Sociaal Juridische Dienstverlening studiehandleiding
2014-2015
Titel:
Compas (competentie assessment)
Auteurs:
Mevr. Mr. L. Ramdjanamsingh Mevr. Mr. E. Kruyen
Doelgroep:
Sjd 4de jaar vt en dt
Periode:
Blok 1, 2 en 3
Datum:
September 2014
1
INHOUDSOPGAVE
1
Inleiding ................................................................................................................ 2
2 2.1
Literatuur en ander lesmateriaal ........................................................................... 3 Blok 1, 2 en 3 .................................................................................................. 3
3
Cursuskalender blok 4 .......................................................................................... 4
4
Aanpak .................................................................................................................. 4 4.1 Voorwaarden ................................................................................................... 4 4.2 Instructiecolleges ............................................................................................. 4 4.3 Aanpak ............................................................................................................ 4 4.4 Vereisten Compasportfolio ............................................................................. 5 4.5 Competenties ................................................................................................... 8 4.6 Het Compasgesprek....................................................................................... 10 4.7 Aandachtspunten voor het Compasgesprek .................................................. 11
5
Toetsing en beoordeling ..................................................................................... 12 5.1 Portfolio ............................................................................................................ 12 5.2 Docenten ........................................................................................................... 13 5.3 Scoreformulier Compasgesprek ....................................................................... 13
6
Begeleiding ......................................................................................................... 16
7
Studiepunten en studiebelasting ......................................................................... 16
8
Leerdoelen .......................................................................................................... 17
9
Format................................................................................................................. 18
10 Theorie ................................................................................................................ 19 10.1 Feedbackformulier (alleen gebruiken als je geen beoordeling hebt!) ............. 19 10.2 Checklist Compasportfolio ........................................................................ 20 .
i
1
Inleiding
Beste student, Heb je studievertraging èn bevind je je in blok 1, 2 of 3 èn ben je in de allerlaatste fase van jouw SJD-opleiding èn moet je jouw Compasgesprek nog doen? Dan is deze handleiding op jou van toepassing. Meld je aan bij Esther Kruyen (f.h.kruyen) en vermeld in welk blok je jouw Compasgesprek wil doen. ((Ben je een reguliere student die in blok 4 gaat afstuderen, dan doe je je Compasgesprek in blok 4. In blok 3 vindt je een andere handleiding van Compas op DLWO incl. een andere cursuskalender met instructiecolleges. Deze handleiding is NIET voor jou.))
Je bent bezig om jouw Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD) opleiding af te sluiten. In deze afstudeerfase past het Compas. Compas staat voor competentieassessment waarbij je aan de hand van een samengesteld portfolio een individueel Compasgesprek voert. Dit is een eindgesprek in de allerlaatste fase van jouw opleiding. Je beschikt over SJD-competenties en zal op korte termijn als startbekwame professional actief zijn in het werkveld. Welke inzichten heb je verworven en wat is jouw visie op het werkveld? De opleiding SJD kende tot 2011 twaalf competenties. In het kader van een herziening van het curriculum zijn ook de twaalf competenties geëvalueerd. Met ingang van 2011 werken we in de propedeutische fase van de opleiding met zeven hernieuwde SJDcompetenties. Voor de huidige vierdejaar betekent dit dat zij reeds met deze zeven competenties hebben gewerkt. In het Compasgesprek worden vragen gesteld over de wijze waarop je je hebt ontwikkeld gedurende de opleiding aan de hand van competentie 7 (Professioneel handelen en jezelf ontwikkelen in het beroep). Competentie 7 staat dus centraal in het Compasgesprek. Tijdens het Compasgesprek zal alleen competentie 7 worden beoordeeld (zie Scoreformulier Compasgesprek hoofdstuk 5.3). In deze handleiding tref je de oude competenties naast de nieuwe competenties en maken wij inzichtelijk hoe de oude competenties zijn ondergebracht onder de zeven hernieuwde SJD-competenties. Op DLWO zijn webcolleges te vinden (Compas instructiecollege 1 (algemeen), instructiecollege 2 (het samenstellen van het portfolio) en instructiecollege 3 (het Compasgesprek). In deze webcolleges wordt uitgebreid verteld over wat Compas is, voor
2
wie het bedoeld is, wanneer je Compas kunt doen, wat Compas inhoudt, hoe je het Compasportfolio moet samenstellen en hoe het Compasgesprek eruit ziet. In deze handleiding tref je instructies aan over het samenstellen van jouw portfolio, de beroepsproducten/bewijsstukken die daarin opgenomen kunnen worden en een leidraad voor het Compasgesprek. 2
Literatuur en ander lesmateriaal 2.1
Blok 1, 2 en 3
Voor het samenstellen van jouw portfolio kun je putten uit ALLE voorgaande studieonderdelen waar bruikbare beroepsproducten/bewijsstukken door jou zijn gemaakt (zie hoofdstuk 4 Vereisten Compasportfolio).
3
3
Cursuskalender blok 4 Voor de blokken 1, 2 en 3 geldt dezelfde opbouw
4
Week 2
Instructiecollege
Week 4 (maandag 12:00 uur)
Inleveren Compasportfolio
Week 6 (vrijdag 17:00 uur)
GO/NO GO Compasportfolio
Buffer-/Toetsweek
Compasgesprek (zie rooster.hva.nl)
Aanpak
4.1
Voorwaarden
Om het Compasportfolio te kunnen inleveren, moet je in het bezit zijn van een goedgekeurde onderzoeksopzet (GO) van de Externe Opdracht èn volledig de minor te hebben afgerond dan wel dat je desgevraagd kunt aantonen dat je het blok waarin je je Compasgesprek wil doen, gaat afstuderen. Nadat je tijdig (zie cursuskalender) jouw Compasportfolio hebt ingeleverd, vindt pas jouw Compasgesprek plaats, nadat jouw Compasportfolio is goedgekeurd.
