AANGETEKEND Yorin TV B.V. t.a.v. Yorin t.a.v. de Juridische Afdeling/mevrouw mr. J.S. Blom Postbus 15016 1200 TV HILVERSUM Datum 3 juni 2004
Onderwerp sanctiebeschikking Pepsi Chart Live 2003
Uw kenmerk
Ons kenmerk JuZa-002336-hd
Contactpersoon Mevr. mr. J.H. Dekkers
Doorkiesnummer (035) 7737 753
Bij brief van 2 februari 2004, kenmerk JuZa-000327-hd, hebben wij u verzocht op grond van artikel 5:20 Algemene wet bestuursrecht informatie aan ons toe te zenden inzake het programmaonderdeel Pepsi Chart Live 2003. Bij fax van 1 maart 2004 heeft u aan ons informatieverzoek voldaan middels het ons doen toekomen van een contract tussen Seven-Up Nederland BV (verder: SUN), IPNA s.a. en RTL/de Holland Media Groep s.a. inzake het programmaonderdeel Pepsi Chart Live 2003. Bij brief van 1 april 2004, kenmerk JuZa-000330-hd, hebben wij u op de hoogte gesteld van ons voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke boete wegens overtreding van artikel 52h, tweede lid, eerste volzin, van het Mediabesluit (oud) en artikel 52j, eerste lid, van het Mediabesluit (oud) en u uitgenodigd voor een hoorzitting. Op 22 april 2004 is een hoorzitting gehouden waarbij u uw zienswijze naar voren heeft gebracht. 1.
Feiten
Op 25 oktober 2003 heeft u van ca. 17:25 uur tot ca. 19.00 uur en op 1 november 2003 van ca. 17.30 uur tot ca. 19.00 uur het programmaonderdeel Pepsi Chart Live 2003 uitgezonden. Het programmaonderdeel is een registratie van een concert met binnen- en buitenlandse artiesten, dat plaatsvond op 18 oktober 2003 in ‘Ahoy’. Uit de door u opgestuurde overeenkomst blijkt dat Seven-Up Nederland BV (merkhouder van Seven-Up en Pepsi) zowel het evenement, als het programmaonderdeel gesponsord heeft. In beide uitzendingen begint het programmaonderdeel met een leader die bestaat uit een blauw filter met beelden van het juichende publiek en met in het midden een vierkant kader, waarin achtereenvolgens verschijnt: ‘Rotterdam’, ‘Ahoy’, vervolgens is het Yorin FM logo te zien met daaronder te lezen ‘presents’ en als laatste verschijnt ‘Pepsi Chart Live 2003’. Dit laatste, de naam van het evenement alsook de programmatitel, ziet er als volgt uit. De eerste twee woorden zijn geschreven in het lettertype waarin het merk ‘Pepsi’ wordt geschreven. Daaronder staat in een ander lettertype ‘Live 2003’. In het midden staat het Pepsi logo, een ronde vorm in van boven naar beneden de kleuren rood, wit en blauw. Het witte gedeelte is smaller en maakt een golfbeweging. Om het Pepsi logo heen is een brede blauwe cirkel te zien.
