Juridische Beroepspraktijk
Opmaak Troost communicatie
Heidelberglaan 7
Drukwerk Drukkerij Tuijtel
Postbus 85397 3508 AJ Utrecht telefoon 030 - 252 96 00 telefax 030 - 252 96 01 www.hu.nl
fmr_sg_sjddt_08_tc
Deeltijd
Centrum voor
Ontwerp Dietwee
Deeltijd Sociaal Juridische Dienstverlening
Sociaal Juridische Dienstverlening
Contactadres
Uitgave Hogeschool Utrecht
Centrum voor Juridische Beroepspraktijk
Studiegids
2008/2009
Colofon
08 09 STUDIE GIDS
STUDIEGIDS BACHELOROPLEIDING SJD DEELTIJD 2008 – 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
1
Wijzigingen voorbehouden Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt
VOORWOORD
door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de HU/FMR, behoudens de uitzonderingen bij de wet gesteld. Aan de tekst kunnen geen rechten worden ontleend, voor zover deze strijdig zijn met een wettelijk voorschrift of een andere voor of binnen de Hogeschool Utrecht geldende regeling. Overal waar in deze gids de mannelijke vorm wordt gebruikt dient ook het vrouwelijke equivalent te worden gelezen. Prijs: v 7,00 (deze gids wordt eenmaal per studiejaar gratis verstrekt).
Voor je ligt de studiegids van de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening van Hogeschool Utrecht. In deze gids is alleen informatie opgenomen ten behoeve van deeltijdstudenten. Voor voltijdstudenten is een aparte gids beschikbaar.
© HU/FMR
De studiegids bevat alle relevante regelingen en afspraken die binnen de opleiding gelden. Deze afspraken vormen veelal een nadere uitwerking van facultaire regels, die niet in de studiegids zelf zijn opgenomen, maar te vinden zijn op het intranet van de faculteit. Afgezien van alle regels is de studiegids natuurlijk vooral interessant als informatiebron voor alle lesprogramma’s en studieonderdelen van de opleiding. Ook is in de studiegids het nodige te lezen over sociaal juridische dienstverlening als beroep, over de organisaties waar SJD’ers werkzaam zijn en over de functies die daarin met een SJD-achtergrond te vervullen zijn. Wat je niet in de studiegids kunt lezen heeft betrekking op de sfeer en identiteit van de opleiding. De docenten van de opleiding SJD DT vormen een betrokken team dat gezamenlijk werkt aan het realiseren van het opleidingsprogramma. Het zijn enthousiaste goed opgeleide medewerkers die naast vakinhoudelijke kennis ook de beroepspraktijk kennen. Uiteindelijk gaat het er natuurlijk om dat je op een goede manier wordt voorbereid op die beroepspraktijk. Dat is wederom de kern van de vernieuwingen in het onderwijsprogramma. De opleiding heeft een viertal uitgangspunten: diversiteit en flexibiliteit, onderwijs gericht op volwassenen, leren door werken en leren door onderwijs en tot slot dat voor jou als deeltijdstudent de opleiding ook in organisatorische zin te combineren valt met je werk. De opleiding SJD DT maakt onderdeel uit van het Centrum voor Juridische Beroepspraktijk van de Hogeschool Utrecht waarbinnen ook de andere juridische opleidingen een plaats hebben gekregen. Door de bundeling van de juridische opleidingen binnen het Centrum voor Juridische Beroepspraktijk kunnen we onze deskun-
augustus 2008
2
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
3
digheid verder ontwikkelen en verdiepen. Ook ontstaan er voor studenten meer keuzemogelijkheden waardoor beter tegemoet gekomen kan worden aan eigen interessegebieden. Het Centrum voor Juridische Beroepspraktijk werkt nauw samen met de faculteit rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht en met de juridisch georiënteerde opleidingen in de regio op MBOniveau. Een hecht team van ondersteunende medewerkers zet zich ervoor in de studenten zo goed mogelijk bij te staan bij alle organisatorische aspecten van de opleiding, zoals de administratieve afhandeling van tentameninschrijving en herkansingen en bij het vinden van de juiste weg in de huisregels. Tenslotte hebben studieloopbaanbegeleiders (SLB’ers) een coachende rol bij studieplanning, persoonlijke problemen en bij belangrijke keuzeprocessen tijdens de studie. Wij hopen en vertrouwen erop dat deze studiegids je nieuwsgierigheid naar het komende studiejaar zal prikkelen en dat je met evenveel enthousiasme als het SJD DT team het nieuwe studiejaar in zult gaan. Pieter Cornelissen Directeur centrum voor juridische beroepspraktijk
4
Marjan Brouwer Opleidingsmanager SJD DT
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
5
INHOUDSOPGAVE
1 1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6 1.1.7 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.2.8 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.3.5 1.3.6 1.3.7
Algemene informatie Algemene informatie HU Onderwijsprofiel HU Bachelor- en Masterstelsel Hogeschool- en faculteitsregelingen Kwaliteitszorg Ordehandhaving Organogram HU Locaties HU Algemene informatie Faculteit Maatschappij en Recht Algemeen Contactgegevens Organogram faculteit Plattegrond Praktische voorschriften en aanwijzingen Openingstijden gebouwen Vakanties en vrije dagen Faciliteiten Algemene informatie opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening DT Algemeen Contactgegevens In- en uitschrijven voor de opleiding Examencommissie Onderwijsbalie Studievereniging Overige informatie
2 Studentenvoorzieningen 2.1 Studiebegeleiding 2.2 Studentendecaan 2.3 Vertrouwenspersoon 2.4 Studentenarts
6
11 12 12 13 15 17 18 19 20 22 22 23 24 26 36 38 38 39 41 41 41 41 45 47 47 48 51 52 54 57 59
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.12.1 2.12.2 2.12.3 2.12.4 2.12.5 2.12.6 2.13 2.13.1 2.13.2 2.14 2.14.1 2.14.2 2.15 2.16 2.16.1 2.16.2 2.17 2.18 2.19 2.20 2.21 2.22 2.23
Bureau Studentenpsychologen Mediation Financiële steun Studeren met een functiebeperking Keuzevakken taal- en studievaardigheden Mentorproject Mediatheek ICT-faciliteiten Algemeen Studentenmail Sharepoint OSIRIS Student Wachtwoord Informatiebeveiliging en privacy International Office Study abroad Stage in het buitenland Medezeggenschap Inspraakorganen Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Studium Generale Studentenvereniging Algemeen Bestuursbeurs Topsport Trajectum Sport en Cultuur Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren Wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen Werken naast je studie Huisvesting
3 Opleiding en beroep 3.1 Beroepsprofiel 3.1.1 Beroep 3.1.2 Vaardigheden afgestudeerde 3.1.3 Werkveld en functies 3.2 Opleidingsprofiel 3.2.1 Doelstelling opleiding 3.2.2 Uitwerking van beroepsprofiel 3.2.3 Het HBO-niveau van de opleiding
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
60 61 62 63 65 66 67 70 70 70 70 71 71 73 73 75 76 77 77 78 79 80 80 80 82 83 84 85 88 89 90 93 94 94 96 97 102 102 102 104
7
3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.2.7 3.2.8
Didactische uitgangspunten Didactische werkvormen Competenties beginnende beroepsbeoefenaar Horizontale doorstroommogelijkheden Vervolgopleidingsmogelijkheden
104 108 109 113 114
4 Inrichting en organisatie opleiding 4.1 Algemeen 4.1.1 Opleidingsvarianten 4.1.2 Opleidingsstructuur algemeen 4.1.3 Verkorte opleidingsroutes 4.1.4 Overzicht curriculum (per studiejaar) 4.1.5 Lesdagen en -tijden 4.1.6 Uitval van de lessen 4.1.7 Studieloopbaanbegeleiding 4.1.8 Registratie studievoortgang 4.1.9 Introductie- en begeleidingsdagen 4.1.10 Studiekosten en eigen bijdragen 4.2 Inrichting propedeuse 4.2.1 Algemeen 4.2.2 Studieprogramma propedeuse 4.2.3 Instroom en toelating propedeuse 4.2.4 Studieadvies 4.3 Inrichting hoofdfase 4.3.1 Algemeen 4.3.2 Studieprogramma hoofdfase 4.3.3 Toegang hoofdfase en studierichtingen 4.3.4 Stages en stagewaardigheid 4.3.5 Profileringsruimte 4.3.6 Afstuderen
117 118 120 121 122 122 130 130 130 131 132 132 134 134 140 141 142 146 146 147 151 152 152 155
5 5.1 5.2 5.3 5.4
Cursusdeelname Algemeen Inschrijving voor cursussen Aanwezigheidsplicht Beginvereisten
157 158 159 161 163
6 6.1 6.2 6.3 6.3.1
Tentamens en examens Algemeen Vrijstellingen Organisatie tentamens Tentamenvorm en –duur
165 166 172 174 174
8
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
6.3.2 6.3.3 6.3.4 6.3.5 6.3.6 6.3.7 6.3.8 6.3.9 6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.3 6.4.4
Inschrijving en deelname (her)tentamens Voorzieningen wegens functiebeperking Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Gang van zaken tijdens tentamens Beoordeling en inzage tentamenwerk Onregelmatigheden / fraude Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk Geldigheidsduur studieresultaten Getuigschriften en titulatuur Algemeen Graden en titulatuur Aantekening cum laude of met genoegen Procedure afgifte getuigschrift
175 177 178 179 183 186 188 188 190 190 191 192 193
7 7.1 7.2 7.3 7.4
Klachten, bezwaar en beroep Inleiding Bezwaar Beroep Algemeen klachtrecht
195 196 197 198 200
8 8.1 8.2 8.3
Roosters Jaarrooster Weekrooster Tentamenrooster
207 208 211 212
9
Cursusbeschrijvingen
215
10 10.1 10.2 10.3
Bijlagen Onderwijs- en examenregeling Studentenstatuut Trefwoordenregister
413 414 415 416
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
9
1 ALGEMENE INFORMATIE
1.1
ALGEMENE INFORMATIE HU
Hogeschool Utrecht (HU) is met zo’n 35.000 studenten en ruim 2.200 medewerkers een van de grootste en meest veelzijdige HBOinstellingen in Nederland. De 6 faculteiten bieden samen meer dan 70 bacheloropleidingen aan op het gebied van communicatie en journalistiek, economie en management, natuur en techniek, gezondheidszorg, onderwijs, en maatschappij en recht. Na het behalen van je bachelordiploma, kun je bij HU ook nog in diverse richtingen een mastergraad behalen. Het onderwijs is per opleiding georganiseerd en is daardoor overzichtelijk en persoonlijk. Is je interesse breder dan je eigen opleiding, dan kun je deelnemen aan onderwijsactiviteiten van andere HU-opleidingen of aan andere onderwijsinstellingen in Nederland of in het buitenland. Hogeschool Utrecht heeft onderwijslocaties in de Utrechtse binnenstad, op De Uithof en in Amersfoort. 1.1.1 Onderwijsprofiel HU
Hoger beroepsonderwijs in de (kennis)samenleving Hogeschool Utrecht geeft zichzelf de opdracht hoogwaardige professionals op te leiden die een actieve bijdrage leveren aan de innovatie van de beroepspraktijk en aan de verdere ontwikkeling van de kennissamenleving. Daarbij zijn wij erop gericht iedere student optimale ontplooiingsmogelijkheden te bieden en het beste uit studenten te halen. Het onderwijsprofiel van HU In 2005 heeft Hogeschool Utrecht haar onderwijsprofiel vastgesteld. Het uitgangspunt van het profiel luidt: Hogeschool Utrecht geeft haar ambities vorm door opleidingen competentie- en vraaggericht in te richten en studenten te laten studeren binnen sterke leeromgevingen.
12
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Competentiegericht onderwijs Ons onderwijs is erop gericht dat studenten op samenhangende wijze hun competenties verwerven, zodat ze in staat zijn professioneel te handelen in kenmerkende beroepssituaties van toenemende complexiteit. De opleidingen formuleren, valideren en actualiseren de competenties in nauw overleg met het werkveld. Competentiegericht opleiden betekent ook dat we voor de student maatwerk leveren. We sluiten aan op eerder verworven competenties, we stimuleren de student om in toenemende mate regisseur te worden van zijn eigen leerproces, keuzes te maken en deze te verantwoorden. Tevens dagen we studenten uit te werken aan hun onderzoeksvaardigheid en hun competenties te ontwikkelen in een internationale/multiculturele context. Vraaggestuurd onderwijs Het onderwijs richt zich zowel op de vraag van de beroepspraktijk als op de vraag van de student. Wij matchen de kennis en leervragen van studenten met die van de beroepspraktijk op een manier die past binnen de kwaliteitseisen van de opleiding. Een sterke leeromgeving Een competentiegerichte en vraaggerichte opleiding veronderstelt een sterke leeromgeving. Een leeromgeving die studenten inspireert, uitdaagt en waarin ze zich steeds op de grens van hun kunnen begeven. Een leeromgeving die het leren vanuit het werken in de praktijk vormgeeft: leren is werken en werken is leren. Iedere opleiding kent een, samen met het beroepenveld vastgestelde kennisbasis. Vanaf het eerste jaar staat het verwerven van kennis en vaardigheden vanuit realistische beroepstaken centraal. Het onderwijs wordt vormgegeven in een mix aan werkvormen, zowel individueel als in samenwerking met medestudenten, waarbij in toenemende mate gewerkt wordt in authentieke beroepssituaties. 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel
Bachelor-masterstructuur In september 2002 is de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs (in Nederland) ingevoerd. Het doel hiervan is om in Europa tot één stelsel van hoger onderwijs te komen, zodat herkenning en erkenning van opleidingen gemakkelijker wordt.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
13
Het onderwijs aan universiteiten en hogescholen is opgedeeld in twee fasen: de bachelorfase en de masterfase. Een vierjarige HBOopleiding heet sindsdien een bacheloropleiding. Na afronding van de opleiding krijg je een bachelorgraad. Op de universiteit kun je in drie jaar een bachelordiploma behalen. Hierna kun je doorstuderen voor een masterdiploma. Zowel hogescholen als universiteiten bieden masteropleidingen aan. Studeer je aan een hogeschool, dan heb je recht op studiefinanciering voor de duur van je bacheloropleiding: vier jaar. Op de universiteit heb je recht op studiefinanciering voor de duur van je bachelor- én je masteropleiding.
Voordelen bachelor-masterstructuur Je bachelordiploma levert je een internationaal (h)erkenbaar diploma op. Daarmee kun je beter aan de slag in het buitenland. Gedurende je opleiding kun je ook makkelijker tijdelijk in het buitenland studeren. De bacheloropleidingen aan HU bieden tevens veel vrije keuzeruimte, de zogenaamde profileringsruimte. Je kunt deze profileringsruimte vullen met een minor (= een samenhangend pakket van keuzecursussen) óf met een pakket van keuzecursussen dat je zelf samenstelt. Zie verder par. 4.3.4 (profileringsruimte). De profileringsruimte maakt het ook mogelijk om studieonderdelen te volgen aan andere hogescholen of universiteiten. Hiermee verruim je je blik.
Masteropleidingen Na afronding van je bacheloropleiding kun je nog een masteropleiding volgen aan een hogeschool of universiteit. Hogeschool Utrecht heeft een groeiend aantal masteropleidingen. Ook voor mensen die al een aantal jaren werkervaring hebben. Kijk voor meer informatie op www.masters.hu.nl. Wil je een master volgen aan een universiteit, dan kan dat ook. Een HBO-opleiding sluit echter niet altijd naadloos aan op een universitaire master. Om jouw kennis en vaardigheden op het vereiste niveau te brengen zijn voor een aantal masters speciale trajecten ontwikkeld, zogenaamde pre-masters die je voorafgaand aan de master volgt en die je direct toegang geven. Kijk voor meer infor-
14
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
matie op www.premasters.hu.nl of haal de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU. 1.1.3 Hogeschool- en faculteitsregelingen De Wet op het Hoger onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek (WHW) legt instellingen een aantal verplichtingen op. Hogeschool Utrecht heeft deze in een reglementen verwerkt. Sommigen hiervan zijn uitgewerkt op faculteitsniveau. De reglementen zijn te vinden op www.reglementen.hu.nl. Iedere student wordt geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van deze reglementen. Hieronder volgt een opsomming van de meest relevante reglementen met een korte toelichting op de inhoud.
Studentenstatuut HU In het Studentenstatuut zijn de rechten en verplichtingen van studenten vastgelegd op hoofdlijnen. Veel onderwerpen worden nader uitgewerkt in specifieke reglementen zoals hieronder vermeld. Onderwijs- en Examenregeling van de faculteit De Onderwijs- en Examenregeling van de faculteit (faculteits-OER) moet worden gezien als onderdeel van deze studiegids. In dit document zijn de rechten en plichten van studenten ten aanzien van het onderwijs, tentamens, examens en verwante zaken vastgelegd. Dit wordt op een aantal punten nader uitgewerkt in de studiegids. Inschrijvingsregeling HU In de Inschrijvingsregeling worden de procedurele (niet: inhoudelijke) aspecten rond inschrijving, collegegeld en uitschrijving beschreven. Zie ook par. 1.3.3. Reglement College van Beroep HU Het kan voorkomen dat een student het niet eens is met een beslissing van de examencommissie of faculteitsdirectie. In de meeste gevallen kan de student dan in beroep gaan bij het College van Beroep. In het reglement College van Beroep zijn de samenstelling en de bevoegdheid van het College van Beroep, alsmede de beroepsgronden, de beroepsprocedures en het tot stand komen van de uitspraak nader geregeld. Zie ook par. 7.3.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
15
Steunfondsregeling HU Tijdens de opleiding kan een student te maken krijgen met persoonlijke omstandigheden die tot studievertraging leiden en problemen (kunnen) gaan geven met de studiefinanciering. Ook kan sprake zijn van bestuurlijke activiteiten naast de studie. Onder bepaalde voorwaarden kan een student een beroep doen op financiële ondersteuning. Een en ander staat beschreven in deze regeling. Zie ook par. 2.7 en 2.16.2. Noodfondsregeling HU De Noodfondsregeling is vastgelegd in het Studentenstatuut. Hogeschool Utrecht biedt door middel van het Noodfonds hulp bij onvoorziene uitgaven van studenten die hun draagkracht te boven gaan maar waar ze zich redelijkerwijs niet tegen kunnen verzekeren. Zie ook par. 2.7.
Reglement voor de Faculteitsmedezeggenschapsraad De faculteitsmedezeggenschapsraad is een medezeggenschapsorgaan op faculteitsniveau. De samenstelling, bevoegdheden, rechten en plichten en geschillenoplossing zijn geregeld in het door de faculteitsdirectie vastgestelde FMR-reglement. Zie ook par. 2.14.1.
Reglement Centrale Medezeggenschapsraad HU De centrale medezeggenschapsraad (CMR) is een medezeggenschapsorgaan op hogeschoolniveau. De samenstelling, bevoegdheden, rechten en plichten en geschillenoplossing zijn geregeld in het door het College van Bestuur vastgestelde CMR-reglement. Zie ook par. 2.14.1. 1.1.4 Kwaliteitszorg
Reglement Examencommissies Dit reglement bevat nadere regels met betrekking tot de uitoefening van de taak en de werkwijze van de examencommissies. Zie ook par. 1.3.4.
Hogeschool Utrecht besteedt veel zorg en aandacht aan kwaliteit. Kwaliteitszorg heeft betrekking op alle onderdelen van het onderwijs, het curriculum, de studievoortgang, de begeleiding, de onderwijsorganisatie, de relatie opleiding - arbeidsmarkt, etc. Een precieze uitwerking van het systeem van kwaliteitszorg dat de opleiding hanteert, vindt plaats in het kwaliteitsplan. Hierin staat beschreven op welke wijze en met welke middelen inzicht wordt verkregen in de kwaliteit van de opleiding, hoe aan eventuele verbetering gewerkt kan worden, hoe studenten zijn betrokken bij de evaluatie en op welke wijze verslag wordt gedaan van de resultaten van deze evaluaties. Opleidingscommissies spelen een belangrijke rol in het systeem voor kwaliteitszorg en hebben in het verleden belangrijke verbeteringen in gang gezet.
Regeling inzake Ongewenst Gedrag HU Elke faculteit heeft een of meer vertrouwenspersonen. In deze regeling zijn onder andere de taken en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon geregeld en de waarborging van een onafhankelijk functioneren van de vertrouwenspersoon.
De kwaliteit van het onderwijs kan natuurlijk prima beoordeeld worden door degenen die het onderwijs genieten: de studenten. Van jullie wordt daarom regelmatig gevraagd schriftelijk te evalueren. De vragenlijsten zijn anoniem. Je loopt dus geen risico dat negatieve oordelen tegen je zullen werken.
Reglement voor de Opleidingscommissies De (gezamenlijke) opleidingscommissies ((G)OC’s) zijn medezeggenschapsorganen op afdelingsniveau. De samenstelling, bevoegdheden, rechten en plichten en geschillenoplossing zijn geregeld in het door de faculteitsdirectie vastgestelde OC-reglement. Zie ook par. 2.14.1.
De opleiding verzamelt de informatie en treft wanneer nodig maatregelen. Ook kan bijv. in de vorm van studentenpanels met studenten besproken worden wat de uitkomst van de evaluaties zijn; of er kan met behulp van die gesprekken op signalen van studenten worden ingegaan. De vorm waarin dit gebeurt, kan per instituut verschillen. Daarnaast wordt een keer per jaar aan alle eerstejaars studenten en
16
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Privacyreglement persoonsgegevens studenten HU In dit reglement is de verzameling, opslag, correctie en verstrekking van persoonsgegevens van de student geregeld. Reglement Studentendecanen HU Hierin zijn onder meer taken, bevoegdheden en functioneren van de decanen geregeld. Zie ook par. 2.2.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
17
aan studenten die in Osiris 180 studiepunten hebben, uitvoerig de mening gevraagd over verschillende aspecten – variërend van de kwaliteit van de docenten tot de kwaliteit van de kantine. Aan eerstejaars worden iets andere vragen gesteld dan aan studenten die zich aan het eind van de studie bevinden: zo krijgen eerstejaars vragen over de voorlichting van de studie en hoofdfase studenten vragen over de hele studie. De uitkomsten van dit grote HU Studenten tevredenheidsonderzoek zijn zeer belangrijk: gaan er zaken niet naar wens dan worden daarover afspraken gemaakt tussen de verschillende directies in hogeschool – faculteit – instituut. Ook zijn deze uitkomsten onderwerp van gesprek tussen de instituutsdirecties en de opleidingscommissies. Kortom: jullie mening (positief of negatief) wordt gehoord en er wordt ook wat mee gedaan. Dus wil je jouw betrokkenheid bij de kwaliteitszorg vergroten, dan is het invullen van het studenten tevredenheidsonderzoek een absolute aanrader. 1.1.5 Ordehandhaving Artikel 48 van het Studentenstatuut (zie www.reglementen.hu.nl) regelt de ordehandhaving binnen Hogeschool Utrecht. Deze regeling luidt – samengevat - als volgt: Voorschriften en aanwijzingen Ter handhaving van de goede gang van zaken binnen de hogeschool gelden, behalve de wet, nadere voorschriften en aanwijzingen zoals vastgesteld door of namens het College van Bestuur of de faculteitsdirectie. Deze voorschriften en aanwijzingen kunnen betrekking hebben op, maar zijn niet beperkt tot de volgende onderwerpen: • ongewenst gedrag; • het gebruik van de gebouwen en terreinen met de daarin of daarop aanwezige voorzieningen; • afmelding van de student bij ziekte of verhindering anderszins; • roosterwijzigingen en tussenuren; • bijzondere omstandigheden. Binnen de hogeschool geldt verder een algemeen verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding. De opleiding kan aanvullende kledingvoorschriften stellen, indien dit uit het oogpunt van praktische uitvoering van het onderwijs noodzakelijk is.
18
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Plichten student Op basis van de Arbeidsomstandighedenwet gelden voor de studenten de volgende plichten: • de plicht om in werk en studie zorgvuldig en voorzichtig te handelen; • de plicht om zich op de hoogte te stellen van (veiligheids)voorschriften die betrekking hebben op het werk en de studie; • de plicht om aangebrachte veiligheidsvoorzieningen op de juiste wijze te gebruiken en de verplichte beschermingsmiddelen te dragen of toe te passen; • de plicht om onveilige en/of ongezonde werksituaties te melden aan de desbetreffende faculteitsdirectie. Maatregelen Bij overtreding van de voorschriften/aanwijzingen of niet nakoming van de plichten zoals hierboven genoemd, kunnen door de faculteitsdirectie de volgende maatregelen worden getroffen: • het geven van een waarschuwing of berisping; • het ontzeggen van de toegang tot gebouwen en terreinen van de hogeschool voor de tijd van ten hoogste een jaar. 1.1.6 Organogram HU Een organogram van de HU is te vinden op www.organogram.hu.nl. Per 1 september 2005 heeft Hogeschool Utrecht het onderwijsaanbod als volgt georganiseerd: • Instituten Hier zijn verwante voltijd bacheloropleidingen naar interessegebied geclusterd • Centra Voor deeltijd en duale opleidingen, cursussen en workshops. En voor (incompany) trainingen, consultancy en coaching voor professionals. • Academies Met het aanbod van masteropleidingen voor afgestudeerden. Een overzicht van alle instituten, centra en academies vind je op www.hu.nl/overhu. Organisatorisch is Hogeschool Utrecht ingedeeld in faculteiten. Zie ook par. 1.1.7.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
19
1.1.7 Locaties HU
Locaties HU in Utrecht College van Bestuur, Centrale Organisatie, Faculteit Natuur & Techniek Oudenoord 330 en 340 3513 EX Utrecht Telefoon (030) 238 83 84 Faculteit Natuur & Techniek Oudenoord 700 3513 EX Utrecht Telefoon (030) 230 82 02 Faculteit Natuur & Techniek Nijenoord 1 3552 AS Utrecht Telefoon (030) 230 81 08 Faculteit Natuur & Techniek, International Office F.C. Dondersstraat 65 3572 JE Utrecht Telefoon (030) 275 88 88
Faculteit Maatschappij & Recht Heidelberglaan 7 3584 CS Utrecht Telefoon (030) 252 96 00 Faculteit Gezondheidszorg Bolognalaan 101 3584 CJ Utrecht Telefoon (030) 258 51 00
Locaties HU in Amersfoort HU Amersfoort Berkenweg 11 3818 LA Amersfoort Telefoon (033) 421 21 00 FMR, Instituut voor Social Work, Creatieve Therapie Hooglandseweg-Noord 140 3813 VE Amersfoort Telefoon (033) 421 2 300 Routebeschrijvingen naar alle locaties vind je op www.hu.nl. Kijk voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer op www.gvu.nl.
Faculteit Educatie Padualaan 97 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 254 71 00 Faculteit Communicatie & Journalistiek Padualaan 99 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 219 30 00 Faculteit Economie & Management Padualaan 101 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 258 62 00
20
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
21
1.2
ALGEMENE INFORMATIE FACULTEIT MAATSCHAPPIJ & RECHT
1.2.1 Algemeen De Faculteit Maatschappij & Recht (FMR) maakt deel uit van Hogeschool Utrecht en is een grote, moderne onderwijsinstelling waar het prettig studeren en werken is. De FMR heeft haar hoofdvestiging in Utrecht (De Uithof) en heeft twee nevenvestigingen in Amersfoort (Hooglandseweg en Berkenweg). De FMR biedt een scala aan opleidingen op het gebied van Recht, Social Work, Arbeid & Organisatie en Integrale Veiligheidskunde. Er volgen ongeveer 7400 studenten een studie binnen de FMR en er zijn ongeveer 450 personeelsleden werkzaam.
1.2.2 Contactgegevens Faculteiten Faculteit Maatschappij & Recht Heidelberglaan 7 3584 CS Utrecht Telefoon (030) 252 96 00 Fax (030) 252 96 01 FMR, Instituut voor Social Work / De Horst Berkenweg 11 3818 LA Amersfoort Telefoon (033) 421 21 00 Fax: (033) 421 21 02 FMR, Instituut voor Social Work, Creatieve Therapie Hooglandseweg-Noord 140 3813 VE Amersfoort Telefoon (033) 421 23 00 Fax (033) 421 23 40
De Faculteit Maatschappij en Recht verzorgt de volgende bacheloropleidingen in voltijd en deeltijd en de opleiding CMV, MWD en SPH ook duaal. • Creatieve Therapie (CT) • Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV) • Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) • Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) • Integrale Veiligheidskunde (IVK) • Personeel & Arbeid (P&A) • Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD) • HBO-Rechten (HBR) waaronder de afstudeerrichting Kandidaatgerechtsdeurwaarder (GDW) In samenwerking met de Faculteit Educatie verzorgt de Faculteit Maatschappij & Recht ook de bacheloropleiding Pedagogiek (PED).
22
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
23
1.2.3. Organogram faculteit
Faculteit Maatschappij & Recht Faculteitsdirecteur, vz Managementteam (MT)
Facultaire Mede-zeggenschapsraad (MR)
Jan Welmers
KSI
Directiesecretaris
Hans van Ewijk
Adviserend lid MT Liesbeth Aveling
Instituut voor Social Work
Instituut voor Recht
Instituut voor Arbeid & Organisatie / Instituut
Instituutsdirecteur, lid MT
Instituutsdirecteur, lid MT
Coen van der Linden
Pieter Cornelissen
voor Veiligheid
samenwerking met FE aansturing door fac.dir FMR/FE projectleider
Instituutsdirecteur, lid MT
Manager
Instituut voor Pedagogiek
Jan Thijs
Projectbureau
Contractactiviteiten
Marcel Meer Riki Verhoeven (Ma) Lisette v/d Poel (Ba)
Renske Schamhart
Lectoraten
(Staf)diensten
Social Work
Recht
IVK
Arbeid & Organisatie
Lectoren
I&A / Bedrijfsbureau /
opleidingsmanagers
opleidingsmanagers
opleidingsmanager
opleidingsmanager
PZO:
Mediatheek
CT
SJD vt
Integrale veiligheidskunde
Personeel & Arbeid
JP Wilken
Truus Welten
Annemiek van Benthem
Thea van Rooijen
Ronald van Vliet
Peter Kosterman
PMO:
Manager bedrijfsvoering
CMV
SJD dt
Stijn Verhagen
P&O
Ebby Pelsma
Marjan Brouwer
Logistiek manager
HRM:
Jeanette Wijgand
MWD
HBO Rechten dt
Marieke Lucas
Ben Fruijtier
hoofd stafdienst
Louella Rooijer
incl. afstudeerrichting
Rob Gründemann
P&C
SPH
kandidaat-
SBIB:
Arjan van der Horst a.i.
Ed Bouwman
gerechtsdeurwaarder
Hans van Ewijk
Controller
Propedeuse Utrecht
Hans Mreijen
BJB:
Decanaat
Jeanet Fennema
Logistiek manager
Eric v.d. Luytgaarden
Margriet Andriesen
Propedeuse Amersfoort
Peter Rogge
JK:
Fred Piek
Marianne Langhout
Anneke Menger
Maria Smit
Contractactiviteiten
Jo Hermanns
Vertrouwenspersoon
Piet Janssen
Diversiteit:
Sytske Teppema
Manager Kwaliteitszorg
Fred Bergkotte
Logistiek manager Marieke Lucas
Eric Payens
IMD: Lia van Doorn
Manager Bedrijfsvoering Jacqueline Huijsmans
24
Opleidingscommissies (OC)
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Opleidingscommissies (OC)
Opleidingscommissies (OC)
Opleidingscommissies (OC)
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
25
1.2.4 Plattegrond
26
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
BEGANE GROND
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
27
VERDIEPING 1
28
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
29
VERDIEPING 2
30
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
31
VERDIEPING 3
32
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
33
VERDIEPING 4
34
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
35
1.2.5 Praktische voorschriften en aanwijzingen
•
Bij brand / ongeval / verzoek EHBO: Bel eerst de receptie, toets daarvoor de 1 (Amersfoort CT de 9, Amersfoort De Horst toestel 2111), meld daarbij het volgende: • je naam; • de plaats van de calamiteit • de aard van de calamiteit • of/ en hoeveel personen erbij betrokken zijn • wacht daarna (als het om een ongeval gaat) bij het slachtoffer tot er hulp is.
•
Ontruiming: Door middel van de omroepinstallatie (slow whoop signaal) of door een hulpverlener wordt iedereen verzocht het pand te verlaten. • verlaat het pand rustig via de dichtstbijzijnde (nood)uitgang, • gebruik nooit de lift, • volg de instructies van de bedrijfshulpverlener op, • ga naar de aangewezen verzamelplaats en wacht daar op verdere instructies, • voorkom paniek en blijf kalm.
Huisregels (extra) leslokalen
Huisregels Neem de volgende huisregels in acht voor een leefbare studie- en werkomgeving: • Fietsen stallen in de fietsenrekken of in de fietsenstalling van de parkeergarage Cambridgelaan. • Bromfietsen en motoren stallen in de parkeergarage Cambridgelaan, niet op het faculteitsplein. • Alleen geleidehonden zijn toegestaan, geen andere huisdieren. • Skaten, steppen, boarden of rolschaatsen op het faculteitsplein is niet toegestaan. • Mobiele telefoons zijn tijdens onderwijsactiviteiten, in mediatheek en studieplein uitgeschakeld. • Serviesgoed in de restaurants altijd terugbrengen naar een afruimmeubel. • Meegenomen servies en bestek dezelfde dag nog terugbrengen naar de catering. • Het is niet toegestaan te eten en te drinken in de leslokalen, de mediatheek en het studieplein. • Afval (en kauwgom) dient in de afvalbakken te worden gedeponeerd.
36
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
• • • •
• • • • • •
Het is niet toegestaan om met punaises of plakband iets op de muren en deuren te bevestigen. Posters alleen ophangen met toestemming van de Facilitaire Dienst. Mededelingen alleen op de daarvoor bestemde borden of met toestemming Facilitaire Dienst. Aan het eind van de dag: licht uit, ramen, deuren, computer en monitor (af)sluiten. Het is wettelijk niet toegestaan in het faculteitsgebouw te roken. Het noodtrappenhuis (de aluminium cilinder) alleen gebruiken bij calamiteiten.
Het is niet toegestaan te eten en te drinken in de leslokalen. Afval (en kauwgom) dient in de afvalbakken te worden gedeponeerd. Wordt in een lokaal vergaderservice verleend, alles achteraf graag bij elkaar zetten voor catering. Geen kauwgom onder en/op op stoelen en tafels plakken. Niet met pennen/stiften schrijven op meubilair. Meubilair in de leslokalen dient in de oorspronkelijke opstelling te worden teruggeplaatst.
Vragen? Bel het Facilitair Meldpunt: 8000
Voorziening voor mindervaliden Utrecht, Heidelberglaan 7 Mindervaliden kunnen de beschikking krijgen over een liftsleutel; deze liftsleutel geeft tevens toegang tot de aangepaste toiletruimte. Aangepaste toiletruimten zijn te vinden op de begane grond en de tweede etage. De liftsleutel is aan te vragen bij het facilitair meldpunt. Bij aanvraag kan om een doktersverklaring gevraagd worden. Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 De aangepaste toiletruimte is te vinden links achter de trefplek. De sleutel is verkrijgbaar bij de receptie. Amersfoort, Berkenweg 11 De aangepaste toiletruimte is te vinden op de begane grond bij collegezaal 0.50.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
37
1.2.6 Openingstijden gebouwen
Onderwijsvrije dagen
Data
2008-2009
Utrecht, Heidelberglaan 7 Maandag t/m donderdag van 7.00 uur – 22.00 uur. Vrijdag van 7.00 uur – 19.00 uur. Tijdens de vakantieweken is het gebouw geopend van 8.00 uur – 17.30 uur (onder voorbehoud van eventuele andere besluiten van de directie). In principe is het gebouw ook op verschillende zaterdagen geopend. Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 Maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag van 8.00 uur – 18.00 uur. Donderdag van 8.00 uur – 22.00 uur. Amersfoort, Berkenweg 11 Maandag, woensdag en vrijdag van 8.30 uur – 18.30 uur. Dinsdag en donderdag van 8.30 uur – 21.30 uur. Openingstijden zijn onder voorbehoud 1.2.7 Vakanties en vrije dagen 2008-2009 Vakantie en vrije dagen 2008-2009: Vakantie
Data
Herfstvakantie
13 t/m 17 oktober 2008
Kerstvakantie
22 december 2008 tot en met 2 januari 2009
Voorjaarsvakantie
16 februari t/m 20 februari 2009
Meivakantie
27 april tot en met 5 mei 2009
Zomervakantie
Begint op 20 juli 2009
Officiële vrije dagen
Data
(feestdagen) 1e en 2e kerstdag
25 en 26 december 2008
Nieuwjaarsdag
1 januari 2009
Goede vrijdag
10 april 2009
1e en 2e paasdag
12 en 13 april 2009
Koninginnedag
30 april 2009
Bevrijdingsdag
5 mei 2009
Hemelvaartsdag
21 mei 2009
1e en 2e Pinksterdag
31 mei en 1 juni 2009
38
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Tussen Kerstmis en Nieuwjaar
29, 30 en 31 december 2008
Dag na Koninginnedag
Vrijdag 1 mei 2009
Dag voor Bevrijdingsdag
Maandag 4 mei 2009
Dag na Hemelvaart
Vrijdag 22 mei 2009
1.2.8 Faciliteiten Studentenservice FMR Voor vragen over studiefinanciering, tempobeurs, prestatiebeurs, steunfondsregelingen, inschrijving, (tussentijdse) uitschrijving enzovoort kunnen studenten terecht bij de Studentenservice (Utrecht) telefoon 030 252 9999
[email protected]. Studenten Creatieve Therapie in Amersfoort kunnen terecht bij: secretariaat Amersfoort, telefoon: 033 421 23 00 (behalve op woensdag). Studenten Instituut voor Social Work / De Horst kunnen terecht bij de servicebalie Utrecht (zie hierboven) of de studentenbalie van het Instituut voor Social Work / De Horst in Amersfoort, Berkenweg 11. Voor vragen over studiefinanciering kunnen studenten ook terecht bij het regiokantoor Herman Gorterstraat 40 in Utrecht (plattegrond bij studentenservice verkrijgbaar). Voor telefonische informatie over studiefinanciering is het volgende nummer beschikbaar: 050-5997755
Restaurant Utrecht, Heidelberglaan 7 Het restaurant is te vinden op de begane grond. Openingstijden: maandag t/m donderdag van 8.30 uur – 18.30 uur. Vrijdag van 8.30 uur – 16.00 uur. Tijdens vakantieweken is het restaurant gesloten. Warme drankautomaten zijn te vinden op de brinken. Bij het restaurant staan frisdrank- en snoepautomaten. Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 Het restaurant is te vinden op de begane grond. Openingstijden: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag van 9.30 uur – 14.30 uur. Donderdag van 9.30 uur – 18.30 uur. Tijdens vakantieweken is het restaurant gesloten. Bij de helpdesk zijn automaten voor warme dranken, frisdranken en soep te vinden.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
39
Amersfoort, Berkenweg 11 Het restaurant is te vinden op de begane grond. Openingstijden: maandag, woensdag, donderdag en vrijdag van 8.30 uur – 16.00 uur. Dinsdag van 8.30 uur – 19.00 uur. Tijdens vakantieweken is het restaurant gesloten.
1.3
ALGEMENE INFORMATIE OPLEIDING SOCIAAL JURIDISCHE DIENSTVERLENING DEELTIJD
Repro Utrecht, Heidelberglaan 7 De reproruimte bevindt zich op de begane grond. Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.30 uur – 17.00 uur. Tijdens vakantieweken is de repro beperkt open. Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 Heeft geen specifieke reproruimte. Amersfoort, Berkenweg 11 Heeft geen specifieke reproruimte. Kiosk / winkel / readerverkoop Utrecht, Heidelberglaan 7 De kiosk is te vinden op de begane grond naast het auditorium. Openingstijden: maandag, dinsdag en donderdag van 9.00 uur – 19.00 uur. Woensdag van 9.00 uur – 17.00 uur. Vrijdag van 9.00 uur – 16.45 uur. Bij de kiosk kan men terecht voor: kantoorartikelen en readers. AV balie Utrecht De AV balie bevindt zich naast de kiosk. Hier kun je terecht voor het lenen van AV middelen en voor het melden van IT-storingen. Openingstijden: maandag t/m donderdag van 8.30 uur – 21.00 uur en vrijdag van 8.30 uur – 17.00 uur. Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 Het magazijn is te vinden op de begane grond (0.12). Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.45 uur – 10.30 uur Amersfoort, Berkenweg 11 De winkel bevindt zich op de 2e verdieping. Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.30 uur – 17.00 uur. Op aanvraag kan de winkel op dinsdag en donderdagavond geopend blijven tot 19.00 uur. Openingstijden zijn voor alle locaties onder voorbehoud.
40
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
1.3.1 Algemeen
Rol en verantwoordelijkheid van docenten Studenten kunnen van docenten verwachten dat zij zich optimaal inzetten voor: 1. Beroepsrelevant onderwijs en deskundigheid op een vakgebied in theorie en praktijk. 2. Didactische werkwijzen die gericht zijn op stimulering van zelfstandigheid en professionaliteit van studenten. 3. Het begeleiden van studenten in een gelijkwaardige relatie. 4. Het kunnen vertegenwoordigen van de onderwijsorganisatie en als zodanig tekst en uitleg kunnen geven over doelen van de onderwijseenheden en hun onderlinge samenhang. 5. Begeleiding tijdens de studie en tevens een bijdrage leveren in de oriëntering, verwijzing, motivatie en selectie van studenten. 6. Het helpen van individuele studenten en groepen studenten bij het reflecteren en evalueren van het eigen groeps- en leerproces. 7. Het tijdig verstrekken van studieresultaten en het geven van commentaar op de toetsresultaten. 8. Het verzorgen en bevorderen van de communicatie tussen studenten onderling en naar collega-docenten. Gewenst studiegedrag van studenten De docenten en de opleiding kunnen het volgende van studenten verwachten: • Inzet en participatie tijdens de lessen. • Interesse in de leerinhouden. • Bereidheid sterke en zwakke punten bespreekbaar te maken daar waar reflectie als deel van het leerproces wordt gezien. • Informatie te geven daar waar dit voor een optimale communicatie belangrijk is. • Samen met medestudenten sociale controle uit te oefenen op collega-studenten bij persoonlijke en/of functionele problemen
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
41
• • •
en door te verwijzen naar studentendecaan en/of studieloopbaanbegeleider (SLB’er). In toenemende mate actief participeren in het onderwijs. Een bijdrage leveren aan de kwaliteitsbewaking d.m.v. onderwijsevaluaties. In acht nemen van werkafspraken die de uitvoering van het onderwijs en voortgang van de studie bevorderen. Bijvoorbeeld het respecteren van les- en werktijden, het naleven van inleverdata voor opdrachten en toetsen, het volgen van de opleidingsprocedures rond herkansingen en registratie van praktijktijdgegevens.
Samenwerking en klimaat De opleiding ziet haar studenten als samenwerkingspartners en verwacht van haar studenten gedrag dat gericht is op samenwerking. De opleiding streeft ernaar het onderwijs zodanig in te richten dat studenten zelfstandig kunnen werken en leren. De opleiding stelt het op prijs wanneer studenten zich met vragen, suggesties, commentaar of klachten direct tot de betrokken docent of medewerker wenden. Wanneer dit om een of andere reden niet mogelijk of gewenst is, wordt nadrukkelijk verwezen naar de SLB’er. In laatste instantie kan op opleidingsniveau contact met de afdelingsdirecteur worden opgenomen. In dit kader wordt ook verwezen naar de standaardprocedure bij klachten binnen de faculteit
Inschrijving Als student word je ingeschreven voor een opleiding onder de volgende voorwaarden: • er is voldaan aan de toelatingseisen (zie ook par.4.2.3 en 4.3.3); • het collegegeld is betaald (of betaling ervan is verzekerd door een machtiging of garantieverklaring) • er is voldaan aan de overige vereisten zoals genoemd in de Inschrijvingsregeling HU (zie www.reglementen.hu.nl). Pas na rechtsgeldige inschrijving heb je recht op gebruik van de onderwijsfaciliteiten. De student die zich voor de propedeuse wil inschrijven doet een verzoek tot inschrijving via Studielink. Heb je al een propedeuse gehaald voor een HBO of wo opleiding? Dan heb je kans dat je kunt instromen in een hoger jaar van de opleiding. Je krijgt dan vrijstelling van de propedeutische vakken en vakken uit de hoofdfase. De student die zich voor de hoofdfase wil inschrijven, doet een verzoek tot inschrijving via Studielink. Als je wilt instromen in de hoofdfase, neem dan wel eerst contact op met je opleiding. Zij kunnen je meer vertellen over de mogelijkheden en bepalen of je voldoet aan de eisen om in de hoofdfase van een opleiding te kunnen instromen.
1.3.2 Contactgegevens IvR
Instituut voor Recht Heidelberglaan 7 Postbus 85397 3508 AJ Utrecht Telefoon 030 2529840 Telefax 030 2529731 E-mailadres:
[email protected] 1.3.3 In- en uitschrijven voor de opleiding
Herinschrijving Als je al student bent aan Hogeschool Utrecht, zal je herinschrijving in 2008 nog niet via Studielink lopen. Van Bureau Inschrijving ontvang je een machtigingsformulier voor de betaling van het collegegeld. Je wordt pas opnieuw ingeschreven wanneer is voldaan aan de financiële verplichtingen en eventuele overige eisen. Collegekaart en bewijs van inschrijving Wanneer je inschrijving of herinschrijving is voltooid, ontvang je een collegekaart en een Bewijs van Inschrijving. De collegekaart geldt ook als inschrijvingsbewijs.
Bureau Inschrijving Studeren aan Hogeschool Utrecht begint bij Bureau Inschrijving. Bureau Inschrijving verzorgt de inschrijving, herinschrijving en uitschrijving van studenten aan de Hogeschool Utrecht en is verantwoordelijk voor de wettelijke toelating.
Beëindiging inschrijving Als een student zich niet opnieuw inschrijft voor het nieuwe studiejaar (zie onder ”Herinschrijving” hierboven) eindigt de inschrijving op 1 september. Ook kan de inschrijving tussentijds op verzoek van
42
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
43
de student worden beëindigd. Daarbij kan de student aanspraak maken op gedeeltelijke teruggave van het collegegeld, indien sprake is van: • beëindiging wegens afstuderen (met ingang van de eerste hele maand volgend op de maand van afstuderen; daarmee eindigt ook het recht op studiefinanciering en OV-kaart); • beëindiging in het eerste jaar van inschrijving in de propedeuse (met ingang van de tweede hele maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend); • beëindiging wegens niet aansluiten van praktijkperiodes waardoor het gedurende meerdere maanden niet mogelijk is onderwijs te volgen (met ingang van de maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend); • beëindiging wegens ziekte of bijzondere familieomstandigheden (met ingang van de derde hele maand volgend op de maand waarin de student niet aan het onderwijs heeft kunnen deelnemen); • beëindiging vanwege andere, zwaarwegende omstandigheden, ter beoordeling door de faculteitsdirectie (met ingang van de tweede hele maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend). Verder kan de inschrijving worden beëindigd als gevolg van een negatief bindend studieadvies (zie ook par. 4.2.4). Bij een negatief bindend studieadvies aan het eind van het studiejaar zal de student niet heringeschreven kunnen worden voor het volgende studiejaar voor dezelfde opleiding bij de HU. Bij een negatief bindend studieadvies gedurende het studiejaar (bijvoorbeeld ingeval van inschrijving in februari) zal de inschrijving echter niet automatisch beëindigd worden maar dient de student hiertoe een verzoek in te dienen. In dat geval bestaat er recht op teruggave van collegegeld. Hierbij bestaat ook recht op teruggave van collegegeld, met uitzondering van de maanden juli en augustus. Het is raadzaam om bij bijzondere omstandigheden direct contact op te nemen met de studentendecaan. Zie verder par. 2.2. Bij tussentijdse beëindiging van de studie om andere redenen blijft de student ingeschreven tot het einde van het studiejaar. Er wordt dan ook geen collegegeld terugbetaald. Bovenstaande informatie is slechts een samenvatting. De procedures zijn nader geregeld in de Inschrijvingsregeling HU (zie
44
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
www.reglementen.hu.nl). Kijk voor meer informatie over in- en uitschrijven op de website van Bureau Inschrijving: www.bureauinschrijving.hu.nl. 1.3.4 Examencommissie
Instelling en benoeming Examencommissies binnen de Faculteit Maatschappij en Recht worden benoemd door de faculteitsdirectie. De examencommissie is bevoegd om bepaalde taken door een of meer leden van die commissie of door examinatoren (docenten of externe deskundigen) te laten uitvoeren (mandatering). De examencommissie blijft echter altijd eindverantwoordelijk. Taken en bevoegdheden De examencommissie voert de in de WHW genoemde taken uit. Deze zijn volgens de OER o.a.: a. De uitoefening van het toezicht op het afnemen van tentamens en examens. b. Kwaliteitsbewaking en –borging van tentamens en examens. c. De vaststelling van een regeling ten behoeve van de goede gang van zaken tijdens de tentamens en examens. d. De vaststelling en bekendmaking van data en tijdstippen voor het afleggen van de tentamens en examens. e. Het geven van richtlijnen en aanwijzingen aan examinatoren met betrekking tot de beoordeling van tentamens en de vaststelling van de tentamenuitslag. f. Het vaststellen van de uitslag van examens. g. Het beoordelen van onregelmatigheden bij tentamens. h. Het goedkeuren van keuzecursussen en minors. i. De toepassing van het studieadvies in de propedeuse. j. Het verlenen van vrijstellingen voor tentamens en examens. k. Het rapporteren over de gang van zaken tijdens de examens en tentamens, de uitslagen van examens en de toepassing van het studieadvies. Tenzij de examencommissie anders beslist, worden ten behoeve van het afnemen van de tentamens de personeelsleden, die met het verzorgen van het onderwijs in de betreffende opleiding of groep van opleidingen belast zijn, geacht te zijn aangewezen als examinator. De commissie kan ook deskundigen van buiten de opleiding als examinator aanwijzen.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
45
De examencommissie stelt nadere regels vast ter uitvoering van haar taken en bevoegdheden, zoals: • de gang van zaken bij schriftelijke tentamens (tentamenreglement) • de surveillance bij schriftelijke tentamens (surveillanteninstructie) • de gang van zaken bij mondelinge tentamens (tentamenprotocol) • het maken en beoordelen van tentamens (tentamenrichtlijnen) • het sanctioneren van onregelmatigheden (fraudeprocedure)
Samenstelling en besluitvorming De faculteitsdirectie benoemt de examencommissie uit het onderwijsgevend personeel van de desbetreffende opleiding (of groep van opleidingen). Aan de examencommissie kan een ambtelijk secretaris zijn verbonden; deze is geen lid van de commissie. De examencommissie neemt besluiten bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staken van stemmen beslist de voorzitter omtrent het te nemen besluit. De besluiten worden in notulen vastgelegd en de vergaderingen zijn niet openbaar. Afhankelijk van de situatie kan de examencommissie studenten en/of docenten horen alvorens een beslissing te nemen. De taken en bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de examencommissie zijn uitgebreid beschreven in hoofdstuk 4 van de Onderwijs- en Examenregeling HU 2008-2009 (www.reglementen.hu.nl).
Verzoeken aan de examencommissie De student die in aanmerking denkt te komen voor een vrijstelling, voorziening of andere beslissing waartoe de examencommissie bevoegd is, kan een verzoekschrift bij de examencommissie indienen. Een verzoek moet schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend en eventueel voorzien zijn van bewijsstukken. Ook moeten de naam, het adres en het studentnummer van de student erop staan en moet het zijn ondertekend. De examencommissie maakt tijdig, doch uiterlijk binnen drie weken na ontvangst van het verzoek haar beslissing schriftelijk aan de aanvrager bekend. Tegen de beslissing op het verzoek staat bezwaar en beroep open (zie hoofdstuk 7). Als de commissie voorziet, dat zij geen beslissing kan nemen binnen de gestelde termijn, stelt zij de afzender daarvan tijdig op de hoogte en geeft daarbij tevens aan wanneer de examencommissie een besluit neemt.
46
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Bezwaar en beroep Tegen een besluit van de examencommissie kan binnen twee weken bezwaar worden gemaakt. De procedure is beschreven in hoofdstuk 7.2. Het is ook mogelijk binnen vier weken vanaf de bekendmaking van het besluit schriftelijk beroep aan te tekenen bij het College van Beroep. Het College van Beroep is de onafhankelijke, hogeschoolbrede beroepsinstantie voor studenten en extraneï van Hogeschool Utrecht. Het is dus niet verbonden aan een faculteit of opleiding. Deze procedure is beschreven in hoofdstuk 7.3. Examencommissie Instituut voor Recht De examencommissie Instituut voor Recht heeft binnen de opleiding een wettelijke taak, geformuleerd in de Onderwijs- en examenregeling van de FMR. Voor studenten is de examencommissie allereerst van betekenis als de instantie waartoe zij zich kunnen richten, indien zij bezwaar willen maken tegen een door of vanuit de opleiding genomen besluit of wanneer zij een verzoek willen indienen ten behoeve van een speciale individuele regeling. Bezwaren en verzoeken moeten schriftelijk en getypt bij de examencommissie worden aangeleverd bij de ambtelijk secretaris mevrouw J. Kroon (postvak examencommissie op de brink van het Instituut voor Recht of per e-mail naar
[email protected]). Alleen brieven, gesteld in behoorlijk Nederlands, worden in behandeling genomen. De examencommissie vergadert wekelijks op donderdag. De sluitingstermijn voor brieven aan de examencommissie is maandagmorgen 9.00 uur voorafgaande aan de vergadering van de examencommissie. Voor de behandeling van klachten is voorzien in een andere procedure (zie hoofdstuk 7). 1.3.5 Onderwijsbalie Voor informatie over de Onderwijsbalie van het Instituut voor Recht kun je terecht op www.sharepoint.hu.nl (zie ‘onderwijs’ en vervolgens de betreffende opleiding. 1.3.6 Studievereniging Studieverenigingen hebben als doel jouw studententijd zo leuk mogelijk te maken. Je vindt hier activiteiten die voor veel gezellig-
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
47
heid zorgen, maar ook voor betrokkenheid bij je studie en je toekomstige vak. De studieverenigingen binnen Hogeschool Utrecht zijn verenigd in de koepelorganisatie OSHU, die hogeschoolbreed de belangen van de diverse verenigingen behartigt. 1.3.7 Overige informatie Mededelingen voor studenten over lessen en tentamens worden via mededelingenborden, het intranet en de studentenmail bekend gemaakt. Ook correcties en aanvullingen op de studiegids worden zo bekend gemaakt. Studenten worden geacht zich actief te informeren via de voor hen bestemde post en mededelingen, te zorgen dat hun postadres bij de studentenadministratie klopt, en regelmatig het door de hogeschool verleende e-mail adres te lezen. Roosters en roosterwijzigingen zijn via Internet te vinden op de roostersite (www.roosters.hu.nl).
48
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
49
2 STUDENTENVOORZIENINGEN
2.1
STUDIEBEGELEIDING
•
verwijzen naar studentendecaan in kwesties die niet direct met de studie te maken hebben (persoonlijke omstandigheden, studiefinanciering, bezwaar en beroep etc.).
Zie voor meer informatie over studieloopbaanbegeleiding door de opleiding par. 4.1.7.
Inleiding Een afgestudeerd HBO-student wordt geacht zelfstandig te kunnen handelen. Gedurende de opleiding word je daarom ook gestimuleerd tot zelfstandig en initiatiefrijk optreden. Voor het onderwijs betekent dit dat de opleiding die typen onderwijs kiest die zelfstandig en kritisch leren stimuleren, namelijk probleemgestuurd- en project-onderwijs. Als student word je verantwoordelijk gesteld voor je eigen leerproces en studieloopbaan; de opleiding dient daarbij voor randvoorwaarden en voor ondersteuning te zorgen. De wijze waarop de opleiding je in je studie begeleidt sluit aan op onze opvattingen over HBO-niveau, over leren en over onderwijs. ‘Begeleiding geven bij de studie’ vat de opleiding dus op als ‘de student zodanig ondersteunen dat de studievoortgang gefaciliteerd wordt en de ontwikkeling tot zelfstandigheid bevorderd wordt’. De opleiding verzorgt studiebegeleiding bij diverse facetten van het studie- en leerproces. We onderscheiden vier typen begeleiding: inhoudelijke begeleiding, begeleiding bij studievaardigheden, studieloopbaanbegeleiding en begeleiding bij persoonlijke (studie)problemen. Er wordt van je verwacht dat je op eigen initiatief gebruik maakt van gepresenteerde vormen van begeleiding. Studieloopbaanbegeleiding Elke student heeft recht op begeleiding door een (vaste) SLB’er, bij wie de student terecht kan met vragen en problemen die rechtstreeks verband houden met de studie. De SLB’er heeft met name de volgende taken: • gevraagd en ongevraagd informatie verstrekken over de inhoud en organisatie van het onderwijs • bewaking en bespreking van studieresultaten • adviseren van studenten bij het maken van keuzes die in het kader van de opleiding van belang zijn
52
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
53
2.2 STUDENTENDECAAN
De studentendecanen behartigen studentenbelangen in de ruimste zin. Ze zijn er voor alle studenten van de HU, dus ook voor jou. Ze geven hulp, informatie, advies en begeleiding aan studenten over studie en onderwijs, onderwijszaken en studentenvoorzieningen. De decanen hebben een onafhankelijke positie binnen de faculteit. Ze hebben tevens een geheimhoudingsplicht. Zonder jouw toestemming wordt geen mededeling aan anderen gedaan over de inhoud van de gesprekken. Veel studenten worden door hun SLB’er naar het decanaat verwezen, maar je kunt ook op eigen initiatief komen. Je kunt bij de decanen terecht voor onder meer: • financiële steunaanvragen bij het Noodfonds of het Steunfonds van de HU (zie ook par. 2.7; • toelatingseisen, uitschrijving, inschrijving elders; • vervolgopleidingen, twijfel over studie of beroepskeuze; • studiestaking of onderbreking; • een (dreigend) bindend negatief studieadvies; • studievertraging; • studiebelemmerende persoonlijke omstandigheden; • verwijzing naar het Bureau Studentenpyschologen; • studeren met een functiebeperking en het zo nodig aanvragen van een extra jaar beurs; • andere kwesties op het gebied van studiefinanciering, uitkeringen, fondsen; • bezwaar en beroep tegen bijvoorbeeld een beslissing van de examencommissie; • conflictsituaties op de opleiding. Via de decanen kun je je ook opgeven voor trainingen in bijvoorbeeld assertiviteit, studieplanning en de omgang met faalangst.
nen waarbinnen je je moet melden. Daarnaast geldt uiteraard: hoe eerder je een probleem aanpakt, hoe sneller het in het algemeen is opgelost en hoe langer je plezier hebt van de oplossing. Meer informatie vind je op www.studentzaken.hu.nl. Vanaf 1 januari 2007 bestaat het Centrum voor Studiekeuze, een gezamenlijk initiatief van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht. Twijfel je over je opleiding, ben je vastgelopen of wil je doorstuderen na je bachelor-diploma, dan kun je hier terecht voor advies en ondersteuning met betrekking tot je studiekeuze. Ga naar je studentendecaan voor meer informatie of kijk op www.centrumstudiekeuze.nl. Studentendecanen FMR
Utrecht, Heidelberglaan 7 Margriet Andriesen, telefoon: 030 252 9033, kamer 0.125, e-mail:
[email protected] Fred Piek, telefoon: 030 252 9983, kamer 0.120, e-mail:
[email protected], Maria Smit, telefoon: 030 252 9984, kamer 0.122, e-mail:
[email protected] Voor het maken voor een afspraak kun je bellen naar 030 252 9995 of mailen naar
[email protected]. Inloopspreekuren: dagelijks van 13.00 uur tot 14.00 uur
Het is van belang je tijdig bij het decanaat te melden. Voor bepaalde voorzieningen, zoals bijvoorbeeld het Steunfonds, gelden termij-
Amersfoort, Hooglandseweg Noord 140 en Berkenweg 11 In Amersfoort is een gezamenlijk decanaat voor alle studenten van alle opleidingen van HU Amersfoort. Thora Justesen, aanwezig op dinsdag en donderdag op locatie Hooglandseweg Noord 140, kamer 226 en vrijdag op locatie Berkenweg 11, kamer 0.03. Annie van der Ent, aanwezig op maandag en donderdag op locatie Berkenweg 11, kamer 0.03 of 0.04. Bernadette Poos, aanwezig op dinsdag op locatie Berkenweg 11, kamer 0.04. Suzanne Hennekes, aanwezig op dinsdag, woensdag en donderdag op locatie Berkenweg 11, kamer 0.03 of 0.04. Voor het maken van afspraken of voor het stellen van vragen kun je mailen naar
[email protected] Inloopspreekuren: Berkenweg 11 van maandag tot vrijdag van 12.30 tot 13.00 uur en Hooglandseweg 140 op dinsdag en donderdag van
54
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
55
12.30 tot 13.00 uur. Voor heel specifieke Social Work kwesties kun je het beste een afspraak maken met:
[email protected] of
[email protected].
2.3 VERTROUWENSPERSOON
Studentenservice FMR Voor vragen over studiefinanciering, tempobeurs, prestatiebeurs, steunfondsregelingen, inschrijving, (tussentijdse) uitschrijving enzovoort kunnen studenten terecht bij Studentenservice (Utrecht) telefoon 030 252 9999
[email protected]. Studenten Creatieve Therapie in Amersfoort kunnen terecht bij: secretariaat Amersfoort, telefoon: 033 4791 300 (behalve op woensdag). Studenten Instituut voor Social Work, Berkenweg kunnen terecht bij de servicebalie Utrecht (zie hierboven) of de studentenbalie van het Instituut voor Social Work in Amersfoort, Berkenweg 11. Voor vragen over studiefinanciering kunnen studenten ook terecht bij het regiokantoor Herman Gorterstraat 40 in Utrecht (plattegrond bij studentenservice verkrijgbaar.) Voor telefonische informatie over studiefinanciering is het volgende nummer beschikbaar: 0505997755.
Bij ongewenst gedrag kan je denken aan fysieke agressie, verbale en seksuele intimidatie, discriminatie, schending van integriteit en racisme. Maar ook handtastelijkheden, flauwe grappen of onbeschofte e-mails kunnen als ongewenst worden ervaren. Ongewenst gedrag kan mensen diep raken, zelfs zo dat ze er ziek van worden. Velen denken dat als je er maar geen aandacht aan besteedt, het vanzelf overgaat. Maar dat gebeurt zelden. Wie last heeft van welke vorm van ongewenst gedrag dan ook zal de moed moeten opbrengen om dat onder woorden te brengen. De ervaring leert telkens weer dat praten helpt en daarvoor kan je bij de vertrouwenspersoon terecht; daar is anonimiteit gewaarborgd. Na een melding kijkt de vertrouwenspersoon hoe het ongewenste gedrag zo snel mogelijk gestopt kan worden. Dit alles gebeurt in goed overleg: er worden geen stappen genomen zonder toestemming van de melder. Desgewenst begeleidt de vertrouwenspersoon de melder enige tijd. Ook voor een persoonlijk gesprek of advies kan je bij de vertrouwenspersoon terecht. De vertrouwenspersoon is er voor medewerkers en studenten. De brochure "Vertrouwenspersoon voor studenten en medewerkers" is verkrijgbaar bij de vertrouwenspersoon. Meer informatie vind je ook op www.studentzaken.hu.nl. Wanneer studenten over deze onderwerpen liever iemand van buiten de hogeschool raadplegen, kan contact worden opgenomen met de Vertrouwensinspecteur Hoger Onderwijs, telefoon (030) 666 57 04. Vertrouwenspersoon voor de FMR is: Sytske Teppema, kamer 0.123, telefoon 030 252 9745 ,e-mail:
[email protected],. Aanwezig op maandag, woensdag en donderdag. Mail of bel voor een afspraak.
56
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
57
Vertrouwenspersonen HU Amersfoort:
[email protected] en
[email protected]
2.4 STUDENTENARTS
Zie ook artikel 51 Studentenstatuut en Reglement inzake Ongewenst Gedrag (www.reglementen.hu.nl).
In geval van door ziekte gemiste tentamens, studiestaking door ziekte of bij het aanvragen voor ondersteuning uit het studentensteunfonds, is het overleggen van een doktersverklaring soms noodzakelijk. Niet iedere huisarts wil dergelijke verklaringen ten behoeve van derden afgeven. Bovendien heeft de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst) een richtlijn uitgegeven dat de behandelende arts niet de aangewezen persoon is om zo'n verklaring af te geven. Wanneer je een verklaring over je gezondheid nodig hebt en je eigen huisarts kan of wil deze niet geven, dan kun je naar de studentenarts gaan. Verwijzing naar de studentenarts gaat uitsluitend via de studentendecaan (zie par. 2.2). De studentenarts van Hogeschool Utrecht is: Huisartsenmaatschap Therapeuticum Utrecht, telefoonnummer (030) 275 95 00, Dekhuyzenstraat 60, 3572 WN in Utrecht.
58
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
59
2.5 BUREAU STUDENTENPSYCHOLOGEN
2.6 MEDIATION
Bureau Studentenpsychologen biedt op verzoek kortdurende psychologische hulp aan studenten van Hogeschool Utrecht. Dat kan een kortdurende therapie zijn (van maximaal acht gesprekken) of een groepstraining, zoals faalangsttraining, sociale vaardigheidstraining, omgaan met depressieve klachten en omgaan met angstklachten. Als het maximum aantal gesprekken te weinig blijkt te zijn of de hulp niet aansluit bij jouw problemen en/of hulpverwachting, dan kan Bureau Studentenpsychologen je helpen de weg te vinden naar andere hulpverlenende instanties binnen of buiten Utrecht.
Als je onenigheid of een conflict hebt met een of meerdere medestudenten en je komt er niet uit met elkaar, dan kun je een studentmediator inschakelen. De studentmediator is een onpartijdige en competente bemiddelaar, die jullie wil helpen om met elkaar oplossingen te vinden. De contactpersoon voor studentmediation op de FMR is Margreet Breukelaar. Je kunt met haar een afspraak maken via officemanager Rene Hulsink, telefoon: 030 2529838 of per mail:
[email protected]. Meer informatie vind je op www.studentzaken.hu.nl.
Voor aanmelding bij het Bureau Studentenpsychologen is een verwijzing nodig van een studentendecaan. Neem dus eerst contact op met de studentendecaan voor een verwijzing. Vervolgens kun je langskomen of je telefonisch aanmelden tijdens de spreekuren. Vertrouwelijkheid staat voorop. Niemand anders dan jij en het Bureau Studentenpsychologen kent de inhoud van de gesprekken. En alleen als jij dat wilt, kunnen er anderen bij betrokken worden. Bureau Studentenpsychologen is een voorziening van Hogeschool Utrecht. Er zijn voor jou dus geen kosten aan verbonden. Meer informatie vind je op www.studentzaken.hu.nl.
60
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
61
2.7 FINANCIËLE STEUN
2.8 STUDEREN MET EEN FUNCTIEBEPERKING
Hogeschool Utrecht biedt financiële ondersteuning aan studenten die om speciale redenen studievertraging oplopen. De afstudeersteun is hogeschoolbreed geregeld in de Steunfondsregeling HU. Ook is er het Noodfonds dat financiële hulp biedt bij onvoorziene omstandigheden, geregeld in de Noodfondsregeling HU. Beide regelingen zijn te vinden op www.reglementen.hu.nl In deze regelingen zijn voorwaarden opgenomen voor het in aanmerking komen van de steun en welke procedure daarbij geldt.
Als je een functiebeperking hebt vraagt studeren, net als veel andere dingen, méér inzet. Hogeschool Utrecht geeft daarom gerichte ondersteuning aan studenten met een functiebeperking. De studentendecaan van je faculteit kan je met raad en daad ter zijde staan bij het organiseren van je studie. Er is veel mogelijk: • aangepaste studieplanning; • speciale studiefaciliteiten (zoals extra tijd om iets af te ronden); • voorzieningen in verband met toegankelijkheid van onderwijslocaties; • voorzieningen voor de deelname aan het onderwijs (bijv. speciaal materiaal); • hulp en ondersteuning bij het aanvragen van aangepaste huisvesting; • hulp bij het indienen van aanvragen bij instanties zoals de examencommissie (voor bv. verlenging van tentamentijd); • ondersteuning bij aanvragen voor het in bruikleen krijgen van noodzakelijke hulpmiddelen of het verkrijgen van (financiële) hulp voor de aanschaf daarvan; • ondersteuning van verzoeken aangaande studiefinanciering bij de Informatie Beheer Groep.
