*ZEA4E63B635*
Zaaknummer: ZA.16-38865/DN.16-8691
VERSLAG * * * * * ** * * *
van de raadsvergadering van de raad van de gemeente Vlagtwedde, gehouden op dinsdag 19 april 2016 aansluitend aan de informatieve raadsbijeenkomst in het gemeentehuis in Sellingen.
Voorzitter:
L.A.M. Kompier.
Griffier:
H.R. Kastermans.
Aanwezig:
17 leden: R. Joling (PvdA; fractievoorzitter), D.W. Hoftijzer (PvdA), W.J. Eilert (PvdA), R.H.J. Kriek (GL; fractievoorzitter), E.C. van der Horst (Partij voor de Dieren; fractievoorzitter), J.G. Sanders (D66; fractievoorzitter), M. Heidekamp-Prins (CDA; fractievoorzitter), H.M. Hemmen (CDA), H.J. Kuper (CDA), J.J. Wachters (CDA), G.H.M. Heijne (GB; fractievoorzitter), H. Brunen (GB), P.F.X. Timmermans (GB), J.R. Kruiter-Draadjer (GB), H. van der Goot (GB), H. de Vries (CU; fractievoorzitter) en H.B. Wijnholds (VVD; fractievoorzitter).
Aanwezig:
de wethouders S. Lok (CDA), F.J. Luth (GB) en W. Potze (PvdA)
Notuliste:
M. Kinket.
1. Opening. De voorzitter opent om 20.37 uur de vergadering en heet iedereen van harte welkom.
2. Mededelingen. Geen mededelingen.
-1-
3. Vaststellen van de agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
4. Vaststellen verslag raadsvergadering 22 maart 2016. De voorzitter: Wie van u over de tekst? Niemand. Wie naar aanleiding van? De heer De Vries: Op bladzijde 9 doe ik een uitspraak namelijk dat ik constateer dat de afstand tussen beleid en uitvoering van de gemeente Tynaarlo te groot is. Ik heb wel behoefte om dat toe te lichten. Kan dat? Want het is zomaar een beschuldiging. De voorzitter: U mag best even de context uitleggen waarin u dat gezegd heeft. De heer De Vries: Het ging over het afdekken van een afvalhoop die aanleiding was voor een motie hier in deze vergadering. En die afvalhoop was daar afgedekt met tarragrond. Ik stel mij dat voor dat het als volgt ging voorzitter. Er is gezegd door beleid van die afvalhoop moet afgedekt worden. Dan gaat de uitvoering aan de slag en die zegt, o afgedekt, we gooien dit en dat erop. Dan blijkt dat allemaal niet zo goed te werken. Alleen die terugkoppeling is niet helemaal goed. Dan blijkt dat die bomen niet groeien. Dan moet er een specialist van Arcadis komen om dat te bekijken. Voorzitter, het is een klein beetje speculatie maar ik denk dat elke akkerbouwer of veehouder in de gemeente Tynaarlo uit had kunnen vinden dat het met die grond toen niet goed gegaan was. En dat wanneer de uitvoering goed had gefunctioneerd en die terugkoppeling naar het beleid, zo is het helemaal niet goed gegaan, en dat is de reden dat die bomen dood gegaan zijn. Die terugkoppeling heeft niet gewerkt. Mijn constatering is dan ook. De voorzitter: Sorry dat ik u onderbreek. U speculeert begrijp ik. U heeft het niet gecheckt. Het gaat hier om een andere gemeente Tynaarlo en ik begrijp dat u wil zeggen, het klinkt nogal hard en ik wil het graag uitleggen. Wie weet reageert de gemeente Tynaarlo dat u daar de gelegenheid krijgt om het nog eens uit te leggen. De heer De Vries: Nee, mijn doel is om het te koppelen aan deze gemeente. Ik heb dus even navraag gedaan hoeveel Tynaarlo besteed aan groen. En dat is 2,9 miljoen. En om het wat sneller te zeggen, mijn conclusie is dus eigenlijk dat ze dus die 2,9 miljoen niet genoeg verantwoordelijkheid bij uitvoering leggen om zulke taken goed uit te voeren. Ik wilde eigenlijk dus de link leggen met deze gemeente. Ik hoop dat het in deze gemeente veel beter gaat. De voorzitter: Goed. Ik hoop dat de gemeente Tynaarlo u heeft gehoord. En ik zie geen aanleiding om het in het verslag aan te passen. Het was ook niet naar aanleiding van de tekst maar even een cri de coeur zullen we maar zeggen. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
-2-
5.
Ingekomen stukken.
05.A.01 t/m 05.A.07 05.B.01 05.C.01 t/m 05.C.07 De heer Joling: Afgelopen week is de beantwoording gekomen op de vragen die mijn fractie heeft gesteld voor wat betreft de mobiele bereikbaarheid. Gezien de urgentie en de actualiteit had ik graag gezien dat die beantwoording nu bij de ingekomen stukken had gestaan. Is het alsnog mogelijk om daar nu wat over te zeggen? De voorzitter: Als u het goed vindt ga ik eerst even deze lijst afhandelen. Want er waren nog twee vingers. De heer Kriek: Mijn vraag betreft C.03., de toezegging meting zwerfafval. Dat is een toezegging van 7 maart en ik vraag mij af of daar al meer over te melden is. Want er was toen sprake van een offerte. Is die al binnen? Is die al akkoord? En zo ja wanneer is de uitvoering? Wethouder Lok: Die offerte is binnen dat klopt. Dus in principe gaan we daarmee akkoord en de uitvoering wordt in elk geval gepleegd voordat we overgaan op het nieuwe systeem van afvalinzameling. Dat lijkt mij logisch. Anders heeft het weinig zin. De heer Sanders: Even over C.02., de toezegging over het afvalbrengstation. Ik ben benieuwd of de wethouder gegevens heeft die deze extra openstelling legitimeert. In april is woensdagmiddag het haal- en brengstation extra geopend. Komen daar mensen op af? Wordt daar gebruik van gemaakt? Wethouder Lok: Ik ben er zelf nog niet op woensdagmiddag geweest om dat te checken. En ik heb daar op dit moment ook nog geen informatie over in hoeverre daar gebruik van wordt gemaakt. De heer Sanders: Dank u wel. De heer Brunen: Zal ik die informatie geven? Ik was afgelopen zaterdag op de stort. Ik heb daar geïnformeerd en er waren 50 mensen op de woensdag. De voorzitter: Meteen antwoord uit onverwachte hoek. Sinds april dat is een redelijke score. Dan de heer Joling in de actualiteit, u kent het systeem van onze afdoening van de toezeggingen. Vandaar het niet geagendeerd staat. Maar u zegt in het kader van de actualiteit zou ik daar toch graag iets over willen roepen. Ik kijk even rond of daar
-3-
bezwaar tegen is. Het gaat over de toezegging die u allen heeft ontvangen over de mobiele bereikbaarheid. Geen bezwaar. De heer Joling: Ten eerste zou ik willen zeggen dat ik zeer tevreden ben over de wijze waarop het college omgaat met de vragen. En ook hoe serieus het college daarmee omgaat. Er is het een en ander geïnitieerd. Daar ben ik zeer tevreden mee. Waar ik wat minder tevreden mee ben is het volgende. Ik heb voor mij de beantwoording van Minister Van der Steur, ook namens Minister Kamp van Economische Zaken en daarin zegt de Minister dat er aanvullende onderzoeken zijn gedaan naar de bereikbaarheid van 112 in onze gemeente. En dat uit dat onderzoek blijkt dat 112 hier heel goed bereikbaar is. Alleen de beantwoording van de Minister staat een beetje haaks ten opzichte van de beantwoording die ik van het college heb gekregen. Want daarin staat dat dat onderzoek nog niet afgerond en beschikbaar is. Even naar aanleiding van dat ik gevraagd heb of ik een afschrift kan krijgen van dat rapport. Dan geloof ik best dat dat rapport er nog niet is, maar dan vind ik het raar dat de Minister wel al naar de Kamer toe refereert naar dat rapport. Dus wie heeft gelijk? De Minister, het College, of de Provincie? De voorzitter: Ik beschouw het eigenlijk even als een aanvullende vraag naar aanleiding van de binnengekomen toezegging. Want ik weet natuurlijk niet precies wat de Minister heeft gezegd. Ik denk dat het goed is dat we even precies uitzoeken uit welk rapport hij heeft geciteerd. En ik ga ervan uit dat de informatie die naar u toe is gekomen dat die ook klopt. Dus we zullen dat even wat nader moeten uitzoeken. Als ik u goed begrijp citeert de Minister uit een rapport waarvan u zegt dat het in de beantwoording van de toezegging van de gemeente een ander antwoord is dan wat de minister zegt. De heer Joling: Ik zal het even simpeler zeggen. Ik heb aanvullend gevraagd of het rapport waarin de Minister citeert en dat staat ook letterlijk in de vraag die ik gesteld heb, of dat aanvullende rapport beschikbaar gesteld kan worden. En nu schrijft het college in haar beantwoording dat aanvullende rapport is niet beschikbaar. Maar de Minister zegt in zijn beantwoording op de kamervragen waar ik mijn vragen naar heb afgeleid dat dat rapport wel beschikbaar is. Dus de minister zegt dat rapport is er. Het College zegt het rapport is er niet. Wie heeft er gelijk? De voorzitter: Wat ik op dit moment nog kan toevoegen meneer Joling is dat ik weet dat er op vrijdag 14 april de resultaten met een kabinetsreactie naar de Kamer zijn gestuurd. Dus het kan zijn dat heel recent dat rapport beschikbaar is gekomen en dat het net de beantwoording heeft gekruist. Maar nogmaals we gaan het even voor u na. De heer Joling: Dit is een beantwoording van 16 maart. En daags daarna heb ik die vragen aan het college gesteld, dat ik graag een afschrift wil hebben van dat rapport. Dus dat kan elkaar nooit gekruist hebben. De voorzitter: We gaan het na. De heer Wachters: Meneer Joling ik vind het een beetje spijtig dat u een beetje Don Quichot rol bent gaan spelen. Want u weet ook dat er wel meer mensen in deze raad u -4-
hadden willen ondersteunen. Dan is het gewoon wat breder. Dan heb je volgens mij ook wat meer effect. Dat wilde ik u even zeggen. De heer Joling: Ik weet niet zo goed wat ik met uw opmerking moet meneer Wachters. Want ik kan mij nog herinneren dat wij samen op de bres zijn gesprongen. Dat we nog een duif hebben losgelaten. We hebben er twee keer mee in het Dagblad van het Noorden gestaan. Dus volgens mij is dit ook een onderwerp wat ook u heel erg aanspreekt. Want ik weet ook in het gebied waar u woont dat daar de mobiele bereikbaarheid ook heel slecht is. Dat hebben we onlangs ook gemerkt toen wij in het Boschhuis waren en dat we daar ook geen mobiel bereik hadden. Dus het is echt een heel urgent onderwerp in onze gemeente. En ik reken erop dat u ook hier serieus mee omgaat. De heer Wachters: Dat wil ik ook heel graag. Ik had gehoopt dat u mij eens een keer zou uitnodigen, help me mee, wat kunnen we doen, hoe kunnen we dat een beetje breder trekken? Maar het is alleen een advies. De voorzitter: Misschien vanaf nu. En ik denk dat wat betreft de handelingen zijn wij het volgens mij als College en Raad helemaal met elkaar eens dat we alles in werking moeten stellen om de bereikbaarheid zo snel mogelijk te optimaliseren. Daar bestaat wat mij betreft in ieder geval geen misverstand over. Het misverstand zat hem nu even in de beantwoording van de Minister en het onderzoek, en of dat onderzoek beschikbaar is of niet. Zo heb ik de vraag begrepen. En zo komen Haagse lijntjes toch weer in Vlagtwedde terecht. Dat is ook wel weer mooi. De ingekomen stukken zijn ongewijzigd vastgesteld.
6.
Benoeming voorzitter raadscommissie
De voorzitter: Dat betekent dat we een verkiezing hebben. En voor deze verkiezing heeft u allen kunnen zien hebben zich twee kandidaten gemeld. Dat zijn mevrouw Heidekamp en mevrouw Wijnholds. We hebben afgesproken dat beide kort zouden toelichten waarom zij zich gekandideerd hebben. Daarna hebben wij een schriftelijke stemronde. En voor die stemronde gaan wij een commissie van stemopneming benoemen. Daar zal zitting in hebben, de griffier en de heer Kriek als assistent van de griffier. Kunt u daarmee instemmen? De heer Kriek: Jazeker dat kan ik. Mevrouw Heidekamp: Op de vraag wie de voorzitter zou moeten zijn van de raadsbrede commissie kan ik eigenlijk maar één naam bedenken. En dat is de burgemeester van deze gemeente Leontien Kompier. Echter dat staat de wet niet toe. En dat vind ik en mijn fractie heel erg jammer. Omdat wij van mening zijn dat een burgemeester niet voor niets voorzitter is van de raad en eigenlijk bij alle raadsbrede bijeenkomsten ook de voorzittersrol gegund zou moeten worden. Omdat dat ook bij uitstek past bij die rol en dat ook op een goede wijze plaatsvind. En wij daar ook als raadsleden allemaal op onze -5-
eigen manier onze bijdrage kunnen leveren in de vergadering. Omdat we dan inhoudelijk allemaal kunnen meepraten. Wij hopen dan ook en ik hoop ook van harte dat het verzoek vanuit deze raad om toch toe te staan dat wij voor onze raadsbrede commissie de voorzittershamer aan de burgemeester geven, dat het wordt gehonoreerd. Maar op dit moment ligt toch de vraag voor wie dan in die tussentijd in afwachting van dat antwoord de voorzitter zou moeten zijn. Ik heb mij kandidaat gesteld, omdat ik denk dat ik in de behoefte van deze raad kan voorzien waar het de manier van voorzitten betreft. Ik ken deze raad als een raad die graag op onderwerpen scherp debatteert maar tegelijkertijd ook zoekt naar gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen. Ik denk dat ik in de keren dat ik voor heb gezeten heb laten zien dat ik die discussie op een soepele manier kan laten verlopen waarbij iedereen met respect behandeld wordt en tot zijn recht kan komen. En tegelijkertijd ook gekoerst wordt op daar waar verbinding is dat ook te benoemen zodat er breed gedragen beslissingen uit komen. Ik laat het graag aan deze raad over om mijn kandidatuur te steunen of niet. Ik hoop dat u daar een goede afweging in maakt. Dat is mijn toelichting waarom ik mij kandidaat heb gesteld. Mevrouw Wijnholds: Ik zal het ook kort houden. Ik ga het een keer anders doen zoals u niet van mij gewend bent. Waarom ik mij kandidaat wil stellen? In 1998 ben ik raadslid geworden. Min of meer per ongeluk. Ik vond het doodeng elke keer. Ik stond ook elke keer te trillen en ik was een heel stil grijs muisje. In de loop van de tijd ben ik een beetje gegroeid. Ik ben uitgegroeid tot fractievoorzitter en ik mocht zelfs de laatste keer lijsttrekker zijn. Omdat ik het als raadslid leuk vond en nog wilde groeien en ook andere dingen wilde doen ben ik begonnen met HBO bestuurskunde. Dat is een vierjarige opleiding, best wel pittig en ik hoop ook in juni af te studeren. Die opleiding betekent sowieso elke vrijdag naar school. Een heleboel theorie. Maar ook heel veel simulatie en trainingen. Die simulatie, bijvoorbeeld netwerktraining, ook een raadsvergadering met simulatie. En ik had er eigenlijk geen zin in maar ik werd een keer aangewezen om burgemeester te spelen. Dat zag ik absoluut niet zitten. Maar tot mijn grote verbazing ging het ontzettend goed en vond ik het ook leuk. Toen dacht ik, blijkbaar kan ik toch iets meer dan ik altijd zelf gedacht had. Gelukkig mocht ik hier dan ook plaatsvervangend commissievoorzitter worden. Volgens de wet is het ook zo dat de plaatsvervangend raadsvoorzitter altijd het langstzittend raadslid is. Dat is dan mevrouw Heidekamp geworden. De voorzitter van de commissie mag dus een raadslid zijn, dus dat wil ik graag zijn. We hebben laatst ook een bijeenkomst gehad, hoe zien wij onze toekomst als raad. En daar werd door een aantal mensen gezegd, wij willen als raadsvoorzitter een soort gespreksleider hebben. Niet iemand die daar dwingend zit, maar echt een gespreksleider. Zo zie ik mijn rol ook meer. Ik wil zorgen dat ik alles in goede banen leidt zonder dat ik zelf dominant aanwezig ben. En zonder dat ik echt een sturende factor ben. Het gaat aan u, het gaat aan de raad. Dat betekent ook dat u zelf verantwoordelijkheden hebt. U moet zelf zorgen dat het college antwoorden geeft. Dat ga ik niet voor u doen. Daar moet u zelf allemaal op letten. Dat betekent ook dat ik verwacht dat u respectvol met elkaar omgaat. Dus elkaar laat uitspreken. Naar elkaar luistert. En niet als u een betoog eentonig vindt met een telefoon gaan zitten spelen. Graag gewoon naar iedereen eerlijk luisteren. Ik wil redelijk makkelijk zijn. Dat betekent dat als er behoefte aan is dat een derde of vierde termijn mogelijk is. Maar als ik zie of hoor dat iemand constant zich aan het herhalen is of dat het over een totaal ander -6-
onderwerp gaat kap ik het af. Dan is het dus gewoon volgend onderwerp. In de commissie nemen we geen besluiten. Dus daar ga ik ook niet op in. We gaan alleen kijken of het voldoende is om tot besluitvorming te komen in de raadsvergaderingen. Daar is de burgemeester uiteraard voorzitter. Volgens mij heb ik nu mijn briefje gehad. Ik hoop dat u mij de kans geeft om tot 2018 gewoon de rol van voorzitter te spelen. Ook binnen de fractie hebben wij de laatste maanden dat de heer Buigel sowieso commissielid is. Dat blijft hij sowieso ongeacht of ik wel of niet commissievoorzitter wordt. Omdat ook de commissie bedoeld is om mensen die nieuw zijn de kans te geven om te kunnen trainen, om te kunnen groeien, vandaar dat we sowieso al daar voor gekozen hebben. De voorzitter: Dan komt nu de bode bij u langs met de briefjes. De bedoeling is dat u één van beide achternamen noteert. Ofwel Heidekamp, ofwel Wijnholds. En dan haalt de bode vervolgens de briefjes weer bij u op. U wordt verzocht het briefje dubbel te vouwen. Er zijn 17 ingeleverde stembriefjes. Dan gaan we nu over tot de uitslag van de stemming. Ik verzoek u stilte in acht te nemen. De griffier: Er zijn 6 stemmen uitgebracht op mevrouw Heidekamp. En er zijn 11 stemmen uitgebracht op mevrouw Wijnholds. De voorzitter: Mag ik dan mevrouw Wijnholds feliciteren als onze nieuwe raadscommissievoorzitter.
