DELTA. 30 08-10-2009
weekblad van de technische universiteit Delft
>03 Mentor
>07 Curved glass
>08 Coach
>12 Dakar
> 23 English Wrap
Iedere promovendus aan de TU zou een mentor moeten hebben. Dat vindt Catholijn Jonker, promovendimentor bij EWI. “Promovendi voelen zich vaak ondergewaardeerd.”
Twisters like the Torso Tower in Malmö and Blobs like the Guggenheim Museum may seem pretty extravagant, but buildings can now look much more organic, thanks to a TU Delft technique to freely curve glass. “It’s shockingly simple.”
Personal coach Aletta Wubben helpt mensen kijken hoe het leuker en beter kan. “Gedrag veranderen is taai.”
In november vertrekken vier IO’ers met een 4x4 naar Dakar. Om geld in te zamelen voor de Leprastichting. Maar ook voor het avontuur. “We moeten alles zelf doen. Onderweg krijgen we geen hulp van de organisatie.”
MSc student Ahmet Bektes is pursuing his designer dreams in Delft. Not only has his enrollment in TU Delft’s prestigious ‘Design for Interaction’ program helped to finally win his family’s approval of his career choice, but the young Turk and his co-designers are now preparing to launch their award-winning design for a ‘durum machine’ on the market.
01
TUDELTA.30
Tijdens een testrit in Australië schoof zonnewagen Nuna5 met 110 kilometer per uur in de berm, waarschijnlijk als gevolg van een klapband. De coureur bleef ongedeerd. De wagen is flink beschadigd. “De neus is gebroken en een aantal zonnecellen is beschadigd”, aldus teamlid Mariana Popescu. De World Solar Challenge, een drieduizend kilometer lange zonnewagenrace in Australië, begint op 25 oktober. “Het wordt een race tegen de klok
om de wagen op tijd gerepareerd te hebben”, zegt Popescu. De Delftenaren hebben de tweejaarlijkse race de afgelopen vier keer gewonnen. (Foto: Nuon Solar Team) www.delta.tudelft.nl: ‘Harde klap voor Nuna’
DELTA. 30 08-10-2009
02
nieuwsinterview
DELTA. 30 08-10-2009
Lijsttrekker Mariëlle van Kooten (22) is de nieuwe lijsttrekker van de Delftse gemeenteraadspartij Studenten Techniek In Politiek (Stip) bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart volgend jaar. De in 2006 aan de TU begonnen studente luchtvaart- en ruimtevaarttechniek wil op het gebied van ondernemerschap meer investeren in startende ondernemers, het Stip-initiatief Yes!Delft uitbouwen en een eenduidige marketingstrategie voor Science Port Holland. Daarnaast wil ze meer investeringen in Delft als fietsstad, meer woningen voor
‘De kamernood blijft’ TUdelta.30 > Jaargang 41 Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
> Redactie
Frank Nuijens, (hoofdredacteur), Katja Wijnands, Dorine van Gorp, (eindredactie), Nadine Böke, Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Erik Huisman, Maaike Muller, Connie van Uffelen, Jos Wassink (verslaggeving).
> Medewerkers Lotte Asveld, Julia Cramer, Willemijn Dicke, Robbert Fokkink, Dap Hartmann, Auke Herrema, Richard van 't Hof, Christian Jongeneel, Ivo Knubben, David McMullin, Anna Noyons, Edgar van Os, Daan Schuurbiers, Maaike Strijker, Jimmy Tigges, Ellen Touw, Robert Visscher, Floris Wiegerinck, Martine Zeijlstra. > Foto‘s Sam Rentmeester/ Hans Stakelbeek (FMAX).(
[email protected]) > Vormgeving Kummer & Herrman, Utrecht > Lay-Out Liesbeth van Dam > Mededelingen
Martin Kers (
[email protected])
> Redactieraad Ir. S. Rozendaal (voorzitter), mw. prof.dr.ir.drs. H. Bijl, prof.dr.ir. F.W. Jansen, J. Op Den Kelder, mr. J.J. M.Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, prof. dr.B.J. Thijsse, ir. M. Persson, dr.ir. C. Vermeeren > Redactie-adressen Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail:
[email protected] www.delta.tudelft.nl
De herontwikkeling van TU-Noord wordt een mix van renovatie en grootschalige nieuwbouw, aldus Duwovestigingsdirecteur Jan Willem van Beek. Als eerste wordt het De Vries van Heijstplantsoen bebouwd.
definitieve ontwerpen. Het startmoment hangt af van de financieringsmogelijkheden en de gevolgen van de MER-rapportage.” Ook in TU Midden komt nieuwbouw. “Tussen de twee spraakmakende gebouwen van INHolland en de Haagse Hogeschool komen 267 woningen. Die zijn in oktober 2010 klaar. Een klein jaar later komen daar 405 woningen aan de Balthasar van der Polweg bij. De eerste paal slaan we nog dit jaar.”
xErik Huisman Er was een aftrap, maar nog geen eerste paal. Wanneer starten we echt? “In december.” Bij het De Vries van Heijstplantsoen gaat het om plannen uit 2000. Welke beren waren er op de weg? “De plannen dateren uit 2000, maar pas in 2003 hebben we het gebied gekocht en konden we concrete plannen maken. Die moesten passen in het bestemmingsplan, zoals voor Kanaalweg 2, het ‘Harry Pottergebouw’ met al die torentjes. Dat is een monument en moet een hotel worden. Dan had je de MER-procedure die tot uitstel leidde en nu is door de recessie lenen duur.” Zijn alle problemen weg? “Nee. Toen ik hier in 2006 kwam, zouden we in TU Noord 1700 woningen realiseren. Daarvan resteren er 1500, waarvan er 500 zijn vertraagd, maar dit jaar nemen we 1000 woningen in productie.”
Duwo-directeur Jan Willem van Beek: “Als ik naar de instroomprognoses kijk, dan zijn 5200 woningen nodig.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Een van de hindernissen was dat ruim zestig procent van de parkeerplaatsen in een ondergrondse garage moest komen. Lukt dat? “Onder Kanaalweg 3, het voormalig conferentieoord, komen voldoende plaatsen voor het hele gebied. Daar komt een prachtig gebouw, goed voor tweehonderd woningen. Heel modern, maar passend bij de historische gebouwen. Voor de projecten die daarvoor al af zijn, komt er tijdelijke parkeerruimte achter Mijnbouwplein 11.” Wanneer is het De Vries van Heijstplantsoen klaar? “In september, oktober 2011. We hebben daar dan 294 shortstay woninkjes, gemeubileerd voor buitenlandse studenten. En een mooi gebouw? “Het is een compromis tussen prak-
tisch en mooi. Groot, maar met aandacht voor detail, door toparchitecten ontworpen. Want op zo’n locatie, aan de Michiel de Ruyterweg, moet iets moois komen.” Wat wacht ons na dit eerste project? “Er wordt al gewerkt aan Mijnbouwplein 11. Prachtig gebouw, een monument. Daarin komen 95 eenheden voor gewone studenten, heel mooie appartementen, vijf meter hoog. En daarnaast 650 vierkante meter bedrijfsruimte. Op 1 oktober 2010 moet het af zijn.” En dan? “Dan wordt het tijd voor Kanaalweg 3. Moet ook, vanwege de aan te leggen parkeerruimte. We beginnen ongeveer in 2011. Dan rest nog de invulling van de lege plekken, zoals achter Mijnbouwplein 11. Er zijn al
Komen we met die 1600 studentenwoningen van de kamernood af? “Nee. De TU doet het namelijk geweldig. Er wordt meer exact gekozen en er komen veel buitenlandse studenten. Maar de TU doet het ook geweldig met ons. We praten hier nu over TU Noord omdat we het gebied voor een vriendenprijs hebben verworven van de TU. De plannen voor 2008-2016 zijn goed voor ruim 3600 woningen. Lukt dat? “Als we ons best doen zoals nu, kan het. Maar als ik naar de instroomprognoses kijk, dan zijn 5200 woningen nodig.” Blijft studenten huisvesten zo nog leuk? “Jazeker, want we zijn er onderhand heel goed in. Bovendien is in de demografische ontwikkeling rond 2020 een omslag te verwachten. Dan zou de groei van het aantal studenten moeten afkalven.”
touw
> ISSN 0169-698x > Druk
starters, jongeren en studenten en Delft als proeftuin voor de TU. Stip heeft nu twee zetels in de raad. Daarnaast levert de partij een wethouder in het college: Lian Merkx, met de portefeuille binnenstad & cultuur en duurzaamheid & milieu.
> Advertenties H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:
[email protected] www.linkmagazine.nl > Abonnement Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan. > HOP Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Thijs den Otter Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail
[email protected] > Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze.
mijn e-mailadres van de voicemail en dan mail je mij je faxnummer. Nee…. Nou goed, nog anders dan, geen probleem. Ik zend mezelf een e-mail om te zien wat mijn e-mailadres is. En dan spreek ik voor jou een boodschap in op mijn voicemail. En als je dan de boodschap hebt ontvangen, antwoord je met een sms. Dan stuur ik je daarna een fax met mijn e-mailadres. Of jij faxt… Nee, dat is niet ingewikkeld. Dat is alleen een kwestie van een beetje coördineren. Nee, met de interne post duurt te lang. Ik moet het echt vandaag hebben. Wat zeg je? Nee even serieus, ik had nog een vraagje. Wat ging ik je nou eigenlijk mailen: mijn e-mailadres, mijn faxnummer, mijn mobiele nummer, of mijn toestelnummer? … O, jij weet het ook niet meer. Zou het niet eens een goed idee zijn om op regelmatige tijdstippen bilaterale coördinatiemeetings te organiseren over de protocollen voor de interne communicatie tussen de faculteiten en het shared service centre misschien? Staan al gepland voor de herfst. Prima, prima. Niets kan een succesvolle samenwerking meer in de weg staan. Wat zeg je? Ja dat kan natuurlijk ook. Jouw kamer is inderdaad maar een verdieping onder dan de mijne. Ik kom de contractjes nu ophalen. Ellen Touw is hoofd van de dienst onderwijs- en studentzaken bij Civiele Techniek en Geowetenschappen en beleidsadviseur internationalisering.
Goedkoop
Moeten universiteiten omschakelen naar duurzaamheid? Dat is de centrale vraag die prof.dr. Michael Braungart stelt bij zijn Studium Generale-lezing in het kader van het afscheid van rector Fokkema. Braungart, bekend van de cradleto-cradle-beweging, ziet gesloten kringlopen als basis voor innovatie, onderzoek en ontwikkeling. “We hebben nog tien tot vijftien jaar om ons gedrag aan te passen.” Luister en discussieer mee.
De schoolcarrière van een gemiddelde wo’er is per leerjaar goedkoper dan die van een mbo’er die de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) volgt. Dat blijkt uit cijfers van het CBS over het jaar 2007. Een masterstudent doet er vanaf de start van de basisschool 21 jaar over om zijn diploma te halen. Dat kost 142 duizend euro, ofwel 6700 per jaar. Een mbo’er van de bbl is gemiddeld zestien jaar onderweg. Zijn studie kost 130 duizend euro, wat neerkomt op 8300 euro per jaar. Het verschil van 1600 euro wordt onder meer bepaald door de leerroutes
Donderdag 8 oktober, DOK, Vesteplein 100. Aanvang 20.15 uur.
‘Promovendi voelen zich vaak ondergewaardeerd’ Iedere promovendus aan de TU zou een mentor moeten hebben. Dat vindt Catholijn Jonker, promovendimentor bij Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. xConnie van Uffelen Zoals een beginnende hoogleraar eigenlijk ‘een maatje’ zou moeten hebben die af en toe vraagt hoe het gaat, zo zouden ook alle promovendi een mentor moeten hebben. Daarvoor pleit promovendimentor prof. dr. Catholijn Jonker. Jonker en haar collega prof.dr.ir. Gerard Meijer zijn nu ongeveer een jaar promovendimentor bij Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica (EWI) en hebben vijf tot zes promovendi geholpen die aanklopten met problemen. Volgens Jonker zou dat aantal hoger moeten liggen, gezien het hoge aantal promovendi (ruim vierhonderd bij EWI), het promotierendement en de duur van promotieonderzoeken aan de TU. Uit een pilot blijkt dat van alle promovendi die in 2001 aan de TU begonnen, zestig procent het promotieonderzoek ook daadwerkelijk heeft afgerond. Voor promovendi
die in 2002 begonnen, ligt dat aantal op 55 procent en voor 2003 op 51 procent. Deze cijfers kunnen overigens nog iets stijgen door late promoties. Na vijf jaar is slechts 35 procent klaar. Hoewel het geen TU-beleid is om op elke faculteit promovendimentoren aan te stellen, ziet iedere faculteit het nut er wel van in, meent Hans Suijkerbuijk van de afdeling instellingsbeleid. Volgens hem zijn er mentoren bij Industrieel Ontwerpen, Technische Natuurwetenschappen
Na vijf jaar is slechts 35 procent klaar met zijn promotie en onderzoeksinstituut OTB. Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek is er mee bezig. Veelgehoorde klachten van promovendi zijn volgens Jonker: ‘Mijn begeleider begrijpt me niet goed’ en: ‘Ik krijg mijn ideeën niet over het voetlicht.’ Ze hebben het gevoel ondergewaardeerd te zijn. “Meestal ligt dat aan communicatie. Als een begeleider een dominante stijl heeft, komt een promovendus er niet doorheen.” Ook durven promovendi hun onzekerheid niet te uiten. “Ze zijn bang dat ze een beeld creëren dat ze het niet kunnen.”
