VERSLAG *******
van de commissievergadering van de raad van de gemeente Vlagtwedde, gehouden op dinsdag 13 oktober 2015 om 20.00 uur in het gemeentehuis in Sellingen. Voorzitter: L.A.M. Kompier. Griffier: H.R. Kastermans. Aanwezig: 17/18 leden: R. Joling (PvdA; fractievoorzitter), D.W. Hoftijzer (PvdA), W.J. Eilert (PvdA), E. v.d. Horst (PvdD; fractievoorzitter, m.u.v. agendapunten 11, 12, 14 en 15), A.C. Janse (plv. commissielid PvdD agendapunten 11, 12, 14 en 15), R.H.J. Kriek (GL; fractievoorzitter), J.G. Sanders (D66; fractievoorzitter), M. Heidekamp-Prins (CDA; fractievoorzitter) J.J. Wachters (CDA), H.M. Hemmen (CDA), H.J. Kuper (CDA), G.H.M. Heijne (GB; fractievoorzitter), J.H. Brunen (GB), P.F.X. Timmermans (GB), J.R. Kruiter-Draadjer (GB), M. Visscher (plv. commissielid GB), H.A. VenemanHolman (plv. commissielid CU), H.B. Wijnholds (VVD; fractievoorzitter). Afwezig:
H. van der Goot (GB) en H. de Vries (CU; fractievoorzitter).
Aanwezig: Wethouders S. Lok (CDA), W. Potze (PvdA) en F.J. Luth (GB). Verslag:
M. Kinket.
1. Opening.
De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. 2. Vaststellen agenda.
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Spreekrecht burgers. Mevrouw Schut : Geacht college en aanwezige raadsleden. Sinds enkele jaren wordt Ter Apel regelmatig opgeschrikt door inbraken, poging tot inbraak, winkeldiefstallen, autokraken, vandalisme, bedreigingen, overlast, et cetera. Samen met enkele andere inwoners die zich betrokken voelen en niet weg willen kijken of hun ogen hiervoor willen sluiten, hebben wij destijds besloten de mogelijkheden voor het opstarten van een preventieteam te onderzoeken. Op deze manier hoopten wij de verloedering en
Pagina
1 van 51
achteruitgang van ons mooie dorp Ter Apel een halt toe te kunnen roepen, welke mogelijk zijn ontstaan door een tekort aan blauw op straat als gevolg van bezuinigingen van het politieapparaat. Het Burgerpreventieteam probeert in kaart te brengen en te reageren op activiteiten die in een gezonde maatschappij en samenleving niet thuis horen. En maakt hierin geen onderscheid tussen de verschillende inwoners. Na het plaatsen van een oproep op facebook en Ter Apel digitaal waarin gevraagd werd, wie wil er helpen met het opstarten van een preventieteam om zo een oogje in het zeil te houden werden we overladen met positieve reacties van welwillende inwoners. Blijkbaar hadden wij een gevoelige snaar geraakt. Vervolgens bij elkaar gekomen om te brainstormen. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de oprichting van de stichting Burgerpreventieteam Ter Apel op 15 januari 2015. De stichting bestaat uit een groep enthousiaste vrijwilligers met als doel een veilig en leefbaar Ter Apel voor inwoners en winkeliers. Dit doel wordt behaald door een actieve opstelling van de vrijwillige burgers. Mogelijk in samenwerking met professionals en een goede communicatie met de inwoners. Dit initiatief past perfect in de trend van burgerparticipatie zoals deze ook door het college geprogendeerd wordt. Het feit dat de burgers deze activiteiten uitvoeren is dan ook van groot belang. Omdat zij de onderlinge contacten tussen bewoners versterken en bijdragen aan een sociale samenhang. Het preventieteam is nauw betrokken bij het toezicht op straat. En levert op deze wijze een grote bijdrage aan de leefbaarheid en veiligheid in de woonomgeving en versterkt het gevoel van veiligheid onder burgers. Burgerpreventie speelt een belangrijke rol in het bereiken van doelstellingen. Het betrekken van burgers bij leefbaarheid en veiligheid vraagt van de gemeente heldere spelregels. De gemeente Vlagtwedde is immers regisseur op dit terrein en verantwoordelijk voor lokale veiligheid. Daarom hebben wij op 10 april met de gemeente Vlagtwedde en de politie in aanwezigheid van burgemeester Kompier en teamchef René Bruining het convenant BPT Ter Apel ondertekent. In dit document staat beschreven wat burgerpreventie voor haar strategische partners, namelijk de politie en de gemeente, kan verwachten en vice versa. De doelstellingen zijn als volgt, binnen 5 minuten na een melding zijn er 2 BPT-ers paraat. Het minimaliseren van winkeldiefstallen, inbraken, en overlast. Een vertrouwd en makkelijk aanspreekpunt voor bewoners en winkeliers. De BPT-ers zijn de ogen en oren van de maatschappij. Het ontwikkelen van contacten en het onderhouden ervan binnen en buiten het dorp. En een aanvulling op het politieapparaat. Inmiddels kunnen we constateren dat de aanwezigheid van de BPT in Ter Apel als zeer positief wordt ervaren door de burgers en de ondernemers van Ter Apel gezien de vele positieve reacties. Graag wil ik de raad en het college vanavond informeren over een greep uit de verschillende acties van het BPT middels een volgende opsomming: – Alle vrijwilligers hebben de cursus eerste levensreddende handelingen met succes afgerond. – Assistentie van winkelpersoneel, inwoners, en politie op afroep. – Beëindiging van gevaarlijk rijgedrag in beschonken toestand in samenwerking met politie. – Direct na inbraakmeldingen zijn slachtoffers bijgestaan in afwachting op de politie. – Grafschenner is op heterdaad betrapt en feiten zijn doorgespeeld aan de politie. – Vernielzuchtige hangjongeren zijn aangesproken met een positief resultaat.
Pagina
2 van 51
Het voorkomen van diefstallen en inbraken, in totaal zijn er 40 winkeldieven betrapt en overgedragen aan de politie. – Verwarde mensen zijn onder invloed van drank of drugs van straat gehaald voor de algemene veiligheid. Tot slot zijn wij van plan om regelmatig de raad, het college, en de politie te informeren over onze bevindingen voor wat er op straat en in het dorp gebeurt. Zodat zij hierop kunnen anticiperen. Daarnaast wil ik benadrukken dat het BPT veel waarde hecht aan het behoud van een eigen identiteit. Onafhankelijkheid en niet met inspraak maar in samenspraak wil samenwerken met de lokale politiek en politie. Namens het BPT Ter Apel dank ik u voor uw aandacht en hoop ik op uw steun. –
De heer Eilert : De BPT wordt gezien als de oren en de ogen van de politie. Zijn er ook gevallen waarin door de politie actief de hulp van de BPT wordt ingeroepen? Mevrouw Schut : Er zijn wel gevallen bekend waarbij de politie daadwerkelijk zelf contact heeft gezocht met het BPT. Volgens mij vanwege een bepaald tijdbestek waarin iemand aanwezig moest zijn. De heer Hoftijzer : U spreekt over wij, u bent ook zelf actief in het BPT? Mevrouw Schut : Ik hou mij vooral bezig met social media en PowerPoint-presentaties. Ik ben dus niet actief BPT-er. Mevrouw Hem m en : U geeft aan dat een eigen identiteit en onafhankelijkheid heel belangrijk is. Zou u dat nog eens kunnen uitleggen? Mevrouw Schut : De BPT is een stichting opgericht door burgers. En wij vinden het belangrijk dat er een samenwerking mogelijk is met politie. Het is een aanvulling op het gemis aan het huidige blauw op straat. Zo willen we ons eigenlijk profileren. De voorzitter : De heer Orsel wil graag inspreken rondom agendapunt 17 het bestemmingsplan buitengebied. De heer Orsel : Goedenavond ik wil graag van mijn stemrecht gebruik gaan maken om een mondelinge toelichting te geven op mijn zienswijze die ik heb ingediend en wel om een wildschuur van initiatiefnemers aan de Veelerweg 15. Ik heb in mijn zienswijze op dit plan alle regels van het beleid en de verordeningen toegepast die ook op mijn eigen plan van toepassing zijn. Een soortgelijk plan. Met als doel aan te geven dat onder dezelfde verordening en regels het plan aan de Veelerweg ook eigenlijk geen doorgang kan vinden. De gemeente geeft in een reactie op deze zienswijze geen nieuwe aanleiding te zien om hun plannen te heroverwegen, ten opzichte van mijn plannen, ten opzichte van hun plannen. De conclusie is mijn inzien dat de motivatie die de gemeente geeft om medewerking te willen verlenen aan nieuwbouw aan de Veelerweg niet de juiste reden kan zijn om medewerking te verlenen aan dit plan. De medewerking aan de nieuwbouw aan de Veelerweg is mijn inzien op dezelfde grondslag gebaseerd als op mijn plan. En daarmee bedoel ik de EHS spelregels. Met name het nee tenzij principe. Dit houdt in dat je klein stuk grond onttrekt aan de EHS voor een kleinschalig project Pagina
3 van 51
zoals woningbouw. In ruil daarvoor vorm je elders binnen de EHS een stuk grond van minimaal gelijke grote of meer om naar natuur. Dat dit het geval is blijkt ook uit het gegeven dat er een bezwaarrechtovereenkomst is afgesloten tussen de initiatiefnemers en de betrokken overheden. Persoonlijk vind ik het een beetje vreemd dat er een overkomst is terwijl de gemeenteraad er nog over moet beslissen, maar dat terzijde. Het soortgelijke plan dat wij hebben, net als de initiatiefnemers aan de Veelerweg, valt ook binnen de spelregels van de EHS en kan en mag dus ook. Maar dan moeten we wel de gemeente Vlagtwedde overtuigen om te denken in mogelijkheden in plaats van restricties. We hebben er inmiddels contact over gehad met de provincie Groningen. Zij zeggen, je hebt een heel leuk plan en dat is op zich ook goed maar je zult de gemeente Vlagtwedde moeten overtuigen van je goede initiatief. Daarom vraag ik aan de gemeenteraad om nog eens goed naar mijn zienswijze en plannen te kijken. En daarbij open te staan voor particuliere initiatieven die een win-win situatie zijn voor alle betrokken partijen. Aangezien de grond toch omgezet moet worden in natuur lijkt mij dit op zich helemaal niet zo'n verkeerd plan. Dat wou ik toelichten. De heer Hoftijzer : Ik heb even het adres waarover het gaat gemist. U had het over Veelerweg 15? De heer Orsel : Ja. Er staat aangegeven in dit plan hier als Veelerweg 13 maar het hoort tot nu toe bij Veelerweg 15. De heer Hoftijzer : Heeft u hier al een keer eerder dit plan toegelicht? De heer Orsel : Nee, ik heb mijn eigen plan er een keer over toegelicht. Ik wou eigenlijk hetzelfde idee. De heer Hoftijzer : Dus dat was een ander plan dan dit? De heer Orsel : Dat was een ander plan dan dit. De heer K riek : Uw betoog betreft twee zaken. Namelijk Veelerweg 15 en uw eigen plannen. Is het nu zo dat u voornamelijk tegen de bouw van Veelerweg 15 bent, of is het zo dat u vind dat dat prima is maar dat u als dat gebeurt ook uw eigen plan wil kunnen uitvoeren. Begrijp ik dat goed? De heer Orsel : Ik vind als je dezelfde soort initiatieven hebt dat je moet zeggen dat je ook een gelijk beleid hebt daarin. Dat je niet kunt zeggen, dit komt ons nou net even goed uit, dit ligt in de EHS, dus dat komt ons goed uit dus daar gaan we mee aan de gang. Maar met die anderen kunnen we nog wel even mee wachten dus die leggen we aan de kant. Terwijl het toch binnen die EHS is en het toch omgevormd moet worden. Dat je toch ooit naar die mensen toe moet om te kijken of er mogelijkheden zijn. Ik kom zelf uit het gebied. Ik doe mijn uiterste best om een bijdrage te kunnen leveren aan dat gebied. En ook om in het gebied te kunnen blijven. Daar wordt van gezegd, het is goed maar we gaan er verder niet naar kijken. Ik vind dat je in mogelijkheden moet
Pagina
4 van 51
denken en niet in restricties, dat het niet kan. Het kan wel maar dan moet er de wil voor zijn. De heer Tim m erm ans : Ik heb twee vragen aan meneer Orsel. Begrijp ik goed uit de stukken dat u contact heeft gehad met de Provincie en dat uw plannen zouden passen binnen de POP, Provinciaal Ontwikkelings- Plannen? De tweede vraag is, als ik kort mag samenvatten of heel kort door de bocht ga zegt u eigenlijk, gelijke monniken gelijken kappen. Begrijp ik het dan goed? De heer Orsel : De Provincie heeft mij inderdaad verwezen naar de gemeente Vlagtwedde. Zij zeggen, je hebt leuke plannen daar gaat het niet om, maar je zult je moeten wenden tot de gemeente Vlagtwedde. Die is degene die daarover beslist en tot die tijd gaan wij daar niet mee verder. En punt twee, gelijke monniken gelijken kappen, ja, ongeveer wel. Je kunt nooit zeggen dat iets gelijk is. Er is altijd wel een verschil. Maar de basis van deze initiatieven zijn hetzelfde. De heer Tim m erm ans : Nogmaals, u hebt contact gehad met de Provincie maar de Provincie zegt, het is een goed plan dus het past binnen het Provinciaal Ontwikkelingsplannen zoals ze Provincie die voor Groningen heeft neergelegd. Begrijp ik dat goed? De heer Orsel : Er zijn mogelijkheden voor kleinschalige ontwikkelingen binnen de EHS. Mits het goed in het gebied past en de juiste compensatie wordt aangegeven, dat je er een verrijking mee bereikt voor de natuur ter plaatse. De heer Tim m erm ans : En u geeft compensatie? De heer Orsel : Ja, tot 10 x toe. Mevrouw Van der Horst : Als ik het goed gelezen heb, want ik vond dat u erg mooie ideeën had liep het stuk op het feit dat bij de één sprake was van historische bouw. Dus dat er al heel lang geleden ooit wat gebouwd was geweest. En dat het bij u niet het geval was. Dat dat één van de spelregels was waardoor u achter het net vist. Klopt dat? De heer Orsel : Ik heb dat in mijn zienswijze toegelicht. Daar staat het uitgebreid in. Ik heb daar niet de tijd voor om dat uitgebreid toe te lichten. Ik heb het naar de fractievoorzitters gestuurd en daar staat precies in hoe de vork in de steel zit. Maar of dat het daar ooit stuk op is gelopen weet ik niet. De voorzitter : Dan gaan we naar de volgende insprekers, de familie Heijne. U gaat ook inspreken over agendapunt 17. Mevrouw Heijne : Mevrouw, geachte leden van de raad. U hebt van ons ontvangen onze pleitnotitie, de brief van de heer Metselaar van 2 oktober 2013, en als derde punt het verweer van onze agrarische adviseur. Wij mogen ervan uitgaan dat u dit allemaal heeft gelezen. In 1969 zijn wij met een tak pluimvee begonnen. Helaas konden wij ons bedrijf niet normaal beëindigen. In 2000 heeft mijn man een acute open hart operatie ondergaan en tevens had hij al langere tijd een heftige vorm van reuma. Wij moesten Pagina
5 van 51
het op medisch advies rustiger aan doen. Doe dat maar op een boerderij. En dan begint het jojo beleid van de gemeente. In 2009 gaat de bestemming pluimvee er ambtshalve vanaf. In 2011 krijgen we het verzoek van de gemeente om onze milieuvergunning aan te passen aan de nieuwste regels. Dit is gebeurd. In 2011 is de uitspraak van de Raad van Staten, de bestemming moet er weer op. In 2013 krijgen wij de brief van de heer Metselaar, Heijne kan ervan uitgaan dat wat wij ook in Vlagtwedde wel of niet willen er bij de volgende planherziening in het voorontwerp een bouwperceel komt met niet meer dan het respecteren van de oude bestaande rechten conform de nog geldende milieuvergunning. We gaan ervan uit dat die insteek ook de eindstreep zal kunnen halen. 2015, na het voorontwerp bestemmingsplan buitengebied is onze bestemming er weer op. We lezen in de inspraakreactie, gezien de bij de opstelling van het bestemmingsplan enzovoort, enzovoort, heeft de exploitant de mogelijkheid de stallen opnieuw te gebruiken. Nu betrokkene thans nog gebruik kan maken van zijn bestaande rechten en er na de uitspraak van de Raad van State ook geen sprake kan zijn van onderbreking van het overgangsrecht in het bestemmingsplan 2009 is er onvoldoende aanleiding om de planologische mogelijkheden ten nadele van Heijne te wijzigen. Er wordt ons verweten dat wij niets hebben gedaan. De hele volledige pluimvee inventaris is nog aanwezig. De geldende milieuvergunning is aanwezig. De melding voor Bos en Natuurbeschermingswet is gedaan. En de uitspraak van de Raad van State was, wanneer de gezondheidstoestand van de heer Heijne dit weer toelaat. Het moet u duidelijk zijn dat wij onverwijld onze rechtmatige bestemming terug willen conform de uitspraak van de afdeling bestuursrecht van de Raad van State. Leden van de raad, wij begrijpen de houding van de gemeente Vlagtwedde niet. Wat is hierin toch zo verkeerd gegaan? Waarom wil de gemeente de bestemming er koste wat kost niet weer op? Wat voor belang heeft de gemeente hierbij? Waarom is er bij onze gesprekken op het gemeentehuis nooit iets tegen ons gezegd als advies? Zo van, jullie zouden dit of dat kunnen doen. Niets. Wat we jarenlang in ons agrarisch bedrijf hebben opgebouwd en onderhouden willen we graag met alle rechten en vergunningen verkopen. Dat is toch een logisch einde voor een boerenbedrijf? Maar wij worden aan het lijntje gehouden. En nu hebben omwonenden gereageerd. Zij zijn bewust in het agrarisch gebied komen wonen. Zij hadden allemaal kunnen weten wat voor bedrijf wij hadden. En nu plotseling luistert de gemeente wel naar hen. Hoe kan dit nou? Leden van de raad, wat hadden wij dan nog meer kunnen doen? Wij willen graag een volledig agrarisch bedrijf verkopen. Dan kunnen we verhuizen en misschien nog een paar jaar als boer in ruste verder. Wij hopen dat u als raad voorkomt dat wij weer met lege handen staan. Dat wij weer naar de Raad van State moeten. We nodigen u graag uit bij ons thuis langs te komen, zodat we er nog eens over kunnen doorpraten. Mevrouw W ijnholds : Ik stel wat hele harde vragen om wat dingen echt duidelijk te hebben. Vanaf 2000 gebruikt u het bedrijf niet meer dus het is nu 15 jaar ongebruikt. U zegt tegen de gemeente, waarom wilt u dit allemaal niet? Aan de andere kant, u gebruikt hem ook 15 jaar niet. Dus lijkt het heel logisch om te zeggen als u het toch 15 jaar niet gebruikt kan die bestemming er wel vanaf. U zegt heel erg van niet. Ik heb ook in de stukken gelezen dat er al kopers zijn geweest. Waarom is dat dan niet doorgegaan? En waarom duurt de koop dan zo lang? Ik geloof het wel maar het komt zo onlogisch over.