4.2
Instructiecolleges
Op DLWO (bij Compas) zijn drie webcolleges te vinden (Compas instructiecollege 1 (algemeen), instructiecollege 2 (het samenstellen van het portfolio) en instructiecollege 3 (het Compasgesprek). In deze webcolleges wordt uitgebreid verteld over wat Compas is, voor wie het bedoeld is, wanneer je Compas kunt doen, wat Compas inhoudt, hoe je het Compasportfolio moet samenstellen en hoe het Compasgesprek eruit ziet. N.B. Er is een fout geslopen in webcollege 2. Het is uitdrukkelijk NIET toegestaan om voor competentie 3 een bezwaarschrift/beroepschrift/verweerschrift te gebruiken als bewijsstuk omdat de communicatie met de cliënt hier onvoldoende uit blijkt. 4.3
Aanpak
Je begint jouw portfolio samen te stellen aan de hand van de beroepsproducten/bewijsstukken die je in de afgelopen jaren hebt verzameld. Dan bereid je je voor op het Compasgesprek dat je zult hebben met twee assessoren (een SJD-docent en jouw SLB’er). De SJD-docent is leidend tijdens het Compasgesprek.
4
Het Compasgesprek duurt een half uur en wordt na overleg tussen twee assessoren afgesloten met feedback en een beoordeling. In het Compasgesprek hangt competentie 7 als een paraplu boven de andere competenties en staat daarom centraal in dit gesprek. Competentie 7 staat voor jouw ontwikkeling naar een startbekwame professional. Via competentie 7 zullen andere competenties en de beroepsproducten uit het portfolio aan de orde komen. Aan de hand van de ontwikkelingsgraadmeter (hoofdstuk 5.3) zal alleen competentie 7 worden beoordeeld. Omdat we opleiden tot een SJD professional en de opleiding heel breed is, willen we graag zien dat jij ook een transfer kunt maken naar een voor jou nieuw werkveld en bijbehorende functie. Je zult twee SJD-werkvelden en de daarbij horende functies moeten kiezen en aan de hand daarvan gaan wij jou ook vragen stellen. Één werkveld en functie moet dus nieuw voor je zijn. Daarbij is nogmaals competentie 7 leidend. Maar we maken ook de koppeling naar de twee door jou gekozen competenties (voorkeurscompetenties). Deze voorkeurscompetentie(s) wordt niet apart beoordeeld maar zal via competentie 7 worden bevraagd. Tijdens het Compasgesprek zal de assessor een keuze maken of de keuze aan de student laten welke voorkeurscompetentie/werkveld (en functie) aan de orde komt. De assessor heeft de vrijheid indien het gesprek niet vordert, een andere voorkeur via competentie 7 aan de orde te stellen.
4.4
Vereisten Compasportfolio
1. Jouw portfolio is een map waarin alle beroepsproducten/bewijsstukken gebundeld en verzorgd, voorzien van een inhoudsopgave en een overzichtelijke lay-out, zijn opgenomen. 2. Op de voorkant van de map staat duidelijk jouw naam, jouw telefoonnummer, jouw HvA-e-mail adres, jouw studentnummer, het jaar van afstuderen, het studieonderdeel en de naam van jouw SLB’er. 3. Voor elke competentie dien je één beroepsproduct/bewijsstuk in jouw portfolio op te nemen. Dit betekent dat jouw portfolio bestaat uit zeven beroepsproducten/bewijsstukken. 4. Jouw beroepsproducten/bewijsstukken zijn met een voldoende beoordeeld. De beoordeling zegt iets over de mate waarin je over de SJD-competenties beschikt. Een beroepsproduct/bewijsstuk mag niet ouder zijn dan vier jaar. Daarbij adviseren we je om zoveel mogelijk beroepsproducten/bewijsstukken uit de laatste twee jaren 5
van je studie te gebruiken. Als het echt niet anders kan, kun je beroepsproducten/bewijsstukken uit jaar 2 en bij hoge uitzondering zelfs uit jaar 1 gebruiken. Geef dan wel duidelijk in je STARRT aan op welke wijze je je hebt ontwikkeld in het kader van die competentie de afgelopen jaren. 5. De keuze voor een bepaald beroepsproduct/bewijsstuk is aan jou. Het is bij voorkeur de bedoeling dat je voor individuele producten kiest. Je mag ook kiezen voor groepsproducten maar dit mogen er maximaal drie zijn. N.B. Indien je kiest voor een groepsproduct zul je bij het groepsproduct op een apart A-4tje een individuele aanvulling moeten schrijven waaruit jouw aandeel, werkwijze en stijl duidelijk wordt. 