UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
‘Ebola als epidemie: de uitdagingen en lessen voor goede overheidscommunicatie’ Een mixed-method studie bij jongeren van het communicatiebeleid van de Belgische overheid en de ECDC bij epidemieën met een case studie van Ebola.
wetenschappelijke verhandeling
Aantal woorden: 26 707
DE MEYER LAURA MARIA
MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting COMMUNICATIEMANAGEMENT PROMOTOR: (PROF.) DR. Gino Verleye COMMISSARIS: Hannelore Crijns
ACADEMIEJAAR 2014‐2015
2
3
Abstract We leven in een risicovolle maatschappij, met allerlei dreigingen uit verschillende hoeken van de wereld. Een van deze gevaren is het uitbreken van een epidemie, in dit geval Ebola. We moeten deze epidemie onder controle brengen en uit vorige epidemieën (SARS, varkensgriep, vogelgriep…) is gebleken dat communicatie hierbij een zeer belangrijke rol speelt. Als de overheid geen paniek wil zaaien en alles onder controle wil krijgen, heeft deze dus nood aan een goed communicatiebeleid. Dit communicatiebeleid heeft betrekking tot de relatie met de media en de bevolking. In deze paper zullen we belangrijke concepten (zoals vertrouwen, risicoperceptie etc..) die ons aangereikt worden door de crisis‐ en risicocommunicatie gebruiken om te bekijken waaruit een doeltreffend communicatiebeleid moet bestaan. De theoretische inzichten zullen we dan testen in de praktijk in een exploratieve, mixed‐method studie bij jongeren. Aan de hand van diepte interviews en online surveys proberen we een antwoord te vinden op onze centrale vraagstelling, nl. hoe ervaren en evalueren jongeren het communicatiebeleid van de Belgische overheid en de ECDC bij Ebola. Uit onze resultaten blijkt dat er nog ruimte is voor verbetering. We kunnen ook lessen trekken uit de evaluatie van het huidige communicatiebeleid bij Ebola voor de toekomst en de belangrijkste uitdagingen identificeren voor de overheid.
Voorwoord Van kinds af aan heb ik altijd al een fascinatie gehad voor ‘rampen’. Hoe meer de mensheid zijn ‘menselijkheid’ wordt uitgedaagd, hoe interessanter. Mensen tonen vaak pas hun echte zelf tijdens een ramp en dat is juist hetgene wat mij interesseert, de eerlijkheid ervan. Als er een ziekte uitbreekt of er is een bom ontploft in een land, zal het niemand nog boeien of het de ‘rechtsen’ of de ‘linksen’ zijn die het oplossen, zolang het maar gebeurt. Men valt terug op meer instinctieve reacties, die vaak toch ook door complexe processen worden geregeld. In situaties van nood en leed doet het rationele er ook vaak minder toe, het zijn de emoties die overheersen. Maar hoe gaat men daar mee om als instelling? Hoe baant men zich een weg in deze storm van emoties als overheid? Belangrijker nog hoe kan je als overheid toch op een rationele manier emotionele mensen aanspreken om hen te overtuigen van bepaalde gedragingen? Het woord rampen dekt natuurlijk vele ladingen, van persoonlijk naar technisch, van natuurrampen naar terrorisme etc, etc. Persoonlijk heb ik altijd een ‘voorkeur’, hoewel dit raar klinkt, gehad voor epidemieën. Daarom heb ik ook wetenschappen gestudeerd om zo het virologische beter te begrijpen, maar hoe meer ik van de cel leerde, hoe minder het me interesseerde. Het is immers niet de fysiologie van een ziekte die volledige maatschappijen plat legt, los of er nu een uitbraak van een ziekte is of niet, maar de menselijke reacties. Ik vind het ongelofelijk fascinerend hoe zoiets klein, minuscuul, onzichtbaar partikeltje zo een grote impact kan hebben op een maatschappij. Als een bom valt, dat zie je, dat heeft effect, maar een virus is zo klein dat je het vaak pas merkt als het al te laat is. Het is dit enorme verhoudingsverschil dat ik moeilijk kan vatten en juist daarom interessant vind. Een epidemie houdt dus een virologische uitdaging in, maar nog meer een menselijke uitdaging. Hoe ga je communiceren naar mensen die angst hebben, mensen die sterven of die hun familie hebben zien sterven? Hoe gaat een overheid, die tenslotte verantwoordelijk is voor zijn burgers, hiermee om? Wat doet het met mensen als ze andere mensen, al is het maar via TV, zien sterven in de straat? Het onderwerp over crisis‐en risicocommunicatie bij epidemieën specifiek, maar ook algemeen, is zo boeiend en uitgebreid. Elk studiegebied kan diverse inzichten bieden aan risico‐en crisiscommunicatie omdat het juist invloed heeft op elk deel van de maatschappij. Het is geen geïsoleerde wetenschap maar een geïntegreerd veld. In deze masterproef bekijken we slechts een klein deeltje van dit enorme veld, juist omdat we beperkt zijn, kunnen we (helaas) niet alles bespreken. Ten slotte wil ik mijn promotor professor Gino Verleye bedanken om mij al gedurende twee jaar bij te staan in deze enorme uitdaging, mij altijd aan te moedigen en te helpen waar nodig. Ook wil ik Isabelle Stevens bedanken die mij in mijn 2e bachelor met dit fascinerende onderwerp liet kennis maken. Ik wil ook mijn mama bedanken die mij heeft bijgestaan en gesteund tijdens deze soms moeilijke tijden, die met veel 1
enthousiasme nieuwe stukken wou nalezen en altijd mijn grootste supporter is gebleven. Ook Jan Frederik Mertens wil ik bedanken voor het nalezen en de steun die hij mij gedurende dit jaar heeft geboden.
2
Inhoudstafel 1
Inleiding ..................................................................................................................................................... 1
2
Theoretische achtergrond en concepten .................................................................................................. 3
3
2.1
Risicocommunicatie........................................................................................................................... 3
2.2
Crisiscommunicatie ........................................................................................................................... 4
Overheidscommunicatie bij epidemieën en de relatie met de verschillende stakeholders ..................... 5 3.1
3.1.1
Actief of passief publiek? – het belang van risico perceptie ..................................................... 5
3.1.2
Vertrouwen als basis ................................................................................................................. 6
3.1.3
Onzekerheid, transparantie en geloofwaardigheid.................................................................. 6
3.1.4
ECDC: culturele uitdagingen en opportuniteiten ...................................................................... 6
3.2
4
Relatie met de bevolking als stakeholders ........................................................................................ 5
Relatie met de media als stakeholders.............................................................................................. 7
3.2.1
Media: vriend of vijand? ............................................................................................................ 7
3.2.2
Traditionele media vs. sociale media ........................................................................................ 8
Overheidscommunicatie bij epidemieën: 3 fasen ..................................................................................... 9 4.1
Overheidscommunicatie vóór een epidemie – precrisis fase ......................................................... 10
4.2
Overheidscommunicatie tijdens een epidemie – crisis fase ........................................................... 12
4.2.1
Overheidscommunicatie tijdens een epidemie, direct na een uitbraak ................................. 12
4.2.2
Overheidscommunicatie tijdens een epidemie, bij stagnatie ................................................. 13
4.3
Overheidscommunicatie na de epidemie ‐ postcrisis ..................................................................... 14
5
Ebola als epidemie ................................................................................................................................... 14
6
Methodologie .......................................................................................................................................... 16 6.1
Centrale vraagstelling en deelvragen .............................................................................................. 16
6.2
Kwalitatief vooronderzoek .............................................................................................................. 17
6.2.1
Steekproef ............................................................................................................................... 17
6.2.2
Opzet ....................................................................................................................................... 17
6.2.3
Materiaal en procedure ........................................................................................................... 18
6.2.3.1
Interviews met jongeren ..................................................................................................... 18
6.2.3.2
Interview met media ........................................................................................................... 18
6.2.3.3
Interviews met de overheid................................................................................................. 19
6.2.4 6.2.4.1
Resultaten ................................................................................................................................ 20 Interviews met de bevolking ............................................................................................... 20
Het vertrouwen in de nationale overheid ....................................................................................... 20 Het vertrouwen dat de overheid transparant is geweest in zijn informatie over Ebola. ................ 21 Vertrouwen, eerlijkheid, onzekerheid ............................................................................................. 22 De evaluatie van het communicatiebeleid van de overheid bij Ebola ............................................ 23 3
Het vertrouwen in de Europese overheid t.o.v. het vertrouwen in de Belgische overheid. .......... 24 Kennis over de ECDC........................................................................................................................ 25 Het vertrouwen in woordvoerders.................................................................................................. 25 Vertrouwen in sociale en traditionele media .................................................................................. 26 De door jongeren gebruikte media voor het zoeken naar informatie over Ebola .......................... 28 De verslaggeving van de media over Ebola ..................................................................................... 28 Ebola ................................................................................................................................................ 29 6.2.4.2
Interview met de media ...................................................................................................... 31
Impact verslaggeving op de bevolking ............................................................................................ 31 De rol van de media......................................................................................................................... 32 De objectieven van de verslaggeving .............................................................................................. 33 Evaluatie van de huidige verslaggeving bij Ebola ............................................................................ 33 6.2.4.3
Interviews met de overheid................................................................................................. 34
De verschillende fasen van crisiscommunicatie .............................................................................. 34 De media: vriend of vijand?............................................................................................................. 34 De bevolking als belangrijkste stakeholder ..................................................................................... 35 Het communicatiebeleid ................................................................................................................. 37 Evaluatie huidig communicatiebeleid bij Ebola............................................................................... 37 ECDC ................................................................................................................................................ 38 6.2.5 6.3
Conclusie.................................................................................................................................. 39
Kwantitatief onderzoek ................................................................................................................... 40
6.3.1
Steekproef ............................................................................................................................... 40
6.3.2
Opzet ....................................................................................................................................... 41
6.3.3
Materiaal en procedure ........................................................................................................... 41
6.3.4
resultaten ................................................................................................................................ 42
6.3.4.1
Kennisniveau Ebola .............................................................................................................. 42
Statement: ‘Ebola heeft een bijna 100% mortaliteit’ ...................................................................... 42 Statement: ‘Ebola wordt verspreid via de lucht’ ............................................................................. 42 Statement: ‘Ebola wordt verspreid via lichaamsvocht (speeksel, zweet, bloed enz.)’ ................... 43 Statement: ‘Er is geen Ebola‐epidemie meer in de getroffen landen van Afrika’ ........................... 43 Conclusie.......................................................................................................................................... 43 6.3.4.2
informatieniveau Ebola ....................................................................................................... 44
Statement: ‘Ik weet wat Ebola is en welke symptomen erbij voorkomen’..................................... 44 Statement: ‘Ik zou graag meer weten over Ebola’ .......................................................................... 44 Statement: ‘Ik vind dat ik te weinig weet over Ebola’ ..................................................................... 44 Conclusie.......................................................................................................................................... 45 6.3.4.3
Vertrouwen Belgische overheid .......................................................................................... 46 4
6.3.4.4
Ebola en de mate van transparantie van informatie van de Belgische overheid ................ 47
6.3.4.5
Evaluatie van het communicatiebeleid van de Belgische overheid .................................... 48
Statement: ‘Ik heb weet van een overheidssite over Ebola’ ........................................................... 50 6.3.4.6
Europa/EU vs. België............................................................................................................ 50
6.3.4.7
ECDC .................................................................................................................................... 51
6.3.4.8
Woordvoerders.................................................................................................................... 52
6.3.4.9
Traditionele media vs. sociale media .................................................................................. 53
Statement: ‘Informatie van traditionele media is betrouwbaarder dan van sociale media’ .......... 53 Statement: ‘Op sociale media vind ik betrouwbare informatie’ ..................................................... 54 Statement: ‘Via traditionele media vind ik betrouwbare informatie’............................................. 54 Statement: ‘Ik word liever geïnformeerd via sociale media dan via traditionele media’ ............... 54 Statement: ‘Ik vertrouw de informatie die ik te zien krijg in de traditionele media’ ...................... 54 Statement: ‘Ik vertrouw de informatie die ik te zien krijg op sociale media’ ................................. 54 Conclusie.......................................................................................................................................... 54 6.3.4.10
Gebruikt medium voor informeren over Ebola ............................................................... 55
6.3.4.11
Evaluatie verslaggeving ................................................................................................... 57
Statement: ‘Ik vond de verslaggeving over Ebola objectief’ ........................................................... 57 Statement: ‘Ik heb voldoende informatie gekregen van de media over Ebola’.............................. 57 Statement: ‘Ik vond dat de verslaggeving van de media niet gericht was op sensatie’.................. 58 Statement: ‘Ik weet dankzij de media wat Ebola is en wat ik moet doen als ik het zou hebben’ .. 58 Conclusie.......................................................................................................................................... 58 6.3.4.12
Zekere en eerlijke informatie is gelinkt aan het vertrouwen .......................................... 59
Statement: ‘Mijn vertrouwen in de overheid is groter als ze eerlijk zijn’ ....................................... 60 Statement: ‘Mijn vertrouwen in de overheid is groter als ze enkel informatie geven waar ze zeker van zijn’ ............................................................................................................................................ 60 Statement: ‘Mijn vertrouwen in de overheid is groter als ze volledig transparant zijn’ ................. 60 Conclusie.......................................................................................................................................... 60 6.3.4.13
Angst ................................................................................................................................ 61
Statement: ‘Als ik in een vlieghaven ben en ik zie een Afrikaans persoon zal ik hem eerder vermijden uit schrik voor Ebola’ ...................................................................................................... 62 6.3.5
Conclusie en bespreking .......................................................................................................... 63
7
Algemene conclusie en bespreking ......................................................................................................... 65
8
Beperkingen en verder onderzoek .......................................................................................................... 66
9
Bibliografie............................................................................................................................................... 67
10
Bijlage 1: gespreksgids bevolking ........................................................................................................ 72
11
Bijlage 2: gespreksgids media .............................................................................................................. 74
12
Bijlage 3: gespreksgids overheid ......................................................................................................... 75 5
13
Bijlage 4: transcript bevolking ............................................................................................................. 77
13.1
Transcript respondent 1 .................................................................................................................. 77
13.2
Transcript respondent 2 .................................................................................................................. 89
13.3
Transcript respondent 3 ................................................................................................................ 106
13.4
Transcript respondent 4 ................................................................................................................ 119
13.5
Transcript respondent 5 ................................................................................................................ 131
13.6
Transcript respondent 6 ................................................................................................................ 142
13.7
Transcript respondent 7 ................................................................................................................ 151
13.8
Transcript respondent 8 ................................................................................................................ 160
14
Transcript media ................................................................................................................................ 168
15
Transcript interview overheid ........................................................................................................... 174
15.1
Transcript respondent 1 en 2 ........................................................................................................ 174
15.2
Transcript respondent 3 ............................................................................................................... 185
16
Survey ................................................................................................................................................ 196
6
1
INLEIDING
We leven in een wereld waarin alles en iedereen steeds meer met elkaar gelinkt is, waardoor informatie zich sneller kan verspreiden. We leven ook in een maatschappij waar risico’s en gevaren achter elke hoek gluren, denk maar aan terroristische aanslagen, nucleaire gevaren en verschillende epidemieën die ons de voorbije tien jaar hebben geteisterd. De combinatie van een open en een risico maatschappij kan potentieel desastreus zijn en de bevolking angstig en zonder vertrouwen in de maatschappij achterlaten. Er is nood aan instanties, opinieleiders en beleidsmakers die een stuk van de angst wegnemen en vertrouwen teruggeven. Zij moeten zich een weg weten te banen in een risicovolle wereld zodat de bevolking op beide oren kan slapen.
In deze paper leggen we de focus op de risico’s van epidemieën, welke kunnen omslaan in (wereldwijde) crisissen. We kijken vooral naar het belang van goede communicatie naar de bevolking toe. Het is de taak van diverse instanties om een goede strategie te ontwikkelen die hiermee om kan gaan, het is een balans vinden tussen het informeren van de burger en toch geen paniek zaaien. Het wordt steeds meer erkend dat communicatie een belangrijk deel is van een doeltreffende strategie om epidemieën in te perken. Epidemieën hebben ook steeds meer impact doordat mensen ‘wereldburgers’ zijn geworden, de gevolgen hiervan zijn gevoeld in de voorbije epidemische/pandemische crises van SARS (2002), vogelgriep (2005) en varkensgriep (2009) en nu recentelijk bij de Ebola‐uitbraak. Op deze laatste epidemie zal dan ook onze focus liggen in onze empirische verwerking. Alle pandemische griepen verspreiden zich sneller dan vroeger en er is een sterk antwoord nodig van de verantwoordelijke instanties. Deze snelle verspreiding komt door de toenemende globalisatie, welke opportuniteiten en tegelijkertijd uitdagingen met zich meebrengt. De uitdaging bestaat er in om de verspreiding van besmettelijke ziekten hieromtrent te beperken, langs de andere kant biedt deze globalisatie ook een kans om een beter, internationaal beleid te creëren, waar kennis en informatie gedeeld wordt door het implementeren van algemene richtlijnen (Smith, 2006).
We bespreken in ons theoretisch luik zowel nationale instanties, die belangrijk zijn vanwege hun culturele en lokale opvattingen alsook internationale instanties (zoals de World Health Organisation). We leggen daarnaast een nadruk op Europese instellingen die betrokken zijn bij het beheer van een epidemie, waaronder de ECDC (European Centre for Disease Prevention and Control). We bekijken ook de verschillende actoren of stakeholders; de beleidsmakers, de media en het publiek en hun onderlinge relatie. We opteren voor een stapsgewijze benadering van de communicatie bij epidemieën/pandemieën door het onderverdelen van de crisis in drie stadia, waar we telkens de belangrijkste aspecten van zullen bespreken.
1
Deze paper zal niet alleen kijken naar risico’s maar ook naar de percepties van risico’s, waarvan het belang aangetoond zal worden. De percepties van risico’s zullen ook in verband worden gebracht met concepten zoals vertrouwen, geloofwaardigheid, angst en andere emoties die bij actoren een belangrijke impact hebben en dus ook in het communicatiebeleid verwerkt moeten worden.
Op basis van een initiële literatuurstudie hopen we een beeld te krijgen van een goed communicatiebeleid van de overheid en aan de hand hiervan zullen we ons onderzoek beginnen zodat we een beter inzicht kunnen krijgen in het Europees beleid, vermits hierover maar weinig studies zijn. De bevindingen uit de literatuur zullen daarna getoetst worden in de praktijk. In de literatuur zal het meer gaan om algemene benaderingen terwijl wij ons in het exploratieve onderzoek zullen toespitsen op Ebola en jongeren. De centrale vraagstelling luidt immers: ‘Hoe ervaren en evalueren jongeren het communicatiebeleid van de Belgische overheid en de ECDC bij Ebola?’
Deze paper zal starten met een theoretische omkadering van de kernconcepten van crisis‐en risicocommunicatie. We bespreken in het theoretisch luik ook uit welke fasen een crisis bestaat en welke communicatie‐implicaties dit heeft. Daarnaast kijken we ook naar de verschillende stakeholder van de overheid en hoe deze er, volgens de theorie, het beste mee omgaat. Kort bespreken we ook nog de recente Ebola‐epidemie en welke uitdagingen deze ons biedt op vlak van communicatie.
Na het theoretische luik komt het empirische luik. Via een mixed‐method studie proberen we onze centrale vraagstelling te beantwoorden, eerst kwalitatief via interviews, daarna kwantitatief via online surveys. We bespreken de resultaten en conclusies van ons onderzoek als laatste.
2
2
THEORETISCHE ACHTERGROND EN CONCEPTEN
Communicatie bij epidemieën valt onder de noemer risico‐en crisiscommunicatie, de inzichten hiervan zullen we verwerken in deze paper (Holmes, Henrich, Hancock & Lestou, 2009). Over deze twee invalshoeken en hun onderlinge relatie wordt in de wetenschappelijke wereld soms gedebatteerd. Sommigen gebruiken het door elkaar, anderen zien crisiscommunicatie als een basiselement in risicocommunicatie en nog anderen zien dan weer risicocommunicatie als deel van het proces van crisiscommunicatie (Coombs, 2012; Sellnow, Ulmer, Seeger & Littlefield , 2009). Wij zullen deze laatste visie gebruiken als invalshoek voor onze paper. Los van hun relatie zijn crisis‐en risicocommunicatie in veel opzichten gelijkaardig. Het staat dan ook vast dat ze onontbeerlijk zijn bij de communicatie bij epidemieën, crisiscommunicatie zal belangrijker zijn bij een acuut probleem wanneer er angst is onder het publiek, en risicocommunicatie zal dan weer handig zijn om te kunnen anticiperen op dit soort situaties (Holmes et al., 2009).
2.1
RISICOCOMMUNICATIE
Laten we eerst beginnen met het definiëren van het ‘core concept’ van risicocommunicatie, nl. het risico. Hoewel ook hier verschillende definities zijn, gebruiken wij in deze paper een duale benadering tot het concept. Langs de ene kant heb je de ‘realist’ benadering: risico’s worden meer wetenschappelijk, afstandelijk en objectief benaderd, het gaat hier over een gevaar dat (wetenschappelijk) gemeten kan worden. Als realist kijkt men niet naar de sociale context van het risico, dit is dan ook een meer traditionele invalshoek die lang door instanties als standaard werd aangenomen. Langs de andere kant heb je de meer gemoderniseerde benadering, de ‘social constructivist’ benadering: het risico is een gevaar of dreiging dat sociaal geconstrueerd is, afhankelijk van sociale en culturele processen (Smith, 2006; Stevens, 2009). We zien dat deze laatste definitie steeds meer aan belang wint. Een bijzonder belangrijk concept dat hieruit voortvloeit is risico perceptie, dit is de waarneming van het risico vanuit onze eigen sociale en culturele context. We merken dat het waargenomen, en niet het echte, risico het gedrag en de reactie bepaalt van de bevolking (Brug, Aro, Oenema, de Zwart, Richardus & Bishop, 2004). Deze twee benaderingen hebben ook praktische implicaties voor de onderzoekinvalshoek. Als we naar risicocommunicatie zelf kijken hebben we een traditionele en moderne invalshoek. Bij de traditionele benadering vinden we een eenzijdig communicatieproces terug waarbij informatie wordt gegeven aan de bevolking door experts/wetenschappers/beleidsmakers om hen zo te overtuigen van ‘de objectieve waarheid’. In deze ‘top‐down’ benadering zien die experts hun percepties dan ook als de rationele en objectieve inschatting van het risico terwijl men de percepties van de bevolking afdoet als irrationeel, subjectief en emotioneel. M.a.w. de experts zien hun rol hier als de ‘opvoeders’ van het publiek, via monologen moet het publiek hun perceptie overnemen. Zo verzekeren ze dat de percepties van de 3
bevolking overeenkomen met die van hen en het publiek bijgevolg de tools heeft om ‘gepast’ te kunnen reageren op een risico. Het publiek wordt hier gezien als passief, er wordt dan ook geen rekening gehouden met de actieve en creatieve manieren waarin zij risico’s verwerken. Ook wordt er geen rekening gehouden met het feit dat verschillende mensen verschillende percepties hebben en anders kunnen reageren op hetzelfde risico. Het niet erkennen van de kloof tussen de percepties van de experts en die van de gewone mensen resulteert in een groeiend gebrek aan vertrouwen en geloofwaardigheid in het beleid. Deze theorie verliest dan ook aan belang en is niet meer aan te raden in de moderne risico maatschappij (Holmes, 2008; Keune, Morrens & Loots, 2008; Lewison, 2008). Het risico moet dus in een sociale context geplaatst worden. We zien dan ook een evolutie naar een meer moderne benadering waarbij de nadruk ligt op een tweezijdig communicatieproces. In dit proces zijn samenwerking en dialoog kernconcepten. Er is een focus op participatie en coöperatie tussen het publiek enerzijds en wetenschappers en beleidsmakers anderzijds. Ondanks hun verschillende percepties van het risico, door hun verschillende culturele en sociale contexten, zal men proberen de kloof tussen die percepties te dichten. De moderne benadering erkent dus deze verschillende percepties en probeert een dialoog te creëren tussen de verschillende stakeholders. Door deze meer open benadering van wederzijds verstaan zal de bevolking het beleid van de overheid meer vertrouwen, welke essentieel is voor een doeltreffend communicatiebeleid. (Coombs, 2012; Holmes, 2008; Keune et al., 2008). Deze laatste benadering geniet absoluut de voorkeur, ze klinkt dan ook bijna idyllisch, maar er moet toch opgemerkt worden dat een perfecte communicatie, met een perfect verstaan tussen alle partijen bijna onmogelijk is. Het is niet realistisch en ook onmogelijk om alle conflicten te vermijden, of zoals Fishoff (1995, p. 144) het formuleerde “The best-case scenario for risk communication (and risk management) is having fewer, better conflicts” 2.2
CRISISCOMMUNICATIE
Bij risicocommunicatie gaat het over een potentiële bedreiging, als die bedreiging niet langer potentieel is maar ‘uitbreekt' zullen we overgaan tot crisiscommunicatie. Waar het doel van risicocommunicatie is om crises te vermijden zal crisiscommunicatie juist omgaan met deze crises (Sellnow et al., 2008). Ook hier zullen we eerst het concept crisis definiëren. Coombs (2012, p.2) definieert een crisis als volgt: “perception of an unpredictable event that threatens important expectancies of stakeholders and can seriously impact an organization’s performance and generate negative outcomes”. Het is duidelijk dat deze definitie rekening houdt met de percepties van de verschillende belanghebbenden. Volgens Coombs (2012) is een crisis dan ook gelijk aan percepties, ze definiëren wat wel en wat niet een crisis is. Deze definitie is geschreven in het licht van de moderne aanpak van crisiscommunicatie. Net zoals bij risicocommunicatie vinden we ook hier twee verschillende benaderingen, traditioneel en modern, met dezelfde implicaties.
4
Om crisiscommunicatie goed te kunnen ontleden zullen we een stapsgewijze aanpak gebruiken, we zullen het hebben over precrisis (waar risicocommunicatie zich dus in zal bevinden), crisis en postcrisis. We denken dat deze aanpak essentieel is om een doeltreffend communicatiebeleid te bekomen (Coombs, 2012)
3
OVERHEIDSCOMMUNICATIE BIJ EPIDEMIEËN EN DE RELATIE MET DE VERSCHILLENDE STAKEHOLDERS
Zoals reeds gezegd gaat communicatie van risico’s en crises (hier zal dit een (potentiële) uitbraak van een epidemie zijn) vooral over percepties, althans volgens de moderne benadering die wij opteren. Deze percepties zijn inherent verbonden met de verschillende ‘stakeholders’. Zij zullen bepalen hoe de epidemie wordt geëvalueerd en wat de impact er van zal zijn (er zijn nl. directe (gezondheidsimpact) en indirecte kosten (economische en politieke impact)) (Smith, 2006). Coombs (2012, p. 2) definieert stakeholders als volgt: “a person or group affected by or can affect an organization”. We zullen hieronder de relatie van de internationale instanties en de overheid met de belangrijkste stakeholders bespreken, nl. met het publiek en de media.
3.1 3.1.1
RELATIE MET DE BEVOLKING ALS STAKEHOLDERS Actief of passief publiek? – het belang van risico perceptie
Een vaak besproken probleem is dat instanties de burger aanzien als passief, wat echter niet het geval is. Het publiek zal actief reageren op de communicatie van de overheid. (Davis, Stephenson & Flowers, 2011). Doordat overheden burgers als passief aanzien zullen ze meer leunen op eenzijdige communicatie (cf. Infra). Experts delen moeilijke, wetenschappelijke informatie met de bevolking om hen zo te ‘onderwijzen’. Eens het publiek onderwezen is wordt er vanuit gegaan dat de percepties van beide partijen dezelfde zijn en het publiek dus risico‐verminderende gedragingen zal overnemen als dit van hen gevraagd wordt, dit is een top‐down technocratische benadering. Er wordt geen rekening gehouden met de percepties van de bevolking en er ontstaat een kloof tussen de experts/het beleid en het publiek. De enige oplossing om deze kloof te dichten bestaat erin te erkennen dat de percepties van het publiek, die sociaal geconstrueerd zijn , anders zijn dan die van het beleid en dus betrokken moeten worden in de communicatie. Dit leunt meer aan bij 2‐zijdige communicatie, waarbij een dialoog wordt aangegaan met het publiek. Overheid en publiek zijn partners die samen het communicatieproces vorm geven. Het gaat dus als overheid niet alleen om een wetenschappelijk gebaseerde boodschap (kijken naar de virologie) op te stellen en te communiceren, maar ze moet ook het sociaal wetenschappelijke aspect (kijken naar de culturele en sociale aspecten) erbij betrekken (Keune et al., 2008; Lewison, 2008).
5
3.1.2
Vertrouwen als basis
Vertrouwen is het resultaat van risicopercepties en zal de basis vormen van een goede relatie tussen bevolking en instanties. Aan dit vertrouwen moet voortdurend gewerkt worden, het is niet continu en oneindig. In dit opzicht bekijken we even de ‘trust determination theory’, waar het vertrouwen als basis wordt gezien voor een doeltreffende communicatie (Stevens, 2009). Een belangrijke opmerking die hier gemaakt wordt is dat vertrouwen een proces is dat op lange termijn wordt opgebouwd. Dit staat haaks op de snelle ziekten die opkomen in onze nieuwe risico maatschappij. Het is dus enorm belangrijk om het vertrouwen al voor de epidemie op te bouwen om er zo de vruchten van te kunnen plukken tijdens de epidemie. De precrisis fase is dus vitaal voor het slagen van een communicatiebeleid. 3.1.3
Onzekerheid, transparantie en geloofwaardigheid
Deze drie concepten zijn enorm belangrijk en aan elkaar gelinkt. Onzekerheid en transparantie in onzekere situaties zijn bepalend voor vertrouwen en geloofwaardigheid, welke essentieel zijn voor een doeltreffende communicatie (Jones, Waters, Holland, Bevins & Iverson, 2009). Deze onzekere situatie wordt bij epidemieën benadrukt door het feit dat bij het begin van een uitbraak nog niets geweten is over de transmissie, de mortaliteit en de morbiditeit van de ziekte, er is vaak geen vaccin wat nog meer zorgt voor onzekerheid (Holmes, 2009). Op het vlak van onzekerheid en transparantie zijn er verschillende meningen, sommigen zeggen dat het verspreiden van onzekere informatie angst kan inboezemen en de geloofwaardigheid van het beleid kan verminderen als later blijkt dat de informatie niet juist is . Onjuiste informatie kan zorgen voor inconsistentie in de berichtgeving wat kan leiden tot paniek en het niet slagen van de communicatie ( Locatelli, LaVela, Hogan, Kerr & Weaver, 2012). Anderen zeggen dan weer dat het communiceren van onzekerheid zeer belangrijk is voor het vertrouwen en de geloofwaardigheid in het beleid. Instanties moeten erkennen wat ze niet weten, er moet transparantie bestaan (Holmes, 2009; Holmes et al., 2008). Dit blijkt ook uit het onderzoek van Rogers, Street, Braunack‐Mayer & Hiller (2009) waar de respondenten zelf aangaven dat ze de waarheid wilden kennen tijdens een crisis, welke volgens hen het vertrouwen zou verhogen. 3.1.4
ECDC: culturele uitdagingen en opportuniteiten
De ECDC is voor Europa een belangrijke instantie bij de communicatie en bestrijding van epidemieën, het is een overkoepelende Europese organisatie met als missie: “to identify, assess and communicate about current and emerging threats to human health from communicable diseases” (Matamoros, Mihai, Kurapkiene & Felfly, 2009). Als internationale instantie houden ze rekening met de Europese bevolking als stakeholders. ‘De Europese bevolking’ is een grote groep waarin verschillende landen, en dus culturen en opvattingen, verenigd zijn. Deze culturen en opvattingen zullen lang niet altijd overeenkomen, zoals bv. blijkt uit het 6
onderzoek van Vartti, Oenema, Schreck, Uutela, de Zwart, Brug & Aro (2009). Zij maken een vergelijkende studie tussen Finnen en Nederlanders tijdens de SARS uitbraak (2003), hun bevindingen tonen het verschil van risicopercepties aan tussen de twee (niet‐getroffen) landen en ze wijten dit deels aan een verschillende cultuur van media, opvattingen en politiek. Vermits zoveel belang moet gehecht worden aan risicopercepties en deze afhankelijk zijn van culturele en sociale contexten, is het een uitdaging voor de ECDC om hiermee rekening te houden om alsnog een doeltreffend communicatiebeleid te voeren. Daarom zal de ECDC vooral richtlijnen geven om de lidstaten te ondersteunen bij epidemieën (Würz, Nurm & Ekdahl, 2013). Deze richtlijnen moeten flexibel genoeg zijn om aangepast te kunnen worden aan de lokale cultuur door de nationale overheden (Mounier‐Jack & Coker, 2006; Keune et al., 2008). Hoewel de nationale overheden de specifieke uitvoering en invulling zullen doen van het beleid (via lokale experten) moet de ECDC dus zorgen voor consistentie door het bieden van een algemeen kader. Dit cultureel divers publiek kan ook een schat aan informatie zijn. Door het betrekken van de verschillende lidstaten kan er een gemeenschappelijke basis van kennis worden opgebouwd, dit kan bijdragen tot het vormen van goede richtlijnen. We merken dat hier het schoentje vaak wringt, hoewel de ECDC op de goede weg is door initiatieven zoals het ‘Translating Health Communications Project’ (diende om een balans op te maken van de status van gezondheidscommunicatie‐activiteiten binnen de EU) (Würz et al., 2013) moeten er nog flinke inspanningen geleverd worden. De lidstaten hebben verschillende ervaringen, inzichten en onderzoeken welke geïntegreerd moeten worden in de algemene richtlijnen. We zien wel dat dit op heden nog niet volledig gebeurd is en dat de samenwerking beter kan. Deze samenwerking is belangrijk om een communicatiebeleid op te richten dat doeltreffend communiceert met zijn bevolking, mits aangepast aan elke unieke culturele setting.
3.2
RELATIE MET DE MEDIA ALS STAKEHOLDERS
De relatie met de media is zeer belangrijk voor een geslaagde communicatie van de overheid. (Holmes, Henrich, Hancock & Lestou, 2009). De (massa)media zullen voor een groot deel de percepties die mensen van een risico hebben vormen, en ze zijn dus een belangrijke actor waarmee rekening moet gehouden worden ((Lewison, 2008). Op deze manier staan de media tussen de bevolking en de overheid. 3.2.1
Media: vriend of vijand?
Het beste is om op voorhand al een relatie op te bouwen met de media en ze niet te zien als vijand, maar als partner die kan helpen de boodschap goed weer te geven en te verspreiden. De overheid moet de media correcte informatie bezorgen, deze genoeg updaten en woordvoerders aanreiken die het risico kunnen uitleggen op een rustige en duidelijke manier. Het is dus belangrijk om goed samen te werken en
7
informatie met elkaar te delen om zo een optimaal communicatiebeleid te krijgen en de bevolking zijn vertrouwen en geruststelling intact te laten. Een groot probleem is echter, dat media zoeken naar het nieuws‐ en sensatiegehalte van informatie, wat soms kan leiden tot het produceren van ‘scare stories’ om oplages te verhogen (Lewison, 2008). Dit vond ook Smith (2006) toen hij de mediaberichtgeving bekeek bij de uitbraak van SARS. Vaak wordt ook inconsistente en tegenstrijdige informatie verspreid wat angst kan uitlokken en kan resulteren in een verminderd vertrouwen in het beleid. Deze inconsistente berichtgeving kan ook het resultaat zijn van de vereiste snelheid van de media, steeds meer wordt verwacht dat ze in ‘real time’ rapporteren. Een ander belangrijk probleem is dat de media gedrag en percepties kan beïnvloeden, zowel positief als negatief. Zo heeft Smith (2006) het over de culturele mythen die de media kunnen vormen door de schuld te leggen bij de ‘gevaarlijke anderen’. Dit kan leiden tot publieke angst, intolerantie, wantrouwen, stigmatisering en discriminatie. Bij Ebola zien we dat vooral ‘zwarte’ mensen worden gezien als besmettelijke gevaren. ‘Othering’ kan ook tot gevolg hebben dat mensen het gevaar zien als veraf en niet als persoonlijk en de bezorgdheid afneemt, wat invloed kan hebben op het gebruik van preventieve maatregelen. Er is dus nood aan duidelijke afspraken tussen media en overheid, waarin deze laatste proactief moet zijn, door continu, ge‐updatete informatie te bezorgen. De overheid wordt zo een betrouwbare en bruikbare bron voor de media. (ECDC, 2012). De overheid zorgt dat accurate en consistente berichten naar voor komen en verdere informatiebronnen de massa bereiken. De journalisten op hun beurt moeten een ethische en professionele rol aannemen in tijden van epidemie/crisis zonder hun kritische component te verliezen (Wilkins, geciteerd in: Lewison, 2008) 3.2.2
Traditionele media vs. sociale media
Als we het over media hebben kunnen we 2 soorten onderscheiden, nl. traditionele en sociale media. De traditionele media zijn het meest voor de hand liggende communicatiekanalen voor overheden, ze zijn snel en bereiken zeer veel mensen (Liu & Kim, 2011) De traditionele media liggen meer in de lijn van eenzijdige communicatie omdat ze ‘monologen’ van woordvoerders verspreiden. Het voordeel van traditionele media is dat de boodschap gecontroleerd wordt en dat men duidelijke, consistente informatie kan geven. Het beleid kan ook voor bepaalde woordvoerders kiezen om de communicatie een menselijk gezicht te geven (Rogers et al., 2009). In de studie van Rogers et al. (2009) wordt aangegeven dat deze woordvoerders zeker geen politici mogen zijn, maar liever (lokale) experten. Een ander voordeel is dat de traditionele media nog altijd het meest gebruikt worden door de algemene bevolking, en een te grote focus op sociale media zou ervoor zorgen dat prioriteitsgroepen zoals ouderen niet bereikt worden. Een nadeel van traditionele media is, zoals reeds vermeld, dat ze vooral eenzijdig zijn. Deze eenzijdigheid past steeds minder in de moderne
8
maatschappij, want zoals Coombs (2012) zegt zijn stakeholders, o.a. door het gebruik van sociale media, het steeds meer gewoon geworden om controle te hebben. Sociale media gaan dus samen met de meer ‘moderne’ aanpak van tweezijdig communicatie, met mogelijkheid tot dialoog, interactie. Mensen kunnen hierbij vragen stellen en verdere informatie opzoeken. We zien dat veel strategieën van instanties de waarde van sociale media inzien, zo bespreekt de ECDC in zijn document ‘Communication on immunisation ‐ building trust’ de invloed van het internet en de sociale media, ze besluiten dat sociale media een schat aan informatie kan zijn en de dialoog met het publiek kan bevorderen. Ze waarschuwen wel dat gebruik van sociale media alleen gepaard kan gaan met een actief en reactief beleid, er moet nl. onmiddellijk feedback zijn om vertrouwen te behouden. Bij gebruik van internet en sociale media, waar steeds meer mensen hun informatie over gezondheid gerelateerde onderwerpen opzoeken, moet men duidelijkheid scheppen. Door de massale hoeveelheid aan informatie op het internet en het soms moeilijk herkenbare verschil tussen betrouwbare, correcte informatie en andere informatie, moeten de instanties hun websites in een vorm gieten waaruit duidelijk blijkt dat het om officiële informatie gaat. De ECDC geeft hier enkele richtlijnen voor, o.a. vormelijke aspecten, maar ook inhoudelijke (ECDC, 2012). Richtlijnen blijken ook nodig te zijn, Rogers et al. merken op dat internet, naast televisie, tijdens de SARS‐uitbraak enorm veel werd gebruikt en naar voor kwam als een nieuwe methode van gezondheidscommunicatie. Het voordeel van sociale media is dat het goed is voor emotionele ondersteuning (emoties zijn bepalend voor de crisisreactie). Als het beleid ook emotionele elementen verwerkt in zijn communicatie (via sociale media) zal dit het vertrouwen van het publiek verhogen (Liu et al., 2011). Om deze reden kiest het publiek dan ook voor sociale media. Toch valt het Liu et al. (2011) op in hun analyse van de H1N1 pandemie in 2009 dat vooral traditionele media deze emotionele ondersteuning zullen geven. We kunnen dus besluiten dat zowel traditionele als sociale media voor‐ en nadelen hebben. De beste optie is dan ook om ze allebei te verwerken in het communicatiebeleid om zo elke doelgroep te bereiken, de informatie flow te beheersen en te zorgen voor emotionele ondersteuning en dialoog.
4
OVERHEIDSCOMMUNICATIE BIJ EPIDEMIEËN: 3 FASEN
Zoals we reeds vermeld hebben, zullen we voor het analyseren van de communicatie bij epidemieën/pandemieën een stapsgewijze benadering gebruiken door het indelen in verschillende fasen, met in elke fase unieke kenmerken. We gebruiken de onderverdeling van Coombs (2012) in dit opzicht, gecombineerd met de inzichten van Rogers et al. (2009) voor de verdere onderverdeling van de crisisfase.
9
4.1
OVERHEIDSCOMMUNICATIE VÓÓR EEN EPIDEMIE – PRECRISIS FASE
De precrisis fase is één van de belangrijkste fasen in het communicatieproces, hier worden het vertrouwen en de kennis van de bevolking opgebouwd die later van vitaal belang zullen zijn bij het implementeren van een succesvol communicatiebeleid. Zoals we reeds vermeldden zal vooral de risicocommunicatie hier bepalend zijn (Holmes et al., 2009) Het belang van deze fase wordt door de ECDC (2012) erkend en ook Rogers et al. (2009) besluiten, in hun paper waarin ze de mening van de bevolking vragen, dat de bevolking zelf voor een voorbereidingsfase ijvert. Op deze manier ontstaat er reeds voor een pandemie een basisbewustzijn van het risico. Ook het aanbieden van bronnen voor verdere informatie vindt de bevolking belangrijk. Rogers et al. merkten ook op dat de gemeenschap niet voldoende geïnformeerd was in de pre‐pandemische fase. In elke fase van het communicatieproces zijn er 4 centrale vragen: Wie moet communiceren, over wat, wanneer en hoe moet dit gebeuren? Algemeen in deze fase geldt dat er relaties moeten worden opgebouwd met de media en het publiek. Er moet op voorhand al contact gemaakt worden met deze twee groepen, bv. bij de media al informatie aanbieden en officiële woordvoerders kenbaar maken, zodat zij de overheid in dit stadium al gaan beschouwen als een betrouwbare en nuttige bron. (ECDC, 2012). Deze opgebouwde relatie en wederzijds vertrouwen zullen nuttig blijken in de volgende fasen. Op de wanneer‐vraag is het antwoord vrij uniform en eenvoudig, er moet altijd zo snel mogelijk gecommuniceerd worden, vanaf het moment dat het risico gekend is. Er moet dus ook voor een uitbraak gecommuniceerd worden zodat wanneer het risico omslaat in een crisis alles klaar is voor een doeltreffende communicatie. Wat er zou moeten gecommuniceerd worden is informatie die een basis vormt voor de bevolking zijn begrip van het risico. Deze informatie moet de bevolking zijn besef van het risico vergroten door gedetailleerde, open en transparante informatie te verlenen. De informatie moet betrekking hebben op de huidige situatie en op het risico, nl. de mogelijke uitbraak van een epidemie. (Rogers et al., 2009). Op de vraag hoe er gecommuniceerd moet worden, zijn alle auteurs het eens; openheid en transparantie zijn het belangrijkste. De taal waarin gecommuniceerd wordt mag niet te wetenschappelijk zijn, verstaanbaar voor iedereen, maar toch niet kleinerend overkomen. Alle verstrekte informatie moet ‘evidence‐based’ zijn. Men kan verschillende media gebruiken. Het televisie medium werd aangeraden door de participanten in het onderzoek van Rogers et al. (2009), ze zagen het nut in van ‘reclame campagnes’ om het besef te verhogen van het risico, om informatie te geven over epidemieën en ook bronnen te vermelden naar verdere informatie (deze kunnen op het internet voorkomen of bestaan uit een hotline e.d.).
10
Wie er moet communiceren is in alle fasen gelijkaardig, de bevolking geeft voorkeur aan (lokale) experten die op een rustige, duidelijke en open manier het probleem overbrengen. Het minst van al wil men dat politici gaan communiceren, het vertrouwen in hen is zeer laag. Men geeft ook voorkeur aan meerdere experten als woordvoerders. Op voorhand moeten er in de overheidsstrategie duidelijke afspraken gemaakt worden omtrent welke experten dienst zullen doen als woordvoerders. (Rogers et al., 2009; Lewison, 2008) In deze fase moeten we opletten dat we geen onnodige paniek zaaien, dat het duidelijk is dat het alleen preventief is en het dus nog niet gaat om een echte epidemie. Ook de WHO (World Health organisation) erkent dit, ze zeggen duidelijk dat van zodra er een risico bestaat, hierover moet gecommuniceerd worden om zo misinformatie en geruchten te minimaliseren. Anderzijds moet men er tevens voor opletten dat de communicatie niet overdadig is want dat kan resulteren in ‘pandemic fatigue’. Ook Fogarty, Holland, Imison, Blood, Chapman, & Holding (2011) erkennen het belang hiervan en waarschuwen voor het ‘boy who cried wolf’ syndroom. Deze fase is duidelijk belangrijk en dit wordt door overheden steeds meer erkend. Toch zien we dat Smith (2006) de bedenking maakt dat bij SARS deze voorbereidingsfase niet genoeg was uitgewerkt. Volgens hem moet er een verschuiving komen van een ‘reageren op een noodsituatie’‐houding naar een preventieve voorbereidingshouding. Dit zien we ook bij de ECDC, hoewel hun documenten het belang erkennen van een precrisis fase moeten we tot op heden uit de praktijk besluiten dat, zeker in de lidstaten, dit nog niet voldoende is uitgewerkt. Zo zien we dat maar drie landen (UK, Nederland en Frankrijk) reeds een simulatieoefening hebben uitgevoerd van hun plannen (deze simulaties zijn belangrijk voor het testen van het beleid) (Mounier‐Jack & Coker, 2006). Dus hoewel er bepaalde landen wel moeite doen, zijn er zoveel andere die niets doen en afwachten. Jones et al. (2010, p. 132) klagen deze benadering aan, zij stellen: “Taking such an approach is socially irresponsible given the consequences of an actual outbreak – presumptive planning and action is the only socially responsible approach” Tot slot besluiten we dat in deze fase de burger zich zal informeren zodat er in latere fasen geen gedragsverandering moet afgedwongen worden door eenzijdige communicatie van de overheid, maar dat de burger geïnformeerde beslissingen kan nemen en dus actief zal deelnemen aan het communicatieproces. Dit alles draagt bij tot het vertrouwen van de burger in de overheid, een voorbereidingsplan geeft namelijk het signaal dat men paraat is voor eventuele crises.
11
4.2 4.2.1
OVERHEIDSCOMMUNICATIE TIJDENS EEN EPIDEMIE – CRISIS FASE Overheidscommunicatie tijdens een epidemie, direct na een uitbraak
Kenmerkend voor deze fase is de notie van onzekerheid, nog niet alle feiten liggen op tafel. Er kunnen tegenstrijdige berichten komen vanuit de wetenschap en deze kunnen verwarring en paniek zaaien. Deze fase bouwt verder op het vertrouwen en de kennis van de pre‐uitbraak fase. Het is belangrijk dat instanties hun openheid en transparantie blijven benadrukken en als er onzekerheid bestaat over de informatie, is het beter dit toe te geven. Hierdoor zal het opgebouwde vertrouwen intact blijven en heeft de bevolking een gevoel van controle. De overheid moet duidelijk en ‘evidence‐based’ communiceren, zo weinig mogelijk tegenstrijdige berichten verspreiden en vast houden aan de ‘key‐ message’ die het hart zal zijn van de campagne (ECDC, 2012). Deze ‘key‐messages’ zijn wat gecommuniceerd moet worden, ze moeten accuraat en geloofwaardig zijn. Hierin zal en kan de media een grote rol spelen, ofwel als barrière ofwel als partner. Belangrijk is dat de overheid de ‘key‐messages’ overbrengt naar de media zodat deze geen tegenstrijdige of onjuiste informatie zullen verspreiden. Hoe meer consistent en volledig alle berichten, zowel die van de media als die van de overheid, zijn, hoe beter voor het imago van de overheid. Het zal vertrouwen en krachtdadigheid uitstralen, wat een positieve invloed heeft op de bevolking. In deze fase zal de overheid zijn beste defensief tegen een epidemie bestaan uit preventieve maatregelen, die vooral slaan op hygiëne. Jones et al. ( 2009) hebben het over een ‘wash, wipe, wear’ campagne. Ook het aanbevelen van quarantaine en thuis blijven bij eventuele ziekte, worden aangeraden. Dit impliceert dus een vraag aan de bevolking om een zelf‐diagnose te stellen, wat men vaak niet ziet zitten (Teasdale & Yardley, 2010). Een ander probleem is dat de nadruk ligt op wat je moet doen als je besmet bent, maar er geen duidelijke omschrijving wordt gegeven van de symptomen van de ziekte. Bij deze preventieve maatregelen zijn risicopercepties zeer belangrijk, maar zoals Brug, Aro & Richardus (2009) vermelden zijn ze vaak gebaseerd op een bias. Bij een optimistische bias, dit is bij gekende risico’s, kan er een vals gevoel van geruststelling ontstaan en zullen mensen minder voorzorgsmaatregelen nemen. Daarnaast heb je de pessimistische bias welke meer voorkomt bij nieuwe, ongekende risico’s zoals epidemieën, deze kan resulteren in paniek en zelfs stigmatisatie van bepaalde risicogroepen. In deze fase, zoals in elke fase, moet de overheid het publiek zijn noden en attitudes blijven evalueren en implementeren in zijn strategie, die zo continu evolueert. Dit alles is natuurlijk zeer tijdrovend en er valt dus wat te zeggen voor eenzijdige communicatie aangezien deze snel en onmiddellijk kan gebeuren. De reactie van de overheid op het uitbreken van een epidemie moet dan ook razendsnel zijn, en dan is eenzijdige communicatie (met gebruik van traditionele media) een voordeel (Holmes, 2008). Als echter de voorbereidingsfase geslaagd is, kan men toch snel tweezijdig communiceren via bv. sociale media.
12
Algemeen geldt in deze fase dat de communicatie razendsnel, accuraat en allesomvattend moet zijn en dat men onzekerheid moet erkennen en communiceren. Hierdoor zal het vertrouwen van de bevolking in de overheid stijgen. Er kan gebruik gemaakt worden van traditionele en sociale media. Gedurende het gehele proces moet de overheid, in de mate van het mogelijke, blijven rekening houden met de risicopercepties die mensen hebben. Ook hier zal er het best worden gecommuniceerd via experts die ook door de media kunnen gebruikt worden, aangezien ze een kalmerend effect lijken te hebben op de bevolking (Lewison, 2008). De ECDC zal hier dus haar richtlijnen moeten implementeren, maar zoals reeds vermeld is hiervoor goede samenwerking nodig met de verschillende nationale overheden. We zien dat ondanks goede pogingen van de ECDC er toch nog vele beperkingen zijn in het beleid. De nationale plannen vormen nog altijd geen consistent geheel en dit kan leiden tot verwarring en miscommunicatie. 4.2.2
Overheidscommunicatie tijdens een epidemie, bij stagnatie
In deze fase is er al meer zekerheid (er is een vaccin beschikbaar), maar het virus is veel wijder verspreid. Alle bedenkingen die we hierboven vermeld hebben, gelden hier ook. Een groot verschil is dat in deze fase veel meer informatie beschikbaar is. Alle informatie die onzekerheid vermindert, moet gecommuniceerd worden naar media en bevolking. Er is dus nood aan continue updates van informatie (Rogers et al., 2009), welke door iedereen overgenomen moeten worden zodat allen mee zijn in het verhaal en er niet alsnog verwarring en paniek ontstaat. Een belangrijk verschil in deze fase is dat er een vaccin beschikbaar is en dat hierover gecommuniceerd moet worden. Hiervoor kan men verschillende methoden gebruiken. Men kan traditionele media gebruiken door een statement aan hen te geven en woordvoerders aan te bieden voor extra uitleg. Men kan een nationale of internationale campagne opstarten waarin de verschillende media betrokken worden. Zo heeft men in Zweden tijdens de varkensgriep een beroep gedaan op de sociale media door het ontwerpen van een button waarop stond: ‘no to swine flu’, deze badge kon gebruikt worden op twitter en facebook om andere mensen en vrienden aan te moedigen zich te laten vaccineren (ECDC, p.35‐36) Algemeen blijven dezelfde principes gelden, ook de informatie over vaccins moet open en volledig zijn. Men moet de mensen overtuigen om zich te laten vaccineren, er moet dus voortgebouwd worden op de informatie die de mensen al hebben om hen zo een geïnformeerde beslissing te laten nemen. Er is soms twijfel bij de bevolking of het vaccin wel doeltreffend genoeg is en of het erge bijwerkingen heeft (Teasdale et al., 2010). Deze twijfels zouden moeten verdwijnen als de overheid tweezijdige communicatie aangaat met het publiek. We zien weer dat de percepties van het risico, in dit geval het vaccin, belangrijk zijn om een doeltreffende strategie te kunnen ontwikkelen.
13
4.3
OVERHEIDSCOMMUNICATIE NA DE EPIDEMIE - POSTCRISIS
Hoewel we deze fase in weinig artikels terugvinden, is het volgens Coombs (2012) een zeer belangrijke fase. Het is in deze fase dat het gebruikte beleid wordt geëvalueerd, we praktische kennis kunnen opdoen en waaruit we vooral kunnen leren. Ook de WHO erkent deze belangrijke fase in haar planning van de communicatie bij epidemieën. Deze fase zal de basis zijn voor praktische kennis bij volgende epidemieën en voor de precrisiscommunicatie.
5
EBOLA ALS EPIDEMIE
Het is niet de eerste keer dat Ebola uitbreekt, de eerste uitbraak dateert immers van 1976 (Lorente, Blanch & Esteban, 2015), het is wel de eerste keer dat het virus zo een proporties heeft aangenomen. De recente uitbraak begon in maart 2014 (Cooper & Bavari, 2015) en verspreidde zich snel. Ebola trof vooral drie West‐ Afrikaanse landen, nl. Guinea, Liberia en Sierra Leone, ook Nigeria heeft even een erge uitbraak gekend. De uitbraken waren zo ernstig dat de WHO op 8 augustus 2014 ze dan ook als een publiek gezondheidsnoodgeval verklaarde van internationale bezorgdheid. De WHO heeft veel kritiek gehad op het (te) late tijdstip van de verklaring, ze geven ook zelf toe dat ze te laat waren met de reactie: “The world, including WHO, was too slow to see what was unfolding before us” (Gulland, 2015) Ebola is een virus van de filoviridae familie en er bestaan vijf verschillende vormen. Door het feit dat Ebola al veel is voorgekomen, muteert het virus zich soms, wat de ontwikkeling van een vaccin bemoeilijkt. Dit is een belangrijk aspect bij de communicatie over Ebola. Hoewel we het virus goed kennen, weten we nog niet hoe we het moeten bestrijden. Ook al worden sommige mogelijke vaccins, zoals ZMAPP, in de media geprezen (en daardoor wordt soms de indruk gewekt dat er wel een vaccin is), is er nog geen vaccin waarvan de werking bewezen is. Dit is dus een onzekerheid waarmee de overheid zal moeten omgaan en idealiter ook communiceert naar de bevolking als deze zich hierbij vragen stelt. Ebola werd in het begin in de media vaak voorgesteld als een apocalyptische ziekte waaraan miljoenen mensen zouden sterven (Ratzan & Moritsugu, 2014), uiteindelijk is gebleken dat dit allemaal doemscenario’s waren. De mortaliteit is immers helemaal niet zo hoog en de kans dat Ebola echt een epidemie zou worden in meer ontwikkelde landen is bijna nihil. De bedreiging voor het Belgische grondgebied is dan ook heel klein, we mogen aannemen dat Ebola een risico inhoudt voor de Belgische bevolking, maar (nog) geen crisis is. Toch analyseert Europa elk risico of eventueel geval van Ebola om er lessen uit te trekken voor de toekomst. Ze weten nog niet wanneer de uitbraak volledig zal ingeperkt zijn, maar toch is het belangrijk om de gebeurtenis nu al zorgvuldig te analyseren en er lessen uit te trekken om zo beter voorbereid te zijn in de toekomst (Sprenger & Coulombier, 2014) Een uitdaging die nog maar eens bevestigd wordt door de recente Ebola‐epidemie, is dat vertrouwen van de bevolking in de overheid cruciaal is voor het slagen van de communicatie en het inperken van de 14
epidemie. Zo zien we dat Guinea minder vertrouwen genoot bij zijn bevolking dan Sierra Leone en Liberia, het resultaat was dat Guinea een zeer harde aanpak verkoos waarbij ze de bevolking dwong tot bepaalde gedragingen. De aanpak van Guinea faalde, we vonden dat tegen het einde van 2014 de ratio van nieuwe gevallen in Guinea hoger was dan daarvoor. Daarentegen verliep het beheer van de epidemie, in samenwerking met de bevolking veel effectiever in Sierra Leone en Liberia (Petherick, 2015). Wat ook wordt aangetoond door de Ebola‐uitbraak is de impact die een epidemie kan hebben op een maatschappij. Zowel economische als sociale aspecten van de maatschappij in de getroffen landen worden aangetast. Zo zien we dat er een enorme daling is in het aantal vluchten naar West‐Afrika, dit heeft een invloed op hun economie omdat er minder inkomsten zijn van handel, toerisme en diensten (I. I. Bogoch et al., 2015; Poletto et al., 2014). Zeker in economisch fragiele landen kan dit een verwoestende impact hebben. Een ander aspect dat we ook zien in de West‐Afrikaanse getroffen landen is wat schrik kan doen met mensen, er heerst zoveel angst onder de bevolking dat ze zelfs denken dat Westerse dokters naar daar zijn gekomen om op hen te experimenteren i.p.v. te helpen. Het escaleerde op een moment zo erg dat zwaar gewapende jongeren WHO‐personeel begonnen aan te vallen (Petherick, 2015). Als er meer communicatie en informatie was geweest voor de bevolking had de angst nooit zo een grote proporties aangenomen.
15
6
METHODOLOGIE
6.1
CENTRALE VRAAGSTELLING EN DEELVRAGEN
In het empirische luik van deze paper zullen we bestuderen hoe jongeren het communicatiebeleid van de Belgische overheid en de ECDC bij Ebola evalueren. Onze centrale vraagstelling is dan ook:
‘Hoe ervaren en evalueren jongeren het communicatiebeleid van de Belgische overheid en de ECDC bij Ebola?’
Hierbij kijken we ook telkens naar de verschillende cruciale factoren nodig voor een geslaagde communicatie die ons in de literatuur aangereikt worden. Ook belangrijke stakeholders, zoals de media en hun berichtgeving zullen onderzocht worden. Om te onderzoeken of een communicatiebeleid al dan niet geslaagd is moeten we onderzoeken of de jongeren de overheid vertrouwen en de mate bekijken waarin ze denken dat de overheid eerlijke, transparante en tijdelijke informatie zal geven. We kijken ook naar een mogelijk verschil in de mate van vertrouwen tussen de ECDC/Europese instellingen en de Belgische overheid. Ook bestuderen we welke media ze gebruikt hebben en welke ze het meeste vertrouwen. Daarnaast onderzoeken we hun kennis‐ en informatieniveau over Ebola, een geslaagd communicatiebeleid wil immers een geïnformeerd publiek om boodschappen op los te laten. We zoeken ook een antwoord te vinden op de vraag wie de bevolking het liefste heeft als woordvoerder van crisisboodschappen, m.a.w. in welk soort woordvoerder hebben de jongeren vertrouwen. Als laatste onderzoeken we het angstniveau van de jongeren bij Ebola, als de communicatie immers geslaagd is mag de bevolking geen schrik meer hebben (zeker omdat de kans dat Ebola in België uitbreekt bijna nihil is). We kiezen voor de bevolkingsgroep jongeren omdat ze makkelijk aanspreekbaar zijn en we dus sneller eerlijke antwoorden verkrijgen. Ze zijn ook de generatie die hun mening het makkelijkste uit op allerlei fora en ze hebben ervaring met zowel klassieke als sociale media. Zij zijn vaak de groep die het meeste zijn mening geeft op sociale media als ze iets niet goed vinden, als anderen dit veel zien kunnen jongeren opinieleiders worden. Ervoor zorgen dat zij de overheid goed vertrouwen kan essentieel zijn voor het al dan niet slagen van het communicatiebeleid van de overheid. In de literatuur zijn jongeren nog niet als een aparte, belangrijke doelgroep onderzocht in het kader van crisiscommunicatie bij epidemieën. We stellen hier een hiaat in de literatuur vast en menen dat het een interessante aanvulling kan zijn op de reeds bestaande literatuur.
16
We bekijken al deze aspecten in het kader van de recente Ebola‐epidemie in West‐Afrika, hoewel zoals eerder al gezegd er geen crisis heerst in België en het enkel een risico inhoudt voor ons grondgebied, kan de perceptie bij jongeren toch enigszins anders zijn. Al deze verschillende deelvragen zullen onderzocht worden in onze empirische verwerking. 6.2
KWALITATIEF VOORONDERZOEK
6.2.1
Steekproef
Onze steekproef voor de diepte‐interviews bestaat uit acht jongeren, één journalist en drie personen van of geaffilieerd met de Belgische overheid (en de dienst volksgezondheid). De jongeren waren allemaal studenten van de hogeschool of universiteit, ze hadden de gemiddelde leeftijd van 21 jaar. De journalist was iemand die bij een hoogstaande krant werkt en vaak schrijft over topics rond gezondheid. Bij de respondenten van de overheid hadden we één iemand die werkt voor het crisiscentrum van België en twee andere personen die werken bij de dienst volksgezondheid en die betrokken zijn bij het beleid (o.a. van Ebola). 6.2.2
Opzet
Met dit kwalitatief vooronderzoek proberen we de belangrijke concepten voor doeltreffende communicatie die in de literatuur naar voor komen, te toetsen aan de mening van respondenten. We hebben gekozen voor diepte‐interviews omdat het ruimte geeft voor interactiviteit en een dieper inzicht kan bieden. Het laat de respondent toe om open en vrij te antwoorden op de vragen en er eventueel op uit te breiden. Diepte‐interviews zijn ook nuttig wanneer je nieuwe issues grondig wil verkennen zoals bij ons het geval is (Boyce & Neale, 2006). De belangrijkste groep van respondenten zijn hier de jongeren omdat hun antwoorden de basis zullen vormen voor het ontwikkelen van verwachtingen die we zullen testen in het kwantitatieve luik. In deze interviews zoeken we meer naar onderliggende factoren van gedrag en reactie. Hieruit kunnen we ook deels opmaken of het gehanteerde beleid wel goed wordt bevonden door de jongeren. Als het immers niet overeen komt met hun percepties en attitudes kunnen we aannemen dat het niet doeltreffend zal zijn. We zullen ook een paar personen van de Belgische overheid interviewen om te onderzoeken wat zij een geslaagd communicatiebeleid vinden en bestuderen of ze weten welke belangrijke factoren hiervoor nodig zijn. Als laatste interviewen we een journalist om te onderzoeken hoe die omgaat met berichtgeving rond epidemieën en in het bijzonder met berichtgeving rond Ebola.
17
6.2.3
Materiaal en procedure
Voor het afnemen van de diepte‐interviews hebben we geopteerd voor een semi‐gestructureerde opzet. Dit wil zeggen dat we een aantal vaste vragen en topics hebben verwerkt in een gespreksgids (zie bijlage 1‐ 3) maar dat er steeds plaats was voor bijvragen en uitbreidingen (DiCicco‐Bloom & Crabtree, 2006). Semi‐ gestructureerde interviews geven respondenten de vrijheid om hun visies in hun eigen termen te uiten (Cohen & Crabtree, 2006). De gespreksgids bestond uit drie onderdelen nl. een vragenlijst voor de jongeren, voor de media en voor de overheid met een aantal gelijkaardige en meer specifieke vragen. Algemeen was er een ‘free‐flow’‐principe waarin de respondenten vrijuit mochten spreken en vertellen. Na een antwoord werd even samenvattend geparafraseerd om te checken of we wel goed hadden begrepen wat de geïnterviewde wou zeggen. De analyse van de interviews is gebeurd aan de hand van het ‘sorteren’ van de antwoorden per belangrijk thema of deelvraag. 6.2.3.1
Interviews met jongeren
De interviews met de jongeren waren ‘face‐to‐face’ om zo interactie te maximaliseren. Een belangrijk voordeel van deze methode is dat men kan letten op de non‐verbale cues en dat de fysieke omgeving waarin de respondent zich bevindt kan gecontroleerd worden om zo afleidingen te minimaliseren. De gespreksgids start met drie algemene vragen om te zien of de terminologie van de respondent overeenstemt met degene die wij hanteren. De vragen zijn ‘wat is een epidemie ?’, ‘wat is een crisis en wat is een risico, is er een verschil?’ en als laatste ‘wat denkt u dat de impact kan zijn van een crisis op de verschillende aspecten van de maatschappij?’. Als deze vragen goed werden beantwoord konden we verder gaan, als de respondent de begrippen niet goed verstond werden deze verder uitgelegd zodat er geen verwarring zou zijn voor de rest van het gesprek. Na de initiële terminologie‐vragen gaan we dieper in op de verschillende aangereikte concepten uit de literatuur, nl. het vertrouwen in de overheid, hoe bekijken jongeren de eerlijkheid en transparantie van de overheid, wat vonden ze van de mediaberichtgeving, welke informatie hebben ze het liefst welke woordvoerder prefereren ze, hadden ze schrik van Ebola, wanneer wordt er het best gecommuniceerd en hoe zit het met hun vertrouwen t.o.v. Europa en de ECDC (voor de volledige vragenlijst zie bijlage 1). Op deze deelvragen werd doorgevraagd om een zo volledig mogelijk antwoord te krijgen. Het gesprek werd telkens opgenomen om het later te transcriberen en te analyseren. De gesprekken duurden een dertigtal minuten tot een uur (transcripts zie bijlage 4) 6.2.3.2
Interview met media
Ook bij de interviews met de media maakten we gebruik van een semi‐gestructureerde gespreksgids. Hier hebben we geopteerd voor een telefonisch interview vanwege de toegankelijkheid, mensen zijn eerder 18
geneigd even te bellen dan in te gaan op een ‘face‐to‐face’ interview. Er zijn natuurlijk wel een aantal nadelen bij een telefonisch interview, nl. een groot deel van de non‐verbale communicatie valt weg, je ziet niet wat de respondent aan het doen is en in welke omgeving hij/zij zich bevindt. Bovendien is de kans op misinterpretatie groter (Van der Lugt, 2009). De gespreksgids van de media begint met dezelfde ‘terminologie‐vragen’ als die van de bevolking, nl. ‘wat is een epidemie ?’, ‘wat verstaat u onder een crisis en een risico, is er een verschil?’ en ‘wat denkt u dat de impact kan zijn van een crisis op de verschillende aspecten van de maatschappij?. Als er over de terminologie geen onduidelijkheid meer bestond, werd verder gegaan met een aantal meer specifieke vragen, nl. wat meenden zij dat hun rol moet zijn bij de communicatie van epidemieën (in dit geval Ebola), hoe zij de overheid zien, als partner of niet, of ze weten dat hun verslaggeving en de manier waarop ze een verhaal framen een impact kan hebben op de bevolking, welke doelstellingen zij hebben bij hun berichtgeving en als laatste hoe ze de verslaggeving over Ebola evalueren (voor de volledige vragenlijst zie bijlage 2). Er moet opgemerkt worden dat een diepte‐interview met een journalist minder informeel verloopt dan met een jongere en dat de journalist meer zal uitweiden over zaken waar hij/zij meer over weet. Dit kan zeer interessant zijn om nieuwe zaken te ontdekken, maar kan ook leiden naar ‘off‐topic’ onderwerpen. Men moet dus pogen een evenwicht te vinden tussen de ‘free flow’ van het interview en vinden van antwoorden op vooropgestelde vragen. Het interview werd opgenomen om later te transcriberen en te analyseren. Het interview met iemand van de media duurde ongeveer een dertigtal minuten (transcript zie bijlage 5). 6.2.3.3
Interviews met de overheid
We gebruikten ook hier een semi‐gestructureerde interviewvorm. Deze interviews gebeurden ook telefonisch en hoewel dit voordelen heeft, heeft dit ook nadelen zoals hierboven reeds besproken (cfr. Supra). De gespreksgids van de overheid start ook met de drie ‘terminologie‐vragen’. Het voordeel van deze vragen te stellen aan experts van crisis‐en risicocommunicatie is dat we extra informatie kunnen krijgen. Daarna werden een aantal specifieke vragen gesteld zoals, hoe zien zij de timing van de communicatie bij een epidemie (erkennen ze de drie verschillende fasen), wie zien zij als de belangrijkste stakeholders en hoe gaan ze met hen om (nadruk op bevolking en media), hoe werken ze samen met de EU/ECDC, welke ‘key concepts’ zij belangrijk vinden in de communicatie bij epidemieën en als laatste hoe zij het huidige communicatiebeleid bij Ebola evalueren (voor de volledige vragenlijst zie bijlage 3). Een belangrijke opmerking die we bij het interviewen van beleidsmakers moeten maken is dat we hier te maken hebben met een elite interview. Dit soort interview kan een aantal nadelen hebben doordat er 19
verschillende problemen kunnen opkomen (Morris, 2009), zo kunnen elites de neiging hebben om het interview naar zich te trekken en de manier van bevraging te controleren. We moeten ons ervan bewust zijn dat elites, in ons geval de beleidsmakers, vaak zullen antwoorden op een goed overwogen en voorzichtige manier. We moeten ervoor oppassen dat het interview geen promotiecampagne wordt van hun beleid. De gesprekken werden opgenomen om later te transcriberen en te analyseren. De interviews duurden ongeveer een uur (transcript zie bijlage 6). 6.2.4
Resultaten
We zullen de resultaten van de interviews per groep bespreken. 6.2.4.1
Interviews met de bevolking
We zullen de resultaten onderverdelen per belangrijk thema van het onderzoek. Vertrekkend van deze resultaten formuleren we telkens een verwachting die we zullen testen in ons kwantitatief onderzoek. We werken aan de hand van quotes om conclusies te verduidelijken. Het vertrouwen in de nationale overheid Vertrouwen is de basis om te zorgen dat een bevolking meewerkt en luistert naar de overheid. Zonder vertrouwen kan er onnodige paniek zijn en zal de bevolking de boodschappen van de overheid wantrouwen, wat een doeltreffende communicatie (en ook inperking van een epidemie) kan verhinderen. Om te onderzoeken of onze respondenten de Belgische overheid vertrouwden stelden we hen de vraag: ‘heb jij vertrouwen in de overheid (dat ze een epidemie aan kunnen pakken). We zetten even enkele quotes op een rijtje. Er zijn een paar respondenten die twijfelen of de overheid wel zou kunnen omgaan met een epidemie waarbij ze ook de reputatie van de overheid vermelden die ze niet altijd als positief evalueren. Zo zegt één studente: “Maar ik denk wel dat er ruimte is voor verbetering bij onze overheden… ik misschien niet zoveel vertrouwen heb, maar om echt te zeggen nee ik heb absoluut geen vertrouwen…Maar er zijn wel dingen die zeker beter kunnen… ik weet het eigenlijk niet zo…Het is ook reputatie hé, dat ze zo graag flateren… Maar ik zou mijn hand niet durven in het vuur steken dat het allemaal vlekkeloos zou gaan.” Een andere verwoord het dan weer zo: “eerlijk? ik twijfel... Eigenlijk enkel omdat dat komt gewoon voort uit het feit dat onze regering, nog nooit getoond heeft dat ze vrij stabiel zijn” Iemand anders vermeldt dat ze meer vertrouwen zou hebben in Europa om om te gaan met een epidemie: “Ik denk dat in een crisis Europa het voortouw gaat moeten nemen want ik denk als België het moet doen dat het te laat gaat gebeuren, denk ik.”
20
Sommige van onze respondenten zijn dan weer wel (voorzichtig) positief en tonen aan dat ze toch vertrouwen hebben in de Belgische overheid. Eén van de respondenten zegt: “…Misschien in het begin een beetje chaotisch zoals België altijd, maar op den duur zal dat wel goed komen denk ik” Een ander zegt: “..ik denk wel dat dat wel vrij goed zou meevallen” Er is één respondent die voluit positief antwoord op de vraag: “ja eigenlijk wel. Met de huidige regering ja.”
