CONCEPT Vergadering: Agendapunt:
17 februari 2010
Nummer: Portefeuillehouder: Contactpersoon: Doorkiesnummer:
dhr drs. P.W.M. Smit ir E.B. Visser 070 750 1 634
Den Haag, 9 december 2009 Aan het algemeen bestuur Financiering projecten mobiliteitsmanagement Bij brief van 20 april 2009 heeft het Stadsgewest Haaglanden samen met de Stadsregio Rotterdam een pakket mobiliteitsmanagementprojecten ingediend bij het rijk (zie bijlage 1). Het gaat om projecten in het kader van de Taskforce Mobiliteitsmanagement (TFMM), waarvoor V&W een extra budget ter beschikking had gesteld. In het BO MIRT van 18 mei 2009 heeft de minister een bijdrage van 50% toegezegd voor deze projecten. In totaal gaat het om € 1.817.500,--, waarvan € 1.512.500,-- voor Haaglandse projecten en € 305.000,-- voor projecten van Haaglanden en SRR samen. In de brief van 20 april 2009 is voor de pilot ‘wonen en werken’ een P.M. opgenomen. Op grond van een nadere kostenraming heeft het rijk hiervoor een bijdrage van € 462.500,-- beschikbaar gesteld. Begin oktober heeft V&W een concept-overeenkomst toegestuurd, waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waaronder de rijksbijdrage in de BDU wordt gestort. Met een aantal van de projecten is inmiddels begonnen. Dat geldt in het bijzonder voor de projecten die het Stadsgewest Haaglanden samen met de stadsregio Rotterdam (SRR) heeft ingediend. Deze projecten worden begeleid vanuit Bereik! Voor de projecten die alleen voor Haaglanden gelden ligt het initiatief bij VNO-NCW en de Kamer van Koophandel. Dat het initiatief bij het bedrijfsleven ligt sluit aan bij het op 10 september 2008 gesloten Regionaal Convenant Mobiliteitsmanagement. Met name het bedrijfsleven is hier aan zet voor het nemen van maatregelen op het gebied van mobiliteitsmanagement als alternatief voor een wettelijk opgelegd puntensysteem. Met dat doel is de eerdergenoemde Taskforce Mobiliteitsmanagement onder voorzitterschap van Lodewijk de Waal ingesteld. De rol van het Stadsgewest Haaglanden ligt in het bijzonder bij het uitvoeren van maatregelen uit de Regionale Nota Mobiliteit en de Samenwerkingsagenda Mobiliteitsmanagement Haaglanden. Bijvoorbeeld in het project ‘Gebiedsaanpak Koningskade – Raamweg’ is de bijdrage van Haaglanden het medefinancieren (samen met Den Haag) van de keerlus voor de tram bij Madurodam en een tweerichtingsfietspad langs het Malieveld en het zorgen voor een frequentieverhoging van de tram tussen Den Haag Centraal en Madurodam. Het bedrijfsleven zorgt in dat project o.a. voor reisadviezen en voor proefabonnementen voor de tram. De regionale partners dragen de kosten van de eigen bijdrage van de regio Haaglanden. Hierover worden per project afspraken gemaakt. Waar het de gemeenschappelijke projecten met SRR betreft, draagt SRR 25% van de kosten bij. Ook kan het voorkomen dat derden/initiatiefnemers, bijvoorbeeld private partijen, de eigen bijdrage voor hun rekening nemen. Omdat het Stadsgewest Haaglanden ontvanger is van de BDU fungeert het Stadsgewest als de beheerder/administrateur van de door het rijk beschikbaar gestelde financiële middelen. Haaglanden legt uit dien hoofde verantwoording af aan het rijk maar is,
1
behalve waar dat wordt afgesproken, niet zelf verantwoordelijk voor de uit te voeren projecten. Alle projecten dienen door Haaglanden te worden beoordeeld, op kwaliteit en op het voldoen aan de door Haaglanden (in de Verordening Mobiliteitsfonds) en het rijk (in de overeenkomst inzake uitvoering projecten mobiliteitsmanagement) gestelde voorwaarden. Op grond van artikel 27, lid 1, onder f van de Verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 kan een maximale bijdrage van 50% worden toegekend. Omdat het om een pakket projecten gaat waarvoor het rijk een bijdrage van 50% in de BDU (lees het Mobiliteitsfonds) heeft gestort is een ontheffing nodig om in voorkomende gevallen ook als Stadsgewest Haaglanden een eigen bijdrage te kunnen leveren. Dit laatste is inherent aan de aanvraag die Haaglanden op 20 april jl. bij de minister heeft ingediend. In artikel 27, lid 3 van de Verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005 is bepaald dat het dagelijks bestuur kan afwijken van de in het eerste lid genoemde subsidiepercentages als het algemeen bestuur de bevoegdheid daartoe voor nader aangeduide regionale projecten en/of onderdelen van programma’s heeft toegekend. Haaglanden heeft hiervoor voldoende middelen in het programma mobiliteitsmanagement. De middelen zijn in het kader van de aanvraag bij het rijk als ‘dekking’ ingebracht. Als projecten niet worden uitgevoerd, c.q. er geen subsidie bij het Stadsgewest Haaglanden wordt aangevraagd (bijvoorbeeld omdat de financiering van de eigen bijdrage niet rond komt) zullen de middelen die niet voor 2011 zijn besteed worden verrekend met volgende stortingen van het rijk in de BDU. Voorstel Akkoord te gaan met de verlening van de bevoegdheid aan het dagelijks bestuur om af te mogen wijken van het subsidiepercentage van 50% voor de projecten uit het pakket ‘projecten mobiliteitsmanagement in de regio Haaglanden’. Dit conform artikel 27, lid 3 van de Verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005. Ter vergadering wordt u geïnformeerd over het advies van de commissie VV-EZ van 3 februari 2010. Het dagelijks bestuur van het Stadsgewest Haaglanden, de secretaris, DRS. A. HARKES
de voorzitter, J.J. VAN AARTSEN
2
ONTWERP Het algemeen bestuur van het stadsgewest Haaglanden, Gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 9 december 2009. BESLUIT In te stemmen met: de verlening van de bevoegdheid aan het dagelijks bestuur om af te mogen wijken van het subsidiepercentage van 50% voor de projecten uit het pakket ‘projecten mobiliteitsmanagement in de regio Haaglanden’. Dit conform artikel 27, lid 3 van de Verordening mobiliteitsfonds Haaglanden 2005. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het stadsgewest Haaglanden d.d. de secretaris,
de voorzitter,
3
Overeenkomst inzake uitvoering projecten mobiliteitsmanagement in de regio Haaglanden
1
De ondergetekenden: 1. De Minister van Verkeer en Waterstaat, handelend als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, gezeteld te ‘s-Gravenhage, hierna te noemen: “de Minister” en, 2. Het Stadsgewest Haaglanden, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Verkeer en Vervoer, de heer drs. P.W.M. Smit, daartoe gemachtigd door de voorzitter van het Stadsgewest Haaglanden bij besluit van het dagelijks bestuur d.d. 9 december 2009, hierna te noemen: “het Stadsgewest”. Gezamenlijk te noemen: “Partijen”, Overwegende dat: (a) het kabinet in de MobiliteitsAanpak uit oktober 2008 middelen voor het uitvoeren van projecten ter stimulering van mobiliteitsmanagement beschikbaar heeft gesteld, (b) de Taskforce Mobiliteitsmanagement (hierna: TFMM), ingesteld door de Minister van Verkeer en Waterstaat, regionale initiatieven van mobiliteitsmanagement ondersteunt, (c) werkgevers en overheden uit de regio Haaglanden het Regionaal Convenant Mobiliteitsmanagement Bereikbaar Haaglanden hebben ondertekend, (d) de Minister via de TFMM aan de TFMM-regio’s, waaronder Haaglanden, om voorstellen voor projecten mobiliteitsmanagement heeft gevraagd, (e) de Minister financieel wil bijdragen aan het decentraal uitvoeren van projecten mobiliteitsmanagement, (f) het Stadsgewest in zijn aanvraag van 20 april 2009 met onderwerp ‘Subsidieaanvraag TFMM’ heeft aangegeven de volgende projecten uit te willen voeren: 1. Intensivering activiteiten mobiliteitsmakelaar; 2. Uitbreiding convenant met Holland-Rijnland; 3. Capaciteit overige gebiedsaanpak; 4. Gebiedsaanpak Koningskade – Raamweg; 5. Aanbod mobiliteit transparant maken; 6. Pilot wonen en werken in Haaglanden; 7. Mobiliteitsmanagement bij bedrijven in overgangsgebied Rotterdam – Haaglanden; 8. Nieuwe analysetechniek pilots; 9. Wervings- en communicatie activiteiten; 10. Smart work centra in Zuidvleugel; 11. Snelfietsroute Rotterdam – Den Haag, hierna te noemen “De Projecten”, waarvan de projecten 7 t/m 11 gezamenlijke projecten met de Stadsregio Rotterdam betreffen, (g) De TFMM de Minister heeft geadviseerd aan de Projecten financieel bij te dragen, (h) De Minister heeft besloten dit te doen op basis van cofinanciering, waarbij het Rijk 50% bijdraagt, Komen als volgt overeen: Artikel 1: Doelstelling Deze overeenkomst heeft tot doel afspraken te maken tussen Partijen over de uitvoering en afronding van De Projecten in het jaar 2009 en 2010, waarvoor het Stadsgewest in het kader van de Wet BDU Verkeer en Vervoer een bijdrage krijgt. Artikel 2 : Afspraken inzake door het Stadsgewest te leveren prestaties 1. Het Stadsgewest draagt er zorg voor dat door één of meerdere betrokken partijen De Projecten, zoals weergegeven in de aanvraag van 20 april 2009 met onderwerp ‘Subsidieaanvraag TFMM’, worden uitgevoerd.
2
2. 3. 4. 5.
Het Stadsgewest ziet erop toe dat de uitvoering van de projecten uiterlijk 31 december 2010 gereed is. Het Stadsgewest draagt er zorg voor dat De Projecten gemonitord worden volgens het monitoringskader zoals afgestemd met de TFMM en vastgelegd in de notitie Stand van zaken in de voorbeeldregio’s van maart 2009. Het Stadsgewest draagt zorg voor de effectmetingen (1-meting) volgens het monitoringskader zoals afgestemd met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en vastgelegd in de notitie Spelregels effectmetingen. Het Stadsgewest draagt er zorg voor dat alle betrokken partijen gezamenlijk 50% van de kosten van De Projecten, zoals weergegeven in de aanvraag van 20 april 2009, voor hun rekening nemen.
