1
VERSLAG ******* van de meningsvormende vergadering van de raad van de gemeente Vlagtwedde, gehouden op dinsdag 3 december 2013 om 20.00 uur in het gemeentehuis in Sellingen. Voorzitter: Griffier: Aanwezig:
L.A.M. Kompier. H.R. Kastermans. 16 leden: W. Eilert (PvdA), W. Potze (PvdA; fractievoorzitter), D.W. Hoftijzer (PvdA;), F. Schipper (PvdA), R.H.J. Kriek (GL), H.A. Meendering (GL; fractievoorzitter), M. HeidekampPrins (CDA), H. Sinnema (CDA; fractievoorzitter), J.H. Brunen (GB), G.H.M. Heijne (GB; fractievoorzitter), P.F.X. Timmermans (GB) - vanaf 22.40 uur - , J.R. Kruiter-Draadjer (GB), B.A. ter Horst (GB), A.H. Veneman-Holman (CU; fractievoorzitter), H.B. Wijnholds (VVD) en R.A.L. ter Veen (VVD).
Afwezig:
H. Wachters (CDA).
Aanwezig:
Wethouders H. Kuipers (VVD) en S. Lok (CDA).
Afwezig:
Wethouder H. Klap (GB).
Verslag:
M. Kinket.
1.
Opening.
De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. 2.
Vaststellen agenda.
De voorzitter: Ik wil graag een wijziging aan u voorstellen. Ik geef het woord aan de griffier. De griffier: In verband met het feit dat er een redelijk aantal insprekers zijn vanavond, die vervolgens ook graag vanzelfsprekend aanwezig zijn bij de behandeling van het onderwerp waarover ze inspreken, is het voorstel om de desbetreffende onderwerpen naar voren te halen op de agenda. Het gaat dan over de agendapunten Beheersverordening Emslandermeer, het voorstel met betrekking tot afwijzing verzoek bestemmingsplanwijziging Kloosterweg in Ter Apel, het actualiseren van het woonschepenbeleid Vlagtwedde en het vaststellen van de verordening die daarbij hoort. Het voorstel is om de agendapunten 20, 22 en 23, waar de insprekers voor aanwezig zijn te behandelen na agendapunt 9. De agenda wordt gewijzigd vastgesteld. De voorzitter: Ik wil nog een bericht van verhindering doorgeven van de heren Timmermans en Wachters. 3.
Spreekrecht burgers (ook over niet geagendeerde onderwerpen).
De voorzitter: Ik geef het woord aan de heer Stoker. De heer Stoker: In begin april 2012 is door de Vereniging Groninger Dorpen en mede namens de Plaatselijk Belangen en dorpsverenigingen in de gemeente Vlagtwedde een brief verzonden met het verzoek om te worden betrokken bij de aankomende nieuwe drank- en horecaverordening. Op 13 april is aan de heer Pieter Knol van de Vereniging Groninger Dorpen een ontvangstbevestiging gestuurd van deze brief.
2 Er is door de gemeente richting de Plaatselijk Belangen en dorpsverenigingen geen actie meer ondernomen. Tot dat wij vrijdag een bericht kregen inzake de nieuwe drank- en horecavergunning. De Drank- en Horecaverordening Vlagtwedde beperkt para commerciële instellingen zeer in de mogelijkheden. Voor dorps- en buurthuizen is er wel een beleidsregel ontheffingen geschreven waaruit blijkt dat een buurthuis tien keer per jaar een ontheffing kan aanvragen van de bepalingen in de verordening. Artikel 3 van de drank- en horecaverordening vermeldt aanvullende bepalingen voor para commerciële inrichtingen (sportkantines, kerkgebouwen, buurthuizen etc.) Uit artikel 5.2 blijkt dat er na 24.00 uur geen alcoholhoudende drank meer verstrekt mag worden door para commerciële instellingen. Waarom wordt in het weekend (vrijdag en zaterdag) niet een eindtijd van 02.00 uur gehanteerd? Desnoods kan daarbij een onderscheid tussen sportkantines en buurthuizen gemaakt worden waarbij de laatste categorie in het weekend langer door mag schenken. Artikel 6.1 luidt: Para commerciële rechtspersonen verstrekken geen alcoholhoudende drank tijdens in de inrichting plaatsvindende bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn. Hieraan zou moeten worden toegevoegd: wanneer dit leidt tot oneerlijke concurrentie. Veel gemeenten hebben dit gedaan. Dit is namelijk precies in lijn met zoals de wetgever het heeft bedoeld. Daarom is het essentieel om in de verordening op te nemen. Het standpunt van de regering, zoals verwoord in de Memorie van Toelichting, is dat “gemeenten bij het vaststellen van de verordening de belangrijke maatschappelijke functie van de verschillende para commerciële instellingen in acht zullen nemen en geen onnodige beperkingen zullen opleggen daar waar de mededinging niet in het geding is en er geen sprake is van onverantwoorde verstrekking van alcohol, met name aan jongeren.” In een dorp waar wel een buurt- of dorpshuis zit maar geen café is van oneerlijke concurrentie geen sprake. Daar is het verbinden van beperkingen aan de horecavergunning van een buurt- of dorpshuis überhaupt niet nodig en ook niet door de wetgever bedoeld. Hetzelfde geldt voor een dorp waar naast het dorpshuis wel horeca aanwezig is maar waar die horeca geen goed alternatief biedt voor het dorpshuis. Een bekend voorbeeld is een chique restaurant. Jurisprudentie betreffende de gemeente Tytsjerksteradiel wijst uit dat hierbij naar de dorpsgrenzen gekeken moet worden en er geen afstandscriterium mag worden gehanteerd. Dus samengevat graag 2 wijzigingen in de verordening: 1. Verlengen eindtijd alcohol schenken op vrijdag en zaterdag. 2. Toevoegen van de dikgedrukte zin aan artikel 6.1. Over de beleidsregel ontheffingen: Het is mooi dat dorpshuizen 10 keer per jaar een ontheffing kunnen verkrijgen van de bepalingen in de horecaverordeningen. Dat moet ook beslist zo blijven en dit moet beslist niet lager. Het is alleen zeer onpraktisch dat de burgemeester zes weken de tijd mag nemen om een beslissing over een aanvraag te nemen. Misschien zou het beter zijn aan het eind van het jaar bij de gemeente een overzicht aan te leveren van de 10 bijeenkomsten die buiten de verordening vallen. Er is in de dorpen waar geen sprake is van oneerlijke concurrentie, geen enkele noodzaak voor het opleggen van beperkingen aan de buurt- en dorpshuizen. Hier zou geen limiet gesteld moeten worden aan het aantal ontheffingen waarvoor een doorlopende ontheffing verleend moet worden. De heer Potze: Eén korte vraag aan de heer Stoker. Hij wil graag een toevoeging aan artikel 6.1 als ik het goed begrepen heb. Zou hij de toevoeging nog even kunnen herhalen? De heer Stoker: Wat wij graag willen toevoegen is, “wanneer het niet leidt tot oneerlijke concurrentie”. Mevrouw Wijnholds: Geen vraag, meer een opmerking, want de meeste opmerkingen had ik al verwerkt in mijn tekst voor straks, dus daar kom ik straks bij het onderwerp op terug.
3 Mevrouw Heidekamp: Graag zou ik van de heer Stoker willen weten, namens wie hij spreekt. De heer Stoker: Namens plaatselijk belang de Maten. De voorzitter: Ik geef het woord aan mevrouw Zomer. Mevrouw Zomer: Er is al veel gezegd over dit punt maar wij willen van Jipsingboertange toch onze bezorgdheid uitspreken. Wij van dorpshuis Ons Hoes te Jipsingboertange willen onze bezorgdheid uitspreken over het agendapunt Nieuwe beleidsregels Drank en Horeca verordening. De wijze van behandeling: - Wij konden het lezen in de krant (gelijk natuurlijk een aantal vragen en opmerkingen) - Mail naar B&W van onze gemeente gestuurd met onze opmerkingen. Wij hadden gehoopt dat jullie deze brief, nu in bezit hadden, maar volgens mij is dat niet zo. -
Naar aanleiding daarvan worden nog brieven gestuurd naar betrokkenen op 29 november. Dat kwam dus zaterdag 30 november binnen. Nu staat het al op de agenda.
Wij zien een aparte overleg tegemoet met de gemeente om per dorpshuis eventueel af te wijken van de nieuwe regels. Anders zijn wij genoodzaakt binnenkort ons dorpshuis te moeten sluiten. Is dit de bedoeling? Ons dorpshuis:
is van ons dorp is voor ons dorp is het dorp
Dit is onze wens. Laat ons dit zo lang mogelijk kunnen en blijven doen. Wij hopen op een goede afloop. Mevrouw Wijnholds: U vraagt om een aantal aanpassingen, maar u zegt er niet bij welke, kunt u daar misschien iets meer over zeggen? Mevrouw Zomer: Ik denk dat het te uitgebreid is, om dit nu te behandelen. Mevrouw Wijnholds: Het lastige is dat wij hier straks wel over moeten praten. Als we niet weten welke richting u op wilt, gaan wij misschien wat u betreft de verkeerde kant op. Mevrouw Zomer: Als u daar nu mee begint dan zijn we een half uur verder, ik denk niet dat dat de bedoeling is. Mevrouw Wijnholds: Dan loopt u misschien wel de kans dat wij niet doen wat u graag zou willen. Mevrouw Zomer: Ja, ik dacht dat dat al gebeurd was. De voorzitter: Kunt u misschien uw belangrijkste punt noemen, wat uw zorg is? Mevrouw Zomer: Het voortbestaan van het dorpshuis. Dat het uitgehold wordt. Doordat wij een klein dorp zijn, met verder geen concurrentie enz., dachten wij dat je per dorpshuis om de tafel moet, om dingen af te spreken. Dit soort dingen moet eigenlijk in onze ogen mogelijk zijn om dat per dorp, per plaatsje, te regelen. De voorzitter: U vraagt eigenlijk om meer maatwerk. Die 10 keer die al wordt toegestaan is wat u betreft nog te weinig. U zou nog graag meer willen. Mevrouw Zomer: Wij willen graag ook uitleg daarover. Wat versta je bijvoorbeeld ondereen bruiloft, een verjaardag, dat soort dingen.
4 De heer Brunen: U zegt dat u pas zaterdag een brief heeft gekregen. Is er daarvoor nooit met u overleg geweest? Mevrouw Zomer: Voor dit agendapunt niet. Wat nu op de agenda staat konden wij de eerste keer lezen in de krant. Vandaar die volgorde. De rest hebben wij wel gehoord. Wij hebben wel overleg gehad met de aparte dorpshuizen, maar dat heb ik bewust niet aangehaald. De heer Brunen: Maar binnen de gemeente is geen overleg geweest? Mevrouw Zomer: Hiervoor niet. De voorzitter: Ik geeft het woord aan de heer Nijenhuis. De heer Nijenhuis: Het is een beetje een walhalla voor mij hier, als ik de agendapunten hoor, dat zijn dingen waar ik mij beroepshalve mee bezig houd, horeca, woonschepen, prachtig. Maar goed, daar ben ik nu niet voor. Fijn dat ik even mag inspreken namens de heer Veldhuis. Het gaat om agendapunt 20, u hebt als het goed is vanmiddag een notitie van mij gekregen met een foto. Dat is een wat langere notitie, die ga ik nu samenvatten anders red ik die 5 minuten niet die jullie mij gegeven hebben. Voor het vaststellingsplan de Linten, is aan de raad toegezegd, dat voor de heer Veldhuis een oplossing gezocht zou worden voor de situatie die ontstaan was. Een stuk van de grond van het bedrijf wat hij gekocht had met bouwkavel zat aan de andere kant van de Heemsloot en is door een grenscorrectie in 2009 vervallen. Daarmee kon zijn bedrijf op slot. Ik heb een foto op de eerste pagina gezet, ik hoop dat u de gelegenheid heeft gehad om er even naar te kijken. Mevrouw Wijnholds: Mag ik vragen waar u het naartoe heeft gestuurd, want ik kan het in onze mail niet vinden. De voorzitter: Het is binnengekomen zie ik aan de andere raadsleden. Waar staat het precies? De heer Meendering: Agendapunt 3.01. Het is bij het spreekrecht toegevoegd. De heer Nijenhuis: Ik vat het samen want het verhaal heeft 4 kantjes. Maar het begint met een foto van één van de bedrijven die aan de andere kant van de Heemsloot zit. Die kant waar de heer Veldhuis ook een stuk grond heeft en waar hij een bouwblok had tot 2009. Je ziet daar meer bedrijven zitten. Ik heb ze even genoemd: Schnieders, Dost en KMT. Er is zelfs aan die kant van de Heemsloot een opslag van de gemeente zelf. Er is toegezegd aan uw raad dat er een oplossing zou worden gezocht. Dat is ook geprobeerd. Er is overleg geweest met de wethouder. Er is een verzoek geweest richting provincie om te kijken in hoeverre daar mee gewerkt zou kunnen worden. Dat verzoek, daar ga ik op de derde pagina op in, is tot dusver negatief. Maar als je constateert dat dat stuk grond wat nu weg is ooit in 2004 is aangekocht, na overleg met de gemeente, voor juist de mogelijkheid tot uitbreiding van het bedrijf. Wat nodig is om een bedrijf economisch levensvatbaar te houden. Het ziet er naar uit zoals het raadsvoorstel dat nu bij u ligt, dat dat stukje ook niet terug komt met een bouwblok. Dat betekent een enorme belemmering voor de levensvatbaarheid van het bedrijf van de heer Veldhuis. Je zou kunnen denken, verplaats het bedrijf dan maar, of neem een tweede locatie, maar dat is in redelijkheid geen optie, want dat is nogal kostbaar. De waarde van het bedrijf is ook door deze verandering fors gedaald. De banken zullen ook niet geneigd zijn om investeringen te financieren, zeker niet in deze tijd. Gemeente, gemeenteraad en B&W, stonden dus in principe niet negatief tegenover dit voorstel. Het is voorgelegd aan gedeputeerde staten. Zij hebben op 26 september van dit jaar gezegd dat dit eigenlijk niet kan. Want het is landschappelijk niet aanvaardbaar. Hoezo niet landschappelijk aanvaardbaar? Wat ik net al zei, als je kijkt naar wat er allemaal al aan die kant van de Heemsloot zit aan bedrijven, wat er ook al vroeger zat, dan zou ik dus ook zeggen, juist als je daar nog eens een gelegenheid geeft zoals die er voor 2009 ook was, dan is dat juist een verbetering, een logische invulling, een logische ruimtelijke inpassing van het geheel. De provincie heeft dat niet echt goed bekeken. De betreffende behandelend ambtenaar is er ook niet geweest. Hij heeft nu toegezegd dat hij komt kijken omdat hij die situatie misschien niet helemaal goed in beeld heeft. Hij komt helaas pas op 11 december kijken. Maar hij gaat samen met een collega kijken hoe dat nou precies zit. Is dat nou ruimtelijk wel, of ruimtelijk niet inpasbaar, aanvaardbaar. Het raadsvoorstel neemt in mijn overtuiging het onjuiste betoog van de provincie over, zonder in te gaan op de argumenten die namens de heer Veldhuis zijn aangekondigd. Wat nog even van belang is, is dat in het raadsvoorstel staat dat het niet past in het kader van de uitspraak die er door de Raad van State is geweest. De Raad van State heeft een uitspraak gedaan die hier helemaal niets mee te maken heeft. De Raad van State heeft gezegd dat het bestemmingsplan
5 buitengebied zo wel kan. Over deze situatie heeft de raad zich met de Raad van State niet expliciet uitgelaten. Heel expliciet heeft de Raad van State zelfs gezegd dat dit in de haar voorgelegde zaken niet aan de orde is. Dus als het dan vervolgens in uw raadsvoorstel als argument wordt genoemd, om te zeggen dit kan niet, is dat een vertekenend beeld. Dat vind ik wel jammer om het voorzichtig uit te drukken. Logischer zou zijn om die grens weer terug te leggen naar 2009. Dan zou het bedrijf, het terrein niet meer tot het buitengebied horen. Heel kort de conclusie, het is heel goed maatschappelijk, ruimtelijk inpasbaar, om het weer terug te draaien naar de situatie voor 2009. Daar zijn ook mogelijkheden voor. Die heb ik aangegeven in de notitie. De plankaart hoeft niet eens te worden gewijzigd, want die is niet gewijzigd. Daar staat het nog als mogelijkheid met een bouwblok. De provincie komt nog kijken, want blijkbaar hebben ze die zaak niet voldoende zorgvuldig beoordeeld. De heer Brunen: Ik heb een vraag over die grenscorrectie. Is de heer Veldhuis daar toen van op de hoogte gebracht? De heer Nijenhuis: Hij is daarvan op de hoogte gebracht. Hij heeft zelfs met een bevriende collega de plankaart bekeken en zag dat met name aan de plankaart, die bepalend zou moeten zijn, niks gewijzigd was. Omdat de plankaart bepalend is voor waar de grens ligt was dat voor hem aanleiding om daar verder geen problemen mee te hebben. De heer Sinnema: Ik wil graag van de heer Nijenhuis weten wat hij ons nu eigenlijk voorstelt. Want hij is bij de provincie geweest en er ligt een uitspraak van de provincie. U zegt nu dat de provincie nog een keer komt kijken. Heeft die zich daar niet op georiënteerd dan? De heer Nijenhuis: Wat ik ervan begrepen heb is, dat de brief van de provincie naar aanleiding van het bezoek van de kant van de gemeente, u kunt meewerken. Want het lijkt erop, maar daar kun je over discussiëren, dat je de goedkeuring van de provincie nodig hebt. De provincie heeft zich een beeld gevormd aan de hand van foto’s. Dat heeft meneer Herder, dat is de behandelend ambtenaar, mij telefonisch ook gemeld. Maar zij zijn niet wezen kijken. Hij heeft toegezegd om dat op 11 december te doen. Het voorstel zou zijn, dat u niet meegaat met dit voorstel, althans niet op dit moment. Dat u in ieder geval afwacht op een nadere beoordeling van de provincie. Nog mooier zou zijn dat u beslist om mee te gaan met wat de heer Veldhuis wil. De heer Schipper: De provincie schrijft in haar brief dat er binnen het bouwblok van het bestemmingsplan de Linten, ook ruimte zou zijn voor bebouwing en uitoefening van het loonbedrijf. Zou dat geen oplossing zijn? 17 december is de besluitvormende vergadering, 11 december komt de provincie kijken, zou er in die tussentijd nog ruimte zijn, om vanuit u, dan wel de provincie, ons nader informatie te geven, zodat we wat beter beslagen ten ijs komen. De heer Nijenhuis: Op uw laatste vraag is het antwoord, natuurlijk, ik ga daarvoor. Tussen 11 en 17 december zitten 6 dagen dat is ruim voldoende om u nader te informeren. De voorzitter: Zelfs 2 dagen meer, 19 december is onze besluitvormende vergadering. De heer Nijenhuis: Dan zijn wij wel deels afhankelijk van het standpunt wat de provincie nog moet formuleren, maar daar wil ik wel voor gaan. Wat betreft uw eerste vraag, het is opnieuw bekeken vanuit een luchtfoto. De ruimte die daar is, is een minicamping. Die is een paar jaar geleden toegestaan, die zou dan weer moeten vervallen en dat is geen reële optie. De ruimte die nog over is, is te klein om met een landbouwvoertuig, die steeds groter worden, goed te kunnen manoeuvreren, laat staan om ze op te slaan. Ik ben net met de heer Veldhuis hier naartoe gekomen. Ik kon met enige moeite daar met de auto tussendoor parkeren. De voorzitter: Ik geef het woord aan mevrouw Missche. Mevrouw Missche: Samen met mijn partner Jaco Missche hebben wij bezwaar aangetekend voor het niet wijzigen van de status voor de woning van De Vennen 22. Bij deze probeer ik u duidelijk te maken waarom er volgens ons wel een wijziging zal moeten plaatsvinden of waarom het redelijk zou zijn als voor De Vennen 22 een uitzondering wordt gemaakt. Mijn partner heeft in maart 2003 de woning gekocht en is hier in juli 2003 gaan wonen. In 2007 heeft hij een gedoogbeschikking ontvangen voor het permanent bewonen van De Vennen 22.
