VERSLAG *********** van de commissievergadering van de raad van de gemeente Vlagtwedde, gehouden op dinsdag 10 juni 2014 om 20.19 uur in het gemeentehuis in Sellingen.
Voorzitter: Griffier: Aanwezig:
L.A.M. Kompier. H.R. Kastermans. 16 leden: D.W. Hoftijzer (PvdA; fractievoorzitter), W.J. Eilert (PvdA), R. Joling (PvdA), H.A. Meendering (GL; fractievoorzitter), J.G. Sanders (D66; fractievoorzitter), M. Heidekamp-Prins (CDA; fractievoorzitter), H. Hemmen (CDA), H.J. Kuper (CDA), J.J. Wachters (CDA), G.H.M. Heijne (GB; fractievoorzitter), H. van der Goot (GB), J.R. Kruiter-Draadjer (GB), P.F.X. Timmermans (GB), E.C. van der Horst (Partij voor de Dieren; fractievoorzitter), H. de Vries (CU; fractievoorzitter) en H.B. Wijnholds (VVD; fractievoorzitter).
Aanwezig:
Wethouders S. Lok (CDA) en W. Potze (PvdA).
Afwezig:
Wethouder B.A. ter Horst (GB) en J.H. Brunen (GB)
Verslag:
M. Kinket.
1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. 2. Vaststellen agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Spreekrecht burgers (ook over niet geagendeerde onderwerpen) Mevrouw De Roo-Fokkens: Geachte leden van de raad, geacht college, We maken graag gebruik van de geboden gelegenheid om uit te leggen waarom wij van mening zijn dat het bestemmingsplan buitengebied 2009 Schaalbergerweg niet aangepast zou moeten worden. Ik zeg nadrukkelijk wij ik heb eigenlijk uw hulp nodig ik kan anders het verhaal niet vertellen. We hebben een maquette gemaakt zodat u straks kunt zien wat het doet. De buurtschap de Slegge bestaat uit een 8-tal boerderijen waarvan enkele nog deels een agrarische functie hebben. Om u een beeld te geven hebben wij dus een maquette gemaakt en het deel met de wittel kleine blokjes geeft de bestaande bebouwing weer. De heer Deuring heeft u verzocht om hem een bouwvergunning te verlenen op zijn perceel aan de Schaalbergerweg. Op deze maquette met een rode lijn aangegeven gaat om dat stuk. Ik lees u de omschrijving van de bouwplannen van de heer Deuring voor: Het akkerbouwbedrijf bestaat uit traditionele akkerbouw aangevuld met een neventak van lelies. Aanvankelijk zullen er 2 loodsen van 35 bij 70 meter worden bebouwd met uitbreidingsmogelijkheid voor een derde. Daarnaast moeten er voor de lelieteelt spoelvijvers komen en opslagruimte in de vorm van een silo. De maten van de te bouwen loodsen zijn ruim bemeten zodat ook hier nog mogelijkheid van opslag is. Op de maquette zier het er zo uit als alles gebouwd is. Door de wijziging van het bestemmingsplan zou de bebouwde oppervlakken van de buurtschap de Slegge in een keer verdubbelen. De heer Deuring heeft het perceel 2 of 3 jaar geleden een perceel van 15 hectare aan de Schaalbergerweg gekocht. Dit perceel ligt tussen de landerijen van diverse akkerbouwers met grote tot zeer grote oppervlakten ingeklemd. De lelies die op het nieuw te bouwen complex verwerkt zullen worden, moeten vrijwel altijd van elders aangevoerd worden. Het complex is er vooral op ingericht om lelies te verwerken en dat gebeurt op industriële wijze, zoals ook in de bouwplannen te lezen is. Naar onze mening past een dergelijk industrieel bedrijf niet in een gebied met een landbouwbestemming met veel woonhuizen.
Pagina 1 van 30
Uit de stukken van Gedeputeerde Staten van Groningen blijkt dat het bedrijf van de heer Deuring verplaatst wordt. Wij zijn daar verbaasd over. De heer Deuring verwerkt nu zijn lelies op een bedrijf buiten de gemeentegrenzen van Vlagtwedde zelfs buiten de provinciegrenzen. Verplaatst, zo hebben wij begrepen, gaat over een bedrijfsverplaatsing binnen de gemeente of in ieder geval binnen de provincie. De heer Deuring had ooit een bedrijfspand in de gemeente Vlagtwedde, in Ter Apel aan de Markeweg. Dat pand is sinds 2006 niet meer in bezit van of in gebruik bij de heer Deuring. Nu wordt de plaats van dit bedrijf en het gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden bij dit bedrijf gebruikt als reden voor verplaatsing. Hoe kan de heer Deuring aanspraak maken op de een mogelijkheid of in de onmogelijkheden van een bedrijf dat hij al 8 jaar niet meer in zijn bezit heeft of gebruikt? En hoe kan er dan sprake zijn van een verplaatsing als de heer Deuring een plaats buiten de provincie heeft waar hij zijn bedrijf kan uitvoeren? Los van deze rationele argumenten wil ik graag nog mijn persoonlijke zorg met u delen. Twee jaar geleden heb ik Q-koorts gehad. In de tijd dat ik de besmetting opliep ben ik niet buiten de regio geweest en al helemaal niet in een erkend Q-koorts gebied. Toch bleek het mogelijk om in mijn directe omgeving een besmetting op te lopen. Toen ik op 21 november 2013 het programma Zembla over leliebedrijven op televisie zag, sloeg me de schrik om het hart. Leliebedrijven maken “noodzakelijkerwijs”gebruik van zeer giftige bestrijdingsmiddelen waarvan de gevolgen voor de volksgezondheid nog niet duidelijk zijn. Momenteel is Nederland het enige land in Europa waar in de lelieteelt nog gebruik gemaakt mag worden van Metam Natrium. Er is intussen een moratorium voor dit middel tot duidelijk is dat er alternatieven zijn, maar daarmee is het nog steeds niet zeker of er een verbod komt en de overige zeer giftige middelen zijn nog steeds toegestaan. Ook daarvan is niet duidelijk wat de gevolgen zijn. Wat betekent dit voor de bewoners van de Slegge wanneer er op industriële wijze lelies in hun directe omgeving verwerkt zullen worden? Ik maak me daar oprecht zorgen over. Geachte leden van de Raad ik vertrouw er op dat u uw definitieve besluit ten aanzien van het bestemmingsplan Buitengebied 2009 Schaalbergerweg zorgvuldig neemt en daarbij alle argumenten voor en tegen oprecht en integer afweegt. Wij zijn van mening dat een buitenproportioneel bedrijf met industriële bedrijfsvoering in een woon/werkgebied met agrarische bestemming echt niet wenselijk is en in dit geval ook niet echt nodig is. De heer Deuring heeft al vele jaren een alternatief. Ik dank u. Mevrouw Wijnholds: Ik heb eigenlijk maar 1 vraag en dat betreft uw laatste opmerking. U zegt, de heer Deuring heeft al jarenlang een alternatief, maar wat was dat alternatief dan? Mevrouw De Roo-Fokkens: Volgens mij verbouwd en verwerkt de heer Deuring nu ook lelies. Dat gebeurt echt niet aan de Schaalbergerweg of aan de Markeweg toch? Mevrouw Van der Horst: Niet zozeer een vraag als wel een hart onder de riem. Een prachtig duidelijk betoog. Wij onderschrijven natuurlijk alles wat u zegt. Daarbij zijn wij bezig met Cittaslow en wij vinden dat haaks staan op onze plannen met Cittaslow. Ten eerste de grote van het hele project maar ook inderdaad de lelieteelt met al het gif. Dus ik wil u in ieder geval zeggen dat wij het in ieder geval helemaal steunen. Mevrouw Heidekamp: Ook wat ons betreft een heel helder betoog wat u hebt gehouden. Het roept alleen wel nog een paar vragen op. Even kijkend naar de maquette, u heeft ze met de blokken zoals ze zijn ingeplakt. De indruk dat op het achterste grote vlak dat dat de bebouwing is? Volgens mij is het achterste vlak de spoelvijver. Mevrouw De Roo-Fokkens: Dat is een spoelvijver. Mevrouw Heidekamp: Even voor de beeldvorming, in de maquette wordt hij wel erg door dat hele grote ogenschijnlijke bouwblokje beïnvloed, dus dat wou ik toch even helder hebben. Dat dit toch een ander beeld geeft dan met die vijver als een bouwwerk uitgebeeld. Dan nog even de vraag, u zegt afweging van alle belangen. Als wij dat zouden doen en dat doen wij natuurlijk dat is onze taak als raad, daar mag u op vertrouwen. Maar als wij dat doen met inachtneming van de mogelijkheden die er in uw buurtschap zijn, is er dan een locatiewijziging of een situeringwijziging waarmee u zegt dat ook tegemoet kan worden gekomen aan uw bezwaren, behalve dan volledig niet wijzigen van het bestemmingsplan? Mevrouw De Roo-Fokkens: Je kunt je afvragen of je in een gebied waar deze meneer in principe niet aan gebonden is, want zijn bedrijf stond niet in deze buurt en het land is zoals gezegd 2 of 3 jaar geleden aangekocht of het daar moet plaatsvinden. Ik denk dat het de taak van u allen is om te kijken naar
Pagina 2 van 30
alternatieven. Als je kijkt naar het industriële karakter van dit gebeuren, zou ik zeggen zijn er misschien geschiktere plaatsen te vinden waar ook meer de bestemming industrieel is. Ook daar zijn wel gronden ik denk dat zelfs de gemeente gronden heeft. Dat zou een alternatief kunnen zijn. Mevrouw Heidekamp: Op het grondgebied van de heer Deuring zelf? Mevrouw De Roo-Fokkens: Ik zou gezien mijn argumentatie over de nog niet bekende gevaren van alle middelen die gebruikt worden er toch voor pleiten om het verder uit de buurt van bebouwing te doen. En dat zou ook op het blok van meneer Deuring op een andere plek kunnen. De heer Deuring: Geachte leden van de gemeenteraad, Mijn naam is Jan Deuring. Ik wil jullie graag een korte toelichting geven op de achtergronden van het bestemmingsplan voor de nieuwe locatie van mijn akkerbouwbedrijf aan de Schaalbergerweg. Van ouds her had mijn familie, eerst opa en toen vader, een akkerbouwbedrijf aan de Markeweg 130 te Ter Apel. Ik ben op die locatie opgegroeid. Na de bedrijfsovername, nadat ik het van mijn ouders had overgenomen, heb ik er nog een aantal jaren geboerd. Mijn broer Henk, met wie ik samenwerk, had toen al een eigen locatie aan de Herenlandweg. De bedoeling van ons tweeën is altijd geweest om samen te werken maar wel vanaf een eigen zelfstandige bedrijfslocatie. Beide bedrijven bewerken nu in totaal zo’n 400 hectare. Het bouwplan van mijn bedrijf bestaat uit aardappelen, zowel zetmeel voor Avébé, consumptie en ook pootgoed voor eigen gebruik, suikerbieten, tarwe, maïs en lelies voor de bloembollen. Momenteel zijn we aan het onderzoeken of de teelt van tulpen ook past binnen ons bedrijf. We hebben 2 man vast aan het werk en maken verder gebruik van oproepkrachten en scholieren. Er werd mij in de eerste jaren al snel duidelijk dat de Markeweg 130 geen mogelijkheden bood voor de toekomst van mijn bedrijf; midden in het lint met veel burgerwoningen, te kleine bedrijfsgebouwen en geen uitbreidingsmogelijkheden. Ik kon daar niet echt mee uit de voeten. Ik heb in 2006 de eerste stap gezet door de boerderij te verkopen. Daarna heb ik aan de Roelagerweg grond kunnen kopen. Toen bij de gemeente een verzoek ingediend om medewerking om aan de Roelagerweg een vervangend agrarisch bouwblok te krijgen. Helaas werd die locatie niet goed gevonden door de gemeente en de provincie. Daarna zijn meerdere alternatieve locaties door de gemeente en de provincie beoordeeld. Zij stemden uiteindelijk in met de locatie aan de Schaalbergerweg. Via keukentafel-gesprekken ontstond er overeenstemming tussen gemeente, provincie en mij. Ik had trouwens nog wel wat op willen schuiven richting het westen. Iets meer ruimte. Wat verder van de familie de Roo en de familie Zomer af, maar de gemeente en de provincie wilden dat niet. Liefst begin je immers met een goede verstandhouding met nieuwe buren. Ik vind het jammer dat zij bezwaar hebben ingediend. Ik ben sinds mijn allereerste verzoek 7 jaar verder en binnenkort, nu het bestemmingsplan aan u voorligt, mijn plan gaan verwezenlijken. U snapt dat ik daar erg naar uitkijk. Op aangeven van de gemeente en de provincie is er een bouwblok toegekend waar ik vele jaren mee vooruit kan. Zo heb ik ook bouwruimte voor de toekomst. Alle partijen weten waar zij maximaal aan toe zijn. Ik wil zo snel mogelijk starten met de bouw van een bedrijfswoning en 2 veldschuren. Eén voor de opslag van machines en goederen en één voor de bewaring van aardappelen. Wat er in de toekomst bijgebouwd gaat worden is nog niet bekend. Ik vertelde eerder dat ik onder meer lelies teel. De laatste tijd is die teelt slecht in het nieuws geweest. Ook in deze raad zijn er vragen over gesteld. Als teler sta ik er natuurlijk achter dat er onderzoek wordt verricht naar eventuele schadelijke gevolgen. Niemand is gebaat bij onzekerheid. Wij zijn heel benieuwd wat er uit het onderzoek komt. Als er misschien aanpassingen in de teelt nodig zijn zullen wij daar natuurlijk aan gaan voldoen. Verder voldoen wij nu aan alle geldende regels. Als laatste wil ik u nog voorleggen of u het bestemmingsplan niet wilt aanpassen. Want ik vraag mij af of het niet jammer is dat de maximale goothoogte slechts 3,5 meter is. De veldschuren van 35 bij 70 krijgen een grootschalige uitstraling. De voorgevel wordt ongeveer 14 meter hoog. Ik verwacht dat een woning met een goothoogte van 3,5 meter haast wegvalt voor deze schuren. Ik ben bang dat dat als aanzicht niet mooi wordt. Ik verzoek u dan ook vriendelijk om het bestemmingsplan zo aan te nemen dat er een gewijzigde goothoogte mogelijk is. Zodat de welstandscommissie tenminste de ruimte krijgt om een beter passende hoogte toe te staan. Bij voorbaat dank voor uw aandacht. Mevrouw Wijnholds: Begrijp ik u goed dat dit bestemmingsplan nu al weer aangepast moet worden? Dat is de eerste vraag en de tweede, u zegt dat de gemeente en de provincie niet mee wilde werken om het verder naar het westen te krijgen. Wat was daar dan de reden voor?
Pagina 3 van 30
De heer Deuring: Vraag 1 is inderdaad ja. In het bestemmingsplan buitengebied staat maar een maximale goothoogte toe van 3,5 meter. Ik ben eigenlijk voornemens om een woning met een ietwat hogere goothoogte die ietwat meer uitstraling heeft voor het geheel. De vraag is toch om dat aan te passen. De tweede vraag kan misschien beter door de gemeente of de provincie beantwoord worden. Mevrouw Wijnholds: Eigenlijk vraagt u dus aan ons of wij het bestemmingsplan nog even aan kunnen passen aan uw wensen? De heer Deuring: Ik heb met de provincie gepraat en die willen niet. Die zeggen dat de laatste mogelijkheid om het aangepast te krijgen hier is. Mevrouw Heidekamp: Ook uw betoog was heel helder en het geeft samen met het betoog van uw buren een behoorlijk volledig beeld van de problematiek die voorligt. U geeft zelf aan dat u graag wat meer richting het westen had gewild, dat is ook wat de vorige inspreekster aangaf als een mogelijke oplossing. Om in ieder geval de zorg iets weg te nemen voor de afstand van de verwerking van de lelies ten opzichte van de bebouwing. Over hoeveel meter hebben we het dan? Wat zou nog kunnen binnen uw eigen grondgebied? De heer Deuring: De kavel is meer dan een kilometer dus we kunnen helemaal naar de andere kant van de kavel. Ik weet niet of dat wenselijk is. Mevrouw Heidekamp: Zonder dan weer heel dicht bij andere bebouwing te komen? De heer Deuring: Op een gegeven moment kom je dan weer bij andere bebouwing. Ik denk dat als je 200 of 300 meter opschuift, dat je dan maximale afstanden hebt. De schadelijke gevolgen van de lelies. Iedereen heeft het wel over de teelt van lelies en dit is eigenlijk puur de verwerking van lelies hier op deze locatie. Dus als er ooit lelies zouden worden verwerkt is het niet meer als het schoonmaken van zand van lelies met water. Mevrouw Heidekamp: Zonder de middelen die genoemd werden door de vorige inspreekster? De heer Deuring: Die komen puur op het gewas, op het perceel, op het veld, en niet op die locatie. Mevrouw Heidekamp: Niet in het spoelwater? De heer Deuring: Als er residu achter zou kunnen blijven in de grond dan zou dat dus bij het spoelwater zijn, maar op de huidige locatie aan de Herenlandweg worden al jaren metingen verricht en daar worden geen bijzondere dingen gevonden. Mevrouw Heidekamp: Op het moment dat er zou worden ingestemd met de verplaatsing wat meer in de westelijke richting en de goothoogte blijft zoals hij is, bent u dan nog steeds heel blij dat u uw plannen kunt gaan uitvoeren? De heer Deuring: Dat ben ik wel. Maar nog blijer met een iets hogere goothoogte. De heer Wachters: Ik wou even vragen hoe de andere buren erin staan. Je hebt daar een familie Zomer en in de buurt staan meer boerderijen heb je daar contact mee? Heb je dat met hun besproken? De heer Deuring: Vorig jaar 3 april was het concept bestemmingsplan klaar. Toen ben ik de buurt rond geweest en was bijna iedereen voor behalve de familie De Roo. In september was het bestemmingsplan zover dat de zienswijze ingediend konden worden en de families Zomer en De Roo hebben dus een zienswijze ingediend. Maar het rondje rondom de Slegge ben ik rond geweest en die waren niet tegen. De één was enthousiaster als de ander. De heer Sanders: Er is zojuist gesproken over een bijzonder giftig middel wat u gebruikt. Maar ik neem aan dat er ook in uw bedrijfstak toch sprake is van innovatie en dat deze op termijn een keer wordt vervangen door een wat minder giftig middel. Ik neem toch ook aan als u zegt, er komt bijna niets van op mijn terrein terecht.
