VASTGESTELDE NOTULEN
GEMEENTE DEN HAAG RIS130635CV_18-APR-2006
Van de openbare vergadering van de COMMISSIE STEDELIJKE ONTWIKKELING, WONEN EN BINNENSTAD Datum en tijd Woensdag 21 september 2005, aanvang 9.00 uur Plaats Raadzaal in het stadhuis, Spui 70 te Den Haag Aanwezig: De heer R. van de Laar, VVD, voorzitter De heer Bert van Alphen, GroenLinks Mevrouw M. Bolle, PvdA De heer M.F. Dufresne, Leefbaar Den Haag De heer C. de Jager, PPS De heer A.P. Kaland, CDA De heer A. Mulder, VVD Mevrouw van C.J.M. van Nimwegen-van Wieringen, PvdA Mevrouw Th. Oosterholt-Eekhout, VVD De heer W.J. Pijl, ChristenUnie/SGP De heer J. Schuller, PvdA De heer G.H.M. Wijsmuller, Haagse Stadspartij De heer A.W. van der Zalm, D66 Mede aanwezig: De heer M. Norder (wethouder ROSW) Van ambtelijk e zijde o.a.: De heer G.J.C. Hercules (secretaris commissie SWB), de heer A.L. Messelaar (BSD/BGS), mevrouw S. van der Sluis (DSO) Afwezig: fractie Groep Labuche, fractie SP Insprekers: De heer B.J. Runderkamp (Leidschendamse Golfvereniging Leeuwenbergh), mevrouw E.Blitz (Vrienden van Den Haag), de heer A. Rozendahl Huber (Gezamenlijke Scheveningse Bewonersorganisaties), de heer J.J. Kruining (Belangenvereniging ’s-Gravenduyn), de heer J. Witsen, de heer T. Pitstra (Haags Milieu Centrum), mevrouw B. de Zwart (Vereniging Houdt Vlietrand Groen), de heer J. Koole (Vestia), de heer M. Frima (bewonersvereniging Park Hoornwijck), de heer in ’t Veld (Algemene Vereniging voor Natuurbescherming), de heer F. Hoogerhoud (Haagse Vogelbescherming), de heer B. Allwood (TheHagueOnLine), mevrouw G. van Beek (Bewonersvereniging Noordelijk Scheveningen).
A.
Opening, mededelingen en vaststelling agenda
De voorzitter opent de vergadering. Mevrouw Ingrid Gyömörei heeft zich vanwege ziekte afgemeld. De agenda wordt conform vastgesteld.
1
B. Rondvraag De heer Wijsmuller had verwacht, dat gisteren (20 september 2005) bij de raadspost een mededeling zou zijn gevoegd over het al dan niet verplaatsen van het verzorgingstehuis in de Rivierenbuurt. Op donderdag 22 september 2005 zal de raadsbehandeling van het Bestemmingsplan Rivierenbuurt plaatsvinden. De heer Norder had verwacht, dat hij al helderheid had kunnen geven. Hij zal nagaan wat precies de stand van zaken is en of daarover al mededelingen kunnen worden gedaan. Spreker zal een en ander laten weten vóór de raadsbehandeling. C. Advieslijst Er is geen advieslijst voorgelegd. D.
Beraadslaging over:
D1. Raadsvoorstel Structuurvisie Den Haag 2020 De volgende stukken zijn naast het raadsvoorstel met bijlagen aan de commissie gezonden: Rapport ‘Demografische aspecten van de Structuurvisie Den Haag’ van de Haagse Stadspartij en het NIDI (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut); een erratum was nage zonden; Brief d.d. 14 september 2005 van de Leidschendamse Golfvereniging Leeuwenbergh; E-mailbericht van het Haags Milieucentrum; Schriftelijk ingediende technische vragen van de fracties van de PvdA, de VVD en het CDA. Brief d.d. 20 september 2005 van de wethouder ROSW met beantwoording technische vragen commissie SWB Structuurvisie Den Haag. De voorzitter geeft het woord aan de insprekers. 02:32 Voor de betogen van de heer Runderkamp, mevrouw Blitz, de heer Rozendahl Huber, de heer Kruiming, de heer Witsen, mevrouw De Zwart, de heer Koole, de heer Frima, de heer In ’t Veld, de heer Hoogerhoud, de heer Allwood en mevrouw Van Beek wordt verwezen naar de bijlagen 1 t/m 12 van de notulen. De heer Pitstra zegt dat het belangrijk is dat de stad een strategische agenda opstelt. Er zou voor een CO2-neutrale stad een kansenzone gemaakt moeten worden. Spreker verwijst op diverse punten naar het E-mailbericht van het Haags Milieucentrum. De landelijke milieubeweging steunt op zich de keuze voor verdichting in de bestaande stad. Het Haags Milieucentrum zal binnenkort een nota over ‘kroonplaatsen’ (verdichting) uitbrengen. Het gaat om het herstel van stedelijk weefsel, opvullen van plekken en toevoegen van kwaliteit aan de bestaande stad. Het Haags Milieucentrum wijst de extra groeidoelstelling van de hand. Het Haags Milieucentrum wijst de aanval (verstedelijking) op de Vlietzone van de hand. De kansen voor groene en recreatieve waarden (volkstuinen, golfbaan, voetballers) worden miskend Kantoren kunnen worden neergezet bij Hoog Hage, langs de Utrechtsebaan en de A12 (bij het station). Waarom is de zone langs lijn 6 naar aanleiding van de studie ‘Verdichting langs openbaar vervoer langs lijn 6’ (Velov-studie) niet een kansenzone geworden ? Aldaar kunnen 8.000 woningen worden gebouwd. De Vlietzone moet gewoon eruit worden gehaald en de Velov-studie van lijn 6 moet erin worden gestopt. Wethouder Norder heeft in het milieucafé gezegd dat er een balans moet komen tussen groen, recreatie, wonen en werken. In het Wateringse Veld staan 7.000 woningen op 400 hectaren. In de Vlietzone zouden er 7.000 woningen gepropt moeten worden op 300 hectaren met wegen en kantoren. Hoe zo, balans ? Dat is gewoon holle retoriek. Het Haags Milieucentrum stelt voor de Vlietzone uit de plannen te halen. Dit zal niet leiden tot samenwerking met allerlei
2
maatschappelijke organisaties. Het zal niet leiden tot verleiding om mee te doen, maar er zal jarenlange tegenwerking zijn. Er zal geen maatschappelijk en politiek draagvlak in Haaglanden zijn. N.B. De heer Dufresne heeft het betoog van de inspreker Allwood enige malen verstoord, omdat hij wil dat in het Nederlands wordt ingesproken. De voorzitter wijst erop, dat de gisteren (20 september 2005) toegezonden beantwoording van de technische vragen bij de beraadslaging kan worden betrokken. Hij geeft het woord aan de commissie. N.B. Nadat de voorzitter het woord heeft gegeven aan de heer Mulder, verstoort de heer Dufresne opnieuw de vergadering omdat hij aan het woord wil zijn. De voorzitter waarschuwt de heer Dufresne omdat hij wederom de vergaderorde verstoort. Noot van de secretaris: Vanwege de overzichtelijkheid zijn niet alle interrupties in onderstaand verslag opgenomen. De heer Mulder zegt, dat de VVD-fractie het een goede zaak vindt dat het gemeentebestuur ambities aan de dag legt op het gebied van wonen, bereikbaarheid, voorzieningen en leefbaarheid. In het beleidsakkoord tussen de coalitiepartijen was afgesproken, dat de voorliggende nota er zou komen. De nota schetst de toekomstige ontwikkeling van Den Haag, waardoor de raad daarover goed gedocumenteerd kan spreken. Nu is er een goed moment om te spreken in een hoofdlijnendebat over de voorliggende visie. De timing betreft een moeilijke zaak. De nota zou al, zoals was afgesproken in het beleidsakkoord, in 2002 naar de raad worden gestuurd. De nota wordt nu zes maanden vóór de gemeenteraadsverkiezingen besproken. Een aantal partijen heeft al verkiezingsprogramma’s opgesteld. De VVD-fractie heeft wel een standpunt over de structuurvisie, maar de vraag is hoe het verkiezingsprogramma van de VVD eruit zal zien. In theorie kan de situatie ontstaan, dat een aantal fracties instemt met de structuurvisie waarna kan blijken dat in de verkiezingsprogramma’s andere dingen staan. Spreker meent, dat de structuurvisie een goede bouwsteen zou zijn voor de verschillende verkiezingsprogramma’s en nieuwe collegeonderhandelingen. Men moet goed bekijken wanneer er precies een besluit wordt genomen over de structuurvisie. De vraag is of door een besluitvorming de raad ‘over zijn eigen raadsperiode heen regeert’. Gaat het nu om niet meer dan een bouwsteen voor een verkiezingsprogramma en een bouwsteen voor collegeonderhandelingen in plaats van een stuk, dat voor besluitvorming voorligt ? Spreker neemt aan, dat andere fracties daarover een standpunt hebben. Mevrouw Bolle zegt dat de structuurvisie geldt tot 2020. De raad zal dus over zijn eigen graf heen regeren. Hoe denkt de heer Mulder daarover ? Spreekster vraagt of de heer Mulder verzoekt langer te doen over de besluitvorming over de structuurvisie. Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot berichten in de krant waarin stond, dat een fractiegenoot van de heer Mulder heeft gezegd dat besluitvorming snel moet plaatsvinden ? De heer Mulder zegt dat in het bele idsakkoord van 2002 is geschreven, dat de vele projecten (inzake ruimtelijke ordening) aan het eind van dat jaar in hun samenhang aan de stad zouden worden gepresenteerd. Er is geschreven, dat daardoor het mogelijk is dat burgers en bedrijven het inzicht verkrijgen in èn betrokken raken bij de vormgeving van de toekomstige inrichting van de stad. Spreker zegt dat het beter zou zijn geweest, indien de structuurvisie in 2002 zou zijn voorgelegd. De vraag is nu of de nota tijdig is voorgelegd. Over zaken moet op het juiste moment gesproken èn besloten worden. Na enige interrupties vervolgt spreker zijn betoog.
