VASTGESTELDE NOTULEN
GEMEENTE DEN HAAG RIS133359CV_23-MRT-2007
Van de openbare vergadering van de COMMISSIE STEDELIJKE ONTWIKKELING, WONEN EN BINNENSTAD Datum en tijd Donderdag 8 december 2005, aanvang 19.30 uur Plaats Raadzaal in het stadhuis, Spui 70 te Den Haag Aanwezig De heer R. van de Laar, VVD, voorzitter De heer Bert van Alphen, GroenLinks Mevrouw Ingrid Gyömörei, SP De heer A.C.M. Hartman, CDA De heer M.F. Dufresne, Leefbaar Den Haag De heer C. de Jager, PPS De heer A. Mulder, VVD De heer W.J. Pijl, ChristenUnie/SGP De heer J. Schuller, PvdA De heer G.H.M. Wijsmuller, Haagse Stadspartij Mede aanwezig De heer M. Norder (wethouder Ruimtelijke Ordening, Stedelijke ontwikkeling en Wonen) Van ambtelijke zijde De heer G.J.C. Hercules (secretaris commissie SWB, notulist) De heer H.A. Koese (BSD/BGS) De heer A.L. Messelaar (BSD/BGS) Mevrouw D.J.C. Meijer (BSD/BGS) Insprekers De heer O. Dijkhoff Afwezig Fractie Groep Labuche en D66 A.
Opening, mededelingen en vaststelling agenda
De voorzitter opent de vergadering. Bericht van verhindering is ontvangen van de heren Brink en Van der Zalm. Op 2 december 2005 heeft de commissie een notitie ontvangen over het bouwplan De Haagse Zwaan (Schenkkade 50). De notitie wordt op verzoek van de heer Schuller op 18 januari 2006 geagendeerd. Afgesproken wordt op 12 januari 2006, aanvang 18.00 uur, een extra vergadering te plannen ten behoeve van de bespreking van wensen en bedenkingen in het kader van NV Woningbeheer. De agenda wordt conform vastgesteld.
1
B.
Rondvraag
De heer Pijl heeft vernomen dat de wethouders Norder en Stolte een bezoek hebben gebracht aan Duindorp. Hij is benieuwd naar de opgedane ervaringen en vraagt of er tastbare resultaten zijn te noemen. Hij vraagt aandacht voor het braakliggende terrein bij het Meeuwenhof. Een braakliggend terrein trekt rommel en overlast aan; dat moet worden voorkomen. Tijdens de algemene beschouwingen is gesproken over de wenselijkheid van een leefbaarheidscoördinator in Duindorp. Wat is daarvan de stand van zaken? Spreker vraagt om een tussenevaluatie van de herstructurering van Duindorp. Wethouder ROSW geeft aan dat vertegenwoordigers van DSO, DSB, Vestia, politie Haaglanden, buurtorganisatie en huurdersorganisatie maandelijks een wandeling maken door Duindorp om te bezien hoe zaken ervoor staan. Hij heeft zich met wethouder Stolte bij deze wandeling aangesloten. De ervaring was zeer positief. Op dit moment wordt er door de diensten en vanuit de wijk zeer goed samengewerkt. Het initiatief van deze maandelijkse wandeling wordt door alle partijen gewaardeerd. Er is een aantal kleine zaken geconstateerd dat beter kan. Die punten werden ook door de andere betrokkenen onderschreven. Hij is van mening dat op dit moment geen leefbaarheidscoördinator nodig is. De afstemming tussen de partijen verloopt goed. Vestia streeft ernaar de herstructurering in 2010 af te ronden. Er is sprake geweest van enkele verschuivingen, maar alles wordt op alles gezet om in 2010 af te ronden. Vestia heeft geen vat op alle invloeden. Een voorbeeld daarvan is het voorstel te bezien wat de mogelijkheden zijn voor wisselwoningen. Een ander punt dat speelt, is de aanvoerroute voor de bouw van het gedeelte dat het dichtst tegen de duinen aanligt. De voor dat natuurgebied geldende habitatrichtlijn is daarbij van invloed. Het braakliggende terrein van het Meeuwenhof is ingezaaid met gras. Dit wordt door de bewoners zeer gewaardeerd. Tevens is er sprake van een sterke belichting van het terrein, waardoor er niet snel hangplekken ontstaan. De verwachting is dat eind 2006 kan worden gestart met de nieuwbouw. De heer Pijl wil graag een geactualiseerde planning zodat de raad kan zien dat de zaken op schema liggen. Wethouder ROSW zal aan Vestia verzoeken de commissie een geactualiseerde planning toe te zenden.
C.
Advieslijst
I.
Vaststelling verslagen
1.
Vaststelling van het verslag van de openbare vergadering van de commissie SWB op woensdag 2 november 2005 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
2.
Vaststelling van het verslag van de besloten vergadering van de commissie SWB op woensdag 2 november 2005 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
II.
Raadsvoorstellen, raadsmededelingen en wethoudersbrieven
1.
Raadsvoorstel kostenbegroting aangevuld bekostigingsbesluit bestemmingsplan Villapark Uithofslaan
Mevrouw Gyömörei vindt het raadsvoorstel zeer technisch en moeilijk leesbaar. Het voorstel roept daardoor veel vragen op.
