UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
OPERATION PILLAR OF DEFENSE IN DE INTERNATIONALE MEDIA: Een discoursanalyse van de BBC en Al Jazeera English
Wetenschappelijke verhandeling Aantal woorden: 26.883
LIEN SANTERMANS
MASTERPROEF MANAMA CONFLICT AND DEVELOPMENT
PROMOTOR: PROF. DR. CHRISTOPHER PARKER COMMISSARIS: SIGRID VERTOMMEN
ACADEMIEJAAR 2012 – 2013
1
Voorwoord
Remco Campert dichtte dat verzet niet met grote woorden begint, maar met kleine daden. Tijdens mijn opleiding journalistiek, leerde ik echter dat verzet soms met kleine woorden begint en vervolgens tot grote daden leidt. Woorden beïnvloeden immers de manier waarop we over een situatie nadenken en hoe we zullen handelen.
Graag wil ik Lut Lams bedanken, die me alles leerde over discours en ideologie in de media. Voorts wil ik Brigitte Herremans, Deborah Casalin en mijn promotor Christopher Parker bedanken voor alles wat ze me over het Israëlisch-Palestijnse conflict geleerd hebben. Ten slotte ben ik ook Rik en Lut dankbaar voor het nalezen van mijn thesis.
Leuven, 19-07-2013, Lien Santermans
2
ABSTRACT
Deze thesis gaat na welke beeldvorming de nieuwssites van de BBC en Al Jazeera English naar voren schoven in hun berichtgeving over Operation Pillar of Defense, het acht dagen durende Israëlische militaire offensief op de Palestijnse Gazastrook van 14 november tot 21 november 2012. De studie bekijkt hoe de verschillende betrokken partijen en gebeurtenissen gerepresenteerd werden in de online artikels van beide media aan de hand van een uitgebreide discoursanalyse. Hiervoor wordt het pragmatische model van Lams (2010) gevolgd dat het belang benadrukt van de relatie tussen het artikel en de context. De studie bestaat dan ook zowel uit een context- als een tekstanalyse. De contextanalyse bestudeert de relatie van het Verenigd Koninkrijk en Qatar met Israël, de context waarin de artikels geproduceerd werden en de manier waarop het publiek de berichtgeving van beide media over het Israëlisch-Palestijnse conflict in het verleden reeds ontving. Vervolgens wordt een tekstanalyse uitgevoerd die een analyse van de tekst op macro- en microniveau combineert met een analyse van de gepubliceerde foto’s. Hoewel zwart-witconclusies niet mogelijk zijn aangezien het essentieel is om rekening te houden met de vele nuances in de rijke taalstructuren van beide berichtgevingen, wijst dit onderzoek wel op enkele tendensen. De studie concludeert namelijk dat de BBC veruit voor de meeste onderzochte parameters in de tekstanalyse naar een eerder Israëlisch perspectief neigde, terwijl AJE een lichte voorkeur voor een eeder Palestijns perspectief vertoonde.
3
Voorwoord ……………………………………………………………………… 2 Abstract …………………………………………………………………….…….. 3 INLEIDING ……………………………………………………...…………….…... 6 METHODOLOGIE …………………………………………….………………....... 8 PRAGMATISCHE ANALYSE ………………………………………………………. 10 1. Contextanalyse 1.1. Relatie met Israël ………………………………………………………… 10 1.1.1. Verenigd Koninkrijk – Israël …………………………………………….. 10 1.1.2. Qatar – Israël ……………………………………………………………... 12 1.2. Productiecontext …………………………………………………………. 13 1.2.1. BBC ……………………………………………………………………… 14 1.2.2. Al Jazeera English …………………………………………………….…..17 1.3.
Receptiecontext BBC ………………………………………….…………. 19
2. Tekstanalyse 2.1. Macroniveau ……………………………………………………………. 22 2.1.1. Koppen en structurele organisatie ……………………………………….. 22 2.1.2. Directe en indirecte citaten ………………………………………………. 24 2.1.3. Legitimering ……………………………………………………………… 28 2.1.4. Thema’s die benadrukt of net weggelaten worden ………………………. 30 a) Geweld ……………………………………………...……………………. 30 i. Israëlisch en Palestijns geweld …………………………………… 30 ii. Hoe is de huidige escalatie begonnen? ……………………………30 iii. Is het ene geweld een reactie op het andere? …………………….. 32 iv. Wordt de motivatie van de partijen weergegeven? ………………. 33 v. Roep op wraak of uiting van bedreiging …………………………. 35 vi. Israëli’s of Palestijnen zijn in gevaar …………………………….. 36 vii. Israël of de Palestijnen beschermen zichzelf …………………….. 38 viii. Israël vermijdt burgerslachtoffers in Gaza ……………………….. 39 b) Onderhandelingen en diplomatie ………………………………………… 40 i. Steun aan Israël en Hamas ……………………………………….. 40 ii. Vredesonderhandelingen en staakt-het-vuren ……………………. 42 iii. Eisen van Israël en Hamas ……………………………………….. 43 iv. Kritieken op Israël en Hamas …………………………………….. 44 v. Protestacties ……………………………………………………… 45 c) Achtergrondinformatie …………………………………………………... 46 i. Historische achtergrondinformatie ………………………………. 46 ii. Relatie Israël – Gaza …………………...………………………… 48 4
2.1.5. a) b) c) d) 2.1.6.
iii. De gevolgen van de bezetting en blokkade voor Gaza …..……… 52 iv. Andere vormen van achtergrondinformatie ……………………… 53 Framing …………………………………………………………………... 54 Frames en het Israëlisch-Palestijnse conflict …………………………….. 56 Frames in de BBC-berichtgeving …………………………………………56 Frames in de AJE-berichtgeving …………………………………………. 57 Conclusie ………………………………………………………………….58 Conclusie macroniveau …………………………………………………... 58
2.2. 2.2.1. a) b) c) 2.2.2. 2.2.3.
Microniveau – zinsniveau ………………………………………………. 61 Transitiviteit ……………………………………………………………… 61 Werkwoorden ……………………………………………………………. 61 Actoren: wie pleegt het geweld? …………………………………………. 65 Doelwitten: tegen wie wordt het geweld gepleegd? …………………...… 67 Modaliteit ………………………………………………………………… 69 Conclusie zinsniveau …………………………………….………………. 70
2.3. 2.3.1. a) b) c) d)
Microniveau – woordniveau …………………………………………… 72 Connotatie en categorisatie ………………………………………………. 72 Stereotypen en racisme ………………………………………………...… 72 Eufemismen ……………………………………………………………… 73 Labels en evaluatieve beschrijvingen ………………………………….… 74 Woordkeuze ……………………………………………………………… 79 i. Israëls beleid van ‘targeted killings’ ……………………………... 79 ii. Bestuur Hamas over Gaza …………………………………........... 80 Mate van beschrijving ……………………………………………………. 80 Beschrijving slachtoffers ………………………………………………… 80 Beschrijving van de gevolgen van het geweld …………………………… 84 Conclusie woordniveau ………………………...………………………… 86
2.3.2. a) b) 2.3.3.
3. Beeldanalyse ………………………………………………………………… 87 3.1. Foto’s van Israël of Israëli’s …………………………………………...… 87 3.2. Foto’s van de Palestijnse gebieden of Palestijnen ……………………….. 88 3.3. Foto’s van externe bemiddelaars of politici ……………………………… 89 3.4. Conclusie beeldanalyse …………………………………………………... 89 CONCLUSIE ………………………………………………………………………. 91 LITERATUURLIJST …………………………………………………………..…… 93 BIJLAGEN …………………………………………………………………………98 1. Overzichtslijsten steekproeven ………………………………………………... 98 2. Bijkomende voorbeelden uit de analyse ………………………………………. 101
5
INLEIDING ‘Was de dood van “terrorist” Jamal Mansour vorige week in Nablus een “operatie door het Israëlische verdedigingsleger ter pro-actieve preventie van moorden op joden”? Of ging het om “moord” op een “activist” van Hamas, door
de
“buitenrechtelijke
doodseskaders”
van
het
“Israëlische
bezettingsleger”? … Woordkeus stuurt altijd de manier waarop een conflict wordt gezien, maar nergens geldt dit zo sterk als bij de strijd tussen Israël en de Palestijnen. Niet alleen hebben beide kampen geheel eigen vocabulaires om één en dezelfde gebeurtenis te beschrijven, ze proberen ook de grote Westerse media de woordkeus van hun voorkeur te doen overnemen.’ - Joris Luyendijk (2001, 18 augustus)
Deze thesis gaat na welke beeldvorming de nieuwssites van de BBC en Al Jazeera English naar voren schoven in hun berichtgeving over Operation Pillar of Defense, het acht dagen durende Israëlische militaire offensief op de Palestijnse Gazastrook van 14 november tot 21 november 2012. De studie gaat meer bepaald na hoe de verschillende betrokken partijen en gebeurtenissen gepresenteerd werden in de online artikels van beide media aan de hand van een analyse van de woordkeuze, syntax, argumentatiestructuren en afbeeldingen. Om een beeld te krijgen van de context waarin de artikels geproduceerd werden, wordt bovendien de relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en Israël en Qatar en Israël bestudeerd evenals de mediastructuur van beide omroepen.
Een vergelijking tussen de AJE- en BBC-berichtgeving is relevant aangezien de BBC een van de meest populaire Westerse nieuwsorganisaties is en Al Jazeera English op het model van de BBC geïnspireerd is, maar zich toch tracht te differentiëren van het Anglo-Amerikaanse discours. Bovendien worden de BBC en Al Jazeera English door veel lezers wereldwijd beschouwd als kwaliteitsmedia, waardoor ze heel wat vertrouwen van het publiek genieten en waardoor hun berichtgeving door velen beschouwd wordt als een waarheidsgetrouwe weergave van de werkelijkheid. Het denkpatroon dat ze in hun artikels verwerken en de woordenschat die ze gebruiken, zullen dan ook door veel lezers overgenomen worden en daardoor sterk de publieke opinie beïnvloeden. De manier waarop je over gebeurtenissen spreekt, beïnvloedt 6
immers de manier waarop je erover denkt en de manier waarop je al dan niet zal handelen.
Aangezien overheden wereldwijd onder druk van het democratiseringsproces steeds meer gedwongen worden om rekening te houden met de publieke opinie en de internationale gemeenschap een belangrijke rol speelt als derde partij in het conflict, mag dit proces van beeldvorming in de media volgens Lams (2010, 98) niet onderschat worden, zeker niet aangezien een doorsnee burger zijn of haar kennis over politiek geweld voornamelijk uit de media haalt (Schlesinger, Murdock & Elliot, 1983, geciteerd in Ismail, 2010, 69). Het is dan ook relevant om na te gaan welke onderliggende denkkaders in de berichtgeving verwerkt worden en hoe de verschillende actoren en gebeurtenissen worden voorgesteld.
Op academisch vlak vormt deze thesis een vervolg op talrijke studies naar de berichtgeving over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Zo voerde Barkho (2007; 2008; 2011) bijvoorbeeld een hele reeks studies naar de BBC-berichtgeving en bespraken ook Philo en Berry de BBC-berichtgeving over de tweede intifada, Operatie Gegoten Lood en het incident met de internationale hulpflotilla in hun boek More Bad News from Israel (2011). Hoewel er veel academische studies bestaan naar de Amerikaanse berichtgeving (o.a. Caballero, 2010; Handley, 2009; Ismail, 2008, 2009, 2010a, 2010b) en de BBC-berichtgeving over het Israëlisch-Palestijnse conflict, zijn gelijkaardige analyses van de berichtgeving van Al Jazeera English eerder beperkt. Het is dan ook relevant om na te gaan hoe deze zich voor Operation Pillar of Defense verhield tot die van de BBC.
Vooraleer een overzicht gegeven wordt van de structuur van deze thesis, wil ik opmerken dat een thesis over het Israëlisch-Palestijnse conflict schrijven zonder bepaalde termen voor de gebieden en strijders in de mond te nemen, onmogelijk is. Ik ben ik me er dan ook van bewust dat geen enkele term volledig neutraal kan zijn. In een poging om een zo objectief mogelijke blik te hanteren, koos ik voor het gebruik van de term de ‘Palestijnse gebieden’, de ‘West Bank’ en ‘Gaza’ bij het beschrijven van de gebieden, voor de ‘soldaten’ van het ‘Israëlische leger’ en voor de ‘strijders’ van ‘Hamas’.
7
De thesis vangt aan met een uiteenzetting van de methodologie, gevolgd door een contextanalyse die achtereenvolgens de relaties van het Verenigd Koninkrijk en Qatar met Israël, de productiecontext van de BBC en Al Jazeera English en de receptiecontext van de BBC bespreekt. Hierna wordt overgaan tot de tekstanalyse die gemaakte keuzes door de omroepen bespreekt op macro- en microniveau. Op macroniveau wordt gekeken naar de koppen en structurele organisatie van de artikels, de geselecteerde bronnen, vormen van legitimering, thema’s die benadrukt worden en de gekozen frames. Op microniveau kijken we eerst naar het gebruik van transitiviteit en modaliteit op zinsniveau en vervolgens naar het gebruik van connotatie en categorisatie, woordkeuze en de mate van beschrijving van slachtoffers en het geweld. Ten slotte eindigen we met een korte analyse van de gepubliceerde foto’s.
8
METHODOLOGIE
Om de beeldvorming rond Operation Pillar of Defense in de berichtgeving van Al Jazeera English (voortaan AJE) en de BBC te bestuderen, werd een discoursanalyse uitgevoerd. Deze situeert de taal van het nieuws in een bredere context om te ontdekken hoe taalstructuren bepaalde overtuigingen weergeven. Hierbij wordt onder andere gezocht naar steeds terugkerende scripts. (Conboy, 2007, 118)
Hoewel er verschillende vormen van discoursanalyse bestaan, werd ervoor gekozen om het pragmatische model van Lams (2010) te volgen, aangezien dit rekening houdt met de complexiteit van taal. Het model stelt een combinatie voor van een nauwgezette
tekstanalyse
met
een
contextanalyse
die
het
journalistieke
productieproces alsook het receptieproces bij het publiek bestudeert. De volledige betekenis van een tekst kan immers nooit begrepen worden door enkel de regels van taalkundige analyse toe te passen. (Blommaert, 2005, geciteerd in Lams, 2010, 96) Het is niet het doel om het waarheidsgehalte van de teksten na te gaan, maar wel om te bestuderen welke structurele elementen gebruikt werden om een specifieke betekenis toe te kennen aan gebeurtenissen en actoren. (Lams, 2010, 109)
Het eerste luik van de analyse, de contextanalyse, bestudeert de productie- en receptiecontext van de artikels. Lams (2010) raadt aan om hiervoor zowel interviews af te nemen met journalisten als met het publiek. Binnen het beperkte kader van deze thesis, was dit echter niet mogelijk. De contextanalyse is hier dan ook gebaseerd op een uitgebreide literatuurstudie die in de mate van het mogelijke nagaat welke redactionele en externe processen spelen bij het productieproces van een nieuwsartikel binnen de BBC en Al Jazeera English. Ik baseerde me onder andere op de studies van Barkho (2007), Blondheim en Shifman (2009), Doom en Korkus (2009), Handley (2009), Ismail (2009), Philo en Berry (2010) en Sharp (2003). Het receptieproces werd besproken aan de hand van Philo en Berry’s (2011) publiekstudies van de BBC. Gelijkaardige studies voor AJE bestaan bij mijn weten nog niet. Wel gingen Youmans en Brown (2011) na hoe het Amerikaanse publiek zich tegenover AJE opstelt.
9
Voor het tweede luik, de tekstanalyse, werd voor beide omroepen een corpus samengesteld van alle nieuwsartikels, fotoreportages en analysestukken die gepubliceerd werden tijdens de acht dagen van geweld (14 november 2012 – 21 november 2012) en de twee dagen na de bekendmaking van het staakt-het-vuren (22 en 23 november 2012). Deze steekproef bestond uit 75 BBC-artikels en 53 AJEartikels. Een overzichtslijst van de geanalyseerde artikels is terug te vinden als bijlage 1 op bladzijde 98. Omwille van het beperkte kader van deze thesis en de grote hoeveelheid gepubliceerde artikels, werd ervoor gekozen om opiniestukken niet op te nemen in de analyse. De focus werd gelegd op het opsporen van keuzes die op subtiele wijze bijdragen aan de beeldvorming in artikels die verondersteld worden objectief en onpartijdig te zijn.
Om de samengestelde corpora te analyseren, werd een codeboek opgesteld met relevante parameters. Algemene parameters voorgesteld door Lams (2010) werden hiervoor gecombineerd met parameters gebruikt door andere academici in studies rond het Israëlisch-Palestijnse conflict. Vervolgens voegde ik zelf enkele parameters toe die specifiek betrekking hadden op de berichtgeving over Operation Pillar of Defense. In dit codeboek werd systematisch bijgehouden welke keuzes er door beide media per parameter gemaakt werden en in welke context deze keuzes voorkwamen. Door middel van kleurencodes werd bovendien aangegeven welke keuzes op welke dag voorkwamen. Achteraf bleek het verschil tussen de dagen echter verwaarloosbaar.
Aan de pragmatische analyse van Lams (2010) werd ten slotte een beknopte analyse van het gebruikte fotomateriaal toegevoegd om de relatieve visuele dominantie van bepaalde verhaallijnen en perspectieven te achterhalen. De frequentie waarmee bepaalde beelden voorkwamen en de context waarin dit gebeurde, werd eveneens geteld met behulp van het codeboek.
Het codeboek geeft deze kwalitatieve studie een kwantitatieve inslag en laat toe om de berichtgeving van beide omroepen met elkaar te vergelijken. Waar mogelijk werden de resultaten van de tekst- en beeldanalyse vergeleken met resultaten uit studies naar de berichtgeving over eerdere periodes in het Israëlisch-Palestijnse conflict.
10
PRAGMATISCHE ANALYSE
1. Contextanalyse
Hoofdstuk één bespreekt achtereenvolgens de relatie van het Verenigd Koninkrijk en Qatar met Israël, de productiecontext van de BBC en AJE en de receptiecontext van de BBC.
1.1.
Relatie met Israël
1.1.1. Verenigd Koninkrijk - Israël In 1917 werd de Britse steun voor een Joods thuisland expliciet gemaakt met de Balfour Declaratie: ‘His Majesty's government view with favour the establishment in Palestine of a national home for the Jewish people, and will use their best endeavours to facilitate the achievement of this object, it being clearly understood that nothing shall be done which may prejudice the civil and religious rights of existing non-Jewish communities in Palestine, or the rights and political status enjoyed by Jews in any other country.’ Voor Zionisten hield de inclusie van de term ‘a national home for the Jewish people’ de rechtvaardiging in om een Israëlische staat op te richten in historisch Palestina, wat ook gebeurde toen het Britse mandaat over Palestina na 31 jaar afliep en Israël opgericht werd in 1948. (Philo & Berry, 2011, 15)
Op 27 april 1950 erkende de Britse overheid de soevereiniteit van de staat Israël, waarmee het Verenigd Koninkrijk een van de eerste naties werd die diplomatieke banden aangingen met Israël (Embassy of Israel in London, 2010). Het officiële Britse toekomstbeeld beschrijft een Israëlische staat die in alle veiligheid naast een soevereine en levensvatbare Palestijnse staat bestaat, gebaseerd op de grenzen van 1967 met Jeruzalem als hoofdstad van beide en een eerlijke en realistische overeenkomst voor de Palestijnse vluchtelingen. In dit kader drukt het ministerie van
11
Buitenlandse Zaken zijn bezorgdheid uit over Israëls nederzettingenbeleid in de Palestijnse gebieden. (UK Government, n.d.)
De samenwerking tussen Israël en het Verenigd Koninkrijk is sterk, zowel op commercieel, technologisch en cultureel vlak. De jaarlijkse bilaterale handel overstijgt de drempel van drie miljard Amerikaanse dollar en in 2012 was Israël de grootste handelspartner van het Verenigd Koninkrijk in het Midden-Oosten. Meer dan 300 Israëlische bedrijven zijn werkzaam in Groot-Brittannië. (Israel-Britain Chamber of Commerce, 2013) Ook op vlak van onderzoek en academische uitwisseling zijn de banden tussen de twee landen sterk. In 2008 werd bijvoorbeeld de Britan-Israel Research and Academic Exchange opgericht om de academische samenwerking tussen universiteiten in beide landen te verbeteren. (British Council, n.d.)
De voorbije jaren was er echter regelmatig ook sprake van diplomatieke spanningen. Een voorbeeld hiervan is de felle kritiek waarop Israël het Britse besluit onthaalde om nieuwe richtlijnen uit te vaardigen rond de labelling van goederen geïmporteerd uit de West Bank. Op deze producten moet voortaan vermeld staan of ze afkomstig zijn uit Israëlische nederzettingen of geproduceerd werden door Palestijnse bedrijven. (Black & McCarthy, 2009, 10 december; Ravid, 2009, 10 december)
1.1.2. Qatar - Israël De bilaterale relaties tussen Israël en Qatar dateren van 1991, toen voormalige emir Khalifa bin Hamas Al Thani zijn steun voor de Arabisch-Israëlische vredesconferentie in Madrid uitdrukte. In 1996 werd Qatar de eerste Golfstaat die Israël officieel erkende en handelsrelaties aanging met het land. De verkiezing van Benyamin Netanyahu als Israëlische eerste minister in 1996, leidde echter tot een verslechtering van de relaties. Omwille van de verdere stagnatie van het vredesproces, werd het bovendien steeds moeilijker voor de Qatarese overheid om haar relaties met Israël te verantwoorden, waardoor het emiraat besloot om afstand te nemen. (Machowski, 2011) Tijdens de tweede Palestijnse intifada (2000 – 2005) uitte Qatar felle kritiek op Israël (Machowski, 2011) en in 2006 onderhield het emiraat contacten met Hamas en 12
Hezbollah tijdens de Israëlische militaire campagne in Libanon. De relaties tussen Qatar en Israël bereikten een dieptepunt tijdens de Israëlische Operatie Gegoten Lood in Gaza (2008 – 2009), waardoor in februari 2009 de handelsvertegenwoordiging van Israël in Doha gesloten werd. (Israel Ministry of Foreign Affairs, 2013) Later dat jaar trachtte Qatar de banden met Israël opnieuw aan te halen, onder andere om bouwmaterialen naar Gaza te kunnen exporteren voor de heropbouw van Gaza’s infrastructuur, maar Israël weigerde. (Machowski, 2011)
In januari 2011 bood Qatar juridische en politieke steun aan de Palestijnen in de aanloop naar hun aanvraag van het VN-lidmaatschap in september 2011, waarop Israël verscheidene Qatarese projecten in Israël en de Palestijnse gebieden tegenhield en Qatarese staatsambtenaren de toegang tot Israël ontzegde. (Robbins, 2011, 27 augustus) Een rapport van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken verklaarde toen dat Qatar, ooit door Israël gezien als een mogelijke brug naar de Arabische wereld, een ‘fierce foe of Israel’ gebleken is. Ook beschreef het rapport Al Jazeera als extreem anti-Israëlisch en trachtte het ministerie journalisten van Al Jazeera de toegang tot Israël te ontzeggen. (Lev, 2011, 25 augustus) Datzelfde jaar zouden de Qatarese en Israëlische eerste ministers elkaar echter opnieuw in het geheim ontmoet hebben in Londen. (Machowski, 2011)
1.2.
Productiecontext
Een artikel is niet uitsluitend het product van één individuele journalist. Een hiërarchie van interne en externe invloeden bepalen immers mee de vorm. Zo speelt het ideologische en redactionele beleid van het medium een grote rol en ook nieuwswaarden zoals nabijheid, het onverwachte, negativiteit, ondubbelzinnigheid en humaniteit bepalen mee de inhoud. (Handley, 2009, 253) Naast een communicatieve functie, hebben de media bovendien ook een economische functie. Ze moeten hun berichtgeving namelijk verkopen aan een doelgroep die overeenkomt met die van hun adverteerders. Om een relatief stabiel publiek aan te spreken, moeten ze dan ook consequent zijn in de visies die ze publiceren. (Conboy, 2007, 106)
Voorts ondervinden de media vaak externe druk van allerhande lobbygroepen, die hen naar bepaalde bronnen, interpretaties en perspectieven leiden. (Blondheim & Shifman, 13
2009, 206; Liebes, 2000, geciteerd in Ross, 2003, 4) Ook kan hen de toegang tot bepaalde gebieden of informatie ontzegd worden, waardoor de nieuwsgaring beperkt wordt. Internationale journalisten worden bijvoorbeeld niet altijd toegelaten in Gaza. Dit was tijdens Operation Pillar of Defense echter niet het geval. (Al Jazeera, 2012, 22 november) In wat volgt, bespreken we het ontstaan van de BBC en AJE en de productiecontext van beide omroepen.
1.2.1. BBC
Ontstaan
De British Broadcasting Corporation werd opgericht in 1992 en is de oudste publieke omroep ter wereld. Aangezien hij gefinancieerd wordt door een vergoeding betaald door alle Britse huishoudens, is de omroep volledig reclamevrij en staat hij los van de eisen van de markt. (BBC News, 2013a; Whittle, 2004, geciteerd in Thomas, 2011, 291) Ook is de BBC vrijgesteld van directe staatscontrole, aangezien de directeurgeneraal aangesteld wordt door de BBC Trust en niet rechtsreeks door de overheid. (Montgomery, 2006, geciteerd in Thomas, 2011, 291) Omwille van deze twee redenen argumenteren voorstanders dat de BBC een van de meest betrouwbare globale nieuwsnetwerken is.
Voormalige BBC directeur-generaal Mark Thompson verklaarde in oktober 2006 dat de omroep het publiek wil voorzien van objectief en onpartijdig nieuws zodat het op een geïnformeerde en geëngageerde wijze kan deelnemen aan een democratische samenleving. (Thomas, 2011, 291)
Druk van buitenaf
Tim Llewellyn, voormalig Midden-Oostencorrespondent bij de BBC, getuigde in 2004 van de sterke druk uitgeoefend door Israëls goed georganiseerde lobbygroepen en van het feit dat de BBC regelmatig lastiggevallen werd door de Israëlische ambassade. (Llewellyn, 2004, 20 juni) Dit verklaart volgens Philo en Berry (2011, 331) waarom BBC-journalisten het soms moeilijk hebben om een duidelijk Palestijns
14
perspectief weer te geven, waar ze dit niet hebben om een duidelijk Israëlisch perspectief weer te geven.
Thomas (2006) stelt bovendien dat het voor journalisten eenvoudiger gemaakt wordt om toegang te krijgen tot Israëlische woordvoerders dan tot Palestijnse. Ook krijgen de Israëlische woordvoerders een grondige mediatraining en wordt hen aangeleerd hoe ze een kritische vraag kunnen ombuigen tot een pro-Israëlische boodschap. (Larsen, 2009)
Redactionele druk en beleid
De BBC-journalisten die geïnterviewd werden door Philo en Berry (2011, 319) gaven aan dat de eis om continu nieuws te produceren geen ruimte laat voor een diepere analyse. De journalist krijgt immers niet meer de tijd om te analyseren wat er echt gaande is. Britse journalist Robert Fisk (geciteerd in Philo & Berry, 2011, 321) legt uit dat het nieuws hierdoor gereduceerd wordt tot een kritiekloos herhalen van de laatste informatie die verspreid werd en aangezien de Israëlische public relations veel sterker staan dan de Palestijnse, klinkt de Israëlsiche stem hierdoor vaak luider door in de berichtgeving. Een AJE-journaliste wijst daarnaast op het grote verlangen onder journalisten om gebalanceerd en professioneel over te komen en stelt dat BBCjournalisten hierdoor de neiging hebben om Israël en de Palestijnen als gelijkwaardige partijen af te beelden. Hierdoor wordt de grote ongelijkheid tussen beide echter geminimaliseerd en krijgt het publiek een fout beeld van de situatie. (Aked, 2012, 10 december)
Voorts werkt de BBC intern met een gids die de journalisten wegwijs maakt in de te gebruiken terminologie rond het Israëlisch-Palestijnse conflict. De term ‘terrorist’ wordt bijvoorbeeld afgeraden aangezien deze te veel zou karakteriseren. Alternatieven die worden voorgesteld zijn ‘bomber’, ‘attacker’, ‘gunman’, ‘militant’ of ‘insurgent’. Wanneer de journalisten de relatie tussen Sharons bezoek aan de Tempelberg en het begin van de tweede intifada willen bespreken, wordt hen bovendien aangeraden om het werkwoord ‘sparked’ te gebruiken en niet ‘led to’. Deze instructies geven de institutionele stem weer waaraan individuele journalisten zich moeten conformeren.
15
(Barkho, 2007) De BBC-richtlijnen zeggen daarentegen weinig over de rol van syntaxis in het nieuws. Malcolm Balen, de BBC’s hoofdadviseur voor het Midden-Oosten, verklaarde dat het taalgebruik zelf een deel van het Israëlisch-Palestijnse conflict is geworden en dat ‘people read into your use of language, a sense that they know where you’re coming from in your use of one particular word rather than another,’ (geciteerd in Barkho, 2008, 281). Balens job is uniek binnen de BBC aangezien geen enkele andere regio een adviseur heeft die de berichtgeving ‘bewaakt’. Zijn aanstelling in 2003 kon op heel wat bijval rekenen vanuit de Israëlische lobby, waarop Israël de BBC-boycot introk. Deze was ingesteld nadat de BBC een documentaire had uitgezonden over Israëls nucleaire militaire programma. (Llewellyn, 2004, 20 juni) Barkho (2008, 283) stelt zich de vraag of de BBC hiermee toegaf aan de druk van pro-Israëlische groepen.
Kritiek op de BBC
Zowel pro-Palestijnse als pro-Israëlische groepen uiten kritiek op de BBCberichtgeving. Beide vechten de gebruikte terminologie aan en beweren dat de andere partij wordt afgebeeld als het slachtoffer en zij als de aanvaller. Ook beweren beide kanten dat het lijden van de tegenpartij meer benadrukt wordt. (Thomas, 2006) Tim Llewellyn (2004) verwijt de BBC het publiek niet precies uit te leggen wat er gaande is en de oorzaken en concrete impact van het conflict op de Palestijnen te negeren. Ook Jeremy Bowen, BBC’s Midden-Oostenredacteur, geeft ten slotte aan dat de BBC te veel achtergrondinformatie weglaat: ‘We do not say enough, we do not do quite a good job,’ (geciteerd in Richardson & Barkho, 2009, 615).
Omwille van de vele kritiek, benoemde de BBC in 2006 een onafhankelijk panel om de berichtgeving over het Israëlisch-Palestijnse conflict te onderzoeken. Het verslag van het comité stelt dat er geen opzettelijke of systematische vooroordelen opgemerkt konden worden. De BBC krijgt echter wel het verwijt een onvolledig beeld van de situatie te schetsen, wat misleidend is. De omroep moet dus de complexiteit van het conflict en de ongelijkheid tussen de twee partijen beter uitleggen en meer aandacht besteden aan de interpretatie van belangrijke evenementen en aan de dagelijkse beslommeringen van de Palestijnen. Ten slotte geeft het rapport ook aan dat gevoelige 16
terminologie onnauwkeurig en inconsistent gebruikt werd, ondanks de bestaande richtlijnen. (Report of the Independent Panel, 2006, geciteerd in Thomas, 2011, 293).
1.2.2. Al Jazeera English
Ontstaan
Toen Hamad bin Khalifa Al-Thani in 1995 de nieuwe emir van het olie- en gasrijke emiraat Qatar werd, voerde hij een beperkt beleid van politieke liberalisering door. De oprichting van een modern Arabische nieuwsmedium maakte hier deel van uit. De emir kocht de rechten op van de Arabische televisie-afdeling van de BBC News Service en voorzag de nieuwe omroep Al Jazeera van 137 miljoen dollar, waardoor veel van de door de BBC aangeworven Arabische correspondenten hun job konden behouden. (BBC News, 2013b; Sharp, 2003, 1) Hoewel de zender officieel onafhankelijk is, blijft hij financieel steunen op de koninklijke familie van Qatar. Hierdoor vertoont Al Jazeera zowel karakteristieken van een commercieel netwerk als van een publieke omroep. (Sharp, 2003, 1; Barkho, 2007, 23)
Al Jazeera was de eerste Arabische zender die enkel nieuws uitzond, de commentatoren meer vrije meningsuiting toestond en gevoelige thema’s in de regio besprak. Kritiek op Qatar en diens bondgenoten in de Golf werd echter vermeden. (BBC News, 2013b) Westerse nieuwsdiensten zoals CNN en de BBC dienden als model bij de oprichting van Al Jazeera. De zender wilde zich echter ook onderscheiden van de Westerse berichtgeving aangezien deze niet voldoende aandacht zou besteden aan belangrijke thema’s voor het Arabische publiek. (Sharp, 2003, 1) Al Jazeera streeft ernaar een ongecensureerde, authentiek Arabische nieuwsbron te zijn en is intussen uitgegroeid tot een medianetwerk van meer dan twintig kanalen, waaronder Al Jazeera English. (Al Jazeera English, 2012)
Dit Engelstalige kanaal werd opgericht in 2006 en is daarmee de eerste Engelstalige nieuwszender waarvan het hoofdkantoor gestationeerd is in het Midden-Oosten. Net zoals moederkanaal Al Jazeera, wordt AJE gefinancierd door de emir van Qatar. (Al Jazeera English, 2012) AJE wil een regionale stem laten horen aan een globaal publiek en wil zich afzetten tegen het dominante Anglo-Amerikaanse discours in de 17
internationale media. Aangezien de omroep zich voornamelijk richt tot nietArabieren, verschilt het gebruikte discours van dat van de Arabische variant. De artikels blijven echter vanuit een Arabisch perspectief geschreven. (Barkho, 2007, 24)
Al Jazeera English omschrijft zichzelf als een internationaal nieuwskanaal met meer dan zestig bureaus wereldwijd en als een concurrent van de BBC. (Al Jazeera English, 2012) In 2011 bereikte AJE reeds meer dan 250 miljoen huishoudens in 130 landen. De zender wordt echter nog steeds sterk geassocieerd met het Midden-Oosten en met islam, waardoor hij moeite heeft om zich in het Westen te profileren als een globaal nieuwskanaal. Het Aziatische publiek domineert dan ook in de kijkcijfers omwille van de grote moslimbevolking en het relatief hoge aantal Engelstaligen in de regio. (BBC News, 2013b; Kraidy, 2008)
Redactionele beleid
Ook AJE maant haar journalisten aan om bepaalde discoursrichtlijnen in acht te nemen. Zo wordt hen afgeraden om termen als ‘extremist’, ‘fundamentalist’, ‘martyr’ of ‘militant’ te gebruiken. Naar het Israëlische leger, moet bovendien steeds verwezen worden met de term ‘Israeli army’, niet ‘IDF’ of ‘Israeli Defense Forces’. (Barkho, 2011, 28) Russel Merryman, voormalig AJE-hoofdredacteur van online en nieuwe media, stelt dat AJE-journalisten zich ervan bewust zijn dat verschillende taalstructuren verschillende visies op de werkelijkheid weergeven en dat ze daarom een zo direct en actief mogelijke schrijfstijl hanteren. (Barkho, 2007, 23)
Voorts kreeg de zender reeds heel wat lof voor de sterke aanwezigheid van AJEcorrespondenten in de West Bank en Gaza. Een correspondent in de West Bank stelde echter wel dat het niet eenvoudig is om neutraal te blijven wanneer je er zelf woont: ‘We are part of the people of here. And this situation belongs to us also, and we have our opinions,’ (geciteerd in Sharp, 2003, 10).
