Verdiepend tevredenheidsonderzoek onder de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 Wmo-loket Gemeente Zaanstad
Verdiepend tevredenheidsonderzoek onder de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 Gemeente Zaanstad
juli 2010
COLOFON Samenstelling Anja van Lonkhuijzen Edo Paardekoper Overman Vormgeving binnenwerk BMC | Groep Druk BMC | Groep SGBO Benchmarking Postbus 30435 2500 GK Den Haag SGBO 106692 Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van SGBO.
Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke zorg besteed. SGBO kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.
INHOUDSOPGAVE
1
Samenvatting
1
2
Inleiding en werkwijze
3
2.1
Inleiding
3
2.2
Onderzoeksopzet
4
2.3
Beschrijven doelgroep
6
3
Resultaten rondetafelgesprek Noorderkerk
7
3.1
Achtergrond
7
3.2
Dagelijkse bezigheden
9
3.3
Erkenning en ondersteuning buitenwereld
10
3.4
Invulling ondersteuning
11
4
Resultaten rondetafelgesprek Sociaal Pension Zaanerf
13
4.1
Achtergrond
13
4.2
Dagelijkse bezigheden
15
4.3
Erkenning en ondersteuning buitenwereld
15
4.4
Invulling ondersteuning
16
5
Aanbevelingen
19
Bijlage 1
1
Samenvatting Eind 2010 of begin 2011 zal de gemeente Zaanstad een nieuw Wmo-beleidsplan vaststellen en binnen dit plan wil de gemeente aandacht besteden aan de wijze waarop de ondersteuning aan de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 worden ingevuld en of kunnen worden verbeterd. De gemeente wil de doelgroep beter van dienst zijn bij het terugnemen van de regie over het eigen leven. Om de behoeften en ervaringen in kaart te brengen samen met de mogelijkheden voor ondersteuning hebben een tweetal huiskameren locatiegesprekken plaatsgevonden: een gesprek met kwetsbare personen van de Noorderkerk en een gesprek met bewoners van het sociaal pension Zaanerf. Noorderkerk In de Noorderkerk worden op woensdag tussen de middag (inloop)bijeenkomsten gehouden onder leiding van Ineke. De kerk stelt de ruimte beschikbaar, zodat de aanwezigen met elkaar kunnen praten en genieten van een warme lunch. Achtergrond De aanwezigen op de bijeenkomst hebben allemaal een verschillende achtergrond. Sommige ervaren problemen op een vlak, maar anderen op meerdere vlakken. Voorbeelden van genoemde vlakken met problemen zijn: werk(loosheid), financiën, genotsmiddelen, dakloosheid en psychische problemen. Dagelijkse bezigheden Een persoon geeft aan een betaalde baan te hebben en een mevrouw geeft aan actief te zijn als gastvrouw in een dagactiviteitencentrum. Andere voorbeelden van dagactiviteiten zijn het doen van vrijwilligerswerk of het uitoefenen van hobby’s. Veelal hebben de aanwezigen geen structuur in het dagelijkse leven. De bijeenkomsten in de Noorderkerk betekent voor de aanwezigen afleiding, ontmoeting en ook ondersteuning. Erkenning en ondersteuning buitenwereld Ondersteuning vanuit familie wordt door twee van de aanwezigen ervaren. Een derde persoon, een vrouw, ervaart geen ondersteuning vanuit haar omgeving; niet van familie en ook niet van buren. Mevrouw heeft psychische problemen en ziet twijfel en onbegrip bij haar omgeving. Invulling ondersteuning De woensdagen in de Noorderkerk worden door alle aanwezigen gewaardeerd, maar vragen zich af waarom dit via een particulier initiatief moet worden gedaan. Het geven van ondersteuning wordt door verschillende instellingen gedaan, maar de aanwezigen ervaren dat hier niet altijd het belang van de cliënt voorop wordt gesteld. Ook kunnen (professionele) hulpverleners niet altijd de benodigde ondersteuning bieden die nodig is. Hierdoor kan het voorkomen dat iemand om ondersteuning vraagt, wat vaak al een grote stap is voor een kwetsbaar persoon, en vervolgens niet wordt geholpen.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
1
Algemeen aandachtspunt is het vinden van de juiste ondersteuning bij problemen of vragen. Waar kan je terecht voor welke vraag? Sociaal pension Zaanerf Het sociaal pension biedt veiligheid, voeding, onderdak en aandacht aan daklozen, passanten en zwerfjongeren. Vanuit het pension wordt vervolgens gewerkt aan een oplossing van het probleem. Achtergrond De bewoners van het sociaal pension betalen huur, maar laten zich negatief uit over de hoogte. Voor de bewoners met een uitkering blijft er na het betalen van de huur en de zorgverzekering niet veel geld over om van rond te komen. Naast de bewoners met een uitkering, werken een aantal bewoners en zijn een aantal bezig met het volgen van een leer-werktraject. Niet alle bewoners willen doorstromen; zij voelen zich op hun plek. Anderen willen graag een andere woning bemachtigen, een deel zo snel mogelijk en een deel op termijn. Reden van instroom zijn verschillend, genoemd zijn het afbranden van de eigen woning en het hebben van schulden. Dagelijkse bezigheden Een aantal bewoners zijn werkzaam of volgen een leer-werktraject. Een bewoner gaat een paar keer per week naar een boerderij om een paar uur te werken. Het merendeel van de bewoners noemt vrijwel geen bezigheden. Erkenning en ondersteuning buitenwereld Het contact met de buitenwereld wisselt tussen de bewoners. Sommigen hebben nog contact met familie, anderen hebben geen contact meer. Soms is het contact verbroken door de bewoner, maar soms ook door de familie. Vanuit het pensioen wordt het contact aangemoedigd en ondersteund. Verder hebben de bewoners het gevoel dat hen een etiket is opgeplakt, omdat zij in een sociaal pension wonen. Veelal heeft de buitenwereld hier een negatieve associatie mee en ervaren de bewoners een grotere sociale controle. Invulling ondersteuning Bij de bewoners is onbekend dat de gemeente ondersteuning kan bieden bij het meedoen. Veel van de bewoners hebben ervaring met ondersteuning van professionals en de ervaringen zijn wisselend. Een aantal minder positieve signalen zijn: het tegenwerken door de professional, het overnemen van de regie door de professional en het ontbreken van deskundigheid bij de professional. De bewoners realiseren zich dat hun situaties heel specifiek zijn en daarom maatwerk wenselijk is, maar in de praktijk komt dit niet altijd goed van de grond. Genoemde vormen van ontvangen ondersteuning zijn: ondersteuning bij het zoeken van werk en huisvesting. Een van de bewoners ervaart het groepsproces binnen het sociaal pension als ondersteuning voor zijn persoonlijke ontwikkeling.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
2
2 2.1
Inleiding en werkwijze Inleiding
Sommige personen hebben thuis problemen. Dat kunnen sociale problemen zijn, bijvoorbeeld in de relatie met de partner, problemen op financieel gebied, problemen veroorzaakt door verslaving, gedrag of ziekte. Maar bijna altijd is er sprake van een combinatie hiervan. Veelal hebben zij vervolgens moeite om zich in de maatschappij te handhaven en verlaten sommigen het huis, al dan niet gedwongen. Deze kwetsbare personen zijn veelal onvoldoende zelfredzaam en vragen meestal niet duidelijk om hulp. Gemeenten hebben al enige tijd de verantwoordelijkheid voor deze zogenoemde kwetsbare mensen onder de Wet collectieve preventie volksgezondheid. Per 1 januari 2007 is de verantwoordelijkheid onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) komen te vallen. De Wmo heeft als doel iedereen in de samenleving mee te laten doen aan het maatschappelijke verkeer en zorgt er ook voor dat personen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. De benodigde ondersteuning verschilt van persoon tot persoon. De Wmo kent 9 verschillende prestatievelden en deze kwetsbare personen vallen onder andere onder de prestatievelden 7, 8 en 9. De prestatievelden zijn gedefinieerd als1: • Prestatieveld 7: het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. • Prestatieveld 8: het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen. • Prestatieveld 9: het bevorderen van verslavingsbeleid. In het kader van de horizontale verantwoording, waarbij gemeenten zich voor hun beleid moeten verantwoorden aan hun eigen burgers en cliënten, is de gemeente verplicht om elk jaar een tevredenheidsonderzoek uit te voeren onder een doelgroep van de Wmo. De gemeente Zaanstad heeft ervoor gekozen om onder andere dit tevredenheidsonderzoek onder de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 te houden. De reden voor de gemeente Zaanstad om voor deze doelgroepen te kiezen is dat zij bij uitstek degene zijn die uit eigen ervaring kunnen vertellen waar hun wensen en behoeften liggen met betrekking tot de Wmo. Aandachtspunt bij deze doelgroep is dat deze doelgroepen serieus moeten worden genomen, maar dat een deel van hun probleem veelal is dat zij onvoldoende zicht hebben op de werkelijkheid. Het is daarom van belang om de ervaringen enigszins in perspectief te plaatsen. De doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 zijn zeer divers en in dit tevredenheidsonderzoek is gekozen om een tweetal doelgroepen te benaderen: personen 1
Een nadere toelichting op de prestatievelden is terug te vinden in de bijlage.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
3
uit de maatschappelijke opvang ofwel een sociaal pension en zogenaamde kwetsbare personen. Taken van de gemeente ten aanzien van deze doelgroepen richten zich op de onderstaande aspecten: • • •
•
preventie: voorkomen dat mensen op termijn tot de doelgroep gaan behoren of voorkomen dat mensen op termijn gebruik moeten maken van de voorzieningen; (vroegtijdige) signalering: vroegtijdig onderkennen van mensen die in de problemen komen maar hiervoor zelf geen hulp inschakelen; opvang, behandeling en begeleiding: als mensen gebruik moeten maken van de voorzieningen, ervoor zorg dragen dat er voldoende en gevarieerd aanbod aanwezig is; uitstroom, maatschappelijk herstel: ervoor zorgen dat mensen die zijn opgevangen weer uitstromen en zelfstandig kunnen functioneren in de maatschappij.
Het onderdeel opvang, behandeling en begeleiding wordt voornamelijk door de centrumgemeenten opgepakt. Voor de andere aspecten ligt de verantwoordelijkheid bij zowel de centrumgemeenten als de regiogemeenten. De gemeente Zaanstad is bezig met de voorbereiding voor het Wmo-beleidsplan dat eind van 2010 of begin 2011 zal worden vastgesteld. In dit beleidsplan zal aandacht worden besteed aan de bovengenoemde taken van de gemeente voor de doelgroepen. Voor het beleidsplan wordt door het uitvoeren van verschillende onderzoeken input verzameld om zo de verschillende doelgroepen van de Wmo aandacht te kunnen besteden in het beleidsplan. De diverse onderzoeken dienen om in kaart te brengen wat de behoeften zijn van de verschillende doelgroepen en op welke wijze de gemeente Zaanstad de doelgroepen kan bijstaan om deel te nemen aan de maatschappij. In de Wmo gaat het immers om meedoen. Dit leidt tot de volgende probleemstelling: Op welke wijze kan de ondersteuning aan de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 worden ingevuld en of worden verbeterd? Teneinde de doelgroep in de gemeente Zaanstad beter van dienst te zijn bij het terugnemen van de regie over het eigen leven. 2.2
Onderzoeksopzet
De probleemstelling is van dien aard dat een kwalitatieve onderzoeksmethode het meest passend is. Met kwalitatief onderzoek kunnen de betekenissen achterhaald worden die betrokkenen zelf aan hun situatie geven, dus de praktijktheorieën die betrokkenen zelf hebben ontwikkeld. De gemeente Zaanstad wil onder de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 nu juist de ervaringen achterhalen.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
4
Bij kwalitatief onderzoek is de informatieverzameling vaak open en flexibel, zodat er ruimte is voor onvoorziene gebeurtenissen. Dit betekent dat er geen sterke voorstructurering is, zoals in een enquête, waarbij kwantitatieve analyses gedaan worden op de verkregen data. Dit betekent echter niet dat je met kwalitatief onderzoek niet zou kunnen kwantificeren; hoe vaak zich iets voordoet, hoeveel mensen specifiek gedrag vertonen etc. Kwalitatief onderzoek is vooral handig voor explorerend, dat wil zeggen verkennend of verdiepend onderzoek. Met kwalitatief onderzoek kunnen betekenissen die mensen toedelen aan alledaagse gebeurtenissen goed worden onderzocht. Het gaat hier dus niet om het valideren van de uitspraken van mensen, of deze waar zijn of niet, maar wat ze voor hen betekenen. Het is dan ook goed om te realiseren dat in dit rapport uitspraken gedaan kunnen worden door respondenten die niet aansluiten bij de werkelijkheid. Het gaat er in dit onderzoek echter niet om wat waar is of niet, maar hoe de doelgroep bepaalde gebeurtenissen ervaart. Generaliseren De gegevens uit kwalitatieve onderzoeken zijn lastig generaliseerbaar naar de gehele groep of andere groepen, door de geringe steekproef. Wel kan er sprake zijn van theoretische of inhoudelijke generalisatie, wat iets anders is dan statistische generaliseerbaarheid. De resultaten van dit onderzoek kunnen dus niet worden doorgetrokken naar de gehele doelgroep! Methoden van kwalitatief onderzoek zijn: documentenverzameling, participerende observatie en het open interview. In dit onderzoek maken we gebruik van open groepsinterviews. Bij open interviews wordt gebruik gemaakt van een topiclijst. Dit is een semigestructureerde vragenlijst, waarbij een aantal onderwerpen aan bod moeten komen, maar de precieze vraagstelling en de volgorde van de vragen staat niet vast. Deze open groepsinterviews zijn door middel van een huiskamer- en locatiegesprek gehouden. Deze vorm heeft als doel om uitwisseling tussen de deelnemers te bewerkstelligen en om door te vragen zodat duidelijk wordt of bepaalde ervaringen door meer deelnemers gedeeld worden. De resultaten gesprekken kunnen worden gezien als een sfeerbeeld van de deelnemers en hun ervaringen van alledag. Daarnaast worden op basis van de gesprekken een aantal aanbevelingen geformuleerd met mogelijke oplossingen of aandachtspunten. Tijdens de bijeenkomst zijn er een aantal onderwerpen besproken, zoals bijvoorbeeld de problemen waar tegen aan wordt gelopen en op welke wijze de gemeente ondersteuning kan bieden. Ten slotte zijn de cliënten tot een aantal concrete aanbevelingen gekomen waar de gemeente rekening mee kan houden bij het opstellen van het nieuwe beleidsplan.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
5
2.3
Beschrijven doelgroep
De gemeente Zaanstad heeft de contacten gelegd voor het houden van de huiskamer- en locatiegesprekken. De gesprekken hebben plaatsgevonden met een groep kwetsbare burgers van de Noorderkerk en bewoners van het sociaal pension Zaanerf. Onderstaand wordt een korte omschrijving gegeven van de kwetsbare burgers van de Noorderkerk en de bewoners van het sociaal pension Zaanerf. Noorderkerk Op woensdag tussen de middag komt een groep burgers uit Zaandam samen onder leiding van Ineke. De (inloop)bijeenkomsten worden gehouden in de Noorderkerk waar een ruimte beschikbaar is gesteld om met elkaar te praten, maar ook om samen van een warme lunch te genieten. De lunch wordt bereid door vrijwilligers en gefinancierd vanuit de Noorderkerk in samenwerking met de voedselbank. Ineke zet zich al ruim 25 jaar actief in voor kwetsbare burgers en wordt hiervoor zeer gewaardeerd door de aanwezigen. Zij heeft het mogelijk gemaakt om een keer per week samen te komen. Naast deze bijeenkomsten op de woensdag organiseert Ineke nog een aantal activiteiten voor de aanwezigen en steekt zij vaak ook een helpende hand toe. Ze gaat mee naar instanties en biedt een luisterend oor. De aanwezigen bij deze woensdag zijn veelal via een bekende bij de Noorderkerk terecht gekomen. Vaak zijn ze de eerste keer met een andere aanwezige meegekomen. Iedereen kan aansluiten en iedereen is ook welkom. De bijeenkomsten zijn zeer laagdrempelig. Sociaal pension Zaanerf Het sociaal pension Zaanerf is een 24-uursvoorziening voor dak- en thuisloze mannen en vrouwen uit de Zaanstreek. Het pension biedt de elementaire levensbehoeften zoals veiligheid, voeding, onderdak en aandacht. Vanuit deze woonomgeving kan er door de cliënt gewerkt worden aan de oplossing van het probleem, dan wel het draaglijker maken van de thuisloosheid. In Zaanerf staat de combinatie begeleiden en wonen centraal. Het team van Zaanerf accepteert en ondersteunt de individuele cliënt in zijn uniciteit.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
6
3
Resultaten rondetafelgesprek Noorderkerk In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van het rondetafelgesprek in Noorderkerk. Het gesprek in de Noorderkerk is gehouden op woensdag 28 april.