2
Gesproken wordt over een exploitatieovereenkomst. Wat moet zij zich daarbij voorstellen? Zij begrijpt de reden van de herziening, maar gesproken wordt over de eigen ontwikkelingen. Dat komt vervolgens niet terug in de overwegingen van de bekendmaking van dit besluit. Zij kan zich voorstellen dat extra aandacht wordt gevestigd op de mogelijkheid van zelfrealisatie, maar wat betekent het als een initiatiefnemer wil zelfrealiseren met deze exploitatieovereenkomst? In de derde alinea van 5 “omvang van het kostenverhaal bij toepassing exploitatieverordening” wordt vermeld dat de waarde van de onroerende zaak bij de exploitatieovereenkomst op de kostprijs in mindering wordt gebracht. Wat doet men vervolgens met de kosten voor het bouwrijp maken? Bij zelfrealisatie is men daarvoor zelf verantwoordelijk. Moeten die kosten dan ook niet in mindering worden gebracht? De intentie van het voorstel zal goed zijn, maar de notitie is onleesbaar. De heer Hartman meent dat een dergelijk besluit in een eerder stadium reeds is genomen. Wat is het verschil tussen het besluit van 2002 en van 2005? Als het kader vastligt is de hoogte van de kosten niet van belang. De heer Mulder vraagt wat het effect van deze rekensom is op de ruimtelijke ordening. Wordt er nu meer of minder gebouwd? De heer Schuller gaat ervan uit dat de kosten voor de voorzieningen alleen ten laste komen van diegenen die een nieuw huis realiseren. De heer Dufresne vraagt hoe dit voorstel zich verhoudt tot het eerder genomen besluit. Is een bedrag van € 66.000,- niet te weinig voor de archeologische werkzaamheden? De heer Wijsmuller wacht de antwoorden van de wethouder af. Wethouder ROSW onderschrijft de opmerking dat het raadsvoorstel een zeer technisch stuk is. Op een correcte wijze moet worden vastgelegd hoe de gemeente omgaat met enerzijds datgene dat bestaand vastgoed is en anderzijds wat de mogelijkheid is van het erbij plaatsen van vastgoed, het zelfrealisatieaspect. Op dat laatste heeft de exploitatiebijdrage betrekking. Bij zelfrealisatie zal het vastgoed vanzelf een hogere meerwaarde krijgen, omdat de totale omgeving wordt ingericht. Daarom is gesteld dat een exploitatiebijdrage moet worden afgedragen. Die bijdrage wordt door de gemeente opgelegd. De spelregels op basis waarvan die bijdrage wordt vastgesteld, zijn vastgelegd in de voorliggende notitie. De hoogte van de bijdrage is ook afhankelijk van de hoeveelheid vastgoed die men ontwikkelt. In de berekening van de bijdrage spelen veel aspecten mee. De kosten voor het bouwrijp maken worden betrokken bij de verrekening van de exploitatiebijdrage. In 2004 is de grondexploitatie als geheel herzien. In samenhang daarmee wordt nu ook het bekostigingsbesluit herzien. Op de ruimtelijke ordening op zich heeft het geen effect. Men heeft de mogelijkheid om zelf te realiseren. Daarbij moet men zich houden aan de voorwaarden van het bestemmingsplan. Zelfrealisatie heeft voor de gemeente wel effect, in negatieve zin, op de grondexploitatie. Een groot deel van het risico bij veel zelfrealisatie is voor de gemeente. Er wordt zoveel mogelijk door de gemeente zelf of door private partijen in contract met de gemeente gerealiseerd. De zelfrealisator heeft het vruchtgebruik van de ontwikkeling. Vraag is hoe ervoor kan worden gezorgd dat de zelfrealisator op enige wijze daaraan een bijdrage levert. De praktijk is dat het profijtelijker is voor de gemeente om een contract te sluiten met één grote partij. De heer Hartman zegt dat in 2002 spelregels zijn vastgesteld over de onderhandeling bij zelfrealisatie. De kosten die in algemene zin worden gemaakt, worden ook verhaald op diegene die zelf realiseert. De wethouder geeft aan dat de wijziging van de grondexploitatie ook een effect heeft op de regels bij zelfrealisatie. Hij ziet die relatie niet. De extra in de grondexploitatie verweven kosten hebben een andere oorzaak. De heer Dufresne herhaalt zijn vraag over de archeologie.
3
Wethouder ROSW geeft aan dat het verschil in de besluiten van 2002 en 2005 gelegen is in de getallen en het feit dat de grondexploitatie als zodanig is gewijzigd. De grondexploitatie is de basis van de onderhandeling. Dat is geaccordeerd en vormt het mandaat voor het ambtelijk apparaat. Op het moment dat de grondexploitatie wordt gewijzigd, is het logisch dat het artikel op basis waarvan de onderhandelingen plaatsvinden ook daarop wordt aangepast. Tekstueel is het voorstel in grote lijnen in overeenstemming met het besluit van 2002. Het is met name een getalsmatige aanpassing aan de gewijzigde grondexploitatie van 2004. De basisregels zijn niet wezenlijk gewijzigd. De voorzitter concludeert dat: Leefbaar Den Haag tegen het raadsvoorstel is; het raadsvoorstel op de besluitenlijst van de gemeenteraad mag worden geplaatst. 2.
Raadsvoorstel herziening kostenbegroting van het aanvullend bekostigingsbesluit bestemmingsplan Madestein 2001
De voorzitter zegt ervan uit te gaan dat, gezien de discussie bij punt 1, kan worden geconcludeerd dat: Leefbaar Den Haag tegen het raadsvoorstel is; het raadsvoorstel op de besluitenlijst van de gemeenteraad mag worden geplaatst.
D.
Beraadslaging over:
D1.