3
De vraag is waarmee de raad zou instemmen, indien met het raadsvoorstel over de structuurvisie zou worden ingestemd. Een makke is, dat een aantal zaken impliciet in de structuurvisie is opgenomen. De heer Runderkamp bijvoorbeeld heeft gezegd, dat niet duidelijk is beschreven wat er zal gebeuren met de golfbaan en dat - wanneer men alle functies, die er in de Vlietzone zouden moeten komen, bij elkaar optelt - het onvermijdelijk wordt dat de golfbaan moet verdwijnen. De ambtenaren van DSO zeggen dat dit laatste zal gebeuren. Dit maakt, dat de VVD-fractie op haar hoede is. Zijn er meer impliciete zaken in de structuurvisie opgenomen ? De VVD-fractie wil weten wat er precies moet wijken, indien uitvoering van de structuurvisie plaatsvindt. Er wordt geschreven over het realiseren van circa 37.000 woningen. Dit zou dan gaan om circa 400 flats van 15 verdiepingen. De vraag is waar die flats er moeten komen en wat daarvoor moet wijken. De VVD-fractie vraagt zich af of de structuurvisie op het huidige moment besluitrijp is. Is het zo dat - indien de raad zou instemmen met de structuurvisie en er later een masterplan zou worden voorgelegd met de in de structuurvisie genoemde functies - er zal worden gesteld dat er al is ingestemd met de desbetreffende functies en bijbehorende aantallen ? Kan men dan slechts instemmen met het masterplan en kan men de functies in het desbetreffende gebied slechts anders verdelen ? Na enige interrupties stelt de heer Van der Zalm een vraag. De heer Van der Zalm wijst erop, dat in het dictum wordt aangegeven dat het gaat om instemming (door de raad) met de structuurvisie. Het gaat om een kaderstellende nota. Spreker heeft begrepen, dat de VVD-fractie de nota liever voor kennisgeving aanneemt. Zou de heer Mulder bereid zijn het dictum middels een amendement te veranderen ? Spreker zou een dergelijk amendement willen steunen. De heer Mulder zegt, dat er een aantal mogelijkheden is. Men zou in het dictum kunnen aangeven, dat het gaat om een waardevolle bijdrage aan een komende discussie tijdens de verkiezingscampagne. De VVD-fractie zou ook met een aantal punten of geheel met de structuurvisie kunnen instemmen indien de wethouder zou zeggen, dat de raad aan weinig zaken wordt gecommitteerd. Spreker is binnen dit kader de beraadslaging begonnen met aftasten. Zou men - indien men bijvoorbeeld zou instemmen met de passages in de structuurvisie over Kijkduin - op enig moment een masterplan voor de kiezen kunnen krijgen waarover het college zal opmerken, dat al met de structuurvisie is ingestemd waarmee ook met het masterplan zou zijn ingestemd ? De wethouder heeft geschreven, dat in de structuurvisie is voortgeborduurd op eerdere discussies. Er is bijvoorbeeld in het kader van de Woonvisie gesproken over het meer naar de stad halen van de midden en hogere inkomensgroepen. De VVD-fractie is hiervan een voorstandster. De vraag is wel met hoeveel bewoners Den Haag moet groeien. Er wordt geredeneerd, dat een extra bevolkingsgroei nodig is voor de voorzieningen (musea, theaters, winkelcentra, enz.). In verband met het genoemde aantal van 515.000 bewoners vraagt spreker wat de kritische grens is met betrekking tot de bevolkingsgroei. Het gaat om een basisaanname in de nota. Er wordt geprobeerd te optimaliseren met een aantal randvoorwaarden. Insprekers hebben hierop gewezen. Den Haag is de dichtstbevolkte gemeente in Nederland met 5.674 inwoners per vierkante kilometer. Indien het college stelt dat dit aantal groter moet worden, moet dit goed worden onderbouwd en moet men goed weten waar het aantal bewoners groter moet worden. Groen en duinen wil men behouden. De gemeente zit ingeklemd tussen de zee en andere gemeenten. Het lijkt spreker niet, dat men zit te wachten op een nieuwe discussie over een gemeentelijke herindeling. De kernvraag is hoe de beperkte ruimte het beste moet worden ingericht. In dit verband is er een zekere spanning. Gezien het behoud van groen en duinen; het gegeven dat Den Haag de dichtstbevolkte gemeente van Nederland is; het realiseren van voldoende voorzieningen waarvoor de midden en hoge inkomensgroepen nodig zijn moet er een aantal fundamentele keuzes worden gemaakt. In het kader van de Woonvisie is
4
gesproken over sociale huurwoningen. Gegeven de schaarste aan grond, de wens tot behoud van groen en duinen en de wens om de midden en hoge inkomensgroepen aan de stad te binden kan men de vraag stellen of men het percentage van 30 (m.b.t. de 37.500 woningen) voor het realiseren van sociale woningbouw niet zou moeten loslaten. Na diverse interrupties vervolgt spreker zijn betoog. Er is sprake van een spanning, aangezien in de structuurvisie wordt gesproken over het bouwen van circa 37.000 woningen. Het is de vraag wie er na het bouwen van de woningen wil wonen in een stad van beton. Het bouwen van woningen betekent op zich niet, dat men de doelgroepen in de woningen krijgt. De heer Kruining (inspreker) woont nu aan zee. Wanneer men voor zijn woning een flat zou neerzetten, dan zal de heer Kruining denken dat hij daarvoor niet naar Den Haag is gekomen. Men kan dan mensen kwijtraken, die men graag voor de stad wil behouden. Spreker vraagt of elke gebouwde woning zal worden verkocht. Wat vinden de marktpartijen, die de woningen zullen moeten bouwen, hiervan ? Spreker kan zich voorstellen, dat de wethouder nog zal praten met projectontwikkelaars over hoe men aankijkt tegen de structuurvisie. De VVD-fractie vindt dat inzake het bouwen er gekozen moet worden voor kwaliteit boven kwantiteit. Er moet inzake het bouwen van circa 37.000 woningen (400 flats) ervoor worden gewaakt, dat Den Haag een ‘Torremolinos aan zee’ (een betonnen vesting) wordt. Voor wat betreft de VVD-fractie moet men heel voorzichtig zijn met betrekking tot Kijkduin, Scheveningen en de Vlietzone. Het karakter van deze gebieden (duinen en groen) moet worden behouden. De heer Bert van Alphen vraagt of de VVD-fractie het voorstel voor het bouwen van circa 7.000 woningen in de Vlietzone afwijst. De heer Mulder lijkt dit een vrij stevig aantal en is benieuwd wat dit zou betekenen voor de golfbaan. Men wil de midden en hoge inkomensgroepen aan de stad binden. Vaak zijn dat de groepen met mensen die golfen. Het is dan niet logisch, dat er maatregelen zouden worden genomen waardoor de golfbaan zou moeten verdwijnen. Een dergelijke voorziening wil men hebben. De VVD-fractie vindt het fors wat er in de Vlietzone zou gebeuren. De heer Pitstra heeft gevraagd of de Lijn 6-zone een kansenzone is. Wellicht kan de wethouder daarop ingaan. De VVD-fractie vindt, dat het bouwen boven de Utrechtsebaan (overkluizing) een kans biedt. Daarnaast meent de VVD-fractie dat - voor wat betreft het bouwen in de Binckhorst en de Laakhavens (de directeur van Vestia noemde de Laakhavens) - aan de slag moet worden gegaan. De VVD-fractie zal in het kader van de begroting een aantal opmerkingen maken over de Binckhorst. De heer De Jager geeft de complimenten voor de structuurvisie, die als onderlegger voor resultaten kan dienen. Voor wat betreft Scheveningen moeten bepaalde zaken snel worden uitgevoerd. Spreker zag een programma op TV, waarin werd bekend werd gemaakt dat de minister € 178 miljoen eind volgend jaar zal vrijmaken voor de versterking van de zeewering bij Scheveningen en andere gebieden in Zuid-Holland. De gemeente en de provincie moeten dit oppakken. Er zouden in het dictum verschillende zaken moeten staan over zaken die gelijk moeten worden uitgevoerd en zaken over een algemene visie. Spreker mist een goede invulling van de infrastructuur. Men zou bijvoorbeeld eerst moeten weten wanneer de ondertunneling van het laatste stuk van de Noordwestelijke hoofdroute zal plaatsvinden en wat dat kost. Hierop moet de infrastructuur van woningbouwplannen worden geënt. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de RandstadRailverbinding met Scheveningen. Van de PPS mag het parkeerterrein bij het Zwarte Pad worden opgedoekt. Men zou het parkeren voor alleen vergunninghouders in Scheveningen kunnen invoeren. Er moeten dan wel oplossingen komen voor dagen met druk verkeer. De PPS heeft in juni 2005 een visie ingebracht. De visie wordt voor wat betreft het havengebied, boulevard en de zeewering door experts positief beoordeeld. In het plan van de PPS wordt bijna 50 hectaren grond toegevoegd zonder dat iemand een strobreed in de weg wordt gelegd. Het
5
plan biedt goede kansen voor de werkgelegenheid en biedt een oplossing voor de zeewering in Scheveningen. Spreker vraagt de wethouder de visie van de PPS mee te nemen bij de directe planvorming voor wat betreft de Scheveningse kust. Er is in Den Haag het idee om de verschillende etnische bewoners over Den Haag te verspreiden. Spreker zegt dat er bijvoorbeeld in New York een Little Italy, een Portoricaanse wijk en een Chinese wijk zijn. Waarom zou men zoiets niet in Den Haag realiseren ? Het gedwongen spreiden is geen goede zaak. Het is prachtig, dat in Den Haag een Chinatown wordt ingericht. Spreker kan zich goed een Den Haag voorstellen met een Marokkaanse en een Turkse wijk. Wat is daaraan fout ? Dit geeft dynamiek. Over dergelijke zaken moet serieus worden nagedacht en rekening moet worden gehouden met typen woningen. Naar aanleiding van wat het Haags Milieucentrum heeft gesteld zegt spreker, dat Hong Kong met zijn hoogbouw voor 95% groen is. De bewoners van Hong Kong stappen ieder weekend in de metro en gaan dan naar het groen. In Hong Kong is gekozen voor extreme verdichting voor wat betreft het wonen, terwijl de bewoners in hun vrije tijd binnen vijf minuten midden in het groen zitten aan de Chinese Zee. Wanneer in de Randstad de werkplaats te ver weg is van het woongebied moet men elke werkdag 10 kilometer heen weer naar de werkplaats gaan, wat milieuvervuilend is. Enerzijds moet men zorgen voor een goed woongebied, anderzijds moet men zorgen dat men niet te ver van het woongebie d werkt. Spreker vindt met betrekking tot de Vlietzone, dat het Rijn-Schiekanaal moet blijven zoals het is. Door het plan van de PPS wordt 50 hectaren geboden. Een gedeelte van de geplande woningen in de Vlietzone mag in Scheveningen worden gerealiseerd. Mevrouw Bolle zegt dat de PvdA-fractie nog een standpunt zal innemen naar aanleiding van de huidige discussie en gesprekken, die met mensen binnen en buiten de stad zullen worden gevoerd. De structuurvisie is een globaal document waarin een ambitie wordt uitgedrukt. De ambitie is in het bijzonder een ambitie van de zijde van het stadsbestuur. Met de ambitie bindt het college eerder zichzelf dan dat de gemeenteraad daardoor wordt gebonden. De gemeenteraad kan in grote lijnen worden gebonden aan de visie, maar het gaat niet om een gedetailleerde invulling. Spreekster hecht eraan goed stil te staan bij: wat er in de toekomst mag worden verwacht, zaken waaraan de raad is gebonden en aangelegenheden waarin de raad zich vrij voelt om zaken anders te doen. Over bijvoorbeeld de Vlietzone is er een brede opvatting over wat daar wel en niet gerealiseerd zou moeten worden. Opvattingen moeten te zijner tijd getoetst kunnen worden aan een door het college gedetailleerde invulling van de Vlietzone. Spreekster verwacht, dat hierover open kan worden gediscussieerd wanneer het college een uitgewerkt plan voorlegt. Zij wil heel helder maken waarover wordt beslist en waarover niet wordt beslist (wat open staat voor discussie) met betrekking tot de structuurvisie. Destijds heeft spreekster weleens gesproken over de ‘Wet van Hilhorst’: na een inbreng van de raad zei de toenmalige wethouder dat dit nu niet aan de orde was en, nadat een jaar later een gedetailleerd plan was voorgelegd, zei de wethouder dat een jaar geleden hierover was besloten. Dergelijke zaken moet men voorkómen. Het dictum moet in dit verband heel zorgvuldig worden bekeken. De heer Wijsmuller zegt bij interruptie, dat de structuurvisie een planvoorraad voor ambtenaren is waarmee de ambtenaren in de komende jaren aan de slag zullen gaan. Indien de raad niet wil dat de Vlietzone zal verstedelijken (zoals is uitgesproken in het regionaal structuurplan), dan moet nu worden aangegeven dat de raad geen verdere verstedelijking in de Vlietzone wil, zodat de ambtenaren in de komende jaren hiermee niet aan de slag gaan. Mevrouw Bolle zegt, dat vroeg of laat een uitgewerkt plan voor de Vlietzone aan de raad zal worden voorgelegd om vorm te geven aan datgene wat destijds is afgesproken. De heer Wijsmuller zegt, dat in het pla n geen bypasses en geen verstedelijking door 7.000 woningen mogen worden opgenomen. Mevrouw Bolle meent, dat hierover raadsbreed afspraken zijn gemaakt.