BESPREEKSTUKKEN
7.
Beschikbaarstelling krediet bewerken archiefbewaarplaats.
De voorzitter: Er was geen toezegging maar toch wat informatie nagezonden naar aanleiding van de gestelde vragen. Mevrouw Wijnholds: Het was meer naar aanleiding van. En dan ook nog door de memo. In de memo staat dat we al op 22 september 2015 een krediet beschikbaar hebben gesteld. En dan staat daarachter dat project staat gepland in 2016/2017. Dus blijkbaar moet daar nog mee begonnen worden. We zijn bijna een half jaar verder. Als we nu vanavond ook weer een besluit nemen, ook dit project gaat anderhalf jaar duren. Als dat ook een half jaar duurt voordat we ermee beginnen zitten we al ruim in de nieuwe gemeente. Dan lijkt het mij toch netjes dat we dit soort archieven allemaal afgewerkt hebben voordat we een nieuwe gemeente in gaan. Kan het college toezeggen dat dit project afgerond is voordat we de nieuwe gemeente in gaan? De heer Timmermans: Wij hebben ook de nodige kritische vragen gesteld. Naar aanleiding van die vragen is onder andere het aanvullende memo gekomen. Wij zijn van mening dat het nog steeds niet de schoonheidsprijs verdiend. Er lopen inderdaad allerlei kredieten door elkaar. Wij zouden graag zien dat dat gestroomlijnd wordt. Wij -7-
zouden ook zeker voor de toekomst een verantwoording voor de afgesloten kredieten zien. Laten we inderdaad maar met de nieuwe gemeente Westerwolde beginnen met een schone lei. De heer Joling: Mijn fractie heeft het erover gehad tijdens de fractievergadering. Wij hebben ook het aanvullende memo meegenomen en wij zullen hiermee instemmen. De voorzitter: Dank u wel. De vraag van mevrouw Wijnholds, wordt het voor de nieuwe gemeente afgewerkt. Dat is de bedoeling. En dan kom ik volgens mij ook tegemoet aan de opmerking van de heer Timmermans dat we inderdaad de archieven op orde zullen hebben bij de start van de nieuwe gemeente. Dit voorstel is unaniem aangenomen.
8.
Vaststellen kwaliteitsniveau integraal Beheerplan 2015-2018.
Wethouder Luth: Een kleine inleiding. De nota OOR is eind december door uw raad vastgesteld. Op verzoek van de raad zijn toen de diverse beheerplannen de uitwerking tot in detail uitgewerkt. Dat is gebeurd en inmiddels is de uitwerking van die beheerplannen vervolgens voor het eerst besproken in de werkgroep ruimte. Daarna is er een informatieve raad geweest waarin uitgebreid is stilgestaan bij de beheerplannen en de financiële consequenties en de kaders daarvan. Vervolgens op 8 maart en 5 april zijn alle varianten ook nog besproken in de commissievergadering. Dus vanavond ligt voor om een keuze te maken voor het niveau van beheer. En die keuze moet natuurlijk door uw raad worden gemaakt. Maar als college adviseren wij om te kiezen voor de reële variant tussen basis en laag. Het zou mooi zijn als daar vanavond een beslissing over komt zodat we daadwerkelijk ook met de uitvoeringsplannen kunnen beginnen. Zodat het nog meer concreet inzichtelijk wordt wat er allemaal moet gebeuren en hoe het moet gebeuren. En ook de daarbij behorende financiële consequenties. Want op dit moment kan ik mij voorstellen dat het voor u in de beheerplannen misschien had verwacht dat het tot in detail beschreven zou zijn. Dat is niet zo. Ik denk dat het nu belangrijk is om wel te kiezen voor een door het college voorgestelde variant zodat we inderdaad daadwerkelijk daar krachtig nu aan de slag kunnen met de uitvoeringsplannen. Mevrouw Wijnholds: Ik kan het op zich vrij kort houden. Met het voorgestelde beheersplan hebben wij op zich geen problemen. Dat vinden wij ook de juiste keuze. We hebben er alleen wat moeite mee dat we daardoor wat tekort krijgen in de begroting. Dat lijkt geen groot bedrag, € 178.000,00. We krijgen straks nog de algemene beschouwingen. Dus we zitten nog een beetje dubbel hoe we daarmee om moeten gaan. Want aan het eind van het jaar sluiten we een begroting af, ook een meerjarenraming. Daar zit ons probleem nog even. Hoe gaan we dat gat dekken? Komt het college straks met begrotingswijzigingen of bezuinigingsvoorstellen om dat allemaal te gaan dekken? Het moet toch ergens vandaan komen. Dus daar zit ons probleem nu nog even. Hoe gaan we dit straks in de begroting goed rechtbreien.
-8-
De heer De Vries: Ik wilde graag de wethouder en staf dank zeggen voor een reactie op een paar vragen van mij en op het aanpassen van het voorstel. Daar ben ik heel blij mee. En dat is voor mij dan als ChristenUnie van belang om te zeggen dat dit een goede keuze is deze variant. Ik wil wel graag toelichten waarom het belangrijk is om ook vaarrecreatie mee te nemen in de overwegingen of we wel of niet een uitvoeringsplan gaan invullen. De aanleiding daarvoor was de beslissing die we afgelopen najaar hebben gemaakt over die brug bij Beinsdorp. Waarbij de goedkoopste variant maar dan vaarrecreatie in stand houdend € 200.000,00 was en de goedkoopste variant geen vaarrecreatie € 10.000,00 of € 15.000,00. Dat is nogal een verschil. Met bezuinigingen kun je overal wat afschrapen, maar je kan ook een beetje stevige beslissing op de ene neme waarbij je dan de gelden meeneemt naar een andere. En dat is de reden waarom dit aangekaart is. Het zou best eens heel zinnig kunnen zijn om even kritisch te kijken naar hoe gaan wij om met onze voorzieningen voor vaarrecreatie in de gemeente. Ik heb laten navragen hoeveel bruggen en sluizen er zitten. In het Ruiten-Aa kanaal zitten bijvoorbeeld 11 bruggen. Laten we nou zeggen dat het verschil tussen de goedkoopste variant in stand houden met vaarrecreatie € 200.000,00 blijft en zonder vaarrecreatie € 100.000,00. Dan zouden we op 11 bruggen 1,1 miljoen kunnen besparen wanneer wij besluiten om eventueel die vaarrecreatie daar te beëindigen. Ik heb ook gevraagd hoeveel vaarbewegingen we dan per jaar zouden blokkeren. Het gaat om 250. Met andere woorden 250 vaarbewegingen per jaar. Dan houden we dus al die investeringen van die bruggen in stand en dan stel ik mij voor dat er af en toe nog wel eens wat extra reparatiekosten zijn. Dat is de reden geweest om vooral ook de vraag als we dus praten over hoe gaan we met de uitvoeringsplannen aan de gang om daar vaarrecreatie in op te nemen. Daar zijn wij toch wel erg mee in onze nopjes. Dit gelijk ook een antwoord op de reactie van de VVD. Hoe zit het met de begroting? Maar ook het CDA die in de vorige vergadering lasten wilde verhogen. De ChristenUnie is er juist voor dat we de lasten van de burgers binnen de perken houden. En dan moeten we kijken hoe we het geld op een andere manier kunnen besparen. Mevrouw Wijnholds: De heer De Vries gaat heel erg uit van aannames. We kunnen een ton per brug besparen dus 1,1 miljoen. Dat zijn allemaal aannames. Misschien besparen we een euro. Misschien gaat het meer kosten. Dus ik vind het heel raar en jammer dat u met allemaal bedragen gaat gooien. Iemand die slecht luistert denkt nu de ChristenUnie gaat 1,1 miljoen besparen terwijl het helemaal nergens op gebaseerd is. Straks lijkt het net alsof wij als raad een dom besluit nemen omdat wij uw 1,1 miljoen bezuiniging niet willen toepassen terwijl die er helemaal niet is. Dus ik vind het heel jammer dat u zomaar ongefundeerd met allerlei bedragen gaat gooien die straks een heel verkeerd leven gaan leiden en die ook helemaal niet relevant zijn. Dus ik vind het heel jammer dat u dat zo doet. De heer Kuper: Ik wil even reageren op de woorden van de heer De Vries dat het CDA, de lasten wil verzwaren. U leest altijd goed de notulen maar volgens mij staat dat er niet in de heer De Vries. Het CDA heeft wel aangegeven mocht het nodig zijn dat wij de bezuinigingstaakstelling misschien wel moeten heroverwegen. Mochten de bedragen zoals ze genoemd zijn in het verslag echt werkelijkheid worden.
-9-
De heer De Vries: De reactie van het CDA bevestigd wat ik heb gezegd volgens mij voorzitter. De reactie van de VVD is verbazend. Want die is altijd heel erg gericht op uitgaven. Laat ik het maar even afronden want dan is die vraag niet meer aan de orde. Ik heb getracht om met het voorbeeld aan te geven dat het heel erg zinnig is wanneer we gaan nadenken over herstel en onderhoud van bruggen dat we dat dan in het kader betrekken van of we wel of niet vaarrecreatie op alle mogelijke vaarwegen in stand willen houden. Dat is legitiem volgens mij. Mevrouw Wijnholds: Meneer De Vries als u appels met peren wilt gaan vergelijken kan dat niet. Dan moet u wel zorgen dat u twee soorten appels of peren heeft. Dus als u wilt kijken of de vaarrecreatie en de bruggenkosten tegen elkaar op kunnen wegen moet u reële cijfers hebben die u tegen elkaar kunt afwegen. En niet gewoon aannames die uit de lucht komen. De heer De Vries: Ik neem aan voorzitter dat de VVD daar graag een bureau voor uit wil nodigen om daar onderzoek naar te doen. De heer Van der Goot: Er zijn al heel veel woorden gewijd aan de nota OOR. Dus ik wou het maar kort houden anders wordt het achterstallig onderhoud alleen maar groter en duurder. De fractie van Gemeentebelangen kan zich wel vinden in de reële variant zoals voorgesteld door het college. Wij vertrouwen er wel op dat het eigenlijk binnen de grenzen van die 8 miljoen blijft. En dat het geen 10 miljoen wordt zodat we over de begroting heengaan. Maar dat is dan ook het enige wat wij graag zouden willen zien als het uitgevoerd wordt. En ik zou zeggen graag aan de slag met het onderhoud. De heer Kuper: Zoals ook al in voorgaande vergaderingen vanuit onze fractie is aangegeven maakt het CDA zich zorgen. Zorgen over de financiële haalbaarheid van het nu voorliggende besluit. In beantwoording op onze schriftelijke vragen wordt aangegeven dat wanneer de bedragen van de Antea Group overgenomen worden in de begroting er de eerste vier jaar een tekort is van € 176.000,00. Hiervan wordt aangegeven dat met efficiënt en effectief werken dit bedrag nog wel valt te besparen. Dit valt voor onze fractie nog wel te billijken € 176.000,00 op een totaal van 2,7 miljoen lijkt inderdaad haalbaar. Daarna komen echter de jaren dat het tekort op kan lopen tot € 586.000,00. Dat is een bedrag wat je naar ons idee niet zomaar oplost met goed aanbesteden en efficiënt en effectief werken. Onze fractie begrijpt ook dat het lastig is om op basis van de in de realistische variant geraamde bedragen geld te reserveren in de begroting. Maar dat we ernstig rekening moeten houden met een tekort lijkt haast onafwendbaar. Het CDA wil deze rekening dan ook niet doorschuiven naar de nieuwe gemeente Westerwolde. Het CDA wil dan ook dat de uitvoeringsplannen gelijk met de begroting worden aangeboden zodat dan inzichtelijk is wat het meerjarige financiële effect van deze plannen op onze begroting zijn. De consequenties van deze uitvoeringsplannen moeten dus vertaald worden in de meerjarenbegroting. Dan wil ik het toch nog even hebben over beslispunt 6. Er wordt onder beslispunt 6 voorgesteld om groot onderhoud en vervangingsprojecten door middel van aparte raadsvoorstellen voorzien van een dekkingsvoorstel en een meerjarenperspectief van de reserve aan de raad voor te - 10 -
leggen. Dit is wat onze fractie betreft niet nodig. De door de raad vastgestelde begroting inclusief de uitvoeringsplannen is wat ons betreft kader stellend. Wat het CDA betreft is het college belast met deze uitvoeringstaken. En wij zien geen aanleiding om dit te veranderen. Vanwege eerder genoemde punten heeft de CDA fractie een amendement opgesteld en bij deze willen wij die nu graag indienen.