Pagina
6 van 51
De heer Heijne : Dat klopt. Ik kan mij voorstellen dat u zich deze vragen stelt. Ook gezien de feiten die er spelen. U moet wel even beseffen dat al een keer eerder precies dezelfde procedures hebben gespeeld, het heeft zo lang leeg gestaan en waarom is dat toen ambtshalve gebeurd? Daar heeft de Raad van State toen ook over gezegd, dit klopt niet gemeente, dit kan niet zo, het moet weer anders. Dat hield dus in dat de gemeente dus toch aan het kortste eind trok bij de Raad van State. Het is dus zo dat dat nu inmiddels vier jaar terug is. Dat was ook dat de Raad van State heeft gezegd, onder voorbehoud dat de heer Heijne zijn gezondheid het toelaat, dat hij weer opstart. Dat heeft zich tot op heden niet voorgedaan. In deze laatste vier jaar, na de uitspraak van de Raad van State, is het in die hele vier jaar niet gebeurd dat die bestemming er weer opgelegd werd. Wij moesten dus, wij konden daar niet weer kippen inzetten. Wij konden dus niet wat in de stukken gevraagd wordt, waarom hebben jullie dat inmiddels niet aangepast. Als je geen vergunning hebt en je past het aan krijg je politie op je nek. Dat is heel duidelijk. Dat stond niet open. De bestemming was eraf gehaald. Vier jaar gewacht voordat we eindelijk nu dus de bestemming er weer op zouden krijgen. Dat heeft dus een paar weken geduurd. Mevrouw Heijne : Als wij gewoon door waren blijven gaan met werken. Als mijn man niet ziek was geworden dan hadden wij waarschijnlijk zo tegen 2006 de boel kunnen verkopen. Was hij pensioen gerechtigd geweest. Dat is toen niet doorgegaan. Eerst moet je dus de emoties verwerken dat je ziek bent. Dan hoop je dat het weer beter wordt. Dan krijg je van de medisch adviseur van de cardioloog te horen, reken daar maar niet op. Je kunt er niet een halve stal ingooien, daar heb je niks aan. Wij hebben wel geprobeerd het te verkopen. Dan komt de gemeente met, er zit een fout in het bestemmingsplan van 1986. Dan gaan alle kopers gillend weg. De voorzitter : Dan zou ik graag de volgende inspreker willen uitnodigen. De heer Olde Achterhuis en dat gaat ook over het bestemmingsplan buitengebied. De heer Olde Achterhuis : Mevrouw de voorzitter, geachte raadsleden. Ik spreek hier vanavond namens 8 families en 2 eigenaren van recreatieve bedrijven die wonen respectievelijk direct naast of vrijwel naast het perceel aan de Roelagerweg 2 waar we het nu over hebben in het bestemmingsplan. Wij willen een verklaring afleggen naar aanleiding van het voorstel bestemmingsplan buitengebied Roelagerweg 2. Waar gaat het om? Wij hebben het college gevraagd geen bestemming intensieve veehouderij te leggen op het perceel Roelagerweg 2 terwijl de eigenaar van het perceel heeft u net gehoord vast wil houden aan deze bestemming die hij lang geleden heeft gekregen. Je kunt een buurtgemeenschap niet vijftien jaar lang gijzelen met het bestemmingsplan en een vergunning waarvan al die tijd geen gebruik is gemaakt. Vijftien jaar want zoals net ook gezegd in een ambtelijk stuk van B&W van 28 februari 2001 wordt vermeld dat de heer Heijne zijn pluimveebedrijf te koop aanbiedt. Maar ook nu staat het nog immer te koop. In die periode gebeurt natuurlijk wel het een en ander. De tijd staat niet stil. Er hebben zich daar in de buurt twee volwaardige en goed renderende recreatieve bedrijven zich ontwikkelt. De natuurwet verandert en de Ruiten-AA die vlak langs het bedrijf loopt heeft een fantastisch meander gebied gekregen waardoor een mooi stuk natuur is ontstaan wat een waardevolle aanvulling is aan ons mooie Westerwolde. Maar bovendien, er kwamen ook bewoners, hoe dan ook, heel lastig, maar wat gebeurd is in Pagina
7 van 51
15 jaar. Er werd in deze periode steeds meer bekend over de gezondheidsrisico's van met name de intensieve pluimveesector voor mensen met aandoeningen aan de luchtwegen. Wonende op korte afstand van die bedrijven. Begin dit jaar bevestigde het RIVM dat er inderdaad gezondheidsrisico's waren aangetoond voor omwonenden van pluimveebedrijven als gevolg van een uitstoot van fijnstof van die bedrijven. Toen B&W voorstelde, het bestemmingsplan 2009 waarin geen speciale rechten aan de heer Heijne werden toegekend begin dit jaar zodanig te wijzigen dat de rechten er weer opkwamen waren wij als buren allemaal onaangenaam verrast. Verontrust als wij waren kwamen wij als buren ad hoc dat heeft u gemerkt met 8 families en de eigenaren van de bedrijven in het geweer. Door deze toekenning dreigde namelijk de sluiting van twee goed uitgeruste en prima renderende recreatieve bedrijven. Met als gevolg structureel verlies van inkomsten van twee families. Voor een aantal omwonenden die nu leiden aan aandoeningen aan hun luchtwegen dreigde het risico dat hun gezondheidsklachten zouden verergeren. Milieudefensie wijst terecht op het nadelige effect voor de ontwikkeling van een nieuw natuurgebied. Bovendien valt gemakkelijk voor te stellen dat de recreatieve waarde van het nieuwe stuk natuur vlak naast het bedrijf ernstig te lijden zal hebben onder de altijd aanwezige stank van het betrokken pluimveebedrijf. Oud buurtbewoners die wij daarnaar vroegen ondersteunen deze verklaring van een continue stankoverlast. Voor ons als bewoners wegen deze structurele gevolgen zeer zeer zwaar. Immers tegenover het mogelijk eenmalig voordeel dat familie Heijne zou kunnen halen uit de verkoop van vastgoed met bestemming intensieve veeteelt staat een structureel verlies aan inkomsten van de eigenaar van de twee recreatieve bedrijven en verlies van vastgoedwaarde voor alle panden in de directe nabijheid. Maar evenzeer van belang is het verlies van een aantrekkelijk en gezond leefklimaat voor allen en voor sommige helaas een groot risico op verergering van hun luchtwegklachten. De bestemming en vergunning vragen om een actief gebruik daarvan. Als daar lange tijd geen sprake van is zoals in dit geval vraagt gezien alle ontwikkelingen in de directe omgeving om een nieuwe afweging van B&W. Wij zijn dan ook blij met het nu voorliggende voorstel waarin B&W u vraagt alsnog de speciale rechten ten behoeve van intensieve veeteelt in te trekken. Ik dank u wel. Mevrouw W ijnholds : Ook aan u een paar kritische vragen. U zegt, wij zijn vijftien jaar gegijzeld door het bestemmingsplan. Als ik het omdraai, dan zeg ik, u weet wat het bestemmingsplan is. Dat weet u op het moment dat u daar gaat wonen. Dus eigenlijk moet u blij zijn dat er vijftien jaar niks gebeurd is en had u het kunnen weten. Ik neem aan toen die bedrijven daar gekomen zijn dat toen het bestemmingsplan ook op de kippenboerderij zat en dat dus ook die recreatieve bedrijven daaraan getoetst zijn. Waarom zouden die nu moeten sluiten? De heer Olde Achterhuis : Het is zo dat de twee bedrijven waar u over praat die waren er al lang voordat ik hier kwam wonen. Dus die zullen er ook wel langere tijd geweest zijn. Maar het is wel zo dat in 2009 de eigenaar van het bedrijf zat met het probleem investeren in modernisering vereisten. Rond 2009 was er ook het bestemmingsplan hier in de raad waarin de raad dus aangaf dat de bijzondere rechten van de heer Heijne waren ingetrokken. Dat stond in de bijlage. Als dan een buurman van ons die dat bedrijf in Westerweelde runt in het bestemmingsplan kijkt neemt hij die
Pagina
8 van 51
wetenschap aan. Op dat moment beslist hij dus denk ik terecht om te gaan investeren, omdat toen in het plan stond dat de rechten er niet meer op zouden liggen. Dat dat later is veranderd kunnen velen niks aan doen, maar de investeringsbeslissingen zijn rondom die tijd genomen. En rondom die tijd zijn die bedrijven, dat geldt zowel voor de camping als voor de Westerweelde, ge-update naar de moderne eisen van de tijd. En zijn ook op dat moment zich ontzettend goed gaan ontwikkelen. Mevrouw W ijnholds : Eigenlijk vraagt u een beetje van ons om te kijken welke ondernemer wij belangrijker zouden vinden. Willen we in het belang van de recreatieve ondernemers besluiten of in het belang van de heer Heijne. De heer Olde Achterhuis : Ik vraag inderdaad om een belangenafweging. Ik denk dat het ook een belangenafweging van de raad is. De heer Tim m erm ans : Wij hebben gisteren met elkaar gesproken. U bent bij ons op de fractie geweest en ook toen hebben wij u gezegd dat die bestemming er nooit af is geweest. Dus als u zegt dat Westerweelde op het fungerende van het bestemmingsplan, dan klopt dat niet helemaal juridisch. Want het bestemmingsplan is pas een bestemmingsplan als het definitief is. Dus na het laatste beroep. En tot die tijd blijft het bestemmingsplan zoals het was. Dus eigenlijk is in die vijftien jaar de bestemming kippenboerderij er nooit af geweest. Daar hebben wij het gisteren over gehad en toen heeft u dat ook erkend. Ik vind het jammer dat u vandaag weer hetzelfde verteld. De heer Olde Achterhuis : Het spijt mij dat ik u teleur moet stellen, maar ik zeg nu precies hetzelfde als gisteren. Ik zeg namelijk dat vijftien jaar lang niets met de bestemming en de vergunning is gedaan. Ik beweer dus niet dat die vergunning eraf is geweest. Ik zeg dus in mijn openingswoord dat er vijftien jaar lang niks met de bestemming en vergunning is gedaan. Om welke reden dan ook. De heer Tim m erm ans : U zegt in een vervolgzin dat de eigenaar van het pand ernaast het fungerende bestemmingsplan heeft gevolgd en daarin reden zag om te investeren. Het fungerende bestemmingsplan geeft nog steeds aan kippenboerderij. De heer Olde Achterhuis : Als u in de bijlage van het bestemmingsplan kijkt vindt u een ambtelijk besluit waarin staat dat de rechten eraf zijn gehaald. Dat is ook precies de reden waarom de heer Heijne daar tegen in beroep is gegaan. Waarom zou hij anders in beroep gaan? Als het er niet instond zou hij dat niet gedaan hebben. De heer Sanders : Mevrouw Wijnholds heeft eigenlijk al de twee vragen gesteld maar ik heb nog even behoefte aan wat verduidelijking. U woont naast het bedrijf. Maar heeft u ook naast het bedrijf gewoond in de periode toen het bedrijf nog in werking en operationeel was? Of in de periode dat het niet meer gebruikt werd. De heer Olde Achterhuis : Ik heb daar gewoond in de periode dat het niet meer gebruikt werd.
Pagina
9 van 51
De heer Sanders : U noemde zojuist de sluiting van twee renderende bedrijven. U vertegenwoordigt ook deze mensen. Mevrouw Wijnholds heeft daar ook al een vraag over gesteld, heeft u daar harde gegevens voor of zijn dat wat onderbuik gevoelens? Dat mensen zeggen als dit weer opnieuw begint dan stop ik ermee of dan sluit ik. De heer Olde Achterhuis : Ik heb geen balans als u dat bedoeld. Maar het is niet zo heel erg moeilijk te voorstellen dat wanneer je kampeert op een camping op 200 meter van dat bedrijf en je ruikt de kippen, dan weet ik niet of je lang aan het kamperen blijft. Dan ga je weg. Dat geldt ook voor de kampeerboerderij waar veel kinderen komen. Als het daar stinkt en het stinkt behoorlijk en die wetenschap heb ik van mijn vorige bewoonster, dan komen mensen daar niet met plezier. Dat zou u ook niet doen. Dat is de achtergrond. In welke mate dat leidt tot verlies van inkomsten kun je raden. Maar ik geef u de verzekering, dat dat zeker zo zal zijn. En mocht u van de bewoners of eigenaren daar gegevens over willen hebben zal ik hun vragen daarop in te gaan zodat u daar eventueel nadere informatie over krijgt. De heer Sanders : Ik begrijp wat er gezegd wordt. Maar het heeft ook te maken met het gevoel met de perceptie. De heer Hoftijzer : Als ik het goed begrijp, zowel het feitelijke gebruik caravanstalling als ook het beeld wat uit het bestemmingsplan naar voren kwam, de bijlage, u eigenlijk bevestigd, hier is geen agrarische bestemming meer en hier komt geen kippenhouderij meer. Daar hebt u al die tijd mee geleefd en dat heeft de hele buurt zo ervaren. De heer Olde Achterhuis : Dat is zo en dat is ook als gevolg van uitspraken die wij toentertijd van onze makelaar hebben gehad, ik praat nu voor mijzelf, toen wij informatie ophielden bij het stadhuis, ach daar komen nooit kippen meer en dat is toentertijd ook uitlaat van de heer Heijne die tegen ons zei, ik begin zelf niet meer. Dat zijn de informatiebronnen geweest voor onszelf. Het stadhuis en de makelaar. Daar moet je toch enig geloof aan hechten als burger, want andere informatie krijg je op dat moment niet. De voorzitter : Dan de heer Doorschot, ook over het bestemmingsplan buitengebied. De heer Doorschot : Ik heb een korte versie en een lange versie. De lange versie heb ik gisteren aan de heer Kastermans door laten komen en die wil ik graag als ingekomen stuk voor de komende vergadering aanbieden. Dan ga ik nu van start met de korte versie. Waar het vandaag om gaat, het bestemmen van het huidige zandwingebied, waar diepe waterplas met recreatieve functie. Die zandwinning is een tijdelijk ruimtebeslag en de bestemming en aanwinning is natuur en recreatie. Dus nu bestemmen voor de toekomst. Eventueel met de vermelding dat er alleen nog mag worden afgewerkt en nazorg moet plaatsvinden door de zandwinner. Reeds in 1999 was er veel verzet uit de gemeenschap over de voortzetting van de zandwinning in het gebied. U, als raad, heeft in 2000 ingestemd met het plan dat winning in het gebied nog vijftien jaar mogelijk zou maken. Als tegenprestatie voor de overlast van de winning zou de Zuidplas ingericht worden voor recreatie en natuur direct te starten als
Pagina
10 van 51
er geen winbaar zand meer aanwezig zou zijn. Vandaar ook de eis in de vergunning oevers afwerken tijdens de winning. Sinds 2004 wordt er naast de camping in de Zuidplas geen zand meer gewonnen maar de oevers zijn tot op heden niet afgewerkt volgens de tekeningen. Voor de Noordplas zou dit nog tien jaar duren vanaf 2005. In deze plas moet dan verbonden worden met de Zuidplas als een uniek natuur- en recreatiegebied voor toeristen en de inwoners van de gemeente. Voor die datum moet uiterlijk zijn afgewerkt en moet controle en eventuele aanvullingen nog plaatsvinden. In praktische zin moet men komend jaar direct starten met de afwerking om op tijd klaar te kunnen zijn, nu uiterlijk september 2016. Ook is het zo dat als er eerder geen winbaar zand meer aanwezig is er direct moet worden afgewerkt en het gebied vrij moet komen voor de nieuwe bestemming. Mogelijk is dit het geval gezien de grote hoeveelheid zand uit de Noordplas nodig is voor afwerking van de Zuidplas en ingestorte oevers. Maar ondergetekende en u als gemeenteraad krijgen geen meetgegevens. Wat wel is toegezegd aan u door het college in 2013. Op 25 december jongstleden heeft de firma Kremer een brief ontvangen van de Provincie, daarin staat dat de Noordoever Zuidplas moet worden afgewerkt en depot moet zijn verwijderd voor 1 januari 2016. Op 7 april 2015 heeft de firma Kremer een brief ontvangen van de Provincie dat alle oevers van de Zuidplas de afwerking volgens de vergunning moet plaatsvinden voor 1 januari 2016. Op 29 september heeft Kremer een brief ontvangen van de Provincie dat hij alle instortingen die er zijn geweest moet repareren bij de eindafwerking van de Noordplas, instortingen aan de West Noord Oost oever van de Noordplas dus rondom de hele Noordplas. Ook instortingen in de Zuidplas moeten nog worden hersteld. Op 7 april heeft de Provincie aan Kremer laten weten niet aan uitbreiding van de zandwinning te willen meewerken, kan ook niet anders gezien onderstaande geschiedenis van de huidige vergunningen. Februari 2015 heeft het college van Vlagtwedde u als gemeenteraad laten weten niet mee te werken aan de uitbreiding van de winning. Dit dan ook volgens bestaand beleid eerst winnen dan natuur en recreatie. Alle zienswijze ingebouwd door Kremer zijn dan ook niet meer relevant en actueel op het voorliggende bestemmingsplan. Tegen de tijd dat het bestemmingsplan onherroepelijk is moet de winning zijn afgewerkt in de Noord- en de Zuidplas. Kremer moet nu beide plassen afwerken voor september 2016. Het staat Kremer vrij om van alles aan te vragen maar het mag niet zo zijn dat dit nog meer vertraging oplevert voor de recreatieve plannen van het gebied. Kremer had op tijd verzoeken kunnen indienen. Hij is eigenaar vanaf 2006. Dus hij heeft bijna 10 jaar de tijd gehad om een uitbreidingsvergunning te komen. Maar ik durf te stellen dat Kremer wist dat dit niet een haalbare kaart is op deze locatie. Kremer wist dat er een recreatieve ontwikkeling moet plaatsvinden op de zandwinning die hij nu heeft. En hij heeft zodanig ook de zaken gekocht. In mei 2007 heeft Kremer bij ondergetekende verteld of hij nog wensen had voor de afwerking. Ja ik heb toen gezegd, gisteren afwerken. Op dat moment was er al vertraging van 3 jaar op het afwerken van de oevers van de camping. Hij zei toe dat in 2007 te doen. Hij heeft dit ook laten weten aan de Provincie daar zijn stukken van. Voor de Noordplas kon hij geen datum geven, dat is afhankelijk van de verkoop van zand. Maar zeker voor aflopen van de vergunning stelde hij. Ik wil allen erop wijzen dat u in 2009 de fout heeft gemaakt door de Zuidplas wederom te bestemmen voor zandwinning. Wat de gevolgen zijn geweest weten wij nu. Kremer heeft niet afgewerkt. Voorkom eenzelfde fout in het voorliggend bestemmingsplan. Ook verwijs ik u naar het rapport van Arcadis kosten € 25.000,00, Pagina
11 van 51
geen zandwinning meer. Aan het rapport hebben alle betrokkenen hun medewerking toegezegd, ook Kremer. Nu verklaart Kremer het rapport tot een dode letter. Oftewe,l het is er niet. Als er andere afspraken zijn gemaakt kan de heer Lok en mevrouw Kompier dit nu laten weten aan de raad. Kremer suggereert dat er afspraken zijn gemaakt over voortzetting van zandwinning, maar dat blijkt nergens uit. De overheid moet een betrouwbare partner zijn, is vorige week uitgebreid besproken in de Provinciale Staten. Het onderwerp van de boer in Vlagtwedde is daar uitgebreid besproken. Dit gemeentebestuur weet daar alles van. Ik dank u. De heer Hoftijzer : De heer Doorschot heeft het en ik heb daar ook stukken van gelezen wat hij ons al had toegezonden over de Noord- en Zuidplas. En eigenlijk zegt de heer Doorschot helemaal geen zandwinning meer in dit gebied. Ik kan mij daar iets bij voorstellen. Als alleen de Zuidplas afgewerkt zou worden en het zanddepot, wat daar volgens mij nog aanwezig is, verwijderd zou worden, zou dat voldoende zijn om de recreatieve plannen die er zijn te gaan verwezenlijken? De heer Doorschot : Zeker niet. In een schriftelijke reactie heeft het bestuur ook zelf laten weten dat het overlast van de zandwinning, vrachtwagens, het zicht op de locatie, en alle negatieve effecten rondom zandwinning niet langer acceptabel zijn. Dat hebben ze zelf ook geconcludeerd. Dus wat dat betreft gaan wij nu gewoon voor een mooi plan waar ook een tekening van is en geen vergunningen verbonden, daar heeft u als gemeente voor ingestemd. Dat is een eindbeeld. Noord- en Zuidplas zou vijftien jaar duren is u in 2000 voorgehouden en hier zit ik al op de eerste fase tien jaar te wachten, maar tot mijn verwondering word ik overtroffen door een ander probleem van vijftien jaar. Maar dit heeft tien jaar op zich laten wachten om alleen de zaak als afgewerkt te krijgen. Dat is niet gebeurd. Laten we nu gewoon hard werken en gaan bestemmen, dan kan ik verder met mijn bedrijf. 4. Vragenronde commissieleden. De heer Joling : Twee keer heb ik hier in de raad aandacht gevraagd voor het fenomeen kind bruiden. Ik heb daar ook schriftelijk vragen over gesteld. Een week of twee geleden kwam dit onderwerp in een behoorlijke stroomversnelling. De landelijke media ging er bovenop zitten, de kamer heeft een vergadering hierover uitgeroepen. De eerste kamer heeft toen besloten om versneld een wet aan te nemen, volgens mij uniek in de Nederlandse geschiedenis, dat een wet versnelt door de eerste kamer gaat naar aanleiding van berichten in de media. Dus volgens mij zijn met deze resultaten de vragen ook wel al beantwoord, want de vragen zijn nu een beetje achterhaald door het voortschrijdend inzicht wat wij nu hebben doordat er een nieuwe wet ligt wat waarschijnlijk per 1 januari in werking treedt. Komende dinsdag komt hier nog een hele mooie reportage over bij Brandpunt. Dan is daarmee het onderwerp afgesloten denk ik. De voorzitter : Uw vraag is, bekijk die allemaal.
