Vergadering: AB 17 februari 2010 Agendapunt: Nummer: Portefeuillehouder: Contactpersoon: Doorkiesnummer:
ABV 1 dhr mr. drs. G.A.A. Verkerk B.A. Jansen 070-7501678
Den Haag, 20 januari 2010 Aan het algemeen bestuur Rapportage voortgang Vinac afspraken en BLS Vinac fonds, met: - Voorstel credit-/debetrente voor beheer fondsgelden 1. Inleiding Op 16 februari 2005 heeft het algemeen bestuur ingestemd met de definitieve woningbouwafspraken met het Rijk voor de periode 2005-2010 (Vinac). In het verlengde van de woningbouwafspraken heeft tussen de gemeenten van het Stadsgewest Haaglanden overleg plaatsgevonden over de verdeling van de stadsgewestelijke woningbouwtaakstelling over de gemeenten en over de wijze waarop de door het Rijk ter beschikking gestelde woningbouwsubsidies (BLS-subsidies) binnen de regio worden besteed. Dit heeft geresulteerd in de Verordening BLS Vinac Haaglanden die op 23 november 2005 is vastgesteld door het algemeen bestuur. In artikel 11, lid 1, van deze verordening is vastgelegd dat het dagelijks bestuur jaarlijks aan het algemeen bestuur rapporteert over de voortgang van de Vinac bouwopgave. Daarnaast is in artikel 12, lid 2 bepaald dat het dagelijks bestuur jaarlijks ook rapporteert over de subsidieverlening en de effecten voor de stand en loop van het BLS Vinac fonds. Daarbij doet het dagelijks bestuur een voorstel aan het algemeen bestuur voor een credit- en/of debetrente ten behoeve van het beheer van de fondsgelden. In onderhavige notitie wordt cijfermatig aangegeven wat de verwachting is voor het behalen van de taakstellingen. In een afzonderlijk voorstel aan het algemeen bestuur wordt ingegaan op de consequenties van de te verwachten realisatie voor de financiële resultaten van het fonds en voor de gemeenten. Met onderhavige jaarrapportage wordt het algemeen bestuur ook geïnformeerd over de gerealiseerde productie en actuele financiële stand van het fonds per 31-12-2009. In deze notitie wordt ingegaan op: 1. De voortgang van de Vinac-woningbouw (totale taakstelling en sociale taakstelling); 2. Ontvangen rijksbijdragen van 2005 t/m 2009; 3. Subsidieverlening tot en met 2009; 4. Berekening onttrekking t.b.v. het Grondkostenfonds VINEX; 5. De verwachtingen voor de eindafrekening van het fonds; waarna, aansluitend bij bovenstaande punten, voorstellen worden gedaan voor: 6. Het vaststellen van een credit-/debet rentepercentage voor het beheer van de fondsgelden; 7. Kosten in verband met beheer van het BLS Vinac fonds. 2. Voortgang Vinac woningbouw Bij het monitoren van de voortgang van de woningbouwafspraken dient, conform de gemaakte afspraken in de Verordening BLS Vinac, te worden gekeken naar de totale taakstelling en naar de sociale taakstelling (voor Haaglanden als geheel en per gemeente). 1
Totale taakstelling In de woningbouwafspraken met het Rijk is voor Haaglanden een totale Vinac taakstelling van 34.000 woningen opgenomen. Gemiddeld zouden derhalve 6.800 woningen per jaar aan de voorraad moeten worden toegevoegd (bruto productie). Hoewel de jaarproductie natuurlijk niet elk jaar exact op dit aantal zal uitkomen, vormt het aantal van 6.800 woningen wel een richtpunt aan de hand waarvan de voortgang van de woningbouw kan worden gemeten. Over de verdeling van de totale taakstelling van 34.000 woningen over de gemeenten zijn in het kader van de Verordening BLS Vinac afspraken gemaakt. De gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor het halen van deze taakstelling. Wanneer op 31 december 2009 de totale Vinac taakstelling voor Haaglanden niet is gehaald, zal het dagelijks bestuur de gemeenten aanspreken op de vastgestelde Vinac-taakstelling per gemeente. In dat geval dienen gemeenten voor elke niet gerealiseerde woning een bedrag van € 1607,- (gelijk aan het BLS subsidiebedrag per woning) in het BLS Vinac fonds te storten (Verordening BLS Vinac, art. 9, lid 3/c). In de onderstaande tabel worden per gemeente de realisaties in 2005 t/m 2008 afgezet tegen de gemiddelde (benodigde) productie per jaar. Taakstelling Gemeente
productie 2008
2005-2009
2005-2008 % benodigd
gerealiseerd t/m
Opgeleverd 2008
Delft Den Haag L-V M-D P-N Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
4.000 16.200 750 600 4.150 1.300 350 2.550 4.100
464 2.681 154 163 1.270 137 39 311 480