6
De heer Pijl vraagt of niet alle onderdelen van het dictum de instemming van de PvdA-fractie hebben. Mevrouw Bolle zegt, dat de PvdA-fractie in één van haar komende fractievergaderingen een standpunt zal innemen. De heer Bert van Alphen memoreert, dat de PvdA-fractie een motie heeft ingediend over het onbespreekbaar zijn van het realiseren van de bypasses. Het college stelt dat een en ander zal worden meegenomen in een nadere studie. Echter, het college gaat er vanuit dat de bypasses een oplossing vormen voor een aantal problemen. Vindt de PvdA-fractie niet dat de ambitie van het college voor wat betreft de Vlietzone bijgesteld zou moeten worden en dat een discussie hierover niet moet worden afgewacht ? Mevrouw Bolle antwoordt ontkennend. Er ligt een raadsbrede uitspraak, waarin de PvdA-fractie een centrale rol heeft vervuld. Het college moet met voorstellen komen waarvan het vindt, dat daarvoor in de raad een meerderheid is te vinden. Spreker vervolgt na enige interrupties haar betoog. Sinds 1948 is het gelukt om op papier te zetten welke kant men uit wil met de stad. Dat is een goede zaak. In die zin is het voorliggende document bijna on-Haags. Er wordt een blik naar voren geworpen, wat het college siert. De totstandkoming van het document, waarbij veel manieren zijn benut om met bewoners en andere partijen in gesprek te komen, spreekt de PvdAfractie aan. De structuurvisie is mede heel belangrijk voor de stad, omdat middelen van derde partijen nodig zijn. Een structuurvisie maakt het mogelijk om bijvoorbeeld bij het Rijk de middelen te verkrijgen om een aantal doelen te verwezenlijken. Een kernpunt van de structuurvisie is de groei. Spreekster heeft waardering voor het rapport, dat de Haagse Stadspartij heeft doen opstellen door het NIDI. Het rapport biedt voor een deel een onderbouwing voor opvattingen van het college over de groei. Het is een feit dat bewoners, die kinderen krijgen en in een grotere woning willen wonen, buiten de stad terecht komen. Het is een goede zaak om te proberen in dat type groei binnen de stad te voorzien. Er moet worden gebouwd voor bevolkingsgroepen, die helaas de stad verlaten op het moment dat men meer kan besteden. Interessant in het NIDI-rapport is de analyse dat er mensen komen, indien men woningen bouwt. Het NIDI stelt dat de ambitie, die het college formuleert over bewoners met een hogere opleiding en hoger geschoolde werkgelegenheid, misschien een brug te ver is, want er zullen ook lager geschoolden naar de stad komen. Er moet dus ook worden gezorgd voor werkgelegenheid voor de lager geschoolden. Spreekster verneemt in dit verband graag de opvatting van het college. Zij vraagt het college om geactualiseerde cijfers over de autonome bevolkingsgroei voor te leggen. Het NIDI stelt, dat er momenteel minder mensen sterven en er meer mensen worden geboren. Den Haag is een ‘verjongende stad’. Voorts zegt het NIDI, dat de cijfers over zowel de binnenlandse als buitenlandse migratie in 2003 en 2004 anders blijken te liggen dan de aanname in de structuurvisie. Spreekster is benieuwd naar de bijgestelde prognose van het college over de autonome bevolkingsgroei. De heer In ’t Veld van de AVN noemde prachtige wereldsteden aan zee op (Tokyo, etc.). Misschien hoort Den Haag niet in dat rijtje thuis, maar men zou Den Haag niet willen zien in het rijtje van Stavoren en Hindeloopen, wereldsteden aan zee die minder groeiden en waarvan uiteindelijk de havens verzandden. Het college heeft de ambitie om 40.000 werkplekken te realiseren. Spreekster vraagt of het college mogelijkheden ziet om hieraan invulling te geven. Er moet niet slechts naar de werkgelegenheid voor hooggeschoolden worden gekeken. Er moet ook naar werkgelegenheid voor laaggeschoolden worden gekeken. Spreekster wil in dit verband van het college weten wat de verhouding is tot de glastuinbouw in het Westland (greenport). In het kader van de werkgelegenheid is het pikant, dat de gemeente veel woningen wil bouwen en bedrijvigheid naar buiten de gemeentegrenzen wil verplaatsen. Voldoende werkgelegenheid voor laaggeschoolden moet voor de stad behouden blijven.