Pagina
12 van 51
De heer Joling : Om even concreet te zijn. De vragen die zijn ingediend zijn bij dezen ingetrokken. Mevrouw Van der Horst : In het Dagblad van het Noorden van 12 oktober lees ik een artikel dat in Rheden, vlak over de grens, bij een aantal inwoners urine is afgetapt, ook van de Nederlanders die daar waren, omdat men op zoek is naar de stof glyfosaat. Dat is een stof die door de Wereldgezondheidsorganisatie wordt gekenmerkt als waarschijnlijk kankerverwekkend. En ook voorkomt in een aantal vormen van Round Up. Nu heb ik een hele tijd geleden, toen we hier net begonnen, vragen gesteld over het gif in de gemeente. Daarop voortbordurend vraag ik me nu af of u op de hoogte bent dat er nog steeds bedrijven en winkels zijn bij ons in de gemeente die dit spul verkopen. En dat particulieren dit dus ook gebruiken voor onkruidbestrijding. Ik weet niet of zij op de hoogte zijn dat het zo'n gevaarlijke stof is. Dus ik vroeg mij af of u op de hoogte bent van dit artikel en van deze stof, dat die verkocht word in onze gemeente. En bent u het met mij eens dat mensen hiervoor gewaarschuwd moeten worden? Wethouder Lok : Nee, wij zijn inderdaad niet volledig op de hoogte van deze materie. U refereert aan een krantenartikel. Ik lees niet alle kranten dus ik heb dat niet meegekregen. Mij zijn de gevaren van deze stof niet bekend. Ik weet wel dat wij zelf als gemeente geen bestrijdingsmiddelen meer gebruiken. Maar volgens mij is er een landelijke regelgeving over het gebruik van bestrijdingsmiddelen en dat wij ons daar zo aan conformeren. Bovendien denk ik dat toezicht daarop ook door de landelijke autoriteiten dient plaats te vinden, mocht het al verkocht worden. Mevrouw Van der Horst : Dat begrijp ik. Dat is ook zo. Maar als binnen onze gemeente dat verkocht wordt dat spul en ik maak u nu ervan op de hoogte dat dat waarschijnlijk een kankerverwekkende stof is die daarin zit. Dan denk ik dat wij als gemeente de mensen misschien moeten waarschuwen daarvoor. Het zou een klein berichtje op de site kunnen zijn of op welke manier dan ook. Maar ik denk dat het een belangrijke kennis is om de burgers mee te delen. Vandaar dat ik het opper. Wethouder Lok : De vraag is of dit een gemeentelijke taak is om mensen voor allerlei gevaren die er zijn te waarschuwen. Er zijn natuurlijk nog veel meer gevaren die ons dagelijks omringen. Het is ook ongezond om te roken. En heel veel alcohol drinken is ook ongezond. Zo zijn er heel veel dingen die ongezond zijn dus wij moeten ons daar nog op beraden. Of dit nou als een gemeentelijke taak moet worden gezien om onze burgers hiervoor te waarschuwen. De heer K riek : In de media zien wij heel veel berichten over problematiek rondom doorstroming van asielzoekers, statushouders. Vandaag waren er weer berichten over en kortgeleden stond er een stukje in de krant dat de gemeenten nog een plicht hadden om mensen te huisvesten. Daar stonden wij als Vlagtwedde ook in genoemd. Ik weet niet wat daar de meest recente stand van is. Maar mijn vraag is eigenlijk wat doen wij als gemeente, of wat kunnen wij als gemeente doen om ervoor te zorgen dat die doorstroming beter gaat lopen dan nu? Er wordt bijvoorbeeld gesproken over Bed &
Pagina
13 van 51
Breakfast en dat soort dingen. Wordt erover nagedacht om die doorstroming in deze gemeente ook te bevorderen? Wethouder Lok : Het is natuurlijk een heel bekend probleem. Landelijk een groot probleem om deze mensen te huisvesten. Wij zijn als gemeente natuurlijk verplicht een aantal statushouders te huisvesten. We zijn op dit moment bezig om te kijken wat er nu van ons wordt verwacht. Wij hebben al een verhoogde taakstelling gekregen van het Rijk om meer statushouders te huisvesten als in het verleden het geval was. Dat is een belangrijk punt. We zijn ons op dit moment ook gelet op het aanbod wat in onze gemeente is en eventueel de mogelijkheid tot verhoogd aantal statushouders om te kijken hoe dat nu ligt. En kunnen wij eventueel ruimte vinden om meer statushouders te plaatsen in onze gemeente. Dus dat is momenteel in onderzoek. Het is natuurlijk wel zo dat we als het druk is op de sociale huur dat het in principe niet ten koste moet gaan van onze eigen inwoners. De heer K riek : De sociale huur was geloof ik ook al landelijk besproken en het was niet de bedoeling dat er voorrang kwam voor statushouders. Maar de kwestie is nogal urgent. Hebt u enig idee op welke termijn daar berichtgeving over kan komen? Of dat wij er iets meer over horen. Wethouder Lok : Ik denk dat we er over een maand meer over kunnen zeggen. 5. Bestuurlijke informatie.
Er is geen bestuurlijke informatie. 6. Vaststellen verslag commissievergadering 8 september 2015. De heer K riek : Het betreft een vraag over pagina 6. Daar staat wat mij betreft een toezegging van wethouder Lok. Het ging erover dat ik had gevraagd waarom het geval Klein Ikkink de uitbreiding daarvan niet in het overzicht was gekomen naar aanleiding van schriftelijke vragen. Toen heeft de heer Lok gezegd, voor alle duidelijkheid er kan natuurlijk geen sprake van zijn dat dat bewust achtergehouden informatie is. Ik kom op de procedure terug. Dat laatste zie ik als een toezegging. Ik vind dat niet in de lijst terug en ik vraag mij af of daar al een antwoord op is. Of dat dat binnenkort komt. Wethouder Lok : Dit geval is niet op de lijst gekomen, omdat op het moment dat de lijst was opgesteld het niet relevant was dat daar uitbreiding plaats zou vinden. Daarom is hij er op dat moment niet op geplaatst. De heer K riek : Dat vind ik heel merkwaardig. Want verderop in agendapunt 17 wordt duidelijk dat de keukentafelgesprekken plaatsvonden in 2010 en ze worden daar met name genoemd. Dus het lijkt mij een duidelijk geval vallend binnen de periode voor de vraag. En het is ook niet een kleine uitbreiding het is een nogal opvallende. Dus ik vind
Pagina
14 van 51
dit een heel merkwaardig antwoord en ik hoop dat daar nog een wat duidelijkere beantwoording op volgt. Wethouder Lok : Dat schijnt wat genuanceerd te liggen. Ze hebben iets aangevraagd toen op dat moment wat buiten de vraagstelling van de raad viel. We zullen daar nog schriftelijk op terugkomen hoe dat precies zit.
Het verslag is ongewijzigd vastgesteld. 7. Vaststellen verslag commissievergadering 15 september 2015.
Het verslag is ongewijzigd vastgesteld. 8. Vaststellen toezeggingenlijst. De heer K riek : Allereerst een kleine opmerking over pagina 5. Daar is een vraag geweest over de monumentenlijst. Daar staat iets niet correct weergegeven. De vraag voor zover ik het begrepen heb van de Partij voor de Dieren betreft de Rijksmonumentenlijst. En in de tekst staat de gemeentelijke monumentenlijst. Nou wil het toeval dat ik daar kortgeleden vragen over heb gesteld en er bleek geen gemeentelijke monumentenlijst te zijn. Dus het lijkt mij goed als daar duidelijkheid over komt over welke lijst wij hier praten. Het gaat om de toezegging monumentenlijst op pagina 5. Mevrouw Van der Horst : De bedoeling was de gemeentelijke monumenten. Ik heb daarover ook contact gehad met mevrouw Luth. Ik ben gebeld en geschreven. Er is ontzettend adequaat op gereageerd en men is als het goed is op de hoogte. De voorzitter : Dan gaat het wel over een gemeentelijke monumentenlijst en aan de beantwoording wordt gewerkt. De heer K riek : Mijn vraag was nog niet helemaal afgerond. Ik heb nog een vraag over pagina 6. Daar is een toezegging op een vraag van GroenLinks geweest over de verduurzaming van gemeentelijke gebouwen. In verband daarmee is pas geleden nog een toezegging geweest over de Klimop. Die staat nog niet in deze lijst. Ik neem aan dat hij in de volgende toezeggingenlijst wordt opgenomen. Maar de beantwoording is al geweest. Wij kregen de beantwoording dat op de Klimop niet rendabel is om zonnepanelen te plaatsen. Het is wat jammer dat die redenering wordt gevolgd, omdat het geld, als het op de rekening staat en als we schatkistbankieren doen, nog minder oplevert. Namelijk helemaal niets, dus de mate waarin iets rendabel is. Ik zou graag willen dat daar op een andere manier naar wordt gekeken. Met name als je zonnepanelen op een school zet heb je ook educatieve winst. Ik betrek even deze toezegging met de toezegging die vandaag binnen kwam in de beantwoording.
Pagina
15 van 51
De voorzitter : Dus eigenlijk refereert u aan een andere beantwoording en u gebruikt deze toezeggingenlijst om daar iets over te zeggen. Maar u kunt ook die beantwoording opnieuw aan de orde stellen. De heer K riek : Ik vroeg mij eigenlijk af waar die andere toezegging over die andere beantwoording en toezegging zelf over de Klimop was gebleven. Die vind ik in de lijst niet terug. De voorzitter : Daar wordt aan gewerkt. De heer Joling : De Partij van de Arbeid heeft een motie ingediend over aanmoediging van de peuterspeelzaal en het bereik. We hebben het er toen met elkaar over gehad dat er een folder gaat komen. En mijn fractie is wel nieuwsgierig of die folder al gemaakt is en of er ook een afschrift van naar de raad toe kan? Wethouder P otze : De flyer ligt bij de drukker en wordt volgende week hier in dit huis afgeleverd. Dan zal er ook een exemplaar richting de raad gaan conform de toezegging.
De toezeggingenlijst is ongewijzigd vastgesteld. 9. Ingekomen stukken. 09.A.01 t/m 09.A.05 Mevrouw W ijnholds : Het betreft 09.A.04. De schrijver vraagt eigenlijk, wat doet u als gemeente met aardbevingen. Dan zeggen wij, wij hebben geen aardbevingen dus daar doen wij niets aan. Wij vragen ons alleen af wat we er aan gaan doen nu er onlangs in Emmen ook aardbevingen zijn geweest. Heeft dat gevolgen voor de beantwoording? De voorzitter : We hebben nog niet echt een portefeuillehouder aardbevingen De heer W achters : Het gaat over een aardbeving die in het jaar 1997 heeft plaatsgevonden in Roswinkel. En de schrijver van de brief heeft enige angst dat die zich zou kunnen herhalen. Nou lijkt ons dat risico erg klein. Want het is bijna 20 jaar geleden. Mevrouw W ijnholds : Meneer Wachters, dat heeft zich onlangs herhaald. De heer W achters : Ik heb het over Roswinkel en niet over Klazienaveen. Mevrouw Van der Horst : Het is wel jammer, mevrouw Wijnholds heeft eigenlijk mijn vraag al zo goed als gesteld. Inderdaad het is zo dichtbij gekomen. Op welk moment zegt het college, nu is het dichtbij genoeg om inderdaad iets te gaan doen. Daar was ik wel nieuwsgierig naar. Ik vond dit erg dichtbij.
Pagina
16 van 51
09.B.01 t/m 09.B.02 Mevrouw Hem m en : Het betreft 09.B.02 voortgang glasvezel buitengebied. Daar lezen wij dat de briefschrijver een eerste brief heeft gezonden op 18 december 2014 en vervolgens op half september 2015 deze tweede brief heeft geschreven. Maar het teleurstellende is dan dat er in de tussentijd niet een antwoord is geweest. Ik wil toch even opmerken dat ik dat heel jammer vind. Met name omdat dit toch een speerpunt is die ook dit college en deze raad erg aan het hart gaat. Ik zou dan ook graag willen dat hier zorgvuldig op gereageerd gaat worden. En ook kijkend naar de initiatieven die hij noemt om te zien of daar ook voor ons gebied nog mogelijkheden zijn om daarbij aan te haken. Wethouder Lok : Ik denk dat mevrouw Hemmen absoluut terecht de opmerking maakt, dat het niet door de beugel kan dat deze brief niet is beantwoord. Dat is een slechte zaak. We zullen dat nazien. Voor wat betreft het beleid van de aanleg van glasvezel hebben we nog niet zo lang geleden over gesproken in deze raad. En hebben we gezegd, aanhaken bij de initiatieven van de provincie Groningen. De heer W achters : Het gaat over punt 9.B.01. Het is de brief van meneer Oosterhof aan de gemeente. Die brief hebben wij heel goed gelezen en het valt ons op dat hij moeilijkheden heeft met zijn buurman en die wil hij oplossen via de gemeente. Maar hij heeft op geen enkele manier contact gehad met die buurman. Dus het lijkt mij heel logisch dat hij eerst maar eens contact opneemt met die buurman of ze niet samen uit de problemen kunnen komen. Dat wilde ik even kwijt. 09.C.01 t/m 09.C.04 De heer Sanders : Het betreft C.02., de inventarisatie hoe om te gaan met meer begaafde leerlingen in het basisonderwijs. Ik wil de wethouder bedanken voor de inspanningen die er verricht zijn om te kijken hoe de scholen daarmee om kunnen gaan. Echter één ding is dat in de inventarisatie staat dat bijna alle scholen hebben aangegeven onderwijs voor meer begaafde leerlingen te bieden. Betekent dus dat niet elke school daaraan gewerkt heeft. Ik zou dan toch wel de wethouder willen verzoeken om daar stringent de vinger aan de pols te houden. Om ook deze scholen te bewegen ook deze kinderen mee te kunnen nemen. Want passend onderwijs betreft natuurlijk alle kinderen. Maar nogmaals dank voor de inspanningen. De heer Brunen : Ik zou graag even reageren over het punt gemiddelde opkomsttijd van de brandweer in de gemeente Vlagtwedde. Die vraag is toen gesteld door mevrouw Wijnholds en ik zie nu dat in 35% van alle incidenten in onze gemeente de brandweer binnen de normtijd aanwezig is. Maar dan vragen wij ons af, die 65%, gaat het college daar wat aan doen? Wat voor inzet kunnen wij daarvoor verwachten? Wij vinden dat toch wel hoog, 65% waarvan niet de tijden gehaald worden. Mevrouw W ijnholds : Het gaat over hetzelfde onderdeel. Als ik dan kijk naar de post Vlagtwedde, daar wordt meer dan de helft de opkomsttijd niet gehaald. Dat is best te begrijpen. Vrijwilligers komen ver weg. Dus ik snap dat we dat niet kunnen halen. Dan Pagina
17 van 51
moeten we eigenlijk naar de andere kant kijken, de preventie kant. Is het dan niet mogelijk dat we samen met de brandweer actie gaan doen naar bijvoorbeeld rookmelders en dergelijke zodat in ieder geval meer tijd is voor de brandweer om ook daadwerkelijk iets te kunnen doen. Want die vrijwilligers versnellen lukt gewoon niet ook al zouden we dat graag willen. Dus moeten we even naar de andere kant kijken. De voorzitter : We verkleinen het gebied niet. Dus ik denk dat wat mevrouw Wijnholds zegt, de inspanningen die overigens al volop zijn ingezet rondom preventie, dat is een hele belangrijke in ons gebied. Daarnaast blijft natuurlijk de opkomsttijd wel een belangrijke in ons gebied. De vrijwilligers zijn heel snel in Vlagtwedde kan ik u verzekeren, alleen het gebied is heel groot. Dat heeft natuurlijk met meer landelijke gebieden te maken. Dus de gemiddelde opkomsttijd van 61% in de provincie is puur vanwege de geografische ligging van ons gebied niet altijd haalbaar. Het aantal brandincidenten neemt gelukkig heel erg af. Dat heeft mede te maken met dat er heel veel aan preventie wordt gedaan. Ik neem uw opmerking ter harte om weer eens opnieuw, het is en blijft een speerpunt, maar wij kunnen u daar misschien wat meer bij betrekken en informeren hoe dat wordt gedaan en wat er allemaal door de brandweer wordt gedaan. Ik zou willen voorstellen op het moment dat de commandant hier weer wordt uitgenodigd in de raad om daar eens expliciet op in te zoomen, wat er allemaal wordt gedaan aan preventie en andere maatregelen als het gaat om brandpreventie. Mevrouw W ijnholds : Eigenlijk hoef ik niet ingelicht te worden. Meer is de vraag om de burgers goed in te lichten hoe zij aan preventie kunnen doen. Dat lijkt mij belangrijker dan dat wij over een half jaar horen hoe je preventie kunt doen. De voorzitter : Het gebeurt dus al volop op allerlei manieren. Mevrouw Van der Horst : Ik wilde graag reageren op 09.C.01 en C.04. Bij de toezeggingenlijst staat een zinnetje, een overzicht als gevraagd bestaat niet en wordt niet opgesteld. Dat is duidelijke taal. Maar voor mij is dat vreemd. Een raadslid stelt toch een behoorlijk goede vraag. Dan zou het provinciaal misschien te duur zijn, maar dan zou ik zeggen we starten in ieder geval als gemeente om een overzicht te maken van de bedrijven die we inmiddels hebben. Niet alleen zodat we weten wat die bedrijven doen. Maar ook om te kijken hoe het met onze lucht, bodem, en de gezondheid gaat. Om te kunnen monitoren als er bijvoorbeeld vogelgriep uitbreekt. Waar staat het bedrijf? Zijn er bedrijven omheen die ermee te maken hebben? Hoeveel gevaar loopt de volksgezondheid op dat moment? Ik denk zelf dat wij als raad ons moeten verdiepen in dat soort zaken. Om op de hoogte te zijn van dit soort zaken. Om mensen veilig in ons gebied te kunnen laten leven. Dus ik vraag mij af waarom die lijst niet opgesteld wordt, in ieder geval bij onze gemeente. Wethouder Lok : De vraag was natuurlijk een overzicht te maken van globaal half Westerwolde met Duitsland erbij om al die bedrijven in kaart te brengen. Inclusief alles over de Duitse grens. Wij hebben gezegd dat wij daar de meerwaarde niet van inzien. Voor wat betreft de grote bedrijven in onze gemeente, in principe zijn die bekent en om
Pagina
18 van 51
daar nou een hele lijst van te maken. Ik zie daar niet de meerwaarde van in. We hebben het druk genoeg in de ambtelijke organisatie. Mevrouw Van der Horst : U ziet die noodzaak niet. Ik wel. Ik zou eigenlijk aan het college willen vragen of wij als raad zo'n lijst kunnen ontvangen. Met alle bedrijven, welke dieren er in zitten, hoeveel, volgens mij is dat niet zo heel veel werk om dat te doen. Volgens mij is dat allemaal bekend. Maar we hebben een aantal nieuwe bedrijven toegelaten. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we weten welke bedrijven we hebben, wat voor soort bedrijven, hoeveel dieren, welke omliggende dorpen daarin zijn. Ik denk dat dat belangrijk is. De voorzitter : Ik denk dat het goed is om even te checken of die noodzaak wordt gedeeld door anderen. De heer Hoftijzer : Ik had ook op deze toezegging willen reageren. Mijn fractie is steller van de vraag, dus vind ik het uiteraard belangrijk dat er zo'n kaart zou komen. Even om beter inzicht te krijgen in wat er allemaal gebeurt in dit gebied. Ik denk dat het misschien te ver voert om dat hier allemaal nog een keer toe te lichten. Ik ben zo vrij om mij uit te nodigen binnenkort een keer met de wethouder daarover te overleggen. Om te kijken of er misschien nog andere mogelijkheden zijn om een dergelijke kaart boven water te krijgen. De heer Heijne : Wat voor onze gemeente van belang is, is nog tot daaraan toe. Maar wij zitten niet op zo'n uitgebreide lijst te wachten. Ik vind dat je dan misschien zelf een stukje huiswerk moet gaan doen. De heer K riek : Wij beginnen binnenkort wat meer informatie. Wij hebben over een tijdje een expertmeeting wat betreft intensieve veehouderij en landbouw in het algemeen. Dan is het natuurlijk wel belangrijk om te weten wat de situatie is. Dus in het kader daarvan zou ik zeggen, het is toch wel prettig als wij een stukje informatie kunnen krijgen. En ik kan mij best het antwoord van de wethouder hierin voorstellen dat dit wel heel uitgebreid is. Met name die omliggende gemeentes. Misschien gaat het inderdaad wel heel erg ver. Maar misschien kan er gekeken worden naar wat er wel mogelijk is. Mevrouw Venem a : Ook de ChristenUnie deelt de mening van de noodzaak hiervan niet. Er hoeft wat ons betreft niet direct zo'n lijst vastgesteld te worden. Aan de andere kant is het natuurlijk wel zo als de meerderheid van de raad dat graag zou willen dan denk ik dat het wel zou moeten gebeuren. Even in antwoord op het antwoord van de wethouder. Mevrouw Heidekam p : Voordat we daar een standpunt over innemen is het wel even relevant om te weten hoeveel tijd en geld het dan gaat kosten. Want onze bestemmingsplannen geven informatie over wat voor bedrijven er allemaal zitten. Dus op het moment dat je je voor een gebied zou willen oriënteren als politieke partij kun je ook de bestemmingsplannen bekijken en kijken welke bedrijven waar zitten. We weten welke gebieden we hebben aangewezen. Ik kan mij best voorstellen dat het college zich Pagina
19 van 51
