DELTA. 31 15-10-2009
weekblad van de technische universiteit Delft
>Delta 32 Herfstvakantie
>07 Bacterial bricks
>08 Kapotte stad
>14 Gebarentaal
> 23 English Eco-storm
Dit is de laatste Delta voor de herfstvakantie. De volgende Delta verschijnt op donderdag 29 oktober. Kopij voor dat nummer kan tot vrijdag 23 oktober ingeleverd worden via
[email protected].
A team of TU Delft students has developed bacteria that engage in relay races. In late October, the team will present their crazy invention during the International Genetically Engineered Machines competition, held at MIT in Boston.
De uit Palestina gevluchte bouwkundig ingenieur Amin Amin promoveerde vorige week bij Bouwkunde op een onderzoek naar stedenbouwkunde in Jeruzalem. “Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk afstand te nemen van mijn emoties. Je mag als onderzoeker wel een standpunt innemen, maar je moet het gezichtspunt van de tegenpartij begrijpen.”
Computers kunnen veel, maar ze kunnen niet zo goed kijken. Toch probeerden drie promovendi van de TU een computer te leren gebarentaal te herkennen. Dove kinderen kunnen zo hun woordenschat vergroten. “Computers zijn in heel andere dingen goed dan mensen, en omgekeerd”, aldus onderzoekster Gineke ten Holt.
Today, everything imaginable, from food and drinks to living and fashion, is being ‘eco-fied’ or ‘greened’. Green is ‘in’, green is super trendy. But without a real paradigm shift in our insatiable consumer appetites, isn’t this just an eco-storm in a tea cup?
01
TUDELTA.31
Weer eens wat anders dan leren bloemschikken of tasjes knutselen. Dinsdag werd bij het sportcentrum een workshop vuur spuwen gehouden, verzorgd door een demoteam bestaande uit instructeurs, een brandweerof-
ficier en twee ambulancemedewerkers. De deelnemers leerden de basistechniek van de kunst van het vuur spuwen. Na afloop trad klezmerband L’Chaim op. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
DELTA. 31 15-10-2009
02
nieuwsinterview
DELTA. 31 15-10-2009
Aanbestedingen De TU heeft vorig jaar niet in alle gevallen de Europese aanbestedingsrichtlijnen nageleefd. In totaal gaat het om 44,8 miljoen euro. Dat blijkt uit de jaarrekening 2008. Volgens universiteitssecretaris Hans Krul betreft het kleine bestellingen die opgeteld tot dit grote bedrag hebben geleid. Krul meent dat een nieuw inkoopsysteem via basware straks beter zicht moet geven op toekomstige betalingen, al kan hij niet garanderen dat het dit jaar goed gaat. In 2007 ging het ook al niet goed, al was de schade toen groter: 64,8 miljoen euro. Dat
‘Stip is geen GTST’ TUdelta.31 > Jaargang 41 Delta is het informatie- en opinieblad van de TU Delft, verzorgd door een journalistiek onafhankelijke redactie.
> Redactie
Frank Nuijens, (hoofdredacteur), Katja Wijnands, Dorine van Gorp, (eindredactie), Nadine Böke, Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Erik Huisman, Maaike Muller, Connie van Uffelen, Jos Wassink (verslaggeving).
> Medewerkers
Lotte Asveld, Julia Cramer, Willemijn Dicke, Robbert Fokkink, Dap Hartmann, Auke Herrema, Richard van 't Hof, Christian Jongeneel, Ivo Knubben, David McMullin, Anna Noyons, Edgar van Os, Daan Schuurbiers, Maaike Strijker, Jimmy Tigges, Ellen Touw, Robert Visscher, Floris Wiegerinck, Martine Zeijlstra.
> Foto‘s Sam Rentmeester/ Hans Stakelbeek (FMAX).(
[email protected]) > Vormgeving
Kummer & Herrman, Utrecht
> Lay-Out Liesbeth van Dam > Mededelingen
Martin Kers (
[email protected])
> Redactieraad Ir. S. Rozendaal (voorzitter), mw. prof.dr.ir.drs. H. Bijl, prof.dr.ir. F.W. Jansen, J. Op Den Kelder, mr. J.J. M.Kok, R.H.G. Meijer, T. Niks, prof. dr.B.J. Thijsse, ir. M. Persson, dr.ir. C. Vermeeren > Redactie-adressen Universiteitsbibliotheek Kamer 0.18-0.28 Prometheusplein 1 2628 ZC Delft Postbus 139 2600 AC Delft Tel. 015-278 4848 E-mail:
[email protected] www.delta.tudelft.nl > ISSN 0169-698x > Druk Wegener Nieuwsdruk Twente, Enschede > Oplage 12.000 > Advertenties H&J uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel Tel. 010-451 55 10 Fax 010-451 53 80 E-mail:
[email protected] www.linkmagazine.nl > Abonnement Een abonnement kost 37,50 en kan elk moment ingaan. > HOP Delta werkt samen met het Hoger Onderwijs Persbureau Hein Cuppen, Bas Belleman, Thijs den Otter Tel. 071-523 6151 Fax 071-523 2138 E-mail
[email protected] > Copyright Delta Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de hoofdredacteur artikelen, schema‘s of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen en/of openbaar te maken, in enigerlei vorm of wijze.
Mariëlle van Kooten voert studentenpartij Stip aan op weg naar de gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart volgend jaar. De 22-jarige studente is vol vertrouwen.
Wat zijn jullie thema’s? “Science Port Holland, met daarin Technopolis, dat ligt er al acht jaar! Daar moet schot in komen. Tram 19 en de spoorzone moeten soepel, snel, zonder veel hinder en met goede communicatie worden aangelegd. We willen investeren in cultuur en technostarters. Natuurlijk fietsproblematiek en studentenhuisvesting. En het concreet uitwerken van het proeftuinidee. Dan verbinden studenten hun kennis aan de stad, zodat je een steviger link tussen stad en TU krijgt.
xERIK HUISMAN Zit hier een politiek dier? “Wel in de zin dat ik wil bijdragen en doen. Niet in de betekenis van spelletjes en geroddel. Kom je uit een politiek nest dan? “Nee, maar mijn ouders hebben wel sterke idealen en ik ben ook opgevoed om mijn mening te geven. Vroeger wilde ik al minister-president worden. In groep 7 vertelde de docent over hoe het land wordt bestuurd. Dat moest ik maar gaan doen, dacht ik toen.” Dat is iets anders dan lijsttrekker van Stip. “Ik fixeer me nu op Delft. Dat staat op het punt van iets groots. Nederland wil een kenniseconomie en Delft wil een center of technology zijn. Dan moeten we nú iets doen. Diverse steden werken al aan een imago van kennisstad. Leuven geldt door een EU-subsidie als centrum voor nanotechnologie. Wij moeten
Mariëlle van Kooten: “In groep 7 wilde ik al minister-president worden.” (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
die subsidie binnenhalen als centrum voor water en deltatechnologie.” Waar blijft de techneut Van Kooten? “Ik ben nu vierdejaars student luchtvaart- en ruimtevaarttechniek. Dat technische vind ik super, maar ik heb ook propedeuse geschiedenis gedaan. Mijn studie ligt nu waarschijnlijk twee jaar stil door het lijsttrekkerschap, het raadslidmaatschap en het inwerken van mijn opvolger in de raad.” Heb je in de politiek wat aan techniek? “Mijn analytisch inzicht kan ik gebruiken bij het praktisch aanpakken van stadsproblemen.”
Wat is er leuk aan lijsttrekker zijn? “Het is iets groots en moois. Die kans wilde ik niet laten lopen. Enerzijds het enthousiasmeren van mensen voor onze stad. Anderzijds het inhoudelijke. Straks ben ik een van de 37 raadsleden die de stad besturen. Er spelen wel duizend onderwerpen en daarover mag je meedenken en mee beslissen.” Waarom kan Stip hoog scoren in maart 2010? “Voor Stip is Delft onze stad, én we kunnen een stapje achteruit doen. We zijn jong en vooruitstrevend, hebben een frisse blik en pakken zaken concreet aan. Wij worden niet gehinderd door een verleden. Bij ons is het geen GTST.”
Hoeveel zetels halen jullie? “We hebben er ooit drie gehad. Maar ik weet het echt niet.” Waarom ben jij trouwens de beste om Stip te leiden? “Mijn enthousiasme. Dat heeft nu geen grenzen. Ik krijg ook van anderen veel vertrouwen.” Heb je ook de brandende ambitie om wethouder te worden? “Ik denk wel vooruit, voor Delft, maar minder voor mezelf. Laat ik eerst maar zetels binnenhalen en raadslid zijn.” Nog stunts in gedachten om in maart heel Delft achter je te krijgen? “Zeker! We hebben een leuk campagneteam en dat komt met een paar knallers. Meer kan ik niet zeggen.”
hartmann
TUTtig Sinds jaar en dag profileert de Universiteit Twente zich als ‘Universiteit Twente, de ondernemende universiteit'. Een helder motto waarmee Twente zich onderscheidt van de andere twee TU’s. Eindhoven heeft Mens agitat molem (de geest beweegt de materie) en de TU Delft heeft lekker geen leus. Maar Twente ging twijfelen en vroeg zich af of je wel moet koketteren met je ondernemendheid. In april zei Kees van Ast, lid van het college van bestuur: “Als je je positionering vernieuwt, moet je ook nagaan of je je uitingen moet aanpassen. Zeker als je bedenkt hoe bekend wij zijn vijftig kilometer naar het westen en verder. Uit onderzoek blijkt dat de ondernemende universiteit daar geen verbetering in heeft aangebracht.” Zo mondiaal denken ze dus in Twente – je afvragen of mensen in de buurt van Voorst of Twello denken dat de Universiteit Twente dankzij haar motto ondernemend is of niet. Overigens, in die nieuwe positionering wil Twente meer nadruk leggen op techniek. ‘Technische Universiteit Twente’ lijkt mij dan redelijk voor de hand te liggen, maar dat klinkt misschien een beetje TUTtig. Voor slechts 675 duizend euro heeft Studio Dumbar uit Rotterdam een nieuwe huisstijl ontwikkeld. Er zal ongetwijfeld veel gewikt en gewogen zijn, gepraat, gebrainstormd, gebabbeld, gepiekerd, gepuzzeld, geprakkiseerd, gedubd, getobd, gepeinsd en gemoodboard. En toen de teller op zes en driekwart ton euro stond, was de Universiteit Twente de trotse eigenaar van een nieuwe benaming om zich optimaal te positioneren voor de grote uitdagingen van de 21ste eeuw: UNIVERSITEIT TWENTE. Let op: ook de punt hoort bij de nieuwe naam. Briljant! En nu hoor ik u denken: is dat niet een beetje veel geld voor het weglaten van drie woorden? Daaruit
blijkt helaas hoe onnozel u bent op dat terrein. Het gaat immers niet om wat er wel is maar om alles wat er niet (meer) is. Duizenden ideeën zijn afzonderlijk op hun merites beoordeeld. UNIVERSITEIT TWENTE. bleek de vondst van de eeuw. Want schrijven is schrappen en waar gehakt valt boft de hond. Drie woorden minder levert bovendien een mooie bijdrage aan de duurzaamheid want het bespaart inkt. In dat verband was TUT natuurlijk nog beter geweest. Overigens is het de tweede keer dat Studio Dumbar dit kunstje flikt. Drie jaar geleden ontwierp Dumbar voor 60 duizend euro een nieuw logo voor de rijksoverheid. De verbijstering was groot toen bleek dat het nieuwe ontwerp identiek was aan het logo dat het ministerie van algemene zaken vijf jaar eerder al door Dumbar had laten ontwerpen. Alleen de kleuren waren omgedraaid: van een blauw logo op een witte achtergrond werd het een wit logo op een blauwe achtergrond. Je moet toch iets doen om die 60 duizend euro te verantwoorden? Bovendien zou je anders je oude briefpapier kunnen blijven gebruiken en dat is toch een beetje zonde met een nieuw logo. Daar heeft UNIVERSITEIT TWENTE. nu ook mee te maken, want alle visitekaartjes, briefpapier en enveloppen kunnen meteen in de prullenbak, en ook websites en de belettering op gebouwen en borden moeten worden aangepast. Dat kost nog eens een slordige 2,2 miljoen euro. Bijna drie miljoen euro verkwist om te laten weten dat je niet langer de ondernemende universiteit bent. Proficiat! Dap Hartmann is astronoom. Hij is werkzaam als docent bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
Postrestant had volgens de TU deels te maken met administratieve onvolkomenheden. Er was weliswaar door meer partijen ingeschreven op aanbestedingen, maar niet geheel volgens Europese regels. Als noodmaatregel moesten medewerkers inkopen boven tachtigduizend euro voortaan centraal melden. De afdeling procurement (de voormalige gezamenlijke inkoop) werd hierom destijds uitgebreid.
Het postkantoor verdwijnt uit Nederland. “Een postkantoor is een statig gebouw in de stad waar mensen van alle rangen en standen komen voor heel gewone dingen. Ik ga in een vreemde stad altijd graag een velletje postzegels kopen”, zegt dr.ir. Hielkje Zijlstra, een van de organisatoren van de werkconferentie ‘De Toekomst van Postgebouwen’. Maar in Nederland hebben bezuinigingen, digitalisering, privatisering, einde van de Postbank en open marktwerking ertoe geleid dat zelfstandige postkantoren overal worden gesloten.
College zet rem op invullen vacatures De TU Delft hanteert per direct een streng beleid bij het invullen van vacatures. Alleen bij een absolute noodzaak mag een vacature worden opgevuld. xERIK HUISMAN Het managementteam van een faculteit of dienst moet voortaan elke vacature kritisch beoordelen en de eventuele beslissing een vacature op te vullen verantwoorden aan het college van bestuur (cvb). Ook moet worden toegelicht wat de gevolgen zijn als de vacature niet wordt opgevuld. Dat is een van de maatregelen van het cvb voor de korte termijn om de uitgaven in de hand te houden. Het cvb heeft daarover op 1 oktober een brief geschreven aan onder meer de decanen, de directeuren van de universiteitsdienst (UD) en de directeur van onderzoeksinstituut OTB. Aanleiding was een gesprek in september tussen decanen, directeuren en het cvb. Daarbij bleek dat de begroting voor 2009 zeker wordt overschreden en dat meerdere faculteiten de problemen niet al in 2010 kunnen ‘wegmanagen’. Zo dreigt er bij Technische Natuurwetenschappen een tekort van negen miljoen euro over 2010. De gevol-
Zuiverende wind
gen daarvan kunnen ingrijpend zijn: bij civiel, dat al jaren in financieel noodweer verkeert, leidt een tekort van 9,2 miljoen tot het schrappen van 42 volledige arbeidsplaatsen. Het gaat bij het opgelegde ‘beheerste vacaturebeleid’ om vacatures voor structurele functies, bovenformatieve functies en verlenging van al bestaande tijdelijke dienstverbanden. Buiten beschouwing blijven tijdelijke dienstverbanden met uitzicht op verlenging. Naast een grote terughoudendheid bij het vervullen van vacatures roept
Volgens het cvb is op de hele TU sprake van ‘ogenschijnlijk structurele overbesteding’ het college de decanen, directeuren en managers op ‘zeer restrictief‘ te zijn met alle andere kosten in hun organisatie. Directe aanleiding daarvoor is de vlucht in uitgaven in materiële zin die het cvb constateerde in de laatste maanden. Met de maatregelen wil het cvb ‘een gezonde bedrijfsvoering kunnen waarborgen’ en ‘onderwijs, onderzoek en ondersteuning ook op langere termijn doen floreren’. Voor 2010 en de jaren erna wachten het cvb, faculteiten, instituten en de universiteitsdienst stevige gesprekken. In de brief stelt het cvb dat zij
De windgedreven zuiveringsunit DWTW (Drinking with the Wind) onderging deze week in Rotterdam de laatste voorbereidingen voordat de installatie donderdag wordt overgedragen aan de gouverneur van de Timor Archipel in Indonesië. De installatie zal met windenergie maximaal vijfduizend liter drinkwater per dag winnen uit zeewater. Het bedrijf Hatenboer-Water rustte dit tweede prototype met een elektrische windturbine en accu’s uit. Het eerste door ir. Evgina Rabinovitch bij CiTG ontworpen prototype was nog puur mechanisch en is ingezet voor ontzilting in Curaçao. Vervolgonderzoek aan de TU is gericht op een grotere mechanische installatie, volgens hoogleraar gezondheidstechniek prof.ir. Hans van Dijk toch een mooier concept. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX))
x
www.drinkingwiththewind.nl
03
Nieuws
proberen bij hun begrotingen ‘alsnog tot minimaal een nulresultaat te komen’, ondanks dat het college zich realiseert ‘dat dit niet in alle gevallen realistisch lijkt’. Het cvb stelt dat op de hele TU sprake is van ‘ogenschijnlijk structurele overbesteding’. Voor de langere termijn zijn er volgens het college ‘inhoudelijke, strategische koerscorrecties’ nodig bij de faculteiten, instituten en UD en meer transparantie van de bedrijfsvoering. Een en ander moet volgens het cvb leiden tot een herijking van de onderzoeks- en onderwijsactiviteiten per faculteit. Die moet ervoor zorgen die op korte termijn weer passen binnen de te verwachten financiële mogelijkheden. Het cvb onderzoekt verder of er mogelijkheden zijn om de huidige werkverdeling tussen faculteiten (onderwijs en onderzoek) te herzien om de universiteit doelmatiger te maken.
Studiekeuze Oranje loketjes bij de drogist of sigarenboer nemen de functie over. Maar wat te doen met die prachtige statige gebouwen in stadscentra, of met de anonieme blokkendozen langs het spoor? Daarover buigen mensen uit de praktijk zich op vrijdag 6 november op de werkconferentie van RMIT (restauratie, modificatie, interventie en transformatie) van Bouwkunde.
x RMIT, Bouwkunde, Berlagezaal, 6 november 12.30 - 19.00 uur, aanmelden via (015)2781116
Het ministerie van onderwijs trekt bijna anderhalf miljoen euro extra uit voor experimenten met studiekeuzegesprekken voor aankomende eerstejaars. Sinds 1 maart lopen er op zeven hogescholen en vier universiteiten projecten met intakegesprekken. Nu willen nog zeven hogescholen en acht universiteiten daarmee experimenteren. Doel is zorgen dat aankomende studenten beter nadenken over hun keuze. Studenten vallen relatief vaak uit als ze laat kiezen of zich slecht informeren. De TU Delft deed geen aanvraag.
