200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
Tijdschrift voor
13:24
Pagina 1
Verloskundigen
Screening op transiënte leukemie bij kinderen met Down syndroom Rust en regelmaat
mei 2009 Uitgave van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen
34e jaargang
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 2
S i b b i n g & Wa t e l e r : financieel adviseurs voor verloskundigen
• Praktijkvestigingen
Sibbing & Wateler is een onafhankelijk financieel adviesbureau, gespecialiseerd in de praktijkbegeleiding
• Maatschapscontracten
• Praktijkfinancieringen
van vrije medische beroepsbeoefenaren, waaronder verloskundigen. Wij bieden u een gevarieerd dienstenpakket voor al uw financiële zaken, nu en in de
• Financiële planning
toekomst.
• Verzekeringen
• Pensioenen
• Hypotheken
&
S I B B I N G W AT E L E R C . S . Storkstraat 33 • 3905 KX Veenendaal • Postbus 915 • 3900 AX Veenendaal Telefoon: (0318) 544 044 • Fax: (0318) 543 843 • E-mail:
[email protected] • Internet: www.sibbing.nl
Het is puur MENSENWERK Net zoals in uw vak
Dit geldt ook voor een op maat toegesneden financieel advies. Van de Beek & Partners is gespecialiseerd in de medische beroepsgroepen. Daardoor krijgt u altijd een volledig op uw situatie toegesneden advies. Wie meer wil weten maakt een afspraak met een van onze adviseurs.
Stationsstraat 14, 3881 AD Putten. Postbus 57, 3880 AB Putten. T 0341-46 24 62. F 0341-46 24 63.
[email protected]. www.vandebeek.ac.
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 3
INHOUD
TIJDSCHRIFT Samenwerken Redactioneel
ONDERWIJS
5
25
Er is veel nieuws onder de zon Lonneke Niewenhuijse en Relinde van der Stouwe
Wil van Veen
Nederlandse verloskundigen in een andere wereld KNOV Warme zomer? Column voorzitter
7 Barbara Bekker
9
Annemarie Meiberg en Janet Warmelts
Nieuwe en herziene richtlijnen NVOG in 2008
31
Een psychisch probleem. Wat nu?
Sjaak Toet
PrikPunt: eerste hulp bij prikaccidenten
27
Hilde Perdok
Digitale scholing meldcode kindermishandeling
11
Team richtlijnontwikkeling KNOV
PRAKTIJK
35
Er was eens… Nieuwe cursus toetsgroepbeleider ITV
33
Mieke Aitink
14
Nyx
Erna Ponds en Mieke Aitink
Verplichte meldcode kindermishandeling
36
Ingrid Oomes
WETENSCHAP Screening op transiënte leukemie bij kinderen met Down syndroom
Certificering ‘Zorg voor borstvoeding’
15
41
Gonneke van Veldhuizen en Stefan Kleintjes
M. Blink et al
Rust en regelmaat: goed voor kind en ouders en hun interactie
FORUM
17
Kennispoort-Verloskunde Redactie Kennispoort-Verloskunde
Kunstvoeding in ‘In verwachting’
45
Sandra Vuik
B.E. van Sleuwen et al
21
BERICHTEN Nieuwsflitsen
47
Congres en Cursus
49
Personalia
51
TvV mei 2009 • KNOV
3
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 4
COLOFON Redactie Fanny Bertens, Esther van der Made (secretaresse), Lonneke Niewenhuijse, Relinde van der Stouwe, Wil van Veen (hoofd- en eindredactie), Kristel Zeeman
Cover foto
Medewerkers mei 2009 Mieke Aitink, Barbara Bekker, M. Blink, M.A. Blom, M.M. Boere-Boonekamp, Ton van de Coevering, A.C. Engelberts, Geert Gerats, Bionda Heeringa, M.P. l'Hoir, Stefan Kleintjes, Annemarie Meiberg, Ingrid Oomes, Hilde Perdok, Erna Ponds, Pien Offerhaus, Redactie Kennispoort-Verloskunde, Henk van Ruitenbeek, B.E. van Sleuwen, Sjaak Toet, V.H.J. van der Velden, Gonneke van Veldhuizen-Staas, Sandra Vuik, Brigitte Tebbe, Janet Warmelts, E.R. van Wering, J.P. van Wouwe, C.M. Zwaan, Jolanda Zocchi
Liesbeth Heerink is verloskundige in Haarlem. In april 2004 sierde een beeldhouwwerk de eerst kleurenuitgave van dit tijdschrift. Nu is zij er weer, ditmaal met een albasten zwangere. Liesbeth probeert in haar kunst de liefde voor haar beroep en werk tot uitdrukking te brengen. Naast steen werkt Liesbeth ook met brons en maakt zij keramiek.
Redactieadres Tijdschrift voor Verloskundigen Postbus 2001, 3500 GA Utrecht E:
[email protected] Abonnementen en adreswijzigingen KNOV, Jolanda Zocchi Postbus 2001, 3500 GA Utrecht T: 030 282 3115, F: 030 282 3101 E:
[email protected] Personeelsannonces KNOV, Esther van der Made T: 030 282 3107 E:
[email protected] Advertentie-exploitatie Ovimex bv, Frank Dijkman T: 0570 674240 E:
[email protected] Vormgeving Annemiek Voogd, Ovimex bv Druk Ovimex bv, Deventer Abonnementsprijzen Abonnementsprijs voor niet-leden van de KNOV: € 122,- per jaar (11 nummers), buiten Nederland € 136,-. Voor studenten aan buitenlandse opleidingen: € 96,-. Los nummer € 16,50 aan te vragen bij de KNOV. Alle prijzen zijn incl. BTW en verzendkosten. © 2009 Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht T: 030 282 3100 Voorzitter KNOV Sjaak Toet Foto omslag: original cover design: www.slickfish.ie Foto’s binnenwerk: CAPP, Alkmaar Frank Muller, Nijmegen Henny van Nieuwpoort, Den Haag Bionda Heeringa, Delft Hans Oostrom, Den Haag Hilde Perdok, Heiloo Oplage: 3750 ISSN 0378-1925
4
TvV mei 2009 • KNOV
Het Tijdschrift voor Verloskundigen wordt uitgegeven door de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV), opgericht op 22 september 1975. De vereniging is tot stand gekomen uit een fusie van de Bond van Nederlandse vroedvrouwen (opgericht 8 juni 1926) en de Nederlandse R.K. Vereniging van Vroedvrouwen (opgericht 8 juli 1921). De KNOV stelt zich ten doel de bevordering van de verloskundige zorg in zijn geheel in Nederland, de versterking van de positie die de verloskundige daarin inneemt, alsmede de belangenbehartiging van alle verloskundigen in Nederland. Een van de manieren om dit doel te bereiken, is het uitgeven van het Tijdschrift voor Verloskundigen. Het Tijdschrift voor Verloskundigen is in de eerste plaats een vakblad op het gebied van de verloskunde en verwante wetenschappen. Het beoogt verloskundigen op de hoogte te stellen van relevante feiten en ontwikkelingen. Daarnaast is het een forum voor discussie over de verloskunde en verwante disciplines. In het redactionele beleid wordt ernaar gestreefd een zo ruim mogelijke reeks aan onderwerpen te behandelen. In de tweede plaats is het Tijdschrift voor Verloskundigen een verenigingsorgaan en als zodanig een middel voor het hoofdbestuur van de KNOV om in contact te treden met de leden. In dit kader dient het Tijdschrift voor bestuur en leden als forum om van gedachten te wisselen. Inzenden kopij en advertenties De redactie nodigt de lezers uit om reacties, artikelen en opiniebijdragen in te zenden. Bij voorkeur speciaal voor het Tijdschrift voor Verloskundigen geschreven kopij, maar ook elders aangeboden of gepubliceerde bijdragen zijn welkom; onder vermelding van bladtitel, jaargang en nummer. Kopij aanleveren als platte tekst, dus zonder speciale bekopping, voetnoten, paginacijfers, tabs, tabellen en ontdaan van hyperlinks, in Word via e-mail:
[email protected]. Van tabellen of grafieken daarom alleen de onderzoeksgegevens aanleveren; deze worden door de vormgever opgemaakt. Referenties in de tekst tussen vierkante haakjes (geen superscript). Beeld apart aanleveren, bij voorkeur digitaal en in hoge resolutie. Bij tekstwijziging pleegt de redactie overleg. Ingezonden brieven worden zo nodig bekort. De KNOV en de redactie zijn niet verantwoordelijk voor de inhoud van geplaatste reacties en opiniebijdragen. Het auteursrecht van artikelen berust bij de individuele auteur. Citeren met bronvermelding is toegestaan, mits binnen de wettelijke regels. Overname van (langere delen van) artikelen is uitsluitend toegestaan na toestemming van de redactie en de auteur. Personeelsadvertenties van leden voor het volgende nummer tot 19 mei 2009. Gelieve bij de plaatsingsopdracht het gewenste formaat en het factuuradres te vermelden. Voor commerciële advertenties: zie colofon. Het juninummer verschijnt op 2 juni 2009.
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 5
REDACTIONEEL TIJDSCHRIFT
Samenwerken Het kan u niet ontgaan zijn: het vorige nummer ging over Peristat. Het verscheen tegelijk met het NTOG van de gynaecologische beroepsgroep en, gezien het belang van het onderwerp, liftten ook de kinderartsen mee. Ook zij kregen allemaal een exemplaar. Om de samenwerking te onderstrepen produceerden wij samen – met dank aan de vormgevers van het NTOG – één omslag waarbij om typografische redenen eerst het NTOG en pas daarna het Tijdschrift voor Verloskundigen genoemd werd. In ons gezamenlijk overleg met NTOG en TNO concludeerden de deelnemers dat deze samenwerking smaakte naar meer. U gaat hier in de toekomst zeker nog van horen. Kennispoort-Verloskunde is een internet platform dat door de gezamenlijke verloskundige opleidingen (SSOV) in het leven is geroepen. KennispoortVerloskunde brengt actuele en relevante, vakspecifieke kennis en informatie betreffende het verloskundig onderzoek samen en stelt het beschikbaar aan de ruim vierduizend beroepsbeoefenaren die actief zijn in het verloskunde domein. Daarnaast wil Kennispoort-Verloskunde ons stimuleren kennis te delen, samen te werken en actief te zijn op het gebied van verloskundig onderzoek. Als derde doelstelling wil Kennispoort-Verloskunde de dialoog tussen het wetenschappelijk
Agenda 9 mei 2009 Moedernacht 14 mei 2009 Platform Actuele Zaken 26 mei 2009 Platform leden Advies- en Programmaraden ROS’en 2 juni 2009 Klankbordgroep Prenatale screening
veld en het praktijkveld bevorderen om zo gezamenlijk hiaten in kennis te onderkennen en aan te pakken. De meeste verloskundigen (in opleiding) zijn intussen lid van het platform en bezoeken dat met een zekere regelmaat. Op zoek naar kennis en informatie. Kennispoort-Verloskunde gaf regelmatig een Nieuwsbrief uit. Als die brief verscheen nam het aantal ‘hits’ toe en ebde dan in de tijd vervolgens wat weg om een nieuwe golf van ‘hits’ te realiseren bij de volgende Nieuwsbrief. Die Nieuwsbrief heeft nu een nieuw jasje en een nieuwe plek. U vindt de brief voortaan maandelijks, geïntegreerd in dit tijdschrift. De informatie in de Nieuwsbrief heeft een wetenschappelijk karakter. Daarom staat de Nieuwsbrief aan het eind van de rubriek Wetenschap.
12 juni 2009 Algemene Ledenvergadering
Onze redactie is blij met deze samenwerking. Wij zijn blij dat we Kennispoort-
7 september 2009 Kringvoorzittersoverleg
aan de promotie van het platform. Bovendien versterkt hun bijdrage onze
7 september 2009 Klankbordgroep Prenatale screening
Onze beide redacties hebben in overleg met de SSOV en KNOV nog een stap
7 september 2009 Platform Internationaal
eigen KNOV-activiteiten blijft op de eigen KNOV-website staan, alles wat KNOV-
10 september 2009 Platform Actuele Zaken
website van Kennispoort-Verloskunde. De SSOV heeft besloten echt ‘werk’ te
15 september 2009 Dag 1: toetsgroepbegeleider I
en symposia op de website van Kennispoort-Verloskunde te plaatsen. Het zal
24 september 2009 Dag 2: toetsgroepbegeleider I
juiste plek terechtkomt, maar over enige tijd is Kennispoort-Verloskunde de plek
29 september 2009 Platform Klinisch Verloskundigen
toe bent aangespoord door een éénregelige vermelding in de rubriek Congres
8 oktober 2009 Dag 3: toetsgroepbegeleider I
Mocht u vandaag of morgen het glas heffen, denk dan even aan deze samen-
Verloskunde op deze wijze een vaste plek kunnen bieden en daarmee bijdragen rubriek Wetenschap. gemaakt. Op de website van de KNOV vindt u naast de KNOV-agenda ook een overzicht van KNOV- cursussen en van andere aanbieders. Het promoten van de ‘vreemd’ is, verdwijnt van die plek en wordt gebundeld aangeboden op de maken van dit onderdeel en zoveel mogelijk aanbod van cursussen, congressen even duren voordat dit bij alle aanbieders zodanig is ingesleten dat het op de waar u het eerst zoekt naar een cursus of congres. Natuurlijk ook nadat u daaren Cursus in ons tijdschrift. Want die rubriek blijft bestaan. werking en besef daarbij wat wij zouden zijn als we elkaar niet hadden. Wil van Veen TvV mei 2009 • KNOV
5
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 6
0LFUR1DWDO HULQJLQppQNOLN *HwQWHJUHHUGH&RQWUROH2S9HU]HN PHULQppQNOLN *HwQWHJUHHUGH%XUJHU6HUYLFH1XP LQJ5,90 9HUZHUNLQJYDQ3UHQDWDOH6FUHHQ 9. 9HUZHUNLQJYDQUHWRXULQIRUPDWLH RSGHFODUDWLHV 7ZHHPRGHOOHQ5RGHEDQG.DDUW KRRJ[$ HQEUHHG[$
2Q]HHLJHQVRIWZDUH
$XWRPDWLVFK/95YHUZHUNLQJ WRU HOHFWURQLVFKHNRSSHOLQJPHW7LHWR(QD XXU $FWLHYHKHOSGHVNWP WHOHIRQLVFKHQSHUHPDLOEHUHLNEDDU WDULHYHQ $XWRPDWLVFKHYHUZHUNLQJYDQGH YRRUDFKWHUVWDQGVZLMNHQ HULQDWDOH /RSHQGHRQWZLNNHOLQJYRRUGH3 5HJLVWUDWLH1HGHUODQG351 VWYHUZHUNHU ,QJHERXZGHERHNKRXGLQJHQWHN .RSSHOLQJPHW3RFNHW3&
Dit alles is uiteraard te gebruiken via de MicroWare Server. Dan komt daar ook nog bij: automatische backup en upgrades. Alles wordt dan volgens de eisen van een Goed Beheerd Zorgsysteem ondergebracht in een professioneel Data-center. Wilt u dit jaar ook van deze voordelen gebruik maken? Wij kunnen uw complete dossier converteren naar MicroNatal, zodat u meteen weer verder kunt. Neem contact met ons op voor verdere informatie:
[email protected]
MicroWare Automatisering BV Van Vollenhovenstraat 44b 3016 BJ Rotterdam Tel.: +31(0)499 33 02 67 www.micronatal.nl
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 7
KNOV
Warme zomer? Er was de afgelopen maand positief nieuws te melden door de media. De hogere babysterfte in Nederland ligt niet aan onze zorgcultuur waarin de thuisbevalling zo centraal staat. Klip en klaar komt uit het onderzoek van o.a. Simone Buitendijk en Ank de Jonge naar voren dat thuis bevallen net zo veilig is als bevallen in het ziekenhuis. Kunnen we met deze conclusie rustig achterover leunen? Nee, absoluut niet! Wij moeten ons blijven afvragen wat gaat er dan niet goed? Wat kunnen en moeten wij beter doen? Dragen wij wel goed en tijdig over en leveren we daarbij een duidelijk en volledig dossier van de zwangere? Gaan we mee met onze barende of sturen we haar met een indicatie ‘meconium’ telefonisch en ongezien naar de tweedelijn? Ik overdrijf niet, het gebeurt! We kennen dit soort van verhalen van onze klinisch werkende collega’s over barenden die gewoon ‘gedumpt’ worden, zoals dat genoemd wordt. Daarbij verschuilen we ons gemakkelijk achter een te hoge werkdruk. Die te hoge werkdruk is waar, u weet er wordt hard gevochten om de goede norm te krijgen. Maar laten we ons niet uit de markt prijzen door onvoldoende kwaliteit te leveren. Goed begeleiden betekent tijd nemen voor de zwangere, luisteren naar wat ze
Vervolg agenda 9 november 2009 Klankbordgroep Prenatale screening 17 november 2009 Dag 1: toetsgroepbegeleider II 19 november 2009 Platform Actuele Zaken 27 november 2009 Algemene Ledenvergadering 3 december 2009 Dag 2: toetsgroepbegeleider II 7 december 2009 Platform Internationaal 8 december 2009 Platform Klinisch Verloskundigen 15 december 2009 Dag 3: toetsgroepbegeleider II
zegt, luisteren naar wat ze wil. Er zijn als dat nodig is, en vooral ook meegaan tijdens een overdracht van een barende. Met de conclusie dat thuisbevallen veilig is, is de discussie over de organisatie van de verloskunde in Nederland nog lang niet gesloten. Concentratie van zorg kan in veel gebieden in Nederland voor flinke problemen zorgen en daarom ook moeten we de komst van kraamhotels en geboortehuizen niet negeren. Het is belangrijk om niet aan de zijlijn te blijven staan, maar actief mee te denken als kring of VSV. Dat meedoen en meedenken geldt ook als het gaat om het opzetten van de perinatale audit. Het is belangrijk dat ook verloskundigen betrokken zijn bij de opzet hiervan in uw VSV of regio. Het kan niet de bedoeling zijn dat u afwacht wat en hoe het ziekenhuis, waar u mee samenwerkt, op dit gebied gaat organiseren en welke rol u hier mogelijkerwijs in krijgt. Perinatale audit is van belang voor alle betrokken deskundigen uit de verschillende echelons en het is niet de bedoeling dat de verloskundigen alleen betrokken zijn als er sprake is van sterfte onder eigen clientèle. Perinatale audit is niet alleen belangrijk met het oog op het terugdringen van sterfte, het is ook leerzaam, ook als u zelf niet betrokken bent bij de sterfte die besproken wordt. Het is de bedoeling dat we van de audit leren wat we anders, wat we beter moeten doen. De KNOV heeft het consultatiedocument van de NZa ontvangen met betrekking
Kijk voor meer informatie in de rubriek Congres en Cursus achter in dit tijdschrift of op www.kennispoortverloskunde.nl
tot de liberalisering. Wij zijn versterkt in onze mening dat liberalisering binnen de verloskunde alleen maar problemen geeft. Vrije prijzen, een vrije markt voor eerste- en tweedelijn vergroot de ongelijkheid en leidt tot oneerlijke concurrentie met als uiteindelijk resultaat meer medicalisering en een beperking van de keuzevrijheid voor de klant. Daarbij is het onderhandelen over tarieven met verzekeraars tot nu toe een lachertje gebleken. Uit voorbeelden weten we dat in werkelijkheid zorgverleners veelal een standaard contract aangeboden krijgen en dat er heel weinig te onderhandelen valt. Voor de verloskundige zorg zijn de gevaren van de liberalisering veel groter dan de mogelijke voordelen. Wij gaan voor de keuzevrijheid van de zwangere vrouw en die wordt er dankzij de marktwerking er echt niet beter op. Het lijkt er op dat we een warme zomer krijgen. ■ Sjaak Toet, voorzitter TvV mei 2009 • KNOV
7
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 8
Werken in het nieuwste ziekenhuis van de regio?
Eind vorig jaar zijn wij verhuisd naar een geheel
Wij zijn uitgerust met onder andere een modern
nieuw ziekenhuis in Schiedam.
OK-complex, een dialyseafdeling en een
Een ziekenhuis met veel nieuwe technologie,
geïntegreerde afdeling Vrouw & Kind.
moderne apparatuur en een prettige
Voor deze laatste afdeling zijn wij per direct op
werkomgeving.
zoek naar een:
Physician Assistant Klinische Verloskunde m/v voor 36 uur per week Je bent in het bezit van het diploma Master Physician Assistant Klinisch Verloskundige of je bent bereid deze opleiding in de toekomst te volgen.
Geïnteresseerd? Kijk op onze website www.vlietland-ziekenhuis.nl Acquisitie n.a.v. deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.
Vlietland Ziekenhuis, Vlietlandplein 2, 3118 JH, Schiedam
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 9
KNOV
PrikPunt: eerste hulp bij prikaccidenten Annemarie Meiberg en Janet Warmelts
In september 2008 is de KNOV een raamovereenkomst aangegaan met KeurCompany, zodat verloskundigen voor het afhandelen van prikincidenten, zich tegen een gereduceerd tarief kunnen aansluiten bij PrikPunt, een 24uurs service van KeurCompany met een landelijke dekking. Alle verloskundigenpraktijken en zelfstandige waarnemers, aangesloten bij de KNOV, ontvingen in september 2008 een brief, waarmee zij zich eenvoudig kunnen aansluiten bij dit meldpunt. Met de aansluiting bij PrikPunt voldoet u aan de eis van de Arbeidsinspectie om een protocol te hebben voor de afhandeling van prikaccidenten. Reden om nog eens het belang van het PrikPunt onder uw aandacht te brengen.
Directe diagnostiek Naast een snelle diagnose dient een verloskundige ook rekening te houden met de nieuwe LCI-protocollen (Landelijke Commissie Infectieziekten). Deze zijn op 1 januari 2007 aangepast. Hierin staat dat bij prikaccidenten met een hoog besmettingsrisico, waarbij er dus kans is op besmetting met hepatitis B, C en HIV, binnen 2 uur een diagnose gesteld moet zijn én de eerste interventies moeten plaatsvinden. Bij accidenten met een laag risico, waarbij er kans is op besmetting met hepatitis B, dient dit binnen 24 uur te gebeuren. Wanneer u bij PrikPunt bent aangesloten, bent u verzekerd van directe diagnostiek.
Besmettingsgevaar in de verloskundigenpraktijk Een ‘prikaccident’ is een verzamelnaam voor prik-, snij-, bijt- of spatongevallen waarbij iemand in contact komt © Hans Oostrom, Den Haag
met het bloed van een ander. Verloskundigen hebben intensief contact met cliënten en daarbij hebben ze een reële kans op accidenten met bloed en andere lichaamsvloeistoffen. Met name bij de volgende handelingen is reëel kans op een prik-, snij-, bijt- of spatongeval: • Prikaccidenten bij injecteren, bloed afnemen en infuussysteem aanleggen (incidenteel); • Snij-accidenten bij hechten;
Landelijk meld- en adviespunt
• Spataccidenten tijdens de bevalling;
PrikPunt biedt eerste hulp bij prikaccidenten: verlos-
• Bijt- en of krabaccidenten bij emotionele cliënten (en
kundigen kunnen 24 uur per dag, 7 dagen per week, terecht bij het landelijke meld- en adviespunt. Deze
eventueel de partner); • Prik- of snij-accidenten tijdens het schoonmaken van instrumentarium na de bevalling.
telefonische helpdesk is bereikbaar via het centrale telefoonnummer 0800 - 77454636 en wordt bemand
Prikpunt Helpdesk 0800-77454636 Hierdoor lopen verloskundigen het risico op besmetting
door medisch geschoold personeel, met als achterwacht
met bijvoorbeeld de bloedoverdraagbare aandoeningen
artsmicrobiologen (medisch specialisten). Aan de hand
hepatitis B, hepatitis C of HIV. Een razendsnelle diagnose
van het LCI-protocol bepalen zij, eventueel in overleg
is hierbij van groot belang, ingeval er werkelijk sprake is
met een artsmicrobioloog of AIDS-behandelaar, hoeveel
van besmetting, om deze direct te bestrijden.
risico u of uw medewerker loopt op besmetting met een bloedoverdraagbare aandoening.
Annemarie Meiberg en Janet Warmelts zijn consultant
Is behandeling nodig? Dan adviseert Prikpunt de verlos-
PrikPunt/Keurcompany. Dit artikel is tot stand gekomen in
kundige een behandeladvies waarbij precies wordt aan-
samenwerking met Anke Oostveen, beleidsmedewerker
geven welke stappen gezet moeten worden om een
belangenbehartiging KNOV
adequate afhandeling te waarborgen. Deze landelijke TvV mei 2009 • KNOV
9
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 10
KNOV opvang bij prikaccidenten is uniek in Nederland.
• zorg dat de cliënt op de hoogte is van de te onder-
Met PrikPunt is de verloskundige verzekerd van een
nemen handeling, zodat onverwachtse bewegingen
professionele diagnose, snelle behandeling en goede
(waarbij kans bestaat dat de hulpverlener zich
nazorg bij prikaccidenten door heel Nederland.
verwondt aan de naald) voorkomen kunnen worden; • onderneem direct actie als u te maken krijgt met een
Prikaccidenten voorkómen
prik-, bijt- , spat- of snij-accident.