Korte lijntjes Goedemorgen, shared service centre control & organisatie, met De Groot spreekt u. O ja hallo Bob. Heb je de contractjes gelezen die ik je gestuurd heb? Mooi, dat is dan geregeld. Wil je ze dan alvast even scannen en aan mij terug mailen, ondertekend en wel? Eh.. e-mailadres, shit. We zijn net gemigreerd, ik heb het nog niet zo in mijn hoofd zitten? Wacht even hoor, een minuutje. Dolly, wat is mijn e-mailadres tegenwoordig? …. Nee nee dat is van thuis, ik moet het van hier hebben. Dolly, ik kan je niet verstaan? Nou nee dat gaat niet zo. Laat maar. Hallo Bob, ik kan mijn nieuwe e-mailadres even niet vinden, ik check het even en dan bel ik je terug, is dat goed? O, je gaat lunchen. Oké dan fax ik mijn e-mailadres wel even, dan heb je het als je terug bent. Prima, doen we dat. Geef me even je faxnummer? Ken je dat echt niet uit je hoofd? Gebruik je nooit meer tegenwoordig? Wacht even, we doen het dan zo: jij e-mailt je faxnummer en ik fax je dan mijn e-mailadres, o nee, dat gaat ook niet lukken. Wacht even hoor, ik raak een beetje in de war, laat me even denken. Ik heb het, geef me dat maar je mobiele nummer, dan sms ik… Batterij leeg? Goed, dan doen we het als volgt: jij laadt je mobiel nu op, en dan bel je mij binnen een paar uur op en dan ben ik in vergadering, maar dan laat ik mijn e-mailadres achter op mijn voicemail. En dan noteer je
Braungart
x
Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede
> Oplage 12.000
03
Nieuws
Droog
Hoe gaat Delft om met water en hoe houden we droge voeten, waren vragen die waterorganisaties afgelopen zaterdag beantwoordden op de eerste Delftse Waterdag. Door je in een megaballon over het water te bewegen, is niet de meest voor de hand liggende manier. Maar wel leuk. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Jonker neemt het aan de andere kant ook op voor begeleiders, voor wie respect soms ontbreekt. “Soms gaan aio’s er ook met het idee van een begeleider vandoor. De kwestie van het intellectueel eigendom geeft vaak frictie.” Al tweemaal heeft Jonker met succes een extra begeleider ingeschakeld. Jonker is wat dat betreft ervaringsdeskundige: ooit zocht zij voor zichzelf een andere promotiebegeleider, bij een andere universiteit. Aio’s zouden volgens Jonker moeten worden gesterkt om problemen zelf op te lossen. “Bespreek dingen, zorg voor een intervisieclub, regel een netwerk dat je opvangt, heb een mentor en een vakinhoudelijk persoon om mee te praten. Stap er op af, misschien is twee tot drie keer praten genoeg.” Ook zouden aio’s tijd moeten claimen bij hun begeleiders, ze meer en op tijd geïnformeerd moeten houden en overzicht over het onderzoek moeten houden. Begeleiders adviseert ze hun tijd voor de promovendi effectief in te zetten en stiltes in gesprekken niet zelf in te vullen. Dat laatste vergroot misschien het gevoel van eigenwaarde van begeleiders, maar zeker niet dat van de beginnende onderzoekers die daardoor denken het dus niet zelf te kunnen. Pagina 08: ‘Gedrag veranderen is taai’
op weg naar het diploma. Zo kan een mbo’er eerst speciaal basisonderwijs hebben gehad en/of op het mbo de leerwegondersteunende leerweg hebben doorlopen. Dat zijn beide vanwege de intensieve begeleiding dure onderwijsvormen. Wo’ers volgen over het algemeen na de basisschool vwo, wat goedkoper is. (HOP/EH)
Minder masters, beter samenwerken Hoe moet de TU omgaan met de groeiende studententallen, terwijl de financiële middelen krimpen? Die vraag stond centraal bij de eerste gezamenlijke vergadering van de nieuwe studentenraad met de ondernemingsraad en het college van bestuur. Er kan veel geld bespaard worden als faculteiten meer samenwerken. Zo luidde een van de stellingen van het college van bestuur (cvb) tijdens de gezamenlijke vergadering. Bijvoorbeeld op het gebied van minors en masters. Collegevoorzitter Dirk Jan van den Berg: “Er is de afgelopen paar jaar een groeiende differentiatie geweest van minors en masters. Op dit moment zijn er zo’n tachtig minors. Sommige daarvan zijn heel klein en kostbaar. Voor masters geldt hetzelfde. Kan dit anders?” Het cvb stelde dat minors en masters die minder dan twintig studenten trekken, moeten verdwijnen, of gebundeld worden met andere opleidingen. Dit idee kreeg enige bijval van de or en sr. Maar: wat als zo’n opleiding nou juist tot de speerpunten van de TU behoort? Van den Berg: “Voor zulk gevallen kan mogelijk een uitzondering worden gemaakt.” De or zorgde voor veel discussie met haar stelling dat het onmoge-
lijk is om zowel te excelleren binnen onderwijs als onderzoek. Terwijl medewerkers van de TU worden afgerekend op beide. Zou er niet een loopbaantraject voor docenten moeten komen? Paul Rullmann, vice-president onderwijs binnen het cvb, is het hier mee eens: “Een docent moet niet langer worden gezien als een gemankeerde hoogleraar. Als het aan mij ligt komt er
‘Het is onmogelijk om zowel te excelleren binnen onderwijs als onderzoek’ een carrièrepad voor docenten.” De meest opvallende stelling van de studentenraad was meer student-assistenten inzetten om de stijgende studentenaantallen te ondervangen en docenten te ontlasten. Want: deze zijn flexibel, goedkoop, ze staan dichter bij degenen die ze lesgeven en leren hier zelf veel van. “Maar op dit moment zijn student-assistenten de eersten die eruit vliegen”, merkt een or-lid op. Inderdaad, en dat is vreemd, is de reactie van de sr. Want je kunt juist geld besparen door de inzet van student-assistenten. (NB)
DELTA. 30 08-10-2009
04
opinie
DELTA. 30 08-10-2009
Huygensprijs
Alle onderzoek moet duurzaam De TU Delft moet stoppen met onzinonderzoek en onderzoek écht duurzaam maken, stelt Coen Vermeeren. Er zijn nu te weinig initiatieven. xCOEN VERMEEREN Michael Braungart mocht ik persoonlijk uitnodigen naar aanleiding van zijn inspirerende lezing op de World Ocean Day, georganiseerd door Studium Generale op 8 juni. Daarbij heb ik hem gevraagd om ons in Delft eens een spiegel voor te houden: ‘Stop met alle onzinonderzoek en zet al je middelen in voor duurzaamheid’. Nu is het begrip duurzaamheid al een tijdje ernstig vervuild door allerlei opportunisten en beleidsmakers die er op de een of andere manier slechts financieel garen bij willen spinnen. Ik wil de goede initiatieven niet de grond in boren, maar het is uitermate onvoldoende. Onze vorige collegevoorzitter Hans van Luijk had het al over de zes aardes die we nodig hebben om te doen wat we nu al als mensheid doen. Dat reduceren tot vijf of vier aardes lijkt dus heel aardig, maar blijft teleurstellend onvoldoende. Wanneer we teruggaan naar de kern van duurzaamheid dan betekent dat zorgen voor elkaar – mens, plant en dier - en voor de omgeving – ons milieu. Dat klink nogal soft maar dat moet het ook zijn. Het is bovenal eenvoudig: wat niet goed is voor de een is daarom ook niet goed voor de ander. Wat niet goed is voor het milieu, moet vooral niet gedaan worden. De industrie, de economen en politici zullen onmiddellijk protesteren
Kale boel
Het is kaalslag aan de eens zo lommerrijke Michiel de Ruyterweg. De gemeente heeft de bomen gekapt voor de aanleg van tramlijn 19. De straat moest daarvoor ‘functievrij’ gemaakt worden. Bewoners waren daarover eind september per brief geïnformeerd, zegt woordvoerder Jan Langstraat. De kap is noodzakelijk voor de aanleg van kabel- en leidingwerk. Er worden in totaal 29 bomen gekapt en om het verlies te compenseren plant de gemeente 46 bomen terug. (Foto: Jos Wassink)
en zeggen dat dit onmogelijk is. Zij gaan tegen beter weten in uit van de mythe van altijddurende groei. Materiële groei wel te verstaan, geen sociale, spirituele, mentale of andere niet-milieuvervuilende of niet-exploiteerbare zaken. De wereld heeft te maken met diverse crises. Crises zijn altijd voorboden van transitie. Op het hoogtepunt van de crisis is de weerstand het grootste, reden waarom nu zoveel zaken uit de hand dreigen te lopen. Vasthouden aan oude systemen, of dat nu het kapitalisme met de banken is, of het trachten om mondiale, vaak geënsceneerde, conflicten op te lossen met behulp van militair ingrijpen. Of het door blijven gaan met het opstoken van
‘We hebben nog tien tot vijftien jaar voordat onze planeet en de mensheid ophouden te bestaan als we nu niets doen’ fossiele brandstoffen, dan wel het vasthouden aan religieuze polarisatie en het opzetten van bevolkingsgroepen tegen elkaar. Het kan allemaal geen stand houden. Michael Braungart (cradle-tocradle) zal het op 8 oktober in zijn lezing in DOK Delft nog sterker zeggen: ‘We hebben nog tien tot maximaal vijftien jaar voordat onze planeet en de mensheid ophouden te bestaan als we nu niets doen.’ Hij wil de universiteit en de studenten oproepen om nu de juiste keuzes te maken. We praten over een megatransitie. Alleen het probleem is dat, als we het al doen, we voornamelijk praten over transities. Er ligt hierbij een grote verantwoor-
delijkheid voor technische universiteiten. Deze universiteit en alle mensen daarin, staf, medewerkers en studenten, behoort tot een van de topinstituten in de wereld. Bijna zonder uitzondering oprecht goedwillende en capabele mensen. Toch laten we het ons welgevallen dat we de speelbal worden van de politieke waan van de dag. Toch gebeurt het dat we ons voor een habbekrats door zogenaamd noodzakelijke derde geldstromen – commerciële bedrijven dus – laten leiden in het ontwikkelen van voornamelijk op onze suïcidale economie gerichte producten, alleen gericht op groei en winst van grote bedrijven. Meer van hetzelfde en zeker niet leidend, hoe hightech ook geafficheerd, tot echte innovaties en tot echte duurzaamheid. Transitie dus. Stoppen met onzinonderzoek. De oproep van Braungart, die net begonnen is aan de Erasmus Universiteit, is gericht aan onze jongeren. Zij krijgen deze aarde van ons, de intellectuele elite, cadeau. Zij zitten weliswaar niet in de positie om aan de touwtjes te trekken, maar zij kunnen ervan overtuigd zijn dat hun invloed enorm is. Het is te hopen dat zij hun instituties aanspreken op het nemen van hun verantwoordelijkheid. Die hebben dat zetje namelijk hard nodig. Dr.ir. Coen Vermeeren is docent luchtvaart- en ruimtevaarttechniek en hoofd Studium Generale van de TU Delft.
x
Studium Generale-lezing van prof.dr. Michael Braungart, 8 oktober, DOK, Vesteplein 100, aanvang 20.15 uur.
x Op www.delta.tudelft.nl staat de volledige versie van dit opiniërende artikel.
R.I.P. studiefinanciering Goed onderwijs is de sleutel tot meer welvaart en welzijn, zeker in tijden van crisis. Een slimme regering bezuinigt dus niet op studenten, maar zorgt voor toegankelijk en uitstekend hoger onderwijs, vindt TU-student en Jong SP-lid Geert Roekaerts. Maandag 28 september, nog geen week na blij, tevreden en gerustgesteld teruggekeerd te zijn van de studentendemonstratie in Den Haag, noemde Wouter Bos het idee om de basisbeurs af te schaffen ‘een interessante optie’. De eis van studenten dat er niet op onderwijs wordt bezuinigd, is alweer vergeten. Het studentenprotest op de 22ste was aan dovemansoren gericht. Erger nog, de meeste sprekers lijken niet eens naar zichzelf geluisterd te hebben. En dat terwijl er toch enkele nuttige dingen waren geopperd. Zo vergeleek collegevoorzitter Karel van der Toorn van de Universiteit van Amsterdam de bezuiniging op hoger onderwijs met het koken van een kikker. Als je eerst water kookt en dan de kikker erin gooit, springt deze eruit. Maar als je de levende kikker eerst in water op kamertemperatuur doet en dan het vuur langzaam verhoogt, blijft hij zitten totdat hij doodgaat. Sinds de jaren tachtig is het onderwijs in de pan gegooid en het vuur langzaam hoger gezet. Toentertijd was de studiefinanciering nog zeshonderd gulden en kon je een kamer huren voor tweehonderd gulden per maand. Anno 2009 zit geld overhouden er niet in. Je mag blij zijn als je niet in het rood staat na het betalen van je kamer. Maar ach, die bevriezing op studiefinanciering is toch maar peanuts, in de woorden van Tofik Dibi (Groenlinks). Het argument dat bezuinigingen op onderwijs een crisismaatregel is waar iedereen aan moet bijdragen, gaat in deze context volkomen niet op. Tenzij de oliecrisis van 1979 zich langer heeft voortgezet dan eerder gedacht. In dezelfde tijd waarin de studiefinanciering kelderde, steeg het collegegeld netjes van 975 euro naar 1476 euro. Ook kan de student tegenwoordig rekenen op hogere studiekosten dan voorheen. De tijden zijn voorbij dat printkosten, studie-uitstapjes en maquettemateriaal worden vergoed door de universiteit. Een student bouwkunde moet rekening houden met achthonderd euro jaarlijkse studiekosten. En dat is nog voordat hij een laptop moet kopen, omdat er te
weinig studieplekken zijn en er toch projectgebonden gewerkt moet worden. Het is dan ook niet gek dat de gemiddelde studentenschuld de afgelopen vier jaar verdubbeld is tot twaalfduizend euro. Een brief van minister Plasterk kan niet voorkomen dat deze trend zich nog even zal doorzetten, zeker niet als de studiefinanciering helemaal wordt afgeschaft. Uit een onderzoek van de Landelijke Studentenvakbond blijkt dat door de omzetting van de studiebeurs naar een lening, circa dertig procent van de jongeren zou afzien van een hogere opleiding en direct zou gaan werken. Dertigduizend euro studieschuld, daar doen jongeren uit gezinnen met een laag inkomen het niet voor. Studeren wordt daarmee als vanouds een voorrecht voor de
Het water kookt en de kikker gaat dood elite. Een buitengewoon ouderwetse stand van zaken, die helemaal niets te maken heeft met de alom geprezen kenniseconomie. Goed onderwijs is de sleutel tot meer welvaart en welzijn, zeker in tijden van crisis. Een slimme regering bezuinigt dus niet op studenten, maar zorgt voor toegankelijk en uitstekend hoger onderwijs. Afschaffing van de studiefinanciering leidt onvermijdelijk tot minder hoger opgeleiden. En dat leidt pas echt tot hogere kosten, niet alleen economisch, maar ook maatschappelijk. Wouter Bos en co (VVD, D66 en Groenlinks) zijn eindelijk klaar, na meer dan een twee decennia lange periode van kleine bezuinigingen, om er een einde aan te maken. Het water kookt, toegankelijk hoger onderwijs sterft zonder verzet een stille dood. (GR/JvD)
Geert Roekaerts, student life science & technology en contactpersoon Rood Delft (jongerenorganisatie van de SP) en SP-Kamerlid Jasper van Dijk.
Haar proefschrift over kleine intelligente sensoren die draadloos onderling communiceren, overtuigde de jury ervan dat dr.ing. Raluca Marin-Perianu de Christiaan Huygensprijs 2009 verdient voor het vakgebied informatie- en communicatietechnologie. De 31-jarige Roemeense ontving de prijs afgelopen woensdag in Voorburg uit handen van minister Plasterk van Onderwijs: een bronzen beeld, een oorkonde en tienduizend euro. Marin-Perianu studeerde computerwetenschappen aan de universiteit van Boekarest. Van
05
Nieuws
Architect 2004-2008 deed ze promotieonderzoek naar dynamische draadloze sensornetwerken aan het centrum voor telematica en informatietechnologie van de Universiteit Twente (UT). Naast een parttime aanstelling aan de UT werkt Marin-Perianu aan haar eigen spin-off bedrijf Inertia Technology dat zogenaamde ‘wireless sensor networks’ verder wil ontwikkelen. Prof.dr. Koen Langendoen (EWI) vindt vooral haar werk over groepsgedrag interessant. “Het schept orde in de chaos.”
In de nieuwe Wet op de architectentitel wordt het lastiger gemaakt om opgenomen te worden in het architectenregister. Voortaan moet, naast het behalen van het vereiste diploma, een tweejarige beroepservaringsperiode zijn doorlopen. In die periode kan de architect in spe zich praktisch bekwamen in de uitoefening van het beroep. Doel van de wijziging in de wet is een krachtiger kwaliteitsinstrument te maken. Met de nieuwe wet zal Nederland een achterstand inlopen op landen als België, Duitsland, Groot-Brittannië en Frankrijk.
Spannend Die kennen al een eis voor praktische scholing. De wet zal ook gelden voor stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten. De door het kabinet voorgestelde wijziging, die dit najaar in de Tweede Kamer wordt behandeld, krijgt brede steun van onder meer rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol en de beroepsverenigingen BNA, BNSP, NVTL en BNI.
Een spannende dag voor ir. Jan Willem van Wingerden (3mE). Hij is met twee anderen genomineerd als Simon Stevin Gezel, de STWprijs voor ‘zeer veelbelovende jonge onderzoekers’. Tijdens de bijeenkomst in Nieuwegein geven de kandidaten donderdagmiddag een presentatie. Het publiek beslist met stemkastjes wie de prijs krijgt. Van Wingerden, expert op het gebied van regeltechniek voor windturbines, hoopt met filmpjes het publiek ervan te overtuigen dat dankzij regeltechniek windmolens 65 procent minder belast worden.
Abo heeft weer een bestuur Na een avond vol onenigheid tussen studenten en oudere bewoners heeft de Algemene Bewonersorganisatie weer een bestuur. Het telt zeven leden uit studentenkringen. xCONNIE VAN UFFELEN Precies een jaar geleden ontsloeg een nipte meerderheid van de bewonersclub zijn bestuur na verhitte discussies over dertigplussers en campuscontracten. Huisvester Duwo wil dertigplussers die niet meer staan ingeschreven bij een onderwijsinstelling, weg hebben uit woningen waar studenten in
moeten komen. Hierover wilde het ontslagen bestuur een proefproces voeren met Duwo, maar het oudere deel van de achterban pikte dat niet. Dat had tot gevolg dat de Abo een jaar lang geen bestuur had. Bij een poging op donderdag 1 oktober een nieuw bestuur te kiezen, stonden beide groepen weer lijnrecht tegenover elkaar met gevloek, geschreeuw en hard getimmer met de voorzittershamer. Voorafgaand circuleerden uit beide kampen mails met de oproep vooral te komen om de andere partij in aantal te overstemmen. De opkomst was met 220 kiezers (waaronder veel machtigingen) dan ook hoog. Na uitvoerig gesteggel over nietverstuurde uitnodigingen en dus de rechtsgeldigheid van de vergadering, het voorstel om de club maar te splitsen in twee verenigingen of zelfs op te heffen, werd gediscus-
sieerd over negen kandidaten voor het bestuur. Zes daarvan wilden in eerste instantie alleen collectief worden gekozen en niet met anderen samenwerken. Dit tot grote onvrede van de zaal. Pas toen de zes dat standpunt verlieten
Gevloek, geschreeuw en hard getimmer met de voorzittershamer en afstand namen van hun e-mail met oproep om de ouderen te overstemmen, werden zij gekozen. Het betreffen de nieuwe voorzitter Thomas Dekker (oud-voorzitter van studentenvakbond VSSD), secretaris en vice-voorzitter Frank Gorte (oud-gemeenteraadslid van studentenpartij Stip), Jaap Donker,
Stephanie Wolff, Eline Kleiwegt en Steven Hoyer. De laatste twee waren overigens geen Abo-lid, maar mochten uiteindelijk toch in bestuur als zij lid zouden worden. Van de tegenkandidaten werd alleen IO-studente Sahar Seyed Nadeian in het bestuur gestemd. Alle gekozen bestuursleden werden vooraf kritisch door de zaal ondervraagd over hun standpunt in de campuscontractdiscussie. Allen ontweken dat door te zeggen dat zij zich niet hadden ingelezen, maar natuurlijk wel voor huurbescherming zijn. Het nieuwe bestuur zegt tot aan de volgende algemene ledenvergadering niets te willen veranderen aan het standpunt van het vorige bestuur.
van drie thema’s: water, materiaal & energie’, meldde de site. ‘Stuurman’ Kees Duijvestein hield in zijn inleiding de hoop levend door te signaleren dat er veel ‘blabla’ is over duurzaamheid. Zijn panelleden moesten zich vervolgens binnen drie minuten – kookwekker bij de hand – introduceren. Duijvestein zette een structuur neer voor de discussie: zijn al eerder ten beste gegeven tetraëder van de duurzaamheid. Op de p-driehoek people-planet-prosperity zette hij de p van project. En bij elk van de p’s hoort een rijtje van pakweg tien factoren die daarbij meespelen. Dat exposé ging in een geweldige gang, met veel woorden, sheets én de Duijvestein zo eigen drukte. Geen blabla, maar wel een aanslag op het uithoudingsvermogen van de
ongeveer vijftig toehoorders. Wat de panelleden nog misten, vroeg Duijvestein. Daar wisten ze alle drie wel een puntje te bedenken. Politieke wil, zei Coenen. Tijd voor bezinning, stelde Van de Pol. Wat doe je tot het perfecte duurzame plaatje rond is, wierp Van de Griendt op. Vervolgens mocht het trio stickers plakken op sustainability-aspecten die ze al dan niet belangrijk vonden. En die toelichten natuurlijk. In een wip werd het begrip duurzaamheid heel breed. Maar vrijwel geen water, materiaal en energie. Waarover spraken zij dan wel? Over comfort. In veel facetten. Coenen vindt bij duurzaamheid comfort niet iets om zich druk om te maken. Veiligheid wel, want ‘je moet je ergens comfortabel voelen’. Van de Griendt
Studenteninspraak De Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) schrapt per 1 januari 2010 de subsidie van de Studenten Advies Commissie (SAC). Daarmee verdwijnt dat inspraakorgaan van studenten. Tot woede van de SAC-leden.
Verpakkingen De Europese Unie (EU) is verkeerd bezig als het gaat om de regels rond verpakkingsmaterialen, vindt verpakkingsexpert dr.ir. Renee Wever. In zijn proefschrift stelt hij dat de EU te veel nadruk legt op recyclebaarheid en onvoldoende op CO2-uitstoot tijdens transport.