7
Voor wat betreft kansenzones staat er in de structuurvisie zo’n geweldig grote opsomming, dat de PvdA-fractie de behoefte heeft om van het college te vernemen wat het eerst gerealiseerd moet worden. Af en toe is het moeilijk om met de auto of de trein in de stad te komen. Wanneer men een dagje in Scheveningen is geweest, is het best moeilijk om de stad uit te komen. De PvdA-fractie is benieuwd van het college te horen hoe het moet gaan met de toegankelijkheid en bereikbaarheid van de stad en welke zaken het college het eerst zou willen aanpakken. De structuurvisie geeft een goede aanzet voor verdichting. Spreekster vraagt in dit verband het college om te kijken naar de huidige herstructurering (Transvaal, Zuidwest). De PvdA-fractie vindt regionale samenwerking belangrijk. De fractie krijgt de indruk, dat daarnaar wat opener wordt gekeken door het college. Uit de structuurvisie blijkt, dat pogingen worden gedaan om verbanden te smeden. De PvdA-fractie vraagt zich af in hoeverre een achterblijvende ontwikkeling van de Zuidvleugel roet in het eten kan gooien met betrekking tot de structuurvisie. In hoeverre is de gemeente afhankelijk ? De heer Mulder vraagt hoe mevrouw Bolle de spanning met betrekking tot de in de maak zijnde verkiezingsprogramma’s ervaart. In het concept-verkiezingsprogramma van de PvdA staat klip en klaar, dat 37.500 woningen gebouwd moeten worden voor het behoud van de stedelijke vitaliteit. Hoe kijkt de PvdA-fractie tegen de bouw van een dergelijke hoeveelheid woningen aan ? Mevrouw Bolle beaamt dat er spanning is, wat een goede zaak is. Dit leidt tot betere standpunten. De heer Van der Zalm zegt, dat een indrukwekkend document als de structuurvisie het politieke werk in een duaal bestel leuk maakt. Het college vraagt de raad om mee te denken en in te stemmen met een kaderstellend stuk. Het is leuk om af te tasten in hoeverre men het eens is met de ambities. Het gaat om een structuurvisie, niet om een structuurplan. Echter, de kans bestaat dat men later voor de voet geworpen krijgt dat men destijds heeft ingestemd met de visie (zie de ‘Wet van Hilhorst’). Het is terecht, dat partijen aangeven waar voor hun de onmogelijkheden in de visie zitten. Critici zeggen, dat de structuurvisie betamelijk vaag is. Spreker denkt, dat het de bedoeling is dat een beleidsnotitie op dit moment niet geheel gedetailleerd moet worden ingevuld. Een en ander maakt wel wat los in de stad. Het college gaat er vanuit, dat een groei nodig is. De fractie van D66 heeft destijds om meerdere scenario’s gevraagd. D66 is er niet van overtuigd, dat een groeiscenario nodig is. Vroeger telde Den Haag circa 600.000 inwoners. Destijds is er bewust in een visie aangegeven, dat er een uitleglocatie ter hoogte van Zoetermeer moest komen. Vervolgens gingen velen aldaar wonen en werd er gezegd, dat men dat niet wilde. Nu wil men bewoners terugkrijgen. Uiteindelijk blijken visies haaks op elkaar te staan. Den Haag kent nu circa 470.000 inwoners. Er zal een stijging van dit aantal komen, maar een inwonertal van 515.000 betreft een heel grote stijging. Vooral wanneer men dit wil realiseren met een verdichting en wanneer dit ten koste gaat van andere zaken. Men probeert Den Haag te promoten als de groene stad aan zee. Het gaat om de ruimtelijke kwaliteit. Het werkbezoek aan Berlijn heeft aangetoond dat brede lanen, allees en vele pleinen een ruimtelijke beleving geven waarop men jaloers kan zijn. In Den Haag heeft men destijds het gepresteerd om het Gevers Deynootplein dicht te bouwen en te zeggen, dat het de ideale kwaliteit van de stad betreft. Achteraf zegt iedereen, dat het een blunder betrof. Men moet kijken naar de woonarrangementen. Waarom willen mensen hier wonen, waarom willen mensen hier helemaal niet wonen en waarom zijn mensen uit de stad weggegaan ? Wonen en werken moet mogelijk worden gemaakt. ‘Werken’ betekent dat er voldoende kinderopvang moet zijn en dat er onderwijsvoorzieningen aanwezig moeten zijn. De structuurvisie, die vooral is gebaseerd op het stenen stapelen, had veel meer de ‘zachte kant’ moeten bevatten. Spreker is blij met het demografisch rapport van de Haagse Stadspartij. Eigenlijk had het college een demografisch rapport als onderlegger van de structuurvisie moeten voorleggen. Uit het
8
demografisch rapport heeft spreker geleerd, dat bewoners niet meer standvastig zijn. Vroeger bleef men tot zijn dood in een stad wonen. Het wonen en werken houdt in dat de bereikbaarheid met openbaar vervoer, de fiets en de auto goed moet worden geregeld. Spreker is verheugd, dat in de structuurvisie de Noordwestelijke hoofdroute alle aandacht krijgt. Een dergelijke ontsluiting van de stad is nodig. Het is een pluspunt, dat transferia worden aangegeven. Het CBS heeft aangegeven dat in 1999 Den Haag 53 inwoners per hectare had, terwijl Rotterdam 19 inwoners per hectare had. Dit kwam erop neer, dat de woondichtheid in Den Haag ongeveer 2 ½ zo groot was als in Rotterdam. Dit betekent nogal wat. Er is geschreven, dat regionale samenwerking belangrijk is. Men ziet nu, dat ieder ‘koninkrijkje’ voor zichzelf met het Rijk zijn zaken probeert te regelen voor wat betreft aantallen woningen en bijdragen uit het gemeentefonds. Leiden, Delft en Zoetermeer willen ook uitbreiden. Een ieder wil de ‘troetelgroep’ (de hogere en middeninkomens) in huis hebben. Gemeenten beconcurreren elkaar. Er wordt gesproken van een ‘wereldstad aan zee’. In Europa wordt gesproken over de Randstad als metropool. Waarom beconcurreren gemeenten elkaar op de vierkante meter en waarom kunnen er met het Rijk geen afspraken worden gemaakt over centrumfuncties voor grote steden ten opzichte van de regio ? Den Haag wil meer geld en dus meer inwoners om de voorzieningen in stand te houden. Dit doet men in feite ook voor de regio. Spreker vindt, dat er beter naar dubbel bodemgebruik moet worden gekeken. De Lozerlaan biedt voor wat dit betreft mogelijkheden. Spreker is voorzichtig ten opzichte van ontwikkelingen in Kijkduin. De bewoners van Scheveningen hebben in het kader van het masterplan Scheveningen hun ideeën aangegeven over ontwikkelingen in de toekomst. Spreker verwacht, dat het college in gesprek blijft met de bewoners van Scheveningen. Niet elke ontwikkeling, die is aangegeven in de structuurvisie, moet zomaar worden gepromoot. Voor wat betreft de Lijn 6-zone biedt het opplussen van de directe omgeving kansen. Men moet niet elke plek in de stad ‘dichtplakken’, maar men moet kijken of woningen kunnen worden opgeplust. Spreker vindt, dat in de structuurvisie veel wordt gesproken over de kwantiteit en eigenlijk onvoldoende over de kwaliteit. Voor wat betreft de D66-fractie is het aantal in de structuurvisie aangereikte woningen voor de Vlietzone onbespreekbaar. Het laatste woord daarover is nog niet gezegd. Dit betekent dat de D66-fractie niet kan instemmen met de structuurvisie en dat de fractie de structuurvisie ziet als een bouwsteen voor overleg en (met betrekking tot de raadsverkiezingen) als een kader voor een nieuw college- en raadsprogramma. De heer Kaland heeft vragen over de status van de vergadering. Het voorliggende raadsvoorstel is op onderdelen zeer gedetailleerd en bevat impliciet een aantal zaken. Spreker noemt als voorbeeld de nadruk, die op appartementen wordt gelegd. Verderop staat in de stukken dat mensen, die een huis met een tuin willen hebben, naar de regio moeten gaan. Wordt daarover besloten ? Welke status heeft de structuurvisie ? Het lijkt op een structuurplan in het kader van de WRO, maar dat is het niet volgens de wethouder. Materieel lijkt het wèl op een structuurplan. In welke mate wordt een en ander vastgelegd ? Spreker sluit aan bij de waarneming van de heer Mulder over de timing. De timing en de gedetailleerdheid van het raadsvoorstel roept bij spreker de vraag op of een gedetailleerd besluit genomen moet worden en of de vergadering niet veel meer het karakter van een werkbespreking zou moeten hebben. Spreker sluit aan bij de opmerking van mevrouw Bolle dat het vooral gaat om een stuk, dat het college bindt. De structuurvisie is opgehangen aan een cijfermatige exercitie. Echter, hieruit rijst ook een beeld van de stad op. Spreker vraagt of een en ander wel zo eendimensionaal bekeken moet worden, gezien de impact die er na operationalisering van de visie op het karakter van de stad zal zijn. Elders spreekt men ook over hoe men wil, dat de stad eruit moet zien. Een bekend voorbeeld is Washington, dat vooral geen New York wil worden. In Parijs, waar men veel ervaringen heeft met hoogbouw uit de zeventiger jaren, is men op één en ander teruggekomen en heeft men vanuit visueel oogpunt het karakter van de stad vastgesteld.
9
Den Haag wordt in de stukken gepropageerd als een groene stad aan zee. Echter, op dit moment heeft de stad nog een karaktertrek, t.w. het grotendeels suburbane element. Wanneer men de structuurvisie en andere stukken leest, ziet men dat er een massale explosie van hoogbouw zal zijn. Alle kansenzones en ontwikkelingszones worden vrijgegeven voor hoogbouw. Hierover zou impliciet een besluit worden genomen. Dit betekent én en ander voor het ‘unique selling point’ van Den Haag, waarmee Den Haag zich onderscheidt van andere residenties. Vindt men het niet wat waard om het suburbane karakter te behouden ? Wordt het besluit genomen om daarvan af te stappen ? Geen Washington, maar een New York ? De structuurvisie is gebaseerd op een aanname over groei. De centrale vraag is waarom groei nodig is. Spreker verkeert als werknemer van de VNG veel in kringen van lokale bestuurders. Elke lokale bestuurder (ongeacht de omvang van zijn gemeente) vindt, dat zijn gemeente moet groeien om het voorzieningenpeil in stand te kunnen houden. Wat is het verschil tussen de structuurvisie en de natuurlijke reflex die iedere lokale bestuurder heeft om te groeien ? Wat zou men m.b.t. het voorzieningenniveau missen, indien er geen extra groei plaatsvindt ? Er is ook een aanname over de pendelbewegingen in het voorliggende stuk. Vier van de tien werkers in de stad komen van buiten de stad. Mede om deze vier werkers naar binnen te halen moet het geprognotiseerde aantal woningen worden gebouwd. Uit de staat van de Haagse economie blijkt, dat verreweg de meeste pendelaars uit Zoetermeer of Leidschendam-Voorburg komen. Spreker ziet niet wat op macroniveau de winst zou zijn van het leegzuigen van Zoetermeer. Voor veel werkers betreft het wonen buiten de stad een bewuste keuze. Zij vinden het prettig om de woonstad en de werkstad gescheiden te houden. Spreker is het eens met de ambitie om te proberen deze mensen naar de stad te halen, maar het is de vraag of deze mensen dat willen. Is er inzicht hierover ? Spreker heeft in de krant gelezen, dat de wethouder een