UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
Verkiezingen, een strijd om de macht of een keuze tussen ideeën? Een kwantitatieve framinganalyse van de berichtgeving over de verkiezingscampagne van 2010. Wetenschappelijke verhandeling aantal woorden: 26 844
Pieter De Decker
MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting JOURNALISTIEK
PROMOTOR: PROF. DR. Karin Raeymaeckers COMMISSARIS: PROF. DR. Annelore Deprez
ACADEMIEJAAR 2012 – 2013
2
Inhoudstabel Abstract…………………………………………………………………………………………….4 Theoretisch luik……………………………………………………………………………………5 Inleiding…………………………………………………………………………………...5 Framing & structural bias…………………………………………………………………6 Framing van politiek & verkiezingen……………………………………………………..9 Metaframing van verkiezingscampagnes………………………………………………….13 De dominantie van het strategic game frame uitgelegd…………………………………...25 Framing effecten…………………………………………………………………………..26 Onderzoekshypothesen………………………………………………………………........28 Methode…………………………………………………………………………………………… 32 Steekproef………………………………………………………………………………… 32 Opzet………………………………………………………………………………………32 Materiaal………………………………………………………………………………….. 33 Procedure…………………………………………………………………………………. 37 Empirisch luik: kwantitatief gedeelte……………………………………………………………...43 Onderzoeksvraag 1………………………………………………………………. ……….43 Onderzoeksvraag 2………………………………………………………………. ……….44 Onderzoeksvraag 3………………………………………………………………. ……….45 Onderzoeksvraag 4………………………………………………………………. ……….50 Onderzoeksvraag 5………………………………………………………………. ……….51 Onderzoeksvraag 6………………………………………………………………. ……….53 Onderzoeksvraag 7………………………………………………………………. ……….55 Empirisch luik: kwalitatief gedeelte……………………………………………………………….59 Bespreking en discussie……………………………………………………………………………61 Dankwoord………………………………………………………………………………………... 65 Bibliografie………………………………………………………………………………………... 66 Bijlages……………………………………………………………………………………………. 70
3
Abstract In deze masterproef doen we onderzoek naar framing in de berichtgeving over de verkiezingscampagne van 2010. Op basis van de literatuur hebben we 3 frames kunnen identificeren die regelmatig toegepast worden bij framing van verkiezingsnieuws. Het strategic game frame, dat de verkiezingen voorstelt als een wedstrijd en focust op de strategieën van de campagne. Het issue frame, dat vooral focust op inhoudelijke standpunten van partijen, en het human interest frame dat focust op de menselijke kant van het verhaal. Door middel van een kwantitatieve inhouds/framinganalyse hebben we 590 artikels gecodeerd en geanalyseerd. De artikels komen uit de kwaliteitskrant De Standaard en de populaire krant Het Laatste Nieuws. Uit de analyse blijkt dat het strategic game frame het dominante frame is dat door beide kranten gebruikt wordt in de berichtgeving over de verkiezingscampagne. Toch vonden we ook enkele verschillen tussen beide kranten. Zo gaat De Standaard meer artikels publiceren die focussen op het inhoudelijke aspect dan Het Laatste Nieuws. Het human interest frame komt het minst aan bod. In Het Laatste Nieuws daarentegen wordt dit frame meer gebruikt dan het issue frame. Verschillen en/of gelijkenissen proberen we te verklaren aan de hand van structural bias, de verschillende karakteristieken van de beide kranten en de graad van commercialisatie.
4
Theoretisch luik 1. Inleiding Verkiezingen, ze brengen elke keer meer dan 7 miljoen Belgen op de been. Het is de dag waarop de bevolking zijn keuze voor de toekomst maakt. Er zijn al vele verkiezingsdagen de geschiedenisboeken ingegaan. Van de eerste verkiezing met algemeen enkelvoudig stemrecht in 1919 tot ‘zwarte zondag’ in 1991. Het is duidelijk dat de verkiezingsdag een belangrijk moment is, het is een dag die bepaalt welke koers een land (of een regio) zal gaan varen. Daarom is het ook logisch dat de media deze verkiezingen uitgebreid gaan belichten. Verkiezingen en verkiezingscampagnes worden vandaag de dag enorm gemediatiseerd. Massamedia spelen ook een erg belangrijke rol tijdens deze verkiezingen. Zowel voor het electoraat/publiek als voor de politici/kandidaten zelf zijn ze van cruciaal belang. Het electoraat rekent op de massamedia om informatie te ontvangen over de verkiezingen, de kandidaten en partijen, het beleid en maatschappelijke ontwikkelingen die politiek relevant kunnen zijn. Maar ook de politici, de partijen en andere belangengroepen rekenen op de massamedia. Ze hebben ze nodig om hun boodschap naar buiten te krijgen en om te communiceren met het electoraat (Strömbäck & Luengo, 2008). Omdat de massamedia zo’n centrale rol spelen tijdens de verkiezingscampagne is het belangrijk om te weten hoe deze massamedia precies over deze verkiezingscampagne gaan berichten. De opzet van deze masterproef is dan ook om de berichtgeving over de verkiezingscampagne in 2 Vlaamse kranten te gaan onderzoeken. Daarbij willen we ons vooral focussen op framing, en hoe dit zich manifesteert in de berichtgeving over de verkiezingen. Het is algemeen aangenomen dat “one of the most often noted tendencies in political news journalism in democracies around the world is that of framing politics as a strategic game rather than as issues.” (Strömbäck & Shehata, 2007, p. 803). Dit is dan ook de hoofdvraag van ons onderzoek. Op welke manier gaan 2 Vlaamse kranten (Het Laatste Nieuws en De Standaard) de verkiezingscampagne van 2010 gaan framen? Gaan de 2 Vlaamse kranten de verkiezingscampagne inderdaad framen als een strategic game, als een strijd om de macht? Of wordt er over de verkiezingscampagne bericht met voornamelijk de nadruk op de issues, op de inhoudelijke standpunten. Met andere woorden, worden de verkiezingen voorgesteld als een keuze tussen ideeën? Op basis van de literatuur (Strömbäck & Van Aelst, 2010; Strömbäck & luengo, 2008; Strömbäck & Shehata, 2007; Strömbäck & Aalberg, 2008; Porto, 2000; Iyengar et al, 2004; Calderon et al, 2013) hebben we in dit onderzoek nog een derde frame opgenomen, het human interest frame. We gaan ook onderzoeken in welke mate dit frame voorkomt in de berichtgeving over de verkiezingscampagne in de 2 Vlaamse kranten. Een andere belangrijke onderzoeksvraag in deze masterproef is of we verschillen kunnen waarnemen in de manier waarop De Standaard en Het Laatste Nieuws de verkiezingscampagne gaan framen. Als onze bevindingen verschillen aantonen tussen beide kranten zullen we dit proberen verklaren aan de hand van structural bias (Strömbäck & Luengo, 2008) en commercialisatie (Strömbäck & Van Aelst, 2010, Patterson, 2000). Maar meer uitleg 5
hierover volgt hieronder. Ons onderzoek focust zich dus op de printmedia, maar voor toekomstig onderzoek zou het ook interessant zijn om de framing van de verkiezingscampagne te gaan onderzoeken in de audiovisuele media of in de nieuwe, online media. De relevantie van dit onderzoek ligt in het feit dat het voor het publiek, dat de media consumeert, belangrijk is om te weten hoe 2 toonaangevende Vlaamse kranten berichten over een cruciaal aspect van het publieke leven, de verkiezingen. De manier waarop kranten (en tv en online media) gaan berichten heeft namelijk een effect op de houding en attitude van het publiek ten opzichte van de politiek. (Iyengar, 1991; Cappella & Jamieson, 1997; Iyengar et al, 2004; Trimble & Sampert, 2004; Wolfsfeld, 2011). Over de effecten van media framing op het publiek zullen we het verderop in deze masterproef hebben. Nu komt eerst de verdere theoretische uitwerking van de begrippen framing en structural bias. Nadien zullen we meer uitleg geven over de framing van verkiezingen en politiek in het algemeen. Er volgt ook een uitgebreid overzicht van andere studies die het over deze materie hebben. Daarna volgt er een deeltje waarin uitgelegd wordt waarom de media bepaalde manieren van framing eerder zal toepassen dan andere manieren. Dan volgt er meer uitleg over het effect van media framing. En tot slot van dit theoretische luik worden de onderzoekshypotheses beschreven en verder toegelicht. Na het theoretische luik komt de methodologie van dit onderzoek aan bod. Hoe hebben we ons onderzoek uitgevoerd en wat zijn de data waarop we ons baseren? Hierna volgt het empirisch luik van deze masterproef. Dit is opgedeeld in een kwantitatief en een kwalitatief gedeelte. In het kwantitatieve gedeelte worden de resultaten van de framinganalyse beschreven en toegelicht en in het kwalitatieve gedeelte wordt er wat dieper ingegaan op de inhoud van de onderzochte artikels.
2. Framing & structural bias Wat is framing? In deze masterproef gaan we onderzoeken hoe 2 Vlaamse kranten de verkiezingscampagne van 2010 gaan framen. In 2010 werden er in België federale verkiezingen gehouden. Maar voor we hier dieper op ingaan, is het belangrijk om het concept ‘framing’ duidelijk te omschrijven of te definiëren. Dit is echter geen makkelijke opgave. Framing is een concept dat een enorme opmars gemaakt heeft de laatste decennia (Deprez & Raeymaeckers, 2011), en soms werd het concept te pas en te onpas gebruikt. Daarom is het belangrijk dat we goed weten waarover we het hebben als we het over framing hebben. Het is belangrijk om te weten dat framing een vaak toegepaste techniek is in de journalistiek. Nieuws is namelijk een construct. Het is niet, zoals sommige journalisten zeggen, een spiegel die opgehouden wordt tegen de realiteit (Mickelson, 1972). Frames worden gebruikt om nieuws vorm en structuur te geven. Er zijn doorheen de jaren verschillende definities van framing geformuleerd (Goffman, 1974; Gitlin, 1980; Gamson & Modigliani, 1989). Maar een van de betere definities van het concept framing werd gegeven door Entman (1993, p. 2): “To frame is to select some aspects of a 6
perceived reality and make them more salient in a communicating text, in such a way as to promote a particular
problem
definition,
causal
interpretation,
moral
evaluation
and/or
treatment
recommendation for the item described.” In deze definitie zijn twee woorden heel belangrijk. Ten eerste “to select”. Het houdt in dat frames bewust of onbewust worden geselecteerd op basis van verschillende interne en externe variabelen (Deprez, PPT). Sommige auteurs gaan hier verder in dan andere: Zo stellen D’Angelo (2002) en Reese (2001) dat het selecteren van frames een bewust proces is. Andere auteurs houden het dus meer op een gulden middenweg tussen bewust en onbewust. Het is wel zeker dat framing onvermijdelijk is (Strömbäck & Shehata, 2007). Het tweede belangrijke woord in Entmans (1993) definitie is “salient”. Het betekent dat een bepaald stuk informatie meer “noticeable, meaningful or memorable to audiences” wordt (Entman, 1993, p. 3), waardoor een publiek een boodschap overeenkomstig met het frame zal interpreteren. De lezing en interpretatie van de boodschap wordt dus in een bepaalde richting gestuurd (Deprez, PPT). Framing heeft dus gevolgen. Het kan een effect hebben op de houding en attitudes van mensen (Iyengar, 1991; Cappella & Jamieson, 1997). Framing effecten zijn echter niet hetgene we met deze masterproef willen onderzoeken. Een andere definitie wordt gegeven door Tankard et al (1991). Zij combineren elementen uit de definitie van Gitlin (1980) en Gamson & Modigliani (1989) en definiëren een frame als “a central organizing idea for news content, that supplies a content and suggests what the issue is through the use of selection, emphasis, exclusion and elaboration.” Een frame geeft een nieuwsfeit dus een bepaalde inhoud door het op een bepaalde manier te vertellen of voor te stellen en een frame geeft de lezer van het artikel een suggestie hoe men het nieuwsfeit moet interpreteren. Volgens Deprez & Raeymaeckers (2011), Van Gorp (2009) en De Vreese (2003) zijn er 2 methoden om empirisch onderzoek te doen naar mediaframes. De ene methode is inductief en de andere methode is deductief. Bij de inductieve methode gaat de onderzoeker zelf de frames gaan ontwikkelen tijdens het onderzoek. Deze methode heeft als nadeel dat er nogal wat subjectieve elementen zitten in de selectie van de frames (Deprez & Raeymaeckers, 2011) en dat deze frames moeilijk gegeneraliseerd kunnen worden (De Vreese, 2003). Bij de deductieve methode gebruikt de onderzoeker frames die al ontwikkeld en geoperationaliseerd zijn in vorig onderzoek (De Vreese, 2003). De wetenschappelijke gemeenschap geeft de voorkeur aan deze laatste vorm van onderzoek naar framing. Dit is ook de methode die wij zullen toepassen. Wanneer we dan de keuze gaan maken welke frames we voor ons onderzoek willen gebruiken, moeten we vooraf wel weten dat er twee soorten frames bestaan, namelijk issue-specific frames en generic frames (De Vreese, 2003). Het onderscheid tussen de twee wordt door De Vreese (2003, p. 28) als volgt omschreven: “Issue-specific frames pertain only to specific topics or news events. Generic frames transcend thematic limitations and can be identified in relation to different topics, some even over time and in different cultural contexts.” Issue-specific frames focussen dus op een bepaald topic, wat als logisch gevolg heeft dat generaliseren moeilijk wordt (De Vreese, 2003). Generaliseerbaarheid 7
is dan weer het voordeel dat generic frames hebben. Ook zijn generic frames meer geschikt voor crossnationale studies, waarvan er al verschillende gemaakt zijn (Strömback & Shehata, 2007; Strömback & Dimitrova, 2006). Een voorbeeld van issue-specific framing is kijken hoe het hele BHV-verhaal geframed werd. Dit is een verhaal dat enkel maar in de Belgische situatie voorkomt en kan dus niet gegeneraliseerd worden naar andere landen. Een voorbeeld van generic framing is kijken hoe verkiezingen geframed worden. In elk land ter wereld (toch bijna) zijn er verkiezingen, dus je kan altijd kijken of de frames die in 1 bepaald land gebruikt worden ook terugkomen in andere landen. In deze masterproef wordt er gebruik gemaakt van generic frames. Nu hebben we duidelijk omschreven wat framing precies inhoudt. Ook hebben we aangegeven dat we een deductieve methode hanteren in deze masterproef, en dat we hierbij gebruik maken van generic frames. Nu kunnen we overgaan tot een iets concretere situatie. De framing van politiek en verkiezingscampagnes. Structural bias De reden waarom we ook het concept ‘structural bias’ willen uitleggen, ligt in 1 van onze grote onderzoeksvragen. Een van onze onderzoeksvragen is namelijk of we verschillen vinden in de framing van de berichtgeving over de verkiezingscampagne in De Standaard en Het Laatste Nieuws. Mochten we inderdaad verschillen vinden tussen beide kranten willen we hier een verklaring voor geven. Mogelijke verschillen zullen we proberen verklaren aan de hand van structural bias (Strömbäck & Shehata, 2007; Strömbäck & Luengo, 2008) en commercialisatie (Strömbäck & Van Aelst, 2010; Patterson, 2000) dat hier nauw mee samenhangt. Het concept ‘structural bias’ werd voor het eerst gedefinieerd door Hofstetter (1976, p. 34): “structural bias occurs when some things are selected to be reported rather than other things because of the character of the medium or because of the incentives that apply to commercial news programming.” Het komt er dus op neer dat sommige zaken zullen voorkomen in een nieuwsartikel en andere zaken niet. En dat de oorzaak hiervoor bij het medium zelf te zoeken is. Een andere goede definitie van structural bias wordt gegeven door Gulati et al (2004, p. 239): “Structural bias refers to the tendency in which norms of journalism or reporter behavior favor news about some topics over other topics and that this news emphasis advantages some candidates and disadvantages others.” Ook in deze definitie komt duidelijk naar voor dat er over sommige topics eerder bericht zal worden dan over andere topics. Uit deze 2 definities kunnen we dus concluderen dat door structural bias sommige zaken eerder voorkomen in de berichtgeving dan andere. De reden voor deze structural bias is te zoeken in de journalistieke cultuur/normen in een bepaald medium en hoe dit medium gekarakteriseerd (graad van commercialisatie) kan worden (Strömbäck & Shehata, 2007; Strömbäck & Luengo, 2008; Strömbäck & Aalberg, 2008). We stellen nu wel dat ‘sommige zaken’ eerder voorkomen dan andere. Je vraagt je dan natuurlijk af welke zaken eerder voorkomen dan andere in een nieuwsartikel. Voorbeelden van structural bias zijn 8
onder andere de journalistieke trend om meer episodic framing te gaan toepassen in artikels dan thematic framing (Iyengar, 1991), ook kan strategic game framing meer toegepast worden dan issue framing (Patterson, 1993; Cappella & Jamieson, 1997). Bepaalde manieren van framing worden dus door structural bias meer toegepast dan andere. Andere voorbeelden van structural bias zijn meer negatieve nieuwsverhalen die over conflict en controverse gaan dan positieve nieuwsverhalen die over consensus en oplossingen gaan. (Esser & Hemmer, 2008) en nieuwsverhalen die eerder focussen op een losstaand evenement dan op een langdradig proces. Door deze voorbeelden van structural bias kan het gerust zijn dat een bepaalde manier van framen meer voorkomt, of dat een bepaalde soort verhalen meer voorkomen of dat een bepaalde kandidaat of partij bevoordeeld wordt in de berichtgeving en dat een andere kandidaat of partij benadeeld wordt. In dit onderzoek worden 2 Vlaamse kranten opgenomen. De populaire krant Het Laatste Nieuws en de kwaliteitskrant De Standaard. Om nog eens terug te komen op de definitie van Hofstetter (1976, p. 34) die zegt dat structural bias betekent dat “some things are selected to be reported rather than other things because of the character of the medium or because of the incentives that apply to commercial news programming.” In dit onderzoek zijn dus 2 verschillende types of “characters” media opgenomen. Als er inderdaad verschillen worden gevonden in de framing van de berichtgeving over de verkiezingscampagne, dan is structural bias en daarmee samenhangend commercialisatie een zeer plausibele verklaring. Hier zal echter verder op ingegaan worden bij het uitwerken van de hypotheses. Toch vonden we het belangrijk om het concept structural bias uit te leggen en te duiden waarom het in deze masterproef gebruikt wordt. In het volgende gedeelte komen we terug op de kern van het onderzoek. De framing van politiek en verkiezingscampagnes.
3. Framing van politiek & verkiezingen Er is heel wat literatuur terug te vinden over de framing van politieke issues en in het bijzonder verkiezingscampagnes. Uit deze literatuur komen 2 manieren naar voor om politiek en verkiezingen te gaan framen. Enerzijds episodic vs thematic framing (Iyengar, 1991) en anderzijds strategic game framing vs issue framing (Jamieson, 1992; Patterson, 1993; Cappella & Jamieson, 1997). In de literatuur wordt aangehaald dat er in de journalistieke verslaggeving van politiek en verkiezingscampagnes vooral gebruik wordt gemaakt van episodic framing, en veel minder van thematic framing (Iyengar, 1991). Ook wordt er meer gebruik gemaakt van strategic game framing dan van issue framing (Jamieson, 1992; Patterson, 1993; Cappella & Jamieson, 1997). Nu willen we duidelijk weergeven waar deze soorten framing precies voor staan en welke frames in dit onderzoek zullen worden gebruikt om de framing van de verkiezingscampagne in 2010 te onderzoeken. We hebben nu 2 duale manieren van framing: episodic vs thematic (Iyengar, 1991) en strategic game framing vs issue framing (Jamieson, 1992; Patterson, 1993; Cappella & Jamieson, 1997). Laten we 9
beginnen met episodic vs thematic framing. Iyengar (1991, p. 2) omschrijft het onderscheid tussen de 2 manieren als volgt: “The premise of this research is that news about political issues almost invariably takes either an episodic or thematic frame. The episodic news frame focuses on specific events or particular cases, while the thematic news frame places political issues and events in some general context.” Het komt er dus op neer dat nieuws over politieke issues telkens ofwel een episodic, ofwel een thematic frame aanneemt. In het geval van een episodic frame gaat het heel specifiek over een bepaald deel van een groter verhaal. Maar dit grotere verhaal wordt niet beschreven in het nieuwsartikel. In het geval van een thematic frame wordt een bepaald politiek issue in een grotere context geplaatst en wordt er meer achtergrond en analyse gegeven. Het ‘politieke issue’ dat geframed wordt (ofwel episodic, ofwel thematic) kan van alles zijn. Iyengar doet onderzoek naar de framing van de berichtgeving over armoede, criminaliteit, terrorisme, raciale ongelijkheid en werkloosheid. Hij constateert dat berichtgeving over armoede, criminaliteit en terrorisme vooral gebruik maakt van episodic framing. Terwijl de berichtgeving over de werkloosheid meer vanuit een thematic frame wordt voorgesteld. De berichtgeving over raciale ongelijkheid bevat ongeveer in gelijke mate episodic en thematic framing. Maar zo’n ‘politiek issue’ kan ook gerust de verkiezingscampagne zijn. Met betrekking tot framing van de verkiezingscampagne zegt Iyengar (1991, p. 15) het volgende: “The networks (Hij doet onderzoek bij TV-nieuws) preference for episodic reporting also emergers in the coverage of the election campaigns. It is commonly accepted that the campaign, as described by television news, is primarily a ‘horse race’. Stories on the latest standings in the polls, delegate counts, and the size of the crowd at a public rally appear far more frequently than coverage of the ideological stances of the candidates and the policy platforms they advocate.” Episodic framing van de verkiezingscampagne komt dus meer voor dan nieuwsverhalen met een thematic frame. Dit is ondertussen al meerdere malen aangetoond. Niet enkel in de Amerikaanse context (Strömbäck & Dimitrova, 2006), maar ook in enkele Europese landen zoals Noorwegen (Strömbäck & Aalberg, 2008) en Groot-Brittannië (Strömbäck & Shehata, 2007). In Spanje bestaat de framing van de verkiezingscampagne echter meer uit thematic framing (Strömbäck & Luengo, 2008). Iyengar (1991) wijst er ook op dat deze manier van framing een effect heeft op de mensen die deze media consumeren. Zo stelt hij dat episodic framing (de populairste vorm) de verantwoordelijkheid van de overheid bij een politiek issue in de samenleving verlaagt. Omwille van een gebrek aan bredere context zien mensen niet meer wie nu precies verantwoordelijk is voor een bepaald probleem. Het publiek heeft dus minder zicht op de politiek en het beleid. En dit is een evolutie die democratisch gezien niet goed is. Daar waar thematic framing (de minder populaire vorm) net de verantwoordelijkheid van de overheid bij een bepaald probleem in de samenleving verhoogt. Omdat mensen bij thematic framing meer de context en achtergrond van een probleem kennen, kunnen ze er ook beter over oordelen waar nu precies de oorzaak van een probleem ligt. Als je nu weet dat thematic framing betere gevolgen heeft voor een samenleving dan episodic framing, kan je je afvragen waarom episodic framing dan net de populairste vorm van framing van een politiek issue is. Iyengar (1991) 10
stelt dat episodic geframed nieuws direct is. Het is hard nieuws dat aanspreekt. Het verkoopt goed. Daar waar thematic geframed nieuws meer analyse en achtergrondinformatie is. Het is ook complexer nieuws. Daarom spreekt het minder goed aan bij het publiek. Maar wat vooral belangrijk is om te onthouden is dat episodic framing meer focust op een specifiek evenement of case, zonder bijkomende context mee te geven en dat thematic framing een politiek issue (zij het nu armoede of de verkiezingscampagne) in een bredere context plaatst. Nu kunnen we overgaan tot de andere duale manier van framing. Strategic game framing vs issue framing. Een van de eerste auteurs die het specifiek over deze manier van framing had was Jamieson (1992). Zij heeft het dan nog niet over een strategic game frame. Zij heeft het over een “Strategy schema” waarbij de berichtgeving over de verkiezingscampagne verschoven is van “issue-based stories” naar nieuws dat de nadruk legt op wie er het beste voor staat in de campagne en wie niet, en op de strategieën en tactieken die gehanteerd worden om in een zo gunstig mogelijke positie te staan. Patterson (1993) treedt haar hierin bij. Hij gebruikt de term “game schema”, waarbij politieke journalistiek ervan uit gaat dat politiek en verkiezingen opgevat worden als een spel waarbij de politici of kandidaten zoveel mogelijk voordeel willen halen. Patterson toonde aan dat “policy coverage” in de jaren 60 in de VS nog veruit het meeste voorkwam. Maar dat tegen 1992 het “game schema” de dominante manier was om te gaan berichten over de verkiezingscampagne. Deze manier van framing (strategic game frame vs issue of policy frame) komt dus het duidelijkst naar voor in verkiezingscampagnes. Maar Jamieson (1992) stelde dat deze manier van framen gegeneraliseerd kon worden naar andere belangrijke politieke issues. Zo hebben Cappella & Jamieson (1997) kunnen aantonen
dat
het
“strategy
frame”
het
meeste
voorkwam
in
het
nieuws
over
de
gezondheidshervorming in Amerika. In krantenartikels werd het strategy frame in 67% van de gevallen gebruikt, terwijl het issue frame slechts in 25% van de gevallen voorkwam. Bij TV-nieuws kwam het strategy frame ook in 67% van de gevallen voor, en het issue frame slechts in 20% van de gevallen. We kunnen stellen dat Jamieson (1992), Patterson (1993) en Cappella & Jamieson (1997) de eerste auteurs waren die het strategy schema, game schema of strategy frame tegenover het issue of policy frame zetten. Sindsdien is er veel onderzoek geweest die deze duale manier van framing toepaste op verschillende verkiezingscampagnes. Niet allemaal hebben ze dezelfde terminologie gebruikt, maar wel kwam het telkens op hetzelfde neer. In een poging om tot conceptuele duidelijkheid en gestandaardiseerde operationalisering te komen hebben Aalberg et al (2012) het over het strategic game frame en het issue frame. Ze stellen dat het strategic game frame “includes news stories that frame politics as a game, personality contest, as strategy, and as personal relationships between political actors not related to issue positions. News stories that focus on the tactics or strategy of politcal campaigning, how they campaign, on the images of politicians and on politcal power as a goal in itself.” Daar tegenover staat dan het issue frame dat “includes news stories that focus on issues and issue positions, on real-life conditions with relevance for issue positions, and on 11
what has happened or what someone has said or done to the extent that it deals with or is depicted as relevant for political issues.” (Aalberg et al, 2012, p. 178). Wat we bij deze manier van framing dus moeten onthouden is dat het strategic game frame een politiek issue (vooral dan een verkiezingscampagne) gaat voorstellen als een strijd om de macht, met de nadruk op wie er het beste voorstaat en welke tactieken en strategieën er allemaal gebruikt worden. En dat het issue frame eerder focust op inhoudelijke standpunten van partijen en kandidaten. Het strategic game spreekt ook meer mensen aan. Verhalen over wie er het best voor staat en over strategieën zijn aantrekkelijker voor het publiek dan droge stukken over standpunten en beleidsvoorstellen (Iyengar, 2004). In deze masterproef doen we onderzoek naar de framing van de berichtgeving over de verkiezingscampagne van 2010 in 2 Vlaamse kranten. Het is in deze context dat we in dit onderzoek gaan gebruik maken van strategic game framing vs issue framing. Dit omdat dit soort framing meer gericht is op verkiezingscampagnes, daar waar episodic vs thematic framing ook op andere politieke issues kan worden toegepast. In het volgende gedeelte zullen we dan ook enkel studies bespreken die gebruik maken van strategic game framing vs issue framing (en enkele varianten hierop). Er zijn echter wel enkele studies die onderzoek doen naar zowel strategic game framing vs issue framing als naar episodic vs thematic framing. In dit onderzoek heeft men het dan over contextual framing en metaframing (Strömbäck & Shehata, 2007; Strömbäck & Aalberg, 2008, Strömbäck & Luengo, 2008). Het komt er in deze gevallen op neer dat contextual framing onderzoekt in welke mate het episodic of thematic frame wordt toegepast in de berichtgeving over de verkiezingscampagne en dat metaframing onderzoekt in welke mate het strategic game frame en het issue frame voorkomen in de berichtgeving over de verkiezingscampagne. Dit lijkt ons ook een logisch onderscheid. Contextual framing gaat dus onderzoeken of er in een nieuwsverhaal veel (thematic frame) of weinig (episodic frame) context wordt meegegeven. Metaframing gaat dan meer over de echte inhoud van het artikel. Hoe wordt de verkiezingscampagne voorgesteld? Als een strijd om de macht (strategic game frame)? Of als een keuze tussen ideeën (issue frame)? In dit onderzoek hebben we dus enkel aandacht voor de metaframing van de verkiezingscampagne. Met andere woorden, wordt de berichtgeving over de verkiezingscampagne vooral geframed als een strijd om de macht of als een keuze tussen ideeën? We willen ook nog eens aantonen waarom we geen onderzoek gaan doen naar contextual framing (episodic vs thematic). Het feit dat we al dan niet kunnen aantonen als er context wordt meegegeven in een artikel geeft ons in principe niet heel veel meer informatie. Door onderzoek te doen naar metaframing kunnen we duidelijk stellen dat een verhaal eerder op die manier (strijd om de macht) wordt voorgesteld of eerder op een andere manier (keuze tussen ideeën). Zo’n resultaten geven meer informatie over hoe 2 Vlaamse kranten precies gaan berichten over de verkiezingscampagne. Ook zou de combinatie van contextual framing en metaframing soms voor verwarring kunnen zorgen. Bijvoorbeeld:
12
Een artikel heeft een episodic frame als 1) het gaat over een partijcongres en wat daar allemaal gezegd en gedaan wordt. Dit artikel past in het strategic game frame. 2) het gaat over een standpunt met betrekking tot kernenergie van een bepaalde partij. Dit artikel past in het issue frame. Een artikel heeft een thematic frame als 1) het partijcongres uitgelegd wordt en in context van de campagne geplaatst wordt. Dit artikel past in het strategic game frame. 2) het standpunt mbt kernenergie uitgelegd wordt op basis van de bredere economische toestand en context. Dit artikel past in het issue frame. Omwille van deze mogelijke verwarring en het gebrek aan bijkomende informatie gaan we in deze masterproef geen onderzoek doen naar contextual framing (episodic vs thematic framing). We focussen ons volledig op metaframing van de verkiezingscampagne. Met andere woorden, wordt de berichtgeving in 2 Vlaamse kranten geframed als een strategic game of met nadruk op de issues? In het volgende gedeelte wordt er een overzicht gegeven van de bevindingen van verschillende studies die op dezelfde of op gelijkaardige manier onderzoek doen naar de framing van de verkiezingscampagne.