3.1
Achtergrond
De groep van aanwezigen op de woensdag bestaat uit mensen van verschillende achtergronden met veelal andere problemen. Sommige aanwezigen hebben te maken meerdere vormen van problemen. Tabel 1
Achtergrondkenmerken (geslacht, leeftijd) Aantal
Geslacht Man
5
Vrouw
4
Leeftijd 40 jaar of jonger
3
Tussen de 40 en 50 jaar
2
50 jaar of ouder
2
Leeftijd onbekend
2
Alle aanwezigen zijn alleenstaand. Sommigen zijn niet altijd alleenstaand geweest. Werk Van de aanwezigen laten de vrouwen zich niet uit over het wel of niet hebben van werk. Een viertal heren geven aan hoe werk een plaats heeft binnen hun leven. Een van de heren geeft aan een betaalde baan te hebben binnen de zorg. Een ander vertelt dat hij altijd productiewerk heeft gedaan, maar sinds enige tijd thuis zit. Meneer zit niet bij de pakken neer en heeft zich gemeld bij de sociale dienst. Hij is actief bezig met het zoeken van een baan en heeft hier ondersteuning bij gevraagd. Vanwege zijn leeftijd ervaart hij echter problemen; er wordt meneer verteld dat hij te oud is. Dit gebeurt zowel bij het krijgen van ondersteuning als bij het solliciteren. Meneer wil graag bezig zijn; het liefst door een baan, maar staat ook open voor scholing. Twee andere heren geven aan een uitkering te ontvangen. Een van de heren is een zogenaamde jonggehandicapte (Wajong-uitkering) en de andere meneer is voor 40% afgekeurd. De afgekeurde meneer wil wel graag werken en is bezig met een reintegratietraject. Voor hem is dit reeds bekend, want een aantal jaar geleden heeft hij ook een dergelijk traject gevolgd. Het vorige traject is goed afgerond, want na de scholing heeft hij een aantal seizoenen kunnen werken. Meneer is dan ook positief over het huidige traject.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
7
Financiële problemen Een drietal van de aanwezigen hebben te maken gehad met schulden of zitten nog in het traject om schuldenvrij te komen. Een tweetal anderen houden zich bezig met hun financiën. Onderstaand wordt hier op ingegaan. Een meneer vertelt dat hij schulden heeft gehad. Zijn ouders zijn bijgesprongen en hebben de schulden voorgeschoten. Uiteindelijk heeft hij zijn ouders terugbetaald met rente. Het kostte moeite om de schulden af te betalen, maar het is gelukt. Meneer is heel blij met het eindresultaat. Uitgaan vormde voor een andere meneer de aanleiding om in de financiële problemen te komen. Het geven van een rondje of het drinken van een drankje in een uitgaansgelegenheid is niet goedkoop. Als het geld op was, dan betekende dit voor meneer een tijdje op een stokje bijten. Een mevrouw geeft aan korte tijd geleden een nieuw “bevel” te hebben gekregen van de rechtbank in verband met schulden. Mevrouw geeft aan al jaren in een traject te zitten om haar schulden af te betalen, maar helaas heeft mevrouw het niet getroffen met haar financiële bewindvoerder. In het verleden heeft mevrouw teveel aan uitkering ontvangen en ze heeft geprobeerd om dit aan te kaarten. Mevrouw werd niet gehoord door de verschillende instanties, maar ook niet door haar financiële bewindvoerder. Vanwege de situatie heeft mevrouw momenteel slechts 20 euro per week te besteden en hierdoor moet zij soms bezuinigen op: (soms) eten, aanschaffen van een nieuw gehoorapparaat, aandoen van licht en stofzuigen. Een van de heren geeft aan dat het financieel minder is geworden sinds het verliezen van zijn baan, maar dat het voorlopig nog te doen is. Een mevrouw maakt zich druk om haar financiën. Ze heeft momenteel na het betalen van haar vast lasten ongeveer 40 euro per week te besteden. Mevrouw vreest de komende veranderingen van de zorgverzekering. De verhalen gaan dat de premie van de zorgverzekering wordt verhoogd en waar moet dat van betaald worden? Drugs en alcohol Binnen de groep wordt vrijwel geen problemen aangegeven op het gebied van drugs en alcohol. Een meneer geeft aan sinds een aantal jaar geen alcohol meer te drinken en ook gestopt te zijn met roken. Onder de aanwezigen van de bijeenkomsten op de woensdagmiddag is normaal gesproken ook een groep ouderen aanwezig. Deze ouderen zijn geen ‘gewone’ ouderen, maar mensen van middelbare leeftijd met veelal alcoholproblemen. Zij zijn vandaag niet aanwezig bij het gesprek, maar een van de aanwezigen wil graag wel aandacht vragen voor deze mensen.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
8
Dakloosheid Veel van deze zogenoemde ouderen die vlakbij de Noorderkerk komen zijn dakloos. De ouderen slapen veelal onder de brug en worden als overlastgevers ervaren door de omwonenden. De groep ouderen hangt vaak rond nabij Leger des Heils (Tuinierstaat) en het Verzetsplantsoen, omdat ze geen andere plek hebben. Daar worden ze echter vandaan gestuurd op straffe van een geldboete. De aanwezigen bij het gesprek zijn echter allemaal niet dakloos. Een mevrouw geeft aan zelf dakloos te zijn geweest. Zij heeft met behulp van het Leger des Heils haar leven kunnen opbouwen en heeft weer een dak boven haar hoofd. Ze herinnert zich dat het lastig was, want als dakloze mag je slechts 4 keer per week bij het Leger des Heils slapen. Wat moet je dan de andere nachten? Psychische problemen Twee personen hebben te maken met psychische problemen. Een persoon ontvangt behandeling bij een GGZ instelling en neemt veel medicijnen tot zich. Zij geeft aan deze medicijnen nodig te hebben om haar leven op de rails te kunnen houden. De andere persoon leidt aan schizofrenie met soms een psychose. Veelal gaat het goed, maar soms lukt het niet en is een opname in een instelling nodig. Begeleid wonen Twee personen geven aan in een soort steunende huisvesting te wonen. Een eigen huis, maar tegen een instelling aan. Beiden zijn erg blij met de mogelijkheid om zo toch een beetje zelfstandig te wonen. Naast de verschillende problemen die een rol spelen bij de aanwezigen, zijn de motieven waarom men aanwezig is op woensdag bij de Noorderkerk wisselend. Voor sommigen vormt het afleiding, voor andere een gezellig babbeltje. Binnen de groep is voor iedereen plaats en ruimte. Een van de aanwezig geeft aan: “Het is prettig en leuk om hier te zijn.” 3.2
Dagelijkse bezigheden
Zoals in de vorige paragraaf aangegeven is een van de aanwezigen werkzaam in de zorg en houdt hij zich daar mee bezig. Als hij echter tijd heeft gaat hij bij de zogenoemde ouderen, die vlakbij de Noorderker komen, langs voor een praatje. Hij luistert naar ze, geeft ze tips en neemt ze soms mee naar de Noorderkerk. Soms nam hij ze mee naar huis voor een hapje eten of mochten ze een nacht bij hem blijven slapen. De zogenoemde ouderen hangen de hele dag bij een locatie van het Leger des Heils rond. Een mevrouw geeft aan na haar behandeling bij een instelling doorverwezen te zijn naar het dagactiviteitencentrum. Het centrum heeft haar geholpen om grip te krijgen op haar
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
9
leven en inmiddels vervult zij de rol van gastvrouw in het activiteitencentrum. Het dagactiviteitencentrum zorgt voor haar dagbesteding. Een ander persoon geeft aan vrijwilligerswerk te verrichten en een ander is druk met zijn muziek en schrijft wat. Veel van de aanwezigen lijken momenteel niet veel structuur te hebben in het dagelijkse leven. Een van de aanwezigen met weinig financiële ruimte en een beperkt sociaal netwerk geeft aan de hele dag op haar bed te liggen. Mevrouw zegt letterlijk: “Ik heb mijn bed.” Mevrouw onderneemt geen actie om hier verandering in te bewerkstelligen; zij lijkt redelijk gelaten onder deze constatering te zijn. Over de woensdag in de Noorderkerk geven een aantal aanwezigen aan: “Het zorgt voor ongeveer 2 uurtjes afleiding.” “Zonder dit, zou ik bij de zogenoemde ouderen op het pleintje hangen.” “Deze twee uurtjes zijn fijn, maar daarna sta je weer op straat.” Kortom, de woensdagen bij de Noorderkerk worden zeer gewaardeerd door de aanwezigen en lijkt een belangrijke (inloop)functie te vervullen. De bijeenkomsten bieden mogelijkheden voor afleiding, ontmoeting en ook ondersteuning (helpende hand van Ineke). 3.3
Erkenning en ondersteuning buitenwereld
De ervaringen met erkenning en ondersteuning vanuit de buitenwereld zijn wisselend voor de aanwezigen. Een meneer geeft aan de hij altijd contact heeft gehouden met zijn familie, in goede tijden en minder goede tijden. Hij heeft steun gevonden bij zijn familie en in het geloof om zijn problemen te overwinnen. Een van de twee personen met psychische problemen heeft het gevoel dat zij een stempel op zich heeft. Ze ervaart alsof iedereen aan haar zien dat zij onder behandeling is bij een GGZ instelling. Deze stempel zorgt ervoor dat mensen in je omgeving niets meer van je willen weten. Het maakt niet uit of het gaat om je buren of om je eigen familie. De familie wil niets meer van haar weten en twijfelt zelfs of het nodig is dat er zoveel medicijnen worden gebruikt. De twijfel en het daarbij behorende onbegrip stelt de aanwezige teleur. Zij heeft dit nodig om op de rails te blijven! Mevrouw geeft aan dat zij het mist dat mensen niet langer bij haar thuis komen. Mevrouw heeft weinig sociale contacten overgehouden.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
10
Een van de aanwezigen merkt op dat je met het verlies van je baan meteen veel meer kwijt raakt. Het dagelijkse ritme gaat verloren en de contacten met anderen verminderen. Een meneer geeft aan steun te hebben aan zijn moeder. Helaas gaat het met zijn moeder momenteel iets minder en dit heeft effect op hem. Meneer voelt zich verantwoordelijk voor zijn moeder. 3.4
Invulling ondersteuning
Uit de verschillende verhalen van de vorige paragrafen komt naar voren dat de aanwezigen veelal een vorm van ondersteuning hebben gekregen, ontvangen of kunnen gebruiken. Vanwege hun achtergrond hebben de aanwezigen ook vaak ervaring opgedaan met verschillende instellingen die ondersteuning bieden en hebben zij hier een mening over kunnen vormen. Zo vinden de aanwezigen het fijn dat een dergelijk initiatief als nu op de woensdag bij de Noorderkerk plaatsvindt fijn en goed. Wel verbazen zij zich hierover dat het een particulier initiatief is zonder ondersteuning vanuit de gemeente. Ineke, de drijvende kracht achter de bijeenkomsten, doet alles uit eigen middelen. Een van de aanwezigen geeft aan dat Ineke geen financiële middelen van de gemeente wil in verband met de bijkomende verplichte verantwoording. Mogelijk zijn er andere manieren waarop de gemeente Ineke kan ondersteunen in haar initiatief? Instellingen kunnen ondersteuning bieden op verschillende vlakken, maar het is vaak onbekend bij welke instelling je met welke problematiek je terecht kunt. Het is voor de burger veelal niet bekend, maar ook instellingen weten vaak niet wat de andere instellingen voor ondersteuning kunnen geven. Daarnaast geldt dat cliënten geld opleveren voor een instelling en daarom zullen instellingen niet snel aangeven dat een andere instelling misschien beter is voor jouw specifieke problematiek. Doorverwijzen levert een instelling geen geld op. Aanbeveling vanuit twee aanwezigen is het hebben van een loket voor het vinden van de juiste instellingen voor de juiste problemen/vragen. Bij specifieke problemen is het voor de professionals lastig om door te verwijzen naar de juiste instelling. Ook al hebben de professionals de beschikking over diverse boeken met instellingen. Een van de aanwezigen geeft aan dat hij vaak vragen krijgt vanuit zijn omgeving over allerlei verschillende onderwerpen. Meneer verwijst de mensen zo goed als hij kan door. Het zou fijn zijn als dit doorverwijzen door iemand vanuit de gemeente kan worden gedaan. Een loket zoals hierboven geopperd kan namelijk voor bepaalde mensen een stap te ver zijn. Voor hen is het van belang dat zij op een laagdrempelige manier hun vragen
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
11
kunnen stellen. Bijvoorbeeld door een inloopgelegenheid zoals de woensdagen in de Noorderkerk. Verder heerst bij de aanwezigen het gevoel dat veel hulpverleners hun niet verder kunnen helpen. Zo werkt het vaak bij officiële instellingen of organisaties, maar ook bijvoorbeeld bij religieuze instellingen. Het overkomt de aanwezigen vaak dat ze geen eens reactie krijgen op hun vragen. Een van de aanwezigen geeft aan: “Instanties zijn een sprookje.” De instellingen zullen de ondersteuning niet uit zichzelf gaan geven. Je moet zelf stappen ondernemen om ondersteuning te krijgen. Een van de aanwezigen geeft aan dat hij zelf inzag dat het niet goed met hem ging. Hij heeft vervolgens hulp gezocht. Echter soms krijg je ondanks je vraag om ondersteuning niet de hulp die je nodig hebt. De mevrouw met schulden vanwege een teveel ontvangen uitkering heeft bij verschillende instanties, maar ook bij haar eigen financieel bewindvoerder de zaak aanhangig proberen te maken. Effect heeft het niet gehad met als eindresultaat dat ze nu nog in de schulden zit. De zogenoemde ouderen, die vlakbij de Noorderkerk, komen hebben zich enige tijd geleden sterk gemaakt voor een eigen plek. Een plaats waar zij kunnen rondhangen zonder anderen tot last te zijn, maar dit is helaas niet gelukt. Het gevoel overheerst bij de ouderen dat de gemeente niet de moeite heeft genomen om een dergelijke plek te creëren. Deze groep van zogenoemde ouderen biedt een kans voor de gemeente. Deze ouderen willen hun eigen plek om zo niet anderen tot last te zijn. Ze willen meer binding met de gemeenschap in Zaanstad en met het maatschappelijk verkeer. Hier zou de gemeente een goede rol in kunnen vervullen. Misschien door bij de Noorderkerk initiatieven te laten ontstaan en te subsidiëren. Wellicht in zelfbeheer. Over de ondersteuning zijn bijna alle aanwezigen het eens: deze kan beter. Vooral het vinden van de juiste plek om de (ondersteunings)vraag te kunnen stellen blijkt een aandachtspunt te zijn. Waar kan je terecht voor welke vraag? Mochten de aanwezigen niet geholpen worden met hun (ondersteunings)vraag, dan lijken zij zich hier vaak bij neer te leggen. Veel (re)actie roept dit niet op.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
12
4
Resultaten rondetafelgesprek Sociaal Pension Zaanerf In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van het rondetafelgesprek in het sociaal pension Zaanerf. Het gesprek is gehouden op zondag 25 april. Tabel 2
Achtergrondkenmerken (geslacht, leeftijd) Aantal
Geslacht Man
15
Leeftijd 23 jaar of jonger
3
24 jaar en ouder
12
Alle aanwezigen waren van het mannelijke geslacht. De leeftijden werden niet expliciet genoemd tijdens de gesprekken, daarom is in de tabel alleen het onderscheid opgenomen tussen aanwezigen onder de 23 jaar en boven de 23 jaar. Deze leeftijdsgrens hangt samen met de definities rondom zwerfjongeren. 4.1
Achtergrond
In het sociaal pension Zaanerf is ruimte voor daklozen, passanten en zwerfjongeren. Ten tijden van het gesprek zijn alle bewoners van het mannelijke geslacht. De meeste behoren tot de groep van daklozen en een aantal tot de doelgroep van zwerfjongeren. De verdeling van de beschikbare plaatsen laat ook een dergelijke verdeling zien. Onderstaand wordt ingegaan op hoe de bewoners de huisvesting ervaren en wordt gekeken naar het onderwerp werk en inkomen. Als laatste wordt van een aantal bewoners beschreven op welke wijze zijn in het sociaal pension Zaanerf zijn terechtgekomen, maar ook over hoe zij de toekomst zien. Huisvesting De bewoners betalen huur voor hun kamer in het sociaal pension. De meerderheid van de bewoners vindt de huur voor de kamers hoog. Zeker gezien het feit dat een gedeelte van de bewoners moet rondkomen van een uitkering. Een citaat van een bewoner over de hoogte van de huur: “Schandalig.” De bewoners kunnen de hoogte van de huur moeilijk begrijpen. Naar hun zeggen zijn de kamers en het bed inclusief matras zeker 25 jaar oud. Als het al niet 40 jaar is. Daarnaast deelt het merendeel van de bewoners de kamer met een medebewoner. De huur is voor iedereen gelijk; hier maakt het niet uit of de bewoner een kamer voor zichzelf heeft of een kamer deelt. De verklaring dat het sociaal pension dicht bij Amsterdam ligt maakt het voor de bewoners niet beter. Een van de bewoners geeft aan:
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
13
“Hier heb ik tenminste een dak boven mijn hoofd.” Meneer vertelt dat hij ook in Rotterdam heeft gewoond en dat het daar niet veel beter is. Een andere bewoner geeft aan dat hij de huur accepteert, omdat hij niet wil worden gezien als een passant. Meneer wil graag een eigen plek. Hoe hoog de huur ook is. Frustraties rondom de hoogte van de huur hebben ook te maken met het feit dat een deel van de bewoners moet rondkomen van een uitkering. De huur samen met de kosten van een zorgverzekering slokken het grootste gedeelte van hun financiële middelen op. De bewoners met een uitkering moeten van ongeveer 200 euro per maand leven. Werk en inkomen Zoals bij het onderdeel huisvesting aangegeven ontvangt een deel van de bewoners een uitkering en zij ervaren frustratie bij het beschikbare inkomen. Niet alle bewoners hebben een uitkering. Een enkeling geeft aan dat zij een betaalde baan hebben. De bewoners uit de doelgroep van zwerfjongeren zijn bezig met een leer-werktraject. Instroom en uitstroom Een aantal bewoners hebben verteld hoe zij terecht zijn gekomen in het sociaal pension en hoe zij hun toekomst met betrekking tot het pension zien. De bewoners zijn verschillend en de verhalen zijn daarmee ook verschillend. Hieronder staan de verhalen opgeschreven. Een tweetal personen laat blijken dat zij zich op hun plek voelen binnen het sociaal pension en geen behoefte te hebben aan doorstroom. Een van deze heren woont reeds 9 jaar in het pension. De andere meneer vertelt dat hij in het verleden reeds een aantal malen uit een traject van het Leger des Heils heeft gezeten, maar heeft de trajecten niet tot een succesvol einde gebracht. Meneer is deze keer zeer gemotiveerd om het traject te volbrengen. In het pension, binnen de woongroep, houdt meneer zich vooral bezig met zijn zelfbeheersing en het groepsverkeer. Voor meneer is het sociaal pension ontzettend fijn, want het biedt hem de mogelijk om te oefenen. Meneer heeft dan ook geen behoefte om de groep of het pension te verlaten. Vier bewoners geven dat zij druk bezig zijn met een andere vorm van onderdak. Niet iedereen wil meteen zelfstandig wonen. Een bewoner geeft aan dat hij graag weg wil uit het sociaal pension, maar dat hij het nog niet ziet zitten om zelfstandig te wonen. Meneer zegt nog een paar maanden hier te willen blijven, maar dan toch echt naar een andere plaats te willen. Meneer voelt zich hier niet thuis, niet op zijn gemak. Een andere bewoner vertelt dat zijn eigen woning is afgebrand en dat hij sindsdien in het sociaal pension woont. Meneer geeft aan dat hij wat extra ondersteuning nodig heeft om het dagelijkse leven weer op te pakken. Zeker op het gebied van wonen kan hij hulp gebruiken. Over 5 jaar ziet meneer zichzelf hier niet meer wonen; meneer wil verder.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
14
Schulden en geen dak boven het hoofd hebben er bij een andere bewoner ervoor gezorgd dat hij in het sociaal pension terecht is gekomen. Meneer is bezig met het aflossen van zijn schulden, maar is helaas werkloos geraakt. Hij is op zoek naar een nieuwe baan en houdt zich ook bezig met het zoeken van ander onderdak. Inschrijving bij woningnet voor een nieuwe woning levert vooralsnog geen resultaat op en meneer heeft aan zijn werkcoach gevraagd om ondersteuning bij het zoeken van een woning. Om in aanmerking te komen voor een woning is veelal een (vast) inkomen verplicht en dat heeft meneer niet. Hij ervaart dit als een soort vicieuze cirkel. Een medebewoner herkent deze cirkel voor het zoeken van een woning. Meneer heeft wel een baan, maar desondanks zijn de financiële middelen niet ruim. Het duurt lang voor een woning wordt toegewezen. Het alternatief is de particuliere markt, maar de hoogte van de huur vormt hier een belemmering. 4.2
Dagelijkse bezigheden
De bewoners van het sociaal pension brengen op verschillende wijze de dagen door. Een deel van de bewoners heeft een baan of volgt een leer-werktraject en zijn hier overdag mee bezig. Een bewoner gaat meerdere keren per week naar een boerderij waar hij enkele uren werk verricht. Het merendeel van de bewoners heeft overdag vrijwel geen activiteiten. Op de woensdag kan tegen een vergoeding werkzaamheden worden uitgevoerd, maar dit is slechts 1,5 uur. Andere dagbestedingen worden niet genoemd door de bewoners. 4.3
Erkenning en ondersteuning buitenwereld
Een aantal bewoners geven aan contact te hebben met anderen, zoals kennissen, vrienden en familie. Vanuit het pension worden de bewoners ook gesteund hierin, maar sommige kiezen er bewust voor om geen contacten te leggen met familie en vrienden. Ze schamen zich voor hun situatie. Daarnaast geven een aantal bewoners aan dat soms de contacten vanuit de andere kant worden verbroken. Soms vinden anderen het niet prettig om contact te hebben met de bewoners. Dakloosheid is niet iets waar iedereen mee te maken willen hebben en houden daarom afstand. Achterliggende reden kan zijn dat mensen zonder deze afstand misschien tot de ontdekking komen dat het iedereen kan overkomen., dus ook hun en dat is beangstigend. Bij de bewoners overheerst het gevoel dat de buitenwereld aan hun kunnen zien dat zij in het sociaal pension verblijven. “Mensen kijken vreemd naar je.”
