Verslag Vergadering van
De commissie Bestuur en Middelen Vergaderdatum
Kenmerk
7 oktober 2015 Status verslag
Concept Verslaglegging door
Telefoonnummer
Mevrouw Walkate
070- 441 7507
Verslag van de openbarevergadering van de commissie Bestuur en Middelen, gehouden op 7 oktober 2015 in het provinciehuis te Den Haag AANWEZIG: Voorzitter: Griffier:
de heer Schaapman de heer Van Lingen
VVD
mevrouw Van Dobben de Bruijn, de heer Brill, de heer Van Staalduinen PvdA mevrouw Matil, de heer Hillebrand PVV de heer Braam, de heer Zwerus CDA mevrouw Kip, de heer Stolk SP de heer Hoogendam, de heer Slooter D66 mevrouw Oosterop-van Leussen, mevrouw Meurs GroenLinks mevrouw Sahin SGP en ChristenUnie de heer Stoop 50PLUS de heer Bakx Partij voor de Dieren AANWEZIGE GEDEPUTEERDEN: de heer Van der Sande, de heer Janssen, de heer Vermeulen
VERDER AANWEZIG: de CdK, de heer Smit, mevrouw Slachter en de heer Koome (insprekers), de heer Van der Tak (lid algemeen bestuur van de metropoolregio Rotterdam-Den Haag)
AGENDA: 1. Opening procedurevergadering 2. Opening overlegvergadering 3. Verslag vorige vergadering 4. Besluitenlijst vorige vergadering 5. Bespreekstukken 6. Sluiting 1.
Opening procedurevergadering
De heer SCHAAPMAN opent de vergadering om 19.00 uur en heet de aanwezigen en de kijkers thuis welkom. Spreker vervangt de voorzitter die verhinderd is wegens familieomstandigheden. De heer Van Lingen vervangt mevrouw Pieters die niet aanwezig kan zijn wegens ziekte. Pagina1/14
2.
Opening overlegvergadering
De VOORZITTER opent de overlegvergadering om 19.20 uur. 2a.
Mededelingen
De VOORZITTER stelt voor om agendapunt 5b voor agendapunt 5a te behandelen daar de heer Van der Tak, die uitgenodigd is voor agendapunt 5a, pas om 21.00 uur aanwezig kan zijn. 2b.
Vaststellen van de agenda
De agenda wordt conform vastgesteld. 2c.
Spreekrecht
Voor het spreekrecht hebben zich twee insprekers gemeld voor agendapunt 5b, brief van gedeputeerde Janssen over het verzoek van het waterschap Hollandse Delta tot uitbreiding van het aantal zetels van het dagelijks bestuur. Zij krijgen het woord voorafgaand aan de bespreking van het onderwerp. 2d.
Rondvraag
Er zijn geen rondvraagpunten aangemeld. 3.
Conceptverslag commissie Bestuur en Middelen van 2 september 2015
Het verslag wordt vastgesteld. 4.
Conceptbesluitenlijst commissie Bestuur en Middelen van 2 september 2015
De besluitenlijst wordt vastgesteld. 5. 5b.
Bespreekstukken Brief van gedeputeerde Janssen over het verzoek van het waterschap Hollandse Delta tot uitbreiding van het aantal zetels van het dagelijks bestuur
Mevrouw SLACHTER is lid van het algemeen bestuur van waterschap Hollandse Delta. Zij spreekt in namens de coalitie van het waterschap. De waterschapsverkiezing van 18 maart 2015 heeft tot een versnipperde uitslag geleid. Voor de komende vier jaar maken maar liefst dertien fracties op dertig algemeen bestuursleden deel uit van het waterschapsbestuur. Het waterschap staat voor een groot aantal uitdagingen, zoals de toegenomen wateroverlast als gevolg van de klimaatverandering. De verkiezingsuitslag heeft geleid tot een brede coalitie waarin 70% van het waterschapsbestuur is vertegenwoordigd in de coalitie. De coalitie wil haar taak uitvoeren met een breed dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur moet een afspiegeling zijn van een breed democratisch Pagina 2/13
draagvlak. Daarom pleit spreekster voor zes db-leden in plaats van vijf. Het zesde db-lid is nodig om de ambities waar te maken. Het bestuur is druk bezig met duurzaamheid en duurzame energie. Er wordt biogas geproduceerd en er wordt energie opgewekt. Enkele van de zuiveringsinstallaties leveren al meer stroom op dan zij verbruiken. Het bestuur wordt niet duurder want de financiële ruimte voor drie fulltime bestuurders kan verdeeld worden over zes leden in plaats van vijf. Ook leidt de uitbreiding niet tot meer bestuurlijke drukte of tot meer bestuursleden. Om een zesde db-lid te kunnen benoemen, is een formele wijziging van het reglement van bestuur nodig. Daar gaat de provincie over. De kiezers hebben op 18 maart 2015 op democratische wijze gekozen voor een sterk waterschapsbestuur. Dat bestuur