woonwensenonderzoek onder Hagenaars zal doen en dat de resultaten daarvan bij de structuurvisie zullen worden betrokken. Zou er ook niet een onderzoek onder forensen gehouden moeten worden ? Den Haag wordt gekarakteriseerd door de scheiding van stadsdelen door groene longen. De Vlietzone zou een dergelijke functie kunnen hebben. De Vlietzone zou een groene entree naar Den Haag kunnen worden, wat zou bijdragen aan de kwaliteit van de stad. Het zou vreselijk zijn wanneer men bij de afslag Delft-Zuid in een versteende omgeving zou komen, die men pas bij Naaldwijk zou verlaten. Spreker heeft een vraag over de reactie van Delft naar aanleiding van de plannen met betrekking tot de Vlietzone. De gemeente Delft voelt zich overvallen en zegt dat er andere afspraken waren gemaakt, namelijk over de ontwikkeling van een kennisboulevard langs de A13. Hoe staat het daarmee ? Er is door anderen al gesproken over het specifieke karakter van Kijkduin en Scheveningen, dat gewijzigd zou worden. Spreker vraagt zich af in hoeverre het paard achter de wagen wordt gespannen, indien men van de badplaatsen metropolitane milie us zou maken. Zoeken mensen dat in een badplaats ? De kern Loosduinen komt niet voor in de structuurvisie. Indien in Madestein en De Uithof ontwikkelingen plaatsvinden voor de ‘speciale dure doelgroep’, dan zal Loosduinen de dichtstbijzijnde kern zijn waar mensen zullen winkelen en een hapje zullen eten. Spreker weet niet of de wethouder in dit opzicht Loosduinen als een aantrekkelijk dorp beschouwt. Misschien zou een upgrading van Loosduinen op zijn plaats zijn. Spreker verneemt in dit verband graag de visie van de wethouder. Spreker heeft waardering voor het enthousiasme waarmee het voorliggende stuk is gemaakt, maar vraagt of men het doel niet voorbijschiet wanneer men de verstening zal realiseren. De vraag is of het tegendeel van een aantrekkelijk vestig ingsklimaat wordt bereikt door verstening en het ingrijpend wijzigen van het karakter van Den Haag. Wordt er niet te veel ingezet op de kwantiteit waardoor de kwaliteit ten onder dreigt te gaan ? De heer Dufresne zegt dat men een beetje wereldburger moet zijn om in een wereldstad te wonen. Het kan niet zo zijn dat men bij integratiedebatten niet in het Engels kan inspreken en dat men bij een Wereldstad aan zee-bespreking wel in het Engels kan inspreken. De fractie van Leefbaar Den Haag is er voorstander van dat Nederland de eerste wereldstad zou
10
moeten zijn. In het kader van de Deltametropool zal Nederland over dertig of veertig jaar een wereldstad zijn. De fractie heeft schriftelijke vragen gesteld over de getallen. Spreker vraagt de wethouder om een toelichting. Leefbaar Den Haag vindt dat een belangrijk programmapunt is, dat straatvegers in Den Haag een hoger salaris krijgen. Enkele jaren geleden was er sprake van een Las Vegas aan zee. Is er nog wat over van die plannen ? Was het niet leuker geweest om naar hoogbouw in Las Vegas te kijken in plaats van in Berlijn ? De fractie is voorstander van hoogbouw en begrijpt niet, dat de wethouder zich niet verdiept in de competitie in de wereld. Wanneer men een wereldstad wil zijn, moet men het (bijna) hoogste gebouw binnen de stadsgrenzen hebben. Er is een competitie bezig om de 1000 meter te halen. Spreker vraagt aan de wethouder om studies te doen verrichten naar massale hoogbouw. Wanneer men een landmark wil hebben, moet men aan de competitie meedoen. Spreker wil graag weten hoe de wethouder de communicatie doet met de insprekers. Hij vraagt of het standpunt van de heer Kaland over een werkbespreking in stemming kan worden gebracht. De voorzitter zegt dat dit niet aan de orde is. De heer Dufresne vraagt hoe de structuurvisie zich verhoudt tot de stadsdeelplannen en de Deltametropool. Is het een beleidsdocument ? Is het een indicatief stuk ? Spreker maakt opmerkingen over zijn spreektijd (waarvan de voorzitter inmiddels heeft aangegeven dat deze voorbij is). Leefbaar Den Haag is tegen de structuurvisie en voor het behoud van de golfbaan. Noot van de secretaris. Aangezien ter vergadering door de heer Dufresne openlijk werd getwijfeld over de duur van zijn spreektijd het volgende: Aan de fractie van Leefbaar Den Haag is maximaal 5 minuten spreektijd toebedeeld. Op de geluidsopname gaat het betoog van de heer Dufresne in op punt 150:22 en eindigt, zonder dat er een interruptie door commissieleden heeft plaatsgevonden, op punt 156:12. De daadwerkelijke spreektijd zonder interrupties was dus circa 5 minuten en 50 seconden. . De heer Bert van Alphen zegt, dat de fractie van GroenLinks de structuurvisie heeft gelegd naast de eigen visie. Er is gekeken naar overeenkomsten en principiële verschillen. De fractie heeft geconcludeerd, dat op tal van punten de visie van GroenLinks duidelijk verschilt van de structuurvisie. De structuurvisie van het college komt vooral neer op: ‘hoger, duurder en met name exclusiever’. Het college richt zich op een groep huidige en toekomstige inwoners die aan een stad gebonden moet worden, waardoor er een hoop moet gebeuren. De balans ten aanzien van alle lagen van huidige bewoners ontbreekt. Steden als Genève en Luxemburg worden als voorbeeld genomen. Met deze ambitie is niets mis, ware het niet dat er een aantal consequenties is. Terecht vindt koppeling plaats aan een regionale visie. Spreker heeft destijds plannen voor o.a. Hoog Hage gezien. Daarin ontbrak de relatie met de regio. Enerzijds wordt in de structuurvisie de ambitie uitgesproken, dat de regionale visie het ‘groter worden van Den Haag’ betreft. Spreker herkent een verkapte vorm van annexatie. Voorbeelden zijn de afspraken in het kader van de regionale woonvisie en de afspraken met de corporaties, waarin is aangegeven dat de randgemeenten zich meer moeten richten op sociale woningbouw en dat Den Haag zich iets minder daarop moet richten. GroenLinks zou deze principiële keuze niet maken. Men moet zorgen voor de eigen inwoners. Anderzijds wordt er gepoogd om lastige zaken (m.n. milieuvervuilende bedrijvigheid) weg te drukken naar de regio of daarbuiten. Dit staat in tegenstelling tot de regionale visie, waarin wordt gesproken over een bredere aanpak en zienswijze. Het zou consequent zijn om één en ander nog breder te zien. Den Haag is geen miljoenenstad en zal dat ook niet worden. Echter, er is een verband tussen de vier Grote Steden in de Randstad. Er wordt gesproken over uitbreiding
11
van de kenniseconomie e.d., terwijl in de commissie VEM duidelijk is aangegeven dat steden als Amsterdam en Utrecht zich ook daarop richten en op tal van punten beter scoren dan Den Haag. Het zou beter zijn om de ambitie van het groter worden in een breder perspectief te zien. Spreker wil niet zover gaan, dat de Deltametropool weer in beeld moet komen. Wanneer men één en ander in een groter verband ziet, is er de kans dat er een redelijk tot goede verdeling van voorzieningen komt. De fractie van GroenLinks vindt de ambitie in de structuurvisie voor wat betreft de regio te beperkt. De ambivalentie moet uit de visie worden gehaald. Het wegdrukken van lastige zaken naar de regio of daarbuiten is niet consequent. Een voorbeeld is de kwestie van de autosloperij (in de Binckhorst). GroenLinks heeft destijds aangegeven, dat de groei een kernvraag is. Hetgeen in de structuurvisie over de groei is neergelegd komt niet overeen met de visie van GroenLinks. De fractie van GroenLinks is voorstander van het bestendigen van de natuurlijke groei en het bieden van kwaliteit aan de bewoners van Den Haag. Het forceren (overeenkomstig de ambitie in de structuurvisie) maakt meer brokken dan dat het iets goed zou doen. Spreker denkt dat het goed is, dat de Haagse Stadspartij nader van gedachten zal wisselen over de demografische cijfers. Hij hoopt alleen niet, dat het een cijfermatig spelletje zal worden. Uit het rapport van het NIDI is duidelijk geworden dat de cijfers, die zijn gebruikt bij de totstandkoming van de structuurvisie, op zijn minst discutabel zijn. Indien de juiste cijfers niet worden gehanteerd, zal de ambitie niet worden gerealiseerd. De ambitie zal moeten worden bijgesteld. Spreker zegt, dat op hoofdlijnen keuzes zijn gemaakt die zijn gebaseerd op andere veronderstellingen dan die van GroenLinks. De ambitie moet worden bijgesteld en het college moet zich meer richten op de natuurlijke groei. Er zijn veel weerstanden tegen de voorstellen voor de Vlietzone. GroenLinks steunt deze weerstanden. Er wordt verondersteld, dat het Trekvliettracé noodzakelijk is als een belangrijk onderdeel van de aanvoerroutes richting het centrum van Den Haag. De kans is gemist om te kijken naar bijvoorbeeld waterverbindingen, die men als een kansenzone zou kunnen opvoeren. Dit niet alleen vanwege de bereikbaarheid en de duurzaamheid, maar ook vanwege de veiligheid met betrekking tot het water in Den Haag en omstreken. GroenLinks betwijfelt de stelling, dat het Trekvliettracé noodzakelijk is. Spreker heeft begrepen, dat ook de PvdA-fractie hierbij vraagtekens zet. Wat betekent een en ander in de structuurvisie voor de huidige herstructureringsgebieden ? Komt aldaar ook hoogbouw ? Spreker is blij met het NIDI-rapport. De verdichting komt ter discussie. Het investeringsprogramma wordt erg afhankelijk gemaakt van derden (Rijk, private instellingen, bedrijven e.d.). Hoe afhankelijk is de uitvoering van de mogelijk bijgestelde structuurvisie ? Wat zijn de voorwaarden en hoe politiek afhankelijk is de gemeente van bijvoorbeeld het Rijk ? Spreker moest zeggen dat - in het geval er nog één keer wordt gesproken over een landmark als zijnde een operahouse op Scheveningen - “de vorm van de structuurvisie dusdanig wordt aangepast dat die in een bepaald lichaamsdeel wordt gestopt”. Hij heeft dit gehoord van iemand van een andere politieke partij. De heer Pijl kan zich vinden in de visie van de VVD en vindt, dat collega-raadslid Kaland (CDA) behartigingswaardige woorden heeft gesproken, zeker over de wens van gemeenten om te groeien. Spreker heeft gewerkt in een kleine gemeente, die ook wilde groeien. Op bladzijde 12 van het raadsvoorstel staat, dat de structuurvisie is “vastgesteld” door het college van B&W en dat de structuurvisie definitief is, indien de gemeenteraad deze goedkeurt. Spreker zegt, dat de raad de kaders “vaststelt”. De raad kan zaken aanpassen of bijstellen. Duidelijk moet zijn wie de kaderstellende rol speelt. Het spreekt spreker aan dat geschreven is, dat het goede behouden moet worden. Echter, het is wat anders als Den Haag wordt geëtaleerd als een wereldse stad. Volgens de Van Dale wordt o.a. onder “werelds” verstaan: aards, ijdel, lichtvaardig. Wat dit betreft denkt spreker aan een spreuk die hij eens las op een woning in Amsterdam: “Werkplaats beneden en woning boven”.
