbescherming, 38.000 euro voor de Vogelopvang. Het gaat daarbij om onderscheidbare posten binnen de programmabegroting. Er gaat ook heel veel geld om in de bouw dat óók voor dierenwelzijn besteed wordt. Bijvoorbeeld om schade te voorkomen aan de ecologie tijdens bouwactiviteiten. Die uitgaven zijn niet te benoemen in de programmabegroting. Die kosten zitten vaak bij anderen. Gevraagd is naar een inventarisatie van dieren in de stad. De wethouder bevestigt dat er heel veel inventarisaties zijn gemaakt door particuliere organisaties, amateurs of professionals. De gemeente maakt daarvan gebruik om de effecten van het beleid na te gaan. Zijn voorstel zou zijn om ook in de toekomst vooral gebruik te blijven maken van zaken die al bestaan, die goed en onafhankelijk zijn. Dat lijkt hem verstandig. Hij heeft al gesproken over de integratie van dierenwelzijn in het gemeentelijk beleid. Die integratie geldt voor alle sectorale nota's. Het zal dan ook gelden voor de dierenwelzijns nota/kaderbrief Dierenwelzijn. Het stellen van eisen aan corporaties voor gebouwen is niet mogelijk. In Nederland is sprake van een bindend bouwbesluit. Daarop mogen gemeenten “geen kop zetten”. Partijen kunnen dat wel vrijwillig doen. De wethouder vond het een beetje vreemd dat GroenLinks alleen aan corporaties eisen wilde stellen. Ongeveer 70% van de woningbouw zit bij anderen. De wethouder denkt dat in principe iedereen dit zou kunnen doen. De heer De Vries (GroenLinks) licht toe dat zijn fractie vooral de coöperaties heeft genoemd omdat ook deze wethouder een afspraakstelsel heeft met de corporaties. Dan is het gemakkelijker om daarop iets te regelen. Zijn fractie vraagt de wethouder niet om de corporaties te verplichten, maar dit een klein onderdeel te laten zijn van de afspraken die de gemeente periodiek maakt met woningbouwcorporaties. Hij hoopt dat de wethouder daarop een toezegging kan doen. Wethouder Jansen antwoordt een ander voorstel te hebben. In het bouwbesluit is geregeld dat alle ontwikkelaars van nieuwbouw en van verbouwprojecten, een duurzaamheidsevaluatie moeten maken van een project. Dat is aan te tonen met verschillende systematieken. De wethouder noemt een voorbeeld waarbij ook rekening gehouden wordt met ecologische aspecten. In het huidige bouwbesluit is slechts als eis gesteld dat deze beoordeling gemaakt moet worden. Daarin is nog niet de hoogte van de lat vastgelegd. De bedoeling is bij de volgende versie van het bouwbesluit ook de hoogte van de lat vast te stellen. Op dat moment is van alle gebouwen op dit punt af te dwingen dat de noodzakelijke voorzieningen aanwezig zijn. De heer De Vries (GroenLinks) dankt de wethouder voor deze toezegging. Hij herhaalt zijn vraag of de wethouder dit ook kan opnemen in de afspraken die gemaakt worden met de woningbouwcorporaties. Wethouder Jansen neemt dat aandachtspunt mee. De wethouder gaat niet toezeggen wat daar uitkomt. Sprake is van een lange lijst. Het budget van de corporaties is gehalveerd. Het zal moeilijk genoeg zijn om corporaties tot het doen van extra investeringen te brengen. Uiteraard is het streven dat corporaties zo duurzaam mogelijk bouwen met inbegrip van dit aspect van duurzaamheid. Utrecht geeft heel veel geld uit aan de Stadsboerderijen. Een stadsboerderij in Utrecht kost ongeveer 10 keer zoveel als een stadsboerderij in Wijk bij Duurstede. Stadsboerderijen hebben ook een educatieve waarde. Mevrouw van Esch vraagt extra geld uit te trekken voor dierenweides. In de vorige collegeperiode is besloten daarop een bezuiniging door te voeren. Dat geldt ook voor enkele andere zaken die nog terugkomen. De wethouder nodigt de leden van de raad uit wanneer zij extra geld willen uitgeven daarbij een dekking voor te stellen. Mevrouw Van Esch (PvdD) merkt op geen extra geld te hebben gevraagd. Zij heeft gevraagd of er een mogelijkheid is voor eenmalige extra subsidies voor dierenweides die in financiële nood zitten door de bezuinigingen. Wethouder Jansen antwoordt dat in zijn beleving eenmalige subsidies extra geld is. Dat neemt niet weg dat hij de redenering van mevrouw Van Esch creatief vindt. Hij vervolgt zijn beantwoording. Pagina 78 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
4690
4700
4710
4720
4730
4740
De PvdD vraagt voor mensen met een krappe beurs een bijdrage voor de dierenarts. De wethouder licht toe dat in het collegeprogramma juist gezegd is minder toe te moeten naar een versnippering van het armoedebeleid. Geprobeerd moet worden om met minder instrumenten hetzelfde effect te bereiken. Dit zou een extra instrument zijn. De wethouder weet wel dat in Rotterdam een initiatief van de dierenartsen bestaat om voor dieren van mensen met een heel laag inkomen bepaalde handelingen gratis te verrichten. De wethouder noemt dat een hele positieve ontwikkeling. In de nota van de dierenbescherming is daarover een aanbeveling opgenomen. De wethouder stelt voor dit punt daarin mee te nemen. Wethouder Jansen deelt mee dat het in het Utrechtse het staand beleid is om waar mogelijk oevers