6. De beroepsproducten/bewijsstukken waarmee je jouw portfolio samenstelt, kunnen afkomstig zijn uit de voorgaande studiejaren: minoren, externe opdracht, stage/COP/praktijklijn, relevant vrijwilligerswerk, enz. Indien jij beroepsproducten/bewijsstukken uit jouw stage wenst op te nemen, mogen dit er maximaal drie zijn. Indien jij beroepsproducten/bewijsstukken uit het COPprogramma/de praktijklijn wenst op te nemen, mag dit alleen uit jaar 2 en 3 met een maximum van een totaal aan drie producten. 7. Wil je een ander product gebruiken uit de praktijk (stel je bent momenteel werkzaam in een SJD-functie en je hebt een mooi beroepsproduct gemaakt), dan telt dit mee in het maximum van drie praktijkproducten. Zorg wel dat je hiervoor feedback hebt. Een mail van een meerdere, die jouw beroepsproduct heeft gezien en, waarin staat dat jij dit soort werkzaamheden verricht en dat je voldoet aan de eisen uit de praktijk, is voldoende. 8. Bij ieder beroepsproduct/bewijsstuk hoort een volledig ingevuld STARRT formulier. Hier heb je tijdens de SLB bijeenkomsten al mee gewerkt. De R van reflectie en de T van transfer naar de toekomst als startbekwame professional staan centraal. Nieuw is de transfer: we leiden op voor SJD’ers die breed inzetbaar zijn. We willen inzicht in jouw kennis van meerdere SJD-werkvelden. Beschrijf per competentie minimaal twee andere beroepen en een korte toelichting per transfer. 9. N.B. de ingevulde STARRT formulieren dienen in correct Nederlands geschreven te zijn. Bij meer dan vijf spel- of taalfouten krijg je het portfolio terug ter verbetering. Taalbeheersing en –gebruik zeggen veel over jouw professionaliteit (competentie 7). Let wel: indien jouw beroepsproduct/bewijsstuk spel- en taalfouten bevat, dan moet je in jouw STARRT formulier aangeven dat je dit hebt opgemerkt en hoe je in jouw ontwikkeling als SJD’er hier aandacht aan hebt geschonken. 10. Feedback per beroepsproduct/bewijsstuk. Dit kan zijn een geschreven commentaar of een beoordeling met een cijfer. In ieder geval moet duidelijk zijn dat het een reeds beoordeeld stuk betreft. Een cijferlijst van SIS is toegestaan indien duidelijk 6
gemarkeerd is om welk studieonderdeel het gaat, wat het cijfer is en dat het jouw SISlijst betreft. In deze handleiding is ook een feedbackformulier opgenomen (zie 13.3). Dit formulier dient alleen te worden gebruikt indien je een product wilt opnemen waarvoor geen cijfer of geschreven feedback is gegeven. Het is niet toegestaan individuele docenten op het laatste moment om feedback te vragen. Belangrijk te weten is dat een handtekening van jouw praktijkbegeleider nodig is als je het officiële feedbackformulier gebruikt. 11. Als startbekwame professional wordt verondersteld dat je alle zeven competenties beheerst. Om je te onderscheiden laten wij jou de keuze om twee voorkeurscompetenties kenbaar te maken. In jouw portfolio geef je zowel in de inhoudsopgave als in de samenstelling duidelijk aan welke twee competenties jouw voorkeur hebben. N.B. Competentie 7 kan niet worden gekozen als voorkeurscompetentie omdat deze competentie centraal staat in het Compasgesprek. 12. Kenmerk van onze opleiding is dat wij opleiden voor meerdere functies in het SJDwerkveld. Onder andere door jouw stage heb je de SJD-beroepspraktijk nader leren kennen en ervaren dat er meerdere werkvelden zijn. Ongetwijfeld heb je inzicht gekregen in jouw kwaliteiten en weet je welk werkveld en daarbij behorende functie(s) jouw voorkeur genieten. In het portfolio geef je in de inleiding aan welke twee SJD-werkvelden jou aanspreken en per gekozen werkveld welke bijhorende functie jouw voorkeur geniet. (zie hoofdstuk 4.4). Voorwaarde hierbij is dat je minimaal één werkveld kiest dat ‘nieuw’ voor je is. Dus minimaal één werkveld waarin je geen stage hebt gelopen en waarin je momenteel en in het verleden niet werkzaam bent geweest. 13. Indien je gedurende de opleiding andere dan in de bijlage genoemde beroepsproducten/bewijsstukken hebt gemaakt of anderszins twijfels hebt, leg dit dan aan jouw SLB-er voor of aan de docent(en) betrokken bij Compas.
