Minoraanbod Faculteit der Letteren
I
In ieder bachelorprogramma is een profileringsruimte van 30 stp opgenomen in het eerste semester van het derde studiejaar. De profileringsruimte is bestemd voor studie in het buitenland, een stage, voor keuzevakken of voor een minor. Een minor bestaat uit een samenhangend pakket van 30 stp. Een minor is bedoeld ter verbreding of verdieping van de eerste major of de combinatie van majoren en is een samenhangend geheel van onderdelen. In principe is de minor vrije keuze, maar de profileringsruimte kan ook ingevuld worden met een minor die bedoeld is ter voorbereiding op een bepaalde masteropleiding, of op de lerarenopleidingen. Een verbredende minor heeft geen voorkenniseisen en geeft een kennismaking met of inleiding op een vakgebied en kan interdisciplinair. Studenten in een overgangsprogramma, die al minoronderdelen gevolgd hebben in hun tweede jaar en nog majoronderdelen in het eerste semester van hun derde jaar moeten volgen, stellen de invulling van de profileringsruimte vast in overleg met hun studieadviseur.
II
Inhoudsopgave
Geschiedenis minoren
1
Geschiedenis minorpakketten
1
Geschiedenis keuzevakken
1
Interdisciplinaire minoren Interdisciplinaire minorpaketten
1 1
Minor Academic English
1
Minor Amerikanistiek
2
Minor Cultuur van de Middeleeuwen
2
Minor The Dutch in the World
3
Minor Early Modern Culture
4
Minor Migration Studies
5
Minor Stadsgeschiedenis Amsterdam
5
Minor Spaans
6
Interdisciplinaire keuzevakken Kunst en cultuur minoren Kunst en cultuur minorpakketten
6 6 7
Minor Architectuur, kunst en media: theorie en praktijk
7
Minor Re-Mix: Creativity, Participation and Ownership in a Digital Age
7
Kunst en cultuur keuzevakken Literatuur en cultuur minoren Literatuur en cultuur minorpakketten Minor Aan de slag met Literatuur Literatuur en cultuur keuzevakken Oudheid minoren Oudheid minorpakketten
8 8 8 8 9 9 9
Minor Antieke cultuur
10
Minor Antieke religie in context
10
Minor Griekse taal en cultuur
11
Basiscursus Grieks jaar 1
11
Taalverwerving Grieks jaar 1
11
Minor Inleiding in de West-Europese archeologie
12
Minor Latijnse taal en cultuur
12
Basiscursus Latijn jaar 1
13
Taalverwerving Latijn jaar 1
13
Minor Taal en cultuur van het Oude Nabije Oosten
13
Oudheid keuzevakken
14
Taal en communicatie minoren
15
Taal en communicatie minorpakketten
15
Minor Journalistiek voor studenten Communicatie- en informatiewetenschappen
15
Minor Journalistiek voor studenten Communicatiewetenschappen
15
Minor Journalistiek voor studenten Nederlands
16
Taal en communicatie keuzevakken Minor Forensische Linguïstiek
16 16 III
Vak: Academic English: Grammar
17
Vak: Academic English: Pronunciation training
17
Vak: Academic English: Writing 1
18
Vak: Academic English: Writing 2
19
Vak: Academic English: Writing 3
20
Vak: American Literature 1900-present
21
Vak: Analyzing Sources
22
Vak: Antiek christendom Grieks en Latijn
23
Vak: Antieke en patristische wijsbegeerte
24
Vak: Antieke numismatiek
25
Vak: Archeologisch veldwerk, Mediterrane wereld 3
26
Vak: Archeologisch veldwerk, West-Europa 3
27
Vak: Architectuur en Actualiteit
28
Vak: Architectuur van de Middeleeuwen
28
Vak: Basiscursus geschiedenis van de Oudheid
29
Vak: Basiscursus Grieks 1a
30
Vak: Basiscursus Grieks 1b
31
Vak: Basiscursus Grieks 1c
32
Vak: Basiscursus Latijn 1a
32
Vak: Basiscursus Latijn 1b
33
Vak: Basiscursus Latijn 1c
34
Vak: Beginselen strafrecht
35
Vak: Beroepspraktijk Kunst en Cultuur
36
Vak: Bijbels en klassiek verhalengoed
37
Vak: Chinese Migrations to Africa: History and Present
39
Vak: City and Court in the Renaissance
39
Vak: Contemporary Literary Culture
40
Vak: Creative Writing
41
Vak: Creativity: Between Art, Culture and Industry
42
Vak: Culturele bronnen van de politieke geschiedenis
43
Vak: De geschiedfilosofie van Frank Ankersmit (HP)
45
Vak: De stad als merk (in Europa en de VS)
46
Vak: De stad in de Middeleeuwen
47
Vak: De stad in de Renaissance
48
Vak: Digital Humanities
48
Vak: Discourse analyse, zelfstudie
49
Vak: Dutch Colonialism in European Perspective
50
Vak: Dutch Literature and Culture of the Golden Age
51
Vak: Elementary Course Babylonian 1
52
Vak: Elementary Course Babylonian 2
52
Vak: Elementary Course Babylonian 3
53
Vak: Europa en de Pax Americana, esg 3
54
Vak: Filmrepertoires
55
Vak: Forensische linguïstiek A, introductie
55
Vak: Forensische linguïstiek B, Current Issues
56 IV
Vak: From Commonplace to Copy-Paste
57
Vak: Global History in debat
59
Vak: Godsdiensten van de Oudheid
60
Vak: Griekse en Latijnse literatuurgeschiedenis
61
Vak: Het hof in de Middeleeuwen
62
Vak: Het verhaal van een opgraving
62
Vak: Het Zuiden van de Verenigde Staten
63
Vak: Hindoestaanse migratiegeschiedenis
64
Vak: Historisch Amsterdam
65
Vak: History and Cultures of the Ancient Near East
66
Vak: History of Emotions
67
Vak: History of Mesopotamian Law
68
Vak: Holocaust: Geschiedenis en Herinnering
68
Vak: Human Rights & the Citizenship of Aliens
69
Vak: Human Rights and Borders
70
Vak: Impact van het Romeinse leger op de grensstreken van het Romeinse Rijk
71
Vak: Individuele verdieping in de architectuurgeschiedenis A
72
Vak: Individuele verdieping in de architectuurgeschiedenis B
73
Vak: Inleiding communicatiewetenschap
74
Vak: Inleiding editiewetenschap
74
Vak: Inleiding in de archeologie A
76
Vak: Inleiding in de archeologie B
76
Vak: Inleiding taalvariatie Haagse Harrie en zijn vrienden
77
Vak: Inleiding taalwetenschap, zelfstudie
78
Vak: Interuniversitaire bachelorwerkgroep Florence
79
Vak: Introduction to American Studies
80
Vak: Introduction to Cultural History
80
Vak: Journalistieke vaardigheden
81
Vak: Landschapsarchitectuur
82
Vak: Literaire cultuur in de Middeleeuwen
82
Vak: Literaire kritiek
83
Vak: Marokkaans Arabisch A
84
Vak: Marokkaans Arabisch B
85
Vak: Mediterrane pre- en protohistorie
86
Vak: Meesterwerken uit de wereldliteratuur
87
Vak: Middeleeuwen in debat
88
Vak: Middeleeuwse verhalenschat
90
Vak: Migrations in Europe
91
Vak: Minor basiscursus Spaans 1a
92
Vak: Minor basiscursus Spaans 1b
92
Vak: Minor Communicatie via teksten
93
Vak: Minor Toetsende statistiek
93
Vak: Museumkunde
94
Vak: Myths of Dutch Art
95
Vak: Ondernemerschap
96 V
Vak: Oudchristelijk Grieks en Latijn
97
Vak: Overzicht geschiedenis van de Oudheid voor archeologen
98
Vak: Post uit de VS, jaren '20
99
Vak: Prehistorie van Nederland
100
Vak: Remix and Copyright
101
Vak: Remix: Remediation and Fandom
102
Vak: Romeins Gallië en de Germaanse provincies
103
Vak: Romeinse kolonisatielandschappen
104
Vak: Schrijvershuisbezoeken
105
Vak: Seminar publieke opinie en communicatie
106
Vak: Sleutelteksten Kunst en Cultuur
107
Vak: Sociale geschiedenis van de Verenigde Staten
108
Vak: Stage architectuurgeschiedenis
109
Vak: Stage contemporaine geschiedenis
110
Vak: Stage cultuurgeschiedenis
111
Vak: Stedebouw
111
Vak: Taal in het Spaanstalig gebied
112
Vak: Taalverwerving Grieks 1a
113
Vak: Taalverwerving Grieks 1b
114
Vak: Taalverwerving Grieks 1c
114
Vak: Taalverwerving Latijn 1a
115
Vak: Taalverwerving Latijn 1b
116
Vak: Taalverwerving Latijn 1c
118
Vak: The Netherlands in the Early Modern Period
118
Vak: The Netherlands in the Late Middle Ages
119
Vak: Typical Dutch
120
Vak: Vormgeving en visualiteit
121
Vak: Water in wereldsteden
122
Vak: Werkcollege Amsterdam en andere steden
123
Vak: Werkcollege Holocaust: Geschiedenis en Herinnering
124
VI
Geschiedenis minoren Opleidingsdelen: - Geschiedenis minorpakketten - Geschiedenis keuzevakken
Geschiedenis minorpakketten
Geschiedenis keuzevakken Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
De geschiedfilosofie van Frank Ankersmit (HP)
Periode 2
6.0
L_GCHPGES003
Holocaust: Geschiedenis en Periode 1 Herinnering
6.0
L_GCBAALG001
Stage contemporaine geschiedenis
Ac. Jaar (september)
9.0
L_GCBAGESSTA
Stage cultuurgeschiedenis
Ac. Jaar (september)
9.0
L_GNBAGESSTA
Werkcollege Holocaust: Geschiedenis en Herinnering
Periode 2+3
6.0
L_GCBAALG002
Interdisciplinaire minoren Opleidingsdelen: - Interdisciplinaire minorpaketten - Interdisciplinaire keuzevakken
Interdisciplinaire minorpaketten Opleidingsdelen: -
Minor Academic English Minor Amerikanistiek Minor Cultuur van de Middeleeuwen Minor The Dutch in the World Minor Early Modern Culture Minor Migration Studies Minor Stadsgeschiedenis Amsterdam Minor Spaans
11-6-2012 - Pagina 1 van 125
Minor Academic English Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Academic English: Grammar
Period 1
3.0
L_ETBAALG001
Academic English: Pronunciation training
Period 2
3.0
L_ETBAALG002
Academic English: Writing 1 Period 1
3.0
L_EABAALG005
Academic English: Writing 2 Period 2
3.0
L_ETBAALG003
Academic English: Writing 3 Period 3
3.0
L_ETBAALG004
Minor Amerikanistiek De minor Amerikanistiek is bedoeld voor studenten met een brede interesse in Amerikaanse cultuur, literatuur en geschiedenis, of studenten die dat complexe land beter willen doorgronden. Een overzicht van Amerikaanse literatuur en geschiedenis vormen de hoofdmoot van de minor, maar een aantal vakken zijn ook interdisciplinair of kijken meer specifiek naar een bepaalde regio of specifiek object. De minor bestaat uit twee verplichte onderdelen: “Introduction to American Studies” en “Sociale geschiedenis van de Verenigde Staten". Daarnaast kiezen studenten uit de overige vakken. Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
American Literature 1900present
Period 2+3
6.0
L_ELBAELK207
De stad als merk (in Europa Periode 2 en de VS)
6.0
L_GEBAALG004
Europa en de Pax Americana, esg 3
9.0
L_GEBAGES304
Het Zuiden van de Verenigde Staten
Periode 1+2
6.0
L_GEBAALG005
Introduction to American Studies
Period 1
6.0
L_ELBAELK206
Post uit de VS, jaren '20
Periode 2+3
6.0
L_GABAGES206
6.0
L_GEBAALG003
Sociale geschiedenis van de Periode 1 Verenigde Staten
Minor Cultuur van de Middeleeuwen Deze minor is bestemd voor studenten die zich vanuit een interdisciplinaire benadering willen verdiepen in een bijzonder tijdvak: over geschiedenis, kunst- en architectuurgeschiedenis, en letterkunde van Westeuropa in de Middeleeuwen. 11-6-2012 - Pagina 2 van 125
Het aangeboden programma omvat 30 studiepunten. De interdisciplinaire reeks ‘De stad in de Middeleeuwen’ (alternerend met ‘Het hof in de Middeleeuwen’) gaat over de volgende onderwerpen: urbanisering in WestEuropa; de stad in de literatuur; het beeld van de stad; studenten en geleerden; bedelorden in de stad; de stad als sociaal vangnet; stadscultuur in de late Middeleeuwen. In het college ‘Middeleeuwen in debat’ komen wetenschappelijke discussies aan de orde over problemen als: feodaliteit, hoofsheid, gender, rituelen en macht. In de collegereeks ‘Middeleeuwse verhalenschat’ gaat de aandacht uit naar thema’s in verschillende narratieve genres (roman, heiligenleven, exempel, verhalenbundels als Decamerone van Boccaccio en The Canterbury Tales van Chaucer), en naar het verhalende karakter van architectuur. Bij ‘Literaire Cultuur in de Middeleeuwen’ gaat het om bestudering van beroemde teksten die in de twaalfde en dertiende eeuw geschreven werden voor een publiek in Frankrijk, Engeland en de Lage Landen. Coördinator: R. Zemel (
[email protected]) Deelnemende docenten: K. Goudriaan; I. van Koningsbruggen; J. van der Meulen; A. Speetjens; A. Tervoort; R. Zemel. Eindtermen: Op academisch niveau bestuderen van literatuur over het betreffende tijdvak vanuit een interdisciplinaire optiek. Presentatie op dat niveau door het schrijven van een werkstuk. Ingangseisen en doelgroep: Deze minor staat open voor studenten met een major op het gebied van letterkunde, geschiedenis, kunst- en architectuurgeschiedenis. En voor studenten van Letteren met belangstelling voor middeleeuwse cultuur. Structuur en opbouw: Het aanbod betreft een viertal colleges, samen 30 studiepunten. Te onderscheiden zijn twee clusters van elk 15 studiepunten: a. De stad en Verhalenschat (periode 1 en 2); en b. Middeleeuwen in debat en Literaire cultuur Middeleeuwen (periode 2 en 3) Zie beneden voor de beschrijving van de colleges. Voorbereiding op master: Deze minor is aanbevolen voor een master op het gebied van letterkunde, geschiedenis, kunst- en architectuurgeschiedenis. Voertaal: Nederlands. Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
De stad in de Middeleeuwen Periode 1
6.0
L_AABAALG028
Het hof in de Middeleeuwen
6.0
L_AABAALG033
Literaire cultuur in de Middeleeuwen
Periode 2+3
6.0
L_NOBAALG006
Middeleeuwen in debat
Periode 2+3
9.0
L_AABAALG032
Middeleeuwse verhalenschat
Periode 1+2
9.0
L_AABAALG022
Minor The Dutch in the World
11-6-2012 - Pagina 3 van 125
The Dutch in the World focuses on the interaction between the Netherlands and the rest of the world from the Middle Ages until the present day. What are the characteristics of the Netherlands in dealing with other cultures as well as their own, and how are these represented or questioned in historical sources, poems, plays, paintings, buildings and political structures? This English-language, interdisciplinary minor offers a broad perspective on these matters, provided by the departments of History, Art and Literature. The minor consists of a set of seven courses, equalling a total sum of 48 ECTS. Five study tracks of four to five courses have been designed, each offering a complete minor of 30 ECTS: Art & Literature History & Literature History & Art History Mix of Art, Literature and History Students may choose any of these tracks, according to their major and their interests. For more information go to www.let.vu.nl/nl/opleidingen/minoren/minorthe-dutch-in-the-world Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Contemporary Literary Culture
Period 1
6.0
L_NABANLK203
Dutch Colonialism in European Perspective
Periode 2+3
6.0
L_GCBAGES212
Dutch Literature and Culture Period 2 of the Golden Age
6.0
L_NOBAALG005
Myths of Dutch Art
12.0
L_AABAALG021
The Netherlands in the Early Periode 2 Modern Period
6.0
L_GABAGES207
The Netherlands in the Late Period 1 Middle Ages
6.0
L_GMBAGES204
Typical Dutch
6.0
L_GCBAGES211
Period 1+2+3
Period 1
Minor Early Modern Culture Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Analyzing Sources
Periode 1+2
9.0
L_GABAALG002
City and Court in the Renaissance
Periode 2+3
6.0
L_AABAALG034
Digital Humanities
Periode 1
6.0
L_GABAALG001
History of Emotions
Periode 2+3
6.0
L_GABAALG004 11-6-2012 - Pagina 4 van 125
Introduction to Cultural History
Periode 1+2
9.0
L_GABAALG003
Minor Migration Studies This interdisciplinary minor is for students in the social sciences, humanities, and law who are interested in the subject of migration. It offers an introduction to the migration history of Europe, with particular attention to the link between colonialism and migration, and introduces the main research and policy issues concerning contemporary migration, its impact on citizenship, and its management by the state from the perspective of social science and law. The minor consists of five 6-point courses. Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Chinese Migrations to Africa: History and Present
Period 2+3
6.0
L_GWBAALG001
Hindoestaanse migratiegeschiedenis
Periode 2+3
6.0
L_AABAGES201
Human Rights & the Citizenship of Aliens
Period 2
6.0
R_HumRC
Human Rights and Borders
Period 1
6.0
R_HumRB
Migrations in Europe
Period 1
6.0
L_GABAGES205
Minor Stadsgeschiedenis Amsterdam De minor biedt kennis en inzicht in het ruimtelijk fenomeen Amsterdam en haar geschiedenis. Het bestuderen van Amsterdam is een doel in zichzelf, zeker voor studenten met een interesse voor de cultuur en geschiedenis van hun leefomgeving. Daarnaast is de studie van Amsterdam een introductie op de bredere problematiek van wereldsteden en de omgang met erfgoed. De minor bestaat uit twee verplichte onderdelen: Historisch Amsterdam colleges en excursies (periode 1 en 2) waarin de nadruk ligt op het ‘lezen over en van de geschiedenis van en in de stad’ en het werkcollege Stadsgeschiedenis/Amsterdam (periode 2 en 3) dat bestaat uit een theoretisch deel over methoden van onderzoek waarna studenten zelfstandig een casus uitzoeken. Zij schrijven daarover een essay en houden een referaat op de VU of tijdens een excursie in de stad. Voor deelname aan dit werkcollege dienen de colleges en excursies gevolgd te zijn. Daarnaast kiezen studenten voor de omvang van 12 studiepunten uit de keuzevakken of combinaties van vakken uit de lijst. Daarnaast: stage (beperkte mogelijkheid, niveau 2/3) cursus “Roma caput mundi’, KNIR (periode 3; beperkte mogelijkheid, niveau 2/3) individuele verdieping (keuzevak architectuurgeschiedenis, niveau 2/3)
11-6-2012 - Pagina 5 van 125
Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Architectuur en Actualiteit
Periode 1
3.0
L_KBBAAG105
Architectuur van de Middeleeuwen
Periode 1+2, Periode 2+3
6.0
L_KBBAAG106
De stad als merk (in Europa Periode 2 en de VS)
6.0
L_GEBAALG004
De stad in de Middeleeuwen Periode 1
6.0
L_AABAALG028
De stad in de Renaissance
Periode 2
6.0
L_AABAALG030
Global History in debat
Periode 1
6.0
L_GABAGES204
Historisch Amsterdam
Periode 1+2
9.0
L_AABAALG024
Landschapsarchitectuur
Periode 2+3
6.0
L_KBBAAG206
Stedebouw
Periode 1
6.0
L_KBBAAG205
Vormgeving en visualiteit
Periode 1
6.0
L_KBBAALG001
Water in wereldsteden
Periode 2+3
6.0
L_GEBAGES206
Werkcollege Amsterdam en Periode 2+3 andere steden
9.0
L_AABAALG027
Minor Spaans Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Minor basiscursus Spaans 1a
Periode 1, Periode 2
6.0
L_HABAALG003
Minor basiscursus Spaans 1b
Periode 2, Periode 3
6.0
L_HABAALG004
Taal in het Spaanstalig gebied
Periode 2+3
3.0
L_HABASPA107
Interdisciplinaire keuzevakken Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Ondernemerschap
Periode 2
6.0
L_AABAALG035
Kunst en cultuur minoren Opleidingsdelen: - Kunst en cultuur minorpakketten
11-6-2012 - Pagina 6 van 125
- Kunst en cultuur keuzevakken
Kunst en cultuur minorpakketten Opleidingsdelen: - Minor Architectuur, kunst en media: theorie en praktijk - Minor Re-Mix: Creativity, Participation and Ownership in a Digital Age
Minor Architectuur, kunst en media: theorie en praktijk Deze minor kent twee lagen: enerzijds een theoretische opstap naar de diverse masters van K&C, anderzijds een kennismaking met de beroepspraktijk. Sleutelteksten (theoretisch deel) Film (theoretisch deel) Culturele bronnen van de politieke geschiedenis (onderzoeksvaardigheid) Beroepspraktijk: architectuur, kunst en media Museumkunde (theorie en praktijk) Vormgeving en visualiteit (theorie) Elke module is 6 ects Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Beroepspraktijk Kunst en Cultuur
Periode 2
6.0
L_KBBAALG002
Culturele bronnen van de politieke geschiedenis
Periode 2+3
6.0
L_GABAGESHV5
Filmrepertoires
Periode 1
6.0
L_AABAALG029
Museumkunde
Periode 1
6.0
L_KNBAALG001
Sleutelteksten Kunst en Cultuur
Periode 2
6.0
L_KABAALG004
Vormgeving en visualiteit
Periode 1
6.0
L_KBBAALG001
Minor Re-Mix: Creativity, Participation and Ownership in a Digital Age Dit is een interfacultaire minor die zowel voor internationale studenten aangeboden wordt, als ook voor de eigen en andere faculteiten binnen en buiten de VU. From Commonplace to Copy-Paste: Readers Using Texts (6 ECTS periode 1) Remix and Copyright (6 ECTS, periode 2) Remix: Remediation and Fandom (9 ECTS, periode 1 & 2) Creativity: Between Art, Culture and Industry (9 ECTS periode 2) For more information go to /www.let.vu.nl/nl/opleidingen/minoren/re-mix Vakken:
11-6-2012 - Pagina 7 van 125
Naam
Periode
Credits
Code
Creativity: Between Art, Culture and Industry
Period 1+2
9.0
L_KABAALG003
From Commonplace to Copy-Paste
Period 1
6.0
L_NOBAALG004
Remix and Copyright
Periode 2+3
6.0
L_AABAALG036
Remix: Remediation and Fandom
Period 1+2
9.0
L_ZABAALG003
Credits
Code
Individuele verdieping in de Ac. Jaar (september) architectuurgeschiedenis A
9.0
L_KBBAAG307
Individuele verdieping in de Ac. Jaar (september) architectuurgeschiedenis B
6.0
L_KBBAAG308
Interuniversitaire Periode 4+5 bachelorwerkgroep Florence
10.0
L_KABAKGS303
Stage architectuurgeschiedenis
6.0
L_KBBAAGSTA
Kunst en cultuur keuzevakken Vakken:
Naam
Periode
Periode 1+2+3
Literatuur en cultuur minoren Opleidingsdelen: - Literatuur en cultuur minorpakketten - Literatuur en cultuur keuzevakken
Literatuur en cultuur minorpakketten Opleidingsdelen: - Minor Aan de slag met Literatuur
Minor Aan de slag met Literatuur In de minor Aan de slag met Literatuur (30 stp), die zowel bestemd is voor studenten uit de letterenfaculteit als studenten uit andere faculteiten, wordt de literatuur vanuit verschillende invalshoeken bestudeerd. In een voornamelijk historisch georiënteerd hoorcollege, getiteld Meesterwerken uit de wereldliteratuur (collega A), passeren ´big books´ uit de wereldliteratuur van de middeleeuwen tot heden de revue. Tijdens de colleges Literaire kritiek (B1) nemen de studenten de rol van recensent op zich door zich de trainen in schrijven van een 11-6-2012 - Pagina 8 van 125
(aantrekkelijke) recensie. Wie voor Editiewetenschap kiest (B2), wordt vertrouwd gemaakt met de aard en opzet van een moderne wetenschappelijke teksteditie. Bij Schrijvershuisbezoeken (C1) gaan studenten samen met hun docent op bezoek bij een aantal schrijvers en verdiepen zij zich in hun werk en literatuuropvattingen. Het college Creative Writing (C2) ten slotte leert studenten nadenken over het schrijverschap en moedigt hen aan zelf de pen op papier te zetten. Wie durft? Ben je gefascineerd door literatuur, het literaire leven en het schrijverschap? Ambieer je een culturele baan? Wil je het (literaire) onderwijs in? Dan kan deze samenhangende minor voor jou inzichtgevend zijn! De minor bestaat uit één verplicht onderdeel A (12 stp): het college ‘Meesterwerken uit de wereldliteratuur’ Vervolgens maken geïnteresseerde studenten een keuze uit de B-colleges: Literaire Kritiek (12 stp) of Editiewetenschap (12 stp) Tot slot kiezen ze één van de twee C-colleges: Schrijvershuisbezoeken (6 stp) of Creative Writing (6 stp) Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Creative Writing
Periode 2
6.0
L_NNBAALG001
Inleiding editiewetenschap
Periode 1+2
12.0
L_AABAALG025
Literaire kritiek
Periode 1+2
12.0
L_AABAALG026
Meesterwerken uit de wereldliteratuur
Periode 1+2+3
12.0
L_AABAALG020
Schrijvershuisbezoeken
Periode 2
6.0
L_NNBAALG002
Literatuur en cultuur keuzevakken
Oudheid minoren Opleidingsdelen: - Oudheid minorpakketten - Oudheid keuzevakken
Oudheid minorpakketten Opleidingsdelen: -
Minor Antieke cultuur Minor Antieke religie in context Minor Griekse taal en cultuur Minor Inleiding in de West-Europese archeologie
11-6-2012 - Pagina 9 van 125
- Minor Latijnse taal en cultuur - Minor Taal en cultuur van het Oude Nabije Oosten
Minor Antieke cultuur Deze minor is bestemd voor diegenen die willen kennismaken met de wereld van het antieke Middellandse-Zeegebied en het Nabije Oosten. Er wordt aandacht besteed aan de geschiedenis, de literatuur, de mythologie en de godsdiensten van de volkeren in deze regio’s van ca. 2000 v.Chr. tot ca. 500 n.Chr. De invloed hiervan doet zich gelden tot op de dag van vandaag. De minor bestaat uit 3 verplichte onderdelen. Verder wordt er gekozen tussen de cursussen Godsdiensten van de Oudheid en Antiek Christendom. Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Antiek christendom Grieks en Latijn
Periode 2+3
6.0
L_XCBAGLT202
Basiscursus geschiedenis van de Oudheid
Periode 1+2
9.0
L_GOBAALG101
Bijbels en klassiek verhalengoed
Periode 1+2+3
9.0
L_AABAALG018
Godsdiensten van de Oudheid
Periode 2+3
6.0
L_OABAOHK201
Griekse en Latijnse literatuurgeschiedenis
Periode 1
6.0
L_XABAGLT201
Minor Antieke religie in context Deze minor is bestemd voor diegenen die willen kennismaken met de godsdiensten van het antieke Middellandse-Zeegebied en het Nabije Oosten. De context van de bestudering van deze godsdiensten wordt gevormd door een kennismaking met de literatuur en de filosofie van de Grieken en Romeinen. De minor bestaat uit 5 verplichte onderdelen. Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Antiek christendom Grieks en Latijn
Periode 2+3
6.0
L_XCBAGLT202
Antieke en patristische wijsbegeerte
Periode 1
6.0
W_INL_ANTPAT
Godsdiensten van de Oudheid
Periode 2+3
6.0
L_OABAOHK201
Griekse en Latijnse literatuurgeschiedenis
Periode 1
6.0
L_XABAGLT201
11-6-2012 - Pagina 10 van 125
Overzicht geschiedenis van Periode 1+2 de Oudheid voor archeologen
6.0
L_GOBAARC102
Minor Griekse taal en cultuur Deze minor is bestemd voor diegenen die willen kennismaken met taal en cultuur van de Grieken. Er wordt aandacht besteed aan de geschiedenis, de literatuur, de mythologie en de godsdienst van de Grieken. De invloed van de Griekse cultuur doet zich gelden tot op de dag van vandaag. De minor bestaat uit 3 verplichte onderdelen; Griekse taal (Basiscursus of Taalverwerving), Basiscursus geschiedenis van de oudheid (studenten Geschiedenis moeten echter Bijbels en Klassiek Verhalengoed volgen) en Literatuurgeschiedenis Grieks-Latijn. Bij het onderdeel Griekse taal is de Basiscursus bestemd voor degenen die nooit Grieks hebben geleerd; de cursus Taalverwerving is bestemd voor hen die eindexamen VWO hebben afgelegd in Grieks. Verder wordt er gekozen tussen de cursussen Godsdiensten van de Oudheid en Antiek Christendom. Opleidingsdelen: - Basiscursus Grieks jaar 1 - Taalverwerving Grieks jaar 1 Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Antiek christendom Grieks en Latijn
Periode 2+3
6.0
L_XCBAGLT202
Basiscursus geschiedenis van de Oudheid
Periode 1+2
9.0
L_GOBAALG101
Bijbels en klassiek verhalengoed
Periode 1+2+3
9.0
L_AABAALG018
Godsdiensten van de Oudheid
Periode 2+3
6.0
L_OABAOHK201
Griekse en Latijnse literatuurgeschiedenis
Periode 1
6.0
L_XABAGLT201
Basiscursus Grieks jaar 1 Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Basiscursus Grieks 1a
Periode 1
3.0
L_XGBAGRI108
Basiscursus Grieks 1b
Periode 2
3.0
L_XGBAGRI109
Basiscursus Grieks 1c
Periode 3
3.0
L_XGBAGRI110
11-6-2012 - Pagina 11 van 125
Taalverwerving Grieks jaar 1 Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Taalverwerving Grieks 1a
Periode 1
3.0
L_XGBAGRI112
Taalverwerving Grieks 1b
Periode 2
3.0
L_XGBAGRI113
Taalverwerving Grieks 1c
Periode 3
3.0
L_XGBAGRI114
Minor Inleiding in de West-Europese archeologie Deze verbredende minor is bedoeld voor studenten Oudheidkunde, Keltische studies (UU) en alle studenten die een interesse hebben in de archeologie van de Keltisch-Germaanse samenlevingen op het breukvlak van geschiedenis en prehistorie. De minor bestaat uit de verplichte onderdelen Inleiding in de archeologie A en B, Prehistorie van Nederland, Romeins Gallië en de Germaanse provincies en Impact van het Romeinse leger op de grensstreken van het Romeinse rijk. Verder kiest de student één onderdeel uit het overige aanbod: Verhaal van een opgraving of Antieke numismatiek. Voor deze minor geldt als ingangseis dat deelnemers bij aanvang tenminste 90 studiepunten hebben behaald. Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Antieke numismatiek
Periode 2
6.0
L_BEBAALG004
Het verhaal van een opgraving
Periode 1
6.0
L_BEBAARC103
Impact van het Romeinse leger op de grensstreken van het Romeinse Rijk
Periode 2+3
6.0
L_BEBAALG006
Inleiding in de archeologie A Periode 1
3.0
L_BABAARC109
Inleiding in de archeologie B Periode 2
3.0
L_BABAARC113
Prehistorie van Nederland
Periode 1
6.0
L_BEBAARC207
Romeins Gallië en de Germaanse provincies
Periode 2+3
6.0
L_BEBAARC208
Minor Latijnse taal en cultuur Deze minor is bestemd voor diegenen die willen kennismaken met taal en cultuur van de Romeinen. Er wordt aandacht besteed aan de geschiedenis, de literatuur, de mythologie en de godsdienst van de Romeinen. De invloed van de Romeinse cultuur doet zich gelden tot op de dag van vandaag. De minor bestaat uit 3 verplichte onderdelen; Latijnse taal (Basiscursus of Taalverwerving), Basiscursus geschiedenis van de oudheid (studenten 11-6-2012 - Pagina 12 van 125
Geschiedenis moeten echter Bijbels en Klassiek Verhalengoed volgen) en Literatuurgeschiedenis Grieks-Latijn. . Bij het onderdeel Latijnse taal is de Basiscursus bestemd voor degenen die nooit Latijn hebben geleerd; de cursus Taalverwerving is bestemd voor hen die eindexamen VWO hebben afgelegd in Latijn. Verder wordt er gekozen tussen de cursussen Godsdiensten van de Oudheid en Antiek Christendom. Opleidingsdelen: - Basiscursus Latijn jaar 1 - Taalverwerving Latijn jaar 1 Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Antiek christendom Grieks en Latijn
Periode 2+3
6.0
L_XCBAGLT202
Basiscursus geschiedenis van de Oudheid
Periode 1+2
9.0
L_GOBAALG101
Bijbels en klassiek verhalengoed
Periode 1+2+3
9.0
L_AABAALG018
Godsdiensten van de Oudheid
Periode 2+3
6.0
L_OABAOHK201
Griekse en Latijnse literatuurgeschiedenis
Periode 1
6.0
L_XABAGLT201
Basiscursus Latijn jaar 1 Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Basiscursus Latijn 1a
Periode 1, Periode 3
3.0
L_XLBALAT108
Basiscursus Latijn 1b
Periode 2
3.0
L_XLBALAT109
Basiscursus Latijn 1c
Periode 3
3.0
L_XLBALAT110
Taalverwerving Latijn jaar 1 Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Taalverwerving Latijn 1a
Periode 1
3.0
L_XLBALAT112
Taalverwerving Latijn 1b
Periode 2
3.0
L_XLBALAT113
Taalverwerving Latijn 1c
Periode 3
3.0
L_XLBALAT114
11-6-2012 - Pagina 13 van 125
Minor Taal en cultuur van het Oude Nabije Oosten Deze cursus is bestemd voor diegenen die willen kennismaken met de wereld van het oude Nabije Oosten en dan in het bijzonder die van Mesopotamië. Kennismaking met taal (Babylonisch spijkerschrift), literatuur en geschiedenis in de context van de Mediterrane wereld. De minor bestaat uit 5 verplichte onderdelen (15 stp: Elementary Course Babylonian 1a, 1b en 1c, History and Cultures of the Ancient Near East en History of mesopotamian law) en 4 keuzeonderdelen. Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Basiscursus geschiedenis van de Oudheid
Periode 1+2
9.0
L_GOBAALG101
Bijbels en klassiek verhalengoed
Periode 1+2+3
9.0
L_AABAALG018
Elementary Course Babylonian 1
Period 1
3.0
L_SABAOHK105
Elementary Course Babylonian 2
Period 2+3
6.0
L_SABAOHK106
Elementary Course Babylonian 3
Period 4
3.0
L_SABAOHK107
Godsdiensten van de Oudheid
Periode 2+3
6.0
L_OABAOHK201
History and Cultures of the Ancient Near East
Period 1
3.0
L_SABAOHK206
History of Mesopotamian Law
Period 2+3
3.0
L_SABAOHK207
Mediterrane pre- en protohistorie
Periode 1
6.0
L_BMBAARC205
Oudheid keuzevakken Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Antieke numismatiek
Periode 2
6.0
L_BEBAALG004
Archeologisch veldwerk, Mediterrane wereld 3
Ac. Jaar (september)
6.0
L_BMBAALG002
Archeologisch veldwerk, West-Europa 3
Ac. Jaar (september)
6.0
L_BEBAALG003
Bijbels en klassiek verhalengoed
Periode 1+2+3
9.0
L_AABAALG018
Impact van het Romeinse leger op de grensstreken van het Romeinse Rijk
Periode 2+3
6.0
L_BEBAALG006
11-6-2012 - Pagina 14 van 125
Oudchristelijk Grieks en Latijn
Periode 1
3.0
L_XCBAALG001
Romeinse kolonisatielandschappen
Periode 1
6.0
L_BMBAALG001
Taal en communicatie minoren Opleidingsdelen: - Taal en communicatie minorpakketten - Taal en communicatie keuzevakken
Taal en communicatie minorpakketten Opleidingsdelen: - Minor Journalistiek voor studenten Communicatie- en informatiewetenschappen - Minor Journalistiek voor studenten Communicatiewetenschappen - Minor Journalistiek voor studenten Nederlands
Minor Journalistiek voor studenten Communicatie- en informatiewetenschappen Deze minor is bedoeld voor studenten CIW die toegang willen krijgen tot de master journalistiek. De minor bestaat uit 3 verplichte onderdelen (27 stp): Journalistieke vaardigheden, Seminar publieke opinie en communicatie, en Minor Communicatie via teksten. Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Journalistieke vaardigheden Periode 1+2
15.0
L_AABAALG023
Minor Communicatie via teksten
Periode 1+2
6.0
L_NCBAALG008
Seminar publieke opinie en communicatie
Periode 3
6.0
S_SPOC
Minor Journalistiek voor studenten Communicatiewetenschappen Deze minor is bedoeld voor studenten Communicatiewetenschap die toegang willen krijgen tot de master journalistiek. De minor bestaat uit 3 verplichte onderdelen en 1 keuzevak (3 stp: in overleg). Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
11-6-2012 - Pagina 15 van 125
Discourse analyse, zelfstudie
Periode 1, Periode 4
6.0
L_NCPMJOU003
Journalistieke vaardigheden Periode 1+2
15.0
L_AABAALG023
Minor Communicatie via teksten
6.0
L_NCBAALG008
Periode 1+2
Minor Journalistiek voor studenten Nederlands Deze minor is bedoeld voor studenten Nederlands die toegang willen krijgen tot de master journalistiek. De minor bestaat uit 4 verplichte onderdelen. Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Inleiding communicatiewetenschap
Periode 1
6.0
L_NCBAALG101
Journalistieke vaardigheden Periode 1+2
15.0
L_AABAALG023
Minor Toetsende statistiek
Periode 1
6.0
L_NCBAALG007
Seminar publieke opinie en communicatie
Periode 3
6.0
S_SPOC
Credits
Code
Inleiding taalvariatie Haagse Periode 1+2+3 Harrie en zijn vrienden
9.0
L_AABAALG019
Marokkaans Arabisch A
Periode 4+5
6.0
L_WABAALG003
Marokkaans Arabisch B
Periode 1+2
6.0
L_WABAALG004
Taal en communicatie keuzevakken Opleidingsdelen: - Minor Forensische Linguïstiek Vakken:
Naam
Periode
Minor Forensische Linguïstiek Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Beginselen strafrecht
Periode 2
6.0
R_BegstrR
Forensische linguïstiek A, introductie
Periode 1
6.0
L_NCBAALG006
11-6-2012 - Pagina 16 van 125
Forensische linguïstiek B, Current Issues
Periode 2
6.0
L_NCBAALG009
Inleiding taalwetenschap, zelfstudie
Periode 1
6.0
L_PABAALG001
Academic English: Grammar Course code
L_ETBAALG001 ()
Period
Period 1
Credits
3.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
prof. dr. M. Hannay
Teaching staff
prof. dr. M. Hannay, dr. A.G. Dorst
Teaching method(s)
Seminar
Course objective After successfully completing this course you will have gained insight into the most important aspects of English grammar, and in terms of language production you will have be able to avoid most of the major grammatical pitfalls. Course content A practical introduction to basic aspects of the grammar of contemporary English, with special attention for the most important differences between Dutch and English, as well as the problems that students typically have when writing formal English. Form of tuition Interactive lectures and seminars; weekly assignments Type of assessment Diagnostic online intake test; final written exam Course reading Mackenzie, J.L. (2002). Principles and pitfalls of English grammar. Bussum: Coutinho (2nd ed.) Entry requirements English at Dutch VWO level Target group Students across the university who wish to improve the correctness of their English. Remarks If you wish to follow the
Academic English: Pronunciation training Course code
L_ETBAALG002 ()
Period
Period 2
Credits
3.0
11-6-2012 - Pagina 17 van 125
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
dr. L.M. Rupp
Teaching staff
dr. L.M. Rupp
Teaching method(s)
Seminar
Course objective After successfully completing this course you will be able to describe the 10 most common English pronunciation difficulties and fix these in your own pronunciation. You will also be able to describe the adverse effects of a broad foreign accent in professional situations. Course content We will analyse the 10 most common English pronunciation difficulties. Form of tuition Interactive classes supported by audiovisual and electronic material. Students are expected to do weekly reading and assignments. Type of assessment 2 recordings (50%) and assignments (50%) Course reading material on Blackboard Target group students across the university who wish to improve their English pronunciation Remarks Class attendance is obligatory.