Van onze acht respondenten is maar één iemand die aangeeft volledig vertrouwen te hebben in de overheid en zijn competentie in het omgaan met een mogelijke uitbraak van een epidemie. Voor de rest stellen we vast dat respondenten voorzichtig zijn in het geven van vertrouwen en dat het vaak afhangt van bepaalde factoren waar de overheid aan moet voldoen. Daarnaast kunnen we ook opmerken dat de overheid niet altijd de beste reputatie heeft bij de respondenten. We verwachten dan ook dat de respondenten van de survey hun vertrouwen in de Belgische overheid eerder laag zal zijn. Het vertrouwen dat de overheid transparant is geweest in zijn informatie over Ebola. Uit de literatuur blijkt dat mensen die geloven dat de overheid transparant zal zijn ook meer vertrouwen hebben. Ook het omgekeerde geldt, transparantie in het geven van informatie leidt tot meer vertrouwen. Aangezien vertrouwen essentieel is voor een doeltreffende communicatie, waarbij transparantie belangrijk is, ondervragen we dit aspect bij onze respondenten. Om dit te onderzoeken hebben we onze respondenten de vraag gesteld: ‘Denk je dat de Belgische overheid transparant is geweest in het geven van informatie over Ebola, dat ze alle informatie hebben gegeven’. Ook hier vinden we geen uitermate positieve antwoorden, dit wil zeggen dat onze respondenten toch niet het volle vertrouwen hadden dat de overheid transparant was geweest in het geven van informatie of dat ze vonden dat de overheid te weinig informatie heeft gegeven. Er zijn respondenten die denken dat overheid waarschijnlijk wel alles heeft gezegd, maar er is toch nog een beetje achterdocht of twijfel in hun antwoorden: “.. ik denk dat je altijd zowel een beetje achterdochtig moet zijn, maar ik heb er over het algemeen wel vertrouwen in…” “Ja ik denk dat wel. Omdat het over iets serieus gaat dus niet het is echt wel gevaarlijk dus dan ik echt wel dat ze eerder, het meest over zeggen en eerlijk zijn…”
Een andere respondent vertelt ons dat ze inderdaad denkt dat de overheid dingen kan achterhouden maar dat dit zo is om geen onnodige paniek te zaaien en dat zij deze houding ook de beste vindt: 21
“..Dus ik denk ook wel dat ze in het begin gezegd hebben van we gaan dat een beetje, ja, beperken, ik noem dat niet graag liegen. Maar voor ieder zijn beste, beste wil eigenlijk. Het is ook niet goed om direct alles te gaan doorgeven denk ik.” Dan zijn er respondenten die niet geloven dat de overheid eerlijk zal zijn t.o.v. hen. “…Ik denk niet dat ze alles zouden vertellen of laten meedelen of, dus op dat vlak heb ik niet zo veel vertrouwen erin…” “Een overheid die dingen achterhoudt dat kan niet hé. Ik denk dat er altijd in alle situaties wel dingen worden achtergehouden. Altijd. Sowieso…”
We kunnen besluiten dat de meningen wat verdeeld zijn, toch kunnen we opmerken dat de meeste respondenten twijfelen. We verwachten dus voor onze survey dat respondenten een matig vertrouwen zullen hebben in de transparantie van de overheidsinformatie omtrent Ebola. Vertrouwen, eerlijkheid, onzekerheid Of men de overheid kan vertrouwen is inherent verbonden aan de mate waarin de bevolking denkt dat de overheid eerlijk communiceert en of ze ook onzekerheden zullen meedelen. Dit blijkt ook uit onze literatuur, we zagen immers dat mensen hun vertrouwen in de overheid groter was als deze eerlijk was en ook vermeldde als ze het niet wist. We vragen aan onze respondenten of ze dezelfde gedachtegang volgen. We stellen de vraag: ‘Wil je dat de overheid eerlijk communiceert? Wil je enkele zekere of ook onzekere informatie horen? Welke invloed heeft dit op je vertrouwen in de overheid?’ Over eerlijkheid waren de respondenten allemaal eens, een overheid moet zo eerlijk mogelijk zijn wil ze geen wantrouwen creëren bij de bevolking. “ze moeten eerlijk zijn over hoe de situatie eraan toegaat” “als ze altijd eerlijk zijn? dan zou ik er zeker meer vertrouwen in hebben” “Ja ik denk iets eerlijk zeggen van kijk we weten het nog niet maar we zijn er mee bezig, vertrouw ik beter” “..ik zou het wel eerlijk communicatie verkiezen boven dingen verdoezelen of verzwijgen” “Ja ik zou dat wel willen, zelfs al is het heel ernstig en met heel veel doden, ik zou dat gewoon willen weten” Over onzekerheid waren de meningen minder uitgesproken en eerder verdeeld. Sommigen vonden dat onzekere informatie niet of slechts zeer beperkt moest meegedeeld worden aan de bevolking, hoewel ze vonden dat onzekerheid op zich soms wel mocht toegegeven worden. 22
“…Ik denk dat als het niet zeker is, het niet zeggen…” “Goh ze mogen wel zeggen van we denken dit maar we zijn het niet zeker, maar het moet dan wel zo beperkt zijn dan moet er zo niet een muur van informatie op u afkomen denk ik” Sommigen vonden dan weer wel dat onzekere informatie mocht gegeven worden. “En zou je ook onzekere informatie willen weten? Ja eigenlijk wel maar dan moet het er ook wel duidelijk bij vermeld staan dat het onzeker is.” “…we zijn praktisch zeker dat het dat is, bijna zeker zo. Zo de andere opties overwegen we eigenlijk niet meer, we denken dat het dat is, dat vertrouw ik veel minder dan dat iemand zegt we weten het nog niet…” “…ik zou persoonlijk alles willen weten” De evaluatie van het communicatiebeleid van de overheid bij Ebola Dit is ook onze centrale vraag en we hebben ze gesteld als één van de laatste vragen op het interview, zo konden de respondenten eerst nadenken over alle belangrijke aspecten van een doeltreffende communicatie alvorens een besluit te formuleren. We constateren dat de respondenten het communicatiebeleid van de overheid bij Ebola maar matig vinden. We zien in de antwoorden van de respondenten dat er vaak niet genoeg informatie werd gegeven en het communicatiebeleid dus maar matig werd geëvalueerd hoewel sommigen ook erkenden dat dit misschien een bewuste strategie was van de overheid omdat de dreiging voor ons grondgebied niet groot was. Vraag: ‘Hoe zou jij het communicatiebeleid van de overheid omtrent Ebola nu evalueren? “(pauze), (zucht) matig” “…ik moet zeggen ik heb meer uit de media, geïnformeerd geweest, dan via de overheid. Maar misschien ook omdat de dreiging niet zo risicovol was dat er hier een epidemie ging uitbreken, misschien daarom dat de overheid daar niet zo in geuren en kleuren een verhaaltje heeft naar buiten gebracht.” “Matig. Ze waren goed begonnen maar niet zo denderend geëindigd dan.” “Vroeger beginnen en ik vond dat ze in het begin misschien iets te weinig informatie hebben gegeven, het feit dat ik moest zoeken via sites om er te komen wat moest gebeuren in België, vond ik al te laat, ze hadden al gewoon in het begin gewoon bij elk artikel dat er van Ebola verscheen een site of telefoonnummer moeten plaatsen.” Er was ook één respondent die aangaf dat de overheid het toch goed heeft gedaan. 23
“…Ja ik vind dat wel over het algemeen dat ze het goed gedaan hebben.” Op basis van deze gegevens verwachten we voor onze survey dat het communicatiebeleid van de Belgische overheid eerder matig zal geëvalueerd worden. Het vertrouwen in de Europese overheid t.o.v. het vertrouwen in de Belgische overheid. Zowel de Europese als de Belgische instellingen spelen een belangrijk rol in communiceren bij epidemieën, zeker omdat een epidemie zelden binnen landsgrenzen blijft. Europese richtlijnen zijn belangrijk in dergelijke situaties, het is daarna aan de lokale overheden om de deze toe te passen op een goede en beredeneerde manier. Vandaar dat het belangrijk is om te onderzoeken hoe het gesteld is met het vertrouwen in de Europese instellingen en of dit groter of kleiner is dan in de Belgische overheid. Meer vertrouwen in Europa zou immers kunnen duiden op het feit dat respondenten liever hebben dat het beleid gecentraliseerd vanuit de EU zou uitgevoerd worden. Meer vertrouwen in Europa betekent ook een betere evaluatie van het Europees beleid naar de bevolking. We stellen de vraag: ‘Heb je vertrouwen in de Europese instellingen en is dit vertrouwen groter, gelijk aan of kleiner dan in de Belgische overheid?’ De meerderheid van de respondenten geeft in hun antwoorden aan dat ze Europese instellingen vertrouwen en dat dit vertrouwen vaak groter is dan in de Belgische instellingen. “ja. Denk eigenlijk hoe groter dat je dat aanpakt, hoe beter… denk als Europa daar overkoepelende beslissingen over neemt dat dat veel effectievere oplossingen kan bieden dan elk land apart” “…daar (Europese instellingen) heb ik daar wel meer vertrouwen in” “das gewoon een gevoel ma vanuit Europa heb ik daar wel meer vertrouwen in” “…Maar ik zou algemeen toch eerder Europese instellingen zeggen dan, omdat die hebben toch meer middelen en maatregelen dan België…” “…Dan heb ik er (Europese instellingen) wel meer vertrouwen in..” “Ik denk toch wel in de eerste plaats Europees omdat we denk ik als bevolking daar toch wel ergens zeker van weten dat er daar een zekere controle op zit…” “Meer in de Europese als ik erover nadenk, ik denk dat er daar meer kan gebeurd worden, gewoon omdat ik vind dat in ons land, de Federale overheid een soep is.” Er zijn ook twee respondenten die toch liever een lokale aanpak hebben omdat ze denken dat België meer voor België zal zorgen en dat anders ons land ‘verdwijnt’ in de ‘grote EU’. 24
“Nationaal dan toch wel. Want dat is ook dichter bij ons betrokken hé..” “… stel dat de epidemie in België zou zijn zou ik dat liever van België hebben.. België zal er sowieso beter voor kijken als het in België zelf is” We mogen dus concluderen dat over het algemeen de Europese instellingen meer vertrouwen genieten dan de Belgische, dit is dan ook een verwachting die we zullen testen a.d.h.v. onze survey. Kennis over de ECDC De ECDC is ook centraal in onze vraagstelling omdat het deze instelling is die over enorm veel informatie beschikt en deze bij epidemieën ter beschikking stelt van de verschillende nationale overheden. Ze hebben ook een aantal algemene richtlijnen uitgeschreven die de overheden kunnen volgen voor een goed communicatiebeleid. Als hun doelstellingen zijn bereikt en we dus een geïnformeerd publiek hebben met een groot vertrouwen in de Europese overheid, maar ook in de lokale overheid, kunnen we stellen dat de communicatie geslaagd is. Alles wat geldt voor de Belgische overheid om te slagen, in hoeverre dat zij de richtlijnen volgen, geldt ook voor het slagen van het beleid van de ECDC bij jongeren. De ECDC zal zijn communicatie dus onvermijdelijk via de Belgische overheid moeten voeren. Maar aangezien jongeren aangeven dat ze meer vertrouwen hebben in Europa dan in België zou het misschien beter zijn dat ECDC een meer leidende rol neemt in de communicatie bij epidemieën zodat zij ook de eerste informatiebron worden voor zowel de bevolking als de overheid. Alvorens we kunnen besluiten of hun beleid al dan niet geslaagd is, bekijken we eerst of onze respondenten wel weten waarvoor de ECDC staat. We stellen de vraag: ‘Kent u de ECDC of weet u waarvoor het staat of wat het doet?’. Buiten 1 respondent wist niemand waarvoor de ECDC stond. Dit is natuurlijk problematisch omdat de ECDC een centrale rol kan spelen in het communicatiebeleid bij epidemieën, zeker omdat respondenten aangeven dat ze Europese instellingen meer vertrouwen. Hier wringt dus het schoentje. We verwachten dan ook op basis van deze resultaten dat de meeste van de respondenten van de survey ook niet weten waarvoor de ECDC staat of wat het doet. Het vertrouwen in woordvoerders Woordvoerders zijn het gezicht van een communicatieboodschap, of de bevolking die boodschap vertrouwt en aanneemt zal inherent samenhangen met de geloofwaardigheid van de woordvoerder. De bevolking moet de woordvoerder m.a.w. vertrouwen, wil ze de verkondigde boodschap vertrouwen. Uit de literatuur is gebleken dat experts en wetenschappers de voorkeur genieten bij de bevolking en dat politici de minst betrouwbare woordvoerders zijn. Om deze hypothese te testen vroegen we aan onze respondenten welke woordvoerder zij het meeste vertrouwden.
25
We vragen: ‘Welke woordvoerder vindt u dat de uitleg moet geven over een epidemie: politici, opinieleiders, beleidsmakers, journalisten of wetenschappers/experts?’ We zien dat de antwoorden bijna unaniem zijn. De meeste prefereren een wetenschapper of expert met een autoriteit op het gebied waarover hij spreekt. “Ik denk een expert… ze gaan daar meer geloof aan hechten, ik denk dat ze van een politieker eerder zullen zeggen van als hij iets positief zegt hij wil meer stemmen bij het volk, verkiezingen…” “Geen politici, ik zou liever wel hebben dat er een wetenschapper, expert dat doet, iemand die ook los staat van beïnvloeding van zijn politieke partij… meer vertrouwen in een wetenschapper die dat komt zeggen.” “Ik denk dat wetenschappers wel het logische zou zijn, want ze hebben er wel verstand van ook en ik denk dat mensen ook sneller overtuigd gaan zijn als ze weten het is iemand die er mee bezig is en die echt gewoon alles begrijpt dan bijvoorbeeld een of andere politicus dat doen… ik denk vooral als je weet dat er iemand is die er meer kennis over heeft dat dat sowieso ook meer vertrouwen uitstraalt” “…maar ik heb toch liever dat daar een arts staat of een professor in infectieziekten of zoiets… Ik denk dat ik daar meer vertrouwen in heb” We concluderen dat al onze respondenten liever een expert of wetenschapper zien als woordvoerder, we verwachten dan ook dat dit resultaat zal bevestigd worden door de respondenten van de survey. Vertrouwen in sociale en traditionele media Media zijn een belangrijke stakeholder voor de overheid in het doeltreffend communiceren met de bevolking, zij zijn immers degene die de boodschap naar het publiek brengen. Hoe de media omgaan met deze boodschap en hoe ze deze verwoorden zal bepalend zijn voor de reactie van de bevolking. Zoals we in het theoretisch luik besloten, is het gebruik van enkel traditionele media meer in de lijn van de traditionele, éénzijdige‐communicatie invalshoek van crisiscommunicatie. Sociale media passen dan weer perfect in de meer moderne benadering waar tweezijdige communicatie met een nadruk op dialoog en interactie de voorkeur geniet. Idealiter gebruikt een overheid de beide soorten media om zo goed mogelijk alle doelgroepen te bereiken. Maar genieten die beide media wel evenveel aanzien bij onze jongeren, m.a.w. vertrouwen ze evenveel de informatie van traditionele media als van sociale media. Om dit te onderzoeken stelden we hen de vraag: ‘Via welke media moet er gecommuniceerd worden, traditioneel of sociaal? Welke vertrouw jij het meest?’ We zien dat vele respondenten vinden dat ze informatie van traditionele media meer kunnen vertrouwen dan die op sociale media, ze verkiezen dan ook vaak traditionele media voor het overbrengen van crisisboodschappen. 26
“…televisie en krant en … ook internet… Maar ik denk dat er met het internet wel moet opgepast worden omdat er vaak foute informaties opstaat, dus dan zou het wel op sites moeten staan waarvan dat men kan garanderen dat het altijd de waarheid is …” “Ik denk dat tv nog altijd het makkelijkste is eigenlijk… maar ik zou dan direct iets hebben van dak het niet direct kan geloven op Facebook” “Ik zou krant, televisie kiezen… want als dat op sociale websites terecht komt gaat dat verkeerd geïnterpreteerd worden en denk niet dat dat zo’n goed idee is. Ik denk vooral als je het op televisie doet kan iedereen het op dezelfde manier bekijken maar als je het op sociale media doet dan wordt dat meestal zo’n beetje bewerkt en ik weet niet, dat is zo niet echt te vertrouwen vind ik.” “Ik vertrouw het journaal vrij goed dus als dat daar op komt dan neem ik dat wel aan. Ja, internet zou ik een beetje vermijden, ik vind dat daar nog al wat prul op wordt gesmeten en eender wie kan daar maar zijn zegje doen en dan ja dan is er te veel informatie ook… En te veel informatie die niet waar is ook.” Toch zijn er ook een aantal respondenten die erkennen dat best een combinatie van de twee wordt gebruikt om er zo voor te zorgen dat elke bevolkingsgroep de boodschap ontvangt. “Ik denk voor, het is te zien voor welk deel van de bevolking dat je wil aanspreken want als dat meer die jongeren is, gaat dat denk ik logischer zijn om het dan sociaal te delen, maar als het dan oudere mensen die risico lopen denk ik dat het vooral televisie, radio, krant zou moeten zijn…” “Sowieso via televisie denk ik want dat gaan veel mensen bekijken, dan zou ik sowieso ook via het internet, gewoon alle media dat vandaag worden toegepast...” “…Maar voor de oudere mensen mogen we klassieke media zeker niet uit het oog verliezen, maar toch ook wel op die nieuwe media inspelen” Er is zelfs een respondent die de voorkeur geeft aan sociale media om zo kritischer te kunne zijn t.o.v. de boodschappen van de traditionele media. “…want zo niet gewoon het beeld dat de media opvoert, maar dan ook eens de andere kant checken, van klopt da eigenlijk wel? denk misschien bij jongeren dat je misschien met sociale media wel ver kunt geraken…” Algemeen kunnen we stellen dat onze respondenten informatie uit traditionele media meer vertrouwen dan uit sociale media. Ook vinden ze dat de overheid best via deze traditionele kanalen hun crisisboodschappen verspreidt. Deze verwachtingen zullen we ook testen a.d.h.v. onze survey
27
De door jongeren gebruikte media voor het zoeken naar informatie over Ebola Ook al gaven de door ons ondervraagde jongeren aan dat ze meer vertrouwen stellen in informatie van traditionele, stellen we ons toch de vraag welke zij nu werkelijk gebruikt hebben om zich te informeren over Ebola. Als de jongeren meer internet en sociale media zouden gebruikt hebben om zich te laten informeren betekent dit dat er een kloof is tussen wat ze denken dat de meest betrouwbare bron is en wat ze zelf effectief gebruiken. Om dit te onderzoeken stelden we de vraag: ‘welke media gebruikte u zelf het meest om u over Ebola te informeren?’ We zien dat sommige respondenten het internet en zelfs sociale media gebruiken om zich te informeren over Ebola of om het ‘Ebola‐verhaal’ op te volgen. “ik denk via... ja waarschijnlijk via Facebook…” “Als ik iets las over Ebola was dat eigenlijk veelal op Facebook, artikels van de redactie, de standaard die gedeeld werden. Op Twitter eigenlijk van hetzelfde die zo gedeeld werden en dan zo een titel waar ik eens naar doorklikte..” “Ja, via google gewoon en dan kijken naar wetenschappelijke websites…” “Sites, maar nieuwssites eigenlijk. … Wikipedia en zo opgezocht gewoon op internet op google van Ebola en dan artikels.” Anderen gebruiken dan weer traditionele media met aanvullend eventueel internet. “…televisie en ondersteunend internet” “Vooral nationaal nieuws… Soms ook wel eens het internet…” “Ja, Via internet en vooral via het nieuws…” Uit deze quotes kunnen we opmaken dat respondenten toch vaker internet zullen gebruiken als bron van informatie, zeker als ze zich verder willen informeren over het onderwerp, we zullen dit dan ook testen in ons kwantitatief luik. De verslaggeving van de media over Ebola Hoe de media een verhaal vertellen kan een enorme impact hebben op de bevolking. Als de media objectieve informatie geven kan dit geruststellend werken, bij een meer sensationele berichtgeving kan dit echter paniek veroorzaken. De media zal ook de belangrijkste bron van informatie zijn voor de bevolking, het is dan ook van primordiaal belang dat zij informerend berichtgeven. De informatie moet nuttig, makkelijk verstaanbaar en objectief zijn, willen we een geïnformeerd en kalm publiek hebben.
28
In onze interviews vragen we dan ook hoe respondenten de berichtgeving van de media bij Ebola ervaren en evalueren. We stellen de vraag: ‘Hoe heb je de verslaggeving van de media ervaren bij Ebola?’ Vaak werd er aangegeven dat het soms iets te veel op sensatie was gericht en dat de informatie te veel omschrijvend was (waar, hoeveel gevallen) maar nooit ‘to‐the‐point’ (Wat is Ebola juist, welke symptomen gaan ermee gepaard). Ook vonden respondenten dat ze te weinig informatie uit de gewone media hebben gehaald maar dat ze vaak op hun eigen waren aangewezen om verder te zoeken naar informatie. “Ergens misschien een beetje chaotisch… een beetje op sensatie gericht… en eigenlijk heel weinig objectieve informatie” “ik vond ook soms een beetje opgeblazen omdat uiteindelijk nu hoor je er bijna niets meer over…” “het ging continu over zoveel doden, allemaal informatie over het aantal mensen die daar geïnfecteerd waren, maar wel niet precies over dat het besmettelijk was en dodelijk en zoveel dagen… ik vond dat niet genoeg informatie” “…Want, ja soms begin het wat op een cowboyverhaal ook te lijken hé, zo echt gewoon puur de feiten, dat is nog een idee..” “…Ik las der wel in dat er voor België een dreiging was, ma ik las der ook niet in van morgen gaat het hier zijn” “…maar ik denk mensen… die zich daarin interesseren, voor hun een beetje weinig is…” Op basis van deze resultaten formuleren we de verwachting dat de verslaggeving van de media eerder matig beoordeeld zal worden. Aan de hand van de resultaten van de survey zullen we kijken of deze verwachting kan bevestigd worden. Ebola We hebben verschillende vragen aan onze respondenten gesteld over Ebola, ook een aantal specifieke vragen, nl. of ze schrik hadden, of ze wisten wat Ebola juist is (hun kennisniveau) en als laatste of ze vonden dat ze voldoende geïnformeerd waren (hun informatieniveau). Deze vragen zijn belangrijk omdat, als we een geslaagde overheidscommunicatie wensen te hebben, de jongeren geen schrik mogen hebben, voldoende geïnformeerd moeten zijn en dus weten wat Ebola juist is. Als jongeren op ‘hun honger’ blijven zitten op vlak van informatie wil dit ook zeggen dat overheid niet voldoende gecommuniceerd heeft. We bekijken eerst of respondenten schrik hebben van Ebola, dit doen we a.d.h.v. de vraag: ‘Hoe ervaart u de uitbraak van Ebola, heeft u schrik of niet?’. We vinden dat de meeste respondenten geen schrik hebben en als ze schrik hadden dat dit enkel tijdelijk was.
29
“In het begin in paniek totdat ik wist dat het niet in Europa zou kunnen bestaan omdat Europa veel kordater zou reageren en dan was eigenlijk die paniek weg.” “…schrik totdat ik wist moest het in Europa zijn dat het dan niet zo erg zou zijn, totdat ik via het opzoeken, via via dat ik dat tegenkwam” “Nee. Ik heb geen schrik nee, ja want dat is zo ver weg en dat is zo een ziekte die echt al op extreem onhygiënische manieren moet doorgegeven worden. Ik denk dat dat hier nooit niet zou grote proporties gaan aannemen…” “Ik heb totaal, ik had zowel geen schrik omdat ik dacht het is redelijk ver…” “Nee, ik had geen schrik.” “ik vond dat bedreigend… Wat ik wel had in september had ik op de tram gezeten, aan onze kust en daar begon er iemand tegen mij te praten ma hij sprak Engels en na tien minuten of een kwartier praten liet hij vallen dat hij een week terug was geloof uit Guinea en toen was dat daar net super hard aan het broeien, en ik moet zeggen toen had ik echt zo van, allé zijde niet zo beschaamd om da te zeggen? Zo efkes voor u plezier naar ginder gaan, wie weet hoeveel mensen besmetten, of wie weet naar hier brengen, allé dan, dan had ik wel zoiets van, ja, dan voelde ik echt wel die dreiging van Ebola, ja.” “ik, toen dat in het begin dat hoorde, ik vond dat heel erg… ik heb nooit echt schrik gehad”. “ik had geen schrik omdat ik weet dat er heel weinig gevallen bekend zijn in België” Als we dan vragen aan onze respondenten of ze exact weten wat Ebola is, of welke symptomen erbij horen blijven ze ons het antwoord vaak schuldig. Vaak vonden ze ook dat ze liever wat meer hadden geweten over Ebola. Ze hebben zelf veel opgezocht omdat uit de media te weinig informatie kwam. We onderzoeken dit a.d.h.v. de vragen: ‘Weet je wat Ebola juist is en welke symptomen erbij voorkomen?’ en ‘Vind je dat je nu voldoende geïnformeerd bent over wat je zou moeten doen als Ebola in België zou uitbreken?’ “Nee, omdat er heel vaak informatie wordt gegeven over de plaatsen waar Ebola uitbreekt… Maar meer informatie is daar ook niet over gegeven… alles wat je hoort en ziet en leest over Ebola blijft vrij algemeen” “ik weet waar doordat het kan overgedragen worden denk ik, de grote richtlijnen, niet precies, maar ik zou niet goed weten hoe dak daar echt mee moe omgaan… ik weet wel, dat je geen contact 30
moogt hebben met die mensen, vooral fysiek dan, of, of speeksel of da lichaamsvocht, of aanrakingen” “eerlijk gezegd niet nee” “Nee. Ik zou begod niet weten, nee. Dat vind ik dat ze niet zo goed informeren eigenlijk, ik zou eigenlijk totaal niet weten wat er gevaarlijk zou zijn en wat niet” “Eigenlijk niet, omdat ik er zelf ook niet echt iets over heb opgezocht” “Nee dat niet. Nee moest dat echt een kans bestaan zou ik niet het gevoel hebben dat ik al weet wat ik moet doen, ook omdat die kranten vooral op sensatie gericht zijn, maar zo echt de daadwerkelijke aanpak nee, totaal niet.” 6.2.4.2
Interview met de media
Zoals we reeds hierboven zeiden, zullen we bij de media vragen wat zij dachten dat hun rol zou moeten zijn bij de verslaggeving van epidemieën, hoe zij staan t.o.v. de overheid, of ze weten wat voor een impact hun verslaggeving heeft op de bevolking en hoe ze de verslaggeving over Ebola evalueren. Wat zijn de doelstellingen van hun verslaggeving? We moeten wel onmiddellijk opmerken dat we maar met één journalist hebben gesproken dus dat dit enkel een kleine schets is van de journalistieke ethiek bij het rapporteren van epidemie‐informatie, de resultaten mogen dus absoluut niet veralgemeend worden. We zullen de resultaten per vraag apart bespreken. Impact verslaggeving op de bevolking Zoals al eerder gezegd kan de verslaggeving van de media, hoe zij een verhaal vertellen een grote invloed hebben op de bevolking. We stellen de ondervraagde journalist dan ook de vraag of zij hiervan bewust was. We zien aan haar antwoord dat ze hiervan enorm bewust is. Ze houdt rekening met het versterkende effect dat de media kan hebben en dat er altijd een afweging moet gemaakt worden tussen het verder informeren en eventueel alarmeren of het relativeren. Onze journalist verwoordt het zo: “Ja dat is zo hé, omdat ik denk dat op het moment dat je over iets bericht, krijgen, heeft sowieso een versterkend effect voor zowel de positieve als negatieve richting, dat is denk ik ook een afweging die wij telkens maken, gaan we nu nog verder aan de alarm bel trekken of moeten we nu juist wat relativeren om de gemoederen wat te bedaren en het niet kunstmatig olie op het vuur te gooien, anderzijds vinden we ook dat het onze taak is om te zeggen waar het op staat om, om de mensen bewust te maken van wat er aan de hand is, en soms zijn dat nu eenmaal geen geruststellende 31
berichten. Maar of dat je daarmee een crisis versterkt of niet mag eigenlijk niet de eerste bezorgdheid zijn, maar de eerste bezorgdheid moet zijn, klopt het wat je schrijft en is het in verhouding met de situatie die zich voordoet.” Dit is een perfect antwoord, idealiter zouden alle journalisten op deze vraag op dezelfde manier moeten antwoorden. We kunnen natuurlijk geen echte conclusies trekken omdat we maar met één journalist hebben gesproken, maar het is toch al een goede indicatie voor het feit dat journalisten rekening houden met de impact van hun berichtgeving. De rol van de media De media spelen een heel belangrijke rol in het communicatiebeleid van de overheid, via hen zal de overheid de bevolking proberen te bereiken. De overheid houdt dus de media beter als partner. Maar wat denkt een journalist daarover? Zien zij de overheid ook als een partner, waar ze informatie aan kunnen vragen en mee samenwerken, of zien ze zichzelf eerder als een ‘watchdog’ die moet letten op de overheid. Zullen ze eerder kritiek geven op de overheid of zullen ze zich in dienst stellen van de overheid bij diens communicatie? Op al deze vragen proberen we een antwoord te vinden. De journalist formuleert het zo: “In ieder geval geen overheidscommunicatie, dat is na het treinongeluk in Wetteren even geopperd, dat de media sterker moeten communiceren van wat de overheid hen zegt. Daar ben ik het helemaal niet mee eens. Omdat ik denk dat, de media daar een heel andere rol in hebben dan de overheid en ik denk ook trouwens dat het zeker niet zo is dat de overheid het altijd relativeert en de media het opkloppen, dus ik denk dat we daar een onafhankelijke positie moeten hebben. Bijvoorbeeld wat Ebola betreft, een heel sprekend voorbeeld, het is ‘an sich’ is het onzin om een entry screening, dus een screening van de passagiers die uit West-Afrika komen op de luchthaven , om hen te screenen, dat is objectief, wetenschappelijk gezien, kwatsch, en toch heeft de overheid dat ingevoerd, dus dat was een maatregel die de overheid heeft genomen om de gemoederen te bedaren, om tegemoet te komen aan de vraag van de bevolking en van de maatschappij…, daar hebben wij ook wel een punt van gemaakt dat het eigenlijk onbenullig is, dus wij hebben eigenlijk sterker gerelativeerd dan de overheid, dus in die zin denk ik dat het belangrijk is dat wij een onafhankelijke positie innemen…” “… soms is het dat de overheid te laks reageert en soms is het dat de overheid te hard de onderbuik van de maatschappij volgt, om het zo maar te zeggen of van bepaalde drukkingsgroepen, dus het kan van twee kanten zijn, of zich situeren dat wij kritisch zijn.” “Ik denk ook dat het de taak is van de media om te horen wat de overheid, hoe dat ze bepaalde situaties inschatten, welke acties ze gaat ondernemen en dat we daar ook over moeten berichten maar ze mogen zeker niet de enige bron zijn, en wij mogen ons ook niet verplicht voelen om alles wat zij zeggen om dat klakkeloos over te nemen” 32
We zien dat de journalist hier de overheid beschouwt als een partner voor het vergaren van informatie, maar ze vindt ook dat er steeds een onafhankelijke, kritische positie moet zijn van de media. De media moet volgens haar aanvullen, waar de overheid te kort schiet. In tijden van crisis is een goede samenwerking kritisch, het zal dan ook belangrijk zijn en blijven dat de media naar de overheid stappen voor informatie, maar ook omgekeerd. De twee stakeholders moeten elkaar helpen en ondersteunen als de overheidscommunicatie wil slagen. De objectieven van de verslaggeving Wat wil een journalist bereiken met zijn berichten? Willen zij informeren of juist enkel content ‘verkopen’? Dit zijn belangrijke vragen omdat idealiter een journalist zich ethisch zal gedragen en de mensen zal informeren, zonder te paniekeren en geen, zoals een respondent het verwoordde, ‘cowboyverhalen’ schrijven om zo veel mogelijk verhalen te kunnen verkopen. We vroegen onze journalist dan ook wat zij wou bereiken met haar verslaggeving, dit was haar antwoord: “Dat is enerzijds de mensen correct informeren dat ze een goed beeld hebben van hoe ernstig de situatie is. Dat mensen correct worden geïnformeerd daarover en ook, los van wat of het een impact heeft op hun persoonlijk leven ja of nee, leed zichtbaar maken dus in die manier ook de wereld wat dichterbij brengen. “ Dit is een goed antwoord en we kunnen alleen maar hopen dat ook andere journalisten deze doelstelling nastreven. Evaluatie van de huidige verslaggeving bij Ebola Wat vind een journalist nu zelf van de verschenen berichten over Ebola, dat vragen we hier. We hebben al duidelijk gezien dat onze journalist altijd zeer ethisch te werk gaat, maar vindt ze dit ook terug bij haar collega’s? We vroegen haar hoe zij de Ebola‐verslaggeving zou evalueren. Zij vond dat het over het algemeen goed was, maar er toch een aantal dingen waren die haar stoorden, we sommen ze hieronder even op aan de hand van quotes. “Het eerste was dat er een bericht werd gegeven op de VRT, er werd gezegd dat de exit screening, we niet kunnen vertrouwen en dat daarom het personeel op de luchthaven van Zaventem alle reden heeft om die entry screening te eisen, maar dat was een bewering die op niets was gestoeld en waarmee olie op het vuur werd gegooid en ik denk ook mensen met roots in het sub-sahara gebied, dus zwarte Afrikanen in ons land ook mede gestigmatiseerd werden” “waar ik mij heel erg aan stoorde dat was als er een verdacht geval was op de luchthaven van Zaventem dat dan eigenlijk alles op de website, op de radio en tv, dat die dan zo wat altijd blijft verslag brengen, dat die persoon dan naar het ziekenhuis werd gebracht en dan bleek het telkens
33
loos alarm te zijn, dat is gewoon regelrecht belachelijk. Omdat daarmee ook de bedreiging werd overdreven, het werd zo overschat” Dat een journalist zelf kritiek heeft op een aantal praktijken is toch een indicatie dat de berichtgeving soms beter kan. 6.2.4.3 Interviews met de overheid Met deze interviews wilden we toetsen wat de overheid zelf vond van haar beleid. Ook wilden we zien of personen die de communicatierichtlijnen opstellen rekening houden met de verschillende stakeholders en hun kenmerken. We zullen niet alle vragen en antwoorden bespreken, maar de belangrijkste factoren aanhalen die relevant zijn voor het vervolgonderzoek. De verschillende fasen van crisiscommunicatie Zoals blijkt uit de literatuur is het belangrijk om zo snel mogelijk te communiceren en al liefst te beginnen met communiceren voordat een crisis uitbreekt. Het is natuurlijk belangrijk dat ook de overheid dit beseft en meeneemt in het communicatieplan. Aan de hand van de antwoorden zien we dat onze respondenten wel degelijk beseffen dat er snel, en in elk van de fasen, gecommuniceerd moet worden. “helemaal in het begin moet er gecommuniceerd worden” “Ik denk dat het belangrijk om te communiceren in elk van de fasen. Maar dat je wel grondig moet nadenken over de communicatie aanpak, dus niet één communicatie doortrekken in de verschillende momenten dus afhankelijk van je fase kan je wel voor een andere benadering kiezen” De media: vriend of vijand? Hoe ziet de overheid de media? Ziet ze hen als een partner waarmee ze samenwerken om de bevolking te informeren of ziet ze hen als een ‘vijand’ die ervoor kan zorgen dat de communicatie niet slaagt en dat er paniek ontstaat onder de bevolking. Een goede samenwerking is uiteraard belangrijk voor het slagen van het communicatiebeleid, dit erkennen ook onze respondenten. We stellen vast dat de respondenten over het algemeen tevreden zijn over de media en hen zien als een essentiële partner in het uitdragen van hun communicatiebeleid. Belangrijk om op te merken is dat de respondenten van de overheid de media niet zien als een soort ‘doorgeefluik’ van informatie maar als evenwaardige, interactieve partners. Hieronder zijn enkele quotes die deze conclusie bevestigen. “de pers…voor ons is dat cruciaal ook om mensen te bereiken als we echt iets te zeggen hebben, ik denk wat dat heel belangrijk qua stakeholders en zeker naar de pers is dat je in vredestijd vertrouwen moet opbouwen” “Als er iets echt serieus aan de hand is laat de media in België wel zien dat ze zich vrij correct en sereen kunnen gedragen, daar hebben we eigenlijk geluk mee… als je een beetje investeert in die 34
relatie krijg je daar ook iets voor terug. En kan je daar zeker op een positieve manier mee samenwerken.” “Ik denk dat de media hoe dan ook een partner zijn, dus zonder de media aangezien het publiek nog altijd via klassieke media, toch in de meeste gevallen, zich informeert, heb je die media ook nodig om u verhaal te brengen…. alle media plots op een onderwerp springen … plots wordt dat heel overweldigend en door dat je in alle media tegelijkertijd diezelfde informatie vindt, wekt dat nog extra dat gevoel op van ‘er is een mogelijk gevaar’, niet enkel een risico maar een gevaar… dat je niet altijd moet meegaan ook in het verhaal van de media.”
“Je moet er uiteraard ook wel een gezonde achterdocht bij hebben, het verhaal en de doelstellingen van de media zijn niet noodzakelijk die van de overheid. Dus ja aan de ene kant heb je ze hard nodig maar aan de andere kant moet je daar niet volledig in meegaan, dus het is een genuanceerd partnerschap.” De bevolking als belangrijkste stakeholder De bevolking is uiteraard enorm belangrijk, het communicatiebeleid is dan ook naar hen gericht. We onderzoeken hoe de overheid naar de bevolking zal communiceren, actief of passief? Houden ze rekening met het feit dat de bevolking percepties vormt van het risico (i.p.v. het feitelijke risico te bekijken). Erkent de overheid dat ze eerlijk en transparant moeten zijn alvorens ze een vertrouwen kunnen opbouwen bij de bevolking? We stellen vast dat onze respondenten wel degelijk denken dat tweezijdige en dus actieve communicatie mogelijk en zelfs noodzakelijk is bij de uitbraak van een epidemie. Enkelzijdige communicatie mag volgens hen echter niet verwaarloosd worden omdat dit makkelijker kan verspreid worden naar grotere bevolkingsgroepen. “hoe ernstiger hoe meer éénzijdige, maar ook hoe meer tweezijdige dan… Want die tweewegscommunicatie is ook in ons voordeel… Je hebt direct contact met de bevolking, je voelt de temperatuur, je weet wat de vragen zijn, je moet dat doen, dat is veel te belangrijk” “Voor dé bevolking … uiteraard is dat een meer passieve houding. Wat dat we in communicatie uiteraard wel doen is ook een stukje wat we noemen de monitoring… Dat is wat dubbel hé, het is een beetje informatief op nationaal niveau, en voor dé bevolking blijft het eerder passief denk ik, waar dat je dan toch wel gaat proberen in actief te treden via een aantal organisaties.”
Met percepties van de bevolking houden onze respondenten wel degelijk rekening, soms passen ze zelfs hun beleid eraan aan, zoals we zien in onderstaande quotes. Toch zullen ze proberen om de percepties van 35
de bevolking te beïnvloeden zodat de perceptie overeenkomt met het echte risico en er geen onnodige paniek of angst ontstaat. “Nu we zullen het concrete voorbeeld nemen van Ebola van de vluchten naar Afrika Wetenschappelijk had het geen enkele zin om mensen te screenen die toekwamen van een vliegtuig die een paar uur eerder gescreend waren op het vertrekpunt. Met een incubatietijd tot 21 dagen bewijst dat niets, maar de perceptie heeft ons wel gedwongen om dat soort controles toch te voeren” “Ik denk dat onze opdracht, hoewel dat die soms wel hopeloos zal zijn, is om de kennis bij de bevolking op een reëel niveau te krijgen hé. Dat is dan meestal wat minder erg dan de perceptie…. Dus ja, makkelijk is dat inderdaad niet” “Terwijl voor communicatie is het ook wel belangrijk om aansluiting te vinden bij de perceptie van het risico en dat is inderdaad wat we proberen met communicatie” “We gaan communiceren vanuit het standpunt van de bevolking, daar moet een antwoord op komen.” Vertrouwen van de bevolking in de overheid is zoals al veel vermeld hét fundament waarop een goede communicatie gebouwd moet worden. Eén respondent vertelt ons dat over het algemeen de bevolking in België luistert naar de overheid en dat dit vertrouwen er al is. “… heb ik de indruk dat ze zich vrij makkelijk of makkelijker keren naar de overheid en luisteren. Het is natuurlijk aan de overheid om in hun taal en via de kanalen waar zij toegang tot hebben te communiceren, je moet je als overheid daar ook aan aanpassen. Maar ik denk dat in ernstige situaties wij als overheid, zeker in België, niet mogen klagen over het vertrouwen dat de bevolking daar dan in heeft. “ Over de vraag hoe eerlijk en transparant de overheid moet zijn zeggen onze respondenten het volgende: “het wenselijke antwoord is uiteraard volledige transparantie en dingen achterhouden kan niet. Dat is wat vaak gezegd wordt. Zelf denk ik dat dat niet helemaal opgaat… Wat ik wel nodig vind is om alle informatie te delen waarvan bij de bevolking behoefte is, de dingen die ze moeten weten, dat die niet worden achtergehouden” “…dat is van heel snel te communiceren en transparant te zijn als overheid absoluut, zeggen wat je weet maar ook durven zeggen wat je nog niet weet.”
36
Het communicatiebeleid In dit onderdeel proberen we antwoord te krijgen op de ‘wanneer, door wie, hoe en wat’‐vragen. Belangrijk om te bekijken is wanneer onze respondenten vinden dat de communicatie moet beginnen, wie de woordvoerders moeten zijn en welke soort informatie moet meegedeeld worden. Op de ‘wanneer‐vraag’ wordt een duidelijk antwoord geboden door onze respondent van Volksgezondheid waaruit blijkt dat zij opteren om zo snel mogelijk te communiceren. “we hebben dag en nacht een medische permanentie die dus evalueert is er al dan niet iets aan de hand als er een bedreiging is, in dit geval Ebola, dan worden wij ook onmiddellijk verwittigd, dat wil zeggen dat dat eigenlijk op het moment dat daar een patiënt of een mogelijke patiënt in een ziekenhuisbed ligt en al zijn gegevens verzameld zijn wij al klaar zijn met een eerste persbericht” Als woordvoerder heeft ook de overheid liefst een expert of wetenschapper met de nodige autoriteit en mediatraining. Ze besluiten ook dat één woordvoerder de beste strategie is omdat je zo een uniforme en duidelijke boodschap stuurt naar de bevolking. “In crisissituaties verkiezen wij eigenlijk iemand als woordvoerder met de nodige autoriteit… in dit geval een expert weet heel veel van één onderwerp en ik denk dat dat maar kan bijdragen tot zijn geloofwaardigheid mits wat coachen” “Ik denk dat hoe dan ook politici niet de juiste referentie zijn als woordvoerder… In die zin is ook de aanduiding van de Ebola-Coördinator een heel duidelijk signaal, tegelijkertijd is zij ook het gezicht van de organisatie. Dat is toch wel belangrijk dat mensen net die vertrouwen en ook dat je dan uniformiteit krijgt in die communicatie” Over hoeveel en welke informatie de bevolking te geven, benadrukt men dat er niet té veel informatie moet gegeven worden als dit nog niet nodig is. M.a.w. zolang het een risico blijft en geen crisis wordt, moet de communicatie niet té extensief zijn omdat dit anders paniek kan veroorzaken. “het heeft geen nut om een volledige bevolking op te leiden hoe ze moeten reageren als ze een bepaalde virus opdoen als de kans dat dat gebeurt niet bestaat… je moet ook geen paniek creëren door de mensen te bombarderen, je moet als overheid voorbereid zijn maar ik ben er niet van overtuigd dat je dat tot in de treure moet verkopen aan de man en de vrouw in de straat als er geen probleem is want je gaat de mensen eerder bang maken” Evaluatie huidig communicatiebeleid bij Ebola Algemeen was de strategie van de overheid om niet te veel en te communiceren zodat er geen onnodige paniek zou gecreëerd worden. Het feit dat onze jonge respondenten vonden dat ze te weinig informatie
37
hadden gekregen, was dus een bewuste strategie van de overheid. Als er werd gecommuniceerd werd ook duidelijk gemaakt dat de overheid voorbereid was en dat er geen dreiging was voor ons grondgebied. “Ebola was geen bedreiging voor ons land hé, dus de communicatie daar is zeker niet gericht op het doen panikeren van een heel land… is de rest van de bevolking om te zeggen van er is geen Ebola op ons grondgebied en de kans dat dat hier uitbreekt is eveneens onbestaande, we zijn goed voorbereid” “We hebben het inderdaad niet zoals u zegt, door iedereen zijn strot geramd omdat dat in die fase ook nog niet nodig is, dat heeft dan weinig nut. Je moet natuurlijk wel proberen te zorgen dat als mensen er interesse voor hebben en betrouwbare informatie over zoeken dat die te vinden is”
“…denk ik ook dat het een bewuste strategie was van volksgezondheid om het zo low profile mogelijk te houden, om niet mee te gaan in de stemmingmakerij die op dat moment in november toch wel gaande was..” Een klacht van onze jonge respondenten was dat een overheidssite over Ebola niet te vinden was. Hoewel er wel één was geeft de overheid wel toe dat deze, vanwege een samenwerking met het Tropisch Instituut, een aantal kinderziekten had. “de website is gemaakt samen met het tropische instituut in Antwerpen dus daar hebben we samen mee gewerkt waardoor dat we misschien inderdaad wat kinderziektes gehad hebben, dat kan zijn” ECDC Krijgt de overheid richtlijnen vanuit Europa (en de ECDC) en volgen ze deze op? Werken ze samen met de verschillende belangrijke Europese instanties? Antwoorden op deze vragen zijn belangrijk om te onderzoeken of het beleid van de ECDC/EU geslaagd is omdat zij via de nationale overheden zullen communiceren naar de verschillende doelgroepen. Als onze eigen overheid de richtlijnen niet volgt kunnen we besluiten dat het beleid niet slaagt omdat het gewoonweg de bevolking nooit bereikt. We vinden dat Europese richtlijnen wel degelijk worden opgevolgd, mits een aantal aanpassingen aan de lokale setting en cultuur. We kunnen concluderen dat het Europees beleid goed wordt opgevolgd en grotendeels slaagt. “het domein van de ECDC is risicocommunicatie en is ook de lidstaten helpen bij risicocommunicatie, we werken heel veel met hun samen… dus alles wat grensoverschrijdend een bedreiging is voor de volksgezondheid indien meerdere lidstaten van Europa, daar zijn spelregels over met rechten en plichten van alle landen”
38
“…zodat die internationale normen dat die uiteraard wel een goede basis vormen maar dat we ook, dat we altijd moeten afwegen t.o.v. de nationale situatie en daar de dingen uitnemen die, of herformuleren eventueel, zoals die in de eigen land het meest gepast zijn..” 6.2.5
Conclusie
We kunnen besluiten dat voor onze geïnterviewde jongeren het communicatiebeleid van de Belgische overheid bij Ebola eerder niet geslaagd is. Dit zien we aan hun antwoorden op de vraag ‘Hoe evalueer je het communicatiebeleid van de Belgische overheid bij Ebola’, maar ook aan hun antwoorden op andere vragen. Zoals respondenten van de Belgische overheid ons vertelden, hebben ze bewust voor een ‘low‐profile’ communicatiestrategie gekozen, waarin ze vooral focusten op communicatie met risicovolle groepen en minder met de algemene bevolking om zo geen onnodige paniek te zaaien. Dit zien we dan ook aan de antwoorden van onze jongeren, de meesten onder hen kunnen ons niet vertellen wat Ebola juist is of welke symptomen ermee gepaard gaan. Toch zijn ze niet tevreden met de communicatie van de overheid omdat ze vertellen dat ze liever meer geïnformeerd waren. De informatie die de overheid via de media verstuurde was voor hen niet genoeg waardoor ze zelf op zoek moesten naar informatie op het internet. Ook op het internet vonden ze geen duidelijke informatiebron van de overheid, wat velen jammer vonden aangezien onze respondenten juist door meer informatie te hebben hun schrik konden relativeren. De basisinformatie kregen ze via de klassieke media, dan ging het vooral over waar de ramp gesitueerd was en hoeveel doden er per dag bijkwamen, of via de sociale media. Vooral bij het verder zoeken naar informatie gebruikten ze internet en sociale media, hoewel de respondenten aangeven dat ze deze content minder vertrouwen dan informatie verschenen in de klassieke media. Dit kan voor problemen zorgen omdat ze dus niet overtuigd zijn over de correctheid van de informatie die ze verkrijgen. Idealiter zou bij een volledig geslaagde communicatie de aanwezigheid van één centrale informatiebron, zoals een overheidswebsite, duidelijk gecommuniceerd zijn geweest naar de jongeren. Als we de verschillende fundamenten van een geslaagde communicatie bestuderen, vinden we ook een aantal problemen. Het vertrouwen van onze respondenten in de Belgische overheid is vrij laag, er is slecht één iemand echt positief, wat problematisch is aangezien vertrouwen het fundament is waarop de verdere communicatie wordt gebouwd. We zien dit gebrek aan vertrouwen ook terugkomen in de vraag over de eerlijkheid en transparantie van de overheid in hun communicatie over Ebola, de meerderheid van de respondenten twijfelen aan de mate van eerlijkheid en transparantie in de berichten van de Belgische overheid over Ebola. Toch vinden respondenten dat een overheid volledig eerlijk moet zijn in het delen van informatie. We vinden dus een kloof tussen de verwachtingen van de respondent en hun ervaring bij de huidige Ebola‐communicatie, dit kan deels verklaren waarom het vertrouwen in de Belgische overheid lager is.
39
Op vlak van woordvoerders waren de respondenten van de overheid en de bevolking het met elkaar eens, experts of wetenschappers zouden het woord moeten voeren in de communicatie bij epidemieën. Zij krijgen immers van onze respondenten het meeste vertrouwen. Als we dan kijken naar Europa en het slagen van hun beleid, vinden we dat de jonge respondenten meer vertrouwen in hen leggen voor het aanpakken van een epidemie. Het fundament voor een doeltreffende communicatie is voor Europa dus meer aanwezig dan voor België. Helaas weten ze dan wel niet waarvoor de ECDC staat, een toch wel zeer belangrijk orgaan in de communicatie bij epidemieën. De ECDC zou bij de bevolking idealiter moeten bekend staan als de Europese WHO, een instantie met een hoge betrouwbaarheid waar je altijd informatie en updates kan vinden. De respondenten van de overheid geven dan wel weer aan de ECDC vaak geconsulteerd te hebben en ze vertellen ook dat de Europese richtlijnen worden nageleefd, mits een aantal lokale aanpassingen. In dit opzicht is het beleid van de ECDC dus geslaagd. Algemeen kunnen we uit de interviews besluiten dat het vertrouwen in een Europese aanpak groot is, wat wil zeggen dat in dit opzicht het beleid geslaagd is. Helaas is deze belangrijke instelling niet gekend, wat dan weer duidt op een falen. Uit de antwoorden van de respondenten van de overheid mogen we concluderen dat zij absoluut weten welke factoren belangrijk zijn voor het slagen van een communicatiebeleid, maar dat deze in de praktijk niet altijd mogelijk zijn. Er moet altijd een afweging gemaakt worden tussen mogelijks te veel informeren en te weinig. Deze afweging is moeilijk omdat crisiscommunicatie nu eenmaal geen exacte wetenschap is. De media en de overheid zien elkaar als partner, zo blijkt uit interviews met beide. De media zal de overheid vaak consulteren om informatie te krijgen. De overheid verstrekt deze dan ook in de hoop zo een stuk controle te krijgen over de objectiviteit van de verslaggeving van de journalisten. Het is een delicaat partnerschap, maar bij een goede samenwerking zijn er voordelen voor beide actoren. Als laatste moeten we wel opmerken dat al deze conclusies niet veralgemeenbaar zijn omdat we een kwalitatieve onderzoeksmethode hebben gebruikt. De inherente eigenschap van diepte‐interviews is dat je veel en diepgaande informatie krijgt, maar van weinig respondenten.
6.3 6.3.1
KWANTITATIEF ONDERZOEK Steekproef
Het initiële aantal respondenten van onze steekproef was 276. We hebben dan gecontroleerd op leeftijd en op respondenten die de survey niet ingevuld hebben, zo komen we op 247 respondenten als eindtotaal. We moeten wel opmerken dat sommige vragen niet zijn beantwoord en dat men hier dus een kleiner aantal respondenten zal hebben.
40
In onze steekproef hebben we enkel jongeren opgenomen (met een leeftijd gaande van 17 tot 30). Als we naar de verdeling kijken (zie afbeelding 1) zien dat 49% van de jongeren tussen de 20 en 22 jaar is en slechts 0,5% 29 jaar, dit wil zeggen dat onze doelgroep bereikt is. Als we dan kijken naar de variabele geslacht zien 35% van onze respondenten mannelijk zijn en 65% vrouwelijk. We vroegen de respondenten ook wat hun dagelijkse bezigheid was om te verzekeren dat we vooral met studenten te maken kregen (hoewel werkende jongeren ook werden aanvaard). We zien dat de grote meerderheid van onze respondenten student is (83%), slechts 16% werkend. Algemeen hebben we dus een steekproef bestaande uit jonge mensen waarvan de meeste student zijn, in onze steekproef zitten ook meer vrouwen dan mannen (zie afbeelding 1)
Geslacht
Dagelijkse bezigheid 16%
1% 83%
Leeftijd 1% 10%
student werkend
35% 65%
man vrouw
12%
17‐19 20‐22
28%
49%
werkloos
23‐25 26‐28 29‐30
Afbeelding 1: de percentuele verdeling van de variabelen dagelijkse bezigheid, geslacht en leeftijd 6.3.2
Opzet
We proberen via dit kwantitatief onderzoek een antwoord te vinden op onze centrale vraagstelling. Als kwantitatieve methode gebruiken we een online survey, we hebben voor deze methode gekozen omdat we geloven dat we op deze manier de meeste jongeren kunnen bereiken en de drempel om de survey in te vullen lager is dan bij vb. een enquête. We zullen de verwachtingen geformuleerd in ons kwalitatief luik vergelijken met de resultaten uit de survey om zo sluitende conclusies te kunnen trekken. Het grote voordeel van een kwantitatief onderzoek is immers de representativiteit en veralgemeenbaarheid van de resultaten. 6.3.3
Materiaal en procedure
We hebben een online survey (zie bijlage 7) opgesteld met onze vragen op het platform Qualtrics. De resultaten van deze survey zullen we softwarematig verwerken via SPSS. Om onze verwachtingen te testen hebben we per ‘thema’, dat naar voorkwam in onze kwalitatief vooronderzoek, een aantal statements geformuleerd, die we gebruiken als schaal. We hebben voor 41
statements geopteerd omdat het een heel nieuw onderwerp is en er nog geen schalen bestaan om bijvoorbeeld de evaluatie van de verslaggeving van de media in België omtrent Ebola na te gaan. De interne betrouwbaarheid van deze schalen kan dan ook niet gegarandeerd worden. Als we zien dat onze schaal een te lage Cronbach’s Alpha heeft, dan bekijken we de statements apart om zo toch conclusies te proberen trekken. Alle statements staan op een 5‐punts Likerschaal (gaande van 1= helemaal niet akkoord naar 5= helemaal akkoord) gezet om de respondent zo veel mogelijk te ‘dwingen’ een duidelijk antwoord te geven Aangezien we een exploratief onderzoek doen, zal onze statistiek vooral beschrijvend zijn. Aan de hand van frequentietabellen zullen we proberen te achterhalen welke antwoorden het meest werden gekozen. We bekijken ook telkens de gemiddelden. Op deze manier proberen we een antwoord te vinden op onze vooropgestelde vragen. 6.3.4 6.3.4.1
resultaten Kennisniveau Ebola
Deze statements peilen naar het niveau van kennis dat de respondenten hebben over Ebola. Vertrekkend van het kwalitatief luik verwachten we dat jongeren hun informatieniveau te laag is. Als eerste bekijken we de interne betrouwbaarheid van onze schaal die met een Cronbach’s Alpha van 0.27 (4 items) te laag ligt, we zullen dus de items apart moeten bekijken om conclusies te trekken. Statement: ‘Ebola heeft een bijna 100% mortaliteit’ De gemiddelde score is 2,87 op 5, (SD = 1.16). Als we naar de verdeling kijken, stellen we vast dat 49% ‘niet akkoord’ of ‘helemaal niet akkoord’ en 44% ‘akkoord’ of ‘helemaal akkoord’ gaat. De meningen zijn duidelijk verdeeld. Het grootste deel van de respondenten weet dat Ebola geen 100% mortaliteit heeft. Maar helaas constateren we ook dat het percentage van respondenten die akkoord gaat met de stelling te groot is. Dit is verontrustend omdat het te hoog inschatten van de mortaliteit kan resulteren in een grotere angst voor Ebola. Het kan ook mogelijks duiden op een verkeerd beeld dat respondenten hebben over Ebola. Statement: ‘Ebola wordt verspreid via de lucht’ Bij dit statement vinden we een gemiddeld score van 2.27 (SD = 1.15). We stellen vast dat de meerderheid van de respondenten eerder ‘niet akkoord’ waren met het statement (64% van de respondenten kozen voor niet akkoord (33%) of ‘helemaal niet akkoord’ (31%)). De meerderheid was op de hoogte van het feit dat Ebola niet via de lucht wordt verspreid.
42
Statement: ‘Ebola wordt verspreid via lichaamsvocht (speeksel, zweet, bloed enz.)’ De gemiddelde score ligt hier op 4.31 (SD = 0.69). Als we dan kijken naar de verdeling zien we dat de meerderheid heeft gekozen voor ‘akkoord’ (48%) of ‘helemaal akkoord’ (41%). Respondenten waren duidelijk ingelicht over de manier van verspreiding. Statement: ‘Er is geen Ebola-epidemie meer in de getroffen landen van Afrika’ Bij dit statement vinden we een gemiddelde score van 1.97 (SD = 0.92), wat wil zeggen dat de gemiddelde score zeer dicht bij ‘niet akkoord’ ligt. Dit zien we ook aan de percentages, 51% van onze respondenten kiezen voor ‘niet akkoord’ en 31% voor ‘helemaal niet akkoord’. Dit is een goed teken omdat jongeren zich realiseren dat een verminderde mediaberichtgeving niet altijd evenredig is met een verminderde verspreiding van de ziekte. Conclusie Als we de resultaten algemeen bekijken, concluderen we dat de kennis over Ebola gemiddeld is. Hoewel te weinig respondenten wisten dat Ebola geen 100% mortaliteit heeft, was de meerderheid toch op de hoogte van het feit dat Ebola verspreid wordt via lichaamsvocht en niet via de lucht. Men was er zich van bewust dat de epidemie in West‐Afrika nog niet afgelopen is. Onze verwachting dat de kennis over Ebola te laag is bij jongeren, wordt hier verworpen. Ondanks dat het kennisniveau niet optimaal is, kennen jongeren toch de grote lijnen van de ziekte. Er is wel zeker nog ruimte voor verbetering.
percentage
Algemene kennis over Ebola 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Ebola heeft een bijna 100% mortaliteit helemaal niet akkoord
Ebola wordt verspreid via de lucht niet akkoord
Ebola wordt verspreid via lichaamsvocht
neutraal
akkoord
Er is geen Ebola‐ epidemie meer in de getroffen landen van Afrika helemaal akkoord
Grafiek 1a: scoreverdeling per statement in percentage van ‘algemene kennis over Ebola’
43
Algemene kennis over Ebola gemiddelde score
5 4 3 2 1 Ebola heeft een bijna 100% mortaliteit
Ebola wordt verspreid via de lucht
Ebola wordt verspreid via lichaamsvocht
Er is geen Ebola‐ epidemie meer in de getroffen landen van Afrika
Grafiek 1b: gemiddelde score per statement voor ‘algemene kennis over Ebola’, met 1 = helemaal niet akkoord en 5 = helemaal akkoord. 6.3.4.2
informatieniveau Ebola
De volgende statements onderzoeken het informatieniveau over Ebola, nl. of de jongeren vinden dat ze voldoende weten over Ebola. Wij verwachten dat jongeren hun informatieniveau over Ebola te laag vinden. De interne betrouwbaarheid van de 3‐ itemschaal is ook hier te laag met een Cronbach’s Alpha van 0.58. We bekijken de statements dan ook apart alvorens een conclusie te trekken. Statement: ‘Ik weet wat Ebola is en welke symptomen erbij voorkomen’ We stellen vast dat de gemiddelde score 3.07 is (SD = 0.96), dit wil zeggen dat het gemiddelde antwoord neutraal was. Als we kijken naar de verdeling zien we dat 34% voor ‘niet akkoord’ of ‘helemaal niet akkoord’ kiezen, 25% voor ‘neutraal’ en 41% voor ‘akkoord’ of ‘helemaal akkoord’. Hieruit kunnen we opmaken dat de meeste respondenten niet echt wisten wat Ebola juist is en welke symptomen erbij voorkomen. Deze resultaten duiden op een kennisgebrek over de ziekte. Statement: ‘Ik zou graag meer weten over Ebola’ Bij deze vraag is het gemiddelde 3.59 (SD = 0.83), dit wil zeggen dat respondenten toch iets meer willen weten over Ebola. We zien dan ook dat net iets meer dan de helft (53%) ‘akkoord’ gaat met de stelling. Slechts 10% geeft aan niets meer te willen weten over Ebola. We kunnen besluiten dat de meerderheid van de respondenten meer zou willen weten over Ebola. Statement: ‘Ik vind dat ik te weinig weet over Ebola’ De gemiddelde score van dit statement ligt op 3.51 (SD = 0.95). Hieruit kunnen we afleiden dat men ook hier neigt om ‘akkoord’ (49%) te gaan met het statement. De grote meerderheid (61%) kiest dan ook voor ‘akkoord’ of ‘helemaal akkoord’. 44
Conclusie Alle scores zijn eerder neutraal of iets daarboven. Als we dan naar de verdelingen kijken zien we een duidelijker beeld. We kunnen besluiten dat de jongeren niet exact weten of toch twijfelen over wat Ebola juist is en welke symptomen erbij horen, de meeste willen dan ook meer weten over Ebola omdat de meerderheid vindt dat hun kennisniveau over Ebola te laag is. Onze verwachting dat de jongeren hun kennisniveau te laag vinden is dus grotendeels bevestigd.
gemiddelde score
Informatieniveau Ebola 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Ik weet wat Ebola is en welke symptomen erbij voorkomen helemaal niet akkoord
Ik zou graag meer weten over Ebola
niet akkoord
neutraal
Ik vind dat ik te weinig weet over Ebola
akkoord
helemaal akkoord
Grafiek 2a: scoreverdeling in percentages per statement van ‘informatieniveau Ebola’
Informatieniveau Ebola gemiddelde score
5
4
3
2
1 Ik weet wat Ebola is en welke symptomen erbij voorkomen
Ik zou graag meer weten over Ebola
Ik vind dat ik te weinig weet over Ebola
Grafiek 2b : gemiddelde score per statement van ‘informatieniveau Ebola’, met 1 = helemaal niet akkoord en 5 = helemaal akkoord.
45
6.3.4.3
Vertrouwen Belgische overheid
De statements onder dit luik zijn bedoeld om te polsen naar het vertrouwen dat jongeren hebben in de Belgische overheid. Uit de diepte‐interviews bleek dat jongeren hun vertrouwen in de overheid toch eerder laag is. We verwachten dan ook dat dit bevestigd zal worden via deze statements. De interne betrouwbaarheid van onze 6‐itemschaal is in orde met een Cronbach’s Alpha van 0.86. Als we dan verder analyseren vinden we een gemiddelde score van 3.33 (SD = 0.71), welke iets hoger ligt dan neutraal. Als we kijken naar de verdeling constateren we dan ook dat net de helft van de respondenten (51%) voor een positieve score kiest. Net iets meer dan de meerderheid heeft dus wel vertrouwen in de Belgische overheid. Er kan absoluut nog gewerkt worden aan het vertrouwen dat jongeren hebben in de Belgische overheid want idealiter zouden alles respondenten positief moeten geantwoord hebben. Een groot vertrouwen is enorm belangrijk omdat dit het fundament zal zijn voor een doeltreffende communicatie in crisissituaties. Onze verwachting dat het vertrouwen eerder laag zou zijn is dus niet bevestigd.
percentage
vertrouwen Belgische overheid 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 helemaal niet akkoord
niet akkoord
neutraal
akkkoord
helemaal akkoord
Grafiek 3a: scoreverdeling in percentages van ‘vertrouwen Belgische overheid’, gaande van helemaal geen vertrouwen (helemaal niet akkoord) naar heel veel vertrouwen (helemaal akkoord).
46
vertrouwen Belgische overheid gemiddelde socre
5 4 3 2 1 De Belgische overheid heeft de reputatie om competent te zijn
De Belgische Als Ebola overheid doet uitbreekt in haar best om België zal de epidemieën overheid er zoals Ebola alles aan doen tegen te om ons te houden beschermen
De Belgische Ik heb Ik vertrouw overheid zal vertrouwen in informatie die snel en goed de Belgische de Belgische reageren om overheid overheid mij te vechten geeft tegen Ebola
Grafiek 3b: Gemiddelde score per statement van ‘vertrouwen Belgische overheid’, met 1 = helemaal niet akkoord en 5 = helemaal akkoord. 6.3.4.4
Ebola en de mate van transparantie van informatie van de Belgische overheid
Deze statements zijn opgesteld om te onderzoeken of de respondenten denken dat de Belgische overheid transparante en eerlijke informatie hebben gegeven over Ebola. Ook vragen we of dat de jongeren denken dat de overheid ons een mogelijk geval onmiddellijk zou melden. Uit de diepte‐interviews kunnen we afleiden dat jongeren soms twijfelen aan de eerlijkheid en transparantie van de informatie verstrekt door overheid. We verwachten dus eerder gemiddelde of lagere scores. Met een Cronbach’s Alpha van 0.75 (3 items) hebben we een goede interne betrouwbaarheid. Als we dan de gemiddelde score bekijken zien we dat deze vrij neutraal is (M = 3.13, SD = 0.68), dit wil zeggen dat de jongeren niet volledig pessimistisch zijn over het transparantie‐ en eerlijkheidsniveau van de overheid, maar er ook niet van overtuigd zijn. Als we de verdeling van de antwoorden bekijken constateren we dat ‘neutraal’ heel hoog scoort (44%) en de rest van de antwoorden net iets meer naar akkoord neigen. Idealiter zouden de scores hier zeer hoog moeten liggen, de bevolking moet namelijk het volle vertrouwen hebben in de overheid en in het feit dat ze eerlijk en transparant communiceren. Toch is er over het algemeen geen volledig gebrek aan vertrouwen. Onze verwachting is bevestigd, het vertrouwen van de jongeren in de eerlijkheid en transparantie van de overheid is allesbehalve hoog. We zien een vrij neutrale score van onze respondenten zoals we ook vaststelden in ons kwalitatief luik.
47
percentage
Vertrouwen in transparantie en eerlijkheid info Belgische overheid 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 helemaal niet akkoord
niet akkoord
neutraal
akkoord
helemaal akkoord
Grafiek 4a: scoreverdeling in percentages van ‘vertrouwen in transparantie en eerlijkheid info Belgische overheid’, gaande van helemaal geen vertrouwen (helemaal niet akkoord) naar veel vertrouwen (helemaal akkoord).
Vertrouwen in transparantie en eerlijkheid info Belgische overheid
gemiddelde score
5 4 3
2 1 De Belgische overheid is De Belgische overheid is Als Ebola zou uitbreken in volledig transparant geweest volledig eerlijk geweest op België zou de Belgische op het vlak van informatie het vlak van informatie over overheid dit ons onmiddellijk over Ebola Ebola melden
Grafiek 4b: gemiddelde scores per statement van ‘vertrouwen in transparantie en eerlijkheid info Belgische overheid’, met 1 = helemaal niet akkoord en 5 = helemaal akkoord. 6.3.4.5
Evaluatie van het communicatiebeleid van de Belgische overheid
De volgende statements willen peilen naar de mate waarin jongeren tevreden zijn met het communicatiebeleid van de Belgische overheid bij Ebola. Uit het kwalitatief onderzoek blijkt dat de meeste jongeren het communicatiebeleid eerder matig evalueren, we verwachten dan ook geen hoge scores.
48
De interne betrouwbaarheid van onze schaal is goed met een Cronbach’s Alpha van 0.78 (5 items). De gemiddelde score is aan de lage kant (M = 2.39, SD = 0.58). We zien in onderstaande grafiek dat de verdeling meer naar ‘niet akkoord’ neigt (58% is ‘niet akkoord’ of ‘helemaal niet akkoord’). We concluderen dat voor de jongeren het communicatiebeleid van de overheid eerder niet geslaagd is en beter kan. De verwachting die we hadden is bevestigd, jongeren evalueren inderdaad het communicatiebeleid eerder matig tot slecht.
Evaluatie communicatiebeleid Belgische overheid 100 90
percentage
80 70 60 50 40 30 20 10 0 helemaal niet akkoord
niet akkoord
neutraal
akkoord
helemaal akkoord
Grafiek 5a: Scoreverdeling in percentages van ‘evaluatie communicatiebeleid Belgische overheid’, gaande van zeer slechte evaluatie (helemaal niet akkoord) naar zeer goede evaluatie (helemaal akkoord).
Evaluatie communicatiebeleid Belgische overheid
gemiddelde score
5 4 3 2 1 Ik vind dat de Ik vind dat de Ik heb mijn Ik heb weet van een Over het algemeen Belgische overheid Belgische overheid informatie meer van overheidssite over ben ik tevreden over mij goed alles heeft gedaan de Belgische Ebola het geïnformeerd heeft wat ze kon om ons overheid gekregen communicatiebeleid over Ebola te informeren dan van de media van de Belgische overheid bij Ebola
Grafiek 5b: gemiddelde score per statement van ‘evaluatie communicatiebeleid Belgische overheid’, met 1 = helemaal niet akkoord en 5 = helemaal akkoord. 49
Statement: ‘Ik heb weet van een overheidssite over Ebola’ We bekijken ook nog even het statement ‘ik heb weet van een overheidssite over Ebola’ om te zien of dit deel van het communicatiebeleid al dan niet geslaagd is. We hebben deze vraag immers ook gesteld aan de jongeren in onze interviews. Geen enkele respondent had weet van een overheidssite over Ebola,we verwachten dan ook een zeer slechte score. Hoewel de overheid wel degelijk een overheidssite heeft over Ebola (en dit in samenwerking met het Instituut voor Tropische Geneeskunde) zien we dit niet aan de scores van onze respondenten (M = 1.84, SD = 0.79). Slechts 4% hadden weet van een overheidssite. Idealiter zou een overheidssite de eerste bron voor informatie moeten zijn als men meer wil te weten komen over Ebola. Het is immers een cruciaal deel van het communicatiebeleid, zeker voor jongeren aangezien zij vaak het internet gebruiken om meer informatie op te zoeken. We kunnen dus besluiten dat onze verwachting uit het kwalitatieve luik bevestigd is. 6.3.4.6
Europa/EU vs. België
In deze statements peilen we naar het niveau van vertrouwen dat jongeren hebben in de EU en in de Belgische overheid bij het omgaan met epidemieën. We kijken of er een verschil is in de mate van vertrouwen. Dit is belangrijk omdat Europa een belangrijke rol speelt in het beleid rond epidemieën. De uiteindelijke toepassing van richtlijnen valt wel in Belgische handen. Idealiter zouden we dus een neutrale score verwachten waar er evenveel vertrouwen in Europa is als in België. Toch geven de resultaten van de diepte‐interviews aan dat er meer vertrouwen zal zijn in Europa dan in België omtrent het omgaan met epidemieën. De interne betrouwbaarheid van onze 4‐itemschaal is in orde met een Cronbach’s alpha van 0.74. Als we dan naar de gemiddelde score kijken, stellen we vast dat deze net iets boven ‘neutraal’ ligt (M = 3.32, SD = 0.61). Als we de verdeling bekijken zien we dat de meerderheid verdeeld is tussen ‘neutraal’ (40%) en ‘akkoord’ (40%). De jongeren twijfelen dus of ze België evenveel vertrouwen dan Europa of meer. Ook al is er net iets meer vertrouwen in de EU is dit toch een zeer goede score voor België. Hoewel we uit ons vooronderzoek hadden verwacht dat er uitgesproken meer vertrouwen zou zijn in de EU, zien we hier dat de meningen verdeeld zijn tussen evenveel vertrouwen en meer vertrouwen in de EU, onze verwachting is dus deels bevestigd.
50
Vertrouwen Europese overheid vs. vertrouwen Belgische overheid 100 90 80
percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 helemaal niet akkoord
niet akkoord
neutraal
akkoord
helemaal akkoord
Grafiek 6a: scoreverdeling in percentages van ‘vertrouwen Europese overheid vs. Vertrouwen Belgische overheid’, antwoord op algemene vraag: ‘Heb je meer vertrouwen in de Europese overheid dan in de Belgische?’.
Vertrouwen Europese overheid vs. vertrouwen Belgische overheid gemiddelde score
5
4
3
2
1 De EU zal een mogelijke De Belgische overheid Ebola epidemie beter kan men meer kunnen beheersen dan vertouwen dan de EU de Belgische overheid
Ik heb meer De Belgische overheid vertrouwen in de EU zal beter reageren dan dan in de Belgische de Europese overheid overheid bij een Ebola epidemie
Grafiek 6b: gemiddelde score van ‘vertrouwen Europese overheid vs. Vertrouwen Belgische overheid’, met 1 = helemaal niet akkoord en 5 = helemaal akkoord. 6.3.4.7
ECDC
Met deze vraag willen we onderzoeken of onze respondenten weten waarvoor ECDC staat. Aangezien deze organisatie een belangrijke instelling is voor informatie over epidemieën en een leidende rol neemt in
51
epidemie‐management in Europa, zou deze instelling gekend moeten zijn. Toch verwachten dat heel weinig respondenten op de hoogte zijn van wat de ECDC is en doet. Als we de antwoorden bekijken zien we dat 66 van de 177 respondenten (slechts 177 heeft dit deel ingevuld) weten wat de ECDC doet (37%). Als we dan kijken naar hoeveel respondenten weten waarvoor ECDC exact staat wordt dit aantal gereduceerd tot 50 respondenten (28%). We kunnen concluderen dat heel weinig jongeren weten wat de ECDC juist doet of waarvoor het staat, onze verwachting wordt bevestigd. Zoals we al zeiden is dit jammer omdat de ECDC heel veel waardevolle updates en informatie biedt die zeer nuttig kunnen zijn als je meer informatie wil over een bepaalde ziekte.