Wat bij de samenstelling van het AJE-corpus voor dit onderzoek opviel, was dat AJE regelmatig gastauteurs met een pro-Palestijnse opinie aan het woord liet. Onderaan het artikel verduidelijkte de omroep steeds dat de aangehaalde standpunten die van de auteur zelf waren en niet noodzakelijk de redactionele lijn van AJE weerspiegelden. 18
Deze opiniestukken werden niet mee opgenomen in de analyse, maar hun aanwezigheid zal wellicht ook een invloed hebben uitgeoefend op de publieke opinie. Kritiek op Al Jazeera English
AJE krijgt de meest uiteenlopende kritieken met betrekking tot haar berichtgeving over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Terwijl sommige Palestijnen de omroep ervan beschuldigen zich te gedragen als een verlenging van de Israëlische public relations, beschuldigen anderen de zender van het verspreiden van anti-Semitische standpunten. (Sharp, 2003, 11)
De voorzitter van het departement journalistiek en massacommunicatie aan de Amerikaanse Universiteit van Cairo concludeert echter dat AJE niet meer of minder bevooroordeeld is dan het gemiddelde Amerikaanse nieuwsmedium, maar gewoon een andere verhaallijn brengt (geciteerd in Sharp, 2003, 4).
1.3.
Receptiecontext BBC
Philo en Berry (2011, 276) gingen na hoe de nieuwsinhoud en nieuwsstructuur van de BBC de overtuigingen van het publiek over het Israëlisch-Palestijnse conflict beïnvloedden. Hiervoor interviewden ze verschillende
groepen van Britse
informanten, waaronder studenten, bejaarden, middenklasse informaten en informaten met een laag inkomen.
Achtergrondkennis
In 2001 legde slechts negentien procent van alle ondervraagden een link tussen de oprichting van Israël en de Palestijnse vluchtelingenproblematiek. De meerderheid zag eveneens geen verband tussen de oorlog van 1967 en de huidige situatie in de Palestijnse gebieden. Voor veel informanten was het bovendien niet duidelijk wat de bezetting precies inhield. Zo wist slechts negen procent van de ondervraagde studenten dat de Israëli’s de bezetters waren, terwijl de overige 91 procent aangaven dat het Israëlische leger in de West Bank aanwezig is om Israëlische burgers te beschermen tegen agressieve Palestijnen. De meerderheid van alle informanten gaf
19
ten slotte aan dat ze het gevoel hadden niet over de voorkennis te beschikken die de journalisten van hen verwachtten. (Philo & Berry, 2011, 288)
Geweld en slachtoffers
In 2002 antwoordden de meeste informanten dat de Palestijnen het geweld uitlokten en dat Israël hierop reageerde. Bovendien stelde 35 procent van de ondervraagde studenten dat er meer Palestijnse slachtoffers waren dan Israëlische, terwijl 43 procent antwoordde dat er meer Israëlische waren of dat beide kanten evenveel slachtoffers kenden. De uitgebreide berichtgeving over zelfmoordaanslagen en de representatie van het geweld als een cyclus van aanval en tegenaanval zouden deze laatste twee overtuigingen kunnen verklaren. (Philo & Berry, 2011, 307)
Het vervolgonderzoek in 2009 wees uit dat de berichtgeving over Operatie Gegoten Lood meer op de Palestijnse slachtoffers had gefocust en dat meer respondenten dachten dat er meer Palestijnse slachtoffers waren. Wanneer gevraagd werd wie de schuld droeg voor deze Palestijnse slachtoffers, antwoordde 52 procent dat zowel Israël als Hamas schuldig waren, 29 procent wees enkel naar Israël en elf procent enkel naar Hamas. Zo getuigde een respondent dat Hamas Israël niet de schuld kon geven voor Palestijnse slachtoffers aangezien Israël enkel wraak nam voor Palestijns geweld. (Philo & Berry, 2011, 307)
Hamas
De publiekstudie uit 2009 toonde aan dat de link tussen Hamas en terreur sterk verankerd was. Zo gaf een respondent aan niet precies te weten waar de organisatie voor staat, maar wel dat ze altijd betrokken is bij conflicten. Een tweede participant vulde aan dat hij steeds beelden van bloedbaden en zelfmoordaanslagen voor zich zag wanneer hij de naam Hamas hoorde vallen. Geen enkele respondent bleek echter op de hoogte te zijn van onderhandelingsvoorstellen die Hamas recentelijk gedaan had. (Philo & Berry, 2011, 307)
20
Conclusie
Philo en Berry (2011, 300) concludeerden dat het perspectief dat de BBC naar voren schuift in haar berichtgeving wel degelijk de overtuigingen van het publiek beïnvloedt. Bij de studie in 2009 bleken de hiaten in de kennis van het publiek bovendien overeen te komen met de hiaten in de berichtgeving, terwijl veel van wat het publiek als waarheid aangaf, overeenkwam met de boodschap die de Israëlische PR naar voren had geschoven. De auteurs tonen hiermee dus aan dat de inhoud en de structuren van de berichtgeving wel degelijk verband houden met de kennis en de opinie van het publiek.
21
2. Tekstanalyse
In de taalkeuzes en structurele keuzes die in artikels gemaakt worden, kunnen we volgens Conboy (2007, 106) aanwijzingen vinden van de ideologische overtuiging van het medium. Woordkeuzes moeten immers binnen de huisstijl passen en groepen die buiten het wereldbeeld staan dat een medium tracht te promoten, worden ofwel genegeerd ofwel voorgesteld als een bedreiging voor de maatschappij.
2.1.
Macroniveau
Hieronder bespreken we welke structurele keuzes AJE en de BBC maakten op tekstniveau in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense.
2.1.1. Koppen en structurele organisatie De inhoud van de kop en de lead oefenen een sterkere invloed uit op de publieke opinie dan die van andere paragrafen. Journalisten beginnen een artikel met de kernboodschap en verwerken de minder belangrijke informatie in de laatste paragrafen, aangezien deze het meeste risico lopen om niet gelezen te worden wanneer de aandacht van het publiek verslapt. Wanneer het eerste deel van een artikel dus uitsluitend positief bericht over een partij en nuancering of de visie van de tegenpartij slechts in de laatste paragrafen verschijnt, bestaat het risico dat de lezer deze mist. Bovendien nemen veel lezers enkel vluchtig de krantenkoppen door. Het is dan ook belangrijk om rekening te houden met het relatieve belang dat aan bepaalde informatie wordt toegekend. (Barkho, 2007, 14; Caballero, 2010, 46; Entman, 1993, 57)
Wie is de actor?
In de berichtgeving over Operation Pillar of Defense is Israël de actor in achttien procent van de BBC-koppen en dertig procent van de AJE-koppen. De meest voorkomende woordkeuzes zijn ‘Israel’ en ‘Israeli air strike’. Wat opvalt is dat de BBC voorts enkel politieke, strategische of defensieve actoren aanhaalt, namelijk ‘Netanyahu’, ‘Tel Aviv’, ‘Israel’s military strategy’ en ‘Iron Dome’, terwijl AJE 22
ervoor kiest om ook actoren te vermelden die duiden op Israëlisch geweld, namelijk ‘missiles’, ‘Gaza strikes’, ‘Israel’s assassinations’, ‘Israel’s rocket victims’ en ‘Gaza ground war’.
Wanneer de actor Palestijns is, wat in 10 procent van de BBC-koppen en 22,6 procent van de AJE-koppen het geval is, hanteren beide media het omgekeerde patroon. De BBC vermeldt immers, naast tweemaal ‘Hamas’ en ‘Gazans’, uitsluitend raketten of bommen als actor, bijvoorbeeld ‘militant rocket’ of ‘rockets in skies over Israel’, terwijl AJE raketten slechts tweemaal als actor vermeldt en voorts kiest voor politici, journalisten, kinderen en burgerslachtoffers.
Wanneer de actor in de kop Israëlisch is, benadrukt de BBC dus het strategische aspect van Israëls acties, terwijl AJE daarnaast ook focust op het geweld. Is de actor Palestijns, dan focust de BBC op het gewelddadige aspect, terwijl AJE meer politieke of civiele actoren kiest.
Wie pleegt geweld? Israëli’s plegen zowel in de BBC- als AJE-berichtgeving vaker geweld in de kop dan Palestijnen. Zo plegen Israëli’s in de BBC- en AJE-koppen respectievelijk acht en tien keer geweld en Palestijnen vijf en zes keer. Het Palestijnse geweld is bij beide omroepen uitsluitend gericht tegen Israël, Tel Aviv of Jeruzalem. Wat het Israëlisch geweld betreft, vermelden zowel de BBC als AJE Jabari en een Hamas-hoofdkwartier als doelwit. Daarnaast vermeldt de BBC echter enkel ‘Gaza City’ en ‘a Palestinian’, terwijl AJE ook viermaal Gaza, tweemaal een Gazaanse familie en eenmaal een Gazaanse woonwijk vermeldt. Bij Israëlisch geweld legt AJE dus meer nadruk op burgers en civiele infrastructuur die geraakt worden dan de BBC.
Ook in de lead geven beide omroepen het Israëlische geweld vaker weer. Zo vermeldt de BBC Israëlisch geweld in 34,6 procent van alle leads en Palestijns geweld in 24 procent, terwijl AJE Israëlisch geweld in 60,3 procent en Palestijns in 20,7 procent van alle leads weergeeft. De BBC geeft Israëlisch geweld dus 1,4 keer vaker weer in de lead dan Palestijns, terwijl AJE dit bijna drie keer vaker doet.
23
Worden er burgerslachtoffers weergegeven?
De BBC vermeldt Israëlische als Palestijnse burgerslachtoffers elk in twee koppen (2,6 procent van de koppen), terwijl AJE geen enkel Israëlisch burgerslachtoffer in de kop vermeldt en vijf koppen (oftewel 9,4 procent) enkel Palestijnse burgerslachtoffers weergeven. De koppen die over de dood van Hamas-leider Jabari spreken, werden hierbij niet meegerekend.
Dit patroon zet zich voor beide media verder in de lead. Ook daar tracht de BBC het evenwicht te bewaren en worden er vier keer enkel Palestijnse, vier keer enkel Israëlische en drie keer zowel Palestijnse als Israëlische burgerslachtoffers vermeld. AJE maakt daarentegen ook in de lead een onderscheid in het aantal slachtoffers: viermaal gaat het enkel over Israëlische burgerslachtoffers, achttien keer enkel over Palestijnse en viermaal over beide.
Conclusie
Wanneer de lezer dus enkel de kop en lead leest, zou hij of zij uit de BBCberichtgeving kunnen concluderen dat er aan beide kanten evenveel slachtoffers vallen, wat misleidend is aangezien het Palestijnse dodental veel hoger ligt. Mogelijks kiest de BBC voor een dergelijke weergave vanuit een verlangen om gebalanceerd en onpartijdig over te komen (Aked, 2012). Bij AJE is echter uit de kop en lead duidelijk dat er meer Palestijnse slachtoffers vallen.
Bij beide omroepen krijgt de lezer het beeld dat Israël vaker geweld pleegt dan de Palestijnen. In de keuze van actoren benadrukt de BBC echter eerder het strategische aspect van Israëls acties, terwijl AJE op het geweld focust en vaker dan de BBC benadrukt dat er ook burgers getroffen worden. In de keuze van Palestijnse actoren benadrukt de BBC dan weer het gewelddadige aspect, terwijl AJE meer voor civiele actoren kiest.
24
2.1.2. Directe en indirecte citaten De selectie van bronnen kan veel zeggen over de politieke visie van een medium. Wie aan het woord komt, bepaalt immers de invalshoek van waaruit een verhaal verteld wordt. Wanneer er een eerlijk evenwicht is in de stemmen die aan bod komen, is de berichtgeving gebalanceerd. Is dit niet zo, dan wordt er te eenzijdig gekozen voor eenzelfde invalshoek. (Conboy, 2007; Lams, 2010)
Citaten van Palestijnse sprekers maken in de berichtgeving van de BBC 366 regels uit, terwijl AJE er 396 regels aan wijdt. Israëlische sprekers worden door de BBC dan weer in 729 regels aan het woord gelaten en door AJE in 382.
Figuur 1. Aantal regels gewijd aan Israëlische en Palestijnse citaten door de BBC en AJE in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense Figuur 1 maakt duidelijk dat de BBC een Israëlische stem tweemaal vaker laat doorklinken dan een Palestijnse, terwijl AJE naar een evenwicht in de stemmen streeft. Dit komt overeen met de bevindingen van Philo en Berry (2011, 215) die vaststelden dat Israëlis ook twee keer meer spreektijd kregen in de BBCberichtgeving over de tweede intifada. De ongelijkheid in public relations tussen Israëli’s en Palestijnen zou deze ongelijkheid deels kunnen verklaren, hoewel dit AJE niet belette om beide partijen ongeveer even vaak aan het woord te laten. (Doom & Korkus, 2009) Hieronder bekijken we wie er aan het woord komt.
25
Politici en hun woordvoerders
Palestijnse politici en hun woordvoerders worden door AJE in 104 regels direct en 41 regels indirect geciteerd, terwijl de BBC hen in 47 regels direct en 116 regels indirect citeert. Israëlische politici en hun woordvoerders worden door AJE direct geciteerd in 90 regels en indirect in 67 regels, waar de BBC hen 144 regels directe en 73 regels indirecte spreekruimte geeft.
Figuur 2. Aantal regels gewijd aan citaten van Israëlische en Palestijnse politici door de BBC en AJE in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense Figuur 2 laat zien dat AJE Israëlische en Palestijnse politieke sprekers ongeveer even vaak aan het woord laat. Wel citeert de omroep de Palestijnse sprekers vaker direct dan de Israëlische. De BBC laat Israëlische politieke sprekers daarentegen 1,3 keer vaker aan het woord dan Palestijnse en citeert hen driemaal vaker direct. Deze resultaten staven het verwijt van Tim Llewellyn (2004, 20 juni), voormalige MiddenOostenredacteur bij de BBC, dat de BBC officiële Israëlische bronnen sterker laat doorwegen dan Palestijnse. Bovendien spreken de resultaten de conclusie van het Report of the Independent Panel (Thomas, 2006) tegen dat stelt dat de BBC evenveel spreektijd toekent aan beide.
Doom en Korkus (2009, 19) merken op dat de media het Israëlische of Palestijnse volk vaak als een politiek onverdeelde groep voorstellen door slechts één politieke 26
fractie aan het woord te laten. In de berichtgeving over Operation Pillar of Defense valt bij beide omroepen meteen het ontbreken van de stem van links Israël op. Deze is volledig afwezig in de BBC-berichtgeving en wordt slechts in één AJE-artikel vermeld. De verdeeldheid onder de Palestijnse fracties komt daarentegen bij beide wel aan bod. Waar AJE verschillende partijen en bewegingen direct citeert, namelijk Hamas (71 regels), Islamic Jihad (negen regels), Fatah (acht regels) en het linksliberale Popular Front for the Liberation of Palestine (dertien regels), beperkt de BBC zich echter tot Hamas (39 regels) en Fatah (acht regels).
Strijders/soldaten of politie en hun woordvoerders
AJE geeft sprekers gelinkt aan het Israëlische leger of de Israëlische politie samen 130 regels spreekruimte, de BBC 174. De BBC hecht dus meer waarde aan verklaringen van het Israëlische leger dan AJE. Leden van gewapende Palestijnse vleugels of politie-agenten worden daarentegen door beide omroepen amper aan het woord gelaten: AJE citeert hen in veertien regels, de BBC in eenentwintig.
Hoewel Palestijnse strijders ongetwijfeld minder vaak aan het woord komen dan het Israëlische leger, kan dit resultaat ook deels verklaard worden door het feit dat journalisten vaak niet het onderscheid maken tussen Hamas als politieke partij en de militaire vleugel van Hamas. Hierdoor wordt Hamas gelijkgesteld aan geweld. Langs Israëlische zijde worden uitspraken van politici en uitspraken van militaire leiders daarentegen wel steeds onderscheiden.
Burgers
Palestijnse burgers komen bij AJE in 92 regels aan het woord, terwijl de BBC hen slechts acht regels toekent. Israëlische burgers krijgen in de AJE-berichtgeving dan weer 63 regels spreekruimte en in de BBC-berichtgeving 39. De BBC wijdt daarnaast echter vier artikels volledig aan door burgers ingezonden teksten en besteedt hierin 115 regels aan getuigenissen van Palestijnse burgers en 162 aan getuigenissen van Israëlische burgers.
27
We kunnen hieruit concluderen dat de observatie van het Report of the Independent Panel (Thomas, 2006) dat de BBC meer spreekruimte voorziet voor Israëlische burgers dan voor Palestijnse ook opgaat voor de berichtgeving over Operation Pillar of Defense. AJE laat daarentegen meer Palestijnse dan Israëlische burgers aan het woord.
Israël
Wat bovendien opvalt bij de indirecte citaten is dat een substantieel deel ervan door beide omroepen wordt toegeschreven aan ‘Israël’ (44 regels BBC, 25 regels AJE). Israël wordt dus gezien als een unitaire actor die uitspraken kan doen. De parallelle constructie ‘Gaza says that…’ komt daarentegen noch bij AJE, noch bij de BBC voor, wat enerzijds op de verdeeldheid van de Palestijnen onderling duidt en anderzijds op het feit dat Israël beschouwd wordt als een machtige, officiële speler en de Palestijnen niet.
2.1.3. Legitimering De manier waarop het publiek geweld begrijpt, als legitiem of illegitiem, beïnvloedt de mate waarin het zich zal identificeren met een partij. Philo en Berry (2011, 332) beweren dat de BBC Israëlisch geweld vaak als legitieme zelfverdediging voorstelt, terwijl Palestijns geweld zinloos en zonder aanleiding lijkt. Wanneer Israël beschuldigd wordt van het maken van Palestijnse burgerslachtoffers, wordt bijvoorbeeld vaak een Israëlische spreker aan het woord gelaten die het geweld legitimeert en het voorstelt als een reactie op Palestijns ‘terrorisme’ of als een ongeluk. Hierdoor wordt het lijden van de Palestijnen afgebeeld als acceptabel aangezien het noodzakelijk zou zijn voor het bereiken van een legitiem doel. (Ross, 2003, 13)
In de berichtgeving over Operation Pillar of Defense legitimeert de BBC Israëlische acties vaker dan AJE, namelijk tien versus zes keer. Beide legitimeren Jabari’s dood door hem via Israëlische citaten voor te stellen als een terrorist, waardoor Israëls actie een legitieme reactie op Palestijns geweld lijkt. (Danckaers, 2012) Zo vermelden de Israëlische citaten dat Jabari veel bloed aan zijn handen had en verantwoordelijk was 28
voor alle terreuractiviteiten vanuit Gaza over het voorbije decennium. Hoewel Israël dus iemand uitschakelt, zijn de Israëli’s de slachtoffers en de Palestijnen de aanvallers in dit scenario. Israëlische woordvoerder Mark Regev voegt hier bovendien aan toe dat NAVO-landen wereldwijd deze tactiek reeds gebruikt hebben tegen ‘terroristen’. Voorts stelt het Israëlische leger in de BBC-berichtgeving dat het legitiem is ‘to target anything connected with Hamas’ (artikels 29 en 34) en dat ‘all the sites hit overnight were ‘positively identified by precise intelligence over the course of months’ (artikel 38).
Met betrekking tot de dood van journalisten in Gaza, stelt Mark Regev in de AJEberichtgeving dat de Israëlische overheid de gebombardeerde kanalen ziet als Hamasmedewerkers en dus als ‘legitimate targets’. De dood van de familie Dalou in Gaza, wordt daarnaast in de BBC-berichtgeving toegeschreven aan een ‘technical error’. Mark Regev bevestigt hierbij dat Israël ‘as surgical as possible’ tracht te zijn bij de bombardementen, in tegenstelling tot de ‘indiscriminate militant rocket attacks’. Ten slotte vermelden twee sprekers in de BBC-berichtgeving dat de Palestijnse slachtoffers het verdienen: ‘most of the people who were hit in Gaza deserved it, as they were armed terrorists’ (plaatsvervangend buitenlandminister Danny Ayalon in artikel 61) en ‘if they won't give us peace, they deserve it’ (Israëlsiche burger Yossi Dayan in artikel 37). Zowel de BBC als AJE stellen respectievelijk twee- en driemaal door middel van een quote dat de Palestijnse acties niet te legitimeren vallen. Zo zegt Amerikaanse woordvoerder Mark Toner viermaal dat ‘there is no justification for the violence that Hamas and other terrorist organizations are employing against the people of Israel.’ Ook president Obama stelt dat er geen rechtvaardiging mogelijk is ‘for “the cowardly acts” of launching rockets into Israel.’ Hierdoor wordt het Palestijnse geweld voorgesteld als zinloos en fanatiek, waardoor de aanwezigheid van een Palestijnse motivatie volledig ontkend wordt en er niet naar de oorzaken van het geweld wordt gezocht.
29
2.1.4. Thema’s en informatie die benadrukt of net weggelaten worden Volgens Aked (2012) bestaat er een objectieve realiteit gebaseerd op feiten die niet betwist kunnen worden. Ze stelt dan ook dat de media niet zozeer foute informatie verspreiden, maar wel kiezen welke feiten ze benadrukken en welke ze niet vermelden. Het relatieve belang dat aan bepaalde feiten gehecht wordt, bepaalt het beeld dat het publiek krijgt.
a) Geweld
i.
Israëlisch en Palestijns geweld
Waar de BBC ervoor kiest om steeds zowel de Palestijnse raketaanvallen als de Israëlische bombardementen weer te geven en dat in 74,6 procent van de artikels, kiest AJE ervoor om het Israëlische geweld meer te benadrukken dan het Palestijnse. De Israëlische bombardementen worden namelijk in 88,6 procent van de artikels vermeld en de Palestijnse raketaanvallen slechts in 66 procent.
ii.
Hoe is de huidige escalatie begonnen?
Welke partij gepresenteerd wordt als de aansteker van het geweld, heeft gevolgen voor het oordeel dat het publiek zal vellen. (Philo & Berry, 2011, 175) Een veel gehoorde verklaring is dat Operation Pillar of Defense een Israëlische reactie is op het toenemende aantal raketten uit Gaza en dat de operatie begint bij de uitschakeling van Ahmed Jabari, de militaire leider van Hamas. Zijn dood wordt 46,6 procent van de BBC-artikels en 35,8 procent van de AJE-artikels besproken. AJE geeft wel vaker expliciet aan dat het geweld met zijn dood begon, namelijk negen keer, terwijl de BBC dit zes keer vermeldt. Een belangrijk element dat echter doorgaans niet vermeld wordt, is dat Jabari op het moment van de executie deel uitmaakte van vredesonderhandelingen met Israël. (Al Jazeera, 2012, 22 november) Een paar uur voor zijn dood had hij zelfs een voorstel voor een staakt-het-vuren in handen gekregen. Israël schakelde hem echter uit vooraleer hij hierop kon reageren. AJE vermeldde deze vredesonderhandelingen in vier artikels, de BBC slechts in één.
30
Volgens Philo en Berry (2011, 339) zal de Israëlische stelling dat het de Palestijnse raketten waren die het staakt-het-vuren doorbraken, nooit uitgedaagd worden door de BBC. Palestijnen krijgen de schuld voor de ‘cycle of violence’ en voor het verbreken van de relatieve rust die Israël in stand probeert te houden. (Korn, 2004) Handley (2009, 252) legt de dominantie van deze verhaallijn uit aan de hand van de observatie dat mainstream journalistiek gedreven wordt door gebeurtenissen en niet door langdurige processen. Hierdoor ligt de focus op fysiek geweld en wordt de rol van de Israëlische bezetting en blokkade geminimaliseerd.
Toch halen zowel de BBC als AJE ook enkele andere oorzaken aan, namelijk een voorval waarbij Palestijnen een projectiel afvuurden dat een Israëlische legerjeep raakte en vier soldaten verwondde (één keer bij de BBC en twee keer bij AJE) en de Israëlische bombardementen die het leven kostten aan zeven Palestijnen (één keer bij de BBC en drie keer bij AJE). Daarnaast vermeldt AJE ook eenmaal de dood van 13jarige Ahmed Abu Daqqa op acht november tijdens een Israëlische inval in Gaza als het begin van het geweld.
Beide omroepen vermelden ook enkele citaten waarin de verantwoordelijkheid voor het geweld expliciet wordt toegeschreven aan een van de partijen. AJE behoudt hier een evenwicht en kiest voor acht citaten die de verantwoordelijkheid bij Hamas leggen en acht citaten die Israël beschuldigen. De BBC laat daarentegen opvallend meer sprekers aan het woord die Hamas verantwoordelijk achten dan sprekers die Israël beschuldigen, namelijk dertien versus drie. Zo zegt de Brit William Hague dat ‘Hamas bore the principle responsibility for the crisis’ (één keer AJE, vijf keer BBC) en ook Obama ‘squarely blamed Palestinian fighters for causing the showdown’ (één keer AJE). Nabil El-Arabi, leider van de Arabische Liga, concludeert dan weer dat de echte oorzaak van de crisis de Israëlische bezetting is (één keer AJE) en Turkse eerste minister Erdogan stelt dat het een tactiek is van Israël om Hamas te beschuldigen en vervolgens zelf Gaza aan te vallen en het staakt-het-vuren te verbreken (één keer BBC). Meer voorbeelden van fragmenten die een oorzaak voor de huidige escalatie weergeven, is achteraan terug te vinden als bijlage A1 op bladzijde 101.
31
iii.
Is het ene geweld een respons op het andere?
Wanneer geweld wordt weergegeven als een antwoord op ander geweld, worden proportionaliteit en legitimiteit geïmpliceerd (Luyendijk, 2001, 18 augustus). In de berichtgeving over Operation Pillar of Defense stelt de BBC Israëlisch geweld in 22 gevallen voor als een reactie, terwijl Palestijns geweld slechts vijf keer zo wordt afgebeeld. Volgens AJE is Israëlisch geweld daarentegen in elf gevallen een reactie en Palestijns geweld in negen gevallen. Zo noemt AJE de Palestijnse raketaanvallen viermaal ‘a response to Israeli airstrikes’ en getuigt Ehud Barak in de BBCberichtgeving dat Israël geen oorlog wil, maar door de Palestijnse provocaties gedwongen wordt om kordaat te reageren. Een uitgebreidere lijst met voorbeelden is opgenomen als bijlage A2 op bladzijde 102.
AJE stelt Israël en de Palestijnen dus ongeveer even vaak voor als reagerend op geweld, terwijl de BBC Israëlisch geweld 4,4 keer vaker afbeeldt als een reactie. Dit heeft een grote impact op de manier waarop het publiek de oorsprong van het geweld zal begrijpen, over de partijen zal oordelen en welke oplossingen de voorkeur van de publieke opinie zullen wegdragen.
Figuur 3. Aantal keer dat Israëlisch of Palestijns geweld wordt voorgesteld als een reactie op geweld van de tegenpartij tijdens Operation Pillar of Defense Wanneer wordt aangegeven dat Israëlisch geweld een antwoord is op Palestijns geweld, wordt deze bewering volgens Barkho (2007, 15) vaak niet toegeschreven aan een bron. Hierdoor wordt de respons-interpretatie voorgesteld als absolute waarheid. 32
Tijdens Opeartion Pillar of Defense schrijft de BBC de Israëlische respons-verklaring inderdaad slechts tweemaal toe aan een spreker, maar ook Palestijnse reponsverklaringen worden doorgaans niet toegeschreven aan een bron. In dit geval neutraliseert de BBC dus zowel de Israëlische als de Palestijnse respons-verklaring, terwijl AJE beide telkens wel toeschrijft aan een bron. Beide omroepen zijn hierin dus consistent, waardoor ze op vlak van het al dan niet toeschrijven van de verklaring geen partij bevooroordelen.
iv.
Wordt de motivatie van de partijen weergegeven?
Tijdens Operatie Gegoten Lood berichtte de BBC dat de Israëlische motivatie een herstel van de orde en de veiligheid van haar burgers zou zijn, terwijl Hamas gemotiveerd zou worden door islamitisch extremisme. Deze Palestijnse motivatie maakt echter ook deel uit van het Israëlische discours, terwijl verzet bieden tegen een militaire bezetting doorgaans verzwegen werd als Palestijnse motivatie. (Philo & Berry, 2011, 336)
Dit patroon herhaalt zich in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense. Bovendien motiveren zowel AJE als de BBC Israëlische acties opvallend vaker dan Palestijnse. Een Israëlische motivatie wordt namelijk in 23 BBC- en zestien AJEartikels gegeven, terwijl een Palestijnse motivatie slechts in vijf BBC- en drie AJEartikels naar voren komt. Beide omroepen motiveren Israëlische acties dus in dertig procent van de artikels en Palestijnse acties in ongeveer zes procent. De weinige Palestijnse motivaties die AJE opgeeft, zijn echter wel gelinkt aan een vrijheidsstrijd, terwijl de BBC het Palestijnse geweld vaak motiveert als religieus of als wraak en slechts eenmaal het thema van een vrijheidsstrijd aanhaalt.
Israëlische en Palestijnse motivaties
De meest voorkomende Israëlische motivaties zijn de bescherming van burgers, de raketten uit Gaza een halt toeroepen en de leiders en infrastructuur van Hamas verzwakken. Wat de Palestijnse motivatie betreft, wordt door de BBC tweemaal ‘Jihad’ naar voren geschoven door middel van een citaat. Zo klinkt Jabari’s motivatie: ‘We don't seek positions in the government or leadership; our aim is to fight the 33
enemies of Islam.’ Daarnaast haalt de BBC wraak voor de dood van Jabari (artikel 47), strijd tegen de blokkade en bezetting (artikel 70), en de opening van de grensovergangen van Gaza (artikel 45) aan. Bij deze laatste motivatie wordt echter gesteld dat Hamas de grensovergangen open wil om zijn wapenarsenaal aan te vullen. De drie motivaties die AJE naar voren schuift, zijn militair verzet en het verslaan van Israël (artikel 25), een Palestijnse staat (artikel 40) en ‘the Palestinian cause’ (artikel 49). Hoewel deze laatste motivatie viermaal vermeld wordt in artikel 49, wordt nergens uitgelegd wat dit precies inhoudt.
De Israëlische motivatie wordt echter ook driemaal door AJE en tweemaal door de BBC in twijfel getrokken. Zo schrijft AJE-journaliste Jacky Rowland dat ‘if the Israeli army is seeking to kill those firing rockets, the fighters are not in those locations’ en suggereert een 14-jarig jongetje dat het conflict in werkelijkheid om land gaat: ‘Why is there a war on Gaza? It’s because the Israelis want our lands, right?’ Daarnaast laat de BBC PLO-onderhandelaar Saeb Erekat aan het woord die stelt dat ‘the Israeli agenda is war, not truce or a ceasefire’ en plaatst artikel 75 de Israëlische motivatie naast de Palestijnse: ‘Israel has unilaterally declared a 300m-wide exclusion zone around the fence which it says is needed for security but which Palestinians say steals valuable farming land.’
Neutralisering van het discours
Volgens Barkho (2008, 289) zou de BBC de Israëlische motivatie vaak neutraliseren door haar niet toe te schrijven aan een bron of geen modaliteit te gebruiken. AJE zou het tegenovergestelde doen. In de berichtgeving over Operation Pillar of Defense, schrijft de BBC de Israëlische motivatie vijfmaal en AJE driemaal niet toe aan een bron. Zo noemt een AJE-journalist de operatie bijvoorbeeld ‘the military campaign to silence Hamas’ rockets’. De Palestijnse motivatie wordt slechts eenmaal geneutraliseerd en dit door de BBC wanneer het om een wraakmotivatie voor Jabari’s dood gaat. Enkel de interpretatie dat Hamas naar vergelding smacht, wordt dus voorgesteld als absolute waarheid. Barkho’s (2007; 2008) bevindingen gaan dus niet op voor de berichtgeving over Operation Pillar of Defense, aangezien de BBC in de meerderheid van de gevallen de Israëlische motivatie wel toeschrijft aan een bron en AJE de Palestijnse motivatie nergens naturaliseert. 34
v.