op het standpunt stelt, ja moeten we ook nog allemaal lijsten maken, zeker als het van omliggende gemeenten is. Wat mijn fractie betreft hoeft dat niet voor goud geld opgesteld te worden. De heer Hoftijzer : Daar kan ik mij helemaal in vinden. Maar de suggestie van een stuk zelfwerkzaamheid et cetera in combinatie met wat werkzaamheid vanuit deze gemeente ik denk dat we dan een heel eind komen. Dus vandaar mijn vraag. Wethouder Lok : De vraag van de heer Hoftijzer om daar eens over te praten, en hoe kun je die informatie op een redelijke manier boven tafel krijgen. Hoe kun je daar ook met wat zelfwerkzaamheid in voorzien misschien met wat hulp hier en daar. Daar ga ik graag met hem over in gesprek. Mevrouw Van der Horst : Twee dingen. Ten eerste, wij zijn al van alle omringende gemeenten naar onze gemeente gegaan. Het tweede argument was natuurlijk erg mooi want we gaan daarmee aan de gang als gemeente. Maar om op voorhand te zeggen, het is waarschijnlijk te duur, misschien is het maar een kwartier werk omdat we al die bedrijven hebben. Het hoeft helemaal niet zoveel tijd, moeite, en geld te kosten om een lijst te maken van wat waar is. Alles is als het goed is bekend. De heer Sanders : Ik ben het wel met de heer Hoftijzer eens. En ik wil hem daarbij ook ondersteunen om even samen naar de wethouder te gaan en ik ben ook wel bereid om daar even een ambtenaar in te ondersteunen om als zelfwerkzame raad deze gegevens naar boven te krijgen. Mevrouw W ijnholds : Mevrouw Van der Horst zegt al, alles is al bekend. Dan hoef je het ook niet op te schrijven. Als je alles al weet is het ook niet nodig. Ik hoef niet van alle gemeenten alle bedrijven te weten. Niet alle horecabedrijven, niet alle fabrieken, ik hoef het allemaal niet te weten. De heer Brunen : Ik wil nog één suggestie doen. Ik zal zeggen, we hebben het over een branche organisatie voor de landbouw volgens mij de LTL of zoiets. Ik zou zeggen, ga die er ook bij benoemen. Misschien kunnen die wel veel meer informatie geven dan wij hier gaan zoeken. De voorzitter : Volgens mij mevrouw Van der Horst gaat die lijst er komen. Mevrouw Van der Horst : C.04., wil ik het even over hebben. Allereerst wilde ik wethouder Lok bedanken voor de mooie, snelle reactie, en het duidelijke antwoord. Ik begrijp ook heel goed dat het anders ligt bij een Rijks dan bij een gemeentelijst. Maar onze buurtgemeente Drenthe heeft bijvoorbeeld een boek uitgegeven, dat noemen ze Keuterijen. En die hebben allemaal ontzettend leuke historische kleine gebouwtjes en boerderijtjes die van betekenis gecategoriseerd, status gegeven en in een prachtig boek weergegeven. Nou willen wij, ik durf het woord bijna niet meer te noemen, Cittaslow zijn. En het is natuurlijk hartstikke leuk dat je de bezoekers kunt laten zien, kijk bij elkaar hebben wij de prachtige onderdelen van onze gemeente samengebracht. Dat niet
Pagina
20 van 51
alleen, er zit een beschermende factor in. Er zijn prachtige stookhuisjes die inmiddels of gewoon platgewalst zijn of voor iets anders gebruikt worden, beschadigd zijn. En er is een heel mooie vereniging, die heet Heemschut en die heeft een heleboel rapporten uitgebracht over monumenten en die heeft het bijvoorbeeld ook over aardkundige monumenten. Die hebben wij natuurlijk ook. Wij hebben de Es, en we hebben die pingoruïnes. Een van de es is bijvoorbeeld al gesneuveld omdat daar een mestbassin terecht is gekomen. Ik zou toch graag het verzoek neer willen leggen bij het college om te kijken of er mogelijkheden zijn om tot zoiets te komen. Om te kijken wat we hebben aan cultureel goed dat dan niet op Rijkslat maar wel voor ons belangrijk is om daar een bundeling van te maken. Wethouder Luth : Uw voorstel klinkt heel sympathiek. Ik ben als geen ander ook voorstander van prachtige oude gebouwtjes. Ik denk dat wij binnen onze gemeente daar al heel veel aan doen. Met dank aan onze cultuurambtenaar die daar zeer gepassioneerd in staat. Ik vraag mij alleen af wat de kosten zijn om zo'n boek te vervaardigen. Want we hebben net kortgeleden een prachtig boek uitgegeven over de slag bij Jipsinghuizen. Verspreid onder de omwonenden in Jipsinghuizen. Ik kan u zeggen dat dat niet eens zo'n groot boek was maar dat heeft weken gekost om die te schrijven. Mevrouw Van der Horst : Ik had dat antwoord natuurlijk verwacht. Maar wij hebben hier in huis ontzettend deskundige mensen. En ik kan mij voorstellen dat meneer Abbes die ontzettend veel weet het best leuk vind om zich daaraan te verbinden. In mijn omgeving heb ik hele goede fotografen die zelfs in een boek de Amsterdamse school in Groningen hebben vastgelegd voor ongelooflijk weinig geld. Dus er zijn wel mogelijkheden. Ik wil u daarbij ondersteunen door mee te denken bijvoorbeeld. Wethouder Luth : Dat u mij daarbij wilt ondersteunen is sowieso heel sympathiek. Voor wat betreft onze cultuurambtenaar die kan ik op dit moment even niet missen. Want die is met allerlei andere dingen van cultuur bezig. Dat zijn dan geen boerderijen en oude huisjes maar wij hebben ook nog een bibliotheek en muziekschool. Dus daar moet ook nog voldoende aandacht voor zijn. Maar wellicht is het een idee om te kijken, er is recentelijk ook een prachtig fotoboek gemaakt van Westerwolde door kunstenaars van de academie Minerva, fotografen, dus misschien zou dat een leuk project zijn om dat op die manier in beeld te brengen. En dan hebben we natuurlijk ook nog onze historische vereniging Westerwolde. Al met al is er misschien toch een mogelijkheid om met zijn allen er een keer naar te kijken. Maar ambtelijk gezien denk ik dat op dit moment daar de tijd niet voor is. Al is dat heel erg jammer. Maar wellicht dat we met elkaar mee kunnen denken over hoe dat dan wel zou kunnen. De heer Hoftijzer : We hebben natuurlijk bij het bestemmingsplan buitengebied een prachtige inventarisatie van allerlei karakteristieke panden uit dit gebied. 09.D.01 Mevrouw Hem m en : Er is nog een punt D.01. De wachtlijst jeugdzorg. Daar ben ik netjes op beantwoord op mijn schriftelijke vragen waarvoor dank. Ware het niet dat Pagina
21 van 51
weer dit weekend in de krant staat dat de GGZ praktijken een cliëntenstop hebben opgelegd. Hebben zichzelf opgelegd omdat zij het budget op hebben. De conclusie van schriftelijke vragen en de antwoorden die ik daarop kreeg lag in de lijn van deze wachtlijstproblematiek kennen wij niet in onze gemeente. Ik wil dan toch nog opnieuw en dat heb ik inmiddels ook schriftelijk aangeleverd toch nog eens een keer vragen, deze nieuwe situatie waarin GGZ praktijken aangeven dat zij geen cliënten meer opnemen zelfs cliënten niet meer kunnen behandelen omdat het budget op is of dat ook in onze gemeente het gevolg is. Wat wordt daar dan mee gedaan als het zo is? Wellicht wordt daar aan een oplossing gewerkt. Wethouder P otze : Wij hebben de vragen van de CDA fractie de vorige keer beantwoord, en aangegeven dat wij de problematiek van wachtlijsten niet kennen. De CDA fractie haalt nu twee dingen door elkaar. Aan de ene kant spreekt men over een wachtlijst, en aan de andere kant gaat het over een cliëntenstop bij GGZ praktijken. En dat laatste kan inderdaad gebeuren. Maar dat wil niet zeggen dat er een wachtlijst ontstaat. Want niet de instellingen staan centraal, maar hier staat de hulpvraag van de cliënt dus de hulpvraag van jongeren centraal. Dat betekent dat we voor de jongeren een goede oplossing vinden. En als dat niet meer kan bij praktijk A omdat daar het budget op is, dan gaan we kijken instelling B bijvoorbeeld. Nou zou het zo kunnen zijn dat een bepaalde cliënt echt gebaat is bij hulp bij aanbieder A en dan kent u ons college dat wij daar voor de praktische oplossing kiezen. Dat kan zijn omzetten in een PGB om alsnog bij aanbieder A iets te doen. En wat ook zou kunnen is dat wij alsnog een oplossing bedenken en die kopen wij als gemeente zelf in bij de desbetreffende praktijk. Maar op dit moment zijn er in onze gemeente geen wachtlijsten en worden alle jongeren die hulp nodig hebben geholpen. De heer Sanders : Ik had een vraag gesteld aan de wethouder omtrent zijn acties die hij zou gaan doen. Om de overige scholen te bewerkstelligen hun verantwoording te nemen binnen het passend onderwijs. Daar heb ik nog geen antwoord op gehad. Wethouder P otze : De heer Sanders stelt een lastige vraag. Dat was namelijk al een lastige vraag de eerste keer om een inventarisatie te maken. Want dan ben ik namelijk afhankelijk van schoolbesturen. Nu gaat de heer Sanders een stap verder door te vragen wethouder wilt u de schoolbesturen min of meer dwingen om iets te doen met meer begaafdheid / hoogbegaafdheid. Wij zijn in goed overleg met schoolbesturen. Dus ook met individuele scholen, maar ik kan niet een schoolbestuur verplichten om op een bepaalde school meer te doen aan hoogbegaafdheid dan wat nu al op een school gedaan word. Ik kan dat vanuit mijn rol als schoolbestuur alleen voor de openbare scholen. Maar ik wil de heer Sanders best toezeggen dat ik in het reguliere overleg wat we hebben met schoolbesturen en met individuele scholen om dit punt blijvend te agenderen. De heer Sanders : Ik heb de wethouder al toegezegd, dank voor zijn inspanningen. Dat vraag ik ook niet. Wat ik wel vraag is dat het passend onderwijs waarin ook deze kinderen vallen dat dat goed wordt toegepast. Dus niet alleen aan de ene kant of andere kant maar dat hier beide partijen alle kinderen het onderwijs krijgen waar zij
Pagina
22 van 51
recht op krijgen. Dat is concreet mijn vraag. En ik begrijp ook in welke situatie u zich bevindt, maar wel u als eindverantwoordelijke dat u dit wel meeneemt in de overwegingen. De heer Hoftijzer : Ik geloof dat ik een voorstel van orde wil doen. Als ik kijk naar het publiek, zitten die volgens mij overwegend voor agendapunt 17 en dat gaat over het bestemmingsplan. We hebben nog een behoorlijke agenda te gaan. Ik denk dat het flink laat gaat worden. Zou het wat zijn om dat punt naar voren te halen? De voorzitter : U heeft ingestemd bij het vaststellen van de agenda. Ik heb ook al even in de zaal rondgekeken. Misschien is het voor de democratie heel aardig dat mensen het debat meemaken. Ik stel voor dat we de agenda afmaken zoals we hem hebben vastgesteld. De heer Tim m erm ans : In het algemeen bespeuren wij steeds meer dat wij de krant volgen en dat wij allerlei vragen stellen vanuit de krant. De vragenronde wordt steeds uitgebreider en eigenlijk zou ik de raad en onszelf willen vragen om de vragen wat te gaan beperken zodat we ook eerder aan de feitelijke agenda toekomen.
De ingekomen stukken zijn ongewijzigd vastgesteld.
Bespreekstukken 10. Veiligheidsprioriteiten 2016. De heer Eilert : Bij het lezen van het stuk kwam ik tot mijn grote vreugde het punt veiligheidsgevoel tegen. Wij hebben dat samen met andere fracties overigens in het laatste gesprek wat we met de politie hebben gehad ook ingebracht, dat we het juist belangrijk vonden om dit punt in de prioriteitenlijst op te nemen. Het staat er nu in. Ik denk een hele goede zaak. Waar ik dan nog wel nieuwsgierig naar ben is naar de uitwerking van dit punt. Ik begrijp dat we het hier over een prioriteringslijstje hebben. Maar ik ben wel heel benieuwd hoe men daar verder mee aan de slag gaat. Hoe men dus ook het veiligheidsgevoel onder de burgers in deze gemeente bijvoorbeeld gaat meten, en hoe zij daar verder mee aan de slag gaan. Dus ik zou daar heel graag van op de hoogte blijven hoe men dat gaat doen. We willen daar uiteraard ook rustig in meedenken hoe dat op een goede manier kan. De heer K uper : 15 juni hebben we een gezamenlijke bijeenkomst gehad in dit gemeentehuis met de raden van Stadskanaal, Old Ambt, Vlagtwedde en Bellingwedde. Daar zijn wij bijgepraat over de huidige veiligheidsprioriteiten en wat de stand van zaken was. In opdracht met de politie hebben we ook suggesties gekregen wat de veiligheidsprioriteiten voor 2016 zouden kunnen zijn. Met de destijds aanwezige raadsleden is uiteindelijk deze lijst samengesteld. Hetgeen wat de heer Eilert zegt aangaande punt 6 het gevoel van veiligheid dat onderstrepen wij van harte. Daarnaast
Pagina
23 van 51
nog een kleine opmerking. In het voorliggende besluit staat dat we de prioriteiten voor 2015 gaan vaststellen, dat lijkt mij niet te kloppen. De heer Brunen : Allereerst wil ik even zeggen dat ik niet op deze sessie aanwezig ben geweest. Maar wat ons als Gemeentebelangen opvalt is, hier wordt gezegd cijfers alleen geven onvoldoende weer wat leeft in een wijk. Dit wordt dan door de politie waarschijnlijk daar zo verteld. Daar zijn wij heel verwonderd over. Want er wordt steeds gezegd ook door de politie, wij moeten cijfers zien. Aan de hand van cijfers komt er meer blauw op straat. Dan vind ik het een beetje vreemd dat in deze sessie daar geen cijfers gegeven konden worden. Zowel door de politie als door de wijkagent. Dat is onze opmerking. De heer Heijne : Naar aanleiding van het voorstel zoals het er ligt is in ieder geval, de snelheid van problemen zijn wat sneller gaan lopen als wat wij misschien gerekend hadden op die datum dat we bij elkaar hebben gezeten. Maar wij missen eigenlijk in dit stuk de vluchtelingenproblematiek. Dat is op dit moment een heet hangijzer. Daar zijn heel veel dingen mee gemoeid. Ik zou er toch ook voor pleiten om dat stukje niet te gaan vergeten. In het besluit zelf staat in te stemmen met het voorstel om voor 2015 de volgende lokale politieprioriteiten vast te stellen. Volgens mij is 2016. Mevrouw W ijnholds : Op zich hebben wij geen problemen met deze prioriteiten. Wat wij nog een beetje missen is dat, winkeldiefstallen willen we doen, maar een gevolg daarvan is ook steeds vaker dat het winkelpersoneel bedreigd wordt. Ook ambtsdragers bedreigd worden en ook mensen van Rzijn schuldhulpverlening bijvoorbeeld nog wel eens bedreigd kunnen worden. We willen ook wat aandacht voor, het staat hier niet bij maar het is daar vaak wel een gevolg daarvan. Deze prioriteiten zijn allemaal leuk maar die vallen en staan met blauw op straat. Wij roepen al jaren in onze algemene beschouwingen dat we meer blauw op straat willen als VVD. We zijn ook wel benieuwd wat de aanrijtijden zijn op dit moment. Halen we dit soort dingen wel? Krijgen we meer blauw op straat om dit ook allemaal waar te kunnen maken? De heer Eilert : Een kleine reactie op het eerste punt van mevrouw Wijnholds. Zij zegt, we moeten ook aandacht gaan besteden aan mensen die met winkeldiefstal te maken hebben. Dat zou bijvoorbeeld uitstekend onder dat veiligheidsgevoel kunnen vallen. Wat dat doet met mensen en wat voor effect dat op mensen heeft. Volgens mij kan dat uitstekend onder dat punt vallen. De voorzitter : U bent als raad aan zet. U bent ook uitgebreid meegenomen. De heer Kuper gaf net een heel mooi beeld van de avond. De avond voor Ommelander Oost dus de vier gemeenteraden komen dan bij elkaar en krijgen in algemene zin een terugkoppeling van een aantal cijfers en ervaringen in de verschillende gemeenten. Daarna is er dan de gelegenheid dat de raden in de eigen geledingen zich terugtrekken en besluiten op basis van de cijfers en feiten die gedeeld worden, en de ervaringen van de buurtagenten, welke prioriteiten u zou willen aanscherpen. Dan is het natuurlijk heel erg van belang hoe je daar aan gaat werken meneer Eilert. Dat ben ik helemaal met u eens. Dus het zijn de prioriteiten die onderdeel uitmaken van het integraal
Pagina
24 van 51
veiligheidsbeleid en dat zal natuurlijk zichtbaar moeten worden. En ook teruggekoppeld moeten worden hoe er dan vervolgens aan gewerkt gaat worden. Maar dit zijn naast de high impact crime die natuurlijk ook heel belangrijk zijn, die landelijk op de agenda staan, zijn dit de aanvullende prioriteiten zoals u die vanuit de raad heeft aangegeven en die we eigenlijk via dit besluitvormingstraject nu laten vaststellen. Misschien nog even voor mevrouw Wijnholds. Als het gaat om de veiligheid van het personeel dan is er ook een project dat heet de veilige publieke taak. Dat is een project wat gaat over de veiligheid van personeel in brede zin. Het gaat over werknemers hier in het gemeentehuis, het gaat zelfs over bescherming van u als raadsleden. Dat is een project wat is uitgerold en waar mijn collega Galema in Stadskanaal trekker van is. En wat ook een hele hoge prioriteit heeft in het gebied. Dat is eigenlijk iets wat al automatisch wordt opgepakt vanuit de afspraken die je als gemeente kunt maken. Daarnaast denk ik wat de heer Eilert aangaf zal ook de toevoeging die nu is gekomen voor 2016 namelijk de beïnvloeding van het veiligheidsgevoel en hoe je dat wil doen, daar zou het heel goed in meegenomen kunnen worden. Dus het staat en valt met de uitwerking van die prioriteiten. U bent aan zet om die prioriteiten vast te stellen. Ik denk dat u ook heldere keuzes heeft gemaakt. Het is jammer dat de heer Heijne nu net even de zaal heeft moeten verlaten maar op dat moment kende wij natuurlijk niet de enorme instroom van de vluchtelingen zoals we die nu kennen. Maar naar mijn idee zou die thematiek heel goed meegenomen kunnen worden bij de trits zoals we die al hebben benoemd. Als het gaat om gevoel van onveiligheid, of de winkeldiefstallen daar zitten ook wat linken naar vluchtelingen. Daar bent u wat mij betreft ook als raad aan zet of dat voldoende op deze manier is afgedekt. De heer Brunen : Ik heb geen antwoord gekregen over de cijfers. Ik heb gevraagd waarom zijn er geen cijfers aangeleverd door de politie? Daar wordt altijd op gehamerd dat weet u zelf ook. De voorzitter : Dat is een nogal boute stelling die u inneemt. Ik heb geprobeerd in mijn beantwoording aan te geven dat naast de presentatie van die avond van de cijfers er ook heel duidelijk is geconstateerd dat het niet alleen gaat om de cijfers maar ook om de informatie van de wijkagent. Dus het is naast de cijfers ook de informatie, het gaat niet alleen om de cijfers. Het gaat en om cijfers en het gaat om andere ervaringen. We proberen een totaalbeeld te krijgen van het beeld in onze gemeente. Maar cijfers blijven belangrijk meneer Brunen, dat is een feit. De heer Eilert : Om dat toch maar even te ondersteunen. Ik denk dat juist ook dat thema veiligheidsgevoel inderdaad een keer niet gaat over cijfers. Het gaat erover hoe mensen zich voelen nadat zij of met criminaliteit, of met winkeldiefstal, of wat dan ook te maken hebben gehad. Daarom is dat juist ook zo belangrijk. Maar dit gaat eens een keer niet over cijfers. Toch is dit een heel belangrijk thema. Ten aanzien van wat de heer Heijne aan de orde stelde over de problematiek van de asielzoekers. Ik denk dat die op zich wel vallen in de punten die hier staan. Daar zouden ze uitstekend in opgenomen kunnen worden. De heer Tim m erm ans : U zegt dat de cijfers niet zo heel erg belangrijk zijn. Toch herinner ik mij de woorden van de buurtagent tijdens de bespreking bij het Pagina
25 van 51
bewonersoverleg die de uitspraak deed, de huidige cijfers rechtvaardigen niet de huidige inzet. Worden cijfers alleen gebruikt op het moment dat het uitkomt om ze te gebruiken? En gebruik je ze niet als het ook weer uitkomt. Ik krijg er een beetje raar gevoel van. Mevrouw W ijnholds : Ik vroeg net naar de aanrijtijden. Daar hebt u nog niet op gereageerd. Dat zijn dan wel cijfers, maar dat heeft ook te maken met het veiligheidsgevoel. Omdat nu heel vaak mensen het gevoel hebben, je belt de politie en het duurt uren voordat ze komen. Dat is dan lichtelijk overdreven, maar dat we dan aan kunnen geven of de politie wel of niet snel komt. Ook naar aanleiding van het BPT. De voorzitter : Ik denk dat het goed is om even een aantal dingen te onderscheiden. Vanavond stelt u als raad de veiligheidsprioriteiten vast. En ik snap dat het heel erg aantrekkelijk is om daar allerlei andere zaken bij te halen. En ik wil met alle plezier de aanrijtijden een keer aanleveren. Maar het gaat vanavond om het vaststellen. Dat u als raad kunt instemmen met de prioriteiten zoals die hier zijn voorbereid. Die zijn uitgebreid met een groot deel van u besproken, en daar gaat het vooral vanavond over. De heer Eilert stelde al terecht de vraag, hoe gaan we dat dan merken in de praktijk? Dus de uitwerking van al die prioriteiten zijn natuurlijk minstens zo belangrijk. Dat betekent dat de cijfers ook belangrijk zijn. De aanrijtijden zijn ook belangrijk. Maar vanavond gaat het vooral om of u zich kunt vinden in deze prioriteiten, of u nog dingen mist, en of u nog dingen zou willen aanvullen. Mevrouw W ijnholds : U zegt terecht dat het over prioriteiten gaat. Maar als wij deze vaststellen moeten we ook aan de bevolking kunnen garanderen dat deze prioriteiten ook gehaald worden. Daar hebben we een aantal toezeggingen en een aantal vragen voor nodig. Het is natuurlijk niet zo dat we klakkeloos dingen kunnen vaststellen. We moeten ook bepaalde dingen weten. Lijkt me logisch dat we dan ook dingen vragen. De voorzitter : Nogmaals, als u zegt dit zijn de prioriteiten dan komt daar de uitwerking op en zult u daar ook over worden gerapporteerd. Dan staan we daar ook voor. Dat is logisch. De heer Brunen : Ik heb nog één vraag. U zegt, daar komt een uitwerking op. Kunt u daar een termijn aan vastleggen? De voorzitter : Meneer Brunen u krijgt op verschillende manieren informatie over veiligheid. Ook hiervoor geldt dat als dit de prioriteiten zijn die de raad vaststelt, dan zult u ook op deze onderdelen regelmatig gerapporteerd worden.
