AANTEKENEN Stichting Stadsomroep Tiel t.a.v. de heer R. ter Haar De Hennepe 109 4003 AC TIEL
Datum 14 juni 2006
Onderwerp Sanctievoornemen programmaonderdeel Content
Uw kenmerk
Ons kenmerk JuZa-002679-nvdb
Contactpersoon Mevr. mr. N. van den Brink
Doorkiesnummer (035) 7737 767
Geacht bestuur,
Hiermee brengen wij u op de hoogte van ons voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke boete van € 2.550,- wegens overtreding van artikel 52, eerste lid, van de Mediawet subsidiair artikel 52, tweede lid, van de Mediawet. Voor de inhoud van ons sanctievoornemen verwijzen wij u naar de bijlage. U wordt uitgenodigd voor een hoorzitting op dinsdag 25 juli 2006 om 14.00 uur bij het Commissariaat voor de Media aan de Hoge Naarderweg 78 te Hilversum. U kunt u tijdens de hoorzitting door derden laten bijstaan of vertegenwoordigen. Het horen zal geschieden door mr. Inge Brakman, Commissaris. Tevens zal van het Commissariaat voor de Media aanwezig zijn mr. Nancy van den Brink, jurist. Indien u geen gebruik maakt van de mogelijkheid te worden gehoord, verzoeken wij u dit uiterlijk een week voor de hoorzitting aan ons bekend te maken. Eventuele schriftelijke opmerkingen kunnen tot uiterlijk een week voor de hoorzitting bij het Commissariaat voor de Media worden ingediend. Informatieverzoek Gelet op de geconstateerde overtredingen, vorderen wij van u, met toepassing van artikel 5:20 Algemene wet bestuursrecht, met betrekking tot de in het sanctievoornemen genoemde programmaonderdeel informatie en afschriften van alle onderliggende (schriftelijke) overeenkomsten met derden. U dient dit te doen uiterlijk tien dagen voor de hoorzitting.
Hoogachtend, COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
mr. Inge Brakman commissaris Bijlagen: 3
Sanctievoornemen Kenmerk: JuZa-002679-nvdb Betreft: sanctievoornemen Content Datum: 12 juni 2006
Sanctievoornemen van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van van de artikelen 52, eerste dan wel tweede lid, van de Mediawet door StadsTV Tiel. _________________________________________________________________________
1.
Inleiding
Onder de aandacht van het Commissariaat voor de Media kwam het programmaonderdeel Content van StadsTV Tiel. Het programmaonderdeel Content bestaat uit een drietal items te weten Business, Sport en Politiek. De uitzendingen van Content van 6 april 2006 en van 4 mei 2006 zijn getoetst aan naleving van de reclame- en sponsorregels ingevolge de Mediawet. Daarbij hebben wij vooralsnog een aantal overtredingen geconstateerd. Hierna volgen onze bevindingen.
2.
Sanctievoornemen sluikreclame
2.1
Feiten
Op 6 april 2006 (week 14) werd in het item Business van Content een interview gehouden met Sjaak Graven, eigenaar van het bedrijf Van Dee Briljant Interieur te Tiel. In het interview wordt onder meer stilgestaan bij de groei en de ontwikkeling van het gespecialiseerde interieur en doe-het-zelf bedrijf. Ook worden de diverse producten en diensten die het bedrijf kan leveren onder de aandacht gebracht. Voor een weergave van de feiten verwijzen wij u naar bijlage 2. In week 17 werd in het item Business een interview gehouden met Juliën van der Slikke. Eigenaar van sportschool Juliën te Lienden. Na een korte introductie van de presentator van Content Business wordt een uitgebreide opname in de sportschool vertoond. Na het filmpje over de sportschool wordt het interview voortgezet waarbij alle disciplines waar sportschool Juliën in voorziet, de revue passeren. Voor een weergave van de feiten verwijzen wij u naar bijlage 2. 2.2
Relevante bepalingen
Relevant zijn de artikelen 52, eerste en tweede lid, van de Mediawet en artikel 28 van het Mediabesluit. Voor de tekst van deze bepalingen verwijzen wij u naar bijlage 1. 2.3 Voorlopig Standpunt 2.3.1 Sluikreclame Tijdens het programmaonderdeel Content (in week 14) in het item Business is een item geheel gewijd aan Van Dee-Briljant. Tijdens het programmaonderdeel worden, in het interview, de producten en diensten die van Van Dee-Briljant kan leveren vermeld –zoals onder de feiten in bijlage 2 is weergegeven. Ook wordt de locatie van het bedrijf kenbaar gemaakt, waarbij uitvoerig aandacht wordt besteed aan uitbreidingsmogelijkheden.