Roep op wraak of uitingen van bedreiging
Met betrekking tot het Israëlisch-Palestijnse conflict onderscheiden Blondheim en Shifman (2009, 207) drie scripts, waaronder het ‘power script’ dat een partij afbeeldt als sterk. Partijen kunnen zich onder andere zo profileren door bedreigingen te uiten aan het adres van de tegenstanders. Palestijnen uiten bedreigingen in 22,6 procent van de AJE-artikels en 20 procent van de BBC-artikels, terwijl Israëli’s in 20,7 procent van de AJE- en 25,3 procent van de BBC-artikels dreigen. Beide partijen worden dus afgebeeld als machtig genoeg om bedreigingen te uiten. Zo zegt de gewapende vleugel van Hamas in vijf AJE- en vier BBC-artikels dat ‘the occupation has opened the gates of hell on itself’ en dat ‘our blessed hands will reach your leaders and soldiers wherever they are’. Ook wordt gesteld dat Israël donkere dagen te wachten staan en dat Gaza zal veranderen in een kerkhof voor Israëli’s mocht het ‘Zionistische regime’ tot een grondinvasie overgaan. De Shin Bet noemt Jabari’s executie dan weer een boodschap voor alle Hamasvertegenwoordigers en waarschuwt dat ze gewond zullen geraken indien ze doorgaan met het ‘promoten van terreur tegen Israël’ (artikel 3 en 4 BBC). Ook het Israëlische leger uit bedreigingen aan het adres van Hamas: ‘We reccommend no Hamas operatives, whether low level or senior leaders, show their faces above ground in the days ahead’ (artikel 9 en 12 BBC). Bovendien dreigt Israël met economische sancties wanneer de Palestijnse Autoriteit zou doorzetten met de aanvraag voor een statusverhoging bij de Verenigde Naties (artikel 40 AJE). Ook burgers roepen voor wraak. Zowel de BBC als AJE beschrijven bijvoorbeeld hoe honderden woedende Hamasleden in Gaza Stad op wraak zinnen voor de dood van Jabari en hoe duizenden betogers ‘Hit! Hit Tel Aviv!’ roepen (artikel 53 AJE 53, artikels 1 en 5 BBC). Israëlische burgers roepen in één AJE-artikel om wraak: ‘In Qiryat Malachi, the stricken building's damaged façade now stands as a call for revenge, with a banner urging the Israeli army to take over Gaza. “I want the army to into Gaza, flatten it”’ (artikel 35).
35
vi.
Israëli’s of Palestijnen zijn in gevaar
Een tweede script dat Blondheim en Shifman (2009, 207) onderscheiden is het ‘vulnerability script’, waarbij een partij wordt afgebeeld als in gevaar of machteloos om sympathie te verkrijgen van de internationale gemeenschap.
Israël en zijn burgers zijn in gevaar De BBC beschrijft Israël en zijn burgers in 25,3 procent van de artikels als bedreigd door de Palestijnse raketten. AJE doet dit in 13,2 procent van de artikels. Vaak worden hiervoor Britse, Amerikaanse en Israëlische citaten gebruikt, maar de BBCen AJE-journalisten beschrijven het gevaar ook in eigen woorden, respectievelijk in dertien en twee artikels. De BBC-berichtgeving beschrijft de bedreiging voor Israëli’s doorgaans op emotionele wijze, terwijl AJE voor een eerder technisch taalgebruik kiest. Zo getuigt een Britse minister bijvoorbeeld dat ‘coming here has given me a sense of what life is like for people under attack, and the appalling devastation that rocket attacks bring. The people in villages, towns and cities across Israel have the right to live without the constant fear of rocket attacks’ (artikel 50 BBC). Daarnaast verduidelijkt artikel 25 dat ‘Israeli civilians in Tel Aviv and Rishon Lezion are getting used to being within sprinting range of bomb shelters’ en voorspelt artikel 27 dat ‘the Israelis in their air raid shelters, seeing increasingly well-armed and implacable foes on their borders, could retreat further into a siege mentality.’ AJE geeft daarentegen bijvoorbeeld weer dat ‘Israeli citizens are threatened by rocket fire’ en dat 3,5 miljoen mensen door de verbetering van Hamas’ capaciteiten ‘into missile range’ gebracht worden.
Bovendien vermeldt de BBC het luiden van de sirenes in Israël tweeëntwintig keer, terwijl AJE dit negenmaal doet. Daarnaast geeft de BBC in zes artikels een figuur weer die het bereik van de Hamasraketten toont en aangeeft hoeveel procent van Israël bedreigd wordt.
36
Figuur 4. Kaart uit de BBC-berichtgeving over Operation Pillar of Defense die het bereik van de Hamas-raketten weergeeft Gaza en haar burgers worden bedreigd
Dat Israëls acties de Palestijnen in Gaza in gevaar brengen, wordt slechts in 7,5 procent van de artikels expliciet aangegeven door AJE.
Zo stelt de Egyptische
Freedom and Justice Party dat Egypte niet zomaar zou toekijken wanneer de ‘Palestinians come under attack’ (artikel 7) en opent artikel negen met de kop ‘Gaza: A people under siege.’ Bovendien toont een interactieve kaart welke steden in de Gazastrook geleden hebben onder Israëls bombardementen.
In
de
BBC-berichtgeving
benadrukt
Ghazi
Hamad,
plaatsvervangend
buitenlandminister voor Hamas, dat Palestijnen zich het slachtoffer en doelwit voelen en vermeldt de journalist dat de Palestijnen hun dagelijkse levens gekarakteriseerd zien door wat ze beschouwen als ‘a state of siege’ (artikel 45).
We kunnen concluderen dat zowel AJE als de BBC opvallend minder ruimte wijden aan de beschrijving van Palestijnen als bedreigd door Israël dan andersom. Bovendien valt op dat de BBC Israëlische burgers 2,7 keer vaker weergeeft als bedreigd dan AJE en hiervoor vaak emotioneel taalgebruik hanteert, waar AJE het zakelijker houdt. Het emotionele taalgebruik van de BBC nodigt het publiek uit om zich te identificeren
37
met de Israëlische burgers en verontwaardiging te tonen over de Palestijnse raketaanvallen.
vii.
Israël of de Palestijnen beschermen zichzelf
In 30,6 procent van de BBC-artikels wordt expliciet aangegeven dat Israël zich verdedigt, terwijl AJE dit in 22,6 procent van de artikels doet. Beide omroepen schrijven deze stelling telkens toe aan een Israëlische of buitenlandse spreker. Zo benadrukken de Verenigde Staten Israëls recht op zelfverdediging in twaalf BBC- en acht AJE-artikels. Ook Israëlische burgers geven in twee BBC-artikels aan dat Israël zich verdedigt: ‘I'm not happy with the situation where we are bombing Gaza but I think we have to do it, we have to defend ourselves.’ Bovendien verwijst de BBC naar artikel 51 van het VN-charter dat het recht op zelfverdediging aanvaardt als een fundamenteel principe van de internationale wet’ (artikel 55).
Voorts vermeldt de BBC de Iron Dome in 40 procent van alle artikels, terwijl AJE dit in 26,4 procent doet. Ook geeft de BBC vijfmaal een figuur weer die de werking van de Iron Dome uitlegt en die de Palestijnen driemaal ‘the enemy’ noemt. Dit wijst op een verschil in de nadruk die beide omroepen vestigen op het beschermende aspect van Israëls acties.
1. Enemy fires rocket or artillery shell 2. Projectile tracked by radar. Data relayed to management and control unit 3. Data analysed and target co-ordinates sent to the missile firing unit 4. Missile is fired at enemy projectile
Figuur 5. Afbeelding uit de BBC-berichtgeving over Operation Pillar of Defense die de werking van de Israëlische Iron Dome uitlegt 38
AJE spreekt af en toe over het Palestijnse verzet, maar gebruikt nooit de term ‘zelfverdediging’ met betrekking tot de Palestijnen. De BBC doet dit tweemaal wel. Zo schrijft een BBC-journalist in artikel 54 dat ‘all Gazans will tell you Palestinian fighters are only defending themselves’ en stelt plaatsvervangend Hamasbuitenlandminister Ghazi Hamad in artikel 71 dat Hamas ook het recht heeft om haar volk te verdedigen.
De BBC beeldt Israëli’s dus 1,3 keer vaker dan AJE af als zichzelf verdedigend en 11,5 keer vaker dan de Palestijnen. We kunnen concluderen dat de BBC sterker focust op het Israëlische discours van zelfverdediging dat Israëls acties voorstelt als legitiem dan AJE.
viii.
Israël vermijdt burgerslachtoffers in Gaza
De BBC geeft in 9,3 procent van haar artikels aan dat Israël burgerslachtoffers in Gaza tracht te vermijden. AJE doet dit in 11,3 procent. Zo wordt eerste minister Netanyahu viermaal geciteerd door AJE wanneer hij stelt dat ‘Israel will continue to do everything in its power to avoid civilian casualties.’ Woordvoerder Mark Regev vult aan dat ‘Israel only targets militants’ maar geeft toe dat er helaas soms onschuldige burgers sneuvelen ‘in the crossfire’ (artikel 5 AJE). Amerikaanse woordvoerder Mark Toner moedigt Israël ten slotte in drie BBC-artikels aan ‘to continue to take every effort to avoid civilian casualties.’ Door het gebruik van het woord ‘continue’ wordt geïmpliceert dat Israël momenteel reeds alles doet om burgerslachtoffers te vermijden.
AJE expliciteert echter in 22,6 procent van de artikels dat Israël burgerslachtoffers niet vermijdt. In zeven artikels gebeurt dit in de woorden van Palestijnen zelf. Zo getuigt Gazaanse dokter Ayman El Sahbany dat ‘not one resistance fighter came through the doors of this hospital. Every one of these people was a civilian’ (artikel 10). Ook 17-jarige Ashraf getuigt dat ‘Fouad worked as a security guard for a school, he had nothing to do with politics. Everyone in Gaza is a target. This is not about Hamas’ (artikel 31). Daarnaast schrijven AJE-journalisten vijfmaal in eigen woorden dat Israël burgerslachtoffers niet vermijdt. Zo vermeldt artikel zeven dat ‘people will be bracing for more violence, not just against Hamas but against the civilians too’ en 39
getuigt de journalist in artikel tien dat Israëls aanvallen gepaard gaan met ‘a barrage of artillery fire and airstrikes, which damaged or destroyed houses, cars and agricultural land.’
De BBC vermeldt daarentegen slechts in 2,6 procent van haar artikels dat Israël burgerslachtoffers niet vermijdt. We kunnen concluderen dat de BBC en AJE ongeveer even vaak aangeven dat Israël Palestijnse burgerslachtoffers vermijdt, waardoor het Israëlische geweld wordt voorgesteld als proportioneel en het Israëlische leger als humanitair. AJE vermeldt echter dubbel zo vaak dat Israël burgerslachtoffers niet vermijdt, wat de Israëlische beweringen zwaar in twijfel trekt.
b) Onderhandelingen en diplomatie
i.
Steun aan Israël en Hamas
Betuigen internationale of nationale sprekers hun steun aan Israël of aan Hamas in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense?
Internationale steun
Vooral de steun die Israël uit de Verenigde Staten ontvangt, wordt benadrukt. De BBC doet dit in 20 procent van haar artikels, AJE in 22,6 procent. Zo verzekert Hilary Clinton eerste minister Netanyahu van ‘rock-solid US support for Israel’s security’ in de AJE-berichtgeving en vermeldt de BBC driemaal dat de Verenigde Staten financiële steun geven aan Israël om de Iron Dome te onderhouden. AJE verwijst eenmaal naar de Amerikaanse militaire steun met de woorden ‘American-made fighter jets and drones’ in artikel 44. Dat het Verenigd Koninkrijk Israël steunt, wordt enkel door AJE vermeld. Britse buitenlandminister William Hague waarschuwt echter wel in vier BBC- en twee AJE-artikels dat Israël heel wat internationale steun zou kwijtspelen mocht het voor een grondinvasie kiezen.
Wat de steun aan Hamas betreft, wordt vooral die van Egyptische benadrukt: in 22,6 procent van de BBC- en 15 procent van de AJE-artikels. In vier artikels citeert de BBC Egyptische president Mohammed Mursi wanneer hij zegt dat ‘Egypt will not 40
leave Gaza on its own.’ Daarnaast vermelden zowel de BBC als AJE de steun van de Arabische Liga, Tunesië, Iran, Turkije en van hacking groep Anonymous en ZCompanyHackingCrew. AJE bericht voorts nog over de steun van Jordanië en Qatar. De financiële en militaire steun aan Hamas vanuit Iran, wordt eenmaal door de BBC vermeld. Bovendien worden de Fajr-5 raketten ‘Iranian-built’ genoemd in tien BBC- en twee AJE-artikels en bedankt Hamas-leider Khaled Meshaal Iran voor de militaire steun in vier AJE-artikels.
Zowel de steun van Westerse landen aan Israël als die van Arabische landen aan Hamas wordt dus door beide omroepen benadrukt. Een Westers publiek met een beperkte achtergrondkennis over het conflict zal hierdoor misschien eerder geneigd zijn om begrip op te brengen voor Israël dan voor Hamas aangezien het zich verwant voelt met de Westerse politici en vertrouwd is met hun retoriek. Wat de militaire steun aan Israël betreft, focust de BBC bovendien uitsluitend op de Amerikaanse steun aan Israëls beschermening, namelijk de Iron Dome, terwijl AJE uitsluitend de steun
benadrukt
aan
Israëls
gevechtsinfrastructuur,
namelijk
drones
en
gevechtsvliegtuigen. Dit schetst een heel ander beeld van de Amerikaanse militaire steun aan Israël.
Nationale steun
Steun van de Israëlische burgerbevolking voor de militaire acties in Gaza wordt door de BBC expliciet vermeld in 9,3 procent van de artikels en door AJE in 9,4 procent. Zo schrijft de BBC dat meer dan 80 procent van de Israëli’s de luchtoperaties tegen doelwitten in Gaza steunt en geeft AJE de volgende beschrijving: ‘A Hasidic Jewish man, from the Breslov sect, is carried on the shoulders of an Israeli soldier during a visit to support the troops, near the border with the Gaza Strip. Israeli children wave their national flag as they greet an army convoy passing on a road leading to the Israel-Gaza border near the southern Israeli town of Ofakim’ (artikel 28). Wel benadrukken zowel de BBC als AJE dat heel wat Israëli’s op een sterkere militaire operatie hadden gehoopt en boos reageerden op de beslissing van hun overheid om het staakt-het-vuren te aanvaarden.
41
De steun van de Gazaanse burgerbevolking aan Hamas wordt door beide omroepen slechts eenmaal vermeld. De BBC maakt hier echter ook serieuze kanttekeningen bij. Zo verklaart BBC-artikel 54 dat Hamas de parlementaire verkiezingen in 2006 won en door veel burgers gezien wordt als de enige partij die werkelijk ‘verzet biedt tegen Israëls bezetting’. Heel wat Gazanen zouden echter de politieke leiders wantrouwen. Voorts
schrijft
de
journalist
dat
Hamas
beschuldigd
wordt
van
mensenrechtenschendingen, willekeurige arrestaties, corruptie, de vervolging van politieke oppositie Fatah, het tegenwerken van de vredesgesprekken, marteling, moord en het onnodig uitstellen van nieuwe verkiezingen. Hoewel ook aan Israël’s adres beschuldigingen van mensenrechtenschendingen geuit worden, vermeldt de BBC deze niet. Ook AJE laat in twee artikels burgers aan het woord die kritiek uiten op Hamas. Zo getuigt een Gazaanse vrouw dat het gewapende verzet de burgers in gevaar brengt waardoor zij de grootste slachtoffers zijn van het geweld (artikel 51) en verklaart Imad Abu Rahme, de lokale leider van een links-liberale Palestijnse fractie, dat Hamas’ interpretatie van religie de vrijheden van de bevolking te veel beperkt (artikel 53).
De mate waarin een bevolking steun betuigt aan de eigen overheid zegt iets over de democratische legitimiteit die de acties van deze overheid genieten. Beide omroepen benadrukken de steun van de Israëlische bevolking aan haar overheid, en dus ook het democratische karakter van de staat Israël, vaker dan de steun van de Gazaanse bevolking aan Hamas. Deze steun wordt bovendien zowel door AJE als de BBC vaker in twijfel getrokken dan beaamt, waardoor ook de democratische legitimiteit van Hamas in twijfel wordt getrokken.
ii.
Vredesonderhandelingen en staakt-het-vuren
De BBC vermeldt de vredesonderhandelingen of het staakt-het-vuren in 44 procent van de artikels en AJE in 32 procent. Egypte wordt in achttien BBC- en veertien AJEartikels de voornaamste bemiddelaar genoemd. Ook de Verenigde Staten krijgen een belangrijke rol toegeschreven en de deelname van Hilary Clinton aan de gesprekken wordt in zes BBC-artikels en vijf AJE-artikels vermeld. Zo stelt BBC-artikel 71 dat ‘Egypt and the United States were the two major players in negotiating the truce deal’ en verklaart AJE dat de Amerikaanse staatssecretaris ‘is seeking a truce between 42
Israel and Hamas.’ AJE wijt er hierbij wel steeds op dat Clinton enkel president Abbas zou ontmoeten en geen Hamas-leiders, terwijl de BBC hier geen gewag van maakte. Door enkel Fatah-vertegenwoordigers te ontmoeten, suggereren de Verenigde Staten dat zij Fatah, ondanks het verlies van de verkiezingen in Gaza, als enige legitieme vredespartner en vertegenwoordiger van alle Palestijnen zien en dat Hamas als ‘terreurorganisatie’ buitenspel moet worden gezet. (Finer, 2008, geciteerd in Handley & Ismail, 2010, 279)
Voorts wordt de bijdrage van secretaris-generaal van de Verenigde Naties Ban Kimoon aan de vredesonderhandelingen tweemaal vermeld door de BBC en eenmaal door AJE. De BBC vermeldt Groot-Brittanniës steun aan Egyptes pogingen om een staakt-het-vuren te bekomen eenmaal en beide omroepen berichten eveneens eenmaal over de hulp van Qatar en Turkije.
Hoewel de BBC de vredesonderhandelingen en het staakt-het-vuren vaker vermeldt dan AJE, vermelden beide omroepen wel dezelfde bemiddelaars. Beide kiezen bovendien voor een eenvoudige verhaallijn en besteden weinig of geen aandacht aan nationale belangen die de bemiddelaars nastreven in de regio. Enkel het feit dat Mursi zich als kersverse, democratisch verkozen Egyptische president in dit conflict moet bewijzen aan het Egyptische volk wordt benadrukt, evenals het feit dat Hilary Clinton enkel Fatah-vertegenwoordigers ontmoet.
iii.
Eisen van Israël en Hamas
Personen die eisen kunnen stellen, komen over als personen met macht waarmee rekening dient gehouden te worden (Conboy, 2007, 57). Of de partijen dus eisen stellen in de berichtgeving, zal de perceptie van het publiek beïnvloeden. Een weergave van de eisen gesteld door buitenlandse sprekers, is terug te vinden als bijlage A3 op bladzijde 103.
Israël wordt in de AJE-berichtgeving viermaal weergegeven als iets eisend, terwijl de BBC Israëlische eisen tienmaal vermeldt. Ook de Palestijnen eisen viermaal iets in de AJE-berichtgeving en achtmaal iets in die van de BBC. Zowel de BBC als AJE geven Israëlische en Palestijnse eisen dus ongeveer even vaak weer. Waar de BBC tijdens 43
Operatie Gegoten Lood volgens Philo en Berry (2011, 353) doorgaans enkel de Israëlische eisen voor een staakt-het-vuren weergaf, worden ditmaal steeds de eisen van beide partijen weergegeven. Zo moet Israël alle agressie tegen Gaza stopzetten, 24 uur na het ingaan van het staakt-het-vuren alle grensovergangen openen en de restricties op beweging van mensen en goederen naar Gaza verzachten. Daarnaast wordt geëist dat alle Palestijnse fracties hun aanvallen tegen Israël stopzetten. iv.
Kritieken op Israël en Hamas
Kritieken op een bepaalde partij nuanceren de manier waarop deze zichzelf profileert en kunnen er het publiek dan ook een alternatief beeld van geven. Israël wordt 35 keer bekritiseerd in de BBC-berichtgeving en 18 keer in de AJE-berichtgeving, terwijl Hamas 22 kritieken in de BBC-berichtgeving en slechts 9 in de AJE-berichtgeving krijgt. Zowel AJE als de BBC publiceren dus meer kritieken op Israël dan op Hamas: AJE publiceert er dubbel zoveel, de BBC anderhalve keer zoveel. Israël krijgt voornamelijk kritiek van Egypte (zeventien keer bij de BBC, zes keer bij AJE), het Verenigd Koninkrijk (zeven bij de BBC, twee bij AJE) en van Palestijnse sprekers (vijf bij de BBC, drie bij AJE). De Palestijnen krijgen voornamelijk kritiek van Israël (zeven bij de BBC, drie bij AJE), de Verenigde Staten (vijf bij de BBC, vijf bij AJE), het Verenigd Koninkrijk (vijf bij de BBC) en de Verenigde Naties (vier bij de BBC, één bij AJE). Hieronder volgt ter illustratie een beknopte bespreking van de kritieken die geuit werden door enkele sprekers. Een uitgebreidere weergave van de belangrijkste kritieken is als bijlage A4 opgenomen op bladzijde 104.
Israëls aanvallen op Gaza worden door Egyptische president Mohamed Mursi ‘unacceptable’, ‘a disaster’ en ‘a blatant aggression against humanity’ (één keer bij AJE en vijf keer bij de BBC) genoemd. Ook de Egyptische Freedom and Justice Party noemde de hen ‘massacres’ (artikel 7 AJE). Bovendien krijgt Israël van de Egyptische Moslimbroeders de kritiek stemmen te willen scoren in de nakende verkiezingen en daarom de escalatie te veroorzaken (artikel 23 AJE). Wanneer landen die traditioneel beschouwd worden als bondgenoten van Israël kritiek uiten, dan is dit voornamelijk vanuit een bezorgdheid dat Israël internationale steun zou verliezen. De focus blijft dus doorgaans op Israëls belangen liggen volgens Slater (2007, 97). Dit zien we ook in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense, waar Britse buitenlandsecretaris 44
regelmatig William Hague waarschuwt dat een grondinvasie Israël veel internationale steun en sympathie zou kosten (vier keer bij de BBC, twee keer bij AJE).
Een veel gehoorde Israëlische kritiek op Hamas tijdens Operatie Gegoten Lood was dat Hamas bewust haar burgers als schild zou gebruiken door haar strijders en wapenfaciliteiten tussen de bevolking te verbergen (Philo & Berry, 2011, 337). Deze kritiek komt in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense in twee AJE- en drie BBC-artikels opnieuw naar voren. Netanyahu verklaart dat er geen morele symmetrie is tussen de ‘terroristen’ in Gaza en Israël, aangezien de ’terroristen’ dubbele oorlogsmisdaden plegen: ‘Hamas deliberately targets our children and they deliberately place their rockets next to their children’ (één keer bij AJE, twee keer bij de BBC). Daarnaast noemen de Verenigde Staten Hamas ‘an obstacle to peace’ in vijf AJE-artikels.
v.
Protestacties
Philo en Berry (2011, 358) stelden vast dat de BBC tijdens Operatie Gegoten Lood haast uitsluitend over anti-Israëlische protesten in het Verenigd Koninkrijk berichtte en daarbij onvoldoende uitleg gaf over de standpunten van de betogers. Ook tijdens Operation Pillar of Defense berichten noch de BBC noch AJE over pro-Israëlische protestacties buiten Israël. Pro-Palestijnse betogingen worden daarentegen in 7,5 procent van de AJE-artikels en 6,6 procent van de BBC-artikels weergegeven. Waar AJE over betogingen in Egypte, Libanon en Syrië bericht, kijkt de BBC echter voornamelijk naar betogingen in het Verenigd Koninkrijk en naar één betoging in Egypte. Deze resultaten tonen dus hetzelfde patroon aan bij de BBC als tijdens Operatie Gegoten Lood.
Protestacties in de Palestijnse gebieden zelf, worden door AJE in 11,3 procent en door de BBC in 9,3 procent van de artikels weergegeven. AJE beschrijft de protesten echter uitvoerig en wijdt er zelfs drie volledige artikels aan, terwijl de BBC ze eerder terloops vermeldt. Over betogingen in Israël berichten beide omroepen tweemaal, met het verschil dat de BBC uitsluitend rechtste betogingen tegen het staakt-het-vuren weergeeft, terwijl AJE eenmaal over een betoging tegen het staakt-het-vuren en
45
eenmaal over een betoging door links Israël tegen de Israëlische acties in Gaza bericht.
Beide omroepen focussen dus op pro-Palestijnse betogingen in binnen- en buitenland. De BBC kijkt daarbij echter voornamelijk naar betogingen in het Verenigd Koninkrijk zelf, waar AJE enkel betogingen in de Arabische wereld weergeeft. Dit wijst op een verschil in geografische focus tussen beide omroepen. Bovendien besteedt AJE meer aandacht aan de Palestijnse protesten dan de BBC. Ook in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense wordt niet uitvoerig ingegaan op de standpunten en eisen van de betogers, maar wordt enkel vermeld dat ze tegen het geweld in Gaza zijn. Waar de BBC Israëlische betogers ten slotte voorstelt als een homogene groep die tegen het staakt-het-vuren is, wijst AJE op de interne diversiteit door ook links Israël aan het woord te laten.
c) Achtergrondinformatie Volgens Barkho (2008, 291) vormt achtergrondinformatie het deel van het nieuwsverhaal waar journalisten zelf de grootste inbreng hebben. Citaten van politici kunnen ze bijvoorbeeld niet zelf kiezen. Ze kunnen er enkel voor kiezen om deze al dan niet weer te geven. Bij achtergrondinformatie zijn ze echter vrij om te vermelden wat hen belangrijk lijkt om een accuraat beeld te creëren van de situatie.
i.
Historische achtergrondinformatie
Zonder een basis aan historische achtergrondkennis kan het publiek een bericht over het Israëlisch-Palestijnse conflict moeilijk plaatsen. Twee kernmomenten die hierbij essentieel zijn, zijn de oprichting van Israël in 1948 en de 6-daagse oorlog van 1967, waarbij Israël de West Bank, Oost-Jeruzalem en Gaza bezette. Zonder de betekenis van deze kernmomenten te begrijpen, kan het publiek verward geraken en lijkt het Palestijnse geweld vaak zinloos, irrationeel of fanatiek. (Korn, 2004, 214; Philo & Berry, 2011, 187) Zowel AJE als de BBC geven in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense echter amper historische achtergrondinformatie. AJE doet dit slechts in 3,7 procent en de BBC in 4 procent van alle artikels.
46
Naar aanleiding van Israëls dreiging met economische sancties indien de Palestijnen een statusverhoging aanvragen bij de Verenigde Naties, legt Bassem Zubeidi, professor politieke wetenschappen aan Birzeit University, in de AJE-berichtgeving uit dat ‘as part of the Oslo Accords signed in 1993, Israel collects and transfers tax revenue to the authority - an estimated $1bn a year - which the PA relies heavily on.’ Hij vertelt dat de Oslo-akkoorden de Palestijnse Autoriteit creëerden om over delen van de bezette gebieden te regeren tot een permanente overeenkomst bereikt wordt en een Palestijnse staat gesticht wordt. Hij concludeert dat de VN-stemming hoe dan ook geen verandering op het terrein zal teweegbregen en dat de Israëlische nederzettingen zullen uitbreiden, evenals de Israëlische toeëigeningen van Palestijnse grond. (artikel 40)
Het andere AJE-artikel dat een minimum aan achtergrondinformatie geeft, doet dit om de opschorting van de UEFA-voetbalmatch in Israël te kaderen en stelt dat ‘UEFA barred Israel from hosting all matches under its sanctions between 2002-2004 at the height of the five-year Palestinian uprising when militants carried out numerous shooting attacks and bus bombings against Israelis.’ Bovendien wordt een gelijkaardige schorsing vermeld in 2006 toen Israël ‘waged a war against Lebanese Hezbollah guerrillas who fired 4,000 rockets into Israel’ (artikel 37).
Ook de BBC geeft slechts in drie artikels informatie over de geschiedenis van het conflict en legt uit dat de grenzen van de Gazastrook vastgelegd werden na de ‘ArabIsraeli war of 1948-9’ en dat 1,1 miljoen Palestijnen in Gaza geregistreerd staan als vluchteling. Verder vermeldt het artikel dat Eypte Gaza controleerde van 1948 tot 1967, wanneer Israël het ‘veroverde’ tijdens de zesdaagse oorlog en dat de directe vredesonderhandelingen tussen de Palestijnse Autoriteit en Israël reeds sinds 2010 stilliggen, terwijl Hamas nooit heeft deelgenomen aan vredesgesprekken aangezien de groep Israëls bestaansrecht niet erkent (artikel 71).
In een ander artikel (artikel 27) bespreekt de BBC voorts kort de Israëlische oorlog in Libanon van 2006 en de zesdaagse oorlog in 1967: ‘It has been apparent since the 2006 Lebanon war, when Hezbollah rained thousands of rockets down on northern Israel, that Israel's old calculations 47
about using buffer zones to ensure the security of its citizens were pretty much redundant. Now it is clear that the old notions that dominated military thinking there for decades, about retaining the lands conquered in 1967 for “strategic depth”, no longer apply.’
Niet alleen geven beide omroepen dus te weinig achtergrondinformatie opdat een publiek met beperkte kennis het artikel zou kunnen plaatsen, ook weerspiegelt deze weinige achtergrondinformatie voornamelijk of uitsluitend het Israëlische perspectief. Zo zit het enige dat de BBC in artikel 71 vermeldt over de zesdaagse oorlog bijvoorbeeld vervat in de uitdrukking ‘the lands conquered in 1967’. Over welke gebieden het hier gaat, van wie Israël deze veroverde en wat de gevolgen daarvan zijn voor de ‘veroverde volkeren’ wordt niet uitgelegd. Het andere BBC-artikel geeft dan wel aan dat het hierbij onder andere om Gaza gaat dat ‘veroverd’ werd op Egypte, maar bespreekt eveneens de gevolgen voor de Gazanen niet. Ook bij het vermelden van de Israëlisch-Libanese oorlog in 2006, geven beide omroepen wederom enkel het Israëlische perspectief weer dat Hezbollah duizenden raketten op noord-Israël afschoot. Slechts één artikel van AJE raakt aan de Palestijnse afhankelijkheid van Israël, de problematiek van landroof en de uitbreiding van de Israëlische nederzettingen in de West Bank, waarmee een Palestijns perspectief wordt gegeven.
ii.
Relatie Israël – Gaza
De relatie tussen Israël en Gaza wordt internationaal betwist. Sommigen stellen dat de Israëlische bezetting ten einde liep met Israëls terugtrekking uit Gaza in 2005. Anderen, waaronder de Verenigde Naties, beweren dat Gaza nog steeds bezet wordt en dat de blokkade die Israël in 2007 oplegde, Gaza in een wurggreep houdt. Hoe de relatie tussen Israël en Gaza door een medium wordt ingevuld, zal de houding van het publiek ten opzichte van het conflict grondig beïnvloeden. Wanneer de gevolgen van de
bezetting
en
de
blokkade,
waaronder
onteigeningen,
tekorten
en
mensenrechtenschendingen, over het hoofd worden gezien, kan een medium volgens Meulenbelt (2001) en Philo en Berry (2011, 193) immers niet uitleggen waarom de Palestijnen gefrustreerd zijn en bepaalde acties ondernemen. Er wordt dan ook een heel andere interpretatie gegeven van de oorzaken en motieven van het geweld wanneer de blokkade en bezetting niet vermeld worden. 48
Volgens Phyllis Bennis, mede-oprichter van de US Campaign to End Israeli Occupation, kon er in de Amerikaanse media tijdens Operation Pillar of Defense wel over de bezetting gesproken worden, maar niet als een oorzaak van het huidige geweld. Frank Sesno stelt dat journalisten de bezetting en blokkade doorgaans niet doelbewust verzwijgen, maar dat deze naar de achtergrond geschoven worden omdat nieuws gebracht wordt als een cyclus van ‘breaking news’ en niet binnen een context van sluimerende processen. (geciteerd in Al Jazeera, 2012, 22 november)
In wat volgt, wordt nagegaan in hoeveel artikels de BBC en AJE de relatie tussen Israël en Gaza niet specificeren in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense, hoe vaak ze insinueren dat Gaza al dan niet bezet is en hoe vaak ze enkel de blokkade vermelden zonder over een bezetting te spreken.
Niet gespecificeerd
Wanneer de relatie tussen Israël en Gaza niet gespecificeerd wordt, lijkt het alsof het om een conflict tussen twee gelijke partijen gaat, niet om een conflict tussen een bezetter en een bezette. (Danckaers, 2012, 21 november) Dit was het geval in 56,6 van alle AJE-artikels en in 69,3 procent van de BBC-artikels. Binnen deze interpretatie vormt het geweld dan ook geen deel van een vrijheidsstrijd, maar hooguit van een religieus conflict of een conflict om land.
