Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *08I001787* Barcode: *08I001787* Onderwerp: Inrichtingsplannen Rietkreek fase 1 (6209) en Lange Water (7900) projectgebied 14 Sector en afdeling: Watersystemen en Waterkeringen, afdeling Plannen en Projecten Datum behandeling: 25 juni 2008 Agendapunt: 24 Ter inzage bij de concernstaf: Overzichtskaarten inrichtingsmaatregelen en Inrichtingsplannen Rietkreek en Lange Water inclusief inrichtingstekeningen Bijlagen: 1. Topografische kaart projectgebied 2. Inspraaknota’s Rietkreek fase 1 en Lange Water 3. Besluit Rietkreek en Lange Water
Aan het algemeen bestuur Inleiding De Rietkreek is gelegen in en nabij Nieuw Vossemeer. De kreek is aangewezen als EVZ en het betreft deels EHS. De in te richten gebieden zijn in eigendom van het waterschap en Staatsbosbeheer. Het Lange Water is gelegen in de Auvergnepolder, ten westen van Halsteren. Het in te richten gebied is aangewezen als EHS, waternatuur en viswater en is in eigendom van en beheer bij Staatsbosbeheer. In de vergadering van 19 februari 2008 heeft het DB ingestemd met de ontwerp inrichtingsplannen Rietkreek fase 1 en Lange Water en zijn deze vrijgegeven voor de inspraak (DB nota 08I000468 en besluitenlijst 08I000738). Inspraak Het ontwerp-inrichtingsplan Rietkreek fase 1 heeft van 22 februari tot en met 4 april 2008 ter inzage gelegen. Om de belanghebbenden en belangstellenden te informeren is op 5 maart 2008 een informatieavond gehouden. Er zijn geen reacties op het plan binnengekomen. In de bijlage is de inspraaknota opgenomen waarin dit is vastgelegd. Het ontwerp inrichtingsplan Lange Water heeft van 24 februari tot en met 6 april 2008 ter inzage gelegen. Er zijn drie reacties binnengekomen van: 1. de heer A.A.M. Bovée, Zuiderkreekweg 3, 4661 PC Halsteren, met betrekking tot de bereikbaarheid van het in te richten deelgebied 1 in het kader van beheer en onderhoud. 2. Sabic Innovative Plastics, Van Konijnenburglaan 137, 4612 PL Bergen op Zoom. Deze reactie is niet zozeer op het plan zelf gericht, maar in zijn algemeenheid op de effecten die natuurontwikkeling op de industrie kunnen hebben. 3. de heer J.H.A.L.M. van Trijen, Slikkenburgseweg 8, 4661 PW Halsteren. Het betreffen diverse opmerkingen, waarvan er een slechts beperkt aantal direct betrekking hebben om het project. De project gerelateerde opmerkingen hebben betrekking op beheer en onderhoud, drainage, het gebruik van de Slikkenburgseweg als privé eigendom van de betreffende agrariër, en een tekstuele opmerking met betrekking tot het inrichtingsplan.
Voor de exacte inhoud van de bezwaren en onze reactie wordt verwezen naar de inspraaknota in de bijlage. Deze reacties hebben geen aanpassing van de voorgenomen inrichting tot gevolg. De bezwaarmakers hebben een schriftelijke reactie op hun zienswijze ontvangen. Tevens is aan hen aangegeven hoe de procedure tot vaststelling van het inrichtingsplan verder verloopt. Vraagstelling Kunnen de inrichtingsplannen worden vastgesteld om de doelstelling voor dit gedeelte van het projectgebied Rietkreek/Lange Water af te bakenen en om als uitgangspunt voor de realisatie te dienen? Strategie De voorliggende inrichtingsplannen creëren een optimale inrichting van de beschikbare percelen van het waterschap en Staatsbosbeheer, waarmee de gestelde doelen zullen worden behaald. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de in de bijlage opgenomen kaarten en de inrichtingsplannen welke ter inzage liggen bij de concernstaf. Beoordeling • Financiële gevolgen ja, namelijk de volgende: De huidige kostenraming voor Rietkreek fase 1 betreft € 1.900.000,- en voor Lange Water € 690.000,-. Voor beide projecten zijn in de AB-vergadering van 4 oktober 2006 uitvoeringskredieten beschikbaar gesteld voor een bedrag van respectievelijk € 1.610.000,- en € 430.000,-. Omdat de kredieten volgens de huidige inzichten niet toereikend zijn, wordt in het AB van 25 juni 2008 separaat voor Rietkreek fase 1 en Lange Water een aanvullend UVK aangevraagd •
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen niet van toepassing
Communicatieparagraaf Het communicatietraject verloopt zoals beschreven in de eerdergenoemde nota met nr. 08I000468. Advies: AB stemt in met het vaststellen van het inrichtingsplan Rietkreek fase 1 inclusief inspraaknota en het inrichtingsplan Lange Water inclusief inspraaknota. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
*08I001396*
Er zijn geen reacties binnengekomen.
Inspraaknota: Inrichtingsplan Rietkreek fase 1 Inspraakprocedure AwB, van 22 februari tot en met 4 april 2008 Ter visie procedure Keur, van 3 maart tot en met 1 april 2008
Barcode :
Inspraaknotitie Inrichtingsplan Rietkreek fase 1 Nummer : *08I001396*
Pagina 1 van 1
Reactie van: de heer A.A.M. Bovée Zuiderkreekweg 3 4661 PC Halsteren
Sabic Innovative Plastics Van Konijnenburglaan 137 4612 PL Bergen op Zoom
Nr 1
2
Beoordeling waterschap Bij het opstellen van inrichtingsplannen houden wij altijd rekening met beheer en onderhoud. Daarvoor wordt een separaat plan opgesteld. Dat plan zijn we nu aan het maken, en deze reactie wordt daarin meegenomen. In zijn algemeenheid geldt dat we de in te richten natuur bereikbaar maken via (aan te leggen) onderhouds/schouwpaden. Indien er op basis van onze keur een schouwpad gelegen is, maken we daar gebruik van. Indien dit er niet is, leggen we op de gronden welke in ons eigendom zijn (of in dit geval van Staatsbosbeheer) paden aan. De wijze waarop de ontvangstplicht wordt ingevuld is ook vastgelegd in de keur (hiervoor worden geen vergoedingen gegeven). Het inrichtingsplan brengt daar voor u, ten opzichte van de huidige situatie, geen verandering in. Voor het onderhoud van deelgebied 1 waaraan het betreffende perceel van de landbouwer is gelegen, wordt, op het terrein van Staatsbosbeheer, een toegangspad naar deelgebied 1 aangelegd. Dit maakt reeds onderdeel uit van het plan. Als een van de eigenaren van het Lange Water en diens oevers onderschrijven wij ten volle uw visie op goed buurschap, waarbij respect voor elkaar en elkaars belangen van groot belang is. Van daaruit kunnen wij ons uw zorg voor een eventuele toekomstige inperking van nu nog vergunde industriële activiteiten, als gevolg van toekomstige ontwikkelingen, goed voorstellen. De aard van deze ontwikkelingen, met betrekking tot de uitbreiding van planten- en diersoorten bij het Lange Water, meer algemeen in de vorm van wijzigingen in Europese of nationale wet- en regelgeving, of nog anders, is echter niet te voorspellen, zodat het niet mogelijk is daar nu op in te spelen. Wat we wel kunnen is het, wat u ook aangeeft, streven naar een goede, open communicatie, en het bespreken van eventuele toekomstige problemen. In dat kader zouden wij, indien u dat ook wenst, graag met u willen spreken over deze situatie waarin twee dergelijk verschillende partijen elkaars buren zijn en over de wederzijdse belangen, mogelijkheden en onmogelijkheden die deze situatie met zich
Pagina 1 van 4
Het Lange Water en Sabic Innovative Plastics zijn al jaren gerespecteerde buren van elkaar. We zijn dan ook van mening dat we zuinig op zo’n waardevolle buur moeten zijn. Maar gelijktijdig vinden we dat dit respect wederzijds moet zijn zodat we nog jaren gezamenlijk en in goed vrede naast elkaar kunnen bestaan. En daar wringt hem nu de schoen. In de afgelopen jaren hebben wij moeten constateren dat door oprukkende huizenbouw en het gevoerde natuurbeleid industrielocaties zoals die van Sabic IP in Bergen op Zoom onder druk zijn komen te staan. Beperking van langdurig bestaande rechten zoals verminderde bouwvrijheid zijn hiervan het gevolg. Zo kijken wij ook met argusogen naar uw inrichtingsplan. Wij hebben geen bezwaren tegen het plan als zodanig. Het is echter niet uit te sluiten dat uitbreiding van het aantal planten- en diersoorten t.g.v. dit plan in de toekomst zal leiden tot verdere inperking van de nu nog vergunde industriële activiteiten. Wij zien dat dit ook elders aan de orde van de dag is.. We willen u en
Inhoud reactie Uit de nieuwsbrief heb ik begrepen dat u de oevers nabij het Lange Water wilt gaan veranderen. Nu bezit ik een stuk grond wat aan het Ganzengat is gelegen. Dit is een watergang die u wilt gaan veranderen. Dit wil zeggen dat u aan de zijde die niet van mij is, een heel stuk wilt afgraven en er een flauw talud van wilt maken. Nu is mijn vraag hoe wilt u dit gaan onderhouden? Ik zie geen andere mogelijkheid voor het maaien en korven dan dat u dan altijd over mijn land zult gaan rijden. Dit was altijd het ene jaar voor mij en het andere jaar langs de andere kant. Ook zal ik dan ieder jaar het sloot vuil moeten gaan ontvangen. Hier ben ik het dus helemaal niet mee eens. Omdat ik dan door u op extra kosten wordt gejaagd neem ik aan dat u dit zult vergoeden. Als u een andere mogelijk ziet om onderhoud te plegen wil ik dit gaarne van u vernemen
Inspraaknota: Inrichtingsplan Lange Water Inspraakprocedure AwB, van 24 februari tot en met 6 april 2008 Ter visie procedure Keur, van 28 februari tot en met 27 maart 2008
Nummer : *08I001397* Barcode : *08I001397*
Inspraaknotitie Inrichtingsplan Lange Water
de heer J.H.A.L.M. van Trijen Slikkenburgseweg 8 4661 PW Halsteren
de heer J.H.A.L.M. van Trijen Slikkenburgseweg 8 4661 PW Halsteren de heer J.H.A.L.M. van Trijen Slikkenburgseweg 8 4661 PW Halsteren
de heer J.H.A.L.M. van Trijen Slikkenburgseweg 8 4661 PW Halsteren de heer J.H.A.L.M. van Trijen Slikkenburgseweg 8 4661 PW Halsteren de heer J.H.A.L.M. van Trijen Slikkenburgseweg 8 4661 PW Halsteren
de heer J.H.A.L.M. van Trijen
3
4
6
9
8
7
5
Reactie van:
Nr
Middels het beheer- en onderhoudsplan, wat nu wordt opgesteld, wordt vastgelegd hoe de in te richten percelen bereikbaar zijn voor onderhoud. De wijze waarop de ontvangstplicht wordt ingevuld is vastgelegd in de keur. Het inrichtingsplan brengt daar voor u, ten opzichte van de huidige situatie, geen verandering in. De door u genoemde sloot is geen leggerwatergang. Onderhoud dient dan ook door u zelf plaats te vinden, en wordt niet door ons overgenomen. Onbekend is wat de heer van Trijen bedoeld met een ‘rijstrookvergunning’. Bij ons waterschap en Staatsbosbeheer is
Aan de zuidzijde van de grote watergang in gebied 2 gaat u een dusdanig flauw talud maken, dat de watergang vanaf deze zijde niet toegankelijk is voor onderhoud. U moet dan altijd het onderhoud vanaf mijn perceel uitvoeren en de baggerspecie op mijn perceel deponeren. Als de ontvangstplicht voor Staatsbosbeheer hier niet meer aan de orde is dient u voor mij ter compensatie de sloot tegen het Ganzengat in deelgebied 2 te maaien.
Pagina 2 van 4
Wilt u er rekening mee houden dat agrariërs rijstrookvergunningen hebben om water vanuit het Lange Water
Mogelijk dient de betreffende sloot enkele meters naar het zuiden te worden verlegd. Indien dit het geval is, zal de drainage worden aangepast zodat deze zal blijven functioneren.
In zijn algemeenheid geldt dat het waterschap inderdaad incidenteel grond levert aan particulieren, echter worden daarvoor geen hoogtekaarten ter beschikking gesteld door het waterschap. U kunt daar indien gewenst zelf een adviesbureau voor inschakelen. Middels het beheer- en onderhoudsplan, wat nu wordt opgesteld, wordt vastgelegd hoe de in te richten percelen bereikbaar zijn voor onderhoud. De feitelijke werkwijze ten aanzien van deze soorten zal niet veranderen ten aanzien van de huidige situatie. Aanvullend wordt opgemerkt dat de genoemde soorten juist drogere gronden prefereren, en doorgaans minder zullen voorkomen in de beoogde plas/drassituatie die zal ontstaan met de maaiveldverlaging. Het is niet duidelijk of dat het geval zal zijn. Als zich hiermee in de toekomst problemen gaan voordoen, moeten we daar te zijner tijd op inspelen.
Het plan is op dit punt aangepast.
Beoordeling waterschap meebrengt.
Aan de zuidzijde van perceel Ganzengat komen 5 drainagebuizen in de sloot uit. Kunnen die in de toekomst blijven liggen en functioneren?
Na de afgraving zal er overlast van muggen ontstaan, hoe denkt u die op te lossen?
Hoe denkt u problemen met distels, wilgenroosjes en Jacobskruiskruid te voorkomen indien niet meer over te ontgraven terreindelen kan worden gereden?
Inhoud reactie andere stakeholders daar dan ook nu al op wijzen en onze zorg over deze ontwikkeling zichtbaar maken. Middels dit schrijven willen we graag de communicatie open houden, problemen als hierboven geschetst tijdig op de agenda krijgen en de balans tussen economie en natuur wat meer verduurzamen. In het inrichtingsplan ‘Kreekherstel Lange Water’ staat onder paragraaf ‘recreatie’ dat een monument voor de 2e Wereldoorlog aanwezig is. Het monument war naar wordt verwezen is een monument voor de slachtoffers van de watersnood ramp van 1 februari 1953. Dit ligt nog heel gevoelig in de polder. Bestaat de mogelijkheid dat ik een hoogtekaart krijg van perceel L66 aan de Heenweg, waar u af te graven grond gaat storten?
Inspraaknotitie Inrichtingsplan Lange Water
de heer J.H.A.L.M. van Trijen Slikkenburgseweg 8 4661 PW Halsteren
de heer J.H.A.L.M. van Trijen Slikkenburgseweg 8 4661 PW Halsteren de heer J.H.A.L.M. van Trijen Slikkenburgseweg 8 4661 PW Halsteren
de heer J.H.A.L.M. van Trijen Slikkenburgseweg 8 4661 PW Halsteren
de heer J.H.A.L.M. van Trijen Slikkenburgseweg 8 4661 PW Halsteren
de heer J.H.A.L.M. van Trijen Slikkenburgseweg 8 4661 PW Halsteren
10
11
13
14
15
12
Reactie van: Slikkenburgseweg 8 4661 PW Halsteren
Nr
Nagegaan wordt na of de eigenaar het gebruik van de weg inderdaad kan verbieden. In dat geval zal een andere oplossing voor de afvoer van de grond worden gezocht in het hanteren van een rijstrook op het eigendom van Staatsbosbeheer en/of het zoeken naar een alternatieve route over de openbare weg. Het visrecht wordt hier door Staatsbosbeheer inderdaad niet uitgegeven. Bekend is dat er toch incidenteel wordt gevist. De ervaring leert dat borden niet veel zullen helpen. Staatsbosbeheer controleert met enige regelmaat op illegaal vissen, echter is het zeer moeilijk om in het afgelegen terrein waarover u spreekt correct te surveilleren. Staatsbosbeheer adviseert u de aanwezigheid van vissers te melden zodat door hen gericht actie kan worden ondernomen. Middels het beheer- en onderhoudsplan, wat nu wordt opgesteld, wordt vastgelegd hoe de in te richten percelen bereikbaar zijn voor onderhoud. De sloten waarover u spreekt hebben primair als functie het markeren van de grens tussen uw percelen en de percelen van Staatsbosbeheer. Sloten worden alleen op de legger geplaatst als ze een overwegend belang hebben voor de waterhuishouding. Dit is hier niet het geval. De waterbergingsfunctie die ze mogelijk in de praktijk vervullen, verandert daar niets aan. De sloten zullen niet op de legger worden geplaatst. Volgens de huidige waterschapswet is de grondslag waarop de heffing voor Staatsbosbeheer wordt bepaald niet anders dan voor andere partijen/particulieren in de categorie ongebouwd. Dit gaat met de nieuwe waterschapswet per 1 januari 2009 veranderen. Dit heeft geen gevolgen voor de financiering van de uitvoering van het project Lange Water, omdat het krediet hiervoor reeds beschikbaar
Beoordeling waterschap niets bekend over een verleende (keur)ontheffing/vergunning of gebruiksovereenkomst. Bij de heer Van Trijen zal worden nagegaan waar hij op doelt. Indien een vergunning is verleend/overeenkomst is afgesloten zal worden bekeken hoe hiermee om dient te worden gegaan. Deze sloten zijn door Staatsbosbeheer op hun terreinen aangelegd met geen ander doel dan het markeren van de perceelsgrens. Het uitdiepen dan deze sloten heeft geen meerwaarde voor het realiseren van de doelstellingen voor het gebied. Derhalve worden deze werkzaamheden niet in het plan opgenomen. Hiermee wordt rekening gehouden door, voorafgaand aan het uitvoeren van de werkzaamheden, een KLIC melding uit te voeren.
Pagina 3 van 4
Is het zo dat Staatsbosbeheer maar de helft van de waterschapslasten betaald? Maar als al dit werk moet worden betaald door het waterschap, is dit slecht voor mij te verteren!
Wilt u alle, op de gebieden van Staatsbosbeheer gelegen, sloten welke grenzen aan mijn percelen op de legger plaatsen nu deze vanuit de zijde van Staatsbosbeheer niet meer bereikbaar worden? U geeft aan dat ze vanuit hydrologisch oogpunt geen nut hebben, maar ze voorzien toch in waterberging?
De Slikkenburgseweg vanaf de scheiding tussen Uytdewilligen en Van Trijen is particulier eigendom. Het is voor u ten strengste verboden om over deze weg te rijden met de afvoer van gronden van de kreek, zelfs met rijplaten wordt dit niet toegestaan, het is namelijk privé-terrein. Wilt u borden plaatsen dat het verboden is om te vissen aan het Lange Water. Wij constateren alleen maar overlast in de vorm van parkeerproblemen, vuilnis, en bij nachtvissen een constant blaffende hond.
Aan de oostzijde van de Slikkenburgseweg liggen diverse kabels en leidingen.
Wilt u bij de werkzaamheden ook de, op de gebieden van Staatsbosbeheer gelegen, sloten welke grenzen aan mijn percelen uitdiepen op zodanige wijze dat wij hieruit kunnen beregenen?
Inhoud reactie te onttrekken en een waterpomp te plaatsen in de 4 meter zone bij het water?
Inspraaknotitie Inrichtingsplan Lange Water
Nr
Reactie van:
Inhoud reactie
Inspraaknotitie Inrichtingsplan Lange Water
Pagina 4 van 4
Beoordeling waterschap is gesteld. Aanvullend wordt opgemerkt dat de uitvoeringskosten niet geheel door het waterschap worden gedragen. Rijk en provincie betalen hieraan mee in de vorm van subsidie.
Nummer : *08I001631* Barcode : *08I001631* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 mei 2008; gezien het advies van de AB commissie Beleid en Investeringen d.d. 4 juni 2008;
BESLUIT: In te stemmen met het definitief inrichtingsplan Lange Water Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Nummer : *08I001625* Barcode : *08I001625* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 mei 2008; gezien het advies van de AB commissie Beleid en Investeringen d.d. 4 juni 2008;
BESLUIT: In te stemmen met het definitief inrichtingsplan Rietkreek fase 1 Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan algemeen bestuur Registratienummer: *08I001821* Barcode: *08I001821* Onderwerp: inrichtingsplan Ulicoten Noord Sector en afdeling: Watersystemen en Waterkeringen, afdeling Plannen en Projecten Datum behandeling: 25 juni 2008 Agendapunt: 25 Ter inzage bij de concernstaf: - inrichtingsplan met overzichtskaart; - verslag overleg met F. Rijvers d.d. 15 april; - 3 zienswijzen (F. Rijvers; J. Rijvers; H. de Jong). Bijlagen: inspraaknota en besluit Aan het algemeen bestuur Inleiding In 2007 heeft de Landinrichtingscommissie Baarle-Nassau het waterschap gevraagd om voor het deelgebied “Ulicoten-Noord” de verdere planuitwerking én uitvoering over te nemen. Het betreft de inrichting van nieuwe natuurgebieden, die deel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) of die ingericht zullen worden ten behoeve van Ecologische Verbindingszone (EVZ). De benodigde gronden zijn verworven in het kader van het landinrichtingsproces. De Landinrichtingscommissie richt zich min of meer gelijktijdig op de kavelovergang en de kavelaanvaardingswerken. Het waterschap heeft ingestemd met het verzoek van de Landinrichtingscommissie, omdat hiermee de mogelijkheid ontstond om doelrealisaties vanuit het Bestuursprogramma versneld uit te voeren. In de vergadering van 19 februari 2008 heeft het DB ingestemd met het ontwerp inrichtingsplan Ulicoten Noord en vrijgegeven voor de inspraak (DB nota 08I000460 en besluitenlijst 08I000738) Het ontwerp inrichtingsplan heeft van 27 februari tot en met 10 april ter inzage gelegen. Om belangstellenden te informeren is op 5 maart een informatieavond gehouden. Er zijn 3 reacties op het plan ontvangen. Deze reacties hebben geen aanpassing van voorgenomen inrichting tot gevolg. Tijdens de inspraakperiode is in het kader van het plan van toedeling een wijziging opgetreden waardoor een onderdeel van het plangebied de status van EHS verliest. Het plan wordt daarop aangepast, aanwijzen van een vervangend perceel is onderwerp van overleg tussen Landinrichtingscommissie en provincie. Het inrichtingsplan Ulicoten Noord kan worden vastgesteld. Vraagstelling Kan het inrichtingsplan Ulicoten Noord worden vastgesteld om als uitgangspunt voor de realisatie te dienen? Strategie Het voorliggende inrichtingsplan creëert een optimale inrichting van de beschikbare percelen zoals deze binnen de Landinrichting Baarle-Nassau zijn vastgelegd in het Plan van Toedeling. Met de inrichting worden de volgende doelstellingen vanuit het Bestuursprogramma gerealiseerd: 143 ha verdrogingsbestrijding, 7 ha waterberging, 4,7 ha/4,4 km natte EVZ en herstel van 4 voormalige vennen. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de stukken welke ter inzage liggen bij de concernstaf.
Beoordeling • Financiële gevolgen niet van toepassing •
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen niet van toepassing
Communicatieparagraaf Het communicatietraject verloopt zoals beschreven in de eerdergenoemde nota met nr. 08I000460. Advies: AB stemt in met het vaststellen van het inrichtingsplan Ulicoten Noord inclusief inspraaknota. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Nr 1
Reactie van: J.J.B.M. Rijvers ChaamsewegHazenberg 19 5113 BH Ulicoten
U geeft mij vergunning om de lagere percelen te draineren, om de vernatting te beperken, en u vervangt de z.g. omleidingsloot geheel of gedeeltelijk door een ondergrondse buis (overkluizing), om het uitdrogend effect te voorkomen.
Inhoud reactie Mijn reactie heeft betrekking op de gevolgen voor omliggende gronden van uw ambitieuze plannen in het deelgebied NonnevenDiepven. Uw doelstelling van het project is onder meer verdrogingsbestrijding. Door in het z.g. Diepven het water op te houden zal de grondwaterstand ook in de omgeving stijgen. Omdat de omliggend gronden relatief grote hoogteverschillen vertonen, zullen de lager gelegen percelen, waar nu al dikwijls sprake is van wateroverlast, nog natter worden. Om het van de landbouw afkomstige water om het Diepven heen te leiden, wordt er een nieuw sloot gegraven. Deze sloot komt langs relatief hoge en droogtegevoelige grond te liggen. Omdat deze sloot ook water van lage percelen zal moeten afvoeren, verwacht ik dat de diepte bijna 2 meter zal worden. Deze sloot zal een sterk verdrogend effect op de vlakbij gelegen hoge en nu al droogtegevoelige gronden hebben. Dus de gevolgen van bovengenoemde plannen: Vernatting van lagere percelen en verdroging van de hogere. Beide effecten zijn niet wenselijk.
Het inrichtingsplan wijzigt niet naar aanleiding van deze reactie.
Overkluizing is op basis van het voorgaande niet nodig en vanuit het lokale waterbeheer bezien ook niet wenselijk. Gezien het bovenstaande is de gevraagde vergunning niet aan de orde.
Hierdoor wordt bereikt dat de droogte gevoelige gronden geen kans lopen op extra ontwatering. De berekeningen geven verder aan dat lokaal er sprake is van afname van droogteschade. Binnen de werken in het kader van de ruilverkaveling wordt gewerkt met “wensgrond” bijvoorbeeld indien een ondernemer zijn gronden wil ophogen. E.e.a. zal binnen het uitvoeringstraject van dit inrichtingsplan worden meegenomen.
Beoordeling waterschap Bij de uitwerking van het inrichtingsplan zijn de mogelijke hydrologische gevolgen tot op perceelsniveau doorberekend door TAUW. Daaruit is gebleken dat genoemde natschade niet te verwachten is. Enkel onmiddellijk langs het ven zal een toename van natschade mogelijk zijn maar daarin wordt binnen de ruilverkaveling voorzien door aanleg van een afwateringssloot. Ten einde deze niet op een onacceptabele diepte te moeten aanleggen is er voor gekozen om dit als een zgn “zaksloot” uit te voeren. E.e.a. in overenstemming met de doelstelling voor vernatting.
In deze Inspraaknota zijn de ingebrachte zienswijzen samengevat weergegeven. Dit wil overigens niet zeggen dat de ingebrachte zienswijzen niet in hun geheel beoordeeld zijn.
Ten geleide: Dit inrichtingsplan maakt deel uit van de werkzaamheden binnen het plangebied van de Landinrichting Baarle-Nassau. De inrichtingsmaatregelen voor de kavelaanvaarding worden door Dienst Landelijk Gebied aangestuurd. De Landinrichtingscommissie Baarle-Nassau (LC) heeft het waterschap verzocht als opdrachtgever voor het bijbehorende “natuurbestek” op te treden.
Inspraaknota: Inrichtingsplan Ulicoten Noord Inspraakprocedure AwB, van 27 februari tot en met 10 april 2008
Nummer: ** Barcode : *08I001821*
Nr 2
Reactie van: H.J.M. de Jong Oude Baan 7 Chaam (door Stichting Achmea rechtsbijstand, Tilburg)
Uit de stukken krijgt de cliënt de indruk dat er sprake is van een aanpassing van de ecologische hoofdstructuur. Deze lag eerst aan de zuidzijde van de Strijbeeksebeek, en nu aan de noordzijde. Cliënt vraagt zich af waarop die wijziging gebaseerd is. In ieder geval kan de ecologische hoofdstructuur niet gewijzigd worden via deze procedure. Cliënt makt bezwaar tegen de ecologische hoofdstructuur aan de noordzijde van de Strijbeeksebeek omdat daar zijn gronden liggen. Blijkbaar vanwege de wijziging van de ecologische hoofdstructuur moeten er op de aan cliënt toegedeelde gronden kavelpatronen in stand worden gehouden ten gunste van de ecologische potentie van de gronden. Er is ook een bloemrijk grasland gepland. Historische waardevolle greppelstructuren dienen hersteld te worden. Er komt zelfs een waterreserveringsgebied. Het zal u duidelijk zijn dat deze maatregelen een goede bewerking en bruikbaarheid van de toegedeelde gronden onmogelijk maken. Op die manier blijft er van de toedeling door de landinrichting geen enkel voordeel over. Cliënt heeft dan ook zeer grote bezwaren tegen deze voorgenomen aanpassing van zijn gronden.
Ecologische hoofdstructuur
In het kader van het plan van toedeling van de ruilverkaveling Baarle-Nassau is de ligging van de gronden van cliënt gewijzigd. Deze wijziging is zeer onlangs definitief geworden. De gronden van cliënt liggen voor een groot gedeelte in de hoek tussen Ulicotenseweg, Oude Baan en Strijbeeksebeek. Bij de toedeling is uitgangspunt geweest een verbetering van de landbouwkundige structuur en een efficiëntere bedrijfsvoering. Als dit plan doorgaat, dan zal er voor cliënt van de voordelen van het plan van toedeling niets overblijven. Cliënt zal in dat geval geconfronteerd worden met een aanzienlijke schade. Hieronder zullen wij nader ingaan op diverse punten. Cliënt is in ieder geval van mening dat dit plan geen doorgang moet vinden.
Algemeen
Inhoud reactie Bij de Stichting is een verzoek om rechtsbijstand binnengekomen van de heer H.J.M. de Jong, wonende Oude Baan 7 te Chaam. Met deze brief dien ik namens cliënt een zienswijze in tegen het concept-ontwerpplan van het project Ulicoten-Noord. Cliënt wenst de volgende zienswijze naar voren te brengen
E.e.a. heeft tot gevolg dat de door betrokkene genoemde bezwaren tegen het inrichtingsplan Ulicoten Noord vervallen.
Hierdoor wijzigt het inrichtingsplan op dit punt: alle geplande maatregelen op de aan Dhr. De Jong toebedeelde gronden aan de noordkant van de Strijbeekse beek die EHS gebied zouden worden, zullen geen doorgang vinden. Op dit moment is de LC samen met de provincie in overleg om aan de zuidzijde van de Strijbeekse beek de benodigde hectaren EHS te compenseren.
Kort na het ingaan van deze inspraaktermijn is tussen betrokkene en LC rond plan van toedeling een afwijkende overeenkomst gesloten. Betrokkene wenste de percelen alsnog toebedeeld te krijgen met als gevolg dat de gronden geen EHS gebied worden.
In het inrichtingsplan is er van uit gegaan dat de percelen van Dhr. De Jong waarover wordt gesproken, onderdeel zouden gaan uitmaken van de EHS inclusief realisatie van de bijbehorende natuurdoeltypen. De LC heeft hiertoe het initiatief genomen gezien de slechte waterhuishoudkundige situatie van de percelen. Tijdens het opstellen van het inrichtingsplan werd op aangeven van de LC aangenomen dat betrokkene daarmee akkoord zou gaan.
Beoordeling waterschap
Reactie van:
F.A.M.J. Rijvers Chaamseweg Hazenberg 23 5113 BH Ulicoten (via DAS rechtsbijstand Amsterdam)
Nr
3
Concrete voorstellen Deze betreffen voornamelijk de waterhuishoudkundige gevolgen van de inrichtingsmaatregelen op de huiskavel van Fam. Rijvers. Daarnaast wordt ook aandacht gevraagd voor afwateringsaspecten die relatie hebben met het plan van toedeling/ruilverkaveling. Betrokkene verzoekt het waterschap doelrealisatie voor
Namens cliënt verzoek ik u het plan niet te laten doorgaan. Als gevolg van de ruilverkaveling moeten op de toebedeelde gronden nog de nodige inrichtingsmaatregelen uitgevoerd worden. Cliënt is zonodig bereid tot overleg met u (en de landinrichtingscommissie) om te bezien op welke manier het beste met zijn belangen rekening kan worden gehouden.
Verzoek
Cliënt heeft in de randvoorwaarden van het ontwerpplan onder andere het volgende gelezen: droogteschade dient te worden voorkomen de inrichting van een natuurgebied mag geen schadelijke gevolgen hebben voor omliggende landbouwgronden drainages moeten blijven werken, uitstraling van natschade moet zoveel mogelijk worden voorkomen aangrenzende landbouwgronden mogen niet nog meer last krijgen van nieuwe opgaande beplanting. Cliënt vraagt zich af hoe u denkt aan deze randvoorwaarden te kunnen voldoen gelet op de uitgangspunten van het plan.
Randvoorwaarden
Aan de beek zijn volgens dit plan talrijke aanpassingen gepland om water langer vast te houden (zanddammen, kronkelingen etc.) Dit zal betekenen dat de laag gelegen gronden geen enkele afwatering meer zullen hebben en als gevolg daarvan niet meer bewerkbaar zullen zijn. Dat zal leden tot een aanzienlijke schadepost.
Aanpassingen Strijbeekse beek
Inhoud reactie
Concrete voorstellen Op 15 april is met Fam. Rijvers overlegd over deze punten (het gespreksverslag ligt ter inzage) Een aantal acties worden of op korte termijn in het lopende Kavelaanvaardingsbestek meegenomen, worden met Staatsbosbeheer afgestemd of worden opgenomen in het bestek van het inrichtingsplan
Betrokkene heeft een zienswijze ingediend waarin een groot aantal opmerkingen zijn gemaakt (ligt ter inzage) De reacties zijn in drie groepen op te delen: concrete voorstellen, overig en bedenkingen.
Het plan wordt aangepast aan de gewijzigde invulling EHS gronden.
In het proces van toedeling is betrokkene door de LC gewezen op de onmogelijkheid om in het kader van de ruilverkaveling de waterhuishoudkundige situatie te verbeteren. De door betrokkene genoemde bezwaren op dit punt zijn niet de verantwoordelijkheid van het waterschap maar maken onderdeel uit van de kavelaanvaarding.
Bij het opstellen van inrichtingsplannen houden wij altijd rekening met beheer en onderhoud. Daarvoor wordt een separaat plan opgesteld. Daarin is ook de Strijbeekse beek opgenomen met aanliggende gronden.
Beoordeling waterschap
Nr
Reactie van:
Betrokkene merkt op dat bij het inrichtingsplan een kaart als bijlage is bijgevoegd waarop de provinciale “waterdoelen” staan. Bezwaar wordt gemaakt daartegen aangezien ter hoogte van de huiskavel een zoekgebied voor waterberging staat aangegeven. Betrokkene daartegen heeft ten tijde van de bezwarenbehandeling Reconstructie Baronie bezwaar gemaakt dat is gehonoreerd. Betrokkene wenst benaderd te worden in geval in de toekomst het plangebied een andere inrichting gaat krijgen. Betrokkene verzoekt het waterschap het “zoekgebied beek- en kreekherstel” aan te passen/te verkleinen.
Betrokkene merkt op dat het inrichtingsplan op onderdelen indruist tegen afspraken tussen hem en de Landinrichtingscommissie mbt pacht van gronden van Staatsbosbeheer.
•
•
•
•
•
Betrokkene wijst op het maatschappelijk belang van een
Bedenkingen • Betrokkene merkt op dat het inrichtingsplan niet breed maatschappelijk is opgesteld.
Betrokkene verzoekt het waterschap maatregelen te nemen om overlast en schade door ganzen weg te nemen.
•
Overig
Inhoud reactie vernatting en waterberging aan te passen middels spreiding over andere percelen niet in onmiddellijke nabijheid van de huiskavel.
Op verzoek van de gemeente Baarle-Nassau is besloten om de
Bedenkingen In het planvormende proces is het inrichtingsplan samen met direct betrokken organisaties opgesteld. Deze inspraak is het wettelijke instrument om ook individuele burgers inspraak te verlenen.
Het waterschap is in deze geen bevoegd gezag.
Het waterschap is in deze geen bevoegd gezag. Na afronding van de landinrichting Baarle-Nassau worden de EHS begrenzingen definitief voor Provinciale Staten vastgesteld waarmee het zoekgebied zijn status verliest.
Deze toezegging kan worden gemaakt omdat e.e.a. in geval daarvan sprake zal zijn, impliciet onderdeel uitmaakt van de bijbehorende wettelijke procedures.
De kaart die beschikbaar is, is op dit punt door de provincie nog niet gecorrigeerd. Uitkomst bezwarenbehandeling blijft onverkort van kracht. Er is geen sprake meer van een zoekgebied zoals bedoeld is de nota door betrokkene.
Overig Het waterschap is in deze geen bevoegd gezag.
Beoordeling waterschap Ulicoten Noord. In geval met Staatsbosbeheer overeenstemming wordt bereikt worden betreffende acties ook opgenomen in het uitvoeringsbestek Ulicoten Noord. Daarmee wordt waar mogelijk tegemoet gekomen aan de wensen van betrokkene. De geplande locaties in het inrichtingsplan zijn een resultante van belangenafweging met meerdere partijen. Verzoek en overleg geeft geen aanleiding tot aanpassing inrichtingsplan.
Nr
Reactie van:
Betrokkene doet een voorstel voor verplaatsen van EVZ langs het Groot Vergoor naar het tracé van de Oude Bredasebaan. Betrokkene verwijt het waterschap dat er geen landbouwkundigen in het projectteam hebben gezeten. Betrokkene spreekt zijn vrees uit voor toename van leverbot (met bijbehorende onkosten agv bestrijding) door de beoogde vernattingmaatregelen.
Betrokkene is tegen inrichting van een deel van het plangebied als moeras met het oog op toename van ziektedruk door watergebonden organismen (knut en blauwtong als voorbeeld) Betrokkene verzoekt het waterschap maatregelen te treffen in geval deze het gebied voor het publiek gaat openstellen. Betrokkene wijst op foutieve benamingen, het ontbreken van juiste lokale benamingen. Betrokkene betwijfelt of de gevolgde inspraakprocedure juridisch juist is verlopen.
Betrokkene merkt op dat Kavelaanvaardingswerken en het inrichtingsplan Ulicoten Noord niet “gelijk op” lopen.
•
•
•
•
•
•
•
•
Inhoud reactie fietspad langs de Ulicotense weg dat wat hem betreft uitgaat boven het natuurbelang.
Afstemming met de Kavelaanvaardingswerken vindt bij voortduring plaats én middels overleg tussen waterschap en DLG en omdat zowel de Landinrichtingscommissie als het waterschap het ingenieursbureau Arcadis voor de respectievelijke bestekken hebben ingehuurd. Daar waar Kavelaanvaardingswerkzaamheden (nog) niet kunnen worden opgepakt bestaat de afspraak dat in het natuurbestek e.e.a.
E.e.a. is conform de inspraakverordening waterschap Brabantse Delta (concept inrichtingsplan wordt ter inzage gelegd) en wettelijke voorschriften (Algemene Wet Bestuursrecht)
Wordt waar nodig aangepast/gewijzigd (bestek)
Het waterschap is in deze geen partij want betreft terreinbeheerder.
E.e.a. valt buiten de competentie van het waterschap. Realisatie van dit natuurdoeltype maakt deel uit van de provinciale natuurdoelstelling.
Het uitstralingseffect van de maatregelen is zodanig dat de gevreesde effecten mbt leverbot niet te verwachten zijn. Afspraken gemaakt tijdens het overleg met betrokkenen op 15 april zorgt er voor dat afwatering van de huiskavel geoptimaliseerd wordt.
In het projectteam zaten drie leden van de Landinrichtingscommissie van de fractie landbouw.
Het Groot Vergoor is aangewezen als EVZ. Realisatie daarvan kan a.g.v. de huiskavelproblematiek binnen deze landinrichting maar zeer ten dele worden bereikt.
Beoordeling waterschap onderhoudsstrook die langs een deel van de Ulicotense weg aan het waterschap is toebedeeld beschikbaat te stellen voor aanleg van een fietspad. Voorwaarde daarvoor is wel dat de gemeente het waterschap compenseert middels grondverwerving om de natte EVZ ter plaatse alsnog te kunnen realiseren.
Nr
Reactie van:
Inhoud reactie
Beoordeling waterschap waar mogelijk wordt meegenomen. Juist doordat beide niet tegelijkertijd worden uitgevoerd is er langer aandacht voor lokale en persoonlijke belangen groter en kan daarop beter worden ingespeeld. Het overleg dat op 15 april is gehouden, is daarvan een voorbeeld.
Nummer : *08I001626* Barcode : *08I001626* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 mei 2008; gezien het advies van de AB commissie Beleid en Investeringen d.d. 4 juni 2008;
BESLUIT: In te stemmen met het definitief inrichtingsplan Ulicoten Noord Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *08I001825* Barcode: *08I001825* Onderwerp: inrichtingsplan fase I projectgebied Noordrand Midden Sector en afdeling: Watersystemen en Waterkeringen, afdeling Plannen en Projecten Datum behandeling: 25 juni 2008 Agendapunt: 26 Ter inzage bij de concernstaf: inrichtingsplan fase I Noordrand Midden inclusief inrichtingstekeningen Bijlagen: 1. topografische kaart projectgebied met aanduiding wielen; 2. inspraaknota; 3. besluit.
Aan het algemeen bestuur Inleiding Het waterschap heeft in samenwerking met Staatsbosbeheer een (ontwerp) inrichtingsplan opgesteld voor het herstel van vier wielen in het projectgebied Noordrand Midden. De wielen hebben de functie ‘waternatuur – vlakvormig’. De opgenomen inrichtingsmaatregelen zijn vastgelegd in het rapport van de IGA Noordrand Midden, rekening houdend met de resultaten van het onderzoek ‘Maatregelenplan herstel vennen, wielen en meanders met functie waternatuur’ van Herman van Dam (medio 2007). In de vergadering van 18 december 2007 heeft het DB ingestemd met het ontwerp inrichtingsplan fase I Noordrand Midden en is deze vrijgegeven voor de inspraak (DB nota 07I003269 en besluitenlijst 08I000008). Inspraak Het ontwerp-inrichtingsplan fase I Noordrand Midden heeft van 16 januari 2008 tot en met 27 februari 2008 ter inzage gelegen. Om de belanghebbenden en belangstellenden te informeren zijn op 17 januari 2008 de beoogde maatregelen tijdens een informatieavond gepresenteerd. Er is één schriftelijke reactie binnengekomen van de hengelsportvereniging De Kleine Voorn. In de toegevoegde inspraaknota is de reactie verwoord en is de beoordeling gedaan. De reactie heeft geen wezenlijke wijzigingen van te nemen maatregelen tot gevolg. Het inrichtingsplan kan ongewijzigd, met de toevoegingen zoals verwoord in de toegevoegde inspraaknota, worden vastgesteld. Vraagstelling Kan het AB instemmen met het vaststellen van het inrichtingsplan fase I Noordrand Midden inclusief inspraaknota? Strategie Op basis van het inrichtingsplan en de inspraaknota zal in april 2008 een bestek worden opgesteld. Benodigde vergunningen zijn aangevraagd. Met de eigenaren van Romme’s wiel en het Zandwiel wordt overleg gevoerd over de uitvoering van maatregelen die (deels) op hun eigendommen beoogd zijn. Uitvoering van de herstelwerkzaamheden aan Romme’s wiel kunnen naar verwachting in de tweede helft van 2008 plaatsvinden; de werkzaamheden aan het Zandwiel kunnen waarschijnlijk niet voor 2009 plaatsvinden. De overige wielen zijn in eigendom van Staatbosbeheer; naar verwachting kunnen werkzaamheden hieraan in de tweede helft van 2008 plaatsvinden. Door het herstel wordt voldaan aan de doelstelling ‘herstel waternatuur vlakvormig’ (4 stuks).
Definitief Ontwerp inrichtingsplan fase I Noordrand Midden: In bijgevoegd ‘Inrichtingsplan fase I Noordrand Midden’ is een situatieschets opgenomen met de ligging van de wielen. De inrichtingsmaatregelen zijn erop gericht om de juiste waterhuishoudkundige condities te verkrijgen, waarbij wordt voldaan aan de provinciaal vastgelegde doelstellingen. In bijgevoegd inrichtingsplan zijn de ontwerpen opgenomen en wordt een beschrijving gegeven van de voorgenomen maatregelen. Beoordeling • Financiële gevolgen ja, namelijk de volgende: Advies Team Projecten (ATP) is formeel naar advies gevraagd over mogelijkheden tot subsidiëring; betreffend advies wordt in april 2008 verwacht. Na dit advies zal de subsidieaanvraag worden ingediend. Op basis van voorgesprekken wordt verwacht dat minimaal 50% subsidie wordt toegekend. Aangezien de maatregelen volledig worden genomen om te voldoen aan een waterschapsdoelstelling, leveren de terreineigenaren geen financiële bijdrage. De totale kosten passen binnen het in oktober 2006 door het AB verstrekte uitvoeringskrediet. •
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
Communicatieparagraaf De beoogde maatregelen zijn met direct belanghebbenden besproken. Daarnaast zijn de beoogde maatregelen tijdens een informatieavond gepresenteerd. •
MVO gevolgen ja namelijk
MVO aspect:
Score:
1.