JuZa-002679-nvdb • blad 2
In de uitzending van Content in week 17, eveneens in het item Business, is een interview met Juliën van der Slikke, eigenaar van sportschool Juliën, vertoond. Na introductie van Van der Slikke door de presentator, worden opnamen in de sportschool vertoond. De kijker krijgt als het ware een rondleiding door de sportschool waarbij alle diensten en mogelijkheden die de sportschool biedt, aan bod komen. Na deze korte film wordt het interview met de sportschooleigenaar en de presentator vertoond – zoals onder de feiten in bijlage 2 is weergegeven. Het vermelden van de bedrijfsnamen en de locaties van de bedrijven zijn uitingen die voor het publiek duidelijk waarneembaar zijn, op grond waarvan het in staat is de bedrijven Van Dee-Briljant en sportschool Juliën te identificeren. Het mag als een feit van algemene bekendheid worden verondersteld dat indien (merk)namen op een min of meer opvallende wijze en niet in negatieve zin worden vermeld in een uitzending doorgaans een deel van het publiek tot aankoop wordt bewogen (zie ook de uitspraak van ABRvS van 21 augustus 1997, nr. R01.93.2121 Tros Aktua in bedrijf). Het vermelden en tonen van de bedrijfsnamen Van Dee-Briljant en sportschool Juliën zijn derhalve reclame-uitingen in de zin van de Mediawet. Ingevolge artikel 1, onderdeel kk, van de Mediawet wordt onder reclameboodschap verstaan: een reclame-uiting waarmee onmiskenbaar wordt beoogd het publiek te bewegen tot het kopen van een bepaald product of het gebruik maken van een bepaalde dienstverlening, dan wel gunstig te stemmen ten aanzien van een bepaald bedrijf, een bedrijfstak of een bepaalde instelling teneinde de verkoop van producten of de afname van diensten te bevorderen. Het tonen en meerdere keren vermelden van de bedrijfsnaam Van Dee of Van DeeBriljant in combinatie met positieve uitlatingen over het dienstenpakket van dit bedrijf in het interview, is naar ons oordeel een reclameboodschap. Met deze boodschap wordt onmiskenbaar beoogd het publiek te bewegen tot het kopen van de producten van Van Dee-Briljant. Te meer nu het item 4.52 minuten duurde en geheel gewijd is aan Van DeeBriljant. Ditzelfde geldt voor de aandacht die in het programmaonderdeel (in week 17) aan sportschool Juliën wordt besteed. In het item wordt in totaal 6.45 minuten geheel gewijd aan sportschool Juliën. De sportschool wordt door de cameravoering wervend in beeld gebracht. Alle disciplines in de sportschool worden uitvoerig belicht. Het item Business in het programmaonderdeel Content bestaat vrijwel geheel uit het belichten en aanprijzen van (de producten en diensten van de) bovengenoemde bedrijven. De redactionele ruimte wordt voornamelijk ingevuld met louter positieve informatie over de producten, diensten en activiteiten van de bedrijven, welke informatie (mede) wordt verstrekt door bij deze bedrijven werkzame directeuren. De wijze waarop de presentator sturing geeft aan de gesprekken door louter positief gekleurde vragen aan bovengenoemde personen te stellen resulteert in een wervend effect voor de bedrijven. Gezien het bovenstaande kan redelijkerwijs worden aangenomen dat u met het tonen en vermelden van de bedrijfsnamen, producten en diensten van de twee bovengenoemde bedrijven in Content beoogd of mede beoogd heeft het publiek te bewegen tot het gebruik maken van de diensten/aankoop van producten van deze bedrijven.