Brief van de wethouder ROSW inzake 7e voortgangsbericht Wijnhavenkwartier
De voorzitter geeft het woord aan de inspreker, de heer Dijkhof. De heer Dijkhof stelt dat de gemeente terug bij af is. Het klopt dat de gemeente beschikt over onherroepelijke sloop- woonruimteontrekking en kapvergunningen, maar zijn deze onbeperkt houdbaar? De passage over de 3 jaar eigendom en de huuropzegging is niet correct. Dat is de reden dat de vorige rechtszaak mislukt is. Hij verzoekt de wethouder dit nog eens goed te bezien. Het wordt tijd dat er serieus naar alternatieven wordt gekeken. Dit is het juiste moment daarvoor. Alle bezwaren gelden nog steeds. Nog steeds zijn er veel woningen met planken dichtgetimmerd, dit is niet bevorderlijk voor de leefbaarheid. De mensen die via Ad Hoc wonen hebben geen goede CV of brievenbus. De gemeente stelt zich op als een slechte huisjesmelker. Ad Hoc heeft op zich wel een goed plaatsingssysteem. Hij wijst erop dat de “Ad Hoccers” worden geïnstrueerd zich niet uit te laten over de Zwarte Madonna en geen politiek te bedrijven. De heer Wijsmuller vindt het absurd dat er op de locatie geen brievenbussen meer zijn en vraagt de wethouder daarvoor zorg te dragen. De inspreker heeft gelijk met zijn stelling dat het plan terug bij af is. De politieke discussie over de toekomst van De Zwarte Madonna zal opnieuw worden gevoerd, mede naar aanleiding van de resultaten van de MER-studie die plaatsvindt. Partijen kunnen zich vrij voelen een nieuw standpunt in te nemen. Er is zeker sprake van gewijzigde omstandigheden. De argumenten zijn bekend. Hij verwacht niet van het college en van de collegepartijen dat deze discussie open kan worden gevoerd, zeker niet gelet op de verkiezingen. Toch is er een reden de discussie nu wel te voeren, namelijk een financiële reden. De oorspronkelijk planning voor de sloop is van tafel en er treedt een vertraging op van zeker anderhalf jaar. Als gevolg daarvan moet een financiële reservering van € 5 tot € 11 miljoen worden gedaan. De VVD heeft destijds naar aanleiding van de negatieve grondexploitatie nadrukkelijk gesteld een verdere kostenstijging niet te accepteren. Dat de kosten nu toch hoger worden, moet dan consequenties hebben voor het standpunt van de VVD. Ook het CDA was destijds zeer kritisch over de negatieve grondexploitatie. De vertraging zal ook voor de CDA-fractie aanleiding zijn tot een heroverweging. Mochten de fracties het standpunt ten aanzien van de toekomst van De Zwarte Madonna niet heroverwegen, zal na de verkiezingen de politieke discussie met het nieuwe college opnieuw worden aangegaan. Hij verwacht niet dat de PvdA gevoelig is voor het feit dat de gemeente als gevolg van
4
onzalige besluiten meer geld kwijt is voor de planontwikkeling. Het financiële verhaal is niet compleet; het betreft alleen de grondexploitatie. Ook het kostenverhaal van het beheer speelt mee. Het schijnt dat het beheer van De Zwarte Madonna in de huidige constructie de gemeente jaarlijks minstens € 1 miljoen kost. Graag duidelijkheid van de wethouder hierover. Stichting Ad hoc ontvangt van de gemeente ruim € 1 miljoen voor het beheer en vangt ook van de huurders geld, maar levert een wanprestatie. Dat de huurders restricties krijgen opgelegd over hun positie als vrije burgers in het democratisch proces is absurd. Graag een reactie daarop. Hij verwijst naar de brief van de Stichting Platform Studentenhuisvesting Nederland i.o. en de organisatie Bewaakt en Bewoond. Deze stichting heeft onderzocht op welke wijze op een socialer manier tot tijdelijke bewoning kan worden overgegaan. Het blijkt dat met de organisatie vergaand is onderhandeld, maar dat die onderhandelingen zijn stilgelegd. Berekend is dat de kosten van het tijdelijke beheer kunnen worden verminderd. Hij pleit voor een sociaal beheer; de gemeente moet af van antikraak-beleid. Tijdelijke bewoning kan veel goedkoper en met meer rechten worden omkleed voor de betrokkenen. Het is mogelijk tijdelijke contracten af te sluiten die geen enkele twijfel laten over de verblijfsperiode. Er zijn veel groepen die daarmee zeer geholpen kunnen zijn. De heer Hartman geeft aan dat soms de kosten voor een project duurder uitvallen, doordat een kleine groep gebruik maakt van rechten die men in dit land heeft. Hiermee wordt door een kleine groep mensen maatschappelijk geld vergooid. De heer Wijsmuller wijst erop dat Nederland een rechtsstaat is; mensen hebben democratische rechten. Dat moet worden losgezien van kosten. De heer Hartman hecht veel belang aan de rechten van mensen, maar het is niet netjes om altijd de schuld van kostenverhogingen bij de gemeente te leggen. Er zijn rechten in dit land en mensen maken daar gebruik van; dat is op zich prima. Men kan zich echter afvragen of de rechten bij majeure bouwplannen zodanig uitgebreid zijn dat er veel maatschappelijk kapitaal wordt vermorst. De heer Van Alphen vindt deze opmerking niet gepast. De heer Wijsmuller geeft aan dat alle partijen bij de aanvang van dit project op de hoogte waren van de risico’s en de rechten. Het CDA heeft met dat in het achterhoofd bewust voor het besluit gekozen. Hij wijst erop dat met het alternatieve plan van de oppositie zelfs geld kan worden verdiend. De heer Hartman meent dat in zijn algemeenheid de wetgeving op de ruimtelijke ordening in Nederland soms tot verspilling van geld leidt. Ook hij betreurt de vertraging en de kostenverhoging. Het CDA