Nederlandse Omroep Stichting t.a.v. het bestuur Postbus 26444 1202 JJ HILVERSUM
Datum 12 maart 2003
Onderwerp 3FM Coldplay actie
Uw kenmerk
Ons kenmerk JuZa-001678-tdk
Contactpersoon mr. Th.I. de Kieviet
Doorkiesnummer (035) 7737
Geacht bestuur,
Bij brief van 23 december 2002, kenmerk JuZa-007493-ivs, hebben wij u op de hoogte gebracht van ons voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke boete wegens overtreding van artikel 55, eerste lid, van de Mediawet. Op 20 januari 2003 is een hoorzitting gehouden bij het Commissariaat waarbij u uw zienswijze naar voren heeft gebracht. Het verslag van de hoorzitting is bijgevoegd. Met een faxbericht van 21 januari 2003 heeft u ons nadere informatie laten toekomen. 1.
Feiten
De zender 3FM fungeert als de nationale popzender, waarop de landelijke publieke omroepinstellingen AVRO, BNN, EO, KRO, NCRV, NPS, VARA en VPRO binnen een horizontale programmering programmaonderdelen verzorgen. De uitzendweek van 28 oktober tot en met 3 november 2002 stond in het teken van live muziek. Naast reguliere platenopnamen werden tijdens de 3FM live week live opnames uitgezonden en in de avonduren ook delen van eerder op 3FM uitgezonden concerten. Centraal tijdens deze live week, alsmede in de voorbereidende periode vanaf medio augustus 2002, stond de band Coldplay. In chronologische volgorde betrekken wij de volgende feiten bij dit schrijven; In de week van 2 augustus 2002 was Coldplay met het nummer “My place” de megahit, hetgeen met zich meebrengt dat genoemd nummer in die week meer dan 60 maal werd gedraaid. In de weken voorafgaand aan de 3FM live week werd door 3FM reclame gemaakt voor de 3FM live week op radio, televisie en in de gedrukte media. In de reclameboodschappen op radio en televisie is de muziek van Coldplay te horen. Er wordt gemeld dat 300 kaarten worden weggeven voor het concert van Coldplay op 5 november 2002 in Ahoy. In de gedrukte advertenties staat “Luister en win kaartjes voor Coldplay”. Op 26 augustus werd door EMI Music het album “A rush of blood to the head” uitgebracht. Bij deze cd is een boekje gevoegd waarin aandacht wordt besteed aan de (dan nog komende) 3FM live week. Het boekje bevat de volgende tekst:
“Vanaf 28 oktober is er de 3FM live week, waarin je kans maakt op twee van de 300 (!) kaarten voor het Coldplay concert in Ahoy op 5 november. En had je nog wat te vragen aan de heren?? Surf dan naar www.3fm.nl/Coldplay om je vragen aan Coldplay door te geven, en voor alle andere Coldplay akties. Luister dagelijks naar 3FM voor de beste nieuwe muziek. Ontdek als eerste de nieuwe Coldplay, de nieuwe Red Hot Chilli Peppers en de opvolgers van Radiohead. En wat dacht je van speciale sessies, mooie live opnamen en zelfs hele concerten?” Voorts wordt in het boekje het concert op 5 november 2002 aangekondigd door organisator Mojo. De kaarten kosten € 32,50 en € 30,- exclusief servicekosten. Inmiddels is dan via de website van 3FM de hierboven genoemde Coldplay site bereikbaar. Op die site is onder andere een interview met de bandleden te horen en de videoclip bij het nummer “In my place” te zien. Bezoekers van de site kunnen de bandleden vragen stellen. Op 27 augustus 2002 is de albumpresentatie in Parijs. U zond zes winnaars van een prijsvraag naar de zogenaamde albumlaunche party en het daarop volgende concert van Coldplay in Parijs. Van de albumpresentatie en het concert werd live verslag gedaan op de website van 3FM. Naast de internetsite van 3FM waarin ruim aandacht werd besteed aan Coldplay, werd door 3FM in samenwerking met vijf andere partners (MSN, Veronica, Planet, Tiscali en Free Recordshop) nog een speciale internetsite (www.Coldplay.nl/index 3FM asp?linkid=100) opgezet waar men het album kon beluisteren middels een luistersessie en e-cards kon versturen. Op de site was het 3FM logo, het bekende kuikentje, afgebeeld. Door op het logo te klikken komt de surfer op de 3FM site. In de 3FM live week zelf kwam de bijzondere aandacht voor Coldplay tot uiting door weer een nummer van Coldplay megahit te maken, hetgeen met zich meebrengt dat dit nummer in de betreffende week meer dan 60 maal werd gedraaid. Voorts werden de 300 concertkaarten weggeven voor het concert van Coldplay op 5 november 2002. Het weggeven van kaarten en het draaien van de megahit vond plaats in programmaonderdelen van de AVRO, BNN, de KRO, NPS, de VARA en de VPRO, gedurende de weekprogrammering. In de weekendprogrammering, waarin programmaonderdelen van de EO, de NCRV en de TROS zijn opgenomen werden geen kaarten weggeven en werd de megahit evenmin gedraaid. Het concert dat Coldplay op 5 november 2002 in Rotterdam gaf zal blijkens informatie van internetsite van 3FM op een latere datum uitgezonden worden door 3FM. 2.