Academic English: Writing 1 Course code
L_EABAALG005 ()
Period
Period 1
Credits
3.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
dr. S.M.K. van Vliet
Teaching staff
dr. S.M.K. van Vliet, prof. dr. M. Hannay
Teaching method(s)
Lecture, Seminar
Course objective After successfully completing this course you will be able to write a well-structured English text in a formal style about a subject related to your own study, free of serious lexical and grammatical error which would have an adverse effect on the readability of the text. Course content In this first writing course the emphasis is on (a) identifying the sentence structures and kind of language used in different academic texts in different disciplines, and (b) getting to grips with the basic problems involved in writing good, formal English (e.g. differences 11-6-2012 - Pagina 18 van 125
between English and Dutch, the essentials of English punctuation, formal style). Form of tuition interactive lectures and seminars Type of assessment one early diagnostic text, then one graded, mid-period writing assignment, then one final graded text of approx. 1200 words. The final mark is an average of the two graded assignments. The first assignment must be no lower than 5. Course reading Hannay, M. & J.L. Mackenzie (2009). Effective Writing in English. 2nd edition. Bussum: Coutinho. There will also be separate materials posted on Blackboard Entry requirements at least one year of university study, including experience in writing academic text Target group students across the university who want to improve their written English in an academic context Remarks If you want to do this course you need to follow 'Academic English: Grammar' as well. Note also that this is an English writing skills course rather than simply a writing skills course. The assumption is that participants have already successfully completed an academic skills course in their first language.
Academic English: Writing 2 Course code
L_ETBAALG003 ()
Period
Period 2
Credits
3.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
prof. dr. M. Hannay
Teaching staff
prof. dr. M. Hannay
Teaching method(s)
Lecture, Seminar
Course objective After successfully completing this course you will be able to write a well-structured academic text in English about a specialized subject in own discipline. You will be able to write texts which are relatively free of lexical and grammatical error, and which exhibit the stylistic features and textual conventions of research papers appropriate to the discipline. Course content the emphasis in this follow-on course is on (a) developing general and discipline-specific academic vocabulary, (b) improving the coherence and readability of your texts
11-6-2012 - Pagina 19 van 125
Form of tuition interactive lectures and seminars Type of assessment two short mid-period assignments and one final academic paper of 20002500 words. Course reading Hannay, M. & J.L. Mackenzie (2009). Effective Writing in English. 2nd edition. Bussum: Coutinho. There will also be separate materials posted on Blackboard. Entry requirements Academic English: writing 1 Target group Students of all faculties who are considering writing their Bachelor dissertation in English or are thinking about doing a Master's degree where English is the language of instruction.
Academic English: Writing 3 Course code
L_ETBAALG004 ()
Period
Period 3
Credits
3.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
prof. dr. M. Hannay
Teaching staff
prof. dr. M. Hannay
Teaching method(s)
Seminar
Course objective After successfully completing this course you will be confident about writing academic research papers in English. Course content The emphasis in this level 3 writing course is on expanding your grammatical and idiomatic repertoire, as well as developing your ability to edit your own text. We start with an analysis of the combined texts produced by students in the course Academic English: writing 2, do any remedial work necessary, and proceed from there with practice in reformulating badly written text. Form of tuition seminar Type of assessment paper, approx. 3000 words; final online grammar test. To pass the course you must post a pass mark for the paper and achieve a minimum of 80% on the grammar test. Course reading Hannay, M. & J.L. Mackenzie (2009). Effective Writing in English. 2nd edition. Bussum: Coutinho. There will also be separate materials posted
11-6-2012 - Pagina 20 van 125
on Blackboard. Entry requirements academic English: writing 1 and 2 Target group students of all faculties who are considering writing their Bachelor dissertation in English or are thinking about doing a Master's degree where English is the language of instruction
American Literature 1900-present Course code
L_ELBAELK207 ()
Period
Period 2+3
Credits
6.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
dr. B. Boter
Teaching staff
dr. B. Boter
Teaching method(s)
Seminar
Course objective This course introduces students to American texts (prose, poetry, and drama) to provide a literary-historical overview of the most significant themes and developments of these bodies of literature from 1900 to 2000. Students are asked to analyse how American literature has developed in this period and especially how literature reflects history and how history has influenced literary styles and themes. The written exam tests the students' insights into the most prominent themes discussed during class. For the essay students are asked to write a coherent and independent analysis of one or more aspects of twentieth-century literature. Students will be assessed on the ability to write, originally and with clarity, on both details and overarching themes in their chosen texts. Course content The twentieth century is often referred to as ‘the American Century’. This course focuses on the question of how the United States coped with this success and what the flipside of this success was. We wil focus on the emancipation of women and of African Americans, but also on the Cold War as represented in literature. Form of tuition The course is taught in seven seminars. Students are expected to have prepared the text(s) before class and should be ready to discuss them with their peers and instructor. Students can choose their own topic for the essay as long as it is related to one of the authors and/or texts discussed in class. Type of assessment Exam at the end of periode 2 (40 percent); an essay (40 percent); participation/attendance/blackboard discussions (20 percent). Course reading
11-6-2012 - Pagina 21 van 125
Primary literature: Margaret Atwood, Surfacing (Anchor); Peter Barry, Beginning Theory (Manchester UP); William Faulkner, As I Lay Dying (Vintage); F. Scott Fitzgerald, The Great Gatsby (Penguin); J.D. Salinger, The Catcher in the Rye (Penguin); Toni Morrison, Song of Solomon (Vintage). Secondary literature: Students need to find appropriate secondary sources for their essay themselves. Entry requirements Ordinarily students will have to have finished all the first-year courses. Please contact the instructor if you do not fulfill this requirement and want to follow this course anyway. Target group Second-year students of Literatures in English; premaster-students of English; exchange students; students following the American Studies minor; optional course for third-year students of Literary Studies. Remarks This course is taught in English; attendance is compulsory; exchange students need to contact the lecturer before registering for this course. This course is part of the transition program of third year English Literature.
Analyzing Sources Vakcode
L_GABAALG002 ()
Periode
Periode 1+2
Credits
9.0
Voertaal
Engels
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. I.B. Leemans
Docent(en)
prof. dr. F.A. van Lieburg, dr. J.H.M. de Waardt, dr. I.R. Vermeulen, dr. A. van Strien, dr. P.H. Moser, dr. F.H. Schmidt, prof. dr. A.A. den Hollander, prof. dr. I.B. Leemans, prof. dr. A. Kets-Vree, prof. dr. H.W. Roodenburg
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Kennismaking met de verschillende bronnen en onderzoeksmethoden die in de cultuurgeschiedenis worden gebruikt Inhoud vak In Analyzing Sources maken de studenten kennis met de grote variëteit aan bronnen die worden ingezet voor cultuurhistorisch onderzoek, met de onderzoeksgeschiedenis van dergelijke bronnen (wat voor soort onderzoek is er via deze bronnen uitgevoerd?) en de analyseproblematiek die aan de bron kleeft. Bronnen die aan de orde zullen komen: egodocumenten, orale bronnen, pamfletten, preken, bijbels, gravures, satires, objecten, architectuur, juridische archiefstukken, catalogi, kaarten, manuscripten, portretten, tijdschriften, etc . Onderwijsvorm
11-6-2012 - Pagina 22 van 125
Werkcolleges Toetsvorm Opdrachten (cijfer 0-10) Literatuur Reader met primaire en secundaire teksten Doelgroep Dit vak staat open voor alle belangstellende studenten en wordt speciaal aanbevolen voor studenten Geschiedenis, Letterkunde, Kunstgeschiedenis, Cultuur- of Literatuurwetenschap en Culturele Antropologie.
Antiek christendom Grieks en Latijn Vakcode
L_XCBAGLT202 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. N.M. Vos
Docent(en)
dr. N.M. Vos
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Bestudering van primaire bronnen. Bestudering van een inleidende studie op het gebied van het vroege christendom. De student wordt geacht kennis te nemen van de wijze waarop het vroege christendom zich ontwikkelde. Men moet in staat zijn verbanden te leggen tussen historische fenomenen. Student wordt geacht primaire bronnen in vertaling te lezen en deze op elkaar te betrekken. Het betreft hier uiteenlopende genres. Ook in de vorm van het wetenschappelijke artikel wordt kennis gemaakt met de wetenschappelijk literatuur. Er moet kennis genomen worden van verschillende interpretaties die de afgelopen decennia op tal van terreinen (historisch/letterkundig) binnen het vakgebied zijn geformuleerd. Het betreft hier de geschiedenis van het vak en de daarin gehanteerde theorieën en modellen. Aan de hand studievragen en groepsdiscussies wordt de zelfstandige oordeelsvorming gestimuleerd. Inhoud vak Tijdens dit college wordt de ontwikkelingsgang van het vroege christendom in context geschetst. Hierbij gaat de aandacht uit naar diverse aspecten: politiek, maatschappelijk, cultureel. De eigenheid van verschillende fasen in het proces zal worden belicht en belangrijke conflicten worden besproken. Voorts worden de belangrijkste literaire genres en de voornaamste auteurs behandeld. In mindere mate wordt tevens plaats ingeruimd voor beeldmateriaal. Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege Toetsvorm Schriftelijk tentamen
11-6-2012 - Pagina 23 van 125
Literatuur Gillian Clark, Christianity & Roman Society, Cambridge 2004/2006 Doelgroep 1e jaars studenten major Grieks en Latijn; 2e jaars studenten Oudheidkunde met Grieks of Latijn
Antieke en patristische wijsbegeerte Vakcode
W_INL_ANTPAT (150008)
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Wijsbegeerte
Coördinator
dr. M. Martijn
Docent(en)
dr. M. Martijn
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak The aim of the course is not only to give the students an understanding of the historical development of philosophy produced in the Greek- (and to a lesser extent Latin- or Syriac-) speaking world, but also to make them aware of its enormous influence on the history of ideas. The foundations of philosophy lie in the philosophy of Ancient Greece. In almost every session we shall combine a lecture with discussions devoted to a close reading of a text (in English translation). The general aim is to acquaint the students with the founding questions of philosophy and therefore with the names and views of the most important ancient philosophers and to present accounts and explanations of those views. The ability to see texts and philosophical ideas analytically is also a goal of the course. Inhoud vak The course on Ancient and Patristic Philosophy is intended as an introduction to the philosophical tradition of Ancient Greece and Rome and its elaboration in Early Christian thought. Since philosophy as a discipline (i.e. as a discipline with its own technical vocabulary and its own specific questions) originated in Greece (which corresponds not only to contemporary Greece but to the Mediterranean area which includes Asia Minor, Graecia and Magna Graecia), this course is actually also an introduction to philosophy itself. The period of time under consideration is huge: theoretically it runs from the 7th century B.C. to the 8th century A.D., i.e. from the era of the formation of philosophical thought, as opposed to a mythical explanation of the world, to the rational elaborations of Christian thought. Obviously it is impossible to follow the historical development of philosophical thought in a course of this nature. Therefore the general topic of metaphysics will guide us in our analysis: what is metaphysics ? What is the question of an absolute foundation of truth? When was metaphysics as such born ? In the light of this topic the most important philosophers and philosophical subjects will be the focus of our classes. Particular attention will also be
11-6-2012 - Pagina 24 van 125
devoted to introducing philosophical terms: almost every one of them is derived from Ancient Greek. Concretely, students who complete the course should have acquired an understanding of the main issues of Ancient and Patristic philosophy:
1. Pre-Socratic philosophy: what is philosophy ? 2. Socratic Philosophy : what is philosophy ? What is wisdom ? 3. Plato: Ideas, the question of truth and Meno’s Paradox. 4. Plato: Myths, metaphors and dialogues. 5. Aristotle: Logic and Metaphysics 6. Aristotle: Form and matter. 7. Aristotle: Ethics 8. Hellenistic schools: metaphysics or anthropology ? 9. Neoplatonism. 10. Neoplatonism and patristic thought: Augustinus (and pseudoDionysius) 11. Aristotelianism and patristic thought : Boethius Reading assignments and detailed description will follow Toetsvorm A written exam at the end of the lessons ; discussions during the classes (Opdrachten: 30 %, Tentamen: 70%). Literatuur Literature will be distributed through blackboard and/ or in the lessons Overige informatie Regularly attending the classes is part of the preparation to the exam.
Antieke numismatiek Vakcode
L_BEBAALG004 ()
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J.G. Aarts
Docent(en)
dr. J.G. Aarts
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Excursie
Doel vak Het college heeft als doel: inzicht te krijgen in de verschijningsvormen van Griekse, Keltische en met name Romeinse munten (materiaalkennis); kennismaking met determinatie van Romeinse munten; het verwerven van kennis met betrekking tot de volgende onderwerpen: geschiedenis van het geld in de Griekse, Keltische en Romeinse wereld; functie en karakter van geld in de Oudheid; de rol van geld in macro-economische theorieën m.b.t. het Romeinse rijk; actuele onderzoeksthema's uit het Romeinse archeologisch-numismatisch veld; kwantitatieve methoden en technieken in numismatisch onderzoek.
11-6-2012 - Pagina 25 van 125
Inhoud vak College 1: inleiding. wat is antieke numismatiek? wat is het verschil tussen munten en geld? Hoe werden munten gemaakt? Stempels en stempelkoppeling. College 2: Geschiedenis van het geld in Europa en West-Azië: de oorsprong van geld; geld in de griekse wereld; college 3: Geschiedenis van het geld in Europa en West-Azië: geld in de keltische en romeinse wereld. College 4: practicum determineren (Romeinse) munten. College 5: inleiding in archeologisch-numismatisch onderzoek; verschillende onderzoeksniveau's; de analyse van muntvondsten op siteniveau. College 6: inleiding in archeologisch-numismatisch onderzoek; de analyse van muntvondsten op site-niveau (vervolg); regionale en supraregionale perspectieven; munten en de oud-historicus; belasting en lange-afstands-handel. College 7: inleiding in archeologischnumismatisch onderzoek; het antropologisch perspectief; geld en de morele economie. Onderwijsvorm Hoorcollege; excursie. Toetsvorm Tentamen (80%); opdrachten (20%). Beoordeling in cijfers (0-10). Literatuur Aarts, J., 2000: Coins or money. Exploring the monetization and functions of Roman coinage in Belgic Gaul and Lower Germany 50 BC-AD 450, 235-244. Dissertatie VU. Aarts, J.G., 2003: Monetization and army recruitment in the Dutch river area in the early 1st Century AD, in: Grünewald & S. Seibel (eds), Kontinuität und Diskontinuität, Germania inferior am Beginn und am Ende der Römischen Herrschaft, Berlin/NY, 162180. Burnett, A. 1987: Coinage in the Roman World, London, 17-140. Carradice, I. & M. Price, 1988: Coinage in the Greek World, London, 928, 48-63, 89-103. Crawford, 1970: 'Money and exchange in the Roman World' in: Journal of Roman Studies 60, 40-48. Duncan-Jones, R.P. 1990: Structure and Scale in the Roman Economy, Cambridge, hoofdstuk 12, 30-47 en 187-198. Hopkins, K., 1980: 'Taxes and trade in the Roman empire (200 BC-AD 400)', in: Journal of Roman Studies, 70, 101-125. Howgego, C., 1994: 'Coin circulation and the integration of the Roman economy', in: Journal of Roman Archaeology, 7, 5-21. Von Reden, S., 202: Money in the ancient economy: A survey of recent research, in: Klio 84-1 (2002), 141174. Reece, R.M., 1988: 'Interpreting Roman hoards' in: World Archaeology 20 (vol. 2), 261-269. Doelgroep In 2011-2012 eenmalig verplicht in het overgangsprogramma voor 3e jaars studenten Archeologie; als keuzeonderdeel voor 3e jaars studenten Oudheidkunde, Geschiedenis, GLTC en studenten van andere opleidingen met belangstelling voor numismatiek. Overige informatie Alleen als deel van het minoraanbod.
Archeologisch veldwerk, Mediterrane wereld 3 Vakcode
L_BMBAALG002 ()
Periode
Ac. Jaar (september)
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands 11-6-2012 - Pagina 26 van 125
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J.P. Crielaard
Docent(en)
dr. G.L.M. Burgers, dr. J.P. Crielaard
Lesmethode(n)
Veldwerk, Werkcollege
Doel vak "Verdere training in het verrichten van veldwerk (opgraving en/of survey) in het Mediterrane gebied; de training is gericht op het zelfstandig en in groepsverband; kunnen uitvoeren van veldwerktechnieken, inzicht in en constructief meedenken over in het veld te nemen beslissingen, en het opstellen van een schriftelijk rapport in het Engels dat de belangrijkste veldactiviteiten en het proces van oordeelsvorming en interpretatie beschrijft." Toetsvorm Schriftelijk verslag (in Engels) Vereiste voorkennis "De module: - Archeologisch veldwerk, Mediterrane wereld, 2 (L_BMBAARC204)" Doelgroep 3e jaars studenten Mediterrane archeologie en studenten Oudheidkunde Overige informatie Alleen als deel van het minoraanbod Zie verder Archeologisch veldwerk, Mediterrane wereld, 2(L_BMBAARC204)
Archeologisch veldwerk, West-Europa 3 Vakcode
L_BEBAALG003 ()
Periode
Ac. Jaar (september)
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J.G. Aarts
Docent(en)
dr. J.G. Aarts
Lesmethode(n)
Veldwerk, Werkcollege
Doel vak Opdoen van praktijkervaring in het uitvoeren van surveys en opgravingen. Een kritische houding ontwikkelen tov Programma’s van Eisen (Nederlandse opgravingen) en van te voren geformuleerde vraagstellingen; in staat zijn om grondsporen/features zelfstandig te ‘lezen’ en interpreteren en daarover op een heldere manier te rapporteren; verder ontwikkelen van veldwerktechnieken waarbij het mogelijk is om zich te specialiseren op één gebied; verder ontwikkelen van kennis mbt het interpreteren van opgravingsresultaten (feature-analyses en materiaalanalyse); terugkoppelen van opgravingsresultaten aan de vraagstellingen (in het Programma van Eisen). Inhoud vak Veldwerk.