De actie gaat verder dan de wettelijke verplichtingen en kerntaken van het waterschap:
0
2.
De actie kan wel betrekking hebben op het uitvoeren van kerntaken, maar onderscheidt zich dan van het reguliere werk doordat er in de wijze van uitvoering extra aandacht is voor de aspecten People, Planet en Profit: Om invulling te geven aan het herstel van de wielen (waternatuur vlakvormig) zijn de te nemen maatregelen afgestemd met de terreinbeheerder, terreineigenaren en visvereniging. Respect voor groen, natuur en milieu zijn leidend.
1
3.
De actie kenmerkt zich door vernieuwende en/of grensverleggende aspecten, gericht op één of meer van de drie P's. People: De wensen en opmerkingen van terreinbeheerder, terreineigenaren en visvereniging zijn specifiek besproken en meegenomen in de uiteindelijke uitwerking. Planet: bescherming van de planeet is uitgangspunt; respect voor groen, natuur en milieu zijn leidend. Profit: maximale benutting van subsidies.
1
4.
2 De actie leent zich om er buiten de organisatie over te communiceren zodat ook andere partijen er van kunnen leren en het waterschap verantwoording aflegt over gemaakte keuzes: Door de nauwe samenwerking en afstemming met de terreinbeheerder, terreineigenaren en visvereniging worden goed draagvlak verkregen, wat ook een positieve uitwerking heeft op beoogde maatregelen in de aangrenzende natuurparels. Totaalscore van de 4 aspecten 4
MVO score:
*
**
***
****
Advies: AB stemt in met het vaststellen van het inrichtingsplan fase I Noordrand Midden inclusief inspraaknota. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Inspraaknota In het kader van de inspraak op het concept-ontwerpplan met betrekking tot het herstel van vier wielen langs de Halsche Vliet heeft het concept-ontwerpplan gedurende zes weken (van 16 januari 2008 tot en met 27 februari 2008) ter inzage gelegen. Er zijn geen telefonische of mondelinge opmerkingen en vragen naar voren gebracht. Er is één brief binnengekomen, welke als reactie op het plan dient te worden meegenomen. Het betreft hier de brief van K.E. Hengelsportvereniging De Kleine Voorn te Etten Leur d.d. 20 februari 2008 (poststuk 08B002071). Door deze partij zijn de volgende opmerkingen en vragen (zienswijze/reactie) geplaatst, welke zijn meegenomen in de beoordeling. De beantwoording geeft aan hoe dit in het definitieve plan wordt verwerkt. Nr. Naam 1. K.E. Hengelsportvereniging De Kleine Voorn
Zienswijze/Reactie Romme’s Wiel Er wordt getwijfeld of de te baggeren laag van 1-2,5m niet veel dikker is (conform rapport Van Dam)
Beantwoording Op basis van bekende gegevens wordt uitgegaan van 1-2,5m. Tijdens de besteksvoorbereiding wordt de dikte van de te baggeren laag definitief bepaald. Uitgangspunt blijft dat de aanwezige sliblaag wordt verwijderd.
Er wordt verzocht om de passage met betrekking tot het herzien van de vispacht te verwijderen.
Het herzien van de vispacht is met name bedoeld om zaken als het uitzetten van vis en het bijvoeren beter in te kaderen. Het is geen inrichtingsmaatregel maar een beheermaatregel. De Kleine Voorn is hierin al actief. Het verwijderen van de passage is geen probleem. Indien nodig dient in de toekomst bekeken te worden of herziening nodig is.
Er wordt getwijfeld aan de maatregel ABB (Actief Biologisch Beheer).
Actief Biologisch beheer is een containerbegrip waaronder verschillende maatregelen vallen zoals het afvangen van ongewenste vissoorten. De Kleine Voorn is meer voorstander van het dusdanig inrichten van het water dat de gewenste vissoorten beter kunnen gedijen. Het plan voorziet in het verbeteren van de omstandigheden door het inrichten van paaiplaatsen en dergelijke. Om het proces om te komen tot een andere visstand te versnellen wordt voorgesteld om ABB, in ieder geval direct na de inrichting toe te passen. In de toekomst dient bekeken te worden of naast de inrichtingsmaatregelen verder ABB benodigd is.
Er wordt verzocht om een paaiplaats aan de noordzijde van het wiel ter compensatie van het het verlies aan paaiplaatsen in de omliggende sloten
Deze optie is in het bestek meegenomen. Het betreft hier het plaatselijk verondiepen van het wiel aan de noordzijde. Een en ander in overleg met de opsteller van het definitief ontwerp.
Wiel Haagse Dijk Geen opmerkingen
Zandwiel Er wordt getwijfeld aan de opmerking dat er niet gebaggerd hoeft te worden in het Zandwiel. Met name op de diepe plaatsen
In de besteksfase wordt hiernaar nader onderzoek ingesteld. Indien er slib aanwezig is dan wordt deze gebaggerd.
is een dikke sliblaag aanwezig. Er wordt getwijfeld of het verwijderen van de begroeiing en het daardoor bevorderen van de oppervlaktestroming een goede maatregel is. Met name bestaat de angst voor verdere afkalving van de oever. Indien de begroeiing wordt verwijderd wordt gepleit voor een natuurvriendelijke oeverbescherming
Deze opmerking is ook geplaatst door de SBB (eigenaar). Het verwijderen van het groen zal iets minder worden uitgevoerd en de oostelijke oever wordt voorzien van een bescherming zodat verdere afkalving wordt voorkomen
In overleg met SBB worden deze suggesties Er wordt verzocht om de gehele sloot ten noordoosten van het wiel als paaigebied te meegenomen en indien mogelijk/nodig of wenselijk in de besteksfase verwerkt. gebruiken. Met andere woorden de stuw verplaatsen richting Zwartenbergse Vliet. Bij het verflauwen van het talud naar 1:5 komt het huidige wandelpad in het gedrang. Er dient dan een nieuw pad te worden aangelegd. Of de verflauwing aan de andere zijde. De wijze waarop de afrastering staat aangegeven klopt niet en het verzoek is om het nieuwe raster anders te plaatsen zodat de oostelijke oever kan worden gebruikt voor het vissen.
Deze opmerking wordt in de besteksfase meegenomen.
Er wordt getwijfeld aan de maatregel ABB (Actief Biologisch Beheer).
Actief Biologisch beheer is een containerbegrip waaronder verschillende maatregelen vallen zoals het afvangen van ongewenste vissoorten. De Kleine Voorn is meer voorstander van het dusdanig inrichten van het water dat de gewenste vissoorten beter kunnen gedijen. Het plan voorziet in het verbeteren van de omstandigheden door het inrichten van paaiplaatsen e.d. Om het proces om te komen tot een andere visstand te versnellen wordt voorgesteld om ABB, in ieder geval direct na de inrichting toe te passen. In de toekomst dient bekeken te worden of naast de inrichtingsmaatregelen verder ABB benodigd is.
Wiel ten noorden van het zandwiel Geen opmerkingen
Naast de informatie uit de inspraak zijn tijdens gesprekken opmerkingen gemaakt door Staatsbosbeheer en de eigenaren van Romme’s wiel en Wiel Haagsedijk. De opmerkingen van Staatsbosbeheer en de eigenaar van Romme’s Wiel zijn verwerkt in de bestekstekeningen. De eigenaar van het Wiel Haagsedijk (gedeeltelijk), waarvan het noodzakelijk is een gedeelte grond te kopen om het plan in de huidige vorm uit te voeren staat neutraal tegenover het plan. De gesprekken met betrekking tot de grondaankoop zijn gaande. Bijgevoegd zijn de in bewerking zijnde bestekstekeningen (tekeningen stand per 20 maart 2008). Hierin zijn de opmerkingen reeds verwerkt. Bij wiel no. 6 is een aanpassing gedaan met betrekking tot de isolatiemaatregel zodat het wiel een groter oppervlak kan behouden. De aangegeven stuw vervalt en wordt vervangen door een dam.
Nummer : *08I001627* Barcode : *08I001627* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 mei 2008; gezien het advies van de AB commissie Beleid en Investeringen d.d. 4 juni 2008;
BESLUIT:
In te stemmen met het definitief inrichtingsplan fase 1 Noordrand Midden Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008,
Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *08I001850* Barcode: *08I001850* Onderwerp: inrichtingsplan verdrogingsbestrijding de Matjens Sector en afdeling: Watersystemen en Waterkeringen, afdeling Plannen en Projecten Datum behandeling: 25 juni 2008 Agendapunt: 27 Ter inzage bij de concernstaf: definitief inrichtingsplan 'verdrogingsbestrijding de Matjens’ Bijlagen: -
topografische kaart;
-
maatregelenkaart (herzien);
-
uitstralingskaart grondwater;
-
inspraaknota.
Aan het algemeen bestuur Inleiding Het plangebied van het project 'Verdrogingsbestrijding de Matjens' maakt deel uit van het project Kleine Beek/Aa of Weerijs. Het plangebied ligt in het zuid-westen van de gemeente Zundert tegen de grens met België. Het plangebied ligt binnen de EHS en de gronden zijn, op enkele percelen uitgezonderd, grotendeels in eigendom van Staatsbosbeer. Op de bijgaande topografische kaart wordt de ligging van het projectgebied getoond. Binnen het reconstructieplan De Baronie is de Matjens aangewezen als natte natuurparel. Als zodanig heeft het gebied een hoge prioriteit gekregen om de verdroging te bestrijden en de ecologische waarden te herstellen. De Kleine Beek is aangewezen als ecologische verbindingszone. Daarnaast is er in noordelijke richting, langs de Helloop-Turfvaart een zone begrensd als EHS. Via deze zone wordt de Matjens vebonden met de landgoederenzone Oude Buissche Heide-Pannenhoef (project Turfvaart-Bijloop zuid). Tevens is in de "beleidsnotitie Vis"bepaald dat de Kleine Beek in het kader van de Kaderrichtlijn Water vispasseerbaar gemaakt moet worden. Op Belgisch grondgebied sluit het natuurgebied de Maatjens aan op het projectgebied de Matjens. In zowel het ruimtelijk structuurplan van Vlaanderen als provincie Antwerpen worden gebieden in en rondom de Matjens aangemerkt als belangrijk natuurgebied. Het deel aan de Belgische zijde is tevens aangemerkt als Natura 2000 gebied. In het kader van het Grensoverschrijdend Ecologisch Basisplan Vlaanderen-Nederland(GEB) wordt met België samengewerkt aan de realisatie van grensoverschrijdende natuur. Vraagstelling Kan het AB instemmen met het definitief inrichtingsplan voor het project 'Verdrogingsbestrijding de Matjens'?
-1-
Strategie Het plangebied van het project wordt bepaald door de begrenzing van de natte natuurparel de Matjens. Als Natte natuurparel heeft het gebied een hoge prioriteit gekregen om de verdroging te bestrijden en de ecologische waarden te herstellen. Dit willen we bewerkstelligen door de volgende werkzaamheden uit te voeren: - het isoleren van de Kleine Beek (150 m); - het graven van een nieuw trace voor de Kleine Beek (550 m); - het verwijderen van 1 stuw; - het verplaatsen en vervangen van stuw Matjens; - het graven van een natuurvriendelijke oever (300 m); - de aanleg van een onderhoudsbrug. In het definitief inrichtingsplan, zijn ten gevolge van ingediende inspraakreacties planwijzigingen doorgevoerd. Het gaat om twee ambtshalve wijzigingen als gevolg van plandetaillering in overleg met Staatsbosbeheer, een wijziging in overleg met de Watering van Wuustwezel en wijzigingen in overleg met drie agrariërs uit het gebied. In het gebied wordt een grondwaterstand verhoging van 0,15 - 0,20 m nagestreefd om de verdroging tegen te gaan. Door het verhogen en verplaatsen van stuw Matjens wordt deze grondwaterstandverhoging in een groot gedeelte van het gebied behaald. Daarnaast is het door het vergraven van de Kleine Beek mogelijk om hogere peilen te gaan voeren. Uitgangspunt hierbij is dat er geen negatieve effecten mogen optreden ter hoogte van België. De maaiveld hoogten zijn hier beperkend. Daarnaast mogen er in principe geen negatieve effecten optreden ter hoogte van percelen binnen de EHS, die momenteel nog in agrarisch gebruik zijn. De afwatering van deze percelen wordt gewijzigd in het kader van de ruilverkaveling Zundert, waardoor de afwatering grotendeels op orde blijft. Daar waar wel nadeel te verwachten is, is hiervoor inmiddels een berekening uitgevoerd, zullen gesprekken worden gevoerd en waar nodig afspraken worden gemaakt. Ter hoogte van een aantal percelen buiten de EHS zullen de optredende grondwaterstanden ook hoger worden. Door middel van intensief overleg met betrokkenen zal bekeken worden hoe hier mee omgegaan kan worden. De juridische leidraad 'Ontwikkeling natte natuur' is een serieuze, maar laatste optie. Als gevolg van het uitvoeren van deze maatregelen wordt de volgende doelrealisatie behaald: - 154 ha. Herstel natte natuurparel; - 154 ha. Verdrogingbestrijding. Dit is meer dan in eerste instantie was berekend, dit wordt veroorzaakt door de planaanpassing. Wanneer in de toekomst eventueel wel een peilverhoging mag plaatsvinden op Belgisch grondgebied, als gevolg van het verdwijnen van de agrarische belangen aldaar, kan een nog hogere doelrealisatie worden behaald door middel van het hoger opzetten van het winter peil van de Kleine Beek met de aangepaste stuw Eendekooi. Vooralsnog is dit echter niet aan de orde. Met de aanpassing van stuw eendenkooi wordt rekening gehouden met de vispasseerbaarheid hiervan. De uitvoering van het project 'Verdrogingsbestrijding de Matjens' zal eind 2008 - nadat de vergunningen zijn verleend en gronden zijn verworven - worden gestart. De uitvoeringskosten zullen bij benadering € 500.000,- bedragen. De volgende kostenverdeling wordt beoogd: Subsidie (ILG/BSW) € 250.000,Provincie € 125.000,Waterschap € 125.000,Totale kosten € 500.000,Beoordeling • Financiële gevolgen niet van toepassing overeenkomstig besluit DB 23 oktober 2007, kosten blijven binnen de raming. •
Juridische gevolgen ja, namelijk Voor het project is in het kader van de Algemene wet bestuursrecht een inspraakprocedure doorlopen vanwege een wijziging van de oppervlaktewater peilen. Voor het dempen en graven zal een keurontheffing worden aangevraagd waarmee belanghebbenden eveneens de kans krijgen om hun zienswijzen in te dienen. Ook wordt een ontgrondingsvergunning aangevraagd.
•
Personele gevolgen niet van toepassing
-2-
•
Overig Grondverwerving en compensatie van de uitstralingseffecten vormen risico's voor doorgang van het project; de ontgrondingsvergunning geeft risico voor de voortgang van het project.
• Advies regiocommissie Midden De regiocommissie heeft voor de inspraak geadviseerd om in het rapport een hoofdstuk over het vervolgtraject op te nemen. Dit hoofdstuk is toegevoegd in de versie die ter inzage heeft gelegen. Verder wordt op advies van de regiocommissie in de rapportage aangegeven dat in de raming rekening is gehouden met een ingecalculeerd risico. Na de inspraak heeft de regiocommissie op 15 april positief geadviseerd over het aangepaste inrichtingsplan. De regiocommissie wil geïnformeerd worden over de definitieve locatie van de stuw in de Kleine Beek. Advies regiocommissie: de regiocommissie Midden adviseert positief aan het dagelijks bestuur. MVO gevolgen ja, namelijk MVO aspect:
Score:
1.
De actie gaat verder dan de wettelijke verplichtingen en kerntaken van het waterschap:
0
2.
De actie kan wel betrekking hebben op het uitvoeren van kerntaken, maar onderscheidt zich dan van het reguliere werk doordat er in de wijze van uitvoering extra aandacht is voor de aspecten People, Planet en Profit: Er wordt een oude turfvaart hersteld.
1
3.
De actie kenmerkt zich door vernieuwende en/of grensverleggende aspecten, gericht 0 op één of meer van de drie P's.
4.
De actie leent zich om er buiten de organisatie over te communiceren zodat ook andere partijen er van kunnen leren en het waterschap verantwoording aflegt over gemaakte keuzes.
0
Totaalscore van de 4 aspecten 1 MVO score:
*
**
***
****
communicatieparagraaf Het waterschap heeft in samenwerking met de projectpartners een informatiebijeenkomst voor de belanghebbenden georganiseerd op 13 december 2007. Aanvullend zal er door middel van een nieuwsbrief, persbericht en projectborden met de streek worden gecommuniceerd. Direct betrokkenen zullen persoonlijk worden benaderd. Advies: het AB stemt in met het definitief ontwerp voor het project ‘Verdrogingsbestrijding de Matjens’. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
-3-
Ligging projectgebied Natte Natuurparel de Matjes
Grondwaterstandverandering als gevolg van gewijzigd ontwerp (GLG en GHG)
Natte natuurparel
Bijlage 1 INSPRAAKNOTA Voorlopig ontwerpinrichtingsplan Matjes te Achtmaal Algemeen Het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta heeft via een advertentie op 14 november 2007 in het dagblad BN/De Stem en weekblad De Zundertse Bode bekend gemaakt dat een inspraakprocedure wordt opgestart voor het voorlopig ontwerpinrichtingsplan de Matjes te Achtmaal. Het ontwerpinrichtingsplan behelst een aantal maatregelen die gericht zijn op het bestrijden van de verdroging en herstel van de natuur. Het inrichtingsplan is tot stand gekomen in samenwerking met de volgende instanties: Staatsbosbeheer, Dienst Landelijk Gebied en de Provincie Noord Brabant. Het ontwerpinrichtingsplan heeft vanaf woensdag 14 november 2007 tot en met woensdag 26 december 2007 op de volgende plaatsen ter inzage gelegen: • waterschap Brabantse Delta, Bergschot 69-1 te Breda; • waterschap Brabantse Delta, regiokantoor Midden, Chaamseweg 18 te Ulvenhout; • gemeente Zundert, Markt 1 te Zundert. Om het ontwerpinrichtingsplan toe te lichten en uw vragen over dit plan te beantwoorden, heeft het waterschap een informatiebijeenkomst georganiseerd op 13 december 2007. Deze heeft plaatsgevonden vanaf 19.30 uur in zaal ‘De Toekomst’, Pastoor de Bakkerslaan 19 te Achtmaal. Schriftelijke zienswijzen konden gericht worden aan het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta. Voor eventueel mondelinge zienswijzen kon contact gezocht worden met de betreffende projectmanager of projectleider van dit project. In het algemeen blijkt uit de ingekomen reacties en de georganiseerde informatieavond dat het inrichtingsplan neutraal ontvangen is, maar met belangstelling gevolgd wordt. In het vervolg van deze inspraaknota wordt ingegaan op de opmerkingen en kanttekeningen die ten aanzien van het plan naar voren zijn gebracht. De inspraakreacties zijn daartoe samengevat en van een reactie voorzien. Van de volgende personen/instanties is een schriftelijke inspraakreactie ontvangen: • varkensbedrijf Kools-Hereijgers en Boomteeltbedrijf Kevin Kools, Nieuwmoerseweg 21, 4885 KJ Achtmaal (d.d. 23 december 2007) • boomkwekerij L. A. Oostvogels, Nieuwmoerseweg 30, 4885 KK Achtmaal (d.d. 18 december 2007) • Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Watering van Wuustwezel, Gemeentepark 1, 2990 Wuustwezel Belgie Van de volgende personen/instanties is een mondelinge inspraakreactie ontvangen: • de heer J. Jochems, Eendekooistraat 12 4885 KM Achtmaal; • de heer A.A.J.M Godrie, Eendekooistraat 11a 4885 KM Achtmaal; • de heer A.J.A. Vriends, Eendekooistraat 10 4885 KM Achtmaal. Dit betrof een gezamenlijke inspraakreactie die ook met alle betrokkenen gelijktijdig besproken is. Verder zijn nog twee ambtshalve wijzigingen aangebracht, als gevolg van plandetaillering in overleg met Staatsbosbeheer.
-4-
Samenvatting van de inspraakreactie 1. Varkensbedrijf Kools-Hereijgers en Boomteeltbedrijf Kevin Kools Het varkensbedrijf/boomteeltbedrijf bevindt zich buiten de uitstralingszone van 250 meter van het gebied. Binnen de 250 meter uitstralingszone zijn compenserende maatregelen beschreven, hierbuiten niet. De betrokkenen maken zich zorgen over het peil. In 14 punten beschrijft de betrokkene puntsgewijs de voorziene knelpunten/bezwaren. Een samenvatting van de punten is hieronder opgenomen: 1.
het is voor de betrokkenen onduidelijk of de 0-situatie qua peilen vastgelegd is. Voordat de ontwikkeling/aanpassing van het gebied start eisen de betrokkenen een 0-meting van alle peilen, gebiedsbreed en openbaar toegankelijk; 2. volgens de betrokkenen zou (volgens afspraken Cork) realisatie van de natte natuurparel nooit ten koste mag gaan van de ontwikkeling van de landbouw in de omgeving. In het inrichtingsplan is beschreven dat de effecten qua grondwaterstanden ook buiten het projectgebied merkbaar zijn. Dit is voor de betrokkenen te vaag hieromtrent vragen ze duidelijkheid en compenserende maatregelen; 3. effecten in grondwaterstanden buiten projectgebied; 4. aanpassing c.q. waarborgen maaibeleid; 5. het openbaar maken van de onderhoudspaden kan alleen met instemming van de eigenaar/grondgebruiker; 6. de stuwen in het gebied moeten volgens de betrokkenen “vaste” stuwen zijn; zij vrezen voor geleidelijke aanpassing van de peilen; 7. de geplande kampeerpaal staat volgens de betrokkenen te dicht bij de “bewoonde wereld”; 8. de betrokkenen eisen vooraf een goed ongedierte bestrijdingsplan; 9. de periode/sluitingsdatum voor de ter inzage legging/het indienen van de zienswijzen is naar mening van de betrokkenen tekort/ongelukkig gekozen vanwege de feestdagen. 2. Boomkwekerij L.A. Oostvogels De heer Oostvogels heeft een bos- en haagplantsoen kwekerij en voorziet een stijging van de grondwaterstand en slechtere afvoer van oppervlaktewater van zowel zijn perceel Lepelstraat als zijn huisperceel. Hij draagt een aantal oplossingen aan in de vorm van pompen en/of uitdiepen van sloten en duikers. Indien deze oplossingen niet doorgevoerd worden verwacht de betrokkene inkomstenderving. 3. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Watering van Wuustwezel Het bestuur van de Watering van Wuustwezel wil middels deze reactie er op wijzen dat er geen peilveranderingen op mogen treden op Belgisch grondgebied. Daarnaast wenst het bestuur van de Watering van Wuustwezel nadrukkelijk betrokken te worden bij de uitwerking van de automatisering van de stuw Eendekooi. 4. De heren J. Jochems, A. Godrie en A. Vriends De heren Jochems en Godrie liggen met hun eigendom direct tegen de Kleine Beek, tussen de begrenzing van de natte natuurparel en de huidige stuw Eendekooi. De heer Vriends ligt met zijn eigendom in de nabijheid van de (oude) Turfvaart, net ten noorden van de percelen van de heren Jochems en Godrie. De heren verwachten uitstralingseffecten als gevolg van het gewijzigde peilbeheer van Stuw Eendekooi en de stuw Matjes. 5. Ambtshalve wijzigingen als gevolg van plandetaillering i.o.m. Staatsbosbeheer In overleg met staatsbosbeheer zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: plasberm wordt smaller en komt aan de andere kant van de waterloop; - stuw IJzermolenvaart krijgt een hoger peil (20 à 30 cm hoger).
-5-
Behandeling van de inspraakreactie 1. Varkensbedrijf Kools-Hereijgers en Boomteeltbedrijf Kevin Kools Ad 1) 0-meting In het inrichtingsplan is in bijlage 5 de grondwaterberekening en de drooglegging in de huidige situatie opgenomen. Deze berekeningen zijn gemaakt aan de hand van gemeten peilen. Daarnaast zijn net buiten de Natte Natuurparel drie peilbuizen geplaatst om de grondwaterstanden vast te stellen en te monitoren. De 0-situatie is dus wel bekend en wordt vastgelegd. Ad 2) Corkafspraken Tijdens het opstellen van de Concept Reconstructieplannen in het kader van de reconstructie intensieve veehouderij ontstond in 2002 een impasse binnen de provincie Noord-Brabant. Om deze impasse te doorbreken is in Cork een conferentie gehouden die geleid heeft tot een aantal principiële keuzen en afspraken. Die afspraken staan bekend onder de naam ‘Verdrag van Cork’. De kern van het verdrag van Cork betreft de ruil tussen extra ontwikkelruimte voor de intensieve veehouderij en de uitvoering van anti-verdrogingsprojecten. Intensieve veehouderijbedrijven in extensiveringsgebieden behouden zodoende hun bestaande rechten op uitbreiding. In ruil daarvoor worden prioritaire verdroogde natuurgebieden (natte natuurparels) het hydrologisch herstel nu ook echt opgepakt. Er is dus niet sprake van óf ruimte voor de intensieve veehouderij óf realisatie van natte natuurparels, maar én ruimte voor de intensieve veehouderij én realisatie van natte natuurparels. Hierbij geldt dat (in tegenstelling tot andere natuurgebieden) bij natte natuurparels er hydrologische effecten buiten de natte natuurparel mogen optreden, mits daarvoor een passende regeling getroffen wordt. In de door de provincie Noord-Brabant in september 2005 vastgestelde ‘Kaders voor het GGOR’ is dit als volgt nogmaals verwoord. " (…) In de reconstructieplannen is uitgegaan van de zogenaamde overeenkomst van Cork. Dit akkoord gaat uit van het herstellen van de natte natuurparels met maatregelen in het natuurgebied tot aan de rand met omliggend landbouwgebied. Natte natuurparels zijn in het Streekplan, Koepelplan en de partiële herziening van het Provinciale Waterhuishoudingsplan opgenomen als natuurgebieden met bijzondere natuurwaarden en afhankelijk van hydrologische omstandigheden. In de eerste planperiode van de reconstructie worden in ongeveer 50 % van het areaal van de natte natuurparels vernattingsmaatregelen tot aan de rand van de natuurparels genomen. Hierbij worden in het aangrenzende landbouwgebied geen vernattingsmaatregelen genomen. In het landbouwgebied grenzend aan een natte natuurparel zal de grondwaterstand mogelijk stijgen. Voor de overige natte natuurparels geldt eenzelfde aanpak, maar dan in de tweede planperiode." (…) (Blz. 37, Kaders voor het GGOR) "Voor de natte natuurparels geldt dat maatregelen tot de rand van het natuurgebied uitgevoerd worden. Door deze maatregelen kunnen uitstralingseffecten ontstaan naar de omliggende functies. De definitieve omvang van de uitstralingszones worden door de waterschappen nog nader bepaald in gebiedsgerichte uitwerkingen. Het verhogen van de grondwaterstand in omliggend landbouwgebied door vernattingsmaatregelen in natuurgebieden kan nadelig zijn voor de bedrijfsvoering en bestaande bebouwing, maar dat is niet per definitie het geval. Er kan ook sprake zijn van een verbetering van de landbouwkundige omstandigheden door de afname van droogteschade. Daar waar daadwerkelijk sprake is van beperking van gebruiksmogelijkheden wordt in overleg met betrokken gezocht naar een oplossing. Dit kan in de vorm van technische compensatie, financiële compensatie, maar ook compensatie in de vorm van grond. Hierbij geldt als uitgangspunt dat er een evenwicht dient te zijn tussen de beschikbare middelen en eventueel optredend nadeel" (Blz. 38, Kaders voor het GGOR) In deze lijn heeft het waterschap op 24 oktober 2006 flankerend beleid vastgesteld (Nota ‘Beschikbaar krijgen van gronden voor waterdoelstellingen’). Dit beleid heeft als insteek dat bij het hydrologisch herstel van een natte natuurparel allereerst geprobeerd wordt de hydrologische uistraling naar de omgeving zo veel mogelijk te beperken. Daar waar dat toch effecten optreden die negatief zijn voor omliggende grondeigenaren wordt in overleg met betrokken bekeken of de optredende effecten met technische maatregelen tegengegaan of verzwakt kunnen worden. Daar waar dat ook onvoldoende oplevert krijgen de omliggende grondeigenaren waar negatieve effecten optreden een overeenkomst aangeboden om de schade financieel eenmalig te vergoeden. Daarnaast staat ook nog de mogelijkheid open om een beroep te doen op de Verordening Nadeelcompensatie van het waterschap.
-6-
Ad 3) Effecten in grondwaterstanden buiten projectgebied Het huisperceel is gelegen op een afstand van 575 meter ten opzichte van de Natte Natuurparel De Matjens (de percelen aan de Helloop liggen daar nog verder vandaan). Uit de uitgevoerde grondwaterberekeningen met betrekking tot de drooglegging blijkt dat de effecten de percelen van de betrokkene die het dichtst bij de natte natuurparel liggen niet bereiken, maar dat deze effecten maar alleen op korte afstand van de natte natuurparel waarneembaar zijn. Dat betekent tevens dat er ook geen effecten op treden bij de andere percelen van de betrokkene die nog verder van de natte natuurparel verwijderd zijn, zoals het huisperceel. Ad 4) Maaibeleid Het maaibeleid heeft geen relatie met het hydrologisch herstel van natte natuurparels en zal daarom niet in het kader van de uitvoering van het inrichtingsplan de Matjes gewijzigd of aangepast worden. Ad 5) Onderhoudspad openbaar maken Het openbaar maken van de onderhoudspaden staat beschreven in het inrichtingsplan “de Matjes” van Waterschap Brabantse Delta. Het openbaar maken van de onderhoudspaden is echter geen maatregel van Waterschap Brabantse Delta maar maakt onderdeel uit van het inrichtingsplan Ecologische Hoofdstructuur in het kader van de Ruilverkaveling Zundert door DLG. Ad 6) Vaste stuwen De in het gebied aan te brengen/verplaatsen stuwen zijn instelbare stuwen, de stuw bij de Eendekooi wordt niet aangepast. De voorgestelde peilen zullen worden gehandhaafd en zonder inspraak niet worden verhoogd. Ad 7) Plaatsing kampeerpaal Het plaatsen van een kampeerpaal is geen onderdeel van het ontwerp-inrichtingsplan van het project “de Matjes” van Waterschap Brabantse Delta. Het plaatsen van een kampeerpaal staat beschreven in het inrichtingsplan Ecologische Hoofdstructuur in het kader van de Ruilverkaveling Zundert door DLG. Ad 8) Ongedierte bestrijdingsplan Op basis van de Flora- en Faunawet zijn per provincie Faunabeheereenheden ingesteld met als taak om schade aan de in de wet genoemde belangen (waaronder landbouwgewassen) te voorkomen en/of te beperken (www.faunabeheereenheid.nl) In Faunabeheerplannen wordt deze taak uitgewerkt. Het inrichtingsplan ziet alleen op maatregelen die gericht zijn op het hydrologisch herstel van bestaande, verdroogde natuur. Het opstellen van een ongedierte bestrijdingsplan staat daar los van. Wanneer sprake is van schade dan kan een schadeverzoek worden ingediend bij het Faunafonds (www.faunafonds.nl). Ad 9) Periode ter inzage ligging / indienen zienswijzen Het ontwerp-inrichtingsplan heeft 6 weken (van 14 november t/m 26 december) op verschillende locaties ter inzage gelegen. Dit is een normale inspraakprocedure voor de betreffende vergunningprocedures. De periode was ruim buiten de feestdagen gelegen. Conclusie Gezien het bovenstaande is er geen aanleiding het plan te wijzigen.
-7-
2. Boomkwekerij L.A. Oostvogels Afvoer oppervlaktewater/drooglegging perceel Lepelstraat Uit de grondwaterberekening drooglegging (zie inrichtingsplan de Matjes bijlagen 5 en 7) is gebleken dat de percelen van betrokkene gelegen aan de Lepelstraat geen nadelige invloed ondervinden van de maatregelen zoals beschreven in het inrichtingsplan de Matjes. Aanpassing peil Roosendaalse Vaart Het inrichtingsplan de Matjes omvat geen aanpassing van het peil van de Roosendaalse Vaart. Afvoer Oppervlaktewater/drooglegging huisperceel Uit de uitgevoerde grondwaterberekening met betrekking tot de drooglegging blijkt dat de uitstralingseffecten slechts op korte afstand van de natte natuurparel waarneembaar zijn. Uit de uitgevoerde berekeningen blijkt dat de optredende effecten de percelen van de betrokkene die het dichtst bij de natte natuurparel liggen niet bereiken. Dat betekent tevens dat er ook geen effecten op treden bij de andere percelen van de betrokkene die nog verder van de natte natuurparel verwijderd zijn, zoals het huisperceel dat op circa 875 meter afstand gelegen is. Conclusie Gezien het bovenstaande is er geen aanleiding het plan te wijzigen. 3. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Watering van Wuustwezel Inmiddels wordt voorgesteld geen aanpassingen meer door te voeren aan Stuw Eendekooi. Daarnaast bestaat nu het idee om een nieuwe stuw te plaatsen op het meest oostwaartse punt van de grens van de natte natuurparel de Matjens. Het waterschap wil met deze stuw hetzelfde peil gaan voeren dat op dit moment gehanteerd wordt ter hoogte van stuw Matjens, namelijk 11,85+ M/NAP. Hierdoor treden geen wijzigingen op in het peil op Belgisch grondgebied. De beekbodem krijgt dezelfde hoogte als de huidige Kleine Beek. Conclusie: Met de bovengenoemde aanpassingen worden de bezwaren van het bestuur van de Watering van Wuustwezel weggenomen. 4. De heren J. Jochems, A. Godrie en A. Vriends Aanpassingen stuw Eendekooi Naar aanleiding van eerdere gesprekken met de heren Jochems en Godrie wordt nu voorgesteld geen aanpassingen meer door te voeren aan Stuw Eendekooi. Nieuw te plaatsen stuw Het idee bestaat nu om een nieuwe stuw te plaatsen op het meest oostwaartse punt van de grens van de natte natuurparel de Matjens. Het waterschap wil met deze stuw een iets lager peil gaan voeren dan dat op dit moment wordt gehanteerd ter hoogte van stuw Matjens, namelijk 11,85+ M/NAP. De heer Jochems verwacht dat er als gevolg van het plaatsen van een stuw op deze locatie, uitstralingseffecten zullen gaan plaatsvinden ter hoogte van zijn percelen en de percelen van landgoed de Moeren. De percelen worden volgens de heer Jochems te nat als gevolg van het plaatsen van de stuw op deze locatie. Daarnaast verwacht de heer Vriends problemen met de afwatering van de Turfvaart en een aantal andere kavelsloten die uitmonden op de Kleine Beek. De heer Jochems heeft e.e.a weergegeven op een overzichtskaartje ter verduidelijking van zijn bezwaren tegen de plannen. Het voorstel van de heren Jochems, Vriends en Godrie is om de nieuwe stuw zo ver mogelijk benedenstrooms van het nieuw te graven traject van de Kleine Beek te plaatsen. Hierdoor ontstaan geen/nauwelijks effecten op de percelen van de heer Jochems en ontstaan er geen problemen ter hoogte van de Turfvaart.
-8-
5. Staatsbosbeheer Plasberm smaller en aan andere kant Kleine Beek Staatsbosbeheer wil graag de plasberm van de Kleine Beek iets smaller houden. Tevens willen ze de plasberm aan de andere kant van deze beek leggen. Peil bij stuw IJzermolenvaart verhogen Bij stuw IJzermolenvaart wil Staatsbosbeheer een hoger peil voeren (20–30 cm hoger). Conclusie De voorgestelde maatregelen zijn maatregelen die enkel betrekking hebben op terreinen van Staatsbosbeheer zelf en hebben geen nadelige invloed op percelen van derden. Voorstel om de maatregelen ambtshalve in het inrichtingsplan over te nemen. Conclusie: De aanpassing van de stuw Eendekooi wordt niet doorgevoerd. De nieuw te plaatsen stuw de Matjes komt op de meest oostwaartse punt van de grens van de natte natuurparel de Matjens. Dit past binnen de afspraken van Cork. Hierin is immers gesteld dat maatregelen tot de rand van de Natte Natuurparel genomen mogen worden. Deze locatie ligt ca. 160 meter verder stroomafwaarts dan het voorstel van de heren heren Jochems, Vriends en Godrie. Het peil wordt iets lager dan dat op dit moment gehanteerd wordt ter hoogte van stuw Matjens, namelijk 11,85+ M/NAP. Met de agrariers die liggen binnen de begrenzing van de natte natuurparel zullen, indien nodig, afspraken worden gemaakt ter compensatie van nadelige effecten a.g.v. peilverhoging in de Kleine Beek. Conclusie en voorstel Gezien de voorgaande behandeling van de ingediende inspraakreacties is er reden om wijzigingen aan te brengen in het ter inzage gelegde inrichtingsplan. De wijzigingen bestaan uit het vervallen van de aanpassingen aan stuw Eendekooi en het verplaatsen van de nieuw te plaatsen stuw De Matjes op de meest oostwaartse punt van de grens van de natte natuurparel de Matjens
25 maart 2008
-9-
Realisatie van de natte natuurparel nooit ten koste mag gaan van de ontwikkeling van de landbouw in de omgeving zoals in Cork is bepaald. Wij denken hierbij ook nadrukkelijk aan de bedrijven buiten de uitstralingszone waarin ons varkens en boomteeltbedrijf zich bevinden. Indien hier negatieve effecten zijn zal hierover voor realisatie overeenstemming zijn met de belanghebbenden
Inspraaknota: Inrichtingsplan de Matjes Nr Reactie van: Reactie 0 meting: wij eisen dat er een nulmeting 1 Varkensbedrijf Kools-Herreijgers gedaan wordt voor men begint met de en ontwikkeling van het gebied. Deze gegevens boomteeltbedrijf moeten voor iedereen in te zien zijn. Dus Kevin Kools gegevens met de datum van de peiling en de hoogte van de standen moeten voor iedereen in te zien zijn! Op dit moment is dit voor ons heel onduidelijk of er wel een nulmeting is gedaan en wij kunnen nergens deze gegevens vinden! Is er wel een zogenaamde nulmeting gedaan???? Ook hebben wij gronden aan de Helloop. Wij vinden dat ook daar een nulmeting gadaan moet worden. Wij verwachten namelijk.dat wanneer het peil in de Matjes verhoogd wordt de Helloop daar ook nadelige effecten van zal ondervinden
Geconcludeerd kan worden dat de aanpassingen in het kader van inrichtingsplan De Matjes geen negatieve invloed op de gronden rondom de Helloop heeft Conclusie: deze zienswijze geeft geen aanleiding het inrichtingsplan bij te stellen
De Helloop is qua waterhuishoudingsysteem volledig gescheiden van het inrichtingsgebied de Matjes. De Helloop watert direct af op de Turfvaart In de turfvaart worden in het inrichtingsplan de Matjes geen aanpassingen doorgevoerd Daarnaast is de afstand tot de inrichting van de Matjes dermate groot dat de inrichting van de Matjes geen invloed op gronden rondom de Helloop kunnen treden Tijdens de conferentie van Cork werden het belang van de plattelandsgebieden voor de Europese Unie en de noodzaak om de ontwikkeling van deze regio's te bevorderen, onderstreept. De kern van het verdrag van Cork betreft de ruil tussen extra ontwikkelruimte voor de intensieve veehouderij en de uitvoering van verdrogingsprojecten. Intensieve veehouderijbedrijven in extensiveringsgebieden behouden zodoende hun bestaande rechten op uitbreiding. In ruil daarvoor wordt in 91 natte natuurparels de verdrogingsbestrijding nu ook echt opgepakt. Er is dus niet sprake van óf ruimte voor de intensieve veehouderij óf realisatie van natte natuurparels, maar én ruimte voor de intensieve veehouderij én realisatie van natte natuurparels. Bij de
-10-
Advies De o-situatie is voldoende vastgelegd e.e.a terugkoppelen aan betrokkenen
Beoordeling In het inrichtingsplan is in bijlage 5 de grondwaterberekening en de drooglegging in de huidige situatie opgenomen. Deze berekeningen zijn gemaakt aan de hand van gemeten peilen. Daarnaast zijn net buiten de Natte Natuurparel drie peilbuizen geplaatst om de grondwaterstanden vast te stellen en te monitoren. De 0-situatie is dus wel bekend en wordt vastgelegd
Nr
Reactie van:
De ontwikkeling van natuur, waar mogelijk moet gecombineerd worden met verbetering van de landbouwstructuur
Blz. 26: “de effecten van de grondwaterstanden zullen ook buiten het projectgebied merkbaar zijn. Er worden geen nadelige effecten verwacht. Grondwaterstijging in de droge periode zal geen problemen voor de landbouw opleveren. In de natte periode is de stijging verwaarloosbaar. Verschillende agrarische percelen zullen te maken krijgen met verandering in de drooglegging”. Juist deze toelichting vraag om duidelijkheid zoals genoemd. Er staat verwacht. Wij vragen hier een onderbouwing voor in en net buiten de uitstralingszone. Er moet duidelijkheid komen over de compenserende maatregelen als er nadelige effecten ontstaan. Zoals aangegeven kunnen dat zijn: aan te leggen drainage, te graven sloten, bemaling etc. Behalve de toezegging omtrent de kosten, is het ook nodig toestemming voor aan te leggen draiange te krijgen De nog niet verworven landbouwgronden moeten een geschikt ontwateringsregime behouden
Reactie
-11-
Met de betrokken eigenaren wordt/is overleg gepleegd. Zoals verwoord in bovenstaande berekening drooglegging behoren de percelen van Varkensbedrijf Kools-Herreijgers en boomteeltbedrijf Kevin Kools hier niet toe. Tijdens de conferentie van Cork werden het belang van de plattelandsgebieden voor de Europese Unie en de noodzaak om de ontwikkeling van deze regio's te bevorderen, onderstreept. De kern van het verdrag van Cork betreft de ruil tussen extra ontwikkelruimte voor de intensieve veehouderij en de uitvoering van verdrogingsprojecten. Intensieve veehouderijbedrijven in extensiveringsgebieden behouden zodoende hun bestaande rechten op uitbreiding. In ruil daarvoor wordt in 91 natte natuurparels de verdrogingsbestrijding nu ook echt opgepakt. Er is
Beoordeling begrenzing van de natte natuurparel is hier rekening mee houden. Het huisperceel is gelegen op een afstand van 575 meter t.o.v. het projectgebied Natte Natuurparel (de percelen aan de Helloop zelfs nog verder), de uitgevoerde grondwaterberekening drooglegging reikt niet tot deze afstand. In de richting van het perceel van betrokkene zijn op kortere afstand tot het project De Matjes wel grondwaterberekening drooglegging uitgevoerd. Op deze kortere afstand zijn in geen negatieve invloeden m.b.t. de drooglegging naar voren gekomen. De afstand van het project De Matjes tot het huisperceel van de betrokkenen is dermate groot (circa 575 meter) dat invloed van de maatregelen in de Matjes op de grondwaterstanden/peilen van de betrokkenen op dit perceel niet reëel is
Conclusie: deze zienswijze geeft geen aanleiding het inrichtingsplan bij te stellen. Conclusie: deze zienswijze geeft geen aanleiding het inrichtingsplan bij te stellen.