PrikPunt registreert alle binnengekomen meldingen en evalueert deze iedere week. Dit geeft belangrijke infor-
Meer informatie en kosten aansluiting
matie om prikaccidenten voor te zijn. PrikPunt kan verlos-
Heeft u vragen over de diensten van PrikPunt of wilt u
kundigen ook preventief vaccineren voor aandoeningen,
zich aansluiten bij PrikPunt? Dan kunt u bellen met het
zoals hepatitis B. Uit de evaluatie van de binnengekomen
secretariaat van PrikPunt: 073-6456491.
meldingen bij PrikPunt zijn de volgende preventieve
Voor € 75,- per jaar - voor een praktijk tot en met vijf
adviezen te geven:
medewerkers - kunt u zich aansluiten bij PrikPunt. Vanaf
• schuif nooit het hulsje waarin de naald verpakt zat
de zesde medewerker betaalt u € 5,25 per persoon
terug over de gebruikte naald. Zorg ervoor dat de
extra. Is behandeling noodzakelijk dan worden er één-
naald meteen na de handeling wordt gedeponeerd in
malige kosten van € 350,- berekend. In overleg kan de
een naaldencontainer;
verloskundige de behandeling ook zelf in gang zetten. ■
• zorg ervoor dat naaldencontainers niet te vol zijn en dat volle containers op tijd vervangen worden;
De specialist voor verloskundigen Verzekeringen Hypotheken
Financieringen Contracten
MedZorg® pakket: beroepsaansprakelijkheids- en rechtsbijstandsverzekering met een auto- en verloskofferverzekering Tot 12,5% korting op een nieuwe of bestaande arbeidsongeschiktheidsverzekering Uitgebreid informatiepakket voor starters Financieringen en hypotheken voor starters Speciale tarieven voor echoscopistes Geen lidmaatschapsbijdrage Voor meer informatie en voorwaarden bel ons kantoor of bezoek onze website
10
tel 030 252 66 55
www.sikkingadvies.nl
postbus 36
3730 AA De Bilt
TvV mei 2009 • KNOV
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 11
KNOV
Nieuwe en herziene NVOG richtlijnen van 2008 Team richtlijnontwikkeling KNOV [*]
De Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) heeft in 2008 een aantal nieuwe en herziene perinatologische richtlijnen gepubliceerd. Voor klinisch verloskundigen zijn deze richtlijnen relevant voor hun dagelijks werk. Voor eerstelijns verloskundigen zijn NVOG-richtlijnen informatief. Ze beschrijven het obstetrisch beleid in de tweede- en derdelijn. Kennis van deze richtlijnen is van belang in het gesprek met cliënten en voor de samenwerking met de behandelend gynaecoloog.
van vaginaal bloedverlies in de tweede helft van de zwangerschap worden wel genoemd maar niet uitgebreid behandeld. Het algemene beleid omtrent deze ernstige complicaties wordt in de richtlijn helder beschreven. Bij abruptio placentae blijft de klinische diagnose voorop staan, en wordt het beleid bepaalt door de ernst van de abruptio, de toestand van het kind en de zwangerschapsduur. Bij placenta praevia en vasa praevia is de diagnostiek in de loop der jaren verschoven naar bevindingen bij (routinematige) echoscopie, met name sinds de opkomst van het SEO. Bij 5% van de zwangeren wordt bij 20 weken een
Het betreft de richtlijnen:
placenta dicht bij het ostium gezien, a terme is de
• Vaginaal bloedverlies in de tweede helft van de
incidentie bij zwangeren die geen sectio caesarea in de
zwangerschap
anamnese hebben ongeveer 0,25%. Deze incidentie
• Stuitligging
stijgt, afhankelijk van het aantal sectio’s in de anamnese
• Preventie van groep-B-streptococcen ziekte
tot 10%. Het beleid ten aanzien van de partus is
• Foetale groeibeperking
afhankelijk van het klinische beeld.
• Schouderdystocie
Een vasa praevia is veel zeldzamer, de richtlijn noemt een incidentie van 1 per 2500-6000 partus. De kinderlijke
Het zijn vijf monodisciplinaire richtlijnen. Ze gaan in
sterfte bij dit ziektebeeld is zeer groot als de vasa praevia
principe over de zorg aan cliënten die in de tweede- of
tijdens de partus wordt ontdekt. De NVOG-werkgroep
derdelijn onder behandeling zijn. NVOG richtlijnen
adviseert daarom om, als er een laagliggende placenta
vervangen niet de Verloskundige Indicatielijst (VIL)2003.
gevonden wordt bij echoscopisch onderzoek tijdens de
Dit artikel is bedoeld als een leeswijzer bij de nieuwe
SEO of in het derde trimester, ook de navelstrenginsertie
richtlijnen van 2008. We willen op deze manier verlos-
te bepalen. Op die manier zou een eventuele vasa praevia
kundigen kort informeren over de inhoud en eventuele
antenataal opgespoord kunnen worden. Dit is echter (op
implicaties voor verloskundig beleid en samenwerking
dit moment) geen vast onderdeel van het modelprotocol
tussen eerste- en tweedelijn.
van de SEO.
In dit tijdschrift zijn eerder al de vijf perinatologische
Op één punt correspondeert de richtlijn niet met de
NVOG richtlijnen uit 2007 besproken (herhaalde
verloskundige indicatielijst, namelijk daar waar het gaat
miskraam, trombocytopenie, preventie recidief spontane
om terugverwijzing naar de eerstelijn. Herhaaldelijk of
vroeggeboorte, serotiniteit)[1].
voortdurend bloedverlies, ook zonder duidelijke oorzaak in
De volledige tekst van de richtlijnen is te vinden op de
de tweede helft van de zwangerschap is geassocieerd met
NVOG website (surf naar www.nvog.nl –> professionals
vroeggeboorte, vruchtdood en congenitale afwijkingen.
–> richtlijnen –> perinatologie).
De NVOG-richtlijn stelt daarom dat tweedelijns zorg is geïndiceerd, ook als het bloedverlies is gestopt. Alleen de
Vaginaal bloedverlies in de tweede helft van de zwangerschap
zwangere met eenmalig bloedverlies, zonder belastende
De nadruk in de richtlijn ligt bij bloedverlies uit de uterus
huidige VIL staat het volgende: nadat het bloedverlies
en op de meer acute situaties: abruptio placentae,
gestopt is, kan de begeleiding weer in de eerstelijn
placenta praevia en vasa praevia. De overige oorzaken
plaatsvinden, als er geen verdere belastende oorzaken
oorzaak, kan weer in de eerstelijn onder controle. In de
zijn gevonden. Bij de nieuwe versie van de VIL (zie kader [*] contactpersoon: Pien Offerhaus,
[email protected]
op pagina 13) zou dit een punt van aandacht moeten zijn. TvV mei 2009 • KNOV
11
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 12
KNOV Stuitligging
bezwaren van de verschillende strategieën het lastig een
In deze herziene richtlijn wordt ruim aandacht besteed
keuze te maken.
aan de discussie over de primaire sectio dan wel vaginale
In de Verenigde Staten worden bijvoorbeeld alle zwangeren
baring bij a terme stuitligging. Ook de maternale
getest op GBS dragerschap. Dragers worden durante partu
morbiditeit én de risico’s voor moeder en kind bij een
behandeld met antibiotica. In Nederland is ongeveer
volgende zwangerschap komen aan bod. De discussie in
20% van de zwangere vrouwen drager. Het risico op
de internationale literatuur lijkt meer ruimte te geven aan
resistentievorming bij de bacterie is bij toepassing van
de afweging om een vaginale baring af te wachten dan
deze screeningsstrategie groot. Dit, terwijl GBS ziekte
direct na het uitkomen van de Term Breech Trial het geval
relatief zeldzaam is. Neonatale kolonisatie treedt op bij
was. De richtlijn stelt terecht dat de afwegingen voor de
ongeveer de helft van de dragers. Ongeveer 1% van
wijze van bevallen samen met de zwangere gemaakt
deze kinderen raakt geïnfecteerd. Dit leidt er toe dat,
dienen te worden.
wanneer er geen preventief beleid zou zijn, naar schat-
De richtlijn beveelt aan om alle zwangeren met een kind
ting 30 pasgeborenen per jaar overlijden aan GBS ziekte
in stuitligging een uitwendige versie aan te bieden.
en 31 pasgeborenen langetermijngevolgen ondervinden
Daarmee zitten NVOG en KNOV op één lijn. De discussie
(bij 200.000 geboorten per jaar)[3].
tussen KNOV en NVOG over de randvoorwaarden waar-
In de strategie, waarbij iedereen wordt gescreend, maar
onder deze moet worden aangeboden blijft echter bestaan.
alleen de vrouwen met een risicofactor worden behandeld,
De NVOG-richtlijn noemt CTG controle en de mogelijk-
krijgt 4% antibiotica. Dit geeft een vergelijkbare preventie-
heid tot het direct uitvoeren van een sectio caesarea als
graad als het preventief behandelen van alle draagsters.
randvoorwaarden voor het uitvoeren van een uitwendige
Screenen van alle zwangeren legt echter grote financiële
versie. Impliciet wordt daarmee de uitvoering in een eerste-
en organisatorische druk op de gezondheidszorg in de
lijnssetting afgeraden. Dit advies wordt echter niet goed
eerste- en tweedelijn.
wetenschappelijk onderbouwd. Er worden geen aan-
Een veelbelovende optie die de richtlijn noemt, is die van
bevelingen gedaan over kwaliteitsbewaking van de uit-
vaginale desinfectie met een chloorhexedinegel. Hiermee
wendige versie, waaronder adequate registratie van de
kan een reductie van circa 17% in verticale transmissie
versiepogingen en goede counseling voor deze interventie.
van GBS worden bereikt. Er is nog te weinig onderzoek
Naar de mening van de NVOG-werkgroep zou bij een
verricht om de werkelijke effectiviteit daarvan vast te
(vermoeden van) stuitligging vanaf 36 weken de
stellen. Preventie met chloorhexedine is nog niet in
begeleiding in de tweedelijn plaats dienen te vinden. De
gebruik in de praktijk. Het zou wel een eenvoudig,
VIL spreekt echter van een bestaande liggingsafwijking
goedkoop en veilig alternatief zijn dat goed in de eerste-
in de a terme periode, dus niet al vanaf 36 weken. De
lijn kan worden toegepast.
overwegingen om af te wijken van de bestaande multi-
Foetale Groeibeperking
disciplinaire afspraken worden niet genoemd.
Deze richtlijn is een update van de richtlijn Negatieve
Preventie van neonatale groep-B-streptococcen ziekte (GBS-ziekte)
Dyscongruentie. Er is voor de term ‘foetale groei-
De herziene versie van deze richtlijn, die de NVOG samen
term ‘fetal growth restriction’. Deze terminologie wijkt af
met de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde
van de huidige VIL waar wordt gesproken over foetale
ontwikkelde, verschilt weinig van de oude uit 1998. De
groeivertraging.
aanbeveling blijft staan om zwangeren, die drager zijn
De bespreking van oorzaken en risicofactoren aan de hand
van GBS, durante partu te behandelen met antibiotica,
van recente literatuur is een prettige, snelle opfrisser van
indien er tevens sprake is van een risicofactor. De risico-
de kennis. De belangrijkste risicofactoren zijn een eerdere
factoren zijn: premature partus, langdurig gebroken
geboorte van een klein kind, een eerdere doorgemaakte
vliezen, eerder kind met GBS-ziekte, koorts durante partu
preterme pre-eclampsie en maternale ziekten zoals
en ernstige GBS kolonisatie. De beslisboom uit de vorige
chronisch hypertensie. Daarnaast zijn diverse maternale
richtlijn (wanneer welke actie uitvoeren?) is overgenomen.
kenmerken (zoals BMI<19, roken, lage sociaal economi-
De vorige richtlijn werd echter landelijk slecht opgevolgd .
sche status, leeftijd > 40 jaar) geassocieerd met een ver-
De auteurs van de richtlijn hebben intensieve pogingen
hoogd risico op beperking van de foetale groei. Tijdens de
ondernomen om nationaal tot een nieuw, multidisciplinair
zwangerschap is een sterke relatie tussen hypertensieve
beleid te komen. Helaas kwam het niet tot consensus.
aandoeningen en groeibeperking.
Voor de verschillende preventiestrategieën (ook de huidige)
Opsporing van een groeibeperking is en blijft lastig, blijkt
is namelijk onvoldoende wetenschappelijk bewijs.
uit de literatuurbespreking. De betrouwbaarheid van
Daarnaast maken medische, financiële en organisatorische
gewichtsschattingen tijdens de zwangerschap is beperkt.
[2]
12
TvV mei 2009 • KNOV
beperking’ gekozen, als vertaling van de Angelsaksische
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 13
KNOV Uitwendige palpatie blijft de standaardmethode voor de
Richtlijnenoverleg tussen NVOG en KNOV
eerste opsporing, ook in de tweedelijn. Als er een vermoeden is op een foetale groeibeperking, dient de
Afstemming tussen KNOV en NVOG richt-
groei door herhaalde echometing te worden geëvalueerd.
lijnen staat hoog op de agenda. Al enkele
Als er sprake blijkt van een foetale groeibeperking, is het
jaren vindt er regelmatig overleg plaats
verdere beleid gebaseerd op het volgen van de foetale
tussen de Commissie Richtlijnen van de NVOG
conditie (dmv o.a. Doppler-metingen en CTG) en het
en de KNOV over het afstemmen en com-
bepalen van het juiste geboortemoment. Over dit laatste
mentaar leveren op wederzijdse richtlijnen.
wordt op dit moment een groot Nederlands multicenter
Deze afstemming kan verbeterd worden.
onderzoek (DIGITAT) afgerond. De eerste voorlopige
Door de sterk verschillende procedures van
resultaten worden op het gynaecongres in juni 2009
de KNOV en de NVOG voor het maken en
gepresenteerd.
goedkeuren van richtlijnen is dit soms nog
De VIL 2003 meldt een overlegsituatie wanneer er sprake
lastig.
is van verdenking op foetale groeivertraging. In deze tweedelijnsrichtlijn wordt verder geen uitspraak gedaan
De KNOV heeft een team van beleidsmede-
over het moment van verwijzing van de eerste- naar de
werkers tot haar beschikking voor de richt-
tweedelijn. Wel meldt deze richtlijn dat indien er bij her-
lijnontwikkeling. Dit team organiseert de
haalde echo en een normale Doppler sprake blijkt te zijn
commentaarfase van haar eigen richtlijnen,
van normale groei er geadviseerd wordt een zwangere
onder toezicht van de Verloskundige
terug te verwijzen naar de eerstelijn.
Adviesraad Standaarden (VAS). Zij betrekt
De KNOV is in 2008 gestart met een richtlijn over dit
daarbij, naast verloskundigen uit eerste en
onderwerp. Daarin zal aandacht komen voor de termino-
tweede/derde lijn, altijd enkele NVOG-leden.
logie, de opsporing in de eerste lijn en de rol die echo-
Deze worden uitgenodigd in samenspraak
scopie daarin heeft. Ook de samenwerking en verwijzing
met de Commissie Richtlijnen van de NVOG.
tussen eerste- en tweedelijn komen aan de orde.
De uiteindelijke richtlijn wordt eerst goedgekeurd door de VAS, en vervolgens defini-
Schouderdystocie
tief vastgesteld door het KNOV-bestuur.
De richtlijn Schouderdystocie is een zeer heldere en goed onderbouwde richtlijn die ook prima gebruikt kan worden
Bij de NVOG worden de perinatologische
door verloskundigen uit de eerstelijn en als uitgangspunt
richtlijnen door een vrijwillige werkgroep van
voor afspraken in VSV-verband. Bijvoorbeeld over het te
praktiserende gynaecologen, voornamelijk
volgen beleid of over overdracht van de gewenste
werkzaam in de perinatologische centra,
gegevens bij vermoeden op macrosomie of bij schouder-
opgesteld. Deze zogeheten Otterlogroep legt
dystocie in de anamnese.
de conceptrichtlijnen voor aan de Commissie
Het te volgen beleid en de uit te voeren manoeuvres
Richtlijnen van de NVOG. In principe worden
worden helder en puntsgewijs opgesomd. Belangrijk
de conceptrichtlijnen aan de KNOV voor-
aandachtspunt (ook voor de eerstelijn) is onder andere
gelegd voordat deze op de ledensite van de
het goed vastleggen van gegevens van de partus bij het
NVOG worden geplaatst. Via de NVOG-
optreden van een schouderdystocie, met het oog op het
ledensite worden vervolgens de NVOG-leden
beleid bij een volgende partus. Zoals het beschrijven van
uitgenodigd om commentaar te leveren.
de schouderdystocie als complicatie, de toegepaste
Uiteindelijk beslist de algemene leden-
manoeuvres en hun volgorde en de tijdsduur tussen de
vergadering van de NVOG over definitieve
geboorte van het hoofd en de geboorte van het hele
goedkeuring.
kind. Ook het opstellen van een beleidsadvies voor een volgende partus hoort daarbij.
Voor een goede afstemming is het ook nodig
De richtlijn beschrijft een aantal handelingsopties, die in
dat de verloskundige indicatielijst uit 2003
een (niet dwingende) volgorde kunnen worden uitgevoerd
word herzien. Daarvoor is een gezamenlijke
om de schouderdystocie op te heffen. Opvallend is dat
aanvraag van de NVOG en de KNOV gedaan
de all-fours methode als een van de laatst uit te voeren
bij ZonMW. Waarschijnlijk start dit project in
manoeuvres aan bod komt. In een aantal situaties kan
de zomer van 2009. Binnen dit project zal
deze methode voordeel opleveren. Voor wie er vertrouwd
gewerkt worden aan betere procedures
mee is, is te overwegen deze methode al eerder toe te
voor de afstemming tussen KNOV- en NVOG-
passen. Bijvoorbeeld voor vrouwen met obesitas of
richtlijnen. TvV mei 2009 • KNOV
13
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 14
KNOV bekkenproblematiek, voor wie het maximaal flecteren van de benen moeizaam kan zijn. Volgens de auteurs van de klinische les uit het NTvG van juli 2007 hoeft een [4]
epiduraal geen belemmering te vormen voor het uitvoeren van de all-fours manoeuvre. Ervaring en handigheid door training verbetert de uitvoering van de manoeuvres. De richtlijn beveelt dan ook het volgen van simulatietrainingen aan voor iedereen die betrokken is bij de begeleiding van partus op de verlos-
Nieuwe cursus Toetsgroepbegeleider ITV
kamers. Vertaald naar de thuissituatie zou het ook een overweging moeten zijn om kraamverzorgenden bij
Erna Ponds en Mieke Aitink
trainingen te betrekken, bijvoorbeeld bij de scholingen aan de verloskunde academies. ■
Gezien het aantal nieuwe aanvragen voor de cursus staan er voor het najaar 2009 twee nieuwe cursussen gepland.
Referenties 1. Offerhaus P. en Rijninks-Van Driel, G. Nieuwe NVOG richtlijnen verschenen. Tijdschr v Verlosk. 2007;32(9):10-13. 2.Wouters MGAJ. Preventie van neonatale infectie met groep B strepto-
De voorwaarde voor deelname aan de cursus is dat u na
kokken: onduidelijk welke strategie de beste is. Ned Tijdschr Geneeskd.
de training, behoudens calamiteiten, minimaal één jaar
2007 20 januari;151(3), p169-71.
als toetsgroepbegeleider functioneert. Hiervoor zijn
3. Rijnders MEB e.a. Kosteneffectiviteitsanalyse van verschillende strate-
verschillende mogelijkheden: als tweede toetsgroep-
gieën ter preventie van neonatale infectie met groep B-streptokokken. Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151(3), p189-93.
begeleider in een bestaande toetsgroep (in verband met
4.Coppus SFPJ; Langenveld J, Oei SG. Een onderschatte techniek voor het
de continuïteit raden wij u dat zeker aan), als opvolger
opheffen van schouderdystocie: baren op handen en knieën (‘all-fours
van een toetsgroepbegeleider die gaat stoppen, of u
manoeuvre’). NTvG 2007;151(27):1493-97.
gaat (al of niet samen met een andere toetsgroepbegeleider) een toetsgroep starten.
Data cursussen toetsgroepbegeleider ITV Cursus 1 Op 15 en 24 september en op 8 oktober 2009 Aanmelden tot uiterlijk 10 augustus 2009. Cursus 2 Op 17 november en op 3 en 15 december 2009 Aanmelden tot uiterlijk 19 oktober 2009. De cursus bestaat uit drie verplichte dagen waarin een
eerstelijns Verloskundigen
vaste, logische opbouw zit. De belangrijkste thema’s die in de cursus aanbod komen zijn: de ITV toetsingscyclus, opstarten van een ITV toetsgroep, vergadervaardigheden. De opzet van de training is zoveel mogelijk interactief.
60% en 70%
De cursus is geaccrediteerd voor 18 punten (mits u alle
zijn welkom bij Zorggroep Almere
drie de cursusdagen volgt), voor KNOV leden zijn er geen kosten aan verbonden, u ontvangt reiskostenvergoeding. Aanmelden cursus toetsgroepbegeleider bij: Ingrid Buiten, secretaresse afdeling Kwaliteit en Richtlijnontwikkeling; E:
[email protected] Voor meer informatie zie KNOV website. ■
Erna Ponds is trainer/beleidsmedewerker en Mieke Aitink is beleidsmedewerker deskundigheidssolliciteer via www.zorggroep-almere.nl/werkenbij
14
TvV mei 2009 • KNOV
bevordering
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 15
WETENSCHAP
Screening op transiënte leukemie bij kinderen met Down syndroom M. Blink, J.P. van Wouwe, E.R. van Wering, V.H.J. van der Velden, C.M. Zwaan
Samenvatting
leukemiecellen in het bloed voorkomen die wordt aan-
Kinderen met Down syndroom (DS) hebben een verhoogde
geduid als ‘transient myeloproliferative disease’ of
kans op het ontwikkelen van leukemie. Deze leukemieën
‘transiënte leukemie’ (TL). De meeste kinderen met TL
verschillen in karakteristieken vergeleken met leukemie
hebben geen symptomen. Echter, in geval van ernstige
bij kinderen zonder DS.
symptomatologie is behandeling met lage doses chemo-
Ongeveer 10% van de pasgeborenen met DS ontwikkelt
therapie noodzakelijk; een klein deel van de patiënten
een tijdelijke ophoping van leukemiecellen in het bloed
overlijdt zelfs aan de ziekte. Tot op heden worden pasge-
die wordt aangeduid als ‘transient myeloproliferative
borenen met Down syndroom niet standaard gescreend
disease’ of ‘transiënte leukemie’ (TL). Transiënte leukemie
op TL. Om deze transiënte leukemie nader te bestuderen
blijkt te ontstaan tijdens de foetale hematopoïese (bloed-
is in Nederland vorig jaar een studie- en behandelprotocol
vorming) in de lever. De meeste kinderen met TL hebben
gestart, in samenwerking met de Stichting Kinder-
geen klachten waardoor de diagnose makkelijk gemist kan
oncologie Nederland (SKION).
worden. Als er klachten zijn (symptomatische TL) wordt de diagnose meestal in de eerste 2 levensweken gesteld.
Downsyndroom en transiënte leukemie
Twintig procent van de TL patiënten ontwikkelt vervolgens
Bij neonaten met Down syndroom kan een tijdelijke
myeloïde leukemie. Om de behandeling en overleving
ophoping van leukemiecellen in het perifere bloed voor-
van kinderen met TL te verbeteren, en om te bestuderen
komen die wordt aangeduid als ‘transient myeloprolifera-
of overgang naar myeloïde leukemie voorkomen kan
tive disease’ (TMD) of ‘transiënte leukemie’ (TL).
worden met tijdige behandeling van TL, is in Nederland
Transiënte leukemie blijkt te ontstaan in de lever waar
vorig jaar een studie- en behandelprotocol gestart.
voor de geboorte het bloed wordt aangemaakt. Bij kinderen met Down syndroom wordt de bloedaanmaak
Inleiding
gekenmerkt wordt door een afwijkende toename van de
Als verloskundige bent u bekend met de meest voor-
voorlopercellen van de bloedplaatjes en rode bloedcellen.
komende afwijkingen die bij het syndroom van Down
Bij een deel van de kinderen mondt dit uit in een clonale
aanwezig kunnen zijn, zodat u bij verdenking op DS de
expansie (vorming van een grote groep cellen uit één
ouders adequaat kunt informeren. Een aspect wat
enkele cel) die TL genoemd wordt. In die gevallen blijkt
meestal onvoldoende aandacht krijgt is dat kinderen met
er een mutatie te zijn opgetreden in het GATA1-gen.
DS ook een verhoogde kans hebben op het krijgen van
Dit GATA1-gen reguleert de ontwikkeling van de bloed-
leukemie. Dat gaat zowel om acute myeloïde als om
plaatjes en rode bloedcellen en is gelegen op het
acute lymfatische leukemie, die vaak pas na het eerste
X-chromosoom[1,2]. Deze mutaties zijn specifiek voor TL
levensjaar optreden. Daanrnaast kan bij pasgeborenen
(en ML-DS, zie verder)[3,4] en zijn uniek voor iedere patiënt.
met Down syndroom een tijdelijke ophoping van
De frequentie van TL wordt geschat op 10%, echter dit is alleen onderzocht in een geselecteerde ziekenhuis-
M. Blink is werkzaam op de afdeling Kinderoncologie /
populatie[5]. De daadwerkelijke frequentie ligt derhalve
Hematologie van het Erasmus MC- Sophia te Rotterdam
waarschijnlijk hoger.
J.P. van Wouwe is verbonden aan de Werkgroep Down Syndroom NVK, TNO-KvL, Leiden
Klinische verschijnselen
E.R. van Wering is werkzaam bij de Stichting Kinderoncologie
De meeste kinderen met TL hebben geen klachten
Nederland, Den Haag
waardoor de diagnose makkelijk gemist kan worden.