11-6-2012 - Pagina 27 van 125
Onderwijsvorm Deelname aan een opgraving in Nederland gedurende 6 weken. Toetsvorm Schriftelijk verslag en veldwerkkaart (zie 'Handleiding Veldwerk'). Beoordeling in cijfers (0-10). Vereiste voorkennis Inleiding in de veldarcheologie I+II; Veldwerk 2. Doelgroep 3e-jaars Archeologie Overige informatie Alleen als deel van het minoraanbod;
Architectuur en Actualiteit Vakcode
L_KBBAAG105 ()
Periode
Periode 1
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. J.E. Bosma
Docent(en)
drs. E.M. van Hellemondt, prof. dr. J.E. Bosma
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak De studenten op een zodanige wijze inwijden in actuele architectonische, stedebouwkundige en landschapsarchitectonische kwesties dat interesse voor de verklarende waarde van een historisch perspectief ontstaat Inhoud vak Aan de hand van actuele debatten in de publieke opinie, internet of vaktijdschriften wordt gezocht naar de structuur achter het ogenschijnlijke incident en naar de voorgeschiedenis of de herhaling ervan in het verleden Onderwijsvorm Hoorcollege, excursie Toetsvorm mondeling tentamen Literatuur wordt bij aanvang van de colleges bekend gemaakt Doelgroep 1e jaar major Architectuurgeschiedenis
Architectuur van de Middeleeuwen Vakcode
L_KBBAAG106 ()
11-6-2012 - Pagina 28 van 125
Periode
Periode 1+2, Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. J.E. Bosma
Docent(en)
drs. I.B.S. van Koningsbruggen
Lesmethode(n)
Excursie, Hoorcollege
Doel vak De student(e) leert de belangrijkste gebouwen van de middeleeuwen in Europa kennen, krijgt inzicht in de relatie tussen vormgeving en cultuurhistorische en ruimtelijke context, in het rituele gebruik van architectuur, betekenisgeving en materiaalgebruik. De student(e) leert de objecten te plaatsen in het kunsthistorische kader van stijlen en typologieën en leert plattegronden, opstanden en doorsneden lezen en het architectonische termen- en begrippenapparaat toepassen. Tenslotte wordt de student getraind in het opbouwen van een visueel geheugen voor objecten van architectuur. Inhoud vak De collegereeks over de belangrijkste gebouwen uit de Europese middeleeuwen is chronologisch thematisch opgebouwd. Aan de orde komt de relatie tussen het oorspronkelijk functioneren (de liturgie, de rituelen) van kerkgebouwen of kloostercomplexen, hun vormgeving en inrichting. Aandacht is er ook voor de cultuurpolitieke context: waarom lieten machtige opdrachtgevers gebouwen in een bepaalde vorm optrekken? De totstandkoming van de grote gotische kathedralen wordt besproken in relatie tot hun politieke, theologische en ruimtelijke context, waarbij ook inzicht geboden wordt in de bouwtechniek en de beschikbare materialen. Tijdens twee dagexcursies (naar Utrecht en 's-Hertogenbosch) demonstreren studenten hun kennis over Middeleeuwse architectuur in Nederland. Onderwijsvorm hoor en responsiecolleges; zelfstandig bestuderen van literatuur; dagexcursies met opdrachten Toetsvorm tentamen (80 %) en opdrachten (20%) Literatuur Roger Stalley, Early Medieval Architecture, Oxford 1999.C17 Spiro Kostof, A History of Architecture. Settings and Rituals. New York/Oxford 1995 (of nieuwe editie, indien beschikbaar), 244-401.B27 J.E. Bosma (red.), Bouwen in Nederland, Zwolle 2007, enkele passages. Doelgroep 1e jaars studenten major Architectuurgeschiedenis en minorstudenten Mediëvistiek
Basiscursus geschiedenis van de Oudheid Vakcode
L_GOBAALG101 ()
Periode
Periode 1+2
Credits
9.0 11-6-2012 - Pagina 29 van 125
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J.J. Flinterman
Docent(en)
dr. W.F.M. Henkelman, dr. J.J. Flinterman
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak Het verwerven van overzichts- en enige verdiepingskennis van de Oude Geschiedenis; het opdoen van enig inzicht in de wijze waarop kennis omtrent de Oude Geschiedenis tot stand komt door kennismaking met het wetenschappelijke debat over een aantal onderwerpen. Inhoud vak Geschiedenis van West-Azië, Egypte en de Griekse wereld van ca. 3500 tot 30 v.Chr. en van de geschiedenis van Rome vanaf ca. 750 v.Chr. tot ca. 600 n.Chr. Onderwijsvorm Hoorcollege (twee uur per week); werkcollege (twee uur per week). Toetsvorm Schriftelijke tentamens aan het einde van periode 1 en periode 2. Beide tentamens bestaan uit een multiple choice-toets over de handboekstof, en een zestal open vragen over de totale stof die in de desbetreffende periode aan de orde is geweest (handboek, reader en collegestof). Beide tentamens tellen voor 50 % mee in het eindresultaat; een onvoldoende resultaat (5 of minder) voor het ene tentamen kan worden gecompenseerd met een voldoende resultaat (6 of meer) voor het andere tentamen, met dien verstande dat het gemiddelde van de twee deelresultaten een 6 dient te zijn. Voor zowel hoor- als werkcolleges geldt aanwezigheidsplicht. Literatuur L. de Blois, R.J. van der Spek, Een kennismaking met de Oude Wereld, zesde druk, Muiderberg, Coutinho, 2001; J.J. Flinterman & R.J. van der Spek (red.), Reader voor de Basiscursus Geschiedenis van de Oudheid I: Het Oude Nabije Oosten en de Griekse wereld, Amsterdam 2011 (periode 1); J.J. Flinterman & R.J. van der Spek (red.), Reader voor de Basiscursus Geschiedenis van de Oudheid II: Rome, Amsterdam 2011 (periode 2). Doelgroep Eerstejaars Geschiedenis, GLTC en Oudheidkunde
Basiscursus Grieks 1a Vakcode
L_XGBAGRI108 ()
Periode
Periode 1
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. E.M. van Opstall
Docent(en)
dr. E.M. van Opstall
Lesmethode(n)
Werkcollege
11-6-2012 - Pagina 30 van 125
Doel vak Eerste kennismaking met het klassieke Grieks. Door zelfstudie en.tijdens de colleges wordt de kennis van de woordenschat, de vormleer en de syntaxis verworven. Tijdens werkcolleges worden van tevoren gemaakte oefeningen en vertalingen besproken en nieuwe stof uitgelegd. Van de student wordt zowel bij de voorbereiding als tijdens de colleges uitdrukkelijk een grote eigen inbreng verwacht. Inhoud vak Mouseion les 1-12 Onderwijsvorm Werkcollege; bij dit college geldt aanwezigheidsplicht. Toetsvorm Schriftelijk tentamen Literatuur T. Mekking en H. Oranje, Mouseion, Amsterdam 2008: VU University Press Doelgroep 1e jaars studenten major Grieks; 1e jaars studenten major Oudheidkunde (met Grieks) die geen eindexamen Grieks hebben gedaan;studenten godgeleerdheid; andere belangstellenden
Basiscursus Grieks 1b Vakcode
L_XGBAGRI109 ()
Periode
Periode 2
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. R.J. Allan
Docent(en)
dr. R.J. Allan
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Voortzetting van de kennismaking met het klassieke Grieks. Door zelfstudie en tijdens de colleges wordt de kennis van de woordenschat, de vormleer en de syntaxis verworven. Tijdens werkcolleges worden van tevoren gemaakte oefeningen en vertalingen besproken en nieuwe stof uitgelegd. Van de student wordt zowel bij de voorbereiding als tijdens de colleges uitdrukkelijk een grote eigen inbreng verwacht. Inhoud vak Mouseion les 13-20 Onderwijsvorm Werkcollege Toetsvorm Schriftelijk tentamen
11-6-2012 - Pagina 31 van 125
Literatuur T. Mekking en H. Oranje, Mouseion, Amsterdam 2008: VU University Press Vereiste voorkennis Mouseion les 1-12 Doelgroep 1e jaars studenten major Grieks; 1e jaars studenten major Oudheidkunde (met Grieks) die; geen eindexamen Grieks hebben gedaan; studenten godgeleerdheid; andere belangstellenden
Basiscursus Grieks 1c Vakcode
L_XGBAGRI110 ()
Periode
Periode 3
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. R.J. Allan
Docent(en)
dr. R.J. Allan
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Voortzetting van de kennismaking met het klassieke Grieks. Door zelfstudie en tijdens de colleges wordt de kennis van de woordenschat, de vormleer en de syntaxis verworven. Tijdens werkcolleges worden van tevoren gemaakte oefeningen en vertalingen besproken en nieuwe stof uitgelegd. Van de student wordt zowel bij de voorbereiding als tijdens de colleges uitdrukkelijk een grote eigen inbreng verwacht Inhoud vak Mouseion les 21-26 Onderwijsvorm Zelfstudie en werkcollege Toetsvorm Schriftelijk tentamen Literatuur T. Mekking en H. Oranje, Mouseion, Amsterdam 2008: VU University Press Vereiste voorkennis Mouseion les 1-20 Doelgroep 1e jaars studenten major Grieks; 1e jaars studenten major Oudheidkunde (met Grieks) die; geen eindexamen Grieks hebben gedaan; studenten godgeleerdheid; andere belangstellenden
Basiscursus Latijn 1a Vakcode
L_XLBALAT108 ()
Periode
Periode 1, Periode 3
11-6-2012 - Pagina 32 van 125
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. P.J. Rose
Docent(en)
dr. P.J. Rose
Lesmethode(n)
Werkcollege, Computerpracticum
Doel vak Een eerste kennismaking met het klassiek Latijn. Tijdens de colleges en door zelfstudie wordt er kennis verworven van de woordenschat, vormleer en syntaxis. Inhoud vak De eerste zes hoofdstukken van het cursusboek Latinitas, inclusief woorden. (Computer)oefeningen met de Latijnse vormleer. Onderwijsvorm Werkcolleges (2 x 2 uur per week) en practica in de computerzaal (2 x 1 uur per week).Tijdens deze bijeenkomsten worden van tevoren gemaakte oefeningen en vertalingen besproken en wordt nieuwe stof uitgelegd. Van de student wordt zowel bij de voorbereiding als tijdens de colleges uitdrukkelijk een grote eigen inbreng verwacht. Toetsvorm Schriftelijk tentamen over Latinitas hoofdstuk 1 t/m 6, inclusief woorden. Literatuur Hans Oranje, Latinitas. Cursus Latijn, Amsterdam 2001 (2e herziene druk) & Hans Oranje, Latinitas. Grammatica en uitwerkingen, Amsterdam 2001 (2e herziene druk). Doelgroep 1e jaars studenten GLTC, 1e jaars studenten Oudheidkunde (met major Latijn) die niet Taalverwerving Latijn 1a volgen; studenten Geschiedenis die zich voorbereiden op een specialisatie Middeleeuwen; overige belangstellenden. Overige informatie Dit college bevat een ICT- component. Studenten met eindexamen Latijn VWO (met voldoende voor het Centraal Eindexamen Latijn) volgen niet Basiscursus Latijn 1a, maar Taalverwerving Latijn 1a. Studenten die een aantal jaren Latijn hebben gevolgd maar geen eindexamen hebben gedaan, nemen voor aanvang van het college contact op met dr. Mieke Koenen: mh. koenen@let. vu. nl Het volgen van de colleges is verplicht.
Basiscursus Latijn 1b Vakcode
L_XLBALAT109 ()
Periode
Periode 2
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren 11-6-2012 - Pagina 33 van 125
Coördinator
dr. P.J. Rose
Docent(en)
dr. P.J. Rose
Lesmethode(n)
Werkcollege, Computerpracticum
Doel vak Voortzetting van de kennismaking met het klassiek Latijn. Tijdens de colleges en door zelfstudie wordt de kennis van de woordenschat, vormleer en syntaxis uitgebreid en de (ver)taalvaardigheid geoefend. Inhoud vak Hoofdstuk 6 t/m 12 uit het cursusboek Latinitas. (Computer)oefeningen met de Latijnse vormleer. Onderwijsvorm Tijdens werkcolleges (2 x 2 uur per week) en practica in de computerzaal (2 x 1 uur per week) worden van tevoren gemaakte oefeningen en vertalingen gezamenlijk besproken en legt de docent nieuwe stof uit. Van de student wordt uitdrukkelijk een grote eigen inbreng verwacht. Toetsvorm Schriftelijk tentamen over Latinitas hoofdstuk 1 t/m 9. Literatuur Hans Oranje, Latinitas. Cursus Latijn, Amsterdam 2001 (2e herziene druk) & Hans Oranje, Latinitas. Grammatica en uitwerkingen, Amsterdam 2001 (2e herziene druk). Vereiste voorkennis Latijn Basiscursus 1a. Doelgroep 1e jaars studenten GLTC of 1e jaars studenten Oudheidkunde (met major Latijn) die niet Taalverwerving Latijn 1b volgen; studenten Geschiedenis die zich voorbereiden op een specialisatie Middeleeuwen; overige belangstellenden. Overige informatie Dit college bevat een ICT- component. Studenten met eindexamen Latijn VWO (met voldoende voor het Centraal Eindexamen Latijn) volgen niet Basiscursus Latijn 1b, maar Taalverwerving Latijn 1b. Het volgen van de colleges is verplicht.
Basiscursus Latijn 1c Vakcode
L_XLBALAT110 ()
Periode
Periode 3
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. P.J. Rose
Docent(en)
dr. P.J. Rose
Lesmethode(n)
Computerpracticum
11-6-2012 - Pagina 34 van 125
Doel vak Uitbreiding van de kennis van het klassiek Latijn. Inhoud vak Latinitas Hoofdstuk 1 t/m 12, inclusief woorden. Extra vertaalteksten en computeroefeningen. Onderwijsvorm Door zelfstudie en tijdens een practicum (gedurende 1 dagdeel) wordt kennis van de woordenschat, vormleer en syntaxis verworven en vertaalvaardigheid getraind. Van de student wordt uitdrukkelijk een grote eigen inbreng verwacht. Toetsvorm Schriftelijk tentamen over Latinitas hoofdstuk 1 t/m 12, inclusief woorden. Literatuur Hans Oranje, Latinitas. Cursus Latijn, Amsterdam 2001 (2e herziene druk) & Hans Oranje, Latinitas. Grammatica en uitwerkingen, Amsterdam 2001 (2e herziene druk). Vereiste voorkennis Latijn Basiscursus 1b. Doelgroep 1e jaars studenten GLTC of 1e jaars studenten Oudheidkunde (met major Latijn) die niet Taalverwerving Latijn 1c volgen; studenten Geschiedenis die zich voorbereiden op een specialisatie Middeleeuwen; overige belangstellenden. Overige informatie Dit college bevat een ICT- component. Studenten met eindexamen Latijn VWO (met voldoende voor het Centraal Eindexamen Latijn) volgen niet Basiscursus Latijn 1c, maar Taalverwerving Latijn 1c. Het volgen van de colleges is verplicht.
Beginselen strafrecht Vakcode
R_BegstrR (200122)
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Rechtsgeleerdheid
Coördinator
mr. B. de Wilde
Docent(en)
mr. S.M. Cornelissen-Sjoberg, mr. C.J. Petiet, mr. B. de Wilde, mr. H.M. van Stein Callenfels, mr. J. Bijlsma
Lesmethode(n)
Werkgroep, Hoorcollege, Bijeenkomst
Doel vak Het doel van dit vak is het verschaffen van kennis van en inzicht in het Nederlandse strafrecht en in het bijbrengen van de vaardigheid om volgens een methode van rechtsvinding casusvragen op het gebied van het 11-6-2012 - Pagina 35 van 125
strafrecht te beantwoorden. Inhoud vak De belangrijkste onderwerpen van het materiële strafrecht (bijv. opzet, strafuitsluitingsgronden en poging) en van het formele strafrecht (bijv. dwangmiddelen en bewijsrecht) worden aan de orde gesteld. Het materiële en het formele strafrecht worden zoveel mogelijk als geïntegreerd systeem behandeld. De internationale inbedding van het Nederlandse strafrecht komt aan de orde doordat aandacht wordt besteed aan de rol van Europese mensenrechten. Onderwijsvorm Hoorcolleges Tijdens de hoorcolleges wordt het onderwerp van de desbetreffende week ingeleid. Het onderwerp wordt in grote lijnen uiteengezet en wordt geïllustreerd aan de hand van voorbeelden. Werkgroepen Studenten die actief en diepgaand op de stof willen ingaan, kunnen deelnemen aan de intensieve werkgroepen. Voor deze werkgroepen is voorbereiding verplicht. De werkgroepopdrachten worden gepubliceerd op Blackboard. Iedere week maken casusvragen op tentamenniveau deel uit van de werkgroepopdrachten. Op deze manier worden studenten vertrouwd gemaakt met het beantwoorden van vragen aan de hand van de wet, het EVRM en de jurisprudentie. Werkcolleges Tijdens de werkcolleges worden de opdrachten voor de desbetreffende week besproken in hoorcollegevorm. Voor deze colleges wordt voorbereiding niet geëist, maar wel ten zeerste aanbevolen. Tijdens de werkcolleges komt dezelfde stof aan de orde als tijdens de werkgroepen. Op Blackboard wordt in de map Vakinformatie een document geplaatst waarin alle informatie te vinden is over de opzet van het vak, de onderwijsvormen, de verplichte literatuur en jurisprudentie en de toetsing. Eventuele wijzigingen in de opzet van het vak of in de stof worden gecommuniceerd via Blackboard Toetsvorm Het schriftelijke tentamen bestaat uit 20 meerkeuzevragen, twee open vragen en (onder voorbehoud) een taal-essayvraag. Studenten die alle werkgroepen hebben bijgewoond en voorbereid, worden in staat gesteld extra tentamenvragen te maken, waarmee een bonuspunt kan worden verdiend. Literatuur - M.J. Kronenberg & B. de Wilde, Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, Deventer: Kluwer 2010; - M. Bosch (red.), Arresten strafrecht/strafprocesrecht met annotaties, Deventer: Kluwer 2010. Overige informatie Op Blackboard wordt in de map Vakinformatie een document geplaatst waarin alle informatie te vinden is over de opzet van het vak, de onderwijsvormen, de verplichte literatuur en jurisprudentie en de toetsing. Eventuele wijzigingen in de opzet van het vak of in de stof worden gecommuniceerd via Blackboard.
Beroepspraktijk Kunst en Cultuur 11-6-2012 - Pagina 36 van 125
Vakcode
L_KBBAALG002 ()
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. J.E. Bosma
Docent(en)
prof. dr. J.E. Bosma
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Doel van dit onderdeel van de Afdelingsminor is kennismaking met en voorbereiding op de arbeidsmarkt voor de kunst- en cultuursector en is méér dan opleidingsgericht, dus geschikt voor alle majoren in de Afdeling Kunst en Cultuur. Het praktijkonderdeel biedt openingen naar mogelijke beroepsvelden waarin afgestudeerde kunst- en cultuurstudenten kunnen opereren en naar masteropleidingen van Kunst en Cultuur. De student is op de hoogte van de actuele ontwikkelingen in het aandachtsgebied en leert daarover theoretisch en historisch te reflecteren. De student wordt ingewijd in de behoefte aan kennis en onderzoek van diverse instellingen en getraind in praktische (onderzoeks- en schrijf-)vaardigheden. Inhoud vak De colleges en opdrachten bieden, door de afzonderlijke opleidingen te overstijgen, een brede oriëntatie. Enkele actuele thema’s op het terrein van Ontwerp en Design, Behoud en Archivering, Omgang met Media worden gedetailleerd bestudeerd. Dergelijke verkenningen worden gecombineerd met een bezoek aan experts in hun werkomgeving of op locatie. Vaste onderdelen zijn: een bezoek aan Schiphol voor een onderzoek van de kunst in openbare ruimte, design en wayfinding, architectuur en logistiek; daarnaast een bezoek aan het Instituut voor Beeld en Geluid voor een studie van museale objecten, benutten van de multimediale catalogus (keyframes), expositiemogelijkheden beeld en geluid. Onderwijsvorm Werkcolleges, gekoppeld aan opdrachten Toetsvorm Dossier Literatuur Wordt vermeld in de Studiehandleiding Doelgroep Bachelorstudenten jaar 3 Overige informatie Studiehandleiding beschikbaar
Bijbels en klassiek verhalengoed Vakcode
L_AABAALG018 ()
Periode
Periode 1+2+3
Credits
9.0 11-6-2012 - Pagina 37 van 125
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J.J. Flinterman
Docent(en)
dr. E.M. van Opstall, dr. J.J. Flinterman, dr. M.H. Koenen, prof. dr. D.G. Yntema
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Kennis van de voornaamste verhalen uit de Bijbel en de Griekse mythologie en van een selectie van het verhalengoed zoals te vinden in de Romeinse geschiedschrijving; kennis van en inzicht in de context waarin deze verhalen zijn ontstaan en van de manieren waarop zij in de Oudheid zijn doorverteld en hebben gefunctioneerd; kennis van en inzicht in de uiteenlopende manieren waarop verhalen uit de Oudheid in de latere Europese (cultuur)geschiedenis zijn doorgegeven en hergebruikt. Inhoud vak Het culturele repertoire van Europeanen en Amerikanen is doordrenkt van Bijbels, Grieks en Romeins verhalengoed. Onbekendheid met personages als Brutus en Bileam, Minos en Methusalem, Paulus en Perseus vormt een obstakel voor wie de wereld waarin wij leven wil leren begrijpen door zich vertrouwd te maken met de rijke en boeiende westerse tradities op literair, artistiek en levensbeschouwelijk terrein. Deze cursus biedt studenten de gelegenheid lacunes in hun kennis van de bijbelse verhalen, de Griekse mythologie en Romeinse sagen en legenden weg te werken door gerichte zelfstudie. In begeleidende colleges wordt ingegaan op ontstaan en functioneren in de Oudheid van dit verhalengoed; afzonderlijke aandacht zal worden besteed aan de antieke iconografie van de Griekse mythologie. Tevens omvat de cursus een demonstratie van de betekenis van deze verhalen voor de Europese cultuur door behandeling van een aantal aansprekende voorbeelden ervan in verschillende (cultuur)historische contexten en in diverse media (beeldende kunst, literatuur, toneel, film, muziek). Onderwijsvorm Hoorcollege, zelfstudie; bij dit college geldt aanwezigheidsplicht. Toetsvorm Schriftelijk tentamen, waarvoor een voldoende (minimaal 6 op een schaal van 1-10) moet worden gehaald. Aanwezigheid bij de hoorcolleges is verplicht. Literatuur (1) Een complete Bijbel, die niet alleen de kanonieke boeken van het Oude en het Nieuwe Testament, maar ook de deuterokanonieke of apokriefe boeken van het Oude Testament omvat; een Nederlandse vertaling die aan deze eis voldoet, is de Willibrord-vertaling van de Katholieke Bijbelstichting (geheel herziene uitgave, 1995); ook van de Nieuwe Bijbelvertaling (2004) is een versie mét de deuterokanonieke boeken in de handel. (2) G. Schwab, Griekse mythen en sagen, Utrecht, Spectrum 2007, ISBN 978 90 253 6435 9 (of latere druk). (3) Livius, Sinds de stichting van de stad. Vertaald door H.W. van Rooijen-Dijkman & F.H. van Katwijk-Knapp, Amsterdam, Athenaeum – Polak en Van Gennep (Salamander klassiek), ISBN 978 90 253 6735 0. Ovidius, Metamorphosen, in de vertaling van M. d’Hane Scheltema, Athenaeum-Polak & van Gennep, ISBN: 978 90 253 6848 7.
11-6-2012 - Pagina 38 van 125
Doelgroep Aanbevolen als invulling van de minorruimte voor studenten GLTC en Oudheidkunde; bijzonder geschikt voor studenten van binnen en buiten de Letterenfaculteit die gebrek aan kennis van Bijbels en klassiek verhalengoed en/of van de receptie daarvan als een belemmering bij hun vakinhoudelijke ontwikkeling ervaren.
Chinese Migrations to Africa: History and Present Course code
L_GWBAALG001 ()
Period
Period 2+3
Credits
6.0
Language of tuition
Dutch
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
prof. dr. P.D. Nyiri
Teaching staff
dr. L.M. Douw, dr. F.D. Huijzendveld, prof. dr. P.D. Nyiri
Teaching method(s)
Seminar
Course objective To provide an overview of the historical migratory connections between China and Africa and their continuation today. Course content We will discuss how the recent Chinese migrations into Africa should be positioned among earlier and ongoing migrations within and towards Africa. It will be shown how in the past Chinese migrations towards Africa were slight and predominantly government-organized (from the abortive Zheng He expeditions in the fifteenth century up to the Mao-era period development programs for Tanzania), along with small and temporary colonies of merchants. They contrasted with the steady development during this period of the vast merchant networks in the Indian and Atlantic Oceans which came to be dominated by Europeans from the late eighteenth century onwards, and led up to the domination of the continent by the Western powers during the twentieth century. We will look at how Africans in selected countries looked upon these movements of people across their continent and tried to use these to their advantage, and then assess how they relate to present-day Chinese migrations into Africa. Form of tuition Seminar Type of assessment Papers Course reading Will be announced on Blackboard Target group Second- and third-year students with one completed year of history or anthropology
City and Court in the Renaissance
11-6-2012 - Pagina 39 van 125
Vakcode
L_AABAALG034 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Engels
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. I.B. Leemans
Docent(en)
prof. dr. I.B. Leemans
Lesmethode(n)
Werkcollege
Overige informatie Wordt vanaf 2012-2013 aangeboden voor de minor Early Modern Culture
Contemporary Literary Culture Course code
L_NABANLK203 ()
Period
Period 1
Credits
6.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
prof. dr. E. Jansen
Teaching staff
prof. dr. E. Jansen, dr. J.H.C. Bel
Teaching method(s)
Lecture
Course objective Students completing the course successfully will have obtained knowledge and an understanding of some important Dutch contemporary cultural developments as represented in Modern Dutch Literature. They will be introduced to the fact that also Dutch literature has a part in the international academic arena where English is the dominant language. Course content Major cultural events such as colonial history in the Dutch-Indies, the two World Wars and Holland's contribution to post-war modern society take centre stage in important Dutch novels and poetry. Remembering these events is multifaceted and increasingly also makes use of multimedia, both in the Netherlands and abroad. Several wide-ranging academic approaches are necessary to understand the complex dynamics of contemporary literary culture. Some of these will be introduced by discussing a number of literary texts, which can be studied in the original language or their English translation, as well as by studying relevant literary and cultural theory and history. Topics that will be addressed are literature and intermediality, literature and orality, literature and digitalization, and literature and cultural memory. Form of tuition Lecture and tutorial Type of assessment Homework and written exam Course reading Final list to be announced on the Blackboard site. Prescribed novels are, amongst others, Multatuli: Max Havelaar (1860) and Maria Dermoût: 11-6-2012 - Pagina 40 van 125
The Ten Thousand Things/ De tienduizend dingen (1955). Target group The course is an obligatory part of the second year BA programme Modern Dutch Literature, but is also part of the international minor 'The Dutch in the world'. Remarks For more information see www.let.vu.nl/minor/dutchworld
Creative Writing Vakcode
L_NNBAALG001 ()
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
A. Storm
Docent(en)
A. Storm
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Het vak Creatief schrijven wordt voor het eerst in Nederland aangeboden op universitair niveau. Het streven is studenten inzicht te geven in literaire technieken zodat ze zelf fictie leren schrijven van een behoorlijk technisch niveau. Het gaat hierbij om scheppend proza. Aan het eind hebben de studenten een afgeronde fictionele tekst geschreven, hetzij een kort verhaal, hetzij een afgerond romanfragment. Studenten krijgen inzicht in hoe fictie werkt vanuit het perspectief van de maker, zodat ze zich kunnen bekwamen in het vak en de kunst van het schrijven. Inhoud vak In een reeks colleges wordt de student uitleg gegeven van verschillende technieken die in fictionele teksten worden aangewend. Dat gebeurt aan de hand van de opgegeven literatuur; verder door middel van oefeningen; en tot slot door middel van het zelf schrijven van een fictionele tekst die elke week in omvang groeit. Er wordt uitleg gegeven over en geoefend met essentiële literaire technieken en tactieken. De aandachtspunten zijn daarbij: - literair taalgebruik: wat is dat en hoe werkt dat; wat maakt een metafoor succesvol; hoe zijn verschillende taalregisters (bijvoorbeeld het schakelen van meer verheven taalgebruik naar volkstaal en terug) van invloed op de inhoud van wat wordt verteld; - literaire details: wat voor details (observaties) zijn effectief in een literaire tekst en hoe werkt dat precies; - perspectief: wat is dat en hoe werkt het; hoe maakt een schrijver de keuze tussen de ik-vorm en de hij-vorm of waarom kiest hij eventueel voor een ander perspectief; - het schrijven van dialogen; - het schrijven van monologen in proza: de monologue intérieur en de stream of consciousness; - de opbouw van een plot; en tot slot: - wat is een literair personage eigenlijk.
11-6-2012 - Pagina 41 van 125
Onderwijsvorm De docent geeft gedetailleerde toelichting bij de bovengenoemde onderwerpen. De kennis die de student zo verkrijgt, zal moeten worden toegepast in het verhaal of het romanfragment waaraan de student werkt. De student krijgt feedback op zijn tekst. Er zijn zestien bijeenkomsten. De eerste bijeenkomst is inleidend en informerend, tijdens de laatste bijeenkomst worden de verhalen en romanfragmenten ingeleverd (die deadline is onverbiddelijk) en wordt er een tentamen afgenomen. De helft van de overblijvende werkgroepbijeenkomsten zal theoretisch van aard zijn en in de andere helft zal praktisch worden ingegaan op de groeiende teksten. Bovendien zullen er tijdens de bijeenkomsten oefeningen worden gedaan op het gebied van de schrijftechniek en zullen er literaire fragmenten worden gelezen, besproken en toegelicht. Bovendien vindt er een excursie plaats naar een literaire uitgeverij. Toetsvorm 1) Actieve participatie en volledige aanwezigheid; de student moet mee kunnen discussiëren en er blijk van geven dat hij met inzicht kan praten over de in de oefeningen behandelde schrijftechnieken. Onder actieve participatie wordt ook verstaan dat de student zich aan de opgegeven deadlines houdt. 2) Een afgeronde fictionele tekst van ongeveer drieduizend woorden; ook als er sprake is van een romanfragment moet er worden getoond dat er naar een zekere afronding kan worden toegewerkt. 3) Een tentamen waarin fictietechnieken moeten kunnen worden herkend, benoemd en toegepast. De verdeelsleutel bij het toekennen van het eindcijfer zal zijn: 1) veertig procent; 2) veertig procent; 3) twintig procent. Literatuur Verplicht: James Wood, How Fiction Works (Jonathan Cape, London, 2008); zelf aan te schaffen. Verder zullen (fragmenten uit) andere boeken worden aangeraden in de loop van de bijeenkomsten; voor titels, zie hoofdstuk een uit het bovenstaande boek. Gestreefd wordt naar aanwezigheid van de boeken in de VU-bibliotheek. Vereiste voorkennis Geen, maar het college Meesterwerken uit de wereldliteratuur dient tegelijkertijd gevolgd te worden. Doelgroep De minor staat open voor alle studenten. Overige informatie Volledige aanwezigheid en actieve deelname zijn verplicht.
Creativity: Between Art, Culture and Industry Course code
L_KABAALG003 ()
Period
Period 1+2
Credits
9.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
dr. J.P. ten Berge
Teaching staff
dr. J.P. ten Berge, dr. S. Lutticken, prof. dr. J.E. Bosma, prof. dr. W.J. Davidts 11-6-2012 - Pagina 42 van 125
Teaching method(s)
Lecture, Seminar
Course objective The course has two aims: (1) to show the participants that the meaning and interpretation of ideological, moral and aesthetic qualifications that are attributed to artistic achievements, are rooted in a cultural and technical context and must be seen in an historicial perspective; (2) training the participant´s sensibility for the interpretation of cultural values, in particular with respect to matters of creativity and originality. Course content This course presents a range of ideological, moral and aesthetic qualifications that are attributed to artistic achievements in the arts, architecture and (interactive digital) design. Starting with a history of the meaning, growing importance and gradual 'fall' of the notion of 'originality' (Ten Berge), and with (postmodern) practices of appropriation of already existing material and its consequences for notions of intellectual property (Lütticken), the course continues with lectures on changes in modes of production due to the conceptualist turn of the 1960s (Davidts), and on the significance of tendencies towards generic products, seriality, standardisation and forced variation due to technical (re)production processes (Bosma). The lectures will be followed by a seminar in which various aspects of the above issues are to be further discussed. Students present proposals for a subject realted to these issues that they want to research further, present publicly and write an essay on. The public presentation will be peerreviewed by fellow-students as well as commented upon by the staff. All comments may be used to improve the final essay or article on the same issue, that amounts to ca. 2.000 words and conforms to the usual academic standards with respect to form, argumentation, use of language and images, and references. Form of tuition lectures, seminar Type of assessment Active participation (peer review) (10%, to be judged sufficient), public presentation (30%, graded with direct motivation), and an essay or critical review article on a subject related to the course (60%, graded and commented upon by various staff members), resulting in a grade between 0 and 10. Course reading To be anounced on Blackboard at the beginning of the course Entry requirements Passive and active knowledge of English; some basic knowledge of (the history of) art and culture is recommended. Target group Students with an interest in art and cultural industry
Culturele bronnen van de politieke geschiedenis Vakcode
L_GABAGESHV5 ()
Periode
Periode 2+3 11-6-2012 - Pagina 43 van 125
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. S. Legene
Docent(en)
drs. B.F. Stuyvenberg, prof. dr. S. Legene, drs. S.N. Boonstra, drs. D. van der Maas
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Kennis en inzicht verwerven in de politieke betekenis van culturele producties uit het verleden, en kunnen toepassen op concreet bronnenmateriaal; vaardigheden en criteria ontwikkelen voor de analyse en beoordeling van historische producties over het verleden; oefenen met het zelf maken van een culturele voorstelling van een politieke gebeurtenis, en beargumenteren welke keuzes daarbij zijn gemaakt. In theoretisch opzicht zal daarbij het begrip ‘intermedialiteit’ centraal staan en ‘handen en voeten’ krijgen. Dit hulpvak bevat bovendien een basistraining ICT en geschiedenis, gericht op het verkrijgen van inzicht in de mogelijkheden van het gebruik van digitale bronnen en/of gegevensbestanden. Dit zal worden toegepast op de digitale ontsluiting en presentatie van culturele bronnen van de politieke geschiedenis.Inzicht wordt verkregen en vaardigheden opgedaan met betrekking tot de toepassingsmogelijkheden van relevante ICT-methoden en -technieken bij het onderzoek aan dergelijke bronnen en bestanden. Inhoud vak In dit hulpvak worden tekstuele, visuele, materiële en immateriële bronnen van de politieke geschiedenis behandeld, zoals: fictie, foto’s, TV-producties, museale collecties, standbeelden, culturele gebruiken of muziek. Met concrete voorbeelden wordt de theorievorming uit de cultuurwetenschappen verbonden aan (politieke) geschiedschrijving. Dit betekent dat de culturele bronnen niet alleen als genre worden besproken (romans, foto’s, beeldende kunst, etc.) maar ook historisch-specifiek worden gemaakt. Onderwijsvorm Nadruk in dit hulpvak ligt op praktisch ‘oefenen’ en conceptueel uitdiepen: analyseren van bronnen, analyseren van de wijze waarop bronnen toegankelijk zijn, presenteren van historische verhalen, achterhalen van politieke betekenissen, nadenken over relaties tussen orality, visuality en literacy. Gedurende zes weken wordt wekelijks een ander ‘medium’ centraal gesteld. Met gerichte opdrachten worden zelf gekozen bronnen of bepaalde historische producties in een culturele instelling geanalyseerd met behulp van theoretische literatuur. Iedere student kiest een favoriet medium en bereidt daarmee een eigen historische presentatie voor. In een openbare slotbijeenkomst worden ze gepresenteerd en besproken. Verplichte excursies worden georganiseerd; studenten worden tevens aangemoedigd om naar tentoonstellingen en lezingen te gaan waar culturele bronnen een belangrijke rol spelen in het uitdiepen van politieke geschiedenissen. Toetsvorm ICT-oefeningen, wekelijkse opdrachten en eindpresentatie; een eindpresentatie kan door meerdere studenten samen gemaakt worden
11-6-2012 - Pagina 44 van 125
Literatuur Barber, S and Peniston-Bird, C.M. History beyond the Text. A student’s guide to approaching alternative sources. (Routledge, London 2009). Zie verder op Blackboard. Vereiste voorkennis Toegelaten tot het tweede jaar van een opleiding in de geesteswetenschappen of sociale wetenschappen; ACVA met voldoende afgerond. Doelgroep Tweedejaars studenten major Contemporaine geschiedenis; studenten van de minor Architectuur, Kunst en Media Overige informatie Dit is, samen met Oral History (per. 5), een van de twee hulpvakken van de major contemporaine geschiedenis waartussen majorstudenten verplicht moeten kiezen.
