STUDIE 96 OPLEIDINGSPROFIEL medische laboratoriumtechnologie
OPLEIDINGSPROFIEL medische laboratoriumtechnologie
studiegebied : gezondheidszorg basisopleiding : laboratorium- en voedingstechnologie optie : medische laboratoriumtechnologie
Sectorcommissie hogeschoolonderwijs van de Vlaamse Onderwijsraad D/1998/6356/36 De leden van de sectorcommissie zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor het opleidingsprofiel. De VLOR staat in voor een uniforme en toegankelijke lay-out.
INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL MEDISCHE LABORATORIUMTECHNOLOGIE
I N H O U D
VOORWOORD
1
HOOFDRUBRIEK 1
2
INLEIDING
1.1 1.2
Identificatie van het opleidingsprofiel Opdracht 1.2.1 1.2.2 1.2.3
1.3 1.4
Opdrachtgever Opdracht Doelstelling
Ontwikkelingsproces Legitimatie
HOOFDRUBRIEK 2
2 2 2 2 2 2 2
3
SITUERING VAN DE OPTIE C.Q. OPLEIDING
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld 2.1.1 2.1.2 2.1.3
2.2
Beroepenstructuur Geraadpleegde beroepsprofielen Visie
Gegevens uit de onderwijswereld 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.2.7 2.2.8 2.2.9 2.2.10
Studiegebied, opleidingen en opties Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties Diploma’s en getuigschriften Recente evolutie in het aantal uitgereikte diploma’s voor de optie Gelijkaardige opleidingen en diploma’s in het buitenland Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen Infrastructuur Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de optie Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de optie volgens SO-vooropleiding 2.2.11 Reële studieduur 2.2.12 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland
2.3
Verantwoording van de optie c.q. opleiding
3 3 3 3 5 5 5 6 6 7 7 7 8 8 8 8 9 9
INHOUD OPLEIDINGSPROFIEL MEDISCHE LABORATORIUMTECHNOLOGIE
HOOFDRUBRIEK 3
10
HET OPLEIDINGSPROFIEL
3.1 3.2 3.3
De exacte benaming van de opleiding De globale omschrijving van de optie Het beroepsgericht opleidingsprofiel 3.3.1 3.3.2 3.3.3
3.4 3.5
Sleutelkwalificaties De kern van het opleidingsprofiel 3.5.1 3.5.2
3.6
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen De concrete uitwerking van de vertaalslag Aanvullende gegevens met betrekking tot de optie 3.3.3.1 Het opleidingsprogramma 3.3.3.2 Globale opleidingsduur 3.3.3.3 Relatieve opleidingsduur van de functionele gehelen 3.3.3.4 Opleidingsniveau
Karakteriseren van de optie/opleiding Eventuele verwantschappen met andere opties en opleidingen
De maatschappelijk-culturele vorming
HOOFDRUBRIEK 4
10 10 11 11 11 17 17 17 18 18 19 20 20 21 21
22
DOELGROEPEN VAN HET OPLEIDINGSPROFIEL
HOOFDRUBRIEK 5
23
BIBLIOGRAFIE
HOOFDRUBRIEK 6
24
MEDEWERKERS
BIJLAGEN
Bijlage : Lijst met gebruikte termen
26
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
1
VOORWOORD
H
et decreet betreffende de hogescholen van de Vlaamse Gemeenschap bepaalt in artikel 12 § 1: “Voor 1 mei 1998 worden de basisopleidingen en opties getoetst op hun (…) maatschappelijke relevantie, het beroepsprofiel en de inhoudelijke kwaliteit. Op basis van deze evaluatie kan de Vlaamse regering de opleidingen en opties herschikken vanaf oktober 1998”. In uitvoering van deze decretale bepaling heeft de Gemeenschapsminister aan de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) verzocht overleg te organiseren inzake beroepsprofielen, opleidingsprofielen en basiscompetenties (brief aan de voorzitter van de Vlor, 22 maart 1995). Het opleidingsprofiel - tweede fase in het proces - is de vertaling van het beroepsprofiel door het onderwijs naar een aangepaste opleiding. In het Hoger Onderwijs komt een opleidingsprofiel in twee stappen tot stand: de overheid bepaalde reeds een kwalificatiestructuur, dit is het geheel van studiegebieden, opleidingen en opties, met de daaraan verbonden certificering. Deze kwalificatiestructuur wordt vervolgens door het onderwijsveld, meer bepaald de betrokken hogescholen, in gezamenlijk overleg per optie voorzien van basiscompetenties. De overheid legt de aldus geformuleerde basiscompetenties vast. Inhoudelijk is het aanbod gericht op de professionele vorming, de persoonsvorming en de maatschappelijke integratie. De Koepelcommissie Opleidingsprofielen van de Vlor werd ingeschakeld als coördinerend orgaan bij het opstellen van de opleidingsprofielen. De Koepelcommissie heeft sectorcommissies opgericht waaronder de sectorcommissie “Gezondheidszorg”. Op haar beurt heeft de sectorcommissie “Gezondheidszorg” experten aangesteld per opleiding/optie om de opleidingsprofielen concreet uit te schrijven. De sectorcommissie zal de aangemaakte opleidingsprofielen voorleggen aan de Raad Hoger Onderwijs. Deze zorgt voor legitimering. Het gelegitimeerde opleidingsprofiel wordt als voorstel overgemaakt aan de overheid. De lijst van medewerkers bij het uitschrijven van het opleidingsprofiel Medisch Laboratoriumtechnoloog is opgenomen in hoofdrubriek 6. Dank aan alle medewerkers voor de constructieve samenwerking. J. Lievens Maart 1998
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
2
HOOFDRUBRIEK 1 INLEIDING
1.1
Identificatie van het opleidingsprofiel Studiegebied: Basisopleiding: Optie: Sectorcommissie:
1.2
Opdracht
1.2.1
Opdrachtgever
Gezondheidszorg Laboratorium- en voedingstechnologie Medische Laboratoriumtechnologie Gezondheidszorg
De heer minister L. Van Den Bossche, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs Koepelcommissie Opleidingsprofielen Vlor Raad voor Hoger Onderwijs
1.2.2
Opdracht Uitschrijven van een opleidingsprofiel voor de optie Medische Laboratoriumtechnologie.
1.2.3
Doelstelling Het uitschrijven van een opleidingsprofiel waarin de basiscompetenties voor de optie Medische Laboratoriumtechnologie worden weergegeven. Het opleidingsprofiel beschrijft welke de basiscompetenties zijn die de student moet verwerven om inzetbaar te zijn als beginnende beroepsbeoefenaar. Basiscompetenties beschrijven vaardigheden, kennis, attitudes en contextgegevens (hulpmiddelen en werkomgeving). Inhoudelijk is het studieaanbod gericht op professionele vorming, persoonsvorming en maatschappelijke vorming.
1.3
Ontwikkelingsproces Het opleidingsprofiel wordt aangemaakt volgens de DVO-handleiding (D/1996/ 3241/245) op basis van het gelegitimeerde beroepsprofiel van 17 november 1995. De vergaderingen met de sectorcommissie gezondheidszorg vonden plaats op 7.11. 96 - 28.11.1996 - 20.02.1997 - 20.03.1997 - 15.05.1997 - 16.06.1997. Het opleidingsprofiel werd uitgeschreven door de expert. Nadien werd het voorgelegd aan de afgevaardigden van alle hogescholen die hun opmerkingen konden formuleren in de vergaderingen van 3.12.1997, 9.01.1998, 28.01.1998, 12.02.1998. Er werd tevens overlegd met de experten voor de andere opties van de opleiding laboratorium- en voedingstechnologie.