Kort hierop zegt, in beide uitzendingen, een voice-over: “Yorin FM presenteert vanuit Ahoy ‘Pepsi Chart Live’ (..)”. De programmatitel verschijnt daarop vervolgens in de eerste uitzending 3,5- en in de tweede uitzending 4,5 seconden beeldvullend in beeld. Vervolgens is in beide programmaonderdelen te zien dat op een aantal plaatsen in de zaal waar de optredens plaatsvinden het Pepsi logo is aangebracht, namelijk op de volgende plaatsen. Rechtsboven het podium tegen de wand hangt een zeer groot lichtgevend Pepsi logo, achter in de zaal hangen links en rechts twee lichtgevende Pepsi logo’s en op de podiumvloer liggen grote borden/stickers met daarop de programmatitel. Aan de voorzijde van het podium zijn dezelfde borden/stickers bevestigd waarop de programmatitel te zien is. Als laatste is haaks op het podium in het midden een ‘catwalk’ welke uitmondt in een groter rond podium. De vloer van dit ronde podium bestaat geheel uit het Pepsi logo. Daarnaast is in beide programmaonderdelen te zien dat het Pepsi logo is aangebracht op deuren, ramen, muren, prullenbakken en koelers. Meerdere artiesten worden backstage geïnterviewd en staan tijdens dit interview voor een sponsorbord waarop klein, maar duidelijk leesbaar, de programmatitel is afgebeeld. Uitzending 25 oktober 2003 In de uitzending van 25 oktober 2003 is het Pepsi logo 229 keer getoond. In totaal is het Pepsi logo 12,44 minuten (746,3 seconden) getoond. De duur van het programmaonderdeel exclusief reclameonderbrekingen is 74 minuten, dat wil zeggen dat het Pepsi logo 16,8 % van de totale duur van het programmaonderdeel getoond is. Uitzending 1 november 2003 In de uitzending van 1 november 2003 is het Pepsi logo 302 keer getoond. In totaal is het Pepsi-logo 15,19 minuten (911,5 seconden) getoond. De duur van het programmaonderdeel exclusief reclameonderbrekingen is 75 minuten, dat wil zeggen dat het Pepsi logo 20,25 % van de totale duur van het programmaonderdeel getoond is. 2.
Relevante bepalingen
Artikel 52h, tweede lid, van het Mediabesluit (oud): 2. Aan het begin of aan het einde van een gesponsord programmaonderdeel worden, ter informatie van het publiek, alle sponsors vermeld. De vermelding gebeurt door middel van naam, handelsmerk, logo of beeldmerk en is zodanig vormgegeven dat zij niet voldoet aan de definitie van reclameboodschap, bedoeld in artikel 1, onderdeel kk, van de Mediawet. Artikel 52j, eerste lid, van het Mediabesluit (oud): 1. Onverminderd het bepaalde in de artikelen 52g, 52h, tweede en derde lid, en 52i, eerste lid, worden in de programma’s van commerciële omroepinstellingen geen namen, beeldmerken, logo's, handelsmerken, producten, diensten of activiteiten van personen, bedrijven of instellingen vermeld of getoond, indien de desbetreffende commerciële omroepinstelling, naar redelijkerwijs kan worden aangenomen, daarmee beoogt of mede beoogt het publiek te bewegen tot het kopen van een bepaald product of het gebruik maken van een bepaalde dienstverlening, dan wel gunstig te stemmen ten aanzien van een bepaald bedrijf, een bedrijfstak of een bepaalde instelling teneinde de verkoop van producten of de afname van diensten te bevorderen.
JuZa-002336-hd • blad 2
Artikel 7, vierde en zesde lid, van de Beleidsregels Sponsoring Commerciële Omroep (BSCO): 4. Het vermelden of tonen van een naam, handelsmerk, logo of beeldmerk van een sponsor in de titel of leader van een gesponsord programmaonderdeel is geen sponsorvermelding als bedoeld in artikel 52h, tweede lid, van het besluit, en wordt geacht te geschieden met het oogmerk om reclame te maken, bedoeld in artikel 52j, eerste lid, van het besluit.
6.
Het vermelden of tonen van een logo of beeldmerk van een evenementensponsor in de titel of leader van een programmaonderdeel, bestaande uit het verslag of de weergave van een evenement, wordt geacht te geschieden met het oogmerk om reclame te maken als, bedoeld in artikel 52j, eerste lid, van het besluit.
Artikel 8, van de Beleidsregels Sponsoring Commerciële Omroep (BSCO):
Het publiek wordt geacht geïnformeerd te zijn op de wijze, bedoeld in artikel 52h, tweede lid, van het besluit, indien voorafgaande aan de vermelding van de naam, het handelsmerk, logo of beeldmerk van de sponsor de volgende mededeling duidelijk leesbaar of hoorbaar wordt gedaan: a. «dit programma is (mede) mogelijk gemaakt door» of, b. «dit programma is gesponsord door». 3.