Meer invloed studenten en ondernemingsraad Studenten en medewerkers krijgen vanaf volgend jaar meer invloed door het wetsvoorstel Versterking Besturing en de aangenomen amendementen daarop. Een verrassend gevolg hiervan is dat één student bij vergaderingen van het college van bestuur kan aanschuiven en daar adviezen kan geven en aandacht kan vragen voor specifieke problemen in het onderwijs. Het is de bedoeling dat deze studentassessor contacten onderhoudt met studieverenigingen en studentenraad (sr), waardoor die laatste beter geïnformeerd raakt en dus meer invloed kan uitoefenen. De sr krijgt door het wetsvoorstel voortaan adviesrecht over het instellingscollegegeld. Ook kunnen zowel sr als ondernemingsraad (or) voortaan adviseren over het profiel van kandidaten voor de raad van toezicht. Zij kunnen zelfs voor één lid uit die raad twee mensen voordragen. Nu worden or en sr alleen vertrouwelijk gehoord over de benoeming van kandidaten. De raad van toezicht dient voortaan ten minste tweemaal per jaar te overleggen met sr en or. Tevens krijgen zij het recht op informatie over beloningen in de organisatie. Verder kan de facultaire studenten-
raad voortaan naar de landelijke geschillencommissie stappen als een decaan ‘niets doet’ met een advies van de opleidingscommissie. De examencommissie is verplicht voortaan onafhankelijk richtlijnen te geven voor beoordeling van examinandi en wijze van toetsing. Te denken valt aan eisen over de vorm van tentamineren. Verder heeft de minister toegezegd om vóór 1 april 2010 het ‘verhaalsrecht’ nader uit te werken: als een onderwijsinstelling niet aan haar verplichtingen voldoet, kunnen studenten hun collegegeld geheel of gedeeltelijk terugkrijgen. In dit voorstel moet onder meer aandacht zijn voor het niet voldoen aan het beloofde aantal contacturen, de beschikbaarheid van voorzieningen die voor de studie essentieel zijn en het aantal uren en vakinhoudelijke programma’s bij een vak. Voor klachten of een geschil over het onderwijs kunnen studenten én aanstaande studenten straks terecht bij een loket aan de TU dat doorverwijst naar de juiste instantie. Bij alle geschillen kunnen studenten straks in beroep gaan bij het College van Beroep voor het hoger onderwijs (CBHO) in plaats van bij de rechtbank. Nu kan een student bij de rechtbank in beroep gaan tegen een uitspraak van het college van beroep voor de examens. Hoger beroep van een uitspraak van het CBHO is niet mogelijk. (CvU) Een langere versie van dit stuk is te lezen op www.delta.tudelft.nl
DELTA. 31 15-10-2009
04
boeken
DELTA. 31 15-10-2009
Asielzoekers Asielzoekers moeten een half jaar na hun aanvraag recht krijgen op werk en volledige deelname aan het onderwijs. Dat bepleitte voorzitter Ruud Lubbers van Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF afgelopen zaterdag. Hij deed dat tijdens een feest ter gelegenheid van het afstuderen van 220 vluchteling-studenten. Volgens hem gaat door de lange asielprocedure veel kennis en ervaring van kandidaatvluchtelingen verloren. Een asielaanvraag moet volgens de wet binnen zes maanden worden behandeld, maar in de praktijk duurt dat
Seks met Schrödinger De ‘Canon van de natuurkunde’ vertelt het verhaal achter 2500 jaar natuurkunde. Van Thales van Milete tot aan de formule van Drake die het aantal beschavingen in het Melkwegstelsel aangeeft. xJOS WASSINK Ik heb het niet zo op canons. De suggestie dat ik dat allemaal behoor te weten staat me tegen. En het idee dat anderen bepalen wat ik moet leren en lezen bevalt me al helemaal niet. Vandaar dat ik bij canons in de verdediging schiet: wie zijn die mensen wel dat ze me de les willen lezen? Ook neem ik de inhoud achterdochtig onder de loep. Kan die de toets der kritiek wel doorstaan? Die tegenzin was bij de ‘Canon van de natuurkunde’ snel verdwenen. Goed beschouwd is dit ook helemaal geen canon in de zin van ‘het geheel van teksten, beelden, kunstwerken en
gebeurtenissen dat het referentiekader is van een gedeelde cultuur.’ (Wikipedia). De auteurs hebben een ander richtsnoer genomen, namelijk dat van Ferdinand Bordewijk in ‘Bint’: ‘Een canon is een manier om te koesteren wat prachtig is’. Daarmee hebben ze een cultuurhistorie van de natuurkunde geschreven. Even voor de duidelijkheid: het is een uniek en prachtig boek geworden, een feestje voor iedereen met een zwak voor natuurkunde. Het feestelijke karakter is passend, want het idee voor het boek werd ingegeven door het samenvallen van het vijfenzeventigjarig bestaan van het Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde en de honderdste titel van de wetenschappelijke bibliotheek van het tijdschrift Natuurwetenschap & Techniek. In overleg werd besloten om de verzameling artikelen ‘Ken uw klassieken’ die in de afgelopen tien jaar in het NTvN verschenen waren te bundelen. De serie is in 1999 begonnen door Vincent Icke, en werd een jaar later overgenomen door NTvN-redacteur Herman de Lang. Met 54 bijdragen (van de honderd) is hij de meest productieve, maar vrijwel alle andere redacteuren van het NTvN hebben eraan bijgedragen. ‘Stuk voor stuk
natuurkundigen met een brede interesse en een passie voor schrijven over de natuur en de mensen die de natuur onderzoeken’, aldus eindredacteur Claud Biemans. De honderd stukken zijn opgehangen aan bekende natuurkundigen, chronologisch gerangschikt van Aristoteles tot Kroto en Smalley (bucky balls) en Drake (Seti-project). Het blijft een raadsel hoe het kan dat
Een feestje voor iedereen met een zwak voor natuurkunde juist de Grieken begonnen te filosoferen over de natuur en verder probeerden te denken dan religieuze en mythische verklaringen van de wereld. Evenals de kwestie waarom het Aristotelisch gedachtegoed in de geschiedenis een paar keer opduikt, in Bagdad, in Andalusië en in het Byzantijnse rijk, voordat het in de zeventiende eeuw in Europa echt doorbreekt. Het is hier voor het eerst dat wiskundige kennis van de natuur getoetst wordt aan de werkelijkheid. Daarna gaat het snel. Zeker als Newton in 1687 met zijn Princi-
pia Mathematica afstand neemt van het geven van een verklaring van het waarom of het doel van natuurlijke verschijnselen. Hij beperkt zich tot waarneembare grootheden en wiskundige argumenten. Dat blijkt een vruchtbare aanpak. Diezelfde beperking is er misschien de oorzaak van dat het beeld van natuurkundigen, anders dan van componisten, schrijvers of schilders, vaak wat flets is. Het lijkt alsof men bang is dat anekdotes, mislukte experimenten en persoonlijke geschiedenis de objectiviteit van de wetenschap in de weg staan. Tijdens mijn studie heb ik me nooit een beeld kunnen vormen van zeg Newton, Maxwell of Heisenberg. Daarin voorziet deze canon nu met het hoofdstuk ‘Seks en de Schrödingervergelijking’ – toevallig het eerste hoofdstuk dat ik opsloeg. ‘Volgens Walter Moore, de biograaf van Erwin Schrödinger, ontstond de beroemde Schrödinger-golfvergelijking tijdens de kerstvakantie van 1925 in het Zwitserse skioord Arosa bij Davos. De 38-jarige hoogleraar uit Zürich had zich er ‘met een Weense vriendin’ teruggetrokken. Zijn vrouw wist ervan. Ze hadden een ‘open huwelijk’. Het is misschien makkelijker te leven met een
kanariepiet dan met een renpaard, maar ik prefereer een renpaard, placht zij te zeggen.’ Deze canon, wil ik maar zeggen, brengt de natuurkunde tot leven. Vraag ‘m voor sinterklaas of kerst en houd ‘m levenslang onder handbereik.
x
Herman de Lang, Vincent Icke e.a., Canon van de natuurkunde, Veen magazines, Diemen, 2009, 348 blz., €42,50
x Op 21 oktober, in de Nacht van de Natuurkunde, zal de Canon van de grootste natuurkundigen aller tijden worden vastgesteld. Stemmen kan nog steeds op: www.grootstenatuurkundige.nl
Innovatiegebabbel Hoe krijgen we Nederland aan het innoveren? Drie auteurs interviewden vijftien deskundigen en kwamen met een wollig boek. xJos Wassink Het probleem is duidelijk. Hoewel iedereen er langzaam van doordrongen is dat innovatie van levensbelang is voor het Nederlandse bedrijfsleven, zakt Nederland op de verschillende wereldranglijsten als een barometer voor de storm. The Hague, we have a problem. Auteurs Patrick van der Duin, Rob de Graaf en Ton Langeler geven een beknopte lijst van wat er aan schort: te weinig ondernemerschap en leiderschap, geen inspirerende toekomstvisie, te weinig samenwerking, een onderschatting van creativiteit voor het innovatieproces enzovoorts. Als troost melden de auteurs dat er in elk geval een sense-of-urgency heerst. Geen wonder, zou je denken. Maar na het analytisch begin van het boek, verandert de toon. De schrijvers ontpoppen zich als voorvechters van de innovatie en verzanden vervolgens in promotaal. Een voor-
beeld: ‘dat we zorgen dat het voor elkaar komt, dat we volhouden om de finishlijn te halen, dat de innovatie verkrijgbaar is’. Ik krijg het gevoel in een clubje beland te zijn waar ik niet bij hoor. Terug naar de basis. Wat is innovatie? Je denkt al gauw aan de gsm, de iPhone, de iPod. Maar ook de auto en eerder de houtzaagmolen in de VOC-tijd behoren ertoe. Kortom aan producten die zo vernieuwend zijn dat ze wegen ontsluiten voor een reeks aan andere nieuwe producten en diensten. Maar dat is niet het antwoord van het boek. Op zoek naar een definitie van innovatie beland je in een vijftien pagina’s tellende paragraaf waarin ‘een poging zal worden gedaan helderheid te verschaffen door innovatie in acht aspecten te beschrijven.’ Nieuwheid speelt daarbij een rol, verandering, implementatie, creativiteit, onzekerheid en zo nog een paar. Ook krijgt de lezer de raad ‘om bij innoveren in te spelen op toekomstige ontwikkelingen.’ Oh ja, welke dan? Toch komt er wel iets interessants uit naar voren, namelijk dat innovatie een paradoxaal proces is. Het steunt vaak op toevalsvindingen (‘serendipiteit’) en op vrijheid van onderzoek. Die onvoorspelbaarheid staat op gespannen voet met het beheersingsdenken van mana-
gers (voor wie het boek geschreven is). ‘Hoewel innovaties altijd een zekere mate van onvoorspelbaarheid in zich hebben, is er toch wel een consensus over dat een innovatieproces gemanaged moet worden (voor zover dat mogelijk is).’ Aldus de auteurs over de innovatieparadox (voor zover van toepassing). Wie vervolgens op zoek gaat naar hoe de innovatie dan gemanaged moet worden, komt terecht in het hoofdstuk Polderen 2.0. Hierin wordt het begrip collectieve innovatie geïntroduceerd. Dit moet oplossin-
Ik krijg het gevoel in een clubje beland te zijn waar ik niet bij hoor gen bieden voor fileleed, ruimtelijke ordening, onderwijsergernissen, gezondheidszorg, duurzame energie en andere hoofdpijndossiers. Ik merk op dat integratie ontbreekt. Het hoofdstuk doet onwerkelijk aan. Het land waarin de Senseo de apotheose van de innovatie vormt, zal straks wereldkampioen collectieve innovatie worden. Gelooft u het? Het doet me denken aan een puber die wat moeite heeft met zijn brommerexamen en daarom maar besluit jachtvlieger te worden. De auteurs paren een geloof in
managing (beheersing) aan dat in maakbaarheid. Alsof het samenbrengen van alle belanghebbenden – het recept van polderen 2.0 – het aanhoren van alle argumenten, het overzicht van de beschikbare technieken automatisch altijd tot een oplossing en een verbetering leiden. Alsof er geen fundamentele tegengestelde belangen in het spel zijn, alsof innovaties zoals het elektronisch patiëntendossier of de ovchipkaart niet moedwillig worden tegengewerkt en gesaboteerd. Ongehinderd door de taaie werkelijkheid denderen de auteurs door met hun blijde boodschap over ‘incrementele’ (kleine) innovaties en grote technische doorbraken door grote bedrijven en kleine ondernemers. ‘Zo wordt de puzzel niet alleen een mooi plaatje, maar ook nog vrijwel naadloos. Collectieve innovatie is pas dan geslaagd als het geheel is opgegaan in de maatschappij.’ Amen. In het meer analytische slot van het boek komen de schrijvers naar mijn idee wel met een aantal zinnige aanbevelingen. De belangrijkste daarvan is dat het Nederlandse innovatiebeleid zich meer zou moeten richten op werknemers dan op grote bedrijven. Dat lijkt me een waar woord. Verandering begint bij individuen; bedrijven hebben teveel belang bij de status-quo.
x Patrick van der Duin, Rob de Graaf en Ton Langeler: ‘Innovatie uit de polder – Hoe Nederland kan vernieuwen’, Uitgeverij Business Contact, Amsterdam 2009, € 24,50.
05
Nieuws
vaak veel langer. Ook vindt Lubbers dat als er na drie jaar geen onherroepelijk besluit is, de asielzoeker het voordeel van de twijfel verdient en een verblijfsvergunning moet krijgen. Van de 220 afgestudeerde vluchtelingen, rondden er ongeveer 50 een universitaire, 110 een hboen 50 een mbo-opleiding af.
Paranimfen
Drijftwist
Wetenschap zit bij de familie Van der Lei in de genen, zo lijkt het. Beleidsonderzoekster drs. Telli van der Lei verdedigt 20 oktober haar proefschrift bij TBM. Haar twee paranimfen zijn haar opa, emeritus hoogleraar geschiedenis, en haar vader, die professor is in de medische informatica. Drie generaties doctoren op een rij. Van der Lei onderzocht welke methoden beleidsonderzoekers het beste kunnen gebruiken om drie soorten problemen - conflict, onderhandeling en impasse – te bestuderen.
Er is bonje uitgebroken over het drijvende paviljoen dat DeltaSync samen met Public Domain Architecten zal realiseren in de Rotterdamse Rijnhaven. De Rotterdamse wethouder Lucas Bolsius gaf vorige week het startsein voor de bouw van het drijvende expositie- en ontvangstgebouw. Schetsen tonen drie drijvende bollen aan het eind van een lange drijvende pier. Rotterdammers hebben het over 'drijvende iglo's'. Het ontwerp doet denken aan het DeltaSync concept voor de Sjanghai Wereldexpo 2010. Dat vindt ook architect ir. Bart van
Bueren, een van de oprichters van DeltaSync en vorig jaar voor zichzelf begonnen. Van Bueren heeft DeltaSync voor de rechter gedaagd omdat ze zijn ontwerp voor Sjanghai zouden hebben gebruikt. Ir. Rutger de Graaf (DeltaSync) ontkent dat in het AD en zegt dat het ontwerpen voor Sjanghai onder zijn leiding heeft plaatsgevonden. De gemeente is in zee gegaan met DeltaSync toen Van Bueren daar nog werkte. Het duurzame bezoekerscentrum mag 5 miljoen euro kosten en zou in mei 2010 gereed moeten zijn.
TU breidt open course ware uit Open course ware blijft en het aanbod van gratis online colleges wordt groter, aldus collegelid Paul Rullmann. “Zo brengen we kennis de maatschappij in en dat is een belangrijke kerntaak van de universiteit”, zei Rullmann tijdens het OCW-seminar op 9 oktober in de aula. Volgens Rullmann levert open course ware de universiteit een goede reputatie en meer exposure op, omdat men wereldwijd kan zien hoe hoog het niveau van de TU is. “We krijgen
zeer positieve reacties. Volgens de website degreedirectory.org zijn wij na MIT de beste in het aanbieden van open course ware. De afgelopen anderhalf jaar hebben bezoekers uit 173 landen onze speciale
‘Men kan wereldwijd zien hoe hoog het niveau van de TU is’ website bezocht”, weet Rullmann. “In onder meer China, Indonesië en Suriname gebruiken opleidingen onze open course ware momenteel bij colleges.”
Volgens Rullmann opent het online aanbieden van colleges een schat aan mogelijkheden. Zo krijgen aanstaande studenten inzicht in colleges aan de TU. Dat dit de keuze voor een opleiding in belangrijke mate bepaalt, toonde Steve Carson, directeur buitenlandse betrekkingen open course ware van MIT. “Dertig procent van onze studenten zegt dat de online colleges hun studiekeuze beïnvloedden. Vrijwel alle huidige studenten gebruiken de site. Bijvoorbeeld om colleges nog een keer te bekijken”, zegt Carson. “Daarnaast gebruiken wij open course ware ook als extra service aan alumni, zodat zij op de hoogte blijven. De helft maakt daar gebruik
van.”Een ander groot voordeel van open course ware is dat het samenwerking in de hand werkt, meent Carson. “Het leverde ons contact op met maar liefst tweehonderdvijftig andere universiteiten.” De online colleges van de TU Delft leidden ook al tot diverse internationale samenwerkingverbanden. Momenteel zijn op de open course ware site van de TU Delft onder meer colleges watermanagement, micro-elektronica en nanotechnologie te zien. (RV)
x ocw.tudelft.nl www.ocwconsortium.org
Ligstoelen voor de Titanic De TU Delft is de verkeerde weg ingeslagen. Dat is de boodschap van de Duitse chemicus prof.dr. Michael Braungart tijdens zijn Studium Generale-lezing in bioscoop Mustsee. Lef kan deze bijzonder hoogleraar cradle-to-cradle niet ontzegd worden. Bijna tweeënhalf uur geeft hij de TU Delft, in aanwezigheid van rector Fokkema, er flink van langs. Braungart moet niets hebben van duurzaamheid, een van de speerpunten van de TU Delft. Als hij het woord uitspreekt trekt hij een vies gezicht. “Onder het motto duurzaamheid haalde Philips lood uit beeldschermen. Dat lijkt een goede zaak. Maar niemand vraagt wat er voor in de plaats komt. Nu gebruikt het elektronicaconcern namelijk zilver, tin en koper. Een televisie bestaat uit maar liefst 4360 stoffen. Waaronder veel schadelijke.” De aanwezige studenten luisteren met open mond naar de chemicus. In de pauze staan ze als groupies in de rij om Braungarts boek ‘Cradle to Cradle’ (2002) te laten signeren. Met duurzaamheid komen we geen stap verder omdat men afval blijft consumeren, stelt Braungart. Met gebouwen twintig procent efficiënter te maken, schiet je niets op. “We moeten op een volstrekt nieuwe manier ontwerpen”, meent Braungart. De chemicus stelt het principe waste equals food voor. Als voorbeeld noemt hij eetbare compoststoelen, zodat er geen afval meer is. Braungart legt verder uit dat ontwerpers aan een gesloten kringloop, zoals een biologische
cyclus, moeten denken. Hij stelt voor dat consumenten producten met chemische stoffen voortaan terugsturen naar de producenten, zodat zij de troep opruimen. Maar wat hij concreet wil veranderen, blijft vaag. Hij spreekt over het bouwen van huizen als een boom, pleit voor groene daken en benadrukt hoe verstandig het is om hoogspanningsmasten te vervangen door windturbines. Maar hoe meer Braungart praat, hoe meer zijn ideeën aan bekende duurzaamheidsinitiatieven doen denken. “Wat u zegt, proberen wij als duurzaamheidstudenten te realiseren”, zegt een student. De studenten die net nog met open mond luisteren, schudden nu het hoofd. Ze vinden dat de chemicus niet luistert. In het laatste uur kruist Braungart de degens met Fokkema en dat levert het nodige vuurwerk op. Van een echte discussie komt het helaas niet, omdat Braungart amper luistert naar de scheidende rector. Totdat Fokkema hem voor de tweede keer vraagt samen te werken met de TU. Door bijvoorbeeld het nieuwe Bouwkundegebouw te helpen ontwerpen volgens zijn principe. “Omdat de ontwerpprincipes van de TU Delft verkeerd zijn, wil ik jullie niet helpen”, zegt Braungart. “Dan is het alsof ik de ligstoelen van de Titanic ontwerp. Het spijt me dat ik dit zo onbeschoft zeg. Maar ik ben bezorgd over de toekomst en daarvoor is een radicale omslag nodig.” Robert Visscher
delta online Waterstofkart Greenchoice Forze heeft afgelopen weekend in Turijn de eerste Italiaanse Grand Prix voor waterstofkarts gewonnen. Het team wist na een crash de schade snel te herstellen en de kart naar de overwinning te rijden.
Steun Het ministerie van onderwijs (OCW) investeert in vijf jaar honderd miljoen euro in wetenschappelijk onderwijs en onderzoek in de natuurkunde en scheikunde. De steun komt er omdat veel faculteiten het door dalende studentenaantallen moeilijk hebben terwijl de disciplines volgens OCW cruciaal zijn.
THE-ranking De TU Delft is in de jaarlijkse Times Higher Education (THE)-ranglijst gezakt van plaats 78 naar 83. Van de 3 TU’s staat Delft nog wel fier aan kop, ondanks de sprong van Eindhoven (van 128 naar 120). Twente bleef staan op plaats 200.
Rinnooy Kan SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan wordt lid van de commissie-Veerman. De commissie van oud-landbouwminister en universiteitsbestuurder Cees Veerman onderwerpt het Nederlandse hoger onderwijsstelsel aan een internationale vergelijking.