7
4.5
Competenties
Hieronder vind je een tabel waarin zowel de twaalf oude als de zeven hernieuwde competenties staan. En in de derde kolom voorbeelden van beroepsproducten/bewijsstukken. ‘Nieuwe’ SJD competenties
1. Methodisch en strategisch handelen. 2. Wetten en regels toepassen, benutten en uitvoeren. 3. Communiceren.*
‘Oude’ SJD competenties 1. Toepassen wet 2. Voorlichten 3. Adviseren 4. Indiceren 5. Belangen behartigen 6. Conflict bemiddelen 7. Coachen
Voorbeelden van SJD beroepsproducten/bewijsstukken - Indicatieaanvragen - Indicatiebeschikking - Verweerschrift (ontslag), bezwaarschrift, beroepschrift (niet voor competentie 3!) - Re-integratieplan, IRO - Cliëntprofiel - Schuldregeling - Aanvraag Wsnp - Bemiddelingsovereenkomst - Advies over oplossing geschil/kwestie - Vergunningsaanvraag - Persbericht, folder, brochure - Voorlichtingsplan (incl. draaiboek en doelgroepanalyse) - Bemiddeling (bij o.a. burenoverlast, arbeidsconflicten) - Transcriptie van een specifiek gesprek met een cliënt - Rapportage - Cliëntdossier - Plan van aanpak
4. Werken in en vanuit de eigen organisatie
11. Coördineren
- Overdrachtsdossier t.b.v. toetsende instantie/collega’s - Planning en begroting van werkzaamheden - Briefing/werkinstructie aan vrijwilligers, stagiaires en nieuwe medewerkers - Samengesteld handboek/instructieboek voor intern gebruik - Opgebouwde inwerkmap
8
5. Werken in externe samenwerkingsverbanden
8. Regie voeren
- Trajectplan - Convenant met samenwerkingspartners - Plan van aanpak multidisciplinairteam - Sociogram van formeel en/of informeel netwerk bestaande uit meerdere disciplines
6. Praktijkgericht onderzoek uitvoeren en beleid ontwikkelen
9. Preventie 10. Beleid ontwikkelen
- Onderzoeksrapport (Ext. Opdracht (de onderzoeksopzet voldoet ook), Praktijkopdracht vt jaar 3**, minor onderzoek, etc). - Preventieplan - Beleidsnotitie en/of -plan waarin beleidsvoorstellen (n.a.v. nieuwe wetgeving/ aanpassingen van beleid/maatschappelijke ontwikkelingen/knelpunten in de praktijk)***
7. Professioneel handelen en zichzelf ontwikkelen in het beroep
12. Professioneel handelen
- Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) - Essay m.b.t. beroepsdilemma’s of visiestuk over (functies in) het werkveld - Eindstageverslag van de stage (dit telt mee als een stageproduct) - Literatuuronderzoek vakbladen - Kritische analyse
* Je mag alsnog een gesprekstranscriptie maken van een gesprek dat je hebt gevoerd met een cliënt. 1. Schets de casus (wie wat waar waarom). Positioneer ook jezelf. 2. Schrijf het gesprek uit (=transcriptie) 3. Toepassing: van welk model (soort gesprek) is sprake, van welke communicatietechnieken, -theorieën, -methoden en -vaardigheden heb je gebruik gemaakt en waarom? 4. Vergeet niet feedback (of een bevestiging dat je dit inderdaad allemaal doet/hebt gedaan) te vragen van jouw leidinggevende/ de praktijkorganisatie. 5. Minimaal twee A-4tjes, maximaal drie A-4tjes.
9
** De Praktijkopdracht van vt jaar 3 telt NIET mee in het maximum van drie stageproducten. Deze Praktijkopdracht heb je immers onder begeleiding van een andere docent dan jouw stagedocent gemaakt. ((N.B. Het Eindverslag van de stage telt WEL mee in het maximum van drie stageproducten!)). Jouw goedgekeurde onderzoeksopzet van de Externe Opdracht mag ook worden gebruikt als bewijsstuk voor competentie 6. *** Het studieonderdeel Beleidsmatig schrijven past niet bij deze competentie omdat de nadruk ligt op het beleidsmatig schrijven en NIET op het doen van praktijkgericht onderzoek. 4.6
Het Compasgesprek
In het Compasgesprek spreek je aan de hand van jouw portfolio over jouw startbekwaamheid en jouw kennis van het SJD-werkveld en de functies die daar te vervullen zijn door een SJD-professional. Ter voorbereiding van het Compasgesprek oriënteer je je ook op het SJD-werkveld. Met oriëntatie wordt bedoeld dat je nagedacht hebt over welk werkveld en welke functie in dat werkveld bij jou het beste passen. Je kiest twee werkvelden en bij elk werkveld een functie. Daarvan moet één werkveld en bijbehorende functie nieuw voor je zijn. De hierna genoemde werkvelden en functies zijn niet uitputtend maar typeren de SJDpraktijk. Deze functies geven een indruk van jouw brede inzetbaarheid als startbekwame SJD’er. Voorwaarde hierbij is dat je minimaal één werkveld kiest wat ‘nieuw’ voor je is. Dus minimaal één werkveld waarin je geen stage hebt gelopen en waarin je momenteel en in het verleden ook niet werkzaam bent geweest. Naast herkenbare SJD-functies, is het werkveld ook in beweging en ontstaan nieuwe functies die maatschappelijke ontwikkelingen en/of behoeften vertegenwoordigen. Ook wordt steeds meer aan SJD’ers met enige werkervaring een coördinerende functie aangeboden, zoals bij Slachtofferhulp en bij organisaties die zich met mantelzorg bezighouden. Ter oriëntatie zie je in de onderstaande zes werkvelden een overzicht van actuele functies voor startbekwame SJD’ers. Deze lijst is niet uitputtend. Uitkeringen en re-integratie
Bijv. klant(case)manager/bijstandsconsulent, reïntegratieconsulent
Arbeid en inkomen
Bijv. manager werk en inkomen, medewerker bezwaar en beroep, beleidsmedewerker, medewerker bezwaar en beroep, medewerker bij de vakbond
Overheid en welzijn:
Bijv. leerplichtambtenaar, medewerker afdeling vergunningen, medewerker gemeentelijke ombudsman, vertrouwenspersoon jeugdigen en hun ouders, coördinator meldpunt zorg en overlast, medewerker WMO loket, dienstverlener bij MEE, medewerker intake en opname Geestelijke Gezondheidzorg, sociaal raadman/-vrouw, klachtbehandelaar
Armoede en participatie
Bijv. (junior) schuldhulpverlener, assistent bewindvoering WSNP, medewerker inkomensbeheer, medewerker
10
inningsschulden, budgetconsulent Criminaliteit en veiligheid
Bijv. raadsonderzoeker, (jeugd)reclasseerder, medewerker bureau jeugdzorg/ JBRA, individueel trajectbegeleider jongeren, jeugdbeschermer
Wonen en leefbaarheid:
Bijv. medewerker buurtoverlast, woonconsulent, medewerker sociaal beheer, stafmedewerker wonen, medewerker onrechtmatige bewoning
Blanco:
naar eigen keuze in te vullen indien anders dan bovengenoemde werkvelden en/of functies mits SJDgerelateerd
4.7
Aandachtspunten voor het Compasgesprek
Van een startbekwame SJD’er wordt verwacht dat je kennis hebt van het werkveld en daarbij behorende functies, maar ook van de competenties die voor deze functies nodig zijn. Gedurende de opleiding en in het bijzonder in jouw stage heb je kennis van het werkveld, de functies en de daarbij behorende competenties opgedaan. Je verzamelt informatie over genoemde werkvelden (en eventueel een eigen gekozen werkveld), de organisaties die daarin actief zijn en bijbehorende gekozen functies. Stel jezelf de volgende vragen over de werkvelden, de daarbij behorende functies en competenties: -
Welke organisaties zijn te vinden in het SJD-werkveld?