Relevante bepaling
Artikel 55, eerste lid, van de Mediawet 1. Instellingen die zendtijd hebben verkregen zijn met al hun activiteiten, behoudens het bepaalde in de artikelen 26, 43a en 52b, niet dienstbaar aan het maken van winst door derden. Desgevraagd tonen zij dit ten genoegen van het Commissariaat voor de Media aan.
JuZa-001678-tdk • blad 2
3.
Overwegingen
Artikel 55 van de Mediawet kent als uitgangspunt het principe van non-commercialiteit van de publieke omroep en verbiedt het de publieke omroep zich met al hun activiteiten dienstbaar te maken aan het behalen van een meer dan normale winst door derden. In de 3FM live week zelf en in een medio augustus 2002 startende voorbereidingsperiode werd door 3FM in verschillende programmaonderdelen binnen de weekprogrammering, op verschillende sites op het internet en in een reclamecampagne op radio, televisie en de gedrukte media zeer ruim aandacht geschonken aan het nieuwe album van de band Coldplay en de concerten van deze band op 27 augustus 2002 in Parijs en op 5 november in Rotterdam. Voor het concert in Rotterdam werden door 3 FM 300 kaarten weggeven. Naar de albumpresentatie en het daarop volgende concert in Parijs zond 3FM zes winnaars. Daarnaast werd door de platenmaatschappij EMI Music in een boekje bij de cd van Coldplay weer de aandacht gevestigd op de komende 3FM live week. Het geheel van alle uitingen van zowel 3FM als EMI Music in ogenschouw nemend, gaf het Commissariaat het vermoeden dat 3FM zich in ruil voor het verkrijgen van de primeur van het nieuwe album van Coldplay voor het karretje van EMI Music had laten spannen door genoemd album te promoten, althans dat de grenzen van wat als normale aandacht kan gelden voor een nieuw album van willekeurig welke artiest of band overschreden werden en dat aldus artikel 55, eerste lid van de Mediawet werd overschreden. In zowel dit schrijven als in de brief van 23 december 2002 zijn wij er vanuit gegaan dat de zendercoördinator van 3 FM de 3FM live week heeft georganiseerd of laten organiseren. De zendercoördinator is benoemd door de NOS, zodat u verantwoordelijke gehouden moet worden voor het overtreden van artikel 55, eerste lid, van de Mediawet. Van hetgeen namens u naar voren werd gebracht op de hoorzitting is een verslag gemaakt. Dit verslag is, net als de bij de hoorzitting overgelegde pleitnotitie bij deze beschikking gevoegd. Samengevat strekt uw betoog tot het volgende. De live week was de afsluiting van het festivalseizoen. In die week is om artistieke redenen de band Coldplay centraal geplaatst. Genoemde band past geheel in het profiel van 3FM. Met de platenmaatschappij van Coldplay, EMI, werden afspraken gemaakt die er toe strekten dat 3FM gedurende één week voor de release van het nieuwe album het exclusieve recht verkreeg op het uitzenden van nummers van dat album. Ook werden afspraken gemaakt met betrekking tot het weggeven van concertkaarten, welk concert exclusief door 3FM uitgezonden mocht worden. Het weggeven van de concertkaarten vond in de actieweek 4 keer per dag plaats. Over de dag genomen was de aandacht dus relatief gering. Voor de kaarten heeft 3FM betaald (bij de per fax ontvangen informatie troffen wij een afschrift van de betreffende factuur). De kosten voor het sturen van zes winnaars van een prijsvraag naar de albumpresentatie in Parijs geschiedde eveneens op kosten van 3FM. JuZa-001678-tdk • blad 3
Het weggeven van concertkaarten en het sturen van zes luisteraars naar Parijs is louter gedaan om luisteraars te binden aan 3FM en niet om reclame te maken voor een concert of een band. De internetactiviteiten rond Coldplay zijn de gebruikelijke sinds het bestaan van de 3FM site. De link naar de speciale Coldplay site is toegestaan op grond van de Notitie neventaken. De promo’s, reclamespots en advertenties hadden tot doel de uitzending te promoten en stonden niet ten dienste van Coldplay. Bij de spots was muziek van Coldplay hoorbaar, louter om het publiek enthousiast te maken voor de live week. Het gebruik van de muziek van een band die centraal staat in een actieweek is overigens gebruikelijk. U verwijst naar de weken rond Metallica, Micheal Jackson en U2. Het boekje, of inlay, bij de CD van Coldplay kan