Dit voorstel wordt geagendeerd als hamerstuk voor de raadsvergadering van 27 oktober 2015.
Pagina
26 van 51
11. Aankoop aandelen Enexis. Mevrouw W ijnholds : Ik heb de stukken een beetje met verbazing gelezen. Want het begint eerst met een heel verhaal welke mogelijkheden er allemaal zijn om aandelen van Essent te verkopen en welke voorwaarden er allemaal voor zijn. En dan staat bijna onderaan, en daarom willen we aandelen van Bellingwedde kopen. Daar staat eigenlijk helemaal geen uitleg bij waarom. Er staat bij, de buurgemeente kan het gebruiken voor het structureel verbeteren van de financiële positie. Les één van financiën is dat je geen incidenteel geld gebruikt voor structurele uitgaven. Ik vind dit een hele vreemde zin. Ik vind het heel erg vreemd waarom dat dat maar zo uit de hoed komt. Bijna drie pagina's over alle mogelijkheden en dan één zin dat we dat van Bellingwedde overnemen. Ik zou daar toch wel graag iets meer toelichting over willen hebben. De heer K riek : Volgens mij betreft het hier aandelen van Enexis en niet van Essent zoals mevrouw Wijnholds zegt. Wat mij een beetje bevreemd is de zin die je vrijwel aan het einde van het stuk aantreft. Namelijk, met de aankoop van de aandelen van Bellingwedde ontstaat een win-win situatie voor beide gemeenten. En de uitleg is als volgt, voor Vlagtwedde is sprake van een voordeel omdat het relatief lage rendement op schatkistbankieren omgezet kan worden in een beduidend hogere dividendopbrengst. En vervolgens, de buurgemeente wordt geholpen doordat zij de opbrengst kan gebruiken voor dat structureel verbeteren van hun financiële positie. Dat is een beetje merkwaardig. Want als wij die aandelen overnemen zou je bijna concluderen dat onze financiële positie dan slechter wordt. Want wij nemen immers hun positie over. Dus dit is een beetje merkwaardige tegenstrijdigheid in dit stukje. Daar wil ik graag een reactie op. De heer Hoftijzer : Het is denk ik heel aardig en loffelijk om onze buurgemeente te willen steunen, onze toekomstige fusiepartner. Toch hebben wij nog wel wat vragen bij dit voorstel. Eén van die vragen is, er wordt een heel mooi rekenvoorbeeld gegeven op pagina drie. Dat rekenvoorbeeld geeft aan dat de extra dividendopbrengst van € 27.000,00 die Vlagtwedde krijgt vergeleken wordt met een kasgeldlening die het ons misschien zou kosten of die we misschien nodig hebben omdat we het geld niet meer in kas hebben. Van 1,2 miljoen tegen 0,35%. Dat kost ons € 3000,00 op jaarbasis. Mijn gedachte daarbij is Bellingwedde zal die € 27.000,00 euro moeten missen als wij de aandelen hebben. Kunnen zij niet zelf die kasgeldlening aangaan? En hebben we dan niet dezelfde situatie? Als we kijken naar een zinsnede een eindje verderop, er is al vaker wat over gezegd de win-win situatie. Bellingwedde moet financieel gezond de nieuwe gemeente ingaan. Is het dan niet veel beter om te streven naar een gemeente Westerwolde die als sterkste uit de bus komt. Dus het gezamenlijke in plaats van de situatie van Bellingwedde mag lenen. Het is misschien wat cru om te zeggen, maar ik heb vernomen en ik heb dat niet kunnen vinden dat een gemeente die vanuit een slechte financiële situatie ik durf het woord artikel 12 bijna niet te gebruiken maar ik gebruik het toch een fusie ingaat extra gesteund wordt. En zou dat in ons fusietraject misschien meer op kunnen leveren dan op deze manier Bellingwedde te steunen? De voorzitter : Ik zou willen beginnen bij het aanhaken hetgeen de heer Hoftijzer zegt. Het gaat natuurlijk niet zomaar om een gemeente. Het gaat om onze toekomstige Pagina
27 van 51
fusiepartner. In dat licht, sommige van u zeggen het zou aantrekkelijk zijn om dit met andere gemeente aan te gaan. Want het is nou eenmaal zo dat Vlagtwedde in een riante financiële positie verkeerd en het eigenlijk aantrekkelijker voor ons is en vanavond zult u dat tijdens het treasury besluit nog terug zien komen, dat we in artikel 6 lid 2 ook gewoon de mogelijkheid hebben om als decentrale overheid deze transactie aan te gaan. Het is een interessante optie om en we hebben getracht het ook uit te leggen het is een win-win voor beide gemeente. Bellingwedde heeft dringend behoefte aan wat liquide middelen en wij zitten in een positie dat we eigenlijk met deze keus een betere maken dan wanneer wij ons geld bij de BNG staat, gezien het treasurystatuut en de mogelijkheid van decentrale overheden. Het is een niet veel voorkomende vraag maar ik vond hem wel interessant we zijn erin gedoken. We hebben als college de bevoegdheid om dit te besluiten. Maar goed niet nadat u daar als raad uw zienswijze over heeft kunnen geven. Ik hoorde toevallig vandaag op de radio, dat een heel ander kader maar ook als het gaat om de aandelen KLM en Air France de staat wordt geadviseerd om ook aandelen over te nemen van Air France naast die van de KLM die ze al hebben. Dus het is wel een interessant beeld wat op dit moment op vele manieren wordt ingezet. En wij zijn in de mogelijkheid om het te doen als gemeente Vlagtwedde. En wij hebben gemeend als college dat we dit op deze manier onze buurgemeente en toekomstige fusiepartner ook gunnen. Dus dat is eigenlijk het verhaal. En de vraag van mevrouw Wijnholds of je dan met incidenteel geld geen structurele natuurlijk is dat zo maar op dit moment is het incidentele geld voor Bellingwedde voldoende om ook structureel weer financieel gezond te zijn. Dus in die zin is daar ook goed naar gekeken. De vraag van de heer Hoftijzer, was het niet verstandiger dat Bellingwedde misschien op een artikel 12 zou moeten afkoersen daar gaat de gemeente Bellingwedde zelf over. Daar zou ik liever geen uitspraken over willen doen. Dit is wat het college heeft besloten om u voor te leggen en zo zouden wij dat graag willen doen. Mevrouw W ijnholds : Ik vind het nog steeds een enorm vaag verhaal. Want het komt echt zo uit de lucht vallen. Mevrouw Venem an : Ik wil mij graag aansluiten bij mevrouw Wijnholds. Ook de ChristenUnie heeft zich een beetje verbaasd over die ene alinea. Het is net ook al genoemd over die aandelen van Bellingwolde. En dat wij dan in een win-win situatie zouden komen. Wat hier nou gebeurd is wel een klein beetje de angst geweest van de ChristenUnie dat we zeggen we helpen hier dus een arme gemeente. U zegt, het is interessant om dit te doen. U haalt zelfs de KLM en Air France erbij aan. Daar heb ik dus geen verstand van hoe dat daar allemaal reilt en zeilt bij Schiphol enzovoort. Wij zitten hier met de gemeente Vlagtwedde die in een riante positie verkeerd dat geef ik u graag toe en van daaruit dus blijkbaar zich geroepen voelt om onze toekomstige fusiepartner op deze manier te helpen. Het kwam toch een beetje vreemd over. Ik sluit mij nogmaals aan bij mevrouw Wijnholds, een beetje vaag verhaal. Ik heb het helemaal doorgelezen maar ik kom er niet goed uit. Dus misschien kunt u toch nog een beetje toelichting daarop geven. De heer W achters : Ik ga ervan uit dat er geen enkel risico voor ons aan kleeft. Dat wilde ik weten dank u wel.
Pagina
28 van 51
Mevrouw Heidekam p : Even naar aanleiding op uw beantwoording op de vragen van de heer Hoftijzer of het niet financieel aantrekkelijker zou zijn voor beide gemeenten samen een artikel 12 voor Bellingwedde te kiezen. In plaats van nu met een financiële injectie vanuit Vlagtwedde tot aan de fusiedatum Bellingwedde structureel gezond te hebben. U zegt, die afweging laat ik graag aan Bellingwedde. Maar het is natuurlijk wel een afweging die ook voor ons als raad, omdat wel samen wel willen fuseren met Bellingwedde een interessante is. Niet om daarvoor te beslissen. Dat is uiteraard aan hun. Ze kunnen ook bezuinigen om te voorkomen dat je artikel 12 wordt. Er zijn allerlei andere mogelijkheden. Het is denk ik een terechte vraag wat te gemakkelijk met daar gaan wij niet over, nee wij gaan daar niet over maar het is wel relevante informatie voor de afweging die u vraagt van ons te maken bij de zienswijze die op dit onderwerp gevraagd wordt. De heer Hoftijzer : Ik denk ook dat wij ons voor ogen moeten houden wat ik daarstraks ook al zei dat de toekomstige gemeente Westerwolde er zo sterk mogelijk uit moet komen. Als ik naar dit voorstel kijk, en ik haal mij een beetje de balans van de toekomstige gemeente Westerwolde voor ogen. Dan zie ik straks dat wij aandelen Enexis op de balans hebben staan. En dat er aan de andere kant het eigen vermogen of het vrij besteedbare vermogen fors is gedaald. Dat is een beetje de angst die ik heb. We hebben nog niet de conclusie getrokken dat wij dit niet moeten doen. Maar u kunt ons overtuigen. Mevrouw W ijnholds : De angst van de heer Hoftijzer deel ik niet helemaal. Want als je gewoon even boekhoudkundig kijkt, nu hebben zij zomaar gewoon even bedragen een miljoen aan aandelen, wij hebben een miljoen aan aandelen, wij een x bedrag op de bank, zij een x bedrag op de bank dat tellen we straks bij elkaar op dat is het begin. Maar of wij nou dit 2 miljoen aan aandelen of zij 1 miljoen en wij 1 miljoen het blijft 2. Dus hoe je het ook wend of keert en hoe het onderdeel onderling ook met cijfers gaan goochelen het eindsaldo blijft hetzelfde. Het is alleen de vraag hoe we het nu willen doen. Mevrouw Heidekam p : Boekhoudkundig is het ook zo op het moment dat je begint met een miljoen op de bank en je gaat het dan uitgeven dat het geen miljoen blijft. Niet dat dat een zorg is die de heer Hoftijzer uitspreekt. Dat zij, u noemt het zelf ook al voorzitter, liquide middelen nodig hebben. Liquide middelen heb je nodig omdat je geld wilt uitgeven. Dus het is een illusie om te denken dat die miljoen gewoon stil met rente op de bank blijft staan. Want dat voordeel is verwaarloosbaar zo blijkt ook wel uit de getallenreeks die hier staat. De voorzitter : Even aanhakend bij wat mevrouw Heidekamp zegt, op de bank levert het minder dan in deze constructie. Dus dit is voor ons aantrekkelijker. Mevrouw Heidekam p : Maar voor Bellingwedde ook, want als ze het gewoon wilde laten staan zouden ze gewoon van het dividend gaan leven. Dus blijkbaar hebben ze het geld nodig om uit te geven, want anders zouden zij ook kiezen voor het houden van
Pagina
29 van 51
de aandelen en het dividend daarop. Dus laten we onszelf vooral niet wijsmaken dat het geld daar op de bank blijft staan. De heer K riek : Aandelenbezit brengt ook risico's met zich mee, zoals de pensioenfondsen inmiddels heel goed weten. Wij gaan hier natuurlijk wel voor ruim een miljoen extra in aandelen. Mijn vraag is eigenlijk, ik ken de koers van Enexis niet maar hoe groot is dat risico? De voorzitter : Dat risico is verwaarloosbaar. Dat zijn aandelen die maar in beperkte kring worden uitgegeven, in een overheidskring. De waarde wordt door een onafhankelijke partij bepaald. Die waarde is ook onlangs bepaald. Dus het risico is er niet. Dus het miljoen van de aandelen behoud ook zijn waarde en komt dus ook straks weer terug in de bruidsschat van de nieuwe gemeente. En het levert op dit moment en ik kan mij voorstellen dat u zegt het verhaal had wel iets scherper uitgelegd kunnen worden. In die zin is het zo dat eigenlijk aan het eind de kern van het verhaal staat. Want het is niet zo dat Bellingwedde in een hele slechte financiële positie verkeerd. Zij hebben een aantal onzekere factoren rondom bijvoorbeeld waar wij Wedeka hebben hebben zij Synargon, dus zij willen graag iets meer vet op de botten. Dat is het verhaal. Op deze manier zou dat op een goede manier kunnen worden gerealiseerd. Nogmaals het is bevoegdheid college, en u mag als raad daar wat van vinden. En ik ben ook graag bereid om uit te leggen waarom en volgens mij heb ik dat net althans geprobeerd te doen waarom wij het verstandig achten vanuit het college om dit onze toekomstige fusiepartner en onszelf te gunnen. Nogmaals ons geld bij de BNG levert minder op dan deze constructie. We helpen daar Bellingwedde mee. We koersen daarmee af op een gezonde gemeente Westerwolde. Dat zijn allerlei factoren die van belang zijn om te zeggen op deze manier kun je dat doen. Dat we het iets scherper hadden kunnen uitleggen ben ik met u eens. Mevrouw W ijnholds : Daarvan heb ik dan nog één vraag. Want u zegt, wij hebben als college de bevoegdheid om die aandelen te kopen. Stel nu dat wij als raad negatief adviseren. Gaat het dan toch gewoon door? Of gaat u zich dan toch nog even achter de oren krabben? De voorzitter : Ik zou het natuurlijk heel mooi vinden als u het collegebesluit ondersteund. En er is ook nog eens een provincie die daar wat van mag vinden. Dus in die zin moeten we de route natuurlijk helemaal keurig aflopen. Maar formeel is het een bevoegdheid van het college en mag de raad zeggen of ze daarmee in kunnen stemmen of niet. Maar we zouden als college kunnen besluiten om het wel door te laten gaan, mits de provincie natuurlijk ook akkoord is. De heer Sanders : Ik heb een heleboel dingen aangehoord, maar voor mijn fractie lijkt dit een goede investering in onszelf. In die zin kunnen wij daar wel mee leven. Mevrouw Janse : Ik had nog een vraag over het dividend. Want dat is meestal geen vast gegeven. Ik weet niet of dat in dit geval wel zo is. En de vraag over de kosten,
Pagina
30 van 51
want de kosten van de transactie zijn nog niet bekend. In dit soort situaties kunnen die kosten best hoog oplopen. Dus er zijn nog een paar onzekerheden in het plan. De voorzitter : Dividend is natuurlijk gekoppeld aan de waarde en die is onlangs objectief beoordeeld. Dus daar zijn we redelijk zeker van dat dat de komende 2 jaar in ieder geval dat bedrag van € 27.000,00 is zoals is verwoord, en voor de kosten staan we gezamenlijk voor. Dat zijn notariskosten en daarvan hebben we gezegd, dat is voor beide gemeente dus die worden gedeeld. De heer Brunen : Wij sluiten ons wel een beetje aan bij de woorden van de heer Sanders. U zegt duidelijk, wij lopen geen risico. We zien het uiteindelijk weer terug als we één nieuwe gemeente zijn. Dus dan zeggen wij, waarom zouden we de buurgemeente daar dan niet mee helpen? Ik denk dat het een goed initiatief is.
Dit voorstel wordt geagendeerd als bespreekstuk voor de raadsvergadering van 27 oktober 2015. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. 13. Invoering model Raad van toezicht RSG Ter Apel. De heer Joling : Zoals u zag ging ik al gretig met mijn hand omhoog, want de Partij van de Arbeid is heel erg blij met dit voorstel. Bij de vorige keer toen wij de begroting en de jaarrekening moesten vaststellen zat ik al wat te zuchten voor de microfoon. Ik wil er wel wat van vinden, maar eigenlijk kan ik daar helemaal niks van vinden, want wij gaan daar niet meer over. En dan met dit voorstel is dat goed geregeld. En hoef ik daar als raadslid ook niks meer van te vinden. Behalve dan dat we af en toe invloed uit kunnen oefenen als raad met het benoemen van de personen voor de raad van toezicht. Dus wat de Partij van de Arbeid betreft, een heel mooi voorstel waar we heel gelukkig mee zijn. Mevrouw Hem m en : Wij kunnen deze bewoordingen ondersteunen. De verantwoordelijkheden komen op de juiste plek te liggen daar waar ze horen. En wij kunnen dit volledig steunen. Wethouder P otze : Ik heb geen vragen gehoord alleen maar ondersteuning voor het voorstel. Dus dank daarvoor. De heer Sanders : Toch even een vraag. Er staat hierin dat voor de raad het één en ander veranderd. Nou begrijp ik eigenlijk dat wij veel meer op afstand komen te staan. Maar hoe zit dat dan met de investeringen die op een gegeven moment gedaan moeten worden bij de RSG? Kunnen wij daar invloed op uitoefenen? Of is het gewoon aanzien en goedkeuren?
Pagina
31 van 51
Wethouder P otze : Dit voorstel gaat met name over de organisatiestructuur binnen de RSG. Als het gaat om huisvesting van onderwijs in zijn algemeenheid en daar waar het gaat om investeringen in huisvesting is daar de raad natuurlijk gewoon aan zet.
Dit voorstel wordt geagendeerd als hamerstuk voor de raadsvergadering van 27 oktober 2015. 17. Vaststellen bestemmingsplan herziening 2015”.