Afstudeersteun Deze ondersteuning is bedoeld voor studenten die door bijzondere omstandigheden studievertraging hebben opgelopen tijdens de periode waarin ze recht op een WSF-beurs hebben. Dit is nader geregeld in hoofdstuk D van de Steunfondsregeling. Meer informatie vind je op www.studentzaken.hu.nl Noodfonds Voor studenten die door onvoorziene omstandigheden in acute financiële nood verkeren heeft de HU een voorziening in de vorm van een Noodfonds voor studenten. Een bijdrage uit het Noodfonds is in principe een lening, maar in voorkomende gevallen kan er een gift verstrekt worden. Je kunt een aanvraag uit het Noodfonds voor studenten alleen doen via de studentendecaan. Dit is nader geregeld in artikel 47a van het Studentenstatuut HU en in de Noodfondsregeling HU. Zie voor financiële ondersteuning van bestuurlijk actieve studenten par. 2.16.2.
Een verzoek voor aanpassingen in het studieprogramma of examentijdverlenging dient schriftelijk, met redenen omkleed en zo mogelijk van bewijsstukken voorzien, bij de examencommissie te worden ingediend. Het besluit van de examencommissie wordt schriftelijk meegedeeld aan de student. Dit besluit is in principe ook geldig wanneer je onderwijs volgt aan een andere opleiding binnen Hogeschool Utrecht (overdraagbaarheid). Je hebt zelf de verantwoordelijkheid dit tijdig te melden. De volledige procedure is opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling HU (www.reglementen.hu.nl) en/of die van de faculteit. Zie ook par. 1.3.4 en 6.3.3. Neem contact op met je studentendecaan voor meer informatie.
62
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
63
Heb je moeite om de juiste persoon te vinden, dan kun je terecht bij de HU-coördinator Studie en Handicap, Ria van Muiswinkel, tel. (030) 230 80 92. Zie verder www.studentzaken.hu.nl en www.handicap-studie.nl.
2.9 KEUZEVAKKEN TAAL- EN STUDIEVAARDIGHEDEN
Om je taal- en studievaardigheden te vergroten kun je gebruik maken van het aanbod van interfacultaire keuzevakken .De folder Maak je propedeuse succesvol is te verkrijgen bij je studentendecaan. Je vindt de cursussen in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Na het inloggen ga je naar onderwijs. Vul bij cursussoort ‘interfacultair keuzeaanbod’ in en bij faculteit ‘centrale organisatie’. Kun je niet inschrijven? Neem dan contact op met Christine Spijkerman, telefoon (030) 238 83 84 of e-mail
[email protected].
64
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
65
2.10 MENTORPROJECT
2.11 MEDIATHEEK
Als eerstejaars kan het lastig zijn om je weg te vinden binnen de studie. Hoe pak je het studeren aan, wat doe je bij misverstanden met je ouders, je docenten of medestudenten? Als Nederlands niet je eerste taal is, is er voor jou een ouderejaars student als mentor beschikbaar. De mentor put uit zijn of haar ervaring en kan daarmee van grote steun zijn in het moeilijke eerste jaar.
De mediatheken van Hogeschool Utrecht kun je op het internet bezoeken via de gezamenlijke website www.mediatheek.hu.nl. Via deze site heb je toegang tot de catalogus van Hogeschool Utrecht, waarin je kunt zoeken in alle HU mediatheekcollecties. Ook heb je toegang tot de catalogus van de Universiteit Utrecht. De site geeft een overzicht van alle vakgebieden die relevant zijn voor het onderwijs binnen de HU. Door een vakgebied te selecteren, vind je de daarbij behorende bronnen en internetlinks. Op de website kun je ook terecht voor alle databanken die de HU beschikbaar heeft. Hierin kun je algemene informatie vinden zoals het laatste nieuws, maar ook vakspecifieke informatie zoals juridische informatie, marktinformatie en nog veel meer. Ben je op zoek naar diensten van een specifieke faculteitsmediatheek, klik dan door naar de locatiepagina.
Is Nederlands niet je moedertaal en heb je belangstelling voor een ouderejaars als mentor, of ben je ouderejaars student en wil je graag mentor worden? Neem dan contact op met Christine Spijkerman voor meer informatie: telefoon (030) 230 83 84 of email:
[email protected].
Naast digitale informatie vind je op de verschillende locaties boeken, tijdschriften en andere materialen. Als HU student kun je in elke HU mediatheek en bij de bibliotheek van de Universiteit Utrecht gratis lenen op vertoon van je collegekaart. Zie ook artikel 41 Studentenstatuut (www.reglementen.hu.nl). Mediatheek FMR De FMR heeft, verspreid over drie locaties, een volledig geïntegreerde mediatheek en studieplein. Het doel hiervan is gebruikers een zo optimaal mogelijke service te bieden om zowel studiemateriaal te verzamelen, alsook (zonodig) uit te werken Mediatheek FMR Utrecht is gevestigd aan de Heidelberglaan Utrecht, de andere locaties, Creatieve Therapie en Social Work / De Horst, zijn gevestigd aan de Hooglandseweg en de Berkenweg in Amersfoort.
Mediatheek FMR Utrecht: De collectie van de mediatheek Utrecht bestaat uit boeken, scrip-
66
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
67
ties, videobanden, dvd’s, cd’s en tijdschriften. Dit alles ter ondersteuning van de opleidingen CMV, IVK, MWD, SPH, SW, P&A, SJD, HBR, GDW en Pedagogiek. Bijzonderheden: De mediatheek biedt o.a. de databanken van de Kluwer Knowledge Portal (Rechten) en de Lexis-Nexis Nieuwsportal, ArtStor en de NIZW Encyclopedie via het netwerk aan. Daarnaast zijn er diverse cd-roms aanwezig. De scripties zijn uitleenbaar. De uitleentermijn is gelijk aan die van boeken: vier weken. Videobanden, dvd’s en cd’s zijn uitleenbaar (1 week). Tijdschriften zijn niet uitleenbaar. Op het studieplein staan: drie kleurenprinter/kopieerapparaten , een scanner, 130 pc’s, 4 multimedia pc’s voor bewerking van digitale video en audio- en video/dvdafspeelapparatuur. Van alle verplichte literatuur, is naast uitleenbare exemplaren, altijd een exemplaar ter inzage aanwezig, dit exemplaar is niet uitleenbaar. Openingstijden mediatheek FMR Utrecht: (onder voorbehoud): maandag t/m donderdag 08.30-20.00 uur, vrijdag 08.30-17.00 uur. Tijdens de vakanties zijn er gewijzigde openingstijden. Zie hiervoor de mediatheeksite www.mediatheek.hu.nl onder locaties > Heidelberglaan 7.
Mediatheek FMR Creatieve Therapie Amersfoort De collectie van de mediatheek voor Creatieve Therapie bevat o.a. boeken, scripties, cd’s, bladmuziek, tijdschriften, videobanden, dvd’s en spelmateriaal voor de opleiding Creatieve Therapie en Social Work. Videobanden, dvd’s en cd’s zijn uitleenbaar (1 week). Ook is er de mogelijkheid cd-roms te raadplegen van o.a. “Begrippen verbeeld”, “De wereld van Sofie”. De databank Lexis-Nexis Newsportal, ArtStor en de NIZW zijn via het netwerk te raadplegen. Op het studieplein staan: een kleurenprinter/kopieerapparaat, een kleurenprinter, een scanner, een multimedia pc voor bewerking van digitale video en fotomateriaal en audio- en video/dvd afspeelapparatuur. In de mediatheek is van alle verplichte literatuur naast uitleenbare exemplaren, altijd een exemplaar ter inzage aanwezig, dit exemplaar is niet uitleenbaar. Openingstijden mediatheek FMR Creatieve Therapie Amersfoort (onder voorbehoud): maandag t/m vrijdag van 9.30 tot 16.30 uur. Tijdens de vakanties zijn er gewijzigde openingstijden. Zie hiervoor de mediatheeksite. www.mediatheek.hu.nl onder locaties > Hooglandseweg Noord 140.
68
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
HU Amersfoort In de HU Mediatheek Amersfoort kunt u: • boeken en spellen lenen • materialen inzien zoals naslagwerken, vaktijdschriften en lijstboeken • groepsoverleg houden en individueel studeren • digitale informatiebronnen raadplegen • publicaties, aanwezig in een andere HU Mediatheek, gratis aanvragen • een afspraak maken voor een mediatheekworkshop bij uw (af)studeren. Bijzonderheden: HU Mediatheek Amersfoort bedient studenten en docenten van opleidingen die vallen onder de faculteiten (FMR, FNT en FEM). Hierdoor bevindt zich naast de Social Work - collectie voor de opleidingen CMV, SPH, MWD, een brede collectie publicaties voor andere opleidingen in de mediatheek. Openingstijden: maandag, woensdag, donderdag en vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur, dinsdag van 9.00 tot 20.00 uur. Alle informatie vindt u op www.mediatheek.hu.nl > locatie Berkenweg. Mediatheekinstructie Om zich informatievaardigheden eigen te maken, is voor studenten een complete mediatheekinstructie ontwikkeld. Deze instructie is te vinden op de internetsite van de mediatheek (www.mediatheek.hu.nl onder locaties > desbetreffende locatie) en kan zelfstandig en in eigen tempo bestudeerd worden. De instructie is te vinden op: www.hu.nl/Zwevend/Zwevend+mediatheek/Mediatheekinstructie+F MR.htm. Binnen de meeste opleidingen valt de mediatheekinstructie onder studieloopbaanbegeleiding. Na het doorwerken van de instructie moet de student in staat zijn om: • een onderwerp af te bakenen • verschillende zoekstrategieën te gebruiken • te zoeken op internet, in de HU catalogus en de catalogus van de Universiteitsbibliotheek Utrecht (UBU) • de gevonden informatie te beoordelen.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
69
2.12 ICT-FACILITEITEN
2.12.1 Algemeen Hogeschool Utrecht biedt haar studenten een aantal standaard ICTfaciliteiten aan. Je hebt toegang tot (de meeste van) deze faciliteiten via je eigen HU inlognaam en wachtwoord. Je HU inlognaam en wachtwoord krijg je vlak voor aanvang van je studie per brief thuisgestuurd. Zodra je deze hebt ontvangen kun je (onder andere) inloggen op: • je eigen mailadres (webmail.hu.nl); • de computers aanwezig op de hogeschool; • de online catalogus van de mediatheek (www.catalogus.hu.nl); • het intranet van de hogeschool (www.sharepoint.hu.nl ); • je eigen ruimte om bestanden op te slaan (zie intranet, My Site); • OSIRIS Student (www.osiris.hu.nl); • indien aanwezig toegang tot het draadloze netwerk. Daarnaast zijn er nog een aantal openbare sites waarop je kunt inloggen met je HU wachtwoord, zoals Surfspot (www.surfspot.nl). Hier kun je tegen gereduceerde prijs software kopen. Meer informatie over de ICT-faciliteiten en actuele ontwikkelingen is te vinden op de HU-ICT site www.ict.hu.nl. Studenten van de Faculteit Maatschappij & Recht hebben naast bovenstaande hogeschoolbrede faciliteiten ook toegang tot Workspaces (http://workspaces.hu.nl). Dit is een elektronische leeromgeving die door docenten en studenten kan worden gebruikt ten behoeve van het onderwijs. Let op: Hier geldt een afwijkend wachtwoord voor.
Outlook (webmail.hu.nl). Inloggen kan met je standaard HU wachtwoord. De studentenmail is zeer gebruiksvriendelijk en heeft veel mogelijkheden. Behalve e-mail heb je ook de beschikking over een agenda en een taken- en contactpersonenlijst. Verder kun je gemakkelijk met medestudenten en docenten mailen. Via het adresboek kun je namelijk alle mailadressen opzoeken. De capaciteit van je mailbox is 100Mb. Het is ook mogelijk om mail naar je privé mailadres door te sturen. Je blijft er echter zelf verantwoordelijk voor dat de e-mail aankomt en door jou gelezen wordt. 2.12.3 Sharepoint Hogeschool Utrecht gebruikt sinds 1 september 2005 Sharepoint als interne webomgeving. Hierop kun je veel informatie vinden van je opleiding, maar ook van de hogeschool. Tevens kun je op Sharepoint een eigen My Site maken, waarop je bestanden kunt plaatsen die je zowel thuis als op school kan openen en wijzigen. Je kunt hierop ook werkruimten creëren om gezamenlijk met andere studenten aan een project of werkstuk te werken. Toegang tot je eigen My Site verkrijg je door in te loggen op Sharepoint (www.sharepoint.hu.nl) en te klikken op de link My Site, die je rechts bovenin het scherm vindt. Steeds meer cursussen maken ook gebruik van Sharepoint om informatie over de cursus te verspreiden. 2.12.4 OSIRIS Student OSIRIS staat voor Onderwijs en Studenten Informatie, Registratie en Inschrijf Systeem. Hogeschool Utrecht gebruikt dit systeem voor de registratie van studenten. Hierin worden alle gegevens, cijfers en ook toetsinschrijvingen van studenten bijgehouden.
Elke student aan Hogeschool Utrecht heeft een eigen HU e-mailadres. Deze studentenmail is een belangrijk communicatiemiddel om je op de hoogte te houden van actuele informatie over je opleiding. De mailbox is toegankelijk via de webversie van Microsoft
Elke student heeft zelf toegang tot OSIRIS via www.osiris.hu.nl. Eenmaal ingelogd kun je gebruik maken van de volgende basisfunctionaliteiten: • Cijfers inzien Via het tabblad Resultaten zie je welke cijfers je voor de laatste 15 toetsen of cursussen hebt behaald. Wil je alle resultaten in het huidige studiejaar zien, kijk dan bij het tabblad Voortgang. Onder Dossier vind je een overzicht van de resultaten die je
70
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
2.12.2 Studentenmail
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
71
gedurende je hele studie hebt behaald. Je kunt zelf bepalen of je alles wil zien of bijvoorbeeld alleen de resultaten uit de hoofdfase. •
Studievoortgang Wil je weten welke vakken je nog moet volgen voor je kunt afstuderen, ga dan weer naar het tabblad Voortgang. Onder het kopje Studievoortgang selecteer je de opleiding die je volgt en geeft aan dat je ‘nog te volgen onderwijs’ wilt zien. OSIRIS vergelijkt jouw resultaten dan met het curriculum dat je volgt en geeft aan wat je gehaald hebt en wat je nog moet doen. Wanneer dit overzicht niet werkt, dan is jouw curriculum (examenprogramma) mogelijk nog niet vastgelegd. Meld dit bij de administratie.
•
Toets- en Cursusinformatie Alle informatie over toetsen, cursussen, minors en keuzecursussen en over de wijze van inschrijven, is te vinden in OSIRIS.
•
Inschrijven voor cursussen en toetsen Via de knop Inschrijven kun je een keuze maken of je je wilt inschrijven voor een cursus, toets of minor. Via een eenvoudige wizard kun je de juiste cursus, toets of minor kiezen. Zo kun je een keuze maken uit de cursussen uit je verplichte curriculum of een cursus zoeken uit het complete cursusaanbod van de HU. In de studiegids vind je meer informatie welke cursussen je moet volgen en waar je je voor moet inschrijven.
Het inschrijven voor cursussen en toetsen is alleen mogelijk in de periodes die door je opleiding zijn opengesteld. Informatie over de inschrijfperiode vind je ook terug in de studiegids. •
•
72
Overzicht inschrijvingen Wil je weten voor welke cursussen en toetsen je bent ingeschreven, kijk dan bij het tabblad Inschrijven onder het kopje Overzicht inschrijvingen. Dit overzicht laat alleen de cursussen en toetsen zien die op dit moment lopen of in de toekomst liggen. Bevestiging inschrijving Soms denk je dat je je correct hebt ingeschreven voor een cursus of toets, maar is jouw inschrijving bij de administratie niet te
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
vinden. Om dit probleem te voorkomen krijg je na iedere inschrijving een bevestiging van de inschrijving op je HU e-mailadres. Controleer altijd of je dit bericht hebt ontvangen en bewaar het goed. •
Uitschrijven op cursussen en toetsen Indien je bent ingeschreven voor een cursus of een toets en je wenst je hiervoor uit te schrijven dat kun je gebruik maken van het tabblad Uitschrijven. Vink de onderdelen (cursussen of toetsen) aan waarvoor je je wilt uitschrijven en kies voor uitschrijven. Een uitschrijving voor een cursus of toets is alleen mogelijk in de daarvoor opengestelde periode. Ook van het uitschrijven op een cursus of toets ontvang je een bevestigingsmail.
•
Adres wijzigen Op het tabblad Personalia kun je zelf je adres wijzigen. Het daar door jou actueel gehouden adres wordt door de opleiding gebruikt als postadres.
2.12.5 Wachtwoord Je HU wachtwoord verloopt 14 maanden na de laatste keer dat je wachtwoord is gewijzigd (in de meeste gevallen dus in september of oktober). Je krijgt dan vanzelf het verzoek om een nieuw wachtwoord in te voeren. Dit kan vanaf elke werkplek op de hogeschool. Vanuit thuis je wachtwoord wijzigen kan via de website www.wachtwoord.hu.nl. Het nieuwe wachtwoord dat je kiest moet uit acht posities bestaan en zowel letters als cijfers bevatten. Let op: voor sommige programma’s die in je eigen opleiding gebruikt worden, kunnen afwijkende wachtwoorden gelden. Voor vragen en ondersteuning met betrekking tot je wachtwoord kun je je wenden tot de onderwijsbalie (zie par. 1.3.5). 2.12.6 Informatiebeveiliging en privacy Hogeschool Utrecht hecht veel waarde aan informatiebeveiliging. Dit betekent dat we op infrastructureel gebied maatregelen hebben genomen om alle gegevens binnen de hogeschool zo goed mogelijk tegen misbruik te beschermen. Daarnaast bestaan er regels ten aanzien van het gebruik van de computers en het netwerk op de Hogeschool, de ICT-gedragsregels. Hieraan dienen alle gebruikers
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
73
van de ICT-voorzieningen binnen de hogeschool zich te houden. Als gebruiker kun je ook zelf een en ander doen om de veiligheid te vergroten, zoals: • laat de pc waarop je bent aangemeld niet onbeheerd achter; • geef je wachtwoord niet aan anderen; • haal brieven en lijsten met vertrouwelijke gegevens direct bij de printer op; • mail vragen en/of missers op het gebied van vertrouwelijkheid van gegevens aan
[email protected]. Hogeschool Utrecht kent tevens een privacyreglement op grond van de Wet Persoonsregistraties. Hierin is de bescherming van persoonsgegevens geregeld. In dit reglement staat onder meer welke informatie geldt als vertrouwelijk en welke regels gelden ten aanzien van het gebruik van deze gegevens. Een speciale medewerker houdt toezicht op de naleving hiervan: de Functionaris voor de Gegevensbescherming privacy (FG-p). Op de site www.informatiebeveiliging.hu.nl lees je meer hierover.
2.13 INTERNATIONAL OFFICE
Alle studenten van Hogeschool Utrecht hebben de mogelijkheid om voor studie of stage naar het buitenland te gaan. Voor sommige studenten (IBMS en IBL) is dit zelfs een verplicht onderdeel van het bachelor programma. Alle andere studenten kunnen in hun eigen profileringsruimte hiervoor kiezen. Heb je interesse in een (half) jaar Canada, de Verenigde Staten, Thailand, Nieuw Zeeland of Europa? Dan kan het International Office je wellicht helpen. 2.13.1 Study abroad
Zie ook Gedragsregels ICT en Privacyreglement persoonsgegevens studenten HU (www.reglementen.hu.nl)
Hogeschool Utrecht heeft een groot aantal uitwisselingspartners zowel in Europa als daarbuiten. Het International Office onderhoudt de contacten met partneruniversiteiten, doet de selectie en plaatsing van studenten, helpt je bij de introductie en verzamelt de evaluatierapporten. Elk jaar verzorgt het International Office speciale informatiebijeenkomsten (meestal in oktober/november) over een studie in het buitenland. Wil je je aanmelden voor een uitwisselingsprogramma of internationale Minor van Hogeschool Utrecht? Kijk dan eerst op www.io.hu.nl onder Study abroad voor de mogelijkheden, voorwaarden en formulieren. Je vindt er bovendien informatie over beschikbare beurzen. LET OP: de deadline om je aan te melden voor Study Abroad is doorgaans eind januari. De exacte datum wordt bekend gemaakt via Sharepoint. Op de FEM, FNT (Nijenoord) en HU Amersfoort is er een International Office desk waar je terecht kunt voor algemene vragen, meer informatie of formulieren. De locaties en openingstijden vind je op www.io.hu.nl. Studenten van de FCJ, FG, FMR en FE kunnen ook bij één van deze desks terecht. Voor meer specifieke vragen kun je het beste een afspraak maken via (030) 275 89 28 of
[email protected].
74
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
75
2.13.2 Stage in het buitenland
2.14 MEDEZEGGENSCHAP
Voor Deeltijd studenten SJD niet van toepassing.
Instemming van studenten met het beleid van de hogeschool is erg belangrijk. Hierdoor blijft het onderwijs en de regelgeving studentvriendelijk. We besteden daarom veel aandacht aan inspraak. 2.14.1 Inspraakorganen Je treft medezeggenschap op onze hogeschool op drie niveaus aan: • Opleidingscommissies (OC’s) controleren en adviseren de afdelingsdirecties. Het gaat hier bijvoorbeeld om de inhoud van het onderwijs, de studiebegeleiding die aangeboden wordt en de praktijkcomponent van een opleiding. Alles wat met jóuw opleiding te maken heeft. Elke opleiding binnen de hogeschool heeft zo’n opleidingscommissie. •
De faculteitsdirectie wordt gecontroleerd door de Facultaire Medezeggenschapsraad (FMR). Ze spreken met elkaar over alle opleidingsoverstijgende zaken binnen een faculteit. Hierbij moet je denken aan randvoorwaarden, zoals ICT-voorzieningen, de catering en het facultaire praktijkbureau. Maar ook de begroting van de faculteit komt langs. Elke faculteit kent een FMR; er zijn er dus zes in totaal.
•
De Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) tot slot controleert de allerhoogste directie van de hogeschool: het College van Bestuur (CvB). Hier gaat het om hogeschoolbrede onderwerpen, zoals de onlangs nieuw ingevoerde merkenstructuur, de hogeschoolbrede begroting, en samenwerkingsverbanden met andere hogescholen. Er is één CvB, dus ook één CMR.
De inspraakorganen hebben tal van mogelijkheden om hun invloed uit te oefenen, met als uiteindelijke doel het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. Kijk voor meer informatie over medezeggenschap en de inspraakorganen op www.studentzaken.hu.nl.
76
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
77
Zie ook de reglementen voor de Centrale Medezeggenschapsraad, Faculteitsmedezeggenschapsraad en Opleidingscommissies, hoofdstuk 6 van het Studentenstatuut HU, en het Kiesreglement CMRFMR-personeelsraden (www.reglementen.hu.nl).
2.15 STUDIUM GENERALE
2.14.2 Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Hogeschool Utrecht stimuleert studenten om bestuurlijk actief te zijn, zodat je bestuurlijke en organisatorische vaardigheden in de praktijk kunt opdoen. Daarnaast zien we graag dat zoveel mogelijk studenten betrokken worden bij de beleidsontwikkeling van de hogeschool. Daarom zijn er tal van voorzieningen in het leven geroepen: • Als studentlid van een inspraakorgaan kun je je gratis en onbeperkt laten trainen in bepaalde competenties. • Er is een handboek voor studentleden die zitting nemen in de centrale raad, facultaire raad of opleidingscommissie. • Via het speciaal voor alle bestuurlijk actieve studenten opgezette intranet (www.bps.hu.nl) kun je vliegensvlug kennis en informatie delen met studentleden uit andere inspraakorganen. • Uiteraard doe je het niet voor niets, behalve een flinke hoeveelheid bestuurlijke ervaring krijg je er studiepunten voor of per vergadering v 40,- tot een maximum van v 400,- per cursusjaar.
Studium Generale organiseert cursussen, trainingen, workshops, ontmoetingen en debatten voor studenten, docenten en medewerkers van Hogeschool Utrecht. De activiteiten van Studium Generale zijn gericht op kleinschalige, inspirerende en interdisciplinaire ontmoetingen tussen mensen die verbonden zijn aan HU. Deelname is in principe vrij en kosteloos. Zijn er wel kosten aan verbonden, dan is dat altijd aangegeven bij de desbetreffende activiteit. Het actuele aanbod vind je in OSIRIS en op www.studiumgenerale.hu.nl. Het aanbod wordt iedere vier maanden vernieuwd. De cursussen voor studenten kunnen – ter beoordeling door de examencommissie - ingepast worden in de profileringsruimte en zijn te volgen tegen studiepunten. Dit ter beoordeling van de examencommissie.
Wil je graag lid worden van een (of meerdere) inspraakorga(a)n(en), dan kan dat door je kandidaat te stellen bij de eerstkomende verkiezingen. Raadpleeg met vragen over de OC het secretariaat van je opleiding of stuur een email naar
[email protected]. Zie voor meer informatie ook www.studentzaken.hu.nl.
Meer informatie over het aanbod en aanmelding vind je op www.studiumgenerale.hu.nl.
78
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
79
2.16 STUDENTENVERENIGING
Kijk voor meer informatie over de procedure of voor het aanvragen van een bestuursbeurs op www.studentzaken.hu.nl.
2.16.1 Algemeen Utrecht heeft een bruisend studentenleven. De verenigingen en studentenorganisaties in allerlei soorten en maten dragen daar hun steentje aan bij. Het bekendst zijn de gezelligheidsverenigingen. Er zijn ook verenigingen die een andere inslag hebben, zoals de levensbeschouwelijke studentenverenigingen, internationale en interculturele verenigingen. En natuurlijk hebben studenten ook allerlei eigen sportverenigingen en culturele verenigingen. Een overzicht van verenigingen vind je op www.utrecht.studiestad.nl. HU geeft financiële steun aan studentenverenigingen. De subsidie kan gegeven worden voor structurele en voor incidentele activiteiten. Wil je meer weten over het aanvragen van subsidie? Kijk dan op www.studentzaken.hu.nl. Ter verduidelijking nog even het volgende. Naast studentenverenigingen zijn er ook studieverenigingen. Studieverenigingen zijn gekoppeld aan je opleiding. Zie hiervoor par. 1.3.6. 2.16.2 Bestuursbeurs
Bestuursbeurs Zit je in het bestuur of in een commissie van een studentenvereniging (Utrechtbreed of hogeschoolbreed), dan kun je in aanmerking komen voor een bestuursbeurs. Een bestuursbeurs is een toelage die dient als compensatie voor de studievertraging die je door je bestuursactiviteiten oploopt en die je buiten je prestatiebeurs ontvangt. Welke studentenorganisaties en bestuurlijke functies in aanmerking komen voor een bestuursbeurs kun je vinden in de Bijlage bij de Regeling bestuursbeurzen voor studentbestuurders in studentenorganisaties UU/HU. Zie ook hoofdstuk F van de Steunfondsregeling HU (www.reglementen.hu.nl).
80
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
81
2.17 TOPSPORT
2.18 TRAJECTUM
Hogeschool Utrecht heeft een breed scala aan faciliteiten voor studenten die hun studie willen combineren met een carrière in de topsport. Deze voorzieningen worden verstrekt op basis van de individuele omstandigheden en het niveau waarop je de sport beoefent. Je kunt een beroep doen op de volgende faciliteiten: • begeleiding in het plannen van je studie; • indien noodzakelijk: uitstel of verplaatsing van tentamens; • samenwerking met coaches, trainers, sportbonden, Olympische steunpunten en de afdeling Individuele Begeleiding van NOC*NSF; • mogelijkheid gebruik te maken van sportaccommodaties bemiddeling bij huisvesting en sportmedische begeleiding; • vergoeding van (een deel van de) extra kosten die het beoefenen van topsport voor de student met zich meebrengt; • financiële ondersteuning als je studievertraging oploopt ten gevolge van sporten op topniveau.
Trajectum is het redactioneel onafhankelijke magazine van Hogeschool Utrecht dat tweewekelijks verschijnt. Naast actuele informatie over HU zelf, vind je er ook artikelen over studeren en het studentenleven en over het hoger onderwijs in het algemeen. Trajectum wordt verspreid via displays op alle locaties van de hogeschool. Daarnaast vind je op www.trajectum.hu.nl elke dag nieuws, prijsvragen, filmpjes, blogs van onder meer studenten die in het buitenland verblijven en praktische informatie.
Voor meer informatie neem je contact op met topsportcoördinator HU, Mieke Wikkerman (
[email protected] of 030 – 258 51 26) of met je studentendecaan (zie par. 2.2).
82
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
83
2.19 SPORT EN CULTUUR
2.20 VEILIG, GEZOND EN MILIEUVRIENDELIJK STUDEREN
Als student kun je tegen aantrekkelijke tarieven sporten bij Olympos op de Uithof, het sportcentrum van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht. Je kunt er deelnemen aan allerlei cursussen, instuiven, maar ook lid worden van een studentensportvereniging. Meer informatie vind je op www.olympos.nl.
Alle faculteiten van Hogeschool Utrecht (HU) beschikken over een Arbo- en Milieucommissie die het aanspreekpunt is voor arbo- en milieuzaken. De commissie coördineert de uitvoering van het Arbo & Milieubeleid binnen de faculteit. Zo wil de faculteit dat medewerkers en studenten zo veilig en gezond mogelijk kunnen werken en studeren in een omgeving waar ook het milieu meetelt. Een deel van de verantwoordelijkheid voor veiligheid, gezondheid en milieu ligt echter ook bij de studenten zelf.
Wil je iets cultureels doen in Utrecht? Wil je bekwamen in muziek, theater of dans? Speel je piano en wil je oefenen of zoek je een orkest of een theatergroep? Ga dan naar Parnassos, het Internationaal & Cultureel centrum van de Universiteit Utrecht. Studenten van HU zijn er welkom tegen studentenprijzen. Parnassos is er aan de Kruisstraat en in De Uithof (www.parnassos.nl). Kijk voor meer informatie op www.studentzaken.hu.nl. Zie ook artikel 42 Studentenstatuut (www.reglementen.hu.nl). Sinds 2006 organiseren studenten van UU en HU het cultuurprogramma Uit in de Uithof. Elke week is er een culturele activiteit op wisselende locaties in de Uithof. Kijk voor het programma op www.uitindeuithof.nl.
Hoe kunnen studenten bijdragen aan de veiligheid en gezondheid? Van studenten binnen de HU wordt verwacht dat zij meewerken aan een veilige, gezonde en milieuvriendelijke studieomgeving. Aandachtspunten zijn: • Weet wat je moet doen in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten; • Voorkom CANS (RSI); • Heb aandacht voor het milieu. Wat te doen bij brand, ongeval of calamiteit? Studenten worden geacht op de hoogte te zijn van de regeling voor brand, calamiteiten, ongevallenmelding (zie hieronder) en van vluchtroutes en nooduitgangen. Vluchtroutes en nooduitgangen zijn te vinden op de vluchtplattegronden in het gebouw. In alle ruimtes staat vermeld wat te doen bij een calamiteit. Bel nooit zelf brandweer, politie of ambulance! Bel wel onmiddellijk het interne alarmnummer (zie par. 1.2.3), je komt dan in contact met de receptie. Meld kort en duidelijk: • je naam en lokaal / werkplek • je telefoonnummer • de actuele situatie. (Het hoe, wat en waar) • of er slachtoffers zijn en hoeveel • waar het is gebeurd.
84
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
85
De medewerker(-ster) zorgt voor inzet van een EHBO-er of alarmeert (bij een grotere calamiteit) het hoofd BHV.. Blijf in alle gevallen kalm, waarschuw alle in gevaar zijnde personen en wacht tot hulpverleners ter plaatse zijn.
•
Bedrijfshulpverlening BHV & EHBO Iedere locatie beschikt over een bedrijfshulpverleningsorganisatie die bij brand, ongevallen en andere calamiteiten ingezet kan worden. BHV-ers zijn tijdens hun inzet herkenbaar aan hun gekleurde hesjes met daarop de tekst “BHV-er”. Volg bij brand, ongevallen of andere calamiteiten altijd strikt hun aanwijzingen op.
•
Maak bij ontruiming van het gebouw geen gebruik van de lift. Blijf buiten op de verzamelplaats die door de BHV-er wordt aangewezen, en wacht op verdere instructies. Houd altijd de weg vrij voor brandweer en ambulances. Verlaat het gebied niet zonder je af te melden. Dit voorkomt eventuele zoekacties.
Studeren en CANS (RSI) “Het lijkt wel of ik steeds vaker last heb van mijn nek.” Misschien heb je pijn in je arm, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie denk je dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. Deze pijn kan namelijk duiden op CANS (Complaints of Arm, Neck and or Shoulder), vroeger ook wel RSI genoemd. Iedereen kan hiermee te maken krijgen. En als je de eerste signalen niet serieus neemt, kunnen de klachten zich uitbreiden. Oorzaken van CANS kunnen zijn: • Repeterend werk; • Een statische werkhouding; • Weinig afwisseling in houding en beweging; • Een verkeerde zithouding op je werkplek (informatie over een juiste zithouding staat in de HU-folder “Geef CANS geen KANS”; • Stress, vooral in piekperioden (tentamens, scriptie schrijven). Tijdens je studie werk je soms lang achter elkaar in dezelfde houding en/of maak je steeds dezelfde bewegingen. Je werkt bijvoorbeeld regelmatig en langdurig aan een beeldscherm, niet alleen op school maar ook nog thuis. Vergeet ook niet de uren die je ‘s avonds doorbrengt met spelletjes en internet. Je kunt CANS grotendeels zelf voorkomen. De belangrijkste tips zijn:
86
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
•
• • • •
Wissel beeldschermwerk af met lezen, aantekeningen maken etc; Werk per dag niet langer dan 5 à 6 uur aan een (standaard desktop opstelling) beeldscherm en niet langer dan 2 uur met een laptop; Zorg bij laptopgebruik langer dan 2 uur voor laptopstandaard, losse muis en los toetsenbord; Neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze; Let op een goede zithouding voor het beeldscherm; Zorg voor voldoende ontspanning/sport naast je studie; Neem lichamelijke klachten serieus. Beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) kunnen snel verergeren.
Met CANS-klachten kan je terecht bij de SLB’er/teamleider of decaan van je afdeling. Ook kan je terecht bij de arbo-adviseur van de faculteit (zie ook de Arbo en Milieu site: https://www.hu-sharepoint.nl/sites/Arbo_Milieu). Zijn de klachten al zo ernstig dat er een arts geconsulteerd moet worden, dan ben je aangewezen op de eigen huisarts.
Milieu De faculteit heeft aandacht voor het milieu. Dit betekent zuinig omgaan met water en energie, minder afval en een goede afvalscheiding. De student moet daar ook een bijdrage aan leveren: • Doe het licht niet aan wanneer er voldoende licht is; • Doe het licht uit als je een lokaal leeg achterlaat; • Verspil geen water en gebruik de spaarknop van de spoelbak (als die er is); • Mocht je het warm hebben, zet dan niet het raam open maar zet de verwarming lager; • Zet de computer uit als je klaar bent met je werk; • Doe (chemisch) afval (batterijen, papier, restanten van consumpties) in de daarvoor bestemde afvalbakken, ook in de kantine; • Houd in elk geval batterijen en ander schadelijk afval apart; • Houd het gebouw schoon, voorkom zwerfafval. • Roken binnen het gebouw is verboden. Voor vragen, opmerkingen of ideeën over arbo- en milieuzaken kun je terecht bij de Arbo- en Milieucommissie van je faculteit of bij het Arbo- & Milieuteam HU: https://www.hu-sharepoint.nl/sites/Arbo_Milieu.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
87
2.21 WETTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN ONGEVALLEN
2.22 WERKEN NAAST JE STUDIE
In beginsel is de student zelf aansprakelijk voor schade veroorzaakt aan derden en gevolgen van ongevallen. Een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren kan bij verzekeringsmaatschappijen worden afgesloten.
Dit is uiteraard niet van toepassing voor Deeltijdstudenten SJD.
Voor ongevallen/overlijden en voor wettelijke aansprakelijkheid tijdens het verblijf in of op weg naar gebouwen van de faculteit, heeft Hogeschool Utrecht een beperkte verzekering. Activiteiten in het kader van de studie buiten de HU-locaties (in Nederland) vallen hier ook onder, evenals activiteiten in het kader van het HU-onderwijs in het buitenland. Studenten die in het kader van HU-onderwijs naar het buitenland gaan wordt echter ten sterkste geadviseerd een aanvullende verzekering af te sluiten. Bij schade toegebracht door een student tijdens de stage, wordt eerst de WA-verzekering van de stagebiedende instelling aangesproken. Daarna de WA-verzekeraar van de student zelf. In het geval geen van deze verzekeringen dekking biedt; kan de verzekering van de Hogeschool Utrecht aangesproken worden.
88
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
89
2.23 HUISVESTING
Vooral voor voltijdstudenten kan deze informatie interessant zijn. We willen de deeltijdstudenten de informatie toch niet onthouden. Voor een leuke betaalbare kamer in Utrecht zul je zelf actie moeten ondernemen. De kamernood in Utrecht is hoog. Vraag bij het studieinformatiecentrum (030-236 80 40 of
[email protected]) van Hogeschool Utrecht de informatieve brochure Op kamers in Utrecht aan voor de beste tips. Zie hieronder enkele adressen waar je terecht kunt als je een kamer zoekt. SSH Utrecht (www.sshu.nl of www.kamersinutrecht.nl) Heidelberglaan 11 3584 CS Utrecht (030) 252 57 25 Woningnet (www.woningnet.nl) In de regio Utrecht publiceert WoningNet elke twee weken de vrijkomende huurwoningen van woningcorporaties op deze site. Heb je woonruimte gevonden en ben je verhuisd, schrijf je dan in in het bevolkingsregister van de gemeente. Onder andere om voor je studiefinanciering aan te tonen dat je uitwonend bent. Inschrijven kan (binnen 5 dagen na je verhuizing) bij de Dienst Burgerzaken. Neem een geldig legitimatiebewijs mee.
90
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
91
3 OPLEIDING EN BEROEP
92
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
93
3.1
BEROEPSPROFIEL
3.1.1 Beroep
Sociaal juridische dienstverlening: werken met mensen, werken met recht Sociaal juridische dienstverlening wordt uitgeoefend in zeer verschillende maatschappelijke organisaties en verbanden, veelal in de nonprofit sector, maar in toenemende mate ook op commerciële basis. Er zijn SJD-banen in de publieke én in de private sector. De werkzaamheden bestaan steeds uit het verlenen van diensten (informatie, ondersteuning, advies, voorlichting) en/of het nemen van beslissingen in situaties waarin de toepassing van wetten en regels in het geding is. De diensten worden verleend aan mensen die aanspraak maken op voorzieningen, resp. in problemen zijn gekomen bij hun pogingen om deze aanspraken geldend te maken. De genoemde beslissingen worden steeds genomen door functionarissen van instanties die de wettelijke bevoegdheid hebben om beschikkingen te treffen inzake uitkeringen, werkverschaffing, woningtoewijzing, verblijfsvergunningen, etc. Vaak gaat het daarbij om kortdurende, praktisch georiënteerde contacten met cliënten, maar ook langduriger bemoeienis kan tot het takenpakket behoren, bijvoorbeeld in de sfeer van arbeidsbemiddeling. De werkzaamheden van de sociaal juridisch dienstverlener zijn gericht op juridische dienstverlening in materiële zaken, met aandacht voor immateriële aspecten. De effectief werkende SJD’er kent in de praktijk van zijn beroepsuitoefening de grenzen van zijn competentie en zijn bekwaamheid. Hij weet waar nodig adequaat te verwijzen naar andere organisaties (RIAGG, maatschappelijk werk, advocatuur, e.d.). Omdat de sociaal juridisch dienstverlener als uitvoerend functionaris bij uitstek degene is die regelmatig voorkomende problemen kan signaleren, is zijn inbreng onmisbaar bij het ontwikkelen van het beleid van de verschillende organisaties en instanties. Ook preventie moet in dit verband worden genoemd als een taak van de sociaal juridische dienstverlener.
94
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Juridisering van de samenleving kritisch bezien Meer dan in het verleden kenmerkt onze samenleving zich door de neiging om sociale verhoudingen, en met name conflicten en spanningen, te juridiseren. Deze zgn. ‘juridisering van de maatschappij’ en de daarmee samenhangende belasting van de rechterlijke macht wordt door SJD niet kritiekloos als gegeven geaccepteerd. Het is de bedoeling van de opleiding, dat de studenten worden toegerust om problemen zoveel mogelijk in een pré-juridisch stadium tot een oplossing te brengen - of ze nu als functionaris bij overheids- en semi-overheidsorganisaties of bij commerciële organisaties in dienst zijn, dan wel cliënten bijstaan in hun confrontatie met dergelijke instanties. Tevens leren studenten per situatie de mogelijkheden van de zgn. ‘discretionaire ruimte’ te benutten, waarbij de mogelijkheid is gegeven om rekening te houden met specifieke omstandigheden en letter en geest van de wet kritisch met elkaar worden geconfronteerd. Ook de toenemende aandacht voor Mediation moet worden gezien als een teken van kritische distantie ten opzichte van juridisering. Bij Mediation vindt conflictbemiddeling plaats door een derde in te schakelen, die zich niet buigt over de inhoud van het geschil, maar partijen ondersteunt bij het oplossen van hun conflict. Multiculturaliteit In de beroepspraktijk van de SJD’er wordt duidelijk zichtbaar dat Nederland in de laatste 25 jaar een multiculturele samenleving is geworden. Voor dienstverlenende organisaties is het evident dat onbekendheid met de culturele achtergrond van de cliënt een effectieve dienstverlening in de weg kan staan. In de opleiding wordt dan ook op verschillende niveaus aandacht besteed aan de problematiek van de multiculturele samenleving. Ook neemt de opleiding haar verantwoordelijkheid om studenten uit etnische groepen waar nodig op specifieke wijze te ondersteunen. Internationalisering Nederlandse wet- en regelgeving raakt steeds meer gebonden aan kaderstellende richtlijnen, die op Europees niveau worden vastgesteld. In de opleiding wordt dan ook aandacht gegeven aan de Europese dimensie van het recht. De beroepspraktijk van de SJD’er, waar de opleiding studenten voor kwalificeert, blijft echter allereerst een beroepspraktijk in Nederland. Voor professionele beroepsuitoefening buiten Nederland vormen over het algemeen zowel taalverschillen als verschillen tussen de nationale rechtssystemen een duidelijke belemmering. Internationale activiteiten tijdens de studie zijn
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
95
voor SJD-studenten allereerst bedoeld als verrijkende ervaring en verbreding van het perspectief. De opleiding participeert actief in Europese netwerken, buitenlandstages voor studenten, docentenuitwisseling, et cetera. Ook ontstaat geleidelijk aan een beeld van de wijze, waarop sociaal juridische dienstverlening in andere landen van Europa institutioneel vorm gegeven is. Uitwisseling van docenten heeft dan ook consequenties voor de ontwikkeling van de visie van SJD op opleiding en beroep. Er is geleidelijk aan een samenwerking ontstaan met vergelijkbare opleidingen elders in Europa (onder andere Spanje, Denemarken, Zweden), die zowel voor de Nederlandse als voor de buitenlandse samenwerkingspartners tot resultaten leidt. 3.1.2 Vaardigheden afgestudeerde De SJD’er moet niet alleen kennis hebben van de wetgeving, maar ook adequaat kunnen inspelen op de eigen mogelijkheden en beperkingen van de personen en instanties, waarmee hij in zijn beroepsuitoefening wordt geconfronteerd. Het woord ‘sociaal’ in de beroepsaanduiding ‘sociaal juridische dienstverlening’ verwijst niet zozeer naar specifieke rechtsgebieden, als wel naar de competenties waarover de SJD’er geacht wordt te beschikken naast en in samenhang met zijn juridische kwalificatie. De SJD’er moet cliënten resp. burgers kunnen bereiken. Hij moet hen kunnen ondersteunen in de juridische kwesties die voor hen aan de orde zijn. De competenties, die van de SJD’er op dit punt worden gevergd, kunnen als volgt worden uitgewerkt: 1. de bekwaamheid om juridische vraagstukken voor cliënten te verhelderen, te analyseren en in samenwerking met hen te brengen tot voor hen adequate handelingsmogelijkheden of oplossingsadviezen; 2. de bekwaamheid om te kunnen onderkennen, waar niet-juridische factoren bij de cliënt in het spel zijn die het inzicht in en de oplossingsmogelijkheid van de actuele juridische kwestie bemoeilijken of voorlopig onmogelijk maken. In dat geval moet de SJD’er in staat zijn cliënten zo nodig te verwijzen naar andere instanties om greep te krijgen op hun persoonlijke of sociale problematiek; 3. de bekwaamheid om houdingen of emoties van cliënten, die in een werkrelatie de aandacht van de cliënt voor de aan de orde gestelde juridische problematiek bemoeilijken of blokkeren, zodanig tegemoet te treden, dat de cliënt zo snel mogelijk de
96
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
innerlijke ruimte terug vindt om samen met de SJD’er alle aandacht te richten op het ingebrachte juridische probleem; 4. de bekwaamheid om werkend binnen een organisatie bij te dragen aan een werkklimaat waarin de te bewerken juridische vraagstukken adequaat en ter zake kunnen worden aangepakt en uitgewerkt. 3.1.3 Werkveld en functies
Soorten van SJD-functies In de grote hoeveelheid functies, die door SJD’ers worden vervuld, kan een globale driedeling worden aangebracht. In elke SJD-functie ligt het zwaartepunt van de werkzaamheden meestal bij de vervulling van één van de volgende drie rollen: 1. wetsuitvoerder De wetsuitvoerder is de functionaris, die vanuit de doelstellingen van de organisatie beslissingen neemt die ingrijpen in het leven van de cliënt. 2. belangenbehartiger De belangenbehartiger komt allereerst op voor de cliënt en werkt in organisaties, die erop gericht zijn om cliënten te informeren en hen zo nodig te ondersteunen in confrontaties met wetsuitvoerende instanties. 3. toetser en beoordelaar. De toetser respectievelijk beoordelaar komt over het algemeen zelf niet direct met cliënten in contact maar beoordeelt en ondersteunt het werk van medewerkers, die wél rechtstreeks met de cliënten van doen hebben. De toetser/beoordelaar vervult tegenover deze medewerkers een coachende rol. Zijn functie wordt wel aangeduid als ‘SJD’er in de tweede lijn’ of in het ‘tweede échelon’. De drie rollen van de SJD’er zijn zogenaamde ‘ideaaltypen’. Weliswaar komen in veel SJD-functies aspecten van alle drie deze rollen aan bod, maar het zwaartepunt van elke functie kan toch vrijwel altijd via één van deze drie rollen worden getypeerd. De bovenstaande driedeling (belangenbehartiger, wetsuitvoerder, toetser/beoordelaar) is vooral relevant voor SJD-werkzaamheden op microniveau. Met deze term wordt gedoeld op directe gerichtheid op de cliënt en op de wetgeving, die in een bepaalde situatie van toepassing is. De SJD’er is daarnaast ook actief op meso- en op macroniveau. De term mesoniveau verwijst in het algemeen naar de
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
97
organisatie, resp. naar één specifieke organisatie. Aandacht voor het mesoniveau wil zeggen, dat de SJD’er gericht is op de relatie tussen cliënt en organisatie, en tussen de SJD’er als professional en zijn eigen organisatie. Binnen deze gerichtheid gaat het om de normen van de organisatie, de doelmatigheid van de organisatievorm, de taakopvatting van de beroepskracht, de waarden en normen binnen de organisatie en de ontwikkeling daarin. Macroniveau wil zeggen dat de SJD’er gericht is op de maatschappelijke context, waarbinnen het werken op microniveau en mesoniveau plaatsvindt: de culturele, sociale, politieke en economische omstandigheden die invloed hebben op de mogelijkheden om een probleem op microniveau op te lossen. Om effect te hebben op de verschillende niveaus zal het methodisch handelen van de SJD’er telkens anders concreet ingekleurd zijn: op microniveau met name uitvoerend gericht in contact met de cliënt, op mesoniveau gericht op de organisatie (beleid en beheer) en op macroniveau gericht op politieke en bestuurlijke verbanden.
Samenwerking tussen opleiding en werkveld Voor een beroepsopleiding is een nauwe relatie met het werkveld een eerste vereiste. De opleiding is dan ook ontwikkeld in nauwe samenwerking met vertegenwoordigers van het werkveld. Vanaf de start van de opleiding worden geregelde en intensieve contacten met het werkveld onderhouden, die zo nodig resulteren in bijstelling van het onderwijsprogramma. Een belangrijke rol is hierbij weggelegd voor de Adviesgroep, waarin werkveldvertegenwoordigers uit de belangrijkste sectoren van de sociaal juridische dienstverlening zitting hebben. De Adviesgroep heeft een brede adviserende functie bij de beleidsvoorbereiding en -evaluatie van de onderwijsontwikkeling. In juni 1993 studeerde de eerste lichting SJD’ers af. Vanaf dat moment streeft de opleiding naar een zich jaarlijks uitbreidend netwerk van oud-studenten, veelal aangeduid als alumni. De opleiding streeft naar een gericht cursusaanbod voor de alumni ten behoeve van bijscholing en deskundigheidsbevordering. Voor de verdere verspreiding van het SJD-concept, de bevordering van naams- en productbekendheid en het interesseren van organisaties en bedrijven in het aantrekken van SJD’ers voor specifieke functies, is de betrokkenheid van de ex-studenten van eminent belang. Daarnaast vormen de onderlinge contacten tussen de oud-studenten een belangrijk middel om de beroepsidentiteit van de SJD’er nader gestalte te geven en aan de hand van praktijkervaringen verder te ontwikkelen, zowel ten behoeve van het werkveld als ten
98
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
behoeve van de studenten van dit moment. In die zin zijn de alumni ‘ambassadeurs van de opleiding’. De opleiding SJD neemt deel aan het onderzoek van de HBO-monitor. Via de HBO-monitor krijgt de opleiding informatie over de aansluiting tussen opleiding en werkveld. Periodiek worden de SJD’ers die het jaar daarvoor zijn afgestudeerd geënquêteerd. Naast informatie over de aansluiting tussen de eisen van de beroepspraktijk en het aanbod van de SJD-opleiding levert de HBO-monitor ook gegevens over de arbeidsmarktpositie van de afgestudeerden één jaar na hun diplomering. Naast het materiaal van de HBO-monitor heeft het landelijk samenwerkingsverband van SJD-opleidingen twee maal (1995; 2000) door een onafhankelijk bureau (CINOP, Den Bosch) een onderzoek laten doen naar de arbeidsmarktpositie van de afgestudeerde SJD’ers. Het L.O.O. (Landelijk Overleg Opleidingen Sociaal Juridische Dienstverlening) bespreekt op welke manier de contacten tussen opleidingen en werkveld verstevigd kunnen worden. De opleiding levert een actieve bijdrage aan de onderzoeksactiviteiten van de lector, die in het voorjaar van 2004 is benoemd voor het centrum voor juridische beroepspraktijk. Intensivering van het contact tussen werkveld en opleiding zal de inhoud en vormgeving van het onderwijs beïnvloeden. Ook is in 2000 een onderzoeksrapport verschenen specifiek gericht op de deeltijdopleiding, met de titel Typisch Deeltijd. Al deze informatie leidt tot bijstellingen van het onderwijsprogramma. Ook speelt deze informatie een rol bij de keuze voor het aanbod aan contractonderwijs (cursussen, trainingen, coaching zowel individueel als collectief). Na de visitatie van 2001, is de opleiding in 2006 geacrediteerd. Accreditatie houdt in, dat een commissie van externe deskundigen de kwaliteit van de opleiding in de volle breedte kritisch beoordeelt. De aanbevelingen van de accreditatiecommissie worden verdisconteerd in de doorgaande onderwijsvernieuwing binnen de opleiding.
Indeling in werkveldsectoren De verschillende SJD rollen kunnen in verschillende werkveldsectoren worden uitgeoefend. Hieronder geven we een overzicht van de verschillende werkveldsectoren met voorbeelden van organisaties waar een SJD’er kan werken.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
99
1. Sociale Zekerheid • Gemeentelijke sociale dienst (GSD) • UWV (uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen) • Centra voor werk en inkomen (CWI) • Sociale Verzekeringsbank (SVB) 2. Advies en Informatie • Juridische loketten (voorheen Bureaus voor rechtshulp) • Bureaus sociaal raadslieden • Informatiewinkels • Ombudswerk en consumentenorganisaties • Zorgverzekeraars • Rechtsbijstandverzekeraars • Organisaties voor schuldhulpverlening, budgettering • Advies- en informatiefunctie, resp. materiële hulpverlening bij het Algemeen Maatschappelijk Werk • Advies en informatie binnen de vakbeweging • Belangenorganisaties (WAO-groepen, Bond van Motorisch Gehandicapten, ouderenbonden, Vrouwen in de Bijstand, et cetera) • Klachtenbemiddeling binnen de gezondheidszorg • Organisaties voor jeugdwelzijnswerk (JAC, JIP, Stichting Jeugd en Gezin) • Slachtofferhulp • Vluchtelingenwerk 3. Justitiële Dienstverlening • Reclassering • Kinderbescherming • Voogdijorganisaties • Immigratie- en naturalisatiedienst (IND), vreemdelingendienst politie • Dienstverlening aan slachtoffers • Klachtenafdeling rechtbanken • Klachtenafdeling politie • Dienstverlening bij de politie • Huizen van bewaring • HALT-bureaus 4. Arbeidsvraagstukken • Uitzend- en detacheringsbureaus • ARBO-diensten en reïntegratiebureaus
100
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
•
Specifieke juridische functies binnen afdelingen personeelszaken, afdelingen sociale zaken, afdelingen sociaal beleid et cetera
5. Huisvesting • Woningbouwverenigingen, woningcorporaties • Huurcommissies • Huursubsidiebureaus • Dienst huisvesting van gemeentes • Vereniging Eigen Huis 6. Overige juridisch georiënteerde organisaties • Advocatuur (specifieke functies) • Notariaat (specifieke functies) • Deurwaarderskantoren • Incassobureaus Deze opsomming is niet volledig. Het gaat om organisaties en werksoorten, waar in het ene geval veel SJD’ers werkzaam zijn, in het andere geval alleen voor specifieke functies een beroep doen op SJD’ers. Sommige organisaties worden volledig gesubsidieerd door de overheid, anderen werken op commerciële basis. De financiële grondslag van organisaties op het terrein van de sociaal juridische dienstverlening is aan voortdurende veranderingen onderhevig.
Loopbaanmogelijkheden De afgestudeerde SJD’er is gekwalificeerd voor HBO-functies in het brede terrein van de sociaal juridische dienstverlening (zie hierboven, bij indeling in werkveldsectoren). Als loopbaanperspectief kunnen drie globale mogelijkheden worden genoemd: a. het verdiepen van de professionele bekwaamheid als uitvoerend medewerker, door werkervaring en/of studie resp. specialisatie. b. het ‘doorgroeien’ naar een managementfunctie. De beginnende sociaal juridisch dienstverlener wordt vanuit de opleiding niet rechtstreeks voorbereid op functies in het middle-management, maar heeft voldoende basis meegekregen om in het kader van loopbaanontwikkeling naar dergelijke functies door te stromen. c. het ‘doorgroeien’ naar een staffunctie (advisering, beleidsvoorbereiding, onderzoek). Ook hierbij geldt, dat de initiële opleiding voor dergelijke functies een eerste basis biedt en dat de afgestudeerde functionaris zich op dit terrein in het kader van deskundigheidsbevordering vanuit het werkveld verder kan bekwamen.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
101
3.2 OPLEIDINGSPROFIEL
3.2.1 Doelstelling opleiding De primaire doelstelling van de opleiding is het kwalificeren van studenten tot beginnend beroepsbeoefenaar in de sociaal juridische dienstverlening, waarbij hij/zij goed is toegerust voor een brede variëteit van functies in dit werkterrein op HBO-niveau. De landelijk vastgestelde opleidingskwalificaties worden hierbij in acht genomen. Terwijl het zwaartepunt van MBO-functies ligt op het verrichten van gestandaardiseerde uitvoerende werkzaamheden binnen een strak kader, wordt van HBO’ers verwacht, dat zij ook over organisatorische en beleidsmatige competenties beschikken. Ook dienen HBO’ers in staat te zijn om zelfstandig te werken, verantwoordelijkheid te dragen, te functioneren in een multidisciplinair team resp. in een organisatie waarin medewerkers met uiteenlopende disciplines werkzaam zijn en een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het beroep. De opleiding is er op gericht om voor het realiseren van deze doelstelling een studieklimaat te scheppen, waarin de student via een diversiteit aan didactische werkvormen gestimuleerd wordt om zijn eigen verantwoordelijkheid voor zijn leerproces vorm te geven. Studeerbaarheid van het curriculum en praktijkgerichtheid van de opleiding zijn daarbij uitgangspunt. Met het opleiden van op HBO-niveau geschoolde sociaal juridisch dienstverleners, levert de opleiding, vanuit haar eigen specifieke verantwoordelijkheid, een bijdrage aan de professionalisering van het werkterrein van de sociaal juridische dienstverlening en geeft zij dit werkterrein mede gestalte. 3.2.2 Uitwerking van beroepsprofiel
heids- en houdingsaspecten in samenhang en waar nodig geïntegreerd worden gerealiseerd in het leerproces van elke student. Competentiegericht onderwijs binnen SJD impliceert niet, dat alle onderdelen in een integratieve didactische vorm zijn gegoten. Wél, dat ook waar kennis, inzicht, houding en vaardigheden relatief zelfstandig worden aangeboden, de relatie met de beroepsuitoefening helder is aangegeven. Op basis van dit uitgangspunt volgt hieronder een korte typering van datgene, wat de opleiding met haar pakket van kennis, inzicht, vaardigheden en houding beoogt.
Kennis De sociaal juridisch dienstverlener verricht zijn werk op basis van een grondige kennis van al datgene wat voor een verantwoorde uitoefening van het beroep noodzakelijk is om te weten. Het gaat daarbij om kennis omtrent wetten, regels en organisaties; tevens om het vermogen om zich snel en effectief relevante kennis eigen te maken in situaties waarin datgene wat men zelf aan informatie paraat heeft, niet toereikend is. Daarnaast gaat het om kennis op het gebied van de methodiek en van disciplines die voor deze beroepsopleiding relevant zijn (zoals psychologie, sociologie, ethiek). Inzicht Naast feitelijke kennis is ook inzicht nodig. Inzicht in de samenhang en de systematiek van regels en andere informatie, inzicht ook in de dikwijls ingewikkelde relatie tussen concrete casuïstiek aan de ene, en bestaande wetten en regels aan de andere kant. Inzicht is ook vereist voor het kunnen toepassen van methodische principes en het kunnen benutten van algemeen vormende en funderende onderdelen als sociologie, psychologie en ethiek. Vaardigheden De beroepsuitoefening vereist tevens vaardigheden om in concrete dienstverlener/klantcontacten, in de beleidsvoorbereiding en beleidsbepaling binnen de organisatie, in contacten met ambtenaren en functionarissen van andere instellingen daadwerkelijk als sociaal juridisch medewerker te functioneren.
SJD heeft haar opleiding vorm gegeven op basis van competentiegericht onderwijs. Competentie moet worden verstaan als de individuele vermogens, dankzij welke een beroepskracht aantoonbaar in staat is tot het verrichten van bepaalde taken (prestaties). Kenmerk van competentiegericht onderwijs is, dat kennis-, inzichts-, vaardig-
Beroepshouding Sociaal juridische dienstverlening vereist een specifieke houding, waarmee de dienstverlener als functionaris én als persoon op adequate wijze weet te opereren in een spanningsveld, waarin een aan-
102
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
103
tal krachten op elkaar in werken. Het gaat daarbij om de eisen van een formeel-juridisch kader, van de organisatie en de eigen specifieke functie daarbinnen, van de belangen en wensen van de cliënt en de eigen persoonlijke overtuigingen. Het is een werkterrein, waarin de spanning tussen functionele distantie en persoonlijke betrokkenheid zich blijvend voelbaar maakt. Tegelijkertijd functioneert de sociaal juridisch dienstverlener binnen een organisatie die haar eigen taken en begrenzingen kent. Hij moet een functionele werkrelatie kunnen onderhouden met ieder van zijn collega’s, kunnen werken in teamverband, zichzelf kunnen zien als een functionaris binnen een groter geheel en de mogelijkheden en grenzen van die positie zowel kunnen doorzien als kunnen benutten. Kennis, inzicht, vaardigheden en beroepshouding maken in hun onderlinge samenhang de professionele deskundigheid uit van de sociaal juridisch dienstverlener en vormen dan ook de basis van de opleiding. 3.2.3 Het HBO-niveau van de opleiding Hogeschool Utrecht heeft als doel haar studenten op te leiden voor een functie op HBO-niveau en elke afgestudeerde student dient aan een groot aantal (beroeps)eisen te voldoen die zijn afgeleid van het beroepsprofiel. De eindtermen van de opleiding zijn op haar beurt weer afgeleid van die beroepsvereisten. Om het niveau van beroepsuitoefening te bepalen worden de volgende vijf samenhangende criteria gehanteerd: • kennis en inzicht • toepassen kennis en inzicht • oordeelvorming • communicatie • leervaardigheden Deze criteria zijn opgesteld aan de hand van de internationale standaard, de dublin descriptoren. 3.2.4 Didactische uitgangspunten De opleiding heeft gekozen voor een competentiegericht onderwijsmodel. Een competentie is het vermogen van een persoon om (beroeps)taken in een bepaalde (beroeps)context uit te voeren. Dit vermogen bestaat eruit dat de persoon beschikt over een samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten.
104
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Voor het onderwijs betekent dit het volgende: • Het onderwijs is gericht op het verwerven van beroepscompetenties, d.w.z. het in samenhang verwerven van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten waarmee beroepstaken kunnen worden uitgevoerd. • Het leren wordt opgevat als een doelgerichte activiteit van de student; het onderwijs bevordert actief en zelfstandig leren. • De docent ondersteunt en coacht het leerproces van de student en is inhoudelijk expert op een bepaald competentiegebied. • Het leren vindt zoveel mogelijk plaats in realistische leeromgevingen, waarbij leertaken lijken op beroepstaken. Hierbij wordt waar wenselijk en mogelijk gebruik gemaakt van moderne media (ICT). • Het onderwijs is gebaseerd op het concurrency-principe, waarbij leermomenten op de opleiding en in de beroepspraktijk elkaar wederzijds positief beïnvloeden. • Het leren is een sociaal en interactief proces, studenten werken samen: met elkaar, de docent en professionals uit de praktijk. • Toetsen zijn bedoeld om vast te stellen welke beheersniveau van de competenties is bereikt en de student inzicht te geven in de vorderingen in het eigen leerproces. Uitgangspunten over leren en opleiden in deeltijd Uitgangspunt voor de inrichting van het leerplan is het leerproces van de student. Didactische criteria voor de onderwijskundige vormgeving van het onderwijsleerproces zijn ontleend aan een visie op leren en onderwijzen, waarin competentiegericht onderwijs centraal staat. Voor deeltijdstudenten bestaat een belangrijk deel van het curriculum en van de vereiste studiepunten (zo’n 40%) uit de praktijktijd en de aan de praktijktijd gelieerde opdrachten. De eigen werkervaring van de student is uitgangspunt bij het verbinden van theorie en praktijk, daarnaast wordt steeds aandacht gegeven aan de mogelijkheden om de aan de eigen werkervaring gebonden leerprocessen te transformeren in meer algemene resp. aan een andere context te realiseren inzichten en vaardigheden. Er is dus ruimte voor individualisering en maatwerk, ook gezien het feit dat studenten verschillen in leerstijl, d.w.z. dat zij op verschillende manieren tot leerresultaten komen. De ene student heeft veel baat bij mondelinge uitleg, de ander komt tot betere resultaten bij studie van schriftelijk materiaal. Sommige studenten raken pas enthousiast voor het vak en de studie als ze een organisatie van binnen hebben gezien, anderen zijn minder op de concrete realiteit
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
105
aangewezen om een motiverend beroepsbeeld te ontwikkelen. Voor de didactische vormgeving van het onderwijs betekent dit dat de onderwijssituatie wordt ingericht met een variëteit van verschillende werkvormen die op individuele leerbehoeften en leerstijlen inspelen. Themagerichte integratieve activiteiten, hoorcolleges, werkcolleges, practica en werkgroepbijeenkomsten wisselen elkaar af, en ook de presentatie van informatie kan via verschillende media gaan en verschillende vormen aannemen. Gerichtheid op de beroepspraktijk neemt een belangrijke plaats in bij de vormgeving van opdrachten en toetsen. Daarnaast is een belangrijk uitgangspunt, dat leerprocessen een gefaseerde opbouw kennen. De opleiding bewaakt de horizontale samenhang (samenhang binnen een studiejaar) en de verticale samenhang (verbinding van onderdelen over de jaren heen). Studieresultaten kunnen pas worden geïntegreerd in de groeiende professionele bekwaamheid van de student als rekening wordt gehouden met de ‘beginsituatie’ van de student: zijn kennis en vaardigheden op het moment dat aan het betreffende studieonderdeel wordt begonnen. Die kennis en vaardigheden vormen het fundament waarop gebouwd moet worden. Dit uitgangspunt vergt van de opleidingsdocenten kennis van de beroepspraktijk. Alsmede van de leerprocessen en vaardigheden om deze effectief te initiëren, te structureren en te organiseren. De ondersteuning door de docent behelst zowel het geven van informatie als het begeleiden en bewaken van de kwaliteit. Dit vraagt een dubbele oriëntatie van de docenten, namelijk als inhoudsdeskundige enerzijds, als studiebegeleider en coach van het leerproces van de student anderzijds.
Samenwerking en verantwoordelijkheden Rol en verantwoordelijkheid van docenten Studenten kunnen van docenten verwachten dat zij zich optimaal inzetten voor: • beroepsrelevant onderwijs en deskundigheid op een vakgebied in theorie en praktijk; • didactische werkwijzen die gericht zijn op stimulering van zelfstandigheid en professionaliteit van studenten; • het begeleiden van studenten in een gelijkwaardige relatie; • het kunnen vertegenwoordigen van de onderwijsorganisatie en als zodanig tekst en uitleg kunnen geven over doelen van de onderwijseenheden en hun onderlinge samenhang; • begeleiding tijdens de studie en tevens een bijdrage leveren in de oriëntering, verwijzing, motivatie en selectie van studenten;
106
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
•
• •
het helpen van individuele studenten en groepen studenten bij het reflecteren en evalueren van het eigen groeps- en leerproces; het tijdig verstrekken van studieresultaten en het geven van commentaar op de toetsresultaten; het verzorgen en bevorderen van de communicatie tussen studenten onderling en naar collega-docenten.
Gewenst studiegedrag van studenten De docenten en de opleiding kunnen het volgende van studenten verwachten: • inzet en participatie tijdens de lessen; • interesse in de leerinhouden; • bereidheid sterke en zwakke punten bespreekbaar te maken daar waar reflectie als deel van het leerproces wordt gezien; • informatie te geven daar waar dit voor een optimale communicatie belangrijk is; • samen met medestudenten sociale controle uit te oefenen op collega-studenten bij persoonlijke en/of functionele problemen en door te verwijzen naar studentendecaan en/of SLB’er; • in toenemende mate actief participeren in het onderwijs; • een bijdrage leveren aan de kwaliteitsbewaking d.m.v. onderwijsevaluaties; • in acht nemen van werkafspraken die de uitvoering van het onderwijs en voortgang van de studie bevorderen. Bijvoorbeeld het respecteren van les- en werktijden, het naleven van inleverdata voor opdrachten en toetsen, het volgen van de opleidingsprocedures rond herkansingen en registratie van praktijktijd gegevens.
Samenwerking en klimaat De opleiding ziet haar studenten als samenwerkingspartners en verwacht van haar studenten gedrag dat gericht is op samenwerking. De opleiding streeft ernaar het onderwijs zodanig in te richten dat studenten zelfstandig kunnen werken en leren. De opleiding stelt het op prijs wanneer studenten zich met vragen, suggesties, commentaar of klachten direct tot de betrokken docent of medewerker wenden. Wanneer dit om een of andere reden niet mogelijk of gewenst is, wordt nadrukkelijk verwezen naar de SLB’er. In laatste instantie kan op opleidingsniveau contact met de opleidingsmanager worden opgenomen. In dit kader wordt ook verwezen naar de standaardprocedure bij klachten binnen de faculteit (zie deel I
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
107
• •
•
De didactiek van de opleiding staat in het teken van competentiegericht onderwijs. Hierbij wordt gestreefd naar een optimale balans tussen levensechte praktijkopdrachten en verdiepende cursorische lesprogramma’s en trainingen.
plaats in kleinere groepen (maximaal twintig studenten). Het is erop gericht, dat de student zich methodische kennis eigen maakt en vaardigheden oefent; in de opdrachten in het kader van de praktijktijd bewerkt de student de eigen beroepservaring als (beginnend) professional; een aantal cursussen hebben het karakter van individuele zelfstudie (bijvoorbeeld literatuurstudie) al of niet met behulp van gedigitaliseerde instructies / programma; een bijzondere didactische werkvorm vormt de supervisie, waarbij in groepen van drie studenten, onder leiding van een supervisor, de ervaringen in de beroepspraktijk worden geanalyseerd en geabstraheerd naar een meer algemeen niveau. Ook de persoonsgebonden aspecten van de beroepsuitoefening komen in de supervisie diepgaand aan de orde.