4. Mefaframing van verkiezingscampagnes In dit gedeelte van het theoretische luik zullen we een overzicht geven van enkele studies die onderzoek doen naar de metaframing van verkiezingscampagnes. Al deze studies vragen zich af in welke mate het strategic game frame en het issue frame voorkomen in de berichtgeving over verschillende verkiezingscampagnes. Het onderzoek naar metaframing van verkiezingscampagnes kent zijn oorsprong in Amerika. De theorie stelt dat strategic game framing meer gebruikt wordt in de berichtgeving over de verkiezingscampagne dan issue framing (Jamieson, 1992; Patterson, 1993; Cappella & Jamieson, 1997). Dit zijn alle 3 studies die uitgevoerd zijn in Amerika. Jamieson stelt in 1992 al dat er verschuivingen zijn in de berichtgeving over de verkiezingscampagnes. Waar men vroeger meer de nadruk legde op issues en hard en feitelijk nieuws, was er toen al meer en meer nieuws dat de nadruk legde op wie er het beste voor stond en welke tactieken en strategieën gebruikt werden om in zo’n gunstige positie te komen. Jamieson (1992, p. 165-167) omschreef dit als “strategy 13
schema”. Patterson (1993) komt tot nagenoeg dezelfde resultaten. Hij deed onderzoek naar alle artikels over de verkiezingscampagnes tussen 1960 en 1992 die op de voorpagina van de New York Times verschenen. Hij maakte een onderscheid tussen een “policy schema” en een “game schema”. Hoewel de naam frame nog niet gebruikt werd, mogen we ervan uit gaan dat deze “schemas” overeen komen met wat wij typeren als het issue frame en het strategic game frame. Patterson (1993) kon concluderen dat het game schema in 1960 in minder dan 50% van de gevallen gebruikt werd. Dus toen was het policy schema (of issue frame) nog dominant. Maar dat tegen 1992 het game schema in meer dan 80% van alle artikels voorkwam. Het onderzoek van Cappella & Jamieson (1997) moet in een iets andere context worden begrepen. Zij deden onderzoek naar de manier van framing in de berichtgeving over de gezondheidshervorming in Amerika in 1996. Zij komen tot de conclusie dat 67% van de krantenartikels en ook 67% van de TV-nieuwsverhalen “strategic news” is. Terwijl er slechts 25% van de krantenartikels en 20% van de TV-nieuwsverhalen “issue-oriented or factual” zijn (Cappella & Jamieson, 1997, p. 34). Dit zijn de eerste studies en publicaties die aantonen dat strategic game framing meer gebruikt wordt in de berichtgeving over verkiezingscampagnes en politieke issues dan issue framing. Dit onderzoek dateert wel van uit de jaren 90. Daarom bespreken we nu een meer recentere studie die betrekking heeft op de framing van de Amerikaanse verkiezingen. Het betreft een onderzoek van Strömbäck & Dimitrova (2011). Het is een onderzoek naar “mediatization of news content” in Zweden en Amerika. Het onderzoek voerde een inhoudsanalyse uit op de TV-nieuwsberichtgeving van de campagnes van de Zweedse verkiezingen in 2006 en de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2008. Hoewel framing niet het hoofdonderwerp van deze studie is, komt het toch aan bod. De vijfde hypothese in dit onderzoek is namelijk dat “the framing of politics as a strategic game will be more common in US than in Swedish TV news.” (Strömbäck & Dimitrova, 2011, p. 39). Het onderzoek toont aan dat deze hypothese klopt. Straks komen nog meer vergelijkende studies aan bod, maar nu gaan we enkel stilstaan bij de resultaten van de Amerikaanse verkiezingscampagne. Strömbäck & Dimitrova (2011, p. 42) toonden aan dat het strategic game frame in 66.7% van de nieuwsverhalen dominant naar voor kwam. Daar waar het issue frame slecht in 18.5% van de gevallen dominant naar voor kwam in een TV-nieuwsverhaal. De overige 14.9% werd omschreven als “balanced framing”. Deze resultaten liggen in dezelfde lijn als de resultaten van Patterson (1993) en Cappella & Jamieson (1997) die meer dan een decennia ouder zijn. Het toont aan dat vandaag de dag het strategic game frame nog steeds meer gebruikt wordt in de berichtgeving over de verkiezingscampagnes in Amerika. Nu volgt een overzicht van framinganalyses van verkiezingscampagnes in andere landen dan Amerika. Beginnen doen we met enkele landen die heel dicht aanleunen bij Amerikaanse context: Canada en Australië. De studie in Canada is uitgevoerd door Trimble & Sampert (2004). De verkiezingscampagne die onderzocht werd was die voor de Canadese federale verkiezingen van 2000. Hier werd de berichtgeving in 2 grote nationale kranten onderzocht. Ze maken gebruik van enerzijds 14
het “game frame (headlines focussing on the strategic elements of the campaign, including the horserace, poll results, leader personalities, campaign strategies, and leader and party evaluations)” en anderzijds het “issue frame (headlines highlighting policy ideas or campaign issues, party stances on policy or election platforms, ideological differences between parties, and the party or government record).” (Trimble & Sampert, 2004, p. 56). Deze frames komen heel goed overeen met onze frames. Uit het onderzoek blijkt dat beide kranten het game frame meer gebruiken dan het issue frame. In de ene krant is de verhouding game frame – issue frame 81% - 19% en in de andere krant is die verhouding 66% - 34%. Aangezien het niet duidelijk is of het gaat om 2 kwaliteitskranten of een kwaliteitskrant en een populaire krant, kunnen we geen conclusies trekken uit deze verschillen. Wel blijkt duidelijk dat het game frame (cfr strategic game frame) significant meer gebruikt wordt in de berichtgeving over de verkiezingscampagne dan het issue frame. De studie uit Australië zet net als het Canadese onderzoek het game frame tegenover het issue frame (Hollander, 2006). Hier wordt de berichtgeving in 3 kranten onderzocht tijdens de campagne voor de federale verkiezingen in 2004. Deze studie gaat wel enkel artikels in het onderzoek opnemen als ze gaan over de bossen in Tasmanië. Dit was een punt dat veel werd aangehaald tijdens de campagne. Omdat hier enkel artikels worden opgenomen over de Tasmaanse bossen verwacht je veel issue framing, maar Hollander (2006, p. 572) stelt dat “issues, when they do appear, are commonly set within a strategy context and evaluated in terms of their impact on the candidates’ chances rather than as solutions to problems.” En inderdaad, het game frame blijkt opnieuw dominant naar voor te komen in de berichtgeving in de 3 kranten. 69% van alle artikels bevat een game frame, terwijl het echte issue frame slechts in 31% van de gevallen terugkomt. Zelfs al wordt er slechts op 1 deel van de campagne gefocust, dan nog komt het game frame (cfr strategic game frame) dominant naar voor in de berichtgeving. Amerika en Canada zijn landen die een gelijkaardige context hebben. Ze behoren beide tot het liberal model dat “is characterized by a relative dominance of market mechanisms and of commercial media.” (Hallin & Mancini, 2004, p. 11). Ook Australië kan je bij deze categorie rekenen. Nu gaan we enkele andere studies bespreken. Enkele studies die vergelijkend onderzoek doen naar de framing van de verkiezingsberichtgeving in verschillende modellen van media en politiek. Maar ook enkele studies die focussen op de framing van verkiezingscampagnes in 1 bepaald land. Maar dan wel een land dat niet kan vergeleken worden met Amerika, Canada of andere landen uit dit liberal model. Beginnen doen we met de vergelijkende studies. De eerste vergelijkende studie focust op de framing van verkiezingsberichtgeving in Zweden en Engeland (Strömbäck & Shehata, 2007). Engeland is net als Amerika en Canada een land dat kan ingedeeld worden in het liberal model (Hallin & Mancini, 2004). Terwijl Zweden een typevoorbeeld is van het democratic corporatist model. Dit wordt gekenmerkt door “a historical coexistence of commercial media and media tied to organized social and political groups, and by a relatively active but legally limited role of the state.” Strömbäck & Shehata (2007) stellen dat verschillen tussen de 15
manier waarop media in beide landen de verkiezingscampagne gaan framen te wijten zijn aan structural bias dat het gevolg is van het feit dat beide landen tot verschillende mediamodellen behoren:
Verschillende modellen van media & politiek (Hallin, Mancini)
Verschillende omstandigheden van nieuwsproductie
Structural bias
Verschillende manieren van framing van campagnes
Dit is gelijkaardig aan wat wij met ons onderzoek pogen te doen. Hier gebruikt men structural bias en het behoren tot verschillende modellen van media en politiek (Hallin & Mancini, 2004) als verklaring voor mogelijke verschillen tussen lánden in de manier van framen van de verkiezingsberichtgeving. Daar waar wij structural bias en commercialisatie gebruiken als verklaring voor mogelijke verschillen tussen verschillende type media (kwaliteitskrant vs populaire krant) in de manier van framen van de verkiezingsberichtgeving. Strömbäck & Shehata (2007) maken ook gebruik van metaframing en stellen het strategic game frame versus het issue frame. Er wordt onderzocht welk van de 2 frames dominant aanwezig is in nieuwsartikel. Er wordt onderzoek gedaan naar artikels over de verkiezingscampagne in Zweden (2002) en Engeland (2005) uit 3 Zweedse en 3 Britse kranten. Het resultaat is dat het strategic game frame in 50.9% van de gevallen dominant naar voor komt in Zweden en in 64.8% van de gevallen dominant naar voor komt in Engeland. Dit een een significant verschil. Strömbäck & Shehata (2007) concluderen dus dat hoewel het strategic game frame in beide landen dominant wordt gebruikt, er toch een significant verschil waar te nemen valt. De Engelse printmedia gaan er meer gebruik van maken omwille van structural bias. De media in Engeland wordt namelijk gekenmerkt door een hoge commercialisering en hoge graag van concurrentie waardoor ze meer de nadruk legt op het strategic game frame, dat aantrekkelijker is voor het publiek en dus meer verkoopt. Naast de focus op metaframing van de verkiezingsberichtgeving in Zweden en Engeland, stellen ze nog enkele bijkomende onderzoeksvragen. Deze hebben te maken met enkele subframes die opgenomen zijn in het onderzoek (Strömbäck & Shehata, 2007). Ze identificeren nog 6 subframes. Dit zijn frames die wel of niet aanwezig kunnen zijn in een nieuwsartikel. Ze worden gecodeerd op basis van hun aan – of afwezigheid. Daar waar het strategic game frame en het issue frame gecodeerd worden op basis van welk frame dominant naar voor komt. Strömbäck & Shehata (2007, p. 805-806) identificeren de volgende 6 subframes: “horse race frame (news story focused on opinion polls and winning or losing in the battle for votes), politicians as individuals frame (focus on politicians as having different attributes and behaviors rather than as spokesmen for certain policies), governing frame (focus on the opportunities to form governing coalitions after election day), political strategy frame (focus on why parties, candidates act as they do), news management frame (focus on how political actors act in order to achieve extensive and positive news coverage or to downplay negative 16
stories) and conflict frame (whether there was a substantial level of conflict in the news story).” Er wordt ook gekeken in welke mate deze subframes voorkomen in de berichtgeving over de verkiezingscampagne. 4 van deze subframes kunnen wel beschouwd worden als onderdeel van het strategic game metaframe. Deze 4 zijn het horse race frame, het governing frame, het political strategy frame en het news management frame. De andere 2 frames (het politicians as individuals frame en het conflict frame) staan meer op zichzelf. Dit is wel belangrijk omdat het politicians as individuals frame, samen met andere elementen uit andere studies, de theoretische basis zal vormen voor ons derde frame, namelijk het human interest frame. Maar hier later meer over. Voor het overige valt op te merken dat wij in deze masterproef geen gebruik maken van subframes, maar van 3 frames die gecodeerd zullen worden op basis van dominante aanwezigheid in een artikel. Toch is het vermelden van deze subframes de moeite waard. De volgende vergelijkende studie onderzoekt de framing van de verkiezingsberichtgeving in Zweden en Noorwegen (Strömbäck & Aalberg, 2008). Deze studie hanteert dezelfde methode als het onderzoek van Strömbäck & Shehata (2007). Er wordt onderzoek gedaan naar metaframing. Het strategic game frame en het issue frame worden dus weer tegenover elkaar gezet. Aangezien beide landen tot het democratic corporatist model (Hallin & Mancini, 2004) behoren verwachten Strömbäck & Aalberg geen significante verschillen in de framing van het verkiezingsnieuws. De berichtgeving in 3 Zweedse en 3 Noorse kranten wordt onderzocht. De resultaten tonen echter wel een significant verschil aan tussen beide landen als het op metaframing van het verkiezingsnieuws aankomt. Waar de verhouding strategic game frame – issue frame in Zweden nog 50%-50% is, is die verhouding in Noorwegen 66%-34%. Dit verschil wordt verklaard aan de hand van contextual bias: “perhaps this can be explained with reference to the context of the two elections under comparison.” (Strömbäck & Aalberg, 2008, p. 99). Desalniettemin tonen de resultaten duidelijk aan dat het gebruik van het strategic game frame wijdverspreid is in zowel de Zweedse als de Noorse printmedia. Dezelfde studie is ook uitgevoerd op de berichtgeving over de verkiezingscampagne in Zweden en Spanje (Strömbäck & Luengo, 2008). Hier wordt opnieuw het strategic game frame tegenover het issue frame gezet. Daarna wordt gekeken in welke mate beide frames voorkomen in de berichtgeving. Eventuele verschillen tussen de landen probeert men te verklaren aan de hand van structural bias en het feit dat Spanje tot het polarized pluralist model behoort, dat gekarakteriseerd wordt door “integration of the media into party politics, weaker historical development of commercial media, and a strong role of the state.” (Hallin & Mancini, 2004, p. 11). De berichtgeving over de verkiezingscampagne in Zweden (2002) en Spanje (2004) wordt onderzocht in 3 Zweedse en 3 Spaanse kranten. De resultaten tonen aan dat het strategic game frame ongeveer in gelijke mate gebruikt wordt in beide landen. In 53% van de gevallen komt het dominant naar voor in Spanje en in Zweden is dit voor 55.2% het geval. Ook in dit onderzoek maakt men gebruik van subframes, maar omdat wij deze methode niet hanteren in ons onderzoek worden de resultaten daarvan ook niet 17
besproken. We kunnen concluderen dat, hoewel beide landen tot verschillende modellen van media en politiek behoren, er geen significante verschillen zijn in de mate waarin de kranten metaframing gaan toepassen op de berichtgeving over de verkiezingscampagne. Het strategic game frame komt in beide landen naar voor als het dominante frame. Nu we het toch over de framing van de verkiezingscampagne in Spanje hebben, gaan we hier nog wat meer aandacht aan spenderen met een zeer recent onderzoek. Calderon et al (2013) hebben onderzoek gedaan naar de berichtgeving over de campagne voor de regionale verkiezingen van 2012 in Andalusië. Ze voerden dit onderzoek uit op artikels uit 3 Spaanse kranten. Hoe de verkiezingscampagne geframed werd maakte ook deel uit van hun onderzoek. Ze identificeren 3 frames: het strategic frame, dat focust op wie wint en verliest, dat voorkomt als er oorlogstaal in het artikel staat, dat de nadruk legt op de kandidaten hun stijl en de gebruikte strategieën, en veel aandacht geeft aan opiniepeilingen. Ten tweede het game frame, dat politiek als een spel ziet tussen kandidaten. Zowel in het strategic frame als in het game frame komt conflict duidelijk naar voor. Calderon et al (2013, p. 263) beschouwen deze 2 frames als gelijke: “the game frame, which some authors consider to be the same as the strategic frame.” Naast dit strategic game frame het thematic frame op in hun onderzoek. Hoewel het dezelfde naam heeft als het frame gedefinieerd door Iyengar (1991), heeft het niet dezelfde betekenis. Hier staat het thematic frame voor de inhoudelijke zaken die door de kandidaten verteld worden. We kunnen dus stellen dat het thematic frame in dit geval te vergelijken is met het issue frame zoals wij het in ons onderzoek zullen gebruiken. Het resultaat van hun onderzoek toont aan dat het strategic game frame in 42.2% van de artikels dominant naar voor komt. Daar waar het thematic (issue) frame slecht in 19.4% van de gevallen dominant is. De dominantie van het strategic game frame in deze verkiezingscampagne volgt de trend van vorig onderzoek. De overige 38.4% van de artikels bevatten geen frame volgens Calderon et al (2013). Dit toont echter aan dat er mogelijks nog een frame aanwezig is in de berichtgeving over de verkiezingscampagne. Het volgende land waar we de framing van het verkiezingsnieuws zullen bespreken is Duitsland (Esser & Hemmer, 2008). Zij stellen dat Amerikaanse trends zoals meer gepersonaliseerd nieuws, meer interpretatief nieuws, meer negatief nieuws en meer strategisch nieuws, zichtbaar zijn in de Duitse verkiezingscampagnes. Onze aandacht gaat dan vooral uit naar het ‘strategisch nieuws’. We konden al aantonen dat strategisch geframed nieuws in Amerika doorheen de jaren dominant is geworden in de berichtgeving over verschillende verkiezingscampagnes. Hoe zit het dan met het verkiezingsnieuws in Duitsland? Esser & Hemmer (2008, p. 296) “have found that game frames (often used synonymously with strategy or horse-race frames) have become increasingly salient in German election coverage over the years.” Duitsland is echter wel niet het enige land dat zo’n evolutie ziet. Ook andere Europese
landen
zien
een
stijging
van
meer
strategisch
geframed
nieuws
tijdens
verkiezingscampagnes. Wat de andere trends betreft, kunnen Esser & Hemmer (2008) concluderen dat
18
er naast een stijging van strategisch geframed verkiezingsnieuws, er ook meer sprake is van gepersonaliseerd nieuws, meer interpretatief nieuws en meer negatief nieuws. Een andere opmerkelijke studie is die van Binderkrantz & Green-Pedersen (2009). De meeste van de vorige studies focusten op de framing van de berichtgeving in 1 verkiezingscampagne. Binderkrantz & Green-Pedersen (2009) hebben een longitudinaal onderzoek gedaan naar de framing van politiek nieuws op de Deense publieke radio. Nieuwsuitzendingen beginnend van in 1984 tot 2005 zijn geanalyseerd. Opmerkelijk is ook dat de framing van nieuws onderzocht wordt “in both election periods and nonelection periods.” (Binderkrantz & Green-Pedersen, 2009, p. 174). Daar waar ander onderzoek meestal enkel de aanwezigheid van het strategic game frame en issue frame (of frames met andere benaming maar gelijkaardige betekenis) onderzoekt, maakt men hier een onderscheid tussen 5 frames: “Alongside the policy frame and a frame focusing on party strategies and the electoral battle in general (electoral frame), two frames concerned with interparty relations (interparty relations frame) and relations within the party itself (internal party frame) are included. Finally, news stories focusing on other aspects of political processes (other processes frame), including control and sanctions on politicians are included in a seperate category.” (Binderkrantz & Green-Pedersen, 2009, p. 170). Tijdens de periode wanneer er geen verkiezingen waren, kwam het policy (issue) frame het prominentst naar voor. Gedurende bijna 20 jaar is het voor 94% dominant in het politieke nieuws op de Deense radio. De andere 4 frames komen nauwelijks voor in de berichtgeving. Maar wanneer er verkiezingen zijn, zien we een verschuiving in de manier van framing. We zien dat het electoral (strategic game) frame meer gebruikt wordt. In 1984 nog maar in slechts 13% van de gevallen, maar in 2005 al in 21% van de gevallen. De Deense radio gaat tijdens verkiezingen dus meer nieuwsverhalen gaan framen op een strategische manier. Het internal party frame, het interparty frame en het other processes frame worden ook tijdens verkiezingen amper toegepast (minder dan 3%). Toch moet opgemerkt worden dat het policy (issue) frame nog steeds in meer dan 70% van de gevallen dominant is tijdens verkiezingsperiodes. Dit is tegengesteld aan wat we in andere studies zien. Daar wordt het strategic game frame tijdens verkiezingsperiodes veruit het meest gebruikt. Een verklaring hiervoor is misschien te vinden in het feit dat het om radionieuws gaat en niet om kranten of TV-nieuws. Ook kan dit misschien liggen aan het feit dat er in het onderzoek van Binderkrantz & Green-Pedersen (2009) enorm veel nieuwsverhalen opgenomen zijn in het onderzoek. Ook politiek nieuws dat tijdens de verkiezingscampagne niet over de verkiezingen an sich ging, maar over andere ontwikkelingen op politiek vlak. Daar waar andere studies meestal enkel focussen op nieuws over de verkiezingscampagne an sich. Toch valt ook hier op te merken dat het electoral (strategic game) frame een grote stijging kent wanneer er verkiezingen aanbreken. Hoewel het niet dominant is in het Deense radionieuws, is de stijging tijdens verkiezingscampagnes een goeie indicatie dat strategisch geframed nieuws een opgang gemaakt heeft in de berichtgeving over verkiezingscampagnes.