Artikel 3 : Financiering 1. Ten behoeve van de uitvoering van De Projecten zal de Minister een bedrag van € 1.817.500,- (één miljoen, achthonderdzeventienduizend en vijfhonderd euro) beschikbaar stellen. Dat is inclusief € 462.500,- voor de ‘Pilot wonen en werken in Haaglanden’. 2. Dit bedrag vertegenwoordigt 50% van de projectkosten zoals opgenomen in de aanvraag van 20 april 2009 en 50% van de projectkosten van de ‘Pilot wonen en werken in Haaglanden’. 3. Ten behoeve van monitoring zal de Minister een bedrag van € 22.000,(tweeëntwintigduizend euro) beschikbaar stellen. 4. De bijdrage zal worden meegenomen voor het jaar 2010 in tabel 2 zoals bedoeld in artikel 3 van de Uitvoeringsregeling en beleidsregel BDU Verkeer en Vervoer. 5. De financiële verantwoording loopt via de reguliere regels en afspraken in het kader van de Wet BDU Verkeer en Vervoer. Artikel 4 : Overleg, verantwoording en wijzigingen 1. Indien wijziging in de uitvoering van De Projecten optreedt, zullen Partijen in overleg treden en bezien of de overeenkomst aanpassing behoeft. 2. Indien als gevolg van onvoorziene omstandigheden één der Partijen in redelijkheid zijn verplichtingen voortvloeiende uit deze overeenkomst niet kan nakomen, treden partijen daarover zo spoedig mogelijk in overleg. 3. Indien partijen niet tot overeenstemming kunnen komen is er sprake van een geschil als bedoeld in artikel 5. Artikel 5 : Geschillen 1. Partijen trachten geschillen op bestuurlijk niveau in onderling overleg op te lossen. 2. Indien het Stadsgewest de uitvoering van De Projecten niet conform het voorstel kan laten verlopen, dit verwijtbaar is en het geschil op bestuurlijk niveau in onderling overleg niet wordt opgelost, zal dit betrokken worden bij de toekomstige behandeling van aanvragen in het kader van de Wet BDU Verkeer en Vervoer voor extra bijdragen. Artikel 6 : Overige bepalingen 1. Deze overeenkomst treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door beide partijen en loopt tot dat de monitoringsgegevens als bedoeld in artikel 2, 3e en 4e lid, bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat binnen zijn en door de projectleider bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat zijn goedgekeurd. 2. Deze overeenkomst kan worden aangehaald als “Overeenkomst inzake uitvoering projecten mobiliteitsmanagement in de regio Haaglanden”. 3. Na inwerkingtreding wordt een mededeling van deze overeenkomst in de Staatscourant gedaan. Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend op ………………… te ’s-Gravenhage en ………………….. te ‘s-Gravenhage, Handtekeningen van Partijen :
3
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
HET STADSGEWEST HAAGLANDEN DE HEER DRS. P.W.M. SMIT, GEMACHTIGDE PORTEFEUILLEHOUDER VERKEER EN VERVOER
4
A. Mobiliteitsmanagement bij grote bedrijven in overgangsgebied Rotterdamse regio en Haaglanden Projectkosten: € 200.000 Werkgebied: grensgebied Haaglanden - Rotterdam Aanleiding, doelstelling en doelgroep Aanleiding Op het grensgebied van de regio’s Haaglanden en Rotterdam langs de A13 en de Randstadrail (Erasmuslijn) bevinden zich veel bedrijven (o.a. Eneco, TU Delft, Forensisch Instituut). Daarnaast zijn er bedrijven die vestigingen in beide regio’s hebben (o.a. Nationale Nederlanden). Deze bedrijven zijn gebaat bij een beter inzicht in de woon-werkstromen van hun medewerkers.. Op basis hiervan kunnen gerichte mobiliteitsmanagement maatregelen worden bedacht en ingezet. BEREIK! zal een inventarisatie maken aan de hand van bestaande gegevens naar de (pendel)stromen tussen de bedrijven en het woon-werk verkeer. Deze gegevens worden verkregen via de wegbeherende partijen en ook de bedrijven. BEREIK! zal in samenwerking met de Fietserbond/Fietsfilevrij! ook het stimuleren van fietsgebruik bij de bedrijven die gevestigd zijn tussen Den Haag en Rotterdam oppakken (zie voorstel E.) Doelstelling De inventarisatie moet inzicht geven in de grootte en samenstelling van de stromen en levert dan input voor mobiliteitsmanagement maatregelen richting de bedrijven. Voor de mobiliteitsmanagement maatregelen die hieruit voortkomen zal in een vervolg tranche voorstellen worden gedaan voor het beschikbare TFMM-budget. De maatregelen in dit grensgebied van de regio’s Haaglanden en Stadsregio Rotterdam moeten leiden tot vermindering van de filedruk op de A13 en het onderliggend wegennet. Doelgroep Bedrijven rond de A13 en het gebied tussen de A13 en de Randstadrail (Erasmuslijn). Resultaten en effecten Resultaat De bedrijven rond de A13 en de Randstadrail krijgen beter inzicht in de woonwerkverkeerstromen en de mogelijk pendelstromen tussen vestigingen. Hierdoor kunnen vanuit bedrijven meer gerichte maatregelen worden ingezet om een wijziging in de benutting van de verschillende modaliteiten te bewerkstelligen. De informatie geeft ook een duidelijk algeheel beeld over hoe de woon-werkstromen via de A13 lopen. Hierop kunnen weer gerichte maatregelen, zoals het plannen van locaties voor flexkantoren in combinatie met persoonsgebonden budgetten, worden gestuurd. De resultaten van het project leiden tot diverse mobiliteitsmanagement maatregelen en kunnen de start zijn van een uitvoeringsconvenant rond de A13. Effecten Door middel van afspraken in convenantsvorm moet dit leiden tot toenemend gebruik van andere modaliteiten dan de auto en het mijden van de spits op de A13.
1
Teamsamenstelling BEREIK! is de trekker van dit project in deze fase onder toezicht van de Regionale Taskforce Mobiliteitsmanagement Haaglanden en regio Rotterdam. Binnen BEREIK! valt dit project onder de thematafel mobiliteitsmanagement. De trekkers van de thematafel Joan Mertodirjo en Dineke van der Burgh fungeren ook als trekkers van het project. Tijdens regulier overleg op thematafel niveau en tussen de gezamenlijke werkgroepen van de regionale convenanten vindt terugkoppeling plaats over het plan van aanpak, de uitvraag en de resultaten. De volgende stakeholders worden bij het project betrokken: o Alle partijen van de Regionale Taskforce Mobiliteitsmanagement Haaglanden en regio Rotterdam muv de Verkeersonderneming; o Mobiliteitsmakelaar Haaglanden; o Mobiliteitsmakelaar Rotterdam; o Bedrijven rond de A13 en de Randstadrail (o.a. TU Delft, forensisch instituut, Eneco); o Bedrijven met vestigingen in zowel Haaglanden als Rotterdam waarvan medewerkers over de A13 ‘pendelen’ (o.a. Nationale Nederlanden); o Fietsersbond Activiteiten en fasering (mijlpalen en communicatiemomenten) Startdatum Mei 2009 na akkoord BO MIRT. Activiteiten globaal (mijlpalen) en fasering Eind mei: uitvraag inventarisatie deur uit Begin juni: opdracht verstrekking Juni, juli: benaderen bedrijven Begin augustus: resultaten inventarisatie in concept binnen, deze bespreken binnen thematafel, regionale werkgroepen en met bedrijven september: inventarisatie definitief okt. / nov resultaten inventarisatie bespreken met bedrijven en mogelijke maatregelen formuleren. Monitoring Verantwoording De inventarisatiefase wordt uitgevoerd onder aansturing van de regionale taskforce en inhoudelijk voorbereid en uitgezet door de gezamenlijk regionale werkgroepen. De resultaten en mogelijke maatregelen worden door de mobiliteitsmakelaars met de bedrijven besproken.
2
Kosten en financieringsconstructie Kostenraming eerste fase: € 200.000 voor de periode juni 2009 – december 2009 Financieringsconstructie Inzet is als volgt: 25 %door Stadsgewest Haaglanden, 25 % door Stadsregio Rotterdam. Vanuit BEREIK! vindt inzet van capaciteit en ondersteuning plaats. Indien nodig kan BEREIK! een beperkt bedrag bijdragen.
Samenhang met overige projecten en mogelijke risico’s Relatie tot overige TF activiteiten Er bestaat een relatie met de wens flexwerk locaties in de Zuidvleugel te ontwikkelen, de inzet van persoonsgebonden budgetten en wellicht de combinatie tussen deze twee. Ook is er een realtie met het dichter-bij-huis-werken / wonen-werken initiatief omdat hiermee een beeld wordt verkregen van de potentie op zuidvleugelniveau. In de tweede tranche kan dit worden opgepakt. Er is samenhang met voorstel E. van de gezamenlijke Haaglandse en Rotterdamse projecten: snelfietsroute Rotterdam – Den Haag.
3
B.
Nieuwe analysetechniek als basis voor maatregelen en monitoring op bedrijventerreinen Projectkosten: € 100.000 Werkgebied: pilot op Rotterdams en Haags bedrijventerrein Aanleiding, doelstelling en doelgroep Aanleiding Bedrijven kunnen hun mobiliteitsmanagement maatregelen beter inrichten als inzichtelijk is van welke modaliteiten door de werknemers gebruik wordt gemaakt. Een nieuwe videoanalysetechniek (Videominer) kan hier een bijdrage aan leveren. Via deze analysemethode kunnen alle bewegende beelden van cameraopnamen (bv. van de ingang van een bedrijventerrein) vastgelegd en geanalyseerd worden. Niet alleen kan zo per dag of andere gewenste periode de modal split (auto, fiets, OV, voetgangers) in de tijd berekend worden. Tevens biedt de analysemethode de mogelijkheid tal van invloedsfactoren als weersomstandigheden of seizoensinvloeden te analyseren. Ook kunnen de cijfers in combinatie met enquêtes die bij het onderzoek horen gebruikt worden om in samenspraak met de bedrijven aanvullende maatregelen op te stellen, te implementeren en weer te monitoren. Doelstelling Het vergroten van het inzicht in nuttige mobiliteitsmanagement maatregelen voor bedrijven door (feitelijk) inzicht in het reispatroon, zowel qua vervoerswijzen als tijdstip van reizen, van werknemers bij een bedrijventerrein. Enerzijds om bestaande of ingezette maatregelen te kunnen monitoren, anderzijds om aanvullende maatregelen te genereren. Stelling is dat nu nog veel informatie ontbreekt. Ook bij inzet van enquêtes. Hoeveel mensen fietsen bij mooi weer? En in de winter? Van hoe laat tot hoe laat loopt de spits precies? En is die elke dag hetzelfde? De methodiek wordt getest via een pilot in de gebiedsknoop Kralingen in Rotterdam en een pilot in het Raamweg/Koningskande gebied van het convenant Haaglanden. Doelgroep Bedrijventerreinen, individuele bedrijven en werknemers op die terreinen. Voor de pilot specifiek de bedrijven op het Brainpark in de gebiedsknoop Kralingen in Rotterdam en Raamweg/ Koningskade in Haaglanden. Resultaten en effecten Resultaat De pilots geven inzicht in de daadwerkelijke bruikbaarheid van deze innovatieve analysemethode en op welke manier de bedrijven de betreffende gegevens kunnen benutten bij de invulling van hun mobiliteitsmanagementbeleid. Concrete rusultaat is een cijfermatige onderbouwing van de modal split naar tijdstip van de dag voor bijvoorbeeld een gemiddelde werkdag en dagen van de week. Eventueel uit te bouwen naar jaargetijde of weersomstandigheden. Op basis van voor- en nametingen kan het effect van genomen maatregelen gemonitord worden. De uitkomsten zelf zullen ook weer aanleiding zijn voor het nemen van aanvullende maatregelen.