Stufi Nederland discrimineert met de ‘drie-uit-zesregel’ voor meeneembare studiefinanciering. Dat stelt de Europese Commissie. Ze daagt Nederland voor het Europees Hof. Nederland houdt desondanks voet bij stuk.
Stufi mee
Strandbeest
Even leek het of de Markt in Delft was veranderd in de set van een science fictionfilm. Een groot beest opgetrokken uit pvc-buizen en PET-flessen maakte daar afgelopen zaterdagmiddag een wandelingetje. Het Wandelend Strandbeest, Animaris Umerus, is een van de vele creaties van kunstenaar Theo Jansen. Zijn beesten worden door de wind aangedreven. Windvanen slaan windenergie door middel van pompen op in PET-flessen. Als het beest genoeg wind heeft opgesnoven gebruikt hij de opgebouwde druk om zijn pootjesdie bestaan uit pistonnen – te bewegen. Jansens doel is om hele kudden te maken die hij vrijelijk laat grasduinen langs de kust. De show was georganiseerd in het kader van Delft Cultuurjaar 2009. (Foto: Loek van der Klist)
x www.strandbeest.com/film.html www.delft.nl/cultuurjaar2009
Bijna de helft van de studenten die studiefinanciering aanvragen voor een opleiding in het buitenland stuit op problemen. Dat blijkt uit een steekproef onder de leden van stichting Nederlandse Wereldwijde Studenten (News). Dat is een netwerk voor Nederlandse studenten in het buitenland.
x www.delta.tudelft.nl
DELTA. 31 15-10-2009
06
science
DELTA. 31 15-10-2009
07
science
opinion please
The awkward necessity of CO2 capture
Bacterial bricks competition
Despite being energyinefficient, bulky and expensive, CO2 capture from flue gases will have to be scaled up quickly. It’s the only way to make it affordable as well as necessary, says dr. Mohammad Abu Zahra, who defended his thesis last Tuesday. xJOS WASSINK Mohammad Abu Zahra vividly remembers the opening of the Eon power plant, a large-scale test facility located at the Maasvlakte. It was April 3rd of last year when a delegation featuring environment minister, Jacqueline Cramer, travelled by boat to the new power plant to officially open the CO2 capture research facility. Suddenly the delegation found itself surrounded by protesting Greenpeace activists in Zodiacs who were trying to prevent their boat from mooring. “They alleged we were helping Eon to keep using coal, while in fact we were only trying to make the use of coal greener”, Abu Zahra explains. The Maasvlakte facility is TNO’s newest and largest test facility. Previously, TNO had used a smaller set-up in Apeldoorn, which was later moved to Delft, for testing various solvents on a clean gas mixture. Not only is the new facility bigger, it also uses actual flue gas with dust particles and sulphur dioxide (SO2) from the coal-fired power plant for its tests. The installation needs six people for its operation when it filters less than a thousandth part of the total of flue gases from the 400-megawatt plant. “Abu Zahra has screened both existing processes for CO2 capture,
halfway
A team of TU Delft students has developed bacteria that engage in relay races. In late October, the team will present their crazy invention during the International Genetically Engineered Machines competition, held at MIT. CO2 capture facility at Eon power plant Maasvlakte. (Photo: TNO)
as well as new concepts”, says his PhD supervisor, prof.dr. Peter Jansens, a former professor of separation technologies at the faculty of Mechanical, Maritime and Materials Engineering. Jansens’ personal favourite is the part in which his PhD student wanted to use coal to absorb the last bit of CO2 from flue gases. “It’s like cleaning up your room. The first bit is relatively easy,
‘This technology will not bring you benefits’ but the last part demands most of the energy”, Jansens explains. He therefore welcomed Abu Zahra’s proposal to use the adsorption of coal itself to mop up the last traces of CO2 from the flue gases. Alas, it turned out that more coal was needed for gas cleaning than for firing the plant. “There is no breakthrough technology”, Abu Zahra says. Nonetheless, he does believe that we need to start applying the technology as soon as possible. “There is a cost involved in emitting CO2 as well”, he says, referring to the hidden costs of climate change.
The process’ costs both in energy and euros are frankly deterring. Repeated heating and cooling of the solvent that captures CO2 from the flue gases requires a substantial part of the heat generated by the power plant. A full-sized capture facility will lower a plant’s efficiency by 8-11 percentage points, while the plant’s efficiency will typically fall from 47 to 37-39 percent. Or, as Jansens says, the Netherlands would need four additional power plants to make up for the energy loss in capture. Nevertheless, the process can be made more energyefficient. Abu Zahra estimates that the energy demand can be lowered from 4 to 3,5 gigajoule per tonne of CO2. Apart from energy, CO2 capture costs a lot of money as well. Abu Zahra estimates current capture costs at 50-70 euro per tonne. Add another 10-15 euro for transport and storage and you’re looking at roughly 80 euro per tonne. “This is not a technology that will bring you benefits”, he dryly remarks. Still there is hope in scales. Researchers often refer to the analogy of SO2 filtration of flue gases in the 1980s. Initially those costs were $100 per tonne, but the price has now come down to $20 or less. In his new job at the IEA greenhouse gas R&D programme, Abu Zahra urges governments and industries to push the technology along to a full-sized demo by 2013. Money could come from carbon credits, CO2 taxes, revenues from enhanced oil and gas recovery or subsidies. Where does he think this first ‘clean coal plant’ will be opened? China, he says. “Europe developed the technology but then got stuck in discussions. China might surge ahead, so that eventually we will need to buy the technology from them.”
x “There is no breakthrough technology”, says Mohammad Abu Zahra. (Photo: Hans Stakelbeek/FMAX)
PhD thesis: Mohammad Abu Zahra, ‘Carbon Dioxide Capture from Flue Gas’, October 13, 2009.
New nuclear medical reactor Last Friday, the Dutch cabinet-council supported a proposal to demolish the 48-year old reactor in Petten and to have a new one built. The Netherlands needs a new nuclear reactor for the production of radioisotopes for medical applications. It’s the latest in a series of headlines concerning the issue. The latest, but by no means the last. The production of the radioisotopes has been a troublesome affair for years, owing largely to the frequent technical failures of the only five or six over-aged reactors that provide the isotopes worldwide. The reactor in Petten, exploited by NRG (Nuclear Research & consultancy Group), and the Chalk River reactor in Canada, are the main providers of molybdenum-99, on which cancer patients rely. Molybdenum-99 is the precursor of the meta-stabile isotope technetium-99m, widely used as a marker in nuclear medicine for diagnosing cancer and bone, heart or kidney problems. Professor Bert Wolterbeek, of the faculty of Applied Sciences’ Reactor Institute Delft (RID), welcomes the cabinet-council’s decision. In his opinion, the required 300 million euro for a new high flux reactor will be money well spent, considering that NRG accounts for about 40 percent of world production in 99m-Tc generators and that the new reactor has an expected lifespan of 30-40 years. Besides, Wolterbeek says, there is no real alternative for the production of these radioisotopes, except for the so-called high flux reactors (HFR). HFRs generate relatively little heat, but a large flux of neutrons. Reactors for power production are focused on the opposite: large heat production. An HFR’s large neutron flux is used to produce molybdenum-99 from uranium or from molybdenum-98. Wolterbeek refers to an article in a recent issue of the Dutch technology magazine, De Ingenieur, which explored alternative routes for radioisotope production. Some argued that particle accelerators might also be used to create molybdenum-99. Wolterbeek doesn’t regard that as a credible production route. The reaction might work in a laboratory but no steps have been taken to scale it up to industrial production, which, in Wolterbeek’s eyes, discredits the use of accelerators as a production technique. He has patented an alternative pathway to molybdenum-99 production, which takes molybdenum-98 as a source instead of uranium. “But you will still need a reactor for your neutron flux,” he explains. RID’s reactor, although of the right type, is not well-suited for medical isotope production, Wolterbeek says, because of its lower neutron flux (ten times fewer than Petten), but mostly because the entire facility is used in a research setting and is therefore unsuitable for the routine-production of highly radioactive materials. In short, building a new reactor is the only way to maintain the production of isotopes for nuclear imaging in the long run. But in the years ahead, headlines about shortages will still appear in the news, because a new Pallas reactor will not be operational before 2016. (JW)
xTomas van Dijk ‘Hi there neighbor, have some of my DNA.’ This may seem crazy coming from bacteria, if only because bacteria don’t have sex. But they do exchange DNA, however, by making temporary, bridge-like connections between one another through which they transfer genetic material, often in the form of small, circular pieces of DNA, called plasmids. This exchange mechanism is a handy tool for the bacteria (and a curse for humanity), helping them to spread resistance against antibiotics, among other things. But by genetically engineering plasmids, one can also make the bacteria do crazy stuff, like passing on a gene that encodes for a fluorescent protein. At the department of biotechnology (faculty of Applied Sciences), a team of students is making bacteria that pass on light, as if engaging in a relay race. The invention is one of around 120 entries for the iGEM (International Genetically Engineered Machines) bacteria design competition, which in late October will be held for the sixth time at Massachusetts Institute of Technology (MIT), in Boston.
(Illustration: Floris Wiegerinck)
The goal of this event is to design bacteria that are as bizarre as possible, and also, if possible, to develop them using ‘bio bricks’, which are standardized bits of DNA that have known (possible) effects in the cell and can be used as building blocks. Every year MIT sends hundreds of these bricks to student teams around the world to play with. The students thus help to further develop synthetic biology, a relatively young scientific discipline. Synthetic biology’s ultimate goal is to design life forms, much like engineers design computers or cars. Needless to say, this is very ambitious, since biochemical processes cranked up by genes all interact
Needless to say, this is very ambitious with one another in ways difficult to predict. Most scientists believe that making life from scratch is impossible, that one always needs a cell with a few hundred genes to start with. The record for synthesized life is held by one of the founders of the iGEM competition, synthetic biology guru, Jay Keasling, of the University of California, Berkeley. By adding 20 genes to a bacterial genome, Keasling made bacteria that produce artemisinine, a malaria medicine. In preceding years, teams competing at iGEM upgraded their bacteria, or thought of many funny ways of doing so. In 2006, a team from MIT showed that it is indeed possible to make bacteria smell like mint when they’re growing, and like banana when they’ve finished growing. Last year a team from the Catholic University of Leuven (Belgium) designed a bacterium, named
‘Dr. Coli’, which releases medicines in a patient and then self-destructs when the patient is cured. Last year’s TU Delft team worked on a ‘thermometer bacteria’ that becomes red when the temperature rises above 27 °C. “What we wanted to do above all this year is to develop bacteria with a self-destructive plasmid,” says Saeed Katiraei, one of the student members of this year’s TU Delft team. “That is something new. It also allows us to study cell to cell communications. In order to make a bacterial relay race work, the plasmid with the gene encoding for the fluorescent protein must selfdestruct after it has passed a copy of itself on to the next bacteria. Otherwise, the whole bacterial population will become fluorescent and you will no longer be able to follow the trajectory of the genes.” Unfortunately, the process failed to work. “We tried all different kinds of cloning techniques, but we couldn’t get the genes to work,” Katiraei adds. “The bacteria do however transmit the light signal, and we did manage to add a new bio-brick combination to the list of known bricks. We developed a combination that produces fluorescent proteins but that also contains a delaying mechanism, so that the ‘fluorescent gene’ will only spring into action once it has been completely transmitted to the neighboring cell.” The team is now racing against the clock to publish all its efforts and results on its wiki.
x 2009.igem.org/Team:TUDelft
Nicole Huijts. (Photo: Hans Stakelbeek/FMAX)
’How safe are hydrogen refuelling stations?’ Name: Nicole Huijts Nationality: Dutch PhD supervisors: Prof.dr. Bert van Wee and dr. Eric Molin (faculty of Technology, Policy and Management) Subject: The public acceptance of hydrogen technologies Thesis defense: In less than three years (part-time) “If a hydrogen refuelling station is built in your neighbourhood, what would you think of it? Would you be afraid it might negatively affect your health or would you applaud it? I’m studying the public acceptance of hydrogen stations. For the development of hydrogen technology in transport it is essentially important to know how the public will react to this, because the implementation of hydrogen stations is the key to the success of hydrogen technology. If there are no refuelling stations, people will not buy hydrogen cars. There are plans for a hydrogen refuelling station to be built in Arnhem. I will focus on this in my research. I’m currently working on a list of about fifty interview questions. I will ask people for instance how much trust they have in the government and industry for making it a safe station, and if they believe the government will define the correct safety measures for a hydrogen refuelling station. Over the past two years I’ve studied the public acceptance of other similar initiatives, like carbon capture and storage and biotechnology. It seems that people who have trust issues with the government do not trust new technology. It also works the other way around. The people who have more trust in the government are more likely to embrace new technologies. If they build the station in Arnhem, I could also study the reactions over time. It is possible that the reactions change with the years, that people who are initially afraid that the station will be hazardous, will become less afraid if there are no incidents. If there appear to be safety problems, then everyone will probably be more frightened and regard the stations much more negatively. How people respond to the information that is sent to them is also something I would like to study, although I’m not yet sure exactly how I will do this. But I will probably send two groups of people different kinds of information regarding the building of a hydrogen station in their neighbourhood. To a third group I will not send any information at all. Finally, I will analyse if the people in the different groups have different perceptions of the station. The results will help to formulate advice to policymakers. Very often engineers develop technology because they have a great image of the usability of what they have devised. But the people who use it look at the new technology in a totally different way; they do not share that same image with the engineer. I’m fascinated by this gap between engineers and users and the question of how one could close it.” (RV)
DELTA. 31 15-10-2009
08
interview
DELTA. 31 15-10-2009
09
interview
’De stad gaat totaal kapot’ De uit Palestina gevluchte bouwkundig ingenieur Amin Amin promoveerde vorige week bij Bouwkunde op een onderzoek naar stedenbouwkunde in Jeruzalem. “Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk afstand te nemen van mijn emoties.” xTomas van Dijk Op de kaft van uw proefschrift staat Jeruzalem weergegeven als een uiteengevallen puzzel. Hebt u daarmee willen aangeven dat het puzzelen is om een oplossing te vinden voor de etnische problemen in Jeruzalem? “Ja, maar niet alleen dat. Jeruzalem wordt officieel beschouwd als één stedelijke ruimte. Maar het is een lappendeken. Niet alleen vanwege de muur die Jeruzalem van de Westbank scheidt. Israëliërs maken nederzettingen in Oost-Jeruzalem waardoor Palestijnse wijken van elkaar gescheiden raken. Het zijn getto’s. En in West-Jeruzalem zijn Joodse ultraorthodoxe wijken en wijken van seculiere Joden. Als je vandaag kijkt naar Jeruzalem, dan zie je allemaal vlekjes.” Uw proefschrift ‘Urban Peace Building’ gaat over stedenbouwkunde in Jeruzalem. Iedereen denkt dan natuurlijk meteen aan de muur langs de Westbank. Kun je in deze stad überhaupt wel spreken van stedenbouwkunde? “Er is meer aan de hand dan alleen die muur. Het stedenbouwkundige uitgangspunt van de Israëliërs is om de stad te verjoodsen. Dit leidt er bijvoorbeeld toe dat historische gebouwen niet worden beschermd. Als er een nederzetting gebouwd wordt, gaan oude gebouwen en wijken tegen de vlakte. Palestijnse bewoners worden weggejaagd van de stad. De Palestijnen krijgen nauwelijks vergunningen van de Israëlische autoriteiten om te bouwen, dus doen ze het illegaal. Aangezien ze het misschien weer moeten afbreken, bouwen ze minder degelijk. Tegelijkertijd breiden de buitenwijken zich in OostJeruzalem heel chaotisch uit. Het is essentieel om in Jeruzalem over stedenbouwkunde na te denken, juist vanwege de complexe problemen.” U bent zelf Palestijn, opgegroeid in Jeruzalem, begin jaren negentig naar Nederland gevlucht, en u kiest duidelijk partij. Kunt u wel objectief wetenschappelijk onderzoek doen naar stedenbouw in Jeruzalem? “Ik heb zoveel mogelijk afstand geprobeerd te nemen van mijn emoties. Ik vind dat je als onderzoeker wel een standpunt mag innemen. Maar je moet het gezichtspunt van de tegenpartij begrijpen.”