3.2.6 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar De opleiding kent daarmee verschillende onderwijsvormen: • studieloopbaanbegeleiding: ondersteuning en coaching van het binnen- en buitenschoolse leren; • theorieonderwijs: hoorcolleges, responsie- en werkcolleges en zelfstudieopdrachten; • practicumonderwijs/werkgroepbijeenkomsten: trainingen in kleine groepen (max. 20 studenten) die erop gericht zijn dat de student zich methodische kennis eigen maakt en specifieke beroepsvaardigheden oefent; • praktijktijd: tonen van beroepsproducten aan de opleiding met bijbehorende opdrachten; • supervisie: in kleine groepen (3 studenten) met docent gericht op reflectie op eigen beroepsontwikkeling; De didactiek van SJD staat op dit moment sterk in het teken van de overgang naar meer competentiegericht onderwijs. Streven van de opleiding is daarbij om een optimale balans te realiseren tussen integratieve, ‘levensechte’ praktijkopdrachten enerzijds, ondersteunende en verdiepende cursorische lesprogramma’s en trainingen anderzijds. Deze combinatie wordt ook wel genoemd didactische diversiteit; • in de thema’s werken studenten individueel en soms groepsgewijs aan gerichte geïntegreerde opdrachten; • het theorieonderwijs bestaat uit hoorcolleges, responsie- en werkcolleges en zelfstudieopdrachten; • het practicumonderwijs bestaat deels uit trainingen en vindt
108
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd
Kerncompetenties De sociaal juridische dienstverlener moet in staat zijn tot het op professionele wijze uitoefenen van een breed takenpakket. Sociaal juridische dienstverlening is professionele dienstverlening. Om de verschillende taken professioneel uit te kunnen oefenen, dient de SJD’er over een zestal kerncompetenties te beschikken. Deze kerncompetenties zijn landelijk vastgesteld. 1. De SJD’er is in staat juridische of juridisch georiënteerde vragen en problemen van cliënten te behandelen en is daarbij in staat sociale, maatschappelijke, culturele en persoonlijke omstandigheden bij de kwestie te betrekken en op basis daarvan een plan van aanpak te maken. 2. De SJD’er is in staat verschillende posities en rollen in te nemen en daarin te functioneren, nl. onder meer die van belangenbehartiger, wetsuitvoerder en toetser/beoordelaar. De SJD’er is in staat aan de kant van de cliënt te staan, maar ook aan de kant van de organisatie of de wet. De SJD’er kan daar zorgvuldig in opereren in die zin dat steeds de belangen van cliënt, organisatie en wetgeving in onderlinge samenhang worden beschouwd. 3. De SJD’er is in staat zich te bedienen van verschillende werkwijzen bij de behandeling van juridische of juridisch georiënteerde vragen en problemen te weten mondeling en schriftelijk advise-
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
109
ren en informeren, begeleiden, beschikken en rapporteren. In het bijzonder is de SJD’er in staat bij geschillen en conflicten gebruik te maken van methodieken om te komen tot oplossing van het geschil of conflict in de prejuridische fase. 4. De SJD’er is in staat diensten te verlenen zodanig dat de cliënt in de gelegenheid is of wordt gesteld zelf de kwestie af te handelen en eventuele nieuwe (vergelijkbare) kwesties het hoofd te bieden met als doel dat de cliënt zich daardoor beter kan handhaven in de samenleving. 5. De SJD’er is in staat de discretionaire ruimte te benutten om binnen de gegeven kaders van de organisatie en mogelijkheden van wet- en regelgeving- oplossingen op maat te realiseren. 6. De SJD’er is in staat de effecten van beleid- en wet- en regelgeving te signaleren en/of te onderzoeken en is in staat op basis daarvan op beleidsmatig niveau een bijdrage leveren aan de organisatie. De SJD’er is daarbij in staat politiek-maatschappelijke ontwikkelingen te betrekken.
Competenties van de SJD-opleiding Hieronder volgen de uitgewerkte competenties van de opleiding. Deze competenties zijn in het voorjaar van 2005 geactualiseerd en vastgesteld. In de cursusomschrijvingen van deel III wordt naar deze competenties verwezen.
Dimensie 1: direct uitvoerend werk t.b.v. cliënt(en) Het uitvoerende werk van een SJD’er ten behoeve van cliënten omvat de volgende drie stappen; het helder krijgen van de sociaal juridische vraag (competentie 1.1 en 1.2), uitwerken van de vraag (competentie 1.3 t/m 1.5) en het oplossen van de vraag (competentie 1.6 t/m 1.8). De SJD’er doet dit voor individuen of groepen van individuen. Hij /zij vervult daarbij de rol van belangenbehartiger, wetsuitvoerder, toetser/beoordelaar of bemiddelaar, afhankelijk van de het soort organisatie waarin de SJD’er werkt. 1. 1.1
1.2
1.3
1.4
1.5 Kenmerk van competentiegericht onderwijs bij het centrum voor juridische beroepspraktijk is dat kennis- inzichts-, vaardigheids-, en houdingsaspecten worden in samenhang en waar nodig geïntegreerd gerealiseerd in het leerproces van de student. Daarmee ontstaat een element van levensechtheid in het onderwijs, omdat immers in de beroepspraktijktijd eveneens kennis, inzichten, vaardigheden en houdingsaspecten geïntegreerd en in samenhang aan de orde komen en aldus moeten worden ingezet.
1.6
1.7
1.8
Competenties van de SJD’er Het competentieprofiel voor de SJD opleiding aan Hogeschool Utrecht bestaat uit 22 competenties, waarin zowel de landelijk afgesproken kerncompetenties van SJD als de generieke HBO kwalificaties zijn geïncorporeerd. De competenties zijn in 3 componenten gerangschikt.
110
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
1.9
De beginnende beroepsbeoefenaar is in staat: met een cliënt of groep cliënten zelfstandig het eerste contact aan te gaan naar aanleiding van een sociaal juridisch vraagstuk, een adequaat beeld van de cliënt(en) op te bouwen en, indien nodig, adequaat door te verwijzen; samen met de cliënt(en) de situatie systematisch te verkennen en de probleemanalyse helder te krijgen tegen de achtergrond van de eigen autonomie van de cliënt en de sociale en culturele context van de cliënt; de vraag van de cliënt(en) te relateren aan en te analyseren op basis van sociaal juridische inzichten (incl. jurisprudentie) en hierbij de discretionaire ruimte te benutten; de relevante informatie te verzamelen (achtergronden, regelgeving) met gebruikmaking van geautoriseerde systemen en onder handhaving van regelgeving m.b.t. privacy en geheimhouding; op systematische wijze de relevante informatie uit te werken naar een sociaal juridische context, gebruikmakend van relevante wet- en regelgeving; te bepalen wat zinvolle oplossingsstrategieën zijn gebruik makend van wetboeken, beleidsstukken, literatuur en rechtspraak; de cliënt(en) adequaat en op maat te informeren, te begeleiden, te adviseren en te coachen in de rol van belangenbehartiger, wetsuitvoerder, toetser/beoordelaar of bemiddelaar; op basis van een plan van aanpak methodisch en doelgericht het sociaal juridische vraagstuk op te lossen met de daarbij behorende juridische, geprotocolleerde schriftelijke uitingen (bezwaar- en verweerschriften, rapportages) in correct Nederlands; vraagstukken in de beroepspraktijk te behandelen waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn;
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
111
1.10
het proces van dienstverlening adequaat af te sluiten, te evalueren en te reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen en de gemaakte keuzes.
Dimensie 2: werken in en vanuit de organisatie Een SJD’er werkt in organisatieverband samen met collega’s. Hij/zij levert een bijdrage aan de doelstellingen van de organisatie door mee te denken in beleid en mee te werken aan uitvoering van beleid. Daarnaast onderhoudt de SJD’er contacten met relevante spelers in het maatschappelijke veld. Op dit niveau houdt de SJD’er de ontwikkelingen in wet- en regelgeving en de effecten hiervan nauwlettend in de gaten. Naast de rollen genoemd bij dimensie 1 vervult de SJD’er (op termijn) ook secundaire rollen als coach, ondernemer en geschillenbeslechter. 2. 2.1
2.2
2.3
2.4 2.5
2.6
2.7 2.8
112
De beginnende beroepsbeoefenaar is in staat: vanuit de eigen rol en positie in de organisatie efficiënt en effectief samen te werken met collega’s in een multiculturele, (inter)nationale en multidisciplinaire omgeving; een afweging te maken tussen de verschillende rollen van de sociaal juridisch dienstverlener, deze uit te oefenen en hierbij te kunnen schakelen tussen de primaire rollen van belangenbehartiger, toetser, wetsuitvoerder en secundaire rollen van coach, ondernemer en geschillenbeslechter; leidinggevende en management taken uit te voeren en een bijdrage te leveren aan de opbouw en het onderhoud van het netwerk van de eigen organisatie; binnen de organisatie een bijdrage te leveren aan beleidsvoorbereiding en beleidsbepaling; samen te werken met andere instellingen en beroepsgroepen, vanuit een eigen sociaal juridisch kader, ten behoeve van de oplossing van actuele vragen en problemen; via signalering andere organisaties (incl. gemeentes en andere overheden) te beïnvloeden bij onbedoelde en/of ongewenste effecten van de toepassing van wet- en regelgeving en beleid en daarover te rapporteren en verbeteringen te initiëren; te anticiperen op veranderingen in wet- en regelgeving en de gevolgen voor de eigen organisatie inzichtelijk te maken; projectmatig te werken, realistische doelen te stellen, werkzaamheden te plannen c.q. planmatig aan te pakken en te reflecteren op het (beroepsmatig) handelen.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Dimensie 3: bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beroep De SJD’er is naast werknemer van een organisatie ook deelnemer aan een beroepsgroep in een breder maatschappelijk verband. Het gaat daarbij zowel om internalisatie (de beroepsbeoefenaar maakt zich de beroepsidentiteit eigen en ontwikkelt zich er in) als externalisatie (de professional kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beroep en kan de beroepsidentiteit verhelderen aan derden). Hij/zij doordenkt en reflecteert op de ethische en normatieve aspecten op alle niveau’s in de beroepsuitoefening (op cliëntniveau, organisatieniveau en niveau van de beroepsgroep). De SJD’er kan tussen deze drie dimensies van het werk beargumenteerde keuzes maken. Ook draagt hij/zij zorg voor de eigen verdere ontwikkeling als beroepsbeoefenaar. 3. 3.1
3.2
3.3
3.4
De beginnende beroepsbeoefenaar is in staat: maatschappelijke ontwikkelingen en wetenschappelijke resultaten op verschillende niveau’s te onderkennen en te vertalen naar consequenties voor de sociaal juridische dienstverlening; op basis van ontwikkelingen én eigen ideeën, zelfstanding of binnen de eigen organisatie relevante, innovatieve producten en diensten te ontwikkelen, uit te voeren en te evalueren; vanuit begrip en betrokkenheid als professional normatieve en maatschappelijke vragen en ethische dilemma’s te verbinden aan de beroepsuitoefening, daarbij kritisch na te denken over visie/achterliggende gedachte van wet- en regelgeving (datgene wat de wetgever beoogt). vanuit een kritische en innovatieve houding de eigen beroepsidentiteit als SJD’er verder te ontwikkelen en te verhelderen aan derden.
3.2.7 Horizontale doorstroommogelijkheden Studenten van SJD kunnen tijdens hun studie overstappen naar de opleiding HBR. Naarmate deze overstap later in de studie plaatsvindt, neemt de kans op vertraging toe. Studenten die een dergelijke overstap overwegen wordt aangeraden contact op te nemen met hun SLB’er, in tweede instantie met de vrijstellings-coördinator. De opleiding SJD bestaat uit twee varianten: voltijd en deeltijd. Nadere informatie hierover is opgenomen in paragraaf 4.1.1.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
113
Sinds de invoering van de Bachelor Master structuur krijgen zowel afgestudeerden van SJD als van HBO-Rechten een getuigschrift met de titel Bachelor of Laws (LLB). De naam van de opleiding ( SJD dan wel HBR) wordt apart vermeld op het getuigschrift. 3.2.8 Vervolgopleidingsmogelijkheden Er zijn verschillende mogelijkheden om door te stromen naar de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht of van een andere universiteit in het land. Na de propedeuse kunnen studenten overstappen naar de universiteit. In de praktijk blijkt deze overstap voor de meesten te zwaar. Indien studenten deze overstap niet maken en ze eerst het HBO bachelor diploma halen, kunnen zij niet zomaar doorstromen naar een WO master. Om het niveauverschil tussen de juridische HBObachelor en universitaire HBO-bachelor op te heffen, bestaat sinds kort de mogelijkheid tot het volgen van een premaster. Dit is een schakeljaar tussen het - en de universitaire master. Dit schakeljaar is overigens gebaseerd op voltijdonderwijs. Het traject is nog in ontwikkeling en zal naar grote waarschijnlijkheid berusten op studiemateriaal van de Open Universiteit (OU). Na de bachelor volgen studenten dan één jaar een premaster en daarna nog een master van één jaar (voltijd). Indien een student niet voor een premaster kiest, kan deze na de HBO-studie nog steeds instromen in de reguliere WO bachelor, waarin hij/zij één jaar vrijstellingen krijgt. Ook deze regeling is gebaseerd op voltijdonderwijs. Bovengenoemde trajecten zijn onder voorbehoud van (wets-) wijzigingen.
114
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
115
4 INRICHTING EN ORGANISATIE OPLEIDING
116
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
117
4.1
ALGEMEEN
Organisatie opleiding De basis van de organisatiestructuur van de opleiding wordt gevormd door het opleidingsteam. Het team bestaat uit docenten van verschillende disciplines die gezamenlijk zorg dragen voor ontwikkeling, innovatie, inhoud, uitvoering, toetsing en evaluatie van de opleiding. Opleidingsmanager De opleidingsmanager is integraal verantwoordelijk voor de opleiding en geeft hiërarchisch leiding aan het team. Zij is verantwoordelijk voor kwaliteit, inhoud en opbouw van het curriculum binnen de organisatorische en financiële kaders die zijn vastgesteld. Zij is verantwoordelijk voor het behalen van de resultaten zoals afgesproken met de instituutsdirectie. De opleidingsmanager brengt doelen in, verdeelt verantwoordelijkheden, volgt realisatie en rapporteert aan de instituutsdirectie. De opleidingsmanager is verantwoordelijk voor een goede communicatie tussen het managementoverleg van het Instituut voor Recht en het team. Daarnaast draagt de opleidingsmanager zorg voor de continuïteit in de personele bezetting van het team en de inzet van (gast-)docenten in de geplande cursussen. De opleidingsmanager overlegt met de opleidingscommissie en vertegenwoordigt de opleiding binnen en buiten de faculteit. Managementoverleg Instituut voor Recht De opleidingsmanagers hebben zitting in het managementoverleg van het Instituut voor Recht. Het managementoverleg bestaat verder uit de beleidsmedewerker onderwijs, de manager onderwijsorganisatie en de directeur van het instituut en wordt ondersteund door de managementassistente. Het managementoverleg heeft tot taak tot afstemming te komen tussen strategie, onderwijsinhoud en onderwijsorganisatie van de opleiding. Het adviseert de directeur van het instituut over de
118
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
inhoudelijke, personele, financiële en organisatorische kaders van het Instituut voor Recht.
Beleidsmedewerker onderwijs De beleidsmedewerker onderwijs ontwikkelt de onderwijsinhoudelijke kaders binnen het Instituut voor Recht en doet daarvoor voorstellen aan het managementteam. De beleidsmedewerker onderwijs heeft verder tot taak de ontwikkeling en uitvoering van de kwaliteitszorg binnen het instituut. De beleidsmedewerker onderwijs signaleert ontwikkelingen in het veld en vertaalt die naar onderwijsvisie en -beleid voor het Instituut voor Recht. De beleidsmedewerker onderwijs is voorzitter van de examencommissie. Onderwijskundige De onderwijskundige ondersteunt de docenten(teams) bij de ontwikkeling en de vernieuwing van het onderwijs. De ondersteuning vindt plaats in projectvorm, in opdracht van de beleidsmedewerker onderwijs en met betrokkenheid van docenten. Manager onderwijsorganisatie en team onderwijssecretariaat (TOS) De manager onderwijsorganisatie is verantwoordelijk voor de logistieke bedrijfsvoering en organisatie van het onderwijs. De manager onderwijsorganisatie geeft de logistieke, financiële en personele kaders aan voor een uitvoerbare organisatie van het onderwijs. De manager onderwijsorganisatie geeft leiding aan de medewerkers van het team onderwijssecretariaat. Het team onderwijssecretariaat speelt een belangrijke rol bij o.a. de volgende onderwerpen: • Realiseren van roosters en planningen • Verzorgen van de informatie en communicatie over alle logistieke en organisatorische zaken binnen het onderwijs naar studenten en docenten; • Verzorgen van de managementinformatie naar leidinggevenden binnen het Instituut Recht; • Zorgen voor de verstrekking van studiemateriaal aan studenten; • Administreren van de studievoortgang van studenten; • Zorgen voor de organisatie van toetsen en de verwerking van toetsresultaten. Binnen het team onderwijssecretariaat zijn de zogenaamde logistiek assistenten direct gekoppeld aan de opleidingen binnen het insti-
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
119
tuut. Daarnaast voeren administratief medewerkers algemeen administratieve taken uit.
De onderwijsbalie van het instituut voor recht Mededelingen van algemene aard en het onderwijsrooster, het tentamenrooster en eventuele roosterwijzigingen tref je aan bij de onderwijsbalie van de afdeling. Studenten worden geacht kennis te nemen van de gegevens op de prikborden en kunnen zich niet beroepen op het gegeven dat ze deze niet hebben gezien. Daar waar dat mogelijk is, worden studenten ook via e-mail geïnformeerd. Ook voor e-mail berichten geldt, dat studenten geacht worden er met grote regelmaat (b.v. ééns in de twee dagen) kennis van te nemen.
Het is mogelijk om de opleiding in minder dan 4 jaar af te ronden. Er wordt echter geen standaard-route aangeboden. Het streven is zo veel mogelijk maatwerk aan te bieden. Zie voor het vrijstellingenbeleid par. 6.2. 4.1.2 Opleidingsstructuur algemeen
Studiefases De opleiding bestaat uit twee studiefases: de propedeutische fase en de hoofdfase. De opleiding begint met een propedeutische fase van 1 jaar. Deze fase wordt afgesloten met een propedeutisch getuigschrift. Na de propedeuse volgt de hoofdfase die drie jaar duurt en wordt afgesloten met een bachelordiploma. Zie verder par. 4.2 en 4.3.
4.1.1 Opleidingsvarianten De opleiding kent een (aantal) opleidingsvariant(en). Je kunt de opleiding namelijk in voltijd of in deeltijd volgen.
Voltijdopleiding De voltijdopleiding is een onderwijsvariant waarbij studenten geacht worden 40 uur per week beschikbaar te zijn voor het onderwijs. De meeste studenten die deze variant kiezen zijn rechtstreeks van de middelbare school of een middelbare beroepsopleiding afkomstig. Deeltijdopleiding Het deeltijdonderwijs biedt studenten de mogelijkheid om gedurende 4 jaar 1 dag per week en soms een avond een volledige bacheloropleiding te volgen. De programma’s van de deeltijdopleiding zijn toegesneden op studenten die naast hun werk willen studeren. Kenmerkend voor de deeltijdopleiding is dat relevant werk in een voor het beroep relevante organisatie wordt gecombineerd met het volgen van beroepsonderwijs. De roostering is daarop aangepast. Het curriculum van de deeltijdopleiding heeft een ander karakter dan dat van de dagopleiding. De deeltijdstudenten besteden ongeveer 40 EC-studiepunten méér aan praktijktijd dan de voltijdstudenten. Deze praktijktijd wordt binnen de opleiding benut om studenten aan specifieke competenties te laten werken (zie hoofdstuk 9). Om toegelaten te worden tot de deeltijdopleiding Sociaal Juridische Dienstverlening dient de student aan dezelfde vooropleidingseisen te voldoen als geformuleerd in artikel 10 van de Onderwijs- en Examenregeling FMR.
120
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Wettelijke studieduur, studielast en studiepunten/EC De studielast (of –belasting) van de opleiding en de daartoe behorende cursussen wordt uitgedrukt in hele studiepunten met de afkorting EC ( European Credit). Dit is een in 2004 nieuw ingevoerd studiepuntensysteem om opleidingen internationaal vergelijkbaar te maken. De studielast van 1 EC-studiepunt komt overeen met 28 studie-(klok)uren (inclusief contacttijd). De reguliere bacheloropleiding duurt vier jaar. Bij de opbouw van de opleiding is een gemiddelde studielast van 60 EC, oftewel 1680 uur per studiejaar als uitgangspunt genomen. De totale studielast van de opleiding (onderwijs, zelfstudie en praktijktijd) bedraagt dus 240 EC. De EC zijn als volgt over de studiejaren verdeeld: propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC Tabel verdeling studielast over opleiding: Hoofdfase (180 EC) Propedeuse (60 EC) Major (150 EC)
Profileringsruimte (30 EC)
In de cursusbeschrijvingen is per cursus de studielast opgenomen, uitgedrukt in hele studiepunten. Zie hoofdstuk 9 en OSIRIS
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
121
(www.osiris.hu.nl). Studiepunten worden pas toegekend nadat de desbetreffende cursus is afgerond met het bijbehorende tentamen (c.q. alle deeltentamens). Zie ook par. 6.3.6.
opleidingsjaar aangegeven inclusief het aantal bijbehorende studiepunten. De volledige cursusbeschrijvingen zijn te vinden in hoofdstuk 9 en OSIRIS.
Propedeuse De opleiding begint met een propedeutisch jaar. De functie daarvan is dat de student zich oriënteert op de beroepsuitoefening in het brede werkterrein van de sociaal juridische dienstverlening. Ook aan SJD verwante disciplines komen zijdelings aan de orde. Bovendien oriënteert de student zich op de vaardigheden die voor het volgen van de studie nodig zijn. Daarnaast is er aandacht voor de persoonlijke ontwikkeling en de motivatie om de studie te volgen. In de loop van het jaar kan de student zo samen met de opleiders bepalen of de juiste keuze is gemaakt of dat beter een andere opleiding kan worden gekozen. De student ontvangt hierover een schriftelijk studieadvies van de opleiding. Een afwijzing, d.w.z. een definitieve negatieve beoordeling van de studieprestaties, is bindend (zie par. 4.2.4). De propedeuse is behaald als alle onderdelen van het eerste studiejaar voldoende zijn afgesloten, en studiepunten zijn behaald. De student ontvangt dan het propedeusegetuigschrift.
Toelichting op het curriculumoverzicht
Hoofdfase Na de propedeuse volgt de hoofdfase die in principe drie jaar duurt. Daarbinnen kan worden gekozen voor een accentuering van een sector van de sociaal juridische dienstverlening. Het programma van de hoofdfase is gebaseerd op een wisselwerking tussen theorie en praktijk. Als de hoofdfase met goed gevolg wordt afgesloten leidt dat tot het getuigschrift Bachelors of Laws. Zie voor meer specifieke informatie par. 4.3.
Studiepunten In het curriculumoverzicht is de studiebelasting voor de student uitgedrukt in studiepunten. Studiebelastingsuren zijn alle uren die bezien vanuit de ‘modale student’ nodig zijn om een bepaalde cursus met succes af te sluiten, d.w.z. de uren voor opdrachten, werkstukken, hoorcollege, werkgroepen, voorbereiding toets, etc. Eén studiepunt staat sinds 2003-2004 voor 28 uur studiebelasting. De opleiding SJD structureert de curricula van haar opleidingen volgens het leerlijnenconcept van Dick de Bie en Jos de Kleijn . Deze twee auteurs kiezen voor het begrip leerlijn vanuit de gedachte, dat het leerproces van de student uitgangspunt is en niet zozeer de aard van de behandelde stof (kennis, vaardigheden). De leerlijnen: Het onderwijs is georganiseerd volgens vier leerlijnen: I. De integrale leerlijn II. De conceptuele leerlijn III. De vaardigheden leerlijn IV. De ervarings- en reflectieleerlijn
De cursussen van zowel propedeuse als hoofdfase zijn hieronder per
De integrale leerlijn kenmerkt zich door het maken en verantwoorden van een nuttig beroepsproduct of het leveren van een gevraagde en gewaardeerde dienst uitgaande van de taken die de student in de beroepspraktijk als beginnend beroepsbeoefenaar moet uitvoeren. Voorbeelden van de onderdelen van de integrale leerlijn zijn de projecten, de thema’s en het eindgesprek. Deze onderdelen zijn waar mogelijk gekoppeld aan ‘levensechte’ opdrachten, waarbij vraagstukken die zich in de beroepspraktijk voordoen, centraal staan. . De integrale leerlijn is in de opleiding steeds belangrijker geworden. De integrale onderdelen bieden studenten de mogelijkheid om het eerder bestudeerde materiaal toe te passen en in de praktijk te brengen. Daarnaast geven de integrale onderdelen een zekere sturing aan de keuzes, die in de meer cursorisch gerichte onderdelen worden gemaakt.
122
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
4.1.3 Verkorte opleidingsroutes SJD-deeltijd kent geen verkorte opleidingsroutes. 4.1.4 Overzicht curriculum (per studiejaar) Per studiejaar wordt door de opleiding het onderwijsprogramma ofwel curriculum van zowel de gehele studie als van de onderdelen vastgesteld. Dit studieprogramma geldt uitsluitend voor het studiejaar waarvoor het is vastgesteld.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
123
De conceptuele leerlijn is gericht op kennis en theorievorming. In deze leerlijn gaat het erom concepten, principes, theorieën en regels te leren. Kennisvergaring en het leren denken als een professional zijn de kenmerken. Voorbeelden van de conceptuele leerlijn zijn de kennisvakken op het gebied van recht. Zoals Verbintenissenrecht, Strafrecht en Arbeidsrecht, maar ook Psychologie en Ethiek vallen hieronder. De vaardighedenleerlijn. In deze leerlijn gaat het om het verbeteren van professionele vaardigheden door middel van oefenen en het geven/krijgen van feedback. Voorbeelden van deze leerlijn zijn Onderhandelen, Gespreksvoering en Onderzoeksvaardigheden. De ervarings- en reflectieleerlijn. Doel van deze leerlijn is om werkzaamheden beter te kunnen verrichten; anders gezegd om professioneler in de praktijk te kunnen functioneren. Dit wordt geleerd door terug te blikken en na te denken over werkervaringen. Een voorbeeld van de ervarings- en reflectieleerlijn is Loopbaan en competentieontwikkeling en Thematische Supervisie. De keuzecursussen (zie ook 4.3.4.) zijn niet ingedeeld in leerlijnen, maar de meeste keuzecursussen vallen onder de conceptuele leerlijn. Verder zijn de keuzecursussen herkenbaar aan een ‘K’. Sommige cursussen worden zowel in SJD-DT als in VT gegeven. Als dit het geval is, staat dat expliciet aangegeven.
Modelroute De studiepunten zijn gespreid over de studiejaren in een zgn. modelroute. In deze modelroute wordt aangegeven, hoe de studie standaard zal verlopen voor een ‘modale’ student. Het modulair systeem maakt het mogelijk om versneld te studeren: door een hogere studiebelasting aan te houden, en/of door gebruik te maken van de tijd die vrijkomt in geval er vrijstellingen zijn toegewezen. De opleiding presenteert voor iedere individuele student met meer dan drie vrijstellingen een individuele studieroute op maat. Maatwerk is ook nodig en mogelijk bij studievertraging. De mogelijkheden om van de modelroute af te wijken zijn echter aan enige beperkingen gebonden. Naast logistieke barrières (inschrijving, rooster) zijn er ook leerstofinhoudelijke grenzen. Het gaat hierbij vooral over de volgorde waarin de studieonderdelen gevolgd dienen te worden. In de beschrijvingen van de studieonderdelen zijn in een beperkt aantal gevallen beginvereisten aangegeven.
124
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Praktijktijd In de punten van het eerste, tweede, derde en vierde jaar deeltijd is de praktijktijd inbegrepen. Deze praktijktijd kan anders over de jaren gespreid worden. Meer informatie over de praktijktijd speciaal voor deeltijdstudenten is te vinden in hoofdstuk 9 bij de cursusomschrijving. Eén van de twee trainingen Gespreksvoering 2 en Onderhandelen 2 is verplicht. In het curriculumoverzicht zijn de betreffende studiepunten tussen haakjes gezet.
Leerplanwijzigingen en curriculumoverzicht Ieder jaar wordt het curriculum op basis van evaluaties van studenten en docenten en de ontwikkelingen in het beroep en maatschappij geactualiseerd. Daarnaast wordt het curriculum ook didactisch aangescherpt. In de periode volgend op de visitatie van 2001 is zowel voor de voltijd- als voor de deeltijdopleiding een nieuw curriculum ontworpen. Het nieuwe curriculum is in 2002/2003 ingevoerd voor het eerste en het tweede jaar van de vierjarige deeltijdopleiding. In 2003/2004 zijn ook het derde en het vierde jaar van de vierjarige route ingericht volgens het nieuwe curriculum. De volgende cursussen zijn m.i.v.studiejaar 2004 – 2005 niet meer opgenomen in het curriculum: • Inkomen en Financiën • Levenslooppsychologie • Organisatiekunde • Politicologie (K) • Sociale Filosofie (K) Ten opzichte van het studiejaar 2004 – 2005 zijn de volgende naamwijzigingen van cursussen opgenomen in het SJD DT curriculum: • Beroepsgericht rapporteren wordt Schriftelijke communicatie De volgende cursussen zijn m.i.v. studiejaar 2005 – 2006 niet meer opgenomen in het curriculum: • telefonische gespreksvoering
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
125
Ten opzichte van het studiejaar 2005 – 2006 zijn de volgende wijzigingen van cursussen opgenomen in het SJD DT curriculum: • Arbeidsrecht van 4 naar 3 EC • Thema arbeidsverhoudingen van 4 naar 3 EC • Thema de verzorgingsstaat van 4 naar 3 EC • Praktijktijd jaar 1 van 18 naar 20 EC • Thema wetsuitvoerder van 4 naar 3 EC • Sociale zekerheid: UWV van 4 naar 3 EC • Belangenbehartiger van 4 naar 3 EC • Nieuw thema Justitiële dienstverlening • Netwerken en Presenteren van 3 naar 2 EC • Thema Visie op het beroep verplicht voor alle studenten • Eindgesprek van 2 naar 1 EC • Eindpresentatie van 2 naar 1 EC • Afstudeerproject van 14 naar 12 EC • Invoering cursus Loopbaan en Competentieontwikkeling (jaar1 3 EC, jaar 2 1 EC, jaar 3 1 EC, jaar 4 1 EC)
studie. Het onderwijs wordt gegeven in groepen van verschillende omvang en er wordt gebruik gemaakt van uiteenlopende didactische werkvormen. Naast cursussen zijn er ook studieonderdelen die langer doorlopen dan één periode en wel ’lintprogramma’s’ (L) worden genoemd. De opleiding kent verplichte studieonderdelen voor alle studenten van de opleiding. Wanneer er sprake is van een voorgeschreven volgorde wordt dit in het curriculum en in de studiegids duidelijk aangegeven. Daarnaast zijn er keuzecursussen, door de student te kiezen uit het aanbod van de opleiding, de Faculteit, het centrum voor juridische beroepspraktijk, de Hogeschool Utrecht en indien de examencommissie zulks vooraf fiatteert, uit het aanbod van een andere organisatie voor hoger onderwijs.
De volgende cursus is met ingang van studiejaar 2006 – 2007 niet meer opgenomen in het curriculum: • Mediation II Voor het studiejaar 2007-2008 zijn er geen veranderingen in het curriculum. In het studiejaar 2008-2009 zijn de volgende veranderingen in het curriculum: • Schriftelijke communicatie van 1 naar 2 EC • Methodiek van 3 naar 2 EC • Mediationvaardigheden, conflicthantering en omgaan met agressie zijn keuzecursussen.
Periodegebonden studieonderdelen naast lintprogramma’s Het opleidingsprogramma is voor een deel opgebouwd uit cursussen die een onderlinge samenhang vertonen in relatie tot de eindtermen van de opleiding. De term ‘cursus’ is ingeburgerd geraakt voor studieonderdelen, die één periode worden aangeboden en aan het eind van deze periode worden afgerond. Bij elke cursus is sprake van vastgestelde programmadoelen, inhoudelijke leerstof, verwerkingsinstructies en een vastgestelde studiebelasting. De contacttijd met een docent varieert veelal tussen de 7-21 uur. In de overige tijd worden opdrachten uitgewerkt en is er plaats voor zelf-
126
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
127
Curriculumoverzicht SJD Deeltijd vierjarige route 2008 -2009
3e jaar 2008-2009
1e jaar 2008-2009 Periode A
2e jaar 2008-2009 EC
Thema: Het Beroep
Periode A
4e jaar 2008-2009
Periode A EC
EC
Thematische Supervisie (A)
Periode A Thema: Rechtstoepassing
3
Thema: wetsuitvoerder/ Toetser
3
Systeemtheorie
Inleiding Recht
4
Sociale Zekerheid: UWV
3
Keuzecursussen * #
Methodiek
2
Training adviesgesprek 1 (A)
2
Keuzecursus conflicthantering 3 EC
Keuzecursussen #
Periode B
Periode B
Periode B
Periode B
3
Thema: De belangenbehartiger
3
Thematische Supervisie (A)
Afstudeerthema: Signalering***
Arbeidsrecht SJD DT
3
Goederenrecht*)
3
Keuzecursussen * #
Afstudeerproject***
Verbintenissenrecht*)
3
Training Onderhandelen (A)
2
Keuzecursus Mediation vaardigheden 8 EC
Keuzecursus #
Schriftelijke Communicatie
2
Onderzoeksvaardigheden
3 Periode C
Periode C
Periode C
Thema: de Verzorgingstaat
6
3
Thema: Arbeidsverhoudingen
Periode C
EC
Thematische Supervisie (A)
Afstudeerthema: beleid***
3
Thema: SJD'er en Cliënt
3
Ethiek in Dienstverlening
3
Psychologie
3
Management en Organisatie
3
Keuzecursus corridor #:
Sociale Zekerheid: SVB / Gemeente
3
Materieel strafrecht
3
Vreemdelingenrecht 1 of Woon- en Huurrecht
6 12
6
Keuzecursus #
3
Keuzecursus corridor# : Periode D
Periode D
Thema: Burgers Overheid
Dienstverlening bij Schulden of 3
3
3
Thema: Justitiële Dienstverlening
Personen- en Familierecht
Bestuursrecht*)
3
Formeel Strafrecht
3
Gespreksvoering 1 (A)
2
SJD en de multiculturele samenleving
3
Periode D
Loopbaan en competentieontwikkeling (L) (A)
3
Loopbaan en competentieontwikkeling (L) (A)
1
Thematische Supervisie (A)
8
Visie op Beroep
2
2
Rechtsfilosofie *
3
Eindgesprek***
1
Periode D
Praktijktijd 1, 1e jaar (L)
20
Netwerken en presenteren (A) (L)
Totaal per jaar
60
Praktijktijd 1 jaar 2 (L)
20
Gespreksvoering 2 of Onderhandelen 2 ** (A)
2
Presentatie***
1
Totaal per jaar
60
Loopbaan en competentieontwikkeling (L) (A)
1
Loopbaan en competentieontwikkeling (L) (A)
1
Praktijktijd 2, deel 1 (L)
26
Praktijktijd 2, deel 2 (L)
20
Totaal Keuzecursussen #
8
Totaal Keuzecursussen #
18
totaal per jaar
60
totaal per jaar
60
*) gelijk aan de voltijd ** = Keuze 1 uit 2., Gespreksvoering 2 in periode B of C, Onderhandelen 2 in periode C of D # = aan keuzecursussen dient een student in het 3e jaar 8 EC (exclusief keuzecorridor) en in het 4e jaar 18 EC te behalen, *** = de student kan kiezen tussen 2 afstudeerthema’s in periode B en C + een presentatie (13 EC) óf uit een *) gelijk aan de voltijd
afstudeerproject met een eindgesprek (13 EC)
(L) Lintprogramma
(L) Lintprogramma
(A) aanwezigheidsverplichting
(A) = Aanwezigheidsverplichting
128
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
129
4.1.5 Lesdagen en –tijden Studenten van de deeltijdopleiding SJD volgen het onderwijs op vastgestelde dagen in de week: vrijdag (overdag) en soms op dinsdagavond. Thematische Supervisie in het 3e jaar wordt op dinsdagavond gegeven. Incidenteel kunnen ook andere dagen worden ingeroosterd met keuzevakken, inhaallessen, toetsen en nabesprekingen. 4.1.6 Uitval van lessen
Afwezigheid docenten De opleiding streeft ernaar om in geval van ziekte of afwezigheid om een andere reden van een docent, ervoor te zorgen dat lessen zoveel mogelijk doorgang kunnen vinden. Indien een college uitvalt, worden studenten hiervan op de hoogte gesteld via mail, workspace en via Sharepoint. De docent overlegt bij terugkeer met de groep hoe de stof van de uitgevallen lessen wordt ingehaald. Afwezigheid studenten Indien een student afwezig is geldt de volgende regel: alleen bij cursussen met een aanwezigheidsplicht dien je je ziek te melden bij de desbetreffende docent en bij langdurige ziekte geef je de ziekmelding door aan je SLB’er. Wanneer studievertraging dreigt, dien je tevens contact op te nemen met de studentendecaan (zie par. 2.2). Telefooncirkel De opleiding hanteert de telefooncirkel om de groep te informeren over veranderingen ten aanzien van de lessen, bijvoorbeeld bij ziekte van een docent. De opleiding verzoekt studenten om veranderingen van adres en telefoonnummer (ook van het werk) tijdig schriftelijk aan het secretariaat door te geven, zodat de opleiding studenten bijtijds kan bereiken. 4.1.7 Studieloopbaanbegeleiding Elke student krijgt bij aanvang van de studie een studieloopbaanbegeleider (SLB’er) toegewezen. De SLB’er, een docent van de opleiding, is uw eerste aanspreekpunt tijdens de studie.
130
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Studieloopbaanbegeleiding is het proces waarin je je eigen studie en loopbaan stuurt en leert sturen. Doel van studieloopbaanbegeleiding is dat je: • inzicht verwerft in het beroep en in de eisen die de beroepsuitoefening stelt; • op basis daarvan kunt beoordelen of je jezelf in het beroep wil bekwamen en ontplooien; • je daadwerkelijk bekwaamt in de beroepsuitoefening, zodat je na afronding van de opleiding voldoet aan de gestelde eindtermen; • optimaal gebruik maakt van de beschikbare middelen en tijd, zodat een maximaal studierendement wordt bereikt. In de praktijk komt dit op het volgende neer. Onder begeleiding van de SLB’er kom je tot een bepaalde wijze van werken en tot inhoudelijke activiteiten die moeten leiden tot een succesvol verloop van je studie. Daarnaast helpt de SLB’er je om te reflecteren op het studieproces en de organisatie daarvan, en de daaruit voortvloeiende resultaten. De SLB’er vervult hierbij de rol van coach. De begeleiding vindt plaats door middel van individuele gesprekken met de SLB’er, groepsbijeenkomsten en opdrachten. Naarmate de studie vordert, zal de intensiteit van de studieloopbaanbegeleiding geleidelijk verminderen. De gesprekken die u met de SLB’er voert, zijn gebaseerd op de ervaringen die je hebt opgedaan in thema’s, lessen, opdrachten en trainingen. In deze gesprekken leer je verbanden te leggen tussen de verschillende ervaringen. Gaandeweg krijg je een beeld van wat je met de opleiding wilt en welke rol je binnen het beroepenveld zou willen spelen. Daaruit trek je conclusies en formuleer je vervolgens leerdoelen en een daarbij behorend plan van aanpak. 4.1.8 Registratie studievoortgang Van iedere ingeschreven student worden de behaalde studieresultaten geregistreerd in het digitale studievoortgangsysteem van de HU: OSIRIS. Zie ook par. 2.12.4. De studievoortgang wordt uitgedrukt in studiepunten. Voor elke cursus waarvan de eindbeoordeling voldoende is, worden de bijbehorende studiepunten toegekend. Zie ook par. 6.3.6.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
131
Via OSIRIS kunnen studenten altijd zelf hun studievoortgang bekijken. Aan het einde van elk studiejaar wordt de studievoortgang van iedere student door de examencommissie vastgesteld. De opleiding neemt contact op met die studenten die een beduidende achterstand oplopen bij het behalen van de studiepunten. In overleg met de student wordt dan bekeken welke factoren de achterstand veroorzaken en of (en hoe) daar iets aan gedaan kan worden. Van de student wordt verwacht dat deze bij studieachterstand initiatief neemt tot contact met de SLB’er (zie par. 4.1.7) of de studentendecaan (zie par.2.2). 4.1.9 Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen Ieder studiejaar start met een introductiedag. Naast praktische informatie is er ook ruimte voor een inhoudelijke bespreking van de kernpunten van het studiejaar. Hierbij spelen naast docenten ook medestudenten een belangrijke rol. Aan deze introductiedag zijn voor studenten geen extra kosten verbonden.
geen machtiging tot betaling van het collegegeld van het UAF hebben, is voor het studiejaar 2008-2009 gesteld op v 5.200,-. Het betreft hier een overgangstarief, omdat met ingang van 1 januari 2009 de rijksbijdrage vervalt. In de praktijk kan het voorkomen dat een niet-EER student op het moment van inschrijving, d.w.z. voor 1 september van het lopende jaar, niet kan bewijzen dat hij of zij studiefinanciering geniet, doch later in het studiejaar wel. In dat geval is, volgens artikel 7.43 WHW, de student het wettelijke tarief verschuldigd. Het door Hogeschool Utrecht vastgestelde examengeld voor extraneï bedraagt v 1.565,-. Deze inschrijvingsvorm is mogelijk voor studenten die alleen tentamens afleggen en geen begeleiding of ondersteuning nodig hebben.
Kosten voor boeken en leermiddelen Voor de diverse studieonderdelen van de SJD-opleiding dienen de studenten boeken, readers en/of studiehandleidingen aan te schaffen. Als vuistregel geldt, dat de deeltijdstudenten ongeveer voor 550,- Euro per jaar aan boeken, readers en studiehandleidingen uitgeven.
4.1.10 Studiekosten en eigen bijdragen Als student moet u rekening houden met de volgende kosten verbonden met het onderwijs:
Collegegeld Voor het studiejaar 2008-2009 gelden de volgende collegegelden:
Financiële tegemoetkoming Studenten die wegens aantoonbare financiële redenen de kosten van bepaalde onderwijsvoorzieningen niet kunnen dragen, kunnen in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming. Daarvoor moet een verzoek worden ingediend bij de faculteitsdirectie.
Het wettelijk collegegeld bedraagt v 1.565,- voor voltijdstudenten die daadwerkelijk studiefinanciering ontvangen en aan het begin van het studiejaar nog minstens 12 maanden studiefinanciering over hebben. Het door Hogeschool Utrecht vastgestelde collegegeld bedraagt: • v 1.565,- voor voltijdstudenten die geen studiefinanciering ontvangen of aan het begin van het studiejaar minder dan 12 maanden studiefinanciering over hebben; • v 1.565,- voor duale studenten; • v 1.105,- voor deeltijdstudenten. Voor niet-EER studenten die geen studiefinanciering genieten en
132
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
133
4.2 INRICHTING PROPEDEUSE
4.2.1 Algemeen De propedeutische fase heeft drie functies:
Oriëntatie De student oriënteert zich op de beroepsuitoefening in het brede werkterrein van de opleiding en oriënteert zich op de opleiding en de vaardigheden die nodig zijn om de opleiding te volgen. Daarnaast is er aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en motivatie om de studie te volgen. Selectie In de loop van het jaar bepaalt de student samen met de opleiding of de juiste keuze is gemaakt. De student ontvangt hierover een schriftelijk advies van de opleiding. Bij een negatief advies mag de student de opleiding aan Hogeschool Utrecht niet voortzetten. Verwijzing Wil of moet de student de opleiding verlaten dan wordt hij desgewenst geholpen bij het vinden van een meer geschikte opleiding. Algemeen karakter van de propedeutische fase Het onderwijsprogramma van de propedeuse is erop gericht om in het eerste jaar een basis te leggen voor de kennis, inzichten, houding en vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het adequaat uitoefenen van het beroep. De propedeuse is er tevens op gericht om te beoordelen of de student met de keuze voor SJD een opleiding heeft uitgekozen, die bij hem past. Het gaat hierbij om een beoordeling over en weer: de student beziet of SJD de goede opleiding is. De opleiding beoordeelt de geschiktheid van de student voor studie en beroep. De wettelijke functie van de propedeuse, te weten oriënteren, selecteren en verwijzen is hierbij uitgangspunt. De algemene grondslag voor het onderwijs in het eerste jaar is oriëntatie. De studenten wordt een pakket aangeboden, waarmee
134
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
zij zich oriënteren op de sociaal juridische beroepspraktijk, op de opleiding en het HBO-niveau. Algemeen gesteld is de propedeutische fase van de opleiding erop gericht, dat de student bij een succesvolle afronding van het eerste jaar: • kennis heeft van en inzicht heeft in de plaats, de functie en de perspectieven van de sociaal juridische dienstverlening in de samenleving; • een begin heeft gemaakt met het verwerven van een substantiële hoeveelheid kennis op het gebied van het recht en die kennis kan toepassen op eenvoudige casuïstiek; • kennis heeft van en inzicht heeft in het functioneren van de mens als individu in relatie tot zijn omgeving; • in staat is een aantal basiselementen uit de huidige praktijk van de sociaal juridische dienstverlening in het algemeen en van verschillende werksoorten in het bijzonder te herkennen en te benoemen; • een aantal sociale en praktische vaardigheden beheerst, die nodig zijn voor de uitoefening van het beroep; • de studievaardigheden beheerst, die noodzakelijk zijn om effectief een beroepsopleiding op HBO-niveau te volgen; • een aantal basisbegrippen kent uit de relevante wetenschappelijke disciplines.
Curriculumoverzicht van de propedeutische fase Het propedeusepakket bestaat uit de studieonderdelen, die in het curriculumoverzicht in het eerste jaar zijn gerangschikt. Er zijn in de propedeuse geen keuzecursussen. Wel kunnen studenten bij een aantal cursussen, die met werkstukken en presentaties worden afgerond, een eigen inhoudelijk accent aanbrengen. Ook bij de thema’s zijn er mogelijkheden om eigen interesses een specifieke plaats te geven bij het uitwerken van de opdrachten. Selectie en studieadvies propedeutische fase Een afwijzing (voorheen genoemd: negatief bindend advies) kan worden gegeven als de student in de propedeuse niet het vereiste aantal studiepunten heeft behaald binnen het eerste jaar van inschrijving. In artikel 23 van de OER staat onder welke voorwaarden dat gebeurt. In dat geval kan de studie niet aan dezelfde opleiding worden vervolgd. Wel kan men (behoudens al verbruikte studieduur) aan een andere opleiding bij dezelfde instelling beginnen, of zich aanmelden bij een andere instelling voor dezelfde opleiding.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
135
De minimumeis op grond waarvan een afwijzing respectievelijk positief studieadvies gegeven kan worden, is voor SJD vastgesteld op 46 studiepunten, behaald in het eerste jaar van inschrijving in de propedeutische fase via voldoendes voor studieonderdelen uit het propedeutisch pakket. Wie 45 studiepunten of minder behaalt, moet de opleiding beëindigen.
Vrijstellingen en het studieadvies propedeutische fase Voor vrijstellingen (artikel 40) geldt, dat de eerste 14 studiepunten, verkregen middels vrijstellingen niet meetellen bij de vaststelling van een studieadvies. Indien een student meer dan 14 studiepunten aan andere dan de (voorheen) wettelijke vrijstellingen van de opleiding heeft verkregen, tellen de studiepunten boven het aantal van 14 mee bij de berekening van het puntenaantal in het kader van het vaststellen van een eventuele afwijzing. In voorkomende gevallen kan de vrijstellingscoördinator namens de examencommissie (gedelegeerde bevoegdheid) hoofdfaseonderdelen vaststellen, die kunnen meetellen bij de berekening van het bindend studieadvies. Meer informatie over vrijstellingen treft u aan in par. 6.2. Begeleiding eerstejaars studenten De doelstelling van het propedeutisch jaar is oriëntatie, verwijzing en selectie. De SLB’er speelt een belangrijke rol bij de realisatie van deze doelstelling voor de student. De belangrijkste taak van de SLB’er tijdens de propedeuse is het ondersteunen van de student bij zijn keuze voor opleiding en beroep binnen of buiten de opleiding. Overige taken zijn: de student wegwijs maken binnen de hogeschool en de faculteit en het ontwikkelen van studievaardigheden. Er wordt een appèl gedaan op de zelfstandigheid en de verantwoordelijkheid van de student. Verwijzing en studieadvies worden in de studieloopbaanbegeleiding voorbereid. De begeleiding vindt plaats in een groep van ongeveer vijftien studenten. Tevens vinden er individuele studievoortganggesprekken plaats. Voor meer informatie over studiebegeleiding zie ook par. 2.1. Individuele studieloopbaanbegeleiding in de propedeutische fase De opleiding SJD heeft een systeem van studieloopbaanbegeleiding voor de propedeutische fase waarbij: • geregeld gedurende het eerste jaar wordt bijgehouden hoe de studie verloopt en welke studenten achterlopen. Dit gebeurt
136
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
• • •
door middel van consulteren van het studievoortgangregistratiesysteem; door de SLB’ers in een vroeg stadium afspraken worden; gemaakt met studenten met slechte studieresultaten, en aangepaste studieplannen worden gemaakt; in geval van bijzondere omstandigheden verwijzing plaatsvindt naar, decaan of psycholoog. De student dient zelf bij de opleiding (SLB’er) melding te doen van problemen die de studievoortgang kunnen belemmeren (art. 23 Onderwijs- en examenregeling FMR).
De begeleidingsprocedure De begeleidingsprocedure ziet er als volgt uit. 1. Voorlichting Studenten wordt bij aanvang van de opleiding (voorlichting, introductiedagen, introductielessen) duidelijk gemaakt aan welke minimumeisen zij moeten voldoen om geen afwijzing te krijgen. Daarbij wordt ook gewezen op de rol van de SLB’er en de studentendecaan. Het is belangrijk dat studenten een helder beeld van de opleiding en het beroep krijgen, zodat ze weten waar ze aan beginnen. 2. Groepsgewijze begeleiding De groepsgewijze studieloopbaanbegeleiding van basisgroep en SLB’er wordt voor de eerstejaars studenten ingeroosterd. Deze vindt plaats tijdens de eerste vier weken van periode A en eenmaal in periode B. 3. Individuele gesprekken • Kennismakingsgesprek In periode A vindt er met elke student een kennismakingsgesprek plaats •
Studievoortganggesprek In de loop van periode B vindt er een individueel gesprek plaats met studenten die minder dan 50% van het aantal in periode A te behalen studiepunten hebben verkregen of die nog geen werk hebben op praktijktijd Niveau 1. Een strategie voor de voortgang van de studie wordt uitgestippeld.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
137
•
Preadvies studievoortgang In de loop van periode C wordt met alle studenten een individueel studievoortganggesprek gevoerd. Dit gesprek wordt gevoerd aan de hand van een formulier, dat de SLB’er invult. Een kopie van dit ingevulde formulier gaat naar de student. Dit formulier moet beschouwd worden als het schriftelijk voorlopig studieadvies, zoals genoemd in artikel 18 lid 11 b van de onderwijs- en examenregeling FMR (zie deel I). Zie par. 4.2.4. De student maakt een plan van aanpak.
•
Follow-up negatief pre-advies In de loop van periode D vindt er een individueel gesprek plaats met studenten die in periode C een negatief pre-advies hebben gekregen. Hierin wordt de uitvoering van het plan van aanpak geëvalueerd.
•
Individueel oproepen en signaleren De SLB’er kan, in geval van problemen van of twijfel aan de student, de betreffende student oproepen voor een gesprek. Ook kunnen studenten zelf een gesprek aanvragen met de SLB’er.
4. Spreekuur Elke SLB’er heeft wekelijks een spreekuur voor studenten met vragen of problemen. 5. Vaststelling studieadvies door de examencommissie Aan het eind van periode D stelt de examencommissie vast, welke studenten: • de propedeuse hebben behaald (60 studiepunten van de propedeutische fase) en middels het getuigschrift automatisch een positief studieadvies krijgen; • 46 t/m 59 studiepunten hebben behaald en op grond daarvan een positief studieadvies krijgen; • minder dan 46 studiepunten hebben behaald. Deze studenten krijgen een afwijzing (negatief studieadvies); Bij verzoeken om uitstel van het studieadvies, b.v. op grond van persoonlijke omstandigheden, laat de examencommissie zich adviseren door de studieloopbaanbegeleider.
studenten. Studenten die denken dat zij extra steun nodig hebben om aan de opleidingseisen te voldoen, kunnen hiertoe een verzoek doen bij de examencommissie. Het is de verantwoordelijkheid van de student zélf om de te verwachten hindernissen tijdig aan te kaarten bij de examencommissie, na overleg met de SLB’er. Daarnaast beschikt het centrum voor juridische beroepspraktijk over een contactpersoon studie en handicap. De examencommissie is gerechtigd om te eisen dat een verzoek tot ondersteuning wordt vergezeld van medische verklaringen en/of testresultaten. Om welke hindernissen gaat het? Het kan gaan om functiebeperkingen, die hindernissen in mobiliteit, oriëntatie of communicatie opleveren, bijvoorbeeld blindheid, dyslexie of andere lichamelijke dan wel psychische aandoeningen. Een hindernis van een heel andere orde wordt gevormd door taalproblemen van studenten voor wie Nederlands niet de moedertaal is. Welke mogelijkheden biedt de opleiding? De opleiding kan uiteenlopende vormen van ondersteuning-opmaat bieden. Bijvoorbeeld extra toetstijd, gebruik woordenboeken, vergrote toetsen, technische hulpmiddelen zoals aangepaste computermonitoren etc. Zie voor meer informatie over studeren met een functiebeperking par. 2.8.
Procedure De student neemt zo snel mogelijk, maar uiterlijk in de laatste week van september contact op met de contactpersoon studie en handicap. Deze termijn geldt niet, indien de hindernis is ontstaan tijdens het lopende studiejaar. Student en contactpersoon studie en handicap informeren elkaar over de pro’s en contra’s van de keuze voor SJD en maken een voorlopig Individueel Studieplan. Hierin wordt vastgelegd hoe de student de te verwachten hindernissen zal aanpakken en welke rol de opleiding daarbij kan spelen. Daarbij speelt de contactpersoon studie en handicap een adviserende rol ten aanzien van de verdere procedure. Dat advies kan uiteenlopen van een verwijzing naar de decaan van de faculteit of een gemotiveerd verzoek tot ondersteuning aan de examencommissie. Een verzoek aan de examencommissie dient vóór 15 oktober van dit studiejaar schriftelijk ingediend te worden, behoudens het gestelde in de tweede zin hierboven. De beslissing wordt de student binnen drie weken na aanvraag schriftelijk meegedeeld.
Opleidingsbeleid t.a.v. bijzondere voorzieningen voor studenten De opleiding SJD wil zich optimaal inzetten voor een actieve en succesvolle deelname aan het onderwijs van alle bij haar ingeschreven
138
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
139
4.2.2 Studieprogramma propedeuse
4.2.3 Instroom en toelating propedeuse
Zie voor korte informatie over het studieprogramma van de propedeuse paragraaf 4.1.4. Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vindt u in OSIRIS (www.osiris.hu.nl).
•
• Het onderwijsprogramma van de propedeuse is erop gericht om in het eerste jaar een basis te leggen voor de kennis, inzichten, houding en vaardigheden die noodzakelijk zijn voor het adequaat uitoefenen van het beroep. De propedeuse is er tevens op gericht om te beoordelen of de student met de keuze voor SJD een opleiding heeft uitgekozen, die bij hem past. Het gaat hierbij om een beoordeling over en weer. De student beziet of SJD de goede opleiding is. De opleiding beoordeelt de geschiktheid van de student voor studie en beroep. De wettelijke functie van de propedeuse, te weten oriënteren, selecteren en verwijzen is hierbij uitgangspunt. De algemene grondslag voor het onderwijs in het eerste jaar is oriëntatie. De studenten wordt een pakket aangeboden, waarmee zij zich oriënteren op de sociaal juridische beroepspraktijk, op de opleiding en het HBO-niveau. Algemeen gesteld is de propedeutische fase van de opleiding erop gericht, dat de student bij een succesvolle afronding van het eerste jaar: • kennis heeft van en inzicht heeft in de plaats, de functie en de perspectieven van de sociaal juridische dienstverlening in de samenleving; • een begin heeft gemaakt met het verwerven van een substantiële hoeveelheid kennis op het gebied van het recht en die kennis kan toepassen op eenvoudige casuïstiek; • kennis heeft van en inzicht heeft in het functioneren van de mens als individu in relatie tot zijn omgeving; • in staat is een aantal basiselementen uit de huidige praktijk van de sociaal juridische dienstverlening in het algemeen en van verschillende werksoorten in het bijzonder te herkennen en te benoemen; • een aantal sociale en praktische vaardigheden beheerst, die nodig zijn voor de uitoefening van het beroep; • de studievaardigheden beheerst, die noodzakelijk zijn om effectief een beroepsopleiding op HBO-niveau te volgen; • een aantal basisbegrippen kent uit de relevante wetenschappelijke disciplines.
140
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
de wettelijke vooropleidingseisen van de SJD opleiding zijn een HAVO- of VWO-diploma, een (propedeuse) diploma van een andere HBO-opleiding of een MBO- diploma. Studenten met een vergelijkbaar buitenlands diploma moeten staatsexamen Nederlands NTII.2 behalen.
Opleidingsbeleid t.a.v. bijzondere voorzieningen voor studenten De opleiding SJD wil zich optimaal inzetten voor een actieve en succesvolle deelname aan het onderwijs van alle bij haar ingeschreven studenten. Studenten die denken dat zij extra steun nodig hebben om aan de opleidingseisen te voldoen, kunnen hiertoe een verzoek doen bij de examencommissie van Instituut voor Recht. Het is de verantwoordelijkheid van de student zélf om de te verwachten hindernissen tijdig aan te kaarten bij de examencommissie, na overleg met de SLB’er. De SLB’er vervult voor het Instituut voor Recht de functie van contactpersoon studie en handicap. De examencommissie is gerechtigd om te eisen dat een verzoek tot ondersteuning wordt vergezeld van medische verklaringen en/of testresultaten. Om welke hindernissen gaat het? Het kan gaan om functiebeperkingen, die hindernissen in mobiliteit, oriëntatie of communicatie opleveren, bijvoorbeeld blindheid, dyslexie of andere lichamelijke dan wel psychische aandoeningen. Een hindernis van een heel andere orde wordt gevormd door taalproblemen van studenten voor wie Nederlands niet de moedertaal is.
Welke mogelijkheden biedt de opleiding? De opleiding kan uiteenlopende vormen van ‘ondersteuning op maat’ bieden. Bijvoorbeeld extra tentamentijd, gebruik van woordenboeken, vergrote tentamens, technische hulpmiddelen zoals aangepaste computermonitoren, extra begeleiding tijdens de stage. Procedure De student neemt zo snel mogelijk, maar uiterlijk in de laatste week van september van dit studiejaar contact op met de SLB’er van SJD. Deze bepaling geldt niet voor hindernissen die in de loop van het studiejaar zijn ontstaan. Student en SLB’er informeren elkaar over de pro’s en contra’s van de keuze voor SJD en maken een voorlopig
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
141
Individueel Studieplan. Hierin wordt vastgelegd hoe de student de te verwachten hindernissen zal aanpakken en welke rol de opleiding daarbij kan spelen. Daarbij speelt de SLB’er een adviserende rol ten aanzien van de verdere procedure. Het advies kan uiteenlopen van een verwijzing naar de decaan van de faculteit of een gemotiveerd verzoek tot ondersteuning aan de examencommissie van Instituut voor Recht. Een verzoek aan de examencommissie van Instituut voor Recht dient vóór 15 oktober van dit studiejaar schriftelijk ingediend te worden. De beslissing wordt de student binnen drie weken na aanvraag schriftelijk meegedeeld. 4.2.4 Studieadvies De propedeuse heeft onder meer een selectieve functie (zie ook par. 4.2.1). Daarom krijgt iedere student tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de propedeuse twee maal een schriftelijk studieadvies over de voortzetting van de studie. Aan het einde van de propedeuse (uiterlijk in het tweede jaar van inschrijving) ontvangt de student een bindend studieadvies. Hieronder wordt de procedure uitgelegd.
Tussentijds studieadvies Uiterlijk halverwege het eerste studiejaar (in maart) ontvangt elke student van de examencommissie een schriftelijk tussentijds studieadvies over de voortzetting van de studie. Dit tussentijds advies bestaat uit een toelichting op de behaalde studieresultaten en de studievoortgang. Aan het tussentijdse advies wordt een waarschuwing verbonden: wanneer op grond van de geregistreerde studieresultaten moet worden geconstateerd dat niet is voldaan aan de studievoortgangsnorm voor het desbetreffende deel van het eerste studiejaar. De waarschuwing bevat tevens het advies om in overleg met de SLB’er en zonodig met de studentendecaan een studieplan op te stellen voor de tweede helft van het studiejaar, dat erop is gericht om binnen een redelijke termijn aan de norm voor studievoortgang te kunnen voldoen. Deze studieplanning dient de student ter goedkeuring voor te leggen aan de examencommissie.
142
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Positief of negatief studieadvies Aan het einde van het eerste propedeusejaar (omstreeks juli) krijgt elke student van de examencommissie van de opleiding een (bindend) studieadvies over de voortzetting van de opleiding. Dit studieadvies kan positief of negatief zijn. Een positief advies wordt gegeven als : • studenten aan het einde van het eerste studiejaar het propedeutisch getuigschrift hebben behaald of indien; • studenten aan het einde van het eerste studiejaar in de propedeuse minimaal 46 studiepunten van het propedeuseprogramma hebben behaald. Studenten krijgen een negatief studieadvies (afwijzing) als zij: • aan het einde van het eerste studiejaar in de propedeuse 45 studiepunten of minder hebben behaald. In de opleidingen van Instituut voor Recht is geen bepaling van kracht die het behalen van het propedeutisch getuigschrift aan een specifieke termijn bindt. (Zie OER-FMR art. 23, lid 9)
Vrijstellingen in de Propedeutische fase Voor vrijstellingen (OER-FMR, art. 23) geldt, dat de eerste 14 studiepunten, verkregen middels vrijstellingen niet meetellen bij de vaststelling van een studieadvies. Indien een student meer dan 14 studiepunten aan vrijstellingen van de opleiding heeft verkregen, tellen de studiepunten boven het aantal van 14 mee bij de berekening van het puntenaantal in het kader van het vaststellen van een eventuele afwijzing. In voorkomende gevallen kan de vrijstellingscoördinator namens de examencommissie (gedelegeerde bevoegdheid) hoofdfaseonderdelen vaststellen, die kunnen meetellen bij de berekening van het bindend studieadvies. De examencommissie kan bij het afgeven van een studieadvies rekening houden met bijzondere omstandigheden, zie onder Uitstel advies wegens bijzondere omstandigheden. Een negatief studieadvies bevat tenminste de gronden waarop de afwijzing is gebaseerd, de eventuele duur van de afwijzing, een verwijzingsadvies en de mogelijkheden van beroep voor de student.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
143
Het studieadvies wordt ondertekend door of namens de examencommissie, en wordt binnen een week na ondertekening aangetekend aan de student verzonden of persoonlijk uitgereikt. Een negatief advies is bindend. Een student aan wie een dergelijk advies is gegeven kan niet meer bij deze opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. De examencommissie kan aan de afwijzing wel een termijn verbinden en/of besluiten dat de afwijzing zich ook uitstrekt tot opleidingen met hetzelfde propedeutisch examen.
De student dient een studievertraging die is ontstaan door een van bovengenoemde persoonlijke omstandigheden zo spoedig mogelijk maar uiterlijk 14 juni 2009, schriftelijk te melden bij de examencommissie met het verzoek om deze omstandigheden te betrekken bij de totstandkoming van het studieadvies. Dit verzoek dient vergezeld te gaan van een toelichting op de persoonlijke omstandigheden en de invloed hiervan op de studieresultaten, een resultatenoverzicht, schriftelijke bewijsstukken en een verklaring van het decanaat. Zie ook par. 1.3.4.
De examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord voordat wordt besloten om een negatief studieadvies af te geven. Tegen een negatief advies kan de student bezwaar aantekenen bij de examencommissie en/of beroep aantekenen bij het College van Beroep HU (zie hoofdstuk 7). Uitstel advies wegens bijzondere omstandigheden De examencommissie kan bij het uitbrengen van het studieadvies rekening houden met studievertraging die het gevolg is van persoonlijke omstandigheden van de student. Het betreft uitsluitend de volgende omstandigheden: • ziekte; • lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; • zwangerschap; • bijzondere familieomstandigheden, waaronder tevens die van degene met wie de student samenwoont of een LAT-relatie onderhoudt; • het lidmaatschap van een medezeggenschapsraad of een opleidingscommissie; • andere omstandigheden waarin de aanvrager activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van (een onderdeel van) Hogeschool Utrecht, ter beoordeling door de faculteitsdirectie; • het lidmaatschap van het bestuur van een door het College van Bestuur krachtens de Steunfondsregeling HU erkende studentenorganisatie of een daarmee vergelijkbare organisatie van enige omvang; • andere situaties waarin de student door overmacht niet heeft kunnen deelnemen aan tentamens dan wel het onderwijs, ter beoordeling door de examencommissie.
144
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
145
4.3 INRICHTING HOOFDFASE
4.3.2 Studieprogramma hoofdfase Zie voor korte informatie over het studieprogramma van de hoofdfase paragraaf 4.1.4. Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vindt u in OSIRIS (www.osiris.hu.nl).
4.3.1 Algemeen De hoofdfase is de studieperiode na de propedeuse tot en met de diplomering. De hoofdfase omvat zes semesters en bestaat uit: • een major (hoofdprogramma) van 150 studiepunten; • een profileringsruimte (keuzeprogramma) van 30 studiepunten. Je sluit de hoofdfase af met een eindexamen. Als de hoofdfase met goed gevolg is afgerond ontvang je het bachelordiploma.
Begeleiding hoofdfasestudenten Het belangrijkste doel van de studieloopbaanbegeleiding tijdens de hoofdfase is het coachen van de student bij de keuzes die hij moet maken bij het vervolgen van studie en loopbaan. Het gaat om uiteenlopende zaken als begeleiding bij motivatieproblemen of ondersteuning bij het zoeken naar relevant werk. Daarbij vormen de toekomstplannen en de eigen mogelijkheden van de student het belangrijkste referentiekader. Eens per jaar worden er groepsbijeenkomsten en individuele studievoortgangsgesprekken georganiseerd op initiatie van student of SLB’er. Studieloopbaanbegeleiding, Loopbaan- en Competentieontwikkeling, Netwerken en Presenteren en de keuzemodule Sollicitatietraining zijn specifieke, door de opleiding georganiseerde onderdelen, die erop gericht zijn om studenten te helpen bij het zoeken naar SJD-werk op niveau 2 (zie hoofdstuk 9 cursusomschrijving Praktijktijd). De frequentie van de begeleiding neemt in principe in de loop van de jaren af. Voor studenten die studievertraging dreigen op te lopen, wordt extra begeleidingstijd ingeruimd. Hetzelfde geldt voor studenten die versneld studeren. In de onderwijsplanning zijn speciale voorzieningen mogelijk voor studenten met meer dan drie vrijstellingen. Nadere informatie hierover is te verkrijgen bij de intake functionaris van de deeltijdopleiding. Zie ook par. 2.1. voor Studieloopbaanbegeleiding.