Geconcludeerd kan worden dat de aanpassingen in het kader van inrichtingsplan De Matjes geen negatieve invloed op de gronden van deze belanghebbende heeft
Advies
Nr
Reactie van:
Goed maaibeleid, zodanig dat de watervoerende functie voor de landbouwpercelen gewaarborgd blijft
Voor wat betreft waterhuishouding betekend dit mogelijk: watervoerende sloten, dan wel aan te leggen drainage als voorbeeld
Onze bedrijven bevinden zich zoals gezegd net buiten de uitstralingszone van het gebied. Wij eisen onderzoek naar effecten van veranderingen in de grondwaterstanden, aanbieding van waterstaatkundige en/of financiële compensatie
Reactie
-12-
Beoordeling dus niet sprake van óf ruimte voor de intensieve veehouderij óf realisatie van natte natuurparels, maar én ruimte voor de intensieve veehouderij én realisatie van natte natuurparels. Bij de begrenzing van de natte natuurparel is hier rekening mee houden. Het huisperceel is gelegen op een afstand van 575 meter t.o.v. het projectgebied Natte Natuurparel (de percelen aan de Helloop zelfs nog verder), de uitgevoerde grondwaterberekening drooglegging reikt niet tot deze afstand. In de richting van het perceel van betrokkene zijn op kortere afstand tot het project De Matjes wel grondwaterberekening drooglegging uitgevoerd. Op deze kortere afstand zijn in geen negatieve invloeden m.b.t. de drooglegging naar voren gekomen. De afstand van het project De Matjes tot het huisperceel van de betrokkenen is dermate groot (circa 575 meter) dat invloed van de maatregelen in de Matjes op de grondwaterstanden/peilen van de betrokkenen op dit perceel niet reëel is Het huisperceel is gelegen op een afstand van 575 meter t.o.v. het projectgebied Natte Natuurparel (de percelen aan de Helloop zelfs nog verder), de uitgevoerde grondwaterberekening drooglegging reikt niet tot deze afstand. In de richting van het perceel van betrokkene zijn op kortere afstand tot het project De Matjes wel grondwaterberekening drooglegging uitgevoerd. Op deze kortere afstand zijn in geen negatieve invloeden m.b.t. de drooglegging naar voren gekomen. De afstand van het project De Matjes tot het huisperceel van de betrokkenen is dermate groot (circa 575 meter) dat invloed van de maatregelen in de Matjes op de grondwaterstanden/peilen van de betrokkenen op dit perceel niet reëel is Het maaibeleid is een vast gegeven en zal in het kader van de uitvoering van het inrichtingsplan de Matjes niet gewijzigd c.q. aangepast worden Conclusie: het maaibeleid maakt geen onderdeel uit van dit inrichtingsplan.
Geconcludeerd kan worden dat de aanpassingen in het kader van inrichtingsplan De Matjes geen negatieve invloed op de gronden van deze belanghebbende heeft
Geconcludeerd kan worden dat de aanpassingen in het kader van inrichtingsplan De Matjes geen negatieve invloed op de gronden van deze belanghebbende heeft
Advies
Nr
Reactie van:
De bezwaren moeten binnen zijn voor 26 december! Deze datum is volgens ons een bijna onhaalbare kaart voor vele bedrijven
De geplande kampeerpaal staat ons inziens veel te dicht bij de bewoonde wereld! Wij zouden graag zien dat die verder van onze bedrijven geplaatst gaan worden, Wij vrezen immers overlast van ‘kampeerders’of overlast van zogenaamde ‘drugskouriers’aangezien deze kampeerpaal tegen de belgische grens gepland ligt. Er moet, voor de uitvoering vd plannen, een duidelijk plan zijn voor de ongediertebestrijding! Op dit moment wijst het waterschap naar de provincie als wij problemen met te verwachten groei vd rattenpopulatie aankaarten, het waterschap is ons inziens verantwoordelijk voor de verhoging vh grondwaterpeil en de in te richten natuur. Wij eisen dus vh waterschap dat zij voor realisatie een goed ongediertebestrijdingsplan klaar hebben liggen.
De stuwen moeten ons inziens vaste stuwen worden. Wij bedoelen hiermee dat de stuw op een vooraf bepaald peil vastgezet wordt zodat het waterschap het peil niet langzaam kan gaan verhogen
Reactie Onderhoudspaden worden ook wandelpaden. Opgemerkt wordt dat aanleg alleen kan plaatsvinden met instemming van de eigenaar/grondgebruiker (blz 21)
-13-
Conclusie: de bestrijding van ongedierte maakt geen onderdeeluit van dit inrichtingsplan.
Op basis van de Flora- en Faunawet zijn per provincie Faunabeheereenheden ingesteld met als taak om schade aan de in de wet genoemde belangen (waaronder landbouwgewassen) te voorkomen en/of te beperken (www.faunabeheereenheid.nl) In Faunabeheerplannen wordt deze taak uitgewerkt. Het opstellen van een ongedierte bestrijdingsplan zal daarom niet plaatsvinden omdat op de hiervoor genoemde wijze is voorzien in voorkomen en/of beperken van faunaschade. Wanneer sprake is van schade dan kan een schadeverzoek worden ingediend bij het Faunafonds (www.faunafonds.nl). Het ontwerp-inrichtingsplan heeft 6 weken (van 14 november t/m 26 december) op verschillende locaties ter inzage gelegen. Dit is een normale
Conclusie: De termijn en het tijdstip van de inspraakprocedure lag
De kampeerpaal wordt in dit inrichtingsplan niet gerealiseerd.
Conclusie: deze zienswijze geeft geen aanleiding het inrichtingsplan bij te stellen.
Advies De onderhoudspaden worden in dit inrichtingsplan niet openbaar gemaakt
Het plaatsen van een kampeerpaal is geen onderdeel van het ontwerp-inrichtingsplan van het project “de Matjes” van Waterschap Brabantse Delta. Het plaatsen van een kampeerpaal staat beschreven in het inrichtingsplan Ecologische Hoofdstructuur in het kader van de Ruilverkaveling Zundert door DLG.
Beoordeling Het openbaar maken van de onderhoudspaden staat beschreven in het inrichtingsplan “de Matjes” van Waterschap Brabantse Delta. Het openbaar maken van de onderhoudspaden is echter geen actie van Waterschap Brabantse Delta maar maakt onderdeel uit van het inrichtingsplan Ecologische Hoofdstructuur in het kader van de Ruilverkaveling Zundert door DLG. De in het gebied aan te brengen/verplaatsen stuwen zijn instelbare stuwen, de stuw bij de Eendekooi wordt niet aangepast. De voorgestelde peilen zullen worden gehandhaafd en worden zonder inspraak niet verhoogd.
Reactie van:
Boomkwekerij L.A. Oostvogels
Nr
2.
Reactie daar de meeste bedrijven deze weken gesloten zijn. Wij hadden graag gezien dat de sluitingsdatum enkele weken later was geweest ivm de feestdagen!! Perceel Lepelstraat Het oppervlaktewater op mijn perceel kan niet wegtrekken. Nu trekt het weg via natuurgebied ‘de Maatjes’. Wanneer in het gebied het water hoger komt te staan, kan het water op mijn perceel daar niet meer naar toe. Mijn perceel wordt dan nog natter. De gewassen die hierop staan, lijden hieronder. Hierdoor verlies ik inkomsten doordat ik minder gewassen kan oogsten. Perceel Lepelstraat Het waterpeil in de ‘Roosendaalse Vaart’zal volgens mij ook verhoogd worden. Momenteel staat deze vaart a vaak vol met water Deze vaart heeft zijn bron in ‘de Maatjes’. Wanneer hier het waterpeil verhoogt wordt zal dit ook verhoogt worden in de bron van de ‘Roosendaalse vaart’. Hierdoor kan het oppervlakte water op mijn perceel nog slechter worden afgevoerd. Huisperceel Ook voor dit perceel is het bezwaarlijk omdat deze grond lager ligt dan natuurgebied ‘de Matjes’.Het gevolg voor het huisperceel is als volgt: Momenteel wordt het oppervlaktewater van het perceel rondom het huis afgevoerd via de Helloop. Dit betreft 6 ha bos- en haagplantsoen. Het afvoeren van het oppervlaktewater gaat nu zeer moeilijk omdat ‘de helloop’nu al regelmatig vol water staat. Door het waterpeil van ‘de Matjens’ te verhogen zal ook ‘de helloop’vaker vol water staan. Ook dit houdt in dat ik minder gewassen kan oogsten, omdat de gewassen lijden onder teveel water op de percelen. Geconcludeerd kan worden dat de aanpassingen in het kader van inrichtingsplan De Matjes geen negatieve invloed op de gronden van deze belanghebbende heeft Conclusie: deze zienswijze geeft geen aanleiding het inrichtingsplan bij te stellen.
Geconcludeerd kan worden dat de aanpassingen in het kader van inrichtingsplan De Matjes geen negatieve invloed op de gronden van deze belanghebbende heeft
Uit de grondwaterberekening drooglegging (zie inrichtingsplan de Matjes bijlage 5 en 7) is gebleken dat de percelen van betrokkene gelegen aan de Lepelstraat geen nadelige invloed ondervinden van de maatregelen zoals beschreven in het inrichtingsplan de Matjes.
Het inrichtingsplan de Matjes omvat geen aanpassing van het peil van de Roosendaalse Vaart.
Het huisperceel is gelegen op een afstand van 875 meter t.o.v. het projectgebied Natte Natuurparel, de uitgevoerde grondwaterberekening drooglegging reikt niet tot deze afstand. In de richting van het perceel van betrokkene zijn op kortere afstand tot het project De Matjes wel grondwaterberekening drooglegging uitgevoerd. Op deze kortere afstand zijn in geen negatieve invloeden m.b.t. de drooglegging naar voren gekomen. De afstand van het project De Matjes tot het huisperceel van de betrokkenen is dermate groot (circa 875 meter) dat invloed van de maatregelen in de Matjes op de grondwaterstanden/peilen van de betrokkenen op dit perceel niet reëel is.
-14-
Advies binnen de hiervoor geldende vergunningprocedure
Beoordeling inspraakprocedure voor de betreffende vergunning-procedures. De periode was ruim buiten de feestdagen gelegen
Reactie van: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Watering van Wuustwezel
De heren Jochems, Godrie en Vriends.
Nr 3.
4.
De aanpassing van de stuw Eendekooi wordt naar aanleiding van een ambtelijke wijziging niet doorgevoerd. De nieuw te plaatsen stuw de Matjes komt op de meest oostwaartse punt van de grens van de natte natuurparel de Matjens. Dit past binnen de afspraken van Cork. Hierin is immers gesteld dat maatregelen tot de rand van de Natte Natuurparel genomen mogen worden. Deze locatie ligt ca. 160 meter verder stroomafwaarts dan het voorstel van de heren heren Jochems, Vriends en Godrie. Het peil wordt iets lager dan dat op dit moment gehanteerd wordt ter hoogte van stuw Matjens, namelijk 11.85+M/NAP
Het plan om stuw Eendekooi te automatiseren, om in droge perioden hogere peilen te kunnen voeren is, naar aanleiding met eerdere gesprekken met de heren Jochems en Godrie inmiddels van de baan
Het voorstel van de heren Jochems, Vriends en Godrie is om de nieuwe stuw zo ver
-15-
Conclusie: deze zienswijze geeft aanleiding het inrichtingsplan bij te stellen Conclusie: deze zienswijze geeft aanleiding het inrichtingsplan bij te stellen.
De aanpassing van de stuw Eendekooi wordt naar aanleiding van een ambtelijke wijziging niet doorgevoerd
Zoals afgesproken wenst het bestuur, ic Dhr. Van Looveren, nadrukkelijk betrokken te worden bij de uitwerking van de stuwregeling van de automatische stuw.
De heer Jochems verwacht dat er als gevolg van het plaatsen van een stuw op de meest oostwaartse punt van de grens van de natte natuurparel de Matjens, uitstralingseffecten zullen gaan plaatsvinden ter hoogte van zijn percelen en de percelen van landgoed de Moeren. De percelen worden volgens de heer Jochems te nat als gevolg van het plaatsen van de stuw op deze locatie. Daarnaast verwacht de heer Vriends problemen met de afwatering van de Turfvaart en een aantal andere kavelsloten die uitmonden op de Kleine Beek. De heer Jochems heeft e.e.a weergegeven op een overzichtskaartje ter verduidelijking van zijn bezwaren tegen de plannen.
Advies Conclusie: deze zienswijze geeft aanleiding het inrichtingsplan bij te stellen.
Beoordeling Het voorstel is nu om een nieuwe stuw te plaatsen op het meest oostwaartse punt van de grens van de natte natuurparel de Matjens. Het waterschap wil met deze stuw een iets lager peil gaan voeren dat op dit moment gehanteerd wordt ter hoogte van stuw Matjens, namelijk 11,85+ M/NAP. Hierdoor treden geen wijzigingen op in het peil op Belgisch grondgebied. De beekbodem krijgt dezelfde hoogte als de huidige Kleine Beek
Reactie In het kader van het concept-inrichtingsplan e Matjens (Achtmaal) willen wij er namens het bestuur van de Watering nogmaals op aandringen dat de afwatering, op Belgisch grondgebied, niet in het gedrang mag komen naar aanleiding van het verhogen van het bodempeil. Momenteel worden er ook geen peilverhogingen geaccepteerd op Belgisch grondgebied.
Reactie van:
Staatsbosbeheer
Nr
5.
Reactie mogelijk benedenstrooms van het nieuw te graven traject van de Kleine Beek te plaatsen. Hierdoor ontstaan geen/nauwelijks effecten op de percelen van de heer Jochems en ontstaan er geen problemen ter hoogte van de Turfvaart. Graag plasberm Kleine Beek smaller en aan de andere kant leggen. Bij stuw IJzermolenvaart graag een hoger peil voeren (20–30 cm hoger). Conclusie: deze zienswijze geeft aanleiding het inrichtingsplan bij te stellen
De voorgestelde maatregelen zijn maatregelen die enkel betrekking hebben op terreinen van Staatsbosbeheer zelf en hebben geen nadelige invloed op percelen van derden.
-16-
Advies
Beoordeling
Nummer : *08I001628* Barcode : *08I001628* Het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 mei 2008; gezien het advies van de AB commissie Beleid en Investeringen d.d. 4 juni 2008;
BESLUIT: In te stemmen met het definitief inrichtingsplan ‘verdrogingsbestrijding de Matjens’ Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008,
De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan algemeen bestuur Registratienummer: *08I001776* Barcode: *08I001776* Onderwerp: aanvraag aanvullend UVK project 14 Rietkreek - Lange Water Sector en afdeling: Watersystemen en Waterkeringen, afdeling Plannen en Projecten Datum behandeling: 25 juni 2008 Agendapunt: 29 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: kaart, toetsingslijst en investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Inleiding Het projectgebied Rietkreek - Lange Water is gelegen ten westen van Halsteren en rondom Nieuw-Vossemeer (zie overzichtsprentje). Binnen het project worden in de periode tot en met 2008 de volgende doelen nagestreefd: herstel waternatuur (lijn - en vlakvormig ), inrichten viswater, beek -en kreekherstel, inrichten EVZ's, herstel natte natuurparels, realiseren waterberging en het uitvoeren van een pilot m.b.t. waterkwaliteit en het uitvoeren van een Integrale Gebiedsanalyse. Op basis van eenheidsprijzen is destijds een uitvoeringskrediet verleend onderverdeeld naar de diverse activiteiten ( IGA,Rietkreek fase 1, Lange Water e.a.) binnen het projectgebied Rietkreek en Lange Water. Voor bovengenoemde doelen zijn inrichtingsplannen opgesteld waarvan de uitvoering najaar 2008 wordt gestart. Het betreft inrichtingsplan Rietkreek fase 1 ( activiteit 6209 ) en inrichtingsplan Lange Water ( activiteit 7900 ) . De Integrale Gebiedsanalyse is uitgevoerd. Hieruit volgt een voorstel voor een aantal korte en lange termijnmaatregelen. Daartoe behoren o.a. het verbreden en herinrichten van enkele watergangen, het vispasseerbaar maken van enkele gemalen , het aanpassen van het peilbeheer Rietkreek en het herinrichten van het gebied Ganzengat Op basis van de huidige ramingen blijkt het eerder gevoteerde uitvoeringskrediet niet toereikend voor het uitvoeren van de maatregelen en activiteiten zoals opgenomen in het inrichtingsplan Rietkreek en het inrichtingsplan Lange Water. Beide inrichtingsplannen hebben de inspraakprocedure doorlopen en zijn U separaat ter vaststelling aangeboden. De te treffen maatregelen en de uit te voeren activiteiten binnen het inrichtingsplan Rietkreek zijn tijdens de informatie-avond te Nieuw-Vossemeer aan belangstellenden toegelicht en passen binnen de doelen die het waterschap voor ogen heeft. Zonder aanvullend krediet is het,volgens de huidige inzichten niet mogelijk om alle genoemde doelen te realiseren en zal een aantal werkzaamheden komen te vervallen. Vraagstelling Het Algemeen Bestuur wordt gevraagd een aanvullend uitvoeringskrediet te verlenen voor de uitvoering van activiteiten binnen het project Rietkreek - Lange Water. Het eerder gevoteerde uitvoeringskrediet ( AB d.d. 4 okt. 2006) is op basis van de huidige ramingen niet toereikend. Het betreft een aanvullend uitvoeringskrediet ter grootte van € 755.000,-, onderverdeeld naar: Activiteit 73 176 7900 6209 totaal
Huidig UVK € 240.000,€ 230.000,€ 430.000,€ 1.610.000,-
benodigd UVK € 445.000,€ 230.000,€ 690.000,€ 1.900.000,-
Bovenstaande bedragen worden in het onderstaande nog nader toegelicht.
benodigde aanvulling € 205.000,€ 0,€ 260.000,€ 290.000,€ 755.000,-
Strategie Binnen het project Rietkreek - Lange Water vinden uiteenlopende activiteiten plaats. Op basis van inrichtingsplannen Rietkreek en Lange Water wordt de doelrealisatie nagestreefd. De Integrale Gebiedsanalyse ( IGA ) geeft inzicht in de huidige staat van het gebied en de gewenste situatie en resulteert in voorstellen voor korte en lange termijnmaatregelen binnen het gebied. Deze maatregelen zullen, voor zover nodig, worden opgenomen in inrichtingsplannen die volgens de gebruikelijke procedure worden voorgelegd. Het thans vereiste aanvullende krediet is als volgt opgebouwd: 6209 Realisatie EVZ Rietkreek Nieuw-Vossemeer. Het inrichtingsplan is opgesteld en in procedure gebracht en wordt in een separate nota ter vaststelling aan het AB voorgelegd. In het AB d.d. 4 okt. 2006 is hiervoor een bedrag van €1.610.000,- gevoteerd. De recente raming behorend bij het inrichtingsplan sluit op een bedrag van € 1.900.000,- . Het verschil bedraagt € 290.000,- en wordt met name veroorzaakt door de onzekerheid rond de afzet van vrijkomende grond. Deze kostenpost en de onzekerheid daaromtrent is tijdens de aanvraag van het UVK in 2006 onvoldoende erkend. Om de kosten te beperken en de overschrijding van het huidige UVK zoveel mogelijk te minimaliseren is in het voorbereidingstraject in 2008 gezocht naar goedkope afzetmogelijkheden. Voortvloeiend hieruit zal voor Rietkreek ca. 25.000 m3 grond in de directe omgeving worden afgezet voor € 0,24 per m3. In het benodigde aanvullende UVK is hier reeds rekening mee gehouden. Met deze activiteit wordt de realisatie van de volgende doelen nagestreefd: 26 ha natte natuurparel; 3 ha waterberging; 2,7 km EVZ/ beek - en kreekherstel /viswater/waternatuur. 7900 Kreekherstel Lange Water Het inrichtingsplan is opgesteld en in procedure gebracht en wordt in een separate nota ter vaststelling aan het AB voorgelegd. In het AB d.d. 4 okt. 2006 is hiervoor reeds een bedrag van € 430.000,- gevoteerd. De recente raming behorend bij het inrichtingsplan sluit op een bedrag van € 690.000,-. Het verschil bedraagt € 260.000,- en wordt met name veroorzaakt door de onzekerheid rond de afzet van vrijkomende grond. Deze kostenpost en de onzekerheid daaromtrent is tijdens de aanvraag van het UVK in 2006 onvoldoende erkend. Om de kosten te beperken en de overschrijding van het huidige UVK zoveel mogelijk te minimaliseren is in het voorbereidingstraject in 2008 gezocht naar goedkope afzetmogelijkheden. Voortvloeiend hieruit zal voor Lange Water ca. 18.000 m3 grond in de directe omgeving worden afgezet voor € 0,24 per m3. In het benodigde aanvullende UVK is hier reeds rekening mee gehouden. Met deze activiteit wordt de realisatie van de volgende doelen nagestreefd: 31 ha natte natuurparel; 1 ha waterberging; 2 km EVZ/ beek - en kreekherstel / viswater/ waternatuur 176 Realisatie van projecten voortkomend uit IGA De IGA heeft geresulteerd in een voorstel voor een aantal korte en lange termijnmaatregelen. Voorstellen zullen worden ondergebracht in inrichtingsplannen die de gebruikelijke procedure ( intern / extern ) zullen doorlopen. In het AB d.d. 4 okt. 2006 is hiervoor reeds een krediet van € 230.000,- gevoteerd. In een latere fase zal duidelijk worden of dit krediet toereikend is voor de maatregelen zoals nu voorgesteld in de IGA. Voorgesteld wordt om dit krediet op dit deelproject te laten staan. 73 Algemene kosten + IGA Hiertoe behoren onder andere de kosten van personeelsinzet en de kosten voor het uitvoeren van de IGA. In het AB d.d. 4 okt. 2006 is hiervoor in het totaal een bedrag gevoteerd van € 240.000,Met de uitvoering van de IGA is een bedrag gemoeid zijn van € 215.000,Daarnaast zullen met name de kosten van personeelsinzet hoger zijn dan verwacht bij de eerdere aanvraag voor UVK in 2006 Uiteindelijk zal met de kostenpost "IGA + algemene kosten" naar verwachting een bedrag gemoeid zijn € 445.000,- . Op basis van het reeds gevoteerde UVK van € 240.000,- wordt aldus op deze post een overschrijding verwacht van € 205.000,-
Beoordeling • Financiële gevolgen ja, namelijk bovenstaande uiteenzetting leidt uiteindelijk tot een overschrijding van € 755.000,- waarvoor een aanvullend krediet wordt aangevraagd •
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen niet van toepassing
Communicatieparagraaf Niet van toepassing. Advies: AB stemt in met het verlenen van een aanvullend uitvoeringskrediet van € 755.000,- voor de uitvoering van activiteiten/werkzaamheden binnen het project Rietkreek - Lange Water. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
k
TOETSINGSLIJST
Nummer : *08I001236* Barcode : *08I001236*
Projectnr.: 14
Naam project:
Rietkreek-Lange water (aanvullend krediet), bestaande uit de activiteiten: 73 Algemene kosten + IGA 6209 Realisatie EVZ Rietkreek 7900 Kreekherstel Lange Water
Beheerproduct: 3210 Aanleg en verwerving waterlopen Projectleider:
K. Verbart
Soort investering:
Ontwikkelingsinvestering
Investeringsbesluit: 2008-21
Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever: Financieel a. investeringsbedrag:
b. c. d. e.
subsidie/inkomsten: afschrijvingstermijnen: rentepercentage: nauwkeurigheidsmarge:
Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): k. effect op de heffing:
Kwantiteit 68%; kwaliteit 28%; 4 % kering Inrichting en onderhoud watersystemen 2008 01-01-2009 positief conform aanbestedingsbeleid J. van Hal
Activiteit 73:€ 205.000,- (incl. IGA) Activiteit 6209: € 209.000,Activiteit 7900: € 260.000€ 755.000,€ 275.000,30 jaar EVZ/15 jaar waterbodemsanering 5% 10% à 20% (voorbereidingsfase)
€ 32.000,-
€ 32.000,-
% aandeel tarief
Kering: 0,02% Kwantiteit: 0,07% Kwaliteit: 0,01%
% daling/stijging tarief t.o.v. begr 2008 en MJR 2008-2012
Kering: +/+ 0,02% Kwantiteit: +/+ 0,07% Kwaliteit: +/+ 0,01% n.v.t. in de begroting 2009 opnemen.
l. te ramen netto lasten voor 2008: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan In het IP 2008-2012 is geen rekening gehouden met een aanvullend krediet voor de 1e fase van gebiedsgericht project 14 Rietkreek-Lange Water. Voor bovengenoemde activiteiten is in de vergadering van het algemeen bestuur van 4 oktober 2006 reeds € 2.510.000,- gevoteerd. Met dit aanvullende krediet komt het totaal beschikbare krediet op € 3.265.000,- met een verwachte bijdrage van derden van € 1.359.000,De investering van € 85.000,- voor de integrale gebiedsanalyse (IGA Rietkreek) van dit gebied wordt in mindering gebracht op het eerder toegekende voorbereidingskrediet van € 2.500.000,- voor de Integrale Gebiedsanalyses (project 6800). Gevolgen Waterschapsbesluit Een deel van de werkzaamheden van activiteit 7900 bestaan uit bodemsanering. Als gevolg van de invoering van het waterschapsbesluit mogen de uitgaven voor waterbodemsanering vanaf 1 januari 2009 niet meer als een investering beschouwd worden en dienen de kosten ten laste van de exploitatie te worden gebracht. Wat activiteit 7900 betreft gaat het om een (netto) bedrag van € 69.000,- .Hoe dit financieel administratief wordt afgehandeld is nog niet duidelijk. Hierover vindt momenteel overleg plaats met de accountant. Besluitvorming Het betreft ontwikkelingsinvesteringen. De kredietaanvraag moet daarom ter goedkeuring aan het algemeen bestuur worden aangeboden.
-2-
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *08I001235* Barcode : *08I001235*
Projectnr.: 14
Projectnaam:
Aanvullend krediet 1e fase Rietkreek- Lange Water t/m 2008
Beheerproduct 3210 Aanleg en verwerving waterlopen BESLUITNUMMER: 2008-21 Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 mei 2008; gelezen het advies van de AB-commissie Beleid en investeringen van 4 juni 2008; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen; BESLUIT: te voteren een aanvullend uitvoeringskrediet groot € 755.000,- ten behoeve van de 1e fase van het gebiedsgericht project Rietkreek-Lange Water. Hierbij wordt uitgegaan van € 275.000,- aan subsidies en bijdragen van derden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008 De dijkgraaf De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *08I001834* Barcode: 08I001834 Onderwerp: aanvraag aanvullend UVK voor opstellen waterbeheerplan inclusief stroomgebiedbeheerplan Sector en afdeling: SBO, afdeling Beleid Datum behandeling: 25 juni 2008 Agendapunt: 30 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: investeringsbesluit en toetsingslijst Aan het algemeen bestuur Inleiding In juni 2006 heeft het AB een uitvoeringskrediet van € 670.000,- beschikbaar gesteld voor het opstellen van het waterbeheerplan en het formuleren van de KRW opgave. Het project bestaat voornamelijk uit eigen uren en een beperkt deel aan uitbestedingen van adviesdiensten. Tot en met 2007 is de urenbesteding binnen de urenraming gebleven. Inmiddels is duidelijk geworden dat voor een goede afronding van het product in de jaren 2008 en 2009 meer budget nodig is. In verband hiermee wordt aanvullend krediet aangevraagd. Vraagstelling Is het AB bereid een aanvullend uitvoeringskrediet ter grootte van € 270.000,- ter beschikking te stellen voor de verdere uitvoering van het opstellen van het waterbeheerplan inclusief de opgave voor de Kaderrichtlijn Water? Strategie Het product wordt vormgegeven door een zeer intensieve samenwerking met alle partijen (gemeenten, waterschappen, provincie, Rijk, belangengroepen, en interne processen zoals IGA’s). Gedurende de realisatie blijkt nu dat dit bedrag niet toereikend is voor het goed afronden van dit project. De benodigde werkzaamheden zijn intensiever en meeromvattend dan aanvankelijk was ingeschat. Het benodigde extra budget is als volgt onder te verdelen: - € 230.000,- voor de doorberekening van extra inzet van eigen personeel - € 40.000,- voor extra kosten voor uitbesteding van de eindredactie en de inspraakprocedure rond het Waterbeheerplan. Vorm van het waterbeheersplan In het projectplan is niet bepaald wat de vorm van het waterbeheerplan gaat worden. Dit is wel mede bepalend voor de kosten. De huidige kostenraming is gebaseerd op een waterbeheerplan dat vrijwel uitsluitend op internet is te raadplegen, vergelijkbaar met de strategische nota en de watersysteemrapportage. Juridisch gezien is een papieren exemplaar noodzakelijk. Dit wordt vervaardigd door middel van een afdruk van alle webpagina’s (dit levert een minder goed leesbaar document op). Er wordt een brochure (maximale omvang: drieslagfolder op A5) vervaardigd om te laten weten dat het waterbeheerplan op internet te vinden is. Met een digitaal waterbeheerplan zet het waterschap de toon voor de toekomst, en wordt de digitale manier van werken van het waterschap onderstreept. Door gebruik van het internet/waterweb, kunnen alle collega’s de concept stukken inzien en direct reageren naar de projectleider (in mei wordt al een eerste versie via waterweb ontsloten). Het document wordt daarmee op een interactieve manier vormgegeven. Voor externen is een digitaal waterbeheerplan beter toegankelijk dan een papieren exemplaar. Voordeel is ook dat nieuwe informatie en uitwerkingen van het waterbeheerplan, direct in de internetversie kunnen worden toegevoegd (als dynamisch deel van het waterbeheersplan). Dit vergroot het overzicht.
Het schrijven van een waterbeheerplan op internet, leidt tot andere teksten, dan wanneer een traditioneel document wordt geschreven. Indien er een wens is om ook een leesbare papieren versie op te leveren, betekent dit dat er in feite twee verschillende documenten moeten worden gemaakt: een internet document en een papieren document. Dit leidt daarmee tot extra kosten voor schrijven, opmaak, eindredactie en forse reproductiekosten. Deze kosten (geraamd op ongeveer € 45.000,-) zijn niet in het voorstel opgenomen. Het vervaardigen van een apart papieren plan leidt namelijk tot onduidelijkheid (twee versies van het WBP) en het hinkt op twee gedachten (wel of niet digitaal). Samenvatting Huidig krediet Extra benodigd: - Extra personele kosten - Extra uitbesteding Totaal krediet
€ 670.000,€ 270.000,€ 230.000,€ 40.000,€ 940.000,-
Beoordeling • Financiële gevolgen ja, namelijk Zie toetsingslijst •
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen niet van toepassing De extra benodigde personele capaciteit kan grotendeels binnen de huidige formatie worden gerealiseerd. Voor kleine onderdelen is uitbesteding voorzien.
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen niet van toepassing
Communicatieparagraaf Eerder is reeds vastgesteld dat voor de communicatie ter vervaardiging van het Waterbeheerplan de lopende gebiedsprocessen worden gebruikt (zowel intern als extern). Daarnaast wordt in september 2008 een bijeenkomst voor de drie regiocommissies samen georganiseerd en wordt in diezelfde maand een thema-AB besteed aan de inhoud van het WBP (en SGBP). Na vaststelling door het DB in november 2008, is tijdens de inspraak voorzien in drie informatiebijeenkomsten. Hierbij zal ook de provincie aanschuiven, omdat de plannen in gezamenlijk overleg en tegelijk zijn opgesteld. Tenslotte is voorzien in een brochure die aangeeft hoe en waar het waterbeheersplan geraadpleegd kan worden. Advies: AB stemt in met het ter beschikking stellen van een aanvullend uitvoeringskrediet ter grootte van € 270.000,- voor de verdere uitvoering van het project en met een digitale vormgeving van het waterbeheerplan (op internet). Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
-2-
TOETSINGSLIJST
Nummer : 08I001392 Barcode : 08I001392
Activiteitnr.: 7910 Beheerproduct:
Activiteitnaam: Opstellen waterbeheerplan inclusief stroomgebiedbeheerplan (KRW) – aanvullend krediet 1120 Waterbeheersplan
Projectleider:
V. van den Berg
Soort investering:
Ontwikkeling
Investeringsbesluit: 2008-27 Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever:
50% kwantiteit, 50% kwaliteit 1000 Planvorming 2006 - 2009 januari 2010 n.v.t. n.v.t. A. Meuleman
Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge:
€ 270.000,€ 0,Plan 5 jaar 5% 10% (realisatiefase)
Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): k. effect op de heffing: % aandeel tarief % daling/stijging tarief t.o.v. begr 2008 en MJR 2009-2012 l. te ramen netto lasten voor 2008: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
€ 62.363,n.v.t. n.v.t. n.v.t. € 62.363,Kwantiteit: 0,094% Kwaliteit: 0,047% Kwantiteit: + 0,094% Kwaliteit + 0,047% n.v.t. Opnemen in de begroting 2010
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Voor het project is in de vergadering van het algemeen bestuur van 28 juni 2006 € 670.000,- gevoteerd. Met dit aanvullend krediet van € 270.000,- is in de begroting 2008 en het IP 2008-2012 geen rekening gehouden.
Gevolgen Waterschapsbesluit Plannen worden o.b.v. het nieuwe afschrijvingsbeleid in 5 jaar afgeschreven. Vooruitlopend hierop is bij deze investering de afschrijvingstermijn van 5 jaar gehanteerd in tegenstelling tot de oorspronkelijke termijn van 6 jaar. Besluitvorming Deze investering betreft een ontwikkelingsinvestering: goedkeuring door het algemeen bestuur is daarom vereist.
-2-
Nummer : 08I001391 Barcode : 08I001391 INVESTERINGSBESLUIT Activititeitnr.: 7910
Naam activiteit:
Opstellen waterbeheerplan inclusief stroomgebiedbeheerplan (KRW) – aanvullend krediet
Beheerproduct: 1120 Waterbeheersplan
BESLUITNUMMER: 2008-27 Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 mei 2008; gelezen het advies van de AB-commissie Beleid en Investeringen van 4 juni 2008; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen; BESLUIT: te voteren een aanvullend uitvoeringskrediet groot € 270.000,- ten behoeve van het opstellen waterbeheerplan inclusief stroomgebeidbeheerplan (KRW). Het totale krediet komt hiermee op € 940.000,-. Aldus vastgesteld in het algemeen bestuur van 25 juni 2008.
De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *08I001858* Barcode: *08I001858* Onderwerp: aanvraag aanvullend UVK Brabantse Wal Sector en afdeling: Watersystemen en Waterkeringen, afdeling Plannen en Projecten Datum behandeling: 25 juni 2008 Agendapunt: 31 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: toetsingslijst en investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Inleiding Binnen het project Brabantse Wal zijn twee activiteiten gereed voor aanbesteding: Jagersrust/Groote Meer en Noordpolder van Ossendrecht. In beide projecten gaat het om het realiseren van natte natuurparels, waarbij er een gedeelde verantwoordelijkheid ligt bij waterschap, provincie en natuurbeheerder. Naast waterdoelstellingen worden in dit project natuurdoelstellingen gerealiseerd (inrichting EHS). Iedere partij is financieel verantwoordelijk voor de eigen doelstellingen. In Noord-Brabant is afgesproken dat de waterschappen trekker zijn voor het realiseren van de natte natuurparels. In de rol van trekker heeft het waterschap voor beide activiteiten een integraal inrichtingsplan opgesteld. Het inrichtingsplan van de eerste fase Noordpolder van Ossendrecht is na inspraak goedgekeurd door het algemeen bestuur. Het inrichtingsplan van Jagersrust is door het DB goedgekeurd en is gereed voor inspraak. Het waterschap zal conform afspraak in het project de doelstellingen van de andere partijen meenemen en optreden als opdrachtgever voor het geheel. In 2006 is een uitvoeringskrediet aangevraagd voor het deel waar het waterschap financieel verantwoordelijk voor is. Om rechtmatig aan te kunnen besteden, moet er echter een krediet beschikbaar zijn voor de totale kosten. Voor beide activiteiten zijn de subsidies en bijdragen van derden toegezegd. Deze kosten kunnen na afronding van de uitvoering weer bij de verantwoordelijke partijen teruggevorderd worden. De werkelijke uitgaven van het waterschap worden daardoor uiteindelijk niet hoger dan het krediet dat in eerste instantie is aangevraagd. Vraagstelling Gaat het AB akkoord met het beschikbaar stellen van een aanvullend uitvoeringskrediet van €2.911.000,om de activiteiten binnen het project Brabantse Wal rechtmatig aan te besteden. Dit gehele bedrag zal na afronding van het project teruggevorderd worden in de vorm van subsidies. Strategie In onderstaande tabel is de financiële stand van zaken weergegeven van de diverse activiteiten binnen het project Brabantse Wal. De eerste kolom met bedragen bevat de totale kosten voor de activiteit inclusief de voorbereidingskosten die tot nu toe gemaakt zijn. De tweede kolom bevat de werkelijke bijdrage die het waterschap na de eindafrekening aan het project besteed zal hebben. De derde en vierde kolom bevat de subsidie die toegekend is aan de activiteit. Het percentage geeft het deel weer dat derden zullen bijdragen aan de totale kosten. De vijfde kolom is het krediet dat tot nu toe beschikbaar is gesteld. Dit bedrag is toereikend om de kosten voor het waterschap te dekken (vergelijk het totaal van kolom 2 en 5). In de laatste kolom is aangegeven welk extra krediet nodig is om de aanbesteding rechtmatig uit te kunnen voeren. Grote Meer en Jagersrust zijn in de uitvoering samengenomen, omdat de maatregelen die uitgevoerd worden in het Groote meer ten behoeve komen van de natte natuurparel Groote Meer.
5
6 extra krediet
4
beschikbaar krediet
kosten waterschap
3
subsidie/ bijdrage derden
2
totale kosten
1
subsidie perc.
Tabel 1. financieel overzicht project Brabantse Wal
6741 Akkerenven
€
306.686,00
€
158.686,
48%
€
148.000,00
€
100.000,00
€
58.686,00
7988 Noordpolder
€ 1.133.462,00
€
320.063,00
72%
€
813.399,00
€
518.000,00
€
615.462,00
74%
€ 2.055.949,00
€
2.236.852,00
€
2.911.000,00
7985 Jagersrust
€ 2.761.852,00
€
705.903,00
7924 Groote Meer
€
36.000,00
€
36.000,00
6765 Molenbeek
€ 5.151.890,00
€
516.250,00
90%
€ 9.389.890,00
€ 1.736.902,00
82%
Totaal
€
525.000,00
€
36.000,00
€ 4.635.640,00
€
683.000,00
€ 7.652.988,00
€ 1.862.000,00
* Voor het project Akkerenven is Staatsbosbeheer de trekker. De terreinbeheerder verzorgde de uitbesteding, het waterschap levert de financiële bijdrage voor haar verantwoordelijkheid. In dit geval is geen krediet noodzakelijk voor de totale kosten, maar alleen voor het deel dat het waterschap bijdraagt. ** Voor het project Dal van de Molenbeek Bergen op Zoom is de gemeente Bergen op Zoom trekker. Het waterschap draagt een deel bij aan de gemeente. Hiervoor is krediet beschikbaar. De provincie heeft weer een deel subsidie beschikt over het waterschapsdeel. Vandaar dat in dit geval de kosten voor het waterschap lager zijn dan het totale krediet. In onderstaande tabel is aangegeven welke doelen gerealiseerd zullen worden voor het krediet dat nu aangevraagd is.
6741
Akkerenven
7988
Noordpolder
7985
Jagersrust
7924
Groote Meer
6765
Molenbeek Totaal
65 49 130
244
EVZ
Waterberging
Ven
Beekherstel
Natte Natuurparel verdroging oplossen buiten NNP
Tabel 2. Doelrealisatie Brabantse Wal fase 1
1 0,50 20 20
0,5
1
25 10
2
20 55
1,5 1,5
Beoordeling • Financiële gevolgen ja, namelijk zie tabel 1 •
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen niet van toepassing
Communicatieparagraaf Voor alle activiteiten binnen het project geldt dat uitgebreid gecommuniceerd wordt met betrokken partijen en omwonenden. Advies: het AB stemt in met het beschikbaar stellen van een aanvullend uitvoeringskrediet van € 2.911.000,-- om de activiteiten binnen het project Brabantse Wal rechtmatig aan te besteden. Hierbij wordt uitgegaan € 2.911.000,- aan subsidies en bijdragen van derden. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
TOETSINGSLIJST
Nummer : *08I001388* Barcode : 08I001388
Projectnr.: 03
Naam project:
Brabantse Wal (aanvullend krediet), bestaande uit de activiteiten: 6741 Akkerven (Bleekloop) 7988 Noordpolder 7985 Jagersrust (Moseven)
Beheerproduct: 3210 Aanleg en verwerving waterlopen Projectleider:
M. Thijssen
Soort investering:
Ontwikkelingsinvestering
Investeringsbesluit: 2008-26
Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever: Financieel a. invester ingsbedrag:
b. c. d. e.
subsidie/inkomsten: afschrijvingstermijnen: rentepercentage: nauwkeurigheidsmarge:
Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): k. effect op de heffing:
Kwantiteit 80%; kwaliteit 20% Inrichting en onderhoud watersystemen 2008-2009 01-06-2009 positief conform aanbestedingsbeleid J. van Hal
Activiteit 6741 :€ 58.686,Activiteit 7988: € 615.462Activiteit 7985: € 2.236.852,€ 2.911.000,€ 2.911.000,30 jaar EVZ 5% 10% à 20% (voorbereidingsfase)
€ 0,-
€ 0,-
% aandeel tarief
% daling/stijging tarief t.o.v. begr 2008 en MJR 2008-2012 l. te ramen netto lasten voor 2008: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
kwantiteit: 0 % Kwaliteit: 0 % Kwantiteit: 0 % Kwaliteit: 0 % n.v.t. n.v.t.
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan In het IP 2008-2012 is geen rekening gehouden met een aanvullend krediet voor de 1e fase van gebiedsgericht project 03 Brabantse Wal. Voor bovengenoemde activiteiten is in de vergadering van het algemeen bestuur van 5 april 2006 reeds € 1.143.000,- gevoteerd met een verwachte bijdrage van derden van 50%. Met dit aanvullende krediet komt het totaal beschikbare krediet voor deze activiteiten op € 4.054.000,- met een verwachte bijdrage van derden van € 2.919.337,- (72%) Gevolgen Waterschapsbesluit Bijdragen in de eigendommen van derden worden beschouwd als immateriële vaste activa. Om te mogen activeren moet in de overeenkomst over de te verstrekken bijdrage als voorwaarde worden opgenomen dat het bedrag teruggevorderd kan worden wanneer de tegenpartij in gebreke blijft. Besluitvorming Het betreft ontwikkelingsinvesteringen. De kredietaanvraag moet daarom ter goedkeuring aan het algemeen bestuur worden aangeboden.