1.732 10.132 660 437 2.726 482 457 2.200 3.653
43% 63% 88% 73% 66% 37% 131% 86% 89%
Haaglanden
34.000
5.699
22.479
66%
Tabel 1. Woningbouwrealisatie 2008 per gemeente, afgezet tegen Vinac taakstelling
Op basis van tabel 1 kan worden geconcludeerd dat in de periode 2005/2008 in heel Haaglanden minder woningen (22.479) zijn gerealiseerd dan benodigd (27.200). Met 22.479 woningen is op 31 december 2008 ca. 66% van de totale Vinac-opgave gerealiseerd. Daarmee is de bouwachterstand die in de periode tot en met 2007 was opgelopen, doorgegroeid. Als gevolg van deze achterstand loopt de regio mogelijk € 7,8 mln. (optimistisch scenario) tot € 9,8 mln. (pessimistisch scenario) aan Rijkssubsidie mis. Om deze reden is bij AB besluit van 8 april 2009 een voorschotlimiet ingesteld voor de gemeenten die hun taakstelling mogelijk niet halen. Dit dient om te voorkomen dat eerder uitgekeerde subsidie later weer teruggevorderd dient te worden. Zie punt 4 van deze notitie. Het ministerie van WWI heeft er niet voor te gekozen de BLS regeling met 1 jaar te verlengen tot en met 2010 om de regio de achterstand alsnog in te laten halen. Het geld dat het ministerie overhoudt wordt ingezet voor de verstedelijkingsafspraken 2010 en verder. Het Rijk heeft nog geen duidelijkheid gegeven over de wijze waarop de gelden worden ingezet. Over de voortgang van de verstedelijkingsafspraken wordt het algemeen bestuur naar verwachting in de loop van 2010 nader geïnformeerd.
2
Scenario’s realisatie Vinac-opgave 2005-2009 Realisatie totaal 2005-2009
Saldo
gemeente
Taakstelling 20052009
Optimistisch Pessimistisch scenario scenario
Optimistisch Pessimistisch scenario scenario
Delft Den Haag L-V M-D P-N Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
4.000 16.200 750 600 4.150 1.300 350 2.550 4.100
2.509 13.332 1.066 659 3.520 635 545 2.669 4.534
2.415 12.600 1.066 659 3.506 635 506 2.633 4.435
-1.491 -2.868 316 59 -630 -665 195 119 434
-1.585 -3.600 316 59 -644 -665 156 83 335
Haaglanden
34.000
29.469
28.455
-4.531
-5.445
Tabel 2 . Inschattingen regionale woningbouwcoördinator woningbouwrealisatie Haaglanden 2005-2009
De eerste zes maanden van 2009 zijn er 2.458 woningen opgeleverd. Dat lijkt weinig, maar vanuit de woningbouwcoördinatie wordt verwacht dat er in de periode juli – december 2009 nog ruim 3.600 woningen (prognose Haaglanden) dan wel ruim 4.500 woningen (prognose gemeenten) worden opgeleverd. Daarmee komt 2009 uit op een totaal van circa 6.000 woningen (prognose Haaglanden) dan wel 7.000 woningen (prognose gemeenten). Een productie van 6.000 woningen is in het licht van de economische crisis een goed aantal. Veel hinder van faillissementen in de bouw is er in deze regio tot nu toe niet. De optimistischer prognose van gemeenten aan het begin van 2009 (bijna 9.000 woningen) is intussen door gemeenten naar beneden bijgesteld tot 7.000 woningen. Vanuit de woningbouwcoördinatie wordt verwacht dat ook deze prognose nog te hoog zal zijn en dat de werkelijke productie in 2009 maximaal 6.000 woningen zal bedragen. Sociale taakstelling Bij de vaststelling van de Verordening BLS Vinac zijn met alle gemeenten afspraken gemaakt over de realisering van een sociale taakstelling. Deze sociale taakstelling per gemeente wordt gesubsidieerd vanuit het BLS Vinac fonds. Sociale woningen die worden gerealiseerd op VINEX locaties worden niet gesubsidieerd uit het BLS Vinac fonds; deze locaties worden immers al gesubsidieerd via het Grondkostenfonds VINEX. In de Verordening BLS Vinac is verder bepaald dat ingrijpende woningverbetering, gerealiseerde studenten- en AWBZ-gerelateerde wooneenheden (waarbij twee eenheden tellen als één sociale woning), door gemeenten mogen worden meegeteld bij de aantallen woningen in de sociale taakstelling. In tabel 3 wordt de afgesproken sociale taakstelling per gemeente afgezet tegen het gerealiseerde (t/m 2008) en de naar inschatting van de woningbouwcoördinator te realiseren (t/m 2009) aantal subsidiabele sociale woningen 1. In de tabel zijn de sociale woningen die worden gebouwd op VINEX-locaties in de gemeenten Den Haag en Pijnacker-Nootdorp niet in de realisatiecijfers verwerkt, zodat een goede vergelijking met de sociale taakstelling per gemeente (ook excl. VINEX sociaal, zie boven) mogelijk blijft.