1.4
Legitimatie Het opleidingsprofiel dient gelegitimeerd door de Raad voor Hoger Onderwijs.
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
3
HOOFDRUBRIEK 2 SITUERING VAN DE OPTIE C.Q. OPLEIDING
2.1
Gegevens uit de beroepenwereld
2.1.1
Beroepenstructuur Het beroepsprofiel van de gegradueerde in de medische laboratoriumtechnologie (november 1995) omschrijft volgende beroepen: − erkend beroep van medisch laboratoriumtechnoloog (uitgebreid) − andere beroepen met o.a. onderzoeksmedewerker, technisch-commercieel medewerker, lesgever, … (beperkt) Het beroep van medisch laboratoriumtechnoloog kadert binnen de gezondheidszorg. Aanverwante beroepen: geen
2.1.2
Geraadpleegde beroepsprofielen − Beroepsprofiel van de gegradueerde in de medische laboratoriumtechnologie (17/11/95) − Beroepsprofiel van de gegradueerde in farmaceutische en biologische technieken (4/96) − Beroepsprofiel van de gegradueerde in voedings- en dieetkunde (2/7/96)
2.1.3
Visie Het beroep van medische laboratoriumtechnoloog situeert zich in de sector “Gezondheidszorg” waarin medische en paramedische beroepsbeoefenaars werkzaam zijn. De gegradueerde in de medische laboratoriumtechnologie bezit de vereiste bekwaamheid en heeft de wettelijke bevoegdheid om het erkend paramedisch beroep van medisch laboratoriumtechnoloog uit te oefenen zoals vastgelegd in het K.B. nr. 93-1708 van 2 juni 1993. Hij is in het kader van de huidige wetgeving, de enige die voldoet aan de wettelijk voorgeschreven voorwaarden. De medisch laboratoriumtechnoloog voert toevertrouwde handelingen uit die de diagnose voorafgaan, of die de toepassing van een behandeling of de uitvoering van maatregelen van de preventieve geneeskunde betreffen. Deze handelingen worden gegroepeerd in 4 taakgebieden 1 Staalafnames
2 Laboratoriumonderzoeken Het op punt stellen en het uitvoeren van onderzoeken in vitro op stalen van menselijke oorsprong
1.1 Bloedafneming door veneuze of capillaire punctie, of langs aanwezige arteriële catheter 1.2 Staalafneming en collectie van secreties en excreties met uitsluiting van invasieve handelingen. 2.1 Chemisch onderzoek 2.2 Hematologisch onderzoek 2.3 Immunologisch onderzoek 2.4 Microbiologisch onderzoek 2.5 Pathologisch-anatomisch onderzoek 2.6 Genetisch onderzoek
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
4
3 Functionele testen
4 Het technisch deel van volgende invivoverstrekkingen
3.1 Voorbereiding en toediening van producten bij functieproeven 3.2 Uitvoeren en aflezen van cutane en intradermotesten 4.1 Meting en evaluatie van parameters behorende tot de verschillende biologische functies 4.2 Voorbereiding en assistentie bij invasieve ingrepen tot diagnosestelling 4.3 Gebruik en bediening van toestellen voor observatie van de verschillende functiestelsels 4.4 Voorbereiding, manipulatie en toediening van radioactieve producten.
Het aanleren van deze handelingen kan slechts succesvol verlopen indien de student tijdens zijn opleiding in contact komt met de dagdagelijkse praktijk van een medisch laboratorium en contacten heeft met patiënten. Hierin vervult de stage een onvervangbare rol. De diversiteit van de uit te voeren medische analyses en/of onderzoeken neemt toe. Bovendien wordt de innovatie van de onderzoekstechnieken steeds belangrijker. Als gevolg van de toenemende veroudering van de bevolking en de nieuwe inzichten in o.a. het ontstaan en de evolutie van bepaalde ziekten, blijft het medisch laboratoriumonderzoek van vitaal belang. Deze trend zal waarschijnlijk blijven toenemen. De werkzaamheden met betrekking tot de accreditatie van klinische laboratoria en de kwaliteitscontrole, -beheersing en -borging nemen eveneens uitbreiding. De medisch laboratoriumtechnoloog wordt ook ingeschakeld in researchprogramma’s bij de ontwikkeling van nieuwe technieken, producten en toepassingen met medische oriëntering. De nieuwe ontwikkelingen in de medische biologie/research winnen nog voortdurend aan belang. Deze kennistechnologie wordt in alle domeinen van de geneeskunde en de wetenschap toegepast. We verwachten dat ze zich verder zal integreren en de gangmaker zal zijn voor nieuwe ontwikkelingen. Door deze snelle evolutie zal de gegradueerde in de toekomst moeten in staat zijn om voortdurend in te spelen op de veranderingen in wetenschap, geneeskunde en laboratoriumtechnologie. De medisch laboratoriumtechnoloog moet zijn beroepskennis en -vaardigheden via bijscholing onderhouden en bijwerken, om een beroepsuitoefening op een optimaal kwaliteitsniveau mogelijk te maken. Deze bijscholing moet bestaan uit persoonlijke studie en deelname aan intern en extern georganiseerde vormingsactiviteiten.
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
2.2
Gegevens uit de onderwijswereld
2.2.1
Studiegebied, opleidingen en opties
5
Studiegebied: Gezondheidszorg Basisopleiding: Laboratorium- en voedingstechnologie Optie: Medische Laboratoriumtechnologie Bron: Decreet betreffende de hogescholen, 13 juli 1994, deel I, bijlage I. Inrichtende machten: privaatrechterlijke hogescholen en autonome hogescholen Privaatrechterlijke hogescholen: − − − − −
Katholieke Hogeschool Sint-Lieven, Gebroeders Desmetstraat 1, 9000 Gent Katholieke Hogeschool Leuven, Abdijdreef 7b, 3001 Leuven-Heverlee Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende, Maagdenstraat 9, 8000 Brugge Katholieke Hogeschool Limburg, Kunstlaan 20, 6de v, 3500 Hasselt Karel de Grote-Hogeschool - Katholieke Hogeschool Antwerpen, Generaal Lemanstraat 27, 2018 Antwerpen − Katholieke Hogeschool Kempen, Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel Autonome hogescholen: − Erasmushogeschool Brussel, Nijverheidskaai 170, 1070 Brussel − Hogeschool Gent, Jozef Kluyskensstraat 2, 9000 Gent Provinciale hogescholen: − Hogeschool van de Provincie Antwerpen, Italiëlei 112, 2000 Antwerpen − Hogeschool West-Vlaanderen, Vlaamse Autonome Hogeschool, Sint-MartensLatemlaan 2a, 8500 Kortrijk
2.2.2
Aanverwante studiegebieden, opleidingen, opties Basisopleidingen van één cyclus: − Fysische behandelingen: • ergotherapie • kinesitherapie • orthopedie • podologie
− Laboratorium- en voedingstechnologie: • farmaceutische en biologische technieken • medische laboratoriumtechnologie • voedings- en dieetkunde
− Logopedie en audiologie: • logopedie • audiologie
− Verpleegkunde:
• geriatrische verpleegkunde • kinderverpleegkunde • psychiatrische verpleegkunde • sociale verpleegkunde • ziekenhuisverpleegkunde
− Vroedkunde Bron: Decreet betreffende de hogescholen van 13 juli 1994, bijlage 1.
