BESLUITENLIJST VAN DE VERGADERING VAN DE COMMISSIE BESTUUR
Vergadering van donderdag 2 oktober 2014
Aanwezig: Voorzitter: Fungerend griffier:
Mw. E.A. Groeneweg Dhr. T. Schoenmakers
Leden: Dhr. B.E.A. Adank Mevr. C. Kranenborg Dhr. R. Zagers Dhr. F. Toeset Dhr. T. van het Hof Dhr. R. van Loon Dhr. B. Maes Dhr. M. Spapens Dhr. K. Jorissen Dhr. P.J. Elbertse Dhr. B. Lemaire Dhr. H. van der Velde Dhr. J. Koniuszek Mevr. M. de Nobel Dhr. M. Scheifes Dhr. D. Vuijk Mevr. P. Ruijs Dhr. J. van Etten Dhr. G. de Heer Dhr. J. Taks Dhr. C. van der Horst Dhr. G. de Jong Mevr. E. Hereijgers
College:
-
VVD VVD VVD D66 D66 D66 SP SP SP CDA CDA PvdA GL GL GL Breda ´97 Breda ´97 Breda ´97 Trots/Opa Trots/Opa BOB BOB BOB
Burgemeester P. van der Velden Wethouder B.P. van den Berg
Vastgesteld in de vergadering van , voorzitter
, fungerend griffier
I. Opening en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering en heet allen van harte welkom. De voorzitter feliciteert wethouder van den Berg namens de commissie met zijn verjaardag. II. Aanmelding insprekers. De voorzitter deelt mede dat er zich 4 insprekers hebben aangemeld. De heer Luisterburg spreekt in bij de bespreeknotitie van de commissie Ombudsman. De heer Backx, Mevrouw Klerx en de heer Baerts spreken in bij de bespreeknotitie over de Harleydag. III. Vaststellen agenda. De voorzitter stelt vast dat het de gewoonte is dat de agendapunten waarvoor insprekers zich hebben aangemeld als eerste op de agenda worden geplaatst. De voorzitter stelt voor om na het vragenhalfuur eerst de bespreeknotitie over de NoHarleydag te agenderen (waarbij zich dus 3 insprekers hebben aangemeld), vervolgens de notitie over de commissie Ombudsman (waarbij zich één inspreker heeft gemeld) en tenslotte het raadsvoorstel “gegevensverstrekking basisregistratie personen” te bespreken. Iedereen kan zich vinden in de agenda. IV. Vragenhalfuur. De voorzitter deelt mede dat de commissieleden tot 24-uur vóór de vergadering schriftelijk vragen in kunnen dienen over actuele zaken die het werkterrein van de commissie betreffen. Voor vanavond zijn er vragen binnengekomen van de fractie BOB over het stoelenarrangement en de verhuur van de Skybox bij de thuiswedstrijden van NAC. De voorzitter geeft het woord aan de fractie BOB. Fractie Bob maakt graag van de gelegenheid gebruik om vanavond vragen te stellen over de regeling met betrekking tot het stoelenarrangement en het gebruik van de Skybox van de BriM bij thuiswedstrijden van NAC. Deze regeling is volgens de fractie erg onduidelijk. Er is behoefte aan een eenduidige en controleerbare regeling. BOB heeft daarom de volgende vragen aan het College: 1. a. Hoe verloopt de verrekening van de verhuur van de box als NAC de box terughuurt of de BriM verhuurt de box aan een bedrijf? b. Indien NAC de box verhuurt wordt dan door NAC commissie in rekening gebracht? c. Waar gaat de opbrengst van de verhuur naar toe? Naar de gemeente of naar BriM? indien deze naar de BriM gaat waarom? 2. Is het niet beter om de Skybox in te zetten als uitbouw voor het zakelijk netwerk tussen gemeente (politiek) en bedrijven die in Breda gevestigd zijn? Immers als gemeente wil je ook arbeidsplaatsen creëren voor Wajong e.d. Maar ook mogelijk bedrijven welke zich in Breda willen gaan vestigen uit te nodigen. 3. Is er een gastenlijst bekend van de gasten welke tot op heden de Skybox bezochten? En is deze maximaal gevuld geweest? 4. Betreffende het stoelenarrangement: Is hier een lijst van bekend en zijn alle stoelen de eerste wedstrijd bezet geweest? 5. Is het niet beter een eenduidig uitnodigingsbeleid op te stellen voor het stoelenarrangement en de uitvoering van het het uitnodigingsbeleid als gemeente zelf ter hand te nemen en hierover aan het einde van het jaar in alle openheid en transparantie verslag te doen? 6. Wat vindt het college van het voorstel om voor de invulling van het stoelenarrangement en Skybox een commissie samen te stellen uit bijvoorbeeld vertegenwoordigers van MKB lokaal, commerciële opleidingen (zodat deze ook ervaring op kunnen doen) en enkele fractievoorzitters en/of gemeenteraadsleden. Wethouder Van den Berg gaat in op de vragen van de fractie BOB inzake de bespreeknotitie. De vragen vallen onder de portefeuille van wethouder Bergkamp maar wethouder Van den Berg zal proberen antwoord te geven. De BriM is een zelfstandig orgaan en is een N.V. Er stond nog een lening open aan NAC. Een aantal leningen zijn omgezet in aandelen. De gemeente Breda, 100% aandeelhouder van de BriM, zit echter niet te springen om aandelen dus is er een oplossing gezocht om de gelden om te zetten in natura, de lening is dus omgezet in de vorm van een Skyboxarrangement. De BriM wil zijn geld terug en wil de Skybox gebruiken voor de functie zoals beschreven in de notitie van fractie BOB : ondernemers naar de stad te halen.