“Buitengebied
2009,
gedeeltelijke
De heer Hoftijzer : Bestemmingsplan Buitengebied. Ik heb heel veel stukken gelezen de afgelopen dagen en het zijn zeer gedetailleerde plannen moet ik zeggen. En ik heb mij regelmatig de vraag gesteld, zijn ze niet veel te gedetailleerd? Maar als ik vanavond de insprekers hoor dan is dat soms misschien maar goed dat dat zo is. Omdat het soms toch echt gaat om belangentegenstellingen van verschillende inwoners en verschillende functies die ons buitengebied heeft. En het is aan ons als raad om in sommige gevallen waar die functies botsen uiteindelijk een eindoordeel te geven, hoe wij het gewijzigde bestemmingsplan willen vaststellen. Ik heb in algemene zin in het bestemmingsplan eigenlijk een aantal zaken geconstateerd in die zin dat er een ontwikkeling is in de agrarische sector naar schaalvergroting. Die schaalvergroting gaat door. In ons buitengebied zijn ontzettend veel voormalige boerderijpanden. Ze hebben inmiddels geloof ik een andere naam gekregen in de bestemming maar volgens mij verandert dat niet echt iets. En dat wij de bewoners van die voormalige boerderijpanden in die boerderijpanden moeten koesteren. Want dat is ook voor een stuk ook ons toeristisch kapitaal. We zitten in een krimpgebied en het is belangrijk dat wij inwoners ook in dat buitengebied houden. Als ik kijk en dan ga ik ook even wat dieper in op de insprekers die wij vanavond hebben gehad dan begin ik bij de Sellingerbeetse. Een langslepende kwestie in deze gemeente. Een tijdje geleden hebben wij een gebiedsvisie aan de orde gehad in deze raad. Die gebiedsvisie gaf eigenlijk twee mogelijkheden. Eén was, en volgens mij had dat wat de voorkeur, geen zandwinning meer in het gebied. En de andere mogelijkheid was om de zandwinning in de Noordplas beperkt en de Zuidplas volledig afwerken. We hebben vanavond een inspreker gehoord. Als ik dan naar het voorstel van het college kijk dan is er nog steeds geen helderheid over wanneer die Zuidplas waar recreatieonderneming de Papaver is gevestigd definitief afgewerkt zal worden. Er is nog steeds sprake van een zanddepot wat er is. En het college stelt eigenlijk voor om een dubbele bestemming aan de Zuidplas te geven. Daar zou ik wel graag een nadere toelichting op willen, waarom dat zo is, en waarom er niet gekozen wordt voor bijvoorbeeld Zuidplas compleet afwerken op korte termijn en alleen verder op de Noordplas. Dan hebben we insprekers gehad over de Roelagerweg. De heer Heijne die daar een agrarisch bedrijf had/heeft en de buurtbewoners. Ook daar is van het college een voorstel. En dat voorstel houdt in om de agrarische bestemming van het bedrijf van de heer Heijne eraf te halen. Als ik kijk naar het gebruik van de afgelopen vijftien jaar dan is er geen feitelijk gebruik geweest van de agrarische bestemming van het pluimveebedrijf. Dan kan ik mij ook heel goed voorstellen dat buurtbewoners daarop geanticipeerd hebben, en dat zij investeringen hebben gedaan anderszins, daar
Pagina
32 van 51
zijn gaan wonen in de veronderstelling dat daar geen pluimveebedrijf meer zou komen. Het voorstel dat het college ons doet kunnen wij in die zin ondersteunen. Wij hebben ook als inspreker gehad, de heer Orsel. Ik kan mij nog herinneren dat hij hier de vorige keer was en met zijn eigen plan kwam. Dat eigen plan heeft het toen niet gehaald. Hij wijst nu op gelijke monniken gelijke kappen. Ik zou daar ook graag nog even een toelichting op willen van het college hoe dat nu zit. Waarom Veelerweg wel kan en het plan van de heer Orsel niet. Ik heb daarstraks al iets gezegd over de verandering in de landbouw en het agrarisch gebied. Er staat een hele inventarisatie van Libau in van de karakteristieke bebouwing. Gaan wij die karakteristieke bebouwing, we gaan daar meer dingen toestaan, maar gaan wij ze ook op een andere manier ondersteunen? Misschien hoort dat niet bij het plan zoals dat nu voorligt. Maar zoals ik al zei, het is belangrijk voor deze gemeente dat dat soort karakteristieke bebouwing in stand blijft. En dat hij niet verloederd. Mevrouw Van der Horst : Mijn eerste drie vragen zijn inmiddels al gesteld. Ik heb nog twee vragen over. Punt 3, punt 3, punt 3, beheersgebieden waarvan tevens agrarisch gebruik is. Hoe moet ik mij dat voorstellen? Want het zijn beheersgebieden. Op bladzijde 33 3.8 mestlozing niet toegestaan buiten het bedrijf alleen bij specifieke vormen van het agrarisch gebruik. Wat wordt daarmee bedoeld? De heer K riek : Allereerst zou ik vanuit mijn fractie een compliment willen maken aan de afdeling die dit zeer gedetailleerde en zorgvuldige rapport hebben gemaakt. Want wij hebben de indruk dat er goed is gekeken naar de belangen. Dat er goed afwegingen zijn gemaakt en ook op zorgvuldige wijze mee is omgegaan. Dan blijft er natuurlijk nog wel vanuit de belanghebbende een paar vragen over. En daar wil ik zo meteen nog wat over zeggen. In het algemeen valt ons op dat het goed is dat er een goede regeling komt voor voormalige woonboerderijen die karakteristiek of streekeigen zijn. Wij maken ons wel een beetje zorgen naar aanleiding van een onder andere praktijkvoorbeeld aan de Weenerstraat. In hoeverre dergelijke regelgeving op tijd komt. Daarnaast in hoeverre ook vanuit de gemeente goed gecommuniceerd wordt met de eigenaren van dergelijke panden. Want als wij kunnen constateren dat iets misgaat in dit geval een instorting dan zijn wij te laat met het overleg. En op een of andere manier is daar dan iets misgegaan. Wij vinden ook de communicatie naar aanleiding van deze plannenmakerij met de eigenaren heel erg belangrijk. Dat vind je in zo'n stuk natuurlijk niet letterlijk terug. Maar het is wel van groot belang. Dan heb ik naar aanleiding van het stuk 17.4 de reactienota nog even twee concrete vragen. Op pagina 13 staat een stukje over de varkenshouderij Klein Ikkink. Daar staat dat de reclamant zegt dat er 6.120 vleesvarkens zouden moeten worden aangegeven. Als je dan kijkt naar wat er staat in de beoordeling, de beantwoording, dan vind ik daar terug dat er een milieuvergunning zou zijn voor 4.350 varkens. Als ik het tenminste heb over de juiste bijlage 8 maar daar ga ik vanuit. De tekst is daar wat onduidelijk over. Dat zou betekenen dat er op dit moment 1.770 vleesvarkens teveel zijn. Daar wil ik graag concreet antwoord op of dat een juiste constatering is. Of dat ik daar helemaal de plank mis sla. Wat storend is in het stuk en dat is tekenend wat voor ons GroenLinks een grote ergernis is, is dat blijkbaar de eigenaar van het bedrijf ervan uit gaat dat je overeenstemming krijgt in een keukentafeloverleg. Dat is nou juist het grote probleem. Er is sinds 2010 met dit bedrijf blijkbaar keukentafeloverleg geweest. Dan volgt daar als Pagina
33 van 51
het goed is op korte termijn een verzoek om een omgevingsvergunning. Wat betreft de eigenaar is het dan een gelopen race als ik het zo lees. Dat vinden wij toch wel heel erg storend. Dus hier is ook weer een dergelijk voorbeeld. Vandaar mijn vraag aan de wethouder naar aanleiding van die overzichten waar keukentafeloverleg dreigt te veranderen in besluitvorming. Verder staat er op bladzijde 32 nog een stukje over de opwekking van energie en dat is naar aanleiding van een vraag van GroenLinks. 3.5 daar staat dat door de gemeenteraad een motie is aangenomen op 23 juni 2015 waarbij inwoners in staat moeten zijn om te voorzien in hun eigen energiebehoefte. Maar daaronder staan een paar, dat wel tegenstrijdig lijken, daar staat namelijk dat je wel kleinschalig duurzame energiewinning zou mogen toepassen, maar staat er expliciet waarbij gebruik ten behoeve van opwekking van windenergie niet is toegestaan. Vreemd genoeg staat daaronder dat een toevoeging komt, 1.14 kleinschalige duurzame energieopwekking, een nieuwe toevoeging ,en daar staat van alles genoemd over wind. Dat is wat tegenstrijdig. Wat GroenLinks betreft zou het zo moeten zijn dat je op kleine schaal zonder hinder te geven aan de omgeving windenergie zou moeten kunnen toepassen. En dat is tegenwoordig lang niet altijd meer een hoge mast met draaiende wieken, maar er zijn ook dingen die veel minder overlast geven. De heer K uper : Het CDA zal in gaan stemmen met het voorliggende besluit. En daarbij wilde ik even specifiek ingaan op de situatie aan de Roelagerweg. Sinds het jaar 2000 heeft de betreffende ondernemer zijn plan veehouderij beëindigd en sindsdien worden de schuren gebruikt als caravanstalling. Bij het raadsbesluit van 22 september 2009 is aan het bedrijf een grondgebonden agrarische bestemming gegeven. Dit vanwege het feit dat er al jaren geen pluimveehouderij werd geëxploiteerd. Daarom was er geen aanleiding om het bedrijf zo te bestemmen dat het houden van vleeskuikens tot de mogelijkheden behoord. De ondernemer ging hiertegen in beroep en beriep zich daarop op het feit dat de exploitatie wegens omstandigheden was onderbroken. En dat het de bedoeling is om de activiteiten op termijn weer te gaan hervatten. In 2011 is er waarschijnlijk ten onrechte een milieuvergunning afgegeven. De vergunning maakte het mogelijk om technische aanpassing te doen in de schuren welke het huisvesten van pluimvee volgens de huidige wettelijke eisen mogelijk maakt. Deze vergunning is aangevoerd als bewijs richting de Raad van State dat de ondernemer voornemens was het bedrijf weer op te starten. De Raad van State besliste mede hierdoor dat het onvoldoende bewezen was dat de bedrijfsactiviteiten zijn gestaakt. Sinds deze uitspraak heeft de ondernemer geen enkele actie ondernomen om de bedrijfsactiviteiten weer op te starten. Ook zijn er technische voorzieningen welke in 2011 zijn vergund niet aangebracht. Het CDA is van mening dat de ondernemer hiermee het risico heeft genomen dat de gemeente in lijn met de eerdere uitspraak van de gemeenteraad zou concluderen dat er sprake is van bedrijfsbeëindiging en dat er daarom een reden zou ontstaan om de bestemming te wijzigen. De heer Tim m erm ans : Wij kunnen geheel instemmen met het bestemmingsplan voorstel met uitzondering van twee zaken. Dat betreft de inspreker de heer Orsel waarbij hij verwijst naar het plan van de Veelerweg 13. Wij zijn ook benieuwd naar de reactie van het college hierover. Want wij vragen eigenlijk ook aan de raad waarom we de één wel iets vergunnen en de ander niet, wat rechtsongelijkheid teweeg zal
Pagina
34 van 51
brengen. Ten opzichte van de Roelagerweg zijn wij van mening dat de bestemming er nooit af is geweest tot op heden. Tot nu is het nog steeds een bestemming. En de investering van de omwonenden zijn gedaan in weerwil van het fungerende bestemmingsplan. Ook al wordt hier vanavond anders beweerd. Investeringen zijn gedaan, dat is voor eigen risico. Naar onze mening is een bestemming gebonden aan het perceel en niet aan een persoon noch aan een bedrijf. Er moeten hele goede redenen zijn om een bestemming eraf te halen. Wat wij wat wrang vinden is dat er recreatiebedrijven rondom het bedrijf zijn gesticht die plattelandsbedrijven zijn. Ene Stichting Vrije Recreatie was vroeger kamperen bij de boer maar de boer mag niet in de omgeving zitten. Daar hebben wij wat moeite mee. We zijn benieuwd naar de antwoorden. Mevrouw W ijnholds : Een aantal vragen zijn al gesteld. De Roelagerweg daar hebben we heel veel stukken over gehad. Ook heel veel zienswijzen. Heel veel reacties van de heer Metselaar. Het is mij heel erg onduidelijk wat nou precies de status is. Wat staat er nu precies in het bestemmingsplan wat wij eventueel gaan vaststellen? Wethouder Lok : Het ga het rijtje af zoals ook de vragen en de opmerkingen zijn gesteld. De heer Hoftijzer, hij constateert schaalvergroting in de landbouw. Dat is een trend is onmiskenbaar herkenbaar. Dat is denk ik overal het geval. Inderdaad veel voormalige boerderijpanden, en dat raakt ook de vraag van de heer Kriek, hoe zit dat nou met die karakteristieke boerderijen en is daar bescherming voor. Op zich is dat iets wat niet in een bestemmingsplan geregeld wordt. Dat gaat over de bestemming en niet over het behoud ervan. Daar zal nog eens over nagedacht moeten worden. Ik denk ook in het kader van regionaal woon- en leefbaarheidsplan, hoe we daarmee om willen gaan. En wat duidelijk is dat het in eerste instantie de staat van de woning in eerste instantie verantwoordelijkheid is van de eigenaar. Laten we dat even heel duidelijk stellen. En dat het, denk ik, een illusie is om te denken dat we alle boerderijen zoals die er nu zijn over 100 jaar nog hebben. Ik denk dat we ons dat ook moeten realiseren en dat we met zijn allen keuzes zullen moeten maken. Want ik denk dat het niet op te brengen is om alles te behouden zoals het nu is. Maar ik ben het met u eens, daar waar het gaat om historisch belangrijk erfgoed dat we daar zeker moeten kijken hoe we daar nu op termijn mee om willen en kunnen gaan. In dit bestemmingsplan geven we al heel veel ruimte voor andere activiteiten, ook in die voormalige boerderijpanden, zodat er daar ook een boterham verdiend kan worden door bewoners die daar gaan wonen. Dus daar geven we veel ruimte voor. Dat is een spoor, maar daarnaast zullen we moeten gaan kijken hoe we eventueel nog ondersteuning kunnen geven aan bewoners die daar vaak tegenaan lopen. En daarin zullen op termijn ook zeker keuzes moeten worden gemaakt. En we hebben recent een voorbeeld gezien waarin het urgent was. Dan heeft de heer Hoftijzer een vraag gesteld over de Beetse. In principe moet die Zuidplas afgewerkt zijn dit jaar. We zijn nog in overleg met de Provincie daarover. Wat er nu eventueel nog met het zanddepot moet gebeuren. We komen daar later op terug. Ik denk dat het ook belangrijk is erop te wijzen dat we met één van de insprekers, de heer Doorschot, ook nog gerechtelijk in procedure zijn. Dus dat is ook een belangrijk gegeven. Meestal als een zaak onder de rechter is doen we daar niet hele grote uitspraken over. Maar dit is wat er in het bestemmingsplan geregeld wordt. En we hebben de visie die nog weer terugkomt in de raad waar we als college eerst nog een Pagina
35 van 51
besluit over moeten nemen. Want we hebben alleen nog maar een voorgenomen besluit erover genomen. En een definitief voorstel zal zo als nu de planning is in december aan de raad worden voorgelegd. Dan is er nog de vraag over de heer Orsel. De vraag die wordt gesteld vanuit de heer Hoftijzer maar is ook door Gemeentebelangen gesteld. Zijn het vergelijkbare gevallen? De heer Orsel is hier al in de raad geweest met zijn zaak. U hebt daar negatief op besloten. Het zou gek zijn om dat in die zin nu dan wel positief in het bestemmingsplan te verwerken. Verder bestrijd ik dat de zaken vergelijkbaar zijn. Het zijn niet vergelijkbare zaken. Ook dat hebben we toen al besproken. Ik denk ook dat in de toelichting van de zienswijze, zoals wij die in de reactie van het college hebben gegeven, heel duidelijk blijkt en daar goed argumenteren waarom het geval Veelerweg 15 toch echt een heel ander geval is als wat de heer Orsel aanhaalt. Want hij zegt ook in zijn inspraak hier vanavond, het is niet strijdig met de POP. Dat is absoluut wel het geval. De provincie staat niet voor een ontwikkeling zoals de heer Orsel voorstaat. Hij geeft ook aan dat het voor de EHS belangrijk is. Zijn grond is absoluut niet nodig om EHS doelen te realiseren. Dus wat dat betreft, het zijn niet vergelijkbare gevallen. Ook mede gelet op het feit dat voor Veelerweg 15 een andere bestemming is geweest, een hele andere context is, een historische context, er staat nog een oude veldschuur enzovoorts, dus het is niet vergelijkbaar met datgene waar de heer Orsel voor pleit. Dan heeft mevrouw Van der Horst een aantal technische vragen gesteld. Hoe zit het met beheersgebieden en met mestsilo's. Misschien dat de heer Metselaar daar nu een antwoord op kan geven, anders komen we daar later op terug. De heer M etselaar : De vraag over de beheersgebieden, u verwees naar 3.3. Mevrouw Van der Horst : Er staat beheersgebieden waarvan tevens agrarisch gebruik is. Ik zie niet zo goed voor me hoe dat gerealiseerd is. De heer M etselaar : U hebt het over bladzijde 31 van het stuk? Mevrouw Van der Horst : Dat denk ik wel, ik heb alleen 3, 3, 3 geschreven. Ik dacht dat dat voldoende zou zijn. Wethouder Lok : Op die vraag komen we op terug. Dan de vraag over de mestsilo’s. De heer M etselaar : Wij hebben in het buitengebied een aantal mestsilo's. Daar gaat het om bestaande situaties, want nieuwe toevoegen kan niet op grond van provinciale verordening. Wij hebben het voorstel wat hier nu inzit, om op de plek waar die silo staat om daar een aanduiding te zetten dat het een mestsilo is. En die ontbrak in het bestemmingsplan tot nu toe. Dus het is een technische correctie, niet meer. Er komen niet meer mestsilo's bij. Het gaat ook niet om een andere situatie. Alleen de aanduiding wordt daarmee wat duidelijker. En we werden er onder andere op gewezen door de advocaat van één van de mensen die in beroep ging, Vlastuin, en die zei let er even op dat het goed geregeld wordt. Dus een technische aanpassing meer niet.