V.H.J. van der Velden is werkzaam op de afdeling Immunologie,
Als er symptomen zijn wordt de diagnose meestal in de
Erasmus MC, Rotterdam
eerste twee levensweken gesteld. In een recente studie
C.M. Zwaan is werkzaam op de afdeling Kinderoncologie /
van Klusmann et al.[6], worden als meest voorkomende
Hematologie van het Erasmus MC- Sophia te Rotterdam
symptomen beschreven: vergrote lever (60%), vergrote
Correspondentie-adres: M. Blink,
[email protected]
milt (42%), vochtophopingen in borst- of buikholte in TvV mei 2009 • KNOV
15
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 16
WETENSCHAP resp 23% en 12% en hydrops foetalis in 7%. In deze
Stand van zaken
studie was er bij 66% van de kinderen met TL sprake van
Sinds de start van deze studie in januari 2008 zijn er
spontaan herstel. Negen procent (9%) van de patiënten
inmiddels 85 patiënten geïncludeerd en gescreend door
is overleden aan complicaties gerelateerd aan TL, en 19%
de SKION. Er zijn 200 kinderen met syndroom van Down
werd behandeld met lage doses cytarabine (chemo-
aangemeld bij het NSCK (Nederlands signaleringscentrum
therapie). De vijfjaars ziektevrije overleving was 85%.
Kindergeneeskunde).
Ongeveer 20% van de kinderen met TL ontwikkelt later ‘echte acute leukemie’ (Myeloid Leukemia of Down
Voorlopige resultaten
Syndrome, ML-DS), meestal op de leeftijd van één tot
Van de eerste 85 gescreende kinderen bleken er
vier jaar[4].
13 transiënte leukemie te hebben. Dit percentage is
Deze vorm van leukemie is een specifieke vorm die alleen
waarschijnlijk te hoog, omdat screening meer plaats
voorkomt bij kinderen met Down syndroom en verschilt
vindt als er symptomen zijn.
in karakteristieken met acute leukemie die voorkomt bij
behandelde patiënten:
non-DS patiënten[7]. Het is niet bekend of ML-DS voor-
• 1 patiënt (asymptomatisch) is behandeld ivm hoge
komt zonder voorafgaande TL.
MRD (minimale restziekte) op week 8. Follow up op week 10 toonde opnieuw hoge MRD, maar door co-
Onderzoeksvragen
morbiditeit (hartchirugie) is een 2e kuur chemotherapie
Een belangrijke en tot op heden onbeantwoorde vraag is
niet gegeven. Een (extra) controle-sample op week 19
of behandeling van kinderen met TL de ontwikkeling van ML-DS op latere leeftijd kan voorkomen. Tot op heden worden pasgeborenen met Down syndroom echter niet
toonde geen MRD meer. • 2 patiënten zijn behandeld ivm symptomen met goede respons.
standaard gescreend op TL. In Nederland is daarom per
Week 8 follow-up MRD van de patiënten was onder de
1 januari 2008 een protocol geopend waarin:
behandelgrens.
• We er naar streven van alle pasgeborenen met Down
6 onbehandelde patiënten:
syndroom in de eerste vier weken na de geboorte een bloedmonster te analyseren op de aanwezigheid van TL. Het doel is om ongeveer 900 kinderen te screenen. • Indien TL wordt vastgesteld, wordt geadviseerd de betreffende patiënt naar een kinderoncologisch
• Van 1 patiënt is er geen sample ontvangen op week 8, echter bij een latere controle (week 19) had deze patiënt nog hoge MRD. • 5 patiënten hadden lage MRD op week 8 en dus geen indicatie voor behandeling.
centrum te verwijzen, waar beoordeeld zal worden of
• 1 patiënt is net geïncludeerd, het week 8 sample volgt.
er een behandelindicatie bestaat. Dat hangt enerzijds
3 kinderen overleden:
af van de symptomen die door de TL veroorzaakt zijn,
• 2 patiënten zijn overleden na behandeling voor
en anderzijds van het verdwijnen van de TL cellen uit
symptomatische TL. Echter, de doodsoorzaak was niet
het bloed. Bij kinderen met weinig symptomen en snel
gerelateerd aan de TL. In een van deze patiënten zijn
verdwijnen van de TL cellen zal worden afgewacht. De
bij een leverbiopsie postmortem afwijkingen gevonden
patiënten met evidente symptomatologie en ook de
passend bij TL.
patiënten met persisterende TL cellen in het bloed (zgn MRD- minimale restziekte) zullen behandeld worden
• 1 patiënt overleed 1 dag postpartum (deels door TLgerelateerde complicaties: hydrops foetalis).
(ook indien deze laatste categorie geen symptomen heeft). Deze MRD-bepaling vindt plaats op week 8.
Concluderend lijkt het protocol aan de verwachtingen te
Alle kinderen met TL zullen ook gevolgd worden op het
voldoen. Symptomatische patiënten worden nu tijdig
ontwikkelen van latere ML-DS. Een van de vragen die wij
behandeld met een uniforme behandelrichtlijn en enkele
daarmee ook hopen te beantwoorden is of de kinderen
niet symptomatische patiënten zijn geïncludeerd.
met TL die behandeld zijn minder vaak ML-DS ontwikkelen dan de onbehandelde kinderen. Als dit het geval is, wordt
Echter het percentage TL-patiënten is hoger dan verwacht.
screening op en behandeling van transiënte leukemie
Dit heeft waarschijnlijk te maken dat wel alle symptomati-
mogelijk standaard in de toekomst.
sche kinderen worden geïncludeerd, maar het percentage
Wij willen daarom uw medewerking vragen door bij elke
gescreende asymptomatische kinderen nog te laag is. ■
pasgeborene met Down syndroom aandacht te schenken aan deze studie. Idealiter wordt de bloedafname die hiervoor nodig is gecombineerd met de bevestiging van de
De literatuurverwijzingen treft u aan op pag. 16a van de
diagnose Down syndroom en daarbij is vroeg informeren
digitale versie van dit tijdschrift.
dus van belang. 16
TvV mei 2009 • KNOV
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
14:47
Pagina 17
WETENSCHAP
Rust en regelmaat: goed voor kind en ouders én hun interactie BE van Sleuwen, M.A. Blom,M.M. Boere-Boonekamp, M.P. L’Hoir De richtlijn ‘aanpak van excessief huilen’ is bedoeld
bineerd met inbakeren. Doel is om door het aanbieden
voor verpleegkundigen en artsen Jeugdgezond-
van regelmaat met een vaste volgorde in gebeurtenissen
heidszorg (JGZ). De JGZ-richtlijn beschrijft een
binnen de slaap-waakcycli, de baby voorspelbaarheid
methode waarin door regelmaat, voorspelbaarheid
te bieden. Door herkenning ‘weet’ het kind wat het
en prikkelreductie, extreem huilen bij zuigelingen
verwachten kan en zal het slapen tot hij of zij uitgerust
afneemt en ouders en kind tot rust kunnen komen.
wakker wordt, en drinken zoveel hij of zij nodig heeft.
De richtlijn is gebaseerd op wetenschappelijk onder-
De oververmoeidheid en daarmee het overmatig huilen
zoek en heeft een groot draagvlak binnen de JGZ.
zullen verdwijnen. Wat overblijft is het huilen dat goed
De 2008-versie van de richtlijn is geaccordeerd door
interpreteerbaar is. De lichaamstaal is weer ‘leesbaar’,
ActiZ, GGD Nederland en VNG. Enkele ketenpartners
waardoor de ouder weer sensitief responsief kan zijn.
hebben echter commentaar geleverd op de richtlijn.
Dit komt een gezonde hechting ten goede.
Overleg tussen deze organisaties en de Richtlijn Advies Commissie (RAC) van het RIVM/Centrum
Ontzeggen van sensitief responsieve zorg
Jeugdgezondheid heeft onvoldoende geleid tot
Eén van de bezwaren tegen de JGZ-richtlijn is dat met
afstemming. Eind januari is daarom besloten de
de aanpak van ‘in slaap laten huilen’ de baby sensitief
richtlijn voorlopig niet vast te stellen. Het RIVM is
responsieve zorg ontzegd wordt.
van mening dat het niet in het belang van kind en
Naar onze mening betekent sensitief responsieve zorg:
ouder is als professionals van mening verschillen
1. sensitief zijn voor het gedrag van het kind
over de aanpak van dit ernstige probleem. In het
2. dit op de juiste wijze interpreteren en
najaar van 2009 zal een werkgroep starten met het
3. een passende respons geven.
ontwikkelen van een multidisciplinaire richtlijn.
Sensitief responsieve zorg wordt uiteraard niet ontraden
Ook de KNOV is hierbij betrokken.
in de aanpak. Integendeel; cruciaal is evenwel dat het gedrag, met name het huilen, op de juiste wijze geïnterpreteerd wordt.
In twee artikelen in het januarinummer van dit tijdschrift
Dragen en troosten als reactie op een baby die huilt, is
zijn bezwaren geuit tegen de JGZ-richtlijn ‘Aanpak van
een adequate respons. Wanneer de baby huilt vanwege
excessief huilen bij zuigelingen’. Onderzoekers en mede-
honger, wat zeker het geval is na een poos slapen, is
opstellers lichten hier als reactie op de bezwaren de richt-
voeden, uiteraard, de passende respons: voeden op
lijn graag nog eens toe.
verzoek. Wanneer een gezonde baby na goed drinken, knuffelen en spelen gaat gapen/jengelen, is te slapen
Doel van de interventies
leggen een passende respons: slapen op verzoek.
De JGZ-richtlijn betreft twee interventies die gebruikt
Eenmaal in bed gelegd is oppakken van een moe kind
kunnen worden om overmatig huilen te reduceren: regel-
dat als reactie op het te slapen leggen eventjes gaat
maat en prikkelreductie, en dezelfde benadering gecom-
huilen, niet aan de orde. Even laten huilen is soms nodig om het kind de kans te geven zelf in slaap te vallen. Er is
Dr. BE van Sleuwen, Dr. MM Boere-Boonekamp en
evidentie dat extra dragen niet effectief is wanneer er
Dr. MP L’Hoir zijn verbonden aan TNO, Kwaliteit van Leven te
sprake is van excessief huilen.[1]
Leiden; MA Blom is verbonden aan het Therapeuticum te Utrecht
Onderdeel van de regelmaatadviezen is het stimuleren van
en Dr. A.C. Engelberts is verbonden aan het Maaslandziekenhuis
de zelfregulatie van de baby wat betreft in slaap vallen,
te Sittard
efficiënt drinken en eigen spel. Bij de meeste baby’s die
Correspondentie: M.P L’Hoir, TNO KvL, PB 2215, 2301 CE Leiden
overmatig huilen is deze zelfregulatie niet voldoende
De redactie heeft de reactie op de kritiek op de JGZ-richtlijn
ontwikkeld en is de lichaamstaal moeilijk te duiden door
‘aanpak van excessief huilen’ ingekort. De uitgebreide versie is op
de ouders. Daardoor kan, goedbedoeld, maar voor de
te vragen bij de redactie via
[email protected].
baby onvoorspelbaar ouderlijk gedrag ontstaan. TvV mei 2009 • KNOV
17
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 18
WETENSCHAP Bijvoorbeeld dragen, wiegen, rondjes rijden in de auto of
het huilen na ongeveer 10 tot 15 minuten in intensiteit
wipstoelgebruik in een poging het huilen te doen stoppen
afneemt en er steeds meer rustpauzes komen. Bij het
en de baby in slaap te krijgen. Zo ontstaat een negatieve
derde of vierde slaapje gaat het kind al vaak slapen
spiraal van hazenslaapjes of zelfs nauwelijks slapen, leidend
zonder te huilen. Wanneer het ander huilen dan bij
tot oververmoeidheid bij kind én ouder, met tenslotte
inslapen betreft, is het uiteraard aan de orde om het
een verhoogd risico op kindermishandeling.[2,3]
kind te troosten.
Om de negatieve spiraal te doorbreken zal het kind op
Belangrijk om te noemen is, dat in het onderzoek van
de eerste plaats moeten leren om zonder hulp te gaan
Sleuwen et al, deze methode waarbij de eierwekker op
slapen. Door de baby bij de eerste signalen van vermoeid-
15 tot 30 minuten kon worden gezet, werd toegepast.[4]
heid wakker in bed te leggen, gaat hij het bed als
Dit hulpmiddel kan in de praktijk de ene ouder steun
vertrouwde inslaapplek herkennen en ook als vertrouwde
bieden en de andere ouder niet. De jeugdverpleegkundige
plek waar hij weer wakker wordt. Door deze gewenning
bespreekt met de ouders de reden van gebruik, waarbij de
zal hij als vanzelfsprekend gaan slapen en slaapt dan de
ouder uiteraard de keuze heeft dit al dan niet te doen.
voor hem benodigde tijd. Bij de meeste kinderen zal dit zelf leren inslapen hooguit drie tot vier keer met huilen gepaard
Kort samengevat gaat het bij deze interventie om kort-
gaan, en dan ook met afname van duur en intensiteit.
durend laten huilen, opdat het kind de kans krijgt om zelf in slaap te vallen, waardoor de spiraal van steeds in slaap
De eierwekker
geholpen worden met hazenslaapjes en oververmoeid-
Enkel voor huilbaby’s die dit zelf in slaap vallen niet
heid als gevolg, doorbroken wordt. Het resultaat is: meer
gewend zijn luidt het advies alleen voor de eerste
slapen, overmatig huilen verdwijnt en alleen het huilen
2 dagen van de interventie om de eierwekker op
als signaal van honger, ongenoegen of pijn blijft over.
15-30 minuten te zetten. De eierwekker is slechts een
Het is dus een misverstand dat de interventie een lang-
houvast voor de ouder om zicht op de reële tijd te houden
durige periode betreft waarin ouders de baby consequent
(vijf minuten huilen lijken gevoelsmatig vaak een half
15 tot 30 minuten laten huilen totdat het in slaap valt.
uur) om zo het kind de kans te geven ongestoord zelf in
De reacties op de conceptrichtlijn laten ons zien dat de
slaap te leren vallen. De ouder kan wel gaan kijken, maar
richtlijn op dit punt meer duidelijkheid behoeft.
het is verstandig dat het kind op dat moment de ouder en troosten en dan weer weg gaan leidt tot heftig
In slaap laten huilen zou negatieve psychische of neuropsychologische gevolgen hebben
hernieuwd huilen. Terwijl als de ouder niet gezien wordt,
Voor zover bekend is er geen wetenschappelijk of op
niet kan zien. Menig ouder vertelt dat zichzelf laten zien
18
TvV mei 2009 • KNOV
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 19
WETENSCHAP ervaringspraktijk gebaseerde evidentie die dit aantoont.
scheidingen (3-6 uur per dag, gedurende 10-21 dagen).
Onderzoek van Van Sleuwen et al.(2006) heeft aangetoond
Kortdurende separaties (15 min per dag, gedurende
dat na het toepassen van de adviezen van regelmaat,
10-21 dagen) blijken juist positieve gevolgen te hebben.
voorspelbaarheid en prikkelreductie reeds na één week
Anisman et al. benoemen dit als een inentingseffect dat
het huilen van excessief huilende baby’s met 42% is
de pups weerbaarder maakt tegen toekomstige stressoren
afgenomen en na twee weken met 50%.[5] Op dag 2
en minder angstig.[12] Deze korte scheidingen worden
wordt ruim een uur langer geslapen (bij toepassing van
namelijk direct gecompenseerd door meer likken en
regelmaat én inbakeren reeds op dag 1). Vanaf dag 3 is
verzorgen door de moederrat.
de slaapduur 2 uur per dag langer. Gezien de positieve uitwerking die rust en regelmaat (al dan niet gecombineerd met inbakeren) heeft op huilen, slapen, drinken, attitude van de ouders, herstel van de interactie en het welzijn van de baby, is het ons inziens aannemelijk dat de kortdurende stress van het in slaap huilen geen blijvende negatieve gevolgen heeft. Bovendien blijkt uit een literatuuroverzicht dat geen van de gedragsmatige methodes die toegepast worden om te leren zelf in slaap te vallen, zoals het R&R-advies (rust en regelmaat) negatieve effecten heeft, maar wel positieve voor zowel kind als ouder.[18] Zo rapporteerden de ouders een snelle en dramatische verbetering in hun algehele psychische gesteldheid. Ook meldden ze dat de
In de rust en regelmaat (R&R) interventie blijkt dat de
doeltreffendheid van hun ouderschap en de tevredenheid
uitgeruste baby knuffelen en ander lichaamscontact beter
in hun relatie verbeterd was.[18]
kan ontvangen dan daarvoor. Het drinken, direct aansluitend op de slaap, verloopt beter. Ook de zorg door de
Negatieve effecten werden geopperd door Nossent van
nu uitgeruste ouder verloopt beter en meer ontspannen.
het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). De
Het in slaap laten huilen zou leiden tot aangeleerde
literatuur waarop dit gebaseerd is, betreft speculaties en
hulpeloosheid. De interventie zoals aanbevolen in de
veronderstellingen , of studies over trauma’s na
JGZ-richtlijn, leidt echter tot verdwijnen van overmatig
seksuele of fysieke mishandeling, dood van een ouder,
huilen, het normale huilen als signaal blijft over.
[6]
[7]
oorlogsgeweld, etc.
[8,9]
Daarnaast gaat het NIP voorbij aan
een recent overzichtsartikel over de neurobiologie van stress en ontwikkeling.
[10]
Hierin wordt niets genoemd
Lichaamstaal wordt duidelijker, waardoor de interactie tussen ouder en kind verbetert, en het kind ontvankelijker is voor knuffelen en lichamelijk contact. Deze kinderen
over het in slaap laten huilen als een stressvolle gebeur-
vertonen dus totaal niet het apathische gedrag dat ken-
tenis die een mogelijk traumatische invloed zou hebben.
merkend is voor aangeleerde hulpeloosheid.
Relevant is ook het onderzoek van White et al. (2000) baby’s niet verschilt van die van niet-huilbaby’s.[11]
De hechting tussen moeder en kind zou gevaar lopen
Veelzeggend is ook dat wanneer op ‘crying’ en ‘trauma’
Volgens het NIP zou in onderzoeken naar de ontwikkeling
wordt gezocht via ‘Web of Science’, er geen artikelen
van veilige hechting bij herhaling gevonden zijn dat er een
gevonden worden die beschrijven dat veel huilen of veel
positief verband bestaat tussen snel oppakken en
laten huilen een trauma is. Wel wordt gevonden dat veel
troosten en afname van huilen. Het NIP verwijst naar:
huilen een risicofactor is voor ‘head trauma’ en ‘shaken
Bell en Ainsworth (1972) en Van IJzendoorn & Hubbard
baby syndrome’.[2] Het NIP haalt ook onderzoek aan met
(2000).[13,14] Van IJzendoorn & Hubbard (2000) vonden
rattenpups naar de negatieve gevolgen van onthouding
echter, in tegenstelling tot wat ze verwachtten, dat hoe
van zorg. Uit bestudering van deze literatuur (studies van
vaker moeders de huiltjes van hun kinderen negeerden in
Anisman et al. (1998), en Francis & Meaney (1999)) blijkt
de eerste negen weken, hoe minder vaak deze kinderen
evenwel dat zaken door elkaar worden gehaald.[12,13]
in de tweede negen weken huilen.[14] Zij vonden ook dat
Kortdurende, herhaalde separatie van moederlijke zorg
snel reageren in de eerste negen weken geassocieerd is
zou langdurige negatieve gevolgen hebben voor de
met een onveilig-vermijdende hechting op een leeftijd
fysieke en psychische gezondheid van rattenpups.
van 15 maanden. Deze studie weerspreekt daarmee de
Vervolgens worden echter de negatieve effecten genoemd
bevindingen van de invloedrijke studie van Bell en
die het gevolg zijn van langerdurende, herhaalde
Ainsworth (1972).[13] Zij concludeerden namelijk dat als
dat aantoont dat de fysiologische stressrespons van huil-
TvV mei 2009 • KNOV
19
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 20
WETENSCHAP ouders niet prompt reageren op het huilen, het huilen zal
aantal voedingen en het tijdstip van drinken bepaalt.
toenemen. Daarnaast zou prompt reageren volgens hen
Klinische praktijk en onderzoek laten zien dat een uitge-
een veilige hechting stimuleren. De dataset van Van
rust kind na wakker worden goed in staat is adequaat te
IJzendoorn en Hubbard (2000) is veel groter (50 families)
drinken.[21] Een kind dat adequaat drinkt en verzadigd is,
dan die van Bell and Ainsworth (26 families) en maakte
slaapt langer dan een kind met hazenslaapjes en frequent
daardoor een krachtigere multivariate analyse mogelijk.
kleine voedingen. Om te voorkomen dat een kind te
Van IJzendoorn en Hubbard wijzen overigens ook op
weinig frequent wordt aangelegd, is het advies in de
andere studies die ontkrachten dat een snelle respons zou
richtlijn opgenomen om het kind zo nodig vier uur na de
leiden tot minder huilen: Landau (1982) en St James-
vorige voeding te wekken. Uiteraard betreft het lichame-
Roberts et al.(1998).[16,17]
lijk gezonde kinderen van moeders waarbij de borst-
Er is geen onderzoek gedaan naar de invloed van in slaap
voeding goed op gang is. Door de interventie kan een
laten huilen, als onderdeel van de R&R interventie, op de
kind op minder voedingen per dag uitkomen, maar het is
hechting tussen kind en ouders. Onderzoek hiernaar is
onterecht om te zeggen dat dit nadelig is voor de borst-
wenselijk. Op basis van klinische ervaring, de resultaten
voeding.
uit het onderzoek van Van Sleuwen et al. (2006), en overig onderzoek (Mindell et al. 2006), verwachten wij
Samenvatting
geen nadelige invloed op de hechting, maar eerder een
Er is geen wetenschappelijke evidentie die aantoont dat
positieve.[5,18]
het gedurende 15-30 minuten in slaap laten huilen schade berokkent aan het kind, als dit een kortdurend onderdeel is van de adviezen van rust en regelmaat. Integendeel. Onderzoek laat zien dat huilen snel afneemt en slapen toeneemt en de vicieuze cirkel wordt doorbroken. Ouders geven aan zich zekerder te voelen in de omgang met hun baby, dat de baby tevreden is, meer lacht, minder geprikkeld is, langer slaapt en uitgerust wakker wordt, effectiever drinkt en tevreden zelf kan spelen. De baby kan meer genieten van aanraking en knuffelen en voelt meer ontspannen aan. De ouders geven aan dat ook zij weer van hun kind kunnen genieten. Bij juiste toepassing van rust en regelmaat loopt de
Negatieve invloed op borstvoeding
borstvoeding geen gevaar.
Door een aantal lactatiekundigen wordt als bezwaar geuit dat de R&R aanpak de borstvoeding zou belemmeren.[19]
Ouders en kinderen moeten zo goed mogelijk geholpen
Het artikel door de secretaris van de Nederlandse
worden. Eenduidige informatie, gebaseerd op evidentie,
Vereniging van Lactatiekundigen (december 2008)
vormt hiervoor de basis. Op dit moment is er onrust en
presenteert een tegengestelde visie.[20]
verwarring en dat dient de hulpverlening aan ouders van
Bij goede begeleiding kan de borstvoeding meestal door
een baby die veel huilt niet.
blijven gaan, omdat de onzekerheid over de voeding als
Ons inziens zijn de verschillen tussen partijen kleiner dan
mogelijke oorzaak van het huilen, al snel weggenomen
de overeenkomsten. Ook het NIP onderschrijft namelijk het
wordt; het huilen neemt immers snel af bij toepassing
uitgangsput dat rust en voorspelbaarheid in de dagelijkse
van R&R. Bovendien verbetert de afstemming van vraag
routine wenselijk is. Tevens beseft het NIP dat bij een
en aanbod, omdat kind en moeder weer uitgerust zijn.
huilbaby sprake kan zijn van oververmoeidheid, zowel
Uit onderzoek naar gedragsmatige interventies bij zuige-
aan de kant van de ouders als aan de kant van de baby.
lingen en kinderen met inslaap- en doorslaapproblemen
Ouders en hun huilbaby moeten snel worden geholpen.
blijkt geen nadelig effect op het in standhouden van de
Hervatten van de slaap door kind en ouders en het
borstvoeding noch op de totale dagelijkse melkinname.[18]
bestrijden van oververmoeidheid hebben prioriteit.
In de richtlijn wordt ervan uitgegaan dat de baby die
In de multidisciplinaire richtlijn zal de evidentie voor
jengelt enige tijd na effectief drinken en tevreden van de
bestaande manieren van hulp vanuit verschillende
borst komen, slaap behoeft. De lichaamstaal ‘jengelen’
disciplines en echelons worden geordend en zullen de
moet dan geduid worden als ‘ik ben moe’ en niet als ‘ik
verschillen van mening hopelijk worden overbrugd. ■
wil de borst’. Het kind zal zich weer melden wanneer de
20
honger hem wekt. Zogezegd wordt er geslapen op
De literatuurverwijzingen treft u aan op pag. 20a van de
verzoek en gedronken op verzoek en is het kind dat het
digitale versie van dit tijdschrift.
TvV mei 2009 • KNOV
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 21
De Kennis poort Nieuwsbri ef is vanaf nú te lezen in dit tijdschrift E N als em ail!