6
In 2008/2009 wilden wij graag gaan samenwonen. Echter hebben wij bij de gemeente nagevraagd of dit mogelijk was, maar dit was in strijd met de regelgeving. Aangezien het een persoonsgebonden gedoogbeschikking was. Hierdoor hebben noodgedwongen elders woonruimte moeten zoeken. Nou ja, ik zou elders moeten gaan wonen. Want de gedoogbeschikking zal ingetrokken worden. Samenwonen valt echter niet onder de regels van de gedoogbeschikking. En wanneer er in strijd gehandeld wordt met de voorwaarden van de gedoogbeschikking, zal de gedoogbeschikking ingetrokken worden. Aangezien het samenwonen aan De Vennen 22 dus niet mogelijk was en of zou worden hebben wij de woning aan de Vennen te koop aangeboden. Anders hadden wij graag hier een toekomst opgebouwd. Maar indien dit in strijd was met de regels hebben wij voor woonruimte elders gekozen. We willen immers wel naar eer en geweten ergens wonnen. En niet ergens illegaal wonen. Hierdoor hebben wij gedurende deze hele periode dubbele woonlasten gehad. Dit hebben wij voor lief genomen omdat de regels niet anders toestonden. Maar nu worden de bestemmingen van de woningen gewijzigd en vallen wij naast de boot. Nu wij zien dat er bij woningen waar men tegen de regels in wel is gaan samenwonen, dat men juist op deze woningen wel een permanente bestemming wordt gegeven. Terwijl zij juist illegaal bezig zijn geweest en onterecht zijn gedoogd. Nu hebben wij jarenlang de regels gevolgd en hebben wij dubbele woonlasten gehad en nu gaat de gemeente naar mijn gevoel juist ons straffen en wordt de illegale bewoning beloond. Wij willen dan deze dan ook graag vragen om ons gelijk te behandelen als de illegale bewoners van het park. De gedoogbeschikking zal namelijk bij beide gevallen niet meer van kracht moeten zijn, maar wordt nu enkel wel voor hen omgezet naar permanente status. Dus als u nogmaals naar onze situatie wilt kijken en het ook nog om wilt zetten naar een permanente status heeft u er weer twee tevreden bewoners van de gemeente Vlagtwedde bij. Alvast bedankt en bedankt voor uw tijd en voor de mogelijkheid tot inspraak. Mevrouw Heidekamp: Het is een heel helder betoog, u sluit ook heel mooi af. Mijn vraag is, heeft u deze situatie al eerder voorgelegd aan ambtenaren of wethouders, om dit te bespreken of is dit nu, nu u dit gelezen heeft uw reactie daarop. Mevrouw Missche: We hebben nu, nadat de plannen bekend werden, en ook duidelijk werd voor welke woningen het gold, bezwaar aangeschreven, of de gemeente ook naar onze situatie kijken. Want ik geloof niet dat er veel bewoners of situaties gelijk zijn. Wij hebben wel de gedoogbeschikking eenmaal gehad. Omdat wij zelf de keuze hebben gemaakt om de regels te volgen zij wij toch maar weggegaan. Volgens mij is dat niet bij veel mensen van toepassing. Mevrouw Heidekamp: U weet het eigenlijk nog maar net. Mevrouw Missche: Ja. De heer Hoftijzer: Heeft u daar misschien nog correspondentie over van de gemeente? Waarin de redenen staan waarom u daar niet permanent kon wonen? Mevrouw Missche: Wij hebben de gedoogbeschikking en daarbij zaten de voorwaarden waar je aan moest voldoen. Dat was een persoonsgebonden gedoogbeschikking. In de voorwaarden stond heel duidelijk dat de gedoogbeschikking ingetrokken zou worden als je er iemand anders bij in liet wonen. De heer Hoftijzer: En die heeft u nog in uw bezit?
7
Mevrouw Veneman: Heeft u intussen een gesprek gehad met de wethouder hierover? Mevrouw Missche: Nee, ik heb nog geen gesprek gehad met de wethouder. Mevrouw Veneman: Dan zou ik dat doen. Mevrouw Missche: Dat zou ik graag willen doen. De voorzitter: Ik wil graag de heer Kruize uitnodigen om achter het spreekgestoelte plaats te nemen. De heer Kruize: Goedenavond iedereen, ik sluit aan op de vorige spreekster over permanente bewoning. Ik ben gemachtigde van de heer M.H. Kruize die op 31 oktober 2001 het huis gekocht heeft. De projectmakelaar heeft een kopie van de brief gegeven. De projectontwikkelaar heeft in die tijd de vraag aan de gemeente gesteld over hoe het nu zit met permanente bewoning. Er is toen een brief van de gemeente teruggestuurd naar de projectontwikkelaar. Dus M.H. Kruize heeft dat huis gekocht en is op 12 oktober 2001 ingeschreven bij de burgerlijke bevolking. De peildatum voor permanente bewoning was eerst 31 oktober, dat is later 8 december geworden. De heer M.H. Kruize heeft daar tot 2007 gewoond. Om nog niet bekende redenen is hij toen uitgeschreven bij de gemeente. We zijn in juli begonnen om het huis te renoveren, omdat de heer M.H. Kruize van plan is weer op de Venne 31 te gaan wonen tot de beheersverordening aan de orde was. De inspraakreactie, dat is 2.27, vond ik een beetje een rare samenvatting van de reactie 4 regels. De echte reactie was ook 4 regels, nou dan hoef je geen samenvatting te maken. Dat lijkt me een beetje raar. Omdat hij niet voldoet aan het gekozen criterium wordt er ook een reactie van de gemeente op gegeven. Het criterium is eigenlijk niet duidelijk. Hij heeft dat huis gekocht op 12 oktober 2001. Hij woonde daar op de peildatum van 2004. Een gedoogbeschikking heeft hij nooit ontvangen. Daarom heeft hij het verzoek ingediend om het huis weer om te toveren tot permanente bewoning. Het is allemaal heel sneu dat hij op een gegeven moment toch een aantal jaren “de mist is ingegaan ”. Hij pakt de draad weer op, hij wil het huis renoveren en dan wordt hij hiermee geconfronteerd. Dat was het verhaal. De heer Meendering: U heeft een heel duidelijk verhaal verteld. Alleen u zegt op een gegeven moment is hij om onverklaarbare redenen uitgeschreven. Dat noemt u eigenlijk twee keer. Dat is me wat vaag. Kunt u daar wat meer over zeggen. Want als je iemand uitschrijft, dan verhuisd hij in mijn optiek. Zou u dat kunnen verklaren? De heer Kruize: Dat is niet zo, want dan krijgt hij bestemming buitenland. Er moet dan eerst een publicatie plaatsvinden. Het was toen wel een hele wilde tijd, maar hij is dus zelf niet naar de burgerlijke bevolking gegaan om zich te laten uitschrijven. Maar goed, het criterium is dat je eigenaar van het huis moet zijn op de peildatum van 2004. Toen woonde hij daar. De voorzitter: Ik zou graag de heer Ilcken willen uitnodigen, en die gaat ons inspreken over het woonschepenbeleid. De heer Ilcken: Geachte voorzitster, college en raad. Ik heet Peter Ilcken en ik spreek namens mevrouw Lindeman die op de woonschepen locatie woont. U heeft hierover een paar weken geleden een brandbrief gehad die ik naar u en de wethouder heb doen toekomen. Na een artikel in de krant over de woonschepen, en nadat wij de raadstukken hebben ontvangen voor vandaag, heeft een gesprek plaatsgevonden met wethouder Lok en mevrouw Söllner. In dit gesprek hebben wij een aantal zaken ter sprake gebracht. Het stuk woonschepen in Vlagtwedde, dat u ook heeft, heeft een hoofdstuk historie van o.a. 1996, 1997 tot heden. Daarvan vinden wij de toon uitgesproken negatief. De opmerking dat het er nog steeds een rotzooi is komt na een jaar van samenwerking als zeer negatief over. In de voorlopige conclusie, een stukje verderop, wordt ook geen recht gedaan aan een jaar samenwerking. De foto’s die u heeft doen verslag van de situatie zoals die nu is en eigenlijk al vanaf de zomer is. U doet er verder in het hele verslag niets mee dat ik met mevrouw Lindeman een jaar of 15 maanden in gesprek met de gemeente ben geweest om het een beetje in goede banen te leiden. Als ik daar ook even naar mag kijken, dan staat er bijvoorbeeld, het is er nog steeds een rotzooi op de wal. Dat is het dus echt niet. Dan de voorlopige conclusie, ondanks alle ambtelijke en politie inzet gedaan in het verleden is de situatie nog steeds als die is en zal naar ons inzien niet gaan veranderen, gezien de doelgroep die gebruik maakt van deze woonschepen. Dat vind ik een enorm stigmatiserende opmerking. Ik weet dat er een
8 stuk lelijke geschiedenis over woonboten is, ook in deze gemeente. Het afgelopen jaar hebben mevrouw Lindeman en ik, in samenspraak met de gemeente, gedacht ook iets anders laten zien. En daar vind ik in dit stuk helemaal niks van terug. Als wij vijf jaar verder zijn en u bent er misschien niet meer van de gemeente, dan zijn dat de stukken die er liggen. Dan denken ze, ja het is altijd een zooitje met de woonboten, maar dat is gewoon niet zo. Dus ik zou u willen vragen om daar toch wat andere tekst aan toe te voegen. Als we wat verder lezen, bij de post financieel, vinden wij een post van € 21.000,00 voor projectleiding en coördinatie voor het aanleggen van twee wc’s op het riool, naast de post € 9.000,00 aansluiten van het riool zelf. Dat vinden wij een buitensporig hoge post. Ook € 10.000,00 te reserveren voor toezicht lijkt ons wat aan de hoge kant. Als ik het persoonlijk mag zeggen doet u toch iets niet goed. Of u schuift met andere posten binnen uw begroting. Dat draagt dan ook weer bij dat de woonbootjes alleen maar veel geld kosten. Ik zal niet zeggen dat ze goedkoop zijn, maar ik heb de indruk dat dit een beetje overdreven is. Het stuk woonschepenverordening, dus de verordening zelf, heeft ook een artikel 17 en 19. Daar staat bijvoorbeeld binnentreden in. Ik weet niet of dat er in moet staan. Dat geldt dacht ik voor politie en brandweer. Voor iedere Nederlander met een huis of een boot geldt dat als er gerede aanleiding is de politie of brandweer dat altijd mag doen, Maar men moet zich verantwoorden. Het lijkt me helemaal niet nodig om dat in de verordening of in de vergunning te zetten. In Stadskanaal hebben wij dat ook in gesprek met de gemeente laten vervallen. Dan een ander artikel iets verder op. Als er wat dingen van die verordening niet goed gebeuren, dan zou er ook twee maanden hechtenis kunnen plaatsvinden. Ik denk dat hier ook het burgerlijk recht en het strafrecht, zoals mij geadviseerd is, een beetje door elkaar lopen. Er zijn genoeg handvaten om desnoods een vergunning in te trekken. Maar ik geloof dat twee maanden hechtenis voor een artikelovertreding een foutje is. Wij zouden dat graag in de stukken aangepast zien. In de vorige brief die u een poosje terug ook heeft gehad hebben wij ook geschetst wat een ontzettend rommelig en vervelend jaar het voor mevrouw Lindeman is geweest. Er zouden nieuwe locaties komen, er is van alles gebeurd en dan weer niet. Zij is zelf ook niet zo gezond en dat houdt haar ‘s nachts wel eens wakker. Ik hoop dat ik hier een reactie op krijg. De heer Schipper: Ik heb de brief ook tegelijkertijd even meegelezen. U heeft het daar over samenwerking met de gemeente het afgelopen jaar. U wijst vervolgens naar de foto waar volgens u geen rotzooi op zou staan. Wat is volgens u de uitkomst van die samenwerking? De heer Ilcken: Dat is niet moeiteloos gegaan, dat zal ik niet zeggen. Maar uiteindelijk is het daar opgeruimd, het ziet er netjes uit. Er is ook een schutting gekomen zoals u ziet. Meneer Idema die zich daaraan verplicht heeft namens u heeft dat ook goedgekeurd. Boten lagen iets te dichtbij, daar is ook een beetje gerommel over geweest. Maar uiteindelijk liggen die bootjes, die ene boot mag er zijn, buiten die 25 meter wat afgesproken is. Dat is ongeveer wat wij dachten waaraan we moesten voldoen. Ik vind daar in het stuk niks van terug en daarom heb ik het ook over stigmatiserend. In deze hele verslaggeving staat er voor nu en voor in de toekomst niets in. Terwijl het toch een initiatief is van mevrouw Lindeman, van mij en van de gemeente om opwaarts te strubbelen. Er is toch een goed positief resultaat uitgekomen. Dat zou ik graag in het verslag terugzien. En die twee artikelen natuurlijk, dat vind ik ook een beetje heftig. 4.
Vragenronde raadsleden.
Er zijn geen vragen. 5.
Bestuurlijke informatie.
Er is geen bestuurlijke informatie 6.
Vaststellen verslag meningsvormende raad 5 november 2013.
De heer Hoftijzer: Het gaat even over de toezeggingen die aan het eind opgenomen zijn, ik mis er eentje. Wij hebben het toen gehad over ondernemersvriendelijk aanbesteden. Daarin is volgens mij door u toegezegd om dat na beantwoording van het college nog een keer terug te laten komen in de raad. Dat zou ik graag opgenomen willen zien in de toezeggingenlijst. In het verslag staat letterlijk dat u zegt, ik heb het genoteerd. Volgens mij heeft u het op het verkeerde briefje genoteerd. De voorzitter: Wij gaan het even voor u na. Het wordt in ieder geval opnieuw genoteerd.
9
Het verslag is ongewijzigd vastgesteld. 7.
Vaststellen toezeggingenlijst.
De heer Potze: Twee opmerkingen over de toezeggingenlijst. Daar staat het amendement van het CDA twee keer in. Het gaat over het project NASB en over het lemenpad Klooster. Natuurlijk gun ik het CDA alle credits, maar volgens mij was het amendement van het CDA, GroenLinks en de Partij van de Arbeid. Dus dat zou ik toch graag in de toezeggingenlijst gewijzigd zien. En dan het punt reconstructie Ter Apelkanaal. Wij hebben daar mail van de griffier over gehad rondom de bedragen. Ik was al blij dat het zo in de toezeggingenlijst stond, maar helaas hebben we dat ton toch nog niet binnen. Ik zou het wel aardig vinden als toezeggingen goed worden genotuleerd. Want er is namelijk een heel duidelijke toezegging door de wethouder gedaan. De bewonersbijeenkomst rondom dit dossier zou dit jaar nog plaatsvinden. Ik weet niet of er al een datum voor gepland is? Ik kijk even naar de wethouder. Wethouder Lok: Ja, die is inmiddels gepland. Die bewonersbijeenkomst is op 16 december. De heer Meendering: Bovenaan de toezeggingenlijst staat de motie die is ingediend door ons met betrekking tot het afdekdeken van het zwembad in Ter Apel. Er staat als einddatum 3 december 2013 bij. Het zou het heel mooi zijn als daar iets over gezegd kon worden. Alleen, er staat ook in de toelichting dat er gekeken wordt naar de verdere ontwikkelingen van de camping. Die staan er wat ons betreft los van. En inmiddels zijn er ook allerlei berichten in de pers gekomen. Er zou gekeken worden naar mogelijke privatisering van de zwembaden. Wij zijn een beetje bang dat die afdekdekens er volgend jaar niet gaan liggen als het allemaal zo doorgaat. Ik zou daar graag een reactie van de wethouder op willen hebben. De heer Brunen: Ik heb een vraag over wat meneer Lok net zei. De inwoners zouden daar bericht van krijgen. Kunt u ook vertellen of dat West en Oost is? Of is het alleen Oost en Zandberg? Kunt u mij dat vertellen? Wethouder Lok: Op dit moment is mij niet bekend wat precies is uitgenodigd. De heer Brunen: Toezegging? Wethouder Lok: Toezegging. Mevrouw Wijnholds: Het gaat over twee dingen. De jaarrekening Rzijn, muziekschool en bibliotheek, die had ik al vaker gevraagd, die hebben we nu heel snel gekregen, hartelijk dank daarvoor. Het is erg handig als wij deze zouden hebben voor de begroting. Dan waren er misschien andere besluiten genomen. Ik wil dus ook vragen om dit voortaan elk jaar voor de begroting te verzorgen. Ik zou ook willen vragen om dit op de toezeggingenlijst te laten staan, zodat we ook zeker weten, dat we het volgend jaar voor de begroting hebben, of in ieder geval de nieuwe raad het voor de begroting heeft. Dan het volgende, de lokale lasten 2014. Er staat achter, het stuk is toegevoegd bij de toezegging. Ik heb het stuk niet gezien. Er staat, het voorstel afvoeren omdat het college de beantwoording ter kennisgeving aan de raad zou sturen. Maar ook die heb ik nog niet gehad. Ik wil graag dat het pas wordt afgevoerd als wij ook die kennisgeving ontvangen hebben. Want dan pas is de toezegging ook compleet afgehandeld. Wethouder Lok: Bij Moekesgat zijn ze natuurlijk volop bezig om de zaak, voor wat betreft het campinggedeelte, in uitvoering te brengen op dit moment. De exploitanten die dat gaan doen hebben ook aangegeven belangstelling te hebben voor een eventuele combinatie met het zwembad, in beheervorm enzovoorts. In elk geval iets wat de moeite waard is om te onderzoeken of dat mogelijk is. Daarbij speelt dan ook, dat mochten zij daar een rol in gaan spelen, wensen hebben voor wat betreft de inrichting van het zwembad. Dat gesprek vindt op korte termijn plaats. Mocht daar wat uitkomen, proberen we u op de hoogte te houden. Maar ik vind het wel essentieel om nu niet op korte termijn tot besluitvorming voor afdekdekens over te gaan. Omdat we even af willen wachten en het af willen stemmen met de exploitanten van Moekesgat. Het plaatsen van afdekdekens is volgend jaar wel de bedoeling. Mevrouw Heidekamp: Begrijp ik nu goed uit de beantwoording van de wethouder, dat er alleen maar wordt gekeken naar de wensen van de exploitant? Want volgens mij is in de begrotingsraad afgesproken dat er ook een QuickScan zou worden gedaan naar een wat grootscheepsere aanpak. Om met alternatieve energie,
10 betere isolatie van het zwembad, te kijken of er naast de dekens, ook niet een grondigere en grotere investering lonend zou zijn, om de exploitatie te drukken. Als ik de wethouder goed begrijp, is dat helemaal uit beeld. En dat was toch wel de toezegging die we daar hebben opgehaald. De motie was om het al in 2015 grootscheeps uit te voeren. Wethouder Lok: Ik noem nu de afdekdekens omdat de heer Meendering daar expliciet naar vroeg, maar uiteraard ligt de rest ook voor, om daar in de breedte naar te kijken. De voorzitter: Tot zover agendapunt 7, dan gaan we over naar agendapunt 8. Mevrouw Wijnholds: Betekent dat dus dat de punten die ik vroeg blijven staan. Daar kwam niet echt reactie op. De voorzitter: Het is goed om er nog even op terug te komen, want ik heb het de griffier zien noteren. Dus een aantal dingen worden even voor u uitgezocht, en zolang dat nog niet bij u is binnen gekomen wordt het ook niet geschrapt. Ik ga er vanuit dat de actie zoals hij op de toezeggingenlijst staat ook wordt uitgevoerd. En de jaarrekeningen staan genoteerd. Hamerstukken 8. Ingekomen stukken. A.1 t/m A.8 Mevrouw Wijnholds: Het betreft nummer 6, het proces interbestuurlijk toezicht. Een heel ingewikkeld proces eigenlijk. Door die wet verandert er voor de raad heel veel. Kort door de bocht gezegd komt het erop neer dat wij als raad meer toezicht moeten houden op bepaalde zaken en dit ook goed moeten verantwoorden. Maar in de raad hebben wij hier eigenlijk nooit over gesproken, terwijl wij toch verantwoordelijk zijn. De provincie geeft ook een aantal zaken aan die wij als raad moeten oppakken. Diverse zaken zijn door het ambtelijk apparaat op de rit gezet. Nu is eigenlijk de vraag aan de griffier en de rest van de raad of wij nu voldoen aan de eisen in het kader van dit toezicht? Of zijn er nog zaken die geregeld moeten worden? Met andere woorden, kan onze raad al volgens de nieuwste inzichten adequaat het werk doen of hebben wij als raad nog een heleboel in te halen? De voorzitter: Ten aanzien van het interbestuurlijk toezicht. Het klopt dat daar het een en ander is veranderd. Wij gaan even na of u daar nog niet over bent geïnformeerd. In principe wordt het nu per jaarrekening verantwoord, dat gebeurde het afgelopen jaar al. Daar verandert niets in. De provincie heeft in deze brief de vinger aan de pols gehouden of dat in alle raden op een goede manier is gelukt. In onze raad is dat goed gelukt. We hebben in ieder geval een positieve reactie gekregen vanuit de provincie. Mevrouw Wijnholds: Mijn vraag was ook meer of wij als raad wel doorhebben dat er dingen veranderd zijn en daar als raad ook goed op letten. Want ik heb de indruk dat ook ikzelf dat nog niet helemaal goed doorheb. De voorzitter: Ik hoop wel dat het tot u is doorgedrongen, want het is wel eerder met u gecommuniceerd. Mevrouw Heidekamp: Nou weet ik niet of mevrouw Wijnholds bij de vergadering van werkgroep financiën aanwezig was. Daar is er in ieder geval wel uitgebreid bij stil gestaan, ook bij de methodiek van werken. Waarbij eigenlijk ook vanuit het college, met de ambtenaren in de jaarrekeningstukken heel helder openheid wordt gegeven waar nog mankementen zijn. De systematiek die nu is doorgevoerd, dat er openheid wordt gegeven over waar nog verbeterpunten zijn is heel helder verwoord en toen ook besproken. Het heeft ook al twee keer hier in de raad gelegen volgens mij, in ieder geval één keer. Wij kunnen het er natuurlijk best nog eens over hebben of wij de systematiek van controle afdoende vinden. Maar als onze accountant daar geen opmerkingen over maakt en ook de provincie niet dan heb ik niet meteen die behoefte. Maar het mag best nog eens besproken worden. De voorzitter: Goed, dat was ook uw opmerking bij de ingekomen stukken of niet? Ik dacht dat u daar ook nog een vraag over had.
