STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
N I EUW SB R I E F
nummer 14, jul i 2013
Kwartaalbericht 1
Vermogensbeheer en beleggingsadvies sinds 1818 Onafhankelijk, no-nonsense en resultaat gericht Door professionals met liefde voor hun vak Die hun cliënten door en door kennen
Nieuwsgierig? Bel of mail ons voor een oriënterend gesprek!
Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer N.V. www.stroevelemberger.nl
[email protected] Nesland 1-v, 1382 MZ Weesp T +31 (0)294 492 592 Posthoornstraat 69 , 6219 NV Maastricht T +31 (0)43 354 1222
STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
Inhoud
Geachte lezer, Familiebedrijven zijn, door de eeuwen heen, de dominante vorm van ondernemerschap in Nederland. Ook in deze 21ste eeuw blijkt dat het belang van deze ondernemingen moeilijk kan worden overschat. In Nederland zijn minimaal 260.000 familiebedrijven die verantwoordelijk zijn voor ruim 49% van de werkgelegenheid en voor bijna 53% van het Bruto Nationaal Product. Het familiebedrijf, dat de ruggegraat van de Nederlandse economie vormt, blijkt ook, in tijden van economische teruggang, een stabiele werkgever en een betrouwbare relatie. Zeker nu het al een tijd slecht gaat met de economie, is het van essentieel belang dat er een stabiele groep van ondernemingen actief is die, vaak anticyclisch kan opereren. Wij voelen ons bij Stroeve & Lemberger verwant aan familiebedrijven, omdat wij zelf op een aantal punten het karakter van een familiebedrijf hebben, met een praktijk waarbij relaties soms al generaties lang door ons worden bediend. In dit kwartaalbericht starten wij met een cyclus, waarbij wij een aantal Nederlandse familiebedrijven voor het voetlicht zullen brengen. Daarnaast geven wij ruimte aan partijen die de familiebedrijven ondersteunen. We besteden in deze uitgave ook aandacht aan beursgenoteerde ondernemingen waar de oprichtersfamilie het nog voor een belangrijk deel voor het zeggen heeft. Deze bedrijven presteren bovengemiddeld goed, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek, vooral als de oprichter nog vertegenwoordigd is in de directie.
Met vriendelijke groet,
Hans Stroeve
[email protected]
Inhoud
3
Kwartaalvisie april 4 Boekbespreking 7 En verder
Familie Westland 8 Familie in zaken 10 Henkel & L’Oréal 11
3
STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
K WA R T A A L v i s i e
Kwartaalvisie juli 2013 Het stoppen van monetaire stimuleringsprogramma’s door de Amerikaanse Fed en andere centrale banken is een goede zaak. De economie moet op eigen benen kunnen staan, maar de financiële markten lijken wel verslaafd aan de steunprogramma’s en reageren overtrokken op beleidswijzigingen. Aandelenbeleggers zouden zich meer op verwachte bedrijfsresultaten moeten richten. Het afgelopen kwartaal begon Wim Zwanenburg zeer positief voor Beleggingsstrateeg Stroeve & Lemberger de internationale aandelenmarkten, Vermogensbeheer maar de aangekondigde beleidswijziging van de Fed leidde vervolgens tot stevige verliezen op de beurzen. Met name in Europa werden eerdere koerswinsten ingeleverd. Op Wall Street bereikten de indices in mei nog nieuwe recordstanden, waarbij de verliezen sinds 2008 meer dan goed werden gemaakt. In de derde week van april zagen we al een selloff in grondstoffen, met name goud. Dit jaar zijn de beleggingsresultaten in de Opkomende Markten teleurstellend, waarbij de vrees voor een groeivertraging in China een rol speelde. Sinds 22 mei raakten de financiële markten in de ban van de mogelijkheid dat de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, dichtbij het afbouwen komt van zijn maandelijkse opkoopprogramma van obligaties ter waarde van USD 85 miljard. De inschatting, dat er een einde lijkt te komen aan ‘het tijdperk van goedkoop geld’, leidde tot een vlucht over de gehele linie van de financiële markten, uit aandelen, uit Treasuries, uit hoogrentende obligaties en Emerging Markets-obligaties en -valuta en uit grondstoffenbeleggingen naar geldmarktfondsen. Uit vrees voor een liquiditeitsdroogte werden ‘carry-trade’-transacties, beleggingen met geleend geld, snel van de hand gedaan en raakten markten ‘oversold’.