Hiervoor is een bedrijf in de arm genomen leer-werkbedrijf NHTV. In een brief van de wethouder is abussievelijk de naam Avans gebruikt. Door middel van lobbywerk wordt er nu gepoogd de Skybox te verhuren. De wedstrijd NAC Breda-Ajax is aan een grote logistieke ondernemer verhuurt. Het college heeft ook drie boxen gehuurd van de BriM en dat is de wedstrijd NAC Breda-Feijenoord, NAC Breda-WillemII en NAC Breda-PSV. Dit wordt door het college op een X aantal zaken ingezet. Andere wedstrijden worden verkocht of beschikbaar gesteld. Als er geen gegadigden zijn dan gaat het bedrijf actief aan de slag. Er zijn een X aantal netwerken benaderd zo ook voor de wedstrijd NAC Breda-ADO Den Haag want deze is nog niet verkocht. Het netwerk haakte niet in en zelfs niet op een grote aanbieding vanuit het college. Er is 80% korting gegeven op de huurprijs om het toch gevuld te krijgen. Als NAC een gegadigde weet dan wordt de Skybox verhuurt aan de gegadigde en krijgt NAC hier een fee voor. Mocht hij helemaal leeg blijven dan wordt het door het college ingevuld en zal er een thema voor bedacht worden. Dan zullen er geen kosten in rekening worden gebracht door de BriM, maar slechts de cateringkosten en de drankjes zullen worden betaald door de gemeente richting BriM. Het stoelenarrangement staan hier los van. Het college heeft geen mening over het voorstel. Dit is de regeling zoals hij er staat. Indien de raad iets anders vindt dan verneemt de wethouder dit graag. Fractie BOB stelt vast dat de BriM 100% dochteronderneming is van de gemeente dus de gemeente betaalt de BriM en het geld komt dus weer terug bij de BriM. De vraag is wat de BriM met dat geld doet? Wethouder Van den Berg antwoordt dat de gemeente drie wedstrijden huurt van de BriM en daar komt een rekening voor en een rekening voor de kaartjes. De wethouder is in de veronderstelling dat de BriM het geld op de rekening zet. Fractie CDA is kritisch ten aanzien de deal en hoe deze tot stand gekomen is. Volgens de fractie is het zo dat in het kader van de financiering die er nog stond bij de BriM de Skybox naar de gemeente zou komen. In een motie ingdiend door Breda ’97 is kenbaar gemaakt om de Skybox aan de stad te geven en het op een andere wijze te doen. Nu staat er een 1 afspraak bestaande uit twee lijnen waaronder de Skybox en de stoelen. Volgens de fractie was dit niet de bedoeling. Fractie D66 stelt dat de relatie tussen de gemeente en NAC niet eenvoudig is. De fractie is met de keuze niet helemaal happy. Waarom is het AVANS en het ROC niet betrokken geweest bij de keuze? Gisteren is de indeling van de wedstrijden bekend gemaakt terwijl het seizoen al een aantal wedstrijden lang is. Er is vernomen dat er kinderen in de vakken zitten die niet onder begeleiding waren. Fractie SP wil graag uitspreken dat de keuze niet de schoonheidsprijs verdient en dat de fractie het minst gelukkig is met de huidige constructie. Wethouder Van den Berg geeft aan dat de motie nimmer bedoeld was dat ook de gemeente zeggenschap zou verkrijgen over de Skybox. De wethouder bekent dat er twee systemen naast elkaar lopen. De BriM is beheerder van de Skybox en het college heeft het beheer over de stoelen. Met betrekking tot de opmerking van vak I, er zullen op termijn voor bepaalde groepen andere kaarten aangevraagd worden, danwel zal er andere begeleiding geregeld gaat worden; hier is het college mee bezig. Fractie BOB merkt op dat er bij de meeste fractie wrevel zit en vraagt de wethouder om nog een keer goed te kijken naar het voorstel enn of dit op een andere wijze mogelijk is. V. Vaststellen besluitenlijst d.d. 4 september 2014. De besluitenlijst wordt ongewijzigd vastgesteld. VI. Openstaande moties en toezegging. De voorzitter stelt vast dat het overzicht van openstaande moties en toezeggingen is bijgevoegd. Heeft iemand hier vragen over? Iedereen kan zich vinden in het overzicht. VII. Termijnplanning commissie bestuur. De voorzitter deelt mede dat de termijnplanning aan aangeeft wat er de komende maanden in ieder geval nog in de planning zit. Heeft iemand hier vragen over? De voorzitter stelt vast dat er geen vragen zijn over de termijnplanning commissie bestuur.