1
Cijfers realisatie/planning zijn inclusief gemeentelijke opgaven ingrijpende woningverbetering en studenteneenheden (1:2). De sociale realisaties op VINEX zijn al van de cijfers afgetrokken om vergelijking met de taakstelling mogelijk te maken.
3
Gemeente
Taakstelling Opgeleverd 2005-2009 2005-2008
% taakstelling Optimistisch gerealiseerd scenario
Pessimistisch scenario
Delft Den Haag L-V M-D P-N Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
1.290 2.880 270 225 224 390 105 765 1.230
633 2.853 723* 155 1.005* 416 114 620 1.205
49% 99% 268% 69% 449% 107% 109% 81% 98%
1.227 4.951 1.113 241 1.303 504 114 885 1.575
923 4.951 1.113 241 1.303 504 114 885 1.575
Haaglanden
7.379
7.724
105%
11.913
11.609
Tabel 3. Gerealiseerde en geplande sociale woningbouw per gemeente, afgezet tegen de sociale taakstelling
*Gegevens gemeenten Pijnacker-Nootdorp en Leidschendam-Voorburg 2007/08 zijn voorlopig2
De verwachting is dat bijna alle gemeenten hun sociale taakstelling gaan halen. De woningbouwcoördinator schat in dat er een risico bestaat dat alleen gemeente Delft de sociale taakstelling mogelijk niet gaat halen. 3. Rijksbijdragen (BLS subsidies) 2005 tot en met 2009 In de woningbouwafspraken is vastgelegd dat het Rijk in de periode 2005-2009 voor elke nieuw opgeleverde woning die bijdraagt aan het behalen van deze taakstelling een bedrag uitkeert dat is afgeleid van eerdere verstedelijkingsafspraken in 1997 (€ 1.607,- per woning). Op basis van de totale taakstelling van 34.000 woningen bedraagt de BLS-subsidie in totaal € 54,6 mln. indien de volledige woningbouwtaakstelling tijdig wordt gerealiseerd. De BLS subsidie komt in jaarlijkse tranches, gekoppeld aan de woningbouwprestaties, beschikbaar. Om de subsidie als ‘premie op presteren’ in te zetten wordt de bijdrage deels lumpsum overgemaakt (elk jaar wordt een voorschot van 65% van de geprognosticeerde woningbouwprestaties in dat jaar verstrekt), en deels gekoppeld aan de feitelijke prestaties in het betreffende jaar (35%). Ook de bevoorschotting zal (in 2010) worden getoetst aan de daadwerkelijke realisaties. Door Haaglanden is bij de prognoses ten behoeve van de bevoorschotting gekozen voor een gelijkmatige fasering van de woningbouwopgave: 6800 woningen per jaar. Bovenop de reguliere BLS subsidies kent het Rijk ook extra subsidies toe gekoppeld aan de oplevering van woningen in particulier opdrachtgeverschap. Voor elke de stedelijke regio is een ‘drempel’ bepaald (een percentage van het totale aantal gereedgemelde woningen in enig jaar) waarboven dit BLS-budget voor eigenbouw wordt verstrekt. Wanneer in een jaar het aantal in eigenbouw gebouwde woningen hoger is dan het aantal dat correspondeert met de drempel, dan verstrekt het Rijk voor dat jaar een extra premie van € 1.600,- per in eigenbouw gebouwde woning, voor zover liggend boven deze drempel. Voor Haaglanden is deze drempel bepaald op 2,6%. In de verordening BLS Vinac is vastgelegd dat eventuele rijksbijdragen voor eigenbouw (i.v.m. de bescheiden omvang van de subsidie en de onzekerheid) niet worden betrokken bij de rechtstreekse uitkeringen aan de gemeenten, maar jaarlijks voorlopig wordt toegevoegd aan de begroting van het stadsgewest Haaglanden (als reservering voor bijdragen aan onderzoek of bijzondere projecten met betrekking tot eigenbouw of vergaande vormen van consumentgerichte projectontwikkeling), waarover het dagelijks bestuur nader beslist. Op basis van deze afspraken heeft het Rijk in tussen 2005 en 2009 de in tabel 4 weergegeven BLS-subsidies verleend. 2