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
6
2.2.3
Diploma’s en getuigschriften Voor het beroep van medisch laboratoriumtechnoloog wordt het diploma van gegradueerde in de medische laboratoriumtechnologie uitgereikt. Bron Decreet betreffende de hogescholen van 13 juli 1994, bijlage 1. KB nr 93-1708 van 2 juni 1993 betreffende de toegang tot het beroep van medisch laboratoriumtechnoloog
2.2.4
Recente evoluties in het aantal uitgereikte diploma’s voor de optie c.q. opleiding Bron − Statistisch jaarboek van het Vlaams Onderwijs 1995-1996, Afdeling Informatie en Documentatie, Koningstraat 7, 1000 Brussel (tel.: (02) 219 94 36). Studiegebied: Gezondheidszorg Medische Laboratoriumtechnologie − Cijfergegevens van de hogescholen en de erkende beroepsvereniging (BVLT) Evolutie van het aantal uitgereikte diploma’s naar provincie en geslacht
Antwerpen
19831984 19841985 19851986 19861987 19871988 19881989 19891990 19901991 19911992 19921993 19931994 19941995 19951996 19961997
Brabant
WestVlaanderen m v Tot. 5 35 40
OostVlaanderen m v Tot. 11 50 61
Limburg m 5
v 16
Tot. 21
m 18
v 79
Tot. 97
m 17
v 50
Tot. 67
48
69
117
13
45
58
12
38
50
11
45
56
2
11
43
123 166
9
51
60
14
40
54
13
45
58
2
22
83
105
5
43
47
11
38
49
13
52
65
12
64
76
7
38
45
3
37
40
16
59
10
69
79
14
61
75
4
42
46
12
8
69
77
20
46
66
3
32
34
6
41
47
16
32
48
-
6
8
26
34
12
30
42
1
2
30
32
10
24
34
1
34
35
18
31
7
41
48
8
7
25
32
13
37
50
Brussel m
v
Totaal Tot.
m 56
v Totaal 230 286
13
86
208
294
10
12
81
269
350
7
14
21
58
230
288
75
4
16
20
42
214
256
39
51
1
17
18
41
228
269
5
37
42
1
23
24
37
207
244
6
2
21
23
-
14
14
24
114
138
5
6
2
20
22
2
17
19
25
98
123
-
3
3
3
26
29
1
8
9
16
91
107
49
-
14
14
6
29
35
6
32
38
31
140
171
27
35
7
12
19
9
15
24
2
20
22
2
4
6
35
119
154
11
18
29
6
7
13
5
18
23
4
12
16
2
5
7
35
85
120
3
23
26
13
12
25
10
30
40
7
12
19
3
5
8
49
119
168
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
2.2.5
7
Gelijkaardige opleidingen en diploma’s in het buitenland
Land België Denemarken Duitsland Engeland Finland Frankrijk Griekenland Ierland Italië Luxemburg Nederland Oostenrijk Portugal Spanje Zweden
Opleidingsniveau Hogeschool Hogeschool Hogeschool Universiteit Hogeschool Hogeschool ? Universiteit Universiteit Hogeschool Hogeschool Hogeschool Hogeschool ? Hogeschool
Duur v.d. opl. 3 jr 3 jr 3 jr 3 jr 3.5 jr 3 jr 3.5 jr 4+1 jr 3 jr 3 jr 4 jr 3 jr 3 jr 2 jr 3 jr
Beroepsnaam Medisch Laboratoriumtechnoloog Autorisert hospitals laborant Medizinisch Technische Assistent/in (MTA) Biomedical Scientist Laboratoriohoitaja/Laboratorieskotare Technicien de Laboratoire Technologist of Medical Laboratories Medical Laboratory Scientist Tecnico Laboratorio Biomedico Laborantins Biomedisch laboratoriummedewerker Medizinisch Technische Analytiker(in) (MTA) Medical Laboratory Technician Tecnico Especialista de Laboratorio Biomedicinsk Analytiker
In de meeste Europese landen duurt de opleiding 3 jaar. In vrijwel alle landen is de opleiding algemeen, met een veelzijdig vakkenpakket. Enkel in Nederland en Engeland zijn specifieke afstudeerrichtingen mogelijk. Verdere verdieping en specialisatie vindt plaats nadat er werk is gevonden. Meestal wordt op 18-jarige leeftijd begonnen met deze hogere beroepsopleiding. Bron: − Analyse, tijdschrift voor biomedisch laboratorium medewerkers, mei 1997 − Intern rapport van de beroepsvereniging (BVLT)
2.2.6
Geografische spreiding van de beroepsactiviteiten in Vlaanderen Er is een gelijkmatige spreiding van de beroepsactiviteiten over gans Vlaanderen. Bijkomende gegevens zijn te vinden in het tijdschrift van de BVLT, vol 24/3 groene bladzijden p 62-65. Dit artikel steunt op gegevens gepubliceerd in het statistisch jaarboek 1997, klinische biologie, uitgegeven door het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Louis Pasteur, J. Wytmansstraat 14, 1050 Brussel.
2.2.7
Geografische spreiding van het opleidingsaanbod in Vlaanderen De opleiding laboratorium- en voedingstechnologie, optie medische laboratoriumtechnologie wordt aangeboden in volgende hogescholen per provincie. Aanbod van de opleiding tot gegradueerde in de medische laboratoriumtechnologie Provincie Oost-Vlaanderen
Hogeschool − Katholieke Hogeschool Sint-Lieven, Gent − Hogeschool Gent, Gent
Vlaams - Brabant Antwerpen
− Katholieke Hogeschool Leuven, Leuven
West-Vlaanderen
− Hogeschool West-Vlaanderen -Vlaamse Autonome Hogeschool, Kortrijk − Katholieke Hogeschool Brugge - Oostende
Limburg Brussel
− Katholieke Hogeschool Limburg, Limburg
− Katholieke Hogeschool Kempen, Geel − Hogeschool van de provincie Antwerpen, Antwerpen − Karel de Grote-Hogeschool - Katholieke Hogeschool Antwerpen, Antwerpen
− Erasmushogeschool, Brussel
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
8
2.2.8
Infrastructuur Goed uitgeruste les- en praktijklokalen met audiovisuele ondersteuningsapparatuur zijn noodzakelijk. Daarenboven vraagt deze opleiding goed uitgeruste polyvalente laboratoria. Verder is er behoefte aan een goed uitgeruste mediatheek.
2.2.9
Kwantitatieve beschrijving van het totaal aantal studenten in de optie c.q. opleiding Bron: − Informatie van de hogescholen − Statistisch jaarboek van het Vlaams Onderwijs 1995-1996, Afdeling Informatie en Documentatie Aantal studenten Medische Laboratoriumtechnologie per studiejaar
1993-1994 1994-1995 1995-1996 1996-1997 1997-1998
1ste studiejaar J M Tot. 102 198 300 112 194 306 69 177 246 89 181 270 73 201 274
2de studiejaar J M Tot. 39 123 162 44 95 139 55 134 189 34 146 180 27 95 122
3de studiejaar J M Tot. 29 126 155 34 118 152 38 83 121 49 120 169 35 119 154
Totaal aantal J M Tot. 170 447 617 190 407 597 162 394 556 172 447 619 135 415 550
2.2.10 Kwantitatieve beschrijving van de eerstejaarsstudenten van de optie c.q. opleiding volgens SO-vooropleiding, ervaring met HO, geslacht, leeftijd en studieresultaten Indeling van de eerstejaarsstudenten Medische Laboratoriumtechnologie in generatie- en niet-generatiestudenten
Generatiestudent Niet-generatiestudent Totaal Bron: cijfergegevens van de hogescholen
1995-1996 132 114 246
Aantal studenten 1996-1997 133 137 270
1997-1998 141 133 274
Indeling van de eerstejaarsstudenten Medische Laboratoriumtechnologie naar vooropleiding SO-onderwijsvorm Algemeen secundair onderwijs Technisch secundair onderwijs Buitenlands diploma Totaal Bron: cijfergegevens van de hogescholen
1995-1996 127 119 0 246
Aantal studenten 1996-1997 137 133 0 270
1997-1998 146 128 0 274
Indeling generatiestudenten naar het onderwijsniveau in het voorgaande jaar Onderwijsniveau 1995-1996 Secundair 79 Andere 2 Totaal 81 Bron: cijfergegevens van enkele hogescholen
Aantal studenten 1996-1997 68 6 74
1997-1998 77 6 83
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
9
Indeling niet-generatiestudenten naar het onderwijsniveau in het voorgaande jaar Onderwijsniveau 1995-1996 Hobu 26 Universitair 24 Andere 1 Totaal 51 Bron: cijfergegevens van enkele hogescholen