Pagina 4 van 30
Maar daarbij bijna niets is altijd iets. Dan zou ik me kunnen voorstellen dat daar wel voorwaarde aan gesteld worden om te voorkomen dat dat spul niet het grondwater in komt. Nog een vraag, hoe groot is uw aandeel van het lelies wassen zoals u dat noemt? De heer Deuring: U doelt op de natte grond smetting met Metan Natrium. Ik zal zeggen zo gauw er een gezonder alternatief is dan gaat die gebruikt worden, alleen het is er nog steeds niet. Dus het wordt gebruikt alleen op het moment is het door de huidige staatssecretaris verboden tot half augustus. Er komt eerst nader onderzoek en dan is het maar afwachten of die weer vrijgegeven wordt, maar die wordt gebruikt op de panelen waar lelies geteeld worden. Vooraf aan de lelieteelt wordt de grond ontsmet. Wat we vroeger hier allemaal deden voor de aardappeltjes om aardappels te kunnen telen hebben we nu bij de lelies nog te maken met andere alen en daar wordt die Metan Natrium voor gebruikt. Die is schadelijk maar goed die wordt volgens de wettelijke eisen toegepast en op die manier brengt hij het minste schade. Op het erf op de locatie is met het verwerken bij ons nog nooit in de spoelgrond weer Metan Natrium gevonden. De heer Sanders: Dat kan ik me voorstellen nog nooit, maar dat zal wel kunnen komen. Maar heeft u dan voorwaarden gesteld gekregen waaraan moet worden voldaan om dat te voorkomen? De heer Deuring: De spelregels van het toestaan, het gebruik van het middel zijn dusdanig dat er dus voorkomen kan worden. Voorkomen, voorkomen, ja voorkomen overal kunnen ongelukken gebeuren. De heer Sanders: Ik doel niet op het gebruik van het middel. Ik bedoel u bent aan het spoelen, u spoelt op uw bedrijf. De heer Deuring: De lelies die geteeld zijn, de Metan Natrium wordt een jaar. De heer Sanders: Wat doet u met dat water? Dat is concreet mijn vraag. De heer Deuring: Het water wordt hergebruikt. De heer Sanders: Het wordt gefilterd? De heer Deuring: Het zand zakt eruit en het water wordt hergebruikt voor het spoelen. Als het spoelseizoen afgelopen is wordt het uitgereden op een perceel waar lelies inkomen of waar lelies gestaan hebben. De heer Meendering: Als ik uw verhaal goed begrepen heb dan heeft uw in 2006 uw locatie aan de Markeweg al verkocht en zijn daar ook de bedrijfsactiviteiten gestaakt. Bent u toen op zoek gegaan naar een andere locatie en daarna met de gemeente in gesprek gegaan. Is dat de juiste volgorde of heb ik dat niet goed begrepen? De heer Deuring: Ik was de hele tijd al zoekende in augustus 2006 is de boerderij aan de Markeweg weggegaan. In januari 2007 heb ik het perceel aan de Roelagerweg waar ik dus ook een bedrijfslocatie en een zeer geschikte bedrijfslocatie voor ogen had aangekocht, en in maart toen ik bij de notaris wegkwam ben ik direct hier naar Sellingen gereden en heb ik mijn verzoek hier neergelegd. We zijn inmiddels 7,5 jaar verder en ik heb nog steeds niks, ik heb mijn machines bij mijn broer in de schuur staan en verder heb ik niks. De heer Hoftijzer: De heer Deuring, bedankt voor zijn betoog. Ik heb ook nog even een vraag over de locatie. Mevrouw de Roo-Fokkens beweert dat u op dit moment werkt vanuit de locatie buiten de provincie. Is dat de locatie die u noemde aan het Herenland? Dat is uw eigendom? De heer Deuring: Nee dat is van mijn broer die heeft dat in eigendom. We hebben het bedrijf op dit moment nog in maatschap dus wel samen maar de onroerende zaken hebben we ieders gescheiden. De heer Hoftijzer: Maar u voert daar uw werkzaamheden uit? De heer Deuring: Ja, en de lelieactiviteit is in eerste instantie nog zeker niet gepland dat die direct meegaat naar de Schaalbergerweg. Het is alleen voor de toekomst en daarom is hij ook zo groot aangevraagd. Als je
Pagina 5 van 30
met 1 jaar of 2 jaar wel wat wil dat je dan niet nog eens een heel traject in moet. Daarom is hij er nu bijgehaald maar er komt vandaag of morgen zeker nog geen spoelvijver voor lelies en ook geen lelieverwerking. De heer De Vries: Mijn opmerking was eigenlijk net op het moment dat die discussie over Metan Natrium gaande was. Het is op dit moment verboden, het is ook verboden op Europees niveau dus mijn inschatting is eigenlijk dat het nauwelijks meer toegelaten zal worden. Het is dus wel belangrijk om natuurlijk zo zuiver en veilig mogelijk met die teelt om te gaan. Maar die discussie over Metan Natrium is denk ik achter ons. De voorzitter: U had niet zozeer meer een vraag aan de heer Deuring. De heer De Vries: Nee, maar ik dacht dat het toch wel belangrijk was om dat even te noemen. De voorzitter: Deze ronde is echt bedoeld om vragen te stellen aan de inspreker. Bij deze heeft u dat al gedaan. Straks komt er ook nog een mogelijkheid bij de behandeling van het agendapunt. 4. Vragenronde commissieleden De heer De Vries: Het is mij ter ore gekomen dat de vorige vergadering de vorige bijeenkomst op 27 mei, hadden we eerst de raadsvergadering en daarna de commissievergadering. Dat de commissievergadering niet voor radio Westerwolde is geweest. Mocht dat zo zijn dan neem ik aan dat iedereen het met ons eens is dat het jammer is dat dit niet is gebeurt. De ChristenUnie was dan wel niet voor Livebeelden, maar laten we die radio uitzending behouden. Dat was mijn ene vraag, ik heb nog een andere. Ik ben vorige week 2 keer gevallen over een kop in het Dagblad van het Noorden. Wij kunnen altijd heel erg goed ons best doen om te promoten dat Oost-Groningen en Westerwolde wel heel erg interessant en toeristisch heel erg waardevol is. Maar wanneer er altijd koppen over Oost-Groningen in staan als van inktzwarte dag Oost-Groningen, deltaplan nodig, dat wij onze begroting voor toeristische promotie fors omhoog moeten schroeven willen we dit allemaal tegenhouden. Ik stel voor dat wij hier in de raad proberen er niet aan mee te doen en ook als gemeente niet. Mevrouw Van der Horst: We hebben een uitnodiging in de brievenbus gekregen over de dag van de democratie. Pas geleden hebben wij flink gediscussieerd over hoe we nou de burgers dichter bij onze raad konden krijgen. Als ik lees hoe het programma in elkaar zit, denk ik dat dit een overweging waard is om te kijken of we daar aan mee kunnen doen. De heer Timmermans: Een tweetal vragen. Ik was vorige week bij de avondvierdaagse in Ter Apel. En nou begreep ik van het bestuur dat zij zeer veel moeite hebben gehad om de vergunning van de omgevingsdienst te krijgen. Ze hebben reeds in maart 2014 de evenementenvergunning aangevraagd bij de gemeente en het is met kokend water allemaal rondgekomen, de dag voordat ze gingen lopen. Ik begreep ook dat de ambtenaren van de gemeente geen rechtstreeks contact kunnen en mogen opnemen met ambtenaren van de omgevingsdienst. Als dat zo is vinden wij dat wel een gesprek waard. Ik verzoek u dan ook om ons een verslag te doen toekomen over het functioneren van de omgevingsdienst in relatie tot de evenementenvergunning van de avondvierdaagse. Want hier is een en ander misgegaan. De andere vraag betreft het artikel in de krant waarin meneer Bote Wilpstra de gedeputeerde van de provincie aankondigt dat hij met gemeentes in gesprek gaat. Wij willen graag van u weten wanneer dat gaat gebeuren en wat de insteek is van het college om dat gesprek in te gaan. Eigenlijk willen we ook weten van het college of zij niet van mening zijn gezien de stand van zaken in het traject van de herindeling van de fusie tussen Bellingwedde en Vlagtwedde het voor de heer Wilpstra wellicht niet raadzamer is om in gesprek te gaan met de raad. De voorzitter: Te beginnen bij de vraag van de heer de Vries over radio Westerwolde. Het was ons nog niet ter ore gekomen dat er niet is uitgezonden. Wat wij weten is dat er na 23.00 uur niet meer wordt uitgezonden, maar ik had het idee dat de commissie ook eerder was begonnen. Dus wij zullen dat even voor u nagaan wat daarvan de reden is. De oproep van mevrouw van der Horst, de dag van de democratie. Dat is een brief aan u als raad, als u daar als raad iets mee wilt bent u daar natuurlijk vrij in. Maar u legt eigenlijk ook de vraag neer bij het college, wat vind het college van zo’n voorstel begrijp ik het zo goed?
Pagina 6 van 30
Mevrouw Van der Horst: Ik denk het wel. Het gaat mij erom dat we met elkaar over allerlei dingen gepraat hebben en dat we op zoek waren naar ideeën. Dit valt in onze bus en ik denk dat het de moeite waard is om daar met elkaar over te praten of we daar iets in zien. Dus het is eigenlijk een oproep aan de raad en het college. De voorzitter: Ik ken de brief niet, maar het kan zijn dat hij alleen bij u als raad is bezorgd. We zullen het voor u nagaan. Dan de vraag van de heer Timmermans over de avondvierdaagse en de vergunning van de omgevingsdienst. Wethouder Lok: Het is natuurlijk heel vervelend voor de organisatie van de avondvierdaagse dat ze zo lang op de vergunning hebben moeten wachten, en dat dit dan net op tijd geleverd wordt. Op zich is die omgevingsdienst natuurlijk volop aan het warmdraaien, het gaat met wat horten en stoten. Op zich is daar wel begrip voor, maar vergunningen zijn natuurlijk cruciaal om een evenement te doen slagen. Ik zal kijken hoe dat gegaan is en wat het achterliggende probleem geweest is. Overigens is het absoluut niet het geval dat ambtenaren van onze gemeente geen rechtstreeks contact met de omgevingsdienst zouden mogen opnemen. Juist wel om dit soort processen te versnellen, want dat komt bij mij helemaal niet over. Wij hebben juist heel veel contact met de omgevingsdienst om te zorgen dat alle processen die daar gecreëerd zijn spoedig verlopen. De voorzitter: Dan uw laatste vraag meneer Timmermans betreft de uitnodiging van de gedeputeerde, de heer Wilpstra althans die heeft aangekondigd dat hij een gesprek zou willen met alle gemeenten in de provincie Groningen. Die uitnodiging is nog niet binnengekomen, dus wij hebben nog geen concreet voorstel voor wanneer de gedeputeerde met ons zou willen spreken. Maar het is altijd goed om even met elkaar wat feiten en stand van zaken te wisselen. We hebben het nog niet echt als college aan de orde gehad, behalve dat wij een gesprek niet uit de weg zullen gaan. De heer Timmermans: Ik had er een tweede vraag aan vastgekoppeld in deze vraag. Of u van mening was gezien de stand van zaken in het proces, het wellicht niet raadzaam zou zijn als de heer Wilpstra met de raad zou gaan praten. De voorzitter: Ik wil die vraag met alle plezier bij de gedeputeerde neerleggen. Het is altijd goed om de gedeputeerde nog eens even weer te informeren over de stand van zaken. Als u zegt, de gedeputeerde mag ook met ons als raad komen praten dan wil ik dat met alle plezier aan hem doorgeven. De heer Timmermans: Ik weet niet wat de rest van de fracties vindt. De voorzitter: Kunnen de andere fracties op de vraag van de heer Timmermans, of de gedeputeerde een gesprek met de raad zou moeten hebben, voelt u daar ook wat voor? De heer Hoftijzer: Ik denk dat we het dan hebben over een bestuurlijk contact tussen twee colleges, wat mij betreft kan het college dat prima afhandelen die weet precies hoe wij daarin staan. De heer Meendering: Deze raad heeft uiteindelijk een proces, een weg ingeslagen richting Westerwolde. Ik denk dat deze raad ook een hele goede gesprekspartner kan zijn voor de gedeputeerde in dit geval. Dus ik wil zeker het verzoek ondersteunen. De heer Sanders: Het is algemeen bekend dat zowel deze raad als de raad van Bellingwedde unaniem gekozen heeft om te fuseren, dus ik denk dat de gedeputeerde weet hoe deze raad erin staat. We willen graag met hem in gesprek, maar voor mijn fractie heeft dat geen meerwaarde. Het is bekend, we gaan het ingeslagen pad in en ik hoop dat hij met uw college een bijzonder goed gesprek kan voeren. Mevrouw Heidekamp: Het CDA sluit zich graag aan bij de woorden van de heer Sanders. Het zou niks toevoegen als wij als raad met hem in gesprek gaan, en ons college is op de hoogte van de overwegingen die er in de raad zijn geweest. Dus ik zie geen meerwaarde in een Poolse landdag op dit punt.
Pagina 7 van 30
Mevrouw Wijnholds: De gedeputeerde mag van mij gaan praten met wie hij wil, alleen de raad beslist uiteindelijk. Dus het lijkt mij logischer dat hij aan ons vraagt wat wij willen. De voorzitter: Nou meneer Timmermans nu heeft u een beetje een idee hoe er op gereageerd wordt. We zullen eerst maar eens even afwachten of er überhaupt een uitnodiging komt. 5. Bestuurlijke informatie Wethouder Potze: In de laatste raadsvergadering heeft de heer Eilert vanuit de Partij van de Arbeid fractie gevraagd naar een artikel in de krant over Meander en de zorg die Meander uitgesproken heeft. Het ging met name om continuïteit van zorg en om de zorg voor medewerkers. Ik kan de heer Eilert en ook de rest van de raad melden dat de heer Lok en ondergetekende op 4 juni jongstleden met Meander hebben gesproken. Dat we een heel plezierig gesprek hebben gehad. En dat ten aanzien van continuïteit van zorg natuurlijk vanavond op de agenda ook een stuk staat ten aanzien van continuïteitarrangementen, dus daar is voor een deel continuïteit van zorg in gewaarborgd. Dat ten aanzien van het component personeel. Ik moet zeggen dat Meander zich al een tijdje heeft voorbereid op de aangekondigde bezuinigingen en op de transitieopgave die er ligt. Dat betekent niet dat alle medewerkers hun baan gaan behouden, dat lijkt mij ook duidelijk. Maar dat ten aanzien van de aantallen die het zou betreffen die hun baan mogelijk gaan verliezen, daar in heel nauw contact met ons college over gesproken wordt. Dat Meander daar zelf ook een verplichting heeft. Dat Meander ook probeert om mensen van werk naar werk te gaan begeleiden. Maar dat er ook nadrukkelijk contact met ons als gemeente is. 6. Vaststellen verslag commissievergadering 13 mei 2014 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 7. Vaststellen toezeggingenlijst Mevrouw Hemmen: Daar staat bij het punt over de bushalte aanmeldcentrum, dat de problematiek inmiddels nogmaals is aangegeven bij het O.V. bureau. Dat het nu afgevoerd wordt van de lijst, maar de eerste keer heeft het niet zijn effect gehad. Wat betekend dit nu dat het opnieuw is aangegeven? Wethouder Lok: Naar aanleiding van dit punt is er nogmaals overleg met het O.V. bureau gevoerd door wethouder ter Horst. Hij heeft dat nog een keer aangegeven, en het O.V. bureau heeft beloofd deze problematiek aan te pakken. En er daadwerkelijk voor te zorgen dat er maatregelen worden genomen waardoor de mensen weten op welke plek ze uit moeten stappen, zodat het goed helder zal zijn. Dat hebben ze beloofd. Dus wij gaan daar voorlopig van uit. De heer Meendering: Op pagina 1 van de toezeggingenlijst helemaal onderaan staat de motie schoollogopedie, die is unaniem aangenomen door deze raad. Uitkomsten dienen beschikbaar te zijn bij de algemene beschouwingen in 2014, ik heb daar nog niet zoveel van gezien. De laatste stand van zaken is 7 februari 2014. Ik zou graag willen weten wat de stand van zaken is, wat kunnen we binnenkort verwachten? Wethouder Potze: Daar is het college druk mee bezig. De heer Meendering zal begrijpen dat met name schoollogopedie ook meegenomen gaat worden in de hele discussie rondom passend onderwijs. Ik kan de raad niet beloven dat we voor de algemene beschouwingen daar een complete rapportage over hebben. Maar zo snel die bekend is dan informeren wij de raad.
Hamerstukken 8.
Ingekomen stukken
A1 t/m 6 Mevrouw Van der Horst: A punt 5 dat gaat over het schaliegas. Er is van IJsselstein zo’n motie binnengekomen. Ik kan me niet voorstellen dat er iemand is die blij is dat ook Ter Apel op het kaartje staat van mogelijkheden, nog over de informatie dat zelfs natuurgebieden en waterplaatsen in aanmerking komen. Maar voor de zekerheid zou ik toch een aantal punten naar voren willen brengen over het schaliegas, als u dat goed vindt.