accepteert dit, omdat als gevolg van het besluit overeenkomsten zijn gesloten met de Rijksgebouwendienst. De heer Van Alphen vraagt of het CDA niet vindt dat er sprake kan zijn van voortschrijdend inzicht. De heer Hartman zegt dat, gezien het doel van het project, de opwaardering van het gebied en de investering van andere betrokkenen het extra bedrag niet onoverbrugbaar is. De heer De Jager vindt de opmerking van het CDA over de rechten van de burgers vreemd. Hij verzoekt het college te luisteren naar de inspreker. Telkens wordt het doel voorbij geschoten. Ten aanzien van de tijdelijke bewoning geeft hij aan dat ook andere groepen mensen in aanmerking komen. Hij is benieuwd naar de plannen van het college hieromtrent. Uit de krant heeft hij vernomen dat één van de ministeries sterk gaat inkrimpen. Zijn de wensen van de Rijksgebouwendienst en de ministeries hetzelfde als vier à vijf jaar geleden? Het plan van het college om de gehele binnenstad af te sluiten, kan hij zich wel voorstellen. Zelfs het Spui wordt autovrij gemaakt. Dit zal de druk op de gebieden buiten de voetgangerszone versterken. Hij verzoekt de wensen van de extra vestiging van scholen en horeca direct in de MER-rapportage
5
mee te nemen. Hij wil de gemeente beschermen voor nog meer blunders. De wethouder verzet zich sterk tegen de huisjesmelkers. De gemeente moet dan niet bij de burgers de indruk wekken dat de gemeente zelf de huurders niet goed behandelt. Mevrouw Gyömörei verwijst naar de passage D1: “de gemeente zal het hoger beroep ten aanzien van de huuropzegging op grond van dringend eigen gebruik niet doorzetten”. Dat is logisch; hoe kan een gemeente bakzeil halen. In hoeverre klopt het dat de huurders van Stichting Ad Hoc geen politieke mening mogen hebben? Wat is het verdere verloop van het traject indien sloop- en woonruimteonttrekkingsvergunning niet onbeperkt houdbaar zijn? De vorige bespreking ging over de MER. De wethouder heeft op de door haar gestelde vragen gezegd dat deze op een later moment konden worden gesteld. Haar verwachting van de notitie was dan ook hoger dan het voorliggende kattebelletje. Eerder heeft zij o.a. vragen gesteld over de opknapbeurt. Het gebouw staat er niet mooi bij. Zij schat in dat een raadsmeerderheid zich erbij zal neerleggen, dat het project langer duurt. Dan moet er in ieder geval worden gezorgd voor brievenbussen. Ook kan er dan geen sprake zijn van dichtgetimmerde ruiten. Wanneer men in “redelijkheid” een pand verhuurt, moet men zorgen voor een werkende verwarming. Zij meent dat er op dit moment niet in redelijkheid wordt beheerd en geïnvesteerd. Het geld vliegt er met bakken uit, maar er wordt bezuinigd op kleine zaken als brievenbussen en centrale verwarming. In het voortgangsbericht wordt een aanbeveling gedaan om het gebouw verder te optimaliseren. Hoe moet zij deze zin interpreteren? Wanneer hoort de commissie daar meer van? De vertraging zal € 5 tot € 11 miljoen kosten. De VVD heeft in 2002 zitten hameren op het tekort op de grondexploitatie van € 3,7 miljoen. Hoe ver is de VVD bereid te gaan? Wanneer slaat de teller zover door, dat doorzetten van de planontwikkeling niet meer haalbaar is? Op 15 november 2005 heeft een “Wijnbouwoverleg” plaatsgevonden. Kan de commissie daarvan een verslag ontvangen? De heer Mulder verwijst naar de vraag van de inspreker over de beperkte geldigheid van de sloopvergunning. Wat gaat de wethouder daarop juridisch ondernemen? Drie jaar geleden heeft spreker verzocht om een juridische risico-analyse. Is de wethouder voornemens die risico-analyse te actualiseren? De heer Wijsmuller sprak over het plan van de Stichting Platform Studentenhuisvesting i.o., waarbij De Zwarte Madonna als pilotproject wordt voorgesteld. Hoe zit dat exact? In het plan wordt aangegeven dat bij een andere vorm van beheer € 200.000,-- à € 300.000,-kan worden bespaard op de exploitatie. Welke juridische haken en ogen zitten daaraan? Graag een reactie van de wethouder hierop. De gemeente doet er alles aan zo snel mogelijk over te gaan tot herontwikkeling van het Wijnhavenkwartier. Waarom zet het college het hoger beroep dan niet door? Hij kan zich voorstellen dat als het college streeft naar een snelle ontwikkeling in ieder geval wordt getracht het gelijk te halen. Hoe groot is de kans dat de gemeente in hoger beroep in het gelijk wordt gesteld? De heer Wijsmuller vraagt waarom de VVD, gezien de kosten, zinloze procedures wil doorvoeren. De heer Mulder zegt dat van te voren niet duidelijk is wat een zinloze procedure is. Hij wacht het antwoord van het college af. De HSP heeft gelijk in die zin dat het kostenaspect voor de VVD erg belangrijk is. Drie jaar geleden heeft de VVD er een punt van gemaakt dat de grondexploitatie niet sluitend was. De fractie had liever een ander verloop en is zeker niet blij met de extra kosten, maar hij wijst erop dat het hier gaat om de herontwikkeling van het Wijnhavenkwartier. In dit grote project worden honderden miljoenen euro’s particulier geld gestoken. Dan is het de vraag of de gemeente er te snel moet uitstappen. De vraag over hoever de fractie hierin wil gaan, is niet te beantwoorden. De investering van miljoenen particulier geld komt de stad ten goede. De heer Van Alphen zegt dat het om gemeenschapsgeld gaat. De heer Mulder meent dat het project moet doorgaan en dat de gemeente het geld dat particulieren willen bijdragen, niet moet laten liggen.