Bovendien worden Israël en de Palestijnen in acht van deze AJE-artikels en twintig van deze BBC-artikels voorgesteld als ruziënde buren die vastzitten in een ‘cycle of violence’ die met periodes oplaait. Op deze manier wordt het conflict voorgesteld als zinloos geweld gebaseerd op wederzijdse haat en provocaties die beantwoord worden. Zo noemt BBC het geweld ‘the latest eruption in a conflict with Palestinian militants which has raged between the two sides for years’ (artikel 71) en hebben er verschillende ‘spasms of cross-border violence’ plaatsgevonden sinds Hamas de controle over de Gazastrook overnam (artikel 63). Voor Philo en Berry (2011, 193) is dit een non-verklaring voor het geweld. Hoewel de auteurs erkennen dat geweld doorgaans meer geweld uitlokt, stellen ze dat het onmogelijk is om de ware oorsprong van een conflict terug te brengen tot een cyclus van actie en reactie: ‘The reasons for 49
the Second World War, for example, were not that Britain and Germany kept bombing each other.’
Niet langer bezet
Wanneer gesteld wordt dat Gaza niet langer bezet is, kan het Palestijnse geweld onmogelijk in verband gebracht worden met de gevolgen van een bezetting. Hierdoor wordt het conflict, net zoals wanneer de relatie tussen Israël en Gaza niet gespecificeerd wordt, hooguit voorgesteld als een religieus conflict of een conflict om land. Het geweld wordt dan algauw afgebeeld als defensief geweld van een slachtoffer (Israël) tegenover aanvallende ‘terroristen’ (Palestijnen). (Slater, 2007)
In de berichtgeving over Operation Pillar of Defense, suggereert de BBC in 10,6 procent van haar artikels dat Gaza niet langer bezet zou zijn, terwijl AJE dit slechts in 3,7 procent van de artikels doet. Zo stelt de BBC dat Jabari betrokken geraakte bij de militaire activiteiten van Hamas toen ‘the coastal territory was still occupied by Israel’ (artikel 4 BBC). Daarnaast geeft AJE door middel van een burgercitaat aan dat Gaza niet langer bezet zou zijn. De vrouw oppert immers dat Israël Gaza opnieuw zou moeten bezetten om de Palestijnse burgers de kans te geven op een normaal leven: ‘I think the solution is to occupy Gaza and then manage it like a normal state, give them their rights and benefits.’ (artikel 12 AJE) Ten slotte geeft de BBC op heel subtiele wijze aan dat Gaza niet bezet is in artikel 65 met de woorden ‘the occupied West Bank, including East Jerusalem, and Gaza’. Door te specificeren dat de West Bank bezet gebied is, maar ditzelfde adjectief niet voor Gaza te gebruiken, wordt geïmpliceerd dat Gaza niet langer bezet is.
Wel bezet
Wanneer de bezetting wel vermeld wordt, kan het Palestijnse geweld worden voorgesteld als een verzetsstrijd. AJE geeft in 18,8 procent van alle artikels aan dat Gaza nog bezet zou zijn, terwijl de BBC dit slechts in vier procent van haar artikels doet. Naast Gaza tweemaal ‘occupied’ te noemen, gebruikt AJE tweemaal de constructie ‘the occupied Palestinian territories’. Door ‘gebieden’ hier in de meervoudsvorm te plaatsen, wordt aangegeven dat het ook om Gaza gaat. Ten slotte 50
geeft Nabil El-Araby, hoofd van de Arabische Liga, in twee AJE-artikels aan dat de bezeting het probleem is waar alle landen op zouden moeten focussen.
Blokkade wordt vermeld maar zonder over een bezetting te spreken
Wanneer enkel de blokkade vermeld wordt zonder over een bezetting te spreken, vormt dit eveneens een mogelijke verklaring voor Palestijns geweld, aangezien het geweld dan toegeschreven kan worden aan de gevolgen van de blokkade. In 20,7 procent van de AJE-artikels en 16 procent van de BBC-artikels wordt enkel de blokkade vermeld. Zo legt de BBC uit dat Israël de blokkade verstrengde nadat Hamas ‘de volledige controle over de Gazastrook’ overnam in juni 2007, waardoor het vervoer van goederen en de mobiliteit van mensen beperkt werden (artikel 69 BBC). In de AJE-berichtgeving beschrijven kinderen in Gaza het leven onder een ‘crippling’ Israëlische blokkade bovendien als ‘worse than being in prison’ (artikel 51 AJE).
Conclusie
Figuur 6 toont aan dat wanneer de omroepen de relatie tussen Gaza en Israël specificeren, AJE beduidend vaker aangeeft dat Gaza nog steeds bezet is, terwijl de BBC vaker suggereert dat Gaza niet langer bezet is. Ook de Israëlische blokkade wordt vaker aangehaald door AJE dan door de BBC. Bovendien kiest de BBC vaker voor een weergave van de situatie als een cyclus van geweld tussen twee ruzieënde buren dan AJE: respectievelijk in 26,6 en 15 procent van de artikels.
51
Figuur 6. Percentage van BBC- en AJE-artikels waarin de relatie tussen Israël en Gaza wordt weergegeven We kunnen dus concluderen dat hoewel beide omroepen de relatie tussen Israël en Gaza doorgaans niet specificeren, AJE deze toch vaker dan de BBC zodanig voorstelt dat het Palestijnse geweld afgebeeld zou kunnen worden als een vrijheidsstrijd.
iii.
De gevolgen van de bezetting en blokkade voor Gaza
Door de gevolgen te beschrijven van de bezetting en de blokkade voor de Gazaanse bevolking, krijgt het publiek inzicht in de dagelijkse problemen en tekorten waarmee Gazanen geconfronteerd worden. Hierdoor zou het meer begrip kunnen tonen voor de Palestijnse acties of standpunten.
In de berichtgeving over Operation Pillar of Defense wijdt de BBC 90 regels aan een beschrijving de Palestijnse beslommeringen en AJE 45. AJE doet dit echter wel gespreid over zes artikels, waar de BBC alle informatie bundelt in twee artikels. Hierdoor worden AJE-lezers regelmatiger herinnerd aan de Palestijnse problematiek en is de kans dat meer AJE-lezers tenminste een van deze zes beschrijvingen gelezen hebben groter dan de kans dat BBC-lezers een van de twee beschrijvingen doornemen.
AJE bespreekt onder andere hoe de economie onder de blokkade lijdt en hoe Gaza een tekort kent aan bouwmaterialen, voedsel en medicijnen (artikels 9 en 33). Een 15-jarig meisje getuigt bovendien dat het woord gevangenis niet volstaat om Gaza te 52
beschrijven: ‘In a prison you can move around, here you cannot. If you are in a prison, you do not get bombed. Here we are in a prison and we get bombed’ (artikel 51). De tunnels tussen Gaza en Egypte worden omschreven als een ‘lifeline for residents of the area … providing a conduit for food, fuel and other goods’ (artikel 19). Ten slotte getuigen dokters over de tekorten aan materiaal en de uitdaging om voldoende personeel tot in de ziekenhuizen te krijgen omwille van het voortdurende geweld (artikel 16). De BBC schrijft dat Gazanen lijden onder ‘severe socio-economic hardship’ en dat 80 procent van de bevolking afhankelijk is van buitenlandse steun omwille van Israëls blokkade, die volgens de Verenigde Naties leidt tot ‘the impoverishment and dedevelopment of a highly-skilled and well-educated society’ (artikel 71). Artikel 69 wijdt vier volle pagina’s aan de levensomstandigheden in Gaza en bespreekt hierbij de falende economie en Gaza’s afhankelijkheid van de smokkeltunnels, het tekort aan scholen, voedsel en water, de gebrekkige gezondheidszorg, stroompannes en de weinige ontspanningsmogelijkheden. Van de bevolking wordt gezegd dat ze jong en groot is en omwille van de slechte economische omstandigheden een mogelijke broeihaard voor sociale spanningen en extremisme vormt.
iv.
Andere vormen van achtergrondinformatie
Andere vormen van achtergrondinformatie werden door AJE in 35,8 procent van de artikels gegeven en door de BBC in 20 procent om huidige thema’s te kaderen. Hieronder wordt ter illustratie overlopen over welke thema’s beide omroepen meer achtergrondinformatie verschaffen.
De Arabische Lente vormt een veel besproken thema in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense, met focus op Egypte in het bijzonder. De BBC en AJE beschrijven de relatie tussen Mursi’s islamistische regering in Egypte en Hamas in tien artikels en stellen dat de banden tussen Hamas en Egypte verstevigd zijn sinds Mursi’s verkiezing, aangezien Hamas gevormd werd als een vertakking van de Moslimbroeders. Daarnaast bespreekt een BBC-artikel de huidige politieke situatie in Syrië, Libanon, Jordanië, Tunesië, Egypte en Libië, maar ook de relaties tussen de VS en Egypte. Zo stelt het artikel dat sinds Mursi’s verkiezing, Israël en de Verenigde 53
Staten niet langer op Egypte kunnen rekenen om de ‘quarantaine’ van Gaza te bewaren. Voorts wijst AJE op de Amerikaanse militaire steun die Egypte jaarlijks ontvangt vanuit de Verenigde Staten, waardoor Mursi’s beweegruimte om een radicale positie in te nemen tegenover Israël toch enigszins beperkt is. (artikel 22 AJE)
Bij aanslagen of raketaanvallen op Tel Aviv, benadrukken AJE en de BBC vaak hoe lang het geleden is sinds een dergelijke aanslag plaatsvond. Zo geeft AJE in één artikel en de BBC in vier artikels aan dat Tel Aviv niet meer geraakt werd door een raket sinds de Golfoorlog van 1991. Daarnaast vermeldt AJE na het ontploffen van een bom op een bus in Tel Aviv, dat de laatste bomaanslag in de stad dateerde van april 2006, wanneer een Palestijnse zelfmoordenaar elf mensen doodde aan een broodjeszaak nabij het oude centrale busstation (artikels 39, 46 en 50).
Ook de naderende verkiezingen in Israël in januari 2013 en welke belangen Netanyahu mogelijks heeft bij Operation Pillar of Defense in het vooruitzicht daarvan, worden achtmaal vermeld door AJE, terwijl de BBC dit slechts tweemaal doet. Andere thema’s die aan bod komen, zijn de dalende populariteit van de Palestijnse Autoriteit in de West Bank, de VN-stemming over de Palestijnse status (artikel 40 AJE), de heropbouw van de Gazaanse infrastructuur (artikel 53 AJE), de PR-strategie van Hamas en de psychologische oorlogsvoering die tussen Israël en Hamas plaatsvindt (artikel 25 AJE), de weinig enthousiaste reactie van de Israëlische bevolking op het staakt-het-vuren (artikel 47 AJE), de hernieuwde eenheid tussen verschillende Palestijnse fracties sinds het staakt-het-vuren (artikel 53 AJE) en de veranderingen die Israëls afweergeschut de Iron Dome gebracht heeft in de Israëlische tactiek (artikel 44 AJE). AJE brengt ten slotte ook een psychologische analyse van de manier waarop kinderen in Gaza omgaan met het huidige geweld (artikel 51 AJE).
2.1.5. Framing Framing slaat volgens Doom en Korkus (2009, 5) op de conceptuele kaders waarbinnen nieuwe begrippen worden aangereikt en ingebed. In ieders hoofd zitten bepaalde frames of kaders van waaruit we denken en waarin we nieuwe informatie inpassen. Frank Sesno, voormalig CNN-hoofdredacteur, concludeert dat het zeer 54
moeilijk is om als journalist buiten het mainstream frame te stappen. De journalist daagt dan immers niet enkel het frame van het publiek uit, maar ook dat van het medium en de overheid, wat op kritiek onthaald wordt. (Al Jazeera, 2012, 22 november) Entman (1993, 52) definieert framing als ‘to select some aspects of a perceived reality and make them more salient in a communicating text.’ Frames benadrukken dus bepaalde informatie in een tekst, terwijl ze andere elementen naar de achtergrond schuiven door middel van nadruk en selectie. Nadruk wordt gelegd door regelmatig dezelfde kernwoorden, metaforen, concepten, symbolen en beelden te herhalen (Entman, 1991, 7), waardoor het publiek de informatie op een bepaalde manier onthoudt. Daarnaast selecteert een medium welke thema’s en bronnen er aan bod komen. Hoewel de media verschillende partijen aan het woord laten, worden ze niet allemaal gelijkwaardig behandeld. (Wolfsfeld, 1997, geciteerd in Ross, 203, 5)
Door middel van nadruk en selectie, wordt een bepaalde probleemdefinitie naar voren geschoven, een interpretatie van de oorzaken gesuggereerd, een morele evaluatie gepromoot en een mogelijke oplossing aangereikt. Deze vier framing functies moedigen het publiek aan om op een bepaalde manier te denken en te handelen. (Entman, 1993, 52) Frames helpen ons om de complexiteit en ambiguïteit van informatie te reduceren, zodat de realiteit eenvoudig te begrijpen valt. (Gamson en Lasch, 1983, geciteerd in Ross & Bantimaroudis, 2006, 87) Ismail (2008, 196) concludeert echter dat de framing van het Israëlisch-Palestijnse conflict de complexiteit vaak zodanig reduceert dat het onmogelijk wordt om te begrijpen waar het conflict echt om draait en welke dynamieken er spelen.
Een framinganalyse tracht dus op inductieve of deductieve wijze na te gaan welke denkkaders er in een tekst worden aangereikt om nieuwe informatie in te passen. (Deprez & Raeymaeckers, 2010, 6; Lams, 2010). Deze studie speurde de frames inductief op door per artikel bij te houden welke invulling er gegeven wordt aan de vier framingfuncties van Entman (1993) en vervolgens te analyseren met welke frames uit de literatuur deze invullingen het meest overeenkwamen.
55
a) Frames en het Israëlisch-Palestijnse conflict
Wolfsfeld (1997, geciteerd in Deprez & Raemaeckers, 2010, 7) onderscheidt twee frames: het ‘law and order’ en het ‘injustice and defiance’ frame. Het Israëlische standpunt wordt meestal via dit eerste frame en het Palestijnse via het tweede weergegeven. Volgens het ‘law and order’ frame plegen Palestijnen terreurdaden, terwijl Israël als slachtoffer acties onderneemt om de veiligheid en orde te herstellen. De verantwoordelijkheid voor het geweld wordt dus bij de Palestijnen gelegd en de aangereikte oplossing is een herstel van de rust. In het ‘injustice and defiance’ frame zijn Israëli’s daarentegen bezetters en imperialisten, terwijl Palestijnen martelaren en vrijheidsstrijders zijn die verzet bieden tegen de Israëlische onderdrukking. De verantwoordelijkheid wordt dus gelegd bij Israël, dat ervan beschuldigd wordt de Palestijnen in een wurggreep te houden. De oplossing die wordt voorgesteld is een Israëlische terugtrekking uit de Palestijnse gebieden, de ontmanteling van de Israëlische nederzettingen, een Palestijnse staat op Palestijnse voorwaarden en het recht op terugkeer voor de Palestijnse vluchtelingen. Meulenbelt (2001) onderscheidt hiernaast nog een derde frame, waarbij het conflict wordt afgebeeld als een ruzie tussen twee gelijkwaardige religieuze of etnische groepen die om één stuk land vechten en niet bereid zijn om toegevingen te doen. De groepen zitten als het ware vast in een ‘cycle of violence’. Wederzijdse haat en misverstanden worden hierbij gezien als het centrale probleem.
In wat volgt, overlopen we eerst welke invulling de BBC en AJE geven aan de vier framing functies van Entman (1993) en stellen vast dat elementen van een of meerdere van de drie bovenstaande frames bij beide omroepen in 42 artikels voorkomen. Vervolgens gaan we na welke van de frames globaal bekeken het vaakst voorkomt in deze 84 artikels.
b) Frames in de BBC-berichtgeving
De BBC geeft de Palestijnse raketten aan als het centrale probleem in eenentwintig artikels, de cyclus van geweld in vijftig artikels en een agressief Israëlisch beleid ten
56
opzichte van Gaza in zeven artikels. In eenentwintig artikels treft de Palestijnen dus de voornaamste schuld en in zeven artikels Israël.
In negentien artikels luidt het morele oordeel dat Israël zichzelf mag verdedigen en daarbij burgerslachtoffers moet vermijden. In vijf artikels wordt daarentegen geoordeeld dat Israël het geweld moet stoppen en de Gazanen een waardig leven moet gunnen.
De vaakst voorgestelde oplossing is een duurzaam vredesakkoord, een staakt-hetvuren of onderhandelingen, namelijk in twintig artikels. Een herstel van de orde komt naar voren in vijf artikels en een tweestatenoplossing in twee artikels evenals en een herstel van de politieke ongelijkheid tussen Israël en de Palestijnen. Een grondoffensief wordt eenmaal aangereikt als een oplossing. Wanneer we de artikels als geheel bekijken, stellen we vast dat het ‘law and order’ frame het dominante frame is in 52,3 procent van de artikels, het ‘cycle of violence’ frame in 30,9 en het ‘injustice and defiance’ frame in 16,6 procent.
c) Frames in AJE
Een agressief Israëlisch beleid tegenover Gaza wordt in de AJE-berichtgeving in twintig artikels voorgesteld als het voornaamste probleem, de Palestijnse raketten in tien, een cyclus van geweld in negen en de Israëlische bezetting in twee artikels.
Het voornaamste morele oordeel is in twaalf artikels dat Israëls gedrag niet legitiem is, in negen artikels dat Israël zichzelf mag verdedigen en in drie artikels dat het om een Palestijnse vrijheidsstrijd gaat.
De oplossingen die worden aangereikt, zijn een duurzaam vredesakkoord, onderhandelingen of een staakt-het-vuren in veertien artikels, de stopzetting van het Israëlische geweld in vier artikels en een opheffing van de blokkade in twee artikels evenals een grondoffensief. Het herstel van de rust en een verderzetting van de Israëlische bombardementen worden elk eenmaal voorgesteld als een oplossing.
57
Wanneer we de artikels als geheel bekijken, stellen we vast dat het ‘injustice and defiance’ frame het voornaamste frame is in 54,7 procent van de artikels, het ‘law and order’ frame in 23,8 en het ‘cycle of violence’ frame in 21,4 procent.
d) Conclusie Figuur 7 toont aan dat de voorkeur van de BBC voor het ‘law and order’ frame ongeveer even sterk is als de voorkeur van AJE voor het ‘injustice and defiance’ frame. We kunnen dus concluderen dat de BBC ongeveer even vaak vanuit een eerder Israëlische frame bericht als AJE vanuit een eerder Palestijns. De BBC kiest daarnaast vaker dan AJE voor het ‘cycle of violence’ frame, waarbij er geen expliciete schuld wordt toegekend aangezien het centrale probleem wederzijdse haat is. AJE kiest daarentegen ongeveer even vaak voor een ‘law and order’ als een ‘cycle of violence’ frame.
Figuur 7. Percentage van BBC- en AJE-artikels waarin het ‘law and order’, ‘injustice and defiance’ of ‘cycle of violence’ frame (Meulenbelt 2011; Wolfsfeld, 1997, geciteerd in Deprez & Raemaeckers, 2010, 7) als dominante frame voorkomen 2.1.6. Conclusie macroniveau
Heel wat studies vertonen de neiging om mediakanalen eenzijdig als pro-Palestijns of pro-Israëlisch te bestempelen. Zelizer, Park en Gudelunas (2007, 304) argumenteren echter dat deze categorisering simplistisch is en de complexiteit van de berichtgeving te sterk reduceert. Een berichtgeving is immers nooit zwart of wit. Ook deze studie erkent dat een eenduidige conclusie trekken zonder de vele nuances die de berichtgeving rijk is over het hoofd te zien, een moeilijke opgave is.
58
Hoewel er steeds een element van subjectiviteit blijft spelen bij het indelen van taalstructuren in categorieën, laat het cijfermateriaal uit het codeboek wel toe om op enkele tendensen te wijzen. Per bestudeerde parameter gaan we aan de hand van het codeboek na of de berichtgeving eerder naar een Palestijns, Israëlisch of neutraal perspectief leunt. We wijzen hierbij dus op neigingen, niet op harde feiten. Een verantwoording voor de gemaakte keuzes bij het opstellen van onderstaande tabel, is dan ook terug te vinden als bijlage A5 op bladzijde 106.
Wat het macroniveau van de berichtgeving over Operation Pillar of Defense betreft, kunnen we uit tabel 1 concluderen dat AJE voor even veel parameters vanuit een eerder Palestijns, eerder Israëlisch en eerder neutraal of vaag perspectief bericht, terwijl de BBC-parameters een duidelijke voorkeur voor een eerder Israëlische verhaallijn vertonen. AJE blijkt dus over alle parameters heen gebalanceerder te berichten dan de BBC. In wat volgt, gaan we dieper in op de analyse van het microniveau op zins- en woordniveau.
59
Eerder pro-Pal
BBC Neutraal of vaag
Eerder pro-Isr l l l
Eerder pro-Pal l
AJE Neutraal of vaag
Eerder pro-Isr
Koppen Bronnen l Legitimering l Geweld l l Beginpunt l l Respons l l Bedreigingen l l uiten Motivatie l l Bedreigd zijn l l Zelfverdediging l l Vermijdt l l burgerslachtoffers Steun l l Onderhandelingen l l Eisen l l Kritieken l l Betogingen l l Historische l l achtergrond Andere 1 1 achtergrond Relatie Israël1 l Gaza Gevolgen l l bezetting Frame l l TOTAAL 3 6 12 7 7 7 Tabel 1. Onderzochte parameters macroniveau ingedeeld naar eerder Palestijns, neutraal of Israëlisch perspectief
60
2.2.
Microniveau – zinsniveau
In het volgende hoofdstuk bespreken we de transitieve patronen die door AJE en de BBC gebruikt worden om het geweld tussen Israël en de Palestijnen te beschrijven. We gaan hierbij na wie er op welke manier geweld pleegde tegen wie. Vervolgens wordt bekeken welke vormen van modaliteit de journalisten gebruiken.
2.2.1. Transitiviteit a) Werkwoorden
Doordat werkwoorden acties en relaties tussen mensen of zaken specificeren, kunnen ze een bepaalde interpretatie van een gebeurtenis naar voren schuiven. (Barkho, 2008, 286) Wanneer bepaalde werkwoordspatronen systematisch worden gebruikt, kunnen ze volgens Conboy (2007, 54) aantonen hoe de nieuwsagenda van een bepaald medium eruit ziet. Hieronder bespreken we hoe de keuze voor een actieve of passieve constructie, een intransitief werkwoord of een nominalisatie een bepaalde voorstelling van de feiten benadrukt.
Hierbij moet echter benadrukt worden dat deze keuzes contextafhankelijk zijn en dat journalisten doorgaans niet doelbewust voor een bepaald werkwoordspatroon kiezen in een bepaalde situatie, maar zich eerder laten leiden door het redactionele beleid van hun medium. (Conboy, 2007, 55) Hierdoor is het moeilijk om rechtlijnige conclusies te trekken uit het eenvoudigweg optellen van de gebruikte patronen. Richardson en Barkho (2009, 598) stellen echter dat hoewel de keuze voor een bepaalde structuur misschien niet intentioneel is, deze wel de interpretatie van het publiek mee vorm kan geven.
Transitieve werkwoorden: Actief of passief
In een actieve zinsopstelling staat de actor doorgaans vooraan in de zin, gevolgd door het werkwoord, eventueel een lijdend of meewerkend voorwerp en bepalingen die de omstandigheden weergeven. Op deze eerste positie in de zin ligt de meeste nadruk. Wanneer een journalist dus niet de aandacht wil vestigen op wie precies de actie 61
uitvoerde, kan hij of zij kiezen voor een passieve werkwoordsconstructie. Hierdoor komt het lijdend voorwerp immers vooraan te staan en kan de actor achteraan worden weergegeven als handelend voorwerp of zelfs weggelaten worden. Deze constructie kan dus gebruikt worden om bij controversiële acties de verantwoordelijkheid van de actor te verbergen. (Conboy, 2007, 53). In de AJE-berichtgeving over Operation Pillar of Defense plegen Israëli’s 170 keer geweld door middel van een actief werkwoord en 141 keer door middel van een passief. De BBC kiest 106 keer voor een actief werkwoord bij Israëlisch geweld en 139 keer voor een passief. Palestijnen plegen dan weer 83 keer geweld met een actief werkwoord in de AJE-berichtgeving en 98 keer met een passief, terwijl de BBC 59 keer een actief en 103 keer een passief werkwoord gebruikt. Figuur 8 geeft hier een overzicht van.
Figuur 8. Aantal actieve en passieve werkwoorden gebruikt in de AJE- en BBCberichtgeving om het geweld weer te geven tijdens Operation Pillar of Defense Hierbij valt meteen op dat Israël zowel in de BBC- als AJE-berichtgeving vaker geweld pleegt met een transitief werkwoord dan de Palestijnen. Ten tweede valt op dat de BBC zowel Israëlisch als Palestijns geweld vaker beschrijft door middel van een passief werkwoord, terwijl Israëli’s in de AJE-berichtgeving vaker geweld plegen met een actief werkwoord en Palestijnen met een passief. Waar de BBC de actor van geweld dus voor beide partijen vaker niet benadrukt, doet AJE dit enkel voor 62
Palestijns geweld, terwijl de omroep de actor van Israëlisch geweld wel vaker weergeeft in de onderwerpspositie.
Wanneer we verder inzoomen op het gebruik van passieve werkwoorden en nagaan hoe vaak de BBC en AJE een handelend voorwerp vermelden, kunnen we drie categorieën onderscheiden. Bij de eerste categorie is het handelend voorwerp een persoon (bijvoorbeeld: ‘by militants’) of een land (bijvoorbeeld: ‘by Israël’). Bij de tweede categorie is het handelend voorwerp een object (bijvoorbeeld: ‘by a rocket’) of wordt de actor weergegeven als onderdeel van een bijwoordelijke bepaling (bijvoorbeeld: ‘in an Israeli airstrike’). Ook dit laatste is een manier om minder nadruk te leggen op de actor. (Conboy, 2007, 62) Bij de derde categorie wordt het handelend voorwerp ten slotte weggelaten.
Figuur 9 geeft weer hoe vaak AJE en de BBC elk van deze drie categorieën gebruiken in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense en toont aan dat beide omroepen hierin gelijklopende keuzes maken. Voor zowel Palestijns als Israëlisch geweld gebruiken beide beduidend vaker een object als handelend voorwerp of een bijwoordelijke bepaling dan een persoon of een land. Bovendien valt op dat wat Israëlisch geweld betreft, beide omroepen er net iets vaker voor kiezen om het handelend voorwerp weg te laten dan om het weer te geven, terwijl er voor Palestijns geweld het omgekeerde gedaan wordt. Beide omroepen expliciteren de identiteit van een Israëlische agressor bij passieve werkwoorden dus net iets vaker niet dan wel, terwijl de identiteit van een Palestijnse agressor net iets vaker wel wordt gespecificeerd. Eenduidige conclusies hieruit trekken is echter moeilijk aangezien deze voorbij zouden gaan aan de complexiteit en variatie van de gebruikte constructies.
63
Figuur 9. Aantal passieve werkwoorden met of zonder handelend voorwerp die geweld uitdrukken in de AJE- en BBC-berichtgeving over Operation Pillar of Defense Intransitieve werkwoorden
Ook het gebruik van intransitieve werkwoorden kan een andere interpretatie van het geweld naar voren schuiven. Transitieve werkwoorden zijn werkwoorden die een lijdend voorwerp bij zich kunnen of moeten hebben. Bij intransitieve werkwoorden kan dit daarentegen niet. Een voorbeeld van een transitief werkwoord is ‘kopen’ (Marieke koopt bloemen), terwijl een voorbeeld van een intransitief werkwoord ‘blaffen’ is (de hond blafte / ). Bij een transitief gebruikt werkwoord beïnvloedt de actie van de actor dus een lijdend voorwerp, terwijl een intransitief werkwoord geen beïnvloedbaar leidend voorwerp heeft.
Het gebruik van bepaalde intransitieve werkwoorden kan op subtiele wijze de ware actor verbergen. (Conboy, 2007, 55) Zo beroepen de BBC en AJE zich in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense op het intransitieve werkwoord ‘to die’ om slachtoffers van beide partijen weer te geven. Bij een werkwoord als ‘sterven’ kan de vraag naar een dader niet gesteld worden, in tegenstelling tot bij het transitieve werkwoord ‘doden’. Het is immers wel mogelijk om te vragen wie de burgers doodde, maar niet ‘wie hen stierf’. Het intransitieve werkwoord sterven stelt het slachtoffer dan ook voor als de enige betrokken actor bij de handeling en verbergt hierdoor de mogelijke aanwezigheid van een andere dader volledig. 64
De BBC gebruikt het werkwoord ‘to die’ opvallend vaker dan AJE. Waar AJE zich er driemaal op beroept bij de dood van Israëli’s en achtmaal bij de dood van Palestijnen, gebruikt de BBC het voor slachtoffers van beide kanten tweeëntwintig keer. De BBC laat dus vaker de vraag naar een dader helemaal in het midden door middel van intransitieve werkwoorden dan AJE. Dit doet de omroep wel voor beide partijen even vaak, terwijl AJE vaker de dader in het midden laat wanneer het om Palestijnse slachtoffers gaat. Een mogelijke verklaring hiervoor is echter dat AJE over het algemeen ook meer Palestijnse slachtoffers vermeldt dan Israëlische.
Nominalisaties
Ten slotte zijn ook nominalisaties belangrijk om te analyseren in het kader van transitiviteit. Een nominalisatie is een werkwoord omgevormd tot een zelfstandig naamwoord. Hierdoor worden de participanten verwijderd en lijkt de gebeurtenis zich spontaan voor te doen, wat voor een abstractere voorstelling zorgt waarbij er afstand gecreëerd wordt tussen de handeling en de personen die erbij betrokken zijn. (Conboy, 2007, 65)
Zowel AJE als de BBC gebruiken opvallend minder nominalisaties voor Palestijns geweld dan voor Israëlisch in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense. Palestijns geweld wordt driemaal met een nominalisatie omschreven door AJE en vijfmaal door de BBC. De meest voorkomende nominalisatie is ‘the firing of missiles’. Israëlisch geweld wordt daarentegen met 26 nominalisaties beschreven door AJE en met veertig door de BBC. De meest gebruikte nominalisaties zijn ‘the killing of Ahmed Jabari’ (acht keer AJE, twintig keer BBC) en ‘the assassination’ (twaalf keer AJE, elf keer BBC). Israëlisch geweld wordt dus door beide omroepen vaker abstract voorgesteld dan Palestijns, namelijk dertien keer vaker door AJE en twintig keer vaker door de BBC.
b) Actoren: wie pleegt het geweld?
Agency is volgens Entman (1991, 11) een belangrijk onderdeel van het morele frame. Het Israëlische geweld wordt bij beide omroepen het meest gepleegd door ‘Israel’ (46 65
keer bij AJE, 56 keer bij de BBC) en ‘Israeli military/forces/navy/soldiers’ (29 keer bij AJE, 26 keer bij de BBC). Palestijns geweld wordt volgens AJE het meest gepleegd door ‘Hamas’ (17 keer bij AJE, 8 keer bij de BBC), terwijl het volgens de BBC het meest gepleegd wordt door ‘Gaza-based/Palestinian/Hamas militants’ (42 keer bij de BBC, 2 keer bij AJE). Ook ‘Gaza/Palestinian fighters’ (16 keer bij AJE, 4 keer bij de BBC) en ‘armed groups’ (7 keer bij AJE, 4 keer bij de BBC) zijn veel gebruikte actoren.
Naast personen, landen of instellingen, bleken ook objecten of handelingen regelmatig als actor op te treden. Een voorbeeld hiervan is de constructie ‘an air strike killed four people’. Op deze manier hoeft de journalist de precieze identiteit van de actor niet weer te geven. (Barkho, 2007, 16) Deze studie ging na hoe vaak een object of handeling als actor bij beide omroepen voorkomt in combinatie met een actief werkwoord en stelt vast dat AJE deze constructie 72 keer voor Israëlische en 37 keer voor Palestijnse actoren gebruikt, terwijl de BBC dit 24 keer voor Israëlische en slechts 5 keer voor Palestijnse actoren doet. De meest voorkomende Israëlische objecten of handelingen zijn ‘an air strike/attack’ (37 keer bij AJE en 13 keer bij de BBC), gevolgd door een ‘Israeli missile’ (16 keer bij AJE, 1 keer bij de BBC) en ‘an Israeli warplane/aircraft’ (13 keer bij AJE, 6 keer bij de BBC). Veruit de meest voorkomende Palestijnse actor is ‘a rocket’ (30 keer bij AJE, 2 keer bij de BBC).
Figuur 10. Actoren die geweld plegen tijdens Operation Pillar of Defense in de BBCen AJE-berichtgeving in absolute aantallen 66
Uit figuur 10 valt onmiddellijk op dat zowel AJE als de BBC bijna dubbel zoveel Israëlische als Palestijnse actoren opgeven. AJE vermeldt namelijk 141 Israëlische en 72 Palestijnse actoren, de BBC 102 Israëlische en 63 Palestijnse. Voorts kunnen we concluderen dat AJE zowel voor Israëlisch als Palestijns geweld het vaakst een object of handeling als actor kiest, terwijl Israëlisch geweld volgens de BBC het vaakst gepleegd wordt door ‘Israël’ en Palestijns geweld door ‘militants’. In de BBCberichtgeving krijgen we dus voornamelijk een verhaal over geweld tussen twee gedefinieerde actoren, namelijk Israël en militanten, terwijl AJE de actoren vaker vaag houdt, hoewel ook ‘Israël’ vaak vermeld wordt als actor. Bijlage B1 op bladzijde 108 geeft een overzicht van alle gebruikte actoren.
c) Doelwitten: tegen wie wordt er geweld gepleegd? Worden er ‘ziekenhuizen’, ‘scholen’ en ‘appartementsgebouwen’ beschoten, of eerder ‘locaties’? Fair (2009) stelt dat de Westerse berichtgeving geneigd is om de Israëlische terminologie te echoën en te schrijven dat Israël ‘Hamas targets’ vernietigt.
