Studiegids 2015-2016 Masteropleidingen Faculteit der Letteren
Deze gids is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van het Onderwijsinstituut van de Faculteit der Letteren. Onze bijzondere dank gaat daarbij uit naar: de betrokken medewerkers van het Onderwijsinstituut, het Bureau Studentzaken (BSZ) in het bijzonder, de medewerkers bij de secretariaten van de verschillende opleidingen en natuurlijk naar de opleidingen voor het beschikbaar stellen van hun gegevens.
Disclaimer Deze gids is met veel zorg samengesteld. Niettemin is het mogelijk dat onvolledige of foutieve informatie is opgenomen. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.
Collegeaanbod Voor alle in deze gids vermelde colleges geldt, dat doorgang plaatsvindt onder voorbehoud van het aantal aangemelde deelnemers. Mocht blijken dat er zich te weinig studenten hebben ingeschreven voor een college dan kan het Onderwijsinstituut besluiten dat college geen doorgang te laten vinden dan wel het samen te voegen met een vergelijkbaar college. Dit is onverlet de verplichting van de Faculteit de onderwijsprogramma’s naar behoren uit te voeren. Indien er een maximum is gesteld aan het aantal deelnemers voor een college, dan zal bij overintekening in de regel de volgorde van inschrijving worden aangehouden dan wel zal in voorkomende gevallen rekening worden gehouden met de fase waarin de student zich bevindt op basis van zijn studiegedrag en vorderingen. Uitgangspunt is daarbij dat studievertraging, zo veel als redelijkerwijze mogelijk is, wordt voorkomen.
Plagiaatbeleid De Faculteit kent plagiaatbeleid. Onder plagiaat wordt verstaan: - het gebruik maken van ideeën en formuleringen van anderen zonder bronvermelding; - het als onderdeel van het eigen betoog opnemen van een vertaling of parafrase van tekstgedeelten gemaakt door anderen; - het indienen van een zelfde of vergelijkbare tekst voor opdrachten van meerdere opleidingsonderdelen. Plagiaat kan in een academische omgeving niet worden getolereerd omdat het strijdig is met academische conventies. Studenten die betrapt worden op plagiaat worden conform de Nederlandse wetgeving en de interne regelgeving bestraft. De straf bestaat uit uitsluiting voor de betreffende onderwijsmodule gedurende een jaar dan wel in – ernstige gevallen – uit ontzegging tot deelname aan alle onderwijs (inclusief het afleggen van tentamens) gedurende een jaar.
Faculteit der Letteren Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Postbus 716 9700 AS Groningen
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE STUDENT: STUDENTEN ZIJN VERPLICHT ZICH IN TE SCHRIJVEN VOOR STUDIEONDERDELEN Het onderwijs binnen de Faculteit der Letteren omvat 16 bachelor- en 28 masteropleidingen elke bestaand uit diverse masterprogramma’s. Bij de Faculteit staan meer dan 5000 studenten ingeschreven als hoofdvakstudent. Daarnaast participeren ca. 600 studenten in het bijvakonderwijs en in zgn. Open Colleges. Met deze studenten en ± 650 personeelsleden is de Faculteit der Letteren één van de grootste faculteiten binnen de Groningse universiteit. De organisatie en planning van het onderwijs waarbij zoveel personen zijn betrokken stelt hoge eisen aan de Faculteit. Doordat het aantal onderwijsvragende studenten en het aantal beschikbare onderwijsruimten maar net op elkaar passen en het aantal docenten precies moet worden afgestemd op het aantal te verzorgen colleges, zijn spelregels noodzakelijk. Dit temeer omdat de faculteit zoveel mogelijk wil voorkomen dat studenten en docenten te maken krijgen met groepsgrootten die uitstijgen boven de gestelde norm. Die norm is in beginsel maximaal 20 studenten (exclusief recidivisten) voor een werkgroep in de bachelorfase en maximaal 15 studenten (exclusief recidivisten) voor een wergroep in de masterfase. Incidenteel kan het voorkomen dat een werkgroep tot 25 deelnemers kent. Als student kun je een belangrijke bijdrage leveren aan een goede planning en organisatie van colleges doordat je: je uiterlijk 23 augustus 2015 inschrijft voor de colleges die jij in het eerste semester wil gaan volgen: via het inschrijvingssyteem http://Progresswww.nl/rug (zie verder hoofdstuk 3.3); je inschrijft alsof je aan alle voorwaarden hebt voldaan, achteraf schrappen is eenvoudiger dan achteraf nog toevoegen; een realistische - d.i. max. 30 ECTS per semester - planning maakt; je bij het secretariaat van je opleiding meldt indien je onverhoopt je planning moet bijstellen; je eraan denkt je uit te schrijven wanneer je toch niet deelneemt! Zodra de periode van intekening is afgesloten, wordt gestart met het definitief vastleggen van collegezalen, het indelen van studenten in werkgroepen, etc. Bovenstaande geldt ook voor die studenten die een buitenlands studieverblijf plannen.
INHOUDSOPGAVE 1
ALGEMENE INLEIDING ............................................................................ 1
2
PROFIEL VAN DE FACULTEIT DER LETTEREN ........................................ 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
INLEIDING ............................................................................................................................ 2 ZWAARTEPUNTEN ................................................................................................................. 2 ONDERWIJSFILOSOFIE EN KWALITEITSZORG ......................................................................... 2 ALGEMENE OPZET VAN DE STUDIEPROGRAMMA’S ...................................................................3 EUROPEES SYSTEEM VOOR DE OVERDRACHT EN ACCUMULATIE VAN STUDIEBELASTINGSPUNTEN (ECTS) ..................................................................................... 4 2.6 MASTEROPLEIDINGEN EN MASTERPROGRAMMA’S ................................................................. 4 2.6.1 ‘Harde knip’ .................................................................................................................5 2.6.2 Toelating tot de master...............................................................................................5 2.7 MASTER HONOURSTRAJECT LEIDERSCHAP ............................................................................ 8 2.8 ONDERZOEK BIJ LETTEREN ................................................................................................... 8 2.9 NA JE MASTEROPLEIDING: KANSEN EN MOGELIJKHEDEN....................................................... 9 3
STUDEREN BIJ DE FACULTEIT DER LETTEREN ..................................... 11 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11
4
EINDTERMEN EN EXAMENREGELINGEN ............................................. 16 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
5
INLEIDING ........................................................................................................................... 11 JAARINDELING ..................................................................................................................... 11 INSCHRIJVING VOOR COLLEGES ............................................................................................ 11 ROOSTERING ........................................................................................................................ 12 STUDIERESULTATEN ............................................................................................................ 12 STUDIEMATERIAAL EN STUDIEKOSTEN ................................................................................. 12 BESTELLEN KLAPPERS VIA DE WEBSHOP .............................................................................. 13 ICT-VOORZIENINGEN........................................................................................................... 13 BIJZONDERE VOORZIENINGEN.............................................................................................. 14 HUISREGELS VOOR STUDENTEN ........................................................................................... 14 VERTROUWENSPERSOON BIJ ONGEWENST GEDRAG .............................................................. 14 INLEIDING ........................................................................................................................... 16 PROFIEL EN EINDKWALIFICATIES ......................................................................................... 16 HET STUDENTENSTATUUT.................................................................................................... 16 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELINGEN ................................................................................. 17 TOELATINGSEISEN EN ENTREEVOORWAARDEN ..................................................................... 17 TOETSING EN BEOORDELING ................................................................................................ 18 PLAGIAAT ............................................................................................................................. 18 EXAMENS ............................................................................................................................. 19 STUDIEADVIES EN STUDIEBEGELEIDING ............................................................................... 19 KLACHTEN EN OPMERKINGEN .............................................................................................. 19 HET STUDIEPROGRAMMA ..................................................................... 20
5.1 INLEIDING .......................................................................................................................... 20 5.2 MASTEROPLEIDINGEN EN MASTERPROGRAMMA’S ................................................................ 21 5.2.1 Archeologie 60 ECTS (CROHO 60805) ................................................................... 21 5.2.2 Archeologie 120 ECTS (CROHO 60133) ................................................................. 23 Art History and Archaeology – Research Master ............................................................................... 23
5.2.3
Communicatie- en Informatiewetenschappen 60 ECTS (CROHO 66826).......... 23
Communicatiekunde ............................................................................................................................ 24 Communicatiekunde: traject Gezondheidscommunicatie ................................................................. 25 Communicatie en educatie .................................................................................................................. 26 Computercommunicatie ...................................................................................................................... 26 Information Sciences ........................................................................................................................... 27
5.2.4 5.2.5
Europese Studies 120 ECTS (CROHO 60847) ........................................................ 29 Geschiedenis 60 ECTS (CROHO 66034) ................................................................ 29
5.2.6
Geschiedenis 120 ECTS (CROHO 60139) ................................................................ 31
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master ..................................................... 31 Modern History and International Relations – Research Master ..................................................... 31
5.2.7 5.2.8
Internationale Betrekkingen 60 ECTS (CROHO 60734) ...................................... 32 Internationale Betrekkingen 90 ECTS (CROHO 60819) ...................................... 32
International Humanitarian Action – Erasmus Mundusprogramma (NOHA) ................................ 32
5.2.9
Internationale Betrekkingen 120 ECTS (CROHO 60820) .................................... 32
Modern History and International Relations – Research Master ..................................................... 32
5.2.10
Kunst- en Cultuurwetenschappen 60 ECTS (CROHO 60087) ............................. 32
Kunsten, Cultuur en Media ................................................................................................................. 32 Kunstgeschiedenis ............................................................................................................................... 36
5.2.11
Kunst- en Cultuurwetenschappen 120 ECTS (CROHO 60829) ............................ 38
Art History and Archaeology – Research Master ............................................................................... 38 Literary and Cultural Studies – Research Master .............................................................................. 38
5.2.12
Letterkunde 60 ECTS (CROHO 60813) .................................................................. 38
English Literature and Culture ............................................................................................................ 42 Writing, Editing and Mediating .......................................................................................................... 43
5.2.13
Letterkunde 120 ECTS (CROHO 60814) ................................................................ 43
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master ..................................................... 43 Literary and Cultural Studies – Research Master .............................................................................. 43
5.2.14
Mediastudies 90 ECTS (CROHO 60831) ................................................................ 44
Journalistiek......................................................................................................................................... 44 Journalism ........................................................................................................................................... 46
5.2.15
Midden-Oosten Studies 60 ECTS (CROHO 60842) ................................................ 47
Midden-Oosten Studies ....................................................................................................................... 47
5.2.16 5.2.17 5.2.18
Neerlandistiek 60 ECTS (CROHO 60849) ......................................................... 48 Noord-Amerika Studies 60 ECTS (CROHO 60845) ............................................... 51 Oudheidstudies 60 ECTS (CROHO 60821) ............................................................. 51
Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (GLTC) ...................................................................................... 51 Oude Geschiedenis ............................................................................................................................... 52
5.2.19
Oudheidstudies 120 ECTS (CROHO 60039) ...........................................................53
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master ..................................................... 53
5.2.20
Taalwetenschappen 60 ECTS (CROHO 60815) ......................................................53
Neurolinguïstiek................................................................................................................................... 54 Applied Linguistics (TEFL) ................................................................................................................. 54 Europese taalkunde ............................................................................................................................. 55 Multilingualism .................................................................................................................................... 56
5.2.21
5.2.22
Taalwetenschappen - Erasmus Mundus Master of Excellence – Multiele: Master in Learning and Teaching of Spanish in Multilingual and International Contexts .................................................................................................................................... 57 Taalwetenschappen 120 ECTS (CROHO 60817) .................................................... 57
-
Language and Cognition – Research Master ......................................................................... 57 Clinical Linguistics – Research Master .................................................................................. 57 Language and Communication Technologies – Research Master ........................................ 57
5.3 INTERDISCIPLINAIRE ONDERZOEKSCOLLEGES ...................................................................... 57 5.4 EDUCATIEVE MASTERS (2 JAAR) .......................................................................................... 58 5.4.1 Educatieve Master Duitse Taal en Cultuur .............................................................59 5.4.2 Educatieve Master Engelse Taal en Cultuur...........................................................59 5.4.3 Educatieve Master Franse Taal en Cultuur ........................................................... 60 5.4.4 Educatieve Master Friese Taal en Cultuur ............................................................. 61 5.4.5 Educatieve Master Geschiedenis ............................................................................ 62 5.4.6 Educatieve Master Grieks en Latijn ....................................................................... 63 5.4.7 Educatieve Master Nederlandse Taal en Cultuur ................................................. 63 5.4.8 Educatieve Master Spaanse Taal en Cultuur .........................................................65 5.5 EDUCATIEVE MASTER (1 JAAR) .............................................................................................65 RESEARCH MASTERPROGRAMMA’S .................................................................................................. 66 5.5.1 Classical, Medieval and Renaissance Studies (CMRS): Text and Context in Premodern and Early Modern Times .................................................................... 66 5.5.2 Art History and Archaeology: Material Culture Studies in Art, Architecture & Archaeology.............................................................................................................. 66 5.5.3 Literary and Cultural Studies: Literature and Performing Arts in Society ....... 66
5.5.4
Modern History and International Relations: Transformation and Acceptance ................................................................................................................................... 66 5.5.5 Linguistics................................................................................................................. 66 5.6 BEROEPSORIËNTERENDE STAGE .......................................................................................... 66 5.7 AFSTUDEERWERKSTUK ........................................................................................................67 6
FACULTAIRE ORGANISATIE ................................................................... 69 6.1 INLEIDING .......................................................................................................................... 69 6.2 BESTUURLIJKE ORGANISATIE EN COMMISSIES ..................................................................... 69 6.2.1 Faculteitsbestuur ...................................................................................................... 69 6.2.2 Faculteitsraad .......................................................................................................... 69 6.2.3 Onderwijsinstituut ................................................................................................... 70 6.2.4 Facultair Overlegorgaan Onderwijsbeleid (FOO) ................................................ 70 6.2.5 Afdelingsbestuur en leerstoelgroepen .................................................................... 70 6.2.6 Opleidingscommissies.............................................................................................. 70 6.2.7 Examencommissies ................................................................................................... 71
7
INFORMATIE EN COMMUNICATIE ......................................................... 72 7.1 7.2 7.3 7.4
INLEIDING ...........................................................................................................................72 GEBOUWEN, DIENSTEN EN VOORZIENINGEN.........................................................................73 STUDIEADVISEURS VAN LETTEREN ...................................................................................... 78 DOCENTEN .......................................................................................................................... 82
1
ALGEMENE INLEIDING
Dit is de mastergids van de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen. In deze gids vind je zowel algemene facultaire informatie als informatie over alle masterprogramma’s van de faculteit. Deze gids heeft tot doel je te informeren over de mogelijkheden die je als student binnen de Letterenfaculteit geboden worden op masterniveau. De in deze studiegids opgenomen onderwijs-modulen en -programma’s zijn onderhevig aan de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de corresponderende opleiding. Deze OER-en zijn te vinden op het web via: www.rug.nl/let/oer Bij het secretariaat van je opleiding kun je ook terecht voor extra informatie over allerhande zaken die je studie betreffen. Daarnaast kun je je voor hulp, advies en begeleiding bij je studie wenden tot je studieadviseur. De studieadviseur Elke opleiding heeft een studieadviseur. Je studieadviseur is de persoon die je kan helpen bij de planning en het bewaken van de voortgang van je studie. Meer concreet heeft hij of zij de volgende taken: -het verstrekken van informatie over de opleiding; -het begeleiden en adviseren van studenten; -het beoordelen en helpen opstellen van studieplanningen (zie hoofdstuk 3.3); -het voeren van studievoortgangsgesprekken; -het adviseren van de Examencommissie over individuele verzoeken van studenten; -het doorverwijzen naar andere instanties. Voor een lijst met de namen van alle studieadviseurs met hun (e-mail)adressen en telefoonnummers: zie hoofdstuk 7.3
Directeur Onderwijsinstituut De Faculteit kent een directeur Onderwijs. Hij geeft leiding aan het Onderwijsinstituut waarbinnen alle onderwijs - dat door de Faculteit wordt verzorgd- is ondergebracht. Hij is verantwoordelijk voor de organisatie van het onderwijs en de onderwijsprogramma’s. Verder houdt hij toezicht op de kwaliteit van de major- en minorprogramma’s en de wijze van uitvoering. Met vragen en klachten over de uitvoering van je onderwijsprogramma kun je in eerste instantie terecht bij je studieadviseur. Als het om een studieonderdeel gaat neem je allereerst contact op met de betrokken docent en in tweede instantie bij de studieadviseur. Mochten zij je probleem niet kunnen oplossen dan kunnen zij je doorverwijzen naar de directeur van het Onderwijsinstituut. Als je problemen van dien aard zijn dat je deze niet kan of wil bespreken met studieadviseur of docent, dan kan je direct contact met hem zoeken of een afspraak maken. Het telefoonnummer van het Onderwijsinstituut is (050) 363 6004.
Inleiding
1
2
PROFIEL VAN DE FACULTEIT DER LETTEREN
2.1 INLEIDING In dit hoofdstuk vind je algemene inhoudelijke informatie over de organisatie van het onderwijs aan de Faculteit der Letteren. Allereerst wordt aandacht besteed aan de zwaartepunten van onderwijs en onderzoek binnen de faculteit en aan de filosofie die ten grondslag ligt aan de wijze waarop het onderwijs is opgezet. Daarnaast word je geïnformeerd over de structuur van de opleidingsprogramma’s, over de verplichtingen en de keuzevrijheid die je daarbinnen hebt en over de mogelijkheid om tijdens je studie enige tijd in het buitenland te studeren. Ook vind je in dit hoofdstuk een overzicht van alle opleidingen die de faculteit biedt. Ten slotte wordt informatie gegeven over de opties die je hebt nadat je je bacheloropleiding hebt afgerond. Op de inhoud van de specifieke studieprogramma’s wordt in dit hoofdstuk niet ingegaan. Meer informatie daarover vind je in hoofdstuk 5. 2.2 ZWAARTEPUNTEN Elke Nederlandse Letterenfaculteit kent eigen zwaartepunten. De Groningse faculteit richt zich zowel in het onderwijs als in het onderzoek vooral op de westerse wereld, meer in het bijzonder op Europa en het Noord-Amerikaanse continent. Vanuit deze invalshoek is er ook aandacht voor de relatie van Europa met de niet-Europese wereld, in het bijzonder Afrika, Latijns-Amerika, Indonesië , Japan, China, Korea en Mongolië. Er wordt onderwijs gegeven en onderzoek verricht op het terrein van de klassieke en moderne talen en culturen van Europa en het Midden-Oosten, de geschiedenis, de kunstgeschiedenis en de archeologie. Ook zijn er thematisch gerichte opleidingen als Kunsten, Cultuur en Media, Communicatie- en Informatiewetenschappen, American Studies en Internationale Betrekkingen en Internationale Organisatie. Alle onderwijsprogramma’s hebben nauwe banden met het onderzoek dat binnen de faculteit verricht wordt; dit vanuit de gedachte dat in wetenschappelijke opleidingen onderwijs en onderzoek onlosmakelijk met elkaar verbonden dienen te zijn, zodat zij elkaar voortdurend kunnen beïnvloeden en bevruchten. 2.3
ONDERWIJSFILOSOFIE EN KWALITEITSZORG
Studentgeoriënteerd en onderzoeksgericht Aangezien de RuG een zogenaamde onderzoeksuniversiteit is, is het onderwijs dat wordt verzorgd nauw verbonden met onderzoek dat is en wordt uitgevoerd. Uitkomsten van (recent) onderzoek vinden met name in de hogere jaren van de bachelor en in de master vertaling in de diverse onderwijsmodulen waaruit het programma is opgebouwd. Deze verwevenheid is een kernonderdeel van de onderwijsvisie van universiteit en faculteit. Daarnaast geldt voor de faculteit dat het onderwijs in alle fasen studentgeoriënteerd is. Dit concept of paradigma onderscheidt zich van de input- of docentgecentreerde benadering. Voor een output- of studentgeoriënteerd model geldt dat de opleiding als eerste doel heeft studenten zo goed en zo efficiënt mogelijk voor te bereiden op een rol in de maatschappij die past bij de genoten opleiding. Dit onderwijsconcept stelt bijzondere eisen aan de opzet en uitvoering van het onderwijs. Was het in het verleden doorgaans zo dat bij het opzetten van programma’s te ontwikkelen kennis centraal stond, tegenwoordig wordt meer gezocht naar een afgewogen combinatie van domeinspecifieke en generieke competenties (kennis, inzicht en vaardigheden) op academisch niveau. Met inachtneming van het belang van kennis, vormt het uitgangspunt daarbij wat de student moet weten, begrijpen en kunnen om zo goed mogelijk voorbereid te zijn bij het betreden van de arbeidsmarkt in brede zin. De bij de staf aanwezige expertise wordt dienstig gemaakt aan dit doel. Letterenstudenten worden doorgaans niet opgeleid voor een specifiek beroepenveld, maar voor een breed scala aan functies waarvoor een Letterenopleiding dienstig is. Dit onderstreept nut en noodzaak van algemene vorming, het kennisnemen van diverse benaderingen, methoden en technieken en academische competenties die niet specifiek disciplinegerelateerd zijn. De faculteit kiest daarbij voor de zogenaamde geïntegreerde aanpak. Hiermee wordt bedoeld dat te verwerven generieke competenties worden aangeleerd in het kader van de major- en minoronderdelen van de bachelor als ook de masteronderdelen en niet apart worden onderwezen.
2
Studeren bij de Faculteit der Letteren
Activerende leeromgeving De studentgeoriënteerde benadering veronderstelt dat de methoden die worden gehanteerd activerend van aard zijn. Dit impliceert dat hoge verantwoordelijkheid in het leerproces wordt gelegd bij de student. Het is de student die zichzelf ontwikkelt, daarbij gesteund en geïnspireerd door het betrokken docentencorps. In deze opzet verwerft de student allereerst academische kennis en vaardigheden, in een vervolgfase te ontwikkelen tot inzicht, waarna ten slotte wordt ingezet op het toepassen van kennis- en vaardigheden. De leer- en doceermethoden en – vormen dienen zodanig te zijn gekozen dat zij optimaal in staat zijn de kerncompetenties (kennis, inzicht en vaardigheden) te ontwikkelen. Per (groep van) kerncompetenties kunnen de onderwijsvormen en –methoden/technieken verschillen. Voorbeelden van te hanteren methoden en technieken zijn: verzamelen van relevant materiaal (zoektechnieken), literatuurstudie, selecteren en analyseren van materiaal, vergelijken en analyseren van teksten, oplossen van problemen en voorgelegde cases, uitvoeren van onderzoek op basis van oplopende moeilijkheidsgraad op basis van omvang en aard van het materiaal, praktische en technische vaardigheden, schrijven van verslagen, rapporten, papers, werkstukken en scripties op basis van oplopende complexiteit in termen van omvang en aard materiaal, samenwerken met andere studenten met het doel gezamenlijk tot een eindproduct of oplossing van een probleem te komen, voorbereiden en geven van een mondelinge presentatie (groepsgewijs of individueel), leveren van opbouwende kritiek op het werk van anderen en het verwerken van kritiek van derden ten aanzien van eigen werk, voorzitten en deelnemen aan werkgroepen, leiden van of deelnemen als lid aan een team, werken onder tijdsdruk / leren omgaan met deadlines, leveren zelfkritiek, leren-leren, etc. Goed onderwijs wordt niet alleen bepaald door goede programma’s en goede docenten, maar ook door de inzet en motivatie van studenten. Studenten worden door de faculteit niet gezien als afnemers of consumenten van onderwijs, maar als deelnemers aan het leer- en doceerproces. Zonder goed gemotiveerde studenten, die zich goed voorbereiden op colleges en tentamens, kan er geen goed onderwijs worden verzorgd. De faculteit streeft daarom uitdrukkelijk naar een kwaliteitscultuur die is gebaseerd op een optimale inspanning van docenten en studenten waardoor het leuk en inspirerend is om onderwijs te volgen en te verzorgen. Een belangrijke instantie bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs is de Opleidingscommissie (OC). Deze commissie bestaat voor de helft uit studenten en voor de helft uit docenten. De OC ziet erop toe dat het onderwijsproces verloopt volgens de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Daarnaast brengt de OC advies uit over de in het collegejaar te evalueren onderwijsmodules. De OC rapporteert (later) op basis van de gehouden evaluaties aan de directeur van het Onderwijsinstituut Letteren, die namens het Faculteitsbestuur toezicht houdt op het proces van evaluatie. De evaluatie van onderwijsmodules omvat een vragenlijst voor de docent(en) die de betreffende module verzorgde(n) en een vragenlijst voor de deelnemende studenten. De uitkomsten van de evaluatie kunnen door studenten worden geraadpleegd via de website van het Onderwijsinstituut. De uitkomsten worden zeer serieus genomen en dan ook gebruikt om het onderwijs verder te verbeteren. 2.4 ALGEMENE OPZET VAN DE STUDIEPROGRAMMA’S De opleidingen die de Letterenfaculteit momenteel aanbiedt zijn te verdelen in bacheloropleidingen en masteropleidingen. Alle bacheloropleidingen hebben een officiële lengte van drie jaar. De masteropleidingen duren, afhankelijk van de aard van de opleiding, één tot twee jaar voor een voltijdse student. Tot een bacheloropleiding heb je toegang als je in het bezit bent van een VWO-diploma of een HBO-propedeuse of HBO-diploma. Voor toelating tot de master is minimaal een bachelordiploma verplicht. Soms worden ook nog aanvullende eisen gesteld. Meer hierover vind je in hoofdstuk 4.5. De Groningse Letterenfaculteit gebruikt het European Credit Transfer and Accumulation System (ECTS) om de omvang van opleidingen - en de studieonderdelen daarbinnen - uit te drukken in studiepunten.
Studeren bij de Faculteit der Letteren
3
2.5
EUROPEES SYSTEEM VOOR DE OVERDRACHT EN ACCUMULATIE VAN STUDIEBELASTINGSPUNTEN (ECTS)
Wat is een studiepuntensysteem? Een studiepuntensysteem is een systematische manier om een onderwijsprogramma te beschrijven door punten te verbinden aan de onderdelen van dat programma. De vaststelling van het aantal punten in stelsels voor hoger onderwijs kan op verschillende parameters gebaseerd zijn, zoals de werkbelasting voor de student, eindtermen en contacturen. Wat is ECTS? Het Europees Systeem voor de overdracht en de accumulatie van studiebelastingpunten is een systeem dat de student centraal stelt en dat gebaseerd is op de werkbelasting voor de student om de doelstellingen van een bepaald programma te bereiken. Die doelstellingen zijn bij voorkeur gespecificeerd in termen van eindtermen en te verwerven bekwaamheden. Hoe heeft ECTS zich ontwikkeld? ECTS is in 1989 ingevoerd in het kader van het Erasmus-programma, dat nu deel uitmaakt van het Socrates-programma. ECTS is het enige studiepuntensysteem dat in heel Europa met succes is getest en wordt gebruikt. ECTS is oorspronkelijk ontwikkeld voor de overdracht van studiebelastingpunten. Het systeem vergemakkelijkte de erkenning van studieperiodes in het buitenland en bevorderde zodoende de kwaliteit en de omvang van de mobiliteit van studenten in Europa. ECTS ontwikkelt zich momenteel tot een accumulatiesysteem dat op instellings-, regionaal, nationaal en Europees niveau moet worden geïmplementeerd. Dat is één van de kerndoelstellingen van de verklaring van Bologna van juni 1999. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van ECTS? ECTS is gebaseerd op de afspraak dat 60 punten overeenstemmen met de studiebelasting van een voltijdse student tijdens één academisch jaar. De studiebelasting voor de student van een voltijds studieprogramma bedraagt in Europa in de meeste gevallen 1500 – 1800 uren per jaar. In die gevallen stemt één punt overeen met 25 tot 30 werkuren. ECTS-studiepunten kunnen alleen worden verkregen nadat het benodigde werk is voltooid en de beoogde eindtermen zijn gerealiseerd. De eindtermen zijn het geheel aan competenties waarin tot uitdrukking wordt gebracht wat de student moet weten, begrijpen en kunnen na afronding van een leerproces dat kort of lang kan zijn. De studiebelasting voor de student in het ECTS-systeem omvat de tijd voor het bijwonen van colleges, seminars, individuele studie, de voorbereiding van en het afleggen van examens enz. De punten worden toegekend voor alle studieonderdelen van een opleidingsprogramma (zoals modules, colleges, stages, scripties enz.) en geven de hoeveelheid werk weer die elk onderdeel vereist om de beoogde doelstellingen en eindtermen te realiseren in verhouding tot de totale hoeveelheid werk die nodig is om een vol studiejaar te voltooien. Gebruik van ECTS aan de Rijksuniversiteit Groningen In Nederland en dus ook in Groningen wordt het ECTS-studiepunten systeem zowel als accumulatie als als overdrachtssysteem gehanteerd. De toepassing van ECTS is bij wet geregeld. In de wet is vastgelegd dat 42 studieweken van 40 uren overeenkomen met een studielast van 60 ECTS-studiepunten. Dit betekent dat 1 ECTS-studiepunt gelijk staat aan 28 uren werk. Een universitair bachelorprogramma heeft een lengte van 3 jaren voltijdse studie, het geen gelijk staat aan 180 ECTS-studiepunten. De lengte van een universitair masterprogramma varieert – afhankelijk van het programma – van 60 tot 120 studiepunten, dat is een tot twee jaren voltijdse studie. De Letterenfaculteit kent Ma-programma’s met een lengte van 60, 90 en 120 ECTSstudiepunten. 2.6 MASTEROPLEIDINGEN EN MASTERPROGRAMMA’S De Faculteit der Letteren kent in totaal 28 masteropleidingen waarbinnen diverse masterprogramma’s worden aangeboden. Deze masterprogramma’s zijn onder te verdelen in: - maatschappelijke masterprogramma’s; - educatieve masters; - research masters. 4
Studeren bij de Faculteit der Letteren
Maatschappelijke masterprogramma’s zijn programma’s met een omvang van 60, 90 of 120 ECTS-studiepunten die naast een gedegen wetenschappelijke vorming je vooral voorbereiden op een functie op de arbeidsmarkt die kan worden gerelateerd aan de opleiding die je hebt gevolgd. Onderdeel van die voorbereiding kan een beroepsoriënterende stage zijn. Hiervoor is afhankelijk van de opleiding in beginsel een ruimte van 10 tot 20 ECTS-studiepunten ingeruimd. Elke studieprogramma heeft een stagecoördinator die je kan informeren over de voor jouw studieprogramma geldende regelingen. Bij het Stagebureau Letteren kun je terecht bij de facultaire stagecoördinator, die je helpt bij de oriëntatie op je stage en verantwoordelijk is voor de formele afhandeling hiervan. Dit betekent onder meer het afsluiten van een stagecontract. Meer informatie over stages vind je in hoofdstuk 5.6 van deze gids en op: http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/let/organisatie/bsz/stagebureau/ 2.6.1 ‘Harde knip’ Je kunt alleen beginnen aan een masteropleiding als je in het bezit bent van een bachelordiploma, de zogenaamde 'harde knip'. Deze maatregel geldt voor alle studenten, ook voor de studenten aan pre-masterprogramma's. Om te voorkomen dat je onnodig studievertraging oploopt, is als voorwaarde bij deze invoering vastgesteld dat er per masteropleiding minimaal een tweede instroommoment moet zijn. De harde knip vergt een goede studieplanning. Als je na het maken van je studieplanning nog vragen hebt, kun je contact opnemen met je studieadviseur of de studentendecanen van het Studenten Service Centrum. 2.6.2 Toelating tot de master Als je in het bezit bent van een bachelordiploma, heb je zonder meer toegang tot het gelijknamige (maatschappelijke) masterprogramma die altijd een omvang van 60 ECTS hebben. Daarnaast zijn er een aantal selectieve maatschappelijke programma’s van 90 of 120 ECTS-studiepunten. Hiervoor geldt een toelatingsprocedure. In het schema aan het eind van deze paragraaf kun je zien tot welke masterprogramma’s je nog meer toegang hebt met jouw bachelordiploma. Soms zijn aan de toelating tot deze masters voorwaarden verbonden, bijvoorbeeld dat je een bepaalde minor of andere voorbereidende studieonderdelen gevolgd moet hebben. Toelating tot de Educatieve Masters Met een bachelordiploma Duits, Engels, Frans en Spaans (RTC), Fries, Geschiedenis, Griekse en Latijnse Taal en Cultuur, Nederlands heb je zonder meer toegang tot de educatieve master van dezelfde discipline. Vanaf collegejaar 2014-2015 is de educatieve master tevens toegankelijk voor studenten met een bachelordiploma Europese Talen en Culturen (ETC), mits zij ten minste 90 ECTS-studiepunten behaald hebbben in de doeltaal (Duits, Fries, Frans, Spaans of Engels). Voor meer informatie kun je je wenden tot je studieadviseur. Toelating tot de Reseach Masters Aan de toelating tot de research masters is een selectieprocedure verbonden. Kijk op de website van het betreffende research masterprogramma voor meer informatie over de toelatingseisen en de selectieprocedure en het aanmeldingsformulier. De Faculteit der Letteren kent de volgende masteropleidingen en -programma’s: Maatschappelijke masteropleiding Archeologie (60 ECTS) Communicatie- en Informatieweten-schappen (60 ECTS) voltijd en duaal Europese Studies (120 ECTS)
Studeren bij de Faculteit der Letteren
Masterprogramma -
Klassieke en mediterrane archeologie Pre- en protohistorie van Noordwest Europa Informatiekunde Communicatiekunde Communicatie en educatie Computercommunicatie Euroculture (selectief)
5
Geschiedenis (60 ECTS), deel-, en voltijd Internationale Betrekkingen (60 ECTS)
-
Geschiedenis Vandaag
-
International Security International Political Economy European Integration Global Governance International Relations and International Organization East Asian Studies
-
International Humanitarian Action (selectief)
-
Kunstgeschiedenis Architectuur- & stedenbouwgeschiedenis Landschapsgeschiedenis Kunsten, Cultuur en Media Europese letteren en culturen (taalaanduiding onder voorwaarden) English Literature and Culture Writing, Editing, and Mediating Journalistiek (selectief) Journalism (selectief) Midden-Oostenstudies
Noord-Amerikastudies (60 ECTS)
-
Nederlandse Letterkunde Taal en tekst: ontwikkeling en gebruik Nederlandse Cultuur American Studies
Oudheidstudies (60 ECTS), deel-, en voltijd
-
Griekse en Latijnse taal en cultuur / Classics Oude Geschiedenis / Ancient History
Taalwetenschappen (60 ECTS)
-
Neurolinguïstiek (inclusief Speech and Language Pathology. Applied Linguistics-TEFL Europese Taalkunde
Internationale Betrekkingen (90ECTS) Kunst- en Cultuurwetenschappen (60 ECTS) Letterkunde (60 ECTS)
Mediastudies (90 ECTS) Midden-Oostenstudies (60 ECTS) Neerlandistiek (60 ECTS)
-
De masterprogramma’s kennen een omvang van 60, 90 of 120 ECTS- studiepunten (zie schema hierboven). Naast de maatschappelijke masteropleidingen kent de faculteit een achttal educatieve masteropleidingen. Dit zijn opleidingen met een omvang van 120 ECTS-studiepunten die dus twee voltijdse studiejaren in beslag nemen. Het eerste semester van het eerste masterjaar ziet er in grote lijnen hetzelfde uit als het onderwijsprogramma van de maatschappelijke master. In het tweede semester van jaar 1 volg je een onderdeel van 10 ECTS-punten bij de lerarenopleiding van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen als voorbereiding op het tweede jaar van de educatieve master. Daarnaast schrijf je een scriptie van 20 ECTS. Het tweede jaar bestaat uit het werken-leren-traject: de LIO-stage en daarnaast een aantal studieonderdelen die je volgt bij de lerarenopleiding van de universiteit. Daarnaast volg je nog 10 ECTS-punten uit de maatschappelijke master. Het met succes afronden van de educatieve masteropleiding levert je naast een masterdiploma ook een eerstegraads onderwijsbevoegdheid op. Een eerstegraads onderwijsbevoegdheid in genoemde vakken kan je ook behalen nadat je je maatschappelijke masteropleiding hebt voltooid. Hiertoe dien je een programma van 60 ECTSstudiepunten te volgen dat inhoudelijk overeenkomt met de tweede helft van het onderwijsprogramma van de educatieve master inclusief het studieonderdeel "Voorbereiding op het werkenleren-traject" (alleen in semester 2 aangeboden). Voor nadere informatie hierover word je ver-
6
Studeren bij de Faculteit der Letteren
wezen naar je studieadviseur en naar de lerarenopleiding van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen. De faculteit onderscheidt de volgende educatieve masteropleidingen: Educatieve Masters (120 ECTS) Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Duitse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Engelse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Franse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Friese Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Geschiedenis Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Griekse en Latijnse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Nederlandse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Spaanse Taal en Cultuur Educatieve Masters (60 ECTS) Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Duits Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Engels Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Frans Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Fries Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Geschiedenis en Staatsinrichting Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Grieks, Latijn en KCV Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Nederlands De educatieve masters kennen een omvang van 60 of 120 ECTS-studiepunten (zie schem’s hierboven). Ten slotte heb je de mogelijkheid een research masterprogramma te volgen. De research masteropleiding is bedoeld voor getalenteerde studenten die na afronding van hun opleiding een functie als onderzoeker wensen binnen of buiten de universiteit of een promotieonderzoek willen gaan uitvoeren. De faculteit verzorgt vijf research masters die alle een omvang hebben van 120 ECTS ofwel twee studiejaren. Elk researchprogramma bestaat uit een aantal onderdelen: kennismodulen, verdiepingsmodulen, een specialisatiefase en het schrijven van een uitgebreid afstudeerwerkstuk van 30 ECTS. Dit laatste onderdeel wordt ondersteund door een zogenaamde scriptieklas. De kennismodulen hebben tot doel je kennis, vaardigheden en inzicht in de major die je hebt gevolgd in de bachelorfase verder te verdiepen en te oefenen met onderzoek aan de hand van gerichte onderzoeksopdrachten. De verdiepingsmodulen zorgen voor versterking van je theoretische en methodologische kennis. Deze kennis is noodzakelijk om met succes te kunnen participeren in de specialisatiefase. De specialisatiefase bestaat uit modules die zijn gericht op het meer zelfstandig doen van onderzoek. Deze modules kunnen onder andere de vorm hebben van extra master modules, tutorials of een onderzoeksstage. Ze kunnen aan de RuG of aan een andere Nederlandse of buitenlandse universiteit of een onderzoeksinstituut worden gevolgd. Daarnaast neem je deel aan activiteiten van de nationale onderzoeksscholen (modules, summer-, winter schools enz.). In de afstudeerscriptie breng je als een proeve van bekwaamheid je verworven kennis en inzichten samen. Je stelt je studieprogramma op in overleg met de Director of Studies. De faculteit biedt de volgende research masterprogramma’s aan: Reseach Masterprogramma (120 ECTS) 1) Classical, Medieval and Renaissance Studies
Studeren bij de Faculteit der Letteren
valt onder masteropleiding: Letterkunde Geschiedenis Oudheidstudies
7
2)
Literary and Cultural Studies
3)
4)
Language and Cognition - Clinical Linguistics – Erasmus Munduspro gramma - Language and Communication Technologies – Erasmus Mundusprogamma Art History and Archaeology
5)
Modern History and International Relations
Letterkunde Kunst- en Cultuurwetenschappen Taalwetenschappen
Archeologie Kunst- en Cultuurwetenschappen Geschiedenis Internationale Betrekkingen
De research masters kennen een omvang van 120 ECTS-studiepunten. 2.7 MASTER HONOURSTRAJECT LEIDERSCHAP Het University of Groningen Honours College biedt talentvolle en gemotiveerde studenten de kans om meer uit zich zelf te halen met een uitdagend extra Honoursprogramma naast hun reguliere studie. Dit programma is te volgen door studenten uit alle Letteren masterprogramma's. Het programma kent een interdisciplinaire opzet en heeft als centraal thema: ‘Leadership: making the difference’. Het programma beslaat twee semesters (totale omvang is 15 ECTSstudiepunten) en bestaat uit vier onderdelen. Deze zijn: 1) het ontwikkelen van kennis en begrip van verschillende aspecten van leiderschap vanuit diverse disciplines (vier masterclasses); 2) het observeren, ervaren en oefenen van een aantal leiderschapsvaardigheden (leadership lab); 3) het besteden van aandacht aan persoonlijke ontwikkeling en eigen ervaringen met leiderschap (workshop); 4) het toepassen van de opgedane kennis en ervaring in een eigen project (masterwork). Dit Master Honoursprogramma is bedoeld voor getalenteerde en gemotiveerde studenten, die per 1 september of 1 februari hun Bachelordiploma met goede tot zeer goede resultaten hebben afgerond en starten met een (maatschappelijke-, educatieve- of research-) master aan de RUG. Het programma kent twee instroommomenten, studenten in een tweejarige masteropleiding kunnen zelf het meest geschikte instroommoment bepalen. Toelating tot het Honoursprogramma vindt plaats op grond van selectie. Studenten die willen solliciteren naar een plaats sturen m.b.v. Nestor een elektronisch sollicitatiedossier naar de toelatingscommissie. Voor meer informatie over het Master Honoursprogramma, de toelatingseisen en selectieprocedure kun je terecht op de site, of maak een afspraak met de facultaire coördinator. ( www.rug.nl/honours) 2.8 ONDERZOEK BIJ LETTEREN Het onderwijs dat aan de Faculteit der Letteren wordt verzorgd is zoveel mogelijk gebaseerd op en verbonden met wetenschappelijk onderzoek. De meeste docenten binnen de faculteit geven onderwijs èn verrichten onderzoek. De faculteit heeft alle onderzoek ondergebracht in drie onderzoekinstituten, te weten: het Gronings Instituut voor Archeologie (GIA), het Instituut voor Cultuurwetenschappelijk Onderzoek Groningen (ICOG) en het Centre for Language and Cognition Groningen (CLCG). Binnen die instituten wordt individueel of in samenwerking met anderen binnen of buiten de faculteit/universiteit onderzoek gedaan. Vaak richt het onderzoek zich niet op één specifiek gebied, maar heeft het een interdisciplinair karakter. Daarnaast wordt er geparticipeerd in landelijke of lokale onderzoekscholen. Deze spelen een belangrijke rol in de opleiding van promovendi. De faculteit heeft de promotieopleidingen gebundeld in een Graduate School for the Humanities. Binnen de Graduate School volgen de promovendi van de faculteit een promotieopleiding; bij de onderzoekscholen (lokaal of elders) volgen zij onderwijs dat inhoudelijk zoveel mogelijk aansluit bij het te verrichten promotieonderzoek. Ook studenten van de vijf Research Masters van de faculteit zijn welkom bij deze onderzoekscholen. Meer informatie hierover vind je op de website van de Faculteit der Letteren.
8
Studeren bij de Faculteit der Letteren
Als student krijg je op verschillende momenten tijdens je studie te maken met het doen van onderzoek. In het derde bachelorjaar en tijdens de masteropleiding word je uitgedaagd zelf onderzoek te doen. Tijdens werk- en onderzoekscolleges neem je kennis van de verschillende onderzoekmethoden in de geesteswetenschappen en van de nieuwste onderzoeksresultaten. Daarnaast worden je eigen onderzoeksvaardigheden geoefend. Ook het schrijven van een scriptie is een belangrijk instrument voor het verwerven van kennis en vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Mocht je toegelaten zijn tot één van de facultaire Research Masters, dan kun je solliciteren naar de baan van Research Assistant binnen het Research Assistants Programme. Gedurende 10 maanden draaien jaarlijks 12 ReMa-studenten één dag per week betaald mee bij onderzoek van het hoogste niveau; daarnaast krijgen zij informatie over carrières in de wetenschap. Werving en selectie voor deze onderzoeksposities vinden in het najaar plaats; aanstellingen lopen van februari tot en met november. 2.9 NA JE MASTEROPLEIDING: KANSEN EN MOGELIJKHEDEN Het is van groot belang dat je je studie zo inricht dat je optimaal gebruik kunt maken van je eigen interesses en kwaliteiten. Binnen veel masteropleidingen zijn afstudeerrichtingen en/of studiepaden voorzien. Elk van die trajecten beoogt je specifieke kennis, inzicht en vaardigheden bij te brengen in de vorm van te verwerven competenties. Die competenties, vak-georiënteerde en meer algemene academische competenties, spelen een rol bij het vinden van een passende werkkring. Heb je bijvoorbeeld een goed ontwikkeld analytisch en synthetiserend vermogen dan zou je kunnen overwegen mee te doen aan de selectieprocedure voor een promotieplaats. De beste aansluiting op dergelijke plaatsen geven de research masteropleidingen. Heb je affiniteit met de functie van docent in het voortgezet of hoger beroepsonderwijs dan is er de mogelijkheid de tweejarige educatieve master te volgen die je een eerstegraads lerarenbevoegdheid in het vooruitzicht stelt. De beste oriëntatie op andere beroepen vormt de stage. Stages worden ingeschreven bij het Mobility Office Letteren. Voorlichting over solliciteren en loopbaanadvies vind je bij de afdeling Career Strategy, waar je op afspraak terecht kunt voor hulp bij je zoekproces. Zie hiervoor 5.7. De meeste studenten zullen er voor kiezen na afronding van de studie een werkkring te zoeken die past bij hun opleiding en interessegebied. In dit geval word je aangeraden ruim 3 maanden voordat je je studie denkt te gaan afronden te beginnen met solliciteren. Om je kansen op een succesvolle sollicitatie te vergroten is het belangrijk dat je een overzicht maakt van je sterkere en zwakkere punten. Het Career Service Punt van NEXT in de universiteitsbibliotheek kan je op dit gebied adviseren, maar je kunt ook terecht bij Career Strategy Letteren. Een overzicht van competenties die je verworven zou moeten hebben vind je in de onderwijs- en examenregeling van je opleiding. Houd er wel rekening mee dat organisaties je vaak in eerste instantie als afgestudeerd in de Letteren zien, en niet als bijvoorbeeld historicus. Voor sollicitaties kun je gebruik maken van (delen uit) de tekst voor stagegevende organisaties op de website van Career Strategy Letteren: “Letterenstudenten zijn deskundig op hun eigen vakgebied, maar ook breed inzetbaar. Ze beheersen vaak één of meerdere vreemde talen. Ze beschikken over analytisch en probleemoplossend vermogen, ze weten snel adequate informatie te vinden, bondig samen te vatten en helder te rapporteren. Ze zijn sociaal vaardig, communicatief sterk, zowel mondeling als schriftelijk, en maken zich snel kennis eigen. Letterenstudenten denken steeds marktgerichter. Ze kiezen bijvakken in economie, rechten, bedrijfskunde, ICT en psychologie. Op deze manier verbreden zij hun kennis en zijn ze op grote delen van de arbeidsmarkt flexibel inzetbaar. Daarom kunt u ze aantreffen op plaatsen waar u ze misschien niet verwacht. Van hun deskundigheid kunt u optimaal gebruik maken door studenten tijdens stages projecten uit te laten voeren waar u niet aan toe komt. Of door hen onderzoek te laten doen waarvoor u zelf de mogelijkheden niet in huis hebt. Zodat hun kennis aan uw organisatie ten goede komt.” Heb je behoefte aan hulp, advies of een contact bij je loopbaanvoorbereiding, bijvoorbeeld op het gebied van de oriëntatie op wat bij je past, netwerken of solliciteren, dan kan je dit aangeven bij Career Strategy. Zij plannen dan een afspraak voor je in. Via NEXT kun je workshops en
Studeren bij de Faculteit der Letteren
9
themalezingen volgen, loopbaanspreekuren bezoeken en een CV-check laten doen. Via het Talent & Career Center kun je hulp krijgen bij het vinden van je eerste baan. Zie het tabblad My Career in Nestor en www.talentcareercenter.nl. Career Strategy Letteren, kamer 1315-108 Tel. 050-363 58 44 / 48 42 E-mail:
[email protected] /
[email protected] URL: www.rug.nl/let/careerstrategy Twitter: @CareerArtsRUG Facebook: facebook/careerarts RUG Skype: Career.Strategy Nestor: Organization ‘Stage Letteren /Placement Faculty of Arts (Master)’ Openingstijden balie Mobility Office: dagelijks van 13.00 tot 16.00 uur. Adviesgesprek Career Strategy: op afspraak via
[email protected] op maandag en dinsdag tussen 13.00-14.30 en op vrijdag tussen 9.30-11.00 uur.
10
Studeren bij de Faculteit der Letteren
3
STUDEREN BIJ DE FACULTEIT DER LETTEREN
3.1 INLEIDING In dit hoofdstuk vind je informatie over een groot aantal praktische zaken die je studie aan deze faculteit betreffen. Aan de orde komen o.a. de indeling van het academisch jaar, de intekening voor colleges en tentamens, de roostering van colleges en tentamens en de registratie van studieresultaten. Ook wordt aandacht besteed aan diverse regelingen en voorzieningen voor studenten, zoals de regeling met betrekking tot de studiekosten, de ICT-voorzieningen en de bijzondere voorzieningen voor studenten met een functiebeperking. Het hoofdstuk eindigt met een aantal huisregels voor studenten. 3.2 JAARINDELING Het academisch jaar is bij de Faculteit der Letteren opgedeeld in twee semesters, die elk twee blokken van 10 weken omvatten. Het eerste semester begint in september en duurt tot begin februari. Het tweede semester start begin februari en loopt door tot begin juli. Elk blok wordt afgesloten met een toetsperiode. Schematisch ziet de indeling van het studiejaar er als volgt uit: week 1-7 colleges
SEMESTER I week week 8-10 11-17 toetsweken
colleges
week 18-20 (her)toetsweken
week 1-7 colleges
SEMESTER II week week 8-10 11-17 (her)toetsweken
colleges
week 18-20 (her)toetsweken
Een volledig overzicht van de indeling van het studiejaar 2015-2016 vind je op : www.rug.nl/let/jaarplanning 3.3 INSCHRIJVING VOOR COLLEGES Alle ouderejaarsstudenten van Letteren (dus ook laatstejaars en studenten die een tijd naar het buitenland gaan) zijn verplicht zélf in te tekenen voor álle studieonderdelen in ProgRESSWWW. Intekenen voor werkcolleges en werkgroepen doe je via NESTOR. Intekenen voor vakken kan vanaf 20 juli 2015 – 23 augustus 2015. Houd rekening met het volgende: Schrijf je voor niet meer vakken in dan je in staat bent met succes te volgen. Je wordt nadrukkelijk geadviseerd je inschrijving te beperken tot maximaal 30 ECTS-studiepunten per semester. De werkgroepen worden zo geroosterd dat binnen hetzelfde jaar de werkgroepen met hetzelfde volgnummer altijd gevolgd kunnen worden. Heb je je niet tijdig ingeschreven voor een college dan kan je de toegang worden geweigerd. Voor colleges met een maximale groepsgrootte, vormt een tijdige inschrijving de basis voor het selecteren van studenten die worden toegelaten. Op 25 augustus wordt vastgesteld wie toegelaten worden tot deze colleges. Inschrijving voor colleges wordt ook gebruikt: - als planning met betrekking tot de voortgang van je studie. Dat is voor jezelf van belang om een goed overzicht te houden op de voortgang van je studie, maar ook voor je studieadviseur. Je studieadviseur gebruikt je planning als hulpmiddel voor de studiebegeleiding. - om het aantal werkgroepen vast te stellen en de groepsgrootte te bepalen en hiermee verbonden het roosteren van collegeruimten, enz. - Aan de hand van de intekening worden readers besteld, tentamenplaatsen gereserveerd, tentamenlijsten gemaakt en evaluatieformulieren verzonden. Als inschrijving voor Nestor. Je krijgt alleen toegang tot Nestor als je in ProgRESS-WWW hebt ingetekend. Als je afziet van het volgen van een college, is het verplicht dat je je tijdig afmeldt in ProgRESS-WWW.
Studeren bij de Faculteit der Letteren
11
ProgRESS-WWW is te vinden via het volgende internetadres: http://progresswww.nl/rug Je inlognaam is je studentnummer (zonder s), je wachtwoord krijg je thuis gestuurd zodra je je hebt aangemeld voor een opleiding. Maak van te voren een lijst van de vakken die je in het komende studiejaar gaat volgen. Zorg er voor dat de studielast zo gelijkmatig mogelijk over de semesters is verdeeld. Klik in ProgRESSWWW op de knop {intekenen}; kies daarna de faculteit Letteren, de juiste opleiding, studiejaar en semester. Vergeet na het aanklikken van de vakken niet op {meld aan} te klikken! 3.4 ROOSTERING De college- en tentamenroosters staan op het volgende internetadres: www.rug.nl/let/roosters Op deze site staan de actuele roosters, inclusief alle wijzigingen. Controleer dus regelmatig of je rooster nog klopt. De roostering van colleges en tentamens wordt verzorgd door Bureau Studentzaken. Dit bureau maakt voor alle opleidingen per semester en per tentamenperiode een rooster. Mocht de roostering problemen opleveren, dan kun je het beste contact opnemen met het secretariaat van je opleiding. 3.5 STUDIERESULTATEN In de module 'resultaten' van ProgRESS-WWW vind je een overzicht van de resultaten die je tot op dat moment hebt behaald. Je kunt de lijst van resultaten op verschillende manieren rangschikken (door te klikken op een van de driehoekjes boven de gegevens) en je kunt het overzicht ook printen. Studenten die ingeschreven staan voor meerdere opleidingen moeten er rekening mee houden dat in verschillende overzichten waarin hetzelfde vak voorkomt, de bijbehorende studiepunten worden meegeteld. Bij het optellen van de punten over alle overzichten kan het dus zijn dat het totale aantal studiepunten te hoog is. 3.6 STUDIEMATERIAAL EN STUDIEKOSTEN Hoeveel je tijdens je studie kwijt bent aan boeken en ander studiemateriaal verschilt niet alleen per opleiding, maar hangt ook af van de vraag waar je het aanschaft. Vaak is het goedkoper om bijvoorbeeld via Internet boeken in het land van herkomst te kopen. Soms kun je ook via (de studievereniging van) je eigen opleiding studiemateriaal goedkoper aanschaffen. Voor meer informatie daarover kun je terecht bij het secretariaat van je opleiding. In Ocasys is de prijs van de aan te schaffen literatuur zoveel mogelijk aangegeven. Voor de Ma-opleidingen valt slecht een preciese indicatie te geven van de te verwachten studiekosten. Dit heeft te maken met het feit dat er in die programma’s nog slechts in beperkte mate sprake is van verplichte literatuur die moet worden aangeschaft. Omdat het veelal om gespecialiseerder literatuur gaat ligt het vaak voor de hand deze te lenen in de bibliotheek in plaats van zelf aan te schaffen. In deze fase van de opleiding bepaal je dus in hoge mate zelf hoe hoog je kosten zullen zijn. De RuG kent een prijsbeleid studiekosten. Deze regeling beoogt beheersing van de studiekosten, zodat de component ‘studiekosten’ in het budget van de studiefinanciering niet te boven wordt gegaan. Men is dus niet meer geld aan studiemateriaal kwijt dan de Minister ter beschikking stelt. Voor 2015-2016 is het normbedrag € 740,-. Per opleidingsfase geldt een plafondbedrag van het normbedrag x de cursusduur. Soms is het onvermijdelijk dat de kosten hoger zijn dan het plafondbedrag. In dat geval kan de helft van het bedrag dat men meer kwijt is, bij het faculteitsbestuur worden teruggevraagd door middel van het overleggen van aankoopbewijzen, of is er een andere regeling getroffen. Bij de studieadviseur van je opleiding en de Centrale Studentenbalie (CSb) is een brochure over de studiekosten en het universitaire prijsbeleid verkrijgbaar. Daar kun je ook terecht voor verdere informatie.
12
Studeren bij de Faculteit der Letteren
3.7 BESTELLEN KLAPPERS VIA DE WEBSHOP Voor uw studie heeft u readers (klappers) nodig. Dit is per opleiding en per vak verschillend. U krijgt informatie daarover van de opleiding die u volgt of gaat volgen. U kunt deze klappers bestellen en afrekenen via de webshop van de universiteit. Het afhalen vindt plaats in de klapperwinkel van het Harmoniecomplex. De procedure is als volgt: Ga naar: https://webshopgrafimedia.ufb.rug.nl/DSF - Als u voor het eerst deze webshop gebruikt, dient u eerst account te maken (via ‘Registreren’, geef bij deze registratie bij voorkeur uw studentmailadres op; indien u deze nog niet heeft (maar wel een ander e-mailadres, adviseren wij om dit later te wijzigen) - Zodra u dat heeft gedaan kunt u inloggen met uw gebruikersnaam en wachtwoord die u zelf heeft aangemaakt - U kunt vervolgens uw klappers bestellen en 6 werkdagen daarna afhalen bij de klapperwinkel in het Harmoniecomplex - Houdt u onze website in de gaten voor besteltermijnen van toekomstige semesters en openingstijden Zie voor uitgebreide instructie, openingstijden klapperwinkel etc. de website van de faculteit: www.rug.nl/rechten-letteren/repro/klapperwinkel 3.8 ICT-VOORZIENINGEN Het gebruik van de computer in vele toepassingen neemt een belangrijke en vanzelfsprekende plaats in binnen alle Letterenopleidingen. Er wordt dan ook van uitgegaan dat je over basis-ICTvaardigheden beschikt als je aan je studie begint. Om de studenten de mogelijkheid te geven gebruik te maken van een aantal universitaire computerprogramma’s wordt aan alle eerstejaars studenten bij aanmelding een zogenaamd account en een e-mailadres verstrekt. Met je account heb je toegang tot het netwerk voor studenten van de Rijksuniversiteit Groningen. Een belangrijke ICT-toepassing voor studenten is de elektronische leeromgeving Nestor, een programma dat door veel docenten wordt gebruikt als ondersteuning van hun onderwijs. Via Nestor kun je leerstof ophalen, individuele opgaven en groepsopdrachten maken, studiehandleidingen en collegeroosters inzien, discussiëren, gegevens uitwisselen en nog veel meer. Om toegang te krijgen tot Nestor moet je je voor de betreffende onderwijsmodulen hebben ingetekend in ProgRESSWWW (zie 3.3). Jouw universitaire e-mailadres wordt door de faculteit gebruikt om je op de hoogte te houden van allerlei zaken. Controleer daarom regelmatig je mail en let er ook op dat je tijdig je wachtwoord aanpast. Je account en je e-mailadres blijven geldig gedurende je hele studietijd. Binnen de gebouwen van Letteren zijn op verschillende locaties vaste computerwerkplekken beschikbaar voor studenten. Op de eerste verdieping vind je de balie van de CIT servicedesk en tevens zijn daar een grote hoeveelheid computerwerkplekken voor zelfstudie beschikbaar. Deze ruimte is geopend van maandag t/m donderdag van 08.15-22.00 uur en op vrijdag van 08.1518.00 uur, de servicedesk is elke dag open van 08.30-17.00 uur. De universiteit heeft een zeer uitgebreid WIFI netwerk “eduroam” waar je met je s-nummer en wachtwoord toegang tot krijgt. (zie ook: www.eduroam.nl) Op diverse plekken binnen de gebouwen van Letteren (bijvoorbeeld in de kantine) kun je met jouw eigen laptop/tablet draadloos werken. Er zijn voldoende stroompunten aanwezig en ook vind je op diverse plekken printers staan die je kunt gebruiken met je studentenpas. Ook in de Universiteitsbibliotheek zijn diverse computerfaciliteiten voor studenten beschikbaar waar je gebruik van kunt maken. Tevens kun je vanuit huis ook contact leggen met het universitaire netwerk via uwp.rug.nl. Mocht je problemen of vragen hebben of andere IT ondersteuning (bijvoorbeeld bij onderzoek) nodig zijn dan kun je contact opnemen met de servicedesk centraal via het e-mailadres
[email protected] of via het telefoonnummer 050-363 3232.
Studeren bij de Faculteit der Letteren
13
Bij het Centrum voor Informatie Technologie (CIT) van de universiteit (Landleven 1, Zernikecomplex,) kun je terecht voor computercursussen en voor hulp bij het oplossen van problemen met ICT-apparatuur, programma’s en andere voorzieningen. Meer informatie vind je op: www.rug.nl/cit. Verder kun je via de SURFSPOT.NL (http://surfspot.nl/) software en andere ICT-producten, legaal, en tegen zeer aantrekkelijke prijzen aanschaffen. 3.9 BIJZONDERE VOORZIENINGEN Als je als student te maken hebt met een lichamelijke functiebeperking, langdurige psychische klachten of dyslexie, kun je aanspraak maken op bijzondere voorzieningen. Als het zaken betreft die binnen de opleiding geregeld moeten worden, kun je het beste contact opnemen met je studieadviseur. Aanbevolen wordt dit zo snel mogelijk te doen, omdat er misschien maat¬regelen moeten worden getroffen of aanpassingen moeten worden gepleegd die tijd vergen. Voor nietopleidingsspecifieke problemen, zoals financiële kwesties of andere zaken die je niet bij je opleiding kunt regelen kun je je wenden tot een van de studentendecanen van het Studenten Service Centrum (SSC). Het adres van het SSC vind je in 8.2. Verder zijn er voorzieningen voor blinde en/of slechtziende studenten. Dit houdt o.m. in dat studiemateriaal (klappers) vergroot (A3) kan worden aangeleverd of dat het gedigitaliseerd kan worden zodat het materiaal geschikt is voor een ‘screen reader’ of voorleessoftware. Ook deze voorzieningen kunnen via de studieadviseur worden aangevraagd. Voor studenten die last (dreigen te) krijgen van RSI (tegenwoordig ook wel “CANS” genoemd) is een uitgebreide voorlichtingsbrochure be¬schik¬baar, te verkrijgen bij de arbo-coördinator van de faculteit (Rein van den Bos). Ook hangt in alle computerzalen informatie over RSI-preventie. Cursussen en programma’s kun je downloaden van internet (www.rsi.pagina.nl). Daarnaast heeft de arbo-coördinator voor vragen over RSI (preventie) twee maal per week een spreekuur: op woensdag- en vrijdagmiddag van 13.15 tot 14.15 uur in kamer 318, gebouwdeel 1315 in het Harmoniecomplex. 3.10
HUISREGELS VOOR STUDENTEN
Met het oog op de toezending van allerlei informatie is het noodzakelijk dat het secretariaat van je opleiding beschikt over het juiste adres en de postcode van alle studenten. Het secretariaat baseert zich hierbij op gegevens van de University Student Desk (USD). Geef daarom een adreswijziging inclusief postcode altijd onmiddellijk schriftelijk door via Studielink aan USD en aan het secretariaat van je opleiding! Studenten die tussentijds hun studie beëindigen worden geacht de studieadviseur en het secretariaat hiervan op de hoogte te brengen. Wie door ziekte of andere omstandigheden noodgedwongen voor kortere of langere tijd niet aan de colleges en/of tentamens kan deelnemen, dient de studieadviseur en het secretariaat zo spoedig mogelijk hiervan op de hoogte te stellen. Bovendien moeten de docenten bij wie men colleges met aanwezigheidsplicht volgt, persoonlijk over de absentie worden geïnformeerd. Het is aan te bevelen elke studievertraging van meer dan 4 weken direct schriftelijk te melden aan je studieadviseur, want wellicht kom je in aanmerking voor financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds. Wanneer de vertraging groter is of dreigt te worden dan twee maanden, moet je zelf een afspraak maken met een studentendecaan van het Studenten Service Centrum (SSC) voor een vervolgmelding. Zie voor meer informatie ook het Studentenstatuut via: http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/regelingen-klachtinspraak/regelingen/studentenstatuut2012-2013/ 3.11 VERTROUWENSPERSOON BIJ ONGEWENST GEDRAG Agressie, (seksuele) intimidatie, geweld en discriminatie zijn vormen van gedrag die niet thuis horen in een goed en stimulerend studieklimaat. Het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen probeert dit soort 'ongewenst gedrag' dan ook te voorkomen en heeft in dit kader o.a. een vertrouwenspersoon aangesteld.
14
Studeren bij de Faculteit der Letteren
Medewerkers en studenten respecteren over het algemeen elkaars grenzen. Grenzen die meestal heel vanzelfsprekend zijn, maar die af en toe expliciet gemaakt moeten worden omdat gedrag dat door de een als 'een leuke manier van omgaan' wordt beschouwd voor een ander te ver gaat. Soms ècht te ver. Wanneer een ander jou lastig valt met zijn of haar gedrag en je zelf niet meer weet hoe je de situatie op moet lossen kun je verschillende dingen doen. Je kunt de hulp van een medestudent, een docent of een andere contactpersoon binnen de faculteit inroepen. Je kunt echter ook contact opnemen met de vertrouwenspersoon van de universiteit. Zij fungeert in eerste instantie als klankbord en kan je helpen om te zoeken naar een oplossing. Soms kan dat een informele oplossing zijn, waarbij de vertrouwenspersoon eventueel bemiddelt. Indien noodzakelijk of gewenst kan ze je ook doorverwijzen naar een andere instantie. Bij meer extreme vormen van ongewenst gedrag kan een formele oplossing meer voor de hand liggen. Binnen de Rijksuniversiteit Groningen bestaat een Klachtenregeling Seksuele Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie (SIAGD) en een Klachtencommissie SIAGD voor studenten en personeel. Je kunt bij die commissie een formele klacht over ongewenst gedrag indienen. De vertrouwenspersoon kan je bijstaan bij het indienen van die klacht en bij de formele afhandeling daarvan. De vertrouwenspersoon heeft een onafhankelijke positie binnen de universiteit. Ze onderneemt geen actie zonder de uitdrukkelijke toestemming van degene die haar consulteert. Alle informatie wordt, zoals de naam 'vertrouwenspersoon' al aangeeft, vertrouwelijk behandeld. Het Bureau Vertrouwenspersoon is de hele week geopend van 09.00 - 17.00 uur en werkt bij voorkeur op afspraak. Bezoekadres: Visserstraat 49, telefoon 3635435. E-mail:
[email protected] (vertrouwenspersoon) of
[email protected] Je kunt ons ook vinden op de website: http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/regelingen-klachtinspraak/vertrouwenspersoon/
Studeren bij de Faculteit der Letteren
15
4
EINDTERMEN EN EXAMENREGELINGEN
4.1 INLEIDING In dit hoofdstuk vind je informatie over de uitgangspunten en achterliggende gedachten die een rol hebben gespeeld bij het opstellen van de onderwijsprogramma’s van de faculteit: de doelstellingen en eindtermen. Ook wordt het een en ander gezegd over de juridische basis van de programma’s, de zogenaamde onderwijs- en examenregelingen. Daarnaast is er aandacht voor belangrijke formele zaken als toelatingseisen en entreevoorwaarden, toetsing en beoordeling alsmede examens. Ten slotte word je geïnformeerd over studieadvies en studiebegeleiding. 4.2 PROFIEL EN EINDKWALIFICATIES De bachelor- en masterprogramma’s die de faculteit aanbiedt, zijn student-georiënteerd. Dat wil zeggen dat de behoeften van de student in termen van academische vorming centraal hebben gestaan bij het ontwerpen ervan. Bij het maken van onderwijsprogramma’s zijn drie niveaus onderscheiden: doelstellingen, eindkwalificaties en te verwerven competenties. Een profiel wordt geformuleerd om helder te maken waartoe de betrokken opleiding opleidt. Voor academische opleidingen denken we daarbij niet zozeer aan functies en beroepen maar aan gebieden waarover kennis wordt verkregen en met betrekking waartoe theoretische en praktisch georiënteerde vaardigheden worden aangeleerd. De eindkwalificaties of programmaleeruitkomsten geven aan wat de student uiteindelijk moet weten, begrijpen en kunnen in termen van inhoud en niveau. Met competenties wordt het geheel aan te verwerven kennis, inzicht en vaardigheden bedoeld. Men onderscheidt algemene academische competenties en vakspecifieke competenties. Algemene academische competenties zijn bijvoorbeeld: cognitieve / intellectuele vaardigheden, zoals het vermogen tot het uitvoeren van analyses, syntheses, evaluaties en toepassingen ten aanzien van omvangrijke en complexe hoeveelheden gegevens; algemene kernvaardigheden, als het werken in groepen, het verwerken van informatie (leren leren), zelfreflectie, management van informatie, autonoom opereren, communiceren, het oplossen van problemen en het presenteren van onderzoeksresultaten. De vakspecifieke competenties worden onderverdeeld in kennis, inzicht en vaardigheden. Terwijl de algemene academische vaardigheden van toepassing zijn voor alle opleidingen, ongeacht de inhoud, geldt dat de vakspecifieke competenties direct verbonden zijn met het gekozen hoofdvak. De eindkwalificaties van een opleiding zijn opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling (zie 4.4). 4.3 HET STUDENTENSTATUUT Het Studentenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van zowel studenten als de universiteit. Het is gebaseerd op landelijke wet- en regelgeving (vooral de Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, de WHW) en aangevuld met regelingen die specifiek van de RUG afkomstig zijn. Deze laatste regelingen zijn opgenomen in de bijlagen bij het instellingsdeel van het Studentenstatuut. Het Studentenstatuut bestaat uit twee delen. In het instellingsspecifiekdeel worden de algemene rechten en plichten genoemd voor de gehele universitaire organisatie, zoals inschrijving en rechtsbescherming. Het instellingsdeel is te vinden op de website van de RUG http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/regelingen-klachtinspraak/regelingen/studentenstatuut2012-2013/ In het instellingsdeel van het Studentenstatuut worden de artikelen van wetten en regelingen niet letterlijk geciteerd, maar zo leesbaar mogelijk weergegeven. Bij de verschillende onderwerpen zijn links opgenomen naar de betreffende artikelen van de wet of regeling.