Groei in de VS De centrale bank in de VS ziet dat de Amerikaanse economische groei verder aantrekt en wil daarom de kwantitatieve verruimingsmaatregelen terugschroeven. Hoewel de arbeidsmarkt verbetert en de werkloosheid daalt, is de inflatie nog altijd laag. De meeste economen schatten in, dat het cruciale cijfer voor de Fed van een werkloosheid van 6,5% in de VS pas op zijn vroegst over een jaar zal worden bereikt. In de VS lag
4
de werkloosheid eind mei op 7,6% en dat is veel lager dan het Eurozone-percentage van 12,2%. Veel beleggers menen dat het monetaire stimuleringsbeleid de stuwende kracht vormde achter koersstijgingen op de aandelen- en obligatiemarkten. Beursindices waren immers opgelopen, zonder dat dit werd gesteund door fors verbeterde bedrijfsresultaten en een hogere economische groei. In verschillende landen wezen de cijfers van de inkoopmanagers nog op minder goed gevulde of krimpende orderportefeuilles. Het is echter niet juist dat het monetaire beleid geen weerslag zou hebben gehad op de reële economie. Zo zijn de Amerikaanse detailhandelsverkopen in 10 van de laatste 12 maanden gestegen; in mei bedroeg de groei 4,3% t.o.v. het voorgaande jaar. De Fed is naar onze mening echter nog niet van plan om het belangrijkste geldmarkttarief (de Federal Funds Rate) op korte termijn te verhogen. Ze trapt nog niet op de rem, maar haalt slechts de voet wat van het gaspedaal. De Fed verwacht dat de economische groei toeneemt van 2,45% in 2013 naar 3,25% in 2014. Dit is goed nieuws! In de VS lieten de bedrijfsresultaten, gerekend naar de winst per aandeel, over het eerste kwartaal een groei zien van 5% ten opzichte van het voorgaande jaar, waarbij opnieuw meer dan 60% van de Amerikaanse ondernemingen beter presteerden dan verwacht. Later dit jaar verwachTabel Economische Groei en Inflatie (%) Euroland
USA Japan Latijns-Am. Oost-Europa Azië Pacific
GDP 2010 2,0 2,4 4,7 5,9 3,9 6,7 2011 1,4 1,8 -0,6 4,2 4,3 4,5 2012 -0,5 2,2 2,0 2,9 2,8 4,8 2013 -0,5 1,9 1,4 3,3 2,6 4,7 2014 0,9 2,7 1,5 3,8 3,6 4,9 CPI (Inflatie) 2010 1,6 1,6 -0,7 7,3 6,2 2,2 2011 2,7 3,2 -0,3 6,8 6,4 3,6 2012 2,5 2,1 0,0 6,4 5,3 2,6 2013 1,6 1,6 0,0 6,7 5,2 2,6 2014 1,6 2,0 1,9 6,5 4,9 3,3 Bron: Bloomberg, IMF, EC, Consensus Economics, juni 2013
STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
Groei van de winst per aandeel in de verschillende regio’s
2011
2012
2013
2014
15,8%
6,7%
8,4%
11,1%
-1,4%
-5,5%
10,4%
11,8%
Japan (Nikkei 225)
-10,9%
18,0%
54,5%
19,4%
Azië-Pac, ex-Japan
3,2%
2.5%
12,3%
11,9%
ten analisten een verdere verbetering en voor volgend jaar zelfs een groei in de dubbele cijfers. Bij een oordeel over de waardering van Amerikaanse aandelen kan, o.b.v. een koers-winstverhouding van minder dan 15 maal de winst van de komende 12 maanden, beslist niet van een zeepbel worden gesproken.