Aantal studenten 1996-1997 31 25 1 57
1997-1998 23 20 0 43
2.2.11 Reële studieduur Uit de gegevens in de statistische jaarboeken kan men de reële studieduur niet afleiden.
2.2.12 Inhoudelijke profilering van de opleiding in binnen- en buitenland Zie 2.2.5.
2.3
Verantwoording van de optie c.q. opleiding De opleiding medische laboratoriumtechnologie moet aan een afgestudeerde medisch laboratoriumtechnoloog toelaten om als paramedicus de handelingen uit te voeren, die hem/haar door een arts kunnen worden toevertrouwd conform het KB nr 93-1708 van 2 juni 1993. De basisopleiding laboratorium- en voedingstechnologie optie medische laboratoriumtechnologie is de enige opleiding die binnen het hogeschoolonderwijs leidt tot het beroep van medisch laboratoriumtechnoloog De gegradueerde in de medische laboratoriumtechnologie moet vertrouwd zijn met de problematiek van de staalname, het uitvoeren van de analyses in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie zoals klinische chemie, microbiologie, hematologie, cyto(histo)logie, immunologie, genetica, hormonologie en bij het uitvoeren van in-vivotechnieken. Zijn/haar aandacht moet gaan naar een correcte voorbereiding en uitvoering, waarbij hij/zij zich bewust moet zijn van de veiligheidsaspecten en kwaliteitseisen. De gegradueerde in de medische laboratoriumtechnologie levert via de klinisch bioloog immers een belangrijke bijdrage bij het stellen of bevestigen van een diagnose en bij het instellen of opvolgen van een therapie. In bijzondere omstandigheden komt het voor dat de medisch laboratoriumtechnoloog de hem toevertrouwde handelingen autonoom dient uit te voeren. Een uitgesproken verantwoordelijkheidszin is derhalve vereist. Het werkveld verlangt afgestudeerden met een polyvalente praktijkgerichte opleiding, die na een inloopperiode in het laboratorium, in staat zijn het beroep van medisch laboratoriumtechnoloog volwaardig te kunnen uitoefenen.
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
10
HOOFDRUBRIEK 3 HET OPLEIDINGSPROFIEL
3.1
De exacte benaming van de optie c.q. opleiding Studiegebied: Basisopleiding: Optie: Graad:
3.2
Gezondheidszorg 1 cyclus Laboratorium- en voedingstechnologie Medische Laboratoriumtechnologie Gegradueerde in de medische laboratoriumtechnologie
De globale omschrijving van de optie c.q. opleiding De optie medische laboratoriumtechnologie wil paramedici vormen die scheikundige, fysische, biologische en microbiologische analyses kunnen uitvoeren op monsters die zowel afkomstig zijn van het menselijk lichaam als van andere levende wezens, met de bedoeling de medische diagnose en de opvolging van het ziekteverloop en de therapie te ondersteunen. De opleiding sluit nauw aan bij de biomedische wetenschappen: de basiskennis over het functioneren van (menselijke) cellen en organen in gezonde en zieke toestand is steeds op de achtergrond aanwezig. Het uitvoeren van analyses veronderstelt dat de afgestudeerde vaardig is in het laboratorium en de technieken beheerst die voor staalafnames, onderzoeken, functionele testen, technische handelingen e.d. binnen de klinische chemie, de microbiologie, de hematologie, de cyto(histo)logie en in-vivotechnologie nodig zijn en de resultaten ervan technisch te valideren. De opleiding is sterk praktisch gericht maar de aard van het werk vereist toch ook een degelijke theoretisch-wetenschappelijke basis. De afgestudeerde dient inzicht te hebben in het belang van de onderzoeken en hun onderlinge relaties. Ook moeten de veiligheidsrisico’s en de aspecten van integrale kwaliteitszorg op de juiste wijze kunnen ingeschat en toegepast worden. Om hoger genoemde vaardigheden zo reëel mogelijk in te oefenen, moet in het opleidingsprogramma een stageperiode voorzien worden. De afgestudeerde moet daarenboven kunnen ingeschakeld worden in researchprogramma’s bij de ontwikkeling van nieuwe laboratoriumtechnieken, producten en toepassingen met medische oriëntering.
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
3.3
Het beroepsgericht opleidingsprofiel
3.3.1
Bijeenbrengen van de relevante beroepsprofielen
11
Beroepsprofiel van de medisch laboratoriumtechnoloog
3.3.2
De concrete uitwerking van de vertaalslag De criteria die gebruikt werden om de taken uit het beroepsprofiel te selecteren en te weerhouden in het opleidingsprofiel zijn de volgende: − haalbaarheid voor een beginnend beroepsbeoefenaar − frequentie van uitvoering − belangrijkheid in de huidige en toekomstige beroepsuitoefening − transferwaarde bij de uitoefening van andere, al of niet verwante beroepen − relevantie van de taak voor het onderwijs − haalbaarheid van de taak voor het onderwijs De tabel bevat de functionele gehelen en onderdelen. Voor elk onderdeel zijn de vaardigheden, de kennis, de attitudes en de context (hulpmiddelen en werkomstandigheden) weergegeven. De kennis, de attitudes en de context zijn weergegeven per onderdeel. Bij de kennis wordt het verwerkingsniveau (tussen haakjes) weergegeven door een score van 1 tot 4: − niveau 1: weten − niveau 2: inzien − niveau 3: toepassen − niveau 4: integreren Opmerking: Deze invulling is zo realistisch mogelijk gebeurd, in het belang van zowel de hogescholen als de werkgevers.