-2-
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *08I001387* Barcode : 08I001378
Projectnr.: 03
Projectnaam:
Aanvullend krediet 1e fase Brabantse Wal
Beheerproduct 3210 Aanleg en verwerving waterlopen BESLUITNUMMER: 2008-26 Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 mei 2008; gelezen het advies van de AB-commissie Beleid en Investeringen van 4 juni 2008; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen; BESLUIT: te voteren een aanvullend uitvoeringskrediet groot € 2.911.000,- ten behoeve van de 1e fase van het gebiedsgericht project Brabantse Wal. Hierbij wordt uitgegaan € 2.911.000,- aan subsidies en bijdragen van derden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008. De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *08I001805* Barcode: *08I001805* Onderwerp: aanvraag UVK Waterakkers Breda Sector en afdeling: Watersystemen en Waterkeringen, afdeling Plannen en Projecten Datum behandeling: 25 juni 2008 Agendapunt: 32 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: inrichtingsschets Waterakkers, toetsingslijst en investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Inleiding In het kader van het herstel van de natte natuurparel de Lage Vuchtpolder (Breda) wordt momenteel de realisatie voorbereid van de "Waterakkers". Het parkgebied van de Waterakkers (30 ha) vormt een bijzonder project waarin een nieuw watersysteem voorsorteert op het veranderende klimaat. Concreet betekent dit dat er vanuit circa 500 ha bestaand en nieuw te realiseren stedelijk gebied water verzameld wordt, dat nu nog deels via het riool naar de Mark wordt afgevoerd. Dit water wordt gezuiverd en opgeslagen zodat het strategisch kan worden ingezet in de bestrijding van verdroging van circa 110 ha EHS in de Lage Vuchtpolder. Met name het zuiveringsproces van het water is gezien zijn aard en omvang in Nederland uniek. Binnen het stedelijke gebied van noordoost Breda vormt het toekomstige watersysteem tevens de basis voor een zeer bijzonder recreatief uitloopgebied en fraaie afronding van de stadsrand en van toekomstige vinexuitbreidingen in het gebied. Met de plannen voor de Waterakkers is er door de betrokken partijen (gemeente Breda, waterschap Brabantse Delta, Dienst Landelijk gebied, Staatsbosbeheer) een ambitie neergelegd die groter is dan strikt genomen noodzakelijk op basis van het huidige gemeentelijk en waterschapsbeleid. Met name de complexe combinatie van waterberging, verdrogingsbestrijding en waterzuivering zou zonder de extra inspanning van de betrokken partijen niet van de grond gekomen. In het kader van de wateropgave gekoppeld aan de vinextaakstelling en de stedelijke vernieuwing wordt nu in totaal 30 ha waterberging ingericht en een bijzondere waterzuivering gerealiseerd. Hierdoor wordt de natte natuurparel De Vughtpolder grotendeels hersteld. Gezien de innovativiteit van het project heeft de gemeente het project voorgedragen voor subsidie vanuit het Synergie- en innovatieprogramma KRW-Maas. In het verleden zijn reeds bestuurlijke afspraken gemaakt voor bijdragen vanuit de waterkwantiteitstaak en de waterkwaliteitstaak. Daarbij heeft waterschap Mark en Weerijs toegezegd € 490.000,- bij te dragen en het hoogheemraadschap van West Brabant heeft een toezegging van € 215.000,- gedaan. Het project is daartoe opgenomen in het huidig IP (6308). De realisatie van het plan is vertraagd door de procedurele vertraging die is opgetreden bij de MER procedure van de aangrenzende VINEX locatie. Dit jaar is gestart met de eerste werkzaamheden voor realisatie van het project. Hiermee komt ook het moment om de toegezegde bijdrage te gaan verlenen. Vraagstelling Kan het AB instemmen met het verstrekken van een bijdrage aan de gemeente Breda voor de realisatie van het plan Waterakkers en wil het daarvoor een uitvoeringskrediet beschikbaar stellen?
Strategie In het kader van het plan Waterakkers worden de volgende doelstellingen gerealiseerd: - herstel natte natuurparels: 110 ha; - innovatieve waterzuivering; - natuurvriendelijke oevers: 6 kilometers. Het ontwerp van de Waterakkers is gestoeld op een watersysteembenadering die klimaatbestendig is. Het ontwerp is erop gebaseerd om zowel perioden met grote neerslaghoeveelheden als aaneengesloten perioden van droogte te kunnen overbruggen. Dankzij de strategische koppeling van verschillende beleidsdoelen is er in een betrekkelijk klein gebied een goede samenhang gevonden, waardoor meerdere Rijksdoelen tegelijkertijd gerealiseerd kunnen worden. Met name de intensieve samenwerking tussen de verschillende hierboven genoemde partijen is in dit gecompliceerde programma een succesfactor gebleken. De eerder toegezegde bijdrage van het hoogheemraadschap van West Brabant betrof: • 15% bijdrage aan aanleg en exploitatie van het (verticale) helofytenfilter in het kader van verdrogingsbestrijding; • 100% bijdrage aan aanvullende maatregelen gericht op behalen van waterkwaliteitsdoelstellingen in de voorberging (windmolenpomp en uitzetten vis en onderwaterplanten). De bijdrage van waterschap Mark en Weerijs is gebaseerd op de extra waterberging van 4 ha (€ 480.000,-) en een bijdrage aan de ecologische inrichting (€ 21.000,-). Voorgesteld wordt om vast te houden aan de oorspronkelijke bestuurlijke toezeggingen van een bijdrage aan het plan waterakkers van € 705.000,-. Beoordeling • Financiële gevolgen ja, namelijk het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van € 705.000,•
Juridische gevolgen ja, namelijk het betreft het nakomen van eerdere bestuurlijke toezeggingen
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen ja, namelijk
MVO aspect:
Score:
1.
De actie gaat verder dan de wettelijke verplichtingen en kerntaken van het waterschap:
0
2.
De actie kan wel betrekking hebben op het uitvoeren van kerntaken, maar onderscheidt zich dan van het reguliere werk doordat er in de wijze van uitvoering extra aandacht is voor de aspecten People, Planet en Profit. Het plan waterakkers wordt gekenmerkt door uitgebreide aandacht aan het aspect duurzaamheid.
2
3.
De actie kenmerkt zich door vernieuwende en/of grensverleggende aspecten, gericht op één of meer van de drie P's. Het betreft een innovatief project op het gebied van duurzaamheid.
1
4.
De actie leent zich om er buiten de organisatie over te communiceren zodat ook andere partijen er van kunnen leren en het waterschap verantwoording aflegt over gemaakte keuzes. De opzet van het plan is vernieuwend en leent zich daardoor prima voor externe communicatie en profilering van de projectpartners
2
5 Totaalscore van de 4 aspecten MVO score:
*
**
***
****
Communicatieparagraaf De gemeente Breda zal een communicatieplan ontwikkelen waarin de wensen van het waterschap zijn verwerkt. Advies: AB stemt in met het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van € 705.000,- voor het leveren van een financiële bijdrage aan het plan Waterakkers van de gemeente Breda Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Inrichtingsschets waterakkers
EHS
Vinex
Gezuiverd water
Teteringen
Vinex
Breda zuivering
Verzameld water
TOETSINGSLIJST
Nummer : *08I001345* Barcode : *08I001345*
Activiteitnr.: 6308 Beheerproduct:
Activiteitnaam: Bijdrage Waterakkers Vugtpolder Breda 3210 Aanleg en verwerving waterlopen
Projectleider:
B. Hoefeijzers
Soort investering:
Ontwikkelingsinvestering
Investeringsbesluit: 2008-22 Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever: Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen:
d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): k. effect op de heffing: % aandeel tarief % daling/stijging tarief t.o.v. begr 2008 en MJR 2008-2012 l. te ramen netto lasten voor 2008: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
kwantiteit 80%; kwaliteit 20% Inrichting en onderhoud watersystemen 2008-2009 01-01-2010 positief effect n.v.t. J. van Hal
€ 705.000,€ 352.500,EVZ/waterberging (€ 500.000,-): 30 jaar helofytenfiler (€ 205.000,-): 70% civieltechnisch 40 jaar 20% mechanisch: 20 jaar 10% procesautomatisering: 10 jaar 5% 10% à 20% (voorbereidingsfase) € 23.400,-
€ 23.400,Kwantiteit: 0,06% Kwaliteit: < 0,01% Kwantiteit: -/- 0,18% Kwaliteit: < 0,01% n.v.t. Ten laste van nieuw beleid
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan In het IP 2008-2012 is € 871.000,- geraamd, datum gereed 01-01-2010; jaarlijkse last € 75.000,-; afschrijvingstermijnen 70% civieltechnisch 40 jaar, 20% mechanisch 20 jaar, 10% procesautomatisering 10 jaar. In het IP 2008-2012 was dit project bij het product 3510 Aanleg en verwerving kunstwerken actieve waterbeheersing opgenomen en werden de lasten voor 100% naar waterkwantiteit doorgelast. Omdat € 500.000,- (van het bedrag van € 705.000,-) besteed wordt aan de aanleg en EVZ’s en waterberging wordt voorgesteld het project op te nemen bij product 3210 aanleg en verwerving waterlopen. Daardoor komt 20% ten laste van de taak kwaliteit. Gevolgen Waterschapsbesluit Bijdragen in de eigendommen van derden worden beschouwd als immateriële vaste activa. Om te mogen activeren moet schriftelijk worden vastgelegd dat het bedrag teruggevorderd kan worden wanneer de tegenpartij in gebreke blijft. Besluitvorming Deze investering betreft een ontwikkelingsinvestering; hiervoor is goedkeuring van het algemeen bestuur vereist.
-2-
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *08I001344* Barcode : *08I001344*
Activiteitnr.: 6308
Naam activiteit:
Bijdrage Waterakkers Vugtpolder Breda
Beheerproduct 3210 Aanleg en verwerving waterlopen BESLUITNUMMER: 2008-22 Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 mei 2008; gelezen het advies van de AB-commissie Beleid en Investeringen van 4 juni 2008; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen; BESLUIT: te voteren een uitvoeringskrediet groot € 705.000,- ten behoeve van de financiële bijdrage aan het plan Waterakkers van de gemeente Breda. Hierbij wordt uitgegaan van € 352.500,- aan subsidies en bijdragen van derden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008. De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *08I001809* Barcode: *08I001809* Onderwerp: aanvraag UVK baggeren regio West Sector en afdeling: Watersystemen en Waterkeringen, afdeling Plannen en Projecten Datum behandeling: 13 mei 2008 Agendapunt: 33 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: overzichtskaarten, toetsingslijst en investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Inleiding In het IP van 2008-2012 is het projectnummer 6273 Baggeren Regio West opgenomen. De uitvoering van de werkzaamheden is gepland in het najaar van 2008 met een doorloop tot in het voorjaar 2009. In de afgelopen jaren is het baggerwerk aan watergangen met grotere afmetingen (kreken en beken) voor een belangrijk deel niet uitgevoerd, omdat onduidelijkheid bestond omtrent ontvangstplicht bij grotere hoeveelheden specie, vrijkomende specie in natuurgebieden (functiewaterlopen), alsmede het streven naar gelijktijdige uitvoering met ecologische herinrichtingsplannen. Dit houdt in dat in het stedelijk gebied Roosendaal en het krekengebied Lange water en Rietkreek de werkzaamheden beperkt blijven tot het projectmatig verwijderen van onderhoudsspecie (zie schema hieronder). Gemeente Roosendaal IP 6273 Lokatie Molenbeek Kletterwater Omleiding Tolberg Zandvang Molenbeek
Omschrijving Stedelijke waterloop Stedelijke waterloop Stedelijke waterloop Zandvang van 1500 m3 capaciteit
e/h m3 m3 m3 m3
Kwantiteit 1.820 2.500 3.750 1.500
Klasse KI 0,1,2 KI 0,1,2 KI 0,1,2 KI 0,1,2
Omschrijving Waterloop in krekengebied Waterloop in krekengebeid Stedelijke waterloop
e/h m3 m3
Kwantiteit 20.000 5.000
Klasse KI 0,1,2 KI 0,1,2
Kreken buitengebied IP 6273 Lokatie Lange Water 2e fase Rietkreek
Dit baggeren is noodzakelijk omdat de water aan- en afvoer wordt belemmerd door onvoldoende hydraulisch profiel. Ook kan er “verzanding” in de stedelijke waterlopen optreden met ernstige capaciteitsproblemen, bijvoorbeeld voor de werking van de overstorten. Op termijn zijn ook kwaliteitsproblemen te verwachten als er niet of te laat wordt gebaggerd, bijvoorbeeld de achteruitgang van de visstand. Voor het projectnummer 7926 (waterplan gemeente Bergen op Zoom) dient een aantal stedelijke wateren gebaggerd te worden in het kader van overdracht van watergangen door de gemeente aan het waterschap. Het betreft een aantal vijvers in de stad Bergen op Zoom. Door nader onderzoek van zowel kwaliteit als kwantiteit van de bagger is er een duidelijker beeld ontstaan van de aard en de omvang van het werk. In een aantal wateren in Bergen op Zoom is op grote schaal sprake van klasse 3 en 4 specie, terwijl in de Zoom een grote hoeveelheid fysische verontreiniging is aangetroffen. De hoeveelheden, met de daarbij behorende kwaliteitsgegevens zijn in onderstaande tabel verwerkt. Deze werkzaamheden worden op projectnummer 6265 (sanering baggerwerken) afgehandeld. Van deze gebieden dient de waterbodem als zodanig gesaneerd te worden.
Gemeente Bergen op Zoom IP 7926 en IP 6265 Lokatie De Zoom Anton van Duinkerkenpark Ravelijn
Omschrijving Zoom stedelijk gebied Zoom stedelijk gebied Stadsvijver 125m x 215m Oude Vestingsgracht (1,0ha x 0,85m slib)
e/h m3 m3 m3 m3
Kwantiteit 800 5.500 5.300 8.500
Klasse 4 2 2,3,4 2,3,4
Dit baggeren is noodzakelijk omdat de water aan- en afvoer wordt belemmerd door onvoldoende hydraulisch profiel. Specifiek voor de stadsparken geldt dat er een ernstig kwaliteitsprobleem (blauwalg) is, waar met de verwijdering van baggerspecie een structurele bronmaatregel wordt getroffen. Dit heeft een positief effect op de visstand. Vraagstelling: Is het AB bereid een uitvoeringskrediet van € 4.150.000,-- beschikbaar te stellen voor de uitvoering van het project baggeren regio West? Strategie: Gekozen voor een bundeling van projecten IP 6273, IP 6265 en IP 7926 Momenteel loopt het uitwerken van het aanbestedingsdocumenten (bestek en tekeningen) alsmede het verzorgen van de aanbesteding vastgesteld volgens aanbestedingsreglement Brabantse Delta. De uitvoering van het gehele project blijft onder de Europese aanbestedingsdrempel. Er wordt kritisch gekeken naar de wijze waarop dit project op de markt kan worden gezet waarbij aandacht zal zijn voor de wijze van uitvoering innovatie en kostenbesparing. Extra aandacht wordt geschonken aan de duurzaamheid van het project. Duurzaamheid wordt in dit kader gedefinieerd als het optimaliseren van de hoeveelheid bruikbaar materiaal. Gekozen is voor gelijktijdige uitvoering met herinrichtingprojecten om verstoring in natuurgebieden tot een minimum te beperken. Met de verwijdering van de baggerspecie in de stadswateren Bergen op Zoom wordt tevens invulling gegeven aan de blauwalgbestrijding. De uitvoering is gepland in de periode augustus 2008 t/m maart 2009. Gevolgen: Voor wat betreft de ontvangstplicht zijn de beleidsrichtlijnen, zoals opgenomen in respectievelijk het waterbodembeheersplan, alsmede de Regeling Ontvangstplicht specie van het waterschap Brabantse Delta aangehouden. Van de diverse ontvangstplichtigen komen daardoor bijdragen in het kader van de ontvangstplicht ten gunste van het waterschap. Dit bedraagt € 1.977.000,--. Met alle drie de gemeenten en Staatsbosbeheer wordt momenteel overleg gepleegd over de feitelijke uitvoering, de risico’s en de consequenties met betrekking tot de ontvangstplicht. Er zijn nog geen concrete toezeggingen gedaan. Volgens de beleidsrichtlijnen van waterschap Brabantse Delta zijn de gemeenten en Staatsbosbeheer ontvangstplichtig. In verband met de kwaliteit van de uitkomende specie (klasse 3 en 4) kan het zijn dat de bijdragen van de ontvangstplichtige lager uitvallen, omdat de ontvangstplicht niet van toepassing is bij klasse 3 en 4, tenzij er sprake is van achterstallig onderhoud bij over te dragen watergangen aan het waterschap en de specie binnen 500 m van overstorten voorkomt. Op grond van de thans beschikbare kwaliteitsgegevens kan dit inhouden dat de totale bijdrage € 60.000,-- lager uitvalt. Beoordeling Financiële gevolgen ja, namelijk € 4.150.000,--uitvoeringskrediet waarvan te verwachten (prognose) bijdragen gemeenten en Staatsbosbeheer ongeveer € 1.977.000,--. •
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
MVO gevolgen niet van toepassing
Communicatieparagraaf Met nieuwsbrieven zullen omwonenden en aanliggende eigenaren worden benaderd. Advies: AB stemt in met het ter beschikking stellen van een uitvoeringskrediet van € 4.150.000,-- voor de uitvoering van het project baggeren regio West. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
TOETSINGSLIJST
Nummer : *08I001230* Barcode : *08I001230*
Activiteitnr.:
Naam activiteit: Baggeren regio West, bestaande uit de activiteiten 6273 Uitvoering baggerwerk 7926 Waterplan Bergen op Zoom (onderdeel baggeren) 6265 Sanering baggerwerken
Beheerproduct: 3420 Verwijderen en verwerken verspreidbare bagger 3460 Sanering van waterbodems Projectleider:
J. de Vijlder
Soort investering:
Instandhoudingsinvestering (baggerwerken); Ontwikkelingsinvestering (waterplan Bergen op Zoom)
Investeringsbesluit: 2008-20
Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever: Financieel a. investeringsbedrag:
b. c. d. e.
subsidie/inkomsten: afschrijvingstermijnen: rentepercentage: nauwkeurigheidsmarge:
Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten:
Kwantiteit 93%; kwaliteit 7% Inrichting en onderhoud watersystemen 2008 t/m voorjaar 2009 01-04-2009 n.v.t. conform aanbestedingsbeleid R. Lambregts
Activiteit 6273 € 2.100.000,Activiteit 7926 € 950.000,Activiteit 6265 € 1.100.000,€ 4.150.000,€ 1.977.000,7 jaar baggeren/15 jaar sanering 5% 10% à 20% (voorbereidingsfase)
€ 355.600,-
j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): k. effect op de heffing: % aandeel tarief % daling/stijging tarief t.o.v. begr 2008 en MJR 2008-2012 l. te ramen netto lasten voor 2008: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
€ 355.600,Kwantiteit: 0,986% Kwaliteit: 0,035% Kwantiteit: +/+ 0,07% Kwaliteit: -/- 0,13% n.v.t. in de begroting 2009 opnemen.
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Deze activiteiten zijn in het IP 2008-2012 als volgt opgenomen: Activiteit 6273 uitvoering baggerwerk: € 5.515.000,- (geen bijdrage) Activiteit 6265 Sanering waterbodems € 1.100.000,- (geen bijdrage van derden Activiteit 7926 waterplan Bergen op Zoom: € 1.750.000,- (bijdrage € 750.000,-). In deze raming zijn ook de kosten van herinrichting opgenomen. Hiervoor wordt in een later stadium een uitvoeringskrediet voor aangevraagd. Als jaarlijks last voor deze activiteiten is in het IP 2008- 2012 € 424.000,- opgenomen. Gevolgen Waterschapsbesluit Als gevolg van de invoering van het waterschapsbesluit mogen deze activiteiten vanaf 1 januari 2009 niet meer als een investering beschouwd worden en dienen de kosten ten laste van de exploitatie te worden gebracht. Hoe dit financieel administratief wordt afgehandeld is nog niet duidelijk. Hierover vindt momenteel overleg plaats met de accountant. Bij het opstellen van de begroting 2009 moeten de kosten van de werkzaamheden die in 2009 worden uitgevoerd in de exploitatiebegroting worden meegenomen. Besluitvorming Een van de activiteiten (waterplan Bergen op Zoom) betreft een ontwikkelingsinvestering. Deze kredietaanvraag moet daarom ter goedkeuring aan het algemeen bestuur worden aangeboden.
-2-
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *08I001229* Barcode : *08I001229*
Projectnr.: --
Projectnaam:
Baggeren regio West, bestaande uit de activiteiten 6273 Uitvoering baggerwerk 7926 Waterplan Bergen op Zoom (onderdeel baggeren) 6265 Sanering baggerwerken
Beheerproducten: 3420 Verwijderen en verwerken verspreidbare bagger 3460 Sanering van waterbodems
BESLUITNUMMER: 2008-20 Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 mei 2008; gelezen het advies van de AB-commissie Beheer en Onderhoud van 4 juni 2008; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen; BESLUIT: te voteren een aan uitvoeringskrediet groot € 4.150.000,- ten behoeve van het uitvoeren van baggerwerken in de regio Oost bestaande uit de volgende activiteiten: 6273 Uitvoering baggerwerk: € 2.100.000,7926 Waterplan (onderdeel baggerwerken): € 950.000,6265 Sanering baggerwerken: € 1.100.000,-.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008.
De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *08I001760* Barcode: *08I001760* Onderwerp: aanvraag UVK voor het gebiedsgericht ontwikkelingsproject Halderberge Sector en afdeling: Watersystemen en Waterkeringen, afdeling Plannen en Projecten Datum behandeling: 25 juni 2008 Agendapunt: 34 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: kaart, toetsingslijst en investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Inleiding In het projectgebied Halderberge liggen doelstellingen op het gebied van waterberging, verdrogingsbestrijding, inclusief herstel 3 wielen (vlakvormige waternatuur) en ten aanzien van een goede waterhuishoudkundige inrichting voor de landbouw (GGOR-landbouw). Voor het laag gelegen deel van het projectgebied wordt daarin voorzien middels een peilenplan en een peilbesluit. Om tot een goed afgewogen maatregelenpakket te komen zijn medio 2007 Integrale Gebiedsanalyses opgestart voor de Hoevense Beemden en de Molenbeek. De IGA Hoevense Beemden ligt geheel in het projectgebied Halderberge; de IGA Molenbeek voor 30%. Het projectgebied "Halderberge" omvat de volgende activiteiten: 1) 2) 3) 4)
60 algemene kosten en IGA; 160 verdrogingsbestrijding Hoevense Wielen, incl herstel 3 wielen (vlakvormige waternatuur); 167 verdrogingsbestrijding Gastels Laag; 6.738 waterberging Hoevense Beemden.
Met deze activiteiten, worden de volgende doelstellingen beoogd: 134 ha verdrogingsbestrijding, herstel 3 wielen (vlakvormige waternatuur) en (vooralsnog) 32 ha waterberging. Met de uitkomsten van de IGA wordt de keuze van de maatregelen nader onderbouwd. Het benodigde uitvoeringskrediet van € 2.414.000,= is bepaald op basis van a) kentallen voor verdrogingsbestrijding, herstel vlakvormige waternatuur en waterberging, b) op basis van de IGA-kosten en c) op basis van de begrote kosten voor het peilenplan. Daarnaast zijn ook d) algemene kosten (interne uren en communicatiekosten) hierin verdisconteerd. Vraagstelling Is het algemeen bestuur bereid om een uitvoeringskrediet beschikbaar te stellen van € 2.414.000,= om de beoogde doelrealisatie te kunnen realiseren voor het projectgebied Halderberge? Strategie Op basis van de IGA's wordt een peilenplan opgesteld en worden de uitvoeringsmaatregelen t.b.v. verdrogingsbestrijding, incl wielherstel, en waterberging nader uitgewerkt. Relevante partijen (Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie, Staatsbosbeheer, gemeente) zijn betrokken bij de totstandkoming van de IGA's en zullen ook bij het vervolgtraject betrokken worden. Naar verwachting kan de uitvoering vanaf 2009 opgepakt worden.
Beoordeling • Financiële gevolgen ja, namelijk € 2.414.000,-•
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen niet van toepassing
Communicatieparagraaf De totstandkoming van de IGA's wordt begeleid door een breed samengestelde Klankbordgroep. Voor de totstandkoming van het peilenplanen de uitvoeringsmaatregelen wordt eveneens een Klankbordgroep met externe partijen samengesteld. Advies: het AB stemt in met het beschikbaar stellen van een uitvoeringskrediet van € 2.414.000,-- voor het gebiedsgericht ontwikkelingsproject Halderberge. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
" !
EVZ
Gerealiseerd EVZ
Waternatuur
Waternatuur vlakken
Roosendaal
Gerealiseerd viswater
Viswater
Gerealiseerd Waternatuur-Viswater
Reserveringsgebied 2050
In te richten waterbergingsgebied
Natte natuurparels tweede planperiode
Natte natuurparels eerste planperiode
Verdroogde gebieden
Gerealiseerde Beek- en kreekherstel
Waternatuur-Viswater
Beek-en-kreekherstel
Knelpunten: moet vispassage komen in wateren met de functie Viswater
Oud Gastel
Aangelegde vispassage al gerealiseerd in wateren met de functie Viswater
Legenda
Kruisland
Stampersgat
N
23-4-2008
0
Schaal 1: 60.000
Tek.nr.
Datum
Versie
2,4 km
Etten-Leur
G: \ SBO-GeoInformatie\Projecten\ Plannen en Projecten\20082304_Halderberge\Docs\ DoelstellingskaarthaldenbergA4.mxd
Gezien
Afd. Geo-I nformatie
1: Halderberge
Doelstellingskaart
St Willebrord
Gecorrigeerd
Getekend
Bosschenhoofd
Oudenbosch
Standdaarbuiten
TOETSINGSLIJST
Nummer : *08I001761* Barcode : *
Projectnr : 01
Beheerproduct:
Project naam:
Halderberge, bestaande uit de activiteiten: 60 Algemene kosten en IGA 160 Verdrogingsbestrijding Hoevense Wielen 167 Verdrogingsbestrijding Gastelse Laag 6738 waterberging Hoevense Beemden
3210 Aanleg en verwerving waterlopen
Projectleider:
P. Janssen
Soort investering:
Ontwikkelingsinvestering
Investeringsbesluit: 2008-29 Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever: Financieel a. investeringsbedrag:
b. c. d. e.
subsidie/inkomsten: afschrijvingstermijnen: rentepercentage: nauwkeurigheidsmarge:
Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): k. effect op de heffing : % aandeel tarief % daling/stijging tarief t.o.v. begr 2008 en MJR 2008-2012
Kering 3%;kwantiteit 71%; kwaliteit 26% Inrichting en onderhoud watersystemen 2008-2011 01-01-2012 positief effect n.v.t. J. van Hal
activiteit 60: € 486.000,activiteit 160: € 1.026.000,activiteit 167: € 142.000,activiteit 6738: € 760.000,€ 2.414.000,€ 830.000,30 jaar 5% 10% à 20% (voorbereidingsfase)
€ 103.000,-
€ 103.000,Kering: 0,05% Kwantiteit: 0,20% Kwaliteit: 0,04% Kering: +/+ 0,01% Kwantiteit: +/+0,06%
l. te ramen netto lasten voor 2008: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
Kwaliteit: +/+ 0,01% n.v.t. Opnemen in meerjarenraming
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan In het IP 2008-2012 is voor bovengenoemde activiteiten totaal € 1.346.000,- geraamd met een verwachte bijdrage van derden van € 380.000,-; jaarlijkse last € 74.000,-. Het aangevraagde krediet heeft een jaarlijkse last van € 103.000,-: daardoor stijgen de tarieven t.o.v. de MJR 2008-2012. In het IP 2009-2013 zijn de activiteiten 160, 167 en 6738 abusievelijk niet opgenomen. In het volgende IP 2010-2014 worden de activiteiten uiteraard wel geraamd. Besluitvorming Deze investering betreft een ontwikkelingsinvestering; hiervoor is goedkeuring van het algemeen bestuur vereist.
-2-
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *08I001762* Barcode : *
Projectnr.: 01
Naam project:
Halderberge
Beheerproduct 3210 Aanleg en verwerving waterlopen BESLUITNUMMER: 2008-29 Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 mei 2008; gelezen het advies van de AB-commissie Beleid en Investeringen van 4 juni 2008; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen; BESLUIT: te voteren een uitvoeringskrediet groot € 2.414.000,- ten behoeve van de uitvoering van het gebiedsgerichte project Halderberge. Hierbij wordt uitgegaan € 830.000,- aan subsidies en bijdragen van derden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008. De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *08I001783* Barcode: *08I001783* Onderwerp: aanvraag UVK activiteit Chaamse Bossen Sector en afdeling: Watersystemen en Waterkeringen, afdeling Plannen en Projecten Datum behandeling: 22 april 2008 Agendapunt: 35 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: kaart projectgebied, toetsingslijst en investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Inleiding Vanaf 2008 zijn de subsidies voor verdrogingsbestrijding van provincie en rijk hoofdzakelijk gericht op de natte natuurparels. In de Bestuursovereenkomst tussen provincie en waterschappen is dat zo afgesproken. Omdat het waterschap al de nodige voorbereidende werkzaamheden had verricht in het kader van de Integrale Gebiedsanalyse Chaamse beken, is de provincie onlangs bereid gebleken om bij wijze van uitzondering bij te dragen aan de kosten voor de verdroginsbestrijding in de Chaamse Bossen. De provincie stelt als voorwaarde dat dit jaar een subsidieaanvraag ingediend wordt en dat de uitvoering in 2009 plaatsvindt. Om van dit provinciale aanbod gebruik te kunnen maken, dienen de verdere voorbereidingen ter hand genomen te worden. In het bos ligt een ven (Putven), dat in het provinciale Waterhuishoudingsplan de deelfunctie "waternatuur" heeft. Het waterschap is verantwoordelijk voor het uitwerken van het streefbeeld voor deze wateren en voor de inrichting ervan. Indien blijkt dat dit ven hersteld dient te worden, wordt dat meegenomen bij de verdere planuitwerking. Met dit project wordt een doelstelling beoogd van 1.400 ha verdrogingsbestrijding en het herstellen van één vlakvormig element met de functie waternatuur. Vraagstelling Is het algemeen bestuur bereid om een uitvoeringskrediet beschikbaar te stellen van € 600.000,- voor de verdrogingsbestrijding in de Chaamse Bossen en voor het - indien nodig - herstellen van vlakvormige waternatuur in het bos (Putven). Strategie De verdrogingsbestrijding, evenals venherstel, maakt deel uit van de taakstelling, die het waterschap in het kader van de reconstructie op zich genomen heeft. Indien het waterschap dit jaar een subsidieverzoek indient voor dit project en kans ziet om de uitvoering in 2009 op te pakken, kan daarmee naar verwachting 50% subsidie verkregen worden. Het uitstellen van deze verdrogingsaanpak betekent dat het waterschap, gelet op de huidige Bestuursovereenkomst tussen provincie en waterschap, te zijner tijd alle projectkosten moet dragen. Beoordeling • Financiële gevolgen ja, namelijk € 600.000,- Dit bedrag is gebaseerd op ervaringen met het verdrogingsproject Mastbos. •
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen ja, namelijk het verder oppakken en uitwerken van een projectvoorstel
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen ja, namelijk
MVO aspect:
Score:
1.
De actie gaat verder dan de wettelijke verplichtingen en kerntaken van het waterschap:
0
2.
De actie kan wel betrekking hebben op het uitvoeren van kerntaken, maar onderscheidt zich dan van het reguliere werk doordat er in de wijze van uitvoering extra aandacht is voor de aspecten People, Planet en Profit: Zicht op 50% subsidie van provincie
1
3.
De actie kenmerkt zich door vernieuwende en/of grensverleggende aspecten, gericht op één of meer van de drie P's.
0
4.
De actie leent zich om er buiten de organisatie over te communiceren zodat ook andere partijen er van kunnen leren en het waterschap verantwoording aflegt over gemaakte keuzes.
0
Totaalscore van de 4 aspecten 1 MVO score:
*
**
***
****
Communicatieparagraaf Relevante partijen zoals Staatsbosbeheer, ZLTO en provincie zullen betrokken worden bij de verdere voorbereidende werkzaamheden om te komen tot een projectplan. Advies: het AB stemt in met het beschikbaar stellen van een UVK van € 600.000,- voor het voorbereiden en uitvoeren van de verdrogingsbestrijding, alsmede voor het - indien nodig - herstellen van vlakvormige waternatuur in het bos (Putven). Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Project: Dempen/verondiepen waterlopen Venherstel
Bavel
Chaamse bossen
Ulvenhout Gilze
Chaam
Baarle-Nassau
Legenda Dempen/verondiepen waterlopen In te richten waterbergingsgebied Reserveringsgebied 2050 Verdroogde gebieden Venherstel
Baarle-Hertog
Waternatuur vlakken Natte natuurparels eerste planperiode Natte natuurparels tweede planperiode
" !
Gebiedskaart
Aangelegde vispassage al gerealiseerd in wateren met de functie Viswater
Chaamse Beken
Knelpunten: moet vispassage komen in wateren met de functie Viswater Gerealiseerd Waternatuur-Viswater Waternatuur Viswater
Getekend
Afd. Geo-Informatie
Versie
Waternatuur-Viswater Gerealiseerd viswater
Gecorrigeerd
Datum
Gezien
Tek.nr.
23-4-2008
Gerealiseerde Beek- en kreekherstel Beek-en-kreekherstel Gerealiseerd EVZ
Schaal 1: 45.000
EVZ Chaamse bossen
N
0
1,8 km
G: \ SBO-GeoI nformatie\Projecten\ Plannen en Projecten\ 20080423_Chaamse_bossen\ Docs\ DoelstellingskaartchaamsebekenA3_PeterJanssen_FocusChaamseBossen.mxd
TOETSINGSLIJST
Nummer : *08I001408* Barcode : *08I001408
Activiteitnr.: 1629 Beheerproduct:
Activiteitnaam: Chaamse bossen verdrogingsbestrijding (onderdeel van gebiedsproject 08 Chaamse Beken) 3210 Aanleg en verwerving waterlopen
Projectleider:
P. Janssen
Soort investering:
Ontwikkelingsinvestering
Investeringsbesluit: 2008-30 Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: - uitvoeringsperiode van het werk: - verwacht tijdstip oplevering: - effect op het milieu: - wijze van aanbesteding: - opdrachtgever:
kwantiteit 80%; kwaliteit 20% Inrichting en onderhoud watersystemen 2008-2010 01-01-2010 positief effect n.v.t. J. van Hal
Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge:
€ 600.000,€ 300.000,30 jaar 5% 10% à 20% (voorbereidingsfase)
Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): k. effect op de heffing : % aandeel tarief 2009 ) % daling/stijging tarief t.o.v. begr 2008 en MJR 2008-2012 l. te ramen netto lasten voor 2008: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
€ 20.000,-
€ 20.000,Kwantiteit: 0,05% Kwaliteit: 0,01% Kwantiteit: +/+0,05% Kwaliteit: +/+ 0,01% n.v.t. Begroting 2009
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Deze investering is niet in het IP 2008-2012 opgenomen. Door het project juist nu op te pakken, kunnen we gebruik maken van subsidie van de provincie Noord Brabant. Besluitvorming Deze investering betreft een ontwikkelingsinvestering; hiervoor is goedkeuring van het algemeen bestuur vereist.
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *08I001409* Barcode : *08I001409*
Activiteitnr.: 1629
Naam activiteit:
Chaamse bossen verdrogingsbestrijding (onderdeel gebiedsgericht project 08 Chaamse Beken)
Beheerproduct 3210 Aanleg en verwerving waterlopen BESLUITNUMMER: 2008-30 Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 mei 2008; gelezen het advies van de AB-commissie Beleid en Investeringen van 4 juni 2008; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen; BESLUIT: te voteren een uitvoeringskrediet groot € 600.000,- ten behoeve van het voorbereiden en uitvoeren van verdrogingsbestrijding, alsmede voor – indien nodig- het herstellen van vlakvormige waternatuur in het bos (Putven). Op dit project wordt rekening gehouden met € 300.000,- subsidie van de provincie.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008.
De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *08I001030* Barcode: *08I001030* Onderwerp: InterReg IVa, activiteit "Kleine Beek voor Vis" (=Matjes/Maatjes) Sector en afdeling: Watersystemen en waterkeringen, afdeling Plannen en Projecten Datum behandeling: 25 juni 2008 Agendapunt: 36 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: Gebiedskaart, Toetsingslijst en Investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Inleiding De Kleine Beek nabij Zundert heeft de functie EVZ. Door de ruilverkaveling Zundert wordt de zone momenteel voor een groot deel ingericht door middel van stapstenen en een natuurvriendelijke schouwstrook. Tussen de Achtmaalse Weg en de Rijsbergse weg blijft echter nog een flinke taakstelling bestaan. Dit is de reden dat de grondeigenaren hier in de afgelopen periode actief benaderd zijn voor aankoop van grond door het waterschap. Hieruit komt naar voren dat er diverse kansen liggen. In de goedgekeurde Beleidsvisie op Vis (geen-spijt-maatregelen KRW) is gesteld dat het vispasseerbaar maken van de stuwen in de Kleine Beek gunstig is voor het duurzaam voortbestaan van een gezonde vispopulatie. De doelrealisatie van de activiteit is 7 vispassages en 3 km EVZ. Bij de totstandkoming van de EVZ wordt nauw samengewerkt met de gemeente Zundert. Met behulp van het InterReg IVa-project kan het vispasseerbaar maken van (minimaal) 7 stuwen in de Kleine Beek voor 51% medegefinancierd worden. Aanvullend op het vispasseerbaar maken van de stuwen worden diverse stapstenen langs de Kleine Beek ingericht voor de Functie EVZ. Voor dit onderdeel wordt via de gebruikelijke weg subsidie aangevraagd bij de provincie. In de vergadering van het dagelijks bestuur van 21 augustus 2007 heeft het dagelijks bestuur ingestemd met deelname aan het interreg IVa project. Tijdens de vergadering van het dagelijks bestuur van november is vervolgens medegedeeld welke activiteiten aangemeld worden en op welke wijze deze worden gefinancieerd. Het betrof ondermeer de activiteit "Kleine Beek voor Vis". In de mededeling stond ondermeer dat "Alle benodigde budgetten reeds zijn opgenomen in het Investeringsplan 2008". Het budget van project 6322 - waaruit de activiteit "Kleine Beek voor Vis" bekostigd behoort te worden - staat wel in het investeringsplan, maar het budget hiervoor is nog niet gevoteerd. Dit is wel een voorwaarde voor deelname aan het InterReg IVa-project. Deelname aan het InterReg IVa-project biedt de mogelijkheid om de activiteit "Kleine Beek voor Vis" - een KRW-maatregel - met 51% subsidie (€ 360.987,--) uit te voeren. Dit is bijzonder, omdat over het algemeen (nog) geen subsidie wordt verleend voor de uitvoering van enkelvoudige KRW-maatregelen. Doordat het algemeen bestuur echter nog geen investeringsbesluit heeft genomen en omdat daar geen gelegenheid meer toe is, bestaat thans het risico dat we deze subsidiekans mislopen. We voldoen dan namelijk niet aan de voorwaarden uit de overeenkomst behorende bij het InterReg IVa project. Dit is nog eens extra spijtig als je bedenkt dat het algemeen bestuur wel heeft ingestemd met de "Beleidsvisie op Vis".
Vraagstelling Hoe stellen we de 51% subsidie vanuit het InterReg IVa project zeker voor de activiteit "Kleine Beek voor Vis"? Strategie Aangezien eind maart 2008 de overeenkomst behorende bij het InterReg IVa-project ondertekend en opgestuurd moet worden, is er geen mogelijkheid meer om tijdig een investeringsbesluit van het AB te verkrijgen. De beste oplossing is dat de ondertekening van de overeenkomst behorend bij het InterReg IVaproject plaatsvindt door het DB onder voorbehoud van goedkeuring van het AB. De projectorganisatie van InterReg IVa heeft ingestemd met deze werkwijze. Dit betekent wel dat de besluitvorming over het UVK door het Algemeen Bestuur zo snel mogelijk dient plaats te vinden. Beoordeling • Financiële gevolgen ja, namelijk De totale omvang van de activiteit "Kleine Beek voor Vis" is geraamd op € 1.000.000,-: - € 700.000,-- is geraamd voor de aanleg van vispassages; - € 300.000,-- is geraamd voor stapstenen EVZ, waarbij hermeandering beoogd is. Bij deelname aan het InterReg IVa-project krijgen we € 360.987,-- subsidie voor de aanleg van vispassages. Het subsidiepercentage bedraagt 51,57%. Onze eigen bijdrage bedraagt € 339.013,-- (48,43%). Voor de aanleg van stapstenen met hermeandering bedraagt de provinciale bijdrage aan het waterschap 50%. Overige financiele gevolgen staan vermeld in de toetsingslijst. •
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen ja, namelijk
MVO aspect:
Score:
1.
2
De actie gaat verder dan de wettelijke verplichtingen en kerntaken van het waterschap:
De activiteit loopt vooruit op de KaderRichtlijn Water 2.
De actie kan wel betrekking hebben op het uitvoeren van kerntaken, maar onderscheidt zich dan van het reguliere werk doordat er in de wijze van uitvoering extra aandacht is voor de aspecten People, Planet en Profit:
1
Er is maximale benutting van subsidie (Profit), waarvan de vissen(planet) profiteren. 3.
De actie kenmerkt zich door vernieuwende en/of grensverleggende aspecten, gericht op één of meer van de drie P's.
1
Er wordt samenwerking gezocht met Vlaanderen om te onderzoeken of de vispasseerbaarheid op Vlaams gebied ook doorgetrokken kan worden. 4.
De actie leent zich om er buiten de organisatie over te communiceren zodat ook andere partijen er van kunnen leren en het waterschap verantwoording aflegt over gemaakte keuzes.
2
Aangezien de kans op medewerking vanuit Vlaanderen niet al te hoog wordt geacht is hier terughoudend omgegaan met de Score. Het is daarentegen een bijzonder project doordat het vooruitloopt op de KRW en er een bijzondere subsidiëringvorm is gevonden via InterReg IVa. Totaalscore van de 4 aspecten 6 MVO score:
*
**
***
****
Communicatieparagraaf Niet van toepassing. Advies: Het AB stemt in met het ter beschikking stellen van een UVK ter hoogte van € 1.000.000,-- ten behoeve van het project InterReg Iva, project 6322, “Kleine Beek voor Vis”. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Kans voor stapsteen EVZ
Vispasseerbaar maken stuw
Bijlage: ligging activiteit “Kleine Beek voor Vis”
Kleine Beek
TOETSINGSLIJST
Nummer : *08I000739* Barcode : *08I000739*
Activiteitnr.: 6337 beheerproduct:
Activiteitnaam: 6337 Kleine Beek Voor Vis (onderdeel van project 10 Kleine Beek – Aa of Weerijs) 3210 Aanleg en verwerving waterlopen (30%) 3510 Bouw en verwerving kunstwerken actieve waterbeheersing (70%)
Projectleider:
Wim de Vries
Soort investering:
Ontwikkeling
Investeringsbesluit: 11-2008
Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): -
beleidsveld:
-
uitvoeringsperiode van het werk: verwacht tijdstip oplevering: effect op het milieu: wijze van aanbesteding: opdrachtgever:
Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. i. j. k.
wegvallende/verminderde kosten: inkomsten: netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): effect op de heffing: % aandeel tarief
% daling/stijging tarief t.o.v. begr 2007 en
Waterkwantiteit (91%) en waterkwalititeit (9%) Inrichting en onderhoud watersystemen 2009 1-1-2010 positief conform aanbestedingsbeleid Jan van Hal € 1000.000,€ 500.000,20 jaar (70%) 30 jaar (30%) 5% 40% * € 47.000,€ 9.000,- (Euro 7.500,- (EVZ) + 1.500,- (vispassages) euro) n.v.t. n.v.t. € 56.000,Kwantiteit 0,13% Kwaliteit 0,01 % Kwantiteit 0,14%
MJR 2007-2011 l. te ramen netto lasten voor 2007: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten: het project wordt vanwege subsidiemogelijkheden versneld •
Kwaliteit -/- 0,12% n.v.t. Begroting 2009
uitgevoerd. Momenteel bevindt de activiteit zich in de definitiefase. Dit is de reden dat thans nog geen nauwkeurige begroting aanwezig is.
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Voor het uitvoeren van altijd goed maatregelen (project 6322) is in het IP 2008-2012 een totale investering van € 34.200.000,- opgenomen met een afschrijvingstermijn van 30 jaar. Project 6322 is begroot op product 3250 (kwaliteitsmaatregelen in oppervlaktewater), dat 100% naar de taak kwaliteit gaat. Project 6337 komt voor rekening van producten 3210 en 3510, die grotendeels naar de taak kwantiteit gaan. Hierdoor ontstaan in het tarief de hierboven getoonde verschuiving van kwaliteit naar kwantiteit. Besluitvorming Deze investering betreft een ontwikkelingsinvestering: goedkeuring door het algemeen bestuur is daarom vereist.
-2-
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *08I000740* Barcode : *08I000740*
Projectnr.: 6337 Beheerproduct:
Projectnaam:
Kleine Beek voor vis (onderdeel van project 10 Kleine Beek – Aa of Weerijs.