Inschrijvingen
Rollatorgolf De verwachtingen waren hooggespannen. Het slotdebat van de Sustainablabla!? 2009 Stylos Conferentie beloofde ‘deblat’ op hoog niveau. In het panel zaten niet minder dan Jo Coenen, oud-rijksbouwmeester, Liesbeth van der Pol, regerend rijksbouwmeester en Bas van der Griendt, general manager duurzaamheid bij Bouwfonds. Dat eminente trio stond onder leiding van de even teruggehaalde bouwkundeprof Kees Duijvestein. Een mooie bezetting. Daarnaast was de serieuze hoop dat tijdens de 2,5 dag durende conferentie het wijdlopige debat over duurzaamheid overstegen zou worden. Anders zet je in je naam niet ‘blabla!?’ Vooraf was het onderwerp keurig ingeperkt. ‘De conferentie is opgebouwd aan de hand
delta online
verstaat er onder meer onder het besef dat je CO2-consumptie wordt gecompenseerd. Het ging over het verschil stadland. Is ook onderdeel van duurzaamheid, meent Van de Pol, net als een groot netwerk van gladde voet- en wandelpaden. Hard nodig, stelt ze, vanwege de vergrijzing en de golf aan rollators die die te weeg gaat brengen. En paleis Soestdijk, door zijn historische waarde na alle defilés die er voorbijtrokken. Het beeld werd steeds diffuser. Imago, identiteit en participatie passeerden de revue, maar ook dat laatste had bij de drie debaters vele gezichten. Onderhoudend was het debat en gezellig. Niet eenduidig. Toch iets te veel blabla. Erik Huisman
Hogescholen en universiteiten krijgen net als vorig jaar een maand extra om de aanmeldingen van studenten te verwerken. Reden zijn problemen bij enkele instellingen. Dat betekent dat studenten ook in oktober nog hun handtekening kunnen zetten om vanaf september het collegegeld te voldoen, aldus het ministerie van onderwijs.
Web 3.0 Web 3.0 is in aantocht. Prof.dr.ir. Geert-Jan Houben van de afdeling software technologie (Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica) vertelde er vorige week over in zijn intreerede. Door die vernieuwing kunnen machines automatisch zoeken en worden gegevensbestanden beter toegankelijk.
Vrouwen Pas in 2030 is een op de vier hoogleraren aan de Nederlandse universiteiten een vrouw, als de opmars van vrouwen in het huidige tempo doorgaat. Dat blijkt uit de ‘Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2009’. Nederland loopt daarmee ver achter bij de rest van Europa.
Bieronderzoek
Weg kwijt
Na een maand college en practica was het tijd voor een feestje. Diverse Delftse studieverenigingen hielden donderdag een interfacultair cowboy- en indianenfeest in jongerencentrum Speakers. Deze bezoekers waren de weg al aardig kwijt. De jongen die flink hard door het meisje in zijn wang wordt gebeten, had overigens even daarvoor bij haar hetzelfde gedaan. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Een nieuw kennisinstituut gaat onderzoek doen naar verantwoorde bierconsumptie. Doel is feiten en fabels over het drinken van bier op een rij zetten, aldus deelnemend hoogleraar Frans Kok in Trouw. Kritische wetenschappers vrezen belangenverstrengeling.
x
x www.speakers.nl
www.delta-tudelft.nl
DELTA. 30 08-10-2009
06
science
DELTA. 30 08-10-2009
07
science
opinion please
A tethered dike Why should dikes and weirs always be made out of steel and concrete? Use rubber-soaked polyamide instead and save a third of the costs, argues Floris van der Ziel. xJos Wassink Floris van der Ziel recently graduated at the faculty of Civil Engineering and Geosciences (CEG) on an original concept for a ‘movable water barrier for the 21st century’. He likes to call his concept the ‘parachute dam’, because, like a parachute, his weir is a construct that is held in place by ropes and stops the flow of water. Imagine a wide, horizontally curved bridge that spans a river, as if following a bend in the road. The steel deck is suspended by a series of Dyneema ropes onto two reclining pillars positioned at the inside of the curve. Under this construction, the river flows unimpeded and ship traffic passes unhindered. Except, that is, in cases of emergency, when forecasted high river water levels must be stopped to protect the cities downstream. At such times, the parachute dam will come to the rescue. Hydraulic jacks will start lowering a giant screen from under the bridge into the whirling water below. The force of the water will press the bottom of this heavy rubber screen tightly onto the riverbed. The other end of this rubberised fabric is held upright by dozens of cables attached to the bridge deck, some ten meters higher up. The water level at the inner side of the dam can rise to 4.5 meters higher than downstream. The strongest
forces retaining the hydraulic load run along the fabric through a cable located at the bottom of the screen, which is secured to heavy cement foundations situated on the riverbanks. Van der Ziel based his calculations on a 210 meter dam across the Merwede, and concluded that cables made of four, 200 mm Dyneema ropes should be strong enough to cope with the 8,000 tonnes of hydraulic load. The parachute dam is Van der Ziel’s proposal for the four movable river barriers in water management plan for the water system around Rotterdam and Dordrecht. This ‘Usually Open, Occasionally Closed’ (UOOC) (or Afsluitbare Open Rijnmond) plan
When not in use, the screen is folded under the bridge, so that shipping is not hindered aims to provide maximal accessibility to the harbour, while safeguarding this densely populated area from flooding by either the sea from the west or the rivers Rhine and Meuse from the east. The OUOC plan calls for river barriers at Spui, Drecht, Merwede and Lexmond that can be deployed when needed, but which will have to remain in an unobtrusive, resting position most of the time. Van der Ziel regards concrete and steel weirs as so 20th century. His flexible solution offers many advantages, not least of all that it can be constructed quickly, which is important on a busy waterway. When not in use, the screen is folded under the bridge, so that shipping is not hindered. The (cycle) bridge is an ‘extra’ that stimulates local recreation. The costs are 34 million euro
for the bridge and 190 million for the screen, which is about a third cheaper than a steel, movable barrier, Van der Ziel says. What’s more, the screen is not only physically flexible, but it is also adaptable to a changing climate. When in some thirty years time the screen must be replaced, its size can be optimised according to the current conditions. What then are the chances of one day seeing parachute dams spanning broad Dutch rivers? The idea has been presented previously, in the late 1980s, by professor Han Vrijling, under the name ‘spinnaker dam’, although it was never built, because people feared the screen might fail, allowing the waters to pass over it. Van der Ziel has modified Vrijling’s screen by adding a bridge that will hold the screen in place using dozens of ropes. Still, his supervisor, Ad van der Toorn, doesn’t expect the parachute dam to be constructed on a large scale any time soon. It will first have to be demonstrated as a weir in smaller rivers, he says. There are dozens of suitable locations to construct a parachute dam, but the initiative will have to come from one of the regional water boards. Contractors moreover act conservatively, since most projects nowadays are tendered in design, build & maintenance contracts, which stifles innovation.
x
Floris van der Ziel was the first CEG student to graduate under the Climate Adaptation Lab (CAL), a joint graduation project of the faculties of CEG and Architecture.
Glass draped like rippling water
Nobel endeavors It’s the week of the biggest awards in science: the Nobel Prizes. This year’s winners of the Nobel Prize in Medicine and the Nobel Prize in Physics were announced last Monday and Tuesday. TU Delft scientists comment on the awards. xNADINE BOKE At first glance it seemed as if this year’s Nobel Prize in Physics was rather surprisingly awarded to two quite different types of research. Charles Kao received half the prize for being the first to figure out that it is possible to send light through glass fibers along very long distances. It was his work that led to the birth of fiber optics, and on to the present day widespread use of glass fiber for communication networks. The other half of the Nobel Prize in Physics went to Willard Boyle and George Smith, for their development of CCD sensors. This technique allows light - in the form of photons - to be converted to electrical signals. CCD chips have previously been used in night vision cameras, astrophysics, and various other areas, but nowadays they enjoy even more widespread use, as CCD chips are a key component in digital cameras. Professor Huub Salemink, head of the photronic devices group at TU Delft’s Faculty of Applied Sciences, does however see a link between the two prizewinning research areas: “They both have to do with using light, or photons. Moreover, it’s not the first time that a Nobel Prize has been awarded to two seemingly very different techniques, so this isn’t all that special. For instance, back in 1986 the Nobel Prize in Physics was awarded for microscopy, but to two completely different types of microscopy: the electron microscope and the scanning tunneling microscope.” Salemink is very pleased with the subjects of this year’s award: “The field of optics hasn’t received a lot of attention recently; that is to say, it hasn’t been the subject of the Nobel Prizes in recent years, so I’m delighted with this recognition. And I think it’s nice that this year’s prize goes to research that’s not just fundamental science but also has a lot of relevance to society. There has been some debate about Nobel Prizes mostly going to fundamental research, not applied research. I think Kao’s proposition for the use of glass fiber has been truly pioneering work for communication as we know it today.” Salemink was however somewhat surprised that the prize was co-awarded to CCD: “But it’s also well deserved, if you look at all that CCD technology has meant for our society.” The Nobel Prize in Medicine this year was awarded to Elizabeth Blackburn, Carol Greider and Jack Szostak, for their research on telomeres and the enzyme telomerase, both of which play an important role in the ageing of cells. “It has long been expected that Elizabeth Blackburn would receive this prize,” says professor Cees Dekker, of the Kavli Institute of Nanoscience. “Telomeres and telomerase are both very important in fundamental cell biology, as well as in medicine. And they are still an important focus of research, also in our group.”
x Under the projected bridge the screen can retain up to 4,5 meters of water. (Illustration: Floris van der Ziel)
come to think of it
www.delta.tudelft.nl
Twisters like the Torso Tower in Malmö and Blobs like the Guggenheim Museum may seem pretty extravagant, but buildings can now look much more organic, thanks to a TU Delft technique to freely curve glass.
Delta and Delft Integraal/Outlook often write about innovative ideas that offer big promises for the future. But what has happened to such ideas a couple years on? What for instance has happened to ‘Ghana Moves’, a hand-driven tricycle for disabled street vendors?
xTomas van Dijk Instead of making all kinds of curves using flat glass panels that are attached to metal frames, each with a slightly different angle, like scales on a fish, architects are now experimenting with doubly curved glass panels mounted side by side. This not only makes freely bending surfaces look smooth from a distance, they actually become smooth. “The absolute landmarks are the glass roof stations of a new cable railway line in Innsbruck, named the Nordkettenbahn”, says Daan Rietbergen, an expert in free-formed glass buildings at the faculty of Architecture (department: design of construction). When he shows pictures of these free-formed floating sculptures, it’s as if majestic melting icebergs appear on his computer screen. Rietbergen and his colleague and supervisor, dr. Karel Vollers (department: building technology), are currently working on an apartment building project in Belgrade that must equal these glimmering masterpieces - or at least the building’s façade, which is made entirely of glass and looks like a rippling water surface, must do so. The building should be finished by the end of this year. For this project, a Dutch company, Tetterode Glas Voorthuizen, is making the curved glass panels using a novel, recently patented technique that allows for the glass to be transformed with an adjustable mould. Bending freely curved glass the way craftsmen do is a tricky process, to say the least, when done using traditional methods, says Vollers, who adds that only one out of six glass panels makes it through the bending process intact. Vollers: “In order to obtain the 1,000 glass parts the Nordkettenbahn stations are made out of, the Chinese contractors who made the structures had to throw away 5,000 broken or malformed panels.” The Chinese contractors made a mould for every single glass part, and then on top of the mould they
Selling ice-cream in Ghana
The luxurious apartment building Infinity by architect Miodrag Mirkovic in Belgrade should be finished by the end of this year. (Illustration: Miodrag Mirkovic)
placed a flat glass panel. In the oven, that panel, when hot, drapes across the mould like a cloth, and takes the shape of the mould. Unfortunately, most panels break, because not all the parts in the glass soften evenly, and the forces on the panel are not distributed equally either. The material, manpower and energy costs are therefore enormous, as are the costs involved in making a unique mould for every single panel. “This isn’t a problem for the Chinese contractor”, Vollers says with
‘It’s shockingly simple’ a smile. “The energy they use is subsidized by the Chinese government, and their workers are extremely cheap. But if we, as Europeans, want to do the same, we have to use a different technique and rationalize.” The adjustable mould Vollers and Rietbergen invented consists of two layers made of horizontal parallel steel rods that can cross one another, like in an egg slicer. The purpose of the top layer is to hold the plate stable when the glass is still hard. The rods that comprise
the underlying layer are flexible and can all be curved differently, thus forming the actual mould. When the glass softens (at about 570 °C), the top layer is lowered. The glass then rests on the underlying mould, draping across it, and assuming the shape of the mould. “It’s shockingly simple”, Vollers admits, “but what can I say, nobody ever thought of it before.” The next thing Vollers and Rietbergen will do is to make the mould computer-controlled and integrate it with the oven, which, they hope, will help take the industrialization of freely bending glass a step further again. Will this also be a good thing for the environment? Vollers says yes: “Our technique reduces the energy costs and waste.” Rietbergen however disagrees: “That would only be the case if architects were planning to use doubly bended glass anyway. Flat panels are still a lot better for the environment.” “Well, I’m not so sure about that”, Vollers counters. “Buildings with extraordinary forms are less susceptible to changing trends and fashions. They tend to survive longer.”
Two years ago, four industrial design students went to Accra, Ghana, with Delta 11-01-2007 a mission: to invent something that 'A bicycle for the unemployed would make the lives of the disabled and disabled, so they could and unemployed easier. They came sell ice-cream. In Africa, TU up with an unexpected idea: a handDelft inventions can make a driven tricycle that street vendors difference.' could use to sell ice-cream. “It’s perhaps surprising to sell ice-cream in a third world country, but the people of Ghana love ice-cream as much as we do. We wanted to develop something that would make it possible for the street vendors to be mobile, make money and become more independent. They are very enthusiastic about this project, because this brings them new opportunities in life. Now they no longer have to beg”, says Esther Blom, of the Delft Centre for Entrepreneurship (Technology, Policy and Management). But the last two years have also revealed that there is a downside to selling ice-cream. “Ice-cream weighs a lot. There were lots of complaints about that”, says Blom. ‘Ghana Moves’ is therefore now talking with a local bakery about selling bread rolls instead. “The street vendors could for instance use their bikes to deliver bread to hotels”, Blom explains. “In this project, it all comes down to working together with local businesses.” Blom is collaborating on a spin-off of the ‘Ghana Moves’ project in Ukraine. Under the name of ‘Ukraine Moves’, two business students are currently looking into developing the tricycle for this country in Eastern Europe. “The students showed a Ukrainian boy in a wheelchair pictures of our bike. He was so enthusiastic that he almost fell out of his chair”, Blom says. “We’ve also done research in India. Perhaps we could connect the bicycle there to selling clean drinking water.” Blom is looking for students who would like to help further develop these spin-offs, and she emphasises that students can learn a lot by participating in such projects: “We teach them to create technical solutions in a different context. They have to make smart choices. The second group of students who worked on the tricycle in Ghana for instance, came up with great improvements; they changed the wheel suspension system so the bicycle was lighter and easier to use. Since last year, we have a minor in international entrepreneurship and development. It’s great to see the ideas students come up with each time. This year we’re working on a fridge for developing countries. Our course was full in two days time, which shows just how popular it is for students to come up with innovative solutions for helping people in the third world.” (RV)
Esther Blom in the hand-driven tricycle. (Photo: Sam Rentmeester/FMAX)
DELTA. 30 08-10-2009
interview
08
DELTA. 30 08-10-2009
09
interview
’Gedrag veranderen is taai’ Aletta Wubben is al 6,5 jaar personal coach aan de TU. Tijdens de PhD-dag op donderdag 8 oktober geeft ze de workshop ‘Supporting the process of doing a PhD’. “Coachen is niet iets anders dan kijken hoe het gemakkelijker en leuker kan.”
deweg heb ik zelf de focus wat meer verlegd naar wetenschappers. Misschien ook omdat het bij hen niet zo voor de hand ligt om te denken aan coaching. Op een gegeven moment worden ze gebombardeerd tot hoogleraar en moeten ze tegelijkertijd onderzoek doen, goed onderwijs geven, visie hebben, leiderschapsgedrag vertonen, managen en zichzelf wetenschappelijk profileren. Dat vraagt nogal wat talenten. Veel ellende komt voort uit doen alsof je op alle fronten ontwikkeld bent. Dat is niemand. Ik denk dat het heel krachtig is als een hoogleraar weet wat hij niet kan en dat delegeert. Dat is geen ramp en daar hoef je jezelf niet mee in de weg te zitten. Het is alleen niet zo voor de hand liggend om tegen een collega te zeggen: goh, ik zit ergens mee in mijn maag, hoe pak jij dat nou aan? Bij het bedrijfsleven is dat aan de orde van de dag: getraind worden op leiderschap bijvoorbeeld. Bij de universiteit wordt daar minder aandacht aan besteed. Er wordt van generatie op generatie overgedragen dat je je richt op onderzoek. Het is niet vanzelfsprekend om het je met training op die andere vlakken makkelijker te maken. Dat zie je al op het niveau van promovendi terugkomen. Die zijn niet snel geneigd te vragen of ze naar een training mogen. Als ze dat al doen, zegt zo’n hoogleraar vaak: ‘ga liever naar die conferentie, daar heb je meer aan.’ Er wordt niet automatisch de link gelegd dat ontwikkeling van persoonlijke kwaliteiten toponderzoek kunnen ondersteunen. Persoonlijke effectiviteit maakt dat je toponderzoek kunt doen. Coachen is niet iets anders dan kijken hoe het makkelijker en leuker kan.”
xConnie van Uffelen Wat hebben mensen nodig om het beste uit zichzelf te halen? “In ieder geval moet je weten waar je talenten liggen. Soms dwingen we ons in een keurslijf dat niet het beste past bij wie en wat je bent. Ik kom hoogleraren tegen die hoogleraar zijn geworden omdat dat nu eenmaal een logische volgende stap was, maar of ze er gelukkig van worden? Daar kunnen ze soms hun vragen bij hebben. Het gaat om aansluiten bij je drijfveren, maar ook jezelf voldoende ondersteunen in wat je nodig hebt voor je ontwikkeling. Daar staan we vaak te weinig bij stil. Het is makkelijker om te veroordelen wat je niet kunt dan om te ondersteunen wat je misschien nog wilt leren.” Wat doet een personal coach? “Mensen zelf tot inzicht laat komen door vragen te stellen. Waar liggen iemands persoonlijke drijfveren? Hoe is zijn gedrag? We ontwikkelen gedragspatronen die op een gegeven moment over hun houdbaarheidsdatum zijn. Een voorbeeld: je bent heel ver gekomen door aardig te zijn voor collega’s. Dat is een heel succesvolle strategie, totdat je leidinggevende wordt en sturingsproblemen hebt in je team. Dan wordt het tijd voor een andere invalshoek: hoe zou je het willen hebben en wat vraagt het om dat voor elkaar te krijgen? Wat moet je er voor riskeren? In dit geval dat mensen je minder aardig vinden. Daar moet je een besluit over nemen om het echt anders te doen. Het is goed om in de praktijk te oefenen. Pas als je merkt dat je er echt iets aan kunt hebben om het anders te doen, heb je het zaadje geplant voor gedragsverandering. Gedrag veranderen is taai. De meeste obstakels worden veroorzaakt door dat wat we vrezen. Als je dat kunt ombuigen naar vertrouwen, gaan bepaalde dingen makkelijker. Dat is waar coaching over gaat.”