-
Welke functies kunnen afgestudeerde SJD’ers in deze organisaties vervullen?
-
Welke SJD-competenties zijn nodig voor het uitoefenen van deze functies?
-
Naar welke functies gaat jouw belangstelling uit en waarom?
-
Toont jouw portfolio jouw geschiktheid voor deze functies aan en zo ja, op welke wijze?
-
Kun je een transfer maken van de beroepsproducten/bewijsstukken uit jouw portfolio naar de vereisten van de functies uit het werkveld?
Bijvoorbeeld: je hebt in jouw portfolio (competentie 7) een essay over de toepassing van kinderbeschermingsmaatregelen opgenomen. Je toont hiermee aan dat je in staat bent een opiniestuk te schrijven en dat je kennis hebt van organisaties die op dit terrein actief zijn. In deze kennis ligt besloten dat je actuele maatschappelijke ontwikkelingen op het terrein van de kinderbescherming kunt koppelen aan ontwikkelingen in relevante wet- en regelgeving. De transfer is dat je vanuit deze kennis en inzichten jouw geschiktheid voor bijvoorbeeld de functie(eisen) van jeugdbeschermer of raadsonderzoeker kunt verantwoorden. Bronnen van informatie voor het beantwoorden van bovenstaande vragen zijn de vacatures in: Regionale week- en dagbladen, Binnenlands Bestuur (vakblad voor ambtenaren), careerbuilder.nl, nationalevacaturebank.nl, gemeentebanen.nl, adecco.nl, 11
ggz.nl, studentplus.nl, monsterboard.nl, matchpartner.nl, job.nl, maandag.nl. Vacatures staan ook op de websites van de organisaties uit de werkvelden zoals slachtofferhulp.nl en stadgeldbeheer.nl en uitzendbureaus. De vacatures geven je inzicht in functievereisten waarmee je kunt nagaan of je over de nodige competenties beschikt en zo ja in welke mate en waarop jouw belangstelling gebaseerd is. Ook de mogelijkheden als SJD’er om door te groeien na enkele jaren werkervaring worden duidelijk uit de vereisten. 5 Toetsing en beoordeling 5.1 Portfolio
Je toont aan dat jouw startbekwaam bent. In jouw portfolio heb je hiertoe bewijsmateriaal verzameld aan de hand van alle zeven competenties en hierop gereflecteerd. De samenhang en de vertaling naar de functies in het werkveld worden door jou aangetoond en verantwoord in het Compasgesprek.
Realiseer je dat het Compasportfolio jouw visitekaartje is. Zorg dat je het met zorg en aandacht samenstelt.
Het portfolio is voorwaardelijk. Alleen wanneer jouw portfolio is goedgekeurd, kun je een Compasgesprek voeren.
Het portfolio wordt bekeken op volledigheid (zie checklist) en relevantie (passen de beroepsproducten/bewijsstukken bij de competenties?).
Indien het portfolio op minimale punten niet voldoet aan de gestelde criteria, dan krijg je de gelegenheid om vóór het Compasgesprek jouw portfolio aan te vullen of te verbeteren.
Een minimale aanvulling: er ontbreekt bijv. een feedbackformulier, een individuele aanvulling bij een groepsopdracht, de voorkeurscompetenties/werkvelden en functies zijn niet vermeld. Of één R van Reflectie van jouw STARRT formulier is onvoldoende toegelicht, je bent de T van transfer eenmalig vergeten etc. De aanpassing dient binnen korte tijd te geschieden. Indien het portfolio niet voldoet aan de gestelde criteria op minimale punten, krijg je de gelegenheid vóór het Compasgesprek jouw portfolio aan te vullen of te verbeteren.
Zodra je een portfolio inlevert wat onvolledig is (bijv. er ontbreken één of meerdere competenties (bewijsstukken, feedback en/of STARRT, of alle Reflecties zijn minimaal uitgewerkt) of je levert jouw portfolio te laat in, dan betekent dit dat je niet aan de eerste kans kunt deelnemen van de Compasgesprekken. Je zult dan worden ingeroosterd in de herkansingsronde. Dit is dan ook een herkansing van het Compasgesprek.