16
Eindtermen en Examenregelingen
Het opleidingsspecifiekdeel bestaat uit de Onderwijs- en examenregelingen en de Regels en Richtlijnen voor de Examencommissies. Het beschrijft de rechten en plichten die specifiek gelden voor een opleiding, zoals examens en studiepunten. Deze verschillen per opleiding en faculteit. Zie voor de OER van je opleiding: www.rug.nl/let/oer Geldigheid Het Studentenstatuut geldt voor het studiejaar 2015-2016. Het instellingsdeel van het Studentenstatuut wordt jaarlijks, met instemming van de Universiteitsraad, door het College van Bestuur vastgesteld. Als het Statuut in strijd of tegenspraak is met wettelijke regels, dan gaan de wettelijke regels voor. Bekendmaking Alle studenten ontvangen aan het begin van het studiejaar een mail van het College van Bestuur met de vermelding waar zij het Studentenstatuut op de website van de RUG kunnen vinden en waar zij binnen de universiteit het statuut kunnen inzien. Het belang van het Studentenstatuut Alle studenten worden geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van het Studentenstatuut. Als je je niet houdt aan de plichten die uit het statuut voortvloeien, heeft dat mogelijk consequenties voor je rechten, bijvoorbeeld op financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds. Een wet of regeling heeft per definitie een algemeen karakter. Dat geldt ook voor het Studentenstatuut. Dit betekent dat het effect in een concrete situatie en in een individueel geval niet altijd eenduidig en voorspelbaar is. Ten slotte is ‘recht’ nooit statisch, maar voortdurend in ontwikkeling. Studenten die dit studiejaar begonnen zijn, krijgen te maken met andere regelingen dan ouderejaars. Zorg er dus altijd voor dat je je goed laat informeren door jouw faculteit en/of het Studenten Service Centrum (SSC) en lees het Studentenstatuut goed door. Onderwerpen in het Studentenstatuut Het centrale deel van het Studentenstatuut bevat nadere informatie over de rechten en plichten van de student met betrekking tot de volgende onderwerpen: - toegang en toelating tot universitaire opleidingen, - inschrijving en beëindiging inschrijving, betaling collegegeld, - het onderwijs,inclusief het bindend studieadvies, - de tentamens en examens, - financiële ondersteuning in geval van overmacht of bijzondere omstandigheden, - medezeggenschap, - gedragsregels, - rechtsbescherming, klachten-, bezwaar- en beroepsprocedures. 4.4 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELINGEN De Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek bepaalt dat elke opleiding een Onderwijs- en Examenregeling, kortweg OER, dient te hebben. Deze OER legt het programma en de tentamens die moeten worden afgelegd vast. Ook wordt er precies in aangegeven in welke volgorde de studieonderdelen gevolgd moeten worden en welke werk- en toetsvormen er per module worden gebruikt. Ten slotte bevat de OER ook de regels die gelden met betrekking tot het afleggen van een tentamen. Elke student wordt geacht kennis te hebben genomen van de OER van de eigen opleiding. De Onderwijs- en Examenregelingen van alle masteropleidingen zijn te vinden op het volgende internetadres: www.rug.nl/let/oer 4.5 TOELATINGSEISEN EN ENTREEVOORWAARDEN Toelatingseisen zijn de eisen waaraan je moet voldoen voordat je met een studie kunt beginnen. Hoewel elke opleiding zijn eigen toelatingseisen stelt, geldt in het algemeen dat je met een (bepaald) universitair BA-diploma aan de toelatingseisen voor een universitaire master voldoet. Voor een aantal masteropleidingen geldt dat een BA alleen niet voldoende is: er vindt selectie plaats. Dit geldt voor alle research masters, voor Journalistiek, Euroculture en Humanitarian Action.
Eindtermen en Examenregelingen
17
Als je een HBO BA-diploma hebt, dan kun je je in het algemeen niet rechtstreeks inschrijven voor een universitaire masteropleiding. Je moet je eerst inschrijven als bachelorstudent bij de RUG en dan een pre-master (60 ECTS-punten of minder) volgen. Pre-masters geven geen recht op een universitair bachelordiploma. Pre-masters geven wel toegang tot een specifiek masterprogramma. Welke vakken je in je pre-master volgt bepaal je samen met de examencommissie van de masteropleiding die je wilt gaan volgen. Een aantal opleidingen (zoals bijvoorbeeld Speech and Language Pathology, Geschiedenis en CIW) heeft specifieke afspraken gemaakt met het HBO over speciale HBO-trajecten die rechtstreeks of met een beperkt schakelprogramma toegang geven tot een masteropleiding. Meer informatie hierover is te verkrijgen bij de studieadviseur van de masteropleiding van je keuze. Entreevoorwaarden zijn de eisen die gesteld worden aan toelating tot een bepaald studieonderdeel. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat je voor het volgen van een module in het tweede semester een bepaalde module uit het eerste semester moet hebben afgerond. De specifieke entreevoorwaarden voor de verschillende studieonderdelen zijn te vinden bij de vakomschrijvingen in hoofdstuk 6.2. en in de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding, bij artikel 3.2.2. 4.6 TOETSING EN BEOORDELING Voor elk studieonderdeel dat je volgt krijg je een cijfer. De toetsing en beoordeling kunnen op verschillende manieren plaatsvinden. In het eerste jaar leggen studenten in verhouding vrij veel schriftelijke en mondelinge tentamens af, in de hogere jaren ligt de nadruk op deelname aan werkcolleges en wordt de inhoudelijke bijdrage beoordeeld. Die bijdrage kan betrekking hebben op het houden van een voordracht en/of het schrijven en zonodig presenteren van een werkstuk en de beoordeling van werkstukken van collega-studenten. Voor mondelinge en schriftelijke tentamens geldt dat er twee kansen per jaar zijn: het reguliere tentamen en de herkansing. De herkansing vindt plaats aan het eind van het semester volgend op het semester waarin het reguliere tentamen is afgenomen. Eenmaal behaalde tentamens hebben in beginsel een onbeperkte geldigheidsduur. De examencommissie kan echter een vervangend dan wel aanvullend tentamen opleggen indien het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald. Om je studielast goed te kunnen spreiden over het jaar is het belangrijk dat je tentamens in één keer haalt, omdat je anders aan het einde van het semester met zowel hertentamens als reguliere tentamens te maken krijgt. Voor papers of werkstukken geldt de deadline die de betreffende docent stelt in de studiehandleiding die aan het begin van het semester wordt uitgedeeld. Het is belangrijk voor het verloop van het college en voor je eigen studievoortgang dat je je aan de gestelde deadlines houdt. Veelal zullen werkstukken tijdens de (werk)collegeperiode worden gepresenteerd en moet de uiteindelijke versie uiterlijk in de tentamenweken aan het eind van het semester worden ingeleverd. Je masterscriptie dien je zowel in schriftelijke- als in digitale vorm in te leveren bij je docent. Daarnaast dien je de scriptie digitaal (als PDF) via het aanleverloket van BSZ aan te leveren (http://scripties.let.eldoc.ub.rug.nl/UDA/). De scriptie komt zo in de repository van de RUG terecht, het digitale archief van publicaties van de Rijksuniversiteit Groningen. Voor docenten geldt een maximale nakijktermijn van tien werkdagen. In geval van een tentamen met essayvragen dat door meer dan 50 studenten is gemaakt kan deze termijn woren verlengd tot vijftien werkdagen. Dat betekent dus dat zij vanaf de dag waarop een tentamen is gemaakt of een werkstuk is ingeleverd maximaal tien danwel vijftien werkdagen hebben om het tentamen of werkstuk na te kijken en de behaalde resultaten door te geven aan Bureau Studentzaken. Daarna duurt het nog maximaal drie dagen tot de resultaten in ProgRESS-WWW te zien zijn. 4.7 PLAGIAAT Een belangrijke norm in de wetenschappelijke wereld is wetenschappelijke integriteit. Dit houdt onder andere in dat je, wanneer je bronnen gebruikt voor je werkstukken, deze bronnen ook vermeldt en het intellectuele eigendom van anderen respecteert. Plagiaat, ofwel het overnemen
18
Eindtermen en Examenregelingen
van andermans ideeën, formuleringen of zelfs hele werkstukken en die voor eigen werk laten doorgaan, wordt dan ook niet getolereerd. Bij constatering van plagiaat kun je zelfs voor een jaar worden uitgesloten van deelname aan tentamens of werkstukken, of bij herhaling van de universiteit worden verwijderd. In veel studiehandleidingen kun je informatie vinden over plagiaat en hoe je het zelf kunt voorkomen. Verder kun je ook het volgende RUG-internetadres hierover raadplegen: http://www.rug.nl/education/other-study-opportunities/hcv/schriftelijke-vaardigheden/voorstudenten/plagiaat 4.8 EXAMENS Het masterexamen vormt het eindpunt van je studie, als je alle studieonderdelen hebt behaald. Als je het masterexamen wilt afleggen, moet je uiterlijk twee maanden vóór afronding van de studie de zogenaamde 'goedkeuring vakkenpakket’ aanvragen in ProgRESSWWW. Het vakkenpakket wordt goedgekeurd door de examencommissie van je opleiding. Nadat je alle onderdelen van je vakkenpakket hebt gehaald, moet je je bul aanvragen in ProgRESSWWW. Daarna kan BSZ de procedure voor de uitreiking van het diploma, de bul, starten. De buluitreiking vindt plaats op de tijdstippen (onder voorbehoud) zoals aangegeven op de website van BSZ: www.rug.nl/let/bsz 4.9 STUDIEADVIES EN STUDIEBEGELEIDING Voor studieadvies en studiebegeleiding kun je terecht bij de studieadviseur van je opleiding. Het initiatief daartoe moet door de student zelf genomen worden. Een lijst met de namen van alle studieadviseurs met hun (e-mail)adressen en telefoonnummers vind je in hoofdstuk 7.3. De studieadviseur kan je ook helpen met het opstellen van studieplanningen en kan je doorverwijzen naar andere hulpbiedende instanties. Ook voert de studieadviseur studievoortgangsgesprekken met de studenten. 4.10 KLACHTEN EN OPMERKINGEN Het is mogelijk dat je opmerkingen of klachten hebt over de uitvoering en/of inhoud van het onderwijs. Hiermee ga je in eerste instantie naar de docent die het onderwijs verzorgt. Met problemen over de inrichting van het onderwijsprogramma ga je naar de Opleidingscommissie van je opleiding; bij de directeur van het Onderwijsinstituut kun je terecht voor klachten over de wijze waarop het onderwijs wordt verzorgd. Je kunt je klachten ook kwijt bij het StudentenForum Letteren of bij Lila (link-logisch-Alliantie) Wanneer je denkt dat er fouten zijn gemaakt bij de toepassing van regels in de Onderwijs- en Examenregeling (de OER), kun je je richten tot de Examencommissie van je opleiding. Wordt er geen bevredigende oplossing gevonden, dan kun je je wenden tot het College van Beroep voor de Examens (zie ook het studentenstatuut via: www.rug.nl/let/informatievoor/studenten/regelgeving/studentenstatuut.
Eindtermen en Examenregelingen
19
5
HET STUDIEPROGRAMMA
5.1 INLEIDING Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de opbouw van de verschillende masterprogramma’s van de faculteit, te onderscheiden in maatschappelijk georiënteerde, educatieve en research Ma-opleidingen. Allereerst wordt door middel van studieschema’s een overzicht gegeven van de studieonderdelen die een programma, een afstudeerrichting en/of een studiepad bevat. In het schema wordt vermeld of een studieonderdeel verplicht moet worden gevolgd als onderdeel van een programma of dat er sprake is van een keuzevak. Een keuzevak wordt gekozen uit een beperkte voorgeschreven aantal opties. Vrije studieruimte is binnen de Ma-opleidingen niet voorzien. De studieschema’s zijn per Ma-opleiding gerangschikt en zijn voorzien van een toelichting van één tot twee pagina’s per programma. Vervolgens wordt in aparte hoofdstukken aandacht gegeven aan de beroepsoriënterende stage en het afstudeerwerkstuk. Ten slotte bevat het nadere informatie over de Lerarenopleiding. In de studieschema’s in hoofdstuk 5.2 worden de volgende afkortingen gehanteerd: sem. semester waarin het vak gegeven wordt uw aantal uren per week dat het vak gegeven wordt ECTS aantal ECTS-punten V verplicht vak K keuzevak KG keuzegroep var. variabel (aantal uren)
20
Het Studieprogramma
5.2
MASTEROPLEIDINGEN EN MASTERPROGRAMMA’S
5.2.1 Archeologie 60 ECTS (CROHO 60805) Programma’s (afstudeerrichtingen) De masteropleiding Archeologie (CROHO 60805) kent twee programma’s: Klassieke en mediterrane archeologie Pre- en protohistorie van Noordwest Europa Profiel van de opleiding De masteropleiding Archeologie aan de RuG maakt de student gereed voor een loopbaan op het gebied van de archeologie (veldarcheoloog, museumconservator, beleidsmedewerker monumentenzorg, onderzoeker etc.) . De masteropleiding heeft twee programma’s: Pre- en Protohistorie (PP) en Klassieke en Mediterrane Archeologie (KMA). Specialisaties zijn mogelijk in Bioarchaology, Maritieme Archeologie en Arctische Archeologie. De masteropleiding Archeologie onderhoudt nauwe relaties met het Groninger Instituut voor Archeologie (GIA), het archeologisch onderzoeksinstituut van de RUG. De duur van de masteropleiding is 1 studiejaar. Toelatingseisen Een bacheloropleiding Archeologie geeft toegang tot de masteropleiding Archeologie. Na het volgen van een schakel- of premaster-programma kan met een HBO-diploma archeologie toegang worden verkregen. Programma:
Classical and Mediterranean Archaeology
sem hp course title w Ia-b 4 Archaeology Today Ia-b 5 Mediterranean Landscape Archaeology Ia-b 4 The Archaeology of Death Ia-b 2 The Rise of Cities and States IIa-b var Master’s Thesis in Archaeology IIa-b MA-internship Archaeology IIa IIb
4 4
Advanced Modeling in GIS - Theory Advanced Modeling in GIS - Practice
Remarks:
IIa IIb
4 4
ECTS O/C
lang
LPX013M10 LPX009M10 LPX006M10 LPM005M10 LPX999M20 LPX014M10
10 10 10 10 20 10
C OG OG OG C OG
Eng Eng Eng Eng Eng Eng
LPX007M05 LPX008M05
5 5
OG OG
Eng Eng
Students have to choose 2 modules from the optional group (OG) in semester I and 10 ETCS from OG in semester II.
Programma
sem hp w Ia-b 4 Ia-b var Ia-b 5 Ia-b 4 Ia-b 2 IIa-b var IIa-b
code
Classical and Mediterranean Archaeology, track Bioarchaeology
course title
code
Archaeology Today Bioarchaeology Mediterranean Landscape Archaeology The Archaeology of Death The Rise of Cities and States Master’s Thesis in Archaeology MA-internship Archaeology
LPX013M10 LPX010M10 LPX009M10 LPX006M10 LPM005M10 LPX999M20 LPX014M10
10 10 10 10 10 20 10
C C OG OG OG C OG
Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
LPX007M05 LPX008M05
5 5
OG OG
Eng Eng
Advanced Modeling in GIS - Theory Advanced Modeling in GIS - Practice
Het Studieprogramma
ECTS O/C
lang
21
Remarks:
Students have to choose 10 ECTS from the optional group (OG) in semester I and 10 ECTS from OG, semester II.
Programma
Classical and Mediterranean Archaeology, track Maritime Archaeology
sem hp course title w Ia-b 4 Archaeology Today Ia-b MA-internship Archaeology
code LPX013M10 LPX014M10
10 10
C OG
Eng Eng
Ia-b 5 Mediterranean Landscape Archaeology Ia-b 4 The Archaeology of Death Ia-b 2 The Rise of Cities and States IIa-b 3 Maritime Archaeology IIa-b var Master’s Thesis in Archaeology
LPX009M10 LPX006M10 LPM005M10 LKR009M10 LPX999M20
10 10 10 10 20
OG OG OG C C
Eng Eng Eng Eng Eng
Remarks:
IIa IIb
Prehistory and Protohistory
course title
code
Archaeology Today Prehistoric Cultural Landscapes Terp Archaeology Master’s Thesis in Archaeology MA-internship Archaeology
LPX013M10 LPX011M10 LPX012M10 LPX999M20 LPX014M10
10 10 10 20 10
C C C C OG
Eng Eng Eng Eng Eng
LPX007M05 LPX008M05
5 5
OG OG
Eng Eng
4 4
Advanced Modeling in GIS - Theory Advanced Modeling in GIS - Practice
Remarks:
IIa IIb
lang
Prehistory and Protohistory, track Arctic Archaeology
course title
code
Archaeology Today Sustainability at the Polar Regions Bioarchaeology Prehistoric Cultural Landscapes Terp Archaeology Master’s Thesis in Archaeology MA-internship Archaeology
LPX013M10 LKR013M10 LPX010M10 LPX011M10 LPX012M10 LPX999M20 LPX014M10
10 10 10 10 10 20 10
C C OG OG OG C OG
Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
LPX007M05 LPX008M05
5 5
OG OG
Eng Eng
4 4
Remarks:
Programma:
Advanced Modeling in GIS - Theory Advanced Modeling in GIS - Practice
ECTS O/C
lang
Students have to choose 10 ECTS from the optional group (OG) in semester I and 10 ECTS from OG, semester II. Prehistory and Protohistory, track Bioarchaeology
sem hp course title w Ia-b 4 Archaeology Today Ia-b var Bioarchaeology
22
ECTS O/C
Students have to choose 10 ECTS from the optional group (OG).
Programma: sem hp w Ia-b 4 Ia-b 2 Ia-b var Ia-b 3 Ia-b 3 IIa-b var IIa-b
lang
Students have to choose 20 ECTS from the optional group (OG).
Programma: sem hp w Ia-b 4 Ia-b 3 Ia-b 3 IIa-b var IIa-b
ECTS O/C
code LPX013M10 LPX010M10
ECTS O/C 10 10
C C
lang Eng Eng
Het Studieprogramma
Ia-b 3 Prehistoric Cultural Landscapes Ia-b 3 Terp Archaeology IIa-b var Master’s Thesis in Archaeology IIa-b MA-internship Archaeology IIa IIb
4 4
Advanced Modeling in GIS - Theory Advanced Modeling in GIS - Practice
Remarks:
LPX011M10 LPX012M10 LPX999M20 LPX014M10
10 10 20 10
OG OG C OG
Eng Eng Eng Eng
LPX007M05 LPX008M05
5 5
OG OG
Eng Eng
1. Students have to choose 10 ECTS from the optional group (OG) in semester II. 2. Students have the choice between “Prehistoric Cultural Landscapes” and “Terp Archaeology”.
Programma:
Prehistory and Protohistory, track Maritime Archaeology
sem hp course title w Ia-b 4 Archaeology Today Ia-b MA-internship Archaeology
code LPX013M10 LPX014M10
10 10
C OG
Eng Eng
Ia-b 3 Prehistoric Cultural Landscapes Ia-b 3 Terp Archaeology IIa-b 3 Maritime Archaeology IIa-b var Master’s Thesis in Archaeology
LPX011M10 LPX012M10 LKR009M10 LPX999M20
10 10 10 20
OG OG C C
Eng Eng Eng Eng
Remarks:
ECTS O/C
lang
Students have to choose 20 ECTS from the optional group (OG).
Verplichtingen en keuzemogelijkheden Studeren in het buitenland De opleiding stimuleert studenten een deel van de masterstudie aan een buitenlandse universiteit te volgen. De opleiding heeft daartoe uitwisselingsprogramma’s met vele universiteiten in de E.U. en daarbuiten (o.a. in Groot-Brittannië, Denemarken, Italië, Spanje, Griekenland, Roemenië). Vooral in de voorbereidingsfase tot het schrijven van de scriptie (bronnenonderzoek, museumbezoek, aanvullende cursussen) is een verblijf aan een buitenlandse universiteit waardevol. Relatie met andere masterprogramma’s Naast de eenjarige masteropleiding Archeologie bestaat er in Groningen de tweejarige researchmaster Art History and Archaeology (CROHO 60133) die specifiek opleidt tot onderzoeker. Een selectieprocedure gaat vooraf aan de toelating tot deze onderzoeksopleiding. Deze opleiding heeft drie archeologische profielen: Pre- en Protohistorie van Noordwest-Europa, Klassieke Mediterrane Archeologie en Arctische studies (zie 5.6). Zie verder de betreffende website. 5.2.2
Archeologie 120 ECTS (CROHO 60133)
Art History and Archaeology – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 77. 5.2.3 Communicatie- en Informatiewetenschappen 60 ECTS (CROHO 66826) Programma’s (afstudeerrichtingen) De masteropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen kent vier programma’s waarin de student kan afstuderen: 1. Communicatiekunde
Het Studieprogramma
23
2. Communicatie en Educatie 3. Computercommunicatie 4. Informatiekunde Profiel van de masteropleiding In de master Communicatie- en Informatiewetenschappen worden taal, communicatie en informatie bestudeerd. Aan de orde komen processen en producten van het gebruik van taal en tekst in professionele en educatieve contexten. De opleiding besteedt aandacht aan het analyseren, evalueren en ontwerpen van mondelinge, schriftelijke en computergemedieerde communicatie. In de masteropleiding leren studenten werken met theorieën en methoden uit de communicatiekunde, taalbeheersing en informatiekunde. Deze bieden het kader voor de bestudering van informatieoverdracht, beïnvloedings- en besluitvormingsprocessen, de interactionele constructie van cultuur en identiteit, communicatie in verschillende media en computercommunicatie, en de ontwikkeling van communicatieve vaardigheden. De opleiding bereidt voor op functies in onderzoek, voorlichting en advisering, en onderwijs en training. De masteropleiding biedt een verbreding en verdieping van de in de bacheloropleiding opgedane kennis en vaardigheden. Toelatingseisen Toegang tot de programma’s Communicatiekunde, Communicatie en Educatie, Computercommunicatie en Information Science wordt verkregen op basis van een bachelordiploma Communicatie- en Informatiewetenschappen, Nederlandse Taal en Cultuur en Informatiekunde. Voor studenten met een bachelordiploma Taalwetenschap of met een bachelor in een andere taal en cultuur dan Nederlands geldt de minor Communicatie- en Informatiewetenschappen (30 ECTS) en/of een schakelprogramma op maat (eveneens 30 ECTS) als aanvullende eis. Voor studenten met een diploma van een andere letterenopleiding of een nauw verwante HBO-studie, zoals Informatica en Communicatie, is een schakeljaar nodig voordat aan de Masteropleiding kan worden begonnen. Bij instroom vanuit andere HBO-opleidingen wordt een individueel programma vastgesteld dat in de regel langer duurt dan een jaar. Met een bachelor Kunstmatige Intelligentie heb je rechtstreeks toegang tot het programma Information Science. Zie voor uitgebreidere informatie de Onderwijs- en Examenregelingen van de MA Communicatie- en Informatiewetenschappen. Communicatiekunde Opbouw van het studieprogramma Het programma Communicatiekunde bouwt voort op de theoretische en methodologische onderdelen uit de bachelor Communicatie- en Informatiewetenschappen en vormt een verdieping en verbreding ten opzichte van deze fase. In dit programma houden studenten zich vooral bezig met onderzoek naar vormen van taal- en tekstgebruik als communicatiemiddel. Daarbij valt te denken aan de analyse van teksten en gesprekken in professionele contexten, maar ook aan onderzoek naar de invloed van een medium of aan de evaluatie van communicatiemiddelen van een organisatie. De meeste studieonderdelen staan in het teken van onderzoek en theorievorming. Sommige onderdelen zijn praktischer ingericht, daar brengen studenten opgedane kennis in de praktijk. Aan de orde komt bijvoorbeeld hoe je organisaties communicatieadvies kunt geven of hoe je een communicatiemiddel ontwerpt en evalueert. Het programma wordt afgerond met een scriptie die kan worden gekoppeld aan de stage. Programma:
Communicatiekunde
sem uw vaknaam Ia-b var Communicatie-advisering Ia-b 2 Communicatievaardigheden van artsen Ia-b 2 Diagnose en advisering in organis. comm. Ia-b 2 Human-Computer Communication Ia-b var Onderzoek communicatievaardigheden Ia-b 4 Persuasieve gezondheidscommunicatie Ia-b 4 Taal en tekstoptimalisatie Ia-b 2 Vragenlijstontwerp
24
vakcode LCX058M10 LCX064M10 LCX005M10 LCX063M10 LCX057M10 LCX048M10 LCX062M10 LCX035M10
ECTS V/K 10 K 10 K 10 K 10 K 10 K 10 K 10 K 10 K
taal NL NL NL Eng NL Eng NL NL
Het Studieprogramma
Ia Ib IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa IIb
2 4 var var 2 2 var var var 4 4 4 4
Multichannel Management Computer-Mediated Communication Ma-scriptie CIW Communicatie-advisering Diagnose en advisering in organis. comm. Experimenteel persuasieonderzoek Gesprekskwaliteit in gezondheidscomm. Ma-stage CIW Multimodale instructieve teksten Persuasieve gezondheidscommunicatie Writing: Context, Process and Text User Interface Evaluation Communication Technology
Opmerkingen:
LIX023M05 LIX022M05 LCX999M20 LCX058M10 LCX005M10 LCX038M10 LCX061M10 LCX000M10 LCX060M10 LCX048M10 LLS025M10 LIX024M05 LIX020M05
5 5 20 10 10 10 10 10 10 10 10 5 5
K K V K K K K K K K K K K
Eng Eng NL NL NL NL NL NL NL Eng Eng Eng Eng
In totaal kiest de student 40 ECTS aan onderdelen uit semester 1 en/of 2, naast de scriptie. De onderdelen “Diagnose en advisering”, “Persuasieve Gezondheidscommunicatie” en “Communicatie-advisering” worden zowel in semester 1 als in semester 2 aangeboden. Hetzelfde geldt voor de stage en de scriptie.
Communicatiekunde: traject Gezondheidscommunicatie Binnen het MA programma Communicatiekunde is het mogelijk je als student te specialiseren in een traject Communicatie en Gezondheid. Binnen dit traject kun je je als student bezighouden op het terrein van de gezondheidscommunicatie vanuit zowel de kant van de persuasieve communicatie en document design als van de kant van het interactie-onderzoek. Het traject bestaat uit 60 ECTS en is als volgt opgebouwd (zie ook onderstaand schema). Je volgt één onderzoekscollege van 10 ECTS op het terrein van document design/persuasieve communicatie en één onderzoekscollege van 10 ECTS op het terrein van interactie-onderzoek. Je afstudeerwerkstuk van 20 ECTS gaat over een onderwerp op het gebied van gezondheidscommunicatie en de laatste 20 ECTS zijn vrij invulbaar. Daarbij kan je kiezen voor een of twee onderzoekscollege(s) CIW, waarbij docenten bereid zijn een “gezondheids”invulling te geven binnen hun vak. Een andere optie is om één onderzoekscollege te vervangen voor een 10 ECTS stage op het terrein van de gezondheidscommunicatie. Programma:
Communicatiekunde, traject Gezondheidscommunicatie
sem uw vaknaam Ia-b 2 Communicatievaardigheden van artsen Ia-b 4 Persuasieve gezondheidscommunicatie Ia-b var Communicatie-advisering Ia-b 2 Diagnose en advisering in organis. comm. Ia-b 2 Vragenlijstontwerp IIa-b var Ma-scriptie CIW: Gezondheidscommunicatie IIa-b var Ma-stage CIW: Health Communication IIa-b 2 Experimenteel persuasieonderzoek IIa-b var Gesprekskwaliteit in gezondheidscomm. IIa-b 4 Persuasieve gezondheidscommunicatie IIa-b var Communicatie-advisering IIa-b 2 Diagnose en advisering in organis. comm. Opmerkingen:
vakcode LCX064M10 LCX048M10 LCX058M10 LCX005M10 LCX035M10 LCX996M20 LCX902M10 LCX038M10 LCX061M10 LCX048M10 LCX058M10 LCX005M10
ECTS V/K 10 KGA 10 KGA 10 KGB 10 KGB 10 20 10 10 10 10 10 10
KGB V V KGA KGA KGA KGB KGB
taal NL Eng NL NL NL NL NL NL NL Eng NL NL
Uit keuzegroep A volgt de student minimaal één onderzoekscollege op het gebied van document design/persuasieve communicatie en één interactiecursus.
Het Studieprogramma
25
Uit keuzegroep B kiest de student voor 20 ECTS aan onderdelen. De MA-scriptie is verplicht.
Communicatie en educatie Opbouw van het studieprogramma De thema’s en de werkvormen van de programmaonderdelen zijn gericht op uitbreiding van kennis en ontwikkeling van academische en professionele vaardigheden. In onderzoekscolleges leren studenten hoe zij vanuit onderzoekersperspectief naar (de verwerving van) communicatieve competenties kunt kijken. De aandacht gaat daarbij niet alleen uit naar expliciet-educatieve settingen (onderwijs- en trainingssituaties), maar ook naar impliciete leersituaties (waarin mondeling en schriftelijk taalgebruik ongemerkt bijdraagt aan vaardigheidsontwikkeling). Door literatuurstudie vindt verdieping plaats in klassieke en eigentijdse theorieën en inzichten op het gebied van taalgebruik en taalgebruikspraktijken en de ontwikkeling en verwerving van de benodigde competenties bij kinderen, jongeren en professionals. Het programma biedt training in professionele en vooral academische vaardigheden, draagt bij aan de (verdere) vorming van een academische attitude en dito werk- en denkniveau, en legt de basis voor professionele vaardigheden voor onderwijs, training en coaching. Praktijkervaring kan worden opgedaan in een stage bij een bedrijf of instelling (bijvoorbeeld een onderwijsonderzoek- en adviescentrum, of communicatietrainingsbureau). Het programma wordt afgerond met een scriptie die kan worden gekoppeld aan de stage. Programma:
Communicatie en educatie
sem uw vaknaam Ia-b var Communicatie-advisering Ia-b var Onderzoek communicatievaardigheden Ia-b 2 Communicatievaardigheden van artsen Ia-b 2 Diagnose en advisering in organis. comm. IIa-b var Ma-scriptie CIW: C&E IIa-b var Ma-stage CIW: Communicatie en Educatie Opmerkingen:
Programma: sem Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
uw var var var var 4
ECTS V/K 10 V 10 V 10 KG 10 KG
LCX997M20 LCX901M10
20 10
V V
taal NL NL NL NL NL NL
Uit de keuzegroep in semester 1 kiest de student één onderdeel van 10 ECTS. Communicatie en educatie (start februari)
vaknaam Ma-scriptie CIW: C&E Ma-stage CIW: Communicatie en Educatie Communicatie-advisering Gesprekskwaliteit in gezondheidscomm. Writing: Context, Process and Text
Opmerkingen:
vakcode LCX058M10 LCX057M10 LCX064M10 LCX005M10
vakcode LCX997M20 LCX901M10 LCX058M10 LCX061M10 LLS025M10
ECTS V/K 20 V 10 V 10 V 10 V 10 V
taal NL NL NL NL Eng
Het onderdeel Onderzoek Communicatievaardigheden wordt in semester 2 2015-2016 niet aangeboden. Daarvoor in de plaats volgt de student het onderdeel Gesprekskwaliteit in gezondheidscommunicatie
Computercommunicatie Opbouw van het studieprogramma Het programma Computercommunicatie bouwt voort op theoretische en methodologische onderdelen uit de bacheloropleidingen Communicatie- en Informatiewetenschappen en Informatiekunde en richt zich op de interactie van de mens met de computer en op de interactie tussen mensen via de computer. Het doel van het programma is om de student vertrouwd te maken
26
Het Studieprogramma
met theorieën en methoden om deze interacties te evalueren en met kennis van technologische mogelijkheden om deze interacties te verbeteren. Het zwaartepunt kan in dit programma, afhankelijk van de gekozen vakken, meer of minder op de technologie dan wel op de communicatie liggen. Het programma richt zich erop om interactieproblemen in professionele contexten te identificeren, te analyseren, en hiervoor oplossingen te ontwikkelen, vanuit een achtergrond waarin kennis van technologie en communicatie zijn geïntegreerd. Programma: sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia Ib IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa IIb
uw 2 2 4 4 2 2 4 var var 2 2 var var 4 4 4 4
Computercommunicatie
vaknaam Diagnose en advisering in organis. comm. Human-Computer Communication Persuasieve gezondheidscommunicatie Taal en tekstoptimalisatie Vragenlijstontwerp Multichannel Management Computer-Mediated Communication Ma-scriptie CIW: Computercommunicatie Ma-stage CIW: Computercommunicatie Diagnose en advisering in organis. comm. Experimenteel persuasieonderzoek Gesprekskwaliteit in gezondheidscomm. Multimodale instructieve teksten Persuasieve gezondheidscommunicatie Writing: Context, Process and Text User Interface Evaluation Communication Technology
Opmerkingen:
vakcode LCX005M10 LCX063M10 LCX048M10 LCX062M10 LCX035M10 LIX023M05 LIX022M05 LCX998M20 LCX900M10 LCX005M10 LCX038M10 LCX061M10 LCX060M10 LCX048M10 LLS025M10 LIX024M05 LIX020M05
ECTS V/K 10 K 10 K 10 K 10 K 10 K 5 KG 5 KG 20 V 10 V 10 K 10 K 10 K 10 K 10 K 10 K 5 KG 5 KG
taal NL Eng Eng NL NL Eng Eng NL NL NL NL NL NL Eng Eng Eng Eng
1. De student kiest in totaal tenminste 10 ECTS uit de keuzegroep. Daarnaast kiest de student twee van de resterende keuzevakken (uit semester I of II). 2. De stage en scriptie kunnen zowel in semester 1 als in semester 2 worden gevolgd.
Information Sciences Opbouw van het studieprogramma In het Engelstalige programma Information Science ligt het zwaartepunt op de mogelijkheden die taal- en webtechnologie bieden voor de analyse van taalgebruik bij mensen, tussen mensen en tussen mens en computer. Hier ligt de nadruk vooral op het werken met tekstcorpora en communicatie via digitale media. Het programma bevat vakken waarin onderzocht wordt hoe het automatisch analyseren van taal in teksten en communicatie geoptimaliseerd kan worden, met het doel meer inzicht te krijgen in de manier waarop de computer doeltreffend ingezet kan worden binnen de geesteswetenschappen. Er wordt bestudeerd hoe (statistische) modellen en theorieën van taalstructuur en –betekenis, en communicatie hieraan een zinvolle bijdrage kunnen leveren. Het programma bestaat uit 60 ECTS waarvan 35 ECTS aan verplichte vakken. De verplichte onderdelen zijn het research seminar (5 ECTS), de stage (10 ECTS) en de scriptie (20 ECTS). Binnen het research seminar worden onderzoeksvaardigheden getraind. De stage biedt gelegenheid ervaring op te doen binnen de professionele ICT praktijk. De opleiding wordt afgesloten met een zelfstandig onderzoek waarvan in de scriptie verslag wordt gedaan. De 25 ECTS aan keuzevakken kan worden samengesteld uit de onderstaande onderdelen van elk 5 ECTS: -
Literature Review Semantic Webtechnology Computer-mediated communication
Het Studieprogramma
27
-
Computational Semantics Learning from Data User Interface Evaluation Natural Language Processing Computational Simulations of Language Behavior
In Ocasys is per vak aangegeven wat er wordt bestudeerd. Door de flexibele indeling van het programma is het mogelijk om zowel in september als in februari te starten met de opleiding. Relatie met andere Masterprogramma’s Naast de eenjarige masteropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen bestaat er in Groningen de researchmaster Linguistics (duur 2 jaar), die specifiek opleidt tot onderzoeker. Studenten met ambities op het vlak van onderzoek en goede studieresultaten kunnen voor deze onderzoeksopleiding worden geselecteerd (zie 5.6). Vanuit een bachelor Informatiekunde zijn er mogelijkheden om een verwante master van een andere opleiding te gaan doen, anderzijds worden vakken uit het masterprogramma Informatiekunde ook wel vanuit verwante masters gevolgd. Als verwante researchopleidingen noemen we de researchmaster Linguistics bij Letteren en de specialisatie Computational Modeling of Cognition van de researchmaster bij de 'graduate school' Behavioural and Cognitive Neurosciences (BCN). Ook met de master Communicatie- en Informatiewetenschappen en de masterspecialisatie Mens-machinecommunicatie (MMC) bij de opleiding Kunstmatige Intelligentie zijn er overeenkomsten. Voorts neemt Informatiekunde deel aan de tweejarige internationale master Language and Communication Technology . Toekomstperspectieven De meeste afgestudeerden gaan aan de slag als communicatiemedewerker, communicatieadviseur, voorlichter, docent, coach of onderwijsontwikkelaar, informatiekundige, webdeveloper, IT-consultant of voorlichter in bedrijven en instellingen, als medewerker binnen een communicatieadviesbureau of als zzp-er in een eigen adviesbureau. Een kleine groep kiest voor een carrière in het onderwijs en in het wetenschappelijk onderzoek. Naam opleiding: Studiejaar: Studiepad: sem Ia-b + IIa-b Ia Ia Ib Ib Ib IIa-b IIa-b IIa IIa IIa
uw vaknaam var Research Seminar Information Science
vakcode LIX018M05
var 4 4 4 4 var var 2 4 4
LIX017M05 LIX002M05 LIX021M05 LIX022M05 LIX016M05 LIX999M20 LIX000M10 LIX025M05 LIX001M05 LIX024M05
Literature Review Information Science Semantic Web Technology Computational Semantics Computer-Mediated Communication Learning from Data Ma-scriptie Informatiekunde Ma-stage Informatiekunde Language Technology Project Natural Language Processing User Interface Evaluation
Opmerkingen:
28
Ma Communicatie- en Informatiewetenschappen 1 Information Science ECTS V/K 5 V
5 5 5 5 5 20 10 5 5 5
K K K K K V V K K K
taal Eng
Eng Eng Eng Eng Eng NL NL Eng Eng Eng
1. De onderdelen Research Seminar, stage en scriptie zijn verplicht en kunnen ook buiten de aangegeven periode worden gedaan. 2. De resterende 25 ECTS kiest de student uit de onderdelen uit de keuzevakken, verspreid over de twee semesters. Het onderdeel Literature
Het Studieprogramma
Review kan ook buiten de aangegeven periode worden gedaan. 3. Studenten kunnen voorafgaand aan de start van de Master contact opnemen met de studieadviseur om het vakkenpakket samen te stellen. 4. Bij start van het programma in februari kan de student de reguliere Information Science onderdelen in zijn programma opnemen en daarnaast ook het onderdeel Learning from Data of het onderdeel Communicatietechnologie uit het programma Computercommunicatie.
5.2.4
Europese Studies 120 ECTS (CROHO 60847)
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 40. 5.2.5 Geschiedenis 60 ECTS (CROHO 66034) Profiel van de opleiding In het eenjarige maatschappelijke masterprogramma Geschiedenis Vandaag/History Today kun je kiezen uit twee beroepsgerichte specialisatietrajecten, Geschiedenis voor de Media, Cultuur- en Erfgoedsector en Geschiedenis voor Beleid, Bestuur en Politiek. Beide worden gekenmerkt door een stage in het daarbij passende beroepenveld. Daarnaast is er de mogelijkheid om een vrij traject te volgen waarbij de stage kan worden ingeruild voor een extra Onderzoekscollege of twee Historische Methodenvakken. Voor alle trajecten geldt dat je je inhoudelijk kunt specialiseren door een geografisch, chronologisch of thematisch profiel samen te stellen uit het ruime aanbod van Onderzoekscolleges. Een uitgekristalliseerd profiel is bijvoorbeeld Middenen Oost-Europese Studies (MOES), maar je kunt je ook sterker toeleggen op andere masterprofielen, zoals bijvoorbeeld de middeleeuwen of de moderne tijd. Toelatingseisen Een bachelordiploma Geschiedenis geeft toegang tot het maatschappelijke masterprogramma Geschiedenis Vandaag/History Today. Indien een ander bachelordiploma is behaald kan in samenspraak met de toelatingscommissie een kort individueel schakelprogramma worden ontwikkeld. Opbouw van het programma In het masterprogramma Geschiedenis Vandaag/History Today volg je ten minste twee Onderzoekscolleges van ieder 10 ECTS. In Onderzoekscolleges leer je gebruik te maken van primair bronnenmateriaal. Wie het vrije traject volgt, kan ook een derde Onderzoekscollege kiezen. Zie voor uitgebreide informatie over het totale aanbod van Onderzoekscolleges de Onderzoekscollegebrochure, te raadplegen via Nestor onder “Organisation” Een gemeenschappelijk onderdeel is het publiekshistorische Colloquium ‘The Past in the Present’ (5 ECTS) waarin elk jaar een wisselend actueel thema wordt aangesneden, en/of waarin actuele ontwikkelingen binnen de geschiedenis worden behandeld en door de studenten voor een groot publiek toegankelijk wordt gemaakt. Dit onderdeel is naar keuze in te ruilen voor een extra Historische Methodenvak. Iedere masterstudent volgt tenminste één Historische Methodenvak. Er zijn vijf vaste Historische Methodenvakken, terwijl er daarnaast ook de mogelijkheid bestaat om te kiezen uit een aanbod van kleinschalige Privatissima en een ‘Summerschool’. Wie het vrije traject doet, kan in plaats van een derde Onderzoekscollege ook kiezen voor twee extra Historische Methodenvakken (tot een maximum van drie), waaronder dus ook de Privatissima en de Summerschools vallen. Voor het specialisatietraject Geschiedenis voor de Media, Cultuur- en Erfgoedsector volg je een stage (10 ECTS) in de historische media, cultuur- en erfgoedsector. Voor het specialisatietraject Geschiedenis voor Beleid, Bestuur en Politiek kun je een ‘gewone’ stage (10 ECTS) doen in een overheidsinstelling, organisatie of bedrijf, en/of een stage die is geintegreerd in het college ‘Leergeschiedenis’ (10 ECTS), waarbij studenten een recent veranderingsproces in een instelling, bedrijf of organisatie systematisch leren onderzoeken. Ook in het MOES-profiel kun je een stage van 10 ECTS inlassen. Het Studieprogramma
29
Je sluit de master af met een afstudeerwerkstuk in de vorm van een scriptie, een scenario voor een historische documentaire of een(tentoonstelling en) tentoonstellingsplan met bijbehorende historische verantwoording van het historisch onderzoek dat aan de documentaire of de tentoonstelling ten grondslag ligt (20 ECTS). Je volgt in dat kader tevens een scriptieintervisiecollege. Programma:
Ma Geschiedenis Vandaag
sem uw vaknaam Ia-b 2 Onderzoekscollege geschiedenis
vakcode
Ia-b var History Online Ia-b 2 Hist. methoden: Archieven & internet Ia-b 2 Hist. methoden: Beeldcultuur Ia-b 2 Hist. methoden: Documentaire, museum Ia-b var Hist. methoden: Kwantitatieve analyse Ia-b 14 Historisch methoden: Oral History 0 IIa-b var Ma-scriptie Geschiedenis IIa-b var Onderzoekscollege geschiedenis
LGX047M05 LGX124M05 LGX125M05 LGX126M05
5 5 5 5
K KG KG KG
En/NL En/NL En/NL En/NL
LGX127M05 LGX048M05
5 5
KG KG
En/NL En/NL
LGX999M20
20 10
V V
En/NL En/NL
IIa-b 2 Leergeschiedenis en organisaties IIa-b var Ma-stage Geschiedenis
LGX133M10 LGX000M10
10 10
K K
NL NL
Opmerkingen:
ECTS V/K 10 V
taal NL
1. Historische methoden colleges worden ook in het 2e semester aangeboden. 2. De stage en scriptie kunnen ook buiten de aangegeven periode gedaan worden. Raadpleeg de studieadviseur. 3. Voor wie ‘Leergeschiedenis en Organisatie’ volgt, worden de historische methodencolleges ‘Levensverhalen’ en ‘Kwantitatieve Analyse’ aangeraden. 4. History Online kan vervangen worden door een historisch methodencollege. 5. De student kiest in het 2e semester één keuze-onderdeel van 10 ECTS. 6. Bij een vrij traject kan Leergeschiedenis als derde onderzoekscollege gekozen worden. Bij het afstudeertraject Geschiedenis van Politiek Bestuur en Beleid kan het vak als tweede onderzoekscollege of als vervanging van de stage gevolgd worden.
Ma onderzoekscolleges geschiedenis sem uw vaknaam Ia-b 3 Biographical Approach of History Ia-b 2 OZC: Athens and Rome Ia-b 2 Res. Sem.: Creating discontinuity Ia-b 2 Res. Sem.: Diplomacy in Times of Crises Ia-b 2 Res. Sem.: Diseases, Care and Physicians Ia-b 2 Res. Sem.: Early Modern Media Cult. Ia-b 2 Res. Sem.: Magic and Sorcery Ia-b 2 Res. Sem.: Politics of Knowledge Ia-b 2 Res. Sem.: The Abuse of History Ia-b 2 Res. Sem.: Truth, Justice and Reconcil. IIa-b 2 Res. Sem.: Forget Transition IIa-b 2 Res. Sem.: Gas, Groningen and the Dutch IIa-b 2 Res. Sem.: Gender and Change IIa-b 2 Res. Sem.: Roman Empire in the Third Cen IIa-b 2 Res. Sem.: Russia and Europe
30
vakcode LLS026M10 LGX049M10 LGX169M10 LGX051M10 LGX052M10 LGX053M10 LGX056M10 LGX057M10 LGX162M10 LGX050M10 LGX170M10 LGX054M10 LGX055M10 LGX058M10 LGX173M10
ECTS V/K taal 10 K Eng 10 K Eng 10 K Eng 10 K En/NL 10 K En/NL 10 K En/NL 10 K En/NL 10 K En/NL 10 K Eng 10 K En/NL 10 K Eng 10 K En/NL 10 K NL 10 K En/NL 10 K Eng
Het Studieprogramma
IIa-b IIa-b IIa-b
2 2 2
Res. Sem.: The Living Archive Res. Sem.: The Politics of Paper in the Res. Sem.: U.S. Pres. Campaigns
Opmerkingen:
LGX165M10 LGX059M10 LGX174M10
10 10 10
K K K
Eng En/NL Eng
1. Bij een vrij traject kan Leergeschiedenis als derde onderzoekscollege gekozen worden. Bij het afstudeertraject Geschiedenis van Politiek Bestuur en Beleid kan het vak als tweede onderzoekscollege of als vervanging van de stage gevolgd worden. 2. Zie voor eventueel aanvullend of gewijzigd aanbod de Onderzoeksbrochure Geschiedenis, die in juni en december op de Nestor-site (my organizations) van geschiedenis verschijnt.
Educatieve master Geschiedenis Als je de educatieve master Geschiedenis wilt volgen, dan ziet het eerste semester van het eerste masterjaar er in grote lijnen hetzelfde uit als dat van de studenten die kiezen voor de 'gewone' master. In het tweede semester van jaar 1 volg je een onderdeel van 10 ECTS-punten1 bij de lerarenopleiding van de faculteit Gedrags- en Maastschappijwetenschappen (GMW) als voorbereiding op je tweede masterjaar. Daarnaast schrijf je een scriptie van 20 ECTS. In het tweede jaar volg je een 'werken-leren traject': naast colleges bij de lerarenopleiding bij de Faculteit GMW sta je een aantal uren per week voor de klas en volg je nog voor 10 ECTS een mastermodule bij Geschiedenis. Vóór het begin van het 'werken-leren traject' moet je de masterscriptie afgerond hebben, anders word je niet toegelaten. Met het afronden van de educatieve master heb je zowel je mastertitel als je eerstegraads lesbevoegdheid behaald. Het is ook mogelijk eerst de eenjarige masteropleiding af te maken en daarna pas in te stromen in de lerarenopleiding. Het praktische deel van de lerarenopleiding start doorgaans aan het begin van een schooljaar en bij die start moet de voorbereidende cursus al zijn afgerond. Researchmaster Naast de eenjarige master Geschiedenis en de tweejarige educatieve master Geschiedenis bestaan er in Groningen de researchmasters Classical, Medieval and Renaissance Studies (CMRS) en Modern History and International Relations (MHIR) (duur van beide 2 jaar), die specifiek opleiden tot onderzoeker. Een selectieprocedure gaat vooraf aan de toelating tot deze onderzoeksopleidingen (zie 5.6). 5.2.6
Geschiedenis 120 ECTS (CROHO 60139)
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 80. Modern History and International Relations – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 89.
1
De 10 ECTS die je (op dat moment) bij de maatschappelijke master mist haal je in het tweede jaar in, om uiteindelijk toch de vereiste omvang van 60 ECTS aan studieonderdelen van de maatschappelijke master te behalen.
Het Studieprogramma
31
5.2.7
Internationale Betrekkingen 60 ECTS (CROHO 60734)
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 45. 5.2.8 Internationale Betrekkingen 90 ECTS (CROHO 60819) International Humanitarian Action – Erasmus Mundusprogramma (NOHA) Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 52. 5.2.9
Internationale Betrekkingen 120 ECTS (CROHO 60820)
Modern History and International Relations – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pag 89.
5.2.10 Kunst- en Cultuurwetenschappen 60 ECTS (CROHO 60087) Programma’s De masteropleiding Kunst- en Cultuurwetenschappen kent vier programma’s waarin de student kan afstuderen: - Kunsten, Cultuur en Media - Kunstgeschiedenis - Landschapsgeschiedenis - Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis Profiel van de opleiding Kunst- en Cultuurwetenschappen Doel van de opleiding Kunst- en Cultuurwetenschappen is academici op te leiden die beschikken over een grondig analytisch begrip van de kunsten en van het functioneren van de kunsten in de samenleving in heden en verleden in de westerse culturele traditie, en in relatie tot andere tradities in een mondiale context. Studenten leren kunst, kunstwerken en het maatschappelijk functioneren van de kunsten in heden en verleden te beschrijven, te analyseren en te interpreteren, en te beoordelen in een van de deelgebieden die de opleiding bestrijkt: beeldende kunst, architectuur, stedenbouw, landschap, literatuur, muziek, theater, film, nieuwe media. Ook ontwikkelen zij het conceptueel en analytisch vermogen dat nodig is om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot de kunsten en hun maatschappelijke functioneren in de context van wetenschap en/of beroepspraktijk uit te voeren en te evalueren. Tenslotte leren zij een eigen visie te ontwikkelen, om zo een constructieve en inspirerende bijdrage te kunnen leveren aan, en verantwoordelijkheid te nemen voor het behoud en de ontwikkeling van de kunsten en hun maatschappelijke betekenis. Kunsten, Cultuur en Media Toelatingseisen tot het programma KCM Onvoorwaardelijke toegang tot het masterprogramma KCM hebben alle studenten die beschikken over het bachelordiploma KCM, dan wel een vergelijkbaar bachelordiploma, dit ter beoordeling van de toelatingscommissie van de opleiding. Ook zij-instroom vanuit andere Ba- en HBOopleidingen is mogelijk. Raadpleeg hierover de studieadviseur, mevr. drs. L. van Heteren (l.d.m.e.van.heteren@ rug.nl).
32
Het Studieprogramma
Contextuele specialisaties Het eenjarige masterprogramma Kunsten, Cultuur en Media kent drie contextuele specialisaties: Kunstbeleid en Marketing (KBM), Analyse en Kritiek (A&K) en Kunsteducatie (KE). Programma KCM: afstudeerrichting Kunst, Beleid en Marketing Studenten kiezen in het eerste semester verplicht twee van de drie kernvakken: Kunstbeleid (15), Kunstmarketing II (16), of Kunstsociologie (17). Daarnaast kiest de student één kunstvak (literatuur, film, theater of muziek) dat hoort bij één van de kunstvakken die in de bachelor is gevolgd, óf het vak Kunsten en Nieuwe Media (12). Bij de keuze voor literatuur wordt het betreffende kunstvak in overleg gekozen uit het aanbod van de masterprogramma van de taal- en cultuuropleidingen. Studenten die in de bachelor KCM Moderne Beeldende Kunst als kunstvak hebben gevolgd mogen alle drie de kernvakken van de specialisatie volgen of kiezen als kunstvak Arts and New Media (12). Indien zij aan de entreevoorwaarden van de betreffende vakken voldoen (zulks ter beoordeling van de docent van het vak en de examencommissie) kunnen zij ook een vak uit het programma Kunstgeschiedenis, afstudeerrichting Moderne en Hedendaagse Kunst volgen. Studenten dienen hiertoe een schriftelijk verzoek aan de examencommissie KKA te richten. Voor alle kunstvakken geldt dat indien de groep kleiner is dan 6 deelnemers, het vak als tutorial wordt aangeboden. Indien het aantal deelnemers kleiner is dan 3 dan wordt het vak in beginsel niet aangeboden. In het tweede semester volgen studenten een stage en schrijven zij een scriptie. Programma:
Ma Kunsten, Cultuur en Media: Kunst, beleid en marketing
sem uw vaknaam Ia-b 3 Film: Contemporary Complex Cinema Ia-b 3 Film: Film & Media Curating Ia-b 3 Film: The Film Experience Ia-b 3 Kunsten en nieuwe media Ia-b 3 Music: Classical Music Ia-b 3 Music: Music, Mobility and Cities Ia-b 3 Music: Music and Globalization Ia-b 3 Theatre: Dramaturgy Ia-b 3 Theatre: Stages of the World Ia-b 4 Arts Policy Ia-b 3 Kunstmarketing II Ia-b 3 Kunstsociologie IIa-b var Ma-scriptie Kunsten, Cultuur en Media IIa-b var Ma-stage Kunsten, Cultuur en Media Opmerkingen:
vakcode LWX034M10 LWX041M10 LWX036M10 LWX040M10 LWX039M10 LWX037M10 LWX038M10 LWX044M10 LWX020M10 LWX025M10 LWX004M10 LWX024M10 LWX999M20 LWX000M10
ECTS V/K taal 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG En/NL 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG En/NL 10 KG Eng 20 V En/NL 10 V En/NL
1. Dit masterprogramma wordt in het Engels aangeboden. 2. Studenten kiezen verplicht twee van de drie kernvakken: Kunstbeleid, Kunstmarketing II, of Kunstsociologie. Daarnaast kiest de student 10 ECTS uit het aanbod van kunstvakken dat aansluit op het kunstvak dat in de Ba is gevolgd óf Kunsten en nieuwe media, óf Kunstsociologie.
Programma KCM: afstudeerrichting Analyse en Kritiek (A&K) De student kiest in het eerste semester naast het vak Arts and Cultural Change (1) twee kunstvakken behorende bij de kunstdiscipline die ook is gevolgd in de bachelor als minor of als onderdeel van de major, of één kunstvak en het vak Arts and New Media (10). De keuze voor de kunstvakken betreft film (keuze uit 2, 3 of 4), muziek (keuze uit 5, 6 en 7) of theater (8 en 9). Studenten kunnen ook kiezen voor Literatuur als kunstvak indien dit in de bachelor is gevolgd. De betreffende kunstvakken worden dan in overleg gekozen uit het aanbod van de masterprogramma van de taal- en cultuuropleidingen. Binnen de afstudeerrichting Analyse en Kritiek kan niet voor het kunstvak Moderne Beeldende Kunst worden gekozen. Voor alle kunstvakken geldt dat indien de groep kleiner is dan 6 deelnemers, het vak als tutorial wordt aangeboden. Indien het aantal deelnemers kleiner is dan 3 dan wordt het vak in beginsel niet aangeboden.
Het Studieprogramma
33
In het tweede semester volgt de student het vak Documentary in the Arts, of een stage of een tutorial op het gebied van het kunstvak uit het eerste semester. Daarnaast schrijft de student een scriptie. Programma:
Ma Kunsten, Cultuur en Media: Analyse en kritiek (AK)
sem uw vaknaam Ia-b 3 Arts and Cultural Change Ia-b 3 Film: Contemporary Complex Cinema Ia-b 3 Film: Film & Media Curating Ia-b 3 Film: The Film Experience Ia-b 3 Kunsten en nieuwe media Ia-b 3 Music: Classical Music Ia-b 3 Music: Music, Mobility and Cities Ia-b 3 Music: Music and Globalization Ia-b 3 Theatre: Dramaturgy Ia-b 3 Theatre: Stages of the World IIa-b var Ma-scriptie Kunsten, Cultuur en Media IIa-b 3 Documentary in the Arts IIa-b var Ma-stage Kunsten, Cultuur en Media Opmerkingen:
vakcode LWX001M10 LWX034M10 LWX041M10 LWX036M10 LWX040M10 LWX039M10 LWX037M10 LWX038M10 LWX044M10 LWX020M10 LWX999M20 LWX043M10 LWX000M10
ECTS V/K taal 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG En/NL 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng 20 V En/NL 10 KG Eng 10 KG En/NL
Dit masterprogramma wordt in het Engels aangeboden. De studenten kiezen één of twee van de onderdelen uit elke keuzegroep, in totaal 10 ECTS.
Programma KCM: afstudeerrichting Kunsteducatie (KE) Studenten volgen in het eerste semester beide contextuele vakken Kunst, Cognitie en Educatie (18) en Kunst- en cultuureducatie op school (19). Daarnaast kiest de student één kunstvak (literatuur, film, theater of muziek) dat hoort bij één van de kunstvakken die in de bachelor is gevolgd, óf het vak Kunsten en Nieuwe Media (12). Bij de keuze voor literatuur wordt het betreffende kunstvak in overleg gekozen uit het aanbod van de masterprogramma van de taal- en cultuuropleidingen. Studenten die in de bachelor KCM Moderne Beeldende Kunst als kunstvak hebben gevolgd volgen als kunstvak Arts and New Media (12). Indien zij aan de entreevoorwaarden van de betreffende vakken voldoen (zulks ter beoordeling van de docent van het vak en de examencommissie) kunnen zij ook een vak uit het programma Kunstgeschiedenis, afstudeerrichting Moderne en Hedendaagse Kunst volgen. Studenten dienen hiertoe een schriftelijk verzoek aan de examencommissie KKA te richten. Voor alle kunstvakken geldt dat indien de groep kleiner is dan 6 deelnemers, het vak als tutorial wordt aangeboden. Indien het aantal deelnemers kleiner is dan 3 dan wordt het vak in beginsel niet aangeboden. In het tweede semester volgen studenten een stage en schrijven zij een scriptie. Programma:
Ma Kunsten, Cultuur en Media: Kunsteducatie (KE)
sem uw vaknaam Ia-b 3 Art, Cognition and Education Ia-b 3 Kunst- en cultuureducatie op school Ia-b 3 Film: Contemporary Complex Cinema Ia-b 3 Film: Film & Media Curating Ia-b 3 Film: The Film Experience Ia-b 3 Kunsten en nieuwe media Ia-b 3 Music: Classical Music Ia-b 3 Music: Music, Mobility and Cities Ia-b 3 Music: Music and Globalization Ia-b 3 Theatre: Dramaturgy Ia-b 3 Theatre: Dramaturgy Ia-b 3 Theatre: Stages of the World
34
vakcode LWX023M10 LWX022M10 LWX034M10 LWX041M10 LWX036M10 LWX040M10 LWX039M10 LWX037M10 LWX038M10 LWX044M10 LWX044M10 LWX020M10
ECTS V/K taal 10 V Eng 10 V En/NL 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG En/NL 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng
Het Studieprogramma
IIa-b var Ma-scriptie Kunsten, Cultuur en Media IIa-b var Ma-stage Kunsten, Cultuur en Media Opmerkingen:
LWX999M20 LWX000M10
20 10
V V
En/NL En/NL
1. Dit masterprogramma wordt in het Engels aangeboden 2. De student kiest een Kunstvak (literatuur, film, theater of muziek) óf Kunsten en nieuwe media.
Programma KCM: afstudeerrichting Kunstdiscipline (Film-, Literatuur-, Theater- of Muziekwetenschap) De student kiest in het eerste semester twee kunstvakken. Het kunstvak van de bachelor bepaalt tevens de verplichte keuze voor de kunstvakken in de master. Het betreft film (keuze uit 2, 3 of 4), muziek (keuze uit 5, 6 en 7) of theater (7 en 8). Studenten kunnen ook kiezen voor Literatuur als kunstvak indien dit in de bachelor is gevolgd. De betreffende kunstvakken worden dan in overleg gekozen uit het aanbod van de masterprogramma van de taal- en cultuuropleidingen. In plaats van een tweede kunstvak kunnen studenten ook Arts and New Media (12) kiezen. Voor alle kunstvakken geldt dat indien de groep kleiner is dan 6 deelnemers, het vak als tutorial wordt aangeboden. Indien het aantal deelnemers kleiner is dan 3 dan wordt het vak in beginsel niet aangeboden. Daarnaast kiest de student, afhankelijk van de specialisatie in de bacheloropleiding (KBM, AK of EK), een derde werkgroep (keuze uit 1, 14, 18 of 19). In het tweede semester volgt de student het vak Documentary in the Arts. Dit vak mag vervangen worden door een stage of een tutorial op het gebied van het kunstvak. Tevens schrijft de student een scriptie. Programma:
Ma Kunsten, Cultuur en Media: Kunstdiscipline: Literatuur, Film, Muziek, Theater
sem uw vaknaam Ia-b 3 Film: Contemporary Complex Cinema Ia-b 3 Film: Film & Media Curating Ia-b 3 Film: The Film Experience Ia-b 3 Kunsten en nieuwe media Ia-b var Literature
vakcode LWX034M10 LWX041M10 LWX036M10 LWX040M10
Ia-b 3 Music: Classical Music Ia-b 3 Music: Music, Mobility and Cities Ia-b 3 Music: Music and Globalization Ia-b 3 Theatre: Dramaturgy Ia-b 3 Theatre: Stages of the World Ia-b 3 Art, Cognition and Education Ia-b 3 Arts and Cultural Change Ia-b 4 Arts Policy Ia-b 3 Kunst- en cultuureducatie op school IIa-b var Ma-scriptie Kunsten, Cultuur en Media IIa-b 3 Documentary in the Arts IIa-b var Ma-stage Kunsten, Cultuur en Media
LWX039M10 LWX037M10 LWX038M10 LWX044M10 LWX020M10 LWX023M10 LWX001M10 LWX025M10 LWX022M10 LWX999M20 LWX043M10 LWX000M10
Opmerkingen:
ECTS V/K taal 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG Eng 10 KG En/NL 10 KG Eng 10 10 10 10 10 10 10 10 10 20 10 10
KG KG KG KG KG KG KG KG KG V KG KG
Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng En/NL En/NL Eng En/NL
1. Dit masterprogramma wordt in het Engels aangeboden. 2. Afhankelijk van de specialisatie van de bacheloropleiding (KBM, A&K of KE) kiest de student één werkgroep uit de betreffende keuzegroep. Het kunstvak van de bachelor bepaalt tevens de verplichte keuze voor de twee te kiezen kunstmodules. 3. Voor de kunstmodule Literatuur maakt de student een keuze uit het aanbod van Interdisciplinaire modules 4. De tweede kunstmodule mag vervangen worden door Kunsten en nieuwe media of Documentaire in de kunsten of een Stage.
Het Studieprogramma
35
Relatie met andere masterprogramma’s Naast het eenjarige programma Kunsten, Cultuur en Media bestaan er in Groningen de research masters Classical, Medieval and Renaissance Studies en Literary and Cultural Studies (duur 2 jaar), die specifiek opleiden tot onderzoeker. Een selectieprocedure gaat vooraf aan de toelating tot deze onderzoeksopleidingen (zie 5.6). Kunstgeschiedenis Opbouw van het programma Het masterprogramma Kunstgeschiedenis kent twee studiepaden: Moderne en Hedendaagse Kunst/Conservatorenopleiding (MHK) en Oude Beeldende Kunst/Conservatorenopleiding. Studenten kiezen voor één van deze twee studiepaden en studeren daarin af. Hieronder volgt een korte karakteristiek van deze twee afstudeerpaden. De Conservatorenopleiding is een eenjarig masterprogramma dat bij het succesvol afronden van alle studieonderdelen de studenten een aansluitende stage van een half jaar in een vooraanstaand museum in Nederland of het buitenland biedt. Tijdens de stage worden de verworven kunsthistorische kennis en inzichten toegepast op de problematiek waarmee museumconservatoren in de dagelijkse praktijk te maken hebben, waarbij de stagiaire gezamenlijk door de instelling en de opleiding wordt begeleid. 1. Moderne en Hedendaagse Kunst en Conservatorenopleiding Dit studiepad omvat de beeldende kunst van de negentiende eeuw, de klassiek modernen en de avant-gardes na 1945, het postmodernisme en hedendaagse kunstvormen. De master MHK biedt de mogelijkheid voor specialisatie in de hedendaagse beeldende kunst die de traditionele grenzen van de schilder- en beeldhouwkunst overschrijdt: fotografie, film, video en digitale presentaties, ‘neo-avant-garde’ en mediacultuur. De thema’s worden behandeld in de institutionele context van kunstproductie, musea, galeries, kunsthandel, veilingwezen, kunstkritiek en medialisering van kunst. Programma:
sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
uw var var 4 2 var var var
Ma Kunstgeschiedenis: Beeldende Kunst Modern en Conservatorenopleiding
vaknaam Beeldende kunst mod.: collectie Boijmans Beeldende kunst modern: Curatorial Beeldende kunst modern: Nieuwe media Beeldende kunst modern: Theorie & Hist. Masterscriptie Kunstgeschiedenis Beeldende kunst: Specialisatie Ma-stage Kunstgeschiedenis
vakcode LKK035M10 LKK028M10 LKK014M05 LKK029M05 LKK999M20 LKK036M10 LKK000M10
ECTS V/K taal 10 V Eng 10 V Eng 5 V En/NL 5 V Eng 20 V Eng 10 KG En/NL 10 KG En/NL
2. Oude Beeldende Kunst en Conservatorenopleiding Het studiepad Oude Beeldende Kunst richt zich op de beeldende kunst van de veertiende tot de achttiende eeuw, in het bijzonder Italië. Kunstwerken worden bestudeerd in samenhang met de historische omstandigheden waarin zij tot stand zijn gekomen, met speciale aandacht voor de rol van opdrachtgevers. Programma:
sem Ia-b Ia-b Ia Ib IIa-b
36
uw var var var var var
Ma Kunstgeschiedenis: Beeldende Kunst Oud en Conservatorenopleiding
vaknaam Beeldende kunst oud: Excursie Beeldende kunst oud: Toepassing Beeldende kunst oud: Theorie & Hist. Beeldende kunst oud: Tutorial Masterscriptie Kunstgeschiedenis
vakcode LKK030M10 LKK032M10 LKK031M05 LKK034M05 LKK999M20
ECTS V/K taal 10 V En/NL 10 V En/NL 5 V En/NL 5 V En/NL 20 V Eng
Het Studieprogramma
IIa-b var IIa-b var
Beeldende kunst: Specialisatie Ma-stage Kunstgeschiedenis
LKK036M10 LKK000M10
10 10
KG KG
En/NL En/NL
Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis In dit masterprogramma staat de ontwikkeling van de Europese stad centraal, waarbij het accent ligt op de negentiende en twintigste eeuw. Aan de orde komen de functionele en representatieve aspecten van de stadsontwikkeling, alsook het denken over de ideale stad. In een afzonderlijke collegereeks wordt het probleemveld stad en gezondheid behandeld. Excursies en een stage maken deel uit van het programma, dat wordt afgesloten met een scriptie. Met het oog op de internationale instroom zullen veel colleges in het Engels worden gegeven. Programma:
Ma Architectuur- & stedenbouwgeschiedenis
sem uw vaknaam Ia-b 3 Dissecting the City: Research Excursion Ia 5 A&U: Typological Vademecum Ib 9 A&U: The Origins of a Healthy City Ib 5 Project, Protection and Politics IIa-b var Ma-scriptie Architectuur en Stedenbouw IIa var A&S: Stage/Individueel project Opmerkingen:
vakcode LKA026M10 LKA025M05 LKA027M10 LKA028M05 LKA999M20 LKA888M10
ECTS V/K taal 10 V Eng 5 V Eng 10 V Eng 5 V Eng 20 V En/NL 10 V NL
1. De scriptie en stage kunnen ook buiten de aangegeven periode worden gevolgd. Meer info bij de studieadviseur. 2. De student kiest bij module stage/individueel project een van beide opties.
Landschapsgeschiedenis Dit masterprogramma biedt een uitgebreide inhoudelijke introductie in de opbouw, ontstaanswijze en betekenis van de Nederlandse en Europese cultuurlandschappen. Daarnaast is er veel aandacht voor de rol van het landschap in de actuele ruimtelijke ordening en erfgoedzorg. Dit studiepad leidt studenten op voor een loopbaan in het landschapsonderzoek, de erfgoedzorg, het landschapsbeheer en de ruimtelijke ordening. Programma: sem Ia-b Ia Ib Ia-b Ia Ia IIa-b IIa-b
Ma Landschapsgeschiedenis
uw var 2 var 4 2 4 var 2
vaknaam LG: Bronnen en methoden LG: Historiografie & Theorie LG: Actuele vraagstukken LG: Landschappen van Nederland LG: Acad. Schrijfvaardigheid LG: Landschappen van Europa Ma-scriptie Landschapsgeschiedenis LG: Hist. buitenplaatsen & landgoederen IIa-b var LG: Specialisatie project IIa-b var Ma-stage Landschapsgeschiedenis Opmerkingen:
vakcode LKA018M10 LKA031M05 LKA020M05 LKA033M10 LKA030M05 LKA032M05 LKA098M20 LKA029M10 LKA021M10 LKA110M10
ECTS V/K 10 V 5 V 5 V 10 KG 5 KG 5 KG 20 V 10 KG 10 10
KG KG
taal Eng Eng Eng NL NL Eng Eng Eng Eng NL
1. De studenten kiezen één of twee van de onderdelen uit elke keuzegroep, in totaal 10 ECTS. 2. Bronnen en Methoden, Specialisatietraject, Scriptie en Stage kunnen ook buiten de aangegeven periode worden gevolgd. Meer info bij de studieadviseur.
Toelatingseisen tot de programma’s Kunstgeschiedenis, Conservatorenopleiding Kunstgeschiedenis, Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis, en Landschapsgeschiedenis
Het Studieprogramma
37
Studenten met het bachelordiploma Kunstgeschiedenis hebben vanzelfsprekend toegang tot de masterprogramma’s Kunstgeschiedenis, Conservatorenopleiding Kunstgeschiedenis, Architectuur en Stedenbouwgeschiedenis, en Landschapsgeschiedenis. Studenten met een andere achtergrond, maar met relevante kwalificaties kunnen instromen (bijv. een breed minor-pakket kunstgeschiedenis, een Bachelor KCM, Geografie of Planologie, een HBO-kunstopleiding). Voor inlichtingen en overleg: neem contact op met de studieadviseur, mw. J. Bogers. De Examencommissie van de opleiding bepaalt of ter voorbereiding nog een aanvullend studiepakket noodzakelijk is. Voor inlichtingen en overleg: neem contact op met de studieadviseur, mw. J. Bogers. Relatie met andere masterprogramma’s De Research Master Art History and Archeology kent dezelfde vier studiepaden als de Master. Deze tweejarige opleiding is niet alleen een goede voorbereiding voor wetenschappelijk onderzoek, maar biedt ook een grondige inhoudelijke voorbereiding voor hooggekwalificeerde functies in de erfgoed- en museale sector, en op het terrein van architectuur en stedenbouw. Voor toelating tot de opleiding geldt een selectieprocedure (zie 5.6). 5.2.11
Kunst- en Cultuurwetenschappen 120 ECTS (CROHO 60829)
Art History and Archaeology – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 77. Literary and Cultural Studies – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 86. 5.2.12 Letterkunde 60 ECTS (CROHO 60813) Profiel van de opleiding Making Literature: Media, Markets and Communication Literature is produced in a market, in an economic as well as in a figurative sense – a marketplace in which points of view and values are negotiated and reflected upon. The MA Making Literature examines this cultural process of production and reflection, and how literature functions in society. It aims to impart to you the academic skills and approaches that will prepare you to operate as a cultural expert wherever texts are involved: in the private sphere, in the media, in institutions and networks. You will learn to analyse these processes and functions, to solve problems and to communicate about them clearly and with flair. The programme is international in scope, studying cultural processes in and between multiple languages, in the past and in the present. Each course unit builds on a theoretical foundation, but at the same time trains you in a range of practical skills for doing research, including reporting to academic as well as nonacademic audiences. The MA is structured along three tracks: Literature as Market, The Uses of Literature, and Material Culture. Students can choose to specialise in one of the tracks, or can choose different options from each of the tracks: - Literature as Market: Literature has always been commissioned, offered, bought and sold. This profile looks not only at the commercial dimension of literature but also at the economies governing literature in cultural contexts. We will study the interaction between patrons, writers and readers; the institutions that regulate the production of literature and its circulation – publishers, literary circles, literary criticism and reviewing; we will ask what makes a successful author, and analyse how literature is transferred across modern, early modern, and pre-modern cultures. This track will give an introduction to the sociology of culture, to the interaction be-
38
Het Studieprogramma
tween literature and other media, to historical and comparative perspectives, and to theories of cultural transfer and exchange. - The Uses of Literature: using a broad historical perspective, students will examine the relationship between writings and their contexts, between the word and the world. What was the function of literature and writing – in its broadest sense – in various periods and historical configurations? Topics to be studied will include culture and cognition; literature and national identity; literature and philosophy; reading and the construction of meaning; the evolution of authorship, religious, scientific, and political uses of literature; literature in/and other media and spaces (journalism, public debates); literature from an inter-arts perspective - Material Culture: books, texts, their media and circulation are at the heart of this profile. Students can balance historical aspects of material culture – manuscripts, early printed books, letters – with a focus on the transmission and translation of texts. Europese Letteren en Culturen Studenten die dit masterprogramma volgen verwerven op academisch niveau kennis en inzicht in de transformatieprocessen in de huidige maatschappij, zoals die tot uiting komen in de Europese cultuur en letteren. De studenten leren dit soort transformatieprocessen te bestuderen en te analyseren in een bredere Europese context, maar ook leren zij via werkstukken de verworven inzichten te betrekken op de taal en cultuur van de ‘eigen’ regio, zo mogelijk ook in de doeltaal. De uiteindelijke scriptie zal altijd in de doeltaal gesteld zijn. Op deze manier krijgen studenten een zo goed mogelijke voorbereiding op een brede waaier aan beroepen, van onderwijs en onderzoek tot aan de wereld van cultuur en communicatie. Programma:
Europese letteren en culturen: Algemeen model programma
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-stage Europese letterkunde + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LEU000M10
ECTS V/K 10 K
taal NL
10
V
En/NL
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
10
V
En/NL
Ia-b var Taalspecifieke module
10
K
NL
20 10
V K
NL En/NL
10
K
NL
IIa-b var Master scriptie Letterkunde IIa-b var Interdisciplinair onderzoekscollege IIa-b var Taalspecifieke module Opmerkingen:
LEU999M20
1. Indien de student een taalaantekening wil, volgt hij twee taalspecifieke modules en de taalspecifieke scriptie. Zie het schema per taal. In dat geval is de taalspecifieke module verplicht. 2. Daarnaast kiest de student twee interdisciplinaire onderzoekscolleges of één interdisciplinair onderzoekscollege en een stage. In plaats van de letterkundige interdisciplinaire oz-colleges, mag de student ook kiezen voor taalkundige modules. Deze onderdelen kunnen in beide semesters gevolgd worden. Voor de keuzemogelijkheden zie schema ‘Interdisciplinaire onderzoekscolleges’ en het schema ‘Ma Taalwetenschappen - Europese taalkunde’. 3. Voor WEM geldt dat er drie WEM modules worden gekozen, één interdisciplinair onderzoekscollege of stage en de WEM scriptie. Zie schema WEM.