JuZa-002679-nvdb • blad 3
Ingevolge artikel 52, eerste lid, in samenhang met artikel 43a van de Mediawet, bevatten programma’s van lokale omroepinstellingen buiten de reclameblokken geen reclameboodschappen tenzij dat uitdrukkelijk bij de Mediawet wordt toegestaan. Aangezien het u niet is toegestaan buiten de reclameblokken reclameboodschappen uit te zenden, heeft u naar ons voorlopig oordeel artikel 52, eerste lid, van de Mediawet overtreden. 2.3.2 Reclame-uiting Los van bovenstaande redenering ten aanzien van het oogmerk om reclame te maken is er sprake van overtreding van artikel 52, tweede lid, van de Mediawet. Ingevolge artikel 52, tweede lid, van de Mediawet, mogen programma’s van publieke omroepinstellingen, afgezien van de wettelijke toegestane reclameboodschappen, geen reclame-uitingen bevatten, tenzij dit niet vermijdbaar is. De genoemde reclame-uitingen zijn naar ons oordeel niet aan te merken als nietvermijdbare reclame-uitingen als bedoeld in artikel 27 van het Mediabesluit. Voorts is de wijze waarop de reclame-uitingen zijn vermeld evenmin vergelijkbaar met de gevallen bedoeld in de artikelen 28 tot en met 30a en artikel 32 van het Mediabesluit. De duur van de items, de frequentie van de vermeldingen van de bedrijven, de wijze van cameravoering waarmee namen, (beeld)merken, producten of diensten worden getoond en vermeld, is overdreven en overdadig. Deze vermeldingen en vertoningen vinden daarom niet plaats overeenkomstig artikel 28, eerste lid, onderdeel c van het Mediabesluit (zie bijlage 1). De positieve bewoordingen waarin de presentator en de directeuren van de bovengenoemde bedrijven zich uitlaten over de verschillende producten en diensten, zijn naar ons oordeel vergelijkbaar met de specifieke aanprijzing zoals bedoeld in artikel 28, eerste lid, onderdeel d van het Mediabesluit (zie bijlage 1). 2.3.3 Sponsoring Aangezien wij nog geen contracten van u hebben ontvangen met betrekking tot deze bedrijven is ons niet bekend of deze bedrijven het betreffende programmaonderdeel gesponsord hebben. Indien blijkt dat dit het geval is, dan is op grond daarvan artikel 52a van de Mediawet overtreden. Dergelijke programmaonderdelen mogen bij publieke omroepen niet gesponsord worden. Wij behouden ons het recht voor om u, in het definitieve sanctiebesluit, indien de door u te verstrekken informatie daar aanleiding toe geeft, tevens een boete wegens overtreding van artikel 52a Mediawet op te leggen. 2.3.4 Voorlopige conclusie De onderhavige reclame-uitingen zijn derhalve niet toegestane vermijdbare reclameuitingen. Wanneer niet reeds sprake zou zijn van overtreding van artikel 52, eerste lid, van de Mediawet, zou u artikel 52, tweede lid, van de Mediawet derhalve hebben overtreden.
3.
Voorgenomen bestuurlijke boete
Op grond van artikel 135, eerste lid, van de Mediawet kunnen wij u een bestuurlijke boete opleggen bij overtreding van het bepaalde bij of krachtens de Mediawet. Ingevolge de Beleidslijn Sanctiemaatregelen 1999 hanteren wij voor de bepaling van de hoogte van de boete een vaste berekeningsgrondslag die met factoren voor de ernst van de overtreding en voor de mate van verwijtbaarheid worden vermenigvuldigd.
JuZa-002679-nvdb • blad 4
Bij overtreding van het bepaalde bij of krachtens artikel 52 van de Mediawet in een televisieprogramma geldt voor u als lokale publieke omroep een berekeningsgrondslag van € 510,-. Voor de ernst van de overtreding zijn wij voornemens 2 punten toe te kennen. Hierbij nemen wij in overweging dat het een programmaonderdeel betreft waarin (de diensten en producten van) bedrijven op overdreven en overdadige wijze worden getoond, vermeld en aangeprezen. Voor de mate van verwijtbaarheid kennen wij 3 punten toe. Hierbij nemen wij in overweging dat u met het programmaonderdeel Content bedrijven de gelegenheid heeft geboden exposure te verkrijgen voor de door hun geleverde producten en diensten. Derhalve dient het programmaonderdeel voor deze bedrijven als marketing instrument. Ook nemen wij in aanmerking de louter positieve wijze waarop de presentator sturing geeft aan de diverse gesprekken met de directeuren van deze bedrijven. Verder betrekken wij in ons oordeel dat u kennelijk onvoldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen om de betreffende overtredingen in het programma te voorkomen, terwijl u wist, althans behoorde te weten, dat in het programma uitgebreid de aandacht zou worden gevestigd op producten en diensten van de genoemde bedrijven. Wij zijn derhalve voornemens u wegens overtreding van artikel 52, eerste lid, van de Mediawet een bestuurlijke boete op te leggen van € 2.550,-.
4.
