DELTA. 34 25-11-2010
weekblad van de technische universiteit Delft
> 03 Vidi
>06 Pen pal
>08 Hbo op campus
>12 Bieb zonder boek
Vijf Delftse dertigers hoorden dinsdag dat hun aanvraag voor een Vidi-beurs was gehonoreerd. NWO verdeelde in totaal zeventig miljoen euro onder 88 onderzoekers.
Squeezing, rolling, wiggling – the things people do when they are stressed. Now here’s a pen that not only knows when people are stressed but that also relaxes them.
De Delftse vestiging van de Haagse Hogeschool is al weer ruim een jaar op de campus gevestigd. Directeur Marian van Noort zou het goed vinden als de TU de grens voor het bindend studieadvies verhoogt. “Studenten van de TU die het tweede jaar ingaan met een achterstand van dertig studiepunten hebben een aanzienlijke studieachterstand.”
Boekloze, of beter: papierloze bibliotheken, waar alleen nog studieplekken zijn, met computers of wifi voor de eigen laptop om op die manier de gewenste informatie digitaal op te kunnen halen. Gaan we daar naartoe? Grotere bibliotheken van hogescholen en universiteiten zijn druk bezig om hun aanbod te digitaliseren.
01
>18 English Dumpster diving As student budgets get tighter and the Netherlands tightens the nuts on employment laws and age-old traditions like squatting, students still have the freedom to skip and save money by diving into dumpsters in search of good things to keep and even eat.
TUDELTA.34
Met bezoekers die ‘spontaan’ salsa gaan dansen, was de opening van het Library Learning Centre in de bibliotheek vorige week donderdag een feit. Het is nu officieel een plek om te leren en te werken, zo is de filosofie.
Compleet met treinbanken, projectruimtes, relaxzakken en de straks bemande coffeecorner ‘The Cone’. (Foto: Tomas van Dijk)
DELTA. 34 25-11-2010
02
nieuwsinterview
‘De promotor geeft richting’ TUdelta.34 > Jaargang 42 Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
> Redactie Frank Nuijens, (hoofdredacteur), Katja Wijnands, Dorine van Gorp, (eindredactie), Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Erik Huisman, Connie van Uffelen, Jos Wassink (verslaggeving). > Medewerkers
Fausia Abdoel, Willemijn Dicke, Robbert Fokkink, Jorinde Hanse, Dap Hartmann, Auke Herrema, David McMullin, Maaike Muller, Anna Noyons, Miranda Pieron, Daan Schuurbiers, Merel Segers, Ionica Smeets, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Ellen Touw, Robert Visscher, Martine Zeijlstra.
> Foto‘s
Sam Rentmeester/ Hans Stakelbeek (FMAX).(
[email protected])
> Vormgeving Kummer & Herrman, Utrecht > Lay-Out Liesbeth van Dam > Mededelingen
Martin Kers (
[email protected])
> Redactieraad dr. B.B. Scholtens (voorzitter), G.K. Berghuijs, MSc, prof.dr. M.J. van den Hoven, mr. J.J.M. Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, ir. M. Persson, C.J.M. Pieters, prof. dr. B.J. Thijsse, dr.ir. C.A.J.R. Vermeeren > Redactie-adressen Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail:
[email protected] www.delta.tudelft.nl > ISSN 0169-698x > Druk Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede > Oplage 12.000 > Advertenties H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:
[email protected] www.linkmagazine.nl > Abonnement Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan. > HOP Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Marijke de Vries Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail
[email protected] > Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze.
Universitair hoofddocent dr. Homayoun Nikookar van de EWIafdeling telecommunicatie is vorige week door promovendivereniging Promood uitgeroepen tot de eerste ‘promotor van het jaar’. Eén van zijn promovendi noemt hem een geduldig luisteraar, een empathisch gids, een inspirerend mentor en een sympathiek vaderfiguur. xSASKIA BONGER Wat maakt een promotor een goede promotor? “Masterstudenten en promovendi zijn helemaal anders. De begeleiding vereist andere specialiteiten. Een masterstudent heeft vakken, keuzevakken en een scriptie. Een promovendus heeft eigenlijk geen vakken. Hij heeft veel meer vrijheid en moet zijn onderzoek zelf uitvoeren. Een goede promotor moet dat onderzoek aandrijven. De promovendus draagt de verantwoordelijk-
geven. Daarna wordt het geleidelijk minder. Maar ook dan moet een promotor altijd tijd vrij maken, hij moet openstaan voor zijn promovendi. Het moet altijd mogelijk zijn de voortgang te bespreken.”
Homayoun Nikookar:"De promotor weet waar de topkwaliteit zit." (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
heid, de promotor geeft richting.” Hoe gaat dat, richting geven in zijn werk? “Een promotor moet zijn promovendus monitoren en feedback geven. Het hangt van de promovendus af hoe vaak dat nodig is. Maar hij moet weten waar hij staat in zijn onderzoekstraject. Gaat het niet goed, dat laat de promotor dat op tijd weten. Hij geeft dan een signaal, zegt ‘ga dieper’, of ‘ga verder’. Nog belangrijker is het om een promovendus te introduceren bij de goede conferenties en de goede tijdschriften, want hij kan in het begin nog niet weten welke goed zijn en welke niet. Er zijn er zoveel en op het eerste gezicht is er geen onderscheid. De promotor weet waar de topkwaliteit zit.”
U schrijft in een artikel in het Promood-tijdschrift ‘Het Proefschrift’ dat een promotor een promovendus ook moet leren structureel te denken. Wat bedoelt u daarmee? “Dat een promotor samen met zijn promovendus op een structurele, logische manier problemen moet benaderen. Promovendi moeten leren stap voor stap verder te werken, tot het doel is bereikt. Een proefschrift schrijven is zeker niet gemakkelijk. Om dat tot een goed einde te brengen, moeten de verwachtingen hoog zijn.” Kritiek van promovendi is vaak dat hun begeleiders ze teveel laten zwemmen. “Vooral in het eerste jaar is het belangrijk veel begeleiding te
Ik kan me voorstellen dat die tijd niet altijd gemakkelijk te vinden is. “Ik heb vier promovendi gehad die naar tevredenheid zijn gepromoveerd en begeleid er nu nog vier. Dat is een hele klus. Ik ben ook thuis en in het weekend met ze bezig. Dit is het geheim: je moet het leuk vinden om te doen. Ik vind het interessant om met mijn promovendi te discussiëren over hun nieuwe ideeën. Daar komt voor mezelf soms ook wat uit.” In de graduate school krijgen niet alleen promovendi meer begeleiding. Ook hun promotoren kunnen bijgeschoold worden. Is dat nodig? “Voor promovendi is de graduate school essentieel. Voor promotoren hoeft het niet. Aan de andere kant, als er een cursus is waar ik wat kan leren waar uiteindelijk mijn promovendi voordeel bij hebben, dan zal ik dat doen.” Hoe bent u de beste promotor van de TU Delft geworden? “Ik heb het geleerd door tijd en ervaring. Ik ben hartstikke blij met die titel.”
van der duin
Hooglerarendiners “Waar staat geschreven dat ik consequent moet zijn?” vroeg voormalig Feyenoord-voorzitter Cor Kieboom zich af. Nu heb ik weinig vertrouwen in Rotterdams intellect, maar deze uitspraak is interessant. Mensen schrijven zichzelf een hoge mate van consistentie voor. Gelijke monniken, gelijke kappen; samen uit, samen thuis. Blijkbaar moet alles wat we ooit met onszelf hebben afgesproken tot in extremis worden volgehouden. Van je pad afwijken, je flexibel opstellen, allemaal verboden volgens de ijzeren wetten der consistentie. Deze consistentie strekt zich uit over tijd, plaats en mensen. Het aanpassen van je mening op basis van voortschrijdend inzicht wordt geïnterpreteerd als het verpatsen van je principes. Wat je in situatie A voorstond moet je ook in situatie B ten uitvoer brengen, anders ben je een opportunist. En jezelf anders behandelen dan anderen levert je het stempel hypocriet op. Doe een ander niet iets aan wat je jezelf ook niet aan doet. Niet voor niets is het eerste artikel uit onze grondwet gebaseerd op het gelijkheidsbeginsel. Des te interessanter is het dat in de wetenschap het hanteren van ‘lokale waarheden’ een uitstekend wetenschappelijk uitgangspunt is. Dat geldt voornamelijk voor de sociale wetenschappen. In de natuurwetenschappen gruwelt men daarvan omdat het contrasteert met de wetten die ‘anytime, anyplace, anywhere’ geldig moeten zijn. Universaliteit is de juiste norm, diversiteit zorgt voor uitzonderingen die de zaak slechts gecompliceerder maken. Maar in de sociale wetenschappen zoekt men de tijdelijke waarheid omdat de sociale werkelijkheid vergankelijk is. Natuurlijk zijn bepaalde sociale verschijnselen universeel, maar hun verklaringen zijn veelal tijd- en plaatsgebonden. Werkloosheid is een vast kenmerk van ons kapitalistisch
systeem, maar de verklaring van de massawerkloosheid in de jaren ‘ 20 (vraaguitval) is anders dan van die in de jaren ’80 (slecht functionerende arbeidsmarkten). In de managementwetenschappen spreekt men over ‘contingentie’. Uitgangspunt daarbij is dat one size does not fit all. Wat in het ene geval goed werkt, werkt averechts in een andere situatie. Ik leer mijn technische studenten dat het antwoord op iedere managementvraag begint met: It depends…. Een dergelijk antwoord stelt natuurlijk teleur, maar biedt wel het enige juiste alternatief. Toch vinden onze technische studenten het moeilijk om deze sociale wetmatigheid te accepteren, gewend als ze zijn om een unieke oplossing te berekenen. Gegeven dat veel technische studenten in managementfuncties terecht zullen komen, kan het geen kwaad om ze vroeg dit adagium te leren. Alleen zo hebben ze een kans om de two cultures van C.P Snow met elkaar te verbinden en hun verbeeldingswereld te vergroten. De contingentiebenadering biedt ruimte voor de broodnodige nuancering en voorkomt dat wetenschappers zich opstellen als consultants voor wie alles een spijker is omdat ze alleen een hamer hebben. Overigens betekent ‘inconsistentie-vrijheid’ niet dat het TU Delft-management het morele recht heeft om enerzijds aflopende contracten niet te verlengen en anderzijds geld uit te geven aan dure verbouwingen van werkkamers en aan overbodige hooglerarendiners. Patrick van der Duin is toekomstonderzoeker bij de sectie technology, strategy and entrepeneurship van de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
DELTA. 34 25-11-2010
Decaan Bouwkunde De faculteit Bouwkunde krijgt per 1 januari 2011 een nieuwe decaan: ir. Karin Laglas (1959). Zij heeft civiele techniek gestudeerd aan de TU Delft en was daarna directielid van projectontwikkelaar MAB, vastgoedbelegger Rodamco Europe en OVG projectontwikkeling. Het afgelopen jaar was ze interim directeur van BNA (Bond van Nederlandse Architecten). Daarnaast is zij onder meer lid van de Raad van Toezicht van het Nederlands Architectuur Instituut, bestuurslid van het Forum voor Stedelijke Vernieuwing en lid van de Amsterdamse
03
Nieuws
Raad voor de Stadsontwikkeling. De huidige Bouwkundedecaan, Wytze Patijn, wordt benoemd tot ‘supervisor TU-campus’. Volgens de universiteit zal hij ‘als onafhankelijk deskundige de visie en samenhang bij bouw, verbouw- en restauratieprojecten van en rond de TU-campus bevorderen’.
Tata Steel Prijs
Ingenieurskwaliteit
Maarten de Jong krijgt vandaag de Tata Steel Prijs. Volgens de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, die de prijs toekent, is zijn afstudeeronderzoek baanbrekend omdat een belangrijke stap wordt gezet naar het ontwikkelen van een lichtere aluminiumlegering. Lichter aluminium is vooral in de vliegtuigbouw van groot belang. De Jong zocht uit welke deeltjes wel en welke niet stabiel zijn en verbond dat met de sterkte van de legering. Zijn onderzoeksresultaten zijn bouwstenen voor een computermodel.
De studie aan de TU Delft krijgt een lichter pakket en boet in aan ingenieurskwaliteit. Dat voorspelde collegelid Paul Rullmann vorige week in een overleg met de studentenraad (sr). “De praktijk is dat studies hier ongeveer zeven jaar duren, maar dat moet in vijf jaar.” Oorzaak is het kabinet, dat universiteiten gaat beboeten als studenten te lang studeren. Dat leidt tot problemen, meent Rullmann. “Wij hebben hier volle studies. Omdat mensen er langer over deden, is er steeds meer in gestopt. Allerlei vormen van verbreding zitten er
half in en er half buiten.” Volgens hem is het probleem deels op te vangen ‘door je curricula tegen het licht te houden’. Het studieprogramma zou dan handiger worden ‘zonder aan kwaliteit in te boeten’. Onontkoombaar is volgens hem dat onderdelen worden geschrapt en dat de cultuur van studeren met van alles erbij wordt omgebogen.
Vijf TU-onderzoekers ontvangen Vidi-beurs NWO Vijf Delftse dertigers hoorden dinsdag dat hun aanvraag voor een Vidi-beurs was gehonoreerd. NWO verdeelde in totaal zeventig miljoen euro onder 88 onderzoekers. xJos Wassink Delft scoorde goed met vijf Vidi-subsidies. Ter vergelijking: de TU Eindhoven ontving drie Vidi’s, Twente geen. De concurrentie was zwaar. Slechts vijftien procent van de aanvragen werd toegekend – het laagste honoreringspercentage ooit. De Vidi’s zijn gericht op excellente onderzoekers die na het promoveren al een paar jaar succesvol onderzoek hebben verricht. De winnaars behoren tot de beste 10 tot 20 procent van hun vakgebied, aldus NWO. De subsidie van maximaal 800 duizend euro stelt hen in staat gedurende vijf jaar hun onderzoeksvoorstel uit te voeren. In hun voorstel kunnen aanvragers aangeven hoe relevant hun onderzoek is voor samenleving en industrie. Prof.dr. Joris Dik (36) kijkt mee over de schouder van beroemde schilders. Dik (Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen) schrijft: ‘Onder het zichtbare oppervlak van de doeken van oude meesters gaan
verschillende verflagen schuil die inzicht bieden in de maakwijze en restauratiegeschiedenis van schilderijen. Via dit Vidi-project wil ik draagbare, beeldvormende technieken ontwikkelen om deze lagen ruimtelijk en in kleur zichtbaar te maken.’ Als technieken noemt Dik terahertz-spectroscopie en röntgenfluorescentie. Industrieel ontwerper dr.ir. Pieter Desmet (38) onderzoekt de rol van positieve emoties in de interactie tussen mensen en producten. Desmet (Industrieel Ontwerpen): ‘Tijdens het gebruik van consumentenproducten kunnen mensen allerlei positieve en negatieve emoties ervaren. We begrijpen nog te weinig
De winnaars behoren tot de beste 10 tot 20 procent van hun vakgebied over hoe producten ontworpen kunnen worden om positieve emoties op te roepen. Ook de diverse aard van deze emoties is nog onvoldoende bestudeerd. Algemeen emotieonderzoek focust bijna volledig op negatieve emoties in plaats van op positieve.’ Dr.ir. Martijn Wisse (34) doet onderzoek naar de beweging van robots. Hij wil robotarmen soepeler laten bewegen. Slimme combinaties van ontwerpelementen, zoals veren en actuatoren, moeten leiden tot
natuurlijke ‘slingerbewegingen’, die vervolgens worden geoptimaliseerd. Zo’n natuurlijke manier van bewegen zal robots lichter, efficiënter en veiliger maken dan de huidige industriële robots, verwacht Wisse (3mE), waardoor ook nieuwe toepassingsgebieden binnen handbereik komen, zoals het behandelen van voedsel en tuinbouwproducten. Dr. Jantien Stoter (39) werkt bij OTB aan innovaties voor geo-informatietechnologie via een gecombineerde aanstelling bij TUD en Kadaster. ‘Twee- of driedimensionale informatie over wegen, gebouwen, eigendommen worden nu nog per tijdstip en per detailniveau apart opgeslagen. Ik onderzoek een manier om deze informatie geïntegreerd vijfdimensionaal vast te leggen.’ Naast de vier dimensies van plaats en tijd onderscheidt Stoter een vijfde dimensie, namelijk de schaal. Dr. Leonardo DiCarlo (34) bedrijft quantum-nanowetenschap. Hij ontwikkelt foutcorrectiemechanismen voor quantumbits of qubits - de bouwstenen van de toekomstige quantumcomputer. Zo’n foutcorrectie ziet DiCarlo (Technische Natuurwetenschappen) als ‘de volgende mijlpaal’ in vastestof quantumberekeningen.
