Nederlandse Christelijke Radio Vereniging T.a.v. het bestuur Postbus 25000 1202 HB HILVERSUM
Datum 26 februari 2008
Onderwerp Licentieverstrekking schoolartikelen bij jeugdserie Spangas
Uw kenmerk
Ons kenmerk SBO-000717-jnt
Contactpersoon Mevr. drs. J. Terpstra
Doorkiesnummer (035) 7737 707
Geacht bestuur, Op 5 december 2007 heeft de Nederlandse Christelijke Radio Vereniging (hierna: NCRV) als nevenactiviteit gemeld: “het verstrekken van een licentie voor het vervaardigen en verhandelen van schoolartikelen bij de jeugdserie Spangas.” Op grond van de hiernavolgende toetsing is het Commissariaat van oordeel dat het verstrekken van een merklicentie voor het vervaardigen van schoolartikelen bij de serie Spangas is toegestaan. 1.
De activiteit
De NCRV wil een licentie verstrekken aan de licentienemer Interstat voor het uitgeven van schoolartikelen bij de jeugdserie Spangas. Het betreft een multomap, etui, schrift, kaftpapier en een pen. Spangas is een dramaserie over het dagelijks leven van een groep middelbare school leerlingen. De NCRV zendt deze serie sinds september 2007 dagelijks uit op televisie. De licentie, die gezamenlijk door de NCRV en de producent NL Film wordt verstrekt, betreft het gebruik van auteursrechten, naburige rechten, portretrechten en merkrechten op de titel, beeldmateriaal, scenario en artwork van de serie. Volgens de NCRV sluiten de schoolartikelen direct aan bij het onderwerp van de serie. De kijkers van de serie gebruiken deze artikelen en zijn gewend aan crossmedialiteit en merchandising. De schoolartikelen zijn voor jongeren die naar de serie kijken een middel om hun betrokkenheid en interesse in de serie aan andere jongeren te tonen en zich te identificeren met het onderwerp van de serie. De NCRV verwacht dat het vervaardigen van de schoolartikelen de betrokkenheid van jongeren bij de serie zal vergroten. De licentievergoeding bedraagt een bepaald percentage van de winkelprijs. Dit is voor een merklicentie, aldus de omroep, een gangbaar percentage. Een hoger percentage is, aldus de omroep, niet realistisch gezien de kleine marges op relatief goedkope artikelen zoals etuis en kaftpapier. Uit de begroting blijkt dat de verwachte inkomsten uit de licentie ruim hoger zijn dan de kostprijs voor het verstrekken van de licentie. De kostprijs is minimaal omdat vrijwel de gehele investering in productie en verkoop voor rekening en risico van de licentienemer is. De NCRV verwacht het eerste boekjaar dan ook winstgevend af te sluiten.
2.
Relevante bepalingen
Artikel 57, eerste lid, Mediawet 1.Alle activiteiten en werkzaamheden van een instelling die zendtijd heeft verkregen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitoefening van de taak, bedoeld in artikel 13c, eerste lid, worden aangemerkt als nevenactiviteiten, met uitzondering van de verenigingsactiviteiten van een omroepvereniging. Artikel 57a, Mediawet 1.Het is instellingen die zendtijd hebben verkregen, uitsluitend toegestaan nevenactiviteiten te verrichten, indien: a .het verrichten van de nevenactiviteit geen nadelige invloed heeft of kan hebben op de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 13c, met uitzondering van de activiteiten, bedoeld in artikel 13c, derde lid; b. de nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de taak, bedoeld in artikel 13c, met uitzondering van de activiteiten, bedoeld in artikel 13c, derde lid; en c. het verrichten van de nevenactiviteit niet leidt of kan leiden tot concurrentievervalsing ten opzichte van andere aanbieders van dezelfde of vergelijkbare goederen of diensten. Voorts verwijzen wij naar de Beleidsregels nevenactiviteiten van 5 juni 2007 (hierna: de Beleidsregels) van het Commissariaat voor de Media. 3.