Kennis ECDC
22% 49% 29%
respondenten weten exact wat ECDC is respondenten weten ongeveer wat ECDC is Respondenten weten niet wat ECDC is
Afbeelding 3: verdeling van variabele ‘ECDC’ 6.3.4.8
Woordvoerders
In dit luik onderzoeken we welke woordvoerders jongeren het meeste vertrouwen om hen informatie te bieden bij epidemieën. Uit de literatuur en ons kwalitatief onderzoek lijken de wetenschappers/experts de voorkeur te genieten bij het publiek. In onze survey vroegen we de respondenten om verschillende woordvoerders te ordenen van het meeste vertrouwen naar het minste vertrouwen, de opties waren politici, journalisten, beleidsmakers, opinieleiders en gewone mensen en wetenschappers/experts. Als we de resultaten bekijken zien we duidelijk dat wetenschappers en experts (M = 1.04, SD = 0.21) het meeste op nummer 1 worden gezet en ze dus het meeste vertrouwen geven. Liefst 96.8% van de respondenten gaven aan wetenschappers en experts te verkiezen boven alle andere woordvoerders. De journalisten (M = 2.99, SD = 1.18) werden het meeste op de 3e plaats gezet (46% van de respondenten). Deze 3e plaats wordt gedeeld met de beleidsmakers (M = 3.32, SD = 1.10). De politici (M = 4.35, SD = 1.33) en de opinieleiders (M = 4.19, SD = 1.16) hebben een gedeelde voorlaatste plaats. De gewone mensen werden op de laatste plaats gezet (M = 5.11, SD = 1.27), in hen hebben de jongeren uit onze steekproef dus het minste vertrouwen. 52
Wat we kunnen opmaken uit deze resultaten is dat de wetenschappers en de experts door bijna iedereen uit de steekproef het meeste worden vertrouwd als woordvoerder. Onze verwachting is dus bevestigd. Iets minder dan de helft van de respondenten geeft ook aan dat ze na experts en wetenschappers, journalisten vertrouwen om hen informatie te geven. De ranking van de politici en de opinieleiders is iets meer verdeeld, maar het grootste aantal van de respondenten koos hen laag te ranken, slechts 0.9% van de respondenten zetten hen op de eerste plaats. Ook de gewone bevolking wordt door de meerderheid van de respondenten als ongeschikt beschouwd om woordvoerder te zijn in de communicatie bij epidemieën.
Ranking woordvoerders 5
Vertrouwen
4
3
2
1
Grafiek 7: Ranking woordvoerders, 1 = het meeste vertrouwen, 5 = het minste vertrouwen 6.3.4.9
Traditionele media vs. sociale media
Met deze statements willen we achterhalen welke media onze respondenten meer vertrouwen als informatiebron bij epidemieën, traditionele of sociale media. Zowel uit onze literatuur als uit de diepte‐ interviews blijkt dat respondenten meer vertrouwen leggen in traditionele dan in sociale media, we verwachten dan ook dat onze resultaten van de survey dit zullen bevestigen. We zien dat de Cronbach’s alpha 0.61 voor de 6 items is, dit is te laag om verder te werken met de schaal. We zullen daarom de items apart bekijken om op deze manier conclusies te trekken. Statement: ‘Informatie van traditionele media is betrouwbaarder dan van sociale media’ We stellen vast dat de gemiddelde score 3.44 is (SD = 0.99). Als we de verdeling bekijken vinden we dat de meerderheid toch kiest voor ‘akkoord’ of ‘helemaal akkoord’ (resp. 46% en 11%). De rest van de reacties zijn verdeeld tussen ‘neutraal’ en ‘niet akkoord’ (resp. 22% en 21%). Dit wil zeggen dat de meerderheid vindt dat informatie van traditionele media betrouwbaarder is dan die van sociale media. 53
Statement: ‘Op sociale media vind ik betrouwbare informatie’ We vinden een vrij gemiddelde neutrale score (M = 3.02, SD = 0.86), dit zien we ook terug in de verdeling want de meningen zijn bijna evenredig verdeeld tussen het negatieve, neutrale en positieve spectrum (resp.30%, 36% en 34%). We kunnen dus niet echt een duidelijke conclusie trekken behalve het feit dat de meningen verdeeld zijn en onze respondenten geen uitgesproken mening hebben over de betrouwbaarheid van sociale media. Statement: ‘Via traditionele media vind ik betrouwbare informatie’ We stellen een iets meer uitgesproken gemiddelde score vast(M = 3.70, SD = 0.71). We vinden dan ook dat de grote meerderheid ‘akkoord’ of ‘helemaal akkoord’ gaat (in totaal: 73%). We kunnen concluderen dat de respondenten de informatie van traditionele media betrouwbaar vinden. Statement: ‘Ik word liever geïnformeerd via sociale media dan via traditionele media’ De gemiddelde score is 2.62 (SD = 0.94), als we echter naar de verdeling kijken zien we dat net iets meer dan de helft van de respondenten ‘niet akkoord’ gaat (51%) met het statement. We kunnen dus aannemen dat respondenten liever geïnformeerd worden via traditionele media dan via sociale media. Statement: ‘Ik vertrouw de informatie die ik te zien krijg in de traditionele media’ Met een gemiddelde score van 3.56 ( SD = 0.73), en 61% van de respondenten die een positieve score geven aan het statement kunnen we concluderen dat de meerderheid van de respondenten de informatie uit de traditionele media vertrouwt. Statement: ‘Ik vertrouw de informatie die ik te zien krijg op sociale media’ De resultaten geven een gemiddelde score van 2.79 (M = 2.79, SD = 0.78). We zien dat het grootste deel van de respondenten een neutrale score geeft (47%) en dat we de rest vooral aan de negatieve zijde kunnen vinden (35%). De antwoorden van de respondenten geven dus aan dat ze de informatie op sociale media niet echt vertrouwen. Conclusie We kunnen besluiten dat respondenten veel meer de informatie van de traditionele media betrouwen dan die van sociale media. Dit hoger vertrouwen in traditionele media veruiterlijkt zich ook in het feit dat de respondenten liever via traditionele media worden geïnformeerd dan via sociale media.
54
percentage
Vertrouwen traditionele media vs. sociale media 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Informatie van Op sociale media Via traditionele Ik word liever Ik vertrouw de traditionele vind ik media vind ik geïnformeerd via informatie die ik media is betrouwbare betrouwbare sociale media te zien krijg in de betrouwbaarder informatie informatie dan via traditionele dan van sociale traditionele media media media helemaal niet akkoord
niet akkoord
neutraal
akkoord
Ik vertrouw de informatie die ik te zien krijg op sociale media
helemaal akkoord
Grafiek 8a: scoreverdeling per statement in percentages voor ‘vertrouwen media traditioneel vs. Sociaal’
Vertrouwen traditionele media vs. Sociale media 5 4 3 2 1 Informatie van traditionele media is betrouwbaarder dan van sociale media
Via traditionele media vind ik betrouwbare informatie
Ik vertrouw de Op sociale media Ik word liever Ik vertrouw de informatie die ik te vind ik betrouwbare geïnformeerd via informatie die ik te zien krijg in de informatie sociale media dan zien krijg op sociale traditionele media via traditionele media media
Grafiek 8b: gemiddelde score per statement van ‘vertrouwen traditionele media vs. Sociale media’, met 1 = helemaal niet akkoord en 5 = helemaal akkoord. 6.3.4.10 Gebruikt medium voor informeren over Ebola Met deze vraag proberen we te peilen naar de mate waarin welk medium werd gebruikt door de respondenten om zich te informeren over Ebola. Uit het vooronderzoek blijkt dat vele jongeren vaak het internet en sociale media gebruiken om zich te informeren over Ebola. Eén van de redenen hiervoor kan zijn dat traditionele media minder toegankelijk zijn voor jongeren, zeker als het over studenten gaat die nog op ‘kot’ zitten en voor wie een TV en krant minder vanzelfsprekend zijn. We verwachten dat sociale media, online kranten of online nieuwssites beter zullen scoren dan kranten, televisie of radio. 55
De Cronbach’s alfa van deze schaal is 0.55 (6 items) en dus niet bruikbaar in zijn geheel, we kijken dan ook naar de items apart om onze conclusies te trekken. Bij de krant zien we een gemiddelde score van 3.36 (SD = 1.15). Dit wil zeggen dat de krant regelmatig toch wordt gelezen om zich te informeren. Televisie wordt dan weer duidelijk meer gebruikt (M = 3.92, SD = 0.84).. Radio wordt veel minder gebruikt (M = 3.03, SD = 1.13). Sociale media worden ook niet extensief geconsulteerd (M = 3.43, SD = 1.04). Online kranten worden net iets meer geraadpleeegd (M = 3.62, SD = 1.10). Online nieuwssites worden ook redelijk veel gebruikt (M = 3.72, SD = 1.05). Als we naar de verdeling kijken, zien we een lichtelijk ander beeld. Televisie is nog altijd de favoriet is (68.3% gaat ‘akkoord’), gevolgd door online kranten (55.7% gaat ‘akkoord’), dan de papieren krant (54.8% gaat ‘akkoord’), en pas dan online nieuwssites (52.5% gaat ‘akkoord’), sociale media (52.1% gaat akkoord) en radio worden duidelijk het minste gebruikt (39.8% gaat akkoord). We kunnen besluiten dat televisie het meeste wordt gebruikt, gevolgd door online kranten, de gedrukte krant, online nieuwssites en dan pas sociale media en als laatste radio. Onze verwachting is dus niet volledig bevestigd, televisie is nog altijd het meest gebruikte medium. Online kranten en online nieuwssites worden ook veel gebruikt. Ook de gewone krant wordt nog veel gebruikt om te zoeken naar informatie. Sociale media zijn net niet laatste en zijn dus minder belangrijk dan we verwacht hadden. We hebben in onze literatuur al besproken dat een geslaagd communicatiebeleid best op alle media, zowel offline als online, inspeelt en deze resultaten bevestigen dat ook. Televisie is absoluut belangrijk, maar de online media en in mindere mate sociale media mogen toch niet verwaarloosd worden bij jongeren.
percentage
Gebruikte media voor informatie over Ebola 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 televisie
online kranten
helemaal niet akkoord
krant
niet akkoord
online sociale media nieuwssites neutraal
akkoord
radio
helemaal akkoord
Grafiek 9a: scoreverdeling in percentages per medium voor ‘gebruik media voor informatie over Ebola’
56
Gebruikte media voor informatie over Ebola
gemiddelde score
5
4
3
2
1 Televisie
Online nieuwssites
Online kranten
Sociale media
Krant
Radio
Grafiek 9b: gemiddelde score voor ‘gebruikte media voor informatie over Ebola’ 6.3.4.11 Evaluatie verslaggeving We zullen nagaan wat de respondenten vonden van de verslaggeving door de media rond Ebola, vonden ze het wel objectief, hadden ze voldoende informatie, was het niet te veel op sensatie gericht en was de informatie ook nuttig? Uit het kwalitatief luik bleek dat respondenten zich soms toch vragen stelden bij de media. Vaak werd aangehaald dat de informatie te veel op sensatie was gericht, of dat ze niet nuttig was. We verwachten dan ook dat de respondenten uit de survey deze gedachtegang zullen volgen en de verslaggeving eerder laag zullen evalueren. De interne betrouwbaarheid van de schaal is te laag (4 items; α = 0.65) dus zullen we ook hier de items apart bekijken. Statement: ‘Ik vond de verslaggeving over Ebola objectief’ We vinden een gemiddelde score van 3.23 (SD = 0.85) en stellen vast dat respondenten neigen akkoord te gaan met de stelling (43%). Er is maar 20% die ‘niet akkoord’ of ‘helemaal niet akkoord’ gaat met het statement. We kunnen dus besluiten dat de meeste mensen de verslaggeving over Ebola objectief vonden. Statement: ‘Ik heb voldoende informatie gekregen van de media over Ebola’ We vinden een vrij neutrale gemiddelde score (M = 3.04, SD = 0.88) en constateren dat 36% van de respondenten voor ‘akkoord gaat’, 32% voor ‘niet akkoord’, 30% zijn ‘neutraal’. We kunnen besluiten dat de antwoorden redelijk verdeeld zijn met net iets meer mensen die voor ‘akkoord’ kiezen dan voor ‘niet akkoord’. Er is dus geen echt uitgesproken mening maar idealiter zouden we hier een positieve score moeten vinden, willen we een geïnformeerd publiek hebben, wat cruciaal is voor het slagen van het communicatiebeleid van de overheid (die haar boodschappen vaak via de media verstuurt naar de
57
bevolking). De respondenten zouden moeten aangeven dat ze voldoende informatie hadden gekregen via de media. Statement: ‘Ik vond dat de verslaggeving van de media niet gericht was op sensatie’ Een gemiddelde score van 2.72 (SD = 0.91) wijst erop dat respondenten meer ‘niet akkoord’ gingen met het statement. Inderdaad, de ‘niet akkoord’ score is het meeste aantal keer aangeduid van alle scores (38%). Het is een kleine indicatie dat mensen toch vonden dat de verslaggeving soms sensationeel was. Hoge scores waren hier beter geweest omdat de media, zeker bij serieuze zaken zoals een epidemie, toch verwacht worden om objectief te rapporteren. Sensationele rapportering kan immers paniek veroorzaken wat ten allen tijde moet vermeden worden. Statement: ‘Ik weet dankzij de media wat Ebola is en wat ik moet doen als ik het zou hebben’ Bij dit statement vinden we een gemiddelde score van 2.72 (SD = 0.96), het ‘niet akkoord’ antwoord is dan ook het meest aangeduid (34%).Ook hier hadden we liever een iets hogere score gezien aangezien de media toch de belangrijkste bron van informatie zijn voor mensen in tijden van crisis. Het is de media hun taak om de bevolking te informeren zodat deze voorbereid is en voldoende informatie hebben als een epidemie zou uitbreken. Helaas moeten we besluiten dat de score hiervoor te laag ligt. Conclusie Alle scores van de statements liggen rond het gemiddelde. We zien dat mensen over het algemeen de verslaggeving wel objectief vonden hoewel ze ook vonden dat het soms toch op sensatie was gericht. Of ze voldoende informatie hebben gekregen over Ebola is niet duidelijk, de meningen zijn immers verdeeld, maar bij een geslaagde communicatie hadden deze scores veel hoger moeten liggen, ook het feit dat men via de media niet te weten is gekomen wat Ebola juist is kan zorgwekkend zijn. Kortom de algemene beoordeling van de verslaggeving is redelijk maar niet uitzonderlijk goed.
58
Evaluatie verslaggeving Ebola
percentage
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Ik vond de verslaggeving Ik heb voldoende Ik vond dat de Ik weet dankzij de media over Ebola objectief informatie gekregen van verslaggeving van de wat Ebola is en wat ik de media over Ebola media niet gericht was op moet doen als ik het zou sensatie hebben helemaal niet akkoord
niet akkoord
neutraal
akkoord
helemaal akkoord
Grafiek 10a: scoreverdeling per statement in percentage van ‘Evaluatie verslaggeving Ebola’
Evaluatie verslaggeving Ebola gemiddelde score
5 4 3 2 1 Ik vond de Ik heb voldoende Ik vond dat de Ik weet dankzij de verslaggeving over informatie gekregen verslaggeving van de media wat Ebola is Ebola objectief van de media over media niet gericht en wat ik moet doen Ebola was op sensatie als ik het zou hebben
Grafiek 10b: gemiddelde score per statement voor ‘Evaluatie verslaggeving Ebola’, gaande van 1= helemaal niet akkoord naar 5 = helemaal akkoord 6.3.4.12 Zekere en eerlijke informatie is gelinkt aan het vertrouwen Uit de literatuur blijkt dat de bevolking wil dat de overheid eerlijk en transparant is en ook toegeeft als ze het niet weet. Als de overheid dit doet zou het vertrouwen van de bevolking moeten groeien. In ons kwalitatief luik geven sommige respondenten echter aan dat de overheid enkel zou moeten communiceren als ze zekere informatie hebben, als ze het niet weten zouden ze moeten zwijgen. Deze twee besluiten zijn natuurlijk niet verenigbaar. Doordat de literatuur en de resultaten van de diepte‐interviews iets anders zeggen over het al dan niet toegeven van onzekerheid hebben we hier geen verwachtingen over. 59
Eerlijkheid en transparantie werden dan weer wel aangegeven als belangrijke onderdelen voor het opbouwen van vertrouwen. We verwachten dan ook dat de respondenten uit de survey zullen aangeven dat hun vertrouwen groter zal zijn bij eerlijkheid en transparantie van de overheid. Doordat de literatuur en de resultaten van de diepte‐interviews iets anders zeggen over het al dan niet toegeven van onzekerheid hebben we hier geen verwachtingen over. De interne betrouwbaarheid van de schaal is te laag met een Cronbach’s Alpha van 0.56 (3 items), we zullen dus ook hier de items apart bekijken.. Statement: ‘Mijn vertrouwen in de overheid is groter als ze eerlijk zijn’ We vinden een redelijk hoge gemiddelde score (M = 4.05, SD = 0.65), maar liefst 70% van onze respondenten waren ‘akkoord’ met het statement. Hun vertrouwen in de overheid zal groter zijn als deze eerlijk communiceren, onze verwachting wordt bevestigd.
Statement: ‘Mijn vertrouwen in de overheid is groter als ze enkel informatie geven waar ze zeker van zijn’ We vinden een score die boven het gemiddelde ligt en neigt naar ‘akkoord’ (M = 3.75, SD = 0.92). Hieruit blijkt dat respondenten liefst informatie hebben waarvan de overheid zeker is, als er onzekere informatie is hebben ze deze liever niet, iets minder dan de helft van de respondenten duiden dan ook ‘akkoord’ aan (47%). Als enkel zekere informatie gegeven wordt zou het vertrouwen dus moeten stijgen. We kunnen besluiten dat het de verwachting is die deels uit het kwalitatief onderzoek kwam die bevestigd wordt, niet die uit de literatuur. Statement: ‘Mijn vertrouwen in de overheid is groter als ze volledig transparant zijn’ Ook hier vinden we een positieve score (M = 4.00, SD = 0.79), iets meer dan de helft (53.5%) van de respondenten duiden hier ‘akkoord’ aan. Onze verwachting is dus bevestigd, respondenten hun vertrouwen zal inderdaad groter zijn bij een volledig transparante overheid. Conclusie De resultaten zijn duidelijk, met op elk statement een positieve score die gelijk of bijna gelijk is aan de ‘akkoord’ score van de survey. De respondenten willen een eerlijke en transparante overheid die liefst enkel zekere informatie geeft. Als de overheid hierin slaagt zal het vertrouwen in hen vergroten. We moeten wel de opmerking maken dat als respondenten volledige transparantie willen de verspreiding van onzekere informatie hier ook bij hoort.
60
percentage
vertrouwen, eerlijkheid, transparantie en zekerheid 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Mijn vertrouwen in de overheid is groter als ze eerlijk zijn helemaal niet akkoord
Mijn vertrouwen in de overheid is groter als ze enkel informatie geven waar ze zeker van zijn
niet akkoord
neutraal
akkoord
Mijn vertrouwen in de overheid is groter als ze volledig transparant zijn helemaal akkoord
Grafiek 11a: scoreverdeling per statement in percentages voor ‘vertrouwen, eerlijkheid, transparantie en zekerheid’
Vertrouwen, eerlijkheid, transparantie en zekerheid gemiddelde score
5 4 3 2 1 Mijn vertrouwen in de overheid is groter als ze eerlijk zijn
Mijn vertrouwen in de overheid is groter als ze enkel informatie geven waar ze zeker van zijn
Mijn vertrouwen in de overheid is groter als ze volledig transparant zijn
Grafiek 11b: gemiddelde score per statement voor ‘vertrouwen, eerlijkheid, transparantie en zekerheid’, met 1 = helemaal niet akkoord en 5 = helemaal akkoord. 6.3.4.13 Angst De volgende statements zijn zo opgesteld dat ze nagaan of de respondent al dan niet schrik heeft voor Ebola. We zullen ook kijken of de respondenten aan ‘othering’ doen, nl. het stigmatiseren van zwarte personen die eventueel uit West‐Afrika komen. Uit de interviews blijkt dat er niet veel schrik bestaat bij de jongeren voor Ebola, we verwachten hier dan ook lage scores. De interne betrouwbaarheid van de schaal zit goed (6 items; α = 0.71). We vinden een gemiddelde score van 2.82 (SD = 0.63). We zien dan ook dat 46% van de respondenten geen angst of helemaal geen angst heeft. Hoewel we verwacht hadden dat dit veel hoger zou liggen, zien we toch een neiging richting geen 61
schrik. We kunnen dus besluiten dat er geen grote paniek is onder onze jonge respondenten maar een minimale schrik is toch niet afwezig. Onze verwachting is dus niet volledig bevestigd.
Angstniveau Ebola
percentage
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 helemaal niet niet akkoord akkoord
neutraal
akkoord
helemaal akkoord
Grafiek 12a: scoreverdeling in percentage van ‘angstniveau Ebola’.
Angstniveau Ebola
gemiddelde score
5 4 3 2 1 Ik heb schrik om Ik heb schrik dat Ik denk dat het Ik heb geen Sinds er een Als ik in een naar Afrika te Ebola naar hele Ebola‐ schrik van Ebola geval was van vlieghaven bben gaan vanwege Europa en België verhaal omdat het ver Ebola in Spanje en ik zie een Ebola zou komen overdreven weg gebeurtt en Amerika heb Afrikaans wordt ik meer schrik persoon zal ik gekregen hem eerder vermijden uit schrik voor Ebola
Grafiek 12b: gemiddelde score per statement van ‘angstniveau Ebola’, met 1 = helemaal niet akkoord en 5 = helemaal akkoord. We bekijken ook het statement omtrent het aspect ‘othering’ nog eens apart. Statement: ‘Als ik in een vlieghaven ben en ik zie een Afrikaans persoon zal ik hem eerder vermijden uit schrik voor Ebola’ Hier vinden we een zeer lage gemiddelde score terug (M = 1.88, SD = 0.84), wat goed is. Ook de verdeling is overtuigend naar de ‘niet akkoord’ kant met 82%. Zoals we in de literatuur al gezien hebben en ook vermeld wordt in de interviews met een journalist en een vertegenwoordiger van volksgezondheid kan een 62
extensieve berichtgeving over een bepaalde epidemie met telkens de vermelding van een bepaald ras of volk resulteren in stigmatisering, dit moet natuurlijk ten allen tijde worden vermeden.
percentage
Vermijden Afrikaans persoon uit schrik 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 helemaal niet niet akkoord akkoord
neutraal
akkoord
helemaal akkoord
Grafiek 12c: scoreverdeling in percentages voor statement ‘Als ik in een vlieghaven ben en ik zie een Afrikaans persoon zal ik hem eerder vermijden uit schrik voor Ebola’ 6.3.5
Conclusie en bespreking
Als we de resultaten bekijken zien we een ander beeld dan datgene dat we uit het vooronderzoek haalden. Zo zien we dat het vertrouwen in de Belgische overheid niet zo laag is als we verwacht hadden, hoewel er ook geen hoge scores werden gegeven. We kunnen wel opmerken dat idealiter de scores hier hoog hadden moeten zijn opdat we zouden kunnen besluiten dat de bevolking veel vertrouwen heeft in de overheid. Hoewel het vertrouwen beter is dan initieel gedacht zien we dat jongeren het communicatiebeleid van de Belgische overheid bij Ebola toch maar matig tot slecht evalueren, onze verwachting werd hier wel bevestigd. Blijkbaar vinden jongeren ondanks een hoger vertrouwen in de Belgische overheid dat er nog verbeteringen kunnen aangebracht worden aan hun communicatiebeleid. Dit kan mogelijks zijn omdat ze zelf vinden dat ze te weinig weten over Ebola en graag wat meer informatie hadden gehad. Ook als ze verder wilden zoeken naar meer informatie konden ze dit niet doen via de overheidssite over Ebola omdat ze gewoon weg niet van zijn bestaan afwisten. Een andere verklaring kan zijn dat onze respondenten niet volledig vertrouwen dat de overheid eerlijk en transparant is geweest in hun berichtgeving bij Ebola. We kunnen dus een genuanceerde evaluatie maken van het communicatiebeleid van de Belgische overheid. Er is meer vertrouwen dan verwacht, wat een noodzakelijke basis is voor het communiceren. Het vertrouwen is echter niet uitermate groot wat we ook zien aan het feit dat respondenten twijfelen of de overheid wel volledig eerlijk en transparant was in hun informatie over Ebola. Respondenten geven aan dat eerlijke informatie en transparantie essentieel zal zijn voor hun vertrouwen in de overheid, hoe minder dat ze geloven dat de overheid transparant en eerlijk is, hoe minder vertrouwen ze de overheid geven. Het verminderde vertrouwen in de informatie van de overheid en het feit dat respondenten dus liefst meer 63
hadden willen weten, zorgt ervoor dat ze het communicatiebeleid niet positief evalueren. Het minder slagen van het communicatiebeleid zien we ook aan het feit dat er toch respondenten zijn die schrik hebben voor Ebola, hoewel de overheid juist wou benadrukken dat er geen gevaar was voor België Als we dan de analyse maken voor Europa moeten we concluderen dat de verwachtingen uit het vooronderzoek niet volledig zijn bevestigd. Als we vragen aan onze respondenten of ze Europese instellingen vertrouwen en of dit vertrouwen groter is dan bij België krijgen we een verdeeld antwoord. De respondenten vertrouwen de Europese overheid ofwel meer, ofwel evenveel als de Belgische overheid. Wat op zich een zeer goede score is voor België. We kunnen er wel uit opmaken dat onze respondenten Europese instellingen absoluut vertrouwen om hen op de hoogte te stellen van en om te gaan met epidemieën. De basis voor een doeltreffend communicatiebeleid is dus aanwezig. Als we dan echter onderzoeken of onze respondenten weten wat de ECDC is en waarvoor het staat blijft 63% ons het antwoord schuldig. Dit hadden we dan weer wel verwacht. We zien dus dat jongeren hun vertrouwen geven aan de EU/ECDC, maar dat ze een essentiële speler in de risicocommunicatie bij epidemieën niet kunnen identificeren. We moeten dus besluiten dat ook de ECDC (al dan niet via Nationale overheden) beter naar de bevolking had moeten communiceren. Zoals reeds gezegd zou de ECDC de Europese WHO moeten zijn, een instelling die iedereen kent en respecteert omdat hij geloofwaardige informatie kan bieden. Als we naar het mediagebruik en de evaluatie van de verslaggeving kijken, kunnen we vaststellen dat het grootste deel van de respondenten televisie hebben gebruikt om zich te informeren. Ook online kranten en nieuwssites werden vaak geconsulteerd, sociale media werden echter niet vaak geraadpleegd om informatie op te zoeken. Hier zien we dus een ander beeld dan dat uit het kwalitatief onderzoek. Wat hier wel overeenkomt is dat respondenten informatie van de traditionele media meer vertrouwen dan die van de sociale media, dit kan dan ook een mogelijke verklaring zijn waarom traditionele media meer werden geraadpleegd. In plaats van een kloof tussen gebruikte media en vertrouwde media, zoals we zagen bij de interviews, zien we hier dat jongeren consistent zijn in hun mediaraadpleging, ze gebruiken wat ze het meeste vertrouwen. De algemene boordeling van de verslaggeving was genuanceerd, de respondenten vonden het over het algemeen wel objectief, hoewel er soms toch sensatie gedetecteerd werd. Een belangrijke kritiek van de jongeren is dat ze via de media niet te weten gekomen zijn wat Ebola juist is, dit had voor hen duidelijker moeten zijn. Als laatste bekijken we de woordvoerders, daaruit kunnen we besluiten dat al onze resultaten, zowel kwalitatief als kwantitatief, hetzelfde zeggen. Experts of wetenschappers worden door iedereen als het meeste betrouwbaar bestempeld en genieten dus de voorkeur als woordvoerders.
64
7
ALGEMENE CONCLUSIE EN BESPREKING
We hebben inzichten uit de theorie onderworpen aan de praktijk via onze centrale vraagstelling. We wilden achterhalen hoe jongeren het communicatiebeleid van de Belgische overheid en de ECDC ervaren en evalueren. We hebben deze vraag beantwoord via een kwalitatief vooronderzoek en een kwantitatief onderzoek. Uit het kwalitatief vooronderzoek hebben we een aantal verwachtingen geformuleerd die gerelateerd waren aan de centrale concepten van de crisis‐en risicocommunicatie, nl. vertrouwen, eerlijkheid en transparantie. We hebben ook onderzocht hoe onze jongeren met de belangrijke stakeholder van de overheid omgaan, nl. de media en wie zij het liefste zien als woordvoerder in de media. We besluiten dat jongeren het communicatiebeleid van de Belgische overheid slechts matig evalueren, ze geven aan dat ze soms te weinig informatie hebben gekregen en dat ze niet goed weten of deze informatie wel altijd eerlijk is. Het vertrouwen van de jongeren in de Belgische overheid is niet onbestaande maar is niet zo hoog als we zouden willen bij een doeltreffende communicatie. Jongeren gebruiken en vertrouwen nog altijd vooral klassieke media, waarbij de sociale media en het internet een aanvulling kunnen zijn voor het verder opzoeken van informatie. Ze vinden immers dat via de gewone verslaggeving ze niet voldoende geïnformeerd zijn. Hierdoor is hun kennis over Ebola eerder laag, wat bij sommigen resulteert in angst. Ze hebben het liefste een expert of wetenschapper als woordvoerder in de media omdat ze die het meest betrouwbaar vinden. Jongeren benadrukken het belang dat de overheid eerlijk en transparant moet zijn in hun communicatie, enkel wanneer ze daarvan overtuigd zijn kan er een algemeen vertrouwen worden opgebouwd. De Belgische overheid had bewust voor een ‘low‐profile’ strategie gekozen om geen paniek te veroorzaken maar we concluderen toch dat de onderzochte jongeren liever wat meer informatie hadden gehad. Sommige respondenten in interviews gaven dan ook aan dat meer informatie juist de paniek kan verminderen. Het feit dat er toch respondenten zijn die stellen dat ze schrik hadden van Ebola wijst op een gebrekkige communicatie. Het is aan de overheid om te reëvalueren hoeveel informatie ze de jongeren geven want we merken dat te weinig informatie juist wel paniek kan zaaien. Onze aanbeveling is dan ook dat naast een open en eerlijk beleid, er ook voldoende informatie wordt gegeven aan de jongeren, zodat zij geïnformeerd zijn over het feitelijke risico. Ook moet de overheid beter zorgen voor de beschikbaarheid van verdere informatie, er moet duidelijk vermeld worden via alle soorten media dat er een website beschikbaar is met extra informatie, niet alleen voor professionelen en risicogroepen maar ook voor de algemene bevolking zodat die zelf een beredeneerde evaluatie kunnen maken van de bedreiging. Verder zal de overheid moeten blijven werken aan het opbouwen van het vertrouwen bij de jongeren zodat als er echt een crisis uitbreekt er een goede basis is voor een doeltreffend communicatiebeleid. Het communicatiebeleid van de Europese instellingen en de ECDC wordt niet opgemerkt door de jongeren, de meerderheid weet zelfs niet waarvoor de ECDC staat of wat het doet. Ze geven aan dat ze wel 65
vertrouwen hebben in de Europese instellingen en dat dit soms groter is dan bij de Belgische overheid. Het is dus aan Europa om de communicatie naar de bevolking nog verder uit te spitten en duidelijk te communiceren dat de ECDC, net zoals de WHO, een internationale instelling is die veel informatie en een meerwaarde kan bieden bij een uitbraak van een epidemie. Algemeen besluiten we dat Ebola een goed proefstuk was voor de werking en doeltreffendheid van de communicatie in Europa en België. De overheden zijn op de goede weg, maar er is zeker nog plaats voor verbetering.
8
BEPERKINGEN EN VERDER ONDERZOEK
Aangezien ons onderzoek exploratief is, werken we vooral met beschrijvende analyses. Hoewel dit zeer interessant is voor ‘een stand van zaken’ te onderzoeken, zal het noodzakelijk zijn om meer diepgaande analyses uit te voeren in de toekomst om zo significante besluiten te kunnen maken. We zijn ook beperkt in ons aantal respondenten dat voor sluitende conclusies hoger zou moeten liggen. Ook het kwalitatieve luik zou uitgebreider kunnen met bv. focusgroepen, om nog dieper te graven in mensen hun percepties. We kunnen besluiten dat er nog veel ruimte is voor verder onderzoek, algemeen en specifiek.
66
9
BIBLIOGRAFIE
Avery, E. J., & Kim, S. (2009). Anticipating or precipitating crisis? Health agencies may not be heeding best practice advice in avian flu press releases. Journal of Public Relations Research, 21(2), 187‐197. Bogoch, II, Creatore, M. I., Cetron, M. S., Brownstein, J. S., Pesik, N., Miniota, J., . . . Khan, K. (2015). Assessment of the potential for international dissemination of Ebola virus via commercial air travel during the 2014 west African outbreak. Lancet, 384(9962), 29‐35. doi: 10.1016/s0140‐ 6736(14)61828‐6 Bogoch, I. I., Creatore, M. I., Cetron, M. S., Brownstein, J. S., Pesik, N., Miniota, J., . . . Ahmed, S. (2015). Assessment of the potential for international dissemination of Ebola virus via commercial air travel during the 2014 west African outbreak. The Lancet, 385(9962), 29‐35. Boyce, C., & Neale, P. (2006). Conducting in-depth interviews: A guide for designing and conducting in-depth interviews for evaluation input: Pathfinder International Watertown, MA. Brug, J., Aro, A. R., Oenema, A., de Zwart, O., Richardus, J. H., & Bishop, G. D. (2004). SARS risk perception, knowledge, precautions, and information sources, the Netherlands. Emerg Infect Dis, 10(8), 1486‐ 1489. Brug, J., Aro, A. R., & Richardus, J. H. (2009). Risk perceptions and behaviour: towards pandemic control of emerging infectious diseases. International journal of behavioral medicine, 16(1), 3‐6. Claeys, A.‐S., Cauberghe, V., & Leysen, J. (2010). When to say what during crisis situations: experimental tests of the Situational Crisis Communication Theory (SCCT) and stealing thunder. Paper presented at the 23rd EMAC Doctoral Colloquium. Cohen, D., & Crabtree, B. (2006). Qualitative research guidelines project. Coombs, W. T. (2007). Protecting organization reputations during a crisis: The development and application of situational crisis communication theory. Corporate reputation review, 10(3), 163‐176. Coombs, W. T. (2014). Ongoing crisis communication: Planning, managing, and responding: Sage Publications. Coombs, W. T., & Holladay, J. S. (2012). The paracrisis: The challenges created by publicly managing crisis prevention. Public Relations Review, 38(3), 408‐415. doi: 10.1016/j.pubrev.2012.04.004 Coombs, W. T., & Holladay, S. J. (2009). Further explorations of post‐crisis communication: Effects of media and response strategies on perceptions and intentions. Public Relations Review, 35(1), 1‐6. doi: 10.1016/j.pubrev.2008.09.011 Coombs, W. T., & Holladay, S. J. (2011). An exploration of the effects of victim visuals on perceptions and reactions to crisis events. Public Relations Review, 37(2), 115‐120. doi: 10.1016/j.pubrev.2011.01.006 Cooper, C. L., & Bavari, S. (2015). A race for an Ebola vaccine: promises and obstacles. Trends in Microbiology, 23(2), 65‐66. doi: 10.1016/j.tim.2014.12.005 67
Cornelis, E., Cauberghe, V., & De Pelsmacker, P. (2010). The effectiveness of different message strategies in health risk communication. Paper presented at the 23rd EMAC Doctoral Colloquium. Covello, V. T., von Winterfeldt, D., & Slovic, P. (1987). Communicating scientific information about health and environmental risks: Problems and opportunities from a social and behavioral perspective Uncertainty in risk assessment, risk management, and decision making (pp. 221‐239): Springer. Davis, M., Stephenson, N., & Flowers, P. (2011). Compliant, complacent or panicked? Investigating the problematisation of the Australian general public in pandemic influenza control. Social Science & Medicine, 72(6), 912‐918. DiCicco‐Bloom, B., & Crabtree, B. F. (2006). The qualitative research interview. Medical education, 40(4), 314‐321. Doshi, P. (2011). The elusive definition of pandemic influenza. Bulletin of the World Health Organization, 89(7), 532‐538. Downes, E. (2014). Nursing and Complex Humanitarian Emergencies: Ebola is more than a disease. Nursing Outlook. Drazen, J. M., Campion, E. W., Rubin, E. J., Morrissey, S., & Baden, L. R. (2015). Ebola in West Africa at One Year ‐ From Ignorance to Fear to Roadblocks. New England Journal of Medicine, 372(6), 563‐564. doi: 10.1056/NEJMe1415398 Ebola triggers WHO reforms. (2015). Science, 347(6221), 460‐461. Fasina, F. O., Shittu, A., Lazarus, D., Tomori, O., Simonsen, L., Viboud, C., & Chowell, G. (2014). Transmission dynamics and control of Ebola virus disease outbreak in Nigeria, July to September 2014. Eurosurveillance, 19(40), 11‐17. Fennis, B. M., & Stroebe, W. (2014). Softening the blow: Company self‐disclosure of negative information lessens damaging effects on consumer judgment and decision making. Journal of business ethics, 120(1), 109‐120. Fischhoff, B. (1995). RISK PERCEPTION AND COMMUNICATION UNPLUGGED ‐ 20 YEARS OF PROCESS. Risk analysis, 15(2), 137‐145. doi: 10.1111/j.1539‐6924.1995.tb00308.x Fitzpatrick, G., Vogt, F., Gbabai, O. B. M., Black, B., Santantonio, M., Folkesson, E., . . . Van Herp, M. (2014). Describing readmissions to an Ebola case management centre (CMC), Sierra Leone, 2014. Eurosurveillance, 19(40), 5‐10. Fogarty, A. S., Holland, K., Imison, M., Blood, R. W., Chapman, S., & Holding, S. (2011). Communicating uncertainty‐how Australian television reported H1N1 risk in 2009: a content analysis. BMC public health, 11(1), 181. Guion, L. A., Diehl, D. C., & McDonald, D. (2011). Conducting an in‐depth interview. Gulland, A. (2015). WHO's crisis handling to be overhauled after slow response to Ebola. Bmj-British Medical Journal, 350. doi: 10.1136/bmj.h460 68
Hallin, D. C., & Briggs, C. L. (2015). Transcending the medical/media opposition in research on news coverage of health and medicine. Media Culture & Society, 37(1), 85‐100. doi: 10.1177/0163443714549090 Harrod, K. S. (2015). Ebola: history, treatment, and lessons from a new emerging pathogen. American Journal of Physiology-Lung Cellular and Molecular Physiology, 308(4), L307‐L313. doi: 10.1152/ajplung.00354.2014 Health professionals in Europe urged to be prepared for Ebola virus. (2014). Veterinary Record, 175(19), 471‐471. doi: 10.1136/vr.g6767 Holladay, S. J., & Coombs, W. T. (2013). Successful prevention may not be enough: A case study of how managing a threat triggers a threat. Public Relations Review, 39(5), 451‐458. Holmes, B. J. (2008). Communicating about emerging infectious disease: The importance of research. Health, Risk & Society, 10(4), 349‐360. J. Holmes, B., Henrich, N., Hancock, S., & Lestou, V. (2009). Communicating with the public during health crises: experts' experiences and opinions. Journal of risk research, 12(6), 793‐807. Jones, S. C., Waters, L., Holland, O., Bevins, J., & Iverson, D. (2010). Developing pandemic communication strategies: Preparation without panic. Journal of Business Research, 63(2), 126‐132. Kasperson, R. E. (1992). The social amplification of risk: progress in developing an integrative framework in social theories of risk. Keune, H., Morrens, B., & Loots, I. (2008). Risk communication and human biomonitoring: which practical lessons from the Belgian experience are of use for the EU perspective? Environmental health, 7(Suppl 1), S11. Lewison, G. (2008). The reporting of the risks from severe acute respiratory syndrome (SARS) in the news media, 2003–2004. Health, Risk and Society, 10(3), 241‐262. Liu, B. F., & Kim, S. (2011). How organizations framed the 2009 H1N1 pandemic via social and traditional media: Implications for US health communicators. Public Relations Review, 37(3), 233‐244. Locatelli, S. M., LaVela, S. L., Hogan, T. P., Kerr, A. N., & Weaver, F. M. (2012). Communication and information sharing at VA facilities during the 2009 novel H1N1 influenza pandemic. American journal of infection control, 40(7), 622‐626. Lorente, J. A., Blanch, L., & Esteban, A. (2015). Ebola virus: Understanding the 2014 outbreak. Archivos De Bronconeumologia, 51(2), 59‐60. doi: 10.1016/j.arbres.2014.12.001 Mackenzie, J. S., Drury, P., Arthur, R. R., Ryan, M. J., Grein, T., Slattery, R., . . . Bejtullahu, A. (2014). The Global Outbreak Alert and Response Network. Global Public Health, 9(9), 1023‐1039. doi: 10.1080/17441692.2014.951870 Matamoros, D. C., Mihai, A., Kurapkiene, S., & Felfly, W. (2010). Communicating with Public Health Organizations: An Inventory of Capacities in the European Countries Electronic Healthcare (pp. 25‐ 27): Springer. 69
McCormack, C. (2004). Storying stories: a narrative approach to in‐depth interview conversations. International journal of social research methodology, 7(3), 219‐236. Morgan, M. G. (2002). Risk communication: A mental models approach: Cambridge University Press. Morris, Z. S. (2009). The truth about interviewing elites. Politics, 29(3), 209‐217. Mortelmans, D. (2007). Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden: Acco. Mounier‐Jack, S., & Coker, R. J. (2006). How prepared is Europe for pandemic influenza? Analysis of national plans. The Lancet, 367(9520), 1405‐1411. Petherick, A. (2015). Ebola in west Africa: learning the lessons. Lancet, 385(9968), 591‐592. doi: 10.1016/s0140‐6736(15)60075‐7 Pidgeon, N., Kasperson, R. E., & Slovic, P. (2003). The social amplification of risk: Cambridge University Press. Poletto, Gomes, M. F., y Piontti, A. P., Rossi, L., Bioglio, L., Chao, D. L., . . . Vespignani, A. (2014). Assessing the impact of travel restrictions on international spread of the 2014 West African Ebola epidemic. Eurosurveillance, 19(42), 8‐13. Ratzan, S. C., & Moritsugu, K. P. (2014). Ebola Crisis‐Communication Chaos We Can Avoid. Journal of Health Communication, 19(11), 1213‐1215. doi: 10.1080/10810730.2014.977680 Rogers, W. A., Street, J. M., Braunack‐Mayer, A. J., & Hiller, J. E. (2009). Pandemic influenza communication: views from a deliberative forum. Health Expectations, 12(3), 331‐342. Roulston, K., & Lewis, J. B. (2003). Learning to interview in the social sciences. Qualitative Inquiry, 9(4), 643‐ 668. Schwarz, A. (2012). How publics use social media to respond to blame games in crisis communication: The Love Parade tragedy in Duisburg 2010. Public Relations Review, 38(3), 430‐437. Sellnow, T. L., Ulmer, R. R., Seeger, M. W., & Littlefield, R. (2008). Effective risk communication: A messagecentered approach: Springer Science & Business Media. Shultz, J. M., Baingana, F., & Neria, Y. (2015). The 2014 Ebola Outbreak and Mental Health Current Status and Recommended Response. Jama-Journal of the American Medical Association, 313(6), 567‐568. Slovic, P. (1993). Perceived risk, trust, and democracy. Risk analysis, 13(6), 675‐682. Smith, R. D. (2006). Responding to global infectious disease outbreaks: Lessons from SARS on the role of risk perception, communication and management. Social Science & Medicine, 63(12), 3113‐3123. Sprenger, M., & Coulombier, D. (2014). Preparedness is crucial for safe care of Ebola patients and to prevent onward transmission in Europe‐outbreak control measures are needed at its roots in West Africa. Euro Surveill, 19(40), 20925. Stevens, I. (2009). Public oriented risk communication in the new risk society: Gent: Universiteit Gent. PhD. Retrieved from http://archive. ugent. be/input/download. Taylor, M. (2000). Cultural variance as a challenge to global public relations: A case study of the Coca‐Cola scare in Europe. Public Relations Review, 26(3), 277‐293. 70
team, E. e. (2011). The European Commission proposes new measures against cross‐border health threats. Euro surveillance: bulletin Européen sur les maladies transmissibles= European communicable disease bulletin, 16(50), 20043. Teasdale, E., & Yardley, L. (2011). Understanding responses to government health recommendations: public perceptions of government advice for managing the H1N1 (swine flu) influenza pandemic. Patient education and counseling, 85(3), 413‐418. Trautman, D. E. (2014). Strategy, Timing, and Collaboration: The Academic Response to Ebola. Nursing Outlook. Tucker, W. T., & Ferson, S. (2008). Strategies for risk communication. Annals of the New York Academy of Sciences, 1128(1), ix‐xii. Turner III, D. W. (2010). Qualitative interview design: A practical guide for novice investigators. The qualitative report, 15(3), 754‐760. Utz, S., Schultz, F., & Glocka, S. (2013). Crisis communication online: How medium, crisis type and emotions affected public reactions in the Fukushima Daiichi nuclear disaster. Public Relations Review, 39(1), 40‐46. Van der Lugt, D. (2009). Interviewen in de praktijk: Groningen: Noordhoff uitgevers bv. van der Meer, T. G., & Verhoeven, J. W. (2014). Emotional crisis communication. Public Relations Review, 40(3), 526‐536. van der Weerd, W., Timmermans, D. R., Beaujean, D. J., Oudhoff, J., & van Steenbergen, J. E. (2011). Monitoring the level of government trust, risk perception and intention of the general public to adopt protective measures during the influenza A (H1N1) pandemic in the Netherlands. BMC public health, 11(1), 575. Vartti, A.‐M., Oenema, A., Schreck, M., Uutela, A., de Zwart, O., Brug, J., & Aro, A. R. (2009). SARS knowledge, perceptions, and behaviors: a comparison between Finns and the Dutch during the SARS Outbreak in 2003. International journal of behavioral medicine, 16(1), 41‐48. Würz, A., Nurm, Ü.‐K., & Ekdahl, K. (2013). Enhancing the Role of Health Communication in the Prevention of Infectious Diseases. Journal of Health Communication, 18(12), 1566‐1571.
71
10 BIJLAGE 1: GESPREKSGIDS BEVOLKING Begin van het interview: ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Maak kennis met de respondent en stel hem op zijn gemak Laat hem een toelatingsformulier tekenen en verzeker anonimiteit als hij dat wenst Maak duidelijk dat je het interview zal opnemen en vraag of hij/zij hiermee akkoord is Zorg dat de omgeving niet afleidend kan werken Maak duidelijk dat er geen goede of foute antwoorden zijn
Algemene vragen ‐ ‐
‐
Wat is een epidemie? (wees zeker dat de respondent dezelfde definitie heeft zodat je al niet verkeerd begint) Wat verstaat u onder een crisis? Wat denkt u dat het verschil is tussen een crisis en een risico? (als de definitie niet dezelfde is, verduidelijk dan waar jij juist op doelt zodat de respondent duidelijk weet waar je achter vraagt en wat je basis is) o Wanneer beschouwt u een crisis als een crisis? Wanneer voelt u zich bedreigt door een epidemie? Kan u kort uitleggen wat u denkt dat de impact van zo’n crisis, in dit geval een epidemie, kan zijn?
Specifiek ‐
‐
Wat denkt u dat de rol van de overheid moet zijn bij een uitbraak van een epidemie? o Wie denkt u dat er moet communiceren? Welke overheidsinstantie? Heeft u meer vertrouwen in nationale of Europese instellingen? Kent u de ECDC? Vindt u dat er algemene richtlijnen moeten zijn? Welke woordvoerders vindt u dat u uitleg moeten geven over een epidemie? (politici? Opinieleiders? Beleidsmakers? Wetenschappers/experts? …) o Hoe denkt u dat er gecommuniceerd moet worden via welk medium? Traditionele of sociale media? Waarom? Welk gebruikt u zelf het meeste om een epidemie op te volgen? o Wanneer vindt u dat er moet gecommuniceerd worden? Voor een epidemie al? Vindt u dat u nu al voldoende geïnformeerd bent over wat te doen bij een epidemie? Of niet? Waarom wel, waarom niet? Zou u graag al voor de uitbraak van een epidemie weten wat te doen? Of ziet u het wel als er effectief een uitbraak is? o Wat moet er gecommuniceerd worden? Wil u over alles op de hoogte zijn? Wil u ook onzekere informatie horen? Heeft u vertrouwen in de overheid? o Wanneer vindt u het communicatiebeleid van de overheid geslaagd? Wat zorgt ervoor dat communicatie al dan niet slaagt? o Hoe moet de overheid de bevolking zien, als actief of passief? Waarom? Wat denkt u dat de rol van de media moet zijn bij een uitbraak van een epidemie? 72
o o
Hoe ervaart u de verslaggeving van de media bij een epidemie? Vindt u dat de media een partner moet zijn van de overheid of er apart van opereren?
Praktische case: Ebola ‐ ‐ ‐
Hoe ervaart u de uitbraak van Ebola? Heeft u schrik of niet? Heb je vertrouwen in de overheid dat ze alles zullen doen wat ze kunnen om u te beschermen? Denkt u dat de overheid alle informatie zal vrijgeven? Hoe zou je het communicatiebeleid van de overheid evalueren i.v.m. Ebola?
Einde interview: ‐ ‐ ‐
Bedank de respondent voor zijn medewerking Vraag of hij/zij nog vragen voor je heeft Beëindig het interview
73
11 BIJLAGE 2: GESPREKSGIDS MEDIA Begin van het interview: ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Maak kennis met de respondent en stel hem op zijn gemak Laat hem een toelatingsformulier tekenen en verzeker anonimiteit als hij dat wenst Maak duidelijk dat je het interview zal opnemen en vraag of hij/zij hiermee akkoord is Zorg dat de omgeving niet afleidend kan werken Maak duidelijk dat er geen goede of foute antwoorden zijn
Tijdens het interview Algemene vragen ‐ ‐
‐
Wat is een epidemie? (wees zeker dat de respondent dezelfde definitie heeft zodat je al niet verkeerd begint) Wat verstaat u onder een crisis? Wat denkt u dat het verschil is tussen een crisis en een risico? (als de definitie niet dezelfde is, verduidelijk dan waar jij juist op doelt zodat de respondent duidelijk weet waar je achter vraagt en wat je basis is) Kan u kort uitleggen wat u denkt dat de impact van zo’n crisis, in dit geval een epidemie, kan zijn?
Specifiek ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Wat denkt u dat uw rol is in de communicatie bij epidemieën? (ondersteunende rol? Hoofdrol als de belangrijkste bron van informatie of als aanvulling bij overheidsinformatie?) Hoe gaat u verslag geven over een uitbraak van een epidemie? (objectief? Sensationeel?) Wat zijn de belangrijkste objectieven bij de verslaggeving over een epidemie? Ziet u de overheid als een partner in de verslaggeving? Wat zijn u hoofdbronnen voor de verslaggeving? Wat denkt u dat de impact kan zijn van deze verslaggeving op de bevolking?
Praktische case: Ebola ‐ ‐ ‐ ‐
Hoe evalueert u de verslaggeving van Ebola? Heeft u kritieken of niet? Hoe staat u hier tegenover? Welke bronnen heeft u voor de verslaggeving over Ebola gebruikt? Wat denk je dat de impact van de verslaggeving over Ebola is op de bevolking?
Einde interview: ‐ ‐ ‐
Bedank de respondent voor zijn medewerking Vraag of hij/zij nog vragen voor je heeft Beëindig het interview
74
12 BIJLAGE 3: GESPREKSGIDS OVERHEID Begin van het interview: ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Maak kennis met de respondent en stel hem op zijn gemak Laat hem een toelatingsformulier tekenen en verzeker anonimiteit als hij dat wenst Maak duidelijk dat je het interview zal opnemen en vraag of hij/zij hiermee akkoord is Zorg dat de omgeving niet afleidend kan werken Maak duidelijk dat er geen goede of foute antwoorden zijn
Tijdens het interview Algemene vragen ‐ ‐
‐
Wat is een epidemie? (wees zeker dat de respondent dezelfde definitie heeft zodat je al niet verkeerd begint) Wat verstaat u onder een crisis? Wat denkt u dat het verschil is tussen een crisis en een risico? (als de definitie niet dezelfde is, verduidelijk dan waar jij juist op doelt zodat de respondent duidelijk weet waar je achter vraagt en wat je basis is) Kan u kort uitleggen wat u denkt dat de impact van zo’n crisis, in dit geval een epidemie, kan zijn?
Specifiek ‐
‐ ‐
‐ ‐
Hoe denkt u dat communicatie bij een epidemie verloopt en wat er het belang van is? (zien ze het ook als in 3 fasen, precrisis, tijdens crisis en postcrisis?) o Kennen ze de drie fasen? Welke vindt u de belangrijkste fase? Is er een verschil tussen de verschillende fases qua communicatiebeleid? Wat zijn de implicaties hiervan? Hoe zou jij het communicatiebeleid van elke fase omschrijven? o Zo nee, probeer dan subtiel deze fases aan te brengen en te zien of ze dit toch niet herkennen Wie denkt u dat de verschillende stakeholders hierbij zijn? Wat is hun belang? (erkennen ze het belang van de bevolking en de media?) In u ervaring, zijn er algemene richtlijnen bij een uitbraak van een epidemie vanuit een Europese instelling, zoja dewelke? (Kennen ze de ECDC? Hoe omschrijven zij algemene richtlijnen? Welke concepten kun je er uit halen?) o Hoe worden deze naar u toe gecommuniceerd en geïmplementeerd? o Hoe zou u het communicatiebeleid van Europa beschrijven bij een uitbraak van een epidemie? Hoe zou u dit evalueren, is er plaats voor verbetering of niet? Is het nationaal communicatiebeleid bij epidemieën gebaseerd op Europese richtlijnen of niet? Zo ja, wordt dit dan aangepast aan de lokale setting of gewoon overgenomen? i.v.m. informatie: o welk soort informatie moet er gecommuniceerd worden? (moet dit objectief zijn? Wetenschappelijk? Kan er onzekere communicatie gecommuniceerd worden?) o Door wie moet informatie gecommuniceerd worden? (wetenschappers? Politici? Opinieleiders van de bevolking?) o Wanneer moet deze informatie gecommuniceerd worden? (onmiddellijk, of pas nadat er voldoende informatie beschikbaar is?) 75
Hoe moet deze informatie gecommuniceerd worden? (via traditionele media of sociale media?) i.v.m. media: o welke soort media zou u gebruiken? Waarom? Wat zijn de voor‐ en nadelen? o Ziet u de media als een partner of meer een gevaar? Waarom? o Wat vindt u dat de taak van de media moet zijn tijdens een uitbraak? i.v.m. de bevolking: o welke rol speelt de bevolking in het communicatiebeleid? (actief? Passief?) hoe ga je met de bevolking om? o hoe communiceer je naar de bevolking? Hoeveel informatie zal je hen geven? Wat soort voor informatie? Ook onzekere informatie? (of denk je dat dit tot paniek kan leiden?) o Hoe denk je dat de bevolking omgaat met risico’s, van waaruit gaan ze die evalueren? Wat zijn beïnvloedende factoren? (erkennen ze dat de bevolking vooral kijkt naar de percepties van risico’s en niet naar de échte risico’s? erkennen ze dat mensen risico’s en crises evalueren vanuit hun sociale en culturele context?) o Zie je de bevolking als een mogelijke partner, of niet? o Wat denkt u dat de determinerende factoren zijn voor de bevolking om naar de overheid te ‘luisteren’? (zeggen ze iets over vertrouwen, transparantie, onzekerheid, geloofwaardigheid? Zo niet, vermeldt het dan zelf om er toch verder op in te kunnen gaan Algemeen: wat denkt u dat de ‘key concepts’ zijn voor doeltreffende communicatie bij epidemieën? o
‐
‐
‐
Praktische case: Ebola o o o
Hoe evalueert u het huidige communicatiebeleid van Ebola? Ziet u Ebola als een risico of niet? Zijn er verbeteringen mogelijk i.v.m. het communicatiebeleid?
Einde interview: ‐ ‐ ‐
Bedank de respondent voor zijn medewerking Vraag of hij/zij nog vragen voor je heeft Beëindig het interview
76
13 BIJLAGE 4: TRANSCRIPT BEVOLKING 13.1 TRANSCRIPT RESPONDENT 1 Ok dus je weet dat het onderzoek in het kader van mijn thesis is Ja Ja, dat gaat dus rond crisis-en risicocommunicatie van de overheid bij epidemieën met een case study van Ebola en ook gericht op de Europese unie. Dus alles wordt opgenomen is dat ok voor jou? Ja Ok, ik ga ook alles transcriberen, maar alles blijft ook daar anoniem, als je wilt kan ik ook die transcripts doorsturen ofzo, als je wilt checken? Hoeft niet per se. Ok, super. Er zijn geen foute, geen juiste antwoorden, ik kan inpikken op iets dat je zegt, het is free flow. Cava Ok, ik begin eerst met een paar algemene vragen zodat de terminologie goed blijft, nl. wat versta jij onder een epidemie? Een ziekte eerst en vooral die zich vlug verspreidt onder de bevolking. Dat is een goed antwoord, wat versta jij onder een crisis? Een probleem die zodanig groot wordt dat het eigenlijk niet meer onder controle te houden valt van de mensen die het moeten onder controle houden, normaal iets die escaleert. Ja en wat versta jij onder een risico? Iets die uitgroeien tot een crisis, iets die mogelijke gevaren betekent voor de organisatie of de overheid. Dus eigenlijk versta jij, een risico is een potentiële crisis er is dus een duidelijke link voor jou? Ja En wat denk jij dat de impact kan zijn van een crisis en hier een epidemie? Ik denk dat dat wel zeer groot kan zijn, zeker in het geval van een epidemie, als er veel doden vallen is dat sowieso ernstig bij een crisis eigenlijk van hetzelfde, vanaf dat er grote gevaren zijn is dat… En die impact op welke niveaus zie jij die, zijn er verschillende niveaus dus ik heb het dan sociaal, maatschappelijk of ook andere impacten…? Ik denk dat van een epidemie dan, zeker ook sociaal en maatschappelijk want mensen zullen schrik hebben om besmet te worden en zullen hun maatschappelijk leven gaan verwaarlozen omdat ze schrik hebben om onder andere mensen te komen. Ja en ook voor de economie en daar gelijk een… Eumh elke crisis denk ik, ook een epidemie of iets anders zal altijd gevolgen hebben op maatschappelijk en economisch vlak.. Ja ok, je verstaat perfect wat ik er ook onder versta dus we kunnen verder gaan. Dan even specifiek over die epidemieën. Wat denk jij dat de rol van de overheid zou moeten zijn tijdens zo’n epidemie? Ik denk dat de overheid eigenlijk in de eerste plaats vooral moet informeren. Ik denk dat zij voor de rest niet zo heel veel kunnen doen want zij zouden die epidemie, ze zijn geen dokters dus zij kunnen dat niet
77
gaan de oorzaak daarvan aanpakken. Ik denk dat hun doel zeker is om de bevolking zeer goed te gaan informeren. Ja. Ok. En wie denk je dat er moet gaan communiceren, welke overheidsinstanties of ministeries? Het is te zien als het een crisis is die bijvoorbeeld van buiten het land komt, zoals je eerder al zei Ebola die nu van Afrika komt, denk ik dat zeker ook buitenlandse zaken daar naar moet gaan kijken van van waar komt dat en daar ook dan de juiste info over verschaffen, maar ik weet nu echt niet, niet veel van ministeries om te zeggen van dat ministerie of die overheiddingen want ik ben daar niet zo in thuis. Nee, geen probleem. En heb je meer vertrouwen in nationale of eerder Europese instellingen? Om zoiets aan te pakken? Ik denk toch wel in de eerste plaats Europese omdat we denk ik als bevolking daar toch wel ergens zeker van weten dat er daar een zekere controle op zit. Internationaal ja, daar weten we eigenlijk niet zeker, volgens mij he. Dus Europees of niet? Europees betrouwbare, meer betrouwbare bronnen. Nee, omdat je zei internationale je bedoelde dan nationaal ? Ja internationaal is, ik weet niet meer wat ik gezegd heb, volgens mij minder gecontroleerd en dus minder betrouwbare bron en Europees. Maar ik bedoel met Europees zo meer van ja… Ja, dus internationaal bedoel je over heel de wereld? Ja, omdat ik zie Europees als zoiets, omdat dat zoiets van ons is. Ja, ok. Ok, we verstaan elkaar. Ja, ken je de ECDC? EC? Ja dat zeg mij wel iets maar ik zou niet weten direct wat dat eumh… Ja dat is de European centre for prevention and disease control, dus dat is een Europese instelling waar dat een aantal wetenschappers samen zitten vanuit de unielanden die zich bezig houden met epidemieën en de verspreiding, hoe ze dat moeten aanpakken en ook natuurlijk communicatie en informerende rol. Die sturen ook algemene richtlijnen uit, wat denk jij dat er daar zou moeten instaan voor de verschillende unielanden? Ik denk vooral ook, ja echt preventiemaatregelen dus gewoon basishygiëne, vooral dat eigenlijk, echt nog voordat een epidemie zal zich altijd vlugger verspreiden als er slechte hygiënische omstandigheden zijn ik denk dat dat echt ja, basiszaken zijn, goede hygiëne, een deftige opleiding van de artsen, ja zo’n zaken. Dus eerder voorzorgsmaatregelen? Ja En zie je een plaats voor eventueel communicatierichtlijnen of zeg dat moet gewoon nationaal blijven? Ik denk dat dat zeker wel kan algemene richtlijnen van communiceer eerlijk bijvoorbeeld en volledig en hou niets achter, verdraai geen feiten, zo’n dingen wel. Ik denk dat communicatie ook wel iets is die zeer per land gericht is he, het ene land zal iets meer durven zeggen aan zijn bewoners dan het andere, en de ene mensen zijn misschien meer geletterd dan andere landen dus ik denk dat dat… 78
Dus je zou een Europees algemeen beleid met een lokale toepassing zodat de lokale waarden en cultuur niet verwaarloosd worden? Ok. Welke woordvoerders vinden jij dat de uitleg zouden moeten geven, nl. zijn dat politici, beleidsmakers, opinieleiders, wetenschappers, experts? Ik denk dat een expert of een dokter zal sowieso door het volk meer, ze gaan daar meer geloof aan hechten, ik denk dat ze van een politieker eerder zullen zeggen van als hij iets positief zegt hij wil meer stemmen bij het volk, verkiezingen, maar als hij negatief zegt is het ook zo van ja zijn partij is ook slecht. Ik denk dat een dokter geloven de meeste mensen wel, ofwel dan een ‘jan met de pet’ woordvoerder die gewoon een onbekende is. Ja, dus of eerder een dokter… Een expert of een onbekende, maar geen politici die al eerdere standpunten heeft ingenomen over andere zaken want dat kan los van de kwestie gezien worden. En die woordvoerders moeten die ondersteund worden door Europa of zelfs vanuit Europa uitgestuurd worden naar de landen of gewoon lokaal, hier, mensen van hier die communiceren? Ik denk dat het wel interessant zou zijn om woordvoerders te hebben die eigenlijk uit die EU komen omdat het dan ook weer een rode draad is die doorgetrokken wordt en dan valt het allemaal wel op 1 lijn, want ik vrees dat als je plaatselijke woordvoerders zou nemen dat die dan misschien die essentie niet helemaal snappen en dan net iets anders gaan verkondigen waardoor de mensen in de war geraken en als die mensen uit de EU komen is dat allemaal 1 mooi verhaal en past dat allemaal netjes in elkaar. Dus zorgen dat er consistente informatie is? Ja dat was het woord En hoe denk je dat er gecommuniceerd moet worden, via welk medium zou jij het doen? Ik denk dat iedereen ook wel, iedereen kijkt televisie sowieso, iedereen leest de krant dus ik zou gedrukte media en audiovisuele media zeker doen want mensen volgen over het algemeen het nieuws en lezen wel de krant, dus daar zeker. En dan misschien toch ook wel proberen te kijken naar nieuwe media. Er zijn steeds meer mensen die geen tv meer hebben, die de krant lezen op hun tablet op hun smartphone. Maar voor de oudere mensen mogen we klassieke media zeker niet uit het oog verliezen, maar toch ook wel op die nieuwe media inspelen. Dus een goede combinatie van beiden? Ja, niet volledig het een maar ook niet volledig het andere. Dus echt een mooie mix van alles want anders ga je groepen uitsluiten Dus eigenlijk ook verschillende media voor verschillende groepen. Ok. Welke media heb jij gebruikt om over Ebola op de hoogte te blijven? Het is nu wel niet echt dat ik daar nu specifiek naar op zoek ging. Als ik iets las over Ebola was dat eigenlijk veelal op Facebook, artikels van de redactie, de standaard die gedeeld werden. Op twitter eigenlijk van hetzelfde die zo gedeeld werden en dan zo een titel waar ik eens naar doorklikte. Het nieuws zag ik ook soms eens passeren, de krant lees ik niet dus dat niet. Ja dat is vooral… Maar je hebt niet expliciet naar informatie gezocht? Nee, ik had geen schrik. Ja ok, dat is eigenlijk een perfect antwoord. Wanneer vind je dat er gecommuniceerd moet worden? Dus je weet waarschijnlijk: crisis, drie delen, voor, tijdens, na. Wanneer zie jij dat er al gecommuniceerd zou moeten worden? 79
Ja, ik denk voor een epidemie ervoor. Ja, maar er kan een ziekte zijn maar als het echt een epidemie wordt, dus daa rvoor lijkt me niet echt nuttig omdat je dan onnodig mensen gaat verontrusten. Maar dan zeker tijdens en in het begin van de epidemie die breekt los, niet wachten tot er 100 doden zijn gevallen en dat je het echt niet meer kan verstoppen. Echt vanaf dat er ja, een paar doden vallen, echt gaan communiceren want het is door die communicatie dat mensen gaan voorzichtiger zijn en dat je gaat meer slachtoffers vermijden en ik denk ook zeker na de crisis, want ik weet niet of dat ik al mag zeggen, ik weet niet of dat er daar nog een vraag van komt, maar nu Ebola dat zit zo heb ik de indruk ietsje meer in de doofpot je hoort daar niet zoveel meer van, is het gestopt, is het nog bezig, allé dat is zo’n beetje, dat is wel belangrijk. Dat roept nog… Het is nog niet gestopt Dat er nu ook nog geweten wordt. Van die mexicaanse griep een paar jaar geleden was dat trouwens hetzelfde, dat was daar plots, massale paniek, ditjes en datjes en plots niets meer, en dan van: bestaat dat plots niet meer. Ik denk dat het belangrijk is om te zeggen het is onder het controle, we hebben die en die dingen gedaan. Maar dat was misschien… (lacht) Nee,nee absoluut niet, jij leidt het interview niet ik. Dus je zegt, dus na die hot issue dan in de media, daarna toch ook nog communiceren. Ja zeker En voor de epidemie, je zegt dan de start van de epidemie bedoel je dan vanaf dat we zeker zijn dat het een epidemie wordt of vanaf dat er een groot genoeg risico is dat het een epidemie wordt? Ja, ik weet nu niet hoe dat ze dat bepalen eigenlijk wanneer dat het epidemie is, als er x aantal gevallen is het een epidemie. Ja ik denk dat ook nog altijd wat afhangt van is het een dodelijke epidemie, je hebt bijvoorbeeld ook griepepidemie, denk dat daar, je moet dat ook niet opblazen, natuurlijk wel weer voor oudere mensen ,de risicogroepen. Maar voor zoiets als Ebola die oud en jong kan treffen denk ik dat het zeker belangrijk is om nog iets vroeger op de bal te spelen dan bij een griepepidemie. Een beetje de ernst van de ziekte, of van… En zou je het bijvoorbeeld goed vinden, omdat je zegt voor een epidemie is dat niet zo belangrijk, is dat dan bijvoorbeeld omdat je zegt de ziekte is specifiek dus de aanpak moet specifiek zijn of ik wil gewoon geen onnodige paniek zaaien. Ik denk dat in onze hedendaagse maatschappij met sociale media enzo, als er net iets, de mensen zijn nog al vlug in paniek en gaan ook nogal vlug elkaar gaan opmaken. Ik denk als er effectief niet echt een probleem is wel dan een probleem maken. Want die mensen gaan dan nog al vlug, ze maken sowieso al snel van een mug een olifant en als de overheid dan net iets te vroeg, net iets té fel gaat reageren denk ik dat de mensen, dat dat later in de epidemie niet echt ten goede zou komen. Ik denk dat er echt vanaf er sprake is van een epidemie is, echt een probleem is. Want anders als het echt te veel zou zijn, als ze iedere keer iets te vlug gaan roepen van er is een epidemie gaan mensen na een tijdje zeggen van : ja, de vorige keer was het toch ook niet in België geweest. De boy who cried wolf syndroom. Ja, zo van dat zal wel niets zijn. Maar als het dan toch plots in België is dan gaan ze niet meer zo goed luisteren vrees ik. Dus ja ietsje, enkel als het serieus is. Ja en zie je dan plaats voor opleidingen ofzo of hoe denk je als het hier in België is, hoe zou, wat vindt jij hoe zou jij het dan willen zien aangepakt worden? Ik denk dat er veel mensen zullen zich, het is niet mogelijk dat de hele bevolking zich naar brussel gaat richten of naar de Vlaamse overheid ik denk dat het belangrijk is dat de steden en gemeenten, eigenlijk de 80
lokale overheden iemand hebben die eigenlijk de preventie‐adviseur, iemand van de communicatiedienst, weet ik veel, die dan wel op het plaatselijke gemeentehuis, of via de plaatselijke communicatiekanalen van de burgemeester en van de lokale overheden, dat ze dan daar wel via gaan communiceren. Dat dat niet, want anders gaat iedereen beginnen met de ministers te bestoken met vragen, ik denk dat dat ook niet. Ik denk dat dat goed is, we hebben onze plaatselijke overheden, om die te gebruiken. Zou dat dan geen probleem zijn dat er misschien inconsistente verhalen worden gedaan, zie je dan plaats nog voor een nationale overkoepelende, eventueel met een Europese inslag, iemand die dat allemaal overziet of zeg je weet je die plaatselijke gemeentes enzo hebben ook een eigen inslag, misschien is dat niet slecht dat gewoon iemand lokaal dat doet? Ik denk dat het belangrijk is om weer diezelfde rode draad door te trekken van dan de EU communiceert wel naar lagere, Vlaams, dat sijpelt door en dan de Vlaamse overheid naar de lokale overheden gaan communiceren, of bij de man zelf dan. Maar dan bijvoorbeeld, ze zeggen op een bepaald moment breekt er een epidemie uit, het is belangrijk dat we nu gaan informeren, iedere persoon in de gemeente of de stad die daar mee bezig is wordt opgeroepen zij gaan bijvoorbeeld naar Brussel voor een opleiding of er komt iemand langs voor een opleiding dat zij weer wel het verhaal zowel in Gent, als in Brugge als in Kortrijk gaan verkondigen. Dat er geen mensen in Gent gaan verkondigen op social media van ah tegen ons hebben ze gezegd dat ze binnen zoveel dagen ervan dood gaat, ah ma tegen ons hebben ze gezegd dat je daar niet van dood gaat. Dus, ja. Ok super, dan een vraagje over wat denk je dat er moet gecommuniceerd worden namelijk welke soort informatie? Ik denk vooral dat de mensen eigenlijk in de eerste plaats altijd aan zichzelf gaan denken, kan ik daar van dood gaan, kan dat mij treffen, als er iets ver van hun bed is, bijvoorbeeld ik zeg nu maar iets een steek in mijn hoofd, maar dat is niets racistisch bedoeld hé, maar dat is enkel iets voor zwarte mensen Ebola bijvoorbeeld, dat het belangrijk is dat er eigenlijk gecommuniceerd wordt van jij, man, blank, veertig jaar, in Gent kan ook getroffen worden door contact via, ik weet niet wat het is, zweet, speeksel, ik weet het niet. Maar dat er echt wel gecommuniceerd hoe dat ze ook besmet worden, hoe dat een epidemie in zijn werk gaat, hoe dat het bij hen kan komen. Want vanaf dat op een ver van hun bed show gaat lijken gaat hen ook niet meer interesseren. Dus objectieve, met een persoonlijke touch informeren? Ja, echt wat dat de man van de straat denkt van ja maar hoe, wat heb ik daar mee te zien. Want als die mens nog maar een minuut gaat denken van ja,ja dat is iets voor zwartjes, iets voor Afrika gaat hem dat niet meer… Dus echt op een duidelijke manier zeggen van ja maar zo en zo kan dat u leven beïnvloeden, ik denk dat dat het belangrijkste is. En ook simpel, geen medische termen, die mensen snappen dat toch niet. Ok en denk je dat er ook onzekere informatie moet gecommuniceerd worden, dus je hebt het al gehad van persoonlijk, consistent, lokale aanpak, maar natuurlijk je hebt ook gezegd ik wil dat ze van in het begin van de epidemie communiceren maar dan is natuurlijk nog niet altijd alles geweten, is er al een vaccin is het er nog niet… Moet dat gecommuniceerd worden of is het beter om te zeggen van hm we laten het nog even voor wat het is? Ja dat is wel iets, ik zou zeker nooit, je kan bijvoorbeeld wel zeggen als overheid van er is nog geen vaccin, dan is er geen vaccin. Het zou slechter zijn om te zeggen van er is een vaccin en een week later er is geen vaccin. Dus zegt wat dat het is, zijn ze bezig met dat vaccin, zegt dat. Zijn ze nog niet bezig zegt dan niet dat ze al bezig zijn, zegt dan gewoon er is nog geen vaccin. Want vanaf dat je gaat zeggen tegen mensen van ze zijn bezig en dan weer toch niet, ze gaan dat onthouden en ik denk als het negatief is of het ziet er niet zo rooskleurig uit, zeg het maar niet half verbloemen en daar later dan op terug komen. Ik denk dat als het 81
niet zeker is, het niet zeggen. Als het er zeker geen vaccin zegt dan dat er geen is, maar niet dat het wel zo is. Dus als je zekere informatie hebt, goed of slecht zeggen, onzekere informatie, goed of slecht, niet zeggen. Ok en waarom denk je dat dat, waarom zie je dat zo eigenlijk? Omdat ik denk dat de mensen onthouden zowel vanalles, ze zijn ook veel mondiger en ik denk dat als je eerst bijvoorbeeld communiceert van ja maar er zijn wetenschappers bezig aan een vaccin en dan in een volgende communicatie van er is nog geen uitzicht op een vaccin, dan gaan de mensen al heel vlug zeggen van ja maar ja wat is het nu eigenlijk, zo ongeloofwaardig en dan verlies je u geloofwaardigheid wat dat zeker al niet goed en dan ook weer via die sociale media, dan gaan ze elkaar wat zitten bestoken van zie waarom zouden we ze geloven ze zijn ons aan het voorliegen. Ik denk dat het ook gewoon is van ja de bevolking tegen zichzelf te beschermen, want ze maken vlug van een mug een olifant. Dus om geen paniek te zaaien, hun geloofwaardigheid te verzekeren dat dan leidt tot meer vertrouwen. Ja en less is more. Gewoon wat dat er is en voor de rest, ja het is geen soap hé. Gewoon hoe dat het is en. Het is al erg genoeg dat je nog een keer de mensen moet in chaos brengen van wat is het nu eigenlijk. Dus niet altijd transparantie? Ja, inderdaad. Enkel feiten en zekerheden, geen halve waarheden of twijfels. Dan een zeer algemene vraag, heb je vertrouwen in de overheid in de Belgische overheid? Goh, ik heb nu, ik heb met, doordat ik mijn stage gedaan heb bij een gemeente heb ik een zeer goede ervaring met een bepaalde lokale overheid dus daar ging het allemaal wel goed. Maar ik ben er van overtuigd dat er bepaalde wanbeleiden zijn in bepaalde steden, maar zelf nog niet mee in aanraking gekomen. Maar ik denk dat er wel ruimte is voor verbetering bij onze overheden. Je hoort toch, van horen zeggen, zijn er toch veel zaken die beter kunnen, gelijk vorige week ook nog van Luc Alloo in de gevangenis, buitenlandse gevangen die door ons overheid worden aan hun lot overgelaten allemaal zo’n dingen dat we horen dat je dan toch wel denkt van allé. Ja Allé om maar een voorbeeld te geven waarom ik misschien niet zoveel vertrouwen heb, maar om echt te zeggen nee ik heb absoluut geen vertrouwen, ik ben een zeer optimistische mens, dat wel niet. Maar er zijn wel dingen die zeker beter kunnen. Maar niet dat ik zelf ervaren heb, dat wel niet. Dus je denkt dat als Ebola in België zou uitbreken dat de overheid het zou aankunnen, dan heb ik het ook vooral over de nationale overheid natuurlijk? Goh, ik hoop vooral dat ze het wel zullen aankunnen. Maar dat is het zo een beetje, je weet dat nooit zeker hé, je ziet nooit hoe dat ze echt werken, je ziet nooit wat de. Ik denk dat dat misschien ook wel nog een punt is om echt een keer aan de bevolking te tonen van we zijn er wel mee bezig want gelijk dat je nu zegt van als het tot een epidemie komt, ik weet het eigenlijk niet zo ze, of dat het allemaal zo vlotjes zou lopen. Ze hebben dat al, ja, ze hebben toch ook al veel flatertjes ook hé dat ze opsparen dus ik weet het niet. Dat is natuurlijk, ja inderdaad. Het is ook een beetje reputatie hé, dat ze zo graag flateren hé. Allé algemeen hé, nog zelf niet meegemaakt. Maar ik zou mijn hand niet durven in het vuur steken dat dat allemaal vlekkeloos zou gaan. En denk je dat Europa daarmee zou om kunnen, stel dat Ebola in België zou uitbreken of in heel veel buurlanden dat het echt, dat wij het nieuwe Guinea zijn, denk je dat die daar voor klaar zijn? 82
Goh ik denk dat het dan op vlak van Europa ook vooral, hun taak zou moeten zijn om niet hun eigen belangen laten meespelen, om een keer echt overeen te komen over iets, dat is ook al zo moeilijk. We hebben dat al gemerkt, dat dat moeilijk is om hun ego aan de kant te schuiven. Je bedoeld dan de verschillende landen? De verschillende regeringsleiders, ministers en ja wat heb je daar allemaal. Dat ze, soms staat hun trots een beetje in de weg van hun efficiëntie dus ik hoop dat ze daar ja toch een éénduidig iets over kunnen eumh. Dat is wel meer het Europees parlement, dus bij een epidemie is het idealiter de ECDC of een onafhankelijke Europese instelling. Ah ze zijn dus onafhankelijk van… Ze zijn niet onafhankelijk van Europa maar de politiek heeft daar niets mee te maken. Ah ja ok, dan wel, inderdaad moest het zo zijn dat die politici moeten daarover gaan beslissen dan zie ik al weer egoproblemen en dergelijke. Maar als die ECDC onafhankelijk is, wat dat wel iets zeer goed is, want ze hebben blijkbaar dat probleem wel zien aankomen, is dat wel goed. Dan heb ik er wel meer vertrouwen in, want dan zit je ook niet met die egokwesties, dan is dat eigenlijk gewoon de gezondheid van het volk primair en niet postjes en… Ja. En stel dat dan in België ook zo een onafhankelijke overheidsinstelling zou zijn zeg je dan van ja dat principe geldt dan ook dan heb ik er wel terug vertrouwen in of heb je toch nog iets van hmm kan België wel zoiets aan, los van de politiek dan. Ja toch wel meer omdat ik denk als er iets misloopt om het zo te zeggen dat het eigenlijk wel altijd een egokwestie is. De ene wil niet onder doen voor de andere, ze steken mekaar zo’n beetje in het gat om het op z’n West‐Vlaams te zeggen. En ze schuiven het op mekaar dan. Maar als er een iets zo zijn, een cel die daar aan werkt buiten al die politieke rimram dan wel meer. Ja Ja Ok. Wanneer vind jij dat het communicatiebeleid van de overheid geslaagd is? Ja dat is moeilijk hé om te zeggen. Ja, je kunt niet zeggen als er geen slachtoffers meer vallen want dat heeft met de ziekte zelf te maken en niet met communicatie. Ik denk dat als de bevolking, als je aan 100 mensen vraagt hoe ben jij geïnformeerd en hoe voel jij je, dat ze allemaal zeggen ik heb het gevoel dat ik er alles over weet, ik moet niet meer gaan zitten zoeken achter mijn info, ik heb het gevoel dat ik goed geïnformeerd ben, ik heb geen schrik, ik heb misschien een beetje schrik maar allé onder controle denk dat dat het belangrijkste is. Dat de mensen zich comfortabel genoeg voelen in de situatie. Dus een rustig, geïnformeerd publiek? Ja, we hebben dan een éénduidig verhaal heerst. En wat denk je dat er voor zal zorgen dat de communicatie eventueel niet zou slagen? Ik denk vooral de halve waarheden of een versie veranderen zou heel slecht zijn dan ja…gaan we moeten kampen met een ongeloofwaardig imago en ik denk dat ook als ze misschien te veel de bevolking zullen gaan opjutten. Dus ik denk iets te veel zo voor er een ‘kop’ verhaal van maken of iets te sensationeel te willen maken dan gaan de mensen denk ik beginnen onder elkaar en dat zou, denk ik, voor problemen kunnen zorgen dan.