Het Studieprogramma
39
Programma:
Europese letteren en culturen: Duits
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-stage Duits + IIa-b Ia-b 3 De Erfenis van het Modernisme Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LDX000M10
LDX004M10
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege IIa-b 3 Duitse “Bildungsroman” IIa-b var Master scriptie Duits Opmerkingen:
Programma:
LDX006M10 LDX999M20
Ia-b 3 Migrantenlit. en transcult. identiteit IIa-b 3 Franse literatuur in stripvorm IIa-b var Master scriptie RTC-Frans
vakcode LRF000M10
LRF035M10 LRF037M10 LRF999M20
Literatuursociologie Fries Ma-stage Fries Literatuurgeschiedenis Fries Ma-scriptie Fries
Opmerkingen:
40
D En/NL
10
V
En/NL
10 20
V V
D D
ECTS V/K 10 K
taal Fr
10
V
En/NL
10
V
En/NL
10 10 20
V V V
Fr Fr Fr
Europese letteren en culturen: Fries vakcode
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege var var var var
V V
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage (http://masterlanguage.nl) of voor een stage.
sem uw vaknaam Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
280 10
Europese letteren en culturen: Frans
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
Programma:
taal D
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage (http://masterlanguage.nl) of voor een stage.
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-stage RTC-Frans + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
Opmerkingen:
ECTS V/K 10 K
LHF022M10 LHF000M10 LHF023M10 LHF999M20
ECTS V/K taal 10 V En/NL 10
V
En/NL
10 10 10 20
V K V V
Fri NL Fri NL
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen voor een stage.
Het Studieprogramma
Programma:
Europese letteren en culturen: Italiaans
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-stage RTC-Italiaans + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LRI000M10
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege Ia-b 3 Italië v/d 21ste eeuw-crisis/vernieuwing IIa-b var Ma-scriptie RTC-Italiaans IIa-b 3 Nieuwe vormen van Italiaanse literatuur Opmerkingen:
vakcode LSX000M10
var Contemporaine Russische literatuur var Interdisciplinair onderzoekscollege
LSL007M10
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege IIa-b var Imperium en natie IIa-b var Ma-scriptie Slavische talen
V
En/NL
10
V
En/NL
10 20 10
V V V
NL It It
LSL006M10 LSX999M20
ECTS V/K 10 K
taal NL
10 10
V V
NL En/NL
10
V
En/NL
10 20
V V
NL NL
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen voor een stage.
Programma:
Europese letteren en culturen: Spaans
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-stage RTC-Spaans + IIa-b Ia-b 3 De stad en de avant-garde Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LRS000M10
LRS037M10
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege IIa-b 3 Federico García Lorca: beeld in brieven IIa-b var Ma-scriptie RTC-Spaans Opmerkingen:
10
Europese letteren en culturen: Russisch
uw vaknaam var Ma-stage Russisch
Opmerkingen:
taal It
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage (http://masterlanguage.nl) of voor een stage.
Programma: sem Ia-b + IIa-b Ia-b Ia-b
LRI029M10 LRI999M20 LRI030M10
ECTS V/K 10 K
LRS038M10 LRS999M20
ECTS V/K 10 K
taal Sp
10 10
V V
Sp En/NL
10
V
En/NL
10 20
V V
Sp Sp
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen voor een stage.
Het Studieprogramma
41
Programma:
Europese letteren en culturen: Zweeds
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-stage Scandinavisch + IIa-b Ia-b 3 Celebrity Studies Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LZX000M10
LZX015M10
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege IIa-b 3 Intern. kunstenaarskolonies 1870-1910 IIa-b var Ma-scriptie Scandinavisch Opmerkingen:
LZX013M10 LZX999M20
ECTS V/K taal 10 K En/NL
10 10
V V
Zw En/NL
10
V
En/NL
10 20
V V
En/NL NL
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen voor een stage.
English Literature and Culture Programme structure The MA in English Literature and Culture covers the entire literary history of the Englishspeaking world, from the Anglo-Saxon period down to the twenty-first century, with a wide range of genres, varying from riddles, romances and travel literature to crime fiction. The main focus is on literary analyses. Literature from the early Middle Ages down to the present day will be covered, from the birthplace of English literature to the United States and the Commonwealth. The programme is taught by a team of enthusiastic, internationally renowned lecturers who will dedicate their expertise to one or more course units each. Students should take at least 20 ECTS from the English department offerings. You must also write a 20 ECTS dissertation. This Master’s thesis is an important component in the completion of the programme. The remaining 20 ECTS consist of course units from the Faculty interdisciplinary courses. You may choose to replace one course unit by a placement (including the preparation for the teacher training programme), and you are also free to choose course units from the Master’s specialization in Writing, Editing and Mediating and the national Masterlanguage English offering. The MA specialization in English Literature and Culture will combine an academic degree programme with imparting the professional skills relevant to the labour market, and thus prepares its students for positions in a wide range of work environments, such as those of publishing, teaching, research, translation, journalism, as well as positions in the cultural and administrative sectors. Programma:
English Literature and Culture
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-stage Engels + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LEX000M10
Ia-b 3 The Digital Text: Book Past and Future Ia 3 Medieval Travellers Ia 3 The Others: Outsiders and Malcontents Ib 3 Literature and Laughter Ib 3 The State of a Nation IIa-b var Ma-scriptie Engels IIa-b var Interdisciplinair onderzoekscollege IIa IIa
42
3 3
Hearing Voices Wisdom Poetry
ECTS V/K taal 10 K En/NL
10
V
En/NL
LEX015M10 LEL036M05 LEX011M05 LEL039M05 LEX013M05 LEX999M20
10 5 5 5 5 20 10
K K K K K V K
Eng Eng Eng Eng Eng Eng En/NL
LEL038M05 LEL037M05
5 5
K K
Eng Eng
Het Studieprogramma
Opmerkingen:
You may choose to replace one course unit by a placement (including the preparation for the teacher training programme), and you are also free to choose course units from the Master’s specialization in Writing, Editing and Mediating and the national Masterlanguage English offering.
Writing, Editing and Mediating Programme structure The Writing, Editing and Mediating specialization focuses on the academic theories and subject-specific knowledge and skills needed to write, edit and present various types of English texts in the best possible way, paying specific attention to their target groups. Students who follow all course units in this specialization, and gear their placement and thesis to this field as well, will be thoroughly prepared for a job as a writer or editor at a publishing house, as a translator at a translating company, or as a journalist or communication specialist. The specialization aims to teach students an optimal combination of academic and subject-specific skills in order to increase their chances on the job market. Students take at least 30 ECTS from the WEM modules. The remaining 10 ECTS could be filled by course units from the Faculty interdisciplinary courses. You may choose to replace one course unit by a placement (including the preparation for the teacher training programme), and you are also free to choose course units from the national Masterlanguage English offering. Programma:
Writing, Editing and Mediating
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-stage WEM + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LBX000M10
Ia-b 3 The Digital Text: Book Past and Future Ia-b 3 WEM 1: Moderne literatuur en mediation Ia-b 3 WEM 2: Moderne Engelse teksten Ia-b 3 WEM 3: Handschriften en gedrukte boeken IIa-b var Masterscriptie WEM IIa-b var Interdisciplinair onderzoekscollege IIa-b
3
WEM 4: Vertalen en redigeren
Opmerkingen:
ECTS V/K taal 10 K En/NL
10
V
En/NL
LEX015M10 LEL021M10 LET011M10 LEO015M10 LEX998M20
10 10 10 10 20 10
K K K K V K
Eng Eng Eng Eng Eng En/NL
LEL031M10
10
K
Eng
You may choose to replace one course unit by a placement (including the preparation for the teacher training programme), and you are also free to choose course units from the national Masterlanguage English offering.
5.2.13 Letterkunde 120 ECTS (CROHO 60814) Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 80. Literary and Cultural Studies – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 86.
Het Studieprogramma
43
5.2.14 Mediastudies 90 ECTS (CROHO 60831) Progamma (afstudeerrichting) De masteropleiding Mediastudies kent twee programma’s waarin de student kan afstuderen: 1. Journalistiek 2. Journalism Journalistiek Profiel van het programma Goede journalistiek is belangrijk voor een samenleving. Goede journalistiek geeft mensen de informatie die ze nodig hebben om zich vrij te voelen en zichzelf te kunnen besturen. Goede journalistiek geeft mensen houvast. Een goede journalist weet wat nieuws is. Kan het nieuws verwerven, selecteren en ordenen en maakt het onderscheid tussen nieuws, analyse en commentaar. Hij weet dat feiten gecheckt moeten worden en dat hoor- en wederhoor nodig zijn voor een verhaal naar buiten kan worden gebracht. Door zich op onderwerpen te specialiseren is een goede journalist steeds weer in staat om een optimum te vinden tussen betrouwbaarheid en toegankelijkheid. Juist door die specialisatie en die roeping is een goede journalist in de eerste plaats een onafhankelijke journalist. Hij weet dat online het centrale platform is waarop de journalistieke verhalen moeten worden verteld. Een optimale inzet van tekst, bewegend beeld, geluid en het besef dat online betekent dat aan de andere kant mensen mee kunnen doen, staan centraal bij het goed vertellen van het journalistieke verhaal. Bovendien realiseert hij zich dat zijn werk voorziet in een behoefte aan waarheid en verificatie bij burgers, en daarom een economische waarde vertegenwoordigt. In die zin is een goede journalist ook een ondernemende journalist. Bij het masterprogramma Journalistiek gaan we er vanuit dat het voor onze studenten een roeping is om journalist te willen zijn en te werken aan het vullen van die belangrijke informatiebehoefte. Kenmerkend voor de studie in Groningen is dat, naast de journalistieke vaardigheidstraining, minstens even veel tijd is ingeruimd voor theorie en onderzoek op het gebied van Journalism Studies. Journalisten die maatschappelijke ontwikkelingen kunnen duiden, hebben een hoog analytisch niveau en een stevige basis in een academisch vakgebied. Bovendien kunnen zij reflecteren op ontwikkelingen in de journalistiek en hun eigen rol daarbinnen. Samen met docenten bestuderen studenten hoe de media werken, wat de kenmerken zijn van onze journalistieke cultuur en hoe deze zich verhoudt tot andere instituties zoals politiek, literatuur en economie. Opbouw van het masterprogramma Journalistiek Het selectieve masterprogramma Journalistiek duurt anderhalf jaar (90 ECTS). Het eigenlijke onderwijs valt in de eerste twee semesters; het derde en tevens laatste semester is bedoeld voor je afstudeerwerkstuk (20 ECTS, inclusief voorbereiding in het tweede semester) en daarna een stage op de redactie van een nieuwsmedium (15 ECTS). Het eerste semester is gelijk voor alle studenten. Je volgt de module Theorie en Geschiedenis van de Journalistiek (10 ECTS) en een van de twee Theoretische Specialisaties (elk 5 ECTS). Daarnaast bevat het eerste semester drie praktijkvakken van elk 5 ECTS: Attitude en Tekst, Geluid en Beeld, Online. In het tweede semester zijn drie specialisatietrajecten te volgen van ieder 10 ECTS: Televisie (10 ECTS), Onderzoeks/Datajournalistiek gecombineerd met Radio (2x 5 ECTS) of Onderzoeks/Datajournalistiek gecombineerd met Tekst (idem). Hoe je theoretische inzichten verbindt met journalistieke vraagstukken leer je in het Onderzoekscollege (10 ECTS). Het tweede semester wordt afgesloten met de module Ondernemende Journalistiek (5 ECTS). Toelatingsvoorwaarden Het masterprogramma Journalistiek is toegankelijk voor iedereen met een academisch bachelordiploma. Om deel te kunnen nemen moet je in principe min. 30 ECTS uit de minor Media en Journalistieke Cultuur, zoals de RUG aanbiedt, hebben gevolgd tijdens je bachelorstudie. Voor HBO-gediplomeerden is er een schakelprogramma, bestaande uit de complete minor Media en
44
Het Studieprogramma
Journalistieke Cultuur van 60 ECTS. Het programma heeft alleen een instroommoment in september. Je bachelor moet bij aanvang helemaal afgerond zijn. In het voorjaar moet je deelnemen aan de selectieprocedure. In het programma is plaats voor maximaal 45 studenten. Bij selectie wordt gelet op algemene ontwikkeling, kennis van de actualiteit en van de media, wetenschappelijke belangstelling, taalbeheersing, en attitude. Op de website, http://www.rug.nl/let/journalistiek, vind je meer informatie. Toekomstperspectieven Je kunt aan de slag in alle journalistieke functies in dag-, week- en maandbladen, de omroep en nieuwe media. Bijvoorbeeld als bureauredacteur maar ook als verslaggever. Afgestudeerden werken bij landelijke en regionale dagbladen, als freelance journalist, bij regionale omroepen als Omroep West of RTV Noord, bij programma’s van de landelijke omroepen zoals NOS Nieuws of EenVandaag, en bij crossmediale redacties als de videoredactie van het ANP of Elsevier.nl. Steeds meer afgestudeerden werken als freelancer voor verschillende opdrachtgevers. Programma: Jaar: sem Ia-b Ia-b Ia Ib Ib Ib Ib IIa-b IIb IIa-b IIa
Ma Journalistiek (Nederlandstalig) 1
uw 2 10 7 8 2 2 2 var 3 12 12
vaknaam Theorie en Geschiedenis vd Journalistiek Vaardigheden 3: Online Vaardigheden 1: Attitude en tekst Vaardigheden 2: Geluid en beeld Global Journalism Theor. spec. I: Journ. en lit. cultuur Theoretical Specialization II: Pol. Cult Ma-scriptie Journalistiek: voorbereiding Ondernemende Journalistiek Vaardigheden 4: Televisie Vaardigheden 5: Onderzoeks/datajourn. IIb 12 Vaardigheden 6: Tekst IIb 12 Vaardigheden 7: Radio IIa-b 3 Onderzoekscollege Journalistiek 1 IIa-b 3 Onderzoekscollege Journalistiek 2 IIa-b 3 Onderzoekscollege Journalistiek 3 IIa-b 3 Research Seminar I Opmerkingen:
LJX056M05 LJX057M05 LJX058M10 LJX059M10 LJX060M10 LJX041M10
ECTS V/K taal 10 V Eng 5 V NL 5 V NL 5 V NL 5 KG Eng 5 KG NL 5 KG Eng 5 V En/NL 5 V En/NL 10 KG NL 5 KG NL 5 5 10 10 10 10
KG KG KG KG KG KG
NL NL NL Eng NL Eng
Studenten kiezen per semester telkens één onderdeel uit de verschillende keuzegroepen. Studenten volgen in semester 2 een van de volgende keuzetrajecten: - Televisie - Onderzoeks/Datajournalistiek en Tekst - Onderzoeks/Datajournalistiek en Radio
Programma: Jaar:
Ma Journalistiek (Nederlandstalig) 2
sem uw vaknaam Ia var Ma-scriptie Journalistiek Ib var Ma-stage Journalistiek Opmerkingen:
vakcode LJX001M10 LJX053M05 LJX051M05 LJX052M05 LJX044M05 LJX018M05 LJX019M05 LJX006M05 LJX061M05 LJX054M10 LJX055M05
vakcode LJX999M15 LJX000M15
ECTS V/K taal 15 V En/NL 15 V NL
Het is verplicht eerst het onderdeel Ma-scriptie Journalistiek: Voorbereiding uit jaar 1 te hebben afgerond, alvorens met de Ma-stage te beginnen.
Het Studieprogramma
45
Journalism Profiel van het programma Studenten die voor het masterprogramma Journalism in Groningen kiezen, zijn sterk internationaal gericht. Zij kiezen bewust voor een Engelstalige, internationale leeromgeving. Zo krijgen zij de kans om intensief samen te werken met mensen met sterk uiteenlopende culturele achtergronden. Sommige studenten zullen gericht zijn op een internationale carrière, anderen willen in Groningen juist journalistieke vaardigheden en een kritische journalistieke attitude aanleren die zij mee terug kunnen nemen naar het land waar zij oorspronkelijk vandaan komen. Na hun opleiding kunnen studenten het nieuws verwerven, selecteren en ordenen en het onderscheid maken tussen nieuws, analyse en commentaar. Ze weten dat feiten gecheckt moeten worden en dat hoor- en wederhoor nodig zijn voor een verhaal naar buiten kan worden gebracht. Door zich op onderwerpen te specialiseren zijn zij in staat om een optimum te vinden tussen betrouwbaarheid en toegankelijkheid. Zij beseffen dat online het centrale platform is waarop de journalistieke verhalen moeten worden verteld. Een optimale inzet van tekst, bewegend beeld, geluid en het besef dat online betekent dat aan de andere kant mensen mee kunnen doen, staan centraal bij het goed vertellen van het journalistieke verhaal. Bovendien realiseren studenten zich dat hun werk voorziet in een behoefte aan waarheid en verificatie bij burgers, en daarom een economische waarde vertegenwoordigt. Het praktijkonderwijs is daarom volledig multimediaal. Studenten ontwikkelen niet alleen het vermogen om teksten voor gedrukte media, radio, televisie en internet te schrijven, zij leren ook hoe je journalistieke bijdrages maakt voor radio en televisie en hoe je een multimediale site verrijkt met beeld en gebuid. Het medium is daarbij het middel, doel is om een helder verhaal gebaseerd op heldere journalistieke keuzen te leren vertellen. Kenmerkend voor de studie in Groningen is dat, naast de journalistieke vaardigheidstraining, minstens even veel tijd is ingeruimd voor theorie en onderzoek op het gebied van Journalism Studies. Journalisten die maatschappelijke ontwikkelingen kunnen duiden, hebben een hoog analytisch niveau en een stevige basis in een academisch vakgebied. Bovendien kunnen zij reflecteren op ontwikkelingen in de journalistiek en hun eigen rol daarbinnen. Samen met docenten bestuderen studenten hoe de media werken, wat de kenmerken zijn van onze journalistieke cultuur en hoe deze zich verhoudt tot andere instituties zoals politiek, literatuur en economie. Opbouw van het masterprogramma Journalism Het selectieve Engelstalige masterprogramma Journalism duurt anderhalf jaar (90 ECTS). In het eerste semester volgen studenten de modules Journalism Studies (10 ECTS) en Global Journalism (5 ECTS). Daarnaast volgen zij de modules Journalism Skills I t/m III (samen 15 ECTS). In het tweede semester volgen het theorievak Business & Ethics (5 ECTS), het Research Seminar (10 ECTS) en de modules Journalism Skills IV en V (15 ECTS). In het derde en laatste semester volgt het afstudeerwerkstuk (20 ECTS) en naar keuze een redactiestage of een tweede Research Seminar (beide 10 ECTS). Toelatingsvoorwaarden Het masterprogramma Journalism is toegankelijk voor studenten met een in Nederland erkend academisch bachelordiploma. Het programma heeft alleen een instroommoment in september en er is plaats voor maximaal 15 studenten. Alle kandidaten moeten deelnemen aan een selectieprocedure. Bij selectie wordt gelet op algemene ontwikkeling, kennis van de actualiteit en van de media, wetenschappelijke belangstelling, journalistieke ervaring en attitude. Er worden hoge eisen gesteld aan je beheersing van de Engelse taal (TOEFL 7). Op de website, http://www.rug.nl/let/journalism, vind je meer informatie. Toekomstperspectieven Je kunt aan de slag in alle journalistieke functies in dag-, week- en maandbladen, de omroep en nieuwe media. Bijvoorbeeld als bureauredacteur maar ook als verslaggever. Afgestudeerden werken inmiddels bij nieuwsorganisaties en productiebedrijven. Internationale studenten gaan vaak aan de slag in het land van herkomst maar ook elders.
46
Het Studieprogramma
Programma: Jaar: sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ib Ib IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
uw var var var 2 2 2 2 var var 3 3
Ma Journalism (Engelstalig) 1
vaknaam Journalism Skills I Journalism Skills II Journalism Skills III Journalism Studies Global Journalism Theoretical Specialization II: Pol. Cult Business and Ethics Journalism Skills IV Journalism Skills V Onderzoekscollege Journalistiek 2 Research Seminar I
Opmerkingen:
uw var 3 var var
5.2.15
taal Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
Ma Journalism (Engelstalig) 2
vaknaam Master’s Thesis Journalism Research Seminar II Master’s Thesis Journalism: Preparation Master’s Work Placement Journalism
Opmerkingen:
ECTS V/K 5 V 5 V 5 V 10 V 5 KG 5 KG 5 V 5 V 10 V 10 KG 10 KG
Studenten kiezen per semester telkens één onderdeel uit de verschillende keuzegroepen.
Programma: Jaar: sem Ia-b Ia-b Ia Ib
vakcode LJX032M05 LJX033M05 LJX034M05 LJX043M10 LJX044M05 LJX019M05 LJX040M05 LJX035M05 LJX036M10 LJX059M10 LJX041M10
vakcode LJX998M15 LJX042M10 LJX062M05 LJX000M10
ECTS V/K 15 V 10 K 5 V 10 K
taal Eng Eng Eng Eng
Studenten kiezen of een stage of een tweede Research Seminar. Voor met de stage kan worden begonnen moet het onderdeel Master’s Thesis Journalism: Preparation zijn afgerond.
Midden-Oosten Studies 60 ECTS (CROHO 60842)
Midden-Oosten Studies Het Masterprogramma Midden-Oostenstudies duurt een jaar, bestaat uit 60 ECTS en is sinds 1 september 2013 geheel vernieuwd in het kader van Midden-Oosten Regiostudies. MiddenOosten Regiostudies binnen deze Mastermodule bestaat uit bestudering van het Midden-Oosten zelf en de plaats van het Midden-Oosten binnen het internationale systeem. Via bestudering van conflicten en internationale organisaties wordt een uniek inzicht in deze regio geboden. De aanwezige expertise en kennis binnen Midden-Oosten Regiostudies maken deze specialisatie mogelijk en wenselijk. Het programma houdt rekening met de vervulling van een Masterstage in Nederland, Europa of in het Midden-Oosten. Toelatingseisen Een Bachelordiploma Midden-Oosten Studies en ieder vergelijkbaar Bachelordiploma binnen de Faculteit der Letteren geeft toegang tot de Masteropleiding Midden-Oosten Studies. Voor andere Bacheloropleidingen is toestemming nodig van de Toelatingscommissie van de opleiding. Opbouw van het studieprogramma In het eerste semester worden drie modules aangeboden. In het tweede semester kun je een buitenlandverblijf invullen met een Masterstage (10 ECTS) dan wel een tutorial (10 ECTS) met het schrijven van de Masterscriptie (20 ECTS).
Het Studieprogramma
47
Programma:
Ma Midden-Oostenstudies
sem uw vaknaam Ia-b 4 Conflicten in het Midden-Oosten Ia-b 4 Internat. organisaties Midden-Oosten Ia-b 4 Ozc: Midden-Oosten Regiostudies IIa-b var Masterscriptie Midden-Oostenstudies IIa-b var Buitenlandverblijf Midden-Oosten Studies IIa-b var Masterstage Midden-Oostenstudies IIa-b var Tutorial Master Midden-Oostenstudies Opmerkingen:
vakcode LXX029M10 LXX030M10 LXX028M10 LXX998M20
LXX111M10 LXX024M10
ECTS V/K 10 V 10 V 10 V 20 V 10 KG 10 10
KG KG
taal NL NL Eng NL NL NL NL
Stage / Buitenlandverblijf / Tutorial na overleg met de opleiding.
5.2.16 Neerlandistiek 60 ECTS (CROHO 60849) Profiel van de opleiding Neerlandistiek In de Groningse master Neerlandistiek word je opgeleid tot een breed georiënteerde neerlandicus met een stevige maatschappelijk gerichte kennisbasis en met een uitgebreid repertoire aan vaardigheden waarmee je in de maatschappij kunt opereren op academisch denk- en werkniveau. De neerlandistiek wordt in deze master vakoverstijgend benaderd, dat wil zeggen niet meer vanuit de gedachte dat de vier subdisciplines (taalkunde, taalbeheersing, oudere en moderne letterkunde) zich in allerlei opzichten van elkaar onderscheiden, maar juist vanuit de gedachte dat zij bepaalde raakvlakken hebben en met elkaar verbonden zijn. Je leert welke carrièremogelijkheden je als neerlandicus hebt, in welke domeinen van de samenleving je je expertise en capaciteiten kunt inzetten, en hoe je je voor functies in die domeinen kunt profileren. Het masterprogramma voorziet tevens in onderwijs op het terrein van de e-Humanities. Tenslotte word je in de gelegenheid gesteld een internationaal netwerk op te bouwen: je kunt je stage in het buitenland doen en contacten leggen met buitenlandse neerlandici. Maatschappelijk gerichte kennisbasis Deze master Neerlandistiek geeft inzicht in hoe taal, communicatie en literatuur functioneren. Dit gebeurt door middel van thematische colleges waarbij de vier subdisciplines van de neerlandistiek (taalkunde, taalbeheersing, oudere en moderne letterkunde) worden geïntegreerd en elkaar op deze wijze versterken. Je krijgt inzicht in hoe taal in elkaar zit, in hoe processen van taal verwerven, taal gebruiken en teksten lezen en schrijven werken. In de studie komen vragen aan de orde als: hoe functioneren de Nederlandse taal en literatuur transnationaal? Welke kennis brengt literatuur over: morele waarden, wetenschappelijke kennis, praktische gedragsregels? Hoe kunnen we mondelinge en schriftelijke communicatie verbeteren? Wat is de impact van de sociale media? Op deze wijze verdiep je je niet alleen in afzonderlijke subdisciplines van de neerlandistiek maar leer je ook hoe de verschillende subdisciplines met elkaar samenhangen. Dit alles te samen maakt je als neerlandicus op de arbeidsmarkt maatschappelijk waardevol. Zie verder onder Toekomstperspectieven. Vaardigheden Vanzelfsprekend vergroot je ook je repertoire aan academische vaardigheden. Je wordt getraind in het verzamelen en verwerken van data uit empirisch, kwalitatief en kwantitatief onderzoek en in het ontwerpen van relevante onderzoeksvragen. Je leert in de cursussen resultaatgericht samen te werken door het uitvoeren van kleine projecten met andere studenten (doelstellingen formuleren, structureren, plannen, taken verdelen, eindredactie). In de cursussen krijg je voorts de gelegenheid om je mondelinge en schriftelijke vaardigheden verder te ontwikkelen, zodat je je allround talig bekwaamt en na je studie ook in dit opzicht breed inzetbaar bent. Vakoverstijgend Je wordt opgeleid tot breed georiënteerd neerlandicus. De vier onderzoekscursussen van het programma zijn daarom vakoverstijgend van inhoud en opzet. In elke cursus bestudeer je een thema dat relevant is vanuit het onderzoeksperspectief van ten minste twee deelgebieden van
48
Het Studieprogramma
de neerlandistiek: de taalkunde, de oudere letterkunde, de moderne letterkunde en/of de taalbeheersing. De cursussen worden gegeven door docenten (experts) uit deze verschillende deelgebieden. Het blijft mogelijk je eigen, specialistische accenten te leggen in, bijvoorbeeld, een afsluitend werkstuk. Carrière / loopbaanoriëntatie We besteden in deze master veel aandacht aan de manieren waarop je je na je opleiding op de arbeidsmarkt kunt profileren. Gedurende 1 semester volg je lezingen van gastsprekers die een concreet beeld geven van je carrièremogelijkheden als afgestudeerd neerlandicus. Alumni, vertegenwoordigers van uitgeverijen en tekstbureaus, en potentiële werkgevers in de culturele, beleidsmatige en educatieve sector vertellen hoe je je kunt kwalificeren voor functies in maatschappelijke domeinen waarin jouw expertise en jouw kennis van taal, taalgebruik en cultuur relevant zijn. Tijdens hieraan gekoppelde werkcolleges bouw je een portfolio op waarmee je je op de arbeidsmarkt kunt presenteren. Je volgt bovendien, in het tweede gedeelte van je masterjaar, een stage – de voorbereiding daarvan gaat van start aan het begin van je masterjaar. De stage kun je desgewenst combineren met je afstudeerscriptie. e-Humanities De master Neerlandistiek haakt aan bij de recente facultaire ontwikkelingen met betrekking tot e-Humanities en ict. Je krijgt inzicht onder meer in data verzamelen en het doorzoeken van dataverzamelingen. Je doet opdrachten gerelateerd aan het selecteren en formuleren van relevante onderzoeksvragen in relatie tot e-Humanities. Centraal staat de vraag: hoe kun je e-Humanities inzetten bij de bestudering en maatschappelijke overdracht van taal en literatuur? Internationaal netwerk In ruim veertig landen ter wereld studeren meer dan 15.000 studenten Nederlands, waarbij ‘studeren’ kan betekenen dat zij louter taalcursussen Nederlands volgen (om bijvoorbeeld in een bedrijf te kunnen gaan werken waar Nederlands sprekenden nodig zijn) of een compleet opleidingsprogramma Nederlandse taal en cultuur (meestal onder benamingen als Germaanse studies, Dutch Studies, Niederlande-Studien, en dergelijke). Deze laatste groep buitenlandse studenten combineert in hun bachelor-opleiding het Nederlands doorgaans met een andere taal, of met een andere discipline (zoals vertaalwetenschap, geschiedenis of antropologie). Tijdens je masterjaar word je gestimuleerd om contacten te leggen met de internationale neerlandistiek, niet alleen vanwege het belang dat buiten onze landsgrenzen aan het Nederlands toegekend wordt, maar ook omdat daar een toekomstig werkterrein kan liggen. Enerzijds maak je kennis met buitenlandse studenten die in Groningen onderwijs op het gebied van Nederlandse taal en cultuur volgen (bij de afdeling Nederlands, bij Dutch Studies, bij het talencentrum) en met buitenlandse neerlandici die in Groningen als gastdocent optreden. Anderzijds krijg je gelegenheid om een deel van je studie aan een buitenlandse universiteit met een afdeling Nederlands te volgen en/of er stage te lopen. Naam opleiding: Studiejaar: sem Ia-b + IIa-b Ia-b + IIa-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b
Ma Neerlandistiek 1
uw vaknaam var Neerlandistiek in de e-Humanities
vakcode LNX021M05
var Werkterreinen Neerlandistiek
LNX020M05
5
var var var 2 var
Gespierde taal Ironie Retorica Fonologie als menselijk gedrag Interdisciplinair onderzoekscollege
LNX024M10 LNX023M10 LNX022M10 LTX014M10
10 10 10 10 10
KGA NL KGA NL KGA NL KGB En/NL KGB En/NL
Language Development Nieuwe klanken
LLS008M10 LTX013M10
10 10
KGB Eng KGB En/NL
4 2
Het Studieprogramma
ECTS V/K 5 V
V
taal NL
NL
49
Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
var Onderzoek communicatievaardigheden 2 Sociolinguïst. variatie & verandering 4 Taal en tekstoptimalisatie var Ma-scriptie Nederlands var Ma-stage Nederlands var Metaforen in taal en literatuur var Interdisciplinair onderzoekscollege
IIa-b 2 IIa-b var IIa-b 4 Opmerkingen:
Linguistic Analysis Onderzoek communicatievaardigheden Writing: Context, Process and Text
LCX057M10 LTX012M10 LCX062M10 LNX999M20 LNX000M10 LNX025M10
10 10 10 20 10 10 10
KGB NL KGB Eng KGB NL V NL V NL KGA NL KGB En/NL
LLS007M10 LCX057M10 LLS025M10
10 10 10
KGB En/NL KGB NL KGB Eng
1. De student kiest verplicht uit keuzegroep A minimaal 1 en maximaal 2 onderzoekscollege(s) Neerlandistiek. 2. Voor de (eventueel) resterende 10 ECTS van de Master kan de student kiezen uit de vakken in keuzegroep B of uit het aanbod van het landelijke programma MasterLanguage (zie http://masterlanguage.nl/cursusoverzicht/). 3. De scriptie en stage kunnen ook buiten de aangegeven periode worden gedaan. NB: het is van belang om bij het begin van het collegejaar te starten met het zoeken naar een stage.
Toelatingseisen Het voldoen aan de eisen voor het BA-getuigschrift Nederlandse taal en cultuur is voorwaarde voor toelating tot de MA Neerlandistiek. Men kan, zonder tijdverlies, in de MA een andere specialisatierichting kiezen dan in de BA en men kan ook aan het begin van het tweede semester instromen in de MA. Voor informatie over beide richte men zich tot de studieadviseur. Studenten met een HBO-diploma 2e-graads dienen een schakelprogramma te volgen van 1 jaar aan BAonderdelen. Studenten met een HBO-diploma 1e-graads hebben direct toegang tot de MA. Relatie met andere masterprogramma’s Als je de Educatieve master Nederlands wilt volgen, dan ziet het eerste semester van het eerste masterjaar er bij instroom in september in grote lijnen hetzelfde uit als dat van de studenten die kiezen voor de maatschappelijke master. In het tweede semester van jaar 1 volg je twee onderdelen van 5 ECTS bij het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG) als voorbereiding op je tweede, vooral (vak)didactische masterjaar. Daarnaast schrijf je een scriptie van 20 ECTS. In het tweede jaar volg je een 'werken-leren traject': naast colleges bij het UOCG sta je een aantal uren per week voor de klas en volg je nog voor 10 ECTS aan onderdelen bij Neerlandistiek. Vóór het begin van het 'werken-leren traject' moet je de masterscriptie afgerond hebben, anders word je niet toegelaten. Met het afronden van de educatieve master heb je zowel een mastertitel als een eerstegraads lesbevoegdheid behaald. De maatschappelijke master duurt 1 jaar, de educatieve master 2 jaar. Naast de masteropleiding Neerlandistiek bestaan er in Groningen researchmasters die 2 jaar duren, ze leiden vooral op tot onderzoeker. Een selectieprocedure gaat vooraf aan de toelating tot deze opleidingen (zie: 5.6.1 en 5.6.3). Toekomstperspectieven Een masterdiploma Neerlandistiek geeft aan dat de student in staat is wetenschappelijk onderzoek te verrichten en beschikt over de kennis en competenties die noodzakelijk zijn om toegelaten te worden tot de promotie. De master is in staat tot een zelfstandige beroepsuitoefening op academisch niveau en kan bijdragen leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied. De master kan verder bijdragen aan het toegankelijk houden en overdragen van Nederlandse cultuur voor zover die in taaluitingen is neergelegd. Het beroepenveld waar afgestudeerde neerlandici terechtkomen is breed. Instellingen waar afgestudeerden terechtkomen zijn o.a onderwijs en educatie (hbo, vwo, educatieve centra, talencentra, opleidingen Nederlands in het buitenland), in het bedrijfsleven (ict-bedrijven, uitgeverij, communicatiebureau, hoofdredactie tijdschriften/magazines, redactie radio & tv), in een beleidsfunctie (bijvoorbeeld als medewerker Letterenfonds of als voorlichter bij gemeente/provincie/rijk, non-profitinstellingen), et cetera. Kortom, de master Neerlandistiek leert je
50
Het Studieprogramma
de Nederlandse cultuur voor zover die in taaluitingen is neergelegd, te analyseren, toegankelijk te maken en maatschappelijk gericht over te dragen.Taken die een Master Neerlandistiek in zijn eerste baan na zijn studie kan tegenkomen, bevinden zich onder andere op het gebied van ontwerpen en redigeren van uiteenlopende teksten, de redactie van tijdschriften en van gedrukte en elektronische teksten, het verstrekken van informatie over de Nederlandse taal en literatuur, het beheren en onderhouden van taalmaterialen, het verzorgen van cursussen; het begeleiden van auteurs op uitgeverijen, het coördineren van projecten, het mede vormgeven van communicatieen uitgeef-strategieën en het adviseren over de inzet van communicatieactiviteiten en middelen.
5.2.17
Noord-Amerika Studies 60 ECTS (CROHO 60845)
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 68. 5.2.18 Oudheidstudies 60 ECTS (CROHO 60821) Programma’s (afstudeerrichtingen) De masteropleiding Oudheidstudies kent twee progamma’s waarin de student kan afstuderen: 1) Griekse en Latijnse Taal en Cultuur 2) Oude Geschiedenis Profiel van de opleiding Hoe worden in het wetenschappelijk onderzoek allerlei thema’s uit de oudheid benaderd, bijvoorbeeld de Trojaanse oorlog, de verhouding tussen Grieken, Romeinen en barbaren, de functie van literaire genres? Hoe kun je zelf de schriftelijke en materiële bronnen kritisch evalueren? Hoe schrijf je een commentaar op een tekst uit de oudheid? Wat zijn de antieke wortels van moderne ideeën over burgerschap en leiderschap? Wat was de basis van het succes van het Romeinse rijk? Deze en andere vragen worden bij de Master Oudheidstudies uitgediept. De opleiding richt zich op een geïntegreerde benadering van de klassieke oudheid, waarin je kunt kiezen voor een meer of minder talige invulling van het programma. Toelatingseisen De Master Oudheidstudies sluit aan op de Ba-opleidingen Griekse en Latijnse Taal en Cultuur en Geschiedenis. De Master is ook toegankelijk voor studenten met een Ba-diploma Archeologie of Filosofie of een andere relevante opleiding die tijdens hun BA aantoonbaar aandacht hebben besteed aan de oudheid. Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (GLTC) Opbouw van het programma Het masterprogramma GLTC duurt een jaar en omvat 60 ECTS en kent voor iedereen een gelijksoortige opbouw. In het eerste semester volgt iedereen het commentaarcollege Grieks en Latijn (10 ECTS) en een interdisciplinair onderzoekscollege (10 ECTS). De resterende 10 ECTS worden gevuld met keuze-onderdelen. In het tweede semester volgt iedereen een thematisch college Grieks en Latijn (10 ECTS) en schrijft een scriptie (20 ECTS). Het interdisciplinaire onderzoekscollege wordt gekozen uit het aanbod van de Faculteit. Bij de keuze-onderdelen kiest de student: - een onderwerp op het gebied van de oudheid uit het aanbod van GLTC (bijvoorbeeld Griekse epigrafie en/of papyrologie), Oude Geschiedenis, Klassieke en Mediterrane Archeologie, Europese talen, Filosofie of Rechten. - een module uit het landelijke aanbod van modules in het kader van Masterlanguage. - een stage.
Het Studieprogramma
51
Programma:
Griekse en Latijnse taal en cultuur
sem uw vaknaam Ia-b 2 Commentaarcollege Grieks en Latijn Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LQX020M10
Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ib IIa-b IIa-b IIa-b
var var 2 2 var var 2
Griekse epigrafie Griekse epigrafie: Essay OZC: Athens and Rome The Rise of Cities and States Griekse literaire papyrologie Ma-scriptie Oudheidstudies Themacollege Grieks en Latijn Masterstage Oudheidstudies
LQX021M05 LQX022M05 LGX049M10 LPM005M10 LQX026M05 LQX997M20 LQX027M10 LQX028M10
5 5 10 10 5 20 10 10
K K K K K V V K
En/NL NL Eng Eng NL NL NL NL
IIa
4
The Archaeology of Death
LPX006M10
10
K
Eng
Opmerkingen:
ECTS V/K taal 10 V NL 10 V En/NL
1. Het onderdeel Griekse epigrafie (LQX021M05) kan worden gecombineerd met 1. Een essay Griekse epigrafie (LQX022M05) of 2. Het onderdeel Griekse literaire papyrologie (LQX023M05). 2. Studenten GLTC volgen in totaal: - 20 EC GLTC onderdelen - 20 EC Master-scriptie Oudheidstudies - 20 EC keuzeonderdelen, waarvan één interdisciplinair onderzoekscollege. 3. Studenten die in semester twee willen starten, kunnen in overleg met de studieadviseur een programma samenstellen.
Oude Geschiedenis Opbouw van het programma Het masterprogramma Oude Geschiedenis duurt een jaar en omvat 60 ECTS. Kern van het programma vormen de twee onderzoekscolleges van elk 10 ECTS over jaarlijks wisselende onderwerpen. Verder worden 20 ECTS naar keuze ingevuld met: - bijv. epigrafiek, onderdelen uit de opleidingen GLTC, Archeologie, Geschiedenis, of buitenfacultaire modules zoals Antieke Wijsbegeerte of Rechtsgeschiedenis. - een module uit het landelijke aanbod van modules in het kader van Masterlanguage - een stage Het keuzepakket wordt in overleg met de docenten Oude Geschiedenis vastgesteld. Het programma wordt afgesloten met een scriptie van 20 ECTS. Studenten zonder GLTC Badiploma kunnen hun programma niet-talig invullen. Programma: sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
uw 2 var var 2 2 var
IIa-b IIa
2 4
vaknaam Commentaarcollege Grieks en Latijn Griekse epigrafie Griekse epigrafie: Essay OZC: Athens and Rome The Rise of Cities and States Ma-scriptie Oudheidstudies Masterstage Oudheidstudies
vakcode LQX020M10 LQX021M05 LQX022M05 LGX049M10 LPM005M10 LQX997M20 LQX028M10
Res. Sem.: Roman Empire in the Third Cen The Archaeology of Death
LGX058M10 LPX006M10
Opmerkingen:
52
Oude geschiedenis ECTS V/K taal 10 K NL 5 K En/NL 5 K NL 10 K Eng 10 K Eng 20 V NL 10 K NL 10 10
K K
En/NL Eng
1. Studenten kunnen kiezen uit bijv. modules uit de Master ‘Geschiedenis Vandaag/History Today’ (History Online, Onderzoekscollege of Historisch Methodenvak), of buitenfacultaire modules Antieke Wijsbegeerte of
Het Studieprogramma
Rechtsgeschiedenis. Dit moet altijd gebeuren in overleg met de studieadviseur. 2. Studenten Oude geschiedenis volgen in totaal: - 20 EC Oude geschiedenis onderdelen - 20 EC Master-scriptie Oudheidstudies - 20 EC keuzeonderdelen 3. Studenten die in semester twee willen starten, kunnen in overleg met de studieadviseur een programma samenstellen.
Relatie met andere masterprogramma’s Als je de tweejarige Educatieve master Grieks en Latijn wilt volgen, dan ziet het eerste semester van het eerste masterjaar er in grote lijnen hetzelfde uit als dat van de studenten die kiezen voor de master Oudheidstudies. In het tweede semester van jaar 1 volg je een Basiscursus Lerarenopleiding en een Masterstage, elk van 5 ECTS,2 bij de Lerarenopleiding als voorbereiding op je tweede masterjaar. Daarnaast schrijf je een scriptie van 20 ECTS. Vóór het begin van het tweede jaar moet je de masterscriptie afgerond hebben, anders word je niet toegelaten. In het tweede jaar volg je onderdelen vakdidactiek, onderwijskunde en stages op scholen. De opleiding wordt afgesloten met onderzoeksproject. Met het afronden van de educatieve master heb je zowel je mastertitel als je eerstegraads lesbevoegdheid behaald. Naast de masteropleiding Oudheidstudies bestaan er in Groningen tweejarige researchmasters Classical, Medieval and Renaissance Studies, Literary and Cultural Studies, Art History and Archaeology en Taalwetenschappen, die specifiek opleiden tot onderzoeker. Een selectieprocedure gaat vooraf aan de toelating tot deze onderzoeksopleidingen (zie 5.6). Toekomstperspectieven De breedheid van deze letterenopleiding, de grote taalvaardigheid en het kritisch vermogen maken classici en oudhistorici geschikt voor allerlei functies. Dit maakt dat ze breed inzetbaar zijn voor carrières in de wetenschap, bij de overheid, de media, uitgeverijen, het bedrijfsleven, de cultuursector, bibliotheken en in het onderwijs. 5.2.19
Oudheidstudies 120 ECTS (CROHO 60039)
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 80.
5.2.20 Taalwetenschappen 60 ECTS (CROHO 60815) Progamma’s (afstudeerrichtingen) De masteropleiding Taalwetenschappen kent vier programma’s waarin de student kan afstuderen: 1) Neurolinguïstiek 2) Applied Linguistics 3) Europese taalkunde 4) Multilingualism Profiel van de opleiding Taalwetenschappen De Masteropleiding Taalwetenschappen verenigt academische vorming en het bestuderen en toepassen van belangrijke theorieën en methodologieën van de Linguïstiek en de toepassing ervan in de maatschappij. Daarbij wordt de nadruk gelegd op brede thema’s die richtinggevend zijn voor de ontwikkeling binnen het wetenschapsgebied en de maatschappelijke context. De In plaats van het Themacollege Grieks en Latijn(10 ECTS). Dit college volg je in het tweede semester van het tweede jaar om uiteindelijk toch de vereiste omvang van 60 ECTS aan studieonderdelen voor de Master Oudheidstudies te behalen. 2
Het Studieprogramma
53
disciplines Toegepaste Taalwetenschap, Neurolinguïstiek en Europese Taalkunde vormen de basis van deze brede, dynamische en flexibele opleiding in Groningen. Terwijl Toegepaste Taalwetenschap al als zelfstandige opleidingen bestond, is Neurolinguïstiek een samenvoeging van het gelijknamige onderdeel uit de oude opleiding Algemene Taalwetenschap (ATWNeurolinguïstiek) en Speech and Language Pathology (SLP). De nieuwe afstudeerrichting Europese Taalkunde (EL) is een gemeenschappelijke voortzetting van de voormalige afstudeervariant Theoretische Linguïstiek van de opleiding Algemene Taalwetenschap (ATW) en de taalkundige afstudeervarianten van de moderne talen-opleidingen Duitse Taal en Cultuur, Engelse Taal en Cultuur, Friese Taal en Cultuur, Romaanse Talen en Culturen (RTC), Scandinavische Talen en Culturen, en Slavische Talen en Culturen. Dit biedt de student tevens de mogelijkheid zich te specialiseren in een taal of taalfamilie, waardoor de opleiding in zekere zin een intercultureel component bevat. De combinatie en integratie van de diverse aspecten van Taalwetenschap maakt de opleiding uniek. Neurolinguïstiek Opbouw van het studieprogramma Binnen de richting Neurolinguïstiek bestudeer je spraak- en taalstoornissen in al haar facetten: theoretische en medische achtergrond, diagnostiek en behandeling. In Groningen staan de taalstoornissen centraal (afasie, taalontwikkelingsstoornissen en dyslexie), maar er wordt ook aandacht besteed aan spraakstoornissen (met name verworven spraakapraxie en ontwikkelingsdyspraxie). In het eerste semester worden drie onderzoekscolleges (afasiologie, taalontwikkelingsstoornissen, dyslexie) aangeboden. In het tweede semester volgen alle studenten een stage; wil men een therapiebevoegdheid behalen, dan wordt deze stage verzorgd door de opleiding Logopedie. Deze stage is therapiegericht. Studenten die al een therapiebevoegdheid hebben of studenten die geen therapiebevoegdheid willen halen, doen een onderzoeksgerichte stage. Deze stages worden verzorgd door de RUG. In alle gevallen wordt de opleiding afgesloten met een scriptie. De eisen die aan de scriptie gesteld worden zijn voor elke student hetzelfde: een student moet bij de scriptie laten zien in staat te zijn tot het zelfstandig opzetten en uitvoeren van een onderzoek. De scriptie heeft de status van een wetenschappelijk verslag van het uitgevoerde onderzoek. Programma:
Ma Neurolinguïstiek
sem uw vaknaam Ia-b 4 Afasiologie Ia-b 4 Dyslexie Ia-b 4 Taalontwikkelingsstoornissen IIa-b var Masterscriptie Neurolinguïstiek IIa-b var Masterstage Neurolinguïstiek Opmerkingen:
vakcode LTX001M10 LTX003M10 LTX002M10 LTS998M20 LTN000M10
ECTS V/K taal 10 V En/NL 10 V En/NL 10 V NL 20 V NL 10 V En/NL
Studenten die tijdens hun bachelor Taalwetenschap zijn begonnen met de minor Logopedie, behalen hun therapie bevoegdheid door na de master nog een laatste afrondende Logopedie-stage te volgen.
Applied Linguistics (TEFL) Programme structure The main aim of this specialization is to introduce students to research in the field of second language acquisition and multilingualism, and the application of such research in the practical field of language teaching and language testing. The heart of this specialization is the course unit Theory of Second Language Development, which covers all theoretical aspects of second-language acquisition, discussing a contemporary, dynamic perspective based on a historical development. Both conventional and traditional research is supported in the course unit Research Methodology in Applied Linguistics. This course unit teaches students not only to critically examine research by others, but also independently to set up, analyse and correctly report on research in the field of second-language acquisition. The application of language research in education is discussed in the course unit Teaching Methodology and Second Language Development, which also trains students in de-
54
Het Studieprogramma
veloping language teaching methodologies supported by the understanding they acquired in Theory of Second Language Development. In the second semester, students may choose to further specialize in language teaching via the course unit CALL, which focuses on ComputerAssisted Language Learning and introduces students to a variety of applications of computers in language teaching as well as to research into the effectiveness of these applications. Students can also choose an elective course from one of the other Linguistics Masters, provided that the course fits the content of the programme.The broad knowledge they gain in the fields of secondlanguage acquisition, language education, and research methodology will thoroughly prepare students for setting up, conducting, analysing and reporting on their own independent research project in their Master's Thesis in Applied Linguistics. Programma:
Ma Applied Linguistics - TEFL
sem uw vaknaam Ia-b 4 Onderwijsmeth./2e taalontwikkeling Ia-b 4 Onderzoeksmethodologie TTW Ia-b 4 Theorie van tweede-taalontwikkeling IIa-b 2 Ma-scriptie Toegepaste Taalwetenschap IIa-b 4 CALL IIa-b 2 Ma-stage Toegepaste Taalwetenschap Opmerkingen:
vakcode LOX014M10 LOX002M10 LOX011M10 LOX999M20 LOX015M10 LOX000M10
ECTS V/K 10 V 10 V 10 V 20 V 10 K 10 K
taal Eng Eng Eng Eng Eng Eng
1. De student kiest in het 2e semester een keuzeonderdeel voor in totaal 10 ECTS, of met toestemming van de studieadviseur een onderdeel uit een ander Masterprogramma. 2. De stage en scriptie kunnen ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden. Raadpleeg de studieadviseur.
Europese taalkunde Opbouw van het studieprogramma Het programma Europese Taalkunde (European Linguistics) is een 60-ECTS masterprogramma dat een gemeenschappelijke voortzetting is van de voormalige afstudeervariant Theoretische Linguïstiek van de opleiding Algemene Taalwetenschap (ATW) en de taalkundige afstudeervarianten van de moderne talen-opleidingen Duitse Taal en Cultuur, Engelse Taal en Cultuur, Finoegrische Talen en Culturen, Friese Taal en Cultuur, Romaanse Talen en Culturen, Scandinavische Talen en Culturen, en Slavische Talen en Culturen. Vanuit deze achtergrond richt het programma zich op taal in al zijn complexiteit en variatie. Het programma besteedt aandacht aan de belangrijkste deelgebieden van de taalwetenschap (de synchrone en diachrone studie van klank, structuur, en betekenis van taal), maar biedt studenten ook de mogelijkheid zich te specialiseren in een taal of taalfamilie (in het bijzonder de talen Duits, Engels, Frans, Fries, Italiaans, Nederlands, Russisch, Spaans en Zweeds). Studenten kunnen zich specialiseren in theoretische algemene taalwetenschap of in één van de moderne talen (de taal van specialisatie). Colleges zijn zo opgezet dat zowel de theoretische deelgebieden als de participerende taalgebieden in het programma herkenbaar aanwezig zijn. De taal van instructie is Nederlands, of bij deelname van internationale studenten en/of docenten Engels. Werkstukken en scripties kunnen geschreven worden in de taal van specialisatie van de student. In dat geval kan de student mede begeleid worden door een specialist in de faculteit anders dan de docent van de module. Indien een student 40 ECTS heeft besteed aan zijn taal van specialisatie, kan die specialisatie vermeld worden op het diplomasupplement. Het programma kenmerkt zich door een verdeling in drie themagebieden (syntaxis/semantiek, fonologie/morfologie, en taalverandering/sociolinguïstiek) waarbinnen verschijnselen van alle talen bestudeerd kunnen worden. Wel wordt er, afhankelijk van de docent en zijn/haar expertise veelal vanuit drie taalgebieden (Engels, overig Germaans, en Romaans) gewerkt. Er is gekozen voor een dergelijke indeling om in het programma zowel de themagebieden als de taalgebieden duidelijk herkenbaar aanwezig te laten zijn.
Het Studieprogramma
55
Programma:
Europese taalkunde
sem uw vaknaam Ia-b 2 Fonologie als menselijk gedrag Ia-b 4 Language Development Ia-b 2 Nieuwe klanken Ia-b 2 Sociolinguïst. variatie & verandering IIa-b 2 De syntaxis van werkwoorden IIa-b var Masterscriptie Taalwetenschappen IIa-b 2 Wat is het Subject? IIa-b 2 Linguistic Analysis Opmerkingen:
vakcode LTX014M10 LLS008M10 LTX013M10 LTX012M10 LTX016M10 LTX998M20 LTX011M10 LLS007M10
ECTS V/K taal 10 K En/NL 10 K Eng 10 K En/NL 10 K Eng 10 V En/NL 20 V NL 10 V En/NL 10 K En/NL
1. Indien de student een taalaantekening wil, volgt hij twee taalspecifieke modules en de taalspecifieke scriptie. In dat geval is het verplicht naast de scriptie minimaal twee modules in de doeltaal af te ronden. Studenten mogen ook een letterkundige taalspecifieke module kiezen uit het aanbod van de Ma letterkunde.
Toekomstperspectieven Het masterprogramma Europese taalkunde leidt op tot een baan op het gebied van theoretische of beschrijvende linguïstiek, taalontwikkeling, taal- en spraaktechnologie of computerlinguïstiek. Daarnaast komen afgestudeerden terecht in het onderwijs of in de communicatie (taaldocent, tekstschrijver, editor, redacteur, vertaler). Ook is het programma ET een geschikte vooropleiding voor beleidsfuncties op het gebied van veeltaligheid en meertaligheid. Daarnaast kan het programma ET dienen als maatschappelijke master binnen de EduMa Duits, Engels, Frans en Spaans. Multilingualism Programme structure The Multilingualism specialisation focuses on the social, cognitive, cultural and educational aspects of multilingualism. This practically oriented programme imparts knowledge about multilingualism which graduates can use in the education sector, in corporate or non-governmental organisations, as well as in policy-making positions. The first semester comprises six course units that discuss a variety of aspects of and perspectives on multilingualism. The course unit Psycholinguistics: The Multilingual Mind focuses on the cognitive aspects of multilingualism and Sociolinguistics: The Multilingual Society on social aspects. The course The Multilingual School discusses basic concepts, principles, aims and forms of multilingual teaching, whilst the course unit Language Diversity in Society introduces students to the principles of language planning and policy making. Throughout these courses students learn about the various contexts in which multilingualism occurs and the relationship between multilingualism, language endangerment and language change. In the course unit Minority Languages: the Case of Frisian, students conduct field research into multilingualism in the ‘Frisian laboratory’. They visit political and cultural institutions in Fryslân, as well as places where lower language domains can be observed and studied, such as community centres, bars, churches and nursing homes. In addition, the students complete a course Research Methodology & Statistics in the first semester. The central theme of this course unit is the practice of social and behavioural research. Students are introduced to the qualitative and quantitative methods and techniques used in the field and teaching practice is bases on do-it-yourself and selfexperience. In the second semester students can do a work placement or follow an elective course. The course unit Testing and Assessment focuses on the theory and practice of language assessment. Language and Cultural History, which is also an elective, discusses the relationships between language, politics and power from a cultural-historical perspective. The MA specialisation in Multilingualism is concluded with a 20 ECTS thesis.
56
Het Studieprogramma
Programma:
Ma Multilingualism
sem uw vaknaam Ia-b 2 Linguistic Diversity in Society Ia-b 2 Minority Languages: The Case of Frisian Ia 2 Research Methodology Ia 2 The Multilingual Community Ib 2 The Multilingual Mind Ib 2 The Multilingual School IIa-b var Ma Thesis Multilingualism IIa-b 2 Language and Cultural History IIa-b var Ma Internship Multilingualism IIa-b 2 Testing and Assessment
vakcode LHF017M05 LHF016M05 LHF018M05 LHF014M05 LHF021M05 LHF015M05 LHM999M20 LHF019M10 LHM000M10 LHF020M10
ECTS V/K 5 V 5 V 5 V 5 V 5 V 5 V 20 V 10 K 10 K 10 K
taal Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
5.2.21 Taalwetenschappen - Erasmus Mundus Master of Excellence – Multiele: Master in Learning and Teaching of Spanish in Multilingual and International Contexts Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 57. 5.2.22 Taalwetenschappen 120 ECTS (CROHO 60817) Progamma’s (afstudeerrichtingen) De Research Masteropleiding Taalwetenschappen kent drie programma’s waarin de student kan afstuderen: Language and Cognition – Research Master Clinical Linguistics – Research Master Language and Communication Technologies – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 83.
5.3
INTERDISCIPLINAIRE ONDERZOEKSCOLLEGES
De Faculteit biedt een serie zogenaamde interdisciplinaire onderzoekscolleges aan. Deze colleges zijn bedoeld voor studenten die een Masterprogramma Letterkunde of Neerlandistiek volgen. Deze studenten volgen in beginsel één interdisciplinair onderzoekscollege. In totaal worden er 9 van dergelijke colleges verzorgd. Met de interdisciplinaire colleges wordt het keuzeaanbod aanzienlijk verrijkt. Opzet en vorm van de interdisciplinaire colleges verschillen per onderdeel. Soms wordt een college verzorgd door één docent, soms door een groep van docenten. Ook kan het voorkomen dat het bestaat uit twee blokken, na een inleiding volgt vervolgens een uitwerking die hoofdvak gerelateerd is. Nadere informatie kan worden gevonden bij de verschillende moduleomschrijvingen. Interdisciplinaire onderzoekscolleges sem uw vaknaam Ia-b 3 Homosexuality in Literature Ia-b 3 Literary correspondence in Europe Ia-b 3 Literature and the Crisis of Representat Ia-b 2 Van schrijver naar lezer: Edities
Het Studieprogramma
vakcode LLS040M10 LLS032M10 LLS041M10 LLS014M10
ECTS V/K 10 K 10 K 10 K 10 K
taal NL Eng Eng NL
57
IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
3 3 3 3
European Renaissance Use and Abuse Literature and emotion Minority Literatures and Cultures Narrative Fiction and/as Ethical Reflect
LLS043M10 LLS036M10 LLS033M10 LLS042M10
10 10 10 10
K K K K
Eng Eng En/NL Eng
5.4 EDUCATIEVE MASTERS (2 JAAR) Algemeen profiel van de opleidingen Educatieve masteropleidingen zijn opleidingen met een omvang van 120 ECTS-studiepunten, die dus twee voltijdse studiejaren in beslag nemen. In het eerste masterjaar volg je 50 ECTS van je maatschappelijke master en een deel van de eerstegraads lerarenopleiding (10 ECTS) van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen (GMW). In het tweede masterjaar volg je het grootste deel van de eerstegraads lerarenopleiding en daarnaast nog een deel (10 ECTS) van je maatschappelijke master. Het met succes afronden van de educatieve masteropleiding levert je naast een masterdiploma ook een eerstegraads onderwijsbevoegdheid op. Educatieve masteropleidingen zijn alleen mogelijk voor: Educatieve Masters (120 ECTS) Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Duitse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Engelse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Franse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Friese Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Geschiedenis Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Griekse en Latijnse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Nederlandse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Spaanse Taal en Cultuur Het eerste jaar van een educatieve master komt voor 50 ECTS overeen met het onderwijsprogramma van de maatschappelijke master. In afwijking van die master worden in het tweede semester 10 ECTS-punten3 besteed aan de Basiscursus lerarenopleiding: je volgt colleges, maakt opdrachten en loopt een (kleine) stage. Het tweede jaar van een educatieve master bestaat uit het Werken-leren traject. Dit is er op gericht dat de student na afloop ervan voldoet aan de eisen van startbekwaamheid voor eerstegraads leraren. Het Werken-leren traject heeft voor de helft plaats op een school voor voortgezet onderwijs en bestaat voor de ander helft uit instituutsactiviteiten bij de lerarenopleiding van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen. (Meer informatie via: www.rug.nl/education/lerarenopleiding/) Toelatingsvoorwaarden Een universitair bachelordiploma Duitse-, Engelse-, Friese- Nederlandse-, Franse-, Spaanse- en Griekse & Latijnse Taal en Cultuur en Geschiedenis geven onvoorwaardelijke toegang tot een educatieve master in dezelfde richting. Opbouw van het programma Het eerste jaar van het programma bestaat uit 30 ECTS aan hoofdvakgerelateerde onderdelen, 10 ECTS aan de "Basiscursus lerarenopleiding", te volgen in het tweede semester en het schrijven van een scriptie van 20 ECTS.
3
De 10 ECTS die je (op dat moment) bij de maatstchappelijke master mist haal je in het tweede jaar in, om uiteindelijk toch de vereiste omvang van 60 ECTS aan studieonderdelen van de maatschappelijke master te behalen.
58
Het Studieprogramma
Zoals in de Onderwijs en Examenregeling is vermeld, moeten zowel de "Scriptie" als de "Basiscursus lerarenopleiding" aan het einde van het eerste studiejaar zijn afgerond alvorens met de andere onderdelen van de educatieve master te kunnen beginnen. 5.4.1
Educatieve Master Duitse Taal en Cultuur
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Duitse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 1
sem uw vaknaam Ia-b 3 De Erfenis van het Modernisme Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LDX004M10
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege IIa-b var Basiscursus Master Lerarenopleiding IIa-b var Master scriptie Duits IIa-b var Masterstage 1 Leraar Duits
Opmerkingen:
ULOM1005AL LDX999M20 ULOM1105D U
V
En/NL
5 20 5
V V V
NL D NL
MaEduc Duitse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 2
sem uw vaknaam Ia-b var Masterstage 2 Leraar Duits
vakcode ULOM1215D U
Ia-b var Vakdidaktiek 2 (schoolvak): ULOM1405 var Vakdidactiek 1 Duits
Ib var Onderwijskunde VO IIa-b 3 Duitse “Bildungsroman” IIa-b var Masterstage 3 Leraar Duits IIa-b var Onderzoek Master Lerarenopleiding
5.4.2
10
Behalve de tweejarige Educatieve Master Duits die gevolgd wordt na het behalen van een passende Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Duits te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Europees of bij de Lerarenopleiding. Voor het aanbod Interdisciplinaire Onderzoekscolleges moet gekozen worden uit MA-programma Taalwetenschappen (Europese Taalkunde) of een module uit het aanbod van Masterlanguage.
Naam opleiding: Studiejaar:
Ia
ECTS V/K taal 10 V D 10 V En/NL
ULOM1305D U ULOM1505 LDX006M10 ULOM1610D U ULOM1710AL
ECTS V/K 15 V
taal NL
5
V
NL
5
V
D
5 10 10
V V V
NL D NL
10
V
NL
Educatieve Master Engelse Taal en Cultuur
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Engelse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 1
sem uw vaknaam Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode
ECTS V/K taal 10 V En/NL
Ia-b var Taalspecifieke module Engels
10
V
NL
Ia-b var Taalspecifieke module Engels
10
V
NL
5 20
V V
NL Eng
IIa-b var Basiscursus Master Lerarenopleiding IIa-b var Ma-scriptie Engels
Het Studieprogramma
ULOM1005AL LEX999M20
59
IIa-b 10 Masterstage 1 Leraar Engels Opmerkingen:
Naam opleiding: Studiejaar: sem Ia-b Ia Ib Ib + IIa IIa-b IIa-b IIa-b
uw var var var var
ULOM1105EN
var Masterstage 3 Leraar Engels var Onderzoek Master Lerarenopleiding var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode ECTS V/K ULOM1215EN 15 V ULOM1305EN 5 V ULOM1505 5 V ULOM1405EN 5 V ULOM1610EN ULOM1710AL
taal NL Eng NL Eng
10 10 10
V V K
NL NL En/NL
10
K
NL
Zie voor keuze Taalspecifieke module Engels het aanbod van Ma Letterkunde (English Literature & Culture en WEM), Ma Taalwetenschappen (Europese taalkunde en Applied Linguistics - TEFL) en Masterlanguage
Educatieve Master Franse Taal en Cultuur
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Franse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 1
sem uw vaknaam Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode
ECTS V/K taal 10 V En/NL
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege Ia-b 3 Migrantenlit. en transcult. identiteit IIa-b var Basiscursus Master Lerarenopleiding IIa-b var Master scriptie RTC-Frans IIa-b var Masterstage 1 Leraar Frans Opmerkingen:
60
NL
MaEduc Engelse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 2
IIa-b var Taalspecifieke module Engels
5.4.3
V
Behalve de tweejarige Educatieve Master Engels die gevolgd wordt na het behalen van een passende Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Engels te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Engels of bij de Lerarenopleiding. Zie voor keuze Taalspecifieke module Engels het aanbod van Ma Letterkunde (English Literature & Culture en WEM), Ma Taalwetenschappen (Europese taalkunde en Applied Linguistics - TEFL) en Masterlanguage
vaknaam Masterstage 2 Leraar Engels Vakdidactiek 1 Engels Onderwijskunde VO Vakdidactiek 2 Engels
Opmerkingen:
5
LRF035M10 ULOM1005AL LRF999M20 ULOM1105FA
10
V
En/NL
10 5 20 5
V V V V
Fr NL Fr NL
Behalve de tweejarige Educatieve Master Frans die gevolgd wordt na het behalen van een passende Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Frans te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Europees of bij de Lerarenopleiding. Voor het aanbod Interdisciplinaire Onderzoekscolleges moet gekozen worden uit MA-programma Taalwetenschappen (Europese Taalkunde) of een module uit het aanbod van Masterlanguage.
Het Studieprogramma
Naam opleiding: Studiejaar: sem Ia-b Ia Ib Ib + IIa IIa-b IIa-b IIa-b
5.4.4
uw var var var var
MaEduc Franse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 2
vaknaam Masterstage 2 Leraar Frans Vakdidactiek 1 Frans Onderwijskunde VO Vakdidactiek 2 Frans
3 Het groteske in de Franse literatuur var Masterstage 3 Leraar Frans var Onderzoek Master Lerarenopleiding
vakcode ECTS V/K ULOM1215FA 15 V ULOM1305FA 5 V ULOM1505 5 V ULOM1405FA 5 V LRF036M10 ULOM1610FA ULOM1710AL
V V V
Fr NL NL
Educatieve Master Friese Taal en Cultuur
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Friese taal en letterkunde (2-jarig na bachelor) 1
sem uw vaknaam Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
10 10 10
taal NL Fr NL Fr
var var var var
Literatuursociologie Fries Basiscursus Master Lerarenopleiding Ma-scriptie Fries Masterstage 1 Leraar Fries
LHF022M10 ULOM1005AL LHF999M20 ULOM1105FR
ECTS V/K taal 10 V En/NL 10
V
En/NL
10 5 20 5
V V V V
Fri NL NL NL
Opmerkingen:
Behalve de tweejarige Educatieve Master Fries die gevolgd wordt na het behalen van een passende Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Fries te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij een studieadviseur of bij Lerarenopleiding.
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Friese taal en letterkunde (2-jarig na bachelor) 2
sem Ia-b Ia Ib Ib + IIa IIa-b IIa-b IIa-b
uw var var var var
vaknaam Masterstage 2 Leraar Fries Vakdidactiek 1 Fries Onderwijskunde VO Vakdidactiek 2 Fries
var Literatuurgeschiedenis Fries var Masterstage 3 Leraar Fries var Onderzoek Master Lerarenopleiding
Het Studieprogramma
vakcode ECTS V/K ULOM1215FR 15 V ULOM1305FR 5 V ULOM1505 5 V ULOM1405FR 5 V LHF023M10 ULOM1610FR ULOM1710AL
10 10 10
V V V
taal NL NL NL NL Fri NL NL
61
5.4.5
Educatieve Master Geschiedenis
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Geschiedenis (2-jarig na bachelor) 1
sem uw vaknaam Ia-b 2 Onderzoekscollege geschiedenis
vakcode
Ia-b var History Online Ia-b 2 Hist. methoden: Archieven & internet Ia-b 2 Hist. methoden: Beeldcultuur Ia-b 2 Hist. methoden: Documentaire, museum Ia-b var Hist. methoden: Kwantitatieve analyse Ia-b 2 Hist. methoden: Oral History IIa-b var Basiscursus Master Lerarenopleiding IIa-b var Ma-scriptie Geschiedenis IIa-b var Masterstage 1 Leraar geschiedenis
LGX047M05 LGX124M05 LGX125M05 LGX126M05
Opmerkingen:
Naam opleiding: Studiejaar: sem Ia-b Ia Ib Ib + IIa IIa-b IIa-b IIa-b
62
uw var var var var
ECTS V/K 10 V
LGX127M05 LGX048M05 ULOM1005AL LGX999M20 ULOM1105GS
taal NL
5 5 5 5
K KG KG KG
En/NL En/NL En/NL En/NL
5 5 5 20 5
KG KG V V V
En/NL En/NL NL En/NL NL
1. Historische methoden colleges worden ook in het 2e semester aangeboden. 2. History Online kan vervangen worden door een historisch methodencollege. 3. Zie voor het aanbod van onderzoekscolleges het schema van de MA Geschiedenis Vandaag en/of de Onderzoeksbrochure Geschiedenis, die in juni en december op de Nestor-site (my organizations) van Geschiedenis verschijnt. Behalve de tweejarige Educatieve Master Geschiedenis die gevolgd wordt na het behalen van de gelijknamige Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van de gelijknamige Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Geschiedenis te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Geschiedenis of bij de Lerarenopleiding.