Status
Volgens artikel 2, onderdeel e, van de Beleidsregels is een nevenactiviteit een activiteit als bedoeld in artikel 57, eerste lid, van de Mediawet. Op grond van artikel 57, eerste lid, van de Mediawet, worden alle activiteiten en werkzaamheden die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de taak bedoeld in artikel 13c, eerste lid (hoofdtaak), aangemerkt als nevenactiviteiten. Het verstrekken van een licentie voor het vervaardigen van schoolartikelen houdt niet rechtstreeks verband met en staat niet rechtstreeks ten dienste van de hoofdtaak van de NCRV. De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 57, eerste lid, van de Mediawet. 4.
Toetsing
Op grond van artikel 57a, eerste lid, van de Mediawet is het slechts toegestaan een nevenactiviteit te verrichten indien wordt voldaan aan de in dat artikellid genoemde voorwaarden. Deze voorwaarden zijn verwerkt in de zogenoemde relatietoets, schadetoets en concurrentievervalsingstoets. 4.1
Relatietoets
Op grond van artikel 5, eerste lid, van de Beleidsregels houdt een nevenactiviteit verband met of staat ten dienste van de hoofdtaak indien zij (a) een duidelijk herkenbare afgeleide verschijningsvorm van het programmaonderdeel is, (b) de betrokkenheid van de kijkers bij het programma of de omroep vergroot, dan wel (c) de innovatie van het programma bevordert. In het tweede lid, van dit artikel is voorts opgenomen dat een activiteit bedoeld onder b en c aantoonbaar inhoudelijk moet aansluiten bij het programma of de omroep. SBO-000717-jnt • blad 2
In de toelichting bij artikel 5, eerste lid, onder b, van de Beleidsregels is opgenomen dat het Commissariaat vindt dat er sprake is van vergroten van de betrokkenheid van de kijker bij het programma of de omroep indien het aannemelijk is dat de nevenactiviteit er toe kan leiden dat door de afname van die activiteit, de kijker naar het programma of de omroep gaat of blijft kijken, dan wel zich meer dan daarvoor betrokken voelt of gaat voelen bij de omroep. Bij de beoordeling of sprake is van vergroten van de betrokkenheid van de kijker bij het programma wordt rekening gehouden met de doelgroep waarvoor het programma is bestemd. De nevenactiviteit zal aan moeten sluiten bij de belevingswereld en kennis en kunde van de doelgroep waarop het programma zich richt. In artikel 8 van de Beleidsregels is opgenomen dat bij de beoordeling van het in licentie geven van auteurs- of merkrechten voor wat betreft de relatie naar het product wordt gekeken. Het Commissariaat is van oordeel dat de nevenactiviteit aan deze voorwaarde voldoet. Hierbij is het volgende overwogen: De activiteit staat ten dienste van de hoofdtaak omdat de desbetreffende schoolartikelen als middel dienen om de betrokkenheid van de kijker bij het programma Spangas te vergroten. De naamsbekendheid van de serie wordt met de schoolartikelen verder vergroot en met de schoolartikelen wordt aantoonbaar inhoudelijk aangesloten bij de inhoud van de serie. Het gaat om een serie over middelbare school scholieren en het betreft schoolartikelen. De schoolartikelen vormen voor de doelgroep van Spangas, 8- tot 14-jarigen, een middel om hun betrokkenheid met de onderwerpen in de serie te laten zien en zich te identificeren met de serie. De desbetreffende artikelen sluiten dan ook nauw aan bij de belevingswereld van middelbare school scholieren. Het Commissariaat acht de activiteit dan ook niet verboden op grond van artikel 57a, eerste lid, aanhef en onder b, van de Mediawet. 4.2
Schadetoets
Op grond van artikel 3, onderdeel a, van de Beleidsregels, is sprake van nadelige invloed als bedoeld in artikel 57a, eerste lid, onderdeel a, van de Mediawet indien nevenactiviteiten direct of indirect worden bekostigd uit of anderszins ten laste komen van de publieke omroepmiddelen. In de toelichting op dit artikel is opgenomen dat er is sprake van nadelige invloed op de uitvoering van de hoofdtaak indien een activiteit niet kostendekkend wordt verricht. Op grond van artikel 3, onderdeel c, van de Beleidsregels is voorts sprake van nadelige invloed als bedoeld in artikel 57a, eerste lid, onderdeel a, van de Mediawet indien de nevenactiviteit anderszins schade toebrengt aan de hoofdtaak. Het Commissariaat is van oordeel dat de nevenactiviteit aan deze voorwaarde voldoet, in dier voege dat geen sprake is van een nadelige invloed op de hoofdtaak als bedoeld in artikel 57a, eerste lid, onderdeel a, van de Mediawet. Hierbij is het volgende overwogen: De NCRV heeft een begroting over 2008 verstrekt waaruit kan worden afgeleid dat de activiteit al in het eerste jaar winstgevend zal zijn. Verder is gebleken dat de investering in de productie en verkoop voor rekening en risico zijn van de licentienemer waardoor de kosten voor de NCRV minimaal zijn. Evenmin is gebleken dat de nevenactiviteit anderszins schade toebrengt aan de hoofdtaak.