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
15
Ook als je vertelt dat je in het sociaal pension Zaanerf woont, zijn de reacties niet positief. Een van de bewoners vertelt dat de buitenwereld een bepaalde associatie heeft met bewoners van een sociaal pension en dit is niet positief. Hij hoopt dat dit beeld beter wordt als het pand opgeknapt wordt. Daarnaast hebben de directe omwonende geen last van de bewoners, aangezien de bewoners regels opgelegd hebben gekregen. Zij mogen zich bijvoorbeeld niet ophouden binnen een gebied van 500 meter van het pension. Als bewoner van het sociaal pension wordt meer op je gelet. Soms wordt je behandeld als een kind en dit frustreert. Waarom is er bijvoorbeeld niets aan de hand als een ‘gewone’ burger een biertje drinkt, maar wel als iemand vanuit het sociaal pension dit doet? De bewoners geven aan dat de buitenwereld het veelal niet wil of kan accepteren dat sommige mensen het even moeilijk hebben gehad en daarom in een sociaal pension wonen. Ze willen er gewoon niets van weten. 4.4
Invulling ondersteuning
Algemeen Bij de bewoners is het relatief onbekend dat de gemeente ondersteuning kan bieden op de verschillende vlakken van participatie. Ook het feit dat je daar terecht kunt met vragen is niet bekend. Over de ondersteuning die de bewoners krijgen zijn een aantal niet heel positief. Een bewoner geeft aan dat hij het gevoel heeft dat de professionals tegenwerken, ook al horen ze je te helpen. Een andere bewoner geeft aan dat hij ondersteuning krijgt vanwege zijn leeftijd, maar dit wil niet zeggen dat alles geregeld wordt. Meneer heeft het gevoel alles zelf moet doen, maar heeft het gevoel dat de regie kwijt is. Hij bepaalt niet welke ondersteuning hij nodig heeft, dit wordt door de professional gedaan. Verder wordt aangegeven dat de professionals hun best doen om je te ondersteunen, maar dat afhankelijk van de persoon zaken wel of niet geregeld worden. Dit heeft niet te maken met onwil vanuit de professional, maar eerder met het ontbreken van deskundigheid en werkervaring. De problemen en behoeften van de bewoners zijn verschillend en divers en dit zorgt voor de vraag voor een ondersteuning op maat. Helaas blijkt de ruimte voor maatwerk beperkt te zijn, aldus de bewoners.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
16
Uit het Stedelijk Kompas komt naar voren dat het wenselijk is dat elke dak- en thuisloze een persoonsgerichte aanpak met een individueel zorgplan, passende huisvesting en een dagbesteding krijgt. Doel van dit zorgplan is om te komen tot een stabiele mix van wonen, zorg en inkomen. Deze aanpak wordt als het meest effectief beschouwd. Werk en inkomen De meeste bewoners beschikken over een uitkeringen en lijken niet actief te zijn met het zoeken van een baan. Degenen die hier wel mee bezig zijn, geven aan weinig zicht te hebben over waar te baan te vinden. Een aantal bewoners heeft ondersteuning bij het zoeken van werk door bijvoorbeeld een werkcoach of een leer-werktraject. Huisvesting Het zoeken van een andere woning is voor de bewoners niet makkelijk. De wachtlijsten voor woningen in en rond Zaandam is lang. Daarnaast vormen de beperkte financiën een obstakel om naar de particuliere woningmarkt over te stappen. De vraag wordt gesteld of de gemeente niet voor een urgentieverklaring kan zorgen of voor een andere vorm van bemiddeling. De bewoners die actief bezig zijn met zoeken vinden de ondersteuning vanuit de professionals en de gemeente op dit gebied minimaal. Doordat het lastig is om een andere woning te vinden zullen bewoners langer binnen het sociaal pension blijven dan mogelijk noodzakelijk is. Het niet kunnen uitstromen naar een andere woning zorgt er meteen voor dat de instroom ook stagneert. De plek binnen de opvang wordt immers in beslag gehouden en laat andere dak- en thuislozen langer op straat wonen. Het is van belang om de doorstroom op gang te houden. Persoonlijke ontwikkeling Een van de bewoners benut het groepsverkeer binnen het sociaal pension om te oefenen met zijn eigen vaardigheden. Op deze manier vormt het wonen in het pension een soort ondersteuning in de persoonlijke ontwikkeling van meneer.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
17
5
Aanbevelingen In beide huiskamer- en locatiegesprekken zijn aandachtspunten naar voren gekomen. Soms zijn de aangedragen punten relevant voor de betrokken instelling(en) of andere instanties, maar ook een aantal punten kunnen als aanknopingspunten voor de gemeente dienen. Onderstaand staan de punten genoemd, uitgesplitst naar de leefgebieden aangevuld met het onderdeel “algemeen en ondersteuning”. Tussen haakjes staat genoemd in welk gesprek het punt naar voren is gekomen, indien dit niet uit het punt zelf blijkt. Voor een aantal punten geldt dat zij voor beide gesprekken relevant zijn. Algemeen: • Het informele netwerk is van belang bij het bereiken van de doelgroep (Noorderkerk). • Het vergroten van begrip bij bewoners in de omgeving van het sociaal pension Zaanerf biedt kansen. Dit kan door het informeren van de omwoners en het uitleggen. Ga in gesprek met de omwoners. Misschien zelfs samen met de bewoners van het sociaal pension. Onbekend maakt vaak onbemind. Voordeel is dat voor de omwonenden het woonplezier wordt vergroot en dat de bewoners van het sociaal pension zich niet minder voelen nagestaard. • Binnen het sociaal pension is ook plaats voor een aantal zwerfjongeren. Deskundigen zijn het erover eens dat het zeer onwenselijk is om zwerfjongeren op te vangen in voorzieningen waar ook de doorgewinterde volwassen dak- en thuislozen verblijven. Zij vrezen namelijk dat zwerfjongeren anders het leven van en op de straat als ‘normaal’ gaan zien in plaats van als een tijdelijke periode die ze zo gauw mogelijk achter zich moeten laten. Bovendien hebben zwerfjongeren voor een deel andere problematiek, zoals opvoed- en ontwikkelingsproblemen. Daarom is het advies om voor zwerfjongeren een brede aanpak en aparte voorzieningen te hebben2. Huisvesting: • Het hebben van zicht op de bewoners in de opvang is van belang om de doorstroom binnen de instellingen te vergroten. Sommige bewoners zien de opvang niet als een tussenstation, maar als een eindstation. Daarnaast is voor sommigen is de opvang niet de juiste plek (sociaal pension Zaanerf). • De ondersteuning bij het zoeken van een zelfstandige woning of een woning voor begeleid wonen biedt mogelijkheden tot verbetering. Afspraken met instellingen voor begeleid wonen e.d. of corporaties kunnen nuttig zijn. Ook dit heeft invloed op de doorstroom (sociaal pension Zaanerf).
2
Handreiking voor gemeenten. Aanpak zwerfjongeren problematiek. BMC Onderzoek, juni 2009.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
19
Dagbesteding: • Dagbesteding helpt om een vaste structuur te creëren in het dagelijks leven. Tijdens beide gesprekken zijn weinig vormen van dagbesteding genoemd, terwijl deze van belang zijn en een functie hebben. Algemeen en ondersteuning: • Duidelijkheid in waar je terecht kunt om ondersteuning te vragen kan worden vergroot. • Kwetsbare burgers zullen veelal niet bij officiële instanties aankloppen voor (ondersteunings)vragen. Het laagdrempelige beschikbaar zijn van informatie of de mogelijkheid tot het stellen van vragen is nodig (Noorderkerk). • Binnen de gemeente zijn verschillende particuliere initiatieven. Door deze te achterhalen en de organisatoren te informeren over de mogelijkheden van ondersteuning of verwijzen naar het loket kan de stap om naar de gemeente te gaan voor ondersteuning psychisch kleiner worden voor de kwetsbare burgers. Mogelijk wordt er voor begeleiding gezorgd vanuit de particuliere initiatieven naar de instanties of anders kan de gemeente ook periodiek iemand aanwezig laten zijn bij bijeenkomsten (Noorderkerk). • De situaties van de bewoners van het sociaal pension zijn verschillend en daarom is maatwerk van belang. Het leveren van maatwerk zorgt voor een effectievere aanpak van de aanwezige problemen en kan daarmee bijdragen aan een betere doorstroom. • De samenwerking tussen instanties en/of instellingen kan beter. De organisaties moeten beter bekend worden met hun eigen expertise en die van andere instellingen. Daarnaast is het belangrijk dat de cliënt voorop staat en wordt gekeken naar zijn of haar ondersteuningsbehoefte (sociaal pension Zaanerf).
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
20
Bijlagen
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
21
Bijlage 1 Toelichting op de prestatievelden 7, 8 en 9 Prestatieveld 7: het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. • Maatschappelijke opvang: Maatschappelijke opvang omvat activiteiten bestaande uit het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door een of meerdere problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. • Vrouwenopvang: Onder vrouwenopvang wordt begrepen het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan vrouwen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen van relationele aard of geweld en het beleid ter bestrijding van huiselijk geweld. Dit beleid richt zich niet alleen op vrouwen, maar dient ook op ouderen, mannen en kinderen gericht te zijn. Prestatieveld 8: het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen. • OGGz: Onder het bieden van openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGz) wordt verstaan: het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg. Prestatieveld 9: het bevorderen van verslavingsbeleid. • Ambulante verslavingszorg: Ambulante verslavingszorg doelt op activiteiten bestaande uit ambulante hulpverlening, gericht op verslavingsproblemen, en preventie van verslavingsproblemen, inclusief activiteiten in het kader van overlastbestrijding van overlast door verslaving.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
23
Verdiepend tevredenheidsonderzoek onder de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 Wmo-loket Gemeente Zaanstad
Verdiepend tevredenheidsonderzoek onder de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 Gemeente Zaanstad
juli 2010
COLOFON Samenstelling Anja van Lonkhuijzen Edo Paardekoper Overman Vormgeving binnenwerk BMC | Groep Druk BMC | Groep SGBO Benchmarking Postbus 30435 2500 GK Den Haag SGBO 106692 Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van SGBO.
Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke zorg besteed. SGBO kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.
INHOUDSOPGAVE
1
Samenvatting
1
2
Inleiding en werkwijze
3
2.1
Inleiding
3
2.2
Onderzoeksopzet
4
2.3
Beschrijven doelgroep
6
3
Resultaten rondetafelgesprek Noorderkerk
7
3.1
Achtergrond
7
3.2
Dagelijkse bezigheden
9
3.3
Erkenning en ondersteuning buitenwereld
10
3.4
Invulling ondersteuning
11
4
Resultaten rondetafelgesprek Sociaal Pension Zaanerf
13
4.1
Achtergrond
13
4.2
Dagelijkse bezigheden
15
4.3
Erkenning en ondersteuning buitenwereld
15
4.4
Invulling ondersteuning
16
5
Aanbevelingen
19
Bijlage 1
1
Samenvatting Eind 2010 of begin 2011 zal de gemeente Zaanstad een nieuw Wmo-beleidsplan vaststellen en binnen dit plan wil de gemeente aandacht besteden aan de wijze waarop de ondersteuning aan de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 worden ingevuld en of kunnen worden verbeterd. De gemeente wil de doelgroep beter van dienst zijn bij het terugnemen van de regie over het eigen leven. Om de behoeften en ervaringen in kaart te brengen samen met de mogelijkheden voor ondersteuning hebben een tweetal huiskameren locatiegesprekken plaatsgevonden: een gesprek met kwetsbare personen van de Noorderkerk en een gesprek met bewoners van het sociaal pension Zaanerf. Noorderkerk In de Noorderkerk worden op woensdag tussen de middag (inloop)bijeenkomsten gehouden onder leiding van Ineke. De kerk stelt de ruimte beschikbaar, zodat de aanwezigen met elkaar kunnen praten en genieten van een warme lunch. Achtergrond De aanwezigen op de bijeenkomst hebben allemaal een verschillende achtergrond. Sommige ervaren problemen op een vlak, maar anderen op meerdere vlakken. Voorbeelden van genoemde vlakken met problemen zijn: werk(loosheid), financiën, genotsmiddelen, dakloosheid en psychische problemen. Dagelijkse bezigheden Een persoon geeft aan een betaalde baan te hebben en een mevrouw geeft aan actief te zijn als gastvrouw in een dagactiviteitencentrum. Andere voorbeelden van dagactiviteiten zijn het doen van vrijwilligerswerk of het uitoefenen van hobby’s. Veelal hebben de aanwezigen geen structuur in het dagelijkse leven. De bijeenkomsten in de Noorderkerk betekent voor de aanwezigen afleiding, ontmoeting en ook ondersteuning. Erkenning en ondersteuning buitenwereld Ondersteuning vanuit familie wordt door twee van de aanwezigen ervaren. Een derde persoon, een vrouw, ervaart geen ondersteuning vanuit haar omgeving; niet van familie en ook niet van buren. Mevrouw heeft psychische problemen en ziet twijfel en onbegrip bij haar omgeving. Invulling ondersteuning De woensdagen in de Noorderkerk worden door alle aanwezigen gewaardeerd, maar vragen zich af waarom dit via een particulier initiatief moet worden gedaan. Het geven van ondersteuning wordt door verschillende instellingen gedaan, maar de aanwezigen ervaren dat hier niet altijd het belang van de cliënt voorop wordt gesteld. Ook kunnen (professionele) hulpverleners niet altijd de benodigde ondersteuning bieden die nodig is. Hierdoor kan het voorkomen dat iemand om ondersteuning vraagt, wat vaak al een grote stap is voor een kwetsbaar persoon, en vervolgens niet wordt geholpen.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
1
Algemeen aandachtspunt is het vinden van de juiste ondersteuning bij problemen of vragen. Waar kan je terecht voor welke vraag? Sociaal pension Zaanerf Het sociaal pension biedt veiligheid, voeding, onderdak en aandacht aan daklozen, passanten en zwerfjongeren. Vanuit het pension wordt vervolgens gewerkt aan een oplossing van het probleem. Achtergrond De bewoners van het sociaal pension betalen huur, maar laten zich negatief uit over de hoogte. Voor de bewoners met een uitkering blijft er na het betalen van de huur en de zorgverzekering niet veel geld over om van rond te komen. Naast de bewoners met een uitkering, werken een aantal bewoners en zijn een aantal bezig met het volgen van een leer-werktraject. Niet alle bewoners willen doorstromen; zij voelen zich op hun plek. Anderen willen graag een andere woning bemachtigen, een deel zo snel mogelijk en een deel op termijn. Reden van instroom zijn verschillend, genoemd zijn het afbranden van de eigen woning en het hebben van schulden. Dagelijkse bezigheden Een aantal bewoners zijn werkzaam of volgen een leer-werktraject. Een bewoner gaat een paar keer per week naar een boerderij om een paar uur te werken. Het merendeel van de bewoners noemt vrijwel geen bezigheden. Erkenning en ondersteuning buitenwereld Het contact met de buitenwereld wisselt tussen de bewoners. Sommigen hebben nog contact met familie, anderen hebben geen contact meer. Soms is het contact verbroken door de bewoner, maar soms ook door de familie. Vanuit het pensioen wordt het contact aangemoedigd en ondersteund. Verder hebben de bewoners het gevoel dat hen een etiket is opgeplakt, omdat zij in een sociaal pension wonen. Veelal heeft de buitenwereld hier een negatieve associatie mee en ervaren de bewoners een grotere sociale controle. Invulling ondersteuning Bij de bewoners is onbekend dat de gemeente ondersteuning kan bieden bij het meedoen. Veel van de bewoners hebben ervaring met ondersteuning van professionals en de ervaringen zijn wisselend. Een aantal minder positieve signalen zijn: het tegenwerken door de professional, het overnemen van de regie door de professional en het ontbreken van deskundigheid bij de professional. De bewoners realiseren zich dat hun situaties heel specifiek zijn en daarom maatwerk wenselijk is, maar in de praktijk komt dit niet altijd goed van de grond. Genoemde vormen van ontvangen ondersteuning zijn: ondersteuning bij het zoeken van werk en huisvesting. Een van de bewoners ervaart het groepsproces binnen het sociaal pension als ondersteuning voor zijn persoonlijke ontwikkeling.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
2
2 2.1
Inleiding en werkwijze Inleiding
Sommige personen hebben thuis problemen. Dat kunnen sociale problemen zijn, bijvoorbeeld in de relatie met de partner, problemen op financieel gebied, problemen veroorzaakt door verslaving, gedrag of ziekte. Maar bijna altijd is er sprake van een combinatie hiervan. Veelal hebben zij vervolgens moeite om zich in de maatschappij te handhaven en verlaten sommigen het huis, al dan niet gedwongen. Deze kwetsbare personen zijn veelal onvoldoende zelfredzaam en vragen meestal niet duidelijk om hulp. Gemeenten hebben al enige tijd de verantwoordelijkheid voor deze zogenoemde kwetsbare mensen onder de Wet collectieve preventie volksgezondheid. Per 1 januari 2007 is de verantwoordelijkheid onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) komen te vallen. De Wmo heeft als doel iedereen in de samenleving mee te laten doen aan het maatschappelijke verkeer en zorgt er ook voor dat personen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. De benodigde ondersteuning verschilt van persoon tot persoon. De Wmo kent 9 verschillende prestatievelden en deze kwetsbare personen vallen onder andere onder de prestatievelden 7, 8 en 9. De prestatievelden zijn gedefinieerd als1: • Prestatieveld 7: het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. • Prestatieveld 8: het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen. • Prestatieveld 9: het bevorderen van verslavingsbeleid. In het kader van de horizontale verantwoording, waarbij gemeenten zich voor hun beleid moeten verantwoorden aan hun eigen burgers en cliënten, is de gemeente verplicht om elk jaar een tevredenheidsonderzoek uit te voeren onder een doelgroep van de Wmo. De gemeente Zaanstad heeft ervoor gekozen om onder andere dit tevredenheidsonderzoek onder de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 te houden. De reden voor de gemeente Zaanstad om voor deze doelgroepen te kiezen is dat zij bij uitstek degene zijn die uit eigen ervaring kunnen vertellen waar hun wensen en behoeften liggen met betrekking tot de Wmo. Aandachtspunt bij deze doelgroep is dat deze doelgroepen serieus moeten worden genomen, maar dat een deel van hun probleem veelal is dat zij onvoldoende zicht hebben op de werkelijkheid. Het is daarom van belang om de ervaringen enigszins in perspectief te plaatsen. De doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 zijn zeer divers en in dit tevredenheidsonderzoek is gekozen om een tweetal doelgroepen te benaderen: personen 1
Een nadere toelichting op de prestatievelden is terug te vinden in de bijlage.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
3
uit de maatschappelijke opvang ofwel een sociaal pension en zogenaamde kwetsbare personen. Taken van de gemeente ten aanzien van deze doelgroepen richten zich op de onderstaande aspecten: • • •
•
preventie: voorkomen dat mensen op termijn tot de doelgroep gaan behoren of voorkomen dat mensen op termijn gebruik moeten maken van de voorzieningen; (vroegtijdige) signalering: vroegtijdig onderkennen van mensen die in de problemen komen maar hiervoor zelf geen hulp inschakelen; opvang, behandeling en begeleiding: als mensen gebruik moeten maken van de voorzieningen, ervoor zorg dragen dat er voldoende en gevarieerd aanbod aanwezig is; uitstroom, maatschappelijk herstel: ervoor zorgen dat mensen die zijn opgevangen weer uitstromen en zelfstandig kunnen functioneren in de maatschappij.