Israëlisch geweld
De Gazastrook zelf of steden binnen Gaza zijn 49 keer het doelwit in AJE-artikels en 34 keer in BBC-artikels. Burgers of civiele infrastructuur, waaronder huizen, sportvelden, en wagens, zijn bij AJE 52 keer het doelwit en bij de BBC 22 keer. Specifieke Hamas-doelwitten worden 135 keer vermeld in de AJE-berichtgeving en 168 keer bij de BBC. De meest vermelde doelwitten in deze categorie zijn ‘Ahmed Jabari’ (44 keer bij AJE, 36 keer bij de BBC), ‘Hamas facilities’ (23 keer bij AJE, 29 keer bij de BBC), ‘police/security/Hamas buildings’ (21 keer bij AJE, 27 keer bij de BBC) en ‘sites/locations/targets in Gaza’ (25 keer bij AJE, 25 keer bij de BBC).
De tunnels naar Egypte zijn veertien keer het doelwit bij de BBC en vier keer bij AJE en worden telkens beschreven als ‘smuggling tunnels’. Dit geeft hen een negatieve bijklank, aangezien smokkel met criminaliteit geassocieerd wordt. Wanneer dus niet wordt uitgelegd dat deze tunnels ook voor de aanvoer van voeding en noodzakelijke
67
materialen gebruikt worden, past het bombarderen ervan gemakkelijk binnen het Israëlische zelfverdedigingsmotief. (Doom & Korkus, 2009, 9)
Palestijns geweld
Beide omroepen geven voor Palestijns geweld haast uitsluitend burgerdoelwitten aan. Israël of steden binnen Israël zijn in AJE-artikels 85 keer het doelwit en in BBCartikels 107 keer. Burgers of civiele infrastructuur zijn daarnaast in 31 gevallen het doelwit bij AJE en vijftien keer bij de BBC. Voorbeelden van burgerdoelwitten zijn ‘the people of Israël’ (twee keer bij AJE, één keer bij de BBC), ‘our children’ (één keer bij de BBC) en ‘citizens of Israel’ (één keer bij AJE). Doorgaans maken deze termen deel uit van een citaat. Ook de bus die in Tel Aviv ontplofte, wordt aangeduid als een doelwit (zeven keer door AJE, zes keer door de BBC). De BBC vermeldt daarnaast ook acht strategische doelwitten, waaronder ‘an Israeli military vehicle patrolling the border fence’, ‘Israeli targets’, ‘targets in southern Israel’, ‘Israeli parliament’, ‘a site’ en ‘Israeli soldiers’. AJE vermeldt een ‘Israeli army jeep’ viermaal als doelwit.
Conclusie
Uit figuur 11 blijkt dat Israëlisch geweld in het merendeel van de gevallen weergegeven wordt als gericht tegen Hamas, terwijl Palestijns geweld meestal gericht is tegen Israël of Israëlische steden. Dit resultaat bevestigt Fairs (2009) stelling dat Westerse media de focus leggen op Hamasdoelwitten. Ook AJE volgt dit patroon in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense, maar geeft daarnaast 1,4 keer vaker Gaza als doelwit en 2,3 keer vaker Palestijnse burgerdoelwitten aan dan de BBC.
Het geweld van Hamas is bij beide omroepen slechts zelden gericht tegen militaire doelwitten. Wat bovendien opvalt, is het feit dat AJE Israëlische burgerdoelwitten dubbel zo vaak weergeeft als de BBC. AJE focust dus meer op zowel Israëlische als Palestijnse burgerdoelwitten dan de BBC. Een uitgebreidere opsomming van de weergegeven doelwitten, is terug te vinden als bijlage B2 op bladzijde 108. 68
Figuur 11. Doelwitten vermeld in de AJE- en BBC-berichtgeving over Operation Pillar of Defense in absolute aantallen 2.2.2. Modaliteit Lams (2010, 107) definieert modaliteit als de uitdrukking van de houding van de schrijver tegenover de inhoud van de zin. Door middel van modaliteit kan de journalist op subtiele wijze een persoonlijk standpunt weergeven en mee de publieke opinie vormen. Zo kan hij of zij iets voorstellen als een feit of net iets in twijfel trekken. Ook kan de journalist ervoor kiezen om een zekere afstand te creëren tussen zichzelf en wat er beweerd wordt door aanhalingstekens te plaatsen. Door na te gaan waar een journalist modaliteit gebruikt, kan achterhaald worden in welke mate hij of zij objectief tegenover bepaalde informatie staat. (Conboy, 2007, 62)
Modaliteit kan op verschillende manieren weergegeven worden, onder andere door middel van modale hulpwerkwoorden (moeten, kunnen, willen, zullen, mogen), bijwoorden (waarschijnlijk, hopelijk, natuurlijk,…) of adjectieven. (Lams, 2010, 107) Modaliteit kan ook worden uitgedrukt door middel van typografie, bijvoorbeeld door het gebruik van aanhalingstekens. (Conboy, 2007, 62) Hoewel al deze vormen van modaliteit een invloed uitoefenen op de publieke opinie, beperken we ons tot een bespreking van het gebruik van aanhalingstekens. Bijlage B3 geeft aanvullend een overzicht van de gebruikte modale bijwoorden op bladzijde 110.
69
Aanhalingstekens
Met het gebruik van aanhalingstekens toont de journalist dat hij het niet noodzakelijk eens is met wat er vermeld wordt of de accuraatheid ervan betwijfelt. (Barkho, 2008, 286) Zowel BBC- als AJE-journalisten gebruiken deze vorm van modaliteit om een barrière te creëren tussen hun stem en discours dat traditioneel met de Israëlische of Palestijnse zijde geassocieerd wordt. Zo schrijft een BBC-journalist bijvoorbeeld over ‘what many Palestinians see as “the state of siege” that characterises their daily lives’ (artikel 45). Ook van het Israëlische discours nemen BBC-journalisten soms afstand. Zo spreken ze onder andere over ‘what has been described as a “limited” Israeli operation’ (artikel 25), ‘the “double war crime” of firing at Israeli civilians and hiding behind Gaza civilians’ (artikel 15) en ‘more than 100 “terror sites” in Gaza’ (artikel 58). Ook AJE-journalisten nemen afstand van beide discours en schrijven bijvoorbeeld dat Gaza weleens vergeleken wordt met een “open air prison” (artikel 9), dat Israëls aanval op Jabari een respons was op zijn “decade-long terrorist activity” (artikel 20) en spreken over ‘the boost the “victory” has given to Hamas’ (artikel 53).
De BBC neemt in 27 gevallen afstand van het Israëlische discours, waar AJE dit in 29 gevallen doet. Beide omroepen distantiëren zich in tien gevallen van het Palestijnse discours. Hierin maken ze dus een zeer gelijkaardige keuze. Dat er vaker afstand genomen wordt van het Israëlische discours, valt waarschijnlijk deels te verklaren door het feit dat er meer officieel Israëlisch discours gebruikt wordt in de berichtgeving.
2.2.3. Conclusie zinsniveau Aangezien taal een dermate complex gegeven is, is het niet de bedoeling om hoegenaamd onbetwistbare uitspraken te doen gebaseerd op harde cijfers, maar om aan de hand van het codeboek een indicatie te geven van bepaalde neigingen van de BBC- en AJE-berichtgeving op zinsniveau.
70
Beide omroepen blijken opvallend weinig naar een eerder pro-Palestijns perspectief te neigen op dit niveau. Waar de BBC uitsluitend naar een eerder Israëlisch perspectief leunt, gevolgd door een eerder neutraal of vaag perspectief, hanteert AJE even vaak een eerder neutraal of vaag als een eerder Israëlisch perspectief. Een eerder proPalestijns perspectief komt slechts naar voren bij één AJE-parameter. Een verantwoording voor de keuzes gemaakt in deze tabel is opgenomen als bijlage B4 op bladzijde 111. BBC
AJE
Eerder
Neutraal
Eerder
Eerder
Neutraal
Eerder
pro-Pal
of vaag
pro-Isr
pro-Pal
of vaag
pro-Isr
Actief/passief
l
l
Handelend
l
l
voorwerp Intransitief
l
l
Nominalisatie
l
Actoren
l
Doelwitten
l
Modaliteit TOTAAL
l l l
l 0
l
3
4
1
3
3
Tabel 2. Onderzochte parameters zinsniveau ingedeeld naar eerder Palestijns, neutraal of Israëlisch perspectief voor Operation Pillar of Defense
71
2.3.
Microniveau – woordniveau
In dit hoofdstuk gaan we dieper in op de woordkeuzes die de BBC en AJE maken in hun berichtgeving over Operation Pillar of Defense. We vangen aan met een analyse van de manieren waarop Israël, de Palestijnen en het geweld gecategoriseerd worden. Hierbij bestuderen we het gebruik van stereotypen en racistische uitdrukkingen, eufemismen, labels en de woordkeuzes gemaakt om het geweld en het bestuur van Hamas over de Gazastrook te beschrijven. Vervolgens gaan we na hoe gedetailleerd de slachtoffers en de gevolgen van het geweld voor beide kanten beschreven worden.
2.3.1. Connotatie en categorisatie Groepen kunnen op verschillende manieren gecategoriseerd worden. Wanneer dit consistent gebeurt, worden ze herleid tot enkele labels die een alternatief discours uitsluiten (Lams, 2010).
In de bespreking die volgt, worden telkens enkel de meest voorkomende woordkeuzes per parameter opgelijst. Een uitgebreidere weergave van de gemaakte keuzes is echter per parameter terug te vinden onder bijlage C vanaf bladzijde 111, samen met een overzicht van de termen die gekozen worden om Operatie Gegoten Lood, de WestBank, Gaza en het staakt-het-vuren te beschrijven.
a) Stereotypen en racisme ‘De Arabieren begrijpen alleen geweld. Wij moeten dus wel optreden, want anders bezetten ze ons land’ (Doom & Korkus, 2009, 18). Uitingen van racisme categoriseren een volk op basis van zijn superioriteit of inferioriteit ten opzichte van andere etnische of religieuze groepen en schetsen zo een extreem reductionistisch beeld (Conboy, 2007, 176).
Zowel de BBC als AJE laten haast uitsluitend Israëlische sprekers aan het woord die racistische uitspraken doen. Onder andere eerste minister Benyamin Netanyahu, woordvoerder Mark Regev en luitenant-kolonel Avital Leibovich trachten de morele superioriteit van Israël en de morele inferioriteit van de Palestijnen aan te tonen. Zo 72
wordt Netanyahu viermaal door de BBC geciteerd wanneer hij zegt dat ‘Hamas deliberately targets our children and they deliberately place their rockets next to their children. Now despite this reality - and it's a difficult reality - Israel will continue to do everything its power to avoid civilian casualties.’ Bovendien stelt hij driemaal in de BBC-berichtgeving en eenmaal in de AJE-berichtgeving dat er geen morele symmetrie bestaat tussen Israël en de ‘terroristen’ in Gaza en verwijst hij herhaaldelijk naar de Israëlische bombardementen als ‘surgical’ en de Palestijnse raketten als ‘indiscriminate’ om dit morele contrast te verduidelijken. Ook Leibovich benadrukt de Israëlische morele superioriteit door te zeggen dat ‘there are 1.5 million people in Gaza, and even though we were targeted on a daily basis, we still helped Gazans in our hospitals because we are humanitarian people’ (artikel 1 BBC). Gelijkaardige uitspraken van Palestijnse politici zijn noch in de BBC- noch in de AJE-berichtgeving terug te vinden.
Ook enkele Israëlische burgeruitspraken getuigen van racisme. Zo zegt 56-jarige Luski dat hij vroeger met Palestijnen uit Gaza samenwerkte, maar dat ‘they don’t understand peace’ (artikel 13 AJE). Het gebruik van het persoonlijk voornaamwoord ‘they’, reduceert alle Gazanen tot agressievelingen en draagt bij tot een ‘wij versus zij’ categorisering van morele en immorele mensen. Ook de bejaarde Amos geeft aan dat er komaf gemaakt moet worden met de Palestijnse ‘militanten’ in de taal die zij begrijpen, niet de taal van vrede (artikel 37 BBC). Waar Israëli’s zowel in de berichtgeving van AJE als de BBC dus af en toe racistische uitspraken doen over de Palestijnen en hen op deze manier reduceren tot een moreel inferieur volk van agressievelingen, zijn gelijkaardige Palestijnse uitspraken over Israëli’s afwezig in de berichtgeving.
b) Eufemismen
Vanuit het verlangen om objectief en gebalanceerd over te komen, nemen journalisten soms hun toevlucht tot eufemistisch taalgebruik. Hiermee kunnen ze immers de feiten weergeven zonder de schuld te moeten toekennen aan een partij. Zo berichten ze bijvoorbeeld over ‘het geweld dat weer toeneemt’ of over een ‘botsing tussen de partijen’. (Meulenbelt, 2001) In de berichtgeving over Operation Pillar of Defense 73
gebruiken zowel de BBC (zevenmaal) als AJE (vijfmaal) het woord ‘clashes’. Vaak beschrijven ze hiermee ‘botsingen’ tussen Israëlische soldaten en Palestijnse betogers. Zo bericht AJE-artikel 18 dat ‘several protesters were detained as clashes with police occurred.’
De drie meest gebruikte eufemistische uitdrukkingen zijn daarnaast voor zowel AJE als de BBC ‘the (de-)escalation of the conflict/violence/tensions/hostilities’ (50 keer door de BBC, 33 keer door AJE) en ‘the latest episode/eruption/round/flare-up/series of violence/fighting/attacks’ (twaalf keer door de BBC, zes keer door AJE). Met dit laatste eufemisme wordt bovendien aangegeven dat het om geweld gaat dat af en toe oplaait, niet om een conflict met een permanent karakter. Ook militair-strategische termen zoals ‘collateral damage’ kunnen gebruikt worden als eufemisme (Conboy, 2007, 59). Dankzij dergelijk taalgebruik hoeft de journalist controversiële aspecten van het conflict immers niet verder te ontleden (Philo & Berry, 2011). Beide omroepen maken hier gebruik van. Zo schrijft AJE bijvoorbeeld dat ‘civilians get caught in the crossfire’ en stelt de BBC dat ‘Hamas's political leaders can certainly be weakened, even killed, if Israel chooses to extend its policy of assassination from military to political leaders’ (artikel 33 BBC).
c) Labels en evaluatieve beschrijvingen
Labels en evaluatieve beschrijvingen zijn etiketten die op personen of gebeurtenissen worden geplakt. Een label is een zelfstandig naamwoord dat een groep, persoon of actie categoriseert, terwijl een evaluatieve beschrijving een adjectief is. Via hun sterke positieve of negatieve connotatie kunnen ze een morele evaluatie stimuleren. (Conboy, 2007, 98) Zo kunnen labels of evaluatieve beschrijvingen een actie voorstellen als barbaars en crimineel of net als een tragisch ongeluk, wat het oordeel van het publiek in grote mate zal sturen.
We vangen aan met een algemene bespreking van de etiketten in de berichtgeving over Operation Pillar of Defense, gevolgd door een bespreking van etiketten gebruikt voor de strijders en hun acties. Ten slotte gaan we na hoe vaak labels en evaluatieve beschrijvingen genaturaliseerd worden. 74
Etiketten voor Israël en de Palestijnen
In de berichtgeving over Operation Pillar of Defense krijgt Israël 25 positieve en 83 negatieve etiketten toegekend in het AJE-corpus, terwijl de BBC Israël 22 positieve en 51 negatieve etiketten toeschrijft. Palestijnen krijgen daarentegen 64 positieve en 88 negatieve etiketten in de AJE-berichtgeving, terwijl de BBC 22 keer voor een positief en maar liefst 141 keer voor een negatief etiket kiest.
Figuur 12. Aantal positieve en negatieve etiketten gebruikt door de BBC en AJE tijdens Operation Pillar of Defense Figuur 12 geeft aan dat de BBC even vaak een positief etiket gebruikt voor Israëli’s en Palestijnen, maar Palestijnen 2,7 keer vaker met een negatief etiket voorstelt dan Israëli’s. AJE doet het tegenovergestelde en hanteert ongeveer even vaak een negatief etiket voor beide partijen, maar stelt Palestijnen 2,5 keer vaker met een positief etiket voor dan Israëli’s. We kunnen dus concluderen dat de gebruikte etiketten een negatiever beeld schetsen van Palestijnen dan van Israëli’s in de BBC-berichtgeving en een positiever beeld in de AJE-berichtgeving. Enkele voorbeelden van etiketten gebruikt voor Palestijnse burgers zijn ‘optimistic’, ‘resilient’ (AJE) en ‘a highly skilled and well-educated society’ (BBC). Jabari wordt bovendien omschreven als ‘a hero’ en ‘a high-ranking Hamas commander’ (AJE). 75
Israël wordt dan weer ‘the one true democracy in the Middle East’ en ‘a consistent, reliable ally and friend’ genoemd door een woordvoerder van het Witte Huis (AJE). Meer voorbeelden van positieve en negatieve etiketten zijn terug te vinden onder bijlage C2 op bladzijde 113.
Etiketten voor de strijders Volgens Korn (2004) maakt de ‘semantische oorlog over woorden’ deel uit van een grotere ideologische strijd over wie het recht heeft om geweld te gebruiken. Wanneer strijders worden voorgesteld als ‘rebellen’, dragen hun acties immers een zekere goedkeuring weg, terwijl een term als ‘terroristen’ op illegitimiteit wijst. In de berichtgeving over Operation Pillar of Defense worden Israëlische soldaten door beide omroepen uitsluitend ‘Israeli soldiers’ genoemd. Wat het Israëlische leger betreft, kiest de BBC negenmaal en AJE driemaal voor de term ‘Israeli Defence Forces’. Deze officiële Israëlische naam benadrukt het defensieve aspect van het Israëlische leger en is daarom niet neutraal. Beide omroepen kiezen dan ook vaker voor de term ‘Israeli army/military’ (56 keer bij de BBC, 65 keer bij AJE).
De Palestijnse strijders worden opvallend positiever bestempeld door AJE dan door de BBC. AJE kent hen immers 38 positieve en dertien negatieve etiketten toe, terwijl de BBC het op zes positieve en 73 negatieve houdt. Positieve etiketten zijn onder andere ‘fighters’ (33 keer bij AJE, vijf keer bij de BBC) en tussen aanhalingstekens ‘resistance fighters’ (vier keer bij AJE, één keer bij de BBC). Daarnaast worden ze echter ook ‘militants’ (65 keer bij de BBC, vijf keer bij AJE), ‘well-armed and implacable foes’ (één keer bij de BBC) en tussen aanhalingstekens ‘terrorists’ (drie keer bij de BBC, vijf keer bij AJE) genoemd.
Hieruit blijkt dat de BBC Palestijnse strijders twaalf keer vaker met een negatief etiket aanduidt dan met een positief, terwijl AJE hen 2,9 keer vaker positief benoemt. We kunnen dus concluderen dat de etiketten gekozen door de BBC een zeer negatief beeld schetsen van de Palestijnse strijders, terwijl AJE hen heel wat positiever afbeeldt. Het Israëlische leger wordt daarentegen door beide omroepen overwegend neutraal weergegeven.
76
Etiketten voor het geweld
Of geweld voorgesteld wordt als terrorisme of als verzet, bepaalt of het publiek de actie zal veroordelen of er begrip voor zal opbrengen (Entman, 1991, 19).
Israëls militaire acties krijgen veertien positieve en 49 negatieve etiketten in de BBCberichtgeving en acht positieve en 50 negatieve in de artikels van AJE. De BBC noemt Operation Pillar of Defense onder andere ‘a sharp and short campaign’ en vijfmaal tussen aanhalingstekens ‘a limited military operation’. Netanyahu beschrijft de luchtaanvallen voorts als ‘surgical’ (negen keer), maar Arabische sprekers noemen hen ‘aggression’ (24 keer), ‘massacres’ (zeven keer), ‘a filthy/dangerous crime’, ‘the destruction of an entire people’, ‘blatant/unacceptable aggression against humanity’, ‘organized terrorism’, ‘thuggery’, ‘ethnic cleansing’ en ‘attrocities’.
De Palestijnse acties krijgen vijf positieve en zeventien negatieve etiketten van de BBC en vierentwintig positieve en twintig negatieve van AJE. Zo wordt het geweld door verschillende sprekers beschreven als ‘resistance’ (21 keer bij AJE, drie keer bij de BBC), maar eveneens als ‘terrorist attacks’ (acht keer bij AJE, vijf keer bij de BBC), ‘savage aggression’, ‘the root cause of the problem’ en ‘counterproductive to the Palestinian cause’. Door politiek geweld te labellen als een daad van terrorisme, wordt het afgebeeld als irrationeel en fanatiek en wordt de Israëlische reactie gelegitimeerd, ongeacht of deze proportioneel is. (Korn, 2004, 214)
Figuur 13. Etiketten toegekend aan het geweld gepleegd tijdens Operation Pillar of Defense in de BBC- en AJE-berichtgeving. 77
Israëlisch geweld krijgt dus in beide berichtgevingen beduidend meer negatieve dan positieve etiketten toebedeeld. Palestijnse acties worden daarentegen door AJE iets vaker met een positief dan een negatief etiket beschreven. De BBC bestempelt Palestijnse acties dan weer 3,4 keer vaker negatief dan positief.
Naturalisering van etiketten
Wanneer journalisten een etiket gebruiken zonder dit tussen aanhalingstekens te plaatsen of toe te schrijven aan een bron, geven ze impliciet aan dat ze het hiermee eens zijn en naturaliseren ze het discours van een bepaalde partij. (Barkho, 2007, 16)
Figuur 14 geeft aan welk percentage van de etiketten genaturaliseerd worden. Positieve etiketten worden door de BBC iets vaker genaturaliseerd voor Israëli’s, terwijl negatieve etiketten voor Palestijnen 2,5 keer vaker genaturaliseerd worden. Zo wordt de term ‘militant’ door de BBC bijvoorbeeld nergens toegeschreven aan een bron. Ook AJE naturaliseert negatieve etiketten vaker voor Palestijnen dan voor Israëli’s en schrijft positieve etiketten driemaal vaker wel toe aan een bron voor Palestijnen dan voor Israëli’s. Beide omroepen handelen hier dus in het voordeel van het Israëlische discours door positieve labels vaker en negatieve labels minder vaak te naturaliseren voor Israëli’s.
Figuur 13. Percentage etiketten niet toegeschreven aan een bron in de BBC- en AJEberichtgeving over Operation Pillar of Defense 78
d) Woordkeuze
Hieronder worden kort de woordkeuzes besproken die AJE en de BBC maken om Israëls beleid van ‘targeted killings’ en Hamas’ bestuur over de Gazastrook te beschrijven.
i.
Israëls beleid van ‘targeted killings’
De woordenlijst die de BBC in 2010 vrijgaf, vermeldt dat journalisten de officiële Israëlische term ‘targeted killings’ steeds moeten toekennen aan de bron die hem gebruikt. Volgens Aked (2012, 20 december) gebeurt dit echter niet. In de berichtgeving over Operation Pillar of Defense, gebruikt de BBC de term ‘targeted killings’ eenentwintig keer, waarvan slechts tweemaal tussen aanhalingstekens. Ook AJE gebruikt de term tien keer en schrijft hem vijfmaal toe aan een bron. Dit betekent dat de BBC de Israëlische term in 91 procent van de gevallen naturaliseert, terwijl AJE dit in de helft van de gevallen doet. Akeds (2012) bewering wordt hiermee bevestigd. De BBC verwijst voorts zesmaal naar het beleid met de woorden ‘the targeting of individuals’, tweemaal met de omschrijving ‘precision strikes against the leaders of the military wing of Hamas and other Palestinian groups’ en eenmaal met de term ‘Israel’s policy of assassination’. AJE gebruikt daarnaast ook de termen ‘Israel’s longstanding policy of assassinating Palestinian leaders’, ‘extrajudicial killings’, ‘Israeli assassinations’ en ‘wilful killings’.
Waar de BBC haast uitsluitend focust op het gerichte aspect van het Israëlische beleid door middel van de woorden ‘targeted’ of ‘targeting’, verwijst AJE ook eenmaal naar het illegale aspect ervan met de term ‘extrajudicial’ en eenmaal naar het feit dat het om doelbewuste moorden gaat. Bovendien kiest AJE tweemaal het sterkere woord ‘assassination’ in plaats van ‘killing’, waar de BBC dit slechts eenmaal doet.
79
ii.
Bestuur Hamas over Gaza
De BBC beschreef Hamas tijdens Operatie Gegoten Lood regelmatig als ‘the militant Group that controls Gaza’ volgens Philo en Berry (2011, 342). Deze representatie geeft niet weer dat Hamas de verkiezingen won en daardoor een zekere mate van democratische legitimiteit bezit. De manier waarop journalisten het bestuur van Hamas over de Gazastrook beschrijven, kan dan ook een indicatie vormen van de ideologie van hun medium. In de berichtgeving over Operation Pillar of Defense, beschrijft de BBC Hamas’ bestuur met de werkwoorden ‘to govern’ (tien keer), ‘to (take) control’ (zeven keer) en ‘to run’ (drie keer). Daarnaast stelt de omroep tweemaal dat Hamas ‘ousted Mahmoud Abbass Fatah faction from Gaza’. Hamas wordt bovendien eenmaal ‘the de-facto government’ genoemd en viermaal wordt gespecificeerd dat Hamas de parlementsverkiezingen won. AJE gebruikt de volgende werkwoorden om Hamas’ bestuur te beschrijven: ‘to (take) control’ (zes keer), ‘to rule’ (vijf keer), ‘to run’, ‘to oversee’ en ‘to govern’.
Hoewel beide omroepen regelmatig niet-neutrale werkwoorden gebruiken om het bestuur van Hamas over de Gazastrook te beschrijven, kunnen we concluderen dat de BBC neutraler naar het regeren van Hamas kijkt dan AJE. Het meest gebruikte werkwoord door de BBC is immers ‘to govern’ en de omroep benadrukt dat Hamas de verkiezingen won, terwijl AJE het bestuur het meest bestempelt als ‘controle’.
2.3.2. Mate van beschrijving
a) Beschrijving slachtoffers ‘Onbekend maakt onbemind,’ schreef Rudy Doom (Doom & Korkus, 2009, 5) en kant kiezen voor een partij gebeurt door lezers die niet over veel achtergrondkennis beschikken doorgaans op basis van spontane reflexen. Wanneer slachtoffers humaniserend worden voorgesteld als mensen van vlees en bloed, met een naam, leeftijd, woonplaats en job, als geliefden, als vaders, moeders, zonen en dochters, zullen lezers zich sneller met hen identificeren en emotioneler op hun lijden reageren 80
dan wanneer slachtoffers neutraal of oppervlakkig worden beschreven. (Deprez & Raeymaeckers, 2010, 12; Entman, 1991, 11)
In de berichtgeving over Operation Pillar of Defense wijdt AJE slechts 30 regels aan de humaniserende beschrijving van Israëlische slachtoffers of burgers en 134 aan de beschrijving van Palestijnse, terwijl de BBC 107 regels aan Israëlische slachtoffers en 75 aan Palestijnse wijdt. Tim Llewellyn (2004, 20 juni), voormalig MiddenOostencorrespondent bij de BBC, stelt dat de BBC meer aandacht zou besteden aan Israëlische slachtoffers vanuit de veronderstelling dat een Westers publiek zich sneller met hen identificeert omwille van hun Westerse origine.
Figuur 15. Aantal regels gewijd aan een humaniserende beschrijving van burgerslachtoffers door AJE en de BBC tijdens Operation Pillar of Defense
Figuur 15 geeft weer dat de BBC meer nadruk legt op een beschrijving van het Israëlische lijden, terwijl AJE overduidelijk focust op een beschrijving van Palestijnse slachtoffers. Mogelijks kiest AJE voor dit contrast om weer te geven dat er veel meer Palestijnse dan Israëlische slachtoffers vallen in het conflict. Hieronder volgen ter illustratie enkele extracten uit de berichtgeving. Extra voorbeelden zijn terug te vinden onder bijlage C4 op bladzijde 118.
81
Israëlische burgers
Een extract dat aantoont hoe AJE Israëlische burgers humaniserend voorstelt, is het volgende:
Two men, sipping beer out of plastic cups outside of a nearby cell phone accessories store … Chalilo, who is currently unemployed, wears a white sweat suit and sunglasses. He sent his two children to family in Jerusalem because he is worried about their safety. … The two men are joined by Eli Pozielov, 31, the owner of the cell phone accessories store. The father of three children, aged three, four and five, says, ‘My kids are crying. They’re scared, I’m scared, I don’t know what to do, where to go.’ His wife works in Ashdod and, with schools and kindergartens closed, Pozielov left the children with his sister so he could come to work. But, ‘no one’s coming to the store [to buy anything]. People aren’t going out of the house.’ (artikel 12)
De BBC publiceert gelijkaardige passages, maar laat ook de ouders van een Israëlische soldaat aan het woord: This is a difficult time for families with members serving in the military. ‘I'm very worried because my son is doing his national service. He will go south,’ one man said as his wife's eyes filled with tears. ‘This is what happens, I cry every time I think of my son,’ she added. (artikel 37)
Palestijnse slachtoffers
Wat opvalt bij de beschrijving van Palestijnse slachtoffers, is het verschil in aandacht dat AJE en de BBC besteden aan de familie van BBC-cameraman Jihad Al Mashharrawi, wiens baby omkwam bij een Israëlisch bombardement. De BBC citeert hem slechts tweemaal wanneer hij vraagt ‘What did my son do to die like this?’ en vermeldt eenmaal dat de 11-maanden oude baby Omar in het ziekenhuis bezweek aan zijn brandwonden. AJE beschrijft zijn familie echter uitvoerig:
82
Jihad Al Mashharrawi, 27, a BBC cameraman, lives in a small house in southeast Gaza. He was at work when he heard of the death of his sister-inlaw and his 11-month-old son Omar at their home. As the family prepared to walk out of the door during a period of calm, a missile smashed through the roof, decapitating Al Mashharrawi's sister-in-law and exploding in the small living space. Omar's charred body was found next to his uncle, who sustained severe burns on 65 percent of his body, killing him. ... Sitting outside his home greeting mourners, Al Mashharrawi described receiving the devastating news: ‘My neighbour called. He was screaming that my home is wreaked and my family is dead. Who were they targeting? We don't have families of resistance fighters in the neighbourhood, or even people who work for the government. People here are struggling to live, taxi drivers and such. It was impossible to imagine… my son…’ Al Mashharrawi said. Trailing off, Al Mashharrawi shed silent tears as he buried his face in Ali's sweater. (artikel 10)
Ook het bombardement op het huis van de familie Hijazi wordt uitvoerig beschreven door AJE: ‘For a split second I thought it had struck our neighbour’s home. The next thing I know, I’m waking up in hospital,’ said 19-year-old Nour Hijazi, lying in a hospital bed in Jabaliya’s Kamal Edwan Hospital with a shattered spine. The Hijazi family, consisting of six boys and two girls, were sitting with their parents watching television on Monday evening when the Israeli missile hit their home, killing three of them, and seriously wounding the rest. ‘I’m really angry and upset that my whole family were injured in this,’ she said. Nour, in her final year at school, has yet to be told that her two brothers, four-year-old Mohammad and two-year-old Suhaib, and her father Fouad, were killed in the air strike. (artikel 31)
Wanneer we deze fragmenten vergelijken met de beknopte, eerder zakelijke manier waarop de BBC de dood van de familie Dalou beschrijft, is het verschil treffend: ‘On Sunday, one strike on the Gaza City house of Hamas policeman Mohamed Dalou killed at least nine members of his family’ (artikel 42) en ‘rescue workers dug out the 83
bodies of four other children from the rubble of their home, after an Israeli strike on the home of a Hamas official killed nine members of the same family’ (artikel 39).
Bovendien laat de BBC Palestijnse burgerslachtoffers minder vaak zelf aan het woord, zijn de beschrijvingen doorgaans kort en worden er weinig persoonlijke details gegeven. Voorbeelden van dergelijke beschrijvingen zijn: ‘Local health officials say at least 64 Palestinians have so far been killed, including 18-month-old Eyad Abu Khosa, carried by his father Yoused’ (artikel 39) of ‘Among the casualties on Wednesday was a six-year-old boy. The health ministry in Gaza says a doctor at the Shifa hospital was called to treat the boy. When he reached the patient, he found it was his own son and the boy was dead’ (artikel 61).
b) Beschrijving van de gevolgen van het geweld
Eerder technische of zakelijke beschrijvingen van de gevolgen van het geweld, kunnen het publiek eveneens meer inzicht verschaffen in de moeilijkheden waarmee burgers geconfronteerd worden. Hierdoor zal het mogelijks meer begrip, verontwaardiging of medelijden tonen. De gevolgen van Israëlische bombardementen op Gaza of het optreden van soldaten tegenover Palestijnse betogers in de West Bank, neemt 79 regels in beslag in de AJE-berichtgeving, terwijl de BBC er 56 regels aan wijdt. Beide omroepen besteden dan weer 48 regels aan de beschrijving van de gevolgen van Palestijnse raketaanvallen. Hoewel beide omroepen dus evenveel aandacht besteden aan de gevolgen voor Israëli’s, wijdt vooral AJE behoorlijk meer ruimte aan de gevolgen voor Palestijnen. Hieronder volgen ter illustratie enkele extracten uit de BBC- en AJE-berichtgeving. Meer voorbeelden werden opgenomen onder bijlage C5 op bladzijde 120.