4
Een voorbeeld is het maken van afspraken over thuiswerken op bedrijfsterreinniveau in plaats van individueel niveau. Hierdoor kan een betere spreiding behaald worden dan wanneer de meeste de toch al minder piekgevoelige vrijdag nemen. Met de analysetechniek kan vooraf, tijdens en achteraf het behaalde effect in beeld gebracht worden. De methodiek kan uiteindelijk een onderdeel vormen van een mobiliteitsscan voor een bedrijf/bedrijventerrein en input geven voor een uitvoeringsconvenant in de convenant gebieden. Teamsamenstelling De projecten staat onder toezicht van de Regionale Taskforce Mobiliteitsmanagement Haaglanden en regio Rotterdam. De projecten sluiten aan op de lopende initiatieven van de programmateams Rotterdam en Haaglanden op de knopen en bedrijventerreinen. De inhoudelijke aansturing vindt plaats vanuit het Programmateam Rotterdam en het programmateam Haaglanden met ondersteuning vanuit BEREIK!. Het vormt dus een aanvulling en vraagt geen nieuwe teamsamenstelling. Het team zal wel uitgebreid worden met het bureau dat de nieuwe techniek levert en analyseert. De volgende stakeholders worden bij het project betrokken: o Mobiliteitsmakelaars Rotterdam en Den Haag; o Programmateams Rotterdam en Den Haag; o Bedrijven Brainpark; o Bedrijven raamweg/koningskade; o DTV consultants. Activiteiten en fasering (mijlpalen en communicatiemomenten) Startdatum Mei 2009 na akkoord BO MIRT. Activiteiten globaal (mijlpalen) en fasering Hier geldt dat de knopenaanpak in Rotterdam en de gebiedsaanpak in Haaglanden leidend is voor de activiteiten en fasering. Belangrijke mijlpalen hierbij zijn wel de nulmeting, formuleren doelstelling, eerste metingen en uiteindelijk behaald effect. Op basis daarvan kunnen vervolgafspraken etc gemaakt worden. Monitoring Verantwoording De pilot vindt plaats onder sturing van de regionale taskforce en inhoudelijk aangestuurd door het Rotterdamse programmateam. De resultaten worden besproken met de bedrijven in samenspraak met de mobiliteitsmakelaar.
5
Kosten en financieringsconstructie Kostenraming van de pilots op de Kralingsknoop en in het Raamweg-Koningskadegebied voor de periode zomer 2009 tot eind 2009 is € 100.000. Hierin zit naast de kosten voor de camera’s en de techniek ook een deel communicatie, aanvullende interviews en afstemming met de bedrijven. Vanwege o.a. het aansluiten op lopende trajecten is hierin een fasering in aangebracht. In 2009 starten Kralingse Knoop en Raamweg. In een 2e ronde zullen daar naar verwachting de Alexander knoop en een 3e gebied uit Haaglanden aan toegevoegd worden. In een tweede ronde van de budget aanvragen zal hier aanvullend budget voor worden gevraagd. Financieringsconstructie Inzet is als volgt: 25 %door Stadsgewest Haaglanden, 25 % door Stadsregio Rotterdam. Waar mogelijk zal vanuit de koepels of vanuit de bedrijventerreinen een bijdrage worden gevraagd. Vanuit BEREIK! vindt inzet vanuit communicatie en ondersteuning plaats. Samenhang met overige projecten Deze analysemethode zou in de toekomst het mobiliteitsmanagement bij heel veel bedrijven kunnen ondersteunen. Het project heeft een sterke relatie met alle harde en zachte maatregelen die op de betreffende terreinen genomen worden. De feitelijke effecten ervan worden immers presentabel gemaakt en vormen waar mogelijk weer aanleiding tot het nemen van nieuwe maatregelen.
Illustratie hoe de kernactiviteit rond de registratie geïntegreerd kan worden met interviews, enquêtes of bv andere tellingen.
6
Daarnaast heeft het project een sterk innovatief karakter. De techniek is beproefd vanuit de luchtvaartbeveiliging maar nog niet voor mobiliteitsdoeleinden ingezet. De mogelijkheden zijn legio en in heel Nederland toepasbaar. Met name richting MKB omdat het daar vaak om veel en kleinere bedrijven gaat en via deze techniek efficiënt en effectief stappen gemaakt kunnen worden.
7
C. Wervings- en communicatieactiviteiten Projectkosten: € 60.000 Werkgebied: Haaglanden en Rotterdam Aanleiding, doelstelling en doelgroep Aanleiding Extra inzet van de wervings- en communicatieactiviteiten om het aantal koploperbedrijven te verhogen is nodig. Doelstelling Doel is het behouden van het aantal actieve koplopers en het uitbreiden van het aantal actieve koploperbedrijven. Koplopers zijn bedrijven die het het (gebieds)convenant hebben ondertekend en actief mobiliteitsmanagement inzetten binnen hun bedrijf. Om deze uitbreiding tot stand te brengen is een verhoogde inzet van de wervings- en communicatieactiviteiten noodzakelijk van zowel de Mobiliteitsmakelaars, de backoffices als de communicatieadviseurs. Doelgroep De activiteiten worden gericht op twee doelgroepen: De huidige koplopers en de potentiële koplopers. Huidige koplopers Dit zijn de bedrijven die het (gebieds)convenant hebben ondertekend en aan de slag zijn met het invoeren van mobiliteitsmanagement maatregelen. Daar waar zij moeilijkheden in de uitvoering ondervinden worden zij zo mogelijk ondersteund door de Mobiliteitsmakelaar om het proces van invoering voort te kunnen zetten. Hun ervaringen worden als ‘best practises’ gecommuniceerd naar andere koploperbedrijven in en buiten de regio. Hierin worden zij ondersteund door de communicatieadviseur. Ervaringen en inspiratie van koplopers en nieuwe ideeën worden uitgewisseld in daartoe georganiseerde bijeenkomsten zoals het Koplopersontbijt en via communicatiemedia als website, nieuwsbrieven en dergelijke Potentiële koplopers Onder andere door de Mobiliteitsmakelaars wordt voortdurend ingezet op het uitbreiden van het aantal koploperbedrijven. Voor een deel worden hierbij de bovengenoemde middelen (website, nieuwsbrieven, bijeenkomsten) gebruikt, maar voor het overgrote deel zullen bedrijven pas ‘koploper’ worden door de persoonlijk benadering. Het antwoord op de vraag “What’s in it for me” speelt hierbij een cruciale rol. Deze vraag kan alleen worden beantwoord door kennis en inzicht te hebben over/van het bedrijf. Bedoeling is om nadrukkelijk ook het Midden- en Kleinbedrijf te betrekken bij de convenanten. Resultaten Resultaat De wervings- en communicatie activiteiten zijn ondersteunend aan de diverse maatregelen die worden geïnitieerd vanuit de convenanten door het verspreiden van kennis- en informatie-uitwisseling (best practises) en het ondersteunen om eventuele tegenslagen mede te helpen oplossen. Teamsamenstelling Binnen de regionale werkgroep Haaglanden vervult BEREIK! onder andere de rol van communicatieadviseur.
8
Voor de gezamenlijk wervings- en communicatie activiteiten in de regio’s Rotterdam en Haaglanden wordt eenzelfde rol voor BEREIK! voorzien. Hierbij zal voor de globale besluitvorming worden aangesloten op de Regionale Taskforce en voor de inhoudelijke invulling op de regionale werkgroepen en de Thematafel Mobiliteitsmanagement van BEREIK! Om zoveel mogelijk synergie te bewerkstelligen worden de communicatieactiviteiten zoveel mogelijk afgestemd met en op de communicatiestrategie en -activiteiten van de landelijke TaskForce Mobiliteitsmanagement. Activiteiten en fasering (mijlpalen en communicatiemomenten) De activiteiten vinden doorlopend plaats.
Kosten en financieringsconstructie Voor de periode 2009 –2010 zijn de kosten geraamd op € 60.000. Deze kosten zijn op te splitsen in: - koplopers-/bedrijvenbijeenkomsten € 20.000 - nieuwsbrieven € 20.000 - activiteiten bij bestaande congressen € 20.000 Financieringsconstructie Het is de inzet dat 50 % vanuit BEREIK! wordt bijgedragen. Samenhang met overige projecten De wervings- en communicatie activiteiten zijn ondersteunend aan de diverse maatregelen die worden geïnitieerd vanuit de convenanten door het verspreiden van kennis- en informatie-uitwisseling (best practises) en het ondersteunen om eventuele tegenslagen mede te helpen oplossen.
9
D. Smart work centra in Zuidvleugel Projectkosten: € 100.000 Werkgebied: Zuidvleugel Aanleiding, doelstelling en doelgroep Aanleiding Uitwerken hoe en waar op zuidvleugel niveau Smart Work centra ingezet kunnen worden. Hierbij worden diverse lopende initiatieven en bestaande inventarisaties van woon-werk stromen betrokken. Doelstelling Vermindering van gemaakte kilometers in woon-werkverkeer zal leiden tot vermindering van de filedruk in de Zuidvleugel. Het faciliteren/ondersteunen van het opzetten van Smart Workcentra kan de bedrijven stimuleren in mobiliteitsmanagement en de mogelijkheid tot het aanbieden van flexwerken. Doelgroep Forenzen binnen de Zuidvleugel en forenzen die binnen de Zuidvleugel werken/wonen. Werkgevers binnen de Zuidvleugel. Resultaten Beeld van waar gezien woon- werkverkeer stromen het beste Smart Work centra kunnen worden gepland. Welke partijen moeten worden betrokken, op welke lopende initiatieven kan worden aangesloten, welke processen moeten worden doorlopen om dit te realiseren en opstarten gerichte ontwikkelingen voor realisatie smart work centra. Teamsamenstelling Het project staat onder toezicht van de Regionale Taskforce Mobiliteitsmanagement Haaglanden en regio Rotterdam waar mogelijk wordt aansluiting gezocht bij lopende initiatieven. De initiële opstart vindt plaats door BEREIK!. Uiteindelijke ontwikkeling van smart work centra zal binnen de (uitvoerings) convenanten plaatsvinden. Activiteiten en fasering (mijlpalen en communicatiemomenten) p.m. afhankelijk van koppeling met lopende initiatieven. Kosten en financieringsconstructie Voor de periode 2009 –2010 zijn de kosten geraamd op € 100.000. Financieringsconstructie Het is de inzet dat 25 % door Stadsregio Rotterdam en 25% door het Stadgewest Haaglanden gefinancierd wordt. Vanuit BEREIK! vindt inzet van capaciteit en ondersteuning plaats. Samenhang met overige projecten Afhankelijk van de geplande locatie van een smart work centrum zal een gebied er direct bij betrokken zijn. Lopende initiatieven in het Havengebied Rotterdam en bij A12 in Zoetermeer (Knooppunt Bleizo) bieden aanknopingspunten.