Het onderdeel opvang, behandeling en begeleiding wordt voornamelijk door de centrumgemeenten opgepakt. Voor de andere aspecten ligt de verantwoordelijkheid bij zowel de centrumgemeenten als de regiogemeenten. De gemeente Zaanstad is bezig met de voorbereiding voor het Wmo-beleidsplan dat eind van 2010 of begin 2011 zal worden vastgesteld. In dit beleidsplan zal aandacht worden besteed aan de bovengenoemde taken van de gemeente voor de doelgroepen. Voor het beleidsplan wordt door het uitvoeren van verschillende onderzoeken input verzameld om zo de verschillende doelgroepen van de Wmo aandacht te kunnen besteden in het beleidsplan. De diverse onderzoeken dienen om in kaart te brengen wat de behoeften zijn van de verschillende doelgroepen en op welke wijze de gemeente Zaanstad de doelgroepen kan bijstaan om deel te nemen aan de maatschappij. In de Wmo gaat het immers om meedoen. Dit leidt tot de volgende probleemstelling: Op welke wijze kan de ondersteuning aan de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 worden ingevuld en of worden verbeterd? Teneinde de doelgroep in de gemeente Zaanstad beter van dienst te zijn bij het terugnemen van de regie over het eigen leven. 2.2
Onderzoeksopzet
De probleemstelling is van dien aard dat een kwalitatieve onderzoeksmethode het meest passend is. Met kwalitatief onderzoek kunnen de betekenissen achterhaald worden die betrokkenen zelf aan hun situatie geven, dus de praktijktheorieën die betrokkenen zelf hebben ontwikkeld. De gemeente Zaanstad wil onder de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 nu juist de ervaringen achterhalen.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
4
Bij kwalitatief onderzoek is de informatieverzameling vaak open en flexibel, zodat er ruimte is voor onvoorziene gebeurtenissen. Dit betekent dat er geen sterke voorstructurering is, zoals in een enquête, waarbij kwantitatieve analyses gedaan worden op de verkregen data. Dit betekent echter niet dat je met kwalitatief onderzoek niet zou kunnen kwantificeren; hoe vaak zich iets voordoet, hoeveel mensen specifiek gedrag vertonen etc. Kwalitatief onderzoek is vooral handig voor explorerend, dat wil zeggen verkennend of verdiepend onderzoek. Met kwalitatief onderzoek kunnen betekenissen die mensen toedelen aan alledaagse gebeurtenissen goed worden onderzocht. Het gaat hier dus niet om het valideren van de uitspraken van mensen, of deze waar zijn of niet, maar wat ze voor hen betekenen. Het is dan ook goed om te realiseren dat in dit rapport uitspraken gedaan kunnen worden door respondenten die niet aansluiten bij de werkelijkheid. Het gaat er in dit onderzoek echter niet om wat waar is of niet, maar hoe de doelgroep bepaalde gebeurtenissen ervaart. Generaliseren De gegevens uit kwalitatieve onderzoeken zijn lastig generaliseerbaar naar de gehele groep of andere groepen, door de geringe steekproef. Wel kan er sprake zijn van theoretische of inhoudelijke generalisatie, wat iets anders is dan statistische generaliseerbaarheid. De resultaten van dit onderzoek kunnen dus niet worden doorgetrokken naar de gehele doelgroep! Methoden van kwalitatief onderzoek zijn: documentenverzameling, participerende observatie en het open interview. In dit onderzoek maken we gebruik van open groepsinterviews. Bij open interviews wordt gebruik gemaakt van een topiclijst. Dit is een semigestructureerde vragenlijst, waarbij een aantal onderwerpen aan bod moeten komen, maar de precieze vraagstelling en de volgorde van de vragen staat niet vast. Deze open groepsinterviews zijn door middel van een huiskamer- en locatiegesprek gehouden. Deze vorm heeft als doel om uitwisseling tussen de deelnemers te bewerkstelligen en om door te vragen zodat duidelijk wordt of bepaalde ervaringen door meer deelnemers gedeeld worden. De resultaten gesprekken kunnen worden gezien als een sfeerbeeld van de deelnemers en hun ervaringen van alledag. Daarnaast worden op basis van de gesprekken een aantal aanbevelingen geformuleerd met mogelijke oplossingen of aandachtspunten. Tijdens de bijeenkomst zijn er een aantal onderwerpen besproken, zoals bijvoorbeeld de problemen waar tegen aan wordt gelopen en op welke wijze de gemeente ondersteuning kan bieden. Ten slotte zijn de cliënten tot een aantal concrete aanbevelingen gekomen waar de gemeente rekening mee kan houden bij het opstellen van het nieuwe beleidsplan.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
5
2.3
Beschrijven doelgroep
De gemeente Zaanstad heeft de contacten gelegd voor het houden van de huiskamer- en locatiegesprekken. De gesprekken hebben plaatsgevonden met een groep kwetsbare burgers van de Noorderkerk en bewoners van het sociaal pension Zaanerf. Onderstaand wordt een korte omschrijving gegeven van de kwetsbare burgers van de Noorderkerk en de bewoners van het sociaal pension Zaanerf. Noorderkerk Op woensdag tussen de middag komt een groep burgers uit Zaandam samen onder leiding van Ineke. De (inloop)bijeenkomsten worden gehouden in de Noorderkerk waar een ruimte beschikbaar is gesteld om met elkaar te praten, maar ook om samen van een warme lunch te genieten. De lunch wordt bereid door vrijwilligers en gefinancierd vanuit de Noorderkerk in samenwerking met de voedselbank. Ineke zet zich al ruim 25 jaar actief in voor kwetsbare burgers en wordt hiervoor zeer gewaardeerd door de aanwezigen. Zij heeft het mogelijk gemaakt om een keer per week samen te komen. Naast deze bijeenkomsten op de woensdag organiseert Ineke nog een aantal activiteiten voor de aanwezigen en steekt zij vaak ook een helpende hand toe. Ze gaat mee naar instanties en biedt een luisterend oor. De aanwezigen bij deze woensdag zijn veelal via een bekende bij de Noorderkerk terecht gekomen. Vaak zijn ze de eerste keer met een andere aanwezige meegekomen. Iedereen kan aansluiten en iedereen is ook welkom. De bijeenkomsten zijn zeer laagdrempelig. Sociaal pension Zaanerf Het sociaal pension Zaanerf is een 24-uursvoorziening voor dak- en thuisloze mannen en vrouwen uit de Zaanstreek. Het pension biedt de elementaire levensbehoeften zoals veiligheid, voeding, onderdak en aandacht. Vanuit deze woonomgeving kan er door de cliënt gewerkt worden aan de oplossing van het probleem, dan wel het draaglijker maken van de thuisloosheid. In Zaanerf staat de combinatie begeleiden en wonen centraal. Het team van Zaanerf accepteert en ondersteunt de individuele cliënt in zijn uniciteit.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
6
3
Resultaten rondetafelgesprek Noorderkerk In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van het rondetafelgesprek in Noorderkerk. Het gesprek in de Noorderkerk is gehouden op woensdag 28 april.
3.1
Achtergrond
De groep van aanwezigen op de woensdag bestaat uit mensen van verschillende achtergronden met veelal andere problemen. Sommige aanwezigen hebben te maken meerdere vormen van problemen. Tabel 1
Achtergrondkenmerken (geslacht, leeftijd) Aantal
Geslacht Man
5
Vrouw
4
Leeftijd 40 jaar of jonger
3
Tussen de 40 en 50 jaar
2
50 jaar of ouder
2
Leeftijd onbekend
2
Alle aanwezigen zijn alleenstaand. Sommigen zijn niet altijd alleenstaand geweest. Werk Van de aanwezigen laten de vrouwen zich niet uit over het wel of niet hebben van werk. Een viertal heren geven aan hoe werk een plaats heeft binnen hun leven. Een van de heren geeft aan een betaalde baan te hebben binnen de zorg. Een ander vertelt dat hij altijd productiewerk heeft gedaan, maar sinds enige tijd thuis zit. Meneer zit niet bij de pakken neer en heeft zich gemeld bij de sociale dienst. Hij is actief bezig met het zoeken van een baan en heeft hier ondersteuning bij gevraagd. Vanwege zijn leeftijd ervaart hij echter problemen; er wordt meneer verteld dat hij te oud is. Dit gebeurt zowel bij het krijgen van ondersteuning als bij het solliciteren. Meneer wil graag bezig zijn; het liefst door een baan, maar staat ook open voor scholing. Twee andere heren geven aan een uitkering te ontvangen. Een van de heren is een zogenaamde jonggehandicapte (Wajong-uitkering) en de andere meneer is voor 40% afgekeurd. De afgekeurde meneer wil wel graag werken en is bezig met een reintegratietraject. Voor hem is dit reeds bekend, want een aantal jaar geleden heeft hij ook een dergelijk traject gevolgd. Het vorige traject is goed afgerond, want na de scholing heeft hij een aantal seizoenen kunnen werken. Meneer is dan ook positief over het huidige traject.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
7
Financiële problemen Een drietal van de aanwezigen hebben te maken gehad met schulden of zitten nog in het traject om schuldenvrij te komen. Een tweetal anderen houden zich bezig met hun financiën. Onderstaand wordt hier op ingegaan. Een meneer vertelt dat hij schulden heeft gehad. Zijn ouders zijn bijgesprongen en hebben de schulden voorgeschoten. Uiteindelijk heeft hij zijn ouders terugbetaald met rente. Het kostte moeite om de schulden af te betalen, maar het is gelukt. Meneer is heel blij met het eindresultaat. Uitgaan vormde voor een andere meneer de aanleiding om in de financiële problemen te komen. Het geven van een rondje of het drinken van een drankje in een uitgaansgelegenheid is niet goedkoop. Als het geld op was, dan betekende dit voor meneer een tijdje op een stokje bijten. Een mevrouw geeft aan korte tijd geleden een nieuw “bevel” te hebben gekregen van de rechtbank in verband met schulden. Mevrouw geeft aan al jaren in een traject te zitten om haar schulden af te betalen, maar helaas heeft mevrouw het niet getroffen met haar financiële bewindvoerder. In het verleden heeft mevrouw teveel aan uitkering ontvangen en ze heeft geprobeerd om dit aan te kaarten. Mevrouw werd niet gehoord door de verschillende instanties, maar ook niet door haar financiële bewindvoerder. Vanwege de situatie heeft mevrouw momenteel slechts 20 euro per week te besteden en hierdoor moet zij soms bezuinigen op: (soms) eten, aanschaffen van een nieuw gehoorapparaat, aandoen van licht en stofzuigen. Een van de heren geeft aan dat het financieel minder is geworden sinds het verliezen van zijn baan, maar dat het voorlopig nog te doen is. Een mevrouw maakt zich druk om haar financiën. Ze heeft momenteel na het betalen van haar vast lasten ongeveer 40 euro per week te besteden. Mevrouw vreest de komende veranderingen van de zorgverzekering. De verhalen gaan dat de premie van de zorgverzekering wordt verhoogd en waar moet dat van betaald worden? Drugs en alcohol Binnen de groep wordt vrijwel geen problemen aangegeven op het gebied van drugs en alcohol. Een meneer geeft aan sinds een aantal jaar geen alcohol meer te drinken en ook gestopt te zijn met roken. Onder de aanwezigen van de bijeenkomsten op de woensdagmiddag is normaal gesproken ook een groep ouderen aanwezig. Deze ouderen zijn geen ‘gewone’ ouderen, maar mensen van middelbare leeftijd met veelal alcoholproblemen. Zij zijn vandaag niet aanwezig bij het gesprek, maar een van de aanwezigen wil graag wel aandacht vragen voor deze mensen.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
8
Dakloosheid Veel van deze zogenoemde ouderen die vlakbij de Noorderkerk komen zijn dakloos. De ouderen slapen veelal onder de brug en worden als overlastgevers ervaren door de omwonenden. De groep ouderen hangt vaak rond nabij Leger des Heils (Tuinierstaat) en het Verzetsplantsoen, omdat ze geen andere plek hebben. Daar worden ze echter vandaan gestuurd op straffe van een geldboete. De aanwezigen bij het gesprek zijn echter allemaal niet dakloos. Een mevrouw geeft aan zelf dakloos te zijn geweest. Zij heeft met behulp van het Leger des Heils haar leven kunnen opbouwen en heeft weer een dak boven haar hoofd. Ze herinnert zich dat het lastig was, want als dakloze mag je slechts 4 keer per week bij het Leger des Heils slapen. Wat moet je dan de andere nachten? Psychische problemen Twee personen hebben te maken met psychische problemen. Een persoon ontvangt behandeling bij een GGZ instelling en neemt veel medicijnen tot zich. Zij geeft aan deze medicijnen nodig te hebben om haar leven op de rails te kunnen houden. De andere persoon leidt aan schizofrenie met soms een psychose. Veelal gaat het goed, maar soms lukt het niet en is een opname in een instelling nodig. Begeleid wonen Twee personen geven aan in een soort steunende huisvesting te wonen. Een eigen huis, maar tegen een instelling aan. Beiden zijn erg blij met de mogelijkheid om zo toch een beetje zelfstandig te wonen. Naast de verschillende problemen die een rol spelen bij de aanwezigen, zijn de motieven waarom men aanwezig is op woensdag bij de Noorderkerk wisselend. Voor sommigen vormt het afleiding, voor andere een gezellig babbeltje. Binnen de groep is voor iedereen plaats en ruimte. Een van de aanwezig geeft aan: “Het is prettig en leuk om hier te zijn.” 3.2
Dagelijkse bezigheden
Zoals in de vorige paragraaf aangegeven is een van de aanwezigen werkzaam in de zorg en houdt hij zich daar mee bezig. Als hij echter tijd heeft gaat hij bij de zogenoemde ouderen, die vlakbij de Noorderker komen, langs voor een praatje. Hij luistert naar ze, geeft ze tips en neemt ze soms mee naar de Noorderkerk. Soms nam hij ze mee naar huis voor een hapje eten of mochten ze een nacht bij hem blijven slapen. De zogenoemde ouderen hangen de hele dag bij een locatie van het Leger des Heils rond. Een mevrouw geeft aan na haar behandeling bij een instelling doorverwezen te zijn naar het dagactiviteitencentrum. Het centrum heeft haar geholpen om grip te krijgen op haar
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
9
leven en inmiddels vervult zij de rol van gastvrouw in het activiteitencentrum. Het dagactiviteitencentrum zorgt voor haar dagbesteding. Een ander persoon geeft aan vrijwilligerswerk te verrichten en een ander is druk met zijn muziek en schrijft wat. Veel van de aanwezigen lijken momenteel niet veel structuur te hebben in het dagelijkse leven. Een van de aanwezigen met weinig financiële ruimte en een beperkt sociaal netwerk geeft aan de hele dag op haar bed te liggen. Mevrouw zegt letterlijk: “Ik heb mijn bed.” Mevrouw onderneemt geen actie om hier verandering in te bewerkstelligen; zij lijkt redelijk gelaten onder deze constatering te zijn. Over de woensdag in de Noorderkerk geven een aantal aanwezigen aan: “Het zorgt voor ongeveer 2 uurtjes afleiding.” “Zonder dit, zou ik bij de zogenoemde ouderen op het pleintje hangen.” “Deze twee uurtjes zijn fijn, maar daarna sta je weer op straat.” Kortom, de woensdagen bij de Noorderkerk worden zeer gewaardeerd door de aanwezigen en lijkt een belangrijke (inloop)functie te vervullen. De bijeenkomsten bieden mogelijkheden voor afleiding, ontmoeting en ook ondersteuning (helpende hand van Ineke). 3.3
Erkenning en ondersteuning buitenwereld
De ervaringen met erkenning en ondersteuning vanuit de buitenwereld zijn wisselend voor de aanwezigen. Een meneer geeft aan de hij altijd contact heeft gehouden met zijn familie, in goede tijden en minder goede tijden. Hij heeft steun gevonden bij zijn familie en in het geloof om zijn problemen te overwinnen. Een van de twee personen met psychische problemen heeft het gevoel dat zij een stempel op zich heeft. Ze ervaart alsof iedereen aan haar zien dat zij onder behandeling is bij een GGZ instelling. Deze stempel zorgt ervoor dat mensen in je omgeving niets meer van je willen weten. Het maakt niet uit of het gaat om je buren of om je eigen familie. De familie wil niets meer van haar weten en twijfelt zelfs of het nodig is dat er zoveel medicijnen worden gebruikt. De twijfel en het daarbij behorende onbegrip stelt de aanwezige teleur. Zij heeft dit nodig om op de rails te blijven! Mevrouw geeft aan dat zij het mist dat mensen niet langer bij haar thuis komen. Mevrouw heeft weinig sociale contacten overgehouden.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
10
Een van de aanwezigen merkt op dat je met het verlies van je baan meteen veel meer kwijt raakt. Het dagelijkse ritme gaat verloren en de contacten met anderen verminderen. Een meneer geeft aan steun te hebben aan zijn moeder. Helaas gaat het met zijn moeder momenteel iets minder en dit heeft effect op hem. Meneer voelt zich verantwoordelijk voor zijn moeder. 3.4
Invulling ondersteuning
Uit de verschillende verhalen van de vorige paragrafen komt naar voren dat de aanwezigen veelal een vorm van ondersteuning hebben gekregen, ontvangen of kunnen gebruiken. Vanwege hun achtergrond hebben de aanwezigen ook vaak ervaring opgedaan met verschillende instellingen die ondersteuning bieden en hebben zij hier een mening over kunnen vormen. Zo vinden de aanwezigen het fijn dat een dergelijk initiatief als nu op de woensdag bij de Noorderkerk plaatsvindt fijn en goed. Wel verbazen zij zich hierover dat het een particulier initiatief is zonder ondersteuning vanuit de gemeente. Ineke, de drijvende kracht achter de bijeenkomsten, doet alles uit eigen middelen. Een van de aanwezigen geeft aan dat Ineke geen financiële middelen van de gemeente wil in verband met de bijkomende verplichte verantwoording. Mogelijk zijn er andere manieren waarop de gemeente Ineke kan ondersteunen in haar initiatief? Instellingen kunnen ondersteuning bieden op verschillende vlakken, maar het is vaak onbekend bij welke instelling je met welke problematiek je terecht kunt. Het is voor de burger veelal niet bekend, maar ook instellingen weten vaak niet wat de andere instellingen voor ondersteuning kunnen geven. Daarnaast geldt dat cliënten geld opleveren voor een instelling en daarom zullen instellingen niet snel aangeven dat een andere instelling misschien beter is voor jouw specifieke problematiek. Doorverwijzen levert een instelling geen geld op. Aanbeveling vanuit twee aanwezigen is het hebben van een loket voor het vinden van de juiste instellingen voor de juiste problemen/vragen. Bij specifieke problemen is het voor de professionals lastig om door te verwijzen naar de juiste instelling. Ook al hebben de professionals de beschikking over diverse boeken met instellingen. Een van de aanwezigen geeft aan dat hij vaak vragen krijgt vanuit zijn omgeving over allerlei verschillende onderwerpen. Meneer verwijst de mensen zo goed als hij kan door. Het zou fijn zijn als dit doorverwijzen door iemand vanuit de gemeente kan worden gedaan. Een loket zoals hierboven geopperd kan namelijk voor bepaalde mensen een stap te ver zijn. Voor hen is het van belang dat zij op een laagdrempelige manier hun vragen
