BIV (2001-2002) Nr. 1
VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen
Commissie voor de sociale zaken
VERGADERING VAN WOENSDAG 6 FEBRUARI 2002
Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie Bulletin van de interpellaties en mondelinge vragen - Gewone zitting 2001-2002
2
VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN
INHOUD
TOEGEVOEGDE INTERPELLATIES van mevrouw Adelheid Byttebier (N) tot de heren Jos Chabert en Didier Gosuin, leden van het Verenigd College bevoegd voor het gezondheidsbeleid, en tot de heren Eric Tomas en Guy Vanhengel, leden van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake bijstand aan personen, betreffende "de Vlaamse zorgverzekering en het aanbod in de bicommunautaire sector". van mevrouw Isabelle Molenberg (F) betreffende “de afhankelijkheidsverzekering van de Vlaamse Gemeenschap”. (Sprekers: Mevrouw Dominique Braeckman, mevr. Isabelle Molenberg, mevr. Anne-Sylvie Mouzon, de heren Jean-Luc Vanraes, Denis Grimberghs, Paul Galand, de heer Guy Vanhengel, lid van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake bijstand aan personen en de heer Didier Gosuin, lid van het Verenigd College bevoegd voor het gezondheidsbeleid)
Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie - Gewone zitting 2001-2002
VERGADERING VAN WOENSDAG 6 FEBRUARI 2002
Voorzitter: de heer Bernard IDE, tweede ondervoorzitter.
sector wordt geboycot. We hebben via de pers vernomen dat de Franstaligen naar het Arbitragehof zijn gestapt. Er mogen geen spelletjes van afgunst worden gespeeld op de kap van de gewone Brusselaars. Iedereen weet dat het welzijnsaanbod in de armere Brusselse gemeenten rampzalig is.
- De vergadering wordt om 9.50’ uur geopend. INTERPELLATIE VAN MEVROUW ADELHEID BYTTEBIER TOT DE HEREN JOS CHABERT EN DIDIER GOSUIN, LEDEN VAN HET VERENIGD COLLEGE BEVOEGD VOOR HET GEZONDHEIDSBELEID, EN TOT DE HEREN ERIC TOMAS EN GUY VANHENGEL, LEDEN VAN HET VERENIGD COLLEGE BEVOEGD VOOR HET BELEID INZAKE BIJSTAND AAN PERSONEN, betreffende "de Vlaamse zorgverzekering en het aanbod in de bicommunautaire sector" EN
TOEGEVOEGDE INTERPELLATIE MEVROUW ISABELLE MOLENBERG
3
VAN
betreffende “de afhankelijkheidsverzekering van de Vlaamse Gemeenschap” Mevrouw Adelheid Byttebier .- Ik heb mijn interpellatieverzoek ingediend op 9 oktober 2001. Ik heb dus vier maanden moeten wachten om mijn interpellatie te houden. Half januari meende ik nochtans dat het uur van de waarheid was aangebroken en dat ik een antwoord zou krijgen op de vraag of het College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bereid zou zijn samen te werken met de Vlaamse Gemeenschap. Ik kreeg echter een brief van de voorzitster van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie dat de interpellatie niet kon plaatsvinden. De samenwerking tussen de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Gemeenschap is nochtans in het belang van alle Brusselaars. Het zijn de Vlaamse Brusselaars die er bij de Vlaamse Regering voor hebben gepleit dat alle Brusselaars de kans moeten krijgen zich aan te sluiten bij de zorgverzekering. Op 28 september 2001 besliste de Vlaamse Regering samen te werken met het College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Vandaar dat ik begin oktober wou weten wat de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie hiervan vond. Men heeft mij toen geantwoord