De griffier: Rekening onderhoud openbare ruimte niet doorschuiven naar Gemeente Westerwolde AMENDEMENT OP VOORSTEL “Vaststellen keuze kwaliteitsniveau Integraal beheerplan” De raad van Vlagtwedde, in vergadering bijeen op 19 april 2016, Constaterende, - Dat de in de realistische variant genoemde bedragen aangeven dat het tekort op het onderhoud van de openbare ruimte op kan gaan lopen tot 586.000 euro. - Dat het college aangeeft dat dit met efficiënt en effectief werken kan worden bespaard. - Dat het college aangeeft dat het lastig is om de in de realistische variant genoemde bedragen op te nemen in de begroting aangezien de exacte bedragen pas duidelijk zijn wanneer de uitvoeringsplannen uitgewerkt zijn. - Dat de raad met het vast stellen van de begroting de kaders bepaald. - Dat de uitvoering van dit plan bij het college ligt. Overwegende, - Dat het niet zo mag zijn dat de nieuwe gemeente Westerwolde wordt opgezadeld met rekeningen uit het verleden. - Dat wij alle vertrouwen in dit college hebben v.w.b. het uitvoeren van de uitvoeringsplannen - Dat wanneer het college iedere keer met voorstellen voor grote onderhouds- en vervangingsprojecten eerst langs de raad moet dit het proces vertraagd. Besluit beslispunt 3 aldus te wijzigen: Het huidige budget t.b.v. beheer en onderhoud openbare ruimte op dit moment niet aan te passen, maar te handhaven op € 2.705.618,- en zodra de uitvoeringsplannen gereed zijn en de bijbehorende bedragen helder, deze op te nemen in de begroting en de meer jaren begroting. En beslispunt 6 te laten vallen. En gaat over tot de orde van de dag. Fractie CDA - 11 -
De heer Sanders: De situatie wordt voor mijn fractie natuurlijk even anders nu dit amendement voorligt. Maar in zijn algemeenheid mee kunnen we wel meegaan met de reële variant. We hopen echter wel dat het wel binnen de begrote bedragen blijft en we zijn dan ook heel benieuwd naar de gedetailleerde inzichten, wat die mogen brengen voor de financiële resultaten. Maar die krijgen we natuurlijk na de zomer. Daar zijn wij heel erg benieuwd naar. De heer Kriek: Als ik kijk naar de versie die wij hebben gekregen, de gewijzigde versie van de nota OOR en ik kijk daar op pagina 3 dan zie ik een merkwaardige tegenstelling waar ik nog even een vraagje over heb. Binnen de reële variant tussen basis en laag wordt gesproken over een uitzondering wat betreft onderhoud in woongebieden en het buitengebied. Daar wordt namelijk wegen, bruggen en oevers op een laag niveau onderhouden. En als ik dan kijk naar wat op een laag niveau inhoud dan houdt dat in dat het gevolg kan zijn dat er onveiligheid, ontevredenheid, en kapitaalvernietiging zou kunnen optreden. Dat staat uitgelegd bij het stukje minimum kwaliteit. Ik neem aan dat dat hetzelfde is als laag niveau. Dat lijkt mij in ieder geval voor GroenLinks niet acceptabel. Wij zouden daar grote moeite mee hebben. Maar als we dan kijken naar het stukje daaronder concluderend en samenvattend dan staat er helemaal onderaan op pagina 3 dat juist blijkt uit de beheerplannen dat het met name op het gebied van bruggen en oevers sterk verbeterd. Dat is een nogal grote tegenstelling. En we hebben het over dezelfde reële variant die we geloof ik juist tussenvariant zouden gaan noemen. Dus daar wil ik nog even uitleg over. Dan wil ik ook gelijk naar 8.1. Dat zijn de stukjes die erachteraan komen naar aanleiding van vragen. Dat was een vraag van GroenLinks over het kabelbaantje. Ik wil de heer Holstein hartelijk danken voor de zeer uitgebreide beantwoording. En ik ben overtuigd door met name het verhaal dat wij hierdoor juist zeer waarschijnlijk een subsidie binnen kunnen halen. Dat moet nog wel gebeuren. Maar in dat geval is het natuurlijk zo dat wij dat zeker wel moeten doen. En misschien zelfs meer kabelbanen moeten gaan plaatsen. Misschien wel bruggen vervangen door kabelbanen. Nog even over 8.2. Daar is een toezegging over de brug van Zandberg. Een vraag naar aanleiding van Gemeentebelangen. Wat mij verbaast is dat daar staat dat de planning van deze brug niet gehaald wordt vanwege een tekort aan beschikbaar gekwalificeerd personeel. Dan denk ik gelijk, oei nu gaan wij straks aan het werk, nu hebben we straks knopen door gehakt en dan hebben wij een planning en dan blijkt er niet voldoende gekwalificeerd personeel te zijn om dingen uit te voeren. Dat heeft misschien ook wel weer gevolgen voor de uitvoering, misschien zelfs voor de kosten. Hoe kan zoiets ontstaan als dat alleen al bij deze brug blijkt? Mevrouw Van der Horst: Mijn partij heeft al behoorlijk wat vragen gesteld. We hebben opmerkingen gemaakt. Voorbeelden gegeven. Aanbevelingen gedaan. Een mooi gesprek gevoerd met de betrokken ambtenaar. Dat was zeer informatief. Er zijn alleen voor ons geen aanvullingen uitgekomen. Noch voel ik mij geroepen om alles
- 12 -
de revue nog eens te laten passeren. Voor mijn partij geld dat alleen de duurzame en veilige variant acceptabel is. De heer Hoftijzer: Tijdens de behandeling van dit onderwerp in de vorige commissie zat ik in zonniger oorden wat heel aangenaam was. Maar ik heb alles nog even goed na geluisterd via internet. En daarbij viel mij toch wel op dat er grote ongerustheid was in deze raad over de financiële haalbaarheid van alle plannen. En met name het doorkijkje in de meerjarige variant en dan ook richting de nieuwe gemeente Westerwolde. Ik moet zeggen dat het CDA dat uitstekend verwoord heeft en ook nog eens een keer hierop terugkomt in het betoog nu. Verder moet ik even GroenLinks bedanken voor het herinneren van het college tijdens de vorige commissie aan de toezegging die gedaan is om met name de reële variant te schrappen en te spreken van tussenvariant. Wij zullen het als Partij van de Arbeid dan ook hebben over de tussenvariant. Nog een opmerking richting GroenLinks. Zij spreken van financiële puinhopen die vorige colleges hebben veroorzaakt. Wij nemen daar afstand van. Ook wij zaten met zijn allen in deze raad daarbij en hebben regelmatig lovende woorden uitgesproken over het gedegen financiële beleid van deze gemeente. Daarvan wou ik even melding maken. De ChristenUnie wil de vaarrecreatie gedeeltelijk gaan schrappen door bruggen niet meer te laten openen. Dat lijkt ons geen goed plan. Er zijn recent nog forse investeringen gedaan door buurgemeenten in de vaarrecreatie en die rekenen er ook op dat wij de vaarrecreatie open houden voor de toeristen. De Partij voor de Dieren wil duurzaam en veilig. Ik moet helaas constateren namens mijn fractie dat dat een financieel niet haalbare optie is. Het was heel mooi geweest maar het zit er niet in. Wat wij zouden willen zien is dat er snel wordt begonnen met de uitvoering van de plannen. En dat er bij de begrotingsbehandeling in het najaar duidelijk zicht is op de financiële consequenties van het een en ander. Zodat wij eventueel wanneer dat nodig is nog beslissingen kunnen nemen over bezuinigingen. De voorzitter: Dan wil ik nu de gelegenheid geven om op het amendement te reageren wat is ingediend door het CDA. De heer Heijne: Voor de reactie op het amendement wil ik graag een schorsing aanvragen. Over onze toezegging van de brug van Zandberg. Daar willen wij nog iets aan toevoegen. Het kan toch niet zo zijn dat de opdracht is uitgegaan en verleend in het voorjaar van 2016. Zoals het er staat wordt het dus wat later. En dan wordt er gezegd we kunnen ook nog de liggers één en vier in het voorjaar van 2017 worden gerepareerd. Als je dan verder de beantwoording bekijkt moet er nog heel veel aan gebeuren. Het kan toch niet zo zijn dat we dit plan hebben liggen dat we in ieder geval de brug nu in delen gaan knippen. 2016 kunnen we nu dan mooi gaan gebruiken om de brug helemaal, om te kijken wat moet er allemaal aan gebeuren en dan in één keer het onderhoud te doen en niet in twee delen. Want dan wordt het volgens mij extra duur. Dus zoals het hier voorligt voorzitter kunnen wij er niet mee leven. In ieder geval niet met het antwoord zoals het aangegeven is. Mevrouw Wijnholds: Ik wil ook om een schorsing vragen.
- 13 -
De heer Hoftijzer: Ik zou ook graag een reactie van het college willen hebben op het amendement. Wethouder Luth: Even heel kort. We hebben natuurlijk in alle vier voorgaande bijeenkomsten al heel veel gediscussieerd. En heel veel vragen zijn beantwoord. Ik had de vorige keer ook gevraagd om bij dringende technische vragen dat nog even op de mail te doen. Die hebben mij helaas niet bereikt. Maar voor wat betreft het opstellen van de begroting, ja natuurlijk zullen we daar kritisch naar kijken. En met plussen en minnen is ook iets wat we ook in voorgaande bijeenkomsten en vergaderingen heel duidelijk hebben aangegeven, is dat het heel goed is om heel kritisch te kijken naar de wijze van uitvoering. Daarvan was de brug Zevende Verlaat ook een heel goed voorbeeld wat ook steeds aan de orde is geweest. Je hoeft tenslotte niet alles in goud uit te voeren. Dus voor ons is dat wel heel belangrijk om daar ook echt heel kritisch naar te kijken en gaan we proberen om binnen die grenzen van die 8 miljoen zoals door Gemeentebelangen wordt verwoord te blijven. Voor wat betreft de vaarrecreatie. Daar is een reactie op geweest van de raad. En wat mij betreft is dat een vraag die op dit moment wel mee is genomen in het voorstel. Ook op u verzoek zoals wij ook het bijenconvenant, de oevers, en alle specifieke vragen die na die tijd nog zijn gekomen mee hebben genomen in de voorstellen. Dus ik denk dat het niet opportuun is om daar heel uitgebreid over te gaan discussiëren. Inderdaad, wij hebben steeds die tussenvariant genoemd. De reële variant de tussenvariant. Ik moet u eerlijk zeggen dat ik op dit moment het antwoord schuldig moet blijven of ik daar een toezegging voor heb gedaan. Ik heb wel gezegd dat ik het wel een sympathieke uitdrukking vond en dat ik me daar ook wel iets bij voor kon stellen. Maar volgens mij heb ik niet toegezegd om de reële variant zoals die in de beheerplannen voorligt om daar tussenvariant van te maken. Dat even gezegd hebbende. Dat is even in het kort. Voor wat betreft het amendement van het CDA. Op zich kan ik daar wel in meegaan. Maar het is natuurlijk wel zo de vraag van als beslispunt 6 eruit moet zou dat dan betekenen dat we bijvoorbeeld voor een half miljoen of een miljoen niet meer naar de raad terug hoeven? Mevrouw Heidekamp: Inderdaad, de uitvoeringsplannen zoals die zijn aangekondigd zouden een gedetailleerd beeld geven van de kosten die gemoeid zijn in het jaar wat komt. En op het moment dat dat voldoende onderbouwd is en op die manier opgenomen wordt in de begroting lijkt het mijn fractie onnodige bureaucratie als u daarmee dan nog iedere keer voor elk stukje daarvan terug moet naar de raad. Wij denken dat u veel slagvaardiger van start kunt en in de loop van dit jaar uitvoering kunt doen. Wij zien dan in de verschillende rapportages aan de raad gedurende het jaar hoe de werkelijke aanbestedingscijfers bijvoorbeeld zijn geweest. Daar zijn momenten genoeg voor. De heer Hoftijzer: Ik heb een vraag aan mevrouw Heidekamp. U heeft het over jaarlijkse onderhoudsprogramma's. Dat de jaarlijkse onderhoudsprogramma's in de raad komen voordat het jaar begint waarschijnlijk bij de begrotingsbehandeling die keuren wij goed.
- 14 -
Wethouder Luth: In de vorige commissievergadering heb ik aangegeven dat de planning als volgt was, dat de uitvoeringsplannen in november gereed zouden zijn. Dus dan gaan we dat voor de begroting niet redden.
De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering.
De heer Kriek: Voorzitter wij hebben nog geen antwoorden gehad op de vragen in de eerste termijn, dus ik vind het wat vreemd dat wij nu met een tweede termijn beginnen. De voorzitter: U mag daar in de tweede termijn op terugkomen als u antwoorden heeft gemist. Mevrouw Wijnholds: Ik heb geen vragen meer aan het college. Het gaat echt even over het amendement. Daar hebben we even flink over gesproken en ik heb met een aantal dingen wat moeite. Het beslispunt is uiteindelijk zet alles in de begroting. Ik zeg het even heel simpel. En dan kan het college doen wat ze willen. Maar dat is eigenlijk altijd zo met een begroting. Alles wat we in de begroting gezet hebben kan het college uitvoeren zonder dat ze terug moeten naar de raad. Dus wat dat betreft snap ik dan die toevoeging van de laatste zin niet helemaal. Het probleem is alleen als de wethouder zegt we weten helemaal niet of het al in de begroting kan heb je een probleempje. We hebben net even met een ambtenaar overlegd waarom beslispunt 6 er in stond. Kunnen we inderdaad wisselen. Kan je inderdaad een groot vervangingsproject in een begroting opnemen. In theorie schijnt dat te kunnen. Er werd ook aangegeven, in heel veel projecten zit ook een politieke kwestie aan. Want meneer De Vries wil bij wijze van spreken bruggen wegdoen. Wij misschien niet. Dan krijg je inderdaad politiek discussies die je niet zomaar al in een begroting op kunt nemen. Dus ik zit een beetje te twijfelen tussen beide dingen. En dan neigen wij ernaar om niet met het amendement mee te gaan. Mevrouw Heidekamp: Ik heb behoefte om meteen te reageren op de woorden van mevrouw Wijnholds. Want met de keuze voor reële variant of tussenvariant of hoe we hem ook maar willen noemen wordt volgens mij nu die politieke keuze voorgelegd. Wat gaan we nu doen. Dus de politieke keuze van wel of niet onderhoud is met deze keuze ingevuld. Het gaat over onderhoud. Het gaat over het in stand houden van volgens de methodiek zoals die beschreven staat. En dan is wat ons betreft op het moment dat je dat dan ook op geld hebt gezet en dat ook bij de begroting aanbiedt en als dat niet zou lukken een maand later, maar bij het vaststellen van het uitvoeringsplan heb je daarmee de kaders aangegeven. En mocht het dan al zo zijn dat er in het uitvoeringsplan iets staat waarvan één van de fracties of meerdere fracties vinden dat dat misschien te zwaar is aangezet kan dat een reden zijn om het nog aan te passen voordat je het vaststelt. Maar als hij nou is vastgesteld
- 15 -
zou dat het kader kunnen zijn waarbinnen het college volgens ons prima aan het werk kan. Mevrouw Wijnholds: U zult het misschien gek vinden klinken, maar u heeft gelijk voor wat betreft het onderhoud. Het onderhoud kan er allemaal in. Dat kun je plannen want daar kun je naar kijken. Maar bij een investering zit je heel erg. De wethouder gaf ook steeds het voorbeeld van die brug die meer dan een miljoen goedkoper is. Dat weet je pas op het moment dat je ernaar gaat kijken, offertes hebt, en beter gaat kijken. Dat kun je nog niet helemaal goed in de begroting opnemen. Het onderhoud wel. Dus daar ben ik het helemaal met u eens. Maar niet met echt nieuwe vervangingsprojecten. Dan zit je met hele andere dingen. Daarvan zeggen wij daar is nummer 6 voor. Dat moet nog even terug naar de raad dat we dan even goed kunnen beslissen. Misschien gaat het meer kosten. Dan kunnen we meer geld beschikbaar stellen. Dus wij zeggen het onderhoud kan heel goed in de begroting blijven, maar voor de vervangingsprojecten nummer 6 er in laten staan. Mevrouw Van der Horst: Ik wilde nog even reageren op de woorden van mevrouw Heidekamp. Want juist omdat het plan in onze optiek heel vaag is. Dat er nog veel vraagtekens zijn. Dat men spreekt over dat moet nog onderzocht worden. En het gaat om grote bedragen. Vind ik dat de raad daar regelmatig van op de hoogte gesteld moet worden en daar ook invloed op moet hebben. Mevrouw Heidekamp: Ik herhaal het nog maar een keer. De uitvoeringsplannen daarvan is aangegeven dat is de concretisering van wat er voor het komend jaar gaat gebeuren. Dus al die keuzes die nu nog vaag zijn worden dan ingevuld. En daar waar het zo zou kunnen zijn dat dat in november nog niet vastgesteld kan worden omdat er nog iets onvoldoende is onderzocht lijkt het mij dat het college ook aangeeft dat ze daar met nadere voorstellen over komen. Maar volgens mij kan in november van een jaar voorafgaand aan een grote investering best wel worden aangegeven op welke manieren een grote investering wordt gepleegd. Ik denk dat als je de bedrijfsvoering goed op orde hebt en ik ga er van uit na al dit onderzoek wat nu gedaan is dat het college die uitvoering gewoon heel goed in tijd weg kan zetten. Dus ik denk dat het een theoretisch probleem is wat hier op tafel wordt gelegd. De heer De Vries: Ik denk dat het CDA hier een theoretisch probleem maakt. De keuze zal komen wanneer wij bijvoorbeeld gaan besluiten of wij onderhouds- en vervangingsinvesteringen gaan doen voor bruggen en oevers die een grote som geld vragen. En die dan impliciet inhouden dat we bijvoorbeeld geen plattelandswegen kunnen verbreden zoals we willen. Dat we dus op de rest van de begroting van de gemeente zullen schaven. Die keuze gaat komen en het is niet meer dan logisch om op een rij te krijgen wat kost het wanneer we bijvoorbeeld een beslissing en dan heb ik vaarrecreatie genoemd maar er zijn meerdere van dat soort beslissingen want ook de oevers hoe die ingericht worden. Wat scheelt het wanneer die op de ene manier ingericht en wat wanneer op die andere manier. Daar is een algemene keuze voor nodig. En dat zal toch gebeuren dus ook al komt het in de begroting.