Pagina 8 van 30
De voorzitter: Die van A5? Mevrouw Van der Horst: Ja. Dat vindt u goed? De voorzitter: Ik zit even te zoeken, want normaal gesproken gaat het over de ingekomen stukken. Ik begrijp dat u eigenlijk iets wil met schaliegas in Ter Apel. Mevrouw Van der Horst: Nee, het gaat om het ingekomen stuk A5 het schaliegas. Er is zo’n motie in IJsselstein aangenomen, dan gaan we verder kijken en dan zien we dat Ter Apel ook op dat kaartje van mogelijkheden staat. Mijn bezorgdheid is natuurlijk meteen groot als Partij voor de dieren, want wij vinden dat natuurlijk gruwelijk. En uit angst dat misschien toch iemand denkt, het is een goed plan, heb ik een aantal punten opgeschreven om die mensen te overtuigen van, laten we daar niet aan beginnen en ik wilde die in de raad delen. Maar ik weet niet of dat op dit moment mag. De voorzitter: Nee, dat is niet aan de orde bij een ingekomen stuk. Mevrouw Van der Horst: Oké, dat is jammer. B1 en 2 De heer Timmermans: Wij hebben op 28 april volgens mij een vraag gesteld over de stembureauleden. We hebben op 3 juni 2014 antwoord gekregen, dat was enigszins over de tijd. Maar wij dachten, waar lang over gedaan wordt krijgen we een goed antwoord. Helaas is dat niet waar. Kort gezegd komt het erop neer dat wij antwoorden krijgen op niet gestelde vragen en de gestelde vragen worden niet beantwoordt. Dat is pijnlijk. Als antwoord op vraag 2, welk bedrag aan loonkosten is gemoeid met verrichte ambtelijke inzet etc. Krijgen we als antwoord, de loonkosten die gemoeid zijn, zijn onderdeel van de reguliere begroting. Voorzitter dat is niet gevraagd. Wij vragen feitelijke cijfers en wij willen graag dat deze brief alsnog beantwoord wordt conform de e vragen. En dat deze antwoorden voor de 24 van deze maand bij ons binnen zijn, zodat wij ze mee kunnen nemen bij de algemene beschouwingen. De voorzitter: Even voor alle duidelijkheid, het betreft vooral het antwoord op deze gestelde vraag? De heer Timmermans: Wij zouden graag willen dat u de brief nogmaals leest of in ieder geval de ambtenaren, en dat die de vragen zoals ze gesteld zijn, desnoods bellen ze en vragen ze wat er precies bedoeld wordt, volgens mij zijn de vragen redelijk helder. Dan te kijken naar de antwoorden die gegeven zijn, want dat zijn geen antwoorden op gestelde vragen. Mevrouw Van der Horst: Wij hebben vragen gesteld, wij hebben daar antwoord op gekregen. Ik wilde graag nog wat aanvullingen op uw antwoorden. Want u geeft aan dat u van de maatschappelijke discussie op de hoogte bent. Maar dat u gebonden bent in het kader van de huisvesting in dierenwelzijn aan een aantal landelijke regels. Ik wilde graag even beginnen met internationaal Europees, want daar zijn we erg mee bezig. Die regelgeving bestaat dus niet, die is er niet. Europa heeft gezegd dat elk land dat voor zichzelf mag beslissen en een aantal landen heeft dat dus ook wel doorgevoerd. België, Oostenrijk, Kroatië en een hele grote lijst heeft gezegd, we verbieden de wilde dieren in het circus. Dan gaan we naar landelijk, als we kijken naar onze geschiedenis dan is in 2012eigenlijk in het regeerakkoord tussen PvdA en VVD al aangegeven dat men het wil verbieden. Daarbij heeft de organisatie die gaat over die wilde dieren in de circustenten zelf besloten om zichzelf te reguleren, te registeren, en te controleren. Waarop de raad van de dierengelegenheden een advies is uitgegaan van de secretaris van landbouw die heeft aangegeven daar helemaal geen vertrouwen in te hebben. Er is dus eigenlijk in Nederland geen regelgeving. Toch is er de mogelijkheid om als gemeente een beleid of systeem te maken waardoor je actief circussen uitnodigt waar geen wilde dieren in zijn. Voorlopend op de wetgeving die eraan zit te komen. Ik zou graag willen dat u dat meeneemt, want ik ben van plan om een motie in te gaan dienen. En dat u daar nog eens over nadenkt, want mijn motie gaat daarover. De voorzitter: In antwoord daarop, want in feite doet u al een voorschotje op het voorstel van het college, namelijk om dit onderwerp nog eens raadsbreed aan de orde te stellen. In feite geeft u nu een inkijkje in uw standpunt waarvan het college heeft gezegd, nou het lijkt ons goed dat de raad opnieuw een standpunt
Pagina 9 van 30
inneemt. U heeft het standpunt van het college kunnen lezen in de brief. Wij stellen eigenlijk voor bij de beantwoording op vraag 5, om de nadere standenbepaling aan de raad over te laten. In feite doet u nu een voorstel dat u dat graag zou willen. Dan denk ik dat we even in overleg met de griffier moeten kijken hoe we dat gaan organiseren. C1 t/m C6 De heer Meendering: Het gaat om 8 C04, de toezegging rondom het maaibeleid die wij hebben ontvangen. Op zich zijn de antwoorden helder, maar nog niet geheel naar tevredenheid. Daarin staat ook onderaan dat er in de raadswerkgroep ruimte het maaibeleid aan de orde geweest is, en dat er nog een en ander uitgewerkt moet worden. Ik zou graag willen zien dat dit nu op de toezeggingenlijst komt, want er wordt feitelijk in deze toezegging een nieuwe toezegging gedaan, die zou ik graag geagendeerd zien voor het najaar. De voorzitter: Er wordt gezegd prima door het college, dus bij deze. De heer Timmermans: Het betreft 03. De toezegging overzicht aantal opvangplaatsen COA. De vraag was het aantal plaatsen per modaliteit, en ook hier is wederom een antwoord gegeven wat niet gevraagd was. Het spijt me, maar wij vragen om iets en dan is het vervelend als er een ontwijkend antwoord gegeven wordt. De voorzitter: Kunt u aangeven waar het naar uw idee niet klopt, want hier ben ik het niet helemaal eens met uw stelling dat er geen antwoord is gegeven op de gestelde vragen. De heer Timmermans: Ik zal u daarover schriftelijk berichten. De voorzitter: Laten we dat afspreken. Mevrouw Van der Horst: Bij mij gaat het over C04, het maaibeleid. Meneer Lok heeft de vorige keer een grapje gemaakt dat ik LTO kon bellen of op kon zoeken. Maar eigenlijk wil ik toch nog even heel serieus aan hem vragen of hij zich zou willen verdiepen in de mogelijkheden die in het land al georganiseerd worden over een maaibeleid van andere dingen dan de bermen. Zodat de dieren die zich daar nu in verstoppen niet platgereden of verpulverd worden. U zei toen, daar gaan wij niet over. Maar het is wel een mogelijkheid dat u als gemeente ideeën maakt, plannen maakt waar de boeren zich in kunnen vinden, zodat er een zorgvuldig maaibeleid komt. Het was een serieuze vraag. Wethouder Lok: Het was ook een serieus antwoord. Dit gaat over het maaibeleid van onze bermen, ons grondgebied dat antwoord C04. Maar de agrariërs gaan in principe over hun eigen maaibeleid. Uiteraard is het prima wanneer daar voorlichting over komt, en zij bewust worden van de risico’s voor dieren enzovoorts. Maar ik zie dat niet als een gemeentelijke taak. Daarom heb ik u verwezen. Als u dat aanhangig wil maken lijkt mij de LTO daarvoor een uitermate geëigende organisatie. Mevrouw Van der Horst: Dat antwoord begrijp ik. Toch zou ik u willen vragen, er zijn ook heel veel gemeentes die dat wel doen en die een combinatie maken met hun eigen bermen en dat doorvoeren naar een vriendelijk beleid ook in de agrarische wereld. Heel veel boeren zijn er ook voor, want die zien wat de voordelen zijn en zij zien ook hoe het zou kunnen. In principe vraag ik of het mogelijk is dat u zich daarin verdiept of dat kan, of u dat zou willen. Maar u zegt dus nee. Wethouder Lok: Ik begrijp uw vragen en ik zou ook best willen ondersteunen dat het prima is dat onze agrariërs daarover geïnformeerd worden als ze dat al niet worden. Want het lijkt mij toch ook iets wat typisch wel als je je land bewerkt waar je dan mee bezig bent, dat je wilt voorkomen dat je onnodige schade aanricht. Het lijkt mij toch heel logisch, maar ik vind niet dat dit een gemeentelijke taak is. Ik vind dat de standsorganisatie voor de boeren daar wellicht wel een taak in ziet om daar voorlichting bij hun leden voor te geven, dat lijkt mij prima. En wij hebben al contact met de LTO gehad en ik heb u ook verwezen naar de LTO, dat lijkt mij de plek waarin dit geïnitieerd moet worden. Ik vind het niet direct een taak van de gemeente om de boeren daarvan bewust te maken, want dan hebben we nog heel veel te gaan. Mevrouw Van der Horst: Ik ga me er nog even in verdiepen.
Pagina 10 van 30
D1 tm 2 De heer Sanders: Het gaat over de brief D02 die we gekregen hebben van de Dierenweide/ Theehuis te Ter Apel. Deze mensen maken zich meer dan zorgen begrijp ik uit de brief over de komende bezuinigingen. En een aantal vergaderingen terug hebben we een keer gediscussieerd over het feit dat we als raad eens een keer naar buiten zouden kunnen treden. Dit lijkt mijn fractie een geweldig goed punt om daar eens met deze mensen naar toe te gaan en te kijken of we hun zorgen kunnen wegnemen. De voorzitter: En u neemt het initiatief om daar iets voor te organiseren? De heer Sanders: Dat wil ik best op me nemen. De voorzitter: Dan spreken we dat bij deze af. De heer Hoftijzer: Ik had exact dezelfde reactie als de heer Sanders dus ik sluit mij daarbij aan. De heer Wachters: Hier zit er ook nog eentje. Maar feit is dat we de uitnodiging veel te laat hebben ontvangen, want de uitnodiging ging over vorige week. Nu wil ik wel contact opnemen en gaan samenwerken met meneer Sanders om een bijeenkomst te organiseren. Alleen met de hele raad lijkt mij wat optimistisch. Dus ik denk dat een goede afvaardiging van de raad haalbaar moet zijn. De voorzitter: Meneer Sanders u heeft een derde aanmelder. De heer Sanders: Ik vind het geweldig. U noemt het optimistisch, maar ik ben een heel optimistisch mens en ik zou het toch bijzonder graag zien dat iedereen van de raad zich daaraan zou willen committeren en daarin mee zou willen gaan. Maar ik ga graag met u en collega Hoftijzer deze uitdaging aan om daar een goede ontmoeting voor te kunnen regelen. Mevrouw Wijnholds: Ik had een vraag over 1 en ook over 2. Want de Dierenweide nodigt ons inderdaad uit om daar naartoe te gaan, geven ook al een datum aan. Dan staat er op de agenda alleen maar, maakt zorgen over de bezuinigingen. We hebben vorig jaar ook een uitnodiging gehad van de Klimop, dat is toen ook een beetje misgegaan voordat we daar kwamen. Ik denk dat we goed moeten opletten als we worden uitgenodigd dat burgers daar wel adequaat op reageren en dat niet laten rommelen. Want dit is ook niet netjes naar het Theehuis toe en ik vind daarom dat we er wel naar toe moeten gaan. De voorzitter: U sluit zich ook aan bij de groep van meneer Sanders? Mevrouw Wijnholds: Ik ging er al vanuit dat hij me mee zou nemen. En dan D01 we worden door meerdere organisaties benaderd over deze wetmarkt en overheid. Maar in hoeverre speelt dit werkelijk voor Vlagtwedde, want we krijgen ook brieven van organisaties die zeggen, het is niet zo erg als het geschetst wordt. Dus in hoeverre is dit daadwerkelijk een probleem voor de gemeente Vlagtwedde? De heer De Vries: Ik had ook een vraag over hetzelfde onderwerp. Naar mate het vordert dacht ik, het is misschien helemaal niet van belang. Ik zou willen benadrukken dat, zelfs al speelt het niet dan nog moeten wij zorgen dat vrijwilligers altijd zo kunnen opereren dat alle kosten betaalbaar kunnen zijn. En daar zelf de regelgeving op aanpassen is mijn voorstel. Het is allemaal al geregeld of ik zou bijzondere aandacht voor deze situatie willen vragen. De voorzitter: Bij deze heeft u dat gedaan. Wethouder Potze: Het laatste wat de heer de Vries zegt klinkt mij vrij logisch. Volgens mij moet dat ook de insteek zijn. De raad ziet dat de brief ter afdoening is aan het college. Wij zullen die brief gaan behandelen en daar zullen wij op gaan reageren.
Pagina 11 van 30
Bespreekstukken De voorzitter draagt de hamer over aan de plaatsvervangend commissievoorzitter mevrouw Wijnholds. 9. Jaarrekening 2013 gemeente Vlagtwedde De plaatsvervangend commissievoorzitter: Om te beginnen kan ik mij laten vervangen bij de commissie, maar de VVD heeft bij dit onderwerp geen vragen dus blijf ik gewoon zelf zitten. Mevrouw Heidekamp: We hebben natuurlijk met belangstelling de jaarrekening 2013 gelezen. Zoals inmiddels gebruikelijk, is het een uiterst leesbaar document, waarvoor van onze zijde de complimenten aan het college en de ambtelijke organisatie. Ook de vragen en de beantwoording van de vragen zijn heel adequaat gedaan. We hadden zelf geen vragen ingediend, maar de volledigheid van de antwoorden op de door anderen gestelde vragen was ook voor ons weer informatief. Het accountantsverslag wat erbij is geeft aan dat er één beperking is ten aanzien van de goedkeurende verklaring. Dat gaat over een al bekend punt in de inkoop één groot contract wat eigenlijk niet helemaal volgens de regels is gegaan. Maar tegelijkertijd constateren de accountants dat er wel duidelijk verbeteringen waren op andere punten. Dus eigenlijk werd ook door de accountant gesteld dat de administratieve organisatie binnen deze gemeente goed en steeds beter op orde is. Uit de jaarrekening blijkt op de inhoud dat er heel veel is bereikt en diverse grote projecten in uitvoering of afgerond, dus een hele goede zaak. Ook dat verdiend wat ons betreft een groot compliment voor de organisatie. Zeker de afgelopen jaren heeft deze raad en ook de vorige raad ervoor gekozen om intensief te blijven investeren, en dan vraagt het nogal wat van de ambtelijke organisatie om dat allemaal te bemensen. Als je ziet wat dat dan oplevert is dat echt een compliment waard. Het resultaat ziet er mooi uit met flink wat tonnen over en dan vooral op het onderdeel WMO. Dat is een voordeel wat op zichzelf heel mooi is, omdat dat gezien mag worden als een succes in de aanpak van de kanteling van de WMO, zoals dat zo mooi heet. Maar met een andere aanpak en wat meer kijken naar wat mensen zelf kunnen, zodat de budgetten die ervoor zijn ook zo effectief mogelijk ingezet worden. Daar hebben we wel 1 vraag bij. Dat is ook wel een beetje een zorgpunt, in hoeverre is dat financiële voordeel ervaren door onze cliënten? Want de tevredenheid was altijd heel groot onder de WMO cliënten, maar met zo’n grote besparing rijst toch de vraag, zijn ze nu nog zo tevreden? Of zijn er mensen die een afwijzing hebben gehad daar toch een stuk minder gelukkig mee? Dat is wel even een zorg die we graag neer willen leggen, want een financiële besparing is soms een maatschappelijk groot nadeel wat je soms gewoon niet wilt politiek. Dan komen we ook meteen even op het punt van de bestemming van het jaarresultaat. Al die tonnen worden voor een deel in het WMO potje gedaan, maar dat is gemaximeerd aan een bepaald bedrag. Dus niet het hele voordeel op WMO kan eraan worden toegevoegd, waardoor ook een aantal tienduizenden euro’s in de algemene reserve gaan. De participatieraad heeft er ook al een opmerking over gemaakt dat ze dat eigenlijk onwenselijk vinden. Dat geld wat bedoeld was voor de WMO en daarop besparen, dat het zomaar in de algemene middelen vloeit, waardoor er dus ook kerstballen of wat ook maar voor gekocht kunnen worden. Zij hebben wel aangegeven, wij willen heel graag het geld wat er is voor onze cliënten bewaren. Het CDA sluit zich daarbij aan. Niet alleen voor het WMO deel, maar voor het hele domein van de drie decentralisaties die op ons afkomen. Wat ons betreft zou er in de aanloop naar die drie decentralisaties één gebundelde reserve moeten ontstaan voor wat sociaal deelfonds zou kunnen voeden, want er komt straks ook een sociaal deelfonds waar al die sociale componenten in komen. Wij zien heel graag, dat is ook een vraag aan het college om daar eens op te reageren, of dat mogelijk is om die reserve ook te ontschotten. Waardoor het mogelijk is om alle risico’s die we op dat punt nog op ons af zien komen ook nog wat beter de baas te kunnen de komende jaren. Dan even het risico wat zich nu met allerlei dreigende krantenkoppen zoals de heer de Vries ook al aangaf bij Synergon lijkt voor te doen is werkvoorzieningschap van onze potentiële herindelinggemeente Bellingwedde. Onze vraag is, dat risico wat daar als behoorlijk dreigend naar buiten is gekomen in hoeverre is ons college nou betrokken geweest vanuit het preventieve toezicht waar wij ook allerlei dingen met elkaar delen, hoe zij omgaan met het beheersbaar krijgen van dat risico. Is daar op dat punt afstemming of niet? Dan ten aanzien van het inkoop en aanbestedingsbeleid, er is een hele mooie bloemlezing in de jaarrekening opgegeven wat er allemaal gedaan wordt. Maar het is behoorlijk intern gericht, want er moeten regeltjes worden gevolgd. Daar zou ik heel graag zien en horen van het college en dat hadden we graag in de jaarrekening willen zien, hoeveel procent van onze inkopen worden nou bij lokale bedrijven weggezet? En hoeveel wordt er nou aan social return investment gedaan? Hoeveel doelgroepen kunnen wij inzetten doordat wij inkopen en bedrijven verplichten om daar gehandicapten of andere doelgroepen voor in te zetten. Dat soort cijfers zouden voor ons een verrijking van de jaarrekening opleveren. Dan even rondom Parc Emslandermeer. Het is natuurlijk de laatste maanden al vaker aan de orde geweest in deze raad dat het Parc
Pagina 12 van 30
van groot belang is voor met name het dorp Vlagtwedde maar daarmee dus ook voor deze hele gemeente. Het staat niet in deze jaarrekening omdat het eigenlijk na die tijd pas ging maar we willen toch even aangeven dat het CDA heel blij is met de actieve opstelling die het college daarin heeft gekozen. De achtergestelde lening die wel in deze jaarrekening staat die we waarschijnlijk niet terug zullen krijgen omdat de opbrengst van de veiling eenvoudig weg lager is dan de lening. Daarvan willen wij om toch ook even een ander geluid te laten horen dan wel eens gezegd wordt van het is een bodemloze put geweest aangeven dat 1,3 miljoen waar ook al onze rente bij opgeteld is over een periode van 30 jaar toch een klein bedrag lijkt in vergelijking met de meerwaarde die dat parc heeft gehad en nog steeds kan hebben voor onze gemeente. Dus wij vinden het ook belangrijk om dat signaal ook hier in de raad maar ook naar onze luisteraars en onze burgers uit te stralen dat we dat vooral wel even in perspectief moeten zien. Dan zijn er twee posten die genoemd worden in de jaarrekening waar wij wat twijfel en vragen bij hadden. Dat was de automatiseringsinvestering met Stadskanaal. Daar wordt gesproken van nieuwe investeringen en ICT technieken wat wel een beetje de vraag oproept, hoe gaat zich dat straks verhouden met de herindeling met Bellingwedde die net geïnvesteerd heeft met andere partners. Zou er op dat punt niet wat sneller geschakeld moeten worden om daarop te anticiperen? En dan de WABO applicatie daarvan vragen wij ons af of dat geen investering is die niet meer nodig is omdat de omgevingsdienst onze WABO taken heeft overgenomen. Als we kijken naar wat er allemaal goed gaat dan hebben we ook een aantal wensen. Wat we vooral graag willen dat het college vasthoudt is de activerende dorpsmethode. Daarvan wordt ook aangegeven in de jaarrekening dat er een aantal mooie slagen zijn gemaakt. Wij zien dat graag de aandacht houden en meer geconcretiseerd en verdiept wordt, zodat het nog meer opbrengst zou kunnen hebben. We zouden heel graag zien dat het college nadrukkelijk blijft monitoren op krimp en vergrijzing, en daar nog meer inzichtelijk maakt wat we daaraan aan acties op kunnen zetten. Doorgaan met aanpak van de problematische jeugdgroepen, dat is toch ook waar onze burgemeester in haar rol als openbare orde handhaver hele goede ontwikkelingen in gang heeft gezet met de andere ketenpartners, en wat ons betreft verdient dat echt een vervolg. We zien en horen dat het hele goede effecten heeft. De rotte kiezen aanpak begint ook inmiddels zichtbaar te worden, dat er een aantal hele vervelende plekken weer wat mooier worden. Wat ons betreft is het goed om ook daar vervolg in te geven. Dat mensen ook zien dat we dingen niet laten verpauperen en dat we er wat aan doen als gemeente, met soms hele eenvoudige middelen worden het dan toch weer prachtige bloemetjes. We willen dat heel graag en dat doet het college ongetwijfeld, maar dat het bijstandsvolume nauwlettend in de gaten wordt gehouden, want de dreiging van 35% terwijl er een daling van 10% was voorgenomen is natuurlijk wel een gat van 45%. We zien heel graag wat vaker gerapporteerd in de raad hoe zich die getallen ontwikkelen, wat er gedaan wordt aan investeringen ook in mensen om ze te bevorderen naar ander werk. Maar over het algemeen zijn wij heel tevreden met de manier waarop het dit afgelopen jaar gegaan is, en complimenteren wij het college met het resultaat. De heer Meendering: Dat scheelt bij de algemene beschouwingen mevrouw Heidekamp, die heb ik nu ook al bijna gehoord volgens mij. De jaarrekening. Als GroenLinks zie je de voorkant van de jaarrekening en staat daar, gemeente Vlagtwedde zuinig met energie. Dan denk je nu word ik blij. Dan kijk je iets verderop bij de specificatie van het resultaat, en dan kom je twee punten tegen. Dat is dat we behoorlijk meer energielasten hebben betaald op sport en op de zwembaden dus het lijkt mooi maar helaas valt het in de praktijk dan nog iets tegen. Jammer. Dan ook het plaatje op de voorkant, zonnepanelen en dan ben je zuinig met energie. Zonnepanelen leveren energie en je bent zuinig als je bespaart op energie. Dus het is allemaal een beetje suggestief. Vanuit onze hoek wilde ik dat toch zeker even benoemen. Dan werd zojuist ook door het CDA benoemd, het forse overschot op de WMO. Ook ons stuit dat een beetje tegen de borst dat het de algemene reserve ingaat. Dat speelt ook alweer straks over 2014, ook daar zullen we discussie over krijgen. Een sociaal deelfonds wij zullen dat absoluut omarmen als we dat hier als raad en als gemeente gaan invoeren. Dan hou je het allemaal binnen het sociaal domein waar we de komende jaren vermoedelijk nog genoeg middelen kunnen gebruiken. Dan heel kort nog even over het resultaat. Er wordt 800.000 euro aan positief resultaat neergezet. Dat wordt ook deels wel weer genuanceerd vanwege de WMO. Maar richting onze inwoners is het toch met persberichten dat dit lovend de deur uit gaat. Aan de andere kant vertellen we diezelfde inwoners dat we tonnen moeten bezuinigen. Dat is af en toe lastig uitleggen, ik zou daar toch wel wat enige nuance willen zien. Ook in de wijze waarop dit af en toe in jubel stemming naar buiten wordt gebracht. Als we dan toch nog even kijken, en ik zeg dat ieder jaar weer, dan wordt hier 800.000 euro aan winst neergezet. Dan zet ik mijn bedrijfsmatige pet weer op, de reserve positie van onze gemeente is toch weer met 2 miljoen gedaald, dus per saldo hebben we echt weer verlies geleden. Ik weet, het zit in de wijze van boekhouden maar op termijn gaat het potje dus een keer leeg.