heeft op 15 april 2015 op democratische wijze te kennen gegeven een sterk dagelijks bestuur te willen vormen met zes leden en een dijkgraaf. De provincie heeft aangegeven zich minder te willen richten op hiërarchische verhoudingen. Daarom is het verzoek om een sterk dagelijks bestuur mogelijk te maken zodat het waterschap kan zorgen voor schoon en voldoende water, veilige dijken en polderwegen voor de bijna 1 miljoen inwoners. De heer KOOME merkt op dat de partijen uit de vorige coalitie 27,7%van hun zetels verloren bij de verkiezingen in maart 2015. Zij moesten toen vrienden zoeken en heemraadzetels geven, al moeten zij gesplitst worden. De vorige coalitie heeft met vier heemraden goed gefunctioneerd en het had toen ook met drie gekund. Spreker is dan ook zeer verbaasd over het verzoek van de vorige inspreekster. Is het niveau van de huidige heemraden dan zo gezakt dat het aantal moet worden uitgebreid? Met vier heemraden is er minder discussie dan met zes. Een zesde heemraad kost meer en geeft meer drukte. Het is een beetje hypocriet om de provincie het probleem te laten oplossen. Spreker raadt dan ook aan om dit niet te doen. De heer HILLEBRAND vindt dat het waterschap de discussie over het aantal zetels in het dagelijks bestuur moet voeren. De brief van GS aan het waterschap heeft zijn fractie verbaasd. De gedeputeerde heeft in de vorige periode aangegeven dat de lokale democratie haar werk moet kunnen doen en dat de provincie daarin zal moeten volgen tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om dit niet te doen. Nu zijn er principiële bezwaren waardoor de provincie niet kan instemmen met het verzoek en op de stoel van het waterschap meent te moeten gaan zitten. De PvdA doet een dringend beroep om aan de wens van het waterschap tegemoet te komen. De heer SLOOTER vindt het terecht dat de gedeputeerde het verzoek van het waterschap heeft afgewezen. De SP vindt al jaren dat de waterschappen omgevormd moeten worden tot uitvoeringsorganisaties. De politieke besluitvorming kan beter bij de provincie plaatsvinden. Dat zorgt voor een meer centrale en doorzichtige manier van beleid voeren. Het aantal zetels in de waterschappen kan teruggebracht worden naar een wettelijk minimum. De gedeputeerde kan de procedure rond het waterschap Hollandse Delta afronden. De SP staat achter zijn besluit. De heer BAKX vindt dat de uitbreiding van het aantal heemraden niet zinvol noch noodzakelijk is. 50Plus stelt zich op het standpunt dat het huidige aantal van vijf heemraden in stand moet blijven. Pagina 3/13
De heer ZWERUS merkt op dat de PVV het aantal bestuurders in de publieke sector wil verminderen. Hoe kleiner de overheid is, hoe minder belastinggeld wordt uitgegeven aan bestuurders. Er blijft dan meer geld over voor de mensen die hun geld verdienen door middel van het maken van producten. Hierdoor kan de economie een grotere boost krijgen. Zijn fractie is het eens met het door GS ingenomen standpunt. Mevrouw VAN DOBBEN DE BRUIJN heeft zich geïnformeerd over de bestuurlijke situatie bij het waterschap. Haar fractie heeft geconstateerd dat het bestuur met vijf leden goed functioneert. Voor spreekster is er geen inhoudelijke reden om zich over het aantal bestuurders druk te maken. Haar fractie steunt het standpunt van GS. De heer HILLEBRAND vraagt mevrouw Van Dobben de Bruijn of zij het niet een beetje aanmatigend vindt dat de VVD meent een beter oordeel te kunnen geven over het functioneren van het bestuur dan de rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordigers in het waterschap zelf. Mevrouw VAN DOBBEN DE BRUIJN antwoordt dat de VVD een onderzoek heeft gedaan. Haar fractie heeft naar de bestuurlijke situatie gevraagd en heeft naar de noodzaak van een uitbreiding gekeken. In de gesprekken met het waterschap heeft de VVD de noodzaak tot uitbreiding niet gevoeld. Er werd duidelijk aangegeven dat er goed bestuurd kan worden. De heer STOOP is ontevreden over de brief van GS omdat GS in de correspondentie met het waterschap hadden moeten aangeven dat het hun standpunt was en dat PS hierover hun mening niet hebben gegeven. PS zijn het bevoegde orgaan om het reglement van de waterschappen