11 Mevrouw Heidekamp: A7 de brief van het ministerie van sociale zaken en werkgelegenheid, betreffende de rapportage perspectief voor oudere werklozen van 7 november. Er is al eens eerder gesproken over een evaluatie, mogelijk van de 1-2-3 methode. Het lijkt mij goed om de uitkomsten en de bevindingen van de rapportage daarbij te betrekken. Ten aanzien van stuk A8, de brief van de provincie Groningen, betreffende financieel toezicht van de jaarrekening 2012. Daar staat onder het kopje voor kennisgeving aannemen. In de brief wordt verzocht om aan te geven hoe omgegaan wordt met de kanttekening van de accountant. Dat er ten aanzien van een aantal aanbestedingen nog niet helemaal rechtmatig gewerkt wordt. Op het moment dat de provincie verzoekt om een reactie dan lijkt mij voor kennisgeving aannemen niet helemaal het antwoord dat je daarop kunt geven. Ik zou graag zien dat die ter afdoening aan het college wordt voorgelegd. Dat lijkt mij de manier om daarmee om te gaan. De heer Hoftijzer: Nog even over waar mevrouw Heidekamp het over had. Ik zou ook graag zien dat het antwoord in eerste instantie, misschien via de werkgroep financiën dan wel via de raad zou lopen, alvorens hij richting de provincie verstuurd wordt. De brief is gericht aan de raad, dus ik zou graag inzage willen hebben in het antwoord. De voorzitter: Staat genoteerd. De heer Hoftijzer: Dan nog over C.1 de rekenkamercommissie. De voorzitter: Wij zijn nog bij A, maar als A door u voldoende is bevraagd, gaan we over naar B.1. Mevrouw Heidekamp: Er is een brief van Recron, betreffende voorgenomen investeringen die de gemeente doet bij camping Moekesgat. Daar wordt gesuggereerd dat wat wij investeringen voornemend zijn en dat dat oneerlijke concurrentie veroorzaakt. Zij willen daar graag een reactie op. Er staat ter afdoening aan het college, maar gelet ook op het belang wat wij als raad hechten aan deze investering lijkt het mij goed om ook dat even via de raad te laten lopen. Ik zou daar toch wel graag zicht op hebben hoe dat antwoord eruit ziet en wat voor risico wij daar als gemeente lopen. De heer Kriek: Wij hadden precies dezelfde vraag. Wij dachten daarbij ook even aan de affaire rondom de manege Ter Apel. Dus dat wij daar inderdaad tijdig naar kijken. Wij zijn ook benieuwd naar de reactie van het college op deze brief. Mevrouw Wijnholds: In deze brief van de Recron staan een aantal aandachtspunten die wij als VVD fractie ook al naar voren hebben gebracht. Wij willen ook graag van de wethouder weten of deze zaken goed met de ondernemers van Moekesgat zijn afgesproken en of deze zaken zijn opgenomen in het contract met de ondernemers. Ondertussen wordt er hard gewerkt aan het opstarten van de camping. Dat moet ook als je in april 2014 open wil. Worden nu ook werkzaamheden verricht die feitelijk pas kunnen na het sluiten van een overeenkomst? Want die overeenkomst hebben wij nog niet gezien. De heer Heijne: Ik wil even reageren op de woorden van mevrouw Heidekamp, want net als mevrouw Wijnholds al zei, die vraag is al eerder gesteld in deze raad. Volgens mij heeft onze wethouder toen gezegd dat grasmaaien en zo niet een subsidieregeling is die wij als gemeente zouden gaan doen. Volgens mij hebben wij daar allang een antwoord op gegeven. Dat ligt mij nog heel duidelijk op het netvlies. Mevrouw Veneman: Even horende wat er gezegd wordt over de brief die binnengekomen is en het antwoord van de wethouder dat men al druk bezig is daar. U heeft uitdrukkelijk gezegd, want ik heb dat toen nog gevraagd, dat wij graag als raad meegenomen willen worden bij de onderhandelingen die dan plaats gaan vinden. Ik heb nu een beetje het gevoel dat wij in die onderhandeling niet in meegenomen zijn. Wat mevrouw Heidekamp zegt, die eventuele risico’s die wij lopen als gemeente, daar zou ik wel graag inzicht in willen hebben. De heer Potze: Volgens mij was het handig geweest als de Recron eerst even de stukken had gelezen, alvorens zij deze brief hadden gestuurd. Dan hadden zij bijvoorbeeld ook geweten dat Moekesgat, niet in Stadskanaal ligt maar in Ter Apel, maar dat staat in de brief. Dan hadden ze ook kunnen weten dat de gemeente investeert in de openbare ruimte en niet in de camping als zodanig. Laten wij nu als raad niet op de stoel van het college gaan zitten in het kader van onderhandelingen enzovoort. Mijn fractie heeft vanaf het begin af aan gezegd dat hier spoed op gezet moet worden. Wat mij betreft gaat het college daar ook mee verder. Gaan zij ook deze brief netjes afhandelen en hoeft dat niet terug in de raad.
12
Mevrouw Wijnholds: Als de Recron de stukken goed gelezen had dan had zij gelezen dat de gemeente inderdaad het gras gaat maaien e.d., wat toch een soort subsidie is. Wethouder Lok: Ja, het is een beetje lastig om hier nu eenduidig met de mening van de raad om te gaan. Het is wel zo, en dat heb ik mevrouw Veneman toen zij dat opmerkte beloofd, dat wij heel scherp zullen zijn op het feit dat wij de ondernemers daar zouden ondersteunen. Dat we tot heldere afspraken komen. Er worden duidelijke afspraken gemaakt. Het moet nog vastgelegd worden. Nog niet alle werkzaamheden zijn begonnen. De voorbereidende werkzaamheden zijn begonnen, met name de planning enzovoort. Op zich is de ondernemer daar voor zichzelf bezig. Wij hebben daar als gemeente nu nog geen deel aan. Wij lopen daar nu nog geen risico. Ik heb inderdaad gezegd zoals de heer Heijne benoemd dat het onderhoud op zich een zaak van de ondernemer is. Wij zullen dat verder met grote aandacht in een overeenkomst vastleggen. Als de behoefte van de raad is om die in te zien dan kan dat. Vanuit de PvdA fractie wordt gezegd dat dat niet nodig is. Wij zullen in elk geval de brief die wij aan de Recron zenden, ter informatie geven aan de raad. De heer Heijne: Ik wil even benadrukken dat die reactie voor ons ook niet nodig is. Als er echt iets nodig is dan gaan wij ervan uit dat de wethouder ons vroegtijdig informeert. Ik hoef dat niet apart in deze raad te behandelen. De voorzitter: Voor wie dat wel wil, de brief wordt ter informatie naar de raad gestuurd. C.1 en C.2 De heer Hoftijzer: Dit is ter afdoening aan de griffier. De rekenkamercommissie stopt ermee per 1 januari aanstaande. Het lijkt mij goed dat wij hun in ieder geval bedanken voor hun diensten. Tevens een vraag aan de griffier en de andere raadsleden, gaan wij al op zoek naar een nieuwe rekenkamercommissie of wachten wij daarmee tot na de verkiezingen? Wat mij betreft starten wij het proces nu al op omdat het anders wel eens heel lang zou kunnen duren voordat wij weer een rekenkamercommissie hebben. De voorzitter: U ziet wat gegniffel in uw midden en dat heeft te maken met wat voorafgaand aan deze vergadering, in het seniorenconvent aan de orde is gekomen. Daar eigenlijk is gezegd, wij laten dit over aan de nieuwe raad om daar een besluit over te nemen. Dat is vanuit alle fracties aangegeven. Maar dat kon u eigenlijk nog niet weten. Het lijk mij dat een bedankje genoteerd staat. De heer Hoftijzer: Als deze raad dat unaniem besluit, dan hebben wij dit toch besloten. De voorzitter: Ja, dan is het ook nog een besluit. Mevrouw Heidekamp: Ik heb een vergelijkbare vraag met die van de heer Hoftijzer, hoe nu verder? Op zich vind ik het prima om het aan de nieuwe raad over te laten. Het lijkt mij ook heel goed om dat te doen. Over het presentje, volgens mij stelde zij nog voor om het laatste rapport te komen toelichten. Dat lijkt mij dan een uitgelezen moment om hun op een passende wijze te bedanken voor hun diensten. De voorzitter: Uw suggestie wordt meegenomen. Mevrouw Heidekamp: Met betrekking tot punt C.2, de brief van de heer Kroeze over een bouwoppervlak na 200 meter. Er staat ter afdoening aan de griffier. Ik weet niet sinds wanneer wij brieven over bouwoppervlakken door de griffier laten afhandelen. Maar volgens mij is dat niet helemaal juist. De griffier: Betrekt dat bij de besluitvorming in deze vergadering. Aan de hand van de besluitvorming maak ik een beantwoording namens de raad. De inhoud daarvan bepaalt u bij de besluitvorming bij het betreffende agendapunt. De voorzitter: Het is meer een formeel antwoord. De techniek wordt afgehandeld door de griffier richting de vragensteller. Maar inhoudelijk is het vanavond aan de orde bij agendapunt beheersverordening Parc Emslandermeer.
13 Bespreekstukken 9. Vaststellen Drank- en Horecaverordening gemeente Vlagtwedde 2014. De voorzitter draagt de hamer over aan de vicevoorzitter, de heer Sinnema. Mevrouw Heidekamp: U geeft net de gelegenheid aan het college om alvast te reageren voordat wij met de bespreking bezig gaan. Er hebben diverse mensen ingesproken met tamelijk indringende opmerkingen over zowel het proces als de inhoud van de verordening. Ik zou wel behoefte hebben, voordat wij allemaal afzonderlijk gaan reageren, dat de portefeuillehouder daar een korte reactie op zou willen geven. Mevrouw Kompier: Met alle plezier, want u ging inderdaad heel snel, wil de portefeuillehouder reageren, en vervolgens ging u al inventariseren. Maar inderdaad, zoals mevrouw Heidekamp terecht stelt, heb ik wel even behoefte aan een korte toelichting vooraf. Misschien is het goed om te zeggen dat we met deze drank- en horecaverordening aan een wettelijke verplichting moeten voldoen. Wij hebben gekeken vanuit het college naar de maximale mogelijkheden voor de couleur locale bij ons in de gemeente. Wij weten natuurlijk allemaal dat er veel dorpshuizen en voetbalkantines zijn, waar in ons gebied behoefte is aan ruimte om te kunnen voldoen aan de wensen van onze inwoners. Volgens mij is dat ook bevestigd door de insprekers hier vanavond. Het toetsen van wat dan een goede vorm zou zijn om binnen de wettelijke mogelijkheden aan die couleur locale te voldoen, hebben wij getoetst met een aantal dorpshuizen. Wij hebben steeds proefsgewijs in de gemeente een aantal beheerders van dorpshuizen gevraagd, wat zou u nou een goede positie vinden voor uw dorpshuis binnen de wettelijke mogelijkheden. Op basis daarvan is het voorstel gekomen om een beleidsregel te ontwerpen waar die ruimte van maximaal 10 keer per jaar wordt geboden, zodat je en niet tegemoet komt aan de klachten of de wensen vanuit de horeca, zoals u de vorige raadsvergadering heeft gehoord van Koninklijke Horeca Nederland die een pleidooi heeft gehouden. Er moet goed op worden gelet dat er geen concurrentie vervalsing plaatsvindt met de horecagelegenheden. Daarvan hebben wij gezegd, wij zijn een grote gemeente met heel veel buurthuizen waarvan wij voorzien dat daar geen concurrentie vervalsing is met horeca. Wat ons betreft is er maximale ruimte geboden aan de dorpshuizen en de zogenaamde para commerciële organisaties. Naar aanleiding van de inspreekster van vanavond, die zei, wij zijn eigenlijk niet allemaal gehoord, is een risico op het moment dat je een aantal gesprekken van te voren organiseert, en je voornemens in de week legt. Als je dat niet met iedereen doet dan loop je dus het risico zoals dat nu is gebeurt met mevrouw Zomer uit Jipsingboertange. Dat we haar het gevoel hebben gegeven, dat er onvoldoende is geluisterd naar onze eigen para commerciële instellingen. Dat hebben we gecorrigeerd en dat heeft mevrouw ook verteld. Wij hebben alsnog een brief gestuurd naar alle betrokkenen in onze gemeente met de uitleg van de drank -en horecaverordening. Ook de ruimte die vanuit het college, en ik hoop ook dat uw raad die ruimte gaat overnemen, om toch nog een alternatief te bieden, namelijk die 10 keer per jaar. Dat er wel ruimte wordt geboden aan de activiteiten in de para commerciële inrichtingen. De heer Potze: Ik wilde beginnen met het college te vragen om inderdaad een reactie te geven op twee insprekers, maar dat heeft de burgemeester bij deze gedaan. Blijft natuurlijk wel de vraag over, met wie het college dan wel gesproken heeft. Ik begrijp dat in ieder geval het dorpshuis in Jipsingboertange en buurtvereniging de Maten niet benaderd zijn. En als we het dan hebben over, het college schermt steeds met een kleinschalige gemeente, de couleur locale, waarom praat je in het voortraject van zo’n belangrijke wijziging voor onze buurt -en dorpshuizen dan niet met alle buurt -en dorpshuizen. We mogen er wel veel hebben, maar volgens mij is dat prima te organiseren. Dan heeft de heer Stoker eigenlijk exact die dingen gezegd die ook mijn fractie op het lijstje had staan. Want ook wij hikken aan tegen de eindtijd van twaalf uur. De meeste feestjes duren iets langer. Als je dan geen alcoholische drank meer mag schenken. Volgens mij is dat ook a. niet te handhaven maar b. moet je dat met elkaar ook niet willen. Dan hikken wij ook wel wat aan tegen die aanvraag, dat je dat 6 weken van te voren moet doen. Volgens mij moeten wij daar een veel simpeler systeem voor bedenken. Of achteraf verantwoording of even een melding aan het college. Ik vind dat het allemaal niet te strak moet gaan zitten. Om nou 6 weken van te voren een aanvraag te doen voor een feestje die je in een buurtvereniging wilt organiseren, volgens mij slaan wij dan echt de plank mis. Dan zou ik van het college nog wel een reactie willen op de vraag in artikel 6.1, de toevoeging “wanneer het niet leidt tot oneerlijke concurrentie”. Het lijkt op zich een heel aardige om dat toe te voegen, maar je zegt daarmee wel iets. Het is een hele kleine toevoeging maar het betekent veel. Ik zou daar graag van het college een reactie op willen alvorens we daar als fractie iets over gaan zeggen. Maar voor de Partij van de Arbeid is helder. Die eindtijd moet veranderd worden wat ons betreft. En ook die aanvraag moet echt simpeler worden.
14 De heer Kriek: Wij sluiten ons in grote lijnen aan bij de vorige spreker. In die zin dat wij ook veel belang hechten aan couleur locale. Wij willen dus ook dat de dorpshuizen de mogelijkheid hebben om het leven in het dorp levendig te houden. Daarnaast hebben wij nog een andere vraag, één van de zaken die de gemeente moet gaan regelen is het toezicht op alles wat hier zo mooi bedacht wordt. Onlangs konden wij in de krant lezen dat bijna geen enkele gemeente dat ook maar enigszins goed geregeld heeft. Dus wij vragen ons af hoe dat het toezicht op deze nieuwe wijziging hier geregeld is. Mevrouw Heidekamp: Alles lezend lijkt het toch wel een behoorlijk strenge beperking die wij met elkaar bedacht hebben. Wettelijk is het zo geregeld en dan ontkom je er niet helemaal aan. Alleen het uitgangspunt van het college, zo staat er, is om zoveel mogelijk ruimte te geven die de wet biedt. De vraag is of dat ook werkelijk gebeurd is. Als ik de insprekers goed beluister, en er wordt gezegd, daar waar geen horecagelegenheid in het dorp is zouden er geen beperkingen nodig zijn, wettelijk, voor een dorpshuis. Ik denk in ieder geval, dat we bij de insprekers een aantal hebben gehad waar dat aan de orde is. Dat is al meteen de vraag, zou er niet heel helder in onze verordening moeten staan, dat het daar ook niet geldt? In plaats van dat nu in de beleidsregel staat, maximaal 10 ontheffingen voor iedereen en alleen in uiterst uitzonderlijke omstandigheden. De vraag is, is die wettelijke mogelijkheid er inderdaad of is dat een te ruime interpretatie van de insprekers? Dan staat er in één van de artikelen dat condoleancebezoeken één van de activiteiten als voorbeeld, niet onder de normale activiteiten van een dorpshuis valt. In ieder geval in het dorp Jipsinghuizen is dat de enige gelegenheid waarvan je lopend van en naar het kerkhof zou kunnen. Dus daarmee is het ook de enige logische plek om een condoleancebezoek te hebben. Dus in ieder geval geldt daar al dat het wel degelijk een normale activiteit voor een dorpshuis is. Dus die uitzondering staat er heel stellig, dat dat daaronder valt. Dus 10 keer een begrafenis in het dorp en je bent al door al je ontheffingen heen. Ik kan mij niet voorstellen dat het de bedoeling van het college is om die beperking op te leggen. Eigenlijk is de vraag, die ook één van de insprekers stelde, wat is nou onze normale activiteit? Wat mogen we nou gewoon doen en waar moeten we nou een ontheffing voor aanvragen? Iemand die er altijd met het zangkoor is en met hetzelfde zangkoor zijn verjaardag viert, is dat dan een normale activiteit die in het verlengde ligt van wat je daar al doet of is dat het nou niet meer? Het lijkt alsof het heel helder is, maar volgens mij is het bijna niet te interpreteren voor een leek en ook niet voor een handhaver om hier uit te komen. Nou vroeg ik mij nog af of dat betekent dat een pachter van een buurthuis die daar zijn inkomsten uithaalt niet het onderdeel is van een para commerciële inrichting en dus wel gewoon die activiteit kan doen, omdat het ook zijn inkomen is. Maakt het uit of een buurthuis commercieel gerund wordt of niet? Zeker ook als ik de buurthuizen zie die ik ken, geen concurrerende prijsstellingen hebben. Het is nauwelijks goedkoper als dat je naar een horecagelegenheid gaat. Dus het is maar zeer de vraag wat nou oneerlijke concurrentie is? Want iemand die ondanks die prijzen toch kiest voor het buurthuis wil gewoon naar het buurthuis en niet naar een andere horecagelegenheid. Dan staat in artikel 4 heel nadrukkelijk dat er tussen 11.00 uur ‘s avonds en 8.00 uur ‘s ochtends geen mensen beneden de 18 naar horecagelegenheden mogen gaan. Is dat een wettelijke of is dat iets wat wij zelf nu erbij bedacht hebben? Want als het wettelijk is hoeft het hier niet in opgenomen te worden. En als wij hem zelf bedacht hebben vraag ik mij af waarom hebben wij dat dan bedacht hebben. Want als we ook al moeite hebben met het handhaven denk ik dat je je af moet vragen waarom je zover wilt gaan, dat je verder gaat dan de wet. In artikel 10, staat waarin los van elkaar. Dat moet aan elkaar geschreven worden. Een kleinigheidje, maar het leest de zin toch heel anders. In artikel 13 staan een aantal zaken waarvan ik mij afvraag of het wel mag. Want daar staat in dat er indien voor het tijdstip van inwerking treden van deze verordening een aanvraag om een ontheffing of vergunning is ingediend op basis van de oude verordening, dan wordt daarop deze verordening toegepast. Ik vraag mij af of juridisch toegestaan is om iets eerder geldend te maken dan dat het in werking is getreden. Volgens mij mag dit juridisch niet. Ik vraag mij af of je dat wel kunt beoordelen. Dat geldt ook voor het volgende lid, dat bezwaarschriften die op de oude verordening zijn gepasseerd worden behandeld en beoordeeld op basis van de nieuwe verordening. Dat mag sowieso niet. Als je een vergunning of ontheffing hebt gehad en je hebt daar bezwaren tegen, zal dit toch echt op de toen geldende regelgeving moeten worden beoordeeld en niet op de nieuwe. Bij artikel 13 lid 1 onder wordt aangegeven dat er nogal wat vervalt. Namelijk de ontheffingen die tot dat tijdstip door het college van B&W en de burgemeester zijn verleend. Ik vraag mij af wat dat betekent. Wat vervalt er dan aan vergunningen en ontheffingen? Moet dat dan opnieuw worden aangevraagd? Heeft dat zin? Is dat onnodige bureaucratie? Gaat dat om hele grote aantallen? Ik ben heel benieuwd wat dit artikel inhoudt. In de beleidsregels wordt aangegeven dat uitzondering van die maximaal 10 keer alleen in hoge uitzonderlijke omstandigheden zou worden verleend. Wat vind het college dan een uitzonderlijke omstandigheid? De heer Heijne: Ook bij ons een heleboel vragen. Heel veel vragen zijn al gesteld. De meeste buurthuizen werken allemaal met vrijwilligers en dan moeten die mensen een vergunning gaan aanvragen. Want na 10 keer ben je er doorheen. Wij vragen ons ook af wat een feest is? Ik zie met 25 inwoners, een klein feestje