Vidi-laureaat Joris Dik gaat ìn schilderijen kijken. (Foto: Guus Schoonewille)
x www.nwo.nl
‘Braindrain in technieksector’ Een braindrain, minder bèta- en techniekstudenten en het teniet doen van investeringen in de technieksector. Dat zijn de gevolgen van het aanstaande kabinetsbeleid. Dat stellen de ‘Bètastudenten van Nederland’ in een manifest dat ze donderdag aanbieden aan staatssecretaris Halbe Zijlstra van onderwijs. Ze roepen het kabinet op de aangekondigde maatregelen te heroverwegen. ‘Bètastudenten van Nederland’ ver-
enigt vijftien studentenorganisaties, waaronder de studentenraad van de TU Delft en Delftse studentenvakbond VSSD. Samen protesteren ze tegen het sociaal leenstelsel in de masterfase en de langstudeerdersregeling. De organisaties noemen vijf negatieve gevolgen van de maatregelen. Allereerst ontmoediging om een techniek- of bètastudie te volgen. Door de kabinetsmaatregelen wordt het volgen van masters duurder, zeker voor bèta-, techniek- en onderzoeksmasters, omdat die langer zijn. Ook zouden bèta- en techniekstudenten om aan extra hoog collegegeld te ontkomen per jaar meer studiepunten moeten halen omdat de studies langer zijn. Ten tweede loopt volgens de stu-
denten het tekort aan afgestudeerden in de bèta- en technieksector verder op. Daarnaast vrezen ze voor een braindrain omdat studenten om
De boete voor langstudeerders zal universiteiten vooral prikkelen om studenten snel aan een diploma te helpen financiële redenen in het buitenland een master zullen gaan volgen en daar vervolgens blijven werken. Verder stellen de studenten dat ‘jarenlange miljoeneninvesteringen om de technologiesector te stimu-
leren teniet worden gedaan’. Ten slotte vrezen ze dat de kwaliteit van de opleidingen zal verslechteren. De boete voor langstudeerders zal universiteiten vooral prikkelen om studenten snel aan een diploma te helpen in plaats van hoogwaardig onderwijs te bieden. De studenten vinden ook dat de maatregelen wrang zijn voor studenten die zich breed willen ontwikkelen. Het protest van de studenten komt pal na een protest- en hulpbrief van 3TU, waarin de drie technische universiteiten zijn verenigd. Volgens 3TU heeft het op korte termijn invoeren van boetes voor langstuderen ‘perverse en negatieve’ effecten voor arbeidsmarkt, studenten en instellingen. Alle inspanningen van universiteiten en regering via het
platform Bèta Techniek worden ‘ín één klap teniet gedaan’, menen ze. (EH)
x www.delta.tudelft.nl/22154
DELTA. 34 25-11-2010
Bioplastics Zonnebrillen uit aardappelschillen en autobumpers uit suikerriet. Technisch kon het al, maar de omzetting was niet erg efficiënt. Daar heeft biotechnoloog dr.ir. Jean-Paul Meijnen (Technische Natuurwetenschappen) nu verandering in gebracht. Afval uit de landbouw bevat veel lignocellulose van stengels en bladeren. Dat kan worden omgezet in verschillende suikers. De bacterie pseudomonas putida waar Meijnen mee werkte ‘lustte’ alleen glucose. Door genen van enkele andere bacteriën toe te voegen kon hij pseudomonas alle
04
Nieuws
suikers laten verwerken, zei het nog weinig efficiënt. Het rendement verhoogde hij met een kunstmatige evolutie die zich in drie maanden afspeelde. Tot slot heeft Meijnen ook een pseudomonas-bacterie die het bio-chemicalie pHB produceert succesvol afgericht op landbouwafval. Zijn onderzoek vond plaats binnen het kader van het B-Basic programma voor groene grondstoffen.
Begroting op nul
Chaosdebat
Ondernemers
“De begroting voor 2011 komt uit op nul.” Die geruststellende boodschap bracht collegelid Paul Rullman vorige week tijdens overleg met de studentenraad. Hij vulde dat aan met de mededeling ‘maar dat moest al, want 2011 is een belangrijk jaar’. Rullmann zei zijn voorspelling te baseren op de begrotingen die de acht faculteiten hebben ingediend. De TU zit door tegenvallers bij faculteiten, bezuinigingen door het rijk en ‘de 25 miljoen van Bouwkunde’ krap bij kas. Volgens Rullmann komt de begroting ‘er nu snel aan’.
Een kleine brand legde vorige week het hele treinverkeer plat. Het liet zien dat techniek de samenleving erg kwetsbaar maakt. Hetzelfde geldt voor falende telefoon- en internetverbindingen en snelwegen. Overal dreigt chaos. Houdt de overheid daar wel rekening mee? Daarover gaat het Elsevier technologiedebat met prof.dr. Ben Ale en presentator Simon Rozendaal.
Prof.dr. Freek Beekman (TNW) is deze week uitgeroepen tot meest ondernemende wetenschapper van de TU Delft. Beekman doet onderzoek naar instrumenten voor medisch onderzoek en diagnostiek en brengt ze op de markt, grotendeels binnen het bedrijf MILabs. Dr. Dap Hartmann (TBM) is aangewezen als belangrijkste motivator voor ondernemende studenten. De prijsuitreiking werd georganiseerd door YesDelft en het Valorisation Centre van de TU Delft. Beekman won 25 duizend euro, Hartmann 15 duizend euro.
x
Campus Den Haag, gebouw Stichthage boven NS station, 13e etage, 29 november 2010, 16.30 – 18.30. Deur open vanaf 16 uur.
‘Schadelijk voor onze ontplooiing’ Er wordt veel over ze gesproken de afgelopen weken: de langstudeerders. Het kabinet-Rutte wil ze hard aanpakken met drieduizend euro extra collegegeld voor ieder jaar dat ze verder uitlopen met hun studie dan één jaar. Wat vinden deze studenten zelf van de plannen? Staken ze hun studie, laten ze al hun bestuurswerk en bijbaantjes uit hun handen vallen of vragen ze een extra lening aan? xSASKIA BONGER/CONNIE VAN UFFELEN
(Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)
'Deze plannen werpen drempels op’
'Kans dat ik stop is toegenomen’
Rik Leunissen (23) is zevendejaars student we r k t u i g b o u w k u n d e . Hij begon in september 2004, rondde zijn bachelor in vijf jaar af en is in januari - na tweeënhalf jaar - klaar met zijn master. “Ik heb één jaar niet gestudeerd maar bestuurswerk gedaan voor Virgiel. Daar heb ik twaalf garantiemaanden voor gehad van de TU. Daarnaast heb ik commissies gedaan voor Virgiel, waarvoor ik ook nog drie maanden heb gehad. Samen met een bestuursgenoot heb ik tijdens mijn master KlasseStudent opgericht, een bedrijf waarmee we studenten inzetten op middelbare scholen, in functies van surveillant tot en met docent. Dat kostte tussen de tien en twintig uur per week, maar daardoor ben ik juist harder gaan studeren: hoe drukker je het hebt, hoe beter je plant. Met aftrek van die garantiemaanden studeer ik netjes nominaal af. Mijn studievoortgang is juist zoals de TU die zou willen” “Ik heb ervoor gekozen me breder te ontwikkelen en heb ervaring opgedaan die je niet bij de TU opdoet. Je zou je op meer vlakken moeten ontwikkelen om succesvol het bedrijfsleven in te gaan. Met deze ‘langstudeerdersmaatregel’ werp je daarvoor juist drempels op. Ik begrijp dat je je nu op kosten van de belastingbetaler ontwikkelt, maar als je een jaar bestuurswerk doet, betaal je ook collegegeld zonder dat je naar colleges gaat. En straks draag je als hoogopgeleide meer belasting af.”
Koen Kegel (24), zesdejaars student bouwkunde met nog ruim anderhalf jaar te gaan. Zat één jaar in het Stylos-bestuur en deed allerhande commissiewerk. Is één dag per week student-assistent. “Studieverenigingen zullen straks een stuk minder te bieden hebben, want niemand gaat nog bestuurs- of commissiewerk doen als deze plannen doorgaan. Als je een jaar in een bestuur zit en dus niet studeert, moet je wel ingeschreven blijven als student. Anders krijg je van de TU geen garantiemaanden. De ene regel zorgt ervoor dat je langer over je studie doet en de andere regel straft dat af. Ik vraag me ook af of er nog iemand stage gaat lopen. Daar krijg je bij Bouwkunde vijftien studiepunten voor, terwijl je er dubbel zoveel tijd aan kwijt bent. Deze plannen zijn echt schadelijk voor de ontplooiing van studenten, waar het bedrijfsleven juist om vraagt. Ik moet volgend jaar maximaal bijlenen of een dag in de week extra werken om drieduizend euro extra op te brengen. De kans dat ik stop met mijn studie is hierdoor wel toegenomen. Misschien is dat voor mij minder erg, omdat ik toch een eigen bedrijfje ga beginnen. Maar ik had dit allemaal wel graag aan het begin van mijn studie geweten. Nu word ik er middenin het traject mee geconfronteerd.”
'Ik snap dat ze langstudeerders aanpakken’
'Ik zou het buitenland overwegen’
Thijs Robijns (22), vijfdejaars student civiele techniek. Wil aan het einde van dit studiejaar zijn bachelor halen. Over de master wil hij daarna nog twee tot tweeënhalf jaar doen. Robijns zat een jaar lang in het bestuur van de christelijke studentenvereniging C.S.R. en deed een half jaar vrijwilligerswerk voor het tijdelijke g o e d e d o e le n re sta u ra n t Happietaria. “Ik ben gezegend met goede ouders. Ze hebben me altijd gesteund in mijn keuzes. En als ze die drieduizend euro extra niet willen betalen, dan ga ik geld lenen. Ik wil wel een master doen, want de bachelor alleen is te breed. Vorig jaar heb ik het bestuur van C.S.R. gedaan, het jaar daarvoor heb ik een half jaar niet gestudeerd omdat ik voor Happietaria heb gewerkt. Ik heb daarmee geïnvesteerd in mijn toekomst, want ik heb andere talenten ontwikkeld dan in mijn studie: in een team werken, groepen sturen, beleidsplannen opstellen, financiële zaken regelen. Dat vind ik belangrijk, want ik wil niet mijn hele leven alleen maar civiel ingenieur zijn. Ik heb er zelf voor gekozen al deze dingen te doen. Ik snap dat ze langstudeerders aanpakken, al zou ik een uitzonderingsregel voor mensen die een bestuur hebben gedaan goed vinden. Voor het halve jaar dat ik ben uitgelopen doordat ik vakken niet heb gehaald, mogen ze me aanpakken. Dat is mijn eigen schuld.”
Freek Lamboo (24) is vijfdejaars student life science and technology. Hij deed vier jaar over zijn bachelor en rondde zojuist het eerste half jaar van zijn master af. “Ik had op één vak na alle vakken in 3,5 jaar gehaald, maar dat laatste vak werd alleen in de tweede helft van het studiejaar gegeven. Dat heb ik dus naast mijn mastervakken gedaan. Ik heb mazzel dat ik nog net voor de harde knip zat. In mijn tweede jaar heb ik een half jaar vertraging opgelopen doordat mijn moeder ziek werd en overleed. Ik miste veel colleges en haalde hertentamens niet. Ik doe nu een bestuursjaar voor studentenvakbond VSSD, maar loop verder in principe nominaal. Verspreid over vier jaar heb ik ook veel commissiewerk gedaan voor studievereniging Life en ik ben actief geweest bij de Europese vereniging voor ingenieursstudenten Best en was lid van windsurfvereniging Plankenkoorts. Wat ik had gedaan als ik van tevoren van deze boete wist? Ik weet dat mijn pa een hartig woordje met mij heeft gesproken toen ik bestuurswerk wilde gaan doen. Hij betaalt mijn studie en wil niet dat ik alles moet lenen. Ik ga wel mijn master afmaken. Als ik vroeger in mijn opleiding had gezeten, zou ik overwegen om naar het buitenland te gaan. In België is het collegegeld vijfhonderd euro.”
DELTA. 34 25-11-2010
YesDelft Vijf YesDelft-bedrijven zijn vorige week in de prijzen gevallen. De grootste winnaar was technostarter Elemetal, dat de ASN Bank Wereld Prijs van 20 duizend euro won. Het bedrijf haalt pure metalen uit de as van verbrand huisvuil. Tarek Ghobar en Hicham Shatou, voormalig TU-studenten luchtvaart- en ruimtevaarttechniek en civiele techniek, wonnen met IcySolutions de Baby Tycoon Award van stadsgewest Haaglanden. Zij krijgen vijfduizend euro voor hun vinding om met ijsbad-systemen sporters gecontroleerd te koelen.
05
Nieuws
Bij de landelijke businessplancompetitie NewVenture wonnen Embedded Acoustics, GreenMotion Technologies en Clinical Graphics elk vijfhonderd euro. Embedded Acoustics ontwikkelt een oortelefoon voor kinderen en jongeren die ingrijpt als de geluidsbelasting te groot wordt. GreenMotion Technologies werkt aan energieopwekking uit golfbeweging van de oceaan. Clinical Graphics maakt software die chirurgen helpt een nauwkeuriger plan te maken voor gewrichtsoperaties, wat resulteert in meer bewegingsvrijheid voor de patiënt.
Spijziging
Overlast
Allochtoon talent
Er is bij Bouwkunde sprake van zoiets als ‘de wonderbare spijziging’. Dat zei collegelid Paul Rullmann vorige week tegen de studentenraad. Bouwkunde kampt sinds de verhuizing met ruimtenood, maar volgens Rullmann blijkt in het gebouw steeds weer ruimte te zijn. Nu blijkt het mogelijk in het oude hoofdgebouw twee kleine collegezalen te verbouwen tot studieruimten. Daardoor hoeven minder studenten uit te wijken naar de Drebbelweg, waar Bouwkunde vanwege ruimtenood ruimte bijhuurt.
De opening van de Owee op de Beestenmarkt mag geen geluidsoverlast meer veroorzaken, anders kan het wel eens afgelopen zijn met dit evenement. De gemeente Delft schrijft in een brief aan een klagende omwonende van de Beestenmarkt dat ‘het bestuur van de Owee voorafgaand aan een nieuwe editie in 2011 gevraagd [zal] worden hoe zij overlast gaan proberen te voorkomen’. De gemeente zegt al jaren klachten te krijgen over geluidsoverlast. 'Herhaalde overtredingen zullen consequenties hebben', aldus de gemeente.
Studente civiele techniek Dip Yu Choy heeft deze week de Kartini Prijs voor de beste allochtone vrouwelijke eerstejaars student in de exacte vakken gewonnen. Choy sloot haar eerste studiejaar af met een acht als gemiddeld cijfer. Zelf vindt ze dat resultaat niet zo heel bijzonder, vermeldt het persbericht van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. “Er zijn studiegenoten, ook meisjes, die hoger scoren.” Choy kreeg 1250 euro mee naar huis.
x
Overleg master Bouwkunde en IO Het college van bestuur (cvb) zal met de faculteiten Bouwkunde en Industrieel Ontwerpen overleggen over het masterprogramma. Dat beloofde collegelid Paul Rullmann in een vergadering met de studentenraad (sr). xERIK HUISMAN Rullmann reageerde op signalen van de sr dat studenten bij beide
faculteiten onevenredig gedupeerd worden door de uitvoering van de harde knip. Omdat het resultaat van hertentamens in augustus bij die faculteiten niet meetelt om te bepalen of iemand zijn bachelor heeft gehaald, mogen studenten niet meedoen aan masterprojecten en -practica, luidde de klacht. Dat pakt voor hen bijzonder slecht uit, omdat in het begin van de master vakken met veel studiepunten zitten. “Dat leidt meteen tot een half jaar vertraging”, aldus studentenraadslid en bouwkundestudent Martijn Lugten. Hij schetste het probleem aan de hand van zijn eigen studiegeschiedenis. “In het eerste jaar deed ik de p-in-1, met lof. In het tweede jaar miste ik twee punten vanwege
de hoge studiedruk met veel zware projecten. In het derde jaar haalde ik alles. Ik zou de master dus beginnen met 178 punten met gemiddeld een acht. En dan mag je niet aan masterprojecten meedoen.” Het zou volgens Rullmann ‘het
‘Dat leidt meteen tot een half jaar vertraging’ mooiste’ zijn als er al in juni hertentamens zouden zijn. En hij opperde dat bouwkunde en IO misschien een klasje zouden kunnen maken met mensen die in hetzelfde schuitje
zitten. “Een restgroepje.” Hij stelde wel dat ‘de regeling duidelijk was en goed is toegepast’. Hij benadrukte dat bij IO en Bouwkunde een streng beleid wordt gehanteerd omdat de organisatie van het onderwijs juist daar extra ingewikkeld is vanwege het relatief grote aantal in te huren docenten. Toch zag hij dat de praktijk met grote vakken in het begin van de master en de eisen rond de harde knip bij beide faculteiten kúnnen leiden tot onevenredige vertraging. Hij was het eens met de sr dat deze praktijk slecht is voor de student en de TU, omdat studenten zo langer over hun studie doen.
Kamerlid Anne-Wil Lucas wil weten of staatssecretaris Zijlstra vindt dat ‘willekeurige toetsingscriteria’ (ze bedoelt loting op basis van cij-
‘Bij loting worden belangrijke kwaliteiten van een student over het hoofd gezien’ fers) overbodig zouden zijn als het voor opleidingen mogelijk was om op kwaliteit te selecteren. Ze wil daarom weten wanneer selectie aan de poort mogelijk wordt en of hierover met de TU kan worden gespro-
ken zodat de universiteit de loting niet onnodig instelt. De TU maakte vorige week bekend dat er voor komend collegejaar een numerus fixus geldt voor Bouwkunde en Industrieel Ontwerpen. Studenten moeten zich vóór 15 mei aanmelden voor loting. Studentenvakbond VSSD betreurt die loting, omdat daarmee ‘de toegankelijkheid van het onderwijs in het geding komt’. Bij loting worden belangrijke kwaliteiten van een student over het hoofd gezien, vindt de VSSD. De vereniging noemt de fixus overigens wel ‘begrijpelijk’ vanwege de bezuinigingen. De TU wil een jaar later overgaan op decentrale selectie. De VSSD vindt
delta online Onterecht De technologische topinstituten klagen onterecht dat ze geen geld meer krijgen. Dat vindt minister Maxime Verhagen van economische zaken. Hij reageert op een brief waarin de instituten zeggen in hun voortbestaan bedreigd te worden.