vast te stellen. Zij zijn dus bevoegd om het aantal zetels in het dagelijks bestuur van het waterschap vast te stellen. De wetgever vindt dat de samenstelling en de omvang van het dagelijks bestuur van een waterschap de verantwoordelijkheid is van een algemeen bestuur. Daaraan is toegevoegd dat een provincie bij reglement daarvoor bepalingen kan opnemen. Die kan daarvoor een minimum en een maximum aantal vaststellen. Het is legitiem dat het waterschap op basis van inhoudelijke gronden verzoekt het reglement aan te passen. Waarom stellen GS zich zo formeel op en waarom gaan zij niet mee met de overwegingen van het waterschap? Waarom bereiden zij geen reglementswijziging voor? Laten zij PS hierover een beslissing nemen? De heer STOLK merkt op dat GS hebben gehandeld in de geest van het reglement. GS hadden de Staten wel moeten informeren over het verzoek van het waterschap en over wat GS van plan waren daarop te antwoorden. Het is vreemd dat het reglement moet worden aangepast na de waterschapsverkiezingen. Er kan daardoor een verschil ontstaan tussen de verschillende waterschappen. Dat geeft voor het CDA de doorslag om met de door GS gemaakte afweging in te stemmen. Mevrouw OOSTEROP vindt dat de politieke discussie binnen het waterschap gevoerd moet worden. Haar fractie is het dan ook eens met de brief die GS aan het waterschap hebben gestuurd. Pagina 4/13
Mevrouw SAHIN vindt niet dat er meer bestuurders moeten komen omdat er meer fracties in het algemeen bestuur zijn gekozen. Het argument van de coalitie om een extra heemraad in het dagelijks bestuur te willen benoemen zonder dat dit extra kosten met zich meebrengt, is sterk. Voor GroenLinks is het moeilijk om een standpunt in te nemen. Haar fractie had deze discussie dan ook liever niet binnen de provincie willen voeren. Kan de benoeming van een extra heemraad budgettair neutraal gebeuren? De heer JANSSEN deelt mee dat in april 2015 bij collega Weber telefonisch een verzoek van de dijkgraaf is binnengekomen om een zesde heemraad toe te staan. In het college van GS is daarover gesproken. In april 2015 zijn er argumenten aangegeven waarom zij het verzoek niet wilden honoreren. Daarna is er een brief van het waterschap binnengekomen. Daarop is geantwoord in lijn met de eerdere aangegeven argumenten. De bevoegdheid tot het vaststellen en wijzigen van het reglement van bestuur ligt bij PS. In de brief van GS had moeten staan dat er geen reden was om een voordracht te doen voor een wijziging van het reglement omdat de bevoegdheid tot het afwijzen van het verzoek bij PS ligt. GS wilden in april 2015 de spelregels na de verkiezingen niet veranderen. GS wilden zich niet mengen in het politieke proces om tot politieke coalitieonderhandelingen te komen die uiteindelijk geleid hebben tot negen partijen. Als GS toestemming hadden gegeven voor een zesde heemraad, dan zouden zij zich daarin wel hebben gemengd in plaats van de spelregels in acht te nemen die voor de verkiezingen golden. In november 2014 hebben PS de kaders aangegeven die tijdens de verkiezingen en de gesprekken daarna zouden gelden. De kaders golden voor alle waterschappen. Over de versplintering kan gesproken worden, ook naar aanleiding van adviezen waarop het kabinet nog moet reageren. Het kan zijn dat daarvoor voor de volgende verkiezingen maatregelen genomen moeten worden. GS hebben niet uitgezocht of een extra heemraad extra secretaresse-, extra overdrachts-, of vervoerskosten oplevert. Tweede termijn De heer STOOP vindt het jammer dat de inhoudelijke argumenten voor een uitbreiding van het dagelijks bestuur van het waterschap onvoldoende over tafel zijn gegaan. Het was beter geweest als er eerder naar een oplossing was gezocht in plaats van met elkaar te corresponderen zoals tot nu toe is gebeurd. Zijn fractie wil GS oproepen om een procedure in werking te stellen ten behoeve van het in gang zetten van een reglementswijziging. Spreker begrijpt uit de reactie van de andere fracties dat dit kansloos is. De VOORZITTER concludeert dat de commissie kennisneemt van de brieven zoals ze aan de commissie zijn toegestuurd. Het nagezonden voorstel tot wijziging wordt teruggestuurd naar GS. 5c.