15 vanuit de buurt die een verjaardag willen vieren. Op een gegeven moment mag je geen alcohol meer schenken, moet je dan weer aanvragen? Zo kunnen we dus wel een poosje doorgaan. We zitten ook nog met de sluitingstijd. Ik heb begrepen dat we hier in onze gemeente buurthuizen hebben die nu een vergunning hebben tot 01.00 uur, die zouden we dan bekorten tot 12.00 uur. Het is al eerder gezegd in deze zaal, waar zijn we mee bezig? Zijn we spijkers op laag water aan het zoeken of is de horeca nou bezig om de burgerparticipatie om zeep te helpen? Dan onze eigen jeugdsozen. Dat kan je ook huren. Dus daar kan je ook een feestje geven. Dat is nou ook gebeurd. Dat is een hele dure jeugdsoos, die wordt niet meer gebruikt. Zo kunnen we nog een poosje verder gaan. We krijgen dit de laatste vergadering van dit jaar nog even. Dit moet voor 1 januari de deur uit en wij moeten over 14 dagen al beslissen. Dat gaat ons op dit moment even te ver. Alles wat er voorligt. Ook de vragen die gesteld zijn en misschien nog komen. Misschien is dat een optie, ga met de besturen om de tafel en kijk wat elk bestuur, elk dorpshuis nodig heeft. Wij hebben de laatste paar dagen wat rond gebeld en het blijkt dat tussen de buurthuizen heel veel verschil is. De één heeft misschien wel genoeg aan 10 keer en de andere niet. Dus wij zouden zeggen, probeer daar maatwerk in te brengen. Ik weet ook dat er een wet is, die wet zullen we respecteren. Het kan alleen toch niet zo zijn dat wij straks alleen maar door deze gemeente heen lopen, en niks anders doen dan kijken wat wel en wat niet mag. En 6 weken aanvragen voor een vergunning met vrijwilligers gaat ons te ver. Mevrouw Veneman: Er is al heel veel gezegd door de andere partijen waar de ChristenUnie ook achter kan staan. Deze verordening moet voor een bepaalde datum ingeleverd worden. Ik weet niet hoeveel tijd wij nog hebben. Het is natuurlijk zo, zoals door de insprekers ook al gezegd is, dat er in het dorpshuis heel veel waardevolle zaken, als een belangrijke maatschappelijke functie, worden onderhouden. Net wat de heer Heijne zegt, we zijn toch niet bezig om nu met onze nieuwe participatiemaatschappij dit hierdoor om zeep te helpen. Dat kan ook niet de bedoeling van de wethouders zijn. Ik denk ook niet dat dat hun bedoeling is. Wat ons betreft moeten er wel zo weinig mogelijk beperkingen worden opgelegd. In ieder geval geen onnodige beperkingen. Mede dat er ook nog extra informatie is binnengekomen waarin ook een en ander anders is ingevuld. Ik weet niet meer precies in welke artikelen, maar ik dacht dat ik daar al iets over had gelezen waardoor ik dacht dat we meer in de richting komen van wat wij misschien met elkaar liever willen. De vraag is dan ook, in hoeverre houdt deze verordening straks rekening met de wensen die hier op tafel gelegd zijn en ook door de insprekers genoemd zijn? Oneerlijke concurrentie is al genoemd. Wat betreft de schenktijden, wanneer iemand binnen moet zijn of niet, ook wat betreft die handhaving, daar hebben wij onze vragen bij. Hoe wil je alles in de gaten houden? We kunnen wel een mooie verordening opstellen, maar als het vervolgens niet gehandhaafd wordt dan heb je niet zoveel aan een verordening. Die 10 keer is al genoemd, dus daar ga ik verder ook niet op in. Ik begrijp wel dat daar goed naar gekeken is, waarom men dan 10 keer zou gaan doen. Dat heb ik van de burgemeester begrepen. Tot dusver zijn ons ook geen uitwassen bekend, dat er verschrikkelijke dingen gebeuren in buurthuizen als daar feesten gehouden worden of iets dergelijks. Het is altijd vrij goed gegaan. Dus wij zouden graag hebben dat daar rekening mee gehouden wordt voor onze gemeente. Mevrouw Wijnholds: Over het dorpshuis is eigenlijk alles al gezegd, dus dat zal ik niet meer doen. Ik wil nog wel even terugkomen op waar mevrouw Heidekamp het ook over had, artikel 4. Jongeren tot 18 jaar mogen niet tussen 11.00 uur ‘s avonds en 8.00 uur ‘s ochtends de kroeg in. Nou staat de VVD wel achter het voorstel dat de leeftijd verhoogd wordt naar 18, alleen vind ik het wel heel erg betuttelend om dan een tijdsklok voor jongeren in te stellen. Het is nog altijd hun eigen verantwoording, die van hun ouders en de horecaondernemers en absoluut niet van de overheid. En in de meeste discotheken begint het pas na 11.00 uur gezellig te worden heb ik horen zeggen. Dus daar heeft het al helemaal geen nut meer. Wij zien dan ook echt niet wat het nut van dit artikel is. Het gaat om het gebruik van alcohol en dat is niet gelinieerd aan een tijdstip. Want er zijn ook genoeg jongeren die geen alcohol drinken en ook die mogen dan niet meer stappen. Het is ook raar, want als je om 1 minuut voor 11.00 binnen komt mag je dus als jongeren gewoon blijven zitten tot ‘s ochtends vroeg en als je om 1 minuut na 11.00 voor de deur staat mag je er niet in. De controle op dit artikel lijkt ons dus heel erg lastig, zowel voor de gemeente als voor de ondernemer. De VVD wil dan ook voorstellen, net als het CDA en de ChristenUnie, om dit artikel uit de verordening te halen. Mevrouw Kompier: Ik denk dat ik kan concluderen dat u net als ik er heel veel belang aan hecht om een goede en zo’n ruim mogelijke verordening in werking te laten treden. De nieuwe verantwoordelijkheid is voor burgemeesters, om hier een belangrijke rol in te krijgen. Dat betekent dat ook nog niet alles is geregeld. De vraag van de heer Kriek, hoe zit het nou eigenlijk met toezicht en handhaving? Dat is natuurlijk een heel interessante vraag. Dat plan moet nog gemaakt worden. Daar hebben wij natuurlijk wel al over nagedacht. Maar daar hebben we gelukkig nog wat meer tijd voor gekregen. Voor 1 juli volgend jaar moeten we daar met een pasklaar antwoord op komen. We kunnen natuurlijk eindeloos met elkaar gaan discussiëren over welk
16 artikel wel en welk artikel niet. Ik denk dat het belangrijk is, en dat is ook wat ik geprobeerd heb in mijn inleiding aan te geven, dat wat mij betreft, wat het college betreft, er een verordening komt die zo ruim mogelijk is geformuleerd. Zodat hij past bij onze couleur locale en aan de andere kant ook aan de wettelijke verplichtingen voldoet. Dus dat je binnen de wettelijke verplichtingen de meest maximale ruime verordening opstelt. Dat is de inzet geweest van deze verordening. Daarover is overleg geweest met een steekproef. Helaas achteraf gezien niet met alle buurthuizen. De suggestie om nog eens heel goed te kijken naar maatwerk binnen onze gemeente, of je daar niet nog wat meer voor zou kunnen kiezen, vind ik een goede suggestie om mee te nemen. Waar het uiteindelijk om gaat is dat er in deze verordening eigenlijk twee belangrijke dingen geregeld moeten worden. Dat is namelijk het tegengaan van alcoholmisbruik onder jongeren, ik denk dat u daar geen van allen tegen bent, dat we daar met zijn allen heel scherp op zijn. Dat we dat zo goed mogelijk regelen lijkt mij een heel belangrijke doelstelling. En het tweede is, en dat is waar wij voor het eerst mee zijn geconfronteerd, is die oneerlijke concurrentie door de para commerciële inrichtingen. Dat was nog nooit eerder zo nadrukkelijk aan de orde als dat het nu is. Ik heb u ook goed gehoord, dat u zegt, ga nou nog eens even heel goed nadenken wat je nou precies onder activiteiten verstaat die mogelijk concurrentie vervalsend zijn. Een condoleance, is dat nou wel een bijeenkomst waar je een vergunning 6 weken van te voren voor moet aanvragen of niet? Om maar even aan te geven hoe absurd dat is. Daarmee geef je tegelijkertijd aan, dat het goed is om daar nog eens even heel goed bij stil te staan. Dat het dus niet waar kan zijn dat dat zo lang van te voren zou moeten worden aangevraagd. Ik zeg u bij deze toe om nog eens even met de opmerkingen die u heeft gemaakt terug te gaan naar onze ambtelijke staf om te kijken wat de maximale mogelijkheden nog zijn. Want het is ondertussen ook bekend dat bijvoorbeeld een aantal gemeenten heel scherp hebben gekeken naar de openstelling. Dus de tijden waar ook de heer Stoker het over had in zijn inspreekreactie, waar ook al een aantal fracties over heeft gesproken. Dus ik wil schriftelijk op een aantal zaken bij u terugkomen. Ook op een aantal vragen die u heeft gesteld over de artikelen, de details en de uitwerkingen en de precieze betekenis daarvan. Dat zijn dan artikel 4 en artikel 13. Die heeft u met name genoemd. Kortom, ik zou met u af willen spreken dat we nog nader kijken naar de definitie van wat nou binnen die 10 bijeenkomsten valt. Ik vind het ook goed om te kijken naar de procedure. Zes weken van te voren rondom een condoleance kan niet waar zijn. Dus we moeten heel goed kijken of de procedure niet te zwaar is dichtgetimmerd. Volgens mij heb ik met de beantwoording de belangrijkste dingen, voor zover dat nu in mijn vermogen ligt, aan u teruggekoppeld. Nogmaals wat mij betreft ook maximale ruimte binnen de wettelijke context. Het is voor het eerst dat deze verantwoordelijkheid op het bord van de burgemeester komt te liggen. Geeft u mij daar ook even wat ruimte in, om een aantal dingen te verkennen, wat de marges zijn. Ik kom voor 19 december op een aantal punten schriftelijk bij u terug. De vicevoorzitter: Dank u wel voor de beantwoording. De burgemeester heeft concreet ook een vraag bij de raad neergelegd. Die geef ik u ook in overweging. De vraag om schriftelijk terug te komen op een heel aantal vragen die gesteld zijn, waarin een nader uitgewerkt voorstel zal komen van het college. Neemt u dat alstublieft mee in uw beraadslaging. De heer Potze: Wij hadden in onze eerste termijn geen vragen gesteld, los even van de vraag met welke buurthuizen er gesproken is, maar wij hebben verder geen vragen gesteld. Wij hebben aangegeven dat wij de eindtijd in de verordening gewijzigd willen zien en dat wij de aanvraagprocedure anders willen hebben. Dus die twee punten moeten wat ons betreft echt in een nieuwe verordening naar voren komen willen wij een verordening kunnen steunen. Ik ga er vanuit dat wij in de schriftelijke reactie van het college een reactie op artikel 6.1 gaan krijgen. Dan een aantal suggesties die door andere partijen worden gedaan. Laten we maar eerlijk zijn, ik maak mij daar niet populair mee, maar natuurlijk is er een vorm van oneerlijke concurrentie tussen de horeca en de buurthuizen. Daar hoeven we ook niet geheimzinnig over te doen. Die is er al heel lang. Dus die uitzondering van 10 keer per jaar kan mijn fractie achter staan. Dat is een aantal waarvan wij denken dat het prima zou kunnen werken, mits de aanvragen een beetje redelijk geregeld worden en de eindtijden goed geregeld worden. Mijn fractie voelt er dan ook niets voor om binnen één gemeente, en volgens mij kan dat ook helemaal niet, verschil te gaan maken in buurthuizen. Dat het ene buurthuis 10 keer per jaar een feestje mag doen en de ander 15 keer. Volgens mij is dat een stuk rechtsongelijkheid die we niet moeten hebben. Dan de suggestie die het CDA net deed, of in een dorp ook een andere gelegenheid aanwezig is, een horecagelegenheid, is ook een hele moeilijke. Want dan zou een buurthuis in Ter Apel, omdat daar toevallig andere horecavestigingen aanwezig zijn, het niet mogen. En dat in een dorp als Jipsinghuizen, de Maten enzovoort waar het allemaal niet aan de orde is, dat daar andere regels zouden gaan gelden. Volgens mij is dat in één verordening nooit te doen en creëer je met elkaar rechtsongelijkheid. Mijn fractie hecht er wel aan om dat wel helder op papier te zetten. Die 10 keer is wat ons betreft voldoende. Alleen de vraag is nu even of we deze verordening eind december terug krijgen omdat het echt per 1 januari in moet gaan. Of is er een mogelijkheid, omdat ook de handhaving pas per 1 juli moet, om dat iets vooruit te schuiven? Zodat wij, wij
17 stellen wel een verordening vast die gevolgen gaat hebben voor buurt en dorpshuizen, wel een goede verordening hebben liggen. Om dat allemaal in twee weken aan te gaan passen en overleg te hebben met dorpshuizen, lijkt mij aan de korte kant. Mevrouw Heidekamp: Op zich een heldere beantwoording van de portefeuillehouder, waarin ze zoekt naar maximale mogelijkheden. Ze noemde ook nog even, dat we waarschijnlijk toch wel met elkaar eens zijn dat drankmisbruik onder jongeren beneden de 18 beperkt moet worden. Nou wil ik heel eerlijk zijn. Ik vind zelf de beregeling van alcohol verboden beneden de 18 buitengewoon betuttelend. Ik vraag me ook werkelijk af of we onder de jeugd dan niet juist hele andere problemen stimuleren. Verdovende middelen die weliswaar illegaal maar op ruime schaal verkrijgbaar zijn. Ik vraag mij af, zowel een vraag aan de portefeuillehouder, in hoeverre dat het geen nieuwe problemen veroorzaakt die vele malen groter zijn dan drankmisbruik wat nu tussen 16 en 18 jaar plaatsvindt. Ook de overgangsperiode, jonge mensen die nu mogen drinken en dat straks opeens niet meer mogen totdat zij 18 zijn, waar ook geen overgangsperiode voor wordt afgesproken. Katwijk heeft het geprobeerd en die wordt toch ook door de minister behoorlijk terug gefloten in de poging om toch nog een beetje een werkbaar handhavingsklimaat voor de burgemeester te scheppen. Ik snap de gezondheidsproblemen die samenhangen met jeugdig drankgebruik heel goed, maar ik zie nog veel meer de risico’s met al die andere dingen samenhangen. Wat mij betreft had die regeling er niet hoeven komen en ook niet in de verordening opgenomen hoeven worden. Dat even in reactie op uw toch redelijke stelling dat we het daar waarschijnlijk allemaal mee eens zijn. Daar wil ik heel eerlijk in zijn, dat ik dat niet ben. Niet omdat ik denk dat ze vooral zoveel mogelijk moeten drinken, maar omdat ik denk dat je door dit soort dingen zo te betuttelen een averechts effect krijgt. Dan de uitzondering voor buurthuizen zonder horecagelegenheden in de omgeving. De heer Potze is daar ook heel helder in hoe hij dat ziet. Tegelijkertijd denk ik, want dat is ook door een aantal insprekers nadrukkelijk gezegd, dat sommige buurthuizen daar zo op drijven dat gewoon de hele buurthuisfunctie weggaat. Ik denk dat dan juist heel belangrijk is om aan te geven welke activiteiten dan wel mogen. Dat je zegt, we willen niet dat een buurthuis voor heel Vlagtwedde dat biedt maar bijvoorbeeld wel voor de eigen inwoners. Het gebied waar die buurthuizen een voorziening voor is. Dat je toch tegemoet komt aan het doel. Mensen gaan soms ook naar het buurthuis om het buurthuis in stand te houden. Er zijn allerlei redenen waarom mensen dit soort keuzes maken. Ik denk dat het een heel zorgvuldige afweging vraagt die net even dieper gaat dan alleen dat er oneerlijke concurrentie is. Dat kan best zo zijn en tegelijkertijd denk ik dat het soms gerechtvaardigd is als je ziet welk doel er mee gediend wordt. Dan het uitstellen van de verordening. Misschien is er ook nog een alternatief als dit niet zou kunnen. Om ieder geval de beleidsregels vast te laten stellen en die ook heel nadrukkelijk in overleg met alle buurthuizen nog eens goed langs te lopen. Hoe werkbaar het is? Welke consequenties het heeft? Is er wellicht ook overgangsregeling nodig om wat gefaseerd terug te doen, zodat ze zich ook in hun bedrijfsvoering op kunnen richten. Als je nu pas hoort dat je vanaf 1 januari bepaalde dingen niet meer mag en je hebt daar je hele begroting op gebaseerd dan lijkt het mij toch wel erg snel schakelen voor een buurthuis om dat voor elkaar te krijgen. Dus in ieder geval de beleidsregels zou het college kunnen laten vaststellen. De overgangsproblemen die ik net al even schetste, ook ten aanzien van de jeugd en de handhaving ben ik met name wel heel nieuwsgierig hoe onze portefeuillehouder daarmee denkt om te gaan, ook hoe de politie dat denkt op te lossen. De heer Brunen: Eigenlijk sluit ik mij een beetje aan bij de woorden van de heer Potze en mevrouw Heidekamp. Dit is wel een hele belangrijke verordening. Het dorpshuis is de spil in heel veel plaatsen. Wij hebben het in het verleden over de dorpscoach gehad. Daar zijn hele stukken over geschreven. Zijn wij wettelijk verplicht per 1 januari dit in te laten gaan of hebben wij nog wat meer ruimte? Want dan zou ik toch wel graag zien dat die verordening nog eens goed bekeken wordt en dat er nog meer overleg met de buurthuizen gaat plaatsvinden. Net als meneer Heijne zei, het zijn wel allemaal vrijwilligers en ik denk dat we dat heel goed in de gaten moeten houden. Is er nog uitstel? De heer Heijne: Ik zit nog even met de sluitingstijden, want dan gaan wij eigenlijk ook oneerlijke concurrentie doen. Dan zeg ik, dan moet de horeca ook maar sluitingstijden gaan doen. Dan moeten we maar naar de 1-2-3 methode, wat hier ook wel eens vaker is geopperd in deze zaal. We gaan betuttelen. De buurthuizen hebben een sluitingstijd en de horeca mag dan vrij open zijn. Ik gun het de horeca. Ik ken het fenomeen wat de heer Potze ook zegt, er is concurrentie, dat is heel duidelijk. Ik vind alleen dat je daar als horeca op in kan spelen. Er ligt ook een taak voor de horeca zelf om daar wat aan te doen. Ik geloof dat de horeca zelf ook een heleboel kapot heeft gemaakt in dit verhaal. Laten we het maar eens over de prijzen hebben. Dan wordt er gezegd, alcohol onder jongeren, buurthuizen en jongeren. Ik zie heel veel jongeren op toneelavonden meestal tot een uur of 12.00 daarna nog eventjes nazitten. Meestal is tegen een uur of 01.00 iedereen weg. Alle jeugd, die elke avond in het buurthuis zit is volgens mij niet de doelgroep waar de buurthuizen op draaien. Zijn er mogelijkheden tot uitwijking? Ik geloof van wel. Dat wordt hier namelijk al voorgesteld. Want in januari zullen
18 wij dus al niet gaan handhaven. Dat staat hier in één van de stukken. Daar zijn denk ik wel wat mogelijkheden voor, net als verderop gezegd is. Ook pleiten uw eigen woorden en ik hoop dat u dat met de jeugd, of in ieder geval waar het onder valt, de para commerciële gebouwen, allemaal kunt rondbreien voordat wij de e verordening de 19 zouden moeten vaststellen. Ik weet het, het is de wet, we moeten vaststellen, in ieder geval de ontheffingen. Het zijn niet alleen de begrafenisaanvragen waar je 6 weken van te voren vergunning voor moet aanvragen. Voor iemand die op het idee komt, ik heb thuis geen ruimte, ik ga wel vragen in het buurthuis of er ruimte is. Ja, dan moet hij toch zijn verjaardag kunnen vieren. Waar hebben wij het over. Mevrouw Wijnholds: Ja, wat drank betreft onder de 18, het is nog altijd zo, dat heel veel van 19 drank kopen voor iemand van 17. Dat lost zich vanzelf op. Ook vaak ouders, dat merkt u ook in de zaak, iemand van 15 mag geen tabak kopen. Mevrouw Heidekamp: Dat lost zich vanzelf op? Mevrouw Wijnholds: Ze gaan vanzelf dood en dan krijg je die condoleance bijeenkomsten. Je ziet steeds vaker dat er geen onderscheid meer is tussen horeca en dorpshuizen. Ik vraag me soms af wat het verschil is. Er werd net ook gezegd dat de prijzen hetzelfde zijn. Bijvoorbeeld de NOVO schenkt ook koffie en is geen horeca gelegenheid. In hoeverre is het niet mogelijk om gewoon de dorpshuizen ook horeca te maken. Dan ben je van heel veel dingen af, als de scheidslijn toch steeds kleiner wordt. De vicevoorzitter: Ik kijk even naar de portefeuillehouder of er nog behoefte is om een aantal antwoorden te geven die niet in het stuk voor komen. Mevrouw Kompier: Ik vind het lastig om in herhalingen te vallen. Het lijkt net alsof er helemaal niet is gesproken met dorpshuizen. Maar dat is absoluut niet zo. Er is wel degelijk vanuit onze organisatie met dorpshuizen gesproken. Daar is ook bijvoorbeeld het aantal van tien uitgekomen. Dat is een redelijk aantal. Ik heb toegezegd om dat nog eens mee terug te nemen of dat een voldoende aantal is, of dat je daar kritisch naar zou kunnen kijken. De definitiekwestie hebben we aan de orde gehad. Dan is de vraag in de tweede termijn gesteld of er gekeken kan worden of er een knip kan worden gemaakt tussen het invoeren van de verordening en het invoeren van de beleidsregel. Dat vind ik een goede suggestie. De verordening moet per 1 januari 2014 ingaan. Daar kunnen we niet zoveel aan doen, maar we kunnen wel kijken of de beleidsregel wellicht wat later ingevoerd zou kunnen worden. Want ik ben het met u eens dat het wel op zorgvuldigheid aankomt. En dan liever iets langer de tijd nemen en bijvoorbeeld een goede overgangsprocedure afspreken. Daar kan ik me ook iets bij voorstellen. Kortom wij gaan van een situatie waarin aardig wat activiteiten in para commerciële inrichtingen plaatsvinden naar een situatie waarin we daar in ieder geval wat meer zicht op hebben, zicht op krijgen. Dat moeten we zo goed mogelijk organiseren, zo ruimhartig mogelijk, maar wel binnen de wettelijke context. Dan kom ik terug bij de eerder gedane toezegging, dat ik op een aantal dingen schriftelijk terug kom. De vicevoorzitter: Daar zit dan ook de vraag aan vast wanneer we die schriftelijke beantwoording tegemoet e kunnen zien. Zodat we dat nog ruim voor de 19 december hebben en dat in de fracties kunnen bespreken. Mevrouw Kompier: Ten aanzien van een aantal vragen denk ik dat het redelijk snel kan. Als u zegt dat wij voor e de 19 met alle dorpshuizen overleg hebben gevoerd, dat gaat sowieso niet lukken. Dat hangt er vanaf of wij wat ruimte hebben voor de beleidsregel. Ik kijk even naar Mieke, onze juridische beleidsmedewerker. Hebben wij die ruimte om de beleidsregel wat later in te voeren. Om dat nu even meteen te beantwoorden is de kortste klap. Mevrouw Van Poll: Wanneer nu alleen de verordening wordt vastgesteld en de beleidsregels worden ingetrokken zijn er geen ontheffingen meer. Mevrouw Heidekamp: Zou ik als voorstel mogen doen om de beleidsregel tot nadere regels te bepalen dat er gewerkt kan worden zoals er nu gewerkt wordt totdat de nieuwe beleidsregels zijn vastgesteld. Mevrouw Van Poll: Het is inderdaad wel mogelijk om de beleidsregels nog voor 1 januari 2014 aan te passen. De vicevoorzitter: Zullen wij dan aldus besluiten?