83
Ja. En zou de overheid de bevolking moeten zien als actief of als passief, zijnde dus meer een éénzijdige boodschap uitsturen of tweezijdige, je kent het wel? Ja, goh ik denk dat ze zeker moeten de bevolking zien als actief want de laatste jaren is die bevolking zeer, zeer, zeer, zeer actief. En het is niet meer een bevolking die gaat zeggen ja, en ok, het is een bevolking die gaat praten daarover met elkaar en gaat debatteren en denk dat dat zij ook moeten luisteren naar de bevolking. Of het blijkt dat op twitter iets dat zij gezegd hebben anders wordt geïnterpreteerd of dat er ja daar verkeerde info over bestaat dat ze daar ook weer op moeten inspelen dus eigenlijk in dialoog moeten gaan met de bevolking en dus niet zien als domme volgers die zomaar gaan ja knikken want dat gaan ze sowieso niet doen. En hoe zou jij ervoor zorgen dat de bevolking in dialoog gaat met de overheid of de overheid met de bevolking? Goh ik denk dat eigenlijk vooral dan ja, de sociale media is er, de bevolking is aanwezig en de overheid is aanwezig dus waarom niet, je kan het gaan monitoren zonder zelf iets te zeggen, je kan als overheid iets gaan lezen zonder dat je zelf het expliciet gaat vragen. Ik denk dat ze gewoon gaan moeten kijken van oei we zien toch dat er toch wel weer wat onrust is over iets bepaald, ze bekijken dat, ze bedenken een gepast antwoord, communiceren ze opnieuw en ze monitoren eigenlijk wat er leeft binnen de bevolking zonder dat de bevolking dat eigenlijk zelf doorheeft. Ze moeten niet continu gaan antwoorden als er iemand iets zegt maar gewoon algemeen zien van oei het neigt naar die kant of die kant en dan daarop gaan inspelen. Ze hebben de tools dus waarom niet het. Dus bijvoorbeeld voor Ebola een Ebola facebookaccount van de overheid, of een twitteraccount. Of een hashtag, als er gecommuniceerd wordt gaan de mensen sowieso, de die‐hard twitteraars gaan daar direct mee weg zijn, gaan ze alles communiceren met die hashtag of nog meer. Allé je kan natuurlijk nooit alles zien ook hé dus, en zo ga je kijken van ja in welke richting dat de communicatie van de bevolking gaat, of dat alles onder controle is en of dat er eventueel vragen zijn ook toch hé. Dus. En die vragen zou je dan bijvoorbeeld ruimte zien voor een site ofzo waar dat specifiek van de overheid voor Ebola met duidelijke informatie, of is dat niet nodig? Ik denk zeker van wel, want via sociale media is de ruimte toch te beperkt om antwoorden te gaan, plus ja als je antwoord op één iemand z’n vraag ziet iemand anders dat niet. Op twitteraccount vergaat dat nog al vlug naar de honderste pagina, dus ik denk dat eumh, ja het doorverwijzen naar een site een beter manier is. Dus een website is zeker nog niet afgeschreven dus. En eventueel zelfs een forum, een gemonitord forum kan ook handig zijn. Dat de mensen dan ja, twitter kan onoverzichtelijk zijn hé, een forum kan echt gemodereerd worden mensen die echt ietsje meer zekerheid willen want op twitter zitten er ook veel fantasten, dus mensen die iets meer zekerheid willen kunnen dan op dat forum dan weten ze van ja het is wel gemonitord, als er iemand zegt van we gaan allemaal dood morgen, dan wordt dat nog al vlug, ja dat is niet. Ok. Super. Dan, wat denk je dat de rol van de media zou moeten zijn bij een uitbraak, dan heb ik het over de journalisten meer dus… Ik denk dat eigenlijk dat de journalisten ook al geïnformeerd moeten worden op voorhand, want journalisten zijn ook eigenlijk maar mensen zoals jij en ik, wat weet je nu over Ebola of Mexicaanse griep, maar als de journalist gaat opzoeken en hij komt dan op verkeerde info en hij zegt bijvoorbeeld in zijn hoofd lijkt het alsof Ebola niet zo dodelijk is, maar eigenlijk is dat super dodelijk maar hij heeft gewoon de verkeerde info op terecht gekomen en hij gaat zijn verslag zo gaan maken dat het eigenlijk wat geminimaliseerd wordt terwijl dat dat eigenlijk niet hoeft, denk ik dat het toch belangrijk is om eigenlijk om toch, in de mate van het mogelijke, ja er zijn veel journalisten he. 84
En wie zou dat dan, zou er bijvoorbeeld plaats zijn dat de overheid dan bijvoorbeeld informatie geeft aan de journalisten dus dat de overheid eigenlijk een bron wordt van informatie zodat die juist wordt? Een journalist gaat altijd gaan zoeken ook naar sensatie, als er een overlevende van Ebola zegt van ik heb Ebola overleeft gaan ze naar die mens spurten hé allemaal, dus ik denk dat de journalist. Een journalist die in de eerste plaats ga kijken naar lees‐ en verkoopcijfers hé dus. Maar ik denk dat als de overheid al begint met de persagentschappen en de journalisten een communiqué te sturen en dan sturen zij dat door naar de journalisten want dat zijn er honderden ook freelancer enzo, en ze hebben dat gekregen, dan heeft de overheid eigenlijk al hun plicht gedaan. Als zij dan als journalist beslissen van ik ga het niet geloven en ik ga toch de sensatie najagen denk ik dat het dan eigenlijk dan de verantwoordelijkheid van de journalist is en niet van de overheid want dan hebben ze toch hun plicht gedaan. Dus je ziet de media en de overheid dus eerder als twee aparte entiteiten die wel in contact kunnen zijn maar niet echt als partners. Goh, ik denk dat de media om het cru te zeggen nog altijd gewoon winst als doel heeft en de overheid gaat misschien met hele goede bedoeling bevolking informeren maar de media, ja, heeft graag dat tikkeltje extra sensatie hé. En ja als er nu iemand zou sterven hier in Gent bijvoorbeeld aan Ebola dan gaat iedereen het geweten hebben hoor, of dat de overheid daar nu zachtjes over doet of niet en als er dan een buurman komt aangelopen van: ja het is mijn buur en ik gehoord dat die en die ook besmet is dan staat dat in de krant he. Dus je kan dat eigenlijk niet controleren? Ik denk niet dat je dat onder controle kan houden. Nee. Wat vond jij van de verslaggeving van de media over Ebola, hoe heb jij die ervaren? Goh, dat was vooral deze zomer hé. Ja zo de zomer, maar ook. Er ietsje ervoor de examen enzo. Maar ook nog oktober, november hoor. Ik moet zeggen eigenlijk is mij dat zo, echt die paniek heb ik nooit ervaren, dat is mij eigenlijk zo een beetje ontgaan. Eigenlijk ik herinner mij wel beelden dat ik mij wel nog herinner die zeer schokkend waren, van mensen die achter een draad moesten blijven, massagraven dat herinner ik mij wel. Maar echt zo en dan continu Ebola‐alarm op de luchthaven van zaventem en weer een vlieger, dat ik op den duur dacht van dat ik op de site van het laatste nieuws zag en dacht van allé weer een. Ik weet het gelijk niet dat kwam mij eigenlijk niet zo ernstig over, allé het kwam op mij niet echt over als een bedreiging, want ik ben in die periode ook naar New York geweest en dan moesten wij ook fiches invullen van ja ben je in contact geweest met iemand met Ebola maar dan heb ik nooit gedacht van ja die naast mij kan Ebola hebben, nee. Dus de verslaggeving van de media heeft bij jou zo niet iets opgewakkert van oei het is hier serieus, maar meer zoiets van ja het is al goed. Ja, eigenlijk ja, niet zo echt van en vooral ook van het is in Afrika, maar ik herinner mij zelfs de broer van mijn vriend is naar Zambia geweest op reis midden in die Ebola hetze en ik herinner mij ook nog dat ik zei van heb je geen schrik, dat hij zei van ja nee. Dus zelfs in mijn omgeving was dat al geen paniek. En heb je informatie over Ebola gevonden in de media of niet of heb je zomer een het zit nu daar, het zit nu daar maar niet wat zijn de symptomen, wat zijn de mortaliteit?
85
Nee dat weet ik eigenlijk allemaal echt niet, maar inderdaad wel zo van ja er is nu een slachtoffer in Spanje er is nu een slachtoffer in New York, dat wel. Maar echt zo die voorlichting van wat is Ebola en zo, dat weet ik nog altijd niet, ik weet gewoon dat je er wellicht van sterft en dat dat precies redelijk besmettelijk is en ik heb ook ooit eens iets opgevangen dat het via aapjes zou komen dat ze opeten. Bushmeat Ja, maar dat is het. Maar echt zo die feiten en dan ook zo van horen zeggen dan denk ik van ja… Zou je dat handig vinden als de media zou zeggen want stel dat de media zou zeggen wat dat de objectieve feiten zijn, dus niet alleen waar maar ook hoe, wat, wanneer? Ik denk dat wel want er zijn altijd wel een paar kanalen die dat doen, denk maar aan terzake, panaroma ne rudy vranckx, zij gaan nogal vlug dan beslissen om dan in hun reportage te zetten dat is Ebola en daardoor komt dat. Maar echt zo, ik vind voor dat eigenlijk je een artikel hebt op het laatste nieuws zou het handig zijn dat er altijd een kaderstukje bijstaat die bij elk artikel zou bijstaan van Ebola is een epidemie veroorzaakt door. Weet je zo echt dat je dat weet want na een eindje begin je dat te zien, is het iets als aids, is het iets als de griep, ik weet het nog altijd niet. Ik wil het eigenlijk nu een keer gaan opzoeken wat het juist is. En zou het dan bijvoorbeeld handig zijn als de overheid dan inderdaad die fiches, dus die korte informatie-fiches zou opleggen, tussen aanhalingstekens, aan de media, zou dat een taak zijn of is dat er wat over? Ik denk wel dat dat interessant zou zijn, gewoon zo in een paar zinnen, geen wetenschappelijk rapport want de mensen lezen dat toch niet, en dan zeggen van je moet een keer naar die site gaan, dat is toch te veel werk. Want je leest die artikels in je lunchpauze, maar gewoon standaard, eigenlijk nog boven de intro, het vetgedrukte stukje van een artikel gewoon van dat is Ebola. Want, ja soms begin het wat op een cowboyverhaal ook te lijken hé, zo echt gewoon puur de feiten, dat is nog een idee. Ja nee inderdaad, zeer goed. En bijvoorbeeld stelt dat Ebola nu in België zou uitbreken wat zou jij doen? Hoe zou jij het aanpakken om te zorgen dat je niet sterft? Goh, voor mij zou het al een groot verschil zijn moest je nu bijvoorbeeld zeggen van hé kijk Ebola is uitgebroken in Luik, of in de diepe Ardennen, heel ver, of Ebola is uitgebroken in Gent of in Roeselare, waar dat ik woon. Dat zou op zich al een groot verschil maken, moest je nu zeggen van er zijn er toch in Gent, een beetje verder, er zijn er daar toch wel twee zeker die Ebola hebben zou ik toch wel iets hebben van oei, dat is wel, dan zou ik toch wel eens gaan denken van ja hoe besmettelijk is dat en bij wijze van spreken iemand is die in de horeca werkt en ik ben daar gaan eten kan ik dat dan ook hebben? Ja dat wel, want ik ben zo nogal een vree panikeur als ik iets heb denk ik altijd dat het het ergste is. Dat dus wel, maar denk moest het zo nogal ver van mijn bed zijn, zou ik niet echt… Stel dat het in Gent is, wat zou je dan doen? Eerst en vooral gewoon zo een keer op facebook zoeken naar een artikel of zowat gaan lezen, die commentaren en dan zie ik bijvoorbeeld iemand het was iemand die werkt in dit of dat, het was een oudere of jongere mens of het was bijvoorbeeld iemand die van Afrika kwam en het daar heeft opgedaan, zou ik wel weten van hoe hebben ze het opgedaan, hebben ze dat nu echt opgedaan hier in Gent of ja en moest het dan bijvoorbeeld zijn van hij heeft het opgedaan op reis en zijn symptomen zijn nu pas uitgekomen dan zou ik denk van moja, hé en moest ik dan bijvoorbeeld lezen van hij is nog met niemand in contact geweest, moest je zoiets zeggen ja en hij werkt in de Starbucks op de korenmarkt en die heeft daar al een 200 mensen bediend en dan voel jij u wat slapjes en ga je toch niet kijken, dan zou ik toch wel denken van oh oh. Het zou echt allemaal enorm afhangen van wat dat er allemaal, de omstandigheden. Ik 86
zou nu niet moesten ze nu zeggen daar heeft er één, niet direct paniekeren maar ik zou toch wel het fijne willen weten. Dus je blijft nuchter en je gaat gewoon informeren Ja. Ja. Hoe dichter dat het bij mij zou komen, hoe meer schrik dat ik toch wel zou krijgen dus ja. Maar het is niet dat je zegt ik ga die en die preventiemaatregel nemen specifiek voor Ebola, nee… Nee, je bedoelt zo desinfecteren enzo of mondlapje buiten dragen dat niet, echt niet. Natuurlijk moest het echt zeer dicht komen en er worden, en het is beter als alle mensen beginnen met, dat dat wel, als het dan weer gezegd wordt door een overheid zou ik er wel naar luisteren, maar niet uit mezelf. Dus dat is zowat ja. En hoe heb je het communicatiebeleid van de overheid rond deze recente Ebolacrisis, hoe zou je dat evalueren? Goh… Of heb je er geen idee van, dat kan ook hé. Ik heb eigenlijk vooral, zoals ik zei je hebt overheid en je hebt media, alles van media, ik kan mij nu niet herinneren dat de overheid, ze hebben het misschien gedaan hé dat weet ik niet, op een bepaald moment maatregelen heeft genomen hoor. Niet direct ik kan mij ook geen persconferentie herinneren, ik kan mij ook geen. Het was er misschien hé dat weet ik niet, wellicht was het er hé, maar dan is het alleszins niet zo overgekomen op mij, ik heb vooral de kant van de media ervaren en gezien, maar eigenlijk echt zo een overheid campagne ofzo van de Mexicaanse griep weet ik dat wel nog, bij de huisartsen was er wel zo, dat weet ik echt wel nog. Dat was beter vond ik. Dus het zou beter zijn als de overheid een campagne was gestart om te informeren, bijvoorbeeld met die fiche ofzo? Ja ik denk het wel of als ze er dan mee starten, hebben ze het gedaan of niet? Nee Ah nee, dus daarom dat ik het niet heb opgemerkt, als ze er één lanceren moeten ze daar ook echt wel mee uitkomen van hallo wij zijn de overheid en wij informeren en niet, stel dat ze nu in België zouden doen, wij zijn het abcd, dat de mensen denken van ho wie zijn dat. Echt zo van, dit zijn dé maatregelen van de overheid, dat dat wel duidelijk is. En denk je dat de overheid dingen heeft achtergehouden voor ons of denk je nee alles is wel eerlijk verlopen? Een overheid die dingen achterhoudt dat kan niet hé (ironisch). Ik denk dat er altijd in alle situaties wel dingen worden achtergehouden. Altijd. Sowieso. Maar uiteindelijk er zijn ook dingen die ze niet kunnen achterhouden als er één sterft in ons land dan, de mensen praten zo vlug, een veprleegster van die dienst gaat dat zeggen aan hare man en hare man gaat dat dan, sowieso is alles wel vlug geweten. Maar ja ik weet, ik denk dat het eventueel wel kan dat er toch, of dat ze misschien dat de situatie, de schrijnende situatie dat dat ook zo een beetje wordt van ‘het is allemaal niet zo erg’, dat misschien ook wel. Maar we zijn ook wel zo hé, het is Afrika. Er zijn maar heel heel weinig, spijtig genoeg, ik ben daar zelf ook wel schuldig aan, er is zoveel ellende dat ik denk dat ze dat veel, dat de mensen dat niet echt snappen hoe erg dat dat is, want het is altijd ellende in Afrika, allé zo zien wij dat denk ik iets te veel en ik denk dat de overheid daar ook van profiteert van de bevolking, waarom zouden we dat nu echt tonen wat dat dat is, hoewel dat dat wel een feit is dat daar heel, heel veel miserie is en echt duizenden doden zijn geweest en dat we dat ietsje te weinig ook weten en misschien ook ietsje te weinig weten hoeveel mensen uit ons land 87
daar zijn gaan helpen dat mogen ze ook wel tonen. Dat weet ik wel een beetje via de media, er zijn daar wel mensen gaan helpen. Het b-fast team onder andere en artsen zonder grenzen, heel veel mensen. En dat wordt eigenlijk ook zo’n beetje van ja, dat wordt zo niet echt gezegd hé dus ja ik denk dat er daar ook wel wat ruimte voor verbetering is dat ze dat, ze houden het misschien niet bewust achter maar echt in de kijker zetten doen ze nu ook niet hé. Het is zo wat van het is altijd het beste dat er gewoon niet over gepraat wordt want dan is dat ook geen extra werk, denk ik hé dat dat zo een beetje de mentaliteit is. Ja. Ok. Voilà dat was het. Ik heb veel gepraat hé. Nee dat is niets, dank u voor je medewerking. Heb je vragen? Nee, ik vond het wel leuk, het is zo, ik doe dat natuurlijk wel graag hé, ik babbel wel graag. Maar dat je zo eens stilstaat bij ja… Allé super, ok bedankt!
88
13.2 TRANSCRIPT RESPONDENT 2 ok, dus eumh, het interview is in het kader van mijn thesis, eumh communicatiemanagement, eumh, al uw antwoorden zijn anoniem, uw naam wordt niet meegegeven, als je wil kan ik u ook een contract meegeven dat je kan tekenen om de anonimiteit te verzekeren, ik weet niet of dat dat moet? cava, nee ok, eumh... Voor de rest, er zijn geen juiste of foute antwoorden eumh alles wordt ook opgenomen en daarna wordt dat getranscribeerd, zijnde ik ga da dan overschrijven en gebruiken om die resultaten te analyseren, eumh als je wilt kan ik die transcripties doorsturen das ook nie nodig ok (lacht) ok, ik ga eerst even beginnen met een paar algemene vragen om gewoon te zien dat we de juiste terminologie gebruiken ja... eumh dus vraag 1 wat versta jij onder een epidemie? eumh, verspreiding van een ziekte in een bepaalde bevolkingsgroep ja... in, in een hoger, eumh, allé, acceleratie dan normaal, dat het normaal is dan ja, dus een snelle verspreiding ja sneller sneller dan een normale ziekte, eumh of, ok. En wat voor impact denk je dat zo'n epidemie kan hebben? op eumh bevolking? ja dat er mensen doodgaan (lacht nerveus) ja dat ze ziek worden en deraan sterven en nadelige gevolgen dus, gezondheidsgerelateerde gevolgen? 89
ja, ja ok, eumh, wat versta je onder een crisis? eumh... mensen die onder stress leven door één of andere omstandigheden... en wat voor omstandigheden denk jij dat dat kunnen zijn? zoals economische crisis, bijvoorbeeld ja, en eumh zie jij een verschil tussen een risico en een crisis of niet? eumh...(pauze) ja en wat denk je dat dat verschil is? (pauze) bij, bij risico is het niet zeker dat je (pauze), allé in het geval van een ziekte geïnfecteerd geraken en bij eumh (pauze) allé, bij crisis welk, waarschijnlijk... ja ik weet het niet, eumh dus je ziet risico is meer een potentieel dan of? risico is niet zeker is niet zeker ja dat je er voor gaat blootstaan of ok, eumh, dus wat wij, alle wat da ik versta onder een crisis om eumh zeker te zijn dat je het voor de rest van het interview verstaat. Een crisis is eigenlijk wanneer dat we een risico hebben, dus een risicofactor die, eumh, dat is een potentiële crisis. En bij crisis is eigenlijk een gebeurtenis of evenement dat een grote impact heeft op, eumh, mensen, maar ook op technologie, op een bedrijf, op eumh een organisatie, op alles en nog wat. Dus het is iets, eumh met een grote impact ja ja? ja, ok ok, en die impact kan ook, das nie alleen sociaal, of bij een epidemie is da nie alleen gezondheidsgerelateerd maar ook economisch zijn, eumh, ecologisch, eumh, heel veel verschillende mogelijkheden ok ok? ja 90
eumh, dan wat specifiekere vragen, eumh dus een epidemie is inderdaad zoals je zegt eumh, een ziekte die zich verspreidt over een, eumh een aantal mensen, dus het moet, eumh over een groot genoeg aantal mensen verspreid worden eer dat je kan spreken over een epidemie, eumh, dus als je denk dan nu maar aan het recente voorbeeld ebola, hé. Eumh, wat denk je dat de rol moet zijn eumh van de overheid, eumh, bij, eumh epidemieën? eumh (zucht) ik denk dat het zeker en vast afhangt van welke soort epidemie het is, want zoals ebola das al vrij ernstig, dan vind ik zeker da ze moeten tussenkomen ma alst een epidemie is van de griep, ja oké dan zullen ze misschien ook wel moeten tussenkomen ma ast nie iets is da echt levensbedreigend is, vind ik nie da de overheid zich daarmee moet bezighouden. Maar bij ebola, bijvoorbeeld wel. Dus als het ernstig genoeg is dan.. ja ok, eumh, wat denk je qua rol moet da als de overheid dan tussenkomend, tussenkomt, moet dat dan informerend zijn, moet da echt regulerend zijn hoe zie je da? eumh, beide zou ik zeggen, het is wel zeer belangrijk dat de mensen geïnformeerd zijn over wat de ziekte is en wat dattet kan doen. En ja, als het ernstig genoeg is, echt misschien mensen in quarantaine zetten ofzo of echt maatregelen nemen dat het niet verder zou verspreiden... ja, ok ja Dan wie, eumh, dat er moet communiceren van de overheid, dus eumh het belangrijke is meestal ook wel communicatie, hé dat informerend aspect, welke overheidsinstanties denk jij dat dat moeten doen, of, eumh overheidsministeries ofzo? eumh, geen idee. Hebde daar voorbeelden van? eumh, wel, eumh, bijvoorbeeld, eumh, we zien dat buitenlandse zaken heeft een crisisteam, eumh, die zich bezighoudt met communicatie daaromtrent, eumh, als het meer gezondheidsgerelateerde zijn kan dat bijvoorbeeld het gezondheidsministerie zijn, eumh, dat kan bijvoorbeeld, eumh, als je zegt ja nee misschien moet dat een aparte dienst zijn, eumh moet dat op Vlaams niveau, op nationaal niveau, op Europees niveau? eumh, das dan ook te zien hoe ver de ziekte verspreid is waarschijnlijk. hmhm als het alleen maar in België is, misschien alleen dan op nationaal niveau dan. En als het echt verder verspreid is ook op Europees niveau, en de media gebruiken dan. ja, dus uw, welke overheidsinstantie z'n verantwoordelijkheid is, is eigenlijk in correlatie met de... ernst van de ziekte met de ernst van de.. van de verspreiding 91
van de verspreiding, ok. Eumh. Dan, algemeen een beetje, eumh je hebt het ook al gehad over die Europa, heb je meer vertrouwen in een Europese instelling die dat eumh managet of eumh zeg je nee de Belgische overheid kan dat wel aan? kzou toch eerder Europese instelling zeggen dan ja omdat die eumh ja die hebben toch meer middelen en maatregelen dan België, en België zou da moeten overnemen van Europa ma, allé ik zou toch Europa zeggen En hoe zie jij dan, hoe dat dat Europa zou moeten leiden in dat eumh beleid? (pauze) eumh (lacht zenuwachtig) een team opstellen ofzo? hmhm of eumh dan een speciale groep van mensen die daarvoor opgeleid zijn. ja. En dan naar hier komen of zeg je nee gewoon maatregelen voorschrijven die? Ma ist nu in geval van een ziekte in België zit of of nog nie verspreid is? Eumh, laten we zeggen dat het gewoon een, een epidemie is, los van België of niet, maar wel een bedreiging is voor Europa en dus ook voor België bedreiging voor Europa. Eumh, dan vind ik da die mensen misschien eerder eumh in elk land mensen moeten aanstellen voor dan hetzelfde te doen en hun opleiden en hun zeggen wat ze moeten doen en hoe. ja, ok, dus eumh, de lokale bevolking eigenlijk of de lokale mensen die daarmee bezig zijn ondersteunen en opleiden? ja ja. Ok, eumh ken je de ECDC? nee eumh, das de European Centre for Disease Control... ah, wacht ja kheb da wel al eens gezien in een cursus ja, eumh dat is eumh bij Europa, das een beetje de Europese WHO, de WHO ken je wel, de world health organisation ja eumh, daar zitten een aantal wetenschappers samen die zich bezig houden met, eumh, ziektes en epidemieën enzo, eumh hoe da ze dat moeten oplossen, van een aantal, eumh, wetenschappers van over heel Europa zitten daar samen en da besta eigenlijk al 92
jajaja, da bestaat al, da bestaat al. En die hebben inderdaad ook een aantal richtlijnen opgesteld, das samengevat in een bundeltje waar dat eigenlijk alles instaat van, als dit gebeurt zou je dat moeten doen, ook op welke principes dat dat steunt, eumh, wat de ernst is, welke media je kan gebruiken, welke beter niet enzovoort. Eumh, dus je hebt al gezegd dat je handig zou vinden als er algemene richtlijnen zouden zijn? ja En, wat zou er dan voor jou moeten instaan? eumh, ja, welke soort mensen dat er aangesteld moeten worden voor, eumh, de ziekte te, eumh, dus dokters of meer specialisten, of speciale mensen die daar opgeleid zijn, eumh, welke tijdsspanne ook dattet zou moeten gebeuren. Ja, de effectieve maatregelen, dan van we gaan dat doen, dat tijdstip, en waarom misschien ook, ja. Dus een duidelijk plan... ja hoe da ze het moeten aanpakken. En eumh, over dan de communicatie, wie denk je dat er zou moeten communiceren, eumh, over een epidemie? ik denk dat het beste is voor één, één vertegenwoordiger daarvoor te doen voor communicatie en nie verschillende personen kdenk da da misschien makkelijkste is. en die vertegenwoordiger zou da dan, zou je liever een wetenschapper zien, of zeg je nee ik heb liever beleidsmakers, iemand van de politiek, of... ik persoonlijk zou liever ne wetenschapper zien ja maar, ik denk dat misschien voor de mensen int algemeen makkelijker is dat het iemand is die gewoon goed charisma heeft en tgoe kan uitleggen Ja. Dat kan ook gecombineerd worden natuurlijk das waar, maar de wetenschapper gaat dan misschien ook, eumh, teveel, eumh, jargon gebruiken das eumh ja ma het kan misschien ook wel dat hij der dan een kleine opleiding voor krijgt dus eumh (lacht) voilà doordat te verbeteren, ja da kan wel dus, zou da misschien in die algemene richtlijnen kunnen zitten zoiets, een wetenschapper op te leiden om daarmee bezig te zijn? ja tuurlijk 93
ja. Ok. Eumh dan even over hoe denk je dat er gecommuniceerd moet worden, eumh, via welk medium zou jij het prefereren? kdenk dat tv nog altijd het makkelijkste is eigenlijk ja das snel, direct op tv, veel mensen kijken naar tv...Ja de krant hebben natuurlijk ook al vertraging op van misntens nen dag, dus ja tv tv ja maar sowieso meer de traditionele media eerder dan sociale media? ja, pfff ja, met facebook enzo das misschien toch, een beetje voor opletten, allé ik weet het niet. Ik denk, allé, zo toch in het geval moest er echt zo een uitbraak zijn van een epidemie wat het beste is voor de mensen te laten weten... Ja in dat geval is facebook wel sneller waarschijnlijk, maar ik zou dan direct iets hebben van dak het nie direct kan geloven op facebook. en als je bijvoorbeeld een link op facebook zou zetten naar een traditioneel medium, bijvoorbeeld, eumh een online krant dan meer ofzo, zou je dan wel vertrouwen? dan wel waarschijnlijk, dan zou ik da veel meer vertrouwen ja, ja. Dus eigenlijk een combinatie van traditionele en sociale media? joa, da moe wel kunnen ja, maar sociale media op zich zeg je van hmmm (twijfelgeluid) ja, nie iedereen heeft da ook nie iedereen heeft da ook, das ook waar das alleen maar de jongere mensen ja gelijk allé ja mijn grootouders nee, absoluut ja dus zou je dan voorstellen om eumh per doelgroep, per leeftijdsgroep bijvoorbeeld, een verschillende aanpak te doen, of zeg je... als da nie te veel werk is voor hun, ja, misschien wel, allé ja (lacht) ik wil maar zeggen jaja, tuurlijk 94
ik kan mij voorstellen da da ja, veel werk moe zijn hé ja ma ze zouden da misschien wel beste per leeftijdsgroep doen voor aan te pakken Ja. En eumh, dus, voor jou persoonlijk, als jongere, eumh combinatie of zeg je toch gewoon... combinatie dan toch, ja. ja. Ja. Ok, eumh en die traditionele media waarom heb je daar eigenlijk, omda je het zegt ik heb daar meer vertrouwen in, waarom heb je daar meer vertrouwen in eigenlijk? omdat da meer al een gevestigde waarde is eigenlijk, ja. Sociale media das nie nieuw, da kan handig zijn, ma ja... en online kranten, is dat, eumh, valt dat ook onder traditioneel voor jou? pfff, kzou da nie onder traditioneel kunnen classificeren, omda je dan toch echt al... op de computer moet zitten, op tinternet moe zitten, al naar dieje site ook gaan voor te weten te komen en qua vertrouwen zou je da... kzou da wel vertrouwen, ja... online kranten en bijvoorbeeld, eumh over ebola hoe heb jij, heb je hoe heb jij dat te weten gekomen? Via welk medium? eumh, ik denk via... ja waarschijnlijk via facebook, denk ik toch, heb je daar verder naar opgezocht of niet? kheb daar iets over opgezocht, ma nie super veel, kben der nie uitgebreid in gaan zoeken over ebola en weet wa da, waar dat je informatie zou kunnen vinden daarover? ik zou da in google intikken (lacht) ja, wikipedia waarschijnlijk... ja het is niet daje eumh, weet hebt, eumh van een site van de overheid ofzo, of... nee nee, da nie ok eumh, dus voor eumh het zelf opvolgen van informatie zeg je dan facebook, eumh, en dan ook nog tv? of? 95
hoe bedoelde? wel nu, bijvoorbeeld met ebola, maar ook algemeen als er, als er een epidemie zou uitbreken, eumh, zou je het, via welk medium zou jij het volgen? eumh, via het internet denk ik ja, toch internet... ja, via het nieuws, is da vaste uren en opt internet ist gewoon als je tijd hebt kunt ge onmiddellijk opzoeken en je moet natuurlijk ook een tv hebben en je moet een tv hebben (lacht) dus voor jongeren, allé, en voor jou is het makkelijker voor het internet ja en zou je dan het liefste via een, eumh een nieuwssite, of of een officiële site van de overheid of van een instantie, of van Europa ik denk da als je het gewoon intikt in google gewoon wikipedia ga vinden ofzo, ma moest er ne site zijn van de overheid zou ik da wel meer vertrouwen en zou je der dan ook vragen opstellen of, of willen stellen zo ver zou ik er nie in gaan gewoon informatie opzoeken da jij geïnformeerd bent ja... en dat is genoeg ja ok, eumh. Dan even over de tijdspanne, daar heb je het ook daarjuist even over gehad, namelijk wanneer vind je dat er gecommuniceerd moet worden, voor de epidemie al, tijdens, eumh, hoe zie je dat? ik vind van int begin in al, ik vind, allé ge hebt veel mensen die dan zouden beginnen panikeren ofzo als ze da horen, maar ik vind wel belangrijk da mensen geïnformeerd zijn ja als het geweten is, vind ik da da bekend moet gemaakt worden eumh, dus vanaf dat het effectief een epidemie is of ook al als er een kans is op een epidemie ik zou kans op epidemie misschien ook al voorzichtig vermelden. Alleen als het echt al, eumh, een deftige kans is. 96
dus je zou eigenlijk voor de epidemie ook al communiceren ja, de mensen kunnen maar voorbereid zijn. inderdaad, eumh, zou jij het dan ook eumh, goed vinden als er bijvoorbeeld voordat een epidemie, dus, los daarvan, eumh, dat we al opgeleid worden over wat we moeten doen juist? Of zeg je goh das misschien wat te extensief? da allé ja, da vind ik er misschien een beetje over omda je dan echt al, ik denk dat de mensen dan te veel zorgen gaan maken ja als ze echt al zien wa da ze kunnen doen voor moest het gebeuren, da zou misschien een beetje te veel paniek zaaien denk ik dus als er een risico is op een epidemie da groot genoeg is, moet je het communiceren, maar zonders anders kunnen ze meer, ja... niet eumh, ja ja. OK. Eumh, vind jij da jij nu al voldoende informatie hebt, voldoende geïnformeerd bent, eumh over te weten wat je moet doen bij een epidemie, dus stel je nu dat ebola in België is, zou je weten moet doen? eerlijk gezegd nie nee, nee en, hoe denk je dat dat komt? goh, misschien omda het nog nie echt nodig is geweest, da we da wisten ofzo hmhm ja... dus pas als je zelf geraakt bent, of of als het hier echt zou zijn, dan pas zou je... ik, ik zou het willen weten, maar ik denk dat degene die het moeten zeggen dat die gaan zeggen alst nodig is, ja. als het nodig is... ja dus het zou voor u persoonlijk goed zijn om nu al te weten wat je moet doen ja maar voor, tot op deze moment weet je niet, eumh, hoe of wat 97
nie echt, nee ja wat zou je doen? tegen epidemie?... (zucht) goh, denk nooit, dat er ja, zoals ik zei afhangt van de ziekte natuurlijk, hoe ernstig dat is, ja sowieso ja, de besmette persoon naar het ziekenhuis brengen als het nodig is quarantaine brengen maar jij persoonlijk? ah ik persoonlijk. ja goh, mensen ontwijken en zorgen dat ik niet besmet geraak (lacht) ja, ja nee das eumh ja, voorzichtig zijn met, met personen en te zorgen da je nie besmet geraakt, ja. Ja, dus eumh je zou je toch een beetje van het openbare leven onttrekken of toch beperken das te zien hoe ernstig dat het is hé, allé ja Stel dat het heel ernstig is? ja dan zou ik da wel doen denk ik ja ja ja. Ok. eumh... ja. Dan over wat dat er gecommuniceerd moet worden, eumh je hebt al gezegd van ik wil weten vanaf dat er een groot genoeg risico is, eumh wil ik het eigenlijk al weten, maar wil je algemeen, over alles op de hoogte zijn? ik wil weten welke ziekte dat het is, wat dat de symptonen zijn, de symptomen, hoe daje besmet kunt geraken en hoe groot dat de kans op herstel is. ja allé of daje er kunt aan sterven of nie, allé hoeveel mensen dat het is ja, de mortaliteit enzo, de feiten ja en, als die nog nie allemaal bekend zijn, wat dan? zeggen dat nie bekend is ja 98
maar kan natuurlijk misschien wel paniek zaaien... ja heb je liever volledige eerlijkheid of zeg je nee ze moeten mij niet altijd alles zeggen? ik zou persoonlijk alles willen weten alles ja dus, ook eumh toegeven wanneer je iets niet weet... ja dus volledige transparantie ja ja want da komt goed over en, zou je dan meer vertrouwen hebben in zo'n, eumh overheid die volledig, eumh, transparant is? ah, ja, als ze altijd eerlijk zijn? dan zou ik er zeker meer vertrouwen in hebben en qua geloofwaardigheid, wanneer zeg je, eumh, ik geloof wat dat ze zeggen of ik geloof het niet... als ik het gevoel heb dat ze eerlijk zijn dan zou ik het geloven ja. Eumh, dan een eumh algemene vraag, heb je vertrouwen in de overheid, in de Belgische overheid? goh, ik denk eigenlijk dak nog te jong ben en te weinig van de politiek weet voor daar een deftig antwoord op te geven, ma... wat dak zie op tv van de politiekers zou ik voorzichtig nee zeggen, eerlijk... Ja, de overheid zat natuurlijk ook eumh, tis verbonden aan de politiek maar staat er ook deels los van, eumh, laten we hopen, eumh. ja maar stel dat ebola dus in België zou zijn, zou jij vertrouwen hebben dat de Belgische overheid die crisis aankan? ik denk dak da pas zou weten als da echt zou voorvallen ja... want ik kan mij daar nu geen beeld voorstellen, bij voor stellen wat ze zouden doen zo dus je weet eigenlijk niet of da ze er mee bezig zijn nee, ma ik denk da da wel, da da wel, vrij goe zou meevallen 99
wist je dat er een nationale ebola-coördinator is aangesteld? nee (lacht) Dus eumh, de Belgische overheid heeft, eumh, mevrouw Erika Vlieghe, professor van de UA effectief wel aangesteld om met heel die ebola crisis om te gaan, ma je wist da nie nee verandert da iets aan je visie van vertrouwen of niet? ja, eigenlijk wel ja.. da geeft me wel iets meer vertrouwen, tenzij da ze het natuurlijk gedaan hebben daarom (lacht) ja... Ja tis moeilijk om te weten of da ze daar dan echt mee bezig zijn ja. Dus toch een beetje cynisisme? ja (lacht) ja. Nee, geen probleem. Eumh, dan, stel je hebt, eumh, allé, we hebben het al even gehad over Europa, stel dat er, da de Europa er mee bezig zou zijn, zou je er dan vertrouwen in hebben? (pauze), hmmm, das een goeie vraag eigenlijk lacht, ok ja... ik denk van wel ja... ja, omdat je op Europees vlak, zijn er, hm ja, das een grote organisatie, der zijn meer mensen mee bezig het is ook belangrijker dat het juist is dan zo'n klein land als België En, eumh, hoe zou Europa daarover moeten communiceren met ons? Zou je dan, je hebt al even gezegd van mensen naar hier halen om de lokale bevolking op te leiden... bedoelde echt, me mij bijvoorbeeld, of me, me de overheid van België? met de bevolking en met de overheid. Gaan ze rechtstreeks naar de bevolking communiceren, heb je da liever of zeg je nee, het mag via de Belgische overheid? (pauze) ik denk dat het vooral makkelijker als da via de overheid gaat hmhm, ja... en da zij dan het dan verspreiden naar de bevolking 100
ja...ok ja ok, en wanneer vind jij, eumh, dat, eumh, het communi (hoest), excuseer, het communicatiebeleid van de overheid geslaagd is? als iedereen die wilt geïnformeerd zijn, geïnformeerd is en dan mensen die niet geïnformeerd willen worden? Moeten die ook niet geïnformeerd worden? Ja eigenlijk wel (lacht), als iedereen geïnformeerd is en de juiste informatie krijgt ja, en de juist informatie, bedoel je dan ze weten waarover het gaat of ze weten wat te doen, of... allebei allebei ja ja, eumh. Wat denk jij dat er voor zorgt dat communicatie al dan niet slaagt? hoe da communicatie wordt overgebracht en hoe dat de mensen het ook opnemen, want als ze het niet willen geloven gaan ze het niet niet geloven Ja...Denk je daje beter, eumh, vanuit de overheid, zoals je zegt, eumh, een wetenschapper, je laat die op tv komen, die zegt wat dat het is en dat moet het publiek maar aanvaarden, of zeg je, misschien is het beter om een klein, allé, of een soort van interactie of dialoog op te stellen? ja, ik denk da da altijd wel beter is voor nie één persoon te laten zeggen en dan gewoon geloven, sowieso verschillende standpunten laten horen van verschillende mensen wat zij derover denken, wat hun mening is, want nie alles is ja, zwart wit natuurlijk nee, en denk je dat voor die interactie, eumh, je hebt gezegd verschillende standpunten maar denk je dat er ook een plaats is om, voor de bevolking om actief, eumh, daarop te reageren, via sites, of. of. ja, natuurlijk. Das wel moeilijker om dat er heel veel mensen maar inderdaad via sites zou da zeker moeten eumh mogelijk zijn, voor der, ja, op te reageren en hun mening ook te geven denk je dat dat beter zou zijn, juist slechter, misschien meer paniek of niet? ja das natuurlijk te zien wat dat de mensen derop zetten. Allé, als er zo ja, ge hebt altijd mensen die alles opblazen en paniek zaaien en alles erger maken dan dat is, dan zijn er natuurlijk ook gelovige mensen die die mensen gaan geloven, terwijl die mensen daar misschien, allé niets van weten hmhm. Denk je dat da niet zowa, sowieso een beetje al is met facebook enzo? joa, zeker ja... 101
sommige dingen worden echt opgeblazen ja ja En denk je dat er misschien dan plaats is om, voor de overheid, om daar tussen te komen als zijnde dat je bijvoorbeeld vragen aan, aan iemand van de overheid kan stellen of bijvoorbeeld een telefoonlijn waar daje naar kan bellen voor vragen, eumh dat ze echt eumh kennis kunnen, of goede informatie zullen meegeven ja, zo'n een telefoonlijn is wel nog een goed idee denk ik ja... maar das natuurlijk weer zo één persoon die alles zegt ja, natuurlijk ma tis moeilijk ja tis ook wel, das misschien makkelijker maar tis natuurlijk ook wel zeer breed dan dat je het aanpakt, dat is ook niet altijd makkelijk ja dus, hoe, even samenvattend, hoe zou jij het zien? Hoe zou jij willen dat de overheid naar jou toe communiceert? ik zou zeggen via de media, misschien in eerste instantie inderdaad zoals je zegt via ne link naar, eumh, een, eumh, een online krant daje ziet wat dat er gebeurd is en daje dan op één of andere manier ook wel, eumh, nog meer informatie kunt halen van de overheid als ge da wilt, zoals bijvoorbeeld die telefoonlijn of... één of andere site, of... misschien zelf bijeenkomsten alst echt zo ernstig zou zijn...ja... dat, zoiets Dus, sowieso, eumh, best via de media ja ja, ok. Eumh, dan, eumh omtrent die media wat denk je dat de rol van de media moet zijn, tijdens zo een uitbraak? hoe bedoelde? Zijnde, eumh, moet de media informatie brengen die de overheid hen geeft of moet ze zelf gaan zoeken naar informatie, moeten ze gecontroleerd worden door de overheid dat ze niet de foute informatie geven, eumh, hoe moeten ze zich eigenlijk deontologisch goed gedragen, eumh, denk jij tijdens zo'n uitbraak? ik zou zeggen enkel alleen wat de overheid hun, eumh, zegt dat ze mogen doorgeven. En sowieso neutraal blijven, geen eigen toevoegingen. ja... 102
Want anders ist te verwarrend voor de mensen denk ik. Dus, een kleine censuur voor korte tijd? jaa, misschien wel (lacht) Nee,nee geen probleem ja Eumh, ja. En denk je, dus moet de media, je zegt dan de media moet een beetje gecontroleerd worden door de overheid, dus, eumh... Ma nie echt gecontroleerd, gewoon da ze, allé als ze de media extra dingen laat zoeken, sowieso da ze meer spectaculairder, of spannender gaan maken en da zouk nie doen, gewoon da ze zeggen, ja gewoon feiten, neutraal, wat gebeurt er, wat kunde doen. Dus de sensatie er wat uithalen... ja, ja dus, nie echt daarmee op content maar de manier waarop dat ze het overbrengen? nee, juist inhoud zorgen dat het overal hetzelfde is ja, aja dus je wilt ook sowieso consistentie over alle media, dat er geen verwarrende, tegensprekende berichten... ja ok, eumh. Dus je ziet de media eerder als ondergeschikt aan de overheid, of echt als evenwaardige partners dan? ik zou toch beetje ondergeschikt zeggen ja, licht ja ok. Eumh, dan ga ik nog een paar vragen stellen over ebola zelf, namelijk, eumh, hoe ervaar je de uitbraak van ebola, wat zijn ja, jouw gevoelens daarbij? ik pfff, goh, toen da int begin da hoorde, kvond da heel erg en das dan zo een heel spel geweest in de media en nu is da zo aant... nu hoorde daar niets meer van.. (lacht) nee, inderdaad dus, kweet nie goe wa dak er van moe denken, ma das sowieso, eumh, verontrustwekkende, allé en, in die maanden dan heb ik het over oktober, november, december was het echt wel enorm, eumh... kheb nooit echt schrik gehad 103
je hebt nooit echt schrik gehad nee ook nie toen dat het meer naar Europa kwam of... toen heb ik er misschien iets langer bij stil gestaan hmhm ma... kheb er nooit echt schrik van gehad eerder als een curiositeit dan echt eumh ja ja. Eumh...Dus...Dan, eumh, sorry even mijn draad kwijt (lacht) Eumh (pauze) Hoe zou jij het communicatiebeleid van de overheid omtrent ebola nu evalueren? (pauze), (zucht) matig matig ze hebben ons, ik heb het gevoel da ze ons alles wel, allé da ze ons heel veel informatie hebben proberen te geven wat dat er gebeurde in, in Afrika enzo. Maar nie meer... Enkel, ja, de feiten wat er gebeurd is dus nie meer, bedoel je enkel die feiten of... ja, ze hebben nie meer gegeven dan enkel de feiten, nie zo, wa daje er echt zou tegen kunnen doen ofzo ja ma, da vond ik ook nog nie, vond ik ook nie nodig, nog nie nodig nee ja eumh, dus, je zou het matig evalueren denk je, waar zou jij verbeteringen, eumh, zeg je daar kan het beter? ja, meer informatie gewoon denk ik ja ja. Meer informatie over ebola, en wa da je kunt voor te, eumh, verhinderen ofzo ja. Ma je weet dus ook nie van een site ofzo vvan de overheid die daar mee bezig is? 104
nee, maar da besta wel waarschijnlijk nee, nie echt nee? ah ja ja, ok. Dat was het. Eumh, dank u voor u medewerking Tis graag gedaan heb nog, eumh vragen ofzo? eumh, nee nee? Ok, dankuwel!
105
13.3 TRANSCRIPT RESPONDENT 3 Zoals ik al zei het wordt opgenomen, eumh is, da is ok?
Ja, geen probleem De anonimiteit is ook volledig verzekerd, ik ga nergens u naam gebruiken ofzo Ja, cava Dus eumh en als je wilt kan ik ook, eumh, de transcripts doorsturen daarna als je die wilt checken of niet Nee, nie, allé ik vertrouw op u laura Ok (lacht), tis goed, super. Eumh, ik ga beginnen met eerst een paar algemene vragen te stellen om te zien of da de begrippen die belangrijk, of da we die op dezelfde manier zien of niet. Eumh, de eerste vraag is wat versta jij onder een epidemie? Eumh, epidemie onder een, eumh, ziekte die ergens uitbreekt, eumh, in een bepaald deel en die zich redelijk rap verspreidt zonder dat daar op voorhand bekend is dat de mens, eumh, allé, zonder dat de bevolking op voorhand doorheeft van der kan der iets gebeuren, iets da plotseling ontstaat, ma wel, allé, zeer rap verspreid kan worden, onverwachts Ja, ok Da versta kik daaronder Heel goed, eumh en wa versta je onder een crisis? Eumh, crisis denk da da een zeer algemeen begrip is en ik denk da da, eumh, ja, een situatie waar dat er plots een probleem is, waar dat er een antwoord moet op gegeven worden of een oplossing, eumh, ma geen pasklaar antwoord, eumh dat er voor klaar ligt ofzo Ja, en eumh wanneer denk je dat er een crisis, eumh, kan voorvallen? Wat denk je... Eumh, binnen die, eumh, binnen het onderwerp epidemie dan? Eumh, da mag, ma ook algemeen Aja, bijvoorbeeld moest er nu echt een grote terreuraanslag zijn, eumh, ja, dat nu nie echt gebeurd is, maar wel zou kunnen gebeuren in de huidige context, eumh of ja moest er nu ergens een epidemie uitbreken of moest ebola echt tot hier geraakt zijn en hier plots super rap begint te verspreiden dan denk ik dat er een crisis is. Eumh dat er rap gereageerd moet worden door de overheid of door eumh, bevoegde instanties Ja. En wat versta jij onder een risico? Zie je een link met een crisis, of zie je het als aparte begrippen? Eigenlijk wel, want denk da, allé ik denk persoonlijk een crisis is iets da, eumh, da ge nie echt in de hand hebt en een risico is ook iets da ge nie echt uzelf van kunt uitsluiten da je het nie gaat hebben, dus daarom denk ik wel da ze allebei wel zo een soort onzekerheidsfactor hebben. Eumh, allé, en zouk ze wel samen, eumh, samen plaatsen die begrippen. En zie je een verschil tussen crisis en risico, of... 106
Eumh, (denkt na), wacht, crisis en risico... ja eigenlijk wel, denk da crisis eerder een toestand is in een grote bevolkingsgroep en denk da risico eerder iets is da je kunt zeggen van gij hebt een risico, gij nie, zo meer, eumh, iets per individu. Ja, ok. Eumh, wat denk je dat de impact kan zijn van een crisis? Eumh, bijvoorbeeld nu bij een epidemie? Eumh, ik denk zeer groot, ten eerste denk ik dat er veel mensen paniek zouden hebben omda ze, allé da nie verwachten, ge weet nie wa is de juiste oplossing, wa moet ge daar tegen doen, hoe moet ge u beschermen. En eumh, allé paniek is sowieso niet goed denk ik, eumh, allé ik denk gewoon dat veel... Wat was de vraag nu weer? Meer impact hé? Ja Impact, ja. Dat da ook, ja, de overheid moet daar direct op reageren, iedereen wilt zichzelf veilig stellen daartegen, eumh. Maja niemand weet echt precies goe wa dat de juiste oplossing is denk ik. Ja, dus een sociale, maatschappelijke impact op de mensen... Ja, ja zeker Ok, heel goed, eumh dus de epidemie de definitie die jij geeft is zeker ok, das eigenlijk wat wij der ook onder verstaan, eumh een crisis is eigenlijk een gebeurtenis, eumh, die soms plots kan gebeuren, soms kan dat al in de maak zijn even, eumh, met een grote impact op eumh verschillende mensen, dat kan klein zijn, maar ook groot. En een risico is eigenlijk een potentiële crisis, dus das nie echt individueel maar das gewoon, eumh, een risico is bijvoorbeeld ebola is een risico voor België als het dan echt hier zou zijn, zou het dan meer een crisis zijn. Ahja, ja. Eumh, ok. Dan ga ik nu even over naar wat meer specifieke vragen. Dus je hebt het ook al gehad over de overheid, eumh, die aanwezig moet zijn bij een epidemie. Wat zie jij dat de rol van de overheid moet zijn? Eumh, vooral informerend en regulerend denk ik, want eumh, allé ja, als mensen individueel kunt ge niet veel, eumh, ingrijpende beslissingen nemen denk ik, want alles is binnen het wetskader, of eumh, allé ja we hebben ook nie zoveel mogelijkheden denk ik dan een regering, kvind da die, eumh, hun verantwoordelijkheid moe opnemen, ze staan aan het hoofd van een volk, dus eumh, dat die daar de juiste oplossing, allé ja, of de meest gepaste oplossing, of eumh, allé, alles da ze kunnen doen moeten doen om de bevolking te beschermen en te informeren en... ja... Ja, ok. eumh, en over, bij de overheid wie denk je dat er zou moeten communiceren, welke overheidsinstanties, eumh, of ministeries zie jij dat doen? Goh, bijvoorbeeld bij ebola is het ministerie van volksgezondheid. Eumh, en communicatie ja misschien iemand van, eumh allé van, van dat ministerie of eumh of, of de premier zal sowieso ook, alster een crisis zou plaatsvinden in België, de premier zal daar sowieso ook, eumh, veel over communiceren. Eumh, allé kmoe zeggen ken wel nie zoveel van alle instanties die België heeft, eumh, ma da zijn de eerste die, die in mij opkomen bij die vraag. Ja. ok. En denk je, eumh, dat het meer nationaal of zie je ook een optie voor eventueel voor Europese, eumh overheidsinstanties die zich daar mee moeien, of, zeg je nationaal kunnen we het aan, of...? 107
Hmm ik denk, echt voor ebola, nu gaat het specifiek over ebola he? Eumh, het gaat over ebola, nu in dit geval, ma het gaat ook algemeen over gewoon epidemieën Ja. Eumh, denk eigenlijk hoe groter dat je da aanpakt, hoe beter, allé, zo voor, voor zover daje dan nog echt alles grondig kunt aanpakken allemaal apart, ma ik denk we hebben nu Europa, en ik denk zeker voor zulke situaties da da, allé dat da een handige tool is of hoe moet ik het zeggen, dat je da kunt gebruiken om, allé ja, als ge nie op mekaar inspeelt of ge hebt andere veiligheidsvoorschriften of andere regels, ma ge woont wel allemaal vlak naast elkaar in elk land, dan denk ik ook da da nie zoveel zin heeft, dus, denk als Europa daar overkoepelende beslissingen over neemt da da veel effectievere oplossingen kan bieden dan elk land apart. eumh, ja. Ja, inderdaad. En, eumh, waar zou je het meeste vertrouwen in hebben, eumh in een nationale instelling die de aanpak doet of een Europese aanpak? Hmmm, in in ons geval, omda wij in België wonen, in allebei. Omda België is een, vind ik, een deftig land, allé eumh allé met de, met de, morele waarden enal, die, die ik vind dat er nodig zijn in de maatschappij van vandaag, eumh, ma Europees natuurlijk spelen ook andere bij, zo ook de Oostbloklanden enazo, allé ja, nie dak daar zoveel van ken, ma die hebben denk ik wel een andere ingesteldheid enzo. Eumh, ma ik weet nu nie of da die zo hun stem zouden kunnen doordrukken op een besluit van Europa met betrekking tot een epidemie. Dus ik denk eigenlijk dak in allebei wel vertrouwen zou hebben. Dus, je zou ook meer gaan voor een algemeen beeld, eumh of een algemeen beleid dat dan lokaal meer toegepast wordt? Ja, iets algemeen beslist door Europa dat dan eumh elk land apart, eumh, allé, een beetje controleert van wordt dat goe toegepast, en delegeert wie gaat er waar voor zorgen en... Ja, dus wel da België, omda je zegt die Oostbloklanden, das anders dan België, België moet zijn eigenheid een beetje behouden? Eumh, een beetje wel ja Ja Allé, denk da elk land ook andere, eumh, andere opties heeft, allé andere, hoe moet ik het zeggen, andere voorzieningen en eumh Middelen? Ja, andere middelen, ja da wast woord dak zocht. Eumh, om daar, om daar voor te zorgen, dus eumh, een algemeen beleid door Europa dat dan elk land uitvoert met z'n eigen middelen, ma wel onder dezelfde regels als andere, als de andere landen van Europa. Ja, ok. Super, eumh, ken je de Ed, ECDC? ECDC... nee Nee? Nee 108
Wel dat is de, een Europese instelling die eigenlijk specifiek gericht is op, eumh, de strijd tegen epidemieën, het noemt dan ook the European Centre for Disease Control, eumh, en das eigenlijk een, een geheel van, van wetenschappers maar ook communicatiemensen uit de verschillende unielanden die samenzitten om daarmee bezig te zijn. Eumh, dus Europa is daar wel mee bezig, maar blijkbaar nog, eumh, je kent het niet, dus dat is wel jammer. Eumh, onder andere wat dat die ook doen, eumh, die maken algemene richtlijnen dus, der is een bundeltje een boekje, eumh, waar dat instaat welk, wat je moet doen in bepaalde gevallen, eumh wat niet, eumh, op welke principes dat dat gebaseerd is, welke media moet ik gebruiken enzovoort. Denk jij dat dat nuttig zou zijn als die algemene richtlijnen, eumh, effectief uitgedragen worden in, in de verschillende unielanden, bijvoorbeeld ook in België? Eumh, als die richtlijnen worden toegepast? Ja Eumh, ja ik denk da wel, want eumh allé die instanties daar blijkbaar ja, specifiek voor bevoegd voor epidemieën, dus, eumh, alster iemand die dan onafhankelijk van alles wat er zich nog afspeelt in de wereld kan beslissen van wa is het beste, echt voor alster een epidemie uitbreekt dan zijn zij het wel denk ik die, eumh, ja, die de juiste beslissingen kunnen nemen. En wat, eumh, vind je of denk je dat er in die richtlijnen zou moeten staan? Eumh, ja, das een moeilijke vraag vind ik... Eumh, sowieso wat dat de mensen voorzi, allé wat de mensen zelf moeten doen, de overheid kan wel dingen, eumh, allé kan wel zeggen ge moet het zo doen en kan wel maatregelen nemen, van, vanaf nu gebeurt alles op da vlak zo, of qua transport, of openbaar vervoer, daar richtlijnen op geven, ma, ja als de mensen zelf nie genoeg beseffen van tis hier serieus en we moeten der nie efkes ons voeten aanvegen om dan binnen twee maand te zien of dat ernstig was ofnie, allé, eumh, vooral het besef van de mensen is, is één van de, denk ik, moeilijkste dingen om ook te krijgen bij iedereen, ma niekeer daje dan zo ver zijt da iedereen echt beseft van tis serieus en iedereen, eumh, gaat er dan zijn steentje voor bijdragen, eumh, allé ik denk da da vooral belangrijk is. En hoe zou jij dat besef, eumh, aanpakken, hoe zou je da, allé, zorgen dat de mensen het goed beseffen zoals dat je zegt? Eumh, ik denk misschien, eumh, allé door sowieso voldoende te informeren want als ge zo oppervlakkige uitleg geeft gaan de mensen da misschien efkes geloven of nie maar gaat da denk ik, kan da rap veranderen, dus denk echt gewoon voldoende informeren en denk liefst nog door mensen, die eumh, of personen die al bekend zijn, dat de mensen vertrouwen, eumh, allé kan nu nie direct op een voorbeeld komen ma gewoon mensen die, eumh, een slimme uitstraling hebben, allé uitstraling ma ook slim zijn, allé bijvoorbeeld eumh das nu misschien nie dé juiste persoon daarvoor, ma bijvoorbeeld Mark Coucke omdat hij, allé iedereen weet das nie slimmen, hij heeft ver gebracht, hij zit ook in de farmacie. Eumh, dus, iemand die echt zo vertrouwen ook opwekt bij de mensen. Dus, qua woordvoerders zou je eerder gaan voor misschien experts en wetenschappers in de plaats van politici, eumh, ofzo? Ja eigenlijk wel misschien, omda politici iedereen heeft dan ook zijn eigen politieke voorkeur, alst dan van u partij nie is, en zeker alst dan de tegengesteldheid is van u partij gaje misschien ook rapper zeggen van ja, moeten we da vertrouwen ofzo, dus, of als de politici het doen moeten ze het echt als front naar de bevolking communiceren, of da ze in de regering zitten of niet, moet echt als front communiceren naar, eumh, de bevolking.