19
Al de voorgaande studies bestonden uit framingonderzoek in Westerse, goed ontwikkelde landen. Er is echter ook framingonderzoek terug te vinden uit niet-Westerse en/of minder ontwikkelde landen. Een voorbeeld hiervan is het onderzoek van Porto (2000). Hij deed onderzoek naar hoe de Amerikaanse presidentsverkiezingen geframed werden door de Braziliaanse media. Porto (2000) identificeert 4 frames. Het thematic frame, dat geïnterpreteerd moet worden zoals het issue frame (cfr onderzoek van Calderon et al, 2013). Het horse-race frame, dat geïnterpreteerd moet worden zoals het strategic game frame. Het personality-centered frame, dat focust op individuen en de menselijke kant van het verhaal. En het episodic frame, dat geïnterpreteerd moet worden als nieuws dat focust op campagneevenementen, waarbij kandidaten hun statements gequoted worden. Nieuws met zo’n frame heeft een beschrijvende stijl. Dit episodic frame kan geïnterpreteerd worden als deel van het strategic game frame omdat hier de nadruk ligt op campagne-evenementen en wat er daar precies gezegd wordt. Toch beschouwt Porto (2000) het als een afzonderlijk frame. Uit de resultaten blijkt dat de grootste Braziliaanse krant de Amerikaanse verkiezingscampagne vooral framed vanuit het horse-race (strategic game) frame (34.9%), gevolgd door het episodic frame (28.3%). Dan komt het thematic (issue) frame (15.1%) en ten slotte het personality-centered frame (12.3%). Als we het episodic frame beschouwen als deel van het horse race (strategic game) frame, dan komen we tot de conclusie dat de grootste Braziliaanse krant de Amerikaanse presidentsverkiezingen vooral (63.2%) framed vanuit een strategic game frame. Dit ligt in de lijn van de resultaten die we terugvinden in Westerse media. Een gelijkaardig onderzoek, met dezelfde frames, is uitgevoerd door Herscovitz (2012). Dit onderzoek focuste op de Braziliaanse presidentsverkiezingen in 2010 en hoe deze geframed werden door de online media. In tegenstelling tot de printmedia (Porto, 2000) komt in de online media het thematic (issue) frame het prominentst naar voor (47%), gevolgd door episodic frame (33.5%), horse-race frame (11.5%) en personality-centered frame (7.8%). Dit is een enorm verschil met de framing van verkiezingscampagnes in printmedia (en ook audiovisuele media). Het lijkt erop dat er bij online media meer plaats is voor nieuws dat zich focust op de echte issues. De specifieke context kan ook wel een verklaring zijn. De traditionele media in Brazilië worden niet als volledig onafhankelijk beschouwd (Herscovitz, 2012). Het internet is wel volledig vrij van overheidscontrole. Dus dat is misschien een reden waarom er over echte maatschappelijke problemen, zoals persvrijheid, corruptie en sociaal economische ontwikkeling, enkel maar in de online media gesproken kan worden (Herscovitz, 2012). De framing van de berichtgeving over verkiezingscampagnes in online media is zeker en vast een interessant topic en toekomstig onderzoek zou hier zeker aandacht aan moeten besteden. Ook, en vooral in de Europese context. Nu volgen nog 2 korte vermeldingen van studies die focussen op de framing van verkiezingsnieuws in niet-Westerse landen. Jisuk Woo (1996) deed onderzoek naar de framing van de Zuid-Koreaanse verkiezingen in 1987 en1992 in het Koreaanse TV-nieuws. Het resultaat was dat de verkiezingen geframed werden in overeenstemming met de heersende partijvisie. Dit gebeurde door alternatieve 20
visies te onderdrukken, de oppositie te marginaliseren en het politieke spectrum te vernauwen. Over het vernauwen van het politieke spectrum zegt Jisuk Woo (1996, p. 76) het volgende: “The election news also presented a very limited political spectrum in the sense that it trivialized the election as a festival or a race in which serious discussions of the issues or any kind of challenging arguments for change were not presented.” Hij stelt ook nog het volgende: “Focus on the ‘strategy’ aspect of the election and avoidance of the issues was apparent in both the 1987 and 1992 news.” Dit toont aan dat metaframing (strategic game frame vs issue frame) van verkiezingsnieuws zelf al in de vroege jaren 90 voorkwam in Zuid-Korea. Sheafer et al (2008) konden dan weer aantonen dat kranten in Israël het strategic game frame meer toepasten in het verkiezingsnieuws dan het issue frame. En dit in alle verkiezingen tussen 1949 en 2003. Dit is zeer opmerkelijk aangezien Jamieson (1992) en Patterson (1993) stellen dat er in de jaren 60 in Amerika nog een dominantie was van het issue frame in de verkiezingsberichtgeving. Het volgende onderzoek dat we willen bespreken brengt ons terug naar de Europese context en is dat van Strömbäck & Van Aelst (2010). Dit is een vergelijkend onderzoek naar de framing van het verkiezingsnieuws in Zweden en België. De berichtgeving over de verkiezingscampagnes voor de Zweedse verkiezingen in 2006 en de Belgische federale verkiezingen in 2007 werd onderzocht. In tegenstelling tot vorig vergelijkend onderzoek (Strömbäck & Shehata, 2007; Strömbäck & Aalberg, 2008; Strömbäck & Luengo, 2008) gaat men hier niet verschillen tussen landen proberen verklaren, maar wél verschillen tussen verschillende type media (Strömbäck & Van Aelst, 2010). De aanwezigheid van het strategic game metaframe en het issue metaframe in TV-nieuws en krantenartikels wordt onderzocht. Ook wordt er telkens een onderscheid gemaakt tussen type medium: Openbare, publieke omroep vs commerciële omroep en kwaliteitskrant vs populaire krant. Hieronder een overzichtstabel van de resultaten (Strömbäck & Van Aelst, 2010, p. 49). Dit is een zeldzaam voorbeeld van onderzoek dat kijkt of er verschillen tussen type media kunnen worden waargenomen. Dit is ook wat wij in deze masterproef gaan onderzoeken.
21
Wij zijn hier vooral geïnteresseerd in de resultaten van de Belgische media. Op vlak van TV zien we een duidelijk verschil tussen publieke omroepen en commerciële omroepen. Het Journaal gaat in slechts 30% van alle nieuwsverhalen over de verkiezingscampagne een strategic game frame hanteren. Dit cijfer ligt bij het VTM Nieuws veel hoger (51%). De hypothese dat commerciële omroepen het strategic game frame meer zullen toepassen in het verslaggeving over de verkiezingscampagne wordt dan ook bevestigd. Op vlak van kranten zien we eenzelfde trend, maar toch ook een verschil tussen een kwaliteitskrant en een populaire krant. Zowel kwaliteitskranten als De Standaard (65%) en De Morgen (66%) en een populaire krant als Het Laatste Nieuws (74%) gaat overwegend het strategic game frame toepassen in de berichtgeving over de verkiezingscampagne. De populaire krant gaat dit frame echter wel meer gaan toepassen dan kwaliteitskranten. De hypothese dat populaire kranten het strategic game frame meer gaan gebruiken dan kwaliteitskranten wordt welleswaar niet bevestigd (Strömbäck & Van Aelst, 2010, p. 56), de resultaten komen toch dicht in de buurt van deze hypothese. Ook in ons onderzoek gaan we kijken als er verschillen waar te nemen zijn tussen de framing van het verkiezingsnieuws in een populaire krant en een kwaliteitskrant. De verdere uitwerking van de hypotheses komt later nog aan bod. In hun onderzoek focussen Strömbäck & Van Aelst (2010) ook nog op de aan – of afwezigheid van subframes. Ze nemen 2 categorieën subframes op. Enerzijds 4 frames die bij het strategic subframe 22
horen en anderzijds 2 frames die bij het personalized subframe horen. De 4 frames die bij het strategic subframe horen zijn het horse-race frame, het news management frame, het governing frame en het political strategy frame. Dit zijn frames die ook beschouwd kunnen worden als deel van het strategic game metaframe. Omdat we al gefocust hebben op het strategic game metaframe, gaan we niet dieper in op de resultaten van dit strategic subframe. Wat ons meer interesseert is de aanwezigheid van het personalized subframe. Hier behoren 2 frames toe: het human interest frame dat “focused on individuals – their feelings, experiences, traits – that provide a human face to the topic of the news stories.” Het tweede frame dat bij het personalized subframe hoort is politicians as individuals frame dat “focused on politicians as individuals, that is, persons with different attributes, characters, and behaviors.” (Strömbäck & Van Aelst, 2010, p. 48). De resultaten toonden aan dat het gebruik van personalized subframes wel degelijk gebeurde in de Belgische media. Commerciële omroepen gaan er bijvoorbeeld significant meer gebruik van maken dan openbare publieke omroepen en populaire kranten gaan er ook significant meer gebruik van maken dan kwaliteitskranten. Deze resultaten zullen later, bij het ontwikkelen van de onderzoekshypothesen nog aan bod komen. Uit al de bovenstaande studies is er wel 1 iets duidelijk. Het strategic game frame wordt dominant gebruikt door de massamedia in de berichtgeving over de verkiezingscampagnes. Dit ten koste van het issue frame. Het strategic game frame focust op de tactieken en strategieën die gebruikt worden tijdens de campagne, op de strijd om de stem van de kiezer, op de stijl van de politici en op politieke macht als doel op zich (Strömbäck & Van Aelst, 2010; Aalberg et al, 2012). Het issue frame focust dan op de inhoudelijke aspecten van de campagne, op inhoudelijke standpunten van kandidaten en partijen en op zaken die echt relevant zijn voor het publieke leven (Strömbäck & Van Aelst, 2010; Aalberg et al, 2012). Dit zijn de 2 frames die wij in ons onderzoek zullen opnemen en kijken in welke mate ze dominant naar voor komen in de krantenartikels over de verkiezingscampagne van 2010. Uit al de voorgaande literatuur komt er echter naast het strategic game frame vs issue frame nog een zaak naar voor. De mogelijke aanwezigheid in de berichtgeving van nog een ander frame!! In het onderzoek naar de framing van de berichtgeving over de regionale verkiezingen in Andalusië (Calderon et al, 2013) blijkt al dat 38.4% van alle artikels niet past binnen een strategic game frame of een issue frame. Dit toont aan dat er mogelijks nog een ander frame te vinden is in het verkiezingsnieuws. Strömbäck & Van Aelst (2010) tonen aan dat een personalized subframe in zowel het Belgische als het Zweedse verkiezingsnieuws een duidelijk feit is. Zie onderstaande figuur (van 18% tot 61% in Belgische media en van 26% tot 70% in Zweedse media). Zij stellen dat “the metaframing of politics as a game and the use of different strategic subframes can be considered as means to attract a broader audience. Another means to achieve the same goal might be to soften the election news by applying personalized subframes, that is, frames that focus on politicians as individuals or on human interest elements.” (Strömbäck & Van Aelst, 2010, p. 53).
23
Dit komt ook terug in de vergelijkende studies tussen Zweden, Noorwegen, Engeland en Spanje (Strömbäck & Aalberg, 2008; Strömbäck & Shehata, 2007; Strömbäck & Luengo, 2008). In Zweden komt het politicians as individuals subframe tussen 28%-30% van de artikels voor. In Noorwegen is dit zelf in 40% van de artikels het geval. In Spanje komt het ‘slechts’ in 23% van de artikels voor en in Engeland komt het in 55% van de artikels voor. Dit toont aan dat veel artikels toch de nadruk leggen op kandidaten als individu of als persoon met eigen karaktertrekken, gevoelens en ervaringen. In hun onderzoek waarom het horse-race (of strategy) frame zo populair is in mediaberichtgeving, ontwerpen Iyengar et al (2004) een experiment waarin gekeken wordt welk soort nieuws het meest bekeken wordt. Er zat Strategisch geframed nieuws tussen, nieuws over de issues. Maar ook nieuws over de persoonlijkheid van de kandidaten, over hun familiale achtergrond en over hun carrière. Iyengar et al (2004, p. 174) concludeerden dat “the ‘candidates as people’ theme does attract readers.” Ook Esser & Hemmer (2008) konden aantonen dat het verkiezingsnieuws in Duitslang alsmaar meer gepersonaliseerd wordt. Ook Porto (2000) en Herscovitz (2012) hanteerden in hun onderzoek naar de framing van verkiezingsnieuws in de Braziliaanse media het personality-centered frame. Ze omschrijven het als “the tendency of the media to give preference to give preference to individual actors and to adopt human-interest angles in events.” (Porto, 2000, p. 4). Uit deze literatuur halen wij dan ook een derde frame dat zal worden opgenomen in ons onderzoek. Het human interest frame. We beschouwen dit frame als gelijkwaardig aan het strategic game frame en het issue frame. We zullen onderzoeken in welke mate het human interest frame dominant naar voor komt in de berichtgeving over de verkiezingscampagne voor de Belgische federale verkiezingen van 2010. Het human interest frame focust dus op individuen, op mensen, met aandacht voor eigen ervaringen, gevoelens en karakteristieken. Het legt ook de nadruk op de menselijke kant van het verhaal. De onderzoekshypothesen met betrekking tot het human interest frame worden net als de hypothesen die betrekking hebben op het strategic game frame en het issue frame verderop in dit theoretische luik verder ontwikkeld.
24
5. De dominantie van het strategic game frame uitgelegd In het voorgaande gedeelte hebben we op basis van verschillende studies kunnen aantonen dat het strategic game frame dominant gebruikt wordt in de berichtgeving over verkiezingscampagnes. Dit ten nadeel van het issue frame. Jamieson (1992) en Patterson (1993) waren de eerste om aan te tonen dat er een verschuiving plaats had gevonden in de manier waarop massamedia de verkiezingscampagne gaan framen. Van verhalen die de nadruk leggen op inhoudelijke standpunten naar verhalen die focussen op wie er het beste voor staat in de campagne, op strategieën en tactieken en op het winnen of verliezen van verkiezingen in het algemeen. Meer recentere studies hebben aangetoond dat deze manier van framing nog steeds dominant gebruikt wordt door de massamedia. Daarom stellen we ons ook de vraag hoe dit komt? Waarom gaan massamedia de verkiezingen meer framen vanuit een strategic game frame dan vanuit een issue frame (of een human interest frame)? De oorzaken hiervoor zijn in te delen in 2 grote categorieën die hier elk op hun manier een rol in spelen. Enerzijds is de dominantie van het strategic game frame te wijten aan veranderingen in de media zelf (Patterson, 2000; Iyengar et al, 2004; Trimble & Sampert, 2004). Anderzijds kan de dominantie van het strategic game frame ook verklaard worden door veranderingen in het politieke systeem (Hollander, 2006; Binderkrantz & Green-Pedersen, 2009). Het is belangrijk om te beseffen dat het ene het andere niet uitsluit. Veranderingen in zowel de media-industrie als het politieke systeem liggen aan de basis van de dominantie van het strategic game frame in de berichtgeving over de verkiezingscampagne. Beginnen doen we met dieper in te gaan op de oorzaken die hun oorsprong in de media-industrie vinden. Patterson (2000) stelt dat de toenemende commercialisering sinds de jaren 80 een belangrijke reden is waarom het strategic game frame dominant is in de berichtgeving over verkiezingscampagnes. “One of the many effects of commercialism on news content, none is more consequential than the media’s tendency to report politics not as an issue but as a game in which individual politicians vie for power.” (Patterson, 2000, p. 253-254). De onderliggende gedachte van deze redenering is dat nieuws vanuit een strategic game frame meer en beter verkoopt dan nieuws vanuit een issue frame. Iyengar et al (2004, p. 159) verwoorden het als volgt: “the conventional wisdom among industry insiders is that the uncertainty and suspence associated with the depiction of the candidates as strategic players is more likely to boost audience share than more ‘substantive’ aspects of the campaign.” Iyengar et al (2004) konden aan de hand van een experiment ook aantonen dat strategisch geframed nieuws inderdaad grotere aandacht krijgt van lezers dan nieuws dat puur over de issues gaat. Dit strategic game frame trekt dus een groter publiek aan. Het verkoopt beter. Dit komt omdat het enkele elementen in zich heeft die interessant en nieuwswaardig zijn: “offering conflict between elites, winners and losers, personalities, drama and immediacy.” (Trimble & Sampert, 2004, p. 54). Het strategic game frame past daarom goed binnen de trend van tabloidisering. 25
Naast redenen die hun oorsprong vinden in de media-industrie, zijn veranderingen in het politieke systeem ook een reden waarom het strategic game frame dominant gebruikt wordt in de verkiezingsberichtgeving. Binderkrantz & Green-Pederesen (2009) stellen dat politieke partijen steeds professioneler worden en dat de politieke campagnes steeds professioneler aangepakt wordt. Politieke partijen “rely on professional consultants, opinion polls and focus groups when targeting their campaigns.” (Binderkrantz & Green-Pedersen, 2009, p. 171). Politieke partijen gaan meer en meer strategisch nadenken over hoe ze hun campagne gaan organiseren. Als politieke partijen steeds professioneler worden, dan is het logisch dat de media meer en meer over deze strategieën zullen berichten. Hollander (2006, p. 571) beaamt dat politieke actoren een belangrijke rol spelen in de dominantie van het strategic game frame door te stellen dat “the major players who, in their efforts to outwit their political opponents, made it very difficult for the news media to adress matters of substance. It was they who controlled the flow of information and that, in turn, encouraged the adoption of the strategic game frame.” Als kandidaten zelf meer bezig zijn met hun tegenstanders een loer te draaien, is het logisch dat de media hier zal over willen berichten. We kunnen niet zeggen dat de ene oorzaak meer doorweegt dan de andere. Wat we wel kunnen zeggen is dat de waarheid omtrent de vraag waarom het strategic game frame dominant gebruikt wordt in verkiezingsnieuws ergens tussen de 2 ligt. Wat we kunnen onthouden is dat door veranderingen in de media-industrie en het politieke systeem, de manier waarop massamedia verkiezingscampagnes gaan framen verschoven is. Van verhalen die focussen op inhoudelijke standpunten naar verhalen die focussen op wie wint en verliest. Dit is een belangrijke evolutie, omdat de manier waarop verkiezingscampagnes geframed worden een bepaald effect kan hebben op het publiek. Hier meer over in het volgende gedeelte.
6. Framing effecten In deze masterproef willen we onderzoeken hoe 2 Vlaamse kranten gaan berichten over de verkiezingscampagne. Hiervoor willen we een framinganalyse gaan toepassen op de berichtgeving in De Standaard en Het Laatste Nieuws. Het is nu eenmaal belangrijk om te weten hoe 2 toonaangevende Vlaamse kranten gaan berichten. Dit is nog eens extra belangrijk omdat bepaalde manieren van framing een bepaald effect kan hebben op mensen die deze media consumeren. We hebben aangetoond dat het strategic game frame dominant is in de berichtgeving over verkiezingscampagnes. Daarom gaan we nu wat dieper in op de effecten die deze manier van framing kan hebben. De meeste auteurs gaan ervan uit dat strategic game framing een negatief effect heeft. Cappella & Jamieson (1997) stellen namelijk dat strategic game framed artikels focussen op een doel waar enkel politici wel bij varen (namelijk het winnen van de verkiezingen). Dit soort artikels houden de aandacht weg van de echte inhoudelijk relevante thema’s. Hierdoor wordt het electoraat cynischer. Omdat 26
strategic game framed nieuws steeds dominanter wordt, hebben Cappella & Jamieson (1997) het over een “spiral of cynicism”. Strategic game frames hebben dus een negatief effect op de democratie omdat het steeds moeilijker wordt om je als burger goed te informeren. Het is zoals Wolfsfeld (2011, p. 74-75) zegt: “The most telling evidence of this spiral takes place during election campaigns. Journalists are much more interested in covering the race itself than in any ideological or policy differences amoung the various candidates. There are endless stories about tactics, strategies, intrigues and polls about who is ahead and by how much.” Wolfsfeld (2011) wijst echter ook op een belangrijke nuance. Hij stelt dat niet iedereen in deze ‘spiral of cynicism’ terecht komt. Mensen die net een groter engagement en diepere interesse hebben in politiek zullen door het gebruik van dit strategic game frame net nog meer geëngageerd raken. Dit is echter maar een kleine minderheid. De meerderheid van het publiek zal toch in de ‘spiral of cynicism’ vervallen: “This suggests that while certain elites may be mobilized in some type of ‘virtuous circle’, the majority of citizens, who depend on more entertaining types of news media, fall into the spiral of cynicism.” (Wolfsfeld, 2011, p. 82). Nog een negatief effect van het strategic game frame is de toon van de berichtgeving. Waar de focus meer op negatieve dan op positieve evaluaties van partijen en lijsttrekkers komt te liggen (Trimble & Sampert, 2004). Meer artikels vanuit een strategic game frame leiden ook tot politieke apathie en minder politieke participatie (Valentino & al, 2001; Blumler & Coleman, 2010). Patterson (2000, p. 256) stelt ook dat “game-based stories were 30 percent less likely to draw an active response from readers than issue-based stories.” Dit toont aan dat politieke apathie en minder politieke participatie wel degelijk effecten zijn die het strategic game frame kan hebben op het publiek. Andere auteurs stellen echter dat strategic game framed nieuws niet altijd een negatief effect heeft. Het gebruik van polls en het gebruik van competitietaal kan volgens Iyengar et al (2004) zelf een positief effect hebben. Het kan de interesse bij mensen in de politieke campagne verhogen. Iyengar et al (2004, p. 173) stellen wel dat strategisch geframed nieuws “proved espacially appealing to a mix of politcal enthusiasts and cynics.” Dit omdat door het strategic game frame politiek nieuws makkelijker verstaanbaar en spannender wordt. Het moet wel duidelijk gezegd zijn dat het niet de interesse bij alle soorten mensen opwekt. Het overgrote deel van het publiek dat een gewone, gezonde interesse heeft in politiek zal niet nog meer geëngageerd raken door het gebruik van het strategic game frame. Er zijn maar weinig auteurs die het hebben over de effecten van het issue frame op het publiek. In het algemeen wordt het issue frame beschouwd als een goede manier om verkiezingen te gaan voorstellen omdat het bijdraagt tot de kennis van het publiek over het politieke beleid. Iyengar et al (2004) konden echter aantonen dat nieuwsverhalen die focussen op inhoudelijke standpunten niet echt aantrekkelijk zijn voor het publiek. Patterson (2000) stelt echter dat het issue frame ervoor zorgt dat mensen bij het gebruik van een dergelijk frame sneller geneigd zullen zijn om problemen ook effectief aan te pakken. Omdat het issue frame bijdraagt tot een geïnformeerd en geëngageerd publiek lijkt het ons belangrijk om dit frame meer te gaan toepassen in de berichtgeving over de verkiezingscampagne. Daar 27
tegenover staat natuurlijk wel het feit dat een het minder groot publiek aantrekt dan strategisch geframed nieuws. Iyengar et al (2004, p. 174) verwoorden het probleem als volgt: “On purely civic grounds, the choice between hard news and horserace news is obvious. On purely commercial grounds, the choice is equally obvious.” Aangezien massamedia en dan vooral printmedia private ondernemingen zijn en hun doel is om winst te maken, zal er meer gebruik gemaakt worden van een frame dat een groter publiek aantrekt. “Market forces, which inexprably demand that news organizations view their product as just another means of obtaining advertising revenue, require that the news be presented in a format that has significant entertainment and interest value, even though these stories may have doubtful civic or educational relevance.” (Iyengar et al, 2004, p. 159). Over de effecten van het human interest frame is er zeer weinig literatuur terug te vinden, maar aangezien Strömbäck & Van Aelst (2010) het personaliseren van nieuws over de verkiezingscampagne beschouwen als een gelijkaardige manier als strategisch geframed nieuws om een zo groot mogelijk publiek aan te trekken, kunnen we redeneren dat het de effecten van het human interest frame misschien ook eerder negatief zijn. Omdat we in deze masterproef geen onderzoek doen naar de effecten van verschillende frames, kunnen we hier echter geen sluitend antwoord op geven. Toch is het een interessant onderwerp voor toekomstig onderzoek: Wat zijn de effecten van strategisch geframed nieuws, issue framed nieuws en gepersonaliseerd nieuws. Nu we een theoretisch overzicht hebben gegeven van alle belangrijke concepten, de belangrijkste literatuur met betrekking tot ons onderwerp en kort zijn ingegaan op de oorzaken en effecten van deze manieren van framing, kunnen we overgaan tot het formuleren van onze onderzoekshypothesen.