WIE IS ALETTA WUBBEN? Op haar twaalfde ging Aletta Wubben (1966) al naar het conservatorium. Na haar hoofdvak piano stapte ze over naar zang, maar bleek ze te jong: met een volgroeide stem zou ze beter examen kunnen doen. Ze kreeg het advies om twee jaar privéles te nemen, maar ging nooit meer terug. Het competitieve wereldje benauwde haar. Na diverse functies in het bedrijfsleven en de non-profitsector kwam ze tot de conclusie dat ze graag mensen begeleidt. “Waarom haalt met hetzelfde talent de een de top en de ander niet? Wat hebben mensen nodig om het beste uit zichzelf te halen?” Ze kwam als personal coach in dienst bij de TU Delft en werkt inmiddels als zelfstandig ondernemer met zo’n zeven anderen voor de TU en onder meer Universiteit Leiden, Erasmus Universiteit Rotterdam, TNO en het ministerie van binnenlandse zaken. Wubben is getrouwd en heeft een zoon van tien. (Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
Dat klinkt logisch. “Ja, het is zo simpel dat je denkt: ‘Wat stelt het voor?’ Toch merken ook profs en begeleiders van promovendi hoe lastig het is om niet te adviseren. Een promovendus komt met een probleem en die begeleider heeft binnen een minuut een oplossing bedacht. Vervolgens merk je dat die promovendus daar niet mee aan de gang gaat. Dat is frustrerend. Je zegt het nog een keer en het gebeurt nog niet. Er ontstaat irritatie die tot conflicten kan leiden. Je moet dus een andere tactiek toepassen: nieuwsgierig worden naar die promovendus. Wat maakt dat hij het niet doet? Misschien ligt er wel een ander probleem aan ten grondslag. Begeleiders moeten dan gaan coachen: luisteren, samenvatten, doorvragen. En zo merk je dat het begeleiden van promovendi niet iets is dat je er even bij doet. De focus ligt op onderzoek doen en in mijn optiek heel weinig over wat mensen nodig hebben om van a naar b te komen. Dat kan soms tot vervelende situaties leiden. Een promovendus haakt af of raakt gedemotiveerd. Niet dat het allemaal aan die begeleiders ligt hoor. We komen ook zaken tegen waarbij je denkt: je moet wel een verrekt goede coach zijn om daar doorheen te komen. Wij trainen zowel promovendi als begeleiders en zien waar beiden tegenaan lopen.” Waar lopen promovendi zoal tegenaan? “Tegen het feit dat ze veel dingen niet durven benoemen. Zeker buitenlandse promovendi. Het is heel normaal om motivatiedips te hebben. Ze durven het niet uit te spreken uit angst dat de begeleider de hoop opgeeft. Ze lopen ook aan tegen het feit dat begeleiders soms te weinig tijd hebben. Ook hebben promovendi soms moeite met het krijgen van te veel academische vrijheid. Voor de een is dat prettig, maar de ander kan er in verdwalen. Begeleiders hebben nogal eens de neiging om steeds maar de koers te veranderen. Andersom neemt
niet iedere promovendus een proactieve houding aan. Wat begeleiders vervelend vinden is als ze voortdurend gevraagd wordt oplossingen te genereren, terwijl van een promovendus verwacht mag worden dat hij zelf oplossingen bedenkt. Of dat promovendi afspraken niet nakomen of niet eerlijk zijn over de voortgang.” Wat kun je daar als personal coach in betekenen? “We geven voor beide groepen drie- of vierdaagse trainingen. We helpen begeleiders een betere coach te worden en promovendi trainen we op persoonlijke effectiviteit. We hadden een keer iemand met duidelijk uitstelgedrag. Een ontzettend sociale promovendus eigenlijk, die het leuk vond om contacten te hebben. Daar voelde hij zich schuldig over, want: je moet productief zijn en liefst acht uur per dag. Dat lukte hem niet. Om het schuldgevoel daarover niet meer te voelen, ging hij nog meer kletsen waardoor dat uitstelgedrag nog erger werd. Tijdens de training vroeg hij zich af hoe het zou zijn als hij het zichzelf toestond af en toe te klankborden met een collega. Zou hij daar misschien productiever van worden? Hij was helemaal blij met dit inzicht. Hij verbood zichzelf te kletsen, maar daar werd het erger van. Meestal ligt de oplossing precies in het omgekeerde.” Waarom kiezen we niet automatisch de goede oplossing? “Omdat de angst die er aan ten grondslag ligt maakt dat je je daartegen wilt beschermen. Negen van de tien keer is die angst niet reëel. Waarmee ik niet wil zeggen dat angst geen functie heeft, want dat heeft het zeker. Angst maakt je scherp, denk maar aan een conferentie waar je een verhaal moet houden. Maar als dat te groot wordt, wordt het contraproductief. Dat mechanisme waarin we proberen onszelf voor narigheid te behoeden kan juist bewerkstelligen wat je wilt voorkomen. De kunst is om jezelf dat niet heel erg kwalijk te nemen, maar te denken: ‘Oké, dat was er weer eentje, volgende keer pak ik het anders aan’. Het is een leerproces, met vallen en opstaan. Als mensen bij mij een traject hebben gedaan, gaan ze niet getransformeerd de deur uit. Met sommige leerdoelen blijf je de rest van je leven bezig. Meestal heb je het niet eventjes met een trucje omgegooid. Dat vraagt om bewustzijn. Af en toe eens reflecteren. Je kunt daar in groeien.” Wie coachen jullie zoal? “Ondersteunend personeel, beleidsmedewerkers, ict’ers, secretaresses, afdelingsvoorzitters en ook wel decanen. Gaan-
Waar komen mensen het meest voor bij u? “Dat verschilt per doelgroep. Hoogleraren of managers hebben vaak vragen over aansturing of begeleiden van medewerkers. Overigens lokken begeleiders van promovendi ook gedrag uit: als je heel autoritair bent of sturend, moet je niet verwachten dat je promovendus met leuke ideeën komt. Vaak is leiderschap in de spiegel kijken. Dat wat jij terugkrijgt, zegt iets over wat je neerzet. Als je dat in de gaten krijgt, is er al een hoop gewonnen. Vaak laten mensen zich door de waan van alledag gek maken. Zij moeten terugkomen tot dat wat echt van belang is. Hoe zeg ik nee tegen dingen die niet bijdragen aan mijn persoonlijke doelen? Soms zit het in de manier van communiceren. Soms met niet helemaal helder hebben waar het met je loopbaan naar toe moet. Wat wil ik, wat wil ik niet meer? Keuzes maken. Misschien is iets goed voor mijn cv, maar loop ik er ook warm voor? Vaak gaat het over de vraag: waar liggen mijn authentieke drijfveren? Ik vroeg aan een hoogleraar hoeveel tijd hij kwijt was. Hij kwam op 425 dagen per jaar. (Lacht) Dat is echt zorgwekkend. Ik heb een superleuk vak. Nooit een saaie dag. Kijken of je mensen met een flinke dosis humor of een beetje relativeren kunt coachen. Het gaat soms hartstikke diep. Ik kan tot het bot geraakt worden door mensen, maar er is niets wat ik niet zelf ook ken. Ik word ook nog wel geregeerd door de waan van de dag. Een van mijn criteria voor het selecteren van coaches is menselijk zijn en niet doen alsof je de goeroe op de berg bent.”
DELTA. 30 08-10-2009
10
reportage
DELTA. 30 08-10-2009
11
reportage
Energiebesparing in slakkengang Volgens experts van onderzoeksinstituut OTB is energiebesparing bij renovatie de meest goedkope en grootschalige manier om de nationale CO2uitstoot te beperken. Toch zal het kabinet de zelfgestelde doelen om in 2020 de uitstoot van broeikasgassen met dertig procent te verminderen, absoluut niet halen.
De combinatie van een groot besparingspotentieel door isolatie, oplopende werkloosheid in de bouw en Keynesiaans investeren als remedie tegen de economische crisis, riep begin dit jaar bij verschillende instanties het idee op van een Green New Deal. Femke Halsema (GroenLinks) opperde het idee van groene overheidsinvesteringen in de Tweede kamer. Het Centraal Planbureau (CPB) werkte in het rapport ‘Effecten van de kredietcrisis op klimaat- en energiebeleid’ de effecten uit van eventuele overheidsinvesteringen op het beleidsprogramma ‘Schoon en Zuinig’. Het CPB stelde dat duurzame investeringen aan
‘Het totale aardgasgebruik voor verwarming van woningen kan met 35 procent worden verminderd’
xJos Wassink OTB zoekt de doelgroep op. Iedereen die met bouw, renovatie, energiebesparing, energielabels, isolatie of installatie te maken heeft, komt deze week naar de Brabanthallen in Den Bosch. Het Delftse onderzoeksinstituut OTB staat er met een stand en organiseert donderdag een studiedag over energiebesparing bij renovatie, waarop de tussenresultaten van ondermeer het programma ‘Meer met Minder’ gepresenteerd wordt. Een aantal experts vertelt hoe zij aankijken tegen het kabinetsvoornemen om voor 2012 vijfhonderdduizend woningen te isoleren, zoals in het programma ‘Schoon en Zuinig’ werd vastgelegd. Het programma ‘Meer met Minder’ is in het leven geroepen om de energiebesparing te realiseren. “De doelstelling van het kabinet
Tijdens de isolatiecampagne van Vestia gaat het leven in de Delftse Billitonstraat gewoon door. (Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
is gigantisch hoog”, vindt prof. Anke van Hal, praktijkhoogleraar sustainable housing transformation aan de faculteit Bouwkunde en hoogleraar sustainable building and development bij het Center for Sustainability van Business Universiteit Nyenrode. “Maar ze komt wel
ergens vandaan; Engelse verzekeraars hebben berekend tegen welke kosten je aanloopt over twaalf tot twintig jaar als je nu niks doet. Dat is gigantisch! Dus als we nu niks doen snijden we onszelf in de vingers.” “Het is een mooie doelstelling”, vindt Dick Tommel, voorzitter van
de stichting Spaar het Klimaat, voormalig staatssecretaris van volkshuisvesting en van oorsprong scheikundige, “maar ze halen het van geen kant. Als ze de helft halen is het al prachtig.” Tommel stond als voorzitter van Spaar het Klimaat (een initiatief uit 2005 van fabrikanten van isolatiemiddelen, kozijnen en glas, samen met energiebedrijf Nuon) aan de
‘Als we nu niks doen snijden we onszelf in de vingers’
Nieuwbouwhuizen worden standaard goed geïsoleerd opgeleverd.
wieg van het programma ‘Meer met Minder’. De toeleveringsbedrijven verwonderden zich erover dat ze in heel Europa afzet hadden, behalve in Nederland. Ze gaven energieconsultant Ecofys in Utrecht de opdracht uit te zoeken hoe groot het besparingspotentieel was in Nederland. Een rapport met de bevindingen werd in 2006 aangeboden aan de toenmalige ministers Dekkers (Vrom) en Brinkhorst (EZ). Zij zegden toe binnen drie maanden met een actieplan te komen. “Dat heeft twee jaar geduurd. Uiteindelijk is daar de publiekscampagne ‘Meer met Minder’ uitgekomen”, vertelt Tommel. “Het is een campagne voor energiebesparing in de gebouwde
omgeving geworden van de energiebedrijven samen met Bouwend Nederland en de ministeries.” Ecofys stelde in opdracht van stichting Spaar het Klimaat het besparingspotentieel vast voor de bestaande woningbouw. Hun analyse laat zien dat hier veel te winnen is: 35 procent van het aardgasgebruik van woningen. De redenering is eenvoudig: de CO2-emissie in Nederland is in ongeveer gelijke delen verdeeld tussen industrie, verkeer en gebouwen. Iets meer dan de helft van CO2-uitstoot van gebouwen komt voor rekening van woningen en in woningen is ongeveer de helft van de emissie gerelateerd aan ruimteverwarming – in totaal 15 miljoen ton (in 2003) van in totaal 175 miljoen ton CO2 per jaar uit Nederland.
Campagne Op basis van een overzicht van verschillende woningtypen in Nederland en geschikte isolatiemaatregelen met een terugverdientijd van vijftien jaar of minder, concludeert Ecofys dat het totale aardgasgebruik voor verwarming van woningen met 35 procent kan worden verminderd. De belangrijkste besparingen vallen volgens het rapport te behalen bij oude vrijstaande en twee-ondereen-kapwoningen van particulieren en in de huursector bij rijtjeswoningen van voor 1980.
drie voorwaarden moesten voldoen: “Ze moeten op tijd effect hebben, tijdelijk zijn en doelgericht zijn.” Een van de weinige opties die daaraan voldoet, en die op zowel de economie als het klimaat gunstig uitwerkt, is het stimuleren van energiebesparing in de gebouwde omgeving, aldus het CPB. Tommel voegt daar aan toe dat nu er veel nieuwbouwprojecten van de baan zijn, bouwbedrijven naar mogelijkheden zoeken om hun mensen aan het werk te houden. Na een korte praktijkscholing, waar de meesten het nut wel van inzien, is er volgens Spaar het Klimaat een flinke hoeveelheid mankracht beschikbaar voor een isolatiecampagne. Woningcorporaties zijn sinds begin dit jaar verplicht om hun woningen van energielabels te voorzien – graadmeters voor energieprestatie zoals die eerder voor elektrische apparatuur zijn ingevoerd. Die labelling heeft ertoe geleid dat corporaties meer energiebewust zijn geworden. Op de TU is de afgelopen jaren geregeld onderzoek gedaan naar de interesse van corporaties in energiebesparing. Die bleek steeds maar bij een klein gedeelte te bestaan. Maar een recente rondvraag, nadat het label verplicht was geworden, leverde een veel hogere respons. “Als je met de billen bloot moet, is het een heel ander verhaal dan dat niemand weet hoe goed of slecht jouw bestand is”, concludeert Van Hal. Corporaties zijn goed voor 29 procent van het potentieel aan CO2reductie door isolatie in bestaande woningen, dat is twee miljoen ton CO2 op jaarbasis. Op de ‘Meer met Minder’-bijeenkomst zei Willem van Leeuwen, toen nog voorzitter van de branchevereniging van woningcorporaties Aedes, dat de corporaties per
Neoporplaten zijn als gevelisolatie met PUR-schuim tegen de buitenmuur geplakt.
jaar honderdduizend woningen één stap in energielabel gaan verbeteren. Daarmee realiseren ze in dat bestand twintig procent energiebesparing. OTB en Aedes voeren sinds begin dit jaar het onderzoeksprogramma Woningkwaliteit 2020 waarin energiebesparing centraal staat. Het programma staat onder leiding van prof.dr.ir. Henk Visscher van OTB. Het grootste probleem én het grootste besparingspotentieel (57 procent) zit volgens Ecofys echter bij de particuliere huizenbezitter.
‘Hoe kun je potentieel geïnteresseerden verleiden om te investeren in energiebesparing’ Praktisch gesproken is het moment van de koop het handigste moment om isolatiemaatregelen te treffen. “Maar mensen hebben dan altijd geld tekort omdat ze én een nieuwe badkamer én een nieuwe keuken willen”, weet Van Hal. Op Nyenrode heeft ze onderzoek laten doen naar de interesse van huiseigenaren voor energiebesparing. Daar kwam uit dat het een klein groepje idealisten zeer aanspreekt. Daartegenover is er ook een kleine groep die het energieverbruik niks interesseert.
De grootste groep vindt het ‘best wel belangrijk’ mits de kosten niet te hoog worden. Tot slot is er een kleine maar groeiende groep, de cultural creatives, die voor kwaliteit en comfort gaan, ook als het extra kost. “Dat zijn de mensen die bijvoorbeeld in de supermarkt biologische producten kopen, maar er niet voor naar de speciaalzaak gaan”. Naar schatting vijftien procent van de Nederlandse bevolking valt in die groep. Dat is volgens Van Hal groot genoeg om marketingtechnisch interessant te zijn.