Vidi-beurs Minder dan zestien procent van de aanvragen voor een Vidi-beurs is dit jaar gehonoreerd. In 2005 kreeg een op de vier aanvragers een beurs. Volgens NWO worden geschikte wetenschappers afgewezen omdat het budget niet ruim genoeg is.
Schietincident
Kamervragen over numerus fixus De VVD heeft haar eigen staatssecretaris van Onderwijs gevraagd hoe de numerus fixus bij Bouwkunde en Industrieel Ontwerpen zich verhoudt tot de in het regeerakkoord gemaakte afspraken over afschaffing van de fixus voor geneeskunde.
www.hollmij.nl
dat een stap in de goede richting, maar vindt matching voor aanvang van de studie beter. Daarbij worden capaciteiten ook getoetst, maar mag de opleiding een student alleen adviseren een studie wel of niet te gaan doen. (CvU)
De politie heeft ondanks onder meer een passantenonderzoek nog geen idee wie er achter het schietincident zit op de Brabantse Turfmarkt. Zes mensen werden daar op 3 november vermoedelijk met een luchtdrukwapen beschoten.
Eredoctoraat Prof.dr.ir. Mark van Loosdrecht van Technische Natuurwetenschappen ontving afgelopen zaterdag in Zürich een eredoctoraat. Hij werd geëerd vanwege zijn fundamenteel onderzoek en de toepassing van wetenschappelijke kennis bij zuiveringsinstallaties.
Battle Veertien teams bestreden elkaar gisteren in de Aula tijdens de voorronde van ‘The Battle of the Best Bèta’. De teams moesten voor Plan Nederland een oplossing vinden voor het in kaart brengen van de Foster Parents-kinderen en hun situatie.
Boete Ecocity
De Peking University, de Harbin Institute of Technology en de Tsinghua University: allemaal hebben ze vestigingen in de stad Shenzhen in Zuidoost-China. En straks wellicht ook de TU. Tijdens een congres over ecocities, eerder deze maand in Shenzhen, vertelde universitair hoofddocent Martin de Jong (TBM) dat zijn onderzoeksgroep Next generation Infrastructures onderzoekt of het voor de TU interessant is om een vestiging te openen in een internationale campus in een nog te bouwen duurzame stad (ecocity) aan de rand van de metropool. De Jong en zijn collega’s denken mee over de inrichting van deze nieuwe stad. Volgens De Jong kan de stad alleen een succes worden als er een internationale campus komt. Op de foto staat de campus van de Peking University Shenzhen Graduate School. (Foto: Tomas van Dijk)
Het kabinet Rutte wil de boete voor fraude met de basisbeurs voor uitwonende studenten verdubbelen. Wie twee keer in de fout gaat, verliest zijn recht op studiefinanciering en kan worden vervolgd.
Uitzetadvies 'De Wet modern migratiebeleid is vertraagd', schrijft minister Leers van immigratie aan de Tweede Kamer. Hoger onderwijsinstellingen hoeven daarom de studievoortgang van hun niet-Europese studenten voorlopig niet aan de IND door te geven.
x
www.delta.tudelft.nl
DELTA. 34 25-11-2010
06
science
opinion please
Your pen, your pal Squeezing, rolling, wiggling – the things people do when they are stressed. Now here’s a pen that not only knows when people are stressed but also relaxes them. xJos Wassink Empathic technology, devices that know how you feel and act correspondingly, is the next big thing in man-machine interaction. Already there are cars that give feedback on your driving style, or alarm clocks that wait to ring until the person moves. PhD researcher Miguel Bruns Alonso (Industrial Design) now wants to take this concept one step further: devices that interact subconsciously with the user. As a contrasting example, he mentions the anti-RSI computer programme, Workpace, which simply tells people when to relax or might temporarily block your work in progress for your own well-being. “It’s so in your face,” Bruns says. Instead, he has developed an affective pen to explore how a product could provide feedback directly, coupled to the actions of the user. He noticed that when students take exams, they tend to endlessly fidget
The affective pen knows how you feel. (Photo: Hans Stakelbeek/FMAX)
with their pens, rather than simply writing down the correct answers. The affective pen not only notices this stressed shaking and twirling but also counteracts these move-
When students take exams, they tend to endlessly fidget with their pens ments by means of built-in electronics and electro magnets. “People like the feeling of the loose ball in the top of the pen,” Bruns says. “When users move the pen less, the magnet gradually loosens the ball more.”
Frankly, tests comparing the pen’s active feedback with the feedback switched-off were a bit disappointing – people didn’t really notice the difference. Nor did they report that they felt more relaxed when working with the pen. So had it all been in vain? Perhaps not. Although people didn’t feel more relaxed, their heartbeats were actually 5 percent lower thanks to the magic pen. It seems then that the feedback had worked subliminally.
x Miguel Bruns Alonso, ‘Relax! Inherent feedback during product interaction to reduce stress’, 23 December 2010, PhD supervisors Professor Paul Hekkert and Professor David Keyson.
Connecting the dots Layers of quantum dots can be used as solar cells. Better connections between the dots are needed however to boost the efficiency. They come in all colours. Nanosized semiconductor crystals, endearingly called quantum dots or q-dots, manifest properties between those of molecular matter and bulk material. The reason is that an electron in a q-dot experiences quantum confinement. This results in discrete steps between energy states (bandgaps), which depend on the material as well as the size. Hence, by varying the size of the q-dots one can tune them to a specific colour, rendering them interesting candidates for use in solar cells. In her PhD research, Elise Talgorn (MSc, Applied Sciences) has coated glass substrates with layers of quantum dots and tested their conductivity. To do this, she had to get rid of the insulating molecules surrounding the dots, because these
(Illustration: Elise Talgorn)
kept the dots so far apart that electrons couldn’t move from one dot to the next. By chemically replacing these long molecules with shorter ones, Talgorn succeeded in increasing the charge carrier mobility by a factor 500 or so. Simply drying the layers (‘thermal annealing’) increased the mobility even more (up to 10,000 times), but the outcome proved to be less controllable. Recombination presents another challenge to using q-dots in solar cells. When a photon hits a q-dot, it creates a free electron and a ‘hole’; but wait a few nanoseconds and they simply recombine, as if nothing had happened. For an external current
to be generated, one needs to apply an electric field to draw the electron-hole pair apart. Talgorn did this by combining cadmium selenium q-dots (which attract electrons) and cadmium tellurium q-dots that attract the holes. This could be the working principle for a new type of solar cell. (JW)
x Elise Talgorn, Photoconductivity of quantum dot films, 30 November 2010, PhD supervisor Professor Laurens Siebbeles.
Stalled nuclear renaissance ’An expected nuclear renaissance has failed to materialize as plans for new plants are scrapped or delayed,’ reports the Technology Review. ‘What happened?’ The MIT technology magazine, ‘Technology Review’, recognises that despite federal loan guarantees (of up to 80 percent of the new plant’s building costs), strong political backing from US President, Barack Obama, and support from Bill Gates and influential environmentalist Stewart Brand, the actual building of nuclear reactors in the United States and much of the rest of the world has nearly come to a standstill. Obstacles, postponements, delays and problems crop up everywhere. China though is the exception: 24 reactors are under construction there. So what’s holding back the West? In a word: money. Dr Aad Correlje (Technology, Policy and Management) explains why. In the 1970s, when the current reactors were built, the market economy had not developed to the present level. In those days, power companies worked together with the government in order to arrive at an acceptable price for power, which was based on the building costs and estimated lifetime, plus acceptable revenue levels for the power company. The bottom line was: they had no price risk. In the US they operated the same system, called the ‘cost-of-service’ regulation. ‘Technology Review’ says the system is still used in some southern US states, which incidentally are the same places were the industry still shows ‘some signs of life’. Other states have adopted the auctioning model, as used in the European power market. ‘Technology Review’ explains: ‘All generators get the same price for their electricity; that price is usually determined by the cost of natural gas…making building a new nuclear plant unthinkable.’ Correlje adds that gas prices in the US were relatively high after the national production of gas reached its peak; however, the recent winning of shale gas has increased production and dropped the gas price. And hence, the power price fell as well. ‘Carbon pricing alone could immediately make nuclear far more attractive’, says the MIT magazine. Already 10 dollars per tonne of CO2 could tip the balance. Analysts even speculated on carbon prices of 60 to 80 dollars per tonne. But that never materialised because America did not get a Climate Bill. ‘And right now there’s a lot of uncertainty whether we ever will’, Jay Apt, from Carnegie Melon University, told ‘Technology Review’. So are we going to see one or two new nuclear reactors in the Netherlands as the government has proposed? Correlje doesn’t think any power company can pull it off. The investments and the risks are simply too high, and the prices for power and CO2 emissions are too uncertain. (JW)
x Technology Review, Giant holes in the Ground, 12 November 2010
DELTA. 34 25-11-2010
07
science
come to think of it
Acting fast on electric vehicles Time is now and speed is key, said Cees de Bont, dean of IDE and chairman of D-Incert, during a conference on electric vehicles (EVs). If the Netherlands want to play a key role in the development and introduction of EVs, ‘we must act in the coming two to three years’.
Morphing a room into tables and chairs
Even Lotus invests in electric vehicles, as seen at the second International Eletric Car Conference this week in Groningen. (Photo: Sam Rentmeester/FMAX)
xMAAIKE MULLER Anders Holm Foosnæs is a lucky man. He is a member of the Danish Edison Project management team - Edison is short for ‘Electric vehicles in a Distributed and Integrated market using Sustainable energy and Open Networks’ - and one part of the Edison Project involves testing electric vehicles (EVs) in a unique living laboratory: the island of Bornholm. At the second edition of the International Electric Car Conference, held on Monday and Tuesday in Groningen, Foosnæs told an audience of international EV specialists about his project. His message: if we want to meet the European Union’s goals for reducing CO2 and making a successful transition to renewable energy sources, we must act now with EVs. EVs can store peak volumes of wind and solar energy and function as a
big, fragmented battery. But many issues need to be solved first. How for example can batteries best be charged (with standard, medium or high power) and what rules are best to regulate the charging in a way that the ‘big fragmented battery’ functions best? Those and many more questions are posed by Foosnæs at a dazzling speed.
‘We should not put ourselves in rat races we cannot win’ The answers to those questions are now being tested on the island of Bornholm, a real, live laboratory island just south of Sweden, where the power supply can be operated isolated in an ‘island mode’. This is necessary, because ships’ anchors
proposition 'Shifting the focus of mayor investments into alternative energy sources should not be postponed to times when the oil and gas reserves are depleted. The end of the stone age did not happen because of a shortage of stones, but because something more effective was found. '
sometimes cut the cables supplying power from the Swedish mainland, all of which makes the island the ideal testing ground for smart solutions to thus far unsolved EV problems, Foosnæs says. Without such a laboratory, but nevertheless with plenty of positive energy, TU Delft’s Cees de Bont presents the research agenda of D-Incert. De Bont is chairman of this Dutch Innovation Centre for Electric Road Transport and he is determined to define the areas where the Dutch should focus their efforts. “Many others are also working on this issue: What should we do in the Netherlands? We should not put ourselves in rat races we cannot win,” De Bont says. “With our knowledge we want to stimulate the development of EV-use in the Netherlands, but we can also transport our knowledge.” D-Incert made an analysis of the barriers that must be overcome before EVs can be successfully implemented. Then, together with their 80 Dutch partners, D-Incert selected the main Dutch innovation opportunities. The low priority the new Dutch government has given to green energy slightly worries De Bont, he admits. “But they do talk about air pollution in cities.” And that is one problem EVs can solve.
PhD-thesis by Bobby Hak (Applied Geophysics and Petrophysics)
x (Illustration: Auke Herrema)
www.edison-net.dk www.powerlab.dk www.d-incert.nl
Delta and Delft Integraal often write about innovative ideas that offer big promises for the future. But what has happened to such ideas a couple years on? What for instance has happened to furniture that reshapes? With a couple of clicks of a mouse, two tables, eight chairs and a big Delta 27-04-2006 couch are created before your very “For her Master’s thesis, eyes. The room is designed exactly architect Charlotte Lelieveld the way you want it, and way you designed a room with a floor want it. If you have a dinner party, for and walls that could morph instance, the walls and floor reshape into tables and chairs.” into a table with many chairs. Afterwards, the party continues and your guests can lounge on couches. That was the vision architect Charlotte Lelieveld had four years ago, which led to her winning a Delft Centre of Materials’ Young Wild Ideas Award. “I thought I’d be able to build the chair on a small scale in a year, but it proved to be a lot tougher. Because I’m an architect, I didn’t have experience working with materials like polymer. It took a long time to understand how the material behaves exactly.” In fact, Lelieveld is still researching the material. She has since transformed her ‘wild idea’ into a PhD research project. “I’m the first one that’s doing this kind of research at the faculty of Architecture,” she says, “which makes it exiting but also demanding, because not a lot is known.” Lelieveld is using Shape Memory Polymer, which can be morphed if it is heated up. When it cools down again, the polymer becomes hard and can be used as furniture. “I combine the polymer with Shape Memory Alloy,” she explains. “I use the alloy as actuator to set the polymer in motion, but I must know exactly how much force the alloys deliver. I’m also working on an integrated heating system inside the material. Ultimately, a computer, on which one could design, should be attached to the furniture, but I’m not yet working on that. The material itself is complicated enough. I’m currently working on a piece that’s 100 x 30 millimetres.” For her research, Lelieveld is working together with Aerospace Engineering and Mechanical (Photo: Hans Stakelbeek/FMAX) Science and Engineering. “I think a lot about how to use the material; they think primarily about how the material works. That’s why the people at Mechanical Engineering have taught me so much. It’s fascinating to work together with researchers in different fields. Hopefully my research will lead to that room with morphing furniture. I’m also working on a project to use the material to ventilate buildings or to block the sun, but it will probably take a while before we get there. A lot more research on this new material and its use must be done.” (TvD)
DELTA. 34 25-11-2010
interview
Wie is Marian van Noort Marian van Noort (1955) deed gymnasium bèta en begon tijdens haar studie Nederlands aan de Universiteit Leiden met parttime onderwijsbanen. Daarnaast werkte ze in de voorlichting en communicatie, onder meer bij een voorganger van de Haagse Hogeschool: Akademie De Laan. In 1993 werd ze hoofd pr & voorlichting bij de Haagse Hogeschool. Ze werd secretaris van het college van bestuur en was projectleider van diverse reorganisaties, onder meer bij de TH Rijswijk toen die in 2003 onderdeel werd van de Haagse Hogeschool. In 2006 begon ze als directeur bij de TH Rijswijk/Academie voor Engineering, die vorig jaar de TU-campus betrok onder de naam Academie voor Technology, Innovation & Society Delft. Vanaf januari gaat Van Noort negen maanden met sabbatical, daarna keert ze terug in een andere functie. (Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)
08
DELTA. 34 25-11-2010
09
interview
‘Het is hier schoolser geworden’ De Delftse vestiging van de Haagse Hogeschool is al weer ruim een jaar op de campus gevestigd. Directeur Marian van Noort is ‘dolblij’ dat het aantal studenten sindsdien stijgt. Ze denkt dat zowel het bindend studieadvies aan de TU als vestiging op de campus hierbij een rol speelt.