Overwegingen
3.1
Sponsorvermelding
Ingevolge artikel 1, aanhef en onderdeel ll, van de Mediawet wordt onder sponsoren van een programmaonderdeel verstaan het verstrekken van financiële of andere bijdragen door een overheidsbedrijf of particuliere onderneming, ten behoeve van de totstandkoming of aankoop van een programmaonderdeel, teneinde de uitzending daarvan als programmaonderdeel te bevorderen of mogelijk te maken. Ingevolge artikel 52h, tweede lid, eerste volzin, van het Mediabesluit (oud), worden aan het begin of aan het einde van een gesponsord programmaonderdeel, ter informatie van het publiek, alle sponsors vermeld. Uit de door u overgelegde stukken blijkt dat het programmaonderdeel Pepsi Chart Live 2003 is gesponsord door Seven-Up Nederland BV. Ingevolge artikel 8 van de BSCO wordt het publiek geacht geïnformeerd te zijn op de wijze, bedoeld in artikel 52h, tweede lid, eerste volzin, van het Mediabesluit (oud), indien voorafgaande aan de vermelding van de naam, het handelsmerk, logo of beeldmerk van de sponsor de volgende mededeling duidelijk leesbaar of hoorbaar wordt gedaan: ‘dit programma is (mede) mogelijk gemaakt door’ of ‘dit programma is gesponsord door’. Aan het begin of eind van het programmaonderdeel Pepsi Chart Live 2003 wordt SUN niet vermeld of getoond in de hoedanigheid van programmasponsor. Ingevolge artikel 7, vierde lid, van de BSCO, is het vermelden of tonen van een naam, handelsmerk, logo of beeldmerk van een sponsor in de titel of leader van een gesponsord programmaonderdeel geen sponsorvermelding als bedoeld in artikel 52h, tweede lid, van het Mediabesluit (oud).
JuZa-002336-hd • blad 3
Het publiek is derhalve niet geïnformeerd op de wijze bedoeld in artikel 52h, tweede lid, eerste volzin, van het Mediabesluit (oud). Tijdens de hoorzitting heeft u deze overtreding erkend. U heeft de sponsorvermelding abusievelijk achterwege gelaten. Wij zijn derhalve van oordeel dat u artikel 52h, tweede lid, eerste volzin, van het Mediabesluit (oud) heeft overtreden. 3.2
Sluikreclame
Inleiding Wij hebben vooralsnog twee overtredingen geconstateerd. De eerste overtreding heeft betrekking op het vermelden van het logo van de evenementensponsor in de titel of leader van het programmaonderdeel. De tweede overtreding heeft betrekking op het vertonen van het logo van de evenementensponsor tijdens het programmaonderdeel. Uitgangspunt Een hoofdregel van de Nederlandse Mediaregelgeving is dat reclameboodschappen in televisieprogramma’s uitsluitend worden uitgezonden in blokken en dat reclameboodschappen als zodanig herkenbaar zijn en duidelijk onderscheiden zijn van de andere programmaonderdelen. Op grond van artikel 52j, eerste lid, van het Mediabesluit (oud), zijn daarom in programmaonderdelen van commerciële omroepinstellingen alle vermeldingen en vertoningen van namen, beeldmerken, logo’s, handelsmerken, producten, diensten of activiteiten verboden, voor zover de omroepinstelling, naar redelijkerwijs kan worden aangenomen, daarmee beoogt of mede beoogt reclame te maken.
Reclame-uiting In het door u op 25 oktober en 1 november 2003 uitgezonden programmaonderdeel genaamd Pepsi Chart Live 2003 is het logo van Pepsi getoond. Deze uitingen zijn voor het gemiddelde publiek duidelijk waarneembaar, op grond waarvan het in staat is het product Pepsi te identificeren. Deze uitingen zijn voorts geschikt om een positieve houding van het publiek ten opzichte van het product Pepsi te bevorderen. Het mag als een feit van algemene bekendheid worden verondersteld dat indien producten of merk(namen) op een min of meer opvallende wijze en niet in negatieve zin worden getoond of vermeld in een tv-uitzending, doorgaans een deel van het kijkerspubliek tot aankoop wordt bewogen. Het tonen van het logo van Pepsi in het programmaonderdeel Pepsi Chart Live 2003 is derhalve een reclame-uiting in de zin van de Mediawet.