Pagina 13 van 30
De heer Hoftijzer: Het is waar dat ik wat in herhaling ga vallen, maar ik doe het toch. Mijn complimenten voor het college en het ambtelijk apparaat voor de duidelijke heldere jaarrekening over 2013. Ook aan de accountant voor het uiterst heldere controlerapport. Voortraject vragen en overleg, is dit jaar ook weer heel goed gelopen en heeft veel vragen bij ons opgelost. We gaan ons dus ook beperken tot de hoofdlijnen. Vlagtwedde op orde is een veel geziene krantenkop, of de financiën op orde is een veel geziene krantenkop. Spreken de kranten de waarheid is dan de vraag of is er nog enige voorzichtigheid geboden? Het tweede sluit positief af met een traditie van conservatief voorzichtig begroten die Vlagtwedde kenmerkt wordt voortgezet. In de aanloop naar de algemene beschouwingen kregen wij als raadsleden een presentatie over de openbare ruimte die de komende jaren nodige investeringen vergt. Een boodschap die samen met onzekerheid van de decentralisaties ons als raadsleden op het hart drukt om in financiële zin voorzichtig te zijn. Door de vertaling van de sombere voorspellingen in het bezuinigingsbeleid zien we onze algemene reserve over 2013, en dan heb ik een iets andere blik als de heer Meendering, het ruim 8 ton stijgen. De algemene reserve is vrij besteedbaar. Uit de contacten met de accountant blijkt dat ook hij tevreden is met de samenwerking met het ambtelijk apparaat en het college bij de controle van de jaarrekening. Ten opzichte van een aantal jaren geleden zijn flinke stappen vooruit gezet. De financiële positie wordt door hem als zeer solide betiteld. Een voorbeeld hiervan is de achtergestelde lening aan Takkenkamp voor het Emslandermeerpark. Voor deze achtergestelde lening is reeds een voorziening getroffen voor als deze lening moet worden afgeschreven. Goede financiële degelijkheid. Zo zijn er meer voorbeelden te noemen. Wederom is de verklaring voor rechtmatigheid door de accountant aan de jaarrekening onthouden. Dit komt door een grote klus die aanbesteed had moeten worden. We lezen al een aantal jaren dat het college het komende jaar de aanbesteding zal regelen. Voorzitter, hoe vaak gaan wij dat nog lezen? Ik moet zeggen portefeuillehouder. Er is in 2013 veel gerealiseerd en ook veel niet gerealiseerd. Regelmatig lezen we in de rekening de woorden, door achterlopen van is een voordeel ontstaan. Mijn fractie meent dat er in het verleden extra middelen beschikbaar gesteld zijn om de capaciteit van het ambtelijk apparaat op te plussen, en de uitvoering van de plannen tijdig te kunnen doen zijn. Kan de portefeuillehouder dit misschien nog eens even op een rij zetten, hoe die extra capaciteit is ingedeeld wat het heeft opgeleverd? Voordeel op de WMO. Met instemming van deze raad is een beleidswijziging doorgevoerd. Van forse tekorten op de WMO is het saldo nu in positieve zin omgebogen. PvdA is daar blij mee. Maar heeft ook bedenkingen dat de middelen bestemd voor de zwakkeren in onze samenleving niet daar terecht komen waarvoor ze bestemd zijn. Grote zorgen zijn er op sociaal terrein en dan met name de werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Het aantal mensen dat voor zijn of haar inkomen afhankelijk wordt van de gemeente lijkt de komende tijd nog toe te nemen. Misschien moeten we dat thema meenemen naar de aanstaande algemene beschouwingen, sociaal deelfonds is dus al genoemd. Het hele financieel beleid ook op dit terrein houd in dat we ons daarop moeten voorbereiden. Vlagtwedde heeft een solide financiële positie, de financiën op orde vergt echter nog iets meer. Culturele inkomsten en uitgaven moeten dan op orde zijn en voor risico’s moet gereserveerd worden. Vlagtwedde is zeker op de goede weg. De heer Sanders: Het is een aantal keren gezegd maar ook mijn fractie is blij met de jaarrekening en managementletter. Het is helder het is transparant en ere wie ere toekomt. Er is heel goed werk geleverd door het college en het ambtelijk apparaat, daarvoor onze dank. Als we even kijken naar de WMO reserves. Daar bestaan wat verschillende meningen over. Mijn fractie heeft er niet zo’n moeite mee om het gedeeltelijk, als er wat over is, als er goed beleid is gevoerd, om het in de algemene reserve te zetten. Te meer omdat we wanneer we tekort komen het ook uit de algemene reserves kunnen halen. Mijn fractie is absoluut geen voorstander van het uitgeven om het uitgeven. Ik kom zelf uit een rijksoverheidsinstantie en daar werd aan het eind van het jaar dingen geverfd en geschilderd, daar werden kapitalen aan verf aan de muur gekliederd. De deuren gingen dicht en 15 jaar later ging het weer open, en dat is mij altijd een gruw gebleven. Dus wij zijn voorstander van een goed beleid. Ik ben het ook helemaal met de heer Hoftijzer eens dat we een goed beleid moeten voeren, maar als er geld over is dan kan het de algemene reserve in, en hebben we tekort dan kunnen we dat daaruit halen. De heer Heijne: Ook namens ons bedankt voor de begroting. De woorden van de accountant waren zeer duidelijk op dat ene minpuntje na. Die weten we allemaal. Ik ga ervan uit dat die er volgend jaar niet meer instaat. Achterin het boek op pagina 858 paragraaf 11, de interbestuurlijke toe zichten. Daar zit een heleboel groen, daar zitten natuurlijk ook heel veel rode dingen in. Ik weet niet of het allemaal aan ons ligt, misschien wel als ik dat zo lees, dan moeten wij dat allemaal als gemeente doen. Dan hebben we nog wel wat te doen dan is het niet allemaal jubelstemming. Voor de rest positief. Ik denk dat het al heel erg vaak gezegd is, we zijn
Pagina 14 van 30
een gemeente die heel voorzichtig met de financiën omgaan en laten we dat zo houden. Je kunt beter een positief resultaat houden als altijd een negatief. Eerlijk gezegd we hoeven niet uit te geven om het uit te geven. Mevrouw Kompier: Wij kennen inderdaad een collegiaal bestuur en zoals u dat van ons gewend bent zullen we op onderdelen ook de wethouders de beantwoording voor hun rekening nemen. Maar in algemene zin wil ik natuurlijk u dank zeggen voor de complimenten die we van vele kanten hebben gehoord. Ik wil ook die complimenten graag meteen weer doorgeven aan de mensen van M&A en de rest van de ambtelijke organisatie. Met elkaar proberen we ieder jaar de jaarrekening nog leesbaarder, inzichtelijker en transparanter te maken. Als dat ook zo door u wordt erkent dan mogen we daar heel blij mee zijn. Het werd al even gezegd, het lijkt al een beetje de algemene beschouwingen. Mevrouw Heidekamp u geeft al een voorschotje op wat inhoudelijke discussie die denk ik zeker bij de algemene beschouwingen aan bod zouden kunnen komen. Bijvoorbeeld uw voorstel om eens na te denken over het ontschotten van een aantal reserves. Ik wil ook wel kijken in hoeverre wij daar nu in de laatste jaarrekening ook nog een feitelijk antwoord op zouden kunnen componeren. Maar het raakt natuurlijk ook de wat meer principiële vraag, van hoe gaan we om met onze reserves. U weet, we zijn eigenlijk geneigd niet nog meer reserves te creëren, maar ik ben het met u eens dat daar waar het rijk een ontschotting stimuleert zouden we dat zeker in onze gemeentelijke organisatie moeten nastreven. Dus ik wil daar in aanloop naar de algemene beschouwingen en de definitieve besluitvorming nog even bij u op terug komen over die ontschotting. U raakte even de heel recente problematiek rondom Synergon en hoe daar vanuit onze toekomstige partner Bellingwedde op is geanticipeerd. Dat is natuurlijk niet een besluit op voorhand, want er is op voorhand een besluit van het dagelijks bestuur van Synergon, maar het is wel een besluit wat de portefeuillehouder financiën met mij heeft gedeeld. Dat in ieder geval kritisch is gekeken naar hoe op dit moment om te gaan met de standpuntbepaling vanuit hun verantwoordelijkheid als dagelijks bestuur. Daar ben ik over geïnformeerd. De exacte consequentie zal nog in kaart moeten worden gebracht. Als het gaat om exacte financiële consequenties dan kent u de spelregels van dit moment, dan worden we daar natuurlijk bij betrokken. U stelde ook een vraag in relatie tot het in en aanbestedingsbeleid dat u benieuwd bent hoeveel procent er nou daadwerkelijk door onze lokale ondernemers is geleverd. Dat is een vraag waar ik bij u schriftelijk op terug kom. En datzelfde geldt voor social return. Automatisering die op dit moment met Stadskanaal wordt gevoerd, daarvan vraagt u zich terecht af van die investeringen die we daar doen, hoe ziet dat er nou uit in relatie tot de herindeling, en kan er op dit moment ook al niet geschakeld worden met Bellingwedde. Ik heb toevallig net van de week een contract getekend met één van onze leveranciers waarin ik inderdaad de verbinding met Bellingwedde zwart op wit zag staan, dus daar wordt aan gewerkt. Het is helemaal een terechte opmerking dat we daar natuurlijk heel kritisch op moeten letten. Of die investering nog de moeite waard is en ik weet dat dat op dit moment wordt onderzocht, in hoeverre we echt ICT op een andere manier kunnen organiseren ook in relatie met onze toekomstige partner Bellingwedde. Wat betreft de WABO, daar moet ik het antwoord schuldig blijven. Daar komen we ook schriftelijk bij u op terug. In algemene zin waren dit volgens mij de antwoorden op de vragen van mevrouw Heidekamp. In algemene zin wil ik nog even reageren op de vraag van meneer Meendering van GroenLinks waar u ons wat kritisch bejegend over de wijze waarop wij communiceren. We proberen wel de feiten te communiceren. Feit is, en dat heeft volgens mij ook in de krant gestaan, dat wij natuurlijk een positief resultaat van de jaarrekening kunnen presenteren, maar dat we tegelijkertijd ook nog voor de nodige bezuinigingen staan. Dus die combinatie wel zoals het in de krant komt en waar ik in ieder geval als portefeuillehouder alert op ben dat we wel een realistisch beeld schetsen van hoe wij financieel varen. Maar ik wil uw opmerking ter harte nemen en dat we in ieder geval daar nog eens extra kritisch op letten. Ook de Partij van de Arbeid bij monde van de heer Hoftijzer die zegt van, nou ja het klinkt allemaal leuk en aardig al die positieve resultaten van de jaarrekening, maar we hebben ook net een presentatie gekregen van de nota Oor en de 3d’s die op ons afkomen, dus ook u legt eigenlijk de kritische vinger bij ons financieel beleid. U zegt ook, we zijn er nog niet er komt nog het nodige op ons af, en dat is ook zo. De nota Oor hebben we natuurlijk wel een reserve inmiddels met een flinke rente gerealiseerd. Helemaal terecht dat we de nodige kritische financiële verhalen nog tegemoet kunnen zien. U stelt nog een vraag in algemene zin over dat u het idee had dat er voldoende extra capaciteit is begroot om alle plannen op orde te maken, en daar wilt u nog eens even een wat preciezer antwoord op. Daar zal ik ook bij u op terugkomen. Een aantal van u heeft geconstateerd dat we nog steeds dat ene dossier en die aanbesteding hebben. Mevrouw Heidekamp noemde het en de heren Meendering en Hoftijzer ook. Dat klopt, dat hebben we ook geconstateerd dat het inderdaad nog steeds een terugkerend punt is. Er is inmiddels bekend dat er dus in 2015 die aanbesteding gerealiseerd wordt. Dus met de jaarrekening van 2014 komen we hem volgens mij nog één keer tegen. Dan moet het afgelopen zijn.