SBO-000717-jnt • blad 3
Het Commissariaat is van oordeel dat de nevenactiviteit niet verboden is op grond van artikel 57a, eerste lid, aanheft en onder a, van de Mediawet. 4.3
Concurrentievervalsingstoets
Op grond van artikel 9, tweede lid, van de Beleidsregels kan het Commissariaat bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit niet leidt of kan leiden tot concurrentievervalsing ook het imago van de omroep betrekken. Het Commissariaat is van oordeel dat de nevenactiviteit, althans op basis van de nu bekende feiten en omstandigheden, niet tot een dergelijke concurrentievervalsing leidt of kan leiden. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen: Concurrentievervalsing wordt bij het in licentie geven van een merknaam bepaald door de beoordeling van de licentievergoeding. Voor het gebruik van een merknaam moet in ieder geval een marktconforme licentievergoeding worden betaald. Bovendien dient, voorzover licentieverlening op enigerlei wijze extra ‘exposure’ oplevert voor een derde, extra te worden betaald. Bij het bepalen van de omvang van de marktconforme licentievergoeding dient de omroepinstelling in ieder geval te betrekken: sterkte van het merk, communicatievoordeel dat het gebruik van het merk voor derden oplevert en de hoeveelheid van het materiaal dat aan derden wordt geleverd. In het desbetreffende geval gaat het om het in licentie geven van auteursrechten, naburige rechten, portretrechten en merkrechten op de titel, het beeldmateriaal, het scenario en het artwork van de serie Spangas voor de desbetreffende schoolartikelen. Het Commissariaat heeft gekeken naar de marktconformiteit van de licentievergoeding. Wanneer gekeken wordt naar vergelijkbare licentievergoedingen die gegeven zijn voor het gebruik van merknamen kan worden gesteld dat de licentievergoeding marktconform is. Mocht het succes van de schoolartikelen leiden tot een uitbreiding van het aantal te vervaardigen artikelen dan dient de omroepinstelling opnieuw te onderhandelen over de hoogte van de licentievergoeding. Het Commissariaat is van oordeel dat de nevenactiviteit niet verboden is op grond van artikel 57a, eerste lid, aanhef en onder c, van de Mediawet. 5.
Besluit
Op grond van bovenstaande toetsen is de nevenactiviteit niet verboden wegens strijd met de artikelen 57a, eerste lid, aanhef en onder a, b en c, van de Mediawet. De activiteit is derhalve toegestaan. Dit oordeel geldt slechts onder het voorbehoud van gelijkblijvende omstandigheden.
SBO-000717-jnt • blad 4
6.
Register
De nevenactiviteit is als ‘het verstrekken van een merklicentie voor het vervaardigen van schoolartikelen bij de serie Spangas’ opgenomen in het openbare Register neventaken en nevenactiviteiten, te vinden op de internetsite van het Commissariaat (www.cvdm.nl).
Hilversum, 26 februari 2008 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
mr. Inge Brakman voorzitter
prof. dr. Jan van Cuilenburg commissaris
Wij wijzen er op dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht de natuurlijke of de rechtspersoon wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken daartegen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit op de voorgeschreven wijze is bekend gemaakt, een bezwaarschrift kan indienen bij het Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK Hilversum.
cc: AKN
SBO-000717-jnt • blad 5