109
Ma sowieso iemand die eumh, vertrouwt, die... Ja ik denk dat dat beste is, of iemand, ja, misschien dat er ook wetenschappers zijn die ook snel vertrouwen wekken die ook gewoon, eumh, allé, goeie communicatieskills hebben daarvoor, eumh da zou eventueel ook kunnen. Maar sowieso een persoon die echt, nie zo met vingertje ga wijzen ma echt zo, eumh, ja, efkes naast mekaar zitten en zo zit het, dus daar, zo zit het dus daar ga je mee moeten leven en mee rekening moeten houden. Ja, en dan eumh, je, je hebt het dan over die communicatieskills, denk je dat er eumh, dat het misschien goed zou zijn om die mensen op te leiden of zeg je, goh, das eigenlijk overbodig? Eumh ik denk bij sommige mensen da da misschien overbodig is, ma bij de meesten denk ik dat een opleiding geen kwaad kan. Want politici, is een politieker moet ook wel veel communiceren, ma misschien nie over zulke, eumh, allé, uitzonderlijke situaties dan, eumh, en wetenschappers ja kunnen vree goe zijn in hun vak ma misschien dan minder in verwoording, waardoor da ze misschien onbewust wantrouwen oproepen. Eumh, dus ja. Ja. ok. eumh, dan ga ik even wat vragen stellen over hoe denk je dat er gecommuniceerd moet worden? Eumh, namelijk via welk medium zie jij, eumh, denk jij dat het beste is dat er gecommuniceerd wordt? Eumh, teerste da in mij opkomt, kweet nie of da da tbeste is, ma teerste da in mij opkomt is gewoon televisie, omda, eumh, allé als ge echt een grote bevolkingsgroep wilt aanspreken kunt ge da moeilijk allemaal me lezingen doen of persoonlijk, da ga misschien wel een dé, deel gaan ma, eumh, denk vooral televisie eigenlijk, omda iedereen sowieso, de meeste hebben da ter beschikking en... En hoe ben jij over ebola, hoe ben je op de ho, op de hoogte gebleven? Persoonlijk eigenlijk meer via online krant, want ik zit op kot een hele week, ik heb daar geen televisie, eumh maar ik moe zeggen ik heb da wel redelijk neig opgevolgd, allé kvond da wel iets, ja ook gewoon interessant en ge weet nie of da het tot bij ons komt of nie en, eumh, allé, da vond ik wel interessant, ja. Dus vooral via, allé, de standaard online, veel twitter ook soms, omda ge daar veel, eumh, allé, meer persoonlijke dingen rap op kunt vinden van mensen, persoonlijke ervaringen, dus... En dus, eumh je zegt online krant en twitter, das dan meer sociale media, internet, eumh heb je daar genoeg vertrouwen in, heb je zoiets van ja ik heb het opgevolgd, de geloofwaardigheid was goed voor mij, of ze je hm toch wat wantrouwen af en toe of... Eigenlijk in, allé, op een krant bijvoorbeeld van de standaard online daar vertrouw ik eigenlijk wel, allé, volledig op eigenlijk, ja. Ja, en eumh, ma dus twitter vind je ook wel handig om, eumh... Handig om vooral de, de persoonlijke mening en, eumh, echt persoonlijke situaties, eumh, allé te onder, te kennen dan gewoon, want zo nie gewoon het beeld dat de media, eumh opvoert, ma dan ook niekeer da je de andere kant kunt checken, van klopt da eigenlijk wel, of eumh, allé is da echt wel zo? Dus eigenlijk sociale media gebruik je juist om kritischer te kunnen zijn Ja, eigenlijk wel ja Dus, eumh, zou je dan voor de communicatie meer gaan voor traditionele media, zijnde televisie, radio, krant of meer voor sociale media? 110
denk misschien bij jongeren da je misschien me sociale media wel ver kunt geraken, moest er kzeg maar iets een facebookgroep zijn als het echt zo ver komt, hé, van een epidemie een facebookgroep me info enzo, ma ik denk, allé, moest ik iets moeten kiezen echt, de traditionele denk ik Ja das tot iedereen zijn beschikking en ik denk da iedereen daar nog altijd voldoende vertrouwen in heeft Ma dus, eumh, eigenlijk een leeftijdsgerichte aanpak meer... Ja eigenlijk wel denk ik, ja Ja, ok. Eumh, dus je hebt zelf, eumh, sociale media gebruikt. Eumh, als je informatie over bijvoorbeeld ebola opzocht, eumh, je wou meer weten, waar ging je dan naar toe? Hmmm, (denkt na) denk dak persoonlijk eigenlijk genoeg wist door gewoon uitgebreid artikels te lezen, dus, eumh, allé eventueel niekeer doorklikken naar een artikel dat er mee gerelateerd is, eumh, of als ge nog niekeer op facebook zo nen update ziet van een andere krant van een andere krant heeft nog een artikel derover geplaatst, eumh dat dan ook nog keer lezen, ma eumh, nie echt dak meer informatie ben gaan opzoeken buiten die sites, khad, khad Genoeg… Ja, twerd ook dagelijks over gecommuniceerd, eumh toen dat het echt zo net opkwam, dus khad daar eigenlijk wel genoeg informatie mee om mij een beeld te kunnen vormen, eumh, van de situatie En weet je of dat er een site is van bijvoorbeeld de overheid waar je meer informatie kunt vinden of niet? Eumh, da weet ik nie, ma da zou mij niet verwonderen Eumh, officieel over alleen ebola niet echt, denk je dat dat nuttig zou, als er zo een site zou zijn, met veel informatie, zou da voor jou nuttig zijn of zeg je ik heb eigenlijk wel al genoeg, eumh informatie gevonden via dan die sociale media? Eumh, ik heb genoeg informatie gevonden, eumh, wat betreft wat er in West‐Afrika gebeurde, ma moest er een site bestaan van België en eumh kwas da te weten gekomen, bestaat er een site over ebola van België zou ik daar wel, puur uit nieuwsgierigheid en uit interesse niekeer gekeken hebben van, wa, wa zegt België nu eigenlijk over ons, zijn we risico, zijn wij geen risico? Eumh, dan zouden ze waarschijnlijk ook een paar experts aant woord gelaten hebben, eumh, allé kzou die wel bezocht hebben. En eumh, denk je dat het nuttig zou moest de overheid bijvoorbeeld een sociaal profiel aanmaken op facebook waar da je dan vragen ofzo kan stellen of zeg je dat is, eumh voor mij niet nodig? voor mij persoonlijk is da nu nie nodig denk ik. Moest het zo ver zijn is da wel handig, da je echt rechtstreeks vragen kunt stellen, ma denk dat tot nu toe gewoon voldoende is alst er geïnformeerd wordt in plaats van in 2 richtingen eumh... Aja, dus geen, meer voor éénzijdige communicatie dan echt voor tweezijdige? Ja op dees, allé... Alhoewel eigenlijk allé, kvind nie da da enkel van één richting moe komen, maar ik heb er nu persoonlijk genoeg mee als ik gewoon éénzijdig de informatie weet en moest het dreigender worden of 111
nieuwe, eumh, ontwikkelingen zich voordoen, dan zou ik misschien wel iets hebben van, ik vraag mij wel dingen af, ja. Dus, als het eumh, echt volop eumh crisis is, volop epidemie, eumh dan Ja, dan zeker wel Dan tweezijdig Ja dan wel tweezijdige communicatie Maar zolang dat het eigenlijk meer een risico is, eumh En eerder nog verder van ons bed nog een beetje blijft, eumh, dan, hebben denk ik de meeste mensen en ikzelf ook genoeg aan éénzijdige communicatie Ok, super Ja Eumh, dan ga ik nu een paar vragen stellen over de timing, namelijk wanneer, eumh, vind jij dat er gecommuniceerd moet worden, zijnde dus, eumh, voor de epidemie al, of alleen tijdens of, eumh, vanaf we het ontdekken of pas als het voor ons belangrijk wordt ? Ik denk dat er sowieso geïnformeerd moet worden als er een epidemie is, bijvoorbeeld wij weten nu tis daar iets gebeurd in West, allé er gebeurt daar iets in West‐Afrika, ma van ne keer dat echt realistisch voor ons begint te worden dat er hier een crisis uitbreekt, dan vind ik wel zeker, eumh, communicatie zeker hoognodig. Ja Ja Maar, dus voor die crisis, voor de epidemie al communiceren zie jij nie echt als nuttig? Hm ik denk da da misschien eerder panieksituaties ga oproepen en ik zou ook vertrouwen in de overheid da ze da voldoende opvolgen alst er belangrijke communicatie moe gebeuren da ze het ook wel gaan doen. Ja, dus eumh want sommigen zeggen dat het wel handig om voor, eumh, de crisis al een, eumh, bijvoorbeeld zou je het nuttig vinden als er al opleidingen worden gegeven aan mensen over wa dat ze moeten doen of zeg je van tja eigenlijk is da nie nodig? Ja da misschien wel, zowa, eumh, allé da gaat dan over specifieke mensen, dus nie heel de bevolking waarschijnlijk, allé ja. maakt niet uit Ik vind bijvoorbeeld da ziekenhuispersoneel ofzo daar wel op moe opgeleid zijn, ja alst er iemand toekomt van een vlucht, ja, dan heb je geen tijd meer om, dan moe je gewoon de nodige kennis hebben en de nodige verzorging en middelen, eumh, ma kvind nie da heel de bevolking van als dat er ergens in de wereld iets gebeurt nie om ons, allé, nie van tkan ons nie schelen, ma ge kunt u nie me alles bezighouden ook en ik 112
denk hoe meer informatie dat er ga afgevuurd worden op de bevolking da nie echt nodig is, of hoogstnoodzakelijk, hoe minder da ze echt de belangrijk dingen gaan, eumh, gaan opvatten Ja, dus een beetje 'boy who cried wolf syndroom ja Ja, ok. Eumh, vind jij dat jij voldoende geïnformeerd bent over wat je moet doen bij een epidemie? Stelt dat ebola nu naar België zou komen, zou je weten wat je zou moeten doen of niet? Eumh, ik weet waar doordat het kan overgedragen worden denk ik, allé de grote richtlijnen, nie precies, ma kzou nie goe weten hoe dak daar echt mee moe omgaan, allé of dat da enkel belangrijk als ik in grote steden, op gemeens, op, eumh, openbare plaatsen ben met super veel mensen of da da ook, eumh, gevaarlijk zou zijn of dak, als ik in mijn dorp de bus pak ofzo, allé nee da zouk eigenlijk nie goe weten hoe dak daar mee moe omgaan. Dus ook nie welke voorzorgsmaatregelen je kan nemen ofzo? Eumh, kweet wel ja, dat da, daje geen contact moogt hebben met die mensen, vooral fysiek dan, of, of speeksel of da lichaamsvocht, of aanrakingen, eumh. Ma voor de rest ja, en kweet ook wel dat de mensen, eumh, niekeer da ze het hebben da ze het direct al, eumh, allé zodanig zwaar ziek zijn eigenlijk dage, daje nie veel kans kunt hebben om een ziek persoon tegen te komen op straat. ja ja ok, dus ja Je weet toch al iets Ja. Eumh, zou je, eumh, zou je het interessant vinden moest er ergens op, op tv of een site zijn waarin je zou kunnen vinden van kijk, eumh, als ebola zou uitbreken dan moet ik dat dat en dat doen of zeg je van goh ik zie het wel effectief als het naar hier komt. Ik denk dat da geen kwaad kan moest er nu al zo ne site bestaan. ik denk dat er veel mensen ook gewoon, eumh, zouden op kijken uit, uit interesse van aja kwilt wel niekeer weten, niet direct van kgaat morgen nodig hebben, ma kdenk da da nooit kwaad kan dat de mensen op voorhand al geïnformeerd worden daarover. Ja, ok. Dan over, eumh, vragen over wat er moet gecommuniceerd worden, je hebt gezegd, eumh, de overheid moet informerend zijn, dus moet informatie geven maar welk soort informatie zou de overheid moeten geven? Eumh, denk vooral, hoe ernstig da de situatie is, denk allé of die, of dat da nu, hoe moek zeggen, nie echt specifiek, ook specifiek over de ziekte zelf, wacht kmoet daar efkes zelf over denken. nee tuurlijk. 113
Eumh, denk da ze vooral gewoon... goh communicatie, wat de communicatie, wat de overheid moet doen qua communicatie Wel, zijnde dan eumh, geven ze alle informatie, geven ze gedeeltelijke informatie, is het vooral, is het vooral, eumh over wat er gebeurt, gaat het over feiten, gaget over emoties, eumh... Aja, op die manier. aja. Kdenk da ze vooral genoeg, eumh, allé, feiten moeten geven, objectieve informatie van, eumh, allé zo wordt de ziekte verspreid, zo rap gaat het, zo ernstig is het voor België of voor het deel waar daje woont, eumh. En kdenk eigenlijk ook wel da ze tot op een, allé kvind eigenlijk da ze vreed veel moeten zeggen, nie te veel achterhouden want dan gaat er helemaal geen vertrouwen meer zijn alst niekeer derop aan komt. Eumh, ma wel int oog houden da ze geen paniek veroorzaken want kdenk daje dan niets meer in de hand hebt. Dus, eumh, een beetje tussen eerlijkheid en paniek Ja, ja. een balans maken Ja, kvind da ze enkel dingen kunnen achterhouden, moest, dan eerder voor korte termijn vind ik, of eumh, daarom voor de rest van de tijdsspanne, ma kvind da ze wel dingen kunnen achterhouden als ge weet van we hebben er zelf nog geen oplossing voor en als we da nu zeggen ist helemaal paniek, da heeft dan voor niemand veel zin denk ik. Dus, eumh, onzekere informatie waar dat men nog niet over zeker is niet communiceren? Ja, nee, ja; Ok, eumh, een algemene vraag, heb je vertrouwen in de overheid? Eumh dus als ebola hier zou uitbrei,breken zou je vertrouwen hebben van kijk mijn overheid kan dit aan? Eumh, ja eigenlijk wel. Met de huidige regering ja. Super, goed. ok. eumh, dan over, eumh, het communicatiebeleid, wanneer denk je dat een communicatiebeleid geslaagd is? Eumh, als iedereen de juiste informatie heeft op tijd. allé ja op het moment dat het nodig is, nie zo daje achteraf nog dingen te weten komt van, aja da was er toen of da was er toen, ma op de tijd de juiste informatie. Ja. Ja. Ok, eumh, wat denk je dat de succesfactoren van, eumh, goede communicatie kunnen zijn of ook de minder goede, eumh factoren? Eumh, wel wa dak daarnet al zei nog altijd zo van, eumh, dat de, dat de persoon wel vertrouwen moet opwekken, eumh, en ook gewoon vooral dat het duidelijke communicatie moet zijn, eumh allé me zo dingen die altijd tussen, tussen in het midden blijven, of allé da, ja, kdenk da iedereen dan zijn eigen beeld er een beetje der van vormt, gewoon duidelijk, objectieve, eumh communicatie. 114
Ok Ja Eumh, ja. Eumh, dan ga ik het even over de rol van de media, wat denk jij dat de rol van de media zou moeten zijn tijdens een uitbraak? Eumh, eerlijk en ze mogen er wel persoonlijke verhalen in, eumh, in brengen en eumh, dingen da ze opvatten of onderzoeken da ze misschien hebben gedaan in kranten, een enquête ofzo, ma kvind nie da ze eumh het allé van een mug een olifant mogen maken. Zeker, da doen ze bij veel dingen tegenwoordig, ma zeker bij epidemieën vindk da echt gevaarlijk als er dan paniek uitbreekt, of eumh, of mensen gaan dingen ondernemen da totaal nie nodig zijn of totaal naast de kwestie, eumh, kvind wel, allé dat de media dan wel moe bewust zijn van haar functie en van haar impact op de bevolking en nie te veel, eumh, allé onjuiste of niet te veel mis, allé, gevoelens moeten opwekken die eigenlijk nie, nie zouden moeten van toepassing zijn dan. En hoe denk je dat dat, da je da kan bereiken dat de media dat niet doet, zou je da aanpakken, zou je gaan praten met de media dan als overheid, of denk je de media weet da wel en ze zullen dat wel niet doen, of? Hm, kweet het niet, kdenk als er zoiets groot zou gebeuren gelijk een epidemie da iedereen wel in de kranten ga zoeken, allé zoeken, zo echt int hoog houden van waar vind ik nog iets nieuws van informatie. Eumh, en denk da de media goeie afspraken moet maken met de overheid, desnoods contractueel allé waarschijnlijk wel contractueel, me eumh, allé da mogen vree hoge boetes zijn voor mijn part, eumh, want kvind da da nie, da da geen dingen zijn waarmee je mee speelt op da moment, met, met een bevolking hun, hun gevoel of hun mening of, ja. Dus, eumh, de rol tussen, allé dus, de media en de overheid zie je als contractuele partners dan, of? Ja eigenlijk wel, want ik denk als ge de media volledig vrij laat dat er sowieso, eumh, allé derover ga gaan. Dus een klein beetje tijdelijke censuur? Of toch contract Ja efkes toch, ja. Allé nie echt, nie echt censuur maar gewoon, eumh, nie echt censuur op dingen die juist zijn op foute dingen. Sensatie? Ja, ja ja sensatie of eumh op op foute dingen of misleidende krantentitels, of allé, ze mogen zeggen wat er echt gebeurt, ma gewoon op, op eumh, ja dan mogen ze da wel allemaal zeggen maar gewoon geen dingen gaan uitvinden of geen, ja da vind ik wel. En denk je dat de media, eumh, zou het bijvoorbeeld goed zijn als de media zou kijken naar de overheid voor informatie in de plaats van naar andere bronnen, of zeg je ik wil toch een klein beetje de media hun vrijheid geven, eumh, om hun onderzoek te voeren zoals ze het moeten voeren? Ik denk eigenlijk da ze, da ze de beide kanten kunnen gebruiken, ze kunnen wel ook informatie van de overheid gebruiken en eumh, allé, daarover communiceren maar ik denk als ze zoiets hebben van, allé ja, der is hier ne wetenschapper da wij vaak artikels mee schrijven en, eumh, die zijn mening daar niekeer over zeggen ofzo, eumh. Kvind da toch wel, ja een meerwaarde kan zijn misschien om zo niekeer iets van nen andere kijk te zien, zolang dat het niet de bedoeling heeft om dan dingen terug, terug gelijk da zei op, op te zwepen of eumh, ja. 115
Ja, wat vind jij van de verslaggeving tot nu toe, eumh, over ebola? Eumh, ik denk wel goed eigenlijk. Khad, allé, tis nog, nog steeds nie echt in België geweest, eumh, ma khad wel het gevoel me de media moek zeggen dat er wel rapper ging aankomen, ma of dat dat nu, allé kdenk wel da ze juist hebben gecommuniceerd eigenlijk. Ja, want, ik vind in de media als ge het las, dan las je wel duidelijk er is wel een dreiging voor ons ook, je hoort dan van in, in da buurland, in Spanje hé, eumh, zijn er al mensen gestorven aan ebola, eumh. Ja, ma kvind wel, eumh... Wacht ze kben efkes mijne draad.. Nee tuurlijk, niet erg! Eumh... Wacht ze wa, ja. Kvind wel da ze daar, wacht wa, wa was nu efkes de vraag. Ik ben zo in mijn eigen verhaal dan. Nee nee, geen probleem, eumh wat da je vond van de verslaggeving in de media bij ebola. Neenee, goed eigenlijk ja. Khad, ja. Klas der wel in da er voor België een dreiging was, ma klas der ook nie in van morgen gaat het hier zijn, of, nee kvond eerlijk eigenlijk, eerlijk ja. Dus ze hebben goed hun best gedaan. Ja, voor zover dat kik erover kan oordelen, vind ik van wel ja. Ok, dan, eumh, nog efkes over ebola hoe ervaar jij de uitbraak van ebola? Eumh, ik vond da bedreigend omda ik las der ook veel over zoals dak al had gezegd en, eumh, allé, dan ja, ge denkt er dan toch over na, ma tis nu ook nie dak naar, naar West‐Afrika ben geweest of, eumh, of op Brussel, of eumh of de luchthaven van Brussel ofzo. Wa dak wel had, eumh, in juli had ik niekeer of in september was da al denk ik, had ik op de tram gezeten, eumh, gewoon aan, aan onze kust en daar begont er iemand tegen mij te praten ma hij sprak Engels en eumh, allé, na tien minuten of een kwartier praten liet hij vallen dat hij twee, dat hij een week terug was geloof uit Guinea Oei En toen was dat daar net super hard aan het broeien, en kmoe zeggen toen had ik echt zo van, allé zijde nie zo beschaamd om da te zeggen? Zo efkes voor u plezier naar ginter gaan, wie weet hoeveel mensen besmetten, of wie weet naar hier brengen, allé dan, dan had ik wel zoiets van, ja, dan voelde ik echt wel die dreiging van ebola, ja. Had je schrik of niet? Ja eigenlijk wel, allé omda ja ge hoort dan ook van ja, da da, is daar nen broeihaard en iedereen wordt besmet allé en dan zit ge opeens naast iemand die, die wel recht uit dat gebied komt, allé da was denk ik één van de enkele landen dat het super hardst, het meeste uitgebroken was en zeker op da moment was da super veel in de media, eumh. Dus ja toen, toen voelde ik echt wel die dreiging en toen heb ik ook die symptomen opgezocht op het internet, eumh, tis daardoor dak da weet, ja. Ja, nee das, das heel goed hé. Das eumh, die symptomen waar heb je die opgezocht, wikipedia gewoon of eumh? eumh, google gewoon denk ik ja en dan op den, allé één van de eerste sites dak uitkwam waarschijnlijk niekeer gekeken totdak de vragen die ik had dan een antwoord op had over hoe dat die besmetting gaat En... 116
Maar dus er stond dus nergens, omda je zegt van krant, televisie, er stond daar nergens in van de symptomen? Nee, dat heb ik eigenlijk nergens letterlijk iets gevonden van, daar had ik eigenlijk geen uitgebreide informatie over gevonden van, eumh, zo kan da, eumh, besmet worden of eumh na zoveel tijd kan da pas, allé misschien wel in een paar artikels niekeer zo één woordje derover of een zinneke van de incubatietijd is dit of dit, ma zo nie echt een samenvattende, een samenvattend geheel van symptomen, oorzaak allé besmettingsgevaar, ja. Zo concreet eigenlijk niet in de media. Zou je, zou je da handig vinden, of... Ja eigenlijk wel ja. Ook al was, had ik die persoon niet tegengekomen het zou toch iets zijn dak zou gelezen hebben met interesse, allé of misschien was het er maar heb ik het gemist hé, da kan ook. Ja. Ja. Eumh, ik heb niet echt gevonden in de media, dus eumh. Dus, en dan, eumh, over het communicatiebeleid van de overheid, rond ebola, vind je dat dat in orde was, of..? Eumh, kweet nie, allé, kvergeet da sommige op, maar kweet niet of da ze daar zo uitdrukkelijk over hebben gecommuniceerd, ma ik denk wel da ze op da moment zelf, eumh... Ajaja, kdenk wel da ze een dan zo toch, denk ik ook communicatie over of dat er vluchten naar West‐Afrika gingen afgeschaft worden of niet. Eumh, kmoe zeggen kheb meer uit, uit de media, eumh geïnformeerd geweest, dan via de overheid. Ma misschien ook omdat de dreiging nie zo, eumh, allé nie zo risicovol was dat er hier ineens een epidemie ging uitbreken, misschien daarom dat, eumh, dat de overheid daar nie zo in geuren en kleuren een verhaaltje heeft naar buiten gebracht. Ja, dus, en heb je gevonden dat de overheid via de media communiceerde of echt zeg je van kheb ze eigenlijk niet gezien? Hmm, kmoe zeggen bij de overheid denk ik wel altijd aan de regering vooral, nie echt aan andere instanties... Ja dat mag, ja je moet natuurlijk, eumh, de overheid is onder andere ook de regering, maar de regering wisselt, maar al wie dat daar onderwerkt blijven vaak vele jaar, dus eumh, da is nie, der zijn heel veel los van politiek, zijn er heel veel mensen mee bezig dus eumh; Ja. Ma, das ook, jij ziet dan de overheid wel meer als regering eigenlijk? Ja, allé, ook omdatk nie zoveel instanties ken, allé misschien wel onbewust ma nie dak er nu zo tien kan opnoemen ofzo, eumh, allé ja ja. Als ik aan de term overheid denk ist zo, als ,als ik er een gezicht moet opplakken is het zo aan de regering dak denk, ja. Ok, en eumh, zou het bijvoorbeeld nuttig zijn geweest als bijvoorbeeld, eumh, charles michel, eumh, op tv was gekomen en efkes gewoon kort dat had gezegd het gaat hier over, inderdaad ook die symptomen of zeg je van goh dat zou toch maar voor onnodige paniek gezaait hebben.
117
Ik denk eerder voor onnodige paniek, zeker als de premier daar al begint van dit zijn de symptomen, dan denk je al van, keer dat hij daar zich mee bezig houdt misschien wel kon hij een korte woordje hebben gedaan wat de bedreiging voor België is, is zo groot of zo klein. Eumh, ma kvind nie da hij echt zo een wetenschappelijk, eumh, elan moest afgestoken hebben me informatie. En wist je dat er nationale ebola-coördinator was aangesteld? Wacht, ik denk van, wacht hé, ik denk van wel ja. Was da nie iemand bekend nog? Nee Ah nee, ik dacht normaal... Weet je de naam nog? Nee, nee misschien als ik het ga herkennen? Het was mevrouw, dokter Erika Vlieghe Aja kdenk het wel ja, ja, want die int nieuws is die geweest? Ja. Ja. Dus da heb je wel gezien? Ja. Ok, super, dan rest mij alleen nog maar om u te bedanken! Ja, graag gedaan, Laura. En heb je nog vragen ofzo? Eumh, nee nie per se, kvond wel een interessant interview om, eumh, omdat er veel vragen gesteld werden waar dat ik eigenlijk nog niet echt voor mij zelf concreet een mening had gevormd, dus khoop wel da da u nie moeilijker heeft gemaakt. Nee, absoluut niet. Eumh, ma kvond niekeer interessant, ja over die dingen na te denken, ja. Ok, super, dankuwel! Graag gedaan!
118
13.4 TRANSCRIPT RESPONDENT 4 Allright, dus ik ga even zeggen, uw naam is volledig anoniem, dus allemaal anoniem. Uw antwoorden, er zijn geen juiste, geen foute antwoorden, eh. Eumh, ik ga als je u daar beter bij voelt wil ik ook gerust een contractje opstellen voor die anonimiteit, maar waarschijnlijk… “dat hoeft voor mij niet” Voila, eumh ok eumh, het interview wordt ook opgenomen dan zijde daar zeker van, dat worden ook transcripties van gemaakt en als ge wilt kan ik u die transcripties, eumh, doorsturen voor eumh als ge ze wilt lezen of goedkeuren dat ik zeker niets schrijf dat ge niet gezegd hebt ofzo, maar normaal is dat allemaal in orde. Allright, ik ga eerste beginnen met eumh een paar algemene vragen te vertellen, eumh te stellen en dan gaan we meer specifieke vragen stellen. Eumh, vrij antwoorden, ge breidt uit, ge breidt niet uit, ik kan er op inpikken of eumh dus, free flow. Ok, Dus wat verstaat gij onder een epidemie, wat denk je dat dat is? “goh dat is, eumh, een epidemie is iets dat veel mensen treft en ik denk dat dat vaak te maken heeft met een ziekte, ik denk eigenlijk altijd. Eumh en dan gaat het over ja, over groot… groot deel van de bevolking” Ja, dus vooral veel mensen treffen. En denk je dat er enkel, eumh, gezondheidsgerelateerde problemen te maken zijn met een epidemie of ook andere of hoe zie je de impact van een epidemie? “goh ik denk dat dat vooral medisch is, en vooral met ziekte te maken heeft omdat dat eumh, epidemie komt vaak voor, ja door overdraagzaamheid, eumh dus dat dat van de ene mens op de andere, ja, lijk ebola bijvoorbeeld.” Ja, ja ok dat is goed, dus eumh wij gaan het over het een epidemie of een pandemie, die termen gebruik ik over of onder elkaar door, epidemieën is eigenlijk zoals je zij een ziekte, of een virus dat zich verspreidt over een groot aantal mensen, een pandemie is als het een wereldwijd fenomeen is. Eumh, ok, wat verstaat gij onder een crisis? Algemeen? “goh, algemeen, eumh een groot probleem voor een hele grote groep mensen die eumh een gevolg kan hebben voor de leefbaarheid of eumh ja eigenlijk algemeen de leefbaarheid van de mensen. “ja, en denk je dat er een verschil is tussen een crisis en, bijvoorbeeld, risico?. Is er een link of niet?” Eumh ja, ik denk dat er wel een link is, maar dat is niet hetzelfde, een risico is waarschijnlijk iets dat kan leiden tot een crisis, dus is een risicofactor bijvoorbeeld. Eumh, iets dat als het niet gecontroleerd wordt kan leiden tot een crisis die grote problemen veroorzaakt. “ja, ok, super eumh voor de rest van de dingen eumh, als ik het over een crisis heb wil dat zeggen dat er eumh een evenement is gebeurd met een eumh een enorm grote impact dat hoeft dan per se niet altijd voor heel veel mensen zijn, maar bij een epidemie is dat sowieso wel en een risico is inderdaad iets wat dat leidt tot een crisis dus dat is een potentiële crisis eerder. Eumh, dan ietske persoonlijker, zou u, wanneer voelt u zich bedreigd door een crisis? Wanneer, allé zeg je van dan raakt het mij echt en is dat verbonden met een epidemie of niet? “Goh, eumh als dat verbonden is met een epidemie dan denk ik als dat in de onmiddellijke omgeving is, als dat gaat over mensen dat ik ken, eumh of zelfs in het nieuws als er een eumh persoon verschijnt in België of bijvoorbeeld in West‐Vlaanderen, Oost‐Vlaanderen, in de buurt van waar ik woon. Een algemene crisis goh eumh dan zal dat dichter zijn in de omgeving als dat niet specifiek over een epidemie gaat dan zal het denk ik een kleinere kring mij meer doen dan op verdere afstand.
119
Ok, super, allright. Ja, ok ik ga nu een beetje meer specifieke vragen stellen, eumh dus epidemie, crisis, een epidemie kan een crisis zijn, moet daarom kan gezondheidscrisis zijn maar kan ook meerdere impact hebben, want das wel belangrijk dat een epidemie niet alleen gezondheidsgerelateerde impacten heeft maar ook wel, zoals dat ge zelf zegt in je directe omgeving sociale impacten, ma ook eumh economische impacten en zo meer, dus tijdens voor het managen van al die impacten wat denkt u dat de rol van de overheid zou moeten zijn, tijdens een uitbraak van een epidemie. “eumh, eerst en vooral, eumh geruststelling bij de mensen, ik denk dat het belangrijk is dat er, eumh dat de mensen rustig blijven en goed geïnformeerd zijn overal, eumh dat er geen zaken worden gezegd die niet waar zijn, eumh en dat de mensen goed op de hoogte zijn eumh van hoe de situatie in elkaar zit, ook dat ze, indien dat nodig is eumh voorzien worden van informatie over hoe ze er mee moeten omgaan, eumh ook voorzorgsmaatregelen die kunnen genomen worden eumh, en dat dat eumh goed verspreid wordt dus dat de mensen van alles goed op de hoogte zijn en voor informatie terecht kunnen eumh, daarnaast is denk ik ook belangrijk voor de mensen die bijvoorbeeld getroffen zijn dat de overheid daar ook eumh een handje toesteekt, eumh zeker ja eumh medicijnen, eumh medische hulp, eumh indien nodig quarantaine, eumh ook opvang van de familie. Ik denk dat de overheid daarin heel grote rol in speelt, eumh verder ja ook financieel natuurlijk ist ook belangrijk dat zij eumh niet de familie bijvoorbeeld voor alles laten opdraaien, eumh zeker omdat het zo een grote impact heeft op zoveel mensen, als het over een epidemie gaat, dus dat die daar zeker ook eumh een budget voor vrijmaken. Ok, dus eumh als ik een beetje kan samenvatten gaat het eigenlijk over communicatie die eerlijk moet zijn enzo, dan logistiek meer opvang, medische hulp en dan ook financiële bijstand. Eumh je hebt het ook over die communicatie eumh dat eumh de burgers goed geïnformeerd moeten zijn en dat de overheid eerlijk moet zijn. In hoeverre denk jij dat eumh de overheid eerlijk moet zijn, is er een link tussen paniek en eerlijkheid of hoe denk je dat dat niveau moet gebalanceerd worden? “eumh, wel, dat eumh, ik heb er dernet ook over gehad over eumh ja de vrede bewaren dat er geen paniek ontstaat, eumh ze moeten eerlijk zijn over, over hoe de situatie er aan toegaat maar ze moeten natuurlijk een lijn trekken bij paniek zaaien. Eumh, ik denk da ze, dat ze geen leugens mogen vertellen, eumh maar indien nodig dat ze wel kunnen beperken en en wel de mensen kunnen geruststellen, eumh dat ze eraan bezig zijn, dat ze dat ze maatregelen nemen, dat ze dat ook kunnen bewijzen dat ze maatregelen aan het nemen zijn. Eumh, en je zei da informatie beperken, bedoel je dan dat ze wel eerlijk moeten zijn, ma misschien niet alles op alle momenten moeten zeggen, of hoe wat je versta je daar onder? “Goh, ik denk dat ze, dat de mensen gewoon op de hoogte zijn van hoe de situatie in elkaar zit om, om welke ziekte het gaat, dat ze ook de effectieve feiten hebben van de ziekte, hoe dodelijk het bijvoorbeeld is, eumh hoe het verspreid wordt, eumh maar als er bijvoorbeeld eumh goh in de directe omgeving van een bepaalde groep mensen, eumh heel veel gevallen worden gevonden, da ze niet onmiddellijk da laten weten, maar da ze bijvoorbeeld eumh eerst beperkend werken op de mensen die geïnfecteerd zijn en dan, indien er noodzaak is, de mensen in omrecte omgeving, enkel die mensen te informeren erover en ze dan behandelen of in quarantaine zetten, eumh of eumh eigenlijk waarschuwen, voorzorgsmaatregelen laten nemen, ma dan nog nie onmiddellijk iedereen” Ja dus, eerder reactief dan proactief? Ja Ja, ok das heel goe. Eumh ik ga effkes een vraag stellen over wie denk je dat er moet communiceren, welke overheidsinstanties zie jij van als ik aan een epidemie denk en aan een crisis ja dan gaat, dan zal het wel die overheids- eumh of da ministerie zijn da da moet doen, of niets speciaals das ook perfect mogelijk. 120
“goh ik denk dat het sowieso gaat om samenwerking, zeker bij grote crisis, maar dan denk ik toch wel aan de gezondheidszorg vooral” Ja, ok, en eumh algemeen dus eumh, nu hebben we het gehad over het ministerie das dan eumh Belgische overheid, maar denk je dat er ook misschien een nationale of eumh, alle internationale of Europese samenwerking zou moeten zijn of denk je nee België kan da volledig zelf aan of eumh.. “eumh nee ik denk wel dat er, dat er een samenwerking moet zijn, zeker in bij de naburige landen, landen die heel veel, heel veel transport doen, eumh voorbeeld als het gaat om een product die geïnfecteerd is, als er daar transport, transport van is naar een ander land moet dat land natuurlijk ook op de hoogte worden gesteld, eumh gaat het om, om eumh een overdraagbare ziekte dan moet er ook op de hoogte worden gesteld van kijk eumh mensen die risicofactoren hebben mogen bijvoorbeeld nie naar eumh een ander land vliegen dan moet natuurlijk de luchtmaatschappij en de overheid van, daar van op de hoogte zijn waarom eumh en om welke reden dat nie kan natuurlijk en hoe da zij ook zelf voorzorgsmaatregelen kunnen nemen en indien eumh dat het zich verder verspreid da zij er al op voorbereid zijn. Ja, dus het gaat eigenlijk, jij ziet het als economische partners die ingelicht moeten worden Ja Ok, eumh ken je de ECDC? Nee Nee, ok, eumh ik zal even zeggen dat is de European Centre For Disease Control, dat is eigenlijk dus het Europees center voor ziektecontrole, daar zitten een heel aantal wetenschappers van over heel Europa samen, eumh die eigenlijk als er een epidemie zich voordoet die gaan kijken van hoe kunnen we da oplossen eumh hoe moeten we daar mee omgaan, ook een communicatiegedeelte dat daar aan vasthangt eumh ze hebben richtlijnen, die eigenlijk door heel Europa normaal moeten worden nageleefd. Eumh, dus die richtlijnen das eumh, das eigenlijk een boekje, een bundeltje, waar dat instaat kijk bij dat moet je da doen, eumh je moet bijvoorbeeld die media meer gebruiken of dat, maar algemeen eumh wat denk jij dat er in die richtlijnen zou moeten staan, voor de eumh verschillende leden van de unie? Eumh is dat dan heel algemeen? Dat kan algemeen, das algemeen maar das ook eumh, specifiek, je moet wel rekening houden dat het in alle unielanden toepasbaar is, dus eumh nie bijvoorbeeld ge moet stubru gebruiken, eumh hier in België, da zal er niet instaan, het zal zeer, allé algemeen dus, eumh het zijn algemene richtlijnen meer Goh eumh dan zou ik eerst eumh denken aan de communicatie tussen de landen, landen dat die landen ook eerlijk zijn tegen elkaar over wat er gaande is in dat land, eumh dat eumh het land eumh bijvoorbeeld het naburig land eumh van niets op de hoogte is terwijl er een epidemie uit, uitbreekt, eumh dat denk ik is al zeer belangrijk, eumh dat als er bijvoorbeeld eumh het kan altijd zijn dat er mensen op reis zijn en een eumh eigenlijk eumh ja het het virus ook meehebben dat er dan ook communicatie is over medische zorg, eumh over hoe dat precies in elkaar moet zitten, eumh dat zij ook geholpen worden, dat dat ook gefinancierd wordt eumh, dat zij ook allé vlot naar huis kunnen indien da mogelijk is of als ze niet naar huis kunnen da dat land eigenlijk ook zorgt voor hen. Eumh want dat heeft natuurlijk ook een beetje te maken met die communicatie, eumh en ik denk daarnaast misschien nog eumh ja gewoon alle menselijke eumh behoeften die aan de basis liggen dat die voldaan worden in elk land, eumh en ja de voorzorgsmaatregelen die moeten gebeuren voor, voor epidemieën waarvan da ze weten die op, die heel makkelijk eumh vatbaar zijn voor grote groepen. Ja, ja, ja das goed. Eumh dan even dus je hebt ook eumh dat communicatieluik wel aangehaald, eumh welke woordvoerders vind jij dat de uitleg moeten geven over een epedimie, epidemie, excuseer, zijn dat 121
meer politici eumh zijn dat opinieleiders en dan heb ik het over mensen die de opinie kunnen beïnvloeden bijvoorbeeld eumh een celebritie ofzo die veel impact heeft of eumh beleidsmakers, dus mensen echt van eumh die met het beleid bezig zijn, daarom niet politici of wetenschappers of journalisten of gewone mensen. Eumh ik zou eigenlijk eerder denken aan de mensen die eumh die eigenlijk aan het hoofd staan van het beleid eumh die heel veel informatie hebben over hoe de situatie in elkaar zit eumh sowieso mensen die eumh die heel veel kennis hebben van alles, eumh ik denk niet dat de mensen graag iemand horen die eumh die niets vanaf weet, eumh dus ik denk da da zeker belangrijk is, eumh en iemand die ook, die ook contacten heeft met alle verschillende instanties waaronder ook bijvoorbeeld de politici. Dus, ja eerder experts dan.. Ja, eerder een expert Ja, ok, dan eumh ga ik wat vragen stellen over hoe dat er gecommuniceerd moet worden, nl. de 1e vraag is via welk medium zou jij communiceren? Of zou er, zou je graag gecommuniceerd mee worden? Eumh, televisie en krant en eumh met ja de huidige wetenschap, ook internet. Ja Maar ik denk dat er met het internet wel moet opgepast worden omdat er vaak foute informaties opstaat, dus dan zou het wel op, op eumh sites moeten staan eumh waarvan dat men kan garanderen dat het altijd de waarheid is, bijvoorbeeld op nieuwsblad.be… (kleine lach)… Ja (al lachend) Dus eumh Standaard.be Dus als ik het begrijp is eigenlijk, zou internet meer als een ondersteuning zijn… Ja …als dus een replicatie van de artikels die in de traditionele media verschenen zijn Voilà En daar denkt u dat u de meeste geloofwaardigheid mee krijgt? Ja, zeker bijvoorbeeld op het nieuws of in de krant Ja, dus je zou ook eerder gaan voor traditionele media en dan heb ik het over tv, krant eumh dan voor echt sociale media, zoals twitter facebook Ja absoluut Geen vertrouwen in? Nee, omdat er ook eumh, het probleem is ook met internet dat er ook reacties op kunnen komen, mensen mogen, mogen uiteraard hun mening uiten, maar vaak leidt dat tot paniek eumh zeker als het gaat om zoiets eumh en dan zouden er nogal verdeelde meningen komen van mensen die misschien geen expert zijn of die der heel weinig kennis over hebben en dan zou de geloofwaardigheid misschien verschuiven Ja, eumh, ok, en denk je dat het misschien dat sociale media wel nuttig kan zijn om real life eumh bijvoorbeeld informatie te geven of eumh dan heb ik het over eumh omdat sociale media zoals twitter enzo gaat heel snel, terwijl als men, eigenlijk zou men dan een 24 hour newsfeed moeten hebben op
122
televisie als men dezelfde soort, eumh, informatie zou moeten geven of zeg je ik heb genoeg met nieuws, eumh ik kan daar alles uithalen dat ik nodig heb, eumh of… Eumh, wel dan zou het internet ondersteunend eumh zijn Ondersteunend, ok Ja Eumh, Ok, als bij de, we hebben nu recent Ebola gehad, welke eumh media heb jij gebruikt om op te volgen? eumh televisie en ondersteunend internet ondersteunend internet, ok, dan eumh nu ga ik (kuch), nu ga ik het even hebben over de timing, dus eumh de vraag is dan algemeen wanneer eumh vindt u dat er gecommuniceerd moet worden, eumh over een epidemie? eumh, vanaf men weet om welke ziekte het gaat, als men weet dat het over ebola gaat bijna onmiddellijk omdat ze al weten wat de gevolgen daarvan zijn, stel dat het gaat om een nieuwe ziekte vanaf zij eigenlijk ontdekken dat het eumh kan leiden tot een epidemie, zo vroeg mogelijk altijd zo vroeg mogelijk, eumh en denk je dat er een optie is om al voor een uitbraak van een epidemie te communiceren, of denk je toch paniek zaaien of dat gaat vertrouwen opbouwen? eumh, naar de mensen toe dan? ja eumh, communicatie, goh eumh ik denk dat er altijd eumh voorzorgsmaatregelingen kunnen gebeuren en dat de mensen daar wel vanop de hoogte kunnen gebracht worden, maar dat moet nog niet onmiddellijk gaan tot eumh tot eumh pas op je moet dit, dit en dit doen, eumh om te voorkomen dat er ebola zal uitbreken, maar bijvoorbeeld dat ze zeggen eumh om, om het te voorkomen om, om jullie te helpen, voor de zekerheid, kunt u dit, dit en dit doen eumh alleen zonder dat er paniek dan ontstaat. ja, eumh nu je zegt, je zegt, je hebt het ook over ebola, vind je dat je nu voldoende geïnformeerd bent over wat je zou moeten doen als je het zou hebben? nee nee, absoluut niet, ok. En waarom niet? Wat zou er beter kunnen volgens jou? eumh, omdat er heel vaak informatie wordt gegeven over de plaatsen waar ebola uitbreekt, wat de uitkomst was van het virus, dat mensen erbij doodgaan, bijvoorbeeld dan was er een eumh, eumh, een persoon, eumh, ik dacht innn amerika die het virus overleeft had, een verpleegster, eumh dan werd er ook gezegd van ze heeft een behandeling ondergaan en ze heeft het overleeft en dan is later ook gebleken dat er niet, dat er eigenlijk ik denk iets meer dan de helft eumh doodgaat aan ebola maar eigenlijk ook een percentage niet. Maar meer informatie is daar ook niet over gegeven, welk soort behandeling was dat, heeft die verpleegster iets speciaals gedaan, daar werd eigenlijk ook niets van informatie overgegeven en alles wat je hoort en ziet en leest over bijvoorbeeld ebola, eumh ik neem dat voorbeeld omdat dat het recentste is, eumh gaat heel, blijft vrij algemeen ja, dus meer de, wie wat waar maar niet waarom, of hoe?
123
ja ja, ok, eumh denk je dat je graag een brochure zou hebben gehad of een speciaal tvprogramma of een speciale site daarvoor, dat je zegt van, ah ik, ik denk gewoon dat er, dat er eumh als er gepraat wordt over een bepaalde ziekte, epidemie, crisis, eumh dat er eerst een soort van inleiding moet gebeuren, omdat ze op die manier misschien, dat is misschien vreemd om te zeggen, de massa eumh overschatten, ik denk dat het soms goed is om een beetje basiskennis mee te geven, sommige mensen weten al misschien, andere mensen weten dat niet, bij andere mensen ligt dat wat ver. eumh dat is altijd wel goed om nekeer te zeggen van: kijk dat zijn de getallen, eumh dit is het, da ze ook een beetje een basisinzicht hebben, da ze ook weten waarover da ze lezen, niet gewoon hier is een ziekte, zoveel mensen zijn, zijn aangetast, zoveel mensen hebben het overleefd, het zit daar,daar en daar. Ik denk da da bij veel mensen bijvoorbeeld zeker mensen die de krant lezen, die die kijken naar nieuws, da zijn al mensen die geïnformeerd willen zijn, da zijn al mensen, meestal die al een, een, een normaal iq hebben of hoger dus ik denk dat ze daar ook wel mee gediend zijn Ja, en denk, allé bijvoorbeeld nu als jij meer informatie zou willen over ebola, eumh, weet jij dan dat er een site is van de Belgische overheid, ofzo, of van Europa, of zegt van: 'oh ik zou daar naar toe gaan', en ik weet ik kan alles opzoeken eumh, wel voor, ik nu persoonlijk heb nu wel eumh geprobeerd om wat opzoekwerk te doen toen dat ik het gehoord en gelezen had, eumh, goh, maar veel ja da was meer wikipedia enzo, maar echt zo 1 site waar ik het echt op gevonden heb was er, heb ik toch niet gevonden, ik zal het zo zeggen. ok, eumh, ja, ik heb daarjuist al even gevraagd over voor de epidemie, eumh, ofdat je algemeen, zou je graag weten wat je moet doen, zou je bijvoorbeeld baat hebben bij eumh, dat er algemeen al brochures of bijvoorbeeld in, in middelbare scholen een eumh kleine opleiding wordt gegeven, kijk als er een ziekteuitbraak is, hier moet je opletten, bijvoorbeeld hygiëne en al dit of zeg je nee, dat is voor mij onnodige paniek zaaien? eumh, wel dat is misschien, ja dat is nu een eigen standpunt waarover ik misschien uitwijk, maar ik vind dat in onderwijs, vind ik dat eigenlijk een tekort, ik vind dat er sowieso eumh onder andere een cursus EHBO verplicht zou moeten zijn en dat daar ook eigenlijk eumh een cursus wordt gegeven over, over overleving, basisoverleving, waarbij, waarbinnen ze ook eumh onderwerpen zoals een epidemie, paniek, eumh wereldramp eumh dat ze dat eigenlijk allemaal behandelen. In België is dat natuurlijk minder voorkomend dat er bijvoorbeeld ja tsunami ofzo, ik bedoel bij ons is dat zo gewoon niet zo extreem, maar ik denk , in in geval voor een epidemie ofziets, da da da ze wel op de hoogte zijn vanop een bepaalde leeftijd. Ja, ja dat is een heel goed idee. Eumh, dus eumh je vindt ook eumh, kan ik uit afleiden dat eigenlijk op voorhand het weten als een stuk beter is dan pas als er een uitbraak is, dan pas zien wat je moet doen uiteraard, want ik denk als je, als je hoort, er zijn, er zijn 150.000 mensen gestorven aan, dat je onmiddellijk al gaat panikeren als je niet weet om wat het gaat, we kunnen een of andere vreemde naam zeggen, ook een ziekte die, die, een nieuwe ziekte, die bijvoorbeeld, ja da ze nog maar een paar jaar van weten, als je niet weet wat, wat dat is, hoor je gewoon dat getal van er zijn mensen gestorven, maar eumh als je op voorhand, als je op voorhand weet van 'ajaja dat is, dat is de risico's, dat kan ik er aan doen, da zijn de voorzorgsmaatregelen, eumh, dat je dan als het moment da je zoiets hoort da je wel onmiddellijk kan relativeren voor jezelf, en zeggen: 'aja ik ken die ziekte, ik weet wat, hoe dat dat in elkaar zit'
124
ja... ja, heel goed. Eumh, ok, super, kga ook nog een vraag stellen over wat dat er juist gecommuniceerd moet worden, eumh, je hebt zelf al gehad over eerlijke informatie, juiste informatie, eumh dus nog even, eumh, wilt u echt over alles op de hoogte zijn? ook de informatie waardat men nie zeker is, over is? eumh, nee, ik denk dat daar de lijn moet getrokken worden met paniek zaaien, ik denk dat er eerst zekerheid moet zijn voor ze informatie verspreiden, eumh, zoals ik zei, als ze, stel dat er bijvoorbeeld een aantal mensen zijn gestorven in een bepaalde regio en ze zijn bijvoorbeeld nog niet zeker van de ziekte dan moet da, nog niet eumh, dan kunnen ze wel al beginnen met kijk we gaan een paar voorzorgsmaatregelen nemen, eumh gewoon algemeen, eumh, zonder dat er daar al echt te specifiek wordt op ingegaan, als ze nog niet weten over wat het gaat, want het kan goed zijn dat ze dan eigenlijk, een epidemie verkondigen die er niet is en dan worden er eigenlijk onnodig veel paniek gezaaid en, en dat is natuurlijk niet nodig. en laten we het dan even hebben over echt tijdens een epidemie, dus iedereen weet er is een epidemie, er is bijvoorbeeld nog geen vaccin beschikbaar, hoe ga je daar mee om, met die onzekerheid, denk jij? Goh, ik denk dat het dan heel belangrijk is dat de overheid mensen laat weten dat ze er wel degelijk mee bezig zijn, eumh, en eigenlijk als er vanaf dat er, eumh een succesgeval is, zoals bijvoorbeeld die verpleegster, is dat wel goed dat ze dat onmiddellijk laten weden, weten, omdat hoop is altijd één van de sterkste dingen in een massa. Eumh, dus dat is zeker iets, da ze kunnen gebruiken, eumh en da ze daar ook veel informatie over geven, van kijk: we hebben een behandeling, eumh denk dat ze dat ook wel gezegd hebben van kijk die behandeling is, heeft gewerkt op deze vrouw, ma we weten nog niet of als da op iedereen zal werken, maar we zijn er mee bezig. Das al een doorbraak, dat ze eigenlijk op die manier wel communiceren met de mensen. Dat ze daar ook wel eerlijk in zijn, dat ze niet zeggen we hebben een vaccin, maar dat ze zeggen kijk, we zijn er mee bezig, we hebben al een aantal succesgevallen, we werken der op verder. ja, dus wel het, allé het proces, eumh mooi tonen, maar daarom niet alle details daaruit pakken. Eumh, dan algemeen, heb jij vertrouwen in de overheid? ja Eumh, dan algemeen, heb jij vertrouwen in de overheid om zo een epidemie aan te pakken? Das natuurlijk een grote vraag maar eumh, wat zijn je eerste gevoelens? ik denk dat dat moeilijk is om te zeggen om dat wij daar nog nooit, goh, zo hard mee te maken hebben gehad denk ik dan, of toch niet in, in de leeftijdsperiode dat ik da... das waar, das misschien... eumh (zucht) eerlijk? ik twijfel... Eigenlijk enkel omdat dat komt gewoon voort uit het feit dat onze, da onze regering, nog nooit getoond heeft dat ze vrij stabiel zijn, dat is gewoon zo en dan vraag je, dan stel je je natuurlijk wel vragen als ze al politiek over simpele dingen als, allé simpele dingen tussen aanhalingstekens, eumh, geen oplossing kunnen vinden, nie kunnen overeen komen bijvoorbeeld, eumh, ik bedoel de ruzies worden uitgesmeerd op alle sociale media mogelijk, dan vraag je je wel af als ze in zo een situatie, eumh, zichzelf, soms ook egoïsme van sommigen, opzij kunnen zetten en hun politieke standpunten ook opzij kunnen zetten, want ik denk dat dat één van de belangrijkste dingen is in een epidemie, is dat ze, dat ze denken aan, aan het grote goed en nie hoeveel stemmen kan ik krijgen en ik denk dat in de Belgische politiek dat soms nogal een verkeerd beeld eumh, de meeste mensen hebben daar toch een beeld van dat in de politiek, dat hun, ja da ze eerder kijken naar hoeveel, eumh, hoeveel
125
kan ik halen in de peilingen, in plaats van, goed voor België, eumh en ik ja, ik kan dat nie zeggen zonder da te hebben meegemaakt, maar men gevoel ligt daar wel natuurlijk, da ze als ze da da al nie kunnen, gewoon politiek de regering, vraag ik mij ook af, kunnen ze dan alles opzij zetten, samenwerken, zonder te ruziën en gewoon zeggen dat doen we, en we helpen iedereen. En dat weet ik natuurlijk niet. En dan, meer vanuit Europa, heb je daar zoiets van, ik denk ok Belgische regering misschien wat politieke problemen, maar Europa zou dan misschien een oplossing kunnen bieden, of zeg je, das te groot. das of, of das gewoon een gevoel ma vanuit Europa heb ik daar wel meer, eumh, meer vertrouwen in ja bijvoorbeeld zij hebben ook al de Griekse crisis gehad, eumh de bankencrisis onder andere. eumh, ok ja da was ook een hele, ja, eumh, moeilijk, maar dat is uiteindelijk, ze hebben dat uiteindelijk goed aangepakt, vond ik toch. eumh, dan zag je wel dat er tussen de europese landen wel, eumh een betere communicatie is, een betere samenwerking, eumh, der is ook, der bijvoorbeeld, we hadden ook president Van Rompuy toen, eumh, en dat da hielp eigenlijk allemaal, ik zeg niet altijd goed, ma ze konden wel problemen oplossen. En ze waren wel, allé, ze gingen er gewoon op af, ze zeiden dat is het probleem, wat doen we eraan. Eumh, dus dat heb ik daar wel meer vertrouwen in. Ik denk dat het ook is, omdat het gaat om om niet gewoon één landje, maar echt zo'n Europa, en dan moet er wel goede communicatie zijn. Dus, zou tdan beter zijn als ze bijvoorbeeld, eumh, los van de Belgische overheid, ma bijvoorbeeld, eumh, iemand van Europa naar hier zou komen en eigenlijk, eumh, alles zou leiden i.v.m. die epidemie dan al dan niet een samenwerking met de Belgische overheid of, hoe zou jij het liefste zien, wat zou jij het liefste zien? Eumh eigenlijk vind ik da geen slecht idee, dat er eigenlijk vanuit de europese unie mensen, eumh, die geïnformeerd zijn die er alles over weten, eigenlijk, eumh, vanuit de Europese unie uitgestuurd worden, maar dat bijvoorbeeld elke regering van elk land daar wel op de hoogte van is en ook wel al op voorhand heeft samengezeten, eumh met die persoon die ook op de hoogte is van alles van de Europese unie, dus dat er daar wel een, een goed, goed contact kan zijn en als ze ook die, die persoon die afkomt van de Europese unie, eumh, ruimte gunnen en en ook zijn ding laten doen, da ze nie gewoon zeggen van, blijft er vanaf. Eumh, ja, ik denk dat ik het dan, ik denk, ik denk ook da veel mensen gewoon algemeen, denk ik da nu, ik denk in België da mensen ook gerust, eumh, meer gerust gesteld zouden zijn, als er zo iemand van Europa, van de Europese unie ons komt helpen die er alles over weet, ik denk dat da ook al, eumh een grote eumh schadebeperking zal zijn qua paniek, ik denk dat ook veel mensen dan al een opluchting zouden hebben, van ok ja der is iemand he, heel Europa be-bezorgd zich derom da wij in goeie handen zijn. Dus dat het nie alleen, enkel vanuit België is ma da wij ook weten van heel de Europese unie steunt ons, ik denk dat dat ook wel, eumh, een goeie bijdrage zou zijn. ja, dus een Europese invalshoek met een lokale aanpak denk jij dat voor meer vertrouwen bij de bevolking zou zorgen. ja ok, eumh, dan algemeen nog een beetje eumh, wanneer vind jij dat een communicatiebeleid van de overheid geslaagd is, of niet? dus wat zorgt er voor eigenlijk dat communicatie rond een epidemie al
126
dan niet slaagt, en dan heb ik het over, eumh, is dat als de epidemie stopt, of als iedereen gewoon weet wat te doen, of eumh als iedereen er van op de hoogte is gewoon, of iedereen heeft genoeg informatie, of.. Hoe zie jij dat? ik zou nie onmiddellijk zeggen da de epidemie gestopt is want ik denk niet dat de overheid daar altijd, ja, voor verantwoordelijk kan zijn, som kan het ook gewoon niet, eumh maar ik denk dat het dan inderdaad gewoon belangrijk is dat er geen paniek uitzaait, eumh en dat als je eigenlijk gewoon mensen op straat aanspreekt en zij kunnen, gewoon basis, wat, waarover het gaat en wat zij moeten doen, ik denk dat da al, eumh dan heb je al iets bereikt dan weet je van ok, elke persoon is hier, is hier op de hoogte van als er zoiets gebeurd van wat moeten ze doen, eumh dan weten ze ook wat ze hebben, ze gaan niet onmiddellijk paniekeren, ze weten ok dat is het, eumh ik moet bijvoorbeeld naar daar gaan, naar die instelling, ik moet mij onmiddellijk aangeven, ik moet zeggen wat ik die dag gedaan heb, eumh, allé da zijn nu maar voorbeelden, maar ik denk dat de overheid dan wel kan zeggen van ok het is geslaagd, en ook als de informatie die er is, die dus gepost is op eumh eumh internet die in de, eumh, in de krant verschijnt en op de televisie, eumh getoond wordt dat die volledig is, juist is en eumh, ja algemeen verspreid. ja, heel goe. Eumh, dan eumh een vraagje over de overheid als die communiceert, moet die eumh, de bevolking zien als actief of passief, want je hebt al een paar keer gezegd van ja, de bevolking, de massa, eumh denk je dan das uniform, gewoon één boodschap uitsturen voor iedereen, of zeg je nee der moet een dialoog zijn, of, eumh meer aangepast per groepen, of hoe zie jij dat? ik denk dat dat ook wel een beetje in de lijn is met, eumh, met bijvoorbeeld dat programma op school met EHBO, ik denk wel dat het actief moet zijn, ik denk dat er ook dus bijvoorbeeld op school, eumh, als er, eumh, als er risico is voor een epidemie dat er ook op school onmiddellijk gehandeld wordt, ik bedoel dat is onmiddellijk dat is al een grote groep daje dat je aanpakt, eumh, dat is ook vanuit de leerkrachten, das ook al van de kinderen weten al van ok dat is belangrijk, ik moet da weten, eumh da zij daar ook onmiddellijk van op de hoogte zijn. Eumh dan natuurlijk voor de volwassenen, mensen die werken, dat er op werk ook op ingespeeld wordt, eumh da ze, dat daar ook proberen actief mee te werken, bijvoorbeeld eumh, in een bepaalde situatie dat er bepaalde handelingen moeten gedaan worden, da ze zeggen kijk hier sta een EHBO kist, da moeje doen als er een persoon een aanval heeft, kzeg nu maar iets, eumh, da ze ook bijvoorbeeld eumh, ook al is da maar een uurtje dat ze keer zien, misschien een oefening doen over hoe da da precies in me,elkaar zit. En mensen die nie werken, niet naar tschool gaan, eumh kunnen bijvoorbeeld terecht in een bepaalde instelling, eumh tgemeentehuis ofzo, eumh da zij daar ook weer, als ze willen, omdas natuurlijk je kan niemand dwingen natuurlijk om zoiets te doen, maar da ze wel nog altijd de kans krijgen om, om, ja wat informatie in te winnen over wa moet ik doen, hoe doe ik dat, eumh en da zij ook, eumh, indien nodig, da zij ook terug feedback geven daarover, als ze bijvoorbeeld zeggen van kijk das nie duidelijk da ze da ook kunnen doorgeven. ja, dus eumh, een actieve bevolking die meewerkt aan de oplossing? ja en, eumh zou dan bijvoorbeeld eumh, zie je bijvoorbeeld een, een, want je hebt al gezegd, nee ik heb geen site gevonden waar dak eventueel informatie kon vinden, zou je da dan handig vinden om eumh, als er een site zou zijn waar daje vragen zou kunnen stellen, of zou da eerder gewoon informatie moeten zijn dat je vindt, algemeen? eumh of een combinatie
127
ik denk, ik denk beide, want ik denk dat ik nog het meeste informatie heb gevonden bij mensen die zich, die op forumsites ook de vraag stelden, maar natuurlijk dan weet niet of die informatie correct is, dus dan denk ik da je een algemene infosite zou moeten geven, maar dat er ook een mogelijkheid is tot vragen indienen, die dan beantwoord worden en op de site worden geplaatst. En die wel beantwoord worden door een expert, niet gewoon door iemand, die eigenlijk niet of weinig vanaf weet. En bijvoorbeeld een chatsessie met een expert zou er dan ook inpassen of is da al té snel allemaal? ik, ik denk dat dat gewoon moeilijk realiseerbaar is, ik denk da je moeilijk alle experts in de wereld, derop kan zetten, en en iedereen wil dan babbelen en ik denk da je ook gewoon mensen die daar misbruik van maken, of of die daar, die daar te moeilijk in zijn of, of een mening willen uiten, ik denk da da dan te, moe..,allé te ingewikkeld wordt, te moeilijk, eumh ik, ik denk gewoon met die vraag en antwoord dat ook de experts zelf kunnen zeggen van kijk dat is nu een relevante vraag en ik kan daar heel veel uitleg over geven, kga nie al die vragen beantwoorden die allemaal in dezelfste lijn zijn, maar ik kan daar één uitnemen dak ik, dat ik uitgebreid kan over, eumh, uitbreiden en dan plaats ik da op de site en dan zien die andere mensen die ongeveer dezelfde vraag hebben ook het antwoord daarop. En dan moeten die mensen natuurlijk ook niet al hun tijd, allé verspillen, eumh, met dus, allé, tussen aanhalingstekens. Dus eumh, zo een FAQ, frequently asked questions, da regelmatig wordt up-gedatet? ja, inderdaad ok, super. Dan, eumh, we hebben het al gehad over traditionele media, sociale media, das natuurlijk het medium zelf, maar daar zitten natuurlijk mensen achter, eumh wat denk je dat de rol moet zijn van de media, dus dan heb ik het over de journalisten enzo, bij een uitbraak van een epidemie? eumh, ook vooral weer geen paniek zaaien, want ik, ja, de media is natuurlijk de media is natuurlijk nog altijd verkoop, en eumh drama en, en ik da ze daarin zeker rustig moeten blijven da ze niks mogen opblazen, geen dingen zeggen die geen waar zijn. Eumh, dat ze, da ze daar zeker ook rekening mee moeten houden, eumh da ze ook niks vertellen, eumh die paniek kan zaaien, da ze ook in, eigenlijk, denk ik dan da ze, da weet ik niet da ze daar richtlijnen in hebben, maar ik veronderstel van wel, da ze wel aan bepaalde zaken moeten houden, da ze bepaalde informatie niet mogen delen, eumh, zonder da ze daar bijvoorbeeld toestemming van hebben van de overheid in verband met epidemieën, als da nie zo is zou da wel beter zo zijn. Eumh, da zij, da zij niks publiceren, waarvan dat de overheid zegt van kijk da zouden we liever nog efkes, hé, stil houden, da was één studie vijf jaar geleden, we kunnen daar niet me zekerheid zeggen da da iets heeft opgeleverd, post da nie, we willen daar geen, geen vragen over beantwoorden da we nie weten, dan komt slecht, dan komt de overheid daar bijvoorbeeld, das nu nog allemaal maar een voorbeeld, daar slechter in uit. Eumh en dan kan je natuurlijk weer paniek zaaien, dan zijn er mensen hebben dan weer zoiets van hoe zit het nu, is er wel een behandeling is er nie een behandeling, werkt da nu wel, ma die studie zei van wel. Eumh, dus dat er gewoon niks gepubliceerd wordt waarvan dat eumh, dat paniek kan zaaien, dat problemen kan veroorzaken, da da gewoon in samenspraak is. Dus, een samenwerking tussen de overheid en de media. Een, een soort van controle eerder ja ik zegt niet dat, dat de overheid op alles controle moet hebben, maar als het gaat om zo'n zaken da zij wel kunnen zeggen van kijk we zouden graag hebben da jullie beetje informatie geven derover, maar we
128
willen niet da jullie da en da zeggen, maar allé da ze op zo'n zaken, zo een belangrijke zaken, wel een, een inzage hebben en ja ergens ook wel een beetje controle. dus, controle, een lichte censuur voor het algemeen goed? ja eumh, dus denk je dan eumh, je zegt dan ja controle van de overheid, eumh, hoe moeten de journalisten, moeten die dan kritisch nog, allé, kritisch tegenover de overheid staan, dus ook van, bijvoorbeeld als de overheid iets niet zegt, eumh is het dan nog de journalist zijn taak om da wel te zeggen of zeg je nee de overheid zal da wel om een goede reden niet zeggen, ofzo, of... Goh, het is daarom een beetje dat, dat het altijd een moeilijke zaak is, omdat het nog altijd politiekers zijn eumh en daarom denk ik dat die Europese instantie ook wel goed is, en ik denk dat dan misschien die contactpersoon ook wel uit de Europese unie daar ook wel een inzag kan eumh, in eumh, een inspraak kan hebben, eumh, dat die bijvoorbeeld daar ook, eumh, daar ook kan bijzijn, bijvoorbeeld bij de persoon die verantwoordelijk is, voor eumh, allé de baas bijvoorbeeld van een, eumh, een uitgever ofzo, eumh dat die persoon daar ook met zijn in, allé nie zomaar politiekers laat zeggen, dat mag nie, da mag wel, maar dat die persoon ook zelf daar bij is, die kan bijvoorbeeld ook uitleg geven aan de politiekers van kijk eumh die gaat daar waarschijnlijk ook wel kennis over hebben van kijk da zeg je best, da zeg je nie, da zijn de resultaten, zo zit de situatie. Eumh, dat die persoon daar ook eumh inspraak heeft, in heeft voor te zeggen, eumh, dit mag wel, dit mag niet, en de journalisten zullen dan ook op, meer op hun gemak zijn da ze weten tis nie alleen van onze overheid, ma tkomt ook van hogeraf en iemand die er, die het echt wel goed met ons voorheeft en gewoon wil dat deze epidemie weg is. ja ja Dus je stelt een soort opleiding van de journalisten voor zodat ze hun grenzen kennen... ja ok, eumh dan rond ebola hoe..., der is verslaggeving geweest van de media en je hebt zelf gezegd ik heb, eumh, naar tv gekeken, ondersteunend internet, eumh hoe heb jij die ervaren? Je hebt gezegd ik heb algemene informatie gehad, ma had je schrik, had je geen schrik, eumh vond je het goed, vond je het niet goed? eumh, ik had geen schrik omdat ik weet dat er heel weinig gevallen bekend zijn in België. Eumh, zelf, eumh, zelf als er gevallen bekend waren dan werd er heel vaak gezegd van allé tis vals alarm, of eumh die persoon, eumh is er al van hersteld of eumh, eumh. Dus ja eigenlijk paniek was er sowieso niet bij mij, eumh, tis ook niet de eerste keer da ebola uitbreekt, eumh ik heb daar vroeger wel nog een documentaire van gezien, eumh. Nee, allesinds geen gevoel van paniek, ik denk dat ik pas, zoals ik in het begin van het interview zei, zou, zelfs goh paniek zou het zelfs nie zijn, maar mocht het echt in mijn directe omgeving zijn. Dus eumh, de media heeft da voor u goed aangepakt? eigenlijk, goh ik denk dat dat nie echt aan de media lag, ik dacht, denk dat da eerder lag aan het feit dat ik me gewoon bewust was van het feit, ja, gewoon daar nuchter over nadenken van, da zit over zee, in Europa waren er nog geen gevallen bekend op da moment. Behalve in Spanje, ma die was dan ook eumh, onmiddellijk in quarantaine gebracht, dus op da vlak hebben ze wel, eumh het goed aangepakt door wel
129
onmiddellijk de informatie te geven van die persoon is wel in, onmiddellijk in quarantaine, der is niemand anders besmet. Da, op die manier was dat wel da der onmiddellijk geweten was van ok, der is een persoon, ma das in orde. Eumh, dus dat die, eumh, dat die zekerheid wel gegeven werd. En denk je dat de verslaggeving volledig was, dus zijnde dat er genoeg informatie is gegeven of zeg je van hm hier en daar ben ik toch wat op mijn honger blijven zitten? ja, maar ik denk da da ook aan mij zelf ligt omdat ik zelf iemand ben die heel graag, heel veel, heel veel informatie heeft en heel veel weet daarover. Ik ben ook iemand die zelf dan op onderzoek gaat uitgaan. eumh, maar ik denk, maar ik kan wel voorstellen dat veel mensen, dat da voor veel mensen voldoende is, maar ik denk mensen, of ja, studenten die wetenschappen studeren, wetenschappers, mensen die zich daarin interesseren, voor hun een beetje weinig is en dat die site dan wel een mooie verwelkoming zou zijn en da ze da ook melden bijvoorbeeld. Dat op het nieuws, in het niewsblad, allé in de krant bedoel ik, da da ook wel vermeld staat van kijk, wil je meer informatie hier kunt u naar toe. Dus echt ne mooie link in u traditionele media me u ondersteunende media ja ok, eumh, dan (kucht)... dat denk ik da we er zijn...eumh... ja, hartelijk dank voor dit interview geen probleem ik vond het zeer aangenaam, eumh en als, heb je nog vragen ofzo voor mij of niet? nee ok, dan is het interview gedaan.