- 16 -
De voorzitter: De keuze ligt vanavond voor dus misschien wilt u alvast reageren op het standpunt van de ChristenUnie en ook op het amendement wat voorligt. De heer De Vries: De ChristenUnie kan niet meegaan met dit amendement. De heer Sanders: Het is al getracht om uit te leggen maar ik ben niet zo snel als het om cijfers gaat. Zegt u nu precies u wilt het bedrag handhaven, maar als er nu echt forse bedragen naar boven komen bij de gedetailleerde inzicht plannen waar we echt van schrikken met zijn allen, dus dat komt bovenop dat bedrag. Dat wilt u dan in één keer wegzetten en niet dat wij daar weer over kunnen gaan? Mevrouw Heidekamp: Volgens mij vraagt mijn fractie juist gelet op de onzekerheid over de financiële tekorten om in die uitvoeringsplannen zowel voor het komende jaar als meerjarig zo concreet mogelijk aan te geven of we wel of niet in de buurt van die begroting blijven. En daar waar bijvoorbeeld al meteen in november duidelijk zal zijn dat we een tekort voor volgend jaar becijferen van 3,5 ton bijvoorbeeld, dan vindt mijn fractie dus dat daar ook vanuit het college bij de begrotingsvaststelling aanvullende bezuinigingsvoorstellen moeten worden gedaan om binnen die begroting te blijven. Want die zal weer sluitend moeten. Omdat we dat sowieso al verplicht zijn een sluitende begroting. Maar ook omdat we niet willen dat een hypotheek in de toekomst wordt gelegd bij de nieuwe gemeente. De heer Sanders: Nu wordt het mij wat helderder. Dat betekent wel dat wij daarmee willen afwachten wat er in november uitkomt. Dus ook wij hebben wat moeite met dit amendement. De heer Kriek: In de eerste termijn is er opeens heel uitgebreid ingegaan op het amendement. En volgens mij kwam toen de beantwoording vanuit het college in de knel. Dus ik zal mijn vraag nog even herhalen. Ik vroeg mij af in hoeverre het zo was dat het nou veel slechter zou gaan met de wegen en bruggen in woongebieden en het buitengebied of juist beter. Want als je kijkt naar het stuk wat wij hier hebben gekregen als gewijzigd exemplaar dan wordt er in een stuk op pagina drie twee totaal tegengestelde dingen van verteld. In eerste instantie wordt gezegd als we op een laag niveau onderhouden. De voorzitter: U gaat nu herhalen. De heer Kriek: Maar ik heb er nog geen antwoord op gehad. Dus ik dacht voor de zekerheid vraag ik het maar zeer uitgebreid dan kan het college er dit keer niet omheen. Wat betreft het amendement gaat mijn fractie er ook niet in mee in dat voorstel. Omdat wij toch echt sturing willen houden. Ik heb al eerder aangegeven en er werd net nog even door de heer Hoftijzer op gereageerd dat wat mij betreft voorgaande colleges er een want minder succesvol zijn omgegaan met de openbare ruimte. Er is staat in dit stuk vanaf 2008 op de onderhoudsbegroting bezuinigd. Terwijl er vanaf 2011/2012 regelmatig vragen zijn gesteld. Is er nooit een bijstelling geweest in deze begroting. Dus ja, wat mij betreft zijn voorgaande colleges hier niet
- 17 -
zo uitstekend mee omgegaan dus wij willen hier een hele stevige vinger aan de pols en een vinger in de pap. Mevrouw Heidekamp: Het moet me toch van het hart dat ik de toon die de heer Kriek uit over de voorgaande colleges dat mij toch stoort. Als we even kijken naar het proces van totstandkoming van deze nota OOR dan loopt die al een aantal jaren. Er zijn een aantal grondige onderzoeken aan vooraf gegaan. Wij hebben daar als raad zelfs een vervolgonderzoek en nog eens een vervolgonderzoek op gevraagd. En nu ligt dan voor deze nota OOR. Daarmee wordt inzichtelijk gemaakt wat de achterstanden zijn en wat het kost om het weer op te knappen. Maar er is natuurlijk helemaal niet aan de orde dat dat te maken zou hebben met slecht beheer van vorige colleges. Sterker nog ik denk dat deze raad maar al te graag heeft willen bezuinigen op onderhoudsbudgetten omdat dat natuurlijk wel een vrij gemakkelijke post was. En natuurlijk zijn daar vragen bij gesteld. Maar toen is ook aangegeven, we komen nog met de nota OOR en dan kunnen we bijstellen. Dat doet het college nu ook keurig. En wat mij en mijn fractie betreft wordt daarmee een hele consequente lijn van uit het verleden ingezet. En geeft het echt geen pas om net te doen alsof het college nu onder curatele zou moeten, omdat voorgaande versies hun werk niet goed gedaan zouden hebben. Dus volstrekt niet aan de orde. Ik denk dat die toon wat dat betreft wel een beetje gematigder en wat meer op feiten gebaseerd zou mogen zijn. De heer Hoftijzer: Ik wil van harte de woorden van mevrouw Heidekamp ondersteunen namens mijn fractie. Even ingaand op het amendement. Het lijkt ons heel goed om jaarlijks een onderhoudsplan te krijgen die zijn weerslag krijgt in de begroting. De financiële vertaling in de begroting. Dat lijkt ons het niveau waarop wij als raad moeten beslissen. Vervolgens hoeven we wat ons betreft niet elke keer weer gedetailleerde onderhoudsvoorstellen terug te komen in deze raad. En dat is precies wat dit voorstel zegt. Wij steunen dit. Mevrouw Van der Horst: Ik wil een poging doen om hetgeen wat meneer Kriek zegt en waar ik ten dele in mee kan gaan om dat anders te formuleren. Als je kijkt naar hoe de afgelopen jaren is omgegaan met bijvoorbeeld de oevers en het groen. Dan is het ook bevestigd in de gesprekken die ik heb gehad dat daar ongelooflijk op bezuinigd is. Voor mijn partij is het dan heel belangrijk om te kijken dat het de volgende keer niet zo zal gaan. Dat het niet steeds op één plek, een voor ons belangrijke plek bezuinigingen plaatsvinden. Onze bezorgdheid dwingt ons ertoe om te zeggen we willen zo min mogelijk uit handen geven. We willen voortdurend als raad op de hoogte blijven van de stappen die genomen worden. Ik hoor dat een beetje in de geluiden van meneer Kriek. De voorzitter: Kunt u ook nog aangeven of u met het amendement meegaat of niet. Mevrouw Van der Horst: Dat kan ik aangeven. Ik ga daar niet in mee. Mevrouw Heidekamp: Ik zou heel graag even reageren op de woorden van mevrouw Van der Horst. Want ik denk dat de heer Hoftijzer dat ook heel nadrukkelijk heeft aangegeven dat hoe graag we dat ook zouden willen dat onderhoudsniveau wat u - 18 -
graag zou zien in het groen dat we dat eenvoudig weg niet kunnen betalen. En volgens mij heeft de wethouder de vorige keer in de beantwoording heel nadrukkelijk aangegeven dat daar waar natuurlijke oevers een heel goed alternatief zijn en vaak zelfs goedkoper is dat daar ook zeker naar gekeken zal worden. Maar op het moment dat u denkt dat met het behandelen van uitvoeringsplannen het niveau nog opgeschroefd kan worden naar de wens zoals de Partij voor de Dieren en GroenLinks die heeft geuit dan denk ik dat we heel reëel moeten zijn. Daarvoor is reële variant wel een hele goede term dat dat gewoon onbetaalbaar is. Laten we daar nou geen mooi weer verhalen van maken. Ik denk dat dan de suggestie dat die uitvoeringsplannen zich daar nog voor lenen dat die echt niet op zijn plaats is. Mevrouw Van der Horst: Het zijn twee verschillende dingen mevrouw Heidekamp. Het eerste is inderdaad omdat er altijd op bezuinigd wordt omdat mensen dat eigenlijk nooit belangrijk vinden,die onderwerpen die voor ons belangrijk zijn. Daardoor, uit die ongerustheid wil ik de vinger aan de pols houden. Het andere is dat u zegt het is onbetaalbaar. Dat zegt meneer Hoftijzer ook. In het begin van onze gesprekken was dat ook zo. Maar als je dan praat en je vraagt eens een andere visie, een andere manier van denken, een andere manier van omgaan met je leefomgeving, een kwestie van prioriteiten stellen, keuzes maken. Het is een lange weg. Het gaat niet in één keer. Maar het is absoluut ook anders aan te vliegen dan nu. En dan zou het wel betaalbaar kunnen zijn. De heer Kriek: Ik wil toch echt even reageren op de woorden van mevrouw Heidekamp. Mevrouw Heidekamp mag mij uitleggen hoe het kan zijn dat er in de conclusie staat dat er een grote achterstand bij beheer en onderhoud is. Dat er heel veel geld bij moet. Terwijl wij de afgelopen jaren een positieve sluitende begroting hebben gehad. Mevrouw Heidekamp: Ik zou bijna zeggen juist mede daardoor. Er is 3,5 ton bezuinigd op het onderhoud. En dat betekent dus dat zolang wij nog niet deze nota hebben kunnen vaststellen het college niet meer geld beschikbaar had dan dat er in de begroting zat. Dat leverde dus elk jaar keuzes op die leiden tot een geleidelijke verhoging van de achterstanden. Dat weten we ook al een paar jaar. En we hebben er elke keer als raad voor gekozen vervolgopdrachten mee te geven aan het college. Dan moeten we denk ik als raad niet het college aankijken, we moeten onszelf aankijken en zeggen ophouden met plannen maken en aan het werk, want wij vinden gewoon dat je het moet gaan doen. Het kader is sober en doelmatig maar wel graag op een goed niveau en aan het werk. Dus ik denk dat het geen pas geeft en daar wil ik echt even tegen ageren, want dat er achterstanden zijn hoort u mij niet ontkennen. Maar wat mij stoort is de suggestie als zouden eerdere colleges hun werk niet goed gedaan hebben. Want dan denk ik dat de raden het hebben laten lopen. Doordat ook daar niet harder op te sturen en keuzes in te maken en ook het lef te tonen om het college daar de vrije hand in te geven. Wethouder Luth: Ik heb een aantal dingen. Om eerst even terug te komen op de vragen van meneer Kriek in de eerste termijn. Dat is in feite gewoon een hele technische vraag. Die in mijn optiek ook denk ik in de commissievergadering - 19 -
thuishoort. Maar desalniettemin zal ik pogen u van antwoord te voorzien. Achterstand bij de wegen heb ik ook aangegeven is er niet op dit moment. Sterker nog we hebben wat dat betreft een voorsprong. En als u zegt, hoe kan dat dan er zit een paradox in. Ook dat is uitgelegd in de eerste informatieve bijeenkomst dat we ook een aantal dingen naar een iets hoger niveau gaan tillen. Ook met die reële variant. Waardoor het niveau wel omhoog gaat en dat we het dan weer af laten zakken. Dat is het verhaal wat toen ook is uitgelegd. Verder voor wat betreft daar waar het ging om de notitie die u heeft gekregen naar aanleiding van uw vraag over de kabelbaan hebben wij dat in het college besproken en als college komen wij, mocht het nodig zijn, met een separaat voorstel terug over de kabelbaan. Dus het is niet zo dat die kabelbaan nu bij de beheerplannen in zit. Dus ik wil dat even volstrekt helder hebben dat we die daarin niet meenemen. Want dat is ook een heel bedrag. En als we het dan over geld hebben dan wil ik daar toch wel een beetje zuinig op zijn zou ik zo zeggen. Dus dat even ter beantwoording van die vragen. Wij denken dat het lukt om binnen de financiële kaders te blijven. Wat betreft de uitvoeringsplannen heb ik inderdaad gezegd in november klaar. Maar het is wel zo dat wij natuurlijk in oktober wel al een doorkijk hebben van wat dat gaat kosten. Want oktober november sluit keurig op elkaar aan dus dan hebben wij daar wel inzicht in. Voor wat betreft het amendement kan ik daar wel in meegaan. Dus vind ik het wel een sympathiek amendement. Ik kan mij daar wel in vinden. Het amendement wordt met 12 stemmen voor (fracties CDA, Gemeentebelangen en PvdA) en 5 stemmen tegen (VVD, ChristenUnie, D66, GroenLinks en PvdD) aangenomen. De heer Heijne: Ik had nog iets gevraagd aan de wethouder over 8.2. Daar heb ik nog geen antwoord op gekregen. Over de brug van Zandberg. Wethouder Luth: Het was mij even ontgaan. Mijn excuus. U geeft aan kan de brug bij Zandberg in één keer. Ik zal uw voorstel meenemen richting uitvoering om dat in één keer te doen. Inderdaad als u zegt over dat technisch personeel wat met de aannemer waar het is weggezet die bruggen dat is heel gespecialiseerd werk. Dus dat kun je niet overal krijgen. We nemen uw voorstel mee. Dit voorstel wordt - met inachtneming van het aangenomen amendement - unaniem aangenomen.
9.
Rapportage Ter Apel.