WIE IS AMIN AMIN? Amin Amin (1968) woont nu in Jordanië. Sinds 2004 is hij daar hoofd van de Arabische ontwikkelingsorganisatie Change Agent for Arab Development and Education Reform (Cader). Deze organisatie, die onder meer door de TU Delft, InHolland en de Jordanese Yarmouk University is opgezet, richt zich met name op ict in het hoger en basisonderwijs in de Arabische wereld. Van 1998 tot heden was Amin medewerker van Cicat (het managementcenter voor internationale samenwerking van de TU Delft) en heeft hij werk gedaan bij diverse huisvesting- en onderwijsprojecten in Jemen, Turkije, Jordanië en Kazakstan. De in Jeruzalem geboren ingenieur verhuisde in 1992 naar Nederland en ging bouwkunde studeren in Delft. In 1998 begon hij samen met de Palestijnse socioloog Rami Nasrallah aan het promotieonderzoek ‘Urban Peace Building; Patterns and Future Scenario’s, the case of Jerusalem’. Vorige week dinsdag (6 oktober) verdedigden zij hun proefschrift. (Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
U schreef het proefschrift samen met de Palestijnse politicoloog Rami Nasrallah. Was het niet verstandig om ook een Jood te betrekken bij het onderzoek om de schijn van partijdigheid te voorkomen? “Ik vind dat een oppervlakkig detail. Wij zijn beiden objectief. Bovendien, ik ken Joden die progressiever zijn voor wat betreft het Joods-Palestijnse conflict dan Palestijnen zelf.” Uw proefschrift bestaat voornamelijk uit een analyse van een twaalf jaar durende discussie tussen Joodse en Palestijnse academici, onder wie uzelf, over stedenbouwkunde in Jeruzalem. Wat is dat voor denktank? “De ontwikkelingsorganisatie Olof Palme International Center bracht in 1996 in het Zweedse Bommersvik een veertigtal Joodse en Palestijnse academici - sociologen, stedenbouwkundigen en economen - bij elkaar om te discussiëren over de toekomst van Jeruzalem. Daarna vond het elk jaar opnieuw plaats. Telkens in een andere stad.” Wanneer besloot u een proefschrift te schrijven over deze denktankbijeenkomsten? “In 1998 begon ik met mijn promotieonderzoek. In het begin wilde ik me richten op architectuur aan de Palestijnse kant. Maar ik heb me snel gerealiseerd dat het absurd is om alleen daar naar te kijken. Het heeft niets met de realiteit te maken. De ontwikkelingen in de hele stad hebben invloed op de Palestijnse architectuur. Die invloeden kun je niet zomaar weg fil-
teren. Dus toen heb ik gekozen voor een multidisciplinaire aanpak. Ik wilde beschrijven hoe het huidige politieke conflict de stad stedenbouwkundig, en wat architectuur betreft, beïnvloedt. En ik wilde onderzoeken hoe academici kunnen helpen om beide partijen bij elkaar te brengen en welke lessen er te trekken zijn voor andere conflictsteden.” Welke algemene lessen vallen er uit te trekken voor andere steden? “Je hebt actief burgerschap nodig om iets te bereiken in conflictsteden. De onderdrukte partij moet zich stevig kunnen uitdrukken en voor zijn rechten kunnen opkomen. Tegelijkertijd moet hij rationeel denken en de tegenpartij in de ogen kunnen aankijken. Een andere belangrijke les is dat peace building en peace making samen moeten gaan.” Jullie doel was urban peace building. Zo luidt ook de titel van uw proefschrift. Wat is dat? “Je hebt peace making (vrede stichten) en peace building (vredesopbouw). Peace making is een politiek proces. Politici zijn daar al tientallen jaren mee bezig zonder veel resultaat. Peace building is een bottom up-aanpak die moet leiden tot een sterke civil society (burgerbeweging -red.). Hoe Jeruzalem zich ontwikkelt, wordt niet enkel van boven af gedicteerd door stedenbouwkundige beslissingen. De ruimte waarin we leven, bepaalt ook hoe we ageren. Daar hebben we onderzoek naar gedaan.” Kunt u een voorbeeld geven? “In Jeruzalem voelen de inwoners zich vreemdelingen in hun eigen stad. Palestijnen raken steeds meer gefrustreerd door de Israëlische onderdrukking en allerlei Israëlische maatregelen zoals de muur. Joden zien steeds meer gebouwen om hen heen veranderen in vestingen met piepkleine ramen. De Joodse seculiere middenklasse trekt naar Tel Aviv en de Palestijnse middenklasse verhuist naar Ramallah. De stad gaat steeds meer achteruit op alle vlakken. Doordat de inwoners zich weinig verbonden voelen met de stad, ontstaat er geen sterke burgerbeweging die zich inzet voor een vreedzame stad. In de meeste steden geven autoriteiten meer en meer zeggenschap aan burgers. In Jeruzalem gebeurt het tegenovergestelde. Dat tij moeten we zien te keren want vredestichten is gedoemd te mislukken als het wordt losgekoppeld van vredesopbouw.” Met jullie bijeenkomsten willen jullie een bijdrage aan de vredesopbouw leveren. Dat klinkt mooi, maar kunnen veertig academici er echt voor zorgen dat de situatie verbetert in Jeruzalem? (Zucht) “We hebben contact met allerlei burgerorganisaties. Maar als er bloed vloeit zijn mensen niet snel bereid om con-
structief te denken. Dus het is nu heel moeilijk. Maar de uitkomsten van onze seminars zijn ook altijd bij politici terechtgekomen. Wat onze impact is, kan ik niet kwantificeren. Maar ik weet zeker dat politici op de hoogte zijn van wat wij doen. Als er een oplossing komt in Jeruzalem, dan zal dat mede gebeuren door tussenkomst van de Verenigde Staten en de Europese Unie. Ik hoop dat Barack Obama dingen anders kan aanpakken.” Wat waren de geschillen binnen jullie denktank? Konden jullie constructief discussiëren over zo’n emotioneel beladen onderwerp? “De eerste paar jaar was de sfeer tussen de Joodse en Palestijnse deelnemers erg slecht. Zelf was ik ook niet constructief. Ik wilde het alleen maar hebben over de onderdrukking van de Palestijnen en het nederzettingenbeleid. De Israëliërs op hun beurt wilden alleen maar praten over praktische zaken. Over hoe om te gaan met het water- en elektriciteitsnet in de stad bijvoorbeeld. Het heeft twee jaar geduurd voordat we met zijn allen door hadden dat we alles moesten bespreken, de nationale aspiratie van de Palestijnen én functionele problemen in de stad.” In 2001 vond de bijeenkomst plaats aan de TU Delft, bij de faculteit Bouwkunde. Toen begon ook de tweede intifada. “De situatie escaleerde. We realiseerden ons dat we te positief hadden gedacht over Jeruzalem en de mogelijkheid om de situatie om te buigen met de civil society. We hebben toen het scenario building system opgezet. Dat instrument helpt ons om in te schatten hoe situaties zich kunnen ontwikkelen en hoe we, als bepaalde geopolitieke ontwikkelingen zich voordoen, het beste kunnen reageren. We hebben vijf scenario’s verzonnen. In het meest optimistische scenario, ‘The city of bridges’ eindigt de Israëlische bezetting, en verandert elk deel van de stad in een hoofdstad, de een voor Israël en de ander voor Palestina. Palestijnen krijgen volledig controle over het oostelijke deel van Jeruzalem.” Welk scenario acht u het meest waarschijnlijk? “Ik ben erg pessimistisch en teleurgesteld op dit moment. We moeten het ergste vrezen. We hebben zowel aan Palestijnse als aan Israëlische kant etters aan het roer die alles erger maken. Inwoners nemen meer en meer afstand van de stad. Het is idioot en erg pijnlijk. Jeruzalem is een belangrijke historische plek voor meeste mensen op aarde, joden, christenen en moslims. Iedereen hecht er veel waarde aan. De stad bestaat al vijfduizend jaar maar in de laatste vijftig jaar gaat het snel achteruit. De stad gaat totaal kapot.”
DELTA. 31 15-10-2009
10
lifestyle
DELTA. 31 15-10-2009
Brekend glas
de melkkoe
Delft is op 24 en 25 oktober in de ban van de ‘Unieke Delftse Loop der Dingen’. Als onderdeel van het cultuurjaar wordt dan een kettingreactie gevormd door kunstige en technische bedenksels van vijftien teams. Ook de TU laat zich zien.
De in gloednieuwe (blauwe) shirts gehulde volleyballers van Punch behaalden vrijdag tegen VCV de eerste competitieoverwinning (3-1). (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
De herenploeg van Punch-volleybal is terug in de regiodivisie. Na twee uitnederlagen stond vrijdagavond in de eerste thuiswedstrijd het eveneens gepromoveerde VCV uit Veenendaal tegenover de Delftenaren die ook dit seizoen weer worden gecoacht door Léon Jungschläger. De start was matig volgens aanvoerder Bas Spikman: “De spelverdeling liep niet zo best, maar dat ging al snel beter.” Zowel de eerste als tweede set werd gewonnen, de derde was echter voor de bezoekers. “Hun middenblok, met twee mannen van boven de twee meter, ging toen heel goed lopen. Gelukkig wisten we de vierde set met hard knokken weer te winnen.” Het leverde de eerste competitiezege op. “Ik denk niet dat we meteen weer voor promotie kunnen gaan, het zal hard knokken worden om ons te handhaven in deze afdeling”, aldus de realistische Spikman. Hard knokken is het ook voor de hoogst spelende hockeyteams van de TU. Na vijf competitierondes staan zowel heren als vrouwen van DSHC nog altijd op nul punten. Dat geldt eveneens voor de mannen van Dopie. De vrouwen van de laatste vereniging haalden zondag tegen Souburgh de eerste punten binnen door met 3-1 te winnen. Ariston’80 heeft geheel andere perikelen. De voetbalvereniging dreigt het TU-sportcentrum te verlaten. "Al vele jaren ondervinden besturen (en leden) wekelijks problemen bij het sportcentrum", aldus bestuurslid Ivo Lechner van de ondersteunende Club van 80, in een nieuwsbrief aan de leden. Met burgervereniging DHL zijn onderhandelingen gaande over de mogelijkheden van verhuizing naar de accommodatie van DHL aan de Brasserskade. Ook Delfia, spelend aan de Mozartlaan, is geïnteresseerd. Ariston’80 heeft met negen heren- en twee vrouwenteams de grootste seniorenafdeling van alle Delftse voetbalclubs. De Delftse studentenrugbywereld is intussen opgetogen over het IOCbesluit om rugby vanaf 2016 te erkennen als olympische sport. Het gaat om sevens rugby, een snelle variant met korte wedstrijdjes waarbij niet de gebruikelijke vijftientallen maar zeventallen het tegen elkaar opnemen. Namens het Delftse Thor maken Pien Selbeck, Lorraine Laros en Kitty Vloemans momenteel deel uit van de nationale vrouwenselectie. “Zeker Pien en Lorraine maken gezien hun leeftijd een goede kans om in Rio 2016 voor het eerst aan het olympisch rugbytoernooi mee te doen”, denkt bondspersvoorlichter annex DSR-C-speler Jonathan Vondeling. Met de toen ook nog voor Thor uitkomende Xandra Benthem de Grave miste het drietal toppers vorig jaar zowat de hele competitie. Het kwartet bereidde zich met de nationale selectie een half jaar lang voor op het wereldkampioenschap in Dubai waar het Nederlands sevensteam twaalfde werd. Thor kon zich ternauwernood handhaven op het hoogste niveau. Dit seizoen vergaat het de Thor-dames met hun internationals in de gelederen een stuk beter. Zondag werden in Nijmegen The Wasps met 24-0 verslagen. Thor staat na vier overwinningen en één nederlaag op de derde plaats. (JT) Pagina 21: 'Sportkaart bitte'
x Tips?
[email protected]
Fragiele naakten Woensdag werd bij Bouwkunde de expositie ‘Modeltekeningen’ van Sylvie Overheul geopend. De eerste van een reeks tentoonstellingen van docenten van de afdeling media studies. xJimmy Tigges
xERIK HUISMAN
“We willen apparaten inzetten. Slijptollen, boormachines”, aldus IO-student Piet de Vries van team De Beunhazen. (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Jazeker! De Beunhazen doen over ruim een week mee aan de Delftse Loop der Dingen die Lijm en Cultuur organiseert. Dat staat vast. En ook dat de Beunhazen een team is van TU-studenten. Van drie IO’ers om precies te zijn: Piet de Vries, Sander Dominicus en Joost Dingemans. Maar daarmee houden de zekerheden wel zo’n beetje op. Ze gaan ‘hun ding doen’ en dat betekent ‘spektakel, brokstukken, vermaak’. “Het wordt beunen”, zegt De Vries. En dat is? “Knutselen. Het vinden van simpele oplossingen. Alles behalve kwaliteit”, verduidelijkt hij. Dingemans: “Wat we maken moet blijven staan zolang de Loop der Dingen duurt, dus een kwartier of drie. En het moet werken zolang als ons onderdeel moet duren, een paar minuten.” Eigenlijk hebben ze maar één simpele opgave van ‘bovenaf’: een beweging overnemen van het team voor hen en dat doorgeven aan het team na hen. De rest is vrij op hun stukje van acht vierkante meter. Ze voelen zich ook vrij. Een vast omlijnd ontwerp hebben ze niet. Ze hebben in elk geval geen apparaat of voorstelling in hun hoofd. “Het moet wel iets worden waarvan de mensen zeggen als ze het zien: wow. En dan moet hij nog werken”, schetst Dominicus. “Het wordt geen mooi ontwerp of object”, weet De Vries zeker. “Maar we gaan verbazing opwekken. Het gaat in de richting van dingen die in de beweging kapot gaan. Glaswerk,
dat sneuvelt mooi en klinkt ook mooi. Maar ook objecten. Een oude gitaar. We gaan dingen gebruiken van de sloop en schroot. We willen ook apparaten inzetten. Slijptollen, boormachines. We denken aan een rode draad van beweging met van alles er omheen. Er zullen onverwachte dingen gebeuren. We gaan het publiek vermaken.” En ze azen op de originaliteitsprijs van 250 euro. Dat alles omdat ze het leuk vinden om te knutselen, te sleutelen, iets te creëren. “En ik heb ooit ‘Der Lauf der Dinge’ gezien”, vertelt De Vries. “Dat vond ik heel gaaf.” Op dat idee is de Delftse Loop der Dingen gebaseerd. De installatie van de Beunhazen is onderdeel van de golfbeweging die over het Lijm en Cultuurterrein aan de Rotterdamseweg 270 zal lopen op 24 en 25 oktober. In totaal doen vijftien clubs, individuen, bedrijven, instellingen, kunstenaars en scholen mee. “Heel veel verschillende groepen”, aldus Erik Groenenberg van Lijm en Cultuur. Elk team is verantwoordelijk voor een stuk van vier bij twee meter van de route. De organisatie bedeelt ze een plaats toe en bemiddelt bij het doorgeven van de beweging. Een soort Domino Day dus, maar dan anders. “De kettingreactie begint buiten, vanwege de kraan die we gebruiken bij de start”, weet Groenenberg nu al. “Dan gaat het naar binnen, dat is handig want daar hebben de deelnemers minder last van de wind, en daarna komen we weer buiten.” Dat
floris
Sport
11
lifestyle
laatste is essentieel, want de afsluiting wordt mooi en indrukwekkend, verwacht Groenenberg. Die wordt verzorgd door de Rotterdamse vestiging van ingenieursbureau Witteveen + Bos in samenwerking met kunstenaar Alex Strik, bekend van onder meer de Mooi Weer Spelen. “Het wordt een vuurspektakel”, licht Groenenberg een tipje van de sluier op. Voor het publiek is zondag de hele dag interessant. Het opbouwen van de installaties, dat zaterdag begint, gaat op zondag door, terwijl daarnaast op terrein van Lijm en Cultuur in het kader van Wetenschapsdag tal van activiteiten zijn. Zo kunnen kinderen er knutselen en mogen ouderen aan de slag om iets te maken dat ingepast kan worden in de Loop de Dingen. Het startschot voor de kettingreactie valt zondag om 17.00 uur. Groenenberg: “Ook dat wordt spectaculair, met een presentator, projecties en natuurlijk de beweging van de ketting.”
x ‘Delftse Loop der Dingen’, 24 en 25 oktober op het terrein van Lijm en Cultuur, Rotterdamseweg 270. Aanvang kettingreactie: zondag 17.00 uur.
x
www.delftseloop.nl www.youtube.com Zoeken op: Lauf der Dinge
Bart van Zaalen: “Ik ben echt trots op mijn werkgever.” (Foto: Hans Stakelbeek/FMAX)
Servicemedewerker Bart van Zaalen (21, technische bestuurskunde) is servicemedewerker bij de Nederlandse Spoorwegen. Hij doet zijn werk altijd met trots. En soms met zijn moeder. “De ene keer draai je een ambulante dienst, de andere keer zit je achter het loket. Mijn voorkeur hangt af van het station. Op Den Haag Centraal komen veel toeristen met vragen. ‘Welke trein moet ik nemen?’ Of: ‘Hoe kom ik bij mijn hotel?’ Het geeft voldoening als je iemand op weg kan helpen. Op station Leiden en Hollands Spoor zie je vooral studenten en zakenlui. Die kennen de weg wel. De tijd gaat dan langzamer, wat trouwens ook geldt op een rustige dag achter het loket. Op Den Haag Centraal heb je eigenlijk nooit níemand voor je staan. Is er een lange rij, dan probeer je die weg te werken. Dat geeft een kick.” “Mijn moeder werkt al langer bij de NS. Via haar hebben ze mij gevraagd voor deze baan. Nu werk ik soms samen met mijn moeder. In Delft heb je bijvoorbeeld twee loketten. Dan zit mijn moeder links en ik rechts. Soms vraag ik: ‘Mam, hoe zit dat ook alweer?’ Zie je ze gek kijken. Je ziet trouwens vaker dat mensen uit één familie bij NS werken. Een spoorfamilie noemen ze dat.” “Het komt voor dat je met vier collega’s tegenover tweehonderd man staat. Blijkt er een stremming. Je probeert in zo’n geval orde te scheppen, vooral niet drie mensen tegelijk te helpen. Stuk voor stuk handel je de vragen af. Andere reizigers luisteren mee en trekken hun plan. Een ouder iemand heeft misschien een beschrijving op papier nodig. Of er komt een reiziger aanlopen van: ‘Het is weer zover…’. Als je die met een goed humeur op pad kan sturen, is dat mooi.” “Wanneer mensen kritiek hebben op de NS, dan kan ik daar gedeeltelijk in meegaan. Maar bedenk wel: hier in Delft heb je amper een marge van een minuut tussen twee treinen. Mijn huisgenoten klagen nog wel eens, als er aan het spoor wordt gewerkt. Wat ze vergeten is dat ProRail daar verantwoordelijk voor is. De NS wordt er helaas op aangekeken. In dat soort discussies stel ik me verdedigend op. Dan merk ik ook, dat ik echt trots ben op mijn werkgever.” (IK) Bijbaan: Verdiensten: Opvallend:
Servicemedewerker NS €11 per uur zonder toeslagen Werkt geregeld samen met zijn moeder op station Delft
x Weet je een aparte bijbaan? Mail naar
[email protected]
“Het zijn kwartierposes”, zegt Overheul, gezeten in haar atelier op Rotterdam-Zuid. “Als dat woord tenminste bestaat.” Met een groep kunstenaars huurt ze elke donderdagavond gezamenlijk een model in. “Dan gaan we aan de slag. Tekeningen maken binnen een kwartier. Door die korte tijd worden je tekeningen spontaner. Het kan ook interessant zijn om er een minuut over te doen. Dan worden de lijnen nog spontaner, nog gedurfder.” Ze heeft inmiddels een lange modellenlijst opgebouwd. “Daar zitten ook studentes bij die zo wat kunnen bijverdienen. Af en toe moeten we de lijst verversen, als modellen kinderen krijgen en geen tijd meer hebben. We zoeken geen fotomodellen. Je mag dik of vierkant zijn, als je maar goed kunt stilzitten en een interessante pose kunt neerzetten.” Op de expositie zijn 38 werken te zien. Verfijnde potloodtekeningen, waarvan sommige met aquarelondersteuning, en pentekeningen met dunne lijnen. “Pentekeningen zijn het moeilijkst. Je kunt niet gummen, dus je moet heel geconcentreerd zijn. Elke lijn moet in één keer raak zijn.” Als twee van de vijf pentekeningen lukken, is ze blij. Haar modeltekeningen zijn fragiel. Dat vindt ze mooi. Rustig. “Ik vind het mooi als de tekening bijna het papier ingaat. Ik houd wel van een bepaalde leegheid in mijn tekeningen. Misschien ligt het ook wel aan de modellen. Die zijn vaak fragiel, kwetsbaar.” Overheul is opgeleid aan de kunstacademie. Sinds twee jaar geeft ze les bij Bouwkunde, maar niet in modeltekenen, een van de keuzevakken die onder media studies
“Door een contour in juiste verhouding neer te zetten heb je al snel het idee: daar zit een mens.” (Illustratie:Sylvie Overheul)
vallen. “Ik geef zelf alleen handtekenen, de verplichte cursus voor eerstejaars. Ik leer architecten in spe hoe ze gebouwen moeten tekenen. Dat ze op het eind van de rit op papier kunnen zetten wat ze op papier willen zetten. Ik geef ze een handvat. Het eerste semester leer ik ze vanuit de kubus gebouwen in goed perspectief te tekenen. In het tweede semester stap ik over op de perspectivische cirkel ofwel de ellips. Dan komen ook auto’s aan bod.” Handtekenen is om twee goede redenen belangrijk voor bouwkundestudenten. “Om je allereerste
Je mag dik of vierkant zijn, als je maar goed kunt stilzitten ideeën te kunnen schetsen en om een goed schetsje te kunnen maken als je iemand iets snel wilt uitleggen.” Er is geen artistieke aanleg voor nodig om vanuit een kubus een gebouw te kunnen tekenen, zoals bij modeltekenen. Een cursus die niet echt noodzakelijk is voor bouwkundestudenten, beaamt ze, maar wel nuttig omdat je goed leert kijken, expressie leert geven aan je model. “Dat geldt ook voor gebouwen. In de eerstejaarscursus leer ik ze de essentie van de mens te pakken. Door een contour in juiste verhouding neer te zetten heb je al
snel het idee: daar zit een mens. Je kunt ze leren om te analyseren hoe een mens in elkaar zit, zodat ze die kunnen stileren. Dat is beter dan een gezicht invullen met ogen, neus en mond die niet helemaal lijken. Bouwkunde is geen kunstacademie.” Naast tekeningen produceert ze schilderijen in acrylverf. Vaak taferelen met water. “Ik heb iets met water. Koeien zet ik ook in water. Water is de bron van het leven. Het heeft iets rustgevends.” Haar specialisatie is klassiek portretschilderen. “Ik heb een beetje klassieke inslag. Zoals de oude meesters werkten, dat deel van de esthetiek is al uitgevonden. Daar kan ik weinig aan toevoegen.” Op de ezel in haar atelier staat een portret van sportjournalist en schrijver Hugo Borst. Een goed gelijkende beeltenis van de ernstige versie van Borst. Borst als zorgzame vader, niet de branieuitvoering die bekend is van voetbalpraatprogramma’s. Het portret is bijna af, ze is alleen niet tevreden over zijn mond. “Als hij tegenover mij zit te poseren, zitten we altijd gezellig te babbelen. Hij is journalist dus die mond staat bijna niet stil. Dat is lastig om te schilderen.”
x x
www.sylvieoverheul.nl
Modeltekeningen Sylvie Overheul, faculteit Bouwkunde, Julianalaan 134, zalen BG.Oost.110M-N. Dagelijks open tijdens de lunchpauze.
time out
Kozakkenleger De week van de geschiedenis staat voor het Legermuseum in het teken van de Kozakken. Zaterdag begint de nationale week van de geschiedenis. De week, die dit jaar samenvalt met de herfstvakantie, staat dit jaar in het teken van ‘oorlog en vrede’. Het legermuseum is een van de tien genomineerden voor de ‘week van de geschiedenisprijs 2009’, dankzij zijn programma over de Russische Kozakken. Gedurende de hele week is er in het museum van alles te doen. Zaterdag zijn er vanaf 13.00 uur twee lezingen. Een over de boeken en afbeeldingen in het legermuseum met betrekking op de Kozakken in Nederland. De tweede lezing gaat over het negatieve beeld dat bestaat van de
Kozakken. Tussen de lezingen kan er Napoleontaart gegeten worden. Dat de Kozakken in 1814 in Nederland kwamen, kwam doordat zij het Franse leger van Napoleon achtervolgden. Verder zijn er een Russische markt, een Kozakkenkoor en dansgroep. Ook kun je zelf zwaardvechten, matroesjka’s schilderen en Russische lekkernijen zoals wodka en kaviaar proeven. De toegang tot het legermuseum en bijbehorende lezingen is voor studenten gratis. Voor volwassenen is de toegang €7,50. Aanmelden voor de lezingen kan via
[email protected]. (JC)
x www.weekvandegeschiedenis.nl www.legermuseum.nl
DELTA. 31 15-10-2009
service
12
DELTA. 31 15-10-2009
service
13
DELTA. 31 15-10-2009
14
reportage
DELTA. 31 15-10-2009
15
reportage
Computer met dovemansogen Computers kunnen veel, maar zien: daar zijn ze niet zo goed in. Toch probeerden drie promovendi van de TU een computer te leren gebarentaal te herkennen.