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
11
kunnen stellen. Bijvoorbeeld door een inloopgelegenheid zoals de woensdagen in de Noorderkerk. Verder heerst bij de aanwezigen het gevoel dat veel hulpverleners hun niet verder kunnen helpen. Zo werkt het vaak bij officiële instellingen of organisaties, maar ook bijvoorbeeld bij religieuze instellingen. Het overkomt de aanwezigen vaak dat ze geen eens reactie krijgen op hun vragen. Een van de aanwezigen geeft aan: “Instanties zijn een sprookje.” De instellingen zullen de ondersteuning niet uit zichzelf gaan geven. Je moet zelf stappen ondernemen om ondersteuning te krijgen. Een van de aanwezigen geeft aan dat hij zelf inzag dat het niet goed met hem ging. Hij heeft vervolgens hulp gezocht. Echter soms krijg je ondanks je vraag om ondersteuning niet de hulp die je nodig hebt. De mevrouw met schulden vanwege een teveel ontvangen uitkering heeft bij verschillende instanties, maar ook bij haar eigen financieel bewindvoerder de zaak aanhangig proberen te maken. Effect heeft het niet gehad met als eindresultaat dat ze nu nog in de schulden zit. De zogenoemde ouderen, die vlakbij de Noorderkerk, komen hebben zich enige tijd geleden sterk gemaakt voor een eigen plek. Een plaats waar zij kunnen rondhangen zonder anderen tot last te zijn, maar dit is helaas niet gelukt. Het gevoel overheerst bij de ouderen dat de gemeente niet de moeite heeft genomen om een dergelijke plek te creëren. Deze groep van zogenoemde ouderen biedt een kans voor de gemeente. Deze ouderen willen hun eigen plek om zo niet anderen tot last te zijn. Ze willen meer binding met de gemeenschap in Zaanstad en met het maatschappelijk verkeer. Hier zou de gemeente een goede rol in kunnen vervullen. Misschien door bij de Noorderkerk initiatieven te laten ontstaan en te subsidiëren. Wellicht in zelfbeheer. Over de ondersteuning zijn bijna alle aanwezigen het eens: deze kan beter. Vooral het vinden van de juiste plek om de (ondersteunings)vraag te kunnen stellen blijkt een aandachtspunt te zijn. Waar kan je terecht voor welke vraag? Mochten de aanwezigen niet geholpen worden met hun (ondersteunings)vraag, dan lijken zij zich hier vaak bij neer te leggen. Veel (re)actie roept dit niet op.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
12
4
Resultaten rondetafelgesprek Sociaal Pension Zaanerf In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van het rondetafelgesprek in het sociaal pension Zaanerf. Het gesprek is gehouden op zondag 25 april. Tabel 2
Achtergrondkenmerken (geslacht, leeftijd) Aantal
Geslacht Man
15
Leeftijd 23 jaar of jonger
3
24 jaar en ouder
12
Alle aanwezigen waren van het mannelijke geslacht. De leeftijden werden niet expliciet genoemd tijdens de gesprekken, daarom is in de tabel alleen het onderscheid opgenomen tussen aanwezigen onder de 23 jaar en boven de 23 jaar. Deze leeftijdsgrens hangt samen met de definities rondom zwerfjongeren. 4.1
Achtergrond
In het sociaal pension Zaanerf is ruimte voor daklozen, passanten en zwerfjongeren. Ten tijden van het gesprek zijn alle bewoners van het mannelijke geslacht. De meeste behoren tot de groep van daklozen en een aantal tot de doelgroep van zwerfjongeren. De verdeling van de beschikbare plaatsen laat ook een dergelijke verdeling zien. Onderstaand wordt ingegaan op hoe de bewoners de huisvesting ervaren en wordt gekeken naar het onderwerp werk en inkomen. Als laatste wordt van een aantal bewoners beschreven op welke wijze zijn in het sociaal pension Zaanerf zijn terechtgekomen, maar ook over hoe zij de toekomst zien. Huisvesting De bewoners betalen huur voor hun kamer in het sociaal pension. De meerderheid van de bewoners vindt de huur voor de kamers hoog. Zeker gezien het feit dat een gedeelte van de bewoners moet rondkomen van een uitkering. Een citaat van een bewoner over de hoogte van de huur: “Schandalig.” De bewoners kunnen de hoogte van de huur moeilijk begrijpen. Naar hun zeggen zijn de kamers en het bed inclusief matras zeker 25 jaar oud. Als het al niet 40 jaar is. Daarnaast deelt het merendeel van de bewoners de kamer met een medebewoner. De huur is voor iedereen gelijk; hier maakt het niet uit of de bewoner een kamer voor zichzelf heeft of een kamer deelt. De verklaring dat het sociaal pension dicht bij Amsterdam ligt maakt het voor de bewoners niet beter. Een van de bewoners geeft aan:
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
13
“Hier heb ik tenminste een dak boven mijn hoofd.” Meneer vertelt dat hij ook in Rotterdam heeft gewoond en dat het daar niet veel beter is. Een andere bewoner geeft aan dat hij de huur accepteert, omdat hij niet wil worden gezien als een passant. Meneer wil graag een eigen plek. Hoe hoog de huur ook is. Frustraties rondom de hoogte van de huur hebben ook te maken met het feit dat een deel van de bewoners moet rondkomen van een uitkering. De huur samen met de kosten van een zorgverzekering slokken het grootste gedeelte van hun financiële middelen op. De bewoners met een uitkering moeten van ongeveer 200 euro per maand leven. Werk en inkomen Zoals bij het onderdeel huisvesting aangegeven ontvangt een deel van de bewoners een uitkering en zij ervaren frustratie bij het beschikbare inkomen. Niet alle bewoners hebben een uitkering. Een enkeling geeft aan dat zij een betaalde baan hebben. De bewoners uit de doelgroep van zwerfjongeren zijn bezig met een leer-werktraject. Instroom en uitstroom Een aantal bewoners hebben verteld hoe zij terecht zijn gekomen in het sociaal pension en hoe zij hun toekomst met betrekking tot het pension zien. De bewoners zijn verschillend en de verhalen zijn daarmee ook verschillend. Hieronder staan de verhalen opgeschreven. Een tweetal personen laat blijken dat zij zich op hun plek voelen binnen het sociaal pension en geen behoefte te hebben aan doorstroom. Een van deze heren woont reeds 9 jaar in het pension. De andere meneer vertelt dat hij in het verleden reeds een aantal malen uit een traject van het Leger des Heils heeft gezeten, maar heeft de trajecten niet tot een succesvol einde gebracht. Meneer is deze keer zeer gemotiveerd om het traject te volbrengen. In het pension, binnen de woongroep, houdt meneer zich vooral bezig met zijn zelfbeheersing en het groepsverkeer. Voor meneer is het sociaal pension ontzettend fijn, want het biedt hem de mogelijk om te oefenen. Meneer heeft dan ook geen behoefte om de groep of het pension te verlaten. Vier bewoners geven dat zij druk bezig zijn met een andere vorm van onderdak. Niet iedereen wil meteen zelfstandig wonen. Een bewoner geeft aan dat hij graag weg wil uit het sociaal pension, maar dat hij het nog niet ziet zitten om zelfstandig te wonen. Meneer zegt nog een paar maanden hier te willen blijven, maar dan toch echt naar een andere plaats te willen. Meneer voelt zich hier niet thuis, niet op zijn gemak. Een andere bewoner vertelt dat zijn eigen woning is afgebrand en dat hij sindsdien in het sociaal pension woont. Meneer geeft aan dat hij wat extra ondersteuning nodig heeft om het dagelijkse leven weer op te pakken. Zeker op het gebied van wonen kan hij hulp gebruiken. Over 5 jaar ziet meneer zichzelf hier niet meer wonen; meneer wil verder.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
14
Schulden en geen dak boven het hoofd hebben er bij een andere bewoner ervoor gezorgd dat hij in het sociaal pension terecht is gekomen. Meneer is bezig met het aflossen van zijn schulden, maar is helaas werkloos geraakt. Hij is op zoek naar een nieuwe baan en houdt zich ook bezig met het zoeken van ander onderdak. Inschrijving bij woningnet voor een nieuwe woning levert vooralsnog geen resultaat op en meneer heeft aan zijn werkcoach gevraagd om ondersteuning bij het zoeken van een woning. Om in aanmerking te komen voor een woning is veelal een (vast) inkomen verplicht en dat heeft meneer niet. Hij ervaart dit als een soort vicieuze cirkel. Een medebewoner herkent deze cirkel voor het zoeken van een woning. Meneer heeft wel een baan, maar desondanks zijn de financiële middelen niet ruim. Het duurt lang voor een woning wordt toegewezen. Het alternatief is de particuliere markt, maar de hoogte van de huur vormt hier een belemmering. 4.2
Dagelijkse bezigheden
De bewoners van het sociaal pension brengen op verschillende wijze de dagen door. Een deel van de bewoners heeft een baan of volgt een leer-werktraject en zijn hier overdag mee bezig. Een bewoner gaat meerdere keren per week naar een boerderij waar hij enkele uren werk verricht. Het merendeel van de bewoners heeft overdag vrijwel geen activiteiten. Op de woensdag kan tegen een vergoeding werkzaamheden worden uitgevoerd, maar dit is slechts 1,5 uur. Andere dagbestedingen worden niet genoemd door de bewoners. 4.3
Erkenning en ondersteuning buitenwereld
Een aantal bewoners geven aan contact te hebben met anderen, zoals kennissen, vrienden en familie. Vanuit het pension worden de bewoners ook gesteund hierin, maar sommige kiezen er bewust voor om geen contacten te leggen met familie en vrienden. Ze schamen zich voor hun situatie. Daarnaast geven een aantal bewoners aan dat soms de contacten vanuit de andere kant worden verbroken. Soms vinden anderen het niet prettig om contact te hebben met de bewoners. Dakloosheid is niet iets waar iedereen mee te maken willen hebben en houden daarom afstand. Achterliggende reden kan zijn dat mensen zonder deze afstand misschien tot de ontdekking komen dat het iedereen kan overkomen., dus ook hun en dat is beangstigend. Bij de bewoners overheerst het gevoel dat de buitenwereld aan hun kunnen zien dat zij in het sociaal pension verblijven. “Mensen kijken vreemd naar je.”
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
15
Ook als je vertelt dat je in het sociaal pension Zaanerf woont, zijn de reacties niet positief. Een van de bewoners vertelt dat de buitenwereld een bepaalde associatie heeft met bewoners van een sociaal pension en dit is niet positief. Hij hoopt dat dit beeld beter wordt als het pand opgeknapt wordt. Daarnaast hebben de directe omwonende geen last van de bewoners, aangezien de bewoners regels opgelegd hebben gekregen. Zij mogen zich bijvoorbeeld niet ophouden binnen een gebied van 500 meter van het pension. Als bewoner van het sociaal pension wordt meer op je gelet. Soms wordt je behandeld als een kind en dit frustreert. Waarom is er bijvoorbeeld niets aan de hand als een ‘gewone’ burger een biertje drinkt, maar wel als iemand vanuit het sociaal pension dit doet? De bewoners geven aan dat de buitenwereld het veelal niet wil of kan accepteren dat sommige mensen het even moeilijk hebben gehad en daarom in een sociaal pension wonen. Ze willen er gewoon niets van weten. 4.4
Invulling ondersteuning
Algemeen Bij de bewoners is het relatief onbekend dat de gemeente ondersteuning kan bieden op de verschillende vlakken van participatie. Ook het feit dat je daar terecht kunt met vragen is niet bekend. Over de ondersteuning die de bewoners krijgen zijn een aantal niet heel positief. Een bewoner geeft aan dat hij het gevoel heeft dat de professionals tegenwerken, ook al horen ze je te helpen. Een andere bewoner geeft aan dat hij ondersteuning krijgt vanwege zijn leeftijd, maar dit wil niet zeggen dat alles geregeld wordt. Meneer heeft het gevoel alles zelf moet doen, maar heeft het gevoel dat de regie kwijt is. Hij bepaalt niet welke ondersteuning hij nodig heeft, dit wordt door de professional gedaan. Verder wordt aangegeven dat de professionals hun best doen om je te ondersteunen, maar dat afhankelijk van de persoon zaken wel of niet geregeld worden. Dit heeft niet te maken met onwil vanuit de professional, maar eerder met het ontbreken van deskundigheid en werkervaring. De problemen en behoeften van de bewoners zijn verschillend en divers en dit zorgt voor de vraag voor een ondersteuning op maat. Helaas blijkt de ruimte voor maatwerk beperkt te zijn, aldus de bewoners.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
16
Uit het Stedelijk Kompas komt naar voren dat het wenselijk is dat elke dak- en thuisloze een persoonsgerichte aanpak met een individueel zorgplan, passende huisvesting en een dagbesteding krijgt. Doel van dit zorgplan is om te komen tot een stabiele mix van wonen, zorg en inkomen. Deze aanpak wordt als het meest effectief beschouwd. Werk en inkomen De meeste bewoners beschikken over een uitkeringen en lijken niet actief te zijn met het zoeken van een baan. Degenen die hier wel mee bezig zijn, geven aan weinig zicht te hebben over waar te baan te vinden. Een aantal bewoners heeft ondersteuning bij het zoeken van werk door bijvoorbeeld een werkcoach of een leer-werktraject. Huisvesting Het zoeken van een andere woning is voor de bewoners niet makkelijk. De wachtlijsten voor woningen in en rond Zaandam is lang. Daarnaast vormen de beperkte financiën een obstakel om naar de particuliere woningmarkt over te stappen. De vraag wordt gesteld of de gemeente niet voor een urgentieverklaring kan zorgen of voor een andere vorm van bemiddeling. De bewoners die actief bezig zijn met zoeken vinden de ondersteuning vanuit de professionals en de gemeente op dit gebied minimaal. Doordat het lastig is om een andere woning te vinden zullen bewoners langer binnen het sociaal pension blijven dan mogelijk noodzakelijk is. Het niet kunnen uitstromen naar een andere woning zorgt er meteen voor dat de instroom ook stagneert. De plek binnen de opvang wordt immers in beslag gehouden en laat andere dak- en thuislozen langer op straat wonen. Het is van belang om de doorstroom op gang te houden. Persoonlijke ontwikkeling Een van de bewoners benut het groepsverkeer binnen het sociaal pension om te oefenen met zijn eigen vaardigheden. Op deze manier vormt het wonen in het pension een soort ondersteuning in de persoonlijke ontwikkeling van meneer.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
17
5
Aanbevelingen In beide huiskamer- en locatiegesprekken zijn aandachtspunten naar voren gekomen. Soms zijn de aangedragen punten relevant voor de betrokken instelling(en) of andere instanties, maar ook een aantal punten kunnen als aanknopingspunten voor de gemeente dienen. Onderstaand staan de punten genoemd, uitgesplitst naar de leefgebieden aangevuld met het onderdeel “algemeen en ondersteuning”. Tussen haakjes staat genoemd in welk gesprek het punt naar voren is gekomen, indien dit niet uit het punt zelf blijkt. Voor een aantal punten geldt dat zij voor beide gesprekken relevant zijn. Algemeen: • Het informele netwerk is van belang bij het bereiken van de doelgroep (Noorderkerk). • Het vergroten van begrip bij bewoners in de omgeving van het sociaal pension Zaanerf biedt kansen. Dit kan door het informeren van de omwoners en het uitleggen. Ga in gesprek met de omwoners. Misschien zelfs samen met de bewoners van het sociaal pension. Onbekend maakt vaak onbemind. Voordeel is dat voor de omwonenden het woonplezier wordt vergroot en dat de bewoners van het sociaal pension zich niet minder voelen nagestaard. • Binnen het sociaal pension is ook plaats voor een aantal zwerfjongeren. Deskundigen zijn het erover eens dat het zeer onwenselijk is om zwerfjongeren op te vangen in voorzieningen waar ook de doorgewinterde volwassen dak- en thuislozen verblijven. Zij vrezen namelijk dat zwerfjongeren anders het leven van en op de straat als ‘normaal’ gaan zien in plaats van als een tijdelijke periode die ze zo gauw mogelijk achter zich moeten laten. Bovendien hebben zwerfjongeren voor een deel andere problematiek, zoals opvoed- en ontwikkelingsproblemen. Daarom is het advies om voor zwerfjongeren een brede aanpak en aparte voorzieningen te hebben2. Huisvesting: • Het hebben van zicht op de bewoners in de opvang is van belang om de doorstroom binnen de instellingen te vergroten. Sommige bewoners zien de opvang niet als een tussenstation, maar als een eindstation. Daarnaast is voor sommigen is de opvang niet de juiste plek (sociaal pension Zaanerf). • De ondersteuning bij het zoeken van een zelfstandige woning of een woning voor begeleid wonen biedt mogelijkheden tot verbetering. Afspraken met instellingen voor begeleid wonen e.d. of corporaties kunnen nuttig zijn. Ook dit heeft invloed op de doorstroom (sociaal pension Zaanerf).