Najaarsnota 2015
Mevrouw SAHIN schrok van het lage percentage tijdig afgedane bezwaarschriften en klachten. 46% van de bezwaarschriften en klachten is op tijd afgedaan. Wat gaat het college doen om dit percentage te verhogen? Wat is de reden van het lage percentage tijdig afgedane klachten? Pagina 5/13
Mevrouw MEURS deelt mee dat D66 de najaarsnota een overbodig document vindt. In de najaarsnota staat dat de wijzigingen technisch financieel van aard zijn en niet te maken hebben met beleidsinhoud, planning of realisatie. Bij sommige onderdelen ziet spreekster dat er sprake is van vertraging. De realisatie blijft achter bij de verwachtingen. Daardoor treden er verschuivingen op. Dat zou duidelijk opgenomen moeten worden. De fractie ziet dat er nieuwe reserves worden gecreëerd zoals 2,5 miljoen euro voor de economische clustersamenwerking. Waarom worden hiervoor reserves aangelegd? Spreekster heeft het gevoel dat PS hierop minder goed kan sturen. Mevrouw KIP merkt op dat de betaling van facturen onder de doelstelling blijft. De doelstelling is al niet overdreven ambitieus zodat het des te erger is dat die al jaren niet wordt gehaald. Kan de gedeputeerde bekijken of er maatregelen genomen kunnen worden om de doelstelling te halen? De heer STOOP ziet dat er in de najaarsnota veel geld wordt verschoven. Zijn fractie vindt dit een lastig punt. Het is zuiverder om de vrijval bij een aantal onderdelen terug te laten vloeien naar de financiële ruimte zodat bij een volgende begroting de Staten kunnen afwegen of die gelden besteed of doorgeschoven moeten worden. Het parkeren van gelden die vrijvallen of het verschuiven van gelden binnen de reserves onttrekt zich aan de waarneming van de Staten. Spreker heeft de indruk dat er aan het budgetrecht van de Staten afbreuk wordt gedaan. In het ontwerpbesluit zou benoemd moeten worden welke gelden verschoven worden zodat de Staten dat kunnen goedkeuren. De heer VAN STAALDUINEN merkt op dat de septembercirculaire is verschenen. Kan de gedeputeerde al de consequenties schetsen die daaraan zijn verbonden? Bij het erfgoed is een groot bedrag gereserveerd voor restauratie. Waar staat de behoefte aan restauratie? Kan de behoefte inzichtelijk worden gemaakt? De heer BAKX heeft al in een andere commissie vraagtekens gezet bij het schuiven met reserves. Spreker wil uitgelegd krijgen waarom er met de reserves geschoven wordt en er geen sprake is van vrijval in de algemene reserve. Spreker pleit voor een betere risico-inventarisatie en analyse van de deelnemingen van de provincie in de gemeenschappelijke regelingen. De heer HOOGENDAM sluit zich aan bij de opmerkingen over de niet op tijd betaalde rekeningen en niet tijdig behandelde klachten en bezwaarschriften. Sinds 2007 is dit al aan de orde. Spreker vraagt hier veel aandacht voor. De heer HILLEBRAND vraagt of de commissie nog een correctie krijgt op het stuk. Bij de beantwoording van de technische vragen is gebleken dat de POP3regeling voor jonge landbouwers voor 2015 nog niet opengesteld kan worden terwijl er wel een subsdieplafond wordt vastgesteld. In dit stuk zitten veel meevallers. Daarom verzoekt spreker om niet alleen 10 miljoen euro belastingverlaging voor de automobilist toe te kennen maar ook de reiziger in het openbaar vervoer van enige lastenverhoging te ontzien. Kan de gedeputeerde hiervoor met een erratum op de begroting komen? Zo niet, dan komt de PvdA met een amendement bij de begrotingsbehandeling. Pagina 6/13
De heer VAN DER SANDE heeft geprobeerd versnelling in de afhandeling van bezwaarschriften en klachten aan te brengen, onder andere door premediation. Er moet strakker op worden gestuurd en medewerkers moeten zich hiervoor meer inspannen. Het college ergert zich hieraan net zo als de leden van de commissie. Op dit punt moet het beeld naar de buitenwereld verbeterd worden. De betaling van facturen is de afgelopen jaren verbeterd en daarbij is een flinke inhaalslag gemaakt. De ambitie is er nog steeds op gericht om de doelstelling voor het op tijd betalen van de facturen te behalen. Spreker zal bekijken of de najaarsnota meer kan zijn dan een technisch financieel verhaal. GS zullen een erratum voor de najaarsnota maken. In het conceptbesluit aan de Staten zal opgenomen worden welke deelreserves ingesteld worden, welke er verlengd worden en welke er vervallen. Bij de begroting zullen de reserves verder inzichtelijk worden gemaakt. De septembercirculaire ziet er ten opzichte van die van mei iets beter uit. Dat is te danken aan de inschatting die het Rijk maakt van de onderuitputting bij het btw-compensatiefonds door de decentrale overheden. De trend in de circulaire is positiever dan die van mei. Spreker feliciteert de heer Bakx met het voorzitterschap van de fractie 50Plus. De provincie trekt zich meer terug uit gemeenschappelijke regelingen. De risico’s die