7. Onderzoekshypothesen Nu komen we tot een belangrijk punt in deze masterproef. Het ontwikkelen van de onderzoekshypothesen. Onze grote onderzoeksvragen worden al in de inleiding gesteld, maar ze werden tot nog toe niet geconcretiseerd in hypothesen. Dit is wat we nu zullen doen. Onze eerste grote onderzoeksvraag is op welke manier 2 toonaangevende Vlaamse kranten de berichtgeving over de verkiezingscampagne voor de verkiezingen van 2010 gaan framen. verschillende studies hebben aangetoond dat massamedia het verkiezingsnieuws meer gaan framen vanuit een strategic game frame dan vanuit een issue frame. Daarom is onze eerste onderzoekshypothese dan ook de volgende. 1) Gaan 2 Vlaamse kranten de berichtgeving over de verkiezingscampagne vooral framen als een strijd om de macht of als een keuze tussen ideeën? H1: Het strategic game frame wordt meer toegepast door de Vlaamse printmedia dan het issue frame.
28
Onze volgende onderzoeksvraag focust zich op de mogelijke verschillen of gelijkenissen in de manier van framen tussen de 2 kranten die in dit onderzoek worden opgenomen. De 2 kranten die onderzocht worden zijn De Standaard en Het Laatste Nieuws. Beide zijn grote kranten, De Standaard heeft een oplage van 107 000 exemplaren en een betaalde verspreiding van ongeveer 92 400 exemplaren. Het Laatste Nieuws heeft een oplage van maar liefst 330 000 exemplaren en een betaalde verspreiding van 284 700 exemplaren (www.cim.be). Toch hebben beide kranten een ander profiel. De Standaard wordt beschouwd als een kwaliteitskrant en Het Laatste Nieuws moet geïnterpreteerd worden als een populaire krant. We willen dus gaan onderzoeken als er verschillen zijn in de manier waarop 2 verschillende types kranten het verkiezingsnieuws gaan framen. Strömbäck & Van Aelst (2010) konden al concluderen dat populaire kranten het verkiezingsnieuws meer framen vanuit een strategic game frame dan kwaliteitskranten. Dit was echter geen significant verschil, maar de trend was wel duidelijk zichtbaar. Ook konden ze concluderen dat commerciële omroepen wel significant meer gebruik maken van het strategic game frame dan de publieke omroep. Dit is ook wat Strömbäck & Dimitrova (2011) konden concluderen. De Zweedse commerciële omroepen gebruiken het strategic game frame significant meer dan de Zweedse publieke omroep. Beide studies wijzen erop dat dit verschil tussen type media (publieke vs commerciële omroep & populaire vs kwaliteitskrant) te wijten is aan de commercialisering. Thompson (1989) stelt dat, hoewel populaire en kwaliteitskranten beide private, commerciële bedrijven zijn, er toch een verschil is tussen de 2. Waar kwaliteitskranten voor hun inkomsten vooral rekenen op reclame-inkomsten, is dit bij de populaire kranten een ander verhaal. Zij halen het grootste deel van hun inkomsten uit de verkoop van kranten. Dit wordt bevestigd door De Bens & Raeymaeckers (2010). In 2005 haalt De Standaard 63% van hun inkomsten uit reclame en 36% uit de verkoop. Bij Het Laatste Nieuws is dit 50.5% uit verkoop en 49.5% uit reclame. Thompson (1989) stelt ook dat kwaliteitskranten meer abonnees hebben dan populaire kranten en dat zij daardoor een stabielere lezersbasis hebben. Daar waar populaire kranten meer teren op de losse verkoop en dus op een alledaagse basis moeten strijden voor hun lezers. Daarom stellen Strömbäck & Van Aelst (2010) dat populaire kranten meer gebruik zullen maken van het strategic game frame. Om de simpele reden dat dit een groter publiek aantrekt. Iets wat populaire kranten om commerciële redenen ook meer nodig hebben dan kwaliteitskranten. Dit hangt nauw samen met structural bias. Hofstetter (1976, p. 34) stelde dat “some things are selected to be reported rather than other things because of the character of the medium.” Het is wel duidelijk dat we in ons onderzoek te maken hebben met 2 karakteristiek verschillende media (zie ook Thompson, 1989). Structural bias heeft volgens Gulati et al (2004) echter ook te maken met de journalistieke cultuur/normen binnen een medium. We kunnen dus concluderen dat mogelijke verschillen tussen de framing in Het Laatste Nieuws en De Standaard voor een groot deel te wijten kunnen zijn aan de journalistieke normen binnen een medium en hoe deze media gekarakteriseerd (graad van commercialisatie) zijn. Om nu terug te komen op de onderzoeksvraag en de onderzoekshypothese. Omdat Strömbäck & Dimitrova (2011) en Strömbäck & Van Aelst significante verschillen, of toch verschillen die in de richting van significantie gaan, in de 29
manier van framing tussen verschillende type media gevonden hebben, gaan wij er in ons onderzoek ook vanuit dat: 2) Zijn er verschillen in de manier waarop een populaire krant als Het Laatste Nieuws en een kwaliteitskrant als De Standaard het verkiezingsnieuws gaan framen? H2: Het strategic game frame wordt significant meer gebruikt door Het Laatste Nieuws dan door De Standaard. Onze derde grote onderzoeksvraag heeft betrekking op een derde frame dat in dit onderzoek wordt opgenomen. Het human interest frame. Verschillende studies identificeren naast het strategic game frame en issue frame nog een ander aspect van de berichtgeving over de verkiezingscampagnes. Bij sommige studies gaat het dan om een subframe (Strömbäck & Van Aelst, 2010; Strömbäck & Shehata, 2007; Strömbäck & Aalberg, 2008; Strömbäck & Luengo, 2008). Andere hebben het niet letterlijk over een frame (Esser & Hemmer, 2006; Iyengar et al, 2004). En nog andere hebben het over een echt frame (Porto, 2000; Herscovitz, 2012). Al deze studies toonden aan dat nieuws dat de nadruk legt op het menselijke aspect van het verhaal en op kandidaten als personen op zich met eigen karakteristieken en gevoelens, wel degelijk voorkomt in de berichtgeving over verkiezingscampagnes. Daarom nemen wij dit soort nieuwsframe ook op in ons onderzoek. Dit onder de naam human interest frame. We stellen ons de vraag in welke mate dit human interest frame voorkomt in het verkiezingsnieuws in 2 Vlaamse kranten. Bij Porto (2000) en Herscovitz (2012) komt het telkens minder vaak voor dan strategisch geframed nieuws of nieuws dat focust op inhoudelijke aspecten. Bij de andere gaat het meestal om een subframe. Een frame dat ondergeschikt is aan het strategic game frame en issue frame. Daarom gaan we er van uit dat het strategic game frame en het issue frame de meest voorkomende manieren zijn om het verkiezingsnieuws te gaan framen en dus meer gebruikt worden dan het human interest frame. Ook gaan we onderzoeken als het human interest frame in verschillende mate gebruikt wordt in Het Laatste Nieuws en De Standaard. Strömbäck & Van Aelst (2010) vinden namelijk dat het gepersonaliseerde (sub)frame significant meer gebruikt wordt door de populaire krant dan door een kwaliteitskrant. De reden hiervoor is vergelijkbaar met de reden waarom populaire kranten meer gebruik zouden maken van het strategic game frame dan kwaliteitskranten. Populaire kranten zijn meer afhankelijk van inkomsten uit de verkoop en hebben er dus belang bij om een zo groot mogelijk publiek aan te trekken (Thompson, 1989). Strömbäck & Van Aelst (2010, p. 53) redeneren dat dit doel ook bereikt kan worden door “to soften the election news by applying personalized subframes, that is, frames that focus on politicians as individuals or on human interest elements.” Structural bias en commercialisatie zou dus voor een groot deel moeten verklaren waarom populaire kranten het human interest frame meer toepassen dan kwaliteitskranten. Op basis van dit alles komen we tot de volgende onderzoekshypothesen:
30
3) In welke mate komt het human interest frame naar voor in de berichtgeving van 2 Vlaamse kranten over de verkiezingscampagne? H3: Het human interest frame komt significant minder aan bod dan het strategic game en issue frame. Maar het komt wel significant meer aan bod in Het Laatste Nieuws dan in De Standaard. Dit zijn de 3 hoofdvragen in ons onderzoek. Hierna komen echter nog enkele andere aspecten aan bod. Zo gaan we kijken als er verschillen te vinden zijn op andere factoren tussen De Standaard en Het Laatste Nieuws. We vragen ons af hoe het zit met de omvang van de artikels die verschijnen in beide kranten, met de manier waarop de auteur van een artikel wordt weergegeven in de 2 kranten en hoe het zit met het soort artikels die verschijnen in beide kranten. Dit zijn dan ook de volgende 3 onderzoeksvragen. Bij deze onderzoeksvragen gaan we geen hypothesen formuleren omdat het niet het hoofdonderwerp van deze masterproef is. 4) Hoe zit het met de omvang van de artikels die verschijnen in De Standaard en Het Laatste Nieuws?
5) Hoe zit het met de manier waarop de auteur van een artikel weergegeven wordt in beide kranten? 6) Gaan De Standaard en Het Laatste Nieuws verschillende soorten artikels gaan publiceren? Of gaan ze eerder dezelfde soort artikels publiceren? In een poging om mogelijke verschillen op deze factoren tussen beide kranten te gaan verklaren, komen we opnieuw uit bij structural bias, de graad van commercialisatie van beide media en de journalistieke cultuur en normen die heersen binnen een bepaald medium. Toch moet er vermeld worden dat dit nooit een sluitende verklaring is. Verschillen op deze factoren kunnen ook gewoon aan toeval te wijten zijn. Toch is het ook interessant om te onderzoeken of er nog op andere – naast de inhoud van het artikel – aspecten verschillen te vinden zijn tussen een populaire krant en een kwaliteitskrant. Daarna werpen we ook een blik op de realiteit van de verkiezingen van 2010. Welke actoren komen allemaal aan bod? Welke partijen komen het meest of het minst aan bod? Welke politicus/politica komt het meest aan bod? En zijn er verschillen te vinden tussen de actoren in beide kranten? Deze vragen worden gebundeld in 1 onderzoeksvraag. Ten slotte stellen we ons ook de vraag hoe een artikel nu precies uitziet en waar het precies over kan gaan als het een bepaald frame bevat. Daarom komt er na het beantwoorden van de bovenstaande onderzoeksvragen een extra gedeelte dat enkele specifieke artikels in meer detail zal bespreken.
31
Methodologie Steekproef Dit onderzoek focust zich dus op de manier waarop het verkiezingsnieuws geframed wordt in 2 Vlaamse kranten. Er is een kwaliteitskrant en een populaire krant opgenomen. De kwaliteitskrant is De Standaard en de populaire krant is Het Laatste Nieuws. De periode van het onderzoek loopt van 27april 2010 tot 13 juni 2010. Deze data zijn niet zomaar gekozen: 27 april was de dag waarop duidelijk werd dat er nieuwe verkiezingen zouden komen. 13 juni als laatste dag van het onderzoek is nogal evident aangezien dit de dag was waarop de federale verkiezingen plaatsvonden. De artikels die opgenomen worden in het onderzoek zijn artikels die gaan over de federale verkiezingen van 13 juni 2010. Enkel de artikels die op de voorpagina van de kranten staan of die in de voorsectie (algemeen nieuws gedeelte) staan worden opgenomen in dit onderzoek. Opiniestukken die duidelijk over de verkiezingen gaan worden echter ook opgenomen in dit onderzoek. Andere artikels die een link hebben met verkiezingen, maar die in andere secties van de krant staan (zoals buitenland, economie, cultuur en sport) worden niet in dit onderzoek opgenomen. De 2 kranten die we willen gebruiken in dit onderzoek kunnen geraadpleegd worden in de Gentse boekentoren. Daar zijn de kranten manueel doorgenomen en vond ook de selectie plaats van de artikels. Van elk artikel dat gebruikt werd in dit onderzoek is een foto genomen. Opmerking: Bij het verzamelen van alle artikels deed er zich een klein probleem voor. Er waren 2 kranten van Het Laatste Nieuws (04/05/2010 en 14/05/2010) niet aanwezig in de Gentse boekentoren. Deze 2 kranten en de artikels in deze kranten konden dus niet worden opgenomen in het onderzoek. Nog een opmerking. Zowel in Het Laatste Nieuws als in De Standaard heb je een rubriek die heel korte nieuwsberichtjes meegeeft. Dit gaat dan over maximum 3 of 4 zinnen. In Het Laatste Nieuws heet deze rubriek ‘Telex’, in De Standaard gaat het om ‘De Karavaan’. Omdat de nieuwsberichtjes die hierin staan zodanig kort zijn, worde ze niet opgenomen in het onderzoek. In dergelijke artikels zit helemaal geen frame vervat en dus zijn ze niet echt relevant om op te nemen in dit onderzoek. Toch vinden we het de moeite waard om deze bemerking op voorhand mee te delen.
Opzet De bedoeling van dit onderzoek is om een duidelijk licht te werpen op de manier waarop 2 Vlaamse kranten gebruik maken van framing. Framing is zoals eerder uitgelegd een verhaal op een bepaalde manier gaan kaderen of weergeven. Afhankelijk van het kader, perspectief of frame dat gebruikt wordt, wordt het verhaal op een andere manier door het publiek geïnterpreteerd. De relevantie van dit 32
onderzoek ligt dan ook in het feit dat het voor het publiek, dat de media consumeert, belangrijk is om te weten hoe 2 toonaangevende Vlaamse kranten berichten over een cruciaal aspect van het publieke leven, de verkiezingen. Aan de hand van een kwantitatieve framinganalyse willen we aantonen welke frames dominant aan bod komen in de berichtgeving over de verkiezingscampagne van 2010. We willen ook kijken of het type krant hier een rol in speelt. De manier waarop een krant nieuws gaat framen is niet alleen belangrijk voor het publiek om te weten hoe kranten gaan berichten, maar het is ook belangrijk omdat het dus een effect heeft op dat publiek. Deze masterproef doet geen onderzoek naar de effecten van bepaalde manieren van framing, maar op basis van de literatuur kunnen we er toch een algemeen idee van geven. Het is wel belangrijk om te beseffen welk effect welk frame heeft. Wanneer lezers weten welk effect bepaalde frames hebben, en welke frames bepaalde kranten het meest toepassen (wat onderzocht wordt in deze masterproef), kunnen ze een beter geïnformeerde keuze maken tussen kranten. Naast een framingonderzoek, wordt er ook onderzocht of er een verschil bestaat op andere factoren tussen een kwaliteitskrant en een populaire krant. Enkele van deze factoren zijn omvang van de artikels, format van de artikels en de manier om de auteur van een artikel weer te geven. Tenslotte komt er ook een kort kwalitatief gedeelte aan bod in deze masterproef. Hier wordt er ingegaan op het taalgebruik in de artikels die opgenomen zijn in het onderzoek. Ook komt er een verduidelijking van de gebruikte frames aan bod zodat de lezers van deze masterproef beter begrijpen waar het over gaat als we het over een bepaald frame hebben.
Materiaal Om de artikels te gaan coderen hebben we een registratieformulier opgesteld. Daarop worden eerst enkele algemene variabelen ingevuld zoals datum, titel van het artikel. In welke krant het artikel verschenen is, op welke pagina het artikel verschenen is, hoe groot het artikel is, welk soort artikel het is en wie de auteur van het artikel is. Daarna komt het gedeelte over de actoren die aanwezig zijn in het artikel. Er kan aangegeven worden welke partijen allemaal aan bod komen in het artikel. Daarna wordt er ingevuld wie de dominante actor in het artikel is. Ook kunnen er nog eventueel andere strategische actoren worden ingevuld. Daarna komt er een deeltje ‘taalgebruik’. Daar wordt er aangegeven als er metaforen, stereotyperingen of ander gekleurd taalgebruik aanwezig is in het artikel. Er is ruimte gelaten om voorbeelden van dergelijk taalgebruik neer te schrijven. Daarna komt het ‘framing’-gedeelte op het registratieformulier. De frames moeten dus duidelijk uitgewerkt worden en dit verdient wel een wat uitgebreidere uitleg.
33
Operationalisering van de frames In deze masterproef wordt er dus onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van het strategic game frame, het issue frame en het human interest frame in artikels over de verkiezingscampagne van 2010. Nu we weten welke frames we gaan gebruiken in ons onderzoek, kunnen we overgaan tot misschien wel de moeilijkste stap in ons onderzoeksproces: het operationaliseren van de frames. Er is al veel onderzoek gevoerd naar framing van verkiezingen, maar de operationalisering was telkens anders (Aalberg et al, 2012). Het operationaliseren vergt enige creativiteit van de onderzoeker en dus is het logisch dat deze niet gelijk is in al het voorgaande onderzoek. De eerste auteurs die dit type onderzoek voeren, hadden het nog niet over strategic game frame en issue frame. Ze gebruikten een andere terminologie. Zo had Jamieson (1992, p. 165-167) het over het “strategy schema”. Zij dat artikels met dit schema focussen op “1) winning and losing as the central concern; 2) the language of war, games and competition; 3) a story with performers, critics and audience (voters); 4) centrality of performance,style and perception of the candidate; 5) heavy weighing of polls and the candidates standing in them.” Patterson (1993, 57-58) had het dan weer over het “game schema”. Dit zijn artikels die focussen op “1) the game of the campaign provides the plot of a story; 2) polls promote and support strategy coverage; 3) the electorate is positioned as spectators of candidates who are performers.” Daar tegenover zette hij het “policy schema” dat focust op artikels die over inhoudelijke standpunten gaan. In de jaren daarna is er nog veel ander onderzoek gevoerd naar de framing van het verkiezingsnieuws. De operationaliseringen van verschillende studies staan in het theoretisch luik beschreven. Maar omdat niet elke operationalisering hetzelfde was, publiceerden Aalberg et al (2012) een artikel waarin men poogde conceptuele duidelijkheid te brengen over wat welk frame precies inhoudt. Beginnen doen we met het strategic game frame. Volgens Aalberg et al (2012, p. 178) kan dit frame als volgt beschreven worden: “Strategic game frame includes news stories that frame politics as a game, personality contest, as strategy, and as personal relationships between political actors not related to issue positions. News stories that focus on the tactics or strategy of politcal campaigning, how they campaign, on the images of politicians and on politcal power as a goal in itself.” Voor de operationalisering ervan hebben we ons dan ook gebaseerd op een gestandaardiseerde set variabelen die Aalberg et al (2012, p. 177-178) voorstellen. Zij stellen dat het strategic game frame bestaat uit twee gelijkwaardige dimensies die elk toch iets anders meten, namelijk het game frame en het strategy frame. Dit onderscheid wordt gemaakt omdat beide een iets ander effect hebben op de publieke opinie. Daar waar het strategy frame meer negatieve effecten zoals politiek cynisme en apathie teweeg brengt (Cappella & Jamieson, 1997; De Vreese, 2005), kan het game frame de interesse in politiek en verkiezingen aanwakkeren (Iyengar er al, 2004). Daarom staan in de operationalisering van het strategic game frame eerst de variabelen die betrekking hebben op het game frame (3) en daarna de vragen die verband houden met het strategy frame (4). Maar voor de rest van dit onderzoek maken 34
deze twee gelijk deel uit van het overkoepelende strategic game frame. Er is ook nagegaan als deze vragen het concept strategic game frame goed en betrouwbaar meten. We hebben de chronbach’s alfa berekend voor de vragen van het strategic game frame. Deze moet minimaal 0.70 zijn om te kunnen spreken van een intern betrouwbare schaal. De chronbach’s alfa voor het strategic game frame bedraagt 0.85 (zie bijlage 1). Wat meer dan uitstekend is. a) Strategic game frame:
Focust het artikel op het winnen of verliezen van verkiezingen, debatten, onderhandelingen of politiek in het algemeen?
Focust het artikel op peilingen of cijfers of op mogelijke uitslagen van de verkiezingen? Of op mogelijke coalities of samenwerkingsverbanden?
Staat er taalgebruik in het artikel dat past binnen het taalgebruik van competitie, spel of oorlog? bv. Race, winst, nederlaag, krachtmeting, rivaliteit, strijd, gebruik van stereotypering, metaforen?
Focust het artikel op tactiek/strategie van de campagne/debat/onderhandelingen?
Focust het artikel op motieven waarom een partij/lijsttrekker een standpunt inneemt of daad stelt
Focust het artikel op de beeldvorming en stijl van de politici/partijen (politici als politici en niet als persoon)?
Focust het artikel op de rol van de media in politiek/campagne en/of op de relatie tussen politici en media?
Ook het issue frame is op verschillende manieren beschreven (Patterson, 1993; Trimble & Sampert, 2004; Strömbäck & Shehata, 2007). Strömbäck & Van Aelst (2010, p. 48) beschrijven het als volgt: “the issue metaframe was dominant if the news stories focussed on issues and issue positions, on what someone has said and done with respect to issues and issue positions.” Dit is een mooie beschrijving van wat het issue frame nu precies inhoudt. Aalberg et al (2012, p. 178) breiden deze definitie nog wat uit en stellen dat “the issue frame includes news stories that focus on issues and issue positions, on real-life conditions with relevance for issue positions, and on what has happened or what someone has said or done to the extent that it deals with or is depicted as relevant for political issues.” In ons onderzoek hebben we het issue frame opgebroken in 5 vragen die het issue frame zoals het hier beschreven staat goed weerspiegelen. Ook hier hebben we gecontroleerd als het om een intern betrouwbare schaal gaat. De chronbach’s alfa voor het issue frame bedraagt 0.83 (zie bijlage 1). Ook dit is een uitstekend score en we kunnen opnieuw spreken over een intern betrouwbare schaal.
35
b) Issue frame:
Focust het artikel op inhoudelijke standpunten/programmapunten?
Focust het artikel op vorige beleidsdaden?
Focust het artikel op toekomstige beleidsdaden?
Focust het artikel op thema’s die relevant zijn voor de bevolking (veiligheid, sociaaleconomisch programma, pensioenen,… )?
Focust het artikel op ideologische/inhoudelijke verschillen tussen partijen?
Er zijn wel wat studies te vinden die het human interest frame, of een variant hierop, identificeren in de berichtgeving over de verkiezingscampagne. Strömbäck & Shehata (2007, p. 805), Strömbäck & Aalberg (2008, p. 97) en Strömbäck & Luengo (2008, p. 556) gebruiken de term “politicians as individuals frame, which focussed on politicians as people having different attributes, characters and behaviors” Deze omschrijving wordt ook gebruikt door Strömbäck & Van Aelst (2010, p.48), maar die stellen dat het politicians as individuals frame samen met het human interest frame (“focused on individuals – their feelings, experiences, traits – that provide a human face to the topic of the news stories.”) tot het personalized subframe behoort. Porto (2000) gebruikt dan weer de term personalitycentered frame om een gelijkaardig frame te omschrijven. Het is duidelijk dat niet altijd dezelfde terminologie gebruikt werd, maar dat wel telkens hetzelfde bedoeld wordt. Daarom bundelen wij al deze omschrijvingen in 1 term. Het human interest frame. Het werd voor het eerst gebruikt door Neuman et al (1992). Maar op basis van alle voorgaande omschrijvingen komen wij tot 4 vragen die het human interest frame weerspiegelen. De eerste 3 liggen voor de hand. De laatste vraag met betrekking tot banale verhalen is er aan toegevoegd omdat we ook vinden dat artikels die over banaliteiten gaan ook tot het human interest frame behoren. Omdat zulke verhalen de berichtgeving ook verzachten (Strömbäck & Van Aelst, 2010). We hebben hier ook de chronbach’s alfa berekend. Deze bedraagt hier 0.82 (zie bijlage 1). Dit is net als bij de vorige frames een uitstekende score. We kunnen dus ook bij het human interest frame spreken van een intern betrouwbare schaal. c) Human interest frame:
Focust het artikel op individuen met aandacht voor gevoelens, ervaringen en karakteristieken?
Zet het artikel de nadruk op een ‘human face’. Het menselijke standpunt wordt bekeken?
Focust
het
artikel
op
persoonlijk
leven/privéleven
of
achtergrond
van
een
kandidaat/individu?
Focust het artikel op banale randzaken?
De manier van coderen komt ongeveer overeen met de methode die Semetko & Valkeburg (2000) en Aalberg et al (2012) hanteren en voorstellen. Bij elk van deze vragen zijn er 3 mogelijkheden. Er kan aangegeven worden dat een stelling ‘sterk aanwezig’ is in het artikel, ‘matig aanwezig’ is in het artikel 36
of ‘niet aanwezig’ is in het artikel. Aan de hand van hoeveel vragen per frame er positief beantwoord worden kunnen we makkelijk besluiten welk frame dominant is in het nieuwsartikel. Ook wordt de sterkte van deze aanwezigheid gemeten. ‘Sterk aanwezig’ krijgt score 2, ‘matig aanwezig’ score 1 en ‘niet aanwezig’ krijgt score 0. Zo kan er op basis van 2 variabelen (aanwezigheid en sterkte) besloten worden welk frame dominant is in het artikel.