Europa In de Eurozone ziet het plaatje er minder gunstig uit dan in de VS: de huishoudens en bedrijven hebben vandaag nagenoeg hetzelfde schuldniveau als in 2011, maar de overheidsschulden zijn fors hoger. De economische omstandigheden in Europa blijven uitdagend en de cijfers van de inkoopmanagers vallen nog tegen (zelfs voor Duitsland), al zijn er ook wel wat bemoedigende signalen. De cijfers voor de industriële productie in de eurozone over april waren beter dan verwacht en de consumentenprijsindices stegen in Europa, maar nog steeds in een lager tempo dan de ECB maximaal verantwoord acht. Terwijl het IMF en de Europese Commissie discussiëren over de effecten van bezuinigen, hebben enkele van de zwakste landen al indrukwekkende verbeteringen laten zien. Sinds enige jaren dalen de loonkosten in Zuid-Europese landen relatief t.o.v. Duitsland, zodat het concurrentievermogen toeneemt. In Spanje is een herstructurering van het bankwezen gaande. Europa is ondertussen toch onderweg naar het verminderen van onevenwichtigheden, waarbij men wat minder krampachtig omgaat met de 3%-norm (voor begrotingstekorten) volgens het Verdrag van Maastricht en de bezuinigingen in de verschillende landen wat temporiseert. De vraag is natuurlijk of de Europese Commissie, door een minder strikt standpunt in te nemen over de begrotingstekorten, de hervormingsnoodzaak helpt of juist niet. Sommige economen menen dat er een uitruil had moeten plaatsvinden van veel minder strikt met de begroting omgaan, tegenover sneller hervormen, en betreuren het dat de Europese Commissie deze kans heeft laten lopen. Met name in Frankrijk lijkt het tempo van hervormingen veel te laag.
Japan De beurs in Tokio heeft wel een zéér onrustig kwartaal achter de rug. De Nikkei die vanaf het begin van het jaar naar koerswinsten van meer dan 40% was opgelopen, kelderde een aantal dagen flink, met koersdalingen van meer dan 5%. Daarmee reageerden beleggers op opmerkingen van de Japanse centralebankdirecteur Kuroda dat hij het economische stimuleringsprogramma niet zal opvoeren. De Yen die eerder sterk in waarde was gedaald en daarmee een exportvoordeel voor Japanse exporteurs had opgeleverd, schoot vervolgens
Emerging Markets De laatste tijd is ook veel geschreven over de onzekerheid met betrekking tot de Emerging Markets. Sociale protesten in Turkije en Brazilië en de groeivertraging in China domineerden het nieuws. De prestaties van beleggingen in de Opkomende Markten, zowel in aandelen als in obligaties, waren zeer teleurstellend. Is dit een hobbel die genomen moet worden, of is dit een keerpunt in het groeitempo van deze landen? In deze landen is de onrust juist ook het gevolg van de opkomst van een nieuwe middenklasse, die ook zijn invloed op het politieke systeem opeist. Het groeitempo in China zal niet meer in de dubbele cijfers liggen, maar instanties zoals het IMF verwachten juist dat de groei in 2014 weer stijgt naar een niveau van meer dan 8%. De Emerging Markets vormen een groep landen en markten waar zich, naast excessen en onevenwichtigheden, voortdurend groeikansen manifesteren. Naast situaties van mismanagement, zoals bijvoorbeeld de vastgoedkredietverlening in China, zijn er ook aanhoudend veel positieve factoren aan te wijzen. Emerging Markets hebben relatief veel minder schulden uitstaan dan de westerse ontwikkelde landen. Volgens het IMF bedragen de uitstaande schulden voor de opkomende marken ongeveer 70 procent ten opzichte van het Bruto Binnenlands Product, tegen 145 procent voor de ontwikkelde economieën. Minder oververhitte grondstoffenmarkten en lagere inflatiecijfers zullen juist de groei faciliteren en gericht monetair beleid mogelijk maken. De koers-winstverhoudingen van de Emerging Markets liggen lager dan die in de VS en inmiddels veel lager dan hun eigen historisch gemiddelde, dus de waardering is ook niet overdreven. Omdat de economieën in met name Zuidoost-Azië nog steeds sterk groeien, vinden wij het negativisme over de Opkomende Markten overtrokken. Als je naar de geldstromen kijkt, zie je dat alleen beleggers van buiten de Opkomende Markten geld weghalen.