gemakkelijker toegankelijk te maken voor dieren. Dat is niet overal mogelijk. Als voorbeeld noemt hij de grachten met kades. Daarvan is bijvoorbeeld geen plasdraszone te maken; zou dat strijdig zijn met de cultuurhistorische waarde van de kades. Waar het kan, gebeurt het al, vooral in wijken. Mevrouw Van Esch (PvdD) merkt op dat het wel mogelijk is om bij kades trouwen op te hangen voor dieren om uit het water te komen. Het is mogelijk om ook bij kades uitklimvoorzieningen te maken. Wethouder Jansen kan zich voorstellen wanneer simpele voorzieningen zijn aan te brengen, die mee te nemen bij de aanpak van bijvoorbeeld kademuren. In algemene zin is de lijn die de wethouder kiest om zodra bijvoorbeeld Stadswerken investeert in de openbare ruimte, ook te kijken naar de ecologische aspecten. Hij neemt dit aspect mee. De PvdD pleit ervoor om bij een asiel over te gaan tot een bedrag per opgevangen dier. Dat lijkt de wethouder om twee redenen niet verstandig. (1) Het dierenasiel zou omvallen wanneer weinig dieren worden gebracht. (2) Het omgekeerde is dat wanneer een vast bedrag per dier geboden wordt, het ook een stimulans zal zijn om zoveel mogelijk dieren naar het asiel te brengen, ook vanuit randgemeenten. Ook dat lijkt de wethouder niet de bedoeling. De opbrengst van de hondenbelasting geheel investeren in dierenwelzijn is niet toegestaan op basis van de gemeentewet. In die wet staat dat de opbrengst gestort wordt in de algemene middelen. Wel is het mogelijk in de begroting te zeggen dat wat opgehaald wordt, te bestemmen voor doelen in het kader van Dierenwelzijn. Ook dan zou het fijn zijn wanneer bij het voorstel daartoe van de raad een dekking geleverd wordt. Twee vragen zijn gesteld over de straatputten en de straatverlichting in het buitengebied. In beide gevallen wordt daaraan al gewerkt. Momenteel draait een pilot op de straatputten met eenvoudiger uitgangen voor padden en kikkers. Met betrekking tot de biodiversiteit is de vraag gesteld of een verbreding op zijn plaats zou zijn. De wethouder wil daarover goed nadenken. Er zijn heel veel andere terreinen die iets met Dierenwelzijn te maken hebben. Het gaat hier om de portefeuille van twee collega's van deze wethouder: voor duurzaamheid en voor Stedelijk Groen. De wethouder denkt dat gekeken moet worden in hoeverre dit toe te halen is naar één portefeuille. Hij wil hierover eerst met zijn collega’s spreken. De heer De Vries (GroenLinks) ziet graag de aangepaste kaderbrief niet alleen over gehouden dieren gaan, maar ook over dieren die semi in het wild leven in deze stad. De wethouder heeft hiervan nota genomen. Mevrouw Tielen (VVD) vraagt hoe ver GroenLinks daarin wil gaan. Ze vraagt zich af waar dan de grens ligt. Ook insecten zijn dieren. Wethouder Jansen herhaalt dat de wens genoteerd is. Hij deelt het dilemma zoals mevrouw Tielen dat heeft geschetst. Hij vervolgt zijn beantwoording met in te gaan op de vragen over sport. Hij verwijst naar pagina 191 voor concrete cijfers over sport en de prestaties op het beleidsterrein. De tevredenheid over sportvoorzieningen in de stad kwam in overeenstemming met de doelstelling uit op 73%. Ook een aantal andere prestaties en doelstellingen zijn gehaald. Het lijkt de wethouder dat de gemeente Utrecht het op sportgebied goed doet. Hij wil nagaan in de komende jaren of Utrecht kan benchmarken met een aantal vergelijkbare gemeenten. Dan ontstaat er een beter beeld van hoe Utrecht het doet. Ook bij sport geldt dat er wel heel veel leuke ideeën zijn waarvan de wethouder het fijn vindt dat er een “spoor van dekking aanwezig” is. Hij rekent op de creativiteit van de vraagsteller. Oude bezuinigingen zijn voor wethouder Jansen een gegeven. Hij kan zich niet herinneren dat in de huidige coalitie afspraken zijn gemaakt over het toevoegen van geld. Hij doet het met het financiële kader dat hem gegeven is. Dat kader is voor hem ook acceptabel kijkend naar wat daarvoor te doen is. De wethouder is van mening dat met het budget uitstekend sportbeleid te voeren is. Het CDA heeft gevraagd draagvlak te zoeken voor het terugdraaien van bezuinigingen. In de afgelopen jaren is juist draagvlak gezocht en gevonden door samen met de VSU met de task force aan de slag te gaan. Daaruit is een verbetering gekomen. Die is wat de wethouder betreft buitengewoon positief. Mevrouw Metaal (CDA) bevestigt dat meer draagvlak is voor dit voorstel dan voor het voorstel van eerdere jaren vanwege de VSU. De VSU is een vertegenwoordiger van een aantal grote sportverenigingen. Juist de studentensportverenigingen worden extra geraakt door deze bezuinigingen omdat zij geen eigen panden hebben. Om die reden pleitte zij voor een breder draagvlak dan dat tot nu toe gevonden is. De heer Menke (Student en Starter) merkt op dat nu blijkt dat er niet een volledig draagvlak is gezien het protest bij de studentensportverenigingen en bij tennisverenigingen niet hurend van de gemeente. Hij concludeert dat in het proces ergens iets fout moet zijn gegaan. Hij vraagt hoe de wethouder daar tegenover staat.