Pagina 15 van 30
Wethouder Potze: Meerdere fracties hebben een opmerking gemaakt over de bestemming van een deel van het resultaat 2013 daar waar het gaat om de WMO. Als ik de vragen zo inventariseer dan is eigenlijk de gedachte van waarom zou je niet het volledige resultaat wat op de WMO behaald is bestemmen in de reserve WMO. Ik kan de raad vertellen dat dit ook mijn eerste gedachte was. Inderdaad het plafond te verhogen, en om de middelen die over zijn op de WMO ook te bestemmen voor die WMO, dat ook in die reserve te doen. We moeten dan wel wat breder kijken naar hoe dat resultaat tot stand gekomen is, waarom we dat resultaat hebben, waar dat naartoe moet leiden. We moeten ook een stukje geschiedenis in ogenschouw nemen. Wij hebben bijvoorbeeld als gemeente in 2011 nog 500.000 euro vanuit de algemene middelen moeten toevoegen aan de WMO. Dus er was toen feitelijk te weinig budget en wij moesten als gemeente uit eigen middelen, dus uit de algemene reserve middelen bijpassen bij de WMO. Dat heeft natuurlijk geleid tot een discussie over kanteling van de WMO, we hebben termen gehoord als niet langer recht hebben op, maar wat is echt nodig. De keukentafel gesprekken zijn daarbij gevoerd. Er is gezamenlijk met de raad beleid gemaakt uiteindelijk een beleidsplan vastgelegd. Uiteindelijk heeft dat ertoe geleid dat wij structureel een besparing kunnen inboeken ten aanzien van de WMO. Dat moet ook, omdat wij per 1 januari van het komend jaar sowieso fors moeten bezuinigen op de WMO. Dat betekent dat wij als gemeente Vlagtwedde dat niet dan nog hoeven te doen, maar dat we daar geleidelijk naar toe gegroeid zijn. Dan kom ik direct bij de vraag van mevrouw Heidekamp, hoe verhoudt zich de financiële besparing in verhouding tot de klanttevredenheidonderzoeken. Tot nu toe zijn die positief en als we kijken naar de benchmark gegevens dan doen we het als gemeente nog steeds boven gemiddeld goed. Het eerstvolgende rapport zal in augustus daarover verschijnen en dat zal ik de raad dan ook doen toekomen als dat klanttevredenheidonderzoek inclusief de benchmark er is. Dan stelt het college voor om een fors deel toe te voegen aan de reserve, zodat het plafond wat de raad zelf vastgesteld heeft daarmee ook bereikt is. Dat is een plafond zodat er in de reserve ruim 900.000 euro zit voor de WMO. Daar mogen we ons als gemeente volgens mij heel gelukkig mee prijzen, want dat doen niet heel veel gemeentes ons na. Volgens mij geeft dat al aan dat wij op zich voldoende reserve hebben om de taken die op ons afkomen ook uit te kunnen uitvoeren, mede gelet op, en u heeft waarschijnlijk de eerste bestuursrapportage gezien, dat ook die bezuiniging die we op de WMO gerealiseerd hebben zich ook in 2014 voortzet. Dat dit dus heel mooi geleidelijk toegroeit naar de situatie, naar 2015 toe waarin wij 700.000 euro structureel minder krijgen voor de post huishoudelijk hulp. Volgens mij rechtvaardigt dat wij zeggen, er kan ook een deel terug naar de algemene reserve, zeker daar waar we in het verleden ook fors hebben moeten bijleggen vanuit de algemene reserve. En kan ik mij alleen maar aansluiten bij de woorden van de heer Sanders die zegt, mocht de reserve niet voldoende zijn, mochten er uiteindelijk allerlei vreselijke dingen gebeuren, dan moeten we toch vanuit de algemene middelen weer wat toevoegen. Op dit moment heeft het college de indruk dat onze reserve met het plafond bereikt ruim voldoende is. Mocht dat niet zo zijn komen we met nadere voorstellen. In het licht dat we in het verleden fors hebben moeten bijplussen, rechtvaardigt dat we nu iets terug laten vloeien naar de algemene reserve. En moeten we volgens mij ook even het rapport van augustus afwachten waarin specifiek naar de gemeente Vlagtwedde wordt gekeken, en tegelijkertijd wat ik u toegezegd heb de bench mark gegevens. Wethouder Lok: Ik heb nog een tweetal vragen die ik zou kunnen beantwoorden. Eén vraag over WABO applicatie over de omgevingsdienst daar niet voor aan de lat moet worden gelegd. Dat ben ik met u eens, in principe zou die verantwoordelijkheid bij de omgevingsdienst moeten liggen. Daar zal ook op gestuurd worden. De tweede was een opmerking over het bijstandsvolume of het college dit nauwlettend in de gaten wil houden, uiteraard doen wij dat. Als het even kan elke dag. Maar we zullen ook, en er ligt nog een vraag van de vorige keer van Gemeentebelangen over hoe gaan nu de ontwikkelingen in de bijstand. En dat lijkt mij dan ook een goed moment om de raad over de actuele situatie te informeren. Mevrouw Heidekamp: Heldere antwoorden van de verschillende portefeuillehouders. Ik heb eigenlijk alleen een verhelderende vraag aan wethouder Potze over de WMO en de stelling dat de klanttevredenheid nog steeds heel positief is. Daar vraag ik mij even bij af, zijn daar ook de afgewezen klanten nog onderzocht of worden dat geen klanten meer genoemd en vallen die dus buiten de tevredenheidtoets? Want ik zou me juist voor kunnen stellen dat daar de ontevredenheid het grootst is. Als je alleen de mensen vraagt die een WMO voorziening hebben gekregen zul je een andere score hebben dan wanneer je ook de afgewezen mensen erbij betrekt. En de stelling dat op het moment dat wij onze reserve voor WMO uitgeput hebben dat we dan uit de algemene reserve kunnen putten, dat klopt. Dat is volstrekt terecht. Alleen in de aanloop naar de herindeling zitten we onder preventief toezicht en is het motiveren van een greep in de algemene reserve toch net eventjes wat zwaarder. Moet je het kunnen motiveren dan wanneer je hem uit een bestemmingsreserve hebt
Pagina 16 van 30
voorgesteld. Ik kan mij voorstellen dat we juist ook in dat licht datgene wat nu binnen de WMO overblijft ook binnen de WMO houden. Om geen enkele discussie te hebben ook met onze toekomstige partner en de provincie over dat dit geld daar altijd al voor bestemd was. Dat wij in het verleden 5 ton vanuit de algemene reserve erin hebben gezet, dat zal ongetwijfeld. Ik denk dat er ook periodes zijn geweest waarin we overhielden op de WMO. Niet? Helaas dat zou dan nog mooier zijn geweest. Ik denk dat terugkijken niet zo heel erg zinvol is, ik denk dat vooruitkijkend we moeten constateren dat wij niet precies kunnen becijferen hoeveel uitvoeringsgeld wij krijgen voor de nieuwe WMO taken. En dat het dus alles wat wij nu hebben en wat we daarvoor bestemd hebben even in kas moeten houden, totdat we zeker weten wat de nieuwe budgetten zijn en of we daar binnen kunnen blijven. Ik ben blij met de toezegging van de portefeuillehouder financiën dat er ook nog bij de beantwoording voordat we deze jaarrekening definitief vaststellen gekeken wordt of de nu bestaande reserves in het sociale deelfonds wat er straks ontstaat of die gebundeld kunnen worden. Wij zouden heel graag zien dat dit al voor de vaststelling van de jaarrekening wordt voorgesteld en anders overwegen wij om daar een amendement over in te dienen. Om te zorgen dat bij de bestemming van dit rekeningresultaat daar voor gekozen wordt. De heer Heijne: Ik had gezegd dat ik geen vragen had maar één vraag hadden we toch nog wel, ik was hem bijna vergeten. Het gaat namelijk over toeristenbelasting met name van Parc Emslandermeer. Deze is veel lager geworden als begroot. Wat is daar de oorzaak van? Is dat te wijten aan de ondernemer of voor een deel aan de toeristensector? De heer De Vries: Ik wou eigenlijk helemaal niet reageren, maar toen ik in de eerste ronde van iedereen elke keer maar weer die opmerking over de accountant hoorde, was ik als nieuweling verbaasd over dat de hele raad zo bibbert voor die accountant. Er is blijkbaar eenmaal een aanbesteding niet volgens de regels van de accountant gegaan. Daar kan hij elk jaar mee terugkomen en wij vinden het belangrijk om dat elk jaar te noemen. Uiteraard vinden wij het heel erg belangrijk dat de aanbesteding correct gebeurt en dat de vergunning juist gebeurt. Als het kan zoveel mogelijk lokaal. De processen die plaatsvinden zorgen er juist voor dat die aanbestedingen een steeds grotere omvang krijgen en daardoor ook steeds verder van ons af komen te staan. Ik wil in ieder geval graag de opmerking laten vallen dat we wat minder elke keer moeten noemen dat een accountant iets niet heeft goedgekeurd. Soms keurt een accountant zijn eigen bureaus ook niet altijd goed. Mevrouw Heidekamp: Ik vind dat de heer de Vries helemaal gelijk heeft. Dat we niet hoeven te bibberen voor een accountant, maar het is wel onze taak als raad om toe te zien op de wijze waarop de administratie en de hele administratieve organisatie door het college wordt gevoerd. Daarom is het ook de raad die opdracht geeft aan de accountant om te toetsen. En het zou ook wat vreemd zijn dat op het moment dat de door onszelf ingestelde accountant een opmerking maakt, dat we die niet eens zouden noemen. Ik denk dat het ook goed is voor het college om te weten dat ondanks de beperking, deze raad gewoon decharge geeft aan het college zelfs met vele complimenten. Dus dat bibberen daar heb ik zelf niet zoveel last van. Dat heb ik ook niet zo bespeurd bij andere sprekers, maar ik deel uw opvatting dat het niet zaligmakend is alleen maar voor de accountantsverklaring. De heer Meendering: De beantwoording met betrekking tot de WMO en de wijze van reservering zien we dan graag tegemoet. Wij sluiten nog steeds aan om daar één reserve voor te maken. Verder onze opmerking over energie die waren misschien wat cynisch in de eerste termijn, maar die zijn wel echt serieus bedoeld. Dat willen we ook zeker meegeven aan het college om daar iets mee te gaan doen naar toekomst. Dan de klanttevredenheid in de WMO wat de wethouder aangeeft dat dit onderzocht wordt, en dat daar een tweede ronde op komt. Mevrouw Heidekamp zegt de afgewezen afvragen, maar er bereiken ons ook signalen van mensen die niet eens voor een aanvraag komen, omdat ze eigenlijk op voorhand vertelt wordt, het heeft geen zin. Wij zijn ook wel geïnteresseerd in hoeveel mensen komen er nu werkelijk, en wat wordt nu echt omgezet in een aanvraag die al dan niet toegekend wordt. En hoeveel mensen worden bij de voordeur al weggestuurd? Daar krijgen wij signalen over dat dit regelmatig voorkomt. Wethouder Potze: Over het klanttevredenheidonderzoek binnen de WMO. Ja, ook afgewezen aanvragen zitten daarin dus zullen ook meegenomen worden. Overigens kan het ook best zo zijn dat een aanvraag niet volledig wordt toegekend, maar dat slechts een deel van het aantal uur wordt toegekend, bijvoorbeeld bij de huishoudelijke hulp. Dan is het maar de vraag en dat is een beetje de gedachte die mevrouw Heidekamp volgens mij heeft, dat juist die mensen er wat kritischer over zijn een wat lager oordeel daarover geven.
Pagina 17 van 30
Volgens mij is het nou juist goed mevrouw Heidekamp als wij helder motiveren naar cliënten toe waarom we een bepaalde beschikking afgeven. Dus juist ook in dat kader zou er best een positief oordeel richting klanttevredenheidonderzoek kunnen zijn. De vraag van de heer Meendering over hoeveel mensen al bij de voordeur worden afgewezen. Met alle respect dat heb ik nu niet paraat, maar dat wil ik de heer Meendering best toezeggen om daar nog eens even naar te kijken en dat aan u te doen toekomen. Mevrouw Heidekamp: Ik onderschrijf helemaal de woorden van de heer Potze dat het natuurlijk zo is dat als we dat goed uitleggen dat ook mensen die een afwijzing of een gedeeltelijke afwijzing hebben gekregen heel positief kunnen zijn. Maar dat zou nou juist ook een teken zijn dat we de kanteling echt succesvol hebben ingevoerd, wanneer we ook bij die cliënten een tevreden cijfer krijgen. Dat we dan inderdaad blijkbaar voldoende de tijd hebben genomen om uit te leggen hoe ze het ook op een andere manier zelf zouden kunnen organiseren. Helemaal eens met de beantwoording van de heer Potze. Dit voorstel gaat als bespreekstuk naar de raadsvergadering van 1 juli 2014. Mevrouw Kompier: U kijkt naar mij en we gaan ons even voorbereiden op een inleider bij het volgende agendapunt dat is onze brandweercommandant de heer Petersen. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering. 10. Begroting 2015 Veiligheidsregio Groningen De heer Petersen: Ik ben sinds 1 januari clustercommandant van het cluster Zuid van de nieuwe Veiligheidregio Groningen. Daarvoor was ik commandant van de mooie brandweer Zuid-Groningen. Ik neem u even heel kort mee in waar de Veiligheidsregio voor is, dus voor de oude raadsleden even een herinnering en voor de nieuwe raadsleden toch wel even handig om te weten waar we staan. Het gaat uiteindelijk over de begroting en praat je over de begroting dan praat je toch snel over de toekomst. De Veiligheidsregio Groningen is een organisatie die is gebaseerd op de wet Veiligheidsregio’s en dat is een gemeenschappelijke regeling in het kader daarvan is er een bestuur gevormd door de 23 burgemeesters die uiteindelijk feitelijk de leiding de sturing geven aan de Veiligheidsregio’s. Daarnaast werken we als Veiligheidsregio heel erg samen met onze ketenpartners en natuurlijk in het Oosten zijn dat bijvoorbeeld de politieambulancedienst. De provincie, openbaar ministerie, noem het maar op om te zorgen dat het voor onze inwoners in de provincie maar ook in elk van de 23 gemeenten zo optimaal veilig blijft. We werken dus in opdracht van het bestuur de 23 burgemeesters en we werken voor de mensen die gewoon om ons heen zijn de burgers, de bedrijven en dat doen we dan gezamenlijk met de partners waar ik het net over had. Waar we het over hebben is nu gewoon de organisatie, dus niet de regeling zelf maar gewoon de organisatie. Wat we moeten doen is allemaal voor een heel groot deel vastgelegd in wet en regelgeving, daar kunnen we weinig aan doen. En daarop hebben we natuurlijk ook een aantal regionale afspraken gelegd. Bijvoorbeeld een afspraak is, dat in het kader van de huidige financiering de bekostiging van de huisvesting buiten de primaire begroting is gelaten, dat is gewoon een regionale afspraak. Er zijn afspraken bijvoorbeeld ten aanzien van het duiken, hoe doen we dat, van uit welke post doen we dat, heffen we dat door of houden we dat zo, daar zijn afspraken over. Dan hebben we heel graag dat de burger gewoon absoluut centraal staat. We proberen ook de brandweer, de Veiligheidsregio afleider van de brandweer zo dicht mogelijk weer in de gemeente terug te brengen. Daarom werken we ook in clusters, om de afstand tot de Groningers zeker in dit gebied niet al te groot te maken,. Maar dat we vanuit Stadskanaal, van oudsher werd ook vanuit Stadskanaal Vlagtwedde netjes bediend en dat doen we nu voor Stadskanaal Bellingwedde en ook Vlagtwedde. Het bestuurlijke uitgangspunt is natuurlijk die burger die centraal staat, we houden minimaal het huidige niveau van de brandweerzorg op peil. De basisorganisatie is gewoon de organisatie van de Veiligheidsregio, daarmee zijn we bezig om die echt op peil te brengen. Die zijn we nog aan het inrichten. Ik hoorde daarstraks al over de omgevingsdienst die is ook met hetzelfde proces bezig, dat daardoor de burger daar last van kan hebben. Ik verzeker u als men de brandweer belt, wij hebben geen last van vertraging wij komen direct. De formatie die is vastgesteld in het organisatieplan, dus daarmee kunnen wij op dit moment ook vrij weinig. Zou ook vervelend zijn, want we zijn nog steeds in oprichting, dus we kunnen nu nog niet zeggen of de formatie helemaal optimaal is, dat er misschien wat bij moeten of een aantal af kan. Daar is het absoluut veel te vroeg voor. De lokale brandweerzorg en crisisbeheersing die moeten ook weer onderdeel gaan uitmaken van het gemeentelijk integraal veiligheidsbeleidsplan. Elke gemeente heeft
Pagina 18 van 30