De voorzitter draagt de hamer over aan de plaatsvervangend raadsvoorzitter. De plv raadsvoorzitter: Dan is nu aan de orde de rapportage over de situatie in Ter Apel. Toegezegd in februari. Het rapport geeft een overzicht van alle zaken die tot nu toe sinds die tijd hebben plaatsgevonden en welk effect dat heeft. Mevrouw Wijnholds: Op zich zijn wij tevreden met dit rapport. Het geeft heel veel duidelijkheden. Ik had alleen een vraag. Het aantal winkeldiefstallen. Er staat 2014 60 - 20 -
en 2015 247. En bij 2016 hebben we een nieuw politiebureau, we hebben het burgerpreventieteam, we hebben gastvrij, we hebben ontzettend veel blauw op straat lopen en dan verwacht men toch nog 238 winkeldiefstallen. Oftewel ten opzichte van 2014 is dat een verhoging van zo'n 400%. Als al die inzet ervoor zorgt dat we maar 3% minder winkeldiefstallen hebben begin ik een beetje te twijfelen wat het nut er eigenlijk van is. Ik hoop dat bij de politie niet zo goed kunnen rekenen en dat de prognose niet klopt. Ik wil graag van u weten hoe ik deze cijfers moet lezen. Hier schrikken we echt wel van. Als dit de prognose is dan en ik ben winkelier hier in Ter Apel weet ik niet of ik mijn winkeltje open zou houden. Mevrouw Kompier: Prognoses en computers. Er wordt iets ingeplugd en dan geeft een computer deze prognose. Zo heb ik hem gelezen. Dus op basis van de huidige cijfers als je dan gaat doorrekenen dan zou je tot deze prognose komen. En verder deel ik volledig met u mevrouw Wijnholds dat dit aantal absoluut naar beneden moet gaan. Sterker nog ik heb de verwachting dat na dit eerste kwartaal ook zichtbaar zal worden gezien de maatregelen die zijn getroffen. Mevrouw Wijnholds: Uw antwoord verbaast mij een beetje. Dat u zegt dit is door een computer uitgerekend. Deze tekst wordt ook niet bedacht door een computer. Dat wordt gedaan door mensen. Ik neem aan dat als een politiechef deze cijfers aanlevert dat hij ook van tevoren nadenkt of de cijfers die hij aanlevert ook logische cijfers zijn of dat hij denkt misschien moet ik mijn computer anders instellen. Dus ik vind uw antwoord een beetje onbevredigend. Ik hoop ook eigenlijk dat het niet klopt. De plv raadsvoorzitter: Mevrouw Wijnholds hoopt dat het niet klopt. Dat het antwoord is dat het minder zal worden. Mevrouw Wijnholds: Ik hoop niet dat het klopt dat computers prognoses moeten gaan doen en dat er geen mens is die kijkt of die prognoses wel kloppen. Dat kan toch niet. Mevrouw Kompier: Ik ben het met u eens dat wat mij betreft dit geen realistisch cijfer wordt. Maar als er op dit moment dus op basis van de cijfers input wordt geleverd in een bepaald programma en zo heb ik het geïnterpreteerd dit de prognose is aan het eind van het jaar. U bent een computerexpert meer dan ik. Dus u zegt eigenlijk de politie moet anders programmeren. Die tip wil ik van harte meegeven. Mevrouw Wijnholds: Nee. Ik zeg elk logisch denkend mens weet dat dit niet klopt. En dan ga je toch kijken wat het wel De plv raadsvoorzitter: Uw punt was helder. Volgens mij was het antwoord ook helder. Meneer Van der Goot u wilt er nog op ingaan? De heer Van der Goot: Ik wil er graag op reageren. Het is natuurlijk hartstikke mooi dat de prognose zoveel winkeldiefstallen aangeeft. En dat heeft niks te maken met de aanwezigheid van de politie. Want die zit natuurlijk niet in die winkel. Maar het interessante is lijkt mij de oplossing die daarna vervolgens komt. Of er ook meer
- 21 -
mensen gepakt worden. En dat zien we aan het eind van de rit. Daar gaat het om. Dat is de inzet van de politie naar mijn bescheiden mening. Dank u. De heer Timmermans: Allereerst willen wij de portefeuillehouder bedanken voor de rapportage. Het was inderdaad toegezegd maar niet alle toezegging worden gestand gedaan. In deze zeer bedankt. Even doorgaand op de discussie van net. Eén van de oorzaken daarvan wordt inderdaad in de rapportage genoemd dat de beroemde opvang van groepen die hier toch wat plunderend rondlopen zeg ik dan maar heel voorzichtig. En ik heb ook begrepen dat er opvang komt voor overlastgevende asielzoekers. Oftewel de zogenaamde in de volksmond genoemde aso opvang. En wij hopen dat deze in ieder geval niet in Ter Apel plaats gaat vinden. Dat willen wij u ook heel duidelijk meegeven dat deze opvang als deze in Ter Apel komt wij daar de grootst mogelijke moeite mee zullen hebben. Want dat is een deel van de cijfers hebben die dit bewerkstelligd. Wij zijn van mening dat op het moment dat er toch groepen die die overlast geven elders geplaatst gaan worden dat deze cijfers omlaag gaan. Overigens zijn wij van mening dat die onvoldoende kentering in de cijfers dat het continueren van het politiebureau noodzakelijk is. Voorts zijn wij niet akkoord met de mening van de politie dat een meldpunt voor mensenhandel, mensensmokkel, met hun bereikbaarheid afdoende is af-gekaderd. Wij zijn van mening dat er nog steeds een apart meldpunt zeer wenselijk is. Omdat mensen toch wat zien en om 0800-8844 iets te melden is een crime. Want dan moet je eerst aan iemand in Friesland uitleggen dat je iets bedoelt in Ter Apel voor zover ze al weten waar dat ligt. Wij hebben wel vragen, wanneer is de uitbreiding van het politiebureau naar een 100% politiebureau mogelijk? Op welke termijn? Tot zover. De plv raadsvoorzitter: Dank u wel meneer Timmermans. Ik wil u wel vragen om woordkeuzes als plunderende groepen en aso opvang. Ik heb daar wel moeite mee om dat op die manier gebracht te krijgen in een reactie op dit soort documenten. De heer Timmermans: Dat is uw opvatting. Dit zijn hele gewone gebezigde termen. De plv raadsvoorzitter: Volgens mij is er van plunderende groepen in Ter Apel geen sprake. Ik denk dat dat soort terminologieën op die manier dat dat stemmingmakerij is waarbij wij als raad wel een beetje moeten uitkijken. Dus ik wil u gewoon in zijn algemeenheid verzoeken om na te denken over de benaming van groepen van onze inwoners. Mevrouw Kompier: Ik distantieer mij inderdaad ook van de term plunderende rondlopende groepen. Want zo erg is het godzijdank niet bij ons in Ter Apel. Neem me niet kwalijk dat ook ik iedere winkeldiefstal er één teveel vind. Maar als ik kijk naar de aard van de winkeldiefstallen dan gaat het niet over plunderende groepen. Dus daar neem ik afstand van. En ik denk dat de heer Timmermans doelt op het beleid van de staatssecretaris waarin hij spreekt over aparte sobere opvangvoorziening die hij wil creëren voor overlast gevende asielzoekers. Dat is denk ik een betere terminologie. En ik ben het helemaal met de heer Timmermans eens en daar is ook de inzet op gericht dat er niet in Ter Apel zal worden opgevangen. Daar heb ik in ieder geval met de staatssecretaris over gesproken en afspraken over gemaakt. Datzelfde geldt ook voor de - 22 -
verspreiding van de overlast gevende groep tot nu toe. Ook daar heb ik u in meegenomen dat het beleid is dat die groep verspreid wordt en dat is op dit moment in volle omvang gaande. Dat dus niet al die veilige landengroepen hier worden opgevangen. U noemde nog even de opmerking in de brief van de politie over het meldpunt. Er zijn diverse mogelijkheden waarop burgers meldingen kunnen maken. Ik hoor uit betrouwbare bron dat daar ook gebruik van wordt gemaakt. Dus het is niet alleen via het telefoonnummer wat u noemde maar ook op andere wijze. En ik denk dat de politie dat heeft bedoeld in de beantwoording dat er op diverse wijze die mogelijkheid wordt geboden en naar wat ik hoor in volle tevredenheid. De plv raadsvoorzitter: Dank u wel. Volgens mij heeft u nog één vraag niet beantwoord en dat is op welke termijn het politiebureau voor 100% zal zijn ingericht. Mevrouw Kompier: In de rapportage hebben we gesproken over binnen een maand volledig operationeel. Ik ga ervan uit dat dat ook haalbaar is. Mevrouw Hemmen: Ook onze fractie is blij met deze rapportage. Enerzijds wil ik een aantal inhoudelijke vragen stellen ten aanzien van de vorm. Dus een aantal verbeterpunten meegeven om ook een steeds scherpere rapportage te krijgen. Zodat we goed kunnen toezien op de vorderingen. Ten eerste inhoudelijk. De vraag is eigenlijk, is het ingezette beleid succesvol? Het is natuurlijk zeer kort dat dit is ingezet, dus daar kunnen we nog niet helemaal deze rapportage op af laten leiden. Het is dan nog wel en ik hoop ook dat de portefeuillehouder gelijk krijgt dat die afname in winkeldiefstallen en woninginbraken heel snel zichtbaar gaat worden. Want dat vond ik nog wel teleurstellend dat we dat nog niet kunnen zien. Zelfs nog niet een beetje. We zien zelfs bij winkeldiefstallen dat ze nog weer iets zijn toegenomen in maart. Ten aanzien van de winkeldiefstallen de vraag of de aangiftebereidheid van de winkeliers hetzelfde is gebleven of liever nog is gestegen. En welke rol dynamisch blauw daar in vervult. Ten aanzien van het BPT zijn er samenwerkingsafspraken opgesteld. Die zijn ook toegevoegd. In hoeverre zijn deze samenwerkingsafspraken ook definitief gemaakt met het BPT? En hebben zij zich ook gecommitteerd aan deze afspraken? Is bekend hoe dynamisch blauw door winkeliers wordt gewaardeerd? En hoe is nou de samenwerking tussen de verschillende partijen? Want dat was de rol. Onduidelijkheid tussen partijen was met name ook voor inwoners niet meer helder. Mijn vraag is of dat nu is opgelost met de samenwerkingsafspraken die er liggen. Als je dan kijkt naar de vorm dan hebben we een aantal verbeterpunten. Als je kijkt naar de tabellen waar een aantal cijfers in worden genoemd dan is de toelichting wel heel erg vakjargon. Zeker vanuit de politie. Voor een leek niet goed meer te begrijpen. Dus ik zou daar graag wat aandacht voor willen. Dat we ook concreet een toelichting krijgen van wat betekenen deze cijfers. Als het gaat om het aantal incidenten op het COA terrein dan wordt gezegd dat kunnen we eigenlijk reduceren naar 20% van deze cijfers zijn eigenlijk echt incidenten waar we ons op moeten richten. Dan zou ik dat ook graag terug willen zien in die tabellen. Zodat niet alleen maar in woorden eronder staat maar dat we dat ook in die tabellen terug kunnen vinden. Als het gaat om onveiligheidsgevoelens bij inwoners, dat was met name ook het grote doel om dat weer terug te dringen.,dan zouden we ook graag zien dat dat op een of andere manier gemonitord kan worden en dat ook in deze rapportage terug kan komen. Nu is dat heel lastig want het is een gevoel, het is subjectief, en onze vraag is - 23 -
ook of we bij de regionale veiligheidsmonitor aan kunnen sluiten. Dat is een tip. Het aantal keren dat er wel of niet een terreinverbod wordt opgelegd zou ik graag toegevoegd zien in deze rapportage. Tot zover. Mevrouw Kompier: Mevrouw Hemmen stelt terecht de vraag is het beleid al succesvol. Daar zijn wij eigenlijk nog niet tevreden over. Dat hebben we afgelopen vrijdagmiddag in de driehoek geconstateerd. Dat heeft voor een deel te maken met de instroom de afgelopen periode van de veilige landen. Maar ook hebben we vrijdagmiddag gezegd we zouden misschien toch nog een aantal praktische afspraken kunnen maken hoe we de inzet nog wat beter kunnen veranderen. Wat ik begrijp is dat er in ieder geval hele korte lijnen zijn in het dorp op dit moment tussen de wijkagenten de politie zeg maar. De politie zit echt in de regierol. Die spreekt ook regelmatig met de winkeliers en ik krijg terug te horen dat de winkeliers daar tevreden over zijn. Maar we hebben ook binnenkort een apart gesprek met de winkeliers samen met de politie om dat ook te checken. Maar wij hebben gezegd laten we nu even een tijdje kijken hoe het gaat in het dorp en dan de balans opmaken. Daar zijn de winkeliers wat mij betreft natuurlijk zeer cruciaal, want als het gaat om de winkeldiefstallen zijn die natuurlijk de belangrijkste doelgroep. Maar ook wat u zegt de inwoners. Dat je op een prettige manier in het dorp kunt winkelen is natuurlijk ook heel belangrijk om te weten. Nu is het meten van het veiligheid- of onveiligheidsgevoel hebben we natuurlijk als prioriteit afgesproken heb ik met u als raad afgesproken als politieprioriteit. Dus het is in die zin een doelstelling die in beeld is. En dat is vooral voor Ter Apel. Niet alleen wat mij betreft voor Ter Apel, want het gevoel van al onze inwoners is van belang. We hebben ook gezegd we willen met enige regelmaat de peilstok in de samenleving houden om te horen en te weten hoe het gaat met onze inwoners. Daar bent u wat mij betreft ook belangrijk voor. Zeker de mensen die in Ter Apel wonen die spreken regelmatig mensen. Dus ik hoop ook dat als u dingen hoort waarvan u zegt dat is toch nog wel iets om daar actiever naar te luisteren of zorgen hoort, maar ook anderszins dat u geluiden hoort, we zien inderdaad dat de inzet wordt gepleegd en daar zijn we tevreden over of dat gaat goed. Dan hoop ik ook dat u dat met mij wilt terugkoppelen. En daarnaast hebben wij als college afgesproken dat we de boer op gaan langs al onze dorpen. En dan is dit een onderwerp van gesprek. Ik zeg eigenlijk dan al iets over de samenwerking tussen de partijen. We merken dat nu de rollen wat helderder zijn dat dat naar mijn idee ook een stuk beter gaat dan even die periode in december waarin we getracht hadden snel te handelen maar goed toch niet even duidelijk voor iedereen hoe het werkte. Als het gaat over de samenwerkingsafspraken met het BPT dan is het eigenlijk zo dat op dit moment op deze manier wordt gewerkt. Ik heb met het BPT afgesproken dat ik eerst dit met u in de raad wil bespreken en daarna met Jos Bruining de politiechef de avond bezoek waar het hele BPT team compleet is om ook de handtekening te zetten onder de samenwerkingsafspraken. De aangifte bereidheid. Het beeld van de politie is dat die aangiftebereidheid heel goed is. We zien dat een aantal winkels ook vooral in beeld zijn als het gaat om winkeldiefstallen. Sommige winkels hebben hun personeel gestimuleerd om echt aangifte te doen en die worden daar ook voor beloond. Ik heb het idee dat dat goed loopt. Maar nogmaals dat zullen we in dat gesprek met de winkeliers ook zeker aan de orde stellen. Dat wat betreft uw inhoudelijke vragen. Dan de tips die u geeft. Dit is natuurlijk de eerste rapportage dus ik sta open voor tips als het gaat om verbetering van het delen van informatie. Dus die neem ik graag ter harte. En we zullen proberen - 24 -