VIII. Ingekomen stukken ter kennisname. De voorzitter stelt vast ddat de ingekomen stukken ter inzage liggen bij de raadsgriffie en op sharepoint staan. Er zijn geen vragen over de ingekomen stukken. IX. Rondvraag. De voorzitter stelt vast dat de rondvraag uitsluitend bedoeld is voor procedurele en huishoudelijke vragen. Ze geeft het woord aan de fractie Trots/Opa Fractie Trots/Opa merkt op dat de burgemeester op 13 augustus jl. een brief aan de gemeenteraad heeft geschreven over de grote brand in de Mijkenbroek te Breda. In de brief wordt er verzocht om de onderzoeksresultaten vast te stellen zodra de oorzaak van de brand bekend is. De vraag luidt wanneer de commissie het resultaat van het onderzoek tegemoet kan zien. Burgemeester Van de Velden geeft aan dat de rapportage in afronding is en zodra de notitie binnenkomt zal deze zo snel mogelijk verspreidt worden onder de commissieleden. X. Advies en bespreekstukken. De voorzitter stelt voor om eerst de bespreeknotitie van de fractie BOB over de NoHarleydag te agenderen. Hiervoor hebben zich drie insprekers gemeld. De heer Backx merkt op dat aan hem is gevraagd een woord te spreken over de NoHarleydag. De heer Backx is een liefhebber van de Harley, en altijd actief betrokken geweest op de Harleydag en betreurt het feit dat deze dag is komen te vervallen. De heer Backx is tevens actief geweest bij de NoHarleydag. De heer Backx spreekt met name zijn ongenoegen uit over het grote aantal politiemensen en ME-ers op deze dag en vraagt zich of dit noodzakelijk was geweest. Fractie VVD vraagt aan de heer Backx of hij het goed zou vinden als er weer een gewone Harleydag georganiseerd zou worden. De heer Backx vindt dat de Harleydag gehouden moet worden zoals altijd in het verleden geweest is en dan meer als een gezinsdag zonder colonies aan bewaking en helicopters. De heer Backx vindt dit totaal overbodig. Mevrouw Klerx is Harley rijdster en is uitgenodigd om haar ongenoegen te uiten over de gang van zaken rond de NoHarleydag. Ze vindt het jammer dat het zomaar voorbij is omdat er geen afspraken na werden gekomen en de veiligheidseisen enorm waren. Ze betreurt het feit dat de binnenstad hermetisch werd afgesloten door politie en ME. Dit heeft een enorme impact gehad op de horeca en middenstand qua inkomstenderving. Mevrouw Klerx is benieuwd hoeveel klachten er binnen zijn gekomen bij de gemeente van mensen die hun ongenoegen hebben geuit over de aanwezigheid van politie en ME. Misschien is het een idee om het initiatief qua organisatie en de verantwoordelijkheid bij de horeca en de winkeliers neer te leggen. De heer Baerts geeft aan dat de hoofdcommissaris van de politie te Breda tot 2010 zijn complimenten heeft uitgesproken richting het bestuur van de Harley-dag om op dezelfde wijze door te gaan. In de ogen van de Harleyrijders is het vanuit de gemeente een zwaktebod geweest gedreven door angst en dit wordt niet als terecht ervaren. De heer Baerts wil voorstellen om te kijken waar de knelpunten liggen en welke mogelijke oplossingen hiervoor aangedragen kunnen worden. Is er een vergunning nodig of zijn er andere methodes? De voorzitter dankt de insprekers voor hun bijdragen en geeft het woord aan de fractie BOB. 1. Bespreeknotitie BOB: NoHarleydag Fractie Bob concludeert dat tijdens de NoHarleydag op 17 augustus jl. er uitgebreide maatregelen werden getroffen om motoren uit het centrum van Breda te weren. Diverse eenheden uit diverse disciplines waren grootschalig ingezet. Horeca en detailhandel hebben inkomsten misgelopen, bezoekers van de binnenstad waanden zich in een gebied waar iets zeer ernstigs aan de hand was. De genomen acties hebben de Bredase belastingbetaler veel geld gekost. De fractie BOB ziet graag tijdig overleg voor de (No) Harleydag 2015. Volgens de fractie :