een integraal veiligheidsplan en daarin komt de brandweer niet of nauwelijks voor, dat is iets waar we met u allen iets aan willen gaan doen. Raad en bestuur worden daardoor ook uitgenodigd om lokale doelen te stellen. U geeft straks aan de Veiligheidsregio, wat wordt er voor de Veiligheidsregio van Vlagtwedde verwacht. Er heeft een risico inventarisatie plaatsgevonden die is vastgesteld, staat ook per gemeente in het regionaal document waar mogelijk de risico’s kunnen zitten. Op basis daarvan kan sturing worden gegeven en we willen u als raad niet uitsluitend vragen om af en toe eventjes ja te zeggen tegen de begroting en later een rekening, maar we willen u vooraf in het proces graag betrekken. In het najaar kom ik bij u langs en dan gaan we gewoon praten over wat is de Veiligheidsregio en wat kunnen we met elkaar doen. Dus u kunt gewoon doelen stellen en dat is iets wat u eigenlijk in het verleden nauwelijks heeft meegemaakt. De RBZG volprezen natuurlijk als organisatie maar we zijn eigenlijk nooit bij u langs geweest laten we eerlijk zijn. En dat gaan we nu als Veiligheidsregio proberen dat beter te doen. Bijna 42 miljoen gaat er om in de begroting 2015 en wij als brandweer inclusief de meldkamer doen daar de grootste greep uit, bijna 38 miljoen. Dan is er nog een aantal andere crisisbeheersing en de GHOR de ambulance, de geneeskundige kant, de gemeentelijke kolom pakken daar ook nog een deel van uit. Maar verreweg de grootste hap is dan toch de rode kant van de Veiligheidsregio, de brandweer met de meldkamer. Waar doen we het mee, we doen het met duizend mensen waarvan ruim 700 vrijwilligers. Die vrijwilligers moeten we goed faciliteren. Dat hebben we ook met elkaar afgesproken dat is bestuurlijk vastgelegd. Bijvoorbeeld de verzekeringen die zijn nu echt absoluut goed geregeld. Dat was niet in elk corps even goed geregeld, maar nu hebben we de kracht om dat te doen, omdat we met zoveel meer vrijwilligers zijn. En we doen het zelfs met meerdere regio’s gezamenlijk. Dus we kijken niet alleen binnen Groningen maar daar waar het kan waar ons niets weerhoudt kijken we zelfs over de regiogrens heen, en gaan we bijvoorbeeld samenwerken met Twente, Drenthe, Friesland, of welke regio dan ook, die bij ons past om samen te werken. De taken worden in samenwerking uitgevoerd met al onze partners in de rampenbestrijding en crisismanagement. Verder proberen we zo veel mogelijk nuttig werk te doen. Dus geen werk te creëren om het werk, maar we echt kijken waar ligt het werk we gaan risicogericht werken, dus als wij merken dat het in de bejaardencentra slecht gaat dan gaan we daar onze aandacht aan besteden. Er zijn natuurlijk bepaalde woonwijken of andere gebieden waar soms ook extra attentie nodig is. Dan gaan we daar in eerste instantie onze prioriteiten leggen. Daarvoor heb je natuurlijk ook informatie nodig en we gaan onze informatiepositie sterk verbeteren. Dat is nu zeker die informatiepositie is nog niet echt heel erg groot, maar daar gaan we maximaal op insteken. Nogmaals die samenwerking we proberen ook de repressie heel erg modern te maken, betekend dat we andere organisatievormen gaan proberen, wellicht andere blusmethode. Maar laten we ook even heel goed naar onszelf kijken naar de gemeenschap, we proberen iedereen toch aan de rookmelder te helpen, want we kunnen overal wel een brandweerauto neerzetten maar het meest bent u geholpen door uw eigen rookmelder. Dat is iets waar we ook onze energie in gaan steken, want daarin zit de echte winst. En daarin krijgen we ook als Veiligheidsregio veel meer body om dat vanuit gezamenlijkheid meer onder de aandacht van de mensen te brengen. En natuurlijk proberen we de bedrijfsvoering lean en mean te houden, dat is ook vastgesteld door de PWC. Die hebben alle ins en outs van onze bedrijfsvoering doorgelicht, en in vergelijking met andere veiligheidsregio’s zitten we absoluut aan de onderkant van de organisatie. Dat proberen we ook zo te houden. In het najaar kom ik zoals gezegd weer bij u terug, want dan gaan we het ook hebben over de strategische koers. Welke kant willen we op als Veiligheidsregio, welke kant willen we als regio maar willen we met u op. Als u straks goed gesetteld bent in uw functie in de raad kom ik hier zeker en absoluut voor terug. Nogmaals ik ben uw aanspreekpunt op het gebied van de lokale brandweerzorg. Als u vragen heeft, u krijgt straks mijn bereikbaarheid, kunt u altijd bij mij terecht. We willen aantrekkelijke werkgever zijn, niet alleen voor onze dagdienst maar we willen dat ook zijn voor onze vrijwilligers uiteraard, want dat is ons goud. Daar hebben we eerder te weinig van dan teveel. Vakmanschap daar willen we ook maximaal op insteken. Dat heeft ook te maken met vernieuwingen, vernieuwingen in techniek en soms ook dingen die we absoluut nodig hebben om toch nog een bepaalde vorm van brandweerzorg in bepaalde gebieden te geven. Omdat we kunnen op dit moment niet voldoen aan de opkomsttijden die door minister Opstelten zijn gesteld, daarvoor is het leven in het plattelandsgebied, dat is absoluut ondoenlijk dus moeten we het in andere middelen zoeken. Ontwikkeling en ambities, ik heb daar een aantal van neergelegd omwille van de tijd ga ik gewoon even vrij snel doorheen. Want waar we wel mee bezig zijn is zo veel mogelijk zorgen dat de leidinggevende in onze organisatie hun kennis, vaardigheden, en kunde ten dienste stellen. Niet alleen van het gebied of de afdeling waarvoor ze werken, maar voor de totale regio en zelfs landelijk als dat moet. Zo heeft iedereen naast zijn normale taak minimaal 1 portefeuille gekregen. Is er een wat mindere portefeuille dan heb je er misschien wel twee, en heb je een zware portefeuille dan heb je aan één voldoende. Maar dat betekent wel bundeling van kracht waarmee we dus de eerste jaren absoluut mee verder gaan en kunnen. De strategische koers, daar komen we op terug. Dan gaan we dus echt aan de hand van het risicoprofiel bevragen
Pagina 19 van 30
wat ziet u voor de gemeente Vlagtwedde als primair punt, om daar nou eens echt de aandacht op te vestigen. Maar daar krijgt u een vakantie lang de tijd voor. Dit geldt dan ook voor de jaarplannen, tweede helft van het jaar gaan we een jaarplan maken. Dat wordt de input voor 2015, en al vrij snel in 2015 kom ik alweer bij u langs om uiteindelijk ook al te praten over het jaarplan 2016. Want nu zitten we natuurlijk al een beetje met een begroting 2015 terwijl we nog moeten praten over de jaarplannen maar dat heeft alles te maken omdat het een gemeenschappelijke regeling is dus de begroting moet al in de zomer bij de provincie liggen. Dat is nu eenmaal wat de wet en regelgeving ons voorschrijft. Maar straks zijn we op tijd en kunnen we voor 2016 ruim op tijd in 2015 bij u op de stoep staan om nogmaals over uw gevoel over brandweerzorg te praten. Wat zijn de uitgangspunten voor de begroting 2015. Het meest belangrijke is eigenlijk dat we de cijfers zoveel mogelijk proberen te houden bij 2014, zij het dat de indexering van 1,25 daar nou wel op los wordt gelaten. Zo bereid lean en mean wat ik al aangaf PWC die dat heeft getoetst, die daar ook echt zijn stempel op heeft gedrukt van voor minder kan het niet zegt men. Nou die indexering 1,25 zijn wat malussen die ons zijn voorgesteld, bijvoorbeeld externe veiligheid waar we jaarlijks een paar ton voor krijgen. Die raken we waarschijnlijk kwijt, maar ook die kosten proberen we uit de primaire begroting te halen. Dus daar komen we niet voor bij u terug. Een ander ding is de brandweerzorg Eemshaven, dat kan wel leiden tot een aanpassing van de begroting, maar dat wordt een apart onderwerp. Dat besproken wordt medio 2015, dus daar kan op dit moment nog niks over gezegd worden. Aan de andere kant krijgen we er ook weer wat geld bij, omdat we natuurlijk toch behept zijn met de aardbevingen. Het rijk heeft daar gelukkig nu wat geld voor vrijgemaakt. Om ook het raadslid van rampenbestrijding, crisisbeheersing om daar ook de nodige aandacht aan te kunnen besteden en ook aldaar expertise in op te gaan bouwen. Dat is voor ons op zich ook nieuw. Dan zijn er nog wat andere dingen vooral de huisvesting. Ik begrijp dat dit voor u ook erg belangrijk is. De huisvesting wordt nog steeds uit de primaire begroting gehouden, en dat is op basis van de afspraak die is gemaakt in het Regionale bestuur. Daar kunnen we niets aan doen, daarop is een traject gezet, dat traject laat ik hier nog even zien. De extern deskundige gaan daarmee aan de slag. Er is een stuurgroep gevormd waarin twee burgemeesters, twee gemeentesecretarissen en de directeur van de Veiligheidsregio zitten. Dan komt daaruit een advies aan het dagelijks bestuur en de gemeente, daar mag u ook wat van vinden natuurlijk. Daar wordt gekeken hoe is het in andere regio’s gegaan, want laten we maar eerlijk zijn wij zijn niet de eerste regio die geregionaliseerd zijn, we zijn eerder de laatste. Dus er zijn heel wat regio’s ons voorgegaan die ons goede en misschien ook verkeerde voorbeelden kunnen geven. Leer vooral van de fouten van een ander, dat is het meest goedkope. Wil je leren van de fouten van een ander dan moet je ze vooral niet maken. Zo gaan we daar ook mee om. Voor de zomervakantie krijgt u daar een eerste terugkoppeling van, van die verkenning die gedaan is. Dit is mijn bereikbaarheid maar ik ben nog onder u dus als u vragen heeft. De heer De Vries: Ter oriëntatie, dit is dus een activiteit die door 23 gemeentes goedgekeurd moet worden? Betekent dat als één gemeente het niet goedkeurt dat het dan niet doorgaat? Wat is de procedure? Kan een gemeente tegenstemmen? Ik ben een nieuweling in de raad, hoe zit dat? De heer Petersen: In principe, de raad kan altijd zoals nu ook aan u gevraagd wordt in het kader van de begroting, de gevoelens laten blijken aan het bestuur. En dan zal het bestuur uiteindelijk alle gevoelens van alle raden afwegen en die zullen daar het hare of het zijne mee gaan doen. Uiteindelijk wordt de raad gehoord, maar de uiteindelijke feitelijke besluitvorming ligt bij het bestuur. De voorzitter: Conform de wet op de gemeenschappelijke regeling. De griffier heeft daar nog niet zo heel lang geleden een keer een mooi memo over rondgestuurd, over hoe dat precies zit met de verantwoordelijkheid van de raad ten opzichte van de gemeenschappelijke regeling. Mocht u dat kwijt zijn, willen we dat alsnog een keer toesturen. Mevrouw Heidekamp: U maakte een grapje naar de heer de Vries, maar ik zou bijna het grapje terugleggen naar het college om het huiswerk ook nog eens na te lezen. Want er wordt nu toch echt aan ons voorgesteld om in te stemmen met de begroting, en toch echt aan te geven of er wel of niet zienswijze waren. Dus in het dictum wat aan ons voorgelegd wordt, wordt echt een fout gemaakt, dat wij zouden kunnen instemmen maar moeten instemmen dat is dus niet helemaal conform wat u nu zegt. De voorzitter: Daar heeft u helemaal gelijk in. Die memo is ook aan de organisatie verstuurd.
Pagina 20 van 30
De heer Heijne: Ergens in de presentatie had u het over de basisorganisatie op peil. Met name de vrijwilligers maar je hoort natuurlijk overal de vrijwilligers, hoe staan wij hier in deze regio in onze vrijwilligers. Hebben we nog steeds genoeg? De heer Petersen: We hebben nog steeds genoeg vrijwilligers, zij dat bijvoorbeeld in Vlagtwedde en de post Stadskanaal we net onder de formatie zitten. Maar goed, net onder de formatie wil nog niet zeggen dat we echt tekort komen. Soms kan een tekortkoming in een bepaalde functie zitten. Maar op dit moment zitten we niet ruim in de jas. Ter Apel daarentegen is een unicum. Daar is zelfs een wachtlijst. Dat vind je bijna niet in brandweer Nederland. Maar Vlagtwedde blijft gewoon zorgelijk en Stadskanaal ook. En ja, we doen ons best om goede vrijwilligers aan ons te binden, maar het lukt niet altijd. De heer Heijne: Op een gegeven moment had u het over de samenwerking met andere omliggende regio’s, zitten daar onze buren aan de oostkant ook bij? Want over het algemeen is daar de werkwijze toch iets anders als wij gewend zijn. De voorzitter: U bedoelt de Duitsers? De heer Heijne: De Duitsers. De heer Petersen: Wij richten de blik rondom. Dus dat houd ook in dat wij naar onze oosterburen kijken en met name Rütenbrock. Zeker als ik kijk richting Ter Apel kan Rütenbrock gezien de geringe afstand tot het dorp Ter Apel en directe omgeving, kunnen ze zeer van nut zijn. Het zal mij niet echt veel uitmaken of het een Drenth is een Groninger of een Duitser die een brand komt blussen. Natuurlijk terecht dat u zegt, er is een verschil in modus operandi. Daar gaan we goed naar kijken. We zien wel dat er een redelijke toenadering is, maar op zich als ik weet dat de Duitsers op die manier de brand aanpakken en het is net zo efficiënt en veilig, dan accepteren wij het dat ze het op dat moment op een andere manier doen. Maar de feitelijke leiding blijft op het moment dat ze in Nederland zijn, gewoon bij de Nederlandse brandweer. Dus alles gebeurt dan onder de leiding van de Nederlandse brandweer, wat dat aangaat zien we daar geen bezwaar in. Maar zo hier en daar moet je nog wel eens even wat aan dat plan bijslijpen. De heer Eilert: Mijn eerste vraag ging eigenlijk over de huisvesting maar die heeft u al keurig beantwoordt. U heeft zelfs al heel even laten zien hoe de stand van zaken was en waar we naar toe gaan. Dus die hoef ik niet meer te stellen. Ik heb wel nog een paar andere vragen. U heeft aangegeven dat er nog geen duidelijkheid is over de formatie. Ik zou willen vragen wanneer die duidelijkheid er wel is. Verder is er een risico-inventarisatie gedaan en ik zou willen weten welke risico’s zouden gelden voor dit gebied, onze gemeente. En de laatste vraag die triggerde mij wel dat heeft misschien ook wel wat te maken met dat er in Stadskanaal een tekort aan vrijwilligers is. Daar stond onder andere op, hoe wordt je nou een aantrekkelijke werkgever. Dat vind ik ook wel een leuke. Want dan denk ik bij mezelf van, welke ideeën leven daaromtrent? Inderdaad hoe wordt je een aantrekkelijke werkgever? De voorzitter: Ik zou mij kunnen voorstellen dat de vragen over het crisismodel we daar ook voor een deel in het najaar juist op door willen gaan, want dat is voor het eerst dat u als raad actief wordt betrokken om eigenlijk zoals u het een beetje gewend bent ten aanzien van de politieprioriteiten, ook mee te denken over de prioriteiten of de veiligheidsaspecten. Bijvoorbeeld het aangaan van een pilot, dat is al een keer in een vooroverleg met de commandant naar voren gekomen. Dus ik zou me kunnen voorstellen dat we daar in het najaar nog wat uitgebreider op terugkomen. De heer Eilert: Misschien zijn er al wat gedachten daaromtrent. De voorzitter: Die zijn er zeker. De heer Petersen: Om dan meteen maar even door te gaan op het laatste. Op zich leven we hier in een relatief veilige omgeving gelukkig. Het is een mooie omgeving met veel natuur. Er is weinig natuur in Groningen en zeker qua bossen, maar dat beetje natuur concentreert zich met name hier in Westerwolde, dus in deze gemeente. Dat trekt ook heel veel recreanten aan, campings etc. Dat zijn elementen waar je naar moet kijken. Je moet kijken naar de toch wat langere opkomsttijden die we hebben. Sellingen ligt precies tussen de posten
Pagina 21 van 30
Ter Apel en Vlagtwedde in en iedereen zal ervaren dat het toch een flink eind rijden is. Die afstand is niet korter voor een brandweerauto de manoeuvreerbaarheid is daar ook wat minder van, dus dat vraagt straks een hele goede aandacht. Natuurlijk heb je wat specifieke dingen als Avébé, als de complexen rond Ter Apelervenen wat niet elke gemeente heeft en wat toch echt de high lights zijn binnen deze gemeente. Daar gaan we dus proberen passende antwoorden bij te vinden in samenwerking met u. De formatie is wel vastgesteld, alleen de formatie is op bepaalde punten nog niet ingevuld. De formatie moet natuurlijk ook nog beklijven, want een aantal mensen moet nog steeds worden aangenomen, een aantal mensen komt op dit moment nog steeds op posities. Mensen zijn ooit aangenomen voor 2014 in andere corpsen op andere posities, op basis van hun kennis en kunnen etc. worden nu door de regionalisering op andere plekken gezet volgens het organisatieplan. Soms is er een goede match, soms is er een wat minder goed match daar wordt dit jaar goed naar gekeken. In elk geval de formatie zelf dus hoeveel personen op welke functies dat is vastgelegd. Dus dat is vastgesteld. De voorzitter: Dank u wel commandant en graag tot ziens in het najaar. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de raadsvergadering van 1 juli 2014. 11. Jaarrekening/jaarverslag 2013 en Begroting 2015 GR Publieke Gezondheid en Zorg (PG&Z) Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de raadsvergadering van 1 juli 2014. 12. Jaarrekening 2013 Stichting Vesting Bourtange De heer De Vries: Ik wil een opmerking maken. Waar het om gaat is dat ik de stichting Bourtange wil prijzen voor wat er allemaal gebeurt. Vooral de activiteiten die er plaatsvinden, en dat ze zelfs risico lopen met bepaalde activiteiten die dan altijd niet even goed lopen, en dan toch met een bescheiden verlies de zaak weer rond zetten. En dat wil ik graag uitspreken. De heer Joling: Die opmerking die de heer de Vries maakte maken wij ook wel. Dat het tekort meevalt en dat de stichting ook grotendeels het verlies zelf kan opvangen. Dat is hartstikke goed. Voor de derde keer stel ik de vraag, hoe staat het ervoor met de participatie van de gemeente in het stichtingbestuur? We hebben begrepen dat een aantal jaar geleden gezegd werd dat de gemeente uit het stichtingbestuur zou gaan stappen. Hoe staat dat er nu voor? Mijn tweede vraag is, kan de wethouder zeggen hoe het ervoor staat met het invoeren van betaald parkeren? Mevrouw Heidekamp: Wat het compliment aan het stichtingbestuur betreft, daar sluit ik mij bij de vorige sprekers aan. Wat wel een opvallend punt is, is dat als je door Bourtange rijdt de staat van onderhoud toch wel wat achteruit lijkt te gaan. En dan hebben we het niet alleen over de begroeiing die tamelijk weelderig is, maar ook over trappen die afgezet worden met lint erom, omdat alle traptreden stuk zijn, brugdekken waar iets overheen ligt omdat er blijkbaar een beschadiging van het brugdek is. Dan is wel even de vraag, in hoeverre wordt er nauw samengewerkt tussen stichtingbestuur en de gemeente zodat het onderhoud op orde is. Want als je meteen al bij de entree, als je vanaf de parkeerplaats naar de vesting loopt een aantal van dat soort punten ziet dan is dat niet echt een verhoging van de aantrekkelijkheid van het gebied. Dat is voor zo’n topattractie, want zo mogen we Bourtange best noemen, een beetje jammer. Dus graag aandacht daarvoor. De voorzitter: U weet wij hebben een collegiaal bestuur en bij afwezigheid van wethouder Ter Horst zal wethouder Potze de beantwoording voor zijn rekening nemen. Wethouder Potze: Ik had de hele begroting bestudeerd wat niet in mijn portefeuille zit, maar er worden nu vooral vragen gesteld naar aanleiding van de jaarrekening. Ik stel voor dat wij als college na de zomer met een korte notitie komen waarin wij de 2 punten van de heer Joling meenemen ten aanzien van de participatie en het bestuur, en de stand van zaken rondom de invoering van betaald parkeren. En daar zullen we dan ook in meenemen de staat van onderhoud en de relatie tussen de stichting en de gemeente daarin. Dat lijkt mij een toezegging voor na de zomer in september. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de raadsvergadering van 1 juli 2014.