Procedure Het was een zeer tijdrovend en tijdsintensief onderzoek. Eerst moesten alle artikels verzameld worden. Toen dit was gebeurd, kon het coderen beginnen. Er werden in totaal 590 artikels opgenomen in het onderzoek. 318 artikels uit De Standaard en 272 artikels uit Het Laatste Nieuws. Elk artikel werd afzonderlijk gelezen en voor elk artikel werd er een apart registratieformulier ingevuld. Het registratieformulier werd hierboven al uitvoerig beschreven. De frames worden gemeten aan de hand van hun dominante aanwezigheid in een artikel. Het kan gerust zijn dat er elementen van meerdere frames aanwezig zijn in 1 artikel, maar wij hebben enkel interesse in het dominante frame in het artikel. Toen alle artikels gelezen en gecodeerd waren, konden de data worden ingevoerd in het statistisch programma SPSS. Hiervoor moesten er wel eerst codes worden toegekend aan alle variabelen. Op de volgende pagina ziet u het registratieformulier met tussen haakjes telkens de code die gebruikt werd om de variabele in te geven in SPSS. We hebben dus 318 artikels uit De Standaard en 272 artikels uit Het Laatste Nieuws. Omdat dit toch een gevoelig verschil is, wilden we weten als we een weging moesten toepassen. Daarom hebben we een chi²-aanpassingstoests gedaan en die gaf aan dat we 5,8% kans maken om een fout te maken als we een uitspraak doen waarbij de krant waarin het artikel verschenen is een variabele is (chi²=3.57, p=0.058, df=1; zie bijlage 1). Daarom hebben we ervoor geopteerd om een weging op te nemen in dit onderzoek. We hebben het zo ingesteld dat er van beide kranten 300 artikels zouden opgenomen worden in het onderzoek. Maar omdat we zo dicht mogelijk bij de realiteit van de data wilden blijven zijn alle analyses uitgevoerd zonder dat de weging aan stond. Toch hebben we ook elke analyse opnieuw gedaan met de weging aan. In bijna alle gevallen veranderde het resultaat van de analyse niet (significant blijft significant en niet significant blijft niet significant). Daarom willen we op voorhand meegeven dat alle analyses geen ander resultaat bekomen met of zonder weging. Als dit toch het geval is, zal dit uitdrukkelijk vermeld worden bij de desbetreffende analyse. We hebben ook de codeerbetrouwbaarheid berekend voor enkele cruciale variabelen. Dit zijn variabelen die een belangrijke rol speelden in onze analyses. De manier van coderen doorheen de periode oktober-april werd vergeleken met de manier van coderen in juli. Er werden in totaal 87 artikels in juli opnieuw gecodeerd voor de belangrijkste variabelen. De kappa-waarden van de
37
desbetreffende variabelen staan hieronder opgelijst en zijn allemaal hoog genoeg om als betrouwbaar geïnterpreteerd te worden (zie bijlage 1). Variabele
Kappa-waarde
Krant
1
Omvang
0.90
Format
0.91
Auteur
1
Dominante Actor
0.97
Dominant Frame
0.76
Toen alle variabelen ingevoerd waren konden er analyses worden uitgevoerd. De volledige SPSS-file én de SPSS-file voor de kappa-analyse staat op de CD-ROM die in de bijlage zit. We willen ook nog meegeven dat alle grafieken die in het ‘resultaten’-gedeelte te zien zijn, gebaseerd zijn op frequentietabellen uit SPSS. Nu we de methodologie van ons onderzoek beschreven hebben, kunnen we overgaan tot het empirisch luik van deze masterproef. Daar staan de resultaten van ons onderzoek beschreven.
38
Registratieformulier ID NR: ………………….
DATUM: ………………………………....
TITEL VAN HET ARTIKEL …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… KRANT Het Laatste Nieuws
(1)
De Standaard
(2)
(1)
Geen voorpagina
(2)
>1 pagina
(1)
1/4 - 1/2 pagina
(3)
1/2 - 1 pagina
(2)
< 1/4 pagina
(4)
Nieuwsbericht
(1)
Duiding: analyse, interview
(2)
Commentaar/opinie
(3)
Fotoartikel
(4)
(1)
Initialen journalist aanwezig
(2)
Nieuwsagentschap
(4)
PAGINA Voorpagina
OMVANG
FORMAT
AUTEUR Naam journalist aanwezig
Naam journalist niet aanwezig (3) User Generated Content
(5) 39
ACTOREN
PS (8)
NVA
(1)
CD&V
(2)
VLD
(3)
SPA
(4)
Groen
(5)
Vlaams Belang
(6)
LDD
(7)
Waalse partijen:………………….
MR (9)
DOMINANTE ACTOR
CDH (10)
FDF (11)
écolo (12)
Andere (13)
(bovenstaand nummer invoeren)
………………………………………………………………………………………………………… ANDERE STRATEGISCHE ACTOREN ………………………………………………………………………………………………………… TAALGEBRUIK Metaforen: …………... (1=aanwezig)………….(0=niet aanwezig)…………………………. Stereotyperingen: ……. (1=aanwezig)………… .(0=niet aanwezig)………………………… Andere: ……………… (1=aanwezig)………….(0=niet aanwezig)………………………….
40
1) Strategic game frame:
(2=sterk aanwezig/ 1=matig aanwezig/ 0=niet aanwezig)
Focust het artikel op het winnen of verliezen van verkiezingen, debatten, onderhandelingen of politiek in het algemeen? Sterk aanwezig
matig aanwezig
niet aanwezig
Staan er cijfers in het artikel, of is het artikel gebaseerd op peilingen? Focust het artikel op de mogelijke uitslag van de verkiezingen, over mogelijke coalities of samenwerkingsverbanden? Sterk aanwezig
niet aanwezig
Past het taalgebruik in het artikel in het taalgebruik van competitie, spel of oorlog? Sterk aanwezig
matig aanwezig
matig aanwezig
niet aanwezig
Focust het artikel op de strategie of tactiek die kandidaten hanteren tijdens de campagne, debatten of onderhandelingen? Sterk aanwezig
matig aanwezig
niet aanwezig
Focust een artikel op de beeldvorming van kandidaten (kandidaten als politici en niet als persoon zelf) of op de stijl die kandidaten hanteren in de campagne of debat?
Sterk aanwezig matig aanwezig niet aanwezig Focust het artikel op de motieven waarom een partij of lijsttrekken een standpunt inneemt of een bepaald daad stelt? Sterk aanwezig
matig aanwezig
niet aanwezig
Focust het artikel op de rol die de media speelt in de politiek of campagne? Sterk aanwezig
matig aanwezig
niet aanwezig
/7
(aanwezigheid)
/14
(sterkte)
41
2) Issue frame:
Focust het artikel op inhoudelijke standpunten of programmapunten? Sterk aanwezig
niet aanwezig
matig aanwezig
niet aanwezig
Focust het artikel op toekomstige beleidsdaden? Sterk aanwezig
matig aanwezig
Focust het artikel op vorige beleidsdaden? Sterk aanwezig
(2=sterk aanwezig/ 1=matig aanwezig/ 0=niet aanwezig)
matig aanwezig
niet aanwezig
Focust het artikel op thema’s die echt relevant zijn voor de bevolking, zoals bv veiligheid, sociaal economisch programma of pensioenen? Sterk aanwezig
niet aanwezig
Focust het artikel op ideologische of inhoudelijke verschillen tussen partijen of lijsttrekkers? Sterk aanwezig
matig aanwezig
niet aanwezig
/5
(aanwezigheid)
/10
(sterkte)
3) Human interest frame:
matig aanwezig
(2=sterk aanwezig/ 1=matig aanwezig/ 0=niet aanwezig)
Focust het artikel op individuen (kandidaten als persoon) met aandacht voor gevoelens, ervaringen of karakteristieken?
Sterk aanwezig matig aanwezig niet aanwezig Legt het artikel de nadruk op het menselijke standpunt (Human face)? Sterk aanwezig
niet aanwezig
Focust het artikel op het persoonlijk leven of privéleven of achtergrond van een kandidaat? Sterk aanwezig
matig aanwezig
matig aanwezig
niet aanwezig
Focust het artikel op banale randzaken die niets te maken hebben met inhoudelijke standpunten? Sterk aanwezig
matig aanwezig
niet aanwezig
/4
(aanwezigheid)
/8
(sterkte) 42
Empirisch luik: Kwantitatief gedeelte Onderzoeksvraag 1 De eerste onderzoeksvraag had betrekking op welk frame het meest gebruikt wordt door de 2 Vlaamse kranten. We gingen er van uit dat het strategic game frame significant meer gebruikt zou worden door de Vlaamse kranten dan het issue frame. Ze zouden de verkiezingen dus meer gaan voorstellen als een strijd om de macht dan als een keuze tussen ideeën. Er zijn in dit onderzoek 590 artikels opgenomen en de volgende grafiek geeft aan welk frame dominant was in elk van deze artikels.
Welk frame is dominant in het artikel? 300 250 200 150 100 50 0 Strategic Game Frame
Issue Frame
Human Interest Frame
Geen Frame
Het strategic game frame komt er duidelijk uit als meest gebruikte artikel. In 41% (n=242) van de artikels komt het naar voor als dominante frame. Het issue frame daarentegen wordt in 23% (n=136) van de artikels dominant toegepast. Het human interest frame volgt met 21% (n=124) op korte afstand van het issue frame. Ten slotte werd er in 15% van de artikels geen frame teruggevonden. We kunnen dus concluderen dat het strategic game frame meer wordt toegepast door de Vlaamse dagbladpers (met name De Standaard en Het Laatste Nieuws) dan het issue frame. Dit bevestigd de evolutie
die
door
andere
studies
wordt
waargenomen
in
de
berichtgeving
over
de
verkiezingscampagne. We kunnen een duidelijk verschil in absolute cijfers aantonen, maar om een antwoord te geven op onze eerste onderzoeksvraag willen we graag weten als er ook een significant verschil te vinden is tussen het gebruik van het strategic game frame en het issue frame in de Vlaamse kranten.
43
De resultaten van ons onderzoek tonen aan dat er ook wel degelijk een significant verschil is tussen het gebruik van het strategic game frame en het issue frame in de 2 onderzochte Vlaamse kranten (chi²=122.9, p=0.000, df=1; zie bijlage 2). Het strategic game frame wordt dus significant meer gebruikt door de Vlaamse dagbladen De Standaard en Het Laatste Nieuws dan het issue frame. Hiermee wordt onze eerste onderzoekshypothese bevestigd. Al het voorgaande onderzoek (behalve Binderkrantz & Green-Pedersen, 2009) konden aantonen dat het strategic game frame in meer dan 50% van het verkiezingsnieuws gebruikt wordt als dominante frame. In dit geval komt het ‘slechts’ in 41% van de artikels dominant naar voor. De reden hiervoor is dat alle voorgaande studies enkel het strategic game frame vs het issue frame zetten. In dit onderzoek hebben we nog een derde frame opgenomen dat gelijkwaardig is aan deze frames. Hadden we dit niet gedaan, had het aandeel van zowel het strategic game frame als het issue frame waarschijnlijk hoger gelegen. Toch kunnen we concluderen dat de dominantie van het strategic game frame in de 2 Vlaamse kranten de algemene trend bevestigd. De redenen waarom dit strategic game frame het meest gebruikt wordt is een combinatie van factoren met betrekking tot de media-industrie en factoren die betrekking hebben op het politieke systeem. Artikels die het strategic game frame hanteren, gaan over wie wint en verliest, focust op de strategieën die gebruikt worden door de kandidaten, op hun motieven en stijl van campagne voeren. Het legt ook de nadruk op opiniepeilingen. Dit zijn allemaal factoren die aantrekkelijk zijn voor een publiek. Artikels met strategisch geframed nieuws zijn aantrekkelijker voor een publiek dan artikels die de nadruk leggen op inhoudelijke aspecten. (Iyengar et al, 2004). Het strategic game frame past daarom goed binnen de trend van tabloidisering. En omwille van commerciële redenen (Patterson, 2000) zal dit frame vaker toegepast worden door de massamedia. Binderkrantz & Green-Pedersen (2009) wijzen er wel op dat ook veranderingen in de politieke campagnes een deel van de reden zijn waarom dit strategic game frame meer wordt toegepast dan het issue frame. Politieke campagnes worden steeds professioneler gevoerd en de nadruk komt steeds meer te liggen op strategieën en tactieken om er zo goed mogelijk voor te staat in de campagne. De media zal hier onvermijdelijk dan ook over berichten.
Onderzoeksvraag 2 Nu gaan we over naar de tweede onderzoeksvraag van deze masterproef. Zijn er verschillen in de manier waarop De Standaard en Het Laatste Nieuws het verkiezingsnieuws gaan framen? Met andere woorden, speelt het type krant een rol in de framing van het verkiezingsnieuws? Vorig onderzoek (Strömbäck & Van Aelst, 2010; Strömbäck & Dimitrova, 2011) toonde al aan dat er wel degelijk verschillen zijn tussen framing van verkiezingsnieuws in verschillende type media. Meer commercieel georiënteerde media gaan meer gebruik maken van het strategic game frame dan iets minder commercieel georiënteerde media. Daarom gaan wij er ook van uit dat de populaire krant Het Laatste Nieuws significant meer gebruik gaat maken van het strategic game frame dan de kwaliteitskrant De 44
Standaard. Daarom de volgende overzichtsgrafiek. Deze geeft aan welk frame dominant naar voor komt in een artikel, en dit in beide kranten. 140 120 100 80 Het Laatste Nieuws 60
De Standaard
40 20 0 strategic game frame
issue frame
human interest frame
geen frame
(Grafiek met weging aan. HLN=300 artikels, DS=300 artikels.) Wat meteen opvalt in deze grafiek is de overweldigende meerderheid van artikels die geschreven zijn vanuit een strategic game frame in zowel Het Laatste Nieuws als in De Standaard. Dit ligt in het verlengde van onze eerste onderzoeksvraag. Die gaf aan dat het strategic game frame dominant naar voor komt in de Vlaamse kranten. Voor de volledigheid willen we aantonen dat het strategic game frame ook dominant naar voor komt in de afzonderlijke kranten. In Het Laatste Nieuws komt het strategic game frame significant meer voor dan het issue frame (chi²=41.32, p=0.000, df=1, zie bijlage 3) en het human interest frame (chi²=60.25, p=0.000, df=1, zie bijlage 3). In De Standaard komt het strategic game frame ook significant meer voor dan het issue frame (chi²=81.48, p=0.000, df=1, zie bijlage 3). Deze resultaten bevestigen de eerste onderzoekshypothese nogmaals, maar dan voor elke krant afzonderlijk. Nu gaan we terug over naar onze tweede onderzoeksvraag. De resultaten van de verschillende frames die dominant aan bod komen in de verschillende kranten staan hieronder uitgedrukt in percentages. Str. G. frame
Issue frame
Hum. I. frame
Geen frame
HLN
43%
17%
22%
18%
DS
39%
29%
20%
12%
45
Wat meteen opvalt in deze tabel is niet zozeer het verschil tussen het gebruik van het strategic game frame in beide kranten, maar wel het verschil tussen het gebruik van het issue frame in beide kranten. Op basis van deze tabel zouden we net gaan verwachten dat het strategic game frame niet significant meer gebruikt wordt in Het Laatste Nieuws dan in De Standaard. Dit wordt ook door de analyse bevestigd (chi²=1.17, p=0.280, df=1, zie bijlage 3). Hiermee moeten we onze tweede onderzoekshypothese ontkrachten. De populaire krant Het Laatste Nieuws maakt niet significant meer gebruik van het strategic game frame dan de kwaliteitskrant De Standaard. Het is wel zo dat Het Laatste Nieuws procentueel gezien iets meer gebruik maakt van strategisch geframed nieuws (43%) dan De Standaard (39%). Maar dit verschil is dus niet significant. Dit ligt dus niet in de lijn van wat we verwacht hadden. Strömbäck & Dimitrova (2011) konden wel een significant verschil aantonen tussen verschillende types media. Hier ging het dan wel om audiovisuele media. Strömbäck & Van Aelst (2010) konden in hun onderzoek ook geen significant verschil aantonen tussen populaire kranten en kwaliteitskranten als het op framing van het verkiezingsnieuws aankomt. Wel wezen hun resultaten wel erg sterk in de richting van verschillen tussen beide types kranten. In hun onderzoek was 74% van de artikels uit populaire kranten en 65.5% van de artikels uit kwaliteitskranten strategisch geframed. Dit is een verschil van 8.5%. In ons onderzoek vinden we slechts een verschil van 4% tussen de populaire krant en de kwaliteitskrant als het aankomt op strategisch geframed nieuws. Dit ligt waarschijnlijk echter ook aan het feit dat er in ons onderzoek nog een derde frame opgenomen is. We kunnen dus concluderen dat beide types kranten het meest gebruik maken van het strategic game frame maar dat een populaire krant niet significant meer gebruik gaat maken van strategisch geframed nieuws dan een kwaliteitskrant. Onze hypothese, die zei dat populaire kranten meer gebruik maken van het strategic game frame omwille van “the character of the medium” (journalistieke cultuur/normen gecombineerd met de graad van commercialisatie) klopt dus niet. Het is duidelijk dat het voor beide types kranten belangrijk is om een soort nieuws te brengen dat een groot publiek aantrekt (Iyengar et al, 2004). Dit betekent echter niet dat er geen verschillen zijn in de manier van framing tussen beide kranten. Zoals we zien in de tabel is er een opmerkelijk verschil in het gebruik van het issue frame tussen Het Laatste Nieuws en De Standaard. In Het Laatste Nieuws komt dit frame slechts in 17% van de artikels dominant naar voor, terwijl het issue frame in De Standaard in 29% van de artikels dominant gebruikt wordt. Onze analyse toont aan dat dit wel degelijk een significant verschil is (chi²=12.05, p=0.001, df=1, zie bijlage 3). Een kwaliteitskrant gaat dus significant meer berichten over inhoudelijke aspecten van de verkiezingscampagne dan een populaire krant. Dit ligt wel in de lijn van wat we verwachtten. Strömbäck & Van Aelst (2010) toonden aan dat het issue frame in 26% van de artikels dominant gebruikt werd in populaire kranten, terwijl dit frame bij kwaliteitskranten in 34.5% van de artikels dominant werd toegepast. Ook Strömbäck & Dimitrova (2011) toonden aan dat publieke omroepen voor 47% inhoudelijke verhalen brengen, terwijl dit bij hun commerciële tegenhangers slechts voor 46
27% van de verhalen gold. We kunnen dus concluderen dat er wel degelijk verschillen zijn tussen een populaire krant en een kwaliteitskrant op vlak van framing van het verkiezingsnieuws. Kwaliteitskranten berichten significant meer vanuit het issue frame dan populaire kranten. Dit kan verklaard worden door wat Hofstetter (1976) definieert als structural bias. Omwille van het karakter van het medium wordt het ene soort verhaal wel verteld en het andere niet. De Standaard is een kwaliteitskrant en staat daar ook voor bekend. Thomspon (1989) toonde aan dat deze een stabielere lezersbasis hebben. Het feit dat ze meer focussen op inhoudelijke aspecten is een deel van de verklaring daarvoor. De lezers van De Standaard zijn mensen die de meerwaarde van een kwaliteitskrant (meer focus op inhoudelijke dan een populaire krant) appreciëren en daarom ook sneller een abonnement op de krant nemen. Het feit dat ze ook minder betaalde verspreiding hebben dan Het Laatste Nieuws (www.cim.be) kan verklaard worden door het feit dat De Standaard meer dan Het Laatste Nieuws, focust op inhoudelijke aspecten, iets wat minder aantrekkelijk is voor een groot publiek (Iyengar et al, 2004). Er is dus wel degelijk een verschil tussen berichtgeving in De Standaard en Het Laatste Nieuws. Beide gaan meer en ongeveer evenveel berichten vanuit het strategic game frame, maar De Standaard gaat wel nog meer dan Het Laatste Nieuws focussen op het inhoudelijke aspect van de campagne. Dit toont aan dat type medium wel degelijk een rol speelt in de framing van het verkiezingsnieuws.
Onderzoeksvraag 3 Nu gaan we over naar de 3de grote onderzoeksvraag in deze masterproef: In welke mate komt het human interest frame naar voor in de berichtgeving in aanloop naar de verkiezingen? De nadruk in ander onderzoek naar de manier waarop massamedia de verkiezingscampagne gaan framen ligt vooral op het strategic game frame vs het issue frame. Toch komen er ook in de literatuur elementen aan bod die wijzen op een andere, meer gepersonaliseerde, manier om het verkiezingsnieuws te gaan framen (Strömbäck & Van Aelst, 2010; Strömbäck & Shehata, 2007; Strömbäck & Aalberg, 2008; Strömbäck & Luengo, 2008; Iyengar et al, 2004; Porto, 2000; Herscovitz, 2012). Daarom hebben we het human interest frame opgenomen in ons onderzoek. Dit zijn artikels die de menselijke kant van het verhaal belichten, die focussen op kandidaten als personen, die verschillende emoties, ervaringen en meningen kunnen hebben. Daarom dan ook de vraag in welke mate het human interest frame aan bod komt in het verkiezingsnieuws? Omdat alle voorgaande studies dit soort frame als een subframe opvatten, of dat, wanneer het toch als gelijkwaardig met de andere frames wordt beschouwd, het minder voorkomt dan het strategic game en issue frame, gaan wij er van uit dat het human interest frame minder gebruikt wordt dan de andere 2 frames. Omdat Strömbäck & Van Aelst (2010) ook stellen dat het human interest frame een andere manier is om een groter publiek aan te trekken, gaan wij er ook van uit dat Het Laatste Nieuws meer gebruik maakt van dit frame dan De Standaard. Dit omdat een populaire krant het meer dan een kwaliteitskrant nodig heeft om een zo groot mogelijk publiek aan te trekken 47
(Thompson, 1989). Dit hangt ook samen structural bias en het karakter van het medium. (Hofstetter, 1976). Beginnen doen we opnieuw met de overzichtsgrafiek en overzichtstabel. 140 120 100 80 Het Laatste Nieuws 60
De Standaard
40 20 0 strategic game frame
issue frame
human interest frame
geen frame
Str. G. frame
Issue frame
Hum. I. frame
Geen frame
HLN
43%
17%
22%
18%
DS
39%
29%
20%
12%
Beginnen doen we met te kijken of het human interest frame inderdaad significant meer gebruikt wordt door Het Laatste Nieuws dan door De Standaard. Het blijkt dat De Standaard het human interest frame in 20% van de artikels dominant naar voor laat komen. Bij Het Laatste Nieuws gaat het om 22% van de artikels waar het human interest frame dominant gebruikt wordt. De analyse bevestigd hier ons vermoeden. Het Laatste Nieuws gaat niet significant meer gebruik maken van het human interest frame dan De Standaard (chi²=0.60, p=0.437, df=1, zie bijlage 4). Dit onderdeel van onze derde onderzoekshypothese moet dus ook worden ontkracht. Strömbäck & Van Aelst (2010) vonden wel een groot verschil in het gebruik van het human interest frame tussen populaire kranten en kwaliteitskranten. In populaire kranten kwam dit in 61% van de artikels voor en in kwaliteitskranten slechts in 38% van de artikels. Het moet wel opgemerkt worden dat het bij hen om een subframe ging dat gecodeerd werd op basis van aan – of afwezigheid. In ons onderzoek is het human interest frame gelijkwaardig aan de andere 2 frames en wordt het gemeten aan de hand van dominante aanwezigheid in een artikel. Dit is de reden waarom het human interest frame slechts in 22% en 20% van de artikels naar voor komt. Maar de hypothese dat Het Laatste Nieuws het human interest frame meer toepast omdat dit ook een groter publiek aantrekt (Strömbäck & Van Aelst, 2010), en Het Laatste Nieuws meer nood heeft aan een groter lezerspubliek dan De Standaard (Thompson, 1989) klopt dus niet. De 48
Standaard gaat het ongeveer evenveel toepassen. Opnieuw (net zoals bij het strategic game frame) blijkt dat De Standaard ook veel belang hecht aan artikels die een groot publiek aantrekken (Iyengar et al, 2004). Het karakter van het medium (structural bias) speelt bij het gebruik van dit frame geen rol. Nu kunnen we overgaan tot het andere deel van de onderzoekshypothese. Wordt het human interest frame inderdaad minder gebruikt dan het strategic game frame en het issue frame? Deze vraag zullen we per krant bespreken. Beginnen doen we met De Standaard. Op de grafiek en de tabel zien we dat het human interest frame inderdaad minder gebruikt wordt dan het strategic game frame (39% vs 20%) en het issue frame (29% vs 20%). Onze analyses bevestigen ook dat beide verschillen ook significante verschillen zijn. (verschil met strategic game frame: chi²=50.22, p=0.000, df=1, zie bijlage 4; verschil met issue frame: chi²=31.50, p=0.000, df=1, zie bijlage 4). Onze hypothese dat het human interest frame minder gebruikt wordt dan het strategic game frame en het issue frame klopt dus voor wat De Standaard betreft. De trend die in de literatuur beschreven wordt, wordt hier nu bevestigd. Hoewel De Standaard niet significant minder gebruik maakt van het human interest frame dan Het Laatste Nieuws, komt dit gepersonaliseerd nieuws toch nog steeds minder aan bod dan strategisch en inhoudelijk nieuws. Nu gaan we kijken hoe het zit bij Het Laatste Nieuws. Wordt ook daar het human interest frame minder toegepast van het strategic game frame en het issue frame? Op basis van de grafiek en de tabel zien we alvast dat het human interest frame minder gebruikt wordt dan het strategic game frame (43% vs 22%). Onze analyse bevestigt ook dat dit een significant verschil is (chi²=60.25, p=0.000, df=1, zie bijlage 4). Dit ligt natuurlijk in de lijn van de verwachting. Wat wel opvalt is dat in Het Laatste Nieuws het human interest frame meer gebruikt wordt dan het issue frame (22% vs 17%). Dit is een opmerkelijk verschil en ligt niet in de lijn van de verwachting. Geen enkel onderzoek kon al aantonen dat het human interest frame (of een variant hierop) meer gebruikt wordt dan het issue frame. Onze analyse toont echter aan dat het human interest frame wel degelijk significant meer dan het issue frame dominant gebruikt wordt in Het Laatste Nieuws (chi²=15.59, p=0.000, df=1, zie bijlage 4). De hypothese die stelt dat het strategic game frame en het issue frame meer gebruikt worden dan het human interest frame gaat dus maar gedeeltelijk op voor Het Laatste Nieuws. Het Laatste Nieuws is een populaire krant en deze zijn meer dan kwaliteitskranten afhankelijk van inkomsten uit de verkoop van kranten (Thompson, 1989). Strömbäck & Van Aelst (2010) argumenteerden al dat het verzachten van verkiezingsnieuws door te focussen op het menselijke aspect en op kandidaten als personen een manier kan zijn om een groter lezerspubliek aan te trekken. Misschien is dit de reden waarom Het Laatste Nieuws als 2 voornaamste manieren van framing opteert voor het strategic game frame en het human interest frame. Omwille van het karakter van het medium (structural bias) brengen ze soorten verhalen (strategisch nieuws en gepersonaliseerd nieuws) die een zo groot mogelijk publiek moet aantrekken. Maar gelet op de negatieve effecten die deze manieren van framing kunnen hebben, is het 49
misschien aangewezen voor Het Laatste Nieuws om in de toekomst ook meer artikels te schrijven die focussen op het inhoudelijke aspect van de verkiezingscampagne.