3210 Aanleg en verwerving waterlopen (30%) 3510 Bouw en verwerving kunstwerken actieve waterbeheersing (70%)
BESLUITNUMMER: 11
2008
Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 18 maart 2008 gelezen het advies van de AB-commissie Beleid en Investeringen van 4 juni 2008; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen; BESLUIT: te voteren een uitvoeringskrediet groot € 1.000.000,- (subsidie: € 500.000,- ) ten behoeve van het aanleggen van vispassages en EVZ’s langs de Kleine Beek. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008 De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *08I001656* *08I001141* Barcode: Onderwerp: aanvraag UVK voor vervanging gemaal Westpolder Sector en afdeling: Watersystemen en Waterkeringen, regio Oost Datum behandeling: 25 juni 2008 Agendapunt: 37 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: Gebiedskaart, Toetsingslijst en Investeringsbesluit Aan .het algemeen bestuur Inleiding Gemaal Westpolder is gebouwd voor de afvoer van water uit de bergingsvijver Westpolder (Raamsdonksveer) naar de Donge. Het gemaal is in slechte staat en staat reeds enige tijd op de nominatie om vervangen te worden. Met de uitvoering hiervan is echter gewacht toen bekend werd dat de gemeente Geertruidenberg woningbouw wilde gaan ontwikkelen in dit gebied. Inmiddels is de ontwikkeling van het nieuwbouwplan met de naam Veerse Geer/ Rivierzicht Zuid in volle gang. De gemeente Geertruidenberg heeft hiervoor een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Rabo Vastgoed, die optreedt als projectontwikkelaar. Het bouwrijp maken, saneren en woonrijp maken van deze locatie is door Rabo Vastgoed opgedragen aan adviesbureau Arcadis. De nieuwe inrichting van het gebied heeft invloed op de functie van het gemaal. Doordat direct aan de vijver woningen worden gerealiseerd en hierop ook de overstort van een bergbezinkbassin uitkomt is het nodig dat het nieuwe gemaal zo ingericht wordt dat de kwaliteit van het vijverwater door een overstort niet kan worden verstoord. Tevens zal het gemaal qua capaciteit voldoen aan de nieuwe situatie waarbij water uit de bergingsvijver gecontroleerd kan worden afgevoerd naar de Donge. Vraagstelling Kan het AB instemmen met de beoogde strategie en met de toekenning van een uitvoeringskrediet van € 180.000,--? Strategie Om een goede kwaliteit van het water in de vijver Westpolder te waarborgen wordt ondermeer het ontwerp van het nieuwe gemaal hierop aangepast. Het gemaal met de ontvangkelder wordt zo ontworpen en gesitueerd, dat deze bij overstort van het bergbezinkbassin altijd het overstortwater met voorrang afpompt naar de Donge. Door deze aanpassingen en uitbreiding van de capaciteit is feitelijk geen sprake meer van vervanging, maar van de bouw van een nieuw gemaal. Met de uitvoering zal ook de bestaande persleiding naar de Donge worden vervangen en naar openbaar terrein worden verplaatst. Omdat het nieuw te bouwen gemaal integraal onderdeel uitmaakt van het nieuwbouwplan wordt het ontwerp en de realisatie hiervan door Arcadis uitgevoerd. Voor het aangepaste ontwerp heeft Arcadis de betrokken partijen (de gemeente Geertruidenberg en het waterschap) gevraagd om een bijdrage in de kosten. Het waterschap heeft hierbij aangegeven voor een reëel deel bij te willen dragen (naar rato van vervangingswaarde en noodzakelijke capaciteitsuitbreiding). De voorgestelde bijdrage van het waterschap bedraagt € 130.000,- incl. BTW. De overige kosten voor de bouw van het nieuwe gemaal worden gefinancierd door de gemeente Geertruidenberg en de projectontwikkelaar. De totale kosten voor dit gemaal zijn geraamd op € 400.000,incl. BTW.
Tegenover de bijdrage van het waterschap staat dat het waterschap betrokken wordt in het ontwerp en de realisatie van het nieuwe gemaal en dat er gebouwd wordt conform het Programma van Eisen van het waterschap. Na realisatie van het nieuwe gemaal zal het oude gemaal en zijn persleiding door Arcadis worden verwijderd. Het nieuwe gemaal zal worden overgedragen aan het waterschap. Arcadis heeft Rabo Vastgoed als opdrachtgever. De afspraken van het waterschap met Arcadis en de financiële bijdrage voor de bouw van het nieuwe gemaal zullen in een overeenkomst met Arcadis worden vastgelegd. Het toekomstig beheer van de retentievijver en het gemaal blijft bij het waterschap. Alle relevante voorwaarden zijn vastgelegd in een keurontheffing. Beoordeling • Financiële gevolgen ja, namelijk voor uitvoering van dit project wordt uitvoeringskrediet aangevraagd ten bedrage van € 180.000,-. (€ 130.000,- voor financiële bijdrage, € 50.000,- interne en onvoorziene kosten). In het IP is € 300.000,- opgenomen voor uitvoering van dit project. Doordat verschillende partijen bijdragen in deze investering kunnen de kosten voor het waterschap beperkt worden. •
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen ja, namelijk
MVO aspect:
Score:
1.
2
De actie gaat verder dan de wettelijke verplichtingen en kerntaken van het waterschap: Het waterschap heeft een actieve bijdrage gehad in de wijze waarop kwalitatieve en kwantitatieve waterhuishouding in het nieuwbouwplan ontworpen worden. Hierdoor kon in overeenstemming met alle betrokken partijen gekomen worden tot de beste oplossing.
2.
De actie kan wel betrekking hebben op het uitvoeren van kerntaken, maar onderscheidt zich dan van het reguliere werk doordat er in de wijze van uitvoering extra aandacht is voor de aspecten People, Planet en Profit:
1
Met het ontwerp wordt voorkomen dat de overstort van het bergbezinkbassin in de vijver achter de nieuwbouwwoningen komt. (People en Planet) 3.
De actie kenmerkt zich door vernieuwende en/of grensverleggende aspecten, gericht op één of meer van de drie P's.
0
4.
De actie leent zich om er buiten de organisatie over te communiceren zodat ook andere partijen er van kunnen leren en het waterschap verantwoording aflegt over gemaakte keuzes.
0
3 Totaalscore van de 4 aspecten MVO score:
*
**
***
****
Communicatieparagraaf Voor de buitenwereld is de bouw van dit gemaal een onderdeel van het totale woningbouwproject. Omdat het waterschap hier op zekere afstand in participeert, zal het niet verder onder de aandacht worden gebracht. Advies: het AB stemt in met het beschikbaar stellen van uitvoeringskrediet ten bedrage van €180.000,- voor de vervanging van gemaal Westpolder. Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Bijlage 1: Gebiedskaart
figuur 1
figuur 2
figuur 2
Donge
Nieuwbouwplan Rivierzicht-Zuid
In oranje: locatie bestaande gemaal Westpolder met persleiding (wordt gesloopt) In rood: locatie nieuwe gemaal met persleiding
TOETSINGSLIJST
Nummer : *08I000560* Barcode : *08I000560*
Projectnr.: 6618 Projectnaam: Vervanging gemaal Westpolder (Ondersteunend) beheerproduct: 3510 Bouw en verwerving kunstwerken actieve waterbeheersing Projectleider:
L. Vogels
Soort investering:
ontwikkelingsinvestering
Investeringsbesluit: 2008-9
Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: -
uitvoeringsperiode van het werk: verwacht tijdstip oplevering: effect op het milieu: wijze van aanbesteding: opdrachtgever:
Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): k. effect op de heffing: % aandeel tarief 2011 % daling/stijging tarief t.o.v. begr 2008 en MJR 2008-2012 l. te ramen netto lasten voor 2008: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
Waterkwantiteit 100% 3000 Inrichting en onderhoud watersystemen 2008 1-1-2009 n.v.t. conform aanbestedingsbeleid J. Rombouts € 180.000,5 jaar ( 20%) 20 jaar ( 30%) 40 jaar ( 50%) 5% 20/30% ontwerpfase € 13.000,-
€ 13.000,-Waterkwantiteit
0,037%
Waterkwantiteit 0,041% n.v.t. Worden opgenomen in IP 2009-2013
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan Project is niet opgenomen in IP 2008-2012 Besluitvorming Omdat het een ontwikkelingsinvestering betreft is goedkeuring van het algemeen bestuur vereist.
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *08I000561* Barcode : *08I000561*
Projectnr.: 6618
Projectnaam:
Vervanging gemaal Westpolder
(Ondersteunend) beheerproduct: 3510 Bouw en verwerving kunstwerken actieve waterbeheersing
BESLUITNUMMER: 2008-9 Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 mei 2008 gelezen het advies van de AB-commissie Beheer en Onderhoud van 4 juni 2008; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen; BESLUIT: te voteren een uitvoeringskrediet groot € 180.000,ten behoeve van vervanging gemaal Westpolder Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008 De dijkgraaf De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan algemeen bestuur Registratienummer: *08I001845* Barcode: *08I001845* Onderwerp: aanvraag UVK vervanging beluchtingselementen rwzi Bath (Project 1521) Sector en afdeling: Zuiveringsbeheer, afdeling Bouwzaken Datum behandeling: 25 juni 2008 Agendapunt: 38 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: toetsingslijst en investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Inleiding De rioolwaterzuiveringsinstallatie Bath zuivert het afvalwater dat wordt aangevoerd door de leiding MoerdijkBath waarop een aantal woonkernen en industrieterreinen in westelijk Noord-Brabant is aangesloten. De capaciteit van de zuiveringsinstallatie bedraagt 70.720 kg/TZV/dag en 20.000 m3/h. De installatie is sinds 1983 in bedrijf. De installatie te Bath bestaat uit een oxidatief biologisch zuiveringsysteem waarbij actiefslib in contact met het te behandelen afvalwater wordt gebracht. Het oxidatieproces wordt op gang gehouden door (bellen)beluchting van het water. In 2001-2002 is de waterlijn van de zuiveringsinstallatie omgebouwd tot een systeem van nitrificatie-voordenitrificatie en uitgebreid met een 9e en 10e straat. In het kader van dat project zijn alle beluchtingstraten voorzien van membraan-beluchtingelementen. De beluchtingselementen hebben een beperkte levensduur door een relatief snelle veroudering van het materiaal van de membranen met als gevolg een vergroting van de luchtweerstand. Toename van de weerstand over de elementen leidt tot een geleidelijke afname van de beluchtingcapaciteit. Deze toename is in de afgelopen jaren gevolgd via weerstandmetingen. Begin van dit jaar echter bleek de kwaliteit van de membraan elementen zodanig snel te verslechteren dat de zuurstofvoorziening in bepaalde zones van de beluchtingtanks dreigt uit te vallen. Zonder een toereikende zuurstofvoorziening kunnen de effluentkwaliteitseisen niet worden gewaarborgd waardoor het riscico op een onwettige lozingsituatie ontstaat. Daarnaast zijn diverse gebreken geconstateerd m.b.t. de beluchtingtanks. Genoemd worden: koeling capaciteitsregeling retourslibvijzels, storingsgevoeligheid aandrijvingen luchtregelkleppen en corrosie van de recirculatievijzels. De thans circa 7 oude membraanelementen in de beluchte zones van de 10 beluchtingstraten van de rwzi Bath dienen zo snel mogelijk te worden vervangen om de zuiveringsfunctie in stand te kunnen houden. Omdat de beluchtingtanks daarvoor droog gezet moeten worden is het herstel van bijkomende gebreken in die situatie opportuun onder voorwaarde dat de doorlooptijd van het project daarmee niet wordt verlengd vanwege de hoge prioriteit. In verband daarmee zal slechts een gedeelte (meest urgente) van de bijkomende gebreken worden aangepakt. Vraagstelling Gevraagd wordt in te stemmen met een vervroegde uitvoering van project nummer 1521 in de periode van 2008 en 2009 (in plaats van de in het IP 2008-2013 geplande uitvoeringsperiode in 2009-2010). De vervroegde uitvoering heeft primair betrekking op vervanging van de beluchtingelementen; het herstel van bijkomende gebreken m.b.t. de beluchtingtanks (eveneens onderdeel van project 1521) zal worden gerealiseerd voor zover de doorlooptijd van de werken niet uit loopt. De gebreken die thans niet (kunnen) worden hersteld zullen in een later stadium separaat worden aangepakt. Strategie Door het hoge risico op uitval van de beluchtingfunctie (en daarmee het risico op overscrhijding van de lozingsvoorwaarden volgens de Wvo-vergunning) wordt het project beperkt tot één op één vervanging van de beluchtingelementen. Het project 1521 biedt thans geen gelegenheid tot nader onderzoek naar
optimalisatie van het huidige beluchtingsysteem. Daarnaast zal een deel van project, het herstel van gebreken waarvan de urgentie minder groot is, in een later stadium worden uitgevoerd. Uitgaande van een technische levensduur van 7 jaar zullen de thans aan te brengen elementen in het jaar 2015 opnieuw moeten worden vervangen. Deze vervangingsinvestering over 7 jaar zal worden opgenomen in het projectnummer 1516 "Bath, beluchting en biologische defosfatering" waarvan de uitvoering eveneens is gepland in het jaar 2015. In het kader van project 1516 zal vooraf een onderzoek worden uitgevoerd naar de mogelijkheden tot optimalisatie van het zuiveringsysteem met het doel energie te besparen en te voldoen aan de dan geldende lozingsnormen volgens de Kaderrichtlijn. In een dergelijke optimalisatiestudie zullen tevens de mogelijkheden tot biologische defosfatering worden onderzocht met het doel het gebruik van chemicaliën te verminderen en vrijkomend fosfaat her te gebruiken. Beoordeling • Financiële gevolgen ja, namelijk het project is in het IP 2008-2013 opgenomen onder nummer 1521 voor een investering van in totaal 3,0 miljoen euro. In dit IP wordt gerekend op een uitgave van 2,5 miljoen in 2009 en op een uitgave van 0,5 miljoen euro in 2010. Door de versnelde uitvoering van een deel van het project vindt een verschuiving plaats in de activering van kosten: thans moet worden gerekend op uitgaven van 1,0 miljoen in 2008 en 1,4 miljoen in 2009. Het restant van het IP-bedrag ad. € 600.000,- (3,0 minus 2,4 miljoen euro) is in een later stadium benodigd om resterende gebreken met betrekking tot de beluchtingtanks te herstellen. Voor de betreffende restant-investering in het kader van project 1521, zal separaat een uitvoeringskrediet worden aangevraagd. De kosten vallen onder de categorie "vervangingsinvestering". Voorts wordt opgemerkt dat de te vervangen oude elementen (boekwaarde) versneld worden afgeschreven via de exploitatiebegroting. De verloren boekwaarde van de oude elementen is dus niet opgenomen in het bedrag van het uitvoeringskrediet. •
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen niet van toepassing
Communicatieparagraaf Geen opmerkingen Advies: AB stemt in met een uitvoeringskrediet voor de vervanging van 7.800 stuks beluchtingelementen en het herstel van gebreken in de beluchtingstraten van de rwzi Bath, ten bedrage van € 2.400.000,--. De vervroegd af te schrijven boekwaarde van de oude elementen (afgerond € 50.000,--) wordt ten laste gebracht van de exploitatiebegroting. Het restant van het in het investeringsplan opgenomen bedrag (3,0 minus 2,4 miljoen = € 600.000,--) is in een later stadium middels een separaat aan te vragen uitvoeringskrediet benodigd om resterende gebreken in de beluchtingstraten van de rwzi Bath te herstellen.
Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
TOETSINGSLIJST Nummer : *08I001474* Barcode : *08I001474* Activiteitnr.: 1521 Beheerproduct: Projectleider:
Naam activiteit: Vervanging beluchtingselementen Rwzi Bath 4210 Bouw en verwerving zuiveringsinstallaties H. Proost
Investeringsbesluit: 2008-32 Soort investering:
Instandhouding
(alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): - beleidsveld: -
uitvoeringsperiode van het werk: verwacht tijdstip oplevering: effect op het milieu: wijze van aanbesteding: projectgever:
Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijn: d. rentepercentage: e. nauwkeuringheidsmarge Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): k. effect op de heffing: % aandeel van het tarief 2010: % stijging tarieven 2010 t.o.v. IP 2008-2012: l. te ramen netto lasten voor 2009: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
100% kwaliteit 4000 Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken augustus 2008 – juni 2009 1-7-2009 n.v.t Conform aanbestedingsbeleid R. Vingerhoeds € 2.400.000,n.v.t. 7jr Elektrotechn. en mechanisch 100% 5,0% Voorbereidingsfase 20-30% € 518.459,-,-,-,€ 518.459,Kwaliteit: 0,749% Kwaliteit: + 0,322% € 259.230,€ 48.106,- (versnelde afschrijving) € 299.472,t.l.v. nieuw beleid, IP 2009-2013
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan In het IP 2009-2013 is het project opgenomen met een investering van € 3.000.000,-; datum gereed 1 juli 2010; jaarlijkse last € 296.000,-. De afschrijvingstermijn is normaliter 20 jaar voor elektrotechnische en mechanische onderdelen. Echter de te vervangen beluchtingselementen hebben slechts een levensduur van 7 jaar. Dit zorgt voor een gebruiksduur van 7 jaar. Deze investering vervangt de beluchtingselementen die in 2001 in gebruik zijn genomen. Deze zijn nog niet geheel afgeschreven, dus zullen deze versneld moeten worden afgeschreven. Deze eenmalige versnelde afschrijving kost € 48.106,- en zal ten laste komen van de exploitatiebegroting.
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *08I001475* Barcode : *08I001475*
Projectnr.: 1521
Projectnaam: Vervanging beluchtingselementen Rwzi Bath
Beheerproduct: 4210 Bouw en verwerving zuiveringsinstallaties BESLUITNUMMER: 2008-32 Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 mei 2008 gelezen het advies van de AB-commissie Beheer en Onderhoud 4 juni 2008; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen; BESLUIT: te voteren een uitvoeringskrediet groot € 2.400.000,ten behoeve van Vervanging beluchtingselementen rwzi Bath. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008. De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan algemeen bestuur Registratienummer: *08I001924* Barcode: *08I001924* Onderwerp: aanvraag UVK project GAS Sector en afdeling: Financiën/ICT, afdeling ICT Datum behandeling: 25 juni 2008 Agendapunt: 39 Ter inzage bij de concernstaf: -Bijlagen: nota “Impactanalyse GAS”, toetsingslijst en investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Inleiding Eind 2006 heeft het AB het Informatieplan 2007-2011 vastgesteld. In dit plan wordt aandacht besteed aan de invulling en het beheer van de informatiehuishouding binnen het waterschap. Op basis van dit plan is een impactanalyse uitgevoerd naar de gevolgen van de implementatie van een geïntegreerde applicatie suite (GAS) voor de ondersteunende processen (Financiën, Inkoop, Projecten, Personeel, Uren, Contracten, Managementinfo). De uitkomsten van deze analyse zijn in het rapport Impactanalyse Geïntegreerde Applicatie Suite verwoord. Zie bijlage voor het complete rapport. In deze adviesnota worden de uitkomsten van de impactanalyse globaal weergegeven en voorgesteld wordt een uitvoeringskrediet te verstrekken. Huidige situatie Het waterschap maakt in de huidige situatie gebruik van een grote diversiteit aan applicaties bij het uitvoeren van de ondersteunende processen. Enkele deelprocessen maken gebruik van meerdere applicaties om het volledige proces te kunnen ondersteunen. Daarnaast blijkt uit het rapport dat dezelfde type gegevens in meerdere applicaties vastgelegd worden. Het vastleggen van persoonsgegevens in alle applicaties is hier een voorbeeld van. Voor vrijwel alle applicaties geldt dat de functionaliteit in de huidige situatie te kort schiet, actuele en betrouwbare informatie niet altijd op de gewenste momenten beschikbaar is en er veel handmatige activiteiten plaatsvinden. Zetten we de huidige situatie af tegen de uitgangspunten verwoord in het informatieplan, dan is de conclusie dat de huidige situatie om de volgende redenen niet voldoet: er is geen sprake van eenmalige vastlegging en opslag van gegevens; de samenhang is beperkt; de informatiehuishouding is niet transparant. Dit onderstreept het belang van een geïntegreerde oplossing. Nieuwe situatie De nieuwe situatie waarbij gebruik gemaakt wordt van een geïntegreerde oplossing wordt beschreven aan de hand van deelaspecten: 1. Deelaspect processen De komst van een GAS betekent dat processen meer op elkaar afgestemd worden en op onderdelen zullen integreren voor wat betreft de financiële functie. Voorbeelden: integratie financiële administratie met projectenadministratie, samenhang bestelproces en verplichtingenadministratie. Dit leidt tot meer efficiency en inzicht in de bedrijfsvoering dan nu het geval is. Ook verbetert de kwaliteit van de informatievoorziening. Hiermee wordt voor een belangrijk deel tegemoet gekomen aan de doelstellingen van de waterschapswet en –besluit.
2. Deelaspect functionaliteit De invoering van een geïntegreerde oplossing zorgt ervoor dat functionaliteiten die nu ondergebracht zijn in meerdere applicaties in het GAS samen komen. Hierdoor wordt eenmalige vastlegging van gegevens en centrale opslag en beheer mogelijk. Als gevolg hiervan moet duidelijk afgebakend worden wie verantwoordelijk is voor de invoer en het beheer van gegevens. Door de implementatie van een GAS zullen de reeds bestaande en geconstateerde knelpunten zoals verwoord in het rapport worden geminimaliseerd. Door integratie zal het aantal interfaces worden gereduceerd. 3. Deelaspect organisatie Als gevolg van het implementeren van de gewenste situatie, waarin optimalisatie van processen het uitgangspunt is, zullen werkwijzen veranderen. Taken en bevoegdheden zullen hierdoor aangepast en afgebakend worden. Er is meer uniformiteit en standaardisatie, en (individueel) maatwerk wordt geminimaliseerd. Door eenmalige vastlegging van gegevens moeten medewerkers leren te vertrouwen op hun collega’s, waar zij voorheen zelf de invoer in handen hadden. Er ontstaat meer afhankelijkheid. Gevolg hiervan is dat medewerkers hun weg moeten vinden in de nieuwe, veranderende rol en de kans bestaat dat medewerkers ervaren dat ze meer in een keurslijf gedrukt worden. Door de veranderende situatie en de invoer van een nieuw systeem moeten medewerkers getraind worden in de functionaliteit en de toepassingen van het systeem. Medewerkers die qua kennis en vaardigheden achterlopen zullen individueel bijgeschoold moeten worden. 4. Deelaspect wijze van besturing De komst van de nieuwe waterschapswet en het waterschapsbesluit zullen een wijziging teweeg brengen in de wijze van besturing. Daarnaast leiden interne ontwikkelingen op het gebied van ‘Deltawerken’ tot meer flexibiliteit en transparantie in de organisatie. De komst van een GAS maakt het mogelijk de procesgang uniformer af te handelen en informatie is makkelijker en eenduidiger beschikbaar. Tevens is de informatie betrouwbaarder en hoeft men geen verschillende registraties meer te vergelijken om te bepalen welke de juiste gegevens bezit. 5. Deelaspect IT beheer De afdeling ICT maakt in de komende jaren een migratietraject door van een iSeries/DB2 georiënteerde omgeving naar een Oracle-gebaseerde informatiehuishouding. Daarbij komt dat de organisatie van informatiemanagement nader vormgegeven zal worden, ondermeer door het concentreren en professionaliseren van het functioneel beheer. Er vanuit gaande dat het waterschap de applicaties zelf intern beheert zal ICT een nieuw belastingsysteem en een GAS implementeren en beheren. Deze situatie is niet alleen een technische verandering, maar leidt ook tot organisatorische veranderingen. Van medewerkers zal deze veranderingen een andere rol en andere functionele en technische competenties vragen. De applicatiebeheerders en ICT medewerkers moeten opgeleid worden in de werking van het nieuwe systeem en een nieuwe technische infrastructuur. Door de komst van het GAS zal het aantal verschillende applicaties en interfaces dat beheerd en onderhouden wordt sterk afnemen. Dit geldt ook voor het aantal databases. Dit leidt niet alleen tot een reductie van kosten, maar ook van benodigde capaciteit. Wel zal er specifieke deskundigheid moeten worden opgebouwd rond het nieuwe systeem en het onderhoud daarvan. Met name het databasebeheer en beveiliging van de applicatie zal ICT verder moeten ontwikkelen. Nieuwe en andere competenties zijn daarvoor vereist. 6. Deelaspect kosten en baten De benodigde investering van een GAS wordt geraamd op € 2.900.000,--. De jaarlijkse lasten bestaande uit kapitaalslasten (afschrijving 10 jaar) en onderhoudskosten (20% van de licentiewaarde en ondersteuning door de helpdesk) zullen dan € 628.000,-- gaan bedragen. In de huidige situatie is dat ca. € 590.000,--. Een goed geïmplementeerd en gebruikt GAS levert een duidelijk kwaliteitsvoordeel op: - Een GAS voorziet in centrale opslag, beheer en ontsluiting van organisatiebreed gebruikte gegevens, waarmee een aantal bestaande knelpunten (dubbele opslag, weinig samenhang van huidige systemen, geen gestandaardiseerde werking) worden opgelost. Bovendien draagt het bij aan transparantie van de organisatie en een efficiëntere en effectievere bedrijfsvoering. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de uitgangspunten in het informatieplan en levert het GAS indirect een bijdrage aan de doelstellingen uit de nieuwe waterschapswet en het waterschapsbesluit (doelmatigheid en rechtmatigheid). - Het is zeer wel denkbaar dat het nieuwe integrale systeem allerlei snippervoordelen (in fte’s) zal opleveren. Deze zullen worden ingezet voor de verbetering van de ondersteuning van de dienst vanuit de bedrijfsbureaus.
Vraagstelling De projectgroep vraagt om het gekozen pad, invoering van een geïntegreerde applicatie suite voor de ondersteunende processen, verder te vervolgen. Het GAS-project is in het IP aangeduid als een ontwikkelingsinvestering van vanwege verwachte nieuwe functionaliteiten (ten opzichte van die in de huidige systemen) op het gebied van KAM en facilitaire zaken. In het vooronderzoek is echter gebleken dat de integrale systemen waar nu op gemikt wordt die nieuwe functionaliteiten te beperkt in zich hebben. Voor KAM is inmiddels een apart systeem aangeschaft, voor facilitaire zaken moet nog naar een oplossing gezocht worden. In feite is het GAS-project daarmee een instandhoudingsinvestering geworden en zou uw DB over de aanvraag voor een uitvoeringskrediet kunnen besluiten. Gezien het belang van dit project voor de organisatie en de omvang van het gevraagde krediet wordt u in overweging gegeven de aanvraag van het uitvoeringskrediet van € 2.900.000,-- aan het AB voor te leggen. Om voor de begroting 2010 met het nieuwe systeem te kunnen werken wordt u verder gevraagd om, vooruitlopend op de mogelijke AB-behandeling, een bedrag van € 195.000,-- te voteren voor het uitvoeren van de selectiefase. Het betreft hier met name interne uren voor het opstellen van een programma van eisen dat gebruikt wordt voor Europese aanbesteding en de implementatiefase voor de inrichting van het GAS. De gunning van het gekozen pakket zal uiteraard plaatsvinden nadat het AB het krediet gevoteerd heeft. Strategie Als implementatiestrategie adviseert de projectgroep een gefaseerde invoer waarbij de meeste functionaliteit op 1 januari 2010 in gebruik wordt genomen. De begrotingsmodule wordt vanaf september 2009 gebruikt. Dit betekent dat de inrichting en het testen van het systeem dan afgerond moet zijn. Dit houdt in dat er aan het begin van het traject (medio 2008/2009) een forse piekbelasting bestaat met betrekking tot de inzet van de interne capaciteit. Beoordeling • Financiële gevolgen ja, namelijk dat een investering van € 2.900.000,-- benodigd is. Zie verder de bijgevoegde toetsingslijst. •
Juridische gevolgen niet van toepassing
•
Personele gevolgen niet van toepassing
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen niet van toepassing
Communicatieparagraaf Zowel bij de start als gedurende het project zal breed in de organisatie de aanpak respectievelijk de stand van zaken gecommuniceerd worden via Waterweb. Advies: het AB stemt in met de aanschaf en implementatie van een geïntegreerde applicatiesuite voor de ondersteunende processen en voteert hiertoe € 2.900.000,--.
Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Nr. 08I001929
Impactanalyse Geïntegreerde Applicatie Suite Ondersteunende processen
Vastgesteld in het algemeen bestuur van 25 juni 2008.
Hoogachtend, Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Auteur Versie Status Datum
: : : :
Projectgroep 7565 Impactanalyse en selectie GAS 1.1 Definitief 23 januari 2008
1
Documenthistorie Wijzigingshistorie Versie Datum 0.1 03-10-07 0.2 05-10-07 0.3 05-10-07 0.4 0.5 0.9
15-10-07 15-11-07
0.9.1 0.9.2 1.0
20-11-07 23-11-07 12-12-07
1.1
23-01-08
Distributie Versie 0.1 0.3 0.4 0.5 0.9 1.0 1.1
Verzonden 03-10-07 05-10-07 12-10-07 15-10-07 15-11-07 12-12-07 23-01-08
Omschrijving Opzet rapportage. Eerste concept. Aanvullingen. Verwerken opmerking projectgroep. Verwerken opmerkingen. Verdieping kostenvergelijking. Condities aanbesteding. Impact Navigus en Datastream. Uitwerking selectie en implementatie. Aanpassingen door heel document. Verwerken opmerkingen versie 0.9.1. Verwerken opmerkingen projectgroep en gesprek A. Hieltjes en P. van der Star. Verwerken opmerkingen thema bijeenkomst MT op 18 december 2007
Auteur N. Aarts N. Aarts A. Stuivenwold N. Aarts A. Stuivenwold N. Aarts N. Aarts
P. van der Star N. Aarts A. Stuivenwold P. van der Star A. Stuivenwold P. van der Star
Aan Arnold Hieltjes. Projectgroep GAS. Projectgroep GAS. Klankbordgroep en Carl Cantrijn. Projectgroep GAS. Projectgroep GAS en Management Team. Management Team.
2
Inhoudsopgave 1
Inleiding ............................................................................................................... 4 1.1 Algemeen ................................................................................................................... 4 1.2 Opdrachtformulering impactanalyse................................................................................ 4 1.3 Aanpak en resultaat ..................................................................................................... 4 1.4 Informatieplan als basis ................................................................................................ 5 1.5 Leeswijzer .................................................................................................................. 6 2 Huidige situatie..................................................................................................... 7 2.1 Domein ondersteunende processen ................................................................................ 7 2.2 Kosten huidige situatie ................................................................................................. 8 3 Ontwikkelingen..................................................................................................... 9 3.1 Interne ontwikkelingen ................................................................................................. 9 3.2 Externe ontwikkelingen................................................................................................. 9 4 Beschrijving van de impact ................................................................................. 11 4.1 Deelaspect processen ................................................................................................. 11 4.2 Deelaspect functionaliteit ............................................................................................ 11 4.3 Deelaspect organisatie................................................................................................ 14 4.4 Deelaspect wijze van besturing .................................................................................... 15 4.5 Deelaspect IT beheer.................................................................................................. 15 4.6 Impact in financiële termen ......................................................................................... 15 Gefaseerde invoer .................................................................................................... 17 5 Samenvatting en advies...................................................................................... 19 6 Globale doorkijk vervolg ..................................................................................... 21 6.1 Inleiding ................................................................................................................... 21 6.2 Doorkijk selectietraject ............................................................................................... 21 6.2.1 6.2.2 6.2.3
Stappenplan .......................................................................................................... 21 Wijze van aanbesteden ........................................................................................... 22 Planning en capaciteit ............................................................................................. 22 Doorkijk implementatietraject...................................................................................... 23
6.3 Bijlage 1 Projectorganisatie Impactanalyse en selectie GAS .................................... 25 Bijlage 2 Huidige situatie ondersteunende processen .............................................. 26
3
1 1.1
Inleiding Algemeen
Eind 2006 heeft het algemeen bestuur van waterschap Brabantse Delta het Informatieplan 2007-2011 vastgesteld. In dit plan wordt aandacht besteed aan de invulling en het beheer van de informatiehuishouding binnen waterschap Brabantse Delta. Op basis van dit plan is een impactanalyse uitgevoerd naar de gevolgen van de implementatie van een geïntegreerde applicatie suite (GAS) voor de ondersteunende processen. De uitkomsten van deze analyse zijn in deze rapportage verwoord. Het onderzoek is door een projectgroep van medewerkers van het waterschap en twee externe adviseurs van Hoffman Krul & Partners uitgevoerd.
1.2
Opdrachtformulering impactanalyse
De opdracht aan de projectgroep1 luidt als volgt: “Voer een onderzoek uit gericht op het inventariseren van de bedrijfsfuncties en processen die in aanmerking komen voor (her) automatisering. Maak inzichtelijk wat de gevolgen voor deze processen en de organisatie zijn bij implementatie van een geïntegreerd systeem.” Uitgangspunten die bij deze opdracht gelden zijn: • De impactanalyse wordt uitgevoerd binnen de kaders en doelstellingen van het Informatieplan 2007 – 2011; • De scope van het onderzoek is gericht op financiën, inkoop, projecten, personeel, uren, contracten, planning & control, facilitaire zaken, KAM processen en Managementinformatie. • De processen rond Belastingen, GEO informatie, Technische werken en Procesautomatisering vallen buiten de scope van het onderzoek.
1.3
Aanpak en resultaat
Op basis van interviews is een proces- en applicatieblauwdruk van de huidige mate van automatisering van de ondersteunende processen opgesteld, inclusief de knelpunten en onvolkomenheden in de huidige situatie. Eveneens is de gewenste situatie besproken. Deze beelden en uitkomsten zijn vervolgens in een workshop met alle betrokkenen gedeeld en besproken, met als doel bewustwording en kennisdeling. De workshop heeft geresulteerd in een verkenning van de scope, tijdpad en de volgorde van implementatie van een GAS. Op basis hiervan is de impactanalyse vormgegeven. Hierbij is rekening gehouden met de doelstellingen en keuzes uit het informatieplan en de interne en externe ontwikkelingen waarmee waterschap Brabantse Delta de komende periode wordt geconfronteerd. Het op te leveren resultaat bestaat uit: 1. Impactanalyse invoering GAS binnen waterschap Brabantse Delta; 2. Globale doorkijk naar het vervolgtraject. Om een beeld te krijgen van de mogelijkheden van geïntegreerde oplossingen in de markt is een korte analyse van de verschillende soorten geïntegreerde oplossingen uitgevoerd. Het resultaat van de impactanalyse is op 18 december 2007 in de vorm van een advies aan het managementteam gepresenteerd. Tussentijds heeft afstemming plaatsgevonden met leden van de klankbordgroep.
1
Samenstelling van de projectgroep is opgenomen in bijlage 1.
4
1.4
Informatieplan als basis
Het informatieplan vormt een belangrijk uitgangspunt voor de impactanalyse. In dit plan is de informatiehuishouding van waterschap Brabantse Delta opgesplitst in een aantal domeinen. Voor elk van deze domeinen zijn basiskeuzes ten aanzien van de toekomstige inrichting gemaakt. Deze basiskeuzes borgen enerzijds de kracht van de huidige informatiehuishouding. Anderzijds lossen de basiskeuzes een aantal knelpunten op, op een wijze die de organisatie in staat stelt optimaal in te spelen op de nieuwe eisen en wensen – nu en in de toekomst. De basiskeuzes van het waterschap zijn vertaald naar het volgende applicatielandschap2. Het applicatielandschap is een weergave van de toekomstige structuur van de informatiehuishouding. e-Government Internetsite
Datawarehouse
GAS
IRIS
PA
Lab
Techn. werken
Telemetrie
Tekeningen
ZB-beheer
Geo-informatie
Onderhoud
Rioleringen
Vergunningen
Leidingen
Kwantiteit
Keringen
Belastingen
KAM
P&C
Contracten
Projecten
Personeel
Inkoop
Financiën
Ondersteunende processen/P&C
Procesautom.
Office-applicaties Documentmanagement Werkplekautomatisering
Waterweb
Zoals uit de figuur blijkt is het applicatielandschap opgesplitst in de domeinen Ondersteunende processen/Planning & Control, Belastingen, Geo-informatie, Technische werken en Procesautomatisering. Het waterschap geeft aan te streven naar een beperkt aantal geïntegreerde systemen. Voor het domein van de ondersteunende processen streeft het waterschap naar een geïntegreerde applicatie suite, waarin alle ondersteunende processen op termijn worden ondergebracht. Belangrijke uitgangspunten die hieraan ten grondslag liggen zijn eenmalige vastlegging en opslag van gegevens en de realisatie van een samenhangende en transparante informatiehuishouding en informatievoorziening. Het tijdpad waarin de gewenste functionaliteit ingezet wordt in het GAS is afhankelijk van de huidige mate van automatisering, de impact op de organisatie en processen bij invoering van een geïntegreerd systeem en de reeds gemaakte keuzes ten aanzien van vervanging van applicaties. De gemaakte keuzes in het informatieplan ten aanzien van vervanging van Navigus, het KAM informatiesysteem en het contractenbeheer gelden als uitgangspunt voor dit onderzoek. Dit houdt in dat: • Navigus niet voor 2011 vervangen wordt; • B-wise voor kwaliteitsmanagement gehandhaafd blijft; • Contractenbeheer in Corsa Contract ingericht wordt. De projectgroep heeft daar van toepassing zichzelf de vrijheid voorbehouden deze uitgangspunten ter discussie te stellen.
2
Deze figuur is overgenomen uit het informatieplan 2007-2011
5
1.5
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 ‘Huidige situatie’ is de wijze van automatisering van de ondersteunende processen in de huidige situatie en daarin onderkende knelpunten beschreven. In Hoofdstuk 3 ‘Ontwikkelingen’ zijn de belangrijkste interne en externe ontwikkelingen geschetst die mogelijk van invloed zijn op de ondersteunende processen en derhalve meegenomen zijn in de impactanalyse. In hoofdstuk 4 ‘Beschrijving van de impact’ is voor een aantal aspecten de impact van de implementatie van het GAS uitgewerkt. De impact is beschreven in termen van gevolgen, risico’s, te ondernemen acties en nog te maken keuzes. In hoofdstuk 5 ‘Gefaseerde invoer’ zijn twee mogelijke invoeringsscenario beschreven. Het geheel is samengevat in Hoofdstuk 6 ‘Samenvatting en advies’. In dit hoofdstuk is ook het advies van de projectgroep aan het MT verwoord. In hoofdstuk 7 ‘Globale doorkijk vervolg’ zijn zowel het selectietraject als het implementatietraject in hoofdlijnen toegelicht.
6
2
Huidige situatie
In dit hoofdstuk is de huidige situatie rond de ondersteunende processen beschreven. Per proces is aangegeven op welke wijze deze is geautomatiseerd. Tevens is aandacht besteed aan de kosten die de inzet van de geautomatiseerde systemen in de huidige situatie met zich meebrengt.
2.1
Domein ondersteunende processen
Proces Financien
Inkoop
Projecten
Personeel Uren
Contracten
P&C/managementinformatie KAM
huisvesting en facilitaire dienstverlening
Handmatig
Word
Excel
B-wise
Delta T
PIMS
TIM
Navigus
Corsa
MS-projects
FMS
Domein ondersteunende processen
Projectendatabase Lansa
Het waterschap maakt in de huidige situatie gebruik van meerdere applicaties ter ondersteuning van de processen en het vastleggen van gegevens. Om inzicht te krijgen in de omvang van deze applicaties en de onderlinge relaties is de onderstaande blauwdruk opgesteld, waarin een relatie gelegd wordt tussen de deelprocessen en de aanwezige applicaties. Per deelproces is aangegeven welke applicaties gebruikt worden, dan wel in welke systemen gegevens vastgelegd worden.
Deelprocessen/aandachts gebieden grootboek vaste activa crediteuren debiteuren begroting treasury subsidieaanvragen kostenallocatie bestellen verplichtingenadministratie contractenbeheer realisatie planning fasering projecten prognoses rapportage nacalculatie resourceplanning personeelsadministratie aan-en afwezigheid planning urenverantwoording post archief contractenbeheer NAW gegevens P&C cyclus managementinformatie kwaliteit arbo milieu huisvesting facilitaire zaken faciliaire helpdesk
Naast genoemde applicaties zijn er schaduwadministraties aanwezig, waarvan de omvang niet geïnventariseerd is. Op basis van de blauwdruk kan geconcludeerd worden dat waterschap Brabantse Delta een grote diversiteit aan applicaties gebruikt bij het uitvoeren van de ondersteunende processen. Enkele deelprocessen maken gebruik van meerdere applicaties om het volledige proces te kunnen ondersteunen. Daarnaast blijkt uit de blauwdruk dat hetzelfde type gegevens in meerdere applicaties vastgelegd worden. Het vastleggen van persoonsgegevens in alle applicaties is hier een voorbeeld van. In bijlage 2 ‘Huidige situatie ondersteunde processen’ zijn de verschillende processen verder toegelicht waarbij tevens de knelpunten zijn verwoord. Voor vrijwel alle onderdelen geldt dat de functionaliteit in de huidige situatie te kort schiet, actuele en betrouwbare informatie niet altijd op de gewenste momenten beschikbaar is en er veel handmatige activiteiten plaatsvinden. Dit geldt voornamelijk voor de functionaliteit rond de financiële administratie. FMS is op functioneel en technisch gebied erg verouderd en moet los van het GAS vraagstuk worden vervangen.
7
Zetten we de huidige situatie af tegen de uitgangspunten verwoord in het informatieplan, dan is de conclusie dat de huidige situatie om de volgende redenen niet voldoet: • Er is geen sprake van eenmalige vastlegging en opslag van gegevens; • De samenhang is beperkt; • De informatiehuishouding is niet transparant. Dit onderstreept het belang van een geïntegreerde oplossing.
2.2
Kosten huidige situatie
In paragraaf 2.1 ‘Domein ondersteunende processen’ is aangegeven welke applicaties in de huidige situatie worden gebruikt. De onderhoudskosten die samenhangen met deze applicaties bedragen ongeveer € 150.000,- per jaar. De kosten van het applicatiebeheer bedragen ongeveer € 112.500,-. Dit is gebaseerd op inzet van ongeveer 1,5 fte voor het up-to-date te houden van de applicaties, de gebruikers te ondersteunen, queries te draaien enzovoorts. De kosten die samenhangen met externe inhuur ten behoeve van deze applicatie bedragen ongeveer € 62.000,- op jaarbasis. De kapitaalslasten zijn op € 265.000,- begroot. Daarmee komt het totaal van de kosten op ongeveer € 590.000,De kosten die het technisch beheer van de systemen met zich meebrengt zijn niet onderzocht. Een aantal pakketten zijn reeds afgeschreven, zoals LANSA Projectendatabase, FMS en PIMS. De kosten van interfaces zijn niet allen bekend. Daarom is het lastig een exacte inschatting te maken van de totale kosten.
8
3
Ontwikkelingen
In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste ontwikkelingen geschetst die van invloed zijn op de ondersteunende processen.
3.1
Interne ontwikkelingen
Sector Middelen Binnen de sector Middelen vindt een organisatiewijziging plaats. Deze wijziging heeft betrekking op de organisatieonderdelen Facilitaire Zaken, RAB en Inkoop. Voor de afdelingen Facilitaire Zaken en Inkoop geldt dat de functies geconcentreerd gaan worden. Er vindt een professionalisering plaats van dienstverlening en processen, wat onder meer leidt tot een uniforme wijze en afhandeling van diensten. Naast de huidige operationele inkoopfunctie zal de inkoopfunctie op tactisch/strategisch niveau ingericht worden, waardoor invulling wordt gegeven aan inkoopadvies en ondersteuning bij Europese aanbestedingen. Voor RAB geldt dat archieven en processen gedigitaliseerd gaan worden. Klantcontactcentrum Binnen het waterschap worden incidenten en vragen op ICT terrein gemeld en afgehandeld via de ICThelpdesk. In lijn met deze werkwijze is een ontwikkeling ingezet om alle klantcontacten, af te handelen via een klantcontactcentrum. Dit betekent concreet dat vragen van klanten, leveranciers op een beperkt aantal punten binnen komen en afgehandeld worden. De vormgeving en invulling behoeft nog nadere uitwerking. Applicatiebeheer In het informatieplan is aangegeven dat de inrichting van de informatiehuishouding een gezamenlijke verantwoordelijkheid en inspanning is van de afdeling ICT en alle andere afdelingen. Samenwerking is derhalve vereist om een goede geïntegreerde informatiehuishouding voor het waterschap te behouden. Om dit te bewerkstelligen gaat het waterschap de functie van applicatiebeheer concentreren en professionaliseren. Functionarissen moeten in staat zijn over de grenzen van de eigen omgeving heen te kijken en worden toegerust voor de uit te voeren taken en verantwoordelijkheden. Belastingsysteem Het waterschap heeft besloten het belastingsysteem aan te schaffen dat in samenwerking met andere waterschappen onder regie van Het Waterschapshuis wordt gerealiseerd. De aanbesteding is afgerond en de realisatie en implementatiefase worden opgestart. Het gezamenlijke belastingsysteem is gebaseerd op Oracle E-Business Suite3, waarbij de modules Heffen en Innen en Finance worden ingezet. De geplande implementatiedatum is 1 januari 2009.