Oogmerk logo in de titel/leader van het programmaonderdeel Ingevolge artikel 7, zesde lid, van de BSCO, wordt het vermelden of tonen van een logo of beeldmerk van een evenementensponsor in de titel of leader van een programmaonderdeel, bestaande uit het verslag of de weergave van een evenement, geacht te geschieden met het oogmerk om reclame te maken als bedoeld in artikel 52j, eerste lid, van het Mediabesluit (oud). Tijdens de hoorzitting erkent u dat het logo van het evenement niet in de leader opgenomen had mogen worden. U verzoekt rekening te houden met het feit dat de leader met het evenementenlogo per uitzending slechts eenmaal en niet nadrukkelijk is vertoond. JuZa-002336-hd • blad 4
Voor overtreding van artikel 7, zesde lid, van de BSCO doet niet ter zake hoelang of nadrukkelijk het logo in de titel of leader vermeld of getoond is. Enkel de vermelding of vertoning van het logo in de titel of leader van het programmaonderdeel wordt geacht te geschieden met het oogmerk om reclame te maken. Overigens zijn wij van mening dat het respectievelijk 3,5 seconden (eerste uitzending) en 4,5 seconden (tweede uitzending) beeldvullend tonen van de programmatitel een nadrukkelijke vertoning is. Oogmerk vertoningen van het logo tijdens het programmaonderdeel Uit het feit dat in de uitzending van 25 oktober 2003 het Pepsi-logo 229 keer is getoond, wat neer komt op 12,44 minuten (16,8%) van de totale duur van het programmaonderdeel, blijkt dat het logo van Pepsi met opzet in het programmaonderdeel is getoond. Uit het feit dat in de uitzending van 1 november 2003 het Pepsi-logo 302 keer is getoond, wat neer komt op 15,19 minuten (20,25%) van de totale duur van het programmaonderdeel, blijkt dat het logo van Pepsi met opzet in het programmaonderdeel is getoond. Uit de door u opgestuurde overeenkomst blijkt dat Seven-Up Nederland BV (merkhouder van Seven-Up en Pepsi) zowel het evenement, als het programmaonderdeel gesponsord heeft. Overigens is het grote ronde Pepsi logo waar de ‘catwalk’ in uitmondt alleen zichtbaar voor het kijkerspubliek en niet voor het bij het concert aanwezige publiek. Op de hoorzitting heeft u aangegeven dat het niet relevant is dat het grote ronde Pepsi logo, waar de ‘catwalk’ in uitmondt, alleen voor het kijkerspubliek zichtbaar is. Zolang dit noodzakelijk is voor een juiste verslaglegging van het evenement is Yorin gerechtigd om dit podium in beeld te brengen. Gezien het feit dat het logo waar de ‘catwalk’ in uitmondt alleen voor het kijkerspubliek zichtbaar is, kan het logo er niet met een andere bedoeling zijn aangebracht dan de aandacht van het kijkerspubliek op het logo van Pepsi te vestigen. Dit voor wat betreft het oogmerk. Voor wat betreft het in beeld brengen van de reclame-uiting verwijzen wij u voor onze motivering naar pagina 6. Gezien het bovenstaande kan redelijkerwijs worden aangenomen dat u met het tonen van het Pepsi logo in de titel en leader van het programmaonderdeel en met het tonen van het Pepsi logo in het programmaonderdeel, beoogd of mede beoogd heeft het publiek te bewegen tot het kopen van het product Pepsi. Volgens de Nota van Toelichting bij artikel 52j, van het Mediabesluit (oud), is het oogmerk om reclame te maken bijvoorbeeld niet aanwezig in gevallen die vergelijkbaar zijn met die, bedoeld in de artikelen 27 tot en met 30a en 32 van het Mediabesluit (Stb. 1992, 334, blz. 25-26). Aangezien het onderhavige geval niet vergelijkbaar is met de gevallen bedoeld in de artikelen 27 tot en met 30 en 32 van