Pagina 22 van 30
13. Jaarrekening 2013 Wedeka De heer Eilert: Er is zoals al begroot verlies geleden. Maar eigenlijk als je de stukken leest kunnen we de Wedeka ook wel een pluim op de hoed steken, want het tekort is immers 1,5 miljoen lager uitgevallen dan begroot. Dat is een knappe prestatie, dat mag gezegd worden. Het zit hem zoals ik begrepen heb uit de stukken voornamelijk in de bedrijfsvoering. Daar is 1,2 miljoen op bezuinigd en dat is een belangrijke bijdrage geweest aan dit aanmerkelijk lagere verlies. Ik heb ook begrepen uit de stukken dat dit beleid wordt doorgezet. Ik heb het idee dat we ook dit jaar nog de voordelen daarvan zullen zien. Nog wel een paar kritische opmerkingen. Er is me ook opgevallen in de stukken, en ik heb daar vorig jaar ook naar gevraagd, dat het ziekteverzuim helaas weer gestegen is onder de medewerkers. Dat is jammer. Ik heb ook gezien dat het aantal loonbeslagen fors is toegenomen. Dat heeft ook natuurlijk alles te maken met de economische situatie. Mevrouw Hemmen: Ik sluit mij graag aan bij de complimenten die net uitgedeeld zijn voor de Wedeka. We kunnen uit de jaarrekening zien dat het een solide bedrijf is. We hebben vertrouwen in de bedrijfsvoering. Je kunt zelfs lezen dat ze voorzichtiger zijn dan hun eigen prognoses, dus de complimenten daarvoor. Mevrouw Wijnholds: Ik heb een aantal vragen naar aanleiding van, maar dat zijn een beetje detail en beleidsvragen. Gezien het tijdstip denk ik dat het verstandiger is als ik die schriftelijk indien. De voorzitter: Wat mij betreft akkoord. En dan stel ik ook voor om ze schriftelijk te beantwoorden. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de raadsvergadering van 1 juli 2014. 14. Continuïteit van AWBZ zorg in 2015 Mevrouw van der Horst: Ik heb het stuk gelezen en dan kom ik op pagina 2 uit met de vraag, hoe zit het met de keuzevrijheid van de cliënten? En op pagina 3, is er al zicht op de situatie voor de nieuwe aanmelders? Mevrouw Wijnholds: Eén van de redenen waarom dit soort dingen naar de gemeente gaat is, omdat wij dan ook lokaal konden kijken en ook kleine aannemers en kleine aanbieders een kans konden bieden. Alleen hier staat weer in dat voorlopig alleen wordt gekeken naar aanbieders die al in 2014 een contract hadden bij Menzis. Dat waren dan de grootste. Waar blijft dan de ruimte voor die kleine lokale aanbieders die wij hebben? De zorgboerderijen in Sellingen, Jipsinghuizen dat soort dingen. Dan nog een vraag. De staat gaat uit van 5% transformatiekosten. We hebben vorige week een voorlichting in Veendam gehad van de vereniging Groninger gemeente en daar hadden ze het over 10%, maar dat was over de jeugdzorg. Geldt dat ook hierbij? Mevrouw Hemmen: Ik sluit mij eigenlijk aan bij mijn voorgangers op dit punt. Keuzevrijheid van de cliënt, die zie ik niet echt beantwoord in dit model. Wat ook maakt dat de ruimte voor kleine lokale aanbieders in dit model nog niet zichtbaar is. Wethouder Potze: Ik begin met de beantwoording van de vragen van mevrouw van der Horst over de keuzevrijheid die mensen hebben. Volgens mij is die vraag vanmiddag ook al schriftelijk beantwoord, maar blijkbaar niet helemaal naar tevredenheid. Er is natuurlijk altijd de keuzevrijheid, de mensen zouden via PGB eigen zorg kunnen inkopen en daarmee is de keuzevrijheid ook geregeld. Als het gaat om hele kleine aanbieders een kans, de vraag van mevrouw Wijnholds. Het college heeft er nadrukkelijk voor gekozen om mee te gaan in de provinciale aanpak van 22 Groninger gemeente om te kijken naar continuïteit van de zorg. En dan gaat het om het transitiejaar 2015. Daarna wordt er natuurlijk opnieuw ingekocht en maken ook andere aanbieders kansen. Waarbij de kleine aanbieders natuurlijk altijd de kans maken dat mensen via een persoonsgebonden budget alsnog zorg inkopen bij bijvoorbeeld een zorgboerderij zoals mevrouw Wijnholds die noemt. Het is aan mensen zelf om dat te doen. En dat is wat het college nog steeds voorstelt om ook die PGB’s te realiseren. Maar nadrukkelijk kiezen wij voor continuïteit voor zorg, dat geeft ook enigszins rust bij cliënten, maar ook bij organisaties om voor 2015 het op deze manier te gaan regelen. Mevrouw Wijnholds: Ik heb nog een aanvullende vraag. Maar een vraag was over die transformatiekosten, of het 5% is of net als bij jeugdzorg 10%. Alle zorg wordt met 22 gemeenten aanbesteed, dan koop je behoorlijk wat in en dan koop wordt onderhands gedaan. Kan dat volgens eigen in en aankoopbeleid? Of moet dat bijna Europees als je het zo groot gaat doen. Dat is nogal vrij veel om dat onderhands te doen.
Pagina 23 van 30
Wethouder Potze: De transformatiekosten zijn 5%, dat staat ook in het voorstel volgens mij. Ten aanzien van de aanbesteding, daar zal ik even schriftelijk op terug komen richting mevrouw Wijnholds. Ik heb ook ambtelijke ondersteuning, wellicht dat mevrouw Brouwer die vraag kan beantwoorden. Mevrouw Brouwer: Het is via een bestuurlijke aanbesteding gebeurt. En dat is op een andere manier dan wij eigenlijk regulier gewent zijn. Met de marktpartij is gesproken over het bedrag en wat ervoor geleverd wordt. Het is een uitgebreid gesprek geweest met partijen en per partij wordt daar een apart contract voor afgesloten. Dus het is niet wat wij normaal doen via de klassieke manier, maar dit is een nieuwe manier van aanbesteden. En dat is gedaan met de 22 Groninger gemeenten. Mevrouw Wijnholds: Maar in feite is dat dus in strijd met ons eigen beleid? Mevrouw Brouwer: Ik weet niet in hoeverre dat in strijd is, het is een manier van aanbesteden. Je kunt op een heleboel manieren aanbesteden en dit is een manier van aanbesteden. Dus het is wat dat betreft niet in strijd met het beleid. Mevrouw Hemmen: Het verbaasd mij als er gezegd wordt dat er bestuurlijk aanbesteed word. Het kenmerk van bestuurlijk aanbesteden is dat je een open markt hebt en dat alle aanbieders meedoen. En dat is hier kennelijk niet gebeurt. Mevrouw Brouwer: In het voorstel staat dus ook dat het met partijen is gedaan waarmee een contract met het zorgkantoor is afgesloten. Dus dat zijn partijen die nu een contract hebben met het zorgkantoor, en daar is bestuurlijk mee aanbesteed. Dus daar zijn de gesprekken mee gevoerd. Mevrouw Hemmen: Maar dat zijn niet alle aanbieders, dus voor een deel sluit je de markt af voor nieuwe aanbieders. Mevrouw Brouwer: Dat klopt. Dat is voor dit jaar, dat is een overgangsjaar 2015 wat de wethouder ook al zei, dat hebben we gedaan om continuïteit van zorg in ieder geval rust bij partijen te behouden. Maar volgend jaar zal in ieder geval worden gekeken hoe we het vanaf 2016 gaan vormgeven. Mevrouw Hemmen: Ik deel dan de zorg of inderdaad wel de juiste procedure wordt gevolgd, want volgens mij klopt het niet op deze manier. Ik ben ook benieuwd naar de beantwoording daarvan. De voorzitter: De beantwoording is toegezegd, dus de beantwoording van mevrouw Brouwer is nog niet afdoende. Dit voorstel gaat als bespreekstuk naar de raadsvergadering van 1 juli 2014. 15. Krediet nieuwbouw MFA Sellingen De heer Meendering: Wij hadden al een aantal vragen ingediend en die zijn inmiddels beantwoord. Naar aanleiding daarvan eigenlijk nog één vraag. De zonnepanelen die aangebracht worden op het gebouw, daar zijn wat aanpassingen in geweest wat wij hebben begrepen uit de beantwoording. Maar het aantal word niet minder ga ik van uit, misschien dat dit even bevestigd kan worden. De heer Wachters: Wij zijn optimistisch gestemd over de gang van zaken bij de MFA in Sellingen. En gaan heel graag akkoord met het gevraagde krediet. De aanbesteding onder voorwaarde en de indexering van 2% voor de komende jaren. Het is alleen heel jammer dat de huisarts niet opgaat in het gebeuren. Mevrouw Heidekamp: Ik zou zo graag even mijn collega Wachters aanvullen. Want er staat op pagina 4 van het voorstel, dat de raad gevraagd word om het college te machtigen om de aanbesteding ook te gunnen. Maar het staat niet in het besluit, dus daar is het dictum ook niet helemaal in overeenstemming met het voorstel. Dus als u werkelijk mandaat wilt dan wil ik het college adviseren om dat in het voorstel aan te vullen. En ik wil toch nog graag even memoreren aan de bespreking waarin het krediet destijds werd toegekend. Dat was 5,3 miljoen. Daar werd toen gesproken over een taakstellend-budget. Het CDA heeft daarvan gezegd, doe het nou niet en kom terug bij de raad op het moment dat alle plannen en eisen zijn opgeteld, kom met een voorstel waarin
Pagina 24 van 30
alles goed is verwerkt. Het blijkt nu ook dat we dat niet binnen die 5,3 miljoen kunnen doen, maar dat het wel bijna 5,5 miljoen is. Dus wij zijn ook blij dat het college de gelegenheid heeft genomen om echt goed met alle participanten om tafel te gaan en er een voorstel neer te leggen wat helemaal voldoet aan de wensen, zodat we hier een hele mooie toekomstbestendige accommodatie krijgen. Wethouder Potze: De heer Meendering vraagt naar de zonnepanelen. Antwoord daarop is, nee die worden niet minder. Er is alleen in nauw overleg met de welstand gekeken naar de juiste plaats van de zonnepanelen. De heer Wachters geeft aan graag akkoord te gaan met het voorstel. Daar ben ik blij mee. Mevrouw Heidekamp geeft aan het dictum niet in orde zou zijn. Als ik kijk op pagina 4, dan wordt iets over de aanbesteding gezegd en vervolgens het college te machtigen enzovoorts. Daar staat volgens mij gewoon feitelijk beschreven wat de normale procedure is, op het moment dat de raad een krediet fouteert aan het college. Maar als dat besluit aangepast moet worden dan doen we dat. Dat hoeft geen probleem te zijn. En als mevrouw Heidekamp aangeeft van, het is uiteindelijk goed geweest dat het CDA gevraagd heeft om nadere onderbouwing enzovoorts zodat het krediet helemaal helder is. Voor een deel is dat waar, voor een ander deel natuurlijk gewoon indexering toegepast en daardoor is het krediet ook wat hoger geworden. Maar ik denk dat we uiteindelijk kunnen zeggen dat er een compleet voorstel ligt, waarin ook de buitenruimte meegenomen is. Dat het een compleet voorstel is naar de raad toe, maar volgens mij ook een heel goed voorstel is voor het dorp Sellingen en voor een hele mooie investering in dit dorp. Dan ben ik uiteindelijk de CDA fractie erkentelijk dat we daar iets meer tijd voor hebben gekregen als college dat er nu naar oordeel van de raad een goed voorstel ligt. Mevrouw Wijnholds: Ik ben blij om te merken dat al het werk dat de heer Kuipers gedaan heeft om dit voor elkaar te krijgen, dat iedereen er blij mee is en dat het dus toch een heel goed resultaat wordt. De heer Joling: Nog even een slot opmerking. De Partij van de Arbeid deelt de woorden van de wethouder, dat het een goed compleet voorstel is. Buitenruimtes mooi meegenomen en het is inderdaad een goede aanvulling voor het dorp. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de raadsvergadering van 1 juli 2014. 16. Drainage veld 2 sportpark Sellingen De heer Kuper: Het CDA is van mening dat de VV Sellingen gebruik dient te kunnen maken van een goed trainingsveld. Wanneer het veld beschadigt is dient er natuurlijk hersteld of gerepareerd te worden. Als de schade aan het veld een gevolg is van het terugbrengen van een hoger waterpeil in de Ruiten-AA, dan dient er onderzocht te worden of de kosten van het herstellen of het vervangen van het drainagesysteem verhaald kunnen worden bij de dienst landelijk gebied van het ministerie van economische zaken welke over de uitvoering van dit project gaat. Mijn vraag aan het college is dan ook deze, of dit onderzocht is en of dit tot de mogelijkheden behoort. Wethouder Potze: De vraag van de heer Kuper is volgens mij gerechtvaardigd, en ja dat gaat meegenomen worden. Maar dat is nog niet meegenomen, omdat wij heel snel met dit voorstel moesten komen. Dat is in overleg met het seniorenconvent tot stand gekomen. Maar dat is zeker onderwerp van gesprek. Dit voorstel gaat als hamerstuk naar de raadsvergadering van 1 juli 2014. 17. Vaststellen bestemmingsplan “Buitengebied 2009, herziening Schaalbergerweg” De heer Hoftijzer: Wijziging bestemmingsplan Schaalbergerweg. Even in algemene zin, dit wordt ons als raad voorgelegd. Als wij instemming geven aan deze wijziging, dan is er volgens mij nog beroep en bezwaar mogelijk door eventuele bewoners. Als wij zeggen dit zien wij niet zitten als raad, dan kan de heer Deuring daar nog bezwaar tegen maken tegen dat besluit. Er is sprake van een verplaatsing binnen Groningen. Dat is ook één van de criteria die ik gelezen heb in het bestemmingsplan. Het huidige bedrijf is gevestigd in Drenthe. Hoe zit dat? Wordt er op het moment dat er bezwaar wordt gemaakt door bijvoorbeeld de aanwonende niet meteen een streep doorgehaald door een rechter? Er wordt gekozen door de provincie voor aansluiting bij de bestaande bebouwing. De bestaande bebouwing is dan bij de Slegge. Qua formaat van de gebouwen is dat volgens mij buiten proportioneel, althans zo zie ik het. Waarom wordt daar geen rekening mee gehouden door de provincie? Op welke onderdelen wordt er nu afgeweken van de normale spelregels binnen het
Pagina 25 van 30
bestemmingsplan? Een voorbeeld, de maximale hoogte ik lees in het bestemmingsplan iets van 10 meter, en ik heb door de heer Deuring cijfers horen noemen van 14 meter. Er zijn nog meer afwijkingen, zo gaan we ook bijvoorbeeld van 1,5 hectare grond maximaal naar 3 en dat is een forse afwijking. Misschien zijn er nog wel meer die ik niet gelezen heb, en ik zou die graag op een rijtje willen zien op welke punten wij allemaal afwijken. De heer Meendering: Meneer Hoftijzer zei het net ook al, de landelijke inpassing van dit bedrijf waar door de provincie is aangegeven aan te willen sluiten bij de bebouwing. Als we teruggaan naar het dossier van meneer Buis dan zegt de provincie, zet maar midden in het open veld neer. Dus daar wordt met twee maten gemeten door onze provincie en dan lijkt het erop van, we zoeken wel een oplossing zodat de ondernemers hun gang kunnen gaan. Als we dan kijken naar het landschappelijk karakter wat daar speelt, een heel klein dorpje/gehuchtje wat daar ligt met zo’n bouwwerk ernaast, dat past helemaal niet bij elkaar. Als ik het dossier goed doorneem en er stond een heel dossier in de leeskast dan zijn er 5 opties onderzocht. Wel door meneer Deuring aangegeven waar hij zich wilde vestigen. Dit was optie 5, waarom zijn die andere 4 locaties afgevallen, want daar zaten los van de bedrijfsactiviteiten locaties bij die landschappelijk en ook qua bereikbaarheid beter paste bij het bedrijf van meneer Deuring. Dan werd net ook genoemd, en ik heb meneer Deuring er expliciet even naar gevraagd naar dat hele tijdspad. Er schijnt sprake te zijn van een knelpunt bedrijfsverplaatsing. Maar meneer Deuring had zijn bedrijf al verkocht en is toen op zoek gegaan naar een nieuwe locatie. Dus dit is in onze ogen geen bedrijfsverplaatsing, maar gewoon een nieuwe ondernemer die zich meldt om op een bepaalde plaats een bedrijf te gaan vestigen. Klopt dat wel in de zin van de procedure? Daar zit wat ons betreft een tegenstrijdigheid in. Daarnaast de lelieteelt, dat is een bedrijfstak waarin zeer veel chemische middelen worden gebruikt. Dan wel niet op die locatie maar wel op locaties in onze gemeente verbonden aan dit bedrijf. We kijken naar de omvang van dit bedrijf, we kijken naar de bedrijfsactiviteiten, we kijken naar de Cittaslow wat we sinds een paar uur zijn, dan vragen wij ons af past dit allemaal in het beleid van onze gemeente? Mevrouw Heidekamp: We hadden vanavond 2 insprekers die gezamenlijk een heel helder beeld schetste van de problematiek en de belangenafweging waar wij volgens mij als raad voor staan. De belangen van iemand die een bedrijf wil uitoefenen aan de ene kant en aan de belangen van de omwonende die ook graag ongestoord willen kunnen blijven wonen op een zo’n gezond mogelijke manier. Dan is inderdaad de vraag die al eerder gesteld is aan de orde, waarom stemt de provincie niet in met in ieder geval meer afstand tot die omwonende? Want daarmee kun je als ik het allemaal zo beluister en zie, tamelijk eenvoudig tegemoet komen aan dat belang van omwonende om net even iets meer gevrijwaard te worden van de effecten van het bedrijf. En het past ook nog prima op de kavel van betrokkene, die heeft ook zelf aangegeven dat zelf ook liever te willen. Dan is echt de vraag, waarom de provincie zo waarschijnlijk vanwege landschappelijke verrommeling wat ze niet willen, vast houdt aan alleen dat aspect. Terwijl ook de provincie toch belangen af moet wegen in ruimtelijke ordening die verder gaan dan alleen dat landschappelijke verrommeling wel of niet. Dus ons appèl aan het college is heel nadrukkelijk, om nog eens te onderzoeken of er verplaatsing met 100 of 150 meter niet toch mogelijk is. Zodat aan de ene kant recht wordt gedaan aan de belangen van de omwonende en tegelijkertijd aan de belangen van de heer Deuring om zijn bedrijf daar uit te oefenen. Want één ding is wel helder, op het moment dat er door een ondernemer of dat nu een nieuwe ondernemer of een te verplaatsen ondernemer is, volgens mij is ons bestemmingsplan ook weer niet zo dat je niet nieuw zou mogen vestigen. Of ik moet het verkeerd begrepen hebben, maar verplaatsing wel of niet is volgens mij niet zo’n criterium dat het echt van belang is of het nou verplaatsing is of nieuw plaatsing. Dus in die zin denk ik dat het argument, dat het niet zou mogen, omdat het vanuit een andere provincie is helemaal niet zo relevant. Dan denk ik dat het nodig is om dit dossier te kunnen sluiten. En zou ik echt het college in overweging willen geven om daar nog eens heel nadrukkelijk naar te kijken, of dat niet een haalbare aanpassing is. Want om nou de provincie helemaal leading te laten zijn wanneer het belangen van onze burgers en bedrijven betreft, dat gaat de CDA fractie toch net wat te ver. De heer De Vries: Er zijn al verschillende dingen gezegd vooral over die afweging van de belangen waar ik zelf ook moeilijk in sta. Als je niet alle afwegingen precies op een rijtje hebt, weet je dus niet waarom dat zo nodig niet kan dat die bedrijfslocatie iets verder weg is dan wel dat zo’n dakgoot niet hoger mag zijn als 3,5 meter. Maar voorop staat denk ik dat wij de ontwikkeling van agrarische bedrijven hiermee kunnen ondersteunen. En dat we denk ik moeten zoeken naar de beste afweging binnen de gemeente. Voor de ChristenUnie is het van belang dat duurzaamheid vooral op het Europees kader wordt bepaald. Dat betekent ook dat Methan Natrium bijvoorbeeld verboden is. Dat Nederland daarin eens het slechtste jongetje van de klas is, is waarschijnlijk tijdelijk. In ieder geval speelt het niet mee in de afweging of er een nieuw bedrijf gevestigd kan worden. Ik denk