3.2
Externe ontwikkelingen
Gezamenlijke visie op ICT Het Waterschapshuis heeft in 2006, op advies van de Kring van hoofden ICT (KRIHCIA) besloten hoge prioriteit te geven aan de ontwikkeling van een gezamenlijke visie op de inrichting van de ICT-functie binnen de waterschappen. In 2007 is deze visie opgesteld door en besproken met de ICT-ers van de waterschappen. Er is voor gekozen om de architectuur van de waterschappen aan te laten sluiten bij de NORA4-architectuur die geldend is voor de overheid. Hierdoor is informatie-uitwisseling en aansluiting bij de basisregistraties mogelijk en voorzien. Verder zal er in de architectuur een kanteling komen van procesgerichte applicaties naar dienstverlenende componenten. Door deze keuze ontstaat er een Service Oriented Architecture (SOA), een flexibele en schaalbare architectuur, waarbij de ‘business’ keuzes kan maken voor het centraliseren, decentraliseren, outsourcen of insourcen van bepaalde diensten. De concrete inrichting en de graad van onderlinge samenwerking kan per dienst worden bepaald. Als vervolg op de visie ICT heeft de Vereniging van Directeuren van Waterschappen de opdracht aan een landelijke werkgroep gegeven om een roadmap op te stellen met als basis de ICT-visie. De roadmap wordt een instrument om de samenwerking te stimuleren en om gezamenlijk initiatieven te organiseren en aan te sturen. Overigens vallen de ondersteunende processen vooralsnog buiten de opdracht om de roadmap samen te stellen.
3
Oracle E-Business Suite is de Geïntegreerde Applicatie Suite van Oracle
4
NORA: Nederlandse Overheids Referentie Architectuur
9
De SOA-architectuur kan niet in een keer worden gerealiseerd. Het proces om van een applicatiegerichte naar een dienstengerichte informatievoorziening te komen is er een van kleine stappen. Het is niet zo dat er op dit moment een verzameling diensten bestaat die de gewenste functionaliteit van het waterschap dekt. Belangrijk is om bij selectie van een GAS rekening te houden met de mogelijkheid om door te groeien naar een dienstgeoriënteerde omgeving. Waterschapsinformatie architectuur De waterschapsinformatie architectuur (WIA) is een belangrijke randvoorwaarde voor waterschappen om te kunnen komen tot effectieve ICT samenwerking. Om deze samenwerking te bewerkstelligen zullen de waterschappen zich op termijn maximaal moeten conformeren aan WIA. Waterschap Brabantse Delta heeft besloten dat de ontwikkelingen vanuit WIA leidend zijn en dat hierbij maximale aansluiting gezocht wordt. WIA bevat op dit moment alleen de primaire processen. Op het gebied van de ondersteunende (PIOFAH) taken is nog geen standaardisatie doorgevoerd. Het Waterschapshuis formeert eind 2007/2008 een werkgroep met als doel de ondersteunende processen te stroomlijnen en op te nemen in WIA. De resultaten hiervan worden in 2010 verwacht. Waterschap Brabantse Delta gaat deelnemen aan deze werkgroep. Waterschapswet In 2004 heeft het Kabinet besloten de waterschapswet aan te passen. De wijzigingen in de waterschapswet hebben betrekking op de taakomschrijving, de bestuurssamenstelling, de verkiezingen en de waterschapsbelastingen. Van de gelegenheid is ook gebruik gemaakt om de hoofdstukken over begroting en rekening, administratie en controle te herzien en te moderniseren. Dit laatste is vastgelegd in een AMvB, namelijk het waterschapsbesluit. De wijziging in de taakomschrijving leidt ertoe dat de waterschappen de zorg voor het watersysteem krijgen toebedeeld, in plaats van de zorg voor de afzonderlijke deeltaken (waterkering, kwaliteit en kwantiteit). Hiermee wordt ook de basis gelegd voor de integrale taakomschrijving in de toekomstige Waterwet. Gestreefd wordt naar inwerkingtreding van de wet en de bijbehorende uitvoeringsregelgeving uiterlijk per 1 januari 2008. Dit vloeit voort uit de wens tot het houden van landelijke waterschapsverkiezingen in het najaar van 2008, het moment waarop voor de meeste waterschappen de zittingstermijn van het huidige bestuur verstrijkt. Het is de bedoeling dat de financiële bepalingen van het wetsvoorstel in werking treden voor het begrotingsjaar 2009. Waterschapsbesluit Naast de aanpassing van de waterschapswet zal er een waterschapsbesluit in werking treden. Dit besluit bevat nadere regels ten aanzien van de waterschapsverkiezingen, de rechtspositie van de waterschapsbestuurders, de begroting en verantwoording en de waterschapsbelastingen. Het besluit stelt eisen ten aanzien van • Inrichting meerjarenraming; • Programmaplan en verantwoording; • Wijze van kostentoerekening en verantwoording; • Inrichting financiële administratie; • Comptabiliteitsvoorschriften. Voor de uitwerking van dit besluit zijn binnen het waterschap werkgroepen ingesteld. De resultaten worden medio 2008 verwacht.
10
4
Beschrijving van de impact
In dit hoofdstuk is de impact van de implementatie van een GAS beschreven. De impact is verwoord voor de volgende deelaspecten: • Processen; • Functionaliteit; • Organisatie; • Wijze van besturing; • IT beheer. Verder is de impact op de financiën verwoord. De impact is beschreven in termen van gevolgen, risico’s, te ondernemen acties en nog te maken keuzes.
4.1
Deelaspect processen
De huidige situatie kenmerkt zich door functionaliteit die per discipline op zichzelf staat, er is weinig sprake van samenhang. Dit geldt ook voor de processen. Om te komen tot de gewenste inrichting moet door de proceseigenaren bepaald worden wat de optimale procesgang is. Daarbij zullen de processen in onderlinge samenhang gebracht moeten worden. Als basis hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de ‘gestroomlijnde processen’ zoals vastgesteld in 2006. De kwaliteit van de opgeleverde documentatie mbt het stroomlijnen is van dien aard dat deze niet zomaar overgenomen kan worden. Het waterschap zal dus nog effort moeten steken in het op één lijn krijgen van de beschrijvingen en daarbij gehanteerde diepgang. Deze kan in de implementatiefase worden afgezet tegen de ‘standaard’ inrichting van het GAS (zie ook paragraaf 4.2). Daarmee wordt duidelijk waarin de procesgang afwijkt. Daarbij dient dan de keuze te worden gemaakt of dit leidt tot aanpassingen in de procesgang of in de standaard inrichting van het systeem (in feite maatwerk). Uitgangspunt bij andere Waterschappen is geweest het maatwerk tot een minimum te beperken. Voor de standaardisatie van de ondersteunende processen vanuit WIA zijn op dit moment geen concrete voorstellen. De resultaten hiervan worden op z’n vroegst in 2010 verwacht. Gezien deze datum van oplevering is in de impactanalyse geen expliciete rekening gehouden met deze ontwikkeling. De effectuering van het waterschapsbesluit heeft invloed op de inrichting van de processen, vooral voor de processen binnen financiën en planning & control. Het waterschapsbesluit vraagt om inzicht in financiën en doelmatigheid. Er worden nieuwe verslaggevingregels ingevoerd en verordeningen opgesteld. Er zal steeds meer nadruk komen te liggen op de kwaliteit van informatieverstrekking voor de diverse niveaus. Dit proces moet gereed zijn voordat gestart wordt met het opstellen van de begroting 2009. De projectgroep ‘Invoeren nieuwe waterschapswet’ zal de komende maanden de impact van de nieuwe wet en het waterschapsbesluit verder in kaart brengen, welke inzichtelijk moet zijn ten tijde van de implementatie van het GAS. De komst van een GAS zal dus betekenen dat processen meer op elkaar afgestemd worden en op onderdelen zullen integreren voor wat betreft de financiële functie. Belangrijke voorbeelden hiervan zijn: • Integratie van de financiële administratie met de projectenadministratie waardoor kosten en opbrengsten á tempo worden bijgewerkt en inzichtelijk zijn voor de projectleiders; • Samenhang tussen het bestelproces en de verplichtingenadministratie waarbij bij het aangaan van verplichtingen duidelijk is wat de feitelijke financiële ruimte is én mogelijke budgetoverschrijdingen vooraf worden gesignaleerd; • Integratie van de projectenadministratie met de vaste activa administratie waardoor laatstgenoemde administratie bij het afsluiten van een project automatisch wordt gevuld. Samenhang in de processen leidt tot meer efficiency en inzicht in de bedrijfsvoering dan thans het geval is. Ook verbetert de kwaliteit van de informatievoorziening. Hiermee wordt voor een belangrijk deel tegemoet gekomen aan de doelstellingen van de waterschapswet en –besluit.
4.2
Deelaspect functionaliteit
De invoering van een geïntegreerde oplossing zorgt ervoor dat functionaliteiten die nu ondergebracht zijn in meerdere applicaties in het GAS samen komen. Hierdoor wordt eenmalige vastlegging van gegevens en centrale opslag en beheer mogelijk. Als gevolg hiervan moet duidelijk afgebakend worden wie verantwoordelijk is voor de invoer en het beheer van gegevens. Door de implementatie van een GAS zullen de reeds bestaande en geconstateerde knelpunten zoals eerder verwoord worden geminimaliseerd. Door integratie zal het aantal interfaces worden gereduceerd. Interfaces met primaire systemen zullen echter, na aanpassing, gehandhaafd blijven.
11
Uit een globale marktanalyse blijkt dat een geïntegreerde oplossing die in alle ondersteunende processen voorziet niet of nauwelijks voor handen is. Met name Facilitair en KAM zijn niet opgenomen of minder ontwikkeld in een geïntegreerde oplossing. Vooralsnog wordt deze functionaliteit beter afgedekt in afzonderlijke oplossingen (best of breed). De functionaliteit van toegangsbeveiliging en aanwezigheidsregistratie zoals nu voorhanden is in Delta T, vat zich eveneens lastig in een geïntegreerde oplossing. Dit maakt dat voor deze processen afzonderlijke, dus buiten het GAS georganiseerde, functionaliteit nodig is. Voor KAM is deze keuze gedeeltelijk al gemaakt door de inzet van B-wise. De projectgroep KAM is op dit moment druk doende met de overige registraties. In essentie zijn geïntegreerde oplossingen bijzonder flexibel in inrichting zodat vrijwel alle eisen en wensen gerealiseerd kunnen worden. Echter bij de implementatie ervan wordt vaak uitgegaan van een standaard inrichting die niet of in beperkte mate wordt aangepast. Aanpassingen van deze standaard inrichting of latere aanpassingen als gevolg van interne of externe ontwikkelingen dienen als maatwerk te worden doorgevoerd. In het vervolg van het rapport is er van uitgegaan dat maatwerk tot een minimum wordt gereduceerd. Dit om te voorkomen dat het toch al arbeidsintensieve implementatietraject nog complexer wordt. In het vervolg van deze paragraaf is de impact per afzonderlijke functionaliteit uitgewerkt. Financiën De volgende deelprocessen kunnen binnen een GAS ingericht worden, die nu niet voorzien zijn in het huidige FMS: • Vaste activa; • Treasury; • Kostenallocatie; • Subsidieaanvragen. Daarnaast bevat een GAS de functionaliteit om periodes af te sluiten. Met een GAS is het derhalve mogelijk een volwaardige financiële administratie te voeren die voldoet aan de eisen en wensen van waterschap Brabantse Delta. Projecten Door de inrichting van projecten in een GAS vindt een vermindering plaats in aantal systemen en interfaces die onderhouden worden. Dit leidt tot een kostenbesparing en capaciteitsbesparing van applicatiebeheer. Alle gegevens en informatie ten aanzien van projecten wordt vastgelegd in één systeem in plaats van in zes. Op dit moment is bekend dat de volgende interfaces zullen verdwijnen: • TIM – projectendatabase; • FMS – projectendatabase; • MS-Project – projectendatabase. Een aantal interfaces kan men niet meer gebruiken en moeten opnieuw ontwikkeld worden voor de volgende functionaliteit: • Projecten op internet; • Projectrapportage via Navigus, al dan niet tijdelijk. Een GAS maakt het eveneens mogelijk om activiteiten en projecten te aggregeren naar beleid- en productniveau, wat nu niet voorzien is in de huidige applicaties. Uren Door uren te integreren binnen een geïntegreerde applicatie kunnen bestede uren aan projecten en exploitatie eenvoudig doorgeboekt worden naar de kosten, waardoor snel inzicht in realisatie ontstaat. Werkroosters worden niet meer handmatig ingevoerd, maar vanuit de personeelsmodule ingelezen. Vanwege het gebruik van Delta T is er een koppeling nodig tussen Delta T en het GAS om gegevensuitwisseling mogelijk te maken. Personeel In een GAS legt men personeelsgegevens eenmalig vast en kan men deze gegevens eenvoudig binnen meerdere processen gebruiken. Hierdoor zijn de personeelsgegevens betrouwbaarder en actueler. Het gebruik van een GAS neemt de volgende knelpunten in de huidige situatie weg: • Bijhouden van het studiebudget; • Verlofregistratie en waardering; • Handmatige loon-journaalpost; • Inhuur van personeel; • Samenstellen van formatieoverzichten; • In- en uitdiensttreding van personeel; • Het ontbreken van actuele personeelsgegevens in diverse applicaties.
12
Daarnaast komt een GAS tegemoet aan wensen op het gebied van: • Competentiemanagement; • Registratie van opleidingen; • Mobiliteit/loopbaanontwikkeling. Planning & Control en Managementinformatie Voor de begroting gebruikt men niet alleen Navigus, bepaalde onderdelen van de begroting stelt men ook op in Excel en TIM. Om volledig zicht te krijgen op de begroting worden de gegevens vanuit verschillende bronnen geïntegreerd. In een GAS kunnen al deze onderdelen op termijn worden geïntegreerd. Voor de tussenliggende periode zullen het GAS en Navigus gekoppeld moeten worden om de gewenste managementinformatie uit Navigus te kunnen blijven halen. Na het uitfaseren van Navigus zal een krachtige rapportagetool ingezet moeten worden om te voorzien in de gewenste managementinformatie over de domeinen heen. Tot de vervanging van Navigus zal voornamelijk gebruik worden gemaakt van de rapportages die standaard beschikbaar zijn in het GAS. Ervaring leert dat deze rapportages voornamelijk voor het operationeel management geschikt zijn en niet altijd de volledige informatiebehoefte afdekken. Waar noodzakelijk is zullen aanvullende rapportages worden ontwikkeld. Als gevolg van de herziene waterschapswet en het waterschapsbesluit treden er wijzigingen op in de wijze van sturing en verantwoording. Zoals eerder genoemd heeft dit effect op de processen als Planning & Control, en hierdoor op de inrichting van Navigus. Navigus zal op onderdelen aangepast moeten worden. In de inrichting van het GAS wordt al rekening gehouden met deze wijzigingen. Contracten Het contractenbeheer is ingericht in Corsa Contract en wordt vooralsnog niet opgenomen in het GAS. Dit betekent dat niet voorzien wordt in functionaliteit wat betreft de totstandkoming van contracten, de koppeling naar bestellen en de uitnutting van contracten. Uiteindelijk wordt de functionaliteit overgenomen in het GAS. In een koppeling tussen beide systemen in de tussenliggende periode is niet voorzien. Inkoop Voor het proces van inkoop zet het waterschap vooralsnog de inkoopmodule van Datastream in. De inrichting van het systeem is voltooid en de implementatie wordt voorzien in 2008. Dit systeem biedt voornamelijk ondersteuning bij de operationele inkopen. Door voorlopig te kiezen voor de inkoopmodule van Datastream vindt op korte termijn geen integratie plaats tussen deze inkoopmodule en GAS (Financiën). Nader onderzoek moet uitwijzen of een koppeling tussen beide systemen gewenst is. Pas vanaf het moment dat het inkoopproces opgenomen wordt in het GAS is ondersteuning op tactisch niveau mogelijk wat betreft Europese aanbestedingen en leveranciersmanagement. Dit sluit beter aan bij de professionalisering van de inkoopfunctie. Integratie met de financiële administratie is dan vanzelf aanwezig, waardoor de interface en het onderhoud van de inkoopmodule van Datastream niet meer van toepassing is. De meeste systemen in de huidige situatie kennen geen of beperkte workflow functionaliteit, wat een GAS over het algemeen wel biedt. Met dergelijke functionaliteit kunnen processen of delen daarvan door het systeem gestuurd worden. Belangrijke voorbeelden hiervan zijn het geautomatiseerd afhandelen van facturen, ondersteuning van het begrotingsproces (inclusief het integreren van begrotingen die decentraal opgesteld worden), het ondersteunen van het bestelproces en het bewaken van statussen van de verschillende processtappen. NB: waar in deze rapportage sprake is van workflow functionaliteit wordt de workflow functionaliteit binnen het GAS bedoeld. Als het waterschap op termijn zou kiezen voor workflow functionaliteit over alle domeinen heen dient daarvoor een aparte generieke tool aangeschaft te worden. De huidige systemen blijven voorlopig in gebruik. Omdat ze op termijn worden vervangen zal alleen het noodzakelijk onderhoud worden uitgevoerd. Aanpassingen zullen niet meer worden doorgevoerd, tenzij dit noodzakelijk is (bijvoorbeeld door wijzigingen in wet- en regelgeving). Gebruikerswensen worden meegenomen in het programma van eisen en wensen voor een GAS. In het algemeen geldt dat de systemen die door het GAS worden vervangen op een adequate wijze worden uitgefaseerd waarbij opgeslagen (historische) informatie ook in de toekomst nog ontsloten kan worden.
13
4.3
Deelaspect organisatie
De invoering van een GAS zal op meerdere facetten van de organisatie impact hebben. Het is niet alleen het vervangen van een aantal systemen waar de organisatie mee moet leren omgaan, het vraagt ook om een andere werkwijze omdat in de nieuwe situatie, meer dan in de huidige situatie, de procesgang wordt gestuurd door workflow management. Om deze veranderingen te laten slagen is het belangrijk dat er een duidelijke visie op de invulling van de toekomstige informatievoorziening aanwezig is. Deze visie is opgenomen in het huidige informatieplan en dient uitgedragen te worden binnen de organisatie. Van belang is dat de organisatie weet waarom een GAS nodig is en wat ze kunnen verwachten. Hier zal het management veel aandacht aan moeten besteden in de vorm van communicatie en voorlichting. De visie en uitgangspunten moeten helder zijn. Opvallend is dat de inhoud en strekking van het informatieplan op dit onderdeel bij veel in het onderzoek geïnterviewde functionarissen nog onbekend of onduidelijk was. Hierdoor lopen de verwachtingen en de beelden ten aanzien van een geïntegreerde applicatie suite uiteen. Als gevolg van het implementeren van de gewenste situatie, waarin optimalisatie van processen het uitgangspunt is, zullen werkwijzen veranderen. Taken en bevoegdheden zullen hierdoor aangepast en afgebakend worden. Er is meer uniformiteit en standaardisatie, en (individueel) maatwerk wordt geminimaliseerd. Door eenmalige vastlegging van gegevens moeten medewerkers leren te vertrouwen op hun collega’s, waar zij voorheen zelf de invoer in handen hadden. Er ontstaat meer afhankelijkheid. Gevolg hiervan is dat medewerkers hun weg moeten vinden in de nieuwe, veranderende rol en de kans bestaat dat medewerkers ervaren dat ze meer in een keurslijf gedrukt worden. Door de veranderende situatie en de invoer van een nieuw systeem moeten medewerkers getraind worden in de functionaliteit en de toepassingen van het systeem. Medewerkers moeten hun weg zoeken in een nieuw systeem, er zal sprake zijn van een gewenningsperiode voordat men zich vertrouwd voelt in het systeem. Als gevolg van optimalisatie van processen en eenmalige vastlegging van gegevens moeten medewerkers zich bewust zijn wat een mutatie voor gevolgen heeft voor andere processen. Hiervoor moeten ze over de grenzen van het eigen proces heen (leren) te kijken. Het risico van deze effecten en noodzaak tot aanpassing is dat bepaalde medewerkers qua kennis en vaardigheden individueel bijgeschoold moeten worden. De mate waarin de implementatie leidt tot aanpassing van de processen is sterk afhankelijk van de mate waarin het nieuwe systeem ‘standaard’ de processen ondersteund. Door de komst van het GAS zal binnen een aantal processen efficiënter gewerkt gaan worden doordat: • Handwerk reduceert; • Afstemmingen en controleslagen minder worden; • Er sprake is van minder uitzoek werk; • Rapportages eenvoudig opgesteld kunnen worden; • Analyses eenvoudiger uitgevoerd kunnen worden omdat uitzoekwerk verminderd. Voor de financiële en projectadministratie betekent dit dat er naar verwachting 5.760 uren minder benodigd zijn. Dit betekent een besparing van ruim € 300.000,- op jaarbasis. Aangezien deze uren verspreid zijn over een groot aantal medewerkers zal er geen sprake zijn van een reductie van fte’s. Waar dat al sprake van zal zijn, is binnen de Financiële Administratie. De grootste impact van de introductie van een GAS zal echter de implementatie zelf zijn. Er zal veel tijd en capaciteit vrijgemaakt moeten worden om de processen te beschrijven, samen met de leverancier het systeem in te richten en te testen, de gegevens over te hevelen, het (op)nieuw inrichten van de informatieverzorging en het opleiden van gebruikers. Mede gebaseerd op ervaringen bij andere waterschappen is deze inspanning op 16.000 uur begroot. Voor een deel zullen deze uren met externe inhuur worden gecompenseerd. Een belangrijk attentiepunt is het verandervermogen van de organisatie, of anders geformuleerd: “In hoeverre kan de organisatie de op stapel zijnde veranderingen aan”. Naast de invoering van een GAS heeft het waterschap immers eveneens te maken met de ontwikkelingen die hiervoor zijn geschetst. Deze ontwikkelingen lopen parallel met, en hebben ook invloed op de invoering van het GAS. Dit geldt in het bijzonder voor de invoering van het nieuwe waterschapsbesluit en de implementatie van het nieuwe belastingsysteem per 1 januari 2009. De komst van een GAS zal dus het nodige van de organisatie gaan vergen. De impact van een implementatie van een geïntegreerde oplossing mag niet worden onderschat. De projectgroep acht dit een belangrijk aandachtspunt.
14
4.4
Deelaspect wijze van besturing
De komst van de nieuwe waterschapswet en het waterschapsbesluit zullen een wijziging teweeg brengen in de wijze van besturing. Daarnaast leiden interne ontwikkelingen op het gebied van ‘Deltawerken’ tot meer flexibiliteit en transparantie in de organisatie. De komst van een GAS maakt het mogelijk de procesgang uniformer af te handelen en informatie is makkelijker en eenduidiger beschikbaar. Tevens is de informatie betrouwbaarder en hoeft men geen verschillende registraties meer te vergelijken om te bepalen welke de juiste gegevens bezit.
4.5
Deelaspect IT beheer
De afdeling ICT maakt in de komende jaren een migratietraject door van een iSeries/DB2 georiënteerde omgeving naar een Oracle-gebaseerde informatiehuishouding. Daarbij komt dat de organisatie van informatiemanagement nader vormgegeven zal worden, ondermeer door het concentreren en professionaliseren van het functioneel beheer. Er vanuit gaande dat het waterschap de applicaties zelf intern beheert zal ICT een nieuw belastingsysteem en een GAS implementeren en beheren. Deze situatie is niet alleen een technische verandering, maar leidt ook tot organisatorische veranderingen. Van medewerkers zal deze veranderingen een andere rol en andere functionele en technische competenties vragen. De applicatiebeheerders en ICT medewerkers moeten opgeleid worden in de werking van het nieuwe systeem en een nieuwe technische infrastructuur. Door de komst van het GAS zal het aantal verschillende applicaties en interfaces dat beheerd en onderhouden wordt sterk afnemen. Dit geldt ook voor het aantal databases. Dit leidt niet alleen tot een reductie van kosten, maar ook van benodigde capaciteit. Wel zal er specifieke deskundigheid moeten worden opgebouwd rond het nieuwe systeem en het onderhoud daarvan. Met name het databasebeheer en beveiliging van de applicatie zal ICT verder moeten ontwikkelen. Nieuwe en andere competenties zijn daarvoor vereist. Zoals eerder aangegeven vraagt een GAS om integratie-inzicht. Bij ICT is dit van wezenlijk belang, gezien de rol die zij vervullen in het beheer van een GAS. Dit inzicht vraagt om samenwerking en over de grenzen van je eigen taken heen te kijken. Door de hoge mate van integratie en de eenmalige vastlegging is meer afstemming en analyse nodig voordat overgegaan wordt tot het doorvoeren van wijzigingen. Dit betekent dus meer dan in de huidige situatie dat prioriteiten in onderling overleg moeten worden vastgesteld. Door de komst van het GAS zal de beheersinspanning ten koste van de huidige situatie afnemen.
4.6
Impact in financiële termen
De exacte kosten van aanschaf en implementatie van een geïntegreerde applicatie zal moeten blijken uit het vervolgtraject. In deze paragraaf is op basis van eerdere implementaties bij andere waterschappen een schatting gedaan van mogelijke kosten die gepaard gaan met de introductie van een dergelijk systeem. De kosten zijn gebaseerd op de omvang en indicatie van de gebruikersaantallen die worden onderscheiden bij waterschap Brabantse Delta. Eenmalige investering Omschrijving Licenties applicatie Licenties overige software Interne implementatiekosten Externe Implementatiekosten
GAS (in €) 300.000 60.000 885.000 1.000.000
Hardware
95.000
Voorbereidingskosten, inclusief impactanalyse
90.000
Pakketselectie Totaal Onvoorzien 10% Totaal (afgerond)
5
195.000 2.625.0005 262.500 2.900.000
Inclusief BTW voor de externe kosten. Voor het gemak zijn de bedragen afgerond.
15
Korte toelichting: De kosten voor de licentie van de applicatie betreffen de aanschaf van het systeem. De exacte prijs is afhankelijk van de uiteindelijk gewenste functionaliteit en het aantal gebruikers dat daar gebruik van maakt. Vooralsnog is er vanuit gegaan dat de implementatie de volgende reikwijdte heeft: • Financiën (debiteuren, crediteuren, vaste activa, treasury enzovoorts); • Projecten (inclusief planning); • Budgettering en begroting; • Uren; • Inkoop (bestellen, verplichtingen en contracten); • HRM (registratie en beheer); • Electronic Banking. De post licenties overige software bestaat uit het aanschaffen van een rapportagetool. De kosten voor Oracle licenties zijn buiten beschouwing gelaten. Deze licenties zijn reeds beschikbaar binnen het waterschap. De kosten van de implementatie bedragen € 1.885.000,-. Bijna de helft van deze kosten betreffen interne uren van medewerkers van het waterschap voor het vastleggen van de procesgang, het ondersteunen bij het inrichten en testen van het systeem, het inrichten van de informatievoorziening en projectondersteuning algemeen. In totaal is dit 16.000 uur. Deze uren zijn gecalculeerd op het interne verrekentarief van € 55,- per uur. Om de normale bedrijfsgang niet te veel te hinderen wordt voor een deel de ingezette capaciteit gecompenseerd met externe inhuur (totaal bijna 2.900 uur á € 75,-). Voor de implementatie zelf, dit betreft consultancy uren van de leverancier en externe projectleiding is € 480.000,- begroot. De overige kosten voor opleiding, installatie, conversie, maatwerk en koppelingen en kwaliteitsborging bedragen in totaal € 215.000,De kosten voor de hardware en systeemsoftware bedragen € 96.000,- Hiermee worden meerdere servers aangeschaft en ingericht ten behoeve van het ontwikkel en testtraject, inclusief opleidingen en de uiteindelijke in productiename. De kosten van de voorbereiding en selectie bedragen ongeveer € 285.000,-. In totaal komt daarmee de gehele investering op € 2.900.000,-. Dit is inclusief 10% onvoorzien. Bij de interpretatie van de totale investering wordt opgemerkt dat het GAS voornamelijk reeds afgeschreven systemen vervangt. Jaarlijkse kosten De jaarlijkse exploitatiekosten die samenhangen met een GAS bedragen naar schatting € 628.000,-. Dit bedrag bestaat uit de kapitaalslasten (afschrijving in 10 jaar), jaarlijkse onderhoudskosten (20% van de licentiewaarde voor updates, ondersteuning helpdesk en dergelijke), applicatiebeheer en technisch beheer. Als we deze kosten afzetten tegen de kosten die het gezamenlijke beheer van de huidige ondersteunende applicaties met zich meebrengen, en vallend binnen de scope van de implementatie van een GAS, dan betekent dit dat de jaarlijkse kosten ten opzichte van de huidige situatie stijgen met ongeveer € 40.000,-. Zie paragraaf 2.2. ‘Kosten huidige situatie’. Jaarlijkse opbrengsten Een goed geïmplementeerd en gebruikt GAS levert een duidelijk kwaliteitsvoordeel op: - Een GAS voorziet in centrale opslag, beheer en ontsluiting van organisatiebreed gebruikte gegevens, waarmee een aantal bestaande knelpunten (dubbele opslag, weinig samenhang van huidige systemen, geen gestandaardiseerde werking) worden opgelost. Bovendien draagt het bij aan transparantie van de organisatie en een efficiëntere en effectievere bedrijfsvoering. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de uitgangspunten in het informatieplan en levert het GAS indirect een bijdrage aan de doelstellingen uit de nieuwe waterschapswet en het waterschapsbesluit (doelmatigheid en rechtmatigheid). - Wellicht dat het nieuwe integrale systeem allerlei snippervoordelen (in fte’s) nog gaatopleveren.
16
Gefaseerde invoer Bij de keuze van een GAS zijn er tal van mogelijkheden om in reikwijdte en tijd te variëren als het implementatie betreft. In deze paragraaf zijn 2 voor de handliggende scenario’s geschetst, waarbij voor een ieder afzonderlijk scenario de voor- en nadelen worden aangegeven. In scenario 1 is als uitgangspunt genomen dat FMS per 1 januari 2010 vervangen wordt. De planning is erop gericht dat de begroting 2010 met het nieuwe systeem wordt opgesteld. Dit betekent dat deze module per 1 september 2009 in gebruik wordt genomen. Bij het vaststellen van deze datums is rekening gehouden met de doorlooptijd van de implementatie en de formele besluitvormingsmomenten door het DB en AB. In scenario 2 is als uitgangspunt genomen dat alle processen tegelijk opgenomen worden in het GAS per 1 juli 2010. In feite een ‘big bang’ dus. Hieronder zijn de twee scenario’s uitgewerkt. Per scenario zijn de voor- en nadelen beschreven. Uitwerking Scenario 1 In onderstaand schema is per datum aangegeven welke functionaliteit in gebruik wordt genomen. Fase 1 1-9-2009 Financiën Projecten Uren Inkoop Personeel Planning & Control Managementinfo Contracten
Fase 2 1-1-2010 X X X X
Fase 3 1-1-2011
Fase 4 1-1-2012
X X X X
Voor de verdeling in de tijd is gekozen voor het neerzetten van een stevige basis per 1 januari 2010 bestaande uit Financiën, Projecten, Uren en Inkoop. Personeel (HRM) en Contracten volgen dan een jaar later. Managementinformatie wordt in dit scenario in 2012 aangepakt, tenzij uit een kosten-batenanalyse blijkt dat zulks al eerder rendabel is. De voordelen van scenario 1 zijn: • Door fasering is de belasting op de organisatie op één moment minder (spreiding piekbelasting). Hierbij wordt opgemerkt dat het eerder genoemde capaciteitsbeslag voornamelijk in de periode 2008/2009 zit. Zie ook paragraaf 7.3. • Door Planning & Control in de eerste fase op te nemen, kan de begroting voor 2010 decentraal ingevoerd worden en kan gebruik gemaakt worden van de bijbehorende workflow; • Dit beperkt in belangrijke mate de conversie van TIM-uren en FMS naar het nieuwe systeem; • Men krijgt niet te maken met een gebroken boekjaar en hierdoor hoeven er geen twee systemen naast elkaar gebruikt te worden; • Er is rekening gehouden met keuzes voor minimale gebruiksduur van Navigus, Corsa Contract en de inkoopmodule van Datastream. De nadelen van scenario 1 zijn: • Door gefaseerde invoer zal een aantal systemen naast elkaar blijven draaien hetgeen betekent dat er interfaces gebouwd moeten worden voor de gegevensuitwisseling; • Integratie van Financiën en Personeel wordt pas in 2011 voorzien.
17
Uitwerking Scenario 2 In onderstaand schema is per datum aangegeven welke functionaliteit in gebruik wordt genomen. Fase 1 1-9-2009 Financiën Projecten Uren Inkoop Personeel Planning & Control Managementinfo Contracten
Fase 2 1-7-2010 X X X X X X
Fase 3 1-1-2011
Fase 4 1-1-2012
X X
In dit scenario worden alle processen, met uitzondering van Navigus, op 1 juli 2010 geïmplementeerd. Ook hier geldt dat de managementinformatie eerder aangepakt zal worden als uit een kostenbatenanalyse blijkt dat dit rendabel kan. De voordelen van scenario 2 zijn: • Interfaces behoeven geen tussentijdse aanpassing en vervallen gelijktijdig. De nadelen van scenario 2 zijn: • De impact van een big bang is voor de organisatie groot en ingrijpend voor medewerkers; • Er is geen rekening gehouden met keuzes voor minimale gebruiksduur van Navigus, Corsa Contract en de inkoopmodule van Datastream.
18
5
Samenvatting en advies
In de huidige situatie kent waterschap Brabantse Delta een grote diversiteit aan applicaties ter ondersteuning van de ondersteunende processen. Enkele processen maken gebruik van meerdere applicaties om het proces te ondersteunen en aanvullend worden dezelfde gegevens in meerdere applicaties vastgelegd. Daarbij is sprake van veel handmatige activiteiten. Informatie is niet altijd betrouwbaar en niet altijd op het gewenste tijdstip voorhanden. Door de implementatie van een geïntegreerde applicatie suite (GAS) zal dit behoorlijk veranderen. Een GAS voorziet in centrale opslag, beheer en ontsluiting van een aantal bedrijfsbreed gebruikte gegevens. Hierdoor lost het een groot aantal van de bestaande knelpunten in de huidige situatie op en door gebruik te maken van een GAS worden zowel de processen als de functionaliteit optimaal op elkaar afgestemd. Door het eenmalig vastleggen en meervoudig gebruiken van gegevens is invoer op meer plaatsen van gegevens overbodig. Informatie is op elk gewenst moment beschikbaar en is van juiste kwaliteit, actualiteit en betrouwbaarheid. Hierdoor kunnen processen beter worden (bij)gestuurd en wordt de bedrijfvoering transparanter. Het aantal interfaces zal sterk reduceren waardoor er een overzichtelijk en beter beheerbare applicatiearchitectuur ontstaat. De implementatie van een geïntegreerde oplossing betekent echter een forse inspanning voor de organisatie en de kosten die samenhangen met de aanschaf, het implementeren en exploiteren van een GAS zijn hoog. Procesgang, taken en verantwoordelijkheden zullen op onderdelen moeten worden aangepast. De mate waarin hiervan sprake is, is afhankelijk van het systeem dat wordt aangeschaft en de mate waarin dit systeem de procesgang van waterschap Brabantse Delta ondersteunt. Uitgangspunt hierbij is dat maatwerk tot een minimum beperkt moet blijven omdat dit veel extra kosten met zich meebrengt. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van sjablonen die leveranciers bij eerdere implementaties bij waterschappen hebben gebruikt. Voor wat de reikwijdte betreft voorziet een GAS in de gevraagde functionaliteit met uitzondering van de ondersteunende processen KAM en Facilitair. Vooralsnog wordt deze functionaliteit beter afgedekt in afzonderlijke oplossingen (best of breed). Voor KAM betekent dit dat B-Wise in gebruik blijft. Voor Facilitair betekent dit dat het waterschap op zoek moet naar een afzonderlijke oplossing, tenzij de eisen met betrekking tot Facilitair niet hoog blijken te zijn en wellicht toch binnen een GAS in te vullen zijn. Met betrekking tot Navigus en de koppeling met Corsa zullen keuzes gemaakt moeten worden welk systeem leidend is voor welke functionaliteit. De impact op IT-beheer is gemiddeld. De invoering van een GAS sluit namelijk aan bij de ingezette ontwikkeling van applicatiebeheer en IT. Wel zal de beheerorganisatie op gebied van databasebeheer en beveiliging zich verder moeten ontwikkelen en zijn andere competenties dan in de huidige situatie vereist. Bijzondere aandacht vraagt de investering die een GAS met zich meebrengt. De totale investering bedraagt € 2.900.000,- Een belangrijk deel hiervan gaat op aan het inrichten en testen van de applicatie en het opleiden van de gebruikers. Als onderdeel van de investering zijn ook de kosten van de voorbereiding, waaronder deze impactanalyse, en de pakketselectie meegenomen. Voor een goed beeld van de totale kosten zijn ook alle interne uren die de implementatie en de voorbereiding daarop met zich meebrengt begroot: in totaal € 880.000,- (16.000 uur). Voor de continuïteit van de bedrijfsvoering wordt een deel van deze capaciteit gecompenseerd met externe inhuur. De jaarlijkse kosten voor een GAS bedragen € 628.000,- waarvan € 375.000,- aan kapitaalslasten. Het GAS vervangt voornamelijk reeds afgeschreven systemen. Het managementinformatiesysteem Navigus is nog niet afgeschreven. Een kosten-batenanalyse kan wellicht aan gegeven dat een eerdere vervanging rendabel is. Ter vergelijking: de huidig exploitatiekosten voor dezelfde functionaliteit als bij een GAS bedragen ongeveer € 590.000,per jaar. Door efficiënter te werken wordt er op jaarbasis 5.760 uren bespaard (ruim € 300.000,-). Doordat deze uren grotendeels verspreid over een groot aantal medewerkers worden bespaard en de meeste vrijgekomen uren ingezet kunnen worden voor andere werkzaamheden is er zoals dat nu ingeschat kan worden geen directe fte reductie. Waar daar al sprake van reductie zou zijn is dat binnen de Financiële Administratie. Verder kan er ruwweg € 250.000,- bespaard worden als gevolg van betere interne controle waardoor uitgaven beter op nut en noodzaak kunnen worden beoordeeld. Advies projectgroep De projectgroep adviseert het gekozen pad, invoering van een geïntegreerd applicatie suite voor de ondersteunende processen, verder te vervolgen. Een GAS voorziet in centrale opslag, beheer en ontsluiting van organisatiebreed gebruikte gegevens. Daarnaast lost het de bestaande knelpunten op en kunnen ontwikkelingen waarvoor het waterschap nu staat in een totaaloplossing worden meegenomen. Bovendien draagt het bij aan transparantie van de organisatie en een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de uitgangspunten in het informatieplan en levert het GAS indirect een bijdrage aan de doelstellingen uit de nieuwe waterschapswet en het
19
waterschapsbesluit (doelmatigheid en rechtmatigheid). Nader onderzoek in het selectietraject moet uitwijzen of het onderdeel Facilitair ook kan worden meegenomen binnen het GAS. Voor wat betreft de systemen die op termijn vervangen worden, adviseert de projectgroep hieraan geen aanpassingen meer door te voeren, met uitzondering van het noodzakelijk onderhoud. Gewenst nieuwe functionaliteit kan meegenomen worden in het programma van eisen en wensen voor het GAS. Als implementatiestrategie adviseert de projectgroep scenario 1, dus een gefaseerde invoer waarbij de meeste functionaliteit op 1 januari 2010 in gebruik wordt genomen. De begrotingsmodule wordt vanaf september 2009 gebruikt. Dit betekent dat de inrichting en het testen van het systeem dan afgerond moet zijn. Dit houdt in dat er aan het begin van het traject (medio 2008 / medio 2009) een forse piekbelasting bestaat met betrekking tot de inzet van de interne capaciteit. Dit betekent een grote impact op de interne organisatie van het waterschap. Dit acht de projectgroep een erg belangrijk aandachtspunt. Rekening houdend met de doorkijk en de bestuursroute, zoals geschetst in hoofdstuk 6 ‘Globale doorkijk vervolg’, adviseert de projectgroep om direct te starten met het opstellen van het Programma van Eisen en het selectietraject. In april 2008 zal een kredietaanvraag aan het MT worden voorgelegd. De kostenopstelling uit deze impactanalyse en de kennis die we tot die tijd nog opdoen dienen daarbij als basis. Het waterschap behoudt zich in de aanbesteding het recht voor uiteindelijk niet tot gunning over te gaan als blijkt dat het bestuur niet instemt met de investering.
20
6
Globale doorkijk vervolg
In dit hoofdstuk wordt het vervolgtraject op basis van het advies uit het vorige hoofdstuk in hoofdlijnen toegelicht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt de pakketselectie en de implementatie van het systeem.
6.1
Inleiding
Een traject van selectie en implementatie kent een groot aantal stappen die volgtijdelijk worden uitgevoerd. De stappen die in een dergelijk traject doorlopen moeten worden en het tempo waarin dit geschiedt, zijn onder andere afhankelijk van de scope en reikwijdte van de pakketimplementatie, de voorbereidingen die de organisatie reeds zelf heeft getroffen en de wijze van aanbesteden. Voor waterschap Brabantse Delta geldt dat, door het uitvoeren van de impactanalyse, de scope en reikwijdte van de implementatie in belangrijke mate zijn bepaald. Ook is in een eerder stadium een start gemaakt met het inventariseren van eisen en wensen die aan een nieuw systeem worden gesteld. Hiervoor is het programma van eisen en wensen van Rivierenland als onderlegger gebruikt. Bij de inventarisatie is met name de focus op het financiële proces gelegd. De reeds uitgevoerde activiteiten maken een snelle start van het selectietraject mogelijk. De analyse en vastlegging van een deel van de processen in 20066 vormen een opmaat naar het implementatietraject. Wel is het noodzaak deze exercitie in het licht van de komst van een GAS nog eens te doorlopen waarbij ook de onderlinge relaties tussen de processen meer aandacht moet krijgen. Hierbij kan aansluiting gezocht worden met eerdere implementaties binnen waterschappen. Doelstelling is gebruik te maken van opgedane expertise en ervaringen van collega’s.
6.2
Doorkijk selectietraject
6.2.1 Stappenplan Bij de samenstelling van de projectorganisatie dient rekening gehouden te worden met een brede afvaardiging van de medewerkers van waterschap Brabantse Delta. Voor het commitment is het belangrijk dat alle functionele aandachtsgebieden in voldoende mate actief worden betrokken. Hieronder is een schema7 opgenomen van de activiteiten die doorlopen moeten worden in het selectietraject afgestemd op de leidraad projectmatig werken van het waterschap. Fasering Definitiefase (Hoe doen wij het?)
Activiteiten ♦ Organisatie en installatie projectorganisatie; ♦ Opstellen gedetailleerd plan van aanpak (projectplan); ♦ Kick-off meeting waarin alle betrokkenen worden voorgelicht.
(Wat willen wij?)
♦ ♦ ♦
Opstellen/aanscherpen programma van eisen en wensen; Vaststellen kritieke functionele kenmerken; Goedkeuring programma van eisen en wensen.
Voorbereidingsfase
♦
(Hoe gaan wij dit uitvragen?)
♦
Opstellen en uitzetten verzoek om informatie/ aanbestedingsleidraad. Beoordelen offertes
Realisatiefase
♦ ♦ ♦
Opstellen business case; Demonstreren business cases door leverancier(s); Referentiebezoek(en).
♦ ♦ ♦ ♦
Beoordelen resultaten kijkfase; Advies Management team; Besluitvorming; Onderhandeling en contractbeoordeling.
♦ ♦ ♦
Afsluiten contract; Evaluatie; Attentiepunten implementatietraject.