19 Mevrouw Heidekamp: Ik heb nog één vraag niet beantwoord gekregen. Dat is de vraag aan de portefeuillehouder over de handhaving en ook de neveneffecten hiervan. Het gaat vooral om het beperken van alcohol gebruik onder jongeren en wat dat voor neveneffect heeft. Dat ze het op straat gaan nuttigen omdat het gekocht wordt door 19 jarigen, of dat ze zich voor andere middelen meer gaan interesseren. Hebt u daar enige inschatting van gemaakt? Is daar ook overleg over in de driehoek? Mevrouw Kompier: Dat is wat ik net naar aanleiding van de vraag van de heer Kriek ook geprobeerd heb te beantwoorden. Dat we met name een goed plan willen maken voor toezicht en handhaving. En wat mij betreft ook zoveel mogelijk in overleg met de jongeren. Dat doe ik samen met de portefeuillehouder Jeugd, die ook al in goed overleg is met jongeren over deze nieuwe wetgeving. Want dat is natuurlijk waar we aan gebonden zijn. Maar ik ben het met u eens dat het er heel erg op aankomt hoe je organiseert en hoe je dat vervolgens ook handhaaft. Daar hebben we in ieder geval wat meer de tijd voor gekregen, tot 1 juli volgend jaar. De vicevoorzitter: Dan stel ik voor dat dit als een bespreekstuk doorgaat naar de besluitvormende vergadering van 19 december. Ik zie instemmend geknik. Dan is dat besloten. Ik geef het woord terug aan de burgemeester. Dit voorstel gaat als bespreekstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013. 20. Afwijzing verzoek bestemmingsplanwijziging Kloosterveenweg 25 te Ter Apel. De voorzitter: Dan is nu aan de orde afwijzing verzoek bestemmingsplanwijziging Kloosterveenweg 25 waar we ook een inspreker hadden. Ik geef eerst het college de gelegenheid om te reageren op de inspreker. Wethouder Lok: De heer Nijenhuis heeft ingesproken. Hij heeft zijn inspraakreactie schriftelijk aan iedereen doen toekomen. Het blijkt dat de provincie op 11 december nog een keer ter plekke komt kijken. In afwijking van hun eerder ingenomen standpunt geven ze blijkbaar nog ruimte om toch nog eens voor een second opinion ter plekke de situatie op te nemen. Het lijkt dan ook zeer verstandig in deze om de reactie van de provincie aan de hand van deze nieuwe second opinion af te wachten. Het is erg kort dag tussen 11 december en de datum waarop de besluitvormende raad plaats vind. Mijn voorstel aan de raad zou zijn om in afwachting van de eventuele nieuwe reactie van de provincie dit agendapunt door te schuiven naar januari. De voorzitter: Ik kijk even rond of u daarmee kunt instemmen? De heer Schipper: Dit was een punt waar wij ook aandacht voor wilden vragen. U geeft al antwoord zonder dat ik een vraag gesteld heb. Ik heb nog wel een punt dat in de beschrijving van de provincie aan de orde is geweest, namelijk, de landschappelijke inpassing van het materiaal van de heer Veldhuis niet juist zou zijn, terwijl de inspreker meldt dat de buren ook dat soort materiaal hebben. Zou in de overweging die we in januari weer terug krijgen ook dit punt meegenomen kunnen worden. De heer Sinnema: Ik zou de wethouder willen vragen om in de richting van de provincie extra na te vragen of men, omdat men nu alsnog komt kijken, de zorgvuldigheid bij de eerste besluitvorming wel goed in acht heeft genomen. Want in feite ligt hier nu een voorstel voor wat op een haar na gevilt was. Ik vind het eerlijk gezegd een niet helemaal zuivere insteek van de provincie. Mevrouw Veneman: In die zin ben ik het eens met de heer Sinnema. Want er ligt ook al een besluit van de Raad van State. Hoe verhoudt zich dat, dat de provincie nu nog weer een keer wil komen kijken, terwijl er al een besluit ligt van de Raad van State. De heer Brunen: Het blijft een moeilijk dossier. We hebben het in het verleden ook gehad over een bestemmingswijziging op de Oosterkade. Er zijn toen ook allerlei dingen mis gegaan. Eigenlijk zouden mensen die een bedrijf hebben en er komt een bestemming, of het nu een grenscorrectie is of een wijziging in het bestemmingsplan, dat deze burgers daar bericht van krijgen. Daar blijf ik bij. Dat het misschien weer een gemiste kans is. Wil zo´n bedrijf eventueel nog uitbreiden of investeren dan zetten we dat wel op slot. Dan denk ik dat we blij mogen zijn in deze tijd dat er nog mensen zijn die willen investeren. Dat zou ik graag mee willen geven aan het college.
20 Wethouder Lok: De opmerking van de heer Brunen zullen we ter harte nemen. Over het informeren hebben we inderdaad in het verleden al vaker gesproken. We hebben ook aangegeven, dat bij hele grote bestemmingsplannen het soms wel lastig is om daar iedereen van op de hoogte te stellen, maar dat via de algemene bekendmakingen doen. Die discussie hebben we toen gevoerd. Die moeten we nu niet weer overdoen doen denk ik. Ik heb de heer Metselaar gevraagd om ook nog even een reactie te geven op de inhoudelijke vragen van mevrouw Veneman en de heer Schipper. De heer Metselaar: We zijn bezig met een soort drietrapsraket. De heer Veldhuis heeft beroep ingesteld tegen het bestemmingsplan de Linten. Dat was een goede mogelijkheid. Stel dat de Raad van State zou zeggen, dat hebt u verkeerd gedaan en dat moet u corrigeren dan was dat de kortste klap. Het tweede is het verzoek wat nu aan de orde is. De heer Veldhuis heeft gevraagd, die brief ligt bij u, om de oude situatie weer te herstellen. Daar is in overleg met hun een principebesluit gevraagd van het college. De advocaat van de heer Veldhuis heeft dat ook voorgelegd aan het college van GS. Daar heeft het college van gezegd dat willen we niet. Dan zou je dit verzoek wat er nu ligt af kunnen doen en zeggen van herstel van die oude rechten is even niet aan de orde. Een derde mogelijkheid is natuurlijk dat de heer Veldhuis komt met een goed onderbouwt plan, een goede ruimtelijke onderbouwing. Dan moet je, ook de provincie, die hele afwegingen weer doen. Het loopt een klein beetje door elkaar heen. De eerste is afgedaan, de Raad van State heeft besloten dat een simpele correctie niet aan de orde is. De tweede is, geeft u mij de oude rechten terug, daarvan heeft het GS gezegd, daar doen we niet aan mee. En eigenlijk zijn we halfweg de derde, waar gezegd wordt, we komen nog eens even een keer kijken of er misschien nog andere mogelijkheden zijn. Dat sluit aan op het besluit van de Raad van State, waarin de Raad van State zegt, gemeenteraad u kon dat eigenlijk niet beoordelen, want er lag geen concreet voorstel. Dat staat letterlijk in de uitspraak. Het is op zich prima denk ik. De mensen van de provincie komen nog een keer langs. We moeten even zien wat dat oplevert. Er breekt nu ook niets als u even niet beslist. De voorzitter: Daarmee is er ruimte geboden om het door te schuiven naar januari. De heer Brunen: Is er ook iemand van de gemeente bij als de provincie op bezoek komt? Is de heer Metselaar daarbij of kunnen raadsleden daarbij aanwezig zijn? De heer Metselaar: Wij hebben vandaag gehoord dat ze daar naar toe gaan. Wij hebben er verder geen overleg over gehad met de mensen van de provincie. Het is niet ongebruikelijk dat iemand van de gemeente er ook bij is. Mevrouw Heidekamp: De vraag is of het college zich ambtelijk sterk zal maken om het ook te motiveren om daar toestemming voor te geven. Als oorspronkelijk de bedoeling was om mee te werken als GS dat wil, dan denk ik dat het best goed is om dat nog even weer nadrukkelijk te herhalen op het moment dat er mensen van de provincie aanwezig zijn. De heer Metselaar: Natuurlijk kunnen we dat herhalen, maar er is op zich nooit een misverstand over geweest. Vanaf het moment, dat u als raad hier een besluit hebt genomen over de Linten en gezegd hebt, doe je best, hebben wij bij de Raad van State en later ook naar de provincie aangegeven, dat het onze wens is om dit geregeld te krijgen. Daar is geen misverstand over. We kunnen het nog een keer zeggen. De voorzitter: De boodschap wordt nog een keer meegenomen. Dan wordt dit agendapunt van de agenda voor 19 december afgevoerd een doorgeschoven naar de vergadering van januari 2014. Dit voorstel gaat als bespreekstuk naar de meningsvormende raadsvergadering van 14 januari 2014. 22. Vaststellen beheersverordening Emslandermeer. Wethouder Lok: Eerst een reactie op de insprekers en op de brief van de golfclub die aan dit agendapunt was toegevoegd. Om met het laatste te beginnen. De golfclub Westerwolde heeft een brief gestuurd en heeft zich in een wat laat stadium gerealiseerd dat ze eigenlijk wat meer ruimte willen hebben voor bouwmogelijkheden, 200 m² in plaats van 150 m². Toen was het ontwerp bestemmingsplan wat nu voorligt, al het college gepasseerd en onderweg naar de raad. Op zich is het geen probleem om dat aan te passen en dat kan mee met de uiteindelijke vaststelling van het bestemmingsplan. Het kan wat dat betreft gewijzigd worden vastgesteld. Dat zal één van de punten zijn die we u nog meegeven naar de besluitvormende raad toe. Er
21 liggen nog een aantal andere zaken, daaronder ook de twee insprekers van vanavond. Mevrouw Missche heeft ingesproken over de situatie met haar woning. Zij kreeg de suggestie van mevrouw Veneman om een gesprek aan te gaan met de wethouder. Dat zal dan ook moeten gebeuren. Dat lijkt mij een prima suggestie. Op korte termijn zullen wij overleg voeren mevrouw Missche en zal u uw punt nog beter onder de aandacht kunnen brengen. Ook dat zullen wij meenemen naar de besluitvormende raad. Datzelfde geldt voor de heer Kruize. Als we met mevrouw Missche in gesprek gaan kunnen we de heer Kruize niet uitsluiten. Dus met de heer Kruize zal op korte termijn een gesprek plaatsvinden. We hebben eind vorige week een gesprek gehad met mevrouw Van der Heuvel, ook zij heeft haar zaak in een vrij laat stadium nog eens onder de aandacht gebracht. En ook dat punt zullen we nog meenemen naar de besluitvormende raad. Als laatste is er nog een punt over externe veiligheid. Ook daar is nog een late reactie op gekomen. Dat geeft kleine aanpassingen, maar ook dat nemen me mee naar de besluitvormende raad. Dus de raad zal deze punten nog aangeleverd krijgen voor de besluitvormende raad van 19 december. De voorzitter: De wethouder gehoord hebbende, heeft u dan nog vragen? De heer Ter Veen: De wethouder heeft al een aantal vragen van ons beantwoord. Ik heb nog wel een vraag. Zijn er in deze verordening ook de toekomst plannen van het Parc Emslandermeer meegenomen? In het stuk komen we bijvoorbeeld geen informatie over een zorghotel tegen, terwijl het Parc Emslandermeer in de media heeft aangegeven, dat ze daar over nadenken. De heer Sinnema: Nog even over de gedoogbeschikking. Ik kan me niet voorstellen dat het in 2004 bij de vaststelling van die gedoogbeschikking de bedoeling is geweest om daarmee om te gaan zoals ik nu vanavond van de inspreekster heb gehoord. Dat kan ik me niet voorstellen. Ik ben blij dat de wethouder ook zegt dat hij daar naar gaat kijken en dat hij voor de besluitvormende vergadering met een aantal gegevens komt. Hier moet iets aan de hand zijn. Ik vraag met klem om daar goed naar te kijken. Zodat we daar in de besluitvormende vergadering een goed besluit over kunnen nemen. De heer Heijne: Mijn vraag ligt in het verlengde van wat de heer Sinnema zegt. Ik kan me niet voorstellen dat wat mevrouw Missche vertelde dat het samenwonen een criterium is geweest. Misschien staat het er wel in. Dat gaat dan wel heel ver. De heer Hoftijzer: Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Sinnema. Mijn fractie had gedacht dat de hele kwestie van permanente bewoning al was opgelost. Maar het blijkt ons nog steeds te achtervolgen. Ik zou er bij het college op willen aandringen om daar ruimhartig mee om te gaan. Ik heb mij ook verbaasd dat er ook nog weer mensen waren die een bezwaar hebben ingediend en die ook nog weer in het gelijk gesteld zijn rond die permanente bewoning. Kan het college er niet gewoon voor zorgen dat die panden waar het over gaat gearceerd worden in dit bestemmingsplan. Zodat het in één keer duidelijk is zonder dat iedereen daar nog een keer voor aan de deur bij de gemeente moet kloppen. Wethouder Lok: Ik zal deze vragen door onze ambtelijke ondersteuning laten beantwoorden. Het is lastig met die gedoogbeschikking. Het is lastig om de lijn te trekken in dit lastige dossier. We willen ook de functie van recreatiepark in de benen houden. Daarvoor is wel recreatieve bewoning nodig. Er is een bepaald spanningsgebied. Je moet proberen om een zo duidelijk mogelijke lijn te trekken. De heer Metselaar zal daar ongetwijfeld wat op aan te vullen hebben. De heer Metselaar: Vind u het goed dat ik de vraag van de heer Ter Veen ook even meeneem? Wat we gedaan hebben, is de mogelijkheden die het huidige bestemmingsplan kent, kunnen ook onder de werking van de verordening doorgezet worden. We hebben het er met Emslandermeer over gehad. Zij zeiden dat ze voor de toekomst misschien wel wat anders en meer willen. Het maximum wat in het bestemmingsplan zit kan ook in de verordening. Het kan zijn dat Hollema en zijn rakkers met uitbundigere dingen komen die ook niet konden onder het oude plan. Dan zullen we iets met een planwijziging moeten doen. We kunnen niet meer doen dan dat we nu in de verordening gezet hebben. Er waren ook ooit plannen om de golfbaan waar nog recreatiewoningen zouden kunnen komen om te wisselen naar een ander gebied. Die ruimte hebben we wel gelaten maar wel weer op basis van het oude bestemmingsplan. Er zijn geen potjes gebroken voor de toekomst maar er zijn ook geen nieuwe ingezet. Dat is de lijn. Dan de gedoogbeschikking permanente bewoning. Dat is inderdaad een lastige. Er ligt een bestemmingsplan die permanente bewoning voor een aantal gevallen niet 100% uitsluit. Er is beleid geweest van hele strakke gedoogbeschikkingen. En op het moment dat je daar nu een nieuwe regeling oplegt dan krijg je altijd nieuwe grenzen en nieuwe grens conflicten. Dat ziet u ook in de inspraakreacties terug. Mensen die op basis van allerlei informatie daar een
22 kavel, een woning gekocht hebben. Het maakt het nog gecompliceerder dan in het privaatrecht, vooral in het begin van het ontstaan van het park is er gewoon gezegd, koopt u maar een woning, u mag er permanent wonen. We hebben mensen gevraagd, waar wij contact mee gehad hebben en ook tijdens de inspraak, laat ons alsjeblieft die contracten zien. Waar staat dat u een woning voor permanente bewoning hebt gekocht? Een aantal contracten zitten in het dossier. Het staat er niet in. Men koopt een woning en er wordt een brochure overlegd dat er permanent gewoond mag worden. Als je het contract leest dan tekent een bewoner voor de koop van een woning te gebruiken voor recreatie. Dat maakt het zo lastig. Daar moeten we een lijn in trekken. Dat betekent bijna per definitie, bij de keus die je maakt heb je een aantal mensen die zeggen, en ik dan. Er zijn er een aantal die in de loop van dit proces hun woning verkocht hebben in de veronderstelling dat het nooit wat zou worden met die permanente bewoning. En die nu zeggen, dat is ook wat. Daar zitten we mee. En als mevrouw Missche zegt, dat kan toch niet waar zijn dat het hard spelen van de overheid er voor zorgt dat ik niet kan samenwonen met mijn partner. Daar moeten we het over hebben. De wethouder geeft al aan dat mevrouw Van der Heuvel hier geweest is met haar zaken heel goed gedocumenteerd. We hebben het van anderen oprecht gevraagd, laat u het ons zien. U mag van mij aannemen dat u er een stuk of wat overhoudt waarbij u zegt, was dat nu de bedoeling. We hebben het zo ruimhartig mogelijk gedaan. We hebben eerst 2003 gezegd. Daarna, naar aanleiding van inspraak hebben we gezegd dat het niet deugd. Want in 2004 is er een streep getrokken als peildatum. We hebben die beschikking erbij gehaald en ja, er was aanleiding om dat een keer bij te poetsen. We denken dat het stuk wat voor u ligt eervol is. Met die opmerking dat er hier en daar een paar rafelranden zijn. Ik denk dat het goed is dat mevrouw Missche hier is en morgen nog eens gaat uitleggen wat de achtergronden zijn. De heer Sinnema: Ik kan mij in grote lijnen vinden in de woorden die gezegd zijn. Maar wij weten ook maar al te goed hoe we in 2004 die discussie hebben gevoerd. En hoe inderdaad een minderheid aan raadsleden toen ook al met nadruk heeft gewaarschuwd voor de gevolgen van de besluitvorming. Ik vind het jammer dat we anno 3 december 2013 hier nog over spreken. Daarom heb ik ook gezegd dat ik met klem verzoek om hier nu aandacht aan te besteden en te proberen dit op te lossen. Want dit blijft ons achtervolgen. De heer Hoftijzer: Misschien dat ik even mag aansluiten bij de woorden van de heer Sinnema. Zoals mijn beeld is, is het als volgt. Er is een datum vastgesteld, degene die daar voor die tijd woonde en nu nog woont, komt in aanmerking voor een permanente bewoning. Er blijkt nu dat er een aantal mensen zijn die in tussentijd hebben besloten op basis van regelgeving dat ze niet konden blijven. Die gedwongen weg zijn gegaan. Dat zijn de uitzonderingen. Voor die andere groep kan het college toch gewoon regelen en aangeven, want die zijn bekend, het staat in het bevolkingsregister genoteerd wie dat zijn, dat het om een woning gaat waar permanent gewoond mag worden. Zo simpel kijk ik er tegen aan. Dan lijkt het mij geen probleem. Of zijn er heel veel uitzonderingen? De heer Brunen: Ik volg de discussie en de discussie speelt al heel lang. Ik denk dat we eens een keer schoon schip moeten maken en dat we nu daadwerkelijk een oplossing gaan zoeken. Dat wil ik meegeven. Wethouder Lok: Daar hebben we hard aan gewerkt. We komen er op terug. Dit voorstel gaat als bespreekstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013. 23. Actualisering woonschepenbeleid Vlagtwedde / Vaststellen verordeningen. Wethouder Lok: Ik reageer even op de inspreker, de heer Ilcken. De heer Ilcken heeft een aantal zaken genoemd. Die zal ik de revue laten passeren. Ik denk dat de heer Ilcken absoluut een punt heeft als hij zegt dat het er nu netjes uitziet bij mevrouw Lindeman. En dat dat ook alle waardering verdient. Ik denk dat we dat in die zin in de tekst moeten aanpassen. We hopen dat het zo blijft. We zijn daar erg positief over, dat dit bereikt is. En dat dat ook bereikt is in een hele goede samenwerking en samenspraak met mevrouw Lindeman. Dat wil ik gezegd hebben. Verder heeft de heer Ilcken het punt genoemd over een aantal artikelen uit de verordening. Daar moeten we nog eens even goed naar kijken. Een artikel ging over binnentreden. Een artikel ging over hechtenis, strafbaarstelling. We zullen daar nog goed naar kijken of we dat handhaven in de definitieve verordening. Het is meer aan de raad om te gaan over de ureninzet. Het aantal uren is behoorlijk wat hier op ingezet is en ingezet wordt. Het is een heel intensief dossier. Dat rechtvaardigt in mijn optiek het aantal uren zoals dat voor de onderbouwing van het krediet is opgenomen.