Lichtenauer uit. “Bovendien: als je bij kinderen met handschoenen zou werken, zou je talloze maten nodig hebben. Dat is niet handig.” Het TU-systeem kijkt daarom zonder andere hulpmiddelen dan beeldherkenning naar de gebaren. “Een probleem hierbij is dat het herkennen van handen voor een computer heel ingewikkeld is. Het kost veel rekenkracht, en daarmee tijd”, vertelt Lichtenauer. Hij verzon hier een oplossing voor: de computer let op huidskleur, en vervolgens op de grove vorm, positie en bewegingsrichting van de huidskleurige objecten. Het volgen van de beweging van de handen bleek het beste te gaan met een stereocamera. En natuurlijk heeft niet iedereen precies dezelfde huidskleur. Dit is opgelost door van elk kind dat een profiel aanmaakt op de oefencomputer een foto te nemen, waarna een leraar of oefenhulp moet definiëren wat het hoofd
xNadine Böke Een vogel. Ha, die is makkelijk. Ik wapper met mijn handen in de lucht alsof ik vlieg, en leg ze daarna weer netjes op tafel. Op het scherm voor me lacht een vriendelijk uitziende blonde vrouw uitbundig terwijl ze haar duimen opsteekt: goed zo! Er verschijnt een nieuw plaatje op het scherm. Een koe. Ik maak een gebaar alsof ik twee grote horens heb. Weer de lach en de duimen. Hm, maar wat is dit? Een snavel. Ik wapper maar weer met mijn handen als bij de vogel. De dame op het scherm kijkt uiterst sip terwijl ze haar hoofd schudt: fout. Ze doet voor hoe het wel moet: met één hand maakt ze een puntvormig gebaar vanaf haar neus en mond. De computerapplicatie waar ik achter zit is ontwikkeld door de TU Delft, in samenwerking met de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind (NSDSK) en de Koninklijke Auris Groep. De applicatie is bedoeld om de gebarenschat van dove en slechthorende kinderen tussen de drie en zes jaar oud te vergroten. De computer toont een plaatje, waarna het kind het bijbehorende gebaar moet maken en meteen feedback krijgt. “Jij zit nu op het
Het herkennen van handen is voor een computer heel ingewikkeld
Een leerlinge van de Dr. M. Polanoschool voor dove en slechthorende kinderen in Rotterdam doet oefeningen achter de gebarencomputer. (Foto: NSDSK)
niveau van een kind van vier”, zegt Gineke ten Holt, promovenda bij de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Erg knap is het niet dat ik dit niveau haal: het systeem is zo ingesteld dat de computer op dit niveau heel ruimhartig is bij het goed rekenen van een gebaar. “Het motiveert kinderen beter als
ze positieve feedback krijgen dan als de computer gelijk heel streng is. Naarmate het kind meer heeft geoefend kan het niveau omhoog”, verduidelijkt Ten Holt.
Perceptie Ten Holt is slechts één van de drie promovendi die zich de afgelopen
jaren hebben beziggehouden met dit project. Ten Holts collega’s, Jeroen Lichtenauer en Jeroen Arendsen, promoveerden op respectievelijk 13 en 19 oktober. Ten Holt raakte iets later betrokken bij het project en is nog bezig haar laatste onderzoeken af te ronden. Dat er drie promovendi nodig waren voor het ontwikkelen van de applicatie, is omdat deze misschien simpel lijkt, maar dit beslist niet is. Een van de moeilijkheden met een computer leren om gebaren te herkennen is dat er in sommige opzich-
Ik maak een gebaar alsof ik twee grote horens heb
Om mogelijke verstorende elementen uit de omgeving buiten de sluiten, staat de gebarencomputer opgesteld in een (vrolijke) tent. (Foto: NSDSK)
ten eigenlijk nog niet zo veel bekend is van gebarentaal. Dat is waar Jeroen Arendsen, die promoveert bij Industrieel Ontwerpen, bij komt kijken. Arendsen: “Ik heb me binnen dit project vooral bezig gehouden met de menselijke perceptie. Als je een gebaar goed wilt herkennen, moet je weten welke informatie binnen het gebaar relevant is. Ik heb daarom bestudeerd hoe mensen gebaren bekijken en waarop zij reageren binnen het gebaar. Dit deed ik door proefpersonen filmpjes van gebaren voor te schotelen en hen bijvoorbeeld te laten aangeven wanneer een gebaar begon. Daarna heb ik de filmpjes gemanipuleerd en de
gebaren net iets veranderd, om te kijken wat voor effect dit zou hebben. Welke variaties op het gebaar zijn nog acceptabel, en welke niet? De computer kan al dit soort informatie vervolgens gebruiken om de gebaren van de kinderen te beoordelen.” Jeroen Lichtenauer ging binnen het project over het technische gedeelte: het was zijn taak om ervoor te zorgen dat het computersysteem inderdaad gebaren kan herkennen. Een van de moeilijkheden hierbij was dat de applicatie het liefst in real-time moest werken. Lichtenauer: “Het is heel belangrijk dat de kinderen meteen feedback krijgen. Jonge kinderen worden snel ongeduldig. We hebben ook gezien in de praktijktests dat de kinderen het niet per se erg vinden als de computer een gebaar fout rekent dat eigenlijk goed is. Meestal hebben ze wel zo veel zelfvertrouwen dat ze dan denken ‘het systeem zit fout, niet ik’. Wat ze wel echt frustreert, is als een reactie van de computer uitblijft.”
Huidskleur Bij de – zeldzame- andere computerapplicaties voor gebarenherkenning die zijn ontwikkeld, is het meestal nodig dat de persoon die erachter zit speciale handschoenen draagt of sensoren op zijn handen geplakt krijgt. Dat wilden de onderzoekers van de TU niet. “We wilden de situatie voor de kinderen zo natuurlijk mogelijk houden”, legt
en de handen van het kind zijn. Op basis hiervan maakt de computer een model van de huidskleur van het kind. Terwijl Arendsen zich vooral bezighield met de menselijke kanten van het project en Lichtenauer met de technische, vervulde Ten Holt een brugpositie. Het was haar taak om te proberen de inzichten van het perceptieonderzoek toe te passen in de techniek. “En dat is nog best moeilijk gebleken”, zegt Ten Holt. “Computers zijn namelijk in heel andere dingen goed dan mensen, en omgekeerd.” Ze verduidelijkt: “Uit het onderzoek van Arendsen en mijn aanvullende onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat bij het herkennen van een gebaar voor mensen de handvorm heel informatief is. Maar voor een computer is de handvorm juist heel lastig waar te nemen. Een computer kan wel precies de positie en de bewegingsrichting bepalen. Die dingen zijn voor mensen juist lastiger en doen er voor hen juist weer minder toe.”
Speciale tent Inmiddels is de applicatie ontwikkeld, in praktijk getest, en blijkt hij behoorlijk goed te werken (zie kader). Toch zijn er nog wat dingen die de drie onderzoekers graag extra of zelfs helemaal anders hadden willen doen. Ten Holt: “Wat ik graag nog had willen oplossen: een gebaar kent fases, ongeveer zoals een woord lettergrepen kent. Maar de computer kan deze fases niet zomaar lokaliseren. Voor elk gebaar moet door een mens worden aangegeven waar de grenzen tus-
Onderzoekster Gineke ten Holt, die zelf gebarentaal kent, neemt voorbeeldgebaren op voor de computer. (Foto: Gineke ten Holt)
sen de fases liggen. Vervolgens kan de computer wel deze fases lokaliseren in de andere voorbeelden van dat gebaar; maar het zou mooi zijn als dit hele proces automatisch kon. Op dit moment gebruikt het systeem 75 voorbeelden van elk gebaar. Dat er zo veel nodig zijn, is om de variatie die binnen elk gebaar mogelijk is betrouwbaar te kunnen schatten. Dat is iets anders waarvan het mooi zou zijn als het automatisch zou kunnen: dat je op basis van de variatie in bekende gebaren zou kunnen voorspellen wat de variatie in een nieuw gebaar zal zijn, zodat het niet langer nodig is de computer te trainen met al die voorbeelden. Want dat kost tijd. Het heeft ons anderhalve maand gekost om van alle 120 gebaren die de computer nu kent, de machine 75 voorbeelden te geven.” Arendsen en Lichtenauer hadden vooral graag gezien dat de applicatie robuuster zou zijn, oftewel dat hij ook onder minder gecontroleerde omstandigheden zou werken. De kinderen die de oefencomputer willen gebruiken, moeten dit nu doen in een speciale tent, die van binnen weinig kleur bevat en waarin de lichtval constant is. Want kleuren uit de omgeving kunnen het systeem afleiden, en variaties in lichtval zorgen voor variaties in de waargenomen huidskleur waardoor de computer
moeite kan krijgen de handen van het kind te herkennen. Ook moeten de kinderen per se shirts met lange mouwen dragen, zodat de computer echt alleen de handen waarneemt en niet in de war raakt door stukken arm. Lichtenauer: “Als ik het helemaal opnieuw zou kunnen doen, zou ik daarom misschien toch voor iets anders dan kleur hebben gekozen als basis voor het herkenningsmechanisme.”
De test In 2007 is het door de TU-promovendi en beide belangenorganisaties ontwikkelde oefensysteem getest op een school voor dove en slechthorende kinderen in Rotterdam. Het volledige systeem bestaat uit een touchscreen computer, een stereocamera (om diepte waar te nemen) en drie soorten oefeningen. Bij de eerste oefening krijgen de kinderen een tekening rond een bepaald thema te zien, bijvoorbeeld ‘circus’, ‘dieren’ of ‘keuken’. Als ze een object in deze tekening aanraken, krijgen ze het bijbehorende gebaar te zien. In oefening twee krijgen de kinderen een filmpje van een gebaar te zien, waarna ze moeten aanwijzen welk plaatje bij dit gebaar hoort. Op deze manier wordt de zogenoemde passieve gebarenschat getraind. Bij de derde oefening – degene die door de TU is ontwikkeld – maken de kinderen zelf een gebaar waarna de computer dit gebaar beoordeelt; dit is de actieve woordenschat. Na een proefperiode van vier weken bleek de passieve gebarenschat van de kinderen die regelmatig
oefenden met de computer niet meer toegenomen te zijn dan die van een controlegroep die niet achter de oefenmachine had gezeten. Maar de actieve woordenschat wel: hadden de kinderen voor de proefperiode nog gemiddeld 24 procent van de gevraagde gebaren goed, na het oefenen op de computer was dit 67 procent. En: de meeste kinderen vonden het werken met de computer leuk. Toch wordt er op dit moment niets met de applicatie gedaan. Volgens Jeroen Arendsen is dit om zowel organisatorische als financiële redenen: “Om zo’n systeem te implementeren binnen het onderwijs op scholen met dove kinderen, moet er veel georganiseerd worden. Er moet bijvoorbeeld altijd iemand zijn die je kunt bellen als er een probleem mee is. Dat kost geld, en ook het bouwen van de systemen zelf kost geld. Het is geen kwestie van simpelweg een webcam op een computer zetten. Je hebt bijvoorbeeld zo’n speciale tent en die speciale verlichting nodig.”
DELTA. 31 15-10-2009
loopbaan
16
DELTA. 31 15-10-2009
17
loopbaan
Citadel op het water Naam: Koen Olthuis (38) Woonplaats: Delft Verliefd/verloofd/getrouwd: getrouwd, drie kinderen Studie: Industrieel ontwerpen en bouwkunde Afstudeerrichting: Architectuur Afstudeerjaar: 1998 Loopbaan: Van 1998 tot en met 1999 werkte Koen Olthuis bij het Amsterdamse architectenbureau Architecten Cie. In 2000 richtte hij zijn eigen bedrijf Waterstudio. nl op. Het bedrijf bouwt voornamelijk woningen en wijken op het water. In 2010 wordt begonnen met de bouw van het eerste drijvende appartementencomplex van Europa, in het Westland. Hij bouwt voor dit project (Het Nieuwe Water) ook drijvende eilanden in de Poelpolder. Het gebied wordt na de bouw ontpolderd. (Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX)
Koen Olthuis watertandt bij de drijvende hoogbouw in Dubai. Zijn ideaal is delta’s en rivieren over de hele wereld volbouwen met drijvende woningen en flats. Citadel in het Westland wordt het eerste drijvende appartementencomplex van Europa dat Olthuis met zijn bedrijf Waterstudio.nl bouwt. xMARTINE ZEIJLSTRA In Dubai slaat men verrukt de handen ineen bij plannen voor drijvende hoogbouw. In Nederland associëren veel mensen water met strijd. Na de watersnoodramp in 1953 werd druk gesleuteld aan de Deltawerken om het water voortaan buiten de deur te houden. Dijken, duinen en polders zijn de trots van Nederland. Koen Olthuis van Waterstudio.nl ziet de grote mogelijkheden van water waar hij als architect en industrieel ontwerper gebruik van kan maken. Wie een uur praat met Olthuis, hoort een tot in de kleinste details uitgedacht toekomstbeeld waarin water de hoofdrol speelt. “Veel grote steden liggen in delta’s, of bij grote rivieren. Maar daar maken we nog maar weinig gebruik van, terwijl bouwen op het water veel mogelijkheden biedt. Over dertig jaar woont tachtig procent van de mensen in grote steden. Door urbanisatie en sociale veranderingen wordt de druk op de steden steeds groter. Water levert veel extra bouwruimte op. En door stedenbouw op het water kun je gemakkelijker reageren op bijvoorbeeld overtollig water door de klimaatverandering.” Als het aan Olthuis ligt, is bouwen op water na verticaal en ondergronds bouwen de derde grote innovatie-impuls in de architectuur. In zijn toekomstvisie liggen de stedelijke delta’s over de hele wereld vol drijvende appartementencomplexen, supermarkten, ziekenhuizen, bioscopen, winkelcentra en drijvende tuinen.
Westland Volgend jaar wordt begonnen met de bouw van het eerste drijvende appartementencomplex van Europa. In de Westlandse Poelpolder bouwt Olthuis aan Citadel. Het appartementencomplex bestaat uit zestig woningen, die drijven op een betonnen caissonfundering. De toegangsweg naar het complex drijft ook, net als de parkeergarage eronder. Ook drijven er eind 2017, als het project van Het Nieuwe Water af is, complete eilanden met huizen erop inclusief drijvende tuinen. Als het aan Olthuis ligt, komt er ook een supermarkt en een bioscoop. “Het moet niet veel anders zijn dan een wijk zonder water”, zegt hij. “Het moet van alle gemakken zijn voorzien.” De architect en industrieel ontwerper belandde door puur toeval, en ‘veel geluk en hard werken’ in de waterarchitectuur. “Toen ik mijn bedrijfje net had opgericht, kreeg ik voornamelijk kleine opdrachtjes. Ik had veel leuke ideeën, maar het inte-
‘Het wordt een soort Venetië in de polder’ resseerde niemand. Alleen bekende architecten kunnen hun eigen plannen uitvoeren. Ik voelde me het slaafje van projectontwikkelaars.” Dat veranderde toen Olthuis meedeed aan een prijsvraag over waterarchitectuur. “Daardoor ontdekte ik dat maar weinig architecten zich bezighouden met waterarchitectuur. Dat was spannend. Je kunt echt pionieren in zo’n niche. Toen ik in 2000 met Waterstudio.nl begon, was er nog maar weinig innovatieve waterarchitectuur”, zegt Olthuis. “Eigenlijk bestonden er toen alleen nog maar traditionele woonboten. En de woonbootbouwers zijn het totaal niet gewend om te innoveren. Het is een heel conservatieve wereld.”
Eigenwijs Niet dat Olthuis meteen wist hoe de perfecte, innovatieve waterwoning moest ontwerpen. Maar dat het anders moest
worden dan de traditionele woonboot, daar was hij eigenwijs genoeg voor. “Ik wist niets van woonboten en ben dus niet zelf gaan prutsen. Ik kan nog geen woning waterdicht maken.” Voor zijn eerste opdracht voor een moderne watervilla, riep hij een aantal experts van verschillende disciplines bij elkaar. Arkenbouwers en maritiem ingenieurs probeerden samen oplossingen voor problemen te vinden. “We hebben bijvoorbeeld gepuzzeld op liften in een waterwoning. Dat was nieuw, dus je moet zelf berekenen hoe je dat aanpakt.” Ook kwam een hele verdieping van de woning onder water te liggen. “Dat had ook nog niemand gedaan. Er zitten vaak veel regels vast aan een ligvergunning voor een woonboot. De boot mag niet langer en breder worden, maar over een extra benedenverdieping onder water staat niets in de regels.” Dat leverde Olthuis en zijn team een flinke rekensom op voordat ze met de bouw konden beginnen. Maar daarmee waren nog niet alle problemen opgelost. Want hoe reinig je het glas, als een verdieping onder water ligt en er ook geen reling om de boot ligt? “Ik belde glasleveranciers en legde ze het probleem voor. Zij kwamen toen met zelfreinigend glas.” Doordat maar weinig andere architecten actief waren in de waterarchitectuur, kon Olthuis zijn eigen plan trekken en een toekomstvisie voor waterarchitectuur bedenken. “Mijn vader zei laatst: waarom ga je niet gewoon gebouwen ontwerpen en stap je niet uit de waterarchitectuur? Maar waarom zou ik? Ik denk dat waterarchitectuur een grote invloed krijgt op toekomstige stedenbouw. Het heeft even geduurd voordat ik aan grote projecten mocht werken. Inmiddels zien mensen mij als een expert. Vooral omdat ik me er vanaf het begin heb ingestort, ondanks dat bijna niemand in Nederland zich toen met waterarchitectuur bezighield.”