130
13.5 TRANSCRIPT RESPONDENT 5 Dus welkom op het interview, het is in het kader van mijn thesis rond crisis en risico communicatie van de overheid bij epidemieën met een nadruk op de Europese overheid, de Belgische overheid en dan een case study van Ebola. Het interview wordt opgenomen, is dat ok voor jou? Ja dat is ok. Het is ook volledig anoniem, anonimiteit is verzekerd, daarna ga ik het ook transcriberen, dus overschrijven en zo analyseren en verwerken is dat ook ok? Ok dat is goed. Dus er zijn geen goede en foute antwoorden en ik kan ergens op inpikken of verder vragen, het is hoe dat je het zelf wilt. Dus we gaan eerst even beginnen met een paar algemene vragen, dus wat versta jij onder een epidemie? Een ziekte dat verspreid wordt over een bepaald gebied denk ik. Dat is het denk ik. Ok. Ja en een bepaald gebied, bedoel je dan, hoe? Wel we hebben bijvoorbeeld Ebola en dat wordt verspreid over Afrika en bepaalde landen en ja. Of de griep dat is eigenlijk ook een epidemie denk ik dat wordt verspreid via bacteriën of virussen, ja. En dat gebied dat is dan gewoon puur geografisch of is het vanaf dat er een aantal mensen ziek worden of is het gewoon als het in een bepaald gebied voorkomt. Nee ik denk dat eerste dan, van bepaalde mensen, als bepaalde mensen dat krijgen en dan in dat gebied wordt dat steeds erger en erger. Ja ok, wat versta je onder een crisis? Een crisis van een epidemie? Nee, gewoon een crisis algemeen. Een crisis in het algemeen… Ja… Een probleem, is dat eerder iets zoals de economische crisis ofzo? Dat is een voorbeeld. Ja, dat versta ik onder een probleem, ja hoe moet je dat zeggen… Ja als je het niet weet kan dat ook he. Nee geen idee. Weet je dan wat een risico is of ook niet? Een risico, een risico dat je een crisis oploopt ofzo, dat je een ziekte oploopt. Een risico de kans dat je iets krijgt, denk ik , eerder dat. Risico is inderdaad de kans op een crisis en een crisis is eigenlijk een gebeurtenis of een evenement dat accidenteel of niet accidenteel is met een grote impact op een organisatie, op een persoon, op de overheid op al dat. Dus dat is een evenement dat kan een onverwacht zijn maar kan ook al aanslepend zijn maar met ineens een enorm grote impact dat mensen bijvoorbeeld schrik hebben bij een epidemie, bijvoorbeeld economische crisis, dus veel impact. Het heeft dus een grote impact en welke soort impact denk jij dat een crisis kan hebben? 131
Sowieso een negatieve impact omdat de mensen bang zullen zijn dat ze iets zullen krijgen of iets zullen, ja, iets zou gebeuren maar alleszins niet positief. En op welke niveaus zie jij die impact, dus sociaal, maatschappelijk, economisch, ecologisch, wat denk jij dat de impact van een crisis bij dan een epidemie zal zijn? Ik denk sociaal wel omdat stel dat je dat kan krijgen van andere mensen dan ga je zoiets hebben van ik ga daar liever niet mee babbelen omdat je het dan misschien zou overkrijgen, dus ik denk sociaal wel dat daar een impact op heeft en ook ja… Sociaal‐maatschappelijk ik weet niet of, maar voor de rest niet echt. Nee Nee En misschien gezondheid gerelateerde impact? Ah ja dat ze bang zijn om nog zieker te worden of dat ze plotseling, volgens mij dan, beginnen denken dat ze vanalles, dat alles wat ze doen een effect zal hebben op hun ziekte en dat dat erger gaat worden. Denk ik wel. Ja, ok. Dus je weet nu ongeveer crisis, risico, epidemie, met die terminologie gaan we dan verder, als ik daar dan vragen over stel weet je waarover ik het heb. Wat denk je dat de rol moet zijn van de overheid bij een uitbraak van een epidemie? Goh, ik denk vooral de juiste voorschriften die je wil, dat de bijvoorbeeld ook om het volk ook gerust te stellen want ik denk als ze dat niet dat dat er dan redelijk veel paniek gaat uitbreken. En ook kijken om zo snel mogelijk de juiste medicamenten met alle wetenschap, vaccins om dat te voorzien voor de mensen zodat de onrust zo een beetje vermindert. Dus eigenlijk communicatie voor geruststelling en dan medisch voor vaccinatie. Ja Ok. Wie denk je dat er zou moeten communiceren, welke overheidsinstanties zie jij dat doen? Welke zijn er zoal? Of ministeries ofzo? Ministerie van gezondheid bestaat dat? Ik ken daar niet zoveel van. Maar als je het niet weet is dat ook ok. Ik denk ministerie van gezondheid en ook, als dat bestaat, ministerie van wetenschappelijke organisaties ofzo ik denk dat eerder. Ja, dat is het. Ok en als er een overheidsinstantie communiceert heb je dan liever dat dan uit Europa een overheidsinstantie of van België, in welke heb je het meeste vertrouwen? Goh, stel dat de epidemie in België zou zijn zou ik dat liever van België hebben omdat Europa heeft zo, die heeft er wel iets mee te maken maar ik denk al minder. Ik weet niet België zal er sowieso beter voor kijken als het in België zelf is. Dus heb je dan meer vertrouwen in bijvoorbeeld bij Ebola dat België dat dat aanpakt of Europa? België… Ja ok. Ken je de ECDC? 132
Nee, nooit van gehoord. Dat is de European Centre for the prevention and disease control. En dat gaat dus eigenlijk, dat is een Europese instelling waar dat een aantal wetenschapper uit de verschillende unielanden samen zitten om uit te, om o.a. te zoeken naar een vaccin, er is ook een communicatiedienst, ze willen eigenlijk algemene richtlijnen uitschrijven voor Europa die dan de unielanden zouden moeten volgen. vind je dat zo'n instelling dat er zo’n algemene richtlijnen moeten zijn of niet? Ja dat wel, ik wist eerlijk gezegd ook niet dat dat bestond. Ja ik vind dat dat er moet zijn ja. En wat vind jij dat er in die algemene richtlijnen zou moeten staan, dus wat dat er in die richtlijnen zou staan dat kunnen echt heel algemene dingen zijn, dat kan zijn van je moet bijvoorbeeld wetenschappers verzamelen voor een vaccin maar dat kan ook specifiek zijn van je moet die media gebruiken bijvoorbeeld, dus als voorbeeld wat zou jij erin willen zien staan, wat denk jij dat nodig is om je gerust te stellen? Goh, ik denk om mij gerust moest ik Ebola hebben dan zou ik zo in die richtlijnen er toch zeker voor maken dat ze een medicijn hebben dat het grootste deel van de epidemie toch onderdrukt, dat de mensen zeker niet bang moeten zijn om te sterven, want ik denk dat dat het ergste is, de angst is van de meeste. Gewoon iets vinden zodanig dat de mensen niet zouden sterven. En ook, ik vind dat ze ook een oplossing zouden moeten voorstellen voor de veiligheid dat ze het zeker ook niet kunnen overdrijven ook, dat vooral. Dus medische maatregelen? Medische maatregelen ja. En stelt dat er nog geen vaccin beschikbaar is, wat dan? Goh, ja… Als er nog geen vaccin beschikbaar zou zijn, zou ik dat nog niet zeggen tegen de mensen dat jullie op zoek zijn, maar ik zou zeker wel, ja, proberen zoveel mogelijk wetenschappers samen te verzamelen om iets te zoeken, maar dan vanaf dat er iets definitief is kan je dat dan zeggen, maar als er nog niets is, ook gewoon zeggen dat er nog niets is, ook al wordt er onderzoek naar gedaan zou ik dat ook niet zeggen want stel dat er onderzoek naar toe gedaan wordt en het werkt dan maar het is nog niet helemaal in orde zou ik dat nog niet zeggen want iedereen wil dat dan, maar het is nog niet 100% dus… Dus… Ofwel alles ofwel niets, ja. Vanaf dat er zekerheid is communiceren, maar onzekerheid niet communiceren? Nee En dan nog eens over die richtlijnen, dus je zegt zekerheid communiceren, onzekerheid, hoe denk je, hoe zie je dat voor de verschillende unielanden want je zegt medische maatregelen maar dan ook communiceren-maatregelen? Want dat is ook met die onzekerheid of niet, of zeg je de landen zien dat op zich wel? Goh, dus of dat de landen samen zouden communiceren om… Ik weet het niet, denk je dat dat een belangrijke factor kan zijn en zo van die richtlijnen? Ja ik denk dat wel, maar, geen idee hoe dat dat zou moeten doen. Maar ik denk dat het wel belangrijk is… Ja Ja 133
Ja. Ok. Voor dan die communicatie, welke woordvoerders vind jij dat moeten communiceren, zijn dat experts, zijn dat wetenschappers, zijn dat beleidsmakers, zijn dat politici, is dat een man van de straat…? Voor, op medisch vlak vind ik wel een professor ofzo, een wetenschapper, maar op vlak van communicatie zou dat toch wel iemand anders moeten zijn, niet die wetenschapper want die heeft daar volgens mij niet zoveel, ik weet niet. Dan zou ik eerder iemand pakken die, ik zeg nu maar, ja, zoals van jou en de communicatiewetenschappen, een professor daarvan ofzo, dat zou ik dan eerder nemen. Maar dus wel een expert in of medisch of communicatie? Ja. Maar, ja, iemand dat er echt wel verstand van heeft want, ja allé ja, een epidemie zoals Ebola is toch wel serieus, ja. Ja. Ok. Hoe denk je dat er gecommuniceerd moet worden, via welke medium zou je communiceren? Hmmm, internet? Ik zou niet telefonische doen omdat alles toch wel vast moet staan, als je dat via internet doet, ik zeg nu maar via internet gesprekken ofzo, zoiets dan kan je zo alles doorsturen dat je zeker ook dingen op papier hebt want, stel dat het ene land nu iets gevonden heeft tegen Ebola en het andere land nog niet moeten ze dat goed kunnen doorgeven zodanig dat de andere landen dat ook kunnen verder op onderzoeken ofzo. Ja. En hoe ben jij over Ebola op de hoogte gebleven? Via welk medium? Via internet en vooral via het nieuws omdat een tijdje geleden toch wel in het nieuws kwam. Bedoel je dan het nieuws televisie, radio of krant. Televisie, dus eerst op televisie want er was toch een tijdje geleden een uitbraak daarvan. Eerst via televisie en dan verder gekeken op internet. Ja. Maar dus voornamelijk internet. En op internet online kranten of ook sociale media? Online kranten, de standaard vooral en dan ook, ja dat was het enige eigenlijk, gewoon de standaard, ja. En dus jij hebt het nu een beetje met allebei gedaan maar welk zou je eerder traditionele media, dan heb ik het over krant, televisie, radio of sociale media gebruiken voor, voor de communicatie van de overheid bij zo’n epidemie? Ik zou krant, televisie kiezen. Dus de traditionele media? Ja op de traditionele manier, want als dat op sociale websites terecht komt gaat dat verkeerd geïnterpreteerd worden en denk niet dat dat zo’n goed idee is. Ik denk vooral als je het op televisie doet kan iedereen het op dezelfde manier bekijken maar als je het op sociale media doet dan wordt dat meestal zo’n beetje bewerkt en ik weet niet, dat is zo niet echt te vertrouwen vind ik. Ik zou daar minder snel op klikken moest ik dat zien, allé ja. Dus jij hebt minder vertrouwen in de sociale media dan in de traditionele media? Ja Ok. En je hebt zelf internet gebruikt om het op te volgen? Ja
134
Wanneer vind je dat er gecommuniceerd moet worden, zijnde vanaf dat er al een risico is op een epidemie of vanaf dat het echt een epidemie is of pas vanaf dat het hier komt of al voor een epidemie of…? Goh, ik zou dat nog niet te snel zeggen aan iedereen omdat er gaat echt paniek uitbreken dan volgens mij. Maar wanneer dat het volgens de experts wel ernstig kan zijn of dat het naar België kan komen bijvoorbeeld vanuit Afrika dan zou ik toch wel, allé ja, een waarschuwing geven maar nog niet zeggen van het is risicovol ofzo, maar wel al van ja let er mee op bijvoorbeeld, mensen dat uit het buitenland komen, vnl. vanuit Afrika dat je toch, allé, toch aan denkt. Ja. Maar nog niet van het eerste moment vanaf dat er iets zou kunnen gebeuren zou ik dat nog niet direct zeggen want wie weet is dat maar vals alarm ofzo. En als ze zeker zijn dat het geen vals alarm is? Hmmm, dan zou ik dat wel zeggen ja. Maar je ziet geen noodzaak om bijvoorbeeld voor de epidemie al eventueel opleidingen te geven ofzo aan mensen zodat iedereen weet wat dat ze moeten doen of…? Ja, dat zou inderdaad wel. Dus moest het enkel nog in Afrika zijn en nog niet in België dan is dat weeral…. Of stelt gewoon er is nog geen epidemie ofzo? Goh, dat zou misschien inderdaad wel slim zijn maar dan niet te veel en ook, ik denk dat is misschien iets raar, maar dan zo hen een document laten tekenen dat ze het niet te veel zouden doorvertellen want als, stel je nu voor dat er al enkele mensen weten van er is een epidemie op komst of het kan, of… Dan zou ik dat ervoor zorgen dat de mensen dan niets te weten komen want die gaan dan helemaal beginnen paniekeren, maar het zou wel al een goed idee zijn om mensen op te leiden om, indien het toch voorkomt… Maar ik heb het ook gewoon over de bevolking, dus mensen zoals jij en ik opleiden… Ah wij ook, ok. Of zie je dat niet echt nodig? Nee, nee zo de bevolking niet echt, maar wel, ja, verpleegster enzo dat die wel voorbereid zijn, maar ik denk wijzelf nee. Nee… Ok. Vind je dat je nu al genoeg voldoende geïnformeerd bent over wat dat je moet doen bij als er een epidemie uitbreekt, dus stel dat Ebola in België is? Nee. Ik zou begod niet weten, nee. Dat vind ik dat ze niet zo goed informeren eigenlijk, ik zou eigenlijk totaal niet weten wat er gevaarlijk zou zijn en wat niet, ik weet dat het besmettelijk is, denk ik maar voor de rest. Voor de rest weet ik zo niet echt. En vind je dat erg of zeg je het is toch niet nodig…? Goh, allebei een beetje eigenlijk, ik vind dat wel erg maar ergens is het ook niet echt nodig denk ik niet meer, maar het zou misschien toch wel beter zijn moesten ze dat beter gezegd hebben, denk ik. Dat we toch iets beter op de hoogte waren, maar aangezien dat het gevaar hier zo minder, of kleiner is, ja… Is het nu ook niet zo erg dat we dat niet weten. Ja Ja Ok. Zou je, dus je weet nu nog niet echt wat dat je moet doen, zou je, stel dat Ebola hier in België komt, weet je dat natuurlijk ook niet, zou het dan nuttig zijn om bijvoorbeeld om in deze periode wanneer dat er een kans is dat het naar hier komt, om toch al een beetje, via de media of via een site van de overheid, 135
om jezelf een beetje op te leiden om te weten wat dat je moet doen, kort en krachtig bijvoorbeeld zeggen wat dat de symptomen zijn, hoe dat je het kan vermijden, of zeg je ik zie het wel als het er effectief, als het effectief hier uitbreekt? Nee dan zou ik wel de eerste manier, dan zou ik dat ook wel een keer opzoeken, ja. Zeker de eerste manier. En weet je, heb je informatie opgezocht over Ebola? goh ja een tijdje geleden wel, maar ja ik ben dat nu al vergeten… Nee, nee en waar heb je dat gedaan? Gewoon op google en dan ingetikt wat Ebola was. Wikipedia? Ja wikipedia en al die die dingen, gewoon zo eens lezen hoe dat dat komt en waar dat dat verspreidt, hoe dat dat komt dat dat verspreiden wordt en ja wat de incubatietijd is enzo. Ja, en zou je het nuttig vinden als er zo’n site van de overheid zou zijn of zeg je ik heb voldoende informatie gekregen via wikipedia enzo? Goh ik denk wel dat dat nuttig zou zijn omdat Wikipedia, ok dat is wel algemene informatie maar moest dat van de overheid zijn zelf dan is er meer te vertrouwen vind ik, omdat je dan weet dat. Allé Wikipedia kan door iedereen gemaakt worden en van de overheid is het toch wel door experts enzo. Maar je hebt zo’n site niet gevonden? Nee, want meestal als je dat opzoekt op het internet is dat zo direct Wikipedia, allemaal zulke soort sites en dat is wel goed om een algemeen beeld te krijgen maar ik denk van de overheid dat het toch wel meer te vertrouwen is. Dus het zou nuttig zijn als je bijvoorbeeld bij een krantenartikel, of bij een online krantenartikel een link zou zien naar een website van de overheid of desnoods kort dat de overheid daar zelf op een artikel wat informatie zet van dit en dat? Ja, dat zou ik wel aanraden eigenlijk. Ok. Dan over wat er gecommuniceerd moet worden, jij hebt al, dus het soort informatie, je hebt al gezegd ik wil eigenlijk geen onzekere informatie, alleen maar zekere informatie. Dan op vlak van transparantie en geloofwaardigheid, hoe… Dus niet volledig transparant, want onzekere informatie wil je liever niet weten? Hmhm En waarom denk je dan toch geen onzekere informatie geven? Goh, omdat ik weet het niet stel dat je dan onzekere informatie geeft en uiteindelijk blijkt het dan toch niet de epidemie is dan toch niet uitgebroken dan vind ik dat zo een beetje, allé ja, lastige situatie want er zijn waarschijnlijk veel mensen die dan zo paniek gaan voor niks en dan… Vind ik dat een beetje onnodig, ja. Ik zou dat toch, ik zou het enkel pas zeggen als je het zeker bent eigenlijk. Ja. En dan qua eerlijkheid? Hoe eerlijk zou jij zijn als overheid t.o.v. de bevolking? Goh ja Of hoe eerlijk wil je dat de overheid tegenover jou is?
136
Ja, wij willen natuurlijk dat de overheid alles zegt, dus ja, moesten ze dan pas iets zeggen als ze het 100% zeker zijn, zouden sommigen dat wel kunnen interpreteren dat ze niet eerlijk zijn geweest omdat, ja, er zijn misschien al methodes gevonden hé, maar als dat nog niet 100% zeker was en je houdt dat achter dan, ja, dan zouden ze dat wel verkeerd kunnen opvatten misschien, ik weet het niet. Ja… Een beetje ingewikkelde situatie dan. Waar zou jij het meeste vertrouwen in hebben in een overheid die eerlijk is, want als je geen onzekere informatie geeft dat impliceert niet automatisch oneerlijkheid? Maar hoe zie jij dat van, hoe vind jij dat een overheid zou moeten communiceren zodat jij het gevoel hebt van ik vertrouw ze, ik geloof ze? Goh… Ik denk dat ze het in handen hebben? Ik zou moesten de vertegenwoordigers van de overheid professoren zijn dan zou ik er al meer vertrouwen in hebben. Dus ik vind dat wel het belangrijkste, maar moest dat gewoon iemand zijn van de overheid zelf die informatie heeft gekregen van professoren dan, zo’n woordvoerder van de overheid dat zou ik al minder vertrouwen dus. Als het echt van professoren is dan denk ik wel van ja die mensen die weten wat dat ze doen en dan denk ik echt wel dat die eerlijk zouden zijn, dus. Dat zou een geruster gevoel geven. En op vlak van informatie dan? Het soort informatie, dus denk dan ook aan objectieve informatie, ga ik gewoon feiten geven, geef ik er een verhaaltje aan, ben ik eerlijk, ben ik oneerlijk, verzwijg ik dingen of verzwijg ik niet dingen, dus echt alle soorten, wat heb jij het liefste? Goh, ik zou het alleszins niet van de nieuwslezer ofzo willen te weten komen, ik denk dat dat… Goh ja die vertellen wel de feiten enzo maar ik denk dan toch iemand van deo verheid zelf en ja een woordvoerder maar dat is, dat is zo… Maar dat is ook weer wie dat moet communiceren, maar wat moet er gecommuniceerd worden vind jij? Wat wil jij weten van de overheid, stel Ebola breekt hier uit in België… Wat dat ik zou willen weten… Wat vind jij dat de overheid zou moeten zeggen tegen jou, op welke manier? Hmmm…. Los van wie het communiceert… Ah ok… Is het dodelijk, ik denk dat dat wel het belangrijkste is, maar ook is er een medicijn tegen, kan je het voorkomen en is het besmettelijk. Ik denk dat dat wel vooral is het dodelijk, dat dat wel het belangrijkste is. Ja. Dus objectieve informatie? Objectieve informatie ja. Ok, dan een algemene vraag, sommigen hebben het er wat moeilijk mee, maar heb jij vertrouwen in de Belgische overheid? Goh… Eumh… (lange pauze). Joa, ik weet het niet… Op sommige vlakken wel eigenlijk en sommige vlakken niet. Qua economisch, niet echt. Maar ik denk qua medisch vlak nu, bijvoorbeeld over Ebola enzo, zou ik daar wel vertrouwen in hebben omdat, ik denk dat België toch wel bekend staat voor goede opleidingen, goede medische wereld, goede wetenschappen, dus… Daar zou ik wel meer vertrouwen in hebben, maar qua economie en politiek en al van die dingen dat niet echt. Maar het is nu even alleen over die epidemie hé, dus… 137
Ah enkel dat dan zou ik er wel vertrouwen in hebben. Dus stel Ebola breekt uit in België heb je dan het vertrouwen in je overheid dat ze het aankunnen? … Joa, ik denk het wel, maar… Ja… Niet 100% procent maar nu ook niet helemaal nee, zo half en half. Ok. En wanneer vind je het communicatiebeleid van de overheid geslaagd? Dus wanneer zeg je ok dit zijn, als het zo is dan is het communicatiebeleid geslaagd, dus wat zijn de doelstellingen volgens jou van een communicatiebeleid bij een epidemie, zoals Ebola, van de overheid? Europees of Belgisch. … Geen idee eigenlijk, kan je een voorbeeldje geven? Dus bijvoorbeeld je wil dat iedereen alle informatie heeft of je wil dat iedereen die, dat iedereen wat dat ze moeten doen als het uitbreekt of je wil dat iedereen gerust gesteld is of je wil dat niemand in paniek is, maar daarom weten ze het nog niet alles of kan er toch de epidemie nog verder gaan, heel veel mogelijkheden. Dus je moet denken, het ideale van een communicatiebeleid is… Dat de epidemie, de crisis eigenlijk opgevangen is en liefst stopt… Hoe dat je dat bereikt dat is natuurlijk verschillend, dus hoe zie jij dat? Ik denk dat het belangrijkste dan dat iedereen gerust gesteld is en dat ze vooral weten wat dat het precies is en ja dat is het belangrijkste. Als ze echt 100%, dat iedereen wel zou, de meeste toch wel zouden weten wat de ziekte juist is dat is toch wel redelijk belangrijk, ja. Ok. Dan hoe moet de overheid de bevolking zien, als actief of passief en dan heb ik het over actieve bevolking wil zeggen dat de overheid met de bevolking in dialoog gaat, dat er een tweezijdige communicatie is, dat er een interactie is en passief is dus eigenlijk de typische ‘couch potato’ de bevolking is één massa die gewoon alles observeert. Wat… Het heeft elk zijn voor-en nadelen, wat zou jij het liefst hebben dat de bevolking is? Goh, ik zou het liefst hebben dat de bevolking actief is, dat er zo over kan gecommuniceerd worden, maar ik denk nu bij ons deze tijd dat het eerder passief gaat zijn. Ik zou het wel actief willen maar ik denk niet dat dat zou kunnen hier in België. Nee? Nee Ok Ik denk dat dat eerder passief zou zijn dan. Ja, dus een woordvoerder, professor die éénzijdig een boodschap uitstuurt via traditionele media naar de mensen… Ja Ok. En zie je dan plaats voor vragen of zeg je nee de bevolking moet gewoon de boodschap aanvaarden, het is wat dat het is. Nee er moet zeker wel plaats zijn voor vragen, je moet zien zo’n noodnummer ofzo, of zo een of ander nummer waar dat je naar kan bellen indien je vragen hebt ofzo, of dat de ziekenhuizen voldoende, gaan sowieso voldoende geïnformeerd zijn maar dat de mensen daar om advies kunnen vragen, dat moet wel in orde zijn. Ja dus passieve boodschap, klein stukje actieve feedback. Ja zowel ja. 138
Ok en dan over de media, ik heb het al over het medium gehad, maar dan over de media zelf, dus de journalisten. Wat denk je dat hun rol zou moeten zijn bij de, bij zo’n uitbraak van een epidemie? Goh, vooral goed weergeven wat de professoren hebben, wat dat het meest recente nieuws is maar voor de rest niet zo heel veel, journalisten niet echt, ik weet niet. Hoe bedoel je? Ik zou gewoon journalisten niet zo vertrouwen, moesten zij informatie over zo’n ziekte geven dan denk ik van, ja die kunnen wel zeggen wat ze hebben gehoord maar ze staan daar toch wel voor gekend om dat af en toe een beetje om te draaien in hun eigen woorden. Dus je zou liever rechtstreekse informatie van de overheid willen? Ja want de journalisten zou ik, allé, ik zou er wel naar luisteren maar het is niet dat ik het 100% zou geloven van aja ok. Nee. En hoe zie jij dat dan dat de overheid rechtstreeks communiceert is dat dan bijvoorbeeld in een programma dat iemand van de overheid of een professor aangeduid door de overheid daar dan zit of gewoon echt een volledig apart, bijvoorbeeld boodschap van algemeen nut of gewoon bijvoorbeeld zoals bij de koning ofzo, zoiets? Goh ik zou dan eerder zo een programma doen maar ja waar dat er zo ook, ik weet niet, dat er daar ook zo mensen in vertellen wat dat dat precies is, maar dan zijn ze tenminste zeker van aja kijk dat zijn professoren of dat zijn experts of specialisten en dat zou al veel meer te vertrouwen zijn dan dat journalisten in het nieuws dat zouden zeggen, ja ik weet niet. Dus niet bijvoorbeeld een journalist die baas is van het wetenschappelijk deel die dan eens zijn zegje gaat doen? Nee dat zou ik niet… Nee. OK. Hoe ervaar jij de verslaggeving van de media bij Ebola? Hmmm… Goh er werd daar wel redelijk veel van bij gezegd… ik heb dat niet zo heel de tijd opgevolgd maar ik vond wel dat je daar redelijk veel over te weten kwam. Ik vond het wel goed, het is niets dat je er zo niets van wist en vanaf dat er iets was bijvoorbeeld in België dan was het ook wel geweten dus. Ja. En dus de media heeft zijn plicht gedaan, niet te…? Ja, het was ook niet in België dus vond ik ook niet dat ze er… ik vond het wel goed genoeg want het was uiteindelijk in een ander land, en dat blijft erg en dan moeten ze dat zeker wel zeggen maar ik vond dat ze daar genoeg over uitgebreid hebben dus… En qua informatie, ik bedoel dan heb je voldoende informatie via de media gehad? Goh, vooral qua aantal mensen bijvoorbeeld, het ging continu over zoveel doden, allemaal informatie over het aantal mensen die daar geïnfecteerd waren ofzo, maar wel niet precies over, allé ja het ging wel over dat het besmettelijk was en dodelijk en zoveel dagen, maar niet, ik weet het niet, ik vond dat niet genoeg informatie voor… Wat meer… Ja ik zou toch wel meer willen weten, moest het hier in België zijn dan zou ik toch wel veel meer willen weten. Zo een kleine fiche tussen aanhalingstekens van dat is het, dat zijn de symptomen daar moet je opletten, dus dat is wel een gemis bij jou? 139
Ja, dat wel een beetje ja, maar… Ik denk ja, nu was dat wel voldoende informatie maar moest het bij ons zijn toch wel een beetje meer liefst ja… Ja, want het kan natuurlijk heel snel gaan he je weet het niet altijd. Ja Dan vind je dat de media een partner moet zijn van de overheid of zeg je hm de overheid boven de media staan of vind je dat de media volledig onafhankelijk van de overheid moet opereren? Goh, ik vind wel dat de overheid wel boven de media moet staan. Er moet wel gecommuniceerd worden via die media natuurlijk maar beter erboven want de media kan toch wel altijd zo een beetje z’n subjectieve mening geven, ja. En hoe zou je dan de media, hoe zie je dat dan dat de overheid boven de media staat op welke manier dan? Is het op vlak van informatie geven aan de mensen ofzo? Ja op alle vlak, allé omdat je zegt ze zijn wat subjectiever, ik vertrouw ze wat minder, denk je dat dan dat de overheid door er wat boven te staan er wat een oplossing aan kan bieden of zeg je van ze moeten dat controleren? Goh ik vind dat, stel dat de overheid iets wil tonen aan de mensen, bijvoorbeeld zo’n een programma, dan moet de media dat inderdaad wel tonen, maar dan moet, ik vind dat wel als ze dan een programma gemaakt hebben dat de overheid dat nog eens extra moet controleren op eventuele fouten ofzo, zij moeten toch wel het laatste woord hebben dan om zeker te zijn dat het wel 100% juist is en niet met hun subjectieve… ja… Dat zou ik toch wel doen. Ok. Dan over Ebola zelf, hoe ervaar jij de uitbraak? Heb je schrik, heb je geen schrik? Ik heb totaal, allé ik had zowel geen schrik omdat ik dacht het is redelijk ver, maar zoals je zegt het kan wel redelijk snel uitbreiden. Maar nee ik had wel niet gedacht dat het hier wel zou verspreid worden en af en toe las ik het wel in het nieuws dat er een keer een geval was hier in België of in Spanje, hé in al die andere… Maar dan waren ze er altijd redelijk snel bij dus dan dacht ik van ja, ik denk wel niet dat er iets gaat gebeuren hier. Ja. Heb je zin gehad om naar Afrika te reizen of toch niet? Nee, niet echt nee. Ja dat is een beetje veraffe schrik maar hier voorlopig niet… Nee Dan heb je, stelt dat Ebola uitbreekt in België, heb je vertrouwen dat de overheid alles eraan zal doen om jou te beschermen? Nja, ik denk dat wel eigenlijk omdat ja dat denk ik eigenlijk wel. Goh… Ik denk dat men er zeker alles aan zou doen om de juiste behandeling te voorzien en… Al die medicamenten, om die te helpen denk ik ook wel… Dus ja… En denk je dat de overheid eerlijk is geweest tegenover jou? Zijnde van er zijn bijvoorbeeld gevallen geweest in België, ben je daar zeker van dat dat niet zo erg was als dat het was of…? Ben je achterdochtig of zeg je nee, de overheid gaat daar helemaal niet over liegen? Goh ja ik denk dat je altijd zowel een beetje achterdochtig moet zijn, maar ik heb er over het algemeen wel vertrouwen in ja. Zeker moesten er hier veel gevallen zijn in België dan is het zeker te vertrouwen, maar 140
inderdaad het is toch denk ik een geval geweest hier in Brussel ofzo dat bekend was dat die Ebola was uitgebroken en… Goh, ik denk dat kan wel erg geweest zijn maar het is dan toch weer in orde geraakt denk ik dus… joa. Ik weet niet ... Dus je denkt wel dat ze eerlijk zijn? Ja ik denk dat wel. Omdat het over iets serieus gaat dus niet allé het is echt wel gevaarlijk dus dan ik echt wel dat ze eerder, het meest over zeggen en eerlijk zijn. ok. Hoe zou jij dan algemeen het communicatiebeleid van de overheid met Ebola evalueren? Dus… Zie je tekortkomingen, je hebt al gezegd misschien iets meer objectieve informatie of met de media of, hoe vind jij dat de overheid dat heeft aangepakt? Het kan ook zijn dat dat nog niet belangrijk is hé voor jou omdat je zegt Ebola is nog niet aan de orde hier in België, hoe zie jij dat? Omdat het hier nog niet aan de orde was in België vind ik wel dat ze dat goed gedaan hebben omdat er moest sowieso iets gezegd worden maar nu ook niet te uitgebreid of te objectief hé zoals ik het zo bedoel. Ja ik vind dat wel over het algemeen dat ze het goed gedaan hebben. Ok. Dat was het dan, dankuwel voor u medewerking. Heb je nog vragen? Nee Ok, dankjewel!
141
13.6 TRANSCRIPT RESPONDENT 6 Ok, we zijn begonnen. Dus dit interview is in het kader van mijn thesis rond crisis en risicocommunicatie van de overheid bij epidemieën met een case study van Ebola. Al je antwoorden worden opgenomen is dat ok voor jou? Ja De anonimiteit is volledig verzekerd, als je wil kan ik een contractje opstellen of zeg je van dat is niet nodig? Niet nodig Ok. Ik ga het dan ook transcriberen als je wil kan ik die transcripts doorsturen of zeg je van dat is niet nodig. Dat is ook niet nodig Ok. Voor de rest er zijn geen goede of foute antwoorden, ik kan inpikken op iets dat je zegt, het is free flow, praat maar gewoon. Oke eerst wat algemene vragen rond de terminologie. Wat versta jij onder een epidemie? Een ziekte die snel verspreid wordt dat kan op verschillende manieren zijn, en dat zal dan vaak gaan over een virus of een bacterie of een parasiet en, ja. Vaak heeft het een grote impact op de gezondheid en het komt toch nog wel relatief veel voor, denk ik. Ja. Wat versta je onder een crisis? Iets dat een grote impact heeft op de maatschappij en dat het dagdagelijkse leven sterk bemoeilijkt en dat kan ja, zoals we zelf meegemaakt hebben een financiële crisis zijn, mensen die hun job verliezen, dat kan, waarschijnlijk waar je meer op doelt, een gezondheidscrisis zijn, waar dat gewoon veel mensen, veel mensen zullen sterven ook en ziek zijn. Ja ik denk dat er verschillende betekenissen zijn. En wat denk je dat een risico is? Een risico…. Dat is denk ik iets waar dat je met voorkennis wel, ja, als je het op voorhand weet dat je een risico neemt dan zet je jezelf eigenlijk in gevaar, maar ik denk niet dat je altijd weet dat je een risico neemt of niet. En denk je dat er een link is tussen crisis en risico? Waarschijnlijk wel, ik denk dat er altijd iemand een risico moet genomen hebben en een foute uitkomst gehad hebben voordat er een crisis begint in eender welke zin, ook op kleine schaal, ja ik denk het wel. Ok, goed. Wat denk je dat de impact van een crisis en in dit geval een epidemie kan zijn, dus je hebt gezegd een grote impact, je hebt ook gezegd economische crisis, dus er zijn natuurlijk, een crisis gaat niet enkel op één ding een impact hebben hé dat heeft op een heel aantal dingen impact, dus welke niveaus zie jij daar? Als je er ziet hé natuurlijk… Ja, heel veel hé, als je dan kijkt naar dicht bij huis als mensen hun job verliezen door economische crisis dan komen die in financiële problemen dan kunnen die ook veel meer gezondheidsproblemen hebben en geraken die moeilijker aan die gezondheidszorg. Dat is ook wat ik zelf bestudeer, de impact van al die dingen op gezondheidszorg. Dat heeft een effect op alles, op menselijke relaties, op sociologische relaties, op alles eigenlijk.
142
Ok super, dat is echt een zeer goed antwoord. Nee dat is heel goed. Dan u definitie van een epidemie is perfect, inderdaad grote impact, virus dat snel verspreid en het moet wel een aantal bevolkingsmensen treffen eer dat we kunnen spreken van een epidemie dus dat moet groot genoeg zijn want als je bijvoorbeeld een ziekte hebt die zo snel verspreid dat ze zich niet kan verspreiden snap je, dan is het niet echt een epidemie. Dan crisis was dan inderdaad ook volledig juist de definitie, en een risico is eigenlijk de risicofactor of de kans op een crisis, dus een risico kan een crisis worden maar is het nog niet. Dus we zien bijvoorbeeld, dus bijvoorbeeld als er in België een farmaceutisch bedrijf failliet zou gaan kan dat een crisis betekenen voor de farmaceutische industrie maar dan wil dat nog niet zeggen dat dat zo is. Dat waren de moeilijk vragen, nu iets specifieker. Wat denk je dat de rol van de overheid moet zijn bij een epidemie? Ja sowieso veel overzicht behouden ook tussen de gezondheidsinstellingen die de behandeling en waarschijnlijk ook de quarantaine moeten organiseren. Want ik denk dat de communicatie daartussen nog het complexste is, natuurlijk als dat hier gebeurt denk ik dat dat iets vanzelfsprekender is om dat te gaan controleren dan als dat in derde wereld landen gebeurt. Maar ik denk dat hun rol sowieso groot moet zijn. Ja dus communicerend en faciliterend voor de verschillende gezondheidsinstellingen dat die op elkaar ingesteld zijn… Ja en dat die ook allemaal hetzelfde ondernemen, ik denk dat dat de beste stap is voor het onderzoek. En t.o.v. de bevolking of zeg je nee het is eigenlijk enkel die gezondheidsinstellingen, als dat goed zit zal dat wel goed komen… Ja t.o.v. de bevolking, preventie denk ik ook, ja ook zoveel mogelijk communiceren tegenover preventie en waaraan je je kan verwachten enzo ik denk dat dat ook wel bij hun taken zou moeten horen. Verder denk ik niet dat ze zoveel kunnen doen bij de bevolking zelf, want dat staat daar zo ver van weg. Meer dan dat zie ik zo niet. Ja. Ok. Welke overheidsinstanties zie jij communiceren, of zie jij een rol spelen in die epidemie? Ja het ministerie van gezondheidszorg zou daar toch bij mogen betrokken zijn, volksgezondheid, die zaken… Verder ja… Organisaties daarvoor zullen er ook wel bestaan daar heb ik niet zo een goed idee van. Dan bedoel je onafhankelijke, tussen aanhalingstekens, overheidsorganisaties zoals van regering ofzo denk jij dat er ook wel… Ja, en anders ja dan… Dan moet dat… Dan moet dat er komen hé ja… Maar dat is er Ah voilà Heb je meer, want dat is dan over een nationale aanpak, maar het kan natuurlijk ook zijn dat je vanuit Europa een aanpak, dat aanpakt, zou je meer vertrouwen hebben in een nationale of in een Europese aanpak? Goh… Ik denk in een nationale als die dan nog onder toezicht van Europa staat. Want Europa moet natuurlijk ook wel het overzicht houden als het gebeurt in verschillende landen, zoals met de vogelgriep gebeurd is, dan hebben die ook wel regels opgelegd in meerdere landen tegelijk en soms is dat ook nodig als het over die schaal gaat. Als het daar nog niet is dan heb ik liever dat het zo klein mogelijk blijft, omdat 143
die ook veel beter weten wat er speelt. Maar ja, als het te groot wordt dan moet Europa natuurlijk inspringen hé, sowieso moeten die ook het overzicht houden. Dus een algemene aanpak van Europa met een nationale, lokale plaatsing… Ja. Ken je de ECD? Is dat het European Centre for Disease Control? Proficiat, je bent de eerste die dat kent, maar inderdaad! Dus je als de CDC kent is dat natuurlijk niet zo een sprong… Ja awel dat was mijn gedacht… Maar super, inderdaad en weet je wat dat die ongeveer doen? Goh ik vermoed dat die vooral in kaart brengen welke mogelijke infecties zijn en dat er waar nog aanwezig zijn om het zo kort te zeggen en ja wat daarvan de gevolgen kunnen zijn en hoe dat ze die kunnen beperken en behandelen enzo. Ja inderdaad dat is dus een verzameling van allemaal wetenschappers of experts vanover alle unielanden die dan samenzitten van inderdaad hoe pakken we een epidemie aan, maar natuurlijk zijn ze ook wel sterk bezig met de communicatie en daar hebben ze ook wel algemene richtlijnen voor ontwikkeld. Wat denk jij dat er zoal in die richtlijnen zou moeten zijn? In communicatie naar de burger toe dan? Naar de burger, dat is natuurlijk naar de burger maar eigenlijk naar alle stakeholders, naar de burger, naar de media ook zoals je zegt naar die ziekenhuizen je ziet dat hoe dat je het zelf ziet, hoe klein en hoe groot je dat zelf, wat dat jij denkt dat er zou moeten in staan. Ik vind sowieso dat als er een ziekte uitbreekt ergens en dat is dichtbij dat zaait angst, en angst is nooit een goede factor, ik denk dat dat dingen soms alleen maar erger maakt en als er paniek komt. Ik denk dat er zijn ook al ziekten geweest hier waar dat mensen veel meer paniek en schrik hadden dat er zoveel gebeuren maar uiteindelijk het nog heel goed meeviel. Ik denk dat het sowieso mensen snel gerust gesteld moeten worden en dat de media ook ervoor moet zorgen dat ze dat niet beginnen opkloppen, dat er niet ik weet niet hoe grote paniek gezaaid wordt onder de burgers want dat is sowieso al geen goede, geen goed begin om iets nuchter aan te pakken. En ja duidelijk maken dat als je toch symptomen hebt zo snel mogelijk naar een dokter gaan. Gewoon ja dat mensen weten wat ze moeten doen als ze toch iets denken te hebben. Wat de artsen ook moeten doen om te behandelen. Dus wat dat de overheid moet informeren en dan de medische kant zorgen dat die goed voorbereid is? Ja. Zodat er geen angst is. Ja, ja. En dat ze medicatie die eventueel nodig is ook beschikbaar is waarschijnlijk. Want dat is ook niet altijd vanzelfsprekend als dat iets nieuw is. Inderdaad. Ja Ja. 144
Dus ook nog eens met de farmaceutische industrie gaan communiceren dat is ook niet zo eenvoudig. Ja Ja Dus een beetje met alle belanghebbenden een beetje rekening houden? Ja, waarschijnlijk ja. Ok. Welke woordvoerders vind jij dat de uitleg moeten doen bij een epidemie, dus heb je liever politici, beleidsmakers of experts of wetenschappers of iemand van het volk zelf? Europees, nationaal? Goh, liever, ik ben niet zo’n fan van politici als ik zo de indruk heb van ja je kan alles zitten zeggen. Nu met de huidige minister van volksgezondheid die is wel arts, dat is zo iets anders al, maar ik heb toch liever dat daar een arts staat of een professor, een professor in infectieziekten of ziets, ik zeg maar. Dus een expert? Ja toch wel, met iets van autoriteit toch wel in dat veld, in dat vak zoja. En is dat dan omdat je er dan meer vertrouwen in hebt of omdat die geloofwaardiger overkomt? Ik denk dat ik daar meer vertrouwen in heb, ja politici dat zijn boodschappers uiteindelijk soms en zoiets heb ik toch liever iemand die er iets van kent. Dus het zou voor jou bijvoorbeeld als de eerste minister een toespraak zou geven zou dat weinig tot geen effect hebben? Goh ja ik zou dan wel weten dat die man wel geïnformeerd is en dat die dat wel niet allemaal alleen gaat uitgezocht hebben maar dan zou ik wel willen weten wie hem geïnformeerd heeft en als hij dan zou zeggen van ja er is een team samengesteld van die, die en die. Dan denk ik toch van ah ok, dan mag die gerust het woord voeren voor mij maar dan wil ik wel weten dat daar toch zo wat medische mensen achterstaan ook. Ok super. Dan hoe denk je dat er gecommuniceerd moet worden, nl. via welk medium? Goh ja, ik vind de basic persconferentie voor de nationale pers altijd een goed idee. Ik vertrouw het journaal, de vrt ook vrij goed dus als dat daar op komt dan neem ik dat wel aan. Ja, internet zou ik een beetje vermijden, ik vind dat daar nog al wat prul op wordt gesmeten en eender wie kan daar maar zijn zegje doen en dan ja dan is er te veel informatie ook. Ja En te veel informatie die niet waar is ook. Dus traditionele media dus, persconferentie, televisie… Ja, kranten wel eventueel maar dan moet ook wel heel duidelijk instaan wie wat heeft gezegd want dat wordt ook soms al een beetje op de rand. Ja. Ok. Dus je zou eerder voor traditionele media gaan dan voor sociale media, je zegt omdat er heel veel prul op kan gesmeten worden, zijn er nog andere factoren die jou eerder voor traditionele media dan voor sociale media laten kiezen. Ik denk ook omdat je dan zo bij een persconferentie de persoon ook ziet of hoort spreken, letterlijk en dat is niet nog eens overgetypt en nog eens hergeciteerd en daar geraakt altijd wel iets verloren van informatie hé en ik zie liever wat het in het begin geweest is. Maar dan moet het live zijn eigenlijk liefst? Dat het niet wordt ge-edit? 145
Ja of een opname die dan duidelijk niet verknipt is of iemand die een zin zegt waarvan ik zeg, ja dat zie je wel, zoiets en dan een reportage ofzo maar dat moet dan duidelijk genoeg zijn nog. Ja ok, welke heb je zelf gebruikt voor Ebola op te volgen? Vooral nationaal nieuws denk ik, het journaal, radio, soms als ik in de auto ofzo zat. Soms ook wel eens het internet maar dan meestal zo de redactie.be omdat ik, ik neig enorm naar het vrt journaal ik vind dat betrouwbaar dus ik vind die site ook wel betrouwbaar. Dus dat zijn dan eigenlijk, dus televisie met dan ondersteunend online artikels van dezelfde bron. Ja Ja ok. Dan een vraagje over de timing, wanneer vind je dat er gecommuniceerd moet worden, nl. gaan we al voor dat er een epidemie uitbreekt al communiceren over wat te doen, in case of, of enkel wanneer er echt een epidemie uitbreekt is dat dan vanaf dat we zeker zijn dat het een epidemie is, vanaf dat er een risico is op een epidemie, hoe zie jij dat? Ja daar is weer die paniek en angstfactor aanwezig, die ook weer niet veel goed kan doen. Dus langs een kant is het wel goed om op tijd met preventie te beginnen maar anderzijds mogen we ook niet angst gaan zaaien die niet nodig is, dus je moet inderdaad niet wachten op slachtoffers maar ik denk dat je dan beter voor de uitbraak zelf, dat je dan beter bezig zijt met het voorbereiden van gezondheidszorg en medisch personeel en medicijnen dan al te gaan zeggen van er kan een hele grote ziekte komen en er kunnen slachtoffers vallen, wees voorbereid. Ik denk dat dat nog een beetje te vroeg is al en dat zaait angst weer. Dus wel het opleiden van het medisch personeel? Ja. Maar de bevolking? Goh in kleine mate misschien dat je nog niet, nog geen angst gaat zaaien. Maar er was bijvoorbeeld iemand die zei in de interviews, in een ander interview van dat het eventueel nuttig zou zijn om al in het onderwijs, net zoals sexuele voorlichting ook ehbo en wat je moet doen bij een epidemie zoals basishygiëne enzo zie je dat? Ja natuurlijk, maar dat zie ik dan meer als zoiets dat basic zou moeten ingevoerd zijn. Helaas is dat niet en dat is wel bij een epidemie is dat wel een van dé belangrijkste factoren is gewoon basis hygiëne en basis EHBO, dat kan al enorm veel levens redden, maar dat is er nog niet, zie je daar dan wel voor plaats? Ja, dat zou echt heel nuttig zijn. Een basis EHBO cursus voor iedereen dat zou toch wel, dat is toch niet te veel gevraagd dat is ook niet zo moeilijk, je kunt dat gewoon eens een keer zien, want als er iemand een ademstilstand krijgt en je hebt dat nooit geoefend, je weet niet wat je moet doen hé. Ja dat vind ik echt wel heel belangrijk dat daar iets aan gebeurt. En basis hygiëne inderdaad ook, ik denk dat lijkt alsof wij dat toch allemaal al zouden moeten weten maar ik denk dat dat nog altijd veel te weinig wordt gedaan dus, ja. Dat zou in de scholen wel ingevoerd mogen worden. Ja. Ok. Dus van dus wel een stukje voor de epidemie opleidend niet echt waarschuwend, grote alarmlichten ofzo maar gewoon op een normale opleidende manier gaan informeren? Ja dan zaai je ook geen angst als het gewoon is van algemene preventie, zo algemeen als het kan zonder echt te gaan zeggen er kan een ziekte komen, begin nu goed voorzorgen te treffen. Nee, doe dat gewoon altijd. 146
Ja. Ok. En dan tijdens de epidemie, dus wanneer je wel echt aan de alarmbel gaat trekken, zou je dat doen vanaf dat je zeker bent dat een, dat er dus al genoeg slachtoffers zijn gevallen of zeg je ik wil eigenlijk al voor dat al echt slachtoffers gaan vallen, dus dat we het, dus vanaf dat er een risico is op een groot genoege epidemie en dan heb ik het niet over ‘er is misschien een kans dat de Spaanse griep ooit terug uitbreek’ maar echt wel reëel. Ja dat is. Dat hangt nog vanaf van ziekte tot ziekte, hoe snel kan het gaan en ja afhankelijk daarvan is het misschien wel goed om een beetje op voorhand te beginnen, je moet niet wachten tot er echt slachtoffers gevallen zijn, tot er echt mensen met geen idee wat ze hebben en ook dan zoeken ze ook niet snel genoeg hulp en dan worden er nog veel meer andere mensen besmet dan dat iemand denkt van ok ik kan dat hebben ik moet direct naar een dokter of naar een ziekenhuis ofzo. Ja. Ok. Dan vind je dat jij al genoeg geïnformeerd bent voor als er een epidemie, stel Ebola breekt uit in België ben jij dan, denk je ik kan het aan, ik weet wat ik moet doen? Goh, ik denk van wel, maar dat komt ook omdat ik geneeskunde studeer… Ja. Stel dat je, laat dat even vallen, niet wat je uit cursussen leert maar door wat je bijvoorbeeld ziet op het nieuws, wat je hoort van de media, van de overheid, op basis daarvan zeg je van ik kan het aan of… Goh, moest ik niet geleerd hebben hoe dat ik heel goede handhygiëne zou moeten doen om u handen volledig te ontsmetten zou ik dat absoluut niet weten en zou ik dat absoluut niet doen en dan maak ik mij wel zorgen over wat mensen allemaal wel verspreiden met hun handen als ze niet eens goed weten hoe goed ze hun handen moeten wassen, dat is echt veel extremer dan dat je denkt als gewone burger dus ik denk dat er toch wel iets zou duidelijker mogen gemaakt worden van handen wassen allemaal wel goed en wel, maar wast ze dan ook goed. Alleen al dat, zoiets kleins, zouden ze toch wel een beetje beter duidelijk maken denk ik. Ja. Ok. Dus denk je nu, dus je denkt dat je niet 100% goed geïnformeerd zou zijn moest je geen geneeskunde doen? Inderdaad Ok. Dan wat moet er gecommuniceerd worden, nl. welke informatie wil je krijgen, wil je alleen informatie waar dat men zeker over is of dat ze eerder zeggen van kijk we weten het nog niet, we zijn daar wel eerlijk over maar we weten het nog niet, dat kan natuurlijk paniek, geen paniek… Transparantie, hoe zou jij dat en wat is het verband voor jou met geloofwaardigheid en vertrouwen? Ja ik denk iets eerlijk zeggen van kijk we weten het nog niet maar we zijn er mee bezig, vertrouw ik beter dan zo ja, het gaat echt, we zijn praktisch zeker dat het dat is, bijna zeker zo. Zo de andere opties overwegen we eigenlijk niet meer, we denken dat het dat is, dat vertrouw ik veel minder dan dat iemand zegt we weten het nog niet, we zoeken het nog uit, de pistes liggen nog open, zo van die dingen. En dan mag dat gerust van mij ook gezegd worden, ik heb daar geen probleem mee. Ik vermoed dat sommige mensen daarop zullen reageren van ja maar waar zijn ze nu mee bezig, ja, de artsen en mensen van de overheid zijn ook allemaal maar mensen die moeten dat ook uitzoeken en sommige ziektes zijn nieuw dat moet ook ander aangepakt worden dan die die al geweest zijn, soms is er gewoon geen precedent… En geen vaccin. En geen vaccin, dus je moet ergens beginnen en ja dat gaat dan ook wel snel vooruit als er genoeg mankrachten, genoeg ook fondsen natuurlijk achter zitten, dan denk ik wel dat dat snel vooruit kan gaan. Dus toch wel transparantie en eerlijkheid zorgt voor jou voor meer geloofwaardigheid en vertrouwen? Ja 147
En dan een zeer algemene, voor sommige mensen, moeilijke vraag, maar heb je vertrouwen in de Belgische overheid? Ja, toch wel. Ja. Eerlijk gezegd wel als ik zo kijk naar andere landen allé, hoe dat Griekenland hoe zijn regering het land in de grond geboord heeft, en dan Italië enzo, zo dicht bij ons nog, ik heb het dan nog niet over de landen veel veel verder, maar echt dicht bij ons, dan denk ik dat wij eigenlijk totaal niet mogen klagen. Dat ons systeem best wel nog goed in elkaar zit ook nog. Dus jij hebt vertrouwen dat de Belgische overheid Ebola nog aan kan, als het hier uitbreekt? Ik denk ja… ik denk dat Ebola nu wel een speciaal geval is omdat dat toch, de reden dat dat zo snel gegaan is in die derde wereld landen is ook omdat de hygiëne daar extreem, extreem slecht is. En als het dan bijvoorbeeld via overdracht van lichaamsvloeistof dan is ook zo iets, door lucht gedragen dat verspreidt zich overal, maar daar voor moet je echt al heel slecht hygiëne is. Ik denk dat de kans dat het echt hier zou uitbreken heel erg klein is. Maar mocht het toch gebeuren denk ik dat er wel snel zou opgetreden worden. Misschien in het begin een beetje chaotisch zoals België altijd, maar op den duur zal dat wel goed komen denk ik. En heb je vertrouwen in de Europese instellingen, en dan heb ik het ook o.a. over die ECDC, dus los van de politiek? Zou dat groter of kleiner dan de Belgische overheid zijn? Ik denk dat dat groter is, want die zien dat dan ook op grotere schaal, ik denk dat die dat wel goed kunnen optreden als het uitbreidt naar andere landen, maar voor de controle te houden en zo is dat ook goed, maar echt voor zo te gaan behandelen en in te perken zijn die te groot dat kunnen ze niet genoeg vatten. Dan moet je boots on the ground hebben hé. Ja voilà Ok, dan, wanneer vind je dat het communicatiebeleid van de overheid geslaagd is, wat denk jij dat de doelstellingen moeten zijn van het communicatiebeleid van de overheid? De doelstellingen… Dus dan heb ik het over de ziekte moet weg zijn, iedereen moet geïnformeerd zijn, iedereen moet zich gerust voelen, iedereen moet vertrouwen hebben in de overheid, allemaal andere verschillende factoren die je kan combineren of… Wat denk jij, of de media moet goed gefunctioneerd hebben, of…? Ja, sowieso dat de media goed functioneren en ook heel goed in het oog houden wat dat ze gaan rapporteren en wat niet. Ook om geen angst te gaan zaaien en ook om de mensen niet onnodig schrik aan te jagen dat er nu zoveel doden gaan vallen ofzo, ik bedoel, als het waar is mag het gezegd worden maar ik zou geen mythes of één of andere dokter die toch overtuigd is dat het slecht wordt aangepakt enzo, daar hebben wij ook niets aan. En ja, maatregelen sowieso moeten goed gecommuniceerd worden via eender welke weg. Eventueel zo een gespecialiseerde overheidswebsite ofzo, dat vind ik eigenlijk ook wel nog betrouwbaar, ik ga dat niet echt gaan raadplegen, maar dat is wel belangrijk dat dat onder controle staat enzo. Voor de rest, iedereen vertrouwen in de overheid gaat hebben dat gaat toch nooit gebeuren, dat zie ik ook niet als een grote doelstelling, hoe u daar niet mee bezig. Maar hou u bezig met de praktische kant en zolang dat die in orde komt dan ja is het voor mij wel goed denk ik. Ja, ok. En hoe moet de overheid de bevolking zien, als actief of als passief, en dan heb ik het over eigenlijk actieve of passieve communicatie, tweezijdige of eenzijdige communicatie, wat wil zeggen dat bij passieve of eenzijdige communicatie ga je als overheid een boodschap uitsturen en dan moet de bevolking dat gewoon aanvaarden dus dan zie je de bevolking eigenlijk als één massa, terwijl als je actief dan ga je tweezijdig, dan ga je voor interactie, dialoog en dan zie je de bevolking als een interactieve 148
partner waarvan je ook feedback kan krijgen, het heeft natuurlijk al zijn voordelen en nadelen, wat denk jij? Ik denk ik zo’n geval dat actief het beste is omdat ze dan ook beter weten wat er speelt bij de bevolking, wat zijn de zorgen, wat moet er aangepakt worden, wat moet er gecommuniceerd worden, want als je niet weet wat er speelt, waar dat er angst voor is, weet je ook niet hoe je moet gaan rapporteren natuurlijk. Dus ik denk in dit geval toch meer actieve. Ja. Ja Dan, wat denk je dat de rol van de media moet zijn ,dus de journalisten bij een uitbraak van een epidemie, je hebt al gezegd ze mogen geen mythes enzo verspreiden? Ze moeten kritisch zijn hé, journalisten mogen altijd kritisch zijn, liefst zelfs. Los aannemen is ook nooit goed, maar het moet gewoon betrouwbaar blijven als het wordt gerapporteerd, er zal altijd wel een arts zijn en die zal ook wel een grote naam hebben die een andere theorie heeft over dingen, en dat is ok, rapporteer dat dan ook, maar geen voorpaginanieuws. Maak het niet zo dat er nu één iemand totaal anders zegt dan wat dat de overheid aan het doen is, en oh het is allemaal fout aan het gaan want dan komt de paniek en dat is nutteloos. Dus ik wil dat gerust horen als er iemand dat denkt en als er iemand dat wil zeggen, daarvoor wilt uitkomen, dat is ok, ik wil dat graag weten maar dan moet dat ook wel gezien worden als een andere visie en niet als nu dat is de waarheid. En dan moet dat ook zo gerapporteerd worden, niet als voorpaginanieuws. En denk je dat dan de overheid, de verhouding tussen de overheid en de media, omdat je hebt gezegd ja media zou beter niet iets zeggen dat volledig haaks staat op wat de overheid aan het doen is mits geen paniek te zaaien, denk je dat de overheid en de media partners moeten zijn, of de media boven de overheid, of overheid boven de media? Sowieso niet de overheid voor de media, persvrijheid is heel belangrijk, maar de media moet ook gewoon zijn maatschappelijke rol daarin beseffen en moet voor zichzelf inzien dat zij heel belangrijk zijn in de communicatie naar de burger, ook los van de overheid, en wat zij zeggen gaat een heel grote invloed hebben op hoe dat de bevolking zich voelt dus ze moeten dat zo een beetje voor zichzelf weten van wat gaan we hier doen, hoe gaan we dat aanpakken en de overheid heeft daar niet altijd iets in te zien en ja ze, kritisch zijn is nodig, dat is belangrijk. En rapporteer dat van wat dat de overheid zegt en doet zo objectief mogelijk en ja. Maar hou het op een niveau dat de mensen het kunnen begrijpen en ook een eigen mening kunnen vormen maar dat ze wel weten wat dat ze het best doen. En zou het bijvoorbeeld nuttig zijn denk je dat de overheid afspraken maakt, los van persvrijheid, maar gewoon over bijvoorbeeld ah je hebt informatie over iets nodig dan gaan wij u dat geven, je mag nog andere bronnen zoeken maar dat de overheid eigenlijk als bron dient voor de media of dat er toch afspraken worden gemaakt dat ze elkaar helpen, want uiteindelijk de media zal ook wel een stuk willen verkopen maar toch ook wel een stuk willen helpen of… Zeg je van goh dat is al zo uitgebreid de media is een onafhankelijk orgaan en doet dat wel op zijn eigen? Goh gewoon eigenlijk een optie dat als de media iets nodig heeft dan heb ik het liefste dat ze het eerst eens vragen aan de nationale instellingen, die dat er volgens mij ook het beste over geïnformeerd zijn, dan dat ze gaan zoeken eender waar naar informatie, dus dat zou wel goed zijn moesten ze die optie hebben om eerst bij hun ten rade te gaan en dan nog het recht te hebben om eender waar anders informatie te gaan zoeken. Maar ja ik denk dat er toch wel een soort van verstandhouding moet verstaan, maar ik denk ook dat de media het niet zou afslaan als de overheid iets zegt, als er een persconferentie komt ofzo, dan zullen ze er ook wel allemaal wel bij zijn, dat is toch ook wel een belangrijke bron van informatie voor hun ook. 149
Ok, en wat vind je van de verslaggeving van de media hier in België omtrent Ebola? Goh ja dat blijft natuurlijk een ver van mijn bed verhaal en ja. Was het objectief, was er genoeg informatie voor jou, te weinig, wat voor soort informatie, ging dat meer over de hoe en wat of was het de plaatsen of? Het was genoeg informatie, het moest zeker niet meer zijn om terug niet die angst te gaan hebben, want uiteindelijk was het ook wel ver weg en de kans dat het naar hier zou opkomen was zeer klein. Er zijn wel gevallen geweest in Amerika maar allemaal via gezondheidswerkers die er dan ook gewerkt hebben, dus ik vond de verslaggeving wel goed, maar het moest ook meer gaan worden dan, het was te vroeg om te gaan zeggen van wat te doen als er hier nu Ebola komt. Dat was echt nog niet aan de orde, allé ik denk dat nu ook grotendeels onder controle is in de probleemlanden en als het dan niet zo is dan vind ik dat dat nu iets te weinig wordt gerapporteerd, de mode is er zo een beetje over, het was eerst heel veel en nu heel weinig. Het mag een beetje ja, stand van zaken wil ik wel af en toe eens weten maar dan op een heel objectieve manier. Dat moeten niet per se cijfers zijn, maar gewoon kijk waar is het nu en ja. Ik denk dat er nog altijd iets, ja de mode was er nog te veel rond en dan, dan wordt er al snel eens iemand gecontacteerd die er werkt en dan van hoe is het daar allemaal wel om te hopen om ik weet niet van wat exotische verhalen te horen en daar hebben we uiteindelijk ook niets aan. Dan, hoe ervaar je zelf de uitbraak van Ebola, schrik? Nee. Ik heb geen schrik nee, ja want dat is zo ver weg en dat is zo een ziekte die echt al op extreem onhygiënische manieren moet doorgegeven worden. Ik denk dat dat hier nooit niet zou grote proporties gaan aannemen, sowieso niet. Goh, ja. Schrik heb ik niet nee, helemaal niet. Maar ik vind het natuurlijk wel erg dat het gebeurt. En je kan maar hopen dat de omstandigheden daar ook op vooruit gaan en dat daar ook de kans kleiner wordt dat er zoiets gebeurt, het gebeurt er nog te vaak. Dus ja, ik zit daar wel mee in, maar schrik voor mezelf of voor mijn omgeving niet echt. En denk je dat de overheid alle informatie aan jou gegeven heeft? Goh, al die dat ik moest weten wel. Ik denk dat ik niet zoveel moest weten ook. Nee, maar denk je dat ze eerlijk zijn geweest? Goh, ik denk dat ze wel aanvankelijk zullen ze de omvang van de situatie beperkt hebben in de verslaggeving ook om opnieuw niet weer die paniek te gaan zaaien. Wat ik ook wel kan begrijpen omdat de omstandigheden daar niet te vergelijken zijn met hier, ze zullen ook niet zeggen van kijk dat is nu zo snel gegaan, zoveel mensen ziek geworden maar eigenlijk weten wij heel goed dat dat hier niet gaat komen, mensen gaan dat niet geloven, die gaan dat niet aannemen. Dus ik denk ook wel dat ze in het begin gezegd hebben van we gaan dat een beetje, ja, beperken, ik noem dat niet graag liegen. Maar voor ieder zijn beste, beste wil eigenlijk. Het is ook niet goed om direct alles te gaan doorgeven denk ik. Dus je vond het communicatie van Ebola van de overheid goed? Ik vond het ok ja. Ik had er geen problemen mee. Ok. Voilà, dat was het. Dank u voor je medewerking, heb je zelf nog vragen? Nee Ok. Voilà.
150
13.7 TRANSCRIPT RESPONDENT 7 Ok, dus het is in het kader van mijn thesis voor crisis en risicocommunicatie van de overheid zowel Europees als Belgisch, met een case study van Ebola bij epidemieën. Alles is anoniem, ik weet niet of dat je wenst een contract te tekenen ofzo voor anonimiteit? Voor mij hoeft dat niet. Alles wordt ook opgenomen en getranscribeerd als je wil kan ik u die doorsturen? Nee, niet nodig. Ok. Ik ga eerst beginnen met een paar algemene vragen, nl. wat versta jij onder een epidemie? Ja iets dat plots uitbreekt en heel de bevolking aantast of een groot deel van de bevolking en dat het voor veel mensen slecht afloopt. En die iets dat is dan een ziekte ofzo? Ja. Een griepepidemie is dan ook dat iedereen het plots heeft zitten. Dus plots en veel mensen en impact op verschillende gebieden? Ja Wat versta je onder een crisis? Dat kunnen verschillende soorten dingen zijn… Zeg maar… Iets dat erg slecht is, zoals economische crisis dat als je geen geld hebt, gewoon in het algemeen is dat iets negatief en dat kan eigenlijk op alles een beetje slaan denk ik. En voor wie is dat negatief denk je? Vooral voor de bevolking denk ik en ook voor als een land in crisis is dan is dat slecht voor heel het land op zich, niet alleen de bevolking lijdt daar onder maar ook waarschijnlijk zo contacten met andere landen ook. Voor alle betrokkenen dan eigenlijk? Ja Ok. En wat versta je onder een risico? Een gokje wagen. Ik denk dat zo ja als je een risico pakt ben je niet zeker hoe het gaat uitdraaien en dan is het erop of eronder. Een onzekerheid… Ja En denk je dat er een link is tussen risico en crisis? Ja dat zal wel denk ik aangezien dat je niet… ja… Ik weet het niet ja, dat is, ik weet sowieso dat er wel een risico is en daardoor kan er wel een keer een crisis ontstaan als het slecht afloopt. Ja, kan je kort zeggen wat je denkt dat de impact van zo’n crisis kan zijn, op welke niveaus of vlakken dat dat een invloed kan hebben? Het enige dingen dat ik ooit zo al heb gehoord van zo crisis dingen is dat dat echt zo mensen meer gaan moeten betalen, dingen worden duurder, mensen worden minder betaald, dus gewoon dat ja… 151
Maar dat is dan meer economische crisis hé, maar stel dan bijvoorbeeld ook een epidemie of het kan ook bijvoorbeeld het feit dat we heel geen regering hadden dat is ook een crisis, al die verschillende gebeurtenissen wat voor impact? Dat is enorm veel werk om dat weer allemaal op puntjes te krijgen, om dat weer goed te krijgen, hoe langer dat het duurt hoe slechter, hoe moeilijker dat het dan wordt uiteindelijk, dus ja dat heeft wel een grote impact op veel dingen ja, ik weet niet, ik ben daar zelf niet zo hard mee bezig. Ok, dus een crisis je had wel gelijk plots evenement, natuurlijk het kan al even bezig zijn dus het is waarschijnlijk eerst een risico geweest, een risico is een gevaar, de kans op een crisis eigenlijk. Dus als je weet die en die factoren gaan slecht, bijvoorbeeld met die economische crisis kan dat leiden tot, dan heb je risico op crisis. En de impact kan, bijvoorbeeld bij een epidemie, kan economisch zijn, sociaal maar ook maatschappelijk dus in heel veel structuren van de maatschappij kan dat een invloed hebben. Dus gewoon dat je gewoon dezelfde terminologie mee hebt als ik dat is belangrijk voor het volgende. ok dan wat specifiekere vragen, wat denk je dat de rol van de overheid moet zijn bij een uitbraak van een epidemie? Ik weet niet, ja, alles in goede banen proberen te leiden, controle hebben over zaken dat niets uit de hand loopt en ja dat ze proberen van hoe slecht dat het ook gaat iedereen toch het beste geven wat ze nog kunnen bieden. Ja en dan ten opzichte van de bevolking? Ja ik weet het eigenlijk niet goed. Nee, allé, ik weet niet. Ok geen probleem. Dan een andere vraag, wie denk je dat er moet communiceren nl. welke overheidsinstellingen, zie je dat ministeries of aparte instellingen of, denk je aan iets of zeg je goh ik weet het echt niet? Ik heb er eigenlijk echt geen flauw idee van. Nee, ok. Heb je dus meestal is dat bijvoorbeeld bij een epidemie is dat het ministerie van volksgezondheid bijvoorbeeld, kan ook het ministerie van buitenlandse zaken zijn, maar kan ook een aparte organisatie, bijvoorbeeld het crisiscentrum zijn. Maar algemeen heb je meer vertrouwen als nationale overheidsinstellingen dat doen of als Europese overheidsinstellingen dat doen? Hmmm. Van wie denk je heb je het liefste informatie? Nationaal dan toch wel. Want dat is ook dichter bij ons betrokken hé. Dat is niet zo grootschalig dan heel het Europese. En dat is waarschijnlijk ook wel duidelijker wat, hoe ernstig dat het is. Ik zou toch wel meer vertrouwen op nationale dingen dan. Ja. ok. Dan ken je de ECDC? Nee. Geen probleem, dat is de European centre for diseas prevention and control, dat is eigenlijk een Europese instelling die instaat voor epidemieën enzo en voor andere ziekten, daar zit een heel team van wetenschappers achter en die doen ook communicatie, die schrijven ook communicatierichtlijnen uit dus voor alle EU-landen. En wat denk jij dat er in die richtlijnen zou moeten staan, wat denk jij dat belangrijk dat de overheid dan die Europese instelling zeker moet doen voor de bevolking? Dan effectief over ziektes dan? Ja ja echt over epidemieën. 152
Dat ze alleszins de bevolking laten weten hoe dat ze kunnen voorkomen om zelf ziek te worden, waarop dat ze allemaal moeten letten, hoe groot dat dat risico is, allé de kans dat je ermee kunt zitten en… Ja, hoe ernstig de gevolgen kunnen zijn als het echt iets heel slecht is, zoals Ebola van zoveel mensen kunnen daarvan doodgaan en ook vooral hoe dat ze er van kunnen genezen ook. Allé ik vind dat toch wel, ja. Dat is het zo wat denk ik. Dus allemaal wat concrete informatie? Ja. Dat gewoon zo iedereen snapt wat dat er gebeurt en dat iedereen begrijpt wat dat ze kunnen doen. Ja. Absoluut. Welke, in die communicatierichtlijnen, in die communicatie, wie heb ik al gevraagd qua instanties maar dan qua woordvoerder, heb je liefst dat dat wetenschappers zijn, opinieleiders, politici? Ik denk dat wetenschappers wel het logische zou zijn, want ze hebben er wel verstand van ook en ik denk dat mensen ook sneller overtuigd gaan zijn als ze weten het is iemand die er mee bezig is en die weet, die echt gewoon alles begrijpt dan bijvoorbeeld een of andere politicus dat doen, want die zit daar, die kent uiteindelijk niet echt wat dat de ziekte dan is ofzo. Ja, absoluut. En dus die zullen meer kennis hebben, denk je ook dat die meer vertrouwen ofzo uitstralen, zou je daar meer vertrouwen in hebben of maakt dat voor jou niet zoveel uit, is het meer het kennis gedeelte dat belangrijk is? Goh ik denk vooral als je weet dat er iemand is die er meer kennis over heeft dat dat sowieso ook meer vertrouwen uitstraalt. Dat is ook zo gelijk met die reclamespotjes van de tv dat er zogezegd een tandarts staat dat er praat, mensen gaan daar sneller mee weg zijn, dan dat daar een kindje ofzo staat te praten. Ik denk gewoon dat de manier van brengen en door wie dat dat wel een grote invloed heeft op het overtuigend en geloven erin. Ja. ok. Super. Dan over hoe denk je dat er gecommuniceerd wordt, nl. via welk medium? Dus zijnde meer traditioneel of sociale media? Dus bijvoorbeeld televisie, radio, print dat is allemaal meer traditioneel, sociale media hebben we het dan meer over facebook, twitter. Ik denk voor, het is te zien voor welke bevolking, welk deel van de bevolking dat je wil aanspreken want als dat meer die jongeren is, gaat dat denk ik logischer zijn om het dan sociaal te delen, maar als het dan oudere mensen die risico lopen denk ik dat het vooral televisie, radio, krant zou moeten zijn. Het is zowat te zien wat de doelgroep is. Dus een doelgroepbenadering qua media? Ja Hoe heb jij het nieuws opgevolgd over Ebola? Als je het hebt opgevolgd… Ik heb daar eigenlijk niet zo heel veel allé ja. Nee maar je weet wel wat het is, dat het er is geweest, hoe ben je dat te weten gekomen? Door naar het nieuws te kijken wel en met mijn ouders enzo, ik weet niet ook zo op tv eigenlijk omdat ze daar ook zo met scheire en de schepping ook eens over bezig waren en allé en natuurlijk op hln staat dat, stond het er vol van, dus het is zowat de twee dat ik het wel heb gehoord en gevolgd en ook via gewoon ja mensen die je op straat tegenkomt die erover praten. Het is zowat, dingen zoals Ebola dat is groot, dat gaat op elke vlak iedereen aanspreken. En dan je zegt dan hln.be dat is een online krant, dus dat is nog altijd een krant, lees je dan over zo een zaken dan liever online of offline? 153
Ik denk dat ik voor zoiets eerder naar, dat maakt mij niet uit of dat nu online of offline is, maar dan wel iets betrouwbaars, zoals op eos websites ofzo, dat je echt zoiets hebt van dat is geschreven door mensen die er iets van weten, die er iets vanaf kennen. Want hln is nu een stom voorbeeld, maar dat is niet echt de beste bron om te hebben voor zoiets. En je wist dus dat er Ebola was, heb je zelf verder informatie opgezocht of niet? Niet direct eigenlijk, omdat ik, het zat niet direct bij ons ook hé, het was vooral Afrika dat getroffen was dus, ik zit wel nog safe. Maar moest het dan dichter gekomen zijn zou ik misschien wel dingen opgezocht hebben, maar. Het is gewoon omdat het zo ver was. En als je informatie zou opzoeken, hoe zou je dat dan doen? Ja, via google gewoon en dan kijken naar wetenschappelijke websites of zoals ook zo websites zoals ‘i fucking love science’ daar staan er ook enorm interessant dingen op, dat je daar misschien wel iets op kunt vinden erover. Dus. En een overheidswebsite ofzo of weet je niet of die bestaat? Nee Ok. Dan over de timing, dus wanneer dat er moet gecommuniceerd moet worden, vind jij dat er gecommuniceerd moet worden al voor een epidemie, dus zijnde als er een risico is van een epidemie of niet? Vanaf welk punt vind jij dat er moet gecommuniceerd worden naar de bevolking toe? Ik denk vanaf dat het duidelijk wordt dat het kan uitdraaien tot iets groots als dat zo, stel nu dat er drie, vier mensen maar met Ebola zaten dat dat niet echt veel zou, dat dat niet echt nuttig zou zijn om dan echt heel de wereld daarover aan te spreken want wie weet blijft het er dan ook gewoon bij en zitten er heel veel mensen met paniek en schrik. Dat is gewoon zo wat onnutig, gewoon zo mensen onrustig en bang maken als het niet nodig en dan vind ik niet echt dat dat moet, maar vanaf dat ze beseffen ok dat kan hier echt wel serieus erg worden, vanaf dat moment is het wel dat ze zo snel wel iedereen moeten kunnen informeren daarover. Als het iets kleinschaligs is dan denk ik niet echt dat dat nodig is, tenzij de mensen die wel veel kans hebben natuurlijk. Maar niet zo wereldwijd. Ja. ok. Vind jij dat jij al genoeg geïnformeerd bent over Ebola? Zeg je als Ebola hier komt hier in België ik weet wat te doen, ik weet hoe ik het moet aanpakken of voorkomen? Eigenlijk niet, omdat ik er zelf ook niet echt iets over heb opgezocht dus, en ja het zullen waarschijnlijk wel dingen geweest zijn op tv, of in de krant of op internet hoe dat je moet reageren en wat dat je moet doen, hoe dat je moet doen als het er is. Niet echt hoor, dus… Ah ok. Maar ja… Ik denk… Ik denk moesten ze dat dan wel zouden gedaan hebben dat ik het dan wel nog altijd nog niet zeker ben of ik het dan al zou weten of niet, omdat ik uiteindelijk heb ik er zelf niet zoveel aandacht aan besteed. Dus je hebt ook niet echt schrik voor Ebola, dat je zegt van ik ben het toch maar eens gaan opzoeken van stel als? Nee, eigenlijk niet.