6
De heer Wijsmuller wijst erop dat het niet allemaal particulier geld is. De gemeente stond in de grondexploitatie al € 3,5 miljoen in de min. Hoever gaat de teller van de VVD? De heer Mulder zegt dat niet alleen sec moet worden gekeken naar het negatieve bedrag, maar ook naar wat men terugkrijgt aan ontwikkeling. De heer Van Alphen verwijst naar de bijdrage van de voorganger van de heer Mulder. Hij heeft altijd gesteld dat er geen extra geld bij mag. Het is ook aan de VVD om op de centen te letten. De heer Mulder heeft aangegeven hoe de fractie tegen de kosten aankijkt. De VVD geeft geen carte blanche. Hij heeft, net als drieëneenhalf jaar geleden, geïnformeerd naar de juridische risico-analyse. De fractie is juist zorgvuldig en houdt “het oog op de bal”, te weten de ontwikkeling van het Wijnhavenkwartier. Mevrouw Gyömörei geeft aan dat de VVD zich altijd presenteert als een gedegen partij. Nou geeft de VVD echter een blanco cheque aan het college. Zij kan zich niet voorstellen dat de VVD geen definitief bedrag voor ogen heeft. De VVD moet toch een grens hebben. De heer Mulder noemt geen grens. Hij vraagt de wethouder de kosten zo laag mogelijk te houden. De heer Van Alphen verbaast zich erover dat de heer Mulder niet duidelijk is. De VVD heeft tijdens een eerder debat over het Wijnhavenkwartier aangegeven de kosten te willen drukken door het aantal sociale huurwoningen opnieuw te bezien. Dat zijn in ieder geval duidelijke uitspraken. De afgelopen periode heeft de VVD naar zijn mening dit dossier laten lopen en daarmee geld weggegeven. De heer Mulder bestrijdt dit. De fractie heeft als eerste verzocht om een juridische risico-analyse. Het tekort van het project is daardoor zelfs kleiner geworden. De fractie heeft altijd gepleit voor een sluitende begroting. De extra kosten vallen zeker tegen. Het verkleinen van het exploitatietekort door minder sociale huurwoningen is voor de fractie nog steeds een optie. Hij zal daarvoor echter geen meerderheid krijgen. De heer Van Alphen zegt dat de VVD het risico loopt dat er nog meer verlies wordt geleden voor de stad. De heer Mulder antwoordt dat de input moet worden afgezet tegen hetgeen de stad terugkrijgt met de ontwikkeling van dit gebied. Mevrouw Gyömörei wijst erop dat de gevraagde risico-analyse niet heeft uitgepakt zoals de VVD heeft verwacht. De SP heeft gevraagd deze analyse bij te stellen. De heer Van Alphen heeft in de eerste discussie al aangegeven dat er meer tijd nodig is om tot een goed overwogen besluit te komen. De Rijksgebouwendienst drong aan op spoed. De noodzaak hiertoe blijkt achteraf wel mee te vallen. Is in het overleg al gesproken over hoe in dit dossier wordt verder gegaan? Is er sprake van nog meer risico’s die tot vertraging kunnen leiden? Het is raadzaam bij de Rijksgebouwendienst te wijzen op het mogelijk voortschrijdend inzicht. Het “mooie ontwerp” van de binnenstad komt door de vertraging wel ver weg te liggen. Hij wil er met de raad nog wel eens over nadenken of moet worden doorgegaan op de ingeslagen weg. De heer Schuller zegt dat er in de afgelopen jaren nog niet één voortgangsrapportage is geweest, waarbij de fracties die tegen de planontwikkeling zijn, hebben aangedrongen op herziening van het besluit. De PvdA blijft achter de plannen staan, waarover destijds een meerderheidsbesluit is genomen. Dat was geen onzalig besluit, maar een weloverwogen besluit. De discussie in de fractie over het besluit is hevig geweest, maar uiteindelijk is het besluit genomen en de fractie ziet nu geen reden dat te heroverwegen. De voortgangsrapportage geeft aan dat het jaar 2006 kan worden gebruikt voor de
7
besluitvorming over het bestemmingsplan, nadat de MER daarin is verwerkt. De fractie hoopt dat daarna de uitvoering van fase 1 en 2 kan starten. In die lijn leest hij dat De Zwarte Madonna in 2007 kan worden gesloopt en dat kan worden gestart met de eerste fase van het bouwplan. Als dat tempo kan worden aangehouden, is er uiteindelijk sprake van een vertraging van 1,5 á 2 jaar en zullen de extra kosten € 5 tot € 11 miljoen bedragen. De heer Van Alpen vraagt of de PvdA bereid is zoveel geld te investeren. Heeft de fractie een maximum bedrag voor ogen? De heer Schuller is bereid dit bedrag te investeren. Bij een dergelijk groot project met een looptijd van veertien jaar is het lastig van te voren maximumbedragen te noemen. Het bedrag kan niet oneindig verder stijgen. Wanneer eind 2007 wordt gestart met de bouw blijft de schade beperkt tot € 5 à € 11 miljoen. Hij doet geen uitspraken over definitieve bedragen. Hij dringt erop aan de tijd te bekorten en de zestien huishoudens op een juridisch verantwoorde manier te laten verhuizen. Bij de vorige bespreking over de juridische procedure werd “de drie jaar eigendom” als voornaamste reden genoemd waardoor huurontbinding niet mogelijk was. Nu blijkt dat niet meer het hoofdpunt te zijn. Kan de wethouder daarover duidelijkheid geven? Wanneer men woningen tijdelijk beschikbaar stelt, voor welke groep dan ook, verplicht men zich de woningen bewoonbaar te maken. Welke vorm ook wordt gekozen, de huur moet tijdelijk zijn. Op geen enkele manier mag die verhuur een belemmering voor het proces kunnen gaan vormen. De fractie gaat ermee akkoord dat het ontwikkelingsrisico ten laste wordt gebracht van de reserve grondbedrijf. De heer Pijl heeft met interesse de discussie gevolgd. Wanneer het later wordt dan 2007 zal het bedrag nog hoger worden. Gehoord de bijdrage van de coalitiepartijen zullen zij daarin meegaan en zal “the sky the limit” zijn. De heer Hartman zegt dat een aantal fracties de extra gemeentelijke kosten heeft afgezet tegen het geïnvesteerde vermogen. Dit overwegende vinden zij de bijdrage van de gemeente Den Haag te rechtvaardigen. Er is niet gesteld dat “the sky the limit” is. De heer Pijl concludeert dat er thans sprake is van een tekort van € 5 tot € 11 miljoen. Als 2007 uiteindelijk 2009 wordt, stijgt dat bedrag. Zijn inschatting is dat de fracties daarin ook weer meegaan. De MER-startnotitie heeft ter inzage gelegen; de termijn is voorbij. Kan de wethouder iets zeggen over de ingediende reacties? Hij sluit aan bij de vragen van de heer Mulder ten aanzien van de planning en de herhuisvesting en de beperkte houdbaarheid. Hij wil graag een reactie van de wethouder op het betoog van de heer Dijkhoff. Voor de huidige bewoners moet sprake zijn van woon- en leefcomfort. Hij heeft zojuist de brief van de Stichting