Pas na ontvangst van de definiteve accountantsopgave van gemeenten Pijnacker-Nootdorp en Leidschendam-Voorburg voor het jaar 2007 en 2008 worden de definiteve aantallen vastgesteld en in een volgende jaarapportage medegedeeld aan het AB.
4
Jaar
Voorschotfinanciering Prestatiefinanciering Eigenbouw (65%)
Totaal
2005
€ 7.102.940
€ 2.188.734
€ 121.120
2006
€ 7.102.940
€ 2.476.387
€ 67.200
€ 9.646.527
2007
€ 7.102.940
€ 991.519
€ 12.800
€ 8.107.259
2008
€ 7.102.940
€ 2.055.353
€ 6.080
€ 9.164.373
€ 7.711.993
€ 207.200
€ 43.433.893
2009
€ 7.102.940
Totaal
€ 35.514.700
€ 9.412.794
€ 7.102.940
Tabel 4. Overzicht ontvangen rijksbijdragen (BLS subsidies)
4. Subsidieverlening in 2009 In de verordening BLS Vinac is vastgelegd dat het dagelijks bestuur uiterlijk 1 juli van ieder jaar beslist op subsidieaanvragen van de gemeenten in het kader van BLS Vinac (art. 8, lid 2). Tot nu toe is in elk jaar van deze regel afgeweken in verband met het feit dat meerdere gemeenten niet tijdig over de benodigde gegevens beschikten voor een subsidieaanvraag. Hiervoor zijn gemeenten o.a. afhankelijk van de corporaties. Subsidies worden bij voorschot verleend en definitief vastgesteld na verrekening met de volledige eindprestatie bij de eindafrekening in 2010. In tabel 5 is een overzicht opgenomen van de bij bevoorschotting verleende subsidies per gemeente: Subsidie Subsidie voorschot voor voorschot voor productie 2005 productie 2006
Gemeente Delft Den Haag LeidschendamVoorburg Midden Delfland Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer Totaal
Subsidie voorschot voor productie 2007
Subsidie voorschot voor productie 2008
Totaal voorschot per gemeente
€ 576.926 € 1.066.005
€ 786.717 € 4.399.973
€ 798.372 € 5.110.643
€ 1.701.640 € 523.380
€ 3.863.655 € 11.100.000
€ 53.873 € 1.210.419 € 268.866 € 1.449.406 € 2.182.336
€ 818.526 € 191.547 € 235.572 € 177.834 € 85.808 € 561.259 € 1.451.141
€ 89.788 € 539.239 € 245.984 € 868.400 € 2.592.930
€ 628.514 € 539.959
€ 818.526 € 963.721 € 235.572 € 1.927.492 € 600.658 € 2.879.065 € 6.766.367
€ 6.807.831
€ 8.708.377
€ 10.245.356
€ 3.393.493
€ 29.155.056
Tabel 5. Uitgekeerde subsidievoorschotten per 31-12-2009