Nieuwsbrief - mei 2009, jaargang 4
‘Misselijkheid hoort erbij’ Lacasse A, Rey E, Ferreira E, Morin C, Bérard A. Determinants of
vóór de intake en werkstatus. De auteurs concluderen dat verloskundige
Early Medical Management of Nausea and Vomiting of Pregnancy.
zorgverleners de behandeling van misselijkheid en braken kunnen
BIRTH 36: 1 March 2009
optimaliseren door het onderwerp actief ter sprake te brengen bij de
In dit Canadese prospectieve onderzoek (oktober 2004-maart 2006) is
intake, dóór te vragen naar de ernst van de klachten en de mate van
het beleid rondom misselijkheid en braken in het eerste trimester van de
invloed op het dagelijks functioneren.
zwangerschap beschreven. Na hun eerste prenatale controle (bij < 16 weken) kregen vrouwen een vragenlijst mee; alleen vrouwen die al vóór
Noot redactie: De aanbevelingen van de auteurs kunnen ingepast
hun intake klachten van misselijkheid en braken hadden ervaren, werden
worden in de KNOV-standaard prenatale verloskundige
in het onderzoek geïncludeerd (n= 283). Bij de intake was bij 79% van
begeleiding. Aanbeveling 17: Vraag actief naar vermoeidheid en
de vrouwen het onderwerp ter sprake gebracht. Een significant grotere
slaapproblemen en onderzoek samen met de cliënt de mogelijke
kans hierop hadden vrouwen die vóór de intake anti-emetica kregen, die
lichamelijke en/of psychische oorzaken. Aanbeveling 18: Wanneer
vóór de zwangerschap rookten en vrouwen met ernstige klachten. Een
een zwangere vragen of klachten heeft over fysieke beperkingen,
significant kleinere kans op bespreken hadden vrouwen die langer
breng de omvang van het probleem dan duidelijk in kaart. Geef
zwanger waren of een grotere gewichtstoename hadden. Bij 52% werd
aansluitend gerichte adviezen en zoek samen met de cliënt naar
doorgevraagd naar aard en ernst van de klachten en bij 22% naar de
aanpassingen in het dagelijks leven.
mate waarin de klachten het dagelijks functioneren beïnvloedden. Ter behandeling kreeg 14% adviezen, zoals dieetaanpassing of leefstijlverandering, en 27% een recept voor anti-emetica. De kans om
www.kennispoort-verloskunde.nl
anti-emetica voorgeschreven te krijgen nam significant toe met de ernst
begeleiding
van de symptomen, overmatige speekselvloed, gebruik van anti-emetica
Incidentie van obesitas en effect op zwangerschapsuitkomsten KerriganAM, Kingdon C. Maternal obesity and pregnancy:
Afrikaanse afkomst is gelijk (20%) en lager onder vrouwen van Aziatische
a retrospective study. Midwifery (2009), doi:10.1016/ j.
en Chinese afkomst (11% en 7,7%). Er werd geen verband gevonden
midw.2008.12.005
tussen obesitas en SES. Voor de volgende uitkomsten zijn significante
In deze retrospectieve cohort studie, uitgevoerd door verloskundigen,
verschillen tussen niet-obese en obese vrouwen gevonden: essentiële
zijn data verzameld van 8.176 vrouwen die in 2006 bevielen in de
hypertensie (0,8% vs 2,8%); zwangerschapsdiabetes mellitus (0,8% vs
grootste kraamkliniek van Engeland. Eén van de onderzoeksvragen was
3,7%); pre-eclampsie (5,9% vs 11,5%), macrosomie (10,2% vs 18,6%),
of er een verband is tussen obesitas en sociaal economische status
sectio caesarea (21,0% vs 32,2%). Geen significante verschillen zijn
(SES). Er werden 2 groepen gedefinieerd: obese vrouwen (BMI 30) en
gevonden voor: Apgar Scores, schouderdystocie, doodgeboorte, fluxus
niet-obese vrouwen (BMI < 30). De postcode werd gebruikt om een
post partum en solutio placentae. In hun discussie en conclusie
score toe te kennen voor de SES. De incidentie van obesitas was 17,7%
benadrukken de auteurs het belang van goede begeleiding van
(11,1% BMI 30-35 en 6,6% BMI 35 ). De proportie vrouwen met een
zwangeren met obesitas, zowel medisch als psychosociaal door een
BMI > 30 neemt toe met toename van de leeftijd (16% < 24 jaar tot 24%
obstetricus én een verloskundige.
> 35 jaar). Het percentage obesitas onder vrouwen van blanke en
Obesitas en congenitale afwijkingen Stothard KJ, Tennant PWG, Bell R, Rankin J. Maternal overweight and
aan de extremiteiten. Het risico op gastroschisis was juist lager onder
obesity and the risk of congenital anomalies, a systematic review and
obese vrouwen.
meta-analysis. JAMA, Feb 11, 2009 Vol 301 no 6 Om te zien of er een associatie was tussen obesitas en congenitale
Noot redactie: In beide artikelen wordt geen onderscheid gemaakt
anomalieën heeft er een systematic review (39 artikelen) en een meta-
tussen obesitas (30 BMI < 35) en morbide obesitas (BMI > 35).
analyse (18 artikelen) plaatsgevonden van Engelstalige observationele
Het is dus niet duidelijk welk aandeel de obesitas en de morbide
onderzoeken. Een associatie werd gevonden tussen obesitas en een
obesitas in de gevonden verhoogde risico’s hebben. In de richtlijn
verhoogde kans op: neuralebuis defecten, cardiovasculaire afwijkingen,
obesitas van de NVOG, die in ontwikkeling is, wordt dit onderscheid
septumdefecten, schisis, anorectale atresie, hydrocefalie en afwijkingen
wel gemaakt.
www.kennispoort-verloskunde.nl
21
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 22
Proefschrift: Male reproduction and HIV-1 infection
Terug naar fertiliteit!
Liesbeth van Leeuwen
gebruik van diverse anticonceptie middelen. Gebruikte literatuur van
Promotie 15 april 2009, Universiteit van Amsterdam.
1960-2007. Diverse studies laten enige vertraging in zwanger worden
Van Leeuwen onderzocht de invloed van hiv en HAART
zien na het gebruik van orale anticonceptiva, maar dit lijkt beperkt te zijn
(verzamelnaam voor combinatieschema’s van antiretrovirale
tot de eerste maanden die volgen op het stoppen. Er zijn beperkte data
middelen) op de kwaliteit van sperma.
beschikbaar over het zwanger worden na continu pilgebruik en ‘extended
Barnhart K, Schreiber C. Return to fertility following discontinuation of oral contraceptives. Fertility & Sterility vol. 91; No. 3; March 2009 Het artikel biedt een overzicht van de tijdsduur tot fertiliteit na het
cyclus’ pil. De data suggereren een terugkeer naar fertiliteit, na het Een onderzoek van twee jaar onder 55 mannen met onbehandelde hiv toonde geen achteruitgang. Bij één man
stoppen, vergelijkbaar met de gewone cyclische pil. anticonceptiemiddel
<12 maanden zwanger (%)
cyclische pil
72-94
IUD koper
71-92
IUD progestageen
75-79
De auteur concludeert dat HAART de bewegelijkheid van
depoprovera injecties
70-78
spermacellen iets lijkt te verminderen. Verder blijkt de kans op
Norplant (staafje)
77-81
HIV1-transmissie door geassisteerde voorplantingstechnieken
progesteronpil
70-95
(zoals intra uteriene inseminatie) teruggebracht kan worden tot
condoomgebruik
91
‘natural family planning’
92
konden spermamonsters van vóór en na besmetting met hiv vergeleken worden. Bij hem was er sprake van lichte daling van de zaadkwaliteit.
bijna nul. De angst voor HIV1-transmissie verdwijnt niet bij aanstaande ouderparen, ondanks deze feiten. Het inschatten van de risico’s gebeurt vooral op gevoel.
Als je de duur van het gebruik van de cyclische pil in relatie tot het zwanger worden vergelijkt, dan is het percentage zwanger binnen 12
www.kennispoort-verloskunde.nl hiv
maanden: OAC > 5 jaar 89,5%, OAC 3-4 jaar 88%, OAC 1-2 jaar 85,2% en OAC < 1 jaar 83,5%. Ter vergelijking, 85,4% van de vrouwen die niets gebruikten waren binnen 12 maanden zwanger.
Proefschrift: The endometrial factor in Human Embryo Transplantation
Eens een sectio, altijd een sectio? Kramer HMC, Kwee A, Bremer HA. Eens een sectio, altijd een sectio? NTvG 2009;153:B49. Gratis te downloaden op nvtg.nl In Nederland lijkt het percentage van vaginale bevallingen na een sectio
Carolien Boomsma
vooralsnog stabiel: 50-60%. Bij vrouwen die een vaginale partus
Promotie 14 april 2009, Universiteit Utrecht.
nastreven, lukt dat in 75%. Belangrijk is het in kaart brengen van de
De kans op zwangerschap per embryoterugplaatsing is 25-35%.
verloskundige voorgeschiedenis (operatietechniek eerdere sectio, aantal
De kans op innesteling cq receptiviteit van het endometrium is de
sectio’s en de indicatie vorige sectio) en de huidige zwangerschap
‘bottleneck’ in de slagingskans van de IVF behandeling. Een
(geschat gewicht < 4.000 gram en zwangerschapsduur < 40 weken).
nieuwe, non-invasieve, mogelijkheid om het intra-uteriene milieu
Herhaalde sectio en vaginale bevalling hebben beide voor- en nadelen.
waarin het embryo wordt teruggeplaatst te analyseren, en te
Herhaalde sectio: risico op uterusruptuur is bijna nihil. De kans op
correleren aan de kans op conceptie, is endometriumsecreet te
placenta praevia stijgt naar 4,4/1.000 en op abruptio placentae naar
aspireren uit de baarmoeder voorafgaande aan de embryo
6,8/1.000.
terugplaatsingen en te beoordelen.
Vaginale partus: kortere opnameduur en sneller herstel. Risico op uterusruptuur is 0,2-1,5% (waarbij inleiding met oxytocine het risico niet
22
Uit de studies in dit proefschrift kunnen de volgende conclusies
verhoogt en (mede)gebruik van prostaglandine wel (met een
getrokken worden: Endometriumsecreet analyse biedt een
factor 6). Na een uterusruptuur is er een kans van 4,1% op een
veilige, non-invasieve manier om de endometriumfactor in
hysterectomie en van 11,6% op neonatale sterfte, dat is bij ongeveer
humane embryoterugplaatsing te onderzoeken. Op basis van
1/1.000 vaginaal gestarte partus. Voor cliënten zijn afwegingen richting
verschillende resultaten van deze analyse wordt geconcludeerd
sectio: angst voor pijn, controleverlies, neonatale asfyxie en schade aan
dat het endometrium een belangrijke rol heeft in de embryo
de bekkenbodem.
innesteling en niet alleen een faciliterende functie. De
Juridisch: tussen 2000-2005 zijn van 13 klachten er 8 (deels) gegrond
endometrium-embryo dialoog is mogelijk doorslaggevend in het
verklaard, afkomstig uit 5 casus, waarbij de neonaat overleed na een
slagen van de implantatie. Dit geeft aanleiding tot verdere studies
uterusruptuur. Van groot belang blijft geïnformeerde toestemming en een
op het gebied van embryo-endometrium interactie.
adequate verslaglegging.
www.kennispoort-verloskunde.nl
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 23
Gefopt? Kronborg H, Væth M. How are effective breastfeeding technique and pacifier use related to breastfeeding problems and breastfeeding duration? BIRTH 36:1 March 2009 Deze RCT brengt borstvoedingstechniek en het gebruik van een fopspeentje in relatie met borstvoedingsproblematiek en de duur van de borstvoeding. Gedurende 6 maanden werd, vanaf één week postpartum, door speciaal getrainde gezondheidsmedewerkers de borstvoedingstechniek beoordeeld en zo nodig gecorrigeerd. Effectieve techniek omvatte: de positie van de baby, het goed aanliggen, het effectief zuigen en de hoeveelheid melkproductie (gemeten volgens 2-3 criteria). Er werden door de moeders 2 vragenlijsten ingevuld, 1 week en 5 maanden postpartum. Geïncludeerd werden 579 moeders, waarvan 40% primipara, a term bevallen van 1 kind en met een Deense
borstvoeding. Het gebruik van speentjes werd door 64% gerapporteerd
nationaliteit. Primaire uitkomstmaat was de duur van het geven van
en had een onafhankelijk negatieve invloed op de duur van de
exclusief borstvoeding in weken. 50% van de moeders had een
borstvoeding. Conclusie: het observeren van borstvoedingstechniek en
ineffectieve techniek bij het eerste bezoek, voornamelijk ineffectieve
hulp bij problemen helpt bij het voorkomen van vroege en late
positie (61%) en het niet goed aanliggen (52%) van de baby. Ineffectieve
problemen. Aangeraden wordt om de eerste week postpartum geen
techniek was significant geassocieerd met rapportage van vroege
speentjes te introduceren.
borstvoedingsproblemen en beïnvloedde daarmee de duur van de
Voorkomen en genezen van urine-incontinentie: De bijdrage van bekkenbodemspiertraining Hay-Smith J, Mørkved S, Fairbrother KA, Herbison GP. Pelvic floor
PMFT kregen heeft deze groep ook een lager risico op urine-
muscle training for prevention and treatment of urinary and faecal
incontinentie 6 maanden post partum: RR 0.71 (95% CI 0.52 – 0.97).
incontinence in antenatal and postnatal women. Cochrane review.
De behandeling met PMFT van persisterende urine-incontinentie
The Cochrane Library 2009, Issue 1
3 maanden post partum ten opzichte van geen PMFT resulteert in een RR van 0.79 (95% CI 0.70 – 0.90) op klachten 12 maanden post partum. Dit geldt ook voor fecale incontinentie: RR 0.52 (95% CI 0.31 – 0.87). Er worden in het Review geen uitspraken voor de lange termijn gedaan. Tevens blijft onduidelijk of PMFT in groepsverband ook effectief is: wellicht als het ‘intensief’ uitgevoerd wordt.
Colofon: Kennispoort Verloskunde is een initiatief van de Samenwerkende Opleidingen tot Verloskundige (SOV). Deze maandelijkse nieuwsbrief verschijnt ook als emailversie. Aanmelden kan gratis op www.kennispoort-verloskunde.nl,
Voor deze Cochrane Review zijn 16 randomised controlled trials
het grootste kennisplatform voor Nederlands verloskundig onderzoek.
geselecteerd, waarvan er 15 zijn opgenomen in de meta-analyse
Postbus 2040
(n=6.181 vrouwen). In de trials zijn steeds 2 groepen vergeleken: een
3000 CA ROTTERDAM
groep die bekkenbodemspiertraining (PFMT) ontving en een groep die
e-mail:
[email protected]
geen PMFT, of gebruikelijke prenatale of postnatale zorg kreeg (geen
telefoon: 020 - 635 30 99
PMFT). De PMFT is ‘intensief’ als er sprake is van 1-op-1 instructie, check op juiste contractie en continue supervisie van de training óf als het trainingsprogramma voldoende oefenmomenten omvat om de spieren te versterken. Bij vrouwen zonder vooraf bestaande urine-
Hoofdredactie: Paul Heere (Limetree Business Refreshment)
Redactieraad:
incontinentie blijkt intensieve prenatale PMFT preventief te werken
Elies de Geus (AVAG), Evelien Spelten (AVAG),
voor het optreden van urine-incontinentie laat in de zwangerschap:
Bert Zeegers (AVM), Stans Verschuren (VAR),
RR 0.44 (95% CI 0.30 – 0.65). Vergeleken met vrouwen die geen
Bernadette Kroon (AVAG)
23
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 24
She’s got it Gemak: jarenlang vrijwel geen omkijken meer naar 1 Minimale hormoonbelasting door lokale werking 2,3 Uitstekende betrouwbaarheid 1,4,5,6,7 Vermindering vaginaal bloedverlies 1,4
ers moed Voor voltooid en er met e maar zek s , r n e gezi or moed n o le l v i ook ven w en e g o die n ten met e . wach nd kindje volge
Veilig, geringe kans op infecties 7,8
Verkorte productinformatie Mirena® Samenstelling Mirena is een hormonaal intra-uterien systeem met een depot van 52 mg levonorgestrel. Gedurende een periode van vijf jaar wordt hieruit per 24 uur gemiddeld 12 microgram levonorgestrel afgegeven. Indicaties Anticonceptie; behandeling van versterkt menstrueel bloedverlies of menorragie (bij deze indicaties vervangen na 5 jaar); progestageen adjuvans ter voorkoming van endometriumhyperplasie tijdens oestrogeentherapie in de peri- en postmenopauze (na 3 jaar vervangen). Contraindicaties Zwangerschap of het vermoeden ervan; acute, subacute of chronische ontstekingen in het kleine bekken, ook in de anamnese; genitale infecties; soa; in de afgelopen 3 maanden: een abortus gecompliceerd door een infectie; endometritis post partum; cervicitis; cervixdysplasie; bevestigde maligniteit van het corpus uteri of van de cervix, of het vermoeden daarvan; aanwezigheid of vermoeden van mammacarcinoom of andere geslachtshormoonafhankelijke maligne aandoeningen; abnormale vaginale bloeding waarvan de diagnose (nog) niet is vastgesteld; congenitale of verworven anatomische afwijkingen van de uterus, waaronder myomen, indien het cavum uteri hierdoor wordt vervormd; aandoeningen die chronisch met een verminderde weerstand gepaard gaan of die als gevolg van bacteriëmie kunnen verergeren (klepafwijkingen, aangeboren hartafwijkingen); acute aandoeningen van de lever of levertumoren; actieve tromboflebitis of trombo-embolische processen; overgevoeligheid voor een van de bestanddelen. Waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Wanneer bij de behandeling van versterkt menstrueel bloedverlies de bloeding niet tot staan komt, of wanneer er sprake is van zware doorbraakbloedingen, moet met een andere (bijvoorbeeld organische) oorzaak van de bloeding rekening worden gehouden. Onregelmatige bloedingen kunnen sommige symptomen en aanwijzingen voor endometriumpoliepen of -carcinoom maskeren. Bij recidiverende endometritis of ontstekingen in het bekken, of als een acute infectie niet binnen enkele dagen op een behandeling reageert, moet het IUD worden verwijderd. Bloedingen en pijn kunnen symptomen van partiële of volledige expulsie van een IUD zijn. Een IUD dat zich niet meer op de juiste plaats bevindt, moet worden verwijderd en vervangen. De kans op perforaties kan verhoogd zijn bij inserties post partum, bij vrouwen die borstvoeding geven en bij vrouwen met een uterus in retroflexie. Als een insertie moeilijk is verlopen en/of bij ernstige pijn of bloedverlies tijdens of na de insertie, moet door middel van lichamelijk onderzoek en echografie een perforatie worden uitgesloten. De mogelijkheid van een ectopische zwangerschap moet worden overwogen in geval van lage abdominale pijn, en met name als de menstruatie uitblijft of als een vrouw met amenorroe begint te bloeden. Het absolute risico van ectopische zwangerschap bij Mirena-gebruiksters is klein. In de eerste maanden na het inbrengen kan het IUD buik- of rugklachten veroorzaken. In zeer zeldzame gevallen kan tijdens het inbrengen resp. verwijderen van het IUD gedurende korte tijd verlies van bewustzijn of een verminderde polsfrequentie optreden. Bijwerkingen Menstruele klachten (amenorroe, spotting, onregelmatig bloedverlies), goedaardige ovariumcysten, depressieve stemming, zenuwachtigheid, verminderd libido, hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid, acne, rugpijn, pijn in het bekken, dysmenorroe, vaginale secretie, vulvovaginitis, gevoelige borsten, pijnlijke borsten, expulsie van het IUD, gewichtstoename, stemmingswisselingen, migraine, opgeblazen gevoel, alopecia, hirsutisme, pruritus, eczeem, ontstekingen in het bekken, endometritis, cervicitis/ Pap-smear normaal (klasse II), oedeem, huiduitslag, urticaria, uteriene perforatie. Handelsvorm Verpakking met 1 IUD. Registratienummer RVG 16681. Naam en adres van de registratiehouder Bayer B.V., Energieweg 1, 3641 RT Mijdrecht, tel. 0297 280 666. Datum van goedkeuring/ herziening van de SmPC 22 december 2008. Afleveringsstatus UR. Verstrekkingsstatus Mirena wordt volledig vergoed. Stand van informatie December 2008. - Uitgebreide informatie (SmPC) is op aanvraag beschikbaar. Referenties: 1. Andersson K, Odlind V, Rybo G. Levonorgestrel-releasing and copper-releasing (Nova T) IUD’s during five years of use: a randomized comparative trial. Contraception 1994; 49: 56-72. 2. Weiner E, Victor A, Johansson EDB. Plasma levels of d-norgestrel after oral administration. Contraception 1976; 14: 563-70. 3. Diaz S, Pavez M, Miranda P et al. Long-term follow-up of women treated with Norplant implants. Contraception 1987; 35: 551-67. 4. Scholten PC, Eykeren MA van, Christiaens GCML, Haspels AA et al. Menstrual blood loss with levonorgestrel, Nova-T and Multiload Cu 250 intrauterine devices. In: Scholten PC. The Levonorgestrel IUD: clinical performance and impact on menstruation. Thesis. Rijksuniversiteit Utrecht, 1989: 35-45. 5. Guillebaud J. Contraception: your questions answered. Third edition, London: Churchhill Livingsone, 1999: 14. 6. Suhonen S, Haukkamaa M, Jakobsson T et al. Clinical performance of a levonorgestrel-releasing intauterine system and oral contraceptives in young nulliparous women: a comparative study. Contraception 2004; 69: 407-12. 7. Prager S, Darney PD, The levonorgestrel intrauterine system in nulliparous women. Contraception 2007; 75: S12-S15. 8. Toivonen J, Luukkainen T, Allonen H. Protective effect of intrauterine release of levonorgestrel on pelvic infection: three years’ comparative experience of levonorgestrel- and copper- releasing intrauterine devices. Obstet Gynecol 1991; 77: 261-4.
www.mirena.nl
U-1713-NL 01.2009
Geen gewichtstoename 1
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 25
ONDERWIJS
‘Er is veel nieuws onder de zon’ Nieuwe ontwikkelingen binnen de prenatale diagnostiek Lonneke Niewenhuijse en Relinde van der Stouwe
Op 26 maart j.l vond in het MECC te Maastricht het negende symposium Prenatale Diagnostiek plaats. De titel van deze dag verwoordt de vele nieuwe ontwikkelingen op het gebied van prenatale diagnostiek, waarvan vandaag een aantal nader besproken werden.
echoscopische opnamen die worden geanalyseerd in een laboratorium voor 3D virtual reality. Vooralsnog bestaat dit laboratorium alleen in het Erasmus MC waar Exalto werkt. Bij deze vorm van 3D echografie is dieptewerking daadwerkelijk aanwezig, zij het virtueel, en kan het object aan alle kanten bekeken en gedraaid worden. Met deze nieuwe techniek kunnen lengte- en volumemetingen
Pre-implantatie genetische diagnostiek
worden verricht die met gewone 2D en 3D technieken
Gynaecologe de Die-Smulders was de eerste spreker en
niet mogelijk zijn. Naast zeer nauwkeurige CRL metingen
bracht ons op de hoogte van de recente ontwikkelingen
kunnen ook DBP, HC en AC in het eerste trimester worden
rond de pre-implantatie genetische diagnostiek (PGD).
gemeten evenals de lengte van de extremiteiten.
Het UCM in Maastricht is het enige centrum in Nederland
Hierdoor is vroege detectie van een afwijkende ontwikke-
die een vergunning voor PGD heeft. Het afgelopen jaar
ling en groeivertraging mogelijk zoals X-linked hydrops,
kwam deze methode veelvuldig in het nieuws met
TAR en dwerggroei. De vooruitzichten zijn dat binnen
betrekking tot de erfelijke borst- en eierstokkanker en
drie tot vier jaar bij elke echo-apparaat een 3D-4D desk-
werd de term embryoselectie geïntroduceerd.
screen kan worden geplaatst.
In het drie dagen oude embryo worden een of twee cellen onderzocht. Binnen 24 uur weet men dan of het
Foetale diagnostiek in maternaal bloed
embryo het aangedane gen heeft of niet. Voor deze
Gynaecologe Page-Christiaens besprak de techniek van
techniek is IVF noodzakelijk. Het slagingspercentage is
foetale genotypering in het maternale bloed. Al vanaf
15 à 20%, even groot als bij de IVF. Dit jaar is het AZM
een amenorroeduur van vijf weken circuleert foetaal DNA
in samenwerking met Groningen en Utrecht begonnen
in het bloed van de zwangere. Het foetale DNA komt
aan transport PGD. In Groningen of Utrecht wordt de IVF
voor in heel lage concentraties en onderscheidt zich
uitgevoerd en wordt een cel van het embryo afgenomen
daardoor des te beter van maternaal DNA. Bekende
en vervoerd naar Maastricht. Daar vindt het onderzoek
onderzoeken zijn de bepaling van rhesus D, c, E, Kell en
plaats.