Is het handhaven van de openbare orde te scheiden van het handhaven van veiligheid Personen die een risico vormen moeten toch voldoende bekend en te volgen zijn? Is overleg met horeca en detailhandel mogelijk over maatregelen en hun eventuele mede betrokkenheid met de organisatie van deze dag, zodat zij een minimum aan nadelige gevolgen voor hun inkomsten hebben Is te overleggen met toeristische organisaties als de VVV over maatregelen met een minimum aan nadelige gevolgen voor bezoekers aan de binnenstad. Vragen aan de commissie: Bent u het eens met de probleemstelling zoals geschetst? Heeft u daarop nog aanvullingen en opmerkingen? Bent u het eens met de oplossingsrichting zoals geschetst? Heeft u daarop nog aanvullingen en opmerkingen? Vindt u met BOB dat de recente aanpak overdreven en zelfs schadelijk voor (het imago) de van stad is geweest? Fractie Breda ’97 geeft aan dat de Harleydag zoals deze vroeger was als een gemis wordt ervaren. Het bestuur heeft zo zijn reden gehad om de dag te schrappen. De fractie vindt dat het handhaven van de openbare orde en het handhaven van de veiligheid hand in hand gaat. De fractie wil graag het verhaal van de burgemeester horen. Fractie CDA stelt vast dat de burgemeester op 17 augustus jl. de verantwoordelijkheid heeft genomen om de veiligheid van de inwoners te waarborgen op basis van de informatie die op dat moment beschikbaar was. Het waren geen populaire maatregelen. De fractie vindt de door fractie BOB gestelde probleemstelling iets te kort door de bocht. Omdat er geen organsiatie beschikbaar was voor die dag is er een keuze gemaakt voor de orde en veiligheid. Het zou een mooi initiatief zijn om met burgers en overheid te kunnen kijken hoe volgend jaar wel een harleydag georganiseerd zou kunnen worden. Fractie SP ziet graag dat er volgend jaar weer een Harleydag komt en kan waardering opbrengen voor de fractie BOB die beoogt wat zij bedoelen met de notitie. De fractie SP daagt de horecaondernemers uit om samen iets op te starten omdat zij er het meeste aan zullen verdienen. De fractie vindt dat het imago van de stad er niet fraaier op geworden is. Fractie VVD heeft veiligheid zeer hoog in het vaandel maar vond de stad op 17 augustus jl. niet gastvrij. Al was er waarschijnlijk geen andere keuze. De bezoekers van Breda voelden zich niet veilig. De fractie doet een oproep aan degenen die het organiseren van een nieuwe Harleydag in 2015 mede willen initiëren. Fractie Trots/Opa ziet als oplossing dat deelnemers zoals middenstand en horeca een vergunning aan moeten vragen. Fractie D66 begrijpt goed dat de fractie BOB de NoHarleydag als bespreeknotitie op de agenda heeft gezet. De kosten zijn niet gemaakt om de dag mogelijk te maken maar om het onmogelijk te maken en de fractie vindt dit jammer omdat het geld beter besteed had kunnen worden. De fractie vraagt aan het college of de kosten en de mankracht ingezet kunnen worden voor volgend jaar. Fractie GL juigt de initiatieven vanuit de samenleving en het organsieren van evenementen in de stad toe. Verder zullen er aan bepaalde condities zoals veiligheid moeten worden voldaan in goed overleg tussen de burgemeester en organisaties. Fractie PvdA is het niet eens met de probleemstelling van fractie BOB omdat de openbare orde en veiligheid niet van elkaar gescheiden kunnen worden. De fractie is het ook niet eens met de oplossingsrichting van fractie BOB omdat het inititatief ligt bij de gemeente en dat is niet de juiste weg. Verder twijfelt de fractie ook niet aan de overwegingen van de burgemeester om deze aanpak in te zetten. De voorzitter constateert dat de burgemeester ook nog zijn zienswijze wil geven op dit onderwerp. Ze geeft het woord aan de burgemeester. Burgemeester Van der Velden stelt vast dat er bereidheid is om pro-actief tot een pakket van evenementen te komen. De burgemeester heeft vooraf aan het evenement verwoedde pogingen gedaan om met de initiatiefnemers in contact te komen, maar helaas was er niemand bereid. De dag na de NoHarleydag is er contact geweest met mensen die kritisch waren en er hebben al
gesprekken plaatsgevonden met mensen die ideeën hebben voor volgend jaar. De middelen die werden ingezet zijn altijd teveel, maar er was onduidelijkheid over wat er verwacht werd op die dag. De burgemeester prefereert een vergunning voor de Harelydag. Als er mensen zijn die opstaan dan zal het opgepakt worden. Maar dan moet er nu al een start gemaakt wordn en niet pas in mei 2015, want dat is het te laat. De burgemeester is ervan overtuigd dat er mogelijkheden zijn om een Harleydag goed te laten verlopen maar wel zodanig dat er voorbereidingen getroffen worden om te laten zien wat wel en niet kan. Fractie BOB dankt namens de fractie het meedenken en de betrokkenheid van de burgemeester en de commissie. De fractie hoopt dat met het aanvragen van een vergunning de eisen niet zodanig zijn dat het niet te doen is. Dit in het kader van veiligheid. 2.