Functioneel geheel 1 Staalname
Onderdeel
Basiscompetentie Vaardigheid
1.1 Staalafname
1.1.1 de student kan
omgaan met patiënten 1.1.2 de student kan capillair enveneus bloed afnemen 1.1.3 de student kan een staal identificeren 1.1.4 de student kan een staal op een veilige manier manipuleren
Contextgegevens Kennis beroepsspecifieke kennis − staalname (4) − anticoagulantia (3) − specifieke afnamevoorwaarden (3) − bewaringstechnieken (3) − kennis van afnamemateriaal (3) − besmettingsgevaarveiligheid (3) − specifieke kweekrecipiënten (3) − aspecten van anatomie (2) − aspecten van hygiëne (3) − afvalbehandeling (3) − centrifugatieapparatuur (3)
Attitude − accuratesse − kritische inge-
steldheid
− omgaan met stress − resultaatgericht-
heid
− veiligheids- en
milieubewustzijn
− zelfstandigheid − zin voor samen-
werking − flexibiliteit − zin voor initiatief − dienstverlenende ingesteldheid − nauwkeurigheid − orde − zelfzekerheid − omgang met patiënten
Context − laboratorium − reagentia − materiaal − apparatuur − instrumentarium − PC − handleidingen, − voorschriften − veiligheidsuit-
rusting
− mediatheek − stageomgeving
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
12
algemeen ondersteunende kennis − biologie, microbiologie (bacteriologie, mycologie, virologie, parasitologie) , biochemie, hematologie, toegepaste informatica, immunologie, fysica, fysiologie, pathologie, chemie 1.2 Staalverwerking
1.2.1 de student kan een
1.2.2
1.2.3
1.2.4
1.2.5
2 Klinischchemisch laboratoriumonderzoek
2.1 Uitvoeren van analysen
2.1.1
2.1.2
2.1.3
2.1.4
3 Hematologisch laboratoriumonderzoek
3.1 Algemeen hematologisch onderzoek
staal identificeren en op veilige wijze manipuleren de student kan de conformiteit tussen staal en de gevraagde analysen beoordelen de student kan het staal administratief verwerken de student kan stalen voorbereiden voor specifieke verwerking de student kan oordeelkundig stalen bewaren en/of verzenden de student kan anorganische componenten analyseren de student kan organische componenten analyseren de student kan op adequate manier omgaan met apparatuur de student kan tijdig storingen en afwijkingen waarnemen en op adequate wijze reageren
3.1.1 de student kan een
algemeen oriënterend hematologisch onderzoek uitvoeren 3.1.2 de student kan preparaten van lichaamsvochten maken 3.1.3 de student kan onderzoek van perifeer bloed uitvoeren en kan een abnormaal bloedbeeld herkennen
beroepsspecifieke kennis − (bio)chemische en fysiologische eigenschappen van de te bepalen componenten (2) − analytische technieken (3) − referentiewaarden (2) − automatisering (2) algemeen ondersteunende kennis − biologie, biochemie, fysiologie, pathologie, analytische chemie, immunologie, klinische chemie − wiskunde, toegepaste statistiek beroepsspecifieke kennis − ontstaan, morfologie en functie der bloedcellen (2) − materialenkennis en gebruik reagentia (3) − automatiseringstechnieken (2) − hematopathologie (1) − referentiewaarden (3) − microscopische
− accuratesse − doorzettingsver-
− laboratorium
− accuratesse − doorzettingsver-
− laboratorium
mogen − kritische ingesteldheid − omgaan met stress − resultaatgerichtheid − veiligheids- en milieubewustzijn − zelfstandigheid − zin voor samen− werking − flexibiliteit − zin voor initiatief − nauwkeurigheid − orde − dienstverlenende ingesteldheid − kostprijsbewustzijn
mogen − kritische ingesteldheid − omgaan met stress − resultaatgerichtheid − veiligheids- en milieubewustzijn − zelfstandigheid − zin voor samenwerking − flexibiliteit
(volledig uitgerust) − reagentia − materiaal − apparatuur − instrumentarium − PC − handleidingen, − voorschriften − veiligheidsuitrusting − mediatheek − stageomgeving
(volledig uitgerust) − reagentia − materiaal − apparatuur − instrumentarium − PC − handleidingen, − voorschriften − veiligheidsuitrusting − mediatheek − stageomgeving
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
technieken (3)
3.2 Immuunhematologie
3.2.1 de student kan ABO
groep bepalen 3.2.2 de student kan Rh
type bepalen 3.2.3 de student kan een
kruisproef uitvoeren 3.2.4 de student kan
irreguliere antistoffen opsporen
3.3 Hemostase-onderzoek
4 Microbiologisch laboratoriumonderzoek
4.1 Uitvoeren van microbiologische technieken (morfologisch, fysiologisch, biochemisch, serologisch)
3.3.1 de student kan een
algemeen oriënterend hemostase-onderzoek uitvoeren
4.1.1 de student kan met
de microscoop werken 4.1.2 de student kan microbiologische kleuringen uitvoeren 4.1.3 de student kan op de gepaste manier stalen enten 4.1.4 de student kan de
algemeen ondersteunende kennis − biologie, biochemie, fysiologie, pathologie, chemie, fysica, microbiologie, hematologie beroepsspecifieke kennis − opbouw en reactiegedrag van rode bloedcellen en van bloedcelantigenen en antilichamen (2) − normale transfusiegebeuren (3) − inzicht in afname en bewaring van bloed en componenten (2) − Coombstesten (3) − reagentia- en materialenkennis(3)
13
− zin voor initiatief − nauwkeurigheid − orde − dienstverlenende
ingesteldheid
− kostprijsbewust-
zijn
algemeen ondersteunende kennis − biologie, biochemie, fysiologie, pathologie, chemie, immunologie, hematologie beroepsspecifieke kennis − bloedstelping en stolling (3) − bloedingstijd (3) − fibrinolyse (3) − reagentia, materialenkennis en gebruik (3) − automatisering (2) − referentiewaarden (3) − pathologie van de hemostase (1) − invloed van het gebruik van anticoagulantia (2) algemeen ondersteunende kennis − biologie, biochemie, fysiologie, pathologie, chemie, immunologie, hematologie beroepsspecifieke kennis − microscopische technieken (3) − aspecten van microbiologische kleuringen (3) − aspecten van asepsis en hygiëne (3) − eigenschappen,
− accuratesse − doorzettingsver-
mogen − kritische ingesteldheid − omgaan met stress − resultaatgerichtheid − veiligheids- en milieubewustzijn
− laboratorium
(volledig uitgerust) − reagentia − materiaal − apparatuur − instrumentarium − PC − handleidingen, − voorschriften
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
14
5 Pathologisch anatomisch laboratoriumonderzoek
6 genetisch laboratoriumonderzoek
5.1 Uitvoeren van histo (cyto) pathologisch onderzoek
6.1 Meewerken aan moleculair-biologisch werk
courante sterilisatietechnieken uitvoeren 4.1.5 de student kan aseptisch werken 4.1.6 de student kan cultuurmedia aanmaken 4.1.7 de student kan specifieke infectiekiemen isoleren uit specifieke monsters 4.1.8 de student kan reinculturen aanmaken 4.1.9 de student kan reinculturen identificeren door biochemische en serologische technieken 4.1.10 de student kan een gevoeligheidsbepaling uitvoeren 4.1.11 de student kan parasieten opsporen 5.1.1 de student kan met de microscoop werken 5.1.2 de student kan histopathologische preparaten maken 5.1.3 de student kan kleurtechnieken uitvoeren
6.1.1 de student kan
meewerken aan moleculairbiologisch onderzoek
bereiding en controle van cultuurmedia (3) algemeen ondersteunende kennis biologie, biochemie, microbiologie, immunologie, fysica
− zelfstandigheid − zin voor samen− werking − flexibiliteit − zin voor initiatief − nauwkeurigheid − orde − dienstverlenende
− veiligheidsuit-
rusting
− mediatheek − stageomgeving
ingesteldheid
− kostprijsbewust-
zijn
beroepsspecifieke kennis − aspecten van anatomie (2) − aspecten van cytologie (1) − aspecten van neoplasie (1) − microscopische screening bij exfoliatieve cytologie (1) − overzicht fixatietechnieken (3) − vriestechnieken (1) − inbeddingsmodaliteiten (3) − principes kleurtechnieken (3) − immunocytochemische technieken (1) algemeen ondersteunende kennis optica, algemene biologie, immunologie, cyto (patho)logie en histo(patho)logie, anatomie, microbiologie beroepsspecifieke kennis − opzuiveringstechnieken (2) − amplificatietechnieken (2) − algemene cloneringstechnieken (2) − gel-elektroforesetechnieken (2) − hybridisatietechnieken (2)
− accuratesse − doorzettingsver-
− laboratorium
− accuratesse − doorzettingsver-
− laboratorium