Onderzoeksvraag 4 De volgende onderzoeksvragen gaan niet over framing van het verkiezingsnieuws, maar over andere opvallende bevindingen in ons onderzoek. De focus van deze masterproef ligt op framing en de aanwezigheid of afwezigheid van bepaalde frames in de berichtgeving over de verkiezingscampagne. Dit betekent echter niet dat er geen aandacht mag besteedt worden aan andere aspecten. Daarom ook de volgende reeks onderzoeksvragen. Tijdens de dataverzameling merkten we al snel een verschil op tussen de artikels die verschenen in De Standaard en in Het Laatste Nieuws. De artikels in Het Laatste Nieuws waren qua omvang veel kleiner dan de artikels in De Standaard. Althans, dat was toch ons gevoel. Daarom ook de volgende onderzoeksvraag: Hoe zit het met de omvang van de artikels die verschenen in De Standaard en Het Laatste Nieuws? Zijn artikels uit Het Laatste Nieuws inderdaad kleiner qua omvang dan de artikels uit De Standaard? We beginnen opnieuw met een overzichtsgrafiek van de omvang van alle artikels in zowel De Standaard als Het Laatste Nieuws. 180 160 140 120 100
Het Laatste Nieuws
80
De Standaard
60 40 20 0 >1 pagina
1/2 - 1 pagina
1/4 - 1/2 pagina
< 1/4 pagina
Uit bovenstaande grafiek blijkt toch wel een duidelijk verschil. In De Standaard verschijnen er duidelijk meer artikels tusen ¼ - ½ pagina (31%) en meer artikels tussen ½ - 1 pagina (47%). Ook verschijnen er meer écht grote artikels (10%). Bij Het Laatste Nieuws is dit helemaal anders. In elke categorie verschijnen er in Het Laatste Nieuws minder artikels dan in De Standaard, behalve in de kleinste categorie. In de categorie van artikels kleiner van ¼ pagina verschijnen er in Het Laatste 50
Nieuws maar liefst 170 artikels, goed voor 63% van alle artikels die in Het Laatste Nieuws verschenen. Het percentage artikels die kleiner zijn dan ¼ pagina ligt in De Standaard op 12%. We zien dus een duidelijk verschil. Maar kunnen we ook spreken van een significant verschil in omvang van de artikels in De Standaard en Het Laatste Nieuws? Onze analyse toont aan dat het hier inderdaad om een significant verschil gaat (Mann Whitney U=22484.5, p=0.000, zie bijlage 5). Om te gaan weten als het ook om een significant verschil gaat tussen Het Laatste Nieuws en De Standaard voor alle opties afzonderlijk, voeren we nog enkele analyses uit. Uit de analyse blijkt dat voor elk type omvang, er een significant verschil bestaat tussen De Standaard en Het Laatste Nieuws. Zowel voor artikels die groter zijn dan 1 pagina (chi²=5.25, p=0.022, df=1, zie bijlage 5), als voor artikels die tussen ½-1 pagina groot zijn (chi²=39.75; p=0.000, df=1, zie bijlage 5), als voor artikels die tussen ¼-½ pagina groot zijn (chi²=35.57, p=0.000, df=1, zie bijlage 5), en ook voor heel kleine artikels die kleiner zijn dan ¼ pagina (chi²=161.74, p=0.000, df=1, zie bijlage 5). Nu kunnen we dus zeggen dat De Standaard significant meer grotere artikels schrijft over de verkiezingscampagne dan Het Laatste Nieuws. Het Laatste Nieuws gaat dan weer significant meer kleine artikels schrijven over de verkiezingscampagne. Deze resultaten liggen in de lijn wat je kan verwachten van een kwaliteitskrant en een populaire krant. Een kwaliteitskrant gaat een verhaal over de verkiezingscampagne meer body geven door het iets uitgebreider toe te lichten. Dat is ook wat de lezers ervan verwachten. Bij Het Laatste Nieuws opteert men dan meer voor kleinere artikels die kort samenvatten over wat het verhaal eigenlijk gaat. Hier zijn voor- en nadelen aan. Het voordeel kan zijn dat mensen het artikel toch snel lezen ‘omdat het toch maar een klein’ artikel is. Het nadeel kan zijn dat mensen het artikel net niet lezen omdat ze het niet zien staan of omdat het hun aandacht niet trekt. Beide gevallen kunnen waar zijn. Toch kunnen we concluderen dat deze resultaten goed aantonen dat er nog steeds een onderscheid is tussen een kwaliteitskrant en een populaire krant. Al is het maar op de omvang van de artikels die erin verschijnen.
Onderzoeksvraag 5 Een ander aspect dat in de dataverzameling al snel opviel, was het aangeven van de auteur van het artikel. Soms werd de volledige naam van de journalist vermeld, soms enkel maar de initialen. Soms werd er helemaal niets aangegeven. In slechts weinig gevallen ging het om artikels die overgenomen werden door een nieuwsagentschap (hier gaat het om artikels die rechtstreeks overgenomen zijn en waar specifiek aangegeven wordt dat het om een artikel gaat dat afkomstig is van een nieuwsagentschap. In realiteit zullen er waarschijnlijk wel meer artikels hun oorsprong vinden in een nieuwsagentschap. Dan gaat het om een nieuwsagentschap dat dient als bron en waar kranten dan een eigen stukje van maken, of dat het helemaal niet aangegeven staat dat het overgenomen is van een nieuwsagentschap). Een laatste optie was dat het artikel niet geschreven was door een journalist of overgenomen door een nieuwsagentschap. In deze gevallen gaat het over User Generated Content. 51
Mensen die geen journalist zijn die toch een stukje schrijven in de krant. Daarom ook luidt de 5 de onderzoeksvraag ook als volgt: Hoe zit het met het aangeven van de auteur van het artikel in de beide kranten? Het viel al snel op dat de naam van de journalist veel meer vermeld wordt in De Standaard dan in Het Laatste Nieuws, waar de initialen van de journalist eerder vermeld werden. Op deze overzichtsgrafiek zien we hoe de vork in de steel zit.
200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
Het Laatste Nieuws De Standaard
We zien dat De Standaard inderdaad meer de naam van de journalist gaat vermelden (58%) dan Het Laatste Nieuws (40%). Het Laatste Nieuws daarentegen gaat meer (49%) de initialen van de journalist vermelden dan De Standaard (24%). Voor de rest zien we dat het helemaal niet vermelden van de naam van de journalist of artikels die overgenomen zijn van een nieuwsagentschap heel weinig voorkomen in de berichtgeving over de verkiezingscampagne. Tenslotte valt ook op dat De Standaard meer niet-journalisten (15%) een artikel laat schrijven dan Het Laatste Nieuws (4%). We zien dus wel enkele verschillen. Maar zijn deze verschillen ook significante verschillen? Uit de analyse blijkt dat er inderdaad een significant verschil is tussen De Standaard en Het Laatste Nieuws wat betreft het aangeven van de auteur van een artikel (chi²=64.44, p=0.000, df=4, zie bijlage 6). Maar net als bij de vorige onderzoeksvraag willen we ook graag weten als er significante verschillen zijn tussen beide kranten voor de afzonderlijke categorieën. Hiervoor hebben we, net als bij de vorige onderzoeksvraag, aan datamanipulatie (recode into different) moeten doen. Uit de analyse blijkt dat er voor de 3 voornaamste manieren om de auteur aan te geven een significant 52
verschil is tussen de 2 kranten. Dit betekent dat De Standaard significant meer de naam van de journalist meegeeft dan Het Laatste Nieuws (chi²=17.91, p=0.000, df=1, zie bijlage 6). De Standaard maakt ook significant meer gebruik van niet-journalisten om artikels te schrijven dan Het Laatste Nieuws (chi²=18.31, p=0.000, df=1, zie bijlage 6). Het Laatste Nieuws gaat dan weer significant meer de initialen van de journalist vermelden dan De Standaard (chi²=38.96, p=0.000, df=1, zie bijlage 6). Wanneer we deze resultaten bekijken, komt De Standaard er toch het beste uit. Deze krant geeft telkens aan wie de journalist is die het stuk geschreven heeft. Op die manier weet je als lezer ook wie welk verhaal geschreven heeft. Door de naam mee te geven, onthoud je ook misschien sneller de journalist. Dan kan je, als je zijn stukken goed vind, gaan zoeken naar andere stukken van die journalist z’n hand. Of omgekeerd, als je een bepaalde journalist niet goed vindt, gewoon de moeite niet nemen om een stuk te lezen als je ziet dat het door die journalist geschreven is. Ook voor de journalist zelf is dit een leuke appreciatie als je naam in plaats van enkel je initialen vermeld staat bij een stuk dat je geschreven hebt. Het feit dat De Standaard meer niet-journalisten een stuk laat schrijven is ook wel interessant. Zo wordt er ook bericht vanuit een ander standpunt dan datgene van de journalist. Zo behoud je een bepaalde variatie in het verkiezingsnieuws.
Onderzoeksvraag 6 Een andere variabele die in dit onderzoek opgenomen werd is ‘format’. Hiermee bedoelen we over welk soort artikel het gaat. Er zijn 4 opties opgenomen. Ten eerste een gewoon nieuwsbericht, ten tweede een achtergrondstuk met meer duiding. Ook een analysestuk, interview of profiel valt onder deze categorie. Ten derde hebben we een commentaar - of opiniestuk. En als laatste hebben we nog een fotoartikel. De zesde onderzoeksvraag luidt dan ook als volgt. Zijn er significante verschillen tussen De Standaard en Het Laatste Nieuws voor wat betreft het soort artikels dat ze publiceren? Hieronder zien we een overzichtsgrafiek met welke soort artikels in welke krant voorkomen.
53
180 160 140 120 100
Het Laatste Nieuws
80
De Standaard
60 40 20 0 Nieuwsbericht
Duiding
Commentaar
Fotoartikel
(grafiek met weging aan. HLN=300 artikels, DS=300 artikels.) De analyses bij deze onderzoeksvraag zijn uitgevoerd wanneer de weging aan stond. Bij alle andere onderzoeksvragen was dit niet het geval omdat we zo dicht mogelijk bij de realiteit van het onderzoek wilden blijven. Toch hebben we alle analyses opnieuw uitgevoerd wanneer de weging aan stond en dit leverde bij geen enkele onderzoeksvraag een ander resultaat op. Behalve dus bij deze onderzoeksvraag. Uit de overzichtsgrafiek blijkt dat Het Laatste Nieuws meer nieuwsberichten publiceert (57%) dan De Standaard (49%). Dat De Standaard meer achtergrondstukken met duiding publiceert (37%) dan Het Laatste Nieuws (24%) is geen grote verrassing. Het Laatste Nieuws gaat ook iets meer commentaarstukken brengen (18%) dan De Standaard (13%). Het aantal fotoartikels blijft te verwaarlozen (1% bij beide kranten). We zien dus wel enkele verschillen tussen het soort artikels die verschijnen in De Standaard en Het Laatste Nieuws. Maar zijn dit ook significante verschillen? Voor we hierover een uitspraak kunnen doen, moesten we wel een kleine aanpassing uitvoeren. Wanneer we de analyse deden met de 4 soorten artikels waren de randvoorwaarden voor de chi²-test niet voldaan. Daarom hebben we besloten om de kleinste categorie (fotoartikels) op te nemen bij de commentaarstukken. In de volgende analyse zijn er dus maar 3 categorieën in plaats van oorspronkelijk 4. Uit de aangepaste analyse blijkt dat er inderdaad een significant verschil is tussen De Standaard en Het Laatste Nieuws voor wat betreft het soort artikels dat ze publiceren (chi²=13.12, p=0.000, df=2, zie bijlage 7). Maar net als bij de vorige 2 onderzoeksvragen willen we graag kijken of er significante verschillen zijn tussen de beide kranten voor elk soort artikels afzonderlijk. Hiervoor hebben we opnieuw aan datamanipulatie (recode into different) gedaan. Uit de analyse blijkt dat er voor sommige soorten artikels wel degelijk een significant verschil bestaat tussen de 2 kranten. Zo 54
kunnen we vaststellen dat Het Laatste Nieuws significant meer gewone nieuwsberichten publiceert dan De Standaard (chi²=3.85, p=0.050, df=1, zie bijlage 7). Het gaat hier wel om een zeer nipte significantie, maar desalniettemin kunnen we spreken van een significant verschil. Dit is opmerkelijk want dit is de enige analyse in ons onderzoek die voor en na de weging een verschillend resultaat uitkomt. Voor de weging was er van significantie geen sprake, maar erna dus – zij het nipt – wel. Daarnaast blijkt ook dat De Standaard significant meer achtergrondstukken met duiding gaat publiceren dan Het Laatste Nieuws (chi²=12.54, p=0.000, df=1, zie bijlage 7). Dit ligt in de lijn van wat je verwacht van een kwaliteitskrant. Deze staan gekend voor een stabiele lezersbasis die de krant koopt voor de inhoudelijke meerwaarde (Thompson, 1989). Het is dus logisch dat De Standaard meer achtergrondstukken publiceert dan Het Laatste Nieuws. Ten slotte geven we nog mee dat er geen significant
verschil
was
tussen
De
Standaard
en
Het
Laatste
Nieuws
voor
wat
commentaarstukken/fotoartikels betreft. Hieruit blijkt dat er, naast framing, wel degelijk nog verschillen zijn tussen De Standaard en Het Laatste Nieuws. Het feit dat de kwaliteitskrant meer achtergrondstukken publiceert sluit aan bij onze bevinding dat deze ook meer gebruik maakt van het issue frame. Achtergrondstukken zullen ook meer focussen op het inhoudelijke.
Onderzoeksvraag 7 Het volgende gedeelte in deze masterproef zal over de actoren gaan die aan bod komen in alle artikels over de verkiezingscampagne. Welke partij(en) komen het meest aan bod? Welke partij(en) het minst? Welke politicus of politica komt er dan het meest aan het woord in de kranten? En zijn er verschillen te bespeuren tussen de actoren in De Standaard en Het Laatste Nieuws? Het zijn allemaal interessante en relevante vragen. We beginnen met een overzichtsgrafiek van alle partijen die dominant aan bod komen in een artikel.
55
120
N-VA CD&V
100
Open VLD SP.A
80
Groen! Vlaams Belang
60
LDD PS
40
MR CDH
20
FDF écolo
0 Partij als dominante actor in het artikel
Andere
Als we dus kijken naar de dominante partij die in een artikel aan bod komt, zien we dat CD&V (113) en N-VA (103) er met kop en schouders bovenuit steken. Dit is ook logisch omdat CD&V tot dan toe de grootste Vlaamse partij was. Ook N-VA komt heel veel aan bod. Dit is ook logisch omdat N-VA de verkiezingen later zou winnen en de media dit wel voelden aankomen. Daarom is er ook veel bericht over N-VA. Open VLD (61) en SP.A (45) volgen op de 3de en 4de plaats. De andere Vlaamse partijen (Groen!, Vlaams Belang en LDD) komen veel minder aan bod in de Vlaamse kranten. Het is zelf zo dat de Waalse partijen PS (20) en MR (15) nog meer aan bod kwamen in de Vlaamse kranten dan de 3 laatstgenoemde Vlaamse partijen. Dat de overige Waalse partijen minder aan bod komen is ook logisch aangezien het lezerspubliek van De Standaard en Het Laatste Nieuws normaal niet kan stemmen op deze partijen en omdat zij de kleinste van de Waalse partijen zijn, is het logisch dat er minder media-aandacht naartoe gaat. Wanneer we de dominante partij in het artikel uitzetten in de 2 verschillende kranten komen we tot de volgende grafiek.
56
70 60 50
Het Laatste Nieuws
40 30 20 10
De Standaard
0
Hier zien we dat de ene partij al wat meer aan bod komt in de ene krant dan in de andere. Zo zien we bijvoorbeeld dat CD&V meer aan bod komt in Het Laatste Nieuws dan in De Standaard. Op zich is dit vreemd. Want Het Laatste Nieuws heeft toch een meer liberale stempel, terwijl De Standaard, vroeger toch zich als uitgesproken katholiek opstelde. Is dit nu te wijten aan toeval? Of is er ook een significant verschil tussen De Standaard en Het Laatste Nieuws? De analyse wijst uit dat er van een significant verschil geen sprake is (chi²=0.52, p=0.472, df=1, zie bijlage 8). En ook al komt CD&V in dit onderzoek meer aan bod in Het Laatste Nieuws dan in De Standaard, we weten nog steeds niet of ze in goede of slechte zin aan bod komen. Wie weet zijn die extra artikels in Het Laatste Nieuws over CD&V wel allemaal negatief. Dit is ook interessant om te onderzoeken, maar omdat dit niet de focus was van deze masterproef is zo’n variabele niet opgenomen in het onderzoek. We zien ook dat Open VLD als dominante actor meer aan bod komt in Het Laatste Nieuws dan in De Standaard. Dit ligt in de lijn van de verwachtingen omdat Het Laatste Nieuws dus een meer liberale invalshoek heeft. Maar is dit verschil met De Standaard ook een significant verschil? Uit de analyse blijkt dat er ook hier geen sprake is van een significant verschil (chi²=2.62, p=0.106, df=1, zie bijlage 8). Het kon gerust zijn dat een meer liberale krant als Het Laatste Nieuws meer Open VLD zou gebruiken als dominante actor binnen een artikel. Maar dit is dus niet het geval. Op dat vlak behoudt Het Laatste Nieuws zeker en vast zijn neutraliteit. Het laatste iets grotere verschil zien we bij de SP.A als dominante actor binnen een artikel. De Standaard maakt meer gebruik van SP.A als dominante actor dan Het Laatste Nieuws. Uit de analyse blijkt echter opnieuw dat er geen significant verschil is tussen beide kranten voor wat betreft het gebruiken van SP.A als dominante actor binnen een artikel (chi²=2.50, p=0.114, df=1, zie bijlage 8). We kunnen dus concluderen dat zowel Het Laatste Nieuws als De Standaard geen partijen voortrekt in hun berichtgeving van de verkiezingscampagne. Het feit dat sommige partijen meer aandacht krijgen ligt nu eenmaal aan de realiteit van het moment. CD&V en N-VA speelden nu 57
eenmaal een hoofdrol in de verkiezingscampagne van 2010. Beide kranten hebben dus op een correcte manier bericht over de verkiezingscampagne van 2010. Wanneer we dan overgaan naar de politicus of politica die het meest aan bod komt in een artikel zien we de volgende grafiek.
Politcus/politica die het meest dominant aan bod kwam 60 50 40 30 20 10 0
Op deze grafiek zien we duidelijk dat Bart De Wever het meest dominant aan bod kwam (56) tijdens de verkiezingscampagne. Logisch ook, omdat hij samen met zijn partij N-VA de verkiezingscampagne domineerde en ook de verkiezingen later zou winnen. We zien dat er na Bart De Wever nog 3 andere samentroepen. Namelijk Marianne Thyssen (24), Alexander De Croo (24) en Yves Leterme (21). Ook dit is logisch aangezien zij de hoofdrolspelers waren van de verkiezingscampagne. Thyssen was het nieuwe kopstuk van CD&V, tot dan toe de grootste Vlaamse partij. Alexander De Croo had de stekker uit de regering getrokken en ervoor gezorgd dat er verkiezingen kwamen. Het is logisch dat er veel aandacht naar hem uitging. En Yves Leterme was de zittende premier die voor de zoveelste keer zijn ontslag moest aanbieden en daarna niet langer het kopstuk van CD&V zou zijn. Vooral in de eerste weken nadat bekend was dat er verkiezingen zouden komen, komt Leterme aan bod. Wat ook wel opviel tijdens de dataverzameling is dat Alexander De Croo vaak werd aangehaald als dominante actor in Het Laatste Nieuws. In Het Laatste Nieuws werd hij 16 keer als dominante actor gebruikt en in De Standaard slechts 8 keer. We hebben al aangetoond dat Het Laatste Nieuws als liberale krant niet significant meer gebruik maakt van Open VLD als dominante actor dan De Standaard. Maar is dit ook het geval bij hun voorzitter? Uit de analyse blijkt dat er inderdaad een significant verschil is tussen beide kranten als het aankomt op het gebruiken van Alexander De Croo als dominante actor in het artikel (chi²=4.26, p=0.039, df=1, zie bijlage 8). Het Laatste Nieuws 58
gebruikt dus significant meer de liberale voorzitter De Croo als dominante actor in hun berichtgeving dan De Standaard. Dit geeft toch aan dat de meer liberale Het Laatste Nieuws toch iets meer de voorkeur geeft aan een liberale actor in hun krant.
Empirisch luik: kwalitatief gedeelte Nu willen we met enkele voorbeelden aantonen wat we precies bedoelen wanneer we het hebben over een artikel geschreven vanuit het strategic game frame, issue frame of human interest frame. Dit is voorlopig vrij theoretisch geweest en dus lijkt het ons een goede manier om de lezer van deze masterproef te laten zien hoe zo’n artikel eruit ziet, of wat er precies in zo’n artikel staat. Beginnen doen we met enkele voorbeelden van artikels die vanuit het strategic game frame berichten over de verkiezingscampagne.. Het eerste artikel waarin het strategic game frame duidelijk aan bod komt (het krijgt een score van 1.57 op een schaal van 0-2) is een artikel uit De Standaard van het weekend van 15 en 16 mei 2010, met de titel “De socialisten hebben de sleutel”. Het betreft een interview met Jan Callebaut. Een communicatiespecialist die CD&V bij de verkiezingen van 2007 aan de overwinning hielp. In dit interview laat hij zijn licht schijnen op de campagne van 2010. Hij geeft zijn mening over verschillende centrale actoren in de verkiezingscampagne, zoals Leterme, Thyssen, De Croo, Di Rupo en natuurlijk ook Bart De Wever. Hij geeft aan wie er volgens hem het beste voor staat om de verkiezingen te winnen. Maar hij heeft het ook over de strategieën en tactieken die de verschillende partijen hanteren tijdens de campagne. Ook heeft hij veel aandacht voor de rol van de media in de campagne. Het is dus duidelijk dat dit een artikel is waar de aanwezigheid van het strategic game frame goed uit blijkt. Voor wie het artikel eens wil lezen, het is ook terug te vinden op de CD-ROM. Het tweede voorbeeld van het strategic game frame is een artikel uit Het Laatste Nieuws van 7 mei 2010. Het is een artikel dat typisch is voor Het Laatste Nieuws aangezien het een klein artikel (kleiner dan ¼ pagina) betreft. We hebben hiervoor al aangetoond dat Het Laatste Nieuws significant meer bericht in kleine artikels dan De Standaard. De titel van het artikel is “Verhofstadt duwt Mathias De Clercq”. Het gaat er simpelweg over dat Guy Verhofstadt de Oost-Vlaamse kamerlijst van Open VLD zal duwen. Het artikel focust dus op een bepaalde actie die ondernomen wordt in de campagne. Men heeft ook aandacht voor het motief van deze actie. Verhofstadt beschouwt De Clercq namelijk als zijn politieke zoon als we het artikel mogen geloven. Het is een artikel waar het strategic game frame niet in al zijn aspecten duidelijk naar voor komt. Maar omdat er geen enkel aspect van een ander frame in het artikel voorkomt, kunnen we duidelijk stellen dat het strategic game frame het dominante frame is binnen dit artikel. Voor wie het artikel eens wil lezen, verwijzen we graag naar de CD-ROM.