Bespreeknotitie SP: Commissie Ombudsman
De voorzitter wil overgaan tot de bespreking van de notitie van de SP over de lokale commissie Ombudsman. Ze heeft het woord aan de heer Luisterburg om over dit onderwerp in te spreken. Inspreker de heer Luisterburg staat als gemachtigd vertegenwoordiger van een 67-jarige Bredanaar, die al jaren tevergeefs poogt een rechtvaardige en respectvolle behandeling te krijgen van de gemeente Breda. In oktober 2013 is de commissie Ombudsman bij deze strijd betrokken geraakt in verband met een viertal klachten die cliënt jegens de gemeente en een aantal van de ambtenaren had. Omdat de cliënt van de heer Luisterburg geen genoegen kon nemen met het antwoord van de gemeente heeft de commissie Ombudsman de klacht zelf in behandeling genomen. In januari 2014 jl. was de rapportage gereed. In een brief van mei 2014 jl. die namens client aan het college is verzonden staat wat er gebeurd is. De klachten zijn onvoldoende onderzocht door de commissie. Er is te weinig gesproken met de beklaagde ambtenaren, er is onvoldoende documentenonderzoek gedaan en een ondertekende getuigenverklaring van de mantelzorgers van client die bij alle gesprekken van de ambtenaren aanwezig is geweest, is zo goed als buiten beschouwing gelaten. Een klacht die aanvankelijk door de klachtenfunctionaris van de gemeente zelf gegrond werd verklaard is in de rapportage van de commissie Ombudsman weer ontkracht. De rapportages van deze commissie zijn wat de heer Luisterburg betreft ondeugdelijk, op onvoldoende onderzoek gebaseerd en er is teveel naar de mond van de gemeente toegeschreven. De heer Luisterburg twijfelt ernstig aan de objectiviteit, de ontvankelijkheid en de integriteit van de commissie. Zelfs de bestuursrechter bij wie de klachten zijn voorgelegd is van mening niet over enige bevoegdheid te beschikken om de commissie ter verantwoording te roepen. De wethouder verwijst klachten naar commissie bestuur en daarna uiteindelijk de gemeenteraad. De heer Luisterburg hoopt dat deze commissie de ernst van de zaak inziet. Fractie PvdA vraagt aan de heer Luisterburg of hij suggesties heeft voor het verbeteren van de onafhankelijkheid van de commissie. De heer Luisterburg is van mening dat het deugdzaam lijkt om de zaak terug te geven aan de Nationale Ombudsman zodat de zaak objectief bekeken kan worden. De heer Luisterburg stelt dat hij niet over besluiten gaat die de gemeente raad moet nemen. Maar hijnis van mening dat er andere oplossingen voor handen zijn, en dat hij zijn suggesties heeft gegeven maar er zijn wellicht meerdere oplossingen mogelijk. Fractie D66 vraagt hoe de nationale Ombudsman betaald wordt . De heer Luisterburg gaat er vanuit dat deze betaald wordt vanuit een bijdrage vanuit de rijkskas. De voorzitter dankt de inspreker en concludeert dat naar aanleiding van de eerste evaluatie van de lokale commissie Ombudsman de fractie SP een bespreeknotitie heeft opgesteld met daarin enkele vragen aan de commissie en aan het college. Als 1e geeft ze het woord aan de fractie SP 1e termijn Fractie SP stelt dat op basis van klachten een commissie Ombudsman is ingesteld en heeft onlangs een evaluatierapportage opgesteld over haar functioneren in de eerste periode. Op basis van de evaluatie kan de fractie SP niet zonder meer concluderen dat deze commissie naar behoren functioneert. De fractie vindt dat met het oog op 2015 de twijfel over de commissie zo snel
mogelijk weggenomen moet worden. De gemeente wordt in 2015 verantwoordelijk voor een groot aantal nieuwe taken. Vragen: 1. Wat is uw eerste reactie na het lezen van de evaluatie van de commissie Ombudsman over 2013? 2. Vindt u dat een evaluatie uitgevoerd door de commissie Ombudsman zelf en de ambtenaren op wie zij toeziet, een voldoende objectief beeld geeft? 3. Bent u ook van mening dat het van belang is dat er ook een inhoudelijke, objectieve beoordeling van het werk van de commissie komt? 4. Bent u ook van mening dat er een duidelijk functieprofiel dient te komen voor leden van de commissie ombudsman? 5. Vindt u dat oud medewerkers geen lid kunnen zijn van de organisatie? De fractie ziet het liefst dat er een profiel wordt opgesteld van leden door de commissie waaruit geschiktheid en onafhankelijkheid moet blijken. Er dienen voorts afspraken gemaakt te worden over de wijze van evalueren van deze commissie. Fractie VVD heeft met enige verbazing gekeken naar de ontwikkeling van lokale commissie. De fractie is vanaf het begin af aan kritisch geweest ten aanzien van een lokale commissie omdat de fractie van mening is dat de nationale ombudscommissie hun taken goed vervulde en er waren geen klachten over. De reden om destijds voor een lokale ombudscommissie te kiezen was een financiële kwestie. De fractie heeft een aanvullende vraag voor het college. Wat vindt het college van de rapportage na inlezen en de ervaringen van de afgelopen periode bij elkaar samengevat? Kan het college dan oprecht menen dat de transitie naar een lokale ombudscommissie een goede is geweest? Zo ja, welke maatregelen worden er nu genomen om er voor te zorgen dat de klachten die bij de ombudscommissie ingediend worden ook zo objectief mogelijk en zo transparant mogelijk behandeld gaan worden? De voorbeelden die nu geschetst zijn mogen niet meer voorkomen. De fractie wil van het college weten of de lokale ombudscommissie de juiste keuze is geweest, anders kan er beter een overstap gemaakt worden naar een nationale ombudscommissie. Fractie PvdA hecht waarde aan een goede