Platform Studentenhuisvesting Nederland i.o. en de organisatie Bewaakt en Bewoond onder ogen gekregen. In de notitie wordt o.a. gesproken over andere doelgroepen. Deze organisatie was al in onderhandeling met DSO. Is er sprake van een impasse in deze onderhandeling of wordt alleen zaken gedaan met Stichting Ad Hoc? De heer Dufresne merkt op dat voormalig wethouder Hilhorst werkzaam is bij het architectenbureau KOW. Het alternatieve plan van de oppositie schijnt hieraan te zijn uitbesteed in 2000. Wanneer een ander besluit over het Wijnhavenkwartier wordt genomen, kan de gemeente dat wellicht faciliteren. Hij pleit ervoor geen brievenbussen bij De Zwarte Madonna te plaatsen. Dan kunnen de bewoners ook geen slecht nieuws ontvangen. Is het tekort op- of aflopend? Welke doelgroepen kan de wethouder nog meer bedenken als potentiële bewoners van De Zwarte Madonna? Hij zou graag willen dat straatzanger Chuck in De Zwarte Madonna kwam wonen. In welke voortgangsrapportage zal worden opgenomen dat het sloopmateriaal aan de derde wereld wordt gegeven. Hij denkt daarbij aan toiletpotten en radiatoren. De heer Schuller heeft voorgesteld de MER uit te breiden tot aan het Spuiplein. Hij begrijpt niet dat
8
VVD en CDA de PvdA daarin niet steunen. Hoe wil men anders gestalte geven aan het bouwen van een dependance van het conservatorium op het Spui? Wethouder ROSW stelt dat in de voortgangsrapportage alleen zaken staan die al uitgebreid aan de orde zijn gekomen. Op 30 augustus 2005 is het project naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State uitvoerig besproken. Het college heeft uitgebreid bij de zaak stilgestaan en aangegeven dat “de koninklijke weg” zal worden bewandeld. De heer Wijsmuller wijst erop dat het college in augustus 2005 een heel ander perspectief gaf. Het college was van mening dat wellicht een bouwvergunning kon worden verkregen en dat in hoger beroep zou worden gegaan tegen de uitspraak over de huurontbinding. Wethouder ROSW geeft aan dat deze zaken destijds in de stukken zijn genoemd. Ook is melding gemaakt van de € 5 tot € 11 miljoen extra kosten bij een vertraging van anderhalf tot vijf jaar. De grondexploitatie heeft als onderdeel van de besluitvorming ter visie gelegen. Alleen de procedure over de bouwvergunning en de schorsende werking daarvan liep door. Dat had tot een nieuw perspectief kunnen leiden. In september 2005 heeft een commissiemeerderheid ingestemd met de start van de MER, inclusief de variant van de oppositie. In de notitie wordt de voortgang aangegeven. Hij is altijd bereid weer in te gaan op de nut-en-noodzaak-discussie, maar in september 2005 is naar aanleiding van de raadsmededeling uitvoerig over het project gesproken. Toen is ook aangegeven dat er contracten liggen. De heer Wijsmuller wijst erop dat niet wordt gesproken over nut en noodzaak, maar over het financiële risico, waarmee de raad thans wordt geconfronteerd. Het college erkent in deze voortgangsrapportage dat er sprake is van een vertraging van minimaal anderhalf jaar. Wethouder ROSW wijst erop dat dat ook in de vorige voortgangsrapportage is genoemd. Op pagina 3 was duidelijk vermeld dat de kosten voor het project zouden toenemen met € 5 tot € 11 miljoen en dat er sprake is van een vertraging van anderhalf tot twee jaar. Mevrouw Gyömörei heeft bij de bespreking van de MER reeds een aantal zaken aan de orde willen stellen. De wethouder heeft verzocht dit te doen in het kader van de voortgangsrapportage. Nu zegt de wethouder dat de discussie reeds is gevoerd. Op een groot aantal vragen heeft zij echter geen antwoord gekregen. Wethouder ROSW zegt dat de SP zeker antwoord krijgt op de vragen. Op basis van de toen gehouden discussie is de afspraak gemaakt om zowel de MER-procedure te starten als de bestemmingsplanprocedure voort te zetten. De vertraging van de bestemmingsplanprocedure van anderhalf tot twee jaar is ook genoemd in de zesde voortgangsrapportage. De inspreker heeft het aspect van de tijdelijke woning aan de orde gesteld. Via Stichting Ad Hoc zijn er ruim 263 adressenwoningen in gebruik. In totaal zijn er 636 woningen. 50 staan er nog leeg. De verwachting is dat ook dit aantal van 50 snel in gebruik kan worden genomen, ook met het oog op leerbaarheid en anti-kraak. Het is van belang zoveel mogelijk gebruik te maken van het volume waar men in kan wonen in de stad. Daar is destijds in de commissie over gesproken. Hij herinnert zich dat ook de fracties die anders aankijken tegen de ontwikkeling van het Wijnhavenkwartier dat een goed initiatief vonden. Gestreefd wordt naar een verdere optimalisering. Er zijn contacten geweest met partijen. Die gesprekken zijn nog niet afgerond. Er moet wel voor worden gewaakt dat er geen nieuwe huurrelatie ontstaat waaraan niet wenselijke rechten en plichten zijn gekoppeld. De woningen moeten wel zo goed mogelijk kunnen worden gebruikt, maar ook de kostenbeheersing is van belang. De Zwarte Madonna moet wel leefbaar en bewoonbaar zijn. Het is zoeken naar een balans. Op dit moment zijn er goede ervaringen met Stichting Ad Hoc. Hij wijst erop dat de bewoners geen enkele vorm van huur betalen; zij betalen slechts voor gas en licht. Ad Hoc wordt door de gemeente betaald. In de aanbiedingen van andere partijen is altijd sprake van een bepaalde vorm van financiële vergoeding door de gebruiker. De kosten kunnen daardoor worden verlaagd met € 200.000,-- tot € 300.000,-lager, maar de vraag is of hierdoor toch een huurrelatie wordt opgebouwd. Het is bij dit project van
9