Dubai Olthuis deed veel ervaring op door projecten in Dubai. Hij leerde hoe drijvende gebouwen in de bodem worden verankerd met kabels, hoe telescopische palen worden gebruikt en hoe grote oppervlakten stabieler worden gemaakt door bijvoorbeeld betonnen bakken aan elkaar te schakelen of dieper in het water te laten liggen. “Daar ontdekte ik dat technieken uit de offshore bijzonder geschikt zijn voor het bouwen op water. Olieplatforms en cruiseschepen en de technieken die worden gebruikt om ze stabiel te houden, bestaan al heel lang. Als je ziet hoe groot en hoog die schepen en platforms zijn, weet je dat er technisch heel veel mogelijk is. Waarom zou je die technieken dan niet inzetten om een drijvende toren van honderd meter hoog te bouwen? Je hoeft alleen maar om je heen te kijken naar bestaande dingen om te zien dat het mogelijk is.” Olthuis vond het fantastisch in Dubai. “Sommige mensen vin-
den het net Disneyland, maar daar ben ik het niet mee eens. Alles is er mogelijk. Er wordt een eiland gemaakt in de vorm van een palm, het hoogste gebouw van de wereld neergezet en drijvende huizen en flats. Ze proberen hun visie te verwezenlijken. Er hangt een positieve vibe die Nederland soms mist.” Het ongeduld, de eigenwijsheid en het enthousiast voor de troepen uithollen zijn duidelijke kenmerken in de loopbaan van Olthuis. Dat bleek ook al tijdens zijn studie. “Ik wilde én bouwkunde én industrieel ontwerpen studeren. Mijn vriendinnetje wilde bouwkunde studeren en ik was bang dat we dan de hele dag op elkaars lip zouden zitten. Dus ging ik er industrieel ontwerpen bij doen. Het was een geweldige combinatie. Bij bouwkunde leerde ik ontwerpen en bij industrieel ontwerpen
‘Ik denk dat waterarchitectuur een grote invloed krijgt op toekomstige stedenbouw’ leerde ik statica en dynamica. Aan die technische vakken heb ik nog steeds veel en ik vind het handig dat ik productmatig heb leren denken. Dat wat je ontwerpt moet ook mooi en goed zijn zonder de context.” Tijdens zijn afstudeerproject bleek hij zijn tijd ver voorruit te zijn. “Mijn studievriend en ik hadden een filmpje gemaakt om ons project mee te illustreren. Dat deed niemand. Dia’s waren de standaard, animatie niet. Mensen vonden het geweldig. Doordat ik al vroeg leerde om mijn plannen te visualiseren, werd ik sneller serieus genomen met mijn waterarchitectuur.” Olthuis hoopt zelf ook ooit op het water te wonen. “Maar niet in een woonboot, alsjeblieft niet. Ik wil een tuin voor mijn kinderen en genoeg ruimte voor mijn auto. Het lijkt me dus fantastisch als Citadel en de drijvende eilanden en huizen af zijn en ik er ook kan wonen. Het wordt toch een soort Venetië in de polder.”
x waterstudio.nl
DELTA. 31 15-10-2009
18
service
DELTA. 31 15-10-2009
Aankondigingen
Debat ‘Kunst, wetenschap en de crisis’ Op 24 oktober houden de TU Delft en de gemeente Delft een publiek debat onder de titel ‘Kunst, wetenschap en de crisis’. Onder leiding van Joost Hoebink gaat een panel in debat met het publiek. Het programma begint om 17.00 in het Sport & Cultuur Café, Mekelweg 8, Delft en duurt tot uiterlijk 23.00 uur (inclusief buffet). Mail uw gegevens (naam, organisatie en functie) voor 19 oktober naar
[email protected] om deel te nemen aan dit debat. Wandeling Nacht van de Nacht Op 24 oktober organiseert de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging een wandeling in het kader van de Nacht van de Nacht. Belangstellenden worden uitgenodigd om 20.00 uur te verzamelen bij station Delft Zuid. De wandeling gaat via Tanthof naar het Abtwoudse Bos. Inlichtingen via tel. 015-2610048 of via
[email protected].
www.techniekbedrijven.nl
De loop der dingen Op 24 en 25 oktober zal in het culturele weekend de Delftse loop der dingen plaatsvinden. In dit project zullen tientallen kunst- en techniekwerken elkaar in beweging brengen en een grote kettingreactie veroorzaken. Iedereen kan meedoen, maar voor de eerste tien studententeams van de TU Delft zal de TU de deelnemersbijdrage betalen. Zie www.delftseloop.nl voor meer informatie.
Traces Traces is urban acrobatiek, een explosie van energie. Het jonge vijftal brengt een brutale vorm van acrobatiek, gekruid met een stevige portie humor, moderne dans, zang en muziek! 30 en 31 oktober in Delft. Check www. tracesholland.nl. Nieuw Kamerkoor Delft Op 15 november geeft het Nieuw Kamerkoor Delft een concert met als thema ‘Viva Italia’. Het concert vindt plaats in de aula van Vrije School Widar, Meesterstraat 2, Delft. De toegangsprijs bedraagt 15 euro inclusief hapjes en twee drankjes, kinderen tot 12 jaar betalen 10 euro. Kaarten kunnen tot 9 november gereserveerd worden via www. nieuwkamerkoordelft.nl. OTB Studiemiddag ‘Verbetering uitvoering rood-voorgroenprojecten’ Rood-voor-groenprojecten bieden kansen voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van de groene ruimte en daarmee voor het mooier maken van Nederland. Bij rood-voor-groenprojecten worden opbrengsten vanuit rode ontwikkelingen (wonen, bedrijventerreinen) gebruikt ter dekking van kosten van bepaalde groene ontwikkelingen. In de uitvoeringspraktijk blijken deze projecten soms moeizaam van de grond te komen of zelfs te stagneren. De huidige economische situatie kan dit verder versterken. Is daar door een slimme aanpak wat aan te doen? Wat valt te leren van ervaringen elders?
Is de stagnatie te doorbreken? Deze onderwerpen staan centraal op de OTB-studiemiddag ‘Verbetering van de uitvoering van rood-voor-groenprojecten, in voor- en tegenspoed’ op 17 november. Zie www.otb.tudelft. nl. Symposium ‘Grenzen aan de groei?’ Op 26 november vindt het symposium ‘Grenzen aan de groei?’ plaats van 13.00-18.00 uur. Het symposium gaat onder andere in op transportveiligheid, consumentenveiligheid, sociale veiligheid en blikt terug op 40 jaar veiligheidskunde. Zie www.delft-toptech.nl/nl/index. php?option=com_content&task =view&id=297&Itemid=568 voor meer informatie. Lezingenreeks Bouwkunde De leerstoelen Smart Architecture en Sustainable Housing Transformation organiseren een lezingenreeks met de titel ‘Architectural solutions for a sustainable city. Alle lezingen zin op de donderdag van 18.0019.45 in zaal A van de faculteit Bouwkunde. • Donderdag 12 november – Anke van Hal (TU Delft, Nyenrode) en Jeroen van Schooten (Meijer en van Schooten Architecten). • Donderdag 19 november – Jan Jongert (2012 architecten) en Christine Otto (Atelier Frei Otto & Partner). • Donderdag 26 november – Jacob van Rijs (MVRDV) en Lacaton & Vassal (Lacaton & Vassal Architecten). • Donderdag 3 december – Pieter Weijnen (Faro Architecten) en Sarah Wigglesworth (Sarah Wigglesworth Architecten). • Donderdag 10 december – Ineke Hulshof (Ineke Hulshof Architecten) en Frank Bijdendijk (directeur Stadgenoot). • Donderdag 17 december – Wubbo Ockels (TU Delft) en Dick van Gameren (TU Delft). Expertmeeting Op maandag 30 november vindt aan de Universiteit Utrecht de 6e Expertmeeting plaats voor docenten en onderzoekers die
betrokken zijn bij het onderwijs in academische communicatieve vaardigheden aan de Nederlandse universiteiten. Thema’s die in deze Expertmeeting centraal staan zijn:1. Onderzoek naar onderwijs in academische communicatieve vaardigheden. 2. Het gebruik van taaltoetsen aan Nederlandse universiteiten. Heeft u ervaring met één van deze thema’s? Dan nodigen wij u graag uit om tijdens deze Expertmeeting een workshop (1 of 2 uur) of presentatie (20 min. + 10 min. vragen/discussie) te verzorgen. U kunt uw voorstel voor een workshop of presentatie (maximaal 250 woorden) tot 1 oktober indienen via mailadres:
[email protected]. Vermeld in het subject bij uw mail: bijdrage expertmeeting 2009. Studium Generale • Dinsdag 13 oktober, 20.00 uur – ‘Workshop Vuurspuwen & L’Chaim’ door Bart Janssens. Leer de basistechniek van vuurspuwen en geniet van een optreden van L’Chaim achteraf. Sportcentrum, Mekelweg 8, Delft – toegang 7,50 euro. Uitsluitend studenten kunnen zich opgeven via
[email protected] of bij de balie van het Cultureel Centrum. • Woensdag 14 oktober, 12.45 uur – ‘Lunchconcert TNW’ door pianist Evert Bouman. Faculteit Technische Natuurwetenschappen, Hal D, Lorentzweg 1 – toegang gratis (inclusief koffie/thee). • Woensdag 14 oktober, 20.00 uur – ‘Jurgen Habermas en machtsvrije communicatie’ door Harry Kunneman. DOK, Vesteplein 100, Delft – toegang gratis.
Student and Career Support Informatie Student and Career Support is een onderdeel van de dienst Onderwijs en Studentenzaken. Het omvat de diensten van de studentendecanen, de studentenpsychologen en het informatiecentrum. Het infor-
techniekbedrijven Talents
matiecentrum in de hal op de begane grond is geopend op werkdagen van 9.00–17.00 uur. Er is documentatie beschikbaar over onder andere WO- en HBOopleidingen, arbeidsmarkt, studie- en beroepskeuze, buitenlandse studies, enz. Bij de balie of telefonisch kun je afspraken maken met een studentendecaan of een studentenpsycholoog. Voor de studentenpsychologen geldt dat het eerste contact loopt via het Open Inloopspreekuur dinsdag- en donderdagochtend van 11.30–12.30 uur. Voor Student and Career Support in het algemeen kun je terecht op het open spreekuur op dinsdagochtend van 11.30-12.30 uur. Bezoekadres: Jaffalaan 9a (ingang Mekelweg); tel. 0152788004. e-mail:
[email protected] Website: www.studentandcareersupport.tudelft.nl Inloopspreekuren Per 1 september heeft de TU Delft een Career Centre, waar je met deze studiekeuze- en loopbaanvragen terecht kunt. Iedere donderdag is er een inloopspreekuur speciaal voor studiekeuzevragen van 11.3012.30 uur. Vooraf aanmelden hoeft niet. Je kunt er ook voor kiezen meteen een afspraak te maken met de studiekeuzeadviseur Mary Warffemius, tel. 015-2788004. Iedere dinsdag is er een inloopspreekuur speciaal voor loopbaanvragen, van 11.30-12.30 uur. Vooraf aanmelden hoeft niet. Je kunt er ook voor kiezen meteen een afspraak te maken met de loopbaanadviseur Caroline Scheepmaker, tel. 015-2788004. Spreekuur studentenpsychologen Het spreekuur van de studentenpsychologen zal in de week van 19-24 oktober worden gehouden op vrijdag 23 oktober van 11.30-12.30 uur, aan de Jaffalaan 9a, ingang Mekelweg. In die week zal dus het gebruikelijke spreekuur van de studentenpsychologen op dat adres op de dinsdag en donderdag komen te vervallen.
Workshops • Ff praten - 16 oktober • Sociale vaardigheden - 19 oktober • Constructief denken in de afstudeerfase - 20 oktober • Stressmanagement voor studenten met een beperking - 20 oktober • Autonomietraining - 21 oktober • Constructief denken – 21 oktober • Constructief denken - 22 oktober • Grip op je dip - 22 oktober • Ontspanning & meditatie - 26 oktober • Self Esteem - 26 oktober • Sociale vaardigheden - 26 oktober • Stressmanagement voor studenten met een beperking - 27 oktober • Autonomietraining - 28 oktober • Constructief denken - 28 oktober • Familieperikelen - 29 oktober • Toe aan een verandering? - 29 oktober Zie voor het totale aanbod workshops en trainingen www. smartstudie.tudelft.nl.
Suriname heeft WorkNtravel de mogelijkheid om mooie, leerzame stages aan te bieden. WorkNtravel is op zoek naar Nederlandse stagiair(e)s die stage willen lopen in Suriname. Meer informatie via info@ bluefrogtravel.net. International Office Het International Office, Jaffalaan 9a, is op werkdagen geopend van 9.00-17.00 uur. Je kunt ook vragen stellen via
[email protected] of telefonisch (015-2788012) een afspraak maken.
Plateau Plateau is kennis- en managementontwikkelaar. Ze trainen, coachen en leiden kader en topkader in de vastgoedsector op in (maatschappelijk) ondernemerschap, stedelijke vernieuwing en leefbaarheid, (vastgoed) management, organisatieontwikkeling en communicatie. Traineeprogramma: ‘Talent in Huis’ Datum: september Voor dit programma werft Plateau jonge afgestudeerde mensen die drie keer een half jaar bij een woningcorporatie willen werken en daarnaast een intensief opleidingsprogramma volgen. Meer informatie is te vinden op www.talentinhuis.nl. WorkNtravel WorkNtravel is een jong bureau dat bemiddelt tussen vrijwilligers/stagiair(e)s en bedrijven. Door de vele contacten binnen
x
Delta Inleveren kopij Bijdragen van faculteiten, diensten en overigen voor de rubriek “Aankondigingen” in Delta ontvangt de redactie graag per e-mail:
[email protected]. Bijdragen dienen zo beknopt mogelijk te zijn. De redactie behoudt zich het recht voor om in te korten. Aanleveren vóór vrijdag 14.00 uur.
Bedrijvenselectie 2009
Zorg voor je toekomst... Kom in contact met topbedrijven! 13 november 2009 Beurs-WTC te Rotterdam
Vanaf 1 november werkt de TU Delft met één leverancier van dienstreizen. De komende maanden kunnen zo’n driehonderd medewerkers tijdens een roadshow kennismaken met het bureau en de webtool om reizen te boeken. Wob Rombouts, F&C procurement: “Medewerkers kunnen zelf hun reizen blijven boeken op de voorwaarden die zij willen.”
Schrijf je in voor 25 oktober op www.techniekbedrijven.nl
verschijnt onder verantwoordelijkheid van de directie Marketing & Communicatie
Techniek Ontmoetings Punt In het Techniek Ontmoetings Punt zijn vanaf 17 september twee nieuwe exposities te bezichtigen, het werk van Henk Zweerus, oud lector aan de TU, en de ontwerpen van de huidige TU studenten die deelgenomen hebben aan de Delft Business Gift Design Competition. Beide exposities zijn tot eind oktober in TOP te zien, Hippolytusbuurt 14, Delft. Open: woensdag t/m zondag van 12.00-17.00 uur. Toegang gratis.
Lezing Japanse prentkunst Op dinsdag 27 oktober zal Chris Uhlenbeck een lezing verzorgen over de Japanse prentkunst en het spanningsveld tussen de commerciële achtergrond en de individuele vrijheid van de kunstenaar. De lezing vindt plaats in Museum Het Prinsenhof, Van der Mandele-zaal, Oude Delft 183, Delft. De lezing wordt georganiseerd door de Etnografische Vereniging Delft en toegang bedraagt 5 euro, studenten betalen 2,50 euro. Zie ook www. verreculturendelft.nl.
Voorfinanciering dienstreizen verleden tijd
TU DELft voorlichting
Algemeen
19
service
xANGèLE STEENTJES Jaarlijks besteedt de TU Delft enkele miljoenen euro’s aan buitenlandse dienstreizen. Hiervoor maken faculteiten en diensten gebruik van diverse reisbureaus. Er worden dus op wisselende voorwaarden reizen geboekt. Een groot deel wordt achteraf gedeclareerd of er wordt met voorschotten gewerkt. Wob Rombouts, finance & control (F&C) procurement: “De aanleiding om over te stappen was dat het bedrag dat wij TU-breed aan buitenlandse reizen besteden, een Europese aanbesteding vereist. Daarbij is besloten om van één leverancier gebruik te maken om de administratieve belasting te verminderen. Verder kan de TU door schaalvergroting een beduidend inkoopvoordeel behalen.”
Voorfinanciering De TU is met de aanbesteding van buitenlandse dienstreizen een voorloper, alleen Wageningen UR was eerder. Aan de aanbesteding is een uitgebreide inventarisatie voorafgegaan bij TU-medewerkers. Bij de reisbureaus is gevraagd wat voor klant de TU is. Dit is uitgevoerd door de projectgroep dienstreizen buitenland, en een klankbord van vertegenwoordigers van diensten en faculteiten. Rombouts: “De universiteit werd gekarakteriseerd als een veeleisende klant met uiteenlopende reisvragen en een scherp oog voor de prijs-kwaliteitverhouding.” Midden oktober is de TU-leverancier geselecteerd: ATP. Deze krijgt het contract voor drie jaar, met een optie voor tweemaal een jaar verlenging. ATP biedt een uitgebreid pakket aan, zegt Nicole Fontein, projectleider transport & planning van de faculteit CiTG. Zij maakte deel uit van de projectgroep als heavy user van dienstreizen. “Een groot voordeel is dat je niets meer hoeft voor te financieren. Heb je een reisnummer, dan vul je dat in de webtool in, zodat je de reis kunt boeken zoals gewenst. De factuur gaat rechtstreeks naar SSC F&C.” Volgens Fontein zijn alle soorten reizen te boeken met dit reisbureau. “Met de boot, bus, trein of vliegtuig, dat kan allemaal. Ook de hotelboekingen verzorgen ze, en TU-medewerkers krijgen vouchers mee om te betalen.” Medewerkers die toch liever via internet hun reis willen boeken en dat met hun creditcard betalen, kunnen dat
(Illustratie: Nicole Fontein)
blijven doen. “Ze hoeven dit niet te doen, ook niet als ze een dienstreis met een vakantie willen combineren. Dat kun je bij het boeken gewoon aangeven, zodat het privé wordt verrekend. Ook kun je via de webtool aangeven of je een frequent flyer-card hebt of gebruik wilt maken van de CO2-compensatie. Overigens moet je voor dat laatste wel bijbetalen.”
Voorschieten Een voordeel is ook de zogenaamde ‘veiligheidsschil’ die de webtool van ATP biedt. Hiermee wordt voorkomen dat als je een reis boekt, deze meteen onherroepelijk vaststaat, aldus Fontein: “Als je bijvoorbeeld naar Washington wilt vliegen, worden alternatieve routes aangeboden met een andere luchtvaartmaatschappij of via een andere route. Verder is het mogelijk een reis als ‘optie reservering’ te boeken. Dan houdt het reisbureau in de gaten of er nog een goedkopere aanbieding komt.” ATP springt eveneens in als zich onverwachte zaken voordoen. Fontein: “Bijvoorbeeld een no-show of een te verwachten probleem als bijvoorbeeld een staking op een luchthaven, uitvallen en/of vertragingen van vluchten door calamiteiten. Via e-mail houden zij de TU op de hoogte van de ontwikkelingen. Hebben wij medewerkers die via dit vliegveld reizen, dan zorgen zij eventueel voor een omboeking of het verlengen van de hotelreservering. Ook melden zij het als iemand een vliegtuig mist. Dat is prettig, want TUmedewerkers zijn regelmatig alleen op reis en als er iets gebeurt, kom je daar pas laat achter.”
Korting Voor de TU Delft levert de keuze voor één leverancier een kostenbesparing op. Aan een reis zijn twee soorten kosten verbonden: de reissom en de transactiekosten. Rombouts: “Door via ATP te boeken besparen de individuele reizigers samen vijftig- tot honderdduizend euro per jaar aan deze kosten. Daarnaast biedt ATP natuurlijk de optie om goedkope vluchten te boeken bij zogenaamde low cost carriers, ook weer zonder creditcard.” Voor SSC F&C biedt het werken met één leverancier ook grote voordelen, aldus Fred Rens, manager SSC F&C: “Wij kunnen de administratieve afwikkeling van facturen volgens een gestandaardiseerd proces laten verlopen. Dat komt de snelheid en kwaliteit van de afwikkeling en betaling van fac-
turen ten goede.” Volgens Rombouts wordt het ook mogelijk zogenaamde routedeals te krijgen. “Op dit moment hebben wij geen inzicht in het totale reisgedrag binnen de TU Delft. Door het werken met één leverancier, weten wij naar welke bestemmingen onze medewerkers regelmatig reizen. Met deze gegevens is het wellicht mogelijk routekortingen te krijgen. Als er elke maand gemiddeld twintig TU-medewerkers naar New York reizen, kun je op dit traject misschien interessante prijsafspraken maken.”