ombudscommissie omdat niet alles via de klachtenregeling kan worden afgehandeld. Er dient zo snel mogelijk op klachten te worden gereageerd. Duidelijkheid is bij het afhandelen van klachten belangrijk. De ombudscommissie zou een onafhankelijke rol moeten bekleden om haar werk zo goed mogelijk te doen. Een lokale ombudsman geniet, met name door een snelle reactie, de voorkeur boven de landelijke ombudscommissie. De evaluatie roept bij de partij geen vragen op. Behalve dan hoe het patroon van klachten zich verhoudt in verhouding tot andere gemeenten. Het ombudsteam is onafhankelijk en kan de eigen werkwijze voldoende evalueren. Om weer een andere commissie in het leven te roepen om de afhankelijkheid te beoordelen heeft iets weg van een ombudspolitie en hier heeft de fractie niet zo’n behoefte aan. Een scherp functieprofiel en een goed selectieproces kan hieraan bijdragen. De betrokkenheid van de raad bij het vaststellen van het functieprofiel is wenselijk. De fractie hoort graag van het college hoe het selectieproces in zijn werk gaat. En hoe in dit proces ook afhankelijkheids beoordeling vorm krijgt. Fractie BOB ziet wel een meerwaarde in een lokale ombudsman. Zowel een nationale als lokale ombudsman moet in staat zijn om een onafhankelijk oordeel te kunnen vellen over een geschil tussen de burger en de overheid. Met betrekking tot de bejegeningsklachten zou een mediator ingezet kunnen worden. Dit mist de fractie in de notitie van de SP. De fractie is er ook geen voorstande van dat de ombudscommissie zijn eigen werk beoordeeld. Wellicht kunnen hier afspraken met andere gemeenten over gemaakt worden. De fractie sluit zich aan bij PvdA. Met het proces is niets mis maar de inrichting hiervan kan beter. Fractie D66 is een voorstander van een lokale ombudscommissie. De evaluatie geeft kort en bondig weer wat de commissie in 2013 heeft gedaan. Een evaluatie is nimmer objectief. De subjectiviteit kan een toegevoegde waarde zijn. De fractie is met de SP van mening dat er een inhoudelijk objectieve beoordeling van het werk zou moeten komen. Er rijst echter wel een vraag wat de kosten betreffen van een dergelijk onderzoek, en hoe zich dit verhoud tot de winst van de effectiviteit van de commissie. De fractie is voorstander van zelflerende organisaties, dit vraagt eerder om vertrouwen dan om controle en toezicht. De mensen die gebruik hebben gemaakt van de dienstverlening van de Ombudsman zouden na afloop een digitale enquete aangeboden kunnen krijgen Op die manier komt er een veelvoud aan subjectieve informatie binnen. Voor iedere publieke vacature dient een duidelijk functieprofiel beschikbaar gesteld te worden. Er kan wat dit betreft ook kennis opgedaan worden die in de regio al beschikbaar is en er kan een regionale samenwerking ontstaan. In het kader van de integriteit is het niet verstandig om het functieprofiel in te vullen met oud medewerkers.
Fractie Trots/Opa merkt op dat in de notitie van de SP helder gesteld wordt dat een goed werkende Ombudsman van wezenlijk belang is. In het politieke belang van de stad is het van belang dat er een goedwerkende ombudscommissie werkzaam is. De fractie vraagt zich af of het ooit mogelijk is om een procedure te bedenken die ieder tot tevredenheid stelt. Fractie CDA is positief over de notitie van de SP en sluit zich aan bij de gedachte van de notitie dat er moet worden toegewerkt naar een profielschets voor de leden van de commissie die goedgekeurd is door de raad. Fractie GL sluit zich aan bij de fractie PvdA Wethouder Van den Berg geeft aan dat de commissie niet de evaluatie zelf heeft uitgevoerd. Er is door de commissie een jaarverslag aangeboden en dit is is door het college geëvalueerd. Een van de voordelen die hieruit naar voren kwam was dat door mediation een snellere doorlooptijd ontstond. Met betrekking tot een inhoudelijk en objectieve beoordeling is de wethouder van mening dat er grenzen getrokken moeten worden. Een procedure zal ergens beeïndigd moeten worden. Een functieprofiel is volgens de wethouder evident en dit is reeds in het fractievoorzittersoverleg gevraagd om hierin mee te denken. Verder hoopt de wethouder in het fractievoorzittersoverleg snel tot invulling te kunnen komen van een dergelijk functieprofiel. Of een besluit van de raad of er lokaal of nationaal gebleven wordt. Fractie VVD vindt dat de wethouder met een voorzet moet komen inzake functieprofiel en het proces dat moet leiden tot vaststelling ervan,.. De wethouder zegt toe een voorzet te geven over het functieprofiel en het proces. Fractie SP is blij met de reactie dat de commissie duidelijk ziet dat er behoefte is aan een duidelijk profiel. 3. Vastellen van de Verordening gegevensverstrekking basisregistratie personen Breda 2014. De voorzitter voegt toe dat de commissie wordt gevraagd te adviseren over de verordening waarin gegevensverstrekking aan organen van de eigen gemeente en aan derden wordt geregeld. Deze nieuwe verordening is nodig omdat met het vervallen van de wet GBA ook de bijbehorende verordening is vervallen. Ze geeft het woord aan de fracties. Eerste termijn Fractie D66 merkt op dat de nieuwe verordening in tegenstelling tot de oude verordening overzichtelijker en eenvoudiger lijkt maar deze vereist nadere uitwerking door het college. De vraag is of de nieuwe verordening de uitkomst is van een leerproces van de afgelopen jaren. In vergelijking met de oude verordening zijn er een hoop artikelen geschrapt. De fractie twijfelt of dit ten goede zal komen aan de