Grondstoffen Ondanks de gedaalde grondstoffenprijzen van dit jaar menen wij dat de ‘commodity super-cycle’, die aan het eind van de jaren ’90 startte, nog lang niet over is. Een groeivertraging in China zal hoogstens tot een tempoverlaging van de langetermijngrondstoffenprijsverhogingen leiden. Het aanbod van schaliegas, met name vanuit de VS, zal wel de olieprijs kunnen drukken en leiden tot andere vraag- en aanbodverhoudingen. Het aanbod van nieuwe schalieolie uit de VS zal afnemende exporten van de OPEC-landen gaan compenseren. Maar het absolute niveau van de vraag naar grondstoffen zal de komende 10 tot 20 jaar zeker verder stijgen, door factoren zoals
5
k wa r t a a l v i s i e
USA (S&P 500) Europa (DJ Stoxx 600)
omhoog. Op 13 juni ging de Nikkei met 6,4% onderuit en belandde daarmee officieel in een ‘bear market’, omdat sinds het hoogtepunt op 22 mei meer dan 20% werd verloren. De positie van de Japanse overheidsfinanciën blijft voorlopig echter zeer problematisch, ondanks het feit dat deze schulden vrijwel geheel binnenlands zijn gefinancierd. Gegeven de risico’s blijven wij weg van de Japanse beurs.
K WA R T A A L v i s i e
de industrialisatie, de urbanisatie en de toenemende welvaart van de middenklassen van de opkomende landen. Rentestijging, geen herhaling van 1994 In juni liepen niet alleen aandelenbeleggers klappen op, ook de eerder behaalde winst op obligaties verdampte snel. Italiaanse en Spaanse obligaties hebben flink wat van hun winsten van dit kalenderjaar ingeleverd en beleggingen in veilig geachte Duitse en Nederlandse staatsobligaties stonden medio juni zelfs op een verlies ten opzichte van de jaarultimo van 2012. De stijging van de rentes op Amerikaans staatspapier, bedrijfsobligaties met investment grade en high yield-obligaties, is het gevolg van de grootste uitstroom uit Amerikaanse obligatiefondsen sinds oktober 2008. De vergelijking dringt zich op met 1994, toen obligatie- en inkomensfondsen twaalf maanden achter elkaar te maken hadden met een uitstroom van gelden. Het is echter relatief zeldzaam dat de obligatierentes in het gehele risicospectrum stijgen. De afgelopen 23 jaar is het maar een paar keer gebeurd dat de rentes op Amerikaanse staatsobligaties en op high yield-obligaties tegelijkertijd stegen. Dit was in het bijzonder het geval in 1994. De staatsobligatierente in kernlanden zoals de VS, Duitsland en Nederland, weerspiegelt meestal de beleidsrente van centrale banken en de verwachtingen voor groei en inflatie. Bedrijfsobligaties (van investment grade tot high yield) dragen een rente die voornamelijk het relatieve risico van de betreffende bedrijven (de emittenten) weergeeft. Dit verklaart waarom de correlatie (samenhang) tussen de rente op Amerikaans staatspapier en op high yieldobligaties slechts 50% is. Wij menen dat er belangrijke verschillen zijn tussen 1994 en de huidige situatie. We verwachten niet dat de verliezen die vastrentende beleggers in 1994 leden, nu herhaald zullen worden. Het meest opvallende verschil is dat in 1994 de stijgende rente op Amerikaanse staatsobligaties een weerspiegeling was van het strakkere beleid door de centrale bank, want de beoogde rente door de Fed (het ‘Fed funds target rate’) steeg toen van 3% tot 6%. Weinigen verwachten dat de Fed de rente in de nabije toekomst verhoogt, waardoor de stijging van de rente op Amerikaans staatspapier beperkt zal blijven. Voor beleggers in high yield-obligaties is het belangrijk om te beseffen dat ze, in vergelijking met 1994, nu veel meer inkomen ontvangen ten opzichte van Amerikaanse staatsobligaties. Toen de obligatierentes in 1994 begonnen te stijgen, was de gemiddelde couponrente binnen de index voor Amerikaans staatspapier 7,4%, niet veel minder dan de 7,9% voor high yield-obligaties. Terwijl de obligatierente in beide categorieën steeg (voor high yield het meest), boden hoog rentende obligaties dus weinig extra inkomsten om de koersdaling te compenseren. Medio juni 2013 is de gemiddelde couponrente voor Amerikaanse staatsobligaties 2,1%, tegenover 7,4% voor high yield-obligaties. Zelfs indien de rentes op high yield-obligaties meer stijgen dan op Amerikaanse staatsobligaties, dan nog zal de ‘total return’ (rente-inkomsten plus koerswijzing) waarschijnlijk in
6
relatief korte tijd, die van Amerikaanse staatsobligaties overtreffen. Hetzelfde kan min of meer gezegd worden voor Europese bedrijfsobligaties ten opzichte van Duitse en Nederlandse staatsobligaties. Dit is de reden dat wij de voorkeur blijven geven aan bedrijfsobligaties met een relatief korte looptijd.