HPA-1a bij rhesusimmunisatie, maar sinds kort kan ook
De afgelopen jaren zijn de aanmeldingen voor PGD
het geslacht betrouwbaar worden vastgesteld. Dit betekent
gestegen tot ruim 250 in 2008. Dit komt omdat naast de
dat bij geslachtsgebonden erfelijke ziekten, maternaal
financiering door de overheid sinds 2006 en de mogelijk-
bloedonderzoek een tussenstap kan zijn bij PND. Als
heid tot PGD transport de indicaties voor PGD zijn uitge-
uit maternaal bloedonderzoek blijkt dat de foetus een
breid. PGD is geïndiceerd bij ouders met een ernstige,
jongentje is, wordt een vlokkentest of vruchtwaterpunctie
erfelijke aandoening met een hoog risico op het door-
toegepast. Dit betekent een reductie van 50% aan invasief
geven van deze ziekte. Voorbeelden zijn de ziekte van
diagnostische procedures. In de toekomst lijken er op dit
Huntington, cystic fibrose en hemofilie. De discussie over
gebied belangrijke ontwikkelingen op stapel te staan. De
de toelaatbaarheid van deze methode ontstaat omdat
hoeveelheid foetaal DNA in maternaal plasma zou een
sommige van deze aandoeningen weliswaar ernstig zijn
voorspellende waarde kunnen hebben voor problemen
en een hoge ziektelast met zich meebrengen, maar
als pre-eclampsie, vroeggeboorte en placenta-implantatie-
niet levensbedreigend zijn, c.q. soms zelfs (enigszins)
problemen. Daarnaast lijken we erg dicht te komen bij
behandelbaar zijn zoals bij cystic fibrose of de veel-
het aantonen van trisomie 21 in het foetale RNA in
besproken borstkanker.
maternaal plasma.
Het embryo in I-space
Snelle uitslag na vlokkentest of vruchtwaterpunctie
Gynaecoloog Exalto ging nader in op het gebruik van 3D
Gynaecoloog van Lith ging in zijn presentatie in op MLPA, De auteurs zijn verloskundigen en redactieleden van dit tijdschrift
een nieuwe moleculaire techniek dat een betrouwbaar TvV mei 2009 • KNOV
25
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 26
ONDERWIJS alternatief voor de karyotypering kan zijn. Waar de
Ervaring van zwangeren
karyotypering alle chromosomen in beeld brengt, focust
Psychologe Kleinveld vertelde over de uitkomsten van
de MPLA op een specifiek stukje DNA. Het voordeel is
haar promotie-onderzoek: ‘Hoe wordt het aanbod van
dat de uitslag veel sneller beschikbaar is dan bij de karyo-
prenatale screening door de zwangere ervaren?’ Uit haar
typering: 3 in plaats van 18 dagen en dat het de helft
onderzoek bleek dat prenatale screening niet psychologisch
kost. MLPA blijkt in de klinische praktijk een zeer betrouw-
schadelijk is voor de meeste zwangere vrouwen; het
bare test voor vaststelling van trisomie 13, 18, 21 en de
veroorzaakt geen angst, geen verminderde hechting aan
geslachtschromosomen.
de zwangerschap en het ongeboren kind en het leidt niet tot minder positieve en meer negatieve emoties. Er
Bekende dilemma’s
zijn wel nadelige psychologische effecten voor vrouwen
Behalve veel informatie over nieuwe technieken, kwamen
die een verhoogde screeningsuitslag krijgen, maar deze
ook een aantal bekende methoden en bekende dilemma’s
lijken af te nemen na het ontvangen van een gunstige
van de PND aan bod. Bilardo, gynaecoloog in het AMC,
diagnostische testuitslag. In dit onderzoek wordt ook een
stelde de counseling van ouders bij een verdikte NT en een
voorzichtige conclusie getrokken dat het maken van een
normaal karyogram aan de orde. Een verdikte nekplooi
geïnformeerde beslissing geassocieerd is met een gunstiger
kan betekenen dat het kind een chromosoomafwijking
emotionele reactie op een verhoogde screeningsuitslag.
heeft waarvan Down de meest voorkomende is.
Het is daarom aan te bevelen dat vrouwen ondersteund
Wanneer de chromosomen normaal blijken te zijn kan de
worden bij het maken van een geïnformeerde beslissing.
verdikte NT wijzen op een verhoogd risico op verschillende ontwikkelingsstoornissen of zwangerschapscomplicaties
Checken!
zoals structurele afwijkingen, genetische syndromen,
Lichtenbelt, klinisch genetica in het UMC, liet aan de
intra-uteriene vruchtdood, vroeggeboorte of neonatale
hand van casus zien dat het opvragen en verifiëren van
sterfte. Het is dan ook van belang dat ouders goed
medische gegevens van groot belang kan zijn om te
geïnformeerd worden dat NT-screening niet uitsluitend
bepalen of een verwijzing zinvol is en/of er een indicatie
een screening op chromosoomafwijkingen is. Een verdikte
bestaat voor gerichte prenatale diagnostiek. Ook als er
NT is volgens Bilardo de vroegste en krachtigste marker
anamnestisch een zekere diagnose lijkt te zijn. Ze haalde
en daarmee een belangrijke indicator voor een verstoorde
de casus aan van een vrouw die in de veronderstelling
ontwikkeling van de foetus.
leefde draagster te zijn van de ziekte van Duchenne.
Het beleid bij onverwachte bevindingen bij de 20 weken
Haar moeder zou ook draagster zijn en had de zwanger-
echo, werd vervolgens behandeld door gynaecoloog
schap van een mannelijke foetus daarvoor afgebroken.
Stoutenbeek. Het advies is dat vrijwel alle onverwachte
Toen de vrouw met haar kinderwens, samen met haar
bevindingen bij het SEO, met uitzondering van de echo-
zus en moeder bij Lichtenbelt op het spreekuur kwam,
gene focus en een plexus choroideus cyste, aanleiding
stelde deze zich vragen daarbij. Na opvragen van oude
zijn voor aanvullend geavanceerd ultrageluidsonderzoek.
onderzoekgegevens van de familie, bleek dat het draag-
In 2008 zijn er in Nederland 152.168 SEO’s verricht (een
sterschap van de moeder zeer onwaarschijnlijk was. En
deelname van 90%) en 16 000 GUO’s (geavanceerd
werd uiteindelijk door onderzoek ook uitgesloten.
ultrasoundgeluid onderzoek). In 2010-2011 zal de landelijke dataverzameling van start gaan; tot dan moeten
Tot slot
we het doen met regionale cijfers. Stoutenbeek presen-
Professor van Lith stelde in zijn voordracht de vraag wat
teerde op deze dag de cijfers uit het UMC. In het UMC
wij als zorgverleners allemaal met deze testen willen en
vindt ongeveer 9% van alle GUO’s plaats vanwege sono-
kunnen. De ontwikkelingen gaan heel snel. Commerciële
markers, gevonden bij een eerdere SEO. In 2005 leverde
bedrijven bieden op internet al testen aan om het foetale
het SEO 37 verdachte cases waarbij later de afwijking
geslacht te bepalen. Aanstaande ouders zullen daar
kon worden bevestigd. In 75 gevallen leverde het SEO
zeker gebruik van maken. Van Lith voorziet dat als zorg-
geen bijzonderheden op maar bleek het kind toch een
verleners geen duidelijk koers uitzetten, zij geconfron-
afwijking te hebben. Veelal ging het hier om een hart-
teerd gaan worden met wensen die goede zorgverlening
afwijking. Alle kinderen met spina bifida werden opge-
doorkruisen.
spoord met het SEO; 40% van de ouders besloten de
Daarnaast is het duidelijk dat het van groot belang is
zwangerschap uit te dragen. Voor 2005 werd 50% van
onze kennis up-to-date te houden. Het symposium heeft
de kinderen met spina bifida na de 24ste week gevonden
hier zeker zijn steentje aan bijgedragen. Op naar
terwijl 8 % van de ouders besloot de zwangerschap uit
Prenatale Diagnostiek 10. ■
te dragen.
26
TvV mei 2009 • KNOV
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
14:48
Pagina 27
ONDERWIJS
Nederlandse verloskundigen in een andere wereld Zijn ze voldoende toegerust op hun taak? Hilde Perdok MSc
Een vrouw komt de verloskamer binnen. Tussen haar benen bungelen twee beentjes. Een lokale verloskundige vertaalt de onverstaanbare woorden naar het Frans; “een week geleden is een deel van het kind geboren. Ze heeft nu ruim een dag gelopen totdat ze het ziekenhuis bereikt heeft”. Je constateert een gemascereerd, gedeeltelijk geboren lichaam en concludeert dat dit een complicatie is bij het geboren worden van een stuitligging in een afgelegen dorp. Wat nu? Ik denk intussen terug aan een vraag die mij voor vertrek gesteld was door een vriendin: wat denk je in Ivoorkust te gaan bereiken ?
factoren die het functioneren van een westers opgeleide verloskundige in een ontwikkelingsland beïnvloeden. Tevens doet zij een aantal aanbevelingen voor verloskundigen die plannen hebben om te gaan werken in een ontwikkelingsland.
Attractief Er is voldoende belangstelling onder Nederlandse verloskundigen om in ontwikkelingslanden te werken. Dat blijkt ondermeer uit de vele reacties op een oproep in het Tijdschrift voor Verloskundigen in april 2008 om in Sierra Leone te werken. Ondanks de grote onzekerheden met betrekking tot de werkomstandigheden, zien verloskundigen het vaak als een enorme verrijking om werkervaring op te doen in een geheel andere cultuur. Echter, het fragment in de inleiding geeft aan hoe lastig het kan zijn voor een westers opgeleide verloskundige om in een ontwikkelingsland te werken. Tijdens mijn missie voor Artsen zonder Grenzen in Ivoorkust in 2006, werd ik soms geconfronteerd met situaties die ik niet eerder had meegemaakt en waar ik niet voor opgeleid ben. Het goed functioneren in een ontwikkelingsland komt dan ook niet alleen aan op vakinhoudelijke kennis, maar ook op communicatiemogelijkheden, persoonlijke kenmerken, houding tot culturele
© Hilde Perdok
verschillen, organisatorische capaciteiten en de middelen ter plaatse.
Hilde Perdok werkte als verloskundige in de eerste- en tweedelijn voordat zij in 2006 voor Artsen zonder Grenzen naar Ivoorkust vertrok. Bij terugkomst in Nederland schreef zij ter afronding van haar masteropleiding een scriptie waarin zij de vraag onderzoekt of Nederlandse verloskundigen toegerust zijn om in ontwikkelingslanden te werken. Haar scriptie is te downloaden via
© Hilde Perdok
www.kennispoort.nl. In dit artikel bespreekt ze de Hilde Perdok werkt momenteel als klinisch verloskundige in Nederland.
[email protected]
TvV mei 2009 • KNOV
27
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 28
ONDERWIJS Grote verschillen
zorg op lokaal niveau worden verbeterd[5,11]. Ook het
De Nederlandse verloskundige is opgeleid tot een zelf-
verhogen van het aantal professionals en toegang tot
standige beroepsoefenaar. Ze is gewend om haar eigen
kwalitatief hoogwaardige spoedeisende obstetrische zorg
beslissingen te nemen en te improviseren tijdens thuis-
zou de maternale mortaliteit verlagen in ontwikkelings-
bevallingen. In ontwikkelingslanden komen deze compe-
landen[12,13].
tenties haar zeker van pas. De Nederlandse verloskundige
Een kosteffectieve methode voor betere perinatale uit-
is ook getraind in risicoselectie en tijdige verwijzing. In
komsten is volgens van Roosmalen continue steun voor
ontwikkelingslanden krijgt ze te maken met een hoge
de barende tijdens de bevalling.[14] Diverse bronnen geven
maternale en neonatale mortaliteit en moet zij handelend
het belang aan lokale professionals te behouden en het
optreden in situaties waarvoor zij niet is opgeleid. Veel
wegtrekken van professionals naar het buitenland tegen
voorkomende problemen waarmee de verloskundige te
te gaan (internationale braindrain). Daarnaast wordt
maken krijgt en die tevens de belangrijkste oorzaken van
nadruk gelegd op het trainen van verloskundigen[5,8,15].
maternale mortaliteit zijn: haemorragie, hypertensieve aandoeningen, infectie/sepsis en (onveilige) abortus[1,2,3].
Skilled attendance
Diverse factoren spelen hierbij een rol: slechte socio-
Ongeveer 53% van de bevallingen in ontwikkelingslanden
economische ontwikkeling (armoedeval), analfabetisme,
wordt begeleid door een “skilled attendant”[15,16]. Onder
het ontbreken van gezinsplanning, slechte kwaliteit
een skilled attendant wordt verstaan: een medisch
van zorg in gezondheidscentra, late herkenning van
professional -zoals een verloskundige, arts of verpleeg-
complicaties of het ontbreken van adequate spoed-
kundige- die opgeleid en getraind is in vaardigheden
eisende hulp aan de maternale mortaliteit. Mogelijk zou
nodig voor de ongecompliceerde zwangerschap, bevalling
in ongeveer 30% van de gevallen sprake zijn van zorg
en periode postpartum en opgeleid is voor de herkenning,
die onder de WHO-norm valt, ook wel “substandard
behandeling en verwijzing van complicaties bij vrouwen
care” genoemd
[1,3,4]
.
en neonaten”[1]. Met meer skilled attendants zou de maternale morbiditeit en mortaliteit verlaagd kunnen
Naar schatting sterven er wereldwijd jaarlijks ongeveer 535.000 vrouwen als gevolg van complicaties gerelateerd aan zwangerschap en geboorte. 99 procent van deze sterfte vindt plaats in ontwikkelingslanden[5]. Het risico om te overlijden als gevolg van zwangerschap of bevalling is het grootst in Afghanistan en Sierra Leone. In deze landen is de Maternal Mortality Ratio (MMR) ongeveer 2000 per 100.000 levendgeborenen. Nederland heeft een MMR van 16[6]. De lidstaten van de VN hebben via de World Health Organization (WHO) doelstellingen voor het terugdringen kind- en moedersterfte vastgelegd in de zogenaamde Millenniumdoelen[7]. In 2015 moet het aantal vrouwen dat overlijdt in het kraambed met 75% (400.000 vrouwen) gedaald zijn ten opzichte van 1990[1,8]. In 2005 bleek dat landen die reeds een laag moedersterftecijfer hadden, goede vooruitgang geboekt hebben. Er is echter weinig vooruitgang in landen met een hoog moedersterftecijfer[9]. De WHO wijst erop dat met de huidige voortgang, de doelen niet gehaald zullen worden in 2015[10].
Het probleem van maternale sterfte moet op verschillende manieren aangepakt worden. De positie van vrouwen moet worden verbeterd en armoede moet worden bestreden. Daarnaast moet de kwaliteit van “reproductive health services” omhoog, moet meer aandacht voor voorbehoedsmiddelen komen en moet de verloskundige 28
TvV mei 2009 • KNOV
worden in ontwikkelingslanden[17,18,19].
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 29
ONDERWIJS Echter, wat een medische professional in ontwikkelings-
Externe factoren
landen kan bereiken is ook afhankelijke van externe
Hierna worden een paar korte voorbeelden gegeven van
factoren. Er wordt dan ook wel gesproken van “skilled
“externe factoren” waar Nederlandse verloskundigen
attendance”: het geheel aan voldoende hulp tijdens
mee te maken hebben gehad tijdens het werken in
bevalling en postpartum . Het beschikbaar zijn van
een ontwikkelingsland. Deze punten zijn allemaal van
spoedeisende verloskundige zorg en tijdige overplaatsing
invloed op de kwaliteit van de obstetrische zorg die zij
heeft hiermee te maken . Daarbij spelen effectieve
kunnen verlenen.
[17]
[1]
infrastructuur een rol[20]. Dit is ook van toepassing op de westers opgeleide verloskundige werkzaam in ontwikkelingslanden. Haar functioneren wordt beïnvloed worden door meerdere factoren: o.a. eerdere werkervaring, opleiding, het aanwezig zijn van geschoold lokaal personeel, gezondheidsbeleid, aanwezige medicatie, protocollen, financiële middelen en verwijsmogelijkheden.
Aanbevelingen In mijn scriptie kom ik tot de conclusie dat Nederlandse verloskundigen vaak onvoldoende zijn toegerust om in
Culturele verschillen
communicatie, een goed verwijssysteem en een goede In Afrika is de dood is iets wat erbij hoort. Toen ik onder een tafel op de verloskamers een doos vond waar een overleden baby in lag, was ik geshockeerd. De doos bleek daar al een paar dagen te staan. Mijn reactie werd echter door de lokale medewerkers als overdreven gezien; “ze had al 2 kinderen” en “ze zal vast geen geld gehad hebben om haar mee te nemen”. Een vrouw is bewezen HIV positief. Omdat men bang is dat deze mevrouw verstoten
mening dat Nederlandse verloskundigen wel degelijk een
wordt uit de gemeenschap mag dit in geen
waardevolle bijdrage kunnen leveren aan de verloskundige
geval genoteerd worden in het dossier. Het
zorg in ontwikkelingslanden. Daarvoor is echter een goede
komt dus geregeld voor dat een chirurg die
voorbereiding nodig. Op de volgende pagina volgen aan-
een sectio uitvoert geen gegevens heeft over
bevelingen voor verloskundigen:
dit soort risicofactoren.
Tekort aan middelen
ontwikkelingslanden te werken. Niettemin ben ik van
Er is vaak een structureel gekort aan bloed. Anemie met een hemoglobine van 3-4 mmol/l is geen uitzondering. Malaria is daarvan vaak de oorzaak. De zwangere zelf moet ervoor zorgen dat ze voldoende familieleden of vrienden verzamelt, zodat hopelijk één van hen dezelfde bloedgroep heeft en gezond genoeg is (geen HIV, niet zwanger, niet ondervoed) om bloed te doneren. Uitwendig wordt een enorme uitzetting gevoeld met tenminste één duidelijk balloterend deel. Mevrouw geeft aan in het regenseizoen (van juli tot oktober) voor het laatst gemenstrueerd te hebben en ze voelt al lange tijd beweging. Ze is mogelijk tussen de vijf tot acht maanden zwanger. Het is bekend dat het percentage meerlinggeboortes in het ziekenhuis hoog is, zo’n 7%. Of we hier te maken hebben met een één-, twee-,of zelfs drieling is onduidelijk.
© Hilde Perdok
Er is geen echoapparatuur aanwezig.
TvV mei 2009 • KNOV
29
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 30
• Zorg dat je kunt communiceren met de lokale bevolking.
Een vrouw van 25 jaar meldt zich. Ze geeft aan na de geboorte van haar zoon 3 jaar geleden incontinent te zijn voor urine. Hierdoor heeft haar man haar verlaten. Ze vraagt om hulp, echter er is niemand die fistels kan opereren, niet ter plaatse maar ook niet elders in het land.
• Volg een tropenopleiding waarin de verloskundige problemen in ontwikkelingslanden voldoende worden behandeld zoals haemorragie, anaemie, eclampsie, infecties en seksueel overdraagbare aandoeningen. • Loop stage in een klinische setting met aandacht gericht op o.a. de manuele placenta verwijdering, vacuümextractie en gecompliceerde partus waaronder de stuitbevalling en de bevalling van een meerling.
Overheidsbeleid
© Hilde Perdok
Volg een talencursus voor vertrek.
Geen verwijs mogelijkheden
ONDERWIJS
Een meisje van 16 vraagt aan een lokale verloskundige of ze een zwangerschapstest kan afnemen. Tot mijn verbazing wordt de verloskundige kwaad en verricht geen onderzoek. Als ik daar navraag naar doe, blijkt dat ze bewust geen zwangerschapstesten laat verrichten omdat abortus illegaal is. Zwangerschapstesten mag je pas laat in de zwangerschap verrichten omdat je dan zeker
• Informeer je over de behandeling van de zieke neonaat.
weet dat de zwangerschap niet meer
• Zorg dat de geboden hulp een structureel karakter
afgebroken kan worden.
heeft: onderwijs geven aan lokaal personeel is vaak effectiever dan het zelf uitvoeren van praktisch werk.
Een doodzieke vrouw komt op de afdeling.
• Werken volgens bestaande protocollen (bijvoorbeeld
Ze transpireert, heeft hevige buikpijn en
van de ICM en WHO) is vaak zinvoller dan het zelf
vaginaal bloedverlies. Uitwendig is geen
schrijven van nieuwe protocollen.
fundus voelbaar, wel een zeer gespannen
• Ontwikkel een gelijkwaardige/respectvolle houding naar lokaal personeel. • Informeer naar lokale gebruiken voordat je een oordeel hierover geeft. • Informeer jezelf over de omstandigheden waarin je
buik. Ik verricht een zwangerschapstest en omdat deze positief is, staat een extra uteriene graviditeit hoog in mijn differentiaal diagnose. Echter de lokale verloskundige stelt een paar voor mij onverstaanbare vragen aan
gaat werken. Als de “externe factoren” (zie skilled
mevrouw en draait zich vervolgens hoofd-
attendance) erg slecht zijn, moet je afwegen wat je
schuddend, geïrriteerd weg. Ze komt even
kunt betekenen.
later met handschoenen aan terug en
• Maak zo mogelijk voor vertrek contact met verlos-
verricht op hardhandige wijze een vaginaal
kundigen die in hetzelfde gebied gewerkt hebben,
toucher en verwijderd daarmee een tak van
zodat je weet hoe de werkomstandigheden zijn. Zij
zo’n 15 centimeter uit de vagina. Ze zegt
kunnen mogelijk fungeren als vraagbaak ten tijde van
niets tegen mevrouw en op mijn verbaasde
werkzaamheden ter plaatse. ■
blik antwoord ze; ‘’ja, nog zo één, het zelf uitvoeren van een abortus en het nog ont-
De literatuurverwijzingen treft u aan op pag. 30a van de digitale versie van dit tijdschrift.
30
TvV mei 2009 • KNOV
kennen ook!”.
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 31
ONDERWIJS
Een psychisch probleem! Wat nu? Barbara Bekker
Verloskundigen komen met allerlei soorten gezinnen in aanraking. Dus ook met gezinnen waarbij psychische, psychiatrische en psychosociale problemen een rol spelen. De verloskundige kring ‘Stad Utrecht’ vroeg de regionale ondersteuningstructuur (ROS) ‘bureau
Raedelijn’ een bijeenkomst te organiseren voor verloskundigen om deze problemen beter te leren herkennen en stil te staan bij de verwijsmogelijkheden in de regio. Leerzaam en hopelijk een inspiratiebron voor verloskundigen en ROSsen in andere regio’s!
Kader 1: Processchema voor verwijzing Cliënt
Psychische en psychosociale problematiek
Psychiatrische problematiek
1e lijn
2e lijn
Algemeen: angst, depressie, stress, relatie, trouw, etc - Eerstelijnspsychologen - Algemeen Maatschappelijk Werk (AWM) - Indigo Culturele problematiek - Algemeen Maatschappelijk Werk (AWM) - Indigo Culturele problematiek - Algemeen Maatschappelijk Werk (AWM) - Indigo
Verwijs naar huisarts
Huisarts kan verwijzen naar: - Altrecht - Mesos - UMC - Centrum Maliebaan (verslavingszorg) - Ipsy (culturele problematiek) - Noagg (culturele problematiek) - Zuwe Hofpoort Ziekenhuis
Verslavingszorg - Centrum Maliebaan Schuld- en materiële hulpverlening - Algemeen Maatschappelijk Werk (AWM) Gezinshulp en Opvoedingsondersteuning - Indigo - Algemeen Maatschappelijk Werk (AWM) - Cunsultatiebureau (CB) - Thuiszorg - Bureau Jeugdzorg
Barbara Bekker is psycholoog en coördinator ledenservice van de KNOV.
TvV mei 2009 • KNOV
31
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 32
ONDERWIJS Tijdens de bijeenkomst werd er aandacht besteed aan het
Verloskundigen in de regio Utrecht kunnen rechtstreeks
herkennen van psychische problematiek. De symptomen
contact opnemen met de medewerkers van Indigo als ze
van een psychose, angststoornissen en een depressie
bijvoorbeeld vragen hebben over een eventuele verwijzing.
werden behandeld. Ook werd casuïstiek besproken die de
Indigo is onderdeel van Altrecht, een Utrechtse instelling
kring zelf had aangeleverd. Het bleek dat verloskundigen
voor geestelijke gezondheidszorg. Zij biedt kortdurende
vaak wel signaleren dat er ‘iets’ mis is, maar dan onvol-
en effectieve ondersteuning en behandeling bij psychische
doende weten wat ze kunnen doen. Zij schakelen meest-
problematiek.
al de huisarts als eerste in, maar die blijkt ook niet altijd volledig op de hoogte van de verwijsmogelijkheden.
Sociale kaart
Daarnaast vindt terugkoppeling in de praktijk nauwelijks
De KNOV-standaard ‘Prenatale verloskundige begeleiding’
plaats, omdat er geen goede afspraken tussen huisartsen
beveelt verloskundigen aan om goed op de hoogte te zijn
en verloskundigen zijn gemaakt. Dit geeft een onbevredi-
van de sociale kaart in hun omgeving. De regio Utrecht
gend gevoel. Het is immers niet duidelijk of er een vervolg-
heeft deze voor psychosociale zorg goed beschikbaar. De
traject is ingezet.
website www.ggzwegwijzer.nl biedt een volledig overzicht van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en maatschap-
Verwijsmogelijkheden
pelijke opvang voor de regio Midden Westelijk Utrecht.
Bureau Raedelijn maakte daarom een overzicht van de
Ook voor sommige andere regio’s zijn de verwijsmogelijk-
verwijsmogelijkheden binnen de geestelijke gezondheids-
heden online op te zoeken. De website www.eerstelijns-
zorg voor de stad Utrecht en omgeving (zie kader 1). In
zorggelderland.nl van CARANS/SCOOP (ROS Gelderland)
het overzicht wordt aangegeven met welke vraag naar
heeft de zorgnetwerken van Gelderland in kaart gebracht.
welke instantie/beroepsgroep kan worden verwezen.