om naar het jargon te kijken en ook daar waar mogelijk nog wat specifieker met informatie te komen. De heer Eilert: Allereerst ook onze dank voor de rapportage. Het is goed dat we op deze manier geïnformeerd worden. Ik wil toch ook even iets zeggen over de toon die uit deze rapportage spreekt. Die staat ons namelijk wel aan. Daar waar het gaat over de aanrijtijden politie bij noodgevallen, er staat dat het eigenlijk te lang duurt. Er wordt in een nadere analyse wat zaken naar voren gehaald. In enkele gevallen dit. In enkele gevallen dat. En daar staat onder, ondanks deze analyse is mijn conclusie dat het percentage te hoog is punt. En dat is goed. Dat is denk ik ook de juiste manier om dat ook te benaderen zulke dingen. Het is gewoon te hoog. En ik ben blij dat ik dat ook op deze manier in deze rapportage lees. Toch even een paar vragen, want er wordt in deze rapportage ook voldaan aan een vraag van ons ten aanzien van de bevoegdheden van dynamisch blauw. En dan even ten opzichte van de voorganger van dynamisch blauw gastvrij Ter Apel. Als ik het goed lees dan staat hier dat dynamisch blauw uit twee teams van twee personen bestaat. Die zich bewegen in het centrum. En de teams worden begeleid door een praktijkopleider van PTO. Dan staat er even verder, op deze wijze worden hostmanship en beveiliging gecombineerd. Toch even verduidelijking daarover wie nou wat doet. Want medewerkers van dynamisch blauw hebben dezelfde rechten als ieder burger staat er. Dus toch even duidelijker, wie nou dat hostmanship doet en wie dan de beveiliging doet. Ten aanzien van de winkeldiefstallen. Voorgangers hebben het al eventjes aangestipt net, er lijkt wel een verhoging in te zitten. Ik lees ook dat direct wordt aangepakt met een gerichte inzet van dynamisch blauw. Net werd ook al eventjes aangegeven dat het politiebureau nog niet op volle sterkte is heb ik begrepen. Dat zal over korte tijd wel het geval zijn. In die zin kun je misschien inderdaad zeggen, ik geloof dat mevrouw Hemmen daar ook al iets over zei, dat deze rapportage misschien net iets te snel komt. Waardoor we nog niet helemaal een goed beeld hebben van de aanpak en wellicht ook de positieve dingen van de aanpak. In die zin wil ik toch even ter overweging meegeven dat door ons af te vragen of we eigenlijk wel een kwartaal willen wachten tot de volgende rapportage. Of dat die misschien toch iets sneller zou kunnen komen waardoor we wellicht ook als het politiebureau op volle sterkte is de positieve dingen daarvan kunnen zien. Mevrouw Kompier: Om even bij het laatste te beginnen, want ik zou het heel jammer vinden als er een beeld wordt gecreëerd dat het politiebureau niet op volle sterkte zou zijn. Ik denk dat het politiebureau vanaf 1 maart dus zelfs sneller dan de raad had gevraagd, de raad had gevraagd vanaf 15 maart en het politiebureau is vanaf 1 maart echt volledig bezet. Het wordt heel gedetailleerd in de brief aangegeven, 6 dagen in de week. Twee teams die 24 uur per dag 7 dagen in de week is de politie beschikbaar waarvan het bureau 6 dagen is geopend. Dus dat is natuurlijk een enorme verandering met wat het was. Ook de teams die actief zijn inclusief de noodhulp, want dat vind ik wel mooi dat u dat aanhaalt als het gaat over de aanrijtijden. Daar zijn wij natuurlijk kritisch in het nieuws geweest. Maar we zien dus dat sinds die noodhulp in Ter Apel gestationeerd staat dat die aanrijtijden helemaal goed zijn. Dus dat is ook een neveneffect van het politiebureau wat dus wat dat betreft heel goed functioneert. Als het gaat om de laatste dingetjes die nog geregeld moeten worden dan moet u denken aan een aantal bouwkundige laatste maatregelen die gerealiseerd moeten worden. En - 25 -
dat is bijvoorbeeld heel praktisch een toiletgebouw voor de arrestanten cel die op dit moment niet voor handen is in het gebouw, maar die op het buitenterrein geplaatst wordt. Dat zijn de laatste details. Dan hebben we dus ook een volledig bureau waar arrestanten kunnen worden afgehoord. Waar alle activiteiten die op een volwaardig bureau worden uitgevoerd bij ons in Ter Apel worden uitgevoerd. En ik vind dat eerlijk gezegd een compliment aan de politie dat ze dat heel snel hebben opgepakt. Ik hoor het helaas nog niet uit uw raad maar ik wil toch wel als portefeuillehouder zeggen dat ik daar zeer enthousiast en tevreden over ben. Als het gaat over de bevoegdheden van dynamisch blauw dan vraagt u meneer Eilert naar de inzet van het team. Dan ziet u inderdaad dat het een combinatie is van gecertificeerde beveiligers en mensen in opleiding. Dus het is een hele mooie combinatie. Er worden ondertussen mensen opgeleid. Dat is iets wat wij vanuit het college ook stimuleren. En wat u volgens mij als raad ook belangrijk vindt dat er aandacht wordt besteed aan die opleidingen. Dat wordt dus op deze manier gerealiseerd. En tegelijkertijd zijn ze gecertificeerd. Volgens mij heb ik dan de vragen beantwoord. De plv raadsvoorzitter: Volgens mij is er nog de vraag bij wie het hostmanship en bij wie de beveiligingstaak ligt. Mevrouw Kompier: Dat is bij dynamisch blauw. De combinatie zit dus in dat team. De plv raadsvoorzitter: Oké. En u bent wel ingegaan op het volledig beschikbaar zijn van het politiebureau. Maar volgens mij ging de vraag van de heer Eilert erom dat het effect van die verstevigde aanpak nog niet uit de cijfers blijkt en of dat een reden zou kunnen zijn om dan eerder dan over een kwartaal een vervolgrapportage te doen. Mevrouw Kompier: Ik deel de opvatting dat het natuurlijk heel kort dag is dat we deze cijfers kunnen meten. Ik ben zelf ook heel benieuwd naar het effect in de komende maanden vooral april en mei. Ik heb in de rapportage aangegeven dat ik in principe wil vasthouden aan die kwartaalrapportage omdat we dan namelijk in de vorm en in de staafdiagrammen een mooier beeld neer kunnen zetten. Maar ik kan mij voorstellen dat ik bijvoorbeeld wel eerder bij u terugkom als we ook significante resultaten zien. Dat heb ik ook aangegeven in deze rapportage dat zodra er echt bijzondere dingen te melden zijn wil ik dat graag eerder met u delen. De heer Eilert: Daar kan ik volledig mee akkoord gaan. Ik heb nog wel één kleine nabrander. Het ging net ook even over het veiligheidsgevoel. We hebben dat inderdaad bij het overleg met de politie aangegeven dat dat een belangrijk punt is wat meegenomen moet worden. Ik wil er nog van zeggen dat bij vervoerders zoals NS en Arriva ook het veiligheidsgevoel wordt gemeten van zowel medewerkers als reizigers. Daar zijn prima instrumenten voor om dat te doen. Mevrouw Kompier: Die tip neem ik van harte mee. De heer Heijne: De portefeuillehouder vroeg ons om uit de raad wat te laten horen. Ik ben wel van mening dat er in Ter Apel wel een verbetering heeft plaatsgevonden. Er zijn een paar dingen gebeurd waaruit blijkt als het bureau niet open was geweest dat die - 26 -
niet waren aangehouden. Ook negatieve dingen van de bewoners, want die krijgen nu een bekeuring of worden aangesproken op hun achterlicht wat niet brand. Dat zijn dan de negatieve dingen. Ik hoor ook dat er in het centrum zelf minder met een brommer door het centrum wordt gereden omdat de mensen er lopen. We moeten het ook niet allemaal richting het COA schrijven het hele rapport. Je moet het in algemene zin zien. Van onze kant zeggen wij dat de aanpak die wij hier in deze raad hebben voorgesteld dat dat dus wel degelijk effect heeft gehad. En dat wij van mening zijn dat de op deze richting ingeslagen weg moeten voortzetten. En niet terug-schalen na een half jaar. Zolang wij hier met dit centrum zitten behoort daar een volwaardig politiebureau bij. De plv raadsvoorzitter: Dan concludeer ik dat toch met heel veel instemming en tevredenheid kennis is genomen van deze rapportage. En dat de portefeuillehouder alle vragen die gesteld zijn afdoende heeft beantwoord, en de support krijgt vanuit deze raad om op deze ingeslagen weg verder te gaan. De plv raadsvoorzitter draagt de hamer over aan de voorzitter.
10. Rapport Gebiedsregisseurs Oost-Groningen (Kört veur de kop). De heer Eilert: Wij hebben inderdaad verzocht om dit agendapunt toe te voegen, omdat er natuurlijk de laatste tijd behoorlijk wat gecommuniceerd is over dit onderwerp. Er is veel aandacht voor in de media. En blijkbaar na wat aanloopproblemen zijn nu ook de gemeente Oldambt en de gemeente Stadskanaal over de streep en geven aan dat zij zoals ze genoemd worden de sterke mannen Bert Middel en Gerard Kremer de troepen mogen aanvoeren. Wij hebben daar ook nog eens even goed naar gekeken. Er ligt ook een brief van het college waarin wordt aangegeven dat zij in grote lijnen deze aanpak ondersteunen. En dan gaat het vooral om de conclusies en de aanbevelingen die door beide heren worden gedaan. En dat doet mijn fractie trouwens ook wil er gelijk wel even bij zeggen. Ik gaf net al even een compliment naar u toe over de toon in de rapportage van Ter Apel, maar dat vind ik ook wel op zijn plaats voor deze twee heren. Het lijkt echt een no nonsens aanpak. Echt van er moet nu echt iets gebeuren met dit onderwerp. Dat spreekt ons op zich wel heel erg aan. Ik heb naar aanleiding van de stellingname van het college die aangeeft het in grote lijnen te kunnen delen. Uiteraard wel de vraag of er dan ook nog punten zitten binnen die aanbevelingen waar het college dan zijn bedenkingen over heeft. Dat zou ik graag aan de betrokken wethouder willen vragen. En uiteraard ben ik ook wel nieuwsgierig hoe mijn collega's in de raad over de aanbevelingen en de conclusies van de twee heren denken. De heer Kriek: In dit rapport staan harde constateringen en heldere aanbevelingen in Jip en Janneke taal zoals we dat graag vaker zouden willen zien. Echt duidelijk helder en zonder onzin. Om die harde constateringen maken we ons wel een beetje zorgen. Niet alleen op dit gebied blijkt er bestuurlijk toch het een en ander mis te zijn. We gaan er wel van uit dat dit niet alleen voor Oost-Groningen geldt. Die suggestie zou ik toch wel naast me willen neerleggen. Want soms hoor je dat van ja in Oost-Groningen van dit en dat. Ik denk dat dit in andere delen van Nederland ook zo gaat. Er moet natuurlijk wel - 27 -
iets aan gebeuren. En GroenLinks deelt net als het college in grote lijnen de conclusies en aanbevelingen met nadrukkelijk de kanttekening niet die erin staat namelijk dat wij één gemeente zouden moeten vormen in Oost-Groningen. Dat wordt gesuggereerd door deze heren. Het is wel een uitdaging om te zorgen dat wij inderdaad over de grenzen heen kijken. En ik neem aan dat het college dat ook nadrukkelijk in de bedoeling heeft. En ik geloof dat vanuit onze gemeente dat ook wel goed zit. Ook wij hebben de vraag wat ziet het college nog wel als zaken die zij niet kunnen delen. En wij vragen ons af in hoeverre en dat is ook de slotzin van de begeleidende brief van het college in hoeverre wij met zo'n structuur met een gebiedsregie toch nog enige sturing hebben als raad. De heer Sanders: Als ik het rapport lees zou ik er bijna de naam aan willen geven “schrik om het hart”. Er ligt namelijk een vrij harde analyse waarin een ontluisterend beeld wordt geschetst van een gebrekkige samenwerking tussen de bestuurders in Zuid-OostGroningen. Het akkoord is al dan niet knarsetandend ondertekend door betrokken gemeenten maar wel met volle verstand. Ik zou zeggen ook bij volle verstand. Dat betekent dat er ook bij volle verstand uitvoering aan gegeven dient te worden want het gaat immers om de mensen die de steun in de rug van ons nodig hebben. Dan vind ik het toch ontluisterend om te moeten lezen dat er een volkomen gebrek aan samenwerking tussen de bestuurders en de betrokken gemeenten zou bestaan. Zou bestaan zeg ik. Hoewel ik beide auteurs van het rapport persoonlijk niet ken , beide zijn ook aangestelde gebiedsregisseurs kan ik me niet voorstellen dat er geen kern van waarheid in zou zitten. Ook wanneer werd gezegd we hanteren de waarheid ligt ergens in het midden is de D66 fractie van mening dat het schokkend is een en ander te moeten lezen. Groningen vooral Zuid-Oost-Groningen staat er gekleurd op. Hoe heeft dit zover kunnen komen? Vorig jaar heb ik tijdens de begrotingsvergadering al mijn zorg uitgesproken over het schuren van de samenwerking. En de wethouder meen ik mij te herinneren maakte zich daar ook wat zorgen over. Ook komt mevrouw Kleinsma op 25 april naar Groningen om een en ander te bespreken. Ik ben echt benieuwd hoe zij over de huidige situatie en het rapport te spreken is. Lopen we niet het risico met wat er nu gaande is dat de staatssecretaris er helemaal klaar mee is en onder het uitspreken van de woorden “as 't zo mot huift 't veur mie nait meer” naar Den Haag vertrekt. Volgens mij kan ze deze woorden uitspreken, want ze komt uit Hoogeveen en dat is niet zo gek ver hier vandaan. Het noemen van namen in het rapport en het toespelen van de zwarte piet heeft geen meerwaarde voor D66. We moeten uit impasse geraken. Het mag niet zo zijn dat de mensen die het niet kunnen lijden, die aangewezen zijn op een daadkrachtig uitgevoerd rapport met lege handen staan. Omdat kennelijk een aantal bestuurders niet over hun eigen schaduw heen kunnen stappen. En daarvoor neem ik de vrijheid wethouder Lok aan mijn zijde te zien gezien de opmerking in het Dagblad van het Noorden van afgelopen week. Afrondend zou ik het college de navolgende vragen willen voorleggen. Herkent en onderschrijft het college het beeld van de situatie zoals die is geschetst door de beide auteurs de heren Kremer en Middel? En welke zijn de vervolgstappen die het college nu voor ogen heeft? Dit alles voorzitter om verder te werken aan werkgelegenheid voor alle doelgroepen in Oost-Groningen in het belang van een goede toekomst voor alle inwoners van Oost-Groningen.