belang dat een gebouw op korte termijn leeg kan komen. De gesprekken met de andere partijen zijn nog niet afgerond. Spreker is op de hoogte van de klachten over de brievenbussen. Geprobeerd wordt het pand zo leefbaar mogelijk te houden, maar wanneer men een “spic en span” woning wil, zal men via de normale verhuur een woning moeten vinden tegen de daarvoor geldende prijzen. De opmerking van de inspreker dat bewoners van De Zwarte Madonna geen politieke opvatting zouden mogen uiten, is hem niet bekend. Hij zal de achtergrond van deze opmerking nagaan. Het college heeft geen oordeel over het type mensen dat gebruik moet maken van De Zwarte Madonna. Wanneer 95% wordt gebruikt als woning, wordt voldaan aan het doel om het pand een nuttige functie te laten hebben. Het vraagstuk van de tijdelijke bewoning door Poolse werknemers is hiermee niet opgelost. Daarover wordt thans gesproken met de woningbouwcorporaties. Alle (meer) kosten voor het beheer zijn in de grondexploitatie opgenomen. Ook het college kan niet in de toekomst kijken, maar gegeven de huidige informatie is het bedrag van € 5 tot € 11 miljoen een reële inschatting. Het college streeft ernaar de kosten zo laag mogelijk te houden. De koers van de Rijksgebouwendienst is niet gewijzigd. Voor zover verkeerscirculatieplannen of andere bekende ontwikkelingen significant van invloed zijn op het onderzoeksgebied van de MER (het bestemmingsplangebied) worden die meegenomen. Op het moment dat er – bijvoorbeeld - een 50-tal woningen in de omgeving wordt gebouwd en die ontwikkeling niet van invloed wordt geacht, wordt dat niet meegenomen. Aan de sloop- en de woononttrekkingsvergunning zijn geen termijnen verbonden. Dat is wel het geval bij opbreek- en kapvergunningen. Daarvoor zal te zijner tijd een verlenging worden aangevraagd. De expiratiedatum van die vergunningen heeft hij nu niet paraat. Mevrouw Gyömörei concludeert dat er sprake is van een onbeperkte houdbaarheidsdatum voor sloopen woonruimte-onttrekkingsvergunningen. Wethouder ROSW geeft aan dat de wetgever daaraan geen bepaalde termijn heeft gekoppeld. Het is hem niet bekend of de jurisprudentie anders heeft uitgewezen. Ten aanzien van de opknapbeurt zegt hij dat de houten schotten zullen verdwijnen als de woningen worden bewoond. Ten aanzien van de investering in De Zwarte Madonna wordt, om gemeenschapsgeld te besparen, de lat niet te hoog gelegd. Mevrouw Gyömörei wijst erop dat de gemeente de stad met een opknapbeurt een plezier doet. Wellicht draagt dat bij aan het draagvlak voor het project. In vergelijking met de bedragen die over tafel gaan, zijn de kosten voor het opknappen, waaronder het weghalen van de grauwsluier, toch niet onoverkoombaar. Wethouder ROSW zegt dat voorkomen moet worden dat het gebouw een “rotte kies” wordt, maar het zal ook niet het “meest opgepoetste” pand van Den Haag worden. In de voortgangsrapportage worden aanbevelingen gedaan voor optimalisering. Deze aanbevelingen hebben betrekking op de inrichting van het gebouw en de benutting. Het adviesbureau BOOM heeft bijvoorbeeld naar het efficiënt benutten van liften en het elektriciteitsgebruik gekeken. Het verslag van het Wijnbouwoverleg zal aan de commissie worden toegezonden. De actualisering van de juridische risico-analyse kan naar verwachting bij de achtste voortgangsrapportage aan de orde komen (februari/maart 2006). Dat is ook het moment waarop meer inzicht kan worden gegeven in de onderlinge samenhang van de diverse procedures. Een aantal vragen is gesteld over de huuropzegging en de wijze waarop dat wordt georganiseerd. Bij huuropzegging is een hard besluit nodig op basis waarvan dat recht kan worden uitgeoefend, anders zal de rechter het verzoek afwijzen. Een dergelijke onderlegger kan de MER of het bestemmingsplan of het bouwplan zijn. De heer Schuller zegt dat het bestemmingsplan de onderlegger was om de huurcontracten te ontbinden. Dat werd juridische niet voldoende geacht.
10
Wethouder ROSW stelt dat het besluit van de Provincie om het bestemmingsplan van kracht te verklaren in de beroepsprocedure nietig is verklaard. Doordat het besluit het niet heeft gehaald bij de rechter is die juridische onderlegger onvoldoende. Er moet een besluit liggen met een bepaalde hardheid. De heer Hartman stelt dat het bestemmingsplan door de Hoge Raad is vernietigd. Vervalt met het vaststellen van het bestemmingsplan ook het voorbereidingsbesluit? Anders zou het voorbereidingsbesluit nog als onderlegger kunnen dienen. Wethouder ROSW geeft aan dat het voorbereidingsbesluit reeds is vervallen. Op dit moment wordt gewerkt aan een besluit op basis waarvan het recht kan worden uitgeoefend. Bij de bespreking van de juridische risico-analyse zal het moment van koppeling van deze twee procedures aan de orde komen. Het college heeft naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State de stand opgemaakt en uitvoerig gesproken over het vervolg. Die bespreking heeft geleid tot de voorgelegd koers die een meerderheid heeft gekregen. Op dit moment voorziet het college, naast de genoemde extra kosten, geen nieuwe tegenvallers of complicaties. De planning van tweeëneenhalve maand geleden, inclusief de financiële schatting, houdt tot nu toe stand. De heer Van Alphen vraagt of de genoemde € 11 miljoen de limiet is voor het college. Wethouder ROSW zegt dat alleen kan worden vastgesteld dat het college een vertraging voorziet in de processen en procedures van anderhalf tot twee jaar en dat de financiële consequentie van die vertraging € 5 tot € 11 miljoen is. Tot nu toe kan worden gesteld dat het project verloopt volgens de planning die tweeëeenhalve maand geleden is gemaakt. Volgens de inschatting is het genoemde financiële risico reëel. De heer Van Alphen vraagt of het college dus niet opnieuw een voorstel aan de raad zal voorleggen voor extra geld, indien de planning, ondanks de goede calculatie, toch niet haalbaar blijkt. Wethouder ROSW zegt dat een dergelijk nieuw voorstel thans niet aan de orde is. Mocht daarvan wel sprake zijn, is dat het moment om een nieuw, goed overwogen, besluit te nemen. De heer Dufresne vraagt of het proces nog omkeerbaar is. Wethouder ROSW stelt dat het besluit genomen is door de raad. Dat besluit heeft op veel gebieden verstrekkende consequenties, ook in de contractuele sfeer, met partijen als de Rijksgebouwendienst en de toenmalige bewoners. Op basis van dat besluit is een aantal zaken in gang gezet. Op de startnotitie van de MER zijn zes reacties ingediend. Deze reacties betreffen met name de verkeersaspecten, de luchtproblematiek, het grondwater, de bouwhinder en het duurzaam bouwen. Die zes reacties zullen worden betrokken bij opstellen van de richtlijnen. De richtlijnen worden op dit moment voorbereid en moeten in februari 2006 worden vastgesteld om het proces op tempo te houden. Op de vraag van de heer Dufresne over het sanitair in relatie tot levering aan derde wereldlanden verwijst hij naar zijn eerdere beantwoording. De heer Wijsmuller is positief dat er brievenbussen komen en dat de schotten zullen verdwijnen. De wethouder heeft toegezegd de commissie te informeren over een andere vorm van de beheersconstructie en over de bizarre voorwaarden die Stichting Ad Hoc in de contracten opneemt. Op welke termijn gaat de wethouder de commissie informeren? Wethouder ROSW zegt toe dat deze aspecten in de achtste voortgangsbericht aan de orde zullen komen.