in uw visie niet aangemerkt worden als het vooraf aanhakend adverteren door EMI. Het publiek werd immers slechts gewezen op uitzendingen rond de live week en werd niet opgeroepen de CD van Coldplay te kopen. Die CD had men immers op dat moment al gekocht. Met deze manier van aanhaken was alleen 3FM gebaat. EMI is inzicht gegeven in de wijze waarop publiciteit zou worden gemaakt rond de live week. Afgesproken werd dat in de publiciteit rond de live week de band Coldplay zou worden genoemd. Voorts werd afgesproken dat 3FM de vorm, inhoud en hoeveelheid spots zou bepalen. Op straffe van het afgelasten van de hele live week werd het EMI verboden rond de programmering, in STER blokken, reclameboodschappen voor de nieuwe CD van Coldplay uit te laten zenden. Tenslotte werd aangegeven dat alle activiteiten rond en tijdens de live week in hoge mate vergelijkbaar zijn met de actieweken rond U2 en Metallica. Bij die acties heeft het Commissariaat aangegeven dat daartegen geen mediarechtelijke bezwaren bestaan. Beginnend met uw opmerkingen over de actieweken rond U2 en Metallica merkt het Commissariaat op dat de vergelijking de oordelen van het Commissariaat over de U2 actie niet geheel opgaat omdat de feiten welke ten grondslag lagen aan het oordeel over de U2 actie andere zijn dan de feiten in de hier aan de orde zijnde kwestie. Zo werd rond de U2 actieweek, anders dan in de voorliggende zaak, niet geadverteerd in de geprinte pers en vond ook geen publicitaire ondersteuning door middel van internetsites plaats. Dat kan echter niet wegnemen dat de voorliggende principiële vraag of alle publiciteit nu ten dienste stond van, in dit geval, de band Coldplay en haar platenmaatschappij, of ten dienste van 3FM zelf, geen andere is dan de vraag die centraal stond ten tijde van het geven van een oordeel over de U2 actie. Het Commissariaat overweegt ter zake dat u op de hoorzitting en door overlegging van stukken na de hoorzitting voldoende aannemelijk hebt gemaakt dat alle publicitaire acties waarin op enige wijze een verband werd gelegd met de band Coldplay primair tot doel hadden de zender 3FM te promoten. De keuze om Coldplay hierbij centraal te plaatsen kent een artistieke reden en geen commerciële. Bij dit laatste is zwaar gewicht toegekend aan de omstandigheden dat 3FM betaald heeft voor zowel de concertkaarten als de reis en verblijf kosten van de bezoekers aan de albumpresentatie in Parijs en aan de afspraak met EMI op grond waarvan EMI het niet toegestaan was om in STER blokken in het programma van 3FM reclameboodschappen uit te zenden. Met u zijn wij van oordeel dat de inlay bij de CD niet aangemerkt kan worden als een niet toegestane vorm van aanhakende reclame en overigens dat met de inlay, althans voor zover deze JuZa-001678-tdk • blad 4
verband hield met 3FM, reclame werd gemaakt voor 3FM, terwijl het commerciële product, de CD, al gekocht was. Met betrekking tot de activiteiten op internet wordt als volgt overwogen. Het aanbrengen van een hyperlink naar een commerciële derde op de site van een publieke omroep is toegestaan, mits er een heldere scheiding is aangebracht tussen redactionele uitingen van de omroep enerzijds en commerciële uitingen van derden anderzijds. De op de 3FM site naar de site van de band Coldplay aangebrachte hyperlink voldoet aan die eis. Waar het (met zekere beperkingen) is toegestaan is om op de site van de publieke omroep een hyperlink aan te brengen naar de site van een commerciële derde, is het omgekeerde, een hyperlink op de website www.coldplay.nl naar de site van 3FM, evenzeer toegestaan. Het geheel overziend komt het Commissariaat tot de conclusie dat het handelen van 3FM binnen de marges van normaal economisch handelen is gebleven en dat 3 FM zich niet dienstbaar heeft gemaakt aan het maken van winst door derden. Van een overtreding van het bepaalde in artikel 55, eerste lid, van de Mediawet, is derhalve niet gebleken, zodat van het opleggen van een bestuurlijke boete geen sprake kan zijn. Het boetevoornemen van 23 december 2002 wordt derhalve ingetrokken.
Hoogachtend, Commissariaat voor de Media
prof. dr. J.J. van Cuilenburg Voorzitter
Aantal bijlagen: 1
JuZa-001678-tdk • blad 5
drs. L. van der Meulen Commissaris