2
Handreiking voor gemeenten. Aanpak zwerfjongeren problematiek. BMC Onderzoek, juni 2009.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
19
Dagbesteding: • Dagbesteding helpt om een vaste structuur te creëren in het dagelijks leven. Tijdens beide gesprekken zijn weinig vormen van dagbesteding genoemd, terwijl deze van belang zijn en een functie hebben. Algemeen en ondersteuning: • Duidelijkheid in waar je terecht kunt om ondersteuning te vragen kan worden vergroot. • Kwetsbare burgers zullen veelal niet bij officiële instanties aankloppen voor (ondersteunings)vragen. Het laagdrempelige beschikbaar zijn van informatie of de mogelijkheid tot het stellen van vragen is nodig (Noorderkerk). • Binnen de gemeente zijn verschillende particuliere initiatieven. Door deze te achterhalen en de organisatoren te informeren over de mogelijkheden van ondersteuning of verwijzen naar het loket kan de stap om naar de gemeente te gaan voor ondersteuning psychisch kleiner worden voor de kwetsbare burgers. Mogelijk wordt er voor begeleiding gezorgd vanuit de particuliere initiatieven naar de instanties of anders kan de gemeente ook periodiek iemand aanwezig laten zijn bij bijeenkomsten (Noorderkerk). • De situaties van de bewoners van het sociaal pension zijn verschillend en daarom is maatwerk van belang. Het leveren van maatwerk zorgt voor een effectievere aanpak van de aanwezige problemen en kan daarmee bijdragen aan een betere doorstroom. • De samenwerking tussen instanties en/of instellingen kan beter. De organisaties moeten beter bekend worden met hun eigen expertise en die van andere instellingen. Daarnaast is het belangrijk dat de cliënt voorop staat en wordt gekeken naar zijn of haar ondersteuningsbehoefte (sociaal pension Zaanerf).
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
20
Bijlagen
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
21
Bijlage 1 Toelichting op de prestatievelden 7, 8 en 9 Prestatieveld 7: het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. • Maatschappelijke opvang: Maatschappelijke opvang omvat activiteiten bestaande uit het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door een of meerdere problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. • Vrouwenopvang: Onder vrouwenopvang wordt begrepen het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan vrouwen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen van relationele aard of geweld en het beleid ter bestrijding van huiselijk geweld. Dit beleid richt zich niet alleen op vrouwen, maar dient ook op ouderen, mannen en kinderen gericht te zijn. Prestatieveld 8: het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen. • OGGz: Onder het bieden van openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGz) wordt verstaan: het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg. Prestatieveld 9: het bevorderen van verslavingsbeleid. • Ambulante verslavingszorg: Ambulante verslavingszorg doelt op activiteiten bestaande uit ambulante hulpverlening, gericht op verslavingsproblemen, en preventie van verslavingsproblemen, inclusief activiteiten in het kader van overlastbestrijding van overlast door verslaving.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
23
Verdiepend tevredenheidsonderzoek onder de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 Wmo-loket Gemeente Zaanstad
Verdiepend tevredenheidsonderzoek onder de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 Gemeente Zaanstad
juli 2010
COLOFON Samenstelling Anja van Lonkhuijzen Edo Paardekoper Overman Vormgeving binnenwerk BMC | Groep Druk BMC | Groep SGBO Benchmarking Postbus 30435 2500 GK Den Haag SGBO 106692 Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van SGBO.
Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke zorg besteed. SGBO kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.
INHOUDSOPGAVE
1
Samenvatting
1
2
Inleiding en werkwijze
3
2.1
Inleiding
3
2.2
Onderzoeksopzet
4
2.3
Beschrijven doelgroep
6
3
Resultaten rondetafelgesprek Noorderkerk
7
3.1
Achtergrond
7
3.2
Dagelijkse bezigheden
9
3.3
Erkenning en ondersteuning buitenwereld
10
3.4
Invulling ondersteuning
11
4
Resultaten rondetafelgesprek Sociaal Pension Zaanerf
13
4.1
Achtergrond
13
4.2
Dagelijkse bezigheden
15
4.3
Erkenning en ondersteuning buitenwereld
15
4.4
Invulling ondersteuning
16
5
Aanbevelingen
19
Bijlage 1
1
Samenvatting Eind 2010 of begin 2011 zal de gemeente Zaanstad een nieuw Wmo-beleidsplan vaststellen en binnen dit plan wil de gemeente aandacht besteden aan de wijze waarop de ondersteuning aan de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 worden ingevuld en of kunnen worden verbeterd. De gemeente wil de doelgroep beter van dienst zijn bij het terugnemen van de regie over het eigen leven. Om de behoeften en ervaringen in kaart te brengen samen met de mogelijkheden voor ondersteuning hebben een tweetal huiskameren locatiegesprekken plaatsgevonden: een gesprek met kwetsbare personen van de Noorderkerk en een gesprek met bewoners van het sociaal pension Zaanerf. Noorderkerk In de Noorderkerk worden op woensdag tussen de middag (inloop)bijeenkomsten gehouden onder leiding van Ineke. De kerk stelt de ruimte beschikbaar, zodat de aanwezigen met elkaar kunnen praten en genieten van een warme lunch. Achtergrond De aanwezigen op de bijeenkomst hebben allemaal een verschillende achtergrond. Sommige ervaren problemen op een vlak, maar anderen op meerdere vlakken. Voorbeelden van genoemde vlakken met problemen zijn: werk(loosheid), financiën, genotsmiddelen, dakloosheid en psychische problemen. Dagelijkse bezigheden Een persoon geeft aan een betaalde baan te hebben en een mevrouw geeft aan actief te zijn als gastvrouw in een dagactiviteitencentrum. Andere voorbeelden van dagactiviteiten zijn het doen van vrijwilligerswerk of het uitoefenen van hobby’s. Veelal hebben de aanwezigen geen structuur in het dagelijkse leven. De bijeenkomsten in de Noorderkerk betekent voor de aanwezigen afleiding, ontmoeting en ook ondersteuning. Erkenning en ondersteuning buitenwereld Ondersteuning vanuit familie wordt door twee van de aanwezigen ervaren. Een derde persoon, een vrouw, ervaart geen ondersteuning vanuit haar omgeving; niet van familie en ook niet van buren. Mevrouw heeft psychische problemen en ziet twijfel en onbegrip bij haar omgeving. Invulling ondersteuning De woensdagen in de Noorderkerk worden door alle aanwezigen gewaardeerd, maar vragen zich af waarom dit via een particulier initiatief moet worden gedaan. Het geven van ondersteuning wordt door verschillende instellingen gedaan, maar de aanwezigen ervaren dat hier niet altijd het belang van de cliënt voorop wordt gesteld. Ook kunnen (professionele) hulpverleners niet altijd de benodigde ondersteuning bieden die nodig is. Hierdoor kan het voorkomen dat iemand om ondersteuning vraagt, wat vaak al een grote stap is voor een kwetsbaar persoon, en vervolgens niet wordt geholpen.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
1
Algemeen aandachtspunt is het vinden van de juiste ondersteuning bij problemen of vragen. Waar kan je terecht voor welke vraag? Sociaal pension Zaanerf Het sociaal pension biedt veiligheid, voeding, onderdak en aandacht aan daklozen, passanten en zwerfjongeren. Vanuit het pension wordt vervolgens gewerkt aan een oplossing van het probleem. Achtergrond De bewoners van het sociaal pension betalen huur, maar laten zich negatief uit over de hoogte. Voor de bewoners met een uitkering blijft er na het betalen van de huur en de zorgverzekering niet veel geld over om van rond te komen. Naast de bewoners met een uitkering, werken een aantal bewoners en zijn een aantal bezig met het volgen van een leer-werktraject. Niet alle bewoners willen doorstromen; zij voelen zich op hun plek. Anderen willen graag een andere woning bemachtigen, een deel zo snel mogelijk en een deel op termijn. Reden van instroom zijn verschillend, genoemd zijn het afbranden van de eigen woning en het hebben van schulden. Dagelijkse bezigheden Een aantal bewoners zijn werkzaam of volgen een leer-werktraject. Een bewoner gaat een paar keer per week naar een boerderij om een paar uur te werken. Het merendeel van de bewoners noemt vrijwel geen bezigheden. Erkenning en ondersteuning buitenwereld Het contact met de buitenwereld wisselt tussen de bewoners. Sommigen hebben nog contact met familie, anderen hebben geen contact meer. Soms is het contact verbroken door de bewoner, maar soms ook door de familie. Vanuit het pensioen wordt het contact aangemoedigd en ondersteund. Verder hebben de bewoners het gevoel dat hen een etiket is opgeplakt, omdat zij in een sociaal pension wonen. Veelal heeft de buitenwereld hier een negatieve associatie mee en ervaren de bewoners een grotere sociale controle. Invulling ondersteuning Bij de bewoners is onbekend dat de gemeente ondersteuning kan bieden bij het meedoen. Veel van de bewoners hebben ervaring met ondersteuning van professionals en de ervaringen zijn wisselend. Een aantal minder positieve signalen zijn: het tegenwerken door de professional, het overnemen van de regie door de professional en het ontbreken van deskundigheid bij de professional. De bewoners realiseren zich dat hun situaties heel specifiek zijn en daarom maatwerk wenselijk is, maar in de praktijk komt dit niet altijd goed van de grond. Genoemde vormen van ontvangen ondersteuning zijn: ondersteuning bij het zoeken van werk en huisvesting. Een van de bewoners ervaart het groepsproces binnen het sociaal pension als ondersteuning voor zijn persoonlijke ontwikkeling.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
2
2 2.1
Inleiding en werkwijze Inleiding
Sommige personen hebben thuis problemen. Dat kunnen sociale problemen zijn, bijvoorbeeld in de relatie met de partner, problemen op financieel gebied, problemen veroorzaakt door verslaving, gedrag of ziekte. Maar bijna altijd is er sprake van een combinatie hiervan. Veelal hebben zij vervolgens moeite om zich in de maatschappij te handhaven en verlaten sommigen het huis, al dan niet gedwongen. Deze kwetsbare personen zijn veelal onvoldoende zelfredzaam en vragen meestal niet duidelijk om hulp. Gemeenten hebben al enige tijd de verantwoordelijkheid voor deze zogenoemde kwetsbare mensen onder de Wet collectieve preventie volksgezondheid. Per 1 januari 2007 is de verantwoordelijkheid onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) komen te vallen. De Wmo heeft als doel iedereen in de samenleving mee te laten doen aan het maatschappelijke verkeer en zorgt er ook voor dat personen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. De benodigde ondersteuning verschilt van persoon tot persoon. De Wmo kent 9 verschillende prestatievelden en deze kwetsbare personen vallen onder andere onder de prestatievelden 7, 8 en 9. De prestatievelden zijn gedefinieerd als1: • Prestatieveld 7: het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. • Prestatieveld 8: het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen. • Prestatieveld 9: het bevorderen van verslavingsbeleid. In het kader van de horizontale verantwoording, waarbij gemeenten zich voor hun beleid moeten verantwoorden aan hun eigen burgers en cliënten, is de gemeente verplicht om elk jaar een tevredenheidsonderzoek uit te voeren onder een doelgroep van de Wmo. De gemeente Zaanstad heeft ervoor gekozen om onder andere dit tevredenheidsonderzoek onder de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 te houden. De reden voor de gemeente Zaanstad om voor deze doelgroepen te kiezen is dat zij bij uitstek degene zijn die uit eigen ervaring kunnen vertellen waar hun wensen en behoeften liggen met betrekking tot de Wmo. Aandachtspunt bij deze doelgroep is dat deze doelgroepen serieus moeten worden genomen, maar dat een deel van hun probleem veelal is dat zij onvoldoende zicht hebben op de werkelijkheid. Het is daarom van belang om de ervaringen enigszins in perspectief te plaatsen. De doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 zijn zeer divers en in dit tevredenheidsonderzoek is gekozen om een tweetal doelgroepen te benaderen: personen 1
Een nadere toelichting op de prestatievelden is terug te vinden in de bijlage.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
3
uit de maatschappelijke opvang ofwel een sociaal pension en zogenaamde kwetsbare personen. Taken van de gemeente ten aanzien van deze doelgroepen richten zich op de onderstaande aspecten: • • •
•
preventie: voorkomen dat mensen op termijn tot de doelgroep gaan behoren of voorkomen dat mensen op termijn gebruik moeten maken van de voorzieningen; (vroegtijdige) signalering: vroegtijdig onderkennen van mensen die in de problemen komen maar hiervoor zelf geen hulp inschakelen; opvang, behandeling en begeleiding: als mensen gebruik moeten maken van de voorzieningen, ervoor zorg dragen dat er voldoende en gevarieerd aanbod aanwezig is; uitstroom, maatschappelijk herstel: ervoor zorgen dat mensen die zijn opgevangen weer uitstromen en zelfstandig kunnen functioneren in de maatschappij.