MaEduc Geschiedenis (2-jarig na bachelor) 2
vaknaam Masterstage 2 Leraar geschiedenis Vakdidactiek 1 geschiedenis Onderwijskunde VO Vakdidactiek 2 Geschiedenis
var Masterstage 3 Leraar Geschiedenis var Onderzoek Master Lerarenopleiding var Onderzoekscollege geschiedenis
vakcode ECTS V/K ULOM1215GS 15 V ULOM1305GS 5 V ULOM1505 5 V ULOM1405GS 5 V ULOM1610GS ULOM1710AL
10 10 10
V V V
taal NL NL NL NL NL NL En/NL
Het Studieprogramma
5.4.6
Educatieve Master Grieks en Latijn
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Grieks en Latijn (2-jarig na bachelor) 1
sem uw vaknaam Ia-b 2 Commentaarcollege Grieks en Latijn Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LQX020M10
Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ib IIa-b IIa-b IIa-b
LGX049M10 LQX021M05 LQX022M05 LPM005M10 LQX026M05 ULOM1005AL LQX997M20 ULOM1105KT
2 var var 2 var var var var
OZC: Athens and Rome Griekse epigrafie Griekse epigrafie: Essay The Rise of Cities and States Griekse literaire papyrologie Basiscursus Master Lerarenopleiding Ma-scriptie Oudheidstudies Masterstage 1 Leraar Klassieke Talen
Opmerkingen:
5.4.7
uw var var var var
10 5 5 10 5 5 20 5
K KG KG KG KG V V V
Eng En/NL NL Eng NL NL NL NL
Studenten hebben binnen hun programma ook ruimte voor een onderdeel uit het landelijke programma Master Language, zie http://masterlanguage.nl/cursusaanbod/klassieke-talen/. Studenten kunnen een 10 ECTS onderdeel opvoeren in hun programma. Behalve de tweejarige Educatieve Master Grieks en Latijn die gevolgd wordt na het behalen van de gelijknamige Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Grieks en Latijn te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Grieks en Latijn of bij de Lerarenopleiding.
Naam opleiding: Studiejaar: sem Ia-b Ia Ib Ib + IIa IIa-b IIa-b IIa-b
ECTS V/K taal 10 V NL 10 V En/NL
MaEduc Grieks en Latijn (2-jarig na bachelor) 2
vaknaam Masterstage 2 Leraar Klassieke Talen Vakdidactiek 1 Klassieke Talen Onderwijskunde VO Vakdidactiek 2 Klassieke talen
var Masterstage 3 Leraar Klassieke Talen var Onderzoek Master Lerarenopleiding 2 Themacollege Grieks en Latijn
vakcode ECTS V/K ULOM1215KT 15 V ULOM1305KT 5 V ULOM1505 5 V ULOM1405KT 5 V ULOM1610KT ULOM1710AL LQX027M10
10 10 10
V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL
Educatieve Master Nederlandse Taal en Cultuur
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Nederlandse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 1
sem uw vaknaam Ia-b var Neerlandistiek in de e-Humanities + IIa-b Ia-b var Werkterreinen Neerlandistiek + IIa-b
Het Studieprogramma
vakcode LNX021M05
LNX020M05
ECTS V/K 5 V
5
V
taal NL
NL
63
Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b
var var var 2 var
Gespierde taal Ironie Retorica Fonologie als menselijk gedrag Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
4 Language Development 2 Nieuwe klanken var Onderzoek communicatievaardigheden 2 Sociolinguïst. variatie & verandering 4 Taal en tekstoptimalisatie var Basiscursus Master Lerarenopleiding var Ma-scriptie Nederlands 10 Masterstage 1 Leraar Nederlands
Opmerkingen:
uw var var var var
var Masterstage 3 Leraar Nederlands var Onderzoek Master Lerarenopleiding var Metaforen in taal en literatuur var Interdisciplinair onderzoekscollege
Opmerkingen:
64
KGA NL KGA NL KGA NL KGB En/NL KGB En/NL
LLS008M10 LTX013M10 LCX057M10 LTX012M10 LCX062M10 ULOM1005AL LNX999M20 ULOM1105NE
10 10 10 10 10 5 20 5
KGB Eng KGB En/NL KGB NL KGB Eng KGB NL V NL V NL V NL
MaEduc Nederlandse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 2
vaknaam Masterstage 2 Leraar Nederlands Vakdidactiek 1 Nederlands Onderwijskunde VO Vakdidactiek 2 Nederlands
IIa-b 2 IIa-b var IIa-b 4
10 10 10 10 10
1. De student kiest verplicht uit keuzegroep A minimaal 1 en maximaal 2 onderzoekscollege(s) Neerlandistiek. 2. Voor de (eventueel) resterende 10 ECTS van het vakinhoudelijke gedeelte van de Master kan de student kiezen uit de vakken in keuzegroep B of uit het aanbod van het landelijke programma Masterlanguage. 3. Behalve de tweejarige Educatieve Master Nederlands die gevolgd wordt na het behalen van de gelijknamige Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Nederlands te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Nederlands of bij de Lerarenopleiding.
Naam opleiding: Studiejaar: sem Ia-b Ia Ib Ib + IIa IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
LNX024M10 LNX023M10 LNX022M10 LTX014M10
Linguistic Analysis Onderzoek communicatievaardigheden Writing: Context, Process and Text
vakcode ECTS V/K ULOM1215NE 15 V ULOM1305NE 5 V ULOM1505 5 V ULOM1405NE 5 V
taal NL NL NL NL
ULOM1610NE ULOM1710AL LNX025M10
10 10 10 10
V NL V NL KGA NL KGB En/NL
LLS007M10 LCX057M10 LLS025M10
10 10 10
KGB En/NL KGB NL KGB Eng
1. De student kiest verplicht uit keuzegroep A minimaal 1 en maximaal 2 onderzoekscollege(s) Neerlandistiek. 2. Voor de (eventueel) resterende 10 ECTS van het vakinhoudelijke gedeelte van de Master kan de student kiezen uit de vakken in keuzegroep B of uit het aanbod van het landelijke programma Masterlanguage. 3. Behalve de tweejarige Educatieve Master Nederlands die gevolgd wordt na het behalen van de gelijknamige Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Nederlands te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Nederlands of bij de Lerarenopleiding.
Het Studieprogramma
5.4.8
Educatieve Master Spaanse Taal en Cultuur
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Spaanse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 1
sem uw vaknaam Ia-b 3 De stad en de avant-garde Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LRS037M10
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege IIa-b var Basiscursus Master Lerarenopleiding IIa-b var Ma-scriptie RTC-Spaans IIa-b 10 Masterstage 1 Leraar Spaans Opmerkingen:
uw var var var var
10
V
En/NL
5 20 5
V V V
NL Sp NL
Deze tweejarige Educatieve Master Spaans kan gevolgd worden na het behalen van een passende Bacheloropleiding. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Europees of bij de Lerarenopleiding. Voor het aanbod Interdisciplinaire Onderzoekscolleges moet gekozen worden uit MA-programma Taalwetenschappen (Europese Taalkunde).
Naam opleiding: Studiejaar: sem Ia-b Ia Ib Ib + IIa IIa-b IIa-b IIa-b
ULOM1005AL LRS999M20 ULOM1105SP
ECTS V/K taal 10 V Sp 10 V En/NL
MaEduc Spaanse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 2
vaknaam Masterstage 2 Leraar Spaans Vakdidactiek 1 Spaans Onderwijskunde VO Vakdidactiek 2 Spaans
3 Federico García Lorca: beeld in brieven var Masterstage 3 Leraar Spaans var Onderzoek Master Lerarenopleiding
vakcode ECTS V/K ULOM1215SP 15 V ULOM1305SP 5 V ULOM1505 5 V ULOM1405SP 5 V LRS038M10 ULOM1610SP ULOM1710AL
10 10 10
V V V
taal NL Sp NL Sp Sp NL NL
5.5 EDUCATIEVE MASTER (1 JAAR) Een eerstegraads onderwijsbevoegdheid kun je ook behalen nadat je eerst je maatschappelijke masteropleiding hebt voltooid. Het verdient echter sterke aanbeveling de “Basiscursus lerarenopleiding” al ten tijde van je maatschappelijke master te volgen. Meer informatie hierover is verkrijgbaar bij je studieadviseur en bij de Lerarenopleiding (Faculteit GMW). Meer informatie over de colleges van de lerarenopleiding is te vinden via hun web-adres www.rug.nl/lerarenopleiding, in de studiegidsgids van de lerarenopleiding, of in de onderwijscatalogus (via: www.rug.nl/let/onderwijs).
Het Studieprogramma
65
5.6
RESEARCH MASTERPROGRAMMA’S
5.6.1
Classical, Medieval and Renaissance Studies (CMRS): Text and Context in Premodern and Early Modern Times
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 80. 5.6.2
Art History and Archaeology: Material Culture Studies in Art, Architecture & Archaeology
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 77.
5.6.3
Literary and Cultural Studies: Literature and Performing Arts in Society
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 87. 5.6.4
Modern History and International Relations: Transformation and Acceptance
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 90. 5.6.5
Linguistics
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 83.
5.7 BEROEPSORIËNTERENDE STAGE Een stage is dé manier om je op je toekomst te oriënteren. Tijdens een stage leer je de competenties die je in je studie verwerft in praktijk te brengen. Stages bieden een goede opstap bij de verkenning van je beroepsperspectieven. Ze blijken bovendien de mogelijkheden voor het starten van je loopbaan te vergemakkelijken. Dertig procent van de jaarlijks circa 300 studenten Letteren die een masterstage doen, krijgt na de stage het aanbod voor de stagegever te gaan werken. De stage vormt zo een belangrijke schakel tussen je studie en de arbeidsmarkt. De stage bij een organisatie in binnen- of buitenland heeft de volgende doelstellingen: Je maakt op grondige wijze kennis met alle organisatieniveaus, de taken en de werkwijze van een bedrijf of organisatie, met name met de activiteiten die aansluiten bij het vakgebied van je opleiding. Met deze kennis oriënteer je je op toekomstige beroepen en werkgebieden. Je leert de tijdens je studie verworven kennis, inzichten, vaardigheden toe te passen binnen een specifieke, afgeronde taak of stageopdracht waarvoor academisch werk- en denkniveau vereist is. Er is gelegenheid voor eigen werkzaamheden, inbreng en verantwoordelijkheid, zodat je intelligentie en creativiteit regelmatig worden getest. Je doet ervaring op en verwerft in de beroepspraktijk gevraagde competenties. Je leert kritisch en met reflectie verslag te doen van je werkzaamheden en ervaringen.
66
Het Studieprogramma
Studenten Letteren worden geacht zelf een actieve rol te spelen bij het verwerven van hun masterstage. Hierbij wordt de volgende procedure gevolgd: schrijf je minimaal 3 maanden voordat je met je stage wilt starten in bij het Stagebureau Letteren - reken voor een buitenlandse stage op een voorbereiding van 9 tot 12 maanden; overleg met de stagecoördinator van je opleiding over de inhoud van je stage; benader vervolgens de juiste contactpersoon bij organisaties die je voorkeur genieten; wacht met het aannemen van een mogelijke stage totdat je stageopdracht is goedgekeurd; vraag de stagecoördinator van je opleiding wie je stagebegeleidende docent is (zie de lijst met stagecoördinatoren op de Nestororganisatie van het Stagebureau); leg de voorgenomen stageopdracht ter goedkeuring voor aan de stagedocent (de docent en de stagegevende organisatie beoordelen de stageopdracht/het stageplan, en stellen dit in overleg zonodig bij); zorg dat na goedkeuring van het stageplan de stagecontracten in tweevoud worden ingevuld en door alle partijen worden ondertekend, lever ze weer in bij het Stagebureau. De eisen aan een masterstage zijn: de stage duurt minimaal 7 weken en maximaal 5 maanden: fulltime of een evenredig langere tijd parttime; de stageopdracht sluit aan op het niveau van de opleiding; de stagiair beschikt over een eigen werkplek met computer; de stagiair wordt begeleid door iemand met academisch werk- en denkniveau. Je kunt bij het Stagebureau terecht voor onder meer: documentatie, advies en trainingen ten behoeve van het vinden van een stageplaats; informatie over bekostiging, beurzen, verzekeringen, visa, veiligheid, inentingen, regelingen; stagecontracten, stagehandleidingen, informatie voor stagegevers en (evaluatie)formulieren. Denk je erover een stage te doen, bezoek dan een van de voorlichtingen van het Stagebureau Letteren, of kom langs op het dagelijkse inloopspreekuur. Schrijf je zo vroeg mogelijk in. In het voorjaar organiseert de faculteit Letteren tijdens Master Your Talent een stage- en loopbaanvoorlichting, in het najaar tijdens datzelfde evenement een Carrièremiddag. Op deze Carrièremiddag vertellen oud-studenten van verschillende Letterenopleidingen over hun beroep en hoe ze erin terecht kwamen. Aankondigingen van alle activiteiten, en van stagevacatures, vind je in de UK, op Nestor, via Twitter en op het touchscreen naast de ingang van het Stagebureau. Stagebureau Letteren, kamer 1311-119 (naast ingang kantine 1e verdieping) Tel.: 050-363 58 44 E-mail:
[email protected] URL: www.rug.nl/let/stagebureau Nestor: Organization ‘Stagebureau Letteren /Placement Office Faculty of Arts (Master)’ Twitter: @PlacemArtsRUG Skype: stagebureau.letteren3. Ook bereikbaar via Adobe Connect. Inloopspreekuur: ma t/m do van 13.00 tot 14.30 uur en vrijdag van 10.00 tot 11.30 uur. 5.8 AFSTUDEERWERKSTUK Elke masteropleiding wordt afgesloten met een afstudeerwerkstuk, de scriptie. Voor de doorstroom en educatieve master4 geldt dat deze een studiebelasting kent van 20 ECTS-punten, voor de research master van 30 ECTS-studiepunten. De scriptie wordt altijd beoordeeld door twee docenten, waarvan een de hoofdbegeleider is. Opleidingen hebben een brochure of scriptieprotocol waarin alle regels en richtlijnen met betrekking tot de scriptie zijn opgenomen. Het is verstandig te zorgen dat je deze brochure ruimschoots voordat je aan je scriptie denkt te beginnen Voor de educatieve master geldt dat de afstudeerscriptie geprogrammeerd staat aan het einde van het eerste studiejaar, als afsluiting van het vakspecifieke gedeelte van deze masteropleiding. 4
Het Studieprogramma
67
hebt (via je secretariaat of via je studieadviseur) zodat je rustig kunt nadenken over je onderwerp en je kunt voorbereiden.
68
Het Studieprogramma
6
FACULTAIRE ORGANISATIE
6.1 INLEIDING Betrokkenheid van studenten bij het reilen en zeilen van de facultaire organisaties wordt erg belangrijk gevonden. Dit hoofdstuk geeft informatie over de organisatie van de faculteit en de opleidingen en de rol van de studenten daarin. Behandeld worden het Faculteitsbestuur en de Faculteitsraad, het Onderwijsinstituut, het afdelingsbestuur en de leerstoelgroepen, de Opleidingscommissies en ten slotte de Examencommissie. 6.2 BESTUURLIJKE ORGANISATIE EN COMMISSIES Als we de faculteit bekijken als onderwijsorganisatie, dan kunnen er drie niveaus worden onderscheiden: het bestuurlijke, het organisatorische en het uitvoerende/inhoudelijke niveau. Voor elk van die drie lagen zijn er organen waarin studenten een rol spelen. 6.2.1 Faculteitsbestuur Het Faculteitsbestuur draagt eindverantwoordelijkheid voor alles wat er zich binnen de faculteit afspeelt. Concreet betekent dit dat het Faculteitsbestuur is belast met de integrale verantwoordelijkheid voor het bestuur en beheer van de faculteit en met het toezicht op de kwaliteit van (de uitvoering van) het onderwijs en onderzoek. Het stelt verder de begrotingen vast en verdeelt de formatie. Het Faculteitsbestuur bestaat uit drie leden, waarvan elk een specifieke verantwoordelijkheid draagt: de decaan treedt op als voorzitter van het bestuur en beheert de portefeuilles Onderzoek en Communicatie; de vice-decaan heeft het beheer over de portefeuilles Onderwijs en Internationalisering; de portefeuillehouder Middelen is belast met de financiën, personele aangelegenheden en beheer. Daarnaast maakt een student als adviseur deel uit van het Faculteitsbestuur. Hij of zij wordt voorgedragen door de studentleden van de Faculteitsraad en wordt steeds benoemd voor één jaar. Het Faculteitsbestuur wordt ondersteund door de secretaris van de Faculteit en de beleidsafdeling. Het bestuur vergadert éénmaal per week. Deze vergaderingen zijn niet openbaar. Zie voor de samenstelling van het Faculteitsbestuur de website van Letteren: www.rug.nl/let/faculteitsbestuur 6.2.2 Faculteitsraad Het Faculteitsbestuur bespreekt het te voeren beleid met de Faculteitsraad. Deze raad is een medezeggenschapsorgaan. Het adviseert over zaken met betrekking tot onderwijs en ondezoek alsmede over de begroting van de faculteit. Het bestuur heeft in twee gevallen echter instemming van de raad nodig: bij wijziging van het faculteitsreglement; bij wijziging van de onderwijs- en examenregelingen. In de praktijk betekent dit dat bij alles wat het onderwijs aangaat de instemming van de Faculteitsraad noodzakelijk is. De opvattingen van de raad zijn voor het Faculteitsbestuur van groot gewicht, omdat hieruit kan worden opgemaakt of er draagvlak is voor de te nemen beslissingen. De Faculteitsraad bestaat uit 18 leden, waarvan er 9 gekozen worden door en uit het personeel (met een zittingstermijn van twee jaar), en 9 door en uit de studentengeleding (met een zittingstermijn van één jaar). De voorzitter van de Faculteitsraad is afkomstig uit de personeelsgeleding; de vice-voorzitter is steeds een lid van de studentfractie(s). Voor de Faculteitsraad worden verkiezingen georganiseerd op basis van het Kiesreglement van de Universiteit. Alle studenten en stafleden hebben passief en actief kiesrecht. De leden van het Faculteitsbestuur kunnen geen deel uitmaken van de Faculteitsraad. De zittingstermijn van de leden begint op 1 september van het jaar waarin de verkiezingen voor de betrokken geleding hebben plaatsgevonden. Zie voor de samenstelling van de Faculteitsraad de website van Letteren: www.rug.nl/let/faculteitsraad
Facultaire Organisatie
69
6.2.3 Onderwijsinstituut Het onderwijs binnen de Faculteit wordt georganiseerd door één Onderwijsinstituut. Dit instituut staat onder leiding van een directeur. De belangrijkste taak van het onderwijsinstituut is de organisatie van het onderwijs en het toezien op de (kwaliteit van) uitvoering ervan. Binnen het instituut is een veelheid aan diensten en functies ondergebracht die alle tot doel hebben het onderwijsproces zo goed mogelijk te laten verlopen. Gedacht moet daarbij worden aan o.a.: Bureau Studentzaken (BSZ), dat o.a. is belast met de cijferregistratie, de verwerking van studieplanningen en tentamenintekeningen, de roostering en de organisatie van de examens. Ook het Stagebureau Letteren en het International Office vallen onder BSZ. Vier opleidingscoördinatoren, die elk ondersteuning geven aan een groep van opleidingen en een hiermee verbonden secretariaat. Studieadviseurs. 6.2.4 Facultair Overlegorgaan Onderwijsbeleid (FOO) Het Facultair Overlegorgaan Onderwijsbeleid adviseert het Faculteitsbestuur inzake beleidsaangelegenheden op onderwijsgebied. Het overlegorgaan bestaat uit tien leden; vijf WP-leden en vijf student-leden. De WP-leden worden voorgedragen vanuit de afdelingsbesturen die verantwoordelijkheid dragen voor de uitvoering en inhoud van de onderwijsprogramma’s; de studentleden worden voorgedragen door de studentadviseur in het Faculteitsbestuur (in overleg met de relevante studentengremia). Alle leden worden benoemd door het Faculteitsbestuur: de WP-leden voor een periode van twee jaar; de studentleden voor een periode van 1 jaar. De vergaderingen zijn openbaar, tenzij de vergadering gemotiveerd anders beslist. Zie voor de samenstelling van de FOO de website van Letteren: www.rug.nl/let/foo 6.2.5 Afdelingsbestuur en leerstoelgroepen Met de praktische uitvoering van de programma’s is het afdelingsbestuur belast. Dit bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van betrokken leerstoelgroepen en één hoofdvakstudent. Zij worden gezien als de deskundigen met betrekking tot de inhoud van het programma. Hun belangrijkste taak is de afstemming tussen de verschillende onderwijsmodulen en een zo goed mogelijke uitvoering van het programma. Op dit niveau wordt ook bepaald welke docent met welke taken wordt belast. De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de leerstof ligt echter bij een leerstoelgroep. Een leerstoelgroep verenigt vakgenoten en staat onder leiding van een hoogleraar. Zie voor de samenstelling van de afdelingsbesturen de website van Letteren. 6.2.6 Opleidingscommissies Belangrijke adviesorganen op het gebied van het onderwijs zijn de Opleidingscommissies. Elke opleiding kent bij wet een eigen Opleidingscommissie (OC) die o.a. tot taak heeft het Faculteitsbestuur, de directeur van het Opleidingsinstituut en het afdelingsbestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren over het onderwijs en de inrichting van het onderwijsprogramma, oftewel de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Een andere belangrijke taak van de OC is het beoordelen van de inrichting en uitvoering van het onderwijsprogramma aan de hand van college- en curriculumevaluaties. Jaarlijks bepaalt de OC welke onderwijsmodules (colleges) geëvalueerd worden. De evaluatie van onderwijsmodules omvat een vragenlijst voor de docent(en) die de betreffende module verzorgden en een vragenlijst voor de deelnemende studenten. Toezending, terugontvangst en verwerking van deze vragenlijst(en) verloopt voor studenten via electronische weg met behulp van het programma ISEK-WWW. De resultaten van de evaluaties zijn openbaar en worden besproken in de Opleidingscommissies. Als er problemen gesignaleerd worden dient de OC deze te melden aan het afdelingsbestuur en de directeur van het Onderwijsinstituut, eventueel aangevuld met voorstellen tot verbetering. Gezocht zal vervolgens worden naar adequate oplossingen door genoemde instituties. De Opleidingscommissie bestaat voor de helft uit studenten en voor de helft uit docenten. Het presidium wordt gevormd door de voorzitter (een docent) en de vice-voorzitter (een student). 70
Facultaire Organisatie
De Opleidingscommissie wordt elk jaar in oktober opnieuw samengesteld. Dit gebeurt wat de studenten betreft op basis van verkiezingen. De docentleden worden voorgedragen voor benoeming door de betrokken leerstoelgroepen. Elke hoofdvakstudent heeft actief en passief kiesrecht. Op het secretariaat van je opleiding is een brochure verkrijgbaar over de positie, bevoegdheden en werkwijze van de OC. Voor student-leden wordt jaarlijks een training georganiseerd in onder meer vergadertechnieken. Zie voor de samenstelling van de Opleidingscommissies de website van Letteren. 6.2.7 Examencommissies Aan elke groep van opleidingen is een Examencommissie verbonden. De Examencommissie bestaat uit vijf leden met voldoende deskundigheid over onderwijs en het betrokken vakgebied. Ten minste éen van de leden is deskundig op het gebied van toetsing. De leden zijn afkomstig uit elk van de deelnemende opleidingen. De mogelijkheid bestaat een externe deskundigheid toe te voegen aan de Examencommissie, van zowel binnen als buiten de faculteit. Het Presidium (voorzitter en secretaris) van de commissie is belast met de afhandeling van de dagelijkse zaken. De examencommissie ziet erop toe dat de regels met betrekking tot het onderwijs (OER) juist worden uitgevoerd en behandelt in eerste instantie bezwaren van studenten tegen de uitvoering van de OER. Concreet omvat het werk van de commissie de navolgende taken. De examencommissie: ziet toe op kwaliteit en validiteit van toetsing van individuele studieonderdelen; ziet toe op het realiseren van de eindkwalificaties van het opleidingsprogramma; wijst examinatoren aan voor het afnemen van de tentamens voor elk studieonderdeel; adviseert het Afdelingsbestuur over het toetsplan behorende bij het Onderwijs- en Examenreglement; houdt toezicht op naleving van het Onderwijs- en Examenreglement; houdt toezicht op naleving van het toetsplan behorende bij het Onderwijs- en Examenreglement, i.h.b. op het realiseren van de eindkwalificaties; houdt toezicht op de inachtneming van de procedures en afspraken, zoals vastgelegd in het toetsprotocol; stelt de regels vast m.b.t. de goede gang van zaken tijdens de tentamens en m.b.t. de in dat verband te nemen maatregelen; geeft richtlijnen en aanwijzingen aan de examinatoren m.b.t. de beoordeling van degene die het tentamen aflegt, en m.b.t. de vaststelling van de uitslag van het tentamen; stelt vrijstellingsprocedure op voor studenten voor eigen opleiding(en); spreekt in voorkomende gevallen het Afdelingsbestuur en/of de Onderwijsdirecteur aan indien toetsing en/of naleving van toetsplan c.q. -protocol aanleiding geven tot zorg; onderhoudt contact met de Opleidingscommissie over evaluaties van het curriculum en de afzonderlijke programmaonderdelen; neemt contact op met examinatoren indien, volgens de Opleidingscommissie, studiehandleidingen omissies vertonen. Zie voor de leden van de examencommissies de website van Letteren.
Facultaire Organisatie
71
7
INFORMATIE EN COMMUNICATIE
7.1 INLEIDING In dit hoofdstuk vind je een aantal adreslijsten. Begonnen wordt met een overzicht van de gebouwen, diensten en voorzieningen van de Faculteit der Letteren. Verder tref je een lijst aan met de namen en (werk)adressen van de studieadviseurs van alle bachelor- en masteropleidingen. Het hoofdstuk besluit met een alfabetische lijst van alle docenten van Letteren met hun kamernummer, telefoonnummer en e-mail-adres. Bij het opstellen van de adressenlijsten is gebruik gemaakt van de meest recente gegevens. Het is echter mogelijk dat er in de loop van het jaar het een en ander verandert, als gevolg van interne verhuizingen. Bij twijfel of onjuiste informatie kun je je het best wenden tot je secretariaat, dat altijd beschikt over de meest actuele adresgegevens. In de adreslijsten zijn de volgende afkortingen gehanteerd: AS Arch B’str9 BGTC CIW Eng ETC Gesch (Ges) GLTC H Infkunde IBIO IRIO Journ KCM Kgesch (Kges) M&M MOS NAHI Ned NK104 OBS23 OBS34 P’str4 P’str6 TW TTW
American Studies Archeologie Broerstraat 9 Bureau Groninger Taal en Cultuur Communicatie- en Informatiewetenschappen English Language and Culture Europese Talen en Culturen Geschiedenis Griekse en Latijnse Taal en Cultuur Harmoniecomplex Informatiekunde Internationale Betrekkingen en Internationale Organisatie International Relations and International Organisations Journalistiek Kunsten, Cultuur en Media Kunstgeschiedenis Minorities and Multilingualism Midden-Oosten Studies Nederlands Agronomisch Historisch Instituut Nederlandse Taal en Cultuur Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat 104 Oude Boteringestraat 23 Oude Boteringestraat 32-34 Poststraat 4 Poststraat 6 Taalwetenschap Toegepaste Taalwetenschap
NB Alle telefoonnummers van de RUG beginnen met 363, gevolgd door een 4-cijferig nummer
72
Informatie en Communicatie
7.2
GEBOUWEN, DIENSTEN EN VOORZIENINGEN
Faculteit der Letteren Postadres:
Postbus 716 9700 AS Groningen Bezoekadres: Harmoniecomplex Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 9712 EK Groningen Openingstijden Harmoniecomplex: maandag t/m. donderdag 8-22 uur, vrijdag 8-18 uur, in de zomermaanden 8-18 uur. 050-363 5900 (faculteitsbureau), 5901 (receptie) fax 050-363 4900 e-mail:
[email protected] website: www.rug.nl/let/ Dependances Locatie A-weg 30 (Onderwijsruimten, Arctisch Centrum) A-wg 30, 9718 CW Groningen Openingstijden: maandag t/m vrijdag 8.30-18.00 uur. 050-363 5920 (balie receptie) Locatie Oude Boteringestraat 23 (Onderwijsruimten en huisvesting onderzoekers) Oude Boteringestraat 23, 9712 GC Groningen Openingstijden: maandag t/m. vrijdag 8.00-17.00 uur. (Daarna toegang met keyfob). 050-363 7270 (balie receptie) Locatie Oude Boteringestraat 32-34 (Kunstgeschiedenis, KCM) Oude Boteringestraat 32-34, 9712 GK Groningen Openingstijden: maandag t/m. vrijdag 8.00-17.30 uur. 050-363 7533 (balie receptie) Locatie Poststraat 6 (Archeologie) Poststraat 6, 9712 ER Groningen Openingstijden: maandag t/m. vrijdag 9-12.30 uur en 13.30-16.45 uur. 050-363 6707 (balie receptie) Locatie Broerstraat 9 (onderwijsruimten) Broerstraat 9, 9712 CP Groningen Secretariaten Geschiedenis, IB/IO, IR/IO, GLTC, Euroculture, Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 11.0511 openingstijden: maandag t/m. vrijdag 13.00-16.00 uur. 050-363 8986 fax 050-363 7253 e-mail:
[email protected],
[email protected],
[email protected],
[email protected] Globalisation Studies Groningen, International Humanitarian Action (NOHA) Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 15.213 050-363 2391 fax 050-363 7253 e-mail:
[email protected] ,
[email protected],
Informatie en communicatie
73
Secretariaat Cluster Nederlands (Nederlands, Mediastudies/Journalistiek, Taalwetenschap, Informatiekunde, CIW en Minorities and Multilingualism) Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 12.407 openingstijden: maandag t/m. vrijdag 13.00-16.30 uur 050-363 5858 fax 050-363 6855 e-mail:
[email protected] Secretariaat Europese Talen en Regiostudies (American Studies, TTW, English, Europese Talen en Culturen, Midden-Oosten Studies) Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 15.261 openingstijden: maandag t/m. vrijdag 13.00-16.30 uur. 050-363 5850 fax: 050-363 5821 e-mail:
[email protected] Secretariaat Archeologie Poststraat 6 openingstijden: maandag t/m woensdag van 13.00-16.00 uur 050-363 6741/6710/6712 fax: 050-363 6992 e-mail:
[email protected] Secretariaat Kunstgeschiedenis en KCM Oude Boteringestraat 34, kamernummer: 214 (2e verdieping) openingstijden: iedere werkdag van 13.00-16.00 uur 050-363 8950/6305/6101 fax 050-363 7362 e-mail:
[email protected] (zaken betreffende kunstgeschiedenis) e-mail:
[email protected] (zaken betreffende KCM) Bibliotheken Universiteitsbibliotheek Broerstraat 4 openingstijden: ma. t/m. vrij. 8.30-22 uur, zaterdag en zondag 10-17 uur. openingstijden uitleenbureau: ma., di., wo., vrij. 8.30-17.30 u, do. 8.30-21.30 u, za. 10-12.30 uur. e-mail: via http://www.rug.nl/bibliotheek/vragen/ Studieruimte Harmonie Harmoniecomplex gebouw 1313 en 1314. Entree via 1e verdieping gebouw 1314, open van 9.0021.30 uur. Bestuurlijke organisatie Faculteitsbestuur: - Mw.prof. dr. G.C. Wakker (decaan, portefeuillehouder Onderzoek, Communicatie), k.1315353, 050-363 5900 - Prof. dr. D.C.M. Raemaekers (vice-decaan, portefeuillehouder Onderwijs), k.1315-346, 050-363 5900 - E.C.W. Dietrich (portefeuillehouder Middelen), k.1315-342, 050-363 5900 - Mw.drs. M.I. van Dijk (secretaris), k.1315-333, 050-363 5900 Toegevoegd lid: het bestuur wordt aangevuld met een adviserend studentlid, die elk jaar per september benoemd wordt op voordracht van de studenten.
74
Informatie en Communicatie
Faculteitsraad: De Faculteitsraad bestaat uit 18 leden: - 9 leden worden gekozen door en uit het personeel (zittingstermijn 2 jaar), - 9 leden worden gekozen door en uit de studenten (zittingstermijn 1 jaar). Het Presidium van de Faculteitsraad bestaat uit de voorzitter (uit de personeelsgeleding) en de vice-voorzitter (uit de studentgeleding). De zittingstermijn vangt aan op 1 september van het jaar waarin de verkiezingen voor de betrokken geleding hebben plaatsgevonden. De verkiezingen worden in mei gehouden, en georganiseerd volgens het Kiesreglement van de Universiteit. De namen van de leden van de Faculteitsraad kun je vinden op: www.rug.nl/let/faculteit/bestuur/fr/frSamenstelling Facultair Overlegorgaan Onderwijsbeleid: Het overlegorgaan bestaat uit tien leden: - 5 WP-leden, voorgedragen vanuit de afdelingsbesturen; - 5 student-leden, voorgedragen door de studentadviseur in het Faculteitsbestuur Alle leden worden benoemd door het Faculteitsbestuur: de WP-leden voor een periode van twee jaar; de studentleden voor een periode van 1 jaar. Zie voor de samenstelling van de FOO de website van Letteren, onder faculteit bestuur en commissies. Onderwijsinstituut Letteren: Directie Directeur: Dr. L.F. Bruyning, k 1315 – 107, Bureau: Mw. T.E. Oosterman, k 1315 – 105, 050-3635263 fax: +31 (050) - 363 5704 e-mail:
[email protected] Opleidingscoördinatoren Drs. M.G.J. (Miralda) Meulman, k 1315 – 272, 050-3637393 OBS 34 k 202, 050-3636104 - Archeologie - Europese Talen en Culturen - KCM - Kunstgeschiedenis - English Language and Culture - Toegepaste Taalwetenschap (MA) Drs. J. (Jolanda) Oosterheert, k.1315-0268 , 050-3635931 - American Studies - Midden-Oostenstudies - Geschiedenis - GLTC Drs. W.K.H. (Wim) Slik, k 1315 – 0512, 050-3636013 - Euroculture - IBIO - International Humanitarian Action (NOHA) Drs. C. (Karin) Mast, k1315-0401 050-3635855 - Communicatie- en Informatiewetenschappen - Nederlandse Taal en Cultuur - Taalwetenschap - Informatiekunde - Journalistiek/ Mediastudies - Minorities and Multilingualism Bureau Studentzaken (BSZ)
Informatie en communicatie
75
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 11.0109 openingstijden: maandag t/m vrijdag 13.00-16.00 uur. 050-363 5840/6050 fax 050-363 7422 e-mail:
[email protected] Mobility Office Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 11.110 (balie) openingstijden: maandag t/m donderdag van 13.00 tot 16.00 uur 050-363 5968/5917 fax +31 (050)-363 7422 Career Strategy Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 15.108 Spreekuur: maandag en dinsdag 13.00 – 14.30 uur en vrijdag 9.30-11.00 uur 050-363 5844/4842 fax 050-363 7422 e-mail:
[email protected] internet: rug.nl/let/career-strategy Voorzieningen Talencentrum Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer 1315-129 openingstijden: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag van 12.00 tot 17.00 uur donderdag van 12.00 tot 20.00 uur openingstijden zomerperiode - check de website: rug.nl/science-and-society/language-centre/ e-mail:
[email protected] 050-363 5802 fax 050-363 5886 IT-Servicedesk voor Studenten: Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, balie: 1313-201A (nabij studieruimte Harmonie) openingstijden: maandag t/m. vrijdag 9-22 uur, zaterdag van 10-18 uur. e-mail:
[email protected] AV-Services Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, balie: 1313-201A (nabij studieruimte Harmonie) Reproshop Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, begane grond, 1312 -006. openingstijden: maandag t/m vrijdag 8.30-16.30 uur. 050-363 5733 Klapperwinkel Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, begane grond, links van de portiers, kamer 1311-005 openingstijden: zie website rug.nl/rechten/organization/diensten/repro/klapperwinkel 050-363 5915 University Student Desk Voor alle vragen over toelating, aanmelding, in- en uitschrijving, loting en selectie, studiemogelijkheden, studievertraging en (studie)financiering kun je de kennisbank www.rug.nl/hoezithet raadplegen. Vind je geen antwoord op je vraag, dan kun je via de contactbutton een mail sturen. Je kunt met deze vragen ook terecht bij de Universitaire Studenten Desk (USD) in het Academiegebouw. Mochten wij je niet kunnen helpen, dan kunnen we je doorverwijzen, bijvoorbeeld
76
Informatie en Communicatie
naar het Studenten Service Centrum. Je kunt bij de USD afspraken maken voor het spreekuur van de studentendecanen van het SSC. Kijk voor de contactgegevens en openingstijden van de USD op: www.rug.nl/hoezithet Studenten Service Centrum Studenten kunnen bij het Studenten Service Centrum (SSC) terecht met alle begeleidingsvragen waarop het antwoord van de opleiding niet toereikend is of kan zijn. De studentendecanen, psychologen en trainers van het SSC hebben een gemeenschappelijk doel: belemmeringen in de studievoortgang voorkomen of wegnemen, zodat je jezelf optimaal kunt ontwikkelen tijdens je studietijd. Uurwerkersgang 10 (050) 363 8066
[email protected] www.rug.nl/ssc Informatie, advies en begeleiding De studentendecanen zijn gespecialiseerd in financiële kwesties en vragen die te maken hebben met je rechtspositie. Zij kunnen je informeren en adviseren over in- en uitschrijven, studiefinanciering, studiekeuze, studeren met een functiebeperking en bezwaar- en beroepsprocedures. En let op: als je studievertraging oploopt door omstandigheden waar je geen invloed op hebt, bijvoorbeeld door ziekte of familieomstandigheden, dan moet je dat niet alleen direct bij je studieadviseur melden, maar ook -als de vertraging groter is of dreigt te worden dan 15 ECTS - bij een studentendecaan! Vergeet dat niet, want het is een van de voorwaarden om voor financiële compensatie uit het profileringsfonds van de universiteit in aanmerking te komen. Meer hierover vind je op: www.rug.nl/studievertraging. Coaching en kortdurende therapie De psychologen van het SSC bieden hulp als studiestress of concentratieproblemen je studievoortgang belemmeren of als je last hebt van angst – of stemmingsklachten, van eetproblemen of van verslavingsproblemen. Je kunt ook bij de psychologen terecht als je worstelt met vragen die samenhangen met je levensfase: met je identiteit, het omgaan met anderen, de losmaking van thuis. De hulp bestaat doorgaans uit een intake, gevolgd door een (korte) serie individuele gesprekken. Er zijn ook vormen van hulp in groepsverband, zoals de assertiviteitstraining en de mindfulnessgroep. Studentenpsychologen 050 363 5544 Trainingen en workshops De trainers verzorgen cursussen, trainingen en workshops op het gebied van succesvol studeren en persoonlijke ontwikkeling. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan cursussen effectief studeren of het aanpakken van uitstelgedrag, trainingen in academische schrijfvaardigheid en in het beter omgaan met faalangst en studiestress of aan een workshop multiple choice. Je kunt kiezen uit een breed aanbod dat de we steeds actueel houden. Kijk voor meer informatie en voor de contactgegevens en openingstijden van het SSC op: www.rug.nl/ssc Talent and Career Center (T&CC) Munnekeholm 2, 9711 JA Groningen (050) 3111589 www.talentcareercenter.nl Centraal Loket Rechtsbescherming Studenten (CLRS) Postbus 72, 9700 Groningen www.rug.nl/studenten/regelingen
Informatie en communicatie
77
Universitaire Fondsen Commissie (UFC) Postbus 72, 9700 AB Groningen Email:
[email protected]
Onderwijscentra Arctisch Centrum www.rug.nl/research/arctisch-centrum/ A-weg 30, kamernummer ; 43.35-025 050-363 6834 e-mail:
[email protected] Centrum voor Canadese Studies www.rug.nl/research/canada-studiecentrum/ Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 15.191 050-363 5891 Fax: 050-363 5821 e-mail:
[email protected] Centrum voor Japankunde www.rug.nl/research/centrum-voor-japankunde/ Oude Boteringestraat 34, kamernummer 25 050-363 7988 e-mail:
[email protected] Mexico Studiecentrum www.rug.nl/research/mexicostudiecentrum/ Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 15.185 050-363 5879 e-mail:
[email protected] Centrum voor Gender Studies www.rug.nl/research/centrumgenderstudies/ Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 11.521 050-363 5910 email:
[email protected] Centrum voor Oost- en Midden-Europa Studies (COMES) www.rug.nl/research/comes/ Oude Kijk in 't Jatstraat 26 , kamernummer: H 15.310 050-363 6062 email:
[email protected]
7.3
STUDIEADVISEURS VAN LETTEREN
Bachelor- en masteropleidingen:
American Studies
78
E.R. Sebamalai MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 1315-314, telefoon: 363 5938 ersebamalai.youcanbook.me
Informatie en Communicatie
Archeologie
drs. M.L.J. Bergmans Poststraat 6 kamer: 116, telefoon: 363 9082
[email protected]
Communicatie- en Informatiewetenschappen
drs. A.C. Westra-Hofstee en A. Everaarts BA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer 1312 -411, telefoon: 363 7413
[email protected]
English Language and Culture
dr. J.P.M. Jansen Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.242, telefoon: 363 5849
[email protected]
Europese Talen en Culturen
E.R. Sebamalai MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 1315-314, telefoon: 363 5938 ersebamalai.youcanbook.me Dr. J.M.C. Boode Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.274, telefoon: 363 5933
[email protected]
Geschiedenis
drs. R.P. van der Borg Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.501, telefoon: 363 8986/ 7694
[email protected] Vacature
Griekse en Latijnse Taal en Cultuur
drs. R.P. van der Borg Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.501, telefoon: 363 8986/ 7694
[email protected]
Informatiekunde/Alfa-informatica
drs. A.C. Westra-Hofstee en A. Everaarts BA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer 1312 -411, telefoon: 363 7413
[email protected]
Internationale Organisaties en Internationale Betrekkingen
drs. R. Huttinga Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.502, telefoon: 363 9177
[email protected] D. Niks MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer 15.502, telefoon: 363 4971
[email protected]
Kunsten, Cultuur en Media
Informatie en communicatie
drs. L.D.M.E. van Heteren Oude Boteringestraat 32-34 kamer: 129, telefoon: 363 6043
79
[email protected] J.Bogers MA Oude Boteringestraat 34 kamer: 311, telefoon: 363 6092
[email protected] Kunstgeschiedenis
J.Bogers MA Oude Boteringestraat 34 kamer: 311, telefoon: 363 6092
[email protected]
Media Studies
E.M. Kastelein MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 1315-0501, telefoon: 363 5984
[email protected]
Minorities & Multilingualism
drs. A.C. Westra-Hofstee en A. Everaarts BA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer 1312 -411, telefoon: 363 7413
[email protected]
Midden-Oostenstudies Dr. J.M.C. Boode Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.274, telefoon: 363 5933
[email protected] Nederlandse Taal en Cultuur
drs. A.C. Westra-Hofstee en A. Everaarts BA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer 1312 -411, telefoon: 363 7413
[email protected]
Taalwetenschap
R. Groenewold MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 1315-423, telefoon: 363 5707
[email protected]
Masteropleidingen: Research Masters
drs. K.J. van Ophem Oude Boteringestraat 34 kamer 1126-105, telefoon: 363 3106
[email protected]
Euroculture
drs. M. van der Weij Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 1312.525, telefoon: 363 6293
[email protected]
Humanitarian Action
E.M. Herman-Pletiougina Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 1315.209, telefoon: 363 6065
[email protected]
80
Informatie en Communicatie
Journalistiek
E.M. Kastelein MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 1315-0501, telefoon: 363 5984
[email protected]
Letterkunde
E.R. Sebamalai MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 1315-314, telefoon: 363 5938 ersebamalai.youcanbook.me Dr. J.M.C. Boode Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.274, telefoon: 363 5933
[email protected]
Multilingualism
Dr. H. Loerts Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.246, telefoon: 363 2063
[email protected]
Neurolinguïstiek
R. Groenewold MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 12.402, telefoon: 363 6129
[email protected]
Studieadviseur voor schakelstudenten Logopedie
M. Neijmeijer Oude Kijk in 't Jatstraat 26 Kamer: 1315.0436 (donderdagochtend) telefoon: 363 2077
[email protected]
Toegepaste Taalwetenschap
Dr. H. Loerts Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.246, telefoon: 363 2063
[email protected]
Informatie en communicatie
81
7.4
DOCENTEN
naam
tel.
gebouw
kamer
e-mailadres
opleiding
drs. B.L. Aardema
5991
H 12
527
[email protected]
dr. S.I. Aasman
6030
H 12
509
[email protected]
drs. J. Alba Duran A. Arian MA dr. S. Arnoldussen dr. A. van den Assem prof. dr. P.A.J. Attema drs. E. Aykac dr. M. Baár dr. V. M. Baaijen dr. A.H.M. De Baets prof. dr. H.T. Bakker prof. dr. Y.R.M. Bastiaanse prof. dr. W.J. van Bekkum dr. J.F. Benders prof. dr. K. van Berkel dr. P. Boele van Hensbroek dr. G.W. Bol dr. A.M. Bollmann prof. ir. J. Bos prof. dr. C.W. Bosch dr. L.M. Bosveld-de Smet prof. dr. C.L.J. de Bot dr. G. Bouma dr. E.M.A. van Boven dr. I.M. van den Broek dr. D.T. Broersma prof. dr. M.J. Broersma dr. P. Broomans dr. S. Brouwer dr. E.A.M. Bulder dr.C. Cakirlar prof. dr. R.T.J. Cappers R. Chesal BA drs. G.A. Collenteur D. Colwell BA dr. S. Corbellini dr. S. Couperus drs. A.G. Cuesta Garcia dr. W.D. Daling dr. C. Dekker dr. N. de Deugd drs. M.E. Dicke J. van Dommelen BA
5881 6007 6714 6679 6913 9029 8932 5859 6031 5819 5558
H 15 H 12 P’str6 H 15 P’str6 H 12 H12 H 12 H 11 OBS23 H 15
189 528 20 529 119 133 522 406 524 012 402
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
IBIO NOHA Gesch./ KCM ETC IBIO Arch IBIO Arch IBIO Gesch CIW/Ned Gesch Indisch TW
5818
H 15
288
[email protected]
MOS
6096 6003 3666
OBS34 H 11 H15
025 523 212
[email protected] [email protected] [email protected]
Kgesch Gesch GSG
5978 5930 6642 5993 5934 7282 5937 5804 6530 7741 5955 7275 6062 3680 6732 6744 8260 5987 8260 5966 5952 5881 5797 5842 8531 5893 8260
H 12 H 15 H11 H11 H 11 H 15 H 11 H 15 H 15 H 11 H 15 H 15 H 15 H 12 P’str6 B’str9 H 13 H 12 H 13 H 15 H 15 H 15 H 12 H 15 H 15 H 15 H 13
410 269 418 537 430 236 428 409 378 530 379 289 280 516 233 012 020 510 020 376 170 189 507 239 506 175 020
TW ETC Infkunde Gesch Infkunde TTW Infkunde Ned Journ Gesch Journ ETC ETC Gesch Arch Arch Journ Gesch Journ Gesch ETC ETC Gesch Eng IBIO ETC Journ
dr. M.R. Doortmont prof. dr. G.J. Dorleijn dr. J. Dotlacil dr. M.E. Drent
6002 5853 9089 5998
H 15 H 15 H 15 H15
529 412 407 508
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
82
IBIO Ned TW IBIO
Informatie en Communicatie
tel.
gebouw
kamer
e-mailadres
opleiding
dr. J.W. Drijvers prof. dr. M.G.J. Duijvendak drs. A.M. Engbersen dr. E. van Es prof.dr. R. Esser dr. C.E. Evink dr. S. Faltas dr. J. Flood dr. S.A. Folkerts dr. F. Gaenssmantel drs. M.D.P. GarciaJiménez dr. A.M.E.A. de Gendt dr. J. van Gessel dr. P.J.D. Gielen dr. D.G. Gilbers
8189 3678
H 12 H 12
527 508
[email protected] [email protected]
Gesch Gesch
6996 7363 6006 6164 9461 5852 5356 5822 5890
H 12 OBS23 H 11 OBS52 H 15 H 15 H 12 H 15 H 15
431 022 524 121 524 235 108 508 178
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
CIW KCM Gesch Filosofie IBIO Eng Gesch IBIO ETC
5874 6078 6088 5983
H 15 OBS34 OBS34 H 11
182 125 209 422
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
dr. A.L. Gilroy dr. F. Giumelli prof. dr. C.M. de Glopper dr. C.S. GooskensChristiansen Dr. M.N. Gosen dr. T.S. Graham drs. J.M.P. van Haastrecht dr. H.I. Hacquebord dr. J. Hanich prof. dr. T.H.F. Halbertsma dr. F. Harbers prof. dr. M.A. Harder dr. A.G. Harryvan prof. dr. J. van der Harst dr. K.J. Heidecker dr. A. Heinrich dr. B.S. Hellemans prof. dr. P. Hendriks drs. G.C. van Hengel dr. B. Henkes dr. B.A. Herborth prof.dr. J. Herman
5908 9685 5976 5827
H 15 H 15 H 12 H 15
311 507 414 287
5859 5469 4662
H 12 H 1315 H 12
402 374 422
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
ETC KCM KCM TW/ Ned AS IBIO CIW/Ned ETC
5814 8138 8540
H 15 OBS23 H 15
251 111 208
[email protected] [email protected] [email protected]
TTW KCM IBIO
8536 6022 6033 6015 5996 6530 6065 5863 7149 6030 2908 6014
H 15 H 11 H 15 H 12 H 12 H15 H12 H 15 H 12 H 12 H 12 H 15
377 427 515 515 513 378 513 418 528 509 519 214
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
drs. L.D.M.E. van Heteren dr. B.P. van Heusden dr. N.H. Hilton dr. A. Hoag prof. dr. J.C.J. Hoeks prof. dr. J. Hoeksema Dr. W.J. Hoekstra prof. dr. H.W. Hoen prof. dr. A.F.L. van Holk dr. B. Hollebrandse dr. R.L. Holzhacker dr. Q.L. van den Hoogen
6043
OBS34
129
[email protected]
Journ GLTC IBIO IBIO Gesch Journ Gesch Ned/TW Gesch Gesch IBIO IBIO NOHA KCM
6018 9462 5926 7443 5862 5970 6019 9082 5631 5986 6078
OBS23 H 15 H15 H 12 H 15 H 11 H 11 P’str6 H 15 H1315 OBS34
104 396 249 418 414 534 536 116 415 509 206
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
KCM M&M Eng CIW Ned Gesch IBIO Arch Ned IBIO KCM
naam
Informatie en communicatie
Ned/CIW Journ CIW
83
naam
prof.dr. M. Hoogland drs. E.Y. Hooijmaaijers dr. S. de Hoop dr. C.H. Horstmeier dr. A.M.H. van Hout dr. H.P. Houtzagers dr. M. Huiskes M.C. Huiskes MA dr. R.A. Hummel dr. C. Humrich prof. dr. C. J.M. Jansen dr. J.P.M. Jansen J.F. Jansma MA drs. P.N. Jansma L. Brinks, MA, Msc Dr. T. Jelfs prof. dr. G.T. Jensma dr. E. Jiresch J.C. Jones, LLM dr. J. de Jong dr. J.L. de Jong dr. L. de Jong drs. M. de Jong dr. R. de Jonge dr. W.M. Jongman dr. R. Jonkers prof.dr.P. Jordan dr. E. Juarros Daussà R.J. Kamer BA drs. S. Kamerling dr. ir. M.R. Kamminga dr. E.H.K. Karel dr. W. Kehrein dr. J. Keizer prof. dr. M.G. Kemperink drs. S. van Kiel drs. L. Kjellström dr. J.E. Klok dr. M.E. Kluck dr. H.G. Knoeff dr. R.M. Knooihuizen dr.mr.C.L.B. Kocken drs.M.F.A. Kok dr. J. Kolsteeg prof. dr. J.S.A.M. van Koningsbrugge prof. dr. T. Koole dr. J.W. Koopmans prof. dr. E.J. Korthals Altes drs. F. Kramer dr. F.L. Kramer Drs. F.J. Krijnen dr. R.A. Krol dr. J.F. van Kruiningen prof. dr. W.E. Krul
84
tel.
gebouw
6710 6113 5985 8906 6809 6067 7443 7254 7261 8137 2984 5849 5883 5843 8540 9133 8836 5830 9029 6021 6091 6051 5881 7048 5880 6034 6129 5954 5944 8260 9029 7367 7672 5963
7249
P’str6 H 15 221 H 15 524 H15 514 H 15 247 H 15 282 H 12 417 H 12 528 OBS23 024 H 12 519 H 12 430 H 15 242 H 15 172 H 15 241 H 15 203 H 15 309 H 15 361 H 15 291 H 15 508 H 15 220 OBS34 305 P’str 6 234 H 15 189 Landl 1 259 H 15 187 H 12 514 H 15 421 Aweg30 H 15 367 H 13 020 H 12 133 H 15 511 H 12 505 H 15 273 OBS34 104 H 15 413 H 11 192 H 15 291 H 15 292 H 15 420 H 12 522 H15 237 H15 517 OBS34 113 OBS34 229 A. Deusinglaan 2
5856 4927 6081
H 12 H 11 OBS34
4791 5185 5846 5952 5372 6009
H 12 H 12 H 15 H 11 H 12 H 11
5869 3714 5830 5831 6066 8931 5835 5428 6085
kamer
e-mailadres
opleiding
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
425 532 122
j.s.a.m.van.koningsbrugge@ rug.nl
[email protected] [email protected] [email protected]
Arch MOS Gesch IBIO Eng ETC CIW IBIO KCM IBIO CIW Eng ETC Eng IBIO AS M&M ETC IBIO Gesch Kgesch Arch ETC/ UOCG ETC Gesch TW Arct M&M Journ IBIO IBIO Gesch ETC Kgesch Ned ENG ETC ETC TW Gesch Eng IBIO Kgesch KCM Gesch/ ETC CIW Gesch KCM
110 406 324 535 423 535
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Gesch Ned AS Gesch CIW Gesch
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Informatie en Communicatie
naam
tel.
gebouw
kamer
e-mailadres
opleiding
prof.dr. Y.B. Kuiper dr. Y.P. Kuo dr. C.K. Lamont drs. F.A.F. Langen dr. T. Lanz prof. dr. A.S. Lehmann dr. J.W. Leigh dr. P.M. van Leusen dr. T.E. Lijster dr. D. van der Linden drs. E. van ’t Lindenhout dr. S.I. Linn dr. F.J. Lippert prof. dr. L.E. Lobo Guerrero dr. H. Loerts dr. M.J.J.E. Loonen
6096 9318 7531 5944 6078 5393 6717 2606
OBS34 H 11 H 12 OBS34 H 15 OBS34 H 15 P’str6 OBS34
025 537 519 025 370 312 219 237 209
6055 5268 4655 5882
P’str6 H 15 H 15 H 15
122 173 288 536
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Kgesch Gesch IBIO KCM M&M Kgesch Eurocult Arch KCM Gesch Arch ETC ETC IBIO
2063 6056
H 15 A weg 30 H 15
246 030
[email protected] [email protected]
TTW Arch
248
[email protected]
dr. W.M. Lowie
5807
8439 6098 9622 5870 6075 5836 5815 5925 7689 5974 6045 7258
Broerstraat 4 H 12 413 H 12 510 OBS34 303 OBS34 222 H 15 290 H 11 522 H 15 522 H15 411 OBS34 109 H 15 312 OBS34 113 H 11 426 H 15 376 H 15 285 H 11 429 H 11 436 H 15 523 P”str6 H 15 406/7 P’str6 238 OBS34 102
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
prof. dr. O.M. van Nijf
6968
H 12
526
[email protected]
dr. R.S.H. Nikolsky dr. M. Nissim prof. dr. G.J.M. van Noord drs. J.E. Noordhof-Hoorn dr. A. van Noortwijk dr. A.M.A. van den Oever drs. G.A. Oggel dr. K.E.E. Olsen dr. J. Olthof J.A. Ooms MA
6076 6849 7811
H 15 H 12 H 11
275 424 431
[email protected] [email protected] [email protected]
Eng/ TTW minor Taalw Gesch Kgesch KCM Eng Gesch IBIO Ned Kgesch AS Kgesch IK Journ MOS GLTC Infkunde IBIO Arch Ned Arch Kgesch/ KCM Gesch/ GLTC MOS IK Infkunde
dr. A.P.M. Lucardie dr. B.A.M. Maassen dr. W.J. Marchand dr. A.M. Martin dr. K.A.M. McGee dr. T.D. Mecsnober dr. C.M. Megens dr. J.F. Meijer dr. M.E. Meijer Drees Dr. E.W. Meijles dr. M.E. Messmer drs. J. Meyer dr. G.J. Mills dr. D. Mustata drs. P.G.T. Nanninga prof. dr. R.R. Nauta prof. dr. ir. J. Nerbonne dr. M. Neuman dr. J.A.W. Nicolay dr. I.B. Nieuwenhuis dr. A.J. Nijboer drs. L. Nijenhof
6829 5800 5987 6093 4829 7481 6011 8983 5864
6003 5875 5866 5888 5851
H 11 OBS23 OBS23 H 15 H 15
523 115 118 171 240
5860
H 12
426
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Gesch KCM KCM ETC Engels Gesch CIW
Informatie en communicatie
85
tel.
gebouw
kamer
e-mailadres
opleiding
dr. Y.P. Ongena dr. A. Oussaïd dr. A.B. Overbeek drs. H.C.W. Padmos prof. dr. W.G. Pansters dr. R.F.J. Paping dr. J.H.M. Peeters drs. A.M.J. Peetoom
7443 5867 5173 5854 5890 7252 5961 8260
H 12 H 12 H 12 H 12 H 13 H 12 P’str6 H 13
417 420 514 402 178 520 016 020
CIW CIW Gesch CIW ETC/Mex Gesch Arch Journ
dr. R.G.P. Peters drs. M.H.M. van Pinxteren dr. C.P.J. van der Ploeg
7699 8260
H 11 H 13
529 0020
2379
OBS34
205
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
dr. S. van der Poel drs. M. Poortman prof.dr. D.C.M. Raemaekers prof.dr. B.A.M. Ramakers prof. dr. G. Redeker dr. R.F. Regtuit prof.dr. J.W. Renders drs. G.M. Riemersma dr. G.C. van Roozendaal M.A. Rossi MA A.L.M. Rousse-Malpat MA dr. P. de Ruiter dr. E.H. Runia prof. dr. C.G. Santing K.M. Santing MA dr. D.D. Satoer dr. R.W.M. van Schaïk drs. M.M. Schiller dr. A. Schüppert
6569 3680 6723
H 12 H 12 P’str6
521 516 106
[email protected] [email protected] [email protected]
KCM/ Kgesch Gesch Gesch Arch
5861
H 15
405
[email protected]
Ned
5973 6116 5816 8260 5969 5371 7537
H 12 H 11 H 12 H 13 H 15 H 12 H 15
429 417 132 020 505 101 168
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
CIW GLTC Gesch Journ IBIO IBIO ETC
OBS34 H 15 H 11 H 15 H 11 H 12 OBS34 H 15
104 520 520 267 421 504 204 265
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Kgesch Gesch Gesch MOS TW Gesch KCM TW/ETC
T. Schuringa M. van der Schuur MA Dr. D.U. Shim R. Siebelink BA dr. A. Singh dr. C. Six dr. I.F. van der Sluis M.A.M. Smit MA P.H. Smit MA C.W.A. Smith MA dr. B.J. Smits prof. dr. S.I. Sobecki prof.dr. Th. Spek drs. H. Sportel F. Steenhuisen
6089 8736 6117 5820 6038 5743 6937 9627/ 5830 5190 6116 7896 8260 5914 7233 5813 8260 8536 5846 6012 7047 6096 9029 6056
514 417 513 0020 507 525 428 020 377 324 108 253 314 133 030
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Gesch GLTC IBIO Journ Gesch Gesch CIW Journ Journ AS Gesch Eng Kgesch IBIO Arctisch
dr. R.G.A. Steinkrauss dr. M.P. Stevenson dr.E.A.C. Storm-Smeets dr. N.M. Stukker
5963 4681 6096 5865
H 12 H 11 H 15 H 13 H 12 H 12 H 12 H13 H 15 H 15 H 12 H15 OBS34 H 12 A weg 30 H 15 H 15 OBS34 H 12
278 372 025 419
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
ETC Journ Kgesch Ned/CIW
naam
86
Gesch Journ
Informatie en Communicatie
naam
dr. P.G. Tassenaar dr. D. Theodoridou dr. M.L. Thompson dr. M.W.A. van Tilburg dr. J.M.L. den Toonder dr. W. Tops dr. M. Uebele prof.dr. R.J. van der Veen dr. J.W. Veluwenkamp prof. dr. W.M. Verhoeven dr. L.K. Vermeer dr. M.H. Verspoor dr. I. Visser dr. W. Visser mr. dr. H.H. Voogsgeerd dr. S. van Voorst dr. N.M.T. Voelkner dr. S. Voutsaki dr. K. de Vries dr. M. de Vries drs. R.W. de Vries dr. T. de Vries dr. W. Vuijk dr. M.C. van der Waal prof.dr. C. Wagenaar prof. dr. G.C. Wakker Drs. H.J. Wedman drs. J.E. Weijermars dr. G.M. Welling M. Westra, Ma dr. M.B. Wieling prof.dr. H.B.M. Wijfjes dr. S.M. Wijma prof. dr. J.H. de Wilde dr. M.K. Williams dr. C.G. Williamson dr. T.A.C. Witschge prof. dr. D.J. Wolffram dr. J. van der Woude dr. M. Zwiers dr. C.J.W. Zwart dr. A. Zwitter
tel.
gebouw
kamer
e-mailadres
opleiding
7252
H 12 OBS34 H15 H 15 H 15 H 11 H 12
520 125 310 521 191 421 516
Gesch KCM AS Gesch ETC TW Gesch Gesch
H 11 H 15 H 11 H 15 H 15 H 15 H 15 H 15 H 15 P’str6 H 15 H 15 OBS34
527 323 537 246 244 368 514 406 518 124 249 432 225
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
H 12 H 12 H 15 OBS34 H 15 H 13 H 15 H 11 H 12 H 11 H 15 H 12 H 15 H 11 H 12 H 15 H 15 H 15
521 412 221 109 338 020 412 432 203 434 380 531 532 524 531 376 346 278
Gesch CIW Eurocult Kgesch GLTC Journ Ned Infkunde IBIO IK Journ Gesch IBIO Gesch Gesch Journ Gesch TTW/Eng
H 12 H 15 OK5
525 163 102
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] Joanne.van.der.woude@rug. nl
[email protected] [email protected] [email protected]
5077 5910 5891 6038 3680 9345 5838 7273 7274 5946 5619 5868 5985 6726 5837 3688 6937 3843 6010 5871 5013 6101 5900 8260 6679 5474 5428 5979 5269 6032 5997 7741 5950 7699 6114 8848 5975
Informatie en communicatie
Gesch AS Gesch Eng/TTW Eng M&M IBIO Ned IBIO Arch Eng TW KCM
Gesch TW IBIO
87
Student Handbook 20152016 Master’s degree programmes Faculty of Arts
This Student Handbook has been published under the auspices of the Faculty of Arts Teaching Institute. We would particularly like to thank the relevant staff members of the Teaching Institute, the Office for Student Affairs (BSZ: Bureau Studentzaken), the secretarial staff of the various degree programmes and, of course, the degree programmes themselves for making their data available.
Disclaimer Although this Student Handbook has been compiled with the greatest possible care, the presence of incomplete or incorrect information cannot be completely ruled out. No rights may be derived from this.
Course units All course units listed in this Student Handbook are subject to the number of students who register for them. In the event that the number of students who have registered for a particular course unit is insufficient, the Teaching Institute may decide to cancel the course unit or to merge it with a similar course unit. This will not affect the fact that the Faculty is obliged to properly implement its teaching programmes. If a maximum is set for the number of students who can participate in a course unit and too many students apply for it, registration will usually take place in order of receipt of the applications. In special cases, however, the students’ study behaviour and progress – and thus their study phase – will be taken into account. The principle is that study delay must be prevented as far as reasonably possible.
Plagiarism The Faculty has a plagiarism policy. Plagiarism is defined as: - the use of the ideas and phrases of others without reference to the source - the inclusion in the argument of a translation or paraphrase of texts written by someone else - the submission of the same or similar papers for assignments for different course units. Plagiarism cannot be tolerated in an academic setting as it conflicts with academic conventions. Students who are caught plagiarizing will be punished in accordance with Dutch law and internal regulations. Punishment will include being banned from the relevant course unit for a period of one year, or – in serious cases – being banned from all teaching activities including examinations for a period of one year.
Faculty of Arts Oude Kijk in ‘t Jatstraat 26 P.O Box 716 9700 AS Groningen The Netherlands
IMPORTANT INFORMATION FOR STUDENTS: STUDENTS MUST REGISTER FOR COURSE UNITS The Faculty of Arts offers 16 Bachelor’s and 28 Master’s degree programmes, each comprising a number of specializations. Over 5000 students major in a subject at the Faculty of Arts. In addition, the Faculty has about 600 students who follow Minors and Open Lectures. All these students and the approximately 650 members of staff make the Faculty of Arts one of the largest faculties within the University of Groningen. This means that there are a lot of people involved in the teaching, which makes its organization and planning quite a challenge. The number of teaching rooms available is only just sufficient for the number of students, and the number of lecturers must be exactly matched with the number of lectures to be taught. This cannot be done without a set of rules, especially given that the Faculty aims to prevent group sizes that exceed the maximum set for the benefit of both students and lecturers. The maximum is in principle 20 students (not including repeat students) for work groups in the Bachelor’s phase and 15 (again excluding repeat students) in the Master’s phase. In some instances, a work group of up to 25 participants may be possible. As a student you can make an important contribution to the planning and organization of course units by: registering for course units that you want to follow in the first semester no later than 23 August 2015 via the registration system http://Progresswww.nl/rug (for more information see Section 3.3) registering even if you have not yet satisfied all the requirements. It is easier to cancel a registration than to add one at a later date taking on a realistic workload of no more than 30 ECTS per semester reporting to the secretariat of your degree programme if you have to change your plans remembering to cancel your registration if you decide not to follow the course unit after all! The definitive scheduling of lecture halls, allocation of students to work groups, etc. will start as soon as the registration period closes. The above also applies to students planning a study period abroad.