12
Spreker betwijfelt of Den Haag de wereldstad is zoals wordt geschreven. Hij is vorig jaar zowel in New York als Washington geweest. Wanneer men aan spreker zou vragen waar hij zou willen wonen, dan zou hij kiezen voor Washington. Spreker is het met de heer Mulder eens, dat Den Haag geen Torremolinos aan zee moet worden. Spreker kan de opmerkingen van de insprekers onderschrijven, zeker die van de heer in ’t Veld. Mevrouw Van Beek heeft gezegd, dat van meet af aan de bewoners betrokken moeten worden bij de plannen. Spreker onderschrijft dit. Voor wat betreft de Vlietzone legt spreker een zeer grote terughoudendheid aan de dag, zeker wanneer het gaat om het aantal van 7.350 woningen. Dit geldt ook voor de Internationale kustzone. Spreker zou graag concreet willen weten waar de 4.000 woningen in Scheveningen en de 3.100 woningen in Kijkduin moeten komen. Hij ziet daarvoor niet de ruimte, tenzij men de zee zal ingaan of de lucht zal ingaan (hoogbouw). Het omhooggaan mag niet ten koste gaan van de leefbaarheid. Primair kan worden gezegd dat - door te tamboereren op het internationale ambitieniveau van de structuurvisie - er te weinig oog is voor de specifieke lokale situatie. De vraag kan terecht worden gesteld of de doorsnee Hagenaar dan wel Hagenees op een dergelijke internationale richting zit te wachten. De visie legt te veel de nadruk op het internationale niveau van Den Haag en te weinig op de bestaande structuren binnen de stad èn welke aandachtspunten in dat kader spelen en opgelost dienen te worden. De sociale paragraaf is het tweede stuk, dat in het vooruitzicht wordt gesteld. Had de sociale paragraaf niet eerst voorgelegd moeten worden ? Vervolgens had het ‘stenen verhaal’ voorgelegd kunnen worden. Spreker zet vraagtekens bij de volgordelijkheid. Hij ziet de contramalgedachte ook niet terug in de visie. Het college schrijft, dat de tweedeling in de stad niet gewenst is. Spreker vraagt zich af of door de structuurvisie een nieuwe tweedeling wordt gecreëerd. Veel aandacht wordt gegeven aan de grootschaligheid zonder een indicatie van de te verwachten neerslag hiervan op de kleinschalige Haagse niveaus (stadsdeel, wijk). Dergelijke ontwikkelingen kunnen de bestaande of gewenste homogeniteit binnen de stad, met name in de wijken, onder druk zetten indien niet integraal naar de verschillende onderdelen, wijkstructuur, bouwstijlen en bewonerssamenstelling wordt gekeken. Spreker vraagt zich af in hoeverre de voorgestelde ontwikkelingen, met name de infrastructurele, als realiseerbaar of zelfs wenselijk kunnen worden aangemerkt. Hij memoreert de moeite die de fractie van de ChristenUnie/SGP heeft met bijvoorbeeld het realiseren van het Trekvliettracé. Verder zijn dergelijke ontwikkelingen sterk afhankelijk van de visies van omliggende gemeenten en andere overheden. Het lijkt spreker, dat hiermee weinig rekening is gehouden. Het jaar 2020 wordt genoemd. Is dat het jaar dat alles klaar moet zijn ? Indien alles in het jaar 2020 moet zijn gerealiseerd, komt men op een gegeven moment een hele grote bouwput in Den Haag tegen. Spreker ziet het jaar 2050 aan de horizon verschijnen. Wat gebeurt er tussen 2020 en 2050 ? Spreker is er van geschrokken, dat de blik verder gaat naar de Zuidhollandse eilanden. Toen spreker in Zeeland woonde en werkte was hij o.a. aangewezen op het mooie eiland Goeree-Overflakkee. Is het inderdaad de ambitie om de sprong te maken naar Voorne-Putten en vervolgens naar Goeree-Overflakkee ? De heer Wijsmuller zegt dat, los van de planning en de verkiezingen, het een goede zaak is dat er een structuurvisie voorligt. Daarmee geeft het bestuur een doorkijk naar de toekomst en wordt meer duidelijk over lijnen van ontwikkelingen. Het gaat om een soort planvoorraad, waarmee ambtenaren de komende jaren kunnen werken. Dat wil niet zeggen, dat alles wat in de structuurvisie staat gerealiseerd zal worden. In het verleden was er de Nieuwe Kaart van Den Haag, waarin o.a. Hoog Hage zat. Spreker vindt het jammer, dat het idee van Hoog Hage is verlaten. Hij vraagt de wethouder hierop een reactie te geven. Er zou aandacht gegeven kunnen worden aan een verdichting op de desbetreffende locatie. Men moet ambtenaren niet jaren aan plannen laten werken, die uiteindelijk niet gewenst zijn. In het geval, dat men nu al weet dat men een aantal ontwikkelingen niet wenst, moeten deze ontwikkelingen niet min of meer in de structuurvisie worden vastgelegd. Spreker denkt dan met
13
name aan ontwikkelingen voor wat betreft de Vlietzone, Kijkduin en het Zwarte Pad. Klare wijn kan worden geschonken door o.a. op de desbetreffende punten het dictum te amenderen. Spreker kondigt aan dit te zullen doen. De vraag is hoe reëel de ambities zijn. Men moet niet bang zijn om de lat hoog te leggen, maar de plannen moeten enige kans van slagen hebben. De Haagse Stadspartij had behoefte aan een fundament onder alle cijfers en heeft het NIDI een opdracht gegeven. Tegen de heer Van Alphen zegt spreker, dat alle cijfers over de toekomst discutabel zijn. Het gaat erom, gezien de bekend zijnde ontwikkelingen, dat men een inschatting maakt van hoe reëel de prognoses zijn waarop de structuurvisie is gebaseerd. Spreker vindt het jammer dat in brief van de wethouder, die gisteren is ontvangen, staat dat het NIDI gebruik heeft gemaakt van niet-correcte bevolkingsgegevens. Dat is pertinent onjuist. Het NIDI heeft tijdens het opstellen van het rapport gebruik gemaakt van de (toen nog) voorlopige cijfers van het CBS. Inmiddels heeft het CBS de definitieve cijfers vastgesteld. De prognose van DSO, die 8.000 personen meer heeft ingeschat dan reëel is, kan worden bijgesteld naar 4.000 personen te veel. Het huisvesten van de autonome groei van Den Haag is een enorme opgave. Gezien de kwaliteit, die Den Haag wil uitstralen, is er al een spanningsveld. Indien men de ambitie heeft om nog meer mensen aan te trekken, dan haalt men zich allerlei problemen op de hals en zal uiteindelijk de gemeente in zijn eigen staart bijten. Een belangrijke kwaliteit is dat Den Haag een stad is met een groen imago, wat iedereen koestert. Dit heeft te maken met de ligging aan zee en de inrichting aan de randen (parkachtige structuur). Hieraan moet men niet tornen. De Haagse Stadspartij wil een amendement indienen over het deel van het dictum, waarin wordt gesproken over het realiseren van een flink aantal woningen in de Vlietzone, Kijkduin en het Zwarte Pad. De ambitie van het college om zoveel mogelijk bewoners aan de stad te binden is veel te optimistisch. Spreker meent, dat de opgave moet zijn om de autonome bevolkingsgroei tot het jaar 2020 in Den Haag op te vangen. Dan al moet er een enorm programma worden gerealiseerd. Voor wat betreft de demografische ontwikkelingen na 2020 kan er een stilstand zijn. Men ziet in heel Europa, dat steden soms in staat zijn met het stoppen van de groei van de stad toch kwaliteit en welvaart in hun stad te realiseren. Aan een dergelijke strategie moet Den Haag meer aandacht besteden. Het college wil de groei najagen, maar er zijn grenzen aan de groei. Men moet nadenken over hoe de kwaliteit kan worden vastgehouden, terwijl de groei afneemt. Het college zet sterk in op het internationale karakter van de stad, met name op het feit dat Den Haag een bestuurscentrum is. Er is geen sprake van een wereldstad. Een bestuurscentrum is in feite gewoon saai. Wanneer men meer mensen wil aantrekken moet men niet alleen maar kijken naar het ruimtelijke karakter van de stad, maar ook naar het elkaar ontmoeten van mensen op straat waarvoor nieuwe impulsen moeten ontstaan. Er moet meer gebeuren dan dat er van 9.00 tot 17.00 uur met name in het dienstencentrum mensen rondlopen. De afname van het ambtenarenapparaat kan voor de economie van Den Haag behoorlijk van betekenis zijn. Men is riskant bezig, indien men alle troeven op het bestuurscentrum zet. Spreker mist in de structuurvisie een bredere kijk op impulsen voor een creatieve stad en het type werkgelegenheid, dat daarmee samenhangt. De structuurvisie betreft in de visie van de Haagse Stadspartij een moeilijk verhaal. De ambities voor werkgelegenheid en het aantal woningen zullen naar beneden bijgesteld moeten worden. De vraag is of het college hiermee uit de voeten kan. De groene stad komt door het programma van het college onder druk te staan. Betaalbare huisvesting wordt steeds schaarser. De stad wordt saaier. Er is weinig werkgelegenheid voor lager opgeleiden. De mismatch blijft bestaan. Het college maakt te weinig gebruik van de kansen, die het openbaar vervoer biedt. Spreker is benieuwd naar de studie naar de Lijn 6-zone. Wil het college inderdaad een tramtunnel voor Lijn 11 realiseren ? Aangezien commissieleden hebben geklaagd over hun spreektijd wijst de voorzitter erop, dat de gelegenheid was geboden om vooraf technische vragen in te dienen. Sommige fracties hebben daarvan gebruik gemaakt. Een behandeling in tweede termijn zal niet worden gehaald. De commissie moet uiterlijk om 13.15 uur de raadzaal verlaten hebben vanwege de vergadering van de commissie MSSS. Spreker stelt voor, dat hij zo spoedig mogelijk een vergaderdatum in oktober zal 2005 zoeken