privacy. De terugmeldplicht komt te vervallen. Het oude artikel 8 betreffende de beveiligingseisen is geschrapt. Het begrip “gewichtig maatschappelijk belang” is nauwelijks uitgewerkt en zal nog nader worden uitgewerkt met terugwerkende kracht naar 6 januari 2014. De verordening is gebaseerd op de artikelen 3.8 en 3.9 van de Wet BRP. Artikel 3.8. (1) Bij of krachtens gemeentelijke verordening kunnen regels gesteld worden omtrent de verstrekking van gegevens aan overheidsorganen die een orgaan zijn van de gemeente. (2) Aan een overheidsorgaan worden slechts gegevens verstrekt voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de goede vervulling van zijn taak. Artikel 3.9. (1) Op verzoek van een derde kunnen aan hem gegevens worden verstrekt voor zover daarin is voorzien bij gemeentelijke verordening en voor zover deze derde voorafgaande schriftelijke toestemming heeft van de ingeschrevene over wie gegevens worden verstrekt, of de verstrekking in overeenstemming is met het tweede lid. (2) Bij gemeentelijke verordening kunnen door derden verrichte werkzaamheden met een gewichtig maatschappelijk belang voor de gemeente worden aangewezen, ten behoeve waarvan gegevens uit de basisregistratie kunnen worden verstrekt. Etc. Etc…
In artikel 3.9. (gaat over verstrekking gegevens aan derden) staat dat bij gemeentelijke verordening bepaalde werkzaamheden en categorieën van derden kunnen worden aangewezen. (“Bij” … en dus niet “bij of krachtens”). Dit betekent dat de werkzaamheden en categorieën dus zélf in de verordening moeten zijn opgenomen. De fractie D66 geeft aan dat tegen deze achtergrond artikel 3 derde lid van de verordening niet in overeenstemming is met de wet BRP, artikel 3.9, lid 2. Bij de decentralisatie is het van belang dat de regels van de wet gevolgd worden. Het is van belang dat er bij de decentralisaties gezien wordt aan wie de gegevens verstrekt worden. Er dient rekening gehouden te worden met de zwakkere en de kwetsbare groepen in de samenleving en waar de gegevens naar toe gaan. In de hele verordening is het niet zichtbaar aan welke beveiligingseisen en welke eisen er beheer gesteld wordt aan de partijen die over de gegevens zullen gaan beschikken. De fractie zou het hele voorstel terug naar de tekentafel willen zien maar de partij is bereid tot constructief meedenken. De vragen aan het college: Is deze verordening de uitkomst van een leerproces, en zo ja, waar blijkt dat uit? Hoe zit het met de verstrekking aan organen van de gemeente, niet zijde derden of overheidsorganen ?(want daar wordt in de verordening ook een onderscheid in gemaakt.) Wanneer komt het college met een verdure uitwerking van gegevensverstrekking aan overheidsorganen op basis van art. 3.8. Wet BRP ? Wanneer komt het college met een voorstel tot nadere uitwerking van werkzaamheden en categorieën van derden die mogelijkerwijs gegevens mogen opvragen ? Welke beveiligingseisen stellen we aan onszelf, degene die de gegevens beheert en aan wie de gegevens worden verstrekt ? Welke eisen stellen we aan het beheer van gegevens door derden of overheidsorganen ? Zou het niet wenselijk zijn een melding te doen aan bewoners als zijn of haar gegevens worden opgevraagd ? Zeker ook om de bevoegdheid om gegevens in te zien niet te misbruiken, zoals bijvoorbeeld bij diverse voetballers tijdens het WK ? Hoe wordt geborgd dat alleen die gegevens worden verstrekt die zoals de verordening stelt noodzakelijk zijn voor de goede invulling van de taak van het betreffende orgaan ? Welke uitleg krijgt het begrip maatschappelijk belang ? Hoe zit het met de beveiliging van privacy gegevens bij de decentralisaties ? Vragen deze ook om nadere uitwerking door college en of raad ? Is het geen idee om met de decentralisaties in navolging van bijvoorbeeld Amsterdam een privacy convenant op te stellen met alle betrokken actoren ? (mooie aanvulling bij ondertekening van bijvoorbeeld zorgcontracten). De fractie vindt privacy hoog in het vaandel staan en is van mening dat het een abstracte verordening betreft omdat er niet flexibel met de privacy wordt omgegaan van de bewoners. Fractie Bob sluit zich aan bij D66. Fractie SP vindt het logisch dat gegevens vastgelegd worden voor de bewoners van Breda zodat de informatie aan derden verstrekt kan worden. Met derden wordt verondersteld dat zij degene zijn met een “gewichtig maatschappelijk belang” voor de gemeente maar de categorieën dienen nog aangewezen te worden. Er wordt ongeoorloofd gegevens opgevraagd door ambtenaren, politie en justitie over burgers. De fractie kan zich vinden in de mening van SP wat betreft de privacy aangaat. Er dient lokaal goed vastgelegd te worden wie de gegevens mag inzien en gebruiken en vooral wie niet. Het lijkt de fractie niet meer dan logisch dat niet iedereen zomaar inzage kan krijgen over gegevens van burgers. Vraag aan het college: -
Hoe kan de raad of de Bredase bevolking inzage en of weet krijgen wat er daadwerkelijk is vastgelegd en wat is er gedeeld? De fractie het college om met een scherp oog te kijken naar eventuele verbeteringen en dit ook toe te passen. Fractie VVD vindt dat deze verordening op het gebied van privacy “zo lek is als een mandje”. Vragen aan het college: -
Welke maatregelen wil het college treffen om ervoor te zorgen dan enkel bevoegde personen toegang hebben tot deze gegevens? Denkt het college dat er extra maatregelen getroffen moeten worden om ook met de komst van de drie decentralisaties persoonsgegevens ten allen tijde in veilige handen zijn?