146
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Curriculumoverzicht van de hoofdfase Het curriculumoverzicht van de hoofdfase (deeltijd) is te vinden in paragraaf 4.1. De drie jaren van de hoofdfase hebben elk een eigen kernidee resp. hoofddoelstelling. Het tweede jaar bouwt voort op de propedeuse en is georiënteerd op kennis van en inzicht in het beroep in de volle breedte. De verscheidene soorten van SJD-functies en rollen, zoals de SJD’er als belangenbehartiger, als (wets)uitvoerder en als beoordelaar/toetser, komen aan de orde. In het derde jaar is er ruimte voor specialisatie en aansluiting bij de eigen functie van de student. Het vierde jaar staat in het teken van afstudeeropdrachten en het verder ontwikkelen van de eigen visie op het beroep. Studietrajecten en het Internationaal Studieaccent Studietrajecten Een studietraject bestaat uit een inhoudelijk samenhangend geheel van cursussen resp. studieonderdelen die gesitueerd zijn in de verschillende jaren van de hoofdfase. Via een studietraject kan een student binnen zijn studie bijzondere aandacht schenken aan een specifiek werkterrein binnen de sociaal juridische dienstverlening. Het is een beperkte vorm van specialisatie. Voor studietrajecten gelden de onderstaande regels en bepalingen. a. De SJD-opleiding kent drie reguliere studietrajecten, die corresponderen met werkveldsectoren dan wel functiegebieden waarop SJD’ers beroepsmatig werkzaam zijn. Daarnaast is er het Internationaal Studieaccent (zie hieronder) waarvoor aparte bepalingen gelden. b. Een studietraject geeft recht op een afzonderlijke verklaring bij het getuigschrift, waarin een overzicht gegeven wordt van de verrichte studieactiviteiten. c. Studenten zijn niet verplicht om een studietraject te volgen en kunnen dus hetzij mét, hetzij zónder studietraject hun studie voltooien. d. Studenten kunnen niet afstuderen met meer dan één studietraject.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
147
e. Een studietraject is een deel van het opleidingsprogramma dat toegespitst is op één van de volgende drie terreinen: 1. Sociale Zekerheid 2. Justitiële dienstverlening 3. Arbeidsvraagstukken f. Er zijn twee manieren om een studietraject te doorlopen. 1e variant: • afstudeerthema’s binnen het betreffende terrein of een afstudeerproject. • afronding van de praktijktijd niveau 2 in een organisatie die binnen het terrein valt. • twee keuzevakken (resp. literatuurstudies) die inhoudelijk bij dit terrein thuis horen. 2e variant: • afstudeerthema’s binnen het terrein of een afstudeerproject • vijf keuzevakken (waarvan er maximaal twee door literatuurstudies kunnen worden vervangen) op het betreffende terrein. Deze tweede variant is bestemd voor studenten die een studietraject willen volgen, dat geen direct verband houdt met de werkplek, op basis waarvan zij hun verplichtingen afwikkelen in het kader van de praktijktijd niveau 2. g. Het overzicht van de keuzecursussen, die bij de drie studietrajecten behoren, volgt in par. 4.3.5. 1. Sociale Zekerheid Dit studietraject is specifiek gericht op uitvoeringsorganen in het kader van de Sociale Zekerheid. • Arbeidsrecht 3 • Arbeidsongeschiktheid en SJD • Sociale zekerheid: herzieningen en terugvordering van uitkeringen • Trajectbegeleiding en Reïntegratie 2. Justitiële Dienstverlening • Jeugd strafrecht • Criminologie • Vreemdelingenrecht 1 • Vreemdelingenrecht 2 • Jeugdrecht • Dienstverlening aan Slachtoffers
148
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
3. Arbeidsvraagstukken • Arbeidsrecht 3 • Arbeidsongeschiktheid en SJD • Trajectbegeleiding en Reïntegratie N.B. 1. Dit overzicht is niet uitputtend. Het kan zijn, dat er in de loop van 2008/2009 nog andere keuzevakken worden aangeboden, die dan alsnog kunnen worden toegewezen aan een specifiek studietraject. Ook keuzevakken van andere afdelingen van de FMR, keuzevakken van andere faculteiten van de HU en keuzevakken van de Universiteit Utrecht dan wel van de Open Universiteit kunnen eventueel bij een studietraject een rol spelen. Voor Onderhandelen 2 en Gespreksvoering 2 geldt, dat ze afhankelijk van de specifieke invulling ervan ook deel kunnen uitmaken van een studietraject, mits ze niet als verplichte cursus, maar als keuzecursus zijn gevolgd. In voorkomende gevallen dient de student contact op te nemen met de secretaris van de examencommissie. Toewijzing van keuzevakken aan studietrajecten behoort tot de bevoegdheid van de examencommissie. N.B. 2. Ook literatuurstudies kunnen bijdragen aan een studietraject, tot een maximum van twee. Toestemming om een groter aantal literatuurstudies te volgen in het kader van een studietraject dient te worden aangevraagd bij de secretaris van de examencommissie. Voor de erkenning van literatuurstudies als deel van een studietraject geldt het onder N.B. 1.gestelde.
Het Internationaal Studieaccent Voor SJD-studenten bestaat de mogelijkheid om ook in het buitenland het beroep van sociaal juridisch dienstverlener en de wijze, waarop dit beroep en ermee verwante beroepen in het buitenland gestalte krijgen, te leren kennen. SJD participeert actief in een aantal Europese netwerken, die ten dele worden gefinancierd door het Socrates-programma van de Europese Unie (Brussel). SJD heeft contacten met Denemarken (Aarhus), Duitsland (Berlijn), Polen (Lodz), Zweden (Lund), Spanje (Santander, Barcelona) en Engeland (Portsmouth). Naast de drie studietrajecten kent SJD één studieaccent, namelijk het Internationaal Studieaccent. Het Internationaal Studieaccent binnen SJD bestaat uit de volgende onderdelen: A. een praktijkoriëntatie in het buitenland (maximaal vijf maanden)
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
149
als onderdeel van de praktijktijd niveau 2. De buitenlandse praktijkoriëntatie dient inhoudelijk gezien in het verlengde te liggen van deze praktijktijd; B. afstudeerthema’s of afstudeerproject met een internationaal vergelijkende vraagstelling, die inhoudelijke verwantschap vertoont met de praktijkervaring in het buitenland; C. acht EC aan keuzecursussen resp. literatuurstudies. Deze keuzecursussen dienen bij voorkeur te worden gekozen uit de cursussen van het facultaire Internationaal Studietraject (IST). Wie met een internationaal studieaccent wil afstuderen, dient de examencommissie toestemming te vragen. Zie voor informatie over de examencommissie par. 1.3.4. Als alternatief voor mogelijkheid A. kan in bijzondere omstandigheden ook een langere praktijktijd in het buitenland worden gelopen, oplopend tot een jaar. Deze studenten lopen waar mogelijk mee met het Internationaal Studietraject van de FMR. Dit Internationaal Studietraject is ontwikkeld ten behoeve van voltijdstudenten van de opleidingen SPH en CMV, maar staat ook open voor SJD-studenten (voltijd en deeltijd). Studenten, die hun praktijktijd voor een substantieel deel (meer dan vijf maanden) in het buitenland willen realiseren, dienen hiertoe toestemming te ontvangen van de examencommissie, die zich ter zake zal laten adviseren door de coördinator praktijktijd en de contactpersoon internationalisering (CPI). De cursusbeschrijvingen zijn in deze studiegids opgenomen in hoofdstuk 9
Verder Internationaal studeren binnen SJD
dat voldoet aan gestelde criteria. Deze criteria worden door de organisatoren van het seminar bekend gemaakt. Het gaat om studiepunten in de keuzesfeer. c. Deelname aan de Internationale Week van de FMR. Jaarlijks organiseert de Faculteit een internationaal programma van één week, waaraan ook SJD-studenten kunnen deelnemen. De voertaal bij de activiteiten in het kader van de Internationale Week is Engels. Studenten kunnen via het schrijven van opdrachten en deelname twee studiepunten verwerven. Nadere bepalingen hieromtrent zijn opgenomen in het programma van de Internationale Week. d. De buitenlandse praktijkopdracht. Studenten kunnen in het buitenland praktijkervaring opdoen, die dan in het kader van het beleid inzake bijzondere opdrachten met EC-punten kunnen worden gehonoreerd. De student is hierbij zelf verantwoordelijk voor het vinden van een dergelijke ‘praktijkplaats’ en van huisvesting. De opleiding biedt hierbij ondersteuning aan. Nadere inlichtingen over de hierboven genoemde mogelijkheden om vanuit SJD in het buitenland te studeren kunnen worden ingewonnen bij de Contactpersoon Internationalisering (C.P.I.) van Centrum voor Juridische Beroepspraktijk. De goedkeuring van internationale studieaccenten berust bij de examencommissie centrum voor juridische beroepspraktijk, voor zover het gaat om praktijktijd niveau 2 (zie hoofdstuk 9) gedurende meer dan vijf maanden in het buitenland. Daarnaast moet praktijktijd in het buitenland overeenkomstig het beleid inzake praktijktijd (hoofdstuk 9) worden goedgekeurd. Voor meer informatie over studeren in het buitenland zie par. 2.13.1.
In het kader van de SJD-opleiding zijn de volgende buitenlandse activiteiten mogelijk. a. Het internationaal studieaccent. Deel van dit internationaal studieaccent vormen de praktijkoriëntatie dan wel praktijktijd niveau 2 in het buitenland. b. Deelname aan een seminar in het buitenland. Zo wordt door het netwerk van Aarhus, Berlijn, Lodz, Lund en Utrecht regelmatig een scholingsprogramma georganiseerd rond een maatschappelijk probleem, dat in alle landen, die aan het programma deelnemen, voorkomt. Bij deelname aan het seminar kan de student maximaal 2 studiepunten krijgen door een verslag te schrijven,
4.3.3 Toegang hoofdfase en studierichtingen
150
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Studenten die de propedeuse van de opleiding hebben afgerond (en dus het propedeutisch getuigschrift hebben behaald) worden toegelaten tot de hoofdfase van de opleiding. Indien een student op grond van een elders behaald propedeutisch getuigschrift vrijstelling heeft gekregen van het afleggen van het propedeutisch examen van de opleiding, wordt het bewijs van vrijstelling gelijkgesteld aan het getuigschrift. Een propedeutisch getuigschrift wordt in dat geval niet verstrekt. Zie ook par. 6.2 (vrijstellingen). Studenten die de propedeuse nog niet hebben afgerond kan wor-
151
den toegestaan vakken uit de hoofdfase te volgen en deze met een tentamen af te sluiten, op voorwaarde dat: • de student over de benodigde voorkennis beschikt om de cursus te kunnen volgen (dus voldoet aan de beginvereisten); • er geen garantie wordt gegeven dat het vak nog deel uitmaakt van het curriculum of nog dezelfde inhoud heeft op het moment dat de student officieel tot de hoofdfase wordt toegelaten; • de examencommissie alsnog een negatief studieadvies kan verlenen indien de student niet voldoet aan de geldende normen in de propedeuse (zie par. 4.2.4); • Tevens vermelden onder welke voorwaarden studenten toelaatbaar zijn tot de hoofdfase als zij beschikken over propedeutisch getuigschrift van andere opleiding (evt. onderscheiden tussen facultaire opleidingen, andere HU-opleidingen en opleidingen buiten HU). Toelating expliciet verbinden aan toestemming examencommissie, evt. onder nader te stellen voorwaarden. • Vermelden evt. toegangsbeperking studierichtingen als de opleiding daartoe is aangewezen, met de betreffende procedure.
Toelating tot de hoofdfase Rechtstreeks tot de hoofdfase worden alleen studenten toegelaten, die aan een andere hogeschool dan de Hogeschool Utrecht het propedeutisch getuigschrift van de SJD-opleiding hebben behaald. Alle andere ‘instromers’ worden ingeschreven in de propedeuse, ongeacht de omvang van het pakket vrijstellingen dat hun wordt toegekend 4.3.4. Stages en stagewaardigheid Niet van toepassing voor de opleiding SJD-deeltijd 4.3.5 Profileringsruimte Voor SJD Deeltijd geldt dat er een vrije profileringsruimte is van 26 EC. Deze is verdeeld over het 3e jaar (8 EC) en het 4e jaar (18 EC). De profileringsruimte is bedoeld om een eigen accent aan de studie te geven en kan ingevuld worden met: • een minor (uit de onderwijscatalogus van HU of samengesteld door de student zelf); • een pakket van keuzecursussen dat je zelf samenstelt.
losse keuzecursussen dat door alle faculteiten van HU gezamenlijk is ontwikkeld. Maar je kunt ook gebruik maken van het aanbod van andere hogescholen en universiteiten (ook in het buitenland, zie par. 2.13.1). Daarnaast is het mogelijk om zelf - in samenspraak met uw SLB’er een minor samen te stellen. Een dergelijke minor behoeft altijd goedkeuring door de examencommissie. Voor advisering en begeleiding bij de invulling van de profileringsruimte kun je terecht bij de SLB’er (zie ook par. 4.1.7). In samenspraak stel je een profileringsplan op waarin uw keuze uit het profileringsaanbod van de HU-Onderwijscatalogus en eventuele externe minors en/of keuzecursussen wordt vastgelegd. Uit het profileringsplan moet blijken op welke wijze de gekozen onderdelen bijdragen aan de voorbereiding op de beoogde beroepsuitoefening of verdere studie. De invulling van de profileringsruimte is formeel gebonden aan voorafgaande goedkeuring door de examencommissie van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven. Op advies van de SLB’er kan het profileringsplan nader gemotiveerd worden met het oog op goedkeuring door de examencommissie. De examencommissie kan goedkeuring weigeren als de keuzecursus of minor niet van HBOniveau is, of als er sprake is van substantiële overlap tussen de keuzecursus of minor enerzijds en het hoofdprogramma anderzijds. Kijk voor meer informatie over de profileringsruimte en minors op www.minors.hu.nl. Voor inzage in het aanbod van HU-minors, keuzecursussen en premasters, en voor inschrijving kunt u terecht op www.osiris.hu.nl. Ook kun je een bezoek brengen aan de jaarlijkse HU-minormarkt, die in het voorjaar wordt gehouden en waarbij alle HU-faculteiten hun profileringsaanbod presenteren. Meer informatie over pre-master trajecten vind je in de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU en op www.premasters.hu.nl.
Hogeschool Utrecht heeft een uitgebreid aanbod van minors en
Keuzecursussen Hieronder volgt het overzicht van de SJD-keuzecursussen. Of alle keuzecursussen aangeboden worden, hangt af van voldoende inschrijving. Er wordt een ondergrens en een bovengrens gehanteerd. Indien
152
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
153
minder dan 15 studenten zich hebben ingeschreven, gaat de cursus in principe niet door. Dit geldt niet voor de cursussen: literatuurstudie, bijzondere opdracht en actualiteitencollege. Dit zijn cursussen die individueel of in kleiner verband kunnen worden gevolgd. Zie voor een verdere uitwerking van de cursussen de cursusbeschrijvingen in hoofdstuk 9. Keuzecursussen SJD Deeltijd 2008-2009 Conflicthantering Consumentenrecht Criminologie Echtscheidingsrecht Grondrechten Inburgering Nieuwkomers Jeugdstrafrecht Letselschade Omgaan met agressie Politicologie Verzekeringsrecht Arbeidsrecht 3 Belastingrecht Career Counseling Allochtone studenten Communicatie en Voorlichtingskunde Dienstverlening aan slachtoffers Forensische Psychiatrie Gezondheidsrecht Islam en recht Jeugdrecht Mediation Vaardigheden Pensioenrecht Psychologie van de adolescentie Sexuologie Sociale zekerheid terugvordering Trajectbemiddeling en re-integratie Vreemdelingenrecht 2 Actualiteitencollege Bijzondere opdracht Literatuurstudie
EC 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
periode A A A A A A A A A A A
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
B B B B B B B B B B B B B B B B
3 Variabel 3
Alle periodes Alle periodes Alle periodes
de mogelijkheid om in te schrijven voor cursussen die de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht verzorgt, dit laatste ter beoordeling van de examencommissie. 4.3.6 Afstuderen Met afstuderen wordt bedoeld het voltooien van de studie door het behalen van het getuigschrift. De laatste dag waarop de student een studieactiviteit verricht is bepalend voor het moment waarop de studie wordt beëindigd. De uitreiking van het getuigschrift wordt niet als een studieactiviteit beschouwd. Een getuigschrift wordt pas overhandigd nadat aan alle verplichtingen jegens de faculteit is voldaan. Vóór de uitreiking van het getuigschrift wordt door de studentenadministratie en andere diensten gecontroleerd of door de desbetreffende student de financiële zaken met de faculteit zijn afgewikkeld en al het geleende mediatheek- en/of ander materiaal is ingeleverd. Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie over het examen en het getuigschrift. Zie par. 1.3.3 voor uitschrijving na afstuderen.
Digitaal aanleveren en publiceren van scripties en onderzoeksartikelen Hogeschool Utrecht is één van de hogescholen die actief deelnemen aan de HBO-Kennisbank. Hierop worden publicaties, zoals scripties en onderzoeksartikelen, die binnen hogescholen worden geproduceerd digitaal beschikbaar gesteld aan geïnteresseerden van over de hele wereld. En kunnen ze omgekeerd ook weer een rol spelen bij onderwijs en onderzoek. Studenten die hun afstudeerscriptie hebben afgerond met het cijfer 7 of hoger, mogen hun scriptie kosteloos digitaal laten publiceren op de HBO-Kennisbank. Belangrijke voorwaarde daarbij is overigens wel dat ook het eventuele stagebedrijf hiermee akkoord gaat en dat er geen vertrouwelijke informatie in voor komt. Voor meer informatie en de HU-contactpersoon: www.HBO-kennisbank.nl
Naast het bovenvermelde keuzecursusaanbod kunnen de studenten ook deelnemen aan een aantal keuzecursussen, die vanuit andere afdelingen van de FMR worden aangeboden (de zogenaamde facultaire keuzecursus planning). De opleiding HBO-rechten, heeft een aantal verplichte studieonderdelen die naar verwachting voor SJDstudenten zullen worden opengesteld als keuzecursus. Voorts is er
154
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
155
5 CURSUSDEELNAME
156
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
157
5.1
ALGEMEEN
Het onderwijsprogramma van de opleiding is samengesteld uit onderwijseenheden, de zgn. cursussen. Een cursus is een samenhangend geheel van te verwerven kennis, inzicht en (beroeps)vaardigheden, met een studielast uitgedrukt in een geheel aantal studiepunten. Een cursus wordt afgerond door middel van een tentamen (zie ook par. 6.1). Alle cursussen worden aan het begin van het studiejaar gepubliceerd via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Zie voor een curriculumoverzicht par. 4.1.4, en voor meer informatie over de specifieke cursussen hoofdstuk 9.
5.2 INSCHRIJVING VOOR CURSUSSEN
Met ingang van het studiejaar 2008-2009 zijn de regels rond inschrijving voor cursussen aangescherpt. Regels voor inschrijven voor cursussen Hoofdregel: Alle studenten dienen zich voor alle cursussen zelf in te schrijven via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Er is één uitzondering op deze algemene regel: de eerstejaarsstudenten (nieuw in 2008-2009) worden voor de cursussen van periode A door de opleiding ingeschreven. Studenten die zich niet hebben ingeschreven voor een cursus mogen niet deelnemen aan die cursus. Inschrijven (en evt. uitschrijven) is in elk geval mogelijk tot week 4 in de periode vóór de start van een onderwijsperiode waarin het onderwijs van de desbetreffende cursus wordt gegeven. Als student ben je hier zelf verantwoordelijk voor. Je kunt in hetzelfde studiejaar niet meer dan eenmaal voor dezelfde cursus ingeschreven staan. Voor cursussen in het eigen curriculum kunnen studenten zich uitschrijven als ze daaraan niet wensen deel te nemen. Dit biedt studenten de mogelijkheid om, indien zij dit willen, eventueel sneller of langzamer te studeren. Indien gewenst kan de student contact opnemen met zijn SLB’er ten behoeve van advisering ten aanzien van versneld of vertraagd studeren. Plaatsing in een cursus buiten het eigen curriculum kan alleen als er voldoende plaats is (dit ter beoordeling van de opleiding).
158
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
159
Inschrijving voor een minor houdt tevens inschrijving in voor alle cursussen die deel uitmaken van de minor.
5.3 AANWEZIGHEIDSPLICHT
Cursusinschrijving Instituut voor Recht Onderwijsperiode Periode A (blok 1)
Periode B (blok 2)
Periode C (blok 3)
Periode D (blok 4)
Inschrijftermijn 01 juni 2008 t/m 15 augustus 2008 1e jaarsstudenten worden ingeschreven door de opleiding ouderejaars moeten zelf inschrijven, uiterlijk t/m 15 augustus; 01 juni 2008 t/m 28 september 2008 alle studenten moeten zelf inschrijven, uiterlijk in week 4 van periode A; 01 juni 2008 t/m 7 december 2008 alle studenten moeten zelf inschrijven, uiterlijk in week 4 van periode B; 01 juni 2008 t/m 8 maart 2009 alle studenten moeten zelf inschrijven, uiterlijk in week 4 van periode C;
De vorm en/of inhoud van een cursus kan met zich meebrengen dat studenten een aanwezigheidsplicht wordt opgelegd. Per cursus wordt in OSIRIS aangegeven of de aanwezigheidsverplichting van toepassing is. In uitzonderlijke gevallen kan de examencommissie vrijstelling verlenen van de aanwezigheidsplicht, eventueel onder bepaalde voorwaarden. De student moet daartoe een verzoek indienen (zie ook par. 1.3.4). Van elke student wordt optimale deelname (aanwezigheid en inzet) verwacht aan de programmaonderdelen waarvoor hij staat ingeschreven. •
De opleiding kan om planningsredenen mogelijk afwijken van de sluitingsdatum. 1e ronde minorinschrijving 2009-2010 2e ronde minorinschrijving 2009-2010
27 maart 2009 t/m 30 april 2009
•
21 mei 2009 t/m 1 juni 2009 •
•
• •
160
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Bij practica en een aantal andere cursussen is 80% aanwezigheid voorwaarde voor toelating tot het tentamen (standaard-aanwezigheidsregel). Dit kan inhouden dat het pas in het volgende studiejaar mogelijk is voor dit studieonderdeel weer in te schrijven indien niet aan de aanwezigheidsverplichting is voldaan. Voor cursussen met zeven bijeenkomsten betekent deze aanwezigheidsregel, dat zes lessen moeten worden gevolgd en dat maximaal één les mag worden gemist. Voor cursussen met een afwijkend aantal bijeenkomsten wordt de 80%-regel rekenkundig toegepast, waarbij getallen achter de komma op de gangbare wijze tot hele getallen worden afgerond. Een voorbeeld van deze wijze van afronden: 5,01 tot en met 5,49 wordt een 5, een getal van 5,50 tot 5,99 wordt afgerond tot een 6. Indien voor een specifiek(e) cursus/studieonderdeel de standaard-aanwezigheidsverplichting van kracht is, is hiervan melding gemaakt in de cursusomschrijving in hoofdstuk 9. Zonder vermelding in de studiegids kan geen aanwezigheidsverplichting worden opgelegd. Bij onvoldoende deelname kan de docent besluiten om de betrokken student uit te sluiten van deelname aan de lessen. Wanneer studenten bij een cursus/studieonderdeel, waarvoor de aanwezigheidsverplichting van kracht is, een deel van de lessen
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
161
•
•
162
hebben gemist (20% of minder), kan er een compensatieopdracht worden geëist. Op dit punt kunnen studenten alleen verplichtingen worden opgelegd, die schriftelijk staan vermeld in de studiewijzer. Indien de aanwezigheidsregel van kracht is, geldt deze ongeacht de gronden en/of motieven die studenten in een specifieke situatie ertoe gebracht hebben om een of meer lessen te missen. Andersoortige aanwezigheidsbepalingen dan de standaard-aanwezigheidsregeling zijn mogelijk. Bij dergelijke regelingen-perstudieonderdeel kunnen studenten uitsluitend sancties worden opgelegd die expliciet zijn geformuleerd in studiewijzer en/of studiegids.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
5.4 BEGINVEREISTEN DEELNAME CURSUS
Aan een cursus kunnen begin- of toegangsvereisten zijn verbonden. Zie daarvoor de cursusbeschrijvingen (hoofdstuk 9). Een student die niet voldoet aan deze vereisten kan in beginsel niet deelnemen aan de cursus, tenzij de examencommissie daarvoor toestemming verleent. Zie ook par. 1.3.4.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
163
6 TENTAMENS EN EXAMENS
164
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
165
6.1
ALGEMEEN
alle benodigde studiepunten (60 voor de propedeuse en 180 voor de hoofdfase) zijn behaald. Het eindexamen kan slechts worden afgelegd als het propedeutisch examen is behaald. Het tijdstip waarop het laatste onderdeel is afgesloten, wordt aangemerkt als het tijdstip waarop het afsluitend examen is afgelegd.
Tentamens/toetsen Een cursus wordt afgerond door middel van een toets of tentamen. Binnen het Instituut voor Recht wordt als algemene term de voorkeur gegeven aan toets, boven tentamen. De term tentamen is echter onmisbaar, omdat zij de standaardterm is in juridische teksten (WHW, OER). Elke toets omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de individuele student, evenals de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Een toets kan ook een onderzoek naar de beroepshouding van een student betreffen. Toetsen (ook die in groepsverband worden gemaakt) dienen dus primair om de leerresultaten van individuele studenten te toetsen aan de beoogde doelstellingen. Het onderzoek wordt verricht namens de examencommissie van het instituut die de cursus verzorgt. Inhoud en vorm van de toets worden bepaald door de desbetreffende docent onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Een toets kan onderverdeeld zijn in deeltoetsen. De examencommissie kan onder te stellen voorwaarden bepalen dat niet ieder tentamen met goed gevolg hoeft te worden afgelegd. Verder bepaalt de examencommissie de volgorde waarin in de propedeutische fase en in de hoofdfase tentamens kunnen of moeten worden afgelegd en waar nodig dat het met goed gevolg afgelegd hebben van tentamens voorwaarde is voor toelating tot andere tentamens.
Het door de student af te leggen examen is een formele aangelegenheid; aanmelding is niet nodig. Zodra de student het programma van de propedeutische fase of hoofdfase heeft afgerond, beoordeelt de examencommissie in haar eerstvolgende vergadering de resultaten. De data van de examenvergaderingen staan in het jaarrooster vermeld. Indien de student is geslaagd en aan alle overige verplichtingen met betrekking tot de opleiding heeft voldaan, reikt de examencommissie het getuigschrift uit. Daarvoor gelden wel procedurele regels. Zie verder par. 6.4.
Uitgangspunten toetsbeleid Instituut voor Recht In het competentiegericht onderwijs is de toets (het examen, het tentamen) het startpunt van het onderwijs. In de toets wordt zichtbaar, wat de student werkelijk weet en kan. De toets en de beoordeling door de docent geven de student een beeld van zijn vorderingen: hoe ver ben je in je ontwikkeling als professional? De toets heeft, vooral in de propedeuse, een selecterende werking. Het kan blijken, dat iemand het vereiste niveau niet haalt ondanks een grote inspanning.
Examens Iedere opleiding kent twee examens: het propedeutisch examen en het eindexamen. Deze examens vormen de afsluiting van respectievelijk de propedeutische fase en hoofdfase. De student slaagt voor het propedeutisch examen of eindexamen als voor dat deel voldaan is aan de beschreven normen. Daarvoor moeten de tentamens van de betrokken studiefase als voldoende zijn beoordeeld, en daarmee
Algemene regels inzake toetsen en beoordelen Voor alle programmaonderdelen wordt tenminste tweemaal per studiejaar een toets georganiseerd. Wanneer een onderdeel meer dan twee maal per jaar wordt getoetst, hebben studenten het recht om aan deze extra toetsmogelijkheden deel te nemen, voor zover het om studieonderdelen gaat die voor hen zijn open gesteld inzake deelname en toetsing. Op deze regel geldt één uitzondering, en wel bij de propedeusetoetsing. Ten gevolge van de werking van het studieadvies is bij propedeusetoetsen het wettelijk voorgeschreven minimumaantal van twee toetsmogelijkheden voor studenten tevens het maximumaantal. Inhoud en vorm van de toetsing worden bepaald door de betreffende docent, in samenspraak met de collega’s uit het betreffende
166
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
167
onderwijsteam en onder eindverantwoordelijkheid van de examencommissie. Toetsperioden staan aangegeven in het onderwijsrooster. Een docent is gerechtigd de beoordeling niet uit te voeren van toetsen die niet in correct Nederlands zijn gesteld. Voldoendes kunnen niet worden herkanst. Werkstukken, die digitaal worden aangeleverd, kunnen worden gescreend door het programma Ephorus. Dit programma geeft informatie aan docenten, op basis waarvan plagiaat resp. vermeende fraude kan worden vastgesteld (Zie art. 38, OER-FMR).
1.5.
Regels en richtlijnen voor verslagen en werkstukken Inleiding Hieronder volgen regels van het Instituut voor Recht voor de manier waarop verslagen, werkstukken en opdrachten moeten worden opgebouwd en vorm gegeven, en de manier waarop de taal moet verzorgd. Deze regels zijn er op gericht, dat de teksten die studenten tijdens de studie inleveren goed leesbaar en dus beoordeelbaar zijn. De regels over 'opbouw van de tekst' gelden uiteraard niet voor samenvattingen (literatuurstudies) en vraag/antwoordtoetsen. In de studiewijzers van cursussen kunnen nadere aanwijzingen staan voor de wijze waarop een student een specifieke tekst moet schrijven.
1.11. 1.12.
1.6. 1.7. 1.8.
1.9. 1.10.
1.13.
1.14.
Alinea's en witregels: scheid alinea's (korte teksteenheden over één thema) duidelijk van elkaar met witregels . Illustraties: gebruik alleen illustraties als deze een functie in de tekst hebben. Kleur: zorg dat de tekst goed leesbaar is op de achtergrond. Lettertype en -grootte: gebruik lettertype Times of Arial, grootte 10 of 11. Gebruik alleen grotere letters als dat strikt noodzakelijk is, bijvoorbeeld om een kop te laten opvallen. Regelafstand: gebruik regelafstand anderhalf. Letterafstand: gebruik tussen de letters de standaardafstand van de tekstverwerker. Uitlijnen: lijn de tekst links uit. Afbreken: breek woorden alleen af in samenstellingen (fietsen-stalling; maar niet: fietsenstalling). Als een tekst via de workspace wordt ingeleverd, moet de naam van de student en de naam of het nummer van de opdracht in de boven- of ondermarge van iedere pagina worden opgenomen. Als een tekst als bijlage bij een mailbericht wordt ingeleverd, moet de naam van de bijlage met de naam van de student beginnen.
Vormgeving 1. Werk opdrachten, verslagen en werkstukken uit met een tekstverwerker. 1.1. Papierformaat: lever verslagen, opdrachten en werkstukken in op A4-formaat. 1.2. Afwerking: lever opdrachten geniet in. Gebruik geen plastic omslagen, ringen e.d. Dit scheelt kosten voor de student en belast het milieu minder. 1.3. Voorblad: lever stukken in met een voorblad, met daarop: - de naam van de student(-en) - het studentnummer van de student(-en) - de opleiding / klas / groep - de naam van de cursus - de naam van de docent - de naam of het nummer van de opdracht 1.4. Marges: hanteer de standaardmarges van Word, dit is 2,54 cm aan de boven- en onderkant van de pagina en 3,17 cm aan de linker- en rechterkant.
Opbouw van de tekst 1. De tekst heeft een duidelijke structuur en is opgebouwd volgens een logisch bouwplan: de kernboodschap is duidelijk, wat bij elkaar hoort, staat bij elkaar en hoofd- en bijzaken zijn gescheiden. 1.2. Begin de tekst met een inleiding, met daarin: Een beschrijving van het onderwerp: verantwoording van de keuze en afbakening. De centrale vraag die in het stuk aan de orde komt. Een vooruitblik op de inhoud van het stuk. 1.3. Nummering en inhoudsopgave: nummer hoofdstukken en paragrafen. Gebruik bij langere teksten een inhoudsopgave. 1.4. Opsommingen: geef opsommingen duidelijk aan met nummers of opsommingtekens. 1.5. Koppen en tussenkoppen: gebruik in langere teksten koppen boven de hoofdstukken en tussenkoppen boven paragrafen en eventueel alinea's. 1.6. Gebruik voet- en eindnoten om extra informatie te geven. 1.7. Bronnenlijst: het laatste onderdeel van de tekst is een controleerbare lijst van geraadpleegde bronnen: een overzicht van de literatuur, tijdschriften, websites e.d. die gebruikt is.
168
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
169
1.8. 1.9.
Hou daarbij de volgende methodes aan (zie ook Leren communiceren of Zakelijke Communicatie): - Voor een boek: Auteur(s) of redactie (Jaar). Titel van het boek druk uitgever: plaats Ysebaert, T. (2005) Een goede onderhandeling. 1e druk, ThiemeMeulenhoff: Utrecht-Zutphen Kuin, Y. (Red.) (1995). Levenservaringen en zinvragen. Ambo: Baarn - Voor een artikel: Auteur(s) (Jaar). 'Titel van het artikel' In: Naam van het tijdschrift jaargang, pp. pagina's Kleemann, E.R. (1996). 'Herhaald slachtofferschap van het delict woninginbraak.' In: Tijdschrift voor criminologie 38, pp. 232-244 Voor een website: Auteur(s). 'Titel van de tekst/bron'. Titel volledige werk of pagina. versie, nummer van de jaargang (jaartal): aantal paragrafen/pagina's. Volledige datum van raadpleging. URL. Nielsen, Jakob. 'Does the Internet make us lonely?,' Useit. (2000): 5 pars. 14 september 2004. http://www.useit.com/alertbox/20000220.html. Zorg dat alles wat in de tekst staat, bijdraagt aan de rode lijn van die tekst. Bewijs altijd wat in de tekst wordt beweert, gebruik goede argumenten.
Taalverzorging 1. Stem het taalgebruik af op de doelgroep: is de tekst begrijpelijk voor degene voor wie hij bedoeld is? Zijn de zinnen helder? Staat er geen onnodig jargon in de tekst? 1.2. Zinslengte: maak de zinnen niet te lang, houd een gemiddelde aan van ca. 15 woorden per zin. 1.3. Schrijf helder: voorkom onnodige lijdende vormen, tangconstructies en voorzetselconstructies en ambtelijke taal. 1.4. Verbanden: leg duidelijke, logische verbanden, bijvoorbeeld met signaalwoorden. 1.5. Schrijf afkortingen voluit. 1.6. Schrijf correct. Gebruik de spellingscontrole, maar vaar er niet blind op. Let vooral op: - de spelling van werkwoorden (d/t!) - correcte zinsconstructies - correct gebruik van hoofdletters - correcte interpunctie.
170
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
NB. Wanneer een student in zijn werkstuk zodanig veel taalfouten heeft gemaakt dat het betoog voor de beoordelaar niet goed te volgen is, kan de docent het werkstuk onbeoordeelbaar verklaren. In dat geval blijft inhoudelijke feedback achterwege. Een dergelijke kwalificatie als ‘onbeoordeelbaar’ geldt als onvoldoende.
6.2 VRIJSTELLINGEN
De examencommissie kan een student vrijstellen van (deelt)tentamens en/of het propedeutisch examen, op grond van: • •
een eerder behaald toets of examen; elders opgedane kennis of vaardigheden waaruit blijkt dat de student al aan de vereisten van het (deel)tentamen heeft voldaan.
Op dit moment beschikt het Instituut voor Recht nog niet over instrumenten ter beoordeling van elders verworven competenties (EVC). Daarom worden vrijstellingen in eerste instantie toegekend op basis van elders behaalde studieonderdelen. In 2008 heeft de Faculteit Maatschappij en Recht een EVC centrum opgezet. De verwachting is dat in het studiejaar 2008/2009 ervaringen zullen worden opgedaan met aanvragen voor vrijstellingen op basis van EVC.
voerd. Andere vrijstellingen worden weergegeven als "VRY". De vrijstelling blijft buiten beschouwing bij eventuele berekening van een gemiddelde. Het vrijstellingenbeleid van de opleiding wordt uitgevoerd conform de bepalingen in de OER-FMR. De bevoegdheid om vrijstellingen toe te wijzen berust bij de examencommissie. De examencommissie heeft de uitvoering van het vrijstellingenbeleid gedelegeerd aan de vrijstellingscoördinatoren van de opleiding. De deadline voor het aanvragen van vrijstellingen is 1 november 2008. Vrijstellingen die hierna worden aangevraagd, worden alleen in behandeling genomen voor zover het een cursus of training betreft die de student na deze datum heeft gehaald. Om vrijstellingen aan te vragen, levert de student een compleet ingevuld formulier in dat verkrijgbaar is bij de Studentenservicebalie en bij de Onderwijsbalie van het Instituut voor Recht. Met het formulier levert de student relevant bewijsmateriaal in: diploma’s, certificaten en cijferlijsten (of een gewaarmerkte kopie hiervan), cursusbeschrijvingen en/of literatuurlijsten.
Vrijstellingen worden onder vermelding van de geldigheidsduur schriftelijk verstrekt en ondertekend door de examencommissie. Zie par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Vrijstelling van een toets of examen betekent dat de student niet hoeft deel te nemen aan de desbetreffende cursus(sen). De student wordt aangeraden om eerst met de SLB’er, te overleggen om te bezien, of het zinvol is om een vrijstelling aan te vragen. Als een vrijstellingsverzoek wordt ingediend, moet daarbij altijd een schriftelijk bewijsstuk (diploma, cijferlijst, verklaring etc.) gevoegd zijn. Vrijstellingen op basis van binnen de onderwijsafdeling behaalde resultaten, worden in OSIRIS met het oorspronkelijke cijfer opge-
172
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
173
6.3 ORGANISATIE TENTAMENS
6.3.1 Tentamenvorm en –duur Tentamens (toetsen) zijn instrumenten om de studieresultaten van studenten te toetsen en beoordelen. Dit kan op verschillende manieren. De meest gebruikte tentamenvormen zijn: • • • • • • • •
tentamens met gesloten vragen; tentamens met open vragen; tentamens met meerkeuzevragen; tentamens met een combinatie van multiple choice en open vragen; werkstukken of andere vormen van schriftelijke opdrachten; reflectieverslagen; het vervaardigen en/of uitvoeren van een presentatie en/of taak; een mondeling tentamen.
De examinatoren stellen de benodigde opdrachten, opgaven en beoordelingsnormen vast en zorgen ervoor (samen met andere bij een toets betrokkenen) dat de vereiste geheimhouding in acht wordt genomen totdat de opgaven zijn uitgereikt aan de kandidaten. De duur van elk tentamen wordt in OSIRIS vermeld, is telkens op het opgavenblad aangegeven en wordt ook door de surveillant bekendgemaakt. Studenten, die op grond van schriftelijke bewijsstukken en/of op grond van psychologisch onderzoek kunnen aantonen dat zij bij bepaalde vormen van toetsen verminderde prestaties leveren, kunnen voor 15 oktober van het lopende schooljaar een verzoek indienen bij de examencommissie om op een andere wijze te toetsen of hulpmiddelen te gebruiken bij de toetsen. Zie ook par. 1.3.4. en par. 6.3.3.
174
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
6.3.2 Inschrijving en deelname (her)tentamens
Inschrijving schriftelijke tentamens Deelname aan schriftelijke tentamens is slechts mogelijk na tijdige inschrijving via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Als student ben je hier zelf verantwoordelijk voor. Wie zich niet tijdig heeft ingeschreven wordt dus niet toegelaten tot het tentamen. Het tentamenrooster wordt bekend gemaakt op het moment dat de inschrijvingsperiode opent. Tabel inschrijfdata voor (her)tentamens: Onderwijsperiode
inschrijftermijnen
Periode A (blok 1)
1 september t/m 28 september 2008
Sluit in A4
Periode B (blok 2)
10 november t/m 7 december 2008
B4
Periode C (blok 3)
2 februari t/m 8 maart 2009
C4
Periode D (blok 4)
20 april t/m 24 mei 2009
D4
(her)tentamens periode D (blok 4)
De data van deze tentamens wordt nog nader bekend gemaakt.
Mocht een student zich in de bovenstaande periodes niet hebben ingeschreven, dan is het mogelijk om via de “ 15 Euro-regeling “ alsnog in te schrijven. Dit kan vanaf lesweek 5 tot en met vrijdag 12.00 uur van lesweek 7. Deze regeling is nodig omdat bij de planning van schriftelijke tentamens ruim van te voren lokalen en surveillanten moeten worden gereserveerd. Na de sluiting in week 5 moeten bij extra inschrijvingen extra kosten worden gemaakt. Deze worden met deze regeling gecompenseerd. Mocht een student gebruik willen maken de 15 Euro-regeling dan dient de student bij de kiosk 15 euro per (her-)tentamen, met een maximum van 60 euro per periode, te betalen. Met het bewijs van betaling kan de student zich bij het onderwijssecretariaat inschrijven. Na de inschrijving krijgt de student een kopie van zijn inschrijving en bewijs van betaling. De dag van de toets dient de student zich ruim van te voren, met de kopieën, te melden bij het onderwijssecretariaat. Daar zal hij/zij doorverwezen worden naar het uitgiftelokaal, waar de student te horen krijgt in welk lokaal hij het (her)toets kan maken. Studenten dienen hun inschrijving voor schriftelijke toetsen te controleren op de presentielijsten in de map op de onderwijsbalie van het Instituut voor Recht. Studenten die
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
175
zich via de 15 Euro-regeling hebben ingeschreven staan niet op deze presentielijsten, aangezien zij in een calamiteitenlokaal deelnemen aan het tentamen. Studenten wordt dringend geadviseerd een uitdraai te maken van hun inschrijvingen, zodat zij een schriftelijke bevestiging mee kunnen nemen bij de tentamens, waarvoor zij zich hebben ingeschreven.
Inschrijving niet-schriftelijke tentamens Zie hiervoor de cursusbeschrijvingen (hoofdstuk 9) voor de inschrijving voor niet-schriftelijke tentamens. Tentamenmogelijkheden / herkansingen Herkansing van een afgelegd tentamen is slechts mogelijk als de beoordeling van het tentamen onvoldoende is. Bij deelname aan een herkansing vervallen alle eerdere beoordelingen voor het tentamen. Als de student staat ingeschreven voor een tentamen maar daaraan niet deelneemt, verlies hij een tentamenmogelijkheid in dat studiejaar. Hij wordt dan verwezen naar de volgende reguliere tentamenmogelijkheid. De student die door overmacht niet aan een tentamen heeft kunnen deelnemen, kan de examencommissie verzoeken om een extra tentamenmogelijkheid. Van overmacht is sprake als zich één of meer van de volgende omstandigheden voordoen: • • • • •
ziekte; lichamelijk of andere functiestoornis; zwangerschap; bijzondere familieomstandigheden; andere situaties van overmacht, zulks ter beoordeling van de examencommissie.
Zie par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie.
Herkansingen De herkansing heeft dezelfde vorm als in deze studiegids is aangegeven bij de cursusomschrijving van de betreffende cursus onder 'toets', tenzij expliciet bij deze cursusomschrijving in de studiegids anders is aangegeven.
176
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Nieuw lesmateriaal na twee toetsmogelijkheden De eerste twee toetsmogelijkheden, waarvan sprake is in het examenreglement, zijn erop gericht om de lesinhoud te tentamineren, die tijdens het betreffende programma aan de orde is geweest. Bij de tweede herkansing (derde toetsmogelijkheid) en verdere herkansingen moeten studenten er rekening mee houden, dat er nieuwe stof bestudeerd moet worden. Het is immers mogelijk, dat de cursus-in-kwestie geheel of gedeeltelijk is bijgesteld. Het aantal herkansingen is niet aan een limiet gebonden, maar de te tentamineren stof kan veranderd zijn ten opzichte van de eerste keer, dat de cursus werd getentamineerd. In dat geval wordt studenten geadviseerd om het onderdeel opnieuw te volgen. Ook de beoordelingswijze van de toets van de betreffende cursus kan zijn aangepast. Studenten kunnen zich niet beroepen op de wijze waarop in een voorafgaand studiejaar de toets van de betreffende cursus is beoordeeld. Dit geldt ook, indien de inhoud van het lesmateriaal niet zou zijn veranderd. 6.3.3 Voorzieningen wegens functiebeperking
Algemeen Een student met functiebeperking kan de examencommissie verzoeken om een voorziening te treffen, waardoor de student een examen of toets op aangepaste wijze kan afleggen. Een verzoek hiertoe moet schriftelijk met bijbehorende deskundigenverklaring – in beginsel aan het begin van het semester tot uiterlijk aan het einde van de tweede lesweek (of aan het begin van het studiejaar in september) - ingediend worden bij de examencommissie. De examencommissie neemt een dergelijk verzoek uitsluitend in behandeling wanneer het is voorzien van een advies van het decanaat. De student dient dus zelf contact op te nemen met één van de decanen (
[email protected]) voordat hij zich tot de examencommissie wendt. Onder functiebeperking kan onder meer worden verstaan: astma, auditieve handicap, chronische vermoeidheid, dyslexie, epilepsie, meervoudig lichamelijke handicap, motorische aandoeningen, nierproblemen, psychische stoornissen, rugklachten, reumatische klachten, spierziekten, spraakaandoeningen, visuele handicap, CANS en whiplash.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
177
Zie par. 2.8 voor algemene informatie over studeren met een functiebeperking, en par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie.
week direct voorafgaande aan de tentamenperiode kosteloos een tentamenpas (periodepas) aanvragen. Deze tentamenpas is geldig gedurende de daarop aangegeven periode.
Extra tentamentijd wegens dyslexie e.d. Als de examencommissie de aanvraag honoreert, kunnen studenten bij tentamens in het betreffende studiejaar extra tijd krijgen. Hiervoor moeten zij, naast de reguliere inschrijving, een speciaal formulier bij de onderwijsbalie ophalen. Daarop moet per tentamenperiode worden aangegeven voor welke tentamens extra tijd wordt aangevraagd. Dit formulier moet binnen de inschrijfperiode worden ingeleverd op de onderwijsbalie.
De student die wel een collegekaart heeft ontvangen, maar deze door verlies, diefstal of anderszins is kwijtgeraakt, kan tijdens de tentamenperiode een tentamenpas (dagpas) aanvragen. Deze tentamenpas is uitsluitend geldig op de dag van afgifte. Voor de afgifte zijn administratiekosten verschuldigd van v 25,- per tentamenpas tot een maximum van v 100,- per tentamenperiode. Studenten die door aantoonbare overmacht hun collegekaart zijn verloren, zijn per tentamenperiode v 25,- (tarief 1e tentamenpas) verschuldigd. Deze tentamenpas wordt slechts afgegeven indien de student: • rechtsgeldig staat ingeschreven als student aan HU; • bij de aanvraag een geldig legitimatiebewijs toont; • staat ingeschreven voor het desbetreffende tentamen.
Algemene geldigheid van voorzieningen Een voorziening wegens een functiebeperking geldt na toekenning voor elk volgend toets of examen, tenzij uit het besluit van de examencommissie anders blijkt. Ook heeft de student recht op dezelfde voorziening ten aanzien van een toets of examen aan een andere opleiding, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: •
de toegekende voorziening is uiterlijk bij inschrijving voor het tentamen of examen gemeld bij de examencommissie van de andere opleiding; de student kan op verzoek het schriftelijk besluit tonen waaruit blijkt dat de voorziening is toegekend; de examencommissie van de andere opleiding heeft de gemelde voorziening niet geweigerd (een weigering moet schriftelijk en gemotiveerd voor het tentamen of examen aan de student worden bekendgemaakt).
Overigens dient een student die de collegekaart is kwijtgeraakt dit direct te melden en een nieuwe collegekaart aan te vragen (tegen betaling van vervangingskosten). 6.3.5 Gang van zaken tijdens tentamens
De student die nog geen collegekaart heeft ontvangen, kan in de
6.3.5.1 Regels voor tentamens (algemeen) 1. De school zal zorg dragen voor adequate en voldoende tentamenruimte waarbij rekening gehouden wordt met het aantal studenten per lokaal en voldoende afstand tussen medestudenten. 2. Dit kan betekenen dat een tentamen soms in twee of meer lokalen gelijktijdig wordt afgenomen. Op het tentamenrooster is aangegeven in welk lokaal de student dient plaats te nemen. 3. De tentamens beginnen op de tijd zoals aangegeven in het tentamenrooster. De verschillende shifts beginnen om 10.00 uur, 13.00 uur, 16.00 uur en 19.00 uur. Studenten hebben na aanvang van het tentamen geen toegang meer tot het lokaal. Wie op deze wijze een tentamen heeft gemist, verliest een tentamenkans. Als aanvangstijd geldt uitsluitend het tijdstip dat in het tentamenrooster is aangegeven. 4. Tentamens en hertentamens kunnen ook op de avond worden afgenomen. In uitzonderingssituaties kan het voorkomen, dat hertentamens op een dag of avond in een lesweek worden geroosterd. 5. Wanneer een student onverhoopt twee (her)tentamens moet
178
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
• •
6.3.4 Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Voor deelname aan schriftelijke tentamens geldt dat een student zich moet legitimeren door middel van een geldige collegekaart van Hogeschool Utrecht. Indien een student geen geldige collegekaart kan tonen, is deelname aan tentamens alleen mogelijk door het tonen van een geldige tentamenpas in combinatie met een geldig legitimatiebewijs (geldig paspoort, geldige Europese identiteitskaart, een geldig Nederlands of internationaal rijbewijs of een geldig vluchtelingendocument).
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
179
afleggen die op hetzelfde tijdstip zijn geroosterd, dient de student te beslissen aan welk tentamen hij in het kader van zijn studievoortgang prioriteit toekent. In twijfelgevallen kan hij zich bij het maken van deze keuze laten adviseren door de SLB’er. 6. Wanneer er ten gevolge van gelijktijdig geroosterde tentamens en het daarmee gepaard gaande vervallen van een wettelijk gegarandeerde tentamenmogelijkheid problemen ontstaan t.a.v. studievoortgang (bijv. een afwijzing aan het eind van de propedeutische fase, stagegeschiktheid, afstuderen), kan de student zich richten tot de examencommissie met het verzoek om te beoordelen, of hij voor een speciaal voor hem te organiseren tentamen in aanmerking komt (zie par. 1.3.4.). 6.3.5.2 Regels voor studenten bij toetsen 1. Studenten die door bijzondere persoonlijke omstandigheden niet kunnen deelnemen aan een (her)tentamen dienen dit schriftelijk te melden bij de examencommissie. Deze regel is relevant in verband met belangrijke studievoortgangmomenten als het bindend studieadvies, de stagegeschiktheid e.d. Indien door deze persoonlijke omstandigheden de student niet over twee tentamenmogelijkheden in het betreffende studiejaar zou beschikken, beoordeelt de examencommissie of de reden van afwezigheid onder de zogenaamde bijzondere omstandigheden valt (zie artikel 23 en artikel 39 van de FMR OER). In deze situatie bekijkt de examencommissie in overleg met de vakdocent of er nog een herkansing in het betreffende studiejaar mogelijk is. 2. De gang van zaken tijdens mondelinge tentamens en/of bij practicumonderdelen is gedelegeerd aan de desbetreffende docenten. 3. Studenten dienen uiterlijk vijftien minuten voor aanvang van de toets aanwezig te zijn, zodat de surveillanten de collegekaarten kunnen controleren. Studenten leggen daartoe hun collegekaart zichtbaar op tafel. 5. Tijdens het maken van een schriftelijk tentamen is het verboden met elkaar te overleggen of met elkaar te praten. Iedere vorm van fraude maakt de toets ongeldig. De surveillant maakt hiervan een aantekening en meldt dit aan de examencommissie (zie verder paragraaf 6.3.7). 6. Het gebruik van elektronische apparatuur (GSM, buzzer, message watch, organizer, portable computer, etc.) tijdens de tentamens is verboden, tenzij expliciet is vermeld dat dit zulks is toegestaan.
180
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Genoemde apparaten moeten tijdens het tentamen zijn uitgeschakeld en opgeborgen. 7. Studenten die klaar zijn met het tentamenwerk leveren individueel het tentamen in bij de surveillant en verlaten in alle rust de tentamenruimte. De laatste 15 minuten mag niemand het lokaal verlaten tot het einde van de tentamentijd. Bij inlevering van het tentamen tekent de student de aanwezige presentielijst. 8. Indien een student zich heeft ingeschreven voor het tentamen, maar niet op de presentielijst blijkt voor te komen, verwijst de surveillant de student naar de betreffende afdeling. Indien blijkt, dat de student door een fout van de afdeling niet op de lijst voorkomt, wordt hij begeleid naar een aparte ruimte waar alsnog aan het tentamen kan worden deelgenomen. De in deze ruimte afgenomen tentamens worden apart aan het onderwijssecretariaat overhandigd. 9. Indien een student op basis van een inschrijving van een andere student aan de toets heeft deelgenomen, is het toetswerk onbeoordeelbaar en maakt de surveillant melding van fraude bij de examencommissie (zie verder paragraaf 6.3.7). 10. Een docent is gerechtigd de beoordeling niet uit te voeren van tentamens die niet in correct Nederlands zijn gesteld. Eerstejaars studenten voor wie het Nederlands niet de moedertaal is, mogen tijdens het tentamen een woordenboek gebruiken. Indien zij van deze regeling gebruik willen maken moeten zij vóór 15 oktober van het lopende schooljaar een verzoek hiertoe indienen bij de examencommissie van het instituut. 6.3.5.3 Regels voor docenten bij toetsen 1. Docenten zorgen voor een duidelijke toetsinstructie aan surveillanten zodanig dat instructies niet strijdig zijn met deze richtlijnen en het examenreglement. 2. Docenten nemen maatregelen om afkijken te voorkomen. Een maatregel die daartoe wordt genomen is dat bij tentamen voor meer dan 30 studenten wordt gewerkt met twee of meer toetsvarianten. 3. De in de OER-FMR 2008/2009 vastgelegde nakijktermijn van 15 werkdagen na afname van het tentamen geldt binnen het Instituut voor Recht. 4. Tentamenuitslagen worden bekendgemaakt onder voorbehoud van fouten (overschrijffouten, typefouten, berekeningsfouten e.d.). 5. De opleiding organiseert een nabespreking van het tentamen (zie hiervoor verder paragraaf 6.3.6.8).
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
181
6. Docenten houden zich aan de voorschriften van de OER betreffende centralisatie van tentamens en bewaartermijnen (zie verder paragraaf 6.3.8). 7. De algemene verjaringstermijn voor herziening van tentamenresultaten is gelijk aan de bewaartermijn. 6.3.5.4 Inleveren van tentamens/thuisopdrachten Een docent of cursuscoördinator kan kiezen of een student een thuisopdracht laat inleveren bij hem/haarzelf via postvak en/of de workspace van de cursus óf bij het onderwijssecretariaat. In beide gevallen moet de inlevertermijn benoemd zijn in de studiewijzer. Als inlevertermijn voor thuisopdrachten, die moeten worden ingeleverd bij het onderwijssecretariaat, geldt de laatste dag van de laatste tentamenweek (A9, B10, C10 en D10) van de betreffende periode om uiterlijk 16.30 uur, tenzij in de studiewijzer anders is aangegeven. Voor eindexamenwerkstukken gelden andere inlevertermijnen die in de bijbehorende procedure beschreven zijn. Wanneer een tentamen/thuisopdracht te laat wordt ingeleverd, wordt deze opdracht beschouwd als een niet benutte tentamenkans. De opdracht wordt niet beoordeeld; er worden geen studiepunten toegekend. Indien het gaat om de eerste tentamenkans, resteert voor de betreffende student één toetsmogelijkheid, namelijk de regulier georganiseerde herkansing. De student moet zich dus voorbereiden op het maken van een nieuwe thuisopdracht, die gebaseerd is op de opgaven voor de reguliere herkansing. Na twee onvoldoendes voor het betreffende onderdeel is par. 6.3.2. van kracht, over nieuw lesmateriaal na twee tentamenmogelijkheden. 6.3.5.5 Kopie van schriftelijke werkstukken De student dient van elke thuisopdracht een kopie voor zichzelf te maken, voordat hij deze aan de betreffende docent doet toekomen. Hetzelfde geldt voor alle werkstukken en verslagen, die in het kader van de opleiding door studenten worden geproduceerd.
6.3.6 Beoordeling en inzage tentamenwerk 6.3.6.1 Tentamenbeoordeling De beoordeling van een toets wordt uitgedrukt in: • een cijfer op een schaal van 1 t/m 10, of • een woordbeoordeling: VRY (vrijstelling), V (voldoende) of O (onvoldoende). Een tentamen is als voldoende beoordeeld bij een cijfer 6 of hoger en als onvoldoende bij 5 of lager. Met ingang van het studiejaar 2007/2008 worden cijfers met één decimaal achter de komma, niet langer afgerond. Dit betekent, dat op de resultatenlijsten de cijfers worden vastgelegd met één decimaal. Cijfers met twee decimalen worden afgerond naar een cijfer met één decimaal, volgens de gangbare afrondingsregels. Bij wijze van voorbeeld: 7,41 t/m 7,44 wordt 7,4; 7,45 t/m 7,49 wordt 7,5. Hierop is één uitzondering: de ondergrens van 5,5 – de laagst mogelijke voldoende – is absoluut en kan niet worden bereikt via afrondingen. Een 5,49 wordt dus afgerond tot 5,4 en niet tot 5,5. De resultaten van tentamens worden door de examencommissie definitief vastgesteld. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan mondeling meegedeelde resultaten. 6.3.6.2 Eindbeoordeling cursus De eindbeoordeling van een cursus wordt uitgedrukt in een cijfer of woordbeoordeling, op dezelfde wijze als bij tentamens (zie boven). De eindbeoordeling van een cursus is voldoende bij een eindcijfer van 5,5 of hoger, dan wel VRY of V. De aan een cursus verbonden studiepunten (zie cursusbeschrijvingen, hoofdstuk 9) worden pas toegekend als het bijbehorende tentamen op alle onderdelen is behaald. Cijfers worden individueel toegekend op basis van het door de individuele student geleverde werk, tenzij conform de opgaven in deze studiegids en in de studiewijzer de individuele beoordeling wordt afgeleid van de beoordeling van een groepsresultaat. 6.3.6.3 Deeltentamens Er is sprake van een deeltentamen indien het eindcijfer wordt vastgesteld door cijfers die voor afzonderlijke onderdelen worden behaald, volgens een gewichtsverhouding te wegen en dan bij
182
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
183
elkaar op te tellen. Voor deeltentamens gelden de volgende bepalingen. a. Voldoende deelcijfers, behaald in het kader van een deeltentamenopdracht, blijven geldig gedurende het studiejaar, waarin het betreffende onderdeel is aangeboden. Dit betekent, dat het voldoende deelcijfer altijd blijft staan bij de herkansing en niet meer geldt voor het daaropvolgende studiejaar. Het betekent ook, dat een deelcijfer zoals hierboven bedoeld blijft staan, wanneer binnen één studiejaar meer dan twee toetsmogelijkheden voor de betreffende cursus plaatsvinden. Dit laatste is het geval, wanneer deze cursus in meerdere perioden van hetzelfde studiejaar wordt aangeboden (voor voltijders in een andere periode dan voor deeltijders). b. Ook voor deeltentamens geldt, dat voldoendes niet kunnen worden herkanst. c. De student wordt geïnformeerd over zijn cijfer, ook al heeft hij slechts een deel van het totale tentamen gemaakt. 6.3.6.4 Bekendmaking tentamenresultaten Ten bewijze dat een tentamen met goed gevolg is afgelegd, wordt de uitslag door de desbetreffende examinator of examinatoren bekend gemaakt via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Tentamenresultaten worden altijd bekend gemaakt onder voorbehoud van type- en overschrijffouten. Studenten kunnen zelf uit OSIRIS een resultatenlijst uitprinten en deze controleren. 6.3.6.5 Tentamenresultaten De Osiris-site geeft informatie over de behaalde studieresultaten. Als de studieresultatenlijst onvolledig is, kan de student contact opnemen met de betreffende docent. De opleiding is verplicht tweemaal per jaar een resultaatlijst op papier te verstrekken en verstuurt deze naar het postadres van de student aan het eind van periode B en D. Voor de bekendmaking van tentamenresultaten gelden de volgende termijnen: • •
184
uiterlijk 15 werkdagen na afname van een schriftelijk tentamen (zaterdagen zijn geen werkdagen); uiterlijk 15 werkdagen vanaf de laatste dag van de inlevertermijn van anders getoetste cursussen (bv. verslagen en werkstukken)
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
De beoordelingstermijn wordt opgeschort gedurende ingeroosterde vakantieperioden, met uitzondering van de zomervakantie. • op de dag van afname van een mondeling tentamen. • ten aanzien van scripties, portfolio’s ed. bepaalt de examencommissie binnen welke termijn, met een maximum van vier weken, de student de beoordeling krijgt. De examencommissie maakt dit bekend in de studiegids bij de desbetreffende cursus of bij aanvang van de cursus. (artikel 37 OER FMR) Indien sprake is van een eindbeoordeling op basis van meerdere deeltentamens, begint de termijn zoals hierboven genoemd te lopen vanaf het laatste deeltentamen. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van de genoemde beoordelingstermijnen, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. 6.3.6.6 Inzage tentamenwerk De student heeft recht op inzage van het gemaakte en beoordeelde tentamenwerk. Dit geldt voor de eerste tentamenkans, maar ook voor alle herkansingen. De inzage, al dan niet gekoppeld aan een nabespreking, vindt plaats binnen drie weken na het bekendmaken van de tentamenuitslag. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van deze termijn, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Het moment van inzage wordt in het jaarrooster vermeld of door de docent tijdig bekend gemaakt. Om praktische redenen wordt voor de deeltijdstudenten geen collectieve inzage georganiseerd. Zij worden geacht (via e-mail) een afspraak te maken met de desbetreffende docent, zodat een moment van inzage kan worden afgesproken. 6.3.6.7 Nabespreking De volgende regels gelden als aanvullend beleid betreffende nabesprekingen. 1. Voor elk door studenten geleverd schriftelijk toets resp. werkstuk wordt vanuit de opleiding een nabespreking georganiseerd. Studenten hebben recht op een nabespreking voor elk studieonderdeel dat schriftelijk wordt afgerond. 2. Deelname aan nabesprekingbijeenkomsten is voor studenten
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
185
facultatief tenzij in de studiewijzer anders is vermeld. 3. De nabesprekingen worden georganiseerd in week 3 of week 4 van de eerstvolgende periode na de periode, waarin de cursusin-kwestie is gegeven en getoetst. 4. Tijdens de nabespreking hebben studenten het recht om het door hen geleverde schriftelijk werk in te zien. 5. De functie van de nabespreking kan als volgt worden getypeerd: a. De student krijgt commentaar op het door hem geleverde werk. De docent presenteert de 'juiste' antwoorden op de opgaven, en de student kan op die manier leren wat er goed en wat er minder goed was aan het door hem geleverde werk. Alle specifieke vragen, die voortkomen uit de confrontatie tussen het door de student geleverde werk en de 'modelantwoorden' die de docent presenteert, kunnen tijdens de nabespreking aan de orde komen. Hier ligt het onderwijskundig belang van nabesprekingen: er kan per student maatwerk worden geleverd. b. De student krijgt toelichting op de beoordeling van het door hem geleverde werk. 6. Bij nabesprekingbijeenkomsten noteren de aanwezige studenten hun naam op een presentielijst. 7. Wanneer er geen groepsgewijze nabespreking wordt georganiseerd, heeft de student recht op een individuele nabespreking, in beginsel tijdens het spreekuur van de betreffende docent. 8. Wanneer de student geen gebruik heeft gemaakt van een door de opleiding georganiseerde groepsgewijze nabespreking, kan hij geen aanspraak maken op een individuele nabespreking.
hoort de docent en nodigt de student uit voor een gesprek. d. Tijdens dit gesprek confronteert het DB van de examencommissie de student met de gerezen verdenkingen. De student krijgt de gelegenheid hierop te reageren en zijn versie van de gebeurtenissen uiteen te zetten. De ambtelijk secretaris maakt van dit gesprek een verslag. e. Na het horen van de student overlegt de examencommissie om tot een eindoordeel te komen en stelt daarbij al dan niet een sanctie vast. f. De student ontvangt schriftelijk bericht van de beslissing van de examencommissie, binnen een termijn van maximaal vier werkdagen. g. De faculteitsdirectie ontvangt een rapport van de beslissing van de examencommissie en van de feiten, waarop deze beslissing steunt. Bij onregelmatigheden ten aanzien van een tentamen of examen (waaronder fraude), kan de examencommissie de volgende maatregelen nemen tegen de desbetreffende student(en): • ontzeggen van de deelneming aan één of meer tentamens voor een termijn van ten hoogste één jaar; • onthouden van het getuigschrift of certificaat; • afnemen van een hernieuwd examen op door de examencommissie aan te wijzen onderdelen en op een door haar te bepalen wijze. Zie voor de volledige procedure artikel 38 van de Onderwijs- en examenregeling 2008/2009 (www.reglementen.hu.nl).
6.3.7 Onregelmatigheden / fraude De OER-FMR bevat een aantal bepalingen (art. 38) over onregelmatigheden. Op (vermeende) fraude zijn deze bepalingen van toepassing. Binnen Instituut voor Recht is de gang van zaken bij een serieus fraudevermoeden als volgt. a. De betreffende docent meldt vermeende fraude altijd bij de examencommissie. Hij overhandigt de relevante documentatie en informeert de betrokken student. Na deze stap vindt geen nader overleg plaats tussen de betrokken student en docent. b. De examencommissie informeert de opleidingsmanager over de fraudeverdenking. c. De examencommissie, resp. het DB van de examencommissie,
186
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
De opleidingen van het Instituut voor Recht beschikken over een digitaal programma (Ephorus) voor het ontdekken van plagiaat. Het programma constateert de mate van gelijkenis van ingeleverde teksten met alle documenten die via Google toegankelijk zijn en met documenten van interne databanken. Het oordeel inzake de vraag in hoeverre er van plagiaat sprake is berust bij de docent. Indien regels van bronvermelding correct zijn toegepast is er uiteraard van plagiaat – en dus van fraude – geen sprake. Elke opleiding heeft een Ephoruscoördinator die de ervaringen van docenten met het programma registreert, eventuele nadere afspraken bij de toepassing van het programma opstelt en – onder de verantwoordelijkheid van de examencommissie – overleg voert met de Ephoruscoördinatoren van de andere opleidingen.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
187
6.3.8 Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk Alle schriftelijk tentamen- en examenwerk wordt in elk geval bewaard tot zes maanden na bekendmaking van de uitslag, of tot de beslissing in een eventuele beroepsprocedure met betrekking tot die uitslag. In geval van beroep tegen de uitslag van het tentamen wordt het desbetreffende tentamenwerk bewaard gedurende de periode dat nog niet op dat beroep is beslist. Alle documenten met betrekking tot: • • • •
•
(voldoende) tentamen- of examenuitslagen, vrijstellingen, de inschrijving van de student, de afgifte van getuigschriften of verklaringen, worden door de afdelingsdirectie bewaard gedurende een periode van 30 jaar, conform het Privacyreglement studenten HU. De student kan pas na afloop van de bewaartermijn op verzoek tentamen- of examenwerk terugkrijgen. Wel is het mogelijk om tussentijds voor eigen rekening een fotokopie ervan te verkrijgen.
gedaan kan worden. Ook van de student wordt verwacht dat hij bij studieachterstand initiatief neemt tot contact met de SLB’er. In het studentendossier wordt onder andere vastgelegd: • •
vrijstellingen, voortgangsgegevens en verslagen van gesprekken. het voortgangsgesprek met de SLB’er.
Bij onderbreking van de inschrijving voor de desbetreffende opleiding, kan de examencommissie met betrekking tot een cursus waarvan het tentamen langer dan vijf jaar geleden is behaald of waarvan de inhoud aantoonbaar is verouderd, een aanvullend danwel vervangend tentamen opleggen alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het volgende tentamen. Indien de geldigheidsduur van het met goed gevolg afgelegde tentamen is beperkt, is de examencommissie van het instituut bevoegd die geldigheidsduur te verlengen.