de provincie loopt bij deelname aan de gemeenschappelijke regelingen moeten altijd in beeld worden gebracht. Als er een correctie is toegezegd rond de POP3-subsidies, dan zal er een erratum komen dat meestal na afloop van de behandeling van de najaarsnota in de commissies wordt opgesteld. In het erratum zullen ook de reserves inzichtelijk worden meegenomen. Spreker hoopt en verwacht dit jaar net als in 2014 meer aan de reserves te onttrekken dan erin te stoppen. De wens van de PvdA ten aanzien van het openbaar vervoer is bekend. De heer JANSSEN wijst ongeveer 1 miljoen euro per jaar af aan restauratieverzoeken. Dat wordt op basis van gebrek aan geld gedaan. In november of december 2015 komt er een stuk over de restauratiebehoefte. Spreker zal dan aangeven welke maatregelen er worden getroffen om inzicht te verschaffen in de restauratiebehoefte en hoe de provincie daarmee omgaat. De VOORZITTER concludeert dat de heer Van der Sande heeft toegezegd dat GS willen voorkomen dat de beschrijving in de najaarsnota niet te technisch en te mager wordt. Er komt een erratum rond het instellen en opheffen van reserves. Ook de POP3-subsidies worden daarin meegenomen. De reserves zullen bij de begroting nog inzichtelijker worden gemaakt. Tweede termijn Mevrouw SAHIN is niet erg tevreden over het antwoord op haar vraag rond het percentage niet tijdig afgehandelde klachten en bezwaarschriften. De gedeputeerde heeft niet aangegeven wat hij hieraan gaat doen. Mevrouw KIP is blij dat de gedeputeerde de zorgen over de doorlooptijd van de afhandeling van de klachten en bezwaarschriften deelt. Kan de gedeputeerde prioriteit geven aan het naar beneden brengen van het percentage niet tijdig afgehandelde klachten en bezwaarschriften? Het op tijd betalen van facturen kan ook nog verbeterd worden. Pagina 7/13
De heer HILLEBRAND deelt mee dat de gedeputeerde erkent dat het vorige college alleen maar geld heeft opgepot door te zeggen dat er in 2014 meer aan de reserves is onttrokken dan erin is gestopt. Als het college zoveel vrij besteedbaar geld heeft, waarom kan dan ook niet minder geld gevraagd worden aan de reiziger in het openbaar vervoer? Alle uitgaven van de provincie worden bevroren, waarom moeten de inkomsten uit het openbaar vervoer met de inflatie meestijgen? De heer VAN DER SANDE merkt op dat de belangrijkste oorzaak van het niet tijdig afhandelen van klachten en bezwaarschriften is gelegen in het feit dat veel bezwaren in een bepaalde zaak niet tijdig zijn afgehandeld. Premediation en de extra inzet van mensen hebben het probleem onvoldoende opgelost. GS hebben het gevoel dat het probleem wordt veroorzaakt door de informatie die van verschillende onderdelen binnen de organisatie bij elkaar moet komen. De onderlinge samenwerking moet verbeterd worden. Er zijn binnen de organisatie voortdurend veranderingen gaande waarvan de informatieverstrekking onderdeel is. De bezwarenprocedure is een apart punt van aandacht omdat het hierbij gaat om klachten en bezwaren vanuit de buitenwereld. Er moet voor gezorgd worden dat die procedure verbeterd wordt. De organisatie heeft laten zien dat het betalen van facturen is verbeterd. Om tot het realiseren van de doelstelling te komen, moet hieraan nog extra aandacht worden besteed. Het verzoek van de PvdA om tot lastenverlichting van de reiziger in het openbaar vervoer te komen, hoort bij de begroting thuis. 5a.
Samenwerking provincie Zuid-Holland en metropoolregio Rotterdam-Den Haag
De heer VERMEULEN legt uit waarom de heer Van der Tak vanavond voor dit agendapunt aanwezig zal zijn. Bij de bespreking die geleid heeft tot de brief die vanavond in de commissie behandeld wordt, is de afspraak gemaakt dat de twee partners bij de behandeling van de samenwerking provincie Zuid-Holland en de metropoolregio Rotterdam-Den Haag in de beide vergaderingen aanwezig zullen zijn. Zelf heeft spreker vandaag de vergadering van het algemeen bestuur van de metropoolregio bijgewoond. Het dagelijks bestuur van de metropoolregio heeft voorgesteld om de heer Van der Tak aanwezig te laten zijn bij de vergadering van deze commissie om eventuele vragen te beantwoorden. De heer ZWERUS denkt dat de overheid de voorwaarden moet scheppen waaronder de bedrijven goed kunnen functioneren. Zij moet zorgen voor een goede infrastructuur en goed onderwijs dat aansluit bij het bedrijfsleven. In het stuk ziet spreker economische vernieuwing staan. Waar bemoeit de overheid zich mee? Innovatie ligt bij de bedrijven. Wat is de rol van de politiek bij deze samenwerking? De PVV vindt dat de overheid hierbij een veel te grote rol speelt. Hierdoor wordt belastinggeld verspeeld. Alternatieve energiebronnen worden door de belastingbetaler bekostigd. Moet de provincie niet kritischer zijn op haar rol bij deze ontwikkelingen? Moet dit niet aan het bedrijfsleven worden overgelaten?