Beleggingsvisie De verwachtingen van analisten ten aanzien van de bedrijfswinsten zijn niet hoog gespannen, want de bijstellingen van winsttaxaties waren het afgelopen halfjaar voornamelijk neerwaarts. De meeste beursgenoteerde bedrijven zitten echter ruim bij kas en hebben nog volop mogelijkheden om het dividend te verhogen. Het dividendrendement op aandelen ligt in veel landen fors hoger dan de rente op staatsobligaties en is hoger dan het historisch gemiddelde. Derhalve zullen veel beleggers terugkeren naar de aandelenmarkten in hun zoektocht naar rendement. Wij blijven aandelen prefereren boven obligaties, waarbij op basis van onze groeiverwachting voor de langere termijn, Emerging Markets blijven overwegen en ook wat positiever zijn ten aanzien van Amerikaanse, boven Europese aandelen. Met onze obligatiebeleggingen geven wij de voorkeur aan obligaties met kortere looptijden, zodat wij minder gevoelig zijn voor een verdere rentestijging. Met weinig risico, sparen, verdien je niets en met een inflatie van rond de 2,5 procent verlies je er in reële termen zelfs op! Particulieren en institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen en levensverzekeraars, zullen op zoek gaan naar hoger rendement en zullen daarbij het aandelenrisico moeten aanvaarden.
Wim Zwanenburg publiceert met een zekere regelmaat artikelen voor www.iex.nl. Deze artikelen zijn ook terug te vinden op www.stroevelemberger.nl, onder ‘Publicaties’ voor de artikelen. Hij is ook regelmatig te beluisteren op BNR Nieuwsradio, o.a. in het radioprogramma BeursWatch.
“Vuurtoren” Harlingen Wellicht bent u al met vakantie geweest, maar velen onder u hebben deze nog voor de boeg. Deze keer een Nederlandse vuurtoren met een bijzonder bestemming. U kunt er slapen! De website van de vuurtoren start dan ook met de tekst: “ 1998, Na driekwart eeuw trouwe dienst, dooft het licht van de vuurtoren in Harlingen. Heel even is de toekomst van het markante monument onzeker. Tot een particulier er zijn droom verwezenlijkt; een unieke kijk- en slaapplaats. Droomt u ook weleens?” De vuurtoren heeft relatief kort dienst gedaan; doordat de vaargeulen en havenmond waren aangepast verloor deze zijn functie. • Gebouwd: 1920-1922, architect: C. Jelsma. • Gerestaureerd: 1998-1999, architect: B. Pietersma. • Hoogste uitkijkpunt: 24 meter boven gemiddeld hoogwater. In het lichthuis, nu de hotelkamer van de voormalige vuurtoren heeft u een Panorama Mesdag-uitzicht over het wad en de daken van de stad. Eigenaar Gosse Beerda reageerde destijds op een openbare inschrijving met een volgens velen extreem hoog bod van € 280.000,--. Voor hem ging een jongensdroom in vervulling toen hij de concurrentie achter zich kon laten. In twee jaar tijd verbouwde hij de vuurtoren tot een riant onderkomen dat veelgevraagd is. Toeristisch buitenland lust er pap van. CNN besteedde er dit jaar aandacht aan en noemde het een fantastische plek om een romantische nacht door te brengen. In een interview met Beerda lazen we de volgende sfeeromschrijving. “We luisteren naar het fluiten van de wind want er staat deze dag een stevige bries, die de lucht boven Harlingen met een grijs licht tempert, tot aan de horizon. Hier en daar is een donkere wolk, waaruit bij vlagen een stevige drup regen valt. Verrassend gevolgd door een zonnestraal, die als een lichtflits over de golven van de Waddenzee scheert, de naderende veerboot even doet oplichten en koppels meeuwen van het water opjaagt die tot dicht bij de vuurtoren zwalken”. Mocht u gebruik maken van deze toren, dan zien we graag uw foto tegemoet voor een volgende nieuwsbrief.