Ontwerp
(Wat zijn de mogelijkheden?) (Welke leverancier past het beste?) Nazorg (hoe gedaan en hoe verder?)
6
Stroomlijnen ondersteunende processen.
7
De formele stappen die een eventuele Europese aanbesteding met zich meebrengt zijn in dit schema buiten beschouwing gelaten.
Deze worden apart benoemd.
21
De demonstraties en referentiebezoeken hebben tot doel vast te stellen hoe het systeem in de praktijk functioneert en hoe tevreden andere organisaties zijn over de leverancier. De demonstraties worden uitgevoerd op basis van een business case. Hierin is een specifieke situatie bij het waterschap uitgewerkt waarbij met name aandacht is voor kritieke functionele kenmerken. Op basis van ervaringen bij andere waterschappen kan worden gesteld dat voor een gedegen selectie een halfjaar uitgetrokken moet worden. Deze tijd is nodig om een goede business case op te zetten, de processen te optimaliseren, een start te maken met het documenteren en gelegenheid te hebben om de systemen in een demonstratie en tijdens referentiebezoeken te zien functioneren.
6.2.2 Wijze van aanbesteden De wijze waarop de inhoudelijke activiteiten verlopen, wordt in belangrijke mate bepaald door de wijze van aanbesteden. De aanbesteding wordt voorbereid in de ontwerpfase en uitgezet in de voorbereidingsfase. De projectgroep zal het selectietraject Europees aanbesteden omdat het drempelbedrag (€ 211.000,-) wordt overschreden. Voor de wijze van aanbesteden staan twee mogelijkheden open: de openbare en niet openbare aanbesteding. Openbare procedure De openbare procedure is de meest eenvoudige procedure. Hier kan de aanbestedende dienst volstaan met het aankondigen van de opdracht die hij wil gunnen, waarna iedere geïnteresseerde ondernemer zich in kan schrijven. Na de beoordeling van inschrijvers aan de hand van de uitsluitinggronden, de selectiecriteria en de beoordeling van hun inschrijvingen aan de hand van de gunningcriteria beslist de aanbestedende dienst aan wie hij de opdracht wil gunnen en deelt hij het voornemen tot gunning aan alle inschrijvers mee. Tenzij een of meer inschrijvers in beroep gaan tegen dit voornemen gunt de aanbestedende dienst vervolgens het werk. Niet-openbare procedure In tegenstelling tot wat de naam zou doen vermoeden, is de niet-openbare procedure net zo openbaar als de openbare procedure. Deze procedure wordt algemeen bekendgemaakt, waarna iedere ondernemer zich kan aanmelden als gegadigde. Verschil met de openbare procedure is dat de procedure in twee delen is geknipt, waarbij de aanbestedende dienst eerst de gegadigden selecteert aan de hand van vaststaande uitsluitinggronden en selectiecriteria. Daarna nodigt hij de geselecteerde gegadigden uit om op basis van het bestek een offerte te maken en verloopt de procedure verder net zo als de openbare procedure. Afweging De openbare procedure kent een kortere doorlooptijd in vergelijking met de niet-openbare procedure. Normaliter bestaat de kans dat bij een openbare procedure het aantal potentiële leveranciers groot is en hiermee het aantal te ontvangen en te beoordelen offertes. Uitgaande van de scope (breedte van functionaliteit) die geadviseerd wordt, wordt dit risico laag ingeschat. Daarnaast eisen we dat een leverancier ervaring heeft met de implementatie van haar systeem binnen vergelijkbare overheden. Ook hierdoor zal het aantal geschikte leveranciers kleiner worden. Gezien de markt en de ervaringen van andere waterschappen verwacht de projectgroep niet al teveel offertes en adviseert een openbare Europese aanbesteding
6.2.3 Planning en capaciteit Er van uitgaande dat op 1 februari 2008 duidelijkheid is ten aanzien van het vervolg ziet de globale planning van het selectietraject er als volgt uit. De balken geven de verwachte doorlooptijd weer. Hierbij is er rekening gehouden dat het huidige programma van eisen en wensen voor een beperkt deel gereed is en bij de verdere detaillering gebruik gemaakt wordt van collega-waterschappen. Planning selectietraject Activiteit/fase
Feb
Mrt
Apr
Mei
Juni
Juli
Definitie Ontwerp Voorbereiding Realisatie Nazorg
22
Met betrekking tot de formele besluitvorming rond de kredietaanvraag hanteert de projectgroep de volgende planning: • Voor 22 april 2008, behandeling kredietaanvraag door het MT; • 13 mei 2008, behandeling kredietaanvraag door het DB; • 25 juni 2008, behandeling kredietaanvraag door het AB. De werkzaamheden worden projectmatig uitgevoerd. De projectgroep bestaat uit circa 10 medewerkers De benodigde capaciteit voor het selectietraject is begroot op 2.400 uur8. Naast functionele deskundigen worden in deze fase ook de afdeling ICT en applicatiebeheer betrokken. Voor de ondersteuning van de aanbesteding wordt een jurist en inkoopadviseur betrokken. Voor de externe projectleiding is rekening gehouden met een kostenpost van circa € 60.000,-. De kosten die samenhangen met inzet van de interne capaciteit bedragen € 132.000,-.
6.3
Doorkijk implementatietraject
Na het selecteren avn een GAS en het contracteren van een implementatiepartner kan worden gestart met de implementatie van het nieuwe systeem. Doelstellingen van dit traject zijn: • Het opleveren van een werkend systeem op basis van de eisen die gesteld zijn in het programma van eisen en wensen, aansluitend bij een optimale procesgang; • Het opleiden van eindgebruikers; • Een ingerichte beheerorganisatie. Het implementatietraject van een GAS kent de volgende fasering: Fasering Initiatie/Definitiefase
Ontwerpfase
Voorbereidingsfase
Realisatiefase
Nazorg
Activiteiten ♦ Opstellen van een projectplan; ♦ Uitwerken procesbeschrijvingen; ♦ Aanschaf / uitbreiding van de hardware; ♦ Opstellen communicatieplan. ♦ Verificatie van processen op basis templates; ♦ Definitie informatievoorziening; ♦ Analyse koppelingen andere systemen; ♦ Besluit technische en functionele implementatie. ♦ Feitelijke inrichting systeem en definitie koppelvlakken; ♦ Opstellen conversieplan; ♦ Opstellen opleidingsplan; ♦ Opstellen test en Go life plan. ♦ Realiseren van interfaces; ♦ Opleidingen op basis opleidingsplan; ♦ Uitvoeren gegevensconversie; ♦ Acceptatie van het systeem; ♦ Oplevering productieomgeving; ♦ Inrichting beheerorganisatie; ♦ In productie name. ♦ Afronden openstaande issues; ♦ Evaluatie en afsluiting van het project.
De planning is erop gericht Planning en Control in september 2009 in productie te nemen. Het vervolg van het implementatietraject is gericht op de inrichting en uitrol van de functionaliteit zoals geschetst en gepland binnen scenario 1. Het volledige systeem zal per 1 juli 2012 in productie zijn.
Planning en Capaciteit De projectorganisatie voor de implementatiefase bestaat uit werkgroepen per discipline/proces, een werkgroep ICT en functioneel beheer, aangestuurd door het projectmanagement. De inzet van de projectgroepen wordt geraamd op 11.500 uur. Tezamen met opleiding en interne ondersteuning van de externe projectleider komt het totaal van interne uren op 16.000. Projectmanagement en technische ondersteuning (implementatiepartner) zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. De kosten hiervan zijn opgenomen in de financiële paragraaf. De functionaliteit wordt gefaseerd ingevoerd. Om de begrotingsmodule per 1 september 2009 te kunnen gebruiken betekent dat de overige functionaliteit op dat moment gereed moet zijn. Dit betekent dat de
8
Interne capaciteit is als volgt berekend: per medewerker 240 uur (gemiddeld 30 dagen).
23
piek van de werkzaamheden van het gehele traject ligt in de periode augustus 2008 – augustus 2009. Hierin wordt naar verwachting 60-70% van het totale interne capaciteitsbeslag ingezet. Hieronder is per fase een globale planning weergegeven. Dit sluit aan bij het schema van scenario 1 zoals genoemd in hoofdstuk 5: • Fase 1: implementatie van Planning & Control (budgettering en begroting) • Fase 2: implementatie van Financiën, Projecten, Uren, Inkoop • Fase 3: implementatie van Personeel (HRM) en Contracten • Fase 4: implementatie van Managementinformatie Fase 1 en 2 zijn in onderstaande uitwerking samengevoegd. Fase 1 en 2 De activiteiten worden uitgevoerd in de periode augustus 2008 tot en met december 2009. Omdat de Planning & Control per september 2009 in gebruik wordt genomen betekent dat de feitelijke inrichting van het systeem in de periode augustus 2008 – augustus 2009 plaats vindt. De periode september 2009 – december 2009 wordt voornamelijk gebruikt voor gegevensconversie, het opleiden van de gebruikers en het verder inrichten van de beheersorganisatie Fase 3 Na het afronden van fase 2 wordt meteen gestart met fase 3. De planning is erop gericht de functionaliteit per 1 oktober 2010 ingericht en getest te hebben zodat er ruimschoots gelegenheid bestaat de gebruikers op te leiden en de functionaliteit per januari 2011 in gebruik kan worden genomen. Fase 4 Na het afronden van fase 3 wordt gestart met fase 4. Fase 4 kan min of meer als apart project worden beschouwd omdat niet het GAS maar de extra aangeschafte rapportagetool ingericht en geïmplementeerd moet worden. Dit betekent tevens het einde van Navigus. De doorlooptijd van de verschillende fasen is in de onderstaande planning weergegeven 2008 Fase 1 2 3 4
Functionaliteit
3e
4e
2009 1e
2e
3e
2010 4e
1e
2e
3e
2011 4e
1e
2e
3e
4e
Planning & Control Financiën, projecten, uren, inkoop Personeel (HRM en contracten) Managementinformatie
Voor alle fasen wordt een afzonderlijk projectplan opgesteld. In de uitwerking wordt aangesloten op de fasering die het waterschap hanteert.
24
Bijlage 1 Projectorganisatie Impactanalyse en selectie GAS Opdrachtgever voor de impactanalyse is sectorhoofd Financiën/ICT, de heer C. Cantrijn. Opdrachtnemer is afdelingshoofd ICT, de heer A. Hieltjes. De projectgroep is als volgt samengesteld: Paul van der Star Projectleider Fieke Schoonis Coördinator bedrijfsbureau middelen Ger van der Lienden Afdelingshoofd FEZ Arnold Hieltjes Afdelingshoofd ICT Nannet Aarts Consultant HKP Alexander Stuivenwold Consultant HKP Klankbordgroep: Frank Pulles Marc van Herpen Louis van den Broek Ronald Acampo Frans Kuijpers Leon Schellekens Perry van Kempen Ronnie Nouws Rian Snoek Ruud van der Mast
Afdelingshoofd Bouwzaken Afdelingshoofd Facilitaire zaken Concerncontroller, Concernstaf Beleidsmedewerker P&O Coördinator PSA, P&O Afdelingshoofd P&O Afdelingshoofd Plannen en Projecten Bedrijfskundige sector Watersystemen en Waterkeringen Senior financieel beleidsmedewerker, FEZ Applicatiebeheerder FMS, FEZ
25
Bijlage 2 Huidige situatie ondersteunende processen Financiën Binnen het waterschap maakt men voor de financiële administratie voor het merendeel van de deelprocessen gebruik van het Financieel Management Systeem (FMS). Naast het gebruik van FMS wordt Excel als hulpmiddel ingezet voor het vastleggen van gegevens en het ondersteunen van deelprocessen. Deze keuze is gemaakt enerzijds vanwege complexiteit van inrichting van deze processen binnen FMS, anderzijds omdat FMS niet voorziet in de mogelijkheden deze deelprocessen te ondersteunen. Kenmerkend voor de processen binnen de financiële administratie is dat ze veel relaties hebben met andere ondersteunende, maar ook primaire processen en systemen (circa 10). Het belastingsysteem, LANSA projectendatabase, eigendommenregistratiesysteem, het contractenbeheersysteem en het managementinformatiesysteem Navigus zijn voorbeelden van systemen met een koppeling met FMS. Inkoop Het bestelproces vindt grotendeels handmatig en op locatie plaats. Aangegane verplichtingen worden vastgelegd binnen de financiële administratie. Bestaande inkoopcontracten of raamcontracten worden vanaf eind 2007 vastgelegd in de applicatie Corsa Contract. Voorraadadministratie en leveranciersmanagement zijn niet ingericht in de huidige situatie. Recentelijk is het inkoopproces onder de loep genomen, met als gevolg het positioneren van functie van binnen de sector Middelen en de behoefte de inkoopfunctie verder te professionaliseren. Als gevolg hiervan is ten behoeve van het inkoopproces een module van Datastream9 ingericht. Er is onlangs een kosten-batenanalyse uitgevoerd rond de implementatie van deze inkoopmodule. Aan de hand hiervan heeft die projectgroep een positief advies gegeven met betrekking tot de invoering van deze inkoopmodule. Projecten Om inzicht te krijgen in de planning, realisatie en voortgang van projecten worden meerdere applicaties ingezet, waarvan de gegevens binnengehaald worden in de LANSA projectendatabase. Gegevens worden gegenereerd uit de systemen FMS, TIM10, Delta T11, MS-projects en verrijkt in de projectendatabase. Deze informatie vormt vervolgens de bron voor managementrapportages uit Navigus. De inrichtingen van deze systemen sluiten niet naadloos op elkaar aan, wat het lastig en tijdrovend maakt om de gewenste managementinformatie te genereren. In het investeringsplan zijn alle initiatieven en projecten opgenomen voor het komende planjaar en in FMS als project geregistreerd. In het investeringsplan wordt geen onderscheid gemaakt tussen echte projecten/initiatieven en ideeën die mogelijk niet tot daadwerkelijke projecten leiden. Omdat dit inzicht ontbreekt, kan de vergelijking van de omvang uit het investeringsplan met de realisatie, inclusief die ideeën, een vertekend beeld geven. Personeel De personeelsadministratie maakt gebruik van de applicatie PIMS en de salarisadministratie is uitbesteed aan Centric. Vanuit PIMS is er één interface aanwezig met Centric ten behoeve van de salarisverwerking. Het verwerken van de salarissen in de financiële administratie vindt handmatig plaats. Omdat er geen verdere koppelingen aanwezig zijn met PIMS worden personeelsgegevens meerdere malen in verschillende systemen handmatig opgevoerd. Afstemming en correcte invoer van personeelswijziging wordt hierdoor bemoeilijkt, waardoor gegevens niet betrouwbaar zijn. De personeelsadministratie legt enkele administratieve processen vast in Excel, vanwege enerzijds niet ingerichte functionaliteit en anderzijds niet aanwezige functionaliteit in PIMS. Als gevolg van deze handmatige vastlegging is het ondermeer lastig personeel- en bezettingsoverzichten op te stellen. Het proces van verlofregistratie vindt niet eenduidig plaats. Verlof wordt zowel vastgelegd in Delta T, TIM, op een verlofkaart als in spreadsheets. De personeelsdossiers worden centraal bijgehouden en gearchiveerd. De personeelsdossiers zijn niet digitaal beschikbaar, wat maakt dat managers lastig inzage hebben in de dossiers van medewerkers. Als gevolg hiervan ontstaan dubbele dossiers, door de manager bijgehouden.
9
Onderhoudsbeheerssysteem
10
Urenverantwoording
11
Aanwezigheidsregistratie
26
Uren Voor de aan- en afwezigheidsregistratie wordt gebruik gemaakt van Delta T. TIM wordt gebruikt voor de planning en verantwoording van uren. Er is een koppeling aanwezig tussen Delta T en TIM, zodat de aanwezigheidsregistratie de input vormt voor de urenverantwoording. Het doorboeken van gefiatteerde uren naar het grootboek ten behoeve van projecten vindt maandelijks handmatig plaats. Uren besteed aan exploitatie worden aan het einde van het jaar financieel gemaakt. Contracten Binnen het waterschap wordt gebruikt gemaakt van diverse soorten contracten, denk aan pacht, huur, verhuur, onderhoud en inkoop. Deze contracten worden voor meerdere doeleinden en door meerdere functionarissen geraadpleegd. De meeste van deze contracten zijn niet gedigitaliseerd en bevinden zich op diverse plaatsen binnen de dienst, wat uitwisseling en het opvragen van deze gegevens bemoeilijkt. Alle aanwezige typen contracten binnen het waterschap zullen voor april 2008 worden geregistreerd en gearchiveerd in de applicatie Corsa Contract. Door deze vastlegging is het mogelijk signaleringen te ontvangen over afloop, verlenging en mijlpalen binnen contracten. Planning & Control en Managementinformatie Het waterschap gebruikt voor de kwalitatieve begroting, prestatie-indicatoren en kengetallen ten behoeve van de begroting en als bedrijfsbreed rapportagemiddel het managementinformatiesysteem Navigus. De financiële begroting wordt decentraal opgestart aan de hand van Excel spreadsheets. De urenbegroting wordt decentraal opgesteld in TIM. Planning, prognoses en realisatie van het lopende jaar worden vervolgens vastgelegd in FMS. De gegevens ten behoeve van managementinformatie worden periodiek ingelezen in Navigus vanuit diverse applicaties. Het betreft hier zowel applicaties van primaire als ondersteunende processen. Doordat sprake is van periodieke dataverzameling kan Navigus niet op elk gewenst moment over elk gewenst tijdvak managementinformatie genererend. Het feit dat applicaties niet periodiek afgesloten worden is hierbij een extra complicatie. Het blijft mogelijk correcties door te voeren over gegevens waar reeds managementinformatie van verstrekt is. Vanuit management bestaat de behoefte om projectrapportages en informatie te aggregeren naar het niveau van programma’s en beleidsvelden. Door de huidige wijze van inrichting in zowel bronsystemen als Navigus kan in deze behoefte nu niet voorzien worden. KAM Uit een begin 2007 uitgevoerde quick scan van geïntegreerde systemen is gebleken dat de functionaliteit tbv kwaliteitsmanagement lastig te verkrijgen is in een GAS. Hierdoor is de keuze gemaakt om de applicatie B-wise in te zetten welke op dit moment wordt uitgerold. De processen Arbo en Milieu worden niet door een applicatie ondersteund. Voor deze processen wordt op dit moment een programma van eisen opgesteld ten behoeve van inrichting. Facilitair/huisvesting In de huidige situatie worden diverse facilitaire activiteiten in de regio’s uitgevoerd en op verschillende wijzen. Zo zijn bepaalde facilitaire zaken ondergebracht bij medewerkers die aangestuurd worden door de regio- en zuiveringsbeheerders en zijn verantwoordelijkheden verschillend belegd. Administratieve vastlegging vindt niet eenduidig en structureel plaats, waardoor eveneens geen managementinformatie en beheersinformatie beschikbaar is. Vanuit de organisatie is een plan opgesteld om nadere invulling te geven aan deze behoefte. Processen op het gebied van huisvesting en facilitaire zaken zullen ondermeer geconcentreerd worden en geüniformeerd. Ook de inrichting van een Facilitair Management Informatiesysteem is in dit plan meegenomen. Inmiddels is er een pilot gestart met een facilitaire helpdesk, waarin alle vragen en meldingen binnenkomen.
27
TOETSINGSLIJST
Nummer : *08I001928* Barcode : *08I001928*
Projectnr.: 7565
Projectnaam:
GAS (Geïntegreerde Applicatie Suite)
(Ondersteunend) beheerproduct: 440 Informatiebeleid en automatisering Projectleider:
A.H.M. Hieltjes
Soort investering:
ontwikkelingsinvestering
Investeringsbesluit: 2008-18
Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): -
beleidsveld:
8 % waterkering 38 % waterkwantiteit 54 % waterkwaliteit 400 Ondersteunende producten FIN/ICT
-
uitvoeringsperiode van het werk: verwacht tijdstip oplevering: effect op het milieu: wijze van aanbesteding: opdrachtgever:
medio 2008/ medio 2009 1 januari 2010 n.v.t. conform aanbestedingsbeleid C. Cantrijn
Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): k. effect op de heffing: % aandeel tarief 2010
€ 2.900.000,n.v.t. 10 jaar 5% Voorbereidingsfase 20-30%
€ 376.000,€ 252.000,- (onderhoudskosten) € 628.000,Waterkering 0,83% Waterkwantiteit 0,72% Waterkwaliteit 0,49%
0,58% % daling/stijging tarief t.o.v. begr 2008 Waterkering Waterkwantiteit 0,51% MJR 2008-2012 Waterkwaliteit 0,34% l. te ramen netto lasten voor 2008: n.v.t. m. wijze van dekking van de jaarlijkse Worden in de begroting 2009 opgenomen lasten: Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan In het IP 2008-2012 zijn de volgende projecten opgenomen: 7565 GAS (geïntegreerde Applicatie Suite) met een investering van € 100.000,-, met een jaarlijkse last van € 23.000,7548 Vervangen FMS met een investering van € 500.000,-, met een jaarlijkse last van € 90.000,7564 Vervangen Navigus met een investering € 300.000,-, met een jaarlijkse last van € 73.000,Besluitvorming Deze investering betreft een ontwikkelingsinvestering: goedkeuring door het algemeen bestuur is daarom vereist. Om voor de begroting 2010 met het nieuwe systeem te kunnen werken wordt verder gevraagd om, vooruitlopend op de behandeling door het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur te verzoeken een bedrag van € 195.000,- te laten voteren voor het invoeren van de selectiefase.
-2-
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *08I001931* Barcode : *08I001931*
Projectnr.: 7565
Projectnaam:
GAS (Geïntegreerde Applicatie Suite)
(Ondersteunend) beheerproduct: 440 Informatiebeleid en automatisering BESLUITNUMMER: 2008-18 Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 15 april 2008 gelezen het advies van de AB-commissie Beleid en Investeringen van 4 juni 2008; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen; BESLUIT: te voteren een uitvoeringskrediet groot € 2.900.000,- ten behoeve van GAS (Geïntegreerde Applicatie Suite)
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008.
De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Adviesnota aan het algemeen bestuur Registratienummer: *08I001766* Barcode: *08I001766* Onderwerp: aanvraag UVK Project Deltadigitaal Sector en afdeling: Middelen, afdeling Registratuur, Archief en Bibliotheek Datum behandeling: 25 juni 2008 Agendapunt: 40 Ter inzage bij de concernstaf: Definitiestudie Bijlagen: Managementrapportage en Uitvoeringsplan Toetsingslijst en Investeringsbesluit Aan het algemeen bestuur Inleiding Waterschap Brabantse Delta streeft er voortdurend naar om de effectiviteit en efficiency van zijn organisatie te verbeteren. Digitaal werken heeft als doel hieraan een bijdrage te leveren. Het maakt niet alleen mogelijk om ruimtebesparing in Bouvigne te realiseren, maar het vergroot ook de slagvaardigheid in de processen. Met het project Deltadigitaal wordt een onderdeel van het het programma Andere Overheid gerealiseerd. In het Bestuursprogramma 2005 – 2008 wordt sterke nadruk gelegd op de relatie tussen het waterschap en de samenleving (‘de vijf gezichten van het waterschap’). Het bestuur maakt zich sterk voor een klantgerichte houding en een transparante belangenafweging. E-Goverment/Andere Overheid is een van de belangrijke middelen om deze transparante uitwisseling van informatie met klanten te borgen. Binnen het programma Andere Overheid zijn de hoofdlijnen van de moderne elektronische overheid vastgesteld waarbij klantgericht, dienstverlening, administratieve lastenverlichting en transparantie van groot belang zijn. Elektronische dienstverlening wordt daarbij steeds belangrijker. Ook is het van belang te constateren dat de overheden zich in toenemende mate gaan organiseren in procesketens. Met deze ketenintegratie worden hoge eisen gesteld aan het uitwisselen van digitale gegevens en informatie. Deltadigitaal Digitaal werken betekent in zijn uiterste vorm het werken met documenten achter een beeldscherm en niet meer met papier. Daaraan vooraf gaat het digitaal opslaan en distribueren van documenten, zodat het digitale document leidend is ten opzichte van het papieren document. Om digitaal documenten op te slaan en te distribueren is het project Deltadigitaal gestart. In vervolg op de Visienota digitaal werken, is er een definitiestudie en een uitvoeringsplan opgesteld. Deze definitiestudie geeft inzicht in hetgeen Deltadigitaal op dient te leveren. Separaat is ook een Uitvoeringsplan Deltadigitaal opgesteld.
De basis voor het onderzoek is de door de projectgroep Deltadigitaal opgestelde ‘Visienota digitaal werken’ . In deze nota zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: 1. Het digitale document is vanaf 2010 leidend boven het papieren document en deze andere manier van werken dient voor medewerkers gemakkelijk en vertrouwd te zijn, waarbij zij stap voor stap aan deze overgang gewend hebben kunnen raken. 2. Na afhandeling van een werkproces is een dossier digitaal gearchiveerd, zodat medewerkers het kunnen raadplegen via hun werkplek (digitaal archiveren). 3. Alle documenten (post, e-mails, kaarten, enz) binnen de organisatie zijn digitaal opgeslagen, zodat deze voor iedereen met de juiste autorisatie op de werkplek zijn te raadplegen. De post wordt dan digitaal naar de medewerkers verstuurd (document routering). 4. Het documentmanagementsysteem (Corsa) is gekoppeld aan bedrijfsapplicaties. Met name de documenten uit het nieuwe financiële systeem, belastingsysteem, personeelssysteem en IRIS dienen op één plaats voor medewerkers aan te maken en toegankelijk te zijn (koppeling applicaties). De geïntegreerde applicatie suite (GAS) zal op termijn eveneens gekoppeld worden. 5. Als eerste stap is eind 2009 digitaal werken zodanig ingevoerd, dat digitaal archiveren en document routering volledig is ingericht. De koppelingen met de nieuwe systemen (onder de voorwaarde dat die nieuwe systemen half 2009 operationeel zijn) zullen dan ook beschikbaar zijn. 6. Digitaal werken met workflow is geen onderdeel van het project Deltadigitaal. Het project Deltadigitaal zorgt ervoor dat alle medewerkers in de nieuwe huisvesting digitaal over hun documenten kunnen beschikken en digitaal met deze documenten gaan werken. De noodzaak hiertoe is gelegen in de beperkte ruimte binnen de nieuwe huisvesting en het streven om plaatsonafhankelijk te kunnen werken (project Deltawerken). Deltadigitaal is één van de kritieke succesfactoren om de doelstellingen van Deltawerken te kunnen realiseren. Bovendien vergroot Deltadigitaal slagvaardigheid in de processen. Besparingen Dit levert naast transparantie en rechtmatigheidvoordelen ook de volgende punten op: - Besparingen in opslag van informatie doordat nog maar op 1 plek definitieve informatie wordt opgeslagen. - Besparing in invoertijd bij medewerkers. Eenmalige opslag, meervoudig gebruik. Informatie wordt nog maar op 1 plek opgeslagen en hiervan kan binnen andere applicaties gebruik van worden gemaakt. - Fysieke besparing ruimtelijke opslag. Naast de bovenstaande besparingen zijn er aanzienlijke kwalitatieve baten door het verbeteren van de kwaliteit en betrouwbaarheid van de dienstverlening, de transparantie voor de klanten en de effectiviteit van bedrijfsprocessen. Vraagstelling Het AB wordt verzocht om in te stemmen met de voorgestelde plannen (definitiestudie en het uitvoeringsplan) en een uitvoeringskrediet van € 3.126.000,- ter beschikking te stellen voor de uitvoering van het project Deltadigitaal. Strategie In het Informatieplan is voor het project Deltadigitaal (7052) een bedrag begroot van € 1.540.000. Dit bedrag is in 2007 samengesteld uit een aantal projecten die op dat moment bekend waren. Door het opstellen van de definitiestudie is er meer inzicht gekregen in de opbouw van het bedrag voor het project. In 2007 heeft het MT een voorbereidingskrediet genomen voor dit project van € 150.000,-. Dit geld is tot op heden als volgt besteed. Inhuur externen voor het voor het schrijven van een visienota Digitaal Werken en het schrijven van de definitiestudie en het uitvoeringsplan. Interne personeelskosten Projectvoorlichting Automatisering
€ 76.000,-€ 28.000,-€ 1.700,-€ 6.000,-€111.700,--
Door het dagelijks bestuur is een extra bedrag van € 110.000,-- gevoteerd, vooruitlopend op de mogelijke AB-behandeling, voor het starten van de voorbereiding. Deze voorbereidingskosten bestaan uit: Inhuur uren BCT Scannen archieven Extern projectleider Interne uren TOTAAL
€ € € € €
17.000,-18.000,-30.000,-45.000,-110.000,--
Beoordeling • Financiële gevolgen ja, namelijk een vermeerdering van de kosten van het project Deltadigitaal van € 1.600.000,-. De onderbouwing van het totale projectbudget is terug te vinden in het uitvoeringsplan. De financiële baten van dit project bedragen € 3.000.000,--. Deze opbrengst wordt gerealiseerd door een besparing van 20% van het aantal m2 bij de nieuwbouw door implementatie van het concept flexwerken. Deltadigitaal is hiervoor randvoorwaardelijk. •
Juridische gevolgen Ja, als je je documenten en informatie niet goed juridisch borgt kan dat consequenties hebben voor het waterschap. Daarnaast is rechtmatig handelen van fundamenteel belang.
•
Personele gevolgen ja, namelijk 1. Voor de medewerkers van RAB zijn de gevolgen voor hun werkzaamheden groter dan bij andere afdelingen binnen het waterschap. De kern van hun dienstverlening aan de organisatie verandert van uitvoerend naar adviserend en dat heeft consequenties voor de taken en verantwoordelijkheden van de medewerkers van deze afdeling. 2. De aandacht voor de afdeling RAB valt buiten het project Deltadigitaal. Op een later tijdstip zal er een aparte nota komen met de consequenties en plan van aanpak van de cluster DIV binnen de afdeling Facilitaire Zaken. 3. Uiteindelijk zal elke medewerker met veranderingen in zijn werk te maken krijgen, van fysiek naar digitaal.
•
Overig niet van toepassing
•
MVO gevolgen ja, namelijk
MVO aspect:
Score:
1.
De actie gaat verder dan de wettelijke verplichtingen en kerntaken van het waterschap:
2.
De actie kan wel betrekking hebben op het uitvoeren van kerntaken, maar onderscheidt zich dan van het reguliere werk doordat er in de wijze van uitvoering extra aandacht is voor de aspecten People, Planet en Profit:
3.
De actie kenmerkt zich door vernieuwende en/of grensverleggende aspecten, gericht op één of meer van de drie P's. Personeel krijgt met vernieuwende veranderingen in zijn/haar werk te maken
1
1 De actie leent zich om er buiten de organisatie over te communiceren zodat ook andere partijen er van kunnen leren en het waterschap verantwoording aflegt over gemaakte keuzes. In een later stadium zullen ook klanten buiten de organisatie worden geïnformeerd over de nieuwe manier van werken en het gemak waarmee zij dan kunnen communiceren met het waterschap. Totaalscore van de 4 aspecten 2
4.
MVO score:
*
**
***
****
Communicatieparagraaf De communicatie in en rond het project betreft met name interne communicatie. Medewerkers moeten geïnformeerd en enthousiast gemaakt worden over de nieuwe manier van werken die Deltadigitaal behelst. Advies: AB stemt in met de voorgestelde realisatie van project 7052, Project Deltadigitaal, en stelt daartoe een uitvoeringskrediet beschikbaar van € 3.126.000,-.
Het dagelijks bestuur, De dijkgraaf
De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom
Nummer : *08I001869* Barcode : *08I001869*
Managementsamenvatting Definitiestudie Het Waterschap Brabantse Delta streeft er voortdurend naar om de effectiviteit en efficiency van haar organisatie te verbeteren. Digitaal werken heeft als doel hieraan een bijdrage te leveren. Het maakt niet alleen mogelijk om ruimte te besparen in Bouvigne te realiseren, maar het vergroot ook de slagvaardigheid in de processen. Bovendien is het een onderdeel van e-Goverment. Digitaal gaan werken betekent in zijn uiterste vorm het werken met documenten achter een beeldscherm en niet meer met papier. Daaraan vooraf gaat het digitaal opslaan en distribueren van documenten, zodat het digitale document leidend is ten opzichte van het papieren document. Om digitaal documenten op te slaan en te distribueren is Deltadigitaal gestart. Deze definitiestudie geeft inzicht in hetgeen Deltadigitaal op dient te leveren. Separaat is ook een Uitvoeringsplan Deltadigitaal opgesteld. De documentenstromen binnen het Waterschap verlopen nog in beperkte mate digitaal (zie hoofdstuk 4 en het schema op pagina Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.). Bij de meeste afdelingen komt de post al digitaal binnen en enkele afdelingen slaan ook al alle documenten op in het documentmanagementsysteem Corsa. Acht afdelingen werken echter nog volledig met papier. Bij de meeste van deze afdelingen is namelijk ook de vervanging van hun (verouderde) applicatiesoftware aan de orde, zoals bij vergunningen, handhaving, belastingen, FEZ en P&O. Het vervangen van deze software valt buiten de scope van Deltadigitaal. Wel is voorzien om alvast de inkomende documentenstroom ook bij deze afdelingen zoveel als mogelijk in Corsa op te gaan nemen. Doelstelling is ook om statische kaarten te digitaliseren en allemaal in Corsa op te slaan (zie hoofdstuk 5). Het gaat dan om statische kaarten en tekeningen die met een vergunning meekomen. Het streven is ook om zoveel mogelijk digitaal met kaarten te gaan werken. Maar het gewenningsproces is nog een barrière en de praktische haalbaarheid moet voor een aantal afdelingen en processen nog worden aangetoond. Ook zijn speciale voorzieningen nodig, die in het uitvoeringsplan zijn meegenomen. De gevolgen voor de afdeling RAB zijn groot (zie hoofdstuk 6). De kern van hun dienstverlening aan de organisatie verandert in hoge mate en dat heeft consequenties voor de taken en verantwoordelijkheden van de medewerkers van deze afdeling. Zij zullen afdelingen gaan adviseren over de inrichting van Corsa en toezien op een goed gebruik ervan. Uiteindelijk zal elke medewerker met veranderingen in zijn werk te maken krijgen. Om dat zo goed mogelijk te begeleiden is er veel individuele aandacht nodig. Op basis van het werkproces van de medewerker zal het werken met digitale documenten worden begeleid. Maar het papier zal ongetwijfeld ook nog een rol blijven spelen bij het dagelijks werk, vergaderingen, besprekingen buiten de deur, enz. Belangrijk is dat het digitale archief goed toegankelijk blijft en voldoet aan de wettelijke eisen , zoals, Documentair Structuur Plan, Privacy, Substitutieverklaring Provincie, enz. (zie hoofdstuk 7). Maar het is ook voor de rechtmatigheid van groot belang dat de digitale archieven compleet en betrouwbaar zijn. Daarvoor zijn duidelijke richtlijnen nodig en toezicht. Dat laatste is een rol voor RAB en de applicatiebeheerders van Corsa. Het digitaal opslaan, scannen, printen en gebruiken van documenten stelt hogere eisen aan de huidige ICT infrastructuur en voorzieningen (zie hoofdstuk 8). Een snelle en betrouwbare werking van deze voorzieningen is essentieel om digitaal werken te kunnen laten slagen. De kwalitatieve voordelen van digitale documentstromen zijn met name gelegen in efficiency in de werkprocessen op diverse (detail) punten (zie hoofdstuk 9). De kwantitatieve vertaling daarvan in geld is moeilijk uit te drukken. In uitvoeringsplan zijn de besparingen in de nieuwe huisvesting gezet tegen de kosten van dit project Deltadigitaal.
-2-
Nummer
: *08I001439*
Barcode
:
*08I001439*
Uitvoeringsplan Deltadigitaal Waterschap Brabantse Delta
© Perficio Adviseurs B.V.
In opdracht van Omschrijving Bijlage bij Datum Versie Status Door Documentnaam
Uitvoeringsplan Digitaal werken
: : : : : : : :
C.A.M. Cantrijn/M.J.J.J. van Overveld Uitvoeringsplan Digitaal Werken Waterschap Brabantse Delta 25 april 2008 1.1 Definitief Helen Leyte, René Mol Uitvoeringsplan Deltadigitaal
Perficio
Inhoudsopgave 1
Achtergrond................................................................................................................ 1 1.1 Inleiding ...........................................................................................................1 1.2 Opdracht...........................................................................................................1
2
Projectdefinitie ........................................................................................................... 2 2.1 Projectdoelstellingen...........................................................................................2 2.2 Op te leveren resultaten......................................................................................2 2.2.1 Op te leveren resultaten per afdeling ....................................................2 2.2.2 Algemene op te leveren resultaten........................................................3 2.3 Afbakening/project bereik ...................................................................................4 2.4 Implementatie strategie ......................................................................................4 2.5 Uitgangspunten en randvoorwaarden....................................................................4 2.6 Relaties met andere projecten .............................................................................5
3
Projectorganisatiestructuur........................................................................................ 6 3.1 Project organogram ............................................................................................6 3.2 Taken en verantwoordelijkheden ..........................................................................6 3.3 Overlegvormen ..................................................................................................8
4
Project 4.1 4.2 4.3 4.4
5
Communicatie........................................................................................................... 13 5.1 Communicatie over digitaal werken .................................................................... 13 5.2 Rapportages project Deltadigitaal ....................................................................... 13
6
Project 6.1 6.2 6.3 6.4
planning ......................................................................................................... 9 Randvoorwaarden planning .................................................................................9 Externe afhankelijkheden ....................................................................................9 Projectfasering...................................................................................................9 Kosten en opbrengsten ..................................................................................... 11
beheersing.................................................................................................... 14 Inleiding ......................................................................................................... 14 Project toleranties ............................................................................................ 14 Project dossier ................................................................................................. 14 Risico beheer ................................................................................................... 14
Bijlagen ........................................................................................................................... 16
Uitvoeringsplan Digitaal werken
Perficio
1 1
Achtergrond
1.1
Inleiding Het Waterschap Brabantse Delta streeft er voortdurend naar om de effectiviteit en efficiency van haar organisatie te verbeteren. Digitaal werken heeft als doel hieraan een bijdrage te leveren. Het maakt mogelijk om flexibeler te gaan werken en ruimte te besparen in het nieuwe kantoor in Bouvigne. Digitaal werken vergroot ook de slagvaardigheid in de processen. Bovendien is het een onderdeel van het project e-Government. Deltadigitaal beoogt dat alle medewerkers van het waterschap in de nieuwe huisvesting digitaal over hun documenten kunnen gaan beschikken en digitaal met deze documenten kunnen gaan werken. Deltadigitaal is één van de kritieke succesfactoren om de doelstellingen van Deltawerken te kunnen realiseren.
1.2
Opdracht De projectgroep Deltadigitaal heeft Perficio Adviseurs opdracht gegeven om voor 1 april 2008 een definitiestudie en een uitvoeringsplan op te stellen. De definitiestudie geeft concreet aan wat er nog moet gebeuren om digitaal werken binnen het waterschap zover mogelijk door te voeren. Perficio Adviseurs beschrijft in dit uitvoeringsplan hoe, met welke middelen en in welke fasering de digitalisering aangepakt gaat worden in 2008/2009.
2 2
Projectdefinitie
2.1
Projectdoelstellingen In de visienota digitaal werken zijn de projectdoelstellingen van Deltadigitaal als volgt beschreven:
2.2 2.2.1
1
Digitaal archiveren Na afhandeling van een werkproces is een dossier digitaal gearchiveerd, zodat medewerkers het kunnen raadplegen via hun eigen werkplek (digitaal archiveren). Dit betekent dat bij de start van het werkproces/project alle relevante documenten ten minste digitaal zijn opgeslagen in het Document Management Systeem (CORSA).
2
Documentroutering Alle documenten (post, e-mails, kaarten, enz) binnen de organisatie zijn digitaal opgeslagen, zodat deze voor iedereen met de juiste autorisatie op de eigen werkplek zijn te raadplegen. De post wordt dan digitaal naar de medewerkers verstuurd (document routering).
3
Digitaal werken door koppeling CORSA aan andere bedrijfsapplicaties Met name de documenten uit het nieuwe financiële systeem, belastingsysteem, personeelssysteem en IRIS dienen op één plaats voor medewerkers aan te maken en toegankelijk te zijn (koppeling applicaties). De geïntegreerde applicatie suite (GAS) zal op termijn eveneens gekoppeld worden. Het zorgt ervoor dat de medewerker de benodigde documenten niet meer vanuit de verschillende applicaties moet benaderen, maar nog slechts vanuit één applicatie.
Op te leveren resultaten Op te leveren resultaten per afdeling In het onderstaande schema is de huidige situatie per afdeling in kaart gebracht. De op te leveren resultaten per afdeling zijn in de kolommen weergegeven. Per cel is het kwartaal voor realisatie opgesomd. Het overall op te leveren resultaat zal zijn dat 90% van alle vlakken groen is en de rest geel. Bij sommige afdelingen zullen we beslissen om vanwege praktische bezwaren of complexe problemen een deel van de documentenstroom fysiek aanwezig te laten. De kolommen betekenen: • Kolom 1: digitaal archiveren. Per afdeling is vermeld of digitaal archiveren in CORSA is opgenomen in de werkprocessen. Is dit niet het geval, (geel en rood) dan staat vermeld wanneer dit gerealiseerd zal worden. Binnen de meeste rode afdelingen geldt de 80/20 regeling. Minstens 80% van de aanvragen en dossiers zijn te digitaliseren mits de randvoorwaarden zijn ingevuld. Het resterende deel blijft (ook) fysiek aanwezig. • Kolom 2/3: Document routering: Per afdeling is vermeld of de document routering (vooralsnog inkomende en uitgaande post) is gedigitaliseerd. Is dit niet het geval (geel en rood) dan staat vermeld wanneer dit gerealiseerd zal worden. • Kolom 4: De afdelingen zijn of zelfstandig of in samenwerking met de afdeling RAB begonnen aan het opschonen van het fysieke archief op de afdeling. Het fysieke archief op de afdeling bestaat uit: • persoonlijk archief; • schaduw archief; • origineel archief; • en archief dat vernietigd kan worden. Deltadigitaal begeleidt het opschonen van deze archieven op de afdelingen. (Zie laatste kolom in het schema).