Voor afstudeerproducten geldt een bewaartermijn van twee jaar. 6.3.9 Geldigheidsduur studieresultaten
Registratie van studieresultaten en bewaking ervan Op het onderwijssecretariaat worden de studieresultaten van de studenten geregistreerd. De opleiding is verplicht tweemaal per jaar een resultatenlijst op papier te verstrekken en verstuurt deze naar het postadres van de student aan het eind van periode B en D. Een kopie van deze resultatenlijst wordt in het studentendossier bewaard. Deze studieresultatenlijst geldt voor de student als bewijsstuk voor beoordeeld werk. Aan onjuistheden in deze lijst kan de student geen rechten ontlenen. Onvolledigheden en onjuistheden moeten door de student onmiddellijk schriftelijk worden gemeld bij het onderwijssecretariaat, zonodig de docent. Het is voor de student van groot belang te beschikken over een lijst met het juiste aantal studiepunten, in verband met het getuigschrift. De SLB’er neemt contact op met die studenten die een beduidende achterstand oplopen bij het behalen van de studiepunten. In overleg met de student wordt dan bekeken welke factoren de achterstand veroorzaken en of (en hoe) daar iets aan
188
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
189
6.4 GETUIGSCHRIFTEN EN TITULATUUR
6.4.1 Algemeen Ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt: •
het propedeutisch getuigschrift na het behalen van het propedeutisch examen; • het (eind)getuigschrift na het behalen van het afsluitend examen. Propedeutisch getuigschrift en diploma worden ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie van het instituut. Aan beide getuigschriften wordt een supplement toegevoegd, met als doel inzicht te geven in de aard en de inhoud van de opleiding en de behaalde studieresultaten. Elke student die afstudeert ontvangt tevens een (Engelstalige) HU-brochure, The education system in the Netherlands, over de structuur van het Nederlandse Hoger Onderwijs. Dit bevordert de internationale herkenbaarheid van de opleiding en het getuigschrift of diploma. De student ontvangt slechts één getuigschrift. Het getuigschrift en supplement worden in beginsel in het Nederlands uitgereikt. Op verzoek van de student kan, in plaats van een Nederlands getuigschrift, echter ook een Engelstalig getuigschrift verstrekt worden. De student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd, maar aan wie geen propedeutisch getuigschrift of diploma kan worden uitgereikt, kan bij de examencommissie een verklaring verkrijgen. Daarin zijn in elk geval de behaalde tentamens vermeld. De verklaring wordt ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie van het instituut. Artikel 42 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU 2007-2008 (www.reglementen.hu.nl) regelt welke gegevens het getuigschrift en supplement moeten bevatten. Zie ook bijlage 3 bij deze regeling (diplomaformats HU).
190
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Studenten die binnen één jaar hun propedeutisch getuigschrift behalen, ontvangen het getuigschrift in de loop van periode A (als ze aan de opleiding verder studeren) of aan het eind van het eerste studiejaar, wanneer ze een andere studie gaan volgen. Het onderwijssecretariaat controleert of aan de criteria is voldaan en maakt het getuigschrift. Het getuigschrift wordt ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie. Voor studenten, die na het halen van hun propedeutisch getuigschrift de opleiding verlaten, geldt de regeling, dat zij hun getuigschrift pas ontvangen nadat aan alle verplichtingen jegens de faculteit is voldaan. Vóór de uitreiking van het getuigschrift wordt door de studentenadministratie en andere diensten gecontroleerd of door de desbetreffende student de financiële zaken met de faculteit zijn afgewikkeld en al het geleende mediatheek- en/of ander materiaal is ingeleverd. Een kopie van het getuigschrift gaat in het studentdossier.
Propedeuse in een later studiejaar Indien een student in de loop van het tweede studiejaar of later aan alle propedeusevereisten heeft voldaan, is hij op dat moment zelf verantwoordelijk voor desbetreffende melding aan het onderwijssecretariaat. Het propedeutisch getuigschrift kan daar worden aangevraagd. Het onderwijssecretariaat controleert de resultaten, vervaardigt het getuigschrift en legt het ter ondertekening voor aan de examencommissie. De student krijgt bericht als het getuigschrift klaar ligt. 6.4.2 Graden en titulatuur De examencommissie verleent de graad Bachelor aan degene die met goed gevolg het afsluitend examen van de opleiding heeft afgelegd. Aan de graad kan een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft, worden toegevoegd. Het verlenen van de graad Bachelor geeft het recht om deze als titel te voeren, afgekort tot B (met evt. toevoeging) achter de eigen naam. In plaats daarvan (dus niet in combinatie) kan ook worden gebruikt de titel baccalaureus, afgekort tot bc. voorafgaand aan de naam. (Zie art. 43 OER-FMR, lid 4 voor de voor de FMR geldende titulatuur).
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
191
6.4.3 Aantekening cum laude of met genoegen
Cum laude Op het einddiploma wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening cum laude vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: • aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden; • het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 8.0; • de (eind)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 8.0; • de student is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de opleiding.
Reikwijdte Bovenstaande regeling is uitsluitend van toepassing op studenten die op of na 1 september 2005 voor het eerst deelnemen aan de hoofdfase van de opleiding. Zie artikel 44 OER FMR, lid 7 voor de regeling voor studenten die al voor 1 september 2005 in de hoofdfase van hun opleiding stonden ingeschreven. 6.4.4 Procedure afgifte getuigschrift De examencommissie geeft pas een getuigschrift af nadat de faculteitsdirectie heeft verklaard dat dit kan worden afgegeven. Daarvoor wordt eerst onderzocht of de student aan alle verplichtingen jegens de opleiding heeft voldaan (onder meer moeten alle tentamens zijn behaald en dient de student rechtsgeldig te zijn ingeschreven). (Zie art. 42 OER-FMR).
Vermelding met genoegen Op het einddiploma wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening met genoegen vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: • •
• •
aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden; het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 7.0; de (eind)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 7.0; de student is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de opleiding.
Uitzonderingen De student aan wie meer dan 120 studiepunten aan vrijstellingen is verleend voor de betreffende opleiding kan niet in aanmerking komen voor bovengenoemde aantekeningen op het diploma. Indien de inschrijvingsduur langer is dan 4 studiejaren als gevolg van erkende persoonlijke omstandigheden, kan de examencommissie beslissen dat de student toch in aanmerking komt voor de aantekening cum laude of met genoegen, mits wel voldaan is aan de overige eisen.
192
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
193
7 KLACHTEN, BEZWAAR EN BEROEP
194
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
195
7.1
INLEIDING
Als je het niet eens bent met een beslissing en je komt er samen met je opleiding niet uit, dan kun je verschillende stappen ondernemen. Is het een besluit dat jou rechtstreeks aangaat, dan kun je beroep instellen bij het College van Beroep. Zie verder par. 7.3. Daarnaast kun je een bezwaarschrift indienen bij de instantie door of namens wie het besluit is genomen (examencommissie of directie). Deze moet het besluit dan heroverwegen en een nieuwe beslissing nemen. Zie verder par. 7.2. Tegen bepaalde beslissingen is echter geen bezwaar of beroep mogelijk. Het gaat dan om beslissingen van algemene strekking; deze betreffen niet een individuele student, maar een algemene regel of algemeen beleid. Tegen die beslissingen kan soms wel een klacht worden ingediend, zie par. 7.4. De studentendecaan kan adviseren over bezwaar en beroep. Daarnaast kun je uiteraard het conflict bespreken met degene die het besluit heeft genomen (examencommissie, docent, directie). Je kunt daarbij de studentendecaan inschakelen en eventueel een mediator benaderen. Zie par. 2.2 en 2.6. Hieronder volgt een toelichting op de verschillende procedures.
7.2 BEZWAAR
Bezwaar is mogelijk tegen besluiten die zijn genomen op grond van de onderwijs- en examenregeling. Dit zijn besluiten die rechtstreeks met onderwijs, tentamens en examens te maken hebben (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend studieadvies). Het betreft alleen besluiten die zijn gericht op een individuele student (dus niet van algemene strekking, zie ook par. 7.4). De student dient binnen twee weken na bekendmaking van het besluit een schriftelijk bezwaarschrift in te dienen bij de examencommissie. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, en bevat tenminste naam en adresgegevens van de student, de redenen van het bezwaar en een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is. De examencommissie kan de student in de gelegenheid stellen om de bezwaren mondeling toe te lichten. In dat geval wordt de student tijdig uitgenodigd voor een hoorzitting. De examencommissie neemt in principe binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift een beslissing en maakt deze schriftelijk bekend aan de student. De beslissing is gebaseerd op een hernieuwde beoordeling en moet gemotiveerd zijn. Bij toewijzing van het bezwaar neemt de examencommissie tevens een nieuw (inhoudelijk) besluit. Als het bezwaar wordt afgewezen, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In het laatste geval kan de student nog beroep instellen bij het College van Beroep (zie par. 7.3). Dat moet wel gebeuren binnen 4 weken na bekendmaking van het oorspronkelijke besluit. De volledige bezwaarprocedure staat beschreven in art. 45 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU (www.reglementen.hu.nl). In dit artikel is ook opgenomen dat de examencommissie ten gunste van de student kan afwijken van deze procedure.
196
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
197
7.3 BEROEP
Beroep staat open tegen besluiten die op grond van de onderwijsen examenregeling zijn genomen (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend studieadvies). en besluiten van financiële aard (zoals steunfonds en restitutie collegegeld). Het betreft alleen besluiten die gericht zijn op een individuele student (dus niet van algemene strekking, zie ook par. 7.4). De student kan binnen 4 weken vanaf de bekendmaking van het besluit schriftelijk beroep aantekenen bij het College van Beroep. Het College van Beroep is de onafhankelijke, hogeschoolbrede beroepsinstantie voor studenten en extraneï van Hogeschool Utrecht. Het is dus niet verbonden aan een faculteit of opleiding.
Mocht de beslissing op het bezwaarschrift voor jou gunstig uitvallen, dan kun je het beroep altijd weer intrekken Het College van Beroep kan het beroep gegrond of ongegrond verklaren. Als het beroep gegrond wordt verklaard, betekent dat vaak dat de examencommissie of directie die het oorspronkelijke besluit heeft genomen, een nieuw besluit moet nemen. Het College van Beroep doet dat dus niet zelf. Als het beroep ongegrond wordt verklaard, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In art. 54-57 van het Studentenstatuut HU en in het reglement College van Beroep HU (www.reglementen.hu.nl) wordt nader beschreven wanneer beroep mogelijk is en welke procedure daarbij geldt. Zie voor meer informatie www.collegevanberoep.hu.nl en de folder Het College van Beroep, informatie over de beroepsprocedure. U kunt u voor informatie en advies ook wenden tot de studentendecaan (zie par. 2.2) of het secretariaat van het College van Beroep, tel. 030-2388352 en e-mail
[email protected] (let op: een beroepschrift kan niet per mail worden ingediend).
Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat tenminste: • de naam, het huisadres, de woonplaats en het telefoonnummer van de student; • vermelding van de faculteit en de afdeling/opleiding waar de student is ingeschreven; • de dagtekening; • een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, onder vermelding • van de persoon die, of het orgaan dat het besluit heeft genomen; • één of meer gronden, waarop het beroep berust; • een zo nauwkeurig mogelijk omschreven vordering. Daarnaast moet een kopie van het bestreden besluit worden bijgevoegd. Het beroepschrift moet worden gericht aan het College van Beroep HU, postbus 573, 3500 AN Utrecht. Let op: voor het instellen van beroep geldt een termijn van 4 weken. Deze termijn wordt niet opgeschort door het eventueel indienen van een bezwaarschrift. Zorg er dus voor dat je tijdig beroep instelt, ook als je daarnaast een bezwaarschrift indient.
198
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
199
7.4 ALGEMEEN KLACHTRECHT
Het algemeen klachtrecht is nader geregeld in art. 53 van het Studentenstatuut HU (www.reglementen.hu.nl). Zie voor specifieke informatie over klachten wegens ongewenst gedrag par. 2.3.
Zoals gezegd kunt u bij onenigheid over besluiten of handelingen van algemene strekking (niet gericht op een individuele student) geen beroep of bezwaar aantekenen. In dat geval heeft u wel het recht een klacht in te dienen bij de faculteitsdirectie en om een voorziening te vragen. Het gaat dan vaak om de dagelijkse gang van zaken zoals bijvoorbeeld de vaststelling van roosters en niet om formele beslissingen. Een klacht moet schriftelijk worden ingediend binnen 4 weken nadat de handeling is verricht of het besluit is genomen. De klacht wordt ondertekend en bevat ten minste: • naam, adres, woonplaats en opleiding van de student; • een vermelding van degene die de bestreden handeling heeft verricht dan wel het bestreden besluit heeft genomen; • een duidelijke omschrijving van de handeling of het besluit waarop de klacht betrekking heeft; • de datum waarop de handeling plaatsvond of het besluit werd genomen dan wel ter kennis van de student werd gebracht; • de voorziening die naar het oordeel van de student behoort te worden getroffen. Alvorens een beslissing te nemen hoort de faculteitsdirectie alle betrokkenen bij het besluit of de handeling waartegen de klacht is gericht. Ook kunnen getuigen en deskundigen worden geraadpleegd. De faculteitsdirectie neemt in principe binnen vier weken na ontvangst van de klacht een (gemotiveerde) beslissing en maakt deze schriftelijk bekend aan de student. Tegen de beslissing van de faculteitsdirectie op de ingediende klacht kan de student beroep instellen bij het College van Beroep HU (zie par. 7.3).
200
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Zie voor meer informatie www.studentzaken.hu.nl. U kunt u voor informatie en advies ook wenden tot de studentendecaan (zie par. 2.2). De FMR Klachtenprocedure
Wanneer is er sprake van een klacht? De faculteit is structureel bezig met kwaliteitszorg. Maar overal waar gewerkt wordt kunnen fouten worden gemaakt. Als je vindt dat je niet naar behoren bent behandeld, kun je een klacht indienen. Let wel op. Als je het niet eens bent met een beslissing van de examencommissie, spreken we niet van een klacht. Dan teken je bezwaar aan bij de examencommissie of, in sommige gevallen, bij de faculteitsdirectie. Deze procedure staat beschreven in de Onderwijs- en Examenregeling FMR, artikel 45. Maar als je over de werkwijze van de examencommissie niet tevreden bent, dan kun je wél spreken van een klacht. De klachtenprocedure maakt integraal deel uit van het zogenoemde kwaliteitszorgsysteem. Jaarlijks wordt een geanonimiseerd rapport gemaakt. In dit rapport wordt beschreven: het aantal klachten, de aard en soort van de klachten en de wijze van afhandeling. Het rapport wordt voorgelegd aan de directie van de faculteit. Na vaststelling door de directie ontvangt de FMR een kopie ter kennisname. Hieronder volgt de procedure voor klachten: Een klacht uitpraten Het is mogelijk dat de klacht opgelost kan worden door een gesprek tussen betrokkenen. Is er bijvoorbeeld een klacht over de serviceverlening in de mediatheek, dan spreekt u eerst een van de medewerkers hierop aan. Houdt een docent zich regelmatig niet aan zijn spreekuur, dan is hij het eerste aanspreekpunt. Ook kun je een afspraak maken met de medewerker van de opleiding, die speciaal belast is met kwaliteitszorg. Op het afdelingssecretariaat is bekend wie dat is. Als het toch niet lukt om zo tot een oplossing te komen dan volgt de klachtenprocedure.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
201
Klachtenformulier Klachtenformulieren zijn te verkrijgen bij de Studentenservice. Studenten Creatieve Therapie kunnen de formulieren op het afdelingssecretariaat verkrijgen. Wat gebeurt er met de klacht? Het klachtenformulier wordt behandeld door de instituutsdirecteur of door de medewerker die daarvoor is aangesteld. Betreft het een klacht die te maken heeft met de diensten van de faculteit, dan wordt de klacht onderzocht door het diensthoofd van de betreffende dienst. Vanaf stap 4, zie verder in dit artikel, gaat het Studentenstatuut in werking en komt de klacht terecht bij de faculteitsdirectie en eventueel bij het College van Beroep Hogeschool Utrecht. Vertrouwenspersoon Voor klachten van vertrouwelijke aard, zoals seksuele en verbale intimidatie of ander ongewenst gedrag, kun je terecht bij de vertrouwenspersoon. De brochure “Vertrouwenspersoon voor studenten en medewerkers” is verkrijgbaar bij alle instituten en centra en bij de studentenservice. Wanneer studenten over deze onderwerpen liever iemand van buiten de faculteit raadplegen, kan contact worden opgenomen met de Vertrouwensinspecteur Hoger Onderwijs. Vertrouwenspersoon FMR: Sytske Teppema, e-mail:
[email protected], telefoon 030 252 9745. Vertrouwenspersonen HU Amersfoort:
[email protected] en
[email protected] Vertrouwensinspecteur Hoger Onderwijs, telefoon 030 666 5704. De opleidingscommissie Op een aantal afdelingen speelt de Opleidingscommissie een actieve rol bij de behandeling van klachten. Informeer hiernaar op de opleiding. De Procedure. Stap 1 Probeer de klacht op te lossen in onderling overleg.
Creatieve Therapie halen een klachtenformulier op het afdelingssecretariaat CT. Studenten Instituut voor Social Work / De Horst kunnen een klachtenformulier halen bij de studentenbalie. Stap 3 Je levert het ingevulde klachtenformulier in bij Studentenservice of het afdelingssecretariaat CT. Je krijgt van de Studentenservice, als bevestiging van ontvangst, een kopie van uw klachtenformulier, met vermelding van de datum waarop je het formulier hebt ingeleverd. De reactietermijn bedraagt maximaal 3 weken, afhankelijk van aard en ernst van de klacht. In verband met de dislocatie van de afdeling Creatieve Therapie in Amersfoort kan het voorkomen dat de uitwerking van de klachtenprocedure bij CT op onderdelen afwijkt. Stap 4 Studentenservice geeft de klacht onmiddellijk door aan de desbetreffende afdeling of dienst. De klacht wordt onderzocht en binnen 3 weken ontvangt u een schriftelijke reactie, die rechtstreeks wordt toegestuurd naar uw huisadres. Studentenservice ontvangt een afschrift hiervan. In de reactie staat concreet beschreven op welke manier de klacht is behandeld en welke maatregelen zijn genomen of worden genomen. Stap 5 Is de klacht niet naar tevredenheid afgehandeld, dan neem je contact op met Studentservice. Ben je het namelijk niet eens met de schriftelijke reactie, dan kun je binnen 4 weken een bezwaarschrift indienen bij de faculteitsdirectie. Indienen van het bezwaar geschiedt overeenkomstig artikel 53 van het Studentenstatuut HU. Stap 6 Voordat de faculteitsdirectie een besluit neemt naar aanleiding van uw bezwaarschrift, worden betrokkenen gehoord. Je krijgt van de faculteitsdirectie binnen 4 weken een gemotiveerd besluit. Een afschrift daarvan gaat naar Studentenservice.
Stap 2 Als er geen oplossing bereikt is: Je haalt een klachtenformulier bij Studentenservice. Studenten
Stap 7 Tegen het besluit van de faculteitsdirectie kun je ook weer bezwaar maken. Je kunt dan in beroep gaan bij het College van Beroep van de Hogeschool Utrecht. Meld je opnieuw bij Studentenservice of
202
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
203
het afdelingssecretariaat CT of de balie van het ISW /De Horst. Je kunt daar een brochure over beroepsgang krijgen. Zie hiervoor het Studentenstatuut, artikel 54. Zo nodig kun je een decaan raadplegen. De beroepsprocedure van het College van Beroep vraagt over het algemeen veel tijd. Houd daar rekening mee.
204
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
205
8 ROOSTERS
206
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
207
8.1
JAARROOSTER
Zowel tijdens de propedeuse als tijdens de hoofdfase is het onderwijsprogramma ingedeeld in vijf perioden (blokken). Deze perioden worden aangeduid met de letters A t/m E (ofwel als blok 1 t/m 5). Periode A + B (blok 1 + 2) vormen tezamen een semester, evenals periode C + D (blok 3 + 4). Elke periode of blok beslaat gemiddeld ongeveer 10 weken, waarvan 7 lesweken en 3 weken die bestemd zijn voor (her-)tentamens, afronden van projecten e.d. en voor speciale activiteiten (trainingen, inhaallessen, studiedagen etc.). Blok 5, periode E wordt bij het Instituut voor Recht nog niet ingevuld. Jaarlijks wordt een overzicht opgesteld waarin de periode-indeling (of blokindeling) voor dat studiejaar wordt gepresenteerd met vermelding van de lesweken, tentamenweken en vakantieperiodes. Het jaarrooster studiejaar 2008-2009 van de opleiding ziet er als volgt uit:
Onderwijsjaarrooster 2008-2009 Kal. FMR Periode A 33 34
Datum Maandag 11-08-08 18-08-08
35 A0 36 A1 37 A2 38 A3 39 A4 40 A5 41 A6 42 43 A7 44 A8 45 A9 Periode B 46 B1 47 B2 48 B3 49 B4 50 B5 51 B6 52 1 2 B7 3 B8 4 B9 5 B10 Periode C 6 C1 7 C2 8 9 C3 10 C4 11 C5 12 C6 13 C7 14 C8 15 C9 16 C10 Periode D 17 D1 18 19 D2 20 D3 21 D4 22 D5 23 D6 24 D7 25 D8 26 D9 27 D10 28 D11 33 D16 34 D17 35
208
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
A0
Ma
Di
Wo
Do
Her-Toets
Her-Toets
25-08-08 01-09-08 08-09-08 15-09-08 22-09-08 29-09-08 06-10-08 13-10-08 20-10-08 27-10-08 03-11-08
Start introductie Her-Toets Introductie Les Les Les Les Les Les Vakantie Les A-T-I Toets
Introductie Les Les Les Les Les Les Vakantie Les A-T-I Toets
Introductie Les Les Les Les Les Les Vakantie Les A-T-I Toets
Her-T./ Startdag IvR Introductie Les Les Les Les Les Les Vakantie Les A-T-I Toets
Introductie Les Les Les Les Les Les Vakantie Les A-T-I Toets
10-11-08 17-11-08 24-11-08 01-12-08 08-12-08 15-12-08 22-12-08 29-12-08 05-01-09 12-01-09 19-01-09 26-01-09
Les Les Les Les Les Les Vakantie Vakantie Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Les Les Les Vakantie Vakantie Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Les Les Les Vakantie Vakantie Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Les Les Les Vakantie Vakantie Les A-T-I Toets Toets
Les Les Les Les Les Les Vakantie Vakantie Les A-T-I Toets Toets
02-02-09 09-02-09 16-02-09 23-02-09 02-03-09 09-03-09 16-03-09 23-03-09 30-03-09 06-04-09 13-04-09
Les Les Vakantie Les Les Les Les Les A-T-I Toets Pasen
Les Les Vakantie Les Les Les Les Les A-T-I Toets Toets
Les Les Vakantie Les Les Les Les Les A-T-I Toets Toets
Les Les Vakantie Les Les Les Les Les A-T-I Toets Toets
Les Les Vakantie Les Les Les Les Les A-T-I Goede Vrijdag Toets
20-04-09 27-04-09 04-05-09 11-05-09 18-05-09 25-05-09 01-06-09 08-06-09 15-06-09 22-06-09 29-06-09 06-07-09 10-08-09 17-08-09
Les Vakantie ADV Les Les Les Pinksteren Les A-T-I Toets Toets Diplomering
Les Vakantie Les Les Hemelvaart Les Les Les A-T-I Toets Toets Diplomering
Les Vakantie Les Les ADV Les Les Les A-T-I Toets Toets Diplomering Her-Toets
24-08-09
Vr Her-Toets
Start introductie Her-Toets Introductie
Les Les Vakantie Vakantie Bevrijdingsdag Les Les Les Les Les Les Les Les Les Les Les A-T-I A-T-I Toets Toets Toets Toets Diplomering Diplomering Her-Toets
Her-Toets
Introductie
Introductie
Her-T./ Startdag IvR Introductie
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Introductie
209
8.2 WEEKROOSTER
Onderwijsjaarrooster 2008-2009 vervolg Kal. 27 28 29 30 31 32 33 34 35
FMR E1 E2 E3 E4 E5 E6 E7 E8 E9
Datum 29-06-09 06-07-09 13-07-09 20-07-09 27-07-09 03-08-09 10-08-09 17-08-09 24-08-09
Ma
Di
Wo summercourse summercourse summercourse summercourse summercourse summercourse summercourse summercourse summercourse
Vakantie en vrije dagen 2008-2009: Vakantie
Data
Herfstvakantie
13 t/m 17 oktober 2008
Kerstvakantie
22 december 2008 tot en met 2 januari 2009
Voorjaarsvakantie
16 februari t/m 20 februari 2009
Meivakantie
27 april tot en met 5 mei 2009
Zomervakantie
Begint op 20 juli 2009
Officiële vrije dagen
Data
(feestdagen) 1e en 2e kerstdag
25 en 26 december 2008
Nieuwjaarsdag
1 januari 2009
Goede vrijdag
10 april 2009
1e en 2e paasdag
12 en 13 april 2009
Koninginnedag
30 april 2009
Bevrijdingsdag
5 mei 2009
Hemelvaartsdag
21 mei 2009
1e en 2e Pinksterdag
31 mei en 1 juni 2009
Onderwijsvrije dagen
Data
Do
Vr
Per periode wordt een rooster vastgesteld. Hierin staat vermeld welke cursussen op welk moment worden gegeven door welke docent, in welk lokaal en voor weke groep. Het is de bedoeling dat iedere student zelf de voor hem of haar geldende gegevens overneemt. Dit rooster is uiterlijk een week voor aanvang van de nieuwe periode bekend. Het lesrooster is te vinden via www.roosters.hu.nl Het rooster wordt uiterlijk twee weken voor aanvang van de nieuwe periode bekend gemaakt via deze roostersite. Het lesrooster is echter pas op de eerste dag van de periode definitief. Eventuele roosterwijzigingen zullen vanaf dan via de logistiek assistent van de opleiding bekend gemaakt worden aan de studenten en docenten.
2008-2009 Tussen Kerstmis en Nieuwjaar
29, 30 en 31 december 2008
Dag na Koninginnedag
Vrijdag 1 mei 2009
Dag voor Bevrijdingsdag
Maandag 4 mei 2009
Dag na Hemelvaart
Vrijdag 22 mei 2009
Als op onderwijsvrije dagen het gebouw gesloten is wordt dat ruim van te voren bekend gemaakt.
210
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
211
8.3 TENTAMENROOSTER
Tabel tentamentijden Tentamentijd Tentamentijd 1 Tentamentijd 2 Tentamentijd 3 Tentamentijd 4
Tijden 10.00 – 13.00 – 16.00 – 19.00 –
12.00 15.00 18.00 21.00
uur uur uur uur
De tentamens worden gedurende de tentamenweken aan het einde van elke lesperiode (elk blok) afgenomen. Via de opleiding wordt hiervoor een tentamenrooster bekend gemaakt. Dit rooster wordt voor aanvang van de betreffende periode bekend gemaakt via de reguliere publicatiekanalen. Aan de hand van de curriculumschema’s kunnen studenten zien in welke periode bepaalde cursussen worden afgesloten. Herkansingen vinden in de regel plaats in de eerstvolgende tentamenperiode nadat de cursus is aangeboden. Op het tentamenrooster voor de betreffende periode wordt exact aangegeven op welke dag en op welk tijdstip de toets (of herkansing) plaatsvindt. De indeling van studenten in de tentamenlokalen wordt uiterlijk in lesweek 7 bekend gemaakt via de reguliere publicatiekanalen. Van de student wordt verwacht dat hij het tentamenrooster nauwkeurig in de gaten houdt. Bovendien zijn tentamens niet altijd op dezelfde dag als de lesdag. Daardoor kan de student gemakkelijk hertentamens én gewone tentamens maken, omdat die niet samenvallen. Getracht wordt om (her)tentamens van opvolgende jaren zoveel mogelijk niet op dezelfde tijd te roosteren, maar dat kan soms niet anders. De student dient dan zelf een keuze te maken tussen de twee tentamens.
212
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
213
9 CURSUSBESCHRIJVINGEN
214
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
215
ACTUALITEITENCOLLEGE SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-010-07
Soort cursus Keuzecursus voor studenten van het Instituut voor Recht, andere studenten en medewerkers van de HU zijn ook welkom. Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Het Instituut voor Recht staat midden in de samenleving. Alumni van de opleidingen GDW, HBR en SJD spelen een belangrijke rol als professionals op het snijvlak van mens en recht. Daarnaast is het lectoraat van het instituut actief op het gebied van onderzoek naar het werkveld van de juridische bachelor. Binnen deze cursus zal worden ingegaan op de actualiteit van die lesperiode. Daarbij wordt de link gelegd naar de toekomstige beroepspraktijk van de IvR-student. De cursus wordt verzorgd door het lectoraat in nauwe samenwerking met de opleidingen. De bijeenkomsten zullen worden verzorgd door alumni en andere professionals uit de beroepspraktijk in samenwerking met medewerkers van het Instituut voor Recht. De rode draad van de cursus zal worden verzorgd door het lectoraat.
deze wijze wordt flexibel onderwijs mogelijk dat wel uitstijgt boven de waan van de dag. Afhankelijk van het vastgestelde thema zullen gastsprekers worden uitgenodigd. Werkvorm Vooraf is er een voorbereidende bijeenkomst. Studenten maken na afloop hiervan een voorbereidingsopdracht. Deze opdracht dient als input voor de gastspreker. Vervolgens is enkele tijd later een presentatie door een gastspreker over het desbetreffende onderwerp. De bijeenkomst zal de vorm hebben van kennisdeling met interactie met het publiek. De precieze invulling zal afhankelijk zijn van het thema en de gastspreker. De bijeenkomsten zullen twee uur duren. Toetsing Indien de deelnemer de studiepunten wil behalen, dient eerst een voorbereidingsopdracht te worden gemaakt. Na afloop zal de student een individuele opdracht maken waar ook literatuurstudie bij komt kijken. De opdrachten dienen te worden gemaakt aan de hand van de criteria zoals deze zijn vastgelegd in de studiewijzer. De precieze invulling zal afhankelijk zijn van het gekozen thema. Presentie Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting indien de student studiepunten wil behalen. Literatuur Zal later bekend worden gemaakt
Competenties Dimensie 3 Leerlijn Integrale leerlijn Inhoud Het centrale thema van de cursus zal worden bekend gemaakt in de lesperiode voorafgaand aan de verplichte inschrijving. Het thema zal worden gekozen op basis van de actualiteit van die periode. Op
216
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
217
AFSTUDEERPROJECT SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-001-06/002-06
Soort cursus Verplichte cursus voor studenten die willen afstuderen met een afstudeerproject en eindgesprek Studiebelasting 12 EC (opzet deel 1: 6 EC, afstudeerproject deel 2: 6 EC) Beginvereisten Voordat de opzet (deel 1) van de student beoordeeld kan worden, dient de propedeuse behaald te zijn en de middenevaluatie van de supervisie met een voldoende te zijn afgesloten. Korte inleiding Het afstudeerproject is een werkstuk dat voldoet aan door de opleiding gestelde eisen inzake vorm en inhoud. Het doel van het afstudeerproject is, dat de student demonstreert in hoeverre hij in staat is een voor de sociaal juridische beroepsuitoefening relevante thematiek op grondige wijze zelfstandig uit te diepen. Competenties Dimensie 2 en 3 Leerlijn Integrale leerlijn
de richtlijnen uit de studiewijzer schriftelijk verslag van te worden gedaan. Werkvorm • De student werkt zelfstandig aan het afstudeerproject. Wel is er ondersteuning mogelijk vanuit de opleiding in de vorm van afstudeerprojectlessen. • De docent die de afstudeerprojectlessen verzorgt is in principe tevens de begeleider van de student. • De opleiding verstrekt als didactisch hulpmiddel bij het kiezen van een onderwerp, het formuleren van een vraagstelling en het ontwerpen van een hoofdstukindeling van het afstudeerproject een studiehandleiding afstudeerproject SJD dt. De tekst van deze handleiding heeft niet de status van voorschrift, maar van aanbeveling. Toetsing • De student levert ter beoordeling een opzet (deel 1) en een eindproduct (deel 2) in. De criteria waaraan deze producten moeten voldoen zijn opgenomen in de studiewijzer afstudeerproject SJD dt. • Het afstudeerproject wordt beoordeeld door een lid van de beoordelingscommissie, die geselecteerd is uit de aan de SJDopleiding verbonden docenten. Bij beoordeling met een onvoldoende wordt de student uitgenodigd voor een gesprek met de begeleider. Zonodig ontvangt de student bij beoordeling specifieke aanwijzingen die moeten zijn verwerkt, voordat het afstudeerproject opnieuw beoordeeld kan worden. Literatuur • Studiewijzer afstudeerproject SJD dt 2008-2009 • Koolsma, J.C. & K.F. Schuilng (1995). De kleine scriptiegids. Coutinho: Bussum ISBN 9789062839735
Inhoud De student heeft de vrije keuze een onderwerp te kiezen voor zijn afstudeerproject. Het dient een onderwerp te zijn dat SJD gerelateerd is. De vorm van het project kan variëren. De nadruk kan liggen op een literatuuronderzoek, een meer praktijk gericht onderzoek waarvan verslag wordt gedaan of een beroepsproduct dat direct toepasbaar is in de praktijk. In alle gevallen dient hier volgens
218
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
219
AFSTUDEERTHEMA: BELEID SJD DT
hebben in de beleidsketen van de Nederlandse democratie. Competenties 2.4, 2.5, 2.6, 2.7, 2.8, 3.1, 3.2 Leerlijn Integrale leerlijn
Cursuscode
ADR-SJDD-I005-04
Soort cursus Verplicht voor studenten voor zover zij niet afstuderen via afstudeerproject en eindgesprek Studiebelasting 6 EC Beginvereisten De propedeuse dient behaald te zijn en de middenevaluatie van de supervisie moet met een voldoende zijn afgesloten . Korte Inleiding Als beginnend HBO’er word je geacht iets meer bij te dragen aan de organisatie waar je werkt, dan alleen je werk goed uit te voeren. In het SJD-werkveld uit zich dat vaak in het bijdragen aan beleidsontwikkeling. Deze cursus richt zich daarom op het bijdragen aan beleidsontwikkeling in de eigen organisatie door het schrijven van een goed afgestemd beleidsadvies. Beleid in SJD-organisaties heeft veelal tot doel om te reageren of, liever nog, te anticiperen op (wets)veranderingen. Ook gebruiken SJD-organisaties beleid vaak om invulling te geven aan wetgeving om deze daarmee zo dicht mogelijk bij de dagelijkse praktijk te brengen. Om een bijdrage te kunnen leveren aan deze beleidsontwikkeling, moet een SJD’er zich bewust zijn van de dynamiek tussen zijn werk met cliënten (microniveau), de werking en het doel van de eigen organisatie (meso-niveau) en de plaats van de organisatie in de maatschappelijke context (macroniveau). Hiervoor is kennis nodig van de cyclus van beleidsvorming in de eigen organisatie en het krachtenveld dat speelt in en om de organisatie omtrent beleidsvraagstukken. Om het beleid in de eigen organisatie in een breder perspectief te kunnen plaatsen en optimaal te kunnen afstemmen, moet de SJD’er daarnaast ook inzicht
220
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Leerdoelen • De student kan benoemen welke problemen en ontwikkelingen zich voordoen bij een voor de eigen organisatie relevante doelgroep. • De student kan door de student zelf gesignaleerde problematiek vertalen naar een beleidsvraag. • De student kan verwoorden wat de eigen rol is in relatie tot de (ontwikkeling) van de organisatie. • De student kan verwoorden wat de eigen rol is in relatie tot de (ontwikkeling in de) voor het beleidsadvies geselecteerde doelgroep. • De student kan beargumenteren welk krachtenveld zich afspeelt rondom de beleidsvraag. • De student kan aangeven welke strategische, inhoudelijke, vormtechnische en procedurele richtlijnen er zijn voor het beleidsadvies dat hij schrijft en hieruit conclusies trekken waar hij rekening mee moet houden bij het schrijven van het beleidsadvies. • De student kan een beleidsadvies schrijven waarbij hij aantoont rekening te hebben gehouden met de strategische, inhoudelijke, vormtechnische en procedurele richtlijnen. • De student kan een aanvaardbaar, begrijpelijk en correct geformuleerd advies voor beleidsverandering(en) schrijven. • De student kan verwoorden wat de effecten zijn van (komende) wet- en regelgeving voor de (verschillende) doelgroep(en) en situaties uit het eigen werkveld. • De student kan in een beleidsadvies maatregelen aangeven in de vorm van strategieën of methoden die oplossingen bieden voor zich nieuw aandienende beroepsrelevante problemen binnen de eigen functie en/of de eigen organisatie. • De student kan een beleidsadvies construeren dat afgestemd is op de belangen van de beslissende partij. Inhoud In deze cursus wordt de werkervaring van de student als basis geno-
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
221
men om het functioneren van de SJD’er als beleidsmedewerker in een breder kader te plaatsen. De student kijkt hierbij vanuit verschillende invalshoeken: • Op macroniveau: welke veranderingen in de maatschappelijke context van de organisatie zijn aanleiding voor beleidsaanpassingen? Hoe komt beleid op overheidsniveau tot stand? • Op mesoniveau: hoe past een organisatie haar beleid aan en welke invloed heeft een SJD’er daarop? Wat zijn effecten van beleidsaanpassingen op het maatschappelijk netwerk van de organisatie? Hoe geef je als SJD’er vorm aan beleidsontwikkeling binnen je organisatie? Wat is de plaats van uitvoeringsorganen in de openbare beleidsketen? Welke belangen spelen in en rondom de organisatie een rol bij het tot stand komen van nieuw beleid? Hoe kun je hier rekening mee houden zodat je de kansen van je eigen beleidsadvies vergroot? • Op microniveau: wat zijn effecten van beleidsaanpassingen voor het directe contact met de cliënt? Welke maatschappelijke veranderingen hebben dusdanige gevolgen voor cliënten dat ze beleidsaanpassingen vereisen? Hoe beïnvloeden beleidsveranderingen het eigen vak? De student gaat zelf op zoek naar voorbeelden van maatschappelijke veranderingen, die van invloed zijn op zijn eigen organisatie. Hij onderzoekt de gevolgen daarvan voor de eigen organisatie, bijvoorbeeld voor de beheersbaarheid, de organisatiecultuur of de verdeling van werk. Vervolgens schrijft hij een beleidsadvies voor de eigen organisatie waarin hij een strategie uiteenzet om de ontstane gevolgen het hoofd te bieden. Dit beleidsadvies wordt beoordeeld op inhoud, taalgebruik en vorm.
Literatuur Jans, R. (2002). Het schrijven van beleidsadviezen, 2e druk, Uitgeverij H. Nelissen B.V.: Soest ISBN 90 244 14687
Onderwijsvorm Combinatie van een hoorcollege in de eerste week en een mix van hoorcolleges, werkcolleges, gastcolleges en inloopspreekuren in de daarop volgende weken. Presentie Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Toetsing Individueel werkstuk van maximaal 15 pagina’s in de vorm van een beleidsadvies voor de eigen organisatie en het bijbehorende voorbereidende werk (dit valt buiten de 15 pagina’s).
222
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
223
AFSTUDEERTHEMA: SIGNALERING SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-I009-04.
Soort cursus Verplicht voor studenten voor zover zij niet afstuderen via afstudeerproject en eindgesprek. Studiebelasting 6 EC Beginvereisten De propedeuse dient behaald te zijn en de middenevaluatie van de supervisie moet met een voldoende zijn afgesloten Korte inleiding Het Afstudeerthema: signalering SJD dt is één van de afstudeerthema’s voor studenten SJD deeltijd. Het andere afstudeeronderdeel is het Afstudeerthema: beleid SJD dt. Volgens het woordenboek is signaleren ‘waarschuwend attenderen op iets of iemand en iets opmerken of zien van iets of iemand’. In het werkveld komt signalering in meerdere betekenissen voor. In het kader van deze afstudeeropdracht hanteren we voor signalering de definitie die gebruikt wordt door de Landelijke Vereniging van Bureaus van Sociaal Raadslieden: ‘Het op een systematische manier, in de directe praktijk, opsporen van onjuiste, onbedoelde, ongewenste effecten van beleid, wet -en regelgeving en uitvoering door beroepsuitoefenaars en instellingen waardoor op grond van de aldus verzamelde feiten uit de praktijk wordt gerapporteerd en verbetervoorstellen worden gedaan’. Competenties 2.4 t/m 3.1, 3.3 en 3.4
Leerdoelen • De student kan signalen in de eigen praktijksituatie herkennen en beoordelen of deze nader onderzocht kunnen en/of moeten worden. • De student kan anticiperen op (komende) veranderingen in beleid en/of wet– en regelgeving en dit vertalen naar mogelijke consequenties voor het interne of externe beleid van de eigen organisatie. • De student kan een signaleringsplan opstellen. • De student kan een praktijkgericht onderzoek doen op grond van signalen conform de eisen die aan een dergelijk onderzoek mogen worden gesteld. Inhoud Tijdens het Afstudeerthema: signalering SJD dt krijgt de student de mogelijkheid zelf een signalering te doen op de (eigen) werkplek. De student zoekt zelfstandig naar signalen van onbedoelde en/of ongewenste effecten in wet– en regelgeving, of ontwikkelingen in de werksoort, die mogelijk van invloed kunnen zijn voor een bepaalde groep cliënten. Tevens geeft hij aan welke oplossingsrichting(en) mogelijk zijn ten aanzien van de uitgewerkte signalering, bijvoorbeeld preventief optreden of een voorlichtingsprogramma. Het geheel wordt verwerkt in een werkstuk. De kwaliteit van het werkstuk moet van dien aard zijn dat het bruikbaar is in de praktijk. Of het daadwerkelijk in het werk (volledig) wordt toegepast is niet verplicht, maar dit wordt wel gestimuleerd. Voor de SJD’er is signalering een kerntaak waar in de praktijk (vaak door tijdgebrek) niet veel aandacht aan wordt geschonken, terwijl elke professional signalering wel belangrijk vindt. Bijvoorbeeld: Een SJD’er werkzaam in de schuldhulpverlening krijgt steeds vaker te maken met jongeren die enorme schulden maken. Met dit signaal gaat hij aan de slag door middel van een signaleringsplan: Klopt het dat er sprake is van een toename van schulden onder jongeren en om hoeveel èn om wat voor soort jongeren gaat het eigenlijk? De uitkomsten van het signaleringsplan kunnen er toe leiden, dat in de eigen beroepspraktijk de verbetervoorstellen ook daadwerkelijk worden geïmplementeerd. Bijvoorbeeld door het opstarten van een voorlichtingsproject op middelbare scholen ter voorkoming van het ontstaan van grote schulden onder jongeren.
Leerlijn Integrale leerlijn
224
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
225
Onderwijsvorm Tijdens de eerste bijeenkomst wordt in een hoorcollege een instructie gegeven over het opzetten en het uitwerken van een signaleringsplan. Op vrijwillige basis kunnen studenten intervisie groepjes samenstellen, zodat ze elkaar feedback kunnen geven op de opzet van het signaleringsplan. Tijdens de tweede bijeenkomst wordt door een gastspreker aan de hand van een praktijkvoorbeeld het gehele traject van signalering doorgenomen (onder voorbehoud). Tijdens de derde bijeenkomst wordt instructie gegeven over de opbouw van een tekst en tekststructuren. Tijdens de vierde bijeenkomst krijgt de student de gelegenheid om de eerste opzet van het signaleringsplan met de docent en met medestudenten te bespreken. Daarna doet de student zelfstandig onderzoek en werkt hij aan het schrijven van zijn signaleringsplan. Naast het signaleringsplan maakt de student een samenvatting van de uitkomsten van zijn onderzoek. Tot slot houdt de student een presentatie over zijn signalering in de eigen organisatie voor minimaal twee deskundigen (geen medestudenten). De feedback naar aanleiding van deze presentatie verwerkt de student in een kort evaluatieverslag. Dit evaluatieverslag telt ook mee voor de beoordeling. Toetsing Individuele opdracht: Het signaleringsplan (15 - 20 pagina’s), evaluatieverslag naar aanleiding van de presentatie, samenvatting van het onderzoek. Literatuur • Studiewijzer Afstudeerthema: signalering SJD dt 2008-2009 • Scholte, M. en Van Splunteren, P. (2007). Opgelet! Systematisch signaleren in het maatschappelijk werk, Countinho: Bussum ISBN 978 90 469 0052 9.
226
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
ARBEIDSONGESCHIKTHEID EN SJD SJD K
Cursuscode
ADR-SJDM-090-08
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Beginvereisten De student dient over enige basiskennis van het sociaal recht op het niveau Sociale zekerheid UWV te beschikken. Korte inleiding Arbeidsongeschiktheid en SJD is een cursus waarin wetten, problemen en mogelijkheden rond arbeidsgeschiktheid en arbeidsongeschiktheid aan de orde komen. Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 Leerdoelen • De student verdiept zijn kennis van en het inzicht in de achtergronden van de arbeidsongeschiktheidswetgeving gerelateerd aan de uitvoeringspraktijk. • De student kan verband leggen tussen de achtergronden en oorzaken van arbeidsongeschiktheid en de daling van het aantal uitkeringsgerechtigden. • De student ontwikkelt belangstelling voor het verhaal van de arbeidsongeschikte. • De student weet hoe een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling tot stand komt. • De student kan een beslissing op bezwaar schrijven aan de hand van een voorbeelddossier.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
227
Inhoud In deze cursus worden de verschillende arbeidsongeschiktheidsregelingen behandeld, zoals de ZW, de WAO, de WIA en de Awb. Uitgangspunten bij de noodzakelijke selectie zijn: • hoe de wetten in de praktijk worden toegepast. • via de beoordeling door de verzekeringsarts de achtergronden in relatie tot de begrippen ‘ziekte en gebrek’ aan de orde stellen door middel van praktijkvoorbeelden. • de methodiek van de arbeidskundige beoordeling aan de orde stellen door middel van praktijkvoorbeelden. • hoe is de schatting wettelijk geregeld; het schattingsbesluit in de praktijk • de relatie met het thema arbeid door middel van reintegratie en arbeidsomstandigheden verduidelijken. • welke rol de Algemene wet bestuursrecht speelt in de arbeidsongeschiktheidbeoordeling en het nemen van een beslissing op bezwaar. • hoe een beslissing op bezwaar tot stand komt. • De programmadoelen worden door middel van dossierstudie, opdrachten, voorbeelden uit de praktijk en een door de student te vervaardigen werkstuk gerealiseerd. Onderwijsvormen Casestudy/hoorcollege/opdrachten/zelfstudie Toetsing Individuele eindopdracht Literatuur Informatie en opdrachten worden tijdens de les uitgereikt.
ARBEIDSRECHT SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-012-06
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding In deze cursus komt het individuele arbeidsrecht aan de orde. De relatie tussen de individuele werknemer en werkgever wordt onder de loep genomen, waarbij de systematiek van boek 7 BW wordt gevolgd. Daarnaast zal het BBA en het daarop gebaseerde Ontslagbesluit behandeld worden. Van het collectieve arbeidsrecht (medezeggenschapsrecht, CAO, Sociaal plan) komt vooral de inhoud van de CAO ter sprake. Ook wordt geschakeld tussen het arbeidsrecht en de sociale zekerheid. De cursus sluit aan bij het Thema arbeidsverhoudingen dat in dezelfde periode wordt gegeven. In het thema wordt stilgestaan bij het collectieve arbeidsrecht op macro-niveau en wat dat betekent voor de arbeidsverhoudingen op meso-niveau. Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student kan de relevante arbeidsrechtelijke wetgeving alsmede jurisprudentie benoemen. • De student kan verschillende soorten contracten benoemen. • De student kent de van toepassing zijnde arbeidsvoorwaarden.
228
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
229
• •
•
•
De student heeft kennis over de diverse mogelijkheden waarop aan een arbeidsrelatie een einde kan komen. De student kan de arbeidsrechtelijke wetgeving en jurisprudentie toepassen op aan de beroepspraktijk ontleende casuïstiek. De student maakt zich daarbij de wetssystematiek eigen. De student analyseert een complex arbeidsrechtelijk vraagstuk vanuit diverse posities (werkgever, werknemer en belangenbehartiger). De student kan tussen de wet, de inhoud van de arbeidsovereenkomst en de CAO schakelen.
Inhoud • Algemene bepalingen: Geen arbeidsrecht zonder arbeidsovereenkomst. Er wordt allereerst stil gestaan bij de arbeidsovereenkomst, de opdracht, de oproepovereenkomst en de uitzendovereenkomst. Goed werkgever- en werknemerschap wordt geconcretiseerd. • Loon: Ingegaan wordt op het adagium “geen arbeid, geen loon” en de uitzonderingen daarop: loonbetalingen die liggen in de risicosfeer van de werkgever en de loonbetaling bij ziekte, vakantie en verlof. De opbouw van vakantiedagen en de wijze van vaststelling worden besproken. Daarnaast komen andere vormen van verlof op grond van de Wet Arbeid en Zorg aan de orde. • Gelijke behandeling: Er mag geen onderscheid worden gemaakt tussen mannen en vrouwen, maar ook niet in de arbeidsvoorwaarden tussen voltijders en deeltijders of op grond van contracten voor onbepaalde en bepaalde tijd. • Einde van de arbeidsovereenkomst: Aan de orde komen ontslag op staande voet, beëindiging met wederzijds goedvinden, beëindiging van rechtswege, ontbinding en de meest voorkomende beëindigingvorm te weten opzegging. Hierbij wordt het duaal ontslagstelsel behandeld. Deze term wordt op twee manieren gebruikt: • De werkgever kan pas opzeggen nadat er toestemming voor ontslag is verkregen van de Centrale Organisatie Werk en Inkomen • Er zijn twee routes die de werkgever kan kiezen: de procedure via de Centrale Organisatie Werk en Inkomen en de ontbindingsprocedure via de rechtbank, sector kanton.
230
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Onderwijsvorm Werkcollege Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen). De wettenbundel moet op het tentamen worden meegenomen. Literatuur • Studiewijzer en reader Arbeidsrecht SJD DT 2008 – 2009 • Wettenverzameling voor sociaal juridische dienstverlening 08-09, Sdu Uitgevers: Den Haag • Geugjes, H. en Van Grinsven, P. (2007). Arbeidsrecht begrepen. 2e druk, Boom juridische uitgevers: Den Haag ISBN 978-905454-875-1
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
231
ARBEIDSRECHT 3 SJD K
Toetsing Opdrachten en tentamen Literatuur • Studiewijzer & Reader Arbeidsrecht 3 2008-2009 • Wettenverzameling voor de sociaal juridische dienstverlening 08-09, Sdu Uitgevers: Den Haag • Eventueel op de colleges verstrekte informatie en/of leerstof.
Cursuscode
ADR-SJDK-K009-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Bij deze cursus Arbeidsrecht 3 komen enkele bijzondere onderdelen uit het arbeidsrecht aan de orde, met name op het gebied van het collectieve arbeidsrecht. Hoe verloopt het CAO-traject, een collectieve ontslagaanvraag, hoe bindend is een Sociaal Plan en welke rol speelt de ondernemingsraad? Voor het behandelen van de theorie wordt de praktijk als uitgangspunt genomen. Leerdoelen • De student kent enkele bijzondere onderdelen uit het arbeidsrecht. • De student beschikt over vaardigheden tot hantering van het onderhavige recht (o.a. regelgeving en jurisprudentie) voor het oplossen van praktijkvragen en het opstellen van schriftelijke stukken). Inhoud Onder andere: • collectief arbeidsovereenkomstenrecht • (collectief) actierecht • wet op ondernemingsraden • het oefenen van vaardigheden als hierboven omschreven Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege
232
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
233
BELASTINGRECHT SJD K
• • • •
wettelijke structuur van de belastingheffing inkomstenbelasting loonbelasting lokale belastingen
Onderwijsvorm Werkcollege Cursuscode
ADR-SJDM-031-08
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC
Toetsing Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen en open vragen) Literatuur • Studiewijzer Belastingrecht SJD 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Belastingwettenbundel: (bijvoorbeeld) Kluwer Belastingwetten • Theorieboek en werkboek zullen nog bekend worden gemaakt
Korte inleiding Het belastingrecht ligt op het ontmoetingsgebied van het juridisch en het economisch denken. In deze cursus worden de voor particulieren belangrijkste belastingwetten behandeld. Het niveau van de cursus is zodanig dat studenten een voet in de stijgbeugel wordt geboden voor verdere zelfstudie. In deze cursus komt het formele belastingrecht aan de orde en een verdieping in het materiële belastingrecht, in het bijzonder de inkomstenbelasting, de loonbelasting en enkele lokale belastingen. Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 Leerdoelen • De student is op de hoogte hoe de overheid haar diverse taken bekostigt. • De student onderkent de rechtsbeginselen van belastingheffing. • De student kan de fiscale rechtsgang weergeven. • De student kan de bronnen van het formele belastingrecht beschrijven. • De student kan de verschuldigde inkomstenbelasting berekenen in een eenvoudige casus. • De student kan enkele lokale belastingen uitleggen. Inhoud • overheidsfinanciën en belastingheffing
234
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
235
BESTUURSRECHT SJD DT
•
•
• Cursuscode
ADR-SJDD-J120-03 •
Soort cursus Verplichte cursus • Studiebelasting 3 EC • Korte inleiding De invloed van de overheid is in onze samenleving niet meer weg te denken. Het doen of juist nalaten van het bestuur houdt ons intensief bezig. In de twintigste eeuw maakte het bestuursrecht een snelle groei door. Nederland werd een verzorgingsstaat; een sociale rechtsstaat. Het Nederlandse bestuursrecht is van oudsher gegrondvest op een veelheid van bijzondere bestuurswetten. Denk bijvoorbeeld aan alle wetten op het gebied van de sociale zekerheid, maar ook het vreemdelingenrecht is vervat in bijzondere bestuursrechtelijke regels. Sinds 1994 zijn belangrijke delen van het algemene bestuursrecht gecodificeerd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De kernbegrippen en de structuur van deze wet staan centraal in deze inleiding in het bestuursrecht.
•
•
De student heeft kennis van de kenmerken van het bestuursrecht en heeft inzicht in het samenspel tussen algemeen en bijzonder bestuursrecht. De student heeft kennis van de organisatie van het Nederlandse bestuur en kan onderscheid maken tussen 1:1 lid 1 a en bbestuursorganen. De student heeft kennis van de rechten en instrumenten die het bestuur ter beschikking staan en heeft inzicht in de wijze waarop bestuursbevoegdheid wordt verkregen. De student heeft kennis van de normen die het bestuur in acht moet nemen bij het nemen van besluiten en kan deze kennis toepassen op concrete casussen. De student heeft kennis van de verschillende soorten van besluiten die het bestuur ten dienste staan en kan deze onderscheiden in concrete casussen. De student weet welke middelen ter toezicht en handhaving van het bestuursrecht kunnen worden aangewend en kan deze kennis toepassen op concrete casussen. De student weet welke middelen de burger ter bescherming van zijn belangen en rechten aan kan wenden tegen onrechtmatig, onjuist bestuur of een onjuiste bejegening en kan deze kennis toepassen op concrete casussen. De student heeft kennis van de bijzondere positie van de overheid die doorwerkt in haar privaatrechtelijk handelen.
Leerdoelen • De student heeft kennis van de plek die het bestuursrecht inneemt in het (publiek)recht.
Inhoud De cursus biedt een eerste kennismaking met het algemeen deel van het bestuursrecht. De volgende vragen komen tijdens de cursus aan bod: • Wat is de plek van het bestuursrecht in het recht? • Wat zijn de bijzondere kenmerken van het bestuursrecht en hoe verhoudt zich het algemene bestuursrecht tot het bijzondere bestuursrecht? • Hoe ziet de Nederlandse bestuursorganisatie eruit en wat zijn bestuursorganen? • Welke instrumenten staan het bestuur ter beschikking en op welke wijze verkrijgen bestuursorganen bestuursbevoegdheid? • Welke normen dient het bestuur in acht te nemen? • Hoe houdt het bestuur toezicht en handhaaft zij de regels? • Welke vormen van rechtsbescherming staan de burger ten dienste? • Heeft de overheid in het privaatrechtelijk verkeer een gelijke
236
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 Leerlijn Conceptuele leerlijn
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
237
positie als haar burgers en mag de overheid ook langs privaatrechtelijke weg voor het algemeen belang opkomen?
BIJZONDERE OPDRACHTEN SJD
Onderwijsvorm Een combinatie van hoorcollege (docent neemt eerste uur de leerstof door) en werkcollege (studenten presenteren tijdens het tweede uur de antwoorden op de thuis te maken opdrachten). Toetsing Schriftelijk tentamen (combinatie van meerkeuze en open vragen) Literatuur • Studiewijzer bestuursrecht 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Informatie over het aan te schaffen boek wordt nog verstrekt.
Cursuscode
ADR-SJD-BIJZ-04
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting Minimaal 2 EC en maximaal 5 EC per opdracht. In totaal kunnen gedurende de opleiding maximaal 10 EC worden behaald door middel van bijzondere opdrachten. Korte inleiding Als alternatief voor keuzecursussen kan een student, naast de literatuurstudie, ook één of meerdere bijzondere opdrachten tijdens zijn studie verrichten. De bijzondere opdracht moet inhoudelijk aansluiten bij de SJD-beroepspraktijk. Een voorstel voor een bijzondere opdracht wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de cursuscoördinator. Bijzondere opdrachten worden beoordeeld door een vakinhoudelijk deskundige docent. Inhoud De student doet zelf een voorstel voor de bijzondere opdracht. De bijzondere opdracht valt buiten de reguliere taken, die in het kader van de praktijktijd worden uitgevoerd. Dit betekent dat ook de beroepsproducten, die in het kader van het werkstuk praktijktijd zijn gemaakt, niet gebruikt kunnen worden voor de bijzondere opdracht. Bijzondere opdrachten hebben geen overlap met verplichte cursussen, reeds gevolgde of nog te volgen keuzecursussen in het kader van de SJD-opleiding. Bijzondere opdrachten worden uitgevoerd gedurende de tijd dat de student staat ingeschreven bij de opleiding. Het niveau van de opdracht dient gelijkwaardig te zijn aan dat van de (keuze)cursussen van het derde of vierde jaar van de opleiding.
238
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
239
Voorbeelden van bijzondere opdrachten: • Het uitvoeren van een onderzoeksopdracht op het terrein van de sociaal juridische dienstverlening. • Het volgen van een opleiding, cursus of training gerelateerd aan de sociaal juridische dienstverlening. • Het deelnemen aan een bijzonder project in het kader van het SJD-werk (buiten de reguliere taken), bijvoorbeeld beleidsontwikkeling, deelname aan een preventieproject, het ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal, het ontwikkelen van een bijscholing, het geven van een training etc. • Het verrichten van vrijwilligerswerk. • Een bestuursfunctie bekleden, bijvoorbeeld binnen de politiek. • Het analyseren van een bijzonder incident, bijvoorbeeld agressie op de werkplek. • Het schrijven van een artikel in een sociaal juridisch vaktijdschrift. Leerdoelen De student beargumenteert zelf aan welke leerdoelen hij werkt in het kader van de bijzondere opdracht. Onderwijsvorm De student werkt zelfstandig aan de bijzondere opdracht. Toetsing De bijzondere opdracht dient met een voldoende te worden beoordeeld door een vakinhoudelijk deskundige docent. Literatuur • Studiewijzer Bijzondere opdracht SJD dt K 2008 – 2009 (digitaal aangeboden) • Door de student zelf aangedragen literatuur en andere informatie.
240
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
CAREER COUNSELING VOOR ALLOCHTONE STUDENTEN SJD K
Cursuscode
CSB-CAREER-06
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Beginvereisten De training is bestemd voor allochtone studenten, die zich goed willen voorbereiden op hun loopbaan. Ook studenten die kunnen denken vanuit een bicultureel perspectief, omdat zij een aantal jaren in het buitenland hebben gewoond of omdat één van de ouders een niet-Nederlandse achtergrond heeft, kunnen deelnemen aan de training. Een voorwaarde is dat de student enige stage- en/of werkervaring heeft. Leerdoelen • De student vergroot het inzicht in de wijze waarop persoonlijke competenties vertaald kunnen worden naar een sollicitatiebrief en CV en een sollicitatiegesprek. • De student verbetert zijn persoonlijke presentatie in een sollicitatiebrief en CV (schriftelijk) en een sollicitatiegesprek (mondeling). • De student verbetert zijn sollicitatievaardigheden. • De student krijgt inzicht in de eigen biculturele achtergrond en kan dit vertalen naar persoonlijke competenties in een sollicitatiebrief en CV. • De student leert effectief omgaan met vragen over een biculturele achtergrond in een sollicitatiegesprek. • De student vergroot zijn persoonlijke effectiviteit. • De student scherpt doelen ten aanzien van zijn toekomstige loopbaan aan.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
241
Inhoud Voordat een student de arbeidsmarkt betreedt, is het van belang goed te weten wie hij is, wat hij wil en wat hij te bieden heeft. De meeste allochtone studenten zijn opgegroeid in twee culturen. Ze nemen hierdoor een bijzondere positie in omdat ze op de hoogte zijn van de Nederlandse cultuur en ze ook normen en waarden meegekregen hebben van een andere cultuur (de thuiscultuur). Deze dubbele culturele identiteit (biculturaliteit) kan een voordeel zijn in de toekomstige loopbaan, als de student dit op een effectieve wijze kan inzetten in zijn werk. Tijdens de training krijgt de student meer inzicht in de eigen biculturele achtergrond en wordt gestimuleerd om competenties die hij heeft ontwikkeld dankzij deze biculturele achtergrond te vertalen naar een sollicitatiebrief en CV. Daarnaast leert hij effectief om te gaan met vragen over zijn biculturele achtergrond in een sollicitatiegesprek. Het uiteindelijke doel van de training is dat studenten hun persoonlijke effectiviteit verbeteren, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan de invloed van een biculturele achtergrond. De training bestaat uit zeven bijeenkomsten waarbij de studenten werken aan opdrachten die ze verwerken in een logboek. Het logboek vormt de weergave van het leerproces van de student. Tijdens de bijeenkomsten komen de volgende onderwerpen aan bod: • zelfanalyse • cultuur • de biografie. • de loopbaan • de sollicitatiebrief en het CV • het sollicitatiegesprek
Literatuur Reader en studiewijzer Career counseling voor allochtone studenten 2008 - 2009
Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege, biografisch werken, bespreken sollicitatiebrief en CV, oefenen sollicitatiegesprekken, thuisopdrachten en literatuurstudie Toetsing Individuele opdracht in de vorm van een logboek (15 - 30 pagina’s) Presentie Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting.
242
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
243
COMMUNICATIE EN VOORLICHTINGSKUNDE SJD K
• • •
Cursuscode
ADR-SJDK-030-07
• •
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Competenties 1.4, 1.5, 1.9, 2.4, 2.8, 3.1, 3.2 Korte inleiding Voorlichting geven is voor een juridisch dienstverlener geen primaire taak, maar het doet zich in zijn werk wel geregeld voor. Vaak wordt de SJD’er gevraagd juridische informatie over te brengen aan doelgroepen (cliënten). In de cursus Communicatie en Voorlichtingskunde worden theorie en praktijk in samenhang aangeboden. De basiskennis over de uitgangspunten en toepassing van voorlichting en communicatie binnen de SJD-praktijk wordt besproken. Geleerd wordt hoe communicatiedoelstellingen geformuleerd en doelgroepen gesegmenteerd kunnen worden en welke communicatiemiddelen daarbij ingezet kunnen worden. De student leert waaraan voorlichtingspresentaties moeten voldoen en ontwikkelt vaardigheden op dit gebied. Het een en ander wordt toegepast in het ontwikkelen van een communicatieplan voor de eigen SJD-praktijk van de student.
plaatsen in het perspectief van communicatie en voorlichting door de SJD’er. De student kan een communicatieplan opstellen voor de SJDpraktijk. De student kan de doelgroepen van zijn organisatie bepalen, segmenteren en omschrijven. De student kan communicatiedoelstellingen definiëren en formuleren. De student kan keuzes maken ten aanzien van de inzet van communicatiemiddelen. De student kan mondeling voorlichting geven aan groepen.
Inhoud Tijdens de colleges Communicatie en Voorlichtingskunde wordt gewerkt aan beroepsproducten. De colleges bestaan uit een deel theorie en een deel verwerking van de theorie. Eén van de beroepsproducten die tijdens de colleges wordt behandeld is het communicatieplan. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het verzorgen van voorlichtingspresentaties, waarbij iedere student een presentatie verzorgt. Onderwijsvorm Werkcolleges Toetsing • Individuele opdracht (werkstuk, 10-15 pagina’s) • Verzorgen van een voorlichtingspresentatie Literatuur Clercq, S. de (2004). Voorlichting in de juridische dienstverlening. 1e druk, Uitgeverij Coutinho: Bussum ISBN 90 62833896
Leerdoelen Deze cursus leidt niet op tot communicatiedeskundige, maar de student kan als SJD’er wel meepraten en –denken over communicatie en voorlichting binnen de SJD-praktijk. • De student kan een beschrijving geven van de basisbegrippen van het communicatievak en kan de begrippen gebruiken en
244
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
245
CONFLICTHANTERING SJD DT
•
met respect tegemoet. De student kan incidenten, conflicten bespreekbaar maken en draagt bij aan de oplossing ervan.
Soort cursus Keuzecursus
Inhoud De student maakt kennis met theorieën over communicatie, conflicten en conflictstijlen. Gedurende de trainingen wordt geoefend met vaardigheden en andere technieken. Naast het bestuderen van de literatuur zullen er veel oefeningen en opdrachten zijn, die de student op weg helpen om zich te ontwikkelen als een persoon, die vaardigheden en technieken op het terrein van communicatie en conflicthantering kan inzetten.
Beginvereisten De student heeft de propedeuse behaald.
Onderwijsvorm: Training
Studiebelasting 3 EC
Toetsing Portfolio
Korte inleiding Deze cursus is de basis voor de keuzecursus mediation die in het daaropvolgende blok gegeven wordt. Het uitgangspunt is dat de student eerst zijn eigen conflictstijl kan herkennen en inzetten voordat de student mediationvaardigheden toe kan passen.
Presentie Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting.
Cursuscode
ADR-SJDD-020-08
Leerdoelen: • De student kent de stijlen van conflicthantering en weet zijn eigen stijl te benoemen. • De student is bekend met de communicatietheorieën en kan deze kennis toepassen in conflictsituaties. • De student is bekend met diverse conflicttheorieën (bronnen van conflicten, escalatie van conflicten, conflictstijlen) en kan deze kennis inzetten bij de oplossing van conflicten. • De student is in staat zijn eigen wijze van communiceren te herkennen en te benoemen. • De student past gespreksvaardigheden toe (metacommunicatie, samenvatten, herformuleren). • De student kent het verschil tussen beleving en werkelijkheid. • De student is in staat zijn eigen rol in conflicten te herkennen en te benoemen. • De student beschikt over inlevingsvermogen en treedt anderen
246
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Literatuur • Studiewijzer Conflicthantering SJD 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Prein, H. , Trainingsboek conflicthantering en mediation, 5e druk, ISBN9789031350520
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
247
CONSUMENTENRECHT SJD K
• • •
toerekenbare tekortkoming en mogelijke reacties beëindiging van de (consumenten-) koopovereenkomst geschillenbeslechting
Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege
Cursuscode
ADR-SJDK-K033-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC
Toetsing Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen) Literatuur • Studiewijzer Consumentenrecht 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Klik, F. (2004) Koop en Consumentenkoop, 6e herz. druk, Kluwer: Deventer ISBN 9013011985
Ingangseis Deze cursus bouwt voort op de cursus Privaatrecht 1 (Verbintenissenrecht). Kennis daarvan is dus wenselijk. Korte inleiding In deze cursus komt het consumentenrecht aan de orde, gebracht vanuit de praktijksituatie en toegespitst op hetgeen iedereen iedere dag kan overkomen. De koopovereenkomst en de consumentenkoop staan centraal in deze cursus; o.a. de rechten en plichten van de contractspartijen (koper en verkoper). Aandacht wordt besteed aan: algemene voorwaarden, garantie, geschillenbeslechting. Competenties 1.3, 1.5, 1.6 Leerdoelen • De student kent de regels van het consumentenrecht uit het Burgerlijk Wetboek. • De student is in staat tot het analyseren en oplossen van geschillen op het gebied van het consumentenrecht. Inhoud • totstandkoming van de (consumenten-) koopovereenkomst • betrokken partijen (o.a. hun rechten en plichten) • algemene voorwaarden • garantie
248
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
249
CRIMINOLOGIE SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K036-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Criminologie houdt zich bezig met criminaliteit. Dit gebeurt op drie manieren. Allereerst is het van belang te onderzoeken waarom of waardoor mensen crimineel worden: het gaat hier om de oorzaken van en de voorwaarden voor strafbaar gedrag. Eén voorwaarde is uiteraard dat specifiek gedrag strafbaar moet zijn gesteld. In zekere zin is dus de strafwet een ‘oorzaak’ van criminaliteit. Een tweede, minstens zo belangrijk onderdeel van de criminologie, is daarom het onderzoek van de vraag waarom bepaalde gedragingen strafbaar zijn gesteld en andere niet. Een derde taak van de criminologie is de studie van effecten van strafrechtelijk ingrijpen. Dit onderdeel van de criminologie wordt ook wel penologie genoemd, dat is de leer van de straf. De cursus criminologie legt verbanden tussen theoretische inzichten enerzijds en het beleid op de reductie van criminaliteit anderzijds.