Met haar boek “Johanna Borski, financier van Nederland”(1764-1846), heeft kunsthistorica en journaliste Geertje Wiersma de weduwe Johanna Borski - Van de Velde de plaats gegeven die haar in de geschiedenis van het Nederlandse bankwezen toekomt. Ondanks het schaarse materiaal dat er over Johanna Borski voorhanden is, heeft Geertje Wiersma een interessant portret van een zeer getalenteerd onderneemster weten te schetsen. Als weduwe van Willem Borski, handelaar in graan, rijst, indigo en muskus en de grootste commissionair in geld, fondsen en buitenlandse leningen, aarzelde Johanna niet om, na de plotselinge dood van haar man in 1814, het bedrijf onverdroten te continueren onder de naam Wed. W. Borski. Een vrouw in de bankwereld was in die tijd “een witte raaf”, maar Johanna Borski was een ervaren bankierster, die kans zag de zakenrelaties van haar man aan te houden en als spin in het web te opereren in het financiële Amsterdam. Gesteund door Johannes Bernardus Stoop, procuratiehouder en medefirmant, die al sinds 1790 bij de firma werkzaam was, wist zij Wed. W. Borski op de eerste rang van de Amsterdamse geldhandel te krijgen. Tijdens de dertig jaar dat zij aan het hoofd van de onderneming stond, redde zij de Nederlandsche Bank van de ondergang en verschafte zij de Nederlandsche Handel-Maatschappij (de voorloper van ABN AMRO) forse kredieten. Daarnaast financierde zij een groot aantal plantages in Suriname en het Caribische gebied en koppelde een aantal van haar kinderen (ze had er 10) aan leden van bekende bankiersfamilies, als Insinger, Sillem en van Loon. Zij slaagde erin om op alle fronten haar zaken efficiënt te organiseren. De 19e eeuwse effectenmakelaar Borski was een slimme zakenvrouw om wie je niet heen kon. “Heerszuchtig, bemoeizuchtig en met een goed gevoel voor wat voor haar het meest voordelig was” (citaat Geertje Wiersma), was Johanna Borski “de weduwe met een grote W (citaat van Lennep)”. Vreemd dat haar naam in Nederland nauwelijks bekend is, want zonder de weduwe was de financiële stabiliteit van het koningrijk aanzienlijk zwakker geweest.
7
BOEKBESPREKING
Vrouwelijk ondernemerschap in de 19e eeuw
STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
fa m i l i e w e s t l a n d
Het bedrijf gaat voor de familie Durf, innovatiekracht, ondernemerschap, slagkracht, kansen zien en grijpen en vooral passie: het zit allemaal in de genen van de familie Westland. Als je in het buitenland iemand vraagt waarmee hij Nederland associeert, dan is de kans groot dat er kaas en tulpen worden genoemd. De Nederlandse kaasindustrie is één van onze belangrijke exportsuccessen en in die kaasindustrie neemt familiebedrijf Westland Kaas Groep een belangrijke plaats in.
Henriëtte is sinds 2009 verantwoordelijk voor de communicatie. Na jaren in de horecabranche werkzaam geweest te zijn, werd zij twaalf jaar geleden gevraagd om in Zweden de sales voor het bedrijf op te gaan zetten. Lachend: “Ik had nog nooit een kilo kaas verkocht”.