het Mediabesluit, kan niet worden gesteld dat het oogmerk om reclame te maken niet aanwezig is. Volgens artikel 30a, eerste lid, van het Mediabesluit, mag een televisieprogrammaonderdeel, bestaande uit het verslag of de weergave van een evenement dat in Nederland plaatsvindt of is geproduceerd door of in opdracht van een instelling die zendtijd heeft verkregen vermijdbare reclame-uitingen bevatten, indien het evenement niet voornamelijk bestemd is om als programma te worden uitgezonden, en de reclame-uitingen niet overheersend zijn. JuZa-002336-hd • blad 5
Op grond van artikel 26, van het Mediabesluit, is Pepsi Chart live 2003 aan te merken als een evenement in de zin van de Mediawet. De grens tussen overheersend en niet-overheersend wordt volgens jurisprudentie van de Raad van State bepaald door de wijze waarop een bepaalde reclame-uiting in beeld komt. Daarbij moet gelet worden op onder meer de noodzaak de reclame-uiting in beeld te brengen, de grootte en opvallendheid van de reclame-uiting, het aantal malen dat de reclame-uiting in beeld komt en de duur van deze beelden (NvT., Stb. 1992, 334, blz. 20). Het Pepsi logo wordt in de eerste uitzending 229 en in de tweede uitzending 302 keer getoond, gedurende respectievelijk 16,8% en 20,25% van de totale programmaduur. Daarnaast is het Pepsi logo op het podium, waarin de ‘catwalk’ uitmondt, zeer opvallend door de prominente plaats op het podium alsmede door de grootte van het logo en de manier waarop het logo belicht wordt. Gezien deze feiten is het logo van Pepsi overheersend getoond. Tevens worden ook de overige Pepsi logo’s door de grootte en de opvallendheid op een overheersende manier getoond. Aangezien het onderhavige geval ook niet vergelijkbaar is met de gevallen bedoeld in artikel 30a, van het Mediabesluit, kan niet worden gesteld dat het oogmerk om reclame te maken niet aanwezig is. Op de hoorzitting heeft u gesteld dat voor de beoordeling of een uiting wel of niet overheersend is, bepalend is of het opnemen van de reclame-uiting in de uitzending al dan niet noodzakelijk of onvermijdelijk was voor het maken van een goed verslag van het evenement. Daarnaast is Yorin van mening dat het aantal uitingen niet maatgevend is voor de beoordeling van mogelijke overheersende uitingen. Het gaat om een totaalindruk, waarbinnen de uitingen niet overheersend zijn. Yorin heeft geen enkele invloed op de uitingen die in Ahoy zijn aangebracht. Wel is Yorin verantwoordelijk voor de redactionele verslaglegging van het evenement. De producent heeft zich daarvoor naar beste kunnen ingezet en heeft alle mogelijke voorzorgsmaatregelen getroffen bij de plaatsing van de camera’s en de instructie van het productieteam. De mediarechtelijke bepalingen zien niet toe op de aankleding van de concertlocatie, deze regels hebben enkel betrekking op de televisieregistratie van het evenement. Naar het oordeel van het Commissariaat zijn de vijf criteria van de Raad van State, zoals hierboven weergegeven, bepalend voor de vraag of een reclame-uiting al dan niet overheersend is. Het staat een omroep vrij datgene in beeld te brengen wat zij noodzakelijk of onvermijdelijk acht voor een goed verslag van het evenement, zolang dit geen overheersende reclame-uiting oplevert. Voorts is het aantal keren dat de reclame-uiting in beeld komt voldoende om aan te nemen dat het gaat om een overheersende reclame-uiting, gezien het feit dat de vijf criteria geen cumulatieve voorwaarden zijn. Overigens heeft u wel degelijk verantwoordelijkheid