Voorschotlimiet Zoals in tabel 2 weergegeven bestaat bij een viertal gemeenten de kans dat de totale VINAC opgave niet wordt gehaald. Voor deze gemeenten is bij AB besluit van 8 april 2009 een voorschotlimiet ingesteld, om te voorkomen dat aan deze gemeenten meer subsidie wordt toegekend dan er van het rijk wordt ontvangen. De subsidie van het rijk wordt namelijk ontvangen op basis van woningbouwrealisatie, terwijl het Stadsgewest subsidie verstrekt aan de gemeenten op basis van gerealiseerde sociale woningbouw. Hierdoor kan de situatie ontstaan dat een gemeente recht heeft op subsidie wegens het realiseren van sociale taakstelling, terwijl er geen subsidie van het rijk komt omdat de totale taakstelling niet wordt gehaald. Risico op korting conform artikel 9 lid 3 sub c. Delft 1.877 (-2.123) € 3,4 mln Den Haag 12.020 (-4.180) € 6,7 mln Pijnacker Nootdorp 3.417 (-733) € 1,2 mln Rijswijk 589 (-711) € 1,1 mln Tabel 6. Voorschotlimieten. Vastgesteld door het AB 8 april 2009 Gemeente
Risicoscenario realisatie 2009 (saldo t.o.v. taakstelling)
Voorschotslimiet € 4,1 € 11,1 € 0,8 € 1,1
mln mln mln mln 5
In tabel 7 is de voorschotruimte weergegeven die per gemeente nog over is, rekeninghoudend met de voorschotlimieten en reeds verstrekte (voorlopige) subsidies. Reeds verstrekt gemeentelijk Voorschotlimiet voorschot per subsidiemaximum per gemeente gemeente
Gemeente Delft Den Haag LeidschendamVoorburg Midden Delfland Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
Voorschotruimte
€ 7.517.520 € 17.797.643
€ 4.100.000 € 11.100.000
€ 3.863.655 € 11.100.000
€ 236.345 €0
€ 1.543.032 € 1.346.816 € 1.196.208 € 2.237.268 € 600.658 € 3.884.945 € 6.918.231
€ 800.000 € 1.100.000 -
€ 818.526 € 963.721 € 235.572 € 1.927.492 € 600.658 € 2.879.065 € 6.766.367
€ 724.506 € 383.094 € 564.428 €0 €0 € 1.005.881 € 151.864
Tabel 7. Voorschotruimte per gemeente (exclusief groensubsidie)
De gemeente Den Haag heeft met de subsidie aanvraag voor de sociale productie van 2008 de limiet bereikt. De gemeente Rijswijk was al over de limiet heen voordat deze was ingesteld. Het AB heeft op 24 september 2008 besloten de eisen te optimaliseren die aan gemeenten Westland, Pijnacker-Nootdorp en Leidschendam-Voorburg werden gesteld voor de extra subsidie op sociale woningbouw gekoppeld aan Groenprojecten. Voorwaarde voor de extra ‘Groen’-subsidie is nu onder andere dat in de gemeenten gedurende 5 jaar gemiddeld aan de regionale prestatieafspraken wordt voldaan over woningtoewijzing. Als in enig jaar in de gemeente de woningtoewijzing beneden de norm komt wordt over dat jaar geen voorschot verstrekt van de extra subsidie, maar wordt het bedrag vastgehouden tot na 2009 blijkt of het 5 jaarsgemiddelde voldoende was. Van geen van de drie gemeenten die voor de extra ‘Groen’-subsidie in aanmerking komen is in 2009 een subsidieaanvraag ontvangen. Het dagelijks bestuur heeft hiervoor uitstel verleend tot 1 mei 2010. 5. Berekening onttrekking Grondkostenfonds VINEX Uit het BLS Vinac-fonds vindt op basis van artikel 4, lid 2 van de verordening BLS Vinac Haaglanden, jaarlijks een onttrekking plaats ten behoeve van de Vinac woningbouw op de VINEX uitleglocaties. Deze onttrekking wordt toegevoegd aan het Grondkostenfonds VINEX en verwerkt in de eindafrekening van dit fonds. VINEX locaties binnen GKF
A. Productie 2005
A. Productie 2006
A. Productie 2007
A. Productie 2008
A. Productie 2009
1343
1271
1095
1135
767
5611
6381
522
406
96
910
440
2374
1146
1036
810
827
443
722
3838
3057
2901
2487
1.922
2.488
1869
11.823
10.584
A.