TABLE OF CONTENTS 1
GENERAL INTRODUCTION ....................................................................... 1
2
PROFILE OF THE FACULTY OF ARTS ....................................................... 2 2.1 INTRODUCTION ......................................................................................................................2 2.2 MAIN THEMES........................................................................................................................2 2.3 TEACHING PHILOSOPHY AND QUALITY ASSURANCE .................................................................2 2.4 GENERAL STRUCTURE OF DEGREE PROGRAMMES....................................................................3 2.5 EUROPEAN CREDIT TRANSFER AND ACCUMULATION SYSTEM (ECTS)....................................3 2.6 MASTER’S DEGREE PROGRAMMES AND MASTER’S SPECIALIZATIONS .......................................4 2.6.1 Bachelor-before-Master Rule (‘harde knip’) ............................................................. 5 2.6.2 Admission to the Master’s phase................................................................................ 5 2.7 MASTER’S HONOURS PROGRAMME IN LEADERSHIP .............................................................. 8 2.8 RESEARCH AT THE FACULTY OF ARTS .................................................................................... 8 2.9 AFTER YOUR MASTER’S DEGREE PROGRAMME: OPTIONS AND OPPORTUNITIES ........................9
3
STUDYING AT THE FACULTY OF ARTS ................................................... 11 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11
4
LEARNING OUTCOMES AND EXAMINATION REGULATIONS ............... 16 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
5
INTRODUCTION .................................................................................................................... 11 THE ACADEMIC YEAR ............................................................................................................ 11 COURSE UNIT REGISTRATION ............................................................................................... 11 TIMETABLING ...................................................................................................................... 12 STUDY RESULTS ................................................................................................................... 12 STUDY MATERIAL AND STUDY COSTS ..................................................................................... 12 ORDERING READERS VIA THE WEBSHOP............................................................................... 12 IT FACILITIES ....................................................................................................................... 13 SPECIAL PROVISIONS ............................................................................................................ 14 HOUSE RULES FOR STUDENTS............................................................................................... 14 CONFIDENTIAL ADVISOR FOR UNDESIRABLE BEHAVIOUR ..................................................... 14 INTRODUCTION .................................................................................................................... 16 PROFILE AND LEARNING OUTCOMES ..................................................................................... 16 THE STUDENT CHARTER ...................................................................................................... 16 TEACHING AND EXAMINATION REGULATIONS ...................................................................... 17 ENTRY REQUIREMENTS AND ADMISSION REQUIREMENTS ..................................................... 17 TESTING AND ASSESSMENT ................................................................................................... 18 PLAGIARISM ......................................................................................................................... 18 FINAL ASSESSMENTS ............................................................................................................ 19 STUDY ADVICE AND STUDY PROGRESS SUPERVISION ............................................................. 19 COMPLAINTS AND COMMENTS .............................................................................................. 19 THE STUDY PROGRAMME ...................................................................... 20
5.1 INTRODUCTION ................................................................................................................... 20 5.2 MASTER’S DEGREE PROGRAMMES AND MASTER’S SPECIALIZATIONS ..................................... 21 5.2.1 Archaeology 60 ECTS (CROHO 60805) ................................................................. 21 5.2.2 Archaeology 120 ECTS (CROHO 60133) ................................................................ 24 Art History and Archaeology – Research Master ............................................................................... 24
5.2.3
Arts and Culture 60 ECTS (CROHO 60087) .......................................................... 24
Arts, Culture and Media....................................................................................................................... 24 Art History ............................................................................................................................................ 27
5.2.4
Arts and Culture 120 ECTS (CROHO 60829) ........................................................ 30
Art History and Archaeology – Research Master ...............................................................................30 Literary and Cultural Studies – Research Master ..............................................................................30
5.2.5
Classics and Ancient Civilizations 60 ECTS (CROHO 60821) .............................. 30
Classics (GLTC) ....................................................................................................................................30 Ancient History .................................................................................................................................... 31
5.2.6
Classics and Ancient Civilizations 120 ECTS (CROHO 60039) ............................ 32
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master ..................................................... 32
5.2.7
Communication and Information 60 ECTS (CROHO 66826) .............................. 32
Communication Studies ...................................................................................................................... 33 Communication Studies: Health Communication specialization ...................................................... 34 Communication and Education........................................................................................................... 34 Computer-mediated Communication ................................................................................................. 35 Information Science ............................................................................................................................. 36
5.2.8 5.2.9 5.2.10 5.2.11
Dutch Studies 60 ECTS (CROHO 60849) ................................................................ 37 European Studies 120 ECTS (CROHO 60847) ....................................................... 40 History 60 ECTS (CROHO 66034) ......................................................................... 43 History 120 ECTS (CROHO 60139) .........................................................................45
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master ..................................................... 45 Modern History and International Relations – Research Master ..................................................... 45
5.2.12
International Relations 60 ECTS (CROHO 60734) ................................................45
International Security .......................................................................................................................... 47 International Political Economy .........................................................................................................48 European Integration .......................................................................................................................... 49 Global Governance ............................................................................................................................... 49 International Relations and International Organization ................................................................... 50 East Asian Studies ................................................................................................................................ 51
5.2.13
International Relations 90 ECTS (CROHO 60819) ................................................52
International Humanitarian Action – Erasmus Mundus programme (NOHA) ............................... 52
5.2.14
International Relations 120 ECTS (CROHO 60820) .............................................53
Modern History and International Relations – Research Master ..................................................... 53
5.2.15
Linguistics 60 ECTS (CROHO 60815) .....................................................................54
Neurolinguistics ................................................................................................................................... 54 Applied Linguistics (TEFL) ................................................................................................................. 55 European Linguistics ........................................................................................................................... 55 Multilingualism .................................................................................................................................... 56
5.2.16 5.2.17
Linguistics – Erasmus Mundus Master of Excellence – Multiele: Master in Learning and Teaching of Spanish in Multilingual and International Contexts 57 Linguistics 120 ECTS (CROHO 60817) ................................................................... 58
-
Language and Cognition – Research Master ......................................................................... 58 Clinical Linguistics – Research Master .................................................................................. 58 Language and Communication Technologies – Research Master ........................................ 58
5.2.18
Literary Studies 60 ECTS (CROHO 60813) ........................................................... 58
European Literatures and Cultures ..................................................................................................... 59 English Literature and Culture ............................................................................................................ 62 Writing, Editing and Mediating .......................................................................................................... 62
5.2.19
Literary Studies 120 ECTS (CROHO 60814) ......................................................... 63
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master ..................................................... 63 Literary and Cultural Studies – Research Master .............................................................................. 63
5.2.20
Media Studies 90 ECTS (CROHO 60831) ............................................................... 63
Journalistiek......................................................................................................................................... 63 Journalism ........................................................................................................................................... 65
5.2.21
Middle-Eastern Studies 60 ECTS (CROHO 60842) ...............................................67
Middle Eastern Studies ........................................................................................................................ 67
5.2.22 North-American Studies 60 ECTS (CROHO 60845) ............................................. 68 5.3 INTERDISCIPLINARY SEMINARS ........................................................................................... 69 5.4 MASTER OF ARTS IN TEACHING PROGRAMMES (2 YEARS) .................................................... 70 5.4.1 Master of Arts in Dutch Teaching ............................................................................ 71 5.4.2 Master of Arts in English Teaching ......................................................................... 72 5.4.3 Master of Arts in French Teaching .......................................................................... 73 5.4.4 Master of Arts in Frisian Teaching.......................................................................... 73 5.4.5 Master of Arts in German Teaching ........................................................................ 74 5.4.6 Master of Arts in Greek and Latin Teaching .......................................................... 75 5.4.7 Master of Arts in History Teaching .........................................................................76 5.4.8 Master of Arts in Spanish Teaching ........................................................................76 5.5 MASTER OF ARTS IN TEACHING (1 YEAR) .............................................................................. 77 5.6 RESEARCH MASTER’S SPECIALIZATIONS ............................................................................... 77
5.6.1 5.6.2 5.6.3
Art History and Archaeology: Material Culture Studies in Art, Architecture & Archaeology............................................................................................................... 77 Classical, Medieval and Renaissance Studies (CMRS): Text and Context in Premodern and Early Modern Times .................................................................... 80 Linguistics................................................................................................................. 83
Language and Cognition ...................................................................................................................... 83 Erasmus Mundus Master of Excellence – Language and Communication Technologies (LCT) .....84 Erasmus Mundus Master of Excellence - Clinical Linguistics (EMCL) ............................................. 85
5.6.4 5.6.5 5.7 5.8 6
Literary and Cultural Studies: Literature and Performing Arts in Society ....... 86 Modern History and International Relations: Transformation and Acceptance ................................................................................................................................... 89 PLACEMENT ......................................................................................................................... 91 MASTER’S THESIS ................................................................................................................ 92 FACULTY STRUCTURE ............................................................................ 93
6.1 INTRODUCTION ................................................................................................................... 93 6.2 ADMINISTRATIVE STRUCTURE AND COMMITTEES................................................................. 93 6.2.1 Faculty Board ........................................................................................................... 93 6.2.2 Faculty Council......................................................................................................... 93 6.2.3 Teaching Institute .................................................................................................... 93 6.2.4 Faculty Consultative Body for Teaching Policy (FOO) ......................................... 94 6.2.5 Departmental boards and chair groups ................................................................ 94 6.2.6 Programme Committees ......................................................................................... 94 6.2.7 Boards of Examiners ................................................................................................95 7
INFORMATION AND COMMUNICATION ................................................ 96 7.1 7.2 7.3 7.4
INTRODUCTION ................................................................................................................... 96 BUILDINGS, SERVICES AND FACILITIES..................................................................................97 FACULTY OF ARTS STUDY ADVISORS...................................................................................102 LECTURERS ........................................................................................................................106
1
GENERAL INTRODUCTION
This Student Handbook covers the Master’s degree programmes of the Faculty of Arts of the University of Groningen. It contains general Faculty information and information about all of the Master’s degree programmes offered by the Faculty. This Student Handbook aims to inform you about the possibilities open to Master’s students within the Faculty of Arts. The course units and teaching programmes in this Student Handbook are subject to the Teaching and Examination Regulations (OER) of the corresponding degree programme. The OERs can be found online via: www.rug.nl/let/oer Please contact your degree programme’s secretariat for more information about degree programme-related matters. In addition, you can also contact your study advisor if you need help, advice or guidance with regard to your studies. The study advisor Each degree programme has its own study advisor, who can help you plan and monitor your study progress. In more concrete terms, the study advisors have the following duties: - providing information about the degree programme - guiding and advising students - assessing and helping to draw up study plans (see Section 3.3) - holding study progress meetings - advising the Board of Examiners about requests from individual students - referring students on to other organizations. A list of names of all study advisors and their contact information can be found in Section 7.3.
Director of the Teaching Institute The Teaching Institute is responsible for all the teaching performed within the Faculty. The Director of the Teaching Institute is responsible for the organization of teaching and the teaching programmes, and monitors the quality of the Major and Minor programmes and their implementation. Your study advisor should be your first point of contact if you have any questions or complaints about the implementation of your study programme. If your question concerns an individual course unit, you should first contact the relevant lecturer and then, if necessary, your study advisor. If they are unable to solve your problem they may refer you to the Director of the Teaching Institute. You can contact him directly or make an appointment if you have a problem that you cannot or do not want to discuss with your study advisor or lecturer. The telephone number of the Teaching Institute is (050) 363 6004.
2
PROFILE OF THE FACULTY OF ARTS
2.1 INTRODUCTION This chapter contains general information about the organization of the teaching performed at the Faculty of Arts. It will discuss the main themes of teaching and research at the Faculty and the philosophy that forms the basis of how the teaching is designed. It also provides information about the structure of the degree programmes, your obligations and options within a degree programme and the possibility to spend time studying abroad, as well as an overview of all degree programmes offered at the Faculty. Finally, it provides information about the options you have once you have successfully completed your Master’s degree programme. This chapter will not discuss the content of the individual degree programmes – more information about this can be found in Chapter 5. 2.2 MAIN THEMES Each Arts faculty in the Netherlands has its own main themes. The Groningen Faculty mainly focuses on the Western world, in particular Europe and North America, in both its teaching and research. From this perspective, attention is also paid to the relationships Europe has with the non-Western world, in particular Africa, Latin America, Indonesia, Japan, China, Korea and Mongolia. Teaching and research are conducted in the fields of classical and modern languages and cultures of Europe and the Middle East, history, art history and archaeology, as well as thematic programmes such as Arts, Culture and Media, Communication and Information, American Studies, and International Relations and International Organization. All teaching programmes are closely linked to the research conducted within the Faculty, based on the idea that teaching and research at academic institutions are inextricably linked and can thus continually influence and nourish each other. 2.3
TEACHING PHILOSOPHY AND QUALITY ASSURANCE
Student-oriented and research-based The University of Groningen is a research university, which means that its teaching is closely related to research that has been and is being conducted. Recent research results are used in the various course units of the programmes, mainly in the senior Bachelor’s years and the Master’s phase. This interweaving of teaching and research is a core component of the University’s and the Faculty’s educational philosophy. In addition, the teaching is student-oriented in all phases of the degree programmes. This concept or paradigm distinguishes itself from input or lecturercentred approaches. A degree programme using an output or student-oriented approach primarily aims to prepare students as thoroughly and efficiently as possible for roles in society that are related to their degrees. This educational concept places special demands on the design and implementation of teaching. Whereas in the past the knowledge to be acquired tended to be the main focus in curriculum development, the current goal is a balanced combination of domain-specific and generic competences (knowledge, understanding and skills) at an academic level. Although knowledge is important, the starting point is what students should know, understand and be able to do in order to have the best possible preparation for entering the labour market in the broad sense. The expertise of the staff should serve this purpose. Arts students are usually not trained for a specific range of jobs but for a wide variety of positions for which an Arts degree is useful. This underlines the value and necessity of a general education, of becoming acquainted with a variety of philosophies, methodologies and techniques, and of acquiring academic competences that are not related to any specific discipline. To this end, the Faculty has opted for an integrated approach, which means that the generic competences are acquired within the framework of Major and Minor course units in the Bachelor's and Master's degree programme rather than as separate units. Activating learning environment The student-oriented approach assumes that the methods used are activating in nature. This means that students are given a lot of responsibility for their own learning process. It is up to the students themselves to develop, with support and inspiration offered by the relevant team of
2
Profile of the Faculty of Arts
lecturers. In this approach, students will first acquire academic knowledge and skills, which then develop into understanding, and finally into the ability to apply the knowledge and skills acquired. The learning and teaching methods and modes must be chosen in such a way that students are optimally enabled to develop the core competences (knowledge, understanding and skills). Modes of instruction and teaching methods/techniques may differ for each core competence or group of core competences. Examples of methods and techniques that may be used include: collecting relevant material (search techniques); literature study; selecting and analysing material; comparing and analysing texts; solving problems and presented case studies; conducting research with increasing levels of difficulty in terms of the scope and nature of the material; practical and technical skills; writing essays, reports, papers and theses with increasing levels of difficulty in terms of scope and nature of the material; working with other students and aiming to achieve a final product or solution to a problem together; preparing and giving a presentation (individually or in a group); giving constructive feedback on fellow students’ work and implementing other people’s feedback in one’s own work; chairing and participating in working groups; leading or participating in a team; working under time pressure/learning to cope with deadlines; learning to be self-critical; learning to learn. A high level of teaching is not achieved by high-quality programmes and lecturers alone, but also by students’ efforts and motivation. The Faculty does not regard students as customers or consumers of teaching, but rather as participants in the learning and teaching process. Highquality teaching is impossible without motivated students who prepare thoroughly for their lectures and exams. The Faculty therefore explicitly aims at a quality culture based on optimal effort by both lecturers and students, which makes learning and teaching fun and inspiring. The Programme Committees (OC) are important bodies that assess the quality of teaching. Half of the members of these committees are students and half staff. The OCs ensure that the teaching process follows the Teaching and Examination Regulations (OER). In addition, the OCs issue recommendations on the course units to be evaluated during the academic year, and report the results of such evaluations to the Teaching Institute, which monitors the evaluation process on behalf of the Faculty Board. The course unit evaluations consist of a questionnaire for the lecturer (or lecturers) who taught the course unit in question and a questionnaire for the students who took it. Students can consult the results of these evaluations via the website of the Teaching Institute. These results are taken very seriously and are used to further improve the teaching. 2.4 GENERAL STRUCTURE OF DEGREE PROGRAMMES The Faculty of Arts offers both Bachelor’s and Master’s degree programmes. All Bachelor’s degree programmes are in principle three-year programmes; Master’s degree programmes can take one to two years of full-time study, depending on the nature of the programme. A VWO diploma or HBO propaedeutic certificate or HBO degree will grant admission to a Bachelor’s degree programme. In order to gain admission to a Master’s degree programme you will need at least a Bachelor’s degree, and sometimes additional conditions apply. More about this can be found in Section 4.5. The Faculty of Arts of the University of Groningen uses the European Credit Transfer and Accumulation System (ECTS) to express the student workload of its degree programmes and the course units within these programmes in credit points. 2.5
EUROPEAN CREDIT TRANSFER AND ACCUMULATION SYSTEM (ECTS)
What is a credit system? A credit system is a systematic way to describe a degree programme by allocating credit points to the various course units in this programme. Various parameters can be used to determine the number of credit points to be allocated in higher education contexts, such as student workload, learning outcomes and contact hours.
Profile of the Faculty of Arts
3
What is the ECTS? The European Credit Transfer and Accumulation System is a student-oriented system based on the workload required for a student to achieve the objectives of a particular degree programme. These objectives should preferably be specified in terms of learning outcomes and competences to be acquired. How has the ECTS developed? The ECTS was introduced in 1989 within the framework of the Erasmus programme, which is now part of the Socrates programme. The ECTS is the only credit system that has been successfully tested and used throughout Europe. The ECTS was originally developed to enable transfer of study credits – to facilitate recognition of study periods abroad and thus promote the quality and extent of student mobility within Europe. The ECTS is currently developing into an accumulation system that is being implemented at institutional, regional, national and European levels. This is one of the core objectives of the Declaration of Bologna drawn up in June 1999. Main characteristics of the ECTS The ECTS is based on the agreement that 60 credit points are equivalent to the student workload of a full-time student during one academic year. A full-time student’s workload at a European university is usually 1500-1800 hours per year, and one credit point thus covers 25 to 30 hours of study. ECTS credit points can only be earned after the required work has been completed and the intended learning outcomes have been achieved. Learning outcomes are the set of competences that express what students are expected to know, understand and be able to do on completion of a short or long learning process. A student’s workload according to the ECTS includes the time for attending lectures, seminars, independent study, preparing for and taking exams, etc. Credit points are awarded for all components of a degree programme (such as course units, lectures, placements, theses, etc.) and indicate the amount of work required to realize the intended objectives and learning outcomes for each component in relation to the total amount of work required to complete a full year of study. Use of the ECTS system at the University of Groningen The Netherlands, and thus the University of Groningen too, uses the ECTS system both for accumulation and transfer purposes. The application of the ECTS system is regulated by law. The law states that 42 study weeks of 40 hours each correspond to a 60 ECTS student workload. This means that 1 ECTS credit point is equivalent to 28 hours of work. A university Bachelor’s degree programme takes three years of full-time study, which corresponds to 180 ECTS credit points. University Master’s degree programmes vary in length – depending on the nature of the programme – between 60 and 120 ECTS, i.e. one to two years of full-time study. The Faculty of Arts has Master’s degree programmes worth 60, 90 and 120 ECTS credit points. 2.6 MASTER’S DEGREE PROGRAMMES AND MASTER’S SPECIALIZATIONS The Faculty of Arts has a total of 28 Master’s degree programmes with various Master’s specializations. There are several types of Master’s programmes: - Regular Master’s degree programmes - Master of Arts in Teaching programmes - Research Master’s degree programmes A regular Master’s degree programme is a 60 or 120 ECTS programme which, as well as providing thorough academic training, primarily prepares you for a position in the job market related to your degree. A vocational placement may be part of this preparation – in principle, 10 to 20 ECTS have been reserved for this in the programme. Each degree programme has a placement coordinator who can provide you with more information about the regulations that apply to your programme. The Faculty placement coordinator at the Faculty of Arts Placement Office can help you find a placement and is responsible for the formalities surrounding it, including procedures such as drawing up a placement contract. You can find more information about placements in Chapter 5.6 of this handbook, and at
4
Profile of the Faculty of Arts
http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/let/organisatie/bsz/stagebureau/ 2.6.1 Bachelor-before-Master Rule (‘harde knip’) Students are not permitted to start a Master’s degree programme until they have gained their Bachelor’s degree – in Dutch this rule is called ‘harde knip’. This rule applies to all students, including those on the pre-Master’s programmes. To prevent you building up unnecessary study delay, it was decided when introducing this measure that there would be at least two entry moments for each Master’s programme. The ‘harde knip’ means that students must carefully plan their study programme. Please feel free to contact your study advisor or the student counsellors at the Student Service Centre if you have any questions after you have drawn up your study plan. 2.6.2 Admission to the Master’s phase Students with a Bachelor’s degree will be admitted automatically to regular Master’s degree programmes with the same name, which always have a student workload of 60 ECTS. In addition, there are a number of Master’s programmes with a student workload of 90 or 120 ECTS for which there is a selection procedure. The table at the end of this section shows which MA degree programmes are open to students with which BA degree. There may be additional conditions attached to admission to these MA programmes, for example completion of a particular Minor or other preparatory course unit. Admission to the Master of Arts in Teaching programmes A Bachelor’s degree in German, English, French and Spanish (RTC), Frisian, History, Greek and Latin Languages and Cultures or Dutch automatically qualifies students for the Master of Arts in Teaching programme in the same discipline. Since academic year 2014-2015, the Master of Arts in Teaching programmes are also open to students who have a Bachelor’s degree in European Languages and Cultures (ETC), on condition that they have earned at least 90 ECTS credit points in the target language (German, Frisian, French, Spanish or English). Please consult your study advisor for more information. Admission to the Research Master’s degree programmes There is a selection procedure associated with admission to the Research Master’s degree programmes. Take a look at the relevant Research Master’s programme website for more information about admission requirements, the selection procedure and an application form. The Faculty of Arts offers the following Master’s degree programmes and specializations: Master’s degree programme Archaeology (60 ECTS) Communication and Information (60 ECTS) full-time and dual European Studies (120 ECTS) History (60 ECTS), part-time and full time International Relations (60 ECTS)
International Relations (90 ECTS)
Profile of the Faculty of Arts
Master’s specialization - Classical and Mediterranean Archaeology - Prehistory and Protohistory of Northwest Europe - Information Science - Communication Studies - Communication and Education - Computer-mediated Communication - Euroculture (selective) -
History Today
-
International Security International Political Economy European Integration Global Governance International Relations and International Organization East Asian Studies
-
International Humanitarian Action (selective)
5
Arts and Culture (60 ECTS)
-
Art History History of Architecture and Town Planning Landscape History Arts, Culture and Media European Literatures and Cultures (conditional language choice) English Literature and Culture Writing, Editing, and Mediating Journalistiek (selective) Journalism (selective) Middle-Eastern Studies
North American Studies (60 ECTS)
-
Dutch Literature Language and Discourse: Development and Use Dutch Culture American Studies
Classics and Ancient Civilizations (60 ECTS), part-time and full time
-
Classics Ancient History
Linguistics (60 ECTS)
-
Neurolinguistics (including Speech and Language Pathology) Applied Linguistics-TEFL European Linguistics
Literary Studies (60 ECTS)
Media Studies (90 ECTS) Middle-Eastern Studies (60 ECTS) Dutch Studies (60 ECTS)
-
-
The Master’s degree programmes have a student workload of 60, 90 or 120 ECTS credit points (see table above). In addition to the regular Master’s degree programmes, the Faculty also offers eight Master of Arts in Teaching programmes. These are 120 ECTS degree programmes, thus taking two years of full-time study. The first semester of the first Master’s year is roughly the same as for the regular MA. This is followed in the second semester of year 1 by a 10 ECTS course unit offered by the teacher training programme of the Faculty of Behavioural and Social Sciences to prepare you for the second year of the Master of Arts in Teaching programme. In addition, you will write a 20 ECTS thesis. The second year of the Master of Arts in Teaching programme consists of a ‘working-learning path’, comprising the student teacher placement (LIO-stage) and a number of course units followed in the teacher training programme of the University. In addition, you will also follow 10 ECTS in course units from the regular Master’s degree programme. Graduates of a Master of Arts in Teaching programme will not only have an MA degree but also a grade one teaching qualification. You can also gain your grade one teaching qualification in one of the above-mentioned subjects after first finishing your regular Master’s degree programme. To this end, you must follow a 60 ECTS programme that is similar in content to the second part of the Master of Arts in Teaching programme, including the Preparing for the Working-Learning Path course unit (which is only offered in semester 2). For more information please contact your study advisor or consult the teacher training programme of the Faculty of Behavioural and Social Sciences. The Faculty offers the following Master of Arts in Teaching programmes: Master of Arts in Teaching programmes (120 ECTS) Master of Arts in German Teaching Master of Arts in English Teaching Master of Arts in French Teaching Master of Arts in Frisian Teaching Master of Arts in History Teaching Master of Arts in Classics Teaching
6
Profile of the Faculty of Arts
Master of Arts in Dutch Teaching Master of Arts in Spanish Teaching Master of Arts in Teaching programmes (60 ECTS) Grade One Teaching Certificate in German Grade One Teaching Certificate in English Grade One Teaching Certificate in French Grade One Teaching Certificate in Frisian Grade One Teaching Certificate in History and Politics Grade One Teaching Certificate in Greek, Latin and Classical Culture Grade One Teaching Certificate in Dutch The Master of Arts in Teaching programmes have a student workload of 60 or 120 ECTS credit points (see table above). Research Master’s degree programme. Research Master’s degree programmes are intended for talented students who are interested in a career as a researcher within or outside the University or would like to continue with a PhD programme after they graduate. The Faculty offers five Research Master’s degree programmes, all with a study load of 120 ECTS, in other words two years of study. Each Research Master’s specialization comprises several components: a number of ‘knowledge’ course units and ‘in-depth’ course units, a specialization phase and the writing of an extensive Master’s thesis worth 30 ECTS. This latter component is supported through a ‘thesis class’. The ‘knowledge’ course units aim to further deepen the knowledge, skills and understanding that you acquired in the Bachelor’s phase and to practise conducting research on the basis of specific research assignments. The ‘in-depth’ course units will reinforce your theoretical and methodological knowledge, which you will need in order to participate fully in the specialization phase. The specialization phase consists of course units that focus on independent research, in the form of additional Master’s course units, tutorials or a research placement that can be followed either at the University of Groningen or another university or research institute in the Netherlands or abroad. In addition, you will be expected to participate in activities organized by the national research schools (course units, Summer or Winter Schools, etc.) Your Master’s thesis, finally, is where you combine all the knowledge and understanding you have acquired to demonstrate your academic abilities. All study programmes are compiled in consultation with the relevant Director of Studies. The Faculty offers the following Research Master’s specializations: Research Master’s specialization (120 ECTS) 1)
Classical, Medieval and Renaissance Studies
2)
Literary and Cultural Studies
3)
4)
Language and Cognition - Clinical Linguistics – Erasmus Mundus programme - Language and Communication Technologies – Erasmus Mundus programme Art History and Archaeology
5)
Modern History and International Relations
Part of the Master’s degree programme in: Literary Studies History Classics and Ancient Civilizations Literary Studies Arts and Culture Linguistics
Archaeology Arts and Culture History International Relations
These Research Master’s degree programmes have a student workload of 120 ECTS credit points.
Profile of the Faculty of Arts
7
2.7 MASTER’S HONOURS PROGRAMME IN LEADERSHIP The University of Groningen Honours College offers talented and motivated students the opportunity to challenge themselves even more by following an extra programme in addition to their regular degree programme. This programme is open to students from all Faculty of Arts Master’s degree programmes and has an interdisciplinary structure, with the central theme of ‘Leadership: making the difference’. The programme covers two semesters (with a total student workload of 15 ECTS) and comprises the following four components: 1) developing knowledge and understanding of various aspects of leadership from the perspective of various different disciplines (four Masterclasses) 2) observing, experiencing and practising a number of leadership skills (Leadership Lab) 3) paying attention to personal development and own experiences with leadership (workshop) 4) applying the knowledge and understanding acquired in your own project (Masterwork). This Master’s Honours programme is intended for talented and motivated students who complete their Bachelor’s degree before 1 September or 1 February with good to very good results and are starting a regular Master’s degree, a Master of Arts in Teaching programme or a Research Master at the University of Groningen. This programme has two starting dates – students who follow a two-year Master’s degree programme can choose which starting date best suits them. Admission to the Honours programme is on the basis of a selection procedure. Students can apply for a place by submitting an electronic application form to the Admissions Board via Nestor. For more information about the Master’s Honours programme, the admission requirements and the selection procedure, please consult the website or make an appointment with the Faculty coordinator. (www.rug.nl/honours) 2.8 RESEARCH AT THE FACULTY OF ARTS The teaching at the Faculty of Arts is based on and closely linked to academic research. Most lecturers within the Faculty both teach and conduct research. The Faculty has organized all research into the following three research institutes: the Groningen Institute of Archaeology (GIA), the Groningen Research Institute for the Study of Culture (ICOG) and the Centre for Language and Cognition Groningen (CLCG). Both individual and group research (within and outside the Faculty/University) is being conducted at these institutes. Research is often interdisciplinary in character rather than focusing on one specific area. In addition, members of these research institutes also participate in national or local research schools, which play an important role in training PhD students. The Faculty has combined all PhD programmes into one Graduate School for the Humanities, where all PhD students within the Faculty follow a teaching programme. In addition, they also follow course units at the research schools (either locally or elsewhere) that tie in as closely as possible with the content of their research. The research schools are also open to students of the five Research Master’s degree programmes offered by the Faculty. More information about this can be found on the Faculty of Arts website. As a student, you will learn about research and conduct your own research at various moments throughout your studies. You will be stimulated to conduct research during your third Bachelor’s year and throughout the Master’s degree programme. The seminars and research seminars will introduce you to the various research methods in the humanities as well as the latest research results, and you will also practise your own research skills. Writing a thesis, finally, is another important means of acquiring knowledge and skills in the field of academic research. If you have been admitted to one of the Research Master’s degree programmes within the Faculty you can also apply for the position of Research Assistant within the framework of the Research Assistants Programme and become one of the 12 ReMa students who get paid to contribute to top-level research one day a week for a period of ten months. This position will also provide you with more information about careers in the academic world. Recruitment and selection for these research positions will take place in the autumn and appointments will run from February until November.
8
Profile of the Faculty of Arts
2.9 AFTER YOUR MASTER’S DEGREE PROGRAMME: OPTIONS AND OPPORTUNITIES It is very important to design your studies in such a way that you can optimally utilize your own interests and qualities. Many Master’s degree programmes have specializations and/or tracks, which aim to impart specific knowledge, understanding and skills in the form of required competences. These competences, including subject-specific and more general academic competences, play a role in finding a suitable work environment. For example, if you have strongly developed analytical and synthesizing skills, you could consider entering the selection procedure for a PhD position. The Research Master’s degree programmes provide the best preparation for such positions. If you are interested in becoming a teacher in secondary or higher education, you could follow a two-year Master of Arts in Teaching programme, which will allow you to gain a grade one teaching qualification. Placements provide the best possible orientation towards other professions. Placements are registered with the Faculty of Arts Mobility Office. For more information and advice in the field of job applications and careers, please make an appointment with the Career Strategy Office. See Section 5.7. Most Arts students would like to find a job that is related to their field of interest after they graduate. You should preferably start your job hunt at least three months before your expected graduation date. In order to improve your chances of a successful job application process you should draw up an overview of your strengths and weaknesses. The NEXT careers service office, located in the University Library, will be able to give you advice in this field, but you can also contact the Faculty of Arts Career Strategy Office. You will find an overview of the competences that you should have acquired in the Teaching and Examination Regulations of your degree programme. Bear in mind that most organizations will primarily see you as an Arts graduate rather than, for example, a historian. You may use the text for placement organizations that has been posted on the web by the Faculty of Arts Career Strategy Office in your job application: ‘Although arts students are experts in their own academic fields, they are also widely deployable. Often, they have a command of one or more foreign languages. They possess analytical and problem-solving capabilities, they know how to find information rapidly, summarize it, and report it clearly and efficiently. They are socially competent, strong in communication (both verbally and in writing), and absorb knowledge easily. Arts students are becoming increasingly market-oriented – taking electives in fields such as economics, law, business studies, IT and psychology. This way they broaden their knowledge so they can be flexibly deployed in large parts of the job market. Accordingly, you meet them at places you might not expect. You can make optimum use of their expertise by, for example, allowing students to implement projects that you would otherwise simply not have time for. Or you could have them perform research for which you do not have the necessary in-house resources. This way, you can make their knowledge work for you.’ If you need help, advice or training in preparing for the job market, for example in the areas of the best orientation for you, networks or job applications, please contact the Career Strategy Office to make an appointment. NEXT organizes workshops, themed lectures, open office hours and and a CV check service. The Talent & Career Center can help you find your first job. See the My Career tab in Nestor and www.talentcareercenter.nl. Faculty of Arts Career Strategy Office, rooms 1311-117 and 119 (1st floor) Tel. 050-363 58 44 / 48 42 E-mail:
[email protected] /
[email protected] URL: www.rug.nl/let/careerstrategy Twitter: @CareerArtsRUG Facebook: facebook/careerarts RUG Skype: Career.Strategy Nestor: Organization ‘Stage Letteren /Placement Faculty of Arts (Master)’
Profile of the Faculty of Arts
9
Mobility Office desk opening hours: 1 - 4 p.m. every day. Consultation with Career Strategy Office: by appointment (contact
[email protected]), between 1 and 2.30 p.m. on Mondays and Tuesdays and between 9.30 and 11 a.m. on Fridays.
10
Profile of the Faculty of Arts
3
STUDYING AT THE FACULTY OF ARTS
3.1 INTRODUCTION This chapter contains information about a wide range of practical matters related to studying at the Faculty, such as the structure of the academic year, registering for course units and examinations, lecture and exam timetabling and the registration of study results. Attention will also be paid to various regulations and provisions for students, such as the regulations concerning study costs, IT facilities and special provisions for students with a performance disability, and the chapter will conclude with a number of house rules for students. 3.2 THE ACADEMIC YEAR The academic year at the Faculty of Arts is divided into two semesters, each comprising two blocks of 10 weeks. The first semester begins in September and ends in early February, the second semester runs from early February to early July. Each block is rounded off with an exam period. The academic year is structured as follows: weeks 1-7 lectures
SEMESTER I weeks weeks 8-10 11-17 exam weeks
lectures
weeks 18-20 exam and resit weeks
weeks 1-7 lectures
SEMESTER II weeks weeks 8-10 11-17 exam and resit weeks
lectures
weeks 18-20 exam and resit weeks
A complete overview of academic year 2015-2016 can be found at: www.rug.nl/let/jaarplanning 3.3 COURSE UNIT REGISTRATION All senior students of the Faculty of Arts, including final-year students and students who are going to spend a study period abroad, must register via ProgRESSS WWW for all course units they wish to follow. Registration for seminars and work groups is arranged via Nestor. The course unit registration period runs from 20 July to 23 August 2015. Please bear the following in mind: Do not register for more course units than you will be able to follow successfully. We strongly advise you to limit your registration to a maximum of 30 ECTS credit points per semester. Work groups are timetabled in such a way that work groups with the same serial number can always be followed within one academic year. You may be denied access to a course unit if you do not register in good time. Access to course units with a maximum group size is determined on the basis of whether or not students have registered in good time. The names of admitted students will be announced on 25 August. Course unit registration data are also used for the following purposes: - To plan and monitor your study progress. You should keep a good eye on your study progress yourself, and your study advisor needs an overview too. Your study advisor will use your schedule as a tutoring tool. - To determine the number and size of work groups and thus be able to timetable lecture rooms etc. - To order readers, book exam rooms, draw up exam lists and send out evaluation forms. For registration in Nestor. You can only access Nestor once you have registered in ProgRESS WWW. You must deregister via ProgRESS WWW in good time for course units that you decide not to take after all. ProgRESS WWW can be found via the following URL:
Studying at the Faculty of Arts
11
http://progresswww.nl/rug Your login name is your student number (without s); your password will be sent to your home address once you are enrolled in a degree programme. Make a list in advance of all course units you will be following in the next academic year, making sure that you spread the student workload as evenly as possible over the two semesters. In ProgRESS WWW, click on the button {enrolling}; then select the Faculty of Arts, your degree programme, study year and semester. Don’t forget to click on {enroll} after selecting your course units! 3.4 TIMETABLING The course unit and exam timetables can be found at: www.rug.nl/let/roosters This is where you will find the most up-to-date timetables, including amendments, so don’t forget to check regularly whether your timetable is still accurate. The Office for Student Affairs is responsible for course unit and exam timetabling – it draws up timetables per semester and per exam period for all degree programmes. Please contact your degree programme’s secretariat if your timetable causes problems for you. 3.5 STUDY RESULTS The ‘results’ section in ProgRESS WWW contains an overview of all the results you have earned so far. You can arrange your results list in different ways by clicking on one of the triangles above the information, and you can also print it. Students who are enrolled in more than one degree programme must bear in mind that the ECTS credit points of course units that are included in more than one list are counted in each list, and thus the total number of ECTS credit points when you add up all your overviews may turn out higher than your actual number of ECTS. 3.6 STUDY MATERIAL AND STUDY COSTS The amount of money you will have to spend on books and other study material not only depends on your degree programme but also on where you buy them. Books are often cheaper if you buy them online from the country where they were published. You can sometimes also buy study material through your own degree programme or the study association of your degree programme. Please contact your degree programme’s secretariat for more information. The course unit descriptions in Ocasys list the price of required literature where possible. It is difficult to give a precise estimate of the study costs for an MA degree. This is because most of the programmes only have a limited amount of compulsory literature. Because you will often be consulting specialist literature, it makes more sense to borrow it from the library rather than purchasing it yourself. In this phase of your degree you are thus the one who determines how high your costs will be. The University of Groningen has a policy on study costs. The policy aims to control costs so that the ‘study cost’ component does not exceed grant/loan budgets. The amount that students are required to spend on study materials therefore does not exceed the government grant. The standard sum for 2015-2016 is € 740. Each degree phase has a cost ‘ceiling’ (standard sum × length of programme). Sometimes it is not possible to avoid exceeding the ceiling amount. In such cases it is possible to apply to the Faculty Board for reimbursement of half the extra expenditure on the basis of receipts submitted as proof. Sometimes another arrangement may be possible. A brochure about study costs and the University’s pricing policy is available from your degree programme and the University Student Desk. They can also provide you with more information. 3.7 ORDERING READERS VIA THE WEBSHOP Each degree programme and course unit has its own readers. Your degree programme will tell you exactly which readers you need to buy. The University has a webshop, where you can order and pay for readers online, after which you can collect them from the Syllabus Shop in the Harmonie building. The procedure is as follows:
12
Studying at the Faculty of Arts
Go to https://webshopgrafimedia.ufb.rug.nl/DSF - If you are about to use the webshop for the first time, you must first create an account by clicking ‘Register’. You should preferably use your student e-mail address or, if you don’t have one yet, use your own e-mail address and change this to your student e-mail address as soon as you have one. - Once you are registered, you can log in using your username and the password you have chosen. - Order your readers. They will be available for collection from the Syllabus Shop in the Harmonie building after 6 working days. - Please consult the website for opening hours and information about when readers for future semesters can be ordered. Further instructions, opening hours of the Syllabus Shop and other information can be found on the Faculty website: www.rug.nl/rechten-letteren/repro/klapperwinkel 3.8 IT FACILITIES The use of computers for various applications has gained an important and accepted position within all Arts degree programmes. You are therefore expected to have mastered basic IT skills before starting your degree programme. All new first-year students are issued with a computer account and an e-mail address to enable them to use the various University computer programs. Your account will give you access to the University of Groningen student network. One example of an important IT application for students is the electronic learning environment Nestor, which is used by many lecturers to support their teaching. Nestor enables you to download study material, do individual and group assignments, view syllabuses and course unit timetables, engage in discussions, exchange information and much more. You must register for the relevant course units in ProgRESS WWW to gain access to the Nestor sections for these course units (see Section 3.3). The Faculty will use your University e-mail address to keep you informed of all kinds of matters. You must therefore check your mail regularly and change your password in good time – Your account and e-mail address will remain valid for as long as you are registered as a student. Fixed computer workstations are available for students at various locations in the Arts buildings. The CIT Service Desk can be found on the first floor, which is also where you will find a room full of computer workstations for independent study. This room is open from 8.15 a.m. to 10 p.m. on Mondays to Thursdays and from 8.15 a.m. to 6 p.m. on Friday. The Service Desk is open every day from 8.30 a.m. to 5 p.m. The University has an extensive Wi-Fi network called ‘eduroam’, which you can access with your S number and password (see also www.eduroam.nl). You can access the wireless network with your own laptop/tablet at various locations in the Arts buildings, for example the cafeteria. There are plenty of power outlets available, as well as printers at various locations that you can use with your student card. The University Library also has a variety of computer facilities for students, and you can even contact the University network from home, via uwp.rug.nl. If you have any questions or problems, or if you need other IT support (for example when you are conducting research), feel free to contact the central Service Desk at
[email protected] or on tel. 050-363 3232. Please contact the University of Groningen’s Center for Information Technology (CIT) (Landleven 1, Zernike Complex) if you want to follow a computer course or if you need help solving a problem related to IT equipment, programs and other IT facilities. More information can be found at www.rug.nl/cit.
Studying at the Faculty of Arts
13
In addition, you can buy software and other IT products legally and at very attractive rates on SURFSPOT.NL (http://surfspot.nl/). 3.9 SPECIAL PROVISIONS Students with a physical performance disability, long-term psychological problems or dyslexia are entitled to special provisions. Please contact your study advisor for all matters that have to be arranged within your degree programme. You should do this as soon as possible as it may take some time to implement the necessary measures or adaptations. Issues that are not degree programme-specific, such as financial matters or other matters that cannot be arranged by your degree programme, should be discussed with one of the student counsellors of the Student Service Centre (SSC). The SSC’s address can be found in Section 8.2. Special facilities are available for visually impaired students. For example, study material (readers) can be provided in extra large copies (A3) or digital versions to enable the use of ‘screen readers’ or text-to-speech software. The study advisor is the contact person for organizing these facilities. Students who have – or are in danger of contracting – RSI (nowadays also referred to as ‘CANS’) can obtain an extensive information brochure from the Faculty’s Health, Safety and Environment coordinator (Rein van den Bos). An information sheet on RSI prevention can also be found in every computer room, and you can download courses and programmes from the internet (www.rsi.pagina.nl). In addition, the Health, Safety and Environment coordinator has an office hour twice a week (Wednesday and Friday afternoon from 1.15 to 2.15 p.m., in room 318, wing 1315 of the Harmonie building) for RSI-related questions. 3.10 HOUSE RULES FOR STUDENTS
The secretariat of your degree programme needs the correct addresses and postcodes of all its students for the purpose of information provision. The secretariat uses the data available at the University Student Desk (USD). You must therefore immediately notify the USD (via Studielink) as well as your degree programme’s secretariat if you move house. Don’t forget to include the postcode! Students who terminate their degree programme prematurely must notify their study advisor and the secretariat. Please contact the study advisor and the secretariat as soon as possible if you are unable to participate in lectures and/or exams for a shorter or longer period due to illness or other circumstances. You must also notify the lecturers of any course units with compulsory attendance that you are following of your absence in person. If you incur a study delay of more than 4 weeks we recommend that you report this to your study advisor in writing immediately, as you may be eligible for financial support from the Graduation Fund. Contact a Student Service Centre (SSC) student counsellor for a renewed report if your delay is or will be longer than two months. For more information please consult the Student Charter on http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/regelingen-klachtinspraak/regelingen/studentenstatuut2012-2013/ 3.11 CONFIDENTIAL ADVISOR FOR UNDESIRABLE BEHAVIOUR Aggression, harassment, sexual harassment, intimidation, violence and discrimination are forms of behaviour that have no place in a positive and stimulating study environment. The Board of the University of Groningen makes every effort to prevent such behaviour, and to this end it has appointed a Confidential Advisor. Generally speaking, staff and students respect each other’s boundaries. These boundaries are usually obvious, but sometimes they have to be emphasized because what one person may regard as an acceptable way of treating another person might be regarded by someone else as going too far – sometimes much too far. If you are troubled by someone’s behaviour towards you, and you don’t know what to do about it, there are several courses of action you can take. You can ask a fellow student, lecturer or other contact person in the Faculty to help you,
14
Studying at the Faculty of Arts
or you can contact the University’s Confidential Advisor. Initially, the Confidential Advisor acts as a sounding board, and she can help you to find a solution to the problem. Sometimes this may be an informal solution. If appropriate, she will refer you to another organization. Extreme forms of undesirable behaviour may require more formal measures to be taken. The University of Groningen has a complaints procedure for cases of sexual harassment, aggression, violence and discrimination (SIAGD), and a SIAGD Complaints Committee for students and staff. If you wish, you can submit a formal complaint to the Committee. The Confidential Advisor can provide support when you file a complaint, and during the procedure that follows. The Confidential Advisor’s position within the University is an impartial one. She will only take action with the explicit consent of the person consulting her. All information is treated as strictly confidential. The Office of the Confidential Advisor is open from 9 a.m. to 5 p.m. daily. If you wish to see the Confidential Advisor, it is best to make an appointment. Visiting address: Visserstraat 49, tel. 050 363 5435. E-mail:
[email protected] (Confidential Advisor) or
[email protected] You can also check the website: http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/regelingen-klachtinspraak/vertrouwenspersoon/
Studying at the Faculty of Arts
15
4
LEARNING OUTCOMES AND EXAMINATION REGULATIONS
4.1 INTRODUCTION This chapter contains information about the principles and philosophies underlying the design of the Faculty’s degree programmes: the learning outcomes. It will also discuss the Teaching and Examination Regulations, which form the legal basis of the degree programmes. In addition, attention will be paid to a number of important formal matters, including entry and admission requirements, testing and assessment, and examinations. Finally, this chapter will also provide information about study advice and study progress supervision. 4.2 PROFILE AND LEARNING OUTCOMES The Bachelor’s and Master’s degree programmes offered by the Faculty of Arts are studentcentred, which means that the students’ needs in terms of academic training were the main focus when developing each programme. Three aspects are distinguished in the design of a degree programme: learning outcomes at course unit level, learning outcomes at degree programme level and competences to be acquired. A degree profile is formulated to explain what the relevant degree programme trains students for. Academic degree programmes do not so much train students for specific positions or professions as aim to impart knowledge and theoretically and practically oriented skills in certain fields. Learning outcomes indicate what graduates of the degree programme must know, understand and be able to do in terms of content and level. Competences include the entire set of knowledge, understanding and skills to be acquired. These competences can be divided into generic academic competences and subjectspecific competences. Examples of generic academic competences include: cognitive/intellectual skills, such as the ability to conduct analyses, syntheses, evaluations and applications of large and complex amounts of information; and general core skills, such as working in groups, processing information (learning to learn), self-reflection, information management, working autonomously, communicating, solving problems and presenting research results. Subject-specific competences are divided into knowledge, understanding and skills. Although the generic academic skills apply to all programmes, regardless of content, the subject-specific competences are directly linked to the selected main subject. The learning outcomes of each degree programme are listed in the relevant Teaching and Examination Regulations (see Section 4.4). 4.3 THE STUDENT CHARTER The Student Charter provides an overview of the rights and obligations of both students and the University. It is based on national legislation, particularly the Higher Education and Research Act (WHW), supplemented by regulations that are specific to the University of Groningen. These latter regulations are set out in the appendices to the University-wide section of the Student Charter. The Charter has been divided into two sections. The University-wide section describes the rights and obligations that apply to the University as a whole, such as registration and protection of rights. This section can be found on the University of Groningen website: http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/regelingen-klachtinspraak/regelingen/studentenstatuut2012-2013/ The University-wide section of the Student Charter does not literally quote the articles from acts and regulations but describes them as clearly as possible. The various topics are accompanied by links to the relevant articles of the act or regulation in question. The programme-specific section consists of the Teaching and Examination Regulations and the Rules and Regulations for the Boards of Examiners. It describes the rights and obligations that apply to specific programmes, such as examinations and ECTS credit points, and which differ from one programme to another, as well as from one faculty to another. Your degree programme’s OER can be found at
16
Teaching and Examinations
www.rug.nl/let/oer Validity The Student Charter applies to academic year 2015-2016. The University-wide section of the Student Charter is approved annually by the Board of the University and endorsed by the University Council. In the event that the Charter challenges or contradicts any statutory regulations, the statutory regulations will take precedence. Publication At the start of the academic year, all students will be sent an e-mail by the Board of the University drawing their attention to the Student Charter, where it can be found on the website, and where they can view a hard copy. The importance of the Student Charter All students are expected to be familiar with the contents of the Student Charter. Not complying with the rules in the Charter may affect your rights, for example the right to financial support from the Graduation Fund. Some of these regulations may not be as hard and fast as they sound. Rules and regulations are by definition general in character, and the Student Charter is no exception. This means that it is not always straightforward to predict or determine whether these regulations apply in concrete situations and individual instances. Moreover, rules and regulations are never static but always subject to revision. Students who have registered for the first time this year may find that the regulations that apply to them are different to those for students who have reregistered. Make sure you are provided with the right information by your Faculty and/or the Student Service Centre (SSC) and read the Student Charter carefully! Topics covered by the Student Charter The University-wide part of the Student Charter contains further information about student rights and obligations with regard to the following topics: - eligibility and entry requirements for University degree programmes - registration and deregistration, payment of tuition fees - teaching matters, including the BSA system - examinations and final assessments - financial support in the event of force majeure or extraordinary circumstances - consultative participation - rules of conduct - protection of rights, complaints, objections and appeal procedures. 4.4 TEACHING AND EXAMINATION REGULATIONS The Higher Education and Research Act (WHW) states that every degree programme must have its own Teaching and Examination Regulations, or OER, in which the programme and the exams that must be taken are defined, as well as the order in which course units must be followed and which teaching and assessment methods are used for each course unit. In addition, the OER also includes the rules that apply to taking examinations. Each student is expected to be familiar with the content of his or her degree programme’s OER. The Teaching and Examination Regulations of all Master’s degree programmes can be found on www.rug.nl/let/oer 4.5 ENTRY REQUIREMENTS AND ADMISSION REQUIREMENTS Entry requirements are the requirements you must satisfy in order to start a degree programme. Although each Master’s degree programme defines its own entry requirements, a university Bachelor’s degree will in general grant access to a certain university Master’s degree programme. A number of Master’s degree programmes require more than a BA alone and apply a selection procedure. This includes all Research Master’s degree programmes, Journalism, Euroculture and Humanitarian Action. A HBO Bachelor’s degree will generally speaking not directly qualify you for a university Master’s degree programme. You will first have to register at the University of Groningen as a
Teaching and Examinations
17
Bachelor’s student and then follow a Pre-Master’s bridging programme (up to a maximum of 60 ECTS credit points). A Pre-Master’s bridging programme does not lead to a University Bachelor’s degree, but does provide access to a specific Master’s specialization. The course units you will be taking in your Pre-Master’s bridging programme are determined in consultation with the Board of Examiners of the Master’s degree programme you intend to enrol in. A number of degree programmes (including Speech and Language Pathology, History and CIW) have made specific agreements with the HBO sector about special HBO specializations that grant access to a Master’s degree either directly or upon following a short bridging programme. Please contact the study advisor of the Master’s degree programme of your choice for more information. Admission requirements are the requirements you must satisfy in order to be admitted to a specific course unit. You may have to pass a specific course unit from the first semester before being admitted to a course unit in the second semester. The specific admission requirements for the various course units can be found in the course unit descriptions in Section 6.2 and in Article 3.2.2. of the relevant Teaching and Examination Regulations. 4.6 TESTING AND ASSESSMENT You will be awarded a mark for each course unit you take. Testing and assessment can take place in a variety of ways. First-year students take relatively many written and oral examinations, whereas in later years the emphasis shifts more towards participation in seminars in which the quality of your contributions will be assessed. Such contributions can take the form of holding a presentation and/or writing and if necessary presenting a paper, as well as assessing fellow students’ papers. There are two opportunities per year to sit oral and written exams: one regular exam and one resit. The resit is held at the end of the semester following the semester during which the regular exam was taken. In principle, examinations that have been passed remain valid indefinitely. However, the Board of Examiners may decide to require a student to take a supplementary examination if the exam was passed more than six years previously. It is important to pass your exams the first time around in order to spread your workload over the year – if you fail exams, you will have to take both resits and new regular exams in the next semester. The deadlines for papers and written assignments are set by the relevant lecturer in the syllabus that is handed out at the beginning of the semester. You must keep to these deadlines; this is important for both the progress of the course units and your own study progress. Written assignments are often presented during the course unit, after which the final version must be handed in during the exam period at the end of the semester. You should hand in your Master’s thesis to the lecturer in both a hard-copy and a digital version. In addition, you must also submit your thesis in digital form (PDF) via the BSZ delivery portal (http://scripties.let.eldoc.ub.rug.nl/UDA/). The thesis is stored in the University of Groningen repository, the digital archive of University publications. Lecturers have a marking period of no more than ten working days. This may be extended to fifteen working days for examinations consisting of essay questions that were taken by more than 50 students. This means that, from the day on which an exam was taken or a written assignment was handed in, they have a maximum of 10 or 15 working days to mark the exam or assignment and to report the results to the Office for Student Affairs. It will then take another three days at most before you can see your results in ProgRESS WWW. 4.7 PLAGIARISM Academic integrity is an important pillar of the academic world. It means, among other things, that when you use sources to write your papers, you must mention these sources and respect other people’s intellectual property. Plagiarism, or copying other people’s ideas, phrases or even entire papers and pretending they are your own, is therefore not tolerated. You may be banned
18
Teaching and Examinations
from taking exams or writing papers for a year if you are caught plagiarizing, and repeat offenders may even be expelled from the University. Information about plagiarism and how to avoid it can be found in many syllabuses. You can also consult the following University of Groningen web page: http://www.rug.nl/education/other-study-opportunities/hcv/schriftelijke-vaardigheden/voorstudenten/plagiaat 4.8 FINAL ASSESSMENTS The Master’s final assessment marks the end of your studies, once you have passed all relevant course units. Students who wish to take the Master’s final assessment must submit a request for approval of their study programme via ProgRESS WWW at least two months before completing their degree programme. Your study programme must be approved by your degree programme’s Board of Examiners. Once you have completed all course units in your study programme, you must apply for your degree certificate via ProgRESS WWW. The Office for Student Affairs (BSZ) will then start the procedure for the degree certificate ceremony. Degree certificate ceremonies are held according to the provisional timetable stated on the BSZ website: www.rug.nl/let/bsz 4.9 STUDY ADVICE AND STUDY PROGRESS SUPERVISION You can contact your degree programme’s study advisor if you need study advice or tutoring – note that you must take the initiative yourself. Please go to Section 7.3 for a list of names of all study advisors and their postal and e-mail addresses and telephone numbers. The study advisor can also help you draw up a study plan and can refer you on to other organizations that may be able to help you. In addition, study advisors also have study progress meetings with students. 4.10 COMPLAINTS AND COMMENTS If you have comments or complaints about the content and/or implementation of teaching, you should first contact the lecturer of the relevant course unit. Problems with regard to the design of the degree programme can be addressed to the Programme Committee of the relevant degree programme, and the Director of the Teaching Institute is the contact person for complaints about the way the teaching is provided. You can also contact the Arts Student Forum or Lila (Linc-logisch Alliance) if you have a complaint. Please contact your degree programme’s Board of Examiners if you feel that a regulation in the Teaching and Examination Regulations has been applied incorrectly. If no satisfactory solution can be found, you can consult the Board of Appeal for Examinations (see also the Student Charter, which can be found on www.rug.nl/let/informatievoor/studenten/regelgeving/studentenstatuut).
Teaching and Examinations
19
5
THE STUDY PROGRAMME
5.1 INTRODUCTION This chapter contains detailed information about the structure of the various Master’s degree programmes of the Faculty, divided into regular Master’s degree programmes, Master of Arts in Teaching programmes and Research Master’s degree programmes. First, programme outlines will be used to outline the course units that form a programme, a specialization and/or a track. These outlines will indicate whether a certain course unit is a compulsory part of a programme or whether it is optional. Electives can be chosen from a limited list. There are no provisions for subsidiaries within the MA degree programmes. The programme outlines are arranged per Master’s degree programme and each has a 1-2 page explanation. Subsequent chapters will deal with the vocational placement and the MA thesis. Finally, there is also information about the teacher training programme. The outlines in Section 5.2 use the following abbreviations: sem. semester in which the course unit is taught hrs/w number of hours per week ECTS Number of ECTS credits C compulsory course unit E Elective O Optional course var. variable (number of hours)
20
The Study Programme
5.2
MASTER’S DEGREE PROGRAMMES AND MASTER’S SPECIALIZATIONS
5.2.1 Archaeology 60 ECTS (CROHO 60805) Specializations The Master’s degree programme in Archaeology (CROHO 60805) has two specializations: Classical and Mediterranean Archaeology Prehistory and Protohistory of Northwest Europe Profile of the degree programme The Master’s degree programme in Archaeology at the University of Groningen prepares students for careers in the field of archaeology (field archaeologist, museum curator, policy advisor for the conservation of monuments and historical buildings, researcher, etc.). This Master’s degree programme has two specializations: Prehistory and Protohistory (PP) and Classical and Mediterranean (KMA). Students can specialize in Bioarchaeology, Maritime Archaeology and Arctic Archaeology. The MA in Archaeology has close contacts with the Groningen Institute of Archaeology (GIA), the University of Groningen’s archaeological research institute. The programme lasts 1 year. Entry requirements A Bachelor’s degree in Archaeology qualifies you for the Master’s degree programme in Archaeology. A HBO certificate grants admission after a bridging or pre-Master’s bridging programme has been followed. Master’s specialization:
Classical and Mediterranean Archaeology
sem hp course title w Ia-b 4 Archaeology Today Ia-b 5 Mediterranean Landscape Archaeology Ia-b 4 The Archaeology of Death Ia-b 2 The Rise of Cities and States IIa-b var Master’s Thesis in Archaeology IIa-b MA-placement Archaeology IIa IIb
4 4
Advanced Modeling in GIS - Theory Advanced Modeling in GIS - Practice
Remarks:
IIa
4
ECTS O/C
lang
LPX013M10 LPX009M10 LPX006M10 LPM005M10 LPX999M20 LPX014M10
10 10 10 10 20 10
C OG OG OG C OG
Eng Eng Eng Eng Eng Eng
LPX007M05 LPX008M05
5 5
OG OG
Eng Eng
Students have to choose 2 modules from the optional group (OG) in semester I and 10 ETCS from OG in semester II.
Master’s specialization: sem hp w Ia-b 4 Ia-b var Ia-b 5 Ia-b 4 Ia-b 2 IIa-b var IIa-b
code
Classical and Mediterranean Archaeology, track Bioarchaeology
course title
code
Archaeology Today Bioarchaeology Mediterranean Landscape Archaeology The Archaeology of Death The Rise of Cities and States Master’s Thesis in Archaeology MA-placement Archaeology
LPX013M10 LPX010M10 LPX009M10 LPX006M10 LPM005M10 LPX999M20 LPX014M10
10 10 10 10 10 20 10
C C OG OG OG C OG
Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
LPX007M05
5
OG
Eng
Advanced Modeling in GIS - Theory
The Study Programme
ECTS O/C
lang
21
IIb
4
Advanced Modeling in GIS - Practice
Remarks:
LPX008M05
5
OG
Eng
Students have to choose 10 ECTS from the optional group (OG) in semester I and 10 ECTS from OG, semester II.
Master’s specialization:
Classical and Mediterranean Archaeology, track Maritime Archaeology
sem hp course title w Ia-b 4 Archaeology Today Ia-b MA-placement Archaeology
code LPX013M10 LPX014M10
10 10
C OG
Eng Eng
Ia-b 5 Mediterranean Landscape Archaeology Ia-b 4 The Archaeology of Death Ia-b 2 The Rise of Cities and States IIa-b 3 Maritime Archaeology IIa-b var Master’s Thesis in Archaeology
LPX009M10 LPX006M10 LPM005M10 LKR009M10 LPX999M20
10 10 10 10 20
OG OG OG C C
Eng Eng Eng Eng Eng
Remarks:
IIa IIb
Prehistory and Protohistory
course title
code
Archaeology Today Prehistoric Cultural Landscapes Terp Archaeology Master’s Thesis in Archaeology MA-placement Archaeology
LPX013M10 LPX011M10 LPX012M10 LPX999M20 LPX014M10
10 10 10 20 10
C C C C OG
Eng Eng Eng Eng Eng
LPX007M05 LPX008M05
5 5
OG OG
Eng Eng
4 4
Advanced Modeling in GIS - Theory Advanced Modeling in GIS - Practice
Remarks:
IIa IIb
4 4
Remarks:
22
ECTS O/C
lang
Students have to choose 10 ECTS from the optional group (OG).
Master’s specialization: sem hp w Ia-b 4 Ia-b 2 Ia-b var Ia-b 3 Ia-b 3 IIa-b var IIa-b
lang
Students have to choose 20 ECTS from the optional group (OG).
Master’s specialization: sem hp w Ia-b 4 Ia-b 3 Ia-b 3 IIa-b var IIa-b
ECTS O/C
Prehistory and Protohistory, track Arctic Archaeology
course title
code
Archaeology Today Sustainability at the Polar Regions Bioarchaeology Prehistoric Cultural Landscapes Terp Archaeology Master’s Thesis in Archaeology MA-placement Archaeology
LPX013M10 LKR013M10 LPX010M10 LPX011M10 LPX012M10 LPX999M20 LPX014M10
10 10 10 10 10 20 10
C C OG OG OG C OG
Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
LPX007M05 LPX008M05
5 5
OG OG
Eng Eng
Advanced Modeling in GIS - Theory Advanced Modeling in GIS - Practice
ECTS O/C
lang
Students have to choose 10 ECTS from the optional group (OG) in semester I and 10 ECTS from OG, semester II.
The Study Programme
Master’s specialization: sem hp w Ia-b 4 Ia-b var Ia-b 3 Ia-b 3 IIa-b var IIa-b IIa IIb
Prehistory and Protohistory, track Bioarchaeology
course title
code
Archaeology Today Bioarchaeology Prehistoric Cultural Landscapes Terp Archaeology Master’s Thesis in Archaeology MA-placement Archaeology
LPX013M10 LPX010M10 LPX011M10 LPX012M10 LPX999M20 LPX014M10
10 10 10 10 20 10
C C OG OG C OG
Eng Eng Eng Eng Eng Eng
LPX007M05 LPX008M05
5 5
OG OG
Eng Eng
4 4
Remarks:
Advanced Modeling in GIS - Theory Advanced Modeling in GIS - Practice
ECTS O/C
lang
1. Students have to choose 10 ECTS from the optional group (OG) in semester II. 2. Students have the choice between “Prehistoric Cultural Landscapes” and “Terp Archaeology”.
Master’s specialization:
Prehistory and Protohistory, track Maritime Archaeology
sem hp course title w Ia-b 4 Archaeology Today Ia-b MA-placement Archaeology
code LPX013M10 LPX014M10
10 10
C OG
Eng Eng
Ia-b 3 Prehistoric Cultural Landscapes Ia-b 3 Terp Archaeology IIa-b 3 Maritime Archaeology IIa-b var Master’s Thesis in Archaeology
LPX011M10 LPX012M10 LKR009M10 LPX999M20
10 10 10 20
OG OG C C
Eng Eng Eng Eng
Remarks:
ECTS O/C
lang
Students have to choose 20 ECTS from the optional group (OG).
Obligations and options Studying abroad The programme encourages students to spend part of their MA at a foreign university. To this end, exchange programmes have been set up with many universities in the EU and beyond (including the United Kingdom, Denmark, Italy, Spain, Greece and Romania). Time at a foreign university can be particularly helpful during the preparatory phase for writing the Master’s thesis (source research, visits to museums, supplementary courses). Relationship with other Master’s degree programmes In addition to the one-year MA in Archaeology, the University of Groningen also has a two-year Research Master’s programme in Art History and Archaeology (CROHO 60133), which trains students to become researchers. There is a selection procedure for this Research Master’s degree programme. The programme has three archaeological profiles: Prehistory and Protohistory of Northwestern Europe, Classical and Mediterranean Archaeology and Arctic Studies (see Section 5.6). See also the relevant website.
The Study Programme
23
5.2.2
Archaeology 120 ECTS (CROHO 60133)
Art History and Archaeology – Research Master Information about this degree programme can be found on page 77 of this Student Handbook. 5.2.3
Arts and Culture 60 ECTS (CROHO 60087)
Specializations The Master’s degree programme in Arts and Culture has four specializations: - Arts, Culture and Media - Art History - Landscape History - History of Architecture and Town Planning Profile of the degree programme The MA programme in Arts and Culture aims to provide students with a thorough analytical understanding of the arts and how they function in past and present society within the Western cultural tradition, and in relation to other traditions in a global context. Students will learn to describe, analyse, interpret and assess art, works of art and the social functioning of the arts in the past and present, in one of the subfields of the degree programme: architecture, landscape, urban development, literature, music, theatre, film, visual arts and new media arts. In addition, they will develop the conceptual and analytical skills needed to independently conduct academic research in the field of the arts and their social functioning and/or to perform and evaluate work in the professional sphere. Finally, students will also learn to develop their own vision so that they can make a constructive and inspiring contribution to, and take responsibility for, the preservation and development of the arts and their social relevance. Arts, Culture and Media Entry requirements All students who have a BA degree in Arts, Culture and Media (KCM), or an equivalent BA degree in the opinion of the Board of Examiners of the degree programme, will be admitted to the MA specialization in KCM. Applicants from other BA degree programmes and HBO degree programmes may be admitted. Please contact the study advisor, Ms L. van Heteren (
[email protected]). Contextual specializations The one-year Master’s specialization in Arts, Culture and Media has three contextual specializations: Arts, Policy and Marketing (KBM), Analysis and Criticism (A&K) and Education of Arts (KE). KCM specialization: Art, Policy and Marketing track Students must choose two of the following three core modules in the first semester: Arts Policy (15), Arts Marketing II (16) or Sociology of Arts (17). In addition, they must choose either one art seminar (literature, film, theatre or music) that dovetails with one of the art seminars followed during the Bachelor’s phase, or the course unit Arts and New Media (12). Students who choose literature should choose their art seminar in consultation from the range of course units offered by the various language and culture Master’s degree programmes. Students who followed the art seminar Modern Visual Arts during their BA in KCM may follow all three core modules in the specialization or choose Arts and New Media (12) as their arts seminar. Students who, in the opinion of the course unit lecturer and the Board of Examiners, satisfy the admission requirements for the relevant course units may also choose to follow a course unit form the Art History specialization, Modern and Contemporary Art track. They must submit a written request to this end to the Board of Examiners for Arts, Art History and Archaeology (KKA). All art seminars with fewer than 6 students are offered in the form of tutorials, and are in principle cancelled if fewer than 3 students sign up.
24
The Study Programme
Students follow a placement and write their thesis during the second semester. Specialization:
MA in Arts, Culture and Media: Art, Policy and Marketing
sem hp course title w Ia-b 3 Arts and New Media Ia-b 3 Film: Contemporary Complex Cinema Ia-b 3 Film: Film & Media Curating Ia-b 3 Film: The Film Experience Ia-b 3 Music: Classical Music Ia-b 3 Music: Music, Mobility and Cities Ia-b 3 Music: Music and Globalization Ia-b 3 Theatre: Dramaturgy Ia-b 3 Theatre: Stages of the World Ia-b 3 Arts Marketing II Ia-b 4 Arts Policy Ia-b 3 Sociology of Arts IIa-b var Ma placement Arts, Culture and Media IIa-b var Master’s Thesis: Arts, Culture and Media Remarks:
code LWX040M10 LWX034M10 LWX041M10 LWX036M10 LWX039M10 LWX037M10 LWX038M10 LWX044M10 LWX020M10 LWX004M10 LWX025M10 LWX024M10 LWX000M10 LWX999M20
ECTS O/C 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 20
OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG C C
lang En/NL Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng En/NL Eng Eng En/NL En/NL
1. This Master’s degree programme is taught in English. 2. Students must choose two of the following three core modules: Arts Policy, Arts Marketing II or Sociology of Arts. In addition, they must choose one other Art Module or Arts and New Media or Sociology of Arts. 3. Students who opt for Literature choose an Interdisciplinaire Module.
KCM specialization: Analysis and Criticism (A&K) track In the first semester, students choose the Arts and Cultural Change (1) course unit as well as two art seminars relevant to the art discipline that was also followed during the Bachelor’s degree programme, either as a Minor or part of the Major, or one art seminar and the course unit Arts and New Media (10). Students can choose film (2, 3 or 4), music (5, 6 or 7) or theatre (8 or 9). They can also choose to follow literature as an art seminar, on condition that they followed this subject during the BA as well. In this case they should choose their art seminars in consultation from the range of course units offered by the various language and culture Master’s degree programmes. The art seminar Modern Visual Art is not available for students of the Analysis and Criticism track. All art seminars with fewer than 6 students are offered in the form of tutorials, and are in principle cancelled if fewer than 3 students sign up. In the second semester, students follow the course unit Documentary in the Arts or a placement or a tutorial in the field of the art seminar followed in the first semester. They also write their thesis during the second semester. Specialization:
MA in Arts, Culture and Media: Analysis and Criticism (A&K)
sem hp course title w Ia-b 3 Arts and Cultural Change Ia-b 3 Arts and New Media Ia-b 3 Film: Contemporary Complex Cinema Ia-b 3 Film: Film & Media Curating Ia-b 3 Film: The Film Experience Ia-b 3 Music: Classical Music Ia-b 3 Music: Music, Mobility and Cities Ia-b 3 Music: Music and Globalization Ia-b 3 Theatre: Dramaturgy Ia-b 3 Theatre: Stages of the World IIa-b var Master’s Thesis: Arts, Culture and Media
The Study Programme
code LWX001M10 LWX040M10 LWX034M10 LWX041M10 LWX036M10 LWX039M10 LWX037M10 LWX038M10 LWX044M10 LWX020M10 LWX999M20
ECTS O/C 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 20
OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG C
lang Eng En/NL Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng En/NL
25
IIa-b 3 IIa-b var
Documentary in the Arts Ma placement Arts, Culture and Media
Remarks:
LWX043M10 LWX000M10
10 10
OG OG
Eng En/NL
This Master’s degree programme is taught in English. Students choose one or two of the course units from each set of electives, in total 10 ECTS.
KCM specialization: Art Education (KE) track In the first semester, students follow both of the context-specific course units: Art, Cognition and Education (18) and Art and Cultural Education at School (19). In addition, they must choose either one art seminar (literature, film, theatre or music) that dovetails with one of the art seminars followed during the Bachelor’s phase, or the course unit Arts and New Media (12). Students who choose literature should choose their art seminar in consultation from the range of course units offered by the various language and culture Master’s degree programmes. Students who followed the art seminar Modern Visual Arts during their BA in KCM will follow the Arts and New Media (12) arts seminar. Students who, in the opinion of the course unit lecturer and the Board of Examiners, satisfy the admission requirements for the relevant course units may also choose to follow a course unit form the Art History specialization, Modern and Contemporary Art track. They must submit a written request to this end to the Board of Examiners for Arts, Art History and Archaeology (KKA). All art seminars with fewer than 6 students are offered in the form of tutorials, and are in principle cancelled if fewer than 3 students sign up. Students follow a placement and write their thesis during the second semester. Specialization: sem hp w Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 IIa-b var IIa-b var Remarks:
MA in Arts, Culture and Media: Art Education (KE)
course title
code
Art, Cognition and Education Art and Cultural Education at School Arts and New Media Film: Contemporary Complex Cinema Film: Film & Media Curating Film: The Film Experience Music: Classical Music Music: Music, Mobility and Cities Music: Music and Globalization Theatre: Dramaturgy Theatre: Dramaturgy Theatre: Stages of the World Ma placement Arts, Culture and Media Master’s Thesis: Arts, Culture and Media
LWX023M10 LWX022M10 LWX040M10 LWX034M10 LWX041M10 LWX036M10 LWX039M10 LWX037M10 LWX038M10 LWX044M10 LWX044M10 LWX020M10 LWX000M10 LWX999M20
ECTS O/C 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 20
C C OG OG OG OG OG OG OG OG OG OG C C
lang Eng En/NL En/NL Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng En/NL En/NL
1. This Master’s degree programme is taught in English. 2. Students choose an Arts Module (literature, film, theatre, music) or Arts and New Media.
KCM specialization: Arts Studies track (Film, Literature, Theatre or Music) Students must choose two art seminars in the first semester. The Bachelor’s art seminar also determines the compulsory choice of the art seminars in the Master’s programme. Students can choose film (2, 3 or 4), music (5, 6 or 7) or theatre (7 or 8). They can also choose to follow literature as an art seminar, on condition that they followed this subject during the BA as well. In this case they should choose their art seminars in consultation from the range of course units offered by the various language and culture Master’s degree programmes. Students may also follow the course unit Arts and New Media (12) instead of a second art seminar. All art seminars with fewer than 6 students are offered in the form of tutorials, and are in principle cancelled if fewer than 3 students sign up.
26
The Study Programme
In addition, students choose a third seminar (1, 14, 18 or 19) depending on their Bachelor’s specialization (KBM, AK or EK). In the second semester, students either follow the course unit Documentary in the Arts or go on a placement or follow a tutorial in the field of the art seminar. They also write their thesis during the second semester. Specialization:
MA in Arts, Culture and Media: Arts Studies (Literature, Film, Music, Theatre)
sem hp course title w Ia-b 3 Arts and New Media Ia-b 3 Film: Contemporary Complex Cinema Ia-b 3 Film: Film & Media Curating Ia-b 3 Film: The Film Experience Ia-b var Literature
code LWX040M10 LWX034M10 LWX041M10 LWX036M10
10 10 10 10 10
OG OG OG OG OG
En/NL Eng Eng Eng Eng
Ia-b 3 Music: Classical Music Ia-b 3 Music: Music, Mobility and Cities Ia-b 3 Music: Music and Globalization Ia-b 3 Theatre: Dramaturgy Ia-b 3 Theatre: Stages of the World Ia-b 3 Art, Cognition and Education Ia-b 3 Art and Cultural Education at School Ia-b 3 Arts and Cultural Change Ia-b 4 Arts Policy IIa-b var Master’s Thesis: Arts, Culture and Media IIa-b 3 Documentary in the Arts IIa-b var Ma placement Arts, Culture and Media
LWX039M10 LWX037M10 LWX038M10 LWX044M10 LWX020M10 LWX023M10 LWX022M10 LWX001M10 LWX025M10 LWX999M20 LWX043M10 LWX000M10
10 10 10 10 10 10 10 10 10 20 10 10
OG OG OG OG OG OG OG OG OG C OG OG
Eng Eng Eng Eng Eng Eng En/NL Eng Eng En/NL Eng En/NL
Remarks:
ECTS O/C
lang
1. This Master’s degree programme is taught in English. 2. Depending on the specialization chosen in the Bachelor’s degree programme (KBM, A&K or KE), students choose one module out of the group of four electives. The Bachelor’s arts subject also determines the compulsory choice for two Art Modules . 3. Students who opt for Literature can choose an Interdisciplinaire module. 4. The second Art Module may be replaced by Arts and New Media or Documentary in the Arts or an Placement.