Een kwart van de eerstejaars aan de TU heeft een negatief bsa, heeft dat effect gehad op de instroom bij u? “Ja. Ik weet niet zeker of we nu meer studenten hebben door het bsa of doordat we nu op de campus zitten, maar ik denk dat het allebei een rol speelt. Er waren altijd overstappers. Dit jaar waren dat er vooral bij werktuigbouwkunde veel meer: ik denk veertig. Er kwamen ook ouderejaars. Dat was nieuw, maar dat waren er maar een paar. We kregen vorig jaar in oktober al spijtoptanten. In februari is er zelfs een aparte groep begonnen van overstappers werktuigbouwkunde. Die doen het vwoprogramma van 3,5 jaar. Dat hebben we eerder niet gehad. Ook bij de andere opleidingen is het beeld dat er gemakkelijker wordt overgestapt. Bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management (TBM) van de TU hebben we het afgelopen jaar een studieadviseur gedetacheerd gehad. Dat was een pilot van de universiteit om die doorstroom met het hbo en doorverwijzing te verbeteren. Dat is goed bevallen. TBM heeft ook twee minoren aangeboden aan hbo-studenten, waarmee doorstroom naar de TU gemakkelijker zou kunnen worden. Dat is ook bij werktuigbouw het geval.”
xConnie van Uffelen Wat biedt de Academie voor Technology, Innovation & Society Delft - de Delftse vestiging van de Haagse Hogeschool - studenten? “Wij hebben voltijdse bachelors bedrijfswiskunde, elektrotechniek, technische bedrijfskunde, technische natuurkunde, technische informatica, werktuigbouwkunde. En we hebben als onderdeel van een landelijke pilot een associate degree installatietechniek, een opleiding die de eerste twee jaar van een hbo-opleiding afdekt. In Den Haag hebben we ook nog onder meer bouwkunde, industrieel productontwerpen en veel ict-opleidingen. We hebben nu zo’n 1550 studenten. Werktuigbouwkunde is verreweg de grootste opleiding met een instroom van 190 studenten, elektrotechniek heeft een instroom van vijftig, bedrijfskunde en natuurkunde elk honderd en bedrijfswiskunde veertig.” De TU kreeg de afgelopen jaren steeds meer instroom en heeft besloten tot numerus fixi. Vindt u de instroom bij u ook te hoog worden? “Nee, de TU was ons voor in die toename. Wij hebben heel slechte jaren gehad en zijn nu op deze vestiging juist weer aan het stijgen. Daar zijn we werkelijk dolblij mee. De instroom was zo ver ingezakt dat wij ook door de combinatie met slechte rendementen gigantische financiële problemen hadden. Ons personeelsbestand is met een kwart gekrompen tussen 2006 en 2010. Zonder gedwongen ontslagen trouwens. In 2009, toen we hier begonnen, hadden we een instroomstijging van 27 procent. Dit jaar hebben we weer een stijging van 17 tot 18 procent. Dat is gewoon fantastisch.” Studeren studenten bij u nominaler? Bij de TU heeft pas 22 procent na vier jaar een bachelordiploma. “De (bachelor)opleiding is nominaal vier jaar, we hebben ook programma’s van 3,5 jaar voor vwo- en mbo-instromers. Bij ons doen ze er gemiddeld 4,4 jaar over. Ik heb natuurlijk liever dat ze nominaal studeren, maar het is een marginaal probleem vergeleken met de uitval aan het begin. Nu valt tussen de veertig en vijftig procent uit. Dat is veel, maar de rest haalt het dan ook wel zo ongeveer.” Uw Academie heeft ook een bindend studieadvies. “Al heel lang, met als grens: veertig van de zestig studiepunten. We hebben nu bij technische bedrijfskunde een pilot gedaan met vijftig studiepunten. Dat lijkt een positief effect te hebben: de uitval is niet hoger en er gaan er al meer het tweede studiejaar in met al vijftig studiepunten. Dan hoef je er nog maar tien. Ze moeten wel na hun tweede jaar hun propedeuse gehaald hebben, anders krijgen ze alsnog een bsa. De uitval van die groep is echt gering: bij technische natuurkunde is die in het tweede jaar al twee jaar lang nul. Dat is wat je wilt. De hele uitval is gerealiseerd in het eerste jaar. Wat we daarvoor doen is: heel goed op studenten letten, en ze extra begeleiding aanbieden, bijvoorbeeld tutoring door ouderejaars studenten. Die tweedejaars groep heeft extra aandacht nodig omdat die de laatste propedeusevakken nog moet halen. Het is hier in het eerste jaar vooral schoolser geworden. Met de nadrukkelijke bedoeling om studenten aan het werk te krijgen, te houden en in ieder geval er voor te zorgen dat ze er alles aan doen om die propedeuse te halen. Zo snel mogelijk. Wij hebben begeleidingsuren ingeroosterd in het eerste semester waarin eerstejaars onder begeleiding van een docent met studie bezig zijn. Je kunt het bijna huiswerkbegeleiding noemen.” Hoe reageren studenten? Vinden ze het vervelend? “Dat heb ik nog niet gehoord. Instromende havo-scholieren en
mbo-ers zijn in het eerste jaar nog vrij volgzaam. We leggen nu veel nadruk op verplichte aanwezigheid. We registreren die, maar niet bij alle opleidingen. Gewoon een namenlijst afvinken. Dat betekent dat de studieloopbaanbegeleider kan zeggen: ‘we zien dat je weinig aanwezig bent, dat gaat niet goed.’ Bij sommige opleidingen kunnen studenten wekelijks of tweewekelijks zelf vrijwillig digitaal een toets invullen om te zien of ze de stof beheersen. Dat wordt geregistreerd. Als een tentamen niet wordt gehaald, zeggen we: ‘we zien dat je nooit die toets hebt gedaan, doe die de volgende keer wel.’ Er waren studenten bedrijfswiskunde die zeiden: ‘we worden hier meer bij de hand gehouden dan op de havo, jullie weten echt alles van ons.’ Er zit dus ook wel een grens aan, maar we hebben enkele jaren geleden bij wat opleidingen uitvalpercentages gehad van meer dan zestig procent. Dat kun je toch niet verantwoorden? Dan doe je iets verkeerd. Daar ben ik echt van overtuigd. Die studenten hebben ongetwijfeld niet hard gewerkt, maar je hebt ook een rol in het stimuleren van dat werken. Gewoon er bovenop zitten. Blijf ook investeren in realistische voorlichting. Wij bieden ook studiekeuzegesprekken aan en een zomercursus die vooral op havisten is gericht. We willen echt naar de norm van de hele Haagse Hogeschool dat zeventig procent de propedeuse haalt in twee jaar. In één jaar zou het vijftig procent moeten zijn. We zitten nu op dertig procent. Ons eigen streefgetal is 35 tot 40 procent na een jaar. Het streefpercentage na twee jaar is 60 tot 65 procent.” Bij de TU is de norm van het bsa dertig van de zestig studiepunten. “Dat is voorzichtig begonnen. Wij zijn ooit begonnen met 28 van de 42 punten, dat komt neer op tweederde. Wij merken dat er niet zoveel twijfelgevallen zijn. Ze halen wat ze moeten halen. Je zult moeten proberen om ze meer punten te laten halen, daarom denk ik dat die grens naar vijftig optrekken helemaal niet ingrijpend is. Studenten moeten alleen net een beetje harder werken, net een beetje meer punten hebben en net een beetje meer kans hebben om die propedeuse in het tweede jaar te halen.” Zou de TU er goed aan doen die grens te verhogen? “Ja, dat geloof ik echt. Waarom niet veertig als je dertig hebt? Een nadeel van het bsa is dat er het volkomen foutieve beeld ontstaat dat je het gehaald hebt als je die dertig punten hebt. Dat zit ook in de hoofden van docenten. Studenten van de TU die het tweede jaar ingaan met een achterstand van dertig studiepunten hebben een aanzienlijke studieachterstand.”
Op welk vlak werken jullie nog meer samen met de TU? “Instroombevordering. Activiteiten voor scholieren. De TU doet daarin meer dan wij en wij kunnen daarvan leren. We hebben een soort best practice-presentaties gehad van het loopbaancentrum van de TU. We doen ook dingen samen zoals de regionale career day. Er wordt ook samengewerkt in het gebruik van ruimte. We hebben bijvoorbeeld een energielab ingericht samen met de TU en Siemens, in een ruimte van de TU bij elektrotechniek. We hebben studenten die stage lopen bij opleidingen of bij onderzoek van de TU. We hebben docenten college laten lopen bij de vakgroep mechatronica en willen afspreken dat hbo-studenten in mechatronicaonderzoekprojecten van de universiteit kunnen samenwerken. We hebben verder een partnership in het project Greenportcampus. Daarin zitten Wageningen, de TU en InHolland en het richt zich op kennistransfer naar de glastuinbouw in het Westland. De hogeschool heeft een lector aangesteld op het gebied van energie en gebouwde omgeving, die vel met ons samenwerkt: Laure Itard, zij komt van de TU. Verder hebben we onlangs met TNO en de TU een internationale conferentie georganiseerd over onderwijs en duurzaamheid.” Hoe zou u deze samenwerking typeren? “In opbouw. De TU is wat verder gefragmenteerd dan de Haagse Hogeschool. Er is samenwerking op het niveau van het college van bestuur en stafdiensten, maar daarnaast is het nodig om met verschillende faculteiten afzonderlijk dingen tot stand te brengen. Met onderzoeksgroepen contact leggen. Daar hebben wij nog te weinig tijd voor gevonden. Daarin moeten onze opleidingen initiatiefrijker worden. Vertegenwoordigers van de TU die contact met ons zouden willen, zijn uiteraard zeer welkom. Wij hebben heel veel contacten met bedrijven door het beroepsgerichte karakter van het hbo. Dat kan voor de TU ook voordelen bieden, zoals stageplekken. Dat is een sterke kant van ons: de verwevenheid met het bedrijfsleven. We hebben met de TU en InHolland afgesproken dat we de campus ook echt als een techniekcampus willen neerzetten. Daar geloof ik erg in.”
DELTA. 34 25-11-2010
10
lifestyle
Niet klappen maar vouwen
Douwe Jacobs: "Als je het een paar keer hebt gedaan, is het absoluut niet lastig."
Sport
Van een tekenmap in een handomdraai een echte, stevige stoel vouwen. De fluxchair, een uitvinding van industrieel ontwerper ir. Douwe Jacobs, komt volgende maand in vijftien landen op de markt. xRobert Visscher
Dat is nou het leuke van sport: om welk niveau het ook gaat, uitslagen staan nooit van tevoren vast. Dat ondervonden ook de twee Delftse herenhockeyploegen die uitkomen in de tweede klasse B. Rodelantaarndrager Dopie maakte de eigen voorspelling om gaandeweg het seizoen betere resultaten te halen afgelopen zondag meer dan waar. In Capelle werd de club van die naam met 4-1 geklopt. Het was de eerste overwinning voor de Virgilianen in de nu tien wedstrijden oude competitie. Aan de kop was de 4-3 nederlaag van de corpsploeg van DSHC tegen middenmoter Waalwijk even zo verrassend te noemen. Overigens blijven beide Delftse studententeams na zondag staan op de plek waar ze stonden: respectievelijk laatste en eerste. Een plaats in de kelder is ook nog steeds het lot voor de voetballers van Taurus. De laag genoteerde vierdeklasser trof zondag in stadgenoot SEP uitgerekend de ploeg met de minste verliespunten in de afdeling. Niettemin bleken de TU-studenten in de eerste helft goed mee te kunnen komen. Een 2-0 achterstand werd op slag van rust gelijkgetrokken door twee fraaie afstandschoten van Thijs Overwijk en Paul van Erp. Een kwartier na de pauze kwam SEP door een buitenspeldoelpunt opnieuw op voorsprong. In de slotfase liep de score op naar 2-6. Volgens verdediger Lei Thewessen heeft de misère zo haar oorzaken. Vlak voor aanvang van het seizoen stapte de coach onverwacht op. Dat deed enkele weken later ook diens halsoverkop aangetrokken opvolger. Daarnaast heeft de selectie wekelijks te kampen met zes tot acht geblesseerden. “Zo kun je nooit in je vaste formatie trainen.” Toch speelt de ploeg niet slecht. “Bijna elke tegenstander komt na de wedstrijd naar ons toe om te vragen waarom we eigenlijk onderaan staan. Dat vragen wij ons dus ook af.” Dan gaat het de collega’s van Ariston’80 een stuk beter. Die togen zaterdag naar het universitair sportcentrum in Leiden. Daar wachtte het team van de twee jaar geleden opgerichte LVV Football Factory, ‘een sociaal-maatschappelijke voetbalclub die fair play, het sociale aspect, recreatie en prestatie hoog in het vaandel heeft staan.’ Sportief gezien doen de Leidenaren het, met 5 punten uit 10 wedstrijden, nog niet zo best. Ariston stond dan ook al na vijf minuten op een 2-0 voorsprong dankzij treffers van Ali Mousivand en Selmer Veninga. Dat werd overigens ook de eindstand. Voor de Delftse studenten was het de vierde zege op rij. Het team van coach Arjan van der Meijde is hierdoor opgeklommen naar de tweede plaats. De rugbysters van Thor verschaften zichzelf ook weer wat lucht. Na twee monsternederlagen krabbelde het vijftiental eerder al op middels een gelijkspel tegen The Wasps. Zondag hadden de dames moeite noch medelijden met de Utrechtse Rugby Club dat met 127-0 werd afgeslacht. (JT)
x Tips?
[email protected]
stephan
Taurus (gele shirts) kon het zondag niet bolwerken tegen SEP. Een 2-0 achterstand werd nog gelijk getrokken, maar vervolgens liepen de bezoekers uit naar 2-6. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Wie klein behuisd is, kent het probleem: soms komen er meer mensen langs dan je stoelen hebt. Dus halen veel mensen de vertrouwde klapstoeltjes tevoorschijn. Maar echt mooi zijn die vaak niet. Douwe Jacobs bedacht een oplossing: een trendy vouwstoel. In niets lijkt de fluxchair op het eerste gezicht op een stoel. Hij is beter te vergelijken met een grote tekenmap of een platte koffer. Weinig spraakmakend dus. Toch is dat alles wat nodig is om een designstoel te vouwen. Jacobs demonstreert vliegensvlug hoe de koffer een stoel wordt. Het is alsof je naar de transformatie van een lelijk eendje in een zwaan kijkt. De saaie koffer verandert binnen een halve minuut in een mooie, strakke stoel met een relaxed zitvlak en een rugleuning die wat weg heeft van de kroon van een vulpen. “Het vergt wat oefening, maar de kopers krijgen er een handleiding bij en er is een demonstratiefilmpje
op de site. Als je het een paar keer hebt gedaan, is het absoluut niet lastig”, zegt de industrieel ontwerper. De vouwstoel is verkrijgbaar in acht verschillende kleuren en er is ook een ophangsysteem te koop. De introductie van de stoel, gemaakt van weersbestendig polypropyleen, verloopt succesvol. Twaalfduizend zijn er al verkocht, nog voordat de stoel officieel op de markt is. “We maken daarom een eerste batch van vijftienduizend. De belangstelling is enorm, we hebben nu drie keer
Twaalfduizend zijn er al verkocht, nog voordat de stoel officieel op de markt is meer stoelen verkocht dan waar we in het meest positieve scenario van uit waren gegaan. Dat komt onder meer door de hulp van onze investeerders. Zij hebben een wereldwijd netwerk. Tom Schouten, waar ik het bedrijf mee run, en ik zijn beiden industrieel ontwerper en de investeerders vullen nu de zakelijke kant aan. Ik denk dat de stoel zo aantrekkelijk is omdat het simpel werkt en toch mooi is.” In vijftien landen moet de origamistoel furore maken. “We hebben net ook Japan binnengehaald, daar is men zeer enthousiast. In de grote steden zijn veel kleine woonruimtes en dan komt een vouwstoel natuurlijk goed van pas. Daarnaast zijn Japanners gek van vouwen. Ook vanuit Frankrijk en Italië is veel belangstelling. De mensen daar
houden van design.” Jacobs wil liever niet dat zijn uitvinding vergeleken wordt met vouwstoeltjes op de camping. “Uit onderzoeken met onze prototypes blijkt dat mensen de stoel zien als design. Dat blijkt ook uit de interesse. Vooral mensen die van designmeubelen houden, nemen contact met ons op. De stoel is ook als tuinmeubel geschikt. Studenten zijn niet onze specifieke doelgroep. Zij hebben weliswaar vaak weinig ruimte, maar ik denk dat zij eerder kiezen voor een goedkoop klapstoeltje dan onze duurdere vouwstoel.” Ook cateraars tonen interesse. “Op een beurs kwam onlangs een topchef naar me toe, die er direct tientallen wilde bestellen. Cateraars in het luxe segment komen liever bij een klant aan met onze stoelen dan de goedkoop uitziende klapstoeltjes.” Toch blijft het een vreemd idee om op een dik vel te gaan zitten. Dat is een horde, die mensen vaak wel moeten nemen voordat ze op de fluxchair plaats nemen. “Ze denken van te voren dat het een soort papier is en dat het niet zo lekker zal zitten of dat het doorbuigt. Maar dat is uiteraard niet zo. Veel mensen verbazen zich er uiteindelijk over hoe stevig de stoel is.”