59
Nu kunnen we overgaan tot enkele treffende voorbeelden van het issue frame. Het eerste voorbeeld van een artikel die de nadruk legt op inhoudelijke standpunten is een artikel uit De Standaard van 29 en 30 mei 2010. Het betreft een 2 pagina groot dubbelinterview met Caroline Gennez van SP.A en Didier Reynders van MR. De titel is “De vraag is simpel: willen we nog samenwerken?” Dit is een voorbeeld van een artikel dat typisch is voor De Standaard. Een groot dubbelinterview waar van alles aan bod komt. Zo komen er ook aspecten aan bod die passen binnen het strategy game frame of het human interest frame. Zo haalt men in het interview aan dat N-VA waarschijnlijk de verkiezingen zal winnen. Maar het dominante frame in dit artikel is toch het issue frame. Het gaat voor het overgrote deel over inhoudelijk standpunten. De splitsing van BHV, het beleid op financiën, de besparingen en de toekomst van het land komen allemaal aan bod in het artikel. Ook blijkt er heel duidelijk uit het artikel dat er ideologische en inhoudelijke verschillen zijn tussen de twee gesprekspartners. Nog een kenmerk van het issue frame. Dit artikel krijgt dan ook een score van 1.80 (schaal van 0-2) op de dominante aanwezigheid van het issue frame. Ook dit artikel kan u raadplegen op de CD-ROM. Het tweede voorbeeld van een artikel met het issue frame komt uit Het Laatste Nieuws van verkiezingsweekend 12 en 13 juni 2010. Zoals reeds aangegeven brengt Het Laatste Nieuws significant minder artikels vanuit het issue frame dan De Standaard. Ook zijn de meeste artikels die het issue frame toch bevatten kleine artikels (al kunnen we hier niet spreken van een significant verschil). Het voorbeeld dat we hier willen aanhalen is echter een 2 pagina groot artikel met de titel “Dit staat op het spel”. Het artikel heeft de inhoudelijke standpunten en programmapunten van alle Vlaamse partijen voor 5 grote thema’s op een rij gezet. Zo kan de lezer van Het Laatste Nieuws op de dag voor de verkiezingen nogmaals de standpunten van alle partijen doornemen en een doordachte keuze maken in het stemhokje. In de loop van de campagne kwam er dus significant minder inhoudelijk nieuws aan bod in Het Laatste Nieuws, maar dit maken ze toch voor een groot deel goed met dit artikel de dag voor de verkiezingen. Voor wie dit artikel wil bekijken, verwijzen we opnieuw naar de CD-ROM. Ten slotte een voorbeeld van het human interest frame. Het artikel komt uit Het Laatste Nieuws van 11 mei 2010. De titel zal meteen al duidelijk maken waarom het een goed voorbeeld is van een human interest artikel. De titel is “Rik Torfs draagt das met witte konijnen”. Het is een kort bericht over het feit dat Rik Torfs, die enkele dagen ervoor als wit konijn van CD&V voorgesteld werd, een das met witte konijnen droeg in een debat tijdens De Zevende Dag. Torfs legt ook uit dat het bedoeld was als practical joke om te zien of journalisten oog voor detail hadden. Het artikel focust dus op een banaliteit en wat de betrokken persoon ermee wilde bereiken. Voor wie dit artikel nog eens wil nalezen. Het staat ook op de CD-ROM.
60
Bespreking en discussie Met deze masterproef wilden we onderzoek doen naar de manier waarop 2 Vlaamse kranten gaan berichten over een cruciaal aspect van het publieke leven, de verkiezingen. Verkiezingen bepalen welke koers een land of regio zal varen in toekomst. Ze worden ook echter steeds meer gemediatiseerd. De massamedia gaan uitvoerig over de verkiezingscampagne berichten. Het publiek/electoraat rekent daarom voor informatie over de campagne ook steeds meer en meer op de massamedia. Ook de kandidaten zelf rekenen op de massamedia. Die moeten ervoor zorgen dat ze hun boodschappen overbrengen naar het electoraat. Het is wel duidelijk dat massamedia een cruciale rol spelen bij verkiezingen. Daarom wilden wij weten hoe 2 Vlaamse kranten hier over gaan berichten. We focussen ons vooral op de manier hoe deze kranten (de populaire krant Het Laatste Nieuws en de kwaliteitskrant De Standaard) de verkiezingscampagne gaan framen. Vanuit welk kader/perspectief gaan beide kranten de campagne voorstellen? De literatuur leert ons dat er 2 duale manieren zijn om politieke issues en vooral verkiezingen te gaan framen. Enerzijds heb je episodic framing vs thematic framing (Iyengar, 1991). Waarbij episodic geframed nieuws gaat focussen op 1 enkel evenement en geen bredere context gaat meegeven. Thematic geframed nieuws gaat dan weer wel een verhaal in een bredere context plaatsen. Anderzijds heb je strategic game framing vs issue framing (Jamieson, 1992; Patteron, 1993; Cappella & Jamieson, 1997; Strömbäck & Kaid, 2008; Aalberg et al, 2012). Het is deze laatste manier van framing die we willen onderzoeken in de berichtgeving over de Belgische verkiezingen van 2010. Het strategic game frame stelt de verkiezingen voor als een spel of wedstrijd. Het focust op winnen of verliezen, opiniepeilingen, strategieën en tactieken die kandidaten hanteren en op de stijl van de campagne (Aalberg et al, 2012). Met andere woorden, het strategic game frame stelt de verkiezingen voor als een strijd om de macht. Het issue frame daarentegen focust op de inhoudelijke aspecten van de campagne, op standpunten en beleidsvoorstellen van de kandidaten. Op zaken die dus een echte maatschappelijke relevantie hebben (Aalberg et al, 2012). Het issue frame stelt de verkiezingen dus voor als een keuze tussen ideeën. Wij nemen in ons onderzoek ook nog een derde frame op, omdat verschillende studies (Strömbäck & Van Aelst, 2010; Porto, 2000; Esser & Hemmer, 2008) erop gewezen hebben dat er ook meer menselijke of persoonlijke focus kan in het verkiezingsnieuws kan zitten. Daarom identificeren wij ook het human interest frame. Dit focust meer op de menselijke kant van het verhaal en op kandidaten als individuen met eigen ervaringen, meningen en gevoelens. Wij vroegen ons dan ook af in welke mate de volgende 3 frames naar voor komen in het verkiezingsnieuws uit De Standaard en Het Laatste Nieuws. Uit de literatuur bleek dat het strategic game frame dominant gebruikt wordt door de massamedia om te berichten over de verkiezingen. Onze eerste onderzoekshypothese was dan ook dat het strategic game frame significant meer gebruikt zou worden dan het issue frame. Onze resultaten bevestigen deze hypothese. Het strategic game frame wordt door de 2 Vlaamse kranten die opgenomen zijn in dit 61
onderzoek meer gebruikt om te berichten over de verkiezingen dan het issue frame. De reden hiervoor ligt zowel bij veranderingen in het politieke systeem als bij veranderingen in de media-industrie. De politieke partijen worden steeds professioneler en gaan hun campagnes ook meer en meer strategisch gaan plannen. Het is dan ook logisch dat de media hier meer over bericht. Veranderingen in de mediaindustrie zijn echter ook een groot deel van de verklaring voor de dominantie van het strategic game frame. De media-industrie is veel commerciëler geworden dan vroeger. Elke krant wil een zo groot mogelijk lezerspubliek aantrekken. Nu is het zo dat strategisch geframed nieuws een veel groter publiek aantrekt dan nieuws dat focust op het inhoudelijke aspect. Daarom wordt het strategic game frame meer gebruikt door massamedia dan het issue frame. Deze trend past ook binnen de trend van toenemende tabloidisering. Een andere belangrijke vraag in ons onderzoek was of er verschillen te vinden zijn in de manier van framing van het verkiezingsnieuws tussen verschillende types kranten. In ons onderzoek zijn 2 verschillende types kranten opgenomen. De populaire krant Het Laatste Nieuws en de kwaliteitskrant De Standaard. Op basis van vorig onderzoek (Strömbäck & Van Aelst, 2010; Strömbäck & Dimitrova, 2011) gingen wij er vanuit dat de populaire krant significant meer gebruik zou maken van het strategic game frame dan de kwaliteitskrant. Dit omwille van het karakter van het medium (cfr structural bias). Een populaire krant is meer afhankelijk van de inkomsten van de verkoop dan een populaire krant (Thompson, 1989) en daarom zou zo’n krant meer gebruik moeten maken van strategisch geframed nieuws dat een groter publiek aantrekt. Onze resultaten wezen echter niet in deze richting. De Standaard en Het Laatste Nieuws maken ongeveer evenveel gebruik van het strategic game frame. Dit toont aan dat het voor beide types kranten belangrijk is om een zo groot mogelijk publiek aan te trekken. Dit betekent echter niet dat het type krant geen rol speelt. We konden wel aantonen dat De Standaard significant meer gebruik maakt van het issue frame dan zijn populaire tegenhanger. De Standaard is een kwaliteitskrant en heeft een ander karakter dan Het Laatste Nieuws, daarom vinden we het ook logisch dat een kwaliteitskrant meer artikels publiceert die focussen op het inhoudelijke aspect van de verkiezingen. Het feit dat ze een stabielere lezersbasis hebben kan verklaard worden door het feit dat ze meer focussen op het inhoudelijke. Hun lezers zijn mensen die deze meerwaarde appreciëren en daarom ook sneller een abonnement op de krant zullen nemen. Een derde grote onderzoeksvraag had betrekking op het human interest frame. In welke mate komt dit naar voor in het verkiezingsnieuws? En zijn er verschillen tussen de 2 kranten als het op het gebruik van dit frame aankomt? Vorig onderzoek (Strömbäck & Van Aelst, 2010) stelde dat het human interest frame, net als het strategic game frame, een manier was om een groter publiek aan te trekken. En omwille van het karakter van het medium zal een populaire krant (meer nood aan een groot lezerspubliek) dit frame meer toepassen dan een kwaliteitskrant. Onze resultaten ontkrachten echter deze hypothese. De Standaard en Het Laatste Nieuws gaan ongeveer in gelijke mate gebruik maken van dit human interest frame. De Standaard hecht ook wel belang aan dergelijke verhalen, omdat deze dus ook een groter lezerspubliek aantrekken. Wanneer we dan gaan kijken in welke mate dit human interest frame voorkomt in beide kranten, zien we toch enkele verschillen. De Standaard gaat het meest gebruik 62
maken van het strategic game frame, dan van het issue frame en als derde komt pas het human interest frame. De Standaard hecht belang aan het aantrekken van een zo’n groot mogelijk publiek, maar het blijft ook focussen op het inhoudelijke, datgene waar het voor bekend staat en geapprecieerd wordt. Bij Het Laatste Nieuws zien we een ander verhaal. Het Laatste Nieuws gaat, net als De Standaard, het meeste gebruik maken van het strategic game frame in hun verkiezingsnieuws. Op de tweede plaats komt echter het human interest frame, en als derde pas het issue frame. Een populaire krant zoals Het Laatste Nieuws wordt op een andere manier gekarakteriseerd dan De Standaard, en heeft meer nood aan een groter lezerspubliek. Daarom zullen ze dus het meest gebruik maken van strategisch en persoonlijk nieuws. Inhoudelijk nieuws komt in Het Laatste Nieuws niet zo vaak aan bod. Dit is toch een opmerkelijke conclusie aangezien Het Laatste Nieuws bij monde van hoofdredacteur Margot Moeseke (gastles aan de UGent) beweert het gat met de kwaliteitskranten te hebben dichtgereden. Dit is een uitspraak van december 2012 en dit onderzoek is gevoerd naar kranten uit 2010, maar toch is het een opmerkelijke vaststelling. Gelet op de negatieve effecten die het strategic game frame kan hebben op het lezerspubliek, zou Het Laatste Nieuws bij toekomstige verkiezingen wel wat meer artikels mogen publiceren die focussen op het inhoudelijke aspect van de verkiezingen. Zeker omdat meer en meer burgers rekenen op de massamedia om informatie over de verkiezingen te krijgen. Dit framingsonderzoek heeft een licht geworpen op hoe 2 Vlaamse kranten het nieuws over een cruciaal aspect in de publieke sfeer – verkiezingen – gaan kaderen en in een bepaald perspectief gaan plaatsen. Voor het publiek is het belangrijk om te weten hoe kranten gaan berichten. Op basis van deze kennis kan het publiek een keuze maken tussen een bepaald type krant. Want er zijn toch wel enkele verschillen op te merken. Maar de conclusie dat beide kranten, net als bij de verkiezingen van 2007 (Strömbäck & Van Aelst, 2010), nog steeds het strategic game frame dominant gaan gebruiken in hun berichtgeving is toch wel van enig belang. Het is belangrijk om te beseffen dat het al dan niet gebruiken van frames een effect heeft op het publiek. Zo zijn er verschillende auteurs die wijzen op de negatieve effecten van het strategic game frame. Zo stellen Cappella & Jamieson (1997) en Wolfsfeld (2011) dat mensen die strategisch geframed nieuws consumeren vervallen in een spiral of cynicism, en cynischer staan ten opzichte van de politiek. Valentino & al (2001) wijzen er ook op dat het gebruik van dit strategic game frame kan leiden tot politieke apathie en desinteresse. Dit in het achterhoofd lijkt het ons beter dat het issue frame toch meer aan bod komt in de toekomstige berichtgeving van verkiezingen. Er zijn echter ook auteurs zoals Iyengar et al (2004) die stellen dat het gebruik van dit strategy game frame net een positief effect heeft op het publiek. Dat het door het gebruik van polls en competitietaal net meer geboeid is door verkiezingen. Het is zeker ook niet zo dat elk artikel geschreven vanuit het strategic game frame een slecht artikel is. Het is nu eenmaal belangrijk om mee te geven wie er bijvoorbeeld aan kop ligt in een peiling, of dat die kandidaat de lijst zal duwen in dat kiesdistrict. Daarom lijkt het ons ook nuttig dat er in de toekomst onderzoek gedaan wordt naar het effect van deze manier van framen op het publiek. Wat zijn de positieve en negatieve effecten van elk 63
frame? Het zijn belangrijke vragen. Een antwoord op deze vragen zou de berichtgeving ten goede kunnen beïnvloeden. En dat is toch wat de media nastreeft. Een zo goed mogelijke verslaggeving die een zo groot mogelijk lezerspubliek aantrekt. Tot slot willen we ook nog even ingaan op een ander deel van dit onderzoek. De nadruk lag natuurlijk op framingsonderzoek. Maar we hebben ook enkele analyses uitgevoerd op zaken die aantonen dat er nog steeds een verschil is tussen een kwaliteitskrant als De Standaard en een populaire krant als Het Laatste Nieuws. Zo hebben we bijvoorbeeld kunnen aantonen dat Het Laatste Nieuws meer kleine artikels publiceert dan De Standaard. Dat De Standaard veel meer de volledige naam van de journalist gaat vermelden als auteur van een artikel. Dit terwijl Het Laatste Nieuws meer gebruik maakt van de initialen van de journalist. We konden ook vaststellen dat De Standaard meer achtergrondstukken met duiding publiceert dan Het Laatste Nieuws. Dit ligt in de lijn van wat we mogen verwachten van een kwaliteitskrant. Het Laatste Nieuws gaat dan weer meer nieuwsberichten publiceren dan De Standaard. Hiermee tonen we aan dat er nog steeds een duidelijk onderscheid is tussen deze 2 Vlaamse kranten. Tenslotte komt er ook nog een deeltje over de actoren die aan bod komen in de berichtgeving over de verkiezingen. Dit is vooral interessant om een beeld te schetsen van de verkiezingen zelf. Dit is niet iets wat je kan veralgemenen, omdat elke verkiezing anders is. Dit zijn dus al onze conclusies van dit onderzoek. De titel van dit onderzoek is “Verkiezingen, een strijd om de macht of een keuze tussen ideeën?” Op basis van dit onderzoek kunnen we concluderen dat de verkiezingen in 2 Vlaamse kranten eerder een strijd om de macht zijn dan een keuze tussen ideeën. Of dit de juiste manier is om de verkiezingen te gaan voorstellen, laten we in het midden. Toch willen we erop wijzen dat framing geen vaststaand gegeven is. Het is een veranderend iets. Daarom blijft het belangrijk dat er onderzoek gevoerd wordt naar framing in de media. Ook omdat framing een effect heeft op het publiek. Daarom willen we afsluiten met een oproep naar toekomstig onderzoek. Om zich enerzijds te focussen op framing in de media (zowel printmedia, audiovisuele media en online media) of om zich anderzijds te focussen op het effect dat framing kan hebben op de consumenten van deze media, het publiek.
64
Dankwoord Tot slot moeten er nog een paar mensen bedankt worden. Een eerste dankwoord gaat uit naar mijn promotor, professor dr. Karin Raeymaeckers, voor de goede begeleiding. Zij was al mijn promotor bij de voorbereiding tot masterproef. En doorheen die hele tijd stond ze telkens klaar met goede raad om het onderzoek in de juiste richting te sturen. Zonder deze begeleiding was deze masterproef niet mogelijk geweest. Ten tweede gaat er ook een dankwoord uit naar het personeel van de Gentse boekentoren. Zij zorgden er telkens heel snel voor dat het gevraagde materiaal ter beschikking stond. Het derde dankwoord is er 1 voor een medestudente, Bieke Cornillie, voor het beantwoorden van verschillende kleine vragen. Het laatste dankwoord gaat dan weer uit naar mijn ouders. Zij hebben mij altijd gesteund doorheen de 10 maanden lange periode waarin ik aan deze thesis gewerkt heb.
65
Bibliografie Aalberg, T., Strömbäck, J. & De Vreese, Claes H. (2012). The framing of politics as strategy and game: A review of concepts, operationalizations and key findings. Journalism, 13 (2), 162-178. Binderkrantz, A.S. & Green-Pedersen, C. (2009). Policy or processes in focus? The international journal of Press/politics, 14 (2), 166-185. Blumler, J.G. & Coleman, S. (2010). Political communication in freefall: the British case – and others. The international journal of press/politics, 15 (2), 139-154. Calderon, B.J.G., Rojano, F.J.P & Batlle, P.F. (2013). The Andalusian elections of 2012 in the national press: Analysis of the coverage of Abc, El Mundo and El País. Revista Latina de comunicación social, 68, 261-283. Cappella, J.A. & Jamieson, K.H. (1997). Spiral of cynicism. New York: Oxford university press. D’Angelo, P. (2002). News framing as a multi-paradigmatic research program: A response to Entman, Journal of communication, 52 (4), 870-888. De Bens, E. & Raeymaeckers, K. (2010). De pers in België. Het verhaal van de Belgische dagbladpers gisteren, vandaag en morgen. Tielt: uitgeverij Lanoo. Deprez, A. & Raeymaeckers, K. (2011). Framing van de eerste en tweede Intifada in de Vlaamse en Nederlandse pers. Tijdschrift voor communicatiewetenschap, 39 (1), 21-43. De Vreese, Claes H. (2003). Framing Europe: Television news and European integration. Amsterdam: Aksant. De Vreese, Claes H. (2005). The spiral of cynicism reconsidered. European journal of communication, 20 (3), 283-301. Entman, R.M. (1993). Framing: Towards a public clarification of a fractured paradigm. Journal of communication, 43 (4), 51-58. Esser, F. & Hemmer, K. (2008). Characteristics and dynamics of election news coverage in Germany. In J. Strömbäck & L.L. Kaid (eds.), Handbook of election news coverage around the world (pp.289307). New York: Routledge. Gamson, W.A. & Modigliani, A. (1989). Media discourse and public opinion on nuclear power: a constructionist approach. The American journal of sociology, 95 (1), 1-37.
66
Gitlin, T. (1980). The whole World is watching: Mass media in the making and unmaking of the new left. Berkeley, CA, Los Angeles, CA & Londen, UK: University of California Press. Goffman, E. (1974). Frame analysis. New York: Free Press. Graber, D.A. (2006). Mass media & American politics. Washington DC: CQ press. Gulati, G.J., Just, M.R & Crigler, A.N. (2004). News coverage of political campaigns. In L.L. Kaid (ed.), Handbook of political communication research (pp. 237-256). Mahwah, NJ: Lawrence Erlbaum. Hallin, D.C. & Mancini, P. (2004). Comparing media systems. Three models of media and politics. New York: Camebridge university press. Herscovitz, H.G. (2012). Online coverage of the 2010 Brazilian presidential elections. Estudos em Comunicação, 12, 1-23. Hofstetter, C.R. (1976). Bias in the news. Network television news coverage of the 1972 election campaign. Columbus: Ohio state university press. Hollander, R. (2006). Elections, Policy and the Media: Tasmania's Forests and the 2004 Federal Election. Australian Journal of Political Science, 41 (4), 569-584. Iyengar, S. (1991). Is anyone responsible? How television frames political issues. Chicago: University of Chicago press. Iyengar, S., Norpoth, H. & Hahn, K.S. (2004). Consumer demand for election news: the horserace sells. Journal of politics, 66 (1), 157-175. Jamieson, K.H. (1992). Dirty politics. New York: Oxford university press. Mickelson, S. (1972). The electric mirror: politics in an age of television. New York: Dodd and Mead. Neuman, W.R., Just, M.R. & Crigler, A.N. (1992). Common knowledge. Chicago: University of Chicago Press. Niven, D. (2002). Tilt? The search for media bias. Westport: Praeger. Patterson, T.E. (1993). Out of order. New York: Vintage. Patterson, T.E. (2000). The United States: news in a free-market society. In R. Gunther & A. Mughan (eds.), Democracy and the media: a comparative perspective (pp. 241-265). New York: Cambridge university press.
67
Porto, M.P. (2001). Framing the 2000 US presidential election: the coverage by the Brazilian media. Paper prepared for the 51st Annual Conference of the International Communication Association (ICA). Washington D.C. United States, may 24-28, 2001. Reese, S.D. (2001). Prologue – Framing public life: a bridging model for media research. In S.D. Reese, O. Gandy & A. Grant (eds.), Framing public life (pp. 7-31). London: Lawrence Erlbaum Associations, Publishers. Semetko, H.A. & Valkenburg, P.M. (2000). Framing European politics: a content analysis of press and television news. Journal of communication, 50 (2), 93-109. Sheafer, T., Weimann, G. & Tsfati, Y. (2008). Campaigns in the holy land: the content and effects of elections news coverage in Israel. In J. Strömbäck & L.L. Kaid (eds.), Handbook of election news coverage around the world (pp.209-225). New York: Routledge. Strömbäck, J. & Aalberg, T. (2008). Election news coverage in democratic corporatist countries: a comparative study of Sweden and Norway. Scandinavian political studies, 31 (1), 91-106. Strömback, J. & Dimitrova, D.V. (2011). Mediatization and media interventionism. A comparative analysis of Sweden and the United States. The international journal of press/politics, 16 (1), 30-49. Strömbäck, J. & Kaid, L.L. (eds). (2008). Handbook of election news coverage around the world. New York: Routledge. Strömbäck, J. & Luengo, O.G. (2008). Polarized pluralist and democratic corporatist models: a comparison of election news coverage in Spain and Sweden. The international communication gazette, 70 (6), 547-562. Strömback, J. & Shehata, A. (2007). Structural biases in British and Swedish election news coverage. Journalism studies, 8 (5), 798-812. Strömbäck, J. & Van Aelst, P. (2010). Exploring some antecedents of the media’s framing of election news: A comparison of Swedish and Belgian election news. International journal of press/politics, 15 (1), 41-59. Tankard, J., Hendrickson, L., Silberman, J. & Ghanem, S. (1991). Media frames: Approaches to conceptualization and measurement. Paper presented to the AEJMC, Boston. Thompson, R.S. (1989). Circulation versus advertiser appeal in the newspaper industry: An empirical investigation. Journal of industrial economics, 37 (3), 259-271.