U kunt gemakkelijk zoeken naar specifieke zorgaanbieders.
Het schema pretendeert niet volledig te zijn en is slechts
Voor een beperkt aantal regio’s biedt www.digitale-sociale-
voor Utrecht en omgeving ontwikkeld, maar kan moge-
kaart.nl een breed overzicht van het aanbod op het
lijk dienen als handvat voor het invullen van de mogelijk-
gebied van zorg, welzijn, wonen, sociale activering,
heden in de eigen, lokale situatie. Tijdens de bijeenkomst
inkomen, opleiding en re-integratie.
werd het verder aangevuld met specifieke informatie zoals wat doet die instantie en voor wie, waar zijn ze te
Ook interesse?
vinden, wat zijn de eventuele kosten, hoe gaat de aan-
Bent u geïnteresseerd in een bijeenkomst over psychische
melding/verwijzing en de telefoonnummers van betref-
problemen? Neem dan contact op met uw eigen ROS.
fende instanties?
Via www.lvg.org kunt u het adres van uw ROS achterhalen. Deze kan mogelijk een soortgelijke bijeenkomst ook in uw regio opzetten! ■
KNOV-VVAA infodag voor verloskundige studenten Ben je verloskundige in opleiding?
Op deze dag worden drie workshops gehouden.
En wil je graag meer weten over het starten van een
De eerste en tweede gaan in op de financiële, fiscale
eigen praktijk, werken in loondienst of als waarne-
en juridische aspecten van vrije vestiging, werken in
mer en de ervaringen en de bevallingswensen van
loondienst of werken als waarnemer.
zwangere vrouwen?
Tijdens de derde workshop komen de bevallingswen-
Dan ben je op de gezamenlijke informatiedag van
sen van zwangere vrouwen aan bod en gaan deelne-
KNOV en VVAA op 16 mei op het juiste adres.
mers praktisch aan de slag met een geboorteplan. Meer informatie: www.vvaa.nl/studeren of
[email protected]
32
TvV mei 2009 • KNOV
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
14:50
Pagina 33
ONDERWIJS
Digitale scholing Meldcode Kindermishandeling Mieke Aitink
Er is een digitale scholing ontwikkeld en aangeboden door de KNMG/MCTV met o.a. als doel het implementeren van de (aangepaste) KNMG meldcode kindermishandeling 2008. Onze meldcode Kindermishandeling (februari 2007) is samen met de KNMG ontwikkeld en sluit aan bij deze scholing.
jaar onze meldcode zal worden afgestemd op de KNMG Meldcode en ook zal uitgaan van ‘spreken tenzij’. De praktijkkaart met het stappenplan opgenomen in de meldcode van de KNOV is vergelijkbaar met het stappenplan van de KNMG met als uitzondering: • In de KNOV meldcode vindt eerst een gesprek met de ouders plaats, vervolgens worden de vermoedens besproken met collega’s en dan pas wordt contact
De KNMG Meldcode Kindermishandelingen is in september 2008 geëvalueerd en aangepast omdat uit de evaluatie
opgenomen bij het AMK. • In stap 5b van de meldcode KNMG wordt de mogelijk-
bleek dat de oude Meldcode te vrijblijvend werd gevonden.
heid beschreven om noodzakelijke hulp te verlenen/
De tekst kon zo worden geïnterpreteerd dat het beroeps-
organiseren op vrijwillige basis waarbij het risico voor
geheim maar weinig ruimte bood om te melden. Het
het kind is weggenomen. De optie om zo nodig alsnog
aantal meldingen bij het AMK afkomstig van artsen,
te melden bij het AMK blijft bestaan. De arts monitort
bleek nog steeds erg laag te zijn (gemiddeld ongeveer
zelf de voortgang en effectiviteit van deze hulp, iets wat
2% van alle meldingen).
de verloskundige niet kan waarmaken omdat een zorgtraject in principe na het kraambed wordt afgesloten.
De nieuwe KNMG Meldcode geeft meer duidelijkheid over wat er van een arts wordt verwacht bij (vermoedens
De E-learning wil de deelnemers leren wat de Meldcode
van) kindermishandeling, waardoor het aantal meldingen
Kindermishandeling van haar of hem verwacht en hoe
door artsen hopelijk zal toenemen. Kern van de wijziging
zij/hij deze in de praktijk moet toepassen. Dit algemene
is dat het uitgangspunt ‘zwijgen, tenzij’ wordt vervangen
leerdoel valt uiteen in 12 specifieke leerdoelen, die de
door het uitgangspunt ‘spreken, tenzij’. Deze kerngedachte
deelnemer tevoren te zien krijgt (zie KNOV wesite).
is neergelegd in een stappenplan, opgenomen in artikel 4 van de KNMG Meldcode, dat precies beschrijft welke
Suze Jans (medeauteur meldcode kindermishandeling
stappen een arts kan c.q. moet zetten als hij signalen van
KNOV), Franka Cadee (dossierhouder Kindermishandeling
kindermishandeling krijgt. Iedere arts wordt geacht bij
KNOV) en Mieke Aitink (dossierhouder deskundigheids-
(een vermoeden van) kindermishandeling dit Stappenplan
bevordering KNOV) hebben de meldcode uitgebreid
toe te passen.
vergeleken met de meldcode Kindermishandeling van de KNMG in relatie tot de scholing; zij komen tot de
Sinds 2007 werken verloskundigen met de KNOV meld-
conclusie dat de scholing aansluit bij de werksituatie van
code Kindermishandeling. Deze meldcode beschrijft welke
de verloskundigen en de KNOV meldcode kindermishan-
stappen verloskundigen moeten nemen bij vermoedens
deling. De leerdoelen zijn ook voor onze meldcode toepas-
van kindermishandeling. Daarnaast bespreekt het ook de
baar en relevant. De scholing is inmiddels geaccrediteerd
rol van de verloskundige in de preventie van meisjes-
voor onze beroepsgroep.
besnijdenis en hoe te handelen bij vermoedens van een op handende zijnde meisjesbesnijdenis. In de huidige
Op de KNOV website wordt een korte toelichting op de
meldcode vind eerst een gesprek met de ouders plaats,
scholing gegeven voor de deelnemers. Daarin wordt het
vervolgens worden de vermoedens besproken met collega’s
volgende meegenomen:
en dan pas wordt contact opgenomen bij het AMK.
• De leerdoelen worden weergegeven met daarbij de
De boodschap in de Meldcode van de KNOV gaat uit van
opmerking dat daar waar de mannelijke vorm wordt
‘zwijgen tenzij’. Verwacht wordt dat in de loop van dit
gebruikt, ook de vrouwelijke vorm gelezen kan worden; het woord arts vervangen kan worden door verlos-
Mieke Aitink is beleidsmedewerkers deskundigheidsbevordering
kundige TvV mei 2009 • KNOV
33
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 34
ONDERWIJS • De stappenplannen van de meldcode KNOV en meldcode KNMG worden op de KNOV site geplaatst en het verschil tussen het stappenplan van de KNMG en van de KNOV wordt toegelicht
na beantwoording eveneens direct voorzien van een toelichting. o Een eindtoets die dezelfde vragen bevat als de begintoets, maar dan direct na beantwoording voorzien van toelichting.
De opbouw van de scholing is als volgt:
o Een korte samenvatting van hetgeen geleerd is.
• De e-learning module (1 uur) zelf bestaat uit 4 onderdelen die een uur tijd zullen gaan kosten. Men kan de
De geaccrediteerde scholing is in april 2009 online geko-
module tussentijds onderbreken, opslaan en later
men en is gratis (www.medischcontact.tv). De scholing
afmaken. De opbouw van de module is als volgt:
kan op elk moment van de dag gestart, onderbroken en
o Een begintoets van 15 vragen waarop de deelnemer
op een ander moment worden voortgezet.
antwoord moet geven zonder feedback te krijgen op
Voor het inloggen wordt uw BIG registratienummer
het (juiste of onjuiste) antwoord.
gevraagd.
E-learning KNMG Meldcode Kindermishandeling Een video met casuïstiek toont de dilemma’s van twee artsen die te maken krijgen met een vermoeden van kindermishandeling. Wat zijn de rechten en plichten van een arts volgens de herziene meldcode? Met medewerking van huisarts Wil Verheggen, psychiater Jeannette Rutgers en AMK-artsen Joke Meulmeester en Sylvia Verhoog. Geaccrediteerd (1 punt) voor huisartsen, medisch specialisten, sociaal geneeskundigen en verloskundigen. De e-learning op het geheel nieuwe platform van medischcontact.tv is gratis.
www.medischcontact.tv o Een 17 minuten durende film over een huisarts met
34
De scholing is geaccrediteerd onder nr. A 09-071,
een vermoeden van kindermishandeling (u al eerder
score 1 uur = 1 punt. Certificering verloopt per mail,
getoond) die enkele malen wordt onderbroken voor
u ontvangt na ongeveer 1 maand het certificaat.
in totaal 10 vragen die na beantwoording direct
De e-learning en online dossier Meldcode Kinder-
worden voorzien van een toelichting.
mishandeling (met o.a. versie van de meldcode kinder-
o Een 13 minuten durende film over een volwassenen-
mishandeling, stappenplan en artikelen in Medisch
psychiater die door het AMK wordt benaderd met
Contact) zijn te volgen op: www.medischcontact.tv.
een verzoek om informatie. Ook deze film wordt
Bij problemen met inloggen en/of opstarten van de
enkele malen onderbroken met in totaal 7 vragen,
module wordt er online technische hulp geboden. ■
TvV mei 2009 • KNOV
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
15:09
Pagina 35
PRAKTIJK
Er was eens… Elisabeth Polak is al 18 jaar vroedvrouw in Amsterdam. Na jaren van waarneming, associatie en een eeuwig sluimerende wens naar vrijheid heeft ze de knoop doorgehakt en nu woont ze een gedeelte van het jaar in Spanje. Wanneer ze in Nederland is, neemt ze waar in Amsterdam Noord. Ze doet alleen diensten. Dit is haar bijzondere verhaal dat zich afspeelt in 1995. Er was eens een klein kasteeltje in een grote, grote stad. Het heette Ravendael. Het werd bewoond door een wat aparte, artistieke familie met oud geld. Overdag in de zon zag het kasteeltje er lieflijk uit met zijn statige trap, bordes en de mooie oude beelden in de tuin. Maar nu was het een kille januari-nacht. De wind gierde door alle kieren en gaten. In het kasteeltje was iemand met weeën… Met haar eerste zwangerschap had Helen, een van de bewoonsters van het kasteeltje, zich indertijd gemeld bij een vroedvrouwenpraktijk in de buurt en zo was ze bij onze Elisabeth terechtgekomen. Elisabeth had haar toen begeleid bij de bevalling die uiteindelijk in het ziekenhuis in een vacuüm was geëindigd. Helen had Elisabeth overdag al gebeld met de mededeling dat ze af en toe weeën had. Elisabeth had haar gezegd het aan te zien en te bellen als het heftiger werd. Met het vallen van de nacht en het toenemen van de wind waren de weeën krachtiger geworden. Helen voelde dat het bijna zover was. Zij vroeg haar Alfons de vroedvrouw te bellen. Uit haar lekkere warme bed gekomen, trok Elisabeth haar jas strak om zich heen en rilde toen ze haar auto instapte. Kort daarna doemde het kasteeltje voor haar op. Ze parkeerde haar auto in © Ton van de Coevering
het parkje. Ze schrok van een vreemd geluid, maar dat bleken takken te zijn, die tot leven werden gebracht door de wind en haar auto zacht beroerden. In het park, dat het kasteeltje omringde, was verder geen levend wezen te zien. Kordaat pakte Elisabeth haar verlostas, visitetas en zuurstofkoffer en liep de trap op naar de voordeur en belde aan. Uiteraard een ouderwetse trek-tingelbel. Piepend opende zich de deur. Een onbekende, lange, magere gestalte keek Elisabeth en haar bepakking van omhoog kort aan en zei met een lijzige stem: "Aah, de vroedvrouw…".Met een knokige vinger wees hij naar de trap. Ze liep de trap op. De treden kraakten en piepten naargeestig. Aan de wand hingen schilderijen van statige voorouders die haar met hun ogen leken te volgen. Boven aangekomen ging een deur open, waar opnieuw een lange, magere vrouw stond. Zij nam Elisabeth van top tot teen op en zei met hetzelfde lijzige stemgeluid en precies dezelfde intonatie "Aah, de vroedvrouw. Goed zo", en wees eveneens naar boven. Nog hoger ging onze vroedvrouw. Door het huilen van de wind langs de muren van het kasteel hoorde ze kreten van pijn. Op de bovenste verdieping woonden Helen en Alfons. Elisabeth opende op goed geluk een deur en trof Helen in een witte nachtjapon wijdbeens voor het bed staand, heftige weeën opvangend. Snel trof Elisabeth nog wat voorbereidingen en even later lag Helen al te persen. Buiten was het nu ook gaan onweren. Plotseling woei een luik open, dat door Alfons weer snel gesloten werd. Een kille stroom trok door de kamer. Het caput werd zichtbaar, Helen perste nog één keer en net op het moment dat het kind ter wereld kwam, verlichtte een hevige bliksemflits de kamer, waarop onmiddellijk een harde donderslag volgde. Enkele seconden daarna klonk het huilen van een pasgeboren jongetje. We spreken elkaar twaalf jaar later. Intussen heeft Elisabeth zelf twee kinderen. Met hen achterin de auto rijdt ze toevallig weer langs het kasteel en besluit de kinderen het hele verhaal te vertellen. Ademloos luisteren haar zoon en dochter - van de Harry Potter-generatie - naar TvV mei 2009 • KNOV
35
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 36
PRAKTIJK hun moeder. Hun ogen glinsteren. Niet van angst, maar van avontuur. Ze zien het helemaal voor zich. "En hoe héét die baby dan, Mama?" vraagt de dochter.
Verplichte meldcode
Ja, welke naam heeft dit bijzondere jongetje eigenlijk gekregen? Hoe heet deze boreling, die ter wereld kwam
Ingrid Oomes
met donder en bliksem? Hoe werd dit toverkind genoemd? Was het wellicht Thorvald? Of Abacus? Of meer een Ludovicus of misschien zelfs Harry? Op die gedenkwaardige, donkere nacht in 1995 hield Helen haar pasgeboren kind in haar armen en keek liefdevol naar de kleine vingertjes. Donder en bliksem waren haar totaal ontgaan. Ze had alleen maar oog voor haar zoon. De storm was gaan liggen en de luiken gestopt met klepperen. "Hebben jullie al een naam voor jullie zoon?", vroeg Elisabeth, met nog een lichte trilling in haar stem. Helen en haar man wisselden een korte blik. De moeder
Naar schatting worden jaarlijks ruim 100.000 kinderen in Nederland verwaarloosd of mishandeld. Waarschijnlijk is dit het topje van de ijsberg; veel gevallen van kindermishandeling blijven nog onopgemerkt. De antennes van professionals die met kinderen werken blijken vaak nog te weinig ontwikkeld om signalen van geweld en mishandeling te herkennen. Daarbij weten mensen vaak niet hoe te handelen bij een vermoeden van kindermishandeling.
van het onweerskind wreef even over zijn zachte, roze wangetje en keek Elisabeth toen blij aan. "Flipje!" ■
Veldkamp onderzoek ‘Meldcodes Kindermishandeling’
Nyx
In 2008 heeft het programmaministerie voor Jeugd en Gezin laten onderzoeken in welke mate professionals als het gaat om kindermishandeling - over een meldcode beschikken en welke acties ze uitvoeren bij vermoedens van kindermishandeling. Kort samengevat zijn de uitkomsten van dit onderzoek ‘Meldcodes kindermishandeling’: • Minder dan de helft van de professionals beschikt over een meldcode (45%). • Degenen die over een meldcode beschikken, gaan gemiddeld genomen vaker over tot handelen dan professionals die geen meldcode volgen (circa drie keer vaker). • Professionals die werken met een meldcode oordelen daar positief over. Zij zijn er tevreden mee en beoorde-
Kenmerken van onze stadspraktijk • Werkgebied Leiden e.o. • Ongeveer 400 inschrijvingen per jaar • Een praktijkmanager en 2 praktijkassistentes • Geautomatiseerd met Micronatal
len het als een goed hulpmiddel bij vermoedens van kindermishandeling. Het onderzoek laat dus een beperkte beschikbaarheid van de meldcode kindermishandeling zien. Terwijl
Wij zoeken per 1 juli 2009 een 4e en 5e collega in loondienst. • Met hart voor de eerste lijn • Affiniteit met niet-cliëntgebonden activiteiten • Registratie in het KNOV-kwaliteitsregister
degenen die over een meldcode beschikken, gemiddeld genomen vaker overgaan tot handelen dan professionals die geen meldcode volgen. Het werken met een meldcode maakt dus verschil: het aantal meldingen stijgt.
Verplichte meldcode Ben je geïnteresseerd? Stuur dan vóór 18 mei je sollicitatiebrief en CV met referenties naar:
Naar aanleiding van deze resultaten heeft minister
Verloskundigenpraktijk de Kern o.v.v. sollicitatie de Kernstraat 2a 2313 EV Leiden
verplichte meldcode zal bestaan uit een globaal stappen-
Rouvoet (Jeugd en Gezin) besloten meldcodes verplicht te stellen voor iedereen die met kinderen werkt. De plan, waarin wordt aangegeven hoe om te gaan met het Ingrid Oomes is secretaris van de Stuurgroep Aanpak Kindermishandeling
36
TvV mei 2009 • KNOV
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
14:59
Pagina 37
PRAKTIJK
kindermishandeling signaleren en het melden van kindermishandeling en
klaar hebben. Veel branche- en beroepsorganisaties zijn
Naar een herziene KNOV meldcode
al bezig met het vormgeven van dergelijke meldcodes.
Sinds 2007 werken verloskundigen met de
Om te zorgen dat de verplichte meldcode die minister
KNOV meldcode Kindermishandeling.
Rouvoet wil gaan invoeren aansluit bij de praktijk, heeft
Deze meldcode beschrijft welke stappen ver-
de Stuurgroep Aanpak Kindermishandeling –onder voor-
loskundigen moeten nemen bij vermoedens
zitterschap van Ivo Opstelten- verschillende organisaties
van kindermishandeling. Daarnaast bespreekt
uitgenodigd om hierover van gedachten te wisselen.
het ook de rol van de verloskundige in de
huiselijk geweld. De regering wil in het najaar van 2009 de Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
preventie van meisjesbesnijdenis en hoe te
Gesprek Stuurgroep Aanpak Kindermishandeling – KNOV
handelen bij vermoedens van een op handen-
Eén van de organisaties waar de Stuurgroep mee sprak
meldcode zal tevens een instrument worden
was de KNOV. Eind 2008 spraken Jos Becker Hoff
bij situaties waarin sprake is van huiselijke
(Directeur KNOV) en Franka Cadée (Beleidsmedewerker
geweld. Daarnaast zal onderzocht worden hoe
belangenbehartiging KNOV) met Rieke Samson-Geerlings
de leidraad “spreken tenzij” in de nieuwe
(Stuurgroeplid en procureur-generaal OM Den Haag) en
KNMG-meldcode toegepast kan worden in
Ingrid Oomes (Secretaris Stuurgroep). Het programma-
het stappenplan van de verloskundige.
ministerie voor Jeugd en Gezin was hierbij ook aanwezig.
In de toekomst zal de KNOV ook aandacht
Kennis en ervaringen zijn uitgewisseld en aandachts-
besteden aan informatie-uitwisseling over
punten benoemd voor het verder vormgeven van het
(vermoedens van) kindermishandeling, huise-
aanpakken van kindermishandeling.
lijk geweld en meisjesbesnijdenis met de
de zijnde meisjesbesnijdenis. De nieuwe
kraamverzorging en de jeugdgezondheidsDe huidige KNOV meldcode is gebaseerd op de KNMG
zorg. In dit kader is de ontwikkeling van de
meldcode uit 2002. Inmiddels is de KNMG-meldcode
RIVM-richtlijn “Overdracht van gegevens van
herzien. Hoewel De KNOV en de KNMG-codes dezelfde
verloskundige en kraamzorg en naar de JGZ”,
boodschap hebben, is de KNOV code voorzichtiger dan de
ook belangrijk. Daarin zal een set van
herziene KNMG code uit 2008, waarin specifiek benoemd
gegevens worden opgenomen die de JGZ
staat dat ‘spreken tenzij’
nodig heeft voor het voortzetten van de
past binnen het
zorgverlening waarbij ook sociale risico-
beroepsgeheim.
factoren opgenomen zijn.
De KNOV code
Franka Cadée en Relinde van der Stouwe,
benoemt dit
beleidsmedewerkers KNOV
in mindere mate.
Scholing voor verloskundigen De KNMG heeft een digitale scholing ontwikkeld over de herziene Meldcode kinder© Henk van Ruitenbeek
mishandeling 2008. Hiermee kan de medische professional kennis maken met de meldcode. Hij of zij weet wat er van hem/haar wordt verwacht en begrijpt welke stappen hij/zij moet nemen bij vermoedens van kindermishandeling. Deze scholing sluit aan bij de werksituatie van verloskundigen en de KNOV
TvV mei 2009 • KNOV
37
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
van Hogerop? Volg dan de Universitaire Masterstudie Verloskunde Geen korte cursus, maar een volwaardige en intensieve universitaire masterstudie.
Pagina 38
Are you a Midwife who would like to work in the UK? Would you like to experience another culture and lifestyle? Would you like to practice Midwifery within a different environment? If the answers to the above questions are yes, then we can help… Medacs Healthcare is one of the UK’s largest healthcare recruitment companies, with a department dedicated exclusively to the Midwifery profession, we are best placed to LIPT½RH]SYXLEXRI[I\GMXMRKSTTSVXYRMX] Due to an increase in vacancies, Medacs currently have fantastic opportunities in London and across XLI9/
Interesse?
Onderwijsbureau Masterstudies Bel (020) 566 6944 of
8S½RHSYXQSVIEFSYXXLMWI\GMXMRKTVSWTIGX please contact: Andrew Bowsher
mail:
[email protected]
KIJK ook op www.amc.nl/
Telephone: +44 (0)20 7611 1690 )QEMPERHVI[FS[WLIV$QIHEGWGSQ
masterverloskunde
Vraag het de Expert Kom naar één van de regionale bijeenkomsten en maak keuze uit de onderstaande twee workshops: Wo rk s ho p 1
Wo r k sh op 2
De verloskundige, voeding & een gezond gewicht
De verloskundige & de diëtist, voeding en een gezond gewicht
Bijeenkomsten speciaal voor verloskundigen. Het programma biedt praktische up-to-date voedingsadviezen en inzicht in de relatie tussen de voeding en een gezond gewicht bij kinderwens, tijdens de zwangerschap en in de periode na de bevalling.
Verloskundigen én diëtisten nemen hier gezamenlijk aan deel. Na een korte presentatie met basisinformatie over overgewicht en gezonde voeding voor, tijdens en direct na de zwangerschap gaan de verloskundigen en diëtisten met elkaar in gesprek over voeding rondom de zwangerschap. En over de vraag hoe zij een effectieve samenwerking kunnen realiseren en elkaars expertise versterken.
Dinsdag 2 juni 2009 Leiden Dinsdag 9 juni 2009 Amersfoort
Donderdag 11 juni 2009 Utrecht Kom samen met een diëtist en ontvang beiden 25% korting op de entreeprijs.
Voor meer informatie én inschrijven: www.zuivelengezondheid.nl/vraaghetdeexpert
Gezond gewicht, zwangerschap en voeding
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 39
PRAKTIJK KNOV heeft geen specifieke scholing georganiseerd om
meldcode. De scholing zal dan ook beschik-
de meldcode te implementeren, maar is wel actief in het
baar komen voor verloskundigen en
inbrengen van de code in de initiële opleidingen. Dat er
geaccrediteerd worden door de KNOV.
geen specifiek implementatietraject is ontwikkeld, heeft
(http://medischcontact.artsennet.nl/
te maken met het gebrek aan vraag vanuit de verlos-
medischcontact.tv.htm).
kundigen. Indien er een markt voor was geweest zou die
De herziene versie van de meldcode omvat
scholing zeker zijn ontwikkeld. Door de constante druk
kindermishandeling, meisjesbesnijdenis en
op de tarieven is het binnen de bestaande financiële
huiselijk geweld. De toekomstige scholing die
kaders onmogelijk een implementatietraject te bekostigen.
door de KNOV ontwikkeld wordt om de
Verloskundigen moeten na- en bijscholing zelf financieren.
meldcode te implementeren zal gericht zijn op het leren hanteren van de nieuwe meld-
Een van de uitdagingen die de KNOV tegenkomt in de
code en de samenwerking tussen de verlos-
implementatie van haar meldcode kindermishandeling
kundige, de kraamzorg (kraambed), jeugd-
zijn de aparte behandelovereenkomsten voor kraamzorg
zorg (overdracht na kraambed) en het
en verloskundige zorg. Het is voor kraamverzorgenden
Algemeen Meldpunt Kindermishandeling
en verloskundigen moeilijk helder te krijgen welke
(AMK). Het is de bedoeling dat de training
informatie zij met elkaar mogen bespreken. Er mag
op lokaal niveau wordt gegeven om zo veel
gesproken worden over ‘basale zorg’, maar dit begrip
mogelijk verloskundigen te kunnen bereiken.
is ongedefinieerd.