12
Het Compasgesprek duurt 30 minuten en voer je onder leiding van twee docenten. Één docent is de assessor en de andere docent is jouw SLB’er. De assessor is leidend in het gesprek. De SLB’er is toehoorder en zal indien nodig ondersteunende en verhelderende vragen stellen.
Na het Compasgesprek heb je ongeveer 15 minuten later een gesprek van ongeveer 15 minuten waarin je de feedback en de beoordeling krijgt.
Bij de herkansing van het Compasgesprek wordt het gesprek op basis van hetzelfde portfolio gehouden en met dezelfde SLB’er maar met een andere assessor.
Je dient jouw portfolio tijdig (zie cursuskalender) in EENVOUD DIGITAAL in te leveren via
[email protected]. Je dient jouw portfolio digitaal in te leveren in pdf-vorm. (Indien je niet over een pdf-functie beschikt op je computer, dan kun je die kosteloos downloaden op http://www.win2pdf.com.)
De titel van het PDF-document moet als volgt zijn opgebouwd: Compasportfolio, achternaam student, voorletter, achternaam slb-er. Dus bijv. Compasportfolio Kruyen E Stulp S
Het kan raadzaam zijn tijdens het Compasgesprek een kopie van jouw portfolio bij je te hebben. 5.2 Docenten
Lila Ramdjanamsingh
[email protected]
Esther Kruyen
[email protected]
Jaco Vos
[email protected]
Julia Heeremans
[email protected]
Miranda Tebbens (v.a. blok 2)
[email protected]
5.3
Scoreformulier Compasgesprek
Scoreformulier SJD Competenties Omschrijving scores: Cijfer 1-3: de student herkent de vragen niet en heeft ondanks ondersteunende en verhelderende vragen geen gericht antwoord gegeven op onderdelen van de competentie. De student schiet te kort in het vertalen van de competentie en zijn inzicht daarin. De student slaagt er niet in om
13
abstracties te verhelderen en een transfer naar het werkveld en de relevante SJD functies te maken.
Cijfer 4-5: de student komt moeizaam tot beantwoording van vragen. Heeft veel ondersteuning en vereenvoudiging van de vragen nodig. De student heeft binnen de gestelde tijd te weinig vragen gericht kunnen beantwoorden en slaagt er niet geheel in haar/zijn ontwikkeling te verwoorden. De student geeft weer (somt op) wat er is aangeboden in het onderwijs maar de transfer naar de relevante SJD functies ontbreekt in belangrijke mate.
Cijfer 5,5-6: de student herkent de vragen, heeft ondersteuning nodig maar kan uiteindelijk de gestelde vragen gericht beantwoorden. De ontwikkeling van de bevraagde competentie is zodanig verwoord aan de hand van voorbeelden en beschrijvingen dat de student erin slaagt zijn inzichten en ontwikkeling en startbekwaamheid als SJD’er aan te tonen. De student kan de transfer naar het werkveld en de relevante SJD functies maken.
Cijfer 6,5-7,5: de student kan de gestelde vragen beantwoorden en vraagt waar nodig om verduidelijking. De student heeft soms wat ondersteuning nodig maar pakt vervolgens de draad op en geeft gericht antwoord. De student kan de transfer naar de relevante SJD functies maken en heeft zicht op zijn/haar toekomstige ontwikkeling.
Cijfer 8-9: de student herkent met gemak de vragen, heeft geen of zeer weinig ondersteuning nodig en ziet zelf de samenhang tussen verschillende onderdelen van de competentie. Abstracties kunnen worden vertaald met voorbeelden waarbij verbinding met de opleiding en de praktijk zichtbaar is, transfer met de relevante SJD functies getuigt van een goede oriëntatie op het SJD werkveld. De student zet zichzelf met zekerheid neer als startbekwame SJD’er en heeft ook zicht op zijn toekomstige ontwikkeling als professional en de competenties die daarbij nodig zijn. Cijfer 10: Uitstekend
Ontwikkelingsgraadmeter Competentie 1. Methodisch en strategisch handelen. De SJD’er kan vanuit verkregen inzicht zijn methodische kennis aanwenden in het werkveld en deze verantwoorden door middel van: - Een gestructureerde aanpak. - Cliëntbegeleiding op maat. - Intake- en voortgangsgesprekken. - Een prioriteitenlijst. - Behaalde targets. Competentie 2. Wetten en regels toepassen, benutten en uitvoeren. De SJD’er is in staat te verwoorden hoe zijn juridische expertise zich
14
heeft ontwikkeld ten aanzien van: - Het informeren van cliënten over standaard en complexe vraagstukken. - Het verzorgen van voorlichting, zowel intern als extern, met gebruik van passende hulpmiddelen. - Het adviseren van cliënten op grond van verschillende keuzemogelijkheden. - Het indiceren van een aanvraag. - Het behartigen van de belangen van de cliënt. Competentie 3. Communiceren. De SJD’er is in staat op grond van zijn ontwikkelde gespreksvaardigheden en zijn vergaarde kennis van gespreksmodellen te benoemen hoe met cliënten om te gaan in de onder andere hieronder genoemde situaties: - Omgaan met weerstand. - Omgaan met diversiteit. - Omgaan met emoties. - Slecht nieuws brengen. - Coaching binnen kaders. Competentie 4. Werken in en vanuit de eigen organisatie De SJD’er is op basis van zijn kennis van en ervaring met het werkveld zich bewust geworden van de eigenheid van organisaties en kan: - De begrenzing van zijn taken en bevoegdheden inzien. - Zich de beroepshouding aanmeten die bij de functie hoort. - De eventuele discretionaire ruimte opzoeken en benutten. - Signalen vastleggen en vertalen ten behoeve van organisatiedoelen. - Gepaste verantwoordelijkheid tonen. Competentie 5. Werken in externe samenwerkingsverbanden De SJD’er kan vanuit zijn professionele ontwikkeling samenwerkingsverbanden aangaan met verschillende disciplines en hiermee adequaat voorzien in de vraagbehoefte van cliënten ondermeer middels: - Het werken vanuit een overkoepelende regietaak. - Het aanwenden van formele en informele netwerken. - Het toepassen van verschillende modellen/plannen en deze koppelen aan situaties waarin regie vereist is. - Het monitoren van een opgesteld plan. - Het sluiten van een convenant. Competentie 6. Praktijkgericht onderzoek uitvoeren en beleid ontwikkelen De SJD’er kan verwoorden in welke mate er middelen tot zijn