Pagina 79 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
4750
4760
4770
4780
4790
4800
Wethouder Jansen bestrijdt dat. Hij herhaalt dat er een groot draagvlak is. Inderdaad is er teleurstelling bij de verenigingen met eigen accommodatie en bij de studentensportverenigingen dat het beleid enigszins ten koste van hun budget gaat. Per saldo komen de studentensportverenigingen op een aanzienlijk lagere contributie uit dan de burgersportverenigingen. Wanneer hij de studenten in de stad meer moet gaan betalen om de studentensportverenigingen nog minder te laten betalen, vraagt hij zich af welke argumenten hij daarvoor moet geven. Recentelijk sprak hij met Mesa Cosa op verzoek van de raad. Hij heeft een aantal ideeën besproken om kosten te besparen om door het over en weer gebruik maken van accommodaties het slimmer aan te pakken en de studentensportverenigingen met een parapluvergunning meer ruimte te bieden en vooral flexibele ruimte voor het organiseren van evenementen. De wethouder beseft dat er heel veel mogelijkheden zijn goedkoper uit te zijn door betere samenwerking en besparing van kosten. Dat lijkt de wethouder een route die voor beide partijen bijzonder gunstig is. Daarvoor gaat hij zich inzetten. Enkele woordvoerders hebben gewezen op het positieve effect van sport op gezondheid, op welzijn. D66 had zelfs gehoopt dat er minder hulpverlening nodig zal zijn wanneer meer kinderen gaan sporten. De wethouder zou dat heel fijn vinden. Hij sluit dat niet uit en deelt nadrukkelijk de analyse. Het zou zijns inziens ook heel logisch zijn meer mogelijkheden te zoeken in de preventieve sfeer bij organisaties die veel geld uitgeven in de zorg, bijvoorbeeld. Sport is dan een hele actieve manier van bewegen. Maar ook denkt hij aan fietsen, wandelen, skaten. Laagdrempelig in de buurt. Sport in de openbare ruimte lijkt hem een goede denkrichting. Het coalitieakkoord gaat op dat punt ook in: het stimuleren van laagdrempelig bewegen in de openbare ruimte. Wanneer dan iets gedaan wordt in de openbare ruimte is tegelijkertijd te kijken naar mogelijkheden om een leuke groene fietsof wandelroute of skateroute mee te ontwikkelen zonder dat dat heel veel extra geld kost. GroenLinks heeft gesuggereerd maatschappelijke doelen te gaan subsidiëren in plaats van accommodaties. De gemeente subsidieert momenteel van de buitenaccommodaties gemiddeld 85%. 15% wordt door de sportverenigingen gesubsidieerd. Bij de overdekte accommodaties is die verhouding 50 : 50. De gemeente is juist opgeschoven in de richting van subsidie op accommodaties op verzoek van de sportverenigingen. De Task Force VSU heeft geconcludeerd dat te gaan doen met als gevolg dat met minder overhead het geld te verdelen is. Het is veel werk om kleine subsidies uit te delen aan de kant van de gemeente maar ook aan de kant van de besturen van de sportverenigingen. De sportverenigingen moeten dat allemaal aanvragen en verantwoorden. Het lijkt hem daarom juist slim om de accommodaties te subsidiëren en niet het maatschappelijke doel. Wel is het mogelijk om andere budgetten gericht in te zetten om specifieke doelen in de Krachtwijken te realiseren. De wethouder denkt daarbij aan de budgetten die bestemd zijn voor de combifuncties. De vrees bestond dat het advies van de Task Force en de verschuiving van subsidies naar goedkopere accommodaties zou leiden tot negatieve effecten op de sportparticipatie bij jongeren. Het college denkt van niet. 18 fte combifunctionarissen sport is structureel gemaakt. De wethouder merkt op dat dat heel veel is. Daarvan komt 40% direct ten goede aan de sportverenigingen. Dat is een heel belangrijk middel om gericht in bepaalde wijken op dat punt iets extra's te doen. Sommige commissieleden hadden twijfels bij de 150.000 euro voor stimulering van het jeugdvoetbal op zondag. De wethouder vindt dat een bijzonder goede bescheiden investering om enerzijds de wachtlijsten weg te werken en anderzijds de bezetting van de velden te verbeteren. Op zaterdag zitten de velden heel vol. Op zondag is er nog een zee van ruimte. Dat is een hele gemakkelijke manier om meer jongeren aan het sporten te krijgen. De heer Menke (Student en Starter) vroeg specifiek naar de groep 17 t/m 24 jarigen. Daar is sprake van een groot sportuitval. Hij vraagt naar het beleid richting die groep. Wethouder Jansen heeft hierover gelezen in het jaarverslag. Volgens hem is de sportparticipatie vanaf 16 jaar 70%. Hij heeft geen vergelijkbare cijfers van andere gemeenten. Dit lijkt hem heel erg hoog. De gemeente streeft naar 100%. De gemeente doet er alles aan om in de wijken waar zij onder dit gemiddelde zit het percentage op te krikken. De wethouder attendeert de commissie in dit verband ook op de U-Pas. Deze voorziening pakt voor jongeren juist heel positief uit. De U-Pas is nu structureel gedekt. De wethouder denkt dat op een aantal punten het heel goed geregeld is in Utrecht. Het college houdt jaarlijks de cijfers bij. Daarmee laat het college zien dat het werkt zoals het had gedacht dat het zou werken. Het misverstand dat in het kader van de bezuinigingen nu hogere tarieven gelden voor de velden en de zalen, is niet juist. In het kader van de TaskForce is er juist gekozen voor een andere manier van bezuinigen. De heer Stahl (Stadsbelang Utrecht) vraagt meer helderheid over de 150.000 euro. Wethouder Jansen licht toe dat dit bedrag gekomen is uit de Taskforce met de VSU. Daarover is nagedacht. De verenigingen hebben voor de velden al betaald. Die huren een veld. Die lege uren op zondag zijn er. Het probleem is dat de KNVB nog geen competitie had voor de pupillen. Het begin aan de competitie kost geld. Daarvoor moeten vrijwilligers gemobiliseerd worden. Dit geld is in wezen bedoeld als olie om dit proces te versnellen en de verenigingen die als eerste hun nek uitsteken ermee te helpen. Het gaat absoluut genomen om een behoorlijk bedrag, maar in verhouding tot de sportbegroting van 30 miljoen euro gaat het om een bescheiden bedrag. Daarbij zij aangetekend dat de sportbegroting voor 80-90% bestaat uit kosten voor de accommodaties. De wethouder denkt dat 150.000 euro een bijzonder goede investering is. De verenigingen zijn die mening toegedaan.