Relationship with other Master’s degree programmes In addition to the one-year MA in Arts, Culture and Media, the University of Groningen also has two-year Research Master’s programmes in Classical, Medieval and Renaissance Studies and Literary and Cultural Studies, which train students to become researchers. There is a selection procedure for these Research Master’s degree programmes (see Section 5.6). Art History Programme structure The Master’s specialization in Art History has two tracks: Modern and Contemporary Art/School of Curators (MHK) and Visual Arts Old/School of Curators. Students must choose one of these two tracks to graduate in. Both tracks are explained briefly below. The School of Curators is a one-year Master’s degree programme that offers students a sixmonth placement at a prominent museum in the Netherlands or abroad upon successful completion of all course units. The placement focuses on applying the acquired art-historical knowledge and understanding to the problems that museum curators are faced with in day-to-
The Study Programme
27
day practice. The student will be jointly supervised by the placement host and the degree programme. 1. Modern and Contemporary Art and the School of Curators This track covers 19th-century visual art, the ‘klassiek modernen’, the avant-gardes after 1945, postmodernism and contemporary art forms. The MA in MHK enables students to specialize in contemporary visual art, which transcends the traditional boundaries of painting and sculpture, taking the form of photography, film, video and digital presentations, ‘neo-avant-garde’ and media culture. Themes are discussed in the institutional contexts of art production, museums, galleries, the art market and auctioneering world, art criticism and the mediatization of art. Specialization:
sem hp w Ia-b var Ia-b var Ia-b 4 Ia-b 2 IIa-b var IIa-b var IIa-b var
MA Arts History: Modern Visual Art and the School of Curators
course title
code
Visual Arts Modern: Boijmans Collection Visual Arts Modern: Curatorial Studies Visual Arts Modern: New Media Visual Arts Modern: Theory & Historiogr. Master’s Thesis Art History Master’s placement Art History Visual Arts: Independant Study
LKK035M10 LKK028M10 LKK014M05 LKK029M05 LKK999M20 LKK000M10 LKK036M10
ECTS O/C 10 10 5 5 20 10 10
C C C C C OG OG
lang Eng Eng En/NL Eng Eng En/NL En/NL
2. Visual Arts Old and the School of Curators The Visual Arts Old track focuses on 14th to 18th-century visual arts, in particular from Italy. Works of arts are studied in the context of the historical circumstances under which they were produced, paying particular attention to the role of clients. Master’s specialization: sem hp w Ia-b var Ia-b var Ia var Ib var IIa-b var IIa-b var IIa-b var
MA in Arts History: Visual Arts Old and the School of Curators
course title
code
Visual Arts Old:Application/Transference Visual Arts Old: Excursion Visual Arts Old: Theory & Historiography Visual Arts Old: Tutorial Master’s Thesis Art History Master’s placement Art History Visual Arts: Independant Study
LKK032M10 LKK030M10 LKK031M05 LKK034M05 LKK999M20 LKK000M10 LKK036M10
ECTS O/C 10 10 5 5 20 10 10
C C C C C OG OG
lang En/NL En/NL En/NL En/NL Eng En/NL En/NL
History of Architecture and Town Planning This Master’s specialization focuses on the development of European cities, with particular emphasis on the nineteenth and twentieth centuries. Functional and representative aspects of urban development as well as thoughts about the ideal city will be discussed. The issue of urban health will be discussed in a separate course unit. The specialization also includes a number of field trips and a placement, as well as a thesis. This course unit will be taught in English as it is also open to international students. Specialization:
Ma History of Architecture and Urbanism
sem hp course title w Ia-b 3 Dissecting the City: Research Excursion Ia 5 A&U: Typological Vademecum
28
code LKA026M10 LKA025M05
ECTS O/C 10 5
C C
lang Eng Eng
The Study Programme
Ib 9 A&U: The Origins of a Healthy City Ib 5 Project, Protection and Politics IIa-b var Master’s Thesis Architect. and Urbanism IIa var A&U: Placement / Individual Project Remarks:
LKA027M10 LKA028M05 LKA999M20 LKA888M10
10 5 20 10
C C C C
Eng Eng En/NL NL
1. Students must choose one of the two course units from the set of electives. 2. The placement and thesis can also be completed outside the period indicated. Please contact the study advisor for more information.
Landscape History This Master’s specialization provides an extensive introduction to the structure, emergence and meaning of the Dutch and European man-made landscape. In addition, ample attention is paid to the role of the landscape in current issues of spatial planning and heritage preservation. This track trains students for careers in the fields of landscape research, heritage preservation, landscape management and spatial planning. Specialization: sem hp w Ia-b var Ia 2 Ib var Ia-b 4
MA in Landscape History
course title
LH: Sources and Methods Landscape History: Historiogr. & Theory LH: Topical Issues Landsc. H: Landscapes of The Netherlands Ia 2 Landscape History: Academic Discourse Ia 4 Landscape History: Landscapes of Europe IIa-b var Master’s Thesis Landscape History IIa-b 2 LH: Hist. Country Houses & Landed Est. IIa-b var LH: Specialisation Course IIa-b var Master placement Landscape History Remarks:
code
ECTS O/C
lang
LKA018M10 LKA031M05 LKA020M05 LKA033M10
10 5 5 10
C C C OG
Eng Eng Eng NL
LKA030M05 LKA032M05
5 5
OG OG
NL Eng
LKA098M20 LKA029M10 LKA021M10 LKA110M10
20 10 10 10
C OG OG OG
Eng Eng Eng NL
1. Students must choose one or two of the course units from each set of electives, in total 10 ECTS. 2. The placement and thesis can also be completed outside the period indicated. Please contact the study advisor for more information.
Admission requirements for the MA specializations in Art History, School of Curators, History of Architecture and Town Planning, and Landscape History Students with a Bachelor’s degree in Art History will be automatically admitted to the Master’s specializations in Art History, the School of Curators, Landscape History and History of Architecture and Town Planning. Students with different, but still relevant qualifications, for example a Minor in Art History, a Bachelor’s degree in KCM, Geography or Planning, or a HBO art degree, may also be admissible. Please contact the study advisor, Ms J. Bogers, for more information and to discuss the possibilities. The Board of Examiners of the degree programme will determine whether you will need a (limited) additional study package. Please contact the study advisor, Ms J. Bogers, for more information and to discuss the possibilities. Relationship with other Master’s degree programmes The Research Master’s programme in Art History and Archaeology has the same four tracks as the regular Master’s degree programme. This two-year degree programme not only prepares students for conducting academic research, it also offers thorough in-depth preparation for a highly qualified career in the heritage and museum sectors and the field of architecture and urban development. There is a selection procedure for this Research Master’s degree programme (see 5.6).
The Study Programme
29
5.2.4
Arts and Culture 120 ECTS (CROHO 60829)
Art History and Archaeology – Research Master See section 5.6 (page 77) for information about this Research Master’s programme Literary and Cultural Studies – Research Master See section 5.6 (page 86) for information about this Research Master’s programme 5.2.5 Classics and Ancient Civilizations 60 ECTS (CROHO 60821) Specializations The Master’s degree programme in Classics and Ancient Civilizations has two specializations: 1) Classics 2) Ancient History Profile of the degree programme How are themes from antiquity approached in academic research, for example the Trojan War, the relationship between the Greeks, Romans and barbarians, the function of literary genres? How can you critically evaluate written and material sources? How do you write a commentary on a text from antiquity? What are the antique roots of modern ideas about citizenship and leadership? What was the success of the Roman Empire based on? These and other questions will be discussed in the Master’s degree programme in Classics and Ancient Civilizations. The degree programme concentrates on an integrated approach to classical antiquity, which allows students to choose a more or less language-oriented content. Entry requirements The Master’s degree programme in Classics and Ancient Civilizations dovetails with the BA programmes in Greek and Latin Languages and Cultures and in History, and is also open to students with a Bachelor’s degree in Archaeology, Philosophy or another relevant degree who have displayed significant interest in antiquity during their BA. Classics (GLTC) Programme structure The Classics specialization takes one year (60 ECTS) and has a similar structure for all students. In the first semester all students follow the Commentaries Greek and Latin Texts course unit (10 ECTS), an interdisciplinary seminar (10 ECTS) and 10 ECTS in electives. In the second semester all students follow the Theme Greek and Latin course unit (10 ECTS) and write their MA thesis (20 ECTS). The interdisciplinary seminar must be chosen from the range offered by the Faculty. Electives include: - course units related to Antiquity from the range offered by GLTC (for example Greek Epigraphy and/or Papyrology), Ancient History, Classical and Mediterranean Archaeology, European Languages, Philosophy or Law. - course units from the national range of course units offered within the framework of the Masterlanguage programme. - a placement. Specialization:
Classics
sem hp course title w Ia-b 2 Commentaries Greek and Latin Texts Ia-b var Interdisciplinair Seminar
code LQX020M10
10 10
C C
NL En/NL
Ia-b var Greek Epigraphy Ia-b var Greek Epigraphy: Essay Ia-b 2 Res. Sem.: Athens and Rome Ia-b 2 The Rise of Cities and States
LQX021M05 LQX022M05 LGX049M10 LPM005M10
5 5 10 10
O O O O
En/NL NL Eng Eng
30
ECTS O/C
lang
The Study Programme
Ib var Greek Literary Papyrology IIa-b var Master’s Thesis Classical Studies IIa-b 2 Theme Greek and Latin IIa-b Master’s Workplacement Classics IIa
4
The Archaeology of Death
Remarks:
LQX026M05 LQX997M20 LQX027M10 LQX028M10
5 20 10 10
O C C O
NL NL NL NL
LPX006M10
10
O
Eng
1. The Greek Epigraphy course unit (LQX021M05) can be combined with 1. an essay on Greek Epigraphy (LQX022M05) or 2. the course unit Greek Literary Papyrology (LQX023M05). 2. Students of GLTC must follow: - 20 ECTS in GLTC course units - 20 ECTS with a thesis in Classics and Ancient Civilizations - 20 ECTS in electives, including one interdisciplinary research course unit. 3. Students who wish to start in semester 2 can compile a study programme in consultation with the study advisor.
Ancient History Programme structure The Master’s specialization in Ancient History takes one year and has a student workload of 60 ECTS. The programme centres around two 10 ECTS research seminars, the topics of which vary every year. In addition, 20 ECTS worth of electives may be chosen, for example - in epigraphy, course units from the degree programmes in GLTC, Archaeology or History, or course units from other faculties, for example Ancient Philosophy or History of Law. - course units from the national range of course units offered within the framework of the Masterlanguage programme. - a placement The set of electives is determined in consultation with the lecturers from the Ancient History department. The programme will be rounded off with an MA thesis (20 ECTS). Students who do not have a BA degree in Greek and Latin Languages and Cultures can follow this programme by only taking non-language course units. Specialization:
Ancient History
sem hp w Ia-b 2 Ia-b var Ia-b var Ia-b 2 Ia-b 2 IIa-b var IIa-b
course title
code
Commentaries Greek and Latin Texts Greek Epigraphy Greek Epigraphy: Essay Res. Sem.: Athens and Rome The Rise of Cities and States Master’s Thesis Classical Studies Master’s Workplacement Classics
LQX020M10 LQX021M05 LQX022M05 LGX049M10 LPM005M10 LQX997M20 LQX028M10
10 5 5 10 10 20 10
O O O O O C O
NL En/NL NL Eng Eng NL NL
IIa-b IIa
Res. Sem.: Roman Empire in the Third Cen The Archaeology of Death
LGX058M10 LPX006M10
10 10
O O
En/NL Eng
2 4
Remarks:
ECTS O/C
lang
1. Students may choose course units from a range of MA specializations, including Geschiedenis Vandaag/History Today (Colloquium, research course unit or Historical Methods course unit), or course units offered by other faculties, such as Ancient Philosophy or History of Law. This must always be done in consultation with the study advisor. 2. Students of Ancient History must earn: - 20 ECTS in Ancient History course units - 20 ECTS with a thesis in Classics and Ancient Civilizations - 20 ECTS in electives
The Study Programme
31
2. Students who wish to start in semester 2 can compile a study programme in consultation with the study advisor.
Relationship with other Master’s degree programmes The first semester of the first year of the Master of Arts in Classics Teaching is very similar to that of the regular MA in Classics and Ancient Civilizations. In the second semester of the first year you will follow the course unit Introduction to the Educational Master’s and a Master’s placement (5 ECTS each)1 at the Teacher Training department in preparation for your second Master’s year. In addition, you will write a 20 ECTS thesis. You must complete your Master’s thesis before you can be admitted to the second year. In your second year you will complete course units in subject-specific didactics and educational theory and follow placements at schools. The programme is concluded by a research project. At the end of the Master of Arts in Teaching programme you will have both an MA degree and a grade one teaching qualification. In addition to the Master’s degree programme in Classics and Ancient Civilizations, the University of Groningen also offers two-year Research Master’s degree programmes in Classical, Medieval and Renaissance Studies, Literary and Cultural Studies, Art History and Archaeology, and Linguistics, which train students to become researchers. There is a selection procedure for these Research Master’s degree programmes (see Section 5.6). Future prospects The breadth of this Arts degree, the language proficiency skills and the critical capabilities of graduates in Classics and Ancient Civilizations make them suitable for a wide range of jobs, being widely deployable in careers in academia, government, media, publishers, the business world, the culture sector, libraries and education. 5.2.6
Classics and Ancient Civilizations 120 ECTS (CROHO 60039)
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master See section 5.6 (page 80) for information about this Research Master’s programme 5.2.7 Communication and Information 60 ECTS (CROHO 66826) Specializations The MA in Communication and Information has four specializations students can choose from: 1. Communication Studies 2. Communication and Education 3. Computer-mediated Communication 4. Information Science Profile of the degree programme The MA in Communication and Information studies language, communication and information. The processes and products of the use of language and text in professional and educational contexts are discussed. The programme studies the analysis, evaluation and design of oral, written and computer-mediated communication. In the MA, students learn to work with theories and methodologies from communication sciences, language proficiency and information science. These provide the framework for studying information transfer, the processes of influence and decision-making, the interactional construction of culture and identity, communication in different media and computer communication, and for developing communication skills. The MA prepares students for positions in research, information provision and advice, and education and training. The MA broadens and deepens the knowledge and skills gained during the Bachelor’s degree programme. Instead of the unit Theme Greek and Latin course unit (10 ECTS), which you will now follow in the second semester of the second year to complete the required 60 ECTS in course units within the MA in Classics and Ancient Civilizations. 1
32
The Study Programme
Entry requirements A BA in Communication and Information Studies, Dutch Language and Culture or Information Science grants entry to the Communication Studies, Communication and Education, Computermediated Communication and Information Science specializations. For students with a BA in Linguistics or a BA in a language and culture other than Dutch, the Minor in Communication and Information Sciences (30 ECTS) or a tailored bridging programme (also 30 ECTS) is a supplementary condition. Students with a certificate in a different Arts degree programme or a closely related HBO programme, such as Computing and Communication Studies, must follow a bridging year before they can start the MA programme. Entry from other HBO degree programmes is on the basis of an individually tailored bridging programme that usually lasts longer than a year. A Bachelor’s degree in Artificial Intelligence will automatically grant admission to the Information Science specialization. For more detailed information see the Teaching and Examination Regulations for the MA in Communication and Information. Communication Studies Programme structure The Communication Studies specialization continues the theoretical and methodological parts of the BA in Communication and Information Studies and broadens and deepens the knowledge gained in that programme. The specialization involves students in research into forms of language and text use as a means of communication. This could include the analysis of texts and conversations in professional contexts, as well as research on the influence of a medium, or on the evaluation of the communication media of an organization. Most course units will be devoted to research and theory formation. Some course units will be more practical, enabling students to acquire knowledge of actual practice. This could include how to give organizations communication advice, or how to develop and evaluate a communication medium. The specialization will be rounded off with a thesis that can be linked to the placement. Specialization: sem hp w Ia-b 2 Ia-b 2 Ia-b 2 Ia-b 4 Ia-b 4 Ia-b 2 Ia-b var Ia-b var Ia 2 Ib 4 IIa-b var IIa-b 2 IIa-b 2 IIa-b var IIa-b var IIa-b var IIa-b 4 IIa-b var IIa-b 4 IIa 4 IIb 4 Remarks:
Communication Studies
course title
code
Communication Skills in Med. Interaction Consultancy in Organizational Comm. Human-Computer Communicication Language and text optimization Persuasive Health Communication Questionnaire Design Research into communication skills Training Communication Skills Multichannel Management Computer-Mediated Communication Master’s Thesis CIS Consultancy in Organizational Comm. Experimental Research on Persuasion Interaction quality in health comm. Master’s Workplacement CIS Multimodal Instructive Texts Persuasive Health Communication Training Communication Skills Writing: Context, Process and Text User Interface Evaluation Communication Technology
LCX064M10 LCX005M10 LCX063M10 LCX062M10 LCX048M10 LCX035M10 LCX057M10 LCX058M10 LIX023M05 LIX022M05 LCX999M20 LCX005M10 LCX038M10 LCX061M10 LCX000M10 LCX060M10 LCX048M10 LCX058M10 LLS025M10 LIX024M05 LIX020M05
ECTS O/C 10 10 10 10 10 10 10 10 5 5 20 10 10 10 10 10 10 10 10 5 5
O O O O O O O O O O C O O O O O O O O O O
lang NL NL Eng NL Eng NL NL NL Eng Eng NL NL NL NL NL NL Eng NL Eng Eng Eng
’Students choose course units worth a total of 40 ECTS in Semester 1 and/or Semester 2, in addition to the thesis. The course units ‘Diagnosis and Consultancy’, ‘Persuasive Health Communication’ and
The Study Programme
33
‘Communication Consultancy’ are offered in both Semester 1 and Semester 2. This also applies to the Placement and Thesis.
Communication Studies: Health Communication specialization Master’s students of Communication Studies can specialize in the field of Communication and Health. Within this track students can focus on health communication from the perspectives of persuasive communication and document design as well as interaction research. The track comprises 60 ECTS and is structured as follows (see also the outline below). Students follow one 10 ECTS research seminar in the field of document design/persuasive communication and one 10 ECTS research seminar in the field of interaction research. The 20 ECTS Master’s thesis should discuss a topic in the field of health communication. In addition, 20 ECTS worth of electives must be taken, either in the form of two research seminars within the CIW programme, in which the lecturers will be prepared to focus their course unit on health-related issues, or one research seminar and a 10 ECTS placement in the field of health communication. Specialization:
Communication Studies: Health Communication
sem hp course title w Ia-b 2 Communication Skills in Med. Interaction Ia-b 4 Persuasive Health Communication Ia-b 2 Consultancy in Organizational Comm. Ia-b 2 Questionnaire Design Ia-b var Training Communication Skills IIa-b var Master’s Thesis CS: Health Communication IIa-b var Master’s Workplacement CS: Health Comm. IIa-b 2 Experimental Research on Persuasion IIa-b var Interaction quality in health comm. IIa-b 4 Persuasive Health Communication IIa-b 2 Consultancy in Organizational Comm. IIa-b var Training Communication Skills Remarks:
code
ECTS O/C
lang
LCX064M10
10
OGA
NL
LCX048M10 LCX005M10 LCX035M10 LCX058M10 LCX996M20 LCX902M10 LCX038M10 LCX061M10 LCX048M10 LCX005M10 LCX058M10
10 10 10 10 20 10 10 10 10 10 10
OGA OGB OGB OGB C C OGA OGA OGA OGB OGB
Eng NL NL NL NL NL NL NL Eng NL NL
From elective set A, students take at least one research seminar in Document Design/Persuasive Communication and one interaction course. Students choose course units worth a total of 20 ECTS from elective set B. The MA Thesis is compulsory.
Communication and Education Programme structure The themes and the modes of instruction in the course units are designed to broaden knowledge and develop academic and professional skills. During research seminars, students will learn how to examine communicative competences and how they are acquired from a research perspective. Attention will be paid not only to explicit educational settings (teaching and training situations), but also to implicit learning situations where oral and written language use contributes invisibly to skills development. Literature study will lead to a deepening of knowledge about classic and contemporary theories and understanding of the field of language use and language use practices, as well as the development and acquisition of the necessary competences for children, young adults and professionals. The programme provides training in professional and particularly in academic skills, contributes to the continued development of an academic attitude, an academic level of thinking and working, and lays the foundations for professional skills in teaching, training and coaching. Practical experience can be gained during a placement at a business or institution (for example a teaching research and advice centre, or a communication training office). The specialization will be rounded off with a thesis that can be linked to the placement.
34
The Study Programme
Specialization:
Communication and Education
sem hp course title w Ia-b var Research into communication skills Ia-b var Training Communication Skills Ia-b 2 Communication Skills in Med. Interaction Ia-b 2 Consultancy in Organizational Comm. IIa-b var Master’s Thesis CS: C&E IIa-b var Master’s Workplacement CS: C&E Remarks:
ECTS O/C
lang
LCX057M10 LCX058M10 LCX064M10
10 10 10
C C OG
NL NL NL
LCX005M10 LCX997M20 LCX901M10
10 20 10
OG C C
NL NL NL
The programme design depends on the starting date. Please contact one of the study advisors before the start of the degree programme to determine your study programme. Communication and Education (starting in February)
Specialization: sem hp w Ia-b var Ia-b var IIa-b var IIa-b var IIa-b 4
code
course title
code
Master’s Thesis CS: C&E Master’s Workplacement CS: C&E Interaction quality in health comm. Training Communication Skills Writing: Context, Process and Text
LCX997M20 LCX901M10 LCX061M10 LCX058M10 LLS025M10
Remarks:
ECTS O/C 20 10 10 10 10
C C C C C
lang NL NL NL NL Eng
The programme design depends on the starting date. Please contact one of the study advisors before the start of the degree programme to determine your study programme. If you start in February, you will begin with the modules from semester 2.
Computer-mediated Communication Programme structure The Computer-mediated Communication specialization builds on theoretical and methodological units from the Bachelor’s programmes in Communication and Information Studies and Information Science, and concentrates on the interaction between humans and computers and the interaction between humans via computers. The aim of the programme is to familiarize students with the theories and methodologies used to evaluate these interactions and to improve these interactions through their knowledge of the technological possibilities. The emphasis of the programme, depending on the course units selected, can be weighted either towards technology or towards communication. The programme concentrates on identifying and analysing interaction problems in professional contexts and on developing solutions for them, based on a background where knowledge of technology and communication is integrated. Specialization: sem hp w Ia-b 2 Ia-b 2 Ia-b 4 Ia-b 4 Ia-b 2 Ia 2 Ib 4
Computer Communication
course title
code
Consultancy in Organizational Comm. Human-Computer Communicication Language and text optimization Persuasive Health Communication Questionnaire Design Multichannel Management Computer-Mediated Communication
LCX005M10 LCX063M10 LCX062M10 LCX048M10 LCX035M10 LIX023M05 LIX022M05
The Study Programme
ECTS O/C 10 10 10 10 10 5 5
O O O O O OG OG
lang NL Eng NL Eng NL Eng Eng
35
IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa IIb
var var 2 2 var var 4 4 4 4
Remarks:
Master’s Thesis CS: CC Master’s Workplacement CS: CC Consultancy in Organizational Comm. Experimental Research on Persuasion Interaction quality in health comm. Multimodal Instructive Texts Persuasive Health Communication Writing: Context, Process and Text User Interface Evaluation Communication Technology
LCX998M20 LCX900M10 LCX005M10 LCX038M10 LCX061M10 LCX060M10 LCX048M10 LLS025M10 LIX024M05 LIX020M05
20 10 10 10 10 10 10 10 5 5
C C O O O O O O OG OG
NL NL NL NL NL NL Eng Eng Eng Eng
1. Students choose course units worth at least 10 ECTS from the set of electives. In addition, they choose one of the remaining electives (from Semester 1 or 2). 2. The Placement and Thesis can be completed in either Semester 1 or Semester 2.
Information Science Programme structure The English-taught specialization in Information Science focuses on the possibilities that language and web technology offer in the field of analysing language use in humans, between humans and between humans and computers. The main emphasis is on working with text corpora and communication via digital media. The specialization comprises course units that study how automatic analysis of language in texts and communication can be optimized, aiming to acquire more insight into the ways in which computers can be effectively used in the Humanities. We will examine how statistical and other models and theories of language structure and meaning and communication can contribute to this. The specialization comprises 60 ECTS, including 35 ECTS in compulsory course units: a research seminar (5 ECTS), a placement (10 ECTS) and a thesis (20 ECTS). The research seminar aims to train research skills, whereas the placement offers students the opportunity to gain experience in professional IT practice. The specialization is rounded off with independent research culminating in a thesis. The 25 ECTS in electives can be earned by making a choice from the following course units, each worth 5 ECTS: -
Literature Review Semantic Web Technology Computer-Mediated Communication Computational Semantics Learning from Data User Interface Evaluation Natural Language Processing Computational Simulations of Language Behaviour
Each of these course units is described in more detail in Ocasys. The flexible structure of the specialization enables students to start either in September or February. Relationship with other Master’s degree programmes In addition to the one-year MA in Communication and Information, the University of Groningen also has a Research MA in Linguistics (2 years), which trains students to become researchers. Students with ambitions in the research field who have good results can apply for selection for this research programme (see Section 5.6). The Bachelor’s degree in Information Science opens up the possibility of following a related Master’s programme in a different degree programme, and it is also possible to follow Master’s
36
The Study Programme
course units from the MA in Information Science or related MA programmes. Related research degree programmes include the Research Master in Linguistics at the Faculty of Arts and the Computational Modelling of Cognition specialization from the Research Master at the Graduate School of Behavioural and Cognitive Neurosciences (BCN). There are also matches with the MA in Communication and Information and the MA specialization in Man-Machine Communication (MMC) of the Artificial Intelligence degree programme. In addition, Information Science participates in the two-year international MA in Language and Communication Technology. Future prospects Most graduates find jobs as communication officers, communication advisors, press officers, lecturers, coaches or curriculum developers, information scientists, web developers, IT consultants or information officers in companies and institutions, with a communication advice bureau, or in self-employment. A small percentage choose a career in education and in academic research. Specialization: sem hp w Ia-b var + IIa-b Ia var Ia 4 Ib 4 Ib 4 Ib 4 IIa-b var IIa-b var IIa 2 IIa 4 IIa 4 Remarks:
Information Science
course title
code
ECTS O/C
lang
Research Seminar Information Science
LIX018M05
5
C
Eng
Literature Review Information Science Semantic Web Technology Computational Semantics Computer-Mediated Communication Learning from Data Information Science MA Work Placement Master’s Thesis Information Science Language Technology Project Natural Language Processing User Interface Evaluation
LIX017M05 LIX002M05 LIX021M05 LIX022M05 LIX016M05 LIX000M10 LIX999M20 LIX025M05 LIX001M05 LIX024M05
5 5 5 5 5 10 20 5 5 5
O O O O O C C O O O
Eng Eng Eng Eng Eng NL NL Eng Eng Eng
1. The Research Seminar, Placement and Thesis are compulsory and can also be done outside the periods indicated. 2. Students choose the remaining 25 ECTS from the electives, spread over the two semesters. The Literature Review can also be done outside the period indicated. 3. Students can contact the study advisor before the start of the Master’s degree programme to determine their study programme. 4. Students beginning the programme in February can include the standard Information Science course units in their programme, as well as ‘Learning from Data’ or ‘Communication Technology’ from the Computer Communication programme.
5.2.8 Dutch Studies 60 ECTS (CROHO 60849) Profile of the degree programme The Master’s degree programme in Dutch Studies at the University of Groningen aims to impart a socially oriented knowledge base as well as an extensive portfolio of skills that will help you function in society at an academic level of thinking and working. The field of Dutch Studies is approached from a cross-curricular perspective, which means that the four subdisciplines (linguistics, language proficiency, older literature and modern literature) are no longer regarded as completely different but rather as interrelated fields. You will gain an understanding of the career perspectives of Dutch Studies graduates, in which domains in society your expertise and skills can be used and how you can distinguish yourself with an eye to these positions in these profiles. The Master’s programme also discusses the e-Humanities. Last but not least, you will
The Study Programme
37
be able to build up an international network, for example by following a placement abroad and making contact with foreign Dutch Studies scholars. Socially oriented knowledge base The MA in Dutch Studies aims to impart an understanding of how language, communication and literature function. This is done in themed course units, in which the four subdisciplines of Dutch Studies (linguistics, language proficiency, older literature and modern literature) are integrated and can thus strengthen each other. You will acquire an understanding of how language is constructed and how processes of language acquisition, language use, and reading and writing texts work. The degree programme will discuss questions such as: how do Dutch language and literature function at a transnational level? Which knowledge does literature transfer; moral values, academic knowledge or practical codes of conduct? How can we improve oral and written communication? What is the impact of social media? This way you will not only study the individual subdisciplines of Dutch Studies but also learn how they relate to each other. All this will make you a valuable addition to the job market. See Future prospects for further information. Skills Needless to say, you will also increase your portfolio of academic skills. You will learn to gather and process data from empirical, qualitative and quantitative research and to draw up relevant research questions. The course units will teach you to collaborate in a results-oriented way by conducting small projects together with other students (including formulating objectives, structuring, planning, task division, editing). The course units will also help you further develop your oral and writing skills and generally increase your language proficiency, thus making you more widely deployable in the job market upon graduation. Cross-curricular The degree programme aims to train students to become broadly orientated Dutch Studies experts, which is why the four research seminars are cross-curricular in content and structure. Each course unit will focus on a theme that is relevant from the research perspective of at least two subfields of Dutch Studies: linguistics, older literature, modern literature and/or language proficiency. The lecturers of these course units are experts in these various subfields. You can, however, still specialize, for example by writing a final paper. Career orientation This MA will pay ample attention to how you can stand out from the crowd on the job market after you graduate. During one semester you will attend lectures by guest lecturers who will provide a concrete idea of the career options available to Dutch Studies graduates. Alumni, representatives from publishing houses and copywriting firms, as well as potential employers in the cultural, policy and education sectors come talk about how you can qualify for positions in social domains where your expertise and knowledge of language, language use and culture are relevant. During the seminars linked to these lectures you will draw up a portfolio that you can use to present yourself to the job market. In addition, in the second part of the Master’s programme you will follow a placement, preparations for which will begin at the start of the programme. You can combine the placement with your Master’s thesis if you want. e-Humanities The MA in Dutch Studies ties in with recent developments in the Faculty concerning eHumanities and IT. It will impart an understanding of matters such as gathering data and searching databases. You will conduct assignments in the field of selecting and formulating relevant research questions related to e-Humanities. The pivotal question is: how can eHumanities be used for research into and social transfer of language and literature? International network Over 15,000 students in more than forty countries worldwide study Dutch. ‘Study’ in this context may refer to anything from simply following a Dutch language course (for example in order to be able to work at a company that needs Dutch-speaking staff) to completing an entire degree programme in Dutch language and culture (usually using names like Germanic Studies,
38
The Study Programme
Dutch Studies or Niederlande-Studien). This latter group of foreign students usually combines Dutch with a second language or a different discipline (such as translation studies, history or anthropology) in their Bachelor’s degree programme. During your MA year you will be encouraged to make contact with the international world of Dutch Studies, not only with a view to how important the Dutch language is considered to be outside the Netherlands but also because your future career may lie abroad. You will meet foreign students who are following course units in the field of Dutch language and culture in Groningen (in the Dutch department, at Dutch Studies, at the Language Centre) as well as foreign Dutch Studies scholars who come to Groningen as guest lecturers. In addition, you will also have the opportunity to spend part of your degree at the Dutch department of a foreign university or to follow a placement. Programme:
Ma Dutch Studies
sem hp w Ia-b var + IIa-b Ia-b var + IIa-b Ia-b var Ia-b var Ia-b var Ia-b var
course title
code
Dutch Studies in the e-Humanities
LNX021M05
5
C
NL
Work Domains in Dutch Lang. and Lit.
LNX020M05
5
C
NL
Irony Retorica Strong Emotions in Speech Interdisciplinair Seminar
LNX023M10 LNX022M10 LNX024M10
10 10 10 10
OGA NL OGA NL OGA NL OGB En/NL
Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
Language and text optimization Language Development New Sounds Phonology as Human Behaviour Research into communication skills Sociolinguistic Variation and Change Master’s Thesis Dutch Master’s Work placement Dutch Metaphors in Language and Literature Interdisciplinair Seminar
LCX062M10 LLS008M10 LTX013M10 LTX014M10 LCX057M10 LTX012M10 LNX999M20 LNX000M10 LNX025M10
10 10 10 10 10 10 20 10 10 10
OGB NL OGB Eng OGB En/NL OGB En/NL OGB NL OGB Eng C NL C NL OGA NL OGB En/NL
LLS007M10 LCX057M10 LLS025M10
10 10 10
OGB En/NL OGB NL OGB Eng
4 4 2 2 var 2 var var var var
IIa-b 2 Linguistic Analysis IIa-b var Research into communication skills IIa-b 4 Writing: Context, Process and Text Remarks:
ECTS O/C
lang
1. Students must choose 1 or 2 research seminars in Dutch Studies from elective set A. 2. For the remaining 10 ECTS (if applicable) in the Master’s degree programme, students may choose course units from elective set B or from the range of course units in the national ‘MasterLanguage’ programme. 3. The placement and thesis can also be completed outside the period indicated. N.B. It is important to start looking for a placement from the start of the academic year.
Entry requirements Students need a BA degree in Dutch Language and Culture to be admitted to the Master’s degree programme in Dutch Studies. You may choose a different specialization in your MA than in your BA without it taking any extra time, and the MA may also be started at the beginning of the second semester. Please contact the study advisor for more information about both specializations. Students with a grade-two HBO degree must follow a bridging programme comprising one year’s worth of BA course units. Students with a grade-one HBO degree are directly admissible to the MA.
The Study Programme
39
Relationship with other Master’s degree programmes The first semester of the first year of the Master of Arts in Dutch Teaching is very similar to that of the regular MA in Dutch Studies – if you start in September, that is. In the second semester of the first year you will follow two 5 ECTS course units at the department of Teacher Training of the Faculty of Behavioural and Social Sciences in preparation for the second MA year. which will focus mainly on didactic training. In addition, you will write a 20 ECTS thesis. The second year will include a ‘working-learning path’ in which, in addition to following course units at the teacher training department, you will also teach a number of hours a week and follow a 10 ECTS Master’s course unit at the Dutch Studies department. You must complete your Master’s thesis before you can be admitted to the ‘working-learning path’. At the end of the Master of Arts in Teaching programme you will have both an MA degree and a grade one teaching qualification. The regular Master’s degree programme takes 1 year, the Master of Arts in Teaching 2. In addition to the Master’s degree programme in Dutch Studies, the University of Groningen also offers two-year Research Master’s degree programmes, which mainly train students to become researchers. There is a selection procedure for this Research Master’s degree programme (see Sections 5.6.1 and 5.6.3). Future prospects An MA degree in Dutch Studies is an indication that students are capable of conducting academic research and have the knowledge and skills needed to be admitted to PhD research. MA graduates are able to operate professionally at an academic level and contribute to the development of the field. An MA degree can also contribute to disseminating Dutch culture and making it accessible insofar as it is recorded in linguistic utterances. Dutch Studies graduates can find jobs in a wide range of fields, for example teaching and education (universities of applied sciences, pre-university education, educational centres, language centres, degree programmes in Dutch abroad), business (IT companies, publishing houses, communication consultants, boards of editors of journals/magazines, radio/TV newsrooms), policy (for example as an official for the Dutch Foundation for Literature or as an information officer for a municipality, province or the national government, at a non-profit institution) etc. In short, the MA in Dutch Studies will teach you to analyse, disseminate and transfer Dutch culture in a socially targeted way insofar as it is recorded in linguistic utterances.Tasks that Dutch Studies graduates are initially entrusted with after their studies may include designing and editing various texts, editing journals and printed or electronic texts, providing information about Dutch language and literature, managing and maintaining language material, providing courses, assisting authors at publishing houses, coordinating projects, helping to set up communication and publication strategies and issuing advice on the deployment of communication activities and tools. 5.2.9 European Studies 120 ECTS (CROHO 60847) Erasmus Mundus Master of Excellence Euroculture: Society, Politics and Culture in a Global Context Profile of the degree programme Europe today is a place where old cultural traditions are adapting to digital modernity; a place where economic crisis is forcing new experiments in politics and international relations; a place where the emergence of multi-cultural, multi-religious societies is causing intense debate; a place where young people are working hard to lead the transition to an environmentally sustainable society; and, finally, the setting for the bold experiment in international politics that is the European Union – one that is struggling to emerge from crisis and find its place in the world, even as it celebrates its historic achievements. Our two-year master programme offers great opportunities if you are interested in understanding—and shaping—today’s Europe. Selected by the European Commission as an Erasmus Mundus Programme of Excellence, Euroculture is ideal for students who understand that Europe’s future will be shaped not only by economics and politics, but also by struggles over identities, values, and heritage. Our programme will equip you with the tools to understand the vital interplay between culture and politics in European society. With an interdisciplinary
40
The Study Programme
approach that combines courses from at least two leading European universities with a possibility to specialise in research or opt for an placement and professional training, Euroculture prepares you to make a difference in careers like diplomacy, international business, research, journalism, cultural management, and European administration. Euroculture is an international, English-taught interdisciplinary master programme. Students of the programme acquire general competences such as the ability to formulate and set up research and other projects in transnational and multicultural contexts, and acquire and practice organizational skills, multicultural communication skills, teamwork, and the ability to take responsibility where and when required. In 2006 (for a period of 5 years) and again in 2012 (for another period of 5 years), this programme was selected by the European Commission for the exclusive Erasmus Mundus grant scheme (Master of Excellence). This confirms that the programme is considered to be innovative and of high international quality. The Keuzegids Masters 2015, has marked Euroculture – for the fourth time in a row – as the best Master’s degree programme in European Studies in the Netherlands. Entry requirements This master’s degree programme is primarily intended for students with an academic bachelor's degree in a programme in the fields of the humanities (history, international relations, language and culture studies, European studies, journalism and communication sciences), religious studies, philosophy, anthropology, law or sociology. There are two selection moments: 1 December (the deadline to apply to those who want to apply for an Erasmus Mundus grant), while regular students may apply on a rolling basis until 1 June. The Euroculture classroom consists of small-group teaching, and selects no more than 25 students to start at each of the 8 partner universities. You are therefore strongly recommended to apply as early as possible. For admission to the programme, the following criteria are used: your academic profile (field of previous degree, academic results, topic of papers and thesis), personal profile (motivation to study Euroculture, language abilities, prognosis to adapt to international, intercultural context) and professional profile (acquired skills through relevant work and voluntary experience). A sufficient level of English is required: at least a TOEFL score of 580 (old style) or 92 (new style), or 6.5 IELTS, or a Certificate in Advanced English (CAE) at C1 level) Students applying through the University of Groningen may also submit an English test result of the Language Center Groningen. Consult the website for more information about the selection procedure: www.euroculturemaster.eu under ‘Admissions and Financing’. This programme starts in September only. European network The Master's degree programme Euroculture: Society, Politics and Culture in a Global Context is offered by a network of eight European universities, and is coordinated by the University of Groningen. In addition to the University of Groningen, the network consists of the universities of Göttingen (Germany), Deusto-Bilbao (Spain), Krakow (Poland), Olomouc (Czech Republic), Udine (Italy), Strasbourg (France) and Uppsala (Sweden). The second semester of this programme has to be followed at one of the partner universities in the Euroculture network. This is done on the basis of an exchange semester. During the third semester there is a possibility of an exchange research-semester to one of four universities outside Europe: the universities of Pune (India), UNAM (Mexico), Osaka (Japan) and Indiana (US). These universities are the non-European partners of the Euroculture network. The European students in the Euroculture programme may apply via competitionbasis for a grant to follow the research track at one of these four universities (25 ECTS – approx. 4 months). The 3rd semester research track can also be taken at one of the European universities. Students interested in gaining work experience in the field will complete a substantial work placement in the 3rd semester. Programme structure First year: 1st semester: - Core fields of European culture (1st semester)
The Study Programme
41
- a first module (Eurocompetence I ) that teaches specific practical competences and personal skills. 2nd semester ABROAD, at one of the European partner institutions: - Methodology seminar - Eurocompetence II, - Intensive Programme (a 7-day summer school with all Euroculture students taking place at the end of the 2nd semester at Palacky University, Olomouc), - A research seminar. Second year: 3rd semester: - Work placement (professional track) or additional research seminars (research track) - Thesis portfolio 4th semester at the first or the second university: - training in project application (Eurocompetence III) - MA thesis Future prospects Due to its multi- and interdisciplinary nature , Euroculture graduates find employments in a wide variety of sectors where expert knowledge of contemporary European issues and integration processes is required. Recent research into the career perspectives of Euroculture graduates has shown that employers particularly value their intercultural and interdisciplinary skills and the combination of theoretical and practical knowledge and understanding. Some examples : EU institutions, NGOs, diplomacy and politics, cultural management, foreign trade, city and regional planning, education and academic research. Programme: Year: sem hp w Ia-b 4 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia 3 Ib 3 IIa-b 3 IIa-b var IIa-b 4 IIa-b 3 IIa-b 4
Ma European Studies: Euroculture 1
course title
code
Cultural History Eurocompetence I The Cultural Construction of Europe Political Construction of Europe Legal Construction of Europe Eurocompetence II Intensive Programme Euroculture Methodology & Theory Res. Seminar II: Integration Processes Research Seminar I: Representing Europe
LUX007M10 LUX010M05 LUX008M05 LUX018M05 LUX017M05 LUX011M05 LUX005M05 LUX016M10 LUX014M10 LUX013M10
Programme: Year:
ECTS O/C 10 5 5 5 5 5 5 10 10 10
C C C C C C C C OG OG
lang Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
Ma European Studies: Euroculture 2
sem hp course title w Ia-b var Master’s Thesis in Euroculture: Research Ia-b Euroculture Placement and Report
code LUX998M05 LUX000M25
5 25
C O
Eng Eng
Ia-b Ia-b IIa-b
LUX019M05 LUX020M10 LUX015M05
5 10 5
O O C
Eng Eng Eng
42
3 3 4
Euroculture Research Studio Res. seminar III: Dimensions of Citizens Eurocompetence III
ECTS O/C
lang
The Study Programme
IIa-b var Master’s Thesis in Euroculture: Writing Remarks:
LUX997M25
25
C
Eng
1. The placement may be replaced by 25 ECTS worth of research course units that are relevant to the Master’s degree programme in Euroculture. 2. A small number of European students will be selected for the Research Tracks in Indiana, UNAM, Pune or Osaka. Applications for these places must be approved by the Board of Examiners.
5.2.10 History 60 ECTS (CROHO 66034) Profile of the degree programme The one-year Master’s specialization in Geschiedenis Vandaag/History Today comprises a choice of two professionally oriented specialization tracks: Geschiedenis voor de Media, Cultuur- en Erfgoedsector [History for the Media, Culture and Heritage Sectors] and Geschiedenis voor Beleid, Bestuur en Politiek [History for Policy, Administration and Politics]. Both tracks include a placement in a relevant professional field. Students may also choose to follow a general track, substituting the placement with an extra research seminar or two Historical Methods course units. All tracks offer the opportunity to specialize by compiling a geographical, chronological or thematic profile from the wide range of research seminars. One example of a specialized profile is Central and Eastern European Studies (MOES), but you can also choose to specialize in different Master’s profiles, such as the Middle Ages or the modern era. Entry requirements A BA in History will admit you to the Master’s specialization in Geschiedenis Vandaag/History Today. If you have a different Bachelor’s degree, a short individual bridging programme can be drawn up in consultation with the Admissions Board. Programme structure The Master’s degree programme in Geschiedenis Vandaag/History Today includes at least two research seminars of 10 ECTS each. These research seminars will teach you how to use primary source material. Students in the general track may also opt for a third research seminar. For more detailed information about the range of research seminars, please consult the Onderzoekscollegebrochure [research seminar brochure], which is available in Nestor under ‘Organization’. The public history colloquium ‘The Past in the Present’ (5 ECTS), a joint course unit, focuses on a different current theme each year and/or discusses current developments in the field of history which are then made accessible to the wider audience by students. This course unit may be replaced with an extra Historical Methods course unit. Each Master’s student must follow at least one Historical Methods course unit. There are five standard Historical Methods course units to choose from, in addition to a selection of smallscale course units known as ‘Privatissima’ and a ‘Summer School’. Instead of a third research seminar, students following the general track may choose two extra Historical Methods course units (and can thus follow up to three of these course units in total), also including the ‘Privatissima’ and ‘Summer Schools’. The History for the Media, Culture and Heritage Sectors track includes a 10 ECTS placement in the historical culture and heritage sector. In the History for Policy, Administration and Politics track, you may choose to follow an ‘ordinary’ 10 ECTS placement at a government institution, organization or commercial company, or a placement integrated in the Learning History course unit (10 ECTS), in which you will learn to systematically study a recent change process within an institution, organization or commercial company. A 10 ECTS placement is also allowed in the MOES track. The Master’s degree programme is rounded off with a final-year project in the form of a thesis, a scenario for a historical documentary or an exhibition plan (plus exhibition) with accompanying historical justification of the historical research that forms the basis for the documentary or exhibition (20 ECTS). This course unit includes a thesis peer discussion class.
The Study Programme
43
Specialization:
History Today
sem hp course title w Ia-b 2 Research Class History
code
Ia-b var History Online Ia-b 2 Historical Methods: Archives & Internet Ia-b 2 Historical Methods: Documentary, Museum Ia-b 14 Historical Methods: Oral History 0 Ia-b var Historical Methods:Quantitative Analysis Ia-b 2 Historical Methods: Visual Culture IIa-b var Master’s Thesis History IIa-b 2 Learning History and Organisation IIa-b var Master’s Workplacement History Remarks:
ECTS O/C
lang
10
C
NL
LGX047M05 LGX124M05 LGX126M05 LGX048M05
5 5 5 5
O OG OG OG
En/NL En/NL En/NL En/NL
LGX127M05 LGX125M05 LGX999M20 LGX133M10 LGX000M10
5 5 20 10 10
OG OG C O O
En/NL En/NL En/NL NL NL
1. The Historical Methods course units are also offered in the 2nd semester. 2. The placement and thesis can also be completed outside the period indicated. Please contact your study advisor. 3. Students following the Learning History and Organization course unit are advised to follow the Historical Methods course units in Life Histories and Quantitative Analysis as well. 4. History Online may be replaced by a Historical Methods course unit. 5. Students must choose one 10 ECTS elective in the 2nd semester. 6. Learning History can be chosen as a third research seminar in the general track of the programme History Today. In the track History for Policy, Administration and Politics the course can be chosen as a second research seminar or as replacement for the workplacement.
research seminars sem hp w Ia-b 3 Ia-b 2 Ia-b 2 Ia-b 2 Ia-b 2 Ia-b 2 Ia-b 2 Ia-b 2 Ia-b 2 Ia-b 2 IIa-b 2 IIa-b 2 IIa-b 2 IIa-b 2 IIa-b 2 IIa-b 2 IIa-b 2 IIa-b 2 Remarks:
44
course title
code
Biographical Approach of History Res. Sem.: Athens and Rome Res. Sem.: Creating discontinuity Res. Sem.: Diplomacy in Times of Crises Res. Sem.: Diseases, Care and Physicians Res. Sem.: Early Modern Media Cult. Res. Sem.: Magic and Sorcery Res. Sem.: Politics of Knowledge Res. Sem.: The Abuse of History Res. Sem.: Truth, Justice and Reconcil. Res. Sem.: Forget Transition Res. Sem.: Gas, Groningen and the Dutch Res. Sem.: Gender and Change Res. Sem.: Roman Empire in the Third Cen Res. Sem.: Russia and Europe Res. Sem.: The Living Archive Res. Sem.: The Politics of Paper in the Res. Sem.: U.S. Pres. Campaigns
LLS026M10 LGX049M10 LGX169M10 LGX051M10 LGX052M10 LGX053M10 LGX056M10 LGX057M10 LGX162M10 LGX050M10 LGX170M10 LGX054M10 LGX055M10 LGX058M10 LGX173M10 LGX165M10 LGX059M10 LGX174M10
ECTS O/C 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10
O O O O O O O O O O O O O O O O O O
lang Eng Eng Eng En/NL En/NL En/NL En/NL En/NL Eng En/NL Eng En/NL NL En/NL Eng Eng En/NL Eng
1.Learning History can be chosen as a third research seminar in the general track of the programme History Today. In the track History for Policy, Administration and Politics the course can be chosen as a second
The Study Programme
research seminar or as replacement for the workplacement. 2.Any changes or additions to the range of available course units can be found in the History Research Brochure which is published on the Nestor site (under My Organizations) in June and December.
Master of Arts in History Teaching If you would like to follow the Master of Arts in History Teaching, the first semester of the first year of the MA is very similar to that of the regular MA. In the second semester of the first year you will follow a 10 ECTS course unit at the department of Teacher Training of the Faculty of Behavioural and Social Sciences in preparation for the second MA year.2 In addition, you will write a 20 ECTS thesis. The second year will include a ‘working-learning path’, where, in addition to following course units at the at the teacher training department, you will also teach a number of hours a week and follow a 10 ECTS Master’s course unit at the History department. You must complete your Master’s thesis before you can be admitted to the ‘working-learning path’. At the end of the Master of Arts in Teaching programme you will have both an MA degree and a grade one teaching qualification. It is also possible to first complete the one-year MA degree and then transfer to the teacher training programme. The practical part of the teacher training usually starts at the beginning of the school year and the preparatory course must be finished by that time. Research Master In addition to the one-year Master’s degree programme in History and the two-year Master of Arts in History Teaching programme, the University of Groningen also offers Research Master’s degree programmes in Classical, Medieval and Renaissance Studies (CMRS) and Modern History and International Relations (MHIR). Both programmes last two years and specifically train students to become researchers. There is a selection procedure for these Research Master’s degree programmes (see Section 5.6). 5.2.11
History 120 ECTS (CROHO 60139)
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master See section 5.6 (page 80) for information about this Research Master’s programme Modern History and International Relations – Research Master See section 5.6 (page 89) for information about this Research Master’s programme 5.2.12 International Relations 60 ECTS (CROHO 60734) Profile of the degree programme International Relations as a discipline is almost a century old. About its origins different interpretations exist, but in general IR emerged in response to the consequences of power politics in Europe, culminating in the First World War, and in response to specific research questions within Political Science. IR in Europe started as an interdisciplinary project, IR in Groningen still follows this tradition. Are you fascinated by international relations? Do you want to become a specialist in this field? Then this Master's degree is what you are looking for. Within the one-year Master's degree in International Relations, you choose one of the following six Master's specializations: 1. International Security: its main focus is the phenomenon of, and theoretical reflection on, 'violence' in its broader context. 2. International Political Economy: it focuses on the interaction between states, markets and societies. Its primary aim is to increase our understanding of the dynamics of these three building blocks.
2
The 10 ECTS credit points that you thus postpone in the regular Master’s degree programme are then earned in your second year so that you achieve the required 60 ECTS in regular Master’s course units.
The Study Programme
45
3. European Integration: it explores the history, theory and policies of the European Union and her member states. 4. Global Governance: it seeks to understand the role of international organizations in global politics from a world society perspective. 5. International Relations and International Organization: combines and explores all four areas mentioned above. 6. East Asian Studies: focuses on the political economy of contemporary East Asia, in particular the political economies of China, Japan and Korea. The aim of this one-year MA is to train students in one of these specializations, in addition to acquiring thorough knowledge and understanding of the general themes in international relations. They will thus acquire a sufficiently broad as well as specialized basis for either entering the job market or continuing on with an additional degree. Entry requirements A University of Groningen Bachelor’s degree in IRIO grants automatic admission to the Master’s degree programme in International Relations. Students with either a university Bachelor's Degree in Social Sciences (including - but not limited to - Economics, Political Science, Development Studies, Psychology, Sociology, Social Geography), or an internationally oriented university Bachelor's degree such as International Relations, Regional Studies, European/International Law, or (Modern) History are eligible to apply. To assess whether your educational/academic background meets the specific programme requirements, the IR Admissions Board will consider the level and curriculum of your previous studies, and the grades you have obtained. The Admissions Board will then determine whether: (a) direct admission is possible; (b) a student has to complete the pre-Master's bridging programme first; or (c) a student cannot be admitted. For more information about how to apply: http://www.rug.nl/let/organization/bestuur-afdelingen-en-medewerkers/afdelingen/afdelingibio/how-to-apply The pre-Master’s bridging programme, which is offered in the first semester, enables students to acquire knowledge and understanding of theory formation and methodology with regard to international relations. In addition, students will acquire the skills they need in order to be able to conduct research independently, present research results and write a well-argued essay about an aspect of theory and practice with regard to international relations. Successful completion of this bridging programme will provide a sound basis for the Master’s degree programme in International Relations as well as direct access to one of the specializations. Start of the degree programme The MA programme starts at two points each academic year, namely in September and February. The East Asian Studies specialization, however, only starts in September. Master’s degree programme in International Relations The one-year Master’s degree programme in International Relations comprises 60 ECTS credit points. The basic element in the MA programme is the course unit Advanced Theory of International Relations (5 ECTS). This course unit is offered each semester and must be followed by all students. Students can then design their own specializations by choosing from the following elements: the course unit Capita (5 ECTS), offered each semester for each individual specialization, two research seminars (10 ECTS each) and the Master’s thesis. You may replace one course unit by a number of electives. East Asian Studies, however, doesn’t offer the course unit Capita but the module Introduction to East Asian Studies: Methodology (5 ECTS) During the second semester students follow a placement (10 ECTS) and write an MA thesis (20 ECTS). Students with a non-Dutch Bachelor’s degree or Students who do the East Asian Studies specialization may follow an extra research course unit instead of the placement.
46
The Study Programme
Programme of specializations Courses
ECTS
Advanced Theory of International Relations Research Seminar in the area of specialization (IPE, IS, GG, EI) Research Seminar in the area of specialization Capita in the area of specialization Master’s Work Placement IR Master’s Thesis Remarks:
5 10 10 5 10 20
1. You must successfully complete two research seminars, one of which should be within your specialization. Students with the specialization IRIO have no restrictions in choosing from the research seminars and capita’s offered. For more information and any changes please consult the research seminar brochure on the IRIO Nestor site (under My Organizations). 2. This MA programme has two starting dates: September (semester 1) and February (semester 2). In both cases you start with the course units Advanced Theory of International Relations (Block a), a ‘Capita’ course unit (Block b) and two research seminars. If you satisfy the admission requirements you can proceed to follow a placement and write your thesis in the next semester. 3. Make sure that you follow course units and choose topics that tie in with the specialization you have chosen.
International Security International Security is aimed at issues of power politics and international order, peace and war, and strategy and diplomacy. Its main focus is the phenomenon of, and theoretical reflection on, 'violence' in its broader context. Traditionally, attention for warfare and political violence, i.e. military security, has dominated the study of International Security. They still form the central issues. But especially after the Cold War other concerns occupy the agenda, such as environmental security (about climate change or industrial hazards), societal security (about group identities) and economic security (about welfare and development). These different types of concerns have their own meaning when studying the causes of violent conflict, its prevention and management, and conflict resolution and reconciliation. Methodologically, the study of International Security has profited from the so-called constructivist turn in International Relations. In addition to traditional analyses new approaches have emerged, most notably Critical Security Studies, the Copenhagen School, and the Risk Society approach. Specialization: sem hp w Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia 2 Ib 2 IIa-b var IIa-b var IIa-b 3 IIa-b 3 IIa-b 3 IIa-b 3 IIa 2
International Security
course title
code
ECTS O/C lang
RS: Culture, Fear, and Insecurity RS: Global Politics of Disease RS: Power Configurations RS: Security&Human Rights in Weak States RS Arctic: Governance & Security Advanced Theory of Internat. Relations Capita International Security Master’s Thesis International Security Master’s Work Placement IR RS: Energy Security RS: EU as Foreign & Security Actor RS: Geopolitics and Connectivity RS: Health Politics and Security Advanced Theory of Internat. Relations
LYX086M10 LYX073M10 LYX025M10 LYX078M10 LYX068M10 LYX049M05 LYX047M05 LYX994M20 LYX000M10 LYX082M10 LYX062M10 LYX085M10 LYX087M10 LYX049M05
10 10 10 10 10 5 5 20 10 10 10 10 10 5
The Study Programme
O O O O O C C C C O O O O C
Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng En/NL En/NL Eng Eng Eng Eng Eng
47
IIb
2
Capita International Security
Remarks:
LYX047M05
5
C
Eng
1. You must successfully complete two research seminars, one of which should be within your specialization. For more information and any changes please consult the research seminar brochure on the IRIO Nestor site (under My Organizations). 2. This MA programme has two starting dates: September (semester 1) and February (semester 2). In both cases you start with the course units Advanced Theory of International Relations (Block a), a ‘Capita’ course unit (Block b) and two research seminars. If you satisfy the admission requirements you can proceed to follow a placement and write your thesis in the next semester. 3. Make sure that you follow course units and choose topics that tie in with the specialization you have chosen.
International Political Economy Since the 1970s, International Political Economy (IPE) has developed as an independent subdiscipline in International Relations (IR). It focuses on the interaction between states, markets and societies. Its primary aim is to increase our understanding of the dynamics of these three building blocks. In doing so, IPE is interdisciplinary by its self-same nature. Why is it fascinating coming to grips with a globalizing world economy? While states cannot be conceived of as homogenous actors that perfectly take care of the preferences of all of their citizens, one can nevertheless reveal degrees of freedom for negotiation about regional and international cooperation in the fields of trade, production, finance and knowledge. It is a scholarly exertion to reveal the complicated nexus of states, markets and societies. Specialization: sem hp w Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia 2 Ib 2 IIa-b var IIa-b var IIa-b 3 IIa-b 3 IIa-b 3 IIa 2 IIb 2 Remarks:
48
International Political Economy
course title
code
ECTS O/C lang
RS: IPE of Global Financial Markets RS: IPE of Globalization RS: Multinational Corporations Advanced Theory of Internat. Relations Capita International Political Economy Master’s Thesis Internat Political Econ. Master’s Work Placement IR RS: Energy Security RS: Ethics International Politics RS: Multinational Corporations Advanced Theory of Internat. Relations Capita International Political Economy
LYX084M10 LYX066M10 LYX003M10 LYX049M05 LYX051M05 LYX995M20 LYX000M10 LYX082M10 LYX064M10 LYX003M10 LYX049M05 LYX051M05
10 10 10 5 5 20 10 10 10 10 5 5
O O O C C C C O O O C C
Eng Eng Eng Eng Eng En/NL En/NL Eng Eng Eng Eng Eng
1. You must successfully complete two research seminars, one of which should be within your specialization. For more information and any changes please consult the research seminar brochure on the IRIO Nestor site (under My Organizations). 2. This MA programme has two starting dates: September (semester 1) and February (semester 2). In both cases you start with the course units Advanced Theory of International Relations (Block a), a ‘Capita’ course unit (Block b) and two research seminars. If you satisfy the admission requirements you can proceed to follow a placement and write your thesis in the next semester. 3. Make sure that you follow course units and choose topics that tie in with the specialization you have chosen.
The Study Programme
European Integration European integration is a unique phenomenon. Nowhere else in the world have national states decided to a such a far-reaching form of cooperation and 'pooling' of resources as has been the case within the framework of the present-day European Union. Despite the problems the EU is facing nowadays, the economies and currencies, and to a certain extent also the political and social systems of the member countries, have become 'europeanised' to a considerable extent. This fascinating development is studied in the specialization European Integration in Groningen. Specialization: sem hp w Ia-b 3 Ia-b 3 Ia 2 Ib 2 IIa-b var IIa-b var IIa-b 3 IIa-b 3 IIa-b 3 IIa-b 3 IIa 2 IIb 2 Remarks:
European Integration
course title
code
ECTS O/C lang
RS: Culture, Fear, and Insecurity RS: EU Foreign Policy Advanced Theory of Internat. Relations Capita European Integration Master’s Thesis European Integration Master’s Work Placement IR RS: EU as Foreign & Security Actor RS: Europe and China RS: European Policy-Making RS: The Dutch Foreign Policy Advanced Theory of Internat. Relations Capita European Integration
LYX086M10 LYX075M10 LYX049M05 LYX050M05 LYX997M20 LYX000M10 LYX062M10 LYX060M10 LYX074M10 LYX088M10 LYX049M05 LYX050M05
10 10 5 5 20 10 10 10 10 10 5 5
O O C C C C O O O O C C
Eng Eng Eng Eng En/NL En/NL Eng Eng Eng NL Eng Eng
1. You must successfully complete two research seminars, one of which should be within your specialization. For more information and any changes please consult the research seminar brochure on the IRIO Nestor site (under My Organizations). 2. This MA programme has two starting dates: September (semester 1) and February (semester 2). In both cases you start with the course units Advanced Theory of International Relations (Block a), a ‘Capita’ course unit (Block b) and two research seminars. If you satisfy the admission requirements you can proceed to follow a placement and write your thesis in the next semester. 3. Make sure that you follow course units and choose topics that tie in with the specialization you have chosen.
Global Governance Global Governance seeks to understand the role of international organizations in world politics from a world society perspective. In face of the latest phase of globalization (following the micro-electronic revolution) the focus of IR is changing from a sovereignty-based analysis of world politics and world economy to a society-based analysis. The leading question in a world society perspective is: how do 7 billion people organize themselves in terms of cooperation and conflict? How do they define and manage collective interests and collective challenges? Politics, economics, identity formations, and other types of culture are seen as expressions of the resulting struggles and collective efforts. Global Governance investigates the new balance between public and private organizations that shape the contours of the present world order. Historical and constructivist methodologies, as well as Multilevel Governance approaches are applied to interpret the critical interplay between these globalized realms of private and public interests. Central themes are Human Rights, development, ethics and power.
The Study Programme
49
Specialization: sem hp w Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia 2 Ib 2 IIa-b var IIa-b var IIa-b 3 IIa-b 3 IIa-b 3 IIa 2 IIb 2
Global Governance
course title
code
ECTS O/C lang
RS: Global Politics of Disease RS: Governing through Risk RS: The Rise of East Asia RS Arctic: Governance & Security Advanced Theory of Internat. Relations Capita Global Governance Master’s Thesis Global Governance Master’s Work Placement IR RS: Ethics International Politics RS: Geopolitics and Connectivity RS: The Dutch Foreign Policy Advanced Theory of Internat. Relations Capita Global Governance
LYX073M10 LYX072M10 LYX076M10 LYX068M10 LYX049M05 LYX048M05 LYX996M20 LYX000M10 LYX064M10 LYX085M10 LYX088M10 LYX049M05 LYX048M05
10 10 10 10 5 5 20 10 10 10 10 5 5
Remarks:
O O O O C C C C O O O C C
Eng Eng Eng Eng Eng Eng En/NL En/NL Eng Eng NL Eng Eng
1. You must successfully complete two research seminars, one of which should be within your specialization. For more information and any changes please consult the research seminar brochure on the IRIO Nestor site (under My Organizations). 2. This MA programme has two starting dates: September (semester 1) and February (semester 2). In both cases you start with the course units Advanced Theory of International Relations (Block a), a ‘Capita’ course unit (Block b) and two research seminars. If you satisfy the admission requirements you can proceed to follow a placement and write your thesis in the next semester. 3. Make sure that you follow course units and choose topics that tie in with the specialization you have chosen.
International Relations and International Organization International Relations and International Organization offers a comprehensive study in theory and practice. Theretofore, IRIO uses a 'self-service' model. Besides the mandatory course on advanced theory and the master thesis, you can select from specialized capita and research seminars in four essential areas of Internationals Relations: International Security, International Political Economy, European Integration, and Global Governance. Moreover, to prepare for an international career you can organize an placement at a public or private organization in the field of international relations, where you can apply your knowledge and skills in a 'real-time' environment. Specialization: sem hp w Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3
50
International Relations and International Organization
course title
code
ECTS O/C lang
RS: RS: RS: RS: RS: RS: RS: RS: RS: RS:
LYX086M10 LYX075M10 LYX073M10 LYX072M10 LYX077M10 LYX084M10 LYX066M10 LYX003M10 LYX025M10 LYX078M10
10 10 10 10 10 10 10 10 10 10
Culture, Fear, and Insecurity EU Foreign Policy Global Politics of Disease Governing through Risk History and Politics of East Asia IPE of Global Financial Markets IPE of Globalization Multinational Corporations Power Configurations Security&Human Rights in Weak States
O O O O O O O O O O
Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
The Study Programme
Ia-b Ia-b Ia Ib Ib Ib Ib IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa IIb IIb IIb IIb
3 3 2 2 2 2 2 var var 3 3 3 3 3 3 3 3 3 2 2 2 2 2
RS: The Rise of East Asia RS Arctic: Governance & Security Advanced Theory of Internat. Relations Capita European Integration Capita Global Governance Capita International Political Economy Capita International Security Master’s Thesis IRIO Master’s Work Placement IR RS: Energy Security RS: Ethics International Politics RS: EU as Foreign & Security Actor RS: Europe and China RS: European Policy-Making RS: Geopolitics and Connectivity RS: Health Politics and Security RS: Multinational Corporations RS: The Dutch Foreign Policy Advanced Theory of Internat. Relations Capita European Integration Capita Global Governance Capita International Political Economy Capita International Security
Remarks:
LYX076M10 LYX068M10 LYX049M05 LYX050M05 LYX048M05 LYX051M05 LYX047M05 LYX999M20 LYX000M10 LYX082M10 LYX064M10 LYX062M10 LYX060M10 LYX074M10 LYX085M10 LYX087M10 LYX003M10 LYX088M10 LYX049M05 LYX050M05 LYX048M05 LYX051M05 LYX047M05
10 10 5 5 5 5 5 20 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 5 5 5 5 5
O O C OG OG OG OG C C O O O O O O O O O C OG OG OG OG
Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng En/NL En/NL Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng NL Eng Eng Eng Eng Eng
1. You must successfully complete two research seminars, one of which should be within your specialization. For more information and any changes please consult the research seminar brochure on the IRIO Nestor site (under My Organizations). 2. This MA programme has two starting dates: September (semester 1) and February (semester 2). In both cases you start with the course units Advanced Theory of International Relations (Block a), a ‘Capita’ course unit (Block b) and two research seminars. If you satisfy the admission requirements you can proceed to follow a placement and write your thesis in the next semester. 3. Make sure that you follow course units and choose topics that tie in with the specialization you have chosen.
East Asian Studies How can we explain the dynamism and growth of East Asia? East Asian Studies focuses on East Asian states and markets, politics and economics, nationalism and internationalism, studied from a contemporary perspective. It concentrates in particular on the political economies of China, Japan and Korea, while further possibilities to study emerging countries such as Mongolia exist as well. Students will be able to participate in courses taught by experts in international relations and law, historians and economists. They will gain knowledge on the top-three economies in East Asia and develop oral, written and research skills to analyse developments from a regional and global perspective. Work placement and/or study abroad are optional. Specialization: sem hp w Ia-b 3 Ia-b 3 Ia 2 Ib var
East Asian Studies
course title
code
ECTS O/C lang
RS: History and Politics of East Asia RS: The Rise of East Asia Advanced Theory of Internat. Relations Introduction Res. Meth. for EAS
LYX077M10 LYX076M10 LYX049M05 LYX081M05
10 10 5 5
The Study Programme
C C C C
Eng Eng Eng Eng
51
IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
var var 3 3
Remarks:
MA-thesis East-Asian Studies Master’s Work Placement IR RS: Europe and China RS: Multinational Corporations
LYX993M20 LYX000M10 LYX060M10 LYX003M10
20 10 10 10
C O O O
Eng En/NL Eng Eng
1. The Master only starts in September (semester 1). 2. Students choose an placement or one of the two Research Seminars in the second semester. It is also possible to arrange a exchange programme with China, Japan, Korea or Mongolia for 10 ECTS.
Relationship with other Master’s degree programmes In addition to the one-year Master’s degree programme in International Relations, the University of Groningen also offers a two-year Research Master’s degree programme in Modern History and International Relations, which trains students to become researchers. There is a selection procedure for this Research Master’s degree programme (see Chapter 5.6). Future prospects The content of this one-year degree programme, the grounding in the fields of political science, history and economics theory, the critical academic skills and the experience that students gain during the placement make them suitable for all kinds of jobs. For example, International Relations graduates work for international organizations, ministries (e.g. Foreign Affairs, Defence and Economic Affairs), in the business world, in journalism and in academia. Extra information Almost all the course units are taught in English.
5.2.13 International Relations 90 ECTS (CROHO 60819) International Humanitarian Action – Erasmus Mundus programme (NOHA) Profile of the degree programme The number and scale of humanitarian crises increased dramatically in the second half of the 20th century. In recent years, emergency situations in Afghanistan, Libya, Syria, Iraq, South Sudan and the CAR have demonstrated the increasing importance of humanitarian aid. In order to be able to offer this aid, trained professionals in this field are needed. In 1994, the European Commission’s Humanitarian Aid Office (ECHO) together with the Directorate-General responsible for Education and Culture of the European Commission took the initiative to found an international MA degree programme in Humanitarian Action. The University of Groningen joined this network in 1999. Entry requirements This selective English-taught MA joint degree programme is intended for students with at least a University Bachelor’s degree from a wide field of disciplines, such as International Relations, History, Law, Medical Sciences, Psychology, Sociology, Anthropology, Applied Technical Sciences, Economics, Management, Spatial Sciences or a related discipline. Only a small group of students – 20 to 25 – are admitted each academic year. Selection takes place on the basis of knowledge, grades, (academic writing) skills, relevant work experience and English proficiency (minimal TOEFL score of 580). The application deadline is 15 March (regular applications, based on own funding). For students in search of scholarships different dates may apply. European network The joint MA degree programme in International Humanitarian Action is offered by a network of eight European universities. Currently these include, in addition to the University of Groningen, the universities of Bochum (Germany), Dublin/UCD (Ireland), Louvain-la-Neuve (Belgium), Deusto/Bilbao (Spain), Université Aix-Marseille (France), Uppsala (Sweden) and Warsaw (Poland). The university of Vilnius joined in 2008 to participate on a project basis, just like the universities of Copenhagen, of Pavia and of Malta more recently. In addition, several
52
The Study Programme
non-European universities participate in the network. These universities are located in Indonesia, India, Australia, Colombia, the United States, South Africa and Lebanon. Programme structure The joint MA degree programme in International Humanitarian Action is a 16-month programme and is offered entirely in English in Groningen. It is an interdisciplinary programme offered by the Faculties of Arts, Law, Medical Sciences, Behavioural and Social Sciences, Spatial Sciences, Theology and Religious Studies, Mathematics and Natural Sciences, and Economics and Business. The programme comprises 90 ECTS credit points and has five parts: an Intensive Programme (IP), in which all European NOHA students and many lecturers gather to discuss important themes (5 ECTS), general research seminars (25 ECTS), an orientation period in the second semester (30 ECTS), which students follow at one of the partner universities, and a third semester (first semester of the second year) in which students acquire in-depth knowledge by writing a thesis (20 ECTS) and following a placement (10 ECTS). Future prospects This joint MA degree is relevant to many professions in the field of humanitarian assistance, for example as a representative of an intergovernmental organization, a field worker, a manager in an NGO, a policymaker, a researcher, and an advisor. NOHA boasts over 3000 alumni in the field! You can request more information about the course units and the structure of the programme from the coordinator of this MA programme (
[email protected]) or find it in the Course Catalogue (via: www.rug.nl/let/noha). Programme:
Ma International Relations: International Humanitarian Action 1
Year: sem hp w Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b var Ia var IIa-b var
course title
code
Geopolitics in Humanitarian Action Intern. Law for Humanitarian Action Management in Humanitarian Action Soc. and Med. Sciences in Hum. Action Intensive Progr. in Humanitarian Action Disaster Analysis & Intervention Design
LVX006M05 LVX007M05 LVX009M05 LVX004M10 LVX010M05 LVX011M30
Remarks:
ECTS O/C 5 5 5 10 5 30
C C C C C C
lang Eng Eng Eng Eng Eng Eng
The placement and thesis can also be completed outside the period indicated. Please contact the study advisor for more information.