x www.fluxchairs.com
DELTA. 34 25-11-2010
11
lifestyle
tekentafeltalenten
Vechten om de aandacht ‘Een dubbele ontlading’. Zo omschrijft IOpromovendus Jasper van Kuijk de hectische tijd waar hij nu in zit. Vrijdagavond staat hij in de halve finale van Cabaretfestival Cameretten. En half december promoveert hij. xSASKIA BONGER
Tamar Meijer: “Toen ik hoorde dat er een dialysecamper bestond, wist ik dat mijn ontwerp mogelijk was.” (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Spoelen op de stoep Nierpatiëntjes hebben dubbel pech. Niet alleen is een deel van hen veroordeeld tot een dialyseapparaat, gemiddeld 25 kinderen in Nederland moeten daar ook nog eens drie keer per week een heel eind voor rijden. Als het aan Tamar Meijer ligt, rijdt het dialyseapparaat voortaan naar hén. Puur toeval was het, dat Meijer (24) voor haar bachelor-eindproject bij IO aan de slag ging met een medische toepassing. “Ik werkte in opdracht van het bedrijf S+B. Dat maakt eigenlijk inrichtingen voor laboratoria en practicumlokalen, maar ze wilden eens een andere richting op – het liefst een medische.” Een eyeopener, vond Meijer. “Want ik bleek dat medische heel leuk te vinden.” Het was uiteindelijk haar docent die het idee voor een mobiel dialyseapparaat aanreikte. “Zij noemde de bussen waarin het bevolkingsonderzoek naar borstkanker wordt gedaan. Hé, dacht ik, zou er ruimte zijn om binnen dat mobiele medische aspect iets te ontwerpen?” Samen met haar zus, die geneeskunde studeert, sloeg Meijer vervolgens aan het brainstormen. Vanaf daar was het een kwestie van inkoppen. Na het nodige onderzoek, natuurlijk, want wat heb je eigenlijk allemaal nodig om te dialyseren en hoeveel patiënten zijn er? “Toen ik erachter kwam dat er een heuse dialysecamper bestaat, wist ik dat mijn ontwerpidee mogelijk was. De maker van die camper was bovendien een grote hulp; hij wist heel precies wat er allemaal nodig is voor een mobiel dialyseapparaat.” Aan het apparaat zelf heeft Meijer niets veranderd. “S+B ging het vooral om de inrichting van de bus, maar ik ben ook nog op zoek gegaan naar de bus zélf. Die moet natuurlijk van goede kwaliteit zijn.” Daarnaast richtte ze zich op een bijpassend educatief programma. “Zodat bijvoorbeeld de klas van een nierpatiënt kan komen kijken en ziet wat hun klasgenoot allemaal doormaakt.” Mobialyse, doopte ze haar bus. Maar waarom is hij eigenlijk alleen voor kinderen? Meijer: “Volwassen nierpatiënten kunnen naar dialysecentra door het hele land – en dat zijn er best Kinderen zijn aangewezen op ‘Klasgenootjes kunnen veel. één van de vier kinderziekenhuizen komen kijken wat een in Nederland. Daar werken gespenierpatiënt doormaakt’ cialiseerde verpleegkundigen en die zijn onmisbaar. Maar dat betekent wel dat veel van die kinderen drie keer per week een heel eind moeten rijden voor drie uur spoelen.” Een wonder dat de Mobialyse nog niet bestond, zou je dus zeggen. “Het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen, één van die vier kinderziekenhuizen, had er inderdaad ook al eens aan gedacht”, weet Meijer. “Alleen, er is geen geld voor.” Want behalve de bus, heb je er ook nog gespecialiseerd personeel bij nodig. En dat voor een relatief kleine groep van 25 patiënten in Nederland. Veel kinderen kunnen namelijk gewoon thuis dialyseren. Maar Meijer geeft niet op. “Mijn bus kan ook voor volwassenen gebruikt worden. En het blijft een vernuftig ontwerp, met bijvoorbeeld een draaibare voorstoel voor een zo efficiënt mogelijk gebruik.” Eerst maar eens specialiseren. Bij medisign natuurlijk, van de master design for interaction. Eindcijfer: 8. (JH)
Heel zenuwachtig zou hij kunnen zijn, of in ieder geval erg opgewonden. Maar Jasper van Kuijk klinkt heel rustig als hij over de halve finales van Cabaretfestival Cameretten vertelt. Ja, hij staat als cabaretier voor het grootste publiek ooit: achthonderd man. En ja, juist deze dagen legt hij de laatste hand aan zijn proefschrift. “Ik leef echt wel toe naar dat optreden, maar ik heb geen tijd om erover te malen.” Het enige minpuntje zou kunnen zijn dat hij wat weinig tijd heeft gehad om te oefenen, voegt de promovendus bij Industrieel Ontwerpen eraan toe. Het programma dat Van Kuijk vrijdag speelt heet ‘’t Kan nie op’. Het hoofdthema is in de woorden van de cabaretier ‘dingen maken die de moeite waard zijn’. “Eerst wilde ik het helemaal baseren op materiaal van televisie. Ik heb het uiteindelijk toch breder getrokken, maar er zit nog veel tv in.” Zoals het NOS Journaal dat volgens de cabaretier steeds dommer wordt. “Ze leuken het op met animaties, ook als die niets toevoegen. Zo hadden ze laatst een item over die militair Marco Kroon. Een verslaggever stond voor zijn café en in beeld verschenen puntsgewijs de aanklachten die tegen hem zijn ingediend. Waarom moet dat?” Het antwoord weet Van Kuijk wel: “Het journaal wil zich aanpassen aan de kijker, maar ik ben niet debiel. Neem dan de New York Times. De artikelen die daar in staan, krijg ik
Jasper van Kuijk: “Het journaal wil zich aanpassen aan de kijker, maar ik ben niet debiel.” (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
vaak niet uit. Dat is prima. Ik kies er zelf voor om niet verder te lezen, maar ik weet in ieder geval dat er meer is. Dat klinkt elitair, maar mijn programma is natuurlijk wel om te lachen. Ik maak er geen zwaar maatschappelijk betoog van.” Van Kuijk begon met cabaret toen
‘College geven is ook een soort theater, maar dan met slecht licht’ hij nog studeerde aan de TU Delft. Hij volgde in 1999 een cursus kleinkunst. Dat was het begin van de cabaretgroep Delfts Blok, die drie jaar getoerd heeft. Daarna kwamen de banen en de kinderen en viel de groep uiteen. Van Kuijk deed een jaar lang niets aan cabaret, maar toen ging het toch weer kriebelen. En dus besloot hij het in zijn eentje te proberen. De allereerste keer dat hij speelde, was in de Open Bak van Theater de Engelenbak in Amsterdam, een soort try-out podium. Daar kreeg hij kritiek waar hij mee verder kon. “Iemand zei: je moffelt je grappen weg. Je moet het wel laten merken wanneer er een grap komt.” Die
tip zal hem vrijdag goed van pas komen. Hij is de laatste van negen halve finalisten en hij staat geprogrammeerd achter Martijn Koning, een ervaren stand up-comedian van de Comedytrain. “Dit is een heel sterke lichting. Het zijn geen mensen die maar wat doen. Ik had liever gehad dat er zes ruk waren en drie goed en dat ik één van die drie was. Ik wil heel graag winnen, maar ga sowieso door met cabaret.” Daarnaast gaat Van Kuijk na zijn promotie verder als postdoc aan de TU. Hij promoveert op 13 december op zijn onderzoek naar hoe bedrijven het gebruiksgemak van consumentenelektronica als mp3-spelers of mobiele telefoons kunnen verbeteren. Vaak weten bedrijven volgens hem wel wat gebruikers handig en onhandig vinden, maar lukt het ze niet die informatie te verwerken in hun ontwerp. De combinatie drie dagen per week cabaret, drie dagen per week wetenschap bevalt Van Kuijk goed. “Zo word ik geen nachtdier dat van optreden naar optreden kruipt.” En beide beroepen vullen elkaar aan. “Ik heb kwalitatief onderzoek gedaan. Dan ben je analyserend bezig: wat wringt er, wat klopt er niet? Als cabaretier doe ik hetzelfde.” Andersom is er ook voordeel: “Laatst gaf ik een college aan eerstejaars studenten. Dan moet je vechten om de aandacht. Op zo’n moment komt mijn cabaretachtergrond van pas. College geven is ook een soort theater, alleen het licht is slecht.”
x
De halve finales van Cabaretfestival Cameretten vinden plaats op 24, 25 en 26 november en de finale op 27 november in het Oude Luxor Theater in Rotterdam. www.cameretten.nl en www. luxortheater.nl
time out
Pielen met een schroevendraaier O, die goeie ouwe tijd… Toen je alles nog illegaal opnam op cassettebandjes, in plaats van iTunes sponsorde voor een up-to-date muziekcollectie. Het Rotterdamse Worm brengt een ode aan de tape, komend weekend. Voor iedereen onder de – pakweg - 25 is het iets wat je vroeger bij je ouders zag liggen. De eerste aanwinst van je eigen muziekcollectie, hooguit. Het cassettebandje mag dan al decennia verdrongen zijn door de cd, vergeten is hij niet. Al is het maar vanwege de bitterzoete herinneringen aan het gepiel met een schroevendraaier in de nachtelijke uurtjes, omdat de tape weer eens was vastgelopen in je cassetterecorder. Alles om je illegale kopie te redden. Of het origineel natuurlijk, want heus: ze werden gewoon in de winkel verkocht. Geen flashbacks naar Madonna, Milli Vanilli of vroege Dire Straits bij Worm, vrijdagavond. Alternatief is het sleutelwoord in de concertzaal, dus kun je ook tij-
dens ‘Hissss… - a Cassette Docu Musical Revue’, alles behalve mainstream verwachten. Wél diepgang. ‘Tapegoeroe’ Frans de Waard en gasten vertellen aan de hand van zelf samengestelde tapefragmenten over de invloed van de cassette op verschillende subculturen. En er is muziek, natuurlijk. Van het Franse Tapetronic bijvoorbeeld, dat gemanipuleerde cassettes gebruikt om het geluid van draaitafels uit te dagen. Wouter van Veldhoven maakt nieuwe muziek met behulp van oude middelen: cassetterecorders, zelfgemaakte muziekmachines en een analoge computer. Ook leuk: neem je eigen tekst mee en laat er door de eighties-verslaafde Worm-crew een nummer van maken, opgenomen op cassette. Geen inspiratie? Geen zorgen: een blijvende herinnering koop je ook in de vorm van het ter plekke opgenomen én gedupliceerde concert van Zombies under Stress. O, alléén op cassette natuurlijk. (JH)
x
‘Hissss… - a Cassette Docu Musical Revue’, op vrijdag 26 november om 16.00 uur in Worm, Rotterdam. www.wormweb.nl
DELTA. 34 25-11-2010
12
reportage
Bibliotheek Grotere bibliotheken van hogescholen en universiteiten zijn druk doende om hun aanbod te digitaliseren. Zonder slag of stoot gaat dat niet, want de omslag kost veel geld en uitgevers zijn benauwd dat ze straks te weinig verdienen. xWammes Bos (HOP) Ooit was de wereld overzichtelijk. Het Oudgriekse woord voor boek was biblos, had je er een heleboel bij elkaar dan spraken we van een bibliotheek. En in de wereld van het hoger onderwijs bijgevolg van universiteits- of hogeschoolbibliotheken. Met boeken dus, en tijdschriften. Imposante collecties soms, zeker bij de oudere universiteiten. Maar toen kwam het computertijdperk met zijn digitale informatie en inmiddels zijn we zo ver dat een technische bibliotheek van de University of Texas in San Antonio claimt de eerste bookless library te zijn. Ter wereld of in de Verenigde Staten, dat moet maar even in het midden blijven. De vraag is vooral of we hier een nieuwe trend mogen begroeten. Boekloze, of beter: papierloze bibliotheken, waar alleen nog stu-
De bibliotheekbudgetten staan onder druk. (Foto’s: Hans Stakelbeek/FMAX)
dieplekken zijn, met computers of wifi voor de eigen laptop om op die manier de gewenste informatie digitaal op te kunnen halen. Gaan
we daar naartoe? Willen we daar naartoe? Eerst maar even enige relativering. Zelfs in San Antonio is het papier niet geheel verdwenen. Het materiaal is ergens opgeborgen maar zonodig nog altijd toegankelijk. Niettemin is de richting van de ontwikkelingen duidelijk, en die wordt ook in Nederland omarmd. De voordelen zijn immers glashelder: er is veel meer materiaal – tijdschriften, databanken, boeken – dat veel gemakkelijker te raadplegen is. In
Als je wilt bezuinigen is digitalisering niet per se de te bewandelen weg
Het e-boek is in opmars.
de bètawetenschappen is tachtig procent van de tijdschriften al digitaal beschikbaar, bij de humaniora ligt het op zestig procent. “Het wordt alleen maar meer”, zegt Maria Heijne, voorzitter van de UKB, het landelijke samenwerkingsverband van universiteitsbibliotheken plus de Koninklijke Bibliotheek. Haar collega in het hbo Sonja Nieuwenhuis, voorzitter van het Samenwerkingsverband Hogeschool Bibliotheken: “De grotere hogescholen zoals Utrecht, Amsterdam, de HAN, Inholland, Fontys, allemaal volgen ze een digitale koers en proberen ze de omslag te maken.” En die omslag betekent op
termijn: vervanging. Dat wil niet zeggen, zo vertelt ze er ogenblikkelijk bij, dat iederéén staat te juichen als de boeken en tijdschriften worden ingeruild voor digitale versies. Nieuwenhuis is manager mediavoorzieningen bij Fontys Hogescholen en heeft de steun van het centrale Fontysbestuur, “maar bij de pabo bijvoorbeeld hebben ze niets met dat digitale. En het zijn de instituutsdirecteuren die beslissen.”
Generatiekwestie Het is vooral een generatiekwestie, denkt Nieuwenhuis: zeker de oudere docenten hechten aan papier, veel meer dan de studenten, “en over een jaar of vijf gaat die generatie met pensioen.” In de tussentijd staan er nog steeds boeken in de ‘mediatheken’ van Fontys, sterker, ze worden nog steeds aangeschaft. En dat geldt voor het hele hoger onderwijs, ook bij de universiteiten. Zij het, zegt Heijne, die bibliothecaris van de Technische Universiteit Delft is, “dat ze bij de humaniora papier veel belangrijker vinden dan bij de bètawetenschappen. Dat geldt voor de tijdschriften en meer nog voor de boeken. Het e-boek is in opmars, maar bijvoorbeeld in Amsterdam of Leiden, met grote alfa- en gammafaculteiten, merk je daar minder van.” Toch is het met dat e-boek nog verre van koek en ei en dat heeft alles te maken met de politiek van de uitgevers van wetenschappelijk en
studiemateriaal. Om te beginnen is bijna alle digitale content Engelstalig, net als bij de tijdschriften trouwens, en dat levert dus beperkingen op voor disciplines waarin het Nederlands belangrijk is. In het hbo geldt dat nog sterker, daar is veel studiemateriaal sowieso Nederlandstalig.
Geen verdienmodel Maar het grootste probleem bij de uitgevers ligt op het financiële vlak. Want studieboeken die met honderden of duizenden tegelijk door studenten gekocht worden, tja, dat tikt lekker aan. Maar hoe moet het met de digitale variant? Hoe kun je daar iets aan verdienen? “Ze hebben er nog altijd geen goed verdienmodel voor ontwikkeld”, zegt Maria Heijne van de UKB. Henk van den Hoogen, hoofd onderwijsen onderzoeksondersteuning bij de UB in Maastricht beaamt dat: “Zeker bij de handboeken zie je dat de uitgevers bang zijn om ze digitaal beschikbaar te stellen. En als ze dan met e-boeken komen, beperken ze de toegang op alle mogelijke manieren, is mijn ervaring. Dan mag je het zoveel minuten inzien, of je kunt er maar met een of twee personen tegelijk in. Hier in Maastricht werken we met probleemgestuurd onderwijs waarbij de studenten in groepen werken, dat gaat dus niet. En op downloaden staan ook restricties, dan mag je per zoekactie maar een beperkt aantal pagina’s ophalen. Knap lastig allemaal.”
DELTA. 34 25-11-2010
13
reportage
zonder boeken De bibliotheken in het hoger onderwijs hebben het moeilijk met de uitgevers, zo veel is duidelijk. Want waar het overgrote deel van de wetenschappelijke periodieken tegenwoordig in elektronisch vorm op de markt verschijnt, wil dat in het geheel niet zeggen dat alles gemakkelijk, goedkoop en onbeperkt beschikbaar is. Zo worden de tijdschriften alleen in grote pakketten van duizenden titels ter beschikking gesteld. Het is dus kiezen of delen voor de bibliotheken. In de praktijk wordt daardoor veel aangekocht waar niet om gevraagd werd, en blijven de kleinere gespecialiseerde tijdschriften van kleinere uitgevers buiten beeld.
Duimschroeven Want de bibliotheekbudgetten staan, zeker nu weer, onder druk en de grote wetenschappelijke uitgevers draaien als volleerde monopolisten de duimschroeven regelmatig aan. Eenmaal per jaar, om precies te zijn, met gemiddelde prijsverhogingen van meer dan vijf procent. Dat leidt nu al enige jaren tot miljoenenverliezen bij de UB’s. Daarmee snijden de uitgevers voor een gedeelte in eigen vlees, want ze dwingen de academische gemeenschap wereldwijd in de richting van publicatie buiten de gevestigde tijdschriften om. Het gevecht voor een stelsel van open access wordt met grote steun van de bibliotheekwereld gevoerd en heeft ook wel enig succes. Maar veel onderzoekers publiceren hun artikelen uiteindelijk toch liever in een gerenommeerd tijdschrift dat in hun kringen groot aanzien geniet, met een hoge zogeheten impactfactor. Vandaar de pogingen om de uitgevers te bewegen zelf meer aan open access te doen. Heijne: “Wij willen een zo groot mogelijke toegankelijkheid, maar de licenties voorzien daar niet in. We onderhandelen er telkens weer over; dat zijn eindeloze gesprekken die steevast op niets uitlopen.” De tekorten op de bibliotheekbegrotingen laten het al zien: als je wilt bezuinigen is digitalisering niet per se de te bewandelen weg. Nieuwenhuis: “Voorlopig is het zeker niet goedkoper. Misschien als je echt alles vervangt, dan win je in ieder geval vierkante meters. Ik hoor nu trouwens van collega’s dat die ook op de digitalisering bezuinigen.” In het hbo moet men het sowieso al doen met een fractie van de universitaire bibliotheekbudgetten. Bij een grote hogeschool als Fontys, meldt Gerard Bierens, ‘ontwikkelaar’ van de digitale mediatheek daar, is voor digitalisering zo’n drie ton beschikbaar (‘en wij doen er veel aan’), voor de papieren collectie ongeveer hetzelfde. Bij de UB’s denkt zelfs de kleinste al in miljoenen. Maar de hogeschoolmediatheken hebben nog een ander substantieel nadeel ten opzichte van hun universitaire
zusters, vertelt Sonja Nieuwenhuis: “Bijna allemaal vallen ze onder de facilitaire diensten. Dat betekent dat ze mee moeten in de bezuinigingen daar. Alsof wij net zoiets als de catering zijn.”
iPad Handig in de omgang met commerciële partijen zijn ze kennelijk wel in het hbo. Zo heeft Fontys met Apple gesproken, met als resultaat het iFontys-project. Bierens: “Honderd studenten van tien opleidingen krijgen een iPad te leen; later kunnen ze die met korting kopen. Het is een experiment. Kunnen ze met zo’n apparaat studeren? Doen ze onderweg naar de hogeschool alvast wat studieopdrachten? En voor ons: hoe kunnen we het studiemateriaal in zo’n mobiele omgeving aanbieden, hoe zit het met de toegang tot databanken?” Blijft natuurlijk de grote vraag: wat gebeurt er als straks belangrijke computersystemen crashen?
Wat gebeurt er als straks belangrijke computersystemen crashen?
Studieboeken die met duizenden tegelijk door studenten gekocht worden, dat tikt lekker aan Waar is dan al dat gedigitaliseerde materiaal? En als boeken worden vervangen door elektronica, is er straks dan nergens meer een boek in te zien? Maria Heijne: “Voor tijdschriftjaargangen hebben we in UKB-verband afgesproken dat er bij een van de aangesloten bibliotheken altijd een papieren set bewaard wordt. Bij boeken ligt het ingewikkelder, daar moet je eigenlijk het voortbestaan van hele collecties garanderen. Of dat haalbaar is weet ik niet. En wat de digitale bestanden betreft, de Koninklijke Bibliotheek onderhoudt een e-depot met backups. Maar ook de grote uitgevers hebben over de hele wereld een stuk of zes van dergelijke depots gecreëerd. Dus als er een failliet gaat, blijft het materiaal behouden.”