Pagina
36 van 51
Wethouder Lok : Dan gaan we naar de heer Kriek die ook nog een aantal vragen heeft over aantallen varkens. U noemt hierbij varkenshouderij Klein Ikkink. Dat ging over waarschijnlijk 1700 varkens teveel als we de zaak optillen. De heer M etselaar : Ook hier komt geen varken bij. Daar staat een lijstje met die inventarisatie van bedrijven bij het oude bestemmingsplan. En daar blijken fouten in te zitten. Wat we zeggen corrigeer dat nu zodat het precies in het staatje komt te staan. Het aantal dieren wat daar vergund is, Klein Ikkink zegt, we zijn toch aan het praten nu, kun je er niet direct 3000 bijtellen in grote lijnen, want we hadden toch keukentafeloverleg. Dat was van 2010. Hij had nog wat wensen, hij zei we hadden het er toen over hoe dat dan zou moeten worden, dat is niet tot besluitvorming gekomen. Maar nu u toch bezig bent maak dan aan één kant ook maar een uitbreiding van het bouwvlakje, want dan heb ik dat ook meteen ook geregeld. En daarvan zeggen wij, er zijn een paar dinge, we waren daar niet over uitgepraat over uw plannen. Dus om daar nu op een andere plek wat tegenaan te plakken, daar hebben we niet eens over gesproken, dus dat doen we niet. En u heeft gelijk dat het staatje in bijlage 8 goed moet zijn dus daarom vinden wij dat u uw zin moet krijgen. Moeten we gewoon overnemen wat u vergund is. Maar over de rest zijn we niet over uit. En als ik het goed heb, wanneer het om uitbreiding gaat om intensieve veehouderijbedrijven dan is een toezegging of in elk geval een besluit van uw raad dat u daarover mee kunt praten. Dus dat keukentafeloverleg is niet anders dan een afstemming in de voorronde naar de provincie. Maar degene die erover gaat bent u. Wethouder Lok : Dat voor wat betreft het keukentafeloverleg, hetgeen geen enkele toezegging inhoud al is dit blijkbaar wel zo begrepen. Dan is er nog een vraag over mogelijkheden voor kleinschalige windenergie. De heer M etselaar : Bij de vaststelling van het bestemmingsplan 2009 is er een uitgebreide discussie geweest of wij mee moesten doen aan de kleine windmolentjes. Er is toen gezegd dat doen we niet. Dat heeft te maken met hoeveel dan en die discussie hebben we dus niet opnieuw hier ingevoerd. Wat wel aan de orde was, was zonnepanelen. Je kunt ook zonne-energie opwekken die je terug levert. En dan is het niet meer ten behoeve van je eigen huishouden. Dat zou dus niet kunnen. We hebben gezegd, in de lijn van de motie die hier aangenomen is, dat moet je wel netjes regelen. Dit gaat niet om de zonneweide maar om wel om de particulier die in zijn tuin of open ruimte op zijn erf nog wat extra zonnepanelen wil zetten. Dus dat is hiermee geregeld. En de discussie over al dan niet toevoegen van windmolentjes hebben we niet weer gevoerd. Wethouder Lok : Als laatste rest nog mevrouw Wijnholds die vraagt wat is nou exact het collegevoorstel voor wat betreft de Roelagerweg. De heer M etselaar : Het voorstel is om de bestemming intensieve veehouderij daar weg te halen. Er is het bedrijf van de heer Heijne met een hele korte onderbreking tussen het moment dat u het bestemmingsplan 2009 heeft aangenomen en de uitspraak van de Raad van State. Het is een hele korte periode geweest waar ook de heer Heijne daar geen kippen kon houden maar daarvoor en daarna kon dat gewoon. Pagina
37 van 51
Meneer Heine zegt, ik moest eerst die bestemming eraf, op grond van de oude regelingen kan hij daar gewoon kippen houden. Wij hebben gezegd, dat ligt dus vijftien jaar stil met die kleine onderbreking waarop het niet kan. Het is gewoon, als je de jurisprudentie ziet ook alle reden om de vergunning in te trekken. Onder die omstandigheden en de afweging die in het stuk staat hebben we gezegd dan is het redelijk om die intensieve veehouderij bestemming om te constateren vijftien jaar stilgelegen, haal het er maar af. Dus het wordt een agrarisch bouwperceel zonder intensieve veehouderij mogelijkheden wanneer u het voorstel overneemt. De heer Hoftijzer : Ik wil toch nog even wat verder vragen over de Sellingerbeetse. Als ik het goed begrijp, als wij het voorstel van het college overnemen dan mag er geen zand meer worden gewonnen in de Zuidplas met ingang van 1 januari, of is dat de Noordplas? De Zuidplas. Kremer Zand BV krijgt toestemming om in het zanddepot in de Zuidplas te blijven gebruiken. En Kremer Zand BV hoeft de zandplas niet af te werken zolang ze gebruik maakt van het zanddepot in de Zuidplas. Mijn vraag aan het college is, heb ik dat goed geïnterpreteerd? En als dat zo is, zouden we daar dan geen termijnen aan moeten stellen? Want zo kan deze situatie nog in eeuwigheid voortduren. De heer K riek : Mijn beide vragen die ik in de eerste termijn heb gesteld heb ik geen antwoord op gekregen. Ik kreeg wel een antwoord over de aanvraag van 3000 extra vleesvarkens. Maar heel concreet nogmaals mijn vraag, volgens de eigenaar van het bedrijf Klein Ikkink zouden er 6.120 vleesvarkens aangegeven moeten worden. Bij de beoordeling zie ik staan dat er een milieuvergunning is voor 4.350. Mijn vraag is, is dat laatste juist? En als dat juist is dan staan er 1.170 teveel. Is dat waar? Dan wat betreft de windmolens. Ik heb aangegeven dat er een tegenstrijdigheid in het verhaal zit. Namelijk dat er eerst wordt gezegd op bladzijde 32 dat het niet bedoeld is voor windmolens, maar daaronder staat met name het woord wind letterlijk genoemd. En dat is een tegenstrijdigheid volgens mij in de plannenmakerij. De nieuwe toevoeging, daar staat met name letterlijk het woord wind, dus opwekking door middel van wind. Dan vraag ik me af hoe je zonder windmolen, ik zei al tegenwoordig heb je veel meer mogelijkheden dan met wieken, wat mij betreft juich ik dat toe. Maar ik wil daar graag duidelijkheid over. Dan de insprekers. Ik heb de indruk dat wat betreft de Sellingerbeetse ook de provincie op dit moment erg veel invloed heeft op wat daar gaat gebeuren. Dat is volgens mij een deel van de verwarring die optreedt. Wij kunnen natuurlijk wel allerlei dingen gaan stellen over vergunningen maar als uiteindelijk de provincie over de vergunningverlening gaat dan maakt het onze plannenmakerij wat troebel. Ik wil graag weten of ik dat correct zie. Of het zo is dat de onduidelijkheid die er volgens anderen inzit voor mij ook, of dat te maken heeft met het feit dat de provincie uiteindelijk de vergunning verleend en wat dat betreft onze plannenmakerij in de weg zit. Dan wat betreft de heer Orsel. Ik heb het verhaal gehoord. Ik vind het mooi dat iemand plannen heeft om iets te bouwen, maar ik begrijp vanuit het ambtelijk antwoord dat we het er in dit geval al over gehad hebben. Dat we destijds hebben gezegd dat we het niet willen. Dan lijkt mij voor de heer Orsel de eventueel de gang naar de rechter het enige is wat overblijft, als hij het daar niet mee eens is. Wat betreft de Roelagerweg. Op dit moment is het een caravanstalling en ik vraag mij af of als je een boerderij met caravanstalling verkoopt of dat niet ook uiteindelijk een bedrag kan
Pagina
38 van 51
opleveren. Of dat dat inderdaad veel minder zou zijn. Maar wat betreft GroenLinks gaat inderdaad die bestemming intensieve veehouderij eraf voor zover we gehoord hebben wat de afwegingen zijn. De heer Heijne : Er zijn geen vragen naar aanleiding van de tweede termijn. Maar meer een reactie naar de beantwoording van de heer Metselaar. Als ik het goed gehoord heb zei hij, er komt geen mestsilo bij in het buitengebied. Maar volgens mij klopt dat niet, want volgens mij worden alle mestsilo's nu op een bouwblok gebouwd. Het hele buitengebied ligt toch niet op slot, dat daar geen mestbestemming kan komen? De heer Tim m erm ans : De eerlijkheid gebied ons om te zeggen dat wij als wij kennis hadden gehad van de plannen van Veelerweg 13-15 en de stukken die daar ten grondslag aan liggen en het plan van familie Orsel was geweest, hadden wij anders besloten. Dus wat ons betreft kan de familie Orsel het nogmaals aan de raad vragen. En dan zouden wij voor stemmen. Dat geef ik u bij voorbaat mee. Ten opzichte van de plannen van de Roelagerweg, vind ik de argumentatie van de heer Metselaar wat zwak. Want als ik kijk naar de analyse naar aanleiding van de pleitnotitie zegt de pleitnotitie voor wat betreft de te verwachte uitspraak bij de Raad van State is geen volstrekte zekerheid te geven. Gelet op zijn eigen mail waarin hij toezegt aan de familie Heijne die bestemming gaat er niet af, denk ik wellicht moeten wij als gemeente eerder aan die kant kiezen dan sta je sterker. Want ik vrees dat wij over een aantal jaren wederom de bestemming moeten wijzigen. Of dat de oude bestemming eigenlijk weer terug komt. Dat de Raad van State zegt, gemeente je hebt je huiswerk wederom verkeerd gedaan. Wethouder Lok : Ik denk dat het goed is om aan te geven dat voor wat betreft de Sellingerbeetse natuurlijk de Provincie is die vergunningen verleend en die heeft daar een dikke vinger in de pap. Wij doen dat niet. Dat is ook een zware rol, dus bij alles wat daar gebeurt zal dat in goed overleg met de provincie moeten. Wat er met het zanddepot gebeurt en hoe dat verder vorm krijgt is op dit moment in overleg met de provincie. Ik ben het absoluut met de heer Hoftijzer eens dat wat daarover afgesproken wordt dat daar wel termijnen op moeten zitten. Zodat daar op een gegeven moment ook een eindige situatie ontstaat met dat zanddepot. Dat is een duidelijke zaak. Dan heeft de heer Kriek nog een opmerking over het optelsommetje van de varkens. De heer M etselaar : Klein Ikkink heeft een vergunning voor 4350 varkens. En heeft er op dit moment op het bedrijf ook niet meer. En er is ook geen uitspraak over gemaakt dat hij er meer krijgt. Hij wil dat wel. Hij wilde dat graag nu geregeld hebben. Wij stellen voor om het bestemmingsplan op dat punt niet aan te passen. Alleen die correctie omdat het er fout staat. Want we hebben vleeskalveren toebedacht in dat stuk en dat moet even goed komen. Maar voor de rest niet. Dan hebt u gelijk in die kleinschalige duurzaamheid in de definitie staat ten onrechte het woord wind. Dat moeten we corrigeren. De mestsilo's, in de provinciale verordening staat dat er geen mestsilo's bij mogen komen in het buitengebied. Tenzij je voldoet aan hun voorwaarden van een plan maken enzovoort. Dus op dit moment, als nu iemand bij ons komt en die wil een mestsilo buiten het bouwperceel plaatsen kan dat niet, omdat dat niet in de provinciale verordening past.
Pagina
39 van 51
Wethouder Lok : Dan had de heer Timmermans een vraag over de pleitnotitie van het college als reactie op. En de houdbaarheid bij de rechter van het college-standpunt, want daar was geen volstrekte zekerheid over te geven. De heer M etselaar : Ik denk dat verwezen wordt naar een van mijn laatste mailtjes die ik daarover naar het college gestuurd heb. Die heb ik inderdaad afgesloten met dat je geen zekerheid hebt. Dat heeft u ook in het stuk gezien. Je zou kunnen kiezen voor een lijn van iedereen die een vergunning heeft, dat bestemmen we positief. Dat hadden we ook in het voorontwerp gezet. Ook die stelling werd natuurlijk zwaar aangevochten door de juristen van de mensen die zienswijzen hebben ingediend. En die logen er ook niet om. Die zeiden kijk eens even naar de recente jurisprudentie en dat gaat niet goed voor jullie. Dus met de beslissing, Heijne houdt zijn IV bestemming, kan ik u ook geen enkele garantie geven dat dat bij de Raad van State in stand blijft. Wat we wel kunnen zien op basis van de meest recente jurisprudentie, we hebben het nog even omschreven hoe die uitspraak van begin dit jaar was over het intrekken van dit soort vergunningen, het behouden van allerlei inschrijvingen en wat dan ook zegt de Raad van State, als je een vergunning intrekt, dat is niet valide om te zeggen, ik verwijs naar allerlei documenten die ik heb. Het gaat erom of je feitelijk dat bedrijf uitoefent of niet. Dus als je daarnaar kijkt, als je morgen de vergunning intrekt is dat geen enkel probleem, want het voldoet exact aan de criteria waar de Raad van State in april een uitspraak over gedaan heeft. En et stuk wat u gekregen heeft ging over toepassing van het overgangsrecht. Als u me drie jaar geleden gevraagd had, hoe zich dat ontwikkelde dan was het als je oude rechten hebt kun je ze eigenlijk onbeperkt houden in het overgangsrecht. Daarvan zijn inmiddels 2013/2014 een aantal uitspraken geweest waar de rechter er veel genuanceerder over denkt. Als u zegt, sta je er met je goede stelligheid voor in dat een van die beide zaken bij de rechter in stand blijft dat wordt mij iets te gortig om u die garantie te geven. Wethouder Lok : Tenslotte nog even. Zekerheden in het leven en ook bij de rechter zijn natuurlijk heel lastig volledig te geven. Maar het gaat er uiteindelijk om wat je wil. Wat het voorstel van het college is en de belangenafwegingen en alles wat er gespeeld heeft. Daar gaat het natuurlijk om en dat is wat er voorgesteld wordt te besluiten.
Dit voorstel wordt geagendeerd als bespreekstuk voor de raadsvergadering van 27 oktober 2015. 12. Treasurystatuut Vlagtwedde 2015.
Dit voorstel wordt geagendeerd als hamerstuk voor de raadsvergadering van 27 oktober 2015.
Pagina
40 van 51
14. Wijziging Verordening Participatieraad gemeente Vlagtwedde 2013. De heer Eilert : Een van de dingen die me opviel na het lezen van het stuk was dat de bevoegdheid die je hebt als een lid van een participatieraad te ontslaan, die verschuift eigenlijk een beetje van het college naar de participatieraad zelf. Ik zou graag willen weten waarom dat zo is. De voorzitter : U heeft uw punt gemaakt. De heer Sanders : Ook na het voorstel wijziging verordeningen gelezen te hebben is mijn fractie niet helemaal gelukkig met een aantal zaken die erin staan. Met name het veranderen van de bevoegdheid tot het aanwijzen of kiezen van een voorzitter. En ook wat de heer Eilert zegt met het ontslaan van leden van de participatieraad heeft mijn fractie wat moeite. De heer K riek : Ook ik heb de opmerking dat het wat jammer is en ik vraag mij af waarom dat nou per se moet, dat het woordje onafhankelijk geschrapt wordt. Ik heb de discussie destijds gevolgd rondom de voorzitter en heb begrepen dat het moeilijk is om een onafhankelijke voorzitter te krijgen. Maar ja, om nou het woordje volledig te schrappen en te zeggen onder voorzitterschap van een voorzitter gaat mij ook weer wat ver. Want je zou toch wel zo goed mogelijk willen dat die voorzitter niet afhankelijk is. Dus er zou een soort tussenvorm in moeten kunnen die ik nog even niet helder voor ogen heb. Het tweede is een vraag over de laatste pagina. Daar staat, in werking treden, daar staat de wijzigingen treden in werking op 1 oktober 2015 en we nemen het besluit op 27 oktober 2015. Mijn vraag is, waarom treed het niet in werking op 1 november bijvoorbeeld. Dat zou wat logischer zijn. Mevrouw Hem m en : Ik heb niet helemaal meegekregen wat mijn voorgangers hebben benoemd. Maar volgens mij ook het punt wat het meeste opvalt in dit voorstel om de verordening te wijzigen is de positie van het college die eigenlijk helemaal weggelaten wordt. Als het gaat om ontslag van een medelid van de adviesraad. Daar heb ik echt vragen over. Hoe kijkt het college daar zelf tegenaan? De heer Brunen : Het is een helder stuk. Wij hebben eigenlijk niet zoveel vragen. Wel het punt ook even over die voorzitter wat hier al genoemd werd. Wij kunnen ons wel aansluiten bij die vraag. Mevrouw Venem an : Wij hebben ook dezelfde vragen die de heer Kriek had over die onafhankelijke voorzitter. En naar aanleiding van punt E, daar staat dat je door ontslag naar daartoe door de participatieraad genomen besluit met een meerderheid van 2/3 van het aantal uitgebrachte stemmen. Ik weet niet of ik het goed interpreteer maar dat kan betekenen dat het in de praktijk dat als er iemand van de participatieraad hier een andere mening op na houdt dan de anderen leden welgevallig zou zijn daarom ontslagen kunnen worden. Dat vind ik eigenlijk discutabel. Dan heb ik nog een andere vraag. Hoe worden nieuwe leden geselecteerd? Hoe gaat dat eigenlijk?
Pagina
41 van 51
Wethouder P otze : De meeste vragen spitsen zich op een tweetal onderwerpen toe en dan gaat het met name om de bevoegdheid om lid van een participatieraad te kunnen ontslaan. Een aantal leden van uw raad geeft aan dat verschuift van het college naar de participatieraad. Als de raad de verordening zoals die er nu is gelezen heeft dan kan het college op dit moment ook niet een lid maar zo ontslaan. Als we kijken naar artikel 6, daar waar het gaat om beëindiging van het lidmaatschap, dan staat er bij 1 een aantal redenen en volgens mij zit daar ook niet de discussie waardoor een lidmaatschap beëindigd wordt. En bij lid 2 staat dat het college op verzoek van de participatieraad een lid kan ontslaan. Dan moet er dus wel eerst een verzoek vanuit de participatieraad komen. En vervolgens staat er dan dat als deze zonder geldige redenen zijn of haar taak verzuimt of veronachtzaamd dan wel dat er sprake is van ongewenste belangenverstrengeling. Dat betekent dat op het moment dat het verzoek komt dat wij als college moeten beoordelen of van deze zaken sprake is. Dat blijkt best een lastige te zijn. Vandaar dat de participatieraad een evaluatie heeft gedaan van het eerste jaar het jaar 2014, begin 2015 heeft die evaluatie plaatsgevonden en heeft aangegeven dit artikel te willen veranderen. En dat zo wil veranderen dat op het moment dat 2/3 meerderheid in de participatieraad aangeeft in een bepaald lid geen vertrouwen meer te hebben dat de participatieraad dan zelf het ontslag daarvoor kan regelen. Dus op dit moment is het niet zo dat de bevoegdheid tot het ontslaan volledig bij het college ligt. Wij moeten eerst een verzoek krijgen vanuit de participatieraad zelf. Dan ten aanzien van de onafhankelijke voorzitter, waarover gesproken word. We hebben te maken gehad met een overgangsartikel in de oude verordening. Drie raden zijn per januari 2014 samengevoegd. Toen is er een overgangsartikel gekomen waarbij wij als college een onafhankelijk voorzitter hebben benoemd. Er is enige discussie geweest over de positie van de voorzitter van de participatieraad. En door de voorzitter nu ook lid te maken van de participatieraad dus niet meer als onafhankelijk voorzitter daar een aparte benoeming voor te hebben, gelden ook voor de voorzitter dezelfde regels als voor de overige leden. Met andere woorden als 2/3 meerderheid van de participatieraad aangeeft geen vertrouwen te hebben in hun voorzitter dan kan die participatieraad die voorzitter ook zelf ontslaan. Dat kan op dit moment niet. Vandaar dat ook die wijziging voorgesteld wordt. Dan ten aanzien van de ingangsdatum. Waarom 1 oktober en niet 1 november? Wij hebben dit stuk als college voor de vakantieperiode aangeboden aan uw raad en de agendacommissie heeft bepaald dat dit stuk in oktober op de raad komt te staan en wij waren uitgegaan van september. Vandaar de ingangsdatum 1 oktober. Maar uiteraard als uw raad akkoord gaat met het stuk wat nu voorligt dan zullen de wijzigingen uiteraard ingaan op 1 november. Dan maakt mevrouw Veneman zich wat zorgen over verschil van mening. Zou dat een reden kunnen zijn voor ontslag? Dan doen we de participatieraad tekort. Want het verschil van mening kan natuurlijk nooit een reden zijn voor ontslag. Het gaat echt om andere zaken. Hoe worden nieuwe leden geselecteerd? Daar wordt een profielschets voor opgesteld dat gaat in overleg met het college die wordt geplaatst en daar kunnen mensen dan op reageren. Vervolgens worden deze mensen benoemd tot lid van de participatieraad als ze voldoen aan de zaken die in de verordening staan. De heer Eilert : Toch even een vraag aan de wethouder voor de zekerheid. Artikel 6 beëindiging lidmaatschap lid 2. Het verzoek is om dat te verwijderen. Ik ben
Pagina
42 van 51
nieuwsgierig op wiens verzoek dat dan is. Want ik had een beetje het idee dat dit op verzoek van het college was, omdat het moeilijk aan te geven was of er sprake was van ongewenste belangenverstrengeling. Het verzoek om dit te verwijderen, is dat op verzoek van de participatieraad of van het college? Mevrouw Hem m en : Een aanvullende vraag over niet zozeer over die onafhankelijke positie van de voorzitter want daar ben ik erg blij mee dat dat ook in de benoemingscyclus meegaat nu dat lijkt me een hele gezonde situatie. Waar ik nog niet helemaal gerustgesteld over ben en dat is ook een beetje wat mevrouw Veneman aangeeft is dat je met 2/3 van die stemmen ook niet meer, tenminste ik kan daar risico's in zien, kunt waarborgen dat je vanuit verschillende invalshoeken, vanuit de samenleving, want daar is nou bij uitstek een adviesraad participatieraad voor bedoeld dat elke inwoner vanuit cliëntperspectief daar goed in vertegenwoordigd kan worden. Als je dat helemaal loslaat als college, daar niet meer op kunt sturen, dan vraag ik mij af hoe borgen we dan dat verschillende cliëntgroepen hier ook goed vertegenwoordigd blijven? De heer Sanders : Ik heb een aantal dingen gehoord van de wethouder en met name de positie van de onafhankelijke voorzitter daar kan ik mij nu ik hem zo hoor wel in vinden. Maar mijn fractie blijft toch grote moeite hebben met de andere gevraagde wijziging van het stuk om de mensen te ontslaan direct vanuit de participatieraad. We hebben natuurlijk ook een inspreker hier en we hebben wat brieven gehad waaruit blijkt dat ook de onderlinge verhoudingen wat schuren in die participatieraad. Dat lijkt mijn fractie niet de juiste manier om de processen te veranderen. Maar dat lijkt mij eerder een manier om die onderlinge verhoudingen wat te stroomlijnen en te zorgen dat men wel met elkaar door een deur kan. En dat heeft ook te maken met de kwaliteit die de participatieraad dan kan leveren. Wat de raad werkt voor het college maar die ook ons ondersteund in een aantal zaken heeft behoefte aan kritische mensen, heeft behoefte aan mensen die tegendraads durven te zijn. Voor mijn fractie staat dit hier onder druk omdat hier mogelijk uit kan blijken dat het wel een erg intern gerichte club wordt die wat verder van uw college en onze raad af komt te staan. En daar heb ik toch wel wat moeite mee. Mevrouw Venem an : Ik wil de woorden van de heer Sanders en mevrouw Hemmen graag onderstrepen en die steun ik. Graag een reactie van de wethouder hierover. Wethouder P otze : Ik begin met het antwoord op de vraag van de heer Eilert. Op wiens verzoek komt deze wijziging? Het is een wijziging die na evaluatie van de participatieraad zelf bij het college is ingediend. Met het verzoek om die door te geleiden naar de raad omdat de raad gaat over vaststelling van verordeningen. De vraag van mevrouw Hemmen en de heer Sanders en ook een zorg van mevrouw Veneman uitspreekt over hoe ga je nu om met die 2/3 meerderheid, zitten daar geen risico’s in, daar kom ik zo op. Maar de specifieke vraag van mevrouw Hemmen over het borgen van verschillende cliëntgroepen dan wijs ik naar artikel 4, waarin ingegaan wordt op de samenstelling van de participatieraad waarin die brede doelgroepen vertegenwoordigd dienen te zijn. Dus dat is ook geborgd in de verordening. Dan de 2/3 meerderheid. Ik snap dat de raad aangeeft dat daar een aantal risico's inzitten en daar Pagina
43 van 51
is het college zich ook van bewust. De andere kant is wel dat de participatieraad natuurlijk een onafhankelijk orgaan is. En op het moment zoals de verordening nu is dat wij als college de afweging moeten maken of iemand wel of niet mag worden ontslaan, dan is dat een hele lastige afweging die het college moet maken. Omdat wij dan betrokken worden in een eventuele discussie die binnen die participatieraad speelt. Ik kan u verzekeren dat de participatieraad niet op basis van verschil van mening of zoals de heer Sanders het zegt kritische mensen, dat die de mond worden gesnoerd door middel van dit artikel. Wij hebben natuurlijk als college met enige regelmaat overleg met de participatieraad op het moment dat wij merken dat er verschil van inzicht is in hoe een participatieraad zou moeten functioneren dat we daarin ook faciliterende zin ook dingen voor gaan aanbieden. Dat het dus niet zo kan zijn dat als er een discussie is en er is verschil van inzicht dat dan op basis van dit artikel mensen ontslag wordt aangezegd. Ik vind ook dat wij wat vertrouwen moeten hebben in de manier van werken van de participatieraad. Dat dit artikel niet gebruikt kan worden voor mensen de mond snoeren, mensen die kritisch zijn, dat je die op basis van dit artikel ontslag kunt aanzeggen. Mocht dat natuurlijk wel gebeuren dat kan ik hier de raad wel toezeggen, dan zijn wij daar als college bij en dan zal ik ook op het moment dat dat gaat gebeuren de raad alsnog verzoeken dat artikel er weer uit te gaan halen. Maar ik werk op basis van vertrouwen in die participatieraad dat ik ervan uit ga dat deze participatieraad op een hele verantwoorde manier met dit artikel zal omgaan. De heer Brunen : Ik begrijp dat er nogal wat vacatures zijn. Ik noem dit even, want misschien zijn er wel luisteraars die zeggen, ik heb wel belangstelling in deze raad. De heer Eilert : Ik heb goed geluisterd naar wat de heer Sanders net zei en we hebben nog niet eens zo lang geleden een indringend gesprek gehad met de participatieraad. Ik voel wel wat voor wat de heer Sanders hier aanbrengt. Ik hoor ook de wethouder zeggen, ik zit er bovenop. Op het moment dat ik het idee krijg dat daar iets dreigt mis te gaan haal ik het artikel er alsnog uit. Dan neem ik aan dat u de bevoegdheid heeft om dat te doen. Wethouder P otze : Ik kies mijn woorden heel zorgvuldig op dit dossier. Ik heb aangegeven dat als dit artikel gebruikt gaat worden voor de verkeerde zaken, dan kom ik bij uw raad terug om die verordening alsnog aan te passen.