Het onderdeel opvang, behandeling en begeleiding wordt voornamelijk door de centrumgemeenten opgepakt. Voor de andere aspecten ligt de verantwoordelijkheid bij zowel de centrumgemeenten als de regiogemeenten. De gemeente Zaanstad is bezig met de voorbereiding voor het Wmo-beleidsplan dat eind van 2010 of begin 2011 zal worden vastgesteld. In dit beleidsplan zal aandacht worden besteed aan de bovengenoemde taken van de gemeente voor de doelgroepen. Voor het beleidsplan wordt door het uitvoeren van verschillende onderzoeken input verzameld om zo de verschillende doelgroepen van de Wmo aandacht te kunnen besteden in het beleidsplan. De diverse onderzoeken dienen om in kaart te brengen wat de behoeften zijn van de verschillende doelgroepen en op welke wijze de gemeente Zaanstad de doelgroepen kan bijstaan om deel te nemen aan de maatschappij. In de Wmo gaat het immers om meedoen. Dit leidt tot de volgende probleemstelling: Op welke wijze kan de ondersteuning aan de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 worden ingevuld en of worden verbeterd? Teneinde de doelgroep in de gemeente Zaanstad beter van dienst te zijn bij het terugnemen van de regie over het eigen leven. 2.2
Onderzoeksopzet
De probleemstelling is van dien aard dat een kwalitatieve onderzoeksmethode het meest passend is. Met kwalitatief onderzoek kunnen de betekenissen achterhaald worden die betrokkenen zelf aan hun situatie geven, dus de praktijktheorieën die betrokkenen zelf hebben ontwikkeld. De gemeente Zaanstad wil onder de doelgroepen van de prestatievelden 7, 8 en 9 nu juist de ervaringen achterhalen.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
4
Bij kwalitatief onderzoek is de informatieverzameling vaak open en flexibel, zodat er ruimte is voor onvoorziene gebeurtenissen. Dit betekent dat er geen sterke voorstructurering is, zoals in een enquête, waarbij kwantitatieve analyses gedaan worden op de verkregen data. Dit betekent echter niet dat je met kwalitatief onderzoek niet zou kunnen kwantificeren; hoe vaak zich iets voordoet, hoeveel mensen specifiek gedrag vertonen etc. Kwalitatief onderzoek is vooral handig voor explorerend, dat wil zeggen verkennend of verdiepend onderzoek. Met kwalitatief onderzoek kunnen betekenissen die mensen toedelen aan alledaagse gebeurtenissen goed worden onderzocht. Het gaat hier dus niet om het valideren van de uitspraken van mensen, of deze waar zijn of niet, maar wat ze voor hen betekenen. Het is dan ook goed om te realiseren dat in dit rapport uitspraken gedaan kunnen worden door respondenten die niet aansluiten bij de werkelijkheid. Het gaat er in dit onderzoek echter niet om wat waar is of niet, maar hoe de doelgroep bepaalde gebeurtenissen ervaart. Generaliseren De gegevens uit kwalitatieve onderzoeken zijn lastig generaliseerbaar naar de gehele groep of andere groepen, door de geringe steekproef. Wel kan er sprake zijn van theoretische of inhoudelijke generalisatie, wat iets anders is dan statistische generaliseerbaarheid. De resultaten van dit onderzoek kunnen dus niet worden doorgetrokken naar de gehele doelgroep! Methoden van kwalitatief onderzoek zijn: documentenverzameling, participerende observatie en het open interview. In dit onderzoek maken we gebruik van open groepsinterviews. Bij open interviews wordt gebruik gemaakt van een topiclijst. Dit is een semigestructureerde vragenlijst, waarbij een aantal onderwerpen aan bod moeten komen, maar de precieze vraagstelling en de volgorde van de vragen staat niet vast. Deze open groepsinterviews zijn door middel van een huiskamer- en locatiegesprek gehouden. Deze vorm heeft als doel om uitwisseling tussen de deelnemers te bewerkstelligen en om door te vragen zodat duidelijk wordt of bepaalde ervaringen door meer deelnemers gedeeld worden. De resultaten gesprekken kunnen worden gezien als een sfeerbeeld van de deelnemers en hun ervaringen van alledag. Daarnaast worden op basis van de gesprekken een aantal aanbevelingen geformuleerd met mogelijke oplossingen of aandachtspunten. Tijdens de bijeenkomst zijn er een aantal onderwerpen besproken, zoals bijvoorbeeld de problemen waar tegen aan wordt gelopen en op welke wijze de gemeente ondersteuning kan bieden. Ten slotte zijn de cliënten tot een aantal concrete aanbevelingen gekomen waar de gemeente rekening mee kan houden bij het opstellen van het nieuwe beleidsplan.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
5
2.3
Beschrijven doelgroep
De gemeente Zaanstad heeft de contacten gelegd voor het houden van de huiskamer- en locatiegesprekken. De gesprekken hebben plaatsgevonden met een groep kwetsbare burgers van de Noorderkerk en bewoners van het sociaal pension Zaanerf. Onderstaand wordt een korte omschrijving gegeven van de kwetsbare burgers van de Noorderkerk en de bewoners van het sociaal pension Zaanerf. Noorderkerk Op woensdag tussen de middag komt een groep burgers uit Zaandam samen onder leiding van Ineke. De (inloop)bijeenkomsten worden gehouden in de Noorderkerk waar een ruimte beschikbaar is gesteld om met elkaar te praten, maar ook om samen van een warme lunch te genieten. De lunch wordt bereid door vrijwilligers en gefinancierd vanuit de Noorderkerk in samenwerking met de voedselbank. Ineke zet zich al ruim 25 jaar actief in voor kwetsbare burgers en wordt hiervoor zeer gewaardeerd door de aanwezigen. Zij heeft het mogelijk gemaakt om een keer per week samen te komen. Naast deze bijeenkomsten op de woensdag organiseert Ineke nog een aantal activiteiten voor de aanwezigen en steekt zij vaak ook een helpende hand toe. Ze gaat mee naar instanties en biedt een luisterend oor. De aanwezigen bij deze woensdag zijn veelal via een bekende bij de Noorderkerk terecht gekomen. Vaak zijn ze de eerste keer met een andere aanwezige meegekomen. Iedereen kan aansluiten en iedereen is ook welkom. De bijeenkomsten zijn zeer laagdrempelig. Sociaal pension Zaanerf Het sociaal pension Zaanerf is een 24-uursvoorziening voor dak- en thuisloze mannen en vrouwen uit de Zaanstreek. Het pension biedt de elementaire levensbehoeften zoals veiligheid, voeding, onderdak en aandacht. Vanuit deze woonomgeving kan er door de cliënt gewerkt worden aan de oplossing van het probleem, dan wel het draaglijker maken van de thuisloosheid. In Zaanerf staat de combinatie begeleiden en wonen centraal. Het team van Zaanerf accepteert en ondersteunt de individuele cliënt in zijn uniciteit.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
6
3
Resultaten rondetafelgesprek Noorderkerk In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van het rondetafelgesprek in Noorderkerk. Het gesprek in de Noorderkerk is gehouden op woensdag 28 april.
3.1
Achtergrond
De groep van aanwezigen op de woensdag bestaat uit mensen van verschillende achtergronden met veelal andere problemen. Sommige aanwezigen hebben te maken meerdere vormen van problemen. Tabel 1
Achtergrondkenmerken (geslacht, leeftijd) Aantal
Geslacht Man
5
Vrouw
4
Leeftijd 40 jaar of jonger
3
Tussen de 40 en 50 jaar
2
50 jaar of ouder
2
Leeftijd onbekend
2
Alle aanwezigen zijn alleenstaand. Sommigen zijn niet altijd alleenstaand geweest. Werk Van de aanwezigen laten de vrouwen zich niet uit over het wel of niet hebben van werk. Een viertal heren geven aan hoe werk een plaats heeft binnen hun leven. Een van de heren geeft aan een betaalde baan te hebben binnen de zorg. Een ander vertelt dat hij altijd productiewerk heeft gedaan, maar sinds enige tijd thuis zit. Meneer zit niet bij de pakken neer en heeft zich gemeld bij de sociale dienst. Hij is actief bezig met het zoeken van een baan en heeft hier ondersteuning bij gevraagd. Vanwege zijn leeftijd ervaart hij echter problemen; er wordt meneer verteld dat hij te oud is. Dit gebeurt zowel bij het krijgen van ondersteuning als bij het solliciteren. Meneer wil graag bezig zijn; het liefst door een baan, maar staat ook open voor scholing. Twee andere heren geven aan een uitkering te ontvangen. Een van de heren is een zogenaamde jonggehandicapte (Wajong-uitkering) en de andere meneer is voor 40% afgekeurd. De afgekeurde meneer wil wel graag werken en is bezig met een reintegratietraject. Voor hem is dit reeds bekend, want een aantal jaar geleden heeft hij ook een dergelijk traject gevolgd. Het vorige traject is goed afgerond, want na de scholing heeft hij een aantal seizoenen kunnen werken. Meneer is dan ook positief over het huidige traject.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
7
Financiële problemen Een drietal van de aanwezigen hebben te maken gehad met schulden of zitten nog in het traject om schuldenvrij te komen. Een tweetal anderen houden zich bezig met hun financiën. Onderstaand wordt hier op ingegaan. Een meneer vertelt dat hij schulden heeft gehad. Zijn ouders zijn bijgesprongen en hebben de schulden voorgeschoten. Uiteindelijk heeft hij zijn ouders terugbetaald met rente. Het kostte moeite om de schulden af te betalen, maar het is gelukt. Meneer is heel blij met het eindresultaat. Uitgaan vormde voor een andere meneer de aanleiding om in de financiële problemen te komen. Het geven van een rondje of het drinken van een drankje in een uitgaansgelegenheid is niet goedkoop. Als het geld op was, dan betekende dit voor meneer een tijdje op een stokje bijten. Een mevrouw geeft aan korte tijd geleden een nieuw “bevel” te hebben gekregen van de rechtbank in verband met schulden. Mevrouw geeft aan al jaren in een traject te zitten om haar schulden af te betalen, maar helaas heeft mevrouw het niet getroffen met haar financiële bewindvoerder. In het verleden heeft mevrouw teveel aan uitkering ontvangen en ze heeft geprobeerd om dit aan te kaarten. Mevrouw werd niet gehoord door de verschillende instanties, maar ook niet door haar financiële bewindvoerder. Vanwege de situatie heeft mevrouw momenteel slechts 20 euro per week te besteden en hierdoor moet zij soms bezuinigen op: (soms) eten, aanschaffen van een nieuw gehoorapparaat, aandoen van licht en stofzuigen. Een van de heren geeft aan dat het financieel minder is geworden sinds het verliezen van zijn baan, maar dat het voorlopig nog te doen is. Een mevrouw maakt zich druk om haar financiën. Ze heeft momenteel na het betalen van haar vast lasten ongeveer 40 euro per week te besteden. Mevrouw vreest de komende veranderingen van de zorgverzekering. De verhalen gaan dat de premie van de zorgverzekering wordt verhoogd en waar moet dat van betaald worden? Drugs en alcohol Binnen de groep wordt vrijwel geen problemen aangegeven op het gebied van drugs en alcohol. Een meneer geeft aan sinds een aantal jaar geen alcohol meer te drinken en ook gestopt te zijn met roken. Onder de aanwezigen van de bijeenkomsten op de woensdagmiddag is normaal gesproken ook een groep ouderen aanwezig. Deze ouderen zijn geen ‘gewone’ ouderen, maar mensen van middelbare leeftijd met veelal alcoholproblemen. Zij zijn vandaag niet aanwezig bij het gesprek, maar een van de aanwezigen wil graag wel aandacht vragen voor deze mensen.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
8
Dakloosheid Veel van deze zogenoemde ouderen die vlakbij de Noorderkerk komen zijn dakloos. De ouderen slapen veelal onder de brug en worden als overlastgevers ervaren door de omwonenden. De groep ouderen hangt vaak rond nabij Leger des Heils (Tuinierstaat) en het Verzetsplantsoen, omdat ze geen andere plek hebben. Daar worden ze echter vandaan gestuurd op straffe van een geldboete. De aanwezigen bij het gesprek zijn echter allemaal niet dakloos. Een mevrouw geeft aan zelf dakloos te zijn geweest. Zij heeft met behulp van het Leger des Heils haar leven kunnen opbouwen en heeft weer een dak boven haar hoofd. Ze herinnert zich dat het lastig was, want als dakloze mag je slechts 4 keer per week bij het Leger des Heils slapen. Wat moet je dan de andere nachten? Psychische problemen Twee personen hebben te maken met psychische problemen. Een persoon ontvangt behandeling bij een GGZ instelling en neemt veel medicijnen tot zich. Zij geeft aan deze medicijnen nodig te hebben om haar leven op de rails te kunnen houden. De andere persoon leidt aan schizofrenie met soms een psychose. Veelal gaat het goed, maar soms lukt het niet en is een opname in een instelling nodig. Begeleid wonen Twee personen geven aan in een soort steunende huisvesting te wonen. Een eigen huis, maar tegen een instelling aan. Beiden zijn erg blij met de mogelijkheid om zo toch een beetje zelfstandig te wonen. Naast de verschillende problemen die een rol spelen bij de aanwezigen, zijn de motieven waarom men aanwezig is op woensdag bij de Noorderkerk wisselend. Voor sommigen vormt het afleiding, voor andere een gezellig babbeltje. Binnen de groep is voor iedereen plaats en ruimte. Een van de aanwezig geeft aan: “Het is prettig en leuk om hier te zijn.” 3.2
Dagelijkse bezigheden
Zoals in de vorige paragraaf aangegeven is een van de aanwezigen werkzaam in de zorg en houdt hij zich daar mee bezig. Als hij echter tijd heeft gaat hij bij de zogenoemde ouderen, die vlakbij de Noorderker komen, langs voor een praatje. Hij luistert naar ze, geeft ze tips en neemt ze soms mee naar de Noorderkerk. Soms nam hij ze mee naar huis voor een hapje eten of mochten ze een nacht bij hem blijven slapen. De zogenoemde ouderen hangen de hele dag bij een locatie van het Leger des Heils rond. Een mevrouw geeft aan na haar behandeling bij een instelling doorverwezen te zijn naar het dagactiviteitencentrum. Het centrum heeft haar geholpen om grip te krijgen op haar
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
9
leven en inmiddels vervult zij de rol van gastvrouw in het activiteitencentrum. Het dagactiviteitencentrum zorgt voor haar dagbesteding. Een ander persoon geeft aan vrijwilligerswerk te verrichten en een ander is druk met zijn muziek en schrijft wat. Veel van de aanwezigen lijken momenteel niet veel structuur te hebben in het dagelijkse leven. Een van de aanwezigen met weinig financiële ruimte en een beperkt sociaal netwerk geeft aan de hele dag op haar bed te liggen. Mevrouw zegt letterlijk: “Ik heb mijn bed.” Mevrouw onderneemt geen actie om hier verandering in te bewerkstelligen; zij lijkt redelijk gelaten onder deze constatering te zijn. Over de woensdag in de Noorderkerk geven een aantal aanwezigen aan: “Het zorgt voor ongeveer 2 uurtjes afleiding.” “Zonder dit, zou ik bij de zogenoemde ouderen op het pleintje hangen.” “Deze twee uurtjes zijn fijn, maar daarna sta je weer op straat.” Kortom, de woensdagen bij de Noorderkerk worden zeer gewaardeerd door de aanwezigen en lijkt een belangrijke (inloop)functie te vervullen. De bijeenkomsten bieden mogelijkheden voor afleiding, ontmoeting en ook ondersteuning (helpende hand van Ineke). 3.3
Erkenning en ondersteuning buitenwereld
De ervaringen met erkenning en ondersteuning vanuit de buitenwereld zijn wisselend voor de aanwezigen. Een meneer geeft aan de hij altijd contact heeft gehouden met zijn familie, in goede tijden en minder goede tijden. Hij heeft steun gevonden bij zijn familie en in het geloof om zijn problemen te overwinnen. Een van de twee personen met psychische problemen heeft het gevoel dat zij een stempel op zich heeft. Ze ervaart alsof iedereen aan haar zien dat zij onder behandeling is bij een GGZ instelling. Deze stempel zorgt ervoor dat mensen in je omgeving niets meer van je willen weten. Het maakt niet uit of het gaat om je buren of om je eigen familie. De familie wil niets meer van haar weten en twijfelt zelfs of het nodig is dat er zoveel medicijnen worden gebruikt. De twijfel en het daarbij behorende onbegrip stelt de aanwezige teleur. Zij heeft dit nodig om op de rails te blijven! Mevrouw geeft aan dat zij het mist dat mensen niet langer bij haar thuis komen. Mevrouw heeft weinig sociale contacten overgehouden.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
10
Een van de aanwezigen merkt op dat je met het verlies van je baan meteen veel meer kwijt raakt. Het dagelijkse ritme gaat verloren en de contacten met anderen verminderen. Een meneer geeft aan steun te hebben aan zijn moeder. Helaas gaat het met zijn moeder momenteel iets minder en dit heeft effect op hem. Meneer voelt zich verantwoordelijk voor zijn moeder. 3.4
Invulling ondersteuning
Uit de verschillende verhalen van de vorige paragrafen komt naar voren dat de aanwezigen veelal een vorm van ondersteuning hebben gekregen, ontvangen of kunnen gebruiken. Vanwege hun achtergrond hebben de aanwezigen ook vaak ervaring opgedaan met verschillende instellingen die ondersteuning bieden en hebben zij hier een mening over kunnen vormen. Zo vinden de aanwezigen het fijn dat een dergelijk initiatief als nu op de woensdag bij de Noorderkerk plaatsvindt fijn en goed. Wel verbazen zij zich hierover dat het een particulier initiatief is zonder ondersteuning vanuit de gemeente. Ineke, de drijvende kracht achter de bijeenkomsten, doet alles uit eigen middelen. Een van de aanwezigen geeft aan dat Ineke geen financiële middelen van de gemeente wil in verband met de bijkomende verplichte verantwoording. Mogelijk zijn er andere manieren waarop de gemeente Ineke kan ondersteunen in haar initiatief? Instellingen kunnen ondersteuning bieden op verschillende vlakken, maar het is vaak onbekend bij welke instelling je met welke problematiek je terecht kunt. Het is voor de burger veelal niet bekend, maar ook instellingen weten vaak niet wat de andere instellingen voor ondersteuning kunnen geven. Daarnaast geldt dat cliënten geld opleveren voor een instelling en daarom zullen instellingen niet snel aangeven dat een andere instelling misschien beter is voor jouw specifieke problematiek. Doorverwijzen levert een instelling geen geld op. Aanbeveling vanuit twee aanwezigen is het hebben van een loket voor het vinden van de juiste instellingen voor de juiste problemen/vragen. Bij specifieke problemen is het voor de professionals lastig om door te verwijzen naar de juiste instelling. Ook al hebben de professionals de beschikking over diverse boeken met instellingen. Een van de aanwezigen geeft aan dat hij vaak vragen krijgt vanuit zijn omgeving over allerlei verschillende onderwerpen. Meneer verwijst de mensen zo goed als hij kan door. Het zou fijn zijn als dit doorverwijzen door iemand vanuit de gemeente kan worden gedaan. Een loket zoals hierboven geopperd kan namelijk voor bepaalde mensen een stap te ver zijn. Voor hen is het van belang dat zij op een laagdrempelige manier hun vragen
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
11