14
voor een behandeling in tweede termijn. Hij neemt aan, dat de commissie akkoord gaat met het inlassen van een extra vergadering voor de boeiende discussie. Spreker stelt voor de wethouder de gelegenheid te geven om te antwoorden en dat de wethouder de openblijvende vragen schriftelijk zal beantwoorden ten behoeve van de behandeling in tweede termijn. De voorzitter verzoekt de commissieleden slechts in het uiterste geval de wethouder te interrumperen. De voorzitter schorst de vergadering voor een korte pauze. De voorzitter heropent de vergadering. De heer Norder zegt dat het hem aanspreekt dat er een goed, stevig en inhoudelijk debat over het voorliggende onderwerp wordt gevoerd. Het gaat om een stuk dat ertoe doet. Er wordt gesproken over wat er wel en niet voor de stad zal worden gedaan. Het gaat niet alleen om steen, beton en asfalt, maar ook over groen, water, recreatie en sociale samenhang. Na een korte inleiding zegt spreker, dat de structuurvisie mede van belang is voor investeringen door private partijen. Positieve reacties zijn o.a. ontvangen van Vesteda, ING, Rabobank en corporaties. De structuurvisie is ook belangrijk voor het verkrijgen van gelden van de Rijksoverheid. Een voorbeeld is het ontwikkelen van een openbaar vervoersverbinding, waarlangs duizenden woningen kunnen worden gerealiseerd (Lijn 11-zone). Hetzelfde geldt voor de Noordwestelijke Randweg. De gemeente heeft een goed verhaal richting Rijkspartners op het moment, dat een bovenlo kaal belang wordt gediend. Dit is essentieel. Wat wordt er precies besloten ? In de eerste plaats wordt in feite aan het college de opdracht gegeven om de masterplannen uit te werken na het vaststellen van de kaders (structuurvisie). Daarmee is de uitkomst van de masterplannen natuurlijk niet geaccordeerd. Immers, in een uitwerking wordt preciezer per zone aangegeven hoe een en ander eruit zal gaan zien. Per masterplan zal besluitvorming in de raad plaatsvinden. Verder wijst spreker op de bevoegdheid van de raad tot het vaststellen van bestemmingsplannen. In het geval de raad een uit een masterplan voortvloeiend bestemmingsplan niet vaststelt, heeft het college niets bereikt. Met de hoofdlijnen worden kaders gesteld voor het college. Er is wel ruimte voor het maken van een uitwerking. Spreker kan aangeven wat de gemeente bijvoorbeeld niet zal doen na het vaststellen van de structuurvisie als kaderstelling. Er zal dan niet worden ingezet op het volbouwen van de nieuwe Driemanspolder. Er zal ook niet meer worden gekeken naar een uitbreiding van Den Haag richting Oosterheem, Bleiswijk of het Westlandse glas. Er zal niet meer worden ingezet op een grootschalige kustlocatie (bouwen op een eiland in zee). Er zal niet worden ingezet op annexatie. Er zal worden ingezet op samenwerking. Daarom zijn er gesprekken gevoerd met alle colleges van de Haaglandse gemeenten. Kortom: het gaat om een opdracht om masterplannen uit te werken. De masterplannen zullen worden voorgelegd. In deze zin is één en ander vergelijkbaar met wat Dudok en Berlage in het verleden hebben gedaan, namelijk het aangeven van een ontwikkelingsrichting voor de stad. Spreker weet zeker, dat niet elk onderdeel van de structuurvisie voor 100% zal worden uitgevoerd. In de structuurvisie worden de hoofdlijnen van ontwikkelingen aangegeven. Voor wat betreft de opmerkingen over de timing zegt spreker, dat de structuurvisie natuurlijk een langere periode betreft. Spreker denkt, dat het gaat om een periode van iets meer dan 15 jaar. Er zal op 1 januari 2021 niet worden gezegd, dat de klus helemaal is geklaard. Zelfs op de grove planning op de laatste pagina van de structuurvisie (N.B. Bladzijde 68, indicatieve fasering infrastructuur) is aangegeven, dat de daadwerkelijke uitvoering van een aantal projecten waarschijnlijk na 2020 zijn beslag zal krijgen. In de toekomst zal er een verfijning van de planning komen. Spreker meent, dat er nu een besluit kan worden genomen. In dit verband zal er altijd over een raadsperiode heen worden gekeken. Dat laat onverlet dat er de mogelijkheid is dat elk nieuw
15
college en elke nieuwe coalitie eigen keuzes kunnen maken in elke raadsperiode. Ambtenaren kunnen aan de slag gaan met het uitwerken van plannen, die op enig moment ter besluitvorming worden voorgelegd. De heer Mulder memoreert, dat de wethouder heeft gezegd dat er nu een besluit kan worden genomen. Wil de wethouder het voorliggende dictum handhaven ? De heer Norder zegt dat in de beleving van het college in het dictum de uitgangspunten worden aangegeven. Aan het dictum zou bijvoorbeeld toegevoegd kunnen worden, dat masterplannen aan de raad zullen worden voorgelegd. Spreker zal hierover graag met de raad nadenken. Het is niet zo, dat met het voorliggende raadsvoorstel op voorhand alle masterplannen worden vastgesteld. Spreker zal nog naar de tekst van het dictum kijken. In de schriftelijke beantwoording van de schriftelijk ingediende technische vragen is er één en ander gezegd over de groei. Er moet voor worden gezorgd dat voorzieningen behouden en onderhouden kunnen worden en er moet voor worden gezorgd, dat men gebruikers van de voorzieningen heeft. Indien men meer voorzieningen wenst en men wil zorgen, dat er meer in de stad gebeurt, betekent dit dat men meer middelen moet hebben. In de periode, dat het inwonertal van Den Haag van 600.000 naar circa 430.000 inwoners zakte, werd Den Haag een artikel 12gemeente. De gemeenschap heeft een bepaalde hoeveelheid mensen nodig om de voorzieningen ‘in de benen te houden’. Dit geldt bijvoorbeeld voor musea, culturele voorzieningen, sportvoorzieningen, groenonderhoud, wegenonderhoud e.d. Het aspect van de voorzieningen is dus een essentieel punt. Voor het verhogen van de kwaliteit zijn er meer mensen nodig. Zodra men een nieuwe dynamiek wil en ruimte wil geven aan meer initiatieven, moet men durven te ontwikkelen. Momenteel zijn er circa 474.000 inwoners. De autonome groei leidt tot een inwoneraantal van circa 505.000 inwoners. Dit aantal betreft het “midden” van de prognoses voor de ontwikkeling. De provinciale cijfers geven een veel grotere groei voor Haaglanden en Den Haag aan. Er zijn ook cijfers, die een kleinere groei aangeven. In het regionale structuurplan van Haaglanden wordt een groei van 45.000 tot 65.000 bewoners aangegeven. Tot het jaar 2010 zullen er 16.500 woningen worden gebouwd zoals in Haaglanden-convenanten is afgesproken. In de periode 2010 tot 2020 kunnen een kleine 20.000 woningen worden gebouwd. Bovenop de autonome groei tot 505.000 inwoners heeft het college de ambitie om daarnaast een groei van 10.000 inwoners (tot 515.000 inwoners) te realiseren. De ‘echte groei’ zal dan 10.000 inwoners meer betreffen dan de autonome groei. Het aantal van 37.000 woningen komt voor een groot deel voort uit de verdunning. De autonome groei betreft circa 30.000 inwoners en de extra groei betreft circa 10.000 inwoners. De samenspraak is als punt veel naar voren gekomen. Voor wat betreft de structuurvisie is er een uitgebreid, intensief en interactief proces geweest met de bewoners, die eigenlijk nooit met dergelijke aangelegenheden professioneel bezig zijn èn met mensen die wel professioneel bezig zijn (bijvoorbeeld natuurorganisaties, MKB, corporaties, etc.). Verder is uitgebreid gesproken met regionale partijen, Rijksoverheid, provincie, Haaglanden, Leiden en Rotterdam. In de belevin g van het college is er intensief met bewoners van de stad gesproken. Dit heeft zijn weerslag gehad in het voorliggende stuk. Er zijn per ontwikkelingszone bewust geen gesprekken gevoerd. Eerst moet er discussie en besluitvorming over de hoofdlijnen plaatsvinden. Daarna kan men per ontwikkelingszone de diepte ingaan, waarbij uiteraard de bewonersorganisaties en andere belanghebbenden worden betrokken. Interactie op het niveau van de ontwikkelingszones zal plaatsvinden. De heer Mulder vraagt of de top-downbenadering de structuurvisie niet aantast. Men krijgt de indruk, dat het stadsbestuur probeert een stempel op de stad te drukken. Sprekers beeld van de gevoerde sessies is niet al te positief. De heer Norder zegt dat er discussies zijn geweest met mensen die enerzijds dagelijks met de materie bezig zijn en mensen die een financieel belang hebben, en anderzijds met mensen die zich konden aanmelden via de website. Veelvuldig is gesproken met mensen, die actief betrokken zijn bij de stad. Er zijn discussieavonden geweest.