De geschiedfilosofie van Frank Ankersmit (HP) Vakcode
L_GCHPGES003 ()
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. C.M. van den Akker
Docent(en)
dr. C.M. van den Akker
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Kennis van en inzicht in de geschiedfilosofie van Ankersmit. De student zal de kennis en inzicht toepassen in een te schrijven paper. Ook zal men een eigen oordeel over die geschiedfilosofie vormen en dat oordeel schriftelijk en mondeling kunnen verwoorden. Inhoud vak Drie centrale thema’s in het werk van Ankersmit staan in dit college centraal: het narrativisme, de historische representatie en de historische ervaring. Deze thema’s worden aan de hand van teksten van Ankersmit besproken. Onderwijsvorm Er worden 7 bijeenkomsten belegd van steeds 2 uur. Het eerste college zal inleidend van karakter zijn. In het laatste college worden abstracts van de te schrijven papers gepresenteerd en besproken. In de 5 andere bijeenkomsten wordt steeds een tekst van Ankersmit besproken. Die tekst wordt voorbereid aan de hand van enkele door de docent opgegeven stellingen bij de tekst. In het college zelf wordt de tekst aan de hand van die stellingen besproken en bediscussieerd. Toetsvorm Paper
11-6-2012 - Pagina 45 van 125
Literatuur Via blackboard zal de literatuur opgegeven worden Vereiste voorkennis Er zijn geen entreevoorwaarden. Affiniteit met filosofische teksten wordt sterk aanbevolen Doelgroep Honours studenten en 3e jaars studenten in één van de geesteswetenschappen Overige informatie Aanwezigheid verplicht Bij minder dan 4 studenten heeft het college geen doorgang
De stad als merk (in Europa en de VS) Vakcode
L_GEBAALG004 ()
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. C.A. Davids
Docent(en)
prof. dr. C.A. Davids
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Een onderzoek van beperkte omvang grotendeels zelfstandig opzetten, dit doelgericht binnen de gestelde tijd uitvoeren en de bevindingen effectief en schriftelijk overbrengen; een koppeling leggen tussen een groter debat/theorie en de interpretatie van literatuur/bronnenmateriaal; positie bepalen in een wetenschappelijke discussie en dit standpunt op een hoger abstractienievau beargumenteerd presenteren. Inhoud vak Elke stad die zichzelf respecteert, probeert zich tegenwoordig met een bepaald ‘image’ aan de buitenwereld te verkopen om investeerders en toeristen aan te trekken. Zo presenteert Den Haag zich als de stad van Vrede, Recht & Veiligheid, wil Rotterdam de stad van Duurzaamheid worden en verkoopt Amsterdam gewoon Zichzelf. Europese steden vechten steeds weer een hevige concurrentiestrijd uit om een jaar lang Culturele Hoofdstad van Europa te mogen worden. Amerikaanse steden kennen zulke 'city branding' al langer. Steden willen zich onder bepaalde omstandigheden kennelijk graag als `merk’ onderscheiden. Hoe komt zo'n zelfpresentatie tot stand? Welke groepen en processen zitten daarachter? In hoeverre heeft 'city branding' te maken met globalisering (economisch, politiek, cultureel)? Vergelijkend onderzoek naar literatuur en bronnen over een wat langere periode (19e-21e eeuw) en over verschillende delen van de wereld (Verenigde Staten, Europa) kan op zulke vragen een antwoord geven. Onderwijsvorm Werkcollege met presentaties van onderzoeksresultaten en discussies over theorieën, methoden en bevindingen
11-6-2012 - Pagina 46 van 125
Toetsvorm Mondelinge presentatie van onderzoeksresultaten (20 %), deelname aan discussie (10 %), werkstuk (70 %) Literatuur Literatuur wordt deels door docent opgegeven, deels door studenten zelf gezocht Vereiste voorkennis Basiskennis van de geschiedenis van de 20e eeuw Doelgroep Studenten van verschillende opleidingen die de minor Amerikanistiek of minor Stadsgeschiedenis/Historisch Amsterdam willen volgen
De stad in de Middeleeuwen Vakcode
L_AABAALG028 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. R.M.T. Zemel
Docent(en)
dr. R.M.T. Zemel, drs. I.B.S. van Koningsbruggen, dr. J.F. van der Meulen, dr. G.J.M. Nijsten, prof. dr. K. Goudriaan, dr. A.L. Tervoort
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Dit interdisciplinaire college beoogt een kennismaking met de vele facetten van stadsleven en stadscultuur in de Middeleeuwen. Er zijn bijdragen vanuit de algemene, de kunst- en de literatuurgeschiedenis. Inhoud vak Prachtig, heilig, vlijtig, zondig: de stad in de Middeleeuwen. Aan de orde komen de volgende onderwerpen: urbanisering in West-Europa; de stad in de literatuur van de twaalfde eeuw; het beeld van de middeleeuwse stad; studenten en geleerden; bedelorden in de stad; de stad als sociaal vangnet; stadscultuur in de late Middeleeuwen. Onderwijsvorm Hoorcollege, 2 uur per week Toetsvorm Schriftelijk tentamen aan het eind van periode 1 Literatuur Teksten en studies, te vinden in de onderwijskast Vereiste voorkennis 1e jaars programma Letteren Doelgroep
11-6-2012 - Pagina 47 van 125
3e jaars studenten als minor Overige informatie Wordt afwisselend met Het Hof in de Middeleeuwen om het jaar aangeboden; wel in 2011-12
De stad in de Renaissance Vakcode
L_AABAALG030 ()
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. A. van Strien
Docent(en)
prof. dr. J.M. Koppenol, prof. dr. P.B.M. van den Akker, dr. A. van Strien, dr. F.H. Schmidt, dr. I.R. Vermeulen
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Dit interdisciplinaire college beoogt een kennismaking met een aantal facetten van stadsleven en stadscultuur in de vroegmoderne tijd en met de onderzoeksvragen en -methoden die in dit vakgebied worden gehanteerd. Er zijn bijdragen vanuit de kunst-, architectuur- en literatuurgeschiedenis. Inhoud vak Aan de orde komen onder meer de architectuur van het pauselijke Rome; het culturele leven in de Vlaamse en Brabantse steden in de zestiende eeuw, centra van handel en industrie; en het Amsterdam van der Gouden Eeuw, zoals het verschijnt in de literaire verbeeldingswereld van Bredero, Vondel en een van Vondels meestbelovende leerlingen. Welk verhaal vertelt het Stadhuis op de Dam en wat zeggen de mensen op de Nieuwe Brug over het Damrak? Hoe wordt een koning door een stad ontvangen? Wat maakte Rome tot de culturele hoofdstad van Europa? Ook is er aandacht voor de methoden van onderzoek in de verschillende specialisaties. Onderwijsvorm hoorcolleges Toetsvorm schriftelijk tentamen Literatuur Nader op te geven (primaire teksten en secundaire literatuur) Doelgroep studenten met belangstelling voor kunst en cultuur
Digital Humanities Vakcode
L_GABAALG001 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0 11-6-2012 - Pagina 48 van 125
Voertaal
Engels
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. I.B. Leemans
Docent(en)
dr. P.H. Moser, dr. I.R. Vermeulen, prof. dr. A.A. den Hollander, prof. dr. I.B. Leemans, prof. dr. A. Kets-Vree, prof. dr. H.W. Roodenburg
Lesmethode(n)
Excursie, Hoorcollege, Practicum
Doel vak Introductie in e-humanities. Ontdekken wat computationele aanpakken kunnen betekenen voor onderzoek in de letteren. Kennis maken met instituten en onderzoeksgroepen die digitale technologieën gebruiken. Inhoud vak Via een reeks gastcolleges en excursies maken de studenten kennis met digitale geesteswetenschappelijke projecten: met de gebruikte software, de analytische problematiek, de (on)mogelijkheden van digital en computational humanities en tevens met de instanties en onderzoeksgroepen die deze projecten uitvoeren (o.a.Huygens Instituut, Meertens Instituut, VU Bibliotheek, Prentenkabinet Amsterdam, DBNL, Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, Teylers Museum). Doel hierbij is ook om studenten in contact te brengen met mogelijke stageplaatsen. Tijdens de reeks zetten studenten een laboratorium op, om te experimenteren met een van de aangeboden digitale analysevormen. Enkele projecten die aan de orde kunnen komen: Gebarenbank, Dutch Songs Online, Ecartico (Economic and Artistic Competition in the Amsterdam Market), Digitizing scientific collections, Circulation of Knowledge and Learned Practices in the 17th-Century, Biografisch Portaal, Reading Experience Database (RED), historische atlassen. Onderwijsvorm (Gast)colleges en excursies. Laboratorium. Toetsvorm Participatie (onvoldoende/voldoende/goed), werkstuk/ digitaal product Doelgroep Dit vak staat open voor alle belangstellende studenten en wordt speciaal aanbevolen voor studenten Geschiedenis, Letterkunde, Kunstgeschiedenis, Cultuur- of Literatuurwetenschap en Culturele Antropologie.
Discourse analyse, zelfstudie Vakcode
L_NCPMJOU003 ()
Periode
Periode 1, Periode 4
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. M.G. Onrust
Docent(en)
drs. M.G. Onrust, drs. M.C.G. Schasfoort, dr. J.M.W.J. Lamerichs
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
11-6-2012 - Pagina 49 van 125
Dutch Colonialism in European Perspective Vakcode
L_GCBAGES212 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Engels
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
F.H. Sysling MA
Docent(en)
F.H. Sysling MA
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Studenten van deze cursus verkrijgen inzicht in de verschillende soorten Europees kolonialisme van de late negentiende en vroege twintigste eeuw. Ze lezen en analyseren teksten over het Europees kolonialisme en leren de mogelijkheden kennen van een vergelijkend perspectief. Ze zetten hun eigen onderzoekje op en verbeteren hun vaardigheden als het formuleren van een onderzoeksvraag, het analyseren van primaire bronnen, presentatie en discussie. Inhoud vak De Nederlandse aanwezigheid in de niet-westerse wereld dateert van de 17e eeuw, maar in de negentiende eeuw ging Europees kolonialisme een nieuwe, intensievere, fase in. Europese landen breidden ieder op hun eigen manier hun macht overzee uit. De historische literatuur over dit nieuwe imperialisme is de afgelopen decennia enorm toegenomen en deze cursus zal zich richten op wat deze literatuur ons kan vertellen over het wezen van de verschillende Europese rijken. De focus daarbij is op de verschillende manieren om deze periode te bekijken, zoals door een politieke of culturele lens en op thema's die onderwerp van debat zijn zoals de relatie tussen wetenschap en kolonialisme, de invloed van kolonialisme op Europa en Orientalisme. Onderwijsvorm Deze cursus bestaat uit een serie werkcolleges waar de te lezen literatuur wordt besproken. Studenten worden gestimuleerd dit actief voor te bereiden en mee te doen. Studenten schrijven wekelijks een essay en geven eenmaal een presentatie. Zij kiezen een onderwerp naar keuze, bereiden een onderzoek voor en presenteren hun bevindingen in een eindpaper. Een excursie naar het Tropenmuseum staat gepland. Toetsvorm Studenten worden getoetst door middel van wekelijke essays, hun actieve participatie in het college en een eindpaper. Literatuur Zie Blackboard Vereiste voorkennis Toegelaten tot het tweede jaar; ACVA Doelgroep Tweede jaars Bachelor studenten major Contemporaine geschiedenis; minor studenten van andere opleidingen bij Letteren of Sociale wetenschappen. 11-6-2012 - Pagina 50 van 125
Dit vak is onderdeel van de minor The Dutch in the World Overige informatie Studenten die ook de cursus Culturele bronnen voor de politieke geschiedenis doen kunnen deze technieken toepassen in hun eindpaper. Maximum aantal deelnemers 22.
Dutch Literature and Culture of the Golden Age Course code
L_NOBAALG005 ()
Period
Period 2
Credits
6.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
dr. P.H. Moser
Teaching staff
prof. dr. J.M. Koppenol, dr. P.H. Moser
Teaching method(s)
Seminar
Course objective Students completing the course successfully will have knowledge of important features and specimens of Dutch Renaissance literature and culture in a European context. They will be able to recognise, name and describe different literary genres, and analyse their social, political and historical functions, relating them to relevant developments and events; relate Renaissance literary texts to biblical and/or classical sources; trace, find, study, criticise and use secondary material, both in word and in image, in libraries, museums, and on the internet; question and discuss their material; express their findings both orally and on paper. Course content This course focuses on Dutch literature and culture of the Renaissance period (approx. 1550-1700) within the context of the Renaissance as a European movement. What is typically Dutch about Vondel and Rembrandt, when compared to Shakespeare and Michelangelo? We look at the spread of the Renaissance movement through Europe, from Italy to the Dutch Republic, as well as its development in time. Literary texts will be related to other cultural products and to their historical, political and philosophical background. On a more theoretical level, we discuss the 'Renaissance' concept in its different ramifications, studying contemporary views as well as representations of the Golden Age during the nineteenth and twentieth centuries. Form of tuition Seminar Each week, students will read articles and literary texts on a given theme: poets in society, poetry and religion, literature and ideology, the poet and everyday life, moral landscapes, literature and the visual arts, Holland as a literary an cultural staple market. The students are asked to prepare answers to questions that will be discussed in class. Active participation in discussions is encouraged. Type of assessment Written exam (50%) and paper (50%). Both will be graded on a scale from 1 to 10. One grade may compensate the other.
11-6-2012 - Pagina 51 van 125
Course reading Maria A. Schenkeveld, Dutch Literature in the Age of Rembrandt. Themes and Ideas. Amsterdam/Philadelphia 1991. Peter Burke, The Renaissance (any edition). Target group Students taking the minor 'Dutch in the World'; exchange students. Remarks At least one group excursion to a museum or other culturally relevant institute will be part of the course (destination to be announced). This course is part of the interdisciplinary minor 'The Dutch in the World', see www.let.vu.nl/minor/dutchworld.
Elementary Course Babylonian 1 Course code
L_SABAOHK105 ()
Period
Period 1
Credits
3.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
dr. K. Kleber
Teaching staff
dr. K. Kleber
Teaching method(s)
Seminar
Course objective The course teaches the Old Babylonian dialect of Akkadian and aims at a thorough understanding of the cuneiform writing system by the participants. Course content Teaching of grammar, vocabulary and cuneiform signs Form of tuition Lecture, seminar (werkcollege) Type of assessment Written examination (grades 0-10) Target group Beginners Remarks It is helpful to acquire familiarity with Latin based grammatical terminology (e.g. Case, subject, predicate, singular, plural etc.) before the start of the course.
Elementary Course Babylonian 2 Course code
L_SABAOHK106 ()
Period
Period 2+3
Credits
6.0
Language of tuition
English 11-6-2012 - Pagina 52 van 125
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
dr. K. Kleber
Teaching staff
dr. K. Kleber
Teaching method(s)
Seminar
Course objective The course teaches the Old Babylonian dialect of Akkadian. In addition to grammar and vocabulary, students should develop reading skills in Neo-Assyrian cuneiform. Furthermore the course aims at the acquisition of knowlege about the history and culture of Ancient Mesopotamia. Course content Teaching of grammar, vocabulary and signs. Reading of the first simple texts in Babylonian. Form of tuition Lecture, seminar (werkcollege in period 2), self-study (period 3) Type of assessment Written examination (grades 0-10) Course reading M. Van de Mieroop, A History of the Ancient Near East ca. 3000-323 B.C., ; D. Snell, A Workbook of Cuneiform Signs. Undena Publications 1999. Entry requirements Basiscursus Babylonisch 1a Target group Beginners
Elementary Course Babylonian 3 Course code
L_SABAOHK107 ()
Period
Period 4
Credits
3.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
dr. K. Kleber
Teaching staff
dr. K. Kleber
Teaching method(s)
Seminar
Course objective The objectives are the enlargement and consolidation of grammatical and lexical knowledge, the development of translation skills, and a reinforcement of reading abilities in Neo-Assyrian cuneiform. Course content Teaching of Babylonian morphology and syntax, reading of the Codex Hammurapi Form of tuition Lecture, seminar (werkcollege)
11-6-2012 - Pagina 53 van 125
Type of assessment Written examination (grades 0-10) Course reading Codex Hammurapi (Cuneiform text in: R. Borger, Assyrisch-Babylonische Lesestücke. Translation in: M. Roth, Ancient Mesopotamian Law Collections.) It is not necessary to buy these books. Entry requirements Basiscursus Babylonisch Ib Target group Beginners with some knowledge of Babylonian
Europa en de Pax Americana, esg 3 Vakcode
L_GEBAGES304 ()
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. S.W. Verstegen
Doel vak Studenten maken niet alleen kennis met de vakliteratuur betreffende dit onderwerp maar ook met het raadplegen en interpreteren van archiefmateriaal. Inhoud vak Inzicht in de na-oorlogse politieke en economische ontwikkelingen in Europa en in het bijzonder de relaties met de Verenigde Staten. Vooral na de Tweede Wereldoorlog namen aanvankelijk de Amerikaanse macht en invloed sterk toe via bijvoorbeeld het Marshallplan, de GATT, de NAVO, etc. Geleidelijk aan heeft Europa zich evenwel ontworsteld aan de Amerikaanse voogdij. In het college wordt dit proces grondig geanalyseerd aan de hand van literatuur en Nederlands bronnenmateriaal. Onderwijsvorm Werkcollege Toetsvorm Opdrachten, werkstuk en/of onderzoeksverslag Literatuur Alan S. Milward, The European Rescue of the Nation State (Routledge 2005) & Luuk van Middelaar, De Passage Naar Europa. Geschiedenis van een begin (Historische uitgeverij 2009) & nader te bepalen hoofdstukken uit H. van der Wee, De gebroken welvaartscirkel (Martinus Nijhoff 1983). Vereiste voorkennis Voor geschiedenisstudenten: 1e jaars contemporaine geschiedenis of 1e jaars Global History Doelgroep 3e jaars studenten geschiedenis of studenten die de minor Amerikanistiek volgen 11-6-2012 - Pagina 54 van 125
Overige informatie Wordt om het jaar aangeboden; niet in 2011-2012.
Filmrepertoires Vakcode
L_AABAALG029 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. A.P. Hogenkamp
Docent(en)
prof. dr. W.J. Davidts, prof. dr. A.P. Hogenkamp
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Inhoud vak Binnen het vak Filmrepertoires wordt door een jaarlijks wisselende intendant een filmprogramma samengesteld rond een thema uit de kunst & cultuur. Aan de hand van films, documentaires, video's, etc. wordt een thema belicht vanuit meerdere perspectieven en invalshoeken. In het studiejaar 2011-12 is dit thema de representatie van de stad Amsterdam in speelfilms en documentaires. Wat is het beeld van de stad dat uit deze films naar voren komt? Een stad vol van elkaar vervreemde bewoners, of een groot dorp met een sterke sociale cohesie? Een metropool die teert op een glorieus verleden of die juist op de toekomst is gericht? Welke filmische middelen zijn gebruikt om welk beeld te presenteren? Dit zijn enkele van de vragen die in de cursus aan de orde komen. Onderwijsvorm hoorcollege; referaat Toetsvorm referaat Literatuur Nader te bepalen. Vereiste voorkennis Filmanalyse; of zelfstudie boek Film Art: an Introduction Doelgroep derdejaars studenten Kunst en Cultuur, evnetueel ook andere derdejaars studenten mits ze aan de vereiste voorkennis voldoen.
Forensische linguïstiek A, introductie Vakcode
L_NCBAALG006 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. F. van der Houwen
Docent(en)
dr. F. van der Houwen 11-6-2012 - Pagina 55 van 125
Lesmethode(n)
Werkcollege, Hoorcollege
Doel vak Doel van deze cursus is deelnemers bekend maken met juridische genres en met wat forensische linguïsten zoal doen en welke analyse tools tot hun beschikking staan. Daarnaast is een doel van deze cursus dat deelnemers een bepaalde gevoeligheid (verder) ontwikkelen voor de rol van taal in een juridische context. Inhoud vak De volgende onderwerpen komen in deze cursus aan bod: Wat is forensische linguïstiek? (Wanneer is zij ontstaan? Met wat voor teksten (geschreven en gesproken) houden forensisch linguïsten zich bezig? Welke analyse-instrumenten gebruiken ze?). Politieverhoor en aangiften (hoe gaat een verhoor en hoe komt een proces-verbaal tot stand?). Interactie in de rechtszaal (rechtszaak als genre, vraag- en antwoordsequenties, de rol van documenten zoals het eerder opgemaakte proces verbaal). Kwetsbare participanten in het rechtssysteem (zoals verdachten die het Nederlands niet als moedertaal hebben, kinderen, slachtoffers van verkrachting). Het toekennen van auteurschap (heeft iemand wel of niet een bepaalde brief of sms tekstje geschreven? Hoe bepaal je dat en hoe zeker zijn analisten van hun zaak?) Plagiaat (hoe uniek is een uiting, geschiedenis van plagiaat en plagiaat binnen de universiteit). Taalkundigen als 'expert witness' (wat doen experts? hoe schrijf je een rapport? ethische kwesties). Onderwijsvorm Hoorcollege en werkcollege Toetsvorm Dossieropdrachten en tentamen Literatuur Coulthard R.M. & A. Johnson (2007): An Introduction to Forensic Linguistics: Language in Evidence. London and New York: Routledge Artikelen/hoofdstukken Vereiste voorkennis Volledig afgerond eerste jaar Doelgroep 3e jaars studenten Letteren en studenten Criminologie
Forensische linguïstiek B, Current Issues Vakcode
L_NCBAALG009 ()
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
T.C. van Charldorp MPhil
Docent(en)
T.C. van Charldorp MPhil
Lesmethode(n)
Werkcollege
11-6-2012 - Pagina 56 van 125
Doel vak Inizcht verwerven in het bepalen welke analyse tools nodig zijn om grip te krijgen op een forensisch taalkundig probleem. Kritisch, vanuit taalkundig oogpunt, kunnen reflecteren op forensisch relevante discussies (e.g. moet een politieverhoor opgenomen worden?). Inzicht krijgen in hoe adequaat de huidige analyse tools zijn en welk taalkundig onderzoek nodig is om eventueel onvolledige of ontbrekende wetenschappelijke kennis aan te vullen. Inhoud vak In deze cursus gaan we nader in op één van de deelgebieden die bij het introductievak aan de orde zijn gekomen. Studenten worden betrokken bij lopende zaken, discussies en onderzoek en leveren een bijdrage. Afgelopen jaar zijn we nader ingegaan op auteurschap. Studenten hebben bijgedragen aan lopende zaken in de vorm van een adviesrapport, een met literatuur onderbouwd opiniestuk en het verzamelen en coderen van smsjes tbv onderzoek. Onderwijsvorm werkcollege Toetsvorm Afhankelijk van de 'current issues' op het moment dat de cursus gegeven wordt (zie inhoud voor toetsvormen van het afgelopen jaar). Literatuur Artikelen Vereiste voorkennis Forensische linguïstiek A, introductie Doelgroep 3e jaars studenten Letteren en studenten Criminologie
From Commonplace to Copy-Paste Course code
L_NOBAALG004 ()
Period
Period 1
Credits
6.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
dr. P.H. Moser
Teaching staff
dr. P.H. Moser
Teaching method(s)
Seminar
Course objective The main goal of this course is to place modern ways of dealing with digital texts into a historical perspective. It has often been suggested that the digital revolution has changed people's reading habits: while people used to read entire books, carefully digesting all of the contents, modern day reading is thought to be fragmentary and restless. Readers 'zap' through various texts at a time and compose their own body of information by gathering quotes and snippets. While printed texts are considered to be relatively stable, digital texts are malleable and 11-6-2012 - Pagina 57 van 125
fluid: they can be changed easily, and it can be hard to define one single author for one text. This course will demonstrate that fragmentary reading, malleable texts and colloborative writing have existed in the past as well, in order to better understand and estimate modern practices. Course content The course focuses on a comparison between the early modern tradition of composing manuscript commonplace books and the way in which people today create new texts by copying and pasting fragments and quotes in a digital environment. You will learn to make cross-overs between periods and disciplines by studying material from the sixteenth century to the present day, and by reading state-of-the art articles from different disciplines, such as book history, cultural studies, internet inquiry, media studies and communication studies. Form of tuition Seminar. In preparation for each class, students will read articles and make weekly assignments. The articles and assignments will be discussed in class. They will serve as the basis for the final essays. At the end of the course, a Remix conference will be organised. All students must attend this conference. Type of assessment Assessment consists of three elements: weekly assignments (20%); written essay (40%); conference review (40%). Grades will be given on a scale from 1 to 10. One grade may compensate another. Course reading Some preliminary titles (additional titles will be given before the beginning of the course): Tatjana Chorney, 'Interactive Reading, Early Modern Texts and Hypertext: A Lesson from the Past'. [2005] Available online on: http://www.academiccommons.org/commons/essay/early-modern-texts-andhypertext; Ann Blair, 'Reading Strategies for Coping With Information Overload ca. 1550-1700'. Journal of the History of Ideas 64.1 (2003) 1128 (available online through http://muse.jhu.edu/journals/journal_of_the_history_of_ideas/v064/64.1bl air.html); Naomi S. Baron, Alphabet to Email. How Written English Evolved and Where It's Heading. eBook edition available on NetLibrary (to be consulted through the VU University Library Catalogue; there is a hard copy in VU Library as well). Chapter 3: `Who Writes, Who Reads, and Why' (p. 4894); Finkelstein, David and Alistair McCleery (eds.), An Introduction to Book History. New York and London 2005. Chapter 4: 'Authors, authorship and authority' (p. 66-84) and chapter 6: 'Readers and reading' (p.100-117). Entry requirements A good understanding of the English language. Target group Students of the minor Remix; exchange students. Remarks If you do not belong to the target group, but wish to take this course as an optional course, please contact the coordinator 11-6-2012 - Pagina 58 van 125
([email protected]).
Global History in debat Vakcode
L_GABAGES204 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. L.M. Douw
Docent(en)
dr. K.C. Sundsback, dr. L.M. Douw
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Het leren kennen en begrijpen van de belangrijkste benaderingen, concepten en debatten binnen de nieuwe subdiscipline van Geschiedenis, Global History; het kritisch beoordelen van literatuur, theorieën en stellingnames binnen Global History en het je vormen en beargumenteren van een eigen visie hierop, om van daaruit te reflecteren op het onderzoeksveld. Vanzelfsprekend wordt er nieuwe kennis opgedaan op het gebied van Global History, door bestudering van academische handboeken en artikelen. Maar het accent van deze cursus ligt op het vergroten van je inzicht in de maatschappelijke en wetenschappelijke achtergronden van het vakgebied. Binnen het brede kader van de debatten die binnen en buiten de historische wetenschap gaande zijn over Global History leer je individuele case studies op hun merites te beoordelen, zowel in maatschappelijke als wetenschappelijke zin. Tijdens de groepsdiscussies leer je je bevindingen mondeling te presenteren en een zinnige inbreng in die discussies te hebben. Die inbreng leer je ook schriftelijk voor te bereiden. Inhoud vak Global History is een onderzoeksgebied binnen de geschiedschrijving, dat zich sinds de jaren 1990 snel ontwikkeld heeft. Geschiedenisstudenten hebben er in het eerste jaar kennis mee gemaakt in het handboekcollege en de bijbehorende werkcolleges. Wij stellen een aantal fundamentele vervolgvragen. Waarom is dit nu zo'n belangrijke benadering in de geschiedenis geworden? Hoe gaan 'Global historians' te werk? Van wat voor begrippen of theorieën maken ze gebruik (wat zijn wereldsystemen bijvoorbeeld)? Over wat voor hot issues worden in deze tak van de geschiedenis discussies gevoerd (waarom draait het bijvoorbeeld in debatten over 'the Great Divergence', ofwel de kloof die in de negentiende eeuw tussen het Westen en de rest van de wereld is ontstaan, of wat is de historische achtergrond van 'globalisering')? Dit is de basiscursus van de major Global History in het tweede jaar. In de aansluitende werkcolleges in periode2 worden de benaderingen, begrippen en theorieën toegepast. Onderwijsvorm Hoor- en discussiecollege met wekelijkse opdrachten over tevoren opgegeven literatuur. Toetsvorm
11-6-2012 - Pagina 59 van 125
Schriftelijk tentamen (90 procent), opdrachten (10 procent) Literatuur Artikelen en boeken, worden bij het begin van het college bekend gemaakt. Vereiste voorkennis Handboekcolleges eerste jaar Geschiedenis en Humanities I en II (515012 + 515013) afgerond Doelgroep Tweedejaars studenten major Global History, en andere bachelor studenten Geschiedenis; tweede- en derdejaars studenten antropologie en andere sociale wetenschappen met belangstelling voor Geschiedenis. Overige informatie De cursus bouwt voort op het handboekcollege Global History in het eerste jaar en wordt gevolgd door een werkcollege waarin een thema uit de Global History wordt uitgediept
Godsdiensten van de Oudheid Vakcode
L_OABAOHK201 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J.J. Flinterman
Docent(en)
dr. J.J. Flinterman, dr. K. Kleber
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Door het volgen van colleges en door de bestudering van wetenschappelijke literatuur verwerf je kennis van religieuze voorstellingen en gebruiken in Mesopotamië, Israël en de GrieksRomeinse wereld. Tevens maak je kennis met verschillende theoretische benaderingen die bij de bestudering van het verschijnsel religie worden gehanteerd. Je leert de vaak impliciete theoretische vooronderstellingen in de wetenschappelijke literatuur herkennen, en je verwerft inzicht in de samenhang tussen religieuze veranderingen en andere ontwikkelingen in de bestudeerde samenlevingen. Inhoud vak Het onderdeel omvat een hoorcollege van twee maal twee uur per week. Na een inleidende zitting (Flinterman) komen achtereenvolgens Mesopotamië, Israël (Kleber), Griekenland en Rome (Flinterman) aan bod. Thema's die bij de behandeling van de verschillende godsdiensten aan de orde zullen worden gesteld, zijn: pantheon en voorstellingen omtrent de goden; communicatie met het bovennatuurlijke; de verhouding tussen mythen en riten; de verhouding tussen staats- en privéreligie. Onderwijsvorm Hoorcollege
11-6-2012 - Pagina 60 van 125
Toetsvorm Schriftelijk tentamen over een literatuurlijst en de collegestof, waarvoor een voldoende (6 op een schaal van 1 tot 10) moet worden gehaald. Voor de colleges geldt aanwezigheidsplicht. Literatuur Wordt nader bekendgemaakt. Vereiste voorkennis Basiscursus geschiedenis van de Oudheid, 1 (L_GOBAGES101) Doelgroep Verplicht voor 2e jaars studenten Oudheidkunde (behalve bij de majorcombinatie Latijn en Nederlandse Letterkunde, waar het is aanbevolen als invulling van de minorruimte); in 2011-2012 eenmalig ook voor 3e jaars studenten Oudheidkunde met de majorcombinatie Oudheidkunde met Oudheidkunde. Overige informatie In het opleidingsjaar 2011-2012 volgen derdejaars studenten Oudheidkunde (met de majorcombinatie Oudheidkunde met Oudheidkunde), bij wijze van overgangsmaatregel, dit onderdeel. De voertaal in de colleges van dr. J.J. Flinterman is Nederlands, de voertaal in de colleges van dr. K. Kleber is Engels.
Griekse en Latijnse literatuurgeschiedenis Vakcode
L_XABAGLT201 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. G.J. Boter
Docent(en)
prof. dr. C.H.M. Kroon, drs. C.M. van der Keur, prof. dr. G.J. Boter, dr. S.M. Adema, D. Stienaers, dr. L.W. van Gils
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Kennismaking met de Griekse en Latijnse Literatuurgeschiedenis, onder meer aan de hand van lectuur van teksten in vertaling. Inhoud vak Overzicht Griekse en Latijnse literatuurgeschiedenis en behandeling Griekse en Latijnse literatuur in vertaling. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkcollege Toetsvorm Schriftelijk tentamen Literatuur R. Rutherford, Classical Literature, A Concise History, Malden MA & Oxford 2005
11-6-2012 - Pagina 61 van 125
Doelgroep 2e jaars studenten Oudheidkunde en 2e jaars studenten GLTC; in 2011-2012 eenmalig ook voor 3e jaars studenten Oudheidkunde met de majorcombinaties Oudheidkunde met Grieks, Oudheidkunde met Latijn en Latijn met Nederlandse letterkunde. Overige informatie In het opleidingsjaar 2011-2012 volgen derdejaars studenten Oudheidkunde (met de majorcombinaties Oudheidkunde met Grieks, Oudheidkunde met Latijn en Latijn met Nederlandse letterkunde), bij wijze van overgangsmaatregel, dit onderdeel.
Het hof in de Middeleeuwen Vakcode
L_AABAALG033 ()
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. R.M.T. Zemel
Docent(en)
dr. R.M.T. Zemel, dr. J.F. van der Meulen, prof. dr. K. Goudriaan, dr. A.L. Tervoort, drs. A.J. Speetjens, dr. H. Aertsen
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Overige informatie Wordt afwisselend met De stad in de Middeleeuwen om het jaar aangeboden; niet in 2011-12
Het verhaal van een opgraving Vakcode
L_BEBAARC103 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. A.M.J. Derks
Docent(en)
dr. J.G. Aarts, dr. A.M.J. Derks
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Excursie, Werkcollege
Doel vak Het doel van deze collegereeks is inzicht te verwerven in de organisatorische, technische en interpretatieve aspecten van een opgraving. De student maakt kennis met de brede kaders van vraaggestuurde onderzoeksprojecten en de kennisvormingsprocedures van een opgraving. Hij leert begrijpen hoe strategische keuzes in het veld kunnen worden verantwoord. Tijdens de werkcolleges leert hij in groepsverband opgravingsdocumentatie lezen en interpreteren en tijdens de excursie verwerft hij inzicht in de werkwijze van de archeoloog in het veld en in de beperkingen die door personele en financiële middelen aan de uitvoering worden opgelegd. Daarnaast verwerft hij basiskennis over rurale nederzettingen in Romeins Nederland.
11-6-2012 - Pagina 62 van 125
Inhoud vak Aan de hand van het concrete voorbeeld van de opgravingen van een Romeinse nederzetting en begraafplaats bij Tiel leren de cursisten hoe de archeoloog via het lezen, analyseren en interpreteren van grondsporen en mobilia tot een historisch verhaal over een kleine gemeenschap in het Romeinse rijk kan komen. Onderwijsvorm Hoorcollege met opdrachten/werkcollege. Tijdens de werkcolleges wordt in groepsverband aan het opstellen van een structuurrapport van een huis en een graf gewerkt. Tijdens de cursus vindt ook een dagexcursie plaats. Voor het college en de excursie geldt een aanwezigheidsplicht. Toetsvorm Schriftelijke opdrachten (20%) en schriftelijk tentamen (80%). Beoordeling in cijfers (0-10). Literatuur Roymans, N., T. Derks, S. Heeren (eds. ), 2007: ; Een Bataafse gemeenschap in de wereld van het Romeinse rijk. Opgravingen te TielPassewaaij, Utrecht. Aanvullende literatuur wordt op college bekendgemaakt Doelgroep 1e jaars studenten Archeologie; geïnteresseerde studenten Oudheidkunde, GLTC.
Het Zuiden van de Verenigde Staten Vakcode
L_GEBAALG005 ()
Periode
Periode 1+2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. S.W. Verstegen
Docent(en)
dr. S.W. Verstegen
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Inzicht verwerven in het eigen karakter van het Zuiden van de VS en de betekenis daarvan voor de binnenlands-politieke ontwikkelingen van het land. Inhoud vak Onze visie op de Verenigde Staten wordt sterk beïnvloed door de dominante, politiek liberale en van oorsprong Puriteinse elite van de rijke en geürbaniseerde oostkust. Hierdoor is onze kennis van het veel armere en agrarische zuiden gering gebleven en sterk aan clichés onderhevig. In het werkcollege onderzoeken we de vraag hoe het zuiden zijn eigen sociale en culturele karakter heeft ontwikkeld. Hierbij wordt onder andere aandacht besteed aan de plantagehouders, slaven en kleine boeren, het baptisme, de burgeroorlog, rassensegregatie en de betekenis van de New Deal voor de ontwikkeling van het zuiden.
11-6-2012 - Pagina 63 van 125
Onderwijsvorm werkcollege Toetsvorm Opdrachten en werkstuk Literatuur W.J. Cooper jr. and Tom E. Terril, The American South: a history, Vol. I en II, 4e druk (2008/2009). Vereiste voorkennis Voor wie het vak volgt als 3e jaars hoofdvak: afronding 1e jaar Global History of Contemporaine Geschiedenis Doelgroep 3e jaars studenten geschiedenis, sociale wetenschappen, Engelse/Amerikaanse Letterkunde en Transatlantische Studies
Hindoestaanse migratiegeschiedenis Vakcode
L_AABAGES201 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. C.E.S. Choenni
Docent(en)
prof. dr. C.E.S. Choenni
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Kennis en inzicht verwerven in de wisselwerking tussen beleidsprocessen en gemeenschapsontwikkeling en begrip ontwikkelen voor de vele connotaties van het woord identiteit. De deelnemers leren om brede begrippen als identiteit, integratie, burgerschap, gemeenschap, diaspora te problematiseren en historisch specifiek te maken. Als casus worden de migratie van Brits-India naar Suriname en van Suriname naar Nederland en de integratie van de Hindostanen in Suriname en in Nederland bestudeerd. Aan de hand van de bijzondere geschiedenis van deze etnische groep worden de deelnemers uitgedaagd om van binnenuit de gemeenschapsontwikkeling te begrijpen. Ze ontwikkelen een eigen visie op de samenhang tussen integratiebeleid en identiteit met betrekking to een onderwerp. Zij presenteren dit aan medestudenten en enkele externen. Inhoud vak De laatste jaren wordt steeds meer onderscheid gemaakt tussen verschillende categorieën immigranten. Een zo’n categorie betreft ‘postkoloniale’ immigranten, waarmee ondermeer degenen worden bedoeld die zich na de dekolonisatie van resp. Indonesië en Suriname of vanuit de Nederlandse Antillen en Aruba, in Nederland hebben gevestigd. En binnen deze categorie gelden voor beleidsmakers weer verdere onderscheidingen. In dit onderzoeksvak staat de interactie centraal tussen de vestigingsgeschiedenis van deze uiteenlopende migrantengemeenschappen en de ontwikkeling van het Nederlandse overheidsbeleid in een internationale context. Als casus wordt de
11-6-2012 - Pagina 64 van 125
Hindostaans-(Surinaamse) gemeenschap in Nederland bestudeerd. Deze categorie van ‘postkoloniale’ immigranten is een relatief onbekende en onzichtbare groep, ofschoon deze gemeenschap ongeveer één procent (160.000 ) uitmaakt van de Nederlandse bevolking. Zij zijn nakomelingen van contractarbeiders die tussen 1873 en 1916 van (Brits) India naar Suriname migreerden. Voorafgaand aan de onafhankelijkheid van Suriname (25 november 1975) emigreerde een grote groep Hindostanen naar Nederland. Inmiddels woont een groot deel van de eerste generatie al ruim 30 jaar in Nederland. Bijna de helft van de Hindostaanse gemeenschap bestaat uit de tweede generatie. Vooral bij hen is er sprake van identificatie met India en Indiase diaspora. Hindostanen hebben een “sterke” etnische identiteit. De focus ligt op de studie van de redenen voor vertrek uit het land van herkomst en de vestiging en integratie in Nederland, op (nationale, transnationale en internationale) identificatieprocessen en de wisselwerking tussen gemeenschapsvorming, maatschappelijke ontwikkeling en overheidsbeleid. De rol van religie en cultuur krijgen daarbij speciale aandacht. Onderwijsvorm Het betreft een werkcollege met wekelijks overleg. Na een gezamenlijke introductie in week 1-4 op zowel belangrijke beleidsontwikkelingen als op de specifieke case van de Hindostanen in Nederland (colleges en literatuur) kunnen de deelnemers in week 4-8 hun eigen invalshoek kiezen, gericht op bronnenonderzoek, beleidsonderzoek, theoretisch onderzoek of ervaringsonderzoek. Eigen case study onderzoek gebeurt in week 6 en 7, met een plenaire presentatie in week 8. Toetsvorm De samenstelling van het eindcijfer bestaat uit de volgende onderdelen: deelname aan het plenaire werkgroepsproces: 30%; wekelijkse opdrachten week 2-5 20%; presentatie in week 8 50%. Literatuur Wordt bekendgemaakt via blackboard. Daarnaast worden de studenten begeleid in het zelf zoeken van relevante bronnen, literatuur en zegslieden. Doelgroep Open voor alle derdejaars en exchange studenten, en voor tweedejaars major Geschiedenis in Antropologisch Perspectief. Overige informatie Een excursie naar Den Haag en het Sarnamihuis maakt deel uit van het vak.
Historisch Amsterdam Vakcode
L_AABAALG024 ()
Periode
Periode 1+2
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. I.B.S. van Koningsbruggen
Docent(en)
drs. I.B.S. van Koningsbruggen, prof. dr. P.J.E.M. van Dam
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Excursie 11-6-2012 - Pagina 65 van 125
Doel vak Het vak biedt kennis en inzicht in het ruimtelijk fenomeen Amsterdam (stedebouw, architectuur, geografie) en haar geschiedenis en vormt een introductie op stadshistorisch onderzoek bijvoorbeeld ten aanzien van de problematiek van water in wereldsteden en de omgang met geschiedenis in de hedendaagse stad. Inhoud vak Voortdurende verandering is een wezenlijke eigenschap van steden, maar er blijven aspecten min of meer ongewijzigd, waaraan de stad haar karakter of identiteit ontleent. Dat geldt voor gebouwen, maar vooral voor de ruimtelijke indeling van de stad, het patroon van waterwegen en straten en de wijze waarop de ruimte daartussen in percelen is ingedeeld. Hoe gingen stedelingen met hun stad om? In hoorcolleges bieden een milieuhistoricus en een architectuurhistoricus kennis en inzicht aan de hand van historische kaarten en afbeeldingen; tijdens excursies ontdekken de studenten de geschiedenis in de stad zelf. In responsiecolleges wordt over de tentamenliteratuur gereflecteerd. Onderwijsvorm hoorcolleges, excursies, responsiecolleges (verplichte aanwezigheid) Toetsvorm schriftelijk tentamen Literatuur literatuurlijst op blackboard Doelgroep studenten met belangstelling voor geschiedenis, architectuur en stedebouw, cultuur
History and Cultures of the Ancient Near East Course code
L_SABAOHK206 ()
Period
Period 1
Credits
3.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
dr. K. Kleber
Teaching staff
dr. K. Kleber
Teaching method(s)
Lecture
Course objective The course aims at the expansion of the student's knowlege of Ancient Near Eastern history, culture, texts and archaeological artefacts. Course content The content of this class is the geography, languages, peoples, history, the social and economic structures of Ancient Mesopotamia, illustrated by texts in translations and ancient Assyrian and Babylonian art. It aims to be an introduction to three millennia of ancient Mesopotamian history and society for everyone who is interested.
11-6-2012 - Pagina 66 van 125
Form of tuition Lecture, seminar (werkcollege), short oral presentation by students Type of assessment Written Exam (grades 0-10) Course reading M. Van de Mieroop, A History of the Ancient Near East ca. 3000-323 BC. (2007). J.N. Postgate, Early Mesopotamia. Society and Economy at the Dawn of History (London and New York 1992). Target group all
History of Emotions Vakcode
L_GABAALG004 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Engels
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. I.B. Leemans
Docent(en)
dr. H.G.M. Jorink, prof. dr. J.M. Koppenol, dr. K. Steenbergh, prof. dr. I.B. Leemans, prof. dr. H.W. Roodenburg
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Kennis verwerven over emotiegeschiedenis, oefenen met interdisicplinaire onderzoeksmethoden, uitvoeren eigen onderzoek, bronnenanalyse, schrijven van werkstuk. Inhoud vak Emotiegeschiedenis is een van de meest uitdagende en dynamische onderzoeksgebieden in de cultuurgeschiedenis van dit moment. In dit onderzoeksveld worden inzichten uit zeer verschillende disciplines met elkaar verbonden: zowel in historische, filosofische en medische disicplines buigt men zich op dit moment over het probleem welke rol aan emoties en emotief gedrag moeten worden toegeschreven in politieke, sociale en culturele processen. Dit is een onderzoekscollege, dat wordt afgesloten met een werkstuk. Studenten kunnen kiezen om onderzoek te doen naar uiteenlopende onderwerpen zoals vroegmoderne medische and filosofische visies op de hartstochten, emoties op het toneel, huilen op de preekstoel, pathos in politieke redevoeringen, sentimentele romans of empathie als revolutionair concept. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges (aanwezigheid verplicht) Toetsvorm Werkstuk, presentaties, participatie Literatuur
11-6-2012 - Pagina 67 van 125
Reader Doelgroep Dit vak staat open voor alle belangstellende studenten en wordt speciaal aanbevolen voor studenten Geschiedenis, Letterkunde, Kunstgeschiedenis, Cultuur- of Literatuurwetenschap en Culturele Antropologie.
History of Mesopotamian Law Course code
L_SABAOHK207 ()
Period
Period 2+3
Credits
3.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
dr. K. Kleber
Teaching staff
dr. K. Kleber
Teaching method(s)
Lecture
Course objective The participants of this lecture will be introduced to Mesopotamian ideas of justice, will learn the content of legal "codes" and of texts from the ancient Babylonian legal practise. Course content The sources for Mesopotamian legal history, such as the "codes", royal edicts, administrative orders, records of litigation and private legal documents will serve as examples to illuminate various legal areas such as criminal law, property and inheritance law, family law as well as international law. We will also talk about the organisation of the jurisdiction, the major civic bodies and personal status. Form of tuition Lecture Type of assessment Written examination (grades 0-10) Course reading R. Westbrook (ed.), A History of Ancient Near Eastern Law. (HdO 72), Leiden 2003. (It is NOT required to purchase this book.) Target group Students of Law and Ancient Studies
Holocaust: Geschiedenis en Herinnering Vakcode
L_GCBAALG001 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. D.G. Hondius
Docent(en)
dr. G. Siertsema, dr. D.G. Hondius 11-6-2012 - Pagina 68 van 125
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Het verwerven van kennis over en inzicht in de geschiedenis van en de herinnering aan de Holocaust. Inhoud vak Het internationale onderzoek naar de Holocaust heeft zich de afgelopen twintig jaar krachtig ontwikkeld. De historiografie en de herinneringscultuur van de Jodenvervolging en het erfgoed van de Tweede Wereldoorlog zijn ook in Nederland brede onderzoeksgebieden. Deze serie hoor- en discussiecolleges biedt zowel basiskennis als een kennismaking met actuele discussies op dit veelzijdige gebied. Aan de orde komt enerzijds de geschiedenis van de Holocaust, anderzijds de herinneringscultuur hiervan in haar verschillende uitingsvormen (literatuur, filosofie, film, herinneringsplaatsen). Aan de hand van enkele recente overzichtsstudies wordt een overzicht van de geschiedenis van de jodenvervolging en de herinnering daaraan gegeven, met de nadruk op nieuwe inzichten en recente ontwikkelingen in het onderzoek. Zowel internationale als Nederlandse ontwikkelingen en discussies komen aan bod. De cursus bestaat uit twee bijeenkomsten per week. Onderwijsvorm Hoorcollege, een bijeenkomst per week. Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Literatuur Saul Friedländer, Nazi Duitsland en de Joden, 1933-1945. Nieuw Amsterdam, Amsterdam; verkorte editie 2009. of: English original edition: Nazi Germany and the Jews, 1933-1945. Abridged edition: HarperPerennial, 2009. Timothy Snyder, Bloodlands. Europe Between Hitler and Stalin. Basic Books, New York 2010. (verschijnt wellicht ook in Nederlandse vertaling). Elie Wiesel, La Nuit. Paris 1958 (vertaling Nini Brunt, Nacht. Amsterdam 2006) Primo Levi, Is dit een mens. herdruk Amsterdam 2010 (oorspr. Torino 1958) Art Spiegelman, Maus. A Survivor’s Tale. Part I and II. Pantheon Books, New York, 1986 en 1991. Vereiste voorkennis Toegelaten tot het tweede jaar; ACVA voldoende Doelgroep Derderjaars studenten major Contemporaine geschiedenis en filosofie; andere minorstudenten; zij dienen vooraf toestemming van de docenten te verkrijgen. Overige informatie Alleen als keuzevak
Human Rights & the Citizenship of Aliens Course code
R_HumRC (200995)
11-6-2012 - Pagina 69 van 125
Period
Period 2
Credits
6.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Rechtsgeleerdheid
Coordinator
prof. mr. T.P. Spijkerboer
Teaching staff
prof. mr. T.P. Spijkerboer
Teaching method(s)
Lecture, Tutorial
Course objective - Knowledge and understanding of the layered nature, as well as the changing nature of citizenship; - relate social reality to this knowledge; - on the basis of knowledge of 'law in the books': to carry out a small investigation about 'law in action'. Course content What is a citizen? Which rights do migrants have? These are seemingly simple questions, but migrants enjoy all kinds of civil rights, while some citizens feel treated as aliens. In this course we will investigate which rights can be invoked by nationals and by migrants. This will happen both during lectures, as well as during working groups including an excursion where the subject of the course is related to social reality. We will address citizenship of the European Union; the possibility to be joined by family members from abroad; nationality; dress codes; and political theory about citizenship and civil rights. Form of tuition 5 lectures, 3 seminars. Type of assessment Written exam; paper. Course reading Will be announced on blackboard. Entry requirements Entry requirements students Bachelor's degree programme Law (Rechtsgeleerdheid): - only open for students who have passed all the courses of the first bachelor year.
Human Rights and Borders Course code
R_HumRB (200996)
Period
Period 1
Credits
6.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Rechtsgeleerdheid
Coordinator
prof. mr. H. Battjes
Teaching staff
prof. mr. H. Battjes
Teaching method(s)
Lecture, Tutorial
11-6-2012 - Pagina 70 van 125
Course objective This course aims to enable students: - To use and understand the law concerning borders and the changing meanings of borders (Term 1, 3, 6, 10, 11, 12); - to relate domestic, European and international law, and to deal with conflicts among them (Term 2); - to reflect critically on legislation and case-law concerning borders (Term 7, 9, 15); - to see law on borders in a historical context (Term 5). Course content What is the border of a country? Who decides where it is? And for whom does it apply? During this course we will investigate which meanings the borders within and around Europe have for European citizens and other categories of migrants; who has drawn the border; and how the border is being guarded. We will do this during classes in which we will address the law of borders, and the meaning of human rights for border control and for crossing the border. In class, we will deal with relevant domestic, European and international law, and case law of - among others - the European Court of Human Rights. We discuss the borders among Member States of the European Union, external border control and its costs in the Mediterranean, the history of asylum and its relation to human rights, migration control through detention, and the relevance of (physical and other) borders for European societies. This last topic is a connection with the second course, which delves deeper into the different ways in which in modern societies distinctions are made between old and new inhabitants. Form of tuition 5 lectures, 3 seminars. Type of assessment Written exam Course reading Required reading will be published on blackboard. Entry requirements Entry requirements students Bachelor's degree programme Law (Rechtsgeleerdheid): - only open for students who have passed all the courses of the first bachelor year.
Impact van het Romeinse leger op de grensstreken van het Romeinse Rijk Vakcode
L_BEBAALG006 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. A.M.J. Derks
Docent(en)
dr. A.M.J. Derks
Lesmethode(n)
Werkcollege
11-6-2012 - Pagina 71 van 125
Doel vak Kennis van en inzicht in recente trends in Romeinse legerstudies en hun relatie met bredere thematische ontwikkelingen in de Romeinse archeologie; toepassen van deze vaardigheden op een geselecteerde casus en leren zowel in groepsverband (discussiecollege) als zelfstandig (referaat en essay) daarover een oordeel te vormen en te communiceren. Schriftelijke presentatie met goede betoogopbouw, zorgvuldig taalgebruik en met correcte verwerking van literatuur/bibliografie. Verdedigen en beargumenteren van een eigen mening op basis van wetenschappelijke argumenten. Studiediscipline gericht op werkstuk of scriptie met eigen onderwerpkeuze. Kritisch omgaan met literatuur, theorieën en opinies. Zelfstandig formuleren en uitvoeren van een probleemstelling en een onderzoeksopzet, met gebruik van gangbare methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek. Inhoud vak Het Romeinse leger had uiteraard primair een militaire rol die bestond in de expansie en consolidatie van het rijk. Om die taak naar behoren te kunnen vervullen werd het leger onder keizer Augustus tot een staand beroepsleger omgevormd en in min of meer permanente forten langs de grenzen van het rijk gestationeerd. De impact van het Romeinse leger reikte echter verder dan de fortenreeks langs de grens, die slechts de meest zichtbare manifestatie van de militaire presentie vormde. De permanente legering had grote invloed op de politieke, sociale en economische verhoudingen in de grensgebieden waar de troepen gestationeerd waren en soms zelfs ver daarbuiten. Deze cursus heeft tot doel de betekenis van de militaire presentie voor de in de grensstreken van het rijk gevestigde lokale gemeenschappen te onderzoeken. Na een inleidend hoorcollege en een discussiecollege krijgen de deelnemers een casus toebedeeld waarover zij een referaat houden en een essay schrijven. Onderwijsvorm Inleidend hoorcollege; vervolgens werkcolleges met discussie Toetsvorm Referaat en werkstuk. Beoordeling in cijfers (0-10). Literatuur James, S., 2002: Writing the legions, Archaeological Journal 159, 1-58. Overige literatuur wordt aan het begin van het college bekendgemaakt. Doelgroep In 2011-2012 eenmalig verplicht in het overgangsprogramma voor 3e jaars studenten Archeologie; als keuzeonderdeel voor 3e jaars studenten Oudheidkunde met Latijn. Overige informatie Alleen als deel van het minoraanbod.
Individuele verdieping in de architectuurgeschiedenis A Vakcode
L_KBBAAG307 ()
Periode
Ac. Jaar (september)
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren 11-6-2012 - Pagina 72 van 125
Coördinator
prof. dr. J.E. Bosma
Doel vak Verdiepen of verbreden van kennis en inzicht in de geschiedenis van architectuur, stedebouw en landschapsarchitectuur. Inhoud vak De student bestudeert individueel een architectuurhistorisch onderwerp naar eigen keuze, dat aansluit op de cursussen architectuur, stedebouw, of landschapsarchitectuur uit het tweede studiejaar, of voortkomt uit de eigen belangstelling. De invulling wordt per student met een van de docenten architectuurgeschiedenis vastgesteld. Onderwijsvorm Individuele begeleiding Toetsvorm Mondeling tentamen of essay Literatuur Individueel vast te stellen na overleg met docent Vereiste voorkennis Tweedejaars programma major Architectuurgeschiedenis Doelgroep 3e jaars studenten major Architectuurgeschiedenis
Individuele verdieping in de architectuurgeschiedenis B Vakcode
L_KBBAAG308 ()
Periode
Ac. Jaar (september)
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. J.E. Bosma
Doel vak Verdiepen of verbreden van kennis en inzicht in de geschiedenis van architectuur, stedebouw en landschapsarchitectuur. Inhoud vak De student bestudeert individueel een architectuurhistorisch onderwerp naar eigen keuze, dat aansluit op de cursussen architectuur, stedebouw, of landschapsarchitectuur uit het tweede studiejaar, of voortkomt uit de eigen belangstelling. De invulling wordt per student met een van de docenten architectuurgeschiedenis vastgesteld. Onderwijsvorm Individuele begeleiding Toetsvorm Mondeling tentamen of essay
11-6-2012 - Pagina 73 van 125
Literatuur Individueel vast te stellen na overleg met docent Vereiste voorkennis Tweedejaars programma major Architectuurgeschiedenis Doelgroep 3e jaars studenten major Architectuurgeschiedenis
Inleiding communicatiewetenschap Vakcode
L_NCBAALG101 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. L. Lagerwerf
Docent(en)
dr. L. Lagerwerf
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Kennis maken met de ontwikkeling van de communicatiewetenschap als wetenschappelijke discipline; Kennis maken met communicatiewetenschappelijke begrippen, theorieën en mechanismen; Kennis maken met onderzoeksmethoden die (min of meer specifiek) in de communicatiewetenschap worden gebruikt (inhoudsanalyse, survey en experiment); Verbindingen leggen tussen taalonderzoek en communicatiewetenschap. Inhoud vak De cursus omvat een kennismaking met de communicatiewetenschap. Aan de orde komen thema's als informatieoverdracht, attitudeverandering, agendavorming, selectieve perceptie, propaganda, beeldvorming, kenniskloof en functies van de media. Bij de thema's worden steeds de relevante wetenschappelijke theorieën en onderzoeksmethoden behandeld. Aan de hand van specifieke onderzoeken zullen relaties tussen taalfenomenen en communicatieprocessen worden gelegd. Onderwijsvorm Hoorcollege 2 x 2 uur per week Toetsvorm Multiple choice tentamen Literatuur Severin, W. J. & J. W. Tankard, (2001/2010). Communication theories: Origins, methods and uses in the mass media (5th edition). New York: Longman (International edition, € 55,-); aanvullende literatuur in de vorm van elektronische wetenschappelijke artikelen. Doelgroep Eerstejaars met twee majoren uit de afdeling Taal en Communicatie
Inleiding editiewetenschap
11-6-2012 - Pagina 74 van 125
Vakcode
L_AABAALG025 ()
Periode
Periode 1+2
Credits
12.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. A. Kets-Vree
Docent(en)
prof. dr. A. Kets-Vree
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Kennismaking met de theorie en praktijk van de editiewetenschap; inzicht in actuele ontwikkelingen (ICT) en discussies binnen het vakgebied; inzicht in het belang van de editiewetenschap voor maatschappij en wetenschap; het maken van een eigen teksteditie. Inhoud vak De editiewetenschap is voor teksten wat monumentenzorg is voor gebouwen. Ook voor ons literaire erfgoed is vakkundige zorg een noodzakelijke voorwaarde om voor nieuwe generaties levend te blijven. Editeurs zorgen voor betrouwbare teksten, zonder corrupties, en overbruggen de kloof tussen teksten van toen en lezers van nu. Behalve tekstedities maken zij ook brievenuitgaven, om meer te weten te komen over de ontstaansgeschiedenis van teksten, de werkwijze en opvattingen van auteurs, de rol van uitgevers enzovoort. Het vak is volop in beweging, zowel het maken als het publiceren van tekstedities en bronnenpublicaties verandert ingrijpend door de beschikbaarheid van het internet en andere technologische ontwikkelingen (meer informatie op www.textualscholarship.nl). We bestuderen en bespreken de theorie van het uitgeven van 19de- en 20ste-eeuwse literatuur en correspondenties en toetsen die vervolgens aan een aantal papieren en digitale edities. De praktijk komt aan bod tijdens een excursie naar erfgoedinstellingen en vooral door zelf een digitale uitgave te maken. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges, met schriftelijke opdrachten, mondelinge presentaties en een eindwerkstuk, bestaande uit een editie; excursie naar erfgoedinstellingen. Opdrachten worden door de docent aangedragen, discussies naar aanleiding hiervan vormen een wezenlijk onderdeel van het college. Er is aandacht voor zowel de wetenschappelijke als de maatschappelijk-culturele aspecten van het vakgebied en de beroepspraktijk. Toetsvorm Actieve deelname aan de colleges, opdrachten, presentaties en werkstuk. Literatuur Marita Mathijsen, Naar de letter. Handboek editiewetenschap. Vierde, ongewijzigde oplaag (2010). Online: http://www.textualscholarship.nl. Via printing on demand in boekvorm verkrijgbaar bij Amsterdam University Press (27.50 euro). Vereiste voorkennis Geen, maar het college Meesterwerken uit de wereldliteratuur dient tegelijkertijd gevolgd te worden.
11-6-2012 - Pagina 75 van 125
Doelgroep De minor staat open voor alle studenten. Overige informatie De digitale editie wordt gemaakt binnen het collaboratory eLaborate, een online werkomgeving. Nadere inlichtingen via email: [email protected] of [email protected] of telefonisch (070-3315832). De mogelijkheid bestaat om het geleerde verder uit te werken in een scriptie of in praktijk te brengen door een stage aan het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (meer informatie op www.huygens.knaw.nl).
Inleiding in de archeologie A Vakcode
L_BABAARC109 ()
Periode
Periode 1
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. A. Prent
Docent(en)
dr. A. Prent
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Kennis van de belangrijkste archeologische methoden en technieken; inzicht in de geschiedenis van de archeologie en in de verschillende benaderingswijzen. Inhoud vak In dit, eerste, deel van de cursus wordt ingegaan op de geschiedenis, de aard, de opsporingsmethodes en dateringsmethodes van de archeologie; tevens wordt aandacht besteed aan de verschillende benaderingswijzen van het vak. Onderwijsvorm Hoor- en responsiecolleges; collectieve evaluatie van archeologische film Toetsvorm Schriftelijk tentamen aan het eind van periode 1 . Beoordeling in cijfers (0-10). Literatuur C. Renfrew & P. Bahn, Archaeology. Theories, Methods and Practice, Thames & Hudson, London 2004 (4e gereviseerde en uitgebreide editie of latere druk; aanschaf verplicht), hoofdstukken 1 t/m 4. Doelgroep 1e jaars studenten Archeologie en Oudheidkunde Overige informatie Zie Studiehandleiding.
Inleiding in de archeologie B
11-6-2012 - Pagina 76 van 125
Vakcode
L_BABAARC113 ()
Periode
Periode 2
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. N.G.A.M. Roymans
Docent(en)
prof. dr. N.G.A.M. Roymans
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Kennis van de belangrijkste archeologische methoden en technieken en inzicht in de voornaamste theorieën over de ontwikkeling van menselijke samenlevingen in de archeologie. Inhoud vak In dit studieonderdeel komen o.a. de sociale, economische en religieuze aspecten van samenlevingen uit het verleden aan bod. Onderwijsvorm Hoor- en responsiecolleges; collectieve evaluatie van een etnografische film. Toetsvorm Schriftelijk tentamen aan het eind van periode 2. Beoordeling in cijfers (0-10). Literatuur C. Renfrew & P. Bahn, Archaeology. Theories, methods and practice, Thames & Hudson, London 2004 (4e gereviseerde en uitgebreide editie of latere druk; aanschaf verplicht), hoofdstukken 5, 9 en 10. Doelgroep 1e jaars studenten Archeologie en Oudheidkunde Overige informatie Zie Studiehandleiding.
Inleiding taalvariatie Haagse Harrie en zijn vrienden Vakcode
L_AABAALG019 ()
Periode
Periode 1+2+3
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. F.L.M.P. Hinskens
Docent(en)
prof. dr. F.L.M.P. Hinskens
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak Het college beoogt een kennismaking met de variatielinguïstiek, toegespitst op verandering en variatie op het gebied van de Nederlandse grammatica. Het werkcollege brengt verdieping aan door de stof uit de hoorcolleges in verband te brengen met de theoretische literatuur. Elke 11-6-2012 - Pagina 77 van 125
student zal ook een klein onderzoekje uitvoeren ter afsluiting van het werkcollege. Inhoud vak Het Nederlands is voortdurend in verandering en er bestaan grote verschillen tussen verschillende variëteiten van onze taal. De vraag is natuurlijk: waarom vertonen deze taalvariëteiten zoveel verscheidenheid, zowel in de tijd (verandering) als in de ruimte (o.a. dialecten)? En waar zit die variatie dan precies? Niet alleen wijzigt de woordenschat, maar ook de uitspraak verandert (luister maar eens naar een televisieuitzending van 50 jaar geleden). Hetzelfde geldt voor de grammatica – jij kunt wordt jij kan en wellicht wordt hij heeft op den duur hij heb. In dit college wordt het proces van variatie en verandering van verschillende kanten beschouwd. De taalkunde biedt een aantal manieren aan om naar de dynamiek van een taal te kijken. Elk college zal een ander aspect van deze variatie ter discussie stellen. Het gaat onder meer om lexicale, grammaticale, sociale, culturele en psychologische aspecten van taalverandering en taalvariatie. Het hoorcollegedeel vormt een veelzijdige inleiding op het verschijnsel van taalverandering en taalvariatie. Het werkcollege biedt een verdieping op de stof die in het hoorcollege aan de orde komt. Tijdens dit college zullen studenten zelf actief zijn via presentaties, participatie in discussies over de stof en een kleine onderzoeksopdracht. Dit college zal incidenteel ook verzorgd worden door andere taalonderzoekers werkzaam op het Meertens Instituut. Onderwijsvorm Hoorcolleges (locatie: UvA; docent: prof.dr. H.J. Bennis) en werkcolleges (locatie: Meertens Instituut; docenten: prof.dr. H.J. Bennis en anderen) Toetsvorm Het hoorcollege wordt afgesloten met een tentamen; het werkcollege wordt beoordeeld op basis van een presentatie, deelname aan de discussie en een onderzoekswerkstuk. De cijfers voor de twee onderdelen worden gemiddeld. Literatuur Wordt later bekend gemaakt. Vereiste voorkennis Inleiding Taalwetenschap of Nederlands in de etalage, taalverkeer Doelgroep derdejaars Nederlandse taalstudies (in het kader van de overgangsregeling); keuzevak voor andere bachelor studenten Letteren Overige informatie Aan dit college nemen studenten deel van zowel de VU als van de UvA. Daarnaast zullen aan de hoorcolleges ook toehoorders (Illustere School UvA) deelnemen. De colleges vinden plaats in de periode 12 september 21 november 2011.
Inleiding taalwetenschap, zelfstudie Vakcode
L_PABAALG001 ()
Periode
Periode 1
11-6-2012 - Pagina 78 van 125
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. H.D. van der Vliet
Docent(en)
dr. H.D. van der Vliet
Lesmethode(n)
Werkcollege
Interuniversitaire bachelorwerkgroep Florence Vakcode
L_KABAKGS303 ()
Periode
Periode 4+5
Credits
10.0
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. P.B.M. van den Akker
Docent(en)
prof. dr. P.B.M. van den Akker
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak De jaarlijkse werkgroep heeft tot doel studenten (van de opleiding Kunstgeschiedenis aan de verschillende Nederlandse universiteiten) kennis te laten maken met karakteristieke aspecten en benaderingswijzen van de Italiaanse kunst, in het bijzonder van de kunst in Toscane in de periode 1400-1700. Inhoud vak De inhoud wordt t.z.t. bekend gemaakt op de site van het NIKI: zie http://www.niki-florence.org Onderwijsvorm Hoor- en responsiecolleges, excursies naar collecties en monumenten, literatuurstudie Toetsvorm Schriftelijk tentamen; schriftelijk werkstuk (wordt in Nederland afgerond) Literatuur Wordt nader bekend gemaakt Vereiste voorkennis Jaar 1 van de opleiding Kunstgeschiedenis; behoorlijke passieve kennis van de Italiaanse taal Doelgroep Tweede- en derderjaarsbachelorstudenten Kunstgeschiedenis Overige informatie Voor nadere uitleg en instructies zie de Bachelor Scriptiehandleiding. Geïnteresseerden wordt verzocht altijd eerst contact op te nemen met P. van den Akker; aanmelden voor 1 januari 2012; voor de reis- en verblijfkosten zijn beurzen beschikbaar; voor meer informatie zie http://www.niki-florence.org
11-6-2012 - Pagina 79 van 125
Introduction to American Studies Course code
L_ELBAELK206 ()
Period
Period 1
Credits
6.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
dr. R.V.J. van den Oever
Teaching staff
dr. R.V.J. van den Oever
Teaching method(s)
Seminar
Course objective Students learn to study the United States from a multidisciplinary and interdisciplinary approach. Besides reading literary texts, students will also look at non-literary texts including paintings, political texts, photographs, documentaries, and films. Course content Introduction to American Studies" is both chronologically and thematically organized. Starting with the Puritans who sailed to the New World in the 17th century, we discuss tropes in American Studies, for instance the idea of the Promised Land, the Self-Made Man, and the myth of the West. These myths will be juxtaposed to the reality of American lives then and now. Form of tuition Two-hour seminars each week Type of assessment Exam and essay Course reading Neil Campbell & Alasdair Kean, American Cultural Studies: An Introduction. New York: Routledge, 2006 (2nd edition). Entry requirements Ordinarily students of Literatures of English will have to have finished all the first-year courses. Please contact the instructor if you do not fulfill this requirement and want to follow this course anyway. Target group Second-year students of Literatures in English specializing in American Studies; premaster-students of Literatures in English; exchange students; students following the American Studies minor. Remarks This course is taught in English; attendance is compulsory.
Introduction to Cultural History Vakcode
L_GABAALG003 ()
Periode
Periode 1+2
Credits
9.0 11-6-2012 - Pagina 80 van 125
Voertaal
Engels
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. H.G.M. Jorink
Docent(en)
dr. H.G.M. Jorink, prof. dr. J.M. Koppenol, prof. dr. P.B.M. van den Akker, dr. J.H.M. de Waardt, dr. F.H. Schmidt, dr. K. Steenbergh, prof. dr. I.B. Leemans, prof. dr. H.W. Roodenburg
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Introductie op de geschiedenis, hedendaagse praktijk en toekomst van de cultuurgeschiedenis Inhoud vak Via een reeks hoorcolleges wordt een introductie gegeven op de geschiedenis en de praktijk van de cultuurgeschiedenis. Wat is cultuur hoe hebben historici cultuur gedefinieerd en onderzocht? Wat is cultuurgeschiedenis? De colleges geven een overzicht van de grondslagen van de cultuurgeschiedenis sinds de 18e eeuw, waarbij aandacht uitgaat naar de vorming van verschillende richtingen (van klassieke Kulturgeschichte, via historische antropologie, tot New Cultural History), en naaar de vele debatten en 'turns' in de discipline. De hoorcolleges worden verzorgd door docenten uit verschillende disciplines, zodat studenten kunnen kennismaken met de veelzijdige disciplinaire achtergronden die binnen de cultuurgeschiedenis samenkomen. In de colleges worden discussies georganiseerd over beroemde cultuurhistorische teksten. Het college wordt afgesloten met een tentamen. Onderwijsvorm Hoorcolleges, discussie Toetsvorm Tentamen (Cijfer 0 – 10), collegeparticipatie (onvoldoende/voldoende/goed) Literatuur P. Burke, What is Cultural History? (Cambridge 2008) en selectie klassieke cultuurhistorische teksten Doelgroep Dit vak staat open voor alle belangstellende studenten en wordt speciaal aanbevolen voor studenten Geschiedenis, Letterkunde, Kunstgeschiedenis, Cultuur- of Literatuurwetenschap en Culturele Antropologie.
Journalistieke vaardigheden Vakcode
L_AABAALG023 ()
Periode
Periode 1+2
Credits
15.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. M.G. Onrust
Docent(en)
drs. M.G. Onrust 11-6-2012 - Pagina 81 van 125
Lesmethode(n)
Werkcollege
Landschapsarchitectuur Vakcode
L_KBBAAG206 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. E.M. van Hellemondt
Docent(en)
drs. E.M. van Hellemondt
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak Kennismaking met de ontwikkeling, de culturele context en de opgaven van de Nederlandse tuin- landschapsarchitectuur in internationaal perspectief. Kennis opdoen uit wetenschappelijke handboeken en artikelen en inzicht verkrijgen in de problematiek van het vakgebied. Studiediscipline gericht op docentgestuurde opdracht. Inhoud vak De cursus bestaat uit hoorcolleges waarin de belangrijkste concepten voor de tuin- en landschapsarchitectuur in Nederland vanaf de zeventiende eeuw worden toegelicht. Niet vanuit de bekende indeling in stijlen, maar vanuit het denken over natuur en cultuur en de houding ten opzichte van het ontwerpen van het landschap die daaruit voortvloeit. Na het hoorcollege worden de concepten in een werkcollege door de studenten getoetst aan concrete ontwerpen van tuinen, parken, groenstructuren en landinrichtingsprojecten. Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege. Toetsvorm Schriftelijke opdrachten. Literatuur wordt bij aanvang college bekend gemaakt Vereiste voorkennis 1e jaars programma major Architectuurgeschiedenis Doelgroep 2e jaar major Architectuurgeschiedenis, premaster Architectuurgeschiedenis en Erfgoedstudies
Literaire cultuur in de Middeleeuwen Vakcode
L_NOBAALG006 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands 11-6-2012 - Pagina 82 van 125
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. R.M.T. Zemel
Docent(en)
dr. R.M.T. Zemel
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Kennismaking met en bestudering van literaire genres in de Middeleeuwen Inhoud vak Aan de hand van een bespreking van enige beroemde teksten worden achtergronden belicht van de literaire cultuur van West-Europa in de Middeleeuwen, in het bijzonder van Frankrijk en de Lage Landen. In de colleges worden de volgende onderwerpen behandeld: (1) Helden uit de kring van Karel de Grote (Chanson de Roland; Karel ende Elegast); (2) Troubadourslyriek: de adoratie van de vrouw en de hoofse liefde; (3) Liefdesconcepties in verhalende literatuur (Tristan en Iseut; de korte verhalen van Marie de France); (4) Het genre van de Arturroman (Chrétien de Troyes: Lancelot; Perceval en de graal); (5) Geestelijke teksten voor een hoofs publiek (Beatrijs); (6) Literaire satires op de hoofse cultuur (Roman de Renart; Van den vos Reynaerde) Onderwijsvorm Hoorcollege, 2 uur per week Toetsvorm Schriftelijk tentamen aan het eind van periode 2 (cijfer). Een paper in periode 3 (voldaan). Literatuur Een lijst van te lezen teksten, en syllabi (op Blackboard). De vreemdtalige werken worden gelezen in moderne vertaling. Vereiste voorkennis 1e jaars programma Letteren Doelgroep 3e jaars studenten Letteren als minor
Literaire kritiek Vakcode
L_AABAALG026 ()
Periode
Periode 1+2
Credits
12.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. E.J. Etty
Docent(en)
prof. dr. E.J. Etty
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Inzicht te verkrijgen in de theoretische en praktische achtergronden van de literaire kritiek, het leren reflecteren op deze kritiek en daarnaast ook het leren schrijven van literaire kritieken op verschillende niveaus. 11-6-2012 - Pagina 83 van 125
Inhoud vak Elke week wordt de oogst aan recensie van een aantal dag- en weekbladen bijgehouden en besproken. Daarnaast worden elke keer recensieopdrachten uitgevoerd en besproken. Onderwijsvorm Discussie en opdrachten. Toetsvorm Take-home tentamen bij colleges, bestaande uit een boekrecensie. Literatuur Literatuurbijlagen van diverse kranten en tijdschriften en losse artikelen die op het college worden uitgereikt. Vereiste voorkennis Geen, maar het college Meesterwerken uit de wereldliteratuur dient tegelijkertijd gevolgd te worden. Doelgroep De minor staat open voor alle studenten. Overige informatie Bij werkgroepen beperkte inschrijving, maximaal aantal studenten: 15. Spreekuur na afloop van het werkcollege. Dit onderdeel is tevens een onderdeel van een minorpakket. Zie voor het gehele aanbod: http://www.let.vu.nl/nl/studenten/studiegids/20112012/minoren/index.asp
Marokkaans Arabisch A Vakcode
L_WABAALG003 ()
Periode
Periode 4+5
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. P.H.F. Bos
Docent(en)
dr. P.H.F. Bos
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Opbouwen van basisvaardigheid in conversatie in het MarokkaansArabisch. Vaardigheden: de vaardigheden uit de meetlat zijn niet van toepassing op taalvaardigheidscursussen. Daarom worden hier de vaardigheden uit het ERK (Europees Referentie Kader) aangehouden. Einddoel van deze cursus is niveau A2. Gesproken interactie: de student kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe utwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. De student kan zeer korte sociale gesprekken hanteren, zelfs terwijl hij/zij gewoonlijk niet voldoende begrijpt om het gesprek zelfstandig gaande te houden. Gesproken productie: de student kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen
11-6-2012 - Pagina 84 van 125
zijn/haar familie en andere mensen, leefomstandigheden, opleiding en huidige of meest recente baan te beschrijven. Luisteren: de student kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die voornamelijk van direct persoonlijk belang zijn (bijv. basisinformatie over hemzelf en familie, winkelen, plaatselijke geografie, werk). De student kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke, eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen. In lezen en schrijven worden geen vaardigheden opgebouwd omdat het Marokkaans Arabisch geen codificatie (schriftelijke weergave) kent. Inhoud vak Door middel van uitspraakoefeningen en conversatie-oefeningen op de CD die bij het boek hoort, zal de student kennismaken met Arabische klanken, Marokkaans-Arabische woorden en de zinsbouw in het MarokkaansArabisch. Onderwijsvorm Werkcolleges in het talenpracticum Toetsvorm Tentamen (mondeling en schriftelijk) Literatuur Jan Hoogland. Marokkaans-Arabisch, een cursus voor zelfstudie en klassikaal gebruik. Amsterdam: Bulaq. Doelgroep Alle studenten van de VU, behalve 1e jaars
Marokkaans Arabisch B Vakcode
L_WABAALG004 ()
Periode
Periode 1+2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. P.H.F. Bos
Docent(en)
dr. P.H.F. Bos
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Uitbouwen van basisvaardigheid in conversatie in het MarokkaansArabisch. Vaardigheden: de vaardigheden uit de meetlat zijn niet van toepassing op taalvaardigheidscursussen. Daarom worden hier de vaardigheden uit het ERK (Europees Referentie Kader) aangehouden. Einddoel van deze cursus is niveau B1. Gesproken interactie: de student kan omgaan met de meeste situaties die kunnen optreden tijdens een reis in een gebied waar de betreffende taal wordt gesproken. De student kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of zijn/haar persoonlijke belangstelling hebben of die betrekking hebben op het dagelijkse leven (bijvoorbeeld familie, hobby's, werk, reizen en actuele gebeurtenissen). Gesproken productie: de student kan uitdrukkingen op een simpele manier aan elkaar verbinden, zodat de student zijn/haar ervaringen en
11-6-2012 - Pagina 85 van 125
gebeurtenissen, zijn/haar dromen, hoop en ambities kan beschrijven. De student kan in het kort redenen en verklaringen geven voor zijn/haar meningen en plannen. De student kan een verhaal vertellen, of de plot van een boek of film weergeven en zijn/haar reacties beschrijven. Luisteren: de student kan de hoofdpunten begrijpen van een duidelijke toespraak over vertrouwde zaken die hij/zij regelmatig tegenkomt op zijn/haar werk, school, vrije tijd, enz. De student kan de hoofdpunten van veel radio- of tv- programma's over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of professioneel belang begrijpen wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken. In lezen en schrijven worden geen vaardigheden opgebouwd omdat het Marokkaans Arabisch geen codificatie (schriftelijke weergave) kent. Inhoud vak Door middel van uitspraakoefeningen en conversatie-oefeningen op de CD die bij het boek hoort, zal de woordenschat in het Marokkaans-Arabisch worden uitgebreid en zullen steeds gecompliceerdere zinsconstructies worden geleerd. Onderwijsvorm Werkcolleges in het talenpracticum Toetsvorm Tentamen (mondeling en schriftelijk) Literatuur Jan Hoogland. Marokkaans-Arabisch, een cursus voor zelfstudie en klassikaal gebruik. Amsterdam: Bulaq. Doelgroep Alle studenten van de VU, behalve 1e jaars.
Mediterrane pre- en protohistorie Vakcode
L_BMBAARC205 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. A. Prent
Docent(en)
dr. A. Prent
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Verdieping van kennis van de pre- en protohistorische culturen in het Egeïsche en Italische gebied; verdieping van inzicht in de bredere Mediterrane context waarin deze culturen zich ontwikkeld hebben; oordeelsvorming wat betreft de theoretische discussie op dit gebied; beargumenteren en verdedigen van eigen mening. Inhoud vak Centraal onderwerp van deze collegereeks is de ontwikkeling van de vroege culturen van het Egeïsche en Italische gebied, van het Neolithicum en de Bronstijd tot in de Vroege IJzertijd. Twee thema's zullen daarbij als leidraad dienen: de dynamiek van het herhaald
11-6-2012 - Pagina 86 van 125
ontstaan van sociaal-politiek complexe samenlevingen en het belang daarbij van de bredere Mediterrane context. Onderwijsvorm Responsiecollege (2 x 2 uur per week) Toetsvorm Take home tentamen (0-10) 80%; korte mondelinge presentaties (onvoldoende/voldoende/goed) 10%; aanwezigheid en actieve participatie verplicht, 10%. Literatuur Selectie van relevante artikelen; reader/syllabus Vereiste voorkennis Griekse archeologie, 1; Romeinse archeologie, 1; Inleiding in de Archeologie, 1 (deel 1 en 2) Doelgroep 2e jaars studenten Archeologie en Oudheidkunde; in 2011-2012 eenmalig ook voor 3e jaars studenten Oudheidkunde met de majorcombinatie Oudheidkunde met NieuwBabylonisch. Overige informatie - Aanwezigheid is verplicht. - In het opleidingsjaar 2011-2012 volgen derdejaars studenten Oudheidkunde (met de majorcombinatie Oudheidkunde met NieuwBabylonisch), bij wijze van overgangsmaatregel, dit onderdeel.
Meesterwerken uit de wereldliteratuur Vakcode
L_AABAALG020 ()
Periode
Periode 1+2+3
Credits
12.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. M.J.E. van Tooren
Docent(en)
prof. dr. D.M. Oostdijk, dr. R.V.J. van den Oever, dr. M.J.E. van Tooren, dr. A. van Strien, prof. dr. E. Jansen, dr. J.H.C. Bel, dr. M.H. Koenen, prof. dr. B.J. Peperkamp, prof. dr. D.H. Schram, A. Storm
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Kennismaking met de belangrijkste periodes en stromingen binnen de WestEuropese literatuur vanaf de Middeleeuwen tot heden aan de hand van klassiek geworden meesterwerken. Inhoud vak Elke week, dat wil zeggen voor elk college, leest de student een literair 'meesterwerk' en een kleine hoeveelheid toegankelijke secundaire literatuur. Op college zal de docent naast het te lezen meesterwerk ook enkele fragmenten uit andere canonieke teksten uit de betreffende periode/stroming bespreken.
11-6-2012 - Pagina 87 van 125
Onderwijsvorm hoorcollege met discussie Toetsvorm Verplichte aanwezigheid (80%) en een schriftelijk tentamen aan het eind van periode 1 en periode 2. Het gemiddelde van beide tentamencijfers is het eindcijfer; het minimum cijfer voor elk van beide tentamens is een 5. Literatuur Periode 1: Ovidius, Metamorfosen (selectie) La Chanson de Roland/Het Roelandslied Erasmus, Lof der Zotheid Defoe, Robinson Crusoe Hugo, Notre Dame de Paris/De klokkenluider van de Notre Dame Flaubert, Madame Bovary Periode 2: Leopold, Kinderpartij Couperus, De stille kracht Virginia Woolf, The Waves Nabokov, Lolita Calvino, Als op een winternacht een reiziger Coetzee, Disgrace Bouazza, Paravion De opgegeven werken mogen zowel in vertaling als in de oorspronkelijke taal gelezen worden. Vereiste voorkennis geen Doelgroep De minor staat open voor alle studenten. Overige informatie Het college Meesterwerken uit de wereldliteratuur is een verplicht onderdeel van de minor literatuur. Daarnaast kiest de student Literaire kritiek of Editietechniek (12 studiepunten) en Schrijvershuisbezoeken of Creatief Schrijven (6 studiepunten)
Middeleeuwen in debat Vakcode
L_AABAALG032 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. A.J. Speetjens
Docent(en)
dr. J.F. van der Meulen, drs. A.J. Speetjens
Lesmethode(n)
Werkcollege
11-6-2012 - Pagina 88 van 125
Doel vak Het verwerven en ontwikkelen van kritisch inzicht in hedendaagse discussies over belangrijke thema's uit de middeleeuwse geschiedenis door de bestudering van moderne literatuur en (vertaalde) bronnen. Inhoud vak Ook de geschiedenis van de Middeleeuwen is een 'Diskussion ohne Ende': gangbare, soms definitief lijkende inzichten worden ter discussie gesteld, opnieuw aan de bronnen getoetst en zo nodig bijgesteld of vervangen. In dit college worden primaire bronnen en wetenschappelijke literatuur bestudeerd over enkele druk bediscussieerde thema's, waarbij wordt ingegaaan op de wetenschappelijke discussies onder historici die vaak àchter de handboekstof verborgen liggen. De thema’s en vragen onder andere die besproken zullen worden zijn: 1. Heilige mannen: Welke conflicterende antwoorden geven verschillende historici op de vraag in hoeverre de verering van heiligen en relieken een overblijfsel is van voor-christelijke, heidense godsdiensten, geïncorporeerd in het Christelijk geloof om de kerstening te bespoedigen en de overstap gemakkelijker te maken. Welke rol spelen 'levende heiligen', zoals woestijnheiligen, in de vroegmiddeleeuwse mediterraanse samenleving? In hoeverre vormen de 'vitae' van deze heilige mannen betrouwbare levensbeschrijvingen, of zijn het slechts mooie voorbeelden? En zoja, voor wie dan? 2. Feodaliteit: Heeft er eigenlijk wel iets bestaand zoals een 'feodale maatschappij' en een ‘banale revolutie’, of is 'feodaliteit' alleen maar een begrip dat in geschiedenisboekjes voorkomt? In hoeverre is de verhouding leenheer-leenman niet meer dan een constructie van nà de Middeleeuwen? 3. Gender: Waarom gaat volgens de meeste handboeken geschiedenis veelal over (hooggeplaatste) mannen, en lees je over vrouwen bijna niets, behalve als het gemene koninginnen of hysterische heiligen betreft? Welke andere rolmodellen hadden vrouwen in de Middeleeuwen eigenlijk? Welk debat is er in de hedendaagse mediëvistiek gaande rond de kwestie in hoeverre deze 'gender'-patronen van mannen en vrouwen duidelijk zijn afgebakend? Kunnen vrouwen in bepaalde omstandigheden 'mannelijke' rollen op zich nemen? En in hoeverre passen vreedzame en celibataire priesters en monniken in een duaal gender-systeem? 4. Taal & moraal: Hoe is te verklaren dat meer dan honderd jaar na verschijning van de opruiende Roman de la Rose alsnog een felle polemiek losbarstte? Dit handboek voor jonge klerken over ‘de kunst van de liefde’ was eeuwenlang een kaskraker. Wat was de werkelijke inzet van de pennenstrijd tussen Franse klerken en Christine de Pizan, ‘feministe avant-la-lettre’? Ging die beroemde ruzie wel over de denigrerende en bij wijlen blasfemische toon die in de Rose wordt aangeslagen tegenover de vrouw, zoals in het ‘gender’ onderzoek lang is betoogd? Of speelden hier heel andere ethische kwesties? In hoeverre had deze onkuise taal een pedagogisch doel in het onderwijs aan jonge mannen? Onderwijsvorm Werkcollege met opdrachten en een referaat. Discussie tijdens de werkcolleges naar aanleiding van de literatuur, de referaten en de schriftelijke opdrachten. Toetsvorm Wekelijkse werkopdrachten (in periode 2) en twee eindopdrachten (in periode 3). Literatuur
11-6-2012 - Pagina 89 van 125
Verkrijgbaar via Blackboard; fotokopieën in ordner. Vereiste voorkennis Eerstejaars en tweedejaars programma Middeleeuwse/Vroegmoderne Geschiedenis of een daarmee vergelijkbare training; AcVa. Doelgroep 3e jaars studenten Letteren met belangstelling voor de Middeleeuwen. Overige informatie Aanwezigheid is verplicht Contacturen: 28 uur werkcollege
Middeleeuwse verhalenschat Vakcode
L_AABAALG022 ()
Periode
Periode 1+2
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J.F. van der Meulen
Docent(en)
dr. R.M.T. Zemel, drs. I.B.S. van Koningsbruggen, dr. J.F. van der Meulen, prof. dr. K. Goudriaan, dr. A.L. Tervoort
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Dit interdisciplinaire college beoogt een kennismaking met de vele facetten van de middeleeuwse cultuur aan de hand van hoogtepunten uit literatuur en kunst. Aan deze cyclus wordt bijgedragen vanuit geschiedenis, kunstgeschiedenis en literatuurgeschiedenis (Frans, Engels, Italiaans en Nederlands). Inhoud vak De rijkdom aan middeleeuwse vertelvormen – heldendichten, ridderromans, heiligenlevens, maatschappijkritiek in pikante verpakking, juwelen van bouwkunst – en de impact van deze cultuurdragers, tot in onze tijd, staan in dit college centraal. Europese meesterwerken en spraakmakende bestsellers als de Divina Commedia van Dante, Chaucer’s Canterbury Tales en de Roman de la Rose worden onder de loep genomen. Ook de ‘dragers’ van deze verhalen – handschriften, miniaturen, vroege drukken en houtsnedes, architectuur en beeldhouwkunst – krijgen ruime aandacht. De hoorcolleges worden afgewisseld met een aantal werkcolleges waarin de stof verder wordt uitgediept en de samenhang tussen de verschillende onderwerpen nader uitgewerkt. Onderwijsvorm Hoorcolleges afgewisseld met een aantal werkcolleges (door elke docent één). Voor deze colleges geldt een aanwezigheidsplicht (80 %). Toetsvorm Voorbereidende opdrachten voor de werkcolleges (samen 25 % van het eindcijfer) en twee schriftelijke tentamens over de collegestof en literatuurlijst (in week 8 van periode 1 en periode 2; samen 75 % van het eindcijfer). Voor HP studenten is er aanvullende stof.
11-6-2012 - Pagina 90 van 125
Literatuur Een literatuurlijst met tentamenstof wordt bij aanvang van de reeks verstrekt. Doelgroep 3e jaars studenten Letteren met belangstelling voor de Middeleeuwen
Migrations in Europe Course code
L_GABAGES205 ()
Period
Period 1
Credits
6.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
prof. dr. P.D. Nyiri
Teaching staff
prof. dr. S. Legene, prof. dr. P.D. Nyiri, prof. dr. J.M.W.G. Lucassen
Teaching method(s)
Lecture
Course objective To create an understanding of disciplinary and interdisciplinary approaches to migration, with a focus on anthropology, economic and cultural history. To place the immigration debate in today's Europe within a historical context and, in turn, situate the history of Europe within a history of global migrations; thus offering a solid starting point for more indepth study of migration issues in the followup courses of this migration minor. Course content Following a counter-chronological sequence, and starting with a discussion of various contemporary approaches to migration, the course will trace migrations within, from and to Europe from today back to the early modern period, with special attention to the place of the Netherlands within European migration systems. Particular attention will be paid to the relationship between migration and colonialism. Form of tuition Lectures and seminars Type of assessment Final paper Course reading The main source will be Jan Lucassen and Leo Lucassen, Winnaars en verliezers: Een nuchtere balans van vijfhonderd jaar immigratie. Amsterdam: Bert Bakker, 2011. Entry requirements Second-year students and above with substantial previous coursework in history or social sciences Target group
11-6-2012 - Pagina 91 van 125
Open to all third-year and exchange students. In 2012-13 as well open to second-year students of the History in Anthropological Perspective major. Remarks This is the introductory course for the Migration Studies minor
Minor basiscursus Spaans 1a Vakcode
L_HABAALG003 ()
Periode
Periode 1, Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. M.B.F. de Bakker
Docent(en)
drs. M.B.F. de Bakker
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Je verwerft een basiskennis van de Spaanse taal en leert in bepaalde contexten en situaties adequaat te communiceren. Inhoud vak Vaardigheden: In staat zijn de benodigde grammatica, woordenschat en socioculturele kennis op beginnersniveau toe te passen om een communicatief doel te bereiken. Onderwijsvorm College 2 x 2 uur per week gedurende 7 weken Toetsvorm Schriftelijk toets Literatuur Caminos 1 (nieuw) tekst- en werkboek Doelgroep Minor studenten Overige informatie Deze module wordt 2x aangeboden; 1x in periode 1 en 1x in periode 2
Minor basiscursus Spaans 1b Vakcode
L_HABAALG004 ()
Periode
Periode 2, Periode 3
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. M.B.F. de Bakker
Docent(en)
drs. M.B.F. de Bakker
Lesmethode(n)
Werkcollege
11-6-2012 - Pagina 92 van 125
Doel vak Kennis van de grammatica te verdiepen en de lees-, luister- en spreekvaardigheid te verbeteren Onderwijsvorm College 2 x 2 uur per week gedurende 7 weken Toetsvorm Schriftelijk toets Literatuur Caminos 2 (nieuw) tekst- en werkboek Vereiste voorkennis basiscursus Spaans 1a Doelgroep Minor studenten Overige informatie Deze module wordt 2x aangeboden; 1x extensief in periode 2 en 1x intensief in periode 3
Minor Communicatie via teksten Vakcode
L_NCBAALG008 ()
Periode
Periode 1+2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. M.G. Onrust
Docent(en)
dr. S.M.K. van Vliet, drs. M.G. Onrust, dr. L. Lagerwerf
Lesmethode(n)
Werkcollege, Hoorcollege
Minor Toetsende statistiek Vakcode
L_NCBAALG007 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. G. Mulder
Docent(en)
dr. G. Mulder
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Je kent de theoretische basis van beschrijvende en inferentiële (toetsende) statistiek. Je bent in staat basistechnieken toe te passen voor het beschrijven van steekproefgegevens. Je bent in staat onderzoeksvragen te beantwoorden op grond van een aantal inferentiële 11-6-2012 - Pagina 93 van 125
technieken (o.a. correlatie en regressie, t-toets en variantieanalyse). Je bent in staat om op grond van onderzoeksvragen en -opzet en controle van parametriche assumpties de juiste inferentiële techniek te kiezen. Je bent in staat de resultaten van statistische analyses conform de richtlijnen van de APA te rapporteren. Inzicht verkrijgen in de mogelijkheden van het gebruik van digitale bronnen en/of gegevensbestanden in het kader van kwantitatief onderzoek. Inzicht verkrijgen in, en vaardigheid opdoen met, de toepassingsmogelijkheden van relevante ICT-methoden en -technieken bij het onderzoek aan dergelijke bronnen en bestanden. Inhoud vak Behandeling van de fundamenten van beschrijvende en inferentiële (toetsende) statistiek: descriptieve maten, geobserveerde scoreverdelingen, de standaardprocedure van een toetsing. Vervolgens komen de elementaire technieken aan de orde, gericht op de evaluatie van betrouwbaarheid (Cronbach's alpha), relaties (correlatie en regressie) en verschillen (t-toets, Wilcoxon, Mann-Whitney, variantie-analyse en de chi-kwadraattoets). Onderwijsvorm Hoorcollege 2 x 2 uur p/w; daarnaast werken studenten in tweetallen wekelijks praktijkopdrachten met SPSS uit. Toetsvorm Multiple choice tentamen; praktijkgerichte eindopdracht (in tweetallen). Beide onderdelen tellen voor 50 procent mee bij het bepalen van het eindcijfer. Voor beide onderdelen geldt dat minimaal een 5.0 moet worden gehaald. Literatuur Field, A. (2009). Discovering Statistics Using SPSS. 3rd Edition. London: Sage Doelgroep 2e jaars studenten major CIW en major Taalwetenschap-Ttw; premaster studenten CIW en Taalwetenschap-Ttw; master studenten CIW (indien ze dit vak in de vooropleiding nog niet gevolgd hebben) Overige informatie De wekelijkse opdrachten moeten verplicht worden ingeleverd. Wanneer alle opdrachten op tijd zijn ingeleverd, verdient de deelnemer een half punt bijtelling bij het eindcijfer. Voor iedere opdracht die niet op tijd is ingeleverd volgt 1 punt aftrek. Voor het tentamen hebben kandidaten maximaal 90 minuten tijd.
Museumkunde Vakcode
L_KNBAALG001 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. S.J. Konijn
Docent(en)
drs. S.J. Konijn 11-6-2012 - Pagina 94 van 125
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Reflecteren op de plaats die het (kunst)museum in de huidige cultuur inneemt, aan de hand van actuele kwesties op het gebied van presentatie, collectievorming en beleid. Kennis verwerven van de hoofdlijnen van de geschiedenis van het museum. Ontwikkelen van vaardigheden voor de kritische analyse en beoordeling van presentatievormen in musea van kunst, (cultuur)geschiedenis en volkenkunde. Inhoud vak Wat betreft de museumgeschiedenis worden twee keerpunten behandeld die van belang zijn voor het ontstaan van het moderne museum: de omslag van de encyclopedische verzameling naar de gespecialiseerde verzameling in de 19e eeuw; en het ontstaan van de 'neutrale' museale ruimte in de 20e eeuw. Actuele kwesties die zowel in de discussiecolleges als bij de museumpractica onderzocht worden zijn: volkenkundige musea in postkoloniale tijd; collectiepresentaties en verschuivingen in de canon; de noodzaak zich binnen het museumlandschap te profileren d.m.v. programmering en publieksbenadering. Onderwijsvorm Hoorcolleges gecombineerd met gerichte opdrachten, museumpracticum. De theoriecolleges en de literatuurbesprekingen worden afgewisseld met excursies naar musea met collecties op het gebied van kunst, (cultuur) historie en volkenkunde. Toetsvorm Actieve deelname aan discussies en referaat (5 procent), takehometentamen (55 procent) en recensie (40 procent). Alle onderdelen dienen voldoende te zijn. Voor dit vak geldt een aanwezigheidsplicht. Literatuur Als handboek wordt gebruikt Ellinoor Bergvelt, Debora J. Meijers, Mieke Rijnders (red.), Kabinetten, galerijen en musea. Het verzamelen en presenteren van naturalia en kunst van 1500 tot heden, Zwolle 2005. Daarnaast wordt literatuur opgegeven via blackboard. Doelgroep Studenten Kunstgeschiedenis, Architectuurgeschiedenis, ACW, Geschiedenis en Oudheidkunde. Het vak is onderdeel van de afdelingsminor Architectuur, Kunst en Media Overige informatie Dit vak is verplicht voor studenten die willen solliciteren naar de master Museumconservator
Myths of Dutch Art Course code
L_AABAALG021 ()
Period
Period 1+2+3
Credits
12.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren 11-6-2012 - Pagina 95 van 125
Coordinator
E.J.O.J. Noyez MA
Teaching staff
E.J.O.J. Noyez MA
Teaching method(s)
Lecture
Course objective At the basis of many views on Dutch art lies the notion of a homogeneous national school. Since the eighteenth century this notion fostered the deployment of Dutch art for reasons of national identity and prestige. This course, however, questions the notion of a typically and specifically ‘Dutch’ art. It not only introduces students to the nature of nationalistic visions on Dutch art but, more importantly, it also contextualizes them. Why was such a notion propagated, and what kind of critique did it meet with? How has Dutch art been misused, misinterpreted and even ignored because of it? Myths of Dutch Art wants to stimulate students to look beyond a nationalistic canon and aims to provide them with a critical attitude towards notions of homogeneous and typically Dutch art. Course content The course consists of a series of lectures given by a variety of staff members from the Art & Culture department. The lectures follow a chronological pattern, starting with Rembrandt in the seventeenth century, moving from the so-called Golden Age onto the nineteenth century and leading up to discussions on Cobra and Karel Appel in the modern period. Each lecture aims to tell a specific story, to give insight into how and why specific narratives of Dutch art and national identity have been constructed and into what was left in their wake. In its entirety, the series of lectures shows the persistence of certain ideas and strategies, while also giving ample examples of how artists have tried to overturn them. Form of tuition Lectures Type of assessment Written assignment Course reading To be announced. Target group Students taking the minor 'Dutch in the World'; exchange students. Remarks This course is part of the interdisciplinary minor 'The Dutch in the World', see www.let.vu.nl/minor/dutchworld.
Ondernemerschap Vakcode
L_AABAALG035 ()
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Fac. der Economische Wet. en Bedrijfsk.
Coördinator
prof. dr. E. Masurel 11-6-2012 - Pagina 96 van 125
Docent(en)
prof. dr. E. Masurel
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak Na het succesvol afronden van dit vak is de student(e) op de hoogte van de belangrijkste praktische en theoretische aspecten van ondernemerschap, in het bijzonder van het starten van een eigen bedrijf. Inhoud vak Algemene kenmerken van ondernemerschap; innovatie & ondernemerschap; maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO); netwerkanalyse; haalbaarheidsonderzoek. Onderwijsvorm Hoorcolleges; gastcolleges; werkcolleges; praktijkonderzoek. Toetsvorm Schriftelijk tentamen en presentatie praktijkonderzoek (beide 50%). Literatuur Wordt voorafgaand aan het eerste college bekend gemaakt. Doelgroep Keuzevak voor alle 3e jaars bachelor studenten Letteren
Oudchristelijk Grieks en Latijn Vakcode
L_XCBAALG001 ()
Periode
Periode 1
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. N.M. Vos
Docent(en)
dr. N.M. Vos
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak De student verwerft door zelfstudie en tijdens werkcolleges inzicht in de literaire en historische interpretatieproblematiek van een of meerdere toonaangevende vroegchristelijke auteurs. De in de eerste twee jaren opgedane ervaring in de omgang met handboeken, naslagwerken en andere wetenschappelijke literatuur wordt verder uitgebreid en uitgediept. Elke student houdt een voordracht over een passage met aandacht voor verschillende aspecten van de tekst: opbouw en structuur, bredere literaire context, Sitz im Leben. Deze wordt gevolgd door een groepsdiscussie. De gehele cursus wordt mondeling of schriftelijk (afhankelijk van de groepsgrootte) afgerond met een tentamen over alle stof. De weging van de verschillende onderdelen staat vermeld op Blackboard. De eigen oordeelsvorming van de student vervult een prominente rol. Van de student wordt uitdrukkelijk een grote eigen inbreng verwacht. Inhoud vak
11-6-2012 - Pagina 97 van 125
Behandeling van een reeks teksten uit uiteenlopende genres (traktaat, hagiografie, preek, poëzie) van verschillende auteurs, o.a. Justinus, Origenes, Gregorius van Nyssa, Ambrosius en Augustinus. Onderwijsvorm Werkcollege. Leespensa worden per college voorbereid en ter zitting besproken. Tevens wordt secundaire literatuur gelezen. Voor het tentamen moet een aanvullend pensum zelfstandig worden voorbereid. Toetsvorm Schriftelijk tentamen over pensum en collegestof Literatuur Primaire en secundaire teksten beschikbaar via Blackboard Vereiste voorkennis De module Antiek christendom Doelgroep 3e jaars studenten GLTC en Oudheidkunde met Grieks of Latijn (aanbevolen minor) Overige informatie Keuzevak in de minorruimte
Overzicht geschiedenis van de Oudheid voor archeologen Vakcode
L_GOBAARC102 ()
Periode
Periode 1+2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J.J. Flinterman
Docent(en)
dr. W.F.M. Henkelman, dr. J.J. Flinterman
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Door het volgen van colleges en de bestudering van een handboek verwerf je overzichtskennis van het vakgebied Oude Geschiedenis. Inhoud vak Het vakgebied Oude Geschiedenis bestrijkt de geschiedenis van het Oude Nabije Oosten, de Griekse wereld en Rome en het Romeinse rijk van ca. 3000 v.Chr. tot ca. 500 n.Chr. Onderwijsvorm Bestudering van een Nederlandstalig handboek. De zelfstudie wordt ondersteund door hoorcolleges, waarin wekelijks (zes keer per periode) uitleg van en achtergrondinformatie bij het voor de desbetreffende week te bestuderen gedeelte van het handboek wordt gegeven. Toetsvorm Schriftelijke tentamens aan het einde van periode 1 en periode 2. Beide tentamens bestaan uit een multiple choice-toets en zes open vragen over de handboekstof en de bijbehorende hoorcollegestof. Beide tentamens
11-6-2012 - Pagina 98 van 125
tellen voor 50 % mee in het eindresultaat; een onvoldoende resultaat (5 of minder) voor het ene tentamen kan worden gecompenseerd met een voldoende resultaat (6 of meer) voor het andere tentamen, met dien verstande dat het gemiddelde van de twee deelresultaten een 6 dient te zijn. Voor de colleges geldt aanwezigheidsplicht. Literatuur L. de Blois, R.J. van der Spek, Een kennismaking met de Oude Wereld, zesde druk, Muiderberg, Coutinho, 2001. Doelgroep Eerstejaars studenten Archeologie; in het opleidingsjaar 2011-2012 ook eenmalig voor tweedejaars studenten GLTC. Overige informatie In het opleidingsjaar 2011-2012 volgen tweedejaars studenten GLTC, bij wijze van overgangsmaatregel, dit onderdeel in plaats van de Basiscursus geschiedenis van de Oudheid.
Post uit de VS, jaren '20 Vakcode
L_GABAGES206 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. G. Harinck
Docent(en)
prof. dr. G. Harinck
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Introductie bijzondere collecties UBVU, leren werken met bronnen, plaatsen in de context, leren transcriberen en annoteren. Inhoud vak Aan de hand van een verslag van een Amerikaanse reis die een VUhoogleraar in 1920 voor zichzelf maakte, wordt nagegaan hoe Nederland werd gerepresenteerd en hoe hij de VS zag. Onderwijsvorm Werkcollege, waarbij een student telkens een of twee pagina's uit het verslag bespreekt, transscriptieproblemen voorlegt en het tekstgedeelte in zijn context plaatst. Toetsvorm De colleges worden afgesloten met een schriftelijke toets over de collegestof en opgegeven literatuur. De beoordeling omvat ook de inhoud en vorm van de presentatie van het eigen onderzoek in de werkgroep. Literatuur James D. Bratt, Dutch calvinism in modern America. A history of a conservative subculture (Grand Rapids 1984); George Harinck, 'Valentijn Hepp in America: Attempts at International Exchange in the 1920s', in: George Harinck en Hans Krabbendam, Sharing the Reformed Tradition. The Dutch-North American Exchange, 1846-1996 (Amsterdam 1996), 115-138.
11-6-2012 - Pagina 99 van 125
Vereiste voorkennis George Harinck, '"Our history is not without parallels". Reacties uit gereformeerde kring in Nederland op het ontstaan van Westminster Theological Seminary te Philadelphia', Radix, XXIII (1997), 44-67. Doelgroep Studenten die de minor Amerikanistiek volgen; studenten geschiedenis en godgeleerdheid BA 2-3.
Prehistorie van Nederland Vakcode
L_BEBAARC207 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. N.G.A.M. Roymans
Docent(en)
prof. dr. N.G.A.M. Roymans
Lesmethode(n)
Excursie, Werkcollege
Doel vak Kennis en inzicht in de hoofdlijnen van de Nederlandse prehistorie. Het kunnen beoordelen van literatuur. Het zelfstandig kunnen samenvatten van de stand van zaken over een aantal thema's binnen de Nederlandse archeologie. Oordeelsvorming over het eigen vakgebied in de werkcolleges via discussie/debat. Inhoud vak De prehistorie van Nederland met nadruk op de laatste twee millennia voor Chr. Centrale thema's zijn economische versus culturele interpretaties in het landschaps- en nederzettingsonderzoek, huishoudens en locale gemeenschappen, depositiepraktijken, uitwisselingsnetwerken, grafveldonderzoek, de omgang met het verleden in de prehistorie. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges en excursie Noord-Nederland. Toetsvorm Schriftelijk tentamen aan het einde van periode 1. Beoordeling in cijfers (0-10). Literatuur L.P. Louwe Kooijmans e.a. (eds.), De prehistorie van Nederland, Leiden. Aanvullende literatuur wordt tijdens college bekend gemaakt. Vereiste voorkennis Inleiding in de archeologie A en B (L_BABAARC109 en L_BABAARC113)(vak in 2010-2011 Inleiding in de archeologie; L_BABAARC102). Doelgroep 2e jaars studenten major West-Europese archeologie en Mediterrane archeologie; studenten Geo-archeologie.
11-6-2012 - Pagina 100 van 125
Overige informatie - wekelijkse deelname aan de cursus is verplicht - Aanschaf handboek Louwe Kooijmans e.a. wordt dringend aanbevolen. - Over de excursie worden nadere afspraken gemaakt.
Remix and Copyright Vakcode
L_AABAALG036 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Engels
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
H.N. Scholtens
Docent(en)
prof. dr. M.R.F. Senftleben, H.N. Scholtens
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak The course provides an overview of the basic rules that regulate copyright protection. On this basis, the breathing space which copyright law offers for the remix and reuse of protected material, for the purpose of creating new cultural expression, will be discussed in detail. Participants will obtain a general understanding of the role of copyright protection in the digital age, the regulation of new forms of creativity and the balance between copyright protection and freedom of expression. Participants will acquire the ability to identify and solve problems arising from the application of copyright law in the digital age, and the ability to assess critically current rules in the light of the need for creative freedom. Inhoud vak The course focuses on the international rules that regulate the remix and reuse of works protected by copyright. The following forms of use and related problem areas will be dealt with in particular: • quotations and parody; • sampling; • fan fiction; • digitization of cultural material. Creative Commons licenses constitute an additional topic of the course. In this regard, the implications of this alternative licensing model with regard to remix activities will be discussed. Onderwijsvorm Seminars Toetsvorm Grades will be based on presentations prepared by the students. Literatuur - A. Bridy, 'Sheep in Goats' Clothing: Satire and Fair Use After Campbell v. Acuff-Rose Music, inc.', Journal of the Copyright Society of the USA (51) 2004-2, p. 257-278. - D.M. Morrison, 'Bridgeport Redux: Digital Sampling and Audience Recoding', Fordham Intellectual Property, Media & Entertainment Law
11-6-2012 - Pagina 101 van 125
Journal (19) 2008-1, p. 75-141. - A. Schwabach, 'The Harry Potter Lexicon and the World of Fandom: Fan Fiction, Outsider Works, and Copyright', University of Pittsburgh Law Review (70) 2009-3, p. 1-39. - S. van Gompel, 'Unlocking the Potential of Pre-existing Content: How to Adress the Issue of Orphan Works in Europe?', IICInternational Review of Intellectual Property and Competition Law (38) 2007-6, p. 669-702. - N. Elkin-Koren, 'Exploring Creative Commons: A Skeptical View of a Worthy Pursuit', in: P.B. Hugenholtz & L. Guibault (eds.), The Future of the Public Domain. Identifying the Commons in Information Law, Alphen aan den Rijn: Kluwer Law International 2006, p. 325-345. The majority of these texts is freely available on www.ssrn.com. Additional material will be made available on Blackboard. Doelgroep Students of the minor Remix; national and international students from various faculties.
Remix: Remediation and Fandom Course code
L_ZABAALG003 ()
Period
Period 1+2
Credits
9.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
dr. J.I.L. Veugen
Teaching staff
dr. J.I.L. Veugen
Teaching method(s)
Seminar
Course objective The main goal of this course is to understand how new media refashion older media and how the reader/viewer/user/gamer has changed from a "passive" recipient into an active collaborator. Course content Ever wondered if 3D will save the cinema? Or if we’ll only watch television online in ten years time? These and many other questions are the subject of this course, in which we will actively research the way in which the computer has changed and changes older media like literature, art, photography, film, television etcetera. More specifically remediation is the formal logic by which new media refashion prior media forms. Broadly speaking this refashioning can take two forms: repurposing or adapting existing content to fit the new medium or adapting the older medium to take account of or encompass new media techniques. A prominent example of remediation that covers both forms is participatory fandom. Participatory fandom denotes new modes of authorship, production, marketing, and consumption that are characterized by online involvement such as Internet fan clubs, producer-consumer affiliations, blogs, fan-created content, etcetera. After a general introduction of the key terminology, we will critically discuss (online and offline) both concepts as they are presented in defining books/articles. Next, individual students or pairs of students (depending on the number of students attending) will explore one particular mode of remediation or participatory fandom (e.g. movels,
11-6-2012 - Pagina 102 van 125
machinima, modding, (news)blogs, fan fiction, art games). They will present their findings to the other students in the form of a short lecture so that the whole group will eventually have an up-to-date, wide and varied knowledge of these new media forms. Finally, students will write a critical review article of a book on (a particle form of) remediation, media theory, or participating fandom. Form of tuition Seminars, self study. Type of assessment Active participation in all classes (5%); preparing and actively hosting an online discussion (20%); chairing and summarizing in class discussion session (10%); giving a short lecture on the findings (will be peer reviewed) (30%); critical review article (35%). Note attendance is mandatory. Course reading Selected chapters from Bolter J.D. & R. Grusin Remediation: Understanding New Media, Cambridge Massachusetts, 1999 and (online) articles. For the assignment articles from academic publications and online content. For the review article a book chosen from a prescribed list. Entry requirements A good active (both speech and writing) and passive command of the English language. Some prior knowledge of digital media as sources for entertainment and infotainment. Target group Students of the minor Remix; exchange students.
Romeins Gallië en de Germaanse provincies Vakcode
L_BEBAARC208 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. A.M.J. Derks
Docent(en)
dr. A.M.J. Derks
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Kennis en inzicht in de archeologie van de Romeinse provincies Gallia Belgica, Germania Inferior en Germania Superior. Studenten verzorgen korte mondelinge presentaties. Kritische oordeelsvorming t.a.v. het heersende romanisatie-discours in de Romeinse archeologie. Inhoud vak Kernthema's in de archeologie van Romeins Gallië en de Germaanse provincies in het Rijnland. Aan de orde komen o. a. politieke geografie, de urbane ontwikkeling, de opkomst van villa landschappen, cultus en religie, dodenrituelen, en de romaniseringsdicussie.
11-6-2012 - Pagina 103 van 125
Onderwijsvorm Hoorcolleges en mondelinge presentaties studenten Toetsvorm Schriftelijk tentamen. Beoordeling in cijfers (0-10). Literatuur M. Carroll, 2001: Romans, Celts & Germans. The German Provinces of Rome, Stroud/Charleston. Selectie van relevante artikelen (wordt gespecificeerd op eerste college). Vereiste voorkennis Romeinse archeologie, 1 (L_BABAARC101). Doelgroep 2e jaars studenten major West-Europese archeologie en Mediterrane archeologie; studenten Oudheidkunde en GLTC. Overige informatie Wekelijkse deelname aan de cursus is verplicht
Romeinse kolonisatielandschappen Vakcode
L_BMBAALG001 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. A. Prent
Docent(en)
dr. A. Prent
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak De cursus beoogt aan de hand van een specifiek thema kennis van en inzicht in de archeologie en oude geschiedenis van Italië te verdiepen. Tevens bereidt hij voor op het zelfstandig verrichten van onderzoek en het verwerken en presenteren van dat onderzoek. Inhoud vak Het thema van de cursus is: 'Romeinse kolonisatie tijdens de Republiek'. Het Romeinse kolonisatieprogramma wordt doorgaans beschouwd als de succesformule van de Romeinse imperiale strategie. Deze enclaves van Romeinse macht hielden niet alleen het pas veroverde gebied onder controle, zij vervulden ook een cruciale rol in het culturele romaniseringsproces van Italië. De ontwikkelde stedelijke cultuur (als miniatuurversies van Rome) de ingrijpende reorganisatie van de rurale gebieden (b.v. centuriatie) en de indrukwekkende heiligdommen ter ere van de Romeinse goden, moeten, aldus de traditionele visie, een enorme indruk gemaakt hebben op de overwonnen volken van Italië. Het ontzag en respect dat deze toonbeelden van de Romeinse beschaving en macht opriepen, zorgden er dan ook voor dat de inheemse volken van Italië het Romeinse voorbeeld snel volgden. Recent archeologisch onderzoek heeft echter grote vraagtekens geplaatst bij deze reconstructie van de koloniale situatie. Hierdoor komen niet alleen de traditionele
11-6-2012 - Pagina 104 van 125
reconstructies van de kolonies op losse schroeven te staan, maar moet ook de conventionele verklaring van het romaniseringproces worden herzien. Onderwijsvorm Het college begint met een aantal discussiesessies waarin gezamenlijk de centrale thematiek wordt besproken aan de hand van verschillende relevante publicaties. Daarna volgen presentatiecolleges waarin elke student zijn of haar onderzoeksbevindingen presenteert. Tevens dient een essay geschreven te worden. Het essay is mede gebaseerd op de al gelezen artikelen en betreft een onderwerp dat betrekking heeft op het centrale thema. Toetsvorm Beoordeling: deelname aan discussie; schrijven en presenteren essay Literatuur Wordt op het college bekend gemaakt Vereiste voorkennis Griekse en Romeinse archeologie (L_BMBAARC101) Doelgroep In 2011-2012 eenmalig verplicht in het overgangsprogramma voor 3e jaars studenten Archeologie; als keuzeonderdeel voor 3e jaars studenten Oudheidkunde. Overige informatie Alleen als deel van het minoraanbod
Schrijvershuisbezoeken Vakcode
L_NNBAALG002 ()
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J.H.C. Bel
Docent(en)
R.E. Giphart, dr. J.H.C. Bel
Lesmethode(n)
Excursie, Werkcollege
Doel vak Kennismaken met verschillende aspecten van het literair-creatieve proces en met het werk van enkele nu actieve schrijvers. Uitgangspunt daarbij is het concept poëtica. Kritische reflectie op dit begrip, alsmede op recent literair werk vormt de rode draad in het college. Inhoud vak Onder leiding van Ronald Giphart, de VU- schrijver op locatie 20112012, en Jacqueline Bel wordt een bezoek gebracht aan vier schrijvers. Elk van de bezoeken wordt in de daaraan voorafgaande week grondig voorbereid op basis van de lectuur van een of meer werken van deze auteur. Telkens vormt één werk, in combinatie met het zoeklicht 'poëtica', het uitgangspunt voor deze bezoeken. Vragen die aan de orde komen zijn: wat is de literatuuropvatting van deze schrijver? Welke
11-6-2012 - Pagina 105 van 125
kwesties houden hem/haar bezig? Hoe gaat de schrijver te werk? In hoeverre is het schrijven voor hem of haar een beroep? Onderwijsvorm Discussie en interview, korte presentaties en werkstukken, slotwerkstuk. Toetsvorm Actieve participatie en deelopdrachten (40 procent). Afrondend eindwerkstuk (60 procent). Colleges moeten altijd grondig zijn voorbereid conform de instructies uit de studiehandleiding. Literatuur Romans en verhalen, alsmede van de schrijvers aan wie een huisbezoek gebracht wordt. Secundaire literatuur over deze schrijvers, secundaire literatuur over poëtica-onderzoek (Van den Akker/Dorleijn, Sötemann). Vereiste voorkennis Geen, maar het college Meesterwerken uit de wereldliteratuur dient tegelijkertijd gevolgd te worden. Doelgroep De minor staat open voor alle studenten. Overige informatie Aanwezigheid verplicht
Seminar publieke opinie en communicatie Vakcode
S_SPOC ()
Periode
Periode 3
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Sociale Wetenschappen
Coördinator
dr. W.H. van Atteveldt
Docent(en)
dr. P.J.M. Pennings, dr. J.J. Woldendorp, dr. D. Oegema, dr. W.H. van Atteveldt
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkgroep
Doel vak Na afloop van het onderzoeksseminar heeft de student kennis van bestaande theorieën op het vlak van Politieke Communicatie; kennis van gangbare benaderingen om berichtgeving in de nieuwsmedia en andere communicatie te analyseren om uitspraken te doen over de beweegredenen van de communicerende actoren en mogelijke effecten op de ontvanger; vaardigheden om inhoudsanalyse van nieuwsberichten te ontwerpen, uit te voeren, en kritisch te evalueren; vaardigheden om uit een literatuuroverzicht hypotheses op te stellen, en deze te toetsen met behulp van inhoudsanalyse en statistische analyse van de resultaten; en vaardigheden om wetenschappelijke onderzoeksresultaten te duiden in termen van het belang voor de betrokken actoren en/of de maatschappij, en/of aanbevelingen te doen voor communicatie door deze actoren. Inhoud vak In dit intensieve onderzoeksseminar bestuderen studenten op basis van wetenschappelijke artikelen de belangrijkste theorieën uit de politieke
11-6-2012 - Pagina 106 van 125
communicatie. Aan de hand van deze artikelen wordt kritisch gekeken naar de onderliggende principes, methodes, en beperkingen van dataverzameling middels inhoudsanalyse. In de practica werken studenten in groepen onder begeleiding van de docenten aan een inhoudsanalyse van de berichtgeving over een (politieke) actor in een bepaalde periode. Dit mondt uit in een onderzoeksverslag waarin van A tot Z een aantal hypotheses worden opgesteld over (de oorsprong van) de berichtgeving over de gekozen actor en de (mogelijke) effecten van deze berichtgeving op de publieke opinie vanuit de bestudeerde theorie, en deze hypotheses worden getoetst met behulp statistische analyse van gegevens verzameld met behulp van inhoudsanalyse. In het verslag ligt nadruk op het ontwerp en de evaluatie van de gebruikte inhoudsanalytische methode(n). Onderwijsvorm Hoorcolleges en onderzoekspractica, met een afsluitend werkstuk waarin aangeleverde theorieën en methoden verwerkt worden. Toetsvorm Eindcijfer op basis van opdrachten en participatie. Literatuur Elektronische reader met artikelen (wordt bekend gemaakt via blackboard pagina van het vak). Doelgroep 2e jaars studenten bachelor CW en Politicologie studenten en de Premaster c.q. minor Journalistiek.
Sleutelteksten Kunst en Cultuur Vakcode
L_KABAALG004 ()
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. W.J. Davidts
Docent(en)
prof. dr. G.E.E. Verstraete, prof. dr. W.J. Davidts
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Kennis en inzicht verwerven over canonieke teksten in de Nederlandse en anderstalige literatuur op vlak van kunst en cultuur. Inhoud vak In de roman Notre-Dame de Paris (1831) pent Victor Hugo de vermaarde zin "Ceci tuera cela" neer. Het boek en het gebouw hebben volgens de franse auteur dezelfde maatschappelijke taak, namelijk het opslaan en uitdrukken van herinneringen en gedachten. De opkomst van de boekdrukkunst betekent echter het einde van de architectuur: "Le livre tuera l'édifice." Het boek zet de architectuur buiten spel door zijn reproduceerbare en hanteerbare vorm. Naar aanleiding van een tentoonstelling in de Dwan Gallery in New York in 1967 schrijft de Amerikaanse kunstenaar Robert Smithson dat het onderscheid tussen taal en beeld in de getoonde kunst niet absoluut is:
11-6-2012 - Pagina 107 van 125
"Language to be Looked at and/or Things to be Read." Sinds de jaren 1960 speelt taal en tekst een belangrijke rol in de beeldende kunst – in de vorm van gedrukte teksten, geschilderde tekens, woorden op de muur of opgenomen tekstfragmenten. Tekst wordt bekeken, objecten gelezen. In zijn beroemde essay "De dood van de auteur” (1968) verkondigt de Franse cultuurtheoreticus Roland Barthes dat de autoriteit van een tekst niet ligt in de auteur – die verklaart hij dood - maar in de creatieve lezer, met name in die lezer die bereid is om iedere tekst te interpreteren in de context van vele andere teksten. Meer dan 10 jaar later (Camera Lucida, 1980) schrijft Barthes over zijn confrontatie met de foto van zijn overleden moeder en constateert hij dat iedere foto een herinnering is aan wie of wat ooit aanwezig was (voor de cameralens) maar nu is verdwenen. Oog in oog met een foto wordt de kijker gegrepen door verlies en dood. Wat heeft “de dood van de auteur” nu te maken met de dood in de fotografie? In het vak Sleutelteksten staat de complexe verhouding tussen de taal en beeld centraal binnen de architectuur, beeldende kunst en media. Wat is de rol van tekst en taal binnen disciplines die fundamenteel op de productie van objecten en beelden gericht zijn? Hoe en wat moeten architectuur-, kunst- en mediahistorici ‘lezen’? Wat is het verschil tussen het lezen van beelden en het lezen van teksten? Wat is met andere woorden het discursief potentieel van objecten en beelden, of het beeldend potentieel van teksten? Het vak Sleutelteksten biedt een bloemlezing van teksten uit de kunsten cultuurgeschiedenis van de voorbije 2 eeuwen. Klassikaal wordt een keure van canonieke teksten over architectuur, beeldende kunst en media gelezen, vanuit een bewust interdisciplinair standpunt. Van o.m. Victor Hugo, Charles Jencks tot Rem Koolhaas; van Vasari, Paul Van Ostayen tot Robert Smithson; en van Marshall McLuhan, Jean Baudrillard tot Roland Barthes. Onderwijsvorm hoorcollege; werkcollege Toetsvorm werkstuk Literatuur Nader te bepalen Overige informatie Deze cursus maakt deel uit van het overgangsprogramma 2011-2012 van Kunstgeschiedenis (alleen bij Major Architectuurgeschiedenis of Major Beeldende kunst als 1e major).
Sociale geschiedenis van de Verenigde Staten Vakcode
L_GEBAALG003 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. C.A. Davids
Docent(en)
prof. dr. C.A. Davids, dr. S.W. Verstegen 11-6-2012 - Pagina 108 van 125
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Kennis en inzicht in de sociaal-politieke, sociaal-culturele en economische ontwikkeling van de Verenigde Staten van ca. 1780 tot heden Inhoud vak In de loop van de twintigste eeuw hebben de Verenigde Staten een immense invloed op de economische, politieke en culturele ontwikkeling van de rest van de wereld uitgeoefend. Wie de huidige situatie in de wereld wil begrijpen, moet zich verdiepen in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Hoe zijn de VS in staat geweest om zo’n enorme economische kracht te ontwikkelen? Hoe heeft de Amerikaanse samenleving haar huidige vorm gekregen? Waar komen de leidende normen, waarden en idealen vandaan? Dit soort vragen zullen aan de orde komen in deze collegecyclus, die de hele maatschappelijke geschiedenis van de Verenigde Staten vanaf omstreeks 1780 tot heden bestrijkt. Thema’s die besproken zullen worden zijn onder meer: de groei en de afschaffing van de slavernij, de relaties met Indianen, de effecten van (en de reacties op) migratie, de Amerikaanse technologie, sociale hervormingen en de opkomst van de 'civil rights' beweging. Onderwijsvorm Hoor- en responsiecollege Toetsvorm Schriftelijk tentamen Literatuur Verplichte literatuur en keuzeliteratuur; wordt op college opgegeven Vereiste voorkennis Basiskennis van de geschiedenis van de 19e en 20e eeuw Doelgroep Studenten van verschillende opleidingen die de minor Amerikanistiek doen
Stage architectuurgeschiedenis Vakcode
L_KBBAAGSTA (528471)
Periode
Periode 1+2+3
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. J.E. Bosma
Doel vak De student maakt kennis met de beroepspraktijk van de architectuurhistoricus, leert tot dan toe opgedane kennis en vaardigheden in te zetten in de stageopdracht die door de instelling wordt geformuleerd en krijgt daarnaast inzicht in zijn eigen positie in het werkveld, waardoor de stage zeer van belang is als beroepsoriëntatie. Afhankelijk van de stageopdracht komen vaardigheden aan de orde als het zelfstandig verrichten van onderzoek, daarvan mondeling en schriftelijk goed onderbouwd verslag doen, schrijven van 11-6-2012 - Pagina 109 van 125
publieksgerichte teksten, bijvoorbeeld voor websites, tentoonstellingen of publicaties. Een belangrijke component van het eindverslag is de zelfevaluatie. Inhoud vak De inhoud van de stage is afhankelijk van de stageopdracht die geformuleerd wordt door de instelling waar de stage wordt gelopen en wordt na overleg met de docent Architectuurgeschiedenis vastgesteld. In elk geval dienen de werkzaamheden zowel de stagiair als de instelling waar de stage gelopen wordt ten goede te komen. De begeleiding is voornamelijk in handen van iemand van de stage- instelling; de begeleider aan de VU ziet erop toe dat de stage inhoudelijk voldoende leereffect heeft. Toetsvorm Stageproces en stageproduct worden beoordeeld door de instelling. De docent beoordeelt het eindverslag, waarin de student zowel de instelling waar stage gelopen is als zijn eigen positie in deze beroepsomgeving evalueert. Het eindcijfer wordt in overleg tussen de beoordelaars vastgesteld. Vereiste voorkennis Alle onderdelen major Architectuurgeschiedenis jaar 2 Doelgroep 3e jaars studenten major Architectuurgeschiedenis Overige informatie - Stageformulieren zijn te vinden op de facultaire website. - Docenten van de sectie Architectuurgeschiedenis beschikken over contacten met diensten, instellingen en ontwerpbureaus waar stages gelopen kunnen worden. Raadpleeg de docenten voor een stageplaats. - In het studieprogramma biedt de minorruimte gelegenheid om stage te lopen
Stage contemporaine geschiedenis Vakcode
L_GCBAGESSTA (519472)
Periode
Ac. Jaar (september)
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. S. Legene
Doel vak Oriëntatie op het beroepsleven, kennismaking met bedrijfsleven en overheidsinstellingen of particuliere instellingen, inzicht in bijdrage die letterenstudent kan leveren in maatschappij Inhoud vak Een stage is dé manier om de kennis en vaardigheden die je tot nu toe hebt opgedaan tijdens je studie in praktijk te brengen, en alvast een idee te krijgen van wat je na je studie wilt gaan doen. Je kunt een stageplaats regelen door te reageren op aangeboden stageplaatsen, of door zelf contact op te nemen met een bedrijf of een wetenschappelijke, of culturele instelling. Bij de studentenbalie op de 11-6-2012 - Pagina 110 van 125
10e verdieping vind je het meest actuele stage-aanbod. Voorafgaand aan een stage dient in samenwerking met de stagementor (begeleider van het bedrijf/instelling) een stagevoorstel en een stageplan opgesteld te worden. Het voorstel moet worden goedegeurd door de stagecoordinator en de examencomissie, het stageplan door de stagebegeleider (dat kan de stagecoordinator zijn, of een andere begeleidende docent). Toetsvorm Stageverslag Doelgroep alle studenten Geschiedenis Overige informatie Alleen in de minorruimte
Stage cultuurgeschiedenis Vakcode
L_GNBAGESSTA (518472)
Periode
Ac. Jaar (september)
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J.H.M. de Waardt
Doel vak Oriëntatie op het beroepsleven, kennismaking met bedrijfsleven en overheidsinstellingen of particuliere instellingen, inzicht in bijdrage die letterenstudent kan leveren in maatschappij Inhoud vak Een stage is dé manier om de kennis en vaardigheden die je tot nu toe hebt opgedaan tijdens je studie in praktijk te brengen, en alvast een idee te krijgen van wat je na je studie wilt gaan doen. Je kunt een stageplaats regelen door te reageren op aangeboden stageplaatsen, of door zelf contact op te nemen met een bedrijf of een wetenschappelijke, of culturele instelling. Bij de studentenbalie op de 10e verdieping vind je het meest actuele stage-aanbod. Voorafgaand aan een stage dient in samenwerking met de stagementor (begeleider van het bedrijf/instelling) een stagevoorstel en een stageplan opgesteld te worden. Het voorstel moet worden goedegeurd door de stagecoordinator en de examencomissie, het stageplan door de stagebegeleider (dat kan de stagecoordinator zijn, of een andere begeleidende docent). Toetsvorm Stageverslag Doelgroep Alle geschiedenisstudenten Overige informatie Alleen in de minorruimte
Stedebouw
11-6-2012 - Pagina 111 van 125
Vakcode
L_KBBAAG205 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. J.E. Bosma
Docent(en)
prof. dr. J.E. Bosma
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak inzicht in de verstedelijkings- en transformatieprocessen in de 18de-, 19de- en 20ste-eeuwse Europese stad en de ideologische gereedschapskist waarmee architecten en stedebouwkundigen de stedelijke groei wilden stroomlijnen en vormgeven met behulp van stedebouwkundige ontwerpen die de toekomstige verschijningsvorm van de stad zouden bepalen. Inhoud vak Analyse en interpretatie van plannen en concepten voor de grote Europese steden. Aan de hand van de verplichte literatuur leren studenten bovendien de stedebouwkundige omgeving te analyseren als neerslag van verschillende ontwerpopvattingen. Vervolgens leren ze deze kennis toe te passen op een of meerdere concrete locaties. Onderwijsvorm hoorcollege Toetsvorm schriftelijk tentamen Literatuur wordt bij aanvang college bekend gemaakt Vereiste voorkennis 1e jaar major Architectuurgeschiedenis Doelgroep tweede jaars ACW en Kunstgeschiedenis of Geschiedenis, premaster Architectuurgeschiedenis of Erfgoedstudies
Taal in het Spaanstalig gebied Vakcode
L_HABASPA107 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. P.G. Kingma
Docent(en)
drs. P.G. Kingma
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Kennis opdoen over aspecten van de Spaanse taal en betreffende het Spaanstalig gebied 11-6-2012 - Pagina 112 van 125
Inhoud vak De wording van het Spaans, invloeden van andere talen, varianten van het hedendaags Spaans. Onderwijsvorm Hoorcollege Toetsvorm Tentamen Literatuur wordt nader bekend gemaakt Doelgroep 1e jaars studenten major Spaans; Studenten minor Spaans
Taalverwerving Grieks 1a Vakcode
L_XGBAGRI112 ()
Periode
Periode 1
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. R.J. Allan
Docent(en)
dr. R.J. Allan
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Vergroten taalvaardigheid Grieks, verwerven van kennis van de Griekse vormleer en syntaxis. Door zelfstudie en tijdens de colleges wordt de kennis van de vormleer en de syntaxis van het klassieke Grieks herhaald en geconsolideerd. De taalvaardigheid wordt uitgebreid door intensieve zelfstudie en bespreking tijdens de werkcolleges; hierbij worden teksten gelezen uit een Griekse roman. Van de student wordt zowel bij de voorbereiding als tijdens de colleges uitdrukkelijk een grote eigen inbreng verwacht. Inhoud vak Lectuur van passages uit een Griekse roman; Kleine Griekse Grammatica paragraaf 1-49, 88-102; oefeningen uit syllabus Onderwijsvorm Werkcollege Toetsvorm Schriftelijk tentamen Literatuur J. Nuchelmans, Kleine Griekse Grammatica 18e druk of later; syllabus grammatica; syllabus Griekse roman Vereiste voorkennis Grieks op niveau eindexamen VWO
11-6-2012 - Pagina 113 van 125
Doelgroep 1e jaars studenten major Grieks; 1e jaars studenten major Oudheidkunde (met Grieks) die eindexamen Grieks hebben gedaan; andere belangstellenden met eindexamen Grieks
Taalverwerving Grieks 1b Vakcode
L_XGBAGRI113 ()
Periode
Periode 2
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. E.M. van Opstall
Docent(en)
dr. E.M. van Opstall
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Vergroten taalvaardigheid Grieks, verwerven van kennis van de Griekse vormleer en syntaxis. Door zelfstudie en tijdens de colleges wordt de kennis van de vormleer en de syntaxis van het klassieke Grieks herhaald en geconsolideerd. De taalvaardigheid wordt uitgebreid door intensieve zelfstudie en bespreking tijdens de werkcolleges; hierbij worden teksten gelezen uit het werk van Lucianus. Van de student wordt zowel bij de voorbereiding als tijdens de colleges uitdrukkelijk een grote eigen inbreng verwacht. Inhoud vak Lectuur van passages uit Lucianus (ca. 8 pp.); Kleine Griekse Grammatica paragraaf 50-87, 103-111; oefeningen uit syllabus Onderwijsvorm Werkcollege; bij dit college geldt aanwezigheidsplicht. Toetsvorm Schriftelijk tentamen Literatuur Neil Hopkinson, Lucian: A Selection. Cambridge Greek and Latin Texts, Cambridge 2008; J. Nuchelmans, Kleine Griekse Grammatica 18e druk of later Vereiste voorkennis Grieks op niveau eindexamen VWO Doelgroep 1e jaars studenten major Grieks; 1e jaars studenten major Oudheidkunde (met Grieks) die eindexamen Grieks hebben gedaan; andere belangstellenden met eindexamen Grieks
Taalverwerving Grieks 1c Vakcode
L_XGBAGRI114 ()
Periode
Periode 3
11-6-2012 - Pagina 114 van 125
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. E.M. van Opstall
Docent(en)
dr. E.M. van Opstall
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Vergroten taalvaardigheid Grieks, verwerven van kennis van de Griekse vormleer en syntaxis. Door zelfstudie de kennis van de woordenschat, de stamtijden, de vormleer en de syntaxis van het klassieke Grieks herhaald en geconsolideerd. De taalvaardigheid wordt uitgebreid door intensieve zelfstudie en bespreking tijdens twee werkcolleges; hierbij worden teksten gelezen uit het werk van Lucianus. Inhoud vak Lectuur van teksten van Lucianus. Leren Logos woorden pp. 1-19 en stamtijden nrs. 1-37 Onderwijsvorm Zelfstudie en werkcollege; bij dit college geldt aanwezigheidsplicht. Toetsvorm Schriftelijk tentamen Literatuur Neil Hopkinson, Lucian: A Selection. Cambridge Greek and Latin Texts, Cambridge 2008; S. Veenman en Ch. Hupperts, Logos, Leeuwarden (4e druk of later) Vereiste voorkennis Grieks op niveau eindexamen VWO Doelgroep 1e jaars studenten major Grieks; 1e jaars studenten major Oudheidkunde (met Grieks) die eindexamen Grieks hebben gedaan; andere belangstellenden met eindexamen Grieks
Taalverwerving Latijn 1a Vakcode
L_XLBALAT112 ()
Periode
Periode 1
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. L.W. van Gils
Docent(en)
dr. L.W. van Gils
Lesmethode(n)
Werkcollege, Computerpracticum
Doel vak Tijdens de colleges worden kennis en inzicht in de (systematiek van de) syntaxis van het klassiek Latijn uitgediept en binnen een wetenschappelijk kader geplaatst. Het gebruikte handboek, waaruit de 11-6-2012 - Pagina 115 van 125
eerste vier hoofdstukken worden behandeld, is gebaseerd op moderne inzichten in de taalkunde. Kennis van het eerste deel van de morfologie wordt geconsolideerd en waar nodig aangevuld. Inhoud vak Hoofdstuk 1 t/m 4 uit het Syntaxisboek van Kroon; de uitleg wordt ondersteund door praktische oefeningen en het geleerde wordt toegepast bij de lectuur van korte tekstfragmenten uit Cicero en Livius, opgenomen in het Oefenboek van Koenen. Computeroefeningen met de Latijnse vormleer (deel 1). Onderwijsvorm Werkcollege (2 x 2 uur per week) en practica morfologie in computerzaal (2 x 1 uur per week). De student verdiept en consolideert zijn kennis door oefeningen met zinnen en teksten uit het oefenboek te maken, die deels op college worden besproken en deels zelfstandig gecontroleerd kunnen worden. Daarnaast consolideert en complementeert hij zelfstandig, o.a. met behulp van computeroefeningen, zijn kennis van de morfologie. Van de student wordt uitdrukkelijk een grote eigen inbreng verwacht. Toetsvorm Schriftelijk tentamen over de bestudeerde delen van de syntaxis en de morfologie. Literatuur Caroline Kroon, Inleiding tot de Latijnse Syntaxis. Structuur van Zin en Tekst, Amsterdam University Press 2010 (grammatica); Mieke Koenen, Inleiding tot de Latijnse Syntaxis. Structuur van Zin en Tekst, Amsterdam University Press 2008 (oefenboek); Diercks & Van Loenen, Kleine Latijnse Grammatica. Vereiste voorkennis Eindexamen Latijn, met voldoende voor Centraal Eindexamen. Doelgroep 1e jaars studenten GLTC of 1e jaars studenten Oudheidkunde (met major Latijn). Belangstellenden met eindexamen Latijn. Overige informatie Dit college heeft een ICT-component. Studenten die geen voldoende hebben behaald voor het Centraal Eindexamen Latijn, nemen voor aanvang van het college contact op met dr. Mieke Koenen: [email protected] Studenten die een aantal jaren Latijn hebben gevolgd maar geen eindexamen hebben gedaan, nemen voor aanvang van het college contact op met dr. Mieke Koenen: [email protected] Studenten zonder enige kennis van het Latijn volgen Basiscursus Latijn 1a. Het volgen van de colleges is verplicht.
Taalverwerving Latijn 1b Vakcode
L_XLBALAT113 ()
Periode
Periode 2
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
11-6-2012 - Pagina 116 van 125
Coördinator
dr. L.W. van Gils
Docent(en)
E.C.H. van Hooijdonk MA, dr. L.W. van Gils
Lesmethode(n)
Werkcollege, Computerpracticum
Doel vak Tijdens de colleges worden kennis en inzicht in de (systematiek van de) syntaxis van het klassiek Latijn verder uitgediept en binnen een wetenschappelijk kader geplaatst. Het gebruikte handboek, waaruit de hoofdstukken 5 t/m 7.1 worden behandeld, is gebaseerd op moderne inzichten in de taalkunde. Kennis van het tweede deel van de morfologie wordt geconsolideerd en waar nodig aangevuld. Training in (ver) taalvaardigheid aan de hand van proza-teksten. Inhoud vak Hoofdstuk 5 t/m 7.1 uit het Syntaxisboek van Kroon. De uitleg wordt ondersteund door praktische oefeningen en het geleerde wordt toegepast bij de lectuur van korte tekstfragmenten uit Cicero en Livius, opgenomen in het Oefenboek van Koenen. Computeroefeningen met de Latijnse morfologie (deel 2). Vertalen van proza-teksten: brieven van auteurs als Plinius, Seneca en Petrarca. Onderwijsvorm Werkcollege syntaxis (1 x 2 uur per week), werkcollege lectuur (1 x 2uur per week) en practica morfologie in computerzaal (2 x 1 uur per week). Het laatste lectuurcollege van de reeks is een synthetiserend practicum waar o.l.v. de docent en in groepswerk een brief van Plinius uitvoerig wordt geanalyseerd. De student verdiept en consolideert zijn kennis door oefeningen met zinnen en teksten uit het oefenboek te maken, die deels op college worden besproken en deels zelfstandig gecontroleerd kunnen worden. Daarnaast maakt de student, thuis en op college, vertalingen en consolideert en complementeert hij zelfstandig, o.a. met behulp van computeroefeningen, zijn kennis van de morfologie. Van de student wordt uitdrukkelijk een grote eigen inbreng verwacht. Toetsvorm Schriftelijk tentamen over de behandelde syntaxis en de gehele morfologie. Literatuur Caroline Kroon, Inleiding tot de Latijnse Syntaxis. Structuur van Zin en Tekst, Amsterdam University Press 2010 (grammatica); Mieke Koenen, Inleiding tot de Latijnse Syntaxis. Structuur van Zin en Tekst. Amsterdam University Press 2008 (oefenboek); Syllabus met brieven (via Blackboard); Diercks & Van Loenen, Kleine Latijnse Grammatica. Vereiste voorkennis Taalverwerving Latijn 1a. Doelgroep 1e jaars studenten GLTC of Oudheidkunde (met major Latijn). Belangstellenden met eindexamen Latijn en Taalverwerving 1a. Overige informatie Dit college heeft een ICT-component. Studenten die geen voldoende hebben behaald voor het Centraal Eindexamen Latijn of enkele jaren Latijn hebben gevolgd maar geen eindexamen hebben 11-6-2012 - Pagina 117 van 125
gedaan, nemen voor aanvang van het college contact op met dr. Mieke Koenen: [email protected] Het volgen van de colleges is verplicht.
Taalverwerving Latijn 1c Vakcode
L_XLBALAT114 ()
Periode
Periode 3
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. L.W. van Gils
Docent(en)
dr. L.W. van Gils
Lesmethode(n)
Computerpracticum
Doel vak Verder uitbreiden van kennis en inzicht in de Latijnse Syntaxis. Oefenen van (ver)taalvaardigheid door herhaling van het pensum epistolografie. Inhoud vak Hoofdstuk 7.2 t/m 9 uit het Syntaxisboek van C.H.M. Kroon, met praktische oefening en toepassing van het geleerde o.a. aan de hand van tekstfragmenten; Training in het vertalen van teksten door (herhaling van) lectuur van Latijnse brieven van o.a. Plinius en Seneca. Onderwijsvorm Practicum in januari, gedurende 2 dagdelen, over hfdst 7.2 t/m 9 uit het handboek van Kroon. Zelfstudie: syntaxis en vertaalpensum. Toetsvorm Schriftelijk tentamen over syntaxis hfdst 1 t/m 9 en over het vertaalpensum (vragen bij een tekst). Literatuur Caroline Kroon, Inleiding tot de Latijnse Syntaxis. Structuur van Zin en Tekst, Amsterdam University Press 2010 (grammatica); Mieke Koenen, Inleiding tot de Latijnse Syntaxis. Structuur van Zin en Tekst, Amsterdam University Press 2008 (oefenboek); Syllabus met brieven (via Blackboard); Diercks & Van Loenen, Kleine Latijnse Grammatica. Vereiste voorkennis Taalverwerving Latijn 1b Doelgroep 1e jaars studenten GLTC of Oudheidkunde (met major Latijn). Belangstellenden met (voldoende cijfer voor) eindexamen Latijn en Taalverwerving 1a en 1b. Overige informatie Dit college heeft een ICT-component. Het volgen van de colleges is verplicht.
The Netherlands in the Early Modern Period
11-6-2012 - Pagina 118 van 125
Vakcode
L_GABAGES207 ()
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Engels
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. J.H.M. de Waardt
Docent(en)
dr. H.G.M. Jorink, prof. dr. C.A. Davids, dr. J.H.M. de Waardt, prof. dr. P.J.E.M. van Dam
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Vergroting van de kennis van de vroegmoderne geschiedenis van de Nederlanden. Kennis opdoen via wetenschappelijke teksten. Begrip van de problemen binnen hetb thema. Reproduceren en samenvatten van kennis over onderwerpen binnen het thema. Inhoud vak Dit college richt zich op de geschiedenis van de Noordelijke Nederlanden tussen 1500 en 1815. Door de combinatie van een chronologische en een thematische insteek wordt een overzicht geboden van de geschiedenis van de Opstand en de Hervorming in de 16de eeuw, van de Nederlandse Republiek (1581-1795) en de periode van de Franse overheersing met inbegrip van de Napoleontische fase. De nadruk ligt op politieke, godsdienstige en sociaal-culturele ontwikkelingen. Onderwijsvorm Hoorcolleges Toetsvorm Tentamen Literatuur Artikelen waarvan de titels voor aanvang van de colleges Artikelen waarvan de titels via Blackboard voor aanvang van de colleges bekend zullen worden gemaakt. Vereiste voorkennis Studenten geschiedenis dienen de colleges uit het eerste jaar over middeleeuwse en vroegmoderne geschiedenis met een voldoende te hebben afgesloten. Andere deelnemers moeten contact opnemen met de coördinator. Doelgroep Tweede jaars studenten geschiedenis; andere studenten met voldoende voorkennis van de middeleeuwse en de vroegmoderne geschiedenis. Overige informatie VU studenten die de major Middeleeuwen/ Vroegmodern kiezen zijn verplicht dit onderdeel en het onderdeel The Netherlands in the late Middle Ages te volgen.
The Netherlands in the Late Middle Ages Course code
L_GMBAGES204 ()
Period
Period 1
Credits
6.0 11-6-2012 - Pagina 119 van 125
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
prof. dr. K. Goudriaan
Teaching staff
prof. dr. K. Goudriaan, drs. A.J. Speetjens
Teaching method(s)
Lecture
Course objective Knowledge of and reflection on the great themes of the medieval history of the Netherlands. Expression of this knowledge and insight in short essays Course content This course focuses on seven major themes in the history of the Low Countries in the Late Medieval period, a time during which this region emerged as one of the most dynamic societies in Europe: Burgundian state formation; social and economic transformations; relations between Church and State; the rise of the County of Holland; city culture; religious life; schools and education Form of tuition Combination of lectures and seminars Type of assessment Assignments; final exam Course reading Wim Blockmans and Walter Prevenier, The promised lands. The Low Countries under Burgundian rule, 1369-1530. Trans. E. Fackelman (Philadelphia 1999). Some supplementary reading will be announced. Entry requirements Completed first year program in Medieval and Early Modern history, or equivalent training Target group Second year students of History; participants in the minor 'The Dutch in the World' Remarks This course is part of the major program 'Medieval and Early Modern History' and of the minor 'The Dutch in the World'
Typical Dutch Course code
L_GCBAGES211 ()
Period
Period 1
Credits
6.0
Language of tuition
English
Faculty
Faculteit der Letteren
Coordinator
drs. M. Rutjes
Teaching staff
drs. M. Rutjes
Teaching method(s)
Lecture
11-6-2012 - Pagina 120 van 125
Course objective Learning from scientific manuals and articles. Improve knowledge of a certain area. Integrate information of a case study in a broader scientific framework. A critical review of literature, theories, opinions and websites. Recognizing normative thinking in scientific literature. Course content In recent years there has been an international revival of interest in national history, both among historians and the public. In the Netherlands there is much debate about national identity. Questions rose whether there is something typical about the Netherlands and its modern history. The lectures focus on Dutch modern history, i.e. the nineteenth century and beyond. The course will start with a general introduction in which themes like ‘Dutchness’, ‘the Netherlands’ and ‘national’ history writing will be problematized. However the main focus will be on the history of Dutch politics and society. The lectures will cover a wide range of topics like the history of Dutch democracy, political leadership, ‘pillarization’ and perceptions of Dutch citizenship. Central to the lectures will be the question of the uniqueness and commonness of Dutch politics and society by focussing on comparing themes in Dutch history in time or place. There are different ways to analyse the uniqueness and importance of specific developments in history. One is to analyse Dutch uniqueness by focusing on Dutch historiography in order to find out which developments attracted most attention from Dutch historians. A second line of approach delves into the stories and images of the Netherlands created by historians from outside the Netherlands. A third way of identifying uniqueness and universality is by focusing on the blank spots. It is mainly based on the idea that what is silenced by historians or in history (on purpose or not) is either ‘unimportant’ or tells us something about the peculiarities and sensitivities of Dutch history. Finally, uniqueness can also be examined by making a comparison between particular Dutch historical developments and similar ones abroad. Lectures will be based upon one or a combination of the approaches mentioned above. Form of tuition Lectures Type of assessment Written Exam Target group Second Year BA Students major Contemporary history; minor students and exchange students. International Students can join this course by sending an email to [email protected]. Remarks Attendance mandatory
Vormgeving en visualiteit
11-6-2012 - Pagina 121 van 125
Vakcode
L_KBBAALG001 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. J.E. Bosma
Docent(en)
prof. dr. J.E. Bosma
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Aan de hand van een aantal kritische teksten uit de media-, cultuur-, en ontwerptheorie wordt een kritische blik geworpen op de rol van representatiemiddelen en notatiesystemen in de hedendaagse architectuur, (grafische) vormgeving en kunst. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan het inzetten van de vertaalslag van het ene medium naar het andere als productief principe. Inhoud vak Het besef dat representatiemiddelen en notatiesystemen een denkproces niet alleen passief registreren maar actief vormen en beïnvloeden, speelt in de hedendaagse praktijk van de kunstenaar, architect en ontwerper een centrale rol. Het gebruik van een specifiek medium – of dit nu een tekening, tekst, maquette, script, render, of schets is – wordt daarbij onderwerp van kritische reflectie en een belangrijk thema in de ontwikkeling van een project. Met name in de meest recente ontwerppraktijk wordt de problematische vertaling en transpositie van het ene medium naar het andere ingezet als positief, productief principe. In de lezingenserie zal een aantal voorbeelden hiervan aan de orde komen, zoals de vertaling van visuele en ruimtelijke concepten naar de tekstvorm; het toepassen van cinematografische (montage)technieken op ruimtelijke sequenties; kruisbestuivingen tussen de publicatie- en tentoonstellingsvorm; en het gebruik van het architectonische gegeven van het 'ongebouwde voorstel' in onderzoeksgebaseerd grafisch ontwerp. Onderwijsvorm Hoor- en discussiecolleges Toetsvorm Referaat en schriftelijk verslag Literatuur Nader te bepalen. Denkers die onder andere behandeld zullen worden zijn Walter Benjamin, Friedrich Nietzsche, Marshall McLuhan, Friedrich Kittler, Adrian Forty en Stan Allen. Doelgroep Studenten Kunstgeschiedenis en Algemene Cultuurwetenschappen
Water in wereldsteden Vakcode
L_GEBAGES206 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands 11-6-2012 - Pagina 122 van 125
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. P.J.E.M. van Dam
Docent(en)
prof. dr. P.J.E.M. van Dam
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak Inzicht verkrijgen in de mogelijkheden van het gebruik van gegevensbestanden voor comparatief onderzoek. Inzicht verkrijgen in een programma om kaarten te lezen en te maken, en het toepassen daarvan. Inhoud vak In deze cursus richten we ons op op de milieugeschiedenis van het gebruik van water in stedelijke samenlevingen. Dit thema is verbonden met mondiale processen als bevolkingsgroei, globalisering, industrialisering, migratie, urbanisering en de opkomst en ontwikkeling van de moderne natiestaat. Waterlichamen zijn in de loop der tijd nieuwe functies gaan vervullen die minder verenigbaar zijn met de functie van drinkwatervoorziening. Waterwegen werden steeds vaker gebruikt voor de zuivering en afvoer van afvalwater, maar ook de toename van transport en recreatie zorgde voor een verschuiving. Het meest ingrijpende gevolg hiervan was de milieuvervuiling. Zo kregen de sterk groeiende steden in de negentiende eeuw voor het eerst te maken met grote, watergerelateerde ziekte-epidemieën zoals cholera. In deze werkgroep gaan wij vanuit een vergelijkend, sociaal- ecologisch perspectief in op deze problematiek. We concentreren ons op de periode waarin de groei van de steden wereldwijd een exponentieel karakter kreeg, ca. 1800 tot nu, met speciale aandacht voor de vergelijking van grote steden in delta’s (Rijn, Donau, Mekong, Ganges, Missisippi). Onderwijsvorm Werkcollege: discussie, korte opdrachten schrijven en kaarten maken Toetsvorm Mondelinge presentatie (15%) en afsluitend werkstuk (85%), cijfers 110. Aanwezigheid verplicht. Literatuur Selectie van artikelen beschikbaar gesteld via BB Vereiste voorkennis Serieus deelgenomen hebben aan Global History in Debate Doelgroep 2e jaars studenten majoren Global History Overige informatie Thematisch onderdeel in major Global History, aansluitend bij de cursus Global History: in debat in periode 1 van het 2e jaar. maximum aantal deelnemers: 18
Werkcollege Amsterdam en andere steden Vakcode
L_AABAALG027 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
9.0
11-6-2012 - Pagina 123 van 125
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. I.B.S. van Koningsbruggen
Docent(en)
prof. dr. C.A. Davids, prof. dr. J.E. Bosma, drs. I.B.S. van Koningsbruggen, prof. dr. P.J.E.M. van Dam
Lesmethode(n)
Werkcollege, Hoorcollege
Doel vak De student is op de hoogte van belangrijke stadshistorische benaderingen en is in staat stadshistorisch onderzoek te verrichten en daarvan mondeling en schriftelijk verslag te doen. Inhoud vak In het theoretische deel krijgt de student kennis en inzicht in de theorie en methodiek van stadshistorisch onderzoek. Vervolgens werken de studenten een eigen casus uit. De resultaten worden schriftelijk en mondeling op de VU of tijdens excursies gepresenteerd. Onderwijsvorm werkcollege; verplichte aanwezigheid Toetsvorm essay en mondelinge presentatie Literatuur wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt Vereiste voorkennis colleges en excursies Historisch Amsterdam periode 1 Doelgroep studenten met belangstelling voor geschiedenis, stedebouw, architectuur en cultuur.
Werkcollege Holocaust: Geschiedenis en Herinnering Vakcode
L_GCBAALG002 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. D.G. Hondius
Docent(en)
dr. G. Siertsema, dr. D.G. Hondius
Lesmethode(n)
Werkcollege, Excursie
Doel vak Het verdiepen van kennis over en inzicht in de geschiedenis van en de herinnering aan de Holocaust. Zelf onderzoek doen op een deelthema, en daarover mondeling en schriftelijk rapporteren. Discussie voeren over standpunten ten aanzien van historische vragen met betrekking tot de holocaust. Inhoud vak
11-6-2012 - Pagina 124 van 125
Met behulp van primaire en secundaire literatuur wordt dieper ingegaan op enkele thema’s. De nadruk ligt op de ontwikkeling van het onderzoek naar de Holocaust in Nederland, en het actuele debat over de herinneringscultuur. Speciale aandacht is er in deze cursus onder meer voor de thema’s Onderduik, Verzet, en de Nederlandse kampen. Deze worden onder meer onderzocht aan de hand van bestaande collecties primaire bronnen zoals video-interviews met overlevenden en egodocumenten. Door middel van excursies, films, werkbezoeken aan relevante instellingen en musea, discussies en ontmoetingen worden deze inzichten verdiept, en komen onderwerpen voor nader onderzoek aan de orde. Tijdens dit werkcollege doen de studenten zowel schriftelijk als mondeling verslag van eigen onderzoek. Onderwijsvorm Werkcollege, een bijeenkomst per week, waaronder excursies Toetsvorm Essays, presentaties, eindpaper. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt Vereiste voorkennis Dit werkcollege is voor VU-studenten Geschiedenis en Filosofie alleen toegankelijk voor wie het hoorcollege in periode 1 heeft gevolgd en aan het schriftelijk tentamen heeft deelgenomen. Inschrijving en deelname van andere studenten is ter beoordeling van de docenten. Doelgroep Derderjaars studenten major Contemporaine geschiedenis en filosofie; andere minorstudenten; zij dienen vooraf toestemming van de docenten te verkrijgen. Overige informatie Maximum aantal deelnemers: 22.
11-6-2012 - Pagina 125 van 125