mogen − kritische ingesteldheid − omgaan met stress − resultaatgerichtheid − veiligheids- en milieubewustzijn − zelfstandigheid − zin voor samenwerking − flexibiliteit − zin voor initiatief − nauwkeurigheid − orde − dienstverlenende ingesteldheid − kostprijsbewustzijn
mogen − kritische ingesteldheid − leergierigheid − loyauteit − omgaan met stress − resultaatgerichtheid − veiligheids- en milieubewustzijn − zelfstandigheid
(volledig uitgerust) − reagentia − materiaal − apparatuur − instrumentarium − PC − handleidingen, − voorschriften − veiligheidsuitrusting − mediatheek − stageomgeving
(volledig uitgerust) − reagentia − materiaal − apparatuur − instrumentarium − PC − handleidingen, − voorschriften − veiligheidsuitrusting − mediatheek
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
algemeen ondersteunende kennis − moleculaire biologie, microbiologie, analytische chemie, biochemie
7 In vivometingen/ radionucliden
7.1 Meewerken aan in vivo metingen met behulp van radionucliden
7.1.1 het aanleren van
deze vaardigheden kan niet in de hogescholen gebeuren omwille van de strenge erkenningsvoorwaarden voor het werken met radionucliden
beroepsspecifieke kennis − specifieke veiligheidsregels (2) − activiteitsmetingen (2) − radiochemie (2) − radioprotectie (2) − radiofarmaca (1) − afvalbehandeling (2) algemene ondersteunende kennis algemene chemie, analytische chemie, organische chemie, fysica, toegepaste statistiek, toegepaste informatica, biologie, anatomie
8 Gegevensverwerking
8.1 Resultaatverwerking
8.1.1 de student kan de
meetresultaten analytisch evalueren 8.1.2 de student kan de meetresultaten op adequate wijze verwerken 8.1.3 de student kan sterk afwijkende resultaten herkennen
beroepsspecifieke kennis − referentiewaarden (3) − aspecten van kwaliteitszorg en accreditatie (3) − beroepsethiek (3) algemeen ondersteunende kennis talen (passieve kennis van het Engels), wiskunde, toegepaste statistiek, toegepaste informatica, bronnen van informatie, mediatheekwerking, rapportering, correct wetenschappelijk taalgebruik
15
− zin voor samen-
werking − beslissingsvermogen − zin voor initiatief − assertiviteit − contactbereidheid − dienstverlenende ingesteldheid − accuratesse − beslissingsvermogen − contactbereidheid − een werkplan kunnen maken − flexibiliteit − kritische ingesteldheid − -kunnen omgaan met informatie − kwaliteitsbewustzijn − leerbekwaamheid − leergierigheid − -problemen onderkennen en oplossen − receptieve taalvaardigheid moedertaal − receptieve taalvaardigheid − resultaatgerichtheid − veiligheid en milieubewustzijn − verantwoordelijkheidszin − zin voor initiatief − zin voor orde − kritische zin − leergierigheid − zelfstandigheid − planmatig denken − receptieve taalvaardigheid − communicatieve vaardigheid
− stageomgeving
− ziekenhuis− laboratorium − chemicaliën − veiligheidsuit-
rusting
− gesofisticeerde
apparatuur
− isotopen − PC − stageomgeving
− laboratorium − instrumentarium − PC − stageomgeving
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
16
8.2 Rapportering
8.2.1 de student kan
8.2.2
9 Kwaliteitszorg
8.3 Informtieverzameling en verwerking
8.3.1
9.1 Kwaliteitsborging en evaluatie
9.1.1
8.3.2
9.1.2
9.1.3
9.1.4
9.2 Veiligheid en milieu
10 Onderhoud, controle en herstelling
10.1Onderhoud van de apparatuur
precies en accuraat rapporteren (op correcte manier resultaten formuleren en doorgeven) de student kan adequaat rapporteren de student kan informatie opzoeken de student kan informatie verwerken en beheren de student kan meewerken aan de uitvoering van interne kwaliteitscontroles de student kan meewerken aan de uitvoering van externe kwaliteitscontroles de student kan controleresultaten evalueren de student kan meewerken aan het opstellen van het kwaliteitshandboek
beroepsspecifieke kennis − kwaliteitszorg en accreditatie (3) − referentiewaarden (3) − veiligheids- en milieureglementering (3) algemeen ondersteunende kennis − wiskunde, toegepaste informatica, toegepaste statistiek
heid
− zin voor samen-
− laboratorium − instrumentarium − SOP’s − stageomgeving
werking
− zelfstandigheid − problemen onder-
kennen en oplossen − planmatig denken − kwaliteitsbewustzijn − veiligheids- en milieubewustzijn − communicatievaardigheid − plichtsbewustzijn
9.2.1 de student kan
meewerken aan de toepassing van de geldende regelgeving inzake veiligheid en milieu 10.1.1 de student kan een routineonderhoud uitvoeren van apparatuur die hij dagelijks gebruikt 10.1.2 de student kan storingen en moeilijkheden bij de gebruikte apparatuur opmerken en signaleren
beroepsspecifieke kennis − instrumentele analyse (3) − kwaliteitszorg en accreditatie(3) − apparatuurkennis (3) − veiligheids- en milieureglementering (3) algemeen ondersteunende kennis − elektriciteit, fysica, algemene chemie, analytische chemie, talen (passieve kennis van Engels)
10.2Controle van de apparatuur
− orde − accuratesse − resultaatgericht-
10.2.1 de student kan
meewerken aan het calibreren van de apparatuur 10.2.2 de student kan meewerken aan het uitschrijven van SOP’s of standaardprocedures voor het gebruik van de apparatuur 10.2.3 de student kan de
− resultaatgericht-
heid − accuratesse − assertiviteit − doorzettingsvermogen − veiligheids- en milieubewustzijn − omgaan met stress − zelfstandigheid − contactbereidheid − zin voor initiatief − flexibiliteit − leergierigheid − zin voor samenwerking
− laboratorium − chemicaliën − veiligheidsuit-
rusting
− gesofisticeerde
apparatuur
− instrumentarium − stageomgeving
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
10.3Herstellen van apparaten
11 Wetenschappelijk onderzoek
12 Samenwerking en communicatie
11.1Meewerken aan de uitvoering van wetenschappelijk onderzoek
12.1Samenwerking in het laboratorium
regelgeving inzake veiligheids- en milieubeleid toepassen 10.3.1 de student kan kleine herstellingen uitvoeren aan de apparatuur die hij geregeld gebruikt 11.1.1 de student kan de vaardigheden die hij verworven heeft in zijn opleiding als medische laboratoriumtechnoloog ook toepassen bij het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek 12.1.1 de student kan samenwerken met alle medewerkers uit zijn werkomgeving
bezit de nodige kennis die verworven is in de opleiding
17
alle attituden van de opleiding
− vakliteratuur − laboratorium − reagentia − veiligheidsuit-
rusting
− apparatuur − instrumentarium − PC-stage-
omgeving
beroepsspecifieke kennis − deontologie (3) algemeen ondersteunende kennis − ethiek, communicatietechnieken
− assertiviteit − contactvaardig-
heid
− zin voor samen-
werking
− laboratorium − instrumentarium − vergaderzaal − telecommuni-
catiemiddelen
− flexibiliteit − omgaan met stress − zelfstandigheid − zin voor initiatief − leergierigheid − doorzettingsver-
− stageomgeving
− leergierigheid − zin voor initiatief − zelfstandigheid − kritische zin − kunnen omgaan
− studiedagen − congressen − symposia − specifieke be-
mogen
12.2 Organisatie van de werkzaamheden 12.3Samenwerken buiten het laboratorium 13 Bijscholing
13.1Zelfstudie 13.2Product- en procesinformatie 13.3Vormingsactiviteiten
3.3.3
12.2.1 de student heeft oog
voor de goede organisatie van het werk in een laboratorium 12.3.1 de student kan samenwerken externen 12.3.2 de student kan correct omgaan met patiënten 13.1.1 de student kan zijn kennis en vaardigheden actualiseren door het volgen van bijscholing 13.1.2 de student kan zelfstandig vakliteratuur verwerken
algemeen ondersteunende kennis − alle disciplines waarop de bijscholing betrekking heeft
met informatie
roeps- en opleidingsinformatie
Aanvullende gegevens met betrekking tot de optie c.q. opleiding 3.3.3.1 Het opleidingsprogramma ♦ Verhouding praktijk/theorie Min. 20 % van de totale studietijd moet besteed worden aan praktijkgerichte onderwijsactiviteiten (laboratoriumoefeningen, werkcolleges,…). De stages en het eindwerk zijn hier niet inbegrepen. ♦ Aandeel stagetijd en eindwerk Min. 10 % van de totale studietijd dient te worden besteed aan stages en het eindwerk.