Pagina 80 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
4810
4820
4830
4840
4850
4860
Het is juist dat er minder geld is voor evenementen op het gebied van breedtesport. Dit is voor 2015/2016 met incidenteel geld gecompenseerd. In de komende twee jaar speelt het nog niet. Daarna zal dit in een breder kader van verdeling van sportmiddelen integraal worden meegenomen. Of dat gaat lukken, zal moeten blijken. Dat is op dit moment de denkrichting. Een nieuwe denktank is op komst voor een update van het sportbeleid. Het college wil voortborduren op de taskforce met de VSU en het breder maken van wat te veranderen is aan het bestaande sportbeleid. Het college heeft geleerd dat de Sportraad van mening was daarbij te weinig betrokken te zijn in het verleden. Het college neemt de Sportraad op in de denktank. De heer Van der Sloot (ChristenUnie) vindt de woorden van de wethouder over de denktank positief klinken. Hij vraagt of aan de denktankronde termijnen verbonden zijn. Wethouder Jansen antwoordt dat het vooronderzoek minder dan een half jaar heeft gelopen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van vrijwilligers. Hij vraagt de commissie enige coulance te betrachten in die zin dat het college ook de vrijwilligers hierbij betrekt. Als indicatie kan hij zeggen dat die denktank nog dit jaar zal plaatsvinden. De woorden die gesproken zijn over het tekort aan velden zijn te generaliserend. Het beeld met betrekking tot het tekort is heel verschillend. Vooral in wijken die snel groeien met een aanwas van kinderen, komt vaak een tekort voor. In heel veel wijken zijn voldoende accommodaties. In enkele gebieden komt een overcapaciteit voor. In dat verband noemt de wethouder de voetbalvelden in Overvecht Noord. In algemene zin is niet te zeggen dat er een tekort aan accommodaties is. De heer Stahl (Stadsbelang Utrecht) vraagt of de wethouder dan zich erbij neerlegt dat een kind dat in de Meern woont maar naar Overvecht moet gaan om te sporten. Wethouder Jansen antwoordt ontkennend. In Leidsche Rijn heeft de gemeente Utrecht een investeringsprogramma. Bovendien zijn er al enkele investeringen gedaan. Leidsche Rijn blijft groeien dus blijft de gemeente ook investeren. Het park Rijnvliet zal bijvoorbeeld nog uitgebreid worden met een aantal hockeyvelden. Dan moet er nog wel een hockeyvereniging komen die daar wil spelen. Al met al zal de gemeente zo efficiënt mogelijk moeten omgaan met de voorzieningen die zij heeft. Daarvoor is het Beter Benutten programma ook bedoeld. De wethouder bestrijdt dat er te weinig geld is voor het plegen van onderhoud. Het onderhoud wordt meerjarig gepland over een langere termijn. In 2013 zijn wel een aantal investeringen uitgesteld. Dat heeft te maken met een nieuw systeem van aanbesteden dat in de maak is. De wethouder bevestigt dat het juist is dat de tarieven voor accommodaties behoorlijk plat zijn. Hij refereert hierbij aan de inbreng over (kunst)grasvelden. Dat platte is niet erg logisch. Het profijt is heel verschillend. Voor dit systeem is gekozen in het licht van de TaskForce. Daar is gezegd niet teveel problemen tegelijkertijd aan te gaan pakken. De wethouder denkt dat de groep die nu verder gaat, hier wel naar gaat kijken. Een denkrichting zou zijn te gaan differentiëren op basis van kwaliteit en gebruiksintensiteit. Ook het verschil tussen dal- en spitsuren zou wat de wethouder betreft een denkrichting kunnen zijn, waarmee dan de rustige uren financieel aantrekkelijker gemaakt kunnen worden. Een gesprek is gaande met FC Utrecht over overdracht van velden. De gemeente zit daar welwillend in. Over het roeien merkt de wethouder op dat het Merwedekanaal vol zit, niet alleen met roeiers, maar ook met woonschepen, met mensen die naar de Veilinghaven toe willen. Het is openbaar vaarwater. Daarvoor gelden algemene regels. Momenteel bestaat een status quo waarbij partijen zo goed mogelijk met elkaar omgaan. De wethouder verwacht niet dat hier veel ruimte bij gaat komen. Het lijkt hem onmogelijk om de woonschepen te verplaatsen. Daarvoor zijn te weinig alternatieve locaties voor de schepen. De gemeente kijkt naar de Haarrijnseplas als trainingswater. Daar is ongeveer 2 kilometer lengte beschikbaar wanneer een brug breder gemaakt wordt. Die oplossing wordt momenteel bestudeerd. Het lijkt de wethouder lastig worden om een lengte van 3 kilometer te realiseren. Voor de accommodatie van Viking wordt een laatste poging gedaan of het mee te nemen is op het BEFU-terrein in de ontwikkeling van een woningbouwproject als alternatief. Wanneer Rijnenburg te zijner tijd weer in zicht komt, zou de roeibaan daar gemaakt kunnen worden. Die intentie leeft. Rijnenburg is in