• • • • • • •
de persoon van de dader maatschappij en criminaliteit: het sociologische perspectief criminaliteitspreventie penologie straffen in Nederland victimologie etnische minderheden
Onderwijsvorm Werkcolleges; schriftelijke opdrachten en discussies. Binnen de cursus criminologie is gekozen voor activerend onderwijs door studenten in kleine groepen te laten samenwerken aan het oplossen van casuïstiek door middel van discussie en kennisdeling. Daarnaast worden studenten gestimuleerd te komen tot zelfstandige probleemanalyse door het schrijven van verschillende werkstukken, die door de docent worden beoordeeld. Hierbij maken studenten gericht gebruik van informatie (juridische en sociaal-wetenschappelijke literatuur en andere bronnen). De docent fungeert als tutor en heeft daarmee een faciliterende en bewakende functie. Toetsing • Drie individuele deelopdrachten • Schriftelijk (open boek) tentamen Literatuur • Studiewijzer Criminologie 2008 – 2009 • Dijk van J.J.M e.a. (2002). Actuele criminologie. 4e druk, Koninklijke Vermande: Den Haag ISBN 90-5903-013-3
Leerdoelen • De student kan theoretische inzichten in de criminologie toepassen op praktijkproblemen. • De student is in staat, aan de hand van deze toepassing, de houdbaarheid en de beperkingen van deze theoretische inzichten te kunnen toetsen. Inhoud • criminologie: een terreinverkenning
250
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
251
DIENSTVERLENING AAN SLACHTOFFERS SJD K
Cursuscode
ADR-SJDM-012-08
Soort cursus Keuzecursus
Inhoud • de organisatie van slachtofferhulp en slachtofferzorg • schokkende gebeurtenissen, verwerking en verstoorde verwerking • gestructureerde opvang en ondersteuning van slachtoffers • schadevergoeding in en buiten het strafrecht • de positie van slachtoffers in het strafrecht • bemiddeling tussen slachtoffers en daders • verschillen en overeenkomsten tussen slachtoffers van vermogensmisdrijven, zedendelicten, geweldsmisdrijven en verkeersongelukken Onderwijsvorm Hoorcollege, videopresentatie en discussiegroepen
Studiebelasting 3 EC Beginvereisten Uitgangspunt is dat de cursus Formeel strafrecht is gevolgd en bij voorkeur met een voldoende is afgesloten.
Toetsing Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen en open vragen) Literatuur Reader Dienstverlening aan slachtoffers 2008-2009
Korte inleiding Slachtoffer worden van een misdrijf of verkeersongeluk kan verstrekkende gevolgen hebben. In deze cursus wordt aandacht besteed aan de materiële en psychosociale gevolgen van schokkende gebeurtenissen. De plaats van het slachtoffer binnen het strafrecht wordt behandeld evenals de diensten van Slachtofferhulp Nederland. Verder wordt in deze cursus aandacht besteed aan de kennis en vaardigheden die specifiek zijn voor de dienstverlening aan slachtoffers en aan recente ontwikkelingen op dat gebied. De cursus is keuzecursus binnen de minor justitiële dienstverlening. Leerdoelen • De student heeft kennis van en inzicht in de gevolgen van schokkende gebeurtenissen. • De student verwerft kennis en inzicht in de positie van slachtoffers in het strafrecht. • De student verwerft kennis over Slachtofferhulp Nederland en haar diensten aan slachtoffers. • De student krijgt inzicht in de samenhang tussen materiële-, psychische- en letselschade. • De student heeft kennis van de opvang en ondersteuning van slachtoffers.
252
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
253
DIENSTVERLENING BIJ SCHULDEN SJD DT K •
•
Cursuscode
ADR-SJDD-F009-03
Soort cursus Keuzecursus
•
Studiebelasting 3 EC Korte inleiding De Nederlandse samenleving heeft zich na de tweede wereldoorlog ontwikkeld tot een consumptiemaatschappij. Door de toenemende welvaart van de laatste jaren heeft een steeds groter aantal mensen meer te besteden. Mensen durven daardoor ook vaker (financiële) risico’s te nemen. Het wordt dan ook belangrijker een verantwoorde financiële huishouding te voeren. Ook in tijden van relatieve welvaart is het noodzakelijk verantwoorde keuzes te maken. Veel mensen lukt dit onvoldoende of zij houden geen rekening met een eventuele teruggang van de welvaart. Een inkomensterugval, het aangewezen zijn op een uitkering of het aangaan van onverantwoorde betalingsverplichtingen vergroot de kans op financiële problemen. Veel instellingen in de sociaal juridische dienstverlening worden nu al met deze problemen geconfronteerd. SJD’ers moeten deze problemen kunnen hanteren. Competenties 1.1 t/m 1.10
Inhoud In de zeven bijeenkomsten zullen onder andere de volgende thema’s aan bod komen: • ontstaan en verloop van problematische schuldsituaties • technische aspecten bij het opstellen van een schuldhulpverleningsplan • methodische aspecten bij het opstellen en uitvoeren van een schuldhulpverleningsplan • incasso mogelijkheden van schuldeisers • globale behandeling van wetgeving • budgetbegeleiding • geautomatiseerde schuldsanering en budgettering (onder voorbehoud) Onderwijsvorm De bijeenkomsten zullen verschillend ingevuld worden. Hierbij kan gedacht worden aan: hoorcolleges, uitwerken van casuïstiek, videodemonstraties en korte oefeningen. Toetsing Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen)
Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student heeft kennis en inzicht in het ontstaan en verloop van schuldenproblematiek in samenlevingsverbanden. • De student heeft kennis en vaardigheden om samen met cliën-
254
•
ten inzicht te krijgen in de aard van de financiële problematiek, het bestedingspatroon en de oplossingsmogelijkheden. De student heeft kennis en vaardigheden om samen met cliënten een budgettering en schuldenregeling te organiseren en uit te voeren. De student heeft kennis en vaardigheden om materiële vragen van cliënten te verstaan tegen de achtergrond van de maatschappelijke situatie van betrokkene. De student heeft kennis, vaardigheden en houding om bij het begeleiden ten aanzien van materiële problematiek aandacht te hebben voor sociaal-emotionele effecten. De student heeft kennis van wetgeving met betrekking tot schuldenproblematiek.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Literatuur Reader en werkboek Bijzonderheden Tijdens deze cursus wordt veelvuldig gebruik gemaakt van casuïstiek. Bij de financiële uitwerking hiervan is het gebruik van een rekenmachine aan te bevelen.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
255
ECHTSCHEIDINGSRECHT SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K050-03
Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen) Literatuur • Reader • Wettenverzameling voor sociaal juridische dienstverlening 08-09, Sdu Uitgevers: Den Haag • Heida, A., Kavelaars, P., Kraan, C.A., Lohuis, F.M.J.A. en Steenhoff, G.J.W. (2007). Echtscheidingsrecht. 9e druk, Boom juridische uitgevers: Den Haag ISBN13 978-90-5454-780-8
Soort cursus Keuzecursus Beginvereisten Deze keuzecursus bouwt voort op de cursus Personen- en familierecht. Voor het volgen van de cursus echtscheidingsrecht is voldoende kennis van de onderwerpen die in Personen- en familierecht zijn behandeld wenselijk. Studiebelasting 3 EC Leerdoelen Het verwerven van kennis en inzicht in alle aspecten van een echtscheiding(sprocedure), zowel de formele aspecten, alsook de materiële aspecten van een echtscheiding. Naast inzicht in de echtscheidingsprocedure zelf wordt aandacht besteed aan de gevolgen van een echtscheiding, met name de juridische gevolgen voor de kinderen, het berekenen van alimentatie, de echtelijke woning, de boedelverdeling en dergelijke. Inhoud De cursus, die sterk geënt is op de praktijk, bevat onder andere de volgende onderwerpen: het huwelijk en zijn rechtsgevolgen (waarbij een vergelijking wordt gemaakt met samenwonen buiten huwelijk), de echtscheidingsprocedure, inschrijving van de echtscheiding, alimentatie (ex)echtgeno(o)t(e), minderjarige kinderen, verdeling huwelijksgemeenschap, verrekenbedingen. Onderwijsvorm Hoor -en werkcollege
256
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
257
EINDGESPREK SJD DT
• Cursuscode
ADR-SJDD-035-06 •
Soort cursus Verplicht voor studenten SJD-DT die afstuderen met een afstudeerproject Studiebelasting 1 EC Beginvereisten • Alleen studenten, die aan alle verplichtingen van de opleiding minus het eindgesprek hebben voldaan en dus ten minste 239 EC hebben behaald, kunnen deelnemen aan het eindgesprek. • Het opstellen van een gespreksvoorbereiding geldt als toelatingsvoorwaarde tot het gesprek. Korte inleiding Het eindgesprek is een mondeling tentamen waarin de student wordt getoetst op zijn vermogen om zijn professionaliteit als sociaal juridisch dienstverlener in de context van een gesprek te demonstreren. Doel van het eindgesprek is vast te stellen, in hoeverre dit vermogen aan het eind van de opleiding bij de student als (beginnend) beroepsbeoefenaar ontwikkeld is. Competenties In het eindgesprek laat de student zien alle competenties van de SJD’er te kunnen toepassen in de praktijk. Leerlijn Integrale leerlijn Onderwijsvorm • De student dient ter voorbereiding van het eindgesprek een gespreksvoorbereiding op te stellen, gebaseerd op geselecteer-
258
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
de thema’s die zijn visie op het beroep verwoorden. Deze kunnen uit de scriptie voortkomen dan wel met de inhoud van de scriptie verband houden, dan wel met SJD gerelateerde onderwerpen verband houden. De opleiding verstrekt richtlijnen ten behoeve van het opstellen van deze gespreksvoorbereiding; deze worden verstrekt tijdens de cursus visie op het beroep. Het eindgesprek vindt plaats tussen de student, twee examinatoren en een door de opleiding ten behoeve van het eindgesprek uitgenodigde werkvelddeskundige Naast de thema’s die de student aankaart in zijn gespreksvoorbereiding kunnen tijdens het eindgesprek ook andere aan SJD gerelateerde onderwerpen, al dan niet aangedragen door de examinatoren dan wel door de bij het eindgesprek betrokken werkvelddeskundige, aan de orde worden gesteld.
Toetsing • Het eindgesprek neemt een uur in beslag. Daarvan is vijftig minuten bestemd voor het eigenlijke tentamen en tien minuten voor beoordeling. Bij het vaststellen van de beoordeling is de student niet aanwezig. • Bij het vaststellen van het cijfer voor het eindgesprek beoordelen de examinatoren het professioneel niveau van de student aan de hand van criteria inzake kennis, inzicht, vaardigheden, beroepshouding en zelfpresentatie. Speciale aandacht krijgt daarbij het vermogen tot reflecteren van de student en zijn vaardigheid om het resultaat van deze reflectie te presenteren aan derden, i.c. de examinatoren en de aanwezige werkvelddeskundige Ook de kwaliteit van de gespreksvoorbereiding wordt meegewogen bij de vaststelling van het cijfer van het eindgesprek. • De examencommissie verstrekt aan de examinatoren en aan de werkvelddeskundigen een schriftelijk overzicht van deze criteria, voorzien van een praktische toelichting ten behoeve van het gebruik ervan tijdens het eindgesprek en met name tijdens de beoordeling. Dit schriftelijke overzicht wordt ook onder studenten verspreid • Het cijfer van het eindgesprek wordt ter plekke aan de student meegedeeld onmiddellijk nadat het door de examinatoren is vastgesteld. • De datum van een eventuele herkansing voor het eindgesprek wordt vastgesteld door de examencommissie.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
259
Literatuur • Studiewijzer eindgesprek 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Aanvullende informatie (digitaal aangeboden)
ETHIEK IN DIENSTVERLENING SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-020-05
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Ethiek is de bestudering van de moraal. Onder moraal wordt verstaan: het geheel van opvattingen over wat goed en verkeerd is. In zijn werk heeft de SJD’er een eigen verantwoordelijkheid bij het toepassen en uitvoeren van rechtsregels. Daarbij zal niet altijd datgene wat juridisch juist is, ook als goed, wenselijk of verantwoord ervaren worden. Hoe kan de discretionaire ruimte worden ingezet op een manier die niet alleen juridisch en methodisch correct is, maar ook moreel verantwoord? Als recht en hulp met elkaar botsen, kan er sprake zijn van een dilemma. De SJD’er zal dan langs de weg van de rationele argumentatie en door een methodische benadering een antwoord moeten vinden. Competenties 1.10, 2.8, 3.1, 3.3, 3.4 (zie in deze studiegids 3.2.6 Competenties beginnende beroepsbeoefenaren). Leerlijn Conceptuele leerlijn en vaardighedenleerlijn Leerdoelen • De student kan als SJD’er eigen normen en waarden benoemen en onderbouwen. • De student herkent morele vraagstukken in de beroepspraktijk van de SJD’er en kan deze benoemen en analyseren.
260
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
261
•
•
•
De student kan kennis toepassen van de relevante ethische begrippen en theorieën, in het bijzonder de in het boek genoemde rechtenethiek en zorgethiek. De student kan in morele kwesties zijn eigen positie onderbouwen, en vervolgens besluitvaardig en ethisch verantwoord handelen. De student kan een bijdrage leveren aan het moreel gesprek binnen de beroepspraktijk.
FORENSISCHE PSYCHIATRIE SJD K
Cursuscode Inhoud In deze cursus komen morele vragen en morele dilemma’s uit de beroepspraktijk van de SJD’er aan de orde. Hierbij is vaak geen sprake van eenduidige ja/nee-situaties. Enerzijds wordt de vraag naar het “goede handelen” in een breder, algemener kader geplaatst. Daarbij spelen vragen als: Wat is ethiek vanuit het recht en wat is ethiek vanuit de zorg? Hoe is een balans mogelijk? Welke filosofen zijn van grote betekenis voor de Westerse ethiek (Sokrates, Rousseau, Kant, Rawls)? Anderzijds wordt geoefend in het nadenken over en analyseren van morele vraagstukken. Welke positie kiest de student zelf ten aanzien van de beroepsmoraal en de morele opvattingen in de samenleving? Ook wordt geoefend in het vinden van oplossingen voor concrete dilemma’s uit de beroepspraktijk van de SJD’er, waarbij de leerstof methodisch wordt toegepast. Onderwijsvormen Hoorcolleges en trainingen Toetsing • Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen) • Groepswerkstuk: analyse van een moreel dilemma
ADR-SJDM-015-08
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Met deze cursus wordt beoogd een inleiding te geven in het vakgebied van de psychiatrie en forensische psychiatrie. Psychiatrie en recht hebben een aantal raakvlakken. In het strafrecht onderzoekt de psychiater de verdachte op aanwezigheid van psychische stoornissen en de samenhang met het ten laste gelegde delict. Welke psychische stoornissen hebben specifieke betekenis als het crimineel gedrag betreft? Is deze samenhang te onderzoeken? Voorts wordt er aandacht besteed aan gedwongen opname en behandeling van psychiatrische patiënten en de daarop betrekking hebbende wetgeving. Tevens zal worden ingegaan op het begrippenpaar toerekeningsvatbaarheid en toerekening. Tot slot zal terbeschikkingstelling als strafrechtelijke maatregel aan de orde komen.
Literatuur • Studiewijzer (digitaal aangeboden) en Reader Ethiek in Dienstverlening 2008/2009 (digitaal aangeboden en verkrijgbaar in kiosk) • De Savornin Lohman, J. en Raaff, H. (2003). In de frontlinie tussen hulp en recht. 2e druk, Coutinho: Bussum. ISBN: 90 6283 3942
Leerdoelen • De student kent de veelvoorkomende psychische stoornissen in een forensische setting en verkrijgt enig inzicht in een aantal classificatiesystemen uit de klinische psychologie/psychiatrie. • De student kan symptomen herkennen en de omgang met de klant daarop aanpassen. • De student is in staat tot adequate verwijzing. • De student hanteert een existentieel-fenomenolgische concept ten aanzien van‘gestoord’ gedrag.
262
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
263
Inhoud • psychopathologie • psychiatrie & recht • de persoon van de verdachte • toerekeningsvatbaarheid • terbeschikkingstelling
FORMEEL STRAFRECHT SJD DT
Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges
Cursuscode
Toetsing Schriftelijk tentamen (meerkeuze en open vragen)
Soort cursus Verplichte cursus
Literatuur • Holmes, D. en Geluk, H. (2001). Kleine psychopathologie. 1e druk, HB Uitgevers: Baarn. ISBN: 9055742325. • Boek forensische psychiatrie wordt later bekend gemaakt.
Studiebelasting 3 EC
ADR-SJDD-J485-04
Korte inleiding De SJD’er die in de beroepspraktijk met het strafrecht in aanraking komt, werkt bijvoorbeeld bij de reclassering, de Raad voor de Kinderbescherming, de politie, een Bureau Slachtofferhulp, Justitie in de Buurt, een penitentiaire inrichting of op de rechtbank. Voor die SJD’ers, maar ook voor hen die elders werkzaam zijn, is het noodzakelijk om kennis te hebben van de beginselen en beperkingen van het strafrecht. Het recht om te straffen dat aan de overheid toekomt, is in belangrijke mate aan allerlei regels en voorwaarden verbonden. De belangrijkste regels en voorwaarden die betrekking hebben op de bevoegdheden van politie en justitie om het strafrecht ten uitvoer te leggen, komen in deze cursus aan de orde. Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 2.5, 2.7 Leerlijnen Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student kan de belangrijkste leerstukken van het formele strafrecht zoals de bevoegdheden van politie en justitie bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten, het verloop van de procedure ter terechtzitting en de mogelijkheden van rechtsmiddelen uitleggen en toepassen bij het oplossen van een eenvoudige casus.
264
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
265
• •
•
De student kan de belangrijkste strafmodaliteiten uitleggen en toepassen op een eenvoudige casus. De student heeft inzicht in de systematiek van het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot het formele strafrecht. De student kan actuele ontwikkelingen in het formele strafrecht benoemen en de discussie daarover in grote lijnen weergeven.
Inhoud Deze cursus geeft kennis van de belangrijkste leerstukken van het formele strafrecht ofwel het strafprocesrecht. Daaronder vallen dwangmiddelen als aanhouding en vrijheidsbeneming, maar ook de rol van de officier van justitie bij de vervolging, de functies van de raadsman bij de verdediging, het onderzoek ter terechtzitting en de systematiek van de artikelen 348-350 van het Wetboek van Strafvordering. Ook schenkt de cursus aandacht aan de verschillende strafmodaliteiten. Door oefening maakt de student zich de structuur van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de specifieke kenmerken van het strafvorderlijke systeem eigen. De cursus gaat in op actuele ontwikkelingen in het strafprocesrecht. Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege Toetsing Schriftelijk tentamen (combinatie van meerkeuze en open vragen) Literatuur • Studiewijzer Formeel strafrecht 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Wettenverzameling voor sociaal juridische dienstverlening, Sdu Uitgevers: Den Haag • Kronenberg, M.J. en De Wilde, B. (2008) Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, 3e druk, Kluwer: Deventer. ISBN: 9789013043877 (ook te gebruiken voor de cursus materieel strafrecht). • Aanvullende literatuur wordt op de workspace geplaatst.
266
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
GESPREKSVOERING SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-M053-03
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 2 EC Korte inleiding Tijdens de training Gespreksvoering worden basale sociaalcommunicatieve vaardigheden geoefend in het kader van het intakegesprek tussen werker en cliënt. Er wordt gewerkt aan de hand van individuele leervragen en situaties uit de dagelijkse beroepspraktijk van studenten. Tijdens de training komen begrippen uit de communicatieleer aan de orde. Competenties 1.1, 1.2 Leerlijn Vaardighedenleerlijn Leerdoelen • De student kan een cliënt op zijn gemak stellen en vertrouwen wekken. • De student kan initiatief nemen en leidinggeven aan het intakegesprek. • De student kan een intakegesprek structureren. • De student kan door middel van actief luisteren de vraag of de vragen van de cliënt achterhalen. • De student kan het intake gesprek afronden met behulp van een samenvatting en zo nodig een vervolgafspraak of doorverwijzing. • De student herkent zijn sterktes en zwaktes in gespreksvoering.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
267
•
De student kan een plan van aanpak formuleren over de ontwikkeling van verbeterpunten.
GESPREKSVOERING 2 SJD DT
Verder wordt aandacht besteed aan: • klantvriendelijk telefoneren • lastige situaties tijdens interculturele communicatie • emotionele klanten Inhoud In deze cursus leert de student communicatieve basistechnieken in de praktijk toe te passen tijdens het intakegesprek. De inhoud sluit aan op de cursus Methodiek. De student leert een model om het intakegesprek te structureren. Daarnaast maakt hij kennis met het slecht-nieuwsgesprek en het verwijzingsgesprek. De cursus wordt aangeboden in de vorm van een training. Onderwijsvorm Opdrachten, zelfstudie, praktijksimulatie en demonstratie. Toetsing • Mondelinge opdracht (het voeren van een kort intakegesprek). • Individuele opdracht (het schrijven van een evaluatieverslag over een intakegesprek). Presentie Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Studiewijzer Gespreksvoering SJD DT 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Molen, H.T. van der en Kluytmans, F. (2005). Gespreksvoering. Basisvaardigheden en gespreksmodellen. Noordhoff : Heerlen ISBN 978-90-01-59635-4
268
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Cursuscode
ADR-SJDD-081-08
Soort cursus Verplichte keuzecursus. In plaats van Gespreksvoering 2 kan ook worden gekozen voor Onderhandelen 2. Studiebelasting 2 EC Korte inleiding De training Gespreksvoering 2 vormt een verdieping van de trainingen Gespreksvoering en Adviesgesprek. Studenten oefenen voor hen lastige praktijksituaties aan de hand van persoonlijke leerdoelen. Hierbij staan we ook stil bij interculturele en emotionele gesprekken en oefenen we hoe je om kan gaan met agressieve klanten. Competenties 1.1,1.2,1.7,1.9, 1.10 Leerlijn Vaardighedenleerlijn Leerdoelen • De student kan zijn sterke en zwakke mondelinge gespreksvaardigheden benoemen en illustreren aan de hand van een voorbeeld • De student kan zijn leerdoelen op gebied van gespreksvoering formuleren • De student kan literatuur vinden en samenvatten die aansluit bij zijn leerdoelen • De student kan lastige gesprekken analyseren en evalueren aan de hand van door hem zelf gekozen theoretische gespreksmodellen
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
269
• •
De student kan zijn intuïtieve reactie herkennen en beoordelen. De student kan zijn intuïtieve reactie zo nodig vervangen door meer adequaat gedrag (verbreding persoonlijk gedragsrepertoire).
Inhoud Tijdens deze persoonsgerichte en praktijkgerichte training wordt gewerkt op basis van het principe van ervarend leren (doen, reflecteren, abstraheren, doen). De training wordt “op maat” ingericht waarbij wordt aangesloten bij de van tevoren door studenten geformuleerde leerdoelen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de Roos van Leary en van werkmodellen die door studenten zelf worden aangedragen. Casuïstiek uit de eigen praktijk wordt besproken. Van de studenten wordt een grote inbreng met betrekking tot het geven en ontvangen van feedback verwacht. Onderwijsvorm • Tweedaagse training (vijf dagdelen) • Thuisopdrachten Toetsing • Vooraf: Individuele opdracht (schriftelijke intake en literatuurstudie) • Tijdens: Verplichte actieve deelname aan de volledige training, inclusief de theorieles. • Achteraf: Individuele opdracht (reflectieverslag met analyse van een praktijkcasus na afloop van de training) Presentie Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting.
GEZONDHEIDSRECHT SJD K
Cursuscode
ADR-SJDM-038-08
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Het gezondheidheidsrecht houdt zich onder andere bezig met regelgeving ten aanzien van de organisatie en financiering van de gezondheidszorg, de kwaliteit van de zorg en het aansprakelijkheidsrecht, de rechtspositie van de hulpverlener en de rechtspositie van de patiënt. Hierbij moet onder meer worden gedacht aan regelgeving met betrekking tot de rechten van de (psychiatrische) patiënt, orgaandonatie, euthanasie en medische experimenten. Ook de problematiek betreffende moderne en genetische manipulatie komt aan de orde. Een definitie van gezondheidsrecht is: het geheel van rechtsregels, dat rechtstreeks betrekking heeft op de zorg voor de gezondheid en de toepassing van het burgerlijk recht, bestuursrecht en strafrecht in dat verband. Het gezondheidsrecht vraagt een horizontale benadering van het recht: bestuursrecht, strafrecht, medisch tuchtrecht en civiel recht komen hierbij aan de orde. Leerdoelen • De student heeft kennis van en inzicht in betreffende (gezondheids)rechten van patiënten. • De student kent de plichten van hulp- en dienstverleners. • De student heeft kennis van en inzicht in de rechtsbescherming van patiënten/cliënten en de aansprakelijkheid van hulp/dienstverleners.
270
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
271
• •
De student heeft kennis van de beroepswetgeving. De student heeft kennis op het terrein van de medische ethiek.
Inhoud • rechten van patiënten • Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst • Wet Bijzondere Opname Psychiatrische Ziekenhuizen • Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg • de civiel-, straf-, en tuchtrechtelijke aansprakelijkheid van beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg • aspecten van het begin van leven, euthanasie en aanverwante vormen van leven, medische experimenten met mensen, geslachtscellen en embryo’s en orgaandonaties • medische ethiek Onderwijsvorm Werkcollege Toetsing • Referaat houden (verplichte aanwezigheid) • Schriftelijk tentamen Literatuur • Studiewijzer Gezondheidsrecht 2008-2009 • Leenen, Prof.dr. H.J.J. Rechten van mensen in de gezondheidszorg Deel 1; Gezondheidszorg en Recht Deel II, laatste druk, Bohn Stafleu van Loghum. ISBN 90-313-3285-2/ 90-313-3607-6
GOEDERENRECHT SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-J333-03
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Deze cursus gaat over de ontstane juridische banden, dus de rechtsverhouding, tussen een deelnemer aan het rechtsverkeer en een goed of goederen. Competenties 1.3, 1.5, 1.6 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student maakt kennis c.q. verdiept zijn kennis van het gedeelte van het privaatrecht dat gaat over het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de vermogensrechtelijke rechtsverhouding van een rechtssubject tot een goed of goederen. • De student verdiept zijn kennis van het Verbintenissenrecht voor wat betreft de gevolgen van verbintenissen die van invloed zijn op de goederenrechtelijke positie van rechtssubjecten. • De student ontwikkelt basale vaardigheid inzake de hantering van rechtsbronnen. • De student ontwikkelt basale vaardigheid inzake het oplossen van goederenrechtelijke casusposities.
272
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
273
Inhoud • plaatsbepaling van het goederenrecht in het materiële privaatrecht • relatie vermogensrecht tot het goederenrecht • goederenrechtelijke rechten en persoonlijke rechten • goederen en hun onderscheidingen • bezit • overdracht • beschikkingsbevoegdheid • verkrijging en verlies door verjaring • eigendom • beperkte goederenrechtelijke rechten • zekerheidsrechten Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege Toetsing Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen) Literatuur • Studiewijzer Goederenrecht 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Wettenverzameling voor sociaal juridische dienstverlening 08-09, Sdu Uitgevers: Den Haag • Inleiding Privaatrecht, Werkboek 1; Cursusdeel 1: Algemeen deel, Goederenrecht (uitgave van de Open Universiteit) 8e gewijzigde druk, 2005 (wordt verkocht door de opleiding) . • Jurisprudentiebundel Inleiding privaatrecht (uitgave van de Open Universiteit) laatste versie (wordt verkocht door de opleiding).
274
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
GRONDRECHTEN SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K073-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Grondrechten vormen de basis van ons rechtssysteem. Daarnaast zijn “human rights” een actueel onderwerp. Daarom komt zowel de juridische belichting van grondrechten, alsook de maatschappelijke actualiteit in de colleges aan bod. Kennis van en inzicht in de werking en de beperkingen van grondrechten biedt de student een helder zicht op de achtergrond van veel regelgeving en verhelderen maatschappelijke vraagstukken als de verhouding tussen vrijheid van meningsuiting en vrijheid van godsdienst. Leerdoelen • De student kan de centrale plaats die grondrechten in ons rechtssysteem innemen, toelichten. • De student heeft inzicht in de rol van grondrechten in actuele maatschappelijke discussies. • De student kan verschillende grondrechten in nationaal en internationaal perspectief herkennen en benoemen. • De student heeft kennis van Nederlandse en Europese grondrechtenbescherming. • De student kan de doorwerking van grondrechten herkennen en benoemen in de beroepspraktijk. • De student kan het principe, de achtergrond en de werking van het gelijkheidsbeginsel in Nederlandse en Europese context herkennen en inzichtelijk maken.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
275
Inhoud Veel aandacht zal worden geschonken aan het gelijkheids- en nondiscriminatiebeginsel (artikel 1 van de Grondwet). De Algemene Wet Gelijke Behandeling zal behandeld worden in samenhang met uitspraken van de Commissie Gelijke Behandeling. Daarnaast komen ook andere grondrechten en rechtsbeginselen aan bod. Onderwijsvorm Werkcollege Toetsing • Keuze uit een mondeling verslag van het bijwonen van een relevante rechts- of hoorzitting, of een schriftelijke individuele opdracht inzake relevante jurisprudentie - dit bepaalt 1/3e deel van het eindcijfer • Schriftelijk tentamen (open vragen) – dit bepaalt 2/3e deel van het eindcijfer Literatuur • Studiewijzer en reader Grondrechten SJD 2008-2009 waarin de te bestuderen literatuur is opgenomen (digitaal aangeboden) • Handouts (aangeboden tijdens de colleges)
INBURGERING NIEUWKOMERS SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K090-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte Inleiding SJD’ers komen in vrijwel alle werkvelden in toenemende mate in aanraking met allochtone cliënten. Dat geldt zeker voor het werken met inburgeraars die sinds de invoering van de Wet Inburgering Nieuwkomers (1998), verplicht een inburgeringsprogramma moeten volgen. Sinds 2000 krijgen oudkomers trajecten aangeboden. Per 1 januari 2007 is het stelsel van inburgering ingrijpend veranderd. Het kabinet heeft een Deltaplan Inburgering gepresenteerd. De cursus volgt de laatste ontwikkelingen op de voet. Leerdoelen • De student verwerft inzicht in de nieuwe wet en regelgeving. • De student kent de praktische gang van zaken rond inburgering en de veranderingen in de nabije toekomst. Inhoud In het vorige stelsel van inburgering kregen inburgeraars een traject aangeboden door de gemeente. Er zijn recent verschillende oplossingen ontwikkeld om het resultaat van inburgering te verbeteren, zoals duale trajecten gericht op werk, opleiding of maatschappelijke participatie. Het nieuwe stelsel van inburgering is per januari 2007 in werking getreden, met als centrale elementen eigen verantwoordelijkheid, marktwerking en resultaat verplichting. Deelnemers maken aan de hand van de wettelijke regelingen en casussen kennis met het nieuwe beleid, en de gevolgen voor de uitvoeringspraktijk. Verder worden de actuele ontwikkelingen rond het nieuwe
276
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
277
Deltaplan Inburgering op de voet gevolgd. Er is veel ruimte voor interactie en discussie.
INLEIDING RECHT SJD DT
Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege, casuïstiek en thuisopdrachten Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen) Cursuscode Literatuur • Reader Inburgering 2008-2009 • Overige literatuur wordt later bekend gemaakt.
ADR-SJDD-140-08
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 4 EC Korte inleiding De SJD’er werkt in de beroepspraktijk altijd met kennis van het recht, of een SJD’er nu de concrete belangen van een beroepsgroep behartigt, slachtoffers van misdrijven bijstaat, oudere werknemers probeert te reïntegreren of het recht op subsidie moet beoordelen. Altijd moet een SJD’er oog hebben voor de (mogelijk) toepasselijke rechtsregels en relevante rechtsgebieden. Iedere SJD’er moet dus een globaal overzicht hebben van het recht. Deze cursus geeft inleidende kennis van het geldende recht op het Nederlandse grondgebied. Op deze basiskennis wordt in andere cursussen voortgebouwd. De cursus geeft ook een eerste aanzet tot het ontwikkelen van juridische vaardigheden. Competenties 1.3,1.4,1.5 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student heeft kennis van de gangbare onderscheidingen in rechtsgebieden en weet de betekenis van die onderscheidingen aan te geven. • De student heeft kennis van de belangrijkste rechtsregels en beginselen die gelden binnen het privaatrechtelijke, constitutio-
278
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
279
• • • • •
nele, bestuursrechtelijke, strafrechtelijke en internationale rechtsgebied. De student kan het primaire rechtsgebied van een casus en een vonnis of arrest herkennen. De student kan de toepasselijke rechtsregels voor een casus vinden en onder woorden brengen. De student heeft op basisniveau inzicht in de systematiek van het recht. De student heeft inzicht in de systematiek van enkele wetten. De student kan jurisprudentie vinden, lezen, analyseren en samenvatten.
Inhoud In de cursus komen behalve de bronnen van het geldende recht ook het constitutionele recht van de Nederlandse staat en van Europa aan de orde, de rechterlijke organisatie, de relatie overheid en burger en de bescherming die de burger tegen de overheid kan inroepen, het materiële en formele strafrecht en het privaatrecht. Elk onderwerp wordt in de Studiewijzer en met hand-outs verduidelijkt met concreet materiaal. De stof wordt mede eigen gemaakt door speciale aandacht voor juridische vaardigheden. Onderwijsvorm Hoorcollege en (zelf)werkgroep Toetsing • Vaardighedentoets (take home) • Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen) Literatuur • Studiewijzer Inleiding Recht 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Wettenverzameling voor sociaal juridische dienstverlening 08-09. Sdu Uitgevers: Den Haag • Aanvullend collegemateriaal op workspace. • Informatie over het aan te schaffen boek wordt nog verstrekt.
ISLAM EN RECHT SJD K
Cursuscode
ADR-SJDM-017-08
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Beginvereisten Enige kennis van het strafrecht wordt geacht aanwezig te zijn. Korte inleiding Het keuzevak islam en recht beoogt een aanvulling te geven op de al aanwezige juridische kennis en een bijdrage te zijn aan verdere vorming van de vakkundigheid. In het bijzonder gaat het hierbij om specifieke kennis van en inzicht in religieuze en culturele achtergronden van de islam en haar juridische implicaties. Een en ander beoogt de dienstverlening ten behoeve van de islamitische cliënt in de Nederlandse context te optimaliseren want iedereen die in Nederland woont, valt onder het Nederlands (straf)recht. Echter, wie een andere nationaliteit heeft kan daarnaast met andere wetten te maken hebben, zoals het islamitisch privaat- en familierecht. Competenties 1.2, 1.3, 1.7, 1.9 Leerdoelen • De student heeft kennis van en inzicht met betrekking tot religieuze en culturele achtergronden van de islam en haar juridische implicaties. Inhoud Inleiding Islam en recht :
280
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
281
• • • • •
• •
• • • • • • •
de legitimering voor islamitisch recht, de discussies en de verschillende standpunten. inleiding in Oesoel al fiqh, de wortels van het islamitisch recht. koran, hadieth en soenna, sharia en hadd straffen. de vier rechtsscholen gedragsregels halal verplicht en haram verboden, en hoe deze regels in het alledaagse maatschappelijke verkeer en het recht een plaats hebben. huwelijksrecht uithuwelijken, scheiden en verstoten. Achtergrondinformatie in relatie tot mishandeling van vrouwen en ander huiselijk geweld en andere redenen tot weglopen. seksualiteit en sharia maagdelijkheid; overspel e.d. De problemen van jonge moslims, vrouwen en mannen, in de Nederlandse seculiere context. homoseksualiteit criminaliserings- en radicaliseringsprocessen de identeitsvraag / problematiek van moslim jongeren. eer en eerwraak vergelijking met de Turkse en de Nederlandse houding ten aanzien van juridisch straffen.
Onderwijsvorm Hoorcollege, discussie, casuïstiekbesprekingen, video illustraties indien mogelijk. Toetsing Werkstuk (maximaal 5 pagina’s) Literatuur Materiaal wordt in de les uitgedeeld.
JEUGDRECHT SJD K
Cursuscode
ADR-SJDM-018-08
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding In deze keuzecursus komt informatie die van toepassing is op jeugdigen uit allerlei rechtsgebieden aan de orde. Zowel privaatrechtelijke, publiekrechtelijke en strafrechtelijke aspecten worden behandeld, waarbij het recht wordt bekeken vanuit de positie van de minderjarige. Leerdoelen De student verwerft kennis en inzicht in alle juridische aspecten van het jeugdrecht. Inhoud In deze cursus oriënteert de student zich op het gebied van het jeugdrecht. Het jeugdrecht omvat regelingen die behoren tot het personen- en familierecht, zoals minderjarigheid en handelingsonbekwaamheid, het strafrecht en het administratieve recht. Wat dit laatste betreft, zal de nadruk liggen op de Wet op de jeugdzorg. In dit kader wordt aandacht besteed aan de jeugdbeschermingsmaatregelen en de diverse instanties die werkzaam zijn op het gebied van de jeugdzorg. Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege Toetsing Individuele opdracht
282
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
283
Literatuur • Reader Jeugdrecht 2008-2009 • Wettenverzameling voor sociaal juridische dienstverlening, Sdu Uitgevers: Den Haag • Van der Linden, A.P., Van der Reep, G.B.C.M., Ten Siethoff, F.G.A. en Zeijlstra-Rijpstra A.E.I.J., Jeugd en recht, 8e druk, Bohn Stafleu Van Loghum ISBN10: 9031342947 | ISBN13: 9789031342945
JEUGDSTRAFRECHT SJD K
Cursuscode
ADR-SJDM-019-08
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Beginvereisten Kennis van de inhoud van de cursussen Materieel strafrecht en Formeel strafrecht wordt verondersteld. Korte inleiding Deze cursus richt zich in het bijzonder op het strafprocesrecht en het materiële strafrecht dat specifiek gericht is op de jeugdige. Daarnaast worden enkele onderwerpen uit het civiele jeugdrecht besproken. In relatie daarmee gaat de cursus in op het werk van de diverse partners in de jeugdstrafrechtketen: politie, bureau Halt, bureau Jeugdzorg, Raad voor de Kinderbescherming, Openbaar Ministerie, rechtbank en justitiële jeugdinrichtingen. Bedoeling is de studenten die zich willen specialiseren in het werken in de keten te informeren over de feitelijke en juridische stand van zaken en actuele ontwikkelingen in deze tak van het strafrecht. Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student kan de rechten en plichten van de jeugdige verdachten in de verschillende fasen van het strafproces benoemen en toepassen op een casus en beroepsproducten uit de praktijk.
284
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
285
• • •
•
De student kan de verschillende partners uit de jeugdstrafrechtsketen en hun werkzaamheden benoemen en toelichten. De student kan de strafmodaliteiten uit het jeugdstrafrecht uitleggen en toepassen op een casus. De student heeft kennis van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, het Burgerlijk Wetboek en beleidsregels met betrekking tot het jeugdstrafrecht. De student kan actuele ontwikkelingen in het jeugdstraf(proces)recht en de jeugdstrafrechtsketen benoemen, de discussie daarover in grote lijnen weergeven en een eigen mening hieromtrent formuleren.
Inhoud • stand van zaken en ontwikkeling van de jeugdcriminaliteit • ontwikkeling van het jeugdstraf(proces)recht • het materiële jeugdstrafrecht o.a. straffen en maatregelen • dwangmiddelen en de (verdere) vervolging • jongeren in justitiële inrichtingen • nieuwe en alternatieve straffen • de jeugdreclassering, bureau Halt, Raad voor de Kinderbescherming Onderwijsvorm Hoorcollege en discussie, video/DVD, gastspreker Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen) Literatuur • Studiewijzer Jeugdstrafrecht 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Reader Jeugdstrafrecht 2008-2009 • Wettenverzameling voor sociaal juridische dienstverlening 08-09. Sdu Uitgevers: Den Haag • Aanvullende literatuur wordt digitaal aangeboden op workspace. • Bartels, J.A.C. (2007). Jeugdstrafrecht. 4e druk, Kluwer: Deventer ISBN 978 90 13 04157 6
LETSELSCHADE SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K120-04
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Een slachtoffer van letselschade heeft, als er een aansprakelijke partij is, een wettelijk recht op volledige schadevergoeding. Het kan echter een lastig proces zijn om daarover met de wederpartij tot overeenstemming te komen. In deze cursus wordt inzicht verschaft in de letselschaderegeling. Behandeld worden de belangentegenstellingen tussen slachtoffers van letselschade, rechtshulpverleners en aansprakelijkheidsverzekeraars. Daarnaast wordt een beeld gegeven van de knelpunten die in een letselschaderegeling kunnen optreden en de rol die de SJD’er in deze levendige branche kan spelen. Leerdoelen • De student heeft kennis van en inzicht in de materie die samenhangt met de letselschaderegeling. • De student heeft kennis van en inzicht in de knelpunten die kunnen optreden tijdens een letselschaderegeling. • De student krijgt zicht op de organisaties en bedrijven die zich op het werkterrein van letselschade begeven. • De student krijgt een beeld van de rol van de SJD’er in het geheel. Inhoud • wat is letselschade • het juridische kader van de letselschaderegeling • belanghebbenden onder de loep • de ‘sociale kaart’ van de letselschaderegeling
286
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
287
• • •
de praktijk van letselschaderegeling actuele knelpunten de rol van de SJD’er
LITERATUURSTUDIE SJD
Onderwijsvorm Hoorcollege(s), videopresentatie(s), casuïstiek, spreker(s), opdrachten Toetsing Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen en open vragen).
Cursuscode ADR-SJDM-094-08
Literatuur • Studiewijzer en reader Letselschade 2008-2009 • Dort, R. van (2007). Het verhaal van letselschade, 2e druk, Uitgeverij Pica ISBN 9789077671023 • Aanvullend lesmateriaal dat per les beschikbaar komt.
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding De literatuurstudie is een alternatief voor een keuzecursus. Studenten kunnen twee keuzecursussen vervangen door literatuurstudies. Een groter aantal literatuurstudies in het totaal van de studieroute van de student is alleen mogelijk na expliciete toestemming van de examencommissie. Via een literatuurstudie verdiept een student zich in een specifiek onderwerp, dat relevant is in het kader van de SJD-opleiding. Daarbij wordt de student in beperkte mate door één van de SJD-docenten begeleid. Het onderwerp van de literatuurstudie moet goedgekeurd worden door een vakdocent. Competenties Afhankelijk van onderwerp Leerlijn Afhankelijk van onderwerp Leerdoelen • De student kan zelfstandig een onderwerp, dat relevant is voor de sociaal juridische beroepsuitoefening, aan de hand van literatuur bestuderen. • De student kan zich een eigen oordeel over het bestudeerde vormen. • De student kan een werkstuk over de bestudeerde literatuur schrijven, waarin:
288
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
289
•
A: de bestudeerde literatuur wordt samengevat. B: een eigen oordeel respectievelijk eigen conclusies over het bestudeerde onderwerp wordt/worden gepresenteerd. De student kan de relevantie van het gekozen onderwerp en van de conclusies voor de sociaal juridische beroepsuitoefening uiteenzetten.
Inhoud In een literatuurstudie bestudeert de student zelfstandig enige literatuur (boek(en) en/of artikelen) en behandelt deze stof in een klein werkstuk. Voorbeelden van onderwerpen: • jeugdhulpverlening • seks en strafrecht (verkrachting, aanranding, prostitutie, incest) • rechterlijke uitspraken in de praktijk • beleving van langdurige werkloosheid • euthanasie • criminaliteit en strafrecht • TBS en strafrecht Werkvorm • De student werkt zelfstandig aan de literatuurstudie • Studenten die een literatuurstudie willen doen, dienen hiertoe een formulier in te vullen, dat te verkrijgen is aan de balie bij het onderwijssecretariaat (TOS). • De student die een literatuurstudie wil verrichten, levert dit formulier in bij de examencommissie en maakt daarvan twee kopieën, één voor zichzelf en één voor de begeleidende docent. • In principe kan de student zelf bepalen door welke docent hij zijn literatuurstudie wil laten begeleiden. De student neemt zelf contact op met de begeleidende docent voor ondersteuning bij het zoeken naar geschikte literatuur en bij het opstellen van het werkstuk. Studenten die niet weten welke docent zij voor een specifiek onderwerp moeten benaderen, dienen contact op te nemen met de opleidingsmanager. Ook kan diens advies worden ingewonnen, wanneer een idee over een bepaald onderwerp nog erg weinig uitgekristalliseerd is. • De begeleidende docent maakt afspraken met de student over inhoud van het werkstuk en inlevertermijn en beoordeelt het werkstuk. Een kopie van de beoordeling gaat naar de programmamanager. • Studenten worden bij literatuurstudies minimaal begeleid: de docent wordt geacht de begeleiding, het lezen van het werkstuk
290
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
• • •
en het beoordelingsgesprek af te wikkelen in twee uur. Daarom is een literatuurstudie bij uitstek een werkvorm, waarin het accent ligt op zelfwerkzaamheid van de individuele student. De student wordt aangeraden om als onderwerp voor een literatuurstudie een duidelijk afgebakend thema te kiezen. Literatuurstudies kunnen deel uitmaken van een studietraject. Literatuurstudies kunnen een ‘voorstudie’ vormen voor de afstudeerthema’s of afstudeerproject.
Toetsing Werkstuk (minimaal 5, maximaal 12 bladzijden, getypt op A-4 formaat) Het werkstuk moet inhoudelijk aan de volgende criteria voldoen: • Samenvatting van de gelezen literatuur (minimaal 400 pagina’s) : wat is/zijn de probleemstelling(en) van de auteur(s), de resultaten van het onderzoek of de studie van de auteur(s), wat is/zijn de conclusie(s). • Eigen mening over het gelezene. Bijvoorbeeld: eigen mening over de conclusie? Wat is het belang van dit onderwerp gezien vanuit de SJD-opleiding? Bij meerdere boeken respectievelijk artikelen dienen vergelijkingen te worden gemaakt en conclusies te worden getrokken. Literatuur Zelf in te vullen
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
291
LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING INLEIDING SJD DT
• • • •
Cursuscode
ADR-SJDD-350-06
Soort cursus Verplichte cursus; onderdeel van de vierjarige lintcursus loopbaanen competentieontwikkeling Studiebelasting 3 EC Korte inleiding De opleiding SJD-DT wil dienstverleners afleveren die weten waar hun kracht ligt en wat ze willen bijdragen aan het SJD-werkveld. Mensen die het bovendien als een uitdaging ervaren om zichzelf en de organisatie waarvan ze deel uit maken continu te blijven ontwikkelen. Inleiding loopbaan- en competentieontwikkeling legt hiervoor de basis. Deze cursus vormt de start van een vak dat elk studiejaar terugkomt (loopbaan- en competentieontwikkeling). Hierin wordt de student uitgedaagd om op methodische wijze regie te nemen over zijn loopbaanontwikkeling en leerproces op school en in zijn werk . In het eerste jaar wordt in het bijzonder aandacht besteed aan het vinden van werk op praktijktijd niveau 1. Competenties Tijdens deze cursus maakt de student kennis met alle dimensies en deelcompetenties van het SJD-competentieprofiel. In het bijzonder werkt hij aan de ontwikkeling van de volgende competenties: 1.8, 1.10. 2.8 en 3.4 .
De student kan deze onder woorden brengen aan de hand van een concreet voorbeeld. De student kent de SJD-competenties. De student kan concrete doelen stellen en activiteiten plannen op gebied van loopbaan- en competentieontwikkeling. De student kent doel en vorm van het portfolio.
Inhoud Tijdens Inleiding loopbaan- en competentieontwikkeling SJD DT brengt de student zijn kwaliteiten en reeds verworven competenties in kaart, onderzoekt hij het SJD-competentieprofiel en formuleert hij toekomstwensen over zijn loopbaan. Uiteindelijk maakt hij een plan van aanpak waarin hij aangeeft wat voor werk hij wil doen en welke competenties hij het komende jaar in het bijzonder wil ontwikkelen. Inleiding loopbaan- en competentieontwikkeling SJD DT brengt een cyclus op gang van het stellen van loopbaan- en leerdoelen, plannen en uitvoeren van activiteiten en evalueren van (leer)resultaten. Onderwijsvorm Hoorcollege, thuisopdrachten en vier werkcolleges verspreid over het eerste studiejaar (één bijeenkomst per periode). Tijdens het hoorcollege presenteert de docent de visie achter het vak en een aantal centrale concepten en licht hij de opzet van de cursus en opdrachten toe. Tijdens de werkcolleges wisselen studenten ervaringen uit en verdiepen zij hun (zelf-)analyse door middel van collegiale consultatie. Toetsing Individuele opdracht (portfolio, groot werkstuk) Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur Studiewijzer Inleiding loopbaan- en competentieontwikkeling SJD DT 2008-2009 (digitaal aangeboden)
Leerlijn Ervarings-reflectieleerlijn Leerdoelen • De student kent zijn belangrijkste kwaliteiten en eerder verworven competenties.
292
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
293
LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING JAAR 2 SJD DT
Cursuscode ADR-SJDD-351-07 Soort cursus Verplichte cursus; onderdeel van de vierjarige lintcursus loopbaanen competentieontwikkeling Studiebelasting 1 EC Korte inleiding De opleiding SJD-deeltijd wil dienstverleners afleveren die weten waar hun kracht ligt en wat ze willen bijdragen aan het SJD-werkveld. Mensen die het bovendien als een uitdaging ervaren om zichzelf en de organisatie waarvan ze deel uit maken continu te blijven ontwikkelen. Tijdens de jaarlijks terugkerende cursus loopbaan- en competentieontwikkeling wordt de student uitgedaagd om al tijdens zijn studie op methodische wijze regie te nemen over zijn loopbaanontwikkeling en over zijn leerproces op school en in zijn werk. In het tweede studiejaar wordt in het bijzonder aandacht aan het vinden van werk op Praktijktijd niveau 2. De cursus sluit aan bij de Training netwerken en presenteren. Studenten die in januari nog geen werk hebben op Praktijktijd niveau 2 kunnen facultatief deelnemen aan een maatwerk loopbaancoachingstraject.
Leerdoelen • De student evalueert effectiviteit en relevantie van (leer)activiteiten en resultaten. • De student herformuleert op basis hiervan zijn loopbaan- en leerdoelen en plant nieuwe activiteiten in. Onderwijsvorm Thuisopdrachten en twee werkcolleges waarin studenten ervaringen uitwisselen en hun analyse verdiepen door middel van collegiale consultatie en (individuele)begeleiding door de docent. Begin periode A formuleert de student loopbaan- en ontwikkeldoelen en maakt hij een plan van aanpak. Eind periode D evalueert hij dat jaar bereikte resultaten en vult hij zijn portfolio aan. Tijdens het facultatieve loopbaancoachingstraject werken studenten in een kleine groep onder begeleiding gedurende vijf bijeenkomsten aan het aanscherpen van de zelfdiagnose, loopbaandoelen en plan van aanpak. Bovendien trainen studenten hun persoonlijke presentatie en sollicitatievaardigheden. Toetsing Individuele opdracht (portfolio, groot werkstuk) Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur Studiewijzer loopbaan- en competentieontwikkeling SJD DT 20082009 (digitaal aangeboden)
Competenties Tijdens deze cursus plant en evalueert de student zijn ontwikkeling op alle dimensies en deelcompetenties van het SJD-competentieprofiel. In het bijzonder werkt hij aan de ontwikkeling van de volgende competenties: 1.8, 1.10, 2.8 en 3.4. Leerlijn Ervarings-reflectieleerlijn
294
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
295
LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING JAAR 3 SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-352-07
•
De student herformuleert op basis hiervan zijn loopbaan- en leerdoelen en plant nieuwe activiteiten.
Onderwijsvorm Thuisopdrachten en twee werkcolleges waarin studenten ervaringen uitwisselen en hun analyse verdiepen door middel van collegiale consultatie en (individuele)begeleiding door de docent. Begin periode A formuleert de student loopbaan- en ontwikkeldoelen en maakt hij een plan van aanpak. Eind periode D evalueert hij dat jaar bereikte resultaten en vult hij zijn portfolio aan.
Soort cursus Verplichte cursus; onderdeel van de vierjarige lintcursus loopbaan en competentieontwikkeling
Toetsing Individuele opdracht (portfolio, groot werkstuk).
Studiebelasting 1 EC
Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting.
Korte inleiding De opleiding SJD-deeltijd wil dienstverleners afleveren die weten waar hun kracht ligt en wat ze willen bijdragen aan het SJD-werkveld. Mensen die het bovendien als een uitdaging ervaren om zichzelf en de organisatie waarvan ze deel uit maken continu te blijven ontwikkelen. Tijdens de jaarlijks terugkerende cursus loopbaan- en competentieontwikkeling wordt de student uitgedaagd om al tijdens zijn studie op methodische wijze regie te nemen over zijn loopbaanontwikkeling en over leerproces op school en in zijn werk. In het derde studiejaar wordt in het bijzonder aandacht besteed aan het vinden van werk op Praktijktijd niveau 2. De cursus sluit aan bij Thematische Supervisie.
Literatuur Studiewijzer loopbaan- en competentieontwikkeling SJD DT 20082009 (digitaal aangeboden)
Competenties Tijdens deze cursus plant en evalueert de student zijn ontwikkeling op alle dimensies en deelcompetenties van het SJD-competentieprofiel. In het bijzonder werkt hij aan de ontwikkeling van de volgende competenties: 1.8, 1.10, 2.8 en 3.4 . Leerlijn Ervarings-reflectieleerlijn Leerdoelen • De student evalueert effectiviteit en relevantie van (leer)activiteiten en resultaten.
296
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
297
LOOPBAAN- EN COMPETENTIEONTWIKKELING JAAR 4 SJD DT
Leerdoelen • De student kan zijn loopbaan- en competentieontwikkeling evalueren. • De student kan een persoonlijk profiel formuleren. • De student kan een persoonlijke missie formuleren. Onderwijsvorm Een werkcollege en thuisopdrachten
Cursuscode
ADR-SJDD-353-07
Soort cursus Verplichte cursus; onderdeel van de vierjarige lintcursus loopbaanen competentieontwikkeling Studiebelasting 1 EC
Toetsing Individuele opdracht (portfolio, groot werkstuk) Literatuur Studiewijzer loopbaan- en competentieontwikkeling SJD DT jaar 4 2008-2009 (digitaal aangeboden)
Korte inleiding De opleiding SJD-deeltijd wil dienstverleners afleveren die weten waar hun kracht ligt en wat ze willen bijdragen aan het SJD-werkveld. Mensen die het bovendien als een uitdaging ervaren om zichzelf en de organisatie waarvan ze deel uit maken continu te blijven ontwikkelen. Tijdens de jaarlijks terugkerende cursus loopbaan- en competentieontwikkeling wordt de student uitgedaagd om al tijdens zijn studie op methodische wijze regie te nemen over zijn loopbaanontwikkeling en over zijn leerproces op school en in zijn werk. In het vierde studiejaar kijkt de student terug op het ontwikkelingsproces dat hij afgelopen jaren op zijn werk en binnen de opleiding heeft doorgemaakt . Hij formuleert een persoonlijk profiel en een persoonlijke missie. De cursus hangt samen met Visie op het beroep. Competenties Tijdens deze cursus evalueert de student zijn ontwikkeling op het gebied van alle dimensies en deelcompetenties van het SJD-competentieprofiel. Leerlijn Ervarings-reflectieleerlijn
298
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
299
MANAGEMENT EN ORGANISATIE SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-F053-03
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Een organisatie is een menselijke samenwerking die doelgericht en blijvend is. In het SJD-werkveld zijn veel organisaties te vinden die ieder hun eigen doelstelling, strategie en werkwijze hebben. Voor hen die werken bij één van deze organisaties is het praktisch om iets te weten van het functioneren van die organisatie. Deze cursus is er op gericht de student eens met andere ogen te kijken naar de organisatie waarin hij werkt. Enerzijds wordt inzicht verkregen in termen als visie, missie, organisatiecultuur, organisatiestructuur. Anderzijds wordt bekeken hoe deze theoretische termen in de praktijk kunnen worden herkend. En, niet onbelangrijk, hoe ze het dagelijks werk beïnvloeden. Veel organisaties in het SJD-werkveld behoren tot de overheid of de semi-overheid. Dit betekent dat ze buiten dat ze hun eigen proces goed moeten ‘organiseren’ ook rekening moeten houden met de overheid als opdrachtgever, controleur of op z’n minst als belangrijke speler in het werkveld. In deze cursus wordt gezocht naar actualiteiten die zich in dit licht rondom de eigen organisatie voordoen en wat die impliceren voor de student als werknemer en onderdeel van zijn organisatie. Competenties 2.1, 2.3, 3.1 en 3.4
Leerdoelen De student heeft kennis en inzicht in de elementaire begrippen uit de organisatiekunde: • doelbepaling en strategievorming • organisatiestructuren • organisatiecultuur • organisatiepolitiek en hiërarchie • managementstijlen • management en ontwikkeling van personeel • De student kan deze inzichten toepassen op de eigen organisatie. Daarnaast is hij in staat te benoemen wat de effecten van de keuzes bij de invulling van deze thema’s door de organisatie zijn voor de werknemers. Inhoud Tijdens de cursus Management en organisatie leert de student kijken naar de eigen organisatie vanuit een organisatiekundige bril. Hij houdt de organisatie tegen het licht, stelt vast welke invulling zij gegeven heeft aan eerder geschetste thema’s en vormt zich een kritisch beeld van de effecten daarvan voor de mensen op de werkvloer. Aansluitend aan de colleges schrijft de student een werkstuk dat bestaat uit drie delen: een deel over het werkveld van de organisatie en actuele ontwikkelingen daarbinnen, een deel over de organisatie zelf aan de hand van een aantal organisatiekundige thema’s en een deel over zijn eigen werk binnen de organisatie en wat er voor nodig is om dat goed te kunnen doen. De organisatie is bij voorkeur de organisatie waarbij de student zelf werkzaam is. Onderwijsvorm Hoorcollege, zelfwerkzaamheid, werkcollege Toetsing Individueel werkstuk (maximaal 15 pagina’s) Literatuur Berge, ten L.J.A.M., Oteman, M.P. en Van Kooten, J. (2006). Inleiding organisatiekunde. 2e druk, Coutinho: Bussum ISBN 9789046900239
Leerlijn Conceptuele leerlijn
300
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
301
MATERIEEL STRAFRECHT SJD DT • •
Cursuscode
ADR-SJDD-J480-04
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding De SJD’er die in de beroepspraktijk met het strafrecht in aanraking komt, werkt bijvoorbeeld bij de Reclassering, de Raad voor de Kinderbescherming, de politie, een Bureau Slachtofferhulp, Justitie in de Buurt, een penitentiaire inrichting of op de rechtbank. Voor die SJD’ers, maar ook voor hen die elders werkzaam zijn, is het noodzakelijk om kennis te hebben van het materieel strafrecht, de verzamelnaam voor alle wetsartikelen die vastleggen welk gedrag in beginsel in aanmerking komt voor een strafrechtelijke sanctie. Ingegaan wordt onder meer op het legaliteitsbeginsel, wederrechtelijkheid, opzet en schuld, schulduitsluitingsgronden, poging en voorbereiding, en deelneming. Aandacht wordt besteed aan recente ontwikkelingen in het strafrecht en de positie van het strafrecht in de samenleving.
medeplichtigheid uitleggen en toepassen op een eenvoudige casus. De student heeft inzicht in de systematiek van het Wetboek van Strafrecht, de Wegenverkeerswet 1994 en de Opiumwet. De student kan actuele ontwikkelingen in het strafrecht benoemen en de discussie hierover in grote lijnen weergeven.
Inhoud Deze cursus geeft kennis van de belangrijkste leerstukken van het materiële strafrecht, waaronder de voorwaarden voor strafbaarheid, het onderscheid tussen opzet en schuld, poging, deelneming, uitlokking en medeplichtigheid. Door oefening maakt de student zich de structuur van het Wetboek van Strafrecht en de specifieke kenmerken van het strafrechtelijke systeem eigen. De cursus staat een kritische benadering van het strafrecht voor. Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege Toetsing Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen en open vragen) Literatuur • Studiewijzer Materieel strafrecht 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Wettenverzameling voor sociaal juridische dienstverlening, Sdu Uitgevers: Den Haag • Kronenberg, M.J. en De Wilde, B. (2008) Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht, 3e druk, Kluwer: Deventer ISBN 9789013043877 (ook te gebruiken voor de cursus formeel strafrecht)
Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student kan de belangrijkste leerstukken van het materiële strafrecht, zoals strafbare feiten, strafbaarheid, strafuitsluitingsgronden, poging, voorbereiding, deelneming, uitlokking en
302
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
303
MEDIATION VAARDIGHEDEN SJD DT
• •
• • Cursuscode
ADR-SJDD-355-08 •
Soort cursus Keuzecursus
• Beginvereisten De student heeft de keuzecursus Conflicthantering behaald.
•
De student kan incidenten, conflicten bespreekbaar maken en draagt bij aan de oplossing ervan. De student is in staat het probleem van de partijen te verhelderen en kan de mening van anderen begrijpen en tot uitwisseling van gedachten, gevoelens en wensen komen. De student is in staat ordening te brengen in de veelheid van feiten, belevingen en relaties. De student is in staat de communicatie tussen deelnemers aan een mediation te begeleiden door middel van interventies op het niveau van de inhoud, de procedure en het proces. De student is in staat vragen te stellen, die het proces een positieve wending geven. De student kent de plaats en functie van het (Harvard)onderhandelen in het mediationproces en kan dit proces begeleiden. De student is zich bewust van zijn eigen rol, kan deze helder toelichten en stelt zich open op. De student weet wat een neutrale en onafhankelijke positie inhoudt en is in staat deze positie vorm te geven (onder andere gedragsregels). De student waarborgt de privacy van partijen. De student draagt bij aan een positief werkklimaat en neemt zelf verantwoordelijkheid om verbeteringen aan te brengen. De student spreekt aan en laat zich aanspreken op. De student is in staat te reflecteren op zijn eigen rol (als mediator en in een samenwerkingsproces) en zijn eigen ontwikkeling vast te leggen in een portfolio. De student kan beschrijven hoe zijn gedrag, houding en motivatie zich verhouden tot het mediationproces. De student kan mediation in de eigen beroepspraktijk positioneren.
Studiebelasting 8 EC
•
Korte inleiding De student leert vaardigheden en technieken, die hij kan toepassen bij conflicten in diverse situaties met als doel het voorkomen en/of oplossen van conflicten teneinde een rechtsgang te voorkomen. Zowel tijdens de studie als in het beroep of in het privé-leven kunnen deze vaardigheden en technieken ingezet worden. De student is in staat conflicten te herkennen, verdere escalatie te voorkomen en bij te dragen aan het creatief oplossen van conflicten.
• •
Leerdoelen: • De student heeft kennis van het proces van mediation (fases: opening, exploratie, onderhandelen, en afronden). • De student kan een openingsgesprek houden. • De student is in staat zijn eigen wijze van communiceren te herkennen en te benoemen. • De student past gespreksvaardigheden toe (metacommunicatie, samenvatten, herformuleren). • De student verstaat het verschil tussen beleving en werkelijkheid. • De student is in staat zijn eigen rol in conflicten te herkennen en te benoemen. • De student beschikt over inlevingsvermogen en treedt anderen met respect tegemoet.
•
304
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
• •
•
Inhoud Deze cursus staat volledig in het teken van het aanleren van de diverse fasen van het mediationproces. Als verdieping op de cursus zal getracht worden te oefenen met de aangeleerde vaardigheden en technieken ten einde een bijdrage te kunnen leveren aan het mediationproces. Gedurende de cursus maakt de student diverse opdrachten. Onderwijsvorm Training
305
Toetsing: Portfolio, deelname, vaardighedentoets, huiswerkopdrachten
METHODIEK SJD DT
Presentie Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Studiewijzer Mediation SJD 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Reader Mediation • Fisher, Ury & Patton, Excellent onderhandelen, ISBN 90-2540113-9 • Handboek mediation,laatste druk, SDU-uitgevers • Internetsites zoals www.mediationnieuws.nl, www.justitie.nl, www.rechtspraak.nl, www.sgc.nl, www.nmi.nl
Cursuscode
ADR-SJDD-360-08
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 2 EC Korte inleiding De cursus biedt de student een basis van het methodisch werken. Hierop wordt in latere cursussen voortgebouwd. De centrale doelstelling is dat de student in staat is, uitgaande van concrete vragen of problemen, doelgericht en systematisch sociaal juridische problemen in samenhang te analyseren en op te lossen. Competenties 1.1, 1.2, 1.3, 1.5,1.8, 1.10 Leerlijn: Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student kan de probleem- en situatieanalyse uitvoeren. • De student kan doelen stellen. • De student kan de diverse strategieën om tot een sociaal juridische oplossing te komen overzien, en daaruit gefundeerde keuzes maken. • De student kan sociaal juridische beslissingen nemen en zich daarvoor verantwoorden. Inhoud In deze cursus staat de uitleg van het ‘fasemodel voor de rechtstoepassing’, vervolgens te noemen ‘het fasemodel’, centraal. Het uitgangspunt is dat de SJD’er in staat moet zijn diensten te verlenen
306
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
307
en/of beslissingen te nemen in situaties waar de toepassing van wetten en regels in het geding is. Deze materiële dienstverlening, met aandacht voor de immateriële aspecten, kan de SJD’er uitvoeren dankzij de vaardigheid heldere, overdraagbare probleem- en situatie analyses te kunnen maken. De SJD’er moet in staat zijn deze analyse methodisch uit te voeren. De student maakt zich het methodisch werken eigen aan de hand van de concrete uitwerking van casuïstiek. Naast de uitleg van het fasemodel wordt het specifieke van sociale juridische problemen toegelicht. Er wordt nagegaan aan welke voorwaarden oplossingen moeten voldoen. Het werken met het fasemodel wordt beschreven als methodiek op micro niveau. De relatie tussen cliënt, organisatie en de SJD’er is het onderwerp van methodiek op meso niveau. Methodiek op macro niveau, de betekenis van de maatschappelijke context, wordt concreet vertaald naar het gebruik van het fasemodel. Vervolgens is het een logische stap enkele specifieke kenmerken van SJD-methodiek aan de orde te stellen. Wat is het belang van de agogiek voor methodiek? In Methodiek wordt nog niet of nauwelijks ingegaan op de juridische aspecten van de probleemoplossing. Onderwijsvormen Werkcollege Toetsing De toetsing bestaat uit een individuele schriftelijke opdracht. Bij een onvoldoende verbetert de student hetzelfde werkstuk op de punten die de docent aangeeft. De verbeterde versie is de herkansing. Literatuur • Studiehandleiding en reader methodiek deeltijd (digitaal aangeboden) • Langen, C. (2005). Methodiek voor de Sociaal Juridische Dienstverlening. 4e druk, Uitgeverij H. Nelissen bv: Baarn ISBN 978 90 244 1469 7 • Aanvullende literatuur wordt tijdens de bijeenkomsten verstrekt.
NETWERKEN EN PRESENTEREN SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-190-06
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 2 EC Korte inleiding De training Netwerken en presenteren hangt nauw samen met de module Loopbaan- en competentieontwikkeling. Het is daarom aan te raden om de opdrachten die daar aan de orde zijn geweest nog eens goed te bekijken. Tijdens de training wordt ondersteuning geboden bij het vinden van voor de opleiding passend werk en/of vindt een verbreding plaats van de kennis over het SJD-werkveld. Competenties 2.1, 2.2, 2.3, 2.5, 3.3, 3.4 Leerlijn Vaardighedenleerlijn Leerdoelen • De student kan een vertaalslag maken van de persoonlijke (sociaal juridische) competenties naar functie-eisen uit het werkveld en de (toekomstige) loopbaan. • De student ontwikkelt netwerkvaardigheden. • De student verbetert de persoonlijke presentatie (schriftelijk en mondeling). Inhoud De netwerktraining is opgebouwd uit: • Vier opleidingsbijeenkomsten: - instructiebijeenkomst
308
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
309
•
•
- profileren&presenteren - themapresentatie - stand van zaken en afronding Drie themabijeenkomsten: Tijdens de eerste bijeenkomst verdelen de studenten zich naar interesse in enkele themagroepjes. De leden van zo’n groepje hebben – buiten de opleidingsbijeenkomsten – minimaal drie maal overleg met elkaar Verslag Tijdens de eerste bijeenkomst wordt een start gemaakt met het persoonlijk verslag. Gedurende de looptijd van het programma houdt iedere student dit bij en levert dit aan het einde van het programma in.