Uitvoeringsplan Digitaal werken
Perficio
3
Huidige status van Digitalisering Concernstaf Strategisch Beleid & Onderzoek Bedrijfsbureau Beleid Onderzoek Geo-informatie Handhaving Watersystemen & Waterkeringen Bedrijfsbureau Plannen en Projecten Vergunningen Regio West Regio Oost Regio Midden Zuiveringsbeheer Bedrjfsbureau Advies & Ondersteuning Regio Bath Regio AWP Regio Nieuwveer Regio Dongemond Bouwzaken Financien en ICT Bedrijfsbureau FO belastingen BO belastingen FEZ ICT Middelen Bedrijfsbureau P&O Communicatie RAP Facilitaire Zaken Juridische Zaken Inkoop
Document Opschonen Projecten ten behoeve van digitaal Digitaal Document werken fysiek archiveren routeren: routeren: inkomende uitgaande post archief in Corsa post Q3 2008 Q3 2008 Q4 Q4 Q4 Q4
2008 2008 2008 2008
Q3 2008 Q4 2008 Pilot
Q1 Q1 Q4 Q4 Q4
2009 2009 2008 2008 2008
Pilot Pilot Q4 2008 Q4 2008 Q4 2008
Q4 Q4 Q4 Q4 Q4 Q1
2008 2008 2008 2008 2008 2009
Q1 Q1 Q1 Q4
2009 2009 2009 2008
Q4 Q4 Q4 Q4
2008 2008 2008 2008
Pilot
Pilot digitaal werken
Pilot Pilot Q4 2008 Q4 2008 Q4 2008
Pilot digitaal werken Pilot digitaal werken
Q3 2008
Q3 2008 Q4 2008 Q4 2008 Q4 2008 Q4 2008 Q4 2008 Pilot
Pilot
Pilot digitaal werken
Q3 2008 Q1 2009 Q1 2009 Q1 2009
Q4 Q4 Q4 Q4
08/ Q1 0 Optim. na impl. nieuw belastingsyste 08/ Q1 0 Optim. na impl. nieuw belastingsyste 08/ Q1 0 Dig facturen in Corsa 2008
Q2 Q4 Q4 Q4
2009 2008 2008 2008
Q3 2008
Q4 2008
Digitaal personeelsdossier
Q4 2008
Al bijna gedeel digitaal Gedeeltelijk digitaal Niet/nauwelijks digitaal
2.2.2
Algemene op te leveren resultaten Naast de specifieke op te leveren resultaten per afdeling zijn er ook resultaten die voor de gehele organisatie van toepassing zijn en uiterlijk op 31 december 2009 opgeleverd zullen zijn: • Alle benodigde modules van Corsa zijn geïmplementeerd. • Elke medewerker kan met Corsa werken, voor zover dat nodig is. • Per afdeling is afgesproken welke processen voor 1-1-2010 digitaal worden uitgevoerd. • Per afgesproken digitaal proces is de digitale ondersteuning door middel van automatisering en Corsa uitgewerkt en geïmplementeerd. • Procedures en gebruikersinstructies voor het digitaal werken zijn vastgesteld; • Opleidingsmateriaal voor gebruikers om met Corsa en de eigen procedures te leren werken is beschikbaar; • Inzake de digitale handtekening is het beleid vastgesteld en geïmplementeerd. • Een documentair structuurplan (DSP) is geselecteerd, geïmplementeerd en medewerkers zijn opgeleid. • Het sjablonen tool is geselecteerd, geïmplementeerd en medewerkers zijn opgeleid. • Dossiers in Corsa kunnen goed gekoppeld worden met kaart- en tekenmateriaal in Meridian. • Een procedure voor de opslag van fotomateriaal dat of specifiek bij een projectdossier hoort of als los fotomateriaal bestaat, is vastgesteld en geïmplementeerd. • Betrokken medewerkers kunnen werken met nieuwe technische faciliteiten, zoals bijvoorbeeld een SMART board. • Nieuwe voorzieningen om digitaal te kunnen werken zijn voor de medewerkers beschikbaar. • Koppelen van de volgende applicaties aan Corsa: o Huidige financiële systeem tbv digitale facturen. o Huidige personeelssysteem tbv digitale personeelsdossiers.
Uitvoeringsplan Digitaal werken
Perficio
4 2.3
Afbakening/project bereik De volgende onderwerpen vallen buiten de scope van het project Deltadigitaal: • Pakketselectie en implementatie van de nieuwe applicaties. • Het digitaliseren van het fysieke fotoarchief. • Het structureren en het leggen van relaties met dossiers van het huidige digitale fotomateriaal. • Het implementeren van de processen/werkwijze van de WIA. • De reorganisatie van de afdeling RAB valt buiten het project. • Het koppelen van nieuw aan te schaffen bedrijfsapplicaties aan Corsa is niet meegenomen binnen Deltadigitaal. Wanneer de systemen worden aangekocht en geïmplementeerd zullen zij moeten zorgen dat de koppeling met Corsa is gerealiseerd. Hiervoor zal de standaard techniek ESB (Enterprise Service Bus) worden ingezet. Het koppelen van huidige applicaties aan Corsa valt wel binnen het project.
2.4
Implementatie strategie Het project Deltadigitaal hanteert een implementatiestrategie, waarbij een groot deel van de organisatie zover mogelijk digitaal werkt en het resterende deel pas na de verhuizing naar Bouvigne digitaal gaat werken. We noemen dit een stimulerend groeimodel. In goed overleg met het sectorhoofd en de afdelingshoofden zullen keuzes gemaakt worden: • in welke processen al digitaal gewerkt kan worden; • voor welke processen een pilot wordt opgestart; • voor welke processen er voorlopig niet wordt gedigitaliseerd. Uitgangspunt is om voor 1-1-2010 zover mogelijk te komen met het digitaliseren van processen..
2.5
Uitgangspunten en randvoorwaarden De volgende uitgangspunten en randvoorwaarden zijn van toepassing op Deltadigitaal: •
• •
• •
Om de resultaten (90% van de vlakken op groen) te bereiken dienen eerst de volgende randvoorwaarden te worden ingevuld: o De technische faciliteiten zijn geselecteerd, en geïmplementeerd (installatie, opleiding, beheer, documentatie, enz.). o Voor het uitrollen van de functionaliteit in de organisatie is de functionaliteit van Corsa getest en geïmplementeerd (zie de behoefte aan nieuwe functionaliteit in Corsa bijlage 2 van de Definitiestudie Deltadigitaal). o Voor het digitaal lezen zijn praktische tips voorhanden. o Het digitaal arceren en ‘plakken van een digitaal geeltje’ is mogelijk. Het project Deltadigitaal zal met de koppelingen aansluiten bij de architectuur van Egoverment, mits deze voor 1-6-2009 operationeel is. Wanneer deze niet tijdig operationeel is, dan zullen losse koppelingen worden gemaakt met de applicaties die operationeel zijn. De huidige formatie tbv applicatiebeheer Corsa is onvoldoende (1 fte) en zal op zeer korte termijn uitgebreid moeten worden. Rekening is gehouden met (tijdelijke) inhuur. De applicatiebeheerders zullen nauw betrokken zijn bij de taken en werkzaamheden van Deltadigitaal. De selectieprocedure voor het sjablonen tool dient te zijn afgerond voor 1-6-2008. Het waterschap heeft aangegeven zich te willen confirmeren aan de processen zoals beschreven in het WIA. Dit betekent dat werkprocessen aangepast moeten worden. De aanpassing van het werkproces zal door de afdelingen worden uitgevoerd. Het project Deltadigitaal zal tijdens deze veranderingen de onderdelen digitale input, throughput en output van de processen ondersteunen.
Uitvoeringsplan Digitaal werken
Perficio
5 2.6
Relaties met andere projecten De volgende projecten hebben in meer of mindere mate een relatie met Deltadigitaal: Nummer 9611
Naam Project Deltawerken
7555 7477
IRIS: WVO-VRG Handhaving Tekeningenbeheer
7525 7565
Belastingsysteem Impact analyse GAS
7510 7548
Inkoopsysteem Vervangen FMS
7050
Contractensysteem
7565
Personeel infosysteem GAS
7562
Plan e-Government
7563
Realisatie e-Government
7561 7469
Visie werkplekautomatisering Document Structuur Plan
7470
Digitaal fotoarchief
Uitvoeringsplan Digitaal werken
Omschrijving relatie met Deltadigitaal Implementatie van nieuw concept van werken waarvan Deltadigitaal een van de onderliggende projecten is. Koppeling met Corsa en deze module van IRIS Optimalisatie van Meridian en de koppeling met Corsa-Meridian Koppeling met Corsa en het belastingsysteem Voor de meeste GAS modules geldt dat deze gekoppeld gaan worden. In de impact analyse dient deze benodigde functionaliteit al te worden meegenomen evenals in de Europese Aanbesteding. Digitale bestelbonnen irt digitale facturen Nieuw financieel systeem en koppeling met Corsa en digitale facturen. Contractenmodule Corsa en de implementatie van workflow functionaliteit. Koppeling met Corsa en de personeelsmodule van GAS (uitgangspunt is 1 koppeling met GAS voor alle modules) Aansluiting aan de architectuur met Corsa als DMS systeem ipv losse koppelingen. Realisatie aansluiting aan de architectuur met Corsa als DMS systeem ipv losse koppelingen. Corsa zal als DMS hier een belangrijke rol in spelen Koppeling met Corsa en DSP en implementatie van het DSP binnen Deltadigitaal Tbv een volledig projectdossier zullen er procedures en richtlijnen worden opgesteld die ondersteund worden door Corsa
Perficio
6 3
Projectorganisatiestructuur
3.1
Project organogram
Opdrachtgever Interne projectleider Externe projectleider
Projectgroep Externe projectleider projectleider Interne en externe Vertegenwoordigers Voorzitters werkgroepen werkgroepen Communicatie
Werkgroep inrichting en uitrol
3.2
Werkgroep Technische faciliteiten
Werkgroep kaartmateriaal/tekeningen/foto’s kaartmateriaal/tekeningen/foto’s
Taken en verantwoordelijkheden Hieronder volgt een opsomming van de bemensing van de projectorganisatie en de verantwoordelijkheden van de verschillende groepen. Opdrachtgever: Opdrachtgever: Mary-José van Overveld (Sectorhoofd Middelen) De opdrachtgever is eindverantwoordelijk voor het overall eindresultaat van het project Deltadigitaal en voor het ter beschikking stellen van medewerkers en middelen. De opdrachtgever is verantwoordelijk voor het goedkeuren van de financiële middelen binnen de mandaatregeling. Projectgroep: Samenstelling projectgroep Naam Peter van Rhee Helen Leyte Mieke Bottelier Heleen Dragt Koert Lemmens Marc Pouw Ria Braakman Ada Karimlou
Rol Intern projectleider Extern projectleider en voorzitter Projectgroep Secretariële ondersteuning Vertegenwoordiger werkgroep Inrichting en uitrol Vertegenwoordiger werkgroep technische faciliteiten Vertegenwoordiger werkgroep kaarten/tekeningen/foto’s Medewerker Communicatie Medewerker Juridische zaken (Ad hoc)
Projectleiding De interne projectleider heeft als taak om de formele interne rapportages (volgens de P&C cyclus) op te stellen voor de opdrachtgever en is verantwoordelijk voor het bewaken van de door de opdrachtgever toegekende middelen. De interne projectleider is door de opdrachtgever gemandateerd om de uitgaven voor het project, binnen de richtlijnen van rechtmatigheid en mandaat, goed te keuren. De externe projectleider is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken in het project. De projectleider zal maandelijks rapporteren aan de opdrachtgever en de interne projectleider inzake de voortgang van het project, de benutting van de middelen en alle afwijkingen ten opzichte van de planning en begroting. Daarnaast zal de externe projectleider de werkgroepen en indien nodig de leveranciers aansturen en begeleiden.
Uitvoeringsplan Digitaal werken
Perficio
7 De projectgroep De vertegenwoordigers vanuit de werkgroepen samen met de externe projectleider en een medewerker van communicatie vormen de projectgroep. Binnen de projectgroep wordt de voortgang besproken en vindt afstemming plaatst over alle lopende zaken. Daarnaast worden ook knelpunten en risico’s besproken. Afhankelijk van het onderwerp en indien nodig kunnen medewerkers ad hoc worden uitgenodigd voor de projectgroep (b.v. juridische zaken) Werkgroepen De werkgroepen leveren onder aansturing van de projectleider hun producten op. De vertegenwoordiger van de werkgroep rapporteert aan de externe projectleider. Het project heeft drie werkgroepen: • Werkgroep inrichting en uitrol • Werkgroep technische faciliteiten • Werkgroep kaartmateriaal/tekeningen/foto’s Werkgroep inrichting en uitrol Naam Helen Leyte Jan van Gelderen Heleen Dragt Inhuur applicatiebeheer Maarten Snelders
Rol Extern projectleider + voorzitter Corsa: applicatiebeheerder Adviseur werkgroep + vertegenwoordiger Lid werkgroep Lid werkgroep
De werkgroep inrichting en uitrol heeft de volgende taken: • Het opstellen van richtlijnen en procedures inzake scannen. • Het implementeren van deze richtlijnen en procedures. • Opstellen van een programma van eisen voor de uitbreiding van Corsa. • Testen van op te leveren producten. • Opstellen van het inrichtingsplan voor Corsa. • Het inrichten en uittesten van huidige en nieuwe functionaliteiten van Corsa. • Verzorgen van instructie documentatie en opleiding. • Het zorgdragen voor de specifieke inrichting van Corsa per afdeling. • Het inrichten van Corsa om de structurering van de documentenopslag in Corsa te faciliteren. • Verzorgen van de uitrol naar de afdelingen. • Het selecteren van het DSP en de implementatie en uitrol daarvan. • Het selecteren en implementeren van het sjablonentool. • Het optimaliseren van de huidige koppelingen en opstellen van procedures hoe daar mee om te gaan. (bv Meridian). • Het overleggen met BCT (leverancier van Corsa). • Kennis vergaren omtrent de laatste technische en functionele ontwikkelingen. • Kennis vergaren en zorgen dat voldaan wordt aan de juridische aspecten omtrent wetgeving en richtlijnen. • Het realiseren van de koppelingen met de huidige applicaties (Pims4all, FMS). • Het opstellen van beleid omtrent digitale handtekening en substitutie. Na goedkeuring het uitvoeren van de implementatie. Werkgroep Technische faciliteiten Naam Helen Leyte Koert Lemmens Toine ‘t Sas
Rol Extern projectleider + voorzitter Vertegenwoordiger werkgroep technische faciliteiten Lid werkgroep
De werkgroep technische faciliteiten heeft de volgende taken: • Het opstellen van het programma van eisen omtrent technische faciliteiten. • In samenwerking met inkoop de aanschaf van middelen aanbesteden. • Het bedenken van oplossingen voor technische problemen en knelpunten. • Het testen van de oplossingen. • Onderhouden van contacten met leveranciers. • Het voorbereiden en uitrollen van de technische faciliteiten. • Het instrueren van de gebruikers over het gebruik van de technische faciliteiten.
Uitvoeringsplan Digitaal werken
Perficio
8 Werkgroep kaartmateriaal/tekeningen/foto’s Naam Helen Leyte Marc Pouw Christ Zom Cor Bon Emile Jansen Bas Bloks
Rol Externe projectleider + voorzitter Vertegenwoordiger werkgroep Lid werkgroep vanuit foto’s/mediatheek Lid werkgroep vanuit bouwzaken en Meridian Lid werkgroep vanuit het proces vergunningsverlening Lid werkgroep vanuit de regio
De werkgroep kaartmateriaal/tekeningen/foto’s heeft de volgende taken: • Uitdenken van concept hoe om te gaan met digitaal kaartmateriaal/tekeningen/foto’s. • Uittesten van de technische faciliteiten. • Uittesten van de koppelingen van bijvoorbeeld Meridian en Corsa. • Bedenken van oplossingen voor problemen en knelpunten. • Uittesten van de oplossingen. • Creëren van draagvlak inzake digitaal kaartmateriaal/tekeningen/foto’s.
3.3
Overlegvormen Type overleg Opdrachtgever overleg Projectgroepoverleg Werkgroepoverleg
Benodigde aanwezigheid Opdrachtgever + (interne en externe) projectleider Projectgroep Werkgroepleden
Frequentie 1 * per maand 1 * per maand 1 * per 2 weken
Naast de bovenstaande overleggen zal: • de opdrachtgever ten minste 4* per jaar de voortgang rapporteren aan het MT, conform de P&C-cyclus van het waterschap. • De externe projectleider zal de voortgang rapporteren aan de projectleider Deltawerken. Tijdens de overleggen zal de externe projectleider een besluiten- en actielijst opstellen.
Uitvoeringsplan Digitaal werken
Perficio
9 4
Project planning De projectplanning geeft aan welke acties wanneer en door wie moeten worden ondernomen en wat de daarbij behorende kosten zijn. Deze planning kan gedurende de loop van het project aangepast worden op basis van ervaringen in het project en / of nieuwe gegevens. Op dit moment is het niet mogelijk een gedetailleerde projectplanning op te stellen. Na goedkeuring van de definitiestudie en het uitvoeringsplan door het MT zal de projectleider starten met gesprekken met de afdelingen en de leverancier van Corsa voor een gedetailleerde opzet van de planning.
4.1
Randvoorwaarden planning Aan de volgende randvoorwaarden dient te zijn voldaan om onderstaande planning te kunnen halen: •
4.2
Het is belangrijk dat functionaliteit die ter beschikking gesteld wordt aan medewerkers eerst wordt ingericht en uitvoerig getest. Door middel van pilots zal functionaliteit dan bij enkele afdelingen worden uitgerold. Na optimalisatie zal deze functionaliteit worden uitgerold naar de rest van de organisatie.
Externe afhankelijkheden De onderstaande externe afhankelijkheden zijn van toepassing voor Deltadigitaal: • Toestemming substitutie • Goede inzet en begeleiding van de leveranciers van Corsa, DSP en sjablonentool.
4.3
Projectfasering Hieronder volgt de projectfasering van Deltadigitaal. De detailplanning van alle op te leveren resultaten wordt in Q2 2008 uitgewerkt.
Fase 1. Voorbereiding: • Overleg met afdeling om af te spreken: o Welke processen worden digitaal ondersteund. o Wanneer welke processen gedigitaliseerd worden. • ICT voorbereidingen definiëren en opstarten o Opstellen PvE technische faciliteiten o Opstarten EA technische faciliteiten ism inkoop o Oplossen bedenken voor knelpunten + uittesten oplossingen. • Opstellen richtlijnen en procedures inzake scannen + implementatie • Definitieve vrijstelling verkrijgen voor het uitbreiden van Corsa zonder Europese aanbesteding bij Europa decentraal. • Opstellen PvE voor uitbreiding Corsa • Voorbereiding implementatie functionaliteiten Corsa (inrichtingsplan + testplan) • Voorbereiding aanschaf en uitrol technische faciliteiten • Selectie DSP • Selectie sjablonen tool • Communicatie naar de organisatie • Opstellen detail activiteitenplanning gekoppeld aan op te leveren resultaten • Opstellen projectplan digitale facturen • Opstellen projectplan digitaliseren personeelsdossiers • Opschonen fysiek archief waar mogelijk • Juridische aspecten uitwerken • Opstellen beleid omtrent digitale handtekening • Uitdenken concept hoe om te gaan met digitaal kaartmateriaal/tekeningen/foto’s 2. Opstarten pilots en projecten en implementatie Corsa: • Aanschaf en implementatie van Corsa functionaliteiten o Inrichting o Testen Uitvoeringsplan Digitaal werken
Uitvoering in kwartaal Q2 2008
Actor
Ext PL Ext PL + WG ICT
RAB Ext PL + Jur Zkn WG inrichting & uitrol WG inrichting & Uitrol. WG ICT WG Inrichting & Uitrol WG Inrichting & Uitrol Ext PL + Comm Ext PL PL digitale facturen Ext PL RAB Jur Zkn Projectgroep WG K/T/F Q3 2008 WG inrichting & Uitrol.
Perficio
10
• • • • •
•
o Opleiding voorbereiden o Optimalisatie huidige koppelingen Aanschaf en implementatie DSP functionaliteiten Aanschaf en implementatie sjablonen tool Start project digitale facturen Start project digitaliseren personeelsdossiers Pilots starten bij rode afdelingen: o Handhaving o Plannen en projecten o Vergunningen o Bouwzaken Opschonen fysiek archief waar mogelijk
3. Start uitrol bij groen en geel: • Uitrol benodigde technische faciliteiten • Instrueren gebruikers inzake technische faciliteiten • Algemene functionaliteit bij gele afdelingen en indien mogelijk bij rode afdelingen inclusief instructie • Opschonen fysiek archief waar mogelijk 4. Afronden uitrol bij groen en geel: • Algemene functionaliteiten • Nazorg gedigitaliseerde afdelingen • Opschonen fysiek archief • Evaluatie pilots 5. Afronden pilots en projecten: • Afronden pilots bij afdelingen. • Op basis van pilot resultaten digitaal werken implementeren bij de pilot afdelingen • Digitale facturen • Digitale personeelsdossiers 6. Koppelingen applicaties met CORSA • Operationele applicaties koppelen met CORSA 7. Voorbereiding verhuizing irt digitaal werken • Locatie Bouvigne uitrusten met benodigde faciliteiten • Voorbereiden begeleiding digitaal werken op locatie Bouvigne
Uitvoeringsplan Digitaal werken
WG inrichting & Uitrol. WG inrichting & Uitrol. PL digitale facturen Ext PL Ext PL + afdelingen
RAB + afdelingen Q4 2008 WG ICT WG ICT WG inrichting & Uitrol RAB + afdelingen Q1 2009 WG Inrichting & Uitrol RAB RAB Ext PL Q2 2009 Ext PL + afdelingen Ext PL + afdelingen PL digitale facturen Ext PL Q3 2009 WG Inrichting & Uitrol Q4 2009 Projectgroep Projectgroep
Perficio
11 4.4
Kosten en opbrengsten De eenmalige kosten voor de uitvoering van het project zijn gebaseerd op schattingen die zijn gemaakt aan de hand van de huidige werkplekken en toekomstige werkplekken op Bouvigne. De begroting is gebaseerd op de benodigde randapparatuur. Daarnaast zal geinventariseerd moeten worden welke randapparatuur al aanwezig is en voldoet aan de technische specificaties. Op basis van de afschrijvingstermijnen kan die randapparatuur worden verminderd op de begroting Eenmalige kosten In bijlage 1 is de gedetailleerde begroting opgenomen.
Totaal begroting Deltadigitaal Voorbereidingskrediet: project Deltadigitaal Totaal Corsa Totaal overige software Totaal Technische faciliteiten Totaal project digitale facturen Totaal project digitaliseren personeelsdossiers Totaal project digitaliseren afdelingsarchieven Totaal Projectleiding Subtotaal Interne uren (exclusief BTW) Subtotaal inclusief uren Post onvoorzien (15%) Totaal begroting Deltadigitaal
Totaal excl. B.T.W.
€ € € € € € € €
Totaal incl. B.T.W. € € € € € € € € € € € € €
213.400,00 125.000,00 676.168,00 216.710,00 20.000,00 90.000,00 249.120,00 1.590.398,00
150.000,00 253.946,00 148.750,00 804.639,92 257.884,90 23.800,00 107.100,00 296.452,80 2.042.573,62 676.260,00 2.718.833,62 407.825,04 3.126.658,66
Opbrengsten
Totaal incl. B.T.W.
Besparing aantal m2 nieuwbouw
€
3.000.000,00
Totaal opbrengsten
€
3.000.000,00
Structurele kosten Onder de structurele kosten vallen de onderhoudskosten van de software (Corsa en andere software). Onderhoud software
Corsa (alleen aanvullende functionaliteiten) DSP Sjablonen tools OCR software Onderhoud technische faciliteiten Exploitatiekosten verbindingen
Totaal onderhoud excl. B.T.W.
Totaal onderhoud incl. B.T.W.
€ € € €
40.946,40 2.700,00 11.000,00 4.000,00
€ € € €
48.726,22 3.213,00 13.090,00 4.760,00
€ €
50.420,17 109.066,57
€ €
60.000,00 129.789,22
Inzet medewerkers In het onderstaande schema is per type groep het gemiddeld aantal uur per week per medewerker opgenomen dat nodig is om de projectdoelstellingen te realiseren. Deze uren zijn verwerkt in de begroting. Reguliere werkzaamheden van medewerkers (zoals bijvoorbeeld op de werkplek begeleiding ontvangen in het leren werken met Corsa) zijn niet in deze urenbegroting opgenomen.
Uitvoeringsplan Digitaal werken
Perficio
12 Omschrijving éénmalig Aantal Q2 08 Q3 08 Q4 08 Q1 09 Q2 09 Q3 09 Q4 09 inzet (uren per medewer week/per kers medewerker) Projectgroepleden 6 2 1 1 1 1 1 2 Werkgroepleden: Inrichting en uitrol
3
32
32
32
32
32
32
Technische faciliteiten Kaarten
2
8
16
16
4
4
4
5
4
4
4
32 50% intern, 50% extern 16
Omschrijving éénmalig Aantal Q2 08 Q3 08 Q4 08 Q1 09 Q2 09 Q3 09 Q4 09 inzet medewer kers Project digitaliseren 2 4 24 24 24 16 16 16 50% intern, 50% extern facturen 1 4 16 16 8 4 Project digitaliseren personeeldossiers 1 1 2 1 1 Project digitaliseren afdelingsarchieven
Bij de werkgroep inrichting en uitrol en het project digitaliseren facturen is behoorlijk wat capaciteit nodig. De verwachting is dat deze capaciteit niet intern vrijgemaakt kan worden. Om die reden is 50 % van deze capaciteit begroot in interne uren en 50% begroot voor inhuur derden.
Uitvoeringsplan Digitaal werken
Perficio
13 5
Communicatie
5.1
Communicatie over digitaal werken De communicatie in en rond het project kan worden opgedeeld in communicatie richting de verschillende doelgroepen. Deze doelgroepen bevinden zich binnen en buiten het project en binnen en buiten het waterschap. De • • •
volgende doelgroepen worden onderkend: Alle medewerkers; Medewerkers per afdeling; Externe relaties.
De communicatie zal per doelgroep per fase in het project tot stand komen. De communicatie is gericht op: • • • • • • • • •
Toelichting van het beleid tav digitaal werken; Planning van activiteiten per sector/afdeling; Melding maken van resultaten; Resultaten van pilot’s; Best practices; Ervaringen bij andere waterschappen; Ideeën en tips voor de individuele medewerker; Relatie met project Deltawerken. Externe partijen “dwingen” kaarten/tekeningen/documenten (ook) digitaal aan te leveren.
In overleg met het project Deltawerken zal worden bezien of er speciale communicatiemiddelen gebruikt gaan worden (b.v. kick-off sessie) of dat Deltadigitaal alleen via het Waterweb zal communiceren. Per afdeling zal telkens bezien worden of communicatie met externe relaties nodig is. Dat zal van toepassing kunnen zijn bij aanlevering van digitaal kaartmateriaal of grote documenten.
5.2
Rapportages project Deltadigitaal De • • • • •
rapportages binnen het project betreffen onder andere de volgende informatiesoorten: Voortgang van het project; Opgeleverde resultaten; Verantwoording bestedingen (financiën, uren, …); Planningen (tijd, financieel); Specificaties, testresultaten, etc.
Hieronder volgt een opsomming van de communicatielijnen, de inhoud en de frequentie: Zender
Ontvanger
Onderwerp
Frequentie
Interne projectleider Externe projectleider
Opdrachtgever
4 * per jaar
Opdrachtgever Werkgroep vertegenwoordiger Leverancier
MT (via Navigus) Projectleider (in en/of extern?) Externe projectleider
Project voortgangsrapportage Managementletters Voortgangsrapportage Afwijkingsrapport Eindfase rapport Voortgangsrapportage Voortgangsrapportage Afwijkingsrapport Reguliere afstemming Afwijkingsrapport Opleverdocument mijlpalen
Uitvoeringsplan Digitaal werken
Opdrachtgever + interne projectleider
Maandelijks Ad hoc Na iedere fase 4 * per jaar 2 wekelijks Ad hoc 2 wekelijks Ad hoc Bij oplevering mijlpaal
Perficio
14 6
Project beheersing
6.1
Inleiding In dit hoofdstuk worden de instrumenten besproken die gebruikt worden om het project in goede banen te leiden.
6.2
Project toleranties Tijdens de uitvoering van het project controleert de Projectleider regelmatig de voortgang. Indien de afwijking van de plannen naar verwachting groter is dan de afgesproken tolerantie, wordt daarover apart gerapporteerd aan de opdrachtgever. De tolerantie op projectniveau is (als voorbeeld) als volgt gedefinieerd: • •
6.3
Doorlooptijd plus 2 weken; Elke kostenoverschrijding dient direct gerapporteerd te worden aan de opdrachtgever. Bij een overschrijding van 10% van het totale projectbudget dient het AB dit goed te keuren.
Project dossier Het is van vitaal belang dat alle betrokkenen gemakkelijk toegang hebben tot de relevante informatie over het project. In het projectdossier worden alle planningen, verslagen, rapporten en besluiten verzameld en ter beschikking gesteld. Vanzelfsprekend zal het projectdossier door Corsa worden gefaciliteerd.
6.4
Risico beheer Risico beheer Het risicologboek (zie bijlage 2) geeft een overzicht van alle tot nu toe onderkende bedreigingen ten aanzien van het project met voorgestelde tegenmaatregelen, de risico categorie, de kans van optreden en de mate van negatief effect op het project (aangegeven op een schaal van 1 tot 5) 1. De risicokolom wordt dan berekend door kans*effect. Op deze wijze kan gefundeerd worden afgewogen welke bedreigingen de meeste aandacht of hulpbronnen verdienen. Tijdens het project wordt dit logboek voortdurend bijgehouden. Toevoeging van bedreigingen of andere wijzigingen worden vermeld in de eerstvolgende voortgangsrapportage.
1
1 = kleine kans of gering effect, 5 = grote kans of groot effect
Uitvoeringsplan Digitaal werken
Perficio
15 Document Historie Document locatie:
Het brondocument zal worden bewaard in Corsa
Versie historie: Revisie datum
Toelichting op wijzigingen
0.1 0.2 0.3 0.4 1.0 1.1
Concept versie voor interne bespreking Concept versie voor de bespreking met de projectgroep Concept versie voor bespreking Thema MT en projectgroep Concept versie voor controle door projectgroep Definitieve versie voor MT Definitieve versie voor DB
Wijzigingen gemarkeerd Nee Nee Nee Nee Nee
Goedkeuring
Dit document heeft goedkeuring nodig van de volgende personen. Goedgekeurde, getekende documenten worden opgeslagen in de project files.
Naam
Handtekening
Mary-José van Overveld
Distributie:
functie
Datum uitgifte
Versie
Datum uitgifte 25-04-08
Versie
Directeur Middelen en opdrachtgever
Dit document is verstuurd naar:
Naam
functie
Leden van het dagelijks bestuur
DB
Uitvoeringsplan Digitaal werken
1.1
Perficio
16 Bijlagen I
Gedetailleerde begroting
II
Risico logboek
Uitvoeringsplan Digitaal werken
Perficio
17 Bijlage 1: Gedetailleerde begroting Deltadigitaal Aanschaf en implemenatie Corsa Corsa Procesanalyse Analyse Aanpassen Corsa Contracten Uitbreiding implementatie Corsa Case DSP (koppeling met Corsa) Licentiekosten Software Installatie Implementatie DSP Projectmanagement Workflow tbv zaakgewijs werken Generieke Case Case Licenties (max 600 gebruikers) Analyse postproces Mapping generieke case Aanpassen generieke case Projectmanagement Koppeling met sjablonen (Corsa) Koppeling Smart documents Projectmanagement Implementatie begeleiding
Mogelijke overgang Progress -> Oracle Progress/Oracle licenties Workflow Onruilen progress- Oracle database licenties (65) 1 dag omzetten testomgeving 1 dag omzetten productie omgeving Projectmanagement
Begeleiding Corsa Maatwerk Corsa
Aantal dagen
2 3
5
Tarief
€ €
Licentie kosten
880,00 880,00
€
€ €
880,00
€ 1 2 1
€ € €
€ € € €
€ €
5.000,00 21.820,00
1.050,00 1.050,00 880,00 1.080,00
€ 0,5 2
5.000,00
960,00 970,00 1.080,00
€ € 1 1 3 1,25
-
3.750,00
1.080,00 880,00
€ € 1 1 0,75
€ € €
1.000,00 1.000,00 1.080,00
25
€
880,00 €
37.120,00 18.850,00
75.000,00
Totaal per item Totaal excl. B.T.W.
€ €
1.760,00 2.640,00
€
4.400,00
€ € € €
5.000,00 960,00 1.940,00 1.080,00
€ € € € € €
€ € €
Sjablonen software Software "Smarts Document" Implementatie begeleiding Upgradefee
DSP DSP (Software: licentiekosten) Implementatie DSP
Aantal dagen
Tarief
Licentie kosten
€
55.000,00
15000
€ € € € €
37.120,00 18.850,00 1.000,00 1.000,00 810,00
€ €
22.000,00 75.000,00
€
5.236,00
€
4.400,00
€
5.236,00
€
8.980,00
€
10.686,20
€
32.910,00
€
39.162,90
€
6.050,00
€
7.199,50
€
58.780,00
€
69.948,20
€ €
97.000,00 212.520,00
€ €
115.430,00 252.898,80
Totaal per item Totaal excl. B.T.W.
€ € €
€ €
Totaal incl. B.T.W.
55.000,00 12.000,00 6.000,00 €
73.000,00
€
86.870,00
€
27.000,00
€
32.130,00
€
5.000,00 €
5.950,00
€ €
23.800,00 148.750,00
15.000,00 12.000,00
€
5.000,00
OCR software tbv scannen Software
€
20.000,00
Uitvoeringsplan Digitaal werken
4.400,00
3.750,00 540,00 1.760,00
Software tbv Split screens
Totaal overige software
€
5.000,00 21.820,00 1.050,00 1.050,00 2.640,00 1.350,00
Totaal aanschaf en implementatie Corsa Overige software
Totaal incl. B.T.W.
€
20.000,00
€
125.000,00
Perficio
18 Technische faciliteiten
Aantal
Technische faciliteiten Totaal 21" schermen Lap top PDA's Tablet PC/lap top Smartboards Digitale kaarttafel Installatie Smartboard
319 50 25 30 20 2 20
Prijs per stuk
€ € € € € € €
Benodigde software
600,00 1.000,00 500,00 3.000,00 6.200,00 12.000,00 220,00
Totaal per artikel € € € € € € €
Totaal excl. B.T.W.
191.268,00 50.000,00 12.500,00 90.000,00 124.000,00 24.000,00 4.400,00 €
Implementatiekosten tech faciliteiten Opleiding Smartboard Training
2
€
1.500,00
€
Totaal incl. B.T.W.
496.168,00
€
590.439,92
3.000,00 €
3.000,00
€
3.570,00
Totaal technische faciliteiten
€ €
177.000,00 676.168,00
€ €
210.630,00 804.639,92
Deelproject digitale facturen
Totaal per item Totaal excl. B.T.W.
Uitbreiding technische infrastructuur Uitbreiding bandbreedte (uitgangspunt = verdubbeling) Uitbreiding opslagcapaciteit en corsa infrastructuur Inleesstation Cd-ROM/USB, e.d. UMTS/GPS Veiligheid (incriptie techniek + veilige verbinding) Uitbreiding internetsnelweg (van 10 naar 100 Mb)
€ € € € € €
Corsa Functionaliteit tbv digitale facturen Scan onderdelen Scanwerkplek tbv digitalisering facturen Automatische herkenning Corsa/Xtractor Corsa Invoice flow omgeving Aantal medewerkers Workflow basis Codeercombinatie Procedurematrix Integratie FMS
150
€
50.000,00 75.000,00 2.000,00 30.000,00 10.000,00 10.000,00
€ €
1.250,00 4.400,00
€ €
1.250,00 4.400,00
€ € € €
3.500,00 1.500,00 1.500,00 11.250,00
€ € € € €
44.250,00 3.500,00 1.500,00 1.500,00 11.250,00
295,00
Corsa Invoice flow dienstverlening Installatie Implementatie Projectmanagement Totaal corsa tbv project digitale facturen
1 16 2,5
€ € €
3.000,00 960,00 1.080,00
€ € €
3.000,00 15.360,00 2.700,00
Projectleider digitale facturen (extern?) Inhuur tbv extra capaciteit
50 100
€ €
960,00 800,00
€ €
48.000,00 80.000,00
€
Deelproject digitaliseren personeelsdossiers Inscannen personeelsdossiers (strekkende mtr) Inhuur begeleiding
€
128.000,00
€
216.710,00
Totaal per item Totaal excl. B.T.W. 20 10
€ €
500,00 1.000,00
€ €
Digitaliseren afdelingsarchieven €
500,00
€
105.564,90
€
152.320,00
€
257.884,90
Totaal incl. B.T.W.
€
23.800,00
Totaal incl. B.T.W.
90.000,00 €
Uitvoeringsplan Digitaal werken
20.000,00 20.000,00
Totaal per item Totaal excl. B.T.W. 180
€
10.000,00 10.000,00 € €
Nog te scannen meters
88.710,00
Totaal incl. B.T.W.
90.000,00
€
Perficio
107.100,00
19 Inhuur Projectleiding Deltadigitaal Gemiddeld 2 dgn per week 2008 (maand 04 t/m 12) Gemiddeld 1 dag per week 2009 (45 weken)
Inhuur tbv extra capaciteit tbv project
Aantal dagen dgn 78 45
182
Tarief
Totaal per item Totaal excl. B.T.W.
tarief € 960,00 € 960,00
€ €
€
720,00
€
74.880,00 43.200,00
Interne uren
Aantal dagen 88 546 221 65 403 78 8
Tarief € € € € € € €
€
118.080,00
€
140.515,20
€ €
131.040,00 249.120,00
€ €
155.937,60 296.452,80
131.040,00
Totaal projectleiding
Projectgroep algemeen Werkgroep inrichting en uitrol Werkgroep technische faciliteiten Werkgroep kaartmateriaal Project digitale facturen Project digitalisering personeelsdossiers Project digitaliseren afdelingsarchieven
Totaal incl. B.T.W.
Totaal per item Totaal excl. B.T.W. 480,00 480,00 480,00 480,00 480,00 480,00 480,00
€ € € € € € €
42.120,00 262.080,00 106.080,00 31.200,00 193.440,00 37.440,00 3.900,00
Totaal interne uren
€ €
Totaal begroting Deltadigitaal
Totaal excl. B.T.W.
Voorbereidingskrediet: project Deltadigitaal Totaal Corsa Totaal overige software Totaal Technische faciliteiten Totaal project digitale facturen Totaal project digitaliseren personeelsdossiers Totaal project digitaliseren afdelingsarchieven Totaal Projectleiding Subtotaal Interne uren (exclusief BTW) Subtotaal inclusief uren Post onvoorzien (15%) Totaal begroting Deltadigitaal
€ € € € € € € €
676.260,00 676.260,00
212.520,00 125.000,00 676.668,00 216.710,00 20.000,00 90.000,00 249.120,00 1.590.018,00
Totaal incl. B.T.W. € € € € € € € € € € € € €
150.000,00 252.898,80 148.750,00 805.234,92 257.884,90 23.800,00 107.100,00 296.452,80 2.042.121,42 676.260,00 2.718.381,42 407.757,21 3.126.138,63
Opbrengsten
Totaal incl. B.T.W.
Besparing aantal m2
€
3.000.000,00
Totaal opbrengsten
€
3.000.000,00
Structurele kosten Deltadigitaal Onderhoud software
Corsa (alleen aanvullende functionaliteiten) DSP Sjablonen tools OCR software Onderhoud technische faciliteiten Exploitatiekosten verbindingen
Uitvoeringsplan Digitaal werken
%
18% 18% 20% 20%
basisprijs
€ 227.480,00 € 15.000,00 € 55.000,00 € 20.000,00
Totaal onderhoud excl. B.T.W. € € € €
40.946,40 2.700,00 11.000,00 4.000,00
€ €
50.420,17 109.066,57
Totaal onderhoud incl. B.T.W. € 48.726,22 € 3.213,00 € 13.090,00 € 4.760,00
€ €
60.000,00 129.789,22
Perficio
20 Bijlage 2: Risico logboek
Nr Omschrijving risico
Risico Risico Kans Te nemen maatregelen boven categori effect 1van score 12 e (R*K) 5 Optrede n 1-5
Algemeen 1
De benodigde capaciteit qua applicatiebeheer is op korte termijn niet beschikbaar.
25
5
5
Inhuur van applicatiebeheer (wat reeds is voorzien in de begroting)
2
De benodigde ICT faciliteiten zijn nu nog niet bekend. Dit kan een groot risico opleveren indien niet aan de eisen kan worden voldoen en er problemen ontstaan bv op het gebied van performance.
25
5
5
Problemen krijgen apart aandacht in het project en de resultaten worden gerapporteerd aan de projectgroep.
3
Is binnen het waterschap voldoende bekend en inzicht in wat digitaal werken betekent. Wellicht wordt er te makkelijk over gesproken als nog niet bekend is wat de praktijk straks gaat betekenen voor de medewerkers.
20
5
4
Op afdelingsniveau een toelichting tijdens het afdelingsoverleg met een kort filmpje. Daarmee visueel een beeld schetsen wat digitaal werken gaat inhouden.
4
Projectmedewerkers worden niet voldoende vrijgemaakt van hun reguliere taken.
20
5
4
5
De weerstand tegen het digitaal werken.
20
5
4
Zeker bij de rode afdelingen komen veel veranderingen tegelijk en moeten de reguliere werkzaamheden gewoon doorgaan. Mogelijk worden hierdoor projectresultaten niet behaald. 7 Er is onvoldoende draagvlak voor het behalen van de projectdoelstellingen. Implementatie risico's
20
5
4
vooraf regelen met afdelingshoofden of de garantie voor inzet op basis van een gedetailleerde aanpak. Tijdens de urenmarkt in juni 2008 de benodigde capaciteit aanvragen bij de afdelingen. Veel individuele begeleiding en voorlichting. Laten zien wat mogelijk is (voorbeelden). Bewaken hoe deze processen lopen en daarom de planning inpassen en maatregelen nemen.
8
4
2
1
Toepassing van de metadata op uniforme wijze binnen de gehele organisatie.
25
5
5
Kan opgelost worden door tijdige levering van het DSP en bewaking door RAB van de toepassing ervan.
3
Mogelijk een risico dat Corsa niet in te richten is, zoals de eindgebruikers zouden willen en gewend zijn.
25
5
5
4
BCT (leverancier Corsa) is geen meedenkende implementatie partner.
15
5
3
In detail bespreken met de leverancier. Eventueel maatwerk toevoegen. Verwachting helder maken en formeel en resultaatgericht afstemmen.
6
Uitvoeringsplan Digitaal werken
Perficio
TOETSINGSLIJST
Nummer : *08I001443* Barcode : *08I001443*
Projectnr.: 7052
Projectnaam:
Deltadigitaal
(Ondersteunend) beheerproduct: 360 interne faciliteiten Projectleider:
P. van Rhee
Soort investering:
ontwikkelingsinvestering
Investeringsbesluit: 2008-33
Alle hierna genoemde bedragen zijn inclusief BTW) Algemeen - functie (kostendrager): -
beleidsveld:
8 % waterkering 38 % waterkwantiteit 54 % waterkwaliteit Ondersteunende producten Sector Middelen
-
uitvoeringsperiode van het werk: verwacht tijdstip oplevering: effect op het milieu: wijze van aanbesteding: opdrachtgever:
2008 januari 2009 n.v.t. conform aanbestedingsbeleid M.J. van Overveld
Financieel a. investeringsbedrag: b. subsidie/inkomsten: c. afschrijvingstermijnen: d. rentepercentage: e. nauwkeurigheidsmarge: Gemiddelde lasten over een vol jaar: f. kapitaallasten op basis van annuïteit: g. (hogere) overige exploitatiekosten: h. wegvallende/verminderde kosten: i. inkomsten: j. netto jaarlijkse lasten (e tot en met h): k. effect op de heffing: % aandeel tarief
€ 3.126.000,10 jaar (software € 400.000,-) 5 jaar (overig € 2.726.000,-) 5% 20-30% voorbereidingsfase € 682.000,€ 130.000,De voordelen zijn niet goed te kwantificeren en vervolgens in geld uit te drukken € 812.000,1,08 % waterkering 0,95 % waterkwantiteit
% daling/stijging tarief t.o.v. begr 2008 en MJR 2009-2012 l. te ramen netto lasten voor 2008: m. wijze van dekking van de jaarlijkse lasten:
0,67 % waterkwaliteit 0,58 % waterkering 0,51 % waterkwantiteit 0,36 % waterkwaliteit n.v.t. Wordt opgenomen in de begroting 2009
Afstemming op Meerjarenraming/Investeringsplan In het IP 2008-2012 is dit projecten opgenomen met een investering van € 1.540.000,-, met een jaarlijkse last van € 377.000,-. Besluitvorming Deze investering betreft een ontwikkelingsinvestering: goedkeuring door het algemeen bestuur is daarom vereist. Om te kunnen starten met de voorbereidingen vooruitlopend op de behandeling door het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur te verzoeken een bedrag van € 110.000,- te laten voteren als aanvullend voorbereidingskrediet.
-2-
INVESTERINGSBESLUIT
Nummer : *08I001444* Barcode : *08I001444*
Projectnr.: 7052
Projectnaam: Deltadigitaal
(Ondersteunend) beheerproduct: 360 Interne faciliteiten BESLUITNUMMER: 33-2008 Het algemeen bestuur van het waterschap Brabantse Delta, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 mei 2008 gelezen het advies van de AB-commissie Bestuur en Middelen van 4 juni 2008; gelet op de Comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen; BESLUIT: te voteren een uitvoeringskrediet groot € 3.126.000,ten behoeve van project Deltadigitaal Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 25 juni 2008 De dijkgraaf De secretaris-directeur
J.A.M. Vos
ir. H.T.C. van Stokkom