68
Trimble, L. & Sampert, S. (2004). Who’s in the fame? The framing of the Canadian election 2000 by The Globe and Mail and The National Post. Canadian journal of political science, 37 (1). 51-71. Valentino, N.A., Buhr, T.A. & Beckman, M.N. (2001). When the frame is the game: revisiting the impact of strategic campaign coverage on citizens’ information retention. Journalism and mass communication quarterly, 78 (1), 93-112. Van Gorp, B. (2009). Van Frankenstein tot de goede moeder: de inzet van frames in de strategische communicatie over duurzaamheid. Tijdschrift voor communicatiewetenschap, 37 (4), 303-316. Wolfsfeld, G. (2011). Making sense of media & politics. New York: Routledge. Woo, J. (1996). Television news discourse in political transition: framing the 1987 and 1992 Korean presidential elections. Political communication, 13 (1), 63-80. www.cim.be
69
Bijlages Bijlage 1 Chronbach’s Alfa van het strategic game frame Reliability Statistics Cronbach's Alpha
N of Items ,851
7
Item-Total Statistics Corrected Item-
Cronbach's
Scale Mean if
Scale Variance
Total
Alpha if Item
Item Deleted
if Item Deleted
Correlation
Deleted
SGFwinnaar
3,1441
10,202
,797
,800
SGFuitslag
3,4153
12,264
,501
,845
SGFtaal
3,3915
11,831
,594
,833
SGFstrategie
2,9695
10,142
,721
,813
SGFbeeld
3,1373
10,492
,716
,814
SGFmotief
3,3407
11,953
,544
,840
SGFmedia
3,5237
13,068
,400
,856
Chronbach’s Alfa van het issue frame Reliability Statistics Cronbach's Alpha
N of Items ,833
5
Item-Total Statistics Corrected Item-
Cronbach's
Scale Mean if
Scale Variance
Total
Alpha if Item
Item Deleted
if Item Deleted
Correlation
Deleted
IFinhoud
1,3034
3,981
,759
,761
IFvorige
1,6847
6,009
,412
,852
IFtoekomst
1,4729
4,226
,791
,751
IFrelevant
1,4559
4,361
,712
,776
IFideologie
1,4390
4,967
,522
,830
70
Chronbach’s Alfa van het human interest frame Reliability Statistics Cronbach's Alpha
N of Items ,825
4
Item-Total Statistics Corrected Item-
Cronbach's
Scale Mean if
Scale Variance
Total
Alpha if Item
Item Deleted
if Item Deleted
Correlation
Deleted
HIFindividu
,9153
2,519
,743
,734
HIFmens
,8186
2,325
,818
,692
HIFprivé
1,0661
3,403
,637
,797
HIFbanaal
1,0339
3,374
,464
,856
Chi²-aanpassingstoests Krant waarin het artikel verschenen is Observed N
Expected N
Residual
Het Laatste Nieuws
272
295,0
-23,0
De Standaard
318
295,0
23,0
Total
590
Test Statistics Krant waarin het artikel verschenen is Chi-Square
3,586
df Asymp. Sig.
a
1 ,058
a. 0 cells (,0%) have expected frequencies less than 5. The minimum expected cell frequency is 295,0.
Kappa-waarde voor variabele krant
71
Krant * KrantTest Crosstabulation KrantTest Het Laatste Nieuws Krant
Het Laatste Nieuws
Count Expected Count
De Standaard
Count Expected Count
Total
38
0
38
16,6
21,4
38,0
0
49
49
21,4
27,6
49,0
38
49
87
38,0
49,0
87,0
Count Expected Count
Total
De Standaard
Symmetric Measures Asymp. Std. Value Measure of Agreement
Kappa
Error
a
1,000
N of Valid Cases
b
Approx. T ,000
Approx. Sig.
9,327
,000
87
a. Not assuming the null hypothesis. b. Using the asymptotic standard error assuming the null hypothesis.
Kappa-waarde voor variabele omvang Omvang * OmvangTest Crosstabulation OmvangTest >1 pagina Omvang
>1 pagina
1/2-1 pagina
0
0
7
Expected Count
,6
2,8
1,6
2,0
7,0
Count
0
35
4
0
39
3,1
15,7
9,0
11,2
39,0
0
0
15
1
16
1,3
6,4
3,7
4,6
16,0
0
0
1
24
25
2,0
10,1
5,7
7,2
25,0
7
35
20
25
87
7,0
35,0
20,0
25,0
87,0
Count
Count
Count Expected Count
Symmetric Measures Asymp. Std. Value Measure of Agreement N of Valid Cases
Total
0
Expected Count Total
<1/4 pagina
7
Expected Count <1/4 pagina
1/4-1/2 pagina
Count
Expected Count 1/4-1/2 pagina
1/2-1 pagina
Kappa
,900
Error
a
b
Approx. T ,039
13,274
Approx. Sig. ,000
87
72
a. Not assuming the null hypothesis. b. Using the asymptotic standard error assuming the null hypothesis.
Kappa-waarde voor variabele format Format * FormatTest Crosstabulation FormatTest Nieuwsbericht Format
Nieuwsbericht
Count
Total
Total
5
0
42
17,9
16,9
7,2
42,0
0
30
0
30
12,8
12,1
5,2
30,0
0
0
15
15
Expected Count
6,4
6,0
2,6
15,0
Count
37
35
15
87
37,0
35,0
15,0
87,0
Count Expected Count
Commentaar
Commentaar
37
Expected Count Duiding
Duiding
Count
Expected Count
Symmetric Measures Asymp. Std. Value Measure of Agreement
Kappa
Error
a
,908
N of Valid Cases
b
Approx. T ,040
11,491
Approx. Sig. ,000
87
a. Not assuming the null hypothesis. b. Using the asymptotic standard error assuming the null hypothesis.
Kappa-waarde voor variabele auteur Symmetric Measures Asymp. Std. Value Measure of Agreement
Kappa
Error
1,000
N of Valid Cases
a
b
Approx. T ,000
11,996
Approx. Sig. ,000
87
a. Not assuming the null hypothesis. b. Using the asymptotic standard error assuming the null hypothesis.
Kappa-waarde voor variabele dominante actor
Symmetric Measures Value
Asymp. Std.
b
Approx. T
Approx. Sig.
73
Error Measure of Agreement
Kappa
a
,973
N of Valid Cases
,027
14,131
,000
46
a. Not assuming the null hypothesis. b. Using the asymptotic standard error assuming the null hypothesis.
Kappa-waarde voor variabele dominant frame Symmetric Measures Asymp. Std. Value Measure of Agreement
Kappa
Error
a
b
Approx. T
,762
N of Valid Cases
,057
Approx. Sig.
11,920
,000
87
a. Not assuming the null hypothesis. b. Using the asymptotic standard error assuming the null hypothesis.
Bijlage 2 Bijlage bij onderzoeksvraag 1 Is het strategic game frame dominant in het artikel? * Is het issue frame dominant in het artikel? Crosstabulation Is het issue frame dominant in het artikel? Nee Is het strategic game frame
Nee
dominant in het artikel?
Count Expected Count
Ja
Count Expected Count
Total
Count Expected Count
Ja
Total
212
136
348
267,8
80,2
348,0
242
0
242
186,2
55,8
242,0
454
136
590
454,0
136,0
590,0
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio Fisher's Exact Test
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,000
120,712
1
,000
171,372
1
,000
122,905 b
df
Asymp. Sig. (2-
,000
,000
74
Linear-by-Linear
122,697
1
,000
Association N of Valid Cases
590
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 55,78. b. Computed only for a 2x2 table
Bijlage 3 Bijlages bij onderzoeksvraag 2 Komt het strategic game frame significant meer voor dan het issue frame (enkel HLN)? Is het strategic game frame dominant in het artikel? * Is het issue frame dominant in het artikel? Crosstabulation Is het issue frame dominant in het artikel? Nee Is het strategic game frame
Nee
Ja
Count
dominant in het artikel?
109
45
154
128,5
25,5
154,0
Count
118
0
118
Expected Count
98,5
19,5
118,0
Count
227
45
272
227,0
45,0
272,0
Expected Count Ja
Total
Total
Expected Count
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,000
39,227
1
,000
57,961
1
,000
41,316 b
df
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test Linear-by-Linear
,000 41,164
1
,000
,000
Association N of Valid Cases
272
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 19,52. b. Computed only for a 2x2 table
Komt het strategic game frame significant meer voor dan het human interest frame (enkel HLN)?
75
Is het strategic game frame dominant in het artikel? * Is het human interst frame dominant in het artikel? Crosstabulation Is het human interst frame dominant in het artikel? Nee Is het strategic game frame
Nee
Ja
Count
dominant in het artikel?
93
61
154
119,5
34,5
154,0
Count
118
0
118
Expected Count
91,5
26,5
118,0
Count
211
61
272
211,0
61,0
272,0
Expected Count Ja
Total
Total
Expected Count
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction
df
Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,000
57,998
1
,000
82,754
1
,000
60,253 b
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test
,000
Linear-by-Linear
60,031
1
,000
,000
Association N of Valid Cases
272
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 26,46. b. Computed only for a 2x2 table
Komt het strategic game frame significant meer voor dan het issue frame (enkel DS)? Is het strategic game frame dominant in het artikel? * Is het issue frame dominant in het artikel? Crosstabulation Is het issue frame dominant in het artikel? Nee Is het strategic game frame
Nee
dominant in het artikel?
Total
103
91
194
138,5
55,5
194,0
Count
124
0
124
Expected Count
88,5
35,5
124,0
Count
227
91
318
227,0
91,0
318,0
Expected Count Ja
Total
Count
Ja
Expected Count
76
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,000
79,202
1
,000
112,563
1
,000
81,482 b
df
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test
,000
Linear-by-Linear
81,226
1
,000
,000
Association N of Valid Cases
318
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 35,48. b. Computed only for a 2x2 table
Is er een significant verschil tussen HLN en DS wat het gebruik van het strategic game frame betreft? Krant * Is het strategic game frame dominant in het artikel? Crosstabulation Is het strategic game frame dominant in het artikel? Nee Krant
Het Laatste Nieuws
Count Expected Count
De Standaard
Count Expected Count
Total
Count Expected Count
Ja
Total
154
118
272
160,4
111,6
272,0
194
124
318
187,6
130,4
318,0
348
242
590
348,0
242,0
590,0
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,280
,993
1
,319
1,167
1
,280
1,167 b
df
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test Linear-by-Linear
,314 1,165
1
,160
,280
Association N of Valid Cases
590
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 111,57. b. Computed only for a 2x2 table
77
Is er een significant verschil tussen HLN en DS voor wat het gebruik van het issue frame betreft? Krant * Is het issue frame dominant in het artikel? Crosstabulation Is het issue frame dominant in het artikel? Nee Krant
Het Laatste Nieuws
Count Expected Count
De Standaard
Count Expected Count
Total
Count Expected Count
Ja
Total
227
45
272
209,3
62,7
272,0
227
91
318
244,7
73,3
318,0
454
136
590
454,0
136,0
590,0
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,001
11,375
1
,001
12,280
1
,000
12,046 b
df
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test
,001
Linear-by-Linear
12,025
1
,000
,001
Association N of Valid Cases
590
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 62,70. b. Computed only for a 2x2 table
Bijlage 4 Bijlages bij onderzoeksvraag 3 Is er een significant verschil tussen HLN en DS voor wat het human interest frame betreft? Krant * Is het human interest frame dominant in het artikel? Crosstabulation Is het human interest frame dominant in het artikel? Nee Krant
Het Laatste Nieuws
Count Expected Count
De Standaard
Count Expected Count
Ja
Total
211
61
272
214,8
57,2
272,0
255
63
318
251,2
66,8
318,0
78
Total
Count Expected Count
466
124
590
466,0
124,0
590,0
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction
df
Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,437
,457
1
,499
,603
1
,437
,604 b
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test
,478
Linear-by-Linear
,603
1
,249
,437
Association N of Valid Cases
590
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 57,17. b. Computed only for a 2x2 table
Wordt het strategic game frame significant meer gebruikt dan het human interest frame in DS? Is het strategic game frame dominant in het artikel? * Is het human interest frame dominant in het artikel? Crosstabulation Is het human interest frame dominant in het artikel? Nee Is het strategic game frame
Nee
Ja
Count
dominant in het artikel?
131
63
194
155,6
38,4
194,0
Count
124
0
124
Expected Count
99,4
24,6
124,0
Count
255
63
318
255,0
63,0
318,0
Expected Count Ja
Total
Total
Expected Count
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,000
48,193
1
,000
71,993
1
,000
50,217 b
df
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test Linear-by-Linear
,000 50,059
1
,000
,000
Association N of Valid Cases
318
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 24,57.
79
b. Computed only for a 2x2 table.
Wordt het issue frame significant meer gebruikt dan het human interest frame in DS? Is het issue frame dominant in het artikel? * Is het human interest frame dominant in het artikel? Crosstabulation Is het human interest frame dominant in het artikel? Nee Is het issue frame dominant
Nee
Ja
Count
in het artikel?
164
63
227
182,0
45,0
227,0
91
0
91
Expected Count
73,0
18,0
91,0
Count
255
63
318
255,0
63,0
318,0
Expected Count Ja
Count
Total
Total
Expected Count
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction
df
Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,000
29,772
1
,000
48,449
1
,000
31,495 b
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test
,000
Linear-by-Linear
31,396
1
,000
,000
Association N of Valid Cases
318
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 18,03. b. Computed only for a 2x2 table
Wordt het strategic game frame significant meer gebruikt dan het human interest frame in HLN? Is het strategic game frame dominant in het artikel? * Is het human interest frame dominant in het artikel? Crosstabulation Is het human interest frame dominant in het artikel? Nee Is het strategic game frame
Nee
dominant in het artikel?
Total
93
61
154
119,5
34,5
154,0
Count
118
0
118
Expected Count
91,5
26,5
118,0
Count
211
61
272
Expected Count Ja
Total
Count
Ja
80
Expected Count
211,0
61,0
272,0
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction
df
Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,000
57,998
1
,000
82,754
1
,000
60,253 b
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test
,000
Linear-by-Linear
60,031
1
,000
,000
Association N of Valid Cases
272
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 26,46. b. Computed only for a 2x2 table
Wordt het human interest frame significant meer gebruikt dan het human interest frame in HLN? Is het issue frame dominant in het artikel? * Is het human interest frame dominant in het artikel? Crosstabulation Is het human interest frame dominant in het artikel? Nee Is het issue frame dominant
Nee
Ja
Count
in het artikel?
166
61
227
176,1
50,9
227,0
45
0
45
Expected Count
34,9
10,1
45,0
Count
211
61
272
211,0
61,0
272,0
Expected Count Ja
Count
Total
Total
Expected Count
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,000
14,082
1
,000
25,325
1
,000
15,588 b
df
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test Linear-by-Linear
,000 15,531
1
,000
,000
Association N of Valid Cases
272
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 10,09. b. Computed only for a 2x2 table
81
Bijlage 5 Bijlages bij onderzoeksvraag 4 Is er een significant verschil qua omvang tussen de artikels in HLN en DS? Ranks Krant Omvang
N
Mean Rank
Sum of Ranks
Het Laatste Nieuws
272
371,84
101139,50
De Standaard
318
230,21
73205,50
Total
590
Test Statistics
a
Omvang Mann-Whitney U
22484,500
Wilcoxon W
73205,500
Z
-10,597
Asymp. Sig. (2-tailed)
,000
a. Grouping Variable: Krant
Publiceert DS meer heel grote artikels dan HLN? Grot1pag * Krant Crosstabulation Krant Het Laatste Nieuws Grot1pag
,00
Count
287
546
251,7
294,3
546,0
13
31
44
Expected Count
20,3
23,7
44,0
Count
272
318
590
272,0
318,0
590,0
Count
Total
Total
259
Expected Count 1,00
De Standaard
Expected Count
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,022
4,550
1
,033
5,245 b
df
Asymp. Sig. (2-
82
Likelihood Ratio
5,431
1
,020
Fisher's Exact Test
,027
Linear-by-Linear
5,236
1
,015
,022
Association N of Valid Cases
590
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 20,28. b. Computed only for a 2x2 table
Publiceert DS meer artikels tussen ½-1 pagina groot dan HLN? GrootArt * Krant Crosstabulation Krant Het Laatste Nieuws GrootArt
,00
Count
Total
Total
213
170
383
176,6
206,4
383,0
59
148
207
Expected Count
95,4
111,6
207,0
Count
272
318
590
272,0
318,0
590,0
Expected Count 1,00
De Standaard
Count
Expected Count
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,000
38,665
1
,000
40,789
1
,000
39,749 b
df
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test
,000
Linear-by-Linear
39,681
1
,000
,000
Association N of Valid Cases
590
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 95,43. b. Computed only for a 2x2 table
Publiceert DS meer artikels tussen ¼-½ pagina groot dan HLN? MiddelArt * Krant Crosstabulation Krant Het Laatste Nieuws
De Standaard
Total
83
MiddelArt
,00
Count
242
218
460
212,1
247,9
460,0
30
100
130
Expected Count
59,9
70,1
130,0
Count
272
318
590
272,0
318,0
590,0
Expected Count 1,00
Count
Total
Expected Count
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
df a
1
,000
34,396
1
,000
37,428
1
,000
35,574 b
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test
,000
Linear-by-Linear
35,514
1
,000
,000
Association N of Valid Cases
590
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 59,93. b. Computed only for a 2x2 table
Publiceert HLN meer kleine artikels (kleiner dan ¼ pagina) dan DS? KleinArt * Krant Crosstabulation Krant Het Laatste Nieuws KleinArt
,00
Count
Total
Total
102
279
381
175,6
205,4
381,0
Count
170
39
209
Expected Count
96,4
112,6
209,0
Count
272
318
590
272,0
318,0
590,0
Expected Count 1,00
De Standaard
Expected Count
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio Fisher's Exact Test
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,000
159,546
1
,000
170,455
1
,000
161,735 b
df
Asymp. Sig. (2-
,000
,000
84
Linear-by-Linear
161,461
1
,000
Association N of Valid Cases
590
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 96,35. b. Computed only for a 2x2 table
Bijlage 6 Bijlages bij onderzoeksvraag 5 Is er een significant verschil tussen DS en HLN wat betreft het aangeven van de auteur? Auteur * Krant Crosstabulation Krant Het Laatste Nieuws Auteur
Naam journalist aanwezig
Count
De Standaard
Total
109
183
292
134,6
157,4
292,0
Count
133
77
210
Expected Count
96,8
113,2
210,0
18
5
23
10,6
12,4
23,0
0
5
5
Expected Count
2,3
2,7
5,0
User Generated Content
Count
12
48
60
(UGC)
Expected Count
27,7
32,3
60,0
Count
272
318
590
272,0
318,0
590,0
Expected Count Initialen journalist aanwezig
Naam journalist niet
Count
aanwezig
Expected Count
Nieuwsagentschap
Count
Total
Expected Count
Chi-Square Tests Asymp. Sig. (2Value
df
sided)
a
4
,000
Likelihood Ratio
68,346
4
,000
Linear-by-Linear
1,604
1
,205
Pearson Chi-Square
64,440
Association N of Valid Cases
590
a. 2 cells (20,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 2,31.
85
Gaat DS significant meer de volledige naam van de journalist meegeven dan HLN? JourAan * Krant Crosstabulation Krant Het Laatste Nieuws JourAan
,00
Count Expected Count
1,00
Total
135
298
137,4
160,6
298,0
109
183
292
134,6
157,4
292,0
272
318
590
272,0
318,0
590,0
Count Expected Count
Total
163
Count Expected Count
De Standaard
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
df a
1
,000
17,215
1
,000
18,004
1
,000
17,907 b
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test
,000
Linear-by-Linear
17,876
1
,000
,000
Association N of Valid Cases
590
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 134,62. b. Computed only for a 2x2 table
Gaat DS significant meer gebruik maken van niet-journalisten dan HLN? UGC * Krant Crosstabulation Krant Het Laatste Nieuws UGC
,00
Count
Total
Total
260
270
530
244,3
285,7
530,0
12
48
60
Expected Count
27,7
32,3
60,0
Count
272
318
590
272,0
318,0
590,0
Expected Count 1,00
De Standaard
Count
Expected Count
86
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
df a
1
,000
17,163
1
,000
19,728
1
,000
18,314 b
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test
,000
Linear-by-Linear
18,283
1
,000
,000
Association N of Valid Cases
590
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 27,66. b. Computed only for a 2x2 table
Gaat HLN significant meer dan DS enkel de initialen van de journalist vermelden? InitialJour * Krant Crosstabulation Krant Het Laatste Nieuws InitialJour
,00
Count
Total
Total
139
241
380
175,2
204,8
380,0
Count
133
77
210
Expected Count
96,8
113,2
210,0
Count
272
318
590
272,0
318,0
590,0
Expected Count 1,00
De Standaard
Expected Count
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,000
37,893
1
,000
39,243
1
,000
38,963 b
df
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test Linear-by-Linear
,000 38,897
1
,000
,000
Association N of Valid Cases
590
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 96,81. b. Computed only for a 2x2 table
87
Bijlage 7 Bijlages van onderzoeksvraag 6 Is er een significant verschil tussen DS en HLN voor wat betreft het soort artikels die ze publiceren? NieuwFormat * Krant Crosstabulation Krant Het Laatste Nieuws NieuwFormat
1,00
Count
147
318
159,0
159,0
318,0
72
112
184
92,0
92,0
184,0
57
41
98
Expected Count
49,0
49,0
98,0
Count
300
300
600
300,0
300,0
600,0
Count Expected Count
3,00
Total
Total
171
Expected Count 2,00
De Standaard
Count
Expected Count
(1=Nieuwsartikels; 2=achtergrondstukken met duiding; 3=commentaarstukken+fotoartikels) Chi-Square Tests Asymp. Sig. (2Value
df
sided)
a
2
,001
Likelihood Ratio
13,202
2
,001
Linear-by-Linear
,191
1
,662
Pearson Chi-Square
13,119
Association N of Valid Cases
600
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 49,00.
Gaat HLN significant meer gewone nieuwsberichten publiceren dan DS? Nieuwsbericht * Krant Crosstabulation Krant Het Laatste Nieuws Nieuwsbericht
,00
Count Expected Count
1,00
Count
De Standaard
Total
129
153
282
141,0
141,0
282,0
171
147
318
88
Expected Count Total
Count Expected Count
159,0
159,0
318,0
300
300
600
300,0
300,0
600,0
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
df a
1
,050
3,539
1
,060
3,858
1
,050
3,854 b
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test
,060
Linear-by-Linear
3,847
1
,030
,050
Association N of Valid Cases
600
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 141,00. b. Computed only for a 2x2 table
Gaat DS significant meer achtergrondstukken met duiding en analyse publiceren dan HLN? Duiding * Krant Crosstabulation Krant Het Laatste Nieuws Duiding
,00
Count
Total
Total
228
188
416
208,0
208,0
416,0
72
112
184
Expected Count
92,0
92,0
184,0
Count
300
300
600
300,0
300,0
600,0
Expected Count 1,00
De Standaard
Count
Expected Count
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,000
11,923
1
,001
12,618
1
,000
12,542 b
df
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test Linear-by-Linear
,001 12,521
1
,000
,000
Association N of Valid Cases
600
89
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 92,00. b. Computed only for a 2x2 table
Bijlage 8 Bijlages bij onderzoeksvraag 7 Komt CD&V significant meer aan bod in HLN dan in DS? DomCDV * Krant Crosstabulation Krant Het Laatste Nieuws DomCDV
,00
Count
146
292
149,2
142,8
292,0
61
52
113
Expected Count
57,8
55,2
113,0
Count
207
198
405
207,0
198,0
405,0
Count
Total
Total
146
Expected Count 1,00
De Standaard
Expected Count
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
df a
1
,472
,370
1
,543
,518
1
,472
,517 b
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test
,507
Linear-by-Linear
,516
1
,272
,473
Association N of Valid Cases
405
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 55,24. b. Computed only for a 2x2 table
Komt Open VLD significant meer aan bod in HLN dan in DS? DomOpenVLD * Krant Crosstabulation Krant Het Laatste Nieuws DomOpenVLD
,00
Count
De Standaard 170
174
Total 344
90
Expected Count 1,00
Total
175,8
168,2
344,0
37
24
61
Expected Count
31,2
29,8
61,0
Count
207
198
405
207,0
198,0
405,0
Count
Expected Count
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
df a
1
,106
2,188
1
,139
2,638
1
,104
2,618 b
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test
,126
Linear-by-Linear
2,612
1
,069
,106
Association N of Valid Cases
405
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 29,82. b. Computed only for a 2x2 table
Komt SP.A significant meer aan bod in DS dan in HLN? DomSPA * Krant Crosstabulation Krant Het Laatste Nieuws DomSPA
,00
Count
171
360
184,0
176,0
360,0
18
27
45
Expected Count
23,0
22,0
45,0
Count
207
198
405
207,0
198,0
405,0
Count
Total
Total
189
Expected Count 1,00
De Standaard
Expected Count
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,114
2,026
1
,155
2,513
1
,113
2,501 b
df
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test Linear-by-Linear
,117 2,495
1
,077
,114
Association
91
N of Valid Cases
405
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 22,00.
Gaat HLN significant meer Alexander De Croo als dominante actor gebruiken dan DS? DeCrooDomActor * Krant waarin het artikel verschenen is Crosstabulation Krant waarin het artikel verschenen is Het Laatste Nieuws DeCrooDomActor
,00
Count
Total
Total
256
310
566
260,9
305,1
566,0
16
8
24
Expected Count
11,1
12,9
24,0
Count
272
318
590
272,0
318,0
590,0
Expected Count 1,00
De Standaard
Count
Expected Count
Chi-Square Tests
Value Pearson Chi-Square Continuity Correction Likelihood Ratio
Exact Sig. (2-
Exact Sig. (1-
sided)
sided)
sided)
a
1
,039
3,439
1
,064
4,288
1
,038
4,258 b
df
Asymp. Sig. (2-
Fisher's Exact Test Linear-by-Linear
,058 4,251
1
,032
,039
Association N of Valid Cases
590
a. 0 cells (,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 11,06. b. Computed only for a 2x2 table
92