Verleiding De grote vraag is dus hoe je die groep potentieel geïnteresseerden kunt verleiden om te investeren in energiebesparing. Tommel stelt voor om de overdrachtsbelasting bij de verkoop van een huis (nu zes procent) afhankelijk te maken van het energielabel, zodat een beter label een lagere afdracht betekent. Ook zou de rente van energieinvesteringen aftrekbaar moeten worden van de inkomstenbelasting. En, stelt hij voor, er zou een fonds ter grootte van ongeveer één miljard euro (honderdduizend huizen per jaar à tienduizend euro) moeten komen om de rente op leningen voor energiebesparing mee te verlagen, wat de terugverdientijd verkort. Anke van Hal zou graag zien dat energiebesparingsmaatregelen worden aangeboden als een offer you can’t refuse. “Dat je zeker weet
dat je geen gedoe hebt, dat het werkt en binnen termijn wordt opgeleverd en dat het betaalbaar is.” Het Ecofysrapport heeft nog andere fiscale suggesties, zoals een verlaging van het huurwaardeforfait voor energiezuinige woningen (of verhoging voor slechte woningen) en de verlaging van BTW op isolatiemaatregelen van 19 naar 6 procent. Helaas is geen van deze maatregelen terug te vinden in het pakket crisismaatregelen van het kabinet. De 320 miljoen euro die het kabinet de komende twee jaar uittrekt voor isolatie van gebouwen, heeft Spaar het Klimaat verbijsterd. Niet alleen is het bedrag veel lager dan volgens Tommel nodig is, maar particuliere woningbezitters hebben er niets aan. Het bedrag is (grotendeels) gereserveerd voor de woningbouwcorporaties. Dat is vreemd. Want waarom de corporaties steunen die al vrij actief zijn in energiebesparing en die dat doen met eigen geld, en niet proberen om de particuliere eigenaren te stimuleren, waar immers waar het leeuwendeel van het besparingspotentieel zit? Uit het Nationale Isolatieprogramma NIP, dat liep van 1978 tot 1987, is gebleken dat subsidies werken. In die periode is 1,8 miljard gulden (820 miljoen euro) aan subsidies uitgekeerd, en dat leverde een besparing op van 5,4 miljard gulden (2,45 miljard euro) en 1,45 miljard m3 aardgas oftewel 2,8 miljoen ton CO2 per jaar. Waarom dan niet de
huiseigenaren aansporen? De reden daarvoor heeft volgens Tommel weinig met energiebesparing te maken maar veel met een positief gebaar vanuit het ministerie van Vrom naar de corporaties die sinds de invoering van de Vogelaarheffing voor de aanpak van probleemwijken op gespannen voet leven met het ministerie. “Dit heeft niets te maken met isolatie met huizen”, weet de insider. Bovenstaand artikel is een verkorte bewerking van een Dossier energiebesparing uit De Ingenieur, augustus 2009.
x www.woningkwaliteit2020.nl www.spaarhetklimaat.nl www.milieucentraal.nl www.meermetminder.nl www.ecowinst.nl www.aeneas.nl/toolkit
DELTA. 30 08-10-2009
12
lifestyle
DELTA. 30 08-10-2009
Zien en toch blind
de melkkoe
In de spectaculaire show ‘goochelen met je brein’ tonen goochelaar Emiel Lensen en natuurkundige Kees van Overveld hoe onbetrouwbaar ogen zijn. Door constant aannames te maken, bepaalt het brein wat we zien.
De in het zwartrood geklede herenhockeyers van DSHC leden op het sportcentrum hun vierde nederlaag op rij. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Niets hadden ze aan het toeval overgelaten. Ter voorbereiding op het nationaal kampioenschap ploegentijdrit voor clubteams reisde het zestal Delftse wielrenners van WTOS op maandag al naar Groningen om ter plekke het parkoers te verkennen. Op de wedstrijddag zelf, vijf dagen later, bleken de omstandigheden met windkracht vijf en lichte regen zwaar. Pech had het zestal ook met de vastgetapete portofoons in de helmen. Er bleken leiders van verschillende ploegen in de oortjes te zitten. Na 15 van de 48 kilometer moest Martin Janssen op een stuk pal tegen de wind in als eerste lossen. Een aantal kilometer verder gevolgd door zijn ploeggenoot Christan Teunissen, voor wie een inhaalmanoeuvre teveel kracht had gekost. Rik Houwers: “Omdat de tijd van de vierde renner beslissend is, zijn we wat voorzichtiger met onze krachten gaan omspringen, waardoor het tempo iets zakte.” Tien kilometer voor de finish zette het resterende kwartet alsnog aan. Totaal kapot kwamen de Delftenaren na 1:06.43 uur over de streep. Die tijd was goed voor de 26ste plaats in een veld van 66. WTOS eindigde daarmee als beste studentenwielervereniging, vóór onder andere het eerder gestarte maar ingehaalde studententeam van het Nijmeegse Mercurius. “Daar waren we dik tevreden mee”, aldus de leeggereden Houwers. Elders in het hoge noorden maten zondag zestig boten de krachten op het Heegermeer, vlak onder Sneek. Aan dit NSK zeilen deden onder meer negen boten mee namens de Delftse studentenzeilvereniging Broach. Delft heerste in Heeg, gezien het aan het eind van de dag geheel door Broachteams gevulde podium. Team Rysk (Rikst Dijkstra, Thomas Mohren en Erik Verboom) ontving als winnaar de felbegeerde beker. In 2006 was de trofee voor het laatst meegenomen naar de prinsenstad. Minder verheugend was de vierde competitienederlaag in evenzovele duels van de heren hockeyers van DSHC. De TU-ploeg moest ditmaal op het sportcentrum haar meerdere erkennen in Asvion. “Aan onze vechtlust en kwaliteit ligt het niet”, zegt aanvaller Luit Italianer. “Het zit allemaal tussen de oren. Er worden te veel domme beslissingen genomen in het veld.” Vorig seizoen moest de ploeg na de winterstop de mouwen flink opstropen, om iets te doen aan de belabberde stand op de ranglijst. Het hielp, want aan het tot dan verzamelde puntentotaal van twee werden er nog 24 toegevoegd. Dit jaar moet dat anders, vindt Italianer die met zijn ploeg desondanks nog op nul punten staat. Tegen Asvion kwam DSHC zondag nog wel met 1-0 voor. Italianer: “Dat had bij de rust eigenlijk 3-0 moeten zijn, maar het werd 1-1. We liepen vol zelfvertrouwen het veld op na de rust, maar toch liep Asvion uit naar 1-5. In de laatste tien minuten hebben we met vier spitsen gespeeld, daar ging wel dreiging van uit.” Verder dan een tweede tegentreffer kwam de thuisploeg echter niet. (JT)
x Tips?
[email protected]
floris
Sport
Goochelaar Emiel Lensen vermaakt het publiek in het Meisjeshuis met zijn trucs. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
en ook nog eens intenties tussen objecten verklaren. We nemen door deze verschillende lagen kleuren, objecten en intenties waar. Dat zorgt ervoor dat het brein veel van wat de ogen zien, zelf invult. Wie aan de ene kant van een boom de kop van een teckel ziet en aan de andere kant het achterlijf, gelooft dat het maar één teckel is in plaats van twee. Wat je niet ziet, vult je brein in. Goochelaars spelen op een slimme manier met die aannames. Onder meer door de kijker af te leiden. Len-
Wat je niet ziet, vult je brein in sen doet een goocheltruc met een sigaret. Hij laat de peuk constant uit zijn handen verdwijnen en laat het ding even snel weer opduiken uit zijn oor. De aansteker waarmee hij zijn sigaret van vuur wil voorzien komt plots uit zijn kraag omhoog. Een groot deel van het publiek zit op het puntje van de stoel en kijkt er met open mond naar. Hoofdschuddend applaudisseren ze. “Het is niet de bedoeling dat een goochelaar zijn trucs verklapt, maar deze avond maak ik een uitzondering”, zegt Lensen. “Ik gebruik afleiding, vingervlugheid en het feit dat jullie brein dingen aanneemt.” Hoe de goochelaar dat doet, laat hij
‘Onderweg zijn is het mooiste’ Team Rough Roads New Horizons. Onder die naam vertrekken de IO’ers Laurens de Rijke, Yorick Meijdam en Caesar Zwolle op 14 november met een 4x4 vanuit Amsterdam naar Dakar. Ze hebben twee missies.
xRobert Visscher Wie naar goochelaar Emiel Lensen kijkt, weet al snel dat hij ogen tekort komt. Zijn handen schieten vliegensvlug langs zijn lichaam. Handpalmen gaan razendsnel open en dicht. Op twee handen tegelijk letten is vrijwel onmogelijk. Bij zijn eerste truc van de avond tovert hij uit een zakdoekje een dukaat tevoorschijn. Een paar seconden later is het ding alweer verdwenen. Plots duikt de dukaat achter zijn elleboog weer op. Lensen sluit zijn act af met een klap op de vuurpijl: een fles wijn die uit datzelfde zakdoekje verschijnt. Niemand had dat aan zien komen. Het publiek in de overvolle zaal in ‘Het Meisjeshuis’, joelt woensdag van ongeloof en vermaak. “U ziet dingen die eigenlijk niet mogelijk zijn”, zegt natuurkundige Kees van Overveld (TU Eindhoven). “Hoe kan dit? Wij willen u laten zien dat de ogen niet zo betrouwbaar zijn als u hoopt.” Al snel blijkt dat Van Overveld en Lensen een gouden combinatie zijn. Al vier jaar lang reizen ze universiteiten af met hun show. Van Overveld verzorgde een paar jaar geleden een college over visuele perceptie voor de TU Eindhoven en zocht contact met meervoudig Nederlands kampioen goochelen Lensen. Van Overveld legt stap voor stap uit hoe ogen worden misleid. Hij noemt onder meer het principe van Huygens, hoe het brein overal objecten in wil herkennen. En hoe de hersenen daar altijd de nadruk op leggen
13
lifestyle
xErik Huisman
zien door net te doen alsof hij met zijn linkerhand de sigaret uit zijn rechterelleboog wil halen. “Jullie nemen aan dat ik links de sigaret vasthoud. Maar ik heb het ding juist in mijn rechterhand”, zegt Lensen. Omdat iedereen vervolgens naar zijn linkerhand en rechterelleboog kijkt, stopt hij razendsnel met zijn rechterhand de sigaret in zijn rechteroor. “Ondertussen draai ik mij half om en als ik me weer terugdraai naar het publiek zit er plots een sigaret in mijn oor.” Het publiek lijkt de trucs snel te begrijpen. Juist dan slaat Lensen toe. Want aan zijn laatste truc met een kaartspel en een vrijwilliger uit het publiek is geen touw vast te knopen.
Barman Tim Maertens: “Studenten geven dus écht geen fooi.” (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Barman Tim Maertens (24, werktuigbouwkunde) werkte ruim een jaar voor een offshorebedrijf. Daarna keerde hij terug bij het sportcentrum, als barman. “De baan was voor mij niet uitdagend genoeg meer. Aan het begin van dit studiejaar ben ik bij een bekende langsgegaan die het barrooster bij het sportcentrum maakt. Vóór het offshorebedrijf had ik daar al gewerkt. Dat was toen goed bevallen. Een week later werd ik aan de poule toegevoegd.” “Eens in de drie weken komt het rooster op internet. Iedereen kan daar de diensten invullen die hij of zij wil draaien. Erg flexibel dus. Per week werk ik nu een of twee keer, vooral in de avonden. Ik kan het dan goed combineren met mijn studieactiviteiten overdag. De eindtijd van een dienst is trouwens wisselend. Vooral op maandag en donderdag wordt het laat, omdat er dan veel voetbalploegen zijn die blijven hangen. Uiterlijk één uur gaat de bar dicht. Met opruimen ben je dan nog een uurtje bezig.” “Laatst stond ik achter de bar bij het cultureel centrum. Na een uur had ik mezelf al vier koppen koffie gegeven, zo rustig was het. Ben ik maar even naar het sportcentrum gelopen om te kijken of ze daar nog wat te doen hadden. Als het zo rustig is, gaat de tijd ook langzaam. Ik heb het liever lekker druk. Maar zó druk als anderhalf jaar terug heb ik het niet meer gehad. Toen speelde het Nederlands Elftal een wedstrijd voor het EK. Een van ons was alleen maar aan het tappen. Op een gegeven moment was al het wisselgeld op. Hielpen we eerst degenen die klein geld bij zich hadden.” “Soms is het irritant als iemand zich gaat bemoeien met je werk. Je moet wel zó tappen, hoor je dan. Een oudere man ging daar wel erg ver in. Nou is het écht klaar, zei ik tegen hem. Ben ik gewoon iemand anders gaan helpen. De meeste studenten zijn trouwens erg relaxt. Af en toe hoor je er een paar brullen, een beetje dat corporale, hè. Maar het loopt eigenlijk nooit uit de hand. Iedereen komt er toch in dienst van het sporten. (lacht) Wat wel een nadeel is: studenten geven dus écht geen fooi.” (IK)
Bijbaan: Barman Verdiensten: €10,50 per uur Opvallend: Doet ook nog 4 à 5 avonden in de week aan tennis, fitness en badminton op het sportcentrum
x Weet je een aparte bijbaan? Mail naar
[email protected]
Allereerst willen ze de Amsterdam-Dakar Challenge zo goedkoop mogelijk uitrijden. Daarnaast willen ze een flinke smak centen ophalen voor de Leprastichting. Tot die tijd hopen ze op onvergetelijke avonturen. Eerst maar over het voornaamste hulpmiddel tijdens de reis: de auto. “Dat is een Landrover Discovery”, onthult Laurens. “Uit 1994. Via Marktplaats.” Eigenlijk hebben ze met de auto een beetje gesmokkeld, bekennen Laurens en Caesar. “Je mag van de organiserende stichting maximaal 750 euro uitgeven aan de auto.” Ze kunnen er niet mee zitten. “Sommigen kopen barrel voor vijfhonderd euro, maken ‘m APK-klaar en versleutelen er daarna voor tweeduizend euro aan. Wij kozen bewust voor een auto in redelijke staat, al heeft hij 350 duizend kilometer op de teller.” Met het vervangen van een distributieriem en een grote beurt was het sleutelen daardoor wel bekeken. De reden om met een 4x4 zevenduizend kilometer over vaak slecht begaanbare routes te gaan rijden is simpel. Het avontuur. Beiden hebben veel en avontuurlijk gereisd. “Ik ben onder meer in de jungle van Brazilië geweest”, aldus Caesar. En Laurens is ‘iemand van de roadtrips’. “Op een Vespa-brommer via binnendoorweggetjes naar Parijs en terug. Twee keer achthonderd kilometer.” Beiden geven direct toe dat die trips niet in verhouding staan tot wat ze nu voor de boeg hebben. Niet voor niets noemen ze zich Team Rough Roads New Horizons. “Het mooiste
Laurens de Rijke: “Onze Landrover is in redelijke staat, maar heeft wel 350 duizend kilometer op de teller.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
is het onderweg zijn. Elke dag wat anders, het onverwachte, andere culturen. Je weet niet waar je aan het eind van de dag slaapt”, vullen ze elkaar aan. De technische uitdaging is ondergeschikt. “De technische kant zit vooral in de voorbereiding”, stelt teamsleutelaar Laurens. “Op reis is het een deel van de spanningsboog, want de auto is natuurlijk niet honderd procent gereviseerd. Maar alles is te repareren; we hebben een auto gekozen zonder veel elektronica.” De echte uitdaging zit ’m in het halen van de finish en het zo veel mogelijk geld vergaren voor de Leprastichting. En dus geven ze nu zo min mogelijk uit. “Weinig rijden
‘We hebben CO2compensatie voor de hele reis’ met de auto, veel met het openbaar vervoer reizen en proberen elke uitgave gesponsord te krijgen.” Dat lukt aardig. “Voor alle reserveonderdelen, tenten, slaapzakken, jerrycans, praktisch de hele uitrusting hebben we sponsors. Overnachten onderweg kost dus niets. Het eten, de visa, de inentingen en het ticket terug betalen we uit eigen zak.” De keus van het goede doel was wat toevallig. “Yorick kende iemand die ambassadeur is van de Leprastichting. We zijn er twee keer gaan praten om te zien wat wij voor elkaar
kunnen betekenen”, aldus Caesar. “Zij hebben ons geholpen met een vermelding van onze reis op hun site en met het opstellen van sponsorcontracten. Daar hadden we totaal geen verstand van.” Inmiddels sponsort een aantal bedrijven de drie wereldreizigers in ruil voor een sticker op de auto en vermelding op de site. “Daarnaast krijgen we donaties van familie, vrienden en bekenden, onder meer via een jerrycanactie. Symbolisch betaal je dan een jerrycan brandstof." In totaal hopen de drie 3500 tot 4000 euro voor de Leprastichting te vergaren. Maar eerst wacht het avontuur, waarbij veel afhangt van hun zelfredzaamheid. “Van de organisatie krijg je een roadbook, maar geen hulp onderweg”, schetst Laurens. “Je moet alles zelf doen, of met andere deelnemers die tegelijk starten. We zullen gedeelten in een groep rijden.” Samenwerken wordt ook gestimuleerd. "Aan de finish is er een prijs voor het team met het meest ethische gedrag”, zegt Caesar. Mensen kunnen mogelijke morele bezwaren hebben tegen het voor de lol met een 4x4 over de aardbol toeren. “We merken dat dat meespeelt bij bedrijven, willen ze je sponsoren.”