B. Achterstand totaal VINEX productie 2005-2009
Wateringse Veld, Ypenburg (Haags Deel) & Leidschenveen Ypenburg (grondgebied Pijnacker-Nootdorp) + Pijnacker-Zuid (Emerald) Zoetermeer Oosterheem Totaal
6
Tabel 8. Onttrekking uit BLS Vinac fonds tbv Grondkostenfonds VINEX. Onderstreepte cijfers voorlopig3
De bijdrage aan het Grondkostenfonds VINEX wordt bepaald door de totale woningbouwrealisaties in de periode 2005-2009 op de VINEX locaties die participeren in het Grondkostenfonds, te verminderen met de ‘achterstanden’ ten opzichte van de VINEX taakstelling per locatie (die is immers al gesubsidieerd). Aldus wordt de daadwerkelijke Vinac productie per locatie bepaald. De Vinac productie op alle locaties gezamenlijk wordt vervolgens gesubsidieerd tegen het door het Rijk bepaalde bedrag per woning (€ 1607,-). Volgens de laatste schattingen komt er voor 1.239 woningen subsidie uit het Vinac fonds naar het VINEX fonds. Met € 1607 per woning gaat dat voorlopig om een bedrag van € 1.991.073. Gezien de VINEX achterstanden van de locaties is een onttrekking ten behoeve van het Grondkostenfonds tot en met 2008 niet aan de orde geweest. Op basis van de huidige prognoses (tabel 8) zal dit na productiejaar 2009, dus in 2010, wel aan de orde zijn bij de eindafrekening van het BLS Vinac-fonds. 6. Effecten voor stand en loop BLS Vinac fonds Aan de hand van de ontvangen rijksbijdragen (BLS subsidies) over 2005 tot en met 2009 (zie 3), de hierboven gepresenteerde uitkeringen uit het BLS Vinac fonds tot 1 januari 2010 (zie 4) en de mogelijke onttrekking voor het Grondkostenfonds VINEX (zie 5) kan inzicht worden gegeven in de huidige stand van het BLS Vinac fonds. De voorlopige stand van de voorziening Vinac-fonds per 01-01-2010 is ca. € 15,8 mln. Hierbij kunnen de volgende opmerkingen worden gemaakt: -
-
Bij deze stand is gerekend met een creditrente gelijk aan het percentage zoals dat door het algemeen bestuur op 16 april 2009 is vastgesteld in het kader van het Taakgericht Treasuryplan Grondkostenfonds VINEX 2008: 4,92% tot 1-7-2008, en voor de periode 1-72009 tot 1-7-2010 gelijk aan het percentage van de voorgestelde rente zoals beschreven in paragraaf 7 van onderhavige notitie. Deze voorlopige stand is inclusief reserveringen voor de kosten voor het beheer van het fonds; De voorlopige stand is exclusief de voorziening voor bijzondere projecten in het kader van eigenbouw/particulier opdrachtgeverschap. Deze bedraagt per 1-1-2010 € 207.200,-- en maakt geen deel uit van het fonds.
7. Credit-/debet rentepercentage voor het beheer van de fondsgelden Na overleg met de treasurer Haaglanden, wordt voor de periode 1 juli 2009 – 1 juli 2010, een percentage voor de credit- (0,77%) en de debetrente (1,76%) voor het beheer van de fondsgelden voorgesteld4. Dit betreft de depositorente over uitsluitend dat deel van het fonds dat gedurende de gehele genoemde periode van 1 jaar kan worden ‘vergrendeld’ omdat het niet zal worden uitgekeerd in de vorm van een subsidie. Omdat gemeenten op verschillende tijdstippen in het jaar subsidies aanvragen, moet gedurende het jaar een gedeelte van het geld van het fonds beschikbaar blijven. Over dit deel van het fonds kan geen jaarrente worden gerekend, maar geldt de maandelijks fluctuerende depositorente van de BNG. Aan de hand van de meerjarenplanning is in bij het verdeelbesluit van 24 juni 2009 door het dagelijks bestuur vastgesteld voor welk deel van het fondssaldo voor de periode van 1 rentejaar kan worden vergrendeld, en voor welk deel de maandelijkse depositorente geldt van de BNG. 3
Pas na ontvangst van de definiteve accountantsopgave van gemeenten Zoetermeer, Den Haag, Pijnacker-Nootdorp en Leidschendam-Voorburg worden de definiteve aantallen vastgesteld en in een volgende jaarapportage medegedeeld aan het AB. 4 Creditrente is hier de vergoeding voor een positief saldo en debetrente de vergoeding voor een negatief saldo van het BLS Vinac fonds. 7