kunnen stellen. Bijvoorbeeld door een inloopgelegenheid zoals de woensdagen in de Noorderkerk. Verder heerst bij de aanwezigen het gevoel dat veel hulpverleners hun niet verder kunnen helpen. Zo werkt het vaak bij officiële instellingen of organisaties, maar ook bijvoorbeeld bij religieuze instellingen. Het overkomt de aanwezigen vaak dat ze geen eens reactie krijgen op hun vragen. Een van de aanwezigen geeft aan: “Instanties zijn een sprookje.” De instellingen zullen de ondersteuning niet uit zichzelf gaan geven. Je moet zelf stappen ondernemen om ondersteuning te krijgen. Een van de aanwezigen geeft aan dat hij zelf inzag dat het niet goed met hem ging. Hij heeft vervolgens hulp gezocht. Echter soms krijg je ondanks je vraag om ondersteuning niet de hulp die je nodig hebt. De mevrouw met schulden vanwege een teveel ontvangen uitkering heeft bij verschillende instanties, maar ook bij haar eigen financieel bewindvoerder de zaak aanhangig proberen te maken. Effect heeft het niet gehad met als eindresultaat dat ze nu nog in de schulden zit. De zogenoemde ouderen, die vlakbij de Noorderkerk, komen hebben zich enige tijd geleden sterk gemaakt voor een eigen plek. Een plaats waar zij kunnen rondhangen zonder anderen tot last te zijn, maar dit is helaas niet gelukt. Het gevoel overheerst bij de ouderen dat de gemeente niet de moeite heeft genomen om een dergelijke plek te creëren. Deze groep van zogenoemde ouderen biedt een kans voor de gemeente. Deze ouderen willen hun eigen plek om zo niet anderen tot last te zijn. Ze willen meer binding met de gemeenschap in Zaanstad en met het maatschappelijk verkeer. Hier zou de gemeente een goede rol in kunnen vervullen. Misschien door bij de Noorderkerk initiatieven te laten ontstaan en te subsidiëren. Wellicht in zelfbeheer. Over de ondersteuning zijn bijna alle aanwezigen het eens: deze kan beter. Vooral het vinden van de juiste plek om de (ondersteunings)vraag te kunnen stellen blijkt een aandachtspunt te zijn. Waar kan je terecht voor welke vraag? Mochten de aanwezigen niet geholpen worden met hun (ondersteunings)vraag, dan lijken zij zich hier vaak bij neer te leggen. Veel (re)actie roept dit niet op.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
12
4
Resultaten rondetafelgesprek Sociaal Pension Zaanerf In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van het rondetafelgesprek in het sociaal pension Zaanerf. Het gesprek is gehouden op zondag 25 april. Tabel 2
Achtergrondkenmerken (geslacht, leeftijd) Aantal
Geslacht Man
15
Leeftijd 23 jaar of jonger
3
24 jaar en ouder
12
Alle aanwezigen waren van het mannelijke geslacht. De leeftijden werden niet expliciet genoemd tijdens de gesprekken, daarom is in de tabel alleen het onderscheid opgenomen tussen aanwezigen onder de 23 jaar en boven de 23 jaar. Deze leeftijdsgrens hangt samen met de definities rondom zwerfjongeren. 4.1
Achtergrond
In het sociaal pension Zaanerf is ruimte voor daklozen, passanten en zwerfjongeren. Ten tijden van het gesprek zijn alle bewoners van het mannelijke geslacht. De meeste behoren tot de groep van daklozen en een aantal tot de doelgroep van zwerfjongeren. De verdeling van de beschikbare plaatsen laat ook een dergelijke verdeling zien. Onderstaand wordt ingegaan op hoe de bewoners de huisvesting ervaren en wordt gekeken naar het onderwerp werk en inkomen. Als laatste wordt van een aantal bewoners beschreven op welke wijze zijn in het sociaal pension Zaanerf zijn terechtgekomen, maar ook over hoe zij de toekomst zien. Huisvesting De bewoners betalen huur voor hun kamer in het sociaal pension. De meerderheid van de bewoners vindt de huur voor de kamers hoog. Zeker gezien het feit dat een gedeelte van de bewoners moet rondkomen van een uitkering. Een citaat van een bewoner over de hoogte van de huur: “Schandalig.” De bewoners kunnen de hoogte van de huur moeilijk begrijpen. Naar hun zeggen zijn de kamers en het bed inclusief matras zeker 25 jaar oud. Als het al niet 40 jaar is. Daarnaast deelt het merendeel van de bewoners de kamer met een medebewoner. De huur is voor iedereen gelijk; hier maakt het niet uit of de bewoner een kamer voor zichzelf heeft of een kamer deelt. De verklaring dat het sociaal pension dicht bij Amsterdam ligt maakt het voor de bewoners niet beter. Een van de bewoners geeft aan:
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
13
“Hier heb ik tenminste een dak boven mijn hoofd.” Meneer vertelt dat hij ook in Rotterdam heeft gewoond en dat het daar niet veel beter is. Een andere bewoner geeft aan dat hij de huur accepteert, omdat hij niet wil worden gezien als een passant. Meneer wil graag een eigen plek. Hoe hoog de huur ook is. Frustraties rondom de hoogte van de huur hebben ook te maken met het feit dat een deel van de bewoners moet rondkomen van een uitkering. De huur samen met de kosten van een zorgverzekering slokken het grootste gedeelte van hun financiële middelen op. De bewoners met een uitkering moeten van ongeveer 200 euro per maand leven. Werk en inkomen Zoals bij het onderdeel huisvesting aangegeven ontvangt een deel van de bewoners een uitkering en zij ervaren frustratie bij het beschikbare inkomen. Niet alle bewoners hebben een uitkering. Een enkeling geeft aan dat zij een betaalde baan hebben. De bewoners uit de doelgroep van zwerfjongeren zijn bezig met een leer-werktraject. Instroom en uitstroom Een aantal bewoners hebben verteld hoe zij terecht zijn gekomen in het sociaal pension en hoe zij hun toekomst met betrekking tot het pension zien. De bewoners zijn verschillend en de verhalen zijn daarmee ook verschillend. Hieronder staan de verhalen opgeschreven. Een tweetal personen laat blijken dat zij zich op hun plek voelen binnen het sociaal pension en geen behoefte te hebben aan doorstroom. Een van deze heren woont reeds 9 jaar in het pension. De andere meneer vertelt dat hij in het verleden reeds een aantal malen uit een traject van het Leger des Heils heeft gezeten, maar heeft de trajecten niet tot een succesvol einde gebracht. Meneer is deze keer zeer gemotiveerd om het traject te volbrengen. In het pension, binnen de woongroep, houdt meneer zich vooral bezig met zijn zelfbeheersing en het groepsverkeer. Voor meneer is het sociaal pension ontzettend fijn, want het biedt hem de mogelijk om te oefenen. Meneer heeft dan ook geen behoefte om de groep of het pension te verlaten. Vier bewoners geven dat zij druk bezig zijn met een andere vorm van onderdak. Niet iedereen wil meteen zelfstandig wonen. Een bewoner geeft aan dat hij graag weg wil uit het sociaal pension, maar dat hij het nog niet ziet zitten om zelfstandig te wonen. Meneer zegt nog een paar maanden hier te willen blijven, maar dan toch echt naar een andere plaats te willen. Meneer voelt zich hier niet thuis, niet op zijn gemak. Een andere bewoner vertelt dat zijn eigen woning is afgebrand en dat hij sindsdien in het sociaal pension woont. Meneer geeft aan dat hij wat extra ondersteuning nodig heeft om het dagelijkse leven weer op te pakken. Zeker op het gebied van wonen kan hij hulp gebruiken. Over 5 jaar ziet meneer zichzelf hier niet meer wonen; meneer wil verder.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
14
Schulden en geen dak boven het hoofd hebben er bij een andere bewoner ervoor gezorgd dat hij in het sociaal pension terecht is gekomen. Meneer is bezig met het aflossen van zijn schulden, maar is helaas werkloos geraakt. Hij is op zoek naar een nieuwe baan en houdt zich ook bezig met het zoeken van ander onderdak. Inschrijving bij woningnet voor een nieuwe woning levert vooralsnog geen resultaat op en meneer heeft aan zijn werkcoach gevraagd om ondersteuning bij het zoeken van een woning. Om in aanmerking te komen voor een woning is veelal een (vast) inkomen verplicht en dat heeft meneer niet. Hij ervaart dit als een soort vicieuze cirkel. Een medebewoner herkent deze cirkel voor het zoeken van een woning. Meneer heeft wel een baan, maar desondanks zijn de financiële middelen niet ruim. Het duurt lang voor een woning wordt toegewezen. Het alternatief is de particuliere markt, maar de hoogte van de huur vormt hier een belemmering. 4.2
Dagelijkse bezigheden
De bewoners van het sociaal pension brengen op verschillende wijze de dagen door. Een deel van de bewoners heeft een baan of volgt een leer-werktraject en zijn hier overdag mee bezig. Een bewoner gaat meerdere keren per week naar een boerderij waar hij enkele uren werk verricht. Het merendeel van de bewoners heeft overdag vrijwel geen activiteiten. Op de woensdag kan tegen een vergoeding werkzaamheden worden uitgevoerd, maar dit is slechts 1,5 uur. Andere dagbestedingen worden niet genoemd door de bewoners. 4.3
Erkenning en ondersteuning buitenwereld
Een aantal bewoners geven aan contact te hebben met anderen, zoals kennissen, vrienden en familie. Vanuit het pension worden de bewoners ook gesteund hierin, maar sommige kiezen er bewust voor om geen contacten te leggen met familie en vrienden. Ze schamen zich voor hun situatie. Daarnaast geven een aantal bewoners aan dat soms de contacten vanuit de andere kant worden verbroken. Soms vinden anderen het niet prettig om contact te hebben met de bewoners. Dakloosheid is niet iets waar iedereen mee te maken willen hebben en houden daarom afstand. Achterliggende reden kan zijn dat mensen zonder deze afstand misschien tot de ontdekking komen dat het iedereen kan overkomen., dus ook hun en dat is beangstigend. Bij de bewoners overheerst het gevoel dat de buitenwereld aan hun kunnen zien dat zij in het sociaal pension verblijven. “Mensen kijken vreemd naar je.”
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
15
Ook als je vertelt dat je in het sociaal pension Zaanerf woont, zijn de reacties niet positief. Een van de bewoners vertelt dat de buitenwereld een bepaalde associatie heeft met bewoners van een sociaal pension en dit is niet positief. Hij hoopt dat dit beeld beter wordt als het pand opgeknapt wordt. Daarnaast hebben de directe omwonende geen last van de bewoners, aangezien de bewoners regels opgelegd hebben gekregen. Zij mogen zich bijvoorbeeld niet ophouden binnen een gebied van 500 meter van het pension. Als bewoner van het sociaal pension wordt meer op je gelet. Soms wordt je behandeld als een kind en dit frustreert. Waarom is er bijvoorbeeld niets aan de hand als een ‘gewone’ burger een biertje drinkt, maar wel als iemand vanuit het sociaal pension dit doet? De bewoners geven aan dat de buitenwereld het veelal niet wil of kan accepteren dat sommige mensen het even moeilijk hebben gehad en daarom in een sociaal pension wonen. Ze willen er gewoon niets van weten. 4.4
Invulling ondersteuning
Algemeen Bij de bewoners is het relatief onbekend dat de gemeente ondersteuning kan bieden op de verschillende vlakken van participatie. Ook het feit dat je daar terecht kunt met vragen is niet bekend. Over de ondersteuning die de bewoners krijgen zijn een aantal niet heel positief. Een bewoner geeft aan dat hij het gevoel heeft dat de professionals tegenwerken, ook al horen ze je te helpen. Een andere bewoner geeft aan dat hij ondersteuning krijgt vanwege zijn leeftijd, maar dit wil niet zeggen dat alles geregeld wordt. Meneer heeft het gevoel alles zelf moet doen, maar heeft het gevoel dat de regie kwijt is. Hij bepaalt niet welke ondersteuning hij nodig heeft, dit wordt door de professional gedaan. Verder wordt aangegeven dat de professionals hun best doen om je te ondersteunen, maar dat afhankelijk van de persoon zaken wel of niet geregeld worden. Dit heeft niet te maken met onwil vanuit de professional, maar eerder met het ontbreken van deskundigheid en werkervaring. De problemen en behoeften van de bewoners zijn verschillend en divers en dit zorgt voor de vraag voor een ondersteuning op maat. Helaas blijkt de ruimte voor maatwerk beperkt te zijn, aldus de bewoners.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
16
Uit het Stedelijk Kompas komt naar voren dat het wenselijk is dat elke dak- en thuisloze een persoonsgerichte aanpak met een individueel zorgplan, passende huisvesting en een dagbesteding krijgt. Doel van dit zorgplan is om te komen tot een stabiele mix van wonen, zorg en inkomen. Deze aanpak wordt als het meest effectief beschouwd. Werk en inkomen De meeste bewoners beschikken over een uitkeringen en lijken niet actief te zijn met het zoeken van een baan. Degenen die hier wel mee bezig zijn, geven aan weinig zicht te hebben over waar te baan te vinden. Een aantal bewoners heeft ondersteuning bij het zoeken van werk door bijvoorbeeld een werkcoach of een leer-werktraject. Huisvesting Het zoeken van een andere woning is voor de bewoners niet makkelijk. De wachtlijsten voor woningen in en rond Zaandam is lang. Daarnaast vormen de beperkte financiën een obstakel om naar de particuliere woningmarkt over te stappen. De vraag wordt gesteld of de gemeente niet voor een urgentieverklaring kan zorgen of voor een andere vorm van bemiddeling. De bewoners die actief bezig zijn met zoeken vinden de ondersteuning vanuit de professionals en de gemeente op dit gebied minimaal. Doordat het lastig is om een andere woning te vinden zullen bewoners langer binnen het sociaal pension blijven dan mogelijk noodzakelijk is. Het niet kunnen uitstromen naar een andere woning zorgt er meteen voor dat de instroom ook stagneert. De plek binnen de opvang wordt immers in beslag gehouden en laat andere dak- en thuislozen langer op straat wonen. Het is van belang om de doorstroom op gang te houden. Persoonlijke ontwikkeling Een van de bewoners benut het groepsverkeer binnen het sociaal pension om te oefenen met zijn eigen vaardigheden. Op deze manier vormt het wonen in het pension een soort ondersteuning in de persoonlijke ontwikkeling van meneer.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
17
5
Aanbevelingen In beide huiskamer- en locatiegesprekken zijn aandachtspunten naar voren gekomen. Soms zijn de aangedragen punten relevant voor de betrokken instelling(en) of andere instanties, maar ook een aantal punten kunnen als aanknopingspunten voor de gemeente dienen. Onderstaand staan de punten genoemd, uitgesplitst naar de leefgebieden aangevuld met het onderdeel “algemeen en ondersteuning”. Tussen haakjes staat genoemd in welk gesprek het punt naar voren is gekomen, indien dit niet uit het punt zelf blijkt. Voor een aantal punten geldt dat zij voor beide gesprekken relevant zijn. Algemeen: • Het informele netwerk is van belang bij het bereiken van de doelgroep (Noorderkerk). • Het vergroten van begrip bij bewoners in de omgeving van het sociaal pension Zaanerf biedt kansen. Dit kan door het informeren van de omwoners en het uitleggen. Ga in gesprek met de omwoners. Misschien zelfs samen met de bewoners van het sociaal pension. Onbekend maakt vaak onbemind. Voordeel is dat voor de omwonenden het woonplezier wordt vergroot en dat de bewoners van het sociaal pension zich niet minder voelen nagestaard. • Binnen het sociaal pension is ook plaats voor een aantal zwerfjongeren. Deskundigen zijn het erover eens dat het zeer onwenselijk is om zwerfjongeren op te vangen in voorzieningen waar ook de doorgewinterde volwassen dak- en thuislozen verblijven. Zij vrezen namelijk dat zwerfjongeren anders het leven van en op de straat als ‘normaal’ gaan zien in plaats van als een tijdelijke periode die ze zo gauw mogelijk achter zich moeten laten. Bovendien hebben zwerfjongeren voor een deel andere problematiek, zoals opvoed- en ontwikkelingsproblemen. Daarom is het advies om voor zwerfjongeren een brede aanpak en aparte voorzieningen te hebben2. Huisvesting: • Het hebben van zicht op de bewoners in de opvang is van belang om de doorstroom binnen de instellingen te vergroten. Sommige bewoners zien de opvang niet als een tussenstation, maar als een eindstation. Daarnaast is voor sommigen is de opvang niet de juiste plek (sociaal pension Zaanerf). • De ondersteuning bij het zoeken van een zelfstandige woning of een woning voor begeleid wonen biedt mogelijkheden tot verbetering. Afspraken met instellingen voor begeleid wonen e.d. of corporaties kunnen nuttig zijn. Ook dit heeft invloed op de doorstroom (sociaal pension Zaanerf).
2
Handreiking voor gemeenten. Aanpak zwerfjongeren problematiek. BMC Onderzoek, juni 2009.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
19
Dagbesteding: • Dagbesteding helpt om een vaste structuur te creëren in het dagelijks leven. Tijdens beide gesprekken zijn weinig vormen van dagbesteding genoemd, terwijl deze van belang zijn en een functie hebben. Algemeen en ondersteuning: • Duidelijkheid in waar je terecht kunt om ondersteuning te vragen kan worden vergroot. • Kwetsbare burgers zullen veelal niet bij officiële instanties aankloppen voor (ondersteunings)vragen. Het laagdrempelige beschikbaar zijn van informatie of de mogelijkheid tot het stellen van vragen is nodig (Noorderkerk). • Binnen de gemeente zijn verschillende particuliere initiatieven. Door deze te achterhalen en de organisatoren te informeren over de mogelijkheden van ondersteuning of verwijzen naar het loket kan de stap om naar de gemeente te gaan voor ondersteuning psychisch kleiner worden voor de kwetsbare burgers. Mogelijk wordt er voor begeleiding gezorgd vanuit de particuliere initiatieven naar de instanties of anders kan de gemeente ook periodiek iemand aanwezig laten zijn bij bijeenkomsten (Noorderkerk). • De situaties van de bewoners van het sociaal pension zijn verschillend en daarom is maatwerk van belang. Het leveren van maatwerk zorgt voor een effectievere aanpak van de aanwezige problemen en kan daarmee bijdragen aan een betere doorstroom. • De samenwerking tussen instanties en/of instellingen kan beter. De organisaties moeten beter bekend worden met hun eigen expertise en die van andere instellingen. Daarnaast is het belangrijk dat de cliënt voorop staat en wordt gekeken naar zijn of haar ondersteuningsbehoefte (sociaal pension Zaanerf).
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
20
Bijlagen
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
21
Bijlage 1 Toelichting op de prestatievelden 7, 8 en 9 Prestatieveld 7: het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. • Maatschappelijke opvang: Maatschappelijke opvang omvat activiteiten bestaande uit het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door een of meerdere problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. • Vrouwenopvang: Onder vrouwenopvang wordt begrepen het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan vrouwen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen van relationele aard of geweld en het beleid ter bestrijding van huiselijk geweld. Dit beleid richt zich niet alleen op vrouwen, maar dient ook op ouderen, mannen en kinderen gericht te zijn. Prestatieveld 8: het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen. • OGGz: Onder het bieden van openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGz) wordt verstaan: het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg. Prestatieveld 9: het bevorderen van verslavingsbeleid. • Ambulante verslavingszorg: Ambulante verslavingszorg doelt op activiteiten bestaande uit ambulante hulpverlening, gericht op verslavingsproblemen, en preventie van verslavingsproblemen, inclusief activiteiten in het kader van overlastbestrijding van overlast door verslaving.
SGBO
VERDIEPEND TEVREDENHEIDSONDERZOEK
23