16
Per masterplan zullen betrokkenen uit de desbetreffende zone worden betrokken. Spreker hecht hieraan buitengewoon veel belang. Recentelijk is voor Den Haag Zuidwest door het college een communicatieplan vastgesteld om de communicatie een meer interactieve en meer integrale manier vorm te geven dan tot nu toe het geval is geweest. Er is een milieutoets uitgevoerd. Spreker verwijst hiervoor naar paragraaf 8 van de “Structuurvisie Den Haag 2020 – Achtergronden “. In het algemeen zal er een neutraal tot positief effect zijn met betrekking tot het milieu. Dit is niet onlogisch. Ten eerste wordt groen gespaard. Ten tweede is er het volgende: in het geval de structuurvisie niet wordt uitgevoerd en er een ‘overstroom’ naar Bleiswijk, Zoetermeer e.d. zou gaan, dan zouden er nieuwe pendelbewegingen ontstaan die een negatief milieu-effect zullen veroorzaken. Er wordt positief geoordeeld over groen- en waterstructuren. Dat is terecht. Voor wat betreft het groen wordt ervoor gezorgd, dat de toegankelijkheid van de regionale structuren wordt verbeterd. Er wordt een verbinding gelegd tussen de nieuwe Driemanspolder, het Groene Hart en Midden-Delfland via de Vlietzone. Er zal aansluiting zijn op de landgoederenzones en er zal aandacht worden besteed aan de Lozerlaan. Een groen raamwerk zal worden versterkt en de toegankelijkheid zal worden vergroot. De wateropgave zal worden opgelost. Er is gevraagd waarom niet alleen middeldure en dure woningen worden gerealiseerd, maar ook goedkope woningen. Dit heeft te maken met de contramalgedachte. Indien er middeldure woningen in de armste gebieden en 30% sociale woningen in de nieuwbouw (zie de VINEXlocaties) worden gebouwd, is er een automatische, natuurlijke en rustige spreiding van de diverse inkomensgroepen in de stad. Het gaat niet alleen om het wonen van expats, maar ook van gezinnen, starters, jongeren en ouderen. Er wordt ingezet op diverse doelgroepen. Voor wat betreft de dichtheid zegt spreker dat er leugens, grote leugens en statistieken zijn. Indien men bij het oppervlak van Rotterdam de totale oppervlakte van de havens en de Nieuwe Waterweg en ook Voorne-Putten betrekt, dan komt men inderdaad uit op circa 20 woningen per hectare. Op een dergelijke manier moeten er geen berekeningen worden gemaakt. In het algemeen kan men zeggen, dat Rotterdam ongeveer vierlaags heeft gebouwd. Amsterdam heeft in het verleden vaak vijflaags gebouwd en Den Haag heeft twee- en drielaags gebouwd. Het is dus buitengewoon lastig om te zeggen, dat Rotterdam dunner is bevolkt dan Den Haag. De kwaliteit van de stad moet worden hooggehouden. Een kwaliteit is, dat Den Haag een groene stad is en een stad is met ruimte om ‘even bij te komen’. Men hoeft niet, zoals in Hong Kong, een heel eind weg te gaan om in het groen te komen. Het is goed om specifiek stil te staan bij de Vlietzone. Het gaat niet alleen om de westkant van de A4, maar ook om de oostkant. Het gaat o.a. om deelplan 20 met betrekking tot Ypenburg. Dit betreft het gedeelte bij het toekomstige RandstadRailstation. Voor dit gebied moet worden gezorgd voor een optimalisatie van het gebruik van het openbaar vervoerpunt. Aldaar zou een hoeveelheid woningen gebouwd moeten worden dat aansluit op Ypenburg. Het gaat dan om net iets meer dan 30 hectare per woning. Het gaat om in totaal 350 hectaren. Van de 350 hectaren wordt in totaal voor 140 hectaren (40%) voorzien in wonen. Voor 15% wordt voorzien in werken. Circa 45% is voor voorzieningen als groen, recreatie, toerisme en een regionale weg tegen de A4 aan. Men komt uit op ongeveer 20 woningen per hectare. Op een gemiddelde VINEX-locatie vindt men 30 tot 45 woningen per hectare. Het is dus helemaal niet zo, dat het college het gebied helemaal vol wil bouwen. De inzet van het college is de combinatie van wonen, een ecologische verbinding, natuur, recreatie, toerisme en werken te realiseren. De raad kan het college de opdracht geven om één en ander uit te werken. Er is gezegd dat het structuurplan in strijd is met een motie over bypasses en het Regionaal Structuurplan Haaglanden. Het regionaal structuurplan heeft een werkingsduur tot het jaar 2010. Tot 2010 zal er voor wat betreft de infrastructuur niets veranderen. Het college is bezig met de planontwikkeling voor de periode na 2010. Dat is niet vreemd, want onlangs is de Discussienota Regionaal Structuurplan Haaglanden “Met allure naar 2020” uitgebracht. Deze discussienota moet de aanzet zijn voor het toekomstige regionaal structuurplan. Ook in Haaglandenverband wordt dus nagedacht over nieuwe ontwikkelingen. De structuurvisie van Den Haag zal na
17
vaststelling de inzet zijn voor het overleg in Haaglanden. Voor wat betreft het college zal hoogbouw niet overal worden toegestaan. De zones, waar hoogbouw wel wordt toegestaan, moeten nog worden aangewezen. In dit verband wijst spreker erop, dat de bevoegdheid voor het vaststellen van bestemmingsplannen een bevoegdheid is van de raad. Spreker gaat er vanuit, dat op basis van de Nota Hoogbouw en de structuurvisie een uitwerking zal komen waarover besluitvorming zal plaatsvinden. In het kader van de structuurvisie wordt daarover niet besloten. De heer Kaland zegt dat op bladzijde 43 van de structuurvisie staat: “? In alle ontwikkelingsgebieden is op daarvoor geschikte plekken hoogbouw toegestaan.” Spreker meent, dat dit een wijziging ten aanzien van het bestaand beleid inhoudt. Ontwikkelingszones betreffen o.a. het Centrum, Kijkduin en het Westbroekpark. Daarover zou in het kader van de structuurvisie een besluit worden genomen. De heer Norder vindt dat in de beleving van het college dat niet zo is. Het college heeft kaders aangegeven, waarbinnen het college nadere voorstellen wil ontwikkelen. Het lijkt spreker verstandig, dat per ontwikkelingsgebied een uitwerking zal worden gemaakt. Het begrip ‘masterplan’ is hieraan gekoppeld. Binnen dit kader zal op de hoogbouw worden teruggekomen. Er wordt in de besluitvorming over de structuurvisie niet besloten over een specificatie van locaties waar hoogbouw zal worden gerealiseerd. Spreker gaat kort in op diverse gestelde vragen. De vragen over het al dan niet verdwijnen van de golfbaan is nu niet aan de orde. Er komt een uitwerking voor het gebied met veel ruimte voor recreatie in de Vlietzone. De golfbaan vormt geen onderdel van het besluit over de structuurvisie. De heer Wijsmuller meent, dat door het situeren van bypasses in het gebied de golfbaan wel ter discussie komt. De heer Norder kan op voorhand absoluut geen uitspraak doen over het al dan niet verdwijnen van de golfbaan. Het college zal te gelegener tijd een masterplan voor het desbetreffende gebied voorleggen. De heer Mulder heeft van de heer Runderkamp begrepen dat ambtenaren hebben gezegd, dat het de bedoeling is dat de golfbaan zal verdwijnen. De heer Norder weet niet wat er door ambtenaren is gezegd. Hij heeft er geen kennis van dat er een gesprek is geweest. Spreker zegt, dat de zaak niet anders ligt dan zoals hij dat heeft aangegeven. Indien er andere uitspraken zijn gedaan, zal spreker ervoor zorgen dat daarop wordt teruggekomen. Er moet een zorgvuldige afweging worden gemaakt over de functies in de Vliet/A4-zone. Naar aanleiding van de opmerkingen over het realiseren van 37.000 woningen zegt spreker, dat een “stad van beton” niet aan de orde is. Er moet maatwerk worden gerealiseerd: op sommige plekken hoogbouw, maar op heel veel plekken niet. Op sommige plekken kan worden opgetopt. Spreker is het met de heer Mulder eens dat het karakter van de stad (groen en duinen) moet worden behouden. Naar aanleiding van de opmerkingen over de Lijn 6-zone als kansenzone zegt spreker, dat naar mogelijkheden wordt gekeken. Echter, men moet één en ander niet overschatten. Menig Hagenaar zegt, dat men niet moet komen aan groengebieden als de Scheveningse Bosjes en het Van Stolkpark. Het lijkt het college niet verstandig om aldaar ontwikkelingen te realiseren. Voor betreft de opmerking over Hoog Hage zegt spreker, dat het college meer ziet in een ontwikkeling van de Schenkboog ter versterking van de kwaliteit van de Rivierenbuurt. Het lijkt spreker niet, dat eerst alle infrastructuur moet worden gerealiseerd. Het gelijk met elkaar laten oplopen van besluitvorming is wel belangrijk. Voor bijvoorbeeld de ontwikkeling van de Binckhorst is de ontwikkeling van het Trekvliettracé essentieel. Verder zou de Lijn 11zone via de Binckhorst een buitengewoon goede OV-drager zijn.
18
In de visie van de PPS over het havengebied zitten interessante elementen. Denkbaar is dat één en ander wordt betrokken bij een verdere uitwerking van de structuurvisie. Één en ander hangt af van het verdere verloop van de discussie. Er moet niet te veel worden geleerd van New York en Hong Kong (groen op afstand). In Den Haag moet men het groen vlakbij behouden. Geactualiseerde bevolkingscijfers worden ongeveer om de twee jaar uitgebracht. Er zijn op dit moment geen andere cijfers over de bevolkingsgroei dan de cijfers die nu voorliggen. Het NIDI heeft een uitstekende beschouwing gegeven over het cijfermateriaal dat op dit moment voor handen is. Niemand weet precies hoe één en ander zal verlopen. Het gaat om indicaties/bandbreedtes. Werk voor hoog- en laaggeschoolden is een belangrijk punt. Het gaat niet alleen om expats. Voor laagopgeleiden moet er voor werkgelegenheid worden gezorgd. Er is een mismatch in de arbeidsmarkt. Deze kan niet zo maar met de structuurvisie worden opgelost, maar het is wel belangrijk om het Westland te behouden als werkgever. Toerisme en recreatie moeten speerpunten voor de werkgelegenheid zijn. Er zal ook in de stad verdichting plaatsvinden. Het is niet zo, dat buiten de ontwikkelingszones er niets zal gebeuren. De ontwikkeling van de Zuidvleugel blijft achter bij de ontwikkeling van de Randsrad als geheel. De Randstad doet he t slecht in Europees verband. In deze zin is het nodig, dat Den Haag stappen zet. Er moet dynamiek worden ontwikkeld. Er moet sprake blijven van een economisch vitale stad en regio. Hiervoor moet de gemeente zijn verantwoordelijkheid nemen. Er moet geen La s Vegas aan zee en geen ‘kilometer hoogbouw’ komen. In het college is gesproken over de sociale paragraaf. Een stuk daarover staat op het punt van afronding. Met de wethouders OSWIE en WVE en anderen is afgesproken, dat de uitkomst steeds als voedingsmateriaal zal dienen voor beslissingen over voorzieningen, typen woningen e.d. Wat in de structuurvisie staat is ontzettend veel omvattend. Echter, het is niet zo dat heel Den Haag met één besluit wordt bestuurd. Het college vraagt te besluiten over de hoofdlijnen van ontwikkeling. Het commitment van de raad is van belang in verband met de besluitvorming over bestemmingsplannen. De structuurvisie is kaderstellend, maar niet alles bepalend. Het college zal voorstellen voorleggen, die op hoofdlijnen uitgaan van de structuurvisie en op details daarvan kunnen afwijken. De raad komt dan aan bod om daarover besluiten te nemen. De voorzitter zal zo spoedig mogelijk een voorstel doen voor de behandeling in tweede termijn.
E.
Sluiting
De voorzitter sluit om circa 13.17 uur de openbare vergadering. Aldus vastgesteld in de vergadering van de commissie SWB op 25 oktober 2005. De secretaris,
De voorzitter,
19