18
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
3.3.3.2 Globale opleidingsduur De opleiding tot gegradueerde in de medische laboratoriumtechnologie behoort tot het hogeschoolonderwijs van één cyclus duurt 3 jaar. 3.3.3.3 Relatieve opleidingsduur van de functionele gehelen De opleidingsduur per functioneel geheel is als dusdanig niet te bepalen. 3.3.3.4 Opleidingsniveau Binnen de “Europese structuur van de opleidingsniveaus zoals bepaald in artikel 2, lid 2 van het Besluit van de Europese Raad van 16 juli 1985 inzake de vergelijkbaarheid van getuigschriften tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap menen wij dat de opleiding tot gegradueerde in de medische laboratoriumtechnologie zich situeert op niveau 5.
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
3.4
19
Sleutelkwalificaties Voor de sleutelkwalificaties wordt uitgegaan van de attitudes voor de functionele gehelen
3.4.1
Medische laboratoriumtechnoloog De sleutelkwalificaties voor medische laboratoriumtechnoloog worden weergegeven in tabel 8 Sleutelkwalificaties
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
Sleutelkwalificaties waartoe de optie bijdraagt Nooit Zelden Regelma- Dikwijls Steeds tig ✗ Abstract denken ✗ Accuratesse ✗ Assertiviteit ✗ Beslissingsvermogen ✗ Commercieel inzicht ✗ Communicatieve vaardigheid ✗ Contactbereidheid ✗ Contactvaardigheid ✗ Creativiteit ✗ Dienstverlenende ingesteldheid ✗ Doorzettingsvermogen ✗ Een werkplan kunnen maken ✗ Empathie ✗ Flexibiliteit ✗ Kostprijsbewustzijn ✗ Imagobewustzijn ✗ Inzicht in de arbeidsorganisatie ✗ Kritische ingesteldheid ✗ Kunnen omgaan met informatie ✗ Kwaliteitsbewustzijn ✗ Leerbekwaamheid ✗ Leergierigheid ✗ Loyauteit ✗ Nauwkeurigheid ✗ Omgaan met patiënten ✗ Omgaan met stress ✗ Planmatig denken ✗ Problemen onderkennen en oplossen Productieve taalvaardigheid MVT Productieve taalvaardigheid Moedertaal ✗ Receptieve taalvaardigheid Moedertaal ✗ Receptieve taalvaardigheid MVT ✗ Resultaatgerichtheid
32 33 34 Solidariteit 35 Veiligheids- en milieubewustzijn
✗
20
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
Sleutelkwalificaties 36 Verantwoordelijkheidszin 37 Zelfstandigheid 38 Zelfvertrouwen 39 Zin voor initiatief 40 Zin voor samenwerking 41 Zin voor esthetiek 42 Zin voor orde
Sleutelkwalificaties waartoe de optie bijdraagt ✗ ✗
3.5
De kern van het opleidingsprofiel
3.5.1
Karakteriseren van de optie/opleiding
✗ ✗ ✗
De opleiding medische laboratoriumtechnologie moet aan een afgestudeerd medisch laboratoriumtechnoloog toelaten om als paramedicus de handelingen uit te voeren, die hem/haar door een arts kunnen worden toevertrouwd conform het KB nr. 93-1708 van 2 juni 1993. De basisopleiding laboratorium- en voedingstechnologie optie medische laboratoriumtechnologie is de enige opleiding die binnen het hogeschoolonderwijs leidt tot het erkend beroep van medisch laboratoriumtechnoloog. De gegradueerde in de medische laboratoriumtechnologie bezit de noodzakelijke kennis en de overeenkomstige vaardigheden voor het afnemen en verwerken van de stalen, voor het uitvoeren van de gevraagde laboratoriumonderzoeken in de diverse deeldomeinen van de klinische biologie zoals klinische chemie, hematologie, microbiologie, cyto(histo)logie, genetica, immunologie, hormonologie en voor het uitvoeren van in-vivotechnieken. Hij/zij moet hierbij streven naar een correcte voorbereiding en uitvoering van hoger genoemde analyses. Accuratesse, resultaatgerichtheid, organisatievermogen, zelfstandigheid en zin voor initiatief en samenwerking zijn hiervoor noodzakelijke attitudes. De bekomen resultaten moeten op een analytisch verantwoorde wijze verwerkt worden en op een adequate wijze gerapporteerd worden aan de klinisch bioloog. Dit vereist een voldoende kritische ingesteldheid. De gegradueerde in de medische laboratoriumtechnologie levert via de klinisch bioloog een belangrijke bijdrage bij het stellen of bevestigen van een diagnose en bij het stellen of opvolgen van een therapie. In bijzondere omstandigheden (wachtdiensten) komt het voor dat de medisch laboratoriumtechnoloog de hem toevertrouwde handelingen autonoom dient uit te voeren. Een hoge verantwoordelijkheidszin gekoppeld aan de nodige flexibiliteit en stressbestendigheid zijn derhalve vereiste houdingen. De medisch laboratoriumtechnoloog moet permanent meewerken aan de toepassing van de regels van de gebruikte kwaliteitszorgsystemen en de geldende veiligheids- en milieureglementeringen. Hij/zij is zich hiervan bewust. De integratie van de hoger genoemde verworven kennis en vaardigheden dient te gebeuren in de stage. Om de evoluties en de vernieuwingen die zich voordoen binnen de verschillende disciplines van de klinische biologie te blijven volgen, moet de medisch laboratoriumtechnoloog zijn kennis en vaardigheden actualiseren door het volgen van bijscholing.
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
3.5.2
21
Eventuele verwantschappen met andere opties en opleidingen De basisopleiding laboratorium- en voedingstechnologie omvat 3 opties - farmaceutische en biologische technieken, medische laboratoriumtechnologie, voedingsen dieetkunde - die geënt zijn op een gemeenschappelijke stam van ten minste één derde en ten hoogste twee derde van het opleidingsprogramma. De optie medische laboratoriumtechnologie is de enige opleiding die binnen het hogeschoolonderwijs leidt tot het erkend beroep van medisch laboratoriumtechnoloog. ♦ Verwantschap tussen de opties van de basisopleiding laboratorium- voedingstechnologie De vergelijking van de drie opleidingsprofielen laat ons toe volgende gemeenschappelijkheid/equivalentie vast te stellen: Op het niveau van functionele gehelen/onderdelen/basiscompetentie: − − − −
uitvoeren van elementaire chemische en microbiologische analyses verzamelen, verwerken en rapporteren van gegevens meewerken aan integrale kwaliteitszorg uitvoeren van routineonderhoud, dagelijkse controle en kleine herstellingen aan apparatuur − meewerken aan het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek − kunnen samenwerken met anderen − actualiseren van de verworven kennis en vaardigheden Op het niveau van de algemeen ondersteunende kennis: − exacte wetenschappen: zoals chemie, biologie, wiskunde, fysica, statistiek, informatica,… − medische wetenschappen zoals anatomie, fysiologie, pathologie,…
3.6
De maatschappelijk-culturele vorming Dit aspect zal worden uitgewerkt door een groep deskundigen per studiegebied.