10
E. Snelfietsroute Rotterdam – Den Haag (Hofpleinlijn Projectkosten: € 150.000 Werkgebied: overgangsgebied Rotterdam – Den Haag
Inleiding De fiets kan een grotere rol spelen bij de aanpak van mobiliteitsproblemen bij woon-werk locaties. Afstanden tot 15 km zijn geen probleem (blijkt uit onderzoek) en met de komst van de elektrische fiets wordt fietsen naar het werk voor een nog grotere doelgroep mogelijk. 25 % van de werknemers fietst nu naar het werk, 18% van alle fietsritten naar het werk zijn langer dan 10 km.(DVS) 1% toename fietsen naar het werk levert 26 miljoen op aan uitgespaarde zietkte dagen(TNO) Daarbij geeft een toenemend aantal automobilisten aan de fiets als alternatief te zien, als er een goede en snelle fietsinfrastructuur beschikbaar is. Ook in het voor- en natransport wordt de fiets, mede door het succes van OV-fiets, een belangrijke schakel in de mobiliteitsketen. Daarnaast scoort de fiets traditioneel hoog op aspecten als milieuvriendelijkheid, duurzaamheid en gezondheid. Een net van hoogwaardige snelfietsroutes nabij woon- werklocaties is daarom gewenst. Ook in de fietsnota van het CDA (nota Atsma) is hiervoor recent aandacht gevraagd. Een bijkomend punt is dat het naar voren trekken van de aanleg van deze fietssnelwegen een bijdrage kan leveren aan het pakket maatregelen ten behoeve van de crisisbestrijding. Het gaat om investeringen in de (fiets)infrastructuur (werkgelegenheidseffecten in de bouw) om op duurzame wijze (milieu, luchtkwaliteit, volksgezondheid) knelpunten in de mobiliteit op te lossen. Historie Vanuit het V&W programma “Fileproof” is hier door het project ‘Met de fiets minder file’ een begin mee gemaakt. Het is een samenwerkingsproject van het Ministerie van V&W, de Fietsersbond en regionale overheden. In dit project zijn vijf routes gerealiseerd. Vanaf 2009 wordt het project voortgezet onder de naam Fiets filevrij! (www.fietsfilevrij.nl) De beoogde opzet van het ministerie van Verkeer en Waterstaat om de projecten vanuit FileProof verder te integreren in organisaties en de samenleving krijg daarmee gestalte. Het gaat om volledige routes van ongeveer 15 km lengte, nabij woon-werklocaties, die een bijdrage leveren aan de bereikbaarheid daarvan, en een bijdrage leveren aan het mobiliteitsmanagement in de betrokken regio. Er hebben zich inmiddels ook een aantal nieuwe routes gemeld. De gehanteerde aanpak blijkt succesvol te zijn door de aandacht voor proces- en communicatie aspecten. De routes gaan over gemeentegrenzen heen en er zijn veel partijen bij betrokken. Het proces is daarop afgestemd en laat zich voor het eerst als een totaalbenadering kenschetsen. Zowel qua aspecten (infrastructuur , communicatie) als betrokken partijen (Ministerie, Rijkswaterstaat, gemeenten, provincie, bestuursregio, bedrijfsleven e.d.). De aanpak is gedocumenteerd. Naast de website www.fietsfilevrij.nl (die in beheer is bij de Fietsersbond) functioneert er een platform
11
Fietsfilevrij! (afstemmingsoverleg), als plek voor kennisuitwisseling en - overdracht, innovatie en landelijke campagnes, maar ook als platform voor kwaliteitsborging en aanjaagpunt.
Het is bekend dat er meer lokale en regionale initiatieven zijn om dergelijke snelfietsroutes te realiseren, sommige nog in een beginstadium, maar andere soms ook al in een vergevorderd stadium. Op verzoek van het ministerie wordt op dit moment geïnventariseerd in hoeverre met deze aanpak vanuit Fietsfilevrij zou kunnen worden aangesloten bij activiteiten die vanuit de Task Force Mobiliteitsmanagement worden ontplooid. Ook worden gesprekken met de betrokken stadsregio’s gehouden, waarin wordt nagegaan welke snelle fietsverbindingen er op dit moment zijn en welke zij nog op de kaart zouden willen zetten. Financiering fietssnelwegen Om de aanleg van zo’n netwerk te stimuleren en te faciliteren heeft het ministerie van V&W 15 mln. beschikbaar gesteld. Op initiatief van de Kamer is daar 10 mln. aan toegevoegd, waarbij 2 routes specifiek zijn genoemd, Arnhem-Nijmegen en Leiden-Den Haag. Het ministerie moet nog beslissen hoe het beschikbare budget wordt verdeeld, maar het is in ieder geval van belang dat de beschikbare gelden ook daadwerkelijk worden gebruikt om de beoogde snelfietsroutes te realiseren. Partijen kunnen waarschijnlijk dergelijke projecten bij het ministerie indienen met het verzoek om een rijksbijdrage in de financiering. Naar alle waarschijnlijkheid zal het ministerie ook verlangen dat lokale overheden zelf ook een aanzienlijk deel van het project financieren. Het is nog niet duidelijk of er bij de toewijzing van middelen criteria zullen worden gehanteerd , maar het lijkt wel waarschijnlijk dat gebruik zal worden gemaakt van de leerervaringen uit het project ‘Met de fiets minder file’ / Fietsfilevrij. Bij een snelfietsroute die wordt gerealiseerd met de “methode Fietsfilevrij!” is er expliciet aandacht voor de volgende aspecten: • Kwaliteit infrastructuur • Communicatie (proactief benaderen van de verschillende doelgroepen, ondermeer automobilisten, bedrijven langs de route en mogelijke samenwerkingspartners) • Procesmanagement om de route fysiek en mentaal (gedragsverandering) op de kaart te zetten • Innovatie • Duurzaamheid • Samenwerking die gemeentegrenzen overschrijdt en met de focus op bedrijfsleven in de woon en werkomgeving van de route • Actieve inbreng lokale kennis Fietsersbond
12
Snelfietsroute Hofpleinlijn. De Fietsersbond heeft een plan ontwikkeld om een snelfietsroute te realiseren deels op (en langs) het tracé van de Hofpleinlijn. Dit is een treinverbinding tussen de centra van Rotterdam en Den Haag, via een tracé oostelijk van de A13 (langs Berkel Rodenrijs, nu samen met Bleiswijk en Bergschenhoek de gemeente Lansingerland, een groeikern van meer dan 50.000 inwoners, langs Pijnacker Nootdorp, een groeikern van 50.000 inwoners, en langs Voorburg Leidschendam). Op dit tracé rijdt nu de Randstad Rail. Het laatste gedeelte naar Rotterdam centrum zal de Randstad Rail binnenkort gebruik gaan maken van een tunnel, waardoor het spoorviaduct door de stad (industrieel erfgoed) beschikbaar komt voor een andere bestemming. De Fietsersbond wil hierop het tracé van de snelfietsroute richting Rotterdam centrum laten lopen, hetgeen een innovatie en uniek in de wereld zou zijn. Op het beoogde tracé naar Den Haag zijn nu al stukken fietsverbinding aangelegd die moeiteloos kunnen worden ingepast. Wel zijn een aantal nieuwe stukken nodig om ze tot één snelfietsroute te verbinden. Het laatste stuk naar Den Haag, langs de bedrijventerreinen Forepark en Binkhorst volgt de route het zelfde tracé als de snelfietsroute Zoetermeer- Den Haag. Deze wordt als één van de projecten van Fietsfilevrij! op dit moment reeds gerealiseerd. De totale Hofpleinroute is weliswaar 23 km. van Rotterdam centrum tot Den Haag centrum, maar de functie zal vooral liggen in het verbinden van de nieuwe grote woonkernen in de tussenliggende gemeenten Lansingerland en Pijnacker Nootdorp (nu al samen meer dan 100.000 inwoners en de komende jaren groeiend naar 150.000) met de bedrijven in Rotterdam noord en centrum (enerzijds) en de bedrijven en ministeries op Forepark en Binkhorst en Den Haag centrum (anderzijds). Hier praat men over afstanden woon-werkverkeer van ongeveer 10 km. Dit zal vooral invloed kunnen hebben op het drukke spitsverkeer op de randwegen rondom Den Haag en Rotterdam (A12, A13, A20) en provinciale wegen. Het is een echt autogebied, omsloten door autowegen. De OV-verbindingen zijn er met name in de landelijke delen niet erg goed zijn of ontbreken zelfs. De onderdelen van het plan zijn goed in te passen in de bestaande beleidsvoornemens en plannen van de betrokken gemeenten, de betrokken stadregio’s en de provincie. Er is dan ook sprake van quick wins. Veel routedelen zitten afzonderlijk al in de planning van de betrokken lokale en regionale overheden en leveren derhalve winst op voor het interregionale fietsnetwerk. Als de totale route gerealiseerd zou kunnen worden zou sprake zijn van een synergie voordeel omdat de toegevoegde waarde van de totale route (m.b.t. de bijdrage aan de bereikbaarheid van woonwerklocaties in de regio en de bijdrage aan effectiever mobiliteitsmanagement in de regio) meer is dan die van de afzonderlijke onderdelen. Daarnaast betekent het maken van afspraken in regionaal verband dat het voor gemeenten gemakkelijker wordt om op korte termijn hun deel van de regionale route op een gewenst kwaliteitsniveau te realiseren. Om het plan verder te brengen richting bestuurlijke besluitvorming, is nog een aantal stappen nodig. Om deze goed te kunnen nemen, kan ook weer worden aangesloten bij leerervaringen/aandachtspunten van Fietsfilevrij! Hierop wordt hieronder nader ingegaan.
13
Den Haag CS 10 km fietsen vanuit Pijnacker
Forepark Binkhorst
Nootdorp
Pijnacker‐ west
Pijnacker‐ oost Berkel
Rodenrijs
Schiebroek
10 km fietsen Aandachtspunten vanuit Rodenrijs Uit de ervaring van Fietsfilevrij wordt duidelijk dat een aantal punten sterk van
Rotterdam CS
Rotterdam Blaak 14
invloed is bij het realiseren van snelfietsroutes/fietssnelwegen. Het is dus van groot belang deze expliciet mee te nemen bij het inrichten van de proces rondom het ontwikkelen van een snelfietsroute. Cursief staat achter elk punt hoe m.b.t. dit punt de stand van zaken van de Hofpleinroute is.: ‐
1. Er moet sprake zijn van een duidelijke visie op de route (passend in ruimtelijk/ economische ontwikkelingen in de regio, innovatie, duurzaamheid, mobiliteit), en aanhakend op de doelstellingen uit de Taskforce Mobiliteit. Deels, nog wel verder uit te werken.