-
Hoe wil het college garanderen dat indien deze gegevens in handen van derden veilig zijn en niet misbruikt worden? Aan welke veiligheidsvoorwaarden moeten derden voldoen om gegevens te ontvangen?
Fractie PvdA is van mening dat zolang de wet basisregistratie niet gaat over strafrechtelijke en medische gegevens van burgers zij geen moeite hebben met het voorstel. Uitwisseling van gegevens is noodzakelijk. De fractie is geïnteresseerd welke lijsten van organisaties worden opgesteld om een vinger aan de pols te kunnen houden. De fractie is ook benieuwd D66 naar de antwoorden op de vragen door D66 gesteld.. Fractie Trots/Opa vindt de vragen zeer fundamenteel maar is van mening dat de bezorgdheid hierover een beetje overdreven is. Fractie GL sluit zich aan bij de fractie PvdA en wenst van het college een terugmelding. Fractie CDA sluit zich aan bij de vragen die gesteld zijn door de fracties. De voorzitter vat samen dat er vragen zijn gesteld over privacy, beveiliging in relatie tot de drie decentralisaties en het uitschijven binnen het GBA met name voor daklozen. Wethouder Van den Berg heeft alle vragen genoteerd en op dit moment geen toezeggingen doen omdat er onduidelijkheid is of dit juridisch toetsbaar of haalbaar en de vertaling hiervan. Er zal schriftelijk antwoord gegeven worden vóór de Raad van 16 oktober. Tweede termijn Fractie BOB wil extra benadrukken jegens het college dat het niet enkel gaat om de NAW gegevens van de burgers maar dat het ook gaat om het BSN nr wat in het GBA vastligt. Fractie D66 is van mening dat de wet vraagt om een nadere uitwerking te geven en wil dit aan het college meegeven. Er wordt onderscheidt gemaakt tussen derden, organen van de gemeente en overheidsorganen - de fractie wil graag vanuit dit onderscheid een specificatie tegemoet zien op basis aan wie de gegevens verstrekt mogen worden en waartoe. De regeling aan derden dient nader uitgewerkt te worden en de commissie en de raad dienen hierover een beslissing te nemen. De vraag aan het college is wanneer de uitwerking volgt met betrekking tot de bevoegdheid van de overheidsorganen en wordt dit gelijktijdig meegenomen of komt dit op een ander moment? Hoe wordt geborgd dat de gegevens die opgevraagd gaan worden door degene met een gewichtig maatschappelijk belang ook degelijk gebeurd? Fractie PvdA vindt de vraag van fractie D66 erg onduidelijk en verzoekt om opheldering. Fractie D66 legt uit dat het deel wat er wat D66 betreft uitgewerkt moet worden door het college de overheidsorganen betreft. Terwijl het bij gegevensverstrekking aan derden van belang dat er een lijst komt waar de commissie haar mening mag hebben (o.a. welke organisatie er wel en niet toegang hebben) Fractie SP bedankt de wethouder voor het feit hij schriftelijk zal reageren op de openstaande vragen van de fracties. Benadrukt extra t.a.v. de dak- en thuislozen dat het niet gaat om het gemak waarmee je uitgeschreven wordt maar dat het daarna wel moeilijk is om weer opnieuw opgenomen te worden in het GBA als langdurig of tijdelijk verblijvend zonder NAW gegevens. Fratie Trots/Opa wacht met spanning het antwoordt van het college af. Wethouder Van den Berg merkt op dat de vragen die gesteld zijn wettelijk juridisch gezien de portefeuille betreft van de Burgemeester. De voorzitter merkt op dat er geen vragen meer zijn. XI Sluiting