voor wat betreft de aankleding van het evenement. Een omroepinstelling kan niet volstaan met het verweer dat de sponsor van het evenement nu eenmaal de inrichting van het evenement bepaalt. Wanneer een omroepinstelling bij het verslag van het evenement wordt geconfronteerd met reclame-uitingen die uitsluitend overheersend in beeld kunnen worden gebracht, dan dient die omroepinstelling na te gaan of vanuit een andere hoek wellicht opnamen kunnen worden gemaakt zonder dat de reclame-uitingen overheersend in beeld komen, of de organisator er op aan te spreken dat de inrichting niet voldoet aan de eisen van de Mediawet. Indien de organisator van het evenement geen gehoor geeft aan de opmerkingen van de omroepinstelling, dan zal de omroepinstelling er voor moeten kiezen geen opnamen te maken van het evenement of deze opnamen niet uit te zenden. Ter informatie kan worden vermeld dat dit reeds jaren praktijk is bij bijvoorbeeld voetbalwedstrijden. (zie beslissing op bezwaar d.d. 10 oktober 2000 SBS-’t Heetst van de strijd, POC 2000-2002, p. 49-54). JuZa-002336-hd • blad 6
Uitzonderingen Van het algemene verbod in artikel 52j, eerste lid, van het Mediabesluit (oud) zijn slechts uitgezonderd de vermeldingen en vertoningen bedoeld in de artikelen 52g, 52h, tweede en derde lid, en 52i, eerste lid, van het Mediabesluit (oud). In casu zijn de artikelen 52g, 52h, tweede en derde lid, en 52i, eerste lid, van het Mediabesluit (oud) echter niet van toepassing. Op de hoorzitting heeft u gesteld dat uitgaande van de Europese criteria en de ratio van de regelgeving er in het onderhavige geval geen sprake zou zijn van misleiding van het publiek omtrent de vertoning van het logo en de vermelding van Pepsi. Het publiek zal begrijpen dat het evenement gesponsord wordt door Pepsi en zal daarom niet misleid zijn. De interpretatie van artikel 52j, eerste lid, van het Mediabesluit (oud) is reeds uitvoerig aan de orde geweest in verschillende zaken die bij het Commissariaat hebben gediend tot aan de Raad van State toe. Voor de interpretatie van dit artikel verwijzen wij u dan ook naar de uitspraak: RvSt., d.d. 8 januari 2003, nr. 200201320/1, SBS 6 Robijn Fashion Award ’98, Rb Amsterdam, d.d. 18 december 2003, nr. AWB 02/3482 BESLU, SBS 6 On the six en CRvB, d.d. 25 juni 2003, nr. AWB 99/9836 WET, Canal+ RKC/Feijenoord. Uw stelling dat het publiek zal begrijpen dat het evenement wordt gesponsord door Pepsi en daarom niet zal zijn misleid, kunnen wij niet volgen. Deze opvatting is in strijd met de tekst en strekking van artikel 52j, eerste lid, van het Mediabesluit. Het daarin opgenomen sluikreclameverbod geldt voor alle afzonderlijke uitingen zoals daarin verwoord, die niet vallen onder en voldoen aan de regels die een uitzondering vormen op het verbod. Ten overvloede merken wij op dat u de sponsorvermelding in casu achterwege heeft gelaten en u het publiek deswege niet op de hoogte heeft gesteld van de betrokken sponsors. Aangezien u, naar redelijkerwijs kan worden aangenomen, met het opnemen van het Pepsi logo in de titel en leader van het programmaonderdeel en met het tonen van het Pepsi logo tijdens het programmaonderdeel beoogd of mede beoogd heeft het publiek te bewegen tot het kopen van het product Pepsi en de uitzonderingen bedoeld in de artikelen 52g, 52h, tweede en derde lid, en 52i, eerste lid, van het Mediabesluit (oud) niet van toepassing zijn, zijn wij van oordeel dat u in dit geval artikel 52j, eerste lid, van het Mediabesluit (oud) heeft overtreden. 4.