154
Ok super, dan dus over informatie enzo, dat we hebben gezegd weten wat te doen tijdens zo een, voor een uitbraak, zou je graag weten wat dat je moet doen al voor de uitbraak er is, dus als nu bijvoorbeeld een kleine opleiding gegeven of het wordt even gezegd in de les, weet ik veel, zou je dat nuttig vinden of zeg je van goh dat is misschien een beetje overdreven? (zucht) tja, ik weet het eigenlijk niet goed. Ik denk als het iets is dat mij zou interesseren zou ik dat wel nuttig vinden natuurlijk, maar om echt zo in de les dat zou ik misschien een beetje overdreven vinden. Maar als ze zeggen, bijvoorbeeld in Gent er is op dat moment, daar een hele uitleg, een informatieding erover dan is dat wel ok denk ik. Maar als je echt zo iedereen in kleine groepjes, dat zou wat overdreven zijn denk ik. Of via de media, zou je dat nuttig vinden, bijvoorbeeld er is een sociaal media account waarop je alles kan vinden, zou je dat nuttig vinden of? Ja dat wel. Ja. allé ja. Ik denk van wel. Maar, je hebt dus liever voor dat de uitbraak, dus nu op dit moment is het een risico, het is hier nog niet in België, zou je op deze moment al willen weten wat je moet doen of niet? Goh nu niet direct op dit moment, maar als ja ik zeg het, zoals ik daarnet al zei, als ik wat begin te horen van de kans wordt groter en groter dat het naar hier ook ga komen dan zou ik dat wel interessant en nuttig vinden natuurlijk, dat ik weet wat ik moet doen. Dus op de tipping point van risico naar crisis dan wil je eigenlijk, nog net niet maar? Ja. Eigenlijk zou het waarschijnlijk net iets te laat, toch op het nippertje zo. Ja ok, cava. Dan over wat er moet gecommuniceerd worden, nl. welke informatie, wil je over alles op de hoogte zijn van wat er aan het gebeuren is? Goh, nee ik denk gewoon het belangrijkste wel, maar dingen waar dat wij dan niet echt iets op te zeggen hebben of iets mee te doen hebben dan… Hoe bedoel je? Als je zegt van echt van alles op de hoogte zijn, van, bedoel je dan ook hoe de wetenschappers er dan mee omgaan enal? Ja, bijvoorbeeld met dat vaccin ofzo, ze zijn daar nu aan bezig, allé zo van die dingen hé, of bijvoorbeeld er is een mogelijkheid tot een Ebola uitbraak in België maar ze zijn het nog niet zeker, wil je dat weten of zeg je ik wil zekere informatie, ik wil dat ze van alles zeker zijn en het voor mij betrekking heeft dan wil ik er van weten of niet? Awel ja dat wel en dan mag het ook wel alles zijn. Als het niet zeker is dan kan je over enorm veel verschillende dingen plots allemaal informatie krijgen en dan gaat dat ook wat te veel worden he. Dus vanaf het moment dat het zeker is wil ik het ook wel allemaal weten. En heb je dan liefst dat ze zeggen in een communicatie dat ze hun onzekerheid toegeven, dus ze zeggen van kijk we zijn daar mee bezig maar we weten het nog niet of zeg je van ik moet het gewoon nog niet weten als het nog niet zeker is? Goh ze mogen wel zeggen van we denken dit maar we zijn het niet zeker, maar het moet dan wel zo beperkt zijn dan moet er zo niet een muur van informatie op u afkomen denk ik. Allé het is leuk, allé leuk, het is handig om op de hoogte gebracht te worden van het kan er zijn maar het is nog niet zeker, maar dat is dan ook wel genoeg om te weten van het zal misschien wel zo zijn. Anders ja… Ik maak mij daar eigenlijk echt niet zoveel druk over dus… 155
En ook zou, wil je dat de overheid volledig transparant is dus, alles, dus je wilt over bepaalde dingen wel alles weten, maar is dat wel altijd mogelijk en wil je eigenlijk eerlijke communicatie of zeg je als er iets paniek zou beginnen zaaien of zo weet ik het liever niet of juist wel? Goh ik zou het wel eerlijk communicatie verkiezen boven dingen verdoezelen of verzwijgen, want ik weet niet, dat kan wel voor paniek zorgen enzo maar langs de andere kant weet je het dan wel hé, en ok ja niet iedereen gaat paniekeren, sommige mensen wel, maar ik denk nu niet dat dat uiteindelijk voor zoveel problemen zou zorgen dan, maar allé, ik weet niet, als er iets is dat mensen moeten weten moeten ze dat ook echt eerlijk communiceren. Maar zo gewoon echt dingen echt verzwijgen zou ik niet echt appreciëren denk ik. Ja. Dus je zou liever eerlijke communicatie, zou je dan meer vertrouwen in de overheid hebben of niet? Het is te zien wat dat ze ermee gaan doen dan hé. Allé ze kunnen eerlijk zijn maar er niets aan doen dan, ja dan heb je ook niet echt vertrouwen in de overheid ofzo hé dus, als ze zeggen het is allemaal, het zit zo en zo in elkaar en wij gaan dit en dat proberen dan kan dat wel wat voor vertrouwen kweken denk ik. Dus de daad bij het woord voegen? Ja Ok, dan nog een beetje een algemene vraag, moeilijke vraag voor sommigen, heb je vertrouwen in de overheid, dus stel Ebola breekt hier uit in België, het vertrouwen dat de overheid het alleen, zonder Europese ondersteuning ofzo, het alleen aankan. Maar ik denk dat er, ik weet niet of ik juist ben of niet maar ik denk dat er in de overheid nog al vrij veel tegen elkaar wordt gesproken van de ene zegt dit doen de andere zegt nee, nee we moeten dit doen. Op dat vlak heb ik er dan geen vertrouwen in, maar als je uiteindelijk wel kunt luisteren naar de persoon waarvan je denkt die heeft gelijk en als het zo wordt opgelost dan, dan zou ik er wel vertrouwen in hebben, dus het ligt zowat dubbel. Als ze elkaar heel de tijd tegenspreken dan, logisch dan dat je dan ook geen vertrouwen kunt hebben erin, maar als mensen met hun gezond verstand een keer doorhebben van het moet echt zo zijn, dan wel. En wat denk je dat het meest waarschijnlijke scenario is, dat ze overeenkomen of niet? Ik denk het niet eigenlijk. Dus eigenlijk niet echt vertrouwen? Wel als ze de juiste beslissing kunnen maken, maar ik denk niet dat dat kan gebeuren bij ons. Dus sceptisch wantrouwen een beetje? Ja je kan het zo verwoorden. Ok, wanneer vind jij dat het communicatiebeleid van de overheid geslaagd is, dus wanneer denk jij ze hebben over dat en dat gecommuniceerd dan is het goed voor mij, of op die manier, met die mensen of hoe zie jij dat? Goh… Voor je eigen dan gewoon, wanneer zeg je van ok ik weet wat ik moet weten? Ja ik vind dat zo moeilijk omdat zo alleen voor mij neigen te kunnen zeggen, want dingen waar dat ik iets heb is het waarschijnlijk voor zoveel andere mensen niet geslaagd. Maar het mag even voor jou alleen zijn, het is wat jij denk van wanneer een communicatiebeleid slaagt. 156
Ik denk gewoon het is geslaagd als er, als er eerlijkheid is en dat mensen ook gewoon weten van wat er gebeurd is en dat ze ook weten van wat ze moeten doen en gewoon dat er, dat ik niet zo uit de lucht zou vallen van ah wow nu moeten we dit doen, vanaf dat ik van alles weet en op de hoogte ben van het gaat dat gebeuren, dat gebeuren en dat gebeuren en dat ik zo mijn planning heb zogezegd in mijn hoofd, dan is het ok, dan ben ik tevreden en dan is het voor mij wel geslaagd dan. Ok super. Gewoon niet voor verrassingen komen te staan en dat maakt niet uit of dat het via krant of facebook, zolang dat ik het weet is dat voor mij ok. Ja… Nee nee perfect. Dan hoe moet de overheid de bevolking zien als een actief publiek of als een passief publiek en dan heb ik het eerder over niet over daden stellen ofzo, maar op vlak van communicatie dus een actief publiek daar wil je een dialoog mee en een passief publiek dat is eigenlijk klassieke massamedia, één boodschap voor een uniform publiek dat niet reageert. Dat is een moeilijke vraag… Je mag er even over nadenken hoor. Ja maar dat is zo, beiden kunnen goed en slecht zijn hé. Als ze ons zien als passief publiek is dat ok want dan weten ze van er gaat geen tegenspraak komen, ze gaan doen wat dat er gezegd wordt en dan heb je waarschijnlijk het minste bullshit van al en het minst gezever, maar langs de andere kant als mensen als een actief publiek worden gezien en ze kunnen echt iets inbrengen ook van, allé ik weet niet, dat dat als ze denken dat beter is, dat het helpt dan, ma ja ik denk waarschijnlijk in het algemeen wel beter als wij gewoon als passief worden gezien, tenzij als het niet goed is wat ze zeggen. Dus een combinatie met passiviteit met een limiet erop. Ja Dus dat je wel een halt… Allé ze kunnen, ik vind dat geen slecht ding dat ze ons gewoon zeggen van bam dit, maar als mensen doorhebben van hmm dat klopt precies wel niet dat we dan niet zoals schaapjes moeten blijven zitten en luisteren maar dat we iets kunnen hebben van nee, nee zo wil ik dat niet. Dus luisteren naar de overheid in de mate dat ze het goed doen als er dan iets fout loopt de mogelijkheid om te kunnen zeggen nee Ja. En denk je dat het handig zou zijn om bijvoorbeeld een website te hebben waar dat je dan vragen zou kunnen stellen, algemene FAQ vragen ofzo, of niet? Of heb je daar nog niet over nagedacht? Ik heb daar eigenlijk echt nog niet over nagedacht. Nee nee dat is niet erg, geen probleem. We zijn al bijna aan het laatste deeltje dus. Dan de media we hebben het al over het soort media gehad, maar natuurlijk achter de media zitten de journalisten, wat denk je dat de rol moet zijn, al die journalisten samen, bij een uitbraak van epidemie? Ja… Eerst en vooral dat journalisten dan proberen zoveel mogelijk informatie te krijgen op welke manier dan ook, al is dat naar het buitenland gaan of reportages of weet ik veel allemaal. En dat ze dat dan ook gewoon op een correcte manier overbrengen tot bij ons zonder dingen aan te passen of te verdoezelen, allé gewoon hetgeen wat ze krijgen aan informatie direct ook meedelen aan ons. Dus geen dingen achterhouden. 157
Een meer wetenschappelijke rapportering? Ja, het moet wel duidelijk natuurlijk zijn voor iedereen. Ja nee ik bedoel geen journalistieke opblazerij dat je bedoelde. Nee, nee dat moet ik niet hebben. Nee, ok. Hoe heb jij de verslaggeving van Ebola ervaren door de media? Of heb je daar niet echt een beeld over? Nee ik bedoel, vond je het goed, vond je het niet goed, zeg je van ik vond het saai, ik heb het niet onthouden of wat dan ook. Nee, ik vond het interessant om het te zien wat dat het was en wat dat het deed en van waar en allé, ik vond het goed dat ze dingen over hebben te communiceren met ons, met de mensen, maar allé ik vond ook soms een beetje opgeblazen omdat uiteindelijk nu hoor je er bijna niets meer over, dus het is even een moment geweest en dan dat moment is dat goed om wat informatie erover te krijgen maar ik denk dat er dan eigenlijk veel mensen zo schrik hebben opgelopen terwijl dat ik persoonlijk denk dat dat niet echt nodig was, maar ik vond het wel goed dat ze wel informatie erover hebben gegeven. En omdat je zegt nu rapporteren ze er niet meer over, vind je dat goed of slecht? Goh, ik vind het vreemd omdat er eigenlijk in mijn ogen van het één moment op het andere is dat gewoon bam verdwenen en wordt daar niks meer gezegd dus ik weet nu eigenlijk zelf ook niet is dat nu nog verder aan het gaan of is dat nu gestopt of hebben ze daar iets tegen gevonden of, dat vind ik nu gewoon jammer dat ik dat niet weet, ik geef dat toe ik heb er echt geen flauw idee van hoe dat dat nu zit met Ebola. Ja. Dus eigenlijk eerst opkloppen om dan ineens te laten wegvallen en eigenlijk meer onzekerheid eigenlijk te creëren? Ja awel, ik kan mij inbeelden voor mensen die echt enorm veel schrik hebben gehad dat die zo iets hebben van hoe zit dat nu. Dus ik vind als ze beginnen met iets te communiceren van pas op mensen dat ze dan ook wel duidelijk mogen zeggen van het is afgerond of het gaat nog door maar het gaat al beter. En denk je dat dat dan bijvoorbeeld de rol zou zijn, moeten zijn van de overheid om dan te zeggen tegen bijvoorbeeld de media van kijk steek er nog eens een berichtje in of niet. Denk je, een meer algemene vraag dan misschien, moet de media een partner zijn van de overheid of de overheid van de media, of meer los van elkaar of het één boven het ander of? Goh ik denk dat het niet slecht zou zijn moesten die twee samen dingen beslissen en communiceren zolang dat ja het niet opgeblazen is of van je moet dat nu zeggen aan de media, je moet dat nu verkondigen aan het publiek want ik zeg het of zo. Nee maar zoals, ik zou het niet slecht gevonden hebben moest de overheid gezegd hebben van nu laten jullie allemaal weten aan de Belgische bevolking hoe het zit met Ebola en wat er nog allemaal kan gebeuren en of het nu opgelost is of niet. Allé dat hoeft niet veel te zijn ook al is dat maar 10 sec. in het nieuwsbericht ofzo, ik weet niet, maar als het maar iets is en ja ik weet niet want ik denk niet dat journalisten op hun eigen dat zouden gaan doen want uiteindelijk het is niet meer een hip onderwerp dus waarom zouden ze er dan nog iets over schrijven of maken. Dus op dat vlak vind ik wil dat de overheid mag zeggen van doet dat eens. Dus zowat een vrij partnerschap? Ja, ik ga nu niet zeggen dat het een beter is dan het ander want dat vind ik niet. Dus gewoon een losse samenwerking, wederzijds respect en hopen dat de een de ander aanvult? Ok Dan nog een paar vragen over Ebola, hoe ervaar de uitbraak van Ebola? 158
Het heeft mij niet zoveel gedaan eigenlijk dus, ja, ik heb er niet echt mee ingezeten, ik heb ook geen schrik gehad ofzo, dus ik heb dat goed ervaren als je het zo kunt zeggen. En dan een beetje in dezelfde lijn van een andere vraag die ik al heb gesteld maar heb je vertrouwen in de overheid dat ze alles zullen doen om jou te beschermen tegen Ebola, als het naar hier komt? En denk je dat de overheid alle informatie zal vrijgeven? Dat denk ik niet, ik denk dat ze vooral voor hun eigen safe gaan willen spelen, allé dat de overheid vooral voor niet echt dat de bevolking niet echt op nummer 1 staat op dat moment maar meer zo hun eigen wat meer safe houden. Ik denk niet dat ze alles zouden vertellen of laten meedelen of, allé dus op dat vlak heb ik niet zo veel vertrouwen erin maar ja. ik weet niet. Hoe zou je het communicatiebeleid van de overheid evalueren nu met Ebola? Matig. Ze waren goed begonnen maar niet zo denderend geëindigd dan. Ja ok, goed, dat was het, dank u voor u medewerking, heb je nog vragen? Niet echt. Ok cava, danjewel. Graag gedaan.
159
13.8 TRANSCRIPT RESPONDENT 8 Interview 8 bevolking Ok dus dit is een onderzoek in het kader van mijn thesis rond crisis en risicocommunicatie van de overheid, zowel Belgisch als Europees bij epidemieën, met een case study over Ebola. Ik ga je gewoon een aantal vragen stellen, die worden opgenomen is dat ok voor jou? Ja. Anonimiteit is verzekerd ik weet niet of je dat je daar nog iets extra bij wil? Nee Nee ok. Ik ga eerst beginnen met een paar algemene vragen, er zijn geen goede, geen foute antwoorden, als je het gewoon even niet weet vraag dan om wat meer uitleg en dan leg ik het allemaal wel uit. Ok. Dus wat versta jij onder een epidemie? Ik denk dat dat is een ziekte die zich verspreidt over Europa ofzo, dat versta ik onder epidemie. Ja, wat versta je onder een crisis? Algemene paniek… wanneer dat de overheid iets doet en het bestempelt als crisis zou ik dat zien als crisis. En enkel de overheid of… dus algemeen hé, dus niet enkel op epidemieën. Goh, ja eigenlijk de overheid, ik denk dat zij wel bepaalde alarmen hebben ofzo. Dus enkel de overheid bepaalt of het crisis is? Ja. Wat versta je onder een risico? Moeilijk… Een risico op wat op? Als ik in het kader van ziekte zou ik denken als ik nu buiten het straat kom laten en het risico bestaat om besmet te worden, dat versta ik onder risico. En zie je een link tussen een crisis en een risico? Ik denk als bijvoorbeeld het risico zou bestaan dat we in België gewoon besmet zouden kunnen worden via de lucht met een of andere ziekte dat de overheid dat wel als alarm geven dat er een crisis zo dan denk ik dat dat zo een beetje in elkaar zit. En wat denk je dat de impact kan zijn van een crisis? Algemene chaos ik denk dat dat groot is. En op welke niveaus? Op alles, ik denk dat mensen niet meer zouden durven buitenkomen en mensen elkaar zouden beginnen mijden en er vlug beschuldigingen van hier naar daar zouden geworpen worden, maar ik denk als de overheid dat goed aanpakt dat dat snel kan, de crisis snel kan opgelost worden. Ok. Dus epidemie het is inderdaad een ziekte die zich verspreidt maar het heeft niets met Europa te maken, een epidemie kan overal, want in Afrika is er nu een epidemie hé. Het is gewoon een ziekte die snel verspreidt over een groot genoeg deel van de bevolking om van een epidemie te kunnen spreken. Een crisis staat volledig los van de overheid, er is een crisis als mensen denken dat het crisis is, dus het is een gebeurtenis met een enorme impact, inderdaad zoals je zei, bij epidemieën is dat inderdaad zeer 160
belangrijk mensen gaan zich mijden, wat gebeurt er zich als mensen zich niet meer in het publiek tonen, de horeca gaat naar beneden, de economie gaat naar beneden, mensen gaan niet meer vliegen dus het heeft een impact op alle dingen. En een risico is eigenlijk, dat was heel goed wat je zei, dat is de kans op een crisis, dus inderdaad stel dat je buiten komt, je krijgt Ebola en je gaat dan nog eens verder naar iedereen dat gaan overzetten, in het begin is dat een risico dan wordt dat een epidemie en dan is het een crisis. Ok dus dat staat allemaal in verband met elkaar? Ja Maar en, wat ging ik zeggen, wanneer een bepaalde of wat echt gewoon een crisis is, allé wanneer, waar is de grens tussen dat iedereen gewoon wat in paniek is en we spreken echt over een crisis. Een crisis is eigenlijk, het moment dat mensen denken eigenlijk dat het crisis is, dus het moment dat genoeg mensen dat denken en dat ook een impact krijgt, dus een risico heeft niet zo, als iedereen een risico loop op Ebola, heeft dat minder een impact of dat ze nu bijvoorbeeld naar het buitenland gaan reizen of niet. Als het crisis is gaan de mensen effectief zeggen nee ik doet dat niet meer. Dus op de moment dat er een groot genoeg impact is op mensen, kan ook bijvoorbeeld in een organisatie een crisis zijn, dus dat is een gebeurtenis met een grote impact en dat er eigenlijk voor zorgt dat je niet verder kan gaan zoals je nu aan het gaan bent. Ok ik snap het. Ok. Dus dat is zo wat de terminologie om verder te gaan, dat je wat in je hoofd houdt wat dat wat is. Ok, dan specifiek wat denk je de rol moet zijn van de overheid bij epidemieën? Ik denk wat ik daarnet zei dat ze kordaat genoeg reageren dat het niet een crisis wordt, dat de mensen niet beginnen minder buiten te komen of dat er echt structurele oplossingen worden voorzien aan mensen die ziek zijn, direct in quarantaine worden geplaatst, gewoon dat er kordaat wordt gereageerd en niet zo van ‘we hebben gewacht’. En als het al crisis is, wat denk je dat de overheid dan moet doen? De mensen kalmeren, ja zorgen dat de mensen weer kunnen buitenkomen ja dat de bevolking gekalmeerd is, oplossingen aanbieden zodat de bevolking zich niet te veel zorgen meer maakt denk ik. Ja ok. Dan over wie dat er moet communiceren, welke overheidsinstanties, ministeries, aparte instellingen denk jij dat er moeten communiceren? Ja de federale overheid, ik denk dat je best niet begint met de gewesten, Vlaams en Waals dan is het een soep tot en met, dus alleszins de federale overheid, ik weet niet welke instelling dat dat is in de federale overheid of apart daarvan, alleszins iets dat het hele land direct doet. Ok. Super. Denk je dat Europese instellingen ook een rol in kunnen spelen? Ja sowieso, want bij een epidemie ziekte dat is de landsgrenzen dat vervaagd en zeker in Europa met iedereen mag overal, allé, dat sowieso, ik denk dat Europa daar zeer belangrijk is, ik denk dat je dat niet land per land kunt bekijken dat moet echt structureel vanuit Europa geregeld worden, bijvoorbeeld alle luchthavens daar toe, daar toe, je kan niet alleen zeggen we doen dat hier in België want allé de landsgrenzen zijn redelijk vervaagd? Dus eigenlijk een algemeen beleid? Ja, een algemeen beleid in Europa die wel ook, echt ook wel naar alle federale overheden gaan en allé eigenlijk een geïntegreerd systeem. 161
En heb je meer vertrouwen in de nationale instellingen om dat aan te pakken of meer in de Europese? Meer in de Europese als ik erover nadenk, ik denk dat er daar meer kan gebeurd worden, gewoon omdat ik vind dat in ons land, de Federale overheid een soep is. Ja ok. Ken je de ECDC? Nee Dat is de European centre for diseas prevention and control, dus dat is een instelling van Europa waar dat alle wetenschappers samenzitten over ziektepreventie en controle, ook epidemieën en naast het wetenschappelijk hebben die ook een communicatiedeel, ze hebben dus algemene richtlijnen zoals je zegt dat Europa regelt dat hebben die, en wat denk je, op vlak dan van communicatie, dat er in die richtlijnen zou moeten staan? Dus hoe dat die wetenschappers moeten reageren of hoe bedoel je precies? Ja nee, die richtlijnen is om te zeggen naar de lidstaten als er dat gebeurt op vlak van communicatie moet je dat, dat en dat doen, wat zou volgens jou die dat, dat, dat zijn? Ik denk vooral duidelijk genoeg zijn dus niet iets achter houden, dus echt de bevolking zeggen van daar staat het op, zoveel risico. Ook veel oproepen tot kalmte, ja ik weet niet precies, ik denk gewoon dat ik het belangrijkst vind dat we alles weten en dat er niets achtergehouden wordt. En op vlak dan van, t.o.v. de verschillende EU landen, moet dat afgesteld worden, moet dat ook nog lokaal aangepakt worden fo niet? Ik denk dat de richtlijnen wel hetzelfde moeten zijn, maar ik denk dat elke overheid er wel mee zal doen wat dat hij of zij kan ermee doen. Ja ok. Ik denk sowieso dat bijvoorbeeld ons land evenveel middelen heeft als Polen ofzo, allé dat elk land wel zijn of haar middelen heeft, dat er zo wat armere lidstaten zijn. Absoluut ok. Welke woordvoerders vind je dat de uitleg moeten geven, liever experts, wetenschappers of opinieleiders of politici? Geen politici, ik zou liever wel hebben dat er een wetenschapper, expert dat doet, iemand die ook los staat van beïnvloeding van zijn politieke partij. En waarom, los van die politieke invloed, waarom liever wetenschap? Omdat ik denk dat dat objectiever zou zijn omdat die daar ook veel meer van weten denk ik dan een politici en omdat ik denk dat politici hun veel meer gaan laten beïnvloeden door ‘mijn kiezers’ en. En heb je dan meer vertrouwen in zo iemand? Ja ik denk dat wel, meer vertrouwen in een wetenschapper die dat komt zeggen. Ok. Dan even over hoe denk je dat er gecommuniceerd moet worden, nl. via welk medium? Sowieso via televisie denk ik want dat gaan veel mensen bekijken, dan zou ik sowieso ook via het internet, gewoon alle media dat vandaag worden toegepast. Een zeer goede site vind ik altijd al zeer belangrijk dat als mensen iets willen opzoeken dat ze het vinden dat ze niet v an hier naar daar worden gestuurd. Ja televisie en.. Dus een echt breed? 162
Ja, breed, zo veel mogelijk zodat ze kunnen. En even een zijvraag, zo een website weet je of dat er zo één is? ik denk dat dat wel bestaat, het zou mij niet verbazen En van de overheid of? Ik denk sowieso van dat Europees centrum en dan ook wel van de overheid. Maar heb je hem al gevonden of niet? Ik heb dat nog nooit opgezocht omdat ik nog niet het gevoel heb gehad dat ik in die crisis zat en dat ik het moest weten, maar moest er hier nu iets uitbreken dan zou ik dat wel veel sneller opzoeken. Ok, dus je wil een brede aanpak, zou je meer voor traditionele of sociale/digitale media gaan of stel je ze gelijk? Goh voor mij bijvoorbeeld vind ik digitale media het belangrijkst, maar ik weet mijn oma en opa hebben geen computer dus daar moet je wel via traditionele gaan dus, het is te zien welk publiek dat je wil bereiken, als dat nu ziekte is die nu bijvoorbeeld enkel bij jongeren zou kunnen dan zou vooral voor facebook en twitter gaan. Als dat nu iets dat toevallig enkel de ouderen gaat treffen dan… Dus een doelgroep? Ja. En hoe heb jij u geïnformeerd over Ebola? Sites, maar nieuwssites eigenlijk. En dan verder geklikt en dan ook wikipedia en zo ja ik weet niet , wikipedia en zo opgezocht gewoon op internet op google van Ebola en dan artikels. Je hebt wel echt gericht gezocht om het te weten? Ja echt gericht gezocht om het te weten van klopt dat hier nu wat ze zeggen op het laatste nieuws want dat is toch een onbetrouwbare site, het is wel zo, veel artikels eigenlijk zo als ik erover nadenk. En waarom heb je dat gedaan? Omdat ik er in geïnteresseerd was zeker, ergens een beetje paniek van wat als, wat als het moest overwaaien naar Europa en ik was wel verschoten hoeveel je daarover vond. Ik weet niet precies maar je hebt ook de WHO daar heb ik ook een deel van gelezen, gewoon eigenlijk interesse omdat dat wel boeiend is, allé, ik weet niet. Ja nee absoluut. Dus vooral online kranten en dan verder. Ok. Wanneer vind je dat er gecommuniceerd moet worden, nl. voor een epidemie al, voor de crisis al of nog niet? Ik denk er wel eigenlijk voor om te zorgen dat het geen crisis wordt, snap je? Ik denk dat mensen goed geïnformeerd zijn ook snel geen paniek had, vanaf ik had gelezen van moest het in Europa gebeuren zou het direct die en die en die aanpak zijn was de paniek ook volledig weg. Allé snap je, dus ik vond dat wel goed dat ze eigenlijk voordat de epidemie in Europa was ze er al over communiceerden. Dus eigenlijk vanaf de moment dat er een risico is op iets moet het gecommuniceerd worden? Ja ik denk het wel. Ok. Vind je dat je nu al voldoende geïnformeerd bent, zonder het extra opzoeken, dus enkel wat je krijgt van de media of de overheid om te weten wat te doen, stel dat Ebola uitbreekt hier in België? 163
Nee dat niet. Nee moest dat echt een kans bestaan zou ik niet het gevoel hebben dat ik al weet wat ik moet doen, ook omdat die kranten vooral op sensatie gericht zijn, maar zo echt de daadwerkelijke aanpak nee, totaal niet. Zou je graag dus op deze moment is er nog geen epidemie in België, maar zou je nu al graag weten wat dat je echt moet doen wat je kan doen, of zeg je ik zie het wel als de uitbraak er is? Goh, misschien wel via interesse maar dan moet ik daar wel op stoten, het is nu niet echt dat ik zou opzoeken van, maar moesten ze nu in een boeiend artikel vermelden van dit, dit en dit, ga naar die site was ik waarschijnlijk al naar doorgeklikt, maar er wordt ook nooit verwezen naar goede Belgische of Europese site waarin wat dat ze ook doen, ik vind dat allemaal een beetje moet samenwerken, ik denk moest er echt een crisis zou uitbreken dat de kranten ook veel meer zouden anticiperen met… Ik heb dat nog niet gedaan, maar moest het mijn pad kruisen zou ik het wel doen. Dus zou het nuttig zijn moest als bij elk artikel bijvoorbeeld eronder, verplicht van de overheid, een beetje reclame allé, dat er gewoon zo een kadertje staat bij alles van kijk dat zijn de stappen gewoon basisgegevens? Of gewoon al de link van de site, van indien blablabla, paniek is ofzo, hier is de link en dat daar dan een stappenplan uitgewerkt staat. Dus dat er echt wel een link tussen u media en u overheid? Ja Ja ok, super. Dan wat moet er gecommuniceerd worden, je hebt al gezegd ik wil alles weten, ik wil op de hoogte blijven, ze moeten eerlijk zijn, dus wil je echt over alles op de hoogte zijn of? Ja ik zou dat wel willen, zelfs al is het heel ernstig en met heel veel doden, ik zou dat gewoon willen weten, ik weet misschien toe dat ik dan misschien zelf niet meer zou buiten komen maar ik zou het erg vinden dat moest ik buiten komen en achteraf weten van… Ik denk dat toch ook de taak is van de overheid, het alles communiceren, maar op een goede manier, je kan alles op verschillende manieren zeggen hé. En zou je ook onzekere informatie willen weten? Ja eigenlijk wel maar dan moet het er ook wel duidelijk bij vermeld staan dat het onzeker is. Dus je hebt liever dat ze zeggen van kijk we weten het nog niet dan dat ze gewoon zwijgen? Ja, voilà, dat vind ik wel belangrijk. Dus transparantie? Ja Ok. Dan je hebt het al een beetje gezegd van maar ik ga het toch nog eens zeggen, heb je vertrouwen in de nationale overheid? Ik weet dat niet op vlak van crisis eigenlijk dat is nog niet echt gebeurd in België denk ik. Maar ik heb gewoon meer vertrouwen in Europa omdat ik weet dat alle zware beslissingen nu die via Europa doorgevoerd worden en niet gewoon omdat ik weet dat België zo wat van hier naar daar wordt gesmeten en zo een mini‐beslissingetje duurt al zo uren en is dat al paniek via alle kranten. Ik denk dat in een crisis Europa het voortouw gaat moeten nemen want ik denk als België het moet doen dat het te laat gaat gebeuren, denk ik. Ja, ok, goed. Wanneer vind jij dat de overheid, dat het communicatiebeleid van de overheid geslaagd is? Dus dan wil ik zeggen wanneer, wat zijn voor jou de objectieven die ze moeten bereiken, de 164
doelstellingen in een communicatiebeleid dat je zegt dat moeten ze doen want anders is het voor mij niet goed? Ik zou vooral belangrijk vinden dat het op tijd begint dat ze dus niet eerst maanden zeggen van er is niets en dan opeens wel, toch grote paniek. Den tweede dat alle mensen geïnformeerd zijn, klein, groot, specifiek gezien de doelgroep, en zoals ik zei dat het eerlijk gebeurt, transparant is dat er dagelijks een update gebeurt dat mensen kunnen weten wat dat er aan de hand is. Ja en dan vooral maar dat is niet echt communicatief gezien dat er voldoende hulpmiddelen voorzien worden. Ja maar dat is ook belangrijk hé. Ja awel maar dat er daar ook over geïnformeerd wordt van we hebben we dat gedaan, we hebben dat gedaan, dit doen we morgen. Maar dat is ook communicatie, dat is niet enkel naar de bevolking maar ook naar ziekenhuizen. Ja awel, dat is ook sowieso dat dat allemaal geïnformeerd wordt dat mensen ook van de ziekenhuizen weten van dat moeten we doen. Eigenlijk gewoon een strak beleid dat op tijd gebeurt en waar dat voldoende mensen achter zitten. En vind je dat de overheid de bevolking moet zien als actief of als passief op vlak van communicatie, dus bij passieve communicatie is het eenrichtingsverkeer, de overheid zegt iets, de bevolking moet luisteren, de couch potato, typische massamedia en actief gaan ze meer in dialoog, tweerichtingsverkeer? Actief, maar ik denk sowieso met die sociale media dat je wel een actieve, dat als er een artikel komt dat mensen reageren en dat ze zo ergens een gesprek kunnen doen, maar zeker actief. Want ik denk dat mensen erover moeten kunne praten en dat hun dat ook gerust gaat stellen moest er je vragen kunnen posten waar dat er een paar wetenschappers op antwoorden, ik denk dat dat wel belangrijk is. En dan via een site of zo een twitter account of facebook account? Ja als je op de jongeren gaat communiceren en anders eerder via de telefoon als je voor de ouderen wil communiceren, maar voor de jongeren ja ja zeker een site waar dat je vragen kan stellen die dan beantwoord kunnen worden, er zijn genoeg mogelijkheden he de dag van vandaag. Ok super. Dan, nog eens over de media, niet echt over het medium maar over de journalisten die erachter zitten, wat denk je dat hun rol moet zijn bij een uitbraak van een epidemie? Goh, moeilijk. Ik denk dat het ook zeer belangrijk is dat ze luisteren naar de overheid, een dat heb ik misschien een beetje gemist als je er op let bij die Ebola uitbraak er nooit een link is gekomen naar een site van de overheid, of wat te doen als. Iets te veel op sensatie gericht, ik denk dat ik het belangrijkste vind dat de overheid misschien zo wel op dat moment zo wel een keer met de journalisten, en ok we gaan hier niet allemaal tegen elkaar het sappigste artikel kiezen, we gaan nu samen gewoon u objectieve informatie geven. Dus de media en de overheid als partner, maar de overheid die er toch iets boven staat, of? Ja sowieso als partner, het is nu niet dat ik zou willen dat de overheid de media censureert ofzo, ze mogen alles schrijven, maar toch er wel iets boven dat ze dat moeten publiceren in de krant bijvoorbeeld, gewoon alleen al de link naar of indien u vragen hebt contacteer. Dat vind ik belangrijk dat ze bepaalde dingen laten, moeten laten publiceren maar voor de rest zou de journalist volledig vrij moeten zijn. Zo wat zoals een adverteerder van reclame maar voor de overheid? Maar dat iedereen weet daar kan ik objectieve informatie van de overheid op doen. En hoe heb jij de verslaggeving over Ebola ervaren, nu? 165
Ergens misschien een beetje chaotisch als ik erover nadenk, allé de kranten zeiden wel hetzelfde maar het is niet dat, ik weet niet. Zo enorm ook van er zijn zoveel doden enzo, eigenlijk heel weinig objectieve informatie echt van… Zo meer randinformatie? Ja en meer zo gelijk een beetje op sensatie gericht. Zeker voor die, als er zo één iemand was die binnen Amerika of binnen Europa besmet was geraakt, dan vond ik dat zo enorm ho paniek, allé snap je. Ok. Dan kom ik nu al aan de laatste vragen. Nu specifiek alleen over Ebola, hoe heb jij de uitbraak ervaren van Ebola? In het begin in paniek, totdat ik wist dat het niet ergens erg om te zeggen, niet in Europa zou kunnen bestaan omdat Europa veel kordater zou reageren en dan was eigenlijk die paniek weg. Maar natuurlijk ben ik er wel altijd geïnteresseerd in gebleven, gewoon omdat dat iets groot is, enorm interessant en ja er zijn er ook veel slechte gevallen in Afrika. Nee, ik weet niet, ik vond dat goed, maar misschien inderdaad een beetje te weinig van de overheid uit zo, allé het verplichte telefoonnumers, site, zoiets kleins had misschien wel goed geweest. En heb je schrik gehad of niet of? Awel schrik totdat ik wist moest het in Europa zijn dat het dan direct, totdat ik via het opzoeken, via via dat ik dat tegenkwam. Maar dus niet op basis van de informatie in de media? Nee. Daar heb je schrik van gekregen en dan heb je eindelijk? Ja en dan eindelijk gevonden op een site, een goede site, dat van moest dat in Europa gebeuren, allé één of andere wetenschapper die dat zei. Ja. Dus nu dat ik dat zeker weet heb ik geen schrik meer. En stelt dat Ebola uitbreekt in België heb je vertrouwen dat de overheid alles gaan kunnen zullen doen en kunnen doen om je te beschermen? Ik denk dat wel, maar als het van de federale overheid gaat gebeuren het te laat gaat zijn en van de Europese misschien iets te chaotisch omdat ze zodanig veel lidstaten hebben, dat ze zo niet weten waar dat ze moeten beginnen. Maar stel enkel België? Ja dan denk ik misschien dat het te laat ga komen, denk ik, België kennende. En denk je dat de Federale overheid je alles gaat zeggen? Dat ze u over alles informeren, eerlijk zijn, transparant? (pauze). Ik denk dat als het door een groep wetenschappers zou gedaan worden zou het anders zijn dan als het door de overheid zelf, ik weet niet. Ik denk als dat door een groep wetenschapper zou gedaan worden ik er meer vertrouwen in zou hebben dat er alles wordt gezegd, terwijl echt door politici zelf dat ik ergens misschien iets zou hebben van ze houden iets achter, omdat ik toch altijd wat argwanend ben tegenover de politici.
166
Het zijn natuurlijk niet altijd de politici die dat begeleiden he, want uiteindelijk er zit een hele dienst achter, maar ja in welke mate denk jij dat die politici eventueel een invloed hebben op niet? Goh dat weet ik niet echt… Ja… ik denk dat de politici sowieso wel hun invloed op zullen hebben want het is een overheidsdienst maar ik weet niet of dat daar allemaal afhankelijk is van politici dat weet ik echt niet, heb ik geen idee van. Hoe zou je het communicatiebeleid, allé je hebt al veel gezegd, maar vat nog eens samen, van de overheid evalueren nu van Ebola? Dus je hebt al gezegd van die site, telefoonlijn, meer objectieve informatie is er nog iets? Vroeger beginnen en ik vond dat ze in het begin misschien iets te weinig informatie hebben gegeven, het feit dat ik moest zoeken via sites om er te komen wat moest gebeuren in België, vond ik al te laat, ze hadden al gewoon in het begin gewoon bij elk artikel dat er van Ebola verscheen een site of telefoonnummer moeten plaatsen. Natuurlijk jij kan dat, maar bijvoorbeeld je grootouders niet… Ja inderdaad, die waren ook in paniek maar die gaan niet zo snel kunnen opzoeken hoe het zit, dat vind ik een fout van de overheid. Ok, dat was het. Dankjewel, heb je nog vragen voor mij? Nee Ok, voilà.
167
14 TRANSCRIPT MEDIA Ik ben student van de ugent communicatiewetenschappen en mijn thesis gaat zoals ik al zei over crisisen risico communicatie van de overheid bij epidemieën met dan kijken naar alle stakeholders die daar belang bij hebben zoals de pers, de bevolking enzovoort. Het interview zou ook opgenomen worden is dat een probleem voor u? Nee dat is goed, dat is geen probleem. Ik ga dat daarna transcriberen, als u wil kan ik u dat transcript doorsturen of… Dat hoeft eigenlijk niet. Ok, super, alles is anoniem en zoals altijd zijn er geen goede of geen foute antwoorden. Dus ik heb eerst een paar algemene vragen, dus dat is ook verbonden met u rol als journalist, maar ook algemeen, dus wat verstaat uit onder een epidemie? Ik weet dat daar officiële grenswaarden zijn, van zoveel besmettingen per duizend of per honderd duizend burgers, ik weet ze nu niet van buiten, maar dat, waar wij er bij ons toch aan houden, bij de krant. Dus echt officiële waarden, ok super. Wat verstaat u onder een crisis? Nu specifiek naar volksgezondheid? Ja, of, ja. Algemeen, dus als het gaat over een crisis in de gezondheidssector dan moet het gaat om een situatie waarbij dat er in de samenleving, of waarbij dat er toch heel wat leden en ook machthebbende stemmen binnen de samenleving een grote ongerustheid uiten over een bepaalde situatie die bedreigend is voor minstens een deel van de samenleving. Die zou kunnen leiden tot een, dat een deel van de samenleving, of van het maatschappelijk leven ontwricht zou geraken, dat is in algemene termen hoe dat ik een crisis zou omschrijven. Het is in ieder geval een duidelijke afwijking van het alledaagse, normale leven en die ook betrekking heeft op een beduidend grote groep. En wat denkt u dat de impact kan zijn van zo’n crisis, op welke vlakken van de samenleving ziet u die impact? Ja een ontwrichting van het alledaagse leven eigenlijk. Dus echt op alles? Iets waarbij dat een crisis is in de gezondheidszorg dat het niet alleen maar een impact heeft op de zorgen die de mensen zelf zouden krijgen maar waarbij het ook een weerslag heeft op economische activiteiten of op in het algemeen, op het welzijn van mensen hun alledaagse leven. En als journalist, als u schrijft houdt u rekening met het feit dat als u schrijft dat kan een crisis veroorzaken dat dat op al die aspecten impact heeft? Of dat de berichtgeving de crisis zou kunnen uitlokken eigenlijk? Ja, bewust of onbewust u berichtgeving lokt een crisis uit, houdt u rekening dat dat eventueel kan gebeuren en dat dat impact kan hebben op alle niveaus van de samenleving? Ja dat is zo hé, omdat ik denk dat op het moment dat je over iets bericht, krijgen, heeft sowieso een versterkend effect voor zowel de positieve als negatieve richting, dat is denk ik ook een afweging die wij telkens maken, gaan we nu nog verder aan de alarm bel trekken of moeten we nu juist wat relativeren om de gemoederen wat te bedaren en het niet kunstmatig olie op het vuur te gooien, anderzijds vinden we ook 168
dat het onze taak is om te zeggen waar het op staat om, om de mensen bewust te maken van wat er aan de hand is, en soms zijn dat nu eenmaal geen geruststellende berichten. Maar of dat je daarmee een crisis versterkt of niet mag eigenlijk niet de eerste bezorgdheid zijn, maar de eerste bezorgdheid moet zijn, klopt het wat je schrijft en is het in verhouding met de situatie die zich voordoet. Dus u zal wel altijd kijken naar, sowieso bronnen checken enzo, maar ook naar de objectiviteit, dus niet per se naar ‘is dit bericht meer sensationeel dan bijvoorbeeld een ander bericht over Ebola’? Hoe bedoelt u precies? Wel u kan bijvoorbeeld berichten over het feit over de symptomen van Ebola of dat het niet zo een grote mortaliteit heeft of u kan berichten er zijn weer zoveel mensen in Afrika gestorven, het één zal natuurlijk meer tot de verbeelding spreken dan het ander, hoe kiest u daar dan in als u, houdt u rekening toch wel rekening met die verkoopsfactor, wat natuurlijk normaal is, of zegt u van nee ik ga voor pure, objectieve rapportering? Ja dat is dus als het gaat over een crisis in het buitenland is het altijd een afweging, enerzijds moet je berichten over de regio en de situatie waar het het ergste is, dat was bij Ebola in West‐ Afrika, en zeker niet in Europa of in Amerika, anderzijds weten we ook wel dat er een behoefte en een vraag is van onze samenleving naar duiding hoe groot het risico voor ons is. Dus het is wel een afweging die er moet worden gemaakt. Maar ik vind wel dat zeker als je zoiets doet, als je een bericht maakt met een algemene service voor de lezer, nl. duiding, wat heeft het, op welke manier is dit belangrijk voor u en u persoonlijk leven dat je dan ook met het nodige relativering dat ook schrijft. Ik heb dan nog wat algemene vragen. Wat denkt u dat u rol is in de communicatie bij epidemieën? In ieder geval geen overheidscommunicatie, ik weet dat, dat is na het treinongeluk in Wetteren even geopperd, dat de media sterker moeten communiceren van wat de overheid hen zegt. Daar ben ik het helemaal niet mee eens. Omdat ik denk dat, de media daar een heel andere rol in hebben dan de overheid en ik denk ook trouwens dat het zeker niet zo is dat de overheid het altijd relativeert en de media het opkloppen, dus ik denk dat we daar een onafhankelijke positie moeten hebben. Bijvoorbeeld wat Ebola betreft, een heel sprekend voorbeeld, het is ‘an sich’ is het onzin om een entry screening, dus een screening van de passagiers die uit West‐Afrika komen op de luchthaven , om hen te screenen, dat is objectief, wetenschappelijk gezien, kwatsch, en toch heeft de overheid dat ingevoerd, zelfs het nog verder doorgezet op, op het moment ging het nog verder toen het geweten was dat screening op de West‐ Afrikaanse luchthavens dat die eigenlijk al voldoende was, want de Europese Commissie is ter plekke geweest, heeft gekeken hoe West‐ Afrikaanse autoriteiten de passagiers, op het vliegtuig stappen, hoe zij worden gescreend, we hebben beoordeeld dat dat zeer effectief gebeurt. En toch is het verder voortgezet in Brussel, dus dat was een maatregel die de overheid heeft genomen om de gemoederen te bedaren, om tegemoet te komen aan de vraag van de bevolking en van de maatschappij. Dus in die zin, waarmee ze dus volgens mij ja toch ook wel, ze hadden ook anders kunnen reageren, ze hadden kunnen zeggen van kijk in West‐ Afrika is de exit screening heel goed, waarom zouden wij dan hier ook nog eens moeten screenen en onszelf moeten focussen, daar hebben wij ook wel een punt van gemaakt dat het eigenlijk onbenullig is, dus wij hebben eigenlijk sterker gerelativeerd dan de overheid, dus in die zin denk ik dat het belangrijk is dat wij een onafhankelijke positie innemen. Dus u wil eigenlijk onafhankelijk zijn met toch wel een kritische blik op de overheid als toetsen van is dat wel juist wat jullie aan het doen zijn? Ja inderdaad, en soms is het dat de overheid te laks reageert en soms is het dat de overheid te hard de onderbuik van de maatschappij volgt, om het zo maar te zeggen of van bepaalde drukkingsgroepen, dus het kan van twee kanten zijn, of zich situeren dat wij kritisch zijn. 169
En zou het bijvoorbeeld nuttig zijn dat, los hoe je je berichtgeving exact doet, maar dat je wel op vlak van informatie, bijvoorbeeld de overheid gebruikt als informatiebron, bijvoorbeeld als de overheid meer weet dan jullie dat ze dat ook communiceert naar jullie, zodat jullie geen dingen beginnen zeggen waar dat jullie geen weet van hebben, en jullie dan heb ik het over ‘de media’, een beetje in het groot, of zie je dat, of zeg je dat misschien moet de media naar de overheid stappen met informatie of zeg je van dat moet gewoon niet gedeeld worden? Nee, dat moet zeker gedeeld worden. Ik denk ook dat het de taak is van de media om te horen wat de overheid, hoe dat ze bepaalde situaties inschatten, welke acties ze gaat ondernemen en dat we daar ook over moeten berichten maar ze mogen zeker niet de enige bron zijn, en wij mogen ons ook niet verplicht voelen om alles wat zij zeggen om dat klakkeloos over te nemen. Maar nu ben ik even het andere deel van u vraag kwijt, sorry… Ja nee u heeft eigenlijk al geantwoord dat informatie moet gedeeld worden, maar niet klakkeloos overgenomen mag worden… Ah ja, het is ook al eens gebeurt, bijvoorbeeld wat die exit en entry screening betreft een studie die verscheen in Science, dat is toch een toonaangevend vakblad, waar dat onderzoeken vroegen van wat als er geen screenings zouden zijn en wat als passagiers zomaar op het vliegtuig zouden stappen, hoeveel zouden er dan nu de rekening maken, toekomen in West‐Europa en dat ging over een paar maanden tijd over een paar tientallen geloof ik, en dat was dan ook toen ik het artikel aan het voorbereiden was, was er ook de vraag van de overheid van ja kan je ons dat doorsturen, niet alleen om erop te kunnen reageren maar ook omdat ze het zelf meenamen in hun risico‐analyse, en dan is dat natuurlijk ook geen probleem. Terwijl je zou kunnen zeggen dat is niet mijn taak, maar langs de andere kant als je die informatie hebt waarom zou ik dat niet doorsturen. Dus u gaat ook wel echt wetenschappelijke artikels afzoeken, in wetenschappelijke tijdschriften, dus niet enkel via interviews en correspondenten maar dus ook actief op zoek gaan naar informatie? Ja Super. Dan hoe heeft u verslag gegeven over de uitbraak van Ebola, was dat eerder objectief of eerder sensationeel, u heeft al gezegd je moet natuurlijk een stuk een beslissing maken tussen de twee maar algemeen hoe heeft u het aangepakt? Ik zit op de afdeling binnenland en mijn collega’s van buitenland hebben die zaken natuurlijk ook zeer intensief gevolgd. Bij mij was dat meer de insteek, of was oorspronkelijk meer de insteek ja wat zijn de binnenlandse gevolgen, bijvoorbeeld dan de aanstelling van de Ebola‐coördinator, een maatregel op de Brusselse luchthaven enzovoort enzovoort. Ja hoe heb ik dat aangepakt? Ik denk dat een belangrijke insteek was om op te volgen van wat zijn de maatregelen die hier genomen worden, zijn die maatregelen in verhouding, gebeurt er te veel, gebeurt er te weinig, maar zonder het oog te verliezen dat de eigenlijke crisis zich elders afspeelde, ik vond dat ook belangrijk om dat mee te geven, omdat ja, omdat je anders gewoon de verhouding ook een beetje uit het oog verliest. Terwijl wij zich zorgen aan het maken zijn over 1 of 2 mogelijke Ebola‐patiënten waar wij perfect op zijn voorbereid, terwijl in andere landen, elders in de wereld, gewoon elke dag, of elke week 4‐500 nieuwe Ebolagevallen bijkomen, mensen die niet worden geholpen, hulpverleners die om het leven komen, dus dat was zowat denk ik de rode draad doorheen de berichtgeving. Dus echt wel zorgen dat er geen paniek werd gezaaid en dat er gerelativeerd werd? Dus wat ons land betreft, of een situatie in ons land, was het toch wel zeer relativerend ja. En qua berichtgeving, want ik heb ook al interviews met mensen van de bevolking en dan kreeg ik vooral ook de opmerking dat het vooral was over waar en hoeveel mensen er weer gestorven waren, maar 170
eigenlijk is natuurlijk de vraag in hoeverre dat dat jullie taak is, maar heel weinig mensen wisten wat dat Ebola nu exact was en wat dat de symptomen waren en ook de mortaliteit werd, iedereen dacht dat dat rond de 100% was en het is maar rond de 50%. Ja, ik denk dat we ook op onze website, ook in het gratis gedeelte van onze website heel veel vragen hadden, echt vragen voor de basics van Ebola, hoe wordt het overgedragen, hoe hoog is inderdaad de mortaliteit, zijn er vaccins beschikbaar, kan je het krijgen door wc‐gebruik of uit hetzelfde glas als een besmette persoon te drinken enzovoort enzovoort. Dus echt de basics, wij hebben dat ook vaak in de artikels zelf laten komen en terugkomen zoals inzetje ofzo, en dan moet ik ook wel eerlijk zeggen ja dan is het ook een beetje aan, dat klinkt misschien een beetje cru maar ja dan moeten de mensen gewoon bereid zijn om die informatie te zoeken en om misschien ook gewoon een krant te kopen. Want heel veel mensen verwachten nu dat de informatie van de media dat die gratis en overal online staat, maar sorry als je duiding en analyse wilt en je wil achtergrondinformatie, je wil degelijk geïnformeerd worden dan moet je wel bereid zijn om ervoor te betalen, zo simpel is het gewoon. Ja nee super. En hoe lang, zo dat intense, dus echt die duidelijke duiding hoeveel maand ongeveer, wat is ongeveer de periode dat dat echt het meeste werd gedaan enzo? Als u dat weet natuurlijk… Wanneer dat die duiding vooral was? Dat was echt op het hoogtepunt, dat was ergens in de zomer als ik mij niet vergis, maar ik weet het niet meer van buiten. Het was zo augustus, september, oktober ook nog. Maar ik weet dat bijvoorbeeld dat vragenstuk, weet ik nog dat dat één van de artikels die op de website stond die het meeste was gelezen, dus we weten ook dat er echt wel vraag naar was. Dat is echt wel heel heel goed, want er zijn heel veel mensen, zelf bij jongeren, die heel handig zijn met alles maar toch weten ze het gewoon niet. En dan ja dat is eigenlijk een klein bijvraagje, maar hoe komt het dat de rapportering nu zo weg is, want Ebola is niet weg. Dat heeft er mee te maken dat Ebola is zeker nog niet weg, we zijn wel, hoe het er nu uitziet, over de piek heen en de berichtgeving gaat nu veel meer over de reflectie van hoe is de hulpverlening verlopen, de rol van de WHO, de kritiek van artsen zonder grenzen op de wereld gezondheidsorganisatie, dus het is meer eigenlijk dat, ook hoe moeten de landen zich nu herpakken, want ja het is niet omdat Ebola nu aan het dat we nu over de piek zijn, dat alles nu terug in orde is. Dus het is een beetje de berichtgeving die zich aan het verplaatsen is, maar we moeten natuurlijk ook een beetje uitkijken dat als we nu even groot berichten over 20‐30 nieuwe gevallen per week dan over 500 nieuwe gevallen per week zoals het was ten tijde van de piek, dan denk ik ook dat bij onze leden een moeheid gaat optreden, dus daar moeten we ook een beetje zien dat we onze aandacht een beetje verschuiven maar ja Ebola inderdaad nog niet weg nee. Nee maar het was gewoon omdat heel veel mensen denken gewoon dat echt dat het gewoon weg is, dat het niet meer bestaat en dat is eigenlijk al ongeveer sinds december, dat is nu misschien een concurrent of niet, de redactie die Ebola knop is maar 2 maand ofzo geweest, hoewel het gevaar absoluut nog niet was geweken en dat geeft ook een verkeerd beeld naar de mensen, houdt u daar rekening mee als die berichtgeving, mensen die daar mee bezig zijn weten de subtiliteiten in de berichtgeving wel te vinden maar de gewone mensen niet altijd, houdt u daar rekening mee of niet? Het is natuurlijk wel zo dat als je in acute crisissituatie zit waar er elke dag 2 ‐3 nieuwe artikels over een onderwerp bij komen, dan denk ik is het wel nuttig om zo’n knop te hebben, maar het is natuurlijk wel zo dat er in de tussentijd, er komen nu ook wel andere belangrijke onderwerpen bij, belangrijke zaken waarop we dit moment mee bezig zijn en dat concurreert natuurlijk allemaal met elkaar. Maar ik wil maar gewoon zeggen van je kunt niet… Je kunt niet over alles berichten… 171
Ik zeg wel dat het feit dat er nu geen knop meer is, is wel een juiste indicator voor het feit dat de acute crisissituatie waar dat er ook heel veel geld nodig was van de bevolking, donaties, dat dat wel een juiste indicatie was, dat dat op dit moment niet meer het punt is, dat dat nu andere punten zijn die belangrijk zijn in het hele Ebola verhaal. En denkt u dat, persoonlijk, de verhouding van toen enorm veel en nu enorm veel, het is echt zwart en wit, vindt u niet dat die verhouding, want toen was het gevaar niet zo groot als werd voorgesteld door het aantal berichten en nu is het gevaar niet zo klein als wordt voorgesteld door het aantal berichten of is dat normaal? Ik denk dat de afgelopen vier weken weer een stuk is gekomen over Ebola, 4 weken geleden was het over artsen zonder grenzen en deze week over de WHO. En ik denk eerlijk gezegd dat dat toch in verhouding is. U bent duidelijk van op de hoogte, het zijn niet allemaal hoogstaande media die meespelen natuurlijk, maar u heeft daar altijd rekening mee gehouden om de verhoudingen te laten kloppen. Ja, persoonlijk merk ik wel dat op onze redactie dat de vraag om stukken te maken over Ebola wel wat, dat het moeilijk is om dat nog verkocht te krijgen, intern bedoel ik dan, ja omdat de acute situatie even weg is, ik zou nu niet van een Ebola moeheid spreken maar dat er nu ook wel nieuwe info is. Ja heel veel mensen hebben een beetje the boy who cried wolf die denken van het was zo veel en nu niets. Langs de andere kant deze week of vorige week dan was er op VTM ook een item over een weeshuis, over Ebola hoe dat de Ebola‐weesjes werden opgevangen omdat hun ouders aan Ebola waren overleden, ja dat zijn ook wel heel waardevolle berichten denk ik. Maar je kan zeggen van kijk dat zijn de gevolgen van de crisis, ook al zijn er nu in dat betreffende land veel minder gevallen dan 2 of 3 maand geleden maar daarom is dat land nog niet helemaal in orde, dus dat zijn wel, dat vind ik wel heel waardevolle berichten. Dus eigenlijk zo wat de postcrisis communicatie? Ja ook om te zien van bij een crisis gaat het niet alleen over het acuut moment maar wat zijn de gevolgen, ook om verder te kijken van wat als er dan straks geen gevallen meer hebben, wat gevolg heeft dit op de maatschappij, op de mensen die daar in die landen leven, dat het dus wel degelijk veel gevolgen heeft, los van dat ene virus. Nee absoluut. Ok. Dan een vraag wat zijn voor u de belangrijkste objectieven bij de verslaggeving, wat wil u bereiken met uw verslaggeving? Dat is enerzijds de mensen correct informeren dat ze een goed beeld hebben van hoe ernstig de situatie is. Dat mensen correct worden geïnformeerd daarover en ook, los van wat of het een impact heeft op hun persoonlijk leven ja of nee, leed zichtbaar maken dus in die manier ook de wereld wat dichterbij brengen. Ok. Super. Dan hoe evalueert u de verslaggeving rond Ebola, dus echt algemeen, niet alleen u eigen verslagen, dus ook tv enzo erbij. Ik denk dat er een aantal zaken zijn geweest, ik denk dat het over het algemeen in orde was, er zijn een aantal zaken geweest waar ik mij vreselijk aan heb gestoord omdat ik vond dat er daarmee paniek werd gezaaid. Het eerste was dat er een bericht werd gegeven op de VRT, er werd gezegd dat de exit screening we niet kunnen vertrouwen en dat daarom het personeel op de luchthaven van Zaventem alle reden heeft om die entry screening te eisen, maar dat was een bewering die op niets was gestoeld en die uiteindelijk ook onwaar leek te zijn maar waarmee dus wel olie op het vuur werd gegooid en ik denk ook mensen met roots in het sub‐sahara gebied, dus zwarte Afrikanen in ons land ook mede gestigmatiseerd werden, dus heb ik mij enorm aan gestoord omdat ik vind dat je dat als nationaal medium niet kan maken omdat er was ook geen bron die dat dat beweerde, het was niet iemand met gezag die dat stelde maar het was de 172
journalist zelf, dat vond ik heel erg eigenlijk. Ik vond het wel goed dat die stigmatisering van mensen die dus een zwarte huidskleur hebben maar de laatste weken of maanden niet meer in West‐Afrika waren geweest, vond ik heel belangrijk dat dat ook werd gevraagd, vond ik ook een heel belangrijk onderdeel. En dan was er nog iets waar ik het heel moeilijk mee had, waar ik mij heel erg aan stoorde dat was de aanhoudende, als er een verdacht geval was op de luchthaven van Zaventem dat dan eigenlijk alles op de website, op de radio en tv, dat die dan zo wat altijd blijft verslag brengen, dat die persoon dan naar het ziekenhuis werd gebracht en dan bleek het telkens loos alarm te zijn, dat is gewoon regelrecht belachelijk. Omdat daarmee ook de bedreiging werd overdreven, het werd zo overschat. Dus dat zijn zo wat de 2 dingen of 3 dingen die in mij opkomen, maar dus 2 zaken die mij echt erg hebben gestoord. Nee volledig gelijk, want ik heb ook een survey opgesteld om ook die stigmatisering van de zwarte mensen toch te checken, omdat ik toch nog altijd zie dat dat toch nog leeft hoor dus u heeft daar absoluut gelijk in. Dus dat waren alle vragen. Ik vond het enorm interessant, echt heel schoolvoorbeelden en schoolantwoorden gegeven, het is leuk om te zien dat mensen er echt zo mee bezig en zo ethisch en er echt vanalles van weten dat is echt heel tof, echt chapeau. Als u thesis af is, zou ik het fijn vinden als u die zouden kunnen doorsturen, want ik ben nu heel benieuwd naar u conclusies. Zal ik zeker doen!
173
15 TRANSCRIPT INTERVIEW OVERHEID 15.1 TRANSCRIPT RESPONDENT 1 EN 2 Ok, ik heb een paar algemene vragen, nl. hoe denken jullie dat de communicatie bij een epidemie verloopt en zijn er verschillende fasen of niet, moeten er verschillende benaderingen zijn in fasen of niet, hoe zien jullie dat? Omschrijf eens wat je een epidemie vindt, want Ebola was geen bedreiging voor ons land hé, dus de communicatie daar is zeker niet gericht op het doen panikeren van een heel land, onze communicatie zal eerder gericht zijn op het uitleggen dat deze zeer gevaarlijke en afschrikwekkende ziekte een West‐ Afrikaans probleem is. Natuurlijk hoge waakzaamheid en dat we er alles aan doen om het grondgebied te beschermen maar dat is iets anders dan een situatie waarin je met een epidemie zit of erger of pandemie op nationaal of groter vlak, dan heeft die communicatie andere doelstellingen he. Dan bijvoorbeeld zoals tijdens de Mexicaanse griep dan moet je zo ver gaan dat je communicatie mensen mobiliseert, uit hun zetel krijgt om zich te laten vaccineren, terwijl eigenlijk nu eerder moesten ingaan tegen de, vooral door de Amerika veroorzaakte, massahysterie. Met een aantal journalisten natuurlijk die gretig inspeelden op het feit dat de mensen op tv onlangs nog de serie ‘cordon’ hadden gezien, van zie nu gaat het echt worden, ja neen, dat is helemaal niet. Dus de doelstelling van de communicatie zal volledig anders zijn, naar gelang de situatie, ik denk wat dat geldt voor elke fase, of elke bedreiging dat zijn gewoon de basisprincipes van crisiscommunicatie, dat is van heel snel te communiceren en transparant te zijn als overheid absoluut, zeggen wat je weet maar ook durven zeggen wat je nog niet weet. En durven zeggen van kijk dat weet we, we weten nog niet op dit uur welk virus dit is, we zijn er mee bezig en we hopen binnen zoveel dagen dat het labo daar, of van de WHO… Ik denk dat dat vooral belangrijk is, dat is gelijk bij welke crisis, of het nu eerder een mediacrisis is dan echt een gezondheidscrisis is, de principes blijven voor mij eigenlijk altijd hetzelfde, natuurlijk de activiteiten gaan verschillen, we gaan veel intensiever en veel breder bezig zijn als het echt een bedreiging is voor de Belgische bevolking dat is logisch. Dus kan ik uit die uitleg besluiten dat u nu, dat we ons in België in een precrisis fase bevinden, dus dat Ebola gewoon een risico is maar waar dat we wel goed op moeten letten en toch mensen communiceren of? Is dat een juist conclusie? Dus het systeem zit zo in elkaar dat wij natuurlijk verplicht zijn om, dat is een internationaal systeem, o.a. met de Europese Commissie waar wij kijken naar welk zijn de bedreigingen voor de volksgezondheid in Europa, wat komt er op ons af van buiten uit. Dat is een systeem van risico‐analyse en een advies dat voor heel Europa geldt en waaraan de Europese Commissie opdrachten voor de lidstaten kan verbinden en zeggen van bereidt u daar op voor. Dus inderdaad een crisis kan je het niet noemen, we hebben nog geen zieke Belgen gehad, we hebben zelf nog geen Belgen gehad die het in het buitenland hebben opgelopen. Een crisis wordt iets pas als het… Het is natuurlijk los van ziekte, als de mensen het zien als crisis kan het wel een crisis worden los van Ebola in België is of niet, dus communicatie blijft natuurlijk wel belangrijk. Nee daar ben ik niet mee akkoord. U hebt gelijk dat het feit dat de mensen het als een crisis zien dat kan gevolgen hebben, denk aan de EHec bacterie die de volledige productie van Duitse tomaten en Spaanse komkommers en die voor miljarden economische schade heeft veroorzaakt vanwege een mediacrisis en een perceptiecrisis en de mensen dachten dat, maar er was geen crisis he. Er is buiten een zeer lokaal, niemand aan dood gegaan of besmet geraakt, die crisis was er niet, maar de perceptie van het probleem heeft wel heel grote schade veroorzaakt. Wel dat bedoel ik. 174
Of dat iedereen in België panikeert over Ebola of niet, gaat niets veranderen aan het feit of dat Ebolagevallen er zijn. Nee dat bedoel ik niet ,met crisis bedoel ik dan eerder dat dat een gevolg gaat hebben en een zware impact kan hebben op bijvoorbeeld andere economische, of de economie van andere landen, op de luchtvaart, op zelfs het beeld van vertrouwen… Ja daar heb je wel gelijk in. Nu we zullen het concrete voorbeeld nemen van Ebola van de vluchten naar Afrika. Dus het standpunt van de grote NGO’s was België, brussels airlines en Brussels airport blijf a.u.b. vliegen op die landen want anders krijgen wij geen materiaal daar waar we het probleem moeten oplossen, de regering is dat standpunt gevolgd maar heeft natuurlijk gezegd, zorg voor de nodige beveiliging dat die vluchten geen probleem opleveren voor de volksgezondheid, die beveiliging is ter plaatse gerealiseerd met die screenings, heel veel procedures en zoals materiaal aan boord van vliegtuigen met medische diensten op luchthavens, met de WHO enzovoort. Wetenschappelijk had het geen enkele zin om mensen te screenen die toekwamen van een vliegtuig die een paar uur gescreend waren op het vertrekpunt, met een incubatietijd tot 21 dagen bewijst dat niets, maar de perceptie heeft ons wel gedwongen om dat soort controles toch te voeren. En heeft u dan geen schrik gehad, inderdaad omdat het helemaal geen nut heeft, dat het misschien dan de indruk geeft aan de mensen dat er meer gaande is dan dat er is, heeft u gezegd kijk we beslissen toch… Het had, heel veel van wat we al gedaan hadden was een geruststelling en zeker in de eerste plaats voor de crew van die vliegtuigen, de bagagehandelaars, personeel op de luchthaven die elke met tientallen nationaliteiten in contact komen, het kon geen kwaad hé, het zijn geen valse controles, het zijn echte controles, wetenschappelijke wereld was niet echt overtuigd van de meerwaarde daarvan en in dat geval, kijk stel dat we dat nu niet hadden gedaan, als dat personeel het werk had neergelegd en gezegd van kijk wij werken of vliegen niet op vluchten naar West‐Afrika dan hadden we met een probleem gezeten. Dus ja, dat is afwegen he, maar dat zijn natuurlijk beleidsbeslissingen, dat is ook heel moeilijk om te communiceren hé want je moet, er wordt dan in de Europese context wekenlang gevraagd om uit te leggen aan de bevolking dat die entry screenings eigenlijk geen nut hebben, dan één land, in dit geval was het het Verenigd Koninkrijk, plooit voor de publieke opinie en de massahysterie en het toch doet en de minister wil mannen in witte pakken met thermometers op Heathrow zien ja dan zit je natuurlijk met een probleem, wij hebben ook in de communicatie dat bij wijze van spreken verkocht moeten krijgen, te verklaren waarom we het plots dan wel deden, terwijl we weken gezegd hadden van we doen het niet want het heeft geen nut. Maar we hebben dat in het verleden nog meegemaakt hé, dat soort situaties waar we, we hebben ooit eens bij een tank klein lek in de kerncentrale van Fleruce, honderden omwonenden gescreend op bestraling, terwijl we zeker wisten dat die bestraling, de wetenschappers met hun modellen, zeiden van nee er is hier niemand bestraald dat is onmogelijk, er is wel straling ontsnapt maar die heeft de bevolking nooit bereikt, maar leg dat maar eens uit aan degen die daar zit, die daar rond woont, die wil daar hard bewijs van. Hetzelfde met de trein in Wetteren, we hebben duizenden bloedstralen laten afnemen en laten analyseren, voor een stuk ook om hard te maken wat we zeiden omdat we geen andere keuze hadden, en dat is een begrijpelijk gedrag hé, als je bezorgd bent om je eigen gezondheid of om die van je kinderen dat je dan veel vragen stelt, daar kunnen we mee leven, dat is normaal hé. Ok super, schoolantwoorden, heel goed. Dan dus je hebt de crisis, u heeft ook al gezegd de bevolking zeer belangrijk en hoe dat zij het waarnemen gaan we ook rekening mee houden, hoe gaat u om met andere stakeholders zoals de media, maar dan ook zoals u zegt natuurlijk het beleid want u doet communicatie dat moet natuurlijk doorgevoerd worden via het beleid, dus hoe gaat u daar mee om? Dat zijn eigenlijk naar het beleid toe… Dat zijn eigenlijk vaste procedures, het… In dit geval bij Ebola was het zo, en dat kan even goed voor een andere ziekte zijn, we hebben dag en nacht een medische permanentie 175
die dus evalueert is er al dan niet iets aan de hand als er een bedreiging is, in dit geval Ebola, dan worden wij ook onmiddellijk verwittigd, dat wil zeggen dat dat eigenlijk op het moment dat daar een patiënt of een mogelijke patiënt in een ziekenhuisbed ligt en al zijn gegevens verzameld zijn wij al klaar zijn met een eerste persbericht, dat zowel gechekt wordt die er wetenschappelijke kennis van hebben en als ook natuurlijk door het beleid, door de politiek maar dat onmiddellijk de deur uitgaat omdat we ook vinden, het is veel beter dat wij zeggen er is vandaag iemand van de luchthaven met vermoeden van Ebola naar het ziekenhuis gevoerd en drie uur later communiceren van er is niets aan de hand, het is malaria, is veel beter dat je dat als overheid doet, snel en kort en bondig en open, dan dat er een verpleegster naar een neef belt die toevallig cameraman is bij de VTM om te zeggen van zeg ik denk dat er hier iemand met Ebola binnen is gekomen want dan krijg je een hoop geruchten, speculaties die onnodige paniek veroorzaken soms. Dat is iets wat wij niet proberen te doen, wij proberen dat altijd snel en gestructureerd te doen. En wat betreft de stakeholders, de pers is een heel belangrijke, voor ons is dat cruciaal ook om mensen te bereiken als we echt iets te zeggen hebben, ik denk wat dat heel belangrijk qua stakeholders en zeker naar de pers is dat je in vredestijd vertrouwen moet opbouwen, netwerken moet uitbouwen, de juiste contactgegevens moet hebben dat zijn dingen die je niet kan doen op het moment dat het crisis is, dan heb je daar geen tijd voor. Plus mensen gaan ook wantrouwerig kijken naar jou als ze jou niet kennen. Wij hebben heel intensieve contacten met de media elke dag over allerlei onderwerpen, als journalisten na een aantal jaren weten van u organisatie dat ze jou altijd kunnen bellen, dat je altijd zal proberen hen te helpen, dat je niets verbergt, dan gaan ze ook in crisistijd meer vertrouwen op de informatie die je als overheid geeft. Ja en ziet u dan, dus de media ziet u dan eigenlijk toch meer als een partner dan als een mogelijk vijand is een groot woord maar… Wel ik heb dat al dikwijls opgemerkt in mijn carrière, dat als er één of andere nutty professor in Canada morgen beweerd dat kamerplanten honderdduizend kankers per jaar veroorzaken dan gaat de media, dat staat op den duur later op alle websites van alle kranten: ‘kamerplant kankerverwekkend’ en ze gaan daar heel licht mee om en ze proberen daar wat spektakel en bladvulling uit te halen dat is ook een beetje hun job, van de andere kant als er iets echt serieus aan de hand is laat de media in België wel zien dat ze zich vrij correct en sereen kunnen gedragen. Daar hebben we eigenlijk, i.v.g. met Groot Brittanië heel veel geluk mee. Zowel bij Ebola als bij de vorige epidemie waar er in the daily mail, voorpagina’s met Londen dat helemaal in pan lag en overwoekerd was met planten en ‘we’re all gonna die’, dat is een soort pers dat wij in België niet hebben. Ook onze redacties en onze hoofdredacteurs en journalisten weten ook wel dat als het serieus is dat ook zij een verantwoordelijkheid dragen. En naar hun lezers toe geven ze dan correcte informatie dus nee ik denk niet dat wij over mogen klagen in België als je een beetje investeert in die relatie krijg je daar ook iets voor terug. En kan je daar zeker op een positieve manier mee samenwerken. Dus u geeft, u zal ook informatie geven aan de media als ze daarom vragen ofzo? Dat ze altijd naar u komen, liefst eerst naar u komen natuurlijk voor informatie. Natuurlijk, en ik denk dat dat cruciaal is om te weten als overheid, als wij het snel en duidelijk kunnen geven dan gaat de pers ergens anders aankloppen dat is normaal. En dan verlies je de controle, dan komen de media heel vaak terug bij zelfverklaarde experts die ook op tv, in de krant komen. Dat is normaal dat ze dat doen hé, dat ze op zoek gaan naar informatie, dus de bereikbaarheid is heel belangrijk je moet er ook zijn als zij jou nodig hebben, je moet een beetje rekening houden met hun agenda en je moet dat ook weten wanneer de redactie de keuze van zijn onderwerpen maakt, om hoe laat moeten de stukken klaar zijn voor het zeven uur nieuws, wanneer kan er een redacteur van de geschreven pers nog iets op papier zetten voor de krant van morgen, je houdt daar rekening mee. Bereikbaarheid en beetje begrip voor hun wereld is belangrijk en het vertrouwen natuurlijk.Ik denk als wij, wij zijn hier met drie die eigenlijk heel veel contacten hebben met de pers, als één van ons ooit op een flagrante leugen betrapt wordt door een journalist dan is het gedaan met ons reputatie, zo simpel is het. 176
Ok heel goed, super. Dan u heeft al gezegd dat de Europese Commissie ook advies geeft enzo, maar komen er ook algemene richtlijnen bij jullie terecht vanuit de ECDC, ik weet niet of dat u die organisatie kent? Ja ja ja. ECDC geeft geen richtlijnen hé, ECDC doet aan risico‐analyse en geeft dan advies. Die hebben ook wel communicatie-richtlijnen, wat dat er moet gebeuren bij epidemieën of bij, wanneer dat er gezondheidsrisico’s of crises zijn. Ja dat weet ik, maar het domein van de ECDC is risicocommunicatie en is ook de lidstaten helpen bij risicocommunicatie, we werken heel veel met hun samen. De commissie zelf, het departement Health Threats is verantwoordelijk voor crisiscommunicatie, er is ten eerste een heel wettelijk kader over cross border health threats, dus alles wat grensoverschrijdend een bedreiging is voor de volksgezondheid indien meerdere lidstaten van Europa, daar zijn spelregels over met rechten en plichten van alle landen. En dat maken wij, er is een volledig communicatienetwerk in Europa dat probeert om, ook bij Ebola bijvoorbeeld, te zorgen voor een beetje stroomlijning van de communicatie naar stakeholders en bevolking in heel Europa. En daarbij gebruiken we natuurlijk heel dankbaar, en eigenlijk altijd, materiaal dat ECDC ons aanlevert over wat voor soort virus is dit nu, hoe kan je je beschermen hoe kan je het oplopen omdat zij natuurlijk, ze hebben een wetenschappelijke reputatie die toch redelijk stevig is, als agentschap is dat zeker voor ons heel nuttig. We hebben dat al gebruikt voor onze folder voor onze lidstaten ook. Nu natuurlijk wij hebben als Belgjes pech dat ECDC maken alles in het Engels en dan soms nog eens in het Frans en in het Duits, Nederlands zit daar nooit bij dus dan moeten we dat toch zelf doen. Ja we krijgen regelmatig van hun materiaal, dat wordt dan een beetje aangepast aan de context of de cultuur van een land, maar de bedoeling van dat netwerk is ook dat de basis, de wetenschappelijke basis en boodschappen die ECDC dan maakt in heel Europa verspreid worden en overal dezelfde zijn. Super, allemaal antwoorden dat echt prachtig zijn eigenlijk. Dan welke soort informatie, als je nu gecommuniceerd hebt over de epidemieën, of nu over Ebola, ik heb nog al regelmatig gehoord dat de mensen soms vinden dat ze niet genoeg geïnformeerd zijn, ze weten wel vooral wel waar dat het gebeurt is, hoeveel slachtoffers maar ze weten bijvoorbeeld niet welke symptomen, hoe moet ik dat oplossen, hoe moet ik dat eventueel detecteren, ook bijvoorbeeld de website over Ebola was echt bijna verstopt voor de mensen waar ik mee sprak wisten er niets van, is dat bewust gebeurd of is dat omdat het nog niet aan de orde is? Ik denk dat, ja inderdaad bewust in die zin, het heeft geen nut om een volledige bevolking op te leiden hoe ze moeten reageren als ze een bepaalde virus opdoen als de kans dat dat gebeurt niet bestaat, dat heeft geen nut, je moet de mensen informeren die, ook al is het risico klein, die risico lopen en die informatie nodig hebben. Iemand vanuit Brussel naar West‐Afrika vertrok, die kreeg aan boord van het vliegtuig al hij vertrok informatie over wat is het probleem, waar bevindt het probleem zich, wat doe ik als ik twijfel, wat moet ik in het oog houden, wat moet ik vooral wel en niet doen. Dus de passagiers, of dat dat nu toeristen, zakenmannen, diplomaten of familieleden van elke Belg die van hieruit vertrok die kreeg die informatie mee, kreeg die ook op de terugweg nog eens, van je komt thuis houd je eigen gezondheid in het oog, raadpleeg je huisarts, vermeldt het, zeker dat als je je niet goed voelt en je gaat naar je huisarts binnen de maanden na je terug gekomen bent, vermeldt je reishistorie, heel belangrijk. Het tegenovergestelde boodschap is naar verschillende huisartsen gegaan want in deze periode, bij die en die symptomen vraag aan u patiënt, u bent toevallig niet in West‐Afrika geweest? Dus het systeem om een mogelijk geval, dat dat toch bij ons terecht zou komen, op te sporen is onderbouwd met heel veel informatie, maar wel informatie natuurlijk naar de mensen die het nodig. In de eerste plaats heel de ziekenhuissector en alle huisartsen, in de tweede plaats de mensen die vertrekken of naar West‐Afrika moesten over en weer gaan en in de derde plaats, maar dat is veel algemener gebeurd en eigenlijk gewoon via de normale media is de rest van de 177
bevolking om te zeggen van er is geen Ebola op ons grondgebied en de kans dat dat hier uitbreekt is eveneens onbestaande, we zijn goed voorbereid, als er een geval toekomt dan kunnen we het stoppen. Het heeft geen nut om een heel bevolking op te voeden met wat doe ik als ik Ebola krijg, we gaan geen Ebola krijgen. We hebben heel intensief gecommuniceerd in het Arabisch, in het Turks, Engels, Frans, Duits, Nederlands naar alle mensen die op bedevaart naar mekka willen om dat daar een heel gevaarlijk MERS virus heerst dat je best niet mee terugbrengt wat dat ook heel besmettelijk is voor familie, iedereen die naar daar geweest is, is geïnformeerd via travel clinics, via vaccinatie, via huisartsen, via reisbureaus enzovoort. Die mensen hadden die informatie nodig, voor hen is dat nuttig. Hetzelfde doen we met alles wat te maken heeft met tijgermuggen en chikungua, je kan daar in de media heel erge verhalen over maken, maar er zijn geen tijgermuggen of chikungua in België en het zal minstens nog tien jaar duren voor dat die echt kunnen overleven, maar als je naar de Antillen vliegt krijg je van ons wel die informatie mee. Maar je moet dat allemaal, ‘zero risk’ bestaat niet in het leven, dus dat is een heel moeilijk boodschap, je kan niet tegen de burgers altijd zeggen van het leven is veilig, er zal er je niets overkomen of je zal niet ziek worden, dat is onmogelijk maar correct en op tijd de juiste mensen informeren, als we dat zouden doen over elke ziekte die wereldwijd voorkomt, dan zouden de mensen allemaal in de psychiatrie belanden, ze zouden allemaal denken dat ze constant bedreigd worden, wat dat niet waar is en dat is ook onze rol om ze daar tegen te beschermen. Ja absoluut, maar zou het dan toch bijvoorbeeld, inderdaad Ebola is geen bedreiging, maar het is natuurlijk weer een mediafenomeen geworden, net zoals SARS enzo, en uiteindelijk de gewone sterven veel meer mensen aan. Maar het is zit wel in de hoofden van de mensen, ik zeg niet dat er angst is, maar het is toch, zou het dan toch niet nuttig zijn om gewoon de informatie voor mensen, er zijn mensen die daar gewoon meer over willen weten, om toch iets makkelijker beschikbaar maken, bijvoorbeeld in de weekendeditie een klein kadertje gewoon met kort even een klein beetje informatie of zelfs gewone algemene voorschriften die voor alle epidemieën gelden, zoals dat ook met de Mexicaanse Griep is gecommuniceerd heeft dat geen nut? Maar de Mexicaanse Griep was wel een bedreiging voor ons grondgebied hé, we hadden gevallen he. En het ergste met de Mexicaanse Griep was, allé voor ons, vanuit ons standpunt dat het moment dat het virus is toegekomen op ons grondgebied, we nog niet eens wisten waarmee we te doen hadden, we wisten niet duidelijk wat het virus was. Dan hebben we ook een beetje de kritiek te geven van jullie hebben overdreven want het virus was toch niet zo gevaarlijk. Achteraf is dat natuurlijk makkelijk. Toch liever iets veiliger dan achteraf… Dat is inderdaad een moeilijk evenwicht. Ik denk niet dat iemand die echt interesse heeft in het onderwerp de informatie niet kon vinden. Je hebt veel websites hé. Ja maar niet van de Belgische overheid… We hebben het inderdaad niet zoals u zegt, door iedereen zijn strot geramd omdat dat in die fase ook nog niet nodig is, dat heeft dan weinig nut. Je moet natuurlijk wel proberen te zorgen dat als mensen er interesse voor hebben en betrouwbare informatie over zoeken dat die te vinden is. Ik hoorde u daarnet zeggen, jongeren lezen minder en minder de krant, kijken minder en minder naar journaals zitten meer op sociale media, dat proberen we dat dan ook mee te nemen. We hebben verschillende kanten van de cel media die we daar ook voor gebruiken. Onze strategie is niet van het is nu enkel nog sociale media want dat is hip en cool, we stellen dat af op ons publiek, we als publiek even goed nog bejaarden die de gazet nog lezen en die niet eens de computer kunnen gebruiken tot en met de jongeren die alle informatie van de sociale media halen. Dus we moeten al die publieken een beetje bedienen naargelang dat zij, dat wordt voor ons complexer maar dat is normaal dat we dat doen. Het is een moeilijk evenwicht maar het is heel 178
interessant als u dat bevraagt omdat eens te bekijken of over na te denken om een volgende keer iets meer of iets minder of op een andere plek moeten doen, dat is zeker. Ik denk gewoon, dat ik mensen kende, zeker mensen die geneeskunde studeren ofzo, die interesseren zich daarin en dan is het vaak wikipedia ofzo en dat is toch niet 100%, dan zou het toch beter zijn en ook leuker voor de overheid gewoon, dat die website dat die misschien via google wat gepromoot wordt ofzo, maar dat we eigenlijk gewoon de Belgische overheid beginnen zien als iemand die heel veel ervan af weet en die we volledig kunnen gebruiken met zo’n zaken. Jawel dat klopt, nu allé de website, deed het deze keer en dat was een beetje uitzonderlijk of niet als normaal, is gemaakt samen met het tropische instituut in Antwerpen, om de simpele reden dat wij als Belgen, en je mag daar ook wel een beetje fier op zijn denk ik en ik denk dat ook een boodschap van vertrouwen naar de bevolking, wij hebben Ebola uitgevonden hé, tussen aanhalingstekens. Het was Piot die daar ter plekke voor de eerste keer dat ontdekt hebben en meegenomen hebben om te onderzoeken, in principe hadden we allemaal morsdood kunnen zijn, die expertise van het voor de eerste keer beschreven en ontdekt te hebben, daar hebben we wel een beetje van geprofiteerd deze keer. Omdat toch een, denk ik, ook een instelling is met heel veel geloofwaardig en kennis in het vak, dus daar hebben we samen mee gewerkt waardoor dat we misschien inderdaad wat kinderziektes gehad hebben, dat kan zijn. Maar dat een geneeskundestudent niet gaat kijken bij het tropisch instituut Antwerpen of dat op google niet kan vinden dan moeten ze eens bijles informatica vonden. Maar goed voor de brede bevolking is dat misschien minder voor de hand liggend. Nee maar ik bedoel je gaat ook niet pagina’s verder klikken he. Ik denk dat die website die filosofie een beetje weerspiegeld he, als je daar gaat kijken ga je de informatie voor de professionelen alles tot in de kleine details vinden omdat de mensen die het nodig hebben als het er toe doet, zij moeten weten wat ze moeten met vervuilde bagage of een huis waarin een patiënt verbleven heeft of wie moet ik in het oog houden, wie kan er besmet zijn en hoe enzovoort. Maar je moet ook geen paniek creëren door de mensen te bombarderen, je moet als overheid voorbereid zijn maar ik ben er niet van overtuigd dat je dat tot in de treure moet verkopen aan de man en de vrouw in de straat als er geen probleem is want je gaat de mensen eerder bang maken. We hebben dat ooit, dat is een heel leuk voorbeeld, een journalist die het crisiscommunicatieplan van de Mexicaanse Griep had ingekeken en het hoogtepunt van de pandemie lag in de winter dus staat er in het crisisplan dat stel dat dat een gevaarlijk virus is en stel dat er heel grote aantallen mensen sterven, houdt er dan rekening mee dat het vriest, dat de grond hard is en daar mensen begraven moeilijker zal zijn dan anders. Dus iets dat kwam van een scenario om op korte tijd veel graven te delven terwijl het min twintig vriest buiten, als wij als overheid moeten we rekening houden dat je die lijken moet kunnen begraven of je veroorzaakt nog meer problemen. Nu natuurlijk dat is een waanzinnig detail, omdat het op zich niet zo gevaarlijk was, maar wij moeten daar op voorhand wel over nagedacht hebben. Want wij kunnen morgen of overmorgen of over tien jaar geconfronteerd worden met een virus dat wel veel agressiever is. Nu als een journalist dat dan boven haalt uit het crisisplan, de reacties daarop dan creëer je natuurlijk paniek. Ja de overheid bereidt voor op heel veel doden, ja niet voor deze crisis maar wij zijn dat wel. Je moet voorbereid zijn natuurlijk he Dat is inderdaad een afweging, hoeveel pushte die informatie en naar wie allemaal en je weet dat is inderdaad een afweging en dat is niet altijd makkelijk. Dat is geen exacte wetenschap natuurlijk he. Natuurlijk dat zal u ook wel weten.