15
beschikking zijn om knelpunten/ vraagstukken in het werkveld in kaart te brengen. De SJD’er kan op basis van de verkregen inzichten: - Statische gegevens verwerken. - Zijn rol in de beleidscyclus van oriëntatie, voorstel, beslissing, implementatie en evaluatie benoemen. - Een beleidsvoorstel doen. - Een preventieplan opstellen. - Advies en aanbevelingen doen. Competentie 7. Professioneel handelen en zichzelf ontwikkelen in het beroep
Cijfer en feedback competentie 7
De SJD’er is in staat zijn ontwikkeling te schetsen door middel van voorbeelden en zijn inzetbaarheid in het werkveld door: - Systematische reflectie op het eigen handelen. - Blijk te doen te geven van voorkeurfuncties in het SJDwerkveld en de daarbij behorende taken en verantwoordelijkheden. - Dilemma’s uit de praktijk te benoemen en uit te leggen hoe daarmee om te gaan. - Te verwoorden hoe om te gaan met een veranderend werkveld zoals een andere verhouding tussen cliënt en professional. - De consequenties van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen voor zijn beroep inzichtelijk te maken. - Uit te leggen hoe hij/zij zijn/haar professie zal onderhouden en zijn/haar ambities voor de toekomst zal verwezenlijken. - Te schetsen op welke wijze in een organisatie constructieve feedback aan collega’s gegeven kan worden en hoe constructief te reageren op feedback van anderen.
6 Begeleiding De docent(en) betrokken bij Compas en jullie SLB’er zijn bereikbaar om het e.e.a. toe te lichten. 7 Studiepunten en studiebelasting Het Compasgesprek aan de hand van jouw portfolio levert 3 studiepunten op (EC) op bij een voldoende. 3 web (instructiecolleges) ‘Live’ instructiecollege
3 2
uur uur
Portfolio samenstellen
55
uur
16
Eventuele aanvulling/herstel van het portfolio 10 uur Voorbereiding op het Compasgesprek 12 uur Het Compasgesprek 1 uur Eventuele herkansing van het Compas gesprek 1 uur --------------------------------------------------------------------------------------------------------Totaal 84 uur
8 Leerdoelen
De student is in staat, in de afstudeerfase van zijn opleiding, zijn ontwikkeling te verwoorden en kan op grond van een samengesteld portfolio reflecteren op zijn startbekwaamheid.
De student kan zijn doorgemaakte ontwikkeling schetsen aan de hand van ik kwam binnen als en ik vertrek als.
De student kan benoemen op welke wijze de opleiding heeft bijgedragen aan zijn/haar professionele vorming.
De student kan door het kiezen van twee voorkeurscompetenties en de twee werkvelden en bijbehorende functies zich onderscheiden en zijn sterke - en ontwikkelpunten als professional beschrijven.
De student kan door het kiezen van de twee werkvelden en bijhorende functies aantonen zich te kunnen inleven in een voor hem nieuw werkveld en functie en benoemen welke werkzaamheden deze professional uitvoert, met welke competenties hij te maken krijgt, wat een beroepsdilemma is, etc .
De student toont middels de samenstelling van het portfolio zijn/haar brede inzetbaarheid in het SJD werkveld aan en zijn kennis van de actualiteit.
17
9 Format ONDERWERP
TOELICHTING
Titel onderdeel: Opleidingsfase: Voltijd of deeltijd: Studiejaar: Blok: Producten:
Compas hoofdfase Vt en dt Laatste studiejaar 1, 2 of 3 Samenstelling portfolio en een eindgesprek naar aanleiding van het portfolio en competentie 7 Integratie recht, communicatieve vaardigheden en methodiek 3 EC 1 EC= 28 uur. Instructieve hoorcolleges en webcolleges
Leerlijn: ECTS: Studiebelasting: Didactische werkvormen: Literatuur: Instapvoorwaarden:
Integratie en samenhang: Competenties: Beroepscontext: Beroepstaken: Methodisch handelen:
Doelen: Toetsen en beoordeling: Leeromgeving:
Zie hoofdstuk 2 Compas vindt altijd plaats in het laatste lesblok van je opleiding. In dit blok lever je je Compasportfolio in en vindt je Compasgesprek plaats, nadat jouw Compasportfolio is goedgekeurd. Om het Compasportfolio te kunnen inleveren, moet je in het bezit zijn van een goedgekeurde onderzoeksopzet van de Externe Opdracht èn de minor te hebben afgerond. Integratie van alle voorgaande studieonderdelen 1 t/m 7 (van de nieuwe) SJD compenties Startbekwaamheid in alle voor de SJD-professional in aanmerking komende beroepen Het samenstellen van een portfolio op grond van de verworven SJD competenties en voeren van een gesprek op basis van het portfolio en competentie 7. Zie hoofdstuk 8 Zie hoofdstuk 5 Muller Lulofshuis