100 procent
Henny was al zeven jaar lid van de RvC voordat ze solliciteerde naar de functie van CEO en pas dan nadat tante Hacé haar een flink duwtje in haar rug had gegeven. Terugkijkend op haar periode binnen de RvC, merkt ze op dat ze nu weet dat leden uit de raad zich veel actiever moeten opstellen en niet alleen moeten spreken met de directie. “Juist de contacten verderop in het bedrijf voorzien je van informatie”. Nieuwe leden van de raad lopen tegenwoordig bij hun inwerkprogramma dan ook een dag mee met bijvoorbeeld de salesmanagers.
Na zuivelcoöperaties als Royal Friesland Campina en Cono is Westland het grootste familiebedrijf in de sector. Een bedrijf dat voor honderd procent in handen van de familie is, dat aan 70 landen kaas verkoopt en een omzet heeft van 140 miljoen euro. Westland is een echt familiebedrijf. Het in 1936 opgerichte bedrijf, opereert internationaal met merken als Old Amsterdam en Maaslander. Anderhalf jaar geleden vond een directiewisseling plaats, waarbij met name de vrouwelijke tak van de familie Westland nu een belangrijk stempel op de bedrijfsvoering drukt. Sinds februari 2012 staat het bedrijf onder de bezielende leiding van Henny Westland (44). We gaan in gesprek met Henny (44), Hacé (60) en Henriëtte (43) Westland.
Gelijke kansen “De bestuursoverdracht naar de volgende generatie verliep volgens de “Fair Proces Procedure”, ‘een aanrader voor familiebedrijven, aldus Henny. ‘Het is eerlijk, met gelijke kansen voor iedereen’. De raad van commissarissen (RvC) stelde een profiel op waar alle familieleden op mochten solliciteren. Vervolgens waren er gesprekken tussen kanditaten, RvC-voorzitter en een afgevaardigde van de Stichting Administratiekantoor Westland (SAW)”. Belangrijk voor Henny was dat de keuze volledig werd gedragen door de familie. Er is een uitstekend geregelde governance (driehoek tussen directie, RvC en Stichting Administratiekantoor Westland (Stak). Daarnaast is er een familiestatuut en het protocol “Werken bij Westland”. Als voorzitter van de SAW komt het tweede familielid in beeld, Hacé Westland. “Ik behoor tot de tweede generatie; er wordt wel eens gezegd: Henny runt het bedrijf en Hacé de familie. Ik heb een brugfunctie tussen de tweede en derde generatie. In de Stak zit een afgevaardigde van iedere staak van de familie. Dat zijn er zeven in totaal; zij vertegenwoordigen de certificaathouders.”
8
Korte lijnen Familiebedrijven spelen in zware tijden een belangrijke rol in de Nederlandse economie. Ze zijn een stabiele factor, maken meer winst en zorgen voor 49 procent van de werkgelegenheid. Vaak is er sprake van korte lijnen, gezond pragmatisme, snelle beslissingen, hands-on mentaliteit, echt ondernemerschap en langetermijnvisie. Henriëtte en Henny geven aan dat er, binnen de universiteiten en hogescholen, specifieke opleidingen over het familiebedrijf zouden moeten zijn. “De financiering daarvan zou kunnen voortkomen uit de
Speciale smaak Old Amsterdam werd als merk in 1985 in de markt gezet en is één van de grote successen van Westland. Het merk wint met grote regelmaat internationale prijzen voor zijn speciale smaak, receptuur en het unieke rijpingsproces. Het merk is te zien in televisiereclames, waarbij in oude filmpjes de naam Old Amsterdam in het straatbeeld opduikt en moet een sfeer rond het merk creëren van ouderwetse kwaliteit.