dat er nog geen officiële brief was aangekomen. Ik vraag mij echter af of dit wel de echte reden was. De brief is uiteindelijk eind december aangekomen. De VGC-raadsleden hebben vorige vrijdag de mening van de Nederlandstalige collegeleden kunnen horen. Alle fracties waren het erover eens dat de zorgverzekering in Brussel kan worden toegepast. Daarbij bleek evenwel ook dat als de bicommunautaire sector talmt en er geen protocol komt, Vlaanderen zonder de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie wil voortwerken en zelf het Vlaamse zorgaanbod in Brussel wil uitbouwen. Ik wens mijn Franstalige collega's te informeren over onze houding ingeval de zorgverzekering door de bicommunautaire
De Vlaamse zorgverzekering dekt een deel van de nietmedische kosten van zwaar zorgbehoevenden die een beroep doen op thuiszorg of in een rusthuis verblijven. Daartoe moet 10 euro per jaar voor de zorgverzekering worden betaald. Zwaar zorgbehoevenden die thuis verzorgd worden, krijgen dan een vergoeding van 85 euro per maand; in een rusthuis wordt dat 160 euro per maand. Alle verzekerde personen, wat ook hun taal is, krijgen deze vergoeding uitbetaald, of ze nu in een Vlaams of in een bicommunautair rusthuis verblijven. Hoe kunnen de Vlaamse Gemeenschap en het tweetalige Brussel samenwerken? De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Vlaamse Gemeenschap kunnen een protocol afsluiten. Heeft het College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie dit al besproken? Stelt het College bepaalde voorwaarden aan de Vlaamse overheid? Als een protocol niet mogelijk blijkt kan de Vlaamse Regering rechtstreeks met de instellingen werken en de zorgverzekerden een zorgcheque geven. Mevrouw Isabelle Molenberg (in het Frans) .- Op 1 oktober 2001 is de regeling betreffende de afhankelijkheidsverzekering in de Vlaamse Gemeenschap in werking getreden. Het concept is weliswaar verleidelijk maar de regeling choqueert omdat ze zorgt voor discriminatie tussen Franstaligen en Vlamingen. De federale staat had die regeling moeten invoeren. Men raakt aan de sociale zekerheid, die dezelfde moet zijn voor het hele land: dat is een kwestie van solidariteit tussen de burgers.. Het Arbitragehof heeft helaas geen gunstig gevolg gegeven aan de ingestelde beroepen en heeft erkend dat de Gemeenschappen bevoegd zijn. In Brussel is de toestand des te onrechtvaardiger daar de Brusselaars alleen dan aanspraak kunnen maken op een vergoeding als ze een beroep doen op diensten die door de Vlaamse Gemeenschap zijn erkend. Dat betekent dat het onderzoek van de aanvraag en de betrekkingen met de diensten uitsluitend in het Nederlands zullen verlopen. Sommigen, onder wie de heer Chabert, zoals ik in de pers heb gelezen, zouden deze regeling willen uitbreiden tot de bicommunautaire instellingen. Hoever staat het met dat plan? Het zou ondenkbaar zijn dat er in Brussel een onderscheid zou worden gemaakt tussen de burgers van de verschillende gemeenschappen. De Vlaamse Gemeenschap geeft er zich rekenschap van dat ze in Brussel niet voldoende erkende diensten heeft. Vandaar dat ze de regeling wil uitbreiden. Ik vind dat ze eerst moest nadenken voordat ze die regeling invoerde. Ze had die regeling aan de federale staat moeten overlaten. Als ze haar autonomie wil bevestigen, dan moet ze dat alleen doen en haar lot in eigen handen nemen.