x
www.roughroads.nl www.leprastichting.nl
time out
Tot zoens Campert, Mulder en Chabot toeren door Nederland. Zaterdag 10 oktober doen zij Theater De Veste aan. Remco Campert, Jan Mulder en Bart Chabot staan zaterdag in De Veste met hun voorstelling ‘Tot Zoens’. Zij staan garant voor een avond vol literair entertainment, slappe gesprekken, scherpe inzichten en briljante een-tweetjes. In 1989 stonden de schrijvers/dichters/columnisten voor het eerst samen in het theater. Na een pauze van veertien jaar zijn ze terug met een nieuw programma. Al eerder op de avond kun je opwarmen bij DOK Centrum aan de overkant. Vanaf 18.00 uur toont de biblio-
theek hier filmpjes van de drie auteurs en kun je meedoen aan een quiz waarbij gesigneerde boeken te winnen zijn. Ook is hier het duo Markowskit te horen, met naar eigen zeggen ‘rootsy pop with countryflavour’. De koks van restaurant Moodz zorgen voor een uitgebreid tapasbuffet. Hiervoor moet je wel even reserveren. De vooravond in DOK is gratis, voor het tapasbuffet wordt 17,50 euro gerekend. De voorstelling in De Veste kost zonder korting 22 euro. Een kaartje voor de hele avond, dus voorstelling en buffet, is 37,50 euro. (JC)
x
www.dok.info www.theaterdeveste.nl
DELTA. 30 08-10-2009
loopbaan
14
DELTA. 30 08-10-2009
15
loopbaan
Curry met krokodil Naam: Mariëlle Bordewijk-Van der Krol (36) Woonplaats: Bilthoven Verliefd/verloofd/getrouwd: Getrouwd, twee kinderen Studie: Industrieel ontwerpen Afstudeerrichting: Vormgeving Afstudeerjaar: 1997 Loopbaan: Van 1998 tot 2001 werkte Mariëlle Bordewijk bij Unilever als productmanager van Calvé. In 2001 was ze marketing manager van internetmaatschappij Casius. In datzelfde jaar startte ze haar eigen onderneming: studio FooDoo fooddesign& innovation. Ze geeft workshops over fooddesign, signaleert voedseltrends, ontwerpt voedsel, van het eten of drinken zelf tot de verpakkingen en nieuwe merknamen. (Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
Mariëlle Bordewijk ontwerpt voedsel met behulp van krachtige verhalen. Ze hielp een ambachtelijke kaasmaker aan een nieuwe naam voor zijn kaas van eigenwijze geiten. Thee giet ze in boekvorm met ‘Legends, telling teas’. xMARTINE ZEIJLSTRA Heb je zin in een kopje thee? Het lijkt een doodnormale vraag bij een ontmoeting, maar wie bij fooddesigner Mariëlle Bordewijk binnenstapt, krijgt geen standaard kopje thee. In haar bedrijfspand in een voormalige meisjesschool houdt ze haar bezoek een theekaart vol kleurige kleine boekjes voor. Na het open peuteren van de kaft, lees je over theelegenden vol spannende of romantische verhalen, zoals de ‘smugglers secret’, of 'Julia’s dream’. Dat laatste theeboek verhaalt over een verliefde vrouw die een man voor zich probeert te winnen door rode vruchten in zijn warme thee te dompelen. In het boekje zit een theezakje, dat een warmrode drank in het glas tovert. “Veel mensen weten maar weinig van thee, en daar wilde ik graag verandering in brengen met ‘Legends, telling teas’”, zegt Bordewijk. “Ik wil mensen bewust maken van wat ze eten en drinken.” Daarvoor gebruikt de fooddesigner al haar creativiteit. De theeboekjes zien eruit als sprookjesboekjes. “Er gaan zoveel verhalen achter voedsel schuil. Neem bijvoorbeeld het verhaal achter rooibosthee. Die theesoort is ontstaan door Hollandse krenterigheid. De Hollandse zeevaarders waren te zuinig om thee uit China te importeren toen ze op de Kaap aanmeerden. Ze gebruikten liever een lokaal Zuid-Afrikaans
‘Toen dacht ik voor het eerst: ‘wow! wat is het gaaf om eten te ontwerpen’ plantje om heet water op te gieten. Althans, zo gaat de rooiboslegende, maar in vrijwel elke legende zit een kern van waarheid. Het wordt alleen wat mooier verteld. Dat doe ik nu ook, met deze thee.” Bordewijk vertelt krachtige verhalen door middel van voedsel. Om inspiratie op te doen heeft ze een ‘rariteitenkabinet’. Deze kast vol kleurige verpakkingen ligt vol met apart eten dat ze overal ter wereld vandaan haalde. Er ligt een curry van krokodil, krokante mierensnoepjes, verse zuurstof uit Japan en lolly’s om van je rookverslaving af te komen. Eten is een ontdekkingstocht in het voormalig klaslokaal van Bordewijk. “Veel mensen consumeren gedachteloos. Ik wil mensen weer laten zien dat eten heel bijzonder en mooi kan zijn.” Toen de voedseldesigner in 1997 bij industrieel ontwerpen afstudeerde, vonden haar medestudenten en hoogleraren haar fascinatie voor het ontwerpen van eten maar vreemd. “Bij industrieel ontwerpen ben je vooral bezig met het ontwerpen van duurzame consumentenproducten, van kunststof, hout of andere materialen. Eten en ontwerpen hadden niets met elkaar te maken, vonden ze op de faculteit. Maar dat is onzin. Bij het ontwerpen van eten moet je niet alleen rekening houden met kleur en vorm, maar ook met geur en smaak. Een fris, groen ijsje moet niet naar kaneel of aardbei smaken, maar naar limoen of munt. En je wilt ook niet dat ontbijtkoek kraakt alsof het chips is”, grinnikt Bordewijk. “Je moet alle zintuigen meenemen in je ontwerp. Daarnaast vind ik eten ontwerpen heel duurzaam. Dat wat je door middel van eten tot je neemt, wordt onderdeel van je systeem. Goed eten zorgt voor een betere levenskwaliteit.” Bordewijk raakte voor het eerst geïntrigeerd door het onderwerp toen ze tijdens een IO-lunch een poster zag hangen van Ola. Het merk zocht studenten om mee te denken over een nieuw ijsje. “Ik heb direct een aanvraagformulier ingevuld. Ze vroegen ook om een cv, maar dat had ik toen nog helemaal niet.” Dus bedacht ze iets ludieks: ze verkleedde zichzelf als koningin, compleet met ijzig kroontje. Ze maakte een foto van zichzelf, knipte haar benen op de foto weg, en plakte er een ijsstokje voor in de plaats. De ijskoningin was geboren. “Ze waren er blijkbaar zo door
gefascineerd, dat ik ook aan de workshop mocht meedoen.” Ze ontwierp een waterijsje voor volwassenen. “De Magnum was net doorgebroken. Dat was al een shock: een ijsje van twee gulden vijftig. Maar niet iedere volwassene wil een ijsje met chocolade en room. Waterijsjes waren toen vaak knalroze. Dat kon toch anders.” Ze ontwierp een ijsje met bronwater en een kern van sorbetijs in de smaak limoen-munt. Ze won de workshop. “Toen dacht ik voor het eerst: ‘wow! wat is het gaaf om eten te ontwerpen’.” Haar afstudeerstage liep ze bij Douwe Egberts, en daar hield ze zich bezig met de verpakking van Natrena-zoetjes. “Het was een stap te ver om voedsel te ontwerpen op de faculteit. Ik ontdekte wel dat veel voedselinnovatie op de marketingafdeling plaatsvond.” Dus daar wilde Bordewijk na haar afstuderen graag werken. Ze ging aan de slag bij Unilever, als productmanager voor Calvé. “Ik heb me vooral bezig gehouden met barbecuesauzen en mayonaise. Nederlandse mayonaise is erg zoet, ik heb een mayonaise bedacht op Franse leest, met minder suiker.” Het was een lijn met drie varianten: mosterd, knoflook en olijfolie. “Maar het liep niet zo goed. Na twee jaar is het uit de schappen gehaald.” Bordewijk had het naar haar zin, maar miste de creativiteit van het ontwerpen. Ze zei haar baan op en begon haar eigen bureau: FooDoo fooddesign& innovation. Voor een ambachte-
‘Ik wil mensen bewust maken van wat ze eten en drinken’ lijke kaasmaker bedacht ze een nieuwe naam voor hun kaas en een marketingconcept. “Ik ontdekte dat kaas maken vrouwenwerk is. De kaasmaakster is een vrouw en de koeien of geiten zijn natuurlijk ook allemaal vrouwen. Die geiten zijn zulke ‘tante betten’: ze zijn vreselijk kieskeurig en kunnen andere geiten als regelrechte roddeltantes buitensluiten. Daar wilde ik iets mee doen.” ‘Stroese Dames’ heet de kaassoort nu, naar de woonplaats van de kaasmaker: Stroe. “En er zit natuurlijk een verwijzing in naar ‘struise dame’”, zegt Bordewijk. Op het logo prijkt dan ook een eigenwijze geit. Voor Pickwick bedacht ze een nieuwe theelijn: elements. “Pickwick wilde een ‘natuurlijke’ theekruidenlijn. Ik heb toen bedacht dat ze daarvoor het beste terug konden gaan naar de oernatuur met de vier elementen: aarde, lucht, water en vuur.” Dat werden de vier smaken ‘earth, air, water, fire’. Bordewijk
bedacht het hele product, van merknaam tot verpakking en ingrediënten. “In ‘fire’ wilde ik rooibos, gember en peper terugzien. Maar ik heb geen voedingtechnische opleiding gedaan en ik ben ook geen grafisch ondernemer. Een thee moet wel lekker smaken en mayonaise moet niet schiften. Ik geef de richting aan qua smaak, verpakking en kleur en dan gaan andere specialisten er verder mee aan de slag.” Industrieel ontwerpen vindt ze de ideale basis voor het ontwerpen van voedsel. “Het is een brede opleiding. Ik weet wat er technisch mogelijk is met verpakkingen en wat een product aantrekkelijk maakt en hoe je dat het beste kan verbeelden. Door mijn ervaring bij Unilever weet ik ook wanneer iets commercieel gezien een kans maakt. Veel producenten willen allerlei verhalen kwijt in hun product. Maar als je een kans wilt maken, moet je een duidelijk verhaal vertellen. De schappen liggen vol. Jouw product moet eruit knallen in de eentiende seconde die klanten langs het schap lopen en dat lukt alleen met een helder, theatraal statement - een krachtig totaalbeeld.” Wie voedselproducten bedenkt, komt sommige ontwerpen op onverwachte momenten tegen. “Laatst zat ik met vriendinnen in het café en bestelde ik thee. Kreeg ik mijn eigen theedoos met theelegenden voor mijn neus. Dat was heel leuk, maar bizar”, zegt Bordewijk. Ze hoopt nog lang voedsel te ontwerpen en te innoveren. “Ik ben erg blij met de groene trend van de afgelopen jaren”, zegt ze. “Ik wil in de toekomst graag nog meer groene producten ontwerpen. Zoveel spullen zitten boordevol kunstmatige geur,- en smaakstoffen. Ik wil liever voedsel bedenken dat geen schade aan mens en natuur toebrengt. Of het nu brood, kaas, of een heel ander product is, maakt me niet uit. Als het maar een steentje bijdraagt aan de verbetering van het milieu. En zolang mensen maar van mijn eten genieten.”
DELTA. 30 08-10-2009
16
service
DELTA. 30 08-10-2009
17
service
Aankondigingen Algemeen
Ben jij de techneut die straks het snelst accelereert bij een crisis?
Techniek Ontmoetings Punt In het Techniek Ontmoetings Punt zijn vanaf 17 september twee nieuwe exposities te bezichtigen, het werk van Henk Zweerus, oud lector aan de TU, en de ontwerpen van de huidige TU studenten die deelgenomen hebben aan de Delft Business Gift Design Competition. Beide exposities zijn tot eind oktober in TOP te zien, Hippolytusbuurt 14, Delft. Open: woensdag t/m zondag van 12.00-17.00 uur. Toegang gratis. De loop der dingen Op 24 en 25 oktober zal in het culturele weekend de Delftse loop der dingen plaatsvinden. In dit project zullen tientallen kunst- en techniekwerken elkaar in beweging brengen en een grote kettingreactie veroorzaken. Iedereen kan meedoen, maar voor de eerste tien studententeams van de TU Delft zal de TU de deelnemersbijdrage betalen. Zie www.delftseloop.nl voor meer informatie. Traces Traces is urban acrobatiek, een explosie van energie. Het jonge vijftal brengt een brutale vorm van acrobatiek, gekruid met een stevige portie humor, moderne dans, zang en muziek! 30 en 31 oktober in Delft. Check www. tracesholland.nl. Nieuw Kamerkoor Delft Op 15 november geeft het Nieuw Kamerkoor Delft een concert met als thema ‘Viva Italia’. Het concert vindt plaats in de aula van Vrije School Widar, Meesterstraat 2, Delft. De toegangsprijs bedraagt 15 euro inclusief hapjes en twee drankjes, kinderen tot 12 jaar betalen 10 euro. Kaarten kunnen tot 9 november gereserveerd worden via www. nieuwkamerkoordelft.nl.
Geen bedrijf in Nederland ontkwam eraan: de crisis. Nog voordat die echt begon, stond Deloitte al in de startblokken om bedrijven bij te staan. Als eerste kwamen wij met een geïntegreerde crisisaanpak. Onze multidisciplinaire teams, met o.a. consultants en financieringsspecialisten, hielden alle aspecten van een organisatie tegen het licht: Cost Control, Cash & Funding en Business Portfolio. Zo werden zwakke punten verbeterd en verkeerden de bedrijven in gezonde staat toen de crisis een feit was. Ook het talent en de ambitie om vooruit te zien, voorop te lopen, razendsnel te schakelen en perfect samen te werken met andere disciplines? Kom dan ’ns met ons praten. Lees meer over deze en andere cases op werkenbijdeloitte.nl/cases
Laat niemand je tegenhouden.
© 2009 Deloitte, Member of Deloitte Touche Tohmatsu
www.techniekbedrijven.nl
OTB Studiemiddag ‘Verbetering uitvoering rood-voorgroenprojecten’ Rood-voor-groenprojecten bieden kansen voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van de groene ruimte en daarmee voor
het mooier maken van Nederland. Bij rood-voor-groenprojecten worden opbrengsten vanuit rode ontwikkelingen (wonen, bedrijventerreinen) gebruikt ter dekking van kosten van bepaalde groene ontwikkelingen. In de uitvoeringspraktijk blijken deze projecten soms moeizaam van de grond te komen of zelfs te stagneren. De huidige economische situatie kan dit verder versterken. Is daar door een slimme aanpak wat aan te doen? Wat valt te leren van ervaringen elders? Is de stagnatie te doorbreken? Deze onderwerpen staan centraal op de OTB-studiemiddag ‘Verbetering van de uitvoering van rood-voor-groenprojecten, in voor- en tegenspoed’ op 17 november. Zie www.otb.tudelft. nl. Symposium ‘Grenzen aan de groei?’ Op 26 november vindt het symposium ‘Grenzen aan de groei?’ plaats van 13.00-18.00 uur. Het symposium gaat onder andere in op transportveiligheid, consumentenveiligheid, sociale veiligheid en blikt terug op 40 jaar veiligheidskunde. Zie www.delft-toptech.nl/nl/index. php?option=com_content&task =view&id=297&Itemid=568 voor meer informatie. Expertmeeting Op maandag 30 november vindt aan de Universiteit Utrecht de 6e Expertmeeting plaats voor docenten en onderzoekers die betrokken zijn bij het onderwijs in academische communicatieve vaardigheden aan de Nederlandse universiteiten. Thema’s die in deze Expertmeeting centraal staan zijn:1. Onderzoek naar onderwijs in academische communicatieve vaardigheden. 2. Het gebruik van taaltoetsen aan Nederlandse universiteiten. Heeft u ervaring met één van deze thema’s? Dan nodigen wij u graag uit om tijdens deze Expertmeeting een workshop (1 of 2 uur) of presentatie (20 min. + 10 min. vragen/discussie) te verzorgen. U kunt uw voorstel voor een workshop of presenta-
Announcements tie (maximaal 250 woorden) tot 1 oktober indienen via mailadres:
[email protected]. Vermeld in het subject bij uw mail: bijdrage expertmeeting 2009. Studium Generale • Dinsdag 13 oktober, 20.00 uur – ‘Workshop Vuurspuwen & L’Chaim’ door Bart Janssens. Leer de basistechniek van vuurspuwen en geniet van een optreden van L’Chaim achteraf. Sportcentrum, Mekelweg 8, Delft – toegang 7,50 euro. Uitsluitend studenten kunnen zich opgeven via
[email protected] of bij de balie van het Cultureel Centrum. • Woensdag 14 oktober, 12.45 uur – ‘Lunchconcert TNW’ door pianist Evert Bouman. Faculteit Technische Natuurwetenschappen, Hal D, Lorentzweg 1 – toegang gratis (inclusief koffie/thee). • Woensdag 14 oktober, 20.00 uur – ‘Jurgen Habermas en machtsvrije communicatie’ door Harry Kunneman. DOK, Vesteplein 100, Delft – toegang gratis.
spreekuur op dinsdagochtend van 11.30-12.30 uur. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (ingang Mekelweg); tel. 0152788004. e-mail:
[email protected] website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl Workshops Zie voor het totale aanbod workshops en trainingen www. smartstudie.tudelft.nl.
International Office
International Student Church Students of all denominations are invited to our ecumenical
service every Sunday at Raamstraat 78, 11.30 hrs followed by tea/coffee. The services are led by the chaplains Reverend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information on www.iscnetherlands.nl.
Student and Career Support
Informatie Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via
[email protected] of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken.
Information The student psychologists and the central student and careers councelors are located at Jaffalaan 9A. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 0152788004. For an initial appointment with one of the student psychologists you should first come to one of the open office hours: Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. The open office hours of the Student and Career counselors are on Tuesdays from 11.30-12.30 o’clock. More information on www.studentandcareersupport.nl.
Global Career Company Global Career Company plan to host up to 15 unique and invitation only Recruitment Summits in 2009 in major international venues across Europe, North and South America, Africa and Australasia; uniting international graduates and professionals who want to explore career opportunities in their home countries with leading multinational companies. Registration is now live for our next two recruitment summits. The Careers in Europe Event in Budapest on November 24 is a recruitment event for internationally minded graduates and young professionals. Next to pre-scheduled interviews, candidates can attend career related workshops and company presentations. The event also offers a great opportunity to network with recruiters and other candidates from all over Europe! Application deadline is October 11. For more information, please visit www.careersineurope.com.
The Careers in Europe Event in Brussels on December 15 and 16 is a recruitment event for internationally minded graduates and young professionals. Next to pre-scheduled interWorkshops views, candidates can attend More information on career14-05-2004 related workshops 14:02 and www.smartstudie.tudelft.nl. H&J Uitgevers_2x70_zw-w
Student and Career Support Informatie Student and Career Support is een onderdeel van de dienst Onderwijs en Studentenzaken. Het omvat de diensten van de studentendecanen, de studentenpsychologen en het informatiecentrum. Het informatiecentrum in de hal op de begane grond is geopend op werkdagen van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over onder andere WO- en HBOopleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, enz. Bij de balie of telefonisch kun je afspraken maken met een studentendecaan of een studentenpsycholoog. Voor de studentenpsychologen geldt dat het eerste contact loopt via het Open Inloopspreekuur dinsdag- en donderdagochtend van 11.30–12.30 uur. Voor Student and Career Support in het algemeen kun je terecht op het open
General
company presentations. The event also offers a great opportunity to network with recruiters and other candidates from all over Europe! Application deadline is October 25. For more information, please visit www. careersineurope.com. Event: The International Conference of Education, Research and Innovation Dates: 16, 17 and 18 November Location: Madrid, Spain The objective of ICERI 2009 is to share your experiences in the fields of education, research, innovation, technology and international collaboration. It is an international Forum for lectures, researchers, professors, engineers, educational scientists and technologists.
International Office Information The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email:
[email protected] or by phone: 015-2788012.