Onderlinge verhoudingen De vrouwen van Westland kunnen het goed met elkaar vinden. Henriëtte: “Henny en ik zijn als nichtjes samen opgegroeid en doen nog steeds veel samen als we de kans krijgen. Zeilen is een passie van ons beiden.” Hacé: “Ik heb altijd veel met mijn nichtjes opgetrokken, daar is niets veranderd. Doordat we op heel verschillende posities in het bedrijf zitten hebben we ook niets van elkaar te duchten.” Op de vraag of het een verschil is om nu als vrouw het bedrijf te leiden geeft Henny aan: “Soms is het een voordeel om vrouw te zijn. Vrouwen zijn over het algemeen intuïtiever en durven zich kwetsbaarder op te stellen.”
familiebedrijven zelf. Met 260.000 bedrijven, die ieder vier euro doneren, kom je al een heel eind.” De keuze van een familielid in de directie, werd door de RvC genomen na ruim tien jaar een externe CEO gehad te hebben. Hacé geeft aan dat de familie altijd over Henny’s schouder meekijkt. “Ze ligt onder een vergrootglas van de familie, de klanten en de medewerkers. Familieleden benaderen haar makkelijk.” Henriëtte vertelt dat er gewerkt wordt aan het feit dat de communicatie met de CEO verbeterd wordt. Ze hoeft niet ieder mailtje onder ogen te krijgen. Henny geeft aan dat ze hier ook een les in geleerd heeft; “Als CEO kan ik niet tè toegankelijk zijn.”
Continuïteit Hacé: “Henny is ons sociaal kapitaal, het voelt eigen. We hebben de zekerheid dat ze er alles aan zal doen om het bedrijf te behouden”. Henriëtte vult aan dat Henny tot het uiterste zal gaan om continuïteit te waarborgen. “Dit kan alleen met gezonde groei en een gezond rendement. Het feit dat zij een gekwalificeerde nieuwe directie om zich heen heeft verzameld, getuigt hiervan. Het gaat ook niet om de persoonlijke prestatie van de CEO, maar om de gezamenlijke prestatie van de directie.” Het directieteam bestaat uit drie mannen en een vrouw. Henny heeft gemerkt dat de combinatie man-vrouw heel goed werkt. Het vertrouwen in een team waarin ieder
In het totaal zijn 29 familieleden/certificaathouders eigenaar van het bedrijf. Zij zijn belangrijk als het om grote beslissingen gaat. “Op dit moment zijn we de derde speler in de markt”, vertelt Henny; “Als we het verschil willen maken, moeten we nu investeren in innovaties. Daarom zijn er twee innovatiemanagers aangenomen. De certificaathouders staan daar voor honderd procent achter. Dat vertrouwen is belangrijk, want zij leveren dividend in.” Hacé: “Eén keer per jaar organiseren we een bedrijfsbezoek aan een ander familiebedrijf. Daar maken gemiddeld veertig tot vijftig familieleden gebruik van, ook de partners. Tijdens deze uitjes merk je dat het goed is voor de onderlinge relatie en het biedt ook de ruimte om met elkaar in discussie te gaan over herkenbare familie-aangelegenheden binnen het bedrijf. Ik ervaar tijdens deze bezoeken dat we elkaar onderling goed begrijpen en dat wat er gezegd wordt ‘onder ons’ blijft”.
Zuiver en transparant Als we vragen naar aanbevelingen en tips voor familiebedrijven met een familielid in de directie, geven ze in koor aan “Houdt het zuiver en transparant. Wees beducht op familiaire verhoudingen, houd elkaar scherp op rolzuiverheid en geef feedback.”. Bronvermelding 1. FBNed Magazine 17 2. FD Week van de ondernemer
9
fa m i l i e w e s t l a n d
zijn specialisme heeft, vermindert de druk die Henny zeker ervaart. “Er ligt een grote verantwoordelijkheid op me richting bedrijf en familie. Onze missie is dat we de honderd jaar willen halen, wat inhoudt dat we ons erfgoed goed moeten beheren. Net als in de natuur moeten we goed snoeien en op tijd bemesten om tot een goed eindproduct te komen. Ik heb daar een grote rol in”.
STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
fa m i l i e i n z a k e n
Familie in zaken “Een toenemend aantal familiebedrijven ontdekken het voordeel om ‘buitenstaanders’ in hun directie op te nemen. Maar het succes van een dergelijke stap hangt in hoge mate af af van de juiste chemie tussen de betrokkenen en