De BBC omschrijft de situatie in Tel Aviv als volgt:
Tel Aviv is beginning the new working week on a higher level of alert. On Saturday, sirens sounded for a third consecutive day warning of an incoming rocket fired from Gaza. People spending the Jewish Sabbath by the beach were sent rushing for cover. After the explosion, close to the coast, a small black cloud was left hanging in the sky over the sea. Tel Aviv is Israel's 84
largest city and commercial centre but it is also a popular place to relax or party. However, despite the sunshine, outdoor restaurants, parks and pavements were much quieter over the weekend. (artikel 37)
AJE beschrijft gelijkaardige taferelen, maar geeft ook de situatie weer na de ontploffing van een bus in Tel Aviv:
A few hours later, the lightly damaged bus had been towed away for forensic investigation, the road was open to traffic, and office workers lingered in cafés. An Israeli soldier wandered down the street carrying a handful of “happy birthday” balloons. (artikel 47)
De situatie in Gaza wordt door AJE omschreven als
Gaza's usually bustling streets are almost completely deserted, as a series of explosions rock the city, punctuated by the distant swish of rockets being launched from various locations across the Strip. .... Outside his three-storey apartment building in Tel el-Hawa, a residential neighbourhood ravaged by Israel in its 2008-09 offensive against Gaza, Operation Cast Lead, Ammar El Banna, inspected the shattered windows and dented body of his car. The night before, an Israeli F16 warplane bombed an abandoned house close by, reducing it to rubble and causing varying degrees of damage to every building on the block. (artikel 10)
Ook de BBC beschrijft ten slotte de situatie in Gaza:
It has been another difficult night for people in Gaza. One of the strikes targeted the home of a Hamas leader in the Jabaliya refugee camp - one of the most densely populated places in the world. It looks as though the missile went in through the front room. The washing is still hanging on a line, and everything else is totally destroyed. Most of the people around here are young children. (artikel 29)
85
2.3.3. Conclusie woordniveau
Wanneer we een globale blik werpen op het woordniveau van de AJE- en BBCberichtgeving over Operation Pillar of Defense, kunnen we uit tabel 3 constateren dat de BBC wederom eerder naar een Israëlisch perspectief neigt, terwijl AJE eerder een voorkeur voor een Palestijns perspectief vertoont. De BBC leunt immers voor vijf van de tien parameters dichter aan bij een Israëlisch perspectief, terwijl AJE voor vijf parameters meer naar een Palestijns perspectief neigt. Wederom moet opgemerkt worden dat deze conclusie enkel op tendensen wijst. Een motivering van de gemaakte keuzes bij de indeling van tabel 3 is terug te vinden onder bijlage C6 op bladzijde 122.
BBC
AJE
Eerder
Neutraal
Eerder
Eerder
Neutraal
Eerder
pro-Pal
of vaag
pro-Isr
pro-Pal
of vaag
pro-Isr
Racisme
l
Eufemismen
l
l
Labels algemeen
l
Labels toekennen
l
Labels strijders
l
Labels geweld
l
l
l l l l
Woordkeuze
l
l
‘targeted killings’ Woordkeuze
l
l
bestuur Hamas Beschrijving
l
l
slachtoffers Beschrijving
l
l
gevolgen geweld TOTAAL
2
3
5
5
2
3
Tabel 3. Onderzochte parameters woordniveau ingedeeld naar eerder Palestijns, neutraal of Israëlisch perspectief 86
3. Beeldanalyse Afbeeldingen vervullen een steeds belangrijkere rol bij de berichtgeving over militaire conflicten: ze kunnen snel een duidelijke boodschap overbrengen, vestigen de aandacht op bepaalde aspecten van een conflict en kunnen een zekere emotionele betrokkenheid oproepen (Philo & Berry, 2011, 182). Bovendien worden ze doorgaans als transparant, eenduidig, waarheidsgetrouw, objectief en onpartijdig ervaren door het publiek (Dobernig, Lobinger & Wetzstein, 2010, 88).
Foto’s kunnen echter ook gebruikt worden om de publieke opinie te beïnvloeden (Konstantinidou, 2008, geciteerd in Dobernig, Lobinger & Wetzstein, 2010, 90). De fotoselectie beïnvloedt immers de manier waarop lezers de geschreven informatie verwerken en draagt zo bij aan de framing van politieke gebeurtenissen. Bovendien is het publiek zich vaak minder bewust van de framing die via foto’s plaatsvindt aangezien foto’s als een neutrale weerspiegeling van de realiteit beschouwd worden. (Dobernig, Lobinger & Wetzstein, 2010, 88) In de berichtgeving over Operation Pillar of Defense publiceert AJE 75 foto’s en de BBC 151.
3.1.
Foto’s van Israël of Israëli’s
De BBC toont Israëlische burgerslachtoffers op drie (1,9 procent) en Israëlische burgers op zestien foto’s (10,5 procent). Elf van deze foto’s beelden burgers al schuilend of vluchtend af. AJE toont daarentegen geen enkel Israëlisch burgerslachtoffer. Wel tonen negen AJE-foto’s Israëlische burgers (12 procent). Op vijf van deze foto’s schuilen ze, op twee foto’s poseert een groep vrienden al bier drinkend, op één foto zwaaien ze naar Israëlische soldaten en op een andere bekijken ze de schade aan een appartementsgebouw. Schade aan civiele infrastructuur wordt voorts door AJE op vijf foto’s (6,6 procent) getoond en door de BBC op vijftien (9,9 procent). De BBC beeldt Israëli’s dus op meer foto’s af als kwetsbaar en bedreigd dan AJE. Daarnaast toont de BBC intacte militaire infrastructuur op negen foto’s (5,9 procent), terwijl AJE zich beperkt tot één foto van de Iron Dome. Ook geeft de BBC Israëlische soldaten op zeventien foto’s (11,2 procent) weer, terwijl AJE het op vier foto’s houdt 87
(5,3 procent). Soldaten worden door beide omroepen doorgaans afgebeeld als wachtend, dansend of biddend, waardoor het idee gecreëerd wordt dat Israël afwacht of het nodig is om te reageren op Palestijns geweld. Wel worden zowel door AJE als de BBC Israëlische luchtbombardementen getoond op acht procent van de foto’s. Wat Israëlische protestacties betreft, kiest de BBC voor twee foto’s van rechtse protesten tegen het staakt-het-vuren, terwijl AJE enkel een foto van het linkse proPalestijnse protest publiceert.
3.2.
Foto’s van de Palestijnse gebieden of Palestijnen
De BBC publiceert veertien foto’s (9,2 procent) van Palestijnse burgerslachtoffers en AJE dertien (17,3 procent). Hierbij worden begrafenissen getoond, een dode baby en gewonde kinderen in het ziekenhuis. Daarnaast geeft de BBC zestien foto’s (10,5 procent) weer van burgers, terwijl AJE er zeventien (22,6 procent) publiceert. Meestal worden zij afgebeeld bij het puin van hun huis. Hoewel de omroepen in absolute aantallen dus ongeveer evenveel foto’s van burgers en burgerslachtoffers publiceren, toont AJE er procentueel gezien bijna dubbel zoveel. De BBC benadrukt wel sterker de schade aan civiele infrastructuur door hiervan dertig foto’s (19,8 procent) te publiceren, waar AJE er slechts acht (10,6 procent) weergeeft.
Schade aan mediagebouwen wordt tweemaal (2,6 procent) getoond door AJE en viermaal (2,6 procent) door de BBC, terwijl schade aan politieke infrastructuur viermaal (5,3 procent) door AJE en zevenmaal (4,6 procent) door de BBC getoond wordt. Hiernaast publiceert de BBC ook drie foto’s (1,9 procent) van schade aan militaire infrastructuur en zes foto’s (3,9 procent) van Palestijnse strijders, doorgaans op een begrafenis of bij puin. Raketten die afgeschoten worden, komen ten slotte tweemaal (2,6 procent) voor in de fotoselectie van AJE en zesmaal (3,9 procent) bij de BBC. Palestijnse protesten in de West Bank worden op vier foto’s (5,3 procent) getoond door AJE en op drie foto’s (1,9 procent) door de BBC. Daarnaast toont AJE één en de BBC vier foto’s van de feestvreugde in Gaza nadat staakt-het-vuren ingaat.
88
3.3.
Foto’s van externe politici en bemiddelaars
De foto’s van internationale bemiddelaars tonen een duidelijk verschil in de geografische focus van de BBC en AJE. Hoewel beide aandacht besteden aan de pogingen van Egypte om een staakt-het-vuren te onderhandelen, legt de BBC meer nadruk op Westerse diplomatie, terwijl AJE meer naar diplomatie en overleg binnen het Midden-Oosten kijkt. De door AJE gepubliceerde foto’s tonen immers de Tunesische buitenlandminister Rafik Abdessalem, de secretaris-generaal van de Arabische Liga Nabil Elaraby, Qatar’s eerste minister Sheikh Hamad bin Jassim Al Thani en Turkse eerste minister Recep Tayyip Erdogan. De BBC toont daarentegen William Hague, Tony Blair, Ban Ki-moon en Hilary Clinton. Ook wordt eenmaal een foto van de Egyptische buitenlandminister Kamel Amr en president Mohammed Mursi getoond, zij het in het gezelschap van Hilary Clinton. Hetzelfde patroon geldt voor de internationale protestacties, waarbij AJE enkel foto’s publiceert van betogingen in Egypte, Libanon en Syrië, terwijl de BBC uitsluitend foto’s van protesten in Schotland toont.
3.4.
Conclusie beeldanalyse
Zowel de BBC als AJE tonen meer foto’s van Palestijnse (respectievelijk 53 en 63 procent) dan van Israëlische kant (respectievelijk 39 en 26 procent). De BBC houdt het verschil tussenbeide echter kleiner dan AJE. Ook visueel tracht de BBC dus gebalanceerder over te komen, waar AJE voor een groter onderscheid kiest in de manier waarop ze beide partijen behandelt.
De BBC beeldt Israëlische burgers vaker af als kwetsbaar dan AJE en besteedt visueel ook meer aandacht aan Israëlische soldaten, die doorgaans wachtend worden afgebeeld. Wat Palestijnse burgers betreft, toont AJE vaker dan de BBC de burgers en burgerslachtoffers zelf, terwijl de BBC meer dan AJE nadruk legt op de schade aan civiele infrastructuur. De foto’s van buitenlanders geven ten slotte een verschil in geografische focus weer. AJE vertoont immers een duidelijke voorkeur voor foto’s uit de Arabische wereld, terwijl de BBC voor foto’s uit de Westerse wereld kiest.
89
We kunnen concluderen dat AJE visueel naar een eerder pro-Palestijns perspectief neigt en de BBC naar een eerder neutraal perspectief. AJE toont immers dubbel zoveel foto’s van Palestijnen dan van Israëli’s en legt een zeer sterke nadruk op Palestijnse burgers en burgerslachtoffers. Hoewel de BBC ook meer Palestijnse foto’s weergeeft, is het verschil kleiner dan bij AJE. Bovendien geeft de BBC exact evenveel foto’s van Israëlische en Palestijnse burgers weer. Wel geeft de omroep meer foto’s van Palestijnse burgerslachtoffers weer dan van Israëlische, wat verklaard kan worden door het feit dat er meer Palestijnse slachtoffers waren. Over het algemeen is de BBC visueel gebalanceerder dan AJE.
90
CONCLUSIE
Het doel van deze thesis was na te gaan welk beeld de BBC en Al Jazeera English naar voren schoven over Operation Pillar of Defense, het acht dagen durende Israëlische militaire offensief op de Palestijnse Gazastrook van 14 november tot 21 november 2012. Hiervoor werd een pragmatische analyse uitgevoerd naar het model van Lams (2010).
Het eerste luik van de studie bestond uit een contextanalyse die achtereenvolgens de relatie van het Verenigd Koninkrijk en Qatar met Israël besprak, naging in welke productiecontext de artikels ontstonden en hoe de BBC- en AJE-berichtgeving over het Israëlisch-Palestijnse conflict in het verleden reeds ontvangen werd door het publiek. Uit deze publiekstudies bleek dat de berichtgeving wel degelijk een belangrijke invloed uitoefent op de kennis en de houding van het publiek.
Het tweede luik van de studie bestond uit een uitgebreide tekst- en beeldanalyse die het argument van Zelizer, Park en Gudelunas (2007, 304) steunt dat een medium eenzijdig bestempelen als pro-Israëlisch of pro-Palestijns voorbijgaat aan de complexiteit van taal en de vele nuances in de berichtgeving. Wel liet het cijfermateriaal uit het codeboek toe om enkele algemene tendensen naar voren te schuiven. In totaal werden er negenendertig parameters of deelparameters opgenomen: eenentwintig op macroniveau, zeven op zinsniveau, tien op woordniveau en één op beeldniveau. Figuur 16 bundelt alle resultaten en toont dat de BBC voor eenentwintig parameters eerder naar een Israëlisch perspectief neigde, voor dertien parameters eerder naar een neutraal of vaag perspectief en voor slechts vijf parameters eerder naar een Palestijns. AJE leunde daareentegen voor veertien parameters eerder aan bij een Palestijns perspectief, voor dertien parameters eerder bij een Israëlisch en voor de overige twaalf eerder bij een neutraal of vaag perspectief.
91
Figuur 16. Parameters waarvoor de BBC- en AJE-berichtgeving over Operation Pillar of Defense eerder naar een pro-Palestijns, pro-Israëlisch of neutraal perspectief neigde
We kunnen dus concluderen dat de BBC veruit voor de meeste parameters naar een eerder pro-Israëlisch perspectief neigde, namelijk 4,2 keer vaker dan naar een eerder pro-Palestijns perspectief en 1,6 keer vaker dan naar een eerder neutraal perspectief. AJE neigde daarentegen ongeveer even vaak naar een eerder pro-Palestijns, proIsraëlisch of neutraal perspectief met een lichte voorkeur voor een eeder proPalestijns perspectief. We kunnen dus stellen dat AJE over het algemeen bekeken gebalanceerder berichtte over Operation Pillar of Defense dan de BBC.
Deze thesis kon op een stevige basis bouwen dankzij een ruime literatuurstudie en een nauwkeurig bijgehouden codeboek dat de objectiviteit zo goed mogelijk trachtte na te streven. Wel moet opgemerkt worden dat er bij het opdelen van taalstructuren in categorieën steeds een subjectief element speelt. Er moet immers voor elke individuele structuur een keuze gemaakt worden en taal is zelden zwart-wit. Bovendien zou een gewogen systeem dat bepaalde parameters meer waarde toekent naarmate ze meer kans hebben om de publieke opinie te beïnvloeden, zinvol zijn bij het vaststellen van de tendensen. Om een dergelijk systeem echter op punt te kunnen stellen, zijn er meer publiekstudies nodig om na te gaan welke elementen van de berichtgeving daadwerkelijk een grotere impact hebben.
92
Voor deze studie werd een gewogen systeem dan ook achterwege gelaten, maar als vervolgonderzoek zouden publiekstudies zeer nuttig zijn, in het bijzonder voor de berichtgeving van AJE aangezien dergelijke studies nooit eerder werden uitgevoerd. Ook interviews met BBC- en AJE-journalisten over de omstandigheden waarin ze tijdens Operation Pillar of Defense werkten en hoe deze verschilden van Operatie Gegoten Lood zouden waardevol zijn. Dergelijke studies kunnen onder andere nagegaan in hoeverre deze omstandigheden volgens de journalisten zelf de berichtgeving beïnvloedden.
Ten slotte zou ook een analyse van de berichtgeving van de New York Times relevant zijn, aangezien dit de grootste stedelijke krant in de Verenigde Staten is en als elitekrant invloed uitoefent op een groot binnen- en buitenlands publiek (Caballero, 2010, 43). Bovendien vormt het medium een belangrijke bron voor internationaal nieuws en spelen de Verenigde Staten een belangrijke rol in het conflict als bondgenoot van Israël en bemiddelaar.
93
LITERATUURLIJST Aked, H. (2012, 10 december). BBC bias? Reporting on Israel and the Palestinians. Open Democracy. Geraadpleegd op 18 februari 2012 via http://opendemocracy.net/ourkingdom/hilary-aked/bbc-bias-reporting-onisrael-and-palestinians Al Jazeera. (2012, 22 november). Inside Story Americas: Gaza and the US media narrative [Talk Show]. Doha: Al Jazeera Al Jazeera English. (2012, 16 april). Corporate profile. Al Jazeera English. Geraadpleegd op 15 juli 2013 via http://www.aljazeera.com/aboutus/2006/11/2008525185555444449.html Barkho, L. (2007). Unpacking the discursive and social links in BBC, CNN and AlJazeera’s Middle East reporting. Journal of Arab and Muslim Media Research, 1 (1), 11-29. Barkho, L. (2008). The BBC’s discursive strategy and practices vis-à-vis the Palestinian-Israeli conflict. Journalism Studies, 9 (2), 278-292. Barkho, L. (2011). The discursive and social paradigm of Al-Jazeera English in comparison and parallel with the BBC. Communication Studies, 62 (1), 23-40. BBC News. (2013a, 24 januari). United Kingdom Country Profile. Geraadpleegd op 15 juli 2013, via http://www.bbc.co.uk/news/world-europe-18023389 BBC News. (2013b, 25 juni). Qatar Country Profile. Geraadpleegd op 15 juli 2013, via http://www.bbc.co.uk/news/world-middle-east-14702226 Black, I. & McCarthy, R. (2009, 10 december). UK issues new guidance on labelling of food from illegal West Bank settlements. The Guardian. Geraadpleegd op 15 juli 2013 via http://www.guardian.co.uk/world/2009/dec/10/guidancelabelling-food-israeli-settlements Blondheim, M. & Shifman, L. (2009). What officals say, what media show and what publics get: Gaza, January 2009. The Communication Review, 12, 205-214. British Council. (n.d.). British-Israeli cultural cooperation. Geraadpleegd op 15 juli 2013 via http://www.britishcouncil.org/israel-arts-culture-bi-arts.htm Caballero, J. X. (2010). The impact of media bias on coverage of catastrophic events: Case study from the New York Times’ coverage of the Palestine/Israel conflict. (Bachelorproef, University of Pittsburgh, 2010). Geraadpleegd via http://dscholarship.pitt.edu/7515/1/Caballero_2010.pdf Conboy, M. (2007). The language of the news. New York: Routledge. Danckaers, T. (2012, 21 november). Evenwicht in Gaza? MO* Magazine. Geraapdleegd op 21 november 2012 via http://www.mo.be/opinie/evenwichtgaza 94
Deprez, A., & Raeymaeckers, K. (2010). Framing the first and second intifada: A longitudinal quantitative research design applied to the Flemish press. European Journal of communication, 25(1), 3-23. Dobernig, K., Lobinger, K., & Wetzstein, I. (2010). Covering conflict: Differences in visual and verbal news coverage of the Gaza crisis 2009 in four weekly news media. Journal of Visual Literacy, 29(1), 88-105. Doom, R., & Korkus, S. (2009, januari). Hoe zien wij Gaza? Over beeldvorming, waarheid en oorlog. MO* Magazine. Geraadpleegd op 22 november 2012 via http://www.mo.be/sites/default/files/fileadmin/pdf/MOpaperGaza_jan09.pdf Embassy of Israel in London. (2010). Bilateral relations. Geraadpleegd op 15 juli 2013 via http://www.embassyofisrael.co.uk/about-us/bilateral-relations/ Entman, R. B. (1991). Framing US coverage of international news: Contrasts in narratives of the KAL and Iran air incidents. Journal of Communication, 41, 627. Entman, R. B. (1993). Framing: Toward clarification of a fractured paradigm. Journal of Communication, 43, 51–58. Fair. (2009, 13 januari). International law seldom newsworthy in Gaza war: Israeli justifications often cited uncritically. Fair. Geraadpleegd op 22 februari 2013 via http://fair.org/take-action/media-advisories/international-law-seldomnewsworthy-in-gaza-war/ Handley, R. L. (2009). The conflicting Israeli-terrorist image: managing the IsraeliPalestinian narrative in the New York Times and Washington Post. Journalism Practice, 3 (3), 251-267. Handley, R. L., & Ismail, A. (2010). Territory under siege: ‘their’ news, ‘our’ news and ‘ours both’ news of the 2008 Gaza crisis. Media, War & Conflict, 3 (3), 279-297. Ismail, A. (2008). Mission statehood: Portraits of the second Palestinian intifada in US news media. Media, War & Conflict, 1 (2), 177-201. Ismail, A. (2009). In the shadow of a leader: News of violence, power, and politics post-Arafat. Journalism Studies, 10(2), 253-267. Ismail, A. (2010). When the ‘fortress crumbled’: The Israeli-Jenin story in U.S. news media. Communication, Culture & Critique, 3, 66-84. Israel-Britain Chamber of Commerce. (2013). The Israel-Britain chamber of commerce. Geraadpleegd op 15 juli 2013 via http://www.ibcc.org.il/ Israel Ministry of Foreign Affairs. (2013). Israel’s diplomatic missions abroad: Status of relations. Geraadpleegd op 15 juli 2013 via http://www.mfa.gov.il/MFA/AboutTheMinistry/Pages/Israels%20Diplomatic%20Missions%20Abroad.aspx 95
Korn, A. (2004). Israeli press and the war against terrorism: The construction of the ‘liquidation policy’. Crime, law & Social Change, 41, 209-234. Kraidy, M. M. (2008). Al Jazeera and Al Jazeera English: A comparative institutional analysis. Annenberg School for Communication Departmental Papers. Geraadpleegd op 30 juli 2013 via http://repository.upenn.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1282&context=asc_pa pers Lams, L. (2010). Reconnecting theories of language pragmatics and critiques on logocentric methodological approaches to media discourse analysis. The Romanian Review of Political Sciences and International Relations (Romanian Academy), 7(1), 94-110. Larsen, H. (2009). Reframing American discourse on the Israeli-Palestinian conflict. The Jerusalem Fund. Geraadpleegd op 4 juli 2013 via http://www.thejerusalemfund.org/ht/a/GetDocumentAction/i/6645 Lev, D. (2011, 25 augustus). Report: Qatar is no friend of Israel. Israel National News. Geraadpleegd op 15 juli 2013 via http://www.israelnationalnews.com/News/News.aspx/147191#.UeQPVtJSiAg Llewellyn, T. (2004, 20 juni). The story TV news won’t tell. The Guardian. Geraadpleegd op 4 juli 2013 via http://www.guardian.co.uk/media/2004/jun/2010/israel.broadcasting Luyendijk, J. (2001, 8 augustus). Ieder zijn eigen woorden in Israël. NRC Handelsblad. Geraadpleegd op 22 februari 2013 via http://vorige.nrc.nl/krant/article1542084.ece Machowski, M. (2011). Qatar-Israel Relations: A Historical Overview. MidEastJournal. Geraadpleegd op 15 juli 2013 via http://www.matthewmachowski.com/2011/05/qatar-israel-relations.html Meulenbelt, A. (2001). De tweede intifada. Amsterdam: Van Gennep bv Philo, G. & Berry, M. (2011). More bad news from Israel. London: Pluto Press. Ravid, B. (2009, 10 december). U.K. government urges businesses: Label products from settlements. Haaretz. Geraadpleegd op 15 juli 2013 via http://www.haaretz.com/news/u-k-government-urges-businesses-labelproducts-from-settlements-1.2347 Richardson, J. E., & Barkho, L. (2009). Reporting Israel/Palestine: Ethnographic insights into the verbal and visual rhetoric of BBC journalism. Journalism Studies, 10 (5), 594-622. Robbins, A. (2011, 27 augustus). Israel severs ties with Qatar over Palestinian statehood. Mondoweiss. Geraadpleegd op 15 juli 2013 via http://mondoweiss.net/2011/08/israel-severs-ties-with-qatar-over-palestinianstatehood.html 96
Ross, S. D. (2003). An American frame: New York Times editorial discourse on Palestine and Israel. Conflict & Communication Online, 2(2), 1-20. Ross, S. D., & Bantimaroudis, P. (2006). Frame shifts and catastrophic events: The attacks of September 11, 2001, and New York Times’ portrayals of Arafat and Sharon. Mass Communication & Society, 9 (1), 85-101. Sharp, J. M. (2003). The Al-Jazeera news network: Opportunity or challenge for U.S. foreign policy in the Middle East? Geraadpleegd op 21 maart 2013 via http://www.au.af.mil/au/awc/awcgate/crs/rl31889.pdf Slater, J. (2007). Muting the alarm over the Israeli-Palestinian conflict. International Security, 32 (2), 84-120. Thomas, Q. (2006). Report of the independent panel for the BBC governors on impartiality of BBC coverage of the Israeli-Palestinian conflict. Geraadpleegd op 18 maart 2013 via http://www.scribd.com/embeds/95712525/content?start_page=1&view_mo de=list&access_key=key-1rdk4tiki8hf4c8uu65c# Thomas, R. J. (2011). Media morality and compassion for ‘faraway others’. Journalism Practice, 5(3), 287-302. UK Government. (n.d.). UK and Israel. Geraadpleegd op 15 juli 2013 via https://www.gov.uk/government/world/israel Youmans, W. & Brown, K. (2011). Can Al Jazeera English lever its ‘Egypt moment’ into an American audience? Arab Media & Society, 13. Geraadpleegd op 29 juli 2013 via http://www.arabmediasociety.com/articles/downloads/20110317090740_You mansBrown.pdf
97
BIJLAGEN 1. Overzichtslijsten steekproef a) Steekproef BBC Kop
Auteur
1. Israeli air strike kills Hamas military chief Jabari 2. In pictures: Hamas leader killed in Israeli air strike 3. What will follow Israel's Air Strikes on Gaza? 4. Obituary: Ahmed Jabari, Hamas Commander 5. Israel ready to widen Gaza operations, says Netanyahu 6. Israel-Gaza crisis: Cameron speaks to Netanyahu 7. In pictures: Israel and Gaza violence 8. Gaza rocket arsenal problem for Israel 9. Israel and Hamas wage Twitter war over Gaza conflict 10. Gaza attacks divide media 11. Three Israelis killed by Gaza rocket as violence escalates 12. BBC reporters on Israel-Gaza violence 13. Israel and Gaza violence: Your stories 14. Conflict test for post-Mubarak Egypt 15. Israel trying to avoid Gaza civilian casualties, says PM Netanyahu 16. Gaza crisis: Tel Aviv targeted by missiles 17. Escalating violence takes its toll on Israelis 18. Gaza crisis: Israel intensifies aerial attack 19. Egypt PM Hisham Qandil decries Gaza 'disaster' 20. Gaza crisis: Egyptians back under-fire Palestinians 21. Press unease at deapening Gaza conflict 22. In pictures: Violence in Gaza and Israel 23. Anonymous hacker group attacks Israeli websites 24. Gaza conflict: militant rocket targets Jerusalem 25. Gaza crisis: A critical juncture 26. Gaza-Israel conflict: On the ground in Gaza City 27. What do rockets in skies over Israel portend? 28. Gaza City hit by fresh Israeli air strikes after lull 29. Gaza crisis: Israeli air strikes hit Hamas HQ 30. In pictures: Gaza-Israel violence 31. Gaza crisis: Pro-Palestinian rally taking place in Edinburgh 32. Gaza a dangerous crisis for turbulent Middle East 33. Gazans fearfully await Israel's next step 34. Gaza crisis: Fresh fire exchanged as violence continues 35. Israel and Gaza violence: Voices from across the divide 98
Jonathan Marcus David Gritten
Jonathan Marcus
Kevin Connolly
Yolande Knell
Wyre Davies Mark Urban
Jeremy Bowen Wyre Davies
Datum 14/11/2012 14/11/2012 14/11/2012 14/11/2012 14/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 16/11/2012 16/11/2012 16/11/2012 16/11/2012 16/11/2012 16/11/2012 16/11/2012 16/11/2012 16/11/2012 16/11/2012 16/11/2012 17/11/2012 17/11/2012 17/11/2012 17/11/2012 17/11/2012 17/11/2012 17/11/2012
36. David Cameron urges Israel to end Gaza crisis 37. Gaza crisis: Tel Aviv adjusts to life in rocket-range 38. Israel-Gaza fighting flares again 39. In pictures: Gaza-Israel violence 40. Israel's Iron Dome missile shield 41. Gaza crisis: Death toll mounts from Israel strikes 42. Gaza crisis: UN's Ban Ki-moon calls for ceasefire 43. In pictures: Israel-Gaza violence 44. Mid-East press fears Gaza invasion 45. International support for attack on Gaza in the balance 46. Increased security ahead of Israeli dance show 47. Gaza: What is Israel's military strategy? 48. Gaza crisis: Israeli and Palestinian voices 49. Israel-Gaza violence in maps 50. Israel-Gaza crisis: UK minister in Mid-East for talks 51. Gaza crisis: Israel ground invasion plan 'on hold' 52. In pictures: Israel-Gaza violence 53. Gaza crisis: Hamas says ceasefire 'imminent' 54. How much popular support for Israel-Gaza conflict? 55. Gaza crisis: The legal position of Israel and Hamas 56. Activists interrupt Sadler's Wells performance 57. Gaza pounded despite truce talks with Israel in Cairo 58. Israel-Gaza crisis: Push for ceasefire amid fresh attacks 59. In pictures: Israel-Gaza conflict 60. Israel-Gaza crisis: New attacks amid truce discussions 61. Israel-Gaza crisis: Tel Aviv bomb blast on bus 62. Hackers attack web accounts of Israeli Vice PM Shalom 63. Israel-Hamas ceasefire comes into effect in Gaza 64. Gaza conflict: Reaction to the ceasefire 65. Opportunities and expectations from Gaza-Israel ceasefire 66. Gaza crisis: Israel-Hamas ceasefire agreement holds 67. Ceasefire in pictures 68. Gaza ceasefire: Palestinian and Israeli press reaction 69. Life in the Gaza Strip 70. Gaza crisis: Jeremy Bowen on a fragile ceasefire 71. Q&A: Israel-Gaza Violence 72. Anti-Israel group makes protest at Scottish Parliament 73. Israel arrests Tel Aviv bus bomb suspects 74. How did Iron Dome perform over course of Gaza clash? 75. Gaza crisis: Palestinian 'shot dead near border'
99
Yolande Knell
Jonathan Marcus Yolande Knell
Kevin Connolly Guglielmo Verdirame
Yolande Knell
Jeremy Bowen
Mark Urban
17/11/2012 18/11/2012 18/11/2012 18/11/2012 18/11/2012 19/11/2012 19/11/2012 19/11/2012 19/11/2012 19/11/2012 19/11/2012 19/11/2012 19/11/2012 19/11/2012 20/11/2012 20/11/2012 20/11/2012 20/11/2012 20/11/2012 20/11/2012 20/11/2012 20/11/2012 21/11/2012 21/11/2012 21/11/2012 21/11/2012 21/11/2012 21/11/2012 21/11/2012 21/11/2012 22/11/2012 22/11/2012 22/11/2012 22/11/2012 22/11/2012 22/11/2012 22/11/2012 23/11/2012 23/11/2012 23/11/2012
b) Steekproef Al Jazeera English Kop 1. Hamas military chief killed in Israeli attack 2. Obituary: Ahmad Jabari 3. Hamas spokesman: We will respond 4. Taking sides as Gaza conflict intensifies 5. Israeli spokesman discusses Gaza attacks 6. In Pictures: Israel strikes Gaza 7. International reaction to Gaza violence 8. Gaza returns deadly rocket fire on Israel 9. Gaza: A people under siege 10. Missiles pound Gaza neighbourhoods 11. Rockets aim at Tel Aviv as conflict escalates 12. Israelis react to rocket attacks from Gaza 13. Egypt PM decries Israeli 'aggression' on Gaza 14. Gaza strikes: Motives and consequences 15. Israeli air strikes level Hamas HQ 16. Gaza hospitals face dire supply shortages 17. Gaza: How can the US manage the crisis? 18. Rocket fired from Gaza lands near Jerusalem 19. Israel continues deadly Gaza air raids 20. Israel's assassinations raise questions 21. Israel PM vows to 'expand' Gaza operation 22. Arab League 'backs Gaza against aggression' 23. Israel and Gaza reach tacit truce 24. Palestinians protest in the West Bank 25. Analysis: Media war escalates in Gaza 26. Will the Arabs speak up for Gaza? 27. Mass cyber-war on Israel over Gaza raids 28. Gaza conflict 29. Civilian death toll mounts in Gaza 30. Gaza death toll soars despite calls for truce 31. The tragedy of a targeted Gazan family 32. Israel urges Gazans to evacuate their homes 33. Diplomatic efforts for Gaza truce intensify 34. Gaza family killed by Israeli airstrike 35. Israeli rocket victims rage for revenge 36. Gaza ground war poses risks for Netanyahu 37. Europa match in Israel postponed 38. In pictures: Gaza under fire 39. Many injured in Tel Aviv bus explosion 100
Auteur
Mohammed Haddad Safa Joudeh Mya Guarnieri
Jillian Kestler
Safa Joudeh
Nour Samaha
Gregg Carlstrom
Datum 14/11/2012 14/11/2012 14/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 15/11/2012 16/11/2012 16/11/2012 16/11/2012 16/11/2012 16/11/2012 17/11/2012 17/11/2012 17/11/2012 17/11/2012 17/11/2012 18/11/2012 18/11/2012 18/11/2012 18/11/2012 19/11/2012 19/11/2012 19/11/2012 19/11/2012 19/11/2012 19/11/2012 19/11/2012 20/11/2012 20/11/2012 20/11/2012 20/11/2012 20/11/2012 21/11/2012 21/11/2012 21/11/2012 21/11/2012