Pagina 26 van 30
dat we moeten toejuichen wanneer de bedrijfsontwikkeling zowel op landbouw gebied dan wel particulier of in het MKB plaatsvindt. Ik wil dus aansluiten bij het zoeken naar misschien betere oplossing voor omwonenden. Dat is eigenlijk waar wij voor gaan. Mevrouw Wijnholds: Ik had ook de vraag waarom het niet wat verder naar het westen geplaatst kan worden, wat de reden daarvoor is. Dan nog een wat algemene vraag. We hebben het ook steeds over de lelieteelt maar in hoeverre kunnen wij als raad bepalen wat daar voor gewas gepoot wordt. Volgens mij kunnen wij alleen maar aangeven agrarisch of niet agrarisch, en hebben wij geen zeggenschap over welk gewas, klopt dat? Wethouder Lok: Even in volgorde van vragenstellers. De heer Hoftijzer heeft een vraag over verplaatsing. Hij zegt, er is nu een huidig bedrijf gevestigd in Drenthe. U heeft ook uit het verhaal van de heer Deuring begrepen dat dit het bedrijf van zijn broer is. Die heeft daar een bedrijf gevestigd, daar gelden andere regels. De provincie heeft gevonden dat hier sprake is, en dat is provinciaal beleid van een knelpuntsituatie, waardoor dus nieuwe vestiging van dit bedrijf gelegitimeerd is door die situatie. Dat is een provinciale afweging en daardoor krijgt de heer Deuring dus de mogelijkheid om in elk geval te gaan zoeken naar een locatie. Een nieuw te bouwen locatie voor zijn bedrijf. Dat is provinciaal beleid. Waarom, en dat is natuurlijk een hele belangrijke vraag die de raad bij monde van vele raadsleden stelt, waarom wordt er specifiek aansluiting bij de bestaande bebouwing gezocht. Ook daarin weten we dat de provincie een hele belangrijke vinger in de pap heeft in ons ruimtelijk beleid. Mevrouw Heidekamp zegt dat het anders moet maar helaas moeten we toch met een stukje realiteit rekening houden. Ik ben het wel met haar eens, maar we moeten ons daaraan conformeren. De provincie ziet het als haar beleid om open ruimte te sparen, de open ruimte in het buitengebied. En ziet dus dat deze ontwikkeling aan moet sluiten aan de huidige bebouwing, omdat het dan meer één geheel is, en daarmee de open ruimte in ons landschap gespaard wordt. Dat is het motief van de provincie. De heer Hoftijzer noemt nog het is buitenproportioneel goed. Het is groot maar het moet wel voldoen aan de eisen van huidige bedrijfsvoering die anders zijn als 20 jaar geleden. Verder is er nog de vraag op welke onderdelen er wordt afgeweken van het bestemmingsplan. Volgens mij niet. Hiermee wordt niet afgeweken van het bestemmingsplan buitengebied. Het is natuurlijk een nieuw voorstel, een nieuwe ontwikkeling, maar er zijn geen onderdelen waarin wordt afgeweken van het bestemmingsplan buitengebied. De heer Meendering vergelijkt het met de ontwikkeling Buis, ook daar ziet hij provinciaal beleid tot uiting komen en zegt daar wordt wel de ruimte gezocht voor het bedrijf. Terwijl hier aangesloten wordt bij de bebouwing en dat ziet hij als tegenstrijdig beleid. Nou is er in het brede veld wel een bestaande bedrijfslocatie geweest. Er wordt alleen gekeken van hoe kan dat, hoe wordt dat verder ingepast. Het is ook afhankelijk van de omgeving. Ik heb het beleid van de provincie in deze al geprobeerd uit te leggen. Er zijn 5 opties onderzocht in overleg met belanghebbenden, met meneer Deuring. Er zijn er een aantal afgevallen en dit is uiteindelijk als de beste locatie gekomen. Maar als u het specifiek wilt weten moeten we daar nog even op terug komen. Maar één geval was dat het heel dicht aan de EHS lag aan de Roelagerweg dat zat dicht tegen de natuurontwikkeling aan. Andere was dat de grond niet te verkrijgen was, want het ging niet alleen om eigen grond. Maar met name is de mogelijkheid tot grondbewerking op zo’n locatie aanwezig bij die 5. Dat was ook in een aantal gevallen het geval. Er zijn ook een aantal gevallen geweest waarin ook de ruimte werd opgezocht, en waar de provincie ook vond dat het daar niet kon, omdat het teveel afbreuk deed aan de open ruimte van het gebied. Zo is uiteindelijk bij de keukentafel voor deze optie gekozen. Ook hier van de heer Meendering nog weer de vraag over de knelpunten bedrijfsverplaatsing, klopt dit wel? Dat is provinciaal beleid zo is dit vastgesteld. En ik kan u vertellen de provincie gaat zorgvuldig met dit beleid om, want dit heeft zij als zodanig meegenomen, maar inmiddels is dat beleid achterhaald en zal zij dit in de toekomst niet meer toepassen. Gelet op het tijdspad is het hier in dit geval van toepassing. Maar voor nieuwe zaken zal zij hier nog veel terughoudender in zijn hebben zij te kennen gegeven dan hier het geval is geweest. En ook dat geeft dan wel een bepaald risico, met name voor de bedrijfsontwikkeling van de heer Deuring. Een aantal vragen over lelieteelt. Lelieteelt, het nieuw te vestigen bedrijf voldoet aan de milieu eisen zoals die gelden. Wij gaan als gemeente niet over verdere regelgeving voor wat de lelieteelt betreft. Er is een hoop over gezegd, ook over het middel dat inmiddels verboden is, maar gewoon even voor wat betreft de milieueisen voldoet dit bedrijf aan de eisen. Even los van de risico’s die er wellicht nog aan kleven. Mevrouw Heidekamp, ook de vraag waarom niet meer afstand tot omwonenden. Zo heb ik aangegeven. Zij doet een appèl om toch eens even bij de provincie aan te kaarten of het niet mogelijk is alsnog. Ik vind dat ook goed als signaal uit de raad. Ik denk dat het heel belangrijk is dat er een appèl vanuit de raad komt, om toch nog eens te kijken of er nog wat geschoven kan worden in westelijke richting. Ik ben wel blij met die steun
Pagina 27 van 30
vanuit de raad, om dat eventueel nog bespreekbaar te maken met de provincie. De raad gehoord hebbende in dit geval. De heer De Vries geeft aan, wij willen in principe bedrijven de ruimte geven ook landbouwbedrijven. Maar geeft ook aan wellicht is er nog een betere oplossing. Dat heeft mevrouw Heidekamp ook aangegeven. En ook mevrouw Wijnholds stelt die vraag, waarom niet wat verder doorschuiven en de vraag over de lelieteelt die ik inmiddels beantwoord heb. Ik zou aan de raad voor willen stellen, dat ik toch een missie richting de provincie doe. De raad gehoord hebbende en ook natuurlijk de mening van degene die een zienswijze hebben ingediend. Wellicht dat zij daar ook mee gediend zijn om te kijken of we toch de provincie kunnen bewegen om toch nog eens naar dat beleid te kijken, of we daar wellicht niet nog een uitzondering kunnen maken. Dat het bedrijf wat verder van de bebouwing gelokaliseerd zou kunnen worden. Dat is mijn conclusie. De voorzitter: Denkt u dat de provincie snel kan? Wethouder Lok: Dat kan ik niet inschatten, dat weet ik niet. Ik kan de vraag snel neerleggen, maar of de provincie daar ook snel op kan reageren kan ik niet toezeggen. Dat is aan de provincie. De voorzitter: Maar ik kijk even naar de besluitvormende raad over 3 weken. Wethouder Lok: Ik denk dat we even bij de provincie kunnen sonderen hoe snel daar een reactie op kan komen. En dat alsnog dan besloten kan worden of we wel of niet dit agendapunt handhaven, en de reactie van de provincie afwachten. De voorzitter: Het lijkt mij een goed voorstel. De wethouder probeert de ruimte op te zoeken bij de provincie. Dat betekent dat we daar 3 weken de tijd voor hebben. Mevrouw Heidekamp: De heer Hoftijzer begon heel mooi met zijn keuze, of we geven de één gelijk of de ander. In beide gevallen gaan of de insprekers van de omwonende naar de rechter of de heer Deuring zelf. Maar er zou ook nog een derde optie kunnen zijn, en dat is dat wij als raad gewoon besluiten om het bestemmingsplan vast te stellen met een verplaatsing van 100 meter richting westen. En dat wij als gemeente de strijd aangaan met de provincie. Wat mij betreft zou dat ook nog een begaanbare weg kunnen zijn. Maar ik ben benieuwd hoe het college tegen die optie aankijkt. De heer Meendering: Naar aanleiding van de beantwoording door de wethouder moet ik toch constateren dat hij zich heel erg verschuilt achter de provincie en achter landelijke milieueisen die daar gelden. Rondom Buis zeggen, dat ziet de heer Meendering als tegenstrijdig, maar de één zit midden in het veld en de ander tegen de bebouwing aan. Het blijft een heel lastig verhaal. Ik heb ook aangegeven hoe zit dit in Cittaslow en daar gaat u totaal niet op in daar wordt niet op gereageerd. En als ik kijk naar het voorstel Cittaslow, wat wij vanavond voorhebben. Dan staat er bij Cittaslow, het vaststellen van het beleid voor een gezond milieu, versterken van landschappelijke kwaliteiten, goede infrastructuur en koesteren van cultuur historisch erfgoed. Dan past zo’n bedrijf niet in onze gemeente en zeker niet op die locatie, dat is zo groot en massaal. Als wij Cittaslow willen worden, 3 van deze bedrijven erbij en we kunnen het keurmerk straks weer inleveren. Maar daar gaat u dus niet op in hoe dat past in het geheel? Mevrouw van der Horst: Ik wilde eigenlijk hetzelfde zeggen als de heer Meendering. Ik vond het gedeelte van Cittaslow een beetje ondergesneeuwd, namelijk over een gezond milieu, geen belasting in het milieu en kleinschaligheid. Maar hij heeft dat zelf al gedaan dus mijn vraag vervalt. De heer Timmermans: Ik hoorde de discussie van naar het westen verplaatsen van dit bedrijf. Ik begrijp dat een familie in Ter Apel achter Ter Apelkanaal in de lintbebouwing ook bezig is met het vestigen van een bedrijf. En dat daar ook bezwaren zijn van de omwonende dat het bedrijf te dicht achter de bebouwing zit. Zij hebben ook gevraagd of het naar achteren verplaatst kan worden. Ik vrees dat we straks een situatie krijgen dat er twee bedrijven vlak bij elkaar gevestigd gaan worden, wat dan ook weer niet mag omdat er een buffer tussen moet zitten. Ik zou willen vragen om de vestiging van deze twee bedrijven in relatie met elkaar te bekijken. Wethouder Lok: Eerst een reactie op de suggestie van mevrouw Heidekamp. Wij kunnen als raad vaststellen wat we willen natuurlijk, maar als de provincie met een reactieve aanwijzing daarna komt wat hebben wij daar
Pagina 28 van 30
aan, en wat hebben we dan bereikt vraag ik mij af. Maar de provincie heeft voor wat betreft haar omgevingsverordening, toch behoorlijk een vinger in de pap in dit soort zaken en zou op basis van het er niet mee eens zijn met het raadsbesluit gewoon met een reactieve aanwijzing kunnen komen. Hoe graag we ook zelf zouden willen gaan over ons ruimtelijk beleid hebben wij toch rekening te houden met de provincie, en moeten we proberen die daarin mee te krijgen. Dan nog even naar de opmerkingen over Cittaslow. Daarin worden door de heer Meendering wat kenmerken genoemd van Cittaslow. Maar goed daarnaast hebben wij, het is natuurlijk maar net wat voor afweging je maakt en niet alles strookt altijd met elkaar, maar Cittaslow gaat ook over renovatie, gaat over ruimte geven voor bedrijven. Wij hebben zelf denk ik ook als college in ons collegeprogramma gezegd dat we de economie willen versterken. Dat we ruimte willen geven voor bedrijven, dus dat vind ik ook een uitermate belangrijk aspect in deze. En soms zijn doelstellingen in dit geval wellicht zoals de heer Meendering dat aangeeft met elkaar in tegenspraak, maar dat laat onverlet dat wij ook ruimte willen geven aan bedrijven en ook nieuwe ontwikkelingen ondersteunen. Dat vind ik wel een uitermate belangrijk gegeven. Ook de heer De Vries doelde daarop in zijn toelichting. Dan de opmerking dat het college zich verschuilt achter provinciaal beleid. Dat vind ik niet aan de orde. Wij hebben gewoon rekening te houden met de provincie als partij, en daarin moeten we rekening houden als we onze doelstelling willen bereiken. We kunnen dan wel op rampkoers gaan, maar dat lijkt mij ook niet gewenst als we de doelstelling willen bereiken om aan de ene kant onze bedrijven de ruimte te geven en aan de andere kant ook de overlast van omwonenden zo beperkt mogelijk houden. De voorzitter: De heer Timmermans had ook nog een vraag gesteld zou u daar op in willen gaan. Wethouder Lok: Ik weet dat daar nog een ander knelpunt speelt meneer Timmermans. We zullen even moeten kijken hoe dat bij elkaar past. De suggestie om te kijken hoe valt dit nu in elkaar lijkt mij goed. Dit voorstel gaat als bespreekstuk naar de raadsvergadering van 1 juli 2014. 18. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 23.10 uur. Gewijzigd/ongewijzigd vastgesteld in de commissievergadering van 9 september 2014.
L.A.M. Kompier voorzitter
H.R. Kastermans griffier
Pagina 29 van 30
Toezeggingen commissievergadering 10 juni 2014
04. Vragenronde raadsleden Wethouder Lok zegt toe na te gaan wat het probleem is geweest bij het verlenen van de vergunning an het bestuur van de avondvierdaagse (vraag van de heer Timmermans GB). 08. Ingekomen stukken B1 Beantwoording schriftelijke vragen bezetting stembureaus De heer Timmermans (GB) wil graag dat de gestelde vragen alsnog beantwoord worden en dat deze antwoorden vóór 24 juni a.s. binnen zijn zodat ze kunnen worden meegenomen bij de Algemene Beschouwingen. Het college zegt de beantwoording toe. C4Toezegging maaibeleid gemeente Op verzoek van de heer Meendering (GL) wordt de mededeling dat het college in het najaar zal rapporteren over een verkenning naar mogelijkheden om, ondanks het beperkte budget, biodiversiteit meer kans te geven bij de uitwerking van het maaibeleid, opgenomen in de toezeggingenlijst. 09. Jaarrekening gemeente Vlagtwedde 2013 De volgende vragen zijn gesteld en dienen schriftelijk te worden beantwoord voor 1 juli a.s. -
-
Is het mogelijk de reserves te ontschotten waardoor we alle risico’s die we op ons af zien komen ook nog wat beter de baas kunnen de komende jaren. (mevr. Heidekamp) Ten aanzien van het inkoop en aanbestedingsbeleid wordt gevraagd hoeveel % van onze inkopen bij lokale bedrijven wordt weggezet en hoeveel wordt er aan ‘social return on investment’ gedaan. Hoeveel doelgroepen kunnen wij inzetten doordat wij inkopen en bedrijven verplichten om daar gehandicapten of andere doelgroepen voor in te zetten. Dat soort cijfers zouden een verrijking van de jaarrekening opleveren. (meerdere fracties) Is Wabo-investering nog wel nodig? Is er voldoende extra capaciteit begroot om alle plannen op orde te maken? (Hoftijzer)
Wethouder Potze zegt toe de raad het nieuwe klanttevredenheidsonderzoek betreffende de WMO, dat in augustus verschijnt, te doen toekomen, inclusief benchmarkgegevens. Wethouder Potze zegt toe op de vraag van de heer Meendering (GL) de raad te informeren in hoeverre en in welke mate aan mensen al voor het invullen van een WMO-aanvraag kenbaar wordt gemaakt dat een aanvraag geen kans van slagen zal hebben. 12. Jaarrekening Stichting Vesting Bourtange Wethouder Potze zegt toe dat het college in september met een korte notitie komt waarin de volgende punten worden opgenomen -
Participatie en bestuur (Joling, PvdA) Stand van zaken invoering betaald parkeren (Joling, PvdA) Relatie Stichting en de gemeente betreffende de staat van onderhoud (Heidekamp, CDA)
14. Continuiteit van AWBZ-zorg in 2015 Wethouder Potze zegt toe schriftelijk terug te komen op de vraag van meerdere fracties betreffende de procedure van de aanbesteding, is de juiste procedure gevolgd, is het in strijd met ons eigen beleid? Waar blijft de ruimte voor de lokale kleine aanbieder zoals bijv. de zorgboerderij.
Pagina 30 van 30