Dit voorstel wordt geagendeerd als bespreekstuk voor de raadsvergadering van 27 oktober 2015. 15. Plan van aanpak aanbesteding huishoudelijke hulp. De heer Brunen : We hebben het stuk aandachtig gelezen en wij hebben nog wat vragen. De eerste vraag is, aanbesteding huishoudelijk hulp, maar is dat voor HH1 en ook voor HH2? Verder kunnen wij ons heel goed vinden in dat het een maatwerkvoorziening blijft. Ik denk dat als wij voor deze keuze gaan dat we in ieder geval de werkgelegenheid op dit moment veilig stellen voor de mensen die nu in dienst
Pagina
44 van 51
zijn bij verschillende ondernemers. En ik denk ook dat dit ten goede komt van de klanten. Dat is natuurlijk ook zeer belangrijk. We hebben in omliggende gemeenten zeer veel onrust gezien op dit punt. Ik denk dat zoals het hier voorstelt dat wij daar in principe in mee kunnen gaan. Mevrouw Hem m en : Bij het lezen van dit plan, wat ik overigens een goed geschreven plan vind, het was een helder verhaal ondanks alle juridische termen die voorbij gingen over Europees aanbesteden en subsidiëring en alle verschillen daartoe. Dus complimenten voor het heldere stuk. Ik moet zeggen dat ik het een heel mooi resultaat vind. Het woord geweldig kwam ook echt in mij op. Volgens mij is dit de manier waarop wij willen aanbesteden. Het is een compliment waard dat we op deze manier binnen deze gemeente om kunnen gaan met huishoudelijke hulp. En het betreft de huishoudelijke hulp 1 en 2 als maatwerkvoorziening. Het werd al gezegd door mijn voorganger dat dat ook de werkgelegenheid in elk geval rust creëert in het werken. Je kunt het nooit helemaal veilig stellen. Maar door rust te creëren draag je daar zeker aan bij. De regie blijft in dit model ook bij de gemeente. Daar ben ik ook erg voorstander van. Wat ik nog mooier vind is dat je ook de keuzevrijheid van de klant voorop kunt stellen met dit model. En dat je ook naast de vijf vaste aanbieders ook nog de markt openstelt voor nieuwe toetreders. Dus complimenten voor dit document. De heer K riek : Ook bij GroenLinks valt dit plan in goede aarde. En een groter compliment dan wat de participatieraad hier geeft kunnen wij eigenlijk niet geven. Dat zijn prachtige woorden. Daaruit blijkt dat ook degene die hier een goed oordeel over kunnen vellen en er betrokken bij zijn hier erg enthousiast over zijn. Dus chapeau en wij stemmen hier zeker mee in. Mevrouw Janse : Het gras is eigenlijk voor mijn voeten weggemaaid. Dus ik sluit mij aan bij de vorige sprekers. Ik vind het heel prettig dat de transitie in het sociaal domein zo goed verloopt. Inderdaad in tegenstelling tot andere gemeenten waar ik in de praktijk mee te maken heb. Dat geeft in de praktijk heel veel onrust en onzekerheid bij mensen. Ik ben blij dat dat hier heel goed verloopt. Wethouder P otze : Dank voor de complimenten die vanuit verschillende fracties aan dit stuk gegeven zijn. Ik denk dat mevrouw Hemmen heel goed aangeeft wat de punten zijn in dit voorstel waarvan we ook als college zeggen daarom doen we dit. En ook de uitgangspunten die daar onderliggen. En het gaat inderdaad om aanbesteding van HH1 en HH2. De heer Heijne : Tzorg de laatste partij verricht feitelijk geen zorg. Hoe moet ik dat zien? Doet die andere werkzaamheden? Of alvast een nieuweling? Wethouder P otze : In de vorige aanbesteding zijn er dus uiteindelijk 5 partijen die een contract gekregen hebben. De laatste heeft feitelijk geen cliënten. De cliënt staat hier centraal. Dus op het moment dat iemand een maatwerkvoorziening aangeboden krijgt dan kan een cliënt zelf kiezen bij welke aanbieder ze dat willen. En op dit moment heeft Tzorg in onze gemeente geen cliënten. Die heeft dus wel een contract. Voor het tarief wat we met elkaar hebben afgesproken zou deze aanbieder huishoudelijke hulp kunnen Pagina
45 van 51
gaan verlenen. Maar er zijn op dit moment geen cliënten die voor Tzorg gekozen hebben. De heer Joling : Ik wil nog even een paar algemene opmerkingen maken namens mijn fractie. We zijn blij dat dit voorstel naar de raad is gekomen. Want het is tenslotte ook de raad die hierover moet beslissen en wij hebben ook de regie hierover. Dat is hartstikke mooi op deze manier. Wij zijn hartstikke blij met het voorstel. Ten eerste wat betreft de werkgelegenheid. De vorige keer hebben we daar ook al opmerkingen over gemaakt dat we heel graag willen dat medewerkers zekerheid hebben op werkgelegenheid. Als we het gaan continueren dan hebben ze zekerheid. En natuurlijk is het ook voor de cliënten goed dat het op deze manier gebeurt. Want ze hebben zekerheid dat de zorgaanbieder waar ze nu gebruik van maken dat die ook het komende jaar weer aan zet is. Wethouder P otze : Misschien is het goed om nog even op de woorden van de heer Joling te reageren. We gaan natuurlijk wel een nieuwe aanbesteding in waarbij bestaande aanbieders meedoen. Maar dat wil niet per definitie zeggen dat een bestaande aanbieder ook gecontracteerd gaat worden. We gaan als gemeente een tarief vaststellen waarvoor aanbieders uiteindelijk de zorg moeten gaan verlenen. Dan zou het in theorie best kunnen zijn dat een bepaalde aanbieder daar niet aan zou kunnen voldoen. Er zit ook wat verschil in grote van aanbieders. TSN is hier verreweg de grootste de andere zijn allemaal wat kleiner. Maar het is dus niet per definitie zo dat iedereen, dat kun je in een aanbesteding nooit garanderen, dezelfde aanbieder gaat houden.
Dit voorstel wordt geagendeerd als hamerstuk voor de raadsvergadering van 27 oktober 2015. 16. Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP). De heer K uper : Het GVVP hebben we al een aantal keren in concept aan de orde gehad in de raad. En het is een mooi plan geworden en past ook bij de ambitie van het CDA om te zorgen voor een kwalitatief goede woon-, werk- en leefomgeving. Een onderdeel daarvan is natuurlijk een goed functionerend en veilig verkeers- en vervoerssysteem. We zijn ook blij dat onze inbreng tijdens de informatieve raadsbijeenkomsten nu voor een groot gedeelte is opgenomen in dit definitieve plan. En we willen het college nog wel vragen om blijvend aandacht te vragen voor de OV verbinding tussen Ter Apel en Groningen. Omdat dat toch kenbaar te maken bij het OV bureau, dat die lijn nog wel voor verbetering vatbaar is. De heer K riek : Dit plan hebben we natuurlijk uitgebreid besproken. En het is mooi om te zien dat het geen zienswijzen heeft opgeleverd en dus wat dat betreft vrij vlot kan passeren. Het enige wat wij vanuit GroenLinks nog willen meegeven is dat bij de uitvoering hiervan toch ook wel goed wordt gekeken naar de schoolomgeving. Dat is al eerder genoemd. Waar wij ons expliciet wat zorgen om maken is de Nederveen
Pagina
46 van 51
Cappelstraat in Ter Apel waar de bus 50 mag rijden. Dat is natuurlijk wel een plek waar aan de ene kant een verzorgingstehuis zit en aan de andere kant een school en verderop nog een school. Wel een plek waarvan wij denken, moet een bus daar met 50 doorheen rijden. Het is een detail. Toch een opmerking, wij willen heel graag dat dit wordt uitgevoerd zoals het er staat maar met name zorgvuldig wordt gekeken naar dit soort kwetsbare plekken. Mevrouw Van der Horst : De laatste tijd zijn er natuurlijk nogal wat veranderingen geweest. We krijgen een toename van zwaar vracht en landbouwverkeer door uitbreiding van bepaalde bedrijven en door mestopslag in de gemeente. Dat geeft natuurlijk overlast, lawaai, vervuiling, schade aan bermen en bomen. Onze smalle plattelandswegen worden daar gevaarlijker en onveiliger door. Behalve de gevaarlijke bochten en alle wegen die door een gehucht heengaan waar kinderen spelen en fietsen zie je ook ‘s morgens het stuk tussen Jipsinghuizen en Vlagtwedde dat sommige mensen hun uitrit niet uit kunnen omdat er zo keihard gereden wordt. We hebben toch bij het lezen van het hele plan enkele vragen die daar een beetje mee samenhangen. Er zal ongetwijfeld schade optreden aan bermen, wegen en bomen. Voor ons is de vraag, wie gaat dat betalen? Is dat degene die ze vernield of doen wij dat? Er is een mooi alternatief plan binnengekomen van de heer Muizert over de N366. Dat laat een enorme kostenbesparing zien maar ook winst voor de natuur. Mede door het sparen van een substantieel deel van bomen. Wordt daarnaar gekeken? Wordt dat eigenlijk serieus in overweging genomen? Op pagina 6 staat, de gemeente heeft het standpunt dat het openbaar vervoer minimaal op het huidige niveau moet blijven. Waarom is er niet gekozen voor, het zou nog verbeterd moeten worden? Aangezien de voorzieningen de mensen toch in de dorpen houden. Er staat op pagina 25 een hele merkwaardige zin in mijn optiek. Er staat namelijk dat de weggebruikers te weinig rekening houden met landbouwverkeer. Heel lang geleden toen ik mijn examen deed was het zo dat zwaar verkeer landbouwverkeer, groot verkeer, juist rekening moest houden met de medeweggebruikers. Het zou volgens mij andersom moeten zijn. Ik vind het een vreemde passage in het stuk. En op diezelfde pagina staat, de beplanting en de bomen zitten in de weg van het verkeer. De natuur moet zich dus aanpassen aan het verkeer. Heeft men genoeg gekeken naar mogelijkheden om het zware verkeer via andere wegen te laten rijden? Zodat de kernen wat meer ontzien worden en we niet allemaal laanbomen krijgen in onze gemeente. Het is wat veel maar we wilden het toch nog even op tafel leggen. De heer Heijne : Allereerst wil ik zeggen dat kinderen niet op de openbare weg horen te spelen. Wij zijn voorstander van het plan zoals het voorligt. We zouden toch ook wel het college nadrukkelijk op willen roepen om het jojo weggedrag van de provinciale weg te maken. Dat we weer een redelijk normale snelheid hebben. Graag duidelijke aanwijzingen hoe hard je mag rijden, want de meeste mensen weten niet wat de juiste snelheid is op die weg. We zouden het college willen oproepen om daar bij de Provincie in overleg te treden. Wethouder Luth : Dank voor de complimenten. Met name de heer Kuper vindt het een mooi plan. Het is ook een plan op hoofdlijnen, dat heb ik ook de vorige keer al een aantal keren aangegeven. Voor wat betreft het OV bureau zoals u dat verwoordt, daar Pagina
47 van 51
hebben veelvuldig contact mee. Sterker nog donderdag zit ik daar alweer. Dus de contacten lopen goed en zeker ook met de gedeputeerde. Daar heb ik ook recentelijk dit probleem nog onder de aandacht gebracht. Ook wijzende op het feit dat wij natuurlijk veel jongeren hebben die studeren in de stad. En dat je daar ook mede gezien in het licht van alle veranderingen bij de studiefinanciering en toch meer jongeren thuis blijven wonen om de eenvoudige reden dat ze het niet kunnen betalen is dat heel belangrijk. En heeft dat ook zeker onze aandacht en zal ik daar keer op keer op terugkomen. Voor wat betreft de opmerking van de heer Kriek over de schoolomgeving en de bus bij de Nederveen Cappelstraat. Ik wil er wel even naar kijken maar we zijn druk doende met alle herinrichtingen van schoolomgevingen. Er worden ook paaltjes gezet, die Julie Meubilair, dus zeker zijn wij de kinderen niet vergeten en nemen wij dat ook wel in de planvorming mee. Maar nogmaals dit is een plan op hoofdlijnen dus de uitvoering is wat mij betreft altijd maatwerk. En dat staat ook zo verwoord in het GVVP. Dan heeft mevrouw Van der Horst het over de grote landbouwvoertuigen. Ik ben het met u eens dat de landbouwvoertuigen van tegenwoordig vele male groter zijn als vroeger was. Dat is nou een keer zoals het is en zoals het feit er ligt. Wat mij betreft moeten weggebruikers ook met elkaar rekening houden. Toen ik hier vanavond naartoe reed, zaten we ook achter een groot landbouwvoertuig. Dan kun je een hele grote mond hebben maar hij is toch sterker dan ik. Dus met het nodige respect wacht ik dan maar even. Dat heeft ook weer met onthaasten te maken. Het is natuurlijk ook zo dat wij in een landbouwomgeving wonen en ook deze mensen hun brood moeten verdienen. En niet te pas en te onpas maar aan de kant gaan omdat ik dat zo nodig wil omdat ik haast heb. Maar dat het zo is ontken ik niet. Dat betekent ook, als er bermen worden beschadigd wat natuurlijk zeker gebeurt dan hebben we niet op iedere hoek een controleur staan die dat op heterdaad kan vastleggen. Dus op een moment dat er geen aanwijsbare dader is zal dat toch voor rekening van de gemeente zijn. Dat heeft ook zeker wel onze aandacht. Voor wat betreft de N366. Dat is natuurlijk een provinciale weg. Ik ga ervan uit dat de provincie daar wel aandacht heeft voor de natuur en de bermen. U vraagt ook of het OV vervoer op het huidige niveau kan blijven. Wat mij betreft op het huidige niveau maar veel liever nog wat intensiever. En dan denk ik bijvoorbeeld aan een Q-liner waar de provincie ook naar kijkt. U zegt ook dat er een rare zin inzit. Er wordt te weinig rekening gehouden met zwaar landbouwverkeer. Dat is waar ik net aan refereerde. Op het moment dat ik als weggebruiker een groot landbouwvoertuig passeer kan ik wel heel dapper zijn en vinden dat ik meer rechten heb. Ik denk dat we als weggebruikers in zijn algemeenheid over en weer rekening met elkaar moeten houden. Soms is het een beetje geven en soms is het een beetje nemen. Wat mij betreft zijn daarin de jongeren ook heel belangrijk. Dus dat we op de weg respect hebben voor elkaar. Dan noemt de heer Heijne het jojo gedrag van de Provincie. Op dit moment is er overleg met de Provincie en het is al bij de Provincie onder de aandacht gebracht. Deze week hebben zij aangegeven dat ze zeker ook met name de weg waar u op doelt, de provinciale weg tussen Vlagtwedde en Ter Apel, gaan kijken of ze daar hectometerpaaltjes gaan bevestigen, zodat het wegbeeld wat duidelijker wordt voor verkeersdeelnemers, hoe hard men daar mag rijden. Dus ook dat heeft de aandacht en we zijn ermee bezig.
Pagina
48 van 51
Dit voorstel wordt geagendeerd als hamerstuk voor de raadsvergadering van 27 oktober 2015. 18. Asbestsanering Oude Veendijk te Vlagtwedde. Mevrouw W ijnholds : Heel veel onverharde wegen worden bij ons met puin verhard. Ik neem aan dat het asbest hierdoor ook op deze straat gekomen is. Zijn er nog meer wegen waar wij dit soort problemen kunnen verwachten? De heer Brunen : Asbest is gevaarlijk spul en dat moet je op een goede manier afvoeren. Daar is geen twijfel aan. Maar ik zie hier een zin staan dat er een deel van de berm eigendom is van het waterschap Hunze en AA. En dan wordt hier gezegd, er wordt hiermee overleg gevoerd. Onze vraag is, wanneer wordt dat overleg gevoerd? Wordt er van te voren overleg gevoerd? Ook voor de financiële bijdrage vanuit eigendom Hunze en AA, want dat lijkt ons wel belangrijk. Dat we van te voren met hun in overleg gaan wat voor bijdrage zij hier gaan leveren. De heer K riek : Mijn vragen zijn grotendeels al gesteld. Namelijk het overleg wat betreft het delen van de kosten met het waterschap. Toch ook wel de zorg dat deze plek gemeld is door een voorbijganger. Maar toch ook een beetje de vraag, speelt zich dit op meerdere locaties af? Of is dat de verwachting? Want er zijn toch wel redelijk veel kosten mee gemoeid. En voor zover mogelijk zou het natuurlijk het mooiste zijn als je kan achterhalen wie de vervuiler is als dit inderdaad zo is dat de aanleg van de weg met puin gebeurd is. Dan zou je ook kunnen kijken, waar is dat puin dan nog meer terecht gekomen. Dit plekje komt zo opeens naar voren en daar hangt een prijskaartje aan. Maar de vraag is, is dit uniek? De heer Hoftijzer : Wat mijn fractie ervan wil zeggen is, het is helaas noodzakelijk en het moet gebeuren. Wat ons betreft wordt het een hamerstuk. Wethouder Lok : Twee keer de vraag, speelt dit nog op meer wegen? Dat is niet bekend. We hebben natuurlijk meer puinwegen, maar of daar asbest onder in de grond zit is niet bekend. De heer Brunen heeft een vraag over de overleggen met het waterschap. Dat heeft nog niet tot resultaat geleid. We hebben overleg gehad maar we zijn er nog niet over uit. Als het waterschap een bijdrage levert zal dat uiteraard ten goede zijn van dit krediet en dan hebben we het hele krediet niet nodig. Dat lijkt mij verder een duidelijke zaak. Meestal komen dingen in de berm terecht vanaf de weg en niet andersom. Mevrouw Heidekam p : In de discussie met het waterschap is het wel interessant om te weten of dit nou niet toevallig één van die wegen is die wij zelf van het waterschap overgedragen hebben gekregen. Want ze hebben nogal wat wegen aan ons overgedragen. Dus het zou ook best kunnen zijn dat het al is ontstaan voor die overdracht. Dat lijkt me toch in de onderhandeling een relevant puntje.
Pagina
49 van 51
Wethouder Lok : Dat is mij op dit moment niet bekend of dit overgedragen is via het waterschap. Ik weet wel dat de gemeente in het verleden daar met het puin bezig is geweest.
Dit voorstel wordt geagendeerd als hamerstuk voor de raadsvergadering van 27 oktober 2015. 19. Sluiting.
De voorzitter sluit de vergadering om 23.30 uur. Gewijzigd/ongewijzigd vastgesteld in de raadsvergadering van 10 november 2015. L.A.M. Kompier voorzitter
H.R. Kastermans griffier
Pagina
50 van 51
Toezeggingen Commissievergadering 13 oktober 2015.
06. Vaststellen verslag commissievergadering 8 september 2015. Wethouder Lok zegt toe schriftelijk terug te komen op de vraag van de heer Kriek (GroenLinks) waarom het bedrijf Klein Ikkink niet is opgenomen in het overzicht van alle lopende zaken betreffende wijzigingen bestemmingsplan buitengebied. (20141021 Schriftelijke vragen wijzigingen bestemmingsplan buitengebied) 09. Ingekomen stukken C.01. Toezegging Overzicht veehouderijbedrijven Wethouder Lok zegt toe in overleg te gaan met de heer Hoftijzer om te bezien of het toch mogelijk is (zelfwerkzaamheid) een overzicht te krijgen van in ieder geval de veehouderijbedrijven in de gemeente Vlagtwedde, dit n.a.v. een vraag van mevrouw Van der Horst (PvdD). De heer Sanders wil hierin ondersteunen. 17. Vaststelling bestemmingsplan \Buitengebied 2009 gedeeltelijke herziening 2015. Wethouder Lok zegt toe schriftelijk terug te komen op de vraag van mevrouw Van der Horst (PvdD) hoe het zit met de beheersgebieden, waar tevens sprake is van een agrarisch gebruik/beheer. (3.3.3. Ecologische hoofdstructuur)
Pagina
51 van 51