Zeker de oudere docenten hechten aan papier en over een jaar of vijf gaat die generatie met pensioen.
TU-bibliothecaris Maria Heijne: “Wij blijven onderhandelen over een zo groot mogelijke toegankelijkheid van publicaties, maar dat zijn eindeloze gesprekken die steevast op niets uitlopen.”
DELTA. 34 25-11-2010
14
service
Aankondigingen Studenten Tegemoetkoming Woonlasten Kamerhuurders Huur jij in Delft een kamer in een studentenhuis? Grote kans dat jij recht hebt op een tegemoetkoming van de gemeente. Zie www.gemeentedelft.info/ twk voor meer informatie en vraag direct aan. Aanvragen kan alleen van 1 oktober t/m 31 december. IRP Delft 2011 IRP Delft gaat dit jaar naar Azie! Heb jij interesse om komend jaar jouw technische kennis commercieel toe te passen en met een gemotiveerde en professionele groep op pad te gaan. Schrijf je dan in voor IRP Delft voor 29 november. De selectie van deelnemer zal afhangen van studieresultaten, nevenactiviteiten en een solicitatiegesprek. Stuur daarom je CV, motivatiebrief en TU-cijferlijst naar
[email protected] voor 29 november. Student and Career Support Bij Student and Career Support kun je terecht voor een bezoek aan een studentendecaan, een studentenpsycholoog, het Career Centre met studiekeuzeadviseurs en loopbaanadviseurs, en het Informatiecentrum. Voor de studentenpsychologen
geldt dat het eerste contact loopt via het Open Spreekuur iedere dag van 11.30-12.30 uur. De studentendecanen en de loopbaanadviseurs houden een inloopspreekuur op dinsdag van 11.30-12.30 uur en de studiekeuzeadviseur op donderdag van 11.30-12.30 uur. Het Informatiecentrum (begane grond) is geopend van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over WO- en HBO-opleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, enz. Bij de balie, telefonisch of via de email kun je een afspraak maken met een van de medewerkers. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (ingang Mekelweg); tel. 0152788004. e-mail:
[email protected] website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl Online huurprijs check Is jouw huurprijs redelijk? Check www.huurcommissie. nl voor meer informatie en om helderheid te krijgen over huren en geschillen tussen huurder en verhuurder. WorkNtravel WorkNtravel is een jong bureau dat bemiddelt tussen vrijwilligers/stagiair(e)s en bedrijven. WorkNtravel is op zoek naar Nederlandse stagiair(e)s die stage willen lopen in Suriname.
Announcements Meer informatie via info@ bluefrogtravel.net. International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via
[email protected] of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken. Studium Generale Het bureau Studium Generale, Jaffalaan 5, is van maandag t/m vrijdag geopend van 9.00–17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via www.sg.tudelft.nl of telefonisch een afspraak maken via 015-2783258.
Students Rock’n Delft Rock’n Delft is proud to announce the First Rock’n’Roll dancing course at the TUDelft. This is for free and for everybody! The first two dates of the course are: Friday Nov. 26 6-8 pm and Friday Dec. 3 6-8 pm. Location: 3mE Faculty Room. For more info join the Facebook group: Rock’n Delft, send an email to rockndelft http:// rockndelft.blogspot.com. And you are also invited to the Rock’n’Roll dancing evenings in the bar: De Ruif, the first will be on Nov. 25 at 10pm.
Subsidy Living Expenses Room Tenants Are you renting a room in a student house in Delft? Chances are you are entitled to a council subsidy. Go to www.gemeentedelft.info/twk for more information and apply immediately. You can only apply between October 1st and December 31st. International Student Chaplaincy Looking for a home away from home, trying to make new friends, interested in intercultural and interfaith activities, needing some inner peace, searching for more than aca-
demic challenges? Check the website of the International Student Chaplaincy, www.iscnetherlands.nl, to learn about their wide range offer. Student and Career Support The student psychologists and the central student and careers councilors are located at Jaffalaan 9A. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 0152788004. For an initial appointment with one of the student psychologists you should first come to one of the open office
hours: Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. The open office hours of the Student and Career counselors are on Tuesdays from 11.30-12.30 o’clock. More information on www.studentandcareersupport.nl. International Office The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email: internationaloffice 015-2788012.
ver vooruit in duurzame technologie
x Delta inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek 'Aankondigingen' in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail:
[email protected]. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
DEBAT Elsevier Technologiedebat: Zijn we klaar voor de chaos? Kom ook en praat mee!
HOE win ENERGIE `7.500,EFFICIENT BEN JIJ? Draag met je scriptie bij aan een duurzame wereld! Ben jij masterstudent aan de TU Delft en
De telefoon werkt niet, de pc evenmin, er komt geen stroom meer uit het stopcontact, de trein rijdt niet, bruggen storten in. De huidige samenleving wordt steeds afhankelijker van moderne technieken en dus steeds kwetsbaarder. Houdt de overheid daar genoeg rekening mee? En zijn wij, de burgers, goed voorbereid op een ramp? Op het Elsevier Technologie Debat, georganiseerd met de TU Delft en Universiteit Leiden - Campus Den Haag staan deze vragen centraal. De Delftse hoogleraar Ben Ale geeft zijn mening, in het panel zitten specialisten en u mag meepraten!
heb jij een innovatief idee op het gebied van energy efficiency en duurzaamheid? Cofely geeft 1 x € 7.500,- en 2 x € 2.500,weg aan masterstudenten met de meest innovatieve oplossingen. Stuur vóór 18 december 2010 jouw project, afstudeer- of onderzoeksverslag in en maak kans! Kijk voor meer informatie op www.hoe-energie-efficient-ben-jij.nl
Gespreksleider is Simon Rozendaal, wetenschapsredacteur van Elsevier en alumnus TU Delft. Schrijf u gratis in, geniet van het adembenemende uitzicht en debatteer mee. Verder: leuke mensen, gekke ideeën - jonge Delftse studenten presenteren verrassende oplossingen. Datum: maandag 29 november 2010 Plaats: Let op! Nieuwe locatie: Campus Den Haag, Koningin Julianaplein 10, Den Haag, gebouw Stichthage (boven NS station), 13de etage Aanvang: 16.30 tot 17:45 uur Toegang: Gratis, meld u aan via e-mailadres
[email protected]
www.hoe-energie-efficient-ben-jij.nl
COLLECTANTEN GEVRAAGD! 6 T|M 12 FEBRUARI 2011 www.amnesty.nl/collecte of bel (020) 626 44 36
CampusDenHaag.nl
AMNESTY
INTERNATIONAL
DELTA. 34 25-11-2010
15
Opinie/recensies
Bewijzen in prachtige plaatjes ‘De elementen van Euclides’ is al meer dan 2300 jaar een wiskundig standaardwerk. In 1847 vertaalde Oliver Byrne de klassieke bewijzen in plaatjes. Hij werd nauwelijks serieus genomen tot ontwerpers een eeuw later zijn werk roemden. Tijd dus voor een heruitgave. xIonica Smeets Al eeuwen komt een groot deel van wat we op school leren over drie-
hoeken, lijnen en cirkels uit ‘De elementen’. Bijvoorbeeld het hiernaast geïllustreerde feit dat tegenoverliggende hoeken gelijk aan elkaar zijn. Wiskundige, schrijver en ingenieur Oliver Byrne besloot rond 1847 om de werken van Euclides te vertalen in kleurrijke plaatjes. Hij hoopte zo de bewijzen te vereenvoudigen voor de gemiddelde lezer. In zijn inleiding schreef hij dat als de illustraties de studietijd niet verkortten, ze die dan tenminste aangenamer zou maken. Byrne schreef een hele reeks boeken over wiskunde en techniek. Hij zocht steeds nieuwe didactische methoden om ingewikkelde dingen helder uit te leggen. Wiskundigen namen Byrne echter niet serieus. De invloedrijke Augustus De Morgen noemde hem een middelmatige wiskundige en Byrne werd algemeen gezien als een excentrieke-
ling. Het is ook niet helemaal duidelijk hoe succesvol Byrnes boeken in zijn tijd waren. De laatste decennia werden Byrnes versie van ‘De elementen’ herontdekt door grafisch ontwerpers. Zij roemden de heldere lijnen en het kleurgebruik. Byrne werd gezien als een voorloper van
Originele uitgaven waren ineens vele duizenden euro’s waard Mondriaan en De Stijl. Originele uitgaven waren ineens vele duizenden euro’s waard. Daarom is het mooi dat Taschen nu een betaalbare heruitgave uitbrengt. Het boek is prachtig verzorgd, de elementaire
kleuren komen goed tot hun recht op mooi, dik papier. In een apart bijgevoegd boekje schrijft historicus en wiskundige Werner Oechslin (in Frans, Engels en Duits) over de achtergronden bij het werk. Zijn essay is nogal academisch en vertelt helaas weinig over Byrne zelf. De bewijzen van Byrne zijn niet allemaal helder en gemakkelijk te lezen. In zekere zin is hij dus niet geslaagd in zijn oorspronkelijke bedoeling. Maar zijn platen zijn zo mooi, dat zelfs de strengste wiskundige zal vallen voor de esthetiek ervan. Om over ontwerpers nog maar te zwijgen.
x
Oliver Byrne, Six Books Of Euclid, Werner Oechslin en Oliver Byrne, 464 pagina’s, Taschen, € 46,99
Stadsleven na de olie Hoe zien steden er straks uit als de olie op is? Met die vraag ging het Duitse tijdschrift Arch+ langs stedenbouwkundigen, filosofen, architecten en scheikundigen. xRobert Visscher Aan de kust van Abu Dhabi verrijst vanuit het niets Masdar City. Het moet de eerste CO2-neutrale stad op aarde worden. Eenvoudig is het niet om dat te realiseren. Overdag stijgt het kwik tot boven de veertig graden en ’s nachts is het er met dertig graden nog snikheet. De zon is de vijand want hoe kun je voorkomen dat de airco de hele dag bromt? Maar de zon is ook de grootste vriend: dankzij zonnepanelen wordt veel ‘gratis’ energie gewonnen. Masdar City is het ultieme voorbeeld van een post oil city. De stad is zo ontworpen is dat de warmte er zo min mogelijk binnenkomt. Zo houdt een ‘windturm’ overdag de warme wind van 45 graden tegen. ’s Avonds wordt de relatief koelere wind van 30 graden juist doorgelaten. Een natuurlijke airco. Ook het nieuwe verkeerssysteem springt in het oog. Benzineslurpende auto’s worden geweerd. Die moeten worden achtergelaten in parkeergarages aan de rand van de stad. Men stapt daar over op een volautomatische elektro-auto, die met behulp van elektromagnetische oriënteringspunten zijn weg vindt door de stad. Nieuw is een dergelijk systeem niet. In Arch+ worden paralellen
getrokken tussen dit futuristische systeem en vergelijkbare personal rapid transit systems uit het verleden. De meeste daarvan werden bedacht in de jaren zeventig tijdens de oliecrisis om aan te tonen dat er een alternatief was voor rijden op zwart goud. Aramis is daar een voorbeeld van, een kabinetransportsysteem voor Parijs. Het kwam er uiteindelijk niet van, de techniek was destijds nog niet zo ver. Een vergelijking met coöperatief rijden dient zich ook aan. De TU Eindhoven is onder meer met de ontwikkeling daarvan bezig. Ook een project van Winy Maas van MVRDV wordt vermeld in Arch+. Met studenten van de Universiteit van Wisconsin bedenkt hij vliegende auto’s. Arch+ laat zo zien dat onze toekomstplannen niet nieuw zijn. Vol-
Arch+ laat zien dat onze toekomstplannen niet nieuw zijn gens het blad kan veel geleerd worden van de Braziliaanse stad Curitiba. Deze stad werd vanaf midden jaren zestig overspoeld met nieuwe inwoners. Daar werd de stedenbouw inventief op aangepast. Curitiba koos voor een uitgebreid bovengronds openbaar vervoersysteem, een voetgangerzone en veel nieuwe parken. 85 Procent van de inwoners maakt gebruik van het openbaar vervoer en per inwoner is er maar liefst 51 vierkante meter groen. De stad kreeg ook een opmerkelijk systeem voor de inzameling van afval. De bewoners van de achterstandswijken, de favelas, krijgen in ruil voor hun voorgesorteerd afval levensmiddelen en schoolspullen.
Byrne’s kleurrijke bewijs van Proposotie I.15 uit De elementen van Euclides: Als twee rechte lijnen elkaar snijden, dan zijn de overstaande hoeken daarbij gelijk aan elkaar.
apps
Apps voor ingenieurs
Het zijn goede voorbeelden van wat tot een post oil city kan leiden. Helaas mist het blad samenhang. Wat overblijft zijn enkele goede voorbeelden, prachtige infographics en mooie foto’s van een fascinerend onderwerp dat meer onderzoek verdient.
Wolfram Alpha
My Measures & Dimensions
Natuurlijk kun je een losse wetenschappelijke rekenmachine kopen, programma’s met allerlei formules en een handig omrekenhulpje. Maar waarom zou je als Wolfram Alpha het allemaal kan? Het programma doet dubbele integralen in een handomdraai en berekent net zo makkelijk de maximale kracht die een veer kan hebben of de kans op een full-house bij poker. De mogelijkheden lijken eindeloos: van het complete periodieke systeem tot het aantal calorieën in een Mars, Wolfram geeft razendsnel de juiste gegevens. Klein minpunt: de app haalt de gegevens van internet, dus zonder verbinding kun je niets.
Met deze app zet je snel en gemakkelijk afmetingen in een foto. Handig bij klusprojecten en om de precieze maten van een kastje door te geven aan een huisgenoot bij Ikea. Je kunt met je iPhone een foto nemen, met twee vingers een pijl tekenen en even klikken om de juiste maat in te vullen. My Measures and Dimensions werkt heel handig en heeft precies de juiste opties (om bijvoorbeeld hoeken aan te geven of kleuren en eenheden te veranderen). Het is vooral geschikt voor mensen die niet superhandig zijn met Illustrator, maar toch af en toe wat maten willen doorgeven. (IS)
x Arch+, Post Oil City die Stadt nach dem öl, Zeitschrift für Architektur und Städtebau, Januar 2010, 19 euro.
x
Smaakt dit naar meer? De besproken boeken zijn te vinden op de leestafel in de bibliotheek.
Leuk ***** Handig ***** Bediening ***** Prijs € 1,59 Platform iPhone, iPad
Leuk ***** Handig ***** Bediening ***** Prijs € 3,99 (en gratis lite-versie) Platform iPhone, iPad, iPod touch
DELTA. 34 25-11-2010
16
service
Agenda Donderdag 25 november Kivi Niria Students Delft 19.00-21.00 uur – Workshop snellezen. In deze workshop komen de beginselen van Speed Reading aan orde. Universiteitsbibliotheek TU Delft. Aanmelden kan via www.kns-delft.nl.
the chaplains Reverend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information on www.iscnetherlands.nl.
Maandag 29 november
OJV De Koornbeurs 21.00 uur – Vanavond vindt het ‘Dirty Disney & Foxy Fairytales’ feest plaats in de kelder. Toegang is gratis.
Studium Generale • 20.15 uur - ‘De grootste constructie van Nederland: De autosnelweg’ door René Walhout. De grootste constructie in ons land is het autosnelwegennetwerk. In deze lezing in de serie netwerken, zal aandacht worden
geschonken aan het ontstaan van het Nederlandse snelwegennetwerk. Diverse aspecten zullen aan de orde komen in historisch perspectief.
Het Prinsenhof, ingang Oude Delft 183B, Delft - toegang gratis.
Vrijdag 26 november
Dinsdag 30 november
Wetenschapsagenda • 10.00 uur – Divergence in European Welfare and Housing Systems. Promotie van drs. J.S.C.M. Hoekstra. Promotoren: prof.dr. P.J. Boelhouwer en prof.dr.ir. H. Priemus. • 12.30 uur - De particuliere bouwmarkt in de Nederlanden en de opkomst van de architect (1380-1530). Promotie van M. Hurx, MA. Promotoren: prof. ir. L. van Duin en prof.dr. K.A. Ottenheym.
Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Photoconductivity of Quantum Dot Films Towards Third-Generation Solar Cells. Promotie van E.C.V. Talgorn. Promotor: prof.dr. L.D.A. Siebbeles. • 12.30 uur – New to Improve The Mutual Influence between new products and Societal Change Processes. Promotie van ir. J.P. Joore. Promotor: prof.dr.ir. J.C. Brezet. • 15.00 uur - Study of Cold Cracking During DC-casting of High Strength Aluminum Alloys. Promotie van M. Lalpoor, MSc. Promotor: prof.ir. L. Katgerman.
Studium Generale 20.15 uur – ‘Kritisch Denken deel 3: Pseudowetenschap’ door Johan Braeckman. De laatste lezing over het ontwikkelen van heldere ideeën en argumenten. Prinsenhof, Oude Delft 183B – toegang gratis.
Kivi Niria Vandaag organiseert Kivi Niria op haar kantoor te Den Haag een debat over hoe we in Nederland het innovatiebeleid beter kunnen inrichten en een stap voorwaarts kunnen maken. De dagvoorzitter is Marco Waas (Decaan faculteit 3mE, TU Delft). Meer informatie en aanmelden via www.kiviniria.nl of www.kns-delft.nl.