Pagina 8/13
De heer BAKX merkt op dat zijn fractie een groot voorstander is van samenwerking in regionaal verband omdat dit grote voordelen biedt. Wat is het democratisch gehalte van deze grote organisatie? In hoeverre worden de inwoners van de provincie bij deze ontwikkeling betrokken? Het lijkt erop dat de samenwerking zich op een hoog niveau afspeelt. Daardoor komt het democratisch gehalte onder druk te staan. De heer SLOOTER neemt een ambivalente houding ten opzichte van de metropoolregio aan. Aan de ene kant is het lovenswaardig dat de MRDH de economie van de Randstad wil verbeteren. Aan de andere kant vindt de fractie dat de MRDH een staat binnen de staat is die zelf haar boontjes wil doppen. Hoe ziet de MRDH de rol van de Statenleden binnen deze samenwerking? De fractie is geïnteresseerd in de voortgang van de projecten. Dan moeten de Staten wel als gelijkwaardige partners worden aangemerkt die serieus betrokken worden bij deze samenwerking. De heer HILLEBRAND is blij dat dit punt op de agenda staat. In het verleden heeft de fractie haar zorg uitgesproken over de slechte relatie tussen de provincie en de metropoolregio. Met instemming heeft de fractie kennisgenomen van de passage in het coalitieakkoord over de samenwerking tussen de provincie en de metropoolregio. Hierin staat dat er versneld gewerkt zou worden aan de verbetering van die relatie. De brief van gedeputeerde Vermeulen heeft spreker een beetje verbaasd. Spreker zou iets willen lezen over de manier waarop met de vervoersautoriteit en de toekenning van de BDU wordt omgegaan. Hoe staat het met de BDU? Wanneer verwacht het college dat hiervoor een oplossing wordt gevonden? Welke procedure heeft het college ten aanzien van dit punt voor ogen? De provincie heeft een aantal afspraken gemaakt. Het verbaast de PvdA dat zij die als mededeling te horen krijgt. Is het een mededeling dat de provincie Zuid-Holland met de gemeente Rotterdam gaat werken aan de World Expo 2025? Had deze afspraak niet voorgelegd moeten worden aan de Staten? Vindt de gedeputeerde dat de Staten moeten beslissen of zij aan de World Expo 2025 prioriteit willen geven? De heer BRILL zegt dat de VVD zeer tevreden is over de inhoud van de brief van de gedeputeerde. Het doet de fractie goed dat de MRDH met de provincie er alles aan gaat doen om tot een goede samenwerking te komen en alle kansen te benutten om de economische ontwikkeling van de zuidelijke Randstad verder te stimuleren. De VVD heeft het idee dat de samenwerking er zeker toe zal leiden dat de uitvoering van de projecten die in het gebied worden uitgevoerd beter op elkaar worden afgestemd. De bereikbaarheid, de economie en het wonen zullen sterker met elkaar worden verbonden. Graag ziet de VVD nadere informatie over de concretisering van de aangegeven projecten. De fractie blijft graag nauw betrokken bij het verdere verloop van deze samenwerking. Spreker gaat ervan uit dat deze belangrijke stap bijdraagt aan de ontwikkeling van de vervoersregio en de vorming van de vervoersautoriteit. De heer HILLEBRAND maakt zich zorgen dat er in de brief niets over de vervoersautoriteit wordt gezegd. Doet de VVD dat ook of denkt de fractie dat het wel goed komt?
Pagina 9/13
De heer BRILL antwoordt dat een broedende kip niet gestoord moet worden. Spreker heeft stellig het gevoel dat dit wel goed zal komen. De VOORZITTER heet de heer Van der Tak, die net is binnengekomen, van harte welkom in de commissie. De heer STOOP vindt dat de brief van GS en de metropoolregio een goed signaal afgeeft. Partijen hebben de conclusie getrokken niet zonder elkaar te kunnen en gezamenlijk te moeten zoeken naar een gemeenschappelijke agenda om gezamenlijk dingen op te pakken. De brief beschouwt spreker als het bouwen aan vertrouwen. Zijn fractie is benieuwd naar het vervolg van de samenwerking op het gebied van de vervoersregio en de vervoersautoriteit omdat de minister in het najaar concrete afspraken verwacht. De heer STOLK is blij met het signaal dat met deze brief wordt afgegeven. De provincie en de MRDH zoeken elkaar op en bekijken waar ze elkaar kunnen versterken. Dat is in het verleden wel anders geweest. Die kentering kan zijn fractie van harte toejuichen. Binnen de metropoolregio wordt een zwaar accent gelegd op de as Den Haag-Rotterdam. De kleinere gemeenten vragen zich af of zij voldoende aan de bak komen. Bij de acht projecten wordt dit beeld versterkt. Hierbij wordt het accent op de grote steden en de as Rotterdam-Den Haag gelegd. Wat zijn de criteria op basis waarvan gekozen is voor deze acht projecten? De provincie moet oppassen nog meer het accent te leggen op de grote steden en op de as Rotterdam-Den Haag. Mevrouw OOSTEROP ziet de brief als een eerste