Pagina 1
Voor advertenties bel met:
x Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek “Aankondigingen” in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail:
[email protected]. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
techniekbedrijven Talents
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJsel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E
[email protected]
Neem contact op met Hennie de Ruyter of met Mireille van Ginkel voor nadere informatie
Bedrijvenselectie 2009
Zorg voor je toekomst... Kom in contact met topbedrijven! 13 november 2009 Beurs-WTC te Rotterdam
Schrijf je in voor 25 oktober op www.techniekbedrijven.nl
service
18
DELTA. 30 08-10-2009
19
service
Meer vrouwen naar de top De recent gepubliceerde monitor ‘Vrouwelijke Hoogleraren’ concludeert dat het aantal vrouwelijke hoogleraren maar langzaam toeneemt. De TU Delft tekende in oktober 2008 het charter ‘Talent naar de Top’ om te zorgen voor een betere man-vrouwverdeling binnen de organisatie. Onderdeel is een uitgebreid onderzoek naar de belemmeringen voor vrouwen om carrière te maken binnen de wetenschap.
Speciale aanbieding voor Delftse studenten In de trein mailen. Het nieuws volgen in het park of chatten vanaf de collegebanken: met Mobiel internet op je laptop van Vodafone ben je altijd en overal online. Gewoon via hetzelfde Vodafone netwerk dat je ook gebruikt om mobiel te bellen. Het is simpel en snel te installeren én te gebruiken. Speciaal voor studenten van de TU Delft heeft Vodafone nu een van € 19,95 voor maar € 14,95 per maand! Liever prepaid? Profiteer dan van € 50,- extra prepaid-tegoed. Ga nu naar vodafone.nl/studenten en profiteer van deze unieke aanbieding!
verschijnt onder verantwoordelijkheid van de directie Marketing & Communicatie
extra voordelige aanbieding. Zo heb je al Mobiel internet op je laptop
TU DELft voorlichting
DELTA. 30 08-10-2009
xANGèLE STEENTJES De monitor ‘Vrouwelijke Hoogleraren’ is een initiatief van de stichting De Beauvoir in samenwerking met universiteitenvereniging VSNU en het landelijk netwerk vrouwelijke hoogleraren. De monitor concludeert dat met twaalf procent vrouwelijke hoogleraren Nederland in de onderste regionen van Europa zit en dat het percentage maar langzaam stijgt. De Europese doelstelling was dat in 2010 25 procent van de hoogleraren een vrouw zou zijn maar met het huidige tempo bereikt Nederland dit percentage pas in 2030. Ook in het bestuur van de universiteit zijn vrouwen slecht vertegenwoordigd. De colleges van bestuur bestaan maar voor drie procent uit vrouwen en van functies als decaan of onderzoeksdirecteur worden respectievelijk vijf en zes procent ingevuld door een vrouw.
Het was overigens een week dat vrouwen aan de top volop in de belangstelling stonden. Vorige week meldden de media dat tweehonderd topvrouwen pleiten voor een quotum voor vrouwen in topfuncties. De ondertekenaars van het manifest zijn geen voorstander van zo’n quotum, maar zien geen andere oplossing om meer vrouwen in topfuncties te krijgen. Prof.dr. Jenny Dankelman, hoogleraar biomechanical engineering en voorzitter van het netwerk Dewis (Delft Women in Science), is ook geen onverdeeld voorstander van een quotumregeling. Ze begrijpt wel iets van de noodkreet. “Ik ben nu zo’n vijf jaar betrokken bij Dewis en ik merk dat de ondervertegenwoordiging van vrouwen maar heel langzaam verbetert, niet alleen bij de TU Delft maar dezelfde geluiden hoor ik ook vanuit het bedrijfsleven.” De ervaring van Dankelman is dat het college van bestuur en de decanen de noodzaak om er iets aan te doen zeker erkennen. “Om die reden was de TU Delft vorig jaar oktober de eerste universiteit die het charter ‘Talent naar de Top’ ondertekende, waarin zij zich vastlegde de doorstroom van vrouwen naar hogere posities in de organisatie te stimuleren.”
Potentieel Doel van het charter is op korte termijn een sterke impuls te geven aan de doorstroom van vrouwen naar hogere regionen van het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties. Dit moet gebeuren door middel van een compleet plan van aanpak en samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en vrouwen. Marieke Bouma, human resource-adviseur en coördinator van Dewis, is betrokken bij de uitwerking van het charter voor de TU Delft. “Ondertekening van het charter was vrijwillig maar niet vrijblijvend. De universiteit heeft zich daarmee vastgelegd om harde doelstellingen
Verdeling wetenschappelijk personeel (bezoldigd en onbezoldigd) man/vrouw per functiecategorie Hoe leest u deze grafiek? Van een bepaalde functiecategorie in 2008, bijvoorbeeld HL, is 94% man en 6 % vrouw. SA = studentassistent TWAI = tweejarige postdoctoraal PROM = promovendus OVWP = overig wetenschappelijk personeel UD = universitair docent UHD = universitair hoofddocent HL = hoogleraar
De ondertekening van het charter ‘Talent naar de Top’. Vlnr: Nienke Jansen, Dirk Jan van den Berg en Sybilla Dekker, voorzitter van de taskforce ‘Vrouwen naar de Top’. (Foto: Dewis)
te formuleren – hoeveel vrouwen willen wij wanneer op welke posities – gecombineerd met een strategie om deze doelen te realiseren en jaarlijks te rapporteren over de voortgang.” Afgesproken is dat er ook een nulmeting plaatsvindt. Hierbij wordt in kaart gebracht wat de man-vrouwverdeling binnen de verschillende functies is bij de TU Delft. Daarnaast worden de verwachte vacatures geïnventariseerd. Dit overzicht wordt eveneens ingezet als beleidsinstrument. Bouma: “Aan de hand van het vacatureoverzicht en het zittend potentieel worden per faculteit streefcijfers opgesteld voor het aantal vrouwen in de functies. Deze streefcijfers worden in managementcontracten vastgelegd, die het college van bestuur met de faculteiten sluit.” Het bestaande potentieel aan vrouwen wil de TU Delft beter benutten, maar er zullen ook initiatieven komen om het potentieel te vergroten van vrouwen aldus Bouma. “Overigens richten wij ons in eerste instantie op het wetenschappelijk personeel, maar via de cijferanalyse willen wij ook de man-vrouwverhouding binnen de ondersteunende diensten in kaart krijgen.” Ook wordt een diepgravend onderzoek uitgevoerd om duidelijk te krijgen waarom vrouwen moeizaam doordringen in de top van de TU-organisatie. Dankelman en Bouma zijn het er niet mee eens ‘dat wij dat ondertussen wel weten’. Dankelman: “Bij beleid voor vrouwen wordt veel uitgegaan van ‘beelden’. Vrouwen zijn niet ambitieus genoeg of de combinatie wetenschap en kinderen is te zwaar. Nu blijkt uit recent onderzoek dat de terugval in bijvoorbeeld publicaties bij vaders met kleine kinderen even groot is als bij moeders.” Een ander beeld is dat er weinig vrouwelijke hoogleraren zijn omdat er weinig vrouwelijke studenten zijn. “Zelfs bij faculteiten als Industrieel Ontwerpen en Bouwkunde, die traditioneel veel vrouwelijke studenten hebben, stromen vrouwen mondjesmaat door naar posities als hoogleraar en universitair (hoofd)docent.”
Om duidelijk te krijgen wat nu echt de belemmeringen voor de doorstroom van vrouwen zijn komt er TU-breed een onderzoek onder vrouwelijke wetenschappers door middel van een vragenlijst. Bouma: “De faculteiten CiTG en 3mE hebben zich vrijwillig aangemeld voor een diepgaander onderzoek via interviews en focusgroepen. Aan de hand van de resultaten hiervan wordt samen met het bestuur van de faculteit een vertaalslag naar beleid gemaakt.” Op de Universiteit Tilburg heeft een overeenkomstig onderzoek plaatsgevonden. Bouma: “Dezelfde onderzoekers verrichten het onderzoek aan de TU Delft. De verwachting is dat zij in het voorjaar 2010 met hun bevindingen komen.”
Vasthouden Het is natuurlijk niet zo dat er de afgelopen jaren helemaal niets is gebeurd, benadrukt Bouma. “Binnen de TU maar ook op andere universiteiten en in het bedrijfsleven zijn personeelsinstrumenten ontwikkeld voor vrouwen op het terrein van promotiebeleid, loopbaanontwikkeling, werving & selectie of maatregelen voor een betere balans tussen werk en privéleven. Wij willen publiceren over deze best practices, zodat faculteiten deze kunnen overnemen.” Menig mannelijke wetenschapper krijgt misschien het gevoel dat vrouwen worden ‘voorgetrokken’. Dankelman: “Ik begrijp dat gevoel wel enigszins. Aan de andere kant moeten zij hun ogen niet sluiten. Het gaat om een serieus probleem. Het aantal hoogleraren is gestegen, maar het percentage vrouwen daarbinnen is met een half procent gedaald. Dat is niet goed. Het belangrijkste doel van ‘Talent naar de Top’ is voorkomen dat talent weglekt. De TU Delft slaagt er onvoldoende in om vrouwelijk talent vast te houden. De bedoeling is dat te verbeteren, want in de toekomst kunnen wij elk talent gebruiken.”
Dewis (Delft Women in Science) is opgericht door en voor vrouwelijke wetenschappers binnen de TU Delft. Doel van Dewis is vrouwen binnen de TU te ondersteunen bij het realiseren van hun persoonlijke, professionele en wetenschappelijke carrières en hen met elkaar in contact te brengen. Hiervoor organiseert het netwerk workshops, lunchbijeenkomsten en conferenties en biedt het mentor- en coachingmogelijkheden aan. Daarnaast levert Dewis gevraagd en ongevraagd advies aan het college van bestuur over onderwerpen met betrekking tot vrouwen en wetenschap. In alle faculteiten zijn ambassadeurs van Dewis. Zij volgen de ontwikkeling binnen hun faculteit en zijn het aanspreekpunt voor de decaan en voor medewerkers van de faculteit. Sinds 2008 werken de ambassadeurs nauw samen met vertegenwoordigers van P&O.
DELTA. 30 08-10-2009
service
20
DELTA. 30 08-10-2009
21
service
Wetenschapsagenda
Studentenactiviteiten
Alle promoties, intree- en afscheidsredes vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft.
Studieverenigingen
Vrijdag 9 oktober * Calix[4]arenes as Molecular Platforms in Magnetic Resonance Imaging. Promotie van D.T. Schühle, Diplom-Chemiker. Promotoren: prof.dr. R.A. Sheldon en prof. J. Schatz. 10.00 uur. Maandag 12 oktober * Converted Industrial Buildings: Where Past and Present Live in Formal Unity. Promotie van T. Rogic, BSc. Promotoren: prof.ir. L. Van Duin en prof.dr. W.F. Denslagen. 10.00 uur. * Credit Portfolio Losses. Promotie van ir. X. Huang. Promotor: prof.dr.ir. C.W. Oosterlee. 12.30 uur. * Multiscale and probabilistic modeling of micro electromechanical systems. Promotie
van ir. C.V. Verhoosel. Promotoren: prof.dr.ir. R. de Borst en prof.dr.ir. M.A. Gutiérrez. 15.00 uur. Dinsdag 13 oktober * A Technical Economic Model for Integrated Water Resources Management in Tourism Dependent Arid Coastal Regions; the Case of Sharm El Sheikh, Egypt. Promotie van A.M.H. Lamei, MSc. Promotor: prof.dr.ir. P. van der Zaag. 10.00 uur. * Carbon Dioxide Capture from Flue gas: Development and Evaluation of Existing and Novel process concepts. Promotie van ir. M.R.M. AbuZahra. Promotor: prof.dr.ir. P.J. Jansens. 12.30 uur. * Gesture Recognition by Computer Vision. An integral approach. Promotie van ir. J.F. Lichtenauer. Promotor: prof. dr.ir. M.J.T. Reinders. 15.00 uur.
Woensdag 14 oktober * Wind Power Integration: from Individual Wind Turbine to Wind Park as a Power Plant. Promotie van ir. Y. Zhou. Promotor: prof.dr. J.A. Ferreira. 10.00 uur. * MAC Protocols for Wireless Sensor Networks and Their Evaluation. Promotie van ir. G.P. Halkes. Promotor: prof.dr. K.G. Langendoen. 12.30 uur. * Intreerede prof.dr. P. Dorenbos, faculteit Technische Natuurwetenschappen. 15.00 uur. Donderdag 15 oktober * Intreerede/debat prof. W. Maas, faculteit Bouwkunde. 15.00 uur. Gegevens voor deze rubriek kunt u doorgeven via e-mail:
[email protected].
VSV Leonardo da Vinci Op dinsdag 13 oktober zal het Lustrum Openingsfeest van de VSV plaatsvinden in OJV De Koornbeurs. Met als thema ‘13 Mile High: Afgemolken in de Wolken’ zal deze heuse schuimparty Delft op zijn grondvesten doen beven. Zie www.vsv.tudelft. nl voor meer informatie. WISV Christaan Huygens Op woensdag 14 oktober vindt om 12.30 uur in zaal C van de faculteit Elektrotechniek,
Wiskunde en Informatica de lunchlezing ‘Auteursrecht en de digitale maatschappij’ plaats. De lezing wordt gegeven in het Engels door Arnoud Engelfriet bekend van rechtzaken over Mininova en FTD. Op woensdag 18 oktober vindt om 12.30 uur in zaal C van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica de lunchlezing ‘Cybercrime’ plaats. De lezing wordt gegeven door iemand van govcert.nl. Wat is cybercrime? En welke technieken worden er ingezet?
Overige Kivi Niria Students Delft On Monday October 12 a presentation will be held on Carbon Capture Storage (CCS) in Lecture hall A (James Watt) of the 3mE Faculty, Mekelweg 2, Delft from 16.00-18.00 hrs. Free entrance for members and 2 euro for non-members. Enrolment via
[email protected] or see www.kns-delft.nl.
steden audities plaats voor het Nederlands Studenten Kamerkoor. In januari 2010 beginnen de repetities: binnen drie weekenden en een week wordt een semiprofessioneel, modern-klassiek programma ingestudeerd, dat in acht concerten in onder andere Het Concertgebouw in Amsterdam wordt uitgevoerd. Zie www.nskk. nl voor meer informatie.
Nederlands Studenten Kamerkoor In oktober vinden in diverse
Zie jij wel eens een varken buiten?
Eettafels Alcuin Oude Delft 55-57 Ma t/m do geopend van 18.0019.30 uur. Tijdens het hockeyseizoen ook op zondag geopend van 18.00-19.00 uur.
www.koornbeurs.nl/eettafel tot 14.00 uur op dezelfde dag. We eten elke dag om 18.30 uur. Deze manier van eten is tijdelijk, maar nog steeds erg gezellig en lekker.
from 17.30-19.30 hrs. Daily dish (incl. salad) 3,40 euro, fruit 0,25 euro, dessert 0,30 euro, beer and soda 1,10 euro. Find the complete menu at www.jansbrug.nl.
Dagelijks daghap maaltijd, op ma., di. en do. ook een luxe maaltijd. Alle maaltijden zijn inclusief soep. Daghap 3 euro, luxe 4,10 euro.
Eettafel geopend ma. t/m vr. van 17.30-19.30 uur. Basismaaltijd 3,60 euro, soep 0,30 euro, toetjes v.a. 0,30 euro, fruit v.a. 0,40 euro. Inl. www.koornbeurs.nl/ eettafel.
Tyche Oude Delft 123 Eettafel geopend van 18.0019.30 uur. Basis 3,50 euro, luxe 4,30 euro, xluxe 4,80 euro. Dagelijks soep. Vegetarische variant beschikbaar. English menu available: www.delftschestudentenbond.nl.
Sociëteit De Bolk Buitenwatersloot 1-3 Onze open eettafel is geopend ma. t/m do. De maaltijd begint om 18.30, waarna er gezamenlijk gegeten zal worden. Vegetariërs en groepen worden verzocht (voor 14.00 uur) te bellen. De prijs voor de maaltijd is 4,00 euro, inc. soep en toetje. Koornbeurs Voldersgracht 1 Om mee te eten bij de eettafel van de Koornbeurs moet je je even inschrijven. Dit kan op
Sint Jansbrug Oude Delft 50-52 Ma. t/m vr. geopend van 17.3019.30 uur. Dagschotel (incl. salade) 3,40 euro, fruit 0,25 euro, toe 0,30 euro, luxe toe 0,85 euro, bier en fris 1,10 euro. Het menu staat ook op www.jansbrug.nl. Open from Monday to Friday
x
In nederland leven 12 mIljoen varkens... opgesloten In krappe stallen. word wakker! www.wakkerdier.nl
Wolbodo Verwersdijk 102 Soup is served at 18.30h. Everyone is welcome. Tuesday and Thursday: 3,40 euro, Wednesday: 4,00 euro. www.wolbodo.nl
www.eettafels.tudelft.nl
Minimaatjes
SHELL BACHELOR MASTER PRIJS 2009
IS JOUW SCRIPTIE DUURZAAM?
Stichting Delftse Natuurwacht zoekt vrijwilligers voor het begeleiden van activiteiten met kinderen van 8-14 jaar. www. natuurwacht.nl, 015-2783086 of
[email protected].
Maandagavond 19 oktober 20.00 uur. Open rapidschaaktoernooi bij Delftsche Schaakclub, deelname gratis. DuWo Denksportcentrum, Zusterlaan 114, bij Sebastiaansbrug. Meer info op www.delftseschaaksite.nl/
Spelregels minimaatjes. Minimaatjes zijn niet toegankelijk voor het bedrijfsleven. Voor commerciële aanbiedingen en advertenties: H&J Uitgevers (adres in colofon). Minimaatjes zijn maximaal 200 tekens lang. Inleveren vóór vrijdag 14.00 uur via e-mailadres delta@ tudelft.nl.
giro 7 800 800 ’s-Hertogenbosch
geef om dit kind
T 0800 7 800 800 (gratis) www.lilianefonds.nl
Doe mee en win 2.500 of 5.000 euro • Kom in contact met het topmanagement van Shell • Kans op media-publiciteit voor jouw onderzoek • Presenteer je professioneel door de gratis presentatietraining • Meer info, voorwaarden en aamelden op www.shell.nl/bachelormasterprijs
AC-HOP de vakbond voor Universiteitspersoneel. Voor informatie kijk dan op www. AC-HOP.nl.