Programme: Year:
Ma International Relations: International Humanitarian Action 2
sem hp course title w Ia-b var Humanitarian Action Work placement IIa-b var Master’s Thesis in Humanitarian Action
code LVX000M10 LVX999M20
ECTS O/C 10 20
C C
lang Eng Eng
5.2.14 International Relations 120 ECTS (CROHO 60820) Modern History and International Relations – Research Master See section 5.6 (page 89) for information about this Research Master’s programme
The Study Programme
53
5.2.15 Linguistics 60 ECTS (CROHO 60815) Specializations The Master’s degree programme in Linguistics has four specializations: 1) Neurolinguistics 2) Applied Linguistics 3) European Linguistics 4) Multilingualism Profile of the degree programme The Master’s degree programme in Linguistics combines general academic training with the study of important theories and methodologies of linguistics and their application in society. Emphasis is placed on broad themes that determine the development of the field and its social context. The disciplines Applied Linguistics, Neurolinguistics and European Linguistics form the basis for this broad, dynamic and flexible degree programme at the University of Groningen. Whereas Applied Linguistics already existed as an independent degree programme, Neurolinguistics is a merger between the neurolinguistics components from two former degree programmes (General Linguistics (ATW) and Speech and Language Pathology (SLP)). The new specialization in European Linguistics (EL) is a spin-off from the former specialization in Theoretical Linguistics of the degree programme in General Linguistics (ATW) and the linguistics specializations of the degree programmes in modern languages (German Language and Culture, English Language and Culture, Frisian Language and Culture, Romance Languages and Cultures (RTC), Scandinavian Languages and Cultures and Slavonic Languages and Cultures). This means that students can also specialize in a specific language or language family, giving the programme a more or less intercultural component. It is the combination and integration of the various aspects of Linguistics which makes this degree programme unique. Neurolinguistics Programme structure The Neurolinguistics specialization studies speech and language disabilities in all their aspects, from the theoretical and medical background to diagnostics and treatment. In Groningen, language disabilities (aphasia, speech development disorders and dyslexia) form the core of the degree programme, but of course speech disabilities, particularly acquired apraxia and developmental dyspraxia, are also dealt with. There will be three research seminars offered in the first semester – Aphasiology, Speech Development Disorders, and Dyslexia. All students will follow a placement in the second semester; if you want to gain a Speech Therapy certificate, this placement must be arranged by the Speech Therapy department. The placement will concentrate on therapy. Students who already have a Speech Therapy certificate, or who are not interested in acquiring this, will follow a research-orientated placement. These placements are provided by the University of Groningen. In all cases, the programme will culminate in an MA thesis. The requirements of the MA thesis are the same for every student: the thesis must demonstrate that the student is capable of independently designing and executing a research project. The thesis has the status of an academic report of the research conducted. Specialization: sem hp w Ia-b 4 Ia-b 4 Ia-b 4 IIa-b var IIa-b var Remarks:
54
Ma Neurolinguistics
course title
code
Aphasiology Developmental Language Disorders Dyslexia Master’s Thesis Neurolinguistics Neurolinguistics Master’s Placement
LTX001M10 LTX002M10 LTX003M10 LTS998M20 LTN000M10
ECTS O/C 10 10 10 20 10
C C C C C
lang En/NL NL En/NL NL En/NL
Students who started the Minor in Speech Therapy during their BA in Linguistics can follow a supplementary Speech Therapy placement after completing their Master’s degree to gain their speech therapy
The Study Programme
qualification.
Applied Linguistics (TEFL) Programme structure The main aim of this specialization is to introduce students to research in the field of second language acquisition and multilingualism, and the application of such research in the practical field of language teaching and language testing. The heart of this specialization is the course unit Theory of Second Language Development, which covers all theoretical aspects of second-language acquisition, discussing a contemporary, dynamic perspective based on a historical development. Both conventional and traditional research is supported in the course unit Research Methodology in Applied Linguistics. This course unit teaches students not only to critically examine research by others, but also independently to set up, analyse and correctly report on research in the field of second-language acquisition. The application of language research in education is discussed in the course unit Teaching Methodology and Second Language Development, which also trains students in developing language teaching methodologies supported by the understanding they acquired in Theory of Second Language Development. In the second semester, students may choose to further specialize in language teaching with the course unit CALL, which focuses on ComputerAssisted Language Learning and introduces students to a variety of applications of computers in language teaching as well as to research into the effectiveness of these applications. Students can also choose an elective from one of the other Linguistics Masters, provided that the course unit fits the content of the programme. The broad knowledge they gain in the fields of secondlanguage acquisition, language education and research methodology will thoroughly prepare students for setting up, conducting, analysing and reporting on their own independent research project in their Master’s Thesis in Applied Linguistics. Specialization: sem hp w Ia-b 4 Ia-b 4 Ia-b 4 IIa-b 2 IIa-b 4 IIa-b 2 Remarks:
Ma Applied Linguistics - TEFL
course title
code
Research Methodology Appl. Linguistics Teaching Methodology/2nd Language Dev. Theory of 2nd Language Development Master’s Thesis in Applied Linguistics CALL Ma Work Placement in Applied Linguistics
LOX002M10 LOX014M10 LOX011M10 LOX999M20 LOX015M10 LOX000M10
ECTS O/C 10 10 10 20 10 10
C C C C O O
lang Eng Eng Eng Eng Eng Eng
1. In the 2nd semester students must choose a 10 ECTS elective or, with the study advisor’s approval, a course unit from another Master’s degree programme. 2. The placement and thesis can also be completed outside the period indicated. Please contact your study advisor.
European Linguistics Programme structure The 60 ECTS Master’s specialization in European Linguistics is a spin-off from the former specialization in Theoretical Linguistics of the degree programme in General Linguistics (ATW) and the linguistics specializations of the degree programmes in modern languages (German Language and Culture, English Language and Culture, Finno-Ugric Languages and Cultures, Frisian Language and Culture, Romance Languages and Cultures, Scandinavian Languages and Cultures and Slavonic Languages and Cultures). Against this background, the programme focuses on language in all its complexity and variation. The programme will pay attention to the main subfields of linguistics (the synchronic and diachronic study of sound, structure and meaning of language), but will also offer students the opportunity to specialize in a specific language or language family (particularly Dutch, English, French, Frisian, German, Italian, Russian, Spanish or Swedish).
The Study Programme
55
Students may specialize in theoretical general linguistics or in one of these modern languages (the specialization language). The course units are deliberately structured so that the programme covers both the theoretical subfields and the participating language areas. The language of instruction is Dutch, or English if there are international students and/or lecturers. Papers and the thesis may be written in the specialization language – in this case the student may be co-supervised by a specialist within the Faculty other than the course unit lecturer. Students who take 40 ECTS in course units in their specialization language may have their specialization mentioned on their Diploma Supplement. The programme is characterized by its division into three themes (syntax/semantics, phonology/morphology and language change/sociolinguistics), which may be studied from the perspectives of all languages. However, depending on the lecturer and his/her expertise, three language areas (English, other Germanic languages and Romance languages) will prevail. This division was deliberately chosen so that both the themes and the language areas could be made clearly distinguishable in the programme. Specialization: sem hp w Ia-b 4 Ia-b 2 Ia-b 2 Ia-b 2 IIa-b var IIa-b 2 IIa-b 2 IIa-b 2 Remarks:
European Linguistics
course title
code
Language Development New Sounds Phonology as Human Behaviour Sociolinguistic Variation and Change Master’s Thesis Linguistics The Syntax of Verbs What is the Subject? Linguistic Analysis
LLS008M10 LTX013M10 LTX014M10 LTX012M10 LTX998M20 LTX016M10 LTX011M10 LLS007M10
ECTS O/C 10 10 10 10 20 10 10 10
O O O O C C C O
lang Eng En/NL En/NL Eng NL En/NL En/NL En/NL
Students who want their target language to be stated on their degree certificate must follow two language-specific course units and write a language-specific thesis. They must complete at least two course units in the target language and write their thesis in the target language. Students may also choose a language-specific literature course unit from the range for the MA in Literature Studies.
Future prospects Graduates of the Master’s specialization in European Linguistics may follow careers in the fields of theoretical or descriptive linguistics, language development, language and speech technology or computer linguistics, as well as in education and communication (language teacher, text writer, editor, translator). The programme also provides excellent preparation for policy positions in the field of plurilingualism and multilingualism. In addition, the ET specialization can be followed as a follow-on Master’s degree programme within the Master of Arts in German, English, French and Spanish Teaching. Multilingualism Programme structure The Multilingualism specialization focuses on the social, cognitive, cultural and educational aspects of multilingualism. This practically oriented programme imparts knowledge about multilingualism which graduates can use in the education sector, in corporate or nongovernmental organizations, as well as in policy-making positions. The first semester comprises six course units that discuss a variety of aspects of and perspectives on multilingualism. The course unit Psycholinguistics: The Multilingual Mind focuses on the cognitive aspects of multilingualism and Sociolinguistics: The Multilingual Society on social aspects. The course unit The Multilingual School discusses basic concepts, principles, aims and forms of multilingual teaching, whilst the course unit Language Diversity in Society introduces
56
The Study Programme
students to the principles of language planning and policy making. Throughout these course units students learn about the various contexts in which multilingualism occurs and the relationships between multilingualism, language endangerment and language change. In the course unit Minority Languages: the Case of Frisian, students conduct field research into multilingualism in the ‘Frisian laboratory’. They visit political and cultural institutions in Fryslân, as well as places where lower language domains can be observed and studied, such as community centres, bars, churches and nursing homes. In addition, the students complete a course Research Methodology & Statistics in the first semester. The central theme of this course unit is the practice of social and behavioural research. Students are introduced to the qualitative and quantitative methods and techniques used in the field and teaching practice is based on a do-it-yourself philosophy and personal experience. In the second semester students can do a work placement or follow an elective course. The course unit Testing and Assessment focuses on the theory and practice of language assessment. Language and Cultural History, which is also an elective, discusses the relationships between language, politics and power from a cultural-historical perspective. The MA specialization in Multilingualism is concluded with a 20 ECTS thesis. Specialization: sem hp w Ia-b 2 Ia-b 2 Ia 2 Ia 2 Ib 2 Ib 2 IIa-b var IIa-b 2 IIa-b var IIa-b 2
Ma Multilingualism
course title
code
Linguistic Diversity in Society Minority Languages: The Case of Frisian Research Methodology The Multilingual Community The Multilingual Mind The Multilingual School Ma Thesis Multilingualism Language and Cultural History Ma placement Multilingualism Testing and Assessment
LHF017M05 LHF016M05 LHF018M05 LHF014M05 LHF021M05 LHF015M05 LHM999M20 LHF019M10 LHM000M10 LHF020M10
ECTS O/C 5 5 5 5 5 5 20 10 10 10
C C C C C C C O O O
lang Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
5.2.16 Linguistics – Erasmus Mundus Master of Excellence – Multiele: Master in Learning and Teaching of Spanish in Multilingual and International Contexts The Erasmus Mundus Master’s programme Multiele, a special track within the Master’s degree programme Applied Linguistics, is intended for people who are working or would like to work as Spanish teachers in a multilingual (international) context, regardless of race, sex, religion, age or origin. This Master’s degree programme trains teachers of Spanish as a Foreign Language, using the TUNING programme within the Common European Framework of Reference (CEFR) for Language Teaching. The programme trains students to become professionals who focus on learning processes and contribute to independent, meaningful and permanent language acquisition, paying attention to cultural, social and linguistic differences among language learners. Teachers of foreign languages work in multilingual, often international contexts and must therefore be aware of complex, interacting sociolinguistic and psycholinguistic factors in the learning process. This Master’s degree programme is a joint programme, developed by the universities of Barcelona and Pompeu Fabra, Deusto, Groningen, Berlin, Iceland and Stockholm. This network is complemented by partner institutions including the University of Osaka (Japan), the State University of Campinas (Brazil), Moscow State University of Linguistics (Russia), University of Maryland (USA) and Jawaharlal Nehru University (India). More information about this Master’s degree programme can be found on the website www.rug.nl/let/onderwijs/master/multiele or
The Study Programme
57
http://multiele.org/es/home.html Programme: sem hp w Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 6 IIa-b var Remarks:
5.2.17
Ma Multiele
course title
code
ECTS O/C lang
Multiele: Communicative Grammar Multiele:Planning & Teaching Methodology Multiele: Teaching Practicum MaEdu Sp Multiele: Master’s Thesis Spanish
LRS034M10 LRS035M10 LRS033M10 LRS998M30
10 10 10 30
C C C C
Sp Sp Sp Sp
For more information about this study programme, please contact M. de Jong (
[email protected]).
Linguistics 120 ECTS (CROHO 60817)
Specializations The Research Master’s degree programme in Linguistics has three specializations: Language and Cognition – Research Master Clinical Linguistics – Research Master Language and Communication Technologies – Research Master See section 5.6 (page 83) for information about this Research Master’s programme
5.2.18 Literary Studies 60 ECTS (CROHO 60813) Profile of the degree programme Making Literature: Media, Markets and Communication Literature is produced in a market, in an economic as well as in a figurative sense – a marketplace in which points of view and values are negotiated and reflected upon. The MA in Making Literature examines this cultural process of production and reflection, and how literature functions in society. It aims to provide you with academic skills and approaches that will prepare you to operate as a cultural expert wherever texts are involved: in the private sphere, in the media, in institutions and networks. You will learn to analyse these processes and functions, to solve problems and to communicate about them clearly and with flair. The programme is international in scope, studying cultural processes in and between multiple languages, in the past and in the present. Each course unit builds on a theoretical foundation, but at the same time trains you in a range of practical skills for doing research, including reporting to academic as well as non-academic audiences. The MA is structured along three tracks: Literature as Market, The Uses of Literature, and Material Culture. Students can choose to specialize in one of the tracks, or can choose different options from each of the tracks: - Literature as Market: Literature has always been commissioned, offered, bought and sold. This profile looks not only at the commercial dimension of literature but also at the economies governing literature in cultural contexts. We will study the interaction between patrons, writers and readers; the institutions that regulate the production of literature and its circulation – publishers, literary circles, literary criticism and reviewing; we will ask what makes a successful author, and analyse how literature is transferred across modern, early modern, and pre-modern cultures. This track will give an introduction to the sociology of culture, to the interaction
58
The Study Programme
between literature and other media, to historical and comparative perspectives, and to theories of cultural transfer and exchange. - The Uses of Literature: using a broad historical perspective, students will examine the relationship between writings and their contexts, between the word and the world. What was the function of literature and writing – in its broadest sense – in various periods and historical configurations? Topics to be studied will include culture and cognition; literature and national identity; literature and philosophy; reading and the construction of meaning; the evolution of authorship, religious, scientific, and political uses of literature; literature in/and other media and spaces (journalism, public debates); literature from an inter-arts perspective - Material Culture: books, texts, their media and circulation are at the heart of this profile. Students can balance historical aspects of material culture – manuscripts, early printed books, letters – with a focus on the transmission and translation of texts. European Literatures and Cultures This Master’s specialization aims to impart academic knowledge and understanding of the transformation processes in today’s society, as reflected in European culture and arts, at an academic level. Students will learn to study and analyse such transformation processes in a wide European context, and to apply the acquired understanding to the language and culture of ‘their’ region via written assignments, if possible in the target language. The Master’s thesis must be written in the target language. This will provide students optimum preparation for a wide variety of professions, ranging from teaching and research to the world of culture and communication. Master’s specialization:
European Literatures and Cultures: General programme model
sem hp course title w Ia-b var Master’s Work Placement Literature + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair Seminar
code
ECTS O/C lang
LEU000M10
10
O
NL
10
C
En/NL
Ia-b
var Interdisciplinair Seminar
10
C
En/NL
Ia-b
var Language module
10
O
NL
IIa-b var Interdisciplinair Seminar
10
O
En/NL
IIa-b var Language module
10
O
NL
Remarks:
1. Students must follow two language-specific course units and write a language-specific thesis if they want their language registered. See the schedules for each language. 2. In addition, students must choose two interdisciplinary research course units or one interdisciplinary research course unit and a placement. Students may replace interdisciplinary research course units in the field of literature by linguistics course units. These course units can be followed in both semesters. Please consult the schedules for ‘Interdisciplinary research course units’ and ‘MA in Linguistics – Theoretical and Descriptive Linguistics’. 3. Students of the WEM specialization must choose three WEM course units, one interdisciplinary research course unit or placement and the WEM thesis. See the WEM schedule.
The Study Programme
59
Specialization:
European Literature and Culture: German
sem hp course title w Ia-b var Master’s Work Placement German + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair Seminar Ia-b
Remarks:
LDX000M10
10
O
D
10
C
En/NL
10
C
En/NL
280 20 10
C C C
D D D
LDX004M10 LDX999M20 LDX006M10
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage (http://masterlanguage.nl) of voor een stage.
Specialization:
European Literature and Culture: French
sem hp course title w Ia-b var Master’s Work Placement French + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair Seminar
code
ECTS O/C lang
LRF000M10
10
O
Fr
10
C
En/NL
10
C
En/NL
10 10 20
C C C
Fr Fr Fr
var Interdisciplinair Seminar
Ia-b 3 Migrant Lit. and Transcultural Identity IIa-b 3 French Literature and Comics IIa-b var Master’s Thesis RTC French Remarks:
LRF035M10 LRF037M10 LRF999M20
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage (http://masterlanguage.nl) of voor een stage.
Specialization:
European Literatures and Cultures: Frisian
sem hp course title w Ia-b var Interdisciplinair Seminar Ia-b
var Interdisciplinair Seminar
Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
var var var var
Sociology of Frisian Literature Frisian Master's Work Placement Frisian Literary History Master’s Thesis Frisian
Remarks:
Specialization:
code
ECTS O/C lang
LHF022M10 LHF000M10 LHF023M10 LHF999M20
10
C
En/NL
10
C
En/NL
10 10 10 20
C O C C
Fri NL Fri NL
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen voor een stage. European Literatures and Cultures: Italian
sem hp course title w Ia-b var Master’s Work Placement Italian
60
ECTS O/C lang
var Interdisciplinair Seminar
Ia-b 3 The Legacy of Modernism IIa-b var Master’s Thesis German IIa-b 3 The German “Bildungsroman”
Ia-b
code
code
ECTS O/C lang
LRI000M10
10
O
It
The Study Programme
+ IIa-b Ia-b var Interdisciplinair Seminar Ia-b
var Interdisciplinair Seminar
Ia-b 3 Italy 21th Century-Crisis/Revival IIa-b var Master’s Thesis Italian IIa-b 3 The New Forms of Italian Literature Remarks:
Ia-b
C
En/NL
10 20 10
C C C
NL It It
code
ECTS O/C lang
Master’s Work Placement Russian
LSX000M10
10
O
NL
Contemporary Russian Literature Interdisciplinair Seminar
LSL007M10
10 10
C C
NL En/NL
10
C
En/NL
10 20
C C
NL NL
Remarks:
LSL006M10 LSX999M20
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen voor een stage.
Specialization:
European Literatures and Cultures: Spanish
sem hp course title w Ia-b var Master’s Work Placement Spanish + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair Seminar
code
ECTS O/C lang
LRS000M10
10
O
Sp
10
C
En/NL
10
C
En/NL
10 10 20
C C C
Sp Sp Sp
var Interdisciplinair Seminar
Ia-b 3 The City and the Avant-Garde IIa-b 3 Federico García Lorca: A Portrait IIa-b var Master’s Thesis Spanish Remarks:
LRS037M10 LRS038M10 LRS999M20
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen voor een stage.
Specialization:
Ia-b
10
course title
var Interdisciplinair Seminar
sem hp w Ia-b var + IIa-b Ia-b 3 Ia-b var
En/NL
European Literatures and Cultures: Russian
IIa-b var Empire and Nation in Russian Literature IIa-b var Master’s Thesis in Slavonic languages
Ia-b
C
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage (http://masterlanguage.nl) of voor een stage.
Specialization: sem hp w Ia-b var + IIa-b Ia-b var Ia-b var
LRI029M10 LRI999M20 LRI030M10
10
European Literature and Culture: Swedish
course title
code
ECTS O/C lang
Master’s Work Placement Scandinavian St.
LZX000M10
10
O
En/NL
Celebrity Studies Interdisciplinair Seminar
LZX015M10
10 10
C C
Zw En/NL
10
C
En/NL
var Interdisciplinair Seminar
The Study Programme
61
IIa-b 3 European Artist’s Colonies 1870-1910 IIa-b var Master’s Thesis Scandinavian Remarks:
LZX013M10 LZX999M20
10 20
C C
En/NL NL
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen voor een stage.
English Literature and Culture Programme structure The MA in English Literature and Culture covers the entire literary history of the Englishspeaking world, from the Anglo-Saxon period down to the twenty-first century, with a wide range of genres, varying from riddles, romances and travel literature to crime fiction. The main focus is on literary analyses. Literature from the early Middle Ages down to the present day will be covered, from the birthplace of English literature to the United States and the Commonwealth. The programme is taught by a team of enthusiastic, internationally renowned lecturers who will dedicate their expertise to one or more course units each. Students should take at least 20 ECTS from the English department offerings. You must also write a 20 ECTS Master’s thesis. This thesis is an important component in the completion of the programme. The remaining 20 ECTS consist of course units from the Faculty interdisciplinary course units. You may choose to replace one course unit with a placement (including the preparation for the teacher training programme), and you are also free to choose course units from the Master’s specialization in Writing, Editing and Mediating and the national Masterlanguage English offering. The MA specialization in English Literature and Culture will combine an academic degree programme with imparting the professional skills relevant to the labour market, and thus prepares its students for positions in a wide range of work environments, such as those of publishing, teaching, research, translation, journalism, as well as positions in the cultural and administrative sectors. Specialization:
English Literature and Culture
sem hp course title w Ia-b var Master’s Work Placement English + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair Seminar
code
ECTS O/C lang
LEX000M10
10
O
En/NL
10
C
En/NL
Ia-b Ia Ia Ib Ib IIa-b IIa-b
3 3 3 3 3 var var
The Digital Text: Book Past and Future Medieval Travellers The Others: Outsiders and Malcontents Literature and Laughter The State of a Nation Master’s Thesis English Interdisciplinair Seminar
LEX015M10 LEL036M05 LEX011M05 LEL039M05 LEX013M05 LEX999M20
10 5 5 5 5 20 10
O O O O O C O
Eng Eng Eng Eng Eng Eng En/NL
IIa IIa
3 3
Hearing Voices Wisdom Poetry
LEL038M05 LEL037M05
5 5
O O
Eng Eng
Remarks:
You may choose to replace the interdisciplinary modules by a placement (including the preparation for the teacher training programme), course units from the Master’s specialization in Writing, Editing and Mediating and/or the national Masterlanguage English offering.
Writing, Editing and Mediating Programme structure The Writing, Editing and Mediating specialization focuses on the academic theories and subject-specific knowledge and skills needed to write, edit and present various types of English
62
The Study Programme
texts in the best possible way, paying specific attention to their target groups. Students who follow all course units in this specialization, and gear their placement and thesis to this field as well, will be thoroughly prepared for a job as a writer or editor at a publishing house, as a translator at a translating company, or as a journalist or communication specialist. The specialization aims to teach students an optimal combination of academic and subject-specific skills in order to increase their chances on the job market. Students take at least 30 ECTS of WEM course units. The remaining 10 ECTS could be filled by course units from the Faculty interdisciplinary course units. You may choose to replace one course unit by a placement (including the preparation for the teacher training programme), and you are also free to choose course units from the national Masterlanguage English offering. Specialization:
Writing, Editing and Mediating
sem hp course title w Ia-b var Master’s Work Placement WEM + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair Seminar
code
ECTS O/C lang
LBX000M10
10
O
En/NL
10
C
En/NL
Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
The Digital Text: Book Past and Future WEM 1: Modern Literature and Mediation WEM 2: Modern English Language WEM 3: From Manuscript to Printed Book Master’s Thesis WEM Interdisciplinair Seminar
LEX015M10 LEL021M10 LET011M10 LEO015M10 LEX998M20
10 10 10 10 20 10
O O O O C O
Eng Eng Eng Eng Eng En/NL
WEM 4: Translating and Editing
LEL031M10
10
O
Eng
3 3 3 3 var var
IIa-b 3 Remarks:
You may choose to replace the interdisciplinary module by a placement (including the preparation for the teacher training programme) or a course unit from the national Masterlanguage English offering.
5.2.19 Literary Studies 120 ECTS (CROHO 60814) Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master See section 5.6 (page 80) for information about this Research Master’s programme Literary and Cultural Studies – Research Master See section 5.6 (page 86) for information about this Research Master’s programme
5.2.20 Media Studies 90 ECTS (CROHO 60831) Specialization The Master’s degree programme in Media Studies has two specializations: 1. Journalistiek 2. Journalism Journalistiek Profile of the specialization Good journalism is essential to society. It provides people with the information they need in order to feel free and autonomous, and gives them a sense of security.
The Study Programme
63
A good journalist knows what news is, is able to gather, select and categorize news and make distinctions between news, analyses and commentaries. He or she knows that all facts have to be checked and that the ‘other party’ must also be given the opportunity to give their side of the story before a story can be published. Good journalists specialize in certain topics, which they can write about with an optimum combination of reliability and accessibility. A good journalist is specialized, passionate and, above all, independent, and understands that the most important place to tell a journalistic story today is online. An optimum combination of text, moving images, sound and the realization that ‘online’ also means ‘interactive’ are the main ingredients of a good journalistic story. In addition, journalists must realize that their work satisfies a need – the people’s need for truth and verification – and thus represents economic value. In that sense, a good journalist must sometimes also be an entrepreneur. The Master’s specialization in Journalistiek assumes that its students are passionate about becoming journalists and fulfilling this important need for information. Characteristic of the programme in Groningen is that in addition to journalistic skills training, ample attention is also paid to theory and research in the field of Journalism Studies. Journalists need strong analytical skills and a firm foundation in an academic field of study in order to interpret and explain developments in society. In addition, they must be able to reflect on developments in the field of journalism and their own role within this field. Together with the lecturers you will study how the media work, what the characteristics of our journalistic culture are and how this relates to other institutions, such as politics, literature and economics. Structure of the MA specialization in Journalistiek The selective Master’s specialization in Journalistiek takes eighteen months (90 ECTS). The actual teaching takes place in the first two semesters; the third and final semester is devoted to your MA thesis (20 ECTS, including preparation during the second semester), followed by a placement at a news medium office (15 ECTS). The first semester is identical for all students, comprising a course unit in Theory and History of Journalism (10 ECTS), one of the two Theoretical Specializations (5 ECTS each), and three practical course units of 5 ECTS each: Attitude and Text, Audio and Video, Online. The second semester comprises three specialization tracks of 10 ECTS each: Television (10 ECTS), Investigative/Data Journalism in combination with Radio (2 x 5 ECTS), or Investigative/Data Journalism in combination with Text (idem). The Research Seminar (10 ECTS) will teach you how to apply your theoretical understanding to issues in the field of journalism. The second semester is concluded with a course unit in Entrepreneurial Journalism (5 ECTS). Entry requirements The MA specialization in Journalistiek is open to anyone with an academic Bachelor’s degree. If you want to take the MA in Journalistiek, you must in principle have followed at least 30 ECTS from the Minor in Media and Journalistic Culture (offered by the University of Groningen) during the Bachelor’s degree programme. A bridging programme, comprising the entire 60 ECTS Minor in Media and Journalistic Culture, is available for HBO graduates. You may only join the MA in Journalistiek in September, and you must have completed your BA before you begin. You must take part in a selection procedure in the spring. The specialization has room for no more than 45 students. During the selection procedure, attention will be paid to general knowledge, knowledge of current affairs and of the media, academic interest, language proficiency and attitude. More information can be found on http://www.rug.nl/let/journalistiek. Future prospects Graduates will be able to apply for all kinds of journalism jobs with daily, weekly and monthly newspapers and magazines as well as broadcasting companies and new media. You may find a job as a desk editor, for example, or a reporter. Groningen journalism graduates have thus far ended up at a variety of national and regional newspapers, as freelance journalists, at regional broadcasting companies such as Omroep West and RTV Noord, at national TV programmes including the NOS Journaal and EenVandaag, and in cross-media newsrooms, including the
64
The Study Programme
video departments of the ANP and Elsevier.nl. In addition, more and more graduates work as freelancer for a variety of clients. Specialization: Year: sem hp w Ia-b 10 Ia-b 2 Ia 7 Ib 8 Ib 2 Ib 2 Ib 2 IIa-b var IIb 3 IIa-b 12 IIa 12 IIb 12 IIb 12 IIa-b 3 IIa-b 3 IIa-b 3 IIa-b 3
MA in Journalistiek (Dutch-taught) 1
course title
code
Skills 3: Online Theory and History of Journalism Skills 1: Attitude and Text Skills 2: Audio and Video Global Journalism Theoretical Specialization I: Lit. Cult Theoretical Specialization II: Pol. Cult Journalism Master’s Thesis: preparation Entrepreneurial Journalism Skills 4: Television Skills 5: Investigative/Data Journalism Skills 6: Text Skills 7: Radio Journalism Research Seminar 1 Journalism Research Seminar 2 Journalism Research Seminar 3 Research Seminar I
LJX053M05 LJX001M10 LJX051M05 LJX052M05 LJX044M05 LJX018M05 LJX019M05 LJX006M05 LJX061M05 LJX054M10 LJX055M05 LJX056M05 LJX057M05 LJX058M10 LJX059M10 LJX060M10 LJX041M10
Remarks:
5 10 5 5 5 5 5 5 5 10 5 5 5 10 10 10 10
C C C C OG OG OG C C OG OG OG OG OG OG OG OG
lang NL Eng NL NL Eng NL Eng En/NL En/NL NL NL NL NL NL Eng NL Eng
Students pick one option out of each option group in a semester.
Specialization: Year:
MA in Journalistiek (Dutch-taught) 2
sem hp course title w Ia var Master’s Thesis Journalism Ib var Master’s Work Placement Journalism Remarks:
ECTS O/C
code LJX999M15 LJX000M15
ECTS O/C 15 15
C C
lang En/NL NL
Students must complete the Thesis before the start of the placement.
Journalism Profile of the specialization Students of the International Master’s specialization in Journalism in Groningen are strongly internationally oriented people who deliberately choose to study in an English-language, international learning environment that enables them to closely collaborate with fellow students from a wide variety of cultural backgrounds. Some students may aspire an international career, whereas others come to Groningen to master the necessary journalistic skills and critical attitude to start a career in journalism in their home country. Graduates are able to gather, select and categorize news and make distinctions between news, analyses and commentaries. They know that all facts have to be checked and that the ‘other party’ must also be given the opportunity to give their side of the story before a story can be published. They specialize in certain topics, which they can write about with an optimum combination of reliability and accessibility. They understand that the most important place to tell a journalistic story today is online. An optimum combination of text, moving images, sound and the realization that ‘online’ also means ‘interactive’ are the main ingredients of a good journalistic story. In addition, Journalism students must realize that their work satisfies a need – the people’s need for truth and verification – and thus represents economic value.
The Study Programme
65
The practical training is therefore fully geared towards multimedia. Students not only develop skills in writing texts for print media, radio, television and the internet, they also learn how to make journalistic contributions for radio and television and how to enrich a multimedia website with audio and video material. The medium functions as the means to an end: to learn to tell a clear story based on clear journalistic principles. A defining characteristic of the programme in Groningen is that in addition to journalistic skills training, ample attention is also paid to theory and research in the field of Journalism Studies. Journalists need strong analytical skills and a firm foundation in an academic field of study in order to interpret and explain developments in society. In addition, they must be able to reflect on developments in the field of journalism and their own role within this field. Together with the lecturers you will study how the media work, what the characteristics of our journalistic culture are and how this relates to other institutions, such as politics, literature and economics. Structure of the MA specialization in Journalism The selective English-taught Master’s specialization in Journalism takes eighteen months (90 ECTS). In the first semester, students will follow the course units Journalism Studies (10 ECTS) and Global Journalism (5 ECTS), as well as Journalism Skills I to III (together 15 ECTS). This is followed in the second semester by the theoretical course unit Business & Ethics (5 ECTS), the Research Seminar (10 ECTS) and the course units Journalism Skills IV and V (15 ECTS). The third and last semester will focus on the Master’s thesis (20 ECTS) and either a newsroom placement or a second Research Seminar (both 10 ECTS). Entry requirements The Master’s specialization in Journalism is open to students with a recognized Dutch university Bachelor’s degree. The programme can only be started in September and has room for no more than 15 students. A selection procedure applies, during which attention will be paid to general knowledge, knowledge of current affairs and of the media, academic interest, experience in journalism and attitude. A very good command of English is essential (TOEFL 7). More information can be found on http://www.rug.nl/let/journalism. Future prospects Graduates will be able to apply for all kinds of journalism jobs with daily, weekly and monthly newspapers and magazines as well as broadcasting companies and new media. You may find a job as a desk editor, for example, or a reporter. Groningen journalism graduates have thus far ended up at a variety of news organizations and production companies. International students often pursue a career in their home country or elsewhere. Specialization: Year: sem hp w Ia-b var Ia-b var Ia-b var Ia-b 2 Ib 2 Ib 2 IIa-b 2 IIa-b var IIa-b var IIa-b 3 IIa-b 3 Remarks:
66
MA in Journalism (English-taught) 1
course title
code
Journalism Skills I Journalism Skills II Journalism Skills III Journalism Studies Global Journalism Theoretical Specialization II: Pol. Cult Business and Ethics Journalism Skills IV Journalism Skills V Journalism Research Seminar 2 Research Seminar I
LJX032M05 LJX033M05 LJX034M05 LJX043M10 LJX044M05 LJX019M05 LJX040M05 LJX035M05 LJX036M10 LJX059M10 LJX041M10
ECTS O/C 5 5 5 10 5 5 5 5 10 10 10
C C C C OG OG C C C OG OG
lang Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
Students pick one option out of each option group in a semester.
The Study Programme
Specialization: Year: sem hp w Ia-b var Ia-b 3 Ia var Ib var
MA in Journalism (English-taught) 2
course title
code
Master’s Thesis Journalism Research Seminar II Master’s Thesis Journalism: Preparation Master’s Work Placement Journalism
LJX998M15 LJX042M10 LJX062M05 LJX000M10
Remarks:
ECTS O/C 15 10 5 10
C O C O
lang Eng Eng Eng Eng
Students choose between an placement or a second Research Seminar. The course unit Master’s Thesis Journalism: Preparation must be completed before the start of an placement. Students must complete the Thesis before the start of the placement.
5.2.21 Middle-Eastern Studies 60 ECTS (CROHO 60842) Middle Eastern Studies The one year, 60 ECTS Master’s specialization in Middle-Eastern Studies was completely renewed as of 1 September 2013 to fit within the framework of Middle-Eastern Regional Studies. Within this specialization, the Middle-Eastern Regional Studies track focused on both the Middle-Eastern region itself and its position within the international system. The study of conflicts and international organizations will provide a unique insight into this region. The expertise and knowledge available within the field of Middle-Eastern Regional Studies have enabled as well as created a need for this track. The programme will leave room for completing a Master’s placement in the Netherlands, elsewhere in Europe or in the Middle East. Entry requirements A Bachelor’s degree in Middle-Eastern Studies or a similar Bachelor’s degree from the Faculty of Arts will grant admission to the Master’s degree programme in Middle-Eastern Studies. Students with a different Bachelor’s degree programme need permission from the Admissions Board of the degree programme. Programme structure The first semester comprises three course units. In the second semester you can follow a Master’s placement (10 ECTS) or tutorial (10 ECTS) abroad or start writing your Master’s thesis (20 ECTS) . Programme: Year: sem hp w Ia-b 4 Ia-b 4 Ia-b 4 IIa-b var IIa-b var
Ma Middle Eastern Studies 1
course title
code
Conflicts in the Middle East Intern. Organization Middle East Res. Seminar Middle East Area Studies Master’s Thesis Middle Eastern Studies Master’s Workplacement Middle Eastern St IIa-b var Study Abroad Middle Eastern Studies
LXX029M10 LXX030M10 LXX028M10 LXX998M20 LXX111M10
IIa-b var
LXX024M10
Remarks:
Tutorial Master Middle Eastern Studies
ECTS O/C
lang
10 10 10 20 10
C C C C OG
NL NL Eng NL NL
10
OG
NL
10
OG
NL
Placement/study period abroad/tutorial: in consultation with the Board of Examiners.
The Study Programme
67
5.2.22 North-American Studies 60 ECTS (CROHO 60845) American Studies Profile of the degree program The MA in American Studies: Culture, Politics, Ethics is an interdisciplinary program in ethical leadership studies. By embracing methodological pluralism and problem-focused research, the program offers an in-depth analysis of the socio-political dimensions of American culture, in terms of how it makes fundamental choices about its future in the face of a unique and overwhelming diversity of attitudes, behaviors and perspectives. Key avenues of inquiry will include: · · · · · ·
What/who is (American) society for? What is (the current state of) social justice? Is liberty compatible with equality and justice for all? Is participatory politics attainable or even desirable? What constitutes good governance? Sustainable citizenship: necessity or dream?
The program’s overall aim is to foster the synthesis and integration of knowledge and understanding of the Americas within an intensely interdisciplinary environment. Individual research seminars will engage with such topics as: sustainable citizenship; participatory democracy; grass-roots political activism; migration, justice, and human rights; the politics of race and religion. The program offers extensive coverage of cultural theory, media theory and popular culture, as well as theories of race, class and gender. A distinguishing feature of the program is the ability to study abroad in the U.S. or to do an placement there. With both students and faculty hailing from a range of different countries, the MA program in American Studies offers a unique international learning environment. For this reason the curriculum is delivered entirely in English. Entry requirements Because of its interdisciplinary, theory-driven curriculum and the high English language and writing requirements, the program requires all Bachelor students who wish to take the program to submit an application dossier with the department’s Admissions Board. The dossier should include: certified copies of the student’s first degree certificate (BA) and of his/her transcript or grade sheet; a letter of motivation; a substantial writing sample (preferably the BA thesis). A personal interview may also be part of the admissions process. While a wide range of Bachelor degrees may give students access to the program, it is ultimately a combination of skills, competencies and academic experience that will decide whether students can be admitted. Some prospective students, in particular those with a degree in Higher Vocational studies, will be asked to take a bridging program before they can be admitted to the Master program. Program structure The MA degree program in American Studies has a workload of 60 ECTS. In the first semester students take three research seminars (10 ECTS each); in the second semester they take another research seminar and write an MA Dissertation (20 ECTS). Instead of taking the fourth seminar in their second semester, eligible students can apply for a place in the study abroad program to do additional course work in the U.S. or elsewhere in the Americas (10 ECTS). Alternatively, they may do an placement there (10 ECTS). However, to complete their degree, study abroad and placement students must still complete their MA Dissertation (20 ECTS).
68
The Study Programme
Employment opportunities The program’s interdisciplinary curriculum and possibilities to specialize give students ample opportunity to find out what interests them most and what areas of employment they wish to explore. Studying abroad will flag to future employers that a student is independent, resilient, creative, adventurous and open-minded. Doing an placement is a great way to get a foothold in the job market and to build up a network of professional contacts. Having completed an interdisciplinary, international, and English-taught program, graduates in American Studies will possess a broad range of academic competencies and transferable skills, which will diversify their career prospects and will give them an edge on the competition. Main areas in which our graduates find employment include: Journalism; Business; Culture and Arts; Public Sector; Education; NGOs. The program’s internationally recognized academic excellence makes it a great gateway to a career in research (no need to do a “research master”). Several of our MA graduates have been awarded fully-funded places in PhD programs in the U.S. and elsewhere, at institutions including: Brown University, University of Michigan, Vanderbilt University, CUNY, University of Central Florida, Freie Universität Berlin, and the Universität Bremen. Other Master degree programs In addition to the one-year MA degree program in Culture, Politics, Ethics, the University of Groningen also offers a two-year Research Master degree program in Literary and Cultural Studies and in Modern and Contemporary History. There is a selection procedure for these Research Master degree programs (see Chapter 5.6). Programme: sem hp w Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 IIa-b var IIa-b var IIa-b 3 IIa-b var Remarks:
Ma North American Studies
course title
code
Animals and Visual Culture Politics for the People Religion in the Borderlands Master’s Thesis American Studies Master’s placement American Studies Social Movements and Subcultures Study Abroad
LAX033M10 LAX035M10 LAX036M10 LAX999M20 LAX000M10 LAX034M10
ECTS O/C 10 10 10 20 10 10 10
C C C C O O O
lang Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
1. Students have the option to replace the second semester Research Seminar with an MA placement (10 ECTS), which is to be carried out during the second semester, in principle in the U.S. or the Americas. 2. Pending availability of exchange places, eligible students have the option to do additional course work during the second semester at one of the institutions in the Americas with which the degree program has a formal exchange agreement. Students doing course work in America will in principle complete the equivalent of 3 research seminars at 400 level or higher.
5.3 INTERDISCIPLINARY SEMINARS The Faculty offers a series of interdisciplinary seminars, intended for students who are following a Master’s degree programme in Literature or Dutch Studies. Each of these students must in principle follow one interdisciplinary seminar. A total of nine such seminars are offered. These interdisciplinary seminars contribute significantly to the range of available course units. The design and structure of the interdisciplinary seminars vary – some are taught by one lecturer, others by several lecturers. A course unit may also consist of two blocks; an introduction followed by Major-related in-depth study of a theme. Please refer to the individual course unit descriptions for more information.
The Study Programme
69
Ma Interdisciplinairy Seminars sem hp w Ia-b 2 Ia-b 3 Ia-b 3 Ia-b 3 IIa-b 3 IIa-b 3 IIa-b 3 IIa-b 3
course title
code
From Writer to Reader: Editions Homosexuality in Literature Literary correspondence in Europe Literature and the Crisis of Representat European Renaissance Use and Abuse Literature and emotion Minority Literatures and Cultures Narrative Fiction and/as Ethical Reflect
LLS014M10 LLS040M10 LLS032M10 LLS041M10 LLS043M10 LLS036M10 LLS033M10 LLS042M10
ECTS O/C 10 10 10 10 10 10 10 10
O O O O O O O O
lang NL NL Eng Eng Eng Eng En/NL Eng
5.4 MASTER OF ARTS IN TEACHING PROGRAMMES (2 YEARS) General profile of the degree programmes Master of Arts in Teaching programmes are 120 ECTS degree programmes, thus taking two years of full-time study. During the first Master’s year you will follow 50 ECTS of the regular Master’s degree programme of your choice as well as part (10 ECTS) of the grade one teacher training programme offered by the Faculty of Behavioural and Social Sciences. The second Master’s year will subsequently comprise the majority of the grade one teacher training programme as well as part (10 ECTS) of your Master’s degree programme. Graduates of a Master of Arts in Teaching programme will not only have an MA degree but also a grade one teaching qualification. The following Master of Arts in Teaching programmes are offered: Master of Arts in Teaching programmes (120 ECTS) Master of Arts in German Teaching Master of Arts in English Teaching Master of Arts in French Teaching Master of Arts in Frisian Teaching Master of Arts in History Teaching Master of Arts in Classics Teaching Master of Arts in Dutch Teaching Master of Arts in Spanish Teaching During the first year you will follow 50 ECTS of the regular Master’s degree programme of your choice. Unlike this Master’s degree programme, however, in the second semester 10 ECTS credit points3 will be earned in the Introduction to Teacher Training course unit, for which you follow lectures, do assignments and complete a short placement. The second year of a Master of Arts in Teaching programme comprises a working-learning path, which aims to provide students with the right starting qualifications for grade one teachers. Half of the working-learning path takes place at a secondary school and the other half comprises inhouse activities at the Teacher Training programme. (More information can be found at www.rug.nl/education/lerarenopleiding/) Entry requirements A University Bachelor’s degree in German, English, Frisian, Dutch, French, Spanish or Greek and Latin Language and Culture, or in History, will grant unconditional admission to the Master of Arts in Teaching programme in the same specialization.
3
The 10 ECTS credit points that you postponed in the regular Master’s degree programme are then earned in your second year so that you achieve the required 60 ECTS in regular Master’s course units.
70
The Study Programme
Programme structure The first year of the programme contains 30 ECTS in Major-related course units, a 10 ECTS Introduction to Teacher Training course unit (to be followed in the second semester) and writing a 20 ECTS Master’s thesis. As stated in the Teaching and Examination Regulations, both the Thesis and the Introduction to Teacher Training course unit must be completed by the end of the first year before students can start with the other components of the Master of Arts in Teaching programme. 5.4.1
Master of Arts in Dutch Teaching
Programme: Year:
MaEduc Dutch Language and Culture 1
sem hp course title w Ia-b var Dutch Studies in the e-Humanities + IIa-b Ia-b var Work Domains in Dutch Lang. and Lit. + IIa-b Ia-b var Irony Ia-b var Retorica Ia-b var Strong Emotions in Speech Ia-b var Interdisciplinair Seminar
code
Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
4 Language and text optimization 4 Language Development 2 New Sounds 2 Phonology as Human Behaviour var Research into communication skills 2 Sociolinguistic Variation and Change var Basics of teaching 10 Placement 1 (Dutch) var Master’s Thesis Dutch
Remarks:
lang
LNX021M05
5
C
NL
LNX020M05
5
C
NL
LNX023M10 LNX022M10 LNX024M10
10 10 10 10
OGA NL OGA NL OGA NL OGB En/NL
LCX062M10 LLS008M10 LTX013M10 LTX014M10 LCX057M10 LTX012M10 ULOM1005AL ULOM1105NE LNX999M20
10 10 10 10 10 10 5 5 20
OGB NL OGB Eng OGB En/NL OGB En/NL OGB NL OGB Eng C NL C NL C NL
1. Students must choose 1 or 2 research seminars in Dutch Studies from elective set A. 2. For the remaining 10 ECTS (if applicable) in the subject-specific part of the Master's programme, students may choose course units from elective set B or from the range of course units in the national 'Masterlanguage' programme. 3. Instead of the two-year Master of Arts in Dutch Teaching programme, followed after gaining a BA degree in the same field, students may also follow a one-year Master of Arts in Dutch Teaching programme after completion of a relevant MA. Please contact the Dutch Studies study advisor or the teacher-training programme for more information.
Programme: Year: sem hp w Ia-b var Ia var Ib var Ib + var
ECTS O/C
MaEduc Dutch Language and Culture 2
course title
code
Placement 2 (Dutch) Methodology of teaching Dutch 1 Educational Sciences Methodology of teaching Dutch 2
ULOM1215NE ULOM1305NE ULOM1505 ULOM1405NE
The Study Programme
ECTS O/C 15 5 5 5
C C C C
lang NL NL NL NL
71
IIa IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
var Educational research project var Placement 3 (Dutch) var Metaphors in Language and Literature var Interdisciplinair Seminar
IIa-b 2 IIa-b var IIa-b 4
Linguistic Analysis Research into communication skills Writing: Context, Process and Text
Remarks:
5.4.2
ULOM1710AL ULOM1610NE LNX025M10
10 10 10 10
C NL C NL OGA NL OGB En/NL
LLS007M10 LCX057M10 LLS025M10
10 10 10
OGB En/NL OGB NL OGB Eng
1. Students must choose 1 or 2 research seminars in Dutch Studies from elective set A. 2. For the remaining 10 ECTS (if applicable) in the subject-specific part of the Master's programme, students may choose course units from elective set B or from the range of course units in the national 'Masterlanguage' programme. 3. Instead of the two-year Master of Arts in Dutch Teaching programme, followed after gaining a BA degree in the same field, students may also follow a one-year Master of Arts in Dutch Teaching programme after completion of a relevant MA. Please contact the Dutch Studies study advisor or the teacher-training programme for more information.
Master of Arts in English Teaching
Name of degree programme: Year:
Master of Arts in English Teaching (2 years after a BA) 1
sem hp course title w Ia-b var Interdisciplinair Seminar
code
IIa-b var Basics of teaching IIa-b 10 Placement 1 (English) IIa-b var Master’s Thesis English
ULOM1005AL ULOM1105EN LEX999M20
Remarks:
Remarks:
72
lang
10
C
En/NL
5 5 20
C C C
NL NL Eng
For the language-specific modules for English, see the modules offered in the MA Literature (English Literature & Culture and WEM), MA Linguistics (European linguistics and Applied Linguistics - TEFL) and Masterlanguage
Programme: Year: sem hp w Ia-b var Ia var Ib var Ib + var IIa IIa-b var IIa-b var IIa-b var
ECTS O/C
MaEduc English Language and Culture 2
course title
code
ECTS O/C
lang
Placement 2 (English) Methodology of teaching English 1 Educational Sciences Methodology of teaching English 2
ULOM1215EN ULOM1305EN ULOM1505 ULOM1405EN
15 5 5 5
C C C C
NL Eng NL Eng
Educational research project Master’s Teacher Placement 3 English Interdisciplinair Seminar
ULOM1710AL ULOM1610EN
10 10 10
C C O
NL NL En/NL
For the language-specific modules for English, see the modules offered in the MA Literature (English Literature & Culture and WEM), MA Linguistics (European linguistics and Applied Linguistics - TEFL) and Masterlanguage
The Study Programme
5.4.3
Master of Arts in French Teaching
Programme: Year:
MaEduc French Language and Culture 1
sem hp course title w Ia-b var Interdisciplinair Seminar
code
Ia-b var Interdisciplinair Seminar Ia-b 3 Migrant Lit. and Transcultural Identity IIa-b var Basics of teaching IIa-b var Placement 1 (French) IIa-b var Master’s Thesis RTC French Remarks:
5.4.4
10
C
En/NL
10
C
En/NL
10 5 5 20
C C C C
Fr NL NL Fr
MaEduc French Language and Culture 2
course title
code
Placement 2 (French) Methodology of teaching French 1 Educational Sciences Methodology of teaching French 2
ULOM1215FA ULOM1305FA ULOM1505 ULOM1405FA
15 5 5 5
C C C C
NL Fr NL Fr
Educational research project Placements 3 (French) The Grotesque in French Literature
ULOM1710AL ULOM1610FA LRF036M10
10 10 10
C C C
NL NL Fr
ECTS O/C
lang
Master of Arts in Frisian Teaching
Programme: Year:
MaEduc Frisian Language and Literature 1
sem hp course title w Ia-b var Interdisciplinair Seminar
code
Ia-b var Interdisciplinair Seminar Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
lang
Instead of the two-year Master of Arts in French Teaching programme, followed after gaining a BA degree in the same field, students may also follow a one-year Master of Arts in French Teaching programme after completion of a relevant MA. Please contact the ETC study advisor or the teacher-training programme for more information. For the interdisciplinary seminars, students may make a choice from the MA programme in Linguistics (European Linguistics) or choose a course unit from the 'Masterlanguage' programme.
Programme: Year: sem hp w Ia-b var Ia var Ib var Ib + var IIa IIa-b var IIa-b var IIa-b 3
LRF035M10 ULOM1005AL ULOM1105FA LRF999M20
ECTS O/C
var var var var
Remarks:
Sociology of Frisian Literature Basics of teaching Placement 1 (Frysian) Master’s Thesis Frisian
LHF022M10 ULOM1005AL ULOM1105FR LHF999M20
ECTS O/C
lang
10
C
En/NL
10
C
En/NL
10 5 5 20
C C C C
Fri NL NL NL
Instead of the two-year Master of Arts in Frisian Teaching programme,
The Study Programme
73
followed after gaining a BA degree in the same field, students may also follow a one-year Master of Arts in Frisian Teaching programme after completion of a relevant MA. Please contact your study advisor or the teacher-training programme for more information. Programme: Year: sem hp w Ia-b var Ia var Ib var Ib + var IIa IIa-b var IIa-b var IIa-b var
5.4.5
MaEduc Frisian Language and Literature 2
course title
code
Placement 2 (French) Subject-Specific Didactics 1 Fries Educational Sciences Subject-Specific Didactics 2 Fries
ULOM1215FR ULOM1305FR ULOM1505 ULOM1405FR
15 5 5 5
C C C C
NL NL NL NL
Educational research project Frisian Literary History Placement 3 (Frysian)
ULOM1710AL LHF023M10 ULOM1610FR
10 10 10
C C C
NL Fri NL
lang
Master of Arts in German Teaching
Programme: Year:
MaEduc German Language en Culture 1
sem hp course title w Ia-b var Interdisciplinair Seminar
code
Ia-b var Interdisciplinair Seminar Ia-b 3 The Legacy of Modernism IIa-b var Basics of teaching IIa-b var Placement 1 (German) IIa-b var Master’s Thesis German Remarks:
Programme: Year:
LDX004M10 ULOM1005AL ULOM1105D U LDX999M20
ECTS O/C
lang
10
C
En/NL
10
C
En/NL
10 5 5
C C C
D NL NL
20
C
D
Instead of the two-year Master of Arts in German Teaching programme, followed after gaining a BA degree in the same field, students may also follow a one-year Master of Arts in German Teaching programme after completion of a relevant MA. Please contact the ETC study advisor or the teacher-training programme for more information. For the interdisciplinary seminars, students may make a choice from the MA programme in Linguistics (European Linguistics) or choose a course unit from the 'Masterlanguage' programme. MaEduc German Language en Culture 2
sem hp course title w Ia-b var Placement 2 (German)
code ULOM1215D U
Ia-b var Vakdidaktiek 2 (schoolvak): ULOM1405 Ia
var Methodology of teaching German 1
Ib
var Educational Sciences
74
ECTS O/C
ULOM1305D U ULOM1505
ECTS O/C
lang
15
C
NL
5
C
NL
5
C
D
5
C
NL
The Study Programme
IIa-b var Educational research project IIa-b var Placement 3 (German) IIa-b
5.4.6
3
The German “Bildungsroman”
ULOM1710AL ULOM1610D U LDX006M10
10 10
C C
NL NL
10
C
D
Master of Arts in Greek and Latin Teaching
Programme: Year:
MaEduc Greek and Latin 1
sem hp course title w Ia-b 2 Commentaries Greek and Latin Texts Ia-b var Interdisciplinair Seminar
code LQX020M10
10 10
C C
NL En/NL
Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ib IIa-b IIa-b IIa-b
LGX049M10 LQX021M05 LQX022M05 LPM005M10 LQX026M05 ULOM1005AL ULOM1105KT LQX997M20
10 5 5 10 5 5 5 20
O OG OG OG OG C C C
Eng En/NL NL Eng NL NL NL NL
2 var var 2 var var var var
Res. Sem.: Athens and Rome Greek Epigraphy Greek Epigraphy: Essay The Rise of Cities and States Greek Literary Papyrology Basics of teaching Placement 1 (Classical Languages) Master’s Thesis Classical Studies
Remarks:
lang
Students also have scope within their specialization for a course unit from the national 'Masterlanguage' programme, see http://masterlanguage.nl/cursusaanbod/klassieke-talen/. Students can include a course unit worth 10 ECTS in their programme. Instead of the two-year Master of Arts in Classics Teaching programme, followed after gaining a BA degree in the same field, students may also follow a one-year Master of Arts in Classics Teaching programme after completion of a relevant MA. Please contact the Classics study advisor or the teacher-training programme for more information.
Programme: Year: sem hp w Ia-b var Ia var Ib var Ib + var IIa IIa-b var IIa-b var IIa-b 2
ECTS O/C
MaEduc Greek and Latin 2
course title
code
Placement 2 (Classical Languages) Methodology of teaching Classical Lan 1 Educational Sciences Methodology of teaching Classical Lan 2
ULOM1215KT ULOM1305KT ULOM1505 ULOM1405KT
15 5 5 5
C C C C
NL NL NL NL
Educational research project Placement 3 (Classical Languages) Theme Greek and Latin
ULOM1710AL ULOM1610KT LQX027M10
10 10 10
C C C
NL NL NL
The Study Programme
ECTS O/C
lang
75
5.4.7
Master of Arts in History Teaching
Programme: Year:
MaEduc History 1
sem hp course title w Ia-b 2 Research Class History
code
Ia-b var History Online Ia-b 2 Historical Methods: Archives & Internet Ia-b 2 Historical Methods: Documentary, Museum Ia-b 2 Historical Methods: Oral History Ia-b var Historical Methods:Quantitative Analysis Ia-b 2 Historical Methods: Visual Culture IIa-b var Basics of teaching IIa-b var Placement 1 (History) IIa-b var Master’s Thesis History Remarks:
5.4.8
10
C
NL
LGX047M05 LGX124M05 LGX126M05
5 5 5
O OG OG
En/NL En/NL En/NL
LGX048M05
5 5
OG OG
En/NL En/NL
5 5 5 20
OG C C C
En/NL NL NL En/NL
LGX127M05 LGX125M05 ULOM1005AL ULOM1105GS LGX999M20
MaEduc History 2
course title
code
Placement 2 (History) Methodology of teaching History 1 Educational Sciences Methodology of teaching History 2
ULOM1215GS ULOM1305GS ULOM1505 ULOM1405GS
15 5 5 5
C C C C
NL NL NL NL
Educational research project Placement 3 (History)
ULOM1710AL ULOM1610GS
10 10
C C
NL NL
ECTS O/C
lang
Master of Arts in Spanish Teaching
Programme: Year:
MaEduc Spanish Language and Culture 1
sem hp course title w Ia-b var Interdisciplinair Seminar
76
lang
1. The Historical Methods course units are also offered in the 2nd semester. 2. History Online may be replaced by a Historical Methods course unit. 3. For the range of research seminars, see the outline for the MA in History Today and/or the History Research Brochure which is published on the History Nestor site (under My Organizations) in June and December. Instead of the two-year Master of Arts in History Teaching programme, followed after gaining a BA degree in the same field, students may also follow a one-year Master of Arts in History Teaching programme after completion of a relevant MA. Please contact the History study advisor or the teacher-training programme for more information.
Programme: Year: sem hp w Ia-b var Ia var Ib var Ib + var IIa IIa-b var IIa-b var
ECTS O/C
code
ECTS O/C 10
C
lang En/NL
The Study Programme
Ia-b var Interdisciplinair Seminar Ia-b 3 The City and the Avant-Garde IIa-b var Basics of teaching IIa-b 10 Placement 1 (Spanish) IIa-b var Master’s Thesis Spanish Remarks:
C
En/NL
10 5 5 20
C C C C
Sp NL NL Sp
This two-year Master of Arts in Spanish Teaching programme can be followed after gaining a Bachelor's degree in the same field. Please contact the ETC study advisor or the teacher-training programme for more information. For the interdisciplinary seminars, students must make a choice from the MA programme in Linguistics (European Linguistics).
Programme: Year: sem hp w Ia-b var Ia var Ib var Ib + var IIa IIa-b var IIa-b 3 IIa-b var
LRS037M10 ULOM1005AL ULOM1105SP LRS999M20
10
MaEduc Spanish Language and Culture 2
course title
code
ECTS O/C
lang
Placement 2 (Spanish) Methodology of teaching Spanish 1 Educational Sciences Methodology of teaching Spanish 2
ULOM1215SP ULOM1305SP ULOM1505 ULOM1405SP
15 5 5 5
C C C C
NL Sp NL Sp
Educational research project Federico García Lorca: A Portrait Placement 3 (Spanish)
ULOM1710AL LRS038M10 ULOM1610SP
10 10 10
C C C
NL Sp NL
5.5 MASTER OF ARTS IN TEACHING (1 YEAR) You can also gain your grade one teaching certificate after first finishing your regular MA degree. However, we strongly recommend you follow the Introduction to Teacher Training programme during the regular Master’s degree programme. Please contact your study advisor or the teacher training programme (Faculty of Behavioural and Social Sciences) for more information. More information about the teacher training course units can be found at www.rug.nl/lerarenopleiding, in the Student Handbook for the teacher training programme, or in the Course Catalogue ( www.rug.nl/let/onderwijs).
5.6
RESEARCH MASTER’S SPECIALIZATIONS
5.6.1
Art History and Archaeology: Material Culture Studies in Art, Architecture & Archaeology This research specialization can be followed within the following Master’s degree programmes: - Archaeology (CROHO 60133) - Arts and Culture (CROHO 60829) Specializations This two-year Research Master’s specialization has two tracks: Art History and Archaeology. Profile of the degree programme The disciplines of Art History and Archaeology as they are practised by the Groningen departments are based on a combination of theory and practice. The research carried out by
The Study Programme
77
archaeologists and art historians focuses on material culture in the broadest sense of the word. Archaeologists study landscape, settlement, ecofacts and artefacts, and art historians study works of art, buildings, the built environment and the planned landscape. Both archaeologists and art historians place these material expressions of culture in a historical and anthropological context, as well as studying them by means of field and laboratory analysis, visual inspection and museum representation. The Research Master’s specialization explores this common area of research and these shared approaches with a view to training students to carry out independent academic research. This is achieved through a combination of theoretical and practical research seminars, and other specially developed in-depth course units. The research seminars align with the following Research Master’s profiles available to students: Visual Arts, History of Architecture and Urbanism, Landscape History, Classical and Mediterranean Archaeology, Greek Archaeology, Prehistory and Protohistory of North-West Europe, Maritime Archaeology and Arctic Studies. In-depth course units explore the theoretical and methodological relationships between the specializations mentioned above. One of the course units (Approaches and Interpretations of Landscape) deals specifically with historical and contemporary perceptions of the man-made landscape in its various forms: the landscape itself, the built environment and the buildings and artworks in and around it. In the second year of the Master’s programme, the knowledge and experience gained in the research seminars and in-depth course units are put into practice during a research placement, which may consist of a number of tutorials, and in the Master’s thesis. This combination of various branches of archaeology, the visual arts, architecture and urban development is unique in the Netherlands. The Master’s programme is designed to be taken in conjunction with programmes offered by the research institutes with which the Art History and Archaeology departments are affiliated, namely the Groningen Graduate School for the Humanities (GSH), the Groningen Institute of Archaeology, the Dutch Postgraduate School for Art History and the Huizinga Institute. The programme also offers opportunities for placements and study programmes offered by institutions with which both departments work closely, namely the national research schools Archon (archaeology) and Oikos (Art History) as well as the Dutch Institutes in Florence (NIKI), Rome (KNIR) and Athens (NIA), many museums in the Netherlands and abroad, the Dutch Cultural Heritage Agency (RCE) and a large number of organizations in the public and private sectors. Entry requirements Please see Chapter 2.6 for details of entry requirements and the selection procedure. Start of the degree programme The programme begins in September. Research Master: Year:
Art History and Archaeology 1
sem hp course title w Ia-b var National Research School Courses + IIa-b Ia-b var Research Seminar I
code LKR014M10
Ia-b var Research Seminar II Ia-b var Sustainability at the Polar Regions IIa-b 2 Approaches/Interpretations of Landscape IIa-b var Research Seminar III
LKR013M05 LKR008M10
IIa-b var Research Seminar IV IIa-b var Int. Fieldschool Maritime Archeology IIa-b 3 Maritime Archaeology
78
LKR010M10 LKR009M10
ECTS O/C
lang
10
C
Eng
10
C
Eng
10
C
Eng
5 10 10
O C C
Eng Eng Eng
10
C
Eng
10 10
O O
En/NL Eng
The Study Programme
Remarks:
- In the first year, Research Master’s students will select at least 40 ECTS credit points of research seminars on subject-specific knowledge and skills within their chosen specialization : http://www.rug.nl/masters/artsculture-research/ or in Archaeology http://www.rug.nl/masters/archaeology-research/ or related disciplines.
Research Master: Year: sem hp w Ia-b var + IIa-b Ia-b var Ia-b var Ia-b var Remarks:
Art History and Archaeology 2
course title
code
ECTS O/C
lang
ReMa Thesis Art History and Archaeology
LKR999M30
30
C
Eng
K&A: Specialization 1 K&A: Specialization 2 K&A: Specialization 3
LKR003M10 LKR004M10 LKR005M10
10 10 10
C C C
En/NL En/NL En/NL
The following course unit codes can be used for a 5 ECTS specialization/research placement: LKR003M05 and LKR004M05. The thesis can also be completed outside the period indicated. Further information is available from the study advisor.
As shown in the outline, the programme is divided into four parts. - In the first year, Research Master’s students will select at least 40 ECTS credit points of research seminars on subject-specific knowledge and skills within their chosen specialization. - All ReMa students are required to take the theoretical/methodological in-depth course unit on Approaches and Interpretations of Landscape (LKR008M10). The purpose of this particular course unit is to teach students to look beyond the boundaries of their own discipline, to work in a team, to quickly become completely familiar with a multifaceted and interdisciplinary research theme, and to be able to reflect and report on these effectively at a high, abstract level. - Students start following courses offered by the National research Schools. - Specialization/tutorials concentrating on the acquisition of research competences and experience. At the start of the second year, students will follow a specialization programme consisting of three 10 ECTS course units focusing on independently conducting research. These tutorials can be followed at the University of Groningen or elsewhere. Students first decide which fields/specializations they would like to acquire more knowledge of, after which the content and working methods are determined in consultation with the Director of Studies and the lecturer(s) involved. Tutorials can be followed in various ways, including: 1. Participation in an existing research seminar within the Faculty or elsewhere, if necessary with specific individual activities for the student (additional reading material in the chosen field, a special research assignment, etc.). 2. An actual tutorial, i.e. a small, informal teaching form in which one or two senior lecturers supervise the research project of one student or a small group of students. This type of tutorial may include a literature study, if possible supplemented by a limited research project on the basis of this literature study. A tutorial is concluded by a report or paper with an academic character, demonstrating the students’ independent, theoretical and critical reflection with regard to the material studied on the basis of a central problem definition, if possible supplemented by a report on their own research. 3. A placement. Placements within the framework of a Research Master are not intended to ease students’ transfer to the job market, as is the case for most ‘regular’ placements – ReMa students only follow research placements, i.e. placements that make a clear contribution to the development of their research competences and experience. The possibilities, nature and student workload of such placements must be thoroughly discussed with the Director of Studies. The subject of a placement must take the form of an explicit research question that clearly ties in with the student’s study programme. The aim of a placement is to gain
The Study Programme
79
-
experience in a professional working environment, either by conducting research or by participating in activities for the general public. Host institutions include museums, depots for collections, government agencies, foreign institutes and academic research groups. Assessment: A tutorial is concluded by a report or paper with an academic character, demonstrating the students’ independent, theoretical and critical reflection with regard to the material studied on the basis of a central problem definition, if possible supplemented by a report on their own research. N.B. The rules set out on Nestor: My Organizations: Stagebureau Letteren: Master, under Goedkeuring en Afronding van een stage apply to placements. In the second half of the year, students work on a thesis in a thesis class supervised by one or more senior lecturers. They choose a subject themselves in close consultation with a lecturer who is competent in that subject. Regular meetings led by the coordinator of the thesis class will give students an opportunity to report on progress, receive feedback and exchange experiences with fellow students. The thesis class can also be used to discuss earlier research proposals, both successful and unsuccessful, in order to acquaint students with research submissions. Where appropriate for a particular thesis, it may be decided, in consultation with the supervising lecturer, to set aside time during the degree programme in order to write an actual research proposal for a PhD. Graag hier een verwijzing naar de board of Examiners site alwaar de contracten te vinden zijn voor de diverse studieonderdelen!
For more information about the content of the programme, please contact the Research Master study advisor, Ms K.J. van Ophemmailto: (
[email protected]), the Director of Studies, Prof. P.A.J. Attema, or visit the website: http://www.rug.nl/masters/art-history-and-archaeology-research/ 5.6.2
Classical, Medieval and Renaissance Studies (CMRS): Text and Context in Premodern and Early Modern Times This research specialization can be followed within the following Master’s degree programmes: - Literary Studies (CROHO 60814) - History (CROHO 60139) - Classics and Ancient Civilizations (CROHO 60039) Mission of the degree programme This degree programme offers students a programme that trains them to conduct independent academic research. To this end the programme offers in-depth, integrated training in the theories and methodologies of the academic study of text and context in premodern and early modern times, with a focus on knowledge, skills and understanding. The Research MA programme is an extension of existing alliances within the University with the Graduate School for the Humanities (www.rug.nl/gradschoolhumanities) and the ICOG research institute (www.rug.nl/let/onderzoek/onderzoekinstituten/icog), as well as with the national research schools OIKOS (www.oikos.leidenuniv.nl/), the Netherlands Research School for Medieval Studies (http://medievistiek.nl), and the Huizinga Institute (http://www.huizingainstituut.nl), as well as the Dutch Institute in Rome (KNIR) and the Dutch Institute in Athens (NIA). In contrast to the related regular Master’s degrees, which, although similar in content, only cover part of the discipline mentioned above, students will not only specialize in one of the subdisciplines but also learn to apply a multidisciplinary and integrated approach. This will enable students to place their specialization in a broader context and benefit from the crosspollination of ideas. In later phases of the programme, students will specialize in one of the programmes of these research schools. Entry requirements Please see Chapter 2.6 for details of entry requirements and the selection procedure. Start of the degree programme The programme begins in September.
80
The Study Programme
Research Master: Year:
Classical, Medieval and Renaissance Studies 1
sem hp course title w Ia-b var Approaches: Antiquity, Middle Ages, EMT Ia-b var Greek Epigraphy Ia-b 4 Medieval Latin I Ia-b var Research Seminar I Ia-b var
IIa-b var
Research Seminar IV
IIa-b
Script, Manuscript and Print
Remarks:
Remarks:
LQR006M10 LQX021M05 LMX001X10
LMX007X10 LMX009M10 LQX026M05 LQR001M10 LLS043M10 LLS035M10 LMX002X10
LMX009M10
lang
10 5 10 10
C OG OG OG
Eng En/NL En/NL Eng
10
OG
Eng
10 10 5 10 10 10 10 10
OG OG OG C OG OG OG OG
NL En/NL NL En/NL Eng Eng En/NL Eng
10
OG
Eng
10
OG
En/NL
1. The Approaches and CMRS Seminar course units are compulsory for all students. 2. In the first year, four research course units (or 40 ECTS) can be chosen individually in consultation with the DOS.
Research Master: Year: sem hp w Ia-b var Ia-b var Ia-b var IIa-b var
ECTS O/C
Research Seminar II
Ia-b 3 Script, Manuscript and Print Ia-b 3 Script, Manuscript and Print Ib var Greek Literary Papyrology IIa-b 2 CMRS - Seminar IIa-b 3 European Renaissance Use and Abuse IIa-b 3 Letter-writing in premodern Europe IIa-b 4 Medieval Latin II IIa-b var Research Seminar III 3
code
Classical, Medieval and Renaissance Studies 2
course title
code
CMRS: Specialization 1 CMRS: Specialization 2 CMRS: Specialization 3 ReMa Thesis CMRS incl. Preparation
LQR003M10 LQR004M10 LQR005M10 LQR999M30
ECTS O/C 10 10 10 30
C C C C
lang En/NL En/NL En/NL En/NL
1. In the second year all students must attend the thesis class which will take place over the entire academic year 2. Student will choose three specialization course units (or 30 ECTS) in consultation with the Director of Studies. The following course unit codes can be used for a 5 ECTS specialization/research placement: LQR003M05 and LQR004M05. The thesis can also be completed outside the period indicated. Further information is available from the study advisor.