179
Ok dan door vindt u dat er moet gecommuniceerd worden, dus heeft ook woordvoerders, maar ook in de media enzo, hoe, stuurt u iemand naar daar of spreekt u dat af met de media of hoe doen jullie dat? Dat zijn twee verschillende vragen. Wie, wij hebben drie woordvoerders die elke dag interviews geven, wij proberen zo veel mogelijk in vredestijd hé, zoveel mogelijk experts, mensen van het terrein en bijvoorbeeld een tabakscontroleur, een dokter, een veearts, om die mensen, we hebben er een veertigtal die mediatraining gehad hebben in huis, die een andere job doen, om die op te voeden voor die interviews, dat is interessant voor de bevolking en voor de pers. In crisissituaties heel veel van de contacten achter de schermen zullen door de woordvoerders gebeuren maar dan verkiezen wij eigenlijk als woordvoerder met de nodige autoriteit, een Mark Van Ranst bij de Mexicaanse Griep, deze keer Erika Vlieghe, de Ebola‐ coördinator. Dat is persoonlijk mijn voorkeur in dat soort situaties. Dus mensen die er ook wel wat van afweten natuurlijk. Ja een woordvoerder weet van heel veel onderwerpen een beetje af, in dit geval een expert weet heel veel van één onderwerp en ik denk dat dat maar kan bijdragen tot zijn geloofwaardigheid mits wat coachen. Hoe we dat doen, we doen dat op alle mogelijke manieren, we doen dat met persberichtjes op belangrijke momenten, of als er iets te zien is persconferenties, sociale media, heel veel contacten, telefonisch met journalisten die uitleg vragen of die u materiaal bezorgen. Als dat gaat over iets nieuws, nu Ebola is niet zo nieuw, dat is een vrij gekend virus. Als het over een nieuw onderwerp gaat, proberen we ook achtergrond te verkrijgen voor een journalist dat ook zij kunnen instuderen. Dat is moeilijker dan vroeger, vroeger waren er veel meer gespecialiseerde journalisten die dikwijls dossiers of virussen of situaties beter kenden dan jijzelf, die tijd is voorbij, nu geef je een interview aan een journalist van een krant en de volgende moet je helemaal vanaf nul beginnen want het is een andere die je moet interviewen, dat maakt de situatie minder makkelijk. Maar we blijven daar toch mee doorgaan, als we denken dit is een nieuw onderwerp dat voor de toekomst belangrijk is dan proberen we met de pers toch af en toe eens uit te nodigen voor een sessie achtergrond informatie of ze daarop ingaan of niet is natuurlijk aan hen om te beslissen. Maar we proberen hen daar wel in te helpen omdat dat ook ons leven gemakkelijker maakt in een crisissituatie dat zij al mee zijn en voor een stuk achtergrond hebben. Maar wij zijn, maar dat is een beetje onze traditie, vierentwintig uur op vierentwintig uur, zeven dagen op zeven, beschikbaar als journalisten bellen, eigenlijk altijd, we hebben altijd permanentie. Dat is wel heel goed, dat is ook nodig met crisissituaties. Dat werkt echt in twee richtingen hé, ook buiten crises. Een recent voorbeeld, de dolle koeien ziekte, je hebt twee vormen, je hebt Creutz Fell Jacob gewoon omdat je heel oud bent en je hebt Creutz Fell Jacob omdat je besmet koeienvlees gegeten hebt en dat is gevaarlijk want je gaat heel snel dood. Nu in België, drie, vier keer per jaar krijgt er iemand Creutz Fell Jacob puur van ouderdom, dat zijn nog geen tien gevallen op een jaar. Nu nog heel recent krijg ik ’s avonds laat telefoon en die zegt: ‘ja zeg, ik heb een tip gekregen, er ligt iemand in het ziekenhuis met de dolle koeienziekte’ en dan kan ik als woordvoerder als direct zeggen ‘oh oh oh, dolle koeienziekte of is het Creutz Fell Jacob, want dat zijn twee vormen, de gevaarlijke en de natuurlijke’, dan begint die journalist al te twijfelen, dan zeg ik wacht even. Ik bel even rond, ik check die informatie, ik bel die journalist rond half twaalf ’s nachts terug en ik zeg: ‘meneer, het gaat over een oude dame met de ouderdomsvorm, dus niets speciaal aan de hand’. Als je dat niet doet en je bent niet bereikbaar is de kans heel groot dat er op Twitter, of in de krant de volgende staat, ‘dode door dolle koeienziekte’. Dus beschikbaar zijn levert wat dat betreft toch wel iets op. Ja ik denk dat dat ook noodzakelijk is om goede banden te onderhouden hé. Dat is een kwestie van vertrouwen absoluut. Want als ze de informatie niet van u krijgen, zullen ze ze ergens anders gaan zoeken en wat voor bronnen zijn dat dan natuurlijk… 180
Ja dat kunnen er goede, dat kunnen er slechte zijn. Ok, nog even over de bevolking, als u communiceert dan tijdens een crisis, gaat u meer éénzijdige communicatie of tweezijdige communicatie gebruiken? Wat bedoel je daarmee? Wel dus éénzijdige communicatie dan gaan we vooral uit van een soort van monoloog van een expert naar de bevolking en bevolking moet dat gewoon aanvaarden… Nee hoe ernstiger hoe meer naar tweezijdig denk ik dan. Dat sluit niet uit, hoe ernstiger hoe meer éénzijdige, maar ook hoe meer tweezijdige dan. Ja dat er ook kans is voor interactiviteit en dialoog dan. Ja, we hebben periodes in echte crises waar er elke dag een perscommuniqué buitengaat met een stand van zaken waar dat wij tussen de 50 en de 100 telefoons op een rustige dag kregen van journalisten, waar om de week een persconferentie was met experts en de ministers, maar waar dat je gaat, in die situatie, ook moet zorgen dat je elke dag 30, 40, 50 mensen aan de telefoons zitten hebt om vragen en mails van burgers te beantwoorden. Dan weet je dat al de informatie die je uitstuurt, verkocht wordt door de pers, gepubliceerd, uitgezonden, getweet, dat dat nieuwe vragen oproept, dat is normaal. Bij het begin van de crises heb je 5 Q&A’s en dan kom je er mee toe, dat zijn de vijf vragen die iedereen zich stelt, de volgende dag zijn dat er tien, twee, drie dagen daarna zijn er dat dertig en dan moet je beschikbaar zijn, dat is een inspanning voor de overheid want we krijgen op een normale maand al tussen de 10 en 12.000 mails en telefoons met allerlei informatievragen, in een crisis kan je dat op een week krijgen, dus dat moet je aankunnen, daar moet je op voorzien zijn qua infrastructuur, qua bemanning en ook qua systeem want dat levert heel veel op. De dag dat de eerste vrouw belt naar ons callcenter en zegt: ‘ zeg ik ben zwanger, moet ik eigenlijk iets speciaal doen als zwangere vrouw’ heb je een nieuw thema en dat is een thema dat je uit die vraag naar de experts escaleert en je zegt, mannen geeft hier eens advies over want die vraag hebben we nog nooit gehad, of daar hadden we zelf niet aan gedacht. En zo krijg je een nieuwe Q&A. Hetzelfde met de media en zeker met het monitoren van de sociale media wat we nu ook dag en nacht doen. En als ons publiek ons liever niet belt maar op Twitter iets zet of op Facebook, ja dan antwoorden wij op die manier hé. Dus je moet natuurlijk wel in het hoog houden, dus je moet er op geviseerd zijn dat is belangrijk. Want die tweewegs‐communicatie is ook in ons voordeel. Ja absoluut want jullie krijgen feedback. Je hebt direct contact met de bevolking, je voelt de temperatuur, je weet wat de vragen zijn, je moet dat doen, dat is veel te belangrijk. Dan hoe denken jullie dat de bevolking omgaat met de risico’s, nl. erkennen jullie dat de bevolking niet met het echte risico maar met de perceptie van het risico bezig is, of hoe zetten jullie daar op in? Sja… Ik denk dat onze opdracht, hoewel dat die soms wel hopeloos zal zijn, is om de kennis bij de bevolking op een reëel niveau te krijgen hé. Dat is dan meestal wat minder erg dan de perceptie, het is soms gevoed door allerlei onheilsprofeten. Dus ja, makkelijk is dat inderdaad niet maar. Maar u houdt er dus wel rekening mee dat als u, er is bijvoorbeeld een aap in de zoo ontsnapt en iemand heeft die zien schuimbekken en oei dat is een nieuwe ziekte, terwijl dat dat gewoon een normaal ontsnapt beest is en er is geen probleem mee, dat dat dus een perceptie is. Nu ook dat mensen, ze kijken series, zeker ook ‘post-9/11’, alles is mogelijk. Houden jullie daar rekening mee dat iets kleins een heel grote impact kan hebben op de bevolking? Ja natuurlijk, ja dan is het een kwestie denk ik vooral om snel te reageren. Dat is een beetje, we zijn daar nog een beetje in tekort geschoten destijds in de Mexicaanse Griep omdat dat eigenlijk de eerste echte 181
crisis was waar sociale media een rol in hebben gespeeld, we waren daar toen nog niet volledig klaar voor, geen enkele overheid denk ik. En als je dan kijkt, ik heb ook die analyse is zien doen, wie waren de meest invloedrijke twitteraars over de Mexicaanse Griep, dat waren geen overheidsmensen, dat waren zelfverklaarde burgerjournalisten, dat zijn dan vaak dezelfde mensen die bezig zijn met ‘cam‐trails’ en met anti‐vaccinatiepraat en van die onheilprofeten die pikken dat dan op en die profileren zich daar dan op. Dus daar moet je rekening mee houden. Ik denk dat we daar, je moet daar snel zijn en dezelfde technieken gebruiken die ook privé‐bedrijven gebruiken. Allé ik zeg maar iets hé, je pikt er een BV uit, bijvoorbeeld waarvan dat je weet dat die op dat domein invloed heeft, dat mensen hem volgen omdat die iets zinnig te zeggen heeft over voeding, gezondheid, huisdieren, het kan me niet schelen. En je gaat die mensen behandelen een beetje als gepriviligeerde partners, je zal informatie sturen zodanig dat die hun eigen blogs, websites, tweets kunnen voorzien van correcte informatie en dat zijn, wat ze in het Engels ‘enablers’, ‘multipliers’ noemen. Je moet bij de overheid ook niet de pretentie hebben om altijd je logo en je naam overal op te hebben, dat is niet nodig. Het is niet belangrijk wie dat de boodschap als ze maar juist is. Absoluut dus ook zoeken naar opinieleiders in de bevolking. Absoluut, ja. Als je dat met een Van Ranst kunt werken, wat we gedaan hebben, dat is natuurlijk plezant want dat is niet alleen een heel goede filoloog en een goede organisator in de crisis die vanalles een beetje heeft, die het makkelijk kan uitleggen en het heel duidelijk kan zeggen, ja dat is een geschenk als je met zo iemand kunt werken dan. Maar we proberen dat ook op andere vlakken te doen, ja dat klopt. Dan, één van de laatste vragen, wat zijn volgens je de determinerende factoren voor de bevolking om naar de overheid te luisteren? Wat is er belangrijk denk je voor de bevolking zodat ze luisteren naar de overheid. Ik denk dat je dat kunt vergelijken met het fenomeen dat er elke avond evenveel mensen naar het VTM nieuws als naar het VRT nieuws, totdat er iets heel erg aan de hand is dan kijkt iedereen naar de VRT, dat is zo, je moet dat maar eens opzoeken want daar zijn verschillende artikels over geschreven. Ook als mensen het niet altijd eens zijn met de overheid soms, of kritiek geven, of ik denk dat mensen wel weten dat als het echt een noodsituatie is, dan heb ik de indruk dat ze zich vrij makkelijk of makkelijker keren naar de overheid en luisteren. Het is natuurlijk aan de overheid om in hun taal en via de kanalen waar zij toegang tot hebben te communiceren, je moet je als overheid daar ook aan aanpassen. Maar ik denk dat in ernstige situaties wij als overheid, zeker in België, niet mogen klagen over het vertrouwen dat de bevolking daar dan in heeft. We hebben ook heel duidelijke afspraken gemaakt bijvoorbeeld met de ziekenhuizen en andere partners, zeker met Ebola moest er ooit een bevestigd geval zijn ofzo dat wij degene zijn die dat communiceren en dat alle informatie en woordvoerders van bij ons komen. Dus echt wel een centrale communicatie van bij jullie? Ja. Dan misschien een rare vraag maar hoe evalueren jullie zelf nu het huidige communicatiebeleid hier in België rond Ebola. Allé als jullie daarop willen antwoorden hé. Ja natuurlijk, maar de evaluatie is nog niet echt het stadium waar dat we nu aan toe zijn dat is voor binnenkort. Maar momenteel, op deze moment, van de beginfase tot nu. We hebben de gewoonte om elke crisis te evalueren en daar lessen uit te trekken en we hebben bij Ebola een aantal stommiteiten niet meer begaan hebben die vorige keer wel begaan hadden omdat we daaruit geleerd hebben. Evalueren… 182
We hebben zeer gecentraliseerd gewerkt met de deelstaten bijvoorbeeld, mooi samengewerkt om een centrale website te hebben zodanig dat de info niet de verspreid stond maar er toch één centraal punt was, we hebben ook heel goed voorbereid voor toekomstige crises, zowel op het vlak van website als procedures naar de bevolking toe. Dus eigenlijk was het een goede oefening? Ja nee, ik denk… Ergens, maar dat vraagt een beetje achtergrond, eigenlijk was Ebola onze laatste crisis in deze zin, er is sinds heel kort een nieuwe Europese wetgeving over Serious Cross Border Health Threats, wat wil zeggen, wij waren zeer gewend om te werken in een systeem, zowel experts als mensen die met communicatie bezig zijn of met het management van de crisis rond alles wat te maken heeft met besmettelijke ziektes, virussen enzovoort. Het wettelijk kader is breder geworden, dat wil zeggen dat wij heel ons crisisplan aan het aanpassen zijn aan een meer generieke aanpak. Dus of het nu gaat over milieuvervuiling, een terrorist die het drinkwater vergiftigt of een besmettelijke ziekte, de basis van elke crisisaanpak zal dezelfde worden en ook voor de communicatie zijn we daar nu over aan het nadenken hoe dat we dat zo goed mogelijk kunnen doen. Eén van de dingen die we uit Ebola geleerd hebben is dat we nog moeten werken aan een simpele, makkelijke bereikbare crisis‐website die zowel bij honderd bezoekers als tien miljoen bezoekers per dag in de lucht blijft, bij een gewone website die garantie heb je niet, dat is met geen enkele website. Dus daar zijn we, hebben we al stappen gezet in die richting om dat in de toekomst zo te gaan doen, dus te zorgen dat alle info op één centraal staat met zeer eenvoudig en zeker crashbestendig. Ja, qua evaluatie…. Als het gaat over internationale crises is het moeilijkste te communiceren zijn maatregelen die nu de regering neemt als het land daarnaast andere maatregelen neemt, als er verschillen zijn in het beleid wordt communicatie zeer moeilijk omdat je bij dit soort crises bijna altijd met een internationale context zit. Wat hebben we nog geleerd? Dat je al je doelgroepen, al die stakeholders, heel goed in kaart moet brengen en dat je buiten de crisis met hen een goede relatie moet opbouwen. Bijvoorbeeld tijdens de griep‐pandemie hebben we heel intensief samengewerkt met scholen, onderwijskoepels, jeugdbewegingen om informatie tot bij de mensen te krijgen of om de mensen op te roepen om iets bepaald te doen, dat zijn netwerken die we toen hebben moeten opbouwen dat hadden we eigenlijk vooraf moeten doen. Nu hebben we heel veel moeten investeren in onze contacten met iedereen die van dichtbij of veraf betrokken met de luchtvaart was, we hadden daar al contacten maar nog niet genoeg dat hebben we ook gemerkt. En met de havens, met mensen die misschien met scheepvaart bezig zijn ,die daar controles doen die moeten werken op buitenlandse schepen. Dus eigenlijk je moet een heel breed netwerk hebben dat je snel kan mobiliseren zowel naar maatregelen als naar communicatie, als je elkaar al kent gaat alles veel vlotter, sneller en met meer vertrouwen verlopen. Dus ik denk dat dat een heel belangrijke conclusie is voor ons. En dan nog een klein vraagje, wat is voor u de belangrijkste fase in de communicatie, is dat voor een crisis, tijdens een crisis of na de crisis? Helemaal in het begin. Ik ga het niet verklappen maar ik heb in mijn toch al redelijke carrière en wij hebben intern een systeem bewaking van België, van Europa waar een arts vierentwintig uur op vierentwintig beschikbaar is, dus altijd iemand die dat Europees systeem bewaakt. Die zal ons onmiddellijk bellen als er iets aan de hand is, dus wij het crisismanagement en de politiek natuurlijk, de verantwoordelijke mensen worden verwittigd op eender welk uur van de dag en de nacht en dan moeten er snel beslissingen genomen worden. Het is een heel goede zaak dat bij ons in België in dat systeem de communicatie vanaf stap één in het proces zit, niet twee dagen bellen met en je weet van niets en zegt je gaat eens foldertje moeten maken over Ebola hé, nee je mag vanaf het begin mee discussiëren over wat er gebeurt, dus dat is heel belangrijk. Dat eerste moment is heel belangrijk om er snel bij te zijn als communicatiemensen en ik heb in heel mijn carrière nog maar één keer meegemaakt dat iemand uit politieke hoek, het is al lang geleden, maar het was uit politieke hoek zei: ‘ we gaan er toch over zwijgen hé, zorg dat dat niet uitlekt’, terwijl dat ik aan tafel zat en ik was al bezig aan mijn eerste persbericht, zo rap mogelijk communiceren. 183
Want ik denk, ik heb dat daarstraks in het begin gezegd, ook durven zeggen van dat weten we nog niet, dit weten we zeker, dit weten we nog niet, we kunnen daar niet op antwoorden maar we zijn ermee bezig. Dat alleen al is veel meer geld waard voor de bevolking dan je telefoon pakken en journalisten bellen omdat je nog niet alles weet. En ik denk dat als je die fase mist dat de kans groot is dat je het verknoeit voor de komende dagen, weken, maanden in een crisis. Want dan verlies je u geloofwaardigheid. Sorry ik stel nog een vraagje, maar het is heel interessant. Met die politiek, zoals in elk bedrijf je hebt het management en dan heb je de communicatiemensen, communicatie wil altijd open en eerlijk zijn, management wil soms meer, hier minder belangrijk, financiële belangen hier dan stembelangen beschermen, hebben jullie vaak dat dat botst of werkt dat echt wel vlot? Of is het een beetje van beide? Ik vind dat we daar niet over mogen klagen, we zijn betrokken en die discussie, als die discussie al mag gevoerd worden, is het eigenlijk al goed hé. Het feit dat je betrokken bent is goed, ik heb ooit wel… Wij geven advies vanuit onze job, vanuit onze achtergrond, wij gaan als we iets horen vertellen aan de vergadertafel proberen advocaat van de duivel te spelen en zeggen van kijk, de pers gaat dat en dat vragen, de bevolking gaat dat en dat vinden of denken of gaat schrik krijgen voor dit of dat, we proberen dat heel de tijd mee in het debat te mengen als beleidmakers, dat ze daar rekening mee houden. En het feit dat je daar kan bijzitten is al heel belangrijk, als ze ons niet nodig dan zouden ze ons loon niet moeten betalen dan hadden we daar niet moeten zitten. En ja dan krijg je wel meningsverschillen, ook met de politiek, ook met je minister, soms ben je het eens, soms ben je het niet eens en dan wordt er gediscussieerd en dan wordt er op door ge‐ebt, natuurlijk is het altijd een minister die het laatste woord zal hebben maar nee ik vind eigenlijk niet dat we daar over mogen klagen. Ok super, voilà dat was het zo een beetje. Ik weet niet of dat jullie nog vragen hebben voor mij? Wanneer moet jij klaar zijn? Met mijn thesis, 20 mei. Aaah, dat is bijna dan. Ja dat is bijna, je mag ze ons sturen als dat mag, het is altijd voor ons heel interessant.
184
15.2 TRANSCRIPT RESPONDENT 3 Dus het gaat in het kader van mijn thesis rond crisis- en risicocommunicatie van de overheid bij epidemieën met de nadruk op Europese communicatie in verband, in relatie met België en dan een case study van Ebola. Ja, ok. En u hebt in dat kader, veronderstel ik dan ook al contact gehad met volksgezondheid? Ik heb daar nog geen antwoord gehad van iemand, ik heb iemand gecontacteerd die ook met het B-fast naar het Ebolagebied was vertrokken, maar ik heb daar nog geen antwoord op gehad eigenlijk. Ja, want, het is wel zo dat eigenlijk de hele communicatie daarrond dat die vertrokken is vanuit volksgezondheid, ik kan u eventueel wel de contactgegevens van de verantwoordelijke daar bezorgen, van de communicatiedienst. Dat zou super zijn Want degene die vertrokken is naar Guinea ofzo, daar heb ik geen… Als we het over dezelfde persoon hebben toch, dat was nu niet onmiddellijk vanuit het communicatie‐perspectief uiteraard, dat was om andere dingen te gaan doen. Nee Maar als het gaat over de communicatie en de implementatie van Europese richtlijnen, daaromtrent hier in ons land, dan is het misschien beter iemand van de communicatiedienst. Ja, kan ik dat dan gewoon ook op die site vinden of? Ja, ik zal u contactgegevens doorsturen Ah, super dank u wel. Dat is al heel handig. Ok, want anders gaat het misschien te lang duren voor u. Dus ik heb eerst een paar algemene vragen en dan meer specifiek, het gaat dus allemaal wel over communicatie. Eerst drie algemene vragen die normaal makkelijk moeten zijn voor u, dus wat verstaat u onder een epidemie? Ik ga misschien niet helemaal de juiste, correct juiste definitie geven, maar ik weet wel dat vanuit volksgezondheid dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen een epidemie en een pandemie. Nu die epidemische trend van zodra die overschreden is dan kunnen er een aantal plannen in werking treden. Ik ken nu niet juist de afbakening daarvan, waar die drempel ligt en voor ons als communicatiedienst van het crisiscentrum is dat ook minder relevant omdat dat wordt opgevolgd vanuit de diensten van volksgezondheid en die brengen ons op de hoogte wanneer die epidemische of pandemische drempel bereikt is. Die op hun beurt ook uiteraard via EU instanties en eventueel nog andere daar ook informatie over krijgen en als die moeten bereiken. Dus voor ons is het triggerelement vanuit de volksgezondheid die ons aangeven wanneer er voor een Ebola, of een andere epidemie, manier wanneer er naar risico mogelijk is en hoe dat we dan best kunnen optreden. Ja, ok super. Dus een epidemie, ik gebruik epidemie en pandemie een beetje door elkaar en samen omdat voor de communicatie, het moet dan wel op grotere schaal gebeuren, maar voor het land is het niet zo een groot verschil. En dan wat verstaat u onder een crisis en denkt u dat er een verschil is tussen een crisis en een risico? Ja, als ik nog even mag doorgaan op dat vorige als u spreekt van een epidemie vertrekt u dan enkel vanuit Ebola als case, of gaat u ook over andere mogelijke epidemieën zoals vogelgriep enzo, betrekt u dat er ook bij? 185
Ja absoluut, het is gewoon omdat ik dan nu, we zitten nu eigenlijk in een echt crisisstadium van de crisis van de epidemie, daarom dat ik Ebola pak als voorbeeld, maar voor bijvoorbeeld SARS, vogelgriep zitten we in een postcrisis stadium dus is dat eigenlijk makkelijker ook goed dat eens te bekijken, dus het is algemeen met een nadruk op Ebola. Ja, dan moet je zeker ook eens vragen aan de mensen van volksgezondheid, want ik weet dat bijvoorbeeld voor epidemieën in het algemeen bestaat er wel een soort trapsgewijs model waar ook op vlak van communicatie er acties aan verbonden zijn. Dus afhankelijk van het stadium waarin men zich bevindt is er communicatie nodig en we hebben daar ook wel aan meegewerkt. Maar het gaat dus bijvoorbeeld over het prille begin en ik zal Ebola als voorbeeld geven, het is niet omdat er eventueel in België een mogelijk geval wordt geïdentificeerd dat dat ook na testen zal blijken een Ebola geval te zijn. En nu dus zijn er verschillende communicatiestappen in voorzien, in het begin is het een mogelijk geval dat verder onderzocht moet worden, nadien volgt er een positieve of een negatief resultaat en zo gaat dat altijd verder en verder. Dus die verschillende stappen die zijn bepaald in een plan dat door volksgezondheid wordt bijgehouden. Wordt er dan ook rekening gehouden met de drie fasen van een crisis? Precrisis, crisis en postcrisis of is dat minder rigide? Dat is minder rigide, hoewel als we het vertalen naar de Belgische context dan gaat je eigenlijk kunnen zien hier komt een patiënt toe die mogelijk besmet is met Ebola, op dat moment is er een, volgens u model, waarschijnlijk alleen een crisis, als je dat vertaalt naar echt zuiver Belgische situatie is dat nog een begin, is dat nog pre. Dus dat voorstuk daar is dan de communicatie al in voorzien en dan heb je in ‘worst‐case’ wordt dat een bevestiging dan zit je echt wel in u crisis, anders blijft het in de voorcrisis, dan stopt het daar eigenlijk. Stel dat dat wel een geval wordt, ja, dan moet er uiteraard doorgewerkt worden naar ‘tracing’ en zo van die zaken, dus dan wordt het wel degelijk een potentiële crisis. En dan het hele na‐traject de nazorg zit er uiteraard wel in vervat, maar daar kunnen de mensen van volksgezondheid u beter over informeren. Nu om terug te komen op u tweede vraag, maken wij een onderscheid tussen crisis en risico, ja. En ik ga misschien een voorbeeld geven dat ik zelf altijd duidelijk maak als ik over crisiscommunicatie dat onderscheid moet maken naar anderen, het heeft niets met Ebola te maken ofzo. Als je in Afrika bijvoorbeeld op safari gaat en je komt daar een leeuw tegen dan is dat een gevaar. Ik gebruik niet het woord crisis hier, maar dan is dat een reëel gevaar. Je staat daar onmiddellijk blootgesteld aan die leeuw. Als je nu van het weekend naar de zoo in Antwerpen gaat en je komt daar die zelfde leeuw tegen dan zit die in een kooi dan is dat een risico. Natuurlijk waarom een risico, er kan nog altijd iets fout gaan, die kooi kan open gaan of wat dan ook. Dat blijft nog altijd, of je kan er te dicht bij komen, dat blijft nog altijd een risico. Maar je bent niet onmiddellijk blootgesteld aan een reëel gevaar, dus dat is het onderscheid. In die zin maken wij daar een onderscheid in tussen die twee definities? Ja, uiteraard. Er is een verschil tussen een risico‐identificatie en het risico kennen en daarop gaan voortwerken. Zolang het zich niet reëel manifesteert blijft het een risico, het is pas op het moment dat het, dat we er reëel aan blootgesteld worden dat het een gevaar kan worden en dus een crisis op dat moment, voor ons land. Ja, dat is het schoolvoorbeeld antwoord. Ja nee super. Is dat goed? Ja, natuurlijk, ik stel ook gewoon de vraag om te weten of dat mensen die er mee bezig zijn, u bent natuurlijk wel echt een expert, maar bijvoorbeeld mensen bij volksgezondheid of dat die dat ook zo zien en dan kan ik misschien een verschil merken tussen meer getrainde professionals zoals u en misschien mensen die minder de communicatie in het hoofd houden. Dus. Ok. Als we dat nu even vertalen naar Ebola. Dus Ebola in België he, want uiteraard als je dat in een Afrikaanse context plaatst dan zitten we uiteraard in een crisissituatie, en nog altijd hé, het is nog niet onder controle. 186
Maar als we dat vertalen naar de Belgische situatie denk ik dat Ebola nooit een crisis geweest is, we zitten nog altijd in de situatie waar dat het wordt aangeduid als een potentieel risico, natuurlijk in de risicobeleving is het misschien iets anders. Ik herinner mij, het zal de periode midden maart geweest zijn denk ik, dat er ook in België heel wat te doen was rond de vluchten nog naar dat gebied en ja of nee, gaat die discussie daar. Daar zijn een aantal mensen van volksgezondheid heel sterk mee bezig geweest, het is ook de periode waar de Ebola coördinator is aangesteld. Dus ook met, vanuit communicatie is er zeker ook de nodige aandacht naar gegaan, maar er is vooral gekozen toen voor een directe communicatie met de betrokkenen, met artsen, met luchtvaartpersoneel enzovoort. Nu ik weet niet of dat je het risicocommunicatie‐kruispunt kent, ken je dat? Nee. Anders moet je eens gaan kijken op onze website crisiscentrum.be staat ergens bij publicaties er een leidraad voor crisiscommunicatie uit 2007. Ah jawel, is dat zo een powerpoint? Eumh, nee. Ah, oei Een pdf, als pdf staat die erop en als leidraad crisiscommunicatie en dat heeft een theoretisch gedeelte en een praktisch gedeelte. In het theoretisch gedeelte ergens wat meer naar achter gaat het over risicocommunicatie, toen was dat nog al nieuw, ondertussen zitten we daar al verder in, maar nog niet uitgeschreven. Maar daar staat gewoon als schema staat dat risicocommunicatie‐kruispunt er wel in, of als je dat eens google‐t vind je dat ook wel, en waarschijnlijk ook wel ergens in een powerpoint, want ik heb het uiteraard ook als presentatie gegeven. Maar dan heb je een kwadrant en dan heb je op de ene as heb je de ernst van het risico vanuit een professioneel standpunt, dus als je gaat kijken naar het feitelijke risico, is het een laag of een hoog feitelijk risico, dus ergens op die as bevind je u en dat is de horizontale as denk ik in het schema. De verticale as dat is de perceptie van dat zelfde risico, dus hoe kijken buitenstanders, niet‐ professionelen daar naar toe. En dan terug opnieuw laag of hoog. En dan kom je op die manier tot vier kwadranten en als je dan gaat kijken naar Ebola, in België weliswaar, dan zullen we zien dat in de periode november, december dat dan het risico naar feitelijke ernst laag was en naar gepercipieerde ernst dat die hoog lag. Dus wat de communicatie‐aanpak, die we dan moesten volgen, als ik het juist heb volgens het schema ten minste, is dan dat moet de mensen moeten overtuigd worden, dat er moet toelichtingen gegeven worden bij waarom enzovoort. Dat is ook wat volksgezondheid daar gedaan heeft. Die zijn onder andere, om er één ding uit te pikken, die zijn regelmatig naar de luchthaven gegaan, die hebben daar gesproken met het personeel en dat proberen uitleggen waarom dat geen risico is om daar toch op te vliegen, mits uiteraard een aantal veiligheidsvoorschriften na te leven. Dus dat hebben ze dan samen bepaald, dat is ook een vorm van de risicocommunicatie als je wilt. En om dat kracht bij te zetten hebben ze op een bepaald moment ook aan mensen van Amnesty International gevraagd om dat te gaan toelichten, die hebben ginder in Afrika, dus in, waar ze effectief aan het gevaar dan bloot, niet aan het risico, maar aan het gevaar blootgesteld stonden. Die hebben daar gedurende maanden gewerkt en toch door een aantal voorschriften na te leven heeft dat voor hun eigen gezondheid geen impact gehad. Dus door dat verhaal te brengen bij manier van spreken, ik heb met mijn laarzen gestaan, ik heb op het terrein gestaan ik weet wat het is, als je dat correct doet dan hoeft er geen probleem te zijn. Dus dat is, je zet een kooi tussen u en de leeuw hé. En door dat te doen en dan door mensen van het terrein te laten vertellen aan luchtvaartpersoneel hebben ze dat toch getracht om daar ja het in de juiste context te plaatsen. Dus ook de boodschapper is daar ook een belangrijk gegeven.
187
Ja absoluut, dat is, want op vlak van die boodschapper, want het gaat nu over naar het luchthavenpersoneel, maar op vlak van de boodschapper denkt u dat de bevolking liever een woordvoerder ziet bijvoorbeeld u organisatie, of een politici of eerder een wetenschappelijk expert? Hoe denkt u dat de bevolking daar het beste op reageert? Ik denk dat hoe dan ook politici niet de juiste referentie zijn als woordvoerder. Uiteraard af en toe moet een politicus ook het woord nemen, ze moeten ook aangeven dat beleidsmatig dat dat een topic is, dat ze dat ter harte nemen dus dat speelt uiteraard mee, maar dat is niet de kern van de boodschap. In die zin is ook de aanduiding van de Ebola‐Coördinator een heel duidelijk signaal, die coördinator die moest sturend vooruitgaan die moest coördineren, is iemand met een meer, ja, wetenschappelijke achtergrond en dus sterk in die zin, maar tegelijkertijd is zij ook het gezicht van de organisatie, het aanspreekpunt, noem het dan de woordvoerder ook voor de aanpak in België van die Ebola‐thematiek. En dat is toch wel belangrijk dat mensen met die vertrouwen en ook dat je dan uniformiteit krijgt in die communicatie dat daar de verschillende organisaties naar verwezen wordt dat het op die manier vermijd je ook dat er veel andere sprekers of standpunten aan bod komen. En qua uniformiteit zit in je communicatie en dat is wat de bevolking graag heeft dat is duidelijk, waarbij dat die woordvoerder er dan ook voor moet zorgen dat als er onduidelijkheden zijn in de verschillende standpunten, die mogen ook naar voor komen uiteraard. Het moet geen eenduidig verhaal zijn, maar er moet wel een duidelijk verhaal zijn, een coherent verhaal en er moet aangegeven worden als er verschillende visies of benaderingen zijn, dat die er zijn en dat er misschien nog geen keuze gemaakt is. Maar in plaats van dat uit te spelen tussen verschillende instellingen is dat beter vanuit respect wordt naar voor gebracht en dat dat uiteraard ook wordt voorgesteld dat het dan ook de taak is van die coördinator om te zorgen dat daar een stroomlijning is naar een coherente aanpak. En daar heeft volksgezondheid afgelopen tijd toch wel enorm op gewerkt om die Ebola aanpak in ons land verder vorm te geven en zelfs aan de hand van een oefening al ondertussen dus. Ik denk wel dat daar afgelopen maanden heel wat werk verzet is naar een betere voortraining ook, ook op vlak van communicatie. Ik moet nu wel zeggen ik heb al interviews gedaan met de bevolking, de meesten hadden geen schrik dus dat was wel geslaagd, maar de meesten wisten wel nog niet dat er een nationale ebola coördinator was omdat men vooral via traditionele media heeft gewerkt en nog niet genoeg de sociale media heeft gebruikt, denkt u dat dat moet verbeteren dus dat men meer naar die sociale media moet gaan of denkt u goh ja je zal de meerderheid van de bevolking toch via die traditionele media kunnen benaderen? Is het zo dat volksgezondheid minder zelf met die sociale media mensen heeft benaderd? Op vlak van, in elk geval er was bijvoorbeeld niet, of toch niet duidelijk te vinden één website, gewoon qua internet één website waarop alle informatie over Ebola verzameld stond. Die is er nochtans wel he. Die staat wel nergens, de mensen vonden nergens een site van de overheid… Ik denk dat ze noemt, even nadenken, ebola.info.be ofziets. Ik zal er eens naar kijken, ik ken ze niet van buiten. Het kan, ik ga ook gewoon verder op wat de mensen mij gezegd hebben omdat dat natuurlijk nu het belangrijkste is. Ja misschien is ze onvoldoende bekend geweest, maar er was zeker een website beschikbaar. Er is ook via sociale media over gecommuniceerd, of het onvoldoende of voldoende is dat wil ik hier nog in het midden laten. Ik denk dat het ook veel zegt over het gebruik van de mensen, ik denk dat heel veel mensen nog altijd via traditionele media geïnformeerd worden en dat dat op die manier hoe dan ook meer aandacht krijgt. Het is ook via de media, in de periode november, dat het tumult meer naar boven gekomen is. Anderzijds 188
denk ik ook dat het een bewuste strategie was van volksgezondheid om het zo low profile mogelijk te houden, om niet mee te gaan in de stemmingmakerij die op dat moment in november toch wel gaande was, hé. Om er eigenlijk een echt gevaar van te maken, terwijl het hier nog een risico bleef, om daar met objectieve feiten en elementen te komen. Ik denk dat ze daar ook wel gekozen hebben voor een eerder low‐profile en zeer feitelijke communicatie. Ja. Ok. En dat dat dus ook, anders geformuleerd, niet de bedoeling was dat zij extreem in die communicatie naar voor zouden treden zolang er in België niet echt een duidelijk gevaar was en geen bevestigd geval. Ja. Alles moet ook in de juiste proporties zitten een beetje. Dus u vindt ook dat voor dat het uitbreekt dat er nog geen extensieve communicatie nodig is. Dat heb ik niet gezegd. Er is gekozen om een low‐profile communicatie en naar het algemene publiek omdat er voor het algemene publiek nog minder risico was en daar is er voor, bewust voor gekozen om een stuk wel te informeren maar het ook juist te duiden, het is dan ook een stukje gaan liggen denk ik. Maar dan anderzijds wel en tegelijkertijd, parallel, wel hard in te zetten op die doelgroepen waarvoor een duidelijke informatie wel een vereiste was, dus er is meer gekozen voor een doelgroepenbenadering, zoals artsen, zoals luchtvaartpersoneel enzovoort. Dus ik denk dat dat wel een belangrijk onderscheid is, tussen het algemene publiek en de specifieke doelgroepen. Ja, absoluut. Dan wat denkt u op vlak van communicatie, wanneer dat de communicatie het belangrijkste is in een evolutie van een epidemie? In welk standpunt, in welke fase van de evolutie van de epidemie? Ja dat u denkt of dat het het beste is om al voor dat er iets gebeurt erover te praten zodat de mensen geïnformeerd zijn en geen schrik hebben of juist niet omdat je denkt dat de mensen misschien toch schrik gaan hebben door er te veel van te weten of boy who cried wolf syndroom? Ik denk dat het belangrijk om te communiceren in elk van de fasen. Maar dat je wel grondig moet nadenken over de communicatie aanpak, dus niet één communicatie doortrekken in de verschillende momenten dus afhankelijk van je fase kan je wel voor een andere benadering kiezen zoals meer doelgroepgericht enz., ook je kanalen. Als we de preventieve communicatie, buiten wat we al gezegd hebben daarjuist, als we daar nog een keer terugblikken denk ik dat het toch wel belangrijk is om ook te vermijden dat er inderdaad een angstgevoel zou ontstaan. Natuurlijk hoe ontstaat angst? Is het door te informeren of door geen informatie te hebben. Dus in die zin moet je wel objectieve feiten aanreiken en dat hebben ze ook denk ik gedaan. En dan zo ervoor zorgen dat de mensen met een correct gevoel daarnaar toekijken. Natuurlijk een gevoel is ook iets heel subjectief, dan kan je niet altijd objectieve informatie aanreiken en in die zin is het net zo belangrijk om doelgroep gericht te gaan werken en degene die je echt wel, waar je een effect wil bereiken om daar dan wel een attitudeverandering te kunnen bewerkstelligen. En ook, wat ze gedaan hebben, de media enzovoort ook wel een keer informeren en juist duiden zodanig dat die berichtgeving op die manier juist zit want dat is toch, de klassieke media is toch nog vaak het kanaal waarlangs mensen geïnformeerd worden en hoe ze zich een beeld gaan vormen over de situatie. Terwijl media toch vaak de tendens hebben om het juist ruimer te trekken en meer grote koppen en zo van die dingen, juist het subjectieve gevoel wat meer te gaan aan te wakkeren. Dus daar in de voorgaande fase is dat zeker een belangrijk gegeven, we hebben dat afgelopen weekend ook gezien rond stroom schaarste, dat was eigenlijk ook een situatie van risicocommunicatie waar je de mensen correct moet informeren zodat ze zich ook kunnen voorbereid enzovoort zonder dat dat omslaat in een 189
paniekgevoel, waar dat we in dat voorbeeld zien dat mensen zich effectief beter zijn gaan voorbereiden, maar bij sommige is dat dan wat te ver doorgetrokken er zijn er die zelf generatoren hebben aangekocht terwijl het in de meeste gevallen niet nodig is. Dus die balans vinden dat is niet altijd eenvoudig. Op het moment van een bevestiging van een geval in België, Ebola‐geval, dus dan zitten we echt in de crisisfase dan denk ik ook dat communicatie heel belangrijk is, hoe begeleid men. Zowel naar algemene bevolking juist om te vermijden dat een uniek, en laat ik daar voorlopig van uitgaan, een uniek geval onmiddellijk wordt uitgebreid tot het hele land, dat als het geïsoleerd geval zou beschouwd worden als een algemene situatie dan moeten we voor opletten denk ik. Dat we ook daar heel goed gaan kijken naar specifieke doelgroepen, we hebben zelfs nu al gezien bij een aantal gevallen, of potentiële gevallen die er waren, die dan, die personen worden meegenomen voor verder onderzoek terwijl in de directe omgeving in de eerste instantie niet onmiddellijk informatie kregen, dus het gezin, de buren enzovoort, eventueel mensen waar ze die dag mee in contact kwamen, op school of in een hobby, of werk, wat dan ook. En die mensen gaan zich ook onmiddellijk vragen stellen en dat is ook in een acute fase is dat wel heel belangrijk om kort op de bal te spelen en direct te gaan informeren. Dus zowel opnieuw die algemene benadering als die specifieke, doelgroepgerichte benadering die gaat daar heel belangrijk zijn. En dan de nazorg dat blijft natuurlijk ook een belangrijk feit. Er was ook, één van mijn respondenten die het had over eventueel, op voorhand dan, bijvoorbeeld al in scholen ook te laten weten wat dat je moet, gewoon basishygiënetips enzo als er iets uitbreekt, denkt u dat dat goed zou zijn of ziet dat eerder als onnodig? Dat kan nuttig zijn op het moment dat je aanvoelt dat we naar een situatie gaan waar het risico, ook in België, extra impact kan genereren. Ik vrees dat het anders, als dat risico er niet zou zijn dat het onmiddellijk zou doorslaan naar meer dat paniekgevoel en dat het een storm in een glas water wordt. Dus daar denk ik dat we ook wel voorzichtig moeten zijn in tegenstelling tot een stroomschaarste waar eigenlijk een materiaal gegeven zit, tijdelijk geen elektriciteit, gaat het hier wel altijd om mensen. En zelfs nu al in de situatie waar we eigenlijk voor België niet echt onmiddellijk een gevaar hebben ondervonden en enkel een paar potentiële gevallen hadden, zien we toch vrij snel een stigmatisering van een aantal bevolkingsgroepen hoewel dat daar geen reden toe is. Er werd onmiddellijk gekeken naar zwarten in het warenhuis, die werden wat gemeden of in de media. Ik had op dat moment als ik zwarte zou geweest zijn, ik had op dat moment niet graag neergevallen op de stoep en mond op mond beademing nodig gehad, ik had het niet direct zien gebeuren dat er mensen die gingen helpen en dat zijn toch wel zaken waar we ons ook bewust van moeten zijn. Die nuances die gaan dikwijls op zo’n momenten verloren. Ja ok, super. Dan even vanuit een Europees perspectief, kent u, of weet u dat er algemene richtlijnen zijn bij een uitbraak van een epidemie vanuit een Europese instelling en zo ja de welke? Er zijn er zeker, ik weet dat de UN daar ook mee bezig geweest is en Europese instanties ook, ik zou zeggen dat dat bij ‘health’ zit, maar ik ben er niet helemaal zeker van, maar zoals ik in het begin heb gezegd is dat voor onszelf ook minder relevant, ik zou het eigenlijk wel moeten weten. Maar dat verloopt via volksgezondheid die contacten, net omdat dat een afstemming is tussen bevoegde ministers of gespecialiseerde diensten met een medische achtergrond en zij kunnen daarover praten en wij als nationaal crisiscentrum die wel mee maatregelen kunnen nemen en coördineren in ons land maar wij hebben niet die expertise en die medische kennis en achtergrond. Dus wat dat dat perspectief betreft loopt dat via volksgezondheid. Ja, dus u kent niet de ECDC? Ja, ja. ECDC die ken ik in verband met de vogelgriep hoe dan ook, maar ik weet niet wat zij in geval van Ebola, of dat zij daar ook mee worden ingeschakeld. Zij hebben algemene richtlijnen ook op vlak van communicatie want ze hebben verschillende communicatiediensten opgericht om daar toch ook als gespecialiseerd centrum ermee te kunnen 190
omgaan, maar dat is dus niet naar jullie gecommuniceerd, maar dan naar het ministerie van volksgezondheid? Jawel, maar ik moet u eerlijk zeggen, ook hier intern hebben wij een aantal dossiers onder collega’s opgesplitst omdat wij met verschillende dingen tegelijkertijd bezig waren afgelopen winter en ik heb dat stuk iets minder gevolgd. Maar ik weet wel in het kader van de vogelgriep hebben wij, dus Jan Eyckmans de woordvoerder van volksgezondheid, zeker in die werkgroep communicatie bij ECDC en die zorgt er wel voor dat die punten meegenomen worden in de communicatiebeleiden, daarvan weet ik het wel van vogelgriep, van Ebola weet ik het nu iets minder. Maar hoe dan ook die afstemming is er wel. En weet u dan ook of dat er, dus het nationaal communicatiebeleid, of dat dat dan gebaseerd wordt op Europese richtlijnen of niet, wordt dat dan aangepast aan de lokale setting of gewoon overgenomen? Er zijn uiteraard tips die je volledig kunt overnemen en strategieën ook. Vaak zodat die internationale normen dat die uiteraard wel een goede basis vormen maar dat we ook, dat we altijd moeten afwegen t.o.v. de nationale situatie en daar de dingen uitnemen die, of herformuleren eventueel, zoals die in de eigen land het meest gepast zijn. Dus het is niet zo dat het altijd volledig, klakkeloos wordt overgenomen anderzijds is het wel zo dat die richtlijnen ook tot stand komen door de inbreng van de lidstaten en voor de vogelgriep daar herinner ik mij dat een affiche met een vijftal gezondheidstips dat die ook integraal is overgenomen net omdat die door de verschillende lidstaten is opgebouwd en dat die zodanig generiek waren en algemeen geformuleerd dat die perfect overzetbaar was naar ons land, dus daar is dat wel gebeurd, om het gewoon te copy‐pasten zal ik maar zeggen. Dus er is een wel een plaats voor een Europese coördinatie, bijvoorbeeld als er effectief een uitbraak zou zijn? Zeker, maar ik denk dat er daar een en‐en‐verhaal is, dus én Europese dingen overnemen én een stukje zorgen ervoor voor een lokale input ook. Ok, dan een paar vragen i.v.m. de informatie die moet gecommuniceerd worden, u heeft al gezegd best coherente informatie maar dan verder ook, moet er volledige transparante informatie worden gegeven, dus alles worden gezegd of zegt u, nee het is, het is ook goed als er soms dingen worden achtergehouden? Als je het zo rechtstreek formuleert is het, ja uiteraard het wenselijke antwoord is uiteraard volledige transparantie en dingen achterhouden kan niet. Dat is wat vaak gezegd wordt. Zelf denk ik dat dat niet helemaal opgaat. Het wordt vaak als een argument gebruikt en ja het angst voor doofpotverhaal enzo kunnen uiteraard niet en je moet, zoals ik daarjuist zei, je moet transparant zijn in de verschillende argumenten die spelen. De afwegingen die moeten gemaakt worden heeft ook te maken met middelen enzovoort, maar je moet er uiteraard ook rekening mee houden met het, experten die onderling informatie uitwisselen, die informatie is nu eenmaal niet altijd gepast om die breed te gaan communiceren, dus in die zin denk ik dat het niet nodig is om alle informatie te delen. Wat ik wel nodig vind is om alle informatie te delen waarvan bij de bevolking behoefte is, de dingen die ze moeten weten, dat die niet worden achtergehouden. Dat is denk ik een nuance, het is zoals naar een arts gaan met een sterk medisch probleem waar je misschien levensbedreigend, dat het er voor jou niet goed uitziet, met zijn medische kennis zou hij ook niet allemaal die moeilijke terminologieën naar je hoofd gaan gooien, hij zal dat proberen vertalen naar een situatie die u begrijpt, en hij zal dan inderdaad misschien een aantal dingen laten vallen en niet zeggen, of in een latere fase, dat kan ook hé, op een gefaseerde aanpak om het verhaal ook emotioneel correct te kunnen overbrengen. Dus ik denk dat dat belangrijker is om te bewaken dat de informatie waar nood aan is en die moet gecommuniceerd worden dat dat ook gebeurt. Als er zaken zijn waarvan wordt gezegd ja achtergehouden, ik heb het eerlijk gezegd ook nog niet meegemaakt dat er wordt gezegd van oei dit is iets wat we niet kunnen communiceren. Er wordt, de benadering is eigenlijk altijd omgekeerd, er is een bepaalde situatie en daar moet over gecommuniceerd worden en dan wordt er 191
bekeken hoe kan dat best gebracht worden, maar informatie bewust achterhouden heb ik ook nog niet gemerkt. En bijvoorbeeld onzekere informatie? Daar wordt er ofwel gekozen om duidelijk te zeggen van ja in deze fase is het nog onzeker en kunnen we daar dus nog niet meer over vertellen ofwel om daar tijdelijk niets over te zeggen. En dan moeten we kijken geval per geval waarover het gaat. Maar ik zou dat niet bestempelen als het bewust achterhouden van informatie, het is eerder van laten we in deze fase dan misschien daar wat voorzichtiger mee omspringen en wachten op meer duidelijkheid. Ik denk ook dat in deze tijden het achterhouden van informatie dat dat zelfs niet meer kan. Je zit met verschillende partners aan tafel, de kans dat die informatie via sociale media enzovoort naar buiten geraakt is zo hoog dat de je daar gewoon niet meer kunt permitteren denk ik. Dus dat maakt ook dat je toch wel zelf er alle belang bij hebt omdat transparant te doen, maar telkens vanuit het belang van de doelgroep. Dus het is waarschijnlijk wel zo dat het algemene publiek en iets andere informatie gaat ontvangen dan de artsen bijvoorbeeld. Ok. Super. Dan nog een paar vragen i.v.m. de media, dus u heeft al gezegd traditionele media ook wel in combinatie met sociale media, traditionele media hebben een, worden nog het meeste gebruikt en ziet u de media als een partner in het verhaal of meer als een gevaar? Ik denk dat de media hoe dan ook een partner zijn, dus zonder de media aangezien het publiek nog altijd via klassieke media, toch in de meeste gevallen, zich informeert, heb je die media ook nodig om u verhaal te brengen. De meeste brengen dat verhaal ook genuanceerd, waar verschillende argumenten eventueel aan bod komen, maar toch zal je merken dat sommige media en net door het feit dat alle media plots op een onderwerp springen en dat hoeft niet enkel Ebola te zijn, dat is ook zo met Syrië en eender welk ander thema, plots wordt dat heel overweldigend en door dat je in alle media tegelijkertijd diezelfde informatie vindt, wekt dat nog extra dat gevoel op van ‘er is een mogelijk gevaar’, niet enkel een risico maar een gevaar. En die, dat gevoel bestaat wel dat de perceptie sterker gaat beginnen doorwegen daardoor dan het in de feitelijke situatie is. En in die zin is het ook wel, als ik daarjuist vertelde dat we met volksgezondheid bewust gekozen om het objectief en low profile te houden, is net om in die fase uiteraard te kiezen voor een situatie die eerder een kalmerend effect heeft. Dus je moet altijd het algemene belang voor ogen houden, ook als overheid. En daar, dat wil dus zeggen dat je niet altijd moet meegaan ook in het verhaal van de media. Je moet zelf ook altijd goed, in je achterhoofd houden wat de situatie juist is en wat op dat moment communicatief gezien de beste aanpak is om toch juist te kaderen. Maar om het juist te kaderen moet je het uiteraard ook juist communiceren en gaan toelichten. Ja en dan dus de media als partner is het dan, zou het dan bijvoorbeeld nuttig zijn om afspraken te maken met de media van kijk, probeer toch, zeker in een bepaalde fase als er echt iets zou gebeuren, toch van ga naar ons voor informatie ofzo. Ik had zelfs respondenten, heel bizar, die vonden dat de overheid censuur, gedeeltelijke censuur zou moeten opleggen op de media, waarschijnlijk zal het voor u niet zo ver moeten gaan maar hou ziet u dat partnerschap juist? Ook op vlak van informatie uitwisselen… Ik denk dat je vraag daarnet was zijn ze een partner of een gevaar, een stuk zijn ze partner en een stuk moet je ook natuurlijk die verhouding hebben, dat is geen verstandshuwelijk ofzo. Je moet er uiteraard ook wel een gezonde achterdocht bij hebben, het verhaal en de doelstellingen van de media zijn niet noodzakelijk die van de overheid. Dus ja aan de ene kant heb je ze hard nodig maar aan de andere kant moet je daar niet volledig in meegaan, dus het is een genuanceerd partnerschap. Censuur dat zijn zaken die denk ik, die niet werken in onze maatschappij, die ook een averechts effect zouden hebben, dat er soms wel een aantal afspraken moeten gemaakt worden daar kan ik mij in vinden. Dat gebeurt trouwens ook zo, als ik de parallel mag maken met noodsituaties dan vragen wij toch ook bijvoorbeeld rond slachtoffers enzo aandacht te besteden aan hun privacy. Ik kan mij inbeelden als er hier in België een bevestigd Ebola‐geval zou zijn dat we dat ook gaan vragen om in eerste instantie aandacht te besteden aan de privacy van die 192
mensen, het is niet omdat nog iemand zelfs nog maar een potentieel geval is dat men in één keer gestigmatiseerd moet worden naar iedereen, dus dat zijn zaken waar we toch wel proberen aandacht aan te besteden. Dat heeft ook te maken met de deontologie van de media, maar de binnen de grenzen van de huidige afspraken binnen de maatschappij en censuur is denk ik daar geen deel van. Het nadeel is dat het merendeel die afspraken wel zal naleven en zelf ook wel, ook zonder de overheid weet wat correct is en wat niet correct is, maar je hebt er uiteraard enkelen die toch vrij ver gaan en dat maakt ook dat de andere media zich soms geroepen voelen, aangezien het dan toch in de actualiteit en in de openbaarheid is, omdat dan ook te gaan overnemen. Als het al gecommuniceerd is, dan heb je ook geen argument meer om het zelf niet meer te gaan meedelen. Dat zie je dikwijls ook hé, het begint met initialen van het slachtoffer, P.M. bijvoorbeeld en dan een beetje later is het Peter M. en iemand anders zegt P. Mertens en op den duur weet iedereen dat het over Peter Mertens gaat. Nu dat gebeurt nu eenmaal, maar echt censuur denk ik dat niet van deze tijd is. Nee absoluut niet, ik verschoot er ook van dat mensen dat nog vonden… Ok. Dan zijn de laatste vragen i.v.m. de bevolking. Dus dan heb ik het over de algemene bevolking. Welke rol speelt die in het communicatiebeleid, gaan jullie die actief benadering of zie je ze meer als passief? En dan heb je het over dé bevolking in de ruime zin. Ja echt ‘het volk’, ‘de burgers’. Ja want sowieso heb je, ja die doelgroepen waar ik het daarstraks over had, daar geldt een meer actieve benadering. Voor dé bevolking en je kan moeilijk met iedereen gaan interageren, dus uiteraard is dat een meer passieve houding. Wat dat we in communicatie uiteraard wel doen is ook een stukje wat we noemen de monitoring, dus gaan, hoe zeg je dat in het Nederlands, ja monitoren… Bekijken? Inschatten, ja wat er leeft welke vragen er zijn, welke bezorgdheden er zijn zodanig dat er ook in je communicatie rekening mee kunt houden uiteraard en in die zin wordt er uiteraard wel rekening mee gehouden, maar niet met een one‐to‐one communicatie. Ik denk dat dat ook niet mogelijk is. Mocht het dan toch tot een uitbraak komen in ons land dan is het wel zo dat, en ik zal daar verwijzen naar de vogelgriep, waar in de plannen wel afspraken staan opgesomd om de bevolking wel degelijk actief te gaan betrekken bij een aantal zaken, maar dat is dan ook weer niet dé bevolking dat gaat dan over een aantal, ja je werkt toch altijd met een aantal organisaties om jezelf ook beter te kunnen organiseren. Ik herinner mij dat er voor de vogelgriep er een aantal afspraken gemaakt zijn met een aantal scoutsverenigingen, in een geval van een vogelgriepsituatie en dus heel veel ziektegevallen in ons land, indien dat zou overslaan op de mensen, dat op dat moment die scoutsverenigingen, dus sowieso al wat jongere mensen, die in principe er ook beter tegen bestand zijn, dat die dan bijvoorbeeld soep gaan bedelen en in die zin mee gaan solidair zijn en door ja inzet van vrijwilligers eigenlijk meer de overheid gaan ondersteunen. En dat merk je toch meer en meer, afgelopen weekend was er in Nederland nog een grote oefening van het Rode Kruis, readytohelp.nl, je moet maar eens kijken, waar je toch meer en meer ziet dat de overheid gaat nadenken over op welke manier kunnen we nu de burger mee betrekken of meer betrekken bij een noodsituatie, en hoe kunnen we ervoor zorgen dat die mee een goede afloop mogelijk kunnen maken. En op die manier kan de overheid zich ook op een aantal kernproblemen richten, terwijl voor meer het meer sociale weefsel dat je daar kan terugvallen op een aantal organisaties, opinieleiders die dan vanuit die kant kunnen helpen. Dat is wat dubbel hé, het is een beetje informatief op nationaal niveau, en voor dé bevolking blijft het eerder passief denk ik, waar dat je dan toch wel gaat proberen in actief te treden via een aantal organisaties. Ja, en vindt u dat de Belgische overheid daarin slaagt, om die aanpak te realiseren? 193
Op dit moment denk ik zijn er nog weinig concrete voorbeelden, in die zin het is ook een vraag waar er vanuit noodplanning en crisisbeheer we nog niet helemaal uit zijn. Je hebt enerzijds, het is een beetje dubbel, tot hier toe is het zo dat noodplanning, of met noodsituaties, interventies, dat die vooral gebeuren door interventieteams te overhevelen zal ik het maar noemen. Daar is geen structuur voorzien voor inbreng van de bevolking. Toch zien we dat meer en meer, het is heel kleinschalig hé, dus dat er daar, ook vaak lokaal, toch al een aantal initiatieven zijn om die burgers meer te betrekken zoals bij overstromingen mee zandzakjes vullen of verdelen, of gemachtigde opzichters mee inschakelen voor het bewaken van een perimeter ofzo, in aanvulling van de politie, mits een aantal afspraken. Dus lokaal bestaan er wel hier en daar kleinschalige initiatieven. En daarnaast heb je ook nog de solidariteit die spontaan ontstaat, zoals bij pukkelpop was, mensen die een slaapplaats aanboden, een taxi noem maar op. En dat is, dat is dus nog een ander gegeven, je hebt enerzijds de overheid, de volgende stap is dat de overheid afspraken met een aantal organisaties om het zo een stukje te kaderen, het voorbeeld van die overstromingen daar of dat van de scouts van daarnet, en dan een nog stapje verder is waar het volledig vanuit de burger zelf groeit echt individuele initiatieven, maar waar dat niet gekaderd wordt door de overheid en het dus ook niet helemaal duidelijk is als overheid, ja wat moeten we daar nu mee. Degene die een slaapplaats aanbood hoe zeker bent u daar van dat die geen andere bedoelingen heeft. Of niet ziek is? Ja, dat zijn dus allemaal van die vragen. We gaan uiteraard uit van het goede van de mensen maar niets stelt dat dat daar toch iemand met kwade bedoelingen is en dat daar dingen gebeuren waar we achteraf zouden merken dat dat nefast was. Dus spontane hulp is een positief gegeven maar er moet toch ergens iets, iets mogelijk zijn dat het dat mensen ook kunnen inschatten of het wel degelijk om een goed‐ bedoeling initiatief gaat. Ja ok. En denkt u dat de mensen, als ze dan bijvoorbeeld, met dat gevaar ze proberen dat te bekijken dat rekening met het feit dat zij het gevaar percipiëren en dat ze misschien met het feitelijke risico omgaan of denk je dat de mensen misschien nog niet zo ver zijn of? Kan je het eens herformuleren want ik ben niet helemaal mee… Dus de bevolking of dat jullie weten dat die misschien niet altijd naar de feitelijke risico’s gaan kijken maar dat ze het risico gaan percipiëren in hun eigen sociale en culturele omgeving, dat er dus ook andere percepties kunnen zijn van het risico en misschien een gevaar in de mensen hun hoofd kan bestaan voordat er effectief een gevaar is? Ja, ja. Dat is een stukje daarin het risicocommunicatie‐kruis, dat kwadrant waar ik het daarjuist over had. Een van de zaken die we proberen doen vanuit een communicatieperspectief, o.a. via die monitoring. Wat de meeste coördinatiecomités die dan worden opgestart in functie van een noodsituatie, wat die gaan kijken is vooral zien naar de feitelijke situatie, de ernst, de omvang, de geografische verspreiding, de aanpak, beleidsmatig enzovoort. Dus meer vanuit een technisch gegeven, vanuit het feitelijke. Terwijl voor communicatie is het ook wel belangrijk om aansluiting te vinden bij de perceptie van het risico en dat is inderdaad wat we proberen met communicatie om dat te doen, en we hebben daar, het is nog niet overal zo hé, dus neem dat zeker niet aan alsof dat we in België dat allemaal al doen, maar het is wel een methode die we meer en meer ingang proberen vinden en wij noemen dat de IBS methodologie. Ik weet niet of je er al van gehoord hebt? Nee… Dat is de information, behaviour en sensemaking en dat zijn ook de drie onderdelen van een geloofwaardige communicatie, anders geformuleerd we know, we do en we care. Ah ja, toch wel. 194
Dus die dingen, ik kan ze eventueel wel op een tekst, over het werkproces crisiscommunicatie stuur ik die ook eens door? Ja dat is goed, absoluut!. En dus door vooral sociale media te gaan media gaan we al die dingen die daar verschijnen, gaan we classificeren ofwel information, behaviour of sensemaking, zonder te gaan zien. We maken als, de personen die dat doen, wij noemen dat de analisten, die gaan gewoon kijken wat er circuleert, die checken dat niet af met klopt dat nu met wat er feitelijk binnen het coördinatiecomité aan informatie circuleert. Dus die lijnen gewoon alles op aan informatie, zowel juiste dingen dan hopelijk ook, als ze eventueel foute percepties, hetzelfde voor gedrag. Dus ook maatregelen die de overheid neemt, dingen die we vragen aan burgers, dus allemaal waar gedrag bij kan vastgesteld worden. En de sensemaking is empathie dat kan ook kritiek zijn, in de positieve of de negatieve zin, op overheidswerking of andere overheidsinstanties. Dus hoe wordt het risico beleefd door de bevolking en als we die factoren kennen dan kunnen we daar een stukje mee gaan rekening houden in het beleid en dat is wat we proberen met die discipline 5. U kent waarschijnlijk wel de 5 disciplines van het noodplan, om daar te gaan kijken en eigenlijk wat we noemen de buitenwereld, de perceptie van de bevolking om die binnen te brengen in het feitelijke crisisbeheer. Dus de buitenwereld binnenbrengen. En dat merken we toch dat dat belangrijk ook is om die argumenten mee te nemen en dat gaat vaak de zaken zijn op basis waarvan we de communicatie gaan bepalen. Als ik dan terug mag komen naar doofpot of transparantie van daarnet, dat is eigenlijk voor ons de maatstaf om te gaan van waar heeft de bevolking behoefte aan. We gaan communiceren vanuit het standpunt van de bevolking, daar moet een antwoord op komen. En zaken die dan misschien wel technisch en wetenschappelijk belangrijk zijn, maar die gaan voor de algemene bevolking minder relevant zijn dan ja gaan we die misschien wel communiceren naar artsen of andere specifieke doelgroepen maar niet noodzakelijk naar de algemene bevolking. Ok, super. Ja dat was het eigenlijk, ik wil u enorm bedanken, ik vond het enorm interessant, het was echt ja. Ik ben blij de antwoorden passen goed in mijn onderzoek, ik weet dat ik goed bezig ben, of toch uit de literatuur dus. Heeft u nog vragen of opmerkingen? Zelf niet onmiddellijk, op het moment dat je er zelf mee verder gaat, of als het afgerond is zou ik er ook graag een kopietje van ontvangen omdat het interessant is voor ons om te zien wat er qua onderzoek in dat domein gebeurt. Ok, geen probleem, bedankt!.
195
16 SURVEY
196
197
198
199
200
201