Hoorzitting
Voordat wij een besluit nemen stellen wij u in de gelegenheid uw zienswijze naar voren te brengen. Wij nodigen u daarom uit voor een hoorzitting op dinsdag 25 juli 2006 om 14.00 uur bij het Commissariaat voor de Media aan de Hoge Naarderweg 78 te Hilversum. U kunt u tijdens de hoorzitting door derden laten bijstaan of vertegenwoordigen. Het horen zal geschieden door mr. Inge Brakman, commissaris. Tevens zal van het Commissariaat voor de Media aanwezig zijn mr. Nancy van den Brink, jurist. Indien u geen gebruik maakt van de mogelijkheid te worden gehoord, verzoeken wij u dit uiterlijk een week voor de hoorzitting aan ons bekend te maken. Eventuele schriftelijke opmerkingen kunnen tot uiterlijk een week voor de hoorzitting bij het Commissariaat voor de Media worden ingediend.
Hilversum, 12 juni 2006,
prof. dr. Jan van Cuilenburg voorzitter
Bijlagen: 3
JuZa-002679-nvdb • blad 5
mr. Inge Brakman commissaris
Bijlage 1
Regelgeving
Artikel 1, sub jj en kk, Mediawet jj. reclame-uiting: reclameboodschap, telewinkelboodschap of andere uiting die onmiskenbaar ten gevolge heeft dat het publiek wordt bewogen tot het kopen van een bepaald product of het gebruik maken van een bepaalde dienstverlening, dan wel gunstig wordt gestemd ten aanzien van een bepaald bedrijf, een bedrijfstak of een bepaalde instelling zodat de verkoop van producten of de afname van diensten wordt bevorderd; kk. reclameboodschap: boodschap, niet zijnde een telewinkelboodschap, waarmee onmiskenbaar wordt beoogd het publiek te bewegen tot het kopen van een bepaald product of het gebruik maken van een bepaalde dienstverlening, dan wel gunstig te stemmen ten aanzien van een bepaald bedrijf, een bedrijfstak of een bepaalde instelling teneinde de verkoop van producten of de afname van diensten te bevorderen; Artikel 52 Mediawet 1. De programma's van instellingen die zendtijd hebben verkregen bevatten geen reclameboodschappen en telewinkelboodschappen tenzij zulks bij deze wet uitdrukkelijk wordt toegestaan. 2. De programma's als bedoeld in het eerste lid bevatten voorts geen andere reclameuitingen tenzij dit niet vermijdbaar is. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald in welke gevallen een reclame-uiting in een programma niet vermijdbaar kan worden geacht, alsmede wanneer het is toegestaan dat programma's reclame-uitingen bevatten. 3. Onze Minister kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het bepaalde in de eerste volzin van het tweede lid. Hij kan deze bevoegdheid delegeren aan het Commissariaat voor de Media. 4. Behoudens toestemming van het Commissariaat bevatten programma's van instellingen die zendtijd hebben verkregen geen oproepen in het kader van ledenwerving, verenigingsactiviteiten of nevenactiviteiten. Artikel 28 Mediabesluit 1. In programma-onderdelen van informatieve en educatieve aard zijn vermijdbare reclame-uitingen in de vorm van het tonen of vermelden van een product of dienst toegestaan, mits: a. de vertoning of vermelding past binnen de context van het programma; b. de vertoning of vermelding geen afbreuk doet aan de programma-formule of de integriteit van het programma; c. de vertoning of vermelding niet op een overdreven of overdadige wijze plaatsvindt; en d. er geen sprake is van specifieke aanprijzingen van deze producten of diensten. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op andere programma-onderdelen, met uitzondering van programma-onderdelen die in het bijzonder bestemd zijn voor minderjarigen beneden de leeftijd van twaalf jaar.