Hét speciale fonds voor kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden
‘Wie sponsort mijn hart?’ Jump, het jeugdfonds van de Nederlandse Hartstichting, helpt kinderen en jongeren met een ziek hart langer en gelukkiger te leven. Daarnaast zijn we er ook voor kinderen en jongeren zonder aangeboren hartafwijking. Steun Jump | Giro 5514 | www.heartjump.nl
DELTA. 30 08-10-2009
22
Delta in English
Nuna5 crashes TU Delft’s solar powered car, Nuna5, crashed during a test drive ahead of the World Solar Challenge, a five-day race starting on October 25, in Australia. While travelling at a speed of 110km/h down the Cox Peninsula Road, near Darwin, one of Nuna5’s tires blew out, causing the car to veer off the road and crash. Fortunately, the TU Delft student driving the car was uninjured. Nuna5 however suffered considerable damage and was towed away. The team’s initial report states that the car’s body and mechanics were damaged, as well as part
Buddyfuse of its solar panel. With the race just under three weeks away, the team will now have to scramble to repair the car in time for the big race. Will they make it? Follow the team on its website.
x www.nuonsolarteam.nl
The first international version of Buddyfuse was released last week. Buddyfuse is a free extension for Windows Live Messenger, seamlessly integrates chat and social networks into Windows Live Messenger, the world’s most widely used instant messaging service. Buddyfuse currently enhances Windows Live Messenger by adding support for Google Talk, Twitter and the Dutch social network Hyves. The technology behind Buddyfuse was co-developed by Yousef ElDardiry (20), a TU Delft computer science student who completed
an internship at Microsoft last summer. “The vast amount of chat and social networking services available today causes people to be ‘online’ on different services at different times,” El-Dardiry explains. “By adding interoperability to Windows Live Messenger people can use an application they’re already familiar with to stay in touch with all their friends, regardless of the network they are on.”
x
DELTA. 30 08-10-2009
Delta in English
Royal honor
Huygens prize
Professor Okka Bosgra has been made an ‘Officer in the Order of Orange-Nassau’, a Dutch royal honor bestowed upon him for his services to education and research in the field of measurement technology and instrumentation science during his 41-year career at TU Delft. Bosgra is professor of control engineering in the Delft Centre for Systems and Control department of the faculty of Mechanical, Maritime and Materials Engineering.
Dr. Raluca Marin-Perianu is the winner of the 2009 Christiaan Huygens Prize for information and communication technology. The 31-year-old researcher, originally from Romania, impressed the jury with her thesis on small, intelligent sensors that are capable of communicating with each other wirelessly. For winning the award, she received a bronze statuette and check for 10,000 euro. MarinPerianu studied computer science at the University of Bucharest, before going on to conduct doctoral research in dynamic wireless
www.buddyfuse.com
23
sensor networks at the University of Twente, from 2004-2008. MarinPerianu also has her own spin-off company, Inertia Technology, which aims to further develop ‘wireless sensor networks’ for various applications, such as in the healthcare and security sectors, and also for monitoring bridges. TU Delft’s Professor Koen Langendoen (EEMCS) is especially interested in her research on group behavior: “It creates order from chaos.”
Party leader
Plakkies
Mariëlle van Kooten (22) is the new leader of the Delft city council political party, Stip (Studenten Techniek In Politiek). She will lead Stip in the Delft city council elections scheduled for March 2010. Van Kooten, who studies aerospace engineering at TU Delft, has called for more investment in entrepreneurship and start-up companies, and a coherent marketing strategy for Science Port Holland. Moreover, she wants to see more investment in Delft as a bicycle-friendly city, and more housing for young people and students.
For the next few months a team of five students will go to South Africa. Their mission? To contribute to The Ubuntu Company by designing the next generation Plakkies. Follow their experiences on the weblog on www.delta.tudelft.nl. For more information on the project visit www.konsepfabriek.nl.
‘Hit me with your English stick!’
A taste of culture in the kitchen
What to do when your ‘undutchable’ presence is ignored? Grab the stick and start swinging!
MSc student Ahmet Bektes is pursuing his designer dreams in Delft. Not only has his enrollment in TU Delft’s prestigious ‘Design for Interaction’ program helped to finally win his family’s approval of his career choice, but the young Turk and his codesigners are now preparing to launch their award-winning design for a ‘durum machine’ on the market.
xOLGA MOTSYK Ever watched a movie in a foreign language without subtitles? If so, then you probably noticed two things: it’s amazing how quickly you lose track of the plot, and trying to understand individual words eats up lots of mental energy. If you’re an international student, this is probably comparable to your experience in socializing in your host country: people around you talking in a foreign language about something you’re desperately trying to understand - and no subtitles! Sure, this experience probably isn’t unique to the international students of TU Delft; a foreign student going to school in Madrid or Copenhagen would probably experience similar frustrations. But how can one adjust oneself to a foreign-language environment so as to make the studying and living abroad experience more efficient and enriching? As an international student in Delft, for the first year of my stay here I mostly interacted with other international students: being a foreigner with no friends or family in this strange new land automatically makes you friendly and well-disposed toward strangers. Having international friends is great, but after having heard so much about these
‘For most international students, English isn’t their native language either’ friendly, tolerant Dutch people and having observed their strange student society rituals, themed parties, and multitasking on a bicycle skills, I was eager to get out there and socialize with some Dutch folk, and maybe even make some good friends along the way. At the university lecture halls I eventually did meet many Dutch people who seemed quite nice and friendly, but our conversations were sadly always limited to inverse matrices and Steiner components, because frankly, everything else was always discussed in Dutch. I mean, normally, you can easily strike up a conversation with some strangers by commenting on something they’re discussing, or adding
xSINE CELIK
Memo to TU Delft: in addition to the cups-of-soup, maps and whatever else the university puts in the student survival kits it gives to new international students upon arrival in Delft, next year also include a portable ‘English stick’, but with the following warning: ‘Use the English stick with caution; the Dutch will fight back.’ (Photo: Bryan Tong Minh)
a joke to the topic of conversation, right? But what do you do in situations where you don’t know what the conversation is about? “Ehh hmm aah…I heard you say ‘zaterdag’, you must be discussing last Saturday’s future-themed Jakoba party? It was da bomb!” Bit of an awkward moment when you discover they were discussing nothing of the sort!
Nagging In project-rooms students generally work in closer-knit groups of eight to twelve people, and of course English is the language of instruction, so at least all the technical conversations should be in English, right? Luckily, the TU thought ahead, and to ensure that all groups learn and communicate in English, they devised a plan to diversify the project groups by ‘spreading the internationals thin’ among the various groups. Consequently, I always found myself to be the only non-Dutch-speaking student in an all-Dutch group. But despite the TU’s good intentions, I can honestly say their plan didn’t quite work out. Sure the day would begin in English, but as soon as somebody had a question or couldn’t remember a certain word, people would switch
over to Dutch. Asking pointed questions in English generally helped, and most guys would apologize and start speaking English again, but not for long. It’s one thing if it’s a private conversation, but if they’re discussing our project, then I have the right to know what they’re talking about. But how could an ‘undutchable’ like me ever know the difference? A second ago these guys were talking about ailerons and trim-tabs, so what’s the chance that they haven’t switched their conversation to the drunken antics of that blonde chick at Speakers last Friday night? Because I certainly don’t want to know about that! Eventually I took to inserting phrases like “echt waar?” and “maar natuuurlijk!” into conversations to remind them of my undutchable presence. This generally seems to work, and is less annoying than whining “Guys, please switch over to English” all the time. I’m also now the proud owner of a long, foamy flotation device with the words ’English stick‘ written on it, and I threaten people with violence in case they refuse to cooperate! This however tends to have the adverse effect, as many of the Dutch students say they feel oppressed being beaten with a stick
for speaking their own language in their own country — fancy that? But jokes aside, how can an international student fully benefit from the great TU Delft education and experience if even all of the technical discussions are in Dutch? Most Dutch friends of mine simply offer the following solution: just learn Dutch! And then add that they’re in fact helping to enrich our Dutch experience by only speaking Dutch around us, as this way we’ll learn the language in no time! Truth is
‘Just one Dutch person switching over to English can make a huge difference’ - they’re right! The more Dutch I hear, the better I understand it, and the faster I’ll learn it. But is it why I came to study at TU Delft? As an engineering student, would I rather benefit from Dutch language training or from knowing what was going on in my project-room? Ok, I understand, we’re all human, and when you’re tired and your head is full of computations, and some international is nagging you about
speaking in English when you can hardly retain the information in your head in your own native Dutch, just remember: for those international students, English usually isn’t their native language either, and they’d also prefer to speak to you in their native Ukrainian, Swahili, Mandarin or whatever, but nonetheless they’d be eternally grateful if you’d just switch to a language we all can understand! Rest assured, though, your efforts to help fellow (international) students won’t go unnoticed: just one Dutch person in a group switching over to English can make a huge difference at the end of the day.
Ahmet Bektes (24) is a young man with his feet firmly planted in two different worlds. As an MSc student at the faculty of Industrial Design Engineering, he is pursuing a double-degree program between TU Delft and Middle East Technical University (Metu), in Ankara, Turkey. As a young designer, he’s developing products using the technical support and acumen available at TU Delft, yet also doing so with two co-designers based in Istanbul and with an eye towards manufacturing and marketing their products in Turkey, at least initially. Recently Bektes and his co-designers created two kitchenware product designs, named ‘AltUst’ and
‘Tagg’, which won first prizes in a design competition organized by the Istanbul Mineral and Metal Exporters association. The genesis for AltUst was the design team’s simple belief that food is a vital part of every culture. AltUst, which means upside-down in Turkish, is a cooking appliance specifically designed to prepare an internationally recognized dish, and one that’s also a big part of the TU Delft student diet: wraps, or in Turkish, durum. Tagg meanwhile is a more practicable product: a color-coded categorization tool that helps people organize the wares in their kitchen cupboards and drawers. If all goes to plan, both products will one day become household names. Where does your story begin? What compelled you to study design? “I was born and raised in Manisa, a small city on Turkey’s west coast. After passing my higher education exams, I chose to study design. My exam results were quite good, though, so my father wanted to me to go to medical school. We argued for a long time about this, but in the end I was like a Don Quixote and set off for design school in Ankara. My father made fun of me for the next four or five years, until I came to do my Master’s degree here. When I was admitted to TU Delft, I guess he finally figured out that I knew something about design engineering after all.” Is TU Delft regarded so highly then where you come from? “All my family lives within a 200 km radius of each other in Turkey; I’m the only one living outside that cir-
cle. So Delft is something big for them. I applied to do this doubledegree program because TU Delft has huge credibility and the Design for Interaction MSc program was exactly what I wanted to focus on. Happily I can say the awards we’ve won and the MSc degree in Delft has changed my relationship with my father.” How did you come up with the idea for the AltUst ‘durum machine’? “Actually, we didn’t immediately think of a wrap machine. We first agreed on the fact that cuisine is the most popular form of culture, and that the wrap, durum, tortilla or whatever it’s called in many Latin and Mediterranean countries is a popular dish. The idea was more about ‘how can we bring this very human sense of tasting a culture to the kitchen’, than it was about ‘lets make a durum machine!’” What is it about a durum or wraps that makes them so popular? “The great thing about preparing wraps is that you decide what you’re going to put in them, and with every ingredient you add, the wrap becomes something else. This is why no one can dislike wraps. Plus, they’re easy to prepare. We were inspired by the ‘sac’, which is a traditional Turkish cooking pan. AltUst is mainly designed for cooking wraps, but you could also use it as a normal pan or for warming up something else on top. It can be put in the same category as an Italian spaghetti-cooker or Chinese rice-cooker: just a tool that makes it easy for you to take your own food-culture anywhere you want!”
Ahmet Bektes (Photo: Sam Rentmeester/FMAX)
When will AltUst go on the market? “After receiving first prize in the competition, we also received offers from various manufacturers. These companies definitely believe that AltUst has a chance. We don’t have a set deal yet, but as soon as we agree on everything, we hope to see AltUst in the kitchen-electronics market.” This was a group product design, yet you weren’t actually in the same country as your co-designers. Wasn’t that difficult? “My two group mates were in Istanbul, and I in Delft, so we usually worked via Skype and in Google documents. Skype has some add-ons that we could also use for sketching. Right now the others are busy with the marketing part in Istanbul.”
Olga Motsyk, from Ukraine, is a BSc student studying aerospace engineering
AltUst - wraps made easy at home or away. (Photo: No credit)
As you are doing a double-degree program, what educational differences do you notice between TU Delft and Metu? “It’s great to have this international atmosphere at TU Delft, which is something Metu lacks. And Delft is more focused on the technical aspects, which I think is an advantage for your future work. Other-
wise you’ll be lost in the art of your design, and it might not be possible to actually produce it. You always have to balance the art and the technique. Design education is a different kind of education, because you translate the things you learn to your own design-language, and I believe this is more about your own observations than the way in which you are educated.”
DELTA. 30 08-10-2009 achterkant
00 24
berichten (1) Aan: Valery van Nooijen (20+, BK) Ontvangen: maandag 5 oktober 12:28 Van: Stefan Liem (26, BK)
as in olde times
Bears and sluts Each year the various teams of the Punch volleyball association choose new team names. Once the old and new team members have gotten to know each other, they start thinking of a team name. “It’s a big topic of conversation. Funny stories and jokes are exchanged after practice, and this always leads to great team names!” says Kris van Houten, Punch’s chairperson. The team’s numerical ranking within the association (Heren 1, Heren 2, Heren 3, Dames 1, Dames 2, etc) is usually accompanied by a humorous team name that plays on numbers and words: Obzessed, Eén Team Eén Taak, Vier en Tieten, Bloedh-eight, Dellûf Ellûf, SevenTease…to name but a few recent team names. “This has been the tradition for umpteen years", says Van Houten, who explains that the team warm-up suits, worn before and after matches, are also designed based on the team name and can range from bathrobes and bear skins to simple T-shirts. During Punch’s weekly club party night, some teams also host parties based around their team’s theme, and thus Beren 2 (Bears 2) cooked spareribs, while during the Drieezersletjes (‘Three-ezer Sluts’, which rhymes with ‘Breezer Sluts’) women’s (Dames 3) team party, the guests received free Bacardi Breezers (the joke being a play on a news report that some Dutch teenage girls exchange sexual favors for free Breezers at bars and clubs). “The idea behind this is that you should also do other things with your team besides just playing volleyball. It also gives your team an identity within Punch, and helps build team-spirit. Additionally, it’s also meant to intimidate. Backed by loud fight songs sung from the stands, your opponents immediately feel intimidated. It should never be easy to play against a team from Punch.” (JT/DM)
Excellent!
Om nu eindelijk haar bachelor te kunnen afronden, moet Valery een zwaar tentamen doen over het computerprogramma Maya 3D. Wanneer ze merkt dat het in haar eentje niet gaat lukken, schakelt ze een hulplijn in. Haar studievriend Stefan Liem, ’s avonds beter bekend als dj Steve Milo, helpt haar graag. In een twee dagen durend Mayabootcamp bij hem thuis wordt Valery omgetoverd tot expert. “Gedrild”, noemt Valery het zelf. “Hij was als een strenge sergeant, echt heel goed”. Stefan was hij niet alleen maar streng maar kookte ook voor Valery. Daarom heeft ze nu aangeboden hem op sushi te trakteren. Aan het antwoord te zien, valt dat in de smaak. (EvO) Het tentamen heeft Valery inmiddels gehaald. (Foto: Richard van ‘t Hof)
Anna noyons
Snoepwinkel
Kriep
The ‘Punch lines’ of some team names. (Photo: Hans Stakelbeek/FMAX)
‘Vrouwen moeten de tijd hebben voor zelfontplooiing en daarom moet de vruchtbaarheidsleeftijd zo lang mogelijk kunstmatig worden verlengd.’ Nrc.next schrijft een columnwedstrijd uit waarin deze stelling verdedigd dan wel weerlegd dient te worden. Als parttime columnist denk je daar dan toch even over na. In mijn geval - hoe ironisch - achter een Bugaboo. Ik ben aan het afstuderen en zal als ik eindelijk klaar ben de zesentwintig naderen, maar dan kan het zelfontplooien serieus beginnen! Voor je afstuderen krijg je op het hart gedrukt iets te kiezen waar jij echt in bent geïnteresseerd. Ik koos baby’s. Sinds de pil is het krijgen van een kind een keuze. Fantastisch! Maar waar kies ik dan eigenlijk voor? En wanneer in godsnaam? Ambitieus zijn, vrouwelijk, van alle markten thuis en toch uitblinken in een wereld die maar de hele tijd aan je voeten ligt te hijgen, kost tijd. Maar daar heb ik het helemaal zelf naar gemaakt. Ik mocht namelijk altijd alles zelf kiezen; school, partner, cupmaat, kapsel, yoghurt; als verwend kind in een snoepwinkel met voor
ieder pijntje een zuurtje voor de schrik. Leve de maakbaarheid! Twee jaar poepluiers verschonen van iemand die nooit eens aan jou vraagt hoe het eigenlijk voelt om gekloofde tepels te hebben, is niet leuk. Blijkt uit mijn gebruikersonderzoek. En totaal gedesoriënteerd midden in de nacht je huilbaby ontcijferend, heb je dus geen zak aan je iPhone. Iets kiezen dat geen garantie biedt op instant geluk, of erger, waar we iets voor moeten opofferen, is nog maar moeilijk voor te stellen in een samenleving waar het uitsluitend om het zelf draait. En dus stellen we die keuze zo lang mogelijk uit. Maar wie zegt mij dat ik mij niet meer zou kunnen ontplooien met kind? Laten we daar dan iets aan doen! Want is de keuze voor iets dat mijn leven betekenis geeft buiten mijn eigen ikje om niet een prachtige vorm van ontplooiing? Daar kunnen we niet vroeg genoeg mee beginnen! Opgelucht heb ik mijn vriend gebeld: ‘Mijn eierstokken zijn al drie jaar in verval!’ heb ik geroepen. ‘We moeten onmiddellijk aan slag! We hebben geen enkele keus!’