Zondag 28 november International Student Church 11.30 hrs - Students of all denominations are invited to our ecumenical
service every Sunday at Raamstraat 78, followed by tea/ coffee. The services are led by
Etnografische Vereniging Delft 20.15 uur – Lezing ‘Filmschetsen van de Indisch/Indonesische cultuur en samenleving’ door Frits van Santen. Museum Nusantara, Sint Agathaplein 4, Delft. Toegang bedraagt 5 euro, voor studenten 2,50 euro. www. verreculturendelft.nl
Woensdag 1 december Wetenschapsagenda • 10.00 uur - Designing Robust Road Networks A general design method applied to the
Minimaatjes AC-HOP de vakbond voor Universiteitspersoneel. Voor informatie kijk dan op www. AC-HOP.nl. Yoga geeft je rust, leert je ontspannen en je eigen grenzen zoeken in een fraai zaaltje in gebouw Delftstede, Phoenixstraat 66. Informatie: www. johanmolenbroek.nl/yoga, 0152783086 of j.f.m.molenbroek@ tudelft.nl.
Spelregels minimaatjes. Minimaatjes zijn niet toegankelijk voor het bedrijfsleven. Voor commerciële aanbiedingen en advertenties: H&J Uitgevers (adres in colofon). Minimaatjes zijn maximaal 200 tekens lang. Inleveren vóór vrijdag 14.00 uur via e-mailadres delta@ tudelft.nl.
Netherlands. Promotie van drs. M. Snelder. Promotoren: prof.dr. H.J. van Zuijlen en prof. ir. L.H. Immers. • 12.30 uur - Design Interference Detection for Multi-disciplinary Product Development. Promotie van V. D’Amelio, laurea ingegneria. Promotor: prof.dr. T. Tomiyama. Composing Urban Space Symposium 16.00-19.30 uur – Tijdens dit symposium, dat gehouden wordt in de Oostserre van BKCity, wordt de relatie tussen de compositie van stedelijke ruimte en haar gebruik inzichtelijk gemaakt. Reserveren is verplicht voor externen via www. stylos.nl. Werknemers en studenten van de faculteit Bouwkunde hoeven dit niet. Studium Generale 20.15 uur -
‘CERN: Supersnelle deeltjes’ door Lucie de Nooij. De nieuwe versneller zal ons in staat stellen de huidige basis van de deeltjes natuurkunde te bewijzen of te ontkrachten. De technische kennis bij CERN en de geslaagde samenwerking van veertig landen zijn uniek in de wereld. Tijdens deze lezing kunnen we spreken over het nut van de versneller, mijn drijfveren voor de wetenschap en over de basistheorieën van de deeltjes natuurkunde.
DOK, Vesteplein 100, Delft - toegang gratis.
Donderdag 2 december
Kim, MSc. Promotor: prof.dr. G.P. van Wee. Studium Generale 17.00–19.00 uur -
‘Studeren in het buitenland. Omdat het (niet?) kan’. Debat met o.a. drs. Paul Rullmann, Vice-President van de TU Delft, en ORAS, VSSD, en AEGEE. Foyer van de Aula TU Delft Mekelweg 5, Delft. Gratis borrel en uitsluitend voor studenten.
Februari 2011 Consultition Zit jij in de laatste fase van je studie en heb je interesse in strategy consultancy? Meld je voor 15 december aan op www. consultition.nl en maak kans op een ballonvaart. Studenten uit alle studierichtingen zijn van harte welkom. De bedrijven zullen op basis van CV en cijferlijsten vijftig studenten selecteren die zullen worden uitgenodigd voor een interview. Aan de hand van dit interview zullen de twintig meest enthousiaste, gemotiveerde en geschikte studenten worden geselecteerd voor deelname aan dit prestigieuze project.
x Delta Inleveren kopij
Wetenschapsagenda Bijdragen van faculteiten, • 10.00 uur - Pilot projects in diensten en overigen voor water management Practicing de rubriek 'Agenda' in Delta ontvangt de redactie change and changing practice. graag per e-mail: delta@ Promotie van H.S.I. Vreugdentudelft.nl. Bijdragen diehil. Promotor: prof.dr.ir. W.A.H. nen zo beknopt mogelijk te Thissen. zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in • 12.30 uur - Sensory domite korten. Aanleveren vóór nance in product experience. vrijdag 14.00 uur. Promotie van A.B. Fenko. Promotor: prof.dr. P.P.M. Hekkert. Alle promoties, intree- en afscheidsredes genoemd • 15.00 uur - Intermodal Freight in deze agenda vinden, Transport on the right track? tenzij anders vermeld, Environmental and Econoplaats in de Aula van de TU, mic Performances and their Mekelweg 5, Delft. H&J Uitgevers_2x70_zw-w 14-05-2004 14:02 Trade-off. Promotie van N.S.
Pagina 1
Voor advertenties bel met:
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJsel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E
[email protected]
Neem contact op met Hennie de Ruyter of met Mireille van Ginkel voor nadere informatie
www.delta.tudelft.nl
DELTA. 34 25-11-2010
17
loopbaan
Bemiddelaar tussen ruziemakers Joris Heerkens begeleidt ondernemingen en aandeelhouders bij fusies en overnames. De elektrotechnicus werkt zich door vuistdikke dossiers, analyseert de markt, brengt partijen bij elkaar en bezweert ruzies tussen aandeelhouders met zijn bedrijf PhiDelphi.
pelijke relevantie werd me meteen duidelijk. Ik wilde werken op het snijvlak van techniek, strategie, bedrijfskunde en marketing.” Als eerste ging hij aan de slag bij Océ. Ook daar werd meteen zijn bredere belangstelling duidelijk. “Bij Océ zaten slimme ingenieurs die knappe dingen deden, maar ik wilde liever niet alleen maar met techniek bezig zijn. Ik maakte liever de vertaalslag tussen de slimme ingenieurs en marketing. Want je kunt nog zulke mooie dingen maken, ze moeten ook worden afgenomen.”
Haaien
xMartine Zeijlstra In de bosrijke omgeving rond Villa Hestia in Hilversum fluiten vogels in de ruisende bomen naast het statige pand. Maar hoe rustig de omgeving ook is, binnen bezweert Joris Heerkens geregeld gecompliceerde ruzies. Als begeleider van fusies en overnames voor zijn bedrijf PhiDelphi komt Heerkens soms in aanraking met aandeelhouders die elkaar niet kunnen luchten of zien. “Vijf jaar geleden wilden twee oprichters hun bedrijf graag verkopen, maar zij hadden knallende ruzie. Projectbesprekingen kon ik nooit tegelijkertijd met hen voeren, omdat ze elkaar fysiek niet meer wilden tegenkomen”, zegt Heerkens. “Ik sprak ze dus altijd na elkaar en als ik ze moest bellen, maakte ik zorgvuldig aantekeningen, zodat ze mij niet tegen elkaar konden uitspelen. Ik mocht geen enkele voorkeur laten blijken, wilde ik het project laten slagen. Ik moest precies tussen hen in blijven staan. Als die ruzie zou exploderen, raakte het bedrijf helemaal de controle kwijt. Het was mijn taak om het juist onder de meest gunstige voorwaarden te verkopen.” Dat was best lastig, maar Heerkens wist de ruzie lang genoeg te bezweren om de verkoop door te laten gaan. “Ik probeerde er tijdens gesprekken achter te komen waarom zij zich zo tegenover elkaar gedroegen. Ik wilde weten waar de risico’s zaten. Zo dachten zij allebei dat ze een grotere bijdrage aan het bedrijf hadden geleverd dan de ander, terwijl ze waarschijnlijk nooit zo groot hadden kunnen worden zonder elkaar. Ik hoefde hun problemen niet op te lossen, maar moest wel rekening houden met die gevoeligheden. En ik moest ervoor zorgen dat de koper niet achter die ruzies kwam.”
Feestmoment De opluchting was groot toen hij bij de notaris zat voor de laatste handtekening onder het verkoopcontract. Maar een feestmoment was het niet. “Ik had twee volmachten, omdat zij elkaar ook daar niet wilden zien. Ze konden het niet vieren, terwijl ze toch allebei niet meer hoefden te werken na de verkoop. Het was een mooi bedrijf, dat was het wrange eraan. Maar ik was allang blij dat ze elkaar niet in de haren waren gevlogen en dat het me gelukt was om de verkoop zo gunstig mogelijk voor allebei te regelen.” Het voorbeeld van de ruziënde aandeelhouders is extreem in de praktijk van PhiDelphi. Heerkens begeleidde ook veel andere bedrijven bij fusies en verkoop, zoals Achmea, Panasonic en Van Hessen - een bedrijf dat varkens en schapen-
darmen naar China brengt, waar ze worden schoongemaakt en klaargemaakt voor de worstenindustrie. Heerkens begeleidde de overdracht van de aandelen naar het management en een investeringsmaatschappij. “Van Hessen is het grootste bedrijf ter wereld in varkens en schapendarmen. Het is een gek vak, maar er gaan wel honderden miljoenen euro’s in om.”
‘Iedere keer als je een bedrijf kleiner maakt, gooi je energie en vertrouwen overboord’ Heerkens komt kortom met veel verschillende bedrijven in aanraking. Maar zijn werkwijze verschilt niet. “Ik moet een klik hebben met de mensen voor wie ik werk. Spanning en emoties kunnen een grote rol spelen bij fusies en verkoop. Ik zit mensen graag dicht op de huid om er zo achter te komen hoe ze in het spel zitten en waarom. Anders kan ik ze niet goed helpen. Onze ontmoetingen zijn daarom intensief. We moeten elkaar vertrouwen. Al die verschillende aspecten maken dit vak zo leuk.”
Soldeerboutridder Naam: Joris Heerkens (50) Woonplaats: Hilversum Verliefd/verloofd/getrouwd: getrouwd Studie: Elektrotechniek Afstudeerjaar: 1985 Afstudeerrichting: Schakeltechniek Loopbaan: Van 1985 tot en met 1988 werkte Joris Heerkens bij Océ van der Grinten. Daarna volgde hij een jaar een mba-opleiding op Insead in Fontainebleau. Van 1989 tot en met 1992 werkte hij bij IMCG BV. Daarna maakte hij een jaar een wereldreis. In 1994 werd hij directeur van Anchor Datacomm en vanaf 1998 was hij freelance consultant. In 2001 richtte hij samen met een partner PhiDelphi Corporate Finance op. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Corporate finance is misschien op het eerste gezicht een uitzonderlijk vak voor een elektrotechnicus. Toch is het voor Heerkens niet meer dan logisch. “Toen ik ging studeren was de keuze snel gemaakt. Ik was goed in de bètavakken. Op de lagere school sloopte ik al een buizenradio uit elkaar om te zien hoe alles werkte. Ik voelde een enorme triomf toen ik de magneet uit de luidspreker haalde.” Toch was hij geen ‘soldeerboutridder’ op de faculteit elektrotechniek, zegt hij. “Want zij hielden meer van knutselen en ik was vooral gefascineerd door de theorie.” Wel voelde hij weinig verwantschap met de ‘nerds’ op de faculteit. “Die term kenden we destijds nog niet, maar dat waren ze wel degelijk. Met maatschappelijke zaken waren ze minder bezig, terwijl ik zelf ook veel interesse had in organisaties en economie. Mijn studiegenoten waren vooral geobsedeerd door hun eigen vakgebied.” Heerkens deelde die obsessie niet en koos er daarom voor om zijn afstuderen fulltime bij Philips te doen. “Dat was uitzonderlijk, want dat deed niemand in die tijd. Ik vond het geweldig om te zien hoe dynamisch een bedrijf kon zijn. De maatschap-
Na een aantal jaren werkervaring wilde Heerkens meer weten over de dynamiek in grote bedrijven. Maar alleen aan zijn werkervaring bij Océ en zijn studie-ervaring bij elektrotechniek had hij niet genoeg. Hij volgde een jaar lang een mba-opleiding bij het internationaal gerenommeerde Insead in Fontainebleau. Vierduizend studenten meldden zich aan voor tweehonderd studieplekken. Met zeventig man volgde hij colleges over bedrijfskunde, gedrag, case analyses en kreeg hij les van topprofessoren. “Daar zat ik in een collegezaal met zeventig haaien die niets liever deden dan de professoren en de andere studenten op de proef te stellen. Het was er zo anders dan in Delft. Studenten kwamen van allerlei studierichtingen, achtergronden, werkervaring en culturen. Vanaf dag één was er een enorme competitie om de beste cijfers tussen alle studenten. Iedereen werkte keihard en leefde intensief. Er zaten zoveel onwaarschijnlijk slimme mensen. Ik scoorde gemiddeld, maar het was een waanzinnige tijd. Ik heb daar veel geleerd.” Bij elektrotechniek leerde hij complexe modellen berekenen en hoe je in een brij van informatie op een analytische wijze de kern vindt. Samen met zijn nieuw geleerde mba-vaardigheden begon hij zijn nieuwe baan bij een adviesbureau. “Het was geweldig om alles wat ik had geleerd nu eindelijk in de praktijk te brengen.” Heerkens kreeg pittige opdrachten. Zo moest hij erachter komen waarom een bedrijf tijdens shutdowns in chemische fabrieken het niet voor elkaar kreeg om het onderhoud binnen acht weken gedaan te krijgen. “Ik kwam erachter dat de vaklieden die je nodig had tijdens shutdowns schaars waren omdat veel bedrijven op precies hetzelfde moment hun fabrieken voor onderhoud moeten sluiten. Iedereen trekt dan in die weken aan dezelfde mensen voor het onderhoud. En wie minder betaalt, krijgt slechter personeel. Bovendien werden die onderhoudsprojecten ingericht op de basisscope, zonder het meerwerk mee te rekenen. Terwijl ze door jarenlange ervaring heus wel wisten hoeveel meerwerk elk onderhoudsproject nodig had. Ik heb dat verhaal goed geconstrueerd, met cijfers en analyses. Dat was nodig, want de verantwoordelijke manager was moeilijk te overtuigen en zonder een goed onderbouwd verhaal was dat nooit gelukt. Daarna hebben ze de werkwijze omgegooid.”
Rollercoaster Heerkens werkte die periode zo hard, dat vakanties erbij inschoten en hij altijd overwerkte. Na een tijdje had hij er genoeg van en ging een jaar op reis. Daarna werd hij freelancer en kreeg hij de reorganisatie van een noodlijdend hightech bedrijf voor zijn kiezen. “Dat was een rollercoasterperiode. Het bedrijf stond er heel slecht voor. Er werkten honderd man, en dat werd in een paar jaar teruggebracht naar 25. Door al die reorganisaties werd het weer winstgevend, maar op langere termijn bleef het perspectiefloos. Tegen Azië viel niet op te concurreren. Maar ik vond het vooral op persoonlijk vlak lastig. Ik ben geen verandermanager. Iedere keer als je een bedrijf kleiner maakt, gooi je energie en vertrouwen overboord. Het personeel wordt er angstig en mat van. Het was een avontuur zonder succes en het zette me erg aan het denken over hoe ik verder wilde.” Na twee jaar verder freelancen kwam hij een oud-collega tegen die voor zichzelf wilde beginnen. Het was de start van PhiDelphi. “Dit is mijn laatste baan. Ik vind dit vak zo leuk dat ik het nog heel lang wil volhouden. De combinatie van de dynamiek van bedrijven, de inhoudelijke analyses en de dienstbaarheid maken dit vak zo interessant. Ik wil mensen graag helpen en dat is in veel gevallen niet makkelijk. Ik wil voor de klant de beste transactie realiseren, maar niet ten koste van alles. Al die afwegingen die je maakt, zorgen voor de dynamiek in dit werk. En als de transactie ondanks alle obstakels lukt, is dat fantastisch.”
DELTA. 34 25-11-2010
18
Delta in English
Wi-Fi A study conducted at Holland’s Wageningen University suggests that Wi-Fi radiation is causing strange abnormalities in trees. The Dutch town of Alphen aan den Rijn commissioned this study five years ago in an effort to figure out why the city’s trees were developing odd growths, according to a report published in PC World. The Wageningen researcher who conducted the study found that today 70 percent of trees in urban areas had similar symptoms, while only 10 percent did five years ago. It’s thought Wi-Fi is to blame. During
the study, 20 ash trees were exposed to various radiation sources for three months. Trees placed closest to the Wi-Fi demonstrated a “leadlike shine” on their leaves, which eventually resulted in parts of the leaves dying. The study also found Wi-Fi radiation inhibited the growth of corn cobs. Following intense media interest in the study, the researcher has since backtracked from his findings, stating they are only initial results and no conclusions should be drawn.
Baby tycoon
New dean
This week TU Delft techno-starter Icy Solutions won the Baby Tycoon Award, an incentive prize for promising young companies in Haaglanden. IcySolutions, founded by recent TU Delft graduates Tarek Ghobar and Hicham Shatou, is supported by YesDelft, the university’s entrepreneurial center. The young company has developed a recuperative ice-bath therapy system increasingly favored by professional sports teams and athletes, including Tour de France cyclists.
Professor Wytze Patijn, dean of the Architecture faculty, is stepping down. He will be replaced by Karin Laglas (1959) as the new faculty dean, as of 1 January 2011. Laglas worked in real estate and investments for the past 25 years, serving as director at various real estate development and investment companies. Laglas will become the first female dean of a TU Delft faculty since the introduction of the Law on Modernization of University Governance in 1997.