11
D2.
Raadsmededeling participatie DataLand
De heer De Jager vraagt of de inhoud van de raadsmededeling over participatie niet een verkapte levering van NAW-gegevens betreft. Daarmee houden zich al voldoende ondernemers bezig. Het is geen taak van de gemeente om adressen te verkopen aan particulieren of bedrijven. De heer Hartman constateert dat het om een investering van € 30.000,-- gaat. Misschien levert het de gemeente € 4000,-- à € 5000,-- op. Wat is het voordeel van de levering van de informatie aan de databank voor de gemeente? De heer Van Alpen sluit zich aan bij de vraag van de heer Hartman. Wat is de reden dat gemeente Utrecht niet meedoet? Hij stelt vraagtekens bij het privacy-aspect. Kan de wethouder de zinsnede “het vragen naar gebouwgegevens die de omvang van één gemeente overstijgen” toelichten? Hij wijst er verder op dat als ingangsdatum in het stuk 1 mei 2005 wordt genoemd. Mevrouw Gyömörei vindt het een vreemde notitie. De bijgevoegde stukken zijn van 2003. Zij vermoedt dat als Dataland geen “juichcampagne” was gestart er nooit meer iets van het bedrijf was vernomen. Zij sluit zich aan bij de vragen van de heer Hartman en de heer Van Alphen. Een haalbaarheidsstudie naar een landelijke authentieke gebouwenregistratie wordt uitgevoerd. Vooralsnog is daarin voor Dataland geen rol voorzien. Waarom wordt het resultaat van dat onderzoek niet afgewacht? Zij kan zich voorstellen dat – wanneer er sprake is van een dergelijk goed project - er een staatje was bijgevoegd van de resultaten in andere steden. De heer Pijl gaat ervan uit dat het college het nut ziet van deelname, anders was dit voorstel niet gedaan. Hij wacht de reactie van de wethouder af op de gestelde vragen, maar de fractie gaat in principe akkoord met het voorstel. De heer De Jager vindt het opmerkelijk dat de gemeente moet betalen voor het leveren van adressen; over het algemeen is het andersom. Dergelijke gegevens zijn goud waard. Wethouder ROSW geeft aan dat het gaat om adresgegevens en aangeklede kadastrale gegevens. Het gaat niet om persoonsgegevens. Het systeem is getoetst op de wet Persoonsregistratie. Dataland BV is een initiatief van de VNG. Dat is mede de reden om te participeren. In Nederland zijn er organisaties, zowel commercieel als privaatrechtelijk, die behoefte hebben aan gemeenteoverstijgende informatie op dit niveau. Een voorbeeld daarvan zijn de acties op het gebied van rampenbestrijding. Het gebouwde volume is daarbij een indicatie voor de problemen welke zich met de toegankelijkheid kunnen voordoen. Ook in de bouwsfeer is het interessant. Daarbij kan gedacht worden aan de aanleg van een tramlijn die veelal over de gemeentegrens heen gaat. In een dergelijk geval is er gemeenteoverstijgende informatie nodig. Het is een klantvriendelijk systeem van de gezamenlijke gemeenten. Door de informatie in een bepaald format aan te leveren, kunnen gemeenteoverstijgende vragen makkelijk worden beantwoord. Bij de adresgegevens worden geen namen geleverd. Een voorbeeld dat voor Den Haag interessant is, is RandstadRail. Op verzoek van het stadsgewest Haaglanden is gemeente Den Haag opdrachtgever voor de uitvoering van de operatie. DSO zal hiervoor gebruik kunnen maken van de grensoverstijgende informatie. De gebouwgegevens zijn soms gemeenteoverstijgend, bijvoorbeeld bij ruime kavels van boerderijen, die zich over de gemeentegrens uitstrekken. Op dit moment is Dataland de enige organisatie die een dergelijk project ontwikkelt. Mevrouw Gyömörei vraagt wat dit systeem meer biedt dan het kadaster. De heer Van Alphen vraagt hoeveel objecten de grensoverschrijdende bouwgegevens in Den Haag betreft. Wethouder ROSW antwoordt dat het vooral om infrastructurele werken gaat. Men kan ervoor kiezen dit telkens ad hoc op te lossen, maar het systeem biedt hiervoor structurele mogelijkheden. Het
12
systeem biedt meer dan zuiver kadastrale cijfers. De informatie heeft met name betrekking op het perceel en niet op de gebouwde oppervlakte. Het is een kwestie van “aangeklede” kadastrale gegevens. De heer Van Duin (DSO/ Landmeten en vastgoed) merkt op dat gemeente Den Haag in de stroomlijning van basisgegevens van de authentieke bouwregistratie landelijk vooroploopt. Den Haag is een voorloper in ICT-ontwikkeling. Het initiatief moet zich nog bewijzen; de andere grote gemeenten zoeken ook aansluiting bij Dataland. De status van de besluitvorming in gemeente Utrecht is hem niet duidelijk. De voorzitter concludeert dat de commissie positief staat ten opzichte van een participatie van gemeente Den Haag in DataLand; de PPS een voorbehoud maakt.
E.
Sluiting
De voorzitter sluit om 21.48 uur de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie SWB op 15 februari 2006. De secretaris,
De voorzitter,
13