De KNOV heeft onlangs een kostenraming
Ander aandachtspunt is de geringe terugkoppeling na
gemaakt voor het wijzigen en implementeren
een melding van kindermishandeling bij het Algemeen
van de nieuwe meldcode. Het ministerie van
Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Het werkt niet
Jeugd en Gezin zal vervolgens aangeven
stimulerend als verloskundigen en kraamverzorgenden na
welke kosten door hen gedragen gaan
een lang traject en veelvuldig overleg een melding doen
worden. Afhankelijk hiervan zal het KNOV-
zonder de zekerheid dat er iets mee gebeurt.
scholingsplan gerealiseerd kunnen worden. Mieke Aitink & Franka Cadée,
Advies aan minister Rouvoet
beleidsmedewerkers KNOV
Naar aanleiding van alle gesprekken die de Stuurgroep gehad heeft, is in februari 2009 een advies uitgebracht aan minister Rouvoet van Jeugd en Gezin. Hieronder de
Gezin aan te sluiten bij een -nader te identificeren-
belangrijkste punten:
landelijke structuur voor (bij)scholing van professionals
• Branche- en beroepsorganisaties vinden de rollen van
die met kinderen werken. Daarnaast zou het gesprek
gemeenten (verantwoordelijk voor Centra voor Jeugd
gestart kunnen worden met basisopleidingen over het
en Gezin en preventie) en provincies (verantwoordelijk
opnemen van het onderwerp kindermishandeling in
voor geïndiceerde jeugdzorg) onvoldoende duidelijk.
curricula.
Jeugd en Gezin zou (centrum)gemeenten uit kunnen rusten met richtlijnen en praktische modellen voor
De minister gaat de adviezen bestuderen. Ondertussen
ketensamenwerking zodat duidelijke afspraken over
gaat de Stuurgroep verder met gesprekken met branche-
coördinatie van zorg en "doorzettingsmacht" gemaakt
en beroepsorganisaties. Maar ook met gemeenten,
kunnen worden.
provincies, jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, de jeugd-
• Branche- en beroepsorganisaties zijn zelf verantwoor-
bescherming, onderwijs en politie. En niet te vergeten:
delijk om de meldcode te implementeren. Jeugd en
de betrokken ministeries.
Gezin zou een actieve rol kunnen spelen in het onder-
Met meer dan 100.000 slachtoffers per jaar is nog flink
steunen van de vaak beperkt beschikbare middelen en
wat werk te verzetten. Kindermishandeling moet met alle
capaciteiten van branche- en beroepsorganisaties.
macht aangepakt worden. Niet op papier, maar in de
• Het gebrek aan kennis en vaardigheden van professionals
praktijk.
die met kinderen werken is een groot knelpunt. Het
Het complete advies van de Stuurgroep Aanpak Kinder-
aanbod van scholing door branche- en beroepsorgani-
mishandeling en het onderzoek ‘Meldcodes kindermis-
saties zelf is gering. De Stuurgroep adviseert Jeugd en
handeling’ zijn te vinden op www.jeugdengezin.nl. ■
TvV mei 2009 • KNOV
39
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 40
Bent u de Verloskundige (minimaal 32 uur per week) die met enthousiasme ons team komt versterken? Het Deventer Ziekenhuis is een modern en aantrekkelijk topklinisch opleidingsziekenhuis met ruim 2100 medewerkers, 130 medisch specialisten en 155 vrijwilligers. Het ziekenhuis wil haar klanten de best mogelijke zorg bieden door constant op de hoogte te blijven van de nieuwste (technologische) ontwikkelingen en deze zo adequaat mogelijk toe te passen. Het ziekenhuis is in september 2008 verhuisd naar de nieuwbouwlocatie op de Rielerenk. Het centrum voor Vrouw en Kind, waar de afdeling Verloskunde een onderdeel vanuit maakt, is volop in ontwikkeling. De werkplek U werkt zowel op de klinische afdeling als op de polikliniek. De klinische afdeling bestaat uit tien kraamsuites, twee 3 persoonskamers, een 2 persoons- en een 1-persoonskamer, waar zieke zwangeren en kraamvrouwen worden verpleegd. De verloskundige biedt verloskundige zorg bij de 2e lijns bevalling, het zwangerenspreekuur, de kraamvisites, ontslaggesprekken en de overdracht naar eerste lijn. De afdeling richt zich op de patiëntenzorg, opleiding en onderzoek in de volle breedte van de verloskunde. Per jaar vinden gemiddeld 1250 bevallingen plaats waarvan 150 onder leiding van de 1e lijn. Er wordt gewerkt in een multidisciplinair professioneel team van verpleegkundigen, kraamverzorgenden, arts-assistenten in opleiding en arts-assistenten niet in opleiding en gynaecologen. De verloskundige activiteiten worden in nauwe samenwerking tussen 1e en 2e lijn uitgevoerd binnen de Verloskundige Werkgroep Deventer. Uw bagage U bent een ervaren verloskundige met een BIG-registratie en ingeschreven in het kwaliteitsregister Verloskundigen. Een variabele hoge werkdruk in wisselende situaties is voor u een uitdaging omdat u flexibel en stressbestendig bent. Daarnaast heeft u goede contactuele eigenschappen en een collegiale instelling. U durft initiatieven te nemen. U bent bereid om onregelmatige diensten te draaien. Echo-ervaring is gewenst, maar niet noodzakelijk. U heeft wel aantoonbare affiniteit met het opleiden en het geven van onderwijs. Onze tegenprestatie Wij bieden een goede werksfeer in een nieuw ziekenhuis en een team dat enthousiast bezig is met zorg op maat, vakinhoudelijke ontwikkelingen en actief meedenkt op organisatorisch niveau. Het gaat om een aanstelling van minimaal 32 uur per week. Aan deze functie is, met inachtneming van de aanloopschaal, FWG 60 verbonden. Het maximum salaris dat bij deze schaal hoort is € 3.906,- bruto per maand. Belangstelling? Voor informatie kunt u contact opnemen met mevrouw K. Klaasboer-Kogelman, operationeel manager Verloskunde a.i. of met mevrouw A. van Es, klinisch verloskundige, telefoonnummer: 0570-535315 of u mailt naar:
[email protected] of
[email protected] U kunt uw schriftelijke sollicitatie tot 20 mei 2009 richten aan de Personeelsadministratie Deventer Ziekenhuis, Postbus 5001, 7400 GC Deventer, onder vermelding van vacaturenummer V 13029 op sollicitatiebrief en enveloppe. De sollicitatiegesprekken zullen plaatsvinden in week 23 en/of 24. Op www.dz.nl treft u meer informatie aan over onze organisatie. Acquisitie n.a.v. deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
14:50
Pagina 41
PRAKTIJK
Certificering 'Zorg voor Borstvoeding' Gonneke van Veldhuizen-Staas en Stefan Kleintjes
In de eerste kwetsbare kraamweek wordt de basis gelegd voor het verdere verloop van de borstvoeding, de relatie tussen moeder en kind, de voedingsinname, de groei van het kind en het zelfvertrouwen van de moeder. De WHO en Unicef hebben met hun Baby Friendly Hospital Initiative certificeringsprogramma (BFHI), een richtlijn gegeven voor stroomlijning van de zorg voor borstvoeding binnen het multidisciplinaire kader. De bedoeling daarvan is ouders eenduidig en evidence based te adviseren over borstvoeding. In dit artikel wordt uitgelegd wat de BFHI-certificering van de verloskundige praktijk inhoudt en waarom het, een belangrijke bijdrage levert aan verloskundige kwaliteitszorg.
voeding. Echter, door de verbetering van de voorlichting over de verschillende opties voor en consequenties van de keuze voor zuigelingenvoeding kan de cliënte juist een betere, meer gefundeerde keuze maken. Gecertificeerde zorg voor borstvoeding gaat overigens verder dan alleen de aanbeveling borstvoeding te geven. Het behelst ook het begeleiden van de borstvoeding als die keuze is gemaakt.[2] Het bieden van goede en werkzame ondersteuning bij het geven van borstvoeding en kundige advisering bij problemen, zorgen voor een positief ervaren van de borstvoedingperiode en de zorgverlener. Enkel en soms dwingend adviseren borstvoeding te geven om vervolgens onvoldoende te ondersteunen en adviseren leidt daarentegen tot negatieve ervaringen en een verminderd vertrouwen in de zorg. De meest genoemde redenen om te stoppen met borstvoeding, zoals (een vermoeden van) te weinig melk en pijn tijdens
Certificering als keurmerk voor kwaliteitszorg
het voeden[3] zijn over het algemeen factoren die met
Binnen alle gebieden van zorgverlening bestaan
kundige begeleiding en advisering te voorkomen zijn.
certificaten, richtlijnen en protocollen met als doel om
Onkundige begeleiding en tegenstrijdige advisering
de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Het Ministerie
houden onder andere het onterechte beeld in stand dat
van VWS omschrijft kwaliteit van zorg als volgt: 'Mensen
borstvoeding iets heel moeilijks is, waarbij je vooral moet
hebben recht op veilige, eigentijdse zorg van goede
doorzetten, op je tanden moet bijten en vol dient te
kwaliteit. Met voldoende keuzevrijheid en met duidelijke
houden en dat borstvoeding zeker lang niet voor
rechten en plichten voor alle partijen. (…)
iedereen is weggelegd.
Het kabinet heeft drie prioriteiten benoemd voor het verbeteren van de kwaliteit van de zorg: het zichtbaar
Gebaseerd op evidence based zorg
en meetbaar maken van de kwaliteit van de zorg, het
Volgens de definitie van Sacket et al is Evidence Based
vergroten van de invloed van patiënten en cliënten en
Practice (EBP) het gewetensvol, expliciet en oordeel-
het veiliger maken van de zorg.'[1]
kundig gebruik van wat op dit ogenblik als beste wetenschappelijke kennis beschikbaar is, bij het nemen van
Het certificaat van de erkende certificerende instantie
beslissingen over de zorg voor individuele patiënten.[4]
Zorg voor Borstvoeding, die voor het Baby Friendly
Daarnaast bepalen ook experimenteel bewijs, praktische
Hospital Initiative verantwoordelijk is, maakt de kwaliteit
ervaring, kennis van de fysiologie en het individu van
van de verloskundige zorg voor borstvoeding meetbaar
zowel de cliënt als de zorgverlener wat op een bepaald
en zichtbaar. Het vergroot bovendien de invloed van de
moment de beste zorg voor deze cliënt is.[5] De kwaliteit
cliënt, omdat deze een vergelijkingsinstrument in handen
van verloskundige zorg wordt het best gegarandeerd
heeft. Maar het maakt de zorg ook veiliger omdat het
door een certificering voor borstvoeding van de verlos-
certificeren verloskundigen noopt tot handelen op basis
kundige praktijk en een uitvoering van die zorg die
van evidence based practice.
gebaseerd is op wetenschappelijk basis en aangevuld door
Het kan lijken of de BFHI-certificering de keuzevrijheid
kennis van de fysiologie en de meningen en methodes
van de cliënt inzake de voeding van haar zuigeling
van gerespecteerde experts uit het vakgebied.[6, 7] Dit wordt
inperkt, door de grotere nadruk die daarin lijkt te liggen
bereikt door bijvoorbeeld het volgen van bijscholing en
-in vergelijking met 'vroeger'- op het geven van borst-
het werken naar richtlijnen volgens dit principe. Recertificering en doorgaande scholing blijven onderdeel
Gonneke van Veldhuizen-Staas is IBCLC lactatiekundige;
van het goed toepassen van EBP.
Stefan Kleintjes is kinderdiëtist
TvV mei 2009 • KNOV
41
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 42
PRAKTIJK Relatie tussen incidentie en duur borstvoeding en certificering
dat er vanuit al die disciplines dezelfde principes voor advisering worden gehanteerd.
Initiële en vervolgopleidingen voor zorgverleners in de praktische kennis en theorie van de menselijke lactatie
De Tien Vuistregels van de WHO: basis voor universele advisering
en de zorg voor borstvoeding.[8] Dit uit zich onder andere
Zorgvragers kunnen gelijkaardige advisering verwachten
in een algemeen laag percentage van kinderen die na de
in alle gecertificeerde instellingen en praktijken, als alle
eerste weken nog borstvoeding krijgen.
disciplines door één instantie worden gecertificeerd en als
Volgens internationaal onderzoek leidt certificering van
daarbij dus -vanzelfsprekend- de vereisten voor certifice-
zorginstellingen tot meer kinderen die borstvoeding krij-
ring op dezelfde uitgangspunten zijn gebaseerd. Deze
gen en tot een langere duur van borstvoeding geven en
uitgangspunten zijn vastgelegd in de 'Tien Vuistregels
krijgen.[9, 10] De laatste Peiling Melkvoeding van TNO lijkt
voor het welslagen van de borstvoeding'. Deze vuist-
deze trend in Nederland echter tegen te spreken. In
regels omvatten de gehele zorg voor borstvoeding vanaf
tegenstelling tot de voorgaande peiling blijkt er in 2005
de intentie, via scholing, voorlichting en begeleiding tot
geen significant verschil meer te zijn in de incidentie en
en met het overdragen van de zorg. Voor de diverse
duur van borstvoeding bij al dan niet gecertificeerde
disciplines waarmee moeders en kinderen in aanraking
Europa besteden doorgaans veel te weinig aandacht aan
kraamzorg.
[11]
Dit kan volgens de onderzoekers verband
komen gelden andere zwaartepunten en sommige kunnen
houden met de algemeen toegenomen belangstelling
komen te vervallen. Zo zal een JGZ-instelling weinig te
voor borstvoeding, maar analyse van de gegevens kan
maken krijgen met prenatale voorlichting of het beginnen
ook wijzen in de richting van het niet optimaal hanteren
met borstvoeding rondom de baring. Een verloskundige
of toepassen van de 'Tien Vuistregels' door individuele
heeft juist veel te maken met deze periode, maar ook
zorgverleners. Deze indruk wordt bevestigd door rappor-
met protocollen en routines van ziekenhuizen en kraam-
tages van moeders die door gecertificeerde kraamzorg-
zorginstellingen. De Tien Vuistregels van de WHO zijn
bureaus toch borstvoeding onvriendelijke advisering
ingebed in een wereldwijd omnidisciplinair plan van aan-
kregen. Certificatie alleen is klaarblijkelijk onvoldoende
pak voor de voeding van zuigelingen en kinderen. De
garantie voor optimale borstvoedingszorg. Verbetering
nadruk in deze 'Global Strategy' ligt op een basis van
van de zorg voor borstvoeding en handhaving van
wetenschappelijke achtergrond en samenwerking tussen
voldoende kwaliteit van deze zorg moet gepaard gaan
overheden en alle betrokken zorgverleners.[14]
met een degelijke scholing en verbreden van kennis en de bereidheid en vaardigheden om deze kennis toe te
Inhoud van de certificering
passen.
Certificering is een vorm van externe kwaliteitsbeoordeling door een onafhankelijke instantie aan de hand van
Belang van eenheid in advisering
duidelijke normen of eisen.[15] Om voor de Zorg voor
Gebrek aan eenheid in advisering en zelfs ook conflicte-
Borstvoeding-certificering in aanmerking te komen moet
rende advisering is voor veel ouders een bron van ergernis
een verloskundige praktijk aan een aantal vastgestelde
en een groot struikelpunt bij borstvoeding geven en blij-
voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden zijn gebaseerd
ven geven. De advisering die zij in het ziekenhuis, van de
op de voorwaarden die gelden voor ziekenhuisafdelingen,
verloskundige, de kraamverzorgende, de huis- of kinder-
maar aangepast aan de Nederlandse praktijksituatie
arts en de JGZ krijgen zijn vaak even divers als het aantal
waarin thuisbevallingen en thuiskraamzorg voorkomen.[16]
zorgverleners. Het gevolg daarvan is, dat veel moeders
Het Breastfeeding Hospital Initiative (BFHI) omvat richt-
teleurgesteld en vaak met schuldgevoelens voortijdig
lijnen voor het gehele gebied van de kwaliteitszorg,
geheel of gedeeltelijk overstappen op kunstvoeding.
beginnend met beleid en protocol, via scholing van zorg-
Behalve kraamzorg en verloskundige, zouden ook alle
verleners en zorgvragers en de directe begeleiding bij
andere zorgverleners en -instanties die zich richten op de
borstvoeding tot en met de overdracht van de zorg. Deze
zorg voor (aanstaande) ouders en jonge kinderen eendui-
richtlijnen zijn samengevat in de tien vuistregels, die ook
dige borstvoedingadvisering moeten geven. Deze geïnte-
gelijk de basis vormen voor beleid en protocol en voor het
greerde zorg geeft de beste resultaten.
[12]
42
Doorgaande en
assessment programma voorafgaand aan certificering.[17]
specifieke scholing voor álle zorginstanties is een voor-
Het verkrijgen van het certificaat Zorg voor Borstvoeding
waarde voor kwaliteitszorg en multidisciplinair eenduidige
betekent dat de zorgverleners werkzaam in de gecertifi-
advisering, die nodig is om de in de EU Blauwdruk
ceerde instelling bekend zijn met het belang en de
gestelde doelen aangaande de borstvoeding te realise-
praktijk van borstvoeding en dat hij/zij door middel van
ren.[13] Certificering van de verschillende disciplines door
voorlichting en actieve begeleiding hieraan vorm weet te
één enkele instantie is wat ons betreft de enige garantie
geven. Daarnaast is een zeer belangrijke factor dat zowel
TvV mei 2009 • KNOV
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 43
PRAKTIJK Cursussen Gekwalificeerde bijscholing is een integraal onderdeel van de certificering. Elke praktijk kan zelf bijscholing verzorgen en lesaanbieders inhuren. Veel vrij gevestigde lactatiekundigen bieden hiervoor een individueel aan te passen cursusprogramma aan. Het is ook mogelijk om in te schrijven voor cursussen die specifiek ontworpen zijn voor het voorbereiden op de certificering voor Zorg voor Borstvoeding. Deze cursussen bieden naast gerichte en evidence based scholing ook accreditatiepunten voor doorgaande scholing. Voorbeelden van dergelijke cursussen: • Kwaliteitszorg Borstvoeding, www.kwaliteitszorgborstvoeding.nl (zuidelijke provincies) • STBN, www.stbn.nl (westelijke provincies)
de zorgverlener als de zorginstelling zich compleet
beleid en -protocol, de bijscholing van de medewerkers,
distantieert van elke en enige vorm van beïnvloeding van
de beschikbaarheid van schriftelijke informatiematerialen
de praktijk en haar cliënten door de kunstvoedingindustrie.
voor prenatale voorlichting aan ouders en de aantallen
Directe en indirecte beïnvloeding door de kunstvoeding-
cliënten, thuis- en ziekenhuisbevallingen en borst-
industrie heeft namelijk aantoonbaar negatieve effecten
voedingen in het afgelopen jaar.
op de incidentie en duur van borstvoeding.[18, 19] Onder directe beïnvloeding wordt onder andere verstaan het
Doorlopende bijscholing van medewerkers
uitdelen aan cliënten van gratis monsters kunstvoeding,
Elke medewerker van een gecertificeerde instelling moet
het accepteren van cadeautjes van de fabrikanten.
een bepaald aantal contacturen gerichte, specifieke bij-
Indirecte beïnvloeding van de cliënt bestaat uit bijvoor-
scholing over borstvoeding hebben gehad. De bijscholing
beeld het plaatsen, ten toon stellen en/of gebruiken van
wordt bij voorkeur verzorgd door vakspecialisten, zoals
informatiematerialen, versieringen, bekers, pennen,
gekwalificeerde lactatiekundigen. De bijscholing omvat
afspraakboekjes en dergelijke met de naam en/of het
zowel de theorie als de praktijk van de menselijke lactatie
logo van een fabrikant van vervangingsmiddelen voor
en de voorlichting over en begeleiding bij borstvoeding.
moedermelk of voor flessen en spenen.
De theorie gaat diep in op de normale anatomie en fysiologie van de lactatie en het management van de fysio-
Certificeringtraject
logische borstvoeding. Op die basis wordt gewerkt aan
Certificering is een proces dat geruime tijd in beslag kan
het herkennen, voorkomen en behandelen van dagelijkse
nemen. Het bestaat uit een eigen beoordeling, een voor-
problemen, het gebruik van hulpmiddelen, het begeleiden
bereiding en een externe beoordeling door medewerkers
van moeder-kind paren in bijzondere omstandigheden en,
van Zorg voor Borstvoeding. Elke gecertificeerde instelling
belangrijk, indicaties voor tijdig doorverwijzen. Afhankelijk
wordt na drie jaar opnieuw beoordeeld of de standaard
van de demografische kenmerken van de praktijkpopulatie
voor gecertificeerde zorg voor borstvoeding behouden is.
of de situering van de partussen en kraambedden kunnen
Het hele proces begint met het aanvragen van alle
sommige aspecten meer of minder aandacht krijgen.
brochures en documenten die betrekking hebben op certificering. Eén van die documenten is de interne
Lees verder
beoordeling: een instrument voor de instelling om voor
Borstvoeding, Stefan Kleintjes, kinderdiëtist en
zichzelf de status quo vast te stellen. Dit instrument kan
Mary Broekhuijsen, Spectrum, 2de druk-2008
ook gebruikt worden als nulmeting. De uitkomst van de
Kenniscentrum Lactatiekunde: www.eurolac.net
interne beoordeling geeft ook duidelijk aan, aan welke
Kenniscentrum Borstvoeding: www.borstvoeding.com
punten de instelling nog moet werken voordat de externe beoordeling kan worden aangevraagd. Belangrijke peilers
De literatuurverwijzingen treft u aan op pag. 43a van de
zijn het op schrift hebben van een gedegen borstvoeding-
digitale versie van dit tijdschrift. ■ TvV mei 2009 • KNOV
43
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 44
$EåHELDENå VANå$ENå(ELDER Rob, neonatologieverpleegkundige, volgde naast zijn werk de opleiding tot Basic Life Support-instructeur. Nu traint hij alle medewerkers – ook niet-verpleegkundigen – in hartmassage en mond-op-mondbeademing. Ook in eigen reanimatiekennis is Rob niet stil blijven staan: hij specialiseerde zich in reanimatie van vroeggeborenen.
Zoals Rob zijn er nog 949 helden in ons ziekenhuis. Mensen die graag meer van hun werk maken, die geen genoegen nemen met routine. Het Gemini biedt ze de ruimte. En kán dat ook: als middelgroot ziekenhuis is onze organisatie overzichtelijk en toegankelijk genoeg om persoonlijke initiatieven naar waarde te kunnen schatten. Het prettige Helderse woonklimaat werkt daarbij alleen maar stimulerend: met de ontspanning van zon, zee en strand bij de hand ontstaan de meest verfrissende ideeën. Ook wonen in de rustige Kop van Noord-Holland en werken in een collegiale sfeer? Ook deel uitmaken van een organisatie met oog voor kwaliteit – we zijn NIAZ geaccrediteerd – en ruimte voor jouw ideeën? Voor de afdeling Obstetrie & Gynaecologie zoeken we een nieuwe ‘held van Den Helder’.
+,).)3#(å6%2,/3+5.$)'%åMV åå ååUUR $%å&5.4)% Je verricht werkzaamheden als klinisch verloskundige in loondienst. Je werkt in de verloskamer, op de
polikliniek en op de kraamafdeling. Je levert kwalitatief hoogstaande verloskundige zorg op tweedelijns niveau, zowel aan prenatale en natale als aan postnatale patiënten. $%å%)3%. Voor deze functie dien je te beschikken over het diploma Verloskundige, bij voorkeur aangevuld met
het certificaat voor de Opleiding Klinisch Verloskundige of je bent bereid deze opleiding op termijn te volgen. Daarnaast ben je BIG-geregistreerd. Wij zijn op zoek naar een gemotiveerde en enthousiaste collega met een actieve werkhouding en goede sociale en communicatieve vaardigheden. Je bent in staat zowel zelfstandig als in teamverband en in samenwerking met overige disciplines binnen het ziekenhuis te werken. Collegialiteit, flexibiliteit en een servicegerichte instelling zijn belangrijke eigenschappen. $%å!2"%)$36//27!!2$%. Het salaris is conform de CAO Ziekenhuizen en is mede afhankelijk van kennis en/of
ervaring. We vullen het aan met een prima pakket secundaire arbeidsvoorwaarden. $%å "2)%& Geïnteresseerd? Stuur je schriftelijke sollicitatie (met vacaturenummer 2009.028) binnen veertien
dagen aan het Gemini Ziekenhuis, dienst Personeel en Organisatie, Postbus 750, 1780 AT Den Helder of per e-mail
[email protected]. Eerst meer weten? Bel met Ank Huiberts, afdelingshoofd 5 Noord, telefoon (0223) 69 69 69. -EERåINFORMATIE over onze instelling op www.gemini-ziekenhuis.nl. Kijk voor wonen en werken in Den Helder op
www.den-helder.eigenstart.nl
Acquisitie wordt niet op prijs gesteld.
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 45
FORUM
Kunstvoeding in ‘In Verwachting’ In februari jl. reageerde Noortje van den Elzen in deze rubriek onder de kop ‘Onafhankelijk zijn is fijn!’ op de advertenties over kunstvoeding in de Verloskundige Almanak en in het magazine ‘In verwachting’. Sandra Vuik reageert nu op de reactie die de KNOV schreef n.a.v. de ingezonden brief van Noortje van den Elzen.
verbaasd mij al jaren. Wat mij nog meer verbaasd is, dat wij allen dit gewoon accepteren en er niet tegen in opstand komen. Zolang de KNOV niet een heel goede reden kan geven waarom zij dit accepteert en meewerkt aan een tijdschrift dat bol staat van advertenties over kunstvoeding zou ik alle collega’s willen oproepen achter hun eigen principes te gaan staan en dit tijdschrift ‘In Verwachting’ niet langer meegeven aan cliënten.