Bijlage 2
Feiten
JuZa-002679-nvdb • blad 6
Uitzending Content week 14: Leader Content Tiel Tegen een blauwe achtergrond ‘zweven’ beelden voorbij die verband houden met de drie ‘ondertitels’ van het programma: Business, Sport en Politiek (deze teksten bewegen ook op verschillende manieren over het scherm). Intro Ton Tabben, presentator Kondigt 2 onderwerpen aan: - Van Dee - Notaris Kok Bumper (vormgeving als leader) Eindigt met tekst: Content Business Aankondiging Sjaak Graven van het bedrijf Van Dee-Briljant. Gesprek gaat over het 35 jaar oude bedrijf dat altijd een gezonde groei heeft gekend. Sinds de komst van de bouwmarkten wordt het bedrijf wat opgesloten. Daarom heeft Van Dee zijn strategie aangepast sinds 2001. Aandacht is uitgegaan naar het aanleggen van specialismen. Van Dee noemt zich een ‘breed pakket zaak’ . Vraag van presentator: “Maar goed, om een lang verhaal kort te maken. Wat zijn dan die specialismen die je hebt binnengehaald waardoor je beter bent geworden?” Antwoord Graven: “Interieur. Interieur, dus...” Presentator: “Dan denk ik aan gordijnen en aan eeh…” Graven: “Ja, gordijnen, tapijten, laminaten. Alles wat te maken heeft met… Presentator: Parket waarschijnlijk.” Graven: “Parket. Ja, dus de zachte vloeren noemen wij dat dan. Maar ook alles wat te maken heeft met zonweringen. Verduisterings-, vouwgordijnen, nou buitenzonweringen. Alles wat te maken heeft in en om het huis.” Presentator: “Maar zonweringen ook en dergelijke dat moet natuurlijk allemaal ook geïnstalleerd worden.” Graven: “Ja.” Presentator: “En heeft u daar ook mensen voor? “ Graven: “Ja. We hebben voor elke divisie binnen ons bedrijf hebben we mensen die eigenlijk gespecialiseerd zijn. De één weliswaar voor het hangen van de gordijnen, de ander voor het leggen van de vloeren. Eeh nou ja goed, we kiezen elke keer ook bij het specialisme de juiste mensen daarbij.” Presentator: “Hoe groot is de club?“ Graven: “Nou alles bij elkaar met fulltimers, parttimers, mensen die we inhuren rond de twintig mensen.” Presentator: “Twintig man, dus bent u een behoorlijk groot bedrijf geworden. En waar zit u? U zit in het centrum?” Graven: “We zitten midden in het centrum, ja in het centrum op het plein het begin waar de markt is.” Presentator: “En kunt u nog uitbouwen ook?” Graven: “Nou, dan moet er iemand van de buren wel eens weg gaan. We zitten nu vol. We hebben een nieuw bedrijf er bij overgenomen sinds kort. Presentator: “Wat is dat voor een bedrijf.” Graven: “Tegelcentrum Tiel. Dat was een bedrijf dat verderop in het centrum gevestigd zat. Presentator: “En dat is ook weer zo’n specialisme waarvan je denkt ha nu kan ik weer extra diensten bieden.
Graven: “Ja want ook de harde vloeren, want we hadden al de zachte vloeren in huis, dus we vonden het belangrijk, dat miste in ons pakket, dat kwamen we ook eigenlijk heel vaak tegen. JuZa-002679-nvdb • blad 7
Nou ja en dan moet je dus zoeken naar een bedrijf die heel goed bekend stond in Tiel…” (vertelt verder over overname: eigenaar kwam in dienst). Graven vervolgt: “Nou dan heb je gelijk al de know-how in huis, specialisme in huis. Dan heb je drie hele sterke bedrijven in één paraplu ondergebracht.” Presentator: “Dus toch een beetje creatief ondernemersschap, gedurfd ondernemersschap. En u bent niet bang voor al die bouwmarkten. Graven: “Nee, nee, nee, nee. Wij hebben er op tijd over na kunnen denken, op tijd onze bakens kunnen verzetten, op tijd de juiste bedrijven naar binnen kunnen halen. Ja we zijn nu weer sterk. We zijn daar waar we eigenlijk moeten zijn en we kunnen verder bouwen met ons bedrijf.” Presentator: “En u straalt het ook uit!” Graven: “Nou dank u.” Presentator: “Dus dat betekent dat we ja toch kunnen zeggen dat een stukje goed ondernemersschap gewoon ook best een goede plek kan vinden in Tiel.” Graven: “Ja en het kan allemaal in het centrum, zo zie je maar.”