‐
2. Het gewenste tracé moet op hoofdlijnen bekend zijn Uitgewerkt, zie bijgaande kaart
‐
3. Het helpt als er al sprake is van een eerste bottum up inventarisatie van knelpunten in het gewenste tracé Uitgewerkt, zie bijgaande kaart
‐
4. De route moet in the picture worden gebracht door belanghebbenden. Zij moeten de rol van pleitbezorger vervullen. Vaak wordt deze rol vervuld door de Fietsersbond. Zij brengen de goede argumenten op tafel en brengen de route onder de aandacht van de betrokken lokale overheden, zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau. Zij creëren dan vaak al het eerste draagvlak. Daarnaast moeten werkgevers op de route betrokken worden, zij kunnen ook als ambassadeur van de fietsroute naar buiten treden. Hier wordt op de snelfietsroute Pijnacker-Delft-De Lier al ervaring mee opgedaan. Deels, nog wel verder uit te werken
‐
5. Er moet een heldere presentatie (van zowel visie als tracé) beschikbaar zijn, vanwege de communicatie met ambtelijke en bestuurlijke vertegenwoordigers. Uitgewerkt, zie bijgaande kaart
‐
6. Op hoog bestuurlijk niveau moeten bestuurders beschikbaar zijn die het project adopteren en bereid zijn het ook bestuurlijk te legitimeren. Deze rol zal vaak door een bovenlokale bestuurder worden ingevuld, bijvoorbeeld vanuit de Taskforce Mobiliteit. Deze zal in de positie moeten zijn lokale bestuurlijke tegenkracht te pareren en als “boegbeeld” van het project naar buiten op te treden. Nog te realiseren
‐
7. Er moet bestuurlijk en ambtelijk commitment zijn. Bij de start van het project wordt dit vaak wel uitgesproken, maar op momenten dat er ook een financieel commitment moet worden aangegaan, kan het essentieel zijn over een getekend convenant te beschikken. Bestuurders moeten ook de gelegenheid hebben locaal te kunnen scoren met het project. De locale voordelen moet ook duidelijk en communiceerbaar zijn. Hierbij kan ook de Gebiedstafel Midden een rol spelen. Als er ook een rijksbijdrage beschikbaar komt, zou ook de Staatssecretaris van V&W het convenant kunnen tekenen. Nog te realiseren
15
‐
8. Er moet sprake zijn van een krachtig procesmanagement. De routes gaan over gemeentegrenzen heen en er zijn veel partijen bij betrokken. Hoe meer partijen er bij zijn betrokken, hoe belangrijker dit wordt. In het geval van de Hofpleinroute gaat het om een provincie, 2 stadsregio’s en 5 gemeenten. Dit proces komt door het grote aantal betrokkenen en de verschillende verantwoordelijkheden en prioriteiten moeizaam van de grond. Nog te realiseren
‐
9. De mix van infrastructuur en communicatie moet in het gehele proces ingebouwd worden. Vanaf het eerste begin is het al nodig te beschikken over een goede presentatie om ambtelijk en bestuurlijk commitment te verkrijgen. Een duidelijk visie geformuleerd vanuit de communicatiestrategie aan het begin van een samenwerkingstraject is daarbij essentieel. Tijdens het proces van realisatie moet al begonnen worden met communicatie-acties om de route niet alleen fysiek maar ook mentaal op de kaart te krijgen, bij zowel werkgevers als werknemers. Bedrijven langs de route moeten actief benaderd worden, om ze te informeren en vooral te betrekken bij het project. Bijvoorbeeld met een benadering zoals die van de regionale Mobiliteitsmakelaar en op bedrijven gerichte campagnes. Mede om gedragsverandering te stimuleren en mensen uit de auto en op de fiets te krijgen. Nog te realiseren
‐
10. De snelfietsroute moet een bijdrage leveren aan de bereikbaarheid van woonwerklocaties in de regio en hij moet een bijdrage leveren aan effectiever mobiliteitsmanagement in de regio. Dit moet zo veel mogelijk cijfermatig onderbouwd worden. Nog te realiseren
‐
11. Nader in beeld brengen van de potentie van de route door op bedrijvenniveau te onderzoeken wat de woon-werkrelaties in de regio zijn. Hier liggen aanknopingspunten bij beschikbare gegevens van VCC Rijnmond en de Regionale Mobiliteitsmakelaar. Deels, nog wel verder uit te werken
Conclusie De Fietsersbond/Fietsfilevrij! zou graag samen met BEREIK het initiatief nemen om de Hofpleinsnelfietsroute fysiek en mentaal op de kaart te zetten. Het gaat om een innovatief plan waarin ook een aantal quick wins gerealiseerd kunnen worden. Bovendien met een methode waarmee bedrijven langs de route actief benaderd worden, om ze te informeren en vooral te betrekken bij het project. Bijvoorbeeld met een benadering zoals die van de regionale Mobiliteitsmakelaar en op bedrijven gerichte campagnes. Mede om gedragsverandering te stimuleren en mensen uit de auto en op de fiets te krijgen. Zowel Fietsersbond/Fietsfilevrij! als BEREIK rekenen het tot hun taak deze regionale projecten (die anders moeizaam van de grond komen) te realiseren. Om het proces verder vorm te geven wil Fietsfilevrij!/Fietsersbondgraag de samenwerking aangaan met BEREIK. Een aantal van de genoemde punten wordt al door BEREIK ingevuld en 16
BEREIK kan een belangrijke (coördinerende) rol vervullen bij het creëren van ambtelijk en bestuurlijk commitment en het realiseren van financiering van de infrastructuur uit lokale/regionale- en rijksmiddelen. Aan Fietsersbond/Fietsfilevrij! kan worden gevraagd het procesmanagement en communicatiemanagement vorm te geven conform de methode Fietsfilevrij! teneinde de hierboven genoemde punten 1 t/m 11 te realiseren. Dit proces- en communicatiemanagement kan worden ingebracht als een pilot bij de Taskforce Mobiliteitsmanagement en langs deze weg kunnen worden gefinancierd. Een indicatie van de kosten voor een jaar ligt op ongeveer 150.000 – 200.000 euro, uitgaande van 1 a 2 dagen procesmanagement per week en uitgaven aan communicatie- acties / bedrijvencampagne. Er is samenhang met voorstel A. van de ingediende gezamenlijke Haaglandse en Rotterdamse projecten.
17
STADSREGIO
,
~-
ROTT E RDAM
.4!i
tadsgewest
lJ,1faaglanden
Betreft: Subsidieaanvraag TFMM
Bijlagen: 3
20 april 2009
Geachte minister Eurlings, In onze regio's Haaglanden en Rotterdam is in het kader van de convenanten van de Taskforce Mobiliteitsmanagement sinds vorig jaar hard gewerkt aan de definiëring van concrete projecten. Daarnaast hebben inmiddels dankzij de inzet van de mobiliteitsmakelaar in Haaglanden vele bedrijven het convenant getekend, en zijn maatregelen in uitvoering. In Rotterdam heeft de samenwerking tussen de Verkeersonderneming in de haven en de stedelijke knopen vorm gekregen in een gezamenlijk programmateam. Ook hebben onze regio's de samenwerking gezocht vanwege overlap in betrokken partijen, gelijksoortige belangen en de onderkenning dat het overgangsgebied tussen Rotterdam en Haaglanden ook de nodige gezamenlijke aandacht verdient. Een Stuurgroep Regionale Taskforce waar, naast ons beiden, ook het bedrijfsleven via VNO-NCW west en de Kamer van Koophandel in is vertegenwoord igd zal een aanjaagfunctie vervullen voor mobiliteitsmanagement in onze gebieden. Deze zal ook sturen op gezamenlijke projecten. De gezamenlijke indiening van deze voorstellen, met daarbij een aantal voorstellen die mobiliteitsmanagement in het overgangsgebied tussen Haaglanden en Rotterdam versterken, zijn een eerste resultaat van onze samenwerking. Hierbij bieden wij u onze voorstellen aan die zullen resulteren in een verbeterd mobiliteitsmanagement in de regio's. De voorstellen zijn verdeeld in gezamenlijke voorstellen, Rotterdamse voorstellen en Haaglandse voorstellen. De voorstellen zetten vooral in op inzet van capaciteit voor benadering van en samenwerking met bedrijven en de nodige communicatie die daarmee gemoeid gaat. Daarnaast wordt ingezet op alternatieve vervoerswijzen binnen een gebiedsgerichte benadering en doorontwikkeling van enkele innovatieve technieken. Hieronder staan de voorstellen opgesomd: Gezamenlijke voorstellen A. Mob iliteitsmanagement bij bedrijven in overgangsgebied Rotterdam - Haaglanden B. Nieu we analysetechn iek pilots C. Werv ings- en communicatie activiteiten D. Smart work centra in Zuidvleugel E. Snelfietsroute Rotterdam - Den Haag
Kosten € 200.000 € 100.000 € 60.000 € 100.000 € 150.000
Haaglandse voorstellen I. Intensivering activiteiten mobiliteitsmakelaar 11. Uitbreiding convenant met Holland-Rijnland lIl . Capaciteit overige geb iedsaanpak IV. Gebiedsaanpak Koningskade - Raamweg V. Aanbod mobiliteit transparant maken VI. Pilot wonen en werken in Haaglanden
Kosten € 250.000 € 250.000 € 250.000 € 900.000 € 450.000 p.m. *
Rotterdamse voorstellen 1. Front- en backoffice regio Rotterdam 2. Communicatiemiddelen 3. Stimuleren E-fiets gebruik 4. Collectief bedrijfsvervoer 5. Medegebru ik busbanen door collectief vervoer 6. Personen- en bedrijfsvervoer over water 7. Ondernemersplatform A15 8. Congres mobil iteitsmanagement 9. Mobiliteitsmanagement maatregelen knopen
€ € €
€ € € €
c €
960.000 300.000 937.500 400.000 200.000 600 .000 30.000 50.000 2 .000.000
Alle voorstellen zijn besproken met het secretariaat van de Taskforce Mobiliteitsmanagement en uw ministerie in de persoon van de heer P. Pilgram. Wij vragen apart nog aandacht voor het Rotterdamse voorstel ter stimulering van e-fietsgebruik. Hoewel het in eerste instantie een voorstel lijkt dat erg op infrastructuur is gericht zijn de genoemde investeringen noodzakelijk om de autogebruiker over te halen op de e-fiets te stappen. Doel van dit voorstel is 3% van de auto's uit de zeer drukke spits in Botlektunnel te krijgen. Daadwerkelijke kosten aan infrastructuur zullen ten laste komen van de bijdrage van de medefinancier. Wij hopen in aanmerking te komen voor een bijdrage vanu it de Mobiliteitsaanpak voor de zes voorbeeld regio's en zijn verheugd met het grotendeels positieve advies dat vanuit de Taskforce Mobiliteitsmanagement is gegeven op onze voorstellen. Over de cofinanciering vanuit de eigen organisaties zijn deels al bestuurlijke afspraken gemaakt of deze vinden zeer binnenkort plaats . Wij zien ernaar uit u op 8 september tijdens het Congres over Mobiliteitsmanagement de eerste oogst uit onze regio's te kunnen tonen.