23 De heer Ter Veen: De VVD fractie heeft dit voorstel toch wel met enige verbazing gelezen. De woonschepen liggen er al jaren zonder dat zij hiervoor betalen. Sterker nog, het kost de gemeente structureel € 10.000,00 om twee schepen te laten voldoen aan de wet. Dat is toch eigenlijk onaanvaardbaar. Is dit bedrag trouwens ook meegenomen in de begroting? Gezien de lange gedoogsituatie is het niet mogelijk om nu liggelden te laten betalen. Geldt dat ook voor het waterverbruik. Het is toch raar dat de gemeente dit tot nu toe betaald heeft. Overigens is de VVD fractie wel van mening dat er mogelijkheden moeten zijn voor woonschepen. Elke burger moet in principe zelf kunnen kiezen hoe hij wil wonen. De schepen krijgen een vergoeding in de kosten voor het aansluiten op de riolering tot maximaal € 1.500,00. We gaan er vanuit dat de bewoners dit bedrag pas krijgen nadat deze aansluiting is gerealiseerd. Dan nog even een detail, maar wel een belangrijk detail voor de verordening. In de bijlage 23.01 de verordening staat: Gelezen het voorstel van college van burgemeester en wethouders d.d. 5 december 2013. Dit stuk wordt echter nu besproken in de raadsvergadering van 3 december. Het stuk wordt dus blijkbaar pas door het college besproken op 5 december. Klopt deze datum dus wel? Moet het dan niet 5 november zijn. De heer Heijne: De heer Timmermans had hier wat over geschreven. Waar het precies staat in de verordening kan ik niet vinden maar er wordt ergens gesproken of een opmerking gemaakt dat de maximale breedte van een woonschip 5 meter mag zijn. Ik weet niet hoe breed het kanaal is, maar dan blijft er niet zoveel meer over voor de pleziervaart. Daar hadden wij een vraag over. Is dat de normale breedte voor een schip? We vinden het ook jammer dat de riolering niet is aangesloten tijdens het Westerwolde schoon project. Dat had toen mooi meegenomen kunnen worden. We hebben er geen problemen mee dat de mensen een vergoeding krijgen om een aansluiting te maken op het riool. Dat het nog nooit is gebeurd dat is wel een tekortkoming van ons. Ik zou zeggen deze mensen zo snel mogelijk netjes aansluiten. Dan vallen ze onder dezelfde regels als de gemeente ook. Ik neem aan dat je betaald voor je afval en ook betaald voor je water wat je gebruikt. De heer Meendering: Onze fractie is blij met de woorden van de wethouder. Dat hij aangeeft dat er een aantal zaken wel wat netter zijn daar. Het is alleen jammer dat het gebeurt nadat er door een inspreker op gewezen is. Dat is bij dezen gecorrigeerd. Wat wij bijzonder vinden zijn de jaarlijkse kosten voor handhaving. Daarvoor wordt een bedrag van € 10.000,00 gerekend. Dat is een heel fors bedrag als die handhaving wordt uitgevoerd door de Omgevingsdienst. Wij hebben toch een aantal taken overgedragen naar die Omgevingsdienst. Het kan toch niet zo zijn dat wij voor iedere vorm van handhaving, want dat moeten we wel vaker doen in deze gemeente, een extra rekening krijgen van de Omgevingsdienst. Dan kan die rekening wel eens heel fors oplopen de komende jaren. De heer Schipper: Het is toch een heel bijzonder dossier, de woonschepen. In de afgelopen lange periode zijn er situaties gedoogd die wat ons betreft wel heel bijzonder waren wat betreft gelijke rechten en plichten. Dat er nu een verbetering komt en een zekere normalisering komt ten aanzien van het wonen op woonschepen vinden wij een heel goed punt. Maar er zijn wel een paar hele nare punten zoals de inspreker zei. Ik ben ook blij dat de wethouder zei dat hij een paar punten had. Zoals de heer Ilcke zei, de toon in dit stuk is toch, en ik deel helemaal de typering van de inspreker, stigmatiserend. Ik vind dat zoiets in openbare stukken niet aan de orde is. Dat moet neutraal gesteld worden. Ik vraag de wethouder of hij die toon in het stuk voor 19 december wil veranderen naar een neutrale toon die voor iedereen geldt. Dus ook voor de bewoners voor woonschepen. De wethouder zei het zelf ook maar ik wil het graag benadrukken. Kijk goed naar de artikelen 17 en 19. Het lijkt me dat ze niet van toepassing zijn. Wat betreft de kosten. Dat er zoveel kosten zijn voor handhaving is wel heel erg bijzonder. Het lijkt me dat die naar beneden kunnen. Of dat er sprake moet kunnen zijn van normalisering. Dus ook de gewone handhaving van toepassing is. Ik hoor graag de wethouder hierover. De voorzitter: Tot zover uw reacties in de eerste termijn. Wethouder Lok: Als eerste een reactie op de heer Ter Veen. Het is natuurlijk een situatie die vanuit het verleden is gegroeid. Daar kunnen we ons nu over verbazen. Die verbazing is op zich ook terecht. Overige raadsleden hebben ook aangegeven blij te zijn dat nu een en ander geregeld wordt. En dat er voor het water betaald gaat worden. Dat we in overleg met de bewoners een deel van de riolering door hun laten betalen, dat we dat ook zeker stellen. Uw opmerking wat betreft het collegebesluit over 5 december moet 5 november zijn begrijp ik. Ik kom zo nog even op de handhaving terug. De heer Heijne vraagt over de 5 meter breedte. Dat is inderdaad een goed aandachtspunt. Het is natuurlijk nog wel de bedoeling dat de recreatievaart daar kan passeren. Ik weet niet hoe breed het kanaal is. We zullen het nog eens nameten. Dat kijken we nog even na. De heer Schipper geeft aan dat de toon geneutraliseerd moet worden. Ik ben dat met hem eens. Ik heb zelf ook al aangegeven, dat de situatie nu goed op orde is. En het hoort niet zo dat enige vorm van stigmatisering
24 herkenbaar is in dit stuk. Dat zal geschieden. Verder zullen artikel 17 en 19 nagekeken worden of die er in moeten blijven staan. Dan voor wat betreft de handhaving. Er is een schatting gemaakt. Het is niet in de begroting opgenomen, maar er is een schatting gemaakt hoeveel uren handhaving we daar in de toekomst voor moeten rekenen. Misschien is € 10.000,00 te hoog. Het zit in principe in het pakket wat bij de Omgevingsdienst is neergelegd. Maar dan is de vraag hoe zo´n deel van het pakket wordt hierdoor in beslag genomen voordat je daar een extra rekening van krijgt. Het is een dossier waar in het verleden weinig aandacht aan is besteed. Ik blijf met u hopen dat die € 10.000,00 aan handhaving in de toekomst absoluut mee zal vallen. De heer Ter Horst: Ik heb de wethouder geholpen. Ik heb even opgezocht hoe breed die schepen mogen zijn. Wij zitten behoorlijk binnen de norm, want het is eigenlijk 5,80 meter. Dat wou ik nog even meegeven. De heer Heijne: Ik zit even met de laatste woorden van de wethouder die spreekt over het bedrag van de handhaving. Ik kan me indenken dat we in dit huis nog niet helemaal weten hoe. Ik ga er vanuit dat dit in de Omgevingsdienst zit. Daar betalen we voor en naar mijn gevoel niets extra´s. De heer Meendering: Op z´n zachts gezegd schrik ik van de beantwoording van de wethouder en niet zo´n heel klein beetje ook. Want met het dossier Omgevingsdienst hadden we veel moeite. Ik heb persoonlijk ook tegen gestemd. En nu zegt de wethouder dat hij niet precies weet wat er in het pakket zit. Ik heb het idee dat wij een blanco cheque hebben uitgegeven. Ik zou wel heel graag willen weten wat de Omgevingsdienst doet en wanneer komen er aanvullende rekeningen. Daar wil ik buiten de orde van dit punt een toezegging van hebben. Want dit is heel erg onduidelijk. De heer Schipper: In tegenstelling tot de vorige spreker ben ik wel ingenomen met de woorden van de wethouder. Niet het punt van het geld en de omgevingsdienst. Ik ben wel blij dat er een nieuw stuk komt met een betere toonzetting. Met nog een gewogen punt ten aanzien van datgene wat er neutraal in gebeurt, dat er ook nog wordt gekeken naar de kosten, zodat we 19 december een goed besluit kunnen nemen. Wethouder Lok: Wat betreft de Omgevingsdienst. Er zijn afspraken gemaakt over pakketten uren. In principe valt dit daarbinnen. Alleen moet je zorgen dat je daar ook binnen blijft. Het risico bij extra handhaving is dat je daar buiten valt. Maar we zullen dat nog eens uitzoeken en dat aan u voorleggen. U wilt daar blijkbaar verder uitleg over. De heer Meendering: Ik val in herhaling maar dat doet de wethouder ook. In dit voorstel staat heel duidelijk € 10.000,00 extra. De wethouder begint aan alle kanten te twijfelen. Dus ik wil dit echt tot op de bodem toe uitgezocht hebben. Wat nemen wij af. Er is nooit over pakketten gesproken bij die dienstverlening. We zouden daar bepaalde taken neerzetten die vanuit dit huis daar naar toe gaan. Daar valt dit gewoon onder. We hebben veel meer handhaving in deze gemeente. Ik wil hier echt duidelijk antwoord van de wethouder. Dat mag ook schriftelijk en anders gaan we dat in de vorm van schriftelijke vragen indienen bij uw college. De voorzitter: De wethouder heeft daar zojuist een toezegging op gedaan. De heer Potze: Een korte opmerking. Steun voor de opmerking van GroenLinks. Als ik de wethouder goed beluister zou het zo kunnen zijn dat een deel van de handhaving binnen de Regionale Uitvoeringsdienst valt en dan komt er nog € 10.000,00 bij. Ik vraag mij af wat er aan twee woonschepen te handhaven valt dat we daar zoveel geld beschikbaar voor moeten stellen. Dat is ongelooflijk. Wethouder Lok: Ik heb al gezegd dat ik daar op terug kom. Ik heb ook niet gezegd dat we daar geld beschikbaar voor moeten stellen. Dat is ook niet het voorstel, dat is een aanname. De voorzitter: Ik concludeer dat het een bespreekstuk blijft. De heer Meendering: Nog één korte reactie. De wethouder zegt een aanname. Maar ik ga er vanuit dat wij in deze raad geen beslissingen nemen op aannames. Dit voorstel gaat als bespreekstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013. De voorzitter schorst de vergadering.
25
10. Vaststellen verordening Participatieraad. De voorzitter: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is agendapunt 10, vaststellen van de verordening Participatieraad. De heer Eilert: Zoals in het stuk genoemd staat, de verandering in het sociale domein noden ons ook tot verandering inzake de adviesraden. Daarvoor wordt hier nu een verordening Participatieraad neergelegd. Ik moet namens onze fractie zeggen dat de verordening er prima uitziet. En wat volgens ons ook een prima basis biedt aan de Participatieraad om hun werk goed te kunnen doen. Ik heb wel één vraag betreffende artikel 16. Dat gaat namelijk over de overgangsbepalingen. In het stuk zelf werd in eerste instantie genoemd dat de Participatieraad per 1 januari 2014 van start zou kunnen gaan. Maar hier staat ook een overgangsbepaling in. Dat betekent dat, zoals ik het lees, per 1 januari 2014 de Cliëntenraad, de Seniorenraad en de Wmoadviesraad samen de Participatieraad gaan vormen. Mijn vraag is of dit in samenspraak met de diverse adviesraden is afgesproken. Er staat ook dat er een onafhankelijke voorzitter van de Wmo-adviesraad als onafhankelijke voorzitter van de Participatieraad wordt benoemd. Ik neem aan dat dat ook in gezamenlijkheid is besloten. De voorzitter: Dan was ik nog even vergeten om de heer Timmermans welkom te heten. We zijn ongeveer halverwege de agenda. Dus u kunt nog een heleboel mee maken. De heer Brunen: Wij zijn blij dat dit toch vrij snel tot stand is gekomen. Er wordt steeds gezegd dat er veel dingen op ons afkomen. Deze Participatieraad is er nu en dat is heel belangrijk. Dan kun je toch maar zien dat je als kleine gemeente sterk bent. Want dit is toch zeer snel gerealiseerd. Ik denk dat dat heel belangrijk is. Mevrouw Wijnholds: Het instellen van de Participatieraad in plaats van de drie afzonderlijke raden vinden wij een goede zaak. Want er hoeft nu maar aan één raad advies te worden gevraagd zodat er sneller en efficiënter gewerkt kan worden. Wij hebben nog een inhoudelijke vraag over de verordening. In artikel 5.2 wordt gesteld dat de leden in principe woonachtig moeten zijn in de gemeente Vlagtwedde. Dat betekent dat als je gaat verhuizen dat je toch nog deel uit kunt blijven maken van die raad. Of dat er in noodgevallen iemand vanuit een andere gemeente in die raad kan. Bij artikel 6, beëindiging lidmaatschap staat dat het lidmaatschap eindigt door verhuizing buiten de gemeente Vlagtwedde. Dat lijkt ons enigszins met elkaar in tegenstrijd. Misschien dat daar nog even goed naar gekeken kan worden. Bij artikel 5.4 wordt aangegeven, dat de leden geen lid mogen zijn van een bestuursorgaan van de gemeente Vlagtwedde. Daar wordt uiteraard het college mee bedoeld, mar ook de raadsleden. Maar om nog meer objectiviteit te waarborgen zouden wij het graag willen uitbreiden met dat ook mensen die op de kieslijst van een politieke partij staan en dus vaak ook in de schaduwfractie mee praten en op die manier invloed hebben op de raad, ook niet in de Participatieraad mogen zitten. Dan weet je zeker dat de raad objectief bezig kan zijn. Mevrouw Heidekamp: Om te beginnen een reactie op de laatste woorden van mevrouw Wijnholds. Volgens mij kan iedere burger en inwoner, tenminste dat hoop ik, invloed hebben op deze raad door mensen rechtstreeks te benaderen. Niet alleen de mensen die op kandidatenlijsten staan. Dan zouden mensen die lid zijn van een politieke partij niet eens in de Participatieraad kunnen. De Participatieraad gaat juist om actieve burgers die meedenken en dat zijn regelmatig mensen die ook politiek actief of geïnteresseerd zijn. Ik begrijp niet hoe zo´n voorstel gedaan kan worden. Wij zijn als CDA blij dat er nu één gebundelde raad is. Dat hebben we ook al eens eerder aangeven, dat we hopen dat daarmee ook minder vaak de raad vergeten wordt. Er is wel eens gezegd dat de één wel is gehoord en de ander niet. Met enige regelmaat kwamen hier klaagbrieven en oproepen aan de raad om daar scherp op te zijn. Vraag het college om terug te gaan en dan pas met een voorstel te komen. Dus ik denk dat het heel goed is. Hier zien we ook dat er in het voorstel Sellingen, 5 december 2013 staat. Misschien is het goed om alle raadstukken van vanavond even te checken op de datum. Dat zou wel eens een vaker voorkomende fout kunnen zijn. Wethouder Lok: Op de vraag van de heer Eilert kan ik antwoorden dat dit eigenlijk een zeer bottom-up proces is geweest. De Participatieraden zijn zelf bezig geweest met deze verordening. Zij hebben dit voorgelegd. We hebben dit in goed overleg vanuit het college met de verschillende raden kunnen vaststellen. Die overgangsregeling is ook in goede samenspraak tot stand gekomen, evenals de voorzittersrol. Het is met alle drie de raden afgestemd. Dank voor de positieve opmerkingen. Mevrouw Wijnholds heeft een goede vraag in de zin van hoe het nu zit met het woonachtig zijn in de gemeente Vlagtwedde en even later, in artikel 6, als je verhuisd. Daar lijkt iets tegenstrijdigs in te zitten.