The trip into the skip As student budgets get tighter and the Netherlands tightens the nuts on employment laws and age-old traditions like squatting, students still have the freedom to skip and save money by dumpster diving. xMAXIM AMOSOV While wandering around Delft, it’s hard to miss the many dumpsters and trash bins behind buildings, shops, malls, markets and on construction sites. These containers are wonderful sources of precious materials that dumpster diving students can use to help keep more of their incredibly shrinking budgets in their pockets. Dumpster diving is the term for sifting through commercial or residential trash to find useful items that have been discarded by their owners. For many people, dumpster diving (or ‘skipping’ in the UK) might seem like something dirty, non-ethical or illegal. This article will hopefully vaporize such prejudices and open a door into a brave new world of eco-friendly-recycling behavior and direct monetary savings. The term ‘dumpster diving’ originates from the name of a US com-
pany, Dempsey, which created their own brand of trash bins, called ‘dumpsters’, but nowadays dumpster diving has many other names, including bin-diving, containering, D-mart, dumpstering, tatting, binning or ‘recycled food’. Moreover, there are several factions among dumpster divers: rag’n’bone men, waste pickers, junk men, and bin hokers, who sort and trade trash; freegans, who claim to avoid making an ecological impact by living exclusively from dumpster-dived goods; and skippers, who uses trash as a source of entertainment or survival. All factions however address the ecological and economic issues underpinning the resource scarcity problem; for example, food - after transport and housing – accounts for the greatest share of environmental impact - over 50 percent in the Netherlands. Food generates CO2 emissions, uses energy and water, and requires long-haul transport and extensive waste processing. Annually, Dutch consumers throw away 8 to 11 percent of the food they buy, or approximately 50kg per person. If food isn’t consumed, the impact on the environment is unnecessary and conflicts with our values and (shared) responsibility for our planet.
Fishing Skipping, however, as an action of reuse and consumption of food, levels the environmental impact, indirectly redistributes monetary
(Illustration: Maxim Amosov)
and food losses within society and directly influences the monetary expenditures of the skippers = us. (This author cut his monthly food expenditures down to €20 by skipping.) In a recent article in The Globe and Mail, a Canadian national newspaper, focusing on ways for students to survive on low budgets, dumpster diving was cited as a great way to get food that grocery stores and restaurants have thrown out, with one commentator adding that it’s also “particularly fun to do on the way home from boozing.”
Kuro5hin, a culture and technology site, offers a handy guide to ‘the excellent world of dumpster diving’, likening it to fishing, because dumpster diving is ‘relaxed, follows seasonal trends and localisations’, and ‘may just leave you with something interesting or tasty’. The guide advises new divers to: bring a light, as dumpsters are usually dark inside; wear sturdy clothing, shoes and gloves, because dumpsters often contain broken glass and strange chemicals; and bring a prodding stick, for sifting through
the trash and junk. For dedicated dumpster divers, opening a dumpster is like Christmas: you never know what you’ll find inside the present box, such as electronic equipment, food under or just slightly over its sell-by date; construction materials, paints, flowers, toys, books, clothes… even musical equipment - a friend once found a 30-year old German analog amplifier in perfect working condition. From a policy point of view, skipping per se is legal, except in cases when dumpsters are situated on private property and diving is thus considered thievery. One should also avoid diving into dumpsters that contain confidential documents. But otherwise, there’s no threat, although occasionally you’ll have to explain what you’re doing to passersby and employees. Nevertheless, you know why you’re skipping, so don’t be ashamed or scared. To evade such discussions, most ‘professional’ skippers dive in the early morning or at night, and don’t skip for longer than 15 minutes per dumpster. Skipping offers valuable environmental and economic benefits, as well as another important one: the personal improvement you’ll gain through changing from linear thinking to circular. There are lots of reasons to dumpster dive, so pick one and enjoy the gifts you’ll find. Maxim Amosov, from Siberia, is a recent MSc graduate in Urban Environmental Management.
lei li
Like a box of chocolates “My first appearance in print was in 2009, in Delta 31, with a feature article about the ecostorm. Holding a copy that you’ve worked on for the first time is one of those feelings that never get old. Yet I still marvel at the ultimate accident of how I started writing for Delta. Having been a regular reader of Delta’s English Pages, I also had the feeling that some writings were slipping into the cliché trap. So one day I decided to share my opinion with the editor, found his contact details and wrote him a letter. A week later, having forgotten about my letter-to-theeditor, I got a reply back, saying that my feedback was well appreciated and inviting me to contribute to Delta. I accepted. But soon a thrill of fear struck me: where had this come from anyway, the guts that made me, a novice who barely passed her literature exam in school, reckless enough to pen for a newspaper? Life is like a box of chocolate, I guess. I started first as a journalist, mainly writing reports and interviews, but then got the chance to express my own opinions on subjects that really interested me, like generation alpha girls, networking, the Dutch fashion mentality…. The joy of discovering my flair for the written word, bit by bit, is motivates me to keep writing. Other motivations come from the excitement I feel when catching sight of someone at a neighboring table eyeing my article, my articles’ ‘times read’ hits on the website, and readers taking time to comment on my pieces. It may sound corny, but I feel so grateful at these moments. Earlier this summer I started my column in Delta. To track all my writings, I also started a blog, which unexpectedly later brought me new clients.
But besides all this, there’s also something else you should know before plunging into the world of freelance writing. As a freelance writer next to your normal student role, ‘weekend’ often doesn’t quite equal end-of-work. Midmorning on Saturdays often finds me sitting in front of my laptop or bouncing around the room with it (depending on how much coffee I’ve consumed). Inspiration doesn’t come free. Internet research with mind-mapping afterwards is a must, while M&M candies help accelerate the process. In rare cases, all that is required is a cappuccino at Coffee Company and some people-watching. Finally, after hours of inspiration-nurturing and sugar and caffeine boosts, it comes down to that one moment: kick-start typing, the most difficult part of writing, having avoided the seemingly insurmountable for as long as you can. Avoidance techniques differ from person to person, but my evasion usually includes searching for long-lost items, doing laundry, vacuuming or looking through every friend’s Facebook updates. But as tedious as this process is, the sentence-sprouting moment does come in the end, and usually becomes a piece of writing I’m happy with. So that’s my story, and if you find a slice of fascination in it, well, you now know how to become one of ‘us’.” Lei Li is from Shanghai, China. She can be contacted at:
[email protected]
19
DELTA. 34 25-11-2010
Delta in English
Numerus fixus
The best
Shots fired
Vidi’s
Feedback
TU Delft is proposing to introduce a numerus fixus (cap on student intake) for the first-year BSc programmes in Architecture and Industrial Design Engineering, as of 2011-2012 academic year. The faculty of Aerospace Engineering is also considering the numerus fixus option for 2011, but has postponed the decision for a year and plans to start selecting students from 2012 onwards in an attempt to restrict enrollment numbers.
Every year the ‘Best graduates’ in each of TU Delft’s faculties are awarded prizes. This year the prizes will be awarded on Thursday 25 November at TU Delft’s Aula Congress Centre. The best graduates each give a short presentation on their research. Prizes for the university’s best teachers will also be awarded during this ceremony. This year seven faculties have nominated their best teacher, based on the results of elections staged by their various study associations.
Delft police still have no clues as to who was behind a shooting on the Brabantse Turfmarkt on November 3. Two people were wounded in the attack. The victims were shot with an airgun, sustaining only minor injuries. Investigators created a three-dimensional scan of the crime scene, hoping to determine from which direction the shots were fired. The police however still have no solid leads and are asking for any eyewitnesses to come forward.
Five TU Delft researchers have each been awarded a Vidi grant by the Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO). The grants are worth a maximum of 800,000 euro and are used to develop a line of research and appoint one or more researchers. The Delft Vidi winners are: Professor Joris Dik(3mE); Dr Pieter DeSmet (IDE); Dr Martijn Wisse (3mE); Dr Jantien Stoter (OTB); and Dr Leonardo DiCarlo (AS).
If you’d like to comment on anything appearing on the English Page or on a university-related matter, or if you have a question or suggestion for us, send your emails to
[email protected]. We welcome all feedback from our readers. Letters intended for publication should include your name and be no longer than 350 words. This edition of Delta is also available online at www.delta.tudelft. nl, where you can also access the English Page archive.
Contemplating the (un)ethical Martian microorganisms contaminating the Earth, Google’s unethical self-censorship in China, unsafe medical equipment. These were some recent winning themes of the Mekel Prize, an annual student essay competition that challenges students to think about the ethics of science and technology. xANGÈLE STEENTJES In the 21st century there really is no place for engineers who steadfastly maintain that they have no responsibility for the technologies they design or perfect, argues TU Delft’s former Rector Magnificus, Professor Jacob Fokkema. “Yet at the same time, I do not believe that engineers are entirely responsible for the way in which their technology is used,” the professor adds. “What I think is important is that they ask themselves exactly how the
design or the technology on which they are working contributes to the welfare of society and the environment.” Prof. Fokkema believes that students should be trained to ask questions like: ‘What is permitted or not permitted when conducting tests with the end-users of my product?’ Or, ‘What are the potential social consequences of the technology I work with?” To help budding engineers and researchers contemplate and ans-
‘Nobody can avoid thinking about ethical aspects’ wer such questions, the university organises the Mekel Prize, an annual essay competition that challenges students to write cleverly and convincingly on a subject of their choosing involving ethics and science and technology. The Mekel Prize, which comes with 1,000 euro cash prizes for the winners, is named after J.A.A. Mekel, a TU Delft professor who, as a member of the Dutch resistance during WWII, was executed by the Nazis in 1942. “It’s only appropriate that this man’s ethical courage be honoured with this award,” says Prof. Fokkema,
adding that the Mekel Prize for BSc and MSc students is awarded every year, and once every two years to PhD essays. “This year is one of those special years when PhDs can also submit essays.” In today’s world, technology and research projects are becoming increasingly complex and the social standards higher. “Ethical questions arise in all technological fields, from biotechnology and civil engineering to electrical engineering,” Prof. Fokkema says. “For one researcher, the question could arise in the area of sustainability or health, while for another safety is the key issue. But whatever the case may be, nobody can avoid thinking about the ethical aspects of their work.” Prof. Fokkema believes it’s important for PhD candidates and students to devote significant attention to ethical issues during their research, as this not only allows researchers to understand themselves better as researchers, but also ensures that social debates won’t get stuck in generalities. “Politicians for instance are usually extremely inclined to focus on only one aspect of a technology,” the former rector explains. “Nuclear power plants are either an environmental disaster or an absolute economic necessity. As engineers, we can promote the nuances and show that a technology has more than one aspect to it.”
-
Annual essay challenge for students Deadline for submission: January Prize money: ,– Biennial essay challenge for Ph.D. candidates Prize money ,– Further details: platformet.tudelft.nl/mekel-prize
[email protected] [email protected]
Level
Prof. Fokkema believes that students should be trained to ask questions like: ‘What is permitted or not permitted when conducting tests with the end-users of my product?’ (Photo: unknown)
As the university’s rector, Prof. Fokkema chaired the Mekel Prize jury, noting that he took great pleasure in reading the submissions and was always pleasantly surprised by the essays’ high quality and the diversity of topics. In 2008, Sergio Carrasco-Martos, an MSc student, won the Mekel Prize for essay on space missions to places like Mars, in which we risk contaminating other planets with micro-organisms from Earth, and vice versa. Taco Broerse, an MSc Aerospace Engineering student, also won the award for his essay entitled, ‘Google in China’, in which he considered the ethics of Google’s internet censorship policies in the People’s Republic of China. Also in 2008, Daan Schuurbiers, whose specialist area is biotechnology and society, won the award for PhD students. “His topic was very relevant to me in my role as rector,” Prof. Fokkema recalls. “All universities have signed a code of conduct for academic practice, and obviously you want this to be at the forefront of the researcher’s mind, rather than just lying around gathering dust. Schuurbiers came up with an interesting proposal: inspired by the
practice at a US university, he suggested that research groups should discuss such things as each other’s ethical boundaries in the context of their research.” Last year’s Mekel Prize was awarded to Christiaan Rademakers for an essay entitled, ‘Safety issues in the use of medical equipment’, in which he argued that current medical devices fall into one of three categories:
‘Incorporate the essay in your thesis’ communication problems within the hospitals; poor communication between medical device manufacturers and hospitals; and the users’ poor knowledge of the equipment in question. “Technology plays an ever greater part in the medical sector, and it’s important to consider issues such as safety and think about ‘how to make things better’.” Although he no longer chairs the jury, Prof. Fokkema will continue reading the essays with great inte-
rest in the years ahead: “I really would advise all TU Delft undergraduates and PhDs to compete for the Mekel Prize. Many PhD candidates for example are confronted with ethical questions during the course of their doctoral research. An essay allows one to examine these questions. “Perhaps some students are now thinking, ‘Where will I find the time to write an essay?’ But I want to offer them another approach: incorporate the essay as a chapter in your thesis. A thesis will only benefit if PhD candidates show that they’ve also devoted attention to the ethical aspects of their research – and this is also true for undergraduates. You not only train yourself in the contemplation of ethical questions, but your reward might also include a really great prize.”
x If you are interested in competing in this year’s Mekel Prize, please submit your essay, written in English and before the January 21, 2011 deadline, to Henneke Filiz: h.c.filiz-piekhaar@ tudelft.nl or
[email protected]
DELTA. 34 25-11-2010 achterkant
00 20
huisjongste
delftse klanken
Maffe ritmes Recensenten vergeleken Guano met de meest uiteenlopende acts: The Band, REM, Gun Club, Deep Purple, Blondie. Iemand noemde ze Punk Floyd, vanwege de vermeende mix van punk en symforock. De term ‘hoekig’ viel. Wilma van Wezenbeek (toetsen, zang) en Rob Maas (gitaar, zang) kunnen er weinig mee. “Wat maak je dan, vragen mensen ons vaak”, aldus de laatste. “Dan antwoorden wij: dat weten we niet.” Van Wezenbeek houdt het op ‘rock met een twist’: “Er zit in elk geval heel veel passie in. Wij spelen echt voor ons plezier, dat stralen we ook uit. Maar we zijn ook serieus, de muziek moet goed zijn.” De twee TU-medewerkers studeerden materiaalkunde toen de band in 1988 begon, al snel met eigen werk. Van Wezenbeek: “In het begin stuurden we cassettebandjes rond, met een mailing erbij. Die belden we na. ‘Raar? Anders, Dat leverde een of twee optredens per maand verrassender!’ op. En we werden vaak teruggevraagd.” Hoogtepunten waren optredens op de Haagse Koninginnenach, lang geleden, en later op de schaatsbaan op de Beestenmarkt. Maar ook de Supertrio’s en natuurlijk het Super Supertrio. Naarmate werk en gezin meer tijd opslokten, verminderde het aantal concerten. Dat gold ook voor de productie. Toch is er sinds de laatste cd uit 2000 genoeg geschreven om weer eens wat vast te leggen. Het hoesontwerp is klaar, de titelsong heet Cream Cheese On Top. “Een nummer met een maf ritme”, zegt Maas, “geen driekwartsmaat. Het refrein is vierkwartsmaat. Toch werkt het.” Dat merkten ze bij het recente optreden in het Speakers Café. Het publiek genoot zichtbaar, al viel er moeilijk op te dansen. Maas: “Ze durven niet, omdat het zulke rare muziek is.” Van Wezenbeek: “Raar? Anders, verrassender!” Met bassiste Annelies van der List en drummer Milo Broekmans wordt wekelijks gerepeteerd. “Dat houdt het levend”, zegt Van Wezenbeek. “Je kunt ons zo ergens neerzetten, wij spelen wel. Speelervaring genoeg.” (JT)
Kriep
Guano, met vlnr Wilma van Wezenbeek, Milo Broekmans, Annelies van der List en Rob Maas: “Je kunt ons zo ergens neerzetten, wij spelen wel.” (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
Coen Disberg woont op Oranjeplantage 46/47, een corpshuis met zeventien mannen. De HJ-hokken meten hier slechts zes vierkante meter, maar wel heel goedkoop. Hij is dit jaar begonnen met werktuigbouwkunde, maar hij is alweer gestopt. In september gaat hij IO doen en de rest van het jaar is hij aan het parachutespringen, sportklimmen en een beetje werken. In dit huis ben je sowieso een jaar HJ, ook als er halverwege het jaar nog een huisgenoot bijkomt. Op dit moment zijn er twee HJ’s. Samen moeten ze het glas en oud papier wegbrengen en zorgen voor de vuilnis. Ook moeten ze zorgen dat er altijd voldoende eieren in huis zijn, en dat is nog niet eenvoudig: eieren blijven drie weken goed, maar het verbruik varieert nogal. (Foto: Sam Rentmeester/FMAX)
sex and the student city
Delftmaleology, part 1 It must be hard, being a guy in Delft. In the ‘real world’, men have the same chances of finding a member of the opposite sex they are attracted to as women do. Therefore, guys are more likely to approach only the ladies who fit their standard, and start relationships with girls they genuinely like. In Delft, however, the pickings are slim for most guys, so in order to find a partner, the Delft male either has to be very patient until he finds the right girl, or lower his standards and accept the idea of dating a girl he’s not that into, to keep his hormone levels in check. Some take the latter approach to the extreme, treating girls as lifelines and only letting go of the last once they have a firm grip on the next in line, because they never know when the next opportunity might come along. This type of behavior is exemplified by the so-called hometown girlfriend syndrome, where a guy coming to Delft would eventually go back to the hometown sweetheart he left behind, after failing to secure
himself a girl in the first weeks of university (see previous instilment). Another example is the disappearing boyfriend syndrome, where instead of directly breaking up with a girl, a guy will just fade away slowly in the hopes that the girl will eventually make the call herself, because even though he doesn’t want to be with her, he hasn’t caught on to another lifeline yet. Finally, there’s the I-don’t-know-you-but-let’s-date syndrome, when the guy seems beyond elated the first two months of the relationship, just because he has found a girlfriend. This state of euphoria lasts until he realizes that the girl he is with is actually a human being with personal character traits. So even though a Delft male may get rejected more often, he knows that if a girl says yes, she is attracted to him. The Delft girl on the other hand, is left to wonder, “is it because he likes me, or because I am a female who looked in his direction?” The investigation continues…