Bijzonder graag wil ik reageren op de brief van Noortje van den Elzen en de reactie van de KNOV. Eindelijk een collega die schrijft wat ik al jaren denk. Het is toch te gek dat de KNOV haar medewerking verleent aan een tijdschrift dat bol staat van advertenties voor kunstvoeding en dat wij als verloskundigen zonder morren uitdelen aan onze cliënten. Al jaren erger ik me hieraan. Heel goed dus dat Noortje dit eindelijk eens aan de kaak stelt. De reactie van de KNOV verbaast mij echter wel. Met geen woord wordt gerept over de advertenties in ‘In verwachting’. Ze gaat alleen in op de advertenties in de Almanak die nuttig zouden zijn om ons op de hoogte te stellen van de nieuwste ontwikkelingen. Dit is natuurlijk klinkklare onzin. De industrie zal ons alleen voorspiegelen wat zij graag uit wil dragen, namelijk dat kunstvoeding geïnspireerd is op borstvoeding en een prima alternatief. Althans, dat willen ze ons doen geloven. Als verloskundigen zouden wij meer gebaat zijn bij objectieve informatie over kunstvoeding. Maar goed, dat terzijde. Waarom reageert de KNOV niet op de opmerkingen van Noortje over de advertenties in ‘In verwachting’? Heeft de KNOV hier geen afdoende antwoord op? Natuurlijk richten de advertenties zich formeel niet op pasgeborene, maar op fase 2. Er is echter geen zwangere die dit opvalt.
Misschien denkt iemand dat het voor mij fijn zou zijn als
Zwangeren zullen denken dat wij het tijdschrift uitgeven
‘In Verwachting’ niet meer uitgegeven zou worden. Dat
en het dus eens zijn met de inhoud, inclusief de kunst-
is niet zo, want concurrentie is prima. Het maakt dat we
voeding. En dit alles op verzoek van onze vereniging.
alleen maar moeten zorgen dat we beter zijn dan een ander. Maar dan wel onder dezelfde voorwaarden.
Al jaren houd ik mij strikt aan het WHO beleid om geen
Oneerlijk wordt de concurrentie als de ene partij zakken
reclame voor kunstvoeding te maken. Diverse fabrikanten
geld kan binnen halen van fabrikanten, terwijl de andere
hebben mij, meerdere malen, forse bedragen geboden
partij dit niet kan/wil, omdat het indruist tegen de WHO-
om te mogen adverteren op mijn website en/of in de
code en onze eigen wens om borstvoeding op alle
kalender. Ik zou het geld heel goed kunnen gebruiken,
mogelijke manieren onder de aandacht te brengen. ■
maar ik houd mij vast aan mijn principes en weiger deze advertenties. Babyopkomst.nl wil betrouwbare informatie
Met vriendelijke groet,
verstrekken en ouders op de juiste manier informeren en
Sandra Vuik, verloskundige
begeleiden. Dat is de taak van de verloskundige en dus van Babyopkomst.nl. Dat de KNOV voor een schamele € 20.000,- per jaar deze principes overboord zet, TvV mei 2009 • KNOV
45
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
14:40
Pagina 46
Het Zuwe Hofpoort Ziekenhuis Woerden zoekt per direct
Klinisch Verloskundigen (Voor minimaal 20 per week en/of oproepcontracten voor alle diensten) Je nieuwe baan
Je werkt onder functionele verantwoordelijkheid van de gynaecoloog en je wordt organisatorisch aangestuurd door het afdelingshoofd. De werkzaamheden voer je uit in teamverband, tezamen met enerzijds de gynaecologen en anderzijds (O&G) verpleegkundigen. Je bent zowel klinisch als poliklinisch werkzaam. Op de kraamsuites begeleid je zelfstandig de kraamvrouw van opname tot ontslag binnen de gestelde richtlijnen en protocollen. De poliklinische werkzaamheden bestaan uit prenatale controles en verloskundig echoscopisch onderzoek. Je opleiding en ervaring
Je beschikt over een in Nederland erkend getuigschrift verloskunde en bent geregistreerd in het Big register. Tevens beschik je over een aantekening echoscopie t.b.v. verloskunde. Je hebt ervaring in de eerste lijn verloskunde en verloskundige echoscopie en bent bekend met de werkprocessen in de tweede lijns verloskunde. Je bent empatisch en in staat om tijdens acute situaties het zorgverleningproces te structureren en daarmee rust te creëren. Dit uit zich o.a. in stressbestendigheid, goede communicatie en Àexibiliteit. Je salaris
Arbeidsvoorwaarden conform de CAO ziekenhuizen. De functie is ingeschaald in FWG 60, maximaal € 3906,- bruto per maand bij een fulltime dienstverband. Meer informatie en solliciteren
Voor meer informatie over deze functie bel je met Caroline Visser, zorgmanager Vrouw en Kind, telefoon 0348-42485 of dr. J. Kuit, gynaecoloog, telefoon 0348-42475. Schriftelijk reageren binnen 14 dagen na het verschijnen van deze krant naar Zuwe Hofpoort Ziekenhuis, onder vermelding van vacaturenummer 2009.00.047, t.a.v. Afdeling personeelszaken, Postbus 8000, 3440 JD Woerden of per e-mail:
[email protected]. Nieuwsgierig? Kijk op www.zuwe.nl
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 47
BERICHTEN
Nieuwsflitsen Ring of fire
imam uit de provincie Wardak. Meervoudige en snel op
Eén van onze lezers schreef ons recent dat zij al jaren
elkaar volgende zwangerschappen, net als het op te
gebruik maakt van warme kompressen tijdens de penibele
jonge leeftijd trouwen van meisjes, zijn door de leiders
momenten van de geboorte van het babyhoofdje. Tot
aangewezen als een van de hoofdoorzaken van neonatale
grote tevredenheid van haar cliëntèle. Of daar niet eens
en moedersterfte in Afghanistan. Met hulp van de
aandacht aan besteed kon worden?
Verenigde Naties en andere organsaties wil het ministerie
We worden op onze wenken bediend. In de laatste
dat religieuze- en vrouwenzaken behartigt, streven naar
Midwifery verscheen het artikel over de Australische
een betere spreiding van zwangerschappen en het voor-
Warm pack Trial, een gerandomiseerde studie onder 717
komen van kindhuwelijken.
vrouwen naar de effecten van warme kompressen bij het
Midwifery
laatste stadium van de uitdrijving. De uitkomsten komen overeen met de praktijkbevindingen van onze lezer:
Moeders van zonen niet eerder dood
warme, vochtige doeken verlichten de pijn van de ‘ring of
In 2002 opperden onderzoekers dat moeders die zonen
fire’. Ongeveer negentig procent van de verloskundigen en
baarden een lagere levensverwachting hadden dan
barende vrouwen bevestigden dit. De overige tien procent
moeders van dochters. Nieuw onderzoek, op grond van
vond dat de kompressen geen pijnreductie teweeg
een veel grotere groep moeders, vindt echter geen enkel
brachten en sommigen vonden ze zelfs vervelend.
negatief of positief effect.
Aantal en ernst van rupturen waren in beide groepen
De berichten van Samuli Helle et al 2002 in Science
gelijk, net als het aantal episiotomieën. Wel leken er
veroorzaakten destijds opschudding onder wetenschap-
minder derde- en vierdegraadsrupturen op te treden in
pers en in de media. In de agrarische samenleving van de
de interventiegroep. Maar doordat deze studiegroep te
Sami in Noord-Scandinavië bekochten vrouwen die
klein was om het voorkomen van deze relatief weinig
zonen kregen dat met maar liefst 34 weken levens-
voorkomende rupturen betrouwbaar te schatten, kan dit
verwachting per zoon. Het door Helle gevonden effect
op toeval berusten. Hiernaar is meer onderzoek nodig,
kon eigenlijk nergens goed gerepliceerd worden, maar
aldus de onderzoekers.
dat was geen beletsel voor publicatie.
De pijnscores en tevredenheid op de eerste en de tweede
David Cesarini van het Massachusetts Institute of
dag na de bevalling waren wel significant beter in de
Technology bekeek samen met twee Zweedse collega’s
interventiegroep dan in de groep die de standaardzorg
de geboorte- en sterftecijfers van een veel grotere groep
ontving. Bijna zestig procent van de vrouwen uit de
Samivrouwen nog eens nader. Een regressieanalyse onder
interventiegroep vond het einde van de uitdrijving zeer
930 moeders, toonde een licht, maar niet significant,
pijnlijk, terwijl dit in de groep met standaardzorg meer
positief verband tussen het krijgen van - om het even
dan tachtig procent was.
hoeveel - zonen en de levensduur. Volgens Cesarini
De meeste vrouwen en verloskundigen gaven aan ook
reden om de schattingen van Helle te verwerpen: ‘Er was
in de toekomst warmtekompressen te willen gebruiken
sprake van een anomalie in een kleine steekproef’.
tijdens de uitdrijving. De onderzoekers adviseren verlos-
NTVG/ Proc R Soc B., doi:10.1098/rspb.2009.0051
kundigen om dit op te nemen in de standaardzorg, want behalve pijn zou het ook angst voor de bevalling kunnen
Depressie: wat helpt?
verminderen.
Depressie tijdens de zwangerschap of in het eerste jaar
Midwifery 2009:25;e39-e48
na de bevalling kan leiden tot chronische of herhaaldelijk terugkerende depressies. Omdat dit rechtstreeks gevolgen
Afghaanse actie tegen moedersterfte
heeft voor het geestelijk welzijn van de kinderen en het
Afghaanse religieuze leiders hebben zich voor het eerst
contact tussen moeder en kind, is behandeling van groot
publiekelijk uitgesproken over de impact van geboorte-
belang. Maar wat blijkt: depressieve vrouwen zijn weinig
spreiding en kindersterfte. “De Islam staat het doden van
genegen om hulp te vragen. Reden voor Amerikaanse
foetussen niet toe, maar het wil evenmin dat moeders
onderzoekers om een doorsnee populatie zwangere
gezondheidsrisico’s lopen door (…)voortdurende zwanger-
vrouwen zelf eens te vragen hoe dat komt en hoe zij zelf
schappen. (…) De Islam is niet tegen uitgestelde zwanger-
het liefst behandeld zouden willen worden.
schappen, als dit de gezondheid en het welzijn van
De belangrijkste drempels om hulp te zoeken waren
moeders beschermt”, zo sprak Mohammad Tawasoli, een
tijdgebrek (65%), vrees voor stigmatisering (43%), TvV mei 2009 • KNOV
47
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 48
BERICHTEN gebrek aan oppas voor het kind (33%) en niet weten
Richtlijn counseling bij schisis
waar hulp te vragen (26%). Slechts 4% van de vrouwen
Sinds het invoeren van de 20-weken echo is ook de
ondervond geen barrières om hulp te krijgen.
detectie van verhemelte- of lipspleet gestegen. De
De meeste vrouwen wilden het liefst individuele thera-
diagnose wordt ongeveer 350 keer per jaar gesteld.
peutische hulp ontvangen (92%). Groepstherapie was
Een enquête onder schisisteams wees uit dat er geen
minder in trek: slechts 14% vond dit een acceptabele
consensus bestaat over de voorlichting aan de ouders,
vorm van therapie. Dit bleek samen te hangen met
nadat echoscopisch een schisis is aangetoond. De
gevoelens van nervositeit, bezorgdheid of angst. Ruim
Nederlandse Vereniging voor Plastische chirurgie en de
30 procent van de vrouwen gaf de voorkeur aan medica-
Orde van medisch Specialisten vonden het daarom hoog
menteuze behandeling. Opmerkelijke bevinding was dat
tijd voor een richtlijn. Met een volledige en uniforme
vrouwen met huiselijk geweld in de voorgeschiedenis
counseling kunnen ouders een weloverwogen keuze
beduidend minder open staan voor therapie. De reden
maken over voortzetting van de zwangerschap. Het
daarvoor moet nader onderzocht worden.
patiëntenperspectief is leidend voor het ontwikkelen van
Een andere opmerkelijke bevinding is dat de meeste
de richtlijn. Aan ouders die een kindje met een schisis
vrouwen het liefst in de verloskundige praktijk, en zelfs
kregen is gevraagd hoe zij de inhoud en organisatie van
door hun eigen gynaecoloog of verloskundige begeleid
het counselingproces hebben ervaren. Ook hun wensen
zouden worden bij deze problemen. Waaruit blijkt hoe
en belangen zijn in kaart gebracht. Aan de ontwikkeling
belangrijk behandeling door een vertrouwd persoon is,
van de richtlijn werken mensen uit vijftien verschillende
continue zorg en het ontbreken van een psychiatrisch
disciplines mee, waaronder plastisch chirurgen, een
stigma voor hen is.
klinisch geneticus, medisch ethicus, een verloskundige en
Birth 2009:36(1);60-69
een maatschappelijk werker. Ordenieuws
Walk for Life Een team van twintig wandelaars zal op zondag 14 juni a.s. een pelgrimstocht starten in Noord-Spanje, om het SafeHands for Mothers programma in Ethiopië te ondersteunen. Het is de bedoeling om een half miljoen euro op te halen om de zorg voor moeders daar ter plekke te verbeteren. De Walk for Life loopt over 130 kilometer van de Camino de Santiago en eindigt bij de kathedraal van Santiago de Compostela in Galicia. De Camino de Santiago bestaat al meer dan duizend jaar en is een van de meest gelopen christelijke pelgrimsroutes. Nancy Durrell McKenna nam het initiatief voor de pelgrimstocht. Zij is de oprichter van SafeHands for Mothers en tevens een bekend fotografe en filmmaakster. Het grootste deel van haar professionele leven heeft ze gespendeerd aan het vastleggen van levens, rituelen en tradities van vrouwen over de hele wereld. De afgelopen jaren concentreert zij zich op het thema van veilig moederschap in ontwikkelingslanden. Wie de pelgrimage wil sponsoren kan dit doen via www.justgiving.com/ SafeHands_trek. Meer informatie over Safehands is te vinden via www.safehands.org ■ Brigitte Tebbe
Meer nieuws op www.knov.nl 48
TvV mei 2009 • KNOV
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 49
BERICHTEN
Congres en Cursus Uitgebreide informatie over de in dit overzicht opgenomen cursussen, congressen en symposia vindt u op www.kennispoort-verloskunde.nl of op de in de tekst aangegeven websites. CONGRES/CURSUS
Vaardigheidstraining Reanimatie
DATUM
INFO
KOSTEN (€)
12-05
[email protected]
179,-
www.va-r.nl
290,-
Vaardigheidstraining Reanimatie neonaat, Schouderdystocie & Fluxus
12-05
Omgaan met onszelf, onze collega’s en (veel) eisende cliënten
13-05
www.opti-mum.nl
Basistraining Prenatale Screening
14-05, 28-05
www.va-r.nl
Lifestyle & bewegen;Tai Chi
14-05
[email protected]
Schildklierproblematiek
14-05
www.av-m.nl
200,-
Kinderziekten en zwangerschap
15-05
www.av-m.nl
200,-
Hechten van een episiotomie
18-05
www.av-m.nl
310,-
Versie dag 3
19-05
www.verloskundige.info
Normal Labour & Birth
19-05
[email protected]
210,-
Communicatie met affectie
25-05, 2-06
www.einders.nl
395,-
Kracht van Begeleiding
25-05,08-06
www.av-m.nl
400,-
Hechten
27-05
www.va-r.nl
215,-
28-05
[email protected]
295,-
400,75,-
Workshop Evidence-Based Care for
Functionerings-, beoordelings- en sollicitatiegesprek in de verloskundige praktijk
JUNI Terugkomdagen ‘haptonomie als beroepsverdieping’ 2-06
www.opti-mum.nl
Life Saving Skills
4-06
www.av-m.nl
250,-
Obesitas
9-06
[email protected]
135,-
Omgaan met onszelf, onze collega’s en 10-06
www.opti-mum.nl
Studentenrefereerdag
(veel) eisende cliënten
12-06
www.av-m.nl
Kracht van Begeleiding
15, 22-06
www.av-m.nl
400,-
Kinderziekten en zwangerschap
18-06
www.av-m.nl
200,-
15, 24-09, 8-10
www.knov.nl
gratis
Echoscopie (najaar 09)
10-11
www.av-m.nl
2000,-
Toetsgroepbegeleider ITV II
17-11, 3, 15-12
www.knov.nl
gratis
SEPTEMBER Toetsgroepbegeleider ITV I
NOVEMBER
TvV mei 2009 • KNOV
49
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
14:59
Pagina 50
(advertorial)
Voedingsadvies verloskundigen zeer waardevol voor moeder en kind Zuivel tijdens de zwangerschap Uw rol als verloskundige Vrouwen zijn tijdens de zwangerschap heel kwetsbaar en voortdurend op zoek naar zinvolle informatie; de gezondheid van de baby gaat boven alles. Ook de eigen gezondheid speelt een rol. Op dit terrein is de deskundigheid van de verloskundige zeer belangrijk. Het advies van de verloskundige wordt ter harte genomen, zowel door vrouwen die voor het eerst zwanger zijn als voor hen die al kinderen hebben gekregen. De Nederlandse Zuivel Organisatie helpt u graag aan meer informatie over de rol van zuivel tijdens de zwangerschap. De noodzaak van melk en kaas Melk en kaas zijn rijk aan noodzakelijke voedingstoffen tijdens de zwangerschap. Ze zijn daarom prominent aanwezig in de adviezen van het Voedingscentrum aan zwangere vrouwen. De adviezen zijn 450 ml melk en 1½ plak kaas per dag. Melk en kaas zijn rijk aan essentiële voedingsstoffen. Behalve calcium leveren deze producten eiwit, vitamine B2, vitamine B12, zink, foliumzuur, fosfor en vitamine B6.
Calcium is niet alleen van belang voor de botgezondheid. Het is ook een bouwstof voor hormonen, lichaamscellen en spieren. Dus heel belangrijk om tijdens de zwangerschap voldoende van binnen te krijgen. 65 à 70% van de inname van calcium wordt geleverd door melk en zuivelproducten. Vitamine B2 is van belang voor de regulering van de energievoorziening en voor het gezond houden van huid en haren. Wist u dat zuivelproducten bijna 50% van de dagelijkse inname leveren? Bovendien is een kwart van de inname van eiwit en zink afkomstig uit melk en zuivelproducten. En zuivel draagt voor minder dan 20% bij aan de calorie-inname.
Zuivel en gezond gewicht Overgewicht tijdens de zwangerschap kan leiden tot diverse gezondheidsklachten. Bijna de helft van de volwassen vrouwen heeft overgewicht en ruim 10% heeft ernstig overgewicht. Een gezonde voeding is, naast een actieve leefstijl, de basis voor een goed gewicht. Zuivelproducten zijn van belang voor een gezond gewicht omdat ze veel gezonde voedingsstoffen en relatief weinig calorieën bevatten. Ze zijn niet alleen rijk aan calcium, maar ook aan eiwit. Deze voedingsstoffen zouden een gunstige rol kunnen spelen bij gewichtsbeheersing. Door het hoge gehalte aan calcium en eiwitten en het lage caloriegehalte kunnen (magere) zuivelproducten bijdragen aan een gezond lichaamsgewicht. Zuivel en bloeddruk Een gezonde bloeddruk draagt bij aan een goed verloop van de zwangerschap. Uit onderzoek blijkt dat calcium een rol speelt bij de regulering van de bloeddruk tijdens de zwangerschap. Daarom is het van belang om dagelijks te zorgen voor een juiste hoeveelheid calcium. Bijna driekwart van de aanbevolen hoeveelheid wordt geleverd door het gebruik van 450 ml melk en 1½ plak kaas per dag. Bron: RIVM Rapport, VCP 2003 en NEVO-tabel 2006
Kijk voor meer informatie op: www.zuivelengezondheid.nl of bel 079 – 3430300.
Postbus 165 2700 AD Zoetermeer
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:24
Pagina 51
BERICHTEN
Personalia GEBOREN Elias, zoon van Richard en Mirjam Holl, Herbergierstraat 22, 4871 KR Etten-Leur Alyke, dochter van Marleen Groenouwe en Jeroen Flierman, Gieterijstraat 2f, 7411 EC Deventer Floris, zoon van Miemke en Matthijs Keijzer-Rijksen, Kornalijnlaan 7, 3523 BK Utrecht Casper, zoon van Mieke en Alex Lansbergen-Jager, Laan van Broekpolder 309, 1967 KG Heemskerk Stijn, zoon van Wietske en Kees-Jan Nielen-Renger, Herenstraat 50, 3985 RW Werkhoven Juliët, dochter van Margriet en Martin van Schelven, O.L.V. ter Duinenlaan 133, 4641 HD Ossendrecht Jord, zoon van Jolien Dekker en Martijn Walraven, Torentrans 142, 4336 KH Middelburg Suze, dochter van Femke Wigger en Niels van Rozen, Mozartlaan 73, 7522 HL Enschede Jetske, dochter van Carola de Wit en Gert-Jan Huisman, Noordermaatweg 27, 1968 Heemskerk
SECTOR NOORDOOST NEDERLAND Nieuwe leden (m.i.v. 01-04-2009) Mw. P. Gort, Mannagras 15, 8043 KC Zwolle – BL Mw. G.K. Jansen, Boekweitakkers 35, 7681 LM Vroomshoop – Asp Mw. B.J. Jongsma, It Ankerplak 30, 8802 NW Franeker – Asp Mw. M.C. Koopman, van Munsterstraat 1c, 6901 AW Zevenaar – WN Mw. T. van Solkema, Bedumerstraat 3a, 9716 BA Groningen – Asp Mw. C. van der Weijden, Vleutenseweg 204, 3532 HP Utrecht – Asp Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2009) Mw. E. Hoogeslag, Collendoorn 32, 8103 RJ Raalte – VID-zhs Mw. G. de Jong, Oudebildtdijk 1059, 9075 NK Westhoek – VID-zhs Mw. J. Klaassens, Jufferstraat 68, 6828 AE Arnhem – BL Mw. M. Langenberg, Koninginnelaan 190, 7315 ED Apeldoorn – VID-zhs Mw. M. Quartel, Bergstraat 28, 3446 DB Woerden - WN
SECTOR ZUID NEDERLAND Nieuwe leden (m.i.v. 01-04-2009) Mw. H. van den Burg, Groenstraat 24, 5715 BD Lierop - Asp Mw. S. van der Heijden, Lavendelweerd 2C23, 6229 TV Maastricht – Asp Mw. P. de Jonge, Sterrebos 217, 4817 SE Breda – Asp Mw. C. van der Poel, Nieukerckestraat 44, 4413 EN Krabbendijke – BL Mw. S. Post, Kerkwerve 6, 4873 CJ Etten-Leur – Asp Mw. M. van Rijn, Egelweg 3, 5406 PD Uden - Asp Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2009) Mw. A. Raaijmakers, Loevestraat 10, 5961 TX Horst – BL Mw. Y.M. de Wit, De Populierstraat 7, 5151 AJ Drunen – VID-zhs
ART. 1 Leden, die bezwaar hebben tegen de toelating van een kandidaat (aspirant-)lid, moeten hun bezwaar met redenen omkleed schriftelijk binnen één maand na het verschijnen van het officiële verenigingsorgaan bij het Bestuur kenbaar maken.
AFKORTINGEN VID VID-ep VID-g VID-zhs VV VV-m WN Asp BL BTL SL EL
verloskundige in dienstverband verloskundige in dienstverband in eigen praktijk verloskundige in dienstverband in gezondheidscentrum verloskundige in dienstverband in ziekenhuis vrijgevestigde verloskundige vrijgevestigde verloskundige in maatschap waarneemster Aspirant lid buitengewoon lid buitenlands lid senior lid erelid
SECTOR NOORDWEST NEDERLAND Nieuwe leden (m.i.v. 01-04-2009) Mw. T. Aaftink, S. van Houtenweg 165, 1314 TP Almere – VID-g Mw. L. de Baaij, Erik de Roodestraat 7 I, 1056 AJ Amsterdam – Asp Mw. E.M. van der Burg, Tijpoort 46, 3312 WB Dordrecht – Asp Mw. S. Cobelens, Veldersbos 23, 2134 GL Hoofddorp – Asp Mw. M. Kasperink, Dapperplein 26, 1093 GS Amsterdam – Asp Mw. E. Lenselink, Kranenhout 27, 2134 XC Hoofddorp – Asp Mw. J.G. Ouwehand, Zeester 44, 2221 KZ Katwijk - Asp Beëindiging lidmaatschap (per 01-07-2009) Mw. E. Perquin, Jan van Brakelplantsoen 4, 2253 TD Voorschoten – VID-zhs
TvV mei 2009 • KNOV
51
200609 - TvV mei.qxp:200609 - TvV mei
24-04-2009
13:25
Pagina 52
Moeders voor Moeders... …heeft elke druppel
d r a h i e k nodig!
De organisatie van Moeders voor Moeders zamelt urine in van zwangere vrouwen. Uit de urine van deze vrouwen wordt het hCG-hormoon gewonnen. Dit hormoon wordt door farmaceutische bedrijven verwerkt tot een geneesmiddel, dat wordt gebruikt bij vruchtbaarheidsbehandelingen. Moeders voor Moeders is onderdeel van Schering-Plough.