~ ~ ii-2
P.W.M. Smif== Portefeuillehouder verkeer en vervoer Stadsreg io Rotterdam
Portefeu illehouder verkeer en vervoer Stadsgewest Haaglanden
• Kosten van pilot wonen en werke n in Haag landen is afhankelijk van resultaten haalbaarheidsonderzoek dat momenteel word t uitgevoerd .
I.
Intensivering van de activiteiten van de Mobiliteitsmakelaar
Projectkosten: € 250.000 Werkgebied: Haaglanden Aanleiding, doelstelling en doelgroep Aanleiding Stadsgewest Haaglanden, de Kamer van Koophandel, VNO-NCW en Ontwikkelmaatschappij Den Haag financieren en ondersteunen de Mobiliteitsmakelaar tot einde 2010. De inzet hierbij is een aflopend contract van 4 dagen naar 1 dag per week. In de praktijk blijkt de volledige inzet van de mobiliteitsmakelaar benodigd. Er zijn langere doorlooptijden bij werkgevers en in het bijzonder bij de invoering en de uitvoering van maatregelen dan verwacht. Mobiliteitsmanagement raakt immers veel facetten in de bedrijfsvoering en de verantwoordelijkheid ligt vaak bij verschillende afdelingen als facilitair bedrijf (parkeerbeleid, auto en fietsfaciliteiten) en HRM (woonwerk/zakelijke vergoedingen en lease-contracten) en algemeen in lijnvoering of bij management (e-werken en flexwerken). Daarbij zijn bij het MKB bedrijfsleven weinig mankracht en tijd beschikbaar voor mobiliteitsmanagement en dat hebben zij intensieve begeleiding nodig. Bovendien is het streven van het projectteam Haaglanden naar een minimale deelname van 50 bedrijven aan het Regionale Convenant in september 2009. De huidige stand (maart 2009) zijn 31 deelnemende werkgevers met circa 125.000 medewerkers; dit betreffen over het algemeen grote organisaties en bedrijven. Het MKB bedrijfsleven is daarbij ondervertegenwoordigd. Samenvattend: om de doelstelling van het convenant, een gemiddelde reductie van 6% van het aantal autokilometers in de spits in september 2012, te behalen onder deelnemend en nog te deel te nemen (MKB) bedrijfsleven is intensieve inzet van de mobiliteitsmakelaar benodigd. Doelstelling Verdere intensivering van de activiteiten van de mobiliteitsmakelaar, specifiek gericht op het vergroten van het aantal deelnemende kleine en middelgrote werkgevers aan het regionale convenant Haaglanden. Doelgroep De doelgroep zijn in het bijzonder de kleine en middelgrote werkgevers in Haaglanden.
Resultaten en effecten Resultaten richten zich op: - Minimaal 50 deelnemende werkgevers in september 2009, waarvan circa 15 tot 20% kleine en middelgrote werkgevers. - Een door de mobiliteitsmakelaar uitgewerkte `benchmark’ voor deze werkgevers in september 2009; dat wil zeggen woon-werk, zakelijke regelingen, herkomst – bestemmingen en modal split per werkgever zijn bekend, evenals de mogelijkheden voor de werkgever om zo kosten efficiënt mogelijk de mobiliteit te reduceren. - Werkgevers hebben in september 2009 dergelijke maatregelen in uitvoering en/of gepland en worden daarbij gesteund door mobiliteitsmakelaar. - Mobiliteitsmakelaar houdt daarbij analyses en ondersteunt bij het implementeren van maatregelen. Indien noodzakelijk schakelt de mobiliteitsmakelaar daarbij extra ondersteuning (`back office’) in. - Verdere werving van nieuwe aan het convenant deelnemende bedrijven vanaf september 2009.
1
-
Uitvoering en verwerking van de nul-meting bij deelnemende bedrijven door de mobiliteitsmakelaar. Dankzij verdere intensivering van activiteiten van de mobiliteitsmakelaar worden eerste resultaten en effecten in september 2009 zichtbaar: minimale deelname van 50 grote werkgevers met ca. 128.000 tot 130.000 medewerkers die maatregelen in uitvoering hebben om de reductie van 6% autokilometers in de spits in september 2012 te halen.
Effecten De daadwerkelijke daling van de gemiddelde modal split zal zichtbaar zijn bij de 1-meting en vervolgmetingen vanaf april 2010; dankzij een individueel format per bedrijf wordt inzichtelijk welke maatregelen bedrijven genomen en/of in voorbereiding hebben.
Teamsamenstelling De mobiliteitsmakelaar wordt aangestuurd door de Regionale Task Force (RTF) Mobiliteitsmanagement en maakt onderdeel uit van het projectteam Haaglanden. De projectgroep bestaat uit: VNO-NCW, BEREIK, Stadsgewest Haaglanden en Kamer van Koophandel Den Haag. De mobiliteitsmakelaar wordt gefaciliteerd door de Ontwikkelmaatschappij Den Haag. Bedrijvenbijeenkomsten worden gefaciliteerd door deelnemende bedrijven. Trekker voor het Regionale Convenant is daarbij VNO-NCW. De mobiliteitsmakelaar blijft ondanks zijn inbedding in de RTF een onafhankelijke makelaar voor het bedrijfsleven en wordt specifiek op het gebied van communicatie gesteund door BEREIK!
Activiteiten en fasering (mijlpalen en communicatiemomenten) De activiteiten van de mobiliteitsmakelaar richten zich op versnelling van uitvoering van maatregelen bij de `koploperbedrijven’. Door het benutten van de `good practices’ kunnen dwarsverbanden worden gelegd tussen bedrijven en tevens knelpunten bij invoering van maatregelen worden geïnventariseerd. Belangrijk in 2009 is het benutten van de kennis en ervaring van de koploperbedrijven en het verder uitwerken van de door de mobiliteitsmakelaar gehouden analyses bij het deelnemende bedrijfsleven. Dankzij deze analyses worden voor het bedrijfsleven de kostenbesparende en mobiliteitsreducerende maatregelen en voorzieningen zichtbaar voor deze bedrijven zelf en voor andere bedrijven. In het bijzonder het MKB bedrijfsleven kan op deze wijze worden geïnteresseerd tot deelname aan het convenant en worden gestimuleerd tot nemen van maatregelen. - In eerste fase (tot september 2009) ligt sterke nadruk op uitwerken van deze analyses ( en daarop gebaseerde `benchmark’) van de koploperbedrijven en benadering/werving van nieuwe deelnemende (MKB) bedrijven. - Vanaf april 2009 begeleiding bij het uitzetten van de nulmeting en vanaf juni 2009 terugkoppeling resultaten en mogelijkheden voor implementatie van maatregelen voor het bedrijfsleven. Vanaf najaar 2009 ook begeleiding bij uitvoering van maatregelen. - Presentatie van maatregelen en de `benchmark’ op de koplopersbijeenkomsten van 23 april, juni 2009, september en december 2009. Verdere publicatie van resultaten in nieuwsbrieven van BEREIK en op de website van de mobiliteitsmakelaar.
Monitoring Door middel van nul- en vervolgmetingen en individuele formats per bedrijf; deze formats zullen aangeleverd worden door deelnemende bedrijven in september 2009.
Kosten en financieringsconstructie Kostenraming: € 250.000 voor periode juni 2009 – mei 2011
2
De inzet van de mobiliteitsmakelaar kost € 105,00 per uur en € 34,80 aan reiskosten per dag; voor beschikbaar stellen van faciliteiten wordt € 250,00 per maand gerekend. In het huidige budget van € 233.708,-- (excl. BTW) wordt uitgegaan van een inzet van gemiddeld 3 dagen in 2009 en 1,5 dag in 2010 (tot september). Een verdubbeling van het budget betekent een gegarandeerde inzet/behoud van circa 4 dagen per week met een uitloop over 2010 heen (tot begin 2011). In het nieuw aan te vragen budget zullen naast de bijdrage van het Stadsgewest Haaglanden ook VNO-NCW, OM den Haag, evenals enige koploperbedrijven hun bijdragen leveren, vooral in de vorm van facilitaire ondersteuning.
Samenhang met overige projecten Er is duidelijke samenhang met de gebiedsaanpak (II en IV) omdat schaalvoordelen en dwarsverbanden voor MKB bedrijfsleven hier het duidelijkst naar voren komen. Door het verder uitwerken van de benchmark wordt de markt voor mobiliteitsdiensten transparanter en kan op den duur via een Platform Service Providers het bereik naar het MKB worden vergroot Door de extra inzet van de mobiliteitsmakelaar zullen ook projecten als overige gebiedsaanpak (III) en het transparant maken van het aanbod versneld kunnen worden aangepakt (V).
3
II.
Uitbreiding van het Regionale Convenant naar het gebied HollandRijnland, Midden-Holland en de Rijnstreek
Projectkosten: € 250.000 Aanleiding, doelstelling en doelgroep Het Regionale Convenant Haaglanden Haaglanden valt mede onder de verantwoordelijkheid en de regie van Bereik! Bereik is zowel in de stuurgroep van de Regionale Task Force (RTF) Mobiliteitsmanagement, als in de beide projectteams voor Haaglanden en Rotterdam vertegenwoordigd. Het werkgebied van Bereik betreft voor het Regionale convenant Haaglanden het gebied van `Groot Haaglanden’; dat wil zeggen inclusief de gebieden Holland-Rijnland, Midden-Holland en de Rijnstreek. Bovendien betreft dit ook het gebied van de Kamer van Koophandel den Haag, die vertegenwoordigd is in de stuurgroep van de RTF en het projectteam Haaglanden. De bijdrage aan de mobiliteitsmakelaar door de Kamer van Koophandel is mede gebaseerd op uitbreiding van zijn activiteiten in de werkgebieden Holland-Rijnland, Midden-Holland en de Rijnstreek. In deze werkgebieden kenmerken zich vooral door het gevestigde MKB bedrijfsleven. Doelstelling en doelgroep Door inzet van de mobiliteitsmakelaar in de gebieden Holland-Rijnland, Midden-Holland en Rijnstreek het lokale (MKB) bedrijfsleven enthousiasmeren en interesseren voor deelname aan het Regionale convenant. Streven is het laten tekenen van het Regionale convenant Haaglanden door enige koploperbedrijven uit deze gebieden vanaf september 2009.