Bestuurlijke boete
Op grond van artikel 135, eerste lid, van de Mediawet kunnen wij u een bestuurlijke boete opleggen bij overtreding van het bepaalde bij of krachtens de Mediawet. Ingevolge de Beleidslijn Sanctiemaatregelen 1999 hanteren wij voor de bepaling van de hoogte van de boete een vaste berekeningsgrondslag die met factoren voor de ernst van de overtreding en voor de mate van verwijtbaarheid worden vermenigvuldigd. Sponsorvermelding Bij overtreding van het bepaalde in artikel 52h, tweede lid, eerste volzin, van het Mediabesluit (oud) geldt voor een commerciële omroep met een publieksbereik van meer dan 500.000 huishoudens voor een overtreding in een televisieprogramma een berekeningsgrondslag van € 9.000,-. JuZa-002336-hd • blad 7
Voor de ernst van de overtreding en de mate van verwijtbaarheid kennen wij geen punten toe. Wij leggen u derhalve een bestuurlijke boete op van € 9.000,- wegens overtreding van artikel 52h, tweede lid, eerste volzin, van het Mediabesluit (oud). Sluikreclame Bij overtreding van het bepaalde in artikel 52j, eerste lid, van het Mediabesluit (oud) geldt voor een commerciële omroep met een publieksbereik van meer dan 500.000 huishoudens voor een overtreding in een televisieprogramma een berekeningsgrondslag van € 4.500,-. Voor de ernst van de overtreding kennen wij vier punten toe. Hierbij hebben wij in overweging genomen dat door het opnemen van het logo van Pepsi in de programmatitel en leader en het respectievelijk 229 (eerste uitzending) en 302 (tweede uitzending) keer tonen van het logo van Pepsi alsmede door de grootte en opvallendheid van het Pepsi logo op het podium waarin de ‘catwalk’ uitmondt en vanwege de grootte en opvallendheid van de overige Pepsi logo’s, tijdens het programmaonderdeel sterk de nadruk is gelegd op het product Pepsi. Op de hoorzitting heeft u aangegeven het niet eens te zijn met de punten voor de ernst die wij voornemens waren u op te leggen voor het 531 keer tonen van het logo van Pepsi en voor de grootte en opvallendheid van het Pepsi logo op het podium waarin de ‘catwalk’ uitmondt, onder verwijzing naar eerdere motivering. Ten aanzien van de optelsom van de vertoningen in de twee afleveringen tot een totaal van 531 uitingen stelt Yorin zich op het standpunt dat elke aflevering apart moet worden beoordeeld op de aanwezigheid van sluikreclame . Wij zijn van mening dat het gerechtvaardigd is vier punten voor de ernst toe te kennen onder verwijzing naar bovengenoemde motivering. Het 229 keer tonen van het Pepsi logo in de eerste uitzending en het 302 keer tonen van het Pepsi logo in de tweede uitzending is per aflevering ruim voldoende om een overtreding van artikel 52j, van het Mediabesluit (oud) te constateren. Nu het gaat om de registratie van een en hetzelfde concert, hebben wij gemakshalve de afleveringen in één sanctievoornemen beoordeeld. Voor de mate van verwijtbaarheid kennen wij één punt toe. Nu SUN zowel in de hoedanigheid van evenementensponsor als programmasponsor optrad had u maatregelen moeten treffen om overtreding te voorkomen. Op de hoorzitting heeft u aangegeven dat het u niet duidelijk is op basis van welke juridische grondslag de redenering voor het toekennen van een punt voor de verwijtbaarheid is gebaseerd. U valt geen verwijt te maken. Op grond van artikel 2.2 van de Beleidslijn Sanctiemaatregelen houdt het Commissariaat bij de beoordeling van de overtreding rekening met de mate waarin de overtreding aan de overtreder is te verwijten. Op grond van artikel 2.6 van de Beleidslijn Sanctiemaatregelen hanteert het Commissariaat vaste berekeningsgrondslagen die voor de bepaling van de hoogte van de boete met factoren voor de ernst van de overtredingen en de mate van verwijtbaarheid daarbij worden vermenigvuldigd. In de Toelichting op artikel 2.6 staat dat bij de vaststelling van de mate waarin een overtreding aan de overtreder te verwijten valt het Commissariaat verschillende omstandigheden betrekt zoals de onachtzaamheid bij de overtreding en het al of niet voldaan hebben aan de zorgplicht om de overtreding te voorkomen.
JuZa-002336-hd • blad 8
Wij leggen u derhalve een bestuurlijke boete op van € 22.500,- wegens overtreding van artikel 52j, eerste lid, van het Mediabesluit (oud). Totaal Wij leggen u derhalve een bestuurlijke boete op van in totaal € 31.500,- wegens overtreding van artikel 52h, tweede lid, eerste volzin, en artikel 52j, eerste lid, van het Mediabesluit (oud).
Hoogachtend, COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
prof. dr. Jan van Cuilenburg voorzitter
mr. Inge Brakman commissaris
Wij wijzen u erop dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht de natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, daartegen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, een bezwaarschrift kan indienen bij het Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.
Bijlage: verslag hoorzitting
JuZa-002336-hd • blad 9