het collegeprogramma naar achteren geschoven. De wethouder heeft begrepen dat dit uitstel ook een breed draagvlak in de raad heeft. De heer Stahl (Stadsbelang Utrecht) vindt dat de wethouder zijn vraag over FC Utrecht niet beantwoord heeft. Hij vraagt de wethouder zijn vraag te beantwoorden. Wethouder Jansen zal zodra er iets te melden is over de voortgang van de gesprekken met FC Utrecht over de overdracht van velden, dat melden. Hij adviseert de heer Stahl af te wachten. Hij vervolgt zijn beantwoording. De heer Menke (Student en Starter) heeft een korte aanvullende vraag over het Merwedekanaal. Hij begrijpt dat het niet mogelijk is om de woonboten te ruimen. Het verzoek is wel om beleid te maken bij veranderingen op het Merwedekanaal om ervoor te zorgen dat niet de situatie ontstaat dat roeien niet meer mogelijk is. De ervaring is dat bestemmingsplanwijzigingen het roeien steeds lastiger maken. Wethouder Jansen kan zich daar zo snel niets bij voorstellen. Hij weet niet over welke bestemmingsplanwijzigingen de heer Menke spreekt. Twee grote hinderfactoren bestaan: (1) De woonboten die het kanaal smaller maken en (2) Ander verkeer op het kanaal. Beide factoren zijn een gegeven. Voor zover de wethouder weet zijn Pagina 81 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
4870
4880
4890
4900
4910
4920
er geen andere grote veranderingen in de pijplijn. Wanneer er nog andere hinderfactoren zijn, verneemt hij die graag. De gemeente Utrecht wil graag het Merwedekanaal beschikbaar houden als oefenwater. Dat is de enige optie die de gemeente op dit moment heeft. Duurzaamheid van de accommodaties is een belangrijke prioriteit voor het college. De strategie is om standaard duurzaamheid mee te nemen bij alle nieuwbouwprojecten. Verder wil het college bij alle bestaande complexen meeliften met groot onderhoud. Mevrouw Bouazani dacht dat er een miljoen euro beschikbaar is voor de bestrijding van de wachtlijsten. Dat budget is dekking voor investeringen die gedaan zijn in nieuwe accommodaties om wachtlijsten op te lossen. Die accommodaties kosten geld. De aflossing op de lening kost een miljoen euro per jaar. Dat geld is besteed. Op dit moment bestaan er geen wachtlijsten voor schoolzwemmen. De ChristenUnie vreest in 2022 wachtlijsten bij het schoolzwemmen. De wethouder begrijpt dat het dan om kinderen gaat die in 2016 /2017 nog geboren moeten worden. De heer Van der Sloot (ChristenUnie) licht toe dat dit niet de glazen bol is van de fractie. Hij wijst hierbij terug naar een commissiebrief van vorig jaar. Daarin leest hij dat op basis van demografische gegevens in 2022 35.000 meer kinderen zullen leven van 5 a 6 jaar oud. Dat is de doelgroep die in Utrecht zwemles krijgt. Wethouder Jansen heeft zich ooit bezig gehouden met Primos prognoses voor leerlingcijfers. Die prognoses zijn behoorlijk betrouwbaar voor kinderen die al geboren zijn. Als het gaat om kinderen die nog geboren worden, ziet de wethouder daarin een belangrijke culturele component. Dat is zijns inziens bijzonder lastig te voorspellen. Hij verwacht dat dat veel sneller gaat veranderen dan op dit moment voorstelbaar is. Met betrekking tot sportdeelname en sportstimulering herhaalt hij dat de sportdeelname op dit moment in Utrecht hoog is. Het college zal proberen volgend jaar te laten zien hoe dit zich verhoudt tot andere gemeenten. Het is juist dat de deelname in Noordwest en Zuidwest licht gedaald is. Daar staat tegenover dat de deelname in Overvecht licht gestegen is. Dat is een voorbeeld van een wisselend beeld. Het gaat ook niet om dramatische verschuivingen, maar om betrekkelijk beperkte. Het is vooral van belang om de lange termijn trend in de gaten te houden. Diegenen die zeggen dat Zuidwest en Noordwest extra aandacht moeten krijgen, moeten volgens hem goed letten wat op het gebied waarop de combifuncties mogelijk zijn. Mevrouw Bouazani (PvdA) had ook bij dit onderwerp de buurtfitness genoemd; of het juist is dat de bezuiniging bij jeugd en vrije tijd gevolgen zal hebben voor de buurtfitness. Zij vraagt hierop de reactie van de wethouder. Wethouder Jansen licht toe dat dit niet in zijn portefeuille zit. Hij vermoedt dat dit valt onder Welzijn of Jeugd. Hij is bereid na te gaan onder welke portefeuille dit valt. Hij vervolgt zijn beantwoording met in te gaan op de opmerkingen die gemaakt zijn over diversiteit. Hij vindt het goed dat de raad met een initiatief komt. Hij is heel benieuwd naar dat initiatief. Hij denkt ook dat goed geluisterd moet worden naar de betrokkenen zelf. Hij gaat binnenkort naar het Gay-sportcafé en hoopt daar allerlei ideeën op te doen over wat extra mogelijk is op dit terrein. De wethouder staat op het