Resultaten en effecten Door inzet van de mobiliteitsmakelaar in genoemde werkgebieden zal de invloedsfeer en het werkgebied van het huidige Regionale Convenant sterk worden uitgebreid; bovendien is in het werkgebied vooral het MKB bedrijfsleven gevestigd, zodat deze doelgroep ook wordt bereikt. Het streven is om minimaal enige koploperbedrijven uit genoemde werkgebieden te laten meetekenen aan het Regionale convenant vanaf september 2009. Het proces kan dit jaar versneld worden ingezet dankzij het adressenbestand en de contacten van het Bureau Mobiliteit op Maat (MOM) en de Kamer van Koophandel. De mobiliteitsmakelaar fungeert daarbij als `front office’ naar de bedrijven toe; het proces van benadering, voorlichting en eerste analyse (opzet individuele `benchmark’) zal door hem worden uitgevoerd. Dit betekent uiteindelijk dat het deelnemende bedrijfsleven in het werkgebied zich committeert aan de algemene doelstelling in het convenant: 6% reductie van autokilometers. De koploperbedrijven in de gebieden worden vanaf eind 2010/ begin 2011 ingezet om nabijgelegen bedrijven te interesseren en stimuleren tot deelname aan het Regionale convenant.
Teamsamenstelling Kamer van Koophandel Regio stimulering in samenwerking met betreffende lokale KvK’s zoals Leiden en Alphen a/d Rijn Mobiliteitsmakelaar Haaglanden Bureau Mobiliteit Op Maat Tesamen vormen zij een lokaal projectteam dat mede verantwoording aflegt aan de RTF.
4
Activiteiten en fasering (mijlpalen en communicatiemomenten) In kaart brengen van ‘de markt’ Op basis van bestanden KvK en MOM, 1 goed databestand creëren en vastleggen in relatie beheer systeem (CRM) Gereed juni/juli 2009 Selectie kansrijke bedrijven en de data verrijken met juiste contactpersonen en telefoonnummers Gereed augustus 2009 Benadering en bezoeken individuele bedrijven. Inventarisatie, benchmark, mee laten lopen in de (nul)metingen Periode: september 2009 tot eind 2010 Database marketing. Door het vastleggen en bijhouden in een CRM systeem kan er gericht en op het juiste moment acties worden genomen naar de individuele bedrijven. Periode: september 2009 tot eind 2010 Organiseren bijeenkomsten 6 x per jaar wordt er een regionale bijeenkomst georganiseerd mbt het onderwerp mobiliteitsmanagement. Eventueel kan er meegelift worden op de reguliere KvK bijeenkomsten Periode: september 2009 tot eind 2010 Communicatie D.m.v. nieuwsbrieven, website en DM best practices en resultaten benchmark verspreiden
Monitoring Via afgesproken nul- en vervolgmetingen in kader van het Regionale convenant
Kosten en financieringsconstructie Inzet KvK Adressenbestanden verrijken Koplopers genereren
€ 20.000
Inzet MOM (benaderen bedrijven, uitwerken scans,ed.) Gemiddeld 20 uur per week Gemiddeld uurtarief 75 euro Periode 78 weken Kosten 20 uur x 80 weken x 75 euro =
€ 120.000
Inzet mobiliteitsmakelaar (inventarisatie en advies bedrijven) Gemiddeld 8 uur per week Gemiddeld uurtarief 105 euro Periode 80 weken Kosten 8 uur x 80 weken x 110 euro =
€ 70.000
Bijeenkomsten 6 bijeenkomsten, gemiddelde kosten 5.000
€ 30.000
Communicatie Lokale Nieuwsbrief, website, ed.
€ 10.000
5
Samenhang met overige projecten Er is een duidelijke samenhang met de activiteiten van de mobiliteitsmakelaar in Haaglanden (I). Enkele grote werkgevers in de regio zoals Heineken in Zoetermeer en Achmea in Noordwijk hebben al hun interesse aan gegeven om aan te sluiten bij het convenant Bereikbaar Haaglanden. Indien het project ‘ Transparant maken aanbodzijde mobiliteit’ (V) wordt goedgekeurd, dan kan dit een sterk instrument zijn in de actieve bewerking van de MKB bedrijven in deze regio.
6
III. Capaciteit voor overige gebiedsgerichte aanpak Projectkosten: € 750.000; gefaseerde aanpak gericht op minimaal 3 gebieden In deze tranche voor 2009 en 2010: € 250.000 Werkgebieden: gemeenten Den Haag en Rijswijk
Aanleiding, doelstelling en doelgroep In het Regionale Convenant Haaglanden wordt aandacht besteedt aan de gebiedsgerichte aanpak. In deze categorie worden in een afgebakend (deel) gebied door overheden en bedrijfsleven gezamenlijk oplossingen bedacht om de mobiliteit te bevorderen. Het gaat om gebieden waar of grote werkgevers of veel werkgevers vertegenwoordigd zijn, die met een slechte bereikbaarheid of bereikbaarheidsproblemen te maken hebben. Dergelijke gebieden kenmerken zich door het ontbreken van schakels in de vervoerketen, zoals voor- en natransport van/naar openbaar vervoer knooppunten of om het ontbreken van rechtstreekse en/of laagfrequente openbaar vervoerverbindingen. Ook kan dit het ontbreken van goede locale voorzieningen betreffen als fietsenstallingen, goede fietsinfrastructuur etc. Doelstelling en doelgroep Inzet is het aanbieden of verbeteren door overheden van (niet autogebonden) aanvullende voorzieningen als verbetering van locale fietsinfrastructuur en fietsvoorzieningen, het verbeteren van locale openbaar vervoerbindingen of het uitbreiden van bestaande voorzieningen als de OV-fiets. Daartegenover staat een betere benutting in combinatie van stimulering van het gebruik van deze voorzieningen door medewerkers van de daar gevestigde bedrijven. Per gebied kan de inzet verschillen afhankelijk van de aanwezige voorzieningen en de locale bedrijfsregelingen. Ook wordt bezien in hoeverre resultaat kan worden behaald met de inzet van nieuwe innovatieve vervoermiddelen als de elektrische fiets en scooter in woon-werk en/of zakelijk verkeer. Per gebied wordt een specifieke doelstelling afgesproken die een bijdrage levert aan de algemene doelstelling in het Regionale Convenant: 6% reductie autokilometers. Per gebied wordt een trekker aangewezen en een projectorganisatie ingericht. De mobiliteitsmakelaar vormt daarbij het eerste contact met het loKaal gevestigde bedrijfsleven als `front office’ ; veelal zal daarbij wel een ingehuurde `back office’ benodigd zijn. De gebiedsaanpak wordt gefaseerd ingevoerd; gestart wordt met een pilot. In eerste instantie wordt uitgegaan van bedrijvengebieden met een hoge automobiliteit die locaal een grote parkeerdruk veroorzaken in de nabijheid van een openbaar vervoerknooppunt als Mariahoeve.
Resultaten en effecten Door het verbeteren en uitbreiden van lokale (niet autogebonden) voorzieningen wordt de mogelijkheid aan het lokale bedrijfsleven geboden om het gebruik van deze voorzieningen te stimuleren onder de medewerkers. Uiteindelijk doel is verbetering van de lokale bereikbaarheid en committent aan de algemene doelstelling in het convenant. Bij enige bedrijvengebieden zijn problemen geconstateerd rondom parkeren en bereikbaarheid, mede veroorzaakt door medewerkers van bedrijven. Door verbetering van lokale voorzieningen en inzet op aanvullende (na)transportmiddelen als elektrische fietsen en scooters wordt de locale parkeerdruk verminderd en de bereikbaarheid verbeterd. Specifiek wordt ingezet op een pilot rondom Mariahoeve met voor- en natransport van/naar station Voorburg ’t Loo; belangrijke trekker in dit gebied is het bedrijf Aegon; daarnaast wordt ingezet op bedrijventerrein Plaspoelpolder in Rijswijk; belangrijke trekkers in dit gebied zijn TU Delft en TNO. Deze koploperbedrijven in het gebieden fungeren vanaf begin 2010 als voorbeeld- en trekkerbedrijven naar nabijgelegen bedrijven. Bovendien wordt bezien wat het effect kan zijn
7
van de inzet van elektrische scooters en fietsen i.c.m. een insteek op duurzaam maatschappelijk ondernemen bij Mariahoeve. In het gebied van de Plaspoelder wordt het voor- en natransport met diverse vervoermiddelen van en naar station Rijswijk gestimuleerd. Hierbij ligt de nadruk op kleinschalig bedrijfsvervoer.
Teamsamenstelling Bij bovengenoemde twee pilotgebieden nemen in de projectgroep in ieder geval het locale bedrijfsleven zitting als `trekker’, daarbij ondersteund door de mobiliteitsmakelaar; ook zal de locale gemeente worden betrokken. Het projectteam wordt gesteund door aanbieders en/of buro’s die de introductie van nieuwe innovatieve vervoermiddelen als elektrische scooters en fietsen begeleiden.
Activiteiten en fasering (mijlpalen en communicatiemomenten) In genoemde gebieden zijn al contacten met de trekkerbedrijven; zij worden mede ingezet om nabijgelegen bedrijven in het gebied te benaderen. Gezien de concentratie op de gebiedsaanpak Koningskade-Raamweg (zie project IV); zal deze gebiedsaanpak eind 2009 van start gaan. De eerste resultaten worden in het voorjaar van 2010 verwacht; dan kan ook de exacte doelstelling (het percentage terug te dringen autokilometers) worden vastgesteld mede afhankelijk van de deelname van het lokale bedrijfsleven. Ervaringen en opgedane kennis vanuit deze gebiedsaanpak zullen door mobiliteitsmakelaar en BEREIK! worden verspreid, ondermeer via de koploperbijeenkomsten en nieuwsbrieven.
Monitoring Via nul- en vervolgmetingen en de formats per bedrijf; in de gebieden wordt het gebruik van de aangeboden voorzieningen gemonitoord ondermeer via de videominer (zie gezamenlijke voorstellen II).
Kosten en financieringsconstructie Naast de kosten van de mobiliteitsmakelaar (zie project I); ook de kosten van inhuur van `back-office’ (zoals aanbieders van mobiliteitsdiensten). Per gebied: Inzet mobiliteitsmakelaar Werven en voorlichten van het bedrijfsleven
€ 30.000
Inhuur back-office; ca.
€ 50.000
Inzet aanvullende voorzieningen
€ 150.000
Persoonlijke reisadviezen
€
20.000
Samenhang met overige projecten Duidelijke samenhang met de mobiliteitsmakelaar (I) en het gebiedsconvenant KoningskadeRaamweg (IV); het transparant maken van het aanbod (V) zal sterke stimulans voor dit project vormen.