40. West Bank seethes in anger over Gaza attack 41. Gaza violence continues amid push for truce 42. Israel continues shelling on Gaza 43. Diplomatic push for Gaza truce continues 44. Hamas blames Israel for 'delay' of truce deal 45. Israel's 'Iron Dome' deflects deadly barrage 46. Gaza ceasefire goes into effect 47. Israeli pessimism over Hamas ceasefire 48. Gaza and the US media narrative 49. Gaza journalists defiant in face of attacks 50. Calm returns as Gaza-Israel ceasefire holds 51. The voices of Gaza's children 52. Palestinians bury victims of Israeli attacks 53. Hamas through the eyes of Gaza
Gregg Carlstrom
Nour Samaha
21/11/2012 21/11/2012 21/11/2012 21/11/2012 21/11/2012 21/11/2012 22/11/2012 22/11/2012 22/11/2012 22/11/2012 23/11/2012 23/11/2012 23/11/2012 23/11/2012
2. Bijkomende voorbeelden A. Bijlagen macroniveau 1) Hoe is de huidige escalatie begonnen? AJE legt in acht artikels de oorzaak bij de Palestijnen. Zo wordt bijvoorbeeld geopperd dat Jabari rechtstreeks verantwoordelijk was voor terreurdaden tegen Israël in de voorbije decennia, waardoor geïmpliceerd wordt dat Israël wel moest ingrijpen (artikels 1 en 2). Ook Raanan Gissin, eenmalig adviseur voor de voormalige Israëlische eerste minister, zegt dat Israël de escalatie niet geïnitieerd heeft: ‘We continued to absorb a trickle of missiles, about a 100 missiles every day, and at a certain point in time the government of Israel says “enough is enough” and we are going to change the basic situation’ (14). Daarnaast geeft de Britse eerste minister David Cameron letterlijk aan dat ‘Hamas bore the principal responsibility for the crisis’ (13) en ook Obama ‘squarely blamed Palestinian fighters for causing the showdown’ (21). Een statement van het Witte Huis stelt bovendien dat ‘rocket attacks fired by Palestinians on Israel were a ‘precipitating factor’ for the conflict that has engulfed the two sworn enemies’ (28). De VS geeft ten slotte aan dat de Palestijnse raketten de ‘root cause’ van het conflict zijn (43). In nog een laatste AJE-artikel wordt de oorzaak van het geweld gelegd bij de Palestijnen die een projectiel afvuurden dat een Israëlische legerjeep raakte en vier soldaten verwondde (23). AJE legt de verantwoordelijkheid dan weer bij Israël in eveneens acht artikels. Zo stelt Saeb Erekat, PLO-onderhandelaar in de West Bank, in het eerste artikel dat de Israëlische agenda oorlog is en niet een vredesverdrag: ‘We hold the Israeli government responsible’. In artikels 4, 20, 26 en 40 wordt gezegd dat de luchtaanval die Ahmed Jabari doodde, ‘has started an all-out war between Hamas and Israel’ and ‘has unleashed a flurry of rockets’. Ook de Palestijnse delegatie in Washington stelt 101
dat ‘Israel started te escalation’ (19). Hamas leider Khaled Meshaal geeft bovendien aan dat Hamas alle Israëlische voorwaarden voor een staakt-het-vuren zal weigeren aangezien ‘they started the aggression’ (33). Nabil El-Arabi, leider van de Arabische Liga, concludeert dat ‘the real problem is not a truce. The real problem that the Arab and Islamic countries and all friendly countries in the world must focus on is ending the occupation,’ (43) Hiermee noemt hij dus de bezetting de oorzaak van het geweld. In de berichtgeving van de BBC wordt de oorzaak van het geweld in dertien artikels bij de Palestijnen gelegd. Britse buitenlandsecretaris William Hague zegt in maar liefst vijf artikels dat ‘Hamas bears principal responsibility for the current crisis’ (11, 15, 36, 38, 71). Daarnaast geven drie artikels aan dat zowel het Groot-Brittannië als Duitsland stellen dat Hamas ‘bears the brunt of the blame and should stop firing rockets immediately’. Hague houdt vol dat beide kanten het geweld moeten stoppen, maar dat ‘the thing that would bring this most quickly to an end would be for Hamas to stop launching rockets at Israel. But of course there are also responsibilities on Israel’ (31). Tony Blair ziet dan weer als oplossing een stopzetting van de wapentoevoer naar Gaza, ‘because that is what is giving rise to the current situation, and secondly to try an bring about some normality in the lives of Gazan people’ (50). Ook de VS en de Europese bondgenoten van Israël beschuldigen Hamas: ‘its [Israel] key allies in the US and Europe, who largely held Hamas responsible for this upsurge in the fighting,…’ (45). In artikel 54 wordt aangegeven dat de Israëlische bevolking ‘all feel that they have been goaded into this confrontation by persistent rocket fire from the Gazan side’ en artikel 4 en 71 stellen dat het Israëlische offensief begon met de luchtaanval die Ahmed Jabari doodde, maar voegen hieraan toe dat Israel hem beschuldigde van de verantwoordelijkheid voor ‘all terrorist activities against Israel from Gaza’ over het afgelopen decennium, wat de oorzaak bij hem legt. In drie artikels wordt de oorzaak echter bij Israël gelegd door de BBC. Zo stelt Turkse eerste minister Erdogan dat het een tactiek is van Israël om beschuldigend naar Hamas te wijzen en vervolgens Gaza aan te vallen: ‘Israel continues to make an international racket with its three dead. In fact it is Israel that violated the ceasefire’ (34). Artikel 34 en 35 vermelden dat ‘the round of violence that has followed Israel's killing of Hamas's military chief’ zonder hem van terreur te beschuldigen. Ook de Gazaanse bevolking acht Israël verantwoordelijk voor de escalatie omwille van de moord op Jabari (54). 2) Is het ene geweld een reactie op het andere? Wanneer de BBC aangeeft dat het Palestijnse geweld een reactive is op het Israëlische, schrijft de omroep dat Hamas ‘responds’ (75), dat Palestijnse strijders ‘continue to fire rockets in return’ (52) en dat Palestijns geweld ‘follows Israel's killing of Hamas's military chief on Wednesday’ (13). Ook AJE schrijft gelijkaardige zaken en noemt het geweld ‘reactions’ (1), ‘a response to Israeli airstrikes’ (6, 14, 16, 24) en stelt dat Gaza ‘returns deadly rocket fire on Israel’ (8). 102
Het Israëlische geweld wordt negentien keer voorgesteld door de BBC als een respons op raketaanvallen uit Gaza en vijf keer door AJE. Zo zegt Tony Blair: ‘We have got to stop the rocket attacks coming out of Gaza which means the Israeli retaliation ceases’ (6 BBC). Daarnaast reageert Israël in de berichtgeving van AJE viermaal op het incident waarbij een Israëlische jeep werd geraakt en eenmaal op Jabari’s ‘terroristische activiteiten’ en op de busbom in Tel Aviv. Het Palestijnse geweld wordt door BBC-artikel 12 zelfs weergegeven als de kern van het Israëlische probleem: ‘And therein lies Israel's problem. Every time it hits back at Hamas and the other militants who fire volleys of rockets from Gaza they seem to recruit more fighters and lay their hands on more rockets, smuggled in through the tunnels from Egypt.’ AJE citeert ten slotte ook Ehud Barak die getuigt dat Israël helemaal geen oorlog wil, maar dat de provocaties van Hamas in de voorbije weken Israël dwongen om kordaat op te treden (8). 3) Eisen aan Israël en Hamas: buitenlandse eisen De BBC geeft eisen van de VN weer in dertien artikels, AJE in vijf. Zo roept secretaris-generaal Ban Ki-Moon op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren en een deescalatie van de spanningen. Hij vraagt aan Israël om ‘maximum restraint’ uit te oefenen en aan de Palestijnen om hun ‘indiscriminate attacks on Israeli population centres’ stop te zetten. AJE geeft eisen van het Verenigd Koninkrijk in vier artikels weer, de BBC in acht. Zo roept Tony Blair Hamas op om alle raketvuur naar Israël stop te zetten, aangezien Israël zich dan zou moeten verdedigen (7 AJE). Ook William Hague ziet een einde van de raketten als een voorwaarde voor eender welk vredesverdrag (21 en 29 AJE). In drie AJE-artikels en één BBC-artikel wordt enkel geëist dat de Palestijnse raketaanvallen worden stopgezet. Vijf BBC-artikels roepen echter beide kanten op om de aanvallen stop te zetten en een ‘spiraal van geweld’ te voorkomen. Bovendien eist David Cameron in twee BBC-artikels en één AJE-artikel dat Netanyahu burgerslachtoffers vermijdt. Amerikaanse eisen worden in acht AJE-artikels en slechts twee BBC-artikels weergegeven. De Verenigde Staten eisen een einde van het geweld en benadrukken dat diplomatie de enige mogelijke weg is om het conflict op te lossen (22 en 41 AJE). Het doel van deze onderhandelingen moet volgens Hilary Clinton een oplossing zijn ‘that bolsters security for the people of Israel, improves conditions for the people of Gaza and moves toward a comprehensive peace for all people of the region,’ (43 AJE en 58 BBC). In BBC-artikel 63 stelt ze dat hiervoor de raketaanvallen vanuit Gaza moeten eindigen. Daarnaast roept president Obama in twee AJE-artikels Netanyahu op om al het mogelijke te doen om burgerslachtoffers te vermijden, maar benadrukt dat het Hamas is die met de aanvallen op Israël moet stoppen om Israël de kans te geven om de situatie te laten de-escaleren. (14 en 17) 103
Zowel AJE als de BBC geven slechts eenmaal een Egyptische eis weer, wat vreemd is aangezien Egypte de belangrijkste bemiddelaar is. Zo eist de Egyptische Freedom and Justice Party een snelle Arabische en internationale actie om het ‘bloedbad’ te stoppen (7 AJE) en Egyptische buitenlandminister Mohammed Kamel Amr een ‘immediate US intervention to stop the Israeli aggression’ (15 BBC). Een eis uit Qatar wordt slechts eenmaal door AJE weergegeven. Zo roept Qatar de VN op om haar verantwoordelijkheid op te nemen om de vrede en veiligheid in de regio te vrijwaren (7).
Figuur 17. Aantal eisen gesteld door buitenlanders in de BBC- en AJE-berichtgeving over Operation Pillar of Defense 4) Kritieken op Israël en Hamas Kritieken op Israël Hamas beschuldigt Israël ervan het ingaan van het staakt-het-vuren te vertragen (44 AJE, 58 BBC). Daarnaast beschuldigt Mahmound Abbas, president van de Palestijnse Autoriteit, Israël van ‘perpetrating massacres in Gaza’ (22, 28 en 29 BBC). Daarnaast krijgt Israël heel wat kritiek vanuit Egypte. Deze wordt door AJE in 7 artikels vermeld en door de BBC in 15. Egyptische president Mohamed Mursi noemt Israëls aanvallen op Gaza ‘unacceptable’, ‘a disaster’ en ‘a blatant aggression against humanity’ (13 AJE en 13, 20, 28, 29, 71 BBC). Hij waarschuwt dat een grondinvasie serieuze gevolgen zal hebben voor de regio en dat Egypte dit nooit zal aanvaarden (26 AJE en 38, 41, 42 en 49 BBC). Ook de Egyptische Freedom and Justice Party noemt de aanvallen ‘massacres’ en waarschuwt dat Egypte ‘would no longer stand by as Palestinians come under attack.’ (7 AJE) Daarnaast krijgt Israël van de Egyptische 104
Moslimbroeders de kritiek voor de escalatie in het conflict te zorgen om stemmen te winnen in de nakende verkiezingen. Zij verwijzen bovendien naar Israël als ‘the Zionist occupier’ en ‘a racist state’. (23 AJE) Gelijkaardige kritieken uit de Arabische wereld zijn in de berichtgeving van AJE te horen uit Qatar, Tunesië en Iran en beide omroepen publiceren bovendien kritieken uit Turkije en van de Arabische Liga. Zo noemt Turkse eerste minister Erdogan Israëls acties in Gaza ‘ethnic cleansing’ (42 AJE en 57 BBC) en noemt Iran de militaire campagne ‘organized terrorism’ (13). Daarnaast geven heel wat bondgenoten van Israël aan dat het verkieslijk is om geen grondoffensief aan te gaan en ook Ban Ki-moon raadt dit af (51 BBC, 33 AJE). Ook Britse buitenlandsecretaris William Hague waarschuwt dat een grondinvasie Israël veel internationale steun en sympathie zou kosten (36, 38, 45, 71 BBC, 21 en 29 AJE). Voorts bekritiseert een Schotse overheidswoordvoerder Israëls acties door te stellen dat het verkeerd is ‘to collectively punish the people of Gaza for the actions of their government’ (30 BBC) en verklaart Franse buitenlandminister Laurent Fabius dat Israël recht heeft op veiligheid, maar dit niet zal bereiken door middel van geweld (10 AJE). In twee artikels uiten AJE en de BBC ten slotte zelf kritiek op Israël. Zo noemt een AJE-journalist Israëls geweld ‘disproportionate’ (25) en stelt artikel 20 dat hoewel het Israëlische Hooggerechtshof in 2006 het gebruik van ‘targeted killings’ beperkte, de opgelegde vereisten haast nooit worden uitgevoerd. Daarnaast wijdt de BBC in artikel 55 ruimte aan een legale kritiek op Israëls toepassing van het recht op zelfverdediging en stelt dat ‘the right of self-defence is no blank cheque. International law allows states to defend themselves only with force that is necessary and proportionate.’ Kritieken op Hamas Vanuit Israël krijgt Hamas de kritiek de voorstellen voor een staakt-het-vuren af te wijzen (21 AJE) en stelt de Israëlische burgerbevolking dat Hamas enkel burgerslachtoffers willen maken (54 BBC). Vanuit internationale hoek komt er bij beide omroepen kritiek op Hamas aan bod vanuit de Verenigde Staten en de Verenigde Naties. In de berichtgeving van de BBC wordt bovendien ook kritiek vanuit het Verenigd Koninkrijk gehoord. De Verenigde Staten noemen Hamas ‘an obstacle to peace’ in vijf AJE-artikels en een Amerikaanse woordvoerder geeft eenmaal aan dat President Abbas is committed to a peaceful negotiation, Hamas is not.’ Ook de BBC vermeldt in artikel vijf dat ‘Hamas claims to have the best interests of the Palestinian people at heart, yet it continues to engage in violence that is counterproductive to the Palestinian cause.’ Daarnaast veroordeelden de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Naties de Palestijnse raketaanvallen en veroordelen Ban Ki-moon en de VS de bom die een bus in Tel Aviv deed ontploffen (39 AJE en vier artikels BBC). 105
Ook op Hamas uit de BBC legale kritiek door te stellen dat de international wet het gebruik van geweld of de dreiging van terreur tegen burgers verbiedt, eveneens als het gebruik van wapens die niet precies genoeg zijn om specifieke militaire doelwitten te kunnen viseren. ‘When the attacker deliberately targets civilian objects, there is no version of the facts capable of justifying his actions under the laws of armed conflict.’ 5) Verantwoording tabel conclusie macroniveau Voor de parameter ‘koppen’ gaf ik aan dat de BBC eerder een pro-Israëlisch en AJE eerder een pro-Palestijns perspectief weergeven. De BBC kiest immers vaker Israëlische actoren die het strategische aspect van Israëls acties benadrukken, terwijl de Palestijnse actoren vaker het gewelddadige aspect van Palestijnse acties benadrukken. Bovendien creëren de koppen de illusie dat er evenveel slachtoffers vallen aan beide kanten en focust de BBC voornamelijk op strategische doelwitten, terwijl AJE daarnaast ook aandacht besteedt aan de civiele infrastructuur die door Israëls acties geraakt wordt. Ten slotte kiest AJE eveneens politieke en civiele Palestijnse actoren in de kop en maakt de omroep duidelijk dat er meer Palestijnse dan Israëlische slachtoffers vallen. Voorts duidde ik aan dat de BBC op vlak van bronnen eerder een Israëlisch perspectief hanteert en AJE een neutraal perspectief aangezien de BBC tweemaal vaker voor Israëlische bronnen kiest dan voor Palestijnse, terwijl AJE beide partijen ongeveer even vaak aan het woord laat. Hoewel de BBC het Israëlische geweld bijna tweemaal zo vaak legitimeert als AJE, gaf ik aan dat beide omroepen hier een eerder Israëlisch perspectief hanteren aangezien een legitimering voor Palestijns geweld in beide berichtgevingen ontbreekt en zelfs vijfmaal wordt weergegeven als niet te legitimeren door middel van citaten. Wat de weergave van het geweld betreft, deelde ik de BBC-berichtgeving in bij de categorie ‘neutraal’ en AJE bij eerder pro-Palestijns, aangezien AJE de Israëlische bombardementen in 47 artikels vermeldt en de Palestijnse raketaanvallen slechts in 35, terwijl de BBC telkens het geweld van beide kanten weergeeft. Wat het beginpunt van de escalatie betreft, hanteren beide oproepen volgens mij dan weer eerder een Israëlisch perspectief aangezien beide het vaakst stellen dat Operation Pillar of Defense begon bij de Israëlische uitschakeling van Ahmed Jabari als een reactie op het toenemende aantal Palestijnse raketten. De parameter ‘respons’-verklaring deelde ik bij de BBC in bij de categorie eerder proIsraëlisch en bij AJE bij de categorie neutraal, aangezien AJE Israël en de Palestijnen ongeveer even vaak voorstelt als reagerend op geweld, terwijl de BBC Israëlisch geweld 4,4 keer vaker afbeeldt als een reactie dan Palestijns geweld. De parameters ‘roep op wraak’ en het ‘stellen van eisen’ deelde ik voor beide 106
omroepen bij de eerder neutrale categorie in, aangezien beide Israël en de Palestijnen ongeveer even vaak voorstellen als bedreigingen uitend of eisen stellend. Ook de parameters ‘bezoeken van internationale bemiddelaars’ en ‘vredesonderhandelingen’ deelde ik in deze categorie in, aangezien geen van beide omroepen zich specifiek voor of tegen de Palestijnen uitspreekt. De parameters ‘motivatie weergegeven’, ‘bedreigd zijn’, ‘zelfverdediging’, ‘steun aan’ en ‘achtergrondinformatie’ gaf ik voor beide omroepen weer als eerder proIsraëlisch. Zowel AJE als de BBC motiveren Israëlische acties immers opvallend vaker dan Palestijnse en wijden beduidend minder ruimte aan de beschrijving van Palestijnen als bedreigd dan andersom. Bovendien beeldt de BBC Israël 11,5 keer vaker af als zichzelf verdedigend dan de Palestijnen en stelt AJE de Palestijnen in geen enkel artikel voor als zichzelf verdedigend. Daarnaast leggen zowel AJE als de BBC meer nadruk op de steun van de Israëlische bevolking aan haar overheid dan op de steun van de Gazaanse bevolking aan Hamas. Ten slotte geven beide ook te weinig achtergrondinformatie opdat een publiek met beperkte kennis het artikel zou kunnen plaatsen en weerspiegelen voornamelijk of uitsluitend het Israëlische perspectief in deze informatie. De parameters ‘kritieken’, ‘protestacties’ en ‘gevolgen van de bezetting’ deelde ik dan weer alle drie voor beide omroepen in bij de categorie eerder pro-Palestijns. Zowel AJE als de BBC publiceren immers meer kritieken op Israël dan op Hamas en focussen zowel in binnen- als buitenland voornamelijk op pro-Palestijnse betogingen. Ook de parameter ‘gevolgen van de bezetting’ deelde ik voor beide omroepen in bij de categorie pro-Palestijns aangezien de beschrijving van deze gevolgen voor meer medeleven en begrip van het publiek voor de Palestijnse acties en standpunten kan zorgen. Men zou er echter ook voor kunnen pleiten deze parameter bij de neutrale of zelfs pro-Israëlische categorie in te delen naar gelang men het aantal regels dat de BBC en AJE aan dergelijke beschrijvingen wijden voldoende acht of niet. Bij de parameter ‘Israël vermijdt burgerslachtoffers’ en in de keuze voor frames, hanteert de BBC eerder een pro-Israëlisch perspectief, terwijl AJE eerder voor een pro-Palestijns perspectief kiest. Hoewel de BBC en AJE ongeveer even vaak aangeven dat Israël burgerslachtoffers vermijdt, stelt AJE daarnaast dubbel zo vaak dat Israël dit niet doet, terwijl de BBC dit drie keer minder doet. Voorts gebruikt de BBC overwegend het ‘law and order’ frame, wat volgens Wolfsfeld (1997, geciteerd in Deprez & Raemaeckers, 2010, 7) traditioneel gebruikt wordt voor een Israëlisch perspectief, terwijl AJE voornamelijk het ‘injustice and disorder’ frame gebruikt, traditioneel geassocieerd met het Palestijnse perspectief. De parameter ‘relatie tussen Israël en Gaza’ deelde ik voor beide omroepen in bij de categorie neutraal. Hoewel AJE vaker dan de BBC aangeeft dat Gaza nog steeds bezet is en de BBC vaker verduidelijkt dat Gaza niet langer bezet is, specificeren beide omroepen in de meeste gevallen de relatie tussen Israël en Gaza immers niet. Ook de 107
parameter ‘andere achtergrondinformatie’ werd voor beide bij de categorie neutraal ingedeeld aangezien deze zich niet specifiek voor of tegen een partij uitsprak. B. Bijlagen microniveau: zinsniveau 1) Actoren: wie pleegt geweld? Bij AJE wordt het geweld ook gepleegd door ‘the Israeli government’ (1 keer), ‘the Israeli intelligence service’ (1 keer), ‘a group of settlers’ (1 keer). Tussen aanhalingstekens wordt het geweld bovendien gepleegd door ‘the Israeli occupation’ (2 keer), ‘we’ (3 keer) en ‘they’ (2 keer). Naast personen of instellingen, wordt ook nagegaan hoe vaak geweld bij een actief gebruikt werkwoord wordt gepleegd door objecten of omstandigheden. Hier blijkt een ‘Israeli (air) strike/attack’ 37 keer actief geweld te plegen bij AJE, ‘Israeli missile’ 16 keer, ‘an Israeli warplane/aircraft’ 13 keer, ‘Israeli fire’ twee keer, ‘a targeted killing’ 1 keer, ‘a piece of shrapnel’ 1 keer, ‘the bullet’ 1 keer en ‘a series of explosions’ 1 keer. Volgens de BBC pleegt ‘Israel’ 56 keer geweld, ‘Israeli military/forces’ 24 keer, ‘Israelis’ en ‘Israeli soldiers’ 1 keer en ‘we’ tussen aanhalingstekens 1 keer. Daarnaast wordt het actieve geweld 13 keer gepleegd door een ‘Israeli air strike’, 6 keer door een ‘warplane/warship’, 4 keer door ‘missiles’ en 1 keer door ‘an explosion’. Naast door ‘Hamas’, ‘militants’, ‘fighters’ en ‘armed groups’, wordt het Palestijnse geweld gepleegd door ‘Palestinians’ (3 keer AJE), ‘Ezzedine al-Qassam Brigades’ (4 keer AJE) en ‘Islamic Jihad’ (3 keer AJE, 3 keer BBC). Tussen aanhalingstekens worden ook ‘Hamas and other terrorist organizations’ (3 keer AJE), ‘they’ (1 keer AJE), ‘protesters’ (1 keer BBC) en ‘armed jihadist elements’ (1 keer BBC) vermeld. Objecten of omstandigheden die geweld plegen, zijn bij AJE ‘a rocket’ (30 keer), ‘ a missile’ (2 keer), ‘an attack on a bus’ (3 keer) en 1 keer ‘the projectile’, ‘a bomb’ en ‘a blast’ en bij de BBC ‘a bomb’ (2), ‘a rocket’ (1), ‘the blast’ (2). 2) Doelwitten: tegen wie is het geweld gericht? Doelwitten van Israëlisch geweld AJE schrijft 36 keer dat het Israëlische geweld gericht is tegen ‘the Gaza Strip/Gaza’ en 10 keer tegen ‘Gaza City’. Drie steden worden elk 1 keer vermeld als doelwit. Daarnaast zijn de doelwitten 4 keer ‘Gaza sites/locations’ en 21 keer ‘targets in Gaza’. De BBC vermeldt ‘Gaza/the Gaza Strip’ 29 keer als doelwit en ‘Gaza City’ 5 keer. ‘Sites/targets in Gaza’ worden 25 keer als doelwit opgeven, naast driemaal ‘terror sites’ tussen aanhalingstekens. Specifieke Hamas-doelwitten zijn ‘Ahmed Jabari’ (44 keer), ‘Hamas facilities’ (bv: ‘weapons depot, rocket launcher pads, missile sites, …’) (23 keer) De tunnels naar
108
Egypte worden daarnaast viermaal aangehaald als doelwit, waarvan driemaal gespecificeerd wordt dat ze gebruikt worden voor smokkel. ‘Police/security/Hamas buildings’ zijn 21 keer het doelwit, lokale en politieke leiders in Gaza 8 keer en Hamas zelf 4 keer. AJE vermeldt ten slotte 1 keer ‘armed groups’ (1), ‘Palestinian fighters’ (24), ‘militants’ (5), ‘a rocket mastermind of the Islamic Jihad group’ (29), ‘houses of political leaders’ (28) en the ‘Ezzedine al-Qassam Brigades’ (2). Burgers zijn twaalf keer het doelwit. Zo worden onder andere ‘13-year-old Ahmed Abu Daqqa’ (10), ‘Hamdi al-Falah, 17 years old’ (24), ‘protesters’ (24), ‘a young boy’ (38) en ‘two Palestinian men’ (40) opgegeven. Ook vermeldt een inwoner ‘us’ als doelwit (31). Civiele infrastructuur, waaronder huizen, auto’s, landbouwgrond en moskeeën, zijn het doelwit in 23 artikels, waaronder ‘a family home in the Zeitoun neighbourhood in Gaza City’ (30), ‘Nusseirat refugee camp in central Gaza’ (30) en ‘the house of Hijazi family’ (31). Mediagebouwen zijn ten slotte 15 keer het doelwit en journalisten 12 keer. Volgens de BBC is Ahmed Jabari 36 keer het doelwit. ‘Hamas facilities’, waaronder ‘long-missile capabilities’ en ‘underground weapon storage facilities’, zijn 29 keer het doelwit, ‘Hamas’ main government/security buildings’ 27 keer en de huizen van Hamas-leiders of politieagenten 9 keer. De tunnels naar Egypte zijn 14 keer het doelwit en worden elke keer gespecificeerd als ‘smuggling tunnels’. Verder vermeldt de BBC Hamas leiders (7 keer), ‘Palestinian/Hamas militants’ (8 keer), ‘Hamas fighters’ (1 keer), Hamas (3 keer), ‘Hamas targets in Gaza’ (2 keer), ‘Islamic Jihad’ (1 keer), ‘militant-owned buildings’ (1 keer), ‘Hamas intelligence operations centre on the seventh floor of a media building’ (twee keer), ‘terror sites’ (driemaal tussen aanhalingstekens). Voorts worden mediagebouwen 9 keer als doelwit opgegeven, huizen 4 keer, ‘key parts of Gaza’s infrastructure’ 1 keer, ‘apartment buildings’ 1 keer, ‘sports fields’ 2 keer, ‘kindergartens’ 1 keer and ‘electricity substations’ 1 keer. De enige burgerdoelwitten die worden aangegeven zijn ‘the Palestinians’ (1 keer), ‘a Palestinian man’ (1 keer) en ‘a group walking towards the border fence’ (1 keer). Dit is een groot verschil met AJE, die heel wat meer burgers opgeeft en hen doorgaans bij naam en leeftijd noemt. Doelwitten van Palestijns geweld Beide omroepen geven voor Israël haast uitsluitend burgerdoelwitten aan. Zo vermeldt AJE ‘Israel’ 35 keer als doelwit, ‘southern Israel’ 9 keer, ‘the southern city of Kiryat Malachi’ 6 keer, ‘Tel Aviv’ 21 keer, ‘Jerusalem’ 8 keer, ‘Rishon Letzion’ 1 keer, ‘Ashkelon’ 1 keer, ‘Kiryat Gat’ 1 keer en ‘Israeli towns and villages’ 3 keer en residential areas in the south of Israel’ 4 keer. Eenmaal wordt zelfs weergegeven ‘his 109
town’, wanneer er over een inwoner van Kiryat Malachi gesproken wordt. Voorts worden als doelwit ‘Israeli civilians’ (4 keer zonder aanhalingstekens, 3 keer met), ‘the people of Israel’ (2 keer met aanhalingstekens) en ‘citizens of Israel’ (1 keer met aanhalingstekens) opgegeven. Ook ‘an apartment building’ (10 keer), ‘a house’ (2 keer) en ‘a bus in central Tel Aviv’ (7 keer) zijn doelwitten. De BBC duidt ‘Israel’ 36 keer als doelwit aan en ‘southern Israel’ 16 keer. Ook heel wat steden passeren de revue: Jeruzalem (15 keer), Tel Aviv (22 keer), Ashkelon (3 keer), Ofakim (2 keer), Ashdod (2 keer), Beersheba (2 keer), Rishon Letzion (2 keer), Kiryat Malachi (1 keer) en ‘the barren Negev desert’ (1 keer). Daarnaast focust de BBC ook specifiek op burgers en vermeldt ‘Israeli cities/towns’ (5 keer), ‘residential homes and apartments’ (2 keer), ‘Israel’s populated centres’ (3 keer), ‘a bus’ (6 keer) en ‘Israeli civilians’ (1 keer). Tussen aanhalingstekens wordt bovendien weergegeven ‘our children’ (2 keer) en ‘the people of Israel’ (1 keer). De BBC vermeldt echter ook strategischere doelwitten, namelijk ‘an Israeli military vehicle patrolling the border fence’, ‘Israeli targets’, ‘targets in southern Israel’, ‘a site’ en ‘Israeli soldiers’. 3) Modale bijwoorden De BBC gebruikt onder andere de modale bijwoorden ‘reportedly’ (12 keer), ‘probably’ (9 keer), ‘clearly’ (3 keer) en ‘apparently’ (1 keer). ‘Reportedly’, dat gebruikt wordt om de oprechtheid van de eigen bron in twijfel te trekken (Saleem, 2012, 13 augustus), wordt ondermeer vijfmaal gebruikt bij de weergave van Palestijnse slachtoffers, bijvoorbeeld: ‘fifteen Palestinians have reportedly been killed’ (11). Het bijwoord ‘probably’ werd voornamelijk gebruikt om de Israëlische strategie te beschrijven: ‘the increase in the number of civilian casualties inflicted in the Gaza Strip, and the consequent shift in international support for Israel, probably weighs more heavily than any modest advantages in terms of destroying additional rockets or Hamas infrastructure.’ (47) ‘Clearly’ werd tweemaal gebruikt om de Israëlische motivatie weer te geven: ‘The outcome may well be another uneasy ceasefire that perhaps could last fors ome time. That is clearly what the Israelis want out of this.’ (8) Het modale bijwoord ‘apparently’ werd gebruikt om aan te geven dat ‘Apparently the offices were hit several times by bombs, which rattled the whole city.’ (33) AJE gebruikt het bijwoord ‘reportedly’ zevenmaal, waaronder viermaal om Palestijnse slachtoffers weer te geven, bijvoorbeeld ‘reportedly killing 20 people.’ Daarnaast gebruikte AJE tweemaal ‘clearly’ om aan te duiden dat de wagen van de journalisten die omkwamen in Gaza ‘clearly’ gemarkeerd was als perswagen. Ten slotte zegt de omroep dat ‘Israel is apparently using unconventional weapons’ en zei dat Obama een steunboodschap stuurde naar Netanyahu en ‘simply urged him to “avoid” civilian casualties.’ (17)
110
Modaliteit werd dus door de BBC voornamelijk gebruikt om de gevolgen van Israëlisch geweld als onzeker voor te stellen (‘reportedly’ en ‘apparently’) en om Israëls militaire strategie te bespreken (‘probably’ en ‘clearly’). Hoewel AJE ook de gevolgen van het Israëlische geweld viermaal in twijfel trekt door middel van modaliteit, geeft de omroep eveneens aan dat Israël doelbewust op de journalisten mikt met het bijwoord ‘clearly’, wordt geopperd dat Israël onconventionele wapens gebruikt en wordt gesteld dat Obama te laks reageert op Netanyahu’s beslissingen door middel van het bijwoord ‘simply’. 4) Verantwoording tabel conclusie microniveau – zinsniveau De parameter ‘actief/passief’ deelde ik voor de BBC in bij eerder neutraal, voor AJE bij eerder pro-Palestijns. De BBC beschrijft immers zowel Israëlisch als Palestijns geweld vaker passief dan actief, terwijl AJE Israëlisch geweld vaker actief en Palestijns geweld vaker passief beschrijft. Wat de parameters ‘intransitief’ en ‘modaliteit’ betreft, plaatste ik voor beide omroepen een streepje bij de categorie eerder neutraal of vaag. Waar de BBC Palestijnse en Israëlische slachtoffers even vaak met het intransitieve werkwoord ‘to die’ beschrijft, doet AJE dit vaker bij Palestijnse slachtoffers. Er werd echter geopperd dat dit te maken kan hebben met het feit dat AJE over het algemeen meer Palestijnse slachtoffers vermeldt dan Israëlische. Om deze reden heb ik dan ook voor de categorie eerder neutraal gekozen in het gebruik van intransitieve werkwoorden. Hetzelfde geldt voor de parameter ‘modaliteit’, waarbij beide omroepen vaker afstand nemen van het Israëlische discours dan van het Palestijnse, maar ook vaker het Israëlisch discours weergeven dan het Palestijnse. De parameter ‘actoren’ deelde ik voor de BBC in bij eerder pro-Israëlisch en voor AJE bij eerder neutraal of vaag. Waar de BBC immers het vaakst een beeld schetst van geweld tussen de staat Israël en Palestijnse militanten, houdt AJE het eerder vaag door vaak voor objecten of handelingen als actor te kiezen. Wat de overige parameters ‘handelend voorwerp’, ‘doelwitten’ en ‘nominalisatie’ betreft, werd voor beide omroepen een streepje geplaatst in de categorie eerder proIsraëlisch. Bij passieve werkwoorden kiezen beide omroepen er immers voor om het handelend voorwerp net iets vaker te laten wegvallen bij Israëlisch geweld en net iets vaker wel te vermelden bij Palestijns geweld. Zowel de BBC als AJE gebruiken bovendien opvallend vaker nominalisaties om Israëlisch geweld te omschrijven dan voor Palestijns geweld en leggen een sterke nadruk op Hamasdoelwitten.
