Studiegids 2014-2015 Masteropleidingen Faculteit der Letteren
Deze gids is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van het Onderwijsinstituut van de Faculteit der Letteren. Onze bijzondere dank gaat daarbij uit naar: de betrokken medewerkers van het Onderwijsinstituut, het Bureau Studentzaken (BSZ) in het bijzonder, de medewerkers bij de secretariaten van de verschillende opleidingen en natuurlijk naar de opleidingen voor het beschikbaar stellen van hun gegevens. Drukwerk en vormgeving zijn verzorgd door het Grafisch Centrum van Facilitair Bedrijf van de Rijksuniversiteit Groningen.
Disclaimer Deze gids is met veel zorg samengesteld. Niettemin is het mogelijk dat onvolledige of foutieve informatie is opgenomen. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.
Collegeaanbod Voor alle in deze gids vermelde colleges geldt, dat doorgang plaatsvindt onder voorbehoud van het aantal aangemelde deelnemers. Mocht blijken dat er zich te weinig studenten hebben ingeschreven voor een college dan kan het Onderwijsinstituut besluiten dat college geen doorgang te laten vinden dan wel het samen te voegen met een vergelijkbaar college. Dit is onverlet de verplichting van de Faculteit de onderwijsprogramma’s naar behoren uit te voeren. Indien er een maximum is gesteld aan het aantal deelnemers voor een college, dan zal bij overintekening in de regel de volgorde van inschrijving worden aangehouden dan wel zal in voorkomende gevallen rekening worden gehouden met de fase waarin de student zich bevindt op basis van zijn studiegedrag en vorderingen. Uitgangspunt is daarbij dat studievertraging, zo veel als redelijkerwijze mogelijk is, wordt voorkomen.
Plagiaatbeleid De Faculteit kent plagiaatbeleid. Onder plagiaat wordt verstaan: - het gebruik maken van ideeën en formuleringen van anderen zonder bronvermelding; - het als onderdeel van het eigen betoog opnemen van een vertaling of parafrase van tekstgedeelten gemaakt door anderen; - het indienen van een zelfde of vergelijkbare tekst voor opdrachten van meerdere opleidingsonderdelen. Plagiaat kan in een academische omgeving niet worden getolereerd omdat het strijdig is met academische conventies. Studenten die betrapt worden op plagiaat worden conform de Nederlandse wetgeving en de interne regelgeving bestraft. De straf bestaat uit uitsluiting voor de betreffende onderwijsmodule gedurende een jaar dan wel in – ernstige gevallen – uit ontzegging tot deelname aan alle onderwijs (inclusief het afleggen van tentamens) gedurende een jaar.
Faculteit der Letteren Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 Postbus 716 9700 AS Groningen
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE STUDENT: STUDENTEN ZIJN VERPLICHT ZICH IN TE SCHRIJVEN VOOR STUDIEONDERDELEN EN TENTAMENS Het onderwijs binnen de Faculteit der Letteren omvat 16 bachelor- en 21 masteropleidingen elke bestaand uit diverse masterprogramma’s. Bij de Faculteit staan meer dan 5000 studenten ingeschreven als hoofdvakstudent. Daarnaast participeren ca. 600 studenten in het bijvakonderwijs en in zgn. Open Colleges. Met deze studenten en ± 650 personeelsleden is de Faculteit der Letteren één van de grootste faculteiten binnen de Groningse universiteit. De organisatie en planning van het onderwijs waarbij zoveel personen zijn betrokken stelt hoge eisen aan de Faculteit. Doordat het aantal onderwijsvragende studenten en het aantal beschikbare onderwijsruimten maar net op elkaar passen en het aantal docenten precies moet worden afgestemd op het aantal te verzorgen colleges, zijn spelregels noodzakelijk. Dit temeer omdat de faculteit zoveel mogelijk wil voorkomen dat studenten en docenten te maken krijgen met groepsgrootten die uitstijgen boven de gestelde norm. Die norm is in beginsel maximaal 20 studenten (exclusief recidivisten) voor een werkgroep in de bachelorfase en maximaal 15 studenten (exclusief recidivisten) voor een wergroep in de masterfase. Incidenteel kan het voorkomen dat een werkgroep tot 25 deelnemers kent. Om deze doelstellingen te kunnen realiseren is verplichte inschrijving voor studieonderdelen en tentamens noodzaak. Als student kun je een belangrijke bijdrage leveren aan een goede planning en organisatie van colleges doordat je: • je uiterlijk 25 augustus 2014 inschrijft voor de colleges die jij in het eerste semester wil gaan volgen: via het inschrijvingssyteem http://Progresswww.nl/rug (zie verder hoofdstuk 3.3); • je inschrijft alsof je aan alle voorwaarden hebt voldaan, achteraf schrappen is eenvoudiger dan achteraf nog toevoegen; • een realistische - d.i. max. 40 ECTS per semester - planning maakt; • je bij het secretariaat van je opleiding meldt indien je onverhoopt je planning moet bijstellen; • je eraan denkt je uit te schrijven wanneer je toch niet deelneemt! Zodra de periode van intekening is afgesloten, wordt gestart met het definitief vastleggen van collegezalen, het indelen van studenten in werkgroepen, etc. Ook aan een goede planning en organisatie van tentamens kun je een soortgelijke bijdrage leveren doordat je: • je inschrijft, alleen in de periode die daarvoor is gereserveerd (zie verder hoofdstuk 3.4 en het jaarrooster); • de periode van na-inschrijving (zie jaarrooster) alleen gebruikt in een situatie van overmacht; • jouw intekening voor tentamens baseert op een realistische inschatting van het aantal colleges waaraan jij (succesvol) hebt deelgenomen; • je uitschrijft voor een tentamen indien je eigen planning niet haalbaar is. Bovenstaande geldt ook voor die studenten die een buitenlands studieverblijf plannen.
INHOUDSOPGAVE 1
ALGEMENE INLEIDING ............................................................................ 1
2
PROFIEL VAN DE FACULTEIT DER LETTEREN ........................................ 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
INLEIDING ............................................................................................................................ 2 ZWAARTEPUNTEN ................................................................................................................. 2 ONDERWIJSFILOSOFIE EN KWALITEITSZORG ......................................................................... 2 ALGEMENE OPZET VAN DE STUDIEPROGRAMMA’S ...................................................................3 EUROPEES SYSTEEM VOOR DE OVERDRACHT EN ACCUMULATIE VAN STUDIEBELASTINGSPUNTEN (ECTS) ..................................................................................... 4 2.6 MASTEROPLEIDINGEN EN MASTERPROGRAMMA’S ................................................................. 4 2.6.1 ‘Harde knip’ .................................................................................................................5 2.6.2 Toelating tot de master...............................................................................................5 2.7 MASTER HONOURSTRAJECT LEIDERSCHAP ............................................................................ 8 2.8 ONDERZOEK BIJ LETTEREN ................................................................................................... 8 2.9 NA JE MASTEROPLEIDING: KANSEN EN MOGELIJKHEDEN....................................................... 9 3
STUDEREN BIJ DE FACULTEIT DER LETTEREN ..................................... 11 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12
4
EINDTERMEN EN EXAMENREGELINGEN ............................................. 16 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
5
INLEIDING ........................................................................................................................... 11 JAARINDELING ..................................................................................................................... 11 INSCHRIJVING VOOR COLLEGES ............................................................................................ 11 INTEKENEN VOOR TENTAMENS ............................................................................................. 12 ROOSTERING........................................................................................................................ 12 STUDIERESULTATEN ............................................................................................................ 12 STUDIEMATERIAAL EN STUDIEKOSTEN ................................................................................. 13 BESTELLEN KLAPPERS VIA DE WEBSHOP .............................................................................. 13 ICT-VOORZIENINGEN........................................................................................................... 13 BIJZONDERE VOORZIENINGEN.............................................................................................. 14 HUISREGELS VOOR STUDENTEN ........................................................................................... 15 VERTROUWENSPERSOON BIJ ONGEWENST GEDRAG .............................................................. 15 INLEIDING ........................................................................................................................... 16 PROFIEL EN EINDKWALIFICATIES ......................................................................................... 16 HET STUDENTENSTATUUT.................................................................................................... 16 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELINGEN ................................................................................. 17 TOELATINGSEISEN EN ENTREEVOORWAARDEN ..................................................................... 17 TOETSING EN BEOORDELING ................................................................................................ 18 PLAGIAAT............................................................................................................................. 18 EXAMENS ............................................................................................................................. 19 STUDIEADVIES EN STUDIEBEGELEIDING ............................................................................... 19 KLACHTEN EN OPMERKINGEN .............................................................................................. 19 HET STUDIEPROGRAMMA ..................................................................... 20
5.1 INLEIDING .......................................................................................................................... 20 5.2 MASTEROPLEIDINGEN EN MASTERPROGRAMMA’S ................................................................ 21 5.2.1 Archeologie 60 ECTS (CROHO 60805) ................................................................... 21 5.2.2 Archeologie 120 ECTS (CROHO 60133) ................................................................. 23
Art History and Archaeology – Research Master ............................................................................... 23
5.2.3
Communicatie- en Informatiewetenschappen 60 ECTS (CROHO 66826).......... 24
5.2.4
Europese Studies 120 ECTS (CROHO 60847) ........................................................ 29
Communicatiekunde ............................................................................................................................24 Communicatiekunde: traject Gezondheidscommunicatie ................................................................. 25 Communicatie en educatie ..................................................................................................................26 Computercommunicatie ...................................................................................................................... 27 Information Sciences ...........................................................................................................................28
5.2.5 5.2.6
Geschiedenis 60 ECTS (CROHO 66034) ................................................................ 29 Geschiedenis 120 ECTS (CROHO 60139) ............................................................... 32
5.2.7 5.2.8
Internationale Betrekkingen 60 ECTS (CROHO 60734) ...................................... 32 Internationale Betrekkingen 90 ECTS (CROHO 60819) ...................................... 32
5.2.9
Internationale Betrekkingen 120 ECTS (CROHO 60820) .................................... 32
5.2.10
Kunst- en Cultuurwetenschappen 60 ECTS (CROHO 60087) ............................. 33
5.2.11
Kunst- en Cultuurwetenschappen 120 ECTS (CROHO 60829) ............................ 39
5.2.12
Letterkunde 60 ECTS (CROHO 60813) .................................................................. 39
5.2.13
Letterkunde 120 ECTS (CROHO 60814) ................................................................ 43
5.2.14
Mediastudies 90 ECTS (CROHO 60831) ................................................................ 44
5.2.15
Midden-Oosten Studies 60 ECTS (CROHO 60842) ................................................ 47
5.2.16 5.2.17
Erasmus Mundus Master of Excellence – Multiele: Master in Learning and Teaching of Spanish in Multilingual and International Contexts ....................... 48 Neerlandistiek 60 ECTS (CROHO 60849) ......................................................... 48
5.2.18 5.2.19
Noord-Amerika Studies 60 ECTS (CROHO 60845) ...............................................52 Oudheidstudies 60 ECTS (CROHO 60821) .............................................................52
5.2.20
Oudheidstudies 120 ECTS (CROHO 60039) ...........................................................54
5.2.21
Taalwetenschappen 60 ECTS (CROHO 60815) ......................................................54
5.2.22
Taalwetenschappen 120 ECTS (CROHO 60817) ................................................... 58
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master ..................................................... 32 Modern History and International Relations – Research Master ..................................................... 32 International Humanitarian Action – Erasmus Mundusprogramma (NOHA) ................................ 32 Modern History and International Relations – Research Master ..................................................... 32 Kunsten, Cultuur en Media ................................................................................................................. 33 Kunstgeschiedenis ...............................................................................................................................36 Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis......................................................................................... 37 Landschapsgeschiedenis ......................................................................................................................38 Art History and Archaeology – Research Master ............................................................................... 39 Literary and Cultural Studies – Research Master .............................................................................. 39
Europese Letteren en Culturen ...........................................................................................................39 English Literature and Culture ............................................................................................................42 Writing, Editing and Mediating ..........................................................................................................43 Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master ..................................................... 43 Literary and Cultural Studies – Research Master .............................................................................. 43 Journalistiek.........................................................................................................................................44 Journalism ...........................................................................................................................................46
Midden-Oosten Studies ....................................................................................................................... 47
Nederlandse Letterkunde ....................................................................................................................48 Taal en tekst: ontwikkeling en gebruik ...............................................................................................49 Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (GLTC) ...................................................................................... 52 Oude Geschiedenis ............................................................................................................................... 53 Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master ..................................................... 54 Neurolinguïstiek................................................................................................................................... 55 Applied Linguistics (TEFL) ................................................................................................................. 55 Europese taalkunde ............................................................................................................................. 56 Multilingualism .................................................................................................................................... 57 -
Language and Cognition – Research Master ......................................................................... 58 Clinical Linguistics – Research Master .................................................................................. 58 Language and Communication Technologies – Research Master ........................................ 58
5.3 INTERDISCIPLINAIRE ONDERZOEKSCOLLEGES ..................................................................... 58 5.4 EDUCATIEVE MASTERS (2 JAAR) .......................................................................................... 58 5.4.1 Educatieve Master Duitse Taal en Cultuur .............................................................59 5.4.2 Educatieve Master Engelse Taal en Cultuur.......................................................... 60 5.4.3 Educatieve Master Franse Taal en Cultuur ............................................................ 61 5.4.4 Educatieve Master Friese Taal en Cultuur ............................................................ 62 5.4.5 Educatieve Master Geschiedenis ............................................................................ 62 5.4.6 Educatieve Master Grieks en Latijn ....................................................................... 63 5.4.7 Educatieve Master Nederlandse Taal en Cultuur ................................................. 64 5.4.8 Educatieve Master Spaanse Taal en Cultuur .........................................................65 5.5 EDUCATIEVE MASTER (1 JAAR) .............................................................................................65 5.6 RESEARCH MASTERPROGRAMMA’S ...................................................................................... 66
5.6.1
Classical, Medieval and Renaissance Studies (CMRS): Text and Context in Premodern and Early Modern Times .................................................................... 66 5.6.2 Art History and Archaeology: Material Culture Studies in Art, Architecture & Archaeology.............................................................................................................. 66 5.6.3 Literary and Cultural Studies: Literature and Performing Arts in Society........ 66 5.6.4 Modern History and International Relations: Transformation and Acceptance ................................................................................................................................... 66 5.6.5 Linguistics................................................................................................................. 66 5.7 BEROEPSORIËNTERENDE STAGE .......................................................................................... 66 5.8 AFSTUDEERWERKSTUK ........................................................................................................67 6
FACULTAIRE ORGANISATIE ................................................................... 69 6.1 INLEIDING .......................................................................................................................... 69 6.2 BESTUURLIJKE ORGANISATIE EN COMMISSIES ..................................................................... 69 6.2.1 Faculteitsbestuur...................................................................................................... 69 6.2.2 Faculteitsraad .......................................................................................................... 69 6.2.3 Onderwijsinstituut ................................................................................................... 70 6.2.4 Facultair Overlegorgaan Onderwijsbeleid (FOO) ................................................ 70 6.2.5 Afdelingsbestuur en leerstoelgroepen .................................................................... 70 6.2.6 Opleidingscommissies.............................................................................................. 70 6.2.7 Examencommissies ................................................................................................... 71
7
INFORMATIE EN COMMUNICATIE ......................................................... 72 7.1 7.2 7.3 7.4
INLEIDING ...........................................................................................................................72 GEBOUWEN, DIENSTEN EN VOORZIENINGEN.........................................................................73 STUDIEADVISEURS VAN LETTEREN .......................................................................................79 DOCENTEN .......................................................................................................................... 82
1
ALGEMENE INLEIDING
Dit is de mastergids van de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen. In deze gids vind je zowel algemene facultaire informatie als informatie over alle masterprogramma’s van de faculteit. Deze gids heeft tot doel je te informeren over de mogelijkheden die je als student binnen de Letterenfaculteit geboden worden op masterniveau. De in deze studiegids opgenomen onderwijs-modulen en -programma’s zijn onderhevig aan de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de corresponderende opleiding. Deze OER-en zijn te vinden op het web via: www.rug.nl/let/oer Bij het secretariaat van je opleiding kun je ook terecht voor extra informatie over allerhande zaken die je studie betreffen. Daarnaast kun je je voor hulp, advies en begeleiding bij je studie wenden tot je studieadviseur. De studieadviseur Elke opleiding heeft een studieadviseur. Je studieadviseur is de persoon die je kan helpen bij de planning en het bewaken van de voortgang van je studie. Meer concreet heeft hij of zij de volgende taken: -het verstrekken van informatie over de opleiding; -het begeleiden en adviseren van studenten; -het beoordelen en helpen opstellen van studieplanningen (zie hoofdstuk 3.3); -het voeren van studievoortgangsgesprekken; -het adviseren van de Examencommissie over individuele verzoeken van studenten; -het doorverwijzen naar andere instanties. Voor een lijst met de namen van alle studieadviseurs met hun (e-mail)adressen en telefoonnummers: zie hoofdstuk 7.3
Directeur Onderwijsinstituut De Faculteit kent een directeur Onderwijs. Hij geeft leiding aan het Onderwijsinstituut waarbinnen alle onderwijs - dat door de Faculteit wordt verzorgd- is ondergebracht. Hij is verantwoordelijk voor de organisatie van het onderwijs en de onderwijsprogramma’s. Verder houdt hij toezicht op de kwaliteit van de major- en minorprogramma’s en de wijze van uitvoering. Met vragen en klachten over de uitvoering van je onderwijsprogramma kun je in eerste instantie terecht bij je studieadviseur. Als het om een studieonderdeel gaat neem je allereerst contact op met de betrokken docent en in tweede instantie bij de studieadviseur. Mochten zij je probleem niet kunnen oplossen dan kunnen zij je doorverwijzen naar de directeur van het Onderwijsinstituut. Als je problemen van dien aard zijn dat je deze niet kan of wil bespreken met studieadviseur of docent, dan kan je direct contact met hem zoeken of een afspraak maken. Het telefoonnummer van het Onderwijsinstituut is (050) 363 5176.
Inleiding
1
2
PROFIEL VAN DE FACULTEIT DER LETTEREN
2.1 INLEIDING In dit hoofdstuk vind je algemene inhoudelijke informatie over de organisatie van het onderwijs aan de Faculteit der Letteren. Allereerst wordt aandacht besteed aan de zwaartepunten van onderwijs en onderzoek binnen de faculteit en aan de filosofie die ten grondslag ligt aan de wijze waarop het onderwijs is opgezet. Daarnaast word je geïnformeerd over de structuur van de opleidingsprogramma’s, over de verplichtingen en de keuzevrijheid die je daarbinnen hebt en over de mogelijkheid om tijdens je studie enige tijd in het buitenland te studeren. Ook vind je in dit hoofdstuk een overzicht van alle opleidingen die de faculteit biedt. Ten slotte wordt informatie gegeven over de opties die je hebt nadat je je bacheloropleiding hebt afgerond. Op de inhoud van de specifieke studieprogramma’s wordt in dit hoofdstuk niet ingegaan. Meer informatie daarover vind je in de hoofdstukken 5 en 6. 2.2 ZWAARTEPUNTEN Elke Nederlandse Letterenfaculteit kent eigen zwaartepunten. De Groningse faculteit richt zich zowel in het onderwijs als in het onderzoek vooral op de westerse wereld, meer in het bijzonder op Europa en het Noord-Amerikaanse continent. Vanuit deze invalshoek is er ook aandacht voor de relatie van Europa met de niet-Europese wereld, in het bijzonder Afrika, Latijns-Amerika, Indonesië , Japan, China, Korea en Mongolië. Er wordt onderwijs gegeven en onderzoek verricht op het terrein van de klassieke en moderne talen en culturen van Europa en het Midden-Oosten, de geschiedenis, de kunstgeschiedenis en de archeologie. Ook zijn er thematisch gerichte opleidingen als Kunsten, Cultuur en Media, Communicatie- en Informatiewetenschappen, American Studies en Internationale Betrekkingen en Internationale Organisatie. Alle onderwijsprogramma’s hebben nauwe banden met het onderzoek dat binnen de faculteit verricht wordt; dit vanuit de gedachte dat in wetenschappelijke opleidingen onderwijs en onderzoek onlosmakelijk met elkaar verbonden dienen te zijn, zodat zij elkaar voortdurend kunnen beïnvloeden en bevruchten. 2.3
ONDERWIJSFILOSOFIE EN KWALITEITSZORG
Studentgeoriënteerd en onderzoeksgericht Aangezien de RuG een zogenaamde onderzoeksuniversiteit is, is het onderwijs dat wordt verzorgd nauw verbonden met onderzoek dat is en wordt uitgevoerd. Uitkomsten van (recent) onderzoek vinden met name in de hogere jaren van de bachelor en in de master vertaling in de diverse onderwijsmodulen waaruit het programma is opgebouwd. Deze verwevenheid is een kernonderdeel van de onderwijsvisie van universiteit en faculteit. Daarnaast geldt voor de faculteit dat het onderwijs in alle fasen studentgeoriënteerd is. Dit concept of paradigma onderscheidt zich van de input- of docentgecentreerde benadering. Voor een output- of studentgeoriënteerd model geldt dat de opleiding als eerste doel heeft studenten zo goed en zo efficiënt mogelijk voor te bereiden op een rol in de maatschappij die past bij de genoten opleiding. Dit onderwijsconcept stelt bijzondere eisen aan de opzet en uitvoering van het onderwijs. Was het in het verleden doorgaans zo dat bij het opzetten van programma’s te ontwikkelen kennis centraal stond, tegenwoordig wordt meer gezocht naar een afgewogen combinatie van domeinspecifieke en generieke competenties (kennis, inzicht en vaardigheden) op academisch niveau. Met inachtneming van het belang van kennis, vormt het uitgangspunt daarbij wat de student moet weten, begrijpen en kunnen om zo goed mogelijk voorbereid te zijn bij het betreden van de arbeidsmarkt in brede zin. De bij de staf aanwezige expertise wordt dienstig gemaakt aan dit doel. Letterenstudenten worden doorgaans niet opgeleid voor een specifiek beroepenveld, maar voor een breed scala aan functies waarvoor een Letterenopleiding dienstig is. Dit onderstreept nut en noodzaak van algemene vorming, het kennisnemen van diverse benaderingen, methoden en technieken en academische competenties die niet specifiek disciplinegerelateerd zijn. De faculteit kiest daarbij voor de zogenaamde geïntegreerde aanpak. Hiermee wordt bedoeld dat te verwerven generieke competenties worden aangeleerd in het kader van de major- en minoronderdelen van de bachelor als ook de masteronderdelen en niet apart worden onderwezen.
2
Profiel van de Faculteit der Letteren
Activerende leeromgeving De studentgeoriënteerde benadering veronderstelt dat de methoden die worden gehanteerd activerend van aard zijn. Dit impliceert dat hoge verantwoordelijkheid in het leerproces wordt gelegd bij de student. Het is de student die zichzelf ontwikkelt, daarbij gesteund en geïnspireerd door het betrokken docentencorps. In deze opzet verwerft de student allereerst academische kennis en vaardigheden, in een vervolgfase te ontwikkelen tot inzicht, waarna ten slotte wordt ingezet op het toepassen van kennis- en vaardigheden. De leer- en doceermethoden en – vormen dienen zodanig te zijn gekozen dat zij optimaal in staat zijn de kerncompetenties (kennis, inzicht en vaardigheden) te ontwikkelen. Per (groep van) kerncompetenties kunnen de onderwijsvormen en –methoden/technieken verschillen. Voorbeelden van te hanteren methoden en technieken zijn: verzamelen van relevant materiaal (zoektechnieken), literatuurstudie, selecteren en analyseren van materiaal, vergelijken en analyseren van teksten, oplossen van problemen en voorgelegde cases, uitvoeren van onderzoek op basis van oplopende moeilijkheidsgraad op basis van omvang en aard van het materiaal, praktische en technische vaardigheden, schrijven van verslagen, rapporten, papers, werkstukken en scripties op basis van oplopende complexiteit in termen van omvang en aard materiaal, samenwerken met andere studenten met het doel gezamenlijk tot een eindproduct of oplossing van een probleem te komen, voorbereiden en geven van een mondelinge presentatie (groepsgewijs of individueel), leveren van opbouwende kritiek op het werk van anderen en het verwerken van kritiek van derden ten aanzien van eigen werk, voorzitten en deelnemen aan werkgroepen, leiden van of deelnemen als lid aan een team, werken onder tijdsdruk / leren omgaan met deadlines, leveren zelfkritiek, leren-leren, etc. Goed onderwijs wordt niet alleen bepaald door goede programma’s en goede docenten, maar ook door de inzet en motivatie van studenten. Studenten worden door de faculteit niet gezien als afnemers of consumenten van onderwijs, maar als deelnemers aan het leer- en doceerproces. Zonder goed gemotiveerde studenten, die zich goed voorbereiden op colleges en tentamens, kan er geen goed onderwijs worden verzorgd. De faculteit streeft daarom uitdrukkelijk naar een kwaliteitscultuur die is gebaseerd op een optimale inspanning van docenten en studenten waardoor het leuk en inspirerend is om onderwijs te volgen en te verzorgen. Een belangrijke instantie bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs is de Opleidingscommissie (OC). Deze commissie bestaat voor de helft uit studenten en voor de helft uit docenten. De OC ziet erop toe dat het onderwijsproces verloopt volgens de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Daarnaast brengt de OC advies uit over de in het collegejaar te evalueren onderwijsmodules. De OC rapporteert (later) op basis van de gehouden evaluaties aan de directeur van het Onderwijsinstituut Letteren, die namens het Faculteitsbestuur toezicht houdt op het proces van evaluatie. De evaluatie van onderwijsmodules omvat een vragenlijst voor de docent(en) die de betreffende module verzorgde(n) en een vragenlijst voor de deelnemende studenten. De uitkomsten van de evaluatie kunnen door studenten worden geraadpleegd via de website van het Onderwijsinstituut. De uitkomsten worden zeer serieus genomen en dan ook gebruikt om het onderwijs verder te verbeteren. 2.4 ALGEMENE OPZET VAN DE STUDIEPROGRAMMA’S De opleidingen die de Letterenfaculteit momenteel aanbiedt zijn te verdelen in bacheloropleidingen en masteropleidingen. Alle bacheloropleidingen hebben een officiële lengte van drie jaar. De masteropleidingen duren, afhankelijk van de aard van de opleiding, één tot twee jaar voor een voltijdse student. Tot een bacheloropleiding heb je toegang als je in het bezit bent van een VWO-diploma of een HBO-propedeuse of HBO-diploma. Voor toelating tot de master is minimaal een bachelordiploma verplicht. Soms worden ook nog aanvullende eisen gesteld. Meer hierover vind je in hoofdstuk 4.4. De Groningse Letterenfaculteit gebruikt het European Credit Transfer and Accumulation System (ECTS) om de omvang van opleidingen - en de studieonderdelen daarbinnen - uit te drukken in studiepunten.
Profiel van de Faculteit der Letteren
3
2.5
EUROPEES SYSTEEM VOOR DE OVERDRACHT EN ACCUMULATIE VAN STUDIEBELASTINGSPUNTEN (ECTS)
Wat is een studiepuntensysteem? Een studiepuntensysteem is een systematische manier om een onderwijsprogramma te beschrijven door punten te verbinden aan de onderdelen van dat programma. De vaststelling van het aantal punten in stelsels voor hoger onderwijs kan op verschillende parameters gebaseerd zijn, zoals de werkbelasting voor de student, eindtermen en contacturen. Wat is ECTS? Het Europees Systeem voor de overdracht en de accumulatie van studiebelastingpunten is een systeem dat de student centraal stelt en dat gebaseerd is op de werkbelasting voor de student om de doelstellingen van een bepaald programma te bereiken. Die doelstellingen zijn bij voorkeur gespecificeerd in termen van eindtermen en te verwerven bekwaamheden. Hoe heeft ECTS zich ontwikkeld? ECTS is in 1989 ingevoerd in het kader van het Erasmus-programma, dat nu deel uitmaakt van het Socrates-programma. ECTS is het enige studiepuntensysteem dat in heel Europa met succes is getest en wordt gebruikt. ECTS is oorspronkelijk ontwikkeld voor de overdracht van studiebelastingpunten. Het systeem vergemakkelijkte de erkenning van studieperiodes in het buitenland en bevorderde zodoende de kwaliteit en de omvang van de mobiliteit van studenten in Europa. ECTS ontwikkelt zich momenteel tot een accumulatiesysteem dat op instellings-, regionaal, nationaal en Europees niveau moet worden geïmplementeerd. Dat is één van de kerndoelstellingen van de verklaring van Bologna van juni 1999. Wat zijn de belangrijkste kenmerken van ECTS? ECTS is gebaseerd op de afspraak dat 60 punten overeenstemmen met de studiebelasting van een voltijdse student tijdens één academisch jaar. De studiebelasting voor de student van een voltijds studieprogramma bedraagt in Europa in de meeste gevallen 1500 – 1800 uren per jaar. In die gevallen stemt één punt overeen met 25 tot 30 werkuren. ECTS-studiepunten kunnen alleen worden verkregen nadat het benodigde werk is voltooid en de beoogde eindtermen zijn gerealiseerd. De eindtermen zijn het geheel aan competenties waarin tot uitdrukking wordt gebracht wat de student moet weten, begrijpen en kunnen na afronding van een leerproces dat kort of lang kan zijn. De studiebelasting voor de student in het ECTS-systeem omvat de tijd voor het bijwonen van colleges, seminars, individuele studie, de voorbereiding van en het afleggen van examens enz. De punten worden toegekend voor alle studieonderdelen van een opleidingsprogramma (zoals modules, colleges, stages, scripties enz.) en geven de hoeveelheid werk weer die elk onderdeel vereist om de beoogde doelstellingen en eindtermen te realiseren in verhouding tot de totale hoeveelheid werk die nodig is om een vol studiejaar te voltooien. Gebruik van ECTS aan de Rijksuniversiteit Groningen In Nederland en dus ook in Groningen wordt het ECTS-studiepunten systeem zowel als accumulatie als als overdrachtssysteem gehanteerd. De toepassing van ECTS is bij wet geregeld. In de wet is vastgelegd dat 42 studieweken van 40 uren overeenkomen met een studielast van 60 ECTS-studiepunten. Dit betekent dat 1 ECTS-studiepunt gelijk staat aan 28 uren werk. Een universitair bachelorprogramma heeft een lengte van 3 jaren voltijdse studie, het geen gelijk staat aan 180 ECTS-studiepunten. De lengte van een universitair masterprogramma varieert – afhankelijk van het programma – van 60 tot 120 studiepunten, dat is een tot twee jaren voltijdse studie. De Letterenfaculteit kent Ma-programma’s met een lengte van 60, 90 en 120 ECTSstudiepunten. 2.6 MASTEROPLEIDINGEN EN MASTERPROGRAMMA’S De Faculteit der Letteren kent in totaal 27 masteropleidingen waarbinnen diverse masterprogramma’s worden aangeboden. Deze masterprogramma’s zijn onder te verdelen in: - maatschappelijke masterprogramma’s; - educatieve masters; - research masters.
4
Profiel van de Faculteit der Letteren
Maatschappelijke masterprogramma’s zijn programma’s met een omvang van 60, 90 of 120 ECTS-studiepunten die naast een gedegen wetenschappelijke vorming je vooral voorbereiden op een functie op de arbeidsmarkt die kan worden gerelateerd aan de opleiding die je hebt gevolgd. Onderdeel van die voorbereiding kan een beroepsoriënterende stage zijn. Hiervoor is afhankelijk van de opleiding in beginsel een ruimte van 10 tot 20 ECTS-studiepunten ingeruimd. Elke studieprogramma heeft een stagecoördinator die je kan informeren over de voor jouw studieprogramma geldende regelingen. Bij het Stagebureau Letteren kun je terecht bij de facultaire stagecoördinator, die je helpt bij de oriëntatie op je stage en verantwoordelijk is voor de formele afhandeling hiervan. Dit betekent onder meer het afsluiten van een stagecontract. Meer informatie over stages vind je in hoofdstuk 5.6 van deze gids en op: http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/let/organisatie/bsz/stagebureau/ 2.6.1 ‘Harde knip’ Sinds 1 september 2012 kun je alleen beginnen aan een masteropleiding als je in het bezit bent van een bachelordiploma, de zogenaamde 'harde knip'. Deze maatregel geldt voor alle studenten, ook voor de studenten aan pre-master- en schakelprogramma's. Om te voorkomen dat je onnodig studievertraging oploopt, is als voorwaarde bij deze invoering vastgesteld dat er per masteropleiding minimaal een tweede instroommoment moet zijn. De harde knip vergt een goede studieplanning. Als je na het maken van je studieplanning nog vragen hebt, kun je contact opnemen met je studieadviseur of de studentendecanen van het Studenten Service Centrum. 2.6.2 Toelating tot de master Als je in het bezit bent van een bachelordiploma, heb je zonder meer toegang tot het gelijknamige (maatschappelijke) masterprogramma die altijd een omvang van 60 ECTS hebben. Daarnaast zijn er een aantal selectieve maatschappelijke programma’s van 90 of 120 ECTS-studiepunten. Hiervoor geldt een toelatingsprocedure. In het schema aan het eind van deze paragraaf kun je zien tot welke masterprogramma’s je nog meer toegang hebt met jouw bachelordiploma. Soms zijn aan de toelating tot deze masters voorwaarden verbonden, bijvoorbeeld dat je een bepaalde minor of andere voorbereidende studieonderdelen gevolgd moet hebben. Toelating tot de Educatieve Masters Met een bachelordiploma Duits, Engels, Frans en Spaans (RTC), Fries, Geschiedenis, Griekse en Latijnse Taal en Cultuur, Nederlands heb je zonder meer toegang tot de educatieve master van dezelfde discipline. Vanaf collegejaar 2014-2015 is de educatieve master teven toegankelijk voor studenten met een bachelordiploma Europese Talen en Culturen (ETC), mits zij ten minste 90 ECTS-studiepunten behaald hebbben in de doeltaal (Duits, Fries, Frans, Spaans of Engels). Voor meer informatie kun je je wenden tot je studieadviseur. Toelating tot de Reseach Masters Aan de toelating tot de research masters is een selectieprocedure verbonden. Kijk op de website van het betreffende research masterprogramma voor meer informatie over de toelatingseisen en de selectieprocedure en het aanmeldingsformulier. De Faculteit der Letteren kent de volgende masteropleidingen en -programma’s: Maatschappelijke masteropleiding Archeologie (60 ECTS) Communicatie- en Informatieweten-schappen (60 ECTS) voltijd en duaal Europese Studies (120 ECTS)
Profiel van de Faculteit der Letteren
Masterprogramma -
Klassieke en mediterrane archeologie Pre- en protohistorie van Noordwest Europa Informatiekunde Communicatiekunde Communicatie en educatie Computercommunicatie Euroculture (selectief)
5
Geschiedenis (60 ECTS), deel-, en voltijd Internationale Betrekkingen (60 ECTS)
-
Geschiedenis Vandaag
-
International Security International Political Economy European Integration Global Governance International Relations and International Organization East Asian Studies
-
International Humanitarian Action (selectief)
-
Kunstgeschiedenis Architectuur- & stedenbouwgeschiedenis Landschapsgeschiedenis Kunsten, Cultuur en Media Europese letteren en culturen (taalaanduiding onder voorwaarden) English Literature and Culture Writing, Editing, and Mediating Journalistiek (selectief) Journalism (selectief) Midden-Oostenstudies
Noord-Amerikastudies (60 ECTS)
-
Nederlandse Letterkunde Taal en tekst: ontwikkeling en gebruik Nederlandse Cultuur American Studies
Oudheidstudies (60 ECTS), deel-, en voltijd
-
Griekse en Latijnse taal en cultuur / Classics Oude Geschiedenis / Ancient History
Taalwetenschappen (60 ECTS)
-
Neurolinguïstiek (inclusief Speech and Language Pathology. Applied Linguistics-TEFL Europese Taalkunde
Internationale Betrekkingen (90ECTS) Kunst- en Cultuurwetenschappen (60 ECTS) Letterkunde (60 ECTS)
Mediastudies (90 ECTS) Midden-Oostenstudies (60 ECTS) Neerlandistiek (60 ECTS)
-
De masterprogramma’s kennen een omvang van 60, 90 of 120 ECTS- studiepunten (zie schema hierboven). Naast de maatschappelijke masteropleidingen kent de faculteit een achttal educatieve masteropleidingen. Dit zijn opleidingen met een omvang van 120 ECTS-studiepunten die dus twee voltijdse studiejaren in beslag nemen. Het eerste semester van het eerste masterjaar ziet er in grote lijnen hetzelfde uit als het onderwijsprogramma van de maatschappelijke master. In het tweede semester van jaar 1 volg je een onderdeel van 10 ECTS-punten bij de lerarenopleiding van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen als voorbereiding op het tweede jaar van de educatieve master. Daarnaast schrijf je een scriptie van 20 ECTS. Het tweede jaar bestaat uit het werken-leren-traject: de LIO-stage en daarnaast een aantal studieonderdelen die je volgt bij de lerarenopleiding van de universiteit. Daarnaast volg je nog 10 ECTS-punten uit de maatschappelijke master. Het met succes afronden van de educatieve masteropleiding levert je naast een masterdiploma ook een eerstegraads onderwijsbevoegdheid op. Een eerstegraads onderwijsbevoegdheid in genoemde vakken kan je ook behalen nadat je je maatschappelijke masteropleiding hebt voltooid. Hiertoe dien je een programma van 60 ECTSstudiepunten te volgen dat inhoudelijk overeenkomt met de tweede helft van het onderwijsprogramma van de educatieve master inclusief het studieonderdeel "Voorbereiding op het werkenleren-traject" (alleen in semester 2 aangeboden). Voor nadere informatie hierover word je ver-
6
Profiel van de Faculteit der Letteren
wezen naar je studieadviseur en naar de lerarenopleiding van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen. De faculteit onderscheidt de volgende educatieve masteropleidingen: Educatieve Masters (120 ECTS) Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Duitse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Engelse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Franse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Friese Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Geschiedenis Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Griekse en Latijnse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Nederlandse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Spaanse Taal en Cultuur inclusief: Multiele: Learning and Teaching of Spanish in Multilingual and International Contexts (JD/EM) Educatieve Masters (60 ECTS) Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Duits Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Engels Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Frans Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Fries Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Geschiedenis en Staatsinrichting Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Grieks, Latijn en KCV Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Nederlands De educatieve masters kennen een omvang van 60 of 120 ECTS-studiepunten (zie schem’s hierboven). Ten slotte heb je de mogelijkheid een research masterprogramma te volgen. De faculteit verzorgt vijf research masters die alle een omvang hebben van 120 ECTS ofwel twee voltijdse studiejaren. Elk researchprogramma bestaat uit vier onderdelen, een blok 'kennismodulen' van 40 ECTS, een blok 'verdiepingsmodulen' van 20 ECTS, een specialisatiefase van 30 ECTS en het schrijven van een uitgebreid afstudeerwerkstuk van 30 ECTS. Dit laatste onderdeel wordt ondersteund door een zogenaamde scriptieklas. Het blok 'kennismodulen' heeft tot doel je kennis, vaardigheden en inzicht in de major die je hebt gevolgd in de bachelorfase verder te verdiepen en te oefenen met onderzoek aan de hand van gerichte onderzoeksopdrachten. Het tweede blok 'verdiepingsmodulen' zorgt voor versterking van je theoretische en methodologische kennis. Deze kennis is noodzakelijk om met succes te kunnen participeren in de specialisatiefase. De specialisatiefase bestaat uit drie modules, zogenaamde tutorials, van 10 ECTS elk die zijn gericht op het meer zelfstandig doen van onderzoek. Deze tutorials kunnen aan de RuG of daarbuiten worden gevolgd. In de afstudeerscriptie breng je als een proeve van bekwaamheid je verworven kennis en inzichten samen. De research masteropleiding is bedoeld voor getalenteerde studenten die na afronding van hun opleiding een functie als onderzoeker wensen buiten de universiteit of een promotieonderzoek willen gaan uitvoeren. De faculteit biedt de volgende research masterprogramma’s aan: Reseach Masterprogramma (120 ECTS) 1) Classical, Medieval and Renaissance Studies
valt onder masteropleiding: Letterkunde Geschiedenis Oudheidstudies
2)
Letterkunde Kunst- en Cultuurwetenschappen
Literary and Cultural Studies
Profiel van de Faculteit der Letteren
7
3)
4)
- Language and Cognition - Clinical Linguistics – Erasmus Munduspro gramma - Language and Communication Technologies – Erasmus Mundusprogamma Art History and Archaeology
5)
Modern History and International Relations
Taalwetenschappen
Archeologie Kunst- en Cultuurwetenschappen Geschiedenis Internationale Betrekkingen
De research masters kennen een omvang van 120 ECTS-studiepunten. Startdatum De startdatum van de research masters is altijd in september. Voor een maatschappelijke master of een educatieve master bestaat de mogelijkheid om in september òf in februari te beginnen. De meeste opleidingen bieden hun mastercolleges echter niet tweemaal per jaar aan. Vooral bij kleinere opleidingen kan een start in februari dus betekenen dat je de studieonderdelen in een andere dan de meest ideale volgorde zult moeten volgen. Voor een goed verloop van je masterstudie is het dus van belang dat je tijdig je bachelordiploma behaalt. 2.7 MASTER HONOURSTRAJECT LEIDERSCHAP Het University of Groningen Honours College biedt talentvolle en gemotiveerde studenten de kans om meer uit zich zelf te halen met een uitdagend extra Honoursprogramma naast hun reguliere studie. Dit programma is te volgen door studenten uit alle Letteren masterprogramma's. Het programma kent een interdisciplinaire opzet en heeft als centraal thema: ‘Leadership: making the difference’. Het programma beslaat twee semesters (totale omvang is 15 ECTSstudiepunten) en bestaat uit vier onderdelen. Deze zijn: 1) het ontwikkelen van kennis en begrip van verschillende aspecten van leiderschap vanuit diverse disciplines (vier masterclasses); 2) het observeren, ervaren en oefenen van een aantal leiderschapsvaardigheden (leadership lab); 3) het besteden van aandacht aan persoonlijke ontwikkeling en eigen ervaringen met leiderschap (workshop); 4) het toepassen van de opgedane kennis en ervaring in een eigen project (masterwork). Dit Master Honoursprogramma is bedoeld voor getalenteerde en gemotiveerde studenten, die per 1 september of 1 februari hun Bachelordiploma met goede tot zeer goede resultaten hebben afgerond en starten met een (maatschappelijke-, educatieve- of research-) master aan de RUG. Ook dit programma kent twee instroommomenten, studenten in een tweejarige masteropleiding kunnen zelf het meest geschikte instroommoment bepalen. Toelating tot het honourstraject vindt plaats op grond van selectie. Studenten die willen solliciteren naar een plaats sturen m.b.v. Nestor een elektronisch sollicitatiedossier naar de toelatingscommissie. Voor meer informatie over het Master Honoursprogramma, de toelatingseisen en selectieprocedure kun je terecht op de site, of maak een afspraak met de facultaire coördinator. ( www.rug.nl/honours) 2.8 ONDERZOEK BIJ LETTEREN Het onderwijs dat aan de Faculteit der Letteren wordt verzorgd is zoveel mogelijk gebaseerd op en verbonden met wetenschappelijk onderzoek. De meeste docenten binnen de faculteit geven onderwijs èn verrichten onderzoek. De faculteit heeft alle onderzoek ondergebracht in drie onderzoekinstituten, te weten: het Gronings Instituut voor Archeologie (GIA), het Instituut voor Cultuurwetenschappelijk Onderzoek Groningen (ICOG) en het Centre for Language and Cognition Groningen (CLCG). Binnen die instituten wordt individueel of in samenwerking met anderen binnen of buiten de faculteit/universiteit onderzoek gedaan. Vaak richt het onderzoek zich niet op één specifiek gebied, maar heeft het een interdisciplinair karakter. Daarnaast wordt er geparticipeerd in landelijke of lokale onderzoekscholen. Deze spelen een belangrijke rol in de opleiding van promovendi. De faculteit heeft de promotieopleidingen gebundeld in een Gradua-
8
Profiel van de Faculteit der Letteren
te School for the Humanities. Binnen de Graduate School volgen de promovendi van de faculteit een promotieopleiding; bij de onderzoekscholen (lokaal of elders) volgen zij onderwijs dat inhoudelijk zoveel mogelijk aansluit bij het te verrichten promotieonderzoek. Ook studenten van de vijf Research Masters van de faculteit zijn welkom bij deze onderzoekscholen. Meer informatie hierover vind je op de website van de Faculteit der Letteren. Als student krijg je op verschillende momenten tijdens je studie te maken met het doen van onderzoek. In het derde bachelorjaar en tijdens de masteropleiding word je uitgedaagd zelf onderzoek te doen. Tijdens werk- en onderzoekscolleges neem je kennis van de verschillende onderzoekmethoden in de geesteswetenschappen en van de nieuwste onderzoeksresultaten. Daarnaast worden je eigen onderzoeksvaardigheden geoefend. Ook het schrijven van een scriptie is een belangrijk instrument voor het verwerven van kennis en vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Mocht je toegelaten zijn tot één van de facultaire Research Masters, dan kun je solliciteren naar de baan van Research Assistant binnen het Research Assistants Programme. Gedurende 10 maanden draaien jaarlijks 12 ReMa-studenten één dag per week betaald mee bij onderzoek van het hoogste niveau; daarnaast krijgen zij informatie over carrières in de wetenschap. Werving en selectie voor deze onderzoeksposities vinden in het najaar plaats; aanstellingen lopen van februari tot en met november. 2.9 NA JE MASTEROPLEIDING: KANSEN EN MOGELIJKHEDEN Het is van groot belang dat je je studie zo inricht dat je optimaal gebruik kunt maken van je eigen interesses en kwaliteiten. Binnen veel masteropleidingen zijn afstudeerrichtingen en/of studiepaden voorzien. Elk van die trajecten beoogt je specifieke kennis, inzicht en vaardigheden bij te brengen in de vorm van te verwerven competenties. Die competenties, vak georiënteerde en meer algemene academische competenties, spelen een rol bij het vinden van een passende werkkring. Heb je bijvoorbeeld een goed ontwikkeld analytisch en synthetiserend vermogen dan zou je kunnen overwegen mee te doen aan de selectieprocedure voor een promotieplaats. De beste aansluiting op dergelijke plaatsen geven de research masteropleidingen. Heb je affiniteit met de functie van docent in het voortgezet of hoger beroepsonderwijs dan is er de mogelijkheid de tweejarige educatieve master te volgen die je een eerstegraads lerarenbevoegdheid in het vooruitzicht stelt. De beste oriëntatie op andere beroepen vormt de stage. Stages worden ingeschreven bij het Stagebureau Letteren, dat hier regelmatig voorlichtingen over verzorgt, en waar je advies kan vragen over je zoekproces. Zie hiervoor 5.7. De meeste studenten zullen er voor kiezen na afronding van de studie een werkkring te zoeken die past bij hun opleiding en interessegebied. In dit geval word je aangeraden ruim 3 maanden voordat je je studie denkt te gaan afronden te beginnen met solliciteren. Om je kansen op een succesvolle sollicitatie te vergroten is het belangrijk dat je een overzicht maakt van je sterkere en zwakkere punten. Het Career Service Punt van NEXT in de universiteitsbibliotheek kan je op dit gebied adviseren, maar je kunt ook terecht bij het Stagebureau. Een overzicht van competenties die je verworven zou moeten hebben vind je in de onderwijs- en examenregeling van je opleiding. Houd er wel rekening mee dat organisaties je vaak in eerste instantie als afgestudeerd in de Letteren zien, en niet als bijvoorbeeld historicus. Voor sollicitaties kun je gebruik maken van (delen uit) de tekst voor stagegevende organisaties op de website van het Stagebureau: “Letterenstudenten zijn deskundig op hun eigen vakgebied, maar ook breed inzetbaar. Ze beheersen vaak één of meerdere vreemde talen. Ze beschikken over analytisch en probleemoplossend vermogen, ze weten snel adequate informatie te vinden, bondig samen te vatten en helder te rapporteren. Ze zijn sociaal vaardig, communicatief sterk, zowel mondeling als schriftelijk, en maken zich snel kennis eigen. Letterenstudenten denken steeds marktgerichter. Ze kiezen bijvakken in economie, rechten, bedrijfskunde, ICT en psychologie. Op deze manier verbreden zij hun kennis en zijn ze op grote delen van de arbeidsmarkt flexibel inzetbaar. Daarom kunt u ze aantreffen op plaatsen waar u ze misschien niet verwacht. Van hun deskundigheid kunt u optimaal gebruik maken door studenten tijdens stages projecten uit te laten voeren waar u niet aan toe komt. Of door hen onderzoek te laten doen waarvoor u zelf de mogelijkheden niet in huis hebt. Zodat hun kennis aan uw organisatie ten goede komt.”
Profiel van de Faculteit der Letteren
9
Heb je behoefte aan hulp, advies of een contact bij je loopbaanvoorbereiding, bijvoorbeeld op het gebied van de oriëntatie op wat bij je past, netwerken of solliciteren, dan kan je dit aangeven bij het Stagebureau. Via NEXT kun je workshops en themalezingen volgen, loopbaanspreekuren bezoeken en een CV-check laten doen. Via het Talent & Career Center kun je hulp krijgen bij het vinden van je eerste baan. Zie het tabblad My Career in Nestor en www.talentcareercenter.nl. Stagebureau Letteren, kamer 1311-119 (1e verdieping naast de ingang van de kantine) Tel. 050-363 58 44 E-mail:
[email protected] URL: www.rug.nl/let/stagebureau Twitter: @PlacemArtsRUG Facebook: facebook/careeroffice arts Skype: Stagebureau.Letteren3 Nestor: Organization ‘Stagebureau Letteren /Placement Office Faculty of Arts (Master)’ Inloopspreekuur ma t/m do van 13.00 tot 14.30 uur, vrijdag van 9.30-11.00 uur. En op afspraak.
10
Profiel van de Faculteit der Letteren
3
STUDEREN BIJ DE FACULTEIT DER LETTEREN
3.1 INLEIDING In dit hoofdstuk vind je informatie over een groot aantal praktische zaken die je studie aan deze faculteit betreffen. Aan de orde komen o.a. de indeling van het academisch jaar, de intekening voor colleges en tentamens, de roostering van colleges en tentamens en de registratie van studieresultaten. Ook wordt aandacht besteed aan diverse regelingen en voorzieningen voor studenten, zoals de regeling met betrekking tot de studiekosten, de ICT-voorzieningen en de bijzondere voorzieningen voor studenten met een functiebeperking. Het hoofdstuk eindigt met een aantal huisregels voor studenten. 3.2 JAARINDELING Het academisch jaar is bij de Faculteit der Letteren opgedeeld in twee semesters, die elk twee blokken van 10 weken omvatten. Het eerste semester begint in september en duurt tot begin februari. Het tweede semester start begin februari en loopt door tot begin juli. Elk blok wordt afgesloten met een toetsperiode. Schematisch ziet de indeling van het studiejaar er als volgt uit: week 1-7 colleges
SEMESTER I week week 8-10 11-17 toetsweken
colleges
week 18-20 (her)toetsweken
week 1-7 colleges
SEMESTER II week week 8-10 11-17 (her)toetsweken
colleges
week 18-20 (her)toetsweken
Een volledig overzicht van de indeling van het studiejaar 2014-2015 vind je op : www.rug.nl/let/jaarplanning 3.3 INSCHRIJVING VOOR COLLEGES Alle ouderejaarsstudenten van Letteren (dus ook laatstejaars en studenten die een tijd naar het buitenland gaan) zijn verplicht zélf in te tekenen voor álle studieonderdelen in ProgRESSWWW. Intekenen voor werkcolleges en werkgroepen doe je via NESTOR. Intekenen voor vakken kan vanaf 14 juli 2014-24 augustus 2014. Houd rekening met het volgende: • Schrijf je voor niet meer vakken in dan je in staat bent met succes te volgen. Je wordt nadrukkelijk geadviseerd je inschrijving te beperken tot maximaal 40 ECTS-studiepunten per semester. • De werkgroepen worden zo geroosterd dat binnen hetzelfde jaar de werkgroepen met hetzelfde volgnummer altijd gevolgd kunnen worden. • Heb je je niet tijdig ingeschreven voor een college dan kan je de toegang worden geweigerd. • Voor colleges met een maximale groepsgrootte, vormt een tijdige inschrijving de basis voor het selecteren van studenten die worden toegelaten. Op 25 augustus wordt vastgesteld wie toegelaten worden tot deze colleges. • Inschrijving voor colleges wordt ook gebruikt: - als planning met betrekking tot de voortgang van je studie. Dat is voor jezelf van belang om een goed overzicht te houden op de voortgang van je studie, maar ook voor je studieadviseur. Je studieadviseur gebruikt je planning als hulpmiddel voor de studiebegeleiding. - om het aantal werkgroepen vast te stellen en de groepsgrootte te bepalen en hiermee verbonden het roosteren van collegeruimten, enz. - Aan de hand van de intekening worden readers besteld, tentamenplaatsen gereserveerd, tentamenlijsten gemaakt en evaluatieformulieren verzonden. • Als inschrijving voor Nestor. Je krijgt alleen toegang tot Nestor als je in ProgRESS-WWW hebt ingetekend. • Als je afziet van het volgen van een college, is het verplicht dat je je tijdig afmeldt in ProgRESS-WWW.
Studeren bij de Faculteit der Letteren
11
ProgRESS-WWW is te vinden via het volgende internetadres: http://progresswww.nl/rug Je inlognaam is je studentnummer (zonder s), je wachtwoord krijg je thuis gestuurd zodra je je hebt aangemeld voor een opleiding. Maak van te voren een lijst van de vakken die je in het komende studiejaar gaat volgen. Zorg er voor dat de studielast zo gelijkmatig mogelijk over de semesters is verdeeld. Klik in ProgRESSWWW op de knop {intekenen}; kies daarna de faculteit Letteren, de juiste opleiding, studiejaar en semester. Vergeet na het aanklikken van de vakken niet op {meld aan} te klikken! 3.4 INTEKENEN VOOR TENTAMENS Studenten die voldoen aan alle ingangs- en voortgangsvoorwaarden van een vak hoeven geen inspanning te doen om deel te nemen aan de toetsing van dit vak. Ruim drie weken voor elke tentamenperiode word je automatisch aangemeld voor jouw (her)tentamens van die periode. Je ontvangt dan een e-mail met de (her)tentamens waar je voor bent aangemeld. Als je niet voldoet aan alle voorwaarden van een vak, krijg je een e-mail waarin staat voor welke (her)tentamens je niet bent aangemeld. Als je een vak niet volgt, maar toch toestemming hebt om tentamen te doen, ben je verplicht om je zelf aan te melden voor dit (her)tentamen in ProgRESS-WWW. Dit kan in de vijfde week van elk blok. Je zult dan ook een e-mail ontvangen met bevestiging van aanmelding voor het (her)tentamen. Als je geen e-mail hebt ontvangen met bevestiging van aanmelding voor een (her)tentamen, is het niet toegestaan om deel te nemen aan het tentamen. Mocht je toch het tentamen maken, dan wordt het niet nagekeken en zul je geen cijfer ontvangen. Als je aangemeld bent voor een (her)tentamen, maar het vak niet meer volgt, dan ben je vergeten om je af te melden voor het vak. Meld je dan af voor het vak én het tentamen in ProgRESS WWW. Aan de rechterkant van het scherm zie je de onderdelen waarvoor je je hebt aangemeld. Om je af te melden klik je op {meld af}. Ben je wel aangemeld voor een tentamen, maar besluit je toch om een tentamenkans niet te gebruiken, meld je dan ook af voor het tentamen in ProgRESS WWW. Zonder afmelding rekent de opleiding op jouw komst bij het (her)tentamen. Er zijn dan faciliteiten voor jou geregeld om het tentamen te maken. Om deze reden is het verplicht om je af te melden als je een (her)tentamen niet gaat doen!! Doe je dit niet, dan kun je hier op aangesproken worden door de opleiding. In ProgRESS WWW kun je via de uitgebreide Help-functie het antwoord vinden op de meeste vragen. Je kunt ook contact opnemen met Bureau Studentzaken (
[email protected]) of kijk op www.rug.nl/let/vraagenantwoord 3.5 ROOSTERING De college- en tentamenroosters staan op het volgende internetadres: www.rug.nl/let/roosters Op deze site staan de actuele roosters, inclusief alle wijzigingen. Controleer dus regelmatig of je rooster nog klopt. De roostering van colleges en tentamens wordt verzorgd door Bureau Studentzaken. Dit bureau maakt voor alle opleidingen per semester en per tentamenperiode een rooster. Mocht de roostering problemen opleveren, dan kun je het beste contact opnemen met het secretariaat van je opleiding. 3.6 STUDIERESULTATEN In de module 'resultaten' van ProgRESS-WWW vind je een overzicht van de resultaten die je tot op dat moment hebt behaald. Je kunt de lijst van resultaten op verschillende manieren rangschikken (door te klikken op een van de driehoekjes boven de gegevens) en je kunt het overzicht ook printen. Studenten die ingeschreven staan voor meerdere opleidingen moeten er rekening mee houden dat in verschillende overzichten waarin hetzelfde vak voorkomt, de bijbehorende studiepunten worden meegeteld. Bij het optellen van de punten over alle overzichten kan het dus zijn dat het totale aantal studiepunten te hoog is.
12
Studeren bij de Faculteit der Letteren
3.7 STUDIEMATERIAAL EN STUDIEKOSTEN Hoeveel je tijdens je studie kwijt bent aan boeken en ander studiemateriaal verschilt niet alleen per opleiding, maar hangt ook af van de vraag waar je het aanschaft. Vaak is het goedkoper om bijvoorbeeld via Internet boeken in het land van herkomst te kopen. Soms kun je ook via (de studievereniging van) je eigen opleiding studiemateriaal goedkoper aanschaffen. Voor meer informatie daarover kun je terecht bij het secretariaat van je opleiding. In de vakomschrijvingen in hoofdstuk 6.2 is de prijs van de aan te schaffen literatuur zoveel mogelijk aangegeven. Voor de Ma-opleidingen valt slecht een preciese indicatie te geven van de te verwachten studiekosten. Dit heeft te maken met het feit dat er in die programma’s nog slechts in beperkte mate sprake is van verplichte literatuur die moet worden aangeschaft. Omdat het veelal om gespecialiseerder literatuur gaat ligt het vaak voor de hand deze te lenen in de bibliotheek in plaats van zelf aan te schaffen. In deze fase van de opleiding bepaal je dus in hoge mate zelf hoe hoog je kosten zullen zijn. De RuG kent een prijsbeleid studiekosten. Deze regeling beoogt beheersing van de studiekosten, zodat de component ‘studiekosten’ in het budget van de studiefinanciering niet te boven wordt gegaan. Men is dus niet meer geld aan studiemateriaal kwijt dan de Minister ter beschikking stelt. Voor 2014-2015 is het normbedrag € 720,-. Per opleidingsfase geldt een plafondbedrag van het normbedrag x de cursusduur. Soms is het onvermijdelijk dat de kosten hoger zijn dan het plafondbedrag. In dat geval kan de helft van het bedrag dat men meer kwijt is, bij het faculteitsbestuur worden teruggevraagd door middel van het overleggen van aankoopbewijzen, of is er een andere regeling getroffen. Bij de studieadviseur van je opleiding en de Centrale Studentenbalie (CSb) is een brochure over de studiekosten en het universitaire prijsbeleid verkrijgbaar. Daar kun je ook terecht voor verdere informatie. 3.8 BESTELLEN KLAPPERS VIA DE WEBSHOP Voor uw studie heeft u readers (klappers) nodig. Dit is per opleiding en per vak verschillend. U krijgt informatie daarover van de opleiding die u volgt of gaat volgen. U kunt deze klappers bestellen en afrekenen via de webshop van de universiteit. Het afhalen vindt plaats in de klapperwinkel van het Harmoniecomplex. De procedure is als volgt: Ga naar: https://webshopgrafimedia.ufb.rug.nl/DSF - Als u voor het eerst deze webshop gebruikt, dient u eerst account te maken (via ‘Registreren’, geef bij deze registratie bij voorkeur uw studentmailadres op; indien u deze nog niet heeft (maar wel een ander e-mailadres, adviseren wij om dit later te wijzigen) - Zodra u dat heeft gedaan kunt u inloggen met uw gebruikersnaam en wachtwoord die u zelf heeft aangemaakt - U kunt vervolgens uw klappers bestellen en 6 werkdagen daarna afhalen bij de klapperwinkel in het Harmoniecomplex - Houdt u onze website in de gaten voor besteltermijnen van toekomstige semesters en openingstijden Zie voor uitgebreide instructie, openingstijden klapperwinkel etc. de website van de faculteit: www.rug.nl/let/repro 3.9 ICT-VOORZIENINGEN Het gebruik van de computer in vele toepassingen neemt een belangrijke en vanzelfsprekende plaats in binnen alle Letterenopleidingen. Er wordt dan ook van uitgegaan dat je over basis-ICTvaardigheden beschikt als je aan je studie begint. Om de studenten de mogelijkheid te geven gebruik te maken van een aantal universitaire computerprogramma’s wordt aan alle eerstejaars studenten bij aanmelding een zogenaamd account en een e-mailadres verstrekt. Met je account heb je toegang tot het netwerk voor studenten van de Rijksuniversiteit Groningen. Een belangrijke ICT-toepassing voor studenten is de elektronische leeromgeving Nestor, een programma dat door veel docenten wordt gebruikt als ondersteuning van hun onderwijs. Via Nestor kun je leerstof ophalen, individuele opgaven en groepsopdrachten maken, studiehandleidingen en col-
Studeren bij de Faculteit der Letteren
13
legeroosters inzien, discussiëren, gegevens uitwisselen en nog veel meer. Om toegang te krijgen tot Nestor moet je je voor de betreffende onderwijsmodulen hebben ingetekend in ProgRESSWWW (zie 3.3). Jouw universitaire e-mailadres wordt door de faculteit gebruikt om je op de hoogte te houden van allerlei zaken. Controleer daarom regelmatig je mail en let er ook op dat je tijdig je wachtwoord aanpast. (Dit moet iedere 200 dagen gebeuren). Je account en je e-mailadres blijven geldig gedurende je hele studietijd. Binnen de gebouwen van Letteren zijn op verschillende locaties vaste computerwerkplekken beschikbaar voor studenten. Bij de servicedesk op de eerste verdieping hangt een scherm waarop live een bezettingsoverzicht te zien is van alle computerwerkplekken voor studenten. Je kunt zelf ook kijken op http://m.rug.nl via een mobielapparaat. Zodat je snel kunt zien in welke zaal nog computerwerkplekken vrij zijn. De computerzalen zijn geopend van maandag t/m donderdag van 08.15-22.00 uur en op vrijdag van 08.15-18.00 uur. Het Harmoniecomplex en sommige van de andere gebouwen van de Faculteit der Letteren zijn voorzien van een draadloos netwerk. Zowel in de kantine als in de Letterenbibliotheek kun je met jouw eigen laptop werken en zijn er voldoende stroompunten aanwezig. Ook in de Universiteitsbibliotheek zijn computerfaciliteiten voor studenten. In de UB zijn verder speciale werkplekken voor taalvaardigheidonderwijs ingericht: individuele werkplekken in zaal 104. Voor deze werkplekken bestaat een apart reserveringssysteem “MyPC” zodat je van te voren een eigen PC voor zelfstudie kunt reserveren. In het Harmoniecomplex hangen Kiosk-PC’s waar je snel even op internet kunt surfen, e-mailen en bijvoorbeeld Nestor kunt gebruiken. Dergelijke Kiosk-PC’s zijn te vinden op de begane grond in gebouwdeel 13, nabij de Weberfoyer (2 stuks) en in het gebouw aan de A-weg 30 (6 stuks). Voor problemen die te maken hebben met computergebruik kun je terecht bij de servicedesk van het CIT op de eerste verdieping van het Harmoniegebouw (zie ook 8.2). Openingstijden servicedesk: ma. t/m. vr. 08.30-17.00 uur. Je kunt ook contact opnemen met de servicedesk centraal via het e-mailadres
[email protected] of via het telefoonnummer 050363 3232. Bij het Centrum voor Informatie Technologie (CIT) van de universiteit (Landleven 1, Zernikecomplex, 050-363 3232) kun je terecht voor computercursussen en voor hulp bij het oplossen van problemen met ICT-apparatuur, programma’s en andere voorzieningen. Je kunt ook thuis contact leggen met het universitaire netwerk. Meer informatie vind je op: www.rug.nl/cit. Verder kun je via de SURFSPOT.NL (http://surfspot.nl/) software en andere ICT-producten, legaal, en tegen zeer aantrekkelijke prijzen aanschaffen. 3.10 BIJZONDERE VOORZIENINGEN Als je als student te maken hebt met een lichamelijke functiebeperking, langdurige psychische klachten of dyslexie, kun je aanspraak maken op bijzondere voorzieningen. Als het zaken betreft die binnen de opleiding geregeld moeten worden, kun je het beste contact opnemen met je studieadviseur. Aanbevolen wordt dit zo snel mogelijk te doen, omdat er misschien maatregelen moeten worden getroffen of aanpassingen moeten worden gepleegd die tijd vergen. Voor nietopleidingsspecifieke problemen, zoals financiële kwesties of andere zaken die je niet bij je opleiding kunt regelen kun je je wenden tot een van de studentendecanen van het Studenten Service Centrum (SSC). Het adres van het SSC vind je in 8.2. Verder zijn er voorzieningen voor blinde en/of slechtziende studenten. Dit houdt o.m. in dat studiemateriaal (klappers) vergroot (A3) kan worden aangeleverd of dat het gedigitaliseerd kan worden zodat het materiaal geschikt is voor een ‘screen reader’ of voorleessoftware. Ook deze voorzieningen kunnen via de studieadviseur worden aangevraagd. Voor studenten die last (dreigen te) krijgen van RSI (tegenwoordig ook wel “CANS” genoemd) is een uitgebreide voorlichtingsbrochure beschikbaar, te verkrijgen bij de arbo-coördinator van de faculteit (Rein van den Bos). Ook hangt in alle computerzalen informatie over RSI-preventie. Cursussen en programma’s kun je downloaden van internet (www.rsi.pagina.nl). Daarnaast heeft de arbo-coördinator voor vragen over RSI (preventie) twee maal per week een spreekuur:
14
Studeren bij de Faculteit der Letteren
op woensdag- en vrijdagmiddag van 13.15 tot 14.15 uur in kamer 318, gebouwdeel 1315 in het Harmoniecomplex 3.11
HUISREGELS VOOR STUDENTEN
•
Met het oog op de toezending van allerlei informatie is het noodzakelijk dat het secretariaat van je opleiding beschikt over het juiste adres en de postcode van alle studenten. Het secretariaat baseert zich hierbij op gegevens van de University Student Desk (USD). Geef daarom een adreswijziging inclusief postcode altijd onmiddellijk schriftelijk door via Studielink aan USD en aan het secretariaat van je opleiding! • Studenten die tussentijds hun studie beëindigen worden geacht de studieadviseur en het secretariaat hiervan op de hoogte te brengen. • Wie door ziekte of andere omstandigheden noodgedwongen voor kortere of langere tijd niet aan de colleges en/of tentamens kan deelnemen, dient de studieadviseur en het secretariaat zo spoedig mogelijk hiervan op de hoogte te stellen. Bovendien moeten de docenten bij wie men colleges met aanwezigheidsplicht volgt, persoonlijk over de absentie worden geïnformeerd. Het is aan te bevelen elke studievertraging van meer dan 4 weken direct schriftelijk te melden aan je studieadviseur, want wellicht kom je in aanmerking voor financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds. Wanneer de vertraging groter is of dreigt te worden dan twee maanden, moet je zelf een afspraak maken met een studentendecaan van het Studenten Service Centrum (SSC) voor een vervolgmelding. Zie voor meer informatie ook het Studentenstatuut via: http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/regelingen-klachtinspraak/regelingen/studentenstatuut2012-2013/ 3.12 VERTROUWENSPERSOON BIJ ONGEWENST GEDRAG Agressie, (seksuele) intimidatie, geweld en discriminatie zijn vormen van gedrag die niet thuis horen in een goed en stimulerend studieklimaat. Het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen probeert dit soort 'ongewenst gedrag' dan ook te voorkomen en heeft in dit kader o.a. een vertrouwenspersoon aangesteld. Medewerkers en studenten respecteren over het algemeen elkaars grenzen. Grenzen die meestal heel vanzelfsprekend zijn, maar die af en toe expliciet gemaakt moeten worden omdat gedrag dat door de een als 'een leuke manier van omgaan' wordt beschouwd voor een ander te ver gaat. Soms ècht te ver. Wanneer een ander jou lastig valt met zijn of haar gedrag en je zelf niet meer weet hoe je de situatie op moet lossen kun je verschillende dingen doen. Je kunt de hulp van een medestudent, een docent of een andere contactpersoon binnen de faculteit inroepen. Je kunt echter ook contact opnemen met de vertrouwenspersoon van de universiteit. Zij fungeert in eerste instantie als klankbord en kan je helpen om te zoeken naar een oplossing. Soms kan dat een informele oplossing zijn, waarbij de vertrouwenspersoon eventueel bemiddelt. Indien noodzakelijk of gewenst kan ze je ook doorverwijzen naar een andere instantie. Bij meer extreme vormen van ongewenst gedrag kan een formele oplossing meer voor de hand liggen. Binnen de Rijksuniversiteit Groningen bestaat een Klachtenregeling Seksuele Intimidatie, Agressie, Geweld en Discriminatie (SIAGD) en een Klachtencommissie SIAGD voor studenten en personeel. Je kunt bij die commissie een formele klacht over ongewenst gedrag indienen. De vertrouwenspersoon kan je bijstaan bij het indienen van die klacht en bij de formele afhandeling daarvan. De vertrouwenspersoon heeft een onafhankelijke positie binnen de universiteit. Ze onderneemt geen actie zonder de uitdrukkelijke toestemming van degene die haar consulteert. Alle informatie wordt, zoals de naam 'vertrouwenspersoon' al aangeeft, vertrouwelijk behandeld. Het Bureau Vertrouwenspersoon is de hele week geopend van 09.00 - 17.00 uur en werkt bij voorkeur op afspraak. Bezoekadres: Visserstraat 49, telefoon 3635435. E-mail:
[email protected] (vertrouwenspersoon) of
[email protected] (secretariaat). U kunt ons ook vinden op de website: http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/regelingen-klachtinspraak/vertrouwenspersoon/
Studeren bij de Faculteit der Letteren
15
4
EINDTERMEN EN EXAMENREGELINGEN
4.1 INLEIDING In dit hoofdstuk vind je informatie over de uitgangspunten en achterliggende gedachten die een rol hebben gespeeld bij het opstellen van de onderwijsprogramma’s van de faculteit: de doelstellingen en eindtermen. Ook wordt het een en ander gezegd over de juridische basis van de programma’s, de zogenaamde onderwijs- en examenregelingen. Daarnaast is er aandacht voor belangrijke formele zaken als toelatingseisen en entreevoorwaarden, toetsing en beoordeling alsmede examens. Ten slotte word je geïnformeerd over studieadvies en studiebegeleiding. 4.2 PROFIEL EN EINDKWALIFICATIES De bachelor- en masterprogramma’s die de faculteit aanbiedt, zijn student-georiënteerd. Dat wil zeggen dat de behoeften van de student in termen van academische vorming centraal hebben gestaan bij het ontwerpen ervan. Bij het maken van onderwijsprogramma’s zijn drie niveaus onderscheiden: doelstellingen, eindkwalificaties en te verwerven competenties. Een profiel wordt geformuleerd om helder te maken waartoe de betrokken opleiding opleidt. Voor academische opleidingen denken we daarbij niet zozeer aan functies en beroepen maar aan gebieden waarover kennis wordt verkregen en met betrekking waartoe theoretische en praktisch georiënteerde vaardigheden worden aangeleerd. De eindkwalificaties of programmaleeruitkomsten geven aan wat de student uiteindelijk moet weten, begrijpen en kunnen in termen van inhoud en niveau. Met competenties wordt het geheel aan te verwerven kennis, inzicht en vaardigheden bedoeld. Men onderscheidt algemene academische competenties en vakspecifieke competenties. Algemene academische competenties zijn bijvoorbeeld: cognitieve / intellectuele vaardigheden, zoals het vermogen tot het uitvoeren van analyses, syntheses, evaluaties en toepassingen ten aanzien van omvangrijke en complexe hoeveelheden gegevens; algemene kernvaardigheden, als het werken in groepen, het verwerken van informatie (leren leren), zelfreflectie, management van informatie, autonoom opereren, communiceren, het oplossen van problemen en het presenteren van onderzoeksresultaten. De vakspecifieke competenties worden onderverdeeld in kennis, inzicht en vaardigheden. Terwijl de algemene academische vaardigheden van toepassing zijn voor alle opleidingen, ongeacht de inhoud, geldt dat de vakspecifieke competenties direct verbonden zijn met het gekozen hoofdvak. De eindkwalificaties van een opleiding zijn opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling (zie 4.4). 4.3 HET STUDENTENSTATUUT Het Studentenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van zowel studenten als de universiteit. Het is gebaseerd op landelijke wet- en regelgeving (vooral de Wet op Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek, de WHW) en aangevuld met regelingen die specifiek van de RUG afkomstig zijn. Deze laatste regelingen zijn opgenomen in de bijlagen bij het instellingsdeel van het Studentenstatuut. Het Studentenstatuut bestaat uit twee delen. In het instellingsspecifiekdeel worden de algemene rechten en plichten genoemd voor de gehele universitaire organisatie, zoals inschrijving en rechtsbescherming. Het instellingsdeel is te vinden op de website van de RUG http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/regelingen-klachtinspraak/regelingen/studentenstatuut2012-2013/ In het instellingsdeel van het Studentenstatuut worden de artikelen van wetten en regelingen niet letterlijk geciteerd, maar zo leesbaar mogelijk weergegeven. Bij de verschillende onderwerpen zijn links opgenomen naar de betreffende artikelen van de wet of regeling.
16
Eindtermen en Examenregelingen
Het opleidingsspecifiekdeel bestaat uit de Onderwijs- en examenregelingen en de Regels en Richtlijnen voor de Examencommissies. Het beschrijft de rechten en plichten die specifiek gelden voor een opleiding, zoals examens en studiepunten. Deze verschillen per opleiding en faculteit. Zie voor de OER van je opleiding: www.rug.nl/let/oer Geldigheid Het Studentenstatuut geldt voor het studiejaar 2014-2015. Het instellingsdeel van het Studentenstatuut wordt jaarlijks, met instemming van de Universiteitsraad, door het College van Bestuur vastgesteld. Als het Statuut in strijd of tegenspraak is met wettelijke regels, dan gaan de wettelijke regels voor. Bekendmaking Alle studenten ontvangen aan het begin van het studiejaar een mail van het College van Bestuur met de vermelding waar zij het Studentenstatuut op de website van de RUG kunnen vinden en waar zij binnen de universiteit het statuut kunnen inzien. Het belang van het Studentenstatuut Alle studenten worden geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van het Studentenstatuut. Als je je niet houdt aan de plichten die uit het statuut voortvloeien, heeft dat mogelijk consequenties voor je rechten, bijvoorbeeld op financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds. Een wet of regeling heeft per definitie een algemeen karakter. Dat geldt ook voor het Studentenstatuut. Dit betekent dat het effect in een concrete situatie en in een individueel geval niet altijd eenduidig en voorspelbaar is. Ten slotte is ‘recht’ nooit statisch, maar voortdurend in ontwikkeling. Studenten die dit studiejaar begonnen zijn, krijgen te maken met andere regelingen dan ouderejaars. Zorg er dus altijd voor dat je je goed laat informeren door jouw faculteit en/of het Studenten Service Centrum (SSC) en lees het Studentenstatuut goed door. Onderwerpen in het Studentenstatuut Het centrale deel van het Studentenstatuut bevat nadere informatie over de rechten en plichten van de student met betrekking tot de volgende onderwerpen: - toegang en toelating tot universitaire opleidingen, - inschrijving en beëindiging inschrijving, betaling collegegeld, - het onderwijs,inclusief het bindend studieadvies, - de tentamens en examens, - financiële ondersteuning in geval van overmacht of bijzondere omstandigheden, - medezeggenschap, - gedragsregels, - rechtsbescherming, klachten-, bezwaar- en beroepsprocedures. 4.4 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELINGEN De Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek bepaalt dat elke opleiding een Onderwijs- en Examenregeling, kortweg OER, dient te hebben. Deze OER legt het programma en de tentamens die moeten worden afgelegd vast. Ook wordt er precies in aangegeven in welke volgorde de studieonderdelen gevolgd moeten worden en welke werk- en toetsvormen er per module worden gebruikt. Ten slotte bevat de OER ook de regels die gelden met betrekking tot het afleggen van een tentamen. Elke student wordt geacht kennis te hebben genomen van de OER van de eigen opleiding. De Onderwijs- en Examenregelingen van alle masteropleidingen zijn te vinden op het volgende internetadres: www.rug.nl/let/oer 4.5 TOELATINGSEISEN EN ENTREEVOORWAARDEN Toelatingseisen zijn de eisen waaraan je moet voldoen voordat je met een studie kunt beginnen. Hoewel elke opleiding zijn eigen toelatingseisen stelt, geldt in het algemeen dat je met een (bepaald) universitair BA-diploma aan de toelatingseisen voor een universitaire master voldoet. Voor een aantal masteropleidingen geldt dat een BA alleen niet voldoende is: er vindt selectie plaats. Dit geldt voor alle research masters, voor Journalistiek, Euroculture en Humanitarian
Eindtermen en Examenregelingen
17
Action. Meer informatie over de selectieprocedure vind je in 2.5. Ook kun je altijd informeren bij je studieadviseur. Als je een HBO BA-diploma hebt, dan kun je je in het algemeen niet rechtstreeks inschrijven voor een universitaire masteropleiding. Je moet je eerst inschrijven als bachelorstudent bij de RUG en dan een pre-master (60 ECTS-punten of minder) volgen. Pre-masters geven geen recht op een universitair bachelordiploma. Pre-masters geven wel toegang tot een specifiek masterprogramma. Welke vakken je in je pre-master volgt bepaal je samen met de examencommissie van de masteropleiding die je wilt gaan volgen. Een aantal opleidingen (zoals bijvoorbeeld Speech and Language Pathology, Geschiedenis en CIW) heeft specifieke afspraken gemaakt met het HBO over speciale HBO-trajecten die rechtstreeks of met een beperkt schakelprogramma toegang geven tot een masteropleiding. Meer informatie hierover is te verkrijgen bij de studieadviseur van de masteropleiding van je keuze. Entreevoorwaarden zijn de eisen die gesteld worden aan toelating tot een bepaald studieonderdeel. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat je voor het volgen van een module in het tweede semester een bepaalde module uit het eerste semester moet hebben afgerond. De specifieke entreevoorwaarden voor de verschillende studieonderdelen zijn te vinden bij de vakomschrijvingen in hoofdstuk 6.2. en in de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding, bij artikel 3.2.2. 4.6 TOETSING EN BEOORDELING Voor elk studieonderdeel dat je volgt krijg je een cijfer. De toetsing en beoordeling kunnen op verschillende manieren plaatsvinden. In het eerste jaar leggen studenten in verhouding vrij veel schriftelijke en mondelinge tentamens af, in de hogere jaren ligt de nadruk op deelname aan werkcolleges en wordt de inhoudelijke bijdrage beoordeeld. Die bijdrage kan betrekking hebben op het houden van een voordracht en/of het schrijven en zonodig presenteren van een werkstuk en de beoordeling van werkstukken van collega-studenten. Voor mondelinge en schriftelijke tentamens geldt dat er twee kansen per jaar zijn: het reguliere tentamen en de herkansing. De herkansing vindt plaats aan het eind van het semester volgend op het semester waarin het reguliere tentamen is afgenomen. Eenmaal behaalde tentamens hebben in beginsel een onbeperkte geldigheidsduur. De examencommissie kan echter een vervangend dan wel aanvullend tentamen opleggen indien het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald. Om je studielast goed te kunnen spreiden over het jaar is het belangrijk dat je tentamens in één keer haalt, omdat je anders aan het einde van het semester met zowel hertentamens als reguliere tentamens te maken krijgt. Voor papers of werkstukken geldt de deadline die de betreffende docent stelt in de studiehandleiding die aan het begin van het semester wordt uitgedeeld. Het is belangrijk voor het verloop van het college en voor je eigen studievoortgang dat je je aan de gestelde deadlines houdt. Veelal zullen werkstukken tijdens de (werk)collegeperiode worden gepresenteerd en moet de uiteindelijke versie uiterlijk in de tentamenweken aan het eind van het semester worden ingeleverd. Je masterscriptie dien je zowel in schriftelijke- als in digitale vorm in te leveren bij je docent. Voor docenten geldt een maximale nakijktermijn van tien werkdagen. In geval van een tentamen met essayvragen dat door meer dan 50 studenten is gemaakt kan deze termijn woren verlengd tot vijftien werkdagen. Dat betekent dus dat zij vanaf de dag waarop een tentamen is gemaakt of een werkstuk is ingeleverd maximaal tien danwel vijftien werkdagen hebben om het tentamen of werkstuk na te kijken en de behaalde resultaten door te geven aan Bureau Studentzaken. Daarna duurt het nog maximaal drie dagen tot de resultaten in ProgRESS-WWW te zien zijn. 4.7 PLAGIAAT Een belangrijke norm in de wetenschappelijke wereld is wetenschappelijke integriteit. Dit houdt onder andere in dat je, wanneer je bronnen gebruikt voor je werkstukken, deze bronnen ook vermeldt en het intellectuele eigendom van anderen respecteert. Plagiaat, ofwel het overnemen
18
Eindtermen en Examenregelingen
van andermans ideeën, formuleringen of zelfs hele werkstukken en die voor eigen werk laten doorgaan, wordt dan ook niet getolereerd. Bij constatering van plagiaat kun je zelfs voor een jaar worden uitgesloten van deelname aan tentamens of werkstukken, of bij herhaling van de universiteit worden verwijderd. In veel studiehandleidingen kun je informatie vinden over plagiaat en hoe je het zelf kunt voorkomen. Verder kun je ook het volgende RUG-internetadres hierover raadplegen: http://www.rug.nl/education/other-study-opportunities/hcv/schriftelijke-vaardigheden/voorstudenten/plagiaat 4.8 EXAMENS Het masterexamen vormt het eindpunt van je studie, als je alle studieonderdelen hebt behaald. Als je het masterexamen wilt afleggen, moet je uiterlijk twee maanden vóór afronding van de studie de zogenaamde 'goedkeuring vakkenpakket’ aanvragen in ProgRESSWWW. Het vakkenpakket wordt goedgekeurd door de examencommissie van je opleiding. Nadat je alle onderdelen van je vakkenpakket hebt gehaald, moet je je bul aanvragen in ProgRESSWWW. Daarna kan BSZ de procedure voor de uitreiking van het diploma, de bul, starten. De buluitreiking vindt plaats op de tijdstippen (onder voorbehoud) zoals aangegeven op de website van BSZ: www.rug.nl/let/bsz 4.9 STUDIEADVIES EN STUDIEBEGELEIDING Voor studieadvies en studiebegeleiding kun je terecht bij de studieadviseur van je opleiding. Het initiatief daartoe moet door de student zelf genomen worden. Een lijst met de namen van alle studieadviseurs met hun (e-mail)adressen en telefoonnummers vind je in hoofdstuk 8.3. De studieadviseur kan je ook helpen met het opstellen van studieplanningen en kan je doorverwijzen naar andere hulpbiedende instanties. Ook voert de studieadviseur studievoortgangsgesprekken met de studenten. 4.10 KLACHTEN EN OPMERKINGEN Het is mogelijk dat je opmerkingen of klachten hebt over de uitvoering en/of inhoud van het onderwijs. Hiermee ga je in eerste instantie naar de docent die het onderwijs verzorgt. Met problemen over de inrichting van het onderwijsprogramma ga je naar de Opleidingscommissie van je opleiding; bij de directeur van het Onderwijsinstituut kun je terecht voor klachten over de wijze waarop het onderwijs wordt verzorgd. Je kunt je klachten ook kwijt bij het StudentenForum Letteren of bij Lila (link-logisch-Alliantie) Wanneer je denkt dat er fouten zijn gemaakt bij de toepassing van regels in de Onderwijs- en Examenregeling (de OER), kun je je richten tot de Examencommissie van je opleiding. Wordt er geen bevredigende oplossing gevonden, dan kun je je wenden tot het College van Beroep voor de Examens (zie ook het studentenstatuut via: www.rug.nl/let/informatievoor/studenten/regelgeving/studentenstatuut.
Eindtermen en Examenregelingen
19
5
HET STUDIEPROGRAMMA
5.1 INLEIDING Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de opbouw van de verschillende masterprogramma’s van de faculteit, te onderscheiden in maatschappelijk georiënteerde, educatieve en research Ma-opleidingen. Allereerst wordt door middel van studieschema’s een overzicht gegeven van de studieonderdelen die een programma, een afstudeerrichting en/of een studiepad bevat. In het schema wordt vermeld of een studieonderdeel verplicht moet worden gevolgd als onderdeel van een programma of dat er sprake is van een keuzevak. Een keuzevak wordt gekozen uit een beperkte voorgeschreven aantal opties. Vrije studieruimte is binnen de Ma-opleidingen niet voorzien. De studieschema’s zijn per Ma-opleiding gerangschikt en zijn voorzien van een toelichting van één tot twee pagina’s per programma. Vervolgens wordt in aparte hoofdstukken aandacht gegeven aan de beroepsoriënterende stage en het afstudeerwerkstuk. Ten slotte bevat het nadere informatie over de Lerarenopleiding. In de studieschema’s in hoofdstuk 5.2 worden de volgende afkortingen gehanteerd: sem. semester waarin het vak gegeven wordt uw aantal uren per week dat het vak gegeven wordt ECTS aantal ECTS-punten V verplicht vak K keuzevak KG keuzegroep var. variabel (aantal uren)
20
Het Studieprogramma
5.2
MASTEROPLEIDINGEN EN MASTERPROGRAMMA’S
5.2.1 Archeologie 60 ECTS (CROHO 60805) Programma’s (afstudeerrichtingen) De masteropleiding Archeologie (CROHO 60805) kent twee programma’s: Klassieke en mediterrane archeologie Pre- en protohistorie van Noordwest Europa Profiel van de opleiding De masteropleiding Archeologie aan de RuG maakt de student gereed voor een loopbaan op het gebied van de archeologie (veldarcheoloog, museumconservator, beleidsmedewerker monumentenzorg, onderzoeker etc.). De masteropleiding heeft twee programma’s: Pre- en Protohistorie (PP) en Klassieke en Mediterrane Archeologie (KMA). In beide programma’s is een specialisatie in de Ecologische archeologie mogelijk. De masteropleiding Archeologie onderhoudt nauwe relaties met het Groninger Instituut voor Archeologie (GIA), het archeologisch onderzoeksinstituut van de RUG. De duur van de masteropleiding is 1 studiejaar. Toelatingseisen Een bacheloropleiding Archeologie geeft toegang tot de masteropleiding Archeologie. Na het volgen van een schakel of premaster-programma kan met een HBO-diploma archeologie toegang worden verkregen. Programma:
Classical and Mediterranean Archaeology
sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
uw vaknaam var Archaeology Today var Mediterranean Landscape Archaeology 4 The Archaeology of Death 3 The Rise of Cities and States var Master’s Thesis in Archaeology MA-internship Archaeology
vakcode LPX013M10 LPX009M10 LPX006M10 LPM005M10 LPX999M20 LPX014M10
ECTS 10 10 10 10 20 10
V/K V KG KG KG V KG
taal Eng Eng Eng Eng Eng Eng
IIa IIb
3 6
LPX007M05 LPX008M05
5 5
KG KG
Eng Eng
Advanced Modeling in GIS - Theory Advanced Modeling in GIS - Practice
Opmerkingen:
Programma: sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
uw var var var 4 3 var
IIa IIb
3 6
Students have to choose 2 modules from the optional group (KG) in semester I and 10 ETCS from OG in semester II. Classical and Mediterranean Archaeology, track Bioarchaeology
vaknaam Archaeology Today Bioarchaeology Mediterranean Landscape Archaeology The Archaeology of Death The Rise of Cities and States Master’s Thesis in Archaeology MA-internship Archaeology
Opmerkingen:
Advanced Modeling in GIS - Theory Advanced Modeling in GIS - Practice
vakcode LPX013M10 LPX010M10 LPX009M10 LPX006M10 LPM005M10 LPX999M20 LPX014M10
ECTS 10 10 10 10 10 20 10
V/K V V KG KG KG V KG
taal Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
LPX007M05 LPX008M05
5 5
KG KG
Eng Eng
Students have to choose 10 ECTS from the optional group (KG) in semester I and 10 ECTS from OG, semester II.
Het Studieprogramma
21
Programma:
Classical and Mediterranean Archaeology, track Maritime Archaeology
sem uw vaknaam Ia-b var Archaeology Today Ia-b MA-internship Archaeology
vakcode LPX013M10 LPX014M10
ECTS V/K taal 10 V Eng 10 KG Eng
Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
LPX009M10 LPX006M10 LPM005M10 LKR009M10 LPX999M20
10 10 10 10 20
var Mediterranean Landscape Archaeology 4 The Archaeology of Death 3 The Rise of Cities and States var Maritieme archeologie var Master’s Thesis in Archaeology
Opmerkingen:
Programma: sem Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
uw var var var var
IIa IIb
3 6
sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
uw var var var var var var
IIa IIb
3 6
vakcode LPX013M10 LPX011M10 LPX012M10 LPX999M20 LPX014M10
ECTS 10 10 10 20 10
V/K V V V V KG
taal Eng Eng Eng Eng Eng
LPX007M05 LPX008M05
5 5
KG KG
Eng Eng
Students have to choose 10 ECTS from the optional group (KG).
Prehistory and Protohistory, track Arctic Archaeology
vaknaam Archaeology Today Sustainability at the Polar Regions Bioarchaeology Prehistoric Cultural Landscapes Terp Archaeology Master’s Thesis in Archaeology MA-internship Archaeology
Opmerkingen:
22
Prehistory and Protohistory
Advanced Modeling in GIS - Theory Advanced Modeling in GIS - Practice
Programma:
Eng Eng Eng Eng Eng
Students have to choose 20 ECTS from the optional group (KG).
vaknaam Archaeology Today Prehistoric Cultural Landscapes Terp Archaeology Master’s Thesis in Archaeology MA-internship Archaeology
Opmerkingen:
KG KG KG V V
Advanced Modeling in GIS - Theory Advanced Modeling in GIS - Practice
vakcode LPX013M10 LKR013M10 LPX010M10 LPX011M10 LPX012M10 LPX999M20 LPX014M10
ECTS 10 10 10 10 10 20 10
V/K V V KG KG KG V KG
taal Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
LPX007M05 LPX008M05
5 5
KG KG
Eng Eng
Students have to choose 10 ECTS from the optional group (KG) in semester I and 10 ECTS from KG, semester II.
Het Studieprogramma
Programma: sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
uw var var var var var
IIa IIb
3 6
Prehistory and Protohistory, track Bioarchaeology
vaknaam Archaeology Today Bioarchaeology Prehistoric Cultural Landscapes Terp Archaeology Master’s Thesis in Archaeology MA-internship Archaeology Advanced Modeling in GIS - Theory Advanced Modeling in GIS - Practice
Opmerkingen:
vakcode LPX013M10 LPX010M10 LPX011M10 LPX012M10 LPX999M20 LPX014M10
ECTS 10 10 10 10 20 10
V/K V V KG KG V KG
taal Eng Eng Eng Eng Eng Eng
LPX007M05 LPX008M05
5 5
KG KG
Eng Eng
1. Students have to choose 10 ECTS from the optional group (KG) in semester II. 2. Students have the choice between “Prehistoric Cultural Landscapes” and “Terp Archaeology”.
Programma:
Prehistory and Protohistory, track Maritime Archaeology
sem uw vaknaam Ia-b var Archaeology Today Ia-b MA-internship Archaeology
vakcode LPX013M10 LPX014M10
ECTS V/K taal 10 V Eng 10 KG Eng
Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
LPX011M10 LPX012M10 LKR009M10 LPX999M20
10 10 10 20
var Prehistoric Cultural Landscapes var Terp Archaeology var Maritieme archeologie var Master’s Thesis in Archaeology
Opmerkingen:
KG KG V V
Eng Eng Eng Eng
Students have to choose 20 ECTS from the optional group (KG).
Verplichtingen en keuzemogelijkheden Studeren in het buitenland De opleiding stimuleert studenten een deel van de masterstudie aan een buitenlandse universiteit te volgen. De opleiding heeft daartoe uitwisselingsprogramma’s met vele universiteiten in de E.U. en daarbuiten (o.a. in Groot-Brittannië, Denemarken, Italië, Spanje, Griekenland, Roemenië). Vooral in de voorbereidingsfase tot het schrijven van de scriptie (bronnenonderzoek, museumbezoek, aanvullende cursussen) is een verblijf aan een buitenlandse universiteit waardevol. Relatie met andere masterprogramma’s Naast de eenjarige masteropleiding Archeologie bestaat er in Groningen de tweejarige researchmaster Art History and Archaeology (CROHO 60133) die specifiek opleidt tot onderzoeker. Een selectieprocedure gaat vooraf aan de toelating tot deze onderzoeksopleiding. Deze opleiding heeft drie archeologische profielen: Pre- en Protohistorie van Noordwest-Europa, Klassieke Mediterrane Archeologie en Arctische studies (zie 5.6). Zie verder de betreffende website. 5.2.2
Archeologie 120 ECTS (CROHO 60133)
Art History and Archaeology – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 79.
Het Studieprogramma
23
5.2.3 Communicatie- en Informatiewetenschappen 60 ECTS (CROHO 66826) Programma’s (afstudeerrichtingen) De masteropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen kent vier programma’s waarin de student kan afstuderen: 1. Communicatiekunde 2. Communicatie en Educatie 3. Computercommunicatie 4. Informatiekunde Profiel van de masteropleiding In de master Communicatie- en Informatiewetenschappen worden taal, communicatie en informatie bestudeerd. Aan de orde komen processen en producten van het gebruik van taal en tekst in professionele en educatieve contexten. De opleiding besteedt aandacht aan het analyseren, evalueren en ontwerpen van mondelinge, schriftelijke en computergemedieerde communicatie. In de masteropleiding leren studenten werken met theorieën en methoden uit de communicatiekunde, taalbeheersing en informatiekunde. Deze bieden het kader voor de bestudering van informatieoverdracht, beïnvloedings- en besluitvormingsprocessen, de interactionele constructie van cultuur en identiteit, communicatie in verschillende media en computercommunicatie, en de ontwikkeling van communicatieve vaardigheden. De opleiding bereidt voor op functies in onderzoek, voorlichting en advisering, en onderwijs en training. De masteropleiding biedt een verbreding en verdieping van de in de bacheloropleiding opgedane kennis en vaardigheden. Toelatingseisen Toegang tot de programma’s Communicatiekunde, Communicatie en Educatie, Computercommunicatie en Information Science wordt verkregen op basis van een bachelordiploma Communicatie- en Informatiewetenschappen, Nederlandse Taal en Cultuur en Informatiekunde. Voor studenten met een bachelordiploma Taalwetenschap of met een bachelor in een andere taal en cultuur dan Nederlands geldt de minor Communicatie- en Informatiewetenschappen (30 ECTS) en/of een schakelprogramma op maat (eveneens 30 ECTS) als aanvullende eis. Voor studenten met een diploma van een andere letterenopleiding of een nauw verwante HBO-studie, zoals Informatica en Communicatie, is een schakeljaar nodig voordat aan de Masteropleiding kan worden begonnen. Bij instroom vanuit andere HBO-opleidingen wordt een individueel programma vastgesteld dat in de regel langer duurt dan een jaar. Met een bachelor Kunstmatige Intelligentie heb je rechtstreeks toegang tot het programma Information Science. Zie voor uitgebreidere informatie de Onderwijs- en Examenregelingen van de MA Communicatie- en Informatiewetenschappen. Communicatiekunde Opbouw van het studieprogramma Het programma Communicatiekunde bouwt voort op de theoretische en methodologische onderdelen uit de bachelor Communicatie- en Informatiewetenschappen en vormt een verdieping en verbreding ten opzichte van deze fase. In dit programma houden studenten zich vooral bezig met onderzoek naar vormen van taal- en tekstgebruik als communicatiemiddel. Daarbij valt te denken aan de analyse van teksten en gesprekken in professionele contexten, maar ook aan onderzoek naar de invloed van een medium of aan de evaluatie van communicatiemiddelen van een organisatie. De meeste studieonderdelen staan in het teken van onderzoek en theorievorming. Sommige onderdelen zijn praktischer ingericht, daar brengen studenten opgedane kennis in de praktijk. Aan de orde komt bijvoorbeeld hoe je organisaties communicatieadvies kunt geven of hoe je een communicatiemiddel ontwerpt en evalueert. Het programma wordt afgerond met een scriptie die kan worden gekoppeld aan de stage.
24
Het Studieprogramma
Programma:
Communicatiekunde
sem uw vaknaam Ia-b Communicatie-advisering
vakcode LCX058M10
ECTS V/K taal 10 K NL
Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b
2 2 2 2 2
Conversatie-analyse medische interactie Diagnose en advisering in organis. comm. Experimenteel persuasieonderzoek Human-Computer Communication Media en Discourse: Framing Onderzoek communicatievaardigheden
LCX045M10 LCX005M10 LCX038M10 LCX063M10 LCX039M10 LCX057M10
10 10 10 10 10 10
K K K K K K
NL NL NL Eng NL NL
Ia-b Ia-b
4
Taal en tekstoptimalisatie Vragenlijsten en instructieve teksten
LCX062M10 LCX059M10
10 10
K K
NL NL
Ia 2 Ib 4 IIa-b var IIa-b
Multichannel Management Computer-Mediated Communication Ma-scriptie CIW Communicatie-advisering
LIX023M05 LIX022M05 LCX999M20 LCX058M10
5 5 20 10
K K V K
Eng Eng NL NL
IIa-b 2 IIa-b
Diagnose en advisering in organis. comm. Gesprekskwaliteit in gezondheidscomm.
LCX005M10 LCX061M10
10 10
K K
NL NL
IIa-b var Ma-stage CIW IIa-b Multimodale instructieve teksten
LCX000M10 LCX060M10
10 10
K K
NL NL
IIa-b
Onderzoek communicatievaardigheden
LCX057M10
10
K
NL
Persuasieve gezondheidscommunicatie Writing: Context, Process and Text User Interface Evaluation Communicatietechnologie
LCX048M10 LLS025M10 LIX024M05 LIX020M05
10 10 5 5
K K K K
Eng Eng Eng Eng
IIa-b IIa-b IIa IIb
4 4 4 4
Opmerkingen:
In totaal kiest de student 40 ECTS aan onderdelen uit semester 1 en/of 2, naast de scriptie. De onderdelen “Diagnose en advisering”, “Onderzoek communicatievaardigheden” en “Communicatie-advisering” worden zowel in semester 1 als in semester 2 aangeboden.Hetzelfde geldt voor de stage en de scriptie.
Communicatiekunde: traject Gezondheidscommunicatie Binnen het MA programma Communicatiekunde is het mogelijk je als student te specialiseren in een traject Communicatie en Gezondheid. Binnen dit traject kun je je als student bezighouden op het terrein van de gezondheidscommunicatie vanuit zowel de kant van de persuasieve communicatie en document design als van de kant van het interactie-onderzoek. Het traject bestaat uit 60 ECTS en is als volgt opgebouwd (zie ook onderstaand schema). Je volgt één onderzoekscollege van 10 ECTS op het terrein van document design/persuasieve communicatie en één onderzoekscollege van 10 ECTS op het terrein van interactie-onderzoek. Je afstudeerwerkstuk van 20 ECTS gaat over een onderwerp op het gebied van gezondheidscommunicatie en de laatste 20 ECTS zijn vrij invulbaar. Daarbij kan je kiezen voor een of twee onderzoekscollege(s) CIW, waarbij docenten bereid zijn een “gezondheids”invulling te geven binnen hun vak. Een andere optie is om één onderzoekscollege te vervangen voor een 10 ECTS stage op het terrein van de gezondheidscommunicatie.
Het Studieprogramma
25
Programma:
Communicatiekunde, traject Gezondheidscommunicatie
sem uw vaknaam Ia-b 2 Conversatie-analyse medische interactie Ia-b 2 Experimenteel persuasieonderzoek Ia-b Communicatie-advisering
vakcode LCX045M10
ECTS V/K taal 10 KGA NL
LCX038M10 LCX058M10
10 10
KGA NL KGB NL
Ia-b
LCX005M10
10
KGB NL
LCX059M10
10
KGB NL
IIa-b var Ma-scriptie CIW LCX999M20 IIa-b Gesprekskwaliteit in gezondheidscomm. LCX061M10
20 10
V NL KGA NL
IIa-b 4 IIa-b
Persuasieve gezondheidscommunicatie Communicatie-advisering
LCX048M10 LCX058M10
10 10
KGA Eng KGB NL
IIa-b 2
Diagnose en advisering in organis. comm. Ma-stage CIW
LCX005M10
10
KGB NL
LCX000M10
10
KGB NL
2
Diagnose en advisering in organis. comm. Vragenlijsten en instructieve teksten
Ia-b
IIa-b var Opmerkingen:
Uit keuzegroep A (KGA) volgt de student minimaal één onderzoekscollege op het gebied van document design/persuasieve communicatie en één interactiecursus. Uit keuzegroep B (KGB) kiest de student voor 20 ECTS aan onderdelen. De MA-scriptie is verplicht.
Communicatie en educatie Opbouw van het studieprogramma De thema’s en de werkvormen van de programmaonderdelen zijn gericht op uitbreiding van kennis en ontwikkeling van academische en professionele vaardigheden. In onderzoekscolleges leren studenten hoe zij vanuit onderzoekersperspectief naar (de verwerving van) communicatieve competenties kunt kijken. De aandacht gaat daarbij niet alleen uit naar expliciet-educatieve settingen (onderwijs- en trainingssituaties), maar ook naar impliciete leersituaties (waarin mondeling en schriftelijk taalgebruik ongemerkt bijdraagt aan vaardigheidsontwikkeling). Door literatuurstudie vindt verdieping plaats in klassieke en eigentijdse theorieën en inzichten op het gebied van taalgebruik en taalgebruikspraktijken en de ontwikkeling en verwerving van de benodigde competenties bij kinderen, jongeren en professionals. Het programma biedt training in professionele en vooral academische vaardigheden, draagt bij aan de (verdere) vorming van een academische attitude en dito werk- en denkniveau, en legt de basis voor professionele vaardigheden voor onderwijs, training en coaching. Praktijkervaring kan worden opgedaan in een stage bij een bedrijf of instelling (bijvoorbeeld een onderwijsonderzoek- en adviescentrum, of communicatietrainingsbureau). Het programma wordt afgerond met een scriptie die kan worden gekoppeld aan de stage. Programma:
Communicatie en educatie
sem uw vaknaam Ia-b Communicatie-advisering
vakcode LCX058M10
ECTS V/K taal 10 V NL
Ia-b
LCX057M10
10
V
NL
LCX045M10
10
KG
NL
LCX005M10
10
KG
NL
LCX999M20 LCX005M10
20 10
V KG
NL NL
Ia-b
Onderzoek communicatievaardigheden
Conversatie-analyse medische interactie Ia-b 2 Diagnose en advisering in organis. comm. IIa-b var Ma-scriptie CIW IIa-b 2 Diagnose en advisering in organis. comm.
26
2
Het Studieprogramma
IIa-b var IIa-b 4
Ma-stage CIW Writing: Context, Process and Text
Opmerkingen:
LCX000M10 LLS025M10
10 10
KG KG
NL Eng
Uit de keuzegroep in semester 1 kiest de student één onderdeel van 10 ECTS. Uit de keuzegroep in semester 2 kiest de student één onderdeel van 10 ECTS.
Programma:
Communicatie en educatie (start februari)
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-scriptie CIW Ia-b 2 Conversatie-analyse medische interactie Ia-b 2 Diagnose en advisering in organis. comm. Ia-b var Ma-stage CIW IIa-b Communicatie-advisering
vakcode LCX999M20 LCX045M10
ECTS V/K taal 20 V NL 10 KG NL
LCX005M10
10
KG
NL
LCX000M10 LCX058M10
10 10
KG V
NL NL
IIa-b
LCX057M10
10
V
NL
LCX005M10
10
KG
NL
LLS025M10
10
KG
Eng
Onderzoek communicatievaardigheden
IIa-b 2
Diagnose en advisering in organis. comm. Writing: Context, Process and Text
IIa-b 4 Opmerkingen:
Uit de keuzegroep in semester 1 kiest de student één onderdeel van 10 ECTS. Uit de keuzegroep in semester 2 kiest de student één onderdeel van 10 ECTS.
Computercommunicatie Opbouw van het studieprogramma Het programma Computercommunicatie bouwt voort op theoretische en methodologische onderdelen uit de bacheloropleidingen Communicatie- en Informatiewetenschappen en Informatiekunde en richt zich op de interactie van de mens met de computer en op de interactie tussen mensen via de computer. Het doel van het programma is om de student vertrouwd te maken met theorieën en methoden om deze interacties te evalueren en met kennis van technologische mogelijkheden om deze interacties te verbeteren. Het zwaartepunt kan in dit programma, afhankelijk van de gekozen vakken, meer of minder op de technologie dan wel op de communicatie liggen. Het programma richt zich erop om interactieproblemen in professionele contexten te identificeren, te analyseren, en hiervoor oplossingen te ontwikkelen, vanuit een achtergrond waarin kennis van technologie en communicatie zijn geïntegreerd. Programma: sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b
uw 2 2 2 2 2 4
Computercommunicatie
vaknaam Conversatie-analyse medische interactie Diagnose en advisering in organis. comm. Experimenteel persuasieonderzoek Human-Computer Communication Media en Discourse: Framing Taal en tekstoptimalisatie Vragenlijsten en instructieve teksten
Ia 2 Multichannel Management Ib 4 Computer-Mediated Communication IIa-b var Ma-scriptie CIW
Het Studieprogramma
vakcode LCX045M10 LCX005M10 LCX038M10 LCX063M10 LCX039M10 LCX062M10 LCX059M10
ECTS 10 10 10 10 10 10 10
V/K K K K K K K K
taal NL NL NL Eng NL NL NL
LIX023M05 LIX022M05 LCX999M20
5 5 20
KG KG V
Eng Eng NL
27
IIa-b var Ma-stage CIW IIa-b 2 Diagnose en advisering in organis. comm. IIa-b Gesprekskwaliteit in gezondheidscomm.
LCX000M10 LCX005M10 LCX061M10
10 10 10
V K K
NL NL NL
IIa-b
Multimodale instructieve teksten
LCX060M10
10
K
NL
Persuasieve gezondheidscommunicatie Writing: Context, Process and Text User Interface Evaluation Communicatietechnologie
LCX048M10 LLS025M10 LIX024M05 LIX020M05
10 10 5 5
K K KG KG
Eng Eng Eng Eng
IIa-b IIa-b IIa IIb
4 4 4 4
Opmerkingen:
1. De student kiest in totaal tenminste 10 ECTS uit de keuzegroep. Daarnaast kiest de student twee van de resterende keuzevakken (uit semester I of II). 2. De stage en scriptie kunnen zowel in semester 1 als in semester 2 worden gevolgd.
Information Sciences Opbouw van het studieprogramma In het Engelstalige programma Information Science ligt het zwaartepunt op de mogelijkheden die taal- en webtechnologie bieden voor de analyse van taalgebruik bij mensen, tussen mensen en tussen mens en computer. Hier ligt de nadruk vooral op het werken met tekstcorpora en communicatie via digitale media. Het programma bevat vakken waarin onderzocht wordt hoe het automatisch analyseren van taal in teksten en communicatie geoptimaliseerd kan worden, met het doel meer inzicht te krijgen in de manier waarop de computer doeltreffend ingezet kan worden binnen de geesteswetenschappen. Er wordt bestudeerd hoe (statistische) modellen en theorieën van taalstructuur en –betekenis, en communicatie hieraan een zinvolle bijdrage kunnen leveren. Het programma bestaat uit 60 ECTS waarvan 35 ECTS aan verplichte vakken. De verplichte onderdelen zijn het research seminar (5 ECTS), de stage (10 ECTS) en de scriptie (20 ECTS). Binnen het research seminar worden onderzoeksvaardigheden getraind. De stage biedt gelegenheid ervaring op te doen binnen de professionele ICT praktijk. De opleiding wordt afgesloten met een zelfstandig onderzoek waarvan in de scriptie verslag wordt gedaan. De 25 ECTS aan keuzevakken kan worden samengesteld uit de onderstaande onderdelen van elk 5 ECTS: -
Literature Review Semantic Webtechnology Computer-mediated communication Computational Semantics Learning from Data User Interface Evaluation Natural Language Processing Computational Simulations of Language Behavior
In Ocasys is per vak aangegeven wat er wordt bestudeerd. Door de flexibele indeling van het programma is het mogelijk om zowel in september als in februari te starten met de opleiding. Relatie met andere Masterprogramma’s Naast de eenjarige masteropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen bestaat er in Groningen de researchmaster Linguistics (duur 2 jaar), die specifiek opleidt tot onderzoeker. Studenten met ambities op het vlak van onderzoek en goede studieresultaten kunnen voor deze onderzoeksopleiding worden geselecteerd (zie 5.6).
28
Het Studieprogramma
Vanuit een bachelor Informatiekunde zijn er mogelijkheden om een verwante master van een andere opleiding te gaan doen, anderzijds worden vakken uit het masterprogramma Informatiekunde ook wel vanuit verwante masters gevolgd. Als verwante researchopleidingen noemen we de researchmaster Linguistics bij Letteren en de specialisatie Computational Modeling of Cognition van de researchmaster bij de 'graduate school' Behavioural and Cognitive Neurosciences (BCN). Ook met de master Communicatie- en Informatiewetenschappen en de masterspecialisatie Mens-machinecommunicatie (MMC) bij de opleiding Kunstmatige Intelligentie zijn er overeenkomsten. Voorts neemt Informatiekunde deel aan de tweejarige internationale master Language and Communication Technology . Toekomstperspectieven De meeste afgestudeerden gaan aan de slag als communicatiemedewerker, communicatieadviseur, voorlichter, docent, coach of onderwijsontwikkelaar, informatiekundige, webdeveloper, IT-consultant of voorlichter in bedrijven en instellingen, als medewerker binnen een communicatieadviesbureau of als zzp-er in een eigen adviesbureau. Een kleine groep kiest voor een carrière in het onderwijs en in het wetenschappelijk onderzoek. Programma:
Information Science
sem uw vaknaam Ia-b Research Seminar Information Science + IIa-b Ia Literature Review Information Science
vakcode LIX018M05
ECTS V/K taal 5 V Eng
LIX017M05
5
K
Eng
Ia Ib Ib Ib IIa-b IIa-b IIa-b IIa IIa
LIX002M05 LIX021M05 LIX022M05 LIX016M05 LIX999M20 LIX000M10 LIX015M05 LIX001M05 LIX024M05
5 5 5 5 20 10 5 5 5
K K K K V V K K K
Eng Eng Eng Eng NL NL Eng Eng Eng
4 2 4 4 var var 2 4 4
Semantic Web Technology Computational Semantics Computer-Mediated Communication Learning from Data Ma-scriptie Informatiekunde Ma-stage Informatiekunde Computational Simulations Natural Language Processing User Interface Evaluation
Opmerkingen:
5.2.4
1. De onderdelen Research Seminar, stage en scriptie zijn verplicht en kunnen ook buiten de aangegeven periode worden gedaan. 2. De resterende 25 ECTS kiest de student uit de onderdelen uit de keuzevakken, verspreid over de twee semesters. Het onderdeel Literature Review kan ook buiten de aangegeven periode worden gedaan. 3. Studenten kunnen voorafgaand aan de start van de Master contact opnemen met de studieadviseur om het vakkenpakket samen te stellen. 4. Bij start van het programma in februari kan de student de reguliere Information Science onderdelen in zijn programma opnemen en daarnaast ook het onderdeel Learning from Data of het onderdeel Communicatietechnologie uit het programma Computercommunicatie.
Europese Studies 120 ECTS (CROHO 60847)
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 41. 5.2.5 Geschiedenis 60 ECTS (CROHO 66034) Profiel van de opleiding In het eenjarige maatschappelijke masterprogramma Geschiedenis Vandaag/History Today kun je kiezen uit twee beroepsgerichte specialisatietrajecten, Geschiedenis voor de Media, CulHet Studieprogramma
29
tuur- en Erfgoedsector en Geschiedenis voor Beleid, Bestuur en Politiek. Beide worden gekenmerkt door een stage in het daarbij passende beroepenveld. Daarnaast is er de mogelijkheid om een vrij traject te volgen waarbij de stage kan worden ingeruild voor een extra Onderzoekscollege of twee Historische Methodenvakken. Voor alle trajecten geldt dat je je inhoudelijk kunt specialiseren door een geografisch, chronologisch of thematisch profiel samen te stellen uit het ruime aanbod van Onderzoekscolleges. Een uitgekristalliseerd profiel is bijvoorbeeld Middenen Oost-Europese Studies (MOES), maar je kunt je ook sterker toeleggen op andere masterprofielen, zoals bijvoorbeeld de middeleeuwen of de moderne tijd. Toelatingseisen Een bachelordiploma Geschiedenis geeft toegang tot het maatschappelijke masterprogramma Geschiedenis Vandaag/History Today. Indien een ander bachelordiploma is behaald kan in samenspraak met de toelatingscommissie een kort individueel schakelprogramma worden ontwikkeld. Opbouw van het programma In het masterprogramma Geschiedenis Vandaag/History Today volg je ten minste twee Onderzoekscolleges van ieder 10 ECTS. In Onderzoekscolleges leer je gebruik te maken van primair bronnenmateriaal. Wie het vrije traject volgt, kan ook een derde Onderzoekscollege kiezen. Zie voor uitgebreide informatie over het totale aanbod van Onderzoekscolleges de Onderzoekscollegebrochure, te raadplegen via Nestor onder “Organisation” Een gemeenschappelijk onderdeel is het publiekshistorische Colloquium ‘The Past in the Present’ (5 ECTS) waarin elk jaar een wisselend actueel thema wordt aangesneden, en/of waarin actuele ontwikkelingen binnen de geschiedenis worden behandeld en door de studenten voor een groot publiek toegankelijk wordt gemaakt. Dit onderdeel is naar keuze in te ruilen voor een extra Historische Methodenvak. Iedere masterstudent volgt tenminste één Historische Methodenvak. Er zijn vijf vaste Historische Methodenvakken, terwijl er daarnaast ook de mogelijkheid bestaat om te kiezen uit een aanbod van kleinschalige Privatissima en enkele ‘Summerschools’. Wie het vrije traject doet, kan in plaats van een derde Onderzoekscollege ook kiezen voor twee extra Historische Methodenvakken (tot een maximum van drie), waaronder dus ook de Privatissima en de Summerschools vallen. Voor het specialisatietraject Geschiedenis voor de Media, Cultuur- en Erfgoedsector volg je een stage (10 ECTS) in de historische media, cultuur- en erfgoedsector. Voor het specialisatietraject Geschiedenis voor Beleid, Bestuur en Politiek kun je een ‘gewone’ stage (10 ECTS) doen in een overheidsinstelling, organisatie of bedrijf, en/of een stage die is geintegreerd in het college ‘Leergeschiedenis’ (10 ECTS), waarbij studenten een recent veranderingsproces in een instelling, bedrijf of organisatie systematisch leren onderzoeken. Ook in het MOES-profiel kun je een stage van 10 ECTS inlassen. Je sluit de master af met een afstudeerwerkstuk in de vorm van een scriptie, een scenario voor een historische documentaire of een(tentoonstelling en) tentoonstellingsplan met bijbehorende historische verantwoording van het historisch onderzoek dat aan de documentaire of de tentoonstelling ten grondslag ligt (20 ECTS). Je volgt in dat kader tevens een scriptieintervisiecollege. Programma:
Ma Geschiedenis Vandaag
sem uw vaknaam Ia-b 2 Onderzoekscollege geschiedenis
vakcode
ECTS V/K taal 10 V NL
Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b
LGX123M05 LGX000M10 LGX124M05 LGX125M05 LGX126M05
5 10 5 5 5
K K KG KG KG
NL NL En/NL En/NL En/NL
LGX127M05 LGX128M05 LGX999M20
5 5 20
KG KG V
En/NL En/NL En/NL
var Colloquium: Past in the Present var Ma-stage Geschiedenis 2 Hist. methoden: Archieven & internet 2 Hist. methoden: Beeldcultuur 2 Hist. methoden: Documentaire, museum Ia-b var Hist. methoden: Kwantitatieve analyse Ia-b 2 Hist. methoden: Levensverhalen IIa-b var Ma-scriptie Geschiedenis
30
Het Studieprogramma
IIa-b var Onderzoekscollege geschiedenis IIa-b 2
Leergeschiedenis en organisaties
Opmerkingen:
LGX133M10
10
V
En/NL
10
K
NL
1. Historische methoden colleges worden ook in het 2e semester aangeboden. 2. De stage en scriptie kunnen ook buiten de aangegeven periode gedaan worden. Raadpleeg de studieadviseur. 3. Voor wie ‘Leergeschiedenis en Organisatie’ volgt, worden de historische methodencolleges ‘Levensverhalen’ en ‘Kwantitatieve Analyse’ aangeraden. 4. Het Colloquium ‘The Past in the Present’ kan vervangen worden door een historisch methodencollege. 5. De student kiest in het 2e semester één keuze-onderdeel van 10 ECTS. 6. Bij een vrij traject kan Leergeschiedenis als derde onderzoekscollege gekozen worden. Bij het afstudeertraject Geschiedenis van Politiek Bestuur en Beleid kan het vak als tweede onderzoekscollege of als vervanging van de stage gevolgd worden.
Ma onderzoekscolleges geschiedenis sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
uw 3 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 3 2 2 2 2 2 2 2
vaknaam Biographical Approach of History Ozc. Migratie en mobiliteit Res. Sem.: “Late Antiquity” Res. Sem.: Bonfire and Bells Res. Sem.: Eastern and Western Res. Sem.: Forget Transition Res. Sem.: From Nietsche to Freud Res. Sem.: Historians and a Violent Past Res. Sem.: Millionaires & Paupers Res. Sem.: The Living Archive Res. Sem.: U.S. Pres. Campaigns Letter-writing in premodern Europe Res. Sem.: Creating discontinuity Res.Sem.:Cultures of Memory in Antiquity Res. Sem.: Jewish life Res. Sem.: Race, Gender, Culture Res. Sem.: Russia and Europe Res. Sem.: The Abuse of History Res. Sem.: The Great Divergence
Opmerkingen:
vakcode LLS026M10 LGX176M10 LGX146M10 LGX157M10 LGX164M10 LGX170M10 LGX175M10 LGX159M10 LGX172M10 LGX165M10 LGX174M10 LLS035M10 LGX169M10 LGX147M10 LGX171M10 LGX156M10 LGX173M10 LGX162M10 LGX158M10
ECTS 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10
V/K K K K K K K K K K K K K K K K K K K K
taal Eng NL Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
1. Bij een vrij traject kan Leergeschiedenis als derde onderzoekscollege gekozen worden. Bij het afstudeertraject Geschiedenis van Politiek Bestuur en Beleid kan het vak als tweede onderzoekscollege of als vervanging van de stage gevolgd worden. 2. Zie voor eventueel aanvullend of gewijzigd aanbod de Onderzoeksbrochure Geschiedenis, die in juni en december op de Nestor-site (my organizations) van geschiedenis verschijnt.
Educatieve master Geschiedenis Als je de educatieve master Geschiedenis wilt volgen, dan ziet het eerste semester van het eerste masterjaar er in grote lijnen hetzelfde uit als dat van de studenten die kiezen voor de 'gewone'
Het Studieprogramma
31
master. In het tweede semester van jaar 1 volg je een onderdeel van 10 ECTS-punten 1 bij de lerarenopleiding van het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG) als voorbereiding op je tweede masterjaar. Daarnaast schrijf je een scriptie van 20 ECTS. In het tweede jaar volg je een 'werken-leren traject': naast colleges bij de lerarenopleiding bij de Faculteit GMW sta je een aantal uren per week voor de klas en volg je nog voor 10 ECTS een mastermodule bij Geschiedenis. Vóór het begin van het 'werken-leren traject' moet je de masterscriptie afgerond hebben, anders word je niet toegelaten. Met het afronden van de educatieve master heb je zowel je mastertitel als je eerstegraads lesbevoegdheid behaald. Het is ook mogelijk eerst de eenjarige masteropleiding af te maken en daarna pas in te stromen in de lerarenopleiding. Het praktische deel van de lerarenopleiding start doorgaans aan het begin van een schooljaar en bij die start moet de voorbereidende cursus al zijn afgerond. Researchmaster Naast de eenjarige master Geschiedenis en de tweejarige educatieve master Geschiedenis bestaan er in Groningen de researchmasters Classical, Medieval and Renaissance Studies (CMRS) en Modern History and International Relations (MHIR) (duur van beide 2 jaar), die specifiek opleiden tot onderzoeker. Een selectieprocedure gaat vooraf aan de toelating tot deze onderzoeksopleidingen (zie 5.6). 5.2.6
Geschiedenis 120 ECTS (CROHO 60139)
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 77. Modern History and International Relations – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 84. 5.2.7
Internationale Betrekkingen 60 ECTS (CROHO 60734)
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 46. 5.2.8 Internationale Betrekkingen 90 ECTS (CROHO 60819) International Humanitarian Action – Erasmus Mundusprogramma (NOHA) Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 52. 5.2.9
Internationale Betrekkingen 120 ECTS (CROHO 60820)
Modern History and International Relations – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pag 84.
1
De 10 ECTS die je (op dat moment) bij de maatschappelijke master mist haal je in het tweede jaar in, om uiteindelijk toch de vereiste omvang van 60 ECTS aan studieonderdelen van de maatschappelijke master te behalen.
32
Het Studieprogramma
5.2.10 Kunst- en Cultuurwetenschappen 60 ECTS (CROHO 60087) Programma’s De masteropleiding Kunst- en Cultuurwetenschappen kent vier programma’s waarin de student kan afstuderen: - Kunsten, Cultuur en Media - Kunstgeschiedenis - Landschapsgeschiedenis - Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis Profiel van de opleiding Kunst- en Cultuurwetenschappen Doel van de opleiding Kunst- en Cultuurwetenschappen is academici op te leiden die beschikken over een grondig analytisch begrip van de kunsten en van het functioneren van de kunsten in de samenleving in heden en verleden in de westerse culturele traditie, en in relatie tot andere tradities in een mondiale context. Studenten leren kunst, kunstwerken en het maatschappelijk functioneren van de kunsten in heden en verleden te beschrijven, te analyseren en te interpreteren, en te beoordelen in een van de deelgebieden die de opleiding bestrijkt: beeldende kunst, architectuur, stedenbouw, landschap, literatuur, muziek, theater, film, nieuwe media. Ook ontwikkelen zij het conceptueel en analytisch vermogen dat nodig is om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot de kunsten en hun maatschappelijke functioneren in de context van wetenschap en/of beroepspraktijk uit te voeren en te evalueren. Tenslotte leren zij een eigen visie te ontwikkelen, om zo een constructieve en inspirerende bijdrage te kunnen leveren aan, en verantwoordelijkheid te nemen voor het behoud en de ontwikkeling van de kunsten en hun maatschappelijke betekenis. Kunsten, Cultuur en Media Toelatingseisen tot het programma KCM Onvoorwaardelijke toegang tot het masterprogramma KCM hebben alle studenten die beschikken over het bachelordiploma KCM, dan wel een vergelijkbaar bachelordiploma, dit ter beoordeling van de toelatingscommissie van de opleiding. Ook zij-instroom vanuit andere Ba- en HBOopleidingen is mogelijk. Raadpleeg hierover de studieadviseur, mevr. drs. L. van Heteren (l.d.m.e.van.heteren@ rug.nl). Contextuele specialisaties Het eenjarige masterprogramma Kunsten, Cultuur en Media kent drie contextuele specialisaties: Kunstbeleid en Marketing (KBM), Analyse en Kritiek (A&K) en Kunsteducatie (KE). De afstudeerrichting Kunstbeleid en Marketing (KBM) omvat de volgende onderdelen: Eén werkgroep op het terrein van het kunstvak dat in de Ba gekozen is (literatuur, film, theater muziek of moderne beeldende kunst - 10 ECTS). 2 Deze werkgroep mag ook vervangen worden door de werkgroep ‘Kunsten en Nieuwe Media’. Twee van de drie werkgroepen KBM: Kunstsociologie, Kunstbeleid en Kunstmarketing II (samen 20 ECTS); Stage en scriptie (samen 30 ECTS). Het onderwerp van de scriptie ligt op het terrein van het kunstvak en de afstudeerrichting KBM. Programma: sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b 2
Ma Kunsten, Cultuur en Media: Kunst, Beleid en Marketing
uw vaknaam 3 Arts Module I: Film Topic I 3 Arts Module I: Film Topic II 3 Kunstvak I: Klassieke muziek 3 Kunstvak I: Literatuur 3 Kunstvak I: Muziek en globalisering 3 Kunstvak I: Theater 3 Kunstvak II: Kunsten en nieuwe media 3 Kunstbeleid
vakcode LWX032M10 LWX033M10 LWX009M10 LWX006M10 LWX010M10 LWX011M10 LWX008M10 LWX025M10
ECTS 10 10 10 10 10 10 10 10
V/K KG KG KG KG KG KG KG KG
taal Eng Eng En/NL En/NL Eng Eng En/NL Eng
De werkgroep over moderne beeldende kunst wordt aangeboden door K&A.
Het Studieprogramma
33
Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
3 Kunstmarketing II 3 Kunstsociologie var Ma-scriptie Kunsten, Cultuur en Media var Ma-stage Kunsten, Cultuur en Media
Opmerkingen:
LWX004M10 LWX024M10 LWX999M20 LWX000M10
10 10 20 10
KG KG V V
En/NL Eng En/NL En/NL
1. Dit masterprogramma wordt in het Engels aangeboden. 2. Studenten kiezen verplicht twee van de drie kernvakken: Kunstbeleid, Kunstmarketing II, of Kunstsociologie. Daarnaast kiest de student Kunstvak I (literatuur, film, theater, muziek aansluitend bij het kunstvak dat in de Ba is gevolgd) óf Kunsten en nieuwe media, óf Kunstsociologie. 2. In overleg kan de stage ook worden vervangen door een tweede werkgroep op het terrein van het kunstvak of door één of twee individuele tutorials.
De afstudeerrichting Analyse en Kritiek (A&K) omvat de volgende onderdelen: Eén werkgroep op het terrein van het kunstvak dat in de Ba gekozen is (literatuur, film, theater of muziek - 10 ECTS). Eén werkgroep Kunstvak II. Studenten volgen Kunstvak II Film (indien film hun richting is) of het intermediale vak Kunstvak II: Documentaire Kunst, Representatie van Zelf en Ander. Deze werkgroep mag ook vervangen worden door de werkgroep ‘Kunsten en Nieuwe Media’. Twee werkgroepen A&K: ‘Kunsten en culturele verandering’ en een werkgroep op het terrein van de ‘Artistieke intermedialiteit’ (samen 20 ECTS). De werkgroep Artistieke intermedialiteit, die in samenwerking met andere afdelingen wordt aangeboden, mag ook worden vervangen door een of twee individuele tutorials op het gebied van het kunstvak of door een stage (10 ECTS). Scriptie (20 ECTS). Het onderwerp van de scriptie ligt op het terrein van het kunstvak en de afstudeerrichting AK. Programma: sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
Ma Kunsten, Cultuur en Media: Analyse en Kritiek (AK)
uw vaknaam 3 Kunsten en culturele veranderingen 3 Arts Module I: Film Topic I 3 Arts Module I: Film Topic II 3 Kunstvak I: Klassieke muziek 3 Kunstvak I: Literatuur 3 Kunstvak I: Muziek en globalisering 3 Kunstvak I: Theater 3 Kunstvak II: Documentaire film 4 Kunstvak II: Documentaire in de kunsten 3 Kunstvak II: Kunsten en nieuwe media var Ma-scriptie Kunsten, Cultuur en Media var Kunstvak III: Tutorial groot var Kunstvak III: Tutorial klein var Kunstvak IV: Tutorial klein var Ma-stage Kunsten, Cultuur en Media
Opmerkingen:
vakcode LWX001M10 LWX032M10 LWX033M10 LWX009M10 LWX006M10 LWX010M10 LWX011M10 LWX031M10 LWX030M10
ECTS 10 10 10 10 10 10 10 10 10
V/K V KG KG KG KG KG KG KG KG
taal Eng Eng Eng En/NL En/NL Eng Eng Eng Eng
LWX008M10 LWX999M20 LWX017M10 LWX016M05 LWX018M05 LWX000M10
10 20 10 5 5 10
KG V KG KG KG KG
En/NL En/NL En/NL En/NL En/NL En/NL
Dit masterprogramma wordt in het Engels aangeboden. De studenten kiezen één of twee van de onderdelen uit elke keuzegroep, in totaal 10 ECTS.
De afstudeerrichting Kunsteducatie (KE) omvat de volgende onderdelen: Eén werkgroep op het terrein van het kunstvak dat in de Ba gekozen is (literatuur, film, theater, muziek of moderne beeldende kunst - 10 ECTS). Deze werkgroep mag ook vervangen worden door de werkgroep ‘Kunsten en Nieuwe Media’.
34
Het Studieprogramma
-
Twee werkgroepen Kunsteducatie (KE): ‘Kunst- en cultuureducatie op school’ en ‘Kunst, cognitie en educatie’ (samen 20 ECTS). Stage en scriptie (samen 30 ECTS). Het onderwerp van de scriptie ligt op het terrein van het kunstvak en de afstudeerrichting KE.
Programma: sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
uw 3 3 3 3 3 3 3 3 3 var var
Ma Kunsten, Cultuur en Media: Kunsteducatie (KE)
vaknaam Kunst, cognitie en educatie Kunst- en cultuureducatie op school Arts Module I: Film Topic I Arts Module I: Film Topic II Kunstvak I: Klassieke muziek Kunstvak I: Literatuur Kunstvak I: Muziek en globalisering Kunstvak I: Theater Kunstvak II: Kunsten en nieuwe media Ma-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Ma-stage Kunsten, Cultuur en Media
Opmerkingen:
vakcode LWX023M10 LWX022M10 LWX032M10 LWX033M10 LWX009M10 LWX006M10 LWX010M10 LWX011M10 LWX008M10 LWX999M20 LWX000M10
ECTS 10 10 10 10 10 10 10 10 10 20 10
V/K V V KG KG KG KG KG KG KG V V
taal Eng En/NL Eng Eng En/NL En/NL Eng Eng En/NL En/NL En/NL
1. Dit masterprogramma wordt in het Engels aangeboden 2. De student kiest Kunstvak I (literatuur, film, theater of muziek) óf Kunsten en nieuwe media.
Kunstdisciplinaire programma’s De eenjarige masteropleiding Kunsten, Cultuur en Media kent vier disciplinaire specialisaties: - Filmwetenschap - Muziekwetenschap (popmuziek) - Theaterwetenschap - Literatuurwetenschap De vier afstudeerrichtingen zijn als volgt opgebouwd: • Eén werkgroepen op het terrein van het kunstvak dat in de Ba gekozen is (10 ECTS). • Eén werkgroep op het gebied van een contextuele specialisatie (10 ECTS - KBM, A&K of KE) • Eén werkgroep Kunstvak II. Studenten volgen Kunstvak II Film (indien film hun richting is) of het intermediale vak Kunstvak II: Documentaire Kunst, Representatie van Zelf en Ander. • Stage (10 ECTS). De stage mag ook worden vervangen door een derde werkgroep op het terrein van het kunstvak, door een of twee individuele tutorials, of door de werkgroep ‘Kunsten en Nieuwe Media’. • Scriptie (20 ECTS). Het onderwerp van de scriptie ligt op het terrein van het kunstvak . Programma:
sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b
Ma Kunsten, Cultuur en Media: Kunstdiscipline (Literatuur, Film, Muziek, Theater)
uw vaknaam 3 Arts Module I: Film Topic I 3 Arts Module I: Film Topic II 3 Kunstvak I: Klassieke muziek 3 Kunstvak I: Literatuur 3 Kunstvak I: Muziek en globalisering 3 Kunstvak I: Theater 3 Kunst, cognitie en educatie 3 Kunstbeleid 3 Kunst- en cultuureducatie op school 3 Kunsten en culturele veranderingen
Het Studieprogramma
vakcode LWX032M10 LWX033M10 LWX009M10 LWX006M10 LWX010M10 LWX011M10 LWX023M10 LWX025M10 LWX022M10 LWX001M10
ECTS 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10
V/K KG KG KG KG KG KG KG KG KG KG
taal Eng Eng En/NL En/NL Eng Eng Eng Eng En/NL Eng
35
Ia-b Ia-b Ia-b
3 3 4
Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
3 var var var var var
Kunstsociologie Kunstvak II: Documentaire film Kunstvak II: Documentaire in de kunsten Kunstvak II: Kunsten en nieuwe media Ma-scriptie Kunsten, Cultuur en Media Kunstvak III: Tutorial groot Kunstvak III: Tutorial klein Kunstvak IV: Tutorial klein Ma-stage Kunsten, Cultuur en Media
Opmerkingen:
LWX024M10 LWX031M10 LWX030M10
10 10 10
KG KG KG
Eng Eng Eng
LWX008M10 LWX999M20 LWX017M10 LWX016M05 LWX018M05 LWX000M10
10 20 10 5 5 10
KG V KG KG KG KG
En/NL En/NL En/NL En/NL En/NL En/NL
1. Dit masterprogramma wordt in het Engels aangeboden. 2. Afhankelijk van de specialisatie van de bacheloropleiding (KBM, A&K of KE) kiest de student één werkgroep uit de betreffende keuzegroep. Het kunstvak van de bachelor bepaalt tevens de verplichte keuze voor Kunstvak I & Kunstvak II: literatuur, film, theater of muziek. De invulling van Kunstvak II verschilt per gekozen kunstdiscipline. Voor literatuur, muziek & theater: Kunstvak II: Documentaire in de kunsten. Voor Film: Kunstvak II: Documentaire film. 2. Kunstvak II kan vervangen worden door Kunsten en Nieuwe Media óf een stage. 3. In plaats van Kunstvak III: Tutorial (groot) kan ook Kunstvak III: Tutorial (klein) en Kunstvak IV: Tutorial (klein) gevolgd worden, óf (voor studenten Filmwetenschap) een Stage.
Relatie met andere masterprogramma’s Naast het eenjarige programma Kunsten, Cultuur en Media bestaan er in Groningen de research masters Classical, Medieval and Renaissance Studies en Literary and Cultural Studies (duur 2 jaar), die specifiek opleiden tot onderzoeker. Een selectieprocedure gaat vooraf aan de toelating tot deze onderzoeksopleidingen (zie 5.6). Kunstgeschiedenis Opbouw van het programma Het masterprogramma Kunstgeschiedenis kent twee studiepaden: Moderne en Hedendaagse Kunst/Conservatorenopleiding (MHK) en Oude Beeldende Kunst/Conservatorenopleiding. Studenten kiezen voor één van deze twee studiepaden en studeren daarin af. Hieronder volgt een korte karakteristiek van deze twee afstudeerpaden. 1. Moderne en Hedendaagse Kunst Dit studiepad omvat de beeldende kunst van de negentiende eeuw, de klassiek modernen en de avant-gardes na 1945 en het postmodernisme. De master MHK biedt de mogelijkheid voor specialisatie in de hedendaagse beeldende kunst die de traditionele grenzen van de schilder- en beeldhouwkunst overschrijdt: fotografie, film, video en digitale presentaties, ‘neo-avant-garde’ en mediacultuur. De thema’s worden behandeld in de institutionele context van musea, galeries, kunsthandel, veilingwezen en kunstkritiek. MHK in Groningen geeft uitvoerige aandacht (onder andere tijdens excursie naar Londen) aan het werk van de tentoonstellingsmaker/curator. Programma: sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
36
uw var var 4 2 var var
Ma Kunstgeschiedenis: Beeldende Kunst Modern
vaknaam Beeldende kunst mod.: collectie Boijmans Beeldende kunst modern: Curatorial Beeldende kunst modern: Nieuwe media Beeldende kunst modern: Seminar theorie Ma-stage Kunstgeschiedenis Masterscriptie Kunstgeschiedenis
vakcode LKK035M10 LKK028M10 LKK014M05 LKK029M05 LKK000M10 LKK999M20
ECTS 10 10 5 5 10 20
V/K V V V V V V
taal NL NL En/NL NL NL NL
Het Studieprogramma
Opmerkingen:
De scriptie en stage kunnen ook buiten de aangegeven periode worden gevolgd. Meer info bij de studieadviseur.
2. Oude Beeldende Kunst en Conservatorenopleiding Het studiepad Oude Beeldende Kunst richt zich op de beeldende kunst van de veertiende tot de achttiende eeuw, in het bijzonder Italië. Kunstwerken worden bestudeerd in samenhang met de historische omstandigheden waarin zij tot stand zijn gekomen, met speciale aandacht voor de rol van opdrachtgevers. De Conservatorenopleiding Oude Beeldende Kunst is een eenjarig masterprogramma, met een daarop aansluitende stage van een half jaar in een vooraanstaand museum in Nederland of België. Het programma valt samen met het studiepad Oude Beeldende Kunst. In de hierop volgende halfjaarlijkse stage worden de verworven kunsthistorische kennis en inzichten toegepast op de problematiek waarmee museumconservatoren in de dagelijkse praktijk te maken hebben. Naast de reeds bestaande Conservatorenopleiding Oude Beeldende Kunst is een programma in ontwikkeling voor studenten van de richting Moderne en Hedendaagse Kunst. Studenten Moderne en Hedendaagse Kunst, die al in dit studiejaar de Conservatorenopleiding MHK willen volgen, kunnen contact opnemen met de coördinator, dr. H.N.B. Ridderbos (
[email protected]). Programma: sem Ia-b Ia-b Ia Ib IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
uw var var var var var var var var
Ma Kunstgeschiedenis: Conservatorenopleiding
vaknaam Beeldende kunst oud: Ozcoll./Field Trip Beeldende kunst oud: Toepassing Beeldende kunst oud: Historiografie Ma scriptie Kunstgeschiedenis: Seminar Beeldende kunst oud: Tutorial Masterscriptie Kunstgeschiedenis Beeldende kunst oud: Specialisatie Ma-stage Kunstgeschiedenis
Opmerkingen:
vakcode LKK030M10 LKK032M10 LKK031M05 LKK999M05 LKK034M05 LKK999M15 LKK033M10 LKK000M10
ECTS 10 10 5 5 5 15 10 10
V/K V V V V V V KG KG
taal NL NL NL NL NL NL NL NL
1. De studenten kiezen één van de twee onderdelen uit de keuzegroep. 2. De scriptie en stage kunnen ook buiten de aangegeven periode worden gevolgd. Meer info bij de studieadviseur.
Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis In dit masterprogramma staat de ontwikkeling van de Europese stad centraal, waarbij het accent ligt op de negentiende en twintigste eeuw. Aan de orde komen de functionele en representatieve aspecten van de stadsontwikkeling, alsook het denken over de ideale stad. In een afzonderlijke collegereeks wordt het probleemveld stad en gezondheid behandeld. Excursies en een stage maken deel uit van het programma, dat wordt afgesloten met een scriptie. Met het oog op de internationale instroom zullen veel colleges in het Engels worden gegeven. Programma: sem Ia Ia Ib Ib IIa-b IIa
uw 3 5 5 9 var var
Ma Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis
vaknaam Arch.&St.bouw: Onderzoek & Excursie Arch.&St.bouw: Typologisch Vademecum Arch.&St.bouw: Globale tendenzen Arch.&St.bouw: Wortels gezonde stad Ma-scriptie Architectuur en Stedenbouw Arch.&St.bouw: Stage/Individueel project
Het Studieprogramma
vakcode LKA026M10 LKA025M05 LKA028M05 LKA027M10 LKA999M20 LKA888M10
ECTS 10 5 5 10 20 10
V/K V V V V V V
taal En/NL En/NL En/NL En/NL En/NL En/NL
37
Opmerkingen:
1. De scriptie en stage kunnen ook buiten de aangegeven periode worden gevolgd. Meer info bij de studieadviseur. 2. De student kiest bij module stage/individueel project een van beide opties.
Landschapsgeschiedenis Dit masterprogramma biedt een uitgebreide inhoudelijke introductie in de opbouw, ontstaanswijze en betekenis van de Nederlandse en Europese cultuurlandschappen. Daarnaast is er veel aandacht voor de rol van het landschap in de actuele ruimtelijke ordening en erfgoedzorg. Dit studiepad leidt studenten op voor een loopbaan in het landschapsonderzoek, de erfgoedzorg, het landschapsbeheer en de ruimtelijke ordening. Programma:
Ma Landschapsgeschiedenis
sem uw vaknaam Ia-b var Landschapsgesch.: Bronnen en methoden Ia LG: Historiografie & Theorie
vakcode LKA018M10 LKA031M05
ECTS V/K taal 10 V NL 5 V NL
Ib Ia-b Ia Ia IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
LKA020M05 LKA033M10 LKA030M05 LKA032M05 LKA098M20 LKA021M10 LKA110M10 LKA029M10
5 10 5 5 20 10 10 10
var Landschapsgesch.: Actuele vraagstukken 4 LG: Landschappen van Nederland 2 LG: Acad. Schrijfvaardigheid 4 LG: Landschappen van Europa var Ma-scriptie Landschapsgeschiedenis var Landschapsgesch.: Specialisatie project var Ma-stage Landschapsgeschiedenis 2 Ozc. Hist. buitenplaatsen & landgoederen
Opmerkingen:
V KG KG KG V KG KG KG
NL NL NL NL En/NL NL NL NL
1. De studenten kiezen één of twee van de onderdelen uit elke keuzegroep, in totaal 10 ECTS. 2. Bronnen en Methoden, Specialisatietraject, Scriptie en Stage kunnen ook buiten de aangegeven periode worden gevolgd. Meer info bij de studieadviseur.
Toelatingseisen tot de programma’s Kunstgeschiedenis, Conservatorenopleiding Kunstgeschiedenis, Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis, en Landschapsgeschiedenis Studenten met het bachelordiploma Kunstgeschiedenis hebben vanzelfsprekend toegang tot de masterprogramma’s Kunstgeschiedenis, Conservatorenopleiding Kunstgeschiedenis, Architectuur en Stedenbouwgeschiedenis, en Landschapsgeschiedenis. Studenten met een andere achtergrond, maar met relevante kwalificaties kunnen instromen (bijv. een breed minor-pakket kunstgeschiedenis, een Bachelor KCM, Geografie of Planologie, een HBO-kunstopleiding). Voor inlichtingen en overleg: neem contact op met de studieadviseur, mw. J. Bogers. De Examencommissie van de opleiding bepaalt of ter voorbereiding nog een aanvullend studiepakket noodzakelijk is. Voor inlichtingen en overleg: neem contact op met de studieadviseur, mw. J. Bogers. Relatie met andere masterprogramma’s De Research Master Art History and Archeology kent dezelfde vier studiepaden als de Master. Deze tweejarige opleiding is niet alleen een goede voorbereiding voor wetenschappelijk onderzoek, maar biedt ook een grondige inhoudelijke voorbereiding voor hooggekwalificeerde functies in de erfgoed- en museale sector, en op het terrein van architectuur en stedenbouw. Voor toelating tot de opleiding geldt een selectieprocedure (zie 5.6).
38
Het Studieprogramma
5.2.11
Kunst- en Cultuurwetenschappen 120 ECTS (CROHO 60829)
Art History and Archaeology – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 79. Literary and Cultural Studies – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 82. 5.2.12 Letterkunde 60 ECTS (CROHO 60813) Profiel van de opleiding Making Literature: Media, Markets and Communication Literature is produced in a market, in an economic as well as in a figurative sense – a marketplace in which points of view and values are negotiated and reflected upon. The MA Making Literature examines this cultural process of production and reflection, and how literature functions in society. It aims to impart to you the academic skills and approaches that will prepare you to operate as a cultural expert wherever texts are involved: in the private sphere, in the media, in institutions and networks. You will learn to analyse these processes and functions, to solve problems and to communicate about them clearly and with flair. The programme is international in scope, studying cultural processes in and between multiple languages, in the past and in the present. Each course unit builds on a theoretical foundation, but at the same time trains you in a range of practical skills for doing research, including reporting to academic as well as nonacademic audiences. The MA is structured along three tracks: Literature as Market, The Uses of Literature, and Material Culture. Students can choose to specialise in one of the tracks, or can choose different options from each of the tracks: - Literature as Market: Literature has always been commissioned, offered, bought and sold. This profile looks not only at the commercial dimension of literature but also at the economies governing literature in cultural contexts. We will study the interaction between patrons, writers and readers; the institutions that regulate the production of literature and its circulation – publishers, literary circles, literary criticism and reviewing; we will ask what makes a successful author, and analyse how literature is transferred across modern, early modern, and pre-modern cultures. This track will give an introduction to the sociology of culture, to the interaction between literature and other media, to historical and comparative perspectives, and to theories of cultural transfer and exchange. - The Uses of Literature: using a broad historical perspective, students will examine the relationship between writings and their contexts, between the word and the world. What was the function of literature and writing – in its broadest sense – in various periods and historical configurations? Topics to be studied will include culture and cognition; literature and national identity; literature and philosophy; reading and the construction of meaning; the evolution of authorship, religious, scientific, and political uses of literature; literature in/and other media and spaces (journalism, public debates); literature from an inter-arts perspective - Material Culture: books, texts, their media and circulation are at the heart of this profile. Students can balance historical aspects of material culture – manuscripts, early printed books, letters – with a focus on the transmission and translation of texts. Europese Letteren en Culturen Studenten die dit masterprogramma volgen verwerven op academisch niveau kennis en inzicht in de transformatieprocessen in de huidige maatschappij, zoals die tot uiting komen in de Europese cultuur en letteren. De studenten leren dit soort transformatieprocessen te bestuderen en te analyseren in een bredere Europese context, maar ook leren zij via werkstukken de verworven Het Studieprogramma
39
inzichten te betrekken op de taal en cultuur van de ‘eigen’ regio, zo mogelijk ook in de doeltaal. De uiteindelijke scriptie zal altijd in de doeltaal gesteld zijn. Op deze manier krijgen studenten een zo goed mogelijke voorbereiding op een brede waaier aan beroepen, van onderwijs en onderzoek tot aan de wereld van cultuur en communicatie. Programma:
Europese letteren en culturen: Algemeen model programma
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-stage + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode
ECTS V/K taal 10 K NL 10
V
NL
var Interdisciplinair onderzoekscollege
10
V
NL
IIaIa var Taalspecifieke module -b IIa-b var Master scriptie Letterkunde IIa-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
10
VK
NL
20 10
V K
NL NL
10
K
NL
Ia-b
LEU999M20
IIa-b var Taalspecifieke module Opmerkingen:
Programma:
1. Indien de student een taalaantekening wil, volgt hij twee taalspecifieke modules en de taalspecifieke scriptie. Zie het schema per taal. In dat geval is de taalspecifiek module verplicht. 2. Daarnaast kiest de student twee interdisciplinaire onderzoekscolleges of één interdisciplinair onderzoekscollege en een stage. In plaats van de letterkundige interdisciplinaire oz-colleges, mag de student ook kiezen voor taalkundige modules. Deze onderdelen kunnen in beide semesters gevolgd worden. Voor de keuzemogelijkheden zie schema ‘Interdisciplinaire onderzoekscolleges’ en het schema ‘Ma Taalwetenschappen - Europese taalkunde’. 3. Voor WEM geldt dat er drie WEM modules worden gekozen, één interdisciplinair onderzoekscollege of stage en de WEM scriptie. Zie schema WEM. Europese letteren en culturen: Duits
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-stage Duits + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b 3 Literaire kritiek op Europa sinds 1945 IIa-b 3 A.v. Droste-Hülshoffs verlangen IIa-b var Master scriptie Duits Opmerkingen:
Programma:
LDX003M10 LDX001M10 LDX999M20
ECTS V/K taal 10 K D 10
V
NL
10
V
NL
10 10 20
V V V
D D D
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage (http://masterlanguage.nl). Europese letteren en culturen: Frans
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-stage RTC-Frans + IIa-b
40
vakcode LDX000M10
vakcode LRF000M10
ECTS V/K taal 10 K Fr
Het Studieprogramma
Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
10
V
NL
IIaIa -b Ia-b IIa-b IIa-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
10
V
NL
10 10 20
V V V
Fr Fr Fr
3 Migrantenlit. en transcult. identiteit 3 Het groteske in de Franse literatuur var Master scriptie RTC-Frans
Opmerkingen:
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage (http://masterlanguage.nl).
Programma:
Europese letteren en culturen: Fries
sem uw vaknaam Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
var var var var
Literatuursociologie Fries Ma-stage Fries Literatuurgeschiedenis Fries Ma-scriptie Fries
Programma:
vakcode
LHF022M10 LHF000M10 LHF023M10 LHF999M20
vakcode LRI000M10
var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b 3 Italië v/d 21ste eeuw-crisis/vernieuwing IIa-b var Ma-scriptie RTC-Italiaans IIa-b 3 Nieuwe vormen van Italiaanse literatuur Opmerkingen:
ECTS V/K taal 10 V NL 10
V
NL
10 10 10 20
V K V V
Fri NL Fri NL
Europese letteren en culturen: Italiaans
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-stage RTC-Italiaans + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege Ia-b
LRF035M10 LRF036M10 LRF999M20
LRI029M10 LRI999M20 LRI030M10
ECTS V/K taal 10 K It 10
V
NL
10
V
NL
10 20 10
V V V
NL It It
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage (http://masterlanguage.nl).
Programma:
Europese letteren en culturen: Russisch
sem Ia-b + IIa-b Ia-b Ia-b
uw vaknaam var Ma-stage Russisch
vakcode LSX000M10
ECTS V/K taal 10 K NL
var Contemporaine Russische literatuur var Interdisciplinair onderzoekscollege
LSL007M10
10 10
V V
NL NL
Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
10
V
NL
10 20
V V
NL NL
IIa-b var Imperium en natie IIa-b var Ma-scriptie Slavische talen Programma:
Europese letteren en culturen: Spaans
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-stage RTC-Spaans
Het Studieprogramma
LSL006M10 LSX999M20
vakcode LRS000M10
ECTS V/K taal 10 K Sp
41
+ IIa-b Ia-b 3 De stad en de avant-garde Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
IIa-b 3 Federico García Lorca: beeld in brieven IIa-b var Ma-scriptie RTC-Spaans Programma: sem Ia-b + IIa-b Ia-b Ia-b
LRS037M10
LRS038M10 LRS999M20
10 10
V V
Sp NL
10
V
NL
10 20
V V
Sp Sp
Europese letteren en culturen: Zweeds
uw vaknaam var Ma-stage Scandinavisch
vakcode LZX000M10
ECTS V/K taal 10 K En/NL
3 Celebrity Studies var Interdisciplinair onderzoekscollege
LZX015M10
10 10
V V
Zw NL
10
V
NL
10 20
V V
En/NL NL
IIaIa var Interdisciplinair onderzoekscollege -b IIa-b 3 Intern. kunstenaarskolonies 1870-1910 IIa-b var Ma-scriptie Scandinavisch
LZX013M10 LZX999M20
English Literature and Culture Programme structure The MA in English Literature and Culture covers the entire literary history of the Englishspeaking world, from the Anglo-Saxon period down to the twenty-first century, with a wide range of genres, varying from riddles, romances and travel literature to crime fiction. The main focus is on literary analyses. Literature from the early Middle Ages down to the present day will be covered, from the birthplace of English literature to the United States and the Commonwealth. The programme is taught by a team of enthusiastic, internationally renowned lecturers who will dedicate their expertise to one or more course units each. Students should take at least 20 ECTS from the English department offerings. You must also write a 20 ECTS dissertation. This Master’s thesis is an important component in the completion of the programme. The remaining 20 ECTS consist of course units from the Faculty interdisciplinary courses. You may choose to replace one course unit by a placement (including the preparation for the teacher training programme), and you are also free to choose course units from the Master’s specialization in Writing, Editing and Mediating and the national Masterlanguage English offering. The MA specialization in English Literature and Culture will combine an academic degree programme with imparting the professional skills relevant to the labour market, and thus prepares its students for positions in a wide range of work environments, such as those of publishing, teaching, research, translation, journalism, as well as positions in the cultural and administrative sectors. Programma:
English Literature and Culture
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-stage Engels + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LEX000M10
Ia Ia Ia Ib Ib
LLE010M05 LLE009M05 LEX011M05 LEX013M05 LEX014M05
42
7 3 3 3 var
Anglo-Saxon Saint’s Lives Drama in Medieval England The Others: Outsiders and Malcontents English Literature Music and Literature
ECTS V/K taal 10 K NL 10
V
NL
5 5 5 5 5
K K K K K
Eng Eng Eng Eng Eng
Het Studieprogramma
Ib 3 The Premodern City: London & Writers IIa-b var Ma-scriptie Engels IIa-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
LLE003M05 LEX999M20
5 20 10
K V K
Eng Eng NL
IIa IIb
LLE004M05 LLE006M05
5 5
K K
Eng Eng
3 3
Literature and the Meaning of Life Looking for Clues: Crime and Fiction
Writing, Editing and Mediating Programme structure The Writing, Editing and Mediating specialization focuses on the academic theories and subject-specific knowledge and skills needed to write, edit and present various types of English texts in the best possible way, paying specific attention to their target groups. Students who follow all course units in this specialization, and gear their placement and thesis to this field as well, will be thoroughly prepared for a job as a writer or editor at a publishing house, as a translator at a translating company, or as a journalist or communication specialist. The specialization aims to teach students an optimal combination of academic and subject-specific skills in order to increase their chances on the job market. Students take at least 30 ECTS from the WEM modules. The remaining 10 ECTS could be filled by course units from the Faculty interdisciplinary courses. You may choose to replace one course unit by a placement (including the preparation for the teacher training programme), and you are also free to choose course units from the national Masterlanguage English offering. Programma:
Writing, Editing and Mediating
sem uw vaknaam Ia-b var Ma-stage WEM + IIa-b Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LBX000M10
10
V
NL
Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
WEM 1: Moderne literatuur en mediation WEM 2: Moderne Engelse teksten WEM 3: Handschriften en gedrukte boeken Masterscriptie WEM Interdisciplinair onderzoekscollege
LEL021M10 LET011M10 LEO015M10 LEX998M20
10 10 10 20 10
K K K V K
Eng Eng Eng Eng NL
WEM 4: Vertalen en redigeren
LEL031M10
10
K
Eng
3 3 3 var var
IIa-b 3
ECTS V/K taal 10 K En/NL
5.2.13 Letterkunde 120 ECTS (CROHO 60814) Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 77. Literary and Cultural Studies – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 82.
Het Studieprogramma
43
5.2.14 Mediastudies 90 ECTS (CROHO 60831) Progamma (afstudeerrichting) De masteropleiding Mediastudies kent twee programma’s waarin de student kan afstuderen: 1. Journalistiek 2. Journalism Journalistiek Profiel van het programma Goede journalistiek is belangrijk voor een samenleving. Goede journalistiek geeft mensen de informatie die ze nodig hebben om zich vrij te voelen en zichzelf te kunnen besturen. Goede journalistiek geeft mensen houvast. Een goede journalist weet wat nieuws is. Kan het nieuws verwerven, selecteren en ordenen en maakt het onderscheid tussen nieuws, analyse en commentaar. Hij weet dat feiten gecheckt moeten worden en dat hoor- en wederhoor nodig zijn voor een verhaal naar buiten kan worden gebracht. Door zich op onderwerpen te specialiseren is een goede journalist steeds weer in staat om een optimum te vinden tussen betrouwbaarheid en toegankelijkheid. Juist door die specialisatie en die roeping is een goede journalist in de eerste plaats een onafhankelijke journalist. Hij weet dat online het centrale platform is waarop de journalistieke verhalen moeten worden verteld. Een optimale inzet van tekst, bewegend beeld, geluid en het besef dat online betekent dat aan de andere kant mensen mee kunnen doen, staan centraal bij het goed vertellen van het journalistieke verhaal. Bovendien realiseert hij zich dat zijn werk voorziet in een behoefte aan waarheid en verificatie bij burgers, en daarom een economische waarde vertegenwoordigt. In die zin is een goede journalist ook een ondernemende journalist. Bij het masterprogramma Journalistiek gaan we er vanuit dat het voor onze studenten een roeping is om journalist te willen zijn en te werken aan het vullen van die belangrijke informatiebehoefte. Kenmerkend voor de studie in Groningen is dat, naast de journalistieke vaardigheidstraining, minstens even veel tijd is ingeruimd voor theorie en onderzoek op het gebied van Journalism Studies. Journalisten die maatschappelijke ontwikkelingen kunnen duiden, hebben een hoog analytisch niveau en een stevige basis in een academisch vakgebied. Bovendien kunnen zij reflecteren op ontwikkelingen in de journalistiek en hun eigen rol daarbinnen. Samen met docenten bestuderen studenten hoe de media werken, wat de kenmerken zijn van onze journalistieke cultuur en hoe deze zich verhoudt tot andere instituties zoals politiek, literatuur en economie. Opbouw van het masterprogramma Journalistiek Het selectieve masterprogramma Journalistiek duurt anderhalf jaar (90 ECTS). Het eigenlijke onderwijs valt in de eerste twee semesters; het derde en tevens laatste semester is bedoeld voor je afstudeerwerkstuk (20 ECTS, inclusief voorbereiding in het tweede semester) en daarna een stage op de redactie van een nieuwsmedium (15 ECTS). Het eerste semester is gelijk voor alle studenten. Je volgt de module Theorie en Geschiedenis van de Journalistiek (10 ECTS) en een van de twee Theoretische Specialisaties (elk 5 ECTS). Daarnaast bevat het eerste semester drie praktijkvakken van elk 5 ECTS: Attitude en Tekst, Geluid en Beeld, Online. In het tweede semester zijn drie specialisatietrajecten te volgen van ieder 10 ECTS: Televisie (10 ECTS), Onderzoeks/Datajournalistiek gecombineerd met Radio (2x 5 ECTS) of Onderzoeks/Datajournalistiek gecombineerd met Tekst (idem). Hoe je theoretische inzichten verbindt met journalistieke vraagstukken leer je in het Onderzoekscollege (10 ECTS). Het tweede semester wordt afgesloten met de module Ondernemende Journalistiek (5 ECTS). Toelatingsvoorwaarden Het masterprogramma Journalistiek is toegankelijk voor iedereen met een academisch bachelordiploma. Om deel te kunnen nemen moet je in principe min. 30 ECTS uit de minor Media en Journalistieke Cultuur, zoals de RUG aanbiedt, hebben gevolgd tijdens je bachelorstudie. Voor HBO-gediplomeerden is er een schakelprogramma, bestaande uit de complete minor Media en
44
Het Studieprogramma
Journalistieke Cultuur van 60 ECTS. Het programma heeft alleen een instroommoment in september. Je bachelor moet bij aanvang helemaal afgerond zijn. In het voorjaar moet je deelnemen aan de selectieprocedure. In het programma is plaats voor maximaal 45 studenten. Bij selectie wordt gelet op algemene ontwikkeling, kennis van de actualiteit en van de media, wetenschappelijke belangstelling, taalbeheersing, en attitude. Op de website, http://www.rug.nl/let/journalistiek, vind je meer informatie. Toekomstperspectieven Je kunt aan de slag in alle journalistieke functies in dag-, week- en maandbladen, de omroep en nieuwe media. Bijvoorbeeld als bureauredacteur maar ook als verslaggever. Afgestudeerden werken inmiddels bij landelijke en regionale dagbladen, als freelance journalist, bij regionale omroepen als Omroep Flevoland of AT5, bij programma’s van de landelijke omroepen zoals het NOS Nieuws of EenVandaag, en bij crossmediale redacties als de videoredactie van het ANP of Elsevier.nl. Steeds meer afgestudeerden werken als freelancer voor verschillende opdrachtgevers. Programma: Jaar: sem Ia-b Ia-b Ia Ib Ib Ib Ib IIa-b IIa-b IIa IIb IIb IIb IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
uw 2 10 7 8 2 2 2 var 12 12 3 12 12 3 3 3 3
Ma Journalistiek (Nederlandstalig) 1
vaknaam Theorie en Geschiedenis vd Journalistiek Vaardigheden 3: Online Vaardigheden 1: Attitude en tekst Vaardigheden 2: Geluid en beeld Global Journalism Theor. spec. I: Journ. en lit. cultuur Theor. spec. II: Journ. en pol. cultuur Ma-scriptie Journalistiek: voorbereiding Vaardigheden 4: Televisie Vaardigheden 5: Onderzoeks/datajourn. Ondernemende Journalistiek Vaardigheden 6: Tekst Vaardigheden 7: Radio Onderzoekscollege I Onderzoekscollege Journalistiek 1 Onderzoekscollege Journalistiek 2 Onderzoekscollege Journalistiek 3
Opmerkingen:
ECTS 10 5 5 5 5 5 5 5 10 5 5 5 5 10 10 10 10
V/K V V V V KG KG KG V K K V K K KG KG KG KG
taal Eng NL NL NL Eng NL Eng En/NL NL NL En/NL NL NL Eng NL Eng NL
Studenten kiezen per semester telkens één onderdeel uit de verschillende keuzegroepen. Studenten volgen in semester 2 een van de volgende keuzetrajecten: - Televisie - Onderzoeks/Datajournalistiek en Tekst - Onderzoeks/Datajournalistiek en Radio
Programma: Jaar:
Ma Journalistiek (Nederlandstalig) 2
sem uw vaknaam Ia var Ma-scriptie Journalistiek Ib var Ma-stage Journalistiek Opmerkingen:
vakcode LJX001M10 LJX053M05 LJX051M05 LJX052M05 LJX044M05 LJX018M05 LJX019M05 LJX006M05 LJX054M10 LJX055M05 LJX061M05 LJX056M05 LJX057M05 LJX041M10 LJX058M10 LJX059M10 LJX060M10
vakcode LJX999M15 LJX000M15
ECTS V/K taal 15 V En/NL 15 V NL
Het is verplicht eerst het onderdeel Ma-scriptie Journalistiek: Voorbereiding uit jaar 1 te hebben afgerond, alvorens met de Ma-stage te beginnen.
Het Studieprogramma
45
Journalism Profiel van het programma Studenten die voor het masterprogramma Journalism in Groningen kiezen, zijn sterk internationaal gericht. Zij kiezen bewust voor een Engelstalige, internationale leeromgeving. Zo krijgen zij de kans om intensief samen te werken met mensen met sterk uiteenlopende culturele achtergronden. Sommige studenten zullen gericht zijn op een internationale carrière, anderen willen in Groningen juist journalistieke vaardigheden en een kritische journalistieke attitude aanleren die zij mee terug kunnen nemen naar het land waar zij oorspronkelijk vandaan komen. Na hun opleiding kunnen studenten het nieuws verwerven, selecteren en ordenen en het onderscheid maken tussen nieuws, analyse en commentaar. Ze weten dat feiten gecheckt moeten worden en dat hoor- en wederhoor nodig zijn voor een verhaal naar buiten kan worden gebracht. Door zich op onderwerpen te specialiseren zijn zij in staat om een optimum te vinden tussen betrouwbaarheid en toegankelijkheid. Zij beseffen dat online het centrale platform is waarop de journalistieke verhalen moeten worden verteld. Een optimale inzet van tekst, bewegend beeld, geluid en het besef dat online betekent dat aan de andere kant mensen mee kunnen doen, staan centraal bij het goed vertellen van het journalistieke verhaal. Bovendien realiseren studenten zich dat hun werk voorziet in een behoefte aan waarheid en verificatie bij burgers, en daarom een economische waarde vertegenwoordigt. Het praktijkonderwijs is daarom volledig multimediaal. Studenten ontwikkelen niet alleen het vermogen om teksten voor gedrukte media, radio, televisie en internet te schrijven, zij leren ook hoe je journalistieke bijdrages maakt voor radio en televisie en hoe je een multimediale site verrijkt met beeld en gebuid. Het medium is daarbij het middel, doel is om een helder verhaal gebaseerd op heldere journalistieke keuzen te leren vertellen. Kenmerkend voor de studie in Groningen is dat, naast de journalistieke vaardigheidstraining, minstens even veel tijd is ingeruimd voor theorie en onderzoek op het gebied van Journalism Studies. Journalisten die maatschappelijke ontwikkelingen kunnen duiden, hebben een hoog analytisch niveau en een stevige basis in een academisch vakgebied. Bovendien kunnen zij reflecteren op ontwikkelingen in de journalistiek en hun eigen rol daarbinnen. Samen met docenten bestuderen studenten hoe de media werken, wat de kenmerken zijn van onze journalistieke cultuur en hoe deze zich verhoudt tot andere instituties zoals politiek, literatuur en economie. Opbouw van het masterprogramma Journalism Het selectieve Engelstalige masterprogramma Journalism duurt anderhalf jaar (90 ECTS). In het eerste semester volgen studenten de modules Journalism Studies (10 ECTS) en Global Journalism (5 ECTS). Daarnaast volgen zij de modules Journalism Skills I t/m III (samen 15 ECTS). In het tweede semester volgen het theorievak Business & Ethics (5 ECTS), het Research Seminar (10 ECTS) en de modules Journalism Skills IV en V (15 ECTS). In het derde en laatste semester volgt het afstudeerwerkstuk (20 ECTS) en naar keuze een redactiestage of een tweede Research Seminar (beide 10 ECTS). Toelatingsvoorwaarden Het masterprogramma Journalism is toegankelijk voor studenten met een in Nederland erkend academisch bachelordiploma. Het programma heeft alleen een instroommoment in september en er is plaats voor maximaal 15 studenten. Alle kandidaten moeten deelnemen aan een selectieprocedure. Bij selectie wordt gelet op algemene ontwikkeling, kennis van de actualiteit en van de media, wetenschappelijke belangstelling, journalistieke ervaring en attitude. Er worden hoge eisen gesteld aan je beheersing van de Engelse taal (TOEFL 7). Op de website, http://www.rug.nl/let/journalism, vind je meer informatie. Toekomstperspectieven Je kunt aan de slag in alle journalistieke functies in dag-, week- en maandbladen, de omroep en nieuwe media. Bijvoorbeeld als bureauredacteur maar ook als verslaggever. Afgestudeerden werken inmiddels bij nieuwsorganisaties en productiebedrijven. Internationale studenten gaan vaak aan de slag in het land van herkomst.
46
Het Studieprogramma
Programma: Jaar: sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ib Ib IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
uw 2 var var var 2 2 2 var var 3 3
Ma Journalism (Engelstalig) 1
vaknaam Journalism Studies Journalistieke vaardigheden I Journalistieke vaardigheden II Journalistieke vaardigheden III Global Journalism Theor. spec. II: Journ. en pol. cultuur Bedrijfsvoering en ethiek Journalistieke vaardigheden IV Journalistieke vaardigheden V Onderzoekscollege I Onderzoekscollege Journalistiek 2
Opmerkingen:
vakcode LJX043M10 LJX032M05 LJX033M05 LJX034M05 LJX044M05 LJX019M05 LJX040M05 LJX035M05 LJX036M10 LJX041M10 LJX059M10
ECTS 10 5 5 5 5 5 5 5 10 10 10
V/K V V V V KG KG V V V KG KG
taal Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
Studenten kiezen per semester telkens één onderdeel uit de verschillende keuzegroepen.
Programma: Jaar:
Ma Journalism (Engelstalig) 2
sem uw vaknaam Ia-b Master’s Thesis Journalism
vakcode LJX998M15
ECTS V/K taal 15 V Eng
Ia-b Ia
3
LJX042M10 LJX062M05
10 5
K V
Eng Eng
Ib
var Ma-stage Journalistiek
LJX000M10
10
K
Eng
Onderzoekscollege II Master’s Thesis Journalism: Preparation
Opmerkingen:
5.2.15
Het is verplicht eerst de Ma-scriptie af te ronden alvorens met de Mastage te kunnen beginnen.
Midden-Oosten Studies 60 ECTS (CROHO 60842)
Midden-Oosten Studies Het Masterprogramma Midden-Oostenstudies duurt een jaar, bestaat uit 60 ECTS en is sinds 1 september 2013 geheel vernieuwd in het kader van Midden-Oosten Regiostudies. MiddenOosten Regiostudies binnen deze Mastermodule bestaat uit bestudering van het Midden-Oosten zelf en de plaats van het Midden-Oosten binnen het internationale systeem. Via bestudering van conflicten en internationale organisaties wordt een uniek inzicht in deze regio geboden. De aanwezige expertise en kennis binnen Midden-Oosten Regiostudies maken deze specialisatie mogelijk en wenselijk. Het programma houdt rekening met de vervulling van een Masterstage in Nederland, Europa of in het Midden-Oosten. Toelatingseisen Een Bachelordiploma Midden-Oosten Studies en ieder vergelijkbaar Bachelordiploma binnen de Faculteit der Letteren geeft toegang tot de Masteropleiding Midden-Oosten Studies. Voor andere Bacheloropleidingen is toestemming nodig van de Toelatingscommissie van de opleiding. Opbouw van het studieprogramma In het eerste semester worden drie modules aangeboden. In het tweede semester kun je een buitenlandverblijf invullen met een Masterstage (10 ECTS) dan wel een tutorial (10 ECTS) met het schrijven van de Masterscriptie (20 ECTS).
Het Studieprogramma
47
Naam opleiding: sem Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
uw 4 4 4 var var var
Ma Midden-Oostenstudies
vaknaam Conflicten in het Midden-Oosten Internat. organisaties Midden-Oosten Ozc: Midden-Oosten Regiostudies Masterscriptie Midden-Oostenstudies Masterstage Midden-Oostenstudies Tutorial Master Midden-Oostenstudies
Opmerkingen:
vakcode LXX029M10 LXX030M10 LXX028M10 LXX998M20 LXX111M10 LXX024M10
ECTS 10 10 10 20 10 10
V/K V V V V KG KG
taal NL NL Eng NL NL NL
Stage / buitenlandverblijf / Tutorial na overleg met de examencommissie.
5.2.16 Erasmus Mundus Master of Excellence – Multiele: Master in Learning and Teaching of Spanish in Multilingual and International Contexts Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 66. 5.2.17 Neerlandistiek 60 ECTS (CROHO 60849) Programma’s (afstudeerrichtingen) De masteropleiding Neerlandistiek kent twee programma’s waarin de student kan afstuderen: 1. Nederlandse Letterkunde (studiepaden: Historische en Moderne letterkunde) 2. Taal en Tekst: ontwikkeling en gebruik (studiepaden: Taalkunde en Taalbeheersing) Profiel van de opleiding Neerlandistiek Het profiel van de opleiding is tweeledig: Taal en Tekst behelst de kennis en het gebruik, mondeling en schriftelijk van het Nederlands, Nederlandse Letterkunde richt zich op het talige deel van de Nederlandse cultuur, de letterkunde. Nederlandse Letterkunde Literatuur staat niet op zichzelf, maar functioneert in een maatschappelijke en historische context. Literatuur drukt culturele en persoonlijke identiteit uit; literatuur komt tot stand door samenwerking en competitie van instanties (uitgeverijen, theaters, genootschappen, literaire kritiek) en personen; literatuur wordt gelezen, voorgedragen of opgevoerd binnen sociale verbanden (gezin, klooster, hof, stad, festival); literatuur houdt verband met andere media (beeldende kunst, podia, pers, film, nieuwe media); literatuur drukt kennis uit en brengt die over op een (lezers)publiek. Samen met docenten en hun medestudenten leren studenten hoe ze op een projectmatige manier wetenschappelijk onderzoek kunnen doen naar deze aspecten en hoe ze de resultaten van dat onderzoek aan een publiek kunnen presenteren (zoals door de organisatie van een tentoonstelling of een lezingendag, de samenstelling van een teksteditie, een lesprogramma of een website, het schrijven van een wetenschappelijk artikel). Binnen het programma Nederlandse Letterkunde kun je twee studiepaden volgen: Historische Letterkunde (Literatuur, kennis en ideeën) en Moderne Letterkunde (Productie en werking van literatuur). Studenten die het pad Historische letterkunde volgen kunnen naast het aanbod van Neerlandistiek ook vakken kiezen uit de master Classical Medieval and Renaissance Studies. Programma:
Nederlandse Letterkunde: Historische Letterkunde
sem uw vaknaam Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode
ECTS V/K taal 10 V NL
Ia-b Ia-b Ia-b
LNX015M05 LNX003M05 LNX018M10
5 5 10
48
2 4 4
Nederlands in de maatschappij Schrijfadvisering en tekstredactie Verwerking van het verleden
V V V
NL NL NL
Het Studieprogramma
IIa-b var Ma-scriptie Nederlands IIa-b var Congresbezoek IIa-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
LNX999M20 LNX002M05
20 5 10
V KG KG
NL NL NL
IIa-b var IIa-b var IIa-b var
LNX000M10 LNX016M05 LNX017M05
10 5 5
KG KG KG
NL NL NL
Opmerkingen:
Ma-stage Nederlands Zelfstudie Nederlands 1 Zelfstudie Nederlands 2
1. Informatie over het aanbod Interdisciplinaire onderzoekscolleges is te vinden in Ocasys onder de Masters Letteren. 2. Studenten Neerlandistiek hebben binnen hun programma ook ruimte voor een onderdeel uit het landelijke programma Master Language, zie http://masterlanguage.nl/cursusaanbod/nederlands/. Studenten kunnen een 10 ECTS onderdeel opvoeren in hun programma. De onderdelen Nederlands in de maatschappij, Schrijfadvisering en tekstredactie en de Mascriptie kunnen niet worden vervangen. 3. Het schema geeft het programma bij instroom in september. Bij instroom in februari is er een gedeeltelijk ander programma. Neem voor aanvang van de opleiding contact op met de studieadviseur om je programma vast te stellen.
Programma:
Nederlandse Letterkunde: Moderne Letterkunde
sem uw vaknaam Ia-b Gedeelde literatuur Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
2 Nederlands in de maatschappij 4 Schrijfadvisering en tekstredactie var Ma-scriptie Nederlands var Congresbezoek var Interdisciplinair onderzoekscollege
IIa-b var IIa-b var IIa-b var Opmerkingen:
Ma-stage Nederlands Zelfstudie Nederlands 1 Zelfstudie Nederlands 2
vakcode LLS039M10
ECTS V/K taal 10 V NL 10
V
NL
LNX015M05 LNX003M05 LNX999M20 LNX002M05
5 5 20 5 10
V V V KG KG
NL NL NL NL NL
LNX000M10 LNX016M05 LNX017M05
10 5 5
KG KG KG
NL NL NL
1. Informatie over het aanbod Interdisciplinaire onderzoekscolleges is te vinden in Ocasys onder de Masters Letteren. 2. Studenten Neerlandistiek hebben binnen hun programma ook ruimte voor een onderdeel uit het landelijke programma Master Language, zie http://masterlanguage.nl/cursusaanbod/nederlands/. Studenten kunnen een 10 ECTS onderdeel opvoeren in hun programma. De onderdelen Nederlands in de maatschappij, Schrijfadvisering en tekstredactie en de Mascriptie kunnen niet worden vervangen. 3. Het schema geeft het programma bij instroom in september. Bij instroom in februari is er een gedeeltelijk ander programma. Neem voor aanvang van de opleiding contact op met de studieadviseur om je programma vast te stellen.
Taal en tekst: ontwikkeling en gebruik Onze taal is niet stabiel en statisch, maar dynamisch en voortdurend in ontwikkeling. Kinderen ontwikkelen zich wonderbaarlijk snel van onverstaanbare brabbelaars tot geletterde volwassenen. Voor de taalkundigen en taalbeheersers in Groningen vormt deze dynamiek één van de centrale thema’s. In dit masterprogramma leren studenten hoe ze op een projectmatige manier wetenschappelijk onderzoek kunnen doen dat antwoord geeft op theoretische en praktische vragen over de ontwikkeling van taal en geletterdheid en over het functioneren van taal en tekst in specifieke contexten. Ze lopen stage bij een maatschappelijke instelling of organisatie die zich bezighoudt met taal en tekst. Zij leren wetenschappelijk gefundeerde bijdragen te leveren aan de Het Studieprogramma
49
praktijk van taalontwikkeling en taalonderwijs of aan de praktijk van het tekstontwerp en aan het maatschappelijk debat daarover. Binnen het programma Taal en tekst: ontwikkeling en gebruik kun je twee studiepaden volgen: Taalkunde (Dynamiek in taal) en Taalbeheersing (Taal en tekst in gebruik). Het is mogelijk binnen het laatstgenoemde studiepad onderdelen te doen uit de specialisatie 'Communicatie en educatie' bij CIW. Programma:
Taal en tekst in gebruik: Taalbeheersing
sem uw vaknaam Ia-b 2 Nederlands in de maatschappij Ia-b Onderzoek communicatievaardigheden
vakcode LNX015M05 LCX057M10
ECTS V/K taal 5 V NL 10 V NL
Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
LNX003M05 LCX039M10 LCX062M10 LNX999M20 LNX002M05 LNX000M10 LCX057M10
5 10 10 20 5 10 10
V KG KG V KG KG KG
NL NL NL NL NL NL NL
LLS025M10 LNX016M05 LNX017M05
10 5 5
KG KG KG
Eng NL NL
4 Schrijfadvisering en tekstredactie 2 Media en Discourse: Framing 4 Taal en tekstoptimalisatie var Ma-scriptie Nederlands var Congresbezoek var Ma-stage Nederlands Onderzoek communicatievaardigheden
IIa-b 4 IIa-b var IIa-b var Opmerkingen:
Programma: sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
uw 2 2 4 2 4 2 var var var 4
Writing: Context, Process and Text Zelfstudie Nederlands 1 Zelfstudie Nederlands 2
1. Studenten Neerlandistiek hebben binnen hun programma ook ruimte voor een onderdeel uit het landelijke programma Master Language, zie http://masterlanguage.nl/cursusaanbod/nederlands/. Studenten kunnen een 10 ECTS onderdeel opvoeren in hun programma. De onderdelen Nederlands in de maatschappij, Schrijfadvisering en tekstredactie en de Mascriptie kunnen niet worden vervangen. 2. Het schema geeft het programma bij instroom in september. Bij instroom in februari is er een gedeeltelijk ander programma. Neem voor aanvang van de opleiding contact op met de studieadviseur om je programma vast te stellen. Taal en tekst – Dynamiek in taal: Taalkunde
vaknaam Nederlands in de maatschappij Nieuwe klanken Schrijfadvisering en tekstredactie Fonologie als menselijk gedrag Language Development Sociolinguïst. variatie & verandering Ma-scriptie Nederlands Congresbezoek Ma-stage Nederlands Semantiek en taalverwerving Nederlands IIa-b var Zelfstudie Nederlands 1 IIa-b var Zelfstudie Nederlands 2 Opmerkingen:
50
vakcode LNX015M05 LTX013M10 LNX003M05 LTX014M10 LLS008M10 LTX012M10 LNX999M20 LNX002M05 LNX000M10 LNT002M10
ECTS 5 10 5 10 10 10 20 5 10 10
V/K V V V KG KG KG V KG KG KG
taal NL En/NL NL En/NL Eng Eng NL NL NL NL
LNX016M05 LNX017M05
5 5
KG KG
NL NL
1. Studenten Neerlandistiek hebben binnen hun programma ook ruimte voor een onderdeel uit het landelijke programma Master Language, zie http://masterlanguage.nl/cursusaanbod/nederlands/. Studenten kunnen een 10 ECTS onderdeel opvoeren in hun programma. De onderdelen Nederlands in de maatschappij, Schrijfadvisering en tekstredactie en de Mascriptie kunnen niet worden vervangen.
Het Studieprogramma
2. Het schema geeft het programma bij instroom in september. Bij instroom in februari is er een gedeeltelijk ander programma. Neem voor aanvang van de opleiding contact op met de studieadviseur om je programma vast te stellen.
Opbouw van het studieprogramma Voor elk van de studiepaden (Taalkunde, Taalbeheersing, Historische letterkunde, Moderne letterkunde) is de opbouw van het programma identiek, de inhoud verschillend, maar wel met enkele gemeenschappelijke onderdelen. Bij instroom in september doen alle studenten in hret eerste semester Nederlands in de maatschappij (5 ECTS), Schrijfadvisering & Tekstredactie (5 ECTS) en daarnaast een Onderzoekscollege binnen de eigen specialisatie (10 ECTS) en een Interdisciplinair onderzoekscollege gerelateerd aan de eigen specialisatie (10 ECTS). In het tweede semester kan men naar keuze een tweede Interdisciplinair onderzoekscollege, een Stage bij overheid of bedrijfsleven of een combinatie van de vakken Congresbezoek en Zelfstudie doen. Als opgemerkt, bij instroom in februari geldt een ten dele ander programma. Toelatingseisen Het voldoen aan de eisen voor het BA-getuigschrift Nederlandse taal en cultuur is voorwaarde voor toelating tot de MA Neerlandistiek. Men kan, zonder tijdverlies, in de MA een andere specialisatierichting kiezen dan in de BA en men kan ook aan het begin van het tweede semester instromen in de MA. Voor informatie over beide richte men zich tot de studieadviseur. Studenten met een HBO-diploma 2e-graads dienen een schakelprogramma te volgen van 1 jaar aan BAonderdelen. Studenten met een HBO-diploma 1e-graads hebben direct toegang tot de MA. Relatie met andere masterprogramma’s Als je de Educatieve master Nederlands wilt volgen, dan ziet het eerste semester van het eerste masterjaar er bij instroom in september in grote lijnen hetzelfde uit als dat van de studenten die kiezen voor de maatschappelijke master. In het tweede semester van jaar 1 volg je twee onderdelen van 5 ECTS bij het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG) als voorbereiding op je tweede, vooral (vak)didactische masterjaar. Daarnaast schrijf je een scriptie van 20 ECTS. In het tweede jaar volg je een 'werken-leren traject': naast colleges bij het UOCG sta je een aantal uren per week voor de klas en volg je nog voor 10 ECTS twee voor de Educatieve Master specifieke en verplichte zelfstudies bij Nederlands. Vóór het begin van het 'werken-leren traject' moet je de masterscriptie afgerond hebben, anders word je niet toegelaten. Met het afronden van de educatieve master heb je zowel een mastertitel als een eerstegraads lesbevoegdheid behaald. De maatschappelijke master duurt 1 jaar, de educatieve master 2 jaar. Naast de masteropleiding Neerlandistiek bestaan er in Groningen researchmasters die 2 jaar duren, ze leiden vooral op tot onderzoeker. Een selectieprocedure gaat vooraf aan de toelating tot deze opleidingen (zie: 5.6.1 en 5.6.3). Toekomstperspectieven Een masterdiploma Neerlandistiek geeft aan dat de student in staat is wetenschappelijk onderzoek te verrichten en beschikt over de kennis en competenties die noodzakelijk zijn om toegelaten te worden tot de promotie. De master is in staat tot een zelfstandige beroepsuitoefening op academisch niveau en kan bijdragen leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied. De master kan verder bijdragen aan het toegankelijk houden en overdragen van Nederlandse cultuur voor zover die in taaluitingen is neergelegd. Het beroepenveld waar afgestudeerde neerlandici terechtkomen is breed. Instellingen waar afgestudeerden terechtkomen zijn o.a.: de wetenschap, tekst- en communicatiebureaus of communicatie-afdelingen van bedrijven of instellingen, de overheid (gemeente, provincie, rijk), nonprofitinstellingen, het (hoger) onderwijs, de journalistiek, de omroep, culturele instellingen, uitgeverijen, vertaalbureaus. Sommige afgestudeerden worden vrij gevestigd schrijver. Taken die een Master Neerlandistiek in zijn eerste baan na zijn studie kan tegenkomen, bevinden zich onder andere op het gebied van ontwerpen en redigeren van uiteenlopende teksten, de redactie van tijdschriften en van gedrukte en elektronische teksten, het verstrekken van informatie over de Nederlandse taal en literatuur, het beheren en onderhouden van taalmaterialen, het verzorgen van cursussen; het begeleiden van auteurs op uitgeverijen, het coördineren van projecten,
Het Studieprogramma
51
het mede vormgeven van communicatie- en uitgeef-strategieën en het adviseren over de inzet van communicatieactiviteiten en -middelen. 5.2.18
Noord-Amerika Studies 60 ECTS (CROHO 60845)
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 67. 5.2.19 Oudheidstudies 60 ECTS (CROHO 60821) Programma’s (afstudeerrichtingen) De masteropleiding Oudheidstudies kent twee progamma’s waarin de student kan afstuderen: 1) Griekse en Latijnse Taal en Cultuur 2) Oude Geschiedenis Profiel van de opleiding Hoe worden in het wetenschappelijk onderzoek allerlei thema’s uit de oudheid benaderd, bijvoorbeeld de Trojaanse oorlog, de verhouding tussen Grieken, Romeinen en barbaren, de functie van literaire genres? Hoe kun je zelf de schriftelijke en materiële bronnen kritisch evalueren? Hoe schrijf je een commentaar op een tekst uit de oudheid? Wat zijn de antieke wortels van moderne ideeën over burgerschap en leiderschap? Wat was de basis van het succes van het Romeinse rijk? Deze en andere vragen worden bij de Master Oudheidstudies uitgediept. De opleiding richt zich op een geïntegreerde benadering van de klassieke oudheid, waarin je kunt kiezen voor een meer of minder talige invulling van het programma. Toelatingseisen De Master Oudheidstudies sluit aan op de Ba-opleidingen Griekse en Latijnse Taal en Cultuur en Geschiedenis. De Master is ook toegankelijk voor studenten met een Ba-diploma Archeologie of Filosofie of een andere relevante opleiding die tijdens hun BA aantoonbaar aandacht hebben besteed aan de oudheid. Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (GLTC) Opbouw van het programma Het masterprogramma GLTC duurt een jaar en omvat 60 ECTS en kent voor iedereen een gelijksoortige opbouw. In het eerste semester volgt iedereen het commentaarcollege Grieks en Latijn (10 ECTS) en een interdisciplinair onderzoekscollege (10 ECTS). De resterende 10 ECTS worden gevuld met keuze-onderdelen. In het tweede semester volgt iedereen een thematisch college Grieks en Latijn (10 ECTS) en schrijft een scriptie (20 ECTS). Het interdisciplinaire onderzoekscollege wordt gekozen uit het aanbod van de Faculteit. Bij de keuze-onderdelen kiest de student: - een onderwerp op het gebied van de oudheid uit het aanbod van GLTC (bijvoorbeeld Griekse epigrafie en/of papyrologie), Oude Geschiedenis, Klassieke en Mediterrane Archeologie, Europese talen, Filosofie of Rechten. - een module uit het landelijke aanbod van modules in het kader van Masterlanguage. - een stage. Programma:
Griekse en Latijnse taal en cultuur
sem uw vaknaam Ia-b 2 Commentaarcollege Grieks en Latijn Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LQX020M10
ECTS V/K taal 10 V NL 10 V NL
Ia-b Ia-b Ia-b
LQX021M05 LQX022M05 LGX146M10
5 5 10
52
var var 2
Griekse epigrafie Griekse epigrafie: Essay Res. Sem.: “Late Antiquity”
KG KG KG
En/NL NL Eng
Het Studieprogramma
Ia-b Ib IIa-b IIa-b IIa-b
3 The Rise of Cities and States var Griekse literaire papyrologie var Ma-scriptie Oudheidstudies 2 Themacollege Grieks en Latijn Masterstage Oudheidstudies
LPM005M10 LQX026M05 LQX997M20 LQX027M10 LQX028M10
10 5 20 10 10
KG KG V V K
Eng NL NL NL NL
IIa
4
LPX006M10
10
KG
Eng
The Archaeology of Death
Opmerkingen:
1. Het onderdeel Griekse epigrafie (LQX021M05) kan worden gecombineerd met 1. Een essay Griekse epigrafie (LQX022M05) of 2. Het onderdeel Griekse literaire papyrologie (LQX023M05). 2. Studenten GLTC volgen in totaal: - 20 EC GLTC onderdelen - 20 EC Master-scriptie Oudheidstudies - 20 EC keuzeonderdelen, waarvan één interdisciplinair onderzoekscollege. 3. Studenten die in semester twee willen starten, kunnen in overleg met de studieadviseur een programma samenstellen.
Oude Geschiedenis Opbouw van het programma Het masterprogramma Oude Geschiedenis duurt een jaar en omvat 60 ECTS. Kern van het programma vormen de twee onderzoekscolleges van elk 10 ECTS over jaarlijks wisselende onderwerpen. Verder worden 20 ECTS naar keuze ingevuld met: - bijv. epigrafiek, onderdelen uit de opleidingen GLTC, Archeologie, Geschiedenis, of buitenfacultaire modules zoals Antieke Wijsbegeerte of Rechtsgeschiedenis. - een module uit het landelijke aanbod van modules in het kader van Masterlanguage - een stage Het keuzepakket wordt in overleg met de docenten Oude Geschiedenis vastgesteld. Het programma wordt afgesloten met een scriptie van 20 ECTS. Studenten zonder GLTC Badiploma kunnen hun programma niet-talig invullen. Programma: sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
uw 2 2 var var 3 var 2
IIa
4
Oude geschiedenis
vaknaam Res. Sem.: “Late Antiquity” Commentaarcollege Grieks en Latijn Griekse epigrafie Griekse epigrafie: Essay The Rise of Cities and States Ma-scriptie Oudheidstudies Res.Sem.:Cultures of Memory in Antiquity Masterstage Oudheidstudies
Opmerkingen:
The Archaeology of Death
vakcode LGX146M10 LQX020M10 LQX021M05 LQX022M05 LPM005M10 LQX997M20 LGX147M10 LQX028M10
ECTS 10 10 5 5 10 20 10 10
V/K V KG KG KG KG V V K
taal Eng NL En/NL NL Eng NL Eng NL
LPX006M10
10
KG
Eng
1. Studenten kunnen kiezen uit bijv. modules uit de Master ‘Geschiedenis Vandaag/History Today’ (Colloquium, Onderzoekscollege of Historisch Methodenvak), of buitenfacultaire modules Antieke Wijsbegeerte of Rechtsgeschiedenis. Dit moet altijd gebeuren in overleg met de studieadviseur. 2. Studenten Oude geschiedenis volgen in totaal: - 20 EC Oude geschiedenis onderdelen - 20 EC Master-scriptie Oudheidstudies - 20 EC keuzeonderdelen 2. Studenten die in semester twee willen starten, kunnen in overleg met de studieadviseur een programma samenstellen.
Het Studieprogramma
53
Relatie met andere masterprogramma’s Als je de tweejarige Educatieve master Grieks en Latijn wilt volgen, dan ziet het eerste semester van het eerste masterjaar er in grote lijnen hetzelfde uit als dat van de studenten die kiezen voor de master Oudheidstudies. In het tweede semester van jaar 1 volg je een Basiscursus Lerarenopleiding en een Masterstage, elk van 5 ECTS, 3 bij de Lerarenopleiding als voorbereiding op je tweede masterjaar. Daarnaast schrijf je een scriptie van 20 ECTS. Vóór het begin van het tweede jaar moet je de masterscriptie afgerond hebben, anders word je niet toegelaten. In het tweede jaar volg je onderdelen vakdidactiek, onderwijskunde en stages op scholen. De opleiding wordt afgesloten met onderzoeksproject. Met het afronden van de educatieve master heb je zowel je mastertitel als je eerstegraads lesbevoegdheid behaald. Naast de masteropleiding Oudheidstudies bestaan er in Groningen tweejarige researchmasters Classical, Medieval and Renaissance Studies, Literary and Cultural Studies, Art History and Archaeology en Taalwetenschappen, die specifiek opleiden tot onderzoeker. Een selectieprocedure gaat vooraf aan de toelating tot deze onderzoeksopleidingen (zie 5.6). Toekomstperspectieven De breedheid van deze letterenopleiding, de grote taalvaardigheid en het kritisch vermogen maken classici en oudhistorici geschikt voor allerlei functies. Dit maakt dat ze breed inzetbaar zijn voor carrières in de wetenschap, bij de overheid, de media, uitgeverijen, het bedrijfsleven, de cultuursector, bibliotheken en in het onderwijs. 5.2.20
Oudheidstudies 120 ECTS (CROHO 60039)
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 77.
5.2.21 Taalwetenschappen 60 ECTS (CROHO 60815) Progamma’s (afstudeerrichtingen) De masteropleiding Taalwetenschappen kent vier programma’s waarin de student kan afstuderen: 1) Neurolinguïstiek 2) Applied Linguistics 3) Europese taalkunde 4) Multilingualism Profiel van de opleiding Taalwetenschappen De Masteropleiding Taalwetenschappen verenigt academische vorming en het bestuderen en toepassen van belangrijke theorieën en methodologieën van de Linguïstiek en de toepassing ervan in de maatschappij. Daarbij wordt de nadruk gelegd op brede thema’s die richtinggevend zijn voor de ontwikkeling binnen het wetenschapsgebied en de maatschappelijke context. De disciplines Toegepaste Taalwetenschap, Neurolinguïstiek en Europese Taalkunde vormen de basis van deze brede, dynamische en flexibele opleiding in Groningen. Terwijl Toegepaste Taalwetenschap al als zelfstandige opleidingen bestond, is Neurolinguïstiek een samenvoeging van het gelijknamige onderdeel uit de oude opleiding Algemene Taalwetenschap (ATWNeurolinguïstiek) en Speech and Language Pathology (SLP). De nieuwe afstudeerrichting Europese Taalkunde (EL) is een gemeenschappelijke voortzetting van de voormalige afstudeervariant Theoretische Linguïstiek van de opleiding Algemene Taalwetenschap (ATW) en de taalkundige afstudeervarianten van de moderne talen-opleidingen Duitse Taal en Cultuur, Engelse Taal en Cultuur, Friese Taal en Cultuur, Romaanse Talen en Culturen (RTC), Scandinavische Talen en In plaats van het Themacollege Grieks en Latijn(10 ECTS). Dit college volg je in het tweede semester van het tweede jaar om uiteindelijk toch de vereiste omvang van 60 ECTS aan studieonderdelen voor de Master Oudheidstudies te behalen. 3
54
Het Studieprogramma
Culturen, en Slavische Talen en Culturen. Dit biedt de student tevens de mogelijkheid zich te specialiseren in een taal of taalfamilie, waardoor de opleiding in zekere zin een intercultureel component bevat. De combinatie en integratie van de diverse aspecten van Taalwetenschap maakt de opleiding uniek. Neurolinguïstiek Opbouw van het studieprogramma Binnen de richting Neurolinguïstiek bestudeer je spraak- en taalstoornissen in al haar facetten: theoretische en medische achtergrond, diagnostiek en behandeling. In Groningen staan de taalstoornissen centraal (afasie, taalontwikkelingsstoornissen en dyslexie), maar er wordt ook aandacht besteed aan spraakstoornissen (met name verworven spraakapraxie en ontwikkelingsdyspraxie). In het eerste semester worden drie onderzoekscolleges (afasiologie, taalontwikkelingsstoornissen, dyslexie) aangeboden. In het tweede semester volgen alle studenten een stage; wil men een therapiebevoegdheid behalen, dan wordt deze stage verzorgd door de opleiding Logopedie. Deze stage is therapiegericht. Studenten die al een therapiebevoegdheid hebben of studenten die geen therapiebevoegdheid willen halen, doen een onderzoeksgerichte stage. Deze stages worden verzorgd door de RUG. In alle gevallen wordt de opleiding afgesloten met een scriptie. De eisen die aan de scriptie gesteld worden zijn voor elke student hetzelfde: een student moet bij de scriptie laten zien in staat te zijn tot het zelfstandig opzetten en uitvoeren van een onderzoek. De scriptie heeft de status van een wetenschappelijk verslag van het uitgevoerde onderzoek. Programma: sem Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b
uw 4 4 4 var var
Ma Neurolinguïstiek
vaknaam Afasiologie Dyslexie Taalontwikkelingsstoornissen Masterscriptie Neurolinguïstiek Masterstage Neurolinguïstiek
Opmerkingen:
vakcode LTX001M10 LTX003M10 LTX002M10 LTS998M20 LTN000M10
ECTS 10 10 10 20 10
V/K V V V V V
taal En/NL En/NL NL NL En/NL
Studenten die tijdens hun bachelor Taalwetenschap zijn begonnen met de minor Logopedie, behalen hun therapie bevoegdheid door na de master nog een laatste afrondende Logopedie-stage te volgen.
Applied Linguistics (TEFL) Programme structure The main aim of this specialization is to introduce students to research in the field of second language acquisition and multilingualism, and the application of such research in the practical field of language teaching and language testing. The heart of this specialization is the course unit Theory of Second Language Development, which covers all theoretical aspects of second-language acquisition, discussing a contemporary, dynamic perspective based on a historical development. Both conventional and traditional research is supported in the course unit Research Methodology in Applied Linguistics. This course unit teaches students not only to critically examine research by others, but also independently to set up, analyse and correctly report on research in the field of second-language acquisition. The application of language research in education is discussed in the course unit Teaching Methodology and Second Language Development, which also trains students in developing language teaching methodologies supported by the understanding they acquired in Theory of Second Language Development. In the second semester, students may choose to further specialize in language teaching via the course unit CALL, which focuses on ComputerAssisted Language Learning and introduces students to a variety of applications of computers in language teaching as well as to research into the effectiveness of these applications. Students can also choose an elective course from one of the other Linguistics Masters, provided that the course fits the content of the programme.The broad knowledge they gain in the fields of secondlanguage acquisition, language education, and research methodology will thoroughly prepare Het Studieprogramma
55
students for setting up, conducting, analysing and reporting on their own independent research project in their Master's Thesis in Applied Linguistics. Programma: sem Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
uw 3 4 3 2 var 2
Ma Applied Linguistics - TEFL
vaknaam Onderwijsmeth./2e taalontwikkeling Onderzoeksmethodologie TTW Theorie van tweede-taalontwikkeling Ma-scriptie Toegepaste Taalwetenschap CALL Ma-stage Toegepaste Taalwetenschap
Opmerkingen:
vakcode LOX014M10 LOX002M10 LOX011M10 LOX999M20 LOX015M10 LOX000M10
ECTS 10 10 10 20 10 10
V/K V V V V K K
taal Eng Eng Eng Eng Eng Eng
1. De student kiest in het 2e semester een keuzeonderdeel voor in totaal 10 ECTS, of met toestemming van de studieadviseur een onderdeel uit een ander Masterprogramma. 2. De stage en scriptie kunnen ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden. Raadpleeg de studieadviseur.
Europese taalkunde Opbouw van het studieprogramma Het programma Europese Taalkunde (European Linguistics) is een 60-ECTS masterprogramma dat een gemeenschappelijke voortzetting is van de voormalige afstudeervariant Theoretische Linguïstiek van de opleiding Algemene Taalwetenschap (ATW) en de taalkundige afstudeervarianten van de moderne talen-opleidingen Duitse Taal en Cultuur, Engelse Taal en Cultuur, Finoegrische Talen en Culturen, Friese Taal en Cultuur, Romaanse Talen en Culturen, Scandinavische Talen en Culturen, en Slavische Talen en Culturen. Vanuit deze achtergrond richt het programma zich op taal in al zijn complexiteit en variatie. Het programma besteedt aandacht aan de belangrijkste deelgebieden van de taalwetenschap (de synchrone en diachrone studie van klank, structuur, en betekenis van taal), maar biedt studenten ook de mogelijkheid zich te specialiseren in een taal of taalfamilie (in het bijzonder de talen Duits, Engels, Frans, Fries, Italiaans, Nederlands, Russisch, Spaans en Zweeds). Studenten kunnen zich specialiseren in theoretische algemene taalwetenschap of in één van de moderne talen (de taal van specialisatie). Colleges zijn zo opgezet dat zowel de theoretische deelgebieden als de participerende taalgebieden in het programma herkenbaar aanwezig zijn. De taal van instructie is Nederlands, of bij deelname van internationale studenten en/of docenten Engels. Werkstukken en scripties kunnen geschreven worden in de taal van specialisatie van de student. In dat geval kan de student mede begeleid worden door een specialist in de faculteit anders dan de docent van de module. Indien een student 40 ECTS heeft besteed aan zijn taal van specialisatie, kan die specialisatie vermeld worden op het diplomasupplement. Het programma kenmerkt zich door een verdeling in drie themagebieden (syntaxis/semantiek, fonologie/morfologie, en taalverandering/sociolinguïstiek) waarbinnen verschijnselen van alle talen bestudeerd kunnen worden. Wel wordt er, afhankelijk van de docent en zijn/haar expertise veelal vanuit drie taalgebieden (Engels, overig Germaans, en Romaans) gewerkt. Er is gekozen voor een dergelijke indeling om in het programma zowel de themagebieden als de taalgebieden duidelijk herkenbaar aanwezig te laten zijn. Programma: sem Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b
56
uw 2 4 2 2
Europese taalkunde
vaknaam Fonologie als menselijk gedrag Language Development Nieuwe klanken Sociolinguïst. variatie & verandering
vakcode LTX014M10 LLS008M10 LTX013M10 LTX012M10
ECTS 10 10 10 10
V/K K K K K
taal En/NL Eng En/NL Eng
Het Studieprogramma
IIa-b var Masterscriptie Taalwetenschappen IIa-b 2 Linguistic Analysis Opmerkingen:
LTX998M20 LLS007M10
20 10
V K
NL En/NL
Studenten mogen ook een letterkundige taalspecifieke module kiezen uit het aanbod van de Ma letterkunde.
Toekomstperspectieven Het masterprogramma Europese taalkunde leidt op tot een baan op het gebied van theoretische of beschrijvende linguïstiek, taalontwikkeling, taal- en spraaktechnologie of computerlinguïstiek. Daarnaast komen afgestudeerden terecht in het onderwijs of in de communicatie (taaldocent, tekstschrijver, editor, redacteur, vertaler). Ook is het programma ET een geschikte vooropleiding voor beleidsfuncties op het gebied van veeltaligheid en meertaligheid. Daarnaast kan het programma ET dienen als maatschappelijke master binnen de EduMa Duits, Engels, Frans en Spaans. Multilingualism Programme structure The Multilingualism specialisation focuses on the social, cognitive, cultural and educational aspects of multilingualism. This practically oriented programme imparts knowledge about multilingualism which graduates can use in the education sector, in corporate or non-governmental organisations, as well as in policy-making positions. The first semester comprises six course units that discuss a variety of aspects of and perspectives on multilingualism. The course unit Psycholinguistics: The Multilingual Mind focuses on the cognitive aspects of multilingualism and Sociolinguistics: The Multilingual Society on social aspects. The course The Multilingual School discusses basic concepts, principles, aims and forms of multilingual teaching, whilst the course unit Language Diversity in Society introduces students to the principles of language planning and policy making. Throughout these courses students learn about the various contexts in which multilingualism occurs and the relationship between multilingualism, language endangerment and language change. In the course unit Minority Languages: the Case of Frisian, students conduct field research into multilingualism in the ‘Frisian laboratory’. They visit political and cultural institutions in Fryslân, as well as places where lower language domains can be observed and studied, such as community centres, bars, churches and nursing homes. In addition, the students complete a course Research Methodology & Statistics in the first semester. The central theme of this course unit is the practice of social and behavioural research. Students are introduced to the qualitative and quantitative methods and techniques used in the field and teaching practice is bases on do-it-yourself and selfexperience. In the second semester students can do a work placement or follow an elective course. The course unit Testing and Assessment focuses on the theory and practice of language assessment. Language and Cultural History, which is also an elective, discusses the relationships between language, politics and power from a cultural-historical perspective. The MA specialisation in Multilingualism is concluded with a 20 ECTS thesis. Programma: sem Ia Ia Ia Ib Ib Ib IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
uw 2 2 2 2 2 2 var 2 var 2
Ma Multilingualism
vaknaam Research Methodology The Multilingual Community The Multilingual School Linguistic Diversity in Society Minority Languages: The Case of Frisian The Multilingual Mind Ma Thesis Multilingualism Language and Cultural History Ma Internship Multilingualism Testing and Assessment
Het Studieprogramma
vakcode LHF018M05 LHF014M05 LHF015M05 LHF017M05 LHF016M05 LHF021M05 LHM999M20 LHF019M10 LHM000M10 LHF020M10
ECTS 5 5 5 5 5 5 20 10 10 10
V/K V V V V V V V K K K
taal Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng Eng
57
5.2.22
Taalwetenschappen 120 ECTS (CROHO 60817)
Progamma’s (afstudeerrichtingen) De Research Masteropleiding Taalwetenschappen kent drie programma’s waarin de student kan afstuderen: Language and Cognition – Research Master Clinical Linguistics – Research Master Language and Communication Technologies – Research Master Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 87. 5.3
INTERDISCIPLINAIRE ONDERZOEKSCOLLEGES
De Faculteit biedt een serie zogenaamde interdisciplinaire onderzoekscolleges aan. Deze colleges zijn bedoeld voor studenten die een Masterprogramma Letterkunde of Neerlandistiek volgen. Deze studenten volgen in beginsel één interdisciplinair onderzoekscollege. In totaal worden er 9 van dergelijke colleges verzorgd. Met de interdisciplinaire colleges wordt het keuzeaanbod aanzienlijk verrijkt. Opzet en vorm van de interdisciplinaire colleges verschillen per onderdeel. Soms wordt een college verzorgd door één docent, soms door een groep van docenten. Ook kan het voorkomen dat het bestaat uit twee blokken, na een inleiding volgt vervolgens een uitwerking die hoofdvak gerelateerd is. Nadere informatie kan worden gevonden bij de verschillende moduleomschrijvingen. Interdisciplinaire onderzoekscolleges sem uw vaknaam Ia-b 3 Biographical Approach of History Ia-b Gedeelde literatuur
vakcode LLS026M10 LLS039M10
ECTS V/K taal 10 K Eng 10 K NL
Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
LLS033M10 LLS037M10 LLS029M10 LLS014M10 LLS038M10 LLS035M10 LLS036M10
10 10 10 10 10 10 10
3 3 3 2 3 3 3
Minority Literatures and Cultures Modernisme en waarneming The Author’s Self-Fashioning Van schrijver naar lezer: Edities European Literature Letter-writing in premodern Europe Literature and emotion
K K K K K K K
En/NL Eng En/NL NL Eng Eng Eng
5.4 EDUCATIEVE MASTERS (2 JAAR) Algemeen profiel van de opleidingen Educatieve masteropleidingen zijn opleidingen met een omvang van 120 ECTS-studiepunten, die dus twee voltijdse studiejaren in beslag nemen. In het eerste masterjaar volg je 50 ECTS van je maatschappelijke master en een deel van de eerstegraads lerarenopleiding (10 ECTS) van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen (GMW). In het tweede masterjaar volg je het grootste deel van de eerstegraads lerarenopleiding en daarnaast nog een deel (10 ECTS) van je maatschappelijke master. Het met succes afronden van de educatieve masteropleiding levert je naast een masterdiploma ook een eerstegraads onderwijsbevoegdheid op.
58
Het Studieprogramma
Educatieve masteropleidingen zijn alleen mogelijk voor: Educatieve Masters (120 ECTS) Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Duitse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Engelse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Franse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Friese Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Geschiedenis Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Griekse en Latijnse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Nederlandse Taal en Cultuur Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Spaanse Taal en Cultuur inclusief: Multiele: Learning and Teaching of Spanish in Multilingual and International Contexts Het eerste jaar van een educatieve master komt voor 50 ECTS overeen met het onderwijsprogramma van de maatschappelijke master. In afwijking van die master worden in het tweede semester 10 ECTS-punten 4 besteed aan de Basiscursus lerarenopleiding: je volgt colleges, maakt opdrachten en loopt een (kleine) stage. Het tweede jaar van een educatieve master bestaat uit het Werken-leren traject. Dit is er op gericht dat de student na afloop ervan voldoet aan de eisen van startbekwaamheid voor eerstegraads leraren. Het Werken-leren traject heeft voor de helft plaats op een school voor voortgezet onderwijs en bestaat voor de ander helft uit instituutsactiviteiten bij de lerarenopleiding van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen. (Meer informatie via: www.rug.nl/education/lerarenopleiding/) Toelatingsvoorwaarden Een universitair bachelordiploma Duitse-, Engelse-, Friese- Nederlandse-, Franse-, Spaanse- en Griekse & Latijnse Taal en Cultuur en Geschiedenis geven onvoorwaardelijke toegang tot een educatieve master in dezelfde richting. Opbouw van het programma Het eerste jaar van het programma bestaat uit 30 ECTS aan hoofdvakgerelateerde onderdelen, 10 ECTS aan de "Basiscursus lerarenopleiding", te volgen in het tweede semester en het schrijven van een scriptie van 20 ECTS. Zoals in de Onderwijs en Examenregeling is vermeld, moeten zowel de "Scriptie" als de "Basiscursus lerarenopleiding" aan het einde van het eerste studiejaar zijn afgerond alvorens met de andere onderdelen van de educatieve master te kunnen beginnen. 5.4.1
Educatieve Master Duitse Taal en Cultuur
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Duitse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 1
sem uw vaknaam Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
3 var var var
Literaire kritiek op Europa sinds 1945 Basiscursus Master Lerarenopleiding Master scriptie Duits Masterstage 1 Leraar Duits
vakcode
LDX003M10 ULOM1005AL LDX999M20 ULOM1105D U
ECTS V/K taal 10 V NL 10
V
NL
10 5 20 5
V V V V
D NL D NL
4
De 10 ECTS die je (op dat moment) bij de maatstchappelijke master mist haal je in het tweede jaar in, om uiteindelijk toch de vereiste omvang van 60 ECTS aan studieonderdelen van de maatschappelijke master te behalen.
Het Studieprogramma
59
Opmerkingen:
Naam opleiding: Studiejaar:
Behalve de tweejarige Educatieve Master Duits die gevolgd wordt na het behalen van een passende Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Duits te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Europees of bij de Lerarenopleiding. In plaats van een interdisciplinaire module mag er ook een module uit het aanbod van Masterlanguage (In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage (http://masterlanguage.nl) worden gekozen.
MaEduc Duitse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 2
sem uw vaknaam Ia-b var Masterstage 2 Leraar Duits Ia-b
var Vakdidaktiek 2 (schoolvak): ULOM1405
Ia
var Vakdidactiek 1 Duits
Ib var Onderwijskunde VO IIa-b 3 A.v. Droste-Hülshoffs verlangen IIa-b var Masterstage 3 Leraar Duits IIa-b var Onderzoek Master Lerarenopleiding
5.4.2
vakcode ULOM1215D U
ECTS V/K taal 15 V NL 5
V
NL
ULOM1305D U ULOM1505 LDX001M10 ULOM1610D U ULOM1710AL
5
V
NL
5 10 10
V V V
NL D NL
10
V
NL
Educatieve Master Engelse Taal en Cultuur
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Engelse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 1
sem uw vaknaam Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode
ECTS V/K taal 10 KV NL
Ia-b
LLE010M05
510
KV
LEX014M05
510
KV
7va Anglo-Saxon Saint’s LivesTaalspecifieke mor dule Engels IbIa- var Music and LiteratureTaalspecifieke module b Engels IIa-b var Basiscursus Master Lerarenopleiding IIa-b var Ma-scriptie Engels IIa-b 10 Masterstage 1 Leraar Engels Opmerkingen:
60
ULOM1005AL 5 LEX999M20 20 ULOM1105EN 5
V V V
EngN L EngN L NL Eng NL
Behalve de tweejarige Educatieve Master Engels die gevolgd wordt na het behalen van een passende Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Engels te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Engels of bij de Lerarenopleiding. Zie voor keuze Taalspecifieke module Engels het aanbod van Ma Letterkunde (English Literature & Culture en WEM), Ma Taalwetenschappen (Europese taalkunde en Applied Linguistics - TEFL) en Masterlanguage (zie http://masterlanguage.nl/)
Het Studieprogramma
Naam opleiding: Studiejaar: sem Ia-b Ia Ib Ib IIa-b IIa-b IIa-b
uw var var var var var var var
MaEduc Engelse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 2
vaknaam Masterstage 2 Leraar Engels Vakdidactiek 1 Engels Onderwijskunde VO Vakdidactiek 2 Engels Masterstage 3 Leraar Engels Onderzoek Master Lerarenopleiding Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode ULOM1215EN ULOM1305EN ULOM1505 ULOM1405EN ULOM1610EN ULOM1710AL
IIa-b var Taalspecifieke module Engels Opmerkingen:
5.4.3
V/K V V V V V V K
taal NL Eng NL NL NL NL NL
10
K
NL
Zie voor keuze Taalspecifieke module Engels het aanbod van Ma Letterkunde (English Literature & Culture en WEM), Ma Taalwetenschappen (Europese taalkunde en Applied Linguistics - TEFL) en Masterlanguage (zie http://masterlanguage.nl/).
Educatieve Master Franse Taal en Cultuur
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Franse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 1
sem uw vaknaam Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
3 var var var
Migrantenlit. en transcult. identiteit Basiscursus Master Lerarenopleiding Master scriptie RTC-Frans Masterstage 1 Leraar Frans
Opmerkingen:
uw var var var var 3 var var
vakcode
LRF035M10 ULOM1005AL LRF999M20 ULOM1105FA
ECTS V/K taal 10 V NL 10
V
NL
10 5 20 5
V V V V
Fr NL Fr NL
Behalve de tweejarige Educatieve Master Frans die gevolgd wordt na het behalen van een passende Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Frans te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Europees of bij de Lerarenopleiding. In plaats van een interdisciplinaire module mag er ook een module uit het aanbod van Masterlanguage In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage (http://masterlanguage.nl) worden gekozen.
Naam opleiding: Studiejaar: sem Ia-b Ia Ib Ib IIa-b IIa-b IIa-b
ECTS 15 5 5 5 10 10 10
MaEduc Franse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 2
vaknaam Masterstage 2 Leraar Frans Vakdidactiek 1 Frans Onderwijskunde VO Vakdidactiek 2 Frans Het groteske in de Franse literatuur Masterstage 3 Leraar Frans Onderzoek Master Lerarenopleiding
Het Studieprogramma
vakcode ULOM1215FA ULOM1305FA ULOM1505 ULOM1405FA LRF036M10 ULOM1610FA ULOM1710AL
ECTS 15 5 5 5 10 10 10
V/K V V V V V V V
taal NL NL NL NL Fr NL NL
61
5.4.4
Educatieve Master Friese Taal en Cultuur
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Friese taal en letterkunde (2-jarig na bachelor) 1
sem uw vaknaam Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
var var var var
Literatuursociologie Fries Basiscursus Master Lerarenopleiding Ma-scriptie Fries Masterstage 1 Leraar Fries
vakcode
ECTS V/K taal 10 V NL
LHF022M10 ULOM1005AL LHF999M20 ULOM1105FR
10
V
NL
10 5 20 5
V V V V
Fri NL NL NL
Opmerkingen:
Behalve de tweejarige Educatieve Master Fries die gevolgd wordt na het behalen van een passende Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Fries te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij een studieadviseur of bij Lerarenopleiding.
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Friese taal en letterkunde (2-jarig na bachelor) 2
sem Ia-b Ia Ib Ib IIa-b IIa-b IIa-b
5.4.5
uw var var var var var var var
vaknaam Masterstage 2 Leraar Fries Vakdidactiek 1 Fries Onderwijskunde VO Vakdidactiek 2 Fries Literatuurgeschiedenis Fries Masterstage 3 Leraar Fries Onderzoek Master Lerarenopleiding
vakcode ULOM1215FR ULOM1305FR ULOM1505 ULOM1405FR LHF023M10 ULOM1610FR ULOM1710AL
ECTS 15 5 5 5 10 10 10
V/K V V V V V V V
taal NL NL NL NL Fri NL NL
Educatieve Master Geschiedenis
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Geschiedenis (2-jarig na bachelor) 1
sem uw vaknaam Ia-b 2 Onderzoekscollege geschiedenis
vakcode
ECTS V/K taal 10 V NL
Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
LGX123M05 LGX124M05 LGX125M05 LGX126M05 LGX127M05 LGX128M05 ULOM1005AL LGX999M20 ULOM1105GS
5 5 5 5 5 5 5 20 5
var 2 2 2 var 2 var var var
Colloquium: Past in the Present Hist. methoden: Archieven & internet Hist. methoden: Beeldcultuur Hist. methoden: Documentaire, museum Hist. methoden: Kwantitatieve analyse Hist. methoden: Levensverhalen Basiscursus Master Lerarenopleiding Ma-scriptie Geschiedenis Masterstage 1 Leraar geschiedenis
Opmerkingen:
62
K K K K K K V V V
NL En/NL En/NL En/NL En/NL En/NL NL En/NL NL
1. Historische methoden colleges worden ook in het 2e semester aangeboden. 2. Het Colloquium ‘The Past in the Present’ kan vervangen worden door een historisch methodencollege. 3. Zie voor het aanbod van onderzoekscolleges het schema van de MA
Het Studieprogramma
Geschiedenis Vandaag en/of de Onderzoeksbrochure Geschiedenis, die in juni en december op de Nestor-site (my organizations) van Geschiedenis verschijnt. Behalve de tweejarige Educatieve Master Geschiedenis die gevolgd wordt na het behalen van de gelijknamige Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van de gelijknamige Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Geschiedenis te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Geschiedenis of bij de Lerarenopleiding. Naam opleiding: Studiejaar: sem Ia-b Ia Ib Ib IIa-b IIa-b IIa-b
5.4.6
uw var var var var var var var
MaEduc Geschiedenis (2-jarig na bachelor) 2
vaknaam Masterstage 2 Leraar geschiedenis Vakdidactiek 1 geschiedenis Onderwijskunde VO Vakdidactiek 2 Geschiedenis Masterstage 3 Leraar Geschiedenis Onderzoek Master Lerarenopleiding Onderzoekscollege geschiedenis
vakcode ULOM1215GS ULOM1305GS ULOM1505 ULOM1405GS ULOM1610GS ULOM1710AL
ECTS 15 5 5 5 10 10 10
V/K V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL En/NL
Educatieve Master Grieks en Latijn
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Grieks en Latijn (2-jarig na bachelor) 1
sem uw vaknaam Ia-b 2 Commentaarcollege Grieks en Latijn Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LQX020M10
ECTS V/K taal 10 V NL 10 V NL
Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ib IIa-b IIa-b IIa-b
LQX021M05 LQX022M05 LGX146M10 LPM005M10 LQX026M05 ULOM1005AL LQX997M20 ULOM1105KT
5 5 10 10 5 5 20 5
var Griekse epigrafie var Griekse epigrafie: Essay 2 Res. Sem.: “Late Antiquity” 3 The Rise of Cities and States var Griekse literaire papyrologie var Basiscursus Master Lerarenopleiding var Ma-scriptie Oudheidstudies var Masterstage 1 Leraar Klassieke Talen
Opmerkingen:
KG KG KG KG KG V V V
En/NL NL Eng Eng NL NL NL NL
Studenten hebben binnen hun programma ook ruimte voor een onderdeel uit het landelijke programma Master Language, zie http://masterlanguage.nl/cursusaanbod/klassieke-talen/. Studenten kunnen een 10 ECTS onderdeel opvoeren in hun programma. Behalve de tweejarige Educatieve Master Grieks en Latijn die gevolgd wordt na het behalen van de gelijknamige Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Grieks en Latijn te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Grieks en Latijn of bij de Lerarenopleiding.
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Grieks en Latijn (2-jarig na bachelor) 2
sem uw vaknaam Ia-b var Masterstage 2 Leraar Klassieke Talen Ia var Vakdidactiek 1 Klassieke Talen
Het Studieprogramma
vakcode ECTS V/K taal ULOM1215KT 15 V NL ULOM1305KT 5 V NL
63
Ib Ib IIa-b IIa-b IIa-b
var var var var 2
5.4.7
Onderwijskunde VO Vakdidactiek 2 Klassieke talen Masterstage 3 Leraar Klassieke Talen Onderzoek Master Lerarenopleiding Themacollege Grieks en Latijn
ULOM1505 ULOM1405KT ULOM1610KT ULOM1710AL LQX027M10
5 5 10 10 10
V V V V V
NL NL NL NL NL
Educatieve Master Nederlandse Taal en Cultuur
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Nederlandse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 1
sem Ia-b Ia-b Ia-b
uw vaknaam 2 Nederlands in de maatschappij 4 Schrijfadvisering en tekstredactie var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode LNX015M05 LNX003M05
ECTS 5 5 10
V/K V V KG
taal NL NL NL
Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b Ia-b
4 2 2 4
Language Development Media en Discourse: Framing Sociolinguïst. variatie & verandering Taal en tekstoptimalisatie Gedeelde literatuur
LLS008M10 LCX039M10 LTX012M10 LCX062M10 LLS039M10
10 10 10 10 10
KG KG KG KG KG
Eng NL Eng NL NL
Ia-b Ia-b
2
Nieuwe klanken Onderzoek communicatievaardigheden
LTX013M10 LCX057M10
10 10
KG KG
En/NL NL
Ia-b IIa-b IIa-b IIa-b
4 Verwerking van het verleden var Basiscursus Master Lerarenopleiding var Ma-scriptie Nederlands 10 Masterstage 1 Leraar Nederlands
LNX018M10 ULOM1005AL LNX999M20 ULOM1105NE
10 5 20 5
KG V V V
NL NL NL NL
Opmerkingen:
Naam opleiding: Studiejaar: sem Ia-b Ia Ib Ib IIa-b IIa-b IIa-b IIa-b
64
uw var var var var var var var var
1. De student kiest binnen zijn specialisatie 2 onderzoekscolleges: een uit beide keuzegroepen. Zie ook de studieschema’s van de verschillende programma’s binnen de Master Neerlandistiek in Ocasys. 2. Studenten hebben binnen hun programma ook ruimte voor een onderdeel uit het landelijke programma Master Language, zie http://masterlanguage.nl/cursusaanbod/nederlands/. Studenten kunnen een 10 ECTS onderdeel opvoeren in hun programma. De onderdelen Nederlands in de maatschappij, Schrijfadvisering en tekstredactie en de Mascriptie kunnen niet worden vervangen. 3. Behalve de tweejarige Educatieve Master Nederlands die gevolgd wordt na het behalen van de gelijknamige Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Nederlands te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Nederlands of bij de Lerarenopleiding. MaEduc Nederlandse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 2
vaknaam Masterstage 2 Leraar Nederlands Vakdidactiek 1 Nederlands Onderwijskunde VO Vakdidactiek 2 Nederlands Masterstage 3 Leraar Nederlands Onderzoek Master Lerarenopleiding Zelfstudie Nederlands 1 Zelfstudie Nederlands 2
vakcode ULOM1215NE ULOM1305NE ULOM1505 ULOM1405NE ULOM1610NE ULOM1710AL LNX016M05 LNX017M05
ECTS 15 5 5 5 10 10 5 5
V/K V V V V V V V V
taal NL NL NL NL NL NL NL NL
Het Studieprogramma
5.4.8
Educatieve Master Spaanse Taal en Cultuur
Naam opleiding: Studiejaar:
MaEduc Spaanse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 1
sem uw vaknaam Ia-b 3 De stad en de avant-garde Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
IIa-b var Basiscursus Master Lerarenopleiding IIa-b var Ma-scriptie RTC-Spaans IIa-b 10 Masterstage 1 Leraar Spaans Opmerkingen:
uw var var var var 3 var var
ECTS V/K taal 10 V Sp 10 V NL 10
V
NL
ULOM1005AL 5 LRS999M20 20 ULOM1105SP 5
V V V
NL Sp NL
Deze tweejarige Educatieve Master Spaans kan gevolgd worden na het behalen van een passende Bacheloropleiding. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Europees of bij de Lerarenopleiding.
Naam opleiding: Studiejaar: sem Ia-b Ia Ib Ib IIa-b IIa-b IIa-b
vakcode LRS037M10
MaEduc Spaanse taal en cultuur (2-jarig na bachelor) 2
vaknaam Masterstage 2 Leraar Spaans Vakdidactiek 1 Spaans Onderwijskunde VO Vakdidactiek 2 Spaans Federico García Lorca: beeld in brieven Masterstage 3 Leraar Spaans Onderzoek Master Lerarenopleiding
vakcode ULOM1215SP ULOM1305SP ULOM1505 ULOM1405SP LRS038M10 ULOM1610SP ULOM1710AL
ECTS 15 5 5 5 10 10 10
V/K V V V V V V V
taal NL NL NL NL Sp NL NL
5.5 EDUCATIEVE MASTER (1 JAAR) Een eerstegraads onderwijsbevoegdheid kun je ook behalen nadat je eerst je maatschappelijke masteropleiding hebt voltooid. Het verdient echter sterke aanbeveling de “Basiscursus lerarenopleiding” al ten tijde van je maatschappelijke master te volgen. Meer informatie hierover is verkrijgbaar bij je studieadviseur en bij de Lerarenopleiding (Faculteit GMW). Meer informatie over de colleges van de lerarenopleiding is te vinden via hun web-adres www.rug.nl/lerarenopleiding, in de studiegidsgids van de lerarenopleiding, of in de onderwijscatalogus (via: www.rug.nl/let/onderwijs).
Het Studieprogramma
65
5.6
RESEARCH MASTERPROGRAMMA’S
5.6.1
Classical, Medieval and Renaissance Studies (CMRS): Text and Context in Premodern and Early Modern Times
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 77. 5.6.2
Art History and Archaeology: Material Culture Studies in Art, Architecture & Archaeology
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 79. 5.6.3
Literary and Cultural Studies: Literature and Performing Arts in Society
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 82. 5.6.4
Modern History and International Relations: Transformation and Acceptance
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 84. 5.6.5
Linguistics
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids op pagina 87.
5.7 BEROEPSORIËNTERENDE STAGE Een stage is dé manier om je op je toekomst te oriënteren. Tijdens een stage leer je de competenties die je in je studie verwerft in praktijk te brengen. Stages bieden een goede opstap bij de verkenning van je beroepsperspectieven. Ze blijken bovendien de mogelijkheden voor het starten van je loopbaan te vergemakkelijken. Dertig procent van de jaarlijks circa 300 studenten Letteren die een masterstage doen, krijgt na de stage het aanbod voor de stagegever te gaan werken. De stage vormt zo een belangrijke schakel tussen je studie en de arbeidsmarkt. De stage bij een organisatie in binnen- of buitenland heeft de volgende doelstellingen: • Je maakt op grondige wijze kennis met alle organisatieniveaus, de taken en de werkwijze van een bedrijf of organisatie, met name met de activiteiten die aansluiten bij het vakgebied van je opleiding. Met deze kennis oriënteer je je op toekomstige beroepen en werkgebieden. • Je leert de tijdens je studie verworven kennis, inzichten, vaardigheden toe te passen binnen een specifieke, afgeronde taak of stageopdracht waarvoor academisch werk- en denkniveau vereist is. Er is gelegenheid voor eigen werkzaamheden, inbreng en verantwoordelijkheid, zodat je intelligentie en creativiteit regelmatig worden getest. • Je doet ervaring op en verwerft in de beroepspraktijk gevraagde competenties. • Je leert kritisch en met reflectie verslag te doen van je werkzaamheden en ervaringen.
66
Het Studieprogramma
Studenten Letteren worden geacht zelf een actieve rol te spelen bij het verwerven van hun masterstage. Hierbij wordt de volgende procedure gevolgd: • schrijf je minimaal 3 maanden voordat je met je stage wilt starten in bij het Stagebureau Letteren - reken voor een buitenlandse stage op een voorbereiding van 9 tot 12 maanden; • overleg met de stagecoördinator van je opleiding over de inhoud van je stage; • benader vervolgens de juiste contactpersoon bij organisaties die je voorkeur genieten; • wacht met het aannemen van een mogelijke stage totdat je stageopdracht is goedgekeurd; vraag de stagecoördinator van je opleiding wie je stagebegeleidende docent is (zie de lijst met stagecoördinatoren op de Nestororganisatie van het Stagebureau); • leg de voorgenomen stageopdracht ter goedkeuring voor aan de stagedocent (de docent en de stagegevende organisatie beoordelen de stageopdracht/het stageplan, en stellen dit in overleg zonodig bij); • zorg dat na goedkeuring van het stageplan de stagecontracten in tweevoud worden ingevuld en door alle partijen worden ondertekend, lever ze weer in bij het Stagebureau. De eisen aan een masterstage zijn: • de stage duurt minimaal 7 weken en maximaal 5 maanden: fulltime of een evenredig langere tijd parttime; • de stageopdracht sluit aan op het niveau van de opleiding; • de stagiair beschikt over een eigen werkplek met computer; • de stagiair wordt begeleid door iemand met academisch werk- en denkniveau. Je kunt bij het Stagebureau terecht voor onder meer: • documentatie, advies en trainingen ten behoeve van het vinden van een stageplaats; • informatie over bekostiging, beurzen, verzekeringen, visa, veiligheid, inentingen, regelingen; • stagecontracten, stagehandleidingen, informatie voor stagegevers en (evaluatie)formulieren. Denk je erover een stage te doen, bezoek dan een van de voorlichtingen van het Stagebureau Letteren, of kom langs op het dagelijkse inloopspreekuur. Schrijf je zo vroeg mogelijk in. In het voorjaar organiseert de faculteit Letteren tijdens Master Your Talent een stage- en loopbaanvoorlichting, in het najaar tijdens datzelfde evenement een Carrièremiddag. Op deze Carrièremiddag vertellen oud-studenten van verschillende Letterenopleidingen over hun beroep en hoe ze erin terecht kwamen. Aankondigingen van alle activiteiten, en van stagevacatures, vind je in de UK, op Nestor, via Twitter en op het touchscreen naast de ingang van het Stagebureau. Stagebureau Letteren, kamer 1311-119 (naast ingang kantine 1e verdieping) Tel.: 050-363 58 44 E-mail:
[email protected] URL: www.rug.nl/let/stagebureau Nestor: Organization ‘Stagebureau Letteren /Placement Office Faculty of Arts (Master)’ Twitter: @PlacemArtsRUG Skype: stagebureau.letteren3. Ook bereikbaar via Adobe Connect. Inloopspreekuur: ma t/m do van 13.00 tot 14.30 uur en vrijdag van 10.00 tot 11.30 uur. 5.8 AFSTUDEERWERKSTUK Elke masteropleiding wordt afgesloten met een afstudeerwerkstuk, de scriptie. Voor de doorstroom en educatieve master 5 geldt dat deze een studiebelasting kent van 20 ECTS-punten, voor de research master van 30 ECTS-studiepunten. De scriptie wordt altijd beoordeeld door twee docenten, waarvan een de hoofdbegeleider is. Opleidingen hebben een brochure of scriptieprotocol waarin alle regels en richtlijnen met betrekking tot de scriptie zijn opgenomen. Het is verstandig te zorgen dat je deze brochure ruimschoots voordat je aan je scriptie denkt te beginnen Voor de educatieve master geldt dat de afstudeerscriptie geprogrammeerd staat aan het einde van het eerste studiejaar, als afsluiting van het vakspecifieke gedeelte van deze masteropleiding. 5
Het Studieprogramma
67
hebt (via je secretariaat of via je studieadviseur) zodat je rustig kunt nadenken over je onderwerp en je kunt voorbereiden.
68
Het Studieprogramma
6
FACULTAIRE ORGANISATIE
6.1 INLEIDING Betrokkenheid van studenten bij het reilen en zeilen van de facultaire organisaties wordt erg belangrijk gevonden. Dit hoofdstuk geeft informatie over de organisatie van de faculteit en de opleidingen en de rol van de studenten daarin. Behandeld worden het Faculteitsbestuur en de Faculteitsraad, het Onderwijsinstituut, het afdelingsbestuur en de leerstoelgroepen, de Opleidingscommissies en ten slotte de Examencommissie. 6.2 BESTUURLIJKE ORGANISATIE EN COMMISSIES Als we de faculteit bekijken als onderwijsorganisatie, dan kunnen er drie niveaus worden onderscheiden: het bestuurlijke, het organisatorische en het uitvoerende/inhoudelijke niveau. Voor elk van die drie lagen zijn er organen waarin studenten een rol spelen. 6.2.1 Faculteitsbestuur Het Faculteitsbestuur draagt eindverantwoordelijkheid voor alles wat er zich binnen de faculteit afspeelt. Concreet betekent dit dat het Faculteitsbestuur is belast met de integrale verantwoordelijkheid voor het bestuur en beheer van de faculteit en met het toezicht op de kwaliteit van (de uitvoering van) het onderwijs en onderzoek. Het stelt verder de begrotingen vast en verdeelt de formatie. Het Faculteitsbestuur bestaat uit drie leden, waarvan elk een specifieke verantwoordelijkheid draagt: • de decaan treedt op als voorzitter van het bestuur en beheert de portefeuilles Onderzoek en Communicatie; • de vice-decaan heeft het beheer over de portefeuilles Onderwijs en Internationalisering; • de portefeuillehouder Middelen is belast met de financiën, personele aangelegenheden en beheer. Daarnaast maakt een student als adviseur deel uit van het Faculteitsbestuur. Hij of zij wordt voorgedragen door de studentleden van de Faculteitsraad en wordt steeds benoemd voor één jaar. Het Faculteitsbestuur wordt ondersteund door de secretaris van de Faculteit en de beleidsafdeling. Het bestuur vergadert éénmaal per week. Deze vergaderingen zijn niet openbaar. Zie voor de samenstelling van het Faculteitsbestuur de website van Letteren: www.rug.nl/let/faculteitsbestuur 6.2.2 Faculteitsraad Het Faculteitsbestuur bespreekt het te voeren beleid met de Faculteitsraad. Deze raad is een medezeggenschapsorgaan. Het adviseert over zaken met betrekking tot onderwijs en ondezoek alsmede over de begroting van de faculteit. Het bestuur heeft in twee gevallen echter instemming van de raad nodig: • bij wijziging van het faculteitsreglement; • bij wijziging van de onderwijs- en examenregelingen. In de praktijk betekent dit dat bij alles wat het onderwijs aangaat de instemming van de Faculteitsraad noodzakelijk is. De opvattingen van de raad zijn voor het Faculteitsbestuur van groot gewicht, omdat hieruit kan worden opgemaakt of er draagvlak is voor de te nemen beslissingen. De Faculteitsraad bestaat uit 18 leden, waarvan er 9 gekozen worden door en uit het personeel (met een zittingstermijn van twee jaar), en 9 door en uit de studentengeleding (met een zittingstermijn van één jaar). De voorzitter van de Faculteitsraad is afkomstig uit de personeelsgeleding; de vice-voorzitter is steeds een lid van de studentfractie(s). Voor de Faculteitsraad worden verkiezingen georganiseerd op basis van het Kiesreglement van de Universiteit. Alle studenten en stafleden hebben passief en actief kiesrecht. De leden van het Faculteitsbestuur kunnen geen deel uitmaken van de Faculteitsraad. De zittingstermijn van de leden begint op 1 september van het jaar waarin de verkiezingen voor de betrokken geleding hebben plaatsgevonden. Zie voor de samenstelling van de Faculteitsraad de website van Letteren: www.rug.nl/let/faculteitsraad
Facultaire organisatie
69
6.2.3 Onderwijsinstituut Alle onderwijs binnen de Faculteit wordt georganiseerd door één Onderwijsinstituut. Dit instituut staat onder leiding van een directeur. De belangrijkste taak van het onderwijsinstituut is de organisatie van het onderwijs en het toezien op de (kwaliteit van) uitvoering ervan. Binnen het instituut is een veelheid aan diensten en functies ondergebracht die alle tot doel hebben het onderwijsproces zo goed mogelijk te laten verlopen. Gedacht moet daarbij worden aan o.a.: • Bureau Studentzaken (BSZ), dat o.a. is belast met de cijferregistratie, de verwerking van studieplanningen en tentamenintekeningen, de roostering en de organisatie van de examens. Ook het Stagebureau Letteren en het International Office vallen onder BSZ. • Vijf opleidingscoördinatoren, die elk ondersteuning geven aan een groep van opleidingen en een hiermee verbonden secretariaat. • Studieadviseurs. 6.2.4 Facultair Overlegorgaan Onderwijsbeleid (FOO) Het Facultair Overlegorgaan Onderwijsbeleid adviseert het Faculteitsbestuur inzake beleidsaangelegenheden op onderwijsgebied. Het overlegorgaan bestaat uit tien leden; vijf WP-leden en vijf student-leden. De WP-leden worden voorgedragen vanuit de afdelingsbesturen die verantwoordelijkheid dragen voor de uitvoering en inhoud van de onderwijsprogramma’s; de studentleden worden voorgedragen door de studentadviseur in het Faculteitsbestuur (in overleg met de relevante studentengremia). Alle leden worden benoemd door het Faculteitsbestuur: de WP-leden voor een periode van twee jaar; de studentleden voor een periode van 1 jaar. De vergaderingen zijn openbaar, tenzij de vergadering gemotiveerd anders beslist. Zie voor de samenstelling van de FOO de website van Letteren: www.rug.nl/let/foo 6.2.5 Afdelingsbestuur en leerstoelgroepen Met de praktische uitvoering van de programma’s is het afdelingsbestuur belast. Dit bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van betrokken leerstoelgroepen en één hoofdvakstudent. Zij worden gezien als de deskundigen met betrekking tot de inhoud van het programma. Hun belangrijkste taak is de afstemming tussen de verschillende onderwijsmodulen en een zo goed mogelijke uitvoering van het programma. Op dit niveau wordt ook bepaald welke docent met welke taken wordt belast. De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de leerstof ligt echter bij een leerstoelgroep. Een leerstoelgroep verenigt vakgenoten en staat onder leiding van een hoogleraar. Zie voor de samenstelling van de afdelingsbesturen de website van Letteren. 6.2.6 Opleidingscommissies Belangrijke adviesorganen op het gebied van het onderwijs zijn de Opleidingscommissies. Elke opleiding kent bij wet een eigen Opleidingscommissie (OC) die o.a. tot taak heeft het Faculteitsbestuur, de directeur van het Opleidingsinstituut en het afdelingsbestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren over het onderwijs en de inrichting van het onderwijsprogramma, oftewel de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Een andere belangrijke taak van de OC is het beoordelen van de inrichting en uitvoering van het onderwijsprogramma aan de hand van college- en curriculumevaluaties. Jaarlijks bepaalt de OC welke onderwijsmodules (colleges) geëvalueerd worden. De evaluatie van onderwijsmodules omvat een vragenlijst voor de docent(en) die de betreffende module verzorgden en een vragenlijst voor de deelnemende studenten. Toezending, terugontvangst en verwerking van deze vragenlijst(en) verloopt voor studenten via electronische weg met behulp van het programma ISEK-WWW. De resultaten van de evaluaties zijn openbaar en worden besproken in de Opleidingscommissies. Als er problemen gesignaleerd worden dient de OC deze te melden aan het afdelingsbestuur en de directeur van het Onderwijsinstituut, eventueel aangevuld met voorstellen tot verbetering. Gezocht zal vervolgens worden naar adequate oplossingen door genoemde instituties. De Opleidingscommissie bestaat voor de helft uit studenten en voor de helft uit docenten. Het presidium wordt gevormd door de voorzitter (een docent) en de vice-voorzitter (een student).
70
Informatie en Communicatie
De Opleidingscommissie wordt elk jaar in oktober opnieuw samengesteld. Dit gebeurt wat de studenten betreft op basis van verkiezingen. De docentleden worden voorgedragen voor benoeming door de betrokken leerstoelgroepen. Elke hoofdvakstudent heeft actief en passief kiesrecht. Op het secretariaat van je opleiding is een brochure verkrijgbaar over de positie, bevoegdheden en werkwijze van de OC. Voor student-leden wordt jaarlijks een training georganiseerd in onder meer vergadertechnieken. Zie voor de samenstelling van de Opleidingscommissies de website van Letteren. 6.2.7 Examencommissies Elke opleiding kent een Examencommissie. De commissie. De examencommissie bestaat uit drie tot vijf leden, waarvan minstens één belast is met het verzorgen van het onderwijs binnen de opleiding(en) waartoe de commissie behoort. De leden worden door het Faculteitsbestuur benoemd, zoals beschreven in het Faculteitsreglement. De examencommissie ziet erop toe dat de regels met betrekking tot het onderwijs (OER) juist worden uitgevoerd en behandelt in eerste instantie bezwaren van studenten tegen de uitvoering van de OER. Concreet omvat het werk van de commissie de navolgende taken. Zij • stelt vast of is voldaan aan de eisen van het propedeutisch en het bachelorexamen • reikt de diploma's uit • wijst docenten aan die tentamens afnemen • stelt de regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens tentamens • beslist over maatregelen ingeval van fraude of plagiaat • verleent goedkeuring aan de invulling van de vrije ruimte (bijvakken) • verleent goedkeuring aan de invulling van een 'vrij bachelorprogramma' • adviseert het faculteitsbestuur over het studieadvies dat aan het eind van het eerste jaar aan de studenten wordt verstrekt • is verantwoordelijk voor de borging van de kwaliteit van tentamens en examens. Zie voor de leden van de examencommissies de website van Letteren.
Facultaire organisatie
71
7
INFORMATIE EN COMMUNICATIE
7.1 INLEIDING In dit hoofdstuk vind je een aantal adreslijsten. Begonnen wordt met een overzicht van de gebouwen, diensten en voorzieningen van de Faculteit der Letteren. Verder tref je een lijst aan met de namen en (werk)adressen van de studieadviseurs van alle bachelor- en masteropleidingen. Het hoofdstuk besluit met een alfabetische lijst van alle docenten van Letteren met hun kamernummer, telefoonnummer en e-mail-adres. Bij het opstellen van de adressenlijsten is gebruik gemaakt van de meest recente gegevens. Het is echter mogelijk dat er in de loop van het jaar het een en ander verandert, als gevolg van interne verhuizingen. Bij twijfel of onjuiste informatie kun je je het best wenden tot je secretariaat, dat altijd beschikt over de meest actuele adresgegevens. In de adreslijsten zijn de volgende afkortingen gehanteerd: AS Arch B’str9 BGTC CIW Eng ETC Gesch (Ges) GLTC H Infkunde IBIO IRIO Journ KCM Kgesch (Kges) M&M MOS NAHI Ned NK104 OBS23 OBS34 P’str4 P’str6 TW TTW
American Studies Archeologie Broerstraat 9 Bureau Groninger Taal en Cultuur Communicatie- en Informatiewetenschappen English Language and Culture Europese Talen en Culturen Geschiedenis Griekse en Latijnse Taal en Cultuur Harmoniecomplex Informatiekunde Internationale Betrekkingen en Internationale Organisatie International Relations and International Organisations Journalistiek Kunsten, Cultuur en Media Kunstgeschiedenis Minorities and Multilingualism Midden-Oosten Studies Nederlands Agronomisch Historisch Instituut Nederlandse Taal en Cultuur Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat 104 Oude Boteringestraat 23 Oude Boteringestraat 32-34 Poststraat 4 Poststraat 6 Taalwetenschap Toegepaste Taalwetenschap
NB Alle telefoonnummers van de RUG beginnen met 363, gevolgd door een 4-cijferig nummer
72
Informatie en Communicatie
7.2
GEBOUWEN, DIENSTEN EN VOORZIENINGEN
Faculteit der Letteren Postadres:
Postbus 716 9700 AS Groningen Bezoekadres: Harmoniecomplex Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 9712 EK Groningen Openingstijden Harmoniecomplex: maandag t/m. donderdag 8-22 uur, vrijdag 8-18 uur, in de zomermaanden 8-18 uur. 050-363 5900 (faculteitsbureau), 5901 (portiersdienst) fax 050-363 4900 e-mail:
[email protected] website: www.rug.nl/let/ Dependances Locatie A-weg 30 (Onderwijsruimten, Arctisch Centrum) A-wg 30, 9718 CW Groningen Openingstijden: maandag t/m vrijdag 8.30-18.00 uur. 050-363 5920 (balie portiersdienst) Locatie Oude Boteringestraat 23 (Onderwijsruimten en huisvesting onderzoekers) Oude Boteringestraat 23, 9712 GC Groningen Openingstijden: maandag t/m. vrijdag 8-16.30 uur. (Daarna toegang met keyfob). 050-363 7270 (balie portiersdienst) Locatie Oude Boteringestraat 32-34 (Kunstgeschiedenis, KCM) Oude Boteringestraat 32-34, 9712 GK Groningen Openingstijden: maandag t/m. vrijdag 8.30-17 uur. 050-363 7533 (balie portiersdienst) Locatie Poststraat 6 (Archeologie) Poststraat 6, 9712 ER Groningen Openingstijden: maandag t/m. vrijdag 9-12.30 uur en 13.30-16.45 uur. 050-363 6707 (balie portiersdienst) Locatie Broerstraat 9 (onderwijsruimten) Broerstraat 9, 9712 CP Groningen Sleutels af te halen bij portiers Harmoniegebouw Secretariaten Geschiedenis, IB/IO, IR/IO, GLTC, Euroculture, Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 11.0511 openingstijden: maandag t/m. vrijdag 12.00-16.00 uur. 050-363 8986 fax 050-363 7253 e-mail:
[email protected],
[email protected],
[email protected],
[email protected] Globalisation Studies Groningen, International Humanitarian Action (NOHA) Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 15.213 050-363 2391 fax 050-363 7253 Informatie en communicatie
73
e-mail:
[email protected] ,
[email protected], Secretariaat Cluster Nederlands (Nederlands, Journalistiek, Taalwetenschap, Informatiekunde, CIW, EMCL en Fries) Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 12.407 openingstijden: maandag t/m. vrijdag 13.00-16.30 uur 050-363 5858 fax 050-363 6855 e-mail:
[email protected] Secretariaat Europese Talen en Regiostudies (American Studies, TTW, English, Europese Talen en Culturen, Midden-Oosten Studies) Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 15.261 openingstijden: maandag t/m. vrijdag 13.00-16.30 uur. 050-363 5850 fax: 050-363 5821 e-mail:
[email protected] Secretariaat Archeologie Poststraat 6 openingstijden: dagelijks van 9.00-12.30 en 13.30-16.30 uur 050-363 6741/6710/6712 fax: 050-363 6992 e-mail:
[email protected] Secretariaat Kunstgeschiedenis, KCM en Research Masters (Modern History and International Relations, Classical, Medieval and Renaissance Studies, Linguistics, Art History and Archaeology, Literary and Cultural Studies) Oude Boteringestraat 34, kamernummer: 214 (2e verdieping) openingstijden: iedere werkdag van 9.00 tot 16.30 uur 050-363 8950/6305/6101 fax 050-363 7362 e-mail:
[email protected] (zaken betreffende kunstgeschiedenis) e-mail:
[email protected] (zaken betreffende KCM) e-mail:
[email protected] (zaken betreffende Research Masters) Bibliotheken Universiteitsbibliotheek Broerstraat 4 openingstijden: ma. t/m. vrij. 8.30-22 uur, zaterdag en zondag 10-17 uur. openingstijden uitleenbureau: ma., di., wo., vrij. 8.30-17.30 u, do. 8.30-21.30 u, za. 10-12.30 uur. e-mail: via http://www.rug.nl/bibliotheek/vragen/ Bestuurlijke organisatie Faculteitsbestuur: - Mw.prof. dr. G.C. Wakker (decaan, portefeuillehouder Onderzoek, Communicatie), k.1315353, 050-363 5900 - Prof. dr. D.J. Wolffram (vice-decaan, portefeuillehouder Onderwijs, Internationalisering), k.1315-346, 050-363 5900 - E.C.W. Dietrich (portefeuillehouder Middelen), k.1315-342, 050-363 5900 - Mw.drs. M.I. van Dijk (secretaris), k.1315-333, 050-363 5900 Toegevoegd lid: het bestuur wordt aangevuld met een adviserend studentlid, die elk jaar per september benoemd wordt op voordracht van de studenten.
74
Informatie en Communicatie
Faculteitsraad: De Faculteitsraad bestaat uit 18 leden: - 9 leden worden gekozen door en uit het personeel (zittingstermijn 2 jaar), - 9 leden worden gekozen door en uit de studenten (zittingstermijn 1 jaar). Het Presidium van de Faculteitsraad bestaat uit de voorzitter (uit de personeelsgeleding) en de vice-voorzitter (uit de studentgeleding). De zittingstermijn vangt aan op 1 september van het jaar waarin de verkiezingen voor de betrokken geleding hebben plaatsgevonden. De verkiezingen worden in mei gehouden, en georganiseerd volgens het Kiesreglement van de Universiteit. De namen van de leden van de Faculteitsraad kun je vinden op: www.rug.nl/let/faculteit/bestuur/fr/frSamenstelling Facultair Overlegorgaan Onderwijsbeleid: Het overlegorgaan bestaat uit tien leden: - 5 WP-leden, voorgedragen vanuit de afdelingsbesturen; - 5 student-leden, voorgedragen door de studentadviseur in het Faculteitsbestuur Alle leden worden benoemd door het Faculteitsbestuur: de WP-leden voor een periode van twee jaar; de studentleden voor een periode van 1 jaar. Zie voor de samenstelling van de FOO de website van Letteren, onder faculteit bestuur en commissies. Onderwijsinstituut Letteren: Directie Directeur: vacature, k 1315 – 229, Secretariaat: Mw. T.E. Oosterman, k 1315 – 231, 050-3635263 fax: +31 (050) - 363 5704 e-mail:
[email protected] Opleidingscoördinatoren Drs. M.G.J. (Miralda) Meulman, k 1315 – 272, 050-3637393 OBS 34 k 202, 050-3636104 - Archeologie - Europese Talen en Culturen - KCM - Kunstgeschiedenis - English Language and Culture - Toegepaste Taalwetenschap (MA) Drs. J. (Jolanda) Oosterheert, k.1315-0268 , 050-3635931 - American Studies - Midden-Oostenstudies - Geschiedenis - GLTC Drs. W.K.H. (Wim) Slik, k 1315 – 0512, 050-3636013 - Euroculture - IBIO - International Humanitarian Action (NOHA) Drs. C. (Karin) Mast, k1315-0401 050-3635855 - Communicatie- en Informatiewetenschappen - Nederlandse Taal en Cultuur - Taalwetenschap - Informatiekunde - Journalistiek - Minorities and Multilingualism Bureau Studentzaken (BSZ) Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 11.0109
Informatie en communicatie
75
openingstijden: maandag t/m vrijdag 11-16.00 uur. 050-363 5840/6050 fax 050-363 7422 e-mail:
[email protected] International Office Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 11.110 (balie) openingstijden: maandag t/m donderdag van 13.00 tot 16.00 uur 050-363 5968/5917 fax +31 (050)-363 7422 Stagebureau Letteren Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 11.117/119 Inloop-spreekuur: maandag t/m donderdag 13.00 – 14.30 uur en vrijdag 9.30-11.00 uur 050-363 5844 fax 050-363 7422 e-mail:
[email protected] internet: www.rug.nl/let/stagebureau Voorzieningen Talencentrum Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer 1315-129 openingstijden: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag van 11.00 tot 16.00 uur donderdag van 11.00 tot 20.00 uur e-mail:
[email protected] 050-363 5802 fax 050-363 5886 IT-Servicedesk voor Studenten: Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H12.101 (alleen balie!) openingstijden: maandag t/m. vrijdag 9-22 uur, zaterdag van 10-18 uur. e-mail:
[email protected] Reproshop Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, begane grond, 1312 -006. openingstijden: maandag t/m vrijdag 8.30-16.30 uur. 050-363 5733 Klapperwinkel Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, begane grond, links van de portiers, kamer 1311-005 openingstijden: maandag t/m. vrijdag 9.30-13.00 uur 050-363 5915 University Student Desk Voor alle vragen over toelating, aanmelding, in- en uitschrijving, loting en selectie, studiemogelijkheden, studievertraging en (studie)financiering kun je de kennisbank www.rug.nl/hoezithet raadplegen. Vind je geen antwoord op je vraag, dan kun je via de contactbutton een mail sturen. Je kunt met deze vragen ook terecht bij de Universitaire Studenten Desk (USD) in het Academiegebouw. Mochten wij je niet kunnen helpen, dan kunnen we je doorverwijzen, bijvoorbeeld naar het Studenten Service Centrum. Je kunt bij de USD afspraken maken voor het spreekuur van de studentendecanen van het SSC. Kijk voor de contactgegevens en openingstijden van de USD op: www.rug.nl/hoezithet
76
Informatie en Communicatie
Studenten Service Centrum Studenten kunnen bij het Studenten Service Centrum (SSC) terecht met alle begeleidingsvragen waarop het antwoord van de opleiding niet toereikend is of kan zijn. De studentendecanen, psychologen en trainers van het SSC hebben een gemeenschappelijk doel: belemmeringen in de studievoortgang voorkomen of wegnemen, zodat je jezelf optimaal kunt ontwikkelen tijdens je studietijd. Uurwerkersgang 10 (050) 363 8066
[email protected] www.rug.nl/ssc • Informatie, advies en begeleiding De studentendecanen zijn gespecialiseerd in financiële kwesties en vragen die te maken hebben met je rechtspositie. Zij kunnen je informeren en adviseren over in- en uitschrijven, studiefinanciering, studiekeuze, studeren met een functiebeperking en bezwaar- en beroepsprocedures. En let op: als je studievertraging oploopt door omstandigheden waar je geen invloed op hebt, bijvoorbeeld door ziekte of familieomstandigheden, dan moet je dat niet alleen direct bij je studieadviseur melden, maar ook -als de vertraging groter is of dreigt te worden dan 15 ECTS - bij een studentendecaan! Vergeet dat niet, want het is een van de voorwaarden om voor financiële compensatie uit het profileringsfonds van de universiteit in aanmerking te komen. Meer hierover vind je op: www.rug.nl/studievertraging. • Coaching en kortdurende therapie De psychologen van het SSC bieden hulp als studiestress of concentratieproblemen je studievoortgang belemmeren of als je last hebt van angst – of stemmingsklachten, van eetproblemen of van verslavingsproblemen. Je kunt ook bij de psychologen terecht als je worstelt met vragen die samenhangen met je levensfase: met je identiteit, het omgaan met anderen, de losmaking van thuis. De hulp bestaat doorgaans uit een intake, gevolgd door een (korte) serie individuele gesprekken. Er zijn ook vormen van hulp in groepsverband, zoals de assertiviteitstraining en de mindfulnessgroep. Studentenpsychologen 050 363 5544 • Trainingen en workshops De trainers verzorgen cursussen, trainingen en workshops op het gebied van succesvol studeren en persoonlijke ontwikkeling. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan cursussen effectief studeren of het aanpakken van uitstelgedrag, trainingen in academische schrijfvaardigheid en in het beter omgaan met faalangst en studiestress of aan een workshop multiple choice. Je kunt kiezen uit een breed aanbod dat de we steeds actueel houden. Kijk voor meer informatie en voor de contactgegevens en openingstijden van het SSC op: www.rug.nl/ssc Talent and Career Center (T&CC) Munnekeholm 2, 9711 JA Groningen (050) 3111589 www.talentcareercenter.nl Centraal Loket Rechtsbescherming Studenten (CLRS) Postbus 72, 9700 Groningen www.rug.nl/studenten/regelingen Universitaire Fondsen Commissie (UFC) Postbus 72, 9700 AB Groningen Email:
[email protected]
Informatie en communicatie
77
Onderwijscentra Arctisch Centrum www.rug.nl/research/arctisch-centrum/ A-weg 30, kamernummer ; 43.35-025 050-363 6834 e-mail:
[email protected] Centrum voor Canadese Studies www.rug.nl/research/canada-studiecentrum/ Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 15.191 050-363 5891 Fax: 050-363 5821 e-mail:
[email protected] Centrum voor Japankunde www.rug.nl/research/centrum-voor-japankunde/ Oude Boteringestraat 34, kamernummer 25 050-363 7988 e-mail:
[email protected] Mexico Studiecentrum www.rug.nl/research/mexicostudiecentrum/ Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 15.185 050-363 5879 e-mail:
[email protected] Centrum voor Gender Studies www.rug.nl/research/centrumgenderstudies/ Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 11.521 050-363 5910 email:
[email protected] Centrum voor Oost- en Midden-Europa Studies (COMES) www.rug.nl/research/comes/ Oude Kijk in 't Jatstraat 26 , kamernummer: H 15.310 050-363 6062 email:
[email protected] Centre for East Asian Studies Groningen (CEASG) www.rug.nl/ceasg telefoon: 050 363 5806 Oude Kijk in’t Jatstraat 26, kamernummer: H15.203 email:
[email protected] social media: www.facebook.nl/CEASGroningen
78
Informatie en Communicatie
7.3
STUDIEADVISEURS VAN LETTEREN
Bachelor- en masteropleidingen:
American Studies
Vacature
Archeologie
drs. M.L.J. Bergmans Poststraat 6 kamer: 116, telefoon: 363 9082
[email protected]
Communicatie- en Informatiewetenschappen
drs. A.C. Westra-Hofstee en A. Everaarts BA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer 1312 -411, telefoon: 363 7413
[email protected]
English Language and Culture
dr. J.P.M. Jansen Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.242, telefoon: 363 5849
[email protected]
Europese Talen en Culturen
Vacature Dr. J.M.C. Boode Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.274, telefoon: 363 5933
[email protected]
Geschiedenis
drs. R.P. van der Borg Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.501, telefoon: 363 8986/ 7694
[email protected] dr. W.D. Daling Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.501, telefoon: 363 8986/ 5797
[email protected] E. Kastelein MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.501, telefoon: 363 8986/5984
[email protected]
Griekse en Latijnse Taal en Cultuur
drs. R.P. van der Borg Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.501, telefoon: 363 8986/ 7694
[email protected]
Informatiekunde/Alfa-informatica
drs. A.C. Westra-Hofstee en A. Everaarts BA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer 1312 -411, telefoon: 363 7413
[email protected]
Informatie en communicatie
79
Internationale Organisaties en Internationale Betrekkingen
drs. R. Huttinga Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.502, telefoon: 363 9177
[email protected] D. Zomer MA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer 15.502, telefoon: 363 4971
[email protected]
Kunsten, Cultuur en Media
drs. L.D.M.E. van Heteren Oude Boteringestraat 32-34 kamer: 129, telefoon: 363 6043
[email protected] J.Bogers MA Oude Boteringestraat 34 kamer: 311, telefoon: 363 6092
[email protected]
Kunstgeschiedenis
J.Bogers MA Oude Boteringestraat 34 kamer: 311, telefoon: 363 6092
[email protected]
Minorities & Multilingualism
drs. A.C. Westra-Hofstee en A. Everaarts BA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer 1312 -411, telefoon: 363 7413
[email protected]
Midden-Oostenstudies
Dr. J.M.C. Boode Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.274, telefoon: 363 5933
[email protected]
Nederlandse Taal en Cultuur
drs. A.C. Westra-Hofstee en A. Everaarts BA Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer 1312 -411, telefoon: 363 7413
[email protected]
Taalwetenschap
drs. M. Moltzer Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 12.402, telefoon: 363 6129
[email protected]
Masteropleidingen: Research Masters
drs. K.J. van Ophem Oude Boteringestraat 34 kamer 1126-105, telefoon: 363 3106
[email protected]
Euroculture
drs. M. van der Weij
80
Informatie en Communicatie
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 1312.525, telefoon: 363 6293
[email protected] Humanitarian Action
E.M. Herman-Pletiougina Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 1315.209, telefoon: 363 6065
[email protected]
Journalistiek
drs. M.S.D. Buurke Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 1313.0018, telefoon: 363 5992
[email protected]
Letterkunde
Dr. J.M.C. Boode Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.274, telefoon: 363 5933
[email protected]
Multilingualism
Dr. H. Loerts Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.246, telefoon: 363 2063
[email protected]
Neurolinguïstiek
drs. M. Moltzer Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 12.402, telefoon: 363 6129
[email protected]
Toegepaste Taalwetenschap
Dr. H. Loerts Oude Kijk in ’t Jatstraat 26 kamer: 15.246, telefoon: 363 2063
[email protected]
Informatie en communicatie
81
7.4
DOCENTEN
naam
tel.
gebouw
kamer
e-mailadres
dr. S.I. Aasman
6030
H 12
509
[email protected]
drs. J. Alba Duran A. Arian MA dr. S. Arnoldussen dr. A. van den Assem prof. dr. P.A.J. Attema drs. E. Aykac dr. M. Baár dr. V. M. Baayen dr. A.H.M. De Baets prof. dr. H.T. Bakker prof. dr. Y.R.M. Bastiaanse
5881 6007 6714 6679 6913 9029 8932 5859 6031 5819 5558
H 15 H 12 P’str6 H 15 P’str6 H 12 H12 H 12 H 15 OBS23 H 15
189 528 20 505 119 133 522 406 518 012 402
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
6118 5963 5818
H 15 H15 H 15
434 273 288
[email protected] [email protected]
CIW/Ned ETC MOS
6096 6003 3666
OBS34 H 11 H15
025 523 212
[email protected] [email protected] [email protected]
Kgesch Gesch GSG
5978 5930 5970 5993 5934 7282 5937 5804 6530 5955 7275 6062 3714 5202
H 12 H 15 H11 H11 H 11 H 15 H 11 H 15 H 15 H 15 H 15 H 15 H 15 H15
410 269 418 537 430 236 428 409 378 379 289 280 192 190
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
TW ETC Infkunde Gesch Infkunde TTW Infkunde Ned Journ Journ ETC ETC Eng ETC
6732 6744 8260 5987 8260 5966 5881 5797 5889 5842 8531 5893 8260
P’str6 B’str9 H 13 H 12 H 13 H 15 H 15 H 15 H 15 H 15 H 15 H 15 H 13
233 012 020 510 020 376 189 501 169 239 506 175 020
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Arch Arch Journ Gesch Journ Ned ETC Gesch ETC Eng IBIO ETC Journ
drs. B.L. Aardema
dr. M.M.H. Bax I.A. Bashutkina MA
prof. dr. W.J. van Bekkum dr. J.F. Benders prof. dr. K. van Berkel dr. P. Boele van Hensbroek dr. G.W. Bol dr. A.M. Bollmann prof. ir. J. Bos prof. dr. C.W. Bosch dr. L.M. Bosveld-de Smet prof. dr. C.L.J. de Bot dr. G. Bouma dr. E.M.A. van Boven dr. I.M. van den Broek prof. dr. M.J. Broersma dr. P. Broomans dr. S. Brouwer L. ten Brummelhuis MA B. Cabrera Fernández MA dr.C. Cakirlar prof. dr. R.T.J. Cappers R. Chesal BA drs. G.A. Collenteur D. Colwell BA dr. S. Corbellini drs. A.G. Cuesta Garcia dr. W.D. Daling L. Debaes MA dr. C. Dekker dr. N. de Deugd drs. M.E. Dicke J. van Dommelen BA
82
5991
H 12
527
[email protected]
opleiding
IBIO NOHA Gesch./ KCM ETC IBIO Arch IBIO Arch IBIO Gesch CIW/Ned Gesch Indisch TW
Informatie en Communicatie
tel.
gebouw
H 12 H 15 H 15 H12 H 15 H 12
531 412 407 507 521 508
kamer
e-mailadres
opleiding
6037 7363 6006 6164 9461 5202 5852 5822 7280 5890
H 11 OBS23 H 11 OBS52 H 15 H 15 H 15 H 15 H 15 H 15
417 022 524 121 508 190 235 508 188 178
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
GLTC KCM Gesch Filosofie IBIO ETC Eng IBIO ETC ETC
5874 6078 6088 5995 5983
H 15 OBS34 OBS34 H 15 H 11
182 125 209 507 422
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
dr. A.L. Gilroy dr. F. Giumelli prof. dr. C.M. de Glopper dr. C.S. GooskensChristiansen Dr. M.N. Gosen dr. T.S. Graham prof. dr. E. Gualtieri dr. C. Guédon drs. J.M.P. van Haastrecht dr. H.I. Hacquebord dr. J. Hanich prof. dr. T.H.F. Halbertsma F. Harbers, MA prof. dr. M.A. Harder dr. A.G. Harryvan prof. dr. J. van der Harst dr. K.J. Heidecker dr. A. Heinrich dr. B.S. Hellemans prof. dr. P. Hendriks drs. G.C. van Hengel dr. B. Henkes dr. B.A. Herborth prof.dr. J. Herman
5908 9685 5976 5827
H 15 H 11 H 15 H 15
311 537 422 287
5859 5469 5633 5883 4662
H 12 H 1315 H 15 H 15 H 12
402 374 236 172 422
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
5814 8138 5806
H 15 OBS23 H15
8536 6022 6033 6015 5996 6530 6065 5863 7149 6030 2908 6014
drs. L.D.M.E. van Heteren dr. B.P. van Heusden dr. A. Hoag dr. N.H. Hilton
naam
dr. M.R. Doortmont prof. dr. G.J. Dorleijn dr. J. Dotlacil dr. M.E. Drent dr. J.W. Drijvers prof. dr. M.G.J. Duijvendak dr. E.H. van Emde Boas dr. E. van Es prof.dr. R. Esser dr. C.E. Evink dr. S. Faltas C. Fernández Royón dr. J. Flood dr. F. Gaenssmantel F.M.C. Galati drs. M.D.P. GarciaJiménez dr. A.M.E.A. de Gendt dr. J. van Gessel dr. P.J.D. Gielen dr. A.R.M. Gigengack dr. D.G. Gilbers
6002 5853 9089 5998 8189 3678
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
IBIO Ned TW IBIO Gesch Gesch
ETC KCM KCM IBIO TW/ Ned AS IBIO CIW/Ned ETC
[email protected]
Ned/CIW Journ Eng ETC CIW
251 111 208
[email protected] [email protected] [email protected]
TTW KCM IBIO
H 15 H 11 H 15 H 12 H 12 H15 H15 H 15 H 12 H 12 H 12 H 15
377 427 515 515 513 378 519 418 526 509 519 214
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
6043
OBS34
129
[email protected]
Journ GLTC IBIO IBIO Gesch Journ Gesch Ned/TW Gesch Gesch IBIO IBIO NOHA KCM
6018 5926 9462
OBS23 H15 H 15
116 249 396
[email protected] [email protected] [email protected]
KCM Eng M&M
Informatie en communicatie
83
naam
dr. J.C.J. Hoeks prof. dr. J. Hoeksema Dr. W.J. Hoekstra prof. dr. H.W. Hoen prof. dr. A.F.L. van Holk dr. B. Hollebrandse dr. R.L. Holzhacker dr. Q.L. van den Hoogen prof.dr. M. Hoogland drs. E.Y. Hooijmaaijers dr. S. de Hoop dr. C.H. Horstmeier dr. A.M.H. van Hout dr. H.P. Houtzagers dr. M. Huiskes M.C. Huiskes MA dr. R.A. Hummel drs. R. Hünneman dr. C. Humrich prof. dr. C. J.M. Jansen dr. J.P.M. Jansen J.F. Jansma MA drs. P.N. Jansma L. Brinks, MA, Msc Dr. T. Jelfs prof. dr. G.T. Jensma drs. E. Jiresch J.C. Jones, LLM dr. J. de Jong dr. J.L. de Jong dr. L. de Jong drs. M. de Jong dr. R. de Jonge dr. W.M. Jongman dr. R. Jonkers prof.dr.P. Jordan R.J. Kamer BA drs. S. Kamerling dr. ir. M.R. Kamminga dr. E.H.K. Karel drs. G. ten Kate dr. W. Kehrein prof. dr. M.G. Kemperink drs. L. Kjellström dr. J.E. Klok M.E. Kluck MA dr. H.G. Knoeff dr. R.M. Knooihuizen dr.mr.C.L.B. Kocken drs.M.F.A. Kok Prof. dr. J.S.A.M. van Koningsbrugge prof. dr. T. Koole dr. J.W. Koopmans prof. dr. E.J. Korthals Altes
84
tel.
7443 5862 5970 6019 9082 5631 5986 6078 6710 6113 5985 8906 6809 6067 7443 7148 7261 7261 8137 2984 5849 5883 5843 8540 9133 8836 5830 9029 6021 6091 6051 5881 7048 5880 6034 6129 5954 8260 9029 7367 7672 5207 5963 5869 5830 5831 5799 8931 5835 5428 6085 7249 5856 4927 6081
gebouw
kamer
H 12 423 H 15 414 H 11 534 H 11 536 P’str6 116 H 15 415 H1315 509 OBS34 209 P’str6 H 15 221 H 15 524 H15 514 H 15 247 H 15 282 H 12 417 H 12 528 OBS23 024 OBS23 24 H 12 519 H 12 430 H 15 242 H 15 172 H 15 241 H 15 203 H 15 309 H 15 361 H 15 291 H 12 133 H 11 534 OBS34 305 P’str 6 234 H 15 189 Landl 1 259 H 15 187 H 15 536 H 15 421 Aweg30 H 13 020 H 12 133 H 15 511 H 12 505 H 15 238 H 15 273 H 15 413 H 15 291 H 15 292 H 15 219 H 12 522 H15 237 H12 527 OBS34 A. Deusinglaan 2 H 12 H 11 OBS34
425 532 122
e-mailadres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] j.s.a.m.van.koningsbrugge@ rug.nl
[email protected] [email protected] [email protected]
opleiding
CIW Ned Gesch IBIO Arch Ned IBIO KCM Arch MOS Gesch IBIO Eng ETC CIW IBIO KCM KCM IBIO CIW Eng ETC Eng IBIO AS M&M ETC IBIO Gesch Kgesch Arch ETC/ UOCG ETC Gesch TW Arct Journ IBIO IBIO Gesch Eng ETC Ned ETC ETC TW Gesch Eng IBIO Kgesch Gesch/ ETC CIW Gesch KCM
Informatie en Communicatie
naam
tel.
gebouw
167 432 324 170 423 535
e-mailadres
5887 5185 5846 5952 5372 6009
prof.dr. Y.B. Kuiper dr. C.K. Lamont drs. F.A.F. Langen dr. J.W. Leigh dr. P.M. van Leusen dr. T.E. Lijster drs. E. van ’t Lindenhout dr. S.I. Linn prof. dr. L.E. Lobo Guerrero H. Loerts MA dr. M.J.J.E. Loonen
6096 9318 7531 4307 6717 2606 6055 5268 5882
OBS34 H 12 OBS34 H 11 P’str6 OBS34 P’str6 H 15 H 11
2063 6056
dr. W.M. Lowie
5807
H 15 A weg 30 H 15
dr. A.P.M. Lucardie drs. K. Lundgaard Kolstrup dr. B.A.M. Maassen dr. Z.R.W.M. von Martels dr. A.M. Martin dr. K.A.M. McGee dr. C.M. Megens dr. J.F. Meijer dr. M.E. Meijer Drees dr. M.E. Messmer dr. G.J.M. Mills dr. S.J. Moenander dr. D. Mustata drs. P.G.T. Nanninga prof. dr. R.R. Nauta prof. dr. ir. J. Nerbonne dr. M. Neuman dr. J.A.W. Nicolay dr. A.J. Nijboer drs. L. Nijenhof
6829 5830
Broerstraat 4 H 15 291
[email protected] [email protected]
5800 6038 6093 4829 6011 8983 5864 8439 9622 6937 5870 6075 5836 5815 5925 7689 6045 7258
H 12 H 11 OBS34 OBS34 H 11 H 15 H15 H 15 H 13 OBS34 H 15 H 15 H 11 H 11 H 11 P”str6 P’str6 OBS34
413 419 303 222 522 522 411 312 426 229 376 285 429 436 537 238 103
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
prof. dr. O.M. van Nijf
6968
H 15
529
[email protected]
dr. R.S.H. Nikolsky dr. G.J.M. van Noord dr. A. van Noortwijk dr. A.M.A. van den Oever drs. G.A. Oggel dr. K.E.E. Olsen J.A. Ooms MA dr. Y.P. Ongena D.C. Ott, MA dr. A. Oussaïd dr. A.B. Overbeek
6076 7811 5875 5866 5888 5851 5860 7443 5799 5867 5952
H 15 H 11 OBS23 OBS23 H 15 H 15 H 12 H 12 H 15 H 12 H 15
275 431 115 118 171 240 426 417 219 420 170
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Informatie en communicatie
H 15 H 15 H 15 H 15 H 15 H 11
kamer
E.S. Koster MA dr. F.L. Kramer Drs. F.J. Krijnen dr. R.A. Krol dr. J.F. van Kruiningen prof. dr. W.E. Krul
opleiding
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
ETC Ned AS Gesch CIW Gesch
025 519 025 179 237 209 122 173 425
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Kgesch IBIO KCM Eurocult Arch KCM Arch ETC IBIO
246 030
[email protected] [email protected]
TTW Arch
248
[email protected]
Eng/ TTW minor ETC Taalw GLTC Kgesch KCM Gesch IBIO Ned AS KCM Journ MOS GLTC Infkunde IBIO Arch Arch Kgesch/ KCM Gesch/ GLTC MOS Infkunde KCM KCM ETC Engels CIW CIW TW CIW Gesch
85
naam
tel.
gebouw
kamer
dr. C.J. Peters dr. R.G.P. Peters drs. M.H.M. van Pinxteren dr. C.P.J. van der Ploeg
5269 7699 8260
H15 H 11 H 13
380 529 0020
2379
OBS34
205
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
dr. S. van der Poel drs. M. Poortman prof.dr. D.C.M. Raemaekers prof.dr. B.A.M. Ramakers prof. dr. G. Redeker dr. R.F. Regtuit dr. D.H.A. Reichardt prof.dr. J.W. Renders dr. H.N.B. Ridderbos drs. G.M. Riemersma dr. G.C. van Roozendaal A.L.M. Rousse-Malpat MA dr. P. de Ruiter dr. E.H. Runia prof. dr. C.G. Santing K.M. Santing MA drs. D.D. Satoer dr. R.W.M. van Schaïk dr. A. Schüppert
6569 3680 6723
H 12 H 12 P’str6
521 516 106
[email protected] [email protected] [email protected]
KCM/ Kgesch Gesch Gesch Arch
5861
H 15
405
[email protected]
Ned
5973 6116 6023 5816 6094 8260 5969 7537
H 12 H 11 H 13 H 12 OBS34 H 13 H 15 H 15
429 417 174 132 204 020 513 168
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
CIW GLTC RTC Gesch Kgesch Journ IBIO ETC
6089 8736 6117 5820
OBS34 H 15 H 11 H 15 H 11 H 12 H 15
104 520 520 267 421 504 265
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Kgesch Gesch Gesch MOS TW Gesch TW/ETC
H 12 H 11 H 15 H 13 H 15 H 12 H 12 H 15 H13 H 15 H 15 H 12 H15 OBS34 H 12 A weg 30 H 15 H 15 OBS34 H 15
514 417 508 0020 265 526 428 383 020 377 324 514 253 314 133 030
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Gesch GLTC IBIO Journ Gesch Gesch CIW Journ Journ Journ AS Gesch Eng Kgesch IBIO Arctisch
278 372 025 422
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
ETC Journ Kgesch TW
drs. H.C.W. Padmos prof. dr. W.G. Pansters dr. R.F.J. Paping dr. E. Pascual dr. J.H.M. Peeters drs. A.M.J. Peetoom
5854 5890 7252 5948 5961 8260
T. Schuringa M. van der Schuur MA Dr. D.U. Shim R. Siebelink dr. A. Singh dr. C. Six dr. I.F. van der Sluis prof. drs. J. Smit M.A.M. Smit MA P.H. Smit MA C.W.A. Smith MA dr. B.J. Smits prof. dr. S.I. Sobecki prof.dr. Th. Spek drs. H. Sportel F. Steenhuisen
5743 9627/ 5830 6012 6116 7896 8260 5914 7233 5813 2301 8260 8536 5846 6012 7047 6096 9029 6056
dr. R.G.A. Steinkrauss dr. M.P. Stevenson dr.E.A.C. Storm-Smeets dr. L.A. Stowe
5963 4681 6096 6627
86
H 15 H 13 H 12 H 12 P’str6 H 13
402 178 520 421 016 020
e-mailadres
opleiding
CIW ETC/Mex Gesch CIW Arch Journ Journ Gesch Journ
Informatie en Communicatie
dr. N.M. Stukker drs. P.C.M. Swieringa dr. P.G. Tassenaar dr. M.L. Thompson dr. M.W.A. van Tilburg dr. J.M.L. den Toonder dr. W. Tops dr. M. Uebele prof. dr. H.Th. van Veen prof.dr. R.J. van der Veen
tel.
5865 5428 7252 5077 5910 5891 6038 3680 6087
gebouw
kamer
dr. J.W. Veluwenkamp prof. dr. W.M. Verhoeven dr. M.H. Verspoor dr. I. Visser dr. W. Visser mr. dr. H.H. Voogsgeerd dr. S. van Voorst dr. N.M.T. Voelkner dr. S. Voutsaki dr. K. de Vries dr. M. de Vries drs. R.W. de Vries
9345 5838 7273 7274 5946 5619 5868 5985 6726 5837 3688 6937 3843 6010 5871 6569
H 11 H 15 H 15 H 15 H 15 H 15 H 15 H 15 P’str6 H 15 H 15 OBS34
527 323 246 244 368 514 406 508 124 249 432 225
5900 5474 5428 5269 6032 5997 7741 5950 7699 6114
H 15 H 12 H 12 OBS34 H 15 H 11 H 12 H 15 H 15 H 15 H 11 H 15 H 15 H 15
517 412 533 109 338 432 203 380 523 532 524 371 346 278
5996 5975 5991
H 15 H 12 H 15 H 12
513 163 527
naam
dr. T. de Vries dr. W. Vuijk dr. M.C. van der Waal prof.dr. Cor Wagenaar prof. dr. G.C. Wakker dr. G.M. Welling M. Westra, Ma prof.dr. H.B.M. Wijfjes dr. S.M. Wijma prof. dr. J.H. de Wilde dr. M.K. Williams dr. T.A.C. Witschge prof. dr. D.J. Wolffram dr. J. van der Woude D.A. Zhuravleva MA dr. M. Zwiers dr. C.J.W. Zwart dr. A. Zwitter
Informatie en communicatie
H 12 H12 H 12 H15 H 15 H 15 H 11 H 12 OBS34
419 528 520 310 521 191 421 516 203
e-mailadres
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] Joanne.van.der.woude@rug. nl
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
opleiding
Ned/CIW IBIO Gesch AS Gesch ETC TW Gesch Kgesch Gesch
Gesch AS Eng/TTW Eng M&M IBIO Ned IBIO Arch Eng TW KCM Gesch CIW Eurocult Kgessch GLTC Infkunde IBIO Journ Gesch IBIO Gesch Journ Gesch AS ETC Gesch TW IBIO
87