BIV (2001-2002) Nr. 1
4
VERENIGDE VERGADERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE BULLETIN VAN DE INTERPELLATIES EN MONDELINGE VRAGEN
Mevrouw Anne-Sylvie Mouzon (in het Frans) .- De socialistische fractie erkent de noodzaak om de personen tegen een te groot afhankelijkheidsrisico te verzekeren. De fractie kan zich echter niet verenigen met de uitgedokterde oplossing. De sociale zekerheid waarborgt de noodzakelijk solidariteit op het vlak van de financiering en de rechten. De weg die dit dossier heeft afgelegd, roept echter heel wat vragen op. Het ging oorspronkelijk om een verzekering met financiële partners uit de privé-sector. Gaandeweg hebben de ziekenfondsen zich als partners moeten opdringen. Naast het taalprobleem is er een probleem op het vlak van de principes en de financiering. De regeling waarvoor is geopteerd, is vergelijkbaar met die van een privé-verzekering, waarbij de verzekeraar bepaalt op welke instelling een beroep wordt gedaan. Dat is een gevaarlijke stap in de richting van privatisering van het stelsel. Het heeft geen zin te vragen dat de Vlamingen dat initiatief laten varen. Er moeten federale, doeltreffende en billijke middelen worden gevonden om in die cruciale behoefte te voorzien. De heer Jean-Luc Vanraes .- Het is inderdaad nodig dat er onderhandelingen komen tussen de Vlaamse regering en de Brusselse bicommunautaire sector. Wel wil ik preciseren dat de zorgverzekering in Vlaanderen verplicht is, maar in Brussel vrij. Dat wil zeggen dat iedere Brusselaar die dat wil, mag meedoen. Vlaanderen is dus wel degelijk solidair. Thans is de thuiszorg in Brussel ondermaats. Elke aangeboden hulp, van waar ook, is daarom welkom. Men zegt dat Vlaanderen de bicommunautaire sector wil misbruiken, maar als men op grond daarvan elke samenwerking blijft weigeren, zal dat onvermijdelijk leiden tot de uitbouw van eigen Vlaamse instellingen in Brussel. Dat zal met andere woorden een nieuwe verdeling van de Brusselaars met zich meebrengen. Het is onaanvaardbaar dat sommigen een politiek spel spelen op de rug van de zorgbehoevenden, terwijl de optimalisering van de hulp aan deze personen centraal zou moeten staan. Het systeem is in werking sinds 1 januari en het is een feit dat reeds talrijke Nederlandstalige en Franstalige Brusselaars zich inschreven. Die mensen verwachten hulp. Het Arbitragehof erkende dat de aangelegenheid een gemeenschapsbevoegdheid is. Ik roep alle Nederlandstalige en Franstalige actoren op tot overleg. De heer Denis Grimberghs (in het Frans) .- Ik ben ervan overtuigd dat voor de Brusselaars een oplossing, te weten een soort van afhankelijkheidsverzekering, moet worden gevonden. We hadden de waarborg gekregen dat er op federaal vlak een oplossing zou worden gevonden, wat vergemakkelijkt werd door het feit dat de CVP niet aan de macht is. Ik herinner de meerderheid aan haar regeringsverklaring waarin ze belooft met de Gemeenschappen overleg te plegen over de afhankelijkheidsverzekering. Die goede voornemens worden helaas niet gevolgd door concrete daden. Het arrest van het Arbitragehof weerhoudt de federale overheid er nochtans niet van om haar verantwoordelijkheid op het vlak van de sociale zekerheid te nemen.
Ik herinner er ook aan dat de Assemblee van de Franse Gemeenschapscommissie in november jongstleden het College gevraagd heeft om er bij de federale regering op aan te dringen zo spoedig mogelijk een afhankelijkheidsverzekering in te voeren. Men moet geen dreigementen uiten en doen uitschijnen dat de Vlaamse Gemeenschap afzonderlijke initiatieven zal moeten nemen. Men moet nagaan hoe men kan samenwerken. In een bicommunautaire regeling moet men ervoor zorgen dat de Brusselaars dezelfde rechten genieten. Een ongelijke toegang tot de bicommunautaire instellingen doet problemen rijzen. Dat is onbillijk en kan het hele stelsel ten gronde richten. Ten slotte stel ik mij vragen over de geloofwaardigheid van de Franstalige partners van de regenboogcoalitie, gelet op sommige initiatieven van de Franse Gemeenschap. De heer Paul Galand (in het Frans) .