22
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
HOOFDRUBRIEK 4 DOELGROEPEN VAN HET AFGEWERKTE OPLEIDINGSPROFIEL
Het opleidingsprofiel is een basisdocument − voor de hogescholen bij de formulering van hun opleidingsprogramma’s − voor de werkgroep die de bestaande kwalificatiestructuur moet evalueren − studenten en toekomstige studenten Verder is het opleidingsprofiel een onmisbaar instrument voor: − hogescholen en docenten − de visitatiecommissies van het Hoger Onderwijs − de planning van navorming − Ministerie van Volksgezondheid − nationale beroepsverenigingen − buitenlandse onderwijsinstellingen en beroepsverenigingen Ook informatie- en oriënteringscentra (PMS-centra, informatiebeurzen…) kunnen er gebruik van maken. Vervolgens kan het opleidingsprofiel aan personeelsverantwoordelijken in ziekenhuizen, bedrijven en organisaties een beter zicht geven op de professionele en algemene vorming van kandidaat-medewerkers.
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
23
HOOFDRUBRIEK 5 BIBLIOGRAFIE
♦ Belgische vereniging van laboratoriumtechnologen. Interne rapporten. ♦ Decreet betreffende de Hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap, 13 juli 1994. ♦ Dienst voor Onderwijsontwikkeling. Handleiding voor het schrijven ven opleidingsprofielen voor het Hogeschoolonderwijs. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Departement Onderwijs. November 1996. ♦ Elsenga Wemmie. Wij en Europa in het laboratoriumonderwijs. Analyse. Nederland. Mei 1997. ♦ Koninklijk Besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitvoering van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies. ♦ Koninklijk Besluit nr. 93-1708 van 2 juni 1993 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van medisch laboratoriumtechnoloog en houdende vaststelling van de lijst van technische prestaties en van de lijst van handelingen waarmee de medisch laboratoriumtechnoloog door een arts kan belast worden (Belgisch Staatsblad 10 juli 1993). ♦ Vlaamse Onderwijsraad. Beroepsprofiel medisch laboratoriumtechnoloog. Studie 9 Werkgroep beroepsprofiel van de medisch laboratoriumtechnoloog in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad. November 1995. ♦ Vlaamse Onderwijsraad. Beroepsprofiel farmaceutisch en biologisch laboratoriumtechnoloog. Studie 11 Werkgroep beroepsprofiel van de medisch laboratoriumtechnoloog in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad. April 1996. ♦ Vlaamse Onderwijsraad. Beroepsprofiel voedings- en dieetkundige. Studie 7 Werkgroep beroepsprofiel van de medisch laboratoriumtechnoloog in opdracht van de Vlaamse Onderwijsraad. Juli 1996.
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
24
HOOFDRUBRIEK 6 MEDEWERKERS
Lijst van leden voor de werkgroep Opleidingsprofiel medisch laboratoriumtechnoloog ♦ K.H.Kempen Voorzitter : Dhr. J. Lievens Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel Tel. (014) 56 23 06 - fax (014) 58 48 59 e-mail:
[email protected]
Voor de hogescholen ♦ K.H.Kempen Dhr. C. Verbiest Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel Tel. (014) 56 23 10 - fax (014) 58 48 59 e-mail:
[email protected]
♦ K.H. Leuven Mevr. Marie-Jeanne Heynen Sint Maartensstraat 55d, 3000 Leuven Tel. 016) 29 85 11 - fax (016) 22 44 17
♦ K.H. St. Lieven Dhr. A. De Smet - Afdelingshoofd LVT Gildestraat 17, 9000 Gent Tel. (09) 223 20 57 - fax (09) 233 49 75 e-mail:
[email protected]
♦ K.H. Limburg Mevr. M.A. Demeersseman Universitaire Campus gebouw 3 Universiteitslaan, 3590 Diepenbeek Tel. (011) 23 07 90 - fax (011) 23 07 99
♦ K.H. Brugge-Oostende Dhr Daniel Vandamme Spoorwegstraat 12, 8200 Brugge Tel. (050) 40 51 20 - fax (050) 40 51 30
♦ Karel de Grote-Hogeschool Mevr. Lucia Van Hoof Salesianenlaan 30, 2660 Antwerpen-Hoboken Tel. (03) 828 16 40 - tel. (03) 828 67 67 fax (03) 828 57 49 e-mail:
[email protected]
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
♦ Hogeschool Provincie Antwerpen Dhr. Reinhoudt Flies - Ap. Klin. Biol Kronenburgstraat 47, 2000 Antwerpen Tel. (03) 259 14 00 - fax (03) 259 14 01
♦ Erasmushogeschool Brussel Dhr. Jan De Wit Laarbeeklaan 121, 1090 Brussel Tel. (02) 479 18 90 - fax (02) 479 71 02
♦ Hogeschool Gent Mevr. Mia Waermoes Keramiekstraat 80, 9000 Gent Tel. (09) 221 77 51 - fax (09) 220 17 26
♦ Hogeschool West-Vlaanderen Dhr. Raf Parmentier Rijselstraat 5, 8200 Brugge Tel. (050) 38 12 77 - fax (050) 38 11 71
Voor de verenigingen ♦ Janssen Pharmaceutica Dhr. L. Versteynen Turnhoutseweg 30, 2340 Beerse Tel. (014) 60 20 28 - fax (014) 60 37 31
♦ Belgische Vereniging van Geneesheren-Specialisten in de Medische Biopathologie Dhr. Dr. M. Moens p.a. Centraal Laboratorium Imeldaziekenhuis Imeldalaan 9, 2820 Bonheiden Tel. (015) 50 54 67 - fax (015) 52 03 69
♦ Belgische vereniging van Apothekers-Specialisten in de Klinische Biologie Dhr. H. Raes Rooienberg 25, 2570 Duffel Tel. (015) 30 31 11
♦ Belgische Vereniging voor Laboratorium Technologen Dhr. L. Logghe Onafhankelijkheidstraat 52, 8400 Oostende Tel. (059) 80 69 42 - fax (059) 80 69 42
♦ Belgische Vereniging voor Laboratorium Technologen Dhr. B. Smeets Kareelveld 39, 3000 Leuven Tel. (016) 20 59 66
♦ Belgische Vereniging voor Laboratorium Technologen Dhr G. Dewulf Merelstraat 13, 8020 Oostkamp Tel. (050) 37 38 08 - fax (050) 37 38 08
25
OP LEIDINGSP ROFIE L ME DISCHE LABORAT ORIUMTECHNOLOGIE
26
BIJLAGE LIJST MET GEBRUIKTE AFKORTINGEN
♦ ABO-groep Bloedgroepenstelsel A, B, AB, O
♦ BVLT Belgische Vereniging voor Laboratorium Technologen
♦ DVO Dienst voor Onderwijsontwikkeling
♦ Microbiologie Omvat bacteriologie, mycologie, virologie en parasitologie
♦ MLt Medisch Laboratoriumtechnoloog
♦ PC Personal Computer
♦ Rh-type Rhesus bloedgroeptype
♦ SOP Standard Operating Procedure
♦ VLOR Vlaamse Onderwijsraad