8
IV. Gebiedsaanpak Koningskade-Raamweg Projectkosten: € 900.000 Aanleiding, doelstelling en doelgroep De gemeente Den Haag en het Stadsgewest Haaglanden verhogen de frequentie van tramlijn 9 gedurende de spitsuren van 8 naar minimaal 12 per uur en naar maximaal 16 per uur vanaf voorjaar 2009. Dit geldt niet voor de gehele lijn, maar voor het drukste gedeelte (tussen NS station Den Haag Centraal en Madurodam). De frequentie van tramlijn 9 kan worden verbeterd dankzij de aanleg van een keerlus nabij Madurodam met als geplande opening 12 juni 2009. Daarnaast verbetert gemeente Den Haag het fietspad vanaf Centraal Station Den Haag tot en met het Provinciehuis aan de zijde van het Malieveld (tweerichtingen fietspad) in 2009. Doelstelling en doelgroep Teneinde de bereikbaarheid van de kantorenstrook langs Koningskade-Raamweg (tot aan Plesmanweg) te garanderen en tegemoet te komen aan een lokale reductie van het lokale aantal autoverplaatsingen met 15%, spant het deelnemende bedrijfsleven zich optimaal in voor een totaalafname van 1000 openbaar vervoerabonnementen via het grootgebruikcontract van de HTM. Het bedrijfsleven besteedt ook aandacht aan het stimuleren van het fietsgebruik onder medewerkers. Op basis van de modal split wordt per bedrijf het aandeel medewerkers op de fiets bepaald. Extra inzet zal worden ingezet op MKB-bedrijfsleven door middel van een kortlopend (proef) aanbod vanaf juni –september/oktober 2009. Doelgroep betreffen ca. 180 (veelal MKB) bedrijven met zo’n 7500 medewerkers.
Resultaten en effecten Verhoogd openbaar vervoer en fietsgebruik door medewerkers van bedrijven in kantorengebied Benoordenhout; een daling van het aantal autoverplaatsingen met 15% op einddatum van het convenant. Net als bij overige gebiedsaanpak (III) aandacht voor voor -en natransport vervoermiddelen van en naar (Centraal) station met een nadruk op duurzaam maatschappelijk ondernemen. Deelname van het lokale MKB-bedrijfsleven aan het gebiedsconvenant. Betere bereikbaarheid van de werkgelegenheidsgebieden in deze zone en van Madurodam en Scheveningen als Randstedelijke en (inter)nationaal belangrijke attracties en daarmee ook gegarandeerde bereikbaarheid van het deelgebied Koningskade-Raamweg op korte termijn (tot 2012). Op langere termijn wordt bereikbaarheid en doorstroming van het gebied gegarandeerd door aanleg van een tunnelbak voor tramlijn 9.
Teamsamenstelling Trekker voor deze gebiedsaanpak is de Kamer van Koophandel Den Haag; het projectteam bestaat verder uit: enkele koploperbedrijven, het Stadsgewest Haaglanden, de gemeente Den Haag en de mobiliteitsmakelaar. `Back office’ zal worden ingehuurd voor het probeeraanbod; ook zal vervoeraanbieder HTM bij het projectteam worden betrokken.
Activiteiten en fasering (mijlpalen en communicatiemomenten) Voorbereiding en aanleg keervoorziening tot juni 2009; planning opening op 12 juni 2009. Vanaf juni 2009 verhoogde frequentie van tramlijn 9. Eind voorjaar 2009 oplevering van het fietspad. Proefaanbod met probeerabonnement en persoonlijk reisadvies i.c.m. extra vervoermiddelen van/naar NS station: juni – september 2009, mogelijk i.c.m. introductie van ov-chipcard.
9
Eerste zichtbare effecten: periode september 2009 – voorjaar 2010.
Monitoring Nulmeting vindt plaats vanaf juni 2009; daarna lopen metingen gelijk op met die van het regionale convenant. Videominer zal worden toegepast om specifiek effect op vervoerbewegingen in gebied te kunnen monitoren (zoals fietsgebruik). Op basis van de modal split en individuele formats per bedrijf wordt de tegemoetkoming aan de doelstelling gemeten. Streven is een reductie van het aantal gereden autokilometers van 5% per jaar. Exacte inspanningen worden per bedrijf in individuele deelnemersverklaringen weergegeven.
Kosten en financieringsconstructie € 2. 700.000 fietspad Malieveld en € 3.000.000 keerlus tram; gefinancierd door Stadsgewest Haaglanden en gemeente Den Haag Inhuur back office (zoals VCCR): Benaderen bedrijven, uitwerken scans, verwerking resultaten Gemiddeld uurtarief 100 euro Gemiddeld 25 uur per week Periode 18 weken
€
45.000
Probeeraanbod Reisadviezen 25.000 Proefabonnementen 3-4 maanden 150.000 Inzet op extra vervoermiddelen als elektrische fiets/ov-fiets/scooter 500.000 Inzet elektrische auto (zakelijk verkeer)en 100.000 pendelvervoer algemene back office/begeleiding 45.000 communicatie specifiek gericht op medewerkers (incl. kennis verspreiding etc.) 35.000
€
845.000
Totaal
€
900.000
Samenhang met overige projecten Samenhang met alle projecten; inzet mobiliteitsmakelaar al gefinancierd in dit project.
10
V.
Aanbod mobiliteit transparant en toegankelijk maken
Voorgesteld bedrag: € 450.000 Aanleiding, doelstelling en doelgroep Aanleiding Door de TFMM wordt het bedrijfsleven gemobiliseerd om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de bereikbaarheid. Bedrijven worden gestimuleerd mobiliteitsmanagement maatregelen te nemen, waarmee de vraagzijde van mobiliteit wordt geactiveerd. De aanbodzijde van mobiliteit is divers, versnippert en continu in ontwikkeling. Aanbod varieert van oplossingen op gebied van e-conferencing, diensten rond ‘slim vergaderen’, service providers voor het beheren van mobiliteitsbudgetten, geavanceerde poolauto systemen, tot de meer klassieke vervoersproducten zoals Openbaar Vervoer, fiets en lease auto. Daarnaast wordt er steeds vaker tijdelijk aanbod gecreëerd rond wegwerkzaamheden zoals bijvoorbeeld de A2 pas, vanpool, tijdelijke shuttlebussen, etc. Ervaring in Haaglanden heeft geleerd dat zelfs de grotere werkgevers, die actief bezig zijn met mobiliteitsmanagement, nog onvoldoende weten wat het aanbod te bieden heeft. Onze overtuiging is dat MKB bedrijven dit al helemaal niet weten. Wij verwachten dat gebrek aan kennis over mogelijke oplossingen de ontwikkeling aan de vraagzijde remt. Voor leveranciers van mobiliteitsproducten is het juist weer vaak moeilijk om hun producten op de juiste manier onder de aandacht te brengen. Want er zijn diverse ‘probleemeigenaren’ zoals facilitair management, HR management en lijnmanagement. Bovendien heeft een specifieke oplossing vaak alleen maar zin als het onderdeel wordt van een integrale aanpak. (Econferencing heeft alleen zin als er bijvoorbeeld flankerend beleid wordt toegepast op de reiskostenvergoeding). Dit maakt het voor individuele aanbieders lastig om effectief marketing en verkoop toe te passen. Doelstellingen ¾ Continu transparant maken van aanbod mobiliteitsgerelateerde producten en diensten ¾ Stimuleren van samenwerkingen, die tot een beter aanbod leiden ¾ Matchen van vraag en aanbod (vooral in MKB) ¾ Categorisering producten/diensten op basis van klantbehoeften ¾ Kwalificering op basis van online klantenreviews Doelgroep Dit initiatief kent 2 doelgroepen. 1. Alle aanbieders van producten en diensten op het gebied van ‘arbeidsgerelateerde mobiliteit’, zijnde woon-werk en zakelijk verkeer. 2. Werkgevers, die mobiliteitsmanagement toepassen, waarbij het accent ligt op het MKB
Resultaten en effecten Het wordt een landelijke ‘tool’ (ondanks dat dit plan wordt ontwikkeld door de Regio Haaglanden) Het resultaat is een organisatie, die continu de aanbodkant van mobiliteit inventariseert en kwalificeert en de resultaten daarvan transparant maakt via een internet portaal. Dit dynamische internet portaal heeft o.a een matching functie, waarmee bedrijven vanuit hun specifieke vraag/behoefte naar de relevante producten/diensten worden geleid.
11
Het begint als een projectorganisatie en wordt uiteindelijk overgenomen door de aanbodkant zelf. De effecten zijn dat leveranciers van mobiliteit worden gestimuleerd tot samenwerking en productontwikkeling en dat werkgevers gemakkelijker oplossingen kunnen vinden. Een ander effect is dat een deel van de rol van de mobiliteitsmakelaar, namelijk het matchen van vraag en aanbod, overbodig wordt gemaakt.
Teamsamenstelling Er wordt een projectteam samengesteld bestaande uit de mobiliteitsmakelaar Haaglanden (projectleider), een deskundige op het gebied van procurement/leveranciersmanagement en de (beoogde) mobiliteitsmakelaar in Arnhem/Nijmegen en Rotterdam. Deze zullen het projectplan maken, de inventarisatie doen (aanbod mobiliteit in kaart brengen) het functionele ontwerp van het portaal maken en de bouw van het portaal realiseren. Tevens zullen zij bewerkstelligen dat de organisatie uiteindelijk wordt overgenomen door de ‘aanbodzijde’ zelf, echter op een dusdanige manier dat de kwaliteit en onafhankelijkheid van het portaal gewaarborgd blijft. Nadat het functionele ontwerp voor het portaal is geschreven zal een ontwikkelaar worden geselecteerd en toegevoegd aan het projectteam.
Activiteiten en fasering (mijlpalen en communicatiemomenten) Samenstelling team Projectplan maken Inventarisatie mobiliteitsaanbod 1e communicatie moment Presentatie initiatief en dummy portaal Functioneel ontwerp maken Selectie programmeur Bouw portaal Content portaal organiseren Organisatie overdragen aan ‘aanbodzijde’
mei/juni 2009 juli 2009 augustus 2009 2e dinsdag september, landelijke TFMM bijeenkomst. september oktober oktober - januari 2010 februari - maart april 2010
Monitoring Monitoring kan geschieden door de stuurgroep van de regionale Taskforces Haaglanden en Rotterdam
Kosten en financieringsconstructie Kostenraming Bemensing projectteam van juni tot en met januari gemiddeld 60 uur per week (3 x 20 uur) Kosten per uur gemiddeld 110 euro Aantal weken ca. 40 Projectmanagementkosten 50 x 60 x 110 euro = 330.000 Bouw portaal 100.000 Organisatiekosten (huisvesting, communicatie, ed.) 20.000 Totaal 450.000
12
Samenhang met overige projecten MKB vouchers; door het landelijke initiatief van de mobiliteitsscans bij het MKB zal daar de vraag geactiveerd worden. Een portaal waarmee het MKB gemakkelijk het bijbehorende aanbod kan selecteren zal het animo voor deelname bij het MKB vergroten. Mobiliteitsmakelaar(s): Een belangrijke deel van de activiteiten van de mobiliteitsmakelaars (matchen vraag en aanbod) wordt overbodig gemaakt, waardoor de mobiliteitsmakelaars zich kunnen concentreren op begeleiding en implementatie bij de werkgevers. Regionale convenanten: Alle partijen hebben hier belang bij.
13