standpunt dat iedereen in deze gemeente vrij moet kunnen sporten. Hij vindt de beweegtuinen op zich prima. Het gaat om voorbeelden van Wijkinitiatieven. Wanneer bewoners dit leuk vinden kan hier naar gekeken worden in het kader van Wijkontwikkeling. Hij merkt op dat dan wel van belang is dat het beheer goed geregeld is. De beheertuin bij het Thorbeckepark heeft op dit moment een beheerprobleem. Hij adviseert bij de realisatie van dergelijke voorzieningen goed na te gaan of na vijf jaar de ideeën nog stand houden. In een bredere context gaat het om actief bewegen in de openbare ruimte. De wethouder staat op het standpunt dat dat altijd bevorderd moet worden. Het college heeft daarvoor bijzondere aandacht. Vragen zijn gesteld over de financiële positie van verenigingen. De VSU doet daar regelmatig onderzoek naar. De VSU leidt ook verenigingen op als het gaat om financieel degelijk beheer. De U-Pas is een belangrijk instrument om de verenigingen te helpen mensen met een laag inkomen aan het sporten te krijgen. Student en Starter stelde vragen over wat het college doet aan het verdienend vermogen van de verenigingen. Recentelijk is gesproken over de externe reclame op de sportaccommodaties. Het college zit daar positief in. De sportverenigingen moeten dan wel zelf met ideeën komen. Het college kan dan faciliteren. In algemene zin is het college een voorstander van stimulering van zelfwerkzaamheid van sportverenigingen. Wanneer sportverenigingen meer op hun complex zelf willen doen, kan daar een lager prijskaartje aan hangen dan wanneer zij 100% door de gemeente gepamperd moeten worden. De heer Menke (Student en Starter) vraagt aanvullend naar de consequenties voor de steun van de gemeente aan de verenigingen wanneer die aanzienlijke financiering binnen halen. Wethouder Jansen antwoordt dat dat geen consequenties heeft binnen de huidige structuur. De zaal- of de veldhuren veranderen niet. De wethouder constateert wel dat de eigendomsituatie op complexen vaak behoorlijk ingewikkeld is. Dat maakt het beheer ingewikkeld. Het college gaat na hoe de situatie flexibeler te maken. De leegkomende welzijnsaccommodaties is een variant op het algemene thema: wat te doen met gebouwen die gemeentelijk eigendom zijn, de UVO de beheerder is en de gemeente die gebouwen niet meer nodig heeft. Wanneer gebouwen geen maatschappelijke functie meer hebben, is er de keuze ze te verhuren tegen de Pagina 82 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
4930
markthuur of ze te verkopen. Er zijn ook gebouwen die geen aantrekkelijke huur opbrengen. In die situatie kijkt de gemeente naar verkoop. Dat geldt extra voor gebouwen die leeg staan. In een aantal gevallen zijn door nieuwbouw van wijkwelzijnsaccommodaties oude accommodaties leeg komen te staan. Die zullen in principe afgestoten worden, dan wel tegen marktprijzen verhuurd of een andere sociale bestemming gegeven. Bij dreiging van langdurige leegstand kijkt de gemeente naar mogelijkheden voor tijdelijk gebruik en dan het liefst gebruik dat ook iets opbrengt. De heer Van der Sloot (ChristenUnie) had nog een toezegging gevraagd niet te bezuinigen op het convenant Sport en Alcohol. Wethouder Jansen zal deze vraag doorgeleiden naar de portefeuillehouder Volksgezondheid.
4940
4950
Mevrouw Scholten (D66) heeft de wethouder horen zeggen Kampong met Mesa Cosa te laten kijken naar de velden daar. In de toekomst zal het college Rijnvliet realiseren. Zij heeft begrepen dat de wethouder dat voldoende vindt. Wethouder Jansen licht toe dat met Mesa Cosa breder gekeken wordt dan naar hockeyaccommodaties. Met burgerverenigingen is hetzelfde te doen. Als het om hockey gaat, denkt hij dat de combinatie met Kampong aantrekkelijk is. Mevrouw Scholten (D66) ging in op sport- en jeugdhulpverlening. Zij heeft de wethouder horen zeggen dat hij het met haar eens is en hij dat een goed idee vindt. Zij vraagt de wethouder een actieve houding naar zijn collega's die over jeugdzorg en gehandicaptenzorg gaan om bewegen bij dergelijke doelgroepen en doelgroepen binnen de hulpverlening te stimuleren. Wethouder Jansen antwoordt bevestigend in die zin dat het hem interessanter lijkt om in de richting van de zorgverzekeraars actief te zijn. Daar zit het grote geld. Dan gaat het om deels een landelijke lobby en deels een lokale. Vooral moet gekeken worden naar waar veel geld omgaat. In die context zijn de sportbudgetten heel bescheiden en kan een groot gezondheidseffect bereikt worden met een beetje preventief geld. Hij neemt zich deze suggestie ter harte. De voorzitter recapituleert de gedane toezeggingen en sluit daarmee de bespreking van de Voorjaarsnota en de Jaarstukken af om 23.40 uur.