26 Misschien is het ook wel tegenstrijdig. Ik kom daar nog op terug. Een goede opmerking. Voor wat betreft het aanpassen van artikel 5.4 en het uitbreiden met kieslijsten. Dat zou ik ontraden. De heer Eilert: Mijn fractie heeft ook geen behoefte aan verder beperking voor wat betreft het benoemen van leden, niet anders dan hier staat vermeld. De voorzitter: Kan ik concluderen dat dit een hamerstuk wordt voor 19 december. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013. 11. Vaststellen verordening Lijkbezorgingsrechten gemeente Vlagtwedde 2014. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013. 12. Vaststellen Marktverordening Gemeente Vlagtwedde 2014. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013. 13. Vaststellen verordening Marktgelden weekmarkten Ter Apel en Vlagtwedde 2014. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013. 14. Vaststellen verordening Onroerende-zaakbelasting gemeente Vlagtwedde 2014. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013. 15. Vaststellen verordening Reinigingsheffingen gemeente Vlagtwedde 2014. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013. 16. Vaststellen verordening Rioolheffing gemeente Vlagtwedde 2014. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013. 17. Vaststellen Legesverordening gemeente Vlagtwedde 2014. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013. 18. Vaststellen verordening Forensenbelasting gemeente Vlagtwedde 2015. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013. 19. Regionaal Transitie Arrangement decentralisatie Jeugdzorg. De heer Eilert: We hebben alle stukken uitgebreid doorgenomen. We treffen ook een brief aan in de stukken. Dat is een brief aan de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd van de heer van Gelder, voorzitter van de stuurgroep Transformatie Jeugdzorg Groningen. Hij noemt daarin een aantal zaken, die mij toch wel enige zorgen baren. Hij heeft het er namelijk over dat er meer helderheid over de budgetten moet komen, dat er meer helderheid over de zorg die hier uit betaald moet worden moet komen. Met andere worden er is blijkbaar zorg over de aanstaande bezuinigingen. Wat ik eigenlijk van de portefeuillehouder wil weten is, wat betekend het nu voor onze gemeente als we het hebben over die zorg over budgetten en die zorg die daaruit betaald moet worden. Kunnen wij straks ook nog voldoen aan de zorg die wij nu ook geven, is dat straks ook nog mogelijk voor cliënten uit deze gemeente? Mevrouw Heidekamp: Een uitvoerige stapel documenten over een heel belangrijk onderwerp wat ons allemaal raakt en wat ons allemaal bijzonder bezighoud, hoe we straks die nieuwe taken gaan opvangen in deze gemeente en in de regio in gezamenlijkheid met andere spelers. Complimenten voor de volledigheid en de duidelijkheid van het stuk. Er blijkt ook heel duidelijk uit die duidelijkheid dat er nogal wat onduidelijkheden zijn. Want er worden diverse voorbehouden gemaakt die nu eigenlijk nog niet in te vullen zijn omdat daar of de wetgeving nog helemaal niet helder over is of daar ook de financiën nog onvoldoende voor inzichtelijk zijn. Tegelijkertijd wordt wel gekozen voor het maken van volumeafspraken met partijen die nu jeugdzorg aanbieden. Dat betekent wel dat daarmee eigenlijk vooruitlopend op de budgetten voor de diverse taken binnen het sociale domein nu eigenlijk geld vast gelegd wordt. En de vraag is even in hoeverre dat financiële risico wat we hebben vanwege de onduidelijkheden nu straks wat groot wordt op het moment als die verschillende taken op ons afkomen en bepaalde partijen er nu op rekenen dat ze voor 2014, 2015 op een
27 bepaalde volume-afname mogen rekenen. Het voorbehoud richting de raad, we weten het allemaal nog niet, wordt als ik het goed lees in dit document naar die zorgpartijen toe eigenlijk onvoldoende gemaakt. Als je er vanuit gaat dat er straks gekozen wordt voor ontschotting van financiën voor de verschillende onderdelen van het sociale domein dan loopt deze hele regio wel een behoorlijk risico door nu al volumeafspraken voor jeugdzorg te maken. En de vraag is even in hoeverre we daar nu al voor zouden moeten kiezen. Dat is even een vraag aan de wethouder om dat nader toe te lichten. Zeker ook als een van de redenen waarom bij de decentralisatie fors op onze budgetten zal worden gekort is de veronderstelling dat dingen anders zouden kunnen als nu gebeuren. We begrijpen dat het nodig is om nu al afspraken te maken met de huidige aanbieders, om in ieder geval te borgen dat kinderen niet zomaar tussen wal en schip raken. Dat kan natuurlijk desastreuse gevolgen hebben die we niet willen en tegelijkertijd willen we ook een vernieuwing, want anders weten we zeker dat we de korting die met de decentralisatie gepaard gaat niet zullen realiseren. Het stuk is niet helemaal helder hoe we daar gaan komen. We snappen dat het heel erg lastig is op dit moment. Maar tegelijkertijd lijkt de financiële prikkel naar de instellingen bij voorbaat al een beetje weggenomen te zijn. De vraag is hoe dat door de wethouder wordt gezien. Dan de innovatie op zichzelf. In hoeverre wordt er gekozen voor dingen die lokaal gebeuren en dingen die regionaal of boven regionaal gebeuren. Ook dat lijkt in het stuk niet echt beantwoord te worden. Wat gaan we nu lokaal doen? Want alles boven lokaal of regionaal of zelfs provinciaal lijkt nu niet echt de decentralisatie slag te worden die voorzien was. Ook graag antwoord van de wethouder. Welke dingen gaan we nu zelf doen met andere mensen dan op dit moment vanuit andere organisaties? Dat zijn een aantal vragen. Wat gaat deze gemeente nu zelf fysiek doen en wat laten we nu zoals het altijd al was? Wethouder Kuipers: Om te beginnen is dit een voorstel aan u wat een beetje ongelukkig tot u is gekomen. Je zou kunnen zeggen in een tweetrapsraket. In eerste instantie was het de bedoeling, en dat heeft u ook uit de brief waar de heer Eilert op doelde van de Transitiecommissie Stelstelherziening Jeugd kunnen lezen, dat in beginsel de vraag voorlag aan colleges om een principebesluit over het Transitiearrangement, het Groninger model, en de transformatie te nemen. Dat is in gezamenlijkheid van 23 gemeenten ook gebeurd. Later kwam diezelfde Transitiecommissie tot inzicht om de raden datzelfde besluit te laten nemen. Daarom ligt het nu later bij u voor dan het collegebesluit. Dat is één opmerking. Een tweede opmerking is dat het in feite op dit moment een formaliteit is waar het gaat over het regionaal transitiearrangement. Een formaliteit omdat het gezien moet worden als een stuk ter beoordeling van hoever de provincie nu staat in het ontwikkelen van deze hele transitie van de jeugdzorg. Een soort document wat voorgelegd wordt aan de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd om te verifiëren hoever de provincie daar in staat. Onlangs is er een reportage op de televisie geweest waarin in kleur aangegeven stond, in rood, groen, oranje, hoever de diverse provincies waren met hun huiswerk. De provincies Groningen, Friesland en Drenthe waren daar in het oranje aangegeven. In het westen waren een tweetal gemeenten in het groen en de rest van de gemeenten waren nog in het rood. Omdat volgens diezelfde Transitiecommissie dat huiswerk nog niet op orde was. Daar vooraf. Het is eigenlijk een formeel document wat dient ter beoordeling van de Transitiecommissie Stelselherziening, hoever staan provincies nu in deze ontwikkeling. Alle tekst die er onder staat geeft eigenlijk een antwoord op die vraag. Namelijk dat er meer voorbehouden zijn dan oplossingen. Al die oplossingen die er niet in staan zijn er ook nog niet. Die hangen uitsluitend en alleen maar samen met de beschikbare budgetten die we op termijn voor deze Stelselherziening kunnen verwachten. Per 1 januari 2015 zou e.e.a. in moeten gaan en op dat moment moeten de budgetten ook duidelijk zijn. Intussen is al door de Tweede Kamer gezegd dat ze hun best doen om die budgetten voor 1 januari 2014, eigenlijk zou dat al 1 december jl. moeten zijn, helder te krijgen. Zodat we in de aanloop naar 2015 ook afspraken kunnen maken met aanbieders van het nieuwe stelsel en dat geleidelijk in kunnen voeren. Inmiddels is het zo dat die datum over de jaartelling is getrokken, dus 2014. We moeten maar afwachten in welke periode van 2014 dat is. Dat zou best bij de meicirculaire pas kunnen gebeuren zoals recentelijk bleek. Als dat zo is, dat we pas bij de meicirculaire horen wat de budgetten zijn, en die kant gaat het een beetje op en u weet ook dat de meicirculaire vaak in juni of juli op de tafel ligt en niet in mei, dan is het al heel moeilijk om te praten over concrete budgetten ten aanzien van de hele transitie jeugdzorg. Dat is een enorm probleem, waar we ook zowel op ambtelijk niveau als op bestuurlijk niveau constant over praten, wat doen we nu wel en wat doen we nu niet. Om alles wat er op dit moment gebeurd in beeld te krijgen wordt er op dit moment ontzettend intensief overlegd. Dat sluit ook een beetje aan bij de vraag van mevrouw Heidekamp. Wat doen we nu op dit moment als gemeente en wat doen we nu op dit moment als zorgaanbieders. Dat is ook hetgeen wat geïnventariseerd wordt, want daar moet de continuïteit in zitten. Als je daar een kink in de kabel krijgt dan krijg je het probleem dat bepaalde personen van zorg worden onthouden, daar waar ze het nu wel hebben. Het probleem daarbij is dat zowel gemeenten als zorgaanbieders in een discussie daarover niet praten over dezelfde kengetallen. Iedereen heeft een andere perceptie bij bepaalde vormen van zorg en bepaalde vormen van omschrijving van die zorg. Wat wel duidelijk is dat er een basis arrangement moet komen plus een gedeelte flexibele zorg en een gedeelte specialistische zorg. Over de
28 specialistische zorg, bijvoorbeeld ´t Pootje, zijn we het snel over eens. Dat is gauw afgebakend. Alle gemeenten zijn nu bezig om de basiszorg voor hun eigen gemeente in te vullen. Daar zijn we ook met deze gemeente druk mee bezig. Maar de flexibele zorg is nogal discutabel. Dan loop je tegen het feit aan dat de zorgaanbieders op dit moment niet goed in beeld hebben hoeveel geld ze nu uitgeven aan welke vorm van zorg. Waarbij nog de discussie gaat optreden of we over hetzelfde praten als we daar over praten. Een en tweede fenomeen is dat zorgaanbieders in dit stadium van de budgetbeschikbaarstelling van het rijk ook nog niet zo bereid zijn om hun boekhouding op tafel te leggen om te zeggen van dat doen we wel en dat doen we niet. Want als dat wel gebeurd dan hebben geen ruimte meer gegeven aan de discussie daar waar het gaat over het oplossen van frictieproblemen. Dat is een van de onderdelen, frictieproblemen oplossen. Stel dat zorgaanbieders straks minder kunnen afzetten als nu gevraagd wordt dan is de afspraak dat in een bepaald frictieperiode dat wordt teruggebracht middels budgetten die aan de gemeenten worden verstrekt. Ik zit in het onderdeel van de voorbehouden die zijn gemaakt in dit stuk. Dat betekent dat budgetten niet duidelijk zijn, de kengetallenomschrijving is niet duidelijk. Het is niet duidelijk wanneer het budget afkomt. Het is ook niet duidelijk of de bezuinigingen wel of niet ingevoerd gaan worden. Het is ook niet duidelijk of 1 januari 2015 nog wel haalbaar is wanneer je pas in juni of juli weet wat er gaat gebeuren. Intussen zijn de gecontinueerde zorgafspraken wel gemaakt. Nu nog voor een groot gedeelte door de provincie. Die zijn gemaakt voor 2014. En sommigen hebben een overloop in 2015. Maar daar waar het gaat over anticiperen moet vanaf 1 januari 2014 eigenlijk de afspraken door de onderliggende gemeenten worden gemaakt om ook voor 2015 en 2016 die zekerheid te kunnen bieden. Vaak zijn het meerjarige contracten. Het probleem daarbij is dat we op dit moment wel praten over de verleningen van die contracten maar daar nog niet een label van geld aan kunnen hangen. Omdat het totale budget nog niet duidelijk is. Dat vindt u terug in al die voorbehouden. Het is daarom ook een heel vaag verhaal. Zo vaag praten we ook in de stuurgroep Jeugd en in de bestuurlijke vergaderingen over jeugd, over deze materie. Meer kan ik er eigenlijk niet aan toe voegen. Ondanks alle ingewikkeldheid en de vele tekst die er staat blijft het op dit moment een vaag verhaal daar waar het gaat om budgetten en concreetheid van de invulling. Het is wel zo dat we in het Groninger model hebben gezegd dat we de lat niet gaan leggen bij exact 2015. We hebben nu al ingeschat dat we daar 2015 tot en met 2018 voor nemen om een geleidelijke invoering van dit stelsel teweeg te brengen. Je kunt niet in één keer de zaak laten kieperen per een datum van 1 januari 2015. De heer Eilert: Het antwoord van de portefeuillehouder maakt het er niet makkelijker op om er iets van te zeggen. Dat maakt het alleen maar ingewikkelder. Ik heb tevens ook in het stuk gelezen dat binnenkort de kadernota, die juist de doorkijk biedt, met betrekking tot de vormgeving van de jeugdzorg er aan zit te komen. Daar hebben we denk ik wat meer aan. Dat geeft meer weer hoe dat uiteindelijk zijn vorm moet gaan krijgen. Want nu zitten er zoveel voorbehoud in daar waar het gaat om budgetten en bezuinigen. Het is heel lastig om daar iets van te zeggen. Je moet eerst een beter beeld hebben hoe de hele jeugdzorg verder ontwikkeld. Ik zou eigenlijk eerst eens die kadernota willen zien, die de doorkijk geeft, om hier ook wat van te kunnen vinden. Mevrouw Heidekamp: Ik sluit mij in grote lijnen aan bij de reactie van de heer Eilert. Het wordt er inderdaad niet eenvoudiger op. Het is ook geen eenvoudige zaak. Het is ook goed dat we de verschillende stadia van de ontwikkeling mee maken als raad. Ik zou de wethouder willen adviseren om ook nog eens te kijken naar andere gebieden in Nederland waar ook omgegaan wordt met deze materie. Hij maakte de opmerking dat instellingen en zorgaanbieders op dit moment geen inzage willen geven in hun financiën. In de kop van NoordHolland is voor een andere aanpak gekozen. Daar zijn geen volumeafspraken met de zorgaanbieders gemaakt. Daar is juist gezegd dat ze onderhandelingen willen starten op basis van de cijfers, zowel van de zorgbudgetten als eigen reserves en de kosten die gemaakt worden. Om te kijken per instelling en per organisatie welke kracht ze zelf hebben om de transitie te maken. Ik denk dat het goed is om in de onderhandeling om ook dat soort ervaringen op te doen van andere gebieden. Dat wellicht toch ook meer het gezamenlijk optrekken met de zorgaanbieders tot stand kan komen. Uiteindelijk is het niet alleen de zorg en de verplichting voor provincie en gemeenten om te komen tot een goede transitie maar ook voor huidige zorgaanbieders. Want die hebben er ook alle belang bij dat in de hele decentralisatie zij niet zomaar gepasseerd worden. Hun personeel is niet alleen goed opgeleid en er goed voor gekwalificeerd, zij hebben ook de jeugdigen in zorg. Beide kanten hebben er belang bij dat het op een soepele manier gaat. Ik denk dat het bewaken van het eigen instituut de innovatie in de transities behoorlijk op slot kan zetten. Ik wil de wethouder met klem vragen om alles wat mogelijk is in het werk te stellen om mensen van hun eigen heilige huisjes af te halen. Want ik denk dat we in de transitie met elkaar de omslag moeten krijgen dat we het anders gaan doen dan we deden. Daar hoort ook openheid bij over de problemen waar je als organisatie tegen aan loopt. Zodat je met elkaar kunt kijken hoe dat soepel kan. Zonder te garanderen dat de organisatie zoals die nu bestaat kan blijven bestaan. Dat kun je in dit transitietraject niet garanderen. Je kunt wel zeggen dat je er gezamenlijk zorgvuldig mee om gaat. Maar daar hoort ook een stukje openheid van hun kant bij. Dat zou ik nog mee willen
29 geven in de verdere onderhandelingen, om daar zorg en aandacht voor te hebben. Verder wens ik de wethouder heel veel succes met het goed en gereguleerd naar ons toe halen van die dingen die we zelf kunnen. En het goed beleggen op een andere plek waar dat nodig is. Wethouder Kuipers: Ik ben het helemaal eens met de woorden van mevrouw Heidekamp daar waar het gaat over de zorg en de inspanningsverplichting die er moet komen. Als ik het even knip in waar we nu over praten dan is dit, wat ik al zei, een formele stap ter vaststelling van het plan wat in Groningen wordt ontwikkeld en niet meer dan dat. Plus alle voorbehouden die daarin zijn gemaakt. Het tweede wat ik zou willen zeggen is dat de jeugdwet nog bekrachtigd moet worden. Als dat bekrachtigd is kan het transitieplan worden ingevuld. Dan pas kun je ook inhoudelijk gaan praten over de vorm, nog niet over de budgetten die daar bij horen. Dan kun je over de vorm gaan praten. Dat zijn trajecten in ontwikkeling die ons allemaal nog te wachten staan. Maar het wordt wel tijd dat ze eens afkomen. Om uw beeld nog wat ingewikkelder te maken. We praten langzamerhand bijna maandelijks met zorgaanbieders op bestuurlijk niveau. Zorgaanbieders organiseren zich in bepaalde kerngroepen. Onder die kerngroepen liggen weer allerlei andere zorgaanbieders die een woordvoerder hebben aangewezen om in het bestuurlijk overleg te onderhandelen. En die moeten voor elk wissewasje terug naar hun kerngroep om te vragen welke ruimte er is in het budget en welke ruimte is er in beleidsinzichten. Ik dacht dat de RUD moeilijk was, maar dat was een leesplankje vergeleken bij dit. Mevrouw Heidekamp: Zonder dit al te simpel te willen voorstellen denk ik wel dat het in deze transitie zo is dat zorgaanbieders zich wel goed van hun positie bewust moeten zijn. Het is niet zo dat ze achterover kunnen leunen en kunnen denken dat zij het willen zoals ze het willen hebben. Ik denk dat het in de onderhandeling goed is om signalen af te geven hoever we daarin willen gaan in het niet praten met de mensen die mogen beslissen. Anders kun je een heel lang traject krijgen waarbij we in 2018 nog geen euro hebben bezuinigd en de zorg nog net zo georganiseerd is als nu. Dan hebben we met elkaar een enorm financieel probleem. En hebben we ook niet de innovatiekracht bereikt die wij door onze lokale bekendheid zouden kunnen bereiken. Wethouder Kuipers: Mevrouw Heidekamp slaat de spijker precies op de kop. Het is een cultuuromslag wat bij zorgaanbieders teweeg moet worden gebracht. Zij waren altijd gewend om vanuit de aanbodzijde zorg te leveren en daar ook voor betaald te krijgen. Ze moeten nu de cultuuromslag maken om vanuit de vraagkant zorg te leveren. Dat levert frictie op. Daar moet een oplossing voor komen. Vandaar dat ze zo terughoudend zijn om die getallen vrij te geven. De heer Eilert: Ik deel de woorden van mevrouw Heidekamp. Het is altijd beter en makkelijker te praten met onderhandelaars die ook een mandaat hebben. En die ook daadwerkelijk beslissingen kunnen nemen. Volgens mij heeft de portefeuillehouder ook ruime ervaring in het onderhandelen. Dat moet goed kunnen komen. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013. 21. Aankoop pand Molenplein 25 Ter Apel. De heer Potze: U bent vaak van mijn fractie gewend dat wij in de meningsvormende raad al een helder standpunt hebben. Dat hebben wij ten aanzien van dit stuk nog niet, omdat mijn fractie nogal twijfelt, of dit besluit op onze steun kan rekenen. Het is op zich wel een logisch verhaal. De totale bezuiniging op bibliotheekwerk zou in ieder geval € 25.000,00 al gerealiseerd worden door de aankoop van deze Hesse bibliotheek. Wij zouden toch wel graag wat nadere onderbouwing en wat meer argumentatie van het college willen. Men geeft namelijk aan dat dit pand als een strategische aankoop wordt gezien. Ik zou graag van het college daar wat meer onderbouwing willen hebben. En ook over de regel waarin staat dat er door de aankoop beter kan worden ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen. Dan wordt als argument gegeven: Met name de toenemende digitalisering is in de toekomst van grote invloed op het bibliotheekwerk. Dat is ook zo. Alleen is het de vraag wat het te maken heeft met de aankoop van een pand. Dan ben ik benieuwd of het college ook bereid is om te kijken naar wellicht een bredere invulling van het gebouw dan alleen maar geschikt te maken voor bibliotheekwerk. Ik zie GroenLinks al kijken, het zal waarschijnlijk gaan om de VVV. Heeft het college naar dergelijke ontwikkelingen gekeken. Is dat ook één van de redenen waarom men dit pand wenst aan te schaffen. Want dan zou het als strategische aankoop kunnen worden gezien. En wellicht dat het college ook gekeken heeft naar marktpartijen die wellicht een deel van het gebouw gaan gebruiken in de toekomst. Graag een reactie.