Invoering Op vrijdag 30 oktober wordt de overeenkomst met ATP getekend en in november gaat de invoering van start. Rombouts: “De overstap zal de komende maanden geleidelijk gaan.” De medewerkers kunnen tot januari 2010 blijven boeken zoals ze dat nu gewend zijn. Rombouts: “Er zijn driehonderd medewerkers bekend die reisnummers aanvragen en die we dus moeten informeren. Bij hen komt een roadshow langs met medewerkers van ATP en F&C om – per
faculteit en directie - het reisbureau voor te stellen en hen wegwijs te maken in de webtool.” Rens voegt eraan toe: “Op de website van het SSC F&C zal een link naar de webportal van de leverancier komen waarop alle gegevens en informatie staan om een reis te kunnen boeken.” De komende weken is een dummy versie van deze portal beschikbaar voor TU-ers zodat je alvast kunt kijken wat er zoal aan informatie en mogelijkheden zijn. Vóór de kerstvakantie zal iedereen die regelmatig reisboekingen doet, op de hoogte gebracht zijn van het nieuwe systeem. “Van medewerkers die bij andere reisbureaus boeken, zal de factuur tot eind 2009 gewoon worden betaald. Vanaf januari 2010 is het de bedoeling dat iedereen via ATP zijn dienstreis kan boeken.”
x Dummyversie webportal:www.atp.nl/ TUdelftportal www.atp.nl
Negometrix Voor de Europese aanbestedingen maakt F&C procurement gebruik van het e-procurementplatform Negometrix. Uitsluitend via dit platform vindt bij aanbestedingen alle communicatie en informatie-uitwisseling plaats. Stel dat een verliezende inschrijver suggereert dat hij bepaalde informatie niet heeft ontvangen en daardoor niet de aanbesteding heeft gekregen. Het is dan aan procurement als opdrachtgever om aan te tonen dat de informatie wel opgestuurd is. Wob Rombouts, F&C procurement. “Dat betekende dat wij voor sommige grote aanbestedingen duizenden e-mailberichten moesten archiveren om eventueel als bewijsmateriaal te kunnen dienen. Op het Negometrix-platform uploaden wij alle documenten en alle inschrijvers beschikken dan gelijktijdig over dezelfde informatie. Bovendien hoeven wij niet alles naar iedereen apart toe te sturen en dat scheelt eveneens veel werk.” Negometrix scheidt ook de opdrachtgever van de aanbieder. “Er kan geen tussentijdse beïnvloeding van de beslissers plaatsvinden en het is niet meer zo dat snelle sales-jongens en –meiden via allerlei verkooppraatjes het proces kunnen beïnvloeden.” Ook de belanghebbenden binnen de TU Delft kunnen het aanbestedingsproces beter volgen. “Via een toegangscode kunnen zij de aanbiedingen van de leveranciers bekijken en krijgen daardoor inzicht hoe een keuze voor een aanbesteding tot stand komt.” Werken met Negometrix bevordert dus de transparantie en de neutrale prijsvorming aldus Rombouts. “Dat is goed voor de TU, want je kunt dan op een objectievere manier een keuze maken en fouten vermijden.” Behalve door procurement wordt Negometrix sinds dit voorjaar ook gebruikt door FMVG van de TU voor het uitvoeren van zogenaamde ‘minitenders’ voor het onderhoud aan gebouwen. Dit zijn opdrachten die lager zijn dan de drempelwaarde van Europees aanbesteden. Hiervoor zijn raamcontracten met tientallen leveranciers afgesloten en via Negometrix wordt de minitender uitgezet en gegund aan de beste inschrijver op een onderhoudsklus.
DELTA. 31 15-10-2009
H&J Uitgevers_2x70_zw-w 20
service
Announcements General International Student Church Students of all denominations are invited to our ecumenical
service every Sunday at Raamstraat 78, 11.30 hrs followed by tea/coffee. The services are led by the chaplains Reverend W. Stroh and Father Avin, and are supported by student leaders. More information on www.iscnetherlands.nl.
Student and Career Support Information The student psychologists and the central student and careers councelors are located at Jaffalaan 9A. Office hours: Monday-Friday from 9.00-17.00 hrs. You can direct your inquiries or make an appointment at the Front Office or by phone: 015-
host up to 15 unique and invitation only Recruitment Summits in 2009 in major international venues across Europe, North and South America, Africa and Australasia; uniting international graduates and professionals who want to explore career opportunities in their home countries with leading multinational companies.
Workshops • Constructive thinking - October 22 • Stress Relief & Meditation October 26 • Self Esteem - October 26 • Familial Circumstances October 29 • Need a Change? - October 29 More information on www. smartstudie.tudelft.nl.
Registration is now live for our next two recruitment summits. The Careers in Europe Event in Budapest on November 24 is a recruitment event for internationally minded graduates and young professionals. Next to pre-scheduled interviews, candidates can attend career related workshops and company presentations. The event also offers a great opportunity to network with recruiters and other candidates from all over
WISV Christaan Huygens Op woensdag 18 oktober vindt om 12.30 uur in zaal C van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica de lunchlezing ‘Cybercrime’ plaats. De lezing wordt gegeven door iemand van govcert.nl. Wat is
cybercrime? En welke technieken worden er ingezet? Overige Nederlands Studenten Kamerkoor In oktober vinden in diverse steden audities plaats voor het Nederlands Studenten
Pagina 1DELTA. 31
15-10-2009
21
service
TU Delft - Sport en Cultuur
brieven Europe! Application deadline is October 11. For more information, please visit www.careersineurope.com. The Careers in Europe Event in Brussels on December 15 and 16 is a recruitment event for internationally minded graduates and young professionals. Next to pre-scheduled interviews, candidates can attend career related workshops and company presentations. The event also offers a great opportunity to network with recruiters and other candidates from all over Europe! Application deadline is October 25. For more information, please visit www. careersineurope.com. Event: The International Conference of Education, Research and Innovation Dates: 16, 17 and 18 November Location: Madrid, Spain
The objective of ICERI 2009 is to share your experiences in the fields of education, research, innovation, technology and international collaboration. It is an international Forum for lectures, researchers, professors, engineers, educational scientists and technologists.
International Office Information The International Office, Jaffalaan 9a/visitor’s entrance at Mekelweg, office opening times Monday to Friday 9.00–17.00 hrs. Appointments and enquiries can be made by email:
[email protected] or by phone: 015-2788012.
Studentenactiviteiten Studieverenigingen
14:02
Voor advertenties bel met:
2788004. For an initial appointment with one of the student psychologists you should first come to one of the open office hours: Tuesdays and Thursdays from 11.30-12.30 hrs. The open office hours of the Student and Career counselors are on Tuesdays from 11.30-12.30 o’clock. More information on www.studentandcareersupport.nl.
Global Career Company Global Career Company plan to
14-05-2004
Kamerkoor. In januari 2010 beginnen de repetities: binnen drie weekenden en een week wordt een semiprofessioneel, modern-klassiek programma ingestudeerd, dat in acht concerten in onder andere Het Concertgebouw in Amsterdam wordt uitgevoerd. Zie www.nskk. nl voor meer informatie.
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJsel T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E
[email protected]
Neem contact op met Hennie de Ruyter of met Mireille van Ginkel voor nadere informatie
ens techniekbedrlijv n e a t 13 november 2009 T
in e j f j i Schr voor
r 25 oktobe
Help mee in de strijd tegen kindersterfte
n.nl www.techniekbedrijve
Een heel jaar fitness en sporten voor minder dan
Sportkaart bitte Vorige week las ik dat ‘studenten écht geen fooi geven’ (De Melkkoe – Barman, Delta 41). Althans, in het geliefde sportcafé, dat zich alleen nog op naam onderscheidt van een normaal café: net zo duur, eigen consumpties verboden en zelfs het warme eten is eindelijk (meestal) (bijna) warm. Die gezelligheidsvalorisatie ligt trouwens mooi in lijn met het deurbeleid. Zo kom je tegenwoordig het sportcentrum (SC) niet meer in zonder minstens vier keer je sportkaart te tonen. Zelfs als je bezweet en nog licht hyper-na-ventilerend je training uitloopt ontspring je de dans niet. Langzaam maar zeker sluit het net zich om de slinkse sportkaartontduikers. Het zal niet lang duren voor profiteurs zoals publiek en tegenstanders de discussie en de moed opgeven – ook rondom wedstrijden met externe partijen wordt gecontroleerd. Ik snap dat
het SC afhankelijk is van (overigens belachelijk dure) sportkaarten, maar volgens mij zijn er voldoende methoden om mensen te motiveren een sportkaart aan te schaffen zónder de sfeer te verpesten. Zo werd een niet-spelende coach vorige week nog door de politie het SC afgevoerd omdat hij dreigde zonder sportkaart zijn team aan te moedigen. In smoesjes als dat hij over twee weken naar het buitenland vertrekt trapte men uiteraard niet. Ik wil hierbij dan ook het SC hartelijk danken voor haar inzet voor de sportbeleving, want aan wedstrijden met dergelijk geteisem op de tribune valt natuurlijk geen eer te behalen. Hadden die agenten trouwens wel een sportkaart? Thomas Poiesz (25), student werktuigbouwkunde.
Sportka
€ 50,–!
art
benut? Doe dat dan voor 1 november 2009, want anders vervallen de rechten voor 2009 en gooi je geld weg.
aanschaf van een sportkaart en betaal daardoor zelf maximaal € 50,– voor een heel jaar fitness en sporten! Heb je de TU-bijdrage IKA al voor een ander doel gebruikt? Wist je dat zonder inzet van deze bijdrage dan voor een jaar fitness en sporten dankzij IKA nog altijd niet meer dan € 190,– kwijt bent? In het seizoen 2008-2009 kocht je een aparte sportkaart
Wij zoeken voor jou de baan! Projectmanagement: Bouwkunde, Civiele techniek, Infrastructuur, Ruimtelijke ordening en Woningbouw op Hbo
johanmolenbroek.nl/yoga, 0152783086 of j.f.m.molenbroek@ tudelft.nl.
Yoga geeft je rust, leert je ontspannen en je eigen grenzen zoeken in een fraai zaaltje in gebouw Delftstede, Phoenixstraat 66. Informatie: www.
Je ontvangt dan een mail met bevestiging en tijdstip van de afspraak. De afspraak duurt ongeveer 10 minuten. Het is gemakkelijker als je voor de afspraak bij de balie van de unit Sport de sportkaart al in bezit hebt. (of er direct een kan aanschaffen) Je schiet het volledige bedrag van € 299,– voor de aanschaf voor en krijgt via je IKA-aanvraag een belangrijk deel weer terug.
voor € 169,– en kon je voor € 90,– een fitnesskaart bij kopen. Om de fiscaal aantrekkelijke aanschaf via IKA mogelijk te maken is het niet meer mogelijk een losse sportkaart te kopen. U koopt een sportkaart inclusief fitness, maar betaalt dankzij IKA niet meer dan € 190,–.
Minimaatjes AC-HOP de vakbond voor Universiteitspersoneel. Voor informatie kijk dan op www. AC-HOP.nl.
Spreekuur Sportkaart en IKA. Van 19 tot en met 23 oktober 2009 organiseert de unit Sport & Cultuur van 12.00 tot 14.00 uur een spreekuur speciaal rond IKA en de sportkaart. Wil je via IKA een sportkaart aanschaffen en kun je wel wat hulp gebruiken bij het invullen van de IKA–aanvraag? Dan kun je via de mail een afspraak maken. (
[email protected]).
Gebruik de TU-bijdrage IKA van € 220,– voor de
In onderstaand overzicht zetten wij de cijfers nog eens op een rij. Voor de FAQ’s kunt u terecht op de P&O website of kijk op www.ika.tudelft.nl (zie doelen). Seizoen 2008-2009
Word nu lid van Unicef Bel 0800 1133
€ 50,–
Ben je medewerker en heb je IKA nog niet (volledig)
Spelregels minimaatjes. Minimaatjes zijn niet toegankelijk voor het bedrijfsleven. Voor commerciële aanbiedingen en advertenties: H&J Uitgevers (adres in colofon). Minimaatjes zijn maximaal 200 tekens lang. Inleveren vóór vrijdag 14.00 uur via e-mailadres delta@ tudelft.nl.
Sportkaart Fitnesskaart Totaal bruto prijs
Seizoen 2009-2010 Met inzet IKA-bijdrage TU (€ 220,–)
Seizoen 2009-2010 Zonder inzet IKA-bijdrage TU
€ 169 € 90 € 259
€ 299
IKA-bijdrage TU
€0
€ 220
€0
Fiscaal voordeel
€0
€ 33
€ 126
€ 259
€ 46
€ 173
Netto prijs
€ 299
(in deze indicatieve voorbeeldberekening is uitgegaan van het gemiddelde bijzondere belastingtarief van 42%)
Wetenschapsagenda
Eettafels
en Universitair niveau.
www.RPR.nl
Alle promoties, intree- en afscheidsredes vinden, tenzij anders vermeld, plaats in de Aula van de TU, Mekelweg 5, Delft. Vrijdag 16 oktober * Innovative contracting practices in the road sector. Crossnational lessons in dealing with opportunistic behaviour. Promotie van ir. M.A.D.J. Altamirano. Promotor: prof.dr.ir. M.P.C. Weijnen. 10.00 uur. * Profiling to Reduce ProcessorMemory Traffic in Embedded Systems. Promotie van ir. P.J. de Langen. Promotor: prof.dr. K.G.W. Goossens. 12.30 uur. *Afscheidsrede van prof.dr.ir. J.L.G. Dietz, faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. 15.00 uur. Maandag 19 oktober * Generation of Nanoparticles by Spark Discharge. Promotie van N. Salman Tabrizi, MSc. Promotor: prof.dr. A. SchmidtOtt. 10.00 uur. * Two-sample Kalman filter and system errors modelling for storm surge forecasting.
Promotie van ir. J.H. Sumihar. Promotor: prof.dr.ir. A.W. Heemink. 12.30 uur. * Seeing Signs. On the appearance of manual movements in gestures. Promotie van ir. J. Arendsen. Promotor: prof.dr. H. de Ridder. 15.00 uur. Dinsdag 20 oktober * Relating Actor Analysis Methods to Policy Problems. Promotie van drs. T.E. van der Lei. Promotor: prof.dr.ir. W.A.H. Thissen. 10.00 uur. * Network Resource Awareness and Prediction on Mobile Devices. Promotie van ir. A.J.H. Peddemors. Promotor: prof. dr.ir. I.G.M.M. Niemegeers. 12.30 uur. * Biogrout: Biochemical cementation of sand, bioconversional crystallisation.. Promotie van ir. L.A. van Paassen. Promotor: prof.dr.ir. M.C.M. van Loosdrecht. 15.00 uur. Donderdag 22 oktober * Micromilling of hardened tool steels. Promotie van ir. P. Li. Promotor: prof.ir. R.H. Munnig Schmidt. 10.00 uur.
Maandag 26 oktober * Locating Energy Levels of Lanthanide Ions in Inorganic Ionic Compounds. Promotie van A.H. Krumpel, Diplom Physiker. Promotor: prof.dr. P. Dorenbos. 10.00 uur. * Synthesis and characterisation of Sn en Sb compounds for Li-ion batteries. Promotie van L. Simonin, MSc. Promotor: prof.dr. J. Schoonman. 12.30 uur. * The near wake of the VAWT. 2D and 3D views of the VAWT aerodynamics. Promotie van ir. C.J. Simão Ferreira. Promotoren: prof.dr.ir. G.A.M. van Kuik en prof.dr. G.J.W. van Bussel. 15.00 uur. Dinsdag 27 oktober * Integrated and operational use of prognosis in the control of logistics systems. Promotie van A.M.H. Lamei, MSc. Promotor: prof.dr.ir. P. van der Zaag. 10.00 uur. * Control of high speed continuous people movers. Promotie van ir. I. Kusumaningtyas. Promotor: prof.dr.ir. G. Lodewijks. 12.30 uur.
* Multi-modal recognition of emotions. An integral approach. Promotie van ir. D. Datcu. Promotoren: prof.dr. H. Koppelaar en prof.dr.drs. L.J.M. Rothkrantz. 15.00 uur. Woensdag 28 oktober * Intreerede prof.dr. D.V. Keyson, faculteit Industrieel Ontwerpen. 15.00 uur. Gegevens voor deze rubriek kunt u doorgeven via e-mail:
[email protected].
Alcuin Oude Delft 55-57 Ma t/m do geopend van 18.0019.30 uur. Tijdens het hockeyseizoen ook op zondag geopend van 18.00-19.00 uur. Dagelijks daghap maaltijd, op ma., di. en do. ook een luxe maaltijd. Alle maaltijden zijn inclusief soep. Daghap 3 euro, luxe 4,10 euro.
Sociëteit De Bolk Buitenwatersloot 1-3 Onze open eettafel is geopend ma. t/m do. De maaltijd begint om 18.30, waarna er gezamenlijk gegeten zal worden. Vegetariërs en groepen worden verzocht (voor 14.00 uur) te bellen. De prijs voor de maaltijd is 4,00 euro, inc. soep en toetje.
Koornbeurs Voldersgracht 1 Om mee te eten bij de eettafel van de Koornbeurs moet je je even inschrijven. Dit kan op www.koornbeurs.nl/eettafel
tot 14.00 uur op dezelfde dag. We eten elke dag om 18.30 uur. Deze manier van eten is tijdelijk, maar nog steeds erg gezellig en lekker. Eettafel geopend ma. t/m vr. van 17.30-19.30 uur. Basismaaltijd 3,60 euro, soep 0,30 euro, toetjes v.a. 0,30 euro, fruit v.a. 0,40 euro. Inl. www.koornbeurs.nl/ eettafel.
Sint Jansbrug Oude Delft 50-52 Ma. t/m vr. geopend van 17.3019.30 uur. Dagschotel (incl. salade) 3,40 euro, fruit 0,25 euro, toe 0,30 euro, luxe toe 0,85 euro, bier en fris 1,10 euro. Het menu staat ook op www.jansbrug.nl. Open from Monday to Friday from 17.30-19.30 hrs. Daily dish (incl. salad) 3,40 euro, fruit 0,25 euro, dessert 0,30 euro, beer and soda 1,10 euro. Find the complete menu at www.jansbrug.nl.
x
www.eettafels.tudelft.nl
Tyche Oude Delft 123 Eettafel geopend van 18.0019.30 uur. Basis 3,50 euro, luxe 4,30 euro, xluxe 4,80 euro. Dagelijks soep. Vegetarische variant beschikbaar. English menu available: www.delftschestudentenbond.nl.
Wolbodo Verwersdijk 102 Soup is served at 18.30h. Everyone is welcome. Tuesday and Thursday: 3,40 euro, Wednesday: 4,00 euro. www.wolbodo.nl
DELTA. 31 15-10-2009
22
Delta in English
African festival
Hundred million
Google project
TU Delft’s African Students Association is hosting an African Cultural Festival on Friday, October 16, at the Cultural Centre. The festival starts at 17.00 hours, followed by a host of events, including cultural dances, a fashion show, an African play, and a food fare and exhibitions. At 20.45 an African band will take the stage, followed by a dj playing dance music til late. TU Delft’s rector Fokkema, will also be on hand to open the event at 18.00 hours.
The Dutch ministry of education has earmarked hundred million euro over five years for scientific education and research in physics and chemistry. Many physics and chemistry faculties are experiencing drops in student enrollment numbers and facing cost-cutting measures, yet these disciplines are vital for industry, said Ronald Plasterk, the education minister. Plasterk has therefore allocated 20 million euro to be spent annually on various physics and chemistry education schemes from 2011 to 2016.