- 28 -
Mevrouw Heidekamp: In grote lijnen onderschrijf ik de woorden die de vorige sprekers hebben uitgesproken. Wat ik er wel aan toe zou willen voegen is dat ik denk dat de constateringen zoals die hier staan niet nieuw zijn. Als we het rapport “Grenzeloos gunnen” is het in wat zachtere bewoording is daar dezelfde conclusie getrokken. En eigenlijk is dit een herbevestiging op het dossier het akkoord van Westerlee. De conclusie van het rapport “Grenzeloos Gunnen” was net als wat deze beide heren zeggen schaal maar verder de gemeenten op want daarmee zou je het probleem op kunnen lossen. Ik denk dat dat op zichzelf niet nodig is. Als we allemaal en niet alleen onze bestuurders maar ook wij als politieke partijen en raadsleden de verantwoordelijkheid voor het gebied en de doelgroepen binnen dat gebied willen nemen. En ophouden om onze colleges de bestuurders die dus in dit soort overleggen zich dus blijkbaar niet altijd als samenwerkende partners opstellen ook boodschappen meegeven die er niet om liegen. Dat de boodschap ook niet is kom op voor Vlagtwedde in dit geval, maar dat de boodschap is kom op voor de regio. Want wat goed is voor de regio is goed voor Vlagtwedde en is straks goed voor Westerwolde. Als wij met mekaar daar een heel helder geluid over blijven uitstralen dan denk ik dat de toon van die samenwerkings-overleggen ook een andere zal zijn. Dus wat mij betreft zou er niet alleen gekeken moeten worden naar bestuurders maar ook naar politieke partijen. En is het aan ons allemaal om de verantwoordelijkheid te nemen om dit tij te keren. En dan zal de conclusie die in dit rapport ook staat, dat het alleen maar zou kunnen met schaalvergroting, ook niet meer nodig zijn. De heer Timmermans: Ook bij ons kwam de vergelijking met Grenzeloos Gunnen onmiddellijk op. En ook wederom dezelfde oplossing. Waar wij Grenzeloos Gunnen niets vonden vinden wij Kört veur de kop eigenlijk ook niet echt heel veel waarde toevoegen aan het opbouwende karakter wat het zou moeten hebben. Waar beide gebiedsregisseurs zich op een gegeven moment gaan baseren op aannames en beelden beschadigen ze mensen. Dat kan nooit de bedoeling zijn. En dat is niet een goede basis om een samenwerking te beginnen. En ook die aanbeveling zoals één grote gemeente is wederom het oude liedje. En wij vragen ons werkelijk af heeft men dan niets geleerd uit Grenzeloos Gunnen. Blijkbaar niet. En dat alles geeft ons weinig vertrouwen in deze heren als gebiedsregisseurs. Daar zijn we heel eerlijk in. Temeer omdat er ook staat dat er allerlei mandaten feitelijk naar de gebiedsregisseurs zouden moeten. En wij vragen ons überhaupt af of dat wel kan of van de wet van gemeenschappelijke regelingen. Wij zijn er ook niet zo heel er blij mee om onze TDC's waar wij toch wel redelijk succesvol mee waren de afgelopen jaren om die in stand te houden met dezelfde werkwijze op het moment dat andere mensen hier een beleid gaan vaststellen. Daar willen wij van de wethouder toch wel regelmatig een terugkoppeling van welke kant het op gaat. Want wij zijn van mening dat wij op enig moment als wij de financiën beschikbaar gaan stellen dat wij toch ja of nee moeten zeggen. We verzoeken de portefeuillehouder om toch nog eens goed te kijken naar de wet tot gemeenschappelijke regelingen of dit allemaal wel zo kan zoals het nu gaat. De heer De Vries: Ik wil mij graag aansluiten bij Gemeentebelangen. De heren Middel en Kremer zijn gefrustreerd. En hebben als gevolg van die frustratie hun bevindingen op deze manier in het rapport gezet. En er staan ongetwijfeld ware dingen in. Dat bijvoorbeeld twee andere heren met een deel van die 18 miljoen op stap gaan dat is - 29 -
terecht om dat kritisch te bekijken. Maar er wordt ook kritisch gedaan over Wedeka. Dat vind ik heel vreemd. Wij hebben daar toch altijd hele goede resultaten van gezien en dan begrijp je dat niet. Ik heb mij kort een beetje verdiept in wat is nou Westerlee. Ik ben er nog niet helemaal achter. Maar is het nou gewoon het samenvoegen van die twee organisaties? Is dat de klus? Zou het daar dan beter van worden? Zij hebben gewoon gerealiseerd dat ze op een waterbed duwen. Eerst waren dat twee helften, twee waterbedden naast elkaar en dat moet nu één waterbed worden en dan denkt men dat men dan de werkloosheidsproblemen heeft opgelost hier in Oost-Groningen. Maar dat is natuurlijk niet zo voorzitter. Dat is in de verste verte niet zo. En dat er dan 18 miljoen beschikbaar is gekomen is omdat meneer Van Zijl hier is geweest. Hij heeft gezien, ik speculeer nu een klein beetje, maar hij heeft gezien er is toch niks aan te doen maar geef 18 miljoen en laat die twee maar samenvoegen. Dan staat er in de krant voorzitter, Wedeka heeft 60 mensen aan het werk gekregen bij een andere uitvoerder in Stadskanaal. En die uitvoerder werkte in groen. Dan denk ik gelijk zou dat werk daarvoor niet gedaan zijn? Zijn er mensen die daardoor werkloos worden? Als je dan even verder leest zie je ook nog dat die mensen doorbetaald worden door Wedeka. Dan denk ik ze houden ons allemaal een beetje voor de gek. Wat geconstateerd had moeten worden in Westerlee is voorzitter, wij slagen er niet in om hier werkgelegenheid te scheppen. Als een bedrijf hier zich heel graag wil vestigen dan kan dat gewoon niet. Wij slagen er niet in om in heel Oost-Groningen een bedrijf als Harvestagg te vestigen. De voorzitter: Meneer De Vries met alle respect, want ik weet dat u vast nog hele interessante dingen gaat zeggen maar de vraag is eigenlijk ter rechterzijde gesteld wat vind u van het initiatief van deze gebiedsregisseurs. Misschien dat u daar even een antwoord op kunt geven. De heer De Vries: Ik ben daarmee begonnen. Ik kan daar niets mee. Ik bedoel ik zou zeggen als je gefrustreerd bent moet je de baan opzeggen. Zo is het nu eenmaal. En dan zou ik niemand aan willen raden om deze klus te doen, want als je op een waterbed duwt dan blijft het water erin het gaat alleen naar de andere kant. Wij als raden en de bestuurders moeten ons realiseren dat wij bedrijven die op zoek zijn naar locaties die moeten hier vestigen. Daar moeten we snel mee zijn. Dat is mijn mening. Mevrouw Wijnholds: Wij zien het akkoord van Westerlee eigenlijk als iets waarvan gekeken wordt mensen die echt in een beschutte omgeving moeten werken. Die gaan in een wat kleinere sociale werkplaats werken. En mensen met een arbeidshandicap zoveel mogelijk proberen in het bedrijfsleven te plaatsen. En daarbij ook nog mensen die geen arbeidshandicap hebben maar ook werkzoekend zijn ook proberen aan het werk te helpen. Dus niet alleen Wedeka even kleiner maken, maar wat breder. Zo zien wij het akkoord van Westerlee. Als we dan naar dit stuk kijken dan is het eigenlijk op een unieke manier geschreven. Wat niet echt gebruikelijk is voor een rapport. Dat is even wennen. Als ik kijk bij de conclusies dan vallen ons een aantal dingen op. Ten eerste valt ons op ze willen werkgelegenheid hebben. Maar er wordt niet met ondernemers gesproken. Dat lijkt mij toch om te beginnen niet alleen met bestuurders praten maar ook met wat grote ondernemers, de Avébé, COA, er zijn er veel meer. Om te kijken wat er eigenlijk mogelijk is. Daar wordt niet naar gekeken. Als je dan in de krant leest dat op dit moment al heel veel mensen met een arbeidshandicap geplaatst zijn in - 30 -
het bedrijfsleven en dat juist de overheid achterblijft. Dan moeten we ook, wat mevrouw Heidekamp ook zei, naar onszelf gaan kijken en ook zien wat daar mogelijk is. Dan nog even wat conclusies en aanbevelingen. Zij schieten eigenlijk van de ene kant naar de andere kant. Dus het is niet zo dat je voor of tegen bent. Het is een beetje hotserdeflots. Dus even een aantal vragen. Ze zeggen bijvoorbeeld schort de activiteiten van Twijnstra en Gudde op. Dat klinkt heel makkelijk en wij roepen dan ook meteen ja doe maar. Maar ik wil graag van de wethouder weten klopt het inderdaad dat zij of niets leveren of niet goed leveren? En zou het ook inderdaad nuttig zijn om ze eruit te doen? Dat staat hier heel zwart-wit maar is het ook echt zo? Dan willen zij als gebiedsregisseurs dat zij bindend advies hebben en doorzettingsmacht. Ook dat vinden wij iets te makkelijk. Aan de ene kant kun je op die manier heel snel iets bereiken in ons gebied. Maar aan de andere kant vind ik dat iets te hard gaan. We willen toch wat meer invloed hebben van politiek of in ieder geval van bestuurders. Dan willen ze ook een kerngroep van vier personen met alleen bestuursvoorzitters en directeuren van Synergon en Wedeka. Ook daarbij missen wij weer als je de mensen in het bedrijfsleven wilt zetten is het ook handig als je met mensen uit het bedrijfsleven praat. Dus als je dit al wil doen zo'n kerngroep zet daar in elk geval twee goede ondernemers bij. Later zeggen ze ook inderdaad dat de provincie begeleidingsprogramma's voor ondernemers moet opstarten. Dat vind ik ook raar. Aan de andere kant natuurlijk makkelijk want ze kunnen dan later zeggen de provincie heeft het opgestart dus het ligt niet aan ons. Ook daarvan zeg ik als je zelf wat wilt start dan zelf die ondernemers op, doe die in zo’n klankbord, dat is wat logischer. Dan moet dat klankbord van die mensen die hier al wonen eigenlijk een mentaliteitsverandering in Oost-Groningen. Maar als je de mensen uit Oost-Groningen de mentaliteit van Oost-Groningen wil laten veranderen. Volgens mij is dat een beetje vreemd. Je moet jezelf veranderen. Volgens mij zit daar ook een tegenstrijdigheid in. Dan willen ze starten Oost-Groningen goed nieuws App. Dat klinkt heel leuk maar volgens mij hebben wij best vaak goed nieuws. Alleen brengen we het misschien niet vaak genoeg. Wat ik mij ook afvroeg, zij ontwikkelen strategie om de jeugd te bereiken. Maar wat bedoelen ze daarmee? Bedoelen ze een jeugdraad of willen ze jeugd aan het werk helpen? Willen ze jeugd juist opleiden? Dan zeggen ze ook als mooie tip pluk meteen het laaghangend fruit. Dat is gewoon een open deur, ik denk dat elke bestuurder dat ook weet. Zij zeggen eigenlijk we doen het hier niet maar geef dan aan wat het laaghangend fruit is. Wat zien onze bestuurders niet? Dat waren in eerste instantie onze vragen en opmerkingen. De voorzitter: Dan ga ik even terug naar de Partij van de Arbeid. Een beetje tevreden over de inbreng van de raad? De heer Eilert: Het is knap divers moet ik zeggen. Ik wil wel even reageren op een paar dingen. Ik heb van Gemeentebelangen begrepen dat men zegt er worden mensen beschadigd in dit stuk. Ik heb hier nog een stuk voor mij waarin ik herken en dat geven die twee heren zelf ook aan dat ze bepaald niet met meel in de mond hebben gepraat. Dat blijkt wel uit het hele stuk. Maar ik lees dus ook dat er niet alleen kritisch maar ook lovend over mensen wordt gesproken. Dat moet even gezegd worden. Dus het is niet alleen maar, jullie noemen het beschadigen maar ik zeg dan maar even kritisch. Voor de rest hoor ik ook dat zij eigenlijk één grote gemeente willen. Dat heb ik niet terug kunnen vinden in de aanbevelingen en conclusies. - 31 -
Mevrouw Heidekamp: Ik heb wel behoefte om op een aantal partijen te reageren. Ik moet zeggen dat ik het betoog van Gemeentebelangen eigenlijk een voorbeeld vind zoals we dat niet meer zouden moeten doen. Want de oproep om vooral te kijken naar of we daarmee teveel zeggenschap weggeven en of het wel past binnen het budgetrecht dat wij nog altijd de financiën moeten regelen is natuurlijk waar. Maar het is nou juist die houding van individuele gemeenten tot op de laatste cent te willen bepalen via dat budgetrecht over hoe de uitvoering, want laten we niet vergeten dat een flink deel van waar deze groep mee bezig moet is gewoon bedrijfsvoering organiseren. En als je daar als raad zo de vinger aan de pols wilt houden moet je je echt afvragen op welke stoel je zit. En als we hebben ingestemd met het akkoord van Westerlee en dat hebben we en zoals de heer Sanders terecht zegt dat is met volle verstand gebeurd, al dan niet tandenknarsend, maakt niet uit, het is gebeurd. Op het moment dat je dan de uitvoering in handen legt bij partijen en je gaat ze zo kort houden en zo voortdurend vanuit eigen belangen en eigen politieke opvattingen over hoe je het zelf zou doen dan wordt het bijna onwerkbaar. En dat is volgens mij heel kort samengevat de oproep van deze heren, laat ons nou gewoon ons werk doen. Want anders krijg je een soort van gedrocht waarin met iedereen een beetje rekening wordt gehouden en dan werkt het niet. Dan krijgen alle kritiekasten die zeggen zo gaat het ook niet werken, gelijk ook. Terwijl eigenlijk niet de ruimte wordt gegeven om met een goed plan te komen. Dus wat ons betreft zou de oproep veel meer moeten zijn, welke kaders geven we mee als gezamenlijke gemeenten. En hoe kan daar dan binnen gewerkt worden. De ChristenUnie is heel helder die gelooft sowieso blijkbaar niet in het akkoord van Westerlee. Dat is wat mij betreft nieuw, dat heb ik nog niet eerder gehoord. Terwijl er toch al een poosje een dossier is wat loopt en waar ons college ook door ons mee op pad is gestuurd. De VVD geeft eigenlijk aan als deze gebiedsregisseurs hun zin krijgen zal het wel heel snel gaan. Maar ja, of je dat nog wel moet doen. Ik denk dat ik mijn betoog van net niet over hoef te doen. En daar wordt ook aangegeven door de VVD dat er niet met ondernemers zou worden gepraat en dat er vooral ondernemers in het klankbord moeten. Maar dat staat gewoon in de aanbevelingen. Verschaf de gebiedsregisseurs een periodiek klankbord vanuit ondernemerskring als eerste enzovoorts. Mobiliteitsvoorziening voor werknemers. Een begeleidingsprogramma voor ondernemers. Al die aanbevelingen staan er. Dus het is wel wat bijzonder om dan te zeggen dat deze gebiedsregisseurs helemaal niets met ondernemend Nederland doen. Dus dat vind ik een verbazende inbreng. De heer Timmermans: Ik moet even heel diep zuchten voordat ik ga reageren. Want waar mevrouw Heidekamp eerst oproept om te depolitiseren, vervolgens politiseert ze enorm. Eigenlijk willen wij daar niet in meegaan. Voorzitter we hebben budgetrecht ja. Maar we hebben ook een plicht naar onze burgers. En een goed werkend instrument willen wij graag behouden. En dat is de essentie van de boodschap die wij afgeven. En als mevrouw Heidekamp meent dat wij de heren zakgeld moeten geven van onze gemeente en de groeten ermee, het beste maar weer, dan passen wij daarvoor. Ik had eigenlijk een reactie verwacht van het college. Maar misschien dat mevrouw Heidekamp het college in deze vervangt.