stap in de goede richting. Spreekster heeft geen behoefte om inhoudelijke opmerkingen te maken over de projecten. Bij de keuze hiervoor is nadrukkelijk naar de as Den Haag-Rotterdam gekeken. Moet er niet naar de Drechtsteden worden gekeken om meer samenwerking te zoeken? Wat wordt de positie van InnovationQuarter? Mevrouw SAHIN vindt het een goed initiatief van het college om samen met het dagelijks bestuur van de MRDH een brief te schrijven aan de Staten en de gemeenteraden van de verschillende gemeenten. Voor GroenLinks is het van belang dat er zodanig wordt samengewerkt tussen de provincie, de regio en de gemeenten dat het potentieel van de provincie optimaal benut wordt. Hierdoor kan de overgang worden gemaakt naar een duurzame en sterke economie en een verbetering van de bereikbaarheid. De concurrentiepositie wordt hierdoor versterkt maar ook de positie van de mensen die in de provincie wonen. De provincie heeft de potentie om te innoveren maar scoort hierop slecht. Daarom is het goed dat er projecten gerealiseerd worden. Spreekster kan zich voorstellen dat er veel samenwerkingsverbanden in de provincie bestaan waar gesproken wordt over de manier waarop de economie kan worden versterkt en de duurzaamheid kan worden bereikt. Is er naar die samenwerkingsverbanden gekeken? De in de brief genoemde projecten zijn enorm groot. Hoe gaat de politieke besluitvorming rond deze projecten plaatsvinden? Hoe staat het met de vervoersregio? Wanneer krijgen de Staten daarover meer duidelijkheid? De VOORZITTER scherpt de vragen van de diverse fracties aan. De vraag aan de gedeputeerde ligt voor of de Staten op het moment dat zij kennisnemen van deze brief ook instemmen met deze projecten. Pagina 10/13
De heer VERMEULEN zegt dat dit document in het algemeen bestuur van de MRDH is besproken. De afgelopen vier jaar zijn er lastige discussies gevoerd tussen de grote steden, de gebieden daaromheen en de provincie over de vorm van de samenwerking op het gebied van verkeer en vervoer. Dat heeft de relatie tussen de steden en later die tussen de metropoolregio als samenwerkingsverband en de provincie niet altijd even veel goed gedaan. Naar buiten toe is het beeld ontstaan dat het gebied en de provincie met de rug naar elkaar toe stonden. Dat is niet altijd het geval geweest omdat inhoudelijk op veel punten heel goed werd samengewerkt. Het huidige college heeft als doel te discussiëren over de vervoersregio en de relatie met de MRDH te verbeteren. Om de vorming van een vervoersregio te realiseren, moet je ook regelmatig met elkaar spreken. De provincie en de MRDH moeten geen tijd verliezen om snel samen te gaan werken om geen kansen te missen. De provincie en de MRDH hebben acht projecten aangegeven die binnen de metropoolregio van belang zijn. Die projecten hebben voor de provincie prioriteit en moeten verder uitgewerkt worden. Een bestuurder van de provincie zal samen met een bestuurder van de MRDH de projecten uitwerken. Als dat het budgetrecht van de Staten raakt, dan zal hierop bij de Staten teruggekomen worden. De discussie over de vervoersregio moet nog gevoerd worden. In Nederland zijn twee gebieden waar die discussie speelt, namelijk in de Noordvleugel en de Zuidvleugel. Spreker kan zich voorstellen dat het proces in de Zuidvleugel parallel loopt met dat in de Noordvleugel. Het college zal de Staten informeren zodra zich nieuwe ontwikkelingen voordoen. Het bedrijfsleven heeft een belangrijke rol in het trekken van initiatieven. Het project Expo 2025 is een initiatief dat vanuit het bedrijfsleven is gekomen. Het Rijk moet daarbij de kandidaatstelling regelen. Het zou mooi zijn als de provincie het project ook steunt. De rol van de overheid is faciliterend. De provincie acteert op basis van vragen uit het bedrijfsleven. Op het gebied van economische vernieuwing wordt al samengewerkt met de MRDH. De overheid zorgt ervoor dat startups de ruimte krijgen. In de provincie Zuid-Holland wordt met veel regio’s gewerkt die een verlengd lokaal bestuur zijn. Hier speelt de vraag hoe de gemeenteraden hierbij betrokken zijn. In deze samenwerking ziet de MRDH de provincie als onmisbare partner om op gelijkwaardige basis samen te werken. De minister heeft aangeven dat hij dit najaar aan de Kamer informatie wil sturen over de stappen die rond de vervoersregio gezet zijn. Het lijkt spreker goed om hetzelfde tijdpad aan te houden als in de Noordvleugel wordt gevolgd. De metropoolregio richt zich voor een groot deel op de as Rotterdam-Den Haag en het gebied daaromheen. Andere regio’s hebben gevraagd of zij kunnen aanhaken bij deze samenwerking. De eigen samenwerkingsagenda van regio’s met de provincie kan geüpdatet worden. De MRDH heeft de eigen prioritering van wensen op orde. Voor de economische agenda van de andere regio’s zou dit ook moeten gelden. Hopelijk kan de samenwerking dit proces op gang brengen. InnovationQuarter en de MRDH hebben goede vormen van samenwerking. De belangrijkste sturing in de Zuidvleugel op het gebied van economische samenwerking is de Economische Programmaraad Zuidvleugel. De provincie en de andere partners maken hiervan gebruik. De heer VAN DER TAK denkt dat deze samenwerking een unicum wordt. De brief van de gedeputeerde en de MRDH geeft aan dat de regio een flinke inhaalslag moet maken op het gebied van werkgelegenheid, duurzaamheid en Pagina 11/13