As shown in the outline below, the programme consists of several components. -
-
(1) Two compulsory interdisciplinary in-depth course units that place the students’ knowledge of their own specialization (acquired during the BA) in a wider academic theoretical framework (Approaches) and place the methods and techniques acquired in the first semester in a multidisciplinary framework (Seminar). (2) And an individual path that can be chosen from the range of: a. regular Master’s degree programmes at the RUG or elsewhere b. course units Greek epigraphy and Literary papyrology (Classics and Ancient History)
The Study Programme
81
-
c. course units Script, Manuscript and Print; Medieval Latin, Letter–writing in pre-modern Europe (Medieval and Early Modern History and Literature) d. course units that are part of the national Master Language program e. course units offered by the national research schools f. individual or group ‘tutorials’ the format of which will be decided in consultation with the DOS. (3) In the first semester of the second Master’s year, students will specialize on the basis of the three CMRS specialization course units focusing on conducting independent research, each worth 10 ECTS credit points. These course units can be followed at the University of Groningen or elsewhere in the Netherlands or abroad, or be replaced by an academic placement.
Specialization At the start of the second year, students will follow an individual specialization programme consisting of three 10 ECTS course units concentrating on the acquisition of research competences and experience with a view on the topic of dissertation. They can consist of: a. regular Master’s degree programmes at the RUG or elsewhere; b. course units Greek epigraphy and Literary papyrology (Classics and Ancient History) c. course units Script, Manuscript and Print; Medieval Latin, Letter –writing in pre-modern Europe (Medieval and Early Modern History and Literature d. course units that are part of the national Master Language program e. course units offered by the national research schools f. individual or group ‘tutorials’ the format of which will be decided in consultation with the DOS g. the student can also opt for a stay at another university h. students who wish to go on to the Educational Master can replace (parts of) specialization units by units offered by the Educational MA. Tutorials can be followed at the University of Groningen or elsewhere. Students can propose a topic for individual or group tutorials in consulation with the Director of Studies and lecturers involved. A tutorial contract will be drawn up that has to be approved by the Board of Examiners. Tutorials can be organised in various ways, including: 1. Participation in an existing research seminar within the Faculty or elsewhere, if necessary with specific individual activities for the student (additional reading material in the chosen field, a special research assignment, etc.). 2. An actual tutorial, i.e. a small, informal teaching form in which one or two senior lecturers supervise the research project of one student or a small group of students. This type of tutorial may include a literature study, if possible supplemented by a limited research project on the basis of this literature study. A tutorial is concluded by a report or paper with an academic character, demonstrating the students’ independent, theoretical and critical reflection with regard to the material studied on the basis of a central problem definition, if possible supplemented by a report on their own research. 3. A placement. Placements within the framework of a Research Master are not intended to ease students’ transfer to the job market, as is the case for most ‘regular’ placements – Research Master’s students only follow research placements, i.e. placements that make a clear contribution to the development of their research competences and experience. The possibilities, nature and student workload of such placements must be discussed with the Director of Studies. The subject of a placement must take the form of an explicit research question that clearly ties in with the student’s study programme. Assessment: A tutorial is concluded by a report or paper with an academic character, demonstrating the students’ independent, theoretical and critical reflection with regard to the material studied on the basis of a central problem definition, if possible supplemented by a report on their own research. N.B. The rules set out on Nestor: My Organizations: Stagebureau Letteren: Master, under Goedkeuring and Afronding van een stage apply to placements.
82
The Study Programme
- (5) In the second semester of the second year, students will write a 30 ECTS thesis, thus learning under supervision how to make an original contribution to scholarship. A thesis contract will be drawn up in consultation with the supervisor and the Director of Studies. For more information about the content of the programme, please contact the Research Master study advisor, Ms K.J. van Ophemmailto: (
[email protected]), the Director of Studies, Prof. O.M. van Nijf or consult the Course Catalogue (via www.rug.nl/let/onderwijs). 5.6.3 Linguistics Profile of the degree programme in Linguistics (CROHO 60817) If you are interested in language and want to learn more about linguistics, then the Research Master’s degree programme in Linguistics may be just what you are looking for. The Research Master in Linguistics is a two-year Master’s degree programme focusing on research in the field of linguistics. The Research Master in Linguistics in Groningen is characterized by a unique combination of theoretical linguistics, neuro- and psycholinguistics, and computational linguistics. The teaching in the Research Master in Linguistics dovetails with the linguistic research at the University of Groningen, conducted within the Center for Language and Cognition Groningen (CLCG). Linguistic research in Groningen concentrates on the dynamics of language, which is visible in speakers’ and listeners’ construction of forms and meanings in their language, the processing and acquisition of language, processes underlying linguistic variation and change, and the use of language in communicative situations. Researchers at CLCG use a multitude of linguistic methodologies – formal-theoretical analysis, corpus analysis, psycholinguistic experiments, behavioural studies and computational techniques. During your degree programme, you will be given intensive training in the linguistic theories and methods applied. Right from the start of the programme you will be involved in current research activities within the CLCG, for example research group discussion meetings, lab meetings and lectures by researchers. Graduates can continue in a PhD position at the University of Groningen or another university in the Netherlands or abroad. Most graduates in fact continue in a PhD position. In addition, they can also apply for positions outside academia, such as in organizations concerned with the development of teaching material or curricula in the field of language, in information and communication technology, as translators or text writers, and at research departments in business or the non-profit sector. Programme structure In the first semester of the first year of the degree programme, all students take compulsory course units. During the first year there is also ample opportunity for personal choices. The Research Master’s degree programme in Linguistics has three specializations: - Language and Cognition - Language and Communication Technologies (LCT) - Erasmus Mundus Master of Excellence - Clinical Linguistics (EMCL) Language and Cognition In the Language and Cognition specialization, students can choose electives to expand their knowledge and familiarize themselves with the various subfields of linguistics. The second year concentrates on specialization and a focus on one of the subfields of linguistics in which the CLCG has expertise. Admission to the Language and Cognition specialization is on the basis of a selection procedure by the Admissions Board of the Research Master’s degree programme.
The Study Programme
83
Research Master: Year:
Language and Cognition 1
sem hp w Ia-b var Ia-b 4 Ia-b var Ia-b 4 Ia 4 IIa-b 2 IIa-b var IIa-b
course title
code
Corpus Linguistics Linguistic Theory Discourse and Pragmatics Language Development Basic Statistics Designing your Research Project Seminar/Summerschool/Winterschool 1 Language, Brain and Cognition
LTR024M05 LTR023M10 LTR009M10 LLS008M10 LTR013M05 LTR021M05 LTR015M05 LTR022M10
5 10 10 10 5 5 5 10
C C O O C C C O
Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
IIa-b IIa-b IIa-b
Linguistic Analysis Methodology & Statistics Ling. Research Writing: Context, Process and Text
LLS007M10 LTR002M10 LLS025M10
10 10 10
O O O
En/NL Eng Eng
2 2 4
Research Master: Year: sem hp w Ia-b var + IIa-b Ia-b var IIa-b var
ECTS O/C
lang
Language and Cognition 2
course title
code
ECTS O/C
lang
Seminar/Summerschool/Winterschool 2
LTR016M05
5
C
Eng
Res. Master’s Res Placement Linguistics ResMa Thesis Linguistics, Thesis Class
LTR011M20 LTR999M30
20 30
C C
En/NL Eng
Erasmus Mundus Master of Excellence – Language and Communication Technologies (LCT) The Language and Communication Technologies (LCT) specialization is an Erasmus Mundus European Master’s programme. The LCT specialization was designed in cooperation with the universities of Saarbrücken, Trento, Malta, Nancy, Prague, Melbourne and Shanghai. Students who follow this specialization in Groningen spend a year at one of the participating universities abroad as well as a year in Groningen. The electives in this specialization concern language technology, computational and theoretical linguistics and information science. The procedure for admission to the LCT specialization has been delegated to an international committee, which also determines the allocation of successful students to the participating universities. Students of the Language and Cognition and Language and Communication Technologies (LCT) specializations follow the same compulsory programme. In addition, they can select electives, which may also overlap. Because students of the LCT specialization spend an entire year at a different, foreign university, they do not follow a research placement abroad. Programme: Year:
Language and Communication Technologies (LCT); Erasmus Mundus 1
sem hp course title w Ia-b var Seminar/Summerschool/Winterschool 1 + IIa-b
84
code LTR015M05
ECTS O/C 5
O
lang Eng
The Study Programme
Ia-b var Corpus Linguistics Ia-b 4 Linguistic Theory Ia-b var Discourse and Pragmatics Ia 4 Basic Statistics Ia Language Modelling
LTR024M05 LTR023M10 LTR009M10 LTR013M05 KIM.LM04
5 10 10 5 5
C C O C O
Eng Eng Eng Eng Eng
Ia Ia Ia
2 4
Multichannel Management Semantic Web Technology Web and cloud computing
LIX023M05 LIX002M05 INMWCC-12
5 5 5
O O O
Eng Eng Eng
Ib Ib Ib Ib
4 4 4
Computational Semantics Computer-Mediated Communication Learning from Data Machine Learning
LIX021M05 LIX022M05 LIX016M05 KIM.ML09
5 5 5 5
O O O O
Eng Eng Eng Eng
IIa-b IIa-b
2
Designing your Research Project Language, Brain and Cognition
LTR021M05 LTR022M10
5 10
O O
Eng Eng
IIa-b IIa IIa
2 4
Methodology & Statistics Ling. Research Natural Language Processing Perception
LTR002M10 LIX001M05 KIM.PERC07
10 5 5
O O O
Eng Eng Eng
IIb
Computational Discourse
KIM.CD09
5
O
Eng
IIb
Sound Recognition
KIM.SR04
5
O
Eng
Programme: Year:
Language and Communication Technologies (LCT); Erasmus Mundus 2
sem hp course title w Ia-b var Exchange Programme
code
IIa-b var ResMa Thesis Linguistics, Thesis Class
LTR999M30
ECTS O/C
lang
30
C
Eng
30
C
Eng
Erasmus Mundus Master of Excellence - Clinical Linguistics (EMCL) The programme of the selective English-taught European Master in Clinical Linguistics (EMCL) comprises 120 ECTS credit points. After an introduction to theoretical linguistics or methodology and statistics, this programme offers teaching in the field of speech development disorders, dyslexia, aphasia and neuroimaging. The programme is part of the Erasmus Mundus programme of the same name and is offered at the universities of Groningen, Potsdam and EastFinland (Joensuu). The programme starts with a joint component comprising introductory course units for all students of the consortium in Potsdam, after which students follow course units at the universities of Groningen or Joensuu (first and third semesters) and Potsdam (second semester). During the fourth semester, students write their thesis at one of the participating universities. Programme structure The first semester starts with a brief introduction to theoretical linguistics (syntax, semantics and phonology) or statistics and methodology, taught in Potsdam during the first month of the first semester to all students. Subsequently (October-March), they will continue the programme in Joensuu. The second semester (April to September) takes place at the University of Potsdam, where students follow course units in the field of clinical linguistics. In the third semester (second year; October-March) they will go to Groningen. Groningen offers research course units in the fields of aphasia, speech development disorders, dyslexia and language processing & neuroimaging. The fourth semester, finally, comprises the writing of the Master’s thesis, in which students demonstrate their ability to independently design and execute a research project. The thesis has the status of an academic report of the research conducted.
The Study Programme
85
Entry requirements Admission is on the basis of a BA or BSc degree in the field of speech and language pathology, linguistics, biomedical sciences, psychology or orthopedagogy along with a selection procedure in which a Selection Board, consisting of the Directors of Study of the participating universities, assesses the students’ qualities on the basis of their motivation, academic qualities and letters of recommendation. The Selection Board will decide which students will be admitted and at which university they can start. Erasmus Mundus grants are available to a small number of students – only the candidates with the highest selection scores will be eligible. The application deadline is 15 November of the year before the start of the programme. European students can also start the programme in the spring. More information about the programme and how to apply, including an application form, can be found on the joint EMCL website: http://www.emcl-mundus.com Programme: Year:
Clinical Linguistics (EMCL) 1
sem hp course title w Ia var Preparation Potsdam
code
IIa-b var Study in Potsdam Remarks:
5
C
Eng
30
C
Eng
Clinical Linguistics (EMCL) 2
course title
code
Aphasiology in Cross-Ling. Perspective Developmental Language Disorders Language Testing during Awake Brain Surgery
LTC002M10 LTC001M10 LTC014M10
10 10 10
C C C
Eng Eng Eng
LTC999M30
30
C
Eng
IIa-b var ReMa Thesis Linguistics: EMCL
5.6.4
lang
After the propedeutic courses in Potsdam, all the first term courses for first year EMCL-students will take place in Joensuu, Finland, starting on the 1st of October 2014.
Programme: Year: sem hp w Ia-b 6 Ia-b 6 Ia-b 4
ECTS O/C
ECTS O/C
lang
Literary and Cultural Studies: Literature and Performing Arts in Society
This research specialization can be followed within the following Master’s degree programmes: - Literary Studies (CROHO 60814) - Arts and Culture (CHOHO 60829) Profile of the degree programme Would you like to improve your understanding of the emotions elicited by Lars von Trier’s film Nymphomaniac or Lady Gaga’s stage performances? Do you wish to contribute to the debates about Elfriede Jelinek’s performance with asylum seekers or Michel Houellebecq’s novel Soumission, which imagines France, in a few years from now, with a Muslim president? Do you wish to participate in an internationally comparative analysis to the discussions about the policy of governments regarding subventions for artists and art institutions? The many ways in which the arts respond to and reflect on society are at the heart of the Research Master’s programme in Literary and Cultural Studies. This selective and interdisciplinary Research Master’s programme is designed for students who have the curiosity, drive, and intellectual capacities to carry out research in the field of the arts from various
86
The Study Programme
theoretical perspectives: historical, interpretive, sociological, organizational/economic, or cognitive. Depending on the student’s background and interest he or she will focus on literature, film, music, theatre or their cross-overs, and on their corresponding ‘scenes’ and institutions. The Research Master’s in Literary and Cultural Studies welcomes students with an academic BA degree in literary studies, in language and culture studies, in film, music, theatre, inter-arts, new media studies or other related disciplines. The programme’s aim is to equip students with the knowledge and academic skills that will allow them to carry out advanced research, for instance in a PhD position, or to work with confidence in other professional arenas that require capacities for research, critical acumen, independence and careful judgment. Students who graduate with a Research Master’s degree in Literary and Cultural Studies are equipped with expert knowledge in one or more of the following fields: - one or more of the art disciplines; - the organization of art-worlds, arts policy and marketing; - arts and culture education, from a life-long learning perspective. The programme is run by the Graduate School for the Humanities (GSH). Its scholarly framework is the Center for the Arts in Society. All staff teaching in the Research MA are members of this Center for the Arts in Society. Students are likely to be involved at some stage of their studies in one of the Center’s research projects. The Center hosts the following research themes: - Art and Institutional Change: includes applied research on arts policy, management and marketing, and on the values that people seek in their engagement with the arts - Art, Medium, and Moving Images: includes research on the role of the arts’ mediums, emotions in the arts, tensions between fiction and non-fiction - Arts, Culture, and Cognition: includes research on the cognitive analysis of culture, and of the role the arts fulfil in culture; research on arts and culture education - Arts and Narrative: includes research on the rapport between narrative art and ethics; on narrative structures; - Arts and Visual Culture - Beyond Horizons in Cultural Transfer: includes research on the arts and cultural identity; cultural transfer through the arts; on minority and periphery arts. Entry requirements Please see Chapter 2.6 for entry requirements and the selection procedure. Start of the degree programme The programme begins in the first week of September. Research Master: Year:
Literary and Cultural Studies 1
sem hp course title w Ia-b 3 Art and the Emotions Ia-b var Research Seminar I Ia-b
var
ECTS O/C lang
LWR008M10
10 10
C OG
Eng Eng
10
OG
Eng
10 10
C OG
Eng Eng
10
OG
Eng
Research Seminar II
IIa-b 3 LCW: Theory and Methods in the Arts IIa-b var Research Seminar III IIa-b var
code
Research Seminar IV
The Study Programme
LWR001M10
87
Research Master: Year: sem hp w Ia-b var Ia-b var Ia-b var IIa-b var Remarks:
Literary and Cultural Studies 2
course title
code
ECTS O/C lang
LCS: Specialization 1 LCS: Specialization 2 LCS: Specialization 3 Research Master’s Thesis LCS
LWR003M10 LWR004M10 LWR005M10 LWR999M30
10 10 10 30
C C C C
En/NL En/NL En/NL En/NL
The following codes can be used for a 5 ECTS specialization/research placement: LWR003M05 and LWR004M05.
As shown in the outline, the programme consists of four components. 2 in-depth course units (2 x 10 ECTS). These course units are compulsory for all Research Master’s students. In these units students develop their critical acumen and acquire thorough insight in theories and methodologies for analysing how the arts function in culture. The Arts and Emotions class concentrates on the intriguing and manifold interconnections between art and emotions: how are emotions represented in - and elicited by - art, how they are experienced by recipients of art, and negotiated in historical discourses about art. In the Theory and Methods class, students learn to reflect in a systematic and critical way on scholarly practices in their discipline. 4 Research Seminars (4 x 10 ECTS). These course units offer subject-specific knowledge and allow students to hone their research skills and expertise in their discipline and beyond. These units are chosen in consultation with the Director of Studies. Course units are chosen from the range offered by the Faculty of Arts, or, under conditions, by another faculty in Groningen or elsewhere in the Netherlands or abroad. A total of 10 ECTS (2 x 5 ECTS) is selected from the programmes offered by the national research schools. Specialization/tutorials (3 x 10 ECTS). These modules, which usually form the first semester of the second year, allow students to acquire further field-specific research competences and experience. These units can take different forms: 1. Participation in a regular MA research seminar. In this case, research MA students will fulfil specified additional requirements (usually additional reading material, an extended paper, etc.). 2. A tutorial, i.e. a small, informal teaching form in which a senior lecturer supervises the research project of one student or of a small group of students. A tutorial is concluded by an academic report or publishable paper, demonstrating the student’s research capacities, in particular, his or her capacity for independent, theoretically informed and critical reflection; 3. A research placements, such as: participation in a (commissioned) research project. 4. A semester abroad, with the same options 1-3. The topic, organization and assessment requirements of an placement or tutorial should be defined in a contract and signed for agreement by the Director of Studies. Whatever their form, all specialization modules are completed minimally with a – written, occasionally audio-visual – academic paper, demonstrating the student’s research skills and capacity for independent, critical reflection. Please see the rules set out on Nestor: My Organizations: Stagebureau Letteren: Master, under completion of an placement. -
88
The Master’s Thesis, and Thesis Class. The MA Thesis (30 ECTS) should demonstrate the student’s research skills (see Thesis Regulations and requirements on Nestor). In support of the writing process, which is central in this last semester of the programme, there is a thesis class. This class brings together the group of students working on their MA theses under supervision of a senior lecturer. The group meets approximately once every 3 weeks to discuss research questions, progress, and problems, as well as various aspects of writing
The Study Programme
an MA thesis or an academic paper. Writing an individual PHD research proposal can be part of the thesis class. For more information about the content of the programme, please contact the Research Master study advisor, Ms K.J. van Ophem (
[email protected]), or the Director of Studies, Prof. E.J. Korthals Altes (
[email protected]) , or consult the Course Catalogue (via www.rug.nl/let/onderwijs).
5.6.5
Modern History and International Relations: Transformation and Acceptance This research specialization can be followed within the following Master’s degree programmes: - History (CROHO 60139) - International Relations (CROHO 60820) Profile of the degree programme This specialization trains MA students with a BA degree in History, International Relations or similar to independently acquire knowledge via literature study and primary sources. A number of in-depth course units focus on the theory and methodology of Modern History and International Relations, while several themed research seminars will concentrate on improving students’ subject-specific and specialist knowledge, practising formulating research questions and choosing the right methods to answer these questions, and further developing students’ skills in working with sources. Ample attention will of course be paid to combining material from heterogeneous sources and presenting results in an attractive way. In addition, students will be introduced to the state of the art research practice. They will become familiar with the organization of research as it is conducted at academic organizations and other research institutions and with the infrastructure of sponsors, journals and publishers. After having followed these course units, students will continue in the specialisation phase in the second year of the Research Master’s programme. They have several choices to fill in this phase. They could work as an intern in a research environment in a research institute or at another university, or they could participate in seminars and courses offered by the Dutch research Schools. During the first year students are handed the tools that will enable them to set up their own research project under supervision as a member of a research group. They will write two theoretical and methodological papers and a research proposal for an MA thesis and/or a PhD position. The Research Master is concluded by an independent research project resulting in an MA thesis. This specialization dovetails with the existing graduate programmes at the Faculty of Arts. Research Master’s graduates have developed the academic and critical skills required to carry out advanced independent research in the field of Modern History and International Relations, and have the knowledge and competences required to work in the professional arena and to conduct research for a PhD degree. A Research Master’s degree in Modern History and International Relations will enable graduates to enter the research profession, for example as a PhD student at a university or as a researcher at a government institution. In the the Modern History and International Relations Programme different specializations are possible
History of Politics and Governance Urban and Regional Social and Economic History History of Cultural Identity International Security International Political Economy European Integration Global Governance
The Study Programme
89
Entry requirements Please see Chapter 2.6 for details of entry requirements and the selection procedure. Start of the degree programme The programme begins in September. Research Master: Year:
Modern History and International Relations 1
sem hp course title w Ia-b var Research Seminar I
code
Ia-b var Theory of Modern History and Int. Rel. Ia 2 Methodology Modern Hist.and Intern.Rel. Ib var Advanced Methodology IR IIa-b var Research Seminar II
LGR008M10 LGR010M05 LGR007M05
ECTS O/C
IIa-b var Research Seminar III IIa-b
2
Themes, Trends & Topics
Remarks:
Remarks:
10
C
Eng
10 5 5 10
C C C C
Eng Eng Eng Eng
10
C
Eng
10
C
Eng
Research seminars may be chosen from the range of course units offered by the MA programmes in History, IR, American Studies and Media Studies, in consultation with the Director of Studies.
Research Master: Year: sem hp w Ia-b var Ia-b var Ia-b var IIa-b var
LGR012M10
lang
Modern History and International Relations 2
course title
code
MHIR: Specialization 1 MHIR: Specialization 2 MHIR: Specialization 3 Research Master’s Thesis MHIR
LGR013M10 LGR014M10 LGR015M10 LGR998M30
ECTS O/C 10 10 10 30
C C C C
lang En/NL En/NL En/NL Eng
The following codes can be used for a 5 ECTS specialization/research placement: LGR013M05 and LGR014M05.
As shown in the schedule, the programme contains general, subject-specific and individual elements. The general components in the first year are only offered to the students of the Research Master. In the second year, each student designs his or her own specialization by choosing three 10 ECTS course units focusing on acquiring research competences and experience and independently conducting research. These tutorials can be followed at the University of Groningen or elsewhere. Students first decide which fields/specializations they would like to acquire more knowledge of, after which the content and working methods are determined in consultation with the Director of Studies and the lecturer(s) involved. Students may combine different specializations/tutorials. The papers written by students must be historiographical and/or methodological in nature or result in a possible research proposal. One of the papers will be presented and discussed during a ReMa summer or winter seminar. Tutorials can be followed in various ways, including: 1. Participation in an existing research seminar within the Faculty or elsewhere, such as the modules offered by the Dutch National Research Schools. 2. An actual tutorial, i.e. a small, informal teaching form in which one or two senior lecturers supervise the research project of one student or a small group of students. This type of tutorial
90
The Study Programme
may include a literature study, if possible supplemented by a limited research project on the basis of this literature study. A tutorial is concluded by a report or paper with an academic character, demonstrating the students’ independent, theoretical and critical reflection with regard to the material studied on the basis of a central problem definition, if possible supplemented by a report on their own research. 3. A placement. Placements within the framework of a Research Master are not intended to ease students’ transfer to the job market, as is the case for most ‘regular’ placements – Research Master’s students only follow research placements, i.e. placements that make a clear contribution to the development of their research competences by gaining experience in a research environment, in a research group or institute in the Netherlands or abroad. The possibilities, nature and student workload of such placements must be thoroughly discussed with the Director of Studies. The subject of a placement must take the form of an explicit research question that clearly ties in with the student’s study programme. Assessment: demonstrating the students’ independent, theoretical and critical reflection with regard to the material studied on the basis of a central problem definition, if possible supplemented by a report on their own research. N.B. The rules set out on Nestor: My Organizations: Stagebureau Letteren: Master, under Goedkeuring en Afronding van een stage apply to placements. For more information about the content of the programme, please contact the Research Master study advisor, Ms K.J. van Ophem (
[email protected])), the Director of Studies, Prof. M.G.J. Duijvendak, or consult the Course Catalogue (via https://www.rug.nl/ocasys/). Interested students with an IRIO background may also contact Dr. ir. M.R. Kamminga (
[email protected]) of the Department of International Relations. 5.7 PLACEMENT A placement is the ideal way to prepare yourself for the future. During a placement you will learn how to put the competences you have acquired into practice. Placements are often a good way to explore your career prospects and have proven useful in improving students’ chances of getting a job. Thirty percent of the approximately 300 Arts students who follow a Master’s placement every year are offered a job by their placement host. A placement is thus an important link between your studies and the job market. A placement with an organization at home or abroad has the following aims: To thoroughly familiarize you with all levels of the organizational structure, the tasks and working methods of a company or organization, in particular the activities that are related to the subject of your degree. You can use the knowledge gained to orient yourself in your future profession and field. You will learn to apply the knowledge, understanding and skills acquired during your degree to a specific, self-contained task or assignment which requires an academic level of working and thinking. There is plenty of room for individual work, input and responsibility, so your intelligence and creativity will be regularly tested. You will gain experience and acquire the skills that you will need in professional practice. You will learn to report on your activities and experiences in a critical way and through reflection. Arts students are expected to play an active role in organizing their Master’s placement. The following procedure must be followed: Register with the Arts Placement Office at least 3 months before the start of your placement – or 9 to 12 months for a placement abroad. Discuss the content of your placement with your degree programme’s placement coordinator. Subsequently approach the appropriate contact persons at the organizations where you would like to follow your placement. Do not accept a placement until your placement assignment has been approved. Ask your degree programme’s placement coordinator who your supervising lecturer will be (see the list of placement coordinators in the Placement Office Nestor environment.
The Study Programme
91
Submit your intended placement assignment to your supervising lecturer for approval. The supervising lecturer and the placement organization will assess the placement assignment/placement plan, and where necessary adjust it after consultation. Make sure that two copies of the placement contracts are completed and signed by all parties, and hand them in to the Placement Office.
The following requirements apply to Master’s placements: A placement must last at least 7 weeks and no more than 5 months (full-time; proportionately longer for part-time placements). The placement assignment must match the level of the degree programme. The student must have his or her own work station with a computer. The student must be supervised by someone with an academic level of working and thinking. You will find the following – and more – at the Placement Office: Documentation, advice and training activities with regard to finding a placement. Information about costs and grants, insurance, visas, safety, vaccinations and regulations. Placement contracts, placement manuals, information for placement hosts and evaluation forms. If you are considering following a placement, visit one of the information sessions organized by the Faculty of Arts Placement Office or call in during the daily open office hour. You should also register with the Placement Office as soon as possible. The Faculty of Arts also organizes a placement information session each spring and a Careers Afternoon each autumn during the biannual Master Your Talent event. At the Careers Afternoon alumni from various Arts degree programmes talk about their profession and how they landed their job. Announcements of all activities and placement openings can be found in the UK, on Nestor, on Twitter and on the touchscreen next to the Placement Office entrance. Arts Placement Office, Room 1311-119 (1st floor, next to the entrance to the C-Bar) Tel.: 050-363 58 44 e-mail:
[email protected] URL: www.rug.nl/let/stagebureau Nestor: Organization ‘Stagebureau Letteren /Placement Office Faculty of Arts (Master)’ Twitter: @PlacemArtsRUG Skype: stagebureau.letteren3. Also accessible via Adobe Connect. Open office hour: Monday to Thursday 1 - 2.30 p.m., Friday 10 - 11.30 a.m. 5.8 MASTER’S THESIS Every Master’s degree programme is rounded off with a Master’s thesis. The MA thesis for the follow-on Master’s degree programme and the Master of Arts in Teaching programmes 4 is worth 20 ECTS credit points, the Research Master’s thesis is worth 30 ECTS credit points. The Master’s thesis is always assessed by two lecturers, one of whom is the main supervisor. The degree programmes have a brochure or thesis protocol setting out all the rules and guidelines for writing a Master’s thesis. We recommend that you study this brochure well in advance of starting your thesis so that you have plenty of time to think about your subject and to prepare. The brochure is available from your departmental secretariat or your study advisor.
In the Master of Arts in Teaching programmes, the thesis is planned at the end of the first year, to round off the subject-specific part of the Master’s degree. 4
92
The Study Programme
6
FACULTY STRUCTURE
6.1 INTRODUCTION The Faculty considers it very important to involve students in the ins and outs of how the Faculty is structured. This chapter contains information on how the Faculty and the degree programmes are organized, and what role students play in this. It will discuss the Faculty Board and the Faculty Council, the Teaching Institute, the departmental boards and chair groups, the Programme Committees and, finally, the Boards of Examiners. 6.2 ADMINISTRATIVE STRUCTURE AND COMMITTEES If we regard the Faculty as a teaching organization, we can differentiate three levels: an administrative level, an organizational level and an implementational/substantive level. Each of the three levels has a body in which students can play a role. 6.2.1 Faculty Board The Faculty Board bears the final responsibility for everything that takes place within the Faculty. In concrete terms, this means that the Faculty Board is responsible for the management and administration of the Faculty, and for the supervision of the quality of the teaching and research. It also draws up the budgets and allocates the staff. The Faculty Board consists of three members, each with their own specific responsibilities: the Dean is the chair of the Board and manages the Research and Communication portfolios the Vice Dean manages the Teaching and Internationalization portfolios the Managing Director of the Faculty is responsible for finance, personnel matters and administration. In addition, there is also a student member of the Faculty Board in an advisory capacity. This student is nominated by the student members of the Faculty Council and appointed for one year. The Faculty Board is supported by the Secretary of the Faculty and the policy department. The Board meets once a week. These meetings are not public. The Faculty of Arts website lists the members of the Faculty Board: www.rug.nl/let/faculteitsbestuur 6.2.2 Faculty Council The Faculty Board discusses policy with the Faculty Council. This council is a consultative body. It issues advice in matters concerning teaching and research as well as the Faculty budget. The Board must have the approval of the Council in the following two situations: when changing the Faculty Regulations when changing the Teaching and Examination Regulations. In practice, this means that everything to do with teaching must have the approval of the Faculty Council. The views of the Council carry significant weight with the Faculty Board because they are an indication of whether there is a support base for potential decisions. The Faculty Council consists of 18 members, 9 elected by and from the staff (with a two-year term) and 9 elected by and from the student body (with a one-year term). The chair of the Faculty Council is one of the staff members, the vice chair is always a student member. The elections for the Faculty Council are organized in accordance with the Electoral Regulations of the University. All students and staff have the right to vote and are eligible for election. The members of the Faculty Board may not be members of the Faculty Council. The term for the members begins on 1 September of the year in which the elections for the section in question have taken place. The Faculty of Arts website lists the members of the Faculty Council: www.rug.nl/let/faculteitsraad 6.2.3 Teaching Institute All degree programmes within the Faculty are organized by the Faculty of Arts Teaching Institute. The Institute is headed by a Director, and its most important task is to organize the degree programmes and supervise their implementation and the quality of this implementation.
Faculty Structure
93
The Teaching Institute comprises all the facilities and services required to ensure that the teaching process runs as smoothly as possible. These include: the Office of Student Affairs (BSZ), responsible for matters such as the registration of marks, the processing of study plans and examination registrations, the timetabling and organization of examinations. The Faculty of Arts Placement Office and the International Office are also part of BSZ. Four degree programme coordinators, each of whom supports a group of degree programmes and their associated secretariats. Study advisors. 6.2.4 Faculty Consultative Body for Teaching Policy (FOO) The Faculty Consultative Body for Teaching Policy issues advice to the Faculty Board with regard to policy matters to do with teaching. This consultative body comprises ten members: five academic staff members and five students. The staff members are nominated by the departmental boards that are responsible for the content and implementation of degree programmes, and the students are nominated by the student advisor on the Faculty Board (in consultation with the relevant student cohorts). All members are appointed by the Faculty Board: the staff members for a period of two years and the student members for one year. All meetings are public unless the consultative body has good reasons to decide otherwise. The Faculty of Arts website lists the members of the FOO: www.rug.nl/let/foo 6.2.5 Departmental boards and chair groups The departmental boards are responsible for the practical implementation of the degree programmes. These boards consist of representatives from the relevant chair groups and one student majoring in that subject. They are regarded as experts with respect to the content of the programme. Their main task is to coordinate the various course units and ensure that the programmes run as smoothly as possible. This is the level at which duties are assigned to teaching staff. Chair groups are responsible for what is actually taught in a course unit. A chair group is a unit that brings together colleagues working within the same subject area and is headed by a professor. The Faculty of Arts website lists the members of the departmental boards. 6.2.6 Programme Committees The Programme Committees are important advisory bodies for the degree programmes. Every degree programme must by law have its own Programme Committee (OC). One of the OC's duties is to provide the Faculty Board, the Director of the Teaching Institute and the departmental boards with solicited and unsolicited advice about the degree programme and the design of the teaching programme, or the Teaching and Examination Regulations (OER). Another important duty of the OC is the assessment of the design and implementation of the teaching programme based on course unit and curriculum evaluations. Each year, the OC decides which course units will be evaluated. The course unit evaluations consist of a questionnaire for the lecturer (or lecturers) who taught the course unit in question and a questionnaire for the students who took it. The student questionnaires are sent, received back and processed electronically. The results of the evaluations are public and are discussed by the relevant Programme Committee. If problems are found, the OC must report these to the departmental board and the Director of the Teaching Institute, supplemented by proposals for improvement if relevant. The relevant bodies will then search for appropriate solutions. Half of the members of the Programme Committee are students and half staff. Its executive committee, or ‘Presidium’, is formed by the chair (a lecturer) and the vice chair (a student). The Programme Committees are appointed every year in October. The student members are elected, the lecturer members are nominated for appointment by the relevant sections. Every student majoring in a subject has the right to vote and is eligible for election. Your departmental
94
Faculty Structure
secretariat will have a brochure about the position, powers and procedures of the OC. Every year the student members are offered a course in, for example, meeting skills. The Faculty of Arts website lists the members of the Programme Committees. 6.2.7 Boards of Examiners Every group of degree programmes has a Board of Examiners. The Board of Examiners has five members who have a sufficient level of expertise in the fields of teaching and the relevant subject field, and at least one Board member is an expert in the field of testing. The Board members are members of staff of each of the participating degree programmes. It is possible to add an external expert from within or outside the Faculty to the Board of Examiners. The Presidium (chair and secretary) of the committee is responsible for dealing with the day-to-day affairs. The Board of Examiners ensures that the rules concerning teaching (OER) are implemented correctly and is the first body to deal with complaints by students concerning the implementation of the OER. In concrete terms, the work of the Board consists of the following. The Board of Examiners: monitors the quality and validity of assessments for individual course units monitors the realization of the learning outcomes of the degree programme appoints examiners to conduct examinations for each course unit issues advice to the departmental boards with regard to the assessment plan that accompanies the Teaching and Examination Regulations monitors compliance with the Teaching and Examination Regulations monitors compliance with the assessment plan that accompanies the Teaching and Examination Regulations, in particular the realization of learning outcomes monitors compliance with the procedures and agreements set out in the assessment protocol approves regulations concerning the proper procedure during examinations and the measures to be taken accordingly issues guidelines and instructions to examiners concerning the assessment of the student taking the examination and the determination of the examination result draws up exemption procedures for students of the degree programme(s) when necessary, talks to the departmental board and/or the Director of the Teaching Institute about concerns with regard to assessment and/or compliance with the assessment plan or protocol maintains contact with the Programme Committee about evaluations of the curriculum and the individual course units contacts examiners in the event of omissions in syllabi in the eyes of the Programme Committee. The Faculty of Arts website lists the members of the Boards of Examiners.
Faculty Structure
95
7
INFORMATION AND COMMUNICATION
7.1 INTRODUCTION This chapter contains a number of address lists. First, you will find an overview of the Faculty’s buildings, services and facilities, followed by a list of names and addresses of the study advisors of all Bachelor’s and Master’s degree programmes. The chapter will conclude with an alphabetical list of all lecturers within the Faculty of Arts, with their room numbers, telephone numbers and e-mail addresses. Although the most up-to-date details available were used to compile these lists, some information may change in the course of the year due to internal relocations. In the event that information is incorrect, or if you are not sure, please contact your secretariat, which always has the most up-to-date address details. The following abbreviations are used in the address lists: AS Arch B’str9 BGTC CIW Eng ETC Gesch (Ges) GLTC H Infkunde IBIO IRIO Journ KCM Kgesch (Kges) M&M MOS NAHI Ned NK104 OBS23 OBS34 P’str4 P’str6 TW TTW
American Studies Archaeology Broerstraat 9 Office for Groningen Language and Culture Communication and Information Sciences English Language and Culture European Languages and Cultures History Classics Harmonie Complex Information Science Internationale Betrekkingen en Internationale Organisatie International Relations and International Organization Journalism Arts, Culture and Media Art History Minorities and Multilingualism Middle Eastern Studies Netherlands Agricultural Historical Institute Dutch Language and Culture Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat 104 Oude Boteringestraat 23 Oude Boteringestraat 32-34 Poststraat 4 Poststraat 6 Linguistics Applied Linguistics
N.B. All University of Groningen telephone numbers start with 363, followed by a 4-digit extension.
96
Information and Communication
7.2
BUILDINGS, SERVICES AND FACILITIES
Faculty of Arts Postal address:
P.O. Box 716 9700 AS Groningen The Netherlands Visiting address: Harmonie Complex Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 9712 EK Groningen Harmonie Complex opening hours: Monday to Thursday 8 a.m. - 10 p.m., Friday 8 a.m. - 6 p.m., during the summer months 8 a.m. - 6 p.m. every day. 050 363 5900 (Faculty Office), 5901 (Reception Desk) Fax: 050 363 4900 e-mail:
[email protected] website: www.rug.nl/let/ Annexes A-weg 30 (teaching rooms, Arctic Centre) A-weg 30, 9718 CW Groningen Opening hours: Monday to Friday, 8.30 a.m. - 6 p.m. 050 363 5920 (Reception Desk) Oude Boteringestraat 23 (teaching rooms and researchers’ offices) Oude Boteringestraat 23, 9712 GC Groningen Opening hours: Monday to Friday 8 - 5 p.m. (access with keyfob outside these hours) 050 363 7270 (Reception Desk) Oude Boteringestraat 32-34 (Art History, KCM) Oude Boteringestraat 32-34, 9712 GK Groningen Opening hours: Monday to Friday 8 - 5.30 p.m. 050 363 7533 (Reception Desk) Poststraat 6 (Archaeology) Poststraat 6, 9712 ER Groningen Opening hours: Monday to Friday 9 a.m. - 12.30 p.m. and 1.30 - 4.45 p.m. 050 363 6707 (Reception Desk) Broerstraat 9 (teaching rooms) Broerstraat 9, 9712 CP Groningen Secretary’s offices History, IBIO, IRIO, GLTC, Euroculture, Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, room H 11.0511 Opening hours: Monday to Friday 1 - 4 p.m. 050 363 8986 Fax: 050 363 7253 e-mail:
[email protected],
[email protected],
[email protected],
[email protected] Globalisation Studies Groningen, International Humanitarian Action (NOHA) Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, room H 15.213 050 363 2391 Fax: 050 363 7253 e-mail:
[email protected] ,
[email protected],
Information and Communication
97
Dutch cluster secretariat (Dutch, Media Studies/Journalism, Linguistics, Information Science, CIW, and Minorities and Multilingualism) Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, room H 12.407 opening hours: Monday to Friday 1 - 4.30 p.m. 050 363 5858 Fax: 050 363 6855 e-mail:
[email protected] European Languages and Regional Studies Secretariat (American Studies, TTW, English, European Languages and Cultures, Middle Eastern Studies) Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, room H 15.261 opening hours: Monday to Friday 1 - 4.30 p.m. 050 363 5850 Fax: 050 363 5821 e-mail:
[email protected] Archaeology Sectretariat Poststraat 6 Opening hours: Monday to Wednesday, 1 - 4 p.m. 050 363 6741/6710/6712 Fax: 050 363 6992 e-mail:
[email protected] Secretariat for Art History and KCM Oude Boteringestraat 34, room 214 (2nd floor) opening hours: Monday to Friday 1 - 4 p.m. 050 363 8950/6305/6101 Fax: 050 363 7362 e-mail:
[email protected] (for art history-related matters) e-mail:
[email protected] (for KCM-related matters) Libraries University Library Broerstraat 4 Opening hours: Monday to Friday 8.30 a.m. - 10 p.m., Saturday and Sunday 10 a.m. - 5 p.m. Loans Desk opening hours: Monday, Tuesday, Wednesday, Friday 8.30 a.m. - 5.30 p.m., Thursday 8.30 a.m. - 9.30 p.m., Saturday 10 a.m. - 12.30 p.m. e-mail: via http://www.rug.nl/bibliotheek/vragen/ Harmonie Study Room Harmonie Complex, buildings 1313 and 1314. Entrance via 1 st floor of building 1314, open 9 a.m. 9.30 p.m. Administrative organization Faculty Board: - Prof. G.C. Wakker (Dean, Faculty Board member for Research, Communication), room 1315353, 050 363 5900 - Prof.dr. D.C.M. Raemaekers (Vice Dean, Faculty Board member for Education), room 1315346, 050-363 5900 - E.C.W. Dietrich (Managing Director of the Faculty), room 1315-342, 050 363 5900 - M.I. van Dijk (Secretary), room 1315-333, 050-363 5900 Additional member: the Board is supplemented by an advisory student member, annually appointed in September upon the students’ proposal.
98
Information and Communication
Faculty Council: The Faculty Council has 18 members: - 9 members are elected from among the staff (appointed for 2 years) - 9 members are elected from among the students (appointed for 1 year) The executive committee (Presidium) of the Faculty Council consists of the chair (one of the staff representatives) and the vice chair (one of the student representatives). The term begins on 1 September of the year in which the elections for the section in question have taken place. The elections are held in May and are organized in accordance with the University of Groningen Electoral Regulations. An overview of members of the Faculty Council can be found on www.rug.nl/let/faculteit/bestuur/fr/frSamenstelling Faculty Consultative Body for Teaching Policy (FOO) The consultative body has ten members: - 5 academic staff members, nominated by the departmental boards - 5 student members, nominated by the student advisor on the Faculty Board All members are appointed by the Faculty Board: the staff members for a period of two years and the student members for one year. The members of the FOO are listed on the Arts website, under Faculty of Arts Organization Board, departments and staff Board and Committees. Faculty of Arts Teaching Institute Board Director: Dr. L.R. Bruyning, room 1315-107, Secretariat: T.E. Oosterman, room 1315-105, 050 363 5263 Fax: +31 (050) - 363 5704 e-mail:
[email protected] Degree programme coordinators M.G.J. (Miralda) Meulman, room 1315 – 272, 050-3637393 OBS 34 room 202, 050 363 6104 - Archaeology - European Languages and Cultures - KCM - Art History - English Language and Culture - Applied Linguistics (MA) J. (Jolanda) Oosterheert, room 1315-0268 , 050-3635931 - American Studies - Middle-Eastern Studies - History - GLTC W.K.H. (Wim) Slik, room 1315 – 0512, 050-3636013 - Euroculture - IBIO - International Humanitarian Action (NOHA) C. (Karin) Mast, room 1315-0401 050-3635855 - Communication and Information Sciences - Dutch Language and Culture - Linguistics - Information Science - Journalism/Media Studies - Minorities and Multilingualism Office for Student Affairs (BSZ)
Information and Communication
99
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, room H 11.0109 Opening hours: Monday to Friday 11 a.m. - 4 p.m. 050 363 5840/6050 Fax: 050 363 7422 e-mail:
[email protected] Mobility Office Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, room: H 11.110 (balie) opening hours: Monday to Thursday 13.00 tot 16.00 050-363 5968/5917 fax +31 (050)-363 7422 Career Strategy Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 15.108 Open office hour: Monday and Tuesday 13.00 – 14.30 and Friday 9.30-11.00 uur 050-363 5844/4842 fax 050-363 7422 e-mail:
[email protected] internet: rug.nl/let/career-strategy Facilities Language Centre Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, room 1315-129 opening hours: Monday, Tuesday, Wednesday, Friday 11 a.m. - 4 p.m. Thursday 11 a.m. - 8 p.m. e-mail:
[email protected] 050 363 5802 Fax: 050 363 5886 IT Service Desk for Students Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, desk: 1313-201A (near the Harmonie Study Room) opening hours: Monday to Friday 9 a.m. - 10 p.m., Saturday 10 a.m. - 6 p.m. e-mail:
[email protected] AV Services Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, desk: 1313-201A (near the Harmonie Study Room) Reproshop Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, ground floor, 1312-006. Opening hours: Monday to Friday 8.30 a.m. - 4.30 p.m. 050 363 5733 Klapperwinkel (syllabus shop) Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, ground floor, left past the Porters, room 1311-005 opening hours: see website www.rug.nl/rechten/organization/diensten/repro/klapperwinkel 050 363 5915 University Student Desk If you have any questions about applications, admission, registration or deregistration, fixed intake programmes, study delay, student finance and other financial matters, please consult the knowledge base at www.rug.nl/hoezithet. If you cannot find the answer to your question, just click the contact button to send us an e-mail. You can also contact the University Student Desk (USD) at the Academy Building about any of these issues. If the USD cannot help you, they will refer you on, for example to the Student
100
Information and Communication
Service Centre. You can make an appointment for the SSC student counsellors’ office hours via the USD. For the contact details and the opening hours of the USD, go to www.rug.nl/hoezithet Student Service Centre The Student Service Centre (SSC) helps students to find solutions to study problems that cannot be solved within the framework of their degree programme. The student counsellors, psychologists and trainers at the SSC all have a common goal: to prevent or remove impediments to your study progress so that you can develop to your full potential during your time at university. Uurwerkersgang 10 (050) 363 8066
[email protected] www.rug.nl/ssc Information, advice and counselling The student counsellors are specialized in the field of financial matters as well as issues concerning your legal position. They can provide you with information and advice with regard to registration and deregistration, student finance, choice of degree programme, studying with a performance disability and complaints and appeals procedures. If you are incurring study delay due to circumstances beyond your control, for example illness or family circumstances, you should not only immediately consult your study advisor, but if your delay is or may become greater than 15 ECTS you must also report to a study counsellor! Don’t forget to do this, as it is one of the conditions for qualifying for financial support from the University of Groningen Graduation Fund. More information can be found on the website: www.rug.nl/studievertraging. Coaching and short-term therapy The psychologists at the SSC can help you if your study progress is hindered by study stress or concentration problems or if you are suffering from anxiety attacks, mood swings, eating disorders or addiction. You can also consult the psychologists if you are struggling with problems to do with your phase of life: your identity, dealing with others, leaving home. Their help usually consists of an intake interview, followed by a short series of individual counselling sessions. Group activities, such as assertiveness training and mindfulness, are also available. Psychological Counselling Service 050 363 5544 Training courses and workshops The trainers offer courses, training sessions and workshops in the fields of studying successfully and personal development. This includes courses in studying effectively, how to deal with the tendency to procrastinate, academic writing skills and learning to cope with fear of failure and study stress, or a workshop on multiple choice exams. Our wide range of activities is regularly updated. For more information, contact details and the opening hours of the SSC, go to www.rug.nl/ssc. Talent and Career Center (T&CC) Munnekeholm 2, 9711 JA Groningen 050 311 1589 www.talentcareercenter.nl Central Portal for the Legal Protection of Student Rights (CLRS) P.O. Box 72, 9700 Groningen, the Netherlands www.rug.nl/studenten/regelingen University Funds Committee (UFC) P.O. Box 72, 9700 AB Groningen, the Netherlands. E-mail:
[email protected]
Information and Communication
101
Centres for Teaching and Research Arctic Centre www.rug.nl/research/arctisch-centrum/ A-weg 30, room 43.35-025 050 363 6834 e-mail:
[email protected] Centre for Canadian Studies www.rug.nl/research/canada-studiecentrum/ Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, room H 15.191 050 363 5891 Fax: 050 363 5821 e-mail:
[email protected] Center for Japanese Studies www.rug.nl/research/centrum-voor-japankunde/ Oude Boteringestraat 34, room 25 050 363 7988 e-mail:
[email protected] Centre for Mexico Studies www.rug.nl/research/mexicostudiecentrum/ Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, room H 15.185 050 363 5879 e-mail:
[email protected] Centre for Gender Studies www.rug.nl/research/centrumgenderstudies/ Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, room H 11.521 050 363 5910 email:
[email protected] Centre for Eastern and Middle Europe Studies (COMES) www.rug.nl/research/comes/ Oude Kijk in 't Jatstraat 26, room H 15.310 050 363 6062 e-mail:
[email protected]
7.3
FACULTY OF ARTS STUDY ADVISORS
Bachelor’s and Master's degree programmes
American Studies
E.R. Sebamalai MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 1315-314, telephone: 363 5938 ersebamalai.youcanbook.me
Archaeology
M.L.J. Bergmans Poststraat 6
102
Information and Communication
Room 116, tel. 363 9082
[email protected] Communication and Information Sciences
A.C. Westra-Hofstee and A. Everaarts Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 1312-411, tel. 363 7413
[email protected]
English Language and Culture
Dr J.P.M. Jansen Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 15,242, tel. 363 5849
[email protected]
European Languages and Cultures
E.R. Sebamalai MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 1315-314, telephone: 363 5938 ersebamalai.youcanbook.me Dr J.M.C. Boode Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 15.274, tel. 363 5933
[email protected]
History
R.P. van der Borg Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 15.501, tel. 363 8986/ 7694
[email protected] Vacancy
Classics
R.P. van der Borg Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 15.501, tel. 363 8986/ 7694
[email protected]
Information Science/Humanities Computing
A.C. Westra-Hofstee and A. Everaarts Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 1312-411, tel. 363 7413
[email protected]
International Relations and International Organization
R. Huttinga Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 15.502, tel. 363 9177
[email protected] D. Niks Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 15.502, tel. 363 4971
[email protected]
Arts, Culture and Media
Information and Communication
L.D.M.E. van Heteren Oude Boteringestraat 32-34 Room 129, tel. 363 6043
[email protected]
103
J. Bogers Oude Boteringestraat 34 Room 311, tel. 363 6092
[email protected] Art History
J. Bogers Oude Boteringestraat 34 Room 311, tel. 363 6092
[email protected]
Media Studies
E.M. Kastelein MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 1315-0501, telephone: 363 5984
[email protected]
Minorities & Multilingualism
A.C. Westra-Hofstee and A. Everaarts Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 1312-411, tel. 363 7413
[email protected]
Middle-Eastern Studies
Dr J.M.C. Boode Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 1315-274, telephone: 363 5933
[email protected]
Dutch Language and Culture
A.C. Westra-Hofstee and A. Everaarts Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 1312-411, tel. 363 7413
[email protected]
Linguistics
R. Groenewold MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 1315-423, telephone: 363 5707
[email protected]
Master’s degree programmes: Research Master’s degree programmes
K.J. van Ophem Oude Boteringestraat 34 Room 1126-105, tel. 363 3106
[email protected]
Euroculture
M. van der Weij Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 1315-221, telephone: 363 6293
[email protected]
Humanitarian Action
E.M. Herman-Pletiougina Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 1315.209, tel. 363 6065
[email protected]
104
Information and Communication
Mediastudies and Journalism
E.M. Kastelein MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 1315-0501, telephone: 363 5984
[email protected]
Literary Studies
E.R. Sebamalai MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 1315-314, telephone: 363 5938 ersebamalai.youcanbook.me Dr J.M.C. Boode Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 15.274, tel. 363 5933
[email protected]
Multilingualism
Dr H. Loerts Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 15.246, tel. 363 2063
[email protected]
Neurolinguistics
R. Groenewold MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 12.402, tel. 363 6129
[email protected]
Study advisor for transfer students of Speech Therapy
M. Neijmeijer Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room: 1315.0436 (Thursday morning) tel. 363 2077
[email protected]
Applied Linguistics
Dr H. Loerts Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Room 15.246, tel. 363 2063
[email protected]
Information and Communication
105
7.4
LECTURERS
name
tel.
building
room
e-mail adres
prog.
drs. B.L. Aardema
5991
H 12
527
[email protected]
dr. S.I. Aasman
6030
H 12
509
[email protected]
drs. J. Alba Duran A. Arian MA dr. S. Arnoldussen dr. A. van den Assem prof. dr. P.A.J. Attema drs. E. Aykac dr. M. Baár dr. V. M. Baaijen dr. A.H.M. De Baets prof. dr. H.T. Bakker prof. dr. Y.R.M. Bastiaanse prof. dr. W.J. van Bekkum dr. J.F. Benders prof. dr. K. van Berkel dr. P. Boele van Hensbroek dr. G.W. Bol dr. A.M. Bollmann prof. ir. J. Bos prof. dr. C.W. Bosch dr. L.M. Bosveld-de Smet prof. dr. C.L.J. de Bot dr. G. Bouma dr. E.M.A. van Boven dr. I.M. van den Broek dr. D.T. Broersma prof. dr. M.J. Broersma dr. P. Broomans dr. S. Brouwer dr. E.A.M. Bulder dr.C. Cakirlar prof. dr. R.T.J. Cappers R. Chesal BA drs. G.A. Collenteur D. Colwell BA dr. S. Corbellini dr. S. Couperus drs. A.G. Cuesta Garcia dr. W.D. Daling dr. C. Dekker dr. N. de Deugd drs. M.E. Dicke J. van Dommelen BA
5881 6007 6714 6679 6913 9029 8932 5859 6031 5819 5558
H 15 H 12 P’str6 H 15 P’str6 H 12 H12 H 12 H 11 OBS23 H 15
189 528 20 529 119 133 522 406 524 012 402
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
IBIO NOHA Gesch./ KCM ETC IBIO Arch IBIO Arch IBIO Gesch CIW/Ned Gesch Indisch TW
5818
H 15
288
[email protected]
MOS
6096 6003 3666
OBS34 H 11 H15
025 523 212
[email protected] [email protected] [email protected]
Kgesch Gesch GSG
5978 5930 6642 5993 5934 7282 5937 5804 6530 7741 5955 7275 6062 3680 6732 6744 8260 5987 8260 5966 5952 5881 5797 5842 8531 5893 8260
H 12 H 15 H11 H11 H 11 H 15 H 11 H 15 H 15 H 11 H 15 H 15 H 15 H 12 P’str6 B’str9 H 13 H 12 H 13 H 15 H 15 H 15 H 12 H 15 H 15 H 15 H 13
410 269 418 537 430 236 428 409 378 530 379 289 280 516 233 012 020 510 020 376 170 189 507 239 506 175 020
TW ETC Infkunde Gesch Infkunde TTW Infkunde Ned Journ Gesch Journ ETC ETC Gesch Arch Arch Journ Gesch Journ Gesch ETC ETC Gesch Eng IBIO ETC Journ
dr. M.R. Doortmont prof. dr. G.J. Dorleijn dr. J. Dotlacil dr. M.E. Drent
6002 5853 9089 5998
H 15 H 15 H 15 H15
529 412 407 508
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
106
IBIO Ned TW IBIO
Information and Communication
tel.
building
room
e-mail adres
prog.
dr. J.W. Drijvers prof. dr. M.G.J. Duijvendak drs. A.M. Engbersen dr. E. van Es prof.dr. R. Esser dr. C.E. Evink dr. S. Faltas dr. J. Flood dr. S.A. Folkerts dr. F. Gaenssmantel drs. M.D.P. GarciaJiménez dr. A.M.E.A. de Gendt dr. J. van Gessel dr. P.J.D. Gielen dr. D.G. Gilbers
8189 3678
H 12 H 12
527 508
[email protected] [email protected]
Gesch Gesch
6996 7363 6006 6164 9461 5852 5356 5822 5890
H 12 OBS23 H 11 OBS52 H 15 H 15 H 12 H 15 H 15
431 022 524 121 524 235 108 508 178
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
CIW KCM Gesch Filosofie IBIO Eng Gesch IBIO ETC
5874 6078 6088 5983
H 15 OBS34 OBS34 H 11
182 125 209 422
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
dr. A.L. Gilroy dr. F. Giumelli prof. dr. C.M. de Glopper dr. C.S. GooskensChristiansen Dr. M.N. Gosen dr. T.S. Graham drs. J.M.P. van Haastrecht dr. H.I. Hacquebord dr. J. Hanich prof. dr. T.H.F. Halbertsma dr. F. Harbers prof. dr. M.A. Harder dr. A.G. Harryvan prof. dr. J. van der Harst dr. K.J. Heidecker dr. A. Heinrich dr. B.S. Hellemans prof. dr. P. Hendriks drs. G.C. van Hengel dr. B. Henkes dr. B.A. Herborth prof.dr. J. Herman
5908 9685 5976 5827
H 15 H 15 H 12 H 15
311 507 414 287
5859 5469 4662
H 12 H 1315 H 12
402 374 422
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
ETC KCM KCM TW/ Ned AS IBIO CIW/Ned ETC
5814 8138 8540
H 15 OBS23 H 15
251 111 208
[email protected] [email protected] [email protected]
TTW KCM IBIO
8536 6022 6033 6015 5996 6530 6065 5863 7149 6030 2908 6014
H 15 H 11 H 15 H 12 H 12 H15 H12 H 15 H 12 H 12 H 12 H 15
377 427 515 515 513 378 513 418 528 509 519 214
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
drs. L.D.M.E. van Heteren dr. B.P. van Heusden dr. N.H. Hilton dr. A. Hoag prof. dr. J.C.J. Hoeks prof. dr. J. Hoeksema Dr. W.J. Hoekstra prof. dr. H.W. Hoen prof. dr. A.F.L. van Holk dr. B. Hollebrandse dr. R.L. Holzhacker dr. Q.L. van den Hoogen
6043
OBS34
129
[email protected]
Journ GLTC IBIO IBIO Gesch Journ Gesch Ned/TW Gesch Gesch IBIO IBIO NOHA KCM
6018 9462 5926 7443 5862 5970 6019 9082 5631 5986 6078
OBS23 H 15 H15 H 12 H 15 H 11 H 11 P’str6 H 15 H1315 OBS34
104 396 249 418 414 534 536 116 415 509 206
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
KCM M&M Eng CIW Ned Gesch IBIO Arch Ned IBIO KCM
name
Information and Communication
Ned/CIW Journ CIW
107
name
prof.dr. M. Hoogland drs. E.Y. Hooijmaaijers dr. S. de Hoop dr. C.H. Horstmeier dr. A.M.H. van Hout dr. H.P. Houtzagers dr. M. Huiskes M.C. Huiskes MA dr. R.A. Hummel dr. C. Humrich prof. dr. C. J.M. Jansen dr. J.P.M. Jansen J.F. Jansma MA drs. P.N. Jansma L. Brinks, MA, Msc Dr. T. Jelfs prof. dr. G.T. Jensma dr. E. Jiresch J.C. Jones, LLM dr. J. de Jong dr. J.L. de Jong dr. L. de Jong drs. M. de Jong dr. R. de Jonge dr. W.M. Jongman dr. R. Jonkers prof.dr.P. Jordan dr. E. Juarros Daussà R.J. Kamer BA drs. S. Kamerling dr. ir. M.R. Kamminga dr. E.H.K. Karel dr. W. Kehrein dr. J. Keizer prof. dr. M.G. Kemperink drs. S. van Kiel drs. L. Kjellström dr. J.E. Klok dr. M.E. Kluck dr. H.G. Knoeff dr. R.M. Knooihuizen dr.mr.C.L.B. Kocken drs.M.F.A. Kok dr. J. Kolsteeg prof. dr. J.S.A.M. van Koningsbrugge prof. dr. T. Koole dr. J.W. Koopmans prof. dr. E.J. Korthals Altes drs. F. Kramer dr. F.L. Kramer Drs. F.J. Krijnen dr. R.A. Krol dr. J.F. van Kruiningen prof. dr. W.E. Krul
108
tel.
building
6710 6113 5985 8906 6809 6067 7443 7254 7261 8137 2984 5849 5883 5843 8540 9133 8836 5830 9029 6021 6091 6051 5881 7048 5880 6034 6129 5954 5944 8260 9029 7367 7672 5963
7249
P’str6 H 15 221 H 15 524 H15 514 H 15 247 H 15 282 H 12 417 H 12 528 OBS23 024 H 12 519 H 12 430 H 15 242 H 15 172 H 15 241 H 15 203 H 15 309 H 15 361 H 15 291 H 15 508 H 15 220 OBS34 305 P’str 6 234 H 15 189 Landl 1 259 H 15 187 H 12 514 H 15 421 Aweg30 H 15 367 H 13 020 H 12 133 H 15 511 H 12 505 H 15 273 OBS34 104 H 15 413 H 11 192 H 15 291 H 15 292 H 15 420 H 12 522 H15 237 H15 517 OBS34 113 OBS34 229 A. Deusinglaan 2
5856 4927 6081
H 12 H 11 OBS34
4791 5185 5846 5952 5372 6009
H 12 H 12 H 15 H 11 H 12 H 11
5869 3714 5830 5831 6066 8931 5835 5428 6085
room
e-mail adres
prog.
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
425 532 122
j.s.a.m.van.koningsbrugge@ rug.nl
[email protected] [email protected] [email protected]
Arch MOS Gesch IBIO Eng ETC CIW IBIO KCM IBIO CIW Eng ETC Eng IBIO AS M&M ETC IBIO Gesch Kgesch Arch ETC/ UOCG ETC Gesch TW Arct M&M Journ IBIO IBIO Gesch ETC Kgesch Ned ENG ETC ETC TW Gesch Eng IBIO Kgesch KCM Gesch/ ETC CIW Gesch KCM
110 406 324 535 423 535
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Gesch Ned AS Gesch CIW Gesch
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Information and Communication
name
tel.
building
room
e-mail adres
prog.
prof.dr. Y.B. Kuiper dr. Y.P. Kuo dr. C.K. Lamont drs. F.A.F. Langen dr. T. Lanz prof. dr. A.S. Lehmann dr. J.W. Leigh dr. P.M. van Leusen dr. T.E. Lijster dr. D. van der Linden drs. E. van ’t Lindenhout dr. S.I. Linn dr. F.J. Lippert prof. dr. L.E. Lobo Guerrero dr. H. Loerts dr. M.J.J.E. Loonen
6096 9318 7531 5944 6078 5393 6717 2606
OBS34 H 11 H 12 OBS34 H 15 OBS34 H 15 P’str6 OBS34
025 537 519 025 370 312 219 237 209
6055 5268 4655 5882
P’str6 H 15 H 15 H 15
122 173 288 536
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Kgesch Gesch IBIO KCM M&M Kgesch Eurocult Arch KCM Gesch Arch ETC ETC IBIO
2063 6056
H 15 A weg 30 H 15
246 030
[email protected] [email protected]
TTW Arch
248
[email protected]
dr. W.M. Lowie
5807
8439 6098 9622 5870 6075 5836 5815 5925 7689 5974 6045 7258
Broerstraat 4 H 12 413 H 12 510 OBS34 303 OBS34 222 H 15 290 H 11 522 H 15 522 H15 411 OBS34 109 H 15 312 OBS34 113 H 11 426 H 15 376 H 15 285 H 11 429 H 11 436 H 15 523 P”str6 H 15 406/7 P’str6 238 OBS34 102
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
prof. dr. O.M. van Nijf
6968
H 12
526
[email protected]
dr. R.S.H. Nikolsky dr. M. Nissim prof. dr. G.J.M. van Noord drs. J.E. Noordhof-Hoorn dr. A. van Noortwijk dr. A.M.A. van den Oever drs. G.A. Oggel dr. K.E.E. Olsen dr. J. Olthof J.A. Ooms MA
6076 6849 7811
H 15 H 12 H 11
275 424 431
[email protected] [email protected] [email protected]
Eng/ TTW minor Taalw Gesch Kgesch KCM Eng Gesch IBIO Ned Kgesch AS Kgesch IK Journ MOS GLTC Infkunde IBIO Arch Ned Arch Kgesch/ KCM Gesch/ GLTC MOS IK Infkunde
dr. A.P.M. Lucardie dr. B.A.M. Maassen dr. W.J. Marchand dr. A.M. Martin dr. K.A.M. McGee dr. T.D. Mecsnober dr. C.M. Megens dr. J.F. Meijer dr. M.E. Meijer Drees Dr. E.W. Meijles dr. M.E. Messmer drs. J. Meyer dr. G.J. Mills dr. D. Mustata drs. P.G.T. Nanninga prof. dr. R.R. Nauta prof. dr. ir. J. Nerbonne dr. M. Neuman dr. J.A.W. Nicolay dr. I.B. Nieuwenhuis dr. A.J. Nijboer drs. L. Nijenhof
6829 5800 5987 6093 4829 7481 6011 8983 5864
6003 5875 5866 5888 5851
H 11 OBS23 OBS23 H 15 H 15
523 115 118 171 240
5860
H 12
426
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Gesch KCM KCM ETC Engels Gesch CIW
Information and Communication
109
tel.
building
room
e-mail adres
prog.
dr. Y.P. Ongena dr. A. Oussaïd dr. A.B. Overbeek drs. H.C.W. Padmos prof. dr. W.G. Pansters dr. R.F.J. Paping dr. J.H.M. Peeters drs. A.M.J. Peetoom
7443 5867 5173 5854 5890 7252 5961 8260
H 12 H 12 H 12 H 12 H 13 H 12 P’str6 H 13
417 420 514 402 178 520 016 020
CIW CIW Gesch CIW ETC/Mex Gesch Arch Journ
dr. R.G.P. Peters drs. M.H.M. van Pinxteren dr. C.P.J. van der Ploeg
7699 8260
H 11 H 13
529 0020
2379
OBS34
205
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
dr. S. van der Poel drs. M. Poortman prof.dr. D.C.M. Raemaekers prof.dr. B.A.M. Ramakers prof. dr. G. Redeker dr. R.F. Regtuit prof.dr. J.W. Renders drs. G.M. Riemersma dr. G.C. van Roozendaal M.A. Rossi MA A.L.M. Rousse-Malpat MA dr. P. de Ruiter dr. E.H. Runia prof. dr. C.G. Santing K.M. Santing MA dr. D.D. Satoer dr. R.W.M. van Schaïk drs. M.M. Schiller dr. A. Schüppert
6569 3680 6723
H 12 H 12 P’str6
521 516 106
[email protected] [email protected] [email protected]
KCM/ Kgesch Gesch Gesch Arch
5861
H 15
405
[email protected]
Ned
5973 6116 5816 8260 5969 5371 7537
H 12 H 11 H 12 H 13 H 15 H 12 H 15
429 417 132 020 505 101 168
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
CIW GLTC Gesch Journ IBIO IBIO ETC
OBS34 H 15 H 11 H 15 H 11 H 12 OBS34 H 15
104 520 520 267 421 504 204 265
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Kgesch Gesch Gesch MOS TW Gesch KCM TW/ETC
T. Schuringa M. van der Schuur MA Dr. D.U. Shim R. Siebelink BA dr. A. Singh dr. C. Six dr. I.F. van der Sluis M.A.M. Smit MA P.H. Smit MA C.W.A. Smith MA dr. B.J. Smits prof. dr. S.I. Sobecki prof.dr. Th. Spek drs. H. Sportel F. Steenhuisen
6089 8736 6117 5820 6038 5743 6937 9627/ 5830 5190 6116 7896 8260 5914 7233 5813 8260 8536 5846 6012 7047 6096 9029 6056
514 417 513 0020 507 525 428 020 377 324 108 253 314 133 030
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Gesch GLTC IBIO Journ Gesch Gesch CIW Journ Journ AS Gesch Eng Kgesch IBIO Arctisch
dr. R.G.A. Steinkrauss dr. M.P. Stevenson dr.E.A.C. Storm-Smeets dr. N.M. Stukker
5963 4681 6096 5865
H 12 H 11 H 15 H 13 H 12 H 12 H 12 H13 H 15 H 15 H 12 H15 OBS34 H 12 A weg 30 H 15 H 15 OBS34 H 12
278 372 025 419
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
ETC Journ Kgesch Ned/CIW
name
110
Gesch Journ
Information and Communication
name
dr. P.G. Tassenaar dr. D. Theodoridou dr. M.L. Thompson dr. M.W.A. van Tilburg dr. J.M.L. den Toonder dr. W. Tops dr. M. Uebele prof.dr. R.J. van der Veen dr. J.W. Veluwenkamp prof. dr. W.M. Verhoeven dr. L.K. Vermeer dr. M.H. Verspoor dr. I. Visser dr. W. Visser mr. dr. H.H. Voogsgeerd dr. S. van Voorst dr. N.M.T. Voelkner dr. S. Voutsaki dr. K. de Vries dr. M. de Vries drs. R.W. de Vries dr. T. de Vries dr. W. Vuijk dr. M.C. van der Waal prof.dr. C. Wagenaar prof. dr. G.C. Wakker Drs. H.J. Wedman drs. J.E. Weijermars dr. G.M. Welling M. Westra, Ma dr. M.B. Wieling prof.dr. H.B.M. Wijfjes dr. S.M. Wijma prof. dr. J.H. de Wilde dr. M.K. Williams dr. C.G. Williamson dr. T.A.C. Witschge prof. dr. D.J. Wolffram dr. J. van der Woude dr. M. Zwiers dr. C.J.W. Zwart dr. A. Zwitter
tel.
building
room
e-mail adres
prog.
7252
H 12 OBS34 H15 H 15 H 15 H 11 H 12
520 125 310 521 191 421 516
Gesch KCM AS Gesch ETC TW Gesch Gesch
H 11 H 15 H 11 H 15 H 15 H 15 H 15 H 15 H 15 P’str6 H 15 H 15 OBS34
527 323 537 246 244 368 514 406 518 124 249 432 225
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
H 12 H 12 H 15 OBS34 H 15 H 13 H 15 H 11 H 12 H 11 H 15 H 12 H 15 H 11 H 12 H 15 H 15 H 15
521 412 221 109 338 020 412 432 203 434 380 531 532 524 531 376 346 278
Gesch CIW Eurocult Kgesch GLTC Journ Ned Infkunde IBIO IK Journ Gesch IBIO Gesch Gesch Journ Gesch TTW/Eng
H 12 H 15 OK5
525 163 102
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] Joanne.van.der.woude@rug. nl
[email protected] [email protected] [email protected]
5077 5910 5891 6038 3680 9345 5838 7273 7274 5946 5619 5868 5985 6726 5837 3688 6937 3843 6010 5871 5013 6101 5900 8260 6679 5474 5428 5979 5269 6032 5997 7741 5950 7699 6114 8848 5975
Information and Communication
Gesch AS Gesch Eng/TTW Eng M&M IBIO Ned IBIO Arch Eng TW KCM
Gesch TW IBIO
111