- 32 -
Mevrouw Wijnholds: Je hoort vaak de term begrijpend lezen. Maar volgens mij ga ik nu ook begrijpend luisteren invoeren. Want mevrouw Heidekamp luistert blijkbaar iets anders dan dat ik dingen zeg of bedoel. Deze heren willen inderdaad wel dingen met ondernemers maar gaan helemaal nog niet met ondernemers praten. Ze gaan dus vertellen wat ze straks moeten doen, maar ze hebben nog geen enkele input met ondernemers of wat dan ook gedaan. Dan willen ze inderdaad een soort klankbord begeleidingscommissieprogramma maar dat moet weer vanuit de provincie gedaan worden, dus dat is weer een apart circuitje. Ik heb ook gezegd dat we hier positief tegenover staan. Maar ik heb niet gezegd aan de andere kant dat wij alle inbreng willen hebben, er is een soort tussenweg. Wij hoeven niet over alles te beslissen. Wij hebben het er gisteren ook met de fractie over gehad dat wij best dingen los willen laten. Wij zouden ook best in kunnen stemmen met bijvoorbeeld één TDC mits dat dat aan alle voorwaarden voldoet. Wij durven best dingen los te laten en aan die dingen toe te geven. Wij durven ook het college mandaat te geven om heel veel dingen te doen. Omdat we snappen dat er veel moet gebeuren en dat dat niet wil als er tig raden over gaan. Alleen we moeten even die middenweg zien te vinden en daar gaan we even discussie over hebben. En dan begin je links en rechts en dan kom je in het midden zoals u zelf daarstraks ook heeft aangegeven en dat is graag wat u wil met zijn allen tot consensus komen. Mevrouw Heidekamp: De stelling van de VVD dat er niet met de ondernemers is gesproken klopt gewoon niet. Er staat economic board er wordt met Ambiant gesproken, dat zijn toch echt allemaal bedrijven. Er wordt met de NOM gesproken wat toch ook bepaald een instantie die heel veel connecties heeft ook met het bedrijfsleven. Dus de conclusie als zou in deze eerste analyse helemaal niet gesproken zijn met het bedrijfsleven kan absoluut niet gestaafd worden uit de feiten. De voorzitter: Voordat we eindeloos over de interpretatie van het akkoord gaan spreken bent u volgens mij ook heel geïnteresseerd in de reactie van het college. Wethouder Lok: We hebben natuurlijk al een brief aan de raad doen toekomen met daar onze reactie in. We hebben gezegd dat we ons in grote lijnen in het rapport kunnen vinden. Ik denk dat de heer Eilert terecht vraagt, waar wringt dan eventueel de schoen. Dat hebben wij ook aangegeven. We zijn wel van mening dat voor wat betreft het mandaat geven aan dit tweetal regisseurs of aan een kerngroep dat we daar wat terughoudend in zijn. Omdat we toch vinden dat wij als college en als raad gezamenlijk ook een behoorlijk belang hebben in Wedeka. Daar is een hoop geld mee gemoeid. En we willen niet alleen negatief maar ook graag positief meedenken. Want dat is wel hoe we erin hebben gestaan in het proces tot dusver. Wij hebben als college absoluut de intentie om in de samenwerking aan Oost-Groningen ons positief, samenwerkend, en verbindend op te stellen. Dat is ons uitgangspunt. En dat is ook ons uitgangspunt geweest in de stagnatie die hier en daar is geweest met de verdere uitwerking van het Akkoord van Westerlee. Er is natuurlijk vorig jaar en dat heeft ook uitgebreid in de kranten gestaan een behoorlijke stagnatie geweest. Dat is ergens in november weer opgelost door een toch weer tussentijds akkoord waardoor we weer verder konden. Daarna zijn er wel weer meters gemaakt. Want inmiddels en dat hebben we u ook per brief meegedeeld ligt er nu die contourenschets van hoe zou nou die nieuwe - 33 -
werkorganisatie er in grote lijnen uit moeten zien. En dat hebben we toch wel, ook zonder de hulp van de regisseurs, als gemeenten met elkaar vastgesteld, die contourenschets. En dat is natuurlijk de basis voor de business-case, die ook aan de raad zal worden gepresenteerd. En de planning is dat dat ongeveer zo voor het zomerverlof zal plaatsvinden. Dus uiteraard met horten en stoten gebeurt er wel wat. Het gaat allemaal niet snel. Het is soms wat moeizaam, vermoeiend ook. Maar er worden wel meters gemaakt, maar dat zou sneller kunnen. Daarom zeggen wij ook dat we dus in grote lijnen de conclusies ondersteunen. Maar wij willen graag meedenken en als college en ook als bestuursleden van Wedeka in de verdere ontwikkeling van hoe gaat dat nu met het werkbedrijf. Dus dat alleen twee voorzitters van twee grote gemeenten in dit geval de voorzitter Synergon en Wedeka en de beide regisseurs verder dwingen de interventies zullen plegen vind ik een stap te ver gaan. Daar moeten we het in de stuurgroep nog eens over hebben. Ik begrijp best wel dat er met wat doorzettingsmacht wat meer vaart mag worden gemaakt, daar zijn wij het allemaal over eens. Maar we moeten wel gewoon onze eigen rol kunnen spelen vind ik, dat is ook onze verantwoordelijkheid en mijn verantwoordelijkheid als wethouder. Dat was de kanttekening die we bij het geheel hadden, bij de conclusies en aanbevelingen. Dus daar moet nog over gesproken worden. Ook binnen de stuurgroep is dit nog niet volledig besproken. Dus wat hier is opgeschreven is natuurlijk ter competentie van beide regisseurs. Dat moet nog verder besproken worden ook met de regisseurs zelf en met Staatssecretaris Kleinsma als zij binnenkort op bezoek komt. Dan zal dat ook ter tafel komen. Dus inhoudelijk hebben we daar met elkaar in die zin niet over gesproken. Dus wat de regisseurs hier neerzetten is ook voor hun competentie. Daarom vind ik ook niet dat ik inhoudelijk op al die vragen in hoef te gaan. Dat is voorlopig nog niet aan de orde. Dat is hoe wij er in staan in de samenwerking in Oost-Groningen. Positief naar de conclusies. Kanttekeningen bij de regierol die de regisseurs zich willen toedichten. En wat terughoudendheid. Wij willen daar ook duidelijk een rol in vervullen. Wij willen ook dat de raad die democratisch gelegitimeerd is en wij als wethouders ook daar waar het over de kaders gaat ook een rol heeft, dus daar houden wij gewoon aan. En daar hechten we ook erg aan. Dus dat in grote lijnen mijn reactie op wat er in deze raad is gezegd. De heer Eilert: Dank u wel voor de beantwoording van de vragen. Ik zou zo de wethouder horende willen vragen om ons goed op de hoogte te houden van de komende ontwikkelingen. Zodat de raad zijn zegje ook op gezette tijden kan doen. Dus graag op tijd met informatie komen rondom dit hele proces. De heer Sanders: Even een aantal zaken. Eerst even reagerend op de heer Eilert. Die noemde zojuist dat ook Stadskanaal zijn fiat had gegeven aan een ondersteuning op de heren Kremer en Middel. Dat stond in de krant, maar dat is anders gelopen als dat gisteren de gemeenteraad besloten is. Want daar is een motie ingediend en die is niet aangenomen. Sterker nog, die is teruggetrokken. Alleen in Oldambt is een motie van gelijke strekking ingediend en aangenomen. Als tweede, ik hoor hier heel veel over de inhoud praten en niet over het proces. De contourenschets wordt een aantal keren genoemd, maar dat is voor mijn fractie een stap verder. Het gaat hier over het proces waarom het allemaal zo schuurt en waarom het zo stroef loopt. Ik ben het volkomen met de wethouder eens om te zeggen de beide heren een volkomen absoluut mandaat - 34 -
geven, daar ben ik ook niet voor. Sterker nog dan kom ik zelf even op de contourenschets, op pagina 7 staat dat de raden en het college politiek mandaat moeten blijven houden. En daar is mijn fractie het volkomen mee eens. Alleen wat ik eigenlijk wel jammer vind is dat een aantal fracties wat krampachtig doen naar hetgeen de heren Kremer en Middel schrijven in hun rapport. Natuurlijk ze hebben stevige kritiek maar wat geeft dat. Want kritiek kun je ook jezelf aantrekken en je kunt ook zeggen wie de schoen past trekken hem aan en je gaat in de spiegel kijken van is dat ook zo. Dat betekent dus dat wanneer we naar de contourenschets willen we even terug moeten naar dit rapport. Want daar lopen een aantal dingen fout. De colleges moeten dat oppakken om die samenwerking goed voor ogen te krijgen om die samenwerking goed te laten lopen. Die angel die daarin zit moet eruit. En ik noem geen namen en ik geef geen beschuldiging. Ik trek een conclusie uit wat er in het rapport staat. Ik heb ook gezegd de waarheid ligt ergens in het midden. Dus er is iets aan de hand en wat moeten we doen om de mensen die het nodig hebben te beschermen. Er is ook gezegd door mevrouw Wijnholds het gaat alleen maar over SW. Nee, het akkoord van Westerlee is veel meer omvattend dan alleen de sociale werkvoorzieningsbedrijven. Want we hebben de mensen nodig. We hebben arbeidsplaatsen nodig om de mensen die we uit de SW bedrijven willen hebben daar onder te kunnen krijgen. Dus het zit niet alleen op de SW bedrijven vast. Het is veel omvattender. En daarom is er ook zo'n hele zware taak voor de colleges weggelegd. De heer Timmermans: Wij danken de wethouder voor de mededeling dat hij inderdaad niet akkoord gaat op voorhand met een mandaat en doorzettingsmacht van een viertal. Ik zou nog even willen reageren op de heer Sanders. Wat onze kritiek op dit tussenrapport is dat er wordt gebaseerd op aannames en beelden. Zonder dat die verder worden onderzocht of op waarheidsgehalte worden neergezet. Dit zijn in onze optiek geruchten. En op geruchten moet je niet varen. Voorts willen wij de wethouder meegeven, kijk goed naar de verwijzingen in de wet op de gemeenschappelijke regelingen. Want doorzettingsmacht zit daar volgens ons niet echt in. Mevrouw Wijnholds: Even als reactie op de heer Sanders. Ik heb juist gezegd dat wij ook het Akkoord van Westerlee breder zien. Dus niet alleen arbeidsgehandicapt, maar ook mensen die werkloos thuiszitten en een baan zoeken. Of het is niet goed aangekomen of ik heb het verkeerd gezegd. Wat betreft de antwoorden van de heer Lok. Die stemmen ons erg tevreden. De VVD in Oldambt wilde liever dat alles naar de provincie ging. Daar zijn wij het niet mee eens. Wij vinden ook dat dit bij deze regisseurs moet blijven. Ze zijn wat hard maar ze zijn tenminste wel eerlijk en direct. Waardoor je misschien wat meer kunt bereiken. Dat wil niet zeggen dat we ze doorzettingsmacht willen geven. Wat dat betreft gaan wij helemaal met de wethouder mee. En hopen we dat hier echt goed wat uit gaat komen. Wethouder Lok: Ik ben erg blij met deze reacties. De ondersteuning van de uitgangspunten die wij als college hebben geformuleerd. Hoe het allemaal zo gekomen is is een heel lang verhaal met die samenwerking in Oost-Groningen meneer Sanders. Wat mevrouw Heidekamp al zei, dat gaat dus ook al heel lang. Dit is onder de strikraad geweest. Dat is een jaar of 10 geleden voorbij gegaan. De samenwerking gaat met horten en stoten. Er zijn natuurlijk hele discussies over die herindeling geweest. Ook - 35 -
denk ik dat dat een hele belangrijke reden is dat dat ook heel lang als een schaduw boven ons gebied is blijven hangen. Als je nou gaat samenwerken maak je eigenlijk je beeld van één grote gemeente als dat succesvol is niet waar. Dus dat soort zaken spelen daar denk ik ook allemaal een rol. Ik denk dat het belangrijk is dat daar duidelijkheid over is en dat wij daar een heel helder standpunt in hebben. Dat helpt denk ik om die schaduw aan de kant te vegen. Maar ik voel hier in ieder geval wel dat de raad de koers die wij als college hierin varen ondersteunen. De heer Sanders: Mag ik even reageren op de woorden van meneer Timmermans? Als u kijkt naar de kritiek, dat is gebaseerd op aannames. Maar een aanname kan een veronderstelling worden. Dat betekent dus dat degene op wie het mogelijkerwijs van toepassing is altijd in de spiegel kan kijken althans heb ik geleerd zou daar mogelijk een kern van waarheid in zitten. En als je dat kunt, ook als bestuurder, dan ben je al een heel eind. En even terugkomend op de woorden van de heer Lok. Ik ondersteun hem daarin van harte en ik hoop dat de colleges die erover gaan het nu voor elkaar krijgen om de vaart er in te houden. En ze hoeven geen mandaat te geven aan de beide gebiedsregisseurs maar die moeten hard aan het werk gaan onder leiding van de betreffende colleges.
11. Rondvraag. Mevrouw Van der Horst: Ik ga twee dingen met u delen. Het eerste. In 2015 is er een wet van kracht gekomen met het verbod op wilde dieren in het circus. En de reden waar het welzijn en gezondheid van natuurlijk gedrag van dieren werd aangetast. Dat die aantasting van dierenwelzijn niet opweegt tegen gebruik van dieren voor vermaak of in stand houden van tradities. Enkele circussen houden zich niet aan die wet en al treden ze soms niet op met deze dieren ze reizen ermee en dat geeft ze veel stress. Ze staan de dieren ook niet af ondanks dat het nu kosteloos gedaan wordt door goede organisaties. De Partij voor de Dieren heeft al eerder aandacht gevraagd voor dit dierenleed en ook geopperd dat de gemeente een voorkeursbeleid zou kunnen voeren ten aanzien van circussen zonder wilde dieren. De Partij voor de Dieren betreurt het dan ook dat afgelopen weekend in Ter Apel een circus is neergestreken. De voorzitter: Nu moet u echt even uw punt maken. Er zijn andere momenten voor om hier een punt van te maken. Mevrouw Van der Horst: U maakt mij nu wel in de war. Ik laat me nu eventjes niet de mond snoeren, want tijdens de mededeling kon het niet. Het moest voor de rondvraag. Ik doe het keurig in de rondvraag en nu is daar geen tijd voor. Meneer Heijne: Jawel. Voorzitter ik maak bezwaar. Een rondvraag is een korte vraag en niet met een uitgebreide inleiding. De voorzitter: Voordat we heel veel tijd kwijt zijn met interrupties mevrouw Van der Horst graag uw vraag nu.
- 36 -
Mevrouw Van der Horst: Die is in het geruis een beetje verloren gegaan. Mijn tweede vraag is bijna net zo lang. Ik kom er nog wel een keer op terug om te kijken wanneer ik dan wel mijn zegje zou kunnen doen. Ik vind het wel vervelend dat ik de hele avond hier wacht. Het keurig op de tijd doen die mij aangewezen is om het te moeten doen. Het is bij elkaar het ik opgemeten nog geen 2 minuten. Dus ik vind het wel vervelend dat het niet kan. Maar ik zal me keurig aanpassen. De voorzitter: U mag uw vraag stellen, maar er komt een hele lange inleiding aan vooraf en daar is deze rondvraag niet voor bedoeld. De heer Brunen: U deed vanavond de suggestie om de vragen die ik had over het COA en de statushouders aan het college te stellen. Dat doe ik bij deze en ik zou daar graag schriftelijk antwoord op willen. De voorzitter: De heer Lok kan daar nu al op antwoorden. Wethouder Lok: De vraag van de heer Brunen was hoeveel statushouders moeten er dit jaar geplaatst worden. Voor het eerste half jaar zijn dat er 20. Tot dusver en dat blijkt ook uit de cijfers hebben we er 3 geplaatst. Uw vervolgvraag was hoe komt dat dan? Dat komt omdat er bij Acantus weinig doorstroming is in de woningen. Er komen weinig woningen vrij. Dat is een belangrijke reden daarvoor. We proberen daar wel wat ruimte te creëren bij Woonzorg. Wij weten dat daar wel woningen leegstaan. Dus wij zijn in overleg met Woonzorg om te kijken of we woningen van Woonzorg kunnen gebruiken om daar statushouders in te plaatsten. Daar hebben we intensief overleg mee. Die willen dat wel alleen die hebben een doelgroep ouderen dus het moet wel goed inpasbaar zijn. Maar op die voorwaarde kunnen we daar wel mensen kwijt als het goed is. Verder kijken we of er op de particuliere markt nog mogelijkheden zijn. Dus we zijn wel bezig om te kijken hoe kunnen we nu meer aan onze taakstelling voldoen. Dat is één spoor. Een ander spoor is wat ik hier ook al heb gezegd en dat is ook een suggestie uit de raad geweest toch nog eens goed kijken en overleggen met de provincie. Want die wijst de aantallen toe. Of we wel gezien de grote taakstelling die wij sowieso hebben in Ter Apel hebben met de opvang van asielzoekers of wij de hoeveelheid statushouders die wij zouden moeten plaatsen of daar nog wat nuance in aan is te brengen. Zowel in aantal en ook in soort. Dat we met name gezinnen zouden kunnen plaatsen. Dus dat is in overleg. Dat is ook aangegeven bij het COA. Daar wordt naar gekeken. Daar moet ik nog antwoord op krijgen. Maar dat is eigenlijk tot op heden de stand van zaken wat betreft de statushouders.
12. Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering om 23.18 uur. Gewijzigd/ongewijzigd vastgesteld in de raadsvergadering van 24 mei 2016
L.A.M. Kompier
H.R. Kastermans - 37 -
voorzitter
griffier
- 38 -
Besluitenlijst Raadsvergadering 19 april 2016. 5. Ingekomen stukken. De ingekomen stukken zijn ongewijzigd vastgesteld.
6. Benoeming voorzitter raadscommissie. Na stemming wordt mevrouw H.B. Wijnholds benoemd tot voorzitter van de raadscommissie.
7. Beschikbaarstelling krediet bewerken archiefbewaarplaats. De raad besluit: 1. Een krediet van € 117.500,-- beschikbaar te stellen voor het bewerken van de geplaatste te bewaren archieven in de archiefbewaarplaats. 2. Dit bedrag ten laste te brengen van het begrotingsresultaat 2016. Dit voorstel is unaniem aangenomen.
8. Vaststellen kwaliteitsniveau integraal Beheerplan 2015-2018. De raad besluit met inachtneming van het aangenomen amendement: 1. Kennis te nemen van de drie bijgevoegde integrale beheerplannen t.b.v. de Openbare Ruimte; 2. Vanuit beeldkwaliteit en financiën te kiezen voor het integrale beheerplan: “reële variant tussen basis en laag”; 3. Het huidige budget t.b.v. beheer en onderhoud openbare ruimte op dit moment niet aan te passen, maar te handhaven op € 2.705.618,- en zodra de uitvoeringsplannen gereed zijn en de bijbehorende bedragen helder, deze op te nemen in de begroting en de meerjarenbegroting; 4. Te komen tot één bestemmingsreserve ‘Beheer Openbare Ruimte’, door de bestemmingsreserve bruggen en oevers, de bestemmingsreserve wegen en de middelen uit de algemene reserve bestemd voor het bermenplan, per 1 januari 2016 ingeschat op totaal € 8.779.965,- samen te voegen; 5. Overschotten uit het budget voor regulier (cyclisch) onderhoud te reserveren middels een nieuw te vormen “egalisatiereserve beheer openbare ruimte”; 6. Het rentebeleid m.b.t. deze reserve te wijzigen (van 4% naar 1,5%) en het structurele voordeel ad. € 185.000,-, ingaande 2017 in te zetten om enerzijds de bezuinigingen op bruggen (4e tranche) ad. € 100.000,- terug te draaien, en anderzijds een structureel vervangingsbudget voor bruggen en oevers ad. € 85.000,- in de begroting te creëren.
- 39 -
7. De komende jaren met regelmaat de voortgang van de vervangings- en onderhoudsplanning te monitoren, zowel qua beeldkwaliteit als tot de aanwezige middelen.. Dit voorstel is met inachtneming van het aangenomen amendement unaniem aangenomen.
Toezeggingen Raadsvergadering 19 april 2016. 05. Ingekomen stukken Beantwoording schriftelijke vragen mobiele bereikbaarheid De voorzitter zegt toe uit te laten zoeken of het rapport van het Agentschap Telecom betreffende de bereikbaarheid van 112 al beschikbaar is. Dit n.a.v. de opmerking van de heer Joling (PvdA) dat de minister heeft aangegeven dat dit rapport al beschikbaar is maar dat het college aangeeft dat de provincie laat weten dat het onderzoek nog niet is afgerond en het rapport er dus nog niet is.
- 40 -