energie. Aan de toegezonden brief ging een heel traject vooraf. De CdK heeft een belangrijke rol gespeeld bij het opstellen van de brief. De samenwerking gaat ook over die van de Greenports in Westland, Oostland en Barendrecht. Het samenwerkingsverband bekijkt of gemeenten iets hebben aan de projecten voor mobiliteitsinnovatie. De Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee maken bijvoorbeeld ook gebruik van de brandstofcelbussen. Ook de warmterotonde is van grote betekenis. Zo kunnen Pijnacker-Nootdorp en Leidschendam-Voorburg van de warmte gebruikmaken. Spreker heeft in de vergadering van de MRDH gemerkt dat de gemeenten enthousiast zijn over de samenwerking tussen de provincie en de MRDH. De heer SMIT geeft het college een compliment voor het uitvoeren van de opdracht van de Staten om te werken aan een goede relatie met de MRDH. De samenwerking is begonnen met het bedenken van acht projecten. Indien de partners een tijd met elkaar hebben gewerkt en er vertrouwen is opgebouwd, dan komt de vervoersautoriteit er ook wel. De samenwerking moet gestimuleerd worden want die gaat de goede kant op. De VOORZITTER concludeert dat de gedeputeerde heeft opgemerkt dat, indien de commissie een project wil afwijzen, zij dat nu moet zeggen. Ook zal er een voorstel voor de uitwerking komen. De informatie over de voortgang zal de commissie tijdig bereiken. GS zijn van plan om met de MRDH te bespreken of het tijdpad van de Noordvleugel ten aanzien van de vervoersautoriteit aangehouden kan worden. Tweede termijn De heer HILLEBRAND hoopt dat de samenwerking gaat opleveren wat de gedeputeerde er van hoopt en verwacht. De gedeputeerde moet een mandaat aan PS vragen om projecten te mogen starten. Als GS geen Statenvoordracht maken, dan betekent dit dat zij tot het volgende voorstel zonder mandaat verder werken. Dat is jammer want dit is een proces dat de ondersteuning van de Staten verdient. De heer STOLK maakt de samenstellers van het document een compliment. Spreker vraagt zich wel af of de commissie met het stuk moet instemmen. Dit stuk geeft een ambitie van het college en het dagelijks bestuur aan. De commissie mag vervolgens oordelen over de uitwerking van de ambities. Zij kan zowel over de inhoud als over de financiële consequenties van de plannen oordelen. Mevrouw OOSTEROM vindt dat het helder moet worden of de commissie wat te zeggen heeft over het stuk. De heer STOOP merkt op dat het goed is om te horen dat er ook in het bestuur van de MRDH nagedacht wordt over de manier waarop de gemeenteraden bij het proces betrokken worden. Hetzelfde geldt ook voor GS om voor de betrokkenheid van de Staten te zorgen. Op dit moment heeft spreker onvoldoende redenen om zijn mening te geven over de projecten. Zijn fractie denkt dat het
Pagina 12/13
samenwerkingsverband welbewust voor de acht projecten heeft gekozen die nog uitgewerkt moeten worden. De heer VERMEULEN geeft aan dat het stuk een intentie inhoudt om op deze manier te gaan samenwerken. Als de commissie tegen de samenwerking is, dan is vanavond het moment om dit aan te geven. GS maar ook PS hebben behoefte aan een verdere uitwerking van de projecten. De VOORZITTER vraagt de gedeputeerde een Statenvoordracht te maken waarin staat: 1. de Staten stemmen in met de intentie en de samenwerkingsovereenkomst. 2. de Staten stemmen in met de projecten en zien de nadere uitwerking graag terug. De heer STOOP heeft hieraan op dit moment geen behoefte. Spreker gaat ervan uit dat op het moment er uitgewerkte voorstellen komen de Staten dan besluiten nemen. Spreker stelt voor om vanuit een positieve grondhouding kennis te nemen van de brief van de gedeputeerde. De heer BRILL beschouwt de brief als een intentie om aan te geven hoe de partijen samen aan de slag gaan. Spreker gaat ervan uit dat aan de projecten gewerkt wordt. De uitgewerkte projecten zullen aan de Staten voorgelegd worden. De VOORZITTER bedankt de heer Van der Tak voor zijn aanwezigheid. 6.
Sluiting
De VOORZITTER sluit de vergadering om 21.50 uur onder dankzegging voor ieders aanwezigheid en inbreng.
Pagina 13/13