- Degenen die gehecht zijn aan het solidariteitsbeginsel zullen ontgoocheld zijn door de wending in het vraagstuk over de afhankelijkheidsverzekering. Ik sluit me aan bij hetgeen de heer Denis Grimberghs, behalve aan het eind van zijn betoog, en mevrouw Mouzon zopas hebben gezegd. Het probleem van de zelfstandigheid van de bejaarden is een belangrijke uitdaging die we moeten aannemen door te zorgen voor een regeling met een zo groot mogelijke solidariteit. Het is onaanvaardbaar dat sommigen gebruikmaken van een gunstige conjunctuur om op eigen houtje te handelen. We gaan de richting uit van een regeling die gelijkenissen vertoont met de geprivatiseerde regelingen, wat in strijd is met de traditionele benadering om de risico's via de ziekenfondsen te dekken in het kader van de federale sociale zekerheid. Nochtans kan de regeling de richting uitgaan van solidariteitstelsels met een Europese dimensie. We kunnen in Brussel alleen maar succes boeken als we kiezen voor een solidair stelsel met alle Gemeenschappen. De heer Guy Vanhengel, lid van het Verenigd College .Het is duidelijk dat het onderwerp van de interpellatie van mevrouw Byttebier geen gemakkelijk dossier is. Het boeiende debat dat we nu aan het voeren zijn, bewijst dit uitvoerig. Op 1 oktober van vorig jaar is het stelsel van de Vlaamse zorgverzekering gestart. Van in het begin besefte de Vlaamse Regering dat dit op de situatie in Brussel een serieuze impact zou hebben. Het is namelijk zo dat alle Brusselaars - en niet alleen de Nederlandstalige Brusselaars - zich kunnen inschrijven bij een aanbieder van zo'n zorgverzekering, of het nu in Vlaanderen is of in Brussel. Op 27 december 2001 nam de Vlaamse Regering schriftelijk contact met de minister-voorzitter van de Brusselse Regering met de bedoeling overleg te plegen over dit complexe dossier. Tot nog toe heeft de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie nog geen standpunt ingenomen ten aanzien van deze vraag uit Vlaanderen. Het is geen geheim dat de VGC en de Cocof niet dezelfde visie hebben ter zake en dit gebrek aan eensgezindheid vindt zijn weerspiegeling in het Verenigd
BIV (2001-2002) Nr. 1
VERGADERING VAN WOENSDAG 6 FEBRUARI 2002
College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Het staat de Vlaamse Regering vanzelfsprekend vrij om gesprekken te openen met allerlei instellingen die op het terrein actief zijn op het vlak van de zorgverzekering. Voor wat de mogelijke gesprekken met de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreft, kan ik voorlopig alleen maar zeggen: "You have to be two to tango!" De heer Didier Gosuin, lid van het Verenigd College .- U vraagt ons nu verantwoordelijkheid te nemen voor een beslissing die we niet zelf hebben gewenst. Iedereen is het erover eens dat de afhankelijkheidsverzekering een “troef” is voor een vergrijzende maatschappij zoals de onze. Die regeling moet echter een algemeen van toepassing zijn. Het voorstel van de Vlaamse Gemeenschap na de invoering van de Vlaamse zorgverzekering is dat niet en het Verenigd College kan uiteraard niet anders dan zich aan te sluiten bij het verzet dat ertegen rijst in de Assemblee. We mogen niet aanvaarden dat er een regeling komt die zou verschillen voor Brussel en het zuiden van het land. Het Vlaams Gewest legt politiek heel wat gewicht in de schaal en getuigt van aanzienlijke krachtdadigheid. Ze zou die eigenschappen misschien moeten aanwenden om de federale regering ertoe aan te zetten een beslissing te nemen. Op dit ogenblik is er dus in het Verenigd College geen eensgezindheid. Het Verenigd College wenst dat het beginsel van de gelijkheid van alle burgers in ieder geval wordt geëerbiedigd. Mevrouw Adelheid Byttebier .- Ik ben ten zeerste ontgoocheld over de antwoorden van het College. Een vijftal jaren geleden werd er naar federale oplossingen gezocht voor de zorgverzekering. Die zijn er niet gekomen zodat de Vlaamse Gemeenschap een eigen oplossing heeft uitgewerkt. Die Vlaamse zorgverzekering geldt voor de ganse Vlaamse gemeenschap ook voor die van Brussel. Helaas gebeurt dit zonder de medewerking van de Brusselse overheid. De Vlaamse overheid heeft ter zake een brief geschreven naar het College van de GGC. Wat zal het antwoord zijn? De heer Guy Vanhengel, lid van het Verenigd College .We hebben nog niet geantwoord. Zo een antwoord is soms moeilijker dan het stellen van de vraag. Mevrouw Adelheid Byttebier .- Dus voorlopig komt er geen antwoord. De heer Guy Vanhengel, lid van het Verenigd College .Inderdaad, tenzij u een suggestie kunt doen voor een gezamenlijk antwoord. - De incidenten zijn gesloten. - De vergadering wordt gesloten om 10.40 uur.
BIV (2001-2002) Nr. 1
5