Bijlage 3
Feiten
Uitzending Content week 17: JuZa-002679-nvdb • blad 8
Leader Content Tiel Tegen een blauwe achtergrond ‘zweven’ beelden voorbij die verband houden met de drie ‘ondertitels’ van het programma: Business, Sport en Politiek (deze teksten bewegen ook op verschillende manieren over het scherm). Intro Ton Tabben, presentator ("Vanuit een sfeervol restaurant Vatel...") Kondigt 2 onderwerpen aan: - Nederlanders moeten meer bewegen: gesprek met Juliën van der Slikke van Sportcentrum Juliën - Gesprek met Notaris Kok over echtscheiding. Tabben introduceert Juliën van der Slikke van Sportcentrum Juliën in Lienden, die bij hem aan tafel zit. Vd Slikke vertelt oa dat 10 tot 15% van de sporters bij zijn sportcentrum uit Tiel komt. Reportage over Sportcentrum Juliën: shot van de buitenkant van het Sportcentrum, gevolgd door beelden van sportende mensen in het Sportcentrum. Ook beelden van fysiotherapie, zonnebank, schoonheidsspecialiste en receptie + kantine. Terug aan tafel in de studio. Tabben: "Nou we hebben het gezien: prachtige lokatie. Vertel d'r eens wat over. 't Is zoals men dat tegenwoordig noemt multifunctioneel?" Vd Slikke: "Ja, om het in het kort te vertellen valt niet mee, maar als je nou een aantal kernpunten eruit wilt halen: multifunctionaliteit is d'r één van." (...) "Je kunt niet zeg maar op één discipline draaien. Als je bij ons kijkt, is het sporten, het bewegen in de ruimste zin van het woord, heel erg vertegenwoordigd wel. We hebben 15 tot 20 sportactiviteiten. En sportactiviteiten, dan praat ik dus over fitness, cardio, spinning, streetdance, allerlei sporten dus. (...) En naast die sportactiviteiten hebben we ook gekozen voor, bewuste keuze in 1991 al, fysiotherapie erbij te betrekken en chiropractor en Caesartherapie zijn we nou oriënterend mee in gesprek. Dus dat is een echt gezondheidsgedeelte. En in ons centrum zit ook een beautysalon, en wat dat betreft zijn we dus ook meer met beautygebeuren bezig. Dus we hebben sportactiviteiten, gezondheidsactiviteiten en ook het beautygebeuren, schoonheidsgebeuren." Tabben: "Ja en je bent ook vrij groot hè, want hoeveel leden heb je zo ongeveer?" Vd Slikke: "Om en nabij de 2800 mensen die..." Tabben: "2800 mensen die gewoon ook sporten?!" Vd Slikke: "... die actief zijn ja, ja" Tabben: "Dus door, laten we zeggen door jullie inspanningen wordt het een stuk gezonder hier in de omgeving voor de mensen zelf. Is het ook nog gezellig een beetje sporten?" Vd Slikke: "Nou daarom zeg ik van, in het begin van je hebt er alle kernpunten wat belangrijk is: multifunctionaliteit, dus mensen moeten kunnen hè, ik ben na een half jaartje heb ik 't gezien, ik ga dát doen of ik ben geblesseerd dus ik ga naar de fysio. Maar dus multifunctioneel, maar natuurlijk gezelligheid, het sociale gebeuren, is zeker zo belangrijk, want het kan nog zo multifunctioneel zijn, is het niet gezellig dan is het ook niet echt uitnodigend om naar Lienden toe te komen. Dus gezelligheid en sfeer staan bij ons ook hoog in het vaandel." Tabben: "Doe je ook nog wat voor het bedrijfsleven in zijn totaliteit? Want dat hoor je ook steeds meer: dat bedrijven collectief veel meer doen aan het gezond houden van het personeel. Doe je daar nog wat mee?" Vd Slikke: "Ja, belangrijk, ja een groot aantal jaren al. In feite wordt dat ook door de overheid op dit moment natuurlijk sterk gestimuleerd met de gezondheidsacties, het preventieve karakter. En zorgverzekeraars zie je daar ook op inspelen. Maar bedrijven, ja, tenminste degene wie met hun medewerkers toch denken van 'hé ik wil dat ziekteverzuim naar beneden hebben, ik wil secundaire arbeidsvoorwaarden bieden aan mijn werknemers' is het gewoon heel belangrijk. En
bij ons zie je ook een groot gedeelte van ons ledenaantal, en dan praat ik toch ook zeker weer tussen de 10 en de 15%, wie al gelijk vanuit de werkgever, dus vanuit het werk bij ons aan de activiteiten doen." Tabben: "En da's lekker, want dat betaalt de werkgever." Vd Slikke: "Nou, daar moet je een vorm in zien te vinden. Als ik zelf werkgever zou zijn, zou ik altijd kiezen voor een JuZa-002679-nvdb • blad 9
gedeeltebetaling, dus dat je zegt 'nee we pakken allebei onze verantwoording als werknemer en als werkgever en we investeren er allebei in'. Maar da's natuurlijk een keuze waarover je in overleg gaat met de werkgever en kijkt wat de wensen zijn."
JuZa-002679-nvdb • blad 10