30 De heer Meendering: Het is altijd goed om te horen dat de PvdA na anderhalf jaar toch weer bepaalde dingen ziet die wij al eerder geroepen hebben. De multifunctionele invulling van dat gebouw. Helaas, het VVV gebouw staat er inmiddels. Het was ook heel erg duur. Op deze manier een bezuiniging realiseren bij de bibliotheek is een prima ontwikkeling. Daar worden meerdere partijen beter van, zeker de lezers bij de bibliotheek. Maar er staan in het stuk een aantal onduidelijke zaken. Er staat, de kapitaalslasten bedragen maximaal € 65.000,00. Dit is een aankoop met een duidelijk afgerond bedrag. Wij zijn toch gewend dat dit soort bedragen er duidelijk in staan. Vanwaar dat maximaal? Dat kan toch op de euro nauwkeurig in dit stuk staan. De onderhoudsreserve wordt overgedragen aan de gemeente. Maar daarnaast maakt dit pand ook deel uit van de Vereniging van Eigenaren. Dus naast een onderhoudsreserve zijn er ook nog wat andere verplichtingen aan zo´n Vereniging van Eigenaren. En die zouden dan ook nog bij de jaarlijkse lasten horen. Graag een korte toelichting daar op. Mevrouw Veneman: Wij waren ook benieuwd naar de toekomstige ontwikkelingen die genoemd worden in dit voorstel. Ik kan dat zelf niet zo goed overzien. Is het economisch haalbaar? Hoe zit het Hessefonds erin? Het is natuurlijk wel zo dat de bibliotheek heel goed heeft gescoord de laatste jaren. Wat betreft de digitalisering vroegen wij ons af wat dat te maken heeft met de aankoop van deze bibliotheek. Dat zijn wat vragen die wij hierbij stellen en waar wij graag een antwoord op willen hebben. Mevrouw Wijnholds: Veel dingen zijn al gezegd. In het voorstel wordt heel erg gegoocheld met cijfers waardoor er bij onze fractie wat verwarring ontstaat. Er wordt een koopsom betaald van ruim een miljoen en daarnaast wordt ook nog gesproken over een onderhoudsvoorziening van ruim een ton. Is er ook een onderbouwing van deze voorziening. Het is ook onduidelijk hoe deze bedragen gedekt gaan worden. De koop wordt gedekt door het verlagen van subsidie, maar hoe wordt de voorziening dan gedekt is niet duidelijk. Er wordt gesproken over kapitaallasten van maximaal € 65.000,00. De onderbouwing daarvan is ook onduidelijk. Dan nog een rekensom, lasten € 65.000,00, dekken door verlagen van subsidie van € 86.000,00 is een voordeel van € 21.000,00. In het voorstel wordt gesproken over € 25.000,00. Dan wordt in de begroting uitgegaan van bezuiniging van € 100.000,00 in 2017 en wordt die bezuiniging nu verlaagd met € 25.000,00 of met € 86.000,00. Dan ontstaat er nog een groter verschil. Het pand is deels gerealiseerd met gemeentelijke subsidie. Om welk bedrag gaat het? En is dit bedrag in mindering gebracht op de koopsom of betalen we die subsidie twee keer? Ik wil graag een goede onderbouwing van de financiën. Het is net ook al gezegd door andere partijen, het is voor ons ook absoluut niet duidelijk wat het nut en de noodzaak van deze investering is. Dus ook daar graag meer informatie over. Wethouder Lok: De bibliotheek in Ter Apel, een prachtig pand, de Hesse bibliotheek. Een pand en zeker een bibliotheek om trots op te zijn. We zijn in de prijzen gevallen het afgelopen jaar. Het valt wel op in de vergelijking met andere bibliotheken die ook in de prijzen zijn gevallen dat de bibliotheek in Ter Apel een vrij groot vloeroppervlak heeft. Daar is in mijn beleving meer mee te doen. Gelet ook op de ontwikkelingen in het bibliotheekwerk. Er wordt meer van de E-reader gebruik gemaakt. Die ontwikkeling ligt voor ons. Meer dan het volume aan boeken wat nodig is. Er zal op termijn, gelet op de ruimte die er aanwezig is, meer ruimte ontstaan. Het noopt wel tot nadenken over de toekomst van het pand en de bibliotheek. We zitten nu in een stadium waarin de Stichting Openbare Bibliotheken Zuid-Groningen aangegeven heeft zelf te willen stoppen met werkzaamheden, omdat ze voor zichzelf te weinig emplooi meer zien en de uitvoering door Biblionet gebeurd. Je kunt het pand weer in een stichting onderbrengen, maar de vraag is dan, hoeveel regie heb je dan nog op de ontwikkeling van deze bibliotheek. Wij willen graag die regie zelf houden. Daarom spreken we ook over een strategische aankoop als we dit zouden aankopen. Gelet op de geschetste toekomstige ontwikkelingen en ook gelet op de bezuinigingstaakstelling die we in de bibliotheek nog hebben te gaan denk ik dat het goed is om de regie te hebben op het pand. Dat we dat niet weer in een stichting zetten. Dat we actief gaan kijken naar alternatieve invullingen in de nabije toekomst. We denken dat daar wel mogelijkheden voor zijn. De heer Meendering heeft natuurlijk altijd zijn VVV, tegenwoordig Toerist-info, in het vizier. Dat is toen niet gelukt. In mijn beleving zijn er alternatieven voor handen. Alleen daar zijn nog geen concrete zaken in te noemen. Maar het is een kans. Het is een kans om de vloeroppervlakte beter te benutten en daar in de toekomst in samenspraak met de bibliotheek en misschien wel in combinatie met de activiteiten van de bibliotheek verdere invulling aan de bezuiniging te geven. Vanuit dat spoor wordt er hier over een strategische aankoop gesproken. Mevrouw Wijnholds stelt een aantal vragen heel snel achter elkaar over de financiering. Dat heb ik niet zo snel op kunnen schrijven. Wij kopen de bibliotheek tegen de boekwaarde. Er zit bij de stichting nog een onderhoudsvoorziening van € 122.000,00. Die wordt van de boekwaarde afgetrokken. Daarmee komt er een bedrag van ruim een miljoen als verkoopprijs. Dat bedrag wordt natuurlijk gefinancierd middels kapitaallasten. Mevrouw Wijnholds vraagt waar die kapitaallasten op gebaseerd zijn. Normaal gesproken is dat een vaste staffel in onze organisatie. Als je een bepaald bedrag gaat dekken reken je daar een vaste staffel kapitaallasten aan toe. Ik ken die staffel niet precies. Je komt in ieder geval op het bedrag zoals hier is gegeven van
31 € 65.000,00. Waarom daar maximaal voor staat weet ik niet. Dat is inderdaad een beetje vreemd. Streep wat mij betreft die maximaal maar door. Dat zijn de kapitaallasten die wij moeten dragen voor de aankoop van het pand. Normaal gesproken krijgt de bibliotheek voor de huidige hypotheeklasten direct subsidie van € 86.000,00. Daarmee realiseer je een bezuiniging op de financiering van het verschil. Dat voor wat betreft mijn toelichting in de eerste termijn. Mevrouw Wijnholds had nog specifieke financieringsvragen. Die zal ik graag meenemen en dat schriftelijk beantwoorden. Ik heb ze niet zo snel op kunnen schrijven, maar dat zijn nogal ingewikkelde vragen. De heer Potze: De wethouder zei iets over de vloeroppervlakte. Om deze optimaal meer te gaan benutten. Dat is ook precies wat mijn fractie in de eerste termijn bedoelde. Geef nu eens een onderbouwing van die strategische aankoop. Want alleen maar de bibliotheek aankopen en daarmee de bezuiniging te realiseren is voor ons onvoldoende. Mijn fractie vindt dat we ook echt iets met de vloeroppervlakte moeten gaan doen. Ik wil de wethouder vragen, dat hoeft niet nu, dat kan naar de aanloop van de besluitvormende raad om dat iets concreter te maken. Waar zit het college dan precies aan te denken, om daar meer uit te halen dan op dit moment het geval is. De heer Meendering: Onze fractie heeft toch moeite met de beantwoording van de wethouder, van streep dat maximaal maar weg. We hebben wel vanavond in een ander voorstel ook iets gehad over geld toen werd er ook vrij gemakkelijk over gedaan. We willen graag een onderbouwing hebben van die € 65.000,00. Als daar regels voor zijn, en die zijn er, dan kan dat bedrag exact uitgerekend worden. En het staat er heel bewust. Het woord maximaal komt meerdere keren voor in dit stuk. Daarnaast willen wij de overige kosten van het pand ook inzichtelijk hebben, omdat het onderdeel uitmaakt van een Vereniging van Eigenaren. Mevrouw Veneman: Ik kom ook even terug op het grote vloeroppervlak. Wij zouden ook graag voor de volgende keer willen weten waar u dan aan zit te denken. U zegt dat u daar nog niet zoveel over kunt zeggen. Dat kan ik mij ook wel voorstellen. Misschien dat u de volgende keer daar wel iets meer over kunt zeggen. En ik had nog gevraagd naar de Hesse Stichting. Zit die er met een bepaald bedrag in of niet? Mevrouw Wijnholds: De wethouder zegt dat er een staffel is voor de berekening. Dat klopt. Normaal ligt de hele berekening als onderbouwing bij een stuk. Dat mis ik nu juist, omdat we altijd gewend zijn dat dat goed voor elkaar is. Dan wordt er gezegd dat er veel vloeroppervlak is waar veel mogelijkheden mee zijn. Dat geldt wel voor meer panden in Ter Apel en die kopen we ook niet allemaal. Dan zegt de wethouder dat we regie over de bibliotheek willen. Maar dat hebben we nu niet, waarom dan straks wel? Ik vraag me af wat de werkelijke reden is. Ik zie dit niet als een reden voor een strategische aankoop. Wethouder Lok: Ik zal proberen naar de besluitvormende vergadering nog aan te geven aan welke concrete richtingen voor invulling we dan denken. Daarmee kom ik tegemoet aan de vraag van de heer Potze en ook van mevrouw Veneman. We zullen de VVE-kosten, zoals de heer Meendering aangeeft, in beeld brengen. Als dat tot extra kosten leidt zal dat ongetwijfeld een bijdrage zijn in de VVE. En die € 65.000,00 financieringslasten specificering of dat inderdaad precies die € 65.000,00 is of dat dat maximaal is. Mevrouw Veneman had nog een vraag over de Hesse Stichting. Het blijft in principe de Hesse bibliotheek, als daar ontwikkelingen zijn zullen we de Hesse Stichting in die zin informeren. Maar dat ligt op dit moment nog niet voor. Het is nu in feite een eigendomsoverdracht. Mevrouw Wijnholds vraagt zich af waarom wij meer regie krijgen als we eigenaar zijn. Volgens mij heb je als eigenaar van een gebouw toch wat meer regie als dat je elders belegt. Dat lijkt mij een redelijk simpel uitgangspunt. Voor wat betreft de kapitaallasten zal ik haar tegemoet komen net als ik aan de heer Meendering heb toegezegd. En natuurlijk staan er in Ter Apel meer gebouwen leeg met een groot oppervlak. Maar daar ligt geen bezuinigingstaakstelling op voor onze gemeente. Dat ligt dan toch even wat genuanceerder volgens mij. Dit voorstel gaat als bespreekstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013. 24. Verzoek onttrekken aan openbaarheid Weerdingermarke. De heer Schipper: Onze fractie vindt dit op zich een goed voorstel. Er is gemeten wat de intensiteit is van het verkeer. De snelheid van het verkeer. Dat valt erg mee. Het idee dat er een precedentwerking uit gaat wanneer particulieren een openbare weg overnemen lijkt mij een zinnig argument. Ik heb nog wel een vraag. De aanvragers stellen dat het gevaarlijk is voor hun cliënten omdat ze kennelijk gebruik maken van de overkant van de weg. Mijn vraag is, kunt u inschatten hoe groot dat gevaar is?
32
De heer Kriek: Ik ben gaan kijken bij die weg. Ik verbaas mij over de aanvraag en over de overlast wat zou moeten optreden door het verkeer wat daar langs raast. De weg is zodanig slecht dat je daar echt stapvoets overheen wilt tenzij je een hekel aan je auto hebt. Ik vraag me af wat nu eigenlijk het probleem is van de eigenaar met het verkeer. De klacht is voor mij een raadsel. Uit de telling blijkt dat de weg een behoorlijk openbare functie heeft, met name ook voor fietsers. Ik ga helemaal met het idee mee van het college om de weg niet te gaan privatiseren. Dus die weg willen we graag als openbare weg houden. Wethouder Lok: De heer Schipper vraagt hoe gevaarlijk deze weg is voor de cliënten. Dat is een hele lastige inschatting. Hoe gevaarlijk is de Hoofdstraat in Ter Apel? Ik vind dat lastig meetbaar. Maar blijkbaar is dat een subjectieve beleving. De heer Schipper: Incidenten als ongelukken en dergelijke? Wethouder Lok: Er zijn geen incidenten bekend. En als ik dan begrijp van de heer Kriek dat de weg niet uitnodigt om hard te rijden dan denk ik dat we mogen aannemen dat het niet gevaarlijk is voor de cliënten. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013. 25 Ontwerpbegroting 2014 RSG Ter Apel. Mevrouw Wijnholds: Wij hebben niet zoveel over de begroting te zeggen. Ik heb toch één vraag. Er is een voorgestelde bezuiniging op de personeelskosten van € 100.000,00. Is dat realistisch? En wat als deze doelstelling niet gehaald wordt? Mevrouw Heidekamp: Wij hebben met belangstelling de begroting van de RSG gelezen. We willen van de gelegenheid gebruik maken om ook nog even in deze raad complimenten aan de RSG uit te delen vanwege de scores. Met zelfs een 10 op onderdelen van onderwijsaanbod. Dat is ook wel heel anders geweest. Ik denk dat het wat extra aandacht behoeft. Wellicht ook dat daarom op pagina 6 van deze begroting de hogere aanmelding voor het komende schooljaar te verklaren is. Dat ouders en ook kinderen wat meer vertrouwen hebben in de school en zich daardoor wat sneller aanmelden. Dat is een positieve ontwikkeling. Omdat het vorig jaar nog een van de oorzaken was waardoor het te verwachten begrotingsresultaat wat negatief was. Als ik kijk naar de cijfers vallen mij een aantal dingen op. Dat is de bijdrage van het COA, dat staat op pagina 2 van bijna 3 ton in 2012 terug gaat naar € 25.000,00 in 2014, terwijl op pagina 3 de kosten van 2012 bijna € 82.000,00 stijgen en in 2014 naar € 335.000,00. Misschien zie ik andere posten over het hoofd die dat verschil verklaren. Maar het lijkt erop dat de lasten flink stijgen en de bijdrage van het COA flink naar beneden gaat. Ik meen me toch te herinneren dat in de bespreking over het contract met het COA daar wat andere uitgangspunten voor geformuleerd waren in deze raad. Ik ben heel benieuwd naar de verklaring. Misschien dat de wethouder daar heel snel een antwoord op heeft. Dan blijken de energielasten in 2012 € 110.000,00 en in 2014 waarschijnlijk € 130.000,00. Dan is even de vraag of bij de renovatiewerkzaamheden niet ook wat aandacht is besteed aan energiebesparing waardoor in ieder geval de nullijn gehandhaafd zou kunnen worden. Want dat is een ontwikkeling die je eigenlijk niet zou verwachten in deze tijd. De heer Meendering: Het college geeft bij de aanbiedingsbrief aan dat aan de norm wordt voldaan. Want er is een sluitende begroting, € 300,00 positief. Als je dan wat verder kijkt in de begroting dan zie je, wat mevrouw Wijnholds ook constateert, dat er een bezuiniging wordt voorgesteld van € 100.000,00 op personeelslasten. De vraag is of die gehaald wordt? En wij vragen ons af als het niet gehaald wordt of geforceerd gehaald wordt, wat voor gevolgen heeft dat op een gegeven moment voor de kwaliteit van het onderwijs. Dat is natuurlijk wel van belang, dat de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd wordt. Zeker als wij als gemeente willen dat het passend onderwijs goed geregeld is. Dan moet ook die doorgaande lijn naar het voortgezet onderwijs goed geregeld zijn. Dan even naar het leerlingenaantal, waar mevrouw Heidekamp zojuist naar keek. Dat waren de leerlingen van het lopende schooljaar en niet van het komende schooljaar. De heer Potze: Mijn fractie deelt de woorden en de complimenten aan de RSG zoals mevrouw Heidekamp heeft verwoord. Normaal zegt mijn fractie niet zoveel over dergelijke begrotingen. Daar gaan wij feitelijk niet over. Tenzij wij zaken zien waar we toch zorgen over hebben. Die heb ik zo langzamerhand. Als ik kijk dat het begroot voordeel maar slechts € 300,00 is, dat is wel erg weinig. Als je dat afzet tegen het feit dat men € 100.000,00 nog moet bezuinigen op de personeelslasten en dat men daarnaast ook in de begroting uitgaat van
33 het feit dat docenten die met pensioen gaan dat die uren niet opnieuw ingevuld gaan worden. Dat betekent een vrij fors gat. Dat betekent heel concreet minder uren dat een docent voor de klas kan staan. Als dan de positieve woorden van mevrouw Heidekamp doorzetten, – ik hoor de heer Brunen zeggen, harder werken – namelijk dat het leerlingenaantal zal gaan stijgen met minder uren dat docenten voor de klas kunnen staan, omdat er minder mensen voor die klas staan dan betekent dat onlosmakelijk grotere klassen. En dan heeft dat ook gevolgen voor de onderwijskwaliteit. Dan maakt mijn fractie zich daar wel grote zorgen over. Want ik vind het nogal iets dat men € 100.000,00 bezuinigd naast nog de uren van de docenten die met pensioen gaan. De RSG is een vrij grote school. Ieder jaar gaan er een aantal mensen met pensioen. Die uren worden niet opnieuw ingevuld tegenover een wellicht stijgend leerlingenaantal. Mijn fractie maakt zich zorgen. Ik ben benieuwd hoe de wethouder er tegen aan kijkt. Wethouder Kuipers: Met het gevaar dat ik mij op een terrein beweeg wat mij niet aangaat. Het is namelijk het beleid van de RSG en de kwaliteitsbewaking van de RSG. Maar ik doe het dan toch maar omdat het voor zover het in mijn macht ligt wel antwoord wil geven op de vragen die gesteld zijn. Eerst de financiële vragen die gesteld zijn. Inderdaad de € 100.000,00 die gerealiseerd moet worden. Enerzijds door natuurlijk verloop en pensionering. Het gevolg daarvan is, wat de heer Potze ook opmerkt, dat je dat uit de lengte of uit de breedte wel weer moet opvangen. Als je dat niet doet leidt dat tot verzwaring of grotere klassen. Dat is waar. Ik mag aannemen dat de RSG in het personeelsbeleid, dat blijkt overigens niet uit deze begroting, daar rekening mee gehouden heeft om mensen vast te waarschuwen voor dreigend ontslag. Als dat dan nog niet lukt om die € 100.000,00 op te vangen dan is er nog zoiets als reservepersoneelsbeleid. En dan zal het uit de reserve personeelsbeleid bijgelegd moeten worden om die € 300,00 positief en ook die € 100.000,00 te behalen. Dat is intern beleid. Daar ga ik verder niet over. Wat het resultaat is van deze opstelling kan pas blijken aan het eind van volgend jaar, als blijkt hoe de daadwerkelijke realisering van deze begroting heeft uitgepakt. Mevrouw Heidekamp constateert verder dat er aan de ene kant een kostenstijging is ten aanzien van het asielonderwijs en aan de andere kant minder inkomsten zijn. Dat is verklaarbaar door het feit dat er een afspraak is gemaakt in het kader van het COA dat de leerlingen die op het COA zitten ook regulier voor bekostiging in aanmerking zouden komen. Voorheen was het zo dat alles door het COA werd bekostigd. In het contract is afgesproken dat de leerlingen ook normaal geregistreerd worden en normaal voor bekostiging in aanmerking komen. Omdat ze normaal voor bekostiging in aanmerking komen kan in de Lumpsumfinanciering daar een x bedrag voor worden ingeboekt. Naar mate je meer leerlingen voor bekostiging in aanmerking laat komen en daarom die Lumpsumfinanciering laat stijgen, hoeft het COA minder te betalen. Vandaar dat daarin het evenwicht gezocht moet worden. Ten aanzien van het overbrengen van de complimenten voor de behaalde resultaten kan ik u zeggen dat het college inmiddels zijn gelukwensen ook heeft overgebracht aan de RSG. Daar is in voorzien. Ten aanzien van de energiebesparing kan worden gezegd dat het inderdaad zo is dat in het monumentale gebouw het ontzettend moeilijk is om de energie in de greep te krijgen. Dat is niet met bepaalde simpele maatregelen op te vangen. Daarnaast is het zo dat in het niet-monumentale gedeelte er een inhaalslag kan worden gemaakt ten aanzien van energie. Binnenkort bereikt uw raad een voorstel hoe om te gaan met de aanvraag van de RSG voor nieuwbouw en renovatie. De energieparagraaf is daar een essentieel onderdeel van zult u begrijpen. Meer kan ik daar op dit moment niet over zeggen. Alleen maar dat het energieverbruik in het monumentale gedeelte altijd een bron van zorg zal blijven. Omdat het daar simpelweg niet aanpasbaar is. De heer Potze: Een korte opmerking. Ik snap dat de wethouder zegt dat hij er niet teveel over kan zeggen want ik ga hier voor een groot deel niet over. Dat maakt het tegelijkertijd voor mijn fractie erg moeilijk om een dergelijke begroting te steunen waarbij wij het gevoel krijgen of het allemaal wel te realiseren is zoals het hier staat. Wat voor gevolgen heeft het voor medewerkers. Ik hoor de wethouder zeggen dat er wellicht toch ontslagen gaan vallen. Wat heeft het uiteindelijk voor gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs. Natuurlijk, wij zijn er niet verantwoordelijk voor, maar wij stellen eind december wel een begroting vast. Ik weet dat het statutair allemaal zo geregeld is. Maar ik vind het toch erg moeilijk om een dergelijke begroting te steunen terwijl we niet weten wat de consequenties daarvan zijn. Wethouder Kuipers: Ik heb morgenvroeg een overleg met de rector. Ik zal hem vragen of hij een nadere onderbouwing wil geven van die € 100.000,00 bezuiniging, hoe hij dat gerealiseerd wil zien. Dat verhaal zal ik u doen toekomen voor de besluitvormende raad van 19 december. De heer Potze: Dank voor deze toezegging, maar ik wil het iets uitbreiden, namelijk dat hij ook ingaat op de uren die niet ingevuld worden door docenten die met pensioen gaan. Dat betekent gewoon feitelijk dat er minder lesuren beschikbaar zijn, terwijl het aantal klassen gelijk blijft of ook moet krimpen, dan gaat de grote van de klas omhoog.
34 Wethouder Kuipers: Dat neem ik mee in hetzelfde verhaal. Mevrouw Heidekamp: Ik zou de heer Potze willen aanraden om eens een bezoekje te brengen aan de rector. Ik heb dat vorig jaar ook gedaan naar aanleiding van vergelijkbare vragen. Toen werd gezegd, neem eens contact op. Toen was hij ook zelf in de zaal en heeft dat ook aangeboden. Het was bijzonder verhelderend om dat soort punten door te spreken. Het gaat vaak om in de raad op deze manier mensen te spreken. Ik denk dat hij daar zeer toe bereid is. Het was voor mij heel erg verhelderend. De heer Ter Horst: Even over die € 100.000,00. Het staat toch echt in de stukken dat er verwacht wordt dat er in 2014, 2015 1,2 fte´s minder zal worden berekend. Dus daar wordt die € 100.000,00 weggehaald. Het staat er wel in. De voorzitter: Dat is scherp opgemerkt. Ik zit het ook net te lezen. Ik denk het antwoord staat al in de stukken. Het is nooit verkeerd om daar ook met de rector over te spreken. De heer Potze: Ik zie graag de toezegging van de wethouder tegemoet. En op basis daarvan gaan we wellicht de discussie nog een keer aan. Laten we het maar gewoon als bespreekstuk laten staan voorlopig. Dit voorstel gaat als bespreekstuk naar de besluitvormende raadsvergadering van 19 december 2013 26. Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering om 23.35 uur. Gewijzigd/ongewijzigd vastgesteld in de meningsvormende raad van 21 januari 2014. L.A.M. Kompier voorzitter
H.R. Kastermans griffier
35 Toezeggingen meningsvormende raadsvergadering 3 december 2013.
6. Vaststellen verslag meningsvormende raad 5 november 2013. De heer Hoftijzer mist de toezegging betreffende ondernemersvriendelijk aanbesteden. Toegezegd is dit punt, na beantwoording door het college, te agenderen voor de raad. De voorzitter zegt toe dit na te gaan en alsnog te noteren. (Bij de ingekomen stukken van 5 november 2013, nr. 08.A.07. zat een uitnodiging van VNO-NCW Noord/MKBNederland Noord en Bouwend Nederland regio Noord betreffende Actieplan ondernemersvriendelijk aanbesteden) 7. Vaststellen toezeggingenlijst. Reconstructie Ter Apelkanaal Wethouder Lok zegt toe op de vraag van de heer Brunen (Gemeentebelangen) welke inwoners voor de bewonersbijeenkomst van 16 december a.s. worden uitgenodigd, terug te komen. 8. Ingekomen stukken 08.A.08. Financieel toezicht jaarrekening 2012 N.a.v. vragen van mevrouw Heidekamp (CDA) en de heer Hoftijzer (PvdA) wordt de beantwoording door het college eerst ter kennisname van de raad gebracht. 25. Ontwerpbegroting RSG Ter Apel Wethouder Kuipers zegt toe de rector van de RSG te vragen met een nadere onderbouwing van de € 100.000,-- bezuiniging op de personele uitgaven te komen en hoe hij dat gerealiseerd wil zien. Ook zal de rector worden gevraagd in te gaan op de uren die niet ingevuld worden van docenten die met pensioen gaan. Immers betekent dit dat er minder lesuren beschikbaar zijn. (vragen van de heer Potze PvdA) Wethouder Kuipers zegt toe de raad dit voor de besluitvormende raad van 19 december te laten toekomen.
20. Afwijzing verzoek bestemmingsplanwijziging Kloosterveenweg 25 Ter Apel Dit agendapunt wordt niet geagendeerd voor de besluitvormende raadsvergadering van 19 december a.s. maar wordt doorgeschoven naar de eerstvolgende raadsvergadering in 2014. 22. Vaststellen beheersverordening Emslandermeer Dit agendapunt wordt niet geagendeerd voor de besluitvormende raadsvergadering van 19 december a.s. maar wordt doorgeschoven naar de eerstvolgende raadsvergadering in 2014.