Bij het verdeelbesluit van 24 juni 2009 is conform het bovenstaande en gelet op de te verwachten subsidieaanvragen besloten € 5 mln. beschikbaar te houden voor snel uitkeerbare tussentijdse subsidies. Ongeveer € 1,1 mln. is hier van in 2009 al uitgekeerd (aan gemeenten Delft, Midden-Delfland, Den Haag en Zoetermeer) en er kan tot 1 mei 2010 nog voor € 2,3 mln. subsidie worden aangevraagd (Leidschendam-Voorburg, Westland en Pijnacker-Nootdorp), exclusief de extra “groen-subsidies”. 8. Voorstel beheerkosten BLS Vinac fonds Bij de vaststelling van de verordening BLS Vinac en de instelling van het BLS Vinac fonds is geen rekening gehouden met kosten in verband met het beheer van het fonds en de eindafrekening/eindverantwoording in 2010. Jaarlijks wordt een reservering voor beheerkosten voorgesteld aan het algemeen bestuur. Bij besluit van het algemeen bestuur van 21 februari 2007, 16 april 2008 en 8 april 2009 is een gedeelte van de rentebaten, te weten in totaal € 383.433,- hiervoor gereserveerd. Ongeveer € 300.000 hiervan is uitgegeven in de periode tot en met 2009. Conform de verordening BLS Vinac wordt creditrente die het BLS Vinac-fonds opbrengt toegekend aan het fonds (artikel 3, lid 3). De voorlopige totale rentebaten tot en met 2009 bedragen ongeveer € 1,6 mln,-. Voorgesteld wordt om aanvullend op eerdere reserveringen voor beheerskosten, € 125.000 van de rentebaten tot 31 december 2009 te reserveren voor dit doel. Uit deze beheerkosten worden ook aanvullende inspanningen gefinancierd die nodig zijn om de woningbouwproductie te stimuleren en kosten voor maatregelen die bijdragen aan het door gemeenten realiseren van de Vinac taakstelling en van woningbouw ambities uit het RSP vanaf 2009. Hierbij kan men bijvoorbeeld denken aan technische en financiële haalbaarheidsstudies naar (snel uitvoerbare) transformaties van specifieke, met gemeenten geselecteerde, kantoorgebouwen tot gebouwen met woonfuncties. Het dagelijks bestuur zal uitvoering geven aan dit budget. Voorstel Samenvattend komen wij tot het voorstel om: I. een eenjarige rente (1 juli 2009 – 1 juli 2010) vast te stellen, van 0,77% credit en 1,76% debet, ten behoeve van het beheer van het BLS Vinac fonds, en het dagelijks bestuur jaarlijks vast te laten stellen voor welk gedeelte van het fondssaldo deze jaarrente geldt en voor welk deel, in verband met vertraagde subsidieaanvragen, de maandelijkse BNG depositorente geldt; II. Uit de rentebaten van de periode 1 januari 2009 tot 31 december 2009, € 125.000 in de voorziening BLS Vinac fonds te reserveren voor kosten voor het beheer en de eindafrekening van het fonds, aanvullend op eerdere reserveringen voor beheerskosten; Het dagelijks bestuur van het stadsgewest Haaglanden, de secretaris,
de voorzitter,
Drs. A. HARKES
J.J. VAN AARTSEN
8
ONTWERP Het algemeen bestuur van het stadsgewest Haaglanden; gezien het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 20 januari 2010;
BESLUIT I. een eenjarige rente (1 juli 2009 – 1 juli 2010) vast te stellen, van 0,77% credit en 1,76% debet, ten behoeve van het beheer van het BLS Vinac fonds, en het dagelijks bestuur jaarlijks vast te laten stellen voor welk gedeelte van het fondssaldo deze jaarrente geldt en voor welk deel, in verband met vertraagde subsidieaanvragen, de maandelijkse BNG depositorente geldt; II. Uit de rentebaten van de periode 1 januari 2009 tot 31 december 2009, € 125.000 in de voorziening BLS Vinac fonds te reserveren voor kosten voor het beheer en de eindafrekening van het fonds, aanvullend op eerdere reserveringen voor beheerskosten; Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het stadsgewest Haaglanden, d.d. 17 februari 2010 de secretaris,
de voorzitter,
9