111
C. Bijlagen microniveau – woordniveau 1) Eufemismen Zowel de BBC (zevenmaal) als AJE (vijfmaal) gebruiken bij de verslaggeving over Operation Pillar of Defense het woord ‘clashes’. Regelmatig wordt het gebruikt om ‘clashes’ tussen Israëlische soldaten en Palestijnse betogers te beschrijven (vijfmaal door AJE, tweemaal door de BBC). Zo klonk het in AJE-artikel 18 dat ‘several protesters were detained as clashes with police occurred.’ Eenmaal werd het woord gebruikt om Operation Pillar of Defense te beschrijven: ‘five days of clashes’ (23). Ook de BBC gebruikte het woord tweemaal in deze context: ‘Gaza clash’ (74) en eenmaal om een mogelijke grondinvasie te beschrijven: ‘a full-scale military clash’ (3). Voorts gebruikte de BBC ‘clashes’ ook om het geweld tussen Fatah en Hamas in 2007 te beschrijven en de situatie waarbij in 2010 Israëlische soldaten aan boord gingen van een hulpkonvooi naar Gaza, waarbij negen Turkse activisten het leven lieten. Ten slotte gebruikt de BBC het woord tweemaal met betrekking tot de huidige protesten in de West Bank. Eenmaal schrijft de omroep er dat ‘there were daily protests and clashes with Israeli soldiers’ (66), geen verantwoordelijkheid toekennend aan een van de partijen, en eenmaal dat ‘some protesters clashing with Israeli soldiers’ (67), waarbij geïnsinueerd wordt dat de betogers het geweld startten. AJE houdt het steeds vaag in deze context. Andere eufemismen die de BBC gebruikt, zijn ‘trading missile fire’ (4 keer), ‘the fighting has intensified’ (3 keer), ‘a spiral of violence’ (3 keer), ‘Gaza death toll mounts’ (2 keer), ‘spasms/episodes of cross-border violence’ (2 keer), ‘the situation is deteriorating’ (1 keer), ‘restoring the calm’ (1 keer), ‘a cycle of escalation’ (1 keer), ‘a flurry of activity’ (1 keer), ‘an upsurge of fighting’ (1 keer) en ‘Israel-Gaza fighting flares again’ (1 keer). AJE gebruikt voorts ook ‘the death toll climbed/mounts/soars/increases’ (5 keer), ‘the Gaza conflict/firing intensifies’ (2 keer), ‘the latest conflict in Gaza’ (1 keer), ‘the flare-up of violence’ (2 keer) en ‘the stand-off between Israel and Hamas in the Gaza Strip has been reignited’ (1 keer). Bij gebruik van het eufemisme ‘escalation’, legt AJE wel tweemaal de verantwoordelijkheid bij de Palestijnen: ‘escalation by Gaza fighters’ (17 en 18). Wat militair-strategische eufemismen betreft, geeft de BBC twaalf keer aan dat Israël bereid is ‘to expand the operation’ zonder in te gaan op wat dit voor Gaza zou betekenen. Ook worden Israëls ‘targeted killings’ 15 keer aangehaald en wordt er verklaard dat dit gaat om ‘precision strikes against the leaders of the military wing of Hamas and other Palestinian groups’ (2) en dat ‘Hamas's political leaders can certainly be weakened, even killed, if Israel chooses to extend its policy of assassination from military to political leaders’ (33). Ook AJE geeft 14 keer aan dat Israël bereid was de operatie uit te breiden.
112
Daarnaast gebruikt AJE de volgende eufemismen met betrekking tot Israëlisch geweld: ‘Strikes/Israel attacks continue/intensify’ (8 keer), ‘Israeli air strikes/a wave of violence/missiles left seven Palestinians dead and several wounded’ (3 keer), ‘Innocent civilians get caught in the crossfire’ (1 keer), ‘Israel's Operation Pillar of Defence showed no sign of letting up’ (1 keer), ‘protests, leading to one death in the southern city of Hebron’ (1 keer) en ‘there has been sustained heavy artillery fire coming into the northern Gaza Strip from tanks lined up along the Israeli border’ (1 keer). Met betrekking tot Palestijns geweld, komen volgende eufemismen voor: ‘to escalate attacks’ (1 keer), ‘increase rocket fire’ (1 keer), ‘salvoes have intensified’ (1 keer), ‘rocket fire from Gaza into Israel subsided during the night but resumed in the morning’ (1 keer) en ‘a rocket landed in the region’ (7 keer). De BBC gebruikt daarnaast met betrekking tot het Israëlische geweld ‘Israel’s aerial bombardment has intensified/continued’ (13 keer), ‘cross border violence soared’ (1), ‘the intensity of Israeli air strikes has increased’ (1), ‘Israel's attacks on Gaza had been stepped up again’ (2) en ‘the increase in the number of civilian casualties in the Gaza Strip’ (1). Met betrekking tot Palestijns geweld, vinden we de volgende eufemismen terug: ‘more rocket fire is resuming’ (1), ‘rocket attacks from Gaza have continued’ (1) en ‘the rate of rocket attacks on Israel has fallen’ (1). 2) Labels en evaluatieve beschrijvingen Israël In de berichtgeving van AJE wordt Israël door een woordvoerder van het Witte Huis ‘the one true democracy in the Middle East that brings stability to a region where it is in short supply, a consistent, reliable ally and friend’ genoemd. (17) Voorts wordt Tel Aviv omschreven zes keer omschreven als a ‘commercial hub’. Jabari’s dood wordt ‘legal’ genoemd door Israëlische woordvoerder Mark Regev en ‘a succes for Israel’ door de journalist (20 en 1). Twaalf van de dertien positieve adjectieven worden tussen aanhalingstekens weergegeven of toegeschreven aan een spreker. Zo wordt de Iron Dome door lokale journalisten ‘a game-changer and Israel’s national hero’ genoemd (44), en noemen Netanyahu en Mark Regev de Israëlische bombardementen vier keer ‘surgical’. Amerikaanse juridische expert Alan Dershowitz noemt hen bovendien ‘legal, lawful, legitimate’ (20). Daarnaast wordt het Israëlische volk door luitenant-kolonel Leibovich ‘humanitarian’ genoemd. De BBC noemt Operation Pillar of Defense ‘a Sharp and short campaign’ (74) en vijfmaal tussen aanhalingstekens ‘a limited military operation’. Jabari’s dood wordt omschreven als ‘an undoubted success for Israel’ (25) en Israël word door een BritsIsraëlische groep omschreven als ‘democratically-elected’ (31). Bovendien toont Israël ‘an overwhelming superiority in firepower’ (54) en is het ‘powerful’ (28 en 70). De Iron Dome is ‘successful’ (1, 74) en Netanyahu ‘determined’ (3) en ‘tough’ (3).
113
De Israëlische luchtbombardementen worden weergegeven als ‘defensive’ (8), ‘retaliatory’ en vijfmaal tussen aanhalingstekens als ‘surgical’. Daarnaast krijgt Israël echter ook negatieve labels toebedeeld. Drieënveertig van de zesenvijftig negatieve labels die AJE vermeldt, worden tussen aanhalingstekens weergegeven en/of toegeschreven aan een bepaalde spreker. De meeste negatieve labels die Israël krijgt toebedeeld zijn voor Israël zelf en haar acties. Zo wordt Israël zesmaal ‘the Israeli occupation’ genoemd door woordvoerders van Hamas, viermaal ‘the (Zionist) enemy’ door Islamic Jihad, Hamas woordvoerders en Hamas leider Ismail Haniyeh. Erdogan noemt Israël bovendien ‘a terrorist state’ en de Egyptische Moslim Broeders noemen de staat ‘a Zionist occupier and a racist state.’ Israëls acties tijdens Operation Pillar of Defense worden bestempeld als ‘aggression’ (15 keer door verschillende Arabische leiders), ‘massacres’ (1 keer door de Egyptische FJP), ‘a filthy/dangerous crime’ (1 keer door Qatars buitenlandminister en 1 keer door Hamas), ‘the destruction of an entire people’ (door een inwoner van Gaza), ‘blatant/unacceptable aggression against humanity’ (2 keer door Mursi), ‘disproportionate’ (door de journalist), ‘organized terrorism’ (door Iran), ‘thuggery’ (Khaled Meshaal), ‘ethnic cleansing’ (tweemaal door Erdogan), ‘the worst violence in Gaza since 2008’ (driemaal door de journalist) en ‘attrocities’ (door de journalist). Door middel van evaluatieve beschrijvingen, wordt Operation Pillar of Defense en de Israëlische bombardementen vervolgens ook omschreven als ‘unjustified’, unacceptable’, ‘deadly’, ‘huge’, ‘heavy’, ‘widespread’, ‘constant’, ‘numerous’, ‘relentless’, ‘massive’, ‘extensive’ en ‘unrelenting’. De blokkade van Gaza wordt daarnaast ‘crippling’ en Gaza ‘an open air prison’ genoemd door de journalist. De muur tussen Israël en de West Bank wordt ‘the controversial Israeli separation barrier’ genoemd (28). Bovendien is Gaza ‘embattled’ en ‘besieged’. De aanval tegen het huis van de familie Hijazi is een ‘tragedy’ en volgens Israëlische burgers is Netanyahu’s aanvaarding van het staakt-het-vuren ‘betrayal’ en ‘selling out’. Israëlische burgers worden door de journalist ten slotte bestempeld als ‘angry’, ‘vengeful’, ‘sceptical’ en ‘rageing’. Daarnaast zijn ze echter ook ‘panicked’ en ‘grieving’. Ook wordt Tel Aviv eenmaal beschreven als ‘the occupied city of Tel Rabea’ door de gewapende vleugel van Islamic Jihad (11). Ook de BBC geeft heel wat negatieve labels en beschrijvingen weer van Israël en Israëls acties. Drieëndertig van de vijftig negatieve labels en omschrijvingen worden echter toegekend aan een spreker. Zo wordt Israël door Egypte ‘the brutal suppressor of Palestinian national aspirations’ genoemd (14), en door Hamas driemaal ‘the (zionist) enemy’ (27, 51, 53). Israëls acties worden door Mursi 8 keer en door de Arabische Liga 1 keer omschreven als ‘blatant/unacceptable’ aggression. Daarnaast worden ze door andere sprekers omschreven als ‘a ferocious assault’ (2 keer), ‘a disaster’, ‘massacres’ (6 keer), ‘attrocities’, ‘assessinations’ (2 keer) en ‘ethnic cleansing’. De journalist zelf noemt hen zesmaal ‘the most intens assault on the coastal territory since Israel launched a full-scale invasion four years ago’. De Israëlische bombardementen worden daarnaast ook door de journalist omschreven als 114
‘large’ (tweemaal), ‘huge’ (tweemaal), ‘ferocious’, ‘offensive’, ‘deadly’ en ‘patchy in their results’. Schotse eerste minister Salmond noemt ze bovendien ‘heavily disproportionate’. De blokkade van Gaza wordt door de VN bestempeld als ‘collective punishment’ en Jabari’s dood wordt gezien als ‘a crime’ en ‘a dramatic flare-up’. Hamas Hamas krijgt slechts vier positieve labels van de BBC en 29 negatieve, waar AJE Hamas 15 positieve en 12 negatieve labels toekent. Het enige positieve label dat Hamas van de BBC en 11 keer van AJE ontvangt, is ‘the Hamas government’, wat legitimiteit impliceert. Daarnaast noemt AJE Hamas viermaal ‘the armed/Palestinian resistance’. Hamas wordt echter ook bestempeld als ‘terrorist organization’ door Mark Toner, Netanyahu, het Israëlische leger en Hilary Clinton (8 keer AJE, 7 keer BBC), een ‘Palestinian militant group’ (10 keer BBC en 1 keer AJE) en eenmaal als ‘wellarmed and implacable foes’ (BBC). Ook wordt weergegeven dat het Westen Hamas bekijkt als ‘an obstacle to peace’. (3 keer AJE, 2 keer BBC) Labels en evaluatieve beschrijvingen gebruikt voor internationale politici In de berichtgeving van AJE wordt Mursi door Hamas ‘a protector’ en ‘a believer’ genoemd. Ook is Amerika’s steun voor Israël’s veiligheid ‘rock-solid’ (tweemaal) en ‘unwavering’ volgens Clinton. De BBC geeft aan dat Israël en de VS liever Mubarak dan Mursi aan de macht zien in Egypte aangezien Mubarak ‘[would] maintain the ‘quarantine’ of Gaza in the interests, in their view, of regional security’ (27) De BBC stelt dat Israël Arabische bevolkingen als ‘hostile’ beschouwt, maar omschrijft zelf de pro-Palestijnse betogers als ‘peaceful’, terwijl de Israëlische ambassadeur in het Verenigd Koninkrijk praat over ‘elements of extreme hostility to Israel in parts of Scottisch society’ (72). De internationale oproepen tot de-escalatie worden gezien als ‘plaintive’. 3) Woordkeuze Staakt-het-vuren Het staakt-het-vuren wordt door AJE ‘Gaza truce’ (drie keer), ‘Gaza ceasefire agreement’ (2 keer), ‘Hamas ceasefire’ (1 keer), ‘Gaza-Israel ceasefire’ (1 keer), ‘Israeli-instigated ceasefire’ (1 keer) en ‘the ceasefire, pushed forward by Israel’ (1 keer) genoemd. De BBC verwijt ernaar met de termen het ‘Israel-Hamas ceasefire’ (2 keer), ‘Gaza-Israel ceasefire’ (1 keer) en ‘Gaza ceasfire’ (2 keer).
115
Operatie Gegoten Lood De BBC noemt Operatie Gegoten Lood ‘the 2009 Israeli incursion’, ‘the three week conflict’, ‘the full-scale invasion’ (4 keer), ‘the major ground invasion’, ‘Operation Cast lead’, ‘the 2008-9 campaign against Hamas’, ‘the last Gaza war’, ‘Israel’s operation’, ‘the major Israeli offensive four years ago’ en ‘the brief 2009 invasion of Gaza’. AJE heeft het over ‘the 2008-2009 conflict’, ‘the (Israeli) war on Gaza 20082009’ (8 keer), ‘the 2008-09 offensive against Gaza’, ‘Operation Cast Lead’ (6 keer), ‘the Israeli assault on the territory four years ago’, ‘the last conflict in 2008’, ‘a 22day operation in Gaza that left more than a thousand Palestinians, and 13 israelis dead’, ‘the last confrontation with Israel four years ago’, ‘a full-on assualt on Gaza in 2008’, ‘in 2008’, ‘the invasion of winter 2008-09 in which more than 1,400 Palestinians were killed’. West Bank en Gaza De BBC noemt de West Bank eenmaal ‘occupied’ en tweemaal ‘the seperate West Bank territory’, waar AJE de West Bank zesmaal ‘occupied’ noemt. Gaza wordt door de BBC ‘the territory’ (17 keer), ‘the Gaza Strip’ (34 keer), ‘the Palestinian territory’ (3 keer), ‘the coastal enclave’ (2 keer), ‘the coastal territory’ (2 keer), ‘the non-state entity’ (1 keer) en ‘the strip’ (1 keer) genoemd. AJE kiest voor ‘the Gaza Strip’ (77 keer), ‘the Strip’ (5 keer), ‘the Palestinian Gaza Strip’ (2 keer), ‘the Hamas-ruled Strip’ (1 keer), ‘the territory’ (9 keer), ‘the Palestinian territory’ (4 keer), ‘the coastal enclave’ (6 keer), ‘the Palestinian enclave’ (4 keer) en ‘the occupied territory’ (1 keer). Joods Het gebruik van de term ‘Joods’ in plaats van ‘Israëlisch’, stimuleert een foutieve interpretatie van het conflict als een religieus conflict (Ismail, 2008, 187). Dit kan leiden tot simplistische oplossingen zoals religieuze tolerantie en dialoog tussen de gemeenschappen aanmoedigen. (Philo en Berry, 2011, 206) De BBC gebruikt de termen ‘Jood’ en ‘Arabier’ nergens. AJE doet dit in twee artikels: ‘Jewish settlements’ en ‘Arab villages’ (18). Ook zegt een inwoner van Kiryat Malachi ‘the Arabs and their soldiers’ (35). AJE gebruikt daarnaast driemaal de term ‘the Jewish state’ (7 en 11). Benamingen geweld Israëlische geweld wordt zowel door AJE als de BBC het meest ‘an Israeli air strike’ genoemd (62 keer AJE, 54 keer BBC). Daarnaast wordt het ook ‘Israeli attack’ (41 keer AJE, 10 keer BBC), ‘Israeli strike’ (27 AJE, 28 BBC), ‘a series/wave/barrage of air strikes’ (14 keer AJE, 10 keer BBC), ‘bombardment/bombings/bombing campaigns’ (15 AJE, 15 BBC), ‘assassination’ (10 AJE, 15 BBC) en ‘assault’ (6 AJE, 116
6 BBC) genoemd. AJE gebruikt daarnaast regelmatig de term ‘Israeli raids’ (11 keer). Het Palestijns geweld wordt het meest verwoord als ‘rocket attacks’ (38 keer BBC, 16 keer AJE) en ‘rocket fire’ (10 keer BBC, 16 keer AJE). Voorts wordt ernaar verwezen met de term ‘attacks’ (14 keer AJE, 4 keer BBC). De BBC noemt het Palestijnse geweld ook ‘rocket strike’ (4 keer), ‘wave/volley of rocket attacks’ (6 keer), ‘barrage of hundreds of missiles’ (2 keer), ‘attacks’ (4 keer), ‘Hamas mortars’ (1 keer) en ‘bomb attack’ (1 keer). AJE kiest verder voor ‘(bus) bombing’ (10 keer), ‘large explosions’ (3 keer), ‘Palestinian salvoes’ (3 keer), ‘missile attacks from Gaza’ (2 keer), ‘Gaza rocket squads’ (1 keer), ‘cross-border attacks’ (1 keer). De term ‘barrage of rockets from Gaza’ werd vijf keer gebruikt: driemaal met aanhalingstekens, tweemaal zonder. Operation Pillar of Defense De AJE beschrijft Operation Pillar of Defense 30 keer als een operatie: ‘(Israeli) operation’ (19 keer), ‘the military operation’ (13 keer), ‘Israel’s military operations’ (6 keer), ‘Gaza operation’ (2 keer). ‘Operation Pillar of Defence’ wordt 7 keer vermeld en ‘Operation Pillar of Cloud’ 3 keer. Het woord ‘offensive’ wordt 14 keer gebruikt en ‘conflict’ 8 keer: ‘Gaza conflict’ (4 keer), ‘military conflict’ (1 keer), ‘eight-day conflict’ (1 keer), ‘Gaza-Israel conflict’ (1 keer), ‘Israel-Hamas conflict’ (1 keer). Het woord ‘campaign’ komt 5 keer voor: ‘Israels campaign’ (1 keer), ‘air campaign’ (3 keer), ‘aerial bombing campaign’ (1 keer) en het woord ‘war’ drie keer: ‘all-out war between Hamas and Israel’, ‘on the edge of an open war’, ‘the war’. Daarnaast worden ‘assault (on Gaza)’ (5 keer), ‘Gaza attacks’ (6 keer), ‘Gaza violence’ (3 keer), ‘Gaza/military escalation’ (2 keer), ‘Gaza strikes’ (3 keer), ‘Gaza crisis’ (5 keer), ‘Gaza bombardment’ (2 keer), ‘Gaza raids’ (1 keer) en ‘Gaza onslaught’ (1 keer) vermeld. De BBC gebruikt 21 keer het woord ‘crisis’: ‘Israel-Gaza crisis’ (4 keer), ‘Gaza Crisis’ (17 keer); 21 keer het woord ‘operation’: ‘operation’ (16 keer), ‘Gaza operations’ (1 keer), ‘Israeli operation’ (2 keer), ‘military operation’ (2 keer), ‘operation in the Gaza Strip’ (1 keer), 30 keer het woord ‘offensive’: ‘Israel’s offensive’ (11 keer), ‘military offensive’ (5 keer), ‘offensive’ (13 keer), ‘the week long offensive’ (1 keer), 7 keer het woord ‘conflict’: ‘Gaza conflict’ (5 keer), ‘GazaIsrael conflict’ (2 keer), 19 keer ‘Pillar of Defense’: ‘Operation Pillar of Defense’ (14 keer), ‘Pillar of Defense’ (1 keer tussen aanhalingstekens), ‘the operation – codename Pillar of Defense -’ (4 keer). Daarnaast werd het ook ‘Israeli-Gaza violence’ (7 keer), ‘Israel-Gaza fighting’ (2 keer), ‘the Israeli campaign’ (1 keer), ‘assault against Gaza’ (2 keer), ‘the military action’ (1 keer), ‘the recent Israeli attacks on Gaza’ (1 keer), ‘Gaza clash’ (1 keer). Figuur 18 vat samen welke benamingen AJE en de BBC kozen voor Operation Pillar of Defense. 117
Figuur 18. Benamingen voor Operation Pillar of Defense De meest gekozen term voor Operation Pillar of Defense was ‘offensive’ in de BBCberichtgeving en ‘operation’ in de AJE-berichtgeving. Andere veel gemaakte keuzes waren ‘crisis’, ‘operation’ en ‘Pillar of Defense’ voor de BBC. 4) Beschrijving slachtoffers De BBC beschrijft de dood van drie Israëli’s in Kiryat Malachi als volgt: ‘The three Israelis - two women and a man - died when a rocket hit the top floor of the building in Kiryat Malachi, about 25 kim north of Gaza. Three other people - a four-yer-old boy and two babies- were injured, Israel's foreign ministry said. The building's residents were warned by sirens about the impending attack, but did not have enough time to escape, reports said. Speaking to the BBC after the attack, local resident Yerumichael Simon said: ‘I live across the street and I used to live inside that building. We grew up together. It is very hard for me to think about what happened. At 08:00 in the morning we hear the alarm and a big boom. When I went outside I saw the big hole.’ (11) Het leven in Ashkelon wordt als volgt omschreven door de BBC: ‘The white streaks of vapour trails light up the night sky over Ashkelon. Normal life here remains on hold. The streets are eerily quiet. Most restaurants are closed or largely empty. Just three friends sit at one table on the street outside a small eatery, sharing a plate of hummus. ‘I'm trying to live as I did before these conditions,’ says Shimi, a factory worker. ‘Everybody on my shift came to work. Maybe nine or 10 rockets exploded in the sky above us. We were afraid,’ he admits. But elsewhere in this city of over 100,000 118
people, schools and many businesses have been closed. In the main shopping centre, Giron Mall, which has over 200 stores, only a coffee shop and the pharmacy opened their doors.’ (17) Een AJE-extract dat de angst van kinderen in Gaza weergeeft is het volgende: ‘Awajaa, Omsiyat's mother, described how her children would clamber on top of her as the missiles fell around them, too afraid to sleep. Four-year-old Zakriyat would cry all the time, insisting her parents lie next to her. Ten-yearold Hala spent most of the time under a blanket. Three-year-old Layali would be too afraid to move from the bed to the kitchen for food. Six-year-old Diaa, who suffers from hearing and speech problems as a result of the 2008-09 war, has started wetting the bed. ‘Diaa keeps asking if the new home we get will be bombed,’ she said. ‘He keeps asking us to tell the Israelis not to hit our new home.’ Het volgende fragment toont aan hoe de BBC Palestijnse slachtoffers minder emotioneel beschrijft via tweets. Bovendien blijken deze patiënten doorgaans niet in kritieke toestand of worden ze zelfs omschreven als ‘lucky’. Dit is echter het fragment waarin de slachtoffers op de meest persoonlijke manier beschreven werden bij de BBC: ‘BBC Arabic team was in hospital with Egyptian PM when two more bodies were brought in, including 2 year-old-boy from air strike during his trip. I'm in Shifa hospital in #Gaza, it's busy but well organised. In front of me a woman with her head bloodied was wheeled [in]. There's a boy around 10 injured by an airstrike while playing in the street who's laying with blood coming from his nose. Another man has a wound to his right leg just below the knee. None of these present cases are life-threatening. Now there's an emergency. An elderly man rushed in on a stretcher, covered. He has massive injuries. Many of the injured are children, like this girl whose forehead was hit by shrapnel. Once he'd been off loaded to a bed in #Gaza hospital, the stretcher was rushed out again. It was smeared with his blood. Young boy wheeled in with small injury to his back from shrapnel while riding his bike. He's crying but lucky. Missed his spine by inches. A young woman is squeezing the hand of a toddler who's crying as they dress a wound to her head. The old man who was rushed into the #Gaza hospital on the stretcher has died. This little girl got a piece of shrapnel in her forehead. It's a small wound & doctors in #Gaza say she'll be ok. The boy who was riding his bike & got back injury.’ (26)
119
In artikel 70 omschrijft de BBC de wens van een 13-jarig meisje in Gaza: ‘A girl of about 13 pushed a piece of cardboard torn from a biscuit wrapper into the hand of one my colleagues. It was a checklist for the future, with one spelling mistake: • I hope to stop a war • I hope to live in a happy life • I hope to be pace [at peace] for ever • Happy dream But this is Gaza, a place where nightmares can come true.’ 5) Beschrijvingen van de gevolgen van het geweld Gevolgen voor Israëli’s De BBC publiceert een aantal droge beschrijvingen van raketaanvallen, zoals ‘Sirens sounded in Jerusalem for the first time as militants said they had launched a rocket - hours after Tel Aviv was targeted with no casualties. A missile launched from Gaza sparked panic in the city and air-raid sirens once again sounded.The missile appears to have done no harm, with police officials quoted variously as saying it had landed in the sea or in an unpopulated area.’ (20) Ook beschrijft de BBC de situatie na de busaanslag: ‘In the immediate aftermath of the bus bombing, there was a palpable sense of shock hanging in the air around the scene. Israel's largest city has seen nothing like this for six-and-a-half years’ (61). Ook schetst de omroep een beeld van de situatie vlak na het ingaan van het staakt-hetvuren: ‘Despite the ceasefire, Israeli schools within 40km of the Gaza Strip were being kept closed on Thursday as a precaution, the military said’ (60). AJE omschrijft de situatie in Israël als ‘Air raid sirens sent residents running for shelter in Tel Aviv, a Mediterranean city that has not been hit by a rocket since the 1991 Gulf War. Israeli Channel 2 TV showed panicked Tel Aviv residents running for cover and lying down on the ground after the air-raid sirens began sounding. Children, instead of going to school, are stuck in bomb shelters.’ (11) De sfeer in Sderot wordt beschreven in AJE-artikel 12: The siren goes off in Sderot moments before Al Jazeera English enters the small, depressed city in the south of Israel. The Iron Dome defence system intercepts the rockets fired from Gaza, turning them into white puffs in the 120
sky. The streets are mostly empty, save for African refugees milling about near a bomb shelter and a few families that have ventured out for food. Cars rush through town, pausing at stop signs. Ook de werking van de Iron Dome wordt beschreven door AJE: ‘The majority of the missiles that aim to hit houses and families, [the Iron Dome] puts them off.’ Emergency sirens still blare out across southern cities on a daily, sometimes hourly basis, sending residents scrambling to shelters. But those sirens often go silent within a few seconds, followed by a muffled boom overhead, a signal for people to emerge and look for the puff of white smoke that follows an intercept.’ (44) Gevolgen voor Palestijnen De BBC schrijft dat ‘Apparently the offices were hit several times by bombs, which rattled the whole city. Mr Haniyeh had not been there - like the rest of the Hamas leadership he is thought to be in hiding after direct threats against him from the Israeli army. His headquarters, though, were flattened. A few Palestinian flags hung limply in the breeze as neighbours looked forlornly on and security guards, fearing another strike, warned onlookers to keep their distance.’ (33) AJE-artikel 50 beschrijft daarnaast de situatie vlak na het ingaan van het staakt-hetvuren als ‘After days and nights cooped up at home, their buildings rocked by an unrelenting Israeli bombing campaign and the sound of outgoing Palestinian rocket fire, residents were eager to reclaim their home towns and their lives as the truce came into effect. For the first time in more than a week, the noise of traffic jams and honking horns filled the air in Gaza City, replacing the booms of air strikes and rocket fire.’ De BBC beschrijft dezelfde situatie als volgt: ‘After the ceasefire was announced, Gaza City was transformed, as people who had spent days sheltering from air strikes and shelling flooded into the streets, some of them firing weapons into the air in celebration, reports the BBC's Jon Donnison. There were traffic jams on the streets, shops opened for business and queues formed at banks and cash machines. Cleaning and repair work was also being carried out on the many buildings damaged by air strikes.’ (73) 121
6) Verantwoording tabel conclusie microniveau – woordniveau Zowel de parameter ‘racisme’ als ‘labels toekennen aan een bron’ deelde ik voor beide omroepen in bij de categorie eerder pro-Israël. Zowel de BBC als AJE geven immers uitsluitend racistische uitspraken van Israëli’s weer, waardoor Palestijnen af en toe gereduceerd worden tot een inferieur volk, terwijl dergelijke reducerende citaten voor Israëli’s ontbreken. Wat het toekennen van labels betreft, naturaliseert de BBC negatieve etiketten voor Palestijnen 2,5 keer vaker dan voor Israëli’s. Ook AJE naturaliseert negatieve etiketten voor Palestijnen vaker en schrijft positieve etiketten voor Palestijnen bovendien driemaal vaker toe aan een bron dan positieve etiketten voor Israëli’s. De parameters ‘labels algemeen’, ‘labels strijders’ en ‘beschrijving van de slachtoffers’ deelde ik voor de BBC-berichtgeving in bij de categorie eerder proIsraëlisch en voor AJE in de eerder pro-Palestijnse categorie. Over het algemeen bekeken, schetsen de gebruikte etiketten een negatiever beeld van Palestijnen dan van Israëli’s in de BBC-berichtgeving en een positiever beeld van Palestijnen in de AJEberichtgeving. Wat de labels voor strijders betreft, worden Hamas en de Palestijnse strijders door de BBC vaker met een negatief etiket beschreven dan met een positief, terwijl AJE hen net vaker met een positief etiket beschrijft. In de ruimte gewijd aan de beschrijving van burgerslachtoffers, besteedt de BBC ten slotte meer aandacht aan het lijden van Israëlische burgers (107 regels voor Israël tegenover 75 voor Palestijnen), terwijl AJE overduidelijk meer focust op Palestijnse slachtoffers (134 regels voor Palestijnen, 30 voor Israëli’s). Het gebruik van eufemismen werd voor beide omroepen in de categorie neutraal of vaag ingedeeld, aangezien eufemistisch taalgebruik zich per definitie niet duidelijk uitspreekt voor de ene of de andere partij. Bovendien kiezen beide omroepen over het algemeen niet overwegend voor eufemismen die duidelijk de verantwoordelijkheid van de ene of de andere partij trachten te verdoezelen, maar eerder van allebei. De gekozen labels om het geweld te beschrijven en de beschrijving van de gevolgen van het geweld, deelde ik voor beide omroepen in bij de categorie eerder proPalestijns. Zowel de BBC als AJE kennen immers in een overduidelijke meerderheid van de gevallen een negatief etiket toe aan Israëlisch geweld. Ook besteden beide omroepen meer regels aan de beschrijving van de gevolgen van het geweld voor Palestijnen dan voor Israëli’s. De parameter ‘woordkeuze voor het bestuur van Hamas over Gaza’ werd ingedeeld bij de neutrale categorie voor de BBC en bij de eerder pro-Palestijnse categorie voor de AJE-berichtgeving. Hoewel beide omroepen regelmatig niet-neutrale werkwoorden gebruiken om het bestuur van Hamas over de Gazastrook te beschrijven, kijkt de BBC toch neutraler naar Hamas’ bestuur door het vaakst voor het werkwoord ‘to govern’ te
122
kiezen, terwijl AJE het vaakst kiest voor het werkwoord ‘to control’ en daardoor eerder bij het Israëlische perspectief aansluit. De woordkeuze voor Israëls beleid van ‘targeted killings’, werd dan weer voor de AJE-berichtgeving ingedeeld bij de neutrale categorie, terwijl de BBC hier eerder naar een Israëlisch perspectief neigde. De BBC focuste immers haast uitsluitend op het gerichte aspect van het Israëlische beleid, terwijl AJE naast een aanzienlijke nadruk op het gerichte aspect, toch ook het illegale aspect vermeldde en tweemaal het sterkere woord ‘assassination’ gebruikte.
123