In 2008, two Delft PhD candidates, Jelmer van Ast and Mathieu Gerard, submitted an idea to Google’s ‘Project 10 to the 100’, which had asked for ideas about how to use the internet to help as many people as possible. Van Ast and Gerard recognized elements of their idea in one of the sixteen ‘big ideas’ that Google has shortlisted from the 150.000 submissions received. Although Google never explicitly confirmed that its ‘Make educational content available online for free’ idea was based on the two PhD students’ idea,
x tudasa.nl
DELTA. 31 15-10-2009
Ranking (1) which was called ‘the Open and Free University’ and described a Wikipedia-style website where teachers could publish their teaching materials, Google has said this ‘big idea’ for free education is based on various similar suggestions, such as the one submitted by Van Ast and Gerard. The winner will be announced shortly on the ‘project 10 to the 100’ website. Van Ast: “We hope many people voted for ‘our’ idea, because it will enable clever students living in developing countries to also participate in good university-level education.”
TU Delft was ranked 15th on the Times Higher Education Supplement’s (THE) list of the best technological universities in the world. “We are among the 15 best universities of technology in the world and we are the highest ranked TU in the Netherlands, which of course is all wonderful news,” said TU Delft’s president, Dirk Jan van den Berg. ”Moreover, all of us in the Netherlands can be very proud of the quality of our university educational programs.” The THE list is a highly respected international ranking system, which evaluates the
23
Delta in English
Ranking (2) quality of education and research offered at technological universities around the world. The top three universities on this year’s list were MIT, the University of California (Berkeley), and Stanford. TU Delft’s IDEA League partner, ETH Zurich, was ranked 10th.
x timeshighereducation.co.uk
TU Delft’s ranking in the annual Times Higher Education Supplements (THES) ranking of Global Top 200 best universities in the world fell from 78th place last year to 83rd place this year. Of the other Dutch TUs, TU Eindhoven improved to 120th place (128th in 2008), while TU Twente remained in 200th place, the same as last year. In the country ranking, the Netherlands excelled, sharing third place with Canada and Japan. The United States and Great Britain had the most universities on the list, 54 and 29 respectively. The Netherlands had
Eye of the eco-storm Eco-snobbism After I recently returned from a trip to Paris, my friend Anne’s opening question to me was: “Did you go there by train or by plane?” By plane, I answered, “and I found a really cheap ticket,” I added, pausing intentionally to wait for her envious reply. But instead, her eyebrows narrowed, and I knew immediately that not only would such a reply never come, but what’s worse, the first twenty minutes of our casual coffee time chat would end up being Anne’s lecture about carbon footprints. In the end, I promised Anne that the next time I travelled, I would try to stay grounded. Yet, living in this modern world, there is no way to escape committing such ‘eco-sins’, regardless of how much you love our mother earth. What if I
There is no way to escape committing such 'eco-sins'
This eco-storm struck with little or no warning, yet is already causing severe turbulence in every corner of our lives. But without a real paradigm shift in our insatiable consumer appetites, isn’t this just an eco-storm in a tea cup? xLEI LI Today, everything imaginable, from food and drinks to living and fashion, is being ‘eco-fied’ or ‘greened’. TU Delft of course is no exception. These days you seemingly can’t turn a Delta page without seeing big, bold headlines with the words ‘Eco’, ‘Sustainability’ or ‘Green’ in them. Thanks to this global eco-trend, TU Delft’s students and researchers are now hot stuff with their headline-making achievements in eco-
design and eco-engineering. But what does the life of a typical eco-citizen look like? To hear the ‘true confessions of an eco-holic’, I turned to my friend Marjo, an industrial design student and the ecoest person I know. Marjo admits she has set rules or ‘eco-codes’ that she lives by, but which have all transformed into some natural instinct that she is no longer consciously aware of, although she did finally manage to pinpoint some, such as: Reuse and recycle. The garbage bin must always be the last option. Recently Marjo’s old stuff ended up at marktplaats.nl and gratisoptehalen.nl, which she recommends everyone use, so others can reuse. Never ever waste food. Marjo is always the doggie-bag taker at the end of any borrel or party. Good for her, but for the rest of us, it can be difficult to even contemplate following her doggie-bag style lead, forcing us to ask ourselves difficult questions: wouldn’t this be unappreciated by others? Won’t I look rather cheap in this way? Save energy. Marjo’s home is like a cave, which is not said to cause offence, because her home is really
gezellig, just it has no stove, TV or large PC. Illumination mainly comes from the sun. And her saving energy mania extends far beyond her own ‘nest’; whenever she’s in public toilets, rooms or hallways, her eyes automatically search for light switches to turn off. By following all these eco-rules, Marjo has seriously reduced her carbon footprint, no question. But she’s also paid a price. Nowadays,
The garbage bin must always be the last option whenever she sees a gas-guzzler like a Hummer plowing a path along a Delft canal, the compulsion to punch the driver in his face just rushes to her head. Not only do her own efforts make her distressed about the rest of the world’s waste, but she also started judging her own family. She watches loved ones using dishwashers and dryers in horror. She hates that her family has four cars. When Marjo admitted that her anti-family thing might also
If you’d like to comment on anything appearing on the English Page or on a university-related matter, or if you have a question or suggestion for us, send your emails to
[email protected]. We welcome all feedback from our readers. Letters intended for publication should include your name and be no longer than 350 words. This edition of Delta is also available online at www.delta.tudelft. nl, where you can also access the English Page archive.
news below sea level involve a bit of late-puberty attitude, as well as her eco-consciousness, what I thought was that perhaps Marjo sometimes just suffers from ‘green fever’.
Life cycle of a paper cup: designers yearn to develop stunning, lovely-to-use products; engineers want products that are simple to produce and distribute; and users desire a good standard of living, enjoying their freedoms in a comfortable world. A simple paper cup is an extremely complex ecosystem that combines all these desires. Helping to saving our eco-system is however a daunting but necessary task for designers, engineers and users, if there is to be water for future generations to drink in whatever kind of cup - paper, glass or plastic. (Illustration: Ricardo Mejia, MSc, IDE)
Feedback 11 universities ranked in the top 200, with four Dutch universities ranking in the top 100, including the University of Amsterdam (49th), the highest ranked Dutch university. The top three all-around best universities remained unchanged from last year: Harvard University (1st), the University of Cambridge (2nd) and Yale University (3rd).
sugar-free candy do you any good? It’s still candy. Less negative doesn’t equal more positive. Ever since the signal was detected by marketing people, a green revolution has swept across most industries. Overnight, every product starts with ‘eco-‘ and is painted green. And globe-trotting, threehome-owning celebrities, of all people, have also joined this green storm. Today, green is the trend. Green is simply irresistible. But here lies my concern: as the trendy aspect increasingly takes over the green message, won’t this trendy ‘eco-fuel’ simply serve to drive up our already rampant consumerism? Are we just looking for another excuse to justify our already insatiable consumer appetites? After all, a vital part of green living is not just what you buy, but the amount you consume and how you discern between need vs. want. Like all trends, the fear is that this eco-trend will also quickly become outdated, that it is just a flash in the pan and not a real paradigm shift. After all, can anyone really say for certain what the color of tomorrow will be?
arrive at C1000 and realize I’ve forgotten to take my organic hemp bag with me? I then have to buy a plastic bag, which some people say will remain underground forever. Yes, I’m eco-aware, but I must also make sure my life functions normally, and that doesn’t include either not shopping or walking all the way back home to get my organic bag. To be deeply committed to ‘eco’ adds lots of hassles (and guilt) to our lives. Obviously, the eco-warriors don’t mind and actually feel quite good about it. But isn’t it also humanly difficult or even impossible to take your cola bottles to the recycling store without sneering at those who do not? And if so, is this extra eco-effort really for a good cause or just one more of the many excuses human beings have used through the ages to look down on other people – in this case, as ecosnobs? If the latter is true, is it any wonder that we’re now witnessing some verbal backlash directed at our ecofriends, such as calling them ‘ecofanatics’, ‘bio-obsessed’ or ‘greenfreaks’?
Eco-consumerism Today, such a misconception is widely held that if we buy more ecoproducts, we’re actually making a contribution to preserving our environment. Well, let me ask you: does
(Photo/caption: Olga Motsyk, from Ukraine, BSc aerospace engineering)
Foreign eye Cloudy gray skies, winds up to thirty knots (15 m/s), roaring stormy sea - perfect weather for a family outing? Apparently so. One Saturday afternoon, while lost in Den Haag, I accidentally got on the wrong tram, ending up in Scheveningen. Before carrying on to my intended destination, I decided to make the most of my topographical cretinism-related incident and pay homage to the Great North Sea. Arriving at the beach, I was awed by the tremendous might of the roaring sea, the great frothy waves crashing on the sandy shore, and the wind’s incredible power, carrying clouds of sand and dust and humming so loudly that it nearly blocked out the sound of the sea. Mesmerized by this Hemingwayesque scene, and despite the discomfort of sand painfully blasting my skin, I was drawn towards the water. The biggest surprise upon reaching the shoreline was the amount of people on the beach. As I struggled just to remain standing and keep sand out of my eyes, mouth and lungs, the locals frolicked about with their children and played catch with their dogs, while young and old couples alike strolled hand-in-hand along the beach, and a few fathers even tried to teach their teenagers to fly kites in the gale-force winds. Further down the beach I saw kite-surfers pirouetting in the waves, but at this point my face was so dry, raw and salty, my shoes so full of sand, that I decided to head back. Only on my return walk, with the wind in my back, could I literally relax and ‘lay back’ to take this picture of an idyllic Dutch family outing. Lesson of the day: never let a ‘bit’ of wind spoil your Saturday afternoon.
This week’s round-up of what’s been making headlines in the Netherlands begins with the news that some Dutch parliamentarians want to cut the nation’s funding (120 million euro in 2008) of the Dutch Royal Family. Terminate the royal budget, the Socialist Party demands. Make royals start paying taxes, say other center-left parties, although this apparently wouldn’t bother Queen Beatrix’ sister, Princess Christina, who recently transferred her cash to an off-shore tax haven account registered to a royal palace address in Den Haag. The arrest of two Dutch military officers in Pakistan sparked a diplomatic row. Pakistani police stopped a car driven by the Dutch officers in an area near to president Asif Ali Zardari’s home and found two guns and four hand grenades in the trunk. The education ministry said that migrant children in secondary schools will now face the same testing standards as native Dutch kids. Currently, children who’ve lived in the Netherlands for six years or less are allowed to make more mistakes on exams, as compensation for their inferior Dutch language skills. Squat a building and your new home could be prison. A bill currently before parliament aims to make squatting a crime: one-year prison terms for squatting a building, and two years if squatters use violence when evicted. The nationalist PVV Freedom Party wants squatters to face four-year prison terms. The Netherlands’ business community was rocked by a serious fraud case: the accused businessmen is said to have paid massive bribes in order to win construction contracts worth some 60 million euro. Two suspects believed to have received payoffs are former directors of Philips’ pension fund. What came first: reinforced plastic walls or violent football hooligans? Feyenoord fans cried foul when a partition wall erected in a stadium in Breda partially obstructed their view of the pitch. The wall is meant to prevent fights in the stands between opposing supporters. Dutch transport workers went on strike to protest the government’s plan to raise the retirement age from 65 to 67 years old. There still aren’t enough female professors in the Netherlands: the only EU countries with lower percentages of female professors than the Netherlands are Malta, Luxembourg, Cyprus and Belgium. Meanwhile, some leading Dutch businesswomen are demanding that more women land top corporate jobs; presently, only three percent of the executive board seats of 500 Dutch companies are filled by women. The businesswomen say this figure must rise to 40 percent. Elsewhere, KLM stewardesses now have the right to wear pants as well as skirts as part of their uniforms. No word yet if male stewards can also wear skirts. Amsterdam’s mayor, Job Cohen, said women who refuse to take off their burquas in order to accept jobs should be ineligible for welfare payments. Shake-up of the Dutch political landscape imminent: a poll found that the PVV Freedom Party would be the second largest party in Parliament if elections were held tomorrow. Drunk pedestrians beware: a Dutch minister has proposed a law giving police officers the right to breathalyze test pedestrians. The minister says this will reduce incidents of late-night, drunken violence in Dutch city centers. (DM)
Some like it wet Our intrepid student eettafel reviewer continues his quest to find a good cheap meal. This week: De Bolk. xMICHAEL AFANASYEV
x gratisoptehalen.nl marktplaats.nl
It’s immediately obvious to any newcomer that the Dutch have a water fetish. The channels, rivers, lakes and sea are all used in every possible way. Only in Holland will you see parking meters with anchors on top along the riverbank. De Bolk student association’s eettafel is the place to be if you share the local
water fetish. De Bolk, established in 1960, is located in a former hotel on the Buitenwatersloot, so that even the address is watery. Bolk is actually a name for a fish otherwise known as whiting. In former days, these fish were handled on a nearby pier, which gave the hotel - and later the student association - their names. Although not one of the largest student clubs (some 150 members), De Bolk is a rather active one, organizing everything from cooking competitions to Wii tennis tournaments, as well as featuring numerous sub-clubs, a recent one being the ‘zombie-protection’ subcommittee. De Bolk’s most important activities are, of course, water-related, con-
centrating around the boats that De Bolk owns – the valk Nysa and the botter Trui. The latter, a wooden fishing boat built in 1875, is quite possibly the oldest boat owned by a student association. My original plan was to visit De Bolk’s cooking competition, as I’ve sacrificed enough covering the eettafels for Delta; however, in the spirit of fair play, I eventually chose a regular dinner last May, in order to get a genuine impression of the food. The eettafel is located in a large living room of the student clubhouse. Several members actually live upstairs, financing the location with the rent. Tonight’s diners number around 20, with a very Delft-ish male/female ratio.
The locals look rather surprised to see a non-member; it’s obviously a rare sight here. All present sit down to dinner at 18:30 sharp, beginning with a moment of silence for those wishing to grace the food. And the grace was needed. I can understand their love of water, but soup can contain other things as well. And to any non-Dutch person, eating soup without bread remains weird, especially when bread is then served with the main course – pasta salad. One would think that a simple pasta salad could not go wrong. Well, it can. Just add water. When it came to the dessert, there were no major innovations: just the traditional Dutch vla with a touch of syrup is the extent of it. It’s not all
bad, of course. They use the water well in cleaning the dishes, so extra points for sparkling cutlery are awarded. The syrup touch upgraded the otherwise dull vla, and the bar does offer a good choice of beers for ridiculously low prices. Overall, De Bolk gets a grade of 6 out of 10. Water is good, but food should have more taste.
x De Bolk: Buitenwatersloot 1-3; MonThurs, dinner at 18:30, three courses: €3,50. Groups and vegetarians are requested to call the evening in advance. Tel. (015) 212-6012. www. eettafels.tudelft.nl
DELTA. 31 15-10-2009 achterkant
00 24
berichten (1) Aan: Kim Stolk (19, IO) Ontvangen: 10 oktober 12:07 Van: Alexandra Izeboud (21, IO)
Kheb n kater, kon t ff niet halen om half 12, kom er nu aan! X
as in olde times Vrijdagmiddag om 16.00 uur heeft het projectgroepje van Alexandra en Kim een deadline voor hun tweedejaars IO-project. Ondanks deze deadline vindt het groepje het een goed idee om juist de nacht ervoor uit te kiezen om een avondje te stappen. “Een soort teambuilden”, verklaart een van de groepsleden. De avond begint met het eten van pizza en eindigt in het Paard van Troje, het bekende Haagse jongerencentrum. “We dansen iedereen daar van de vloer!” Uiteindelijk zijn de meesten om 4 uur ’s ochtends pas thuis, 12 uur voor de deadline. Logisch dus dat Alexandra even moet laten weten de afgesproken tijd van half twaalf niet haalbaar is. Of de deadline zelf wel wordt gehaald? “Ja hoor, maar daarom moet ik nu wel gauw verder.” (EvO)
Clomping around Paris Le Bourdon, the Delftsch Studenten Corps’ all-male choir (or ‘koor’), is named after the clock in the Oude Kerk’s tower. Tradition holds that when the season’s concert schedule ends, the choir takes a trip to Paris. “We always go in the spring,” says Thomas Massink, Le Bourdon’s president. “The entire choir, plus former members. We walk around Paris all weekend wearing tail-coats, with only a toothbrush in our pockets, and at various spots we stop and sing.” Pins and ribbons hang from their tailcoat lapels, each pin signifying a past concert. Massink: “Some coat lapels are covered in pins and ribbons, like a Chinese general.” The number of mini-Eiffel tower pins on a coat’s lapel denotes the number of times the choir member has joined the weekend trip to Paris. The choir’s street performances - at the Eiffel Tower, Sacre Coeur, Notre Dame and the Louvre - draw lots of attention, and when, according to the choir’s website, they sing old Dutch songs, like Piet Hein, in four-part harmony, the French ‘have bemused looks on their faces, but the hearts of the Dutch people present melt.’ The choir’s song-list varies from popular to classical. Massink: “Also some old-time songs. Actually, a bit of everything.” A red and black wooden shoe (klomp), painted in the student association’s colors, is used to collect money for the trip. “We call this ‘afklompen’ (woodenshoe fundraising). The money raised pays for the trip. We walk around Paris with a wheelbarrow full of ice and beer, sauntering along and singing all day. By 1 a.m. we’re exhausted, and then head back to our hostel.” For anniversary years, the choir goes to Venice instead of Paris, there to surprise tourists with the resounding sounds of O sole mio. (JT/DM)
Kriep
’Lapels like a Chinese general’. (Photo: Hans Stakelbeek/FMAX)
Het resultaat van teambuilding. (Foto: Richard van ‘t Hof)
robert fokkink
Moppige prijs De Nobelprijscommissie was vorige week in een moppige bui. Eerst gaf men de literatuurprijs aan Herta nie gehört Müller, een streekromanschrijfster die slechts verschijnt in minimale oplage, en daarna de vredesprijs aan Barack change Obama, een president die een wankel begin maakt met zijn eerste termijn. Wat was dat nou weer voor affirmative action? Hoeveel flessen aquavit hebben voorzitter Klas Kärre en secretaris Göran Hansson soldaat gemaakt voordat ze deze winnaars gingen kiezen? Hej Göran, jag tänker sälja min dromedar och flytta till norden. Skol! Scandinaviërs hebben veel in huis: een prima zorgstelsel, uitstekend onderwijs, duurzame economie, maar bovenal een geweldig gevoel voor humor. Wat zullen ze hebben gebulderd in de sauna toen ze in 1973 de vredesprijs uitreikten aan Henry Kissinger. Tja, de meeste mensen in de noordelijke landen worden geplaagd door depressies. Een vredesprijsje voor een volkerenmoordenaar op zijn tijd, daar kom je de donkere wintermaanden weer mee door. Ee’m feeleng lucky. Bork-bork-bork! De vredesprijs is zonder meer de lolligste Nobelprijs, maar de economieprijs kan ook best grappig zijn.
Helaas, de moppige bui was deze week weer over, want de prijs ging naar twee stoffige Amerikaanse economen die zijn gespecialiseerd in duurzaam economisch beheer. Daarmee vielen Dirk Scheringa en Willem Alexander buiten de boot. Vooral onze kroonprins, hosser aller Hollandse topsporters, die bezig is om de economie van Mozambique op orde te brengen, had ik de prijs van harte gegund. Misschien volgend jaar? Hoppa blåbärssoppa, den ekonomipris för det appelsina svin. Het opmerkelijke aan de Nobelprijs is dat die overal, met uitzondering van Scandinavië dan, zo serieus wordt genomen. Maria van der Hoeven, dat is die alleraardigste Limburgse huisvrouw die vroeger Onderwijs deed, verklaarde ooit dat Nederlandse wetenschappers meer Nobelprijzen dienen te halen. De enige serieuze Nobelprijs is voor de natuurkunde en die gaat de komende jaren een keer in Delft vallen. Dat is vanwege het succes van de koolstofbuisjes onvermijdelijk. Hopelijk gebeurt dat snel, want als die Zweden zo door blijven klooien, dan gaat ook de reputatie van deze prijs eraan. Dan kletst het publiek zich straks gierend op de dijen, wanneer onze man naast Kung Carl Gustaf staat. Mork from Ork, nanu nanu.