18
10 Theorie
10.1 Feedbackformulier (alleen gebruiken als je geen beoordeling hebt!)
Feedbackformulier voor beroepsproducten/bewijsstukken COMPAS Naam student: Studentnummer: Naam beoordelaar: Functie beoordelaar: Telefoonnummer: Beroepsproduct/bewijsstuk passend bij competentie? Herkenbaarheid van de competentie (is de competentie waarbinnen het product is gemaakt te herkennen? Zo, ja in welke mate?) Professionaliteit van het product (ziet het product er verzorgd uit, zijn alle richtlijnen gevolgd?) Taalgebruik, taalbeheersing
Structuur en samenhang van het product (is het product logisch opgebouwd? Is er een logische ordening zichtbaar?)
Bronvermelding (zijn er bronnen genoemd en op de juiste manier aangehaald?)
Totale indruk (is de opdracht volledig en gericht uitgevoerd?) Handtekening beoordelaar Datum
19
10.2 Checklist Compasportfolio
Checklist portfolio Compas gesprek 2014-2015 Naam student: Naam assessor: Naam SLB-er: Checklist portfolio
Voldaan
Niet voldaan
Het portfolio is tijdig ingeleverd via
[email protected]. Het portfolio bestaat uit één leesbaar PDFdocument met als titel: Portfolio Achternaam Voorletter student en Achternaam SLB-er PDF-document met voorblad (studieonderdeel, naam, studentnummer, telefoonnummer, SLB-er). PDF-document met inhoudsopgave en overzichtelijke lay-out De twee keuzecompetenties zijn duidelijk te herkennen (in de inhoudsopgave of anderszins). De STARRT-formulieren zijn in correct Nederlands opgesteld. Twee gekozen werkvelden (waarvan één ‘nieuwe’) met de daarbij gekozen functies. Zeven competenties: Competentie 1 Eén relevant bewijsstuk Cijferbeoordeling (of feedback(formulier)) Volledig ingevulde STARRT Competentie 2 Eén relevant bewijsstuk Cijferbeoordeling (of feedback(formulier)) Volledig ingevulde STARRT Competentie 3 Eén relevant bewijsstuk Cijferbeoordeling (of feedback(formulier)) Volledig ingevulde STARRT Competentie 4 Eén relevant bewijsstuk Cijferbeoordeling (of feedback(formulier)) Volledig ingevulde STARRT
20
Opmerkingen assessor
Competentie 5 Eén relevant bewijsstuk Cijferbeoordeling (of feedback(formulier)) Volledig ingevulde STARRT Competentie 6 Eén relevant bewijsstuk Cijferbeoordeling (of feedback(formulier)) Volledig ingevulde STARRT Competentie 7 Eén relevant bewijsstuk Cijferbeoordeling (of feedback(formulier)) Volledig ingevulde STARRT N.B. Een student mag in totaal drie groepsproducten aanleveren. Hierbij dient echter een individuele aanvulling op een apart A-4tje te worden geschreven waaruit zijn aandeel, werkwijze en stijl duidelijk wordt. N.B. Er mogen maximaal drie bewijsstukken worden gebruikt uit de praktijk (stage of huidige SJD-werkplek) (vt)/ relevante werkplek (COP jaar 2 en/of 3) (dt).
Niet akkoord? Aanvullen voor datum … en een geheel vernieuwd portfolio inleveren bij
[email protected] Akkoord? 11.
21
11.2 STARRT FORMULIER STARRT FORMULIER EN TOELICHTING STARRT-formulier bij de competentie(s) : Naam van het beroepsproduct/bewijsstuk : Beroepssituatie : Toelichting waarom het beroepsproduct/bewijsstuk bij deze competentie past: Naam opdrachtgever/docent: S
Situatie: Benoem de beroepsomgeving, en de aanleiding, het doel van de opdracht/taak en het product dat daaruit voortkwam.
T
Taak: Beschrijf de exacte taak/opdracht die je had en jouw rol/functie daarin. Geef tevens aan of het hier een complexe taak betrof of niet, en waaruit dat bleek.
A
Activiteiten: Beschrijf de activiteiten die achtereenvolgens zijn ondernomen in het kader van deze opdracht. Waar heb je jouw keuze voor bepaalde activiteiten op gebaseerd (welke vakkennis, welke theorieën, welke visie, ervaringen)? Geef tevens aan welke activiteiten daarvan voor jouw rekening kwamen.
R
Resultaat: Beschrijf het resultaat van de opdracht en hoe dat resultaat is ontvangen door verschillende betrokkenen (opdrachtgever, klanten, etc.). Wat zegt de beoordeling over jouw inspanningen?
R
Reflectie: Hoe kijk je terug op jouw eigen aanpak? Wat ging goed, wat ging minder goed? Wat zou je een volgende keer bij een vergelijkbare opdracht anders doen en waarom? Wat zou je nog willen ontwikkelen met betrekking tot deze competentie?
T
Transfer: Waar in het SJD-werkveld en in welke beroepssituaties kun je jouw ontwikkelde competentie (jouw opgedane kennis, houding en vaardigheden) nog meer toepassen? Leg uit.
22