Pagina 83 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
4960
Toezeggingen bij de behandeling van de Voorjaarsnota van de wethouders en de burgemeester Gedaan op 16 en 18 juni 2014 Toezeggingen vergadering commissie M&S 16/18 juni, Voorjaarsnota/Jaarstukken
4970
Wethouder Kreijkamp Financiën (Grexen) De wethouder Financiën treedt in overleg met de wethouders LR en Stationsgebied over de mogelijke bruikbaarheid van de MPG-systematiek voor de grexen LR en Stationsgebied. Financiën (Inkoop) De wethouder zal zo mogelijk na de zomer maar uiterlijk bij de PGB een eerste inzicht geven m.b.t. de inkooptaakstelling per productgroep en de innovatietaakstelling.
4980
Financiën De wethouder gaat bij de bestedings- en dekkingsvoorstellen in 2015 het onderscheid in de categorieën 'beleidsarm' en 'beleidsrijk' scherper neerzetten. Financiën De wethouder komt terug op vragen van mevr. Haage over de kwijtscheldingssystematiek van belastingen.
4990
Financiën De wethouder treedt in overleg met de wethouder 'Wijkgericht werken' over de mogelijkheid van het 'op wijkniveau' invulling geven van de 'open-spendingssystematiek'. Financiën De wethouder komt terug op de gedachte vanuit de commissie om bij de 'uitvoeringsnotities 3 D's' aandacht te besteden aan de mogelijke risico's. Financiën (Borgstellingen) De wethouder gaat bekijken of een realisatie van een 'cap' op de borgstellingen mogelijk is.
5000
Onderwijs en Economische Zaken De wethouder komt met een voorstel naar de raad t.a.v. de inzet van de 1,2 mio 'kwaliteits- en excellentiegelden'. Onderwijs De wethouder komt rond het zomerreces met een brief t.a.v. de aanpak van het voortijdig schoolverlaten en komt terug op de aantallen voortijdige schoolverlaters. Onderwijs De wethouder onderzoekt, na raadpleging van de scholen, op welke wijze verdere invulling gegeven kan worden aan de maatschappelijke stages zodat deze na 1 januari in ieder geval kunnen worden voortgezet.
5010
Onderwijs De wethouder informeert de raad, zodra daar aanleiding toe is, over de voortgang van oplevering van het Gerrit Rietveldcollege. Onderwijs De wethouder informeert de commissie na de zomer omtrent de afspraken van de vaste aanmeldmomenten. Onderwijs De wethouder zal de commissie voor de raadsbehandeling van de VJN informeren omtrent zijn zoektocht naar middelen voor de Verkeerstuin. Pagina 84 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
5020
Onderwijs De wethouder herhaalt zijn toezegging t.a.v. ‘Passend Onderwijs' zich te blijven inzet voor leerlingen buiten de boot dreigen te vallen.
5030
Onderwijs De wethouder gaat kijken naar de redactie van de 'prestatiedoelstelling/indicator 2.1.1. Brede School' o.a. voor wat betreft de weekend-academie en de beleidsregel. Onderwijs De wethouder informeer de commissie omtrent de beschikbare middelen voor zonnecentrales op scholen.
Burgemeester
5040
Openbare Orde en Veiligheid De burgemeester komt met een voorstel voor een bijeenkomst om de commissie bij te praten over o.a. de kosten en inzet rondom betaald voetbal en andere evenementen. Openbare Orde en Veiligheid De burgemeester gaat het beschikbare 'belevingsonderzoek veiligheid’ met de commissie delen. Straatnamen De burgemeester komt schriftelijk terug op de pilot m.b.t. de toekenning van straatnamen. Regionale samenwerking De burgemeester komt met een brief over de invulling van de U10-uitvoering en de evt. raadsbetrokkenheid.
5050
Openbare Orde en Veiligheid De burgemeester komt richting de commissie terug op de systematiek van meten van de veiligheidscijfers. Openbare Orde en Veiligheid De burgemeester komt met een inventarisatielijstje m.b.t. zgn. 'dader–slachtoffer ontmoetingen'.
Wethouder Geldof 5060
Organisatie (Duurzaamheid) De wethouder gaat vóór de VJN bekijken hoe de door de gemeente gecontracteerde partijen omgaan met het recyclen van de gemeentelijke pc's, c.q. of het mogelijk is oude gemeentelijke computers beschikbaar te stellen aan derden. Publieksdienstverlening De wethouder gaat de commissie informeren over de wijze waarop gecommuniceerd wordt over de uitvoering van werkzaamheden/onderhoud in de buurt
5070
Organisatie, personeel De commissie ontvangt voor de behandeling van de VJN de cijfers over het aantal overplaatsbaren alsmede inzicht in het streefpatroon m.b.t. de verdere aanpak. Organisatie De wethouder komt in de 2e helft van het jaar met beleid omtrent deregulering (Prettig geregeld). Organisatie De wethouder komt voor de VJN, samen met de wethouder Financiën, terug op de verschillen in de cijfers omtrent 'besteding en dekkingen'.
5080
Organisatie De wethouder verstrekt de commissie inzicht in de cijfers omtrent de 'stimulering van jong talent'. Pagina 85 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
Organisatie De wethouder beantwoordt via de burgemeester de vraag van mevr. Dibi over de stijging van proceskosten, c.q. het mogelijk falen van de inzet van mediairs.
5090
Organisatie De wethouder komt terug op vragen van mevr. De Regt over het niet uitgeven van gelden in het project Gezond gewicht, c.q. het niet afgeven van een accountantsverklaring. Organisatie De wethouder komt in oktober met inzicht in de ontwikkelingen en plannen voor de aanpassingen van de gemeentelijke website.
Wethouder Jongerius
5100
Wijkgericht werken en participatie De wethouder komt, na overleg met de stad/wijken en de raad, in het voorjaar van 2015 met voorstellen omtrent de vormgeving van het Initiatievenfonds. Ook komt zij voorstellen over de vormgeving van de Stadsgesprekken. Wijkgericht werken en participatie De wethouder bestudeert de ideeën voor Croud Funding en Right to Chalange en komt daarover terug naar de commissie.
5110
Cultuur De wethouder streeft er naar om in september richting te geven aan de reparaties op de gevolgen van de stapelingen van kortingen. Cultuur De wethouder probeert, na duidelijkheid te hebben van de cultuurinstellingen omtrent hun klanttevredenheidgegevens en bezoekersaantallen, in november te komen nieuwe prestatie-indicatoren Cultuur Het college stuurt de raad voor 3 juli een brief over het Cultuurforum LR en laat deze brief vergezeld gaan met het ‘LaGroupe’ onderzoek.
5120
Cultuur De wethouder bespreekt in het college de belangstelling met de andere portefeuillehouder van een onderzoek naar de 3 gemeentelijke, interne verzelfstandigingen (lessen en tips). Cultuur De wethouder brengt bij wethouder Everhardt de gedachte om DomUnder onder te brengen in de U-pas. Cultuur De wethouder gaat met Culturele Zondagen in gesprek over de wereldfeesten en informeert de commissie daarover.
5130
Welzijn De wethouder komt in het najaar met een evaluatie van het Vernieuwend Welzijn en betrekt daarbij de informatie vanuit de raad. en verdiept zich daarbij in de aangehouden PvdA motie t.a.v. de sociaal beheerderschap. Welzijn De wethouder komt in het najaar met een nieuw tarievenplan m.b.t. de accommodaties.
5140
Welzijn De wethouder komt na de zomer terug op het monitoren van het zorgbeleid en komt daarbij ook terug op de ouderenmonitoring.
Pagina 86 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
Welzijn De wethouder komt voor de zomer terug op de gemelde rapportage in het Nza-rapport over de problemen bij een grote Utrechtse zorgverlener en de mogelijke continuïteit van zorgverlening daardoor.
5150
Welzijn De wethouder stuurt de commissie op korte termijn een brief met de procedure over de aanbesteding in de thuiszorg. Welzijn De wethouder zal LHBTI-ers wijzen op de 'rose/ blauwe' teams. Welzijn De 'Nota vrijwillige inzet' komt voor de zomer.
5160
Welzijn De wethouder komt voor de behandeling van de VJN terug op vragen omtrent de digitale vaardigheden van de Utrechters. Welzijn De wethouder komt richting de commissie met cijfers omtrent discriminatie. Welzijn De wethouder stuurt de commissie de evaluatie van de Meldcode zodra deze beschikbaar is.
Wethouder Everhardt 5170
Jeugd De wethouder zal de commissie voor de zomer een terugkoppeling verstrekken van de interne evaluatierapportage rondom Broodnood. Volksgezondheid Volksgezondheid. De wethouder komt eind van dit jaar terug op de mogelijke gevaren van het gebruik van de waterpijp in het toekomstig volksgezondheidsbeleid/genotsmiddelenbeleid.
5180
Jeugd De wethouder, komt in afstemming met wethouder Jongerius, zo snel mogelijk met voorstellen over de criteria rondom de verdeling van de gelden in het 3D-fonds. Jeugd De wethouder komt samen met wethouder Jongerius komen met een communicatiestrategie (onderdeel 2e fase uitvoeringsplan) rondom invoering van decentralisaties. Jeugd De wethouder gaat, n.a.v. de gevolgen van de invoering van he alcoholbeleid, om tafel met 18-minners en welzijnsorganisaties, over alcoholvrije uitgaansgelegenheden.
5190
Volksgezondheid De wethouder zal de commissie informeren over de uitkomst van het debat in de 2e kamer (begin juli) over het cannabis-gedoogbeleid.
Wethouder Jansen Dierenwelzijn De wethouder komt voor het einde van het jaar met een Kaderbrief Dierenwelzijn. 5200
Dierenwelzijn De wethouder zal in zijn ‘prestatieafspraken-overleg’ met de corporaties aan het einde van dit jaar, de onderwerpen biodiversiteit en dierenwelzijn inbrengen en de commissie daarvan een terugkoppeling doen. Pagina 87 van 88
Griffie Gemeenteraad Utrecht Verslag openbare behandeling van de Voorjaarsnota Commissie Mens & Samenleving d.d. 16 en 18 juni 2014
Sport De wethouder zal de vraag van de CU om niet te bezuinigen op het convenant sport en alcohol doorgeleiden naar de wethouder Volksgezondheid.
5210
Pagina 88 van 88