Onderwijsvorm Instructiebijeenkomsten, oefenen in netwerken en presenteren, thuisopdrachten, themagroepsbijeenkomsten, het voeren van netwerkgesprekken in de praktijk. Toetsing De drie hierboven genoemde onderdelen worden gelijkwaardig beoordeeld. Daarnaast actieve deelname en inzet tijdens de bijeenkomsten. Het gemiddelde van deze onderdelen bepaalt het eindcijfer. Presentie Voor deze training geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Studiewijzer Netwerken en presenteren SJD DT 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Eeden, R., Netwerken werkt, Het Spectrum: Utrecht ISBN 90 274 9826 1
310
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
ONDERHANDELEN 1 SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-370-07
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 2 EC Korte inleiding Onderhandelen is een techniek die dagelijks bewust en onbewust wordt gebruikt. In de SJD-beroepspraktijk is het beheersen van deze specifieke gesprekstechniek belangrijk, zoniet noodzakelijk. Onderhandelen 1 is een eerste oriëntatie hierop. Het accent ligt op het vergaren van de basiskennis met betrekking tot onderhandelen en het voorbereiden en uitvoeren van een onderhandelingsgesprek (tweegesprek). Competenties 1.1, 1.2, 1.8, 2.1, 2.2 Leerlijn Vaardighedenleerlijn. Leerdoelen • De student kan onderscheid maken tussen overtuigings-, onderhandelings- en vechtstrategieën. • De student kan een onderhandeling voorbereiden op grond van een adequate analyse van belangentegenstellingen, de (afhankelijkheids-)posities en de verantwoordelijkheden van de betrokkenen, de machtsbalans en de relevante inhoud. • De student kan op grond van een analyse ter zake doende doelstellingen formuleren en strategische voornemens uitwerken.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
311
•
De student kan een onderhandelingsgesprek (tweegesprek) voorbereiden en uitvoeren.
Inhoud Onderhandelen is het zodanig beïnvloeden van de tegenpartij dat de onderhandelaar met behoud van een werkrelatie een maximaal resultaat weet te bereiken. Beide partijen hebben deels gemeenschappelijke, deels tegenstrijdige belangen. In de beroepspraktijk van de SJD’er manifesteert de onderhandeling zich vaak in de vorm van belangenbehartiging. Je doel bereik je met behulp van strategische voornemens die je stapsgewijs uitwerkt door middel van bepaalde tactieken. Onderhandelen is een veel voorkomende activiteit van de SJD’er, zo zal tijdens de cursus blijken.
ONDERHANDELEN 2 SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-M123-03
Soort cursus Verplichte keuzecursus. In plaats van Onderhandelen 2 kunnen studenten ook Gespreksvoering 2 volgen.
Onderwijsvormen Training
Beginvereisten Onderhandelen 1 is met een voldoende afgerond.
Toetsing • Individuele schriftelijke opdracht • Mondelinge opdracht (uitvoeren van een rollenspel van een onderhandelingsgesprek: duur 0,5 uur)
Studiebelasting 2 EC
Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Studiewijzer Onderhandelen 1 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Mastenbroek, W.F.G., Onderhandelen, 17e druk, Het Spectrum: Utrecht ISBN 978 90 274 2937 5
Korte inleiding De cursus is een aanvulling op en een verdieping van Onderhandelen 1. Bij Onderhandelen 1 wordt de student in de gelegenheid gesteld om kennis te nemen van de theoretische basis die ten grondslag ligt aan het onderhandelen. Deze basis werd praktisch toegepast in tweegesprekken. Bij onderhandelen 2 wordt hierop verder gegaan en worden specifieke onderhandelingssituaties behandeld. Tevens kan de student zelf casuïstiek inbrengen. Competenties 1.1, 1.2, 1.7, 1.9, 1.10, 2.5 Leerlijn Vaardighedenleerlijn Leerdoelen • De student verdiept zijn kennis van en inzicht in onderhandelingsvaardigheden. • De student weet hoe te onderhandelen in complexe situaties (met meerdere partijen, met een machtiger partij, namens een achterban en met emotionele partij).
312
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
313
•
De student kent zijn sterke en zwakke kanten in het onderhandelen.
Inhoud Er worden verschillende benaderingen van het onderhandelen aan de orde gesteld. Onderhandelen bij verschillende partijen maakt de situatie complexer. Zowel bij onderhandelen als bij overtuigen speelt de kwaliteit van de voorbereiding en argumentatie een rol. De thema’s zijn onder andere: • onderhandelen met een machtiger partij • onderhandelen namens een achterban • het voorzitten van een onderhandeling • van vechten naar onderhandelen Onderwijsvormen De training wordt als meerdaagse training aangeboden. Hierin worden verschillende werkvormen (hoorcollege, groepsdiscussie, praktijksimulatie) gebruikt. Toetsing Vooraf: Individuele opdracht (Voorbereidingsopdracht: het invullen van een intakeformulier en het analyseren van een casus) Tijdens: Beoordeling van de individuele deelname aan de training Achteraf: Individuele opdracht (analyse van een eigen casus aan de hand van de nieuw verworven theorie en vaardigheden) Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Studiewijzer Onderhandelen 2 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Mastenbroek, W.F.G., Onderhandelen, 17e druk, Het Spectrum: Utrecht ISBN 978 90 274 2937 5
ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-400-08
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Een SJD’er doet regelmatig onderzoek. Zo bereidt hij gesprekken met cliënten voor door bijvoorbeeld dossiers uit te pluizen en relevante regelingen en wetten te bestuderen. Ook zal hij onderzoek doen bij het schrijven van een beleidsvoorstel of het bespreken van een casus met collega’s. Verder komt een SJD’er in aanraking met onderzoek dat door anderen uitgevoerd is. Hierbij kan worden gedacht aan een misdaadmonitor of een tevredenheidsonderzoek. Maar ook krantenberichten kunnen gebaseerd zijn op onderzoeksgegevens. Kortom, een SJD’er moet bekend zijn met het kunnen opzetten, uitvoeren en evalueren van een onderzoek in de SJDberoepspraktijk, maar ook met het op waarde schatten van bestaand onderzoek. Competenties 2.4, 2.8, 3.1 Leerlijn Vaardighedenleerlijn Leerdoelen • De student heeft kennis van zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek en is in staat een voor de doelstelling relevante onderzoeksmethode te kiezen. • De student is in staat kennis en vaardigheden te ontwikkelen met betrekking tot het opzetten van een onderzoek ten behoe-
314
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
315
•
• • •
ve van verschillende sociaal juridische vraagstukken en cliënten (doelgroepen). De student is in staat heldere conclusies en aanbevelingen te formuleren op basis van het door hem verzamelde onderzoeksmateriaal. De student is in staat tot het formuleren van een doelstelling, vraagstelling en plan van aanpak van het onderzoek. De student is in staat data te verzamelen, en deze te analyseren. De student is in staat een rapportage van het onderzoek op te stellen.
Inhoud Aan de hand van een concreet zelf geformuleerd probleem en met behulp van een zelf uit te voeren oefenonderzoek, wordt kennis gemaakt met de techniek en de praktijk van het op SJD werkterrein gerichte praktijkonderzoek. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van een bestaande opdrachtgever die de student zelf zoekt. Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege, spreekuur Toetsing Schriftelijke opdracht. Hierin wordt verslag gedaan van het onderzoek wat uitgevoerd is in opdracht van een bestaande opdrachtgever. Daarnaast worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. Literatuur • Studiewijzer Onderzoeksvaardigheden SJD-DT 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Boek wordt nader bekend gemaakt • Aanvullend studiemateriaal wordt via de workspace beschikbaar gesteld.
PENSIOENRECHT SJD K
Cursuscode
ADR-SJDM-098-08
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Het recht op pensioen neemt binnen de arbeidsvoorwaarden tegenwoordig een belangrijke plaats in. Dit is het gevolg van onder meer een terugtredende overheid op het gebied van sociale zekerheid, de toenemende individualisering (werknemers willen zelf graag bepalen wanneer zij met pensioen gaan) en de toenemende vergrijzing. Voor SJD’ers die interesse hebben in functies bij de vakbond, het UWV, ouderenbonden en op het gebied van personeelszaken, is kennis van het pensioenrecht daarom van groot belang. In deze cursus wordt niet alleen ingegaan op het eigenlijke pensioenrecht, maar ook op de relatie van dit recht met sociale zekerheid, arbeidsrecht en belastingrecht. Daarbij kan gedacht worden aan de totstandkoming en uitvoering van de pensioentoezegging, pensioen en ontslag / arbeidsongeschiktheid en de fiscale behandeling van pensioenen. Leerdoelen • De student kent het Nederlandse pensioenrecht en pensioenbeleid. • De student verwerft kennis over de positie van het pensioenrecht in het fiscale-, arbeids-, socialezekerheidsrecht en gelijke behandelingswetgeving. • De student heeft inzicht in de ontwikkelingen van het pensioen op nationaal en Europees niveau.
316
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
317
• •
De student heeft inzicht in de financiering van pensioenregelingen. De student heeft inzicht in de pensioenopbouwsystemen.
PERSONEN- EN FAMILIERECHT SJD DT K
Inhoud • wetgeving (pensioenen, arbeid en sociale zekerheid) • Europese en nationale ontwikkelingen op het terrein van pensioenen (Richtlijnen en Pensioenconvenant) • jurisprudentie (Europees en nationaal)
Cursuscode
Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege
Soort cursus Keuzecursus
Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen en een of meerdere casusvragen) Gedurende het tentamen is gebruik van wetgeving en rekenmachine toegestaan.
Studiebelasting 3 EC
Literatuur Reader Pensioenrecht
ADR-SJDD-J322-03
Korte inleiding Deze cursus bevat een inleiding in het personen- en familierecht (boek 1 BW) en in het erfrecht (boek 4 BW). Enige kennis van deze onderwerpen is een vereiste in de meeste werkvelden van een SJD’er. Competenties 1.3, 1.5, 1.6 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student maakt kennis met de hoofdlijnen van het personenen familierecht. • De student maakt kennis met de hoofdlijnen van het erfrecht. Inhoud • de persoon, verwantschap, minderjarigheid. • huwelijk, huwelijksvermogensrecht, ongehuwd samenwonen. • ouderschap en kinderen (ouderlijk) gezag, voogdij. • curatele en beschermingsbewind • erfrecht Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege
318
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
319
Toetsing Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen) Literatuur • Studiewijzer Personen- en familierecht 2008 – 2009 (digitaal aangeboden) • Wettenverzameling voor sociaal juridische dienstverlening 08-09, Sdu Uitgevers: Den Haag • NIZW, Grote Almanak voor informatie en advies, juli-december 2008, uitgave NIZW • Mr. J. van Duijvendijk-Brand en Prof. Mr. S.F.M. Wortmann, Compendium Personen- en familierecht, Deventer, 10e druk, ISBN 9789013052527
POLITICOLOGIE SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-163-06
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Wat kenmerkend is voor al de organisaties waar SJD’ers werkzaam zijn, is dat de politiek een grote invloed heeft op het functioneren van die organisaties. De politiek bepaalt de hoogte van subsidies. Er wordt door verschillende politieke partijen verschillend gedacht over hoe ver de overheidsinvloed zou moeten gaan. Er wordt door de politiek verschillend gedacht over nut en hoogte van straffen etc. Van studenten wordt bij deze module veel intrinsieke motivatie verwacht en daarnaast een ruime belangstelling voor politiek en actualiteit. Studenten zullen zelf een actueel politiek onderwerp mogen uitkiezen en dit daarna in groepsverband uitwerken. Aan het einde van de periode leggen de studenten een individueel mondeling tentamen af. Leerdoelen • De student heeft inzicht in achtergronden en waarden van de democratie en rechtsstaat. • De student heeft inzicht in ontwikkeling van de parlementaire democratie in Nederland; afzonderlijke klassieke politicologische thema’s. • De student heeft inzicht en kennis die nodig is om mee te denken over de verdere ontwikkeling van staat en samenleving.
320
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
321
Inhoud • democratie • rechtsstaat • ontwikkeling parlementaire democratie in Nederland • politieke partijen • actuele kwesties Onderwijsvorm Openingscollege en spreekuren
PRAKTIJKTIJD SJD DT JAAR 1 TOT EN MET 4.
Toetsing • Groepsopdracht • Individueel mondeling tentamen
Cursuscodes: Praktijktijd niveau Praktijktijd niveau Praktijktijd niveau Praktijktijd niveau
Literatuur • Reader (digitaal aangeboden)
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting Praktijktijd niveau Praktijktijd niveau Praktijktijd niveau Praktijktijd niveau
1, 1, 2, 2,
jaar 1 SJD DT ADR-SJDD-300-06 jaar 2 SJD DT ADR-SJDD-I124-03 deel 1 SJD DTADR-SJDD-I134-03 deel 2 SJD DTADR-SJDD-I144-03
1, 1, 2, 2,
jaar jaar jaar jaar
1 2 3 4
SJD SJD SJD SJD
DT: DT: DT: DT:
20 20 26 20
EC. EC. EC. EC.
Korte inleiding De deeltijdopleiding kent, in vergelijking met de voltijdopleiding, een andere wijze waarop de ervaring met uitvoerend SJD-werk in de opleiding een plaats krijgt: het zogenaamde ‘concurrency-beginsel’, waarbij in het leerproces van de student werkervaring en studie met elkaar worden gecombineerd. De deeltijdopleiding kent geen stage, in plaats daarvan vervullen deeltijdstudenten praktijktijd. Deze tekst heeft betrekking op de praktijktijd van alle studiejaren van de deeltijdopleiding SJD. De praktijktijd van het eerste en tweede jaar wordt uitgevoerd op minimaal niveau 1, de praktijktijd van jaar drie en vier is op praktijktijd niveau 2 Leerlijn Integrale leerlijn Competenties en leerdoelen Praktijktijd niveau 1 De student is in staat om binnen de context van de organisatie:
322
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
323
-
het eerste contact aan te gaan met één cliënt of een groep cliënten en indien nodig adequaat door te verwijzen - met de cliënt een probleemanalyse helder te krijgen - de cliënt op maat te informeren, te adviseren en te begeleiden - juridisch relevante informatie te verzamelen, en daarbij eventueel gebruik te maken van geautoriseerde systemen - vraagstukken uit de SJD beroepspraktijk te behandelen waarop standaardprocedures van toepassing zijn Door middel van het werkstuk praktijktijd toont de student aan dat hij minimaal één van de bovenstaande doelen realiseert in de praktijk op MBO niveau. Praktijktijd niveau 2 Dimensie 1: direct uitvoerend werk t.b.v. cliënt(en) De student is in staat om binnen de context van de organisatie: - met een cliënt of groep cliënten zelfstandig het eerste contact aan te gaan naar aanleiding van een sociaal juridisch vraagstuk, een helder beeld van de cliënt(en) op te bouwen en, indien nodig, adequaat door te verwijzen - samen met de cliënt(en) de situatie systematisch te verkennen en de probleemanalyse helder te krijgen tegen de achtergrond van de eigen autonomie van de cliënt - de vraag van de cliënt(en) te relateren aan en te analyseren op basis van sociaal juridische inzichten (incl. jurisprudentie) - de relevante informatie te verzamelen (achtergronden, regelgeving) met gebruikmaking van geautoriseerde systemen en onder handhaving van regelgeving m.b.t. privacy en geheimhouding - op systematische wijze de relevante informatie uit te werken naar een sociaal juridische context, gebruikmakend van relevante wet- en regelgeving - te bepalen wat zinvolle oplossingsstrategieën zijn gebruik makend van wetboeken, beleidsstukken, literatuur en rechtspraak - de cliënt(en) adequaat en op maat te informeren, te begeleiden, te adviseren en te coachen - op basis van een plan van aanpak methodisch en doelgericht het sociaal juridische vraagstuk op te lossen met de daarbij behorende juridische, geprotocolleerde schriftelijke uitingen (bezwaaren verweerschriften, rapportages) in correct Nederlands - vraagstukken in de beroepspraktijk te behandelen waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn - het proces van dienstverlening adequaat af te sluiten, te evalu-
324
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
eren en te reflecteren op het eigen beroepsmatig handelen en de gemaakte keuzes Dimensie 2: werken in en vanuit de organisatie De student is in staat om binnen de context van de organisatie: - vanuit de eigen rol en positie in de organisatie efficiënt en effectief samen te werken met collega’s - een afweging te maken tussen de verschillende rollen van de sociaal juridisch dienstverlener - binnen de organisatie een bijdrage te leveren aan beleidsvoorbereiding en beleidsbepaling - samen te werken met andere instellingen en beroepsgroepen, vanuit een eigen sociaal juridisch kader, ten behoeve van de cliënt - signalering van veranderingen in wet- en regelgeving Door middel van het werkstuk praktijktijd toont de student aan dat hij bovenstaande doelen realiseert in de praktijk minimaal op MBO+ niveau of aanvangsniveau HBO. Inhoud praktijktijd In de deeltijdroute maakt de praktijktijd op twee verschillende manieren deel uit van de deeltijdopleiding: • praktijktijd niveau 1 (eerste en tweedejaar) • praktijktijd niveau 2 (derde en vierde jaar). Algemene randvoorwaarden praktijktijd a. Studenten kunnen zelf plannen, hoeveel studiepunten van de praktijktijd zij per jaar realiseren, waarbij zij rekening moeten houden met de eisen van het bindend studieadvies aan het eind van het eerste jaar, de toelatingeisen voor de thematische supervisie en het eindgesprek. Echter, het is in principe niet mogelijk om in een studiejaar meer studiepunten te behalen dan maximaal kunnen worden behaald tot en met het studiejaar waarin de student zich bevindt. b. Studenten die hun uren praktijktijd opbouwen in meerdere werksituaties, dienen iedere praktijkplaats voor te leggen aan de opleiding middels een werkstuk praktijktijd. Praktijktijd niveau 1 Als praktijktijd niveau 1 gelden werkzaamheden, die ofwel liggen op het terrein
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
325
van de sociale dienstverlening (b.v. inrichtingswerk) ofwel juridisch van aard zijn (b.v. juridisch bureauwerk). Deze werkzaamheden dienen minimaal op MBO niveau te zijn. Praktijktijd niveau 1 in het eerste studiejaar: a. In het eerste studiejaar kan een student maximaal 20 EC voor de praktijktijd behalen. Een geringere omvang van het aantal EC voor praktijktijd dan standaard is mogelijk. In dat geval kunnen de studiepunten praktijktijd (om te voldoen aan het Bindend Studie Advies) worden ingevuld door onderwijsactiviteiten ((keuze)cursussen). De ontbrekende studiepunten praktijktijd voor het eerste jaar dienen later in de opleiding alsnog te worden behaald. b. Voor het behalen van studiepunten praktijktijd van het eerste studiejaar kunnen studenten een ministage doen. De ministage dient ondersteunend te zijn bij het vinden van relevant werk en levert 2 EC op. In het eerste studiejaar mogen maximaal twee ministages worden gedaan, waarvan één middels een opdracht kan worden uitgebouwd tot maximaal 8 EC. Op deze manier kunnen maximaal 10 EC praktijktijd worden behaald. Met de coördinator praktijktijd dient te worden overlegd over de invulling van de ministage. Voor het uitbreiden van de ministage middels het uitvoeren van een opdracht is voorafgaande toestemming van de coördinator noodzakelijk. c. Indien de student tot maximaal drie jaar voorafgaand aan de aanvang van de opleiding werkzaam was in een functie op praktijktijd niveau 1 of 2, kunnen de gewerkte uren (bij een voldoende werkstuk) tot een maximum van 20 EC gebruikt worden voor praktijktijd jaar 1. Ook in dit geval dient de student te overleggen met de coördinator praktijktijd. Praktijktijd niveau 2 Bij praktijktijd niveau 2 is de combinatie sociaal juridisch werk vereist. Niveau 2 is reëel SJD-werk. De eisen gesteld aan praktijktijd op niveau 2 zijn daarmee hoger dan de eisen van praktijktijd niveau 1. Wie beschikt over praktijktijd niveau 2 heeft automatisch voldaan aan de eisen van praktijktijd niveau 1. Voor niveau 2 dient een student de sociaal juridische werkzaamheden uit te voeren op minimaal MBO+ of aanvangsniveau HBO. Praktijktijd niveau 2 wordt vanuit de opleiding gesuperviseerd tijdens het derde studiejaar ( zie Thematische supervisie). Praktijktijd
326
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
op niveau 2 wordt in principe gerealiseerd in het derde en vierde jaar van de opleiding. Randvoorwaarden en inhoudelijke eisen van praktijktijd niveau 2: a. Praktijktijd niveau 2 dient verricht te worden in functies waarin de werkzaamheden zowel een juridische als een methodisch resp. sociale component bevatten. De student dient binnen de organisatie een functie te vervullen, waarbij hij zelf verantwoordelijkheid draagt, of leert dragen, voor de dienstverlening. b Praktijktijd niveau 2 dient in beginsel bezoldigd werk te zijn, gebaseerd op een arbeidscontract. c. Namens de organisatie wordt bij de afronding voor de gewerkte uren getekend via een urenregistratieformulier. Dit formulier wordt voorzien van een stempel van de organisatie. d. De werkzaamheden moeten liggen op MBO+ niveau of HBOaanvangsniveau, eventueel op MBO-niveau met groeiperspectief (dit laatste uitsluitend na overleg met de opleiding). e. De student moet aan beleidsvoorbereiding deelnemen en zelfstandig werk verrichten in samenwerking met gekwalificeerde beroepskrachten. f. De student werkt niet als zelfstandige zonder personeel. g. Met praktijktijd niveau 2 begint een student volgens de modelroute bij aanvang van het derde cursusjaar met een minimum omvang van 19 uur per week (een grotere omvang is aanbevelenswaardig). De start van praktijktijd niveau 2 loopt gelijk met de start van de supervisie. Het is ook mogelijk om met beide te starten in periode B en C van het derde jaar h. Het totaal aantal praktijkuren moet in principe worden voldaan gelijktijdig met het volgen en afronden van de overige studieonderdelen van het derde resp. vierde jaar. i. Tijdens de thematische supervisie dient de praktijktijd in principe in één organisatie te worden uitgevoerd. Toetsing Toetsing van de praktijkplaats vindt plaats via een individueel werkstuk. Ieder jaar vindt toetsing plaats via een werkstuk. Tijdens toetsing stelt de opleiding vast of de praktijkplaats voldoet aan de eisen van niveau 1, dan wel niveau 2. Daarnaast wordt het leerproces van de student op de praktijkplaats gevolgd. De student dient een aantal bewijsstukken te overleggen, waaronder een arbeidscontract, functieomschrijving, beroepsproduct(en) en een ingevuld, door de
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
327
opleiding verstrekt, urenregistratieformulier. Met het ondertekenen en stempelen van het urenregistratieformulier verricht de organisatie waarvoor de student werkt haar specifieke aandeel in de erkenning van praktijktijd op niveau 1 of niveau 2. Studiepunten praktijktijd worden uitsluitend toegekend over reeds gewerkte uren en indien het hierover geschreven werkstuk als voldoende is beoordeeld. Literatuur Studiewijzer Praktijktijd 2008-2009 (digitaal aangeboden)
PRESENTATIE SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-385-06
Soort cursus Verplicht voor studenten van de vierjarige voor zover deze niet afstuderen via scriptie en eindgesprek. Studiebelasting 1 EC Korte inleiding In welke functie en op welk niveau een SJD’er ook werkzaam is binnen zijn organisatie, het is zeer belangrijk dat hij zijn visie en standpunten helder en overtuigend voor het voetlicht kan brengen. Of het nu voor een grote groep mensen is of voor een beperkt publiek, of het nu “internen“ of “externen” betreft, zijn boodschap moet zijn toehoorders bereiken. Hoe dit gebeurt is niet alleen afhankelijk van zijn doelgroep, maar ook van zijn eigen vaardigheden. Oefening, praktische handvatten, verschillende werkvormen en feedback op de eigen presentatie zijn onmisbaar om dit te bewerkstelligen. In deze cursus worden naast een aantal practica ook spreekuren gehouden. De cursus wordt in nauwe samenwerking met het Thema Visie op het beroep gegeven. Competenties 1.7 Leerlijn Vaardighedenleerlijn Leerdoelen • De student kan effectief een presentatie voorbereiden. • De student kan de presentatie op de doelgroep afstemmen.
328
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
329
• • • • • • •
De student kan de presentatie op een pakkende manier openen. De student presenteert een gestructureerd verhaal. De student weet de meest geschikte werkvorm te kiezen en te gebruiken. De student kan de presentatie op een overtuigende wijze afsluiten. De student hanteert vragen en reacties adequaat. De student is zich bewust van zijn eigen kracht bij het houden van presentaties. De student is zich bewust van zijn eigen verbale en non-verbale gedrag en het non-verbale gedrag van de doelgroep.
Presentieregeling Verplichte aanwezigheid tijdens de trainingspractica. Literatuur Aanvullende informatie (digitaal aangeboden)
Inhoud Praktisch oefenen en het krijgen van feedback staan centraal in deze cursus. De inhoud van de presentatie bestaat uit het product dat de student heeft ontwikkeld in het kader van het Thema: Visie op Beroep. In de training krijgt hij handvatten voor het bouwen, structureren en afstemmen van een presentatie. Ook zal er ruime aandacht zijn voor de te gebruiken werkvormen. Wat past het beste bij de student en zijn toehoorders? Vervolgens oefent de student in de training (delen van) zijn presentatie en krijgt hierop feedback van de trainer en medestudenten. Hierdoor krijgt de student zicht op zijn eigen kracht in presentaties. Van daaruit worden de individuele presentaties bijgeschaafd, zodat een persoonlijke en optimale presentatie ontstaat. De student leert vanuit zijn persoonlijke kracht zijn mogelijke valkuilen te omzeilen. Ook wordt ingegaan op de interactie met het publiek. Hierbij gaat het ook om mogelijke lastige vragen en reacties vanuit het publiek. Daarnaast is er de gelegenheid om verdere vragen aan de trainer voor te leggen tijdens het spreekuur op afspraak. Onderwijsvorm Training en spreekuren Toetsing Mondelinge opdracht. Ter afsluiting van dit vak verzorgt de student een individuele presentatie van maximaal 30 minuten. De student nodigt zelf minimaal 5 en maximaal 10 mensen uit privé- en werkomgeving uit als toehoorder.
330
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
331
PSYCHOLOGIE SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-380-06
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Tijdens deze cursus wordt kennis gemaakt met een sociaal wetenschappelijke discipline die de theoretische basis vormt voor de agogische vaardigheden en specifieke werkmethoden van de sociaal juridische beroepsuitoefening. In de cursus psychologie wordt elementaire kennis aangedragen die van cruciaal belang is voor het beroepsmatig handelen van de SJD’er. De theorieën, begrippen en thema’s die aan de orde komen staan in direct verband met vraagstukken en dilemma’s uit de sociaal juridische beroepspraktijk. Competenties 1.2, 2.1, 3.1, 3.3 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student heeft kennis en inzicht in een aantal stromingen en basisthema’s uit de psychologie. • De student heeft kennis van en inzicht in de invloed van psychologische kennis en opvattingen op de agogische vaardigheden en methodiek van de SJD’er. • De student heeft inzicht in de wijze waarop psychologische kennis een bijdrage kan leveren aan praktische problemen en werkdilemma’s uit de beroepspraktijk van de SJD’er.
332
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Inhoud Deze cursus is een inleiding in de psychologie en vormt de theoretische basis van de methodische en agogische vaardigheden van de SJD’er. Vier belangrijke psychologische stromingen komen aan de orde: psychoanalyse, behaviorisme, humanistische psychologie en systeemtheorie. Elke stroming vertegenwoordigt een bepaalde kijk op hoe mensen in elkaar zitten, hoe problemen ontstaan en wat de achtergrond is van hun gedrag. Deze stromingen vormen de theoretische basis voor verschillende visies op hulp- en dienstverlening. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de persoonlijkheid en de wisselwerking tussen het individu en zijn omgeving oftewel sociale psychologie. Een aantal beroepsrelevante thema’s worden uitgewerkt, namelijk criminaliteit en arbeid. Overzicht van het programma: • inleiding psychologie • psychoanalyse • behaviorisme • humanistische psychologie • systeemtheorie • persoonlijkheid • sociale psychologie • criminaliteit • arbeid en burnout Onderwijsvorm Door middel van hoor- en werkcollege, videomateriaal, leesopdrachten en zelfstudie wordt de student gestimuleerd om vanuit uiteenlopende psychologische stromingen en visies te leren analyseren en redeneren op micro- en mesoniveau. Tijdens de hoorcolleges wordt de student gestimuleerd om zelf verbanden te leggen tussen de psychologie enerzijds en methodische en agogische vraagstukken uit de praktijk van de Sociaal Juridische Dienstverlening anderzijds. Toetsing Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen) Literatuur • Reader en studiewijzer Psychologie 2008-2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
333
• •
Wijsman, P.E. (2005) Psychologie & Sociologie, 4e (herziene) druk, Wolters-Noordhoff : Groningen, ISBN 9001400035 Aanvullende literatuur wordt via de studiewijzer en/of de workspace bekend gemaakt.
PSYCHOLOGIE VAN DE ADOLESCENTIE SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K167-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Jongeren (adolescenten) vormen een specifieke doelgroep in de sociaal juridische dienstverlening. De cursus is een introductie in de psychologie van de adolescentie en behandelt de specifieke kenmerken van deze levensfase. De student krijgt kennis en inzicht in de manier waarop de adolescentie het gedrag en de communicatie met een cliënt in deze levensfase kan beïnvloeden. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de praktische consequenties voor de dienst- en hulpverlening aan adolescenten. Leerlijnen Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student kan aan de hand van de theorie van de psychologie van de adolescentie benoemen wat de invloed van deze specifieke levensfase is voor het gedrag en de communicatie met de cliënt. • De student kan een verband leggen tussen de adolescentie als levensfase en een specifieke SJD-problematiek. • De student werkt een specifieke SJD-problematiek uit die samenhangt met de adolescentie aan de hand van de biologische, sociale, psychische en cognitieve ontwikkeling van de cliënt en geeft advies voor een oplossing. • De student beschrijft ten aanzien van de gekozen problematiek de betreffende juridische wet- en regelgeving.
334
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
335
•
De student presenteert tijdens een lespresentatie op gestructureerde en boeiende wijze de gekozen SJD problematiek.
Inhoud De levenslooppsychologie houdt zich bezig met het bestuderen van leeftijdsgebonden veranderingen binnen de levensloop van de mens. In het menselijke gedrag treden veranderingen op, die samenhangen met verschillende levensfasen. Deze vertonen een onderlinge samenhang en verlopen voor veel individuen op dezelfde manier ondanks de verschillen met betrekking tot levensgeschiedenis en omstandigheden. Deze keuzecursus behandelt één belangrijke levensfase uit de levenslooppsychologie: de adolescentie. In het programma komen een aantal algemene ontwikkelingsaspecten aan de orde die gekoppeld zijn aan deze levensfase. Daarnaast wordt gekeken naar mogelijke problematische ontwikkelingen (criminaliteit, depressie etc.), die zich in deze periode kunnen voordoen. Ook worden relaties gelegd met specifieke ontwikkelingsaspecten in voorafgaande en opvolgende levensfasen. Omdat de culturele achtergrond soms een andere benadering van het probleem vraagt, wordt ook aandacht besteed aan allochtone jongeren.
presentatie over SJD-problematiek die samenhangt met de adolescentie (10 -15 pagina’s) Literatuur • Studiewijzer Psychologie van de Adolescentie 2008-2009 • De Wit, J., Slot, W. en Van Aken, M. (2004) Psychologie van de adolescentie, Basisboek, 23e druk, HB uitgevers ISBN 978 9055742103
Rode draad: Wat voor invloed heeft de adolescentie als levensfase op de communicatie en het gedrag van cliënten en hoe kan de SJD’er hier vanuit de verschillende beroepsrollen op een adequate manier op inspelen? Aan de orde komen onder andere: • Theorieën over de adolescentie • Biologische ontwikkeling tijdens de adolescentie • Cognitieve ontwikkeling tijdens de adolescentie • Sociale ontwikkeling tijdens de adolescentie • Psychische ontwikkeling tijdens de adolescentie • Problematische ontwikkelingen tijdens de adolescentie • Dienst en- hulpverlening aan adolescenten Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege, videokijkopdrachten , zelfstudie, leesopdrachten, interview en presentatie Toetsing Schriftelijke opdracht (Take home tentamen, inclusief interview en
336
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
337
RECHTSFILOSOFIE SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-F090-04
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding In deze cursus bezinnen we ons op de fundamenten van het recht. Daartoe staan vragen centraal als: Wat is recht? Wat is rechtvaardigheid? Is recht rechtvaardig? Wat doen we met onrechtvaardige wetten? Wat zijn rechtsbeginselen? Welke taak heeft de overheid in een democratische rechtstaat? Waartoe dient ons strafrecht en heeft dit wel het gewenste effect? Competenties 3.1, 3.3, 3.4
Inhoud Centraal staan verschillende filosofische visies op recht en maatschappij, die worden verbonden met actuele onderwerpen zoals terrorismebestrijding, tbs, zinloos geweld, geweldloos verzet, democratische waarden, gelijkheid als rechtsbeginsel, jeugd en strafrecht, bemiddeling tussen dader en slachtoffer. Belangrijke rechtsfilosofische vraagstukken komen aan de orde aan de hand van de volgende vijf thema’s: • recht en rechtvaardigheid • recht en moraal • onrechtvaardige wetten • rechtvaardiging van geweld • het recht om te straffen Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege Toetsing Schriftelijk tentamen (meerkeuze vragen en een open vraag) Literatuur • Studiewijzer en reader Rechtsfilosofie 2008/2009 (digitaal aangeboden) • Rijpkema, P.P. (2003). Grondrechten van het recht, 2, Achtergronden. 2e druk, Boom juridische uitgevers: Den Haag ISBN 90 5454 331 0
Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student kan relevante rechtsfilosofische begrippen en theorieën met betrekking tot de grondslagen van het recht hanteren in samenhang met ons rechtssysteem. • De student herkent rechtsfilosofische aspecten in de beroepspraktijk en in de maatschappelijke actualiteit. • De student vormt zich een weloverwogen en op argumenten gebaseerde mening over actuele en in de beroepspraktijk voorkomende rechtsfilosofische kwesties. • De student denkt kritisch na in samenhang met de beroepsuitoefening over de visie of achterliggende gedachte van wet- en regelgeving (datgene wat de wetgever beoogt).
338
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
339
SCHRIFTELIJKE COMMUNICATIE 1 SJD DT
Inhoud In deze cursus leert de student met behulp van voorbeelden uit de actuele beroepspraktijk doelgericht te formuleren. De opbouw en de samenhang van teksten worden besproken. Logisch argumenteren zal hier onderdeel van zijn. Om het stijlgevoel te ontwikkelen maakt de student kennis met verschillende soorten teksten. De student zal ook zelf een tekst schrijven. Onderwijsvorm Werkcollege
Cursuscode
ADR-SJDD-390-08
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 2 EC Korte inleiding Taalbeheersing is zowel een praktische beroepsvaardigheid als een belangrijke studievaardigheid die de hbo-student, vanuit het standpunt van algemene vorming en de SJD-beroepspraktijk, zich eigen moet maken. In deze cursus staat het structureren en schrijven voor een specifieke doelgroep binnen de professionele context centraal.
Toetsing Individuele schriftelijke opdracht. Literatuur • Studiewijzer schriftelijke communicatie 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Valbracht, J.G. en Gerlofs, J.M. (2005) Schrijfvaardigheid in de Rechtspraktijk. 1e druk, Boom Juridische Uitgevers: Den Haag ISBN 9054545674 • Aanvullende informatie wordt digitaal verstrekt via de workspace.
Competenties 1.8, 2.6 Leerlijn Vaardighedenleerlijn Leerdoelen De student schrijft teksten die voldoen aan de criteria voor effectieve schriftelijke communicatie. De student kan het doel, de doelgroep en de context van teksten bepalen en beschrijven. De student kan de juiste inhoud selecteren. De student kan informatie goed structureren. De student kan de tekst begrijpelijk, passend en correct formuleren.
340
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
341
SEKSUOLOGIE SJD K
Cursuscode
ADR-SJDM-040-08
Soort cursus Keuzecursus
inrichting. Maar ook is confrontatie mogelijk met cliënten die er andere normen en waarden op na houden dan de dienstverlener zelf. De seksuologie bestudeert de biologische, psychologische en sociale aspecten van seksualiteit. Thema’s die in deze cursus aan bod komen zijn geselecteerd op de mate van samenhang met het werkveld van de SJD’er. Thema’s zijn: seksuele ontwikkeling en identiteit; seksualiteit en cultuur; seksuele problemen en stoornissen; daders seksueel geweld en misbruik; slachtoffers seksueel geweld en misbruik etc. Onderwijsvorm Werkcollege, zelfstudie en projectopdracht
Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Binnen deze keuzecursus wordt een aantal aspecten uit de seksuologie die relevant zijn voor de sociaal juridische dienstverlening behandeld. Daarbij kan worden gedacht aan vragen en of problemen rond de sekse-identiteit, seksuele problemen, normen en waarden, voorlichting en seksueel geweld. Van de studenten wordt verwacht dat zij beschikken over de basiskennis ten aanzien van de psychologie, sociologie en eventuele andere funderende cursussen.
Toetsing • Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen) • Groepsopdracht. Het tentamencijfer bepaalt 70% van het eindcijfer, het cijfer voor de groepsopdracht 30%. Literatuur Reader Seksuologie SJDK (de laatste versie)
Leerdoelen • De student is zich bewust van diverse opvattingen in de maatschappij ten aanzien van seksualiteit. • De student kent zijn eigen houding, normen en waarden ten aanzien van seksualiteit. • De student leert vragen en problemen waar seksualiteit een rol in speelt bespreekbaar te maken en kan hierbij adequaat reageren. • De student kan seksueel geweld bespreekbaar maken en verwijzen naar de juiste instanties. Inhoud Een SJD’er kan op verschillende momenten en plaatsen in aanraking komen met cliënten die een probleem hebben met betrekking tot seksualiteit. Denk bijvoorbeeld aan slachtoffers van seksueel geweld in de jeugdzorg of zedendelinquenten in een penitentiaire
342
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
343
SJD EN MULTICULTURELE SAMENLEVING SJD DT
•
• Cursuscode ADR-SJDD-F004-04 • Soort cursus Verplichte cursus
•
tuur op het denken en handelen van mensen en de effecten van migratieprocessen op het individu en de samenleving en kan dit vertalen naar de beroepspraktijk. De student heeft kennis over en inzicht in de betekenis van de cultuurverschillen op de communicatie met cliënten in verschillende werkvelden van de SJD’er en kan dit toepassen op de beroepspraktijk. De student kan aan de hand van de gepresenteerde theorie een specifiek SJD-vraagstuk uitwerken en benoemen wat de invloed is van cultuur op het gedrag en de communicatie met de cliënt. De student kan verwoorden wat de consequenties zijn voor het beroepsmatig handelen. Aan de hand van het gekozen SJD-vraagstuk kan de student de betreffende juridische wet- en regelgeving beschrijven. De student kan tijdens een lespresentatie op gestructureerde en boeiende wijze het gekozen SJD-vraagstuk presenteren.
Studiebelasting 3 EC
•
Korte inleiding De Nederlandse samenleving is een multiculturele samenleving geworden. Dit hangt samen met uiteenlopende migratieprocessen: koloniale migratie, arbeidsmigratie, politieke en volgmigratie (gezinshereniging en gezinsvorming). Dit betekent dat de SJD’er in vrijwel alle werkvelden in toenemende mate in aanraking komt met allochtone cliënten. Doordat Nederland een multiculturele samenleving is geworden zijn er nieuwe cliëntgroepen ontstaan met andere hulpvragen. Om welke clïentgroepen gaat het en hoe kan je het beste op de hulpvraag van deze cliënten inspelen? Wat is de betekenis van cultuur op het denken en handelen van mensen? En op welke wijze kunnen cultuurverschillen een rol spelen in de communicatie met allochtone cliënten? Wat voor effect heeft migratie op een gezinssysteem? Wat voor beleid voert de Nederlandse overheid t.a.v. allochtonen in de Nederlandse samenleving? Op deze en andere vragen wordt ingegaan tijdens deze cursus.
Inhoud Cultuur heeft veelal een grote en onbewuste betekenis voor het denken en handelen van mensen. Het gaat in deze cursus om bewustwording van de invloed van cultuur op het denken en handelen als dienstverlener en de communicatie met allochtone cliënten. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van uiteenlopende wetenschappelijke disciplines zoals sociologie, psychologie, pedagogiek, sociale geografie, culturele antropologie, theologie en politicologie. In de cursus wordt vanuit verschillende invalshoeken gekeken naar de gevolgen van de multiculturele samenleving voor de beroepsuitoefening van de SJD’er. Gekeken wordt vanuit micro-perspectief (bijvoorbeeld de communicatie met de cliënt), meso-perspectief (bijvoorbeeld de organisatiecultuur) en macro-perspectief (bijvoorbeeld het politieke klimaat en het overheidsbeleid). Aan de hand van uiteenlopende opdrachten wordt een relatie gelegd met de verschillende functies en/of werkvelden waarbinnen de SJD’er werkzaam kan zijn.
Competenties 1.1, 1.2, 1.5, 1.7, 1.9, 1.10, 2.1, 2.2, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student heeft kennis over en inzicht in de betekenis van cul-
344
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
De cursus heeft een specifieke opbouw, waarbij gewerkt wordt vanuit drie didactische accenten: • bewustwording. • kennis van de theorie. • toepassing in de praktijk. Onder invloed van de multiculturele samenleving ontstaan ander-
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
345
soortige SJD-vraagstukken, andere beroepsdilemma’s en verschijnen nieuwe cliëntgroepen met andere hulpvragen. Rode draad: Wat voor invloed heeft de multiculturele samenleving op het werkveld van de SJD’er en wat voor nieuwe beroepsdilemma’s of vraagstukken vloeien hieruit voort op micro-, meso- en macroniveau? Wat voor invloed heeft cultuur op de communicatie en het gedrag van de SJD’er en de cliënt en hoe kan de SJD’er vanuit verschillende beroepsrollen hier op een adequate manier op inspelen? Onderwerpen die onder andere aan de orde komen zijn: • de multiculturele samenleving • cultuur en religie • opvoeding en socialisatie • interculturele communicatie • SJD-vraagstukken Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege, presentatie, leesopdrachten, casuïstiek, video kijkopdrachten, zelfstudie Toetsing • Individuele opdracht: Werkstuk (10 - 20 pagina’s) • Mondelinge opdracht: Presentatie over een SJD-vraagstuk dat samenhangt met de multiculturele samenleving. Literatuur • Studiewijzer SJD en de multiculturele samenleving 2008-2009 (digitaal aangeboden) • S. van der Werf (2002), Allochtonen in de multiculturele samenleving, Een inleiding, 6e druk, Coutinho: Bussum ISBN 978 90 6283 283 5
SOCIALE KAART 2 SJD K
Cursuscode ADR-SJDK-K194-03 Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Wie werkt met cliënten in het SJD-werkveld heeft vaak te maken met verwijzingen binnen de eigen organisatie of naar instellingen en organisaties daarbuiten. Naar welke organisaties verwijs je wanneer, waarom en wie is daar de contactpersoon? Sociale kaart 2 is gericht op het ontwikkelen van een gestructureerd document voor deze verwijzingen voor (een groep) werknemers binnen de (toekomstige) werk-/stageplek. Waar Sociale kaart 1 in het propedeusejaar (onderdeel van Thema: het beroep) zich richt op het vergroten van de basiskennis van de welzijnszorg in Nederland (de landelijke sociale kaart), richt Sociale Kaart 2 zich dus op de specifieke, plaatselijke variant. Competenties 1.4, 2.5, 2.8, 3.2 Leerlijn Integrale leerlijn Leerdoelen • De student heeft kennis van een plaatselijke sociale kaart dan wel van een sociale kaart voor een doelgroep met een specifieke problematiek. • De student kan kennis toepassen door het maken van een specifieke sociale kaart.
346
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
347
•
De student kan doelgericht en gestructureerd informatie verzamelen en organiseren ten behoeve van een specifieke groep werknemers in de (toekomstige) werk-/stageorganisatie.
Inhoud De student zet zijn methodische, sociologische en mogelijk juridische kennis naar eigen keuze in voor het maken van een beroepsproduct. In dit geval een verwijsdocument voor de eigen organisatie, de stageorganisatie, een specifieke doelgroep of een beoogde werkplek (regulier of voor stage). Onderwijsvorm Individueel maakt iedere student ten behoeve van zijn stage of werkplek een sociale kaart. Hierin zet hij op een logische en overzichtelijke wijze uiteen naar welke instanties de werknemer kan doorverwijzen. Verder omschrijft de student per instantie de doelstelling, de werkwijze, eventuele voorwaarden die de organisatie stelt. De student kan zonodig op afspraak begeleiding en advies vragen aan de docent. Toetsing De thuisopdracht bestaat uit het maken van een werkstuk: de sociale kaart ten behoeve van een instelling of doelgroep. Literatuur Studiewijzer Sociale kaart 2 (digitaal aangeboden) Bijzonderheden De cursus wordt niet geroosterd. De student werkt individueel en kan zelf bepalen op welk moment hij start met het maken van de sociale kaart. De student dient zich bij het onderwijssecretariaat aan te melden voor inschrijving voor de cursus. De student krijgt vervolgens toegang tot de informatie op de workspace. Het inlevermoment wordt ook in overleg met de docent van de cursus vastgesteld.
SOCIALE ZEKERHEID: HERZIENING EN TERUGVORDERING VAN UITKERINGEN SJD K Cursuscode
ADR-SJDK-K196-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding In deze keuzecursus komen de herziening en terugvordering van uitkeringen op grond van sociale verzekeringen en voorzieningen aan de orde. Deze problematiek kan de SJD’er in verschillende rollen in de praktijk tegenkomen. Als wetsuitvoerder/ toetser kan hij belast zijn met het uitvoeren van het handhavingsbeleid van een gemeente , de Sociale Verzekeringsbank of het UWV, zoals het opstellen van beschikkingen of het optreden als gemachtigde in bezwaar- of beroepschriftenprocedures. Als belangenbehartiger kan hij belast zijn met advisering en/of het opstellen van bezwaar- of beroepsschriften. In de cursus wordt gewerkt met aan de uitvoeringspraktijk ontleende casuïstiek. Leerdoelen • De student heeft kennis van en inzicht in de werking van het sociale zekerheidsrecht in de praktijk. • De student versterkt in de beroepspraktijk benodigde vaardigheden. • De student versterkt zijn op voor de beroepspraktijk relevante thema’s. Competenties 1.1 t/m 1.10, 2.2
348
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
349
Leerlijn Integrale leerlijn Inhoud • regelgeving met betrekking tot herziening en terugvordering van ten onrechte genoten uitkeringen • administratiefrechtelijke afdoening uitkeringsfraude • bezwaar en beroep
SOCIALE ZEKERHEID: SVB/GEMEENTEN SJD DT
Cursuscode Onderwijsvorm Werkcollege Toetsing Individueel werkstuk (Take home tentamen) Literatuur Studiewijzer en reader Sociale Zekerheid: terugvordering 2008-2009
ADR-SJDD-J430-04
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding In deze cursus worden de wettelijke regelingen met betrekking tot volksverzekeringen en sociale voorzieningen behandeld. Deze wetten worden uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank (de volksverzekeringen) en de gemeenten (voorzieningen). De cursus start met een inleiding in de sociale zekerheid, waarbij een overzicht wordt gegeven van het stelsel van de sociale zekerheid en de uitvoeringsorganisatie. Deze cursus volksverzekeringen en sociale voorzieningen krijgt een vervolg in het tweede studiejaar. Dan wordt ingegaan op werknemersverzekeringen (WW , ZW en WIA) en reïntegratie. Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student heeft kennis van en inzicht in het terrein van de sociale zekerheid, meer specifiek de volksverzekeringen en sociale voorzieningen. • De student kan wet- en regelgeving alsmede rechtspraak op aan de beroepspraktijk ontleende casuïstiek toepassen.
350
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
351
Inhoud • inleiding systeem en organisatie sociale zekerheid: wie is verzekerd, wie heeft recht op uitkering, wie kan dat recht geldend maken en wie voert uit? • regelingen met betrekking tot ouderdom (AOW), overlijden (ANW), kinderbijslag (AKW) • regelingen met betrekking tot de bijstand (Wet werk en bijstand ( Wwb) alsmede gemeentelijke verordeningen) en de Wet Maatschappelijke Ontwikkeling (WMO))
SOCIALE ZEKERHEID: UWV SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-395-06
Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege
Soort cursus Verplichte cursus
Toetsing Schriftelijk tentamen (meerkeuze en open vragen)
Studiebelasting 3 EC
Literatuur • Studiewijzer & Reader Sociale zekerheid: SVB/Gemeenten SJD DT 2008-2009 • Noordam, Prof. F.M. (2006) Socialezekerheidsrecht. 8e druk, Kluwer: Deventer ISBN 9789013033441 • Wettenverzameling voor sociaal juridische dienstverlening 08-09, Sdu Uitgevers: Den Haag
Korte inleiding De cursus Sociale Zekerheid: UWV is een vervolg op de cursus Sociale Zekerheid: SVB / Gemeenten. In deze cursus draait het om de werknemersverzekeringen (Ziektewet, WAO/WIA, WW) die worden uitgevoerd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. In dat kader wordt ook uitgebreid aandacht besteed aan de reïntegratie. Het recht wordt vanuit verschillende invalshoeken bekeken: vanuit het perspectief van de wetgever, de betrokken partijen (het UWV, de werkgever en werknemer, de uitkeringsgerechtigde, de reïntegratiebureaus) en vanuit de SJD’er, die in de praktijk met het recht werkt. De rechtspraak van rechtbanken en Centrale Raad van Beroep zorgt voor verdieping van de leerstof. Leerdoelen • De student kan relevante wet- en regelgeving alsmede rechtspraak benoemen op het terrein van de werknemersverzekeringen en reïntegratie. • De student past deze wet- en regelgeving en rechtspraak toe op aan de beroepspraktijk ontleende casuïstiek. De student maakt zich daarbij de wetssystematiek eigen. • De student analyseert een complexe uitkeringssituatie vanuit diverse posities (uitkeringsgerechtigde, belangenbehartiger en het UWV).
352
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
353
Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1,7
SOLLICITATIETRAINING SJD DT K
Leerlijn Conceptuele leerlijn Inhoud • regelingen met betrekking tot arbeidsongeschiktheid en reïntegratie: • de eerste twee jaren van arbeidsongeschiktheid (loondoorbetaling, passende arbeid, Ziektewet, geschil bij arbeidsongeschiktheid); het derde jaar van arbeidsongeschiktheid (WAO/WIA, Schattingsbesluit, CBBS en actuele ontwikkelingen). • regelingen met betrekking tot werkloosheid en reïntegratie: WW met bijzondere aandacht voor verwijtbare werkloosheid en benadelingshandeling
Cursuscode
ADR-SJDD-390-06
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 2 EC
Onderwijsvorm Werkcollege
Korte inleiding Tijdens deze training wordt vanuit verschillende invalshoeken belicht hoe de deeltijdstudent zich op de arbeidsmarkt kan presenteren met de opleiding SJD.
Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen) Gebruik mag worden gemaakt van de Wettenverzameling sociaal juridische dienstverlening 2008-2009
Competenties 1.10, 2.2, 2.3
Literatuur • Studiewijzer en reader Sociale zekerheid: UWV 2008-2009 • Wettenverzameling sociaal juridische dienstverlening 08-09, Sdu Uitgevers: Den Haag • Noordam, Prof. F.M. (2006) Socialezekerheidsrecht. 8e druk, Kluwer: Deventer ISBN 9789013033441 (Heeft u vorig studiejaar een andere druk aangeschaft, dan mag u ook deze gebruiken). • Geugjes, Hannie en Van Grinsven, Paul (2007) Arbeidsrecht begrepen (hoofdstukken 2, 4, 5 en 8). 1e druk (ISBN 978-905454-688-7) of 2e druk (ISBN 978-890-5454-875-1) Boom juridische uitgevers: Den Haag
354
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Leerlijn Vaardighedenleerlijn Leerdoelen • De student heeft meer inzicht in de wijze waarop persoonlijke competenties vertaald kunnen worden naar een sollicitatiebrief en CV. • De student verbetert zijn persoonlijke presentatie in een sollicitatiebrief (schriftelijk) en een sollicitatiegesprek (mondeling). • De student verbetert zijn sollicitatievaardigheden. • De student scherpt doelen ten aanzien van de toekomstige loopbaan aan. • De student verkrijgt inzicht in de loopbaanmogelijkheden van de SJD’er. • De student maakt kennis met verschillende strategieën om de kansen op een succesvolle loopbaan te vergroten.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
355
Inhoud De sollicitatietraining sluit aan bij de cursus Loopbaan –en competentieontwikkeling. Ook studenten die deelgenomen hebben aan het coachingstraject SJD dt kunnen (na overleg met de docent) deelnemen aan de sollicitatietraining. Voordat een deeltijdstudent gaat solliciteren is het van belang goed te weten wie hij is, wat hij wil en wat hij te bieden heeft. Tijdens de training wordt aandacht besteed aan de diverse fasen van het sollicitatiegesprek en de wijze waarop de deeltijdstudent zich kan presenteren op de arbeidsmarkt. Vanuit kennis en inzicht in het eigen competentieprofiel kan de student zich beter profileren ten opzichte van de uiteenlopende functie-eisen die gesteld worden in de diverse werkveldsectoren van de sociaal juridische dienstverlening. Rode draad: presentatie van verworven competenties op de arbeidsmarkt door solliciteren of netwerken.
SYSTEEMTHEORIE SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-F130-03
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC
Onderwijsvorm Instructie, thuisopdrachten, bespreken sollicitatiebrief en CV, oefenen van het sollicitatiegesprek.
Korte inleiding Deze cursus is erop gericht om individu overstijgende groeperingen of eenheden zoals teams, afdelingen en organisaties te leren zien en begrijpen als systemen, die volgens systeemwetten functioneren. Verder levert de systeemtheorie de instrumenten om de wetmatigheden in het communicatieproces en steeds terugkerende patronen in het interactiegedrag van mensen te analyseren. Via deze cursus maakt de student zich een begrippenapparaat eigen, waarmee specifieke processen in de beroepsuitoefening, zowel binnen het team waarin gewerkt wordt als in de contacten met cliënten, kunnen worden geanalyseerd en verhelderd.
Toetsing Individuele opdracht (Logboek (10 - 15 pagina’s)
Competenties 1.1, 1.2, 1.7, 1.9, 1.10, 2.1, 2.2, 2.3, 3.3, 3.4
Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting.
Leerdoelen • De student leert individuele gedragingen begrijpen en kan deze verklaren vanuit de omringende groep, respectievelijk het omgevende systeem. • De student kan patronen en wetmatigheden die zich in relaties, groepen en teams voordoen, benoemen en doorzien. • De student kent de belangrijkste begrippen uit de systeemtheorie en kan deze in verband brengen met de dienstverlening aan cliënten en het werken in sociale systemen. • De student leert naar organisaties kijken door de bril van de systeemtheorie.
Tijdens de bijeenkomsten komen de volgende onderwerpen aan bod: • de zelfanalyse • de arbeidsmarkt • de sollicitatiebrief en het CV • het sollicitatiegesprek
Literatuur Reader en studiewijzer Sollicitatietraining SJD DT K 2008-2009
356
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
357
Inhoud Bij systeemtheorie gaat het om een andere manier van kijken naar menselijk gedrag. Er wordt niet rechtstreeks naar het individu gekeken, het individu wordt als lid van het systeem gezien. Daarbij dient enige afstand te worden genomen van zogenaamde ‘intrapsychische’ begrippen, die ons bekend zijn uit de ‘individuele’ psychologie, zoals strevingen, cognities, motieven en bedoelingen. De aandacht zal worden gevestigd op groepen als zichzelf in stand houdende systemen en op de steeds weer terugkerende patronen in het interactiegedrag van de mensen, die van deze systemen deel uitmaken. Onderwijsvorm Hoorcollege en zelfstudie Toetsing Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen) Literatuur • Studiewijzer Systeemtheorie 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Willemse, J. (2006). Anders kijken; Een breder zicht op menselijk gedrag; Theorie en praktijk van de systeemtheorie. Bohn, Stafleu en van Loghum: Houten ISBN: 90 313 4810 4
THEMA: ARBEIDSVERHOUDINGEN SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-410-06
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding In periode A is het thema Het Beroep de revue gepasseerd. Daarbij is onder meer aandacht besteed aan de sociale kaart. Een SJD’er kan werkzaam zijn als belangenbehartiger van werknemers of als beleidsmedewerker. In dat geval heeft hij te maken met arbeidsverhoudingen. Ook in andere SJD-functies zijn de gevolgen van het niveau en de kwaliteit van arbeidsverhoudingen merkbaar. Hierbij kan gedacht worden aan de gevolgen voor het niveau van uitkeringen in de sociale zekerheid of de eigen rechtspositie. Competenties 1.4, 2.4, 2.7, 3.1, 3.3, 3.4 Leerlijn Integrale leerlijn Inhoud Het Thema: Arbeidsverhoudingen staat stil bij de ontwikkeling van arbeidsverhoudingen in Nederland. De geschiedenis van het Nederlandse landschap weerspiegelt zich in die arbeidsverhoudingen. Daar waar onze voorouders in saamhorigheid de strijd tegen het water aanbonden en bijdroegen aan de vorming van het polderlandschap, bepalen in onze tijd werkgevers en werknemers in gezamenlijk overleg het niveau en de kwaliteit van arbeidsverhoudingen. Zij sluiten CAO’s af en zijn vertegenwoordigd in overlegorganen zoals de SER en de Stichting van de Arbeid. Tal van onderwerpen
358
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
359
komen daar ter sprake alvorens de Staten-Generaal hun zegje mogen doen. De positie van de Staten-Generaal komt aan de orde in het Thema: Burgers Overheid in periode D. In het thema wordt aangesloten bij recente ontwikkelingen. Steeds meer worden arbeidsvoorwaarden gedecentraliseerd. Op centraal niveau worden kaders vastgesteld, op ondernemingsniveau worden ze uitgewerkt. Dit geldt zowel voor de CAO als de medezeggenschap. Daarnaast zien we flexibiliteit en differrentiatie in de arbeidsverhoudingen. Niet alleen op collectief niveau zijn arbeidsverhoudingen in ontwikkeling. Ook de burger zelf doet een duit in het zakje. De burger heeft meer dan vroeger behoefte aan keuzemogelijkheden, niet alleen op het terrein van de arbeidsvoorwaarden maar ook in welke hoedanigheid hij zijn werk wil verrichten: als werknemer of ambtenaar, als opdrachtnemer of als zelfstandige zonder personeel (zzp’er). Onderwerpen die in de cursus worden behandeld zijn onder meer: • de rol van adviesorganen zoals de SER en de Stichting van de Arbeid • flexibiliteit en Zekerheid, differentiatie • arbeid en Zorg • CAO, cafetariasystemen en decentralisatie van arbeidsvoorwaarden • medezeggenschap • van werknemer tot zzp’er: palet van mogelijke arbeidsrelaties • sociaal plan
• •
• •
het terrein van de arbeidsverhoudingen. De student kent de rollen van de verschillende actoren op het terrein van de arbeidsverhoudingen. De student doorziet de consequenties van flexibiliteit, differentiatie en decentralisatie op arbeidsorganisaties in het algemeen en zijn eigen werksituatie in het bijzonder. De student maakt de vertaling naar de sociaal juridische dienstverlening. De student is in staat voor de eigen organisatie een innovatieadvies op te stellen over het verbeteren van de arbeidsverhoudingen binnen de organisatie.
Onderwijsvorm Hoor– en werkcollege Toetsing Een werkstuk (minimaal 8 pagina’s- maximaal 10 pagina’s) waarin de student beschrijft hoe flexibiliteit, decentralisatie en differentiatie zijn vormgegeven in zijn eigen arbeidsvoorwaardenregeling of CAO. In de studiewijzer worden nadere eisen aan inhoud en vormgeving omschreven. Literatuur • Studiewijzer en reader Thema arbeidsverhoudingen 2008 – 2009 • Geugjes, H. en Van Grinsven, P. (2007). Arbeidsrecht begrepen (hoofdstuk 1). 2e druk, Boom juridische uitgevers: Den Haag ISBN 978-90-5454-875-1
De verschuiving van verantwoordelijkheden tussen overheid, werkgever en werknemer op het terrein van de arbeidsverhoudingen komt aan de orde in het Thema: De Verzorgingsstaat in periode C. Het individuele arbeidsrecht komt in periode B aan de orde bij de cursus Arbeidsrecht. Leerdoelen • De student analyseert de ontwikkelingen op het terrein van de arbeidsverhoudingen, zowel op collectief als individueel niveau. • De student kent de adviesorganen en doorziet de consequenties van de gegeven adviezen op de arbeidsverhoudingen. • De student benoemt de invloed van privé-omstandigheden op de arbeidsverhoudingen. • De student kent de achtergronden en relevante regelgeving op
360
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
361
THEMA: BELANGENBEHARTIGER SJD DT
Competenties 1.1 t/m 1.10, 2.2, 2.5 en 3.3 Leerlijnen Integrale leerlijn
Korte inleiding Dit thema richt zich op de rol van belangenbehartiger en de medewerker info- en advies. Het thema geeft inzicht in de betekenis en de belangrijkste uitvoeringselementen ervan. Het thema heeft verband met andere cursussen, onder andere: • Wetsuitvoerder / Toetser SJD DT • Arbeidsrecht • Training Adviesgesprek • SJD’er en de cliënt Het thema is er op gericht de student inzicht te geven in de rol van belangenbehartiger en in die van medewerker info- en advies. Daarbij krijgen specifieke elementen van deze rol aandacht. Te denken valt keuzes en dilemma’s waarvoor een belangenbehartiger zich geplaatst voelt. Maar ook aan verschillen en overeenkomsten tussen individuele en collectieve belangenbehartiging. Verder wordt de adviserende rol van een belangenbehartiger en de medewerker info- en advies verder uitgediept en is er veel aandacht voor mogelijkheden om oplossingen in de prejuridische fase te bieden aan de cliënt. Het thema kan een voorbereiding op praktijkniveau 2 zijn voor die studenten die nu nog werk hebben op praktijkniveau 1. Maar ook de student die reeds werk heeft op praktijkniveau 2 verkrijgt bij dit thema inzicht en kennis in het specifieke van de belangenbehartiger, wat hen ten dienste kan staan bij (sollicitatie)keuzes tijdens of na de studie. Tevens biedt het thema inzicht in de verbanden, verschillen en overeenkomsten met andere SJD-functies.
Inhoud De SJD’er kan werken vanuit meerdere beroepsrollen: • Belangenbehartiger • Medewerker info- en advies • Wetsuitvoerder • Toetser/beoordelaar • Beleidsmedewerker. In dit thema komen de belangenbehartiger en de medewerker infoen advies aan bod. De belangenbehartiger komt op voor de belangen van de cliënt wanneer de cliënt bijvoorbeeld meent dat een uitvoerder (of een uitvoerende instelling) ten onrechte bepaalde wetten en regels heeft toegepast. De belangenbehartiger gaat dus vaak uit van de vraag van de cliënt. Hij formuleert de beoogde situatie zo dat deze zoveel mogelijk overeenkomt met de door de cliënt gewenste situatie. De belangenbehartiger treedt soms op namens de cliënt om diens belangen te behartigen in situaties waar hij dit zelf niet of onvoldoende kan. De rol van belangenbehartiger kan in een bepaalde functie worden uitgevoerd (bijv. belangenbehartiger bij de vakbond) maar ook gedeeltelijk terug komen in een andere functie/rol (bijv. wanneer iemand verwezen moet worden.). In dit thema komen specifieke elementen aan bod die bij de rol van belangenbehartiger horen. Te denken valt aan de integratie van (sociaal) juridische elementen in combinatie met methoden en technieken. Een grondige voorbereiding op het optreden als belangenbehartiger is eveneens een belangrijk element. Daarbij is de beroepshouding en het persoonlijk optreden een onlosmakelijk punt dat niet losgekoppeld kan worden van sociaal juridische elementen. Om goed zicht te krijgen op hoe het is om als belangenbehartiger te werken, wordt in dit thema gewerkt met reële casussen. Aan de hand van actuele voorvallen en ontwikkelingen worden de specifieke dilemma’s, overwegingen en keuzes verkend waar een belangenbehartiger voor geplaatst wordt. Daarnaast heeft zeker
362
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Cursuscode
ADR-SJDD-440-06
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
363
ook het methodische werken en correct juridisch uitwerken van de casussen een belangrijke plaats binnen het thema. Naast de belangenbehartiger wordt de opkomst van de medewerker info- en advies gezien. Bijvoorbeeld bij het Juridisch Loket. Strikt genomen is hier geen sprake van een belangenbehartiger. De klant wordt op een adequate wijze informeren over zijn rechten en verplichtingen en zonodig doorverwezen. Dan wordt de klant op weg geholpen en wordt niet opgetreden namens de klant. Leerdoelen • De student kent het beroepsprofiel van de SJD’er en kan dit specificeren naar de rol van belangenbehartiger en de medewerker info- en advies met de bijbehorende taakgebieden en methodiek. • De student kent de onderlinge samenhang van verschillende werksectoren. • De student is in staat vragen van cliënten te verhelderen, te analyseren in de context te plaatsen. • De student kan op basis van een probleemanalyse, prioriteiten stellen, faseren en plannen en dusdanig professioneel handelen dat daarin zowel het Sociaal Juridische -als de Dienstverleningscomponent een adequate vorm krijgt. • De student kan de discretionaire ruimte bepalen en optimaal toepassen, waar nodig dwarsverbanden te leggen met sociaal juridische aspecten buiten de directe vraag van de cliënt en rekening houden met de plaats van de organisatie waarin gewerkt wordt. • De student is in staat op het eigen handelen te reflecteren en ethische aspecten en persoonlijke overtuigingen die hierbij een rol spelen te benoemen.
beschrijft de student naast een correcte juridische uitwerking ook welke persoonlijke overtuigingen en overwegingen meespelen bij zijn optreden als belangenbehartiger voor een cliënt en hoe deze zijn handelen beïnvloeden. Dit alles gebundeld in een werkstuk van ongeveer 15 A4. Daarnaast werkt de student wekelijks een relevante stelling uit. Deze opdrachten moeten ingeleverd zijn en voldoende beoordeeld zijn om een eindcijfer te kunnen krijgen (AVV-vereiste). Nadere specificaties zijn te vinden in de studiewijzer via de Workspace. Eén van de opdrachten is een take-home opdracht over arbeidsrecht, waarbij de opgedane kennis van vorig studiejaar kan worden toegepast. Literatuur Literatuur wordt nader bekend gemaakt via de workspace
Onderwijsvorm Op basis van een reële casuïstiek en actuele stellingen werkt de student opdrachten uit en wordt zonodig theorie toegelicht of aangeboden. Dit gebeurt in verschillende vormen, onder andere individueel en in (sub)groepsverband. Toetsing Individueel werkstuk De toetsing bestaat uit een opdracht waarin de student individueel een casus uitwerkt waarin zich diverse voorvallen voordoen. Hierbij
364
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
365
THEMA: BURGERS OVERHEID SJD DT
• • •
• Cursuscode
ADR-SJDD-I420-03 •
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Staatsrecht, strafrecht en bestuursrecht vormen het deel van het recht dat we publiekrecht noemen. In het publiekrecht gaat het om de verhouding tussen burgers en overheid. Het deel van het staatsrecht dat relevant is voor SJD’ers wordt behalve inleidend in het kader van de cursus inleiding recht, in een thema aangeboden. Staatsrecht heeft betrekking op de inrichting van de staat en Nederland is ingericht als een democratische rechtsstaat. In een rechtsstaat is altijd sprake van democratische besluitvorming, scheiding van machten, grondrechten en legaliteit. In thema burgers overheid worden maatschappelijke kwesties in het licht van deze vier rechtstatelijke beginselen geanalyseerd. Een maatschappij is constant in beweging. Een rechtsstaat is nooit af. Telkens vragen nieuwe maatschappelijke verhoudingen en omstandigheden om aanpassing.
•
De student is in staat de beginselen van de klassiek -liberale rechtsstaat te herkennen. De student kan actuele maatschappelijke kwesties analyseren aan de hand van deze beginselen. De student kan mogelijk relevante rechtsregels duiden als een maatschappelijke kwestie door het recht wordt bepaald of beïnvloed. De student kan in een feitencomplex relevante en niet-relevante informatie van elkaar onderscheiden. De student kan onderzoek uitvoeren en systematisch en methodisch zoeken naar informatie. De student kan zich mondeling presenteren tijdens de colleges en zich beargumenteerd schriftelijk uitdrukken.
Inhoud Na een algemene inleiding over de grondslagen onder de Nederlandse rechtsstaat in week 1 zal vervolgens iedere week één van die grondslagen centraal komen te staan. Eerst wordt het legaliteitsbeginsel verbonden met een actueel maatschappelijk onderwerp, bijvoorbeeld de mogelijkheid die veel gemeenten hebben om veiligheidsrisicogebieden aan te wijzen waar preventief mag worden gefouilleerd. Vervolgens staan de grondrechten centraal. Onderwerpen te over die raken aan grondrechten. De vraag of een griffier een hoofddoekje mag dragen bijvoorbeeld. Ook wordt het beginsel van machtenscheiding onder de loep genomen. Een discussiepunt blijft in dit verband bijvoorbeeld of het de rechter niet moet worden toegestaan om de grondwettigheid van wetten in formele zin te gaan toetsen. Natuurlijk wordt ook gesproken over het democratische en minder democratische in onze rechtsstaat en de gevolgen van internationalisering waar het gaat om rechtsstatelijkheid. Onderwijsvorm Werkcollege
Competenties 3.1, 3.3, 3.4 Leerlijn Integrale leerlijn
Toetsing Individueel werkstuk (maximaal 15 A4) bestaande uit een aantal deelwerkstukken
Leerdoelen • De student is bekend met de herkomst en legitimatie van statelijk gezag.
Literatuur • Studiewijzer Thema: Burgers Overheid Deeltijd 2008-2009 (digitaal aangeboden)
366
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
367
• •
Schuyt. K. (2007). Steunberen van de samenleving. Amsterdam University Press: Amsterdam ISBN 13 9053569375. Aanvullend materiaal wordt op de workspace geplaatst.
THEMA: DE VERZORGINGSTAAT SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-470-06
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Het thema sluit aan bij het in periode A gegeven Thema: Het Beroep, meer specifiek bij het onderdeel de verzorgingsstaat. In Thema: Het Beroep is de historie/opbouw van de verzorgingsstaat belicht. In periode B is het Thema: Arbeidsverhoudingen behandeld. Onderdelen daarvan komen terug bij het Thema: De verzorgingsstaat, vooral daar waar het gaat over wie betaalt. In dit thema wordt de vraag gesteld of de aloude verzorgingsstaat nog wel bestaat. Is de verzorgingsstaat verworden tot een verzekeringsstaat? Anders gezegd: moeten wij vanwege de ontzorging onze boontjes zelf doppen? De nadruk ligt op de ontwikkelingen van de laatste dertig jaar. Niet alleen de docent is aan het woord. De studenten verzorgen presentaties. In het thema de verzorgingsstaat wordt de sociale zekerheidswetgeving globaal behandeld. Specifieke wetskennis komt nader aan de orde in de cursus Sociale Zekerheid: SVB/gemeenten, eveneens gegeven in periode C. De onderwerpen voor de presentaties zijn: marktwerking, remedie of tirannie?; de verzorgingsstaat in internationaal verband; de verzorgingsstaat en immigratie; de overheid als werkverschaffer; de verzorgingsstaat en de volksgezondheid. In de studiewijzer worden deze onderwerpen geconcretiseerd in een centrale vraagstelling/probleemstelling per onderwerp.
368
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
369
Competenties 2.6, 2.7, 3.1, 3.3, 3.4 • Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student kan de ontwikkelingen van de verzorgingsstaat van de afgelopen dertig jaren benoemen en analyseren. • De student heeft zich de inzichten van anderen op de verzorgingsstaat eigen gemaakt en die getoetst aan zijn of haar opvattingen. • De student heeft een heldere visie op de ontwikkelingen en de toekomst van de verzorgingsstaat ontwikkeld. • De student heeft de verantwoordelijkheden van overheid, werkgever, werknemer en uitkeringsgerechtigde bij de ontwikkeling van die visie betrokken. • De student kan het proces van verschuiving van verantwoordelijkheden tussen de genoemde actoren verwoorden. • De student benoemt de hiaten die in de sociale zekerheid zijn ontstaan en brengt in kaart op welke wijze ze zijn opgevuld. • De student maakt het onderscheid tussen wie verantwoordelijk is voor besluitvorming en/of uitvoering en wie betaalt. • De student herkent de publieke en private sector als een Siamese tweeling en kan schakelen tussen die twee. • De student verwerft globale kennis en inzicht in wetgeving, waarbij de nadruk ligt op de sociale zekerheidswetgeving. • De student doorziet de gevolgen van de veranderde verzorgingsstaat voor het beroep van de SJD’er. • De student kan zijn eigen visie op ‘de toekomst van de verzorgingsstaat’, onderbouwd met argumenten, schriftelijk verwoorden en deze toetsen aan de beroepsuitoefening van de SJD’er. Inhoud • De doelstellingen van de verzorgingsstaat: bescherming van individuen, garantie van een minimuminkomen. Verschaffen van voorzieningen (bijv. huisvesting en gezondheidszorg) en bevordering van individueel welbevinden. • De negatieve belevingsaspecten van de verzorgingsstaat: afhankelijkheid, bureaucratie en passiviteit. • Schets van hoe het was en hoe het is: de terugtredende over-
370
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
• •
•
•
•
heid op diverse terreinen en de burger die meer en meer gelijkenis vertoont met een veeleisend kind. De gaten die in de sociale zekerheid zijn geslagen (WW, WAO/WIA en ANW -gat) en gaten die nog worden geslagen (bijv. AOW -gat). Gaten die grotendeels via particuliere verzekeringsmaatschappijen gedicht worden. Het leerstuk van de employee benefits. Individualisering of farce? Verschuiving van verantwoordelijkheden van overheid naar de zorgbehoevende en de uitkeringsgerechtigde (activerende stelsel van de sociale zekerheid). Verschuiving van verantwoordelijkheden van overheid naar werkgever op de terreinen van arbeidsongeschiktheid en (zorg)verloven. We bekijken wie verantwoordelijk is en wie betaalt. Het Burgerlijk Wetboek en de Wet Arbeid en Zorg passeren de revue. Wetgeving is leuk maar kan zij de maatschappij sturen? Anders gezegd: is de sturende overheid (voorheen: de verzorgende overheid) in staat die maatschappij te vormen en normeren? Belangenbehartiging. Worden alleen nog individuele belangen behartigd of ook nog de belangen van doelgroepen? Is er een parallel te trekken met het afkalven van de verzorgingsstaat? Ligt dat ook niet aan de calculerende burger?
Onderwijsvorm Hoor – en werkcollege Toetsvorm Individueel werkstuk in de vorm van een betoog over de ontwikkeling van de verzorgingsstaat, waarin de studentenpresentaties worden meegenomen (minimaal 8 en maximaal 10 pagina’s). Het werkstuk moet voldoen aan de eisen die in de studiewijzer aan het werkstuk worden gesteld. Beoordeling van het werkstuk vindt pas plaats als bij de presentatie sprake is van een zogenaamde AVV (aan verplichtingen voldaan bij voldoende inbreng). Is aan deze eis niet voldaan, dan wordt het werkstuk als onbeoordeelbaar teruggegeven. Literatuur • Studiewijzer en reader de verzorgingsstaat 2008-2009 • Sites: www.adviesorgaan-rmo (rapport “verschil in de verzorgingsstaat”) en www.wrr.nl (samenvatting rapport “de verzorgingsstaat herwogen”)
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
371
•
Schuyt, K. (2007). Steunberen van de samenleving, Amsterdam University Press: Amsterdam ISBN 13 978 90 5356 9375 hoofdstuk 3, par. 6; hoofdstuk 4, par. 3; hoofdstuk 5, par. 2 en 3; hoofdstuk 7; hoofdstuk 8.
THEMA: HET BEROEP SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-480-07
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Dit thema is een eerste oriëntatie op het beroep en werkveld van de SJD’er. Aan de hand van hoorcolleges wordt een inleiding gegeven in de sociale wetenschappen. Door middel van lezingen door gastsprekers die werkzaam zijn in de beroepspraktijk maken studenten kennis met het werk van de SJD’er. Vanuit de sociale wetenschappen wordt elementaire kennis aangedragen die van cruciaal belang is voor het beroepsmatig handelen van de SJD’er. De theorieën, begrippen en thema’s die aan de orde komen staan in direct verband met vraagstukken en dilemma’s uit de sociaal juridische beroepspraktijk. Competenties 1.2, 2.2, 3.1, 3.3 Leerlijn Integrale leerlijn Leerdoelen • De student kent en heeft inzicht in de basisbegrippen uit de sociale wetenschappen en kan de basisbegrippen toepassen op de SJD-beroepspraktijk. • De student kent en heeft inzicht in invloed van maatschappelijke veranderingsprocessen op het werkveld en de beroepsuitoefening van de SJD’er en kan dit vertalen naar het werken met verschillende doelgroepen in de eigen beroepspraktijk.
372
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
373
•
•
•
•
De student kan relevante juridische wet- en regelgeving beschrijving ten aanzien van de verschillende doelgroepen uit de SJD beroepspraktijk. De student heeft meer kennis van een plaatselijke sociale kaart dan wel van een sociale kaart voor een doelgroep met een specifieke problematiek. De student past deze kennis kunnen toe door het maken van een opzet van een sociale kaart ten behoeve van de huidige of toekomstige werkplek. De student heeft inzicht in de verschillende rollen van de SJD’er (belangenbehartiger, wetsuitvoerder en toetser) en een eerste oriëntatie op de werkveldsectoren, zoals: Sociale Zekerheid, Advies & Informatie, Justitiële Dienstverlening, Arbeidsvraagstukken, Huisvesting en overige juridisch georiënteerde organisaties.
Inhoud Studenten maken kennis met de verschillende werkveldsectoren en rollen van de SJD’er en de Sociale Kaart van Nederland. Tevens wordt een inleiding in de sociale wetenschappen gegeven. Studenten krijgen inzicht in culturele, historische, technologische, economische en demografische ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving die een directe invloed hebben op het sociaal juridische werkveld. Vanuit macro- en mesoniveau wordt een analyse gemaakt van de Nederlandse samenleving, waarbij onderwerpen als modernisering, de verzorgingsstaat, individualisering, emancipatie en mondigheid van de burger, ontgroening en vergrijzing, verzuiling en secularisatie, juridisering en de multiculturele samenleving centraal staan. Aan de hand van de beroepsrelevante thema’s wordt ingegaan op een aantal doelgroepen uit het werkveld van de sociaal juridische dienstverlening. Studenten maken aan de hand van een zelfgekozen doelgroep en/of problematiek een opzet voor een sociale kaart.
gestimuleerd om vanuit uiteenlopende sociaal wetenschappelijke visies te leren analyseren en redeneren, zowel op meso- als macroniveau. Het is de bedoeling dat studenten aan de hand van diverse sociaal wetenschappelijke theorieën een analyse kunnen maken van vraagstukken uit de beroepspraktijk. Tijdens de hoorcolleges worden studenten gestimuleerd om zelf verbanden te leggen tussen maatschappelijke ontwikkelingen enerzijds en veranderingen in het sociaal juridische werkveld anderzijds. Tijdens de lezingen van gastsprekers worden de studenten geïnformeerd over het sociaal juridische werkveld. Toetsing • Individuele opdracht: Take home tentamen en samenvatting lezingen gastsprekers (10 - 15 pagina’s) • Opdracht Sociale Kaart (5 - 10 pagina’s) Literatuur • Studiewijzer Thema: Het Beroep SJD DT 2008-2009 • Wilterdink, N. en Van Heerikhuizen, M. (2007). Samenlevingen. Een verkenning van het terrein van de sociologie. 6e druk, Noordhoff: Groningen ISBN 978 9001 606 831 • NIZW, Grote Almanak voor informatie en advies, juli-december 2008, uitgave NIZW
Rode draad: Kennismaking met het beroep van de SJD’er en het verkrijgen van inzicht in de invloed van maatschappelijke veranderingsprocessen op het beroep en het ontstaan van nieuwe hulpvragen van cliënten en/of cliëntgroepen. Onderwijsvorm Door middel van hoor- en werkcollege, lezingen van gastsprekers, videomateriaal, leesopdrachten en zelfstudie worden studenten
374
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
375
THEMA: JUSTITIËLE DIENSTVERLENING SJD DT
•
casus uit de beroepspraktijk. De student is in staat een standpunt in te nemen en zowel mondeling als schriftelijk te onderbouwen aangaande verscheidene beroepsdilemma’s uit het werkveld.
Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 2.5 Cursuscode ADR-SJDD-495-06
Leerlijn Integrale leerlijn
Soort cursus Verplichte cursus
Inhoud Centraal staan de werkzaamheden van justitiële dienstverleners. Wat houden hun werkzaamheden in, met welke beroepsdilemma’s kunnen zij te maken krijgen? Wat zijn actuele ontwikkelingen in dit werkveld? In deze cursus wordt de kennis van studenten over (het werken in) dit werkveld vergroot. Daarnaast wordt de kennis van het materieel en formeel strafrecht op praktijksituaties toegepast. Dit alles gebeurt door middel van het werken met en maken van beroepsproducten en discussies met gastsprekers uit het werkveld.
Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Deze cursus richt zich op de praktijk van het strafrecht. De reclassering, bureau Halt, bureau slachtofferhulp en penitentiaire inrichtingen zijn naast politie, openbaar ministerie en rechtbank, belangrijke schakels in de strafrechtelijke justitiële keten, waar SJD’ers in vrijwel alle werkvelden in meer of mindere mate mee te maken krijgen. Deze cursus beoogt de kennis opgedaan bij de vakken formeel en materieel strafrecht te vertalen naar situaties waarin een SJD’er in de praktijk mee te maken kan krijgen. Ingangseisen Kennis van materieel en formeel strafrecht wordt verondersteld. Leerdoelen • De student is op de hoogte van actuele ontwikkelingen in verschillende schakels van de strafrechtsketen, kan de discussie daarover in grote lijnen weergeven en zijn eigen mening hierover formuleren en onderbouwen. • De student is in staat een cliënt adequaat te informeren, te begeleiden en naar de juiste dienstverlener in de strafrechtketen te verwijzen. • De student heeft inzicht in de werkzaamheden van verschillende justitiële dienstverleners. • De student kan de juridische schriftelijke uitingen die in de justitiële keten worden gebruikt, uitleggen en toepassen op een
376
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges, gastsprekers Toetsing Individueel schriftelijk werkstuk waarin de in de studiewijzer gepresenteerde opdrachten worden gemaakt. Literatuur • Studiewijzer Thema: Justitiële dienstverlening 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Schuyt. K. (2007). Steunberen van de samenleving. Amsterdam University Press: Amsterdam ISBN 13 9053569375. • Wettenverzameling voor sociaal juridische dienstverlening 08-09. Sdu Uitgevers: Den Haag • Aanvullende literatuur wordt via de workspace verstrekt.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
377
THEMA: RECHTSTOEPASSING SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-I007-04
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 6 EC Beginvereisten • Relevante SJD-werkervaring op niveau 2 • Cursussen uit het eerste en tweede studiejaar moeten met een voldoende zijn afgerond. Competenties Dimensie 1 Leerlijn Integrale leerlijn Leerdoelen • De student past de tijdens de studie opgedane kennis toe op een casus uit de SJD-praktijk. • De student voert zelfstandig een intake en adviesgesprek. • De student kan relevante sociaal juridische informatie verzamelen en interpreteren bij een casus. • De student is in staat een casus integraal te analyseren en oplossingsstrategieën te bedenken. • De student kan reflecteren op eigen handelen en over het eigen handelen verantwoording afleggen. Inhoud Tijdens deze integrale cursus legt de student een proeve van bekwaamheid af, waarmee hij laat zien te kunnen functioneren als SJD’er.
378
De student combineert alle SJD-kennis en -vaardigheden die in de opleiding aan de orde zijn gekomen. Gebruik wordt dus gemaakt van sociaal juridische kennis die op methodisch juiste wijze wordt toegepast in een specifieke SJD–praktijkcasus. De intakegesprekken en informatie- en adviesgesprekken zoals die tijdens deze cursus worden gevoerd moeten in de eigen dagelijkse praktijk voor kunnen komen. Het doel is uitdrukkelijk de werkpraktijk van de SJD’er zo dicht mogelijk te benaderen.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Onderwijsvorm Twee verplichte bijeenkomsten en practicum Presentie Voor deze cursus geldt een aanwezigheidsverplichting. Toetsing De toets bestaat uit meerdere opdrachten: 1. Een ‘voortgangrapportage’ inzake een casus uit de eigen SJD –praktijk (voldoende/onvoldoende); 2. Een intake of adviesgesprek vanuit de SJD-rol in een aan de student overgedragen SJD – praktijkcasus (cijfer); 3. Een beoordelingsformulier waar het gaat om het gesprek van een student-collega (voldoende/ onvoldoende); 4. Een functioneringverslag waar het gaat om het eigen gesprek (cijfer) van de student; 5. Een “voorlopige rapportage” ter voorbereiding op het adviesgesprek met cliënt of collega vanuit de SJD-rol in een aan de student overgedragen SJD – praktijkcasus (voldoende/onvoldoende); 6. Een ‘adviesrapportage’ vanuit de SJD-rol in een aan de student overgedragen SJD – praktijkcasus (cijfer) Alle onderdelen moeten afgerond zijn met een voldoende. Het eindcijfer is het gemiddelde van de drie deelcijfers. Literatuur • Studiewijzer/reader Rechtstoepassing 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Eventueel aanvullende literatuur • Alle literatuur die in alle voorgaande juridische en methodische cursussen is voorgeschreven, voor zover daar gebruik van kan (zou moeten) worden gemaakt.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
379
THEMA: SJD’ER EN CLIËNT SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-I460-03
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Het Thema: SJD'er en de Cliënt is een introductie in de levenslooppsychologie en de levensfasen van de mens. De student krijgt kennis en inzicht in de manier waarop de levensfase van de cliënt het gedrag en de communicatie van de cliënt kan beïnvloeden. Daarnaast krijgt de student inzicht in de wijze waarop de eigen levensfase invloed kan hebben op de communicatie en beroepsuitoefening als SJD’er. Competenties 1.1, 1.2, 1.5, 1.7, 1.9, 1.10, 2.1, 2.2, 3.1, 3.2, 3.3, 3.4 Leerlijn Integrale leerlijn Leerdoelen • De student kan aan de hand van de theorie van levenslooppsychologie benoemen wat de invloed van de specifieke levensfase is voor het gedrag en de communicatie met cliënten. • De student kan een verband leggen tussen een bepaalde levensfase en een specifieke SJD-problematiek. • De student kan SJD-problematiek in een specifieke levensfase aan de hand van de biologische, sociale, psychische en cognitieve ontwikkeling van de cliënt uitwerken en advies geven voor een oplossing. • De student kan ten aanzien van de gekozen SJD-problematiek
380
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
•
de betreffende juridische wet- en regelgeving beschrijven. De student is in staat tijdens een lespresentatie op gestructureerde en boeiende wijze de gekozen SJD-problematiek te presenteren.
Inhoud De levenslooppsychologie houdt zich bezig met leeftijdsgebonden veranderingen binnen de levensloop van het menselijk individu. Elke levensfase kent zijn eigen ontwikkeling, waarbij zowel biologische cognitieve, sociale als psychische aspecten een rol spelen. Elke levensfase kent ook belangrijke gebeurtenissen die op te vatten zijn als overgangsgebeurtenissen van de ene levensfase naar de andere. Denk daarbij aan het verlaten van het ouderlijk huis of de mid-life crisis. Binnen het thema maakt de student kennis met de levensfasen van de menselijke levensloop en een aantal aan de levensfase gebonden problemen. Dit om, ten eerste een beter inzicht te krijgen in de manier waarop de specifieke levensfase de communicatie en het gedrag van de cliënt kan beïnvloeden, en ten tweede om een beter inzicht te krijgen in de eigen levensfase. Het doel hiervan is dat de student meer zicht krijgt op de invloed van verschillende levensfasen op de dienstverlening aan cliënten vanuit een specifieke beroepsrol. Rode draad: Welke invloed heeft de levensfase van de cliënt op zijn communicatie en gedrag en hoe kan de SJD'er hier vanuit de verschillende beroepsrollen op een adequate manier op inspelen? De onderwerpen die aan de orde komen zijn: • levensloop en ontwikkeling • puberteit en adolescentie • jongvolwassenheid • volwassenen • oudere volwassenen: jonge ouderen en oudere ouderen Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege, zelfstudie, leesopdrachten, videokijkopdrachten en presentaties
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
381
Toetsing • Individuele opdracht (Take Home Tentamen, inclusief interview over SJD problematiek gerelateerd aan een specifieke levensfase (10 -15 pagina’s) • Mondelinge opdracht (presentatie) Literatuur • Studiewijzer Thema: SJD’er en cliënt 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Rögels, N. Levenslooppsychologie, Jongvolwassenen, volwassenen en oudere volwassenen, 3e druk, Nelissen: Soest ISBN 978 90244 1657 8
THEMA: WETSUITVOERDER/TOETSER SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-450-06
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding De cursus is gericht op het geven van inzicht in de rol van wetsuitvoerder/toetser, waardoor een duidelijker beeld ontstaat van de diversiteit van SJD-rollen en -posities en de competenties die daarbij nodig zijn. Tevens is de cursus gericht op het versterken van de competenties, die de student in de rol van wetsuitvoerder of toetser dient te hebben. Daarnaast krijgt de student zicht op eventuele ‘interne –en externe conflicten’ die de rol en positie meebrengt. Dit kan de student ten dienste staan bij (loopbaan)keuzes die hij maakt tijdens of na de studie. De cursus sluit aan op studieonderdelen uit de propedeuse, waaronder Thema het beroep, Bestuursrecht en Sociale Zekerheid SVB/gemeenten en heeft verband met cursussen uit het tweede jaar, waaronder Sociale Zekerheid UWV en de thema’ s De belangenbehartiger en SJD-er en cliënt. Competenties 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9, 1.10, 2.2 Leerlijn Integrale leerlijn Leerdoelen • De student heeft inzicht in de functie en taak van een SJD’er in de rol van wetsuitvoerder/toetser.
382
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
383
•
• •
•
De student kan vanuit de verschillende rollen functionele beslissingen en keuzes maken rekening houdend met wet –en regelgeving, beleid en rechtspraak. De student kan op basis van een analyse van een uitkeringsaanvraag een beslissing schrijven. De student kan op basis van een analyse van een genomen beslissing en de hiertegen geformuleerde bezwaren een beslissing schrijven op bezwaar. De student kan op basis van de ervaring die hij heeft opgedaan tijdens deze cursus reflecteren op het eigen handelen en aangeven of de rol van wetsuitvoerder of toetser aansluit bij zijn competenties en ambitie .
Inhoud In dit thema krijgt student inzicht in de rol wetsuitvoerder/toetser door zelf in een laboratoriumsituatie ervaring daarmee op te doen. Hij maakt hiervoor individueel een drietal beroepsproducten waarbij vanuit een dossier uit de beroepspraktijk de benodigde competenties aan de orde komen. Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege Toetsing Individueel werkstuk, bestaande uit 3 opdrachten Literatuur • Studiewijzer Thema: wetsuitvoerder/toetser 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Aanvullend materiaal wordt via de workspace verstrekt.
THEMATISCHE SUPERVISIE SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-550-06
Soort cursus Verplichte cursus Ingangseisen Om aan de supervisie te kunnen deelnemen dient de student ten minste over 111 ECTS te beschikken. De praktijktijd van jaar 1 en jaar 2 dient met een voldoende te zijn afgerond voor aanvang van de supervisie. De praktijkplaats van de student dient daarnaast door de opleiding goedgekeurd te zijn op praktijktijd niveau 2, waarmee de praktijkplaats superviseerbaar is. Studiebelasting 8 EC Competenties t/m 1.3, 1.7, 1.9, 1.10, 2.1, 2.2, 2.4, 2.6, 2.8, 3.3, 3.4 Leerlijnen Ervaringsreflectie-leerlijn Leerdoelen: • De supervisant kan zijn verantwoordelijkheid nemen voor zijn leerproces en laat zich daarop aanspreken. • De student kan tijdens de supervisie adequaat samenwerken met de medesupervisanten en de supervisor. • De student kan op grond van inzicht in eigen sterke en zwakke punten persoonlijke leerdoelen formuleren aan de hand van de beroepshoudingaspecten (thema 1) en vorderingen maken wat betreft de realisatie van deze leerdoelen. • De student reflecteert en problematiseert onder andere op de hoofdthema’s van supervisie (thema 1 t/m 7). • De student kan integratie aanbrengen in eigen denken, voelen
384
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
385
•
•
•
•
•
en handelen en werken aan persoonlijke ontwikkeling: zelfreflectie en balans (thema 6). De student kan de verschillende methodieken die gehanteerd worden in het SJD-werkveld demonstreren en deze toepassen (thema 3). De supervisant kan morele en ethische beroepsdilemma’s (thema 2) herkennen, daarbinnen de eigen positie bepalen en het strategisch handelen daarop afstemmen. De student kan reflecteren op de sociale, juridische en agogische component van het beroepsmatig functioneren, bijvoorbeeld het omgaan met macht, onmacht, agressie en conflicten (thema 7). De student kan zijn eigen plaats binnen de organisatie (thema 5) onderkennen en werken vanuit verschillende beroepsrollen belangenbehartiger, uitvoerder of toetser/ controleur. De student reflecteert op zijn visie op het beroep en levert een actieve bijdrage aan de sociaal juridische beroepsontwikkeling (thema 4).
Inhoud Supervisie is een didactische methode gericht op het leren zelfstandig te functioneren in de uitoefening van een beroep. Een kenmerk van supervisie is de directe koppeling tussen leren en werken. De eigen werkervaring van de supervisant vormt de basis van het leren tijdens supervisie. Deze wisselwerking tussen werken en leren kan slechts plaatsvinden wanneer supervisie regelmatig en parallel aan de uitvoering van het werk plaatsvindt.
ces na afloop van de supervisie en aangeven hoe dit is omgezet in een nieuw handelen). Kenmerkend voor het beroep is dat de SJD’er werkt binnen de eisen van een formeel-juridisch kader. Daarnaast heeft de SJD’er te maken met de regels van de organisatie, zijn functie- en taakomschrijving, de belangen en wensen van de cliënt en zijn eigen persoonlijke overtuigingen. Dit betekent dat de SJD’er moet leren opereren in het spanningsveld tussen belangen van de cliënt, de regels van de organisatie en zijn persoonlijke overtuiging. Dit spanningsveld wordt verduidelijkt aan de hand van specifieke thema’s die tijdens supervisie aan de orde komen. Wat is thematische supervisie? Tijdens supervisie wordt gewerkt aan de hand van thema's. Deze thema's zijn ontleend aan de beroepspraktijk van de SJD’er. Door het werken met thema's afkomstig uit de beroepspraktijk van de SJD’er krijgt het leren van de deeltijder meer diepgang en kan er sterker worden gefocust op het specifieke van SJD. Het uitgangspunt is dat de thema's in het supervisietraject voor een deel vastliggen en voor een ander deel veranderlijk kunnen zijn al naar gelang de opgedane werkervaring. Tevens blijft er ruimte voor persoonlijke leerdoelen, mits deze gekoppeld zijn aan de opleidingseisen. Dit betekent dat er tijdens thematische supervisie een zichtbare relatie wordt gelegd tussen de opleiding en de eisen vanuit het werkveld: de beroepscompetenties. De thema's zijn ontleend aan de hierboven genoemde competenties.
De supervisant leert tijdens supervisie systematisch te reflecteren op juridische, sociale en persoonlijke aspecten van het werk. Met andere woorden het doel van supervisie is dat de supervisant laat zien dat hij zelfstandig kan reflecteren op gebeurtenissen die spelen tijdens de uitoefening van zijn beroep. De student kan laten zien wat hoe datgene waarop hij in de supervisie heeft gereflecteerd toegepast wordt in de praktijk. Dit laat de student zien aan de hand van drie kernactiviteiten: • de werkinbreng met leervragen (een schriftelijke weergave van een werkervaring); • het concretiseren en problematiseren van een werkervaring (tijdens supervisie); • het reflectieverslag (de schriftelijke weergave van het denkpro-
Te denken valt aan de volgende thema's: Thema 1. Beroepshoudinsaspecten: • Distantie en betrokkenheid • Samenwerking • Verantwoordelijkheid • Initiatief/innovatief • Flexibiliteit • Zelfkritiek en reflectie • Integriteit en betrouwbaarheid • Werkeffectiviteit en time management Thema 2: Morele en ethische beroepsdilemma's Thema 3: Methodiek van de SJD'er Thema 4: Visie op het beroep en beroepsontwikkeling Thema 5: De organisatie en de SJD'er
386
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
387
Thema 6: Persoonlijke ontwikkeling: zelfreflectie en balans Thema 7: Macht, onmacht, agressie en conflicten. Rode draad: reflectie op reeds verworven competenties aan de hand van concrete werkervaring, het vaststellen van het eigen competentieniveau door middel van een sterkte - zwakte analyse, het formuleren van leerdoelen en het toepassen van het geleerde in de beroepspraktijk. Thematische supervisie sluit aan bij de cursus Loopbaan- en competentieontwikking. Producten uit de supervisie kunnen gebruikt worden voor de opbouw van het Port Folio. Te denken valt aan de uitwerking van een competentieprofiel (of sterkte -zwakte analyse) gebaseerd op de door de student geformuleerde persoonlijke leerdoelen, of een concrete uitwerking van de wijze waarop de student tijdens de supervisie gewerkt heeft aan een of meerdere beroepsrelevante thema's. Hoe is het programma opgebouwd?: • Introductie supervisie Voorafgaand aan de eerste supervisiebijeenkomst vindt de introductie supervisie plaats. De student wordt geïnformeerd over de inhoud van supervisie, leert leervragen te formuleren en vragen te stellen in de supervisie. • Klikevaluatie Tijdens de klikevaluatie beslissen de supervisor en supervisanten of er een prettige werksfeer is en voldoende vertrouwen om met elkaar te kunnen werken tijdens het gehele supervisietraject. • Middenevaluatie Voor de middenevaluatie hebben zeven bijeenkomsten plaatsgevonden. Voorafgaand aan de middenevaluatie schrijft de supervisant een middenevaluatieverslag. Tijdens de middenevaluatiebijeenkomst spreekt de supervisor een beoordeling uit over het verloop van het supervisietraject tot de middenevaluatie. • Eindevaluatie Voorafgaand aan de eindvaluatie schrijft de supervisant een eindevaluatieverslag. Tijdens de eindevaluatiebijeenkomst spreekt de supervisor een beoordeling uit over het totale supervisietraject.
(zie ook cursusomschrijving Praktijktijd SJD DT) aan supervisie deelneemt. De supervisor kan een docent zijn van de SJD opleiding of een supervisor van buiten de opleiding die voldoende bekend is met het beroep. De supervisor is geregistreerd bij de Landelijke Vereniging voor Supervisie en Begeleiding (LVSB). De supervisor heeft geen directe contacten met de organisatie waar de supervisant werkzaam is. De supervisie vindt als regel plaats in het gebouw van de opleiding. Wat zijn de voorwaarden voor deelname aan supervisie? • De praktijktijd mag gedurende de supervisie niet worden onderbroken. Alleen in bijzondere omstandigheden, te beoordelen door de supervisiecoördinator, kan een onderbreking van maximaal 4 aaneengesloten werkweken worden toegestaan. Bij een langere onderbreking zal de supervisiecoördinator in overleg met de supervisor nadere afspraken met de supervisant maken. Het kan zijn dat de supervisie wordt verlengd of beëindigd. • Bij verandering van werkplek, door onvoorziene omstandigheden, moet de supervisant de nieuwe werkplek eerst ter goedkeuring aan de opleiding voor te leggen. Hiervoor gelden de bepalingen inzake de goedkeuring van de praktijktijd niveau 2. • De supervisant dient de werkafspraken na te komen (onder andere het op tijd aanleveren van een schriftelijke werkinbreng en een reflectieverslag). • De supervisiegroep is samengesteld uit supervisanten die ten opzichte van elkaar onafhankelijke posities innemen. Een supervisiegroep mag dus niet bestaan uit vrienden of vriendinnen. • Supervisie is meestal niet goed te combineren met een vorm van psychotherapie. Vandaar dat het noodzakelijk is dit vooraf bij de supervisiecoördinator te melden. Per situatie zal worden nagegaan of van deze regel kan worden afgeweken. • Bij een beoordeling met een onvoldoende, kan de supervisie verlengd worden met maximaal een half jaar. De supervisor brengt een advies uit, de supervisiecoördinator besluit. De beoordeling van de eindevaluatie is vastgelegd in het beoordelingsformulier ‘Thematische supervisie eindevaluatie’ dat is opgenomen in de studiehandleiding voor thematische supervisie SDJ DT.
Wie nemen deel aan supervisie? De supervisant is de student die gedurende de praktijktijd niveau 2
Onderwijsvorm: Supervisie wordt uitgevoerd in groepjes van minimaal twee en maximaal drie supervisanten. Er zijn in totaal zestien bijeenkomsten die
388
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
389
een keer in de veertien dagen plaatsvinden. Supervisie kan in periode A, B en C gestart worden als er tenminste drie deelnemers zijn. Supervisie wordt op dinsdagavond, als regel één keer per veertien dagen aangeboden. De supervisie wordt niet aangeboden tijdens de toetsweken. De duur van de bijeenkomst met drie supervisanten is 120-150 minuten. Toetsing: • Middenevaluatie Voor de middenevaluatie hebben zeven bijeenkomsten plaatsgevonden Voorafgaand aan de middenevaluatie schrijft de supervisant een middenevaluatieverslag. Tijdens de middenevaluatiebijeenkomst spreekt de supervisor een beoordeling uit over het verloop van het supervisietraject tot de middenevaluatie. Hier zijn geen studiepunten aan verbonden, maar dit kan gezien worden als prognose voor de beoordeling van de eindevaluatie. • Eindevaluatie Voorafgaand aan de eindvaluatie schrijft de supervisant een eindevaluatieverslag. Tijdens eindevaluatiebijeenkomst spreekt de supervisor een beoordeling uit over het totale supervisietraject. Presentie-regeling: De student heeft aanwezigheidsverplichting. De supervisant dient aan de aanwezigheidsverplichting te voldoen bij alle bijeenkomsten, inclusief de introductie bijeenkomst. Bij iedere afwezigheid die binnen de presentieplicht valt moet de student een vervangende opdracht maken zoals in de handleiding omschreven is. Literatuur • Reader Supervisie SJD DT • Studiewijzer Thematische supervisie SJD DT 2008 – 2009 In de studiewijzer vindt een verdere uitwerking plaats van de regels voor supervisie en deze is te beschouwen als een aanvulling op de studiegids. • Regouink W. Supervisie. Gids voor supervisanten. Laatste druk, Van Gorcum: Assen ISBN 9789023 232933
390
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
TRAINING ADVIESGESPREK SJD DT
Cursuscode
ADR-SJDD-399-08
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 2 EC Ingangsvereisten Bij aanvang van de cursus wordt de beheersing van basale sociaalcommunicatieve (gespreks)vaardigheden als bekend verondersteld (bij twijfel: overleg met de docent). Korte inleiding De cursus is er op gericht de student te bekwamen in het voeren van het adviesgesprek. Competenties 1.1, 1.2, 1.7, 1.10 Leerlijn Vaardighedenleerlijn Leerdoelen • De student kan een adviesgesprek voorbereiden. • De student kan een adviesgesprek structureren. • De student bevordert de zelfredzaamheid van cliënten door het kiezen van een adequate adviesrol. • De student communiceert over complexe en meervoudige rechtsvragen op een voor de cliënt begrijpelijke wijze. • De student kan bijdragen aan de acceptatie van zijn advies door weerstand te herkennen en om te buigen. • De student ontwikkelt zijn adviesvaardigheden door erop te blij-
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
391
ven reflecteren, een persoonlijke sterkte/zwakte analyse te maken en van hieruit nieuwe leerdoelen te formuleren. Inhoud Het practicum heeft als uitgangspunt: leren door doen. Aan de hand van (door de student) ingebracht praktijkmateriaal wordt geoefend, geanalyseerd en gereflecteerd. De actieve participatie van de medestudent is hierbij van essentieel belang: leren van en met elkaar. Onderwijsvorm Kernbegrip: praktijksimulaties in een zo realistisch mogelijke taakomgeving Toetsing • Participatie tijdens de bijeenkomsten • Mondelinge opdracht • Demonstratie van een (gedeelte van een) adviesgesprek. Het gesprek vindt plaats op de opleiding in het bijzijn van drie medestudenten en wordt geregistreerd op video. • Individuele thuisopdracht bestaande uit een reflectieverslag van het gevoerde gesprek, waarin opgenomen, theorie, feedback, sterkte/zwakte analyse met accent op persoonlijke leerdoelen (plusminus 5 pagina’s).
TRAINING OMGAAN MET AGRESSIE SJD DT K
Cursuscode
ADR-SJDD-600-08
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Beginvereisten Deze cursus kan alleen worden gevolgd indien de cursus Gespreksvoering 1 met een voldoende is afgerond. Korte inleiding De cursus is er op gericht de student specifiek te bekwamen in het omgaan met agressie in de professionele setting van de sociale zekerheid of justitiële dienstverlening en inzicht te verschaffen in de achtergronden van gedrag dat tot agressie leidt.
Hertentamen in overleg met de docent. Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting Literatuur • Studiewijzer Adviesgesprek SJD DT (digitaal aangeboden) • Molen, H.T. van der, Kluytmans, F., & Kramer, M. (2005) Gespreksvoering. Vaardigheden en modellen. Open Universiteit: Heerlen/ Noordhoff: Groningen ISBN 90-01-59635-5
392
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Voor de keuzecursus van de deeltijd is de professionele setting het SJD werkveld. Leerlijn Vaardighedenleerlijn Leerdoelen • De student kan omgaan met verschillende types van lastig of tegenwerkend gedrag. • De student kan omgaan met persoonlijk gerichte (verbale) agressie. • De student kan omgaan met bedreigend explosief gedrag. • De student kent de zelfcontrole theorie en kan dit toepassen. • De student kent de theorie van het verwerkingsproces naar aanleiding van schokkende incidenten (en ook na rouw en verlies).
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
393
•
De student is in staat een veilige werkruimte te creëeren.
Inhoud In deze training wordt inzicht gegeven in de verschillende types van lastig en bedreigend gedrag. Aandacht wordt besteed aan de achtergrond en de vraag waar het gedrag vandaan komt, waardoor een effectievere reactie mogelijk is en daarmee het lastige en/of agressieve gedrag deëscaleert. Daarnaast is het voor de SJD’er zelf ook van belang om zijn gevoelens en gedachtes onder controle te houden, zeker als de client dat niet heeft of zijn agressie naar de SJD’er richt. Daarom wordt er aandacht besteed aan de theorie van de zelfcontrole en hiermee geoefend. Helaas kan het toch voorkomen dat zich een bedreigende situatie voordoet. De afgelopen jaren hebben we dit gezien bij onder andere het CWI in Zeist waarbij een medewerker gewond is geraakt. Daarom wordt ook aandacht besteed aan hoe het verwerkingsproces verloopt naar aanleiding van een schokkende gebeurtenis en inzicht gegeven in het creëren van een veilige werkruimte. De training heeft als uitgangspunt: leren door doen. Aan de hand van ingebracht praktijkmateriaal wordt geoefend, geanalyseerd en gereflecteerd. De actieve participatie van de medestudent is hierbij van essentieel belang: leren van en met elkaar. De laatste trainingsdag zal geoefend worden met een professionele trainersacteur. Onderwijsvorm Training Toetsing Individuele schriftelijke opdracht Presentieregeling Voor deze cursus geldt de aanwezigheidsverplichting. Literatuur • Studiewijzer Training omgaan met agressie 2008-2009 • Reader met trainingsmateriaal • Klaassen, A. (2003) Agressiebeheersing. Kluwer: Deventer ISBN: 90 13 00710 4
394
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
TRAJECTBEMIDDELING EN REÏNTEGRATIE SJD K
Cursuscode ADR-SJDM-116-08 Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Trajectbegeleiding en reïntegratie is een cursus waarin de thema’s sociale zekerheid, advisering en arbeid elkaar raken door hun gezamenlijke relatie met het werkveld arbeidsvraagstukken. Leerdoelen De student beschikt over een referentiekader als basis voor de praktische ontwikkeling van kennis en vaardigheden op het terrein van trajectbegeleiding. Inhoud Trajectbegeleiding is een begeleidingsmethode die zich richt op de positieverbetering van (langdurig) werklozen. Naast kennis van het sociaal zekerheidsrecht (het vangnet) dient de SJD’er ook op de hoogte te zijn van methoden om reïntegratie te bevorderen. Een kenmerk van trajectbegeleiding is het doorgaans terugkerende contact met de cliënt bij intensieve begeleiding. Daarmee onderscheidt de methodiek zich van de meestal kortdurende dienstverleningscontacten in het beroepenveld van de SJD’er. Kernthema’s • sociale zekerheid • arbeid en arbeidsethos • de motivatie (arbeidsbereidheid) van de cliënt • beroepenoriëntatie en beroepskeuzebegeleiding (diagnostiek) • analyse van het arbeidsverleden
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
395
• •
herplaatsen en/of verwijzen opstellen reïntegratieplan
VERBINTENISSENRECHT SJD DT
Onderwijsvormen Hoorcollege, opdrachten, onderzoek, zelfstudie Toetsing • Mondelinge opdracht (presentatie) • Individuele opdracht (werkstuk) Literatuur • Reader • Nader te bepalen literatuur
Cursuscode
ADR-SJDD-J353-04
Soort cursus Verplichte cursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Deze cursus gaat over de totstandkoming van rechtsrelaties (verbintenissen) tussen deelnemers aan het rechtsverkeer (rechtssubjecten) onderling, de inhoud van die verbintenissen en het tenietgaan ervan. De gevolgen van niet-nakoming van bestaande verbintenissen maakt eveneens deel uit van deze cursus. De hoofdbronnen van ontstane verbintenissen worden aan een systematisch onderzoek onderworpen. Enige aandacht wordt gegeven aan het burgerlijk procesrecht, omdat het nuttig is enig begrip te hebben hoe recht als het ware kan worden ‘behaald’, desnoods bij de rechter. Competenties 1.3, 1.5, 1.6 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student heeft kennis gemaakt met c.q. zijn kennis verdiept van het gedeelte van het privaatrecht dat gaat over het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de vermogensrechtelijke rechtsverhouding van een rechtssubject tot een ander rechtssubject en over het burgerlijk procesrecht. • De student heeft basale vaardigheid inzake de hantering van rechtsbronnen.
396
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
397
•
De student heeft basale vaardigheid inzake het oplossen van verbintenisrechtelijke casusposities.
Inhoud • rechtshandelingen, voorwaarden voor totstandkoming • wilsgebreken • verbintenis in het algemeen • overeenkomst als bron van verbintenissen • inhoud van overeenkomsten • betrokkenen bij een overeenkomst; gerechtigd en gebonden zijn uit overeenkomst • nakoming, niet-nakoming, rechten crediteur • de wet als bron van verbintenissen i.h.b. de onrechtmatige daad • rechterlijke organisatie • dagvaardings- en verzoekschriftprocedures • stelplicht en bewijslast, executiemaatregelen Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege Toetsing Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen) Literatuur • Studiewijzer Verbintenissenrecht 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Inleiding Privaatrecht , Werkboek 2; Cursusdeel 2: Verbintenissenrecht, 9e gewijzigde druk, Open Universiteit: Heerlen 2006 (wordt verkocht door de opleiding) • Jurisprudentiebundel Inleiding privaatrecht (uitgave van de Open Universiteit) laatste versie (wordt verkocht door de opleiding). • De Grote Almanak voor informatie en advies, (juli-december 2008; uitgave van NIZW) • Wettenverzameling voor de Sociaal Juridische Dienstverlening 08-09, Sdu Uitgevers: Den Haag
398
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
VERZEKERINGSRECHT SJD K
Cursuscode
ADR-SJDK-K220-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Ingangsvereisten Deze cursus bouwt voort op de cursus Privaatrecht 1 (Verbintenissenrecht). Kennis daarvan is dus wenselijk. Korte inleiding De cursus Verzekeringsrecht behandelt de mogelijkheden om op grond van een onzekere gebeurtenis een uitkering te verkrijgen. Dat kan zijn om allerlei redenen mogelijk zijn. Van belang is dat nietverzekerd zijn kan leiden tot het niet kunnen dragen of vergoeden van kosten, dus sociale problemen voor de desbetreffende persoon zelf of anderen. Denk hierbij aan onder andere gevolgen van diefstal en brand, kosten voor (ongedekte) bijzondere uitgaven bij ziekte en dergelijke en slachtoffer zijn van een misdrijf of ongeluk. Competenties 1.3, 1.5, 1.6 Leerdoelen • De student kent de mogelijkheden om zich tegen onverwachte kosten te kunnen verzekeren. • De student heeft vaardigheden ontwikkeld tot hantering van het onderhavige recht (o.a. regelgeving en jurisprudentie) voor het oplossen van praktijkvragen.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
399
Inhoud • verzekeren, soort verzekering, totstandkoming • betrokkenen • verzekerde som • dekking • premie • wijzigingen • uitkering • beëindiging • geschillen
VISIE OP BEROEP SJD DT
Cursuscode ADR-SJDD-900-07
Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege
Soort cursus Verplichte cursus
Toetsing Schriftelijk tentamen (meerkeuzevragen)
Studiebelasting 2 EC
Literatuur • Studiewijzer Verzekeringsrecht 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Wettenverzameling voor de Sociaal Juridische Dienstverlening 2008-2009, Sdu Uitgevers: Den Haag • Plemp, S.J. (2005) Verzekeringsrecht naar titel 7.17 BW, Noordhoff Uitgevers: Groningen, ISBN 90 6890 5287.
Beginvereisten De propedeuse dient behaald te zijn en de middenevaluatie van de supervisie moet met een voldoende zijn afgesloten Korte inleiding Deze cursus heeft de vorm van een schrijfopdracht. Tijdens de cursus wordt de student zich bewust van zijn visie op zijn SJD-beroep en gaat hij deze verder ontwikkelen, onderbouwen en communiceren. Competenties 3.1, 3.2, 3.3, 3.4 Leerlijn Ervarings-reflectieleerlijn Leerdoelen • De student is in staat zijn persoonlijke visie op zijn SJD-beroep op heldere en consistente wijze te verwoorden, • De student kan aangeven wat de consequentie is van deze visie voor zijn dagelijkse beroepsuitoefening en de dilemma’s waarmee hij te maken heeft, • De student kan de betekenis bepalen van zijn visie op micro-, meso- en macroniveau.
400
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
401
Inhoud Wat doe je als wetsuitvoerder van de sociale dienst met dilemma’s die ontstaan doordat je informatie krijgt via de klant, via derden of wat je ziet in privé tijd? Wat doe je als je hoort van de bijstandsmoeder dat zij een paar weken per jaar bloembollen pelt? En wat als je buiten werktijd constateert dat de bijstandsgerechtige aan het klussen is? En hoe stel je je op als CWI-medewerker? Moet je iemand gelijk pushen om uitzendwerk te verrichten onder het motto werk (uitstroom) of gun je de klant de tijd om vast werk te zoeken. Hierin komt ook de discretionaire ruimte om de hoek kijken. In welke mate neem je je verantwoordelijkheid om te individualiseren? En hoe zit dat met de belangenbehartiger? Moet je altijd zijn belangen behartigen, koste wat het kost? Is het zinnig om een bezwaarschrift in te de dienen terwijl je weet dat het zinloos zal zijn? En hoe communiceer je dit dan naar de klant? In al deze gevallen zal het ongetwijfeld gevoelens en gedachtes bij je oproepen. Hoe deze eruit zien en wat je uiteindelijk gaat doen is mede afhankelijk van jouw visie op het beroep. In deze cursus kan je onderwerpen van je afstudeeropdracht of afstudeerthema’s integreren en onderwerpen uit andere cursussen (o.a. ethiek en dienstverlening en supervisie) uitwerken. Nu is het de bedoeling dat je je eigen visie op jouw SJDberoep op basis van je verworven competenties en ervaringen verwoordt in een slotstuk. Deze cursus hangt samen met de cursus presenteren (voor degenen die afstuderen via de afstudeerthema’s) en met het eindgesprek (voor degenen die afstuderen middels een afstudeerproject).. Aan het eind van de periode presenteert de student zijn visie op zijn beroep mondeling via presentatie of eindgesprek.
Literatuur Studiewijzer Thema: Visie op het beroep SJD DT 2008-2009 (digitaal aangeboden)
Onderwijsvorm Tijdens de startbijeenkomst licht de docent de schrijfopdracht toe. De student schrijft een werkstuk op basis van een door de docent goed te keuren opzet. Ter inspiratie worden verschillende invalshoeken en werkvormen aangeboden. Eén maal is er begeleide intervisie (leren van elkaar) en verder kan de student voor vragen op het spreekuur terecht. Toetsing Individuele opdracht (werkstuk van max. 10 à 15 pagina’s)
402
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
403
VREEMDELINGENRECHT 1 SJD DT K
Cursuscode
ADR-SJDD-J560-05
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Competenties 1.3, 1.4, 1.5, 1.6 Leerlijn Conceptuele leerlijn Korte inleiding Migratie is een verschijnsel van alle tijden. In onze samenleving is het begrip migratie niet meer weg te denken. Europese grenzen vervagen. Migratie door onderdanen van EG-lidstaten roept nauwelijks nog discussie op maar de houding ten opzichte van migranten van buiten de Europese Gemeenschap is niet bepaald gastvrij te noemen. Nederland en andere Europese landen sluiten hun poorten en wenden zich af van de redenen dat mensen hun toekomst in het rijke westen zoeken. In snel tempo worden verdragen gesloten om een juridisch kader te geven aan het tegengaan van migratie van buiten de Europese Gemeenschap. In het Nederlandse vreemdelingenrecht gaat het over de vraag wie wel of geen toegang en/of toelating krijgen tot Nederland. Een verblijfsvergunning wordt volgens artikel 13 van de vreemdelingenwet in ieder geval alleen verstrekt als internationale verplichtingen daartoe lopen, als met de aanwezigheid van de vreemdeling een wezenlijk Nederlands belang is gediend, of, klemmende redenen van humanitaire aard daartoe nopen. Deze basis onder het Nederlandse
404
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
vreemdelingenrecht is uitgewerkt in diezelfde Vreemdelingenwet en in het Vreemdelingenbesluit. Deze bronnen zijn leidraad bij waar het gaat om het opdoen van basiskennis van het Nederlandse vreemdelingenrecht tijdens deze cursus. Leerdoelen • De student verwerft kennis over de bronnen van het Nederlandse vreemdelingenrecht en kan op basisniveau met die bronnen werken. • De student heeft inzicht in het verschil tussen vreemdelingen die om reguliere redenen toegelaten willen worden en asielzoekers en kan bij dat onderscheid de bijpassende procedures plaatsen. • De student heeft inzicht in het onderscheid tussen rechtmatig en niet rechtmatig verblijf in Nederland en de gevolgen daarvan. • De student kent de criteria die gelden voor kort verblijf in Nederland en kan die criteria toepassen op concrete casussen. • De student kent de criteria die gelden voor de toelating van reguliere vreemdelingen en kan die criteria op concrete casussen toepassen. • De student kent de criteria die gelden voor de toelating van asielzoekers en kan die criteria op concrete casussen toepassen. • De student kent de criteria die gelden de verlenging van de geldigheidsduur van verblijfsvergunningen bepaalde tijd regulier en asiel en kan die criteria toepassen op concrete casussen. • De student kent de criteria die gelden voor de verblijfsvergunning regulier voortgezet verblijf en kan die criteria op concrete casussen toepassen. • De student kent de criteria die gelden voor de verblijfsvergunningen onbepaalde tijd regulier en asiel en kan die criteria op concrete casussen toepassen. • De student heeft kennis van de rechtsmiddelen die de vreemdeling kan inzetten bij weigering het verblijf te verlenen of te verlengen en kan die kennis toepassen op concrete casussen. • De student heeft kennis van de maatregelen van toezicht op en handhaving van het vreemdelingenrecht en kan deze maatregelen onderscheiden. • De student heeft kennis omtrent de samenhang tussen het vreemdelingenrecht en de Wet arbeid vreemdelingen en ziet deze samenhang in concrete casussen.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
405
Inhoud In de cursus zal uitgebreid aandacht worden besteed aan de bronnen van het Nederlandse vreemdelingenrecht die criteria geven voor de vraag of een vreemdeling rechtmatig of niet rechtmatig in Nederland verblijft. De Vreemdelingenwet 2000 kent een strikt onderscheid tussen vreemdelingen die op reguliere gronden naar Nederland komen en vreemdelingen die asiel zoeken. De criteria die gesteld worden aan de verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd verschillen van de criteria gesteld aan de verblijfsvergunning asiel bepaalde tijd. Als niet meer wordt voldaan aan de criteria kunnen verblijfsvergunningen bepaalde tijd worden ingetrokken. Verblijfsvergunningen voor onbepaalde tijd worden verleend na minimaal vijf jaar (niet tijdelijk) rechtmatig verblijf in Nederland. Als een vreemdeling verblijf (verder) wordt geweigerd kan deze gebruik maken van rechtsmiddelen. De rechtsmiddelen asiel verschillen wat regulier. Het vreemdelingenrecht is bestuursrecht maar er wordt nogal eens afgeweken van de bepalingen in de Awb. Ingeval een vreemdeling geen rechtmatig verblijf (meer) heeft in Nederland bestaat geen recht (meer) op voorzieningen. De vreemdeling wordt dan geacht Nederland zo snel mogelijk te verlaten. Velen doen dat niet. Daarover is in de politiek altijd wel het nodige te doen. De kennis van de bronnen van het Nederlandse vreemdelingenrecht en het kunnen toepassen van die kennis zal getoetst worden in een open vragen toets met korte casussen. Onderwijsvormen Hoor- en werkcollege Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen - korte casussen) Literatuur • Studiewijzer Reader Vreemdelingenrecht 1 SJD Deeltijd 20082009 • Wettenverzameling voor de sociaal juridische dienstverlening 0809, Sdu Uitgevers: Den Haag • Kuijer, A. (red). Nederlands vreemdelingenrecht. Laatste druk, Boom juridische uitgevers: Den Haag ISBN 9054545518 | ISBN13: 9789054545514
406
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
VREEMDELINGENRECHT 2 SJD K
Cursuscode
ADR-SJDM-059-08
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Deze cursus veronderstelt basiskennis van het vreemdelingenrecht. Vreemdelingenrecht 2 impliceert een verdieping in een bepaald aspect van het vreemdelingenrecht. Welk aspect dat is? Dat bepalen studenten zelf. In het kader van deze cursus maken studenten een werkstuk. De studenten kiezen in overleg met de docent een vreemdelingrechtelijk onderwerp en een probleemstelling. Bij voorkeur gaat het om een onderzoeksopdracht vanuit de SJD-praktijk. Studenten werkzaam bij een penitentiaire inrichting hebben in dit verband bijvoorbeeld onderzocht waarom illegaal verblijf op zich niet strafbaar is en of strafbaarstelling aan te bevelen zou zijn. Anderen onderzochten waarom uitzetting van strafrechtelijk gedetineerde illegale vreemdelingen na het uitzitten van (een gedeelte) van hun straf niet voortvarender ter hand kon worden genomen binnen de eigen inrichting en zij deden aanbevelingen. Ook is inmiddels onderzocht of de overheid niet een aantal internationale rechten van illegaal in Nederland verblijvende kinderen overtreedt. Studenten die niet rechtstreeks kunnen putten uit de SJD-praktijk kunnen op basis van andere (niet praktijkgerichte) overwegingen voor zichzelf een opdracht schrijven. Door de studenten wordt zelf informatie verzameld en minimaal één instantie dient te worden benaderd. De informatie moet methodisch en juridisch op correcte wijze te worden verwerkt en geïnterpreteerd.
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
407
Leerdoelen • De student is in staat een opdracht aangaande een vreemdelingenrechtelijke (praktijk)kwestie op te stellen. • De student kan een stappenplan maken waarin vorm wordt gegeven aan de opdracht. • De student kan passende literatuur en andere informatie aangaande het onderwerp van zijn opdracht. • De student kan een instantie benaderen die bijdraagt aan het onderzoek. • De student is in staat tot het doen van methodisch en juridisch onderzoek terzake van de vreemdelingenrechtelijke kwestie. • De student kan verslag doen van het onderzoek in een schriftelijk stuk van 15 tot 20 pagina’s. • De student kan conclusies trekken terzake van het eigen onderzoek en in dat verband aanbevelingen doen. Onderwijsvorm Eén werkcollege en vervolgens coaching bij het construeren van de opdracht en het maken en uitvoeren van de plannen op afspraak. Behalve een eerste oriënterende bijeenkomst in week 1 zullen colleges niet standaard plaatsvinden. Tijdens de eerste bijeenkomst zal de docent desgewenst nadere informatie en aanwijzingen geven. Studenten kunnen hun onderwerp tijdens de eerste bijeenkomst al met de docent bespreken en daarin een vervolgtraject afspreken. Er dient, in overleg met de docent, een vreemdelingrechtelijke kwestie te worden onderzocht. Er dient een opdracht geformuleerd te worden en een stappenplan te worden opgesteld. De opdracht en het plan dienen bij de docent te worden ingeleverd. De opdracht en het plan moeten door de docent met een voldoende zijn beoordeeld voordat aan het werkstuk wordt begonnen. Toetsing • De onderzoeksopdracht dient met een voldoende te zijn beoordeeld door de docent. • Individueel werkstuk (maximaal 15 tot 20 pagina’s A4) Literatuur • Studiewijzer vreemdelingenrecht 2 2008-2009 (digitaal aangeboden) • Voor het door de student(en) zelf gekozen onderwerp relevante literatuur en andere informatie.
408
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
WOON- EN HUURRECHT SJD DT K
Cursuscode
ADR-SJDD-J583-03
Soort cursus Keuzecursus Studiebelasting 3 EC Korte inleiding Deze cursus bevat een inleiding in het woon- en huurrecht, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de huur van woonruimte. De rechten en plichten van huurder en verhuurder, huuropzeggingsbescherming en huurprijsbescherming komen aan de orde. Eveneens zullen kwesties als bescherming van de onderhuurder en medehuurder en de ontbinding van de huurovereenkomst worden behandeld. Het huurrecht vormt een belangrijk onderdeel van de sociaal juridische praktijk, zodat kennis van dit rechtsgebied essentieel is. Competenties 1.3,1.4,1.5,1.6 Leerlijn Conceptuele leerlijn Leerdoelen • De student heeft kennis van en inzicht in het huurrecht en aanverwante terreinen. • De student kan wet- en regelgeving en jurisprudentie op aan de beroepspraktijk ontleende casuïstiek toepassen. Inhoud • afbakening huurovereenkomst • rechten en plichten van huurder en verhuurder
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
409
• • • •
huurprijzen en servicekosten medehuur, onderhuur, voortzetting na overlijden huurder beëindiging van de huurovereenkomst, huurbescherming ontbinding van de huurovereenkomst
Onderwijsvorm Hoor- en werkcollege Toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen) Literatuur • Studiewijzer Woon- en huurrecht 2008 – 2009 • Selectie van jurisprudentie ( reader) • Wettenverzameling voor sociaal juridische dienstverlening 08-09. Sdu Uitgevers: Den Haag • Van Breevoort, J. en Van der Sanden, P. (2007). Huurrecht woonruimte. 3e druk, Sdu Uitgevers: Den Haag ISBN 9789012121279
410
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
411
10 BIJLAGEN
10.1 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING
10.2 STUDENTENSTATUUT
Het Studentenstatuut is te vinden op www.reglementen.hu.nl De onderwijs- en examenregeling FMR is te vinden via www.hu-sharepoint.nl. Ga naar onderwijs, kies een opleiding, ga naar reglementen en klik op Onderwijs en Examenregeling FMR.
414
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
415
10.3 TREFWOORDENREGISTER
15 euro-regeling Aanwezigheidsplicht Actualiteitencollege SJD K Adres wijzigen Afstudeerproject SJD DT Afstudeersteun Afstudeerthema: beleid SJD DT Afstudeerthema: signalering SJD DT Afstuderen Algemene informatie HU Arbeidsongeschiktheid en SJD SJD K Arbeidsrecht 3 SJD K Arbeidsrecht SJD DT AV balie Bachelor-masterstructuur Bedrijfshulpverlening Beëindiging inschrijving Beginvereisten deelname cursus Bekendmaking tentamenresultaten Belastingrecht SJD K Beroep Beroepsprofiel Bestuursbeurs Bestuursrecht SJD DT Bezwaar BHV & EHBO Bijzondere opdrachten sjd Brand Brand, ongeval of calamiteit CANS (RSI) Career counseling voor allochtone studenten SJD K Centrale medezeggenschapsraad (CMR) Collegegeld Communicatie en voorlichtingskunde SJD K
416
175 161 216 73 218 62 220 224 155 12 227 232 229 40 13 86 43 163 184 234 198 94 80 236 197 86 239 36 85 86 241 77 132 244
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Competentiegericht onderwijs Competenties beginnende beroepsbeoefenaar Competenties van de SJD-opleiding Conflicthantering SJD DT Consumentenrecht SJD K Contactgegevens faculteiten Contactgegevens IvR Criminologie SJD K Cum laude Curriculumoverzicht Cursusbeschrijvingen Deeltentamen Didactische uitgangspunten Didactische werkvormen Dienstverlening bij schulden SJD DT K Dyslexie Echtscheidingsrecht SJD K EHBO Eindgesprek SJD DT Ethiek in dienstverlening SJD DT Examencommissie Examens Facultaire medezeggenschapsraad (FMR) Financiële steun Forensische psychiatrie SJD K Formeel strafrecht SJD DT Functiebeperking Gang van zaken tijdens tentamens Geldigheidsduur studieresultaten Gespreksvoering 2 SJD DT Gespreksvoering SJD DT Getuigschriften Gezondheidsrecht SJD K Goederenrecht SJD DT Graden Grondrechten SJD K Herinschrijving Herkansing Hoofdfase Horizontale doorstroommogelijkheden Huisregels Huisvesting
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
13 109 110 246 248 23 42 250 192 123, 125 215 183 104 108 254 178 256 36 258 261 45 165 77 62 263 265 63, 177 179 188 269 267 190 271 273 191 275 43 176 122, 146 113 36 90
417
ICT-faciliteiten Ienstverlening aan slachtoffers SJD K In- en uitschrijven voor de opleiding Inburgering nieuwkomers SJD K Indeling in werkveldsectoren Informatiebeveiliging en privacy Inleiding recht SJD DT Inrichting en organisatie opleiding Inrichting hoofdfase Inschrijving voor cursussen Inschrijvingsregeling HU Internationaal studieaccent International office Islam en recht SJD K Jaarrooster Jeugdrecht SJD K Jeugdstrafrecht SJD K Kerncompetenties Keuzecursussen Kiosk Klachten, bezwaar en beroep Klachtrecht Kwaliteitszorg Leerplanwijzigingen Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Lesdagen en –tijden Letselschade SJD K Literatuurstudie SJD Locaties hu in Amersfoort Locaties hu in Utrecht Loopbaan- en competentieontwikkeling inleiding SJD DT Loopbaan- en competentieontwikkeling jaar 2 SJD DT Loopbaan- en competentieontwikkeling jaar 3 SJD DT Loopbaan- en competentieontwikkeling jaar 4 SJD DT Loopbaanmogelijkheden Management en organisatie SJD DT Materieel strafrecht SJD DT Medezeggenschap Mediatheek Mediatheek fmr Mediation Mediation vaardigheden SJD DT
418
70 252 42 277 99 73 279 117 146 159 15 149 75 281 208 283 285 109 124 40 195 200 17 125 178 130 287 289 21 20 292 294 296 298 101 300 302 77 67 67 61 304
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Mentorproject Methodiek SJD DT Milieu Mindervaliden Nabespreking Netwerken en presenteren SJD DT Noodfonds Noodfondsregeling HU Onderhandelen 1 SJD DT Onderhandelen 2 SJD DT Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Onderwijs- en examenregeling Onderwijsbalie Onderwijsjaarrooster 2008-2009 Onderwijsprofiel HU Onderzoeksvaardigheden SJD DT Ongeval Onregelmatigheden / fraude Ontruiming Opleidingscommissie Opleidingsprofiel Opleidingsstructuur Opleidingsvarianten Ordehandhaving Organogram faculteit Organogram HU OSIRIS Pensioenrecht SJD DT Personen- en familierecht SJD DT K Plattegrond Politicologie SJD K Praktijktijd Praktijktijd SJD DT jaar 1 tot en met 4. Presentatie SJD DT Privacyreglement persoonsgegevens studenten HU Profileringsruimte Propedeuse Psychologie SJD DT Psychologie van de adolescentie SJD K Readerverkoop Rechtsfilosofie SJD DT Regeling inzake ongewenst gedrag HU
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
66 307 87 37 185 309 62 16 311 313 78 15, 414 47, 120 209 12 315 36 186 36 77 102 121 120 18 24 19 71 317 319 26 321 125 323 329 16 152 122, 134 332 335 40 338 16
419
Registratie studievoortgang Reglement centrale medezeggenschapsraad HU Reglement college van beroep HU Reglement examencommissies Reglement studentendecanen hu Reglement voor de opleidingscommissies Repro Restaurant Rol en verantwoordelijkheid van docenten Routebeschrijvingen Schriftelijke communicatie 1 SJD DT Seksuologie SJD K Sharepoint SJD en multiculturele samenleving SJD DT SJD-functies Sociale kaart 2 SJD K Sociale zekerheid: herziening en terugvordering van uitkeringen SJD K Sociale zekerheid: svb/gemeenten SJD DT Sociale zekerheid: UWV SJD DT Sollicitatietraining SJD DT K Soorten van SJD-functies Sport en cultuur Steunfondsregeling HU Studentenarts Studentendecaan Studentendecanen FMR Studentenmail Studentenpsychologen Studentenservice FMR Studentenstatuut Studentenstatuut HU Studieadvies Studiebegeleiding Studiegedrag van studenten Studiekosten Studieloopbaanbegeleiding Studieprogramma hoofdfase Studieprogramma propedeuse Studietrajecten Studievereniging Studium generale
420
131 17 15 16 16 16 40 39 41 21 340 342 71 344 97 347 349 351 353 355 97 84 16 59 54 55 70 60 39, 56 415 15 136, 142 52 41 132 130 147 140 147 47 79
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
Study abroad Systeemtheorie SJD DT Tentamenbeoordeling Tentamens Tentamentijden Tentamenvorm Thema: arbeidsverhoudingen SJD DT Thema: belangenbehartiger SJD DT Thema: burgers overheid SJD DT Thema: de verzorgingstaat SJD DT Thema: het beroep SJD DT Thema: justitiële dienstverlening SJD DT Thema: rechtstoepassing SJD DT Thema: sjd’er en cliënt SJD DT Thema: wetsuitvoerder/toetser SJD DT Thematische supervisie SJD DT Titulatuur Toetsen Topsport Training adviesgesprek SJD DT Training omgaan met agressie SJD DT K Trajectbemiddeling en reïntegratie SJD K Trajectum Uitval van lessen Vakantie en vrije dagen 2008-2009 Verbintenissenrecht SJD DT Verkorte opleidingsroutes Vertrouwenspersoon Vervolgopleidingsmogelijkheden Verzekeringsrecht SJD K Visie op beroep SJD DT Vraaggestuurd onderwijs Vreemdelingenrecht 1 SJD DT K Vreemdelingenrecht 2 SJD K Vrijstellingen Wachtwoord Wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen WHW Winkel Woon- en huurrecht SJD DT K
Sociaal Juridische Dienstverlening deeltijd Studiegids 2008 - 2009
75 357 183 165, 166 213 174 359 362 366 369 373 376 378 380 383 385 190 166 82 391 393 395 83 130 38 397 122 57 114 399 401 13 404 407 136, 172 73 88 15 40 409
421
Juridische Beroepspraktijk
Opmaak Troost communicatie
Heidelberglaan 7
Drukwerk Drukkerij Tuijtel
Postbus 85397 3508 AJ Utrecht telefoon 030 - 252 96 00 telefax 030 - 252 96 01 www.hu.nl
fmr_sg_sjddt_08_tc
Deeltijd
Centrum voor
Ontwerp Dietwee
Deeltijd Sociaal Juridische Dienstverlening
Sociaal Juridische Dienstverlening
Contactadres
Uitgave Hogeschool Utrecht
Centrum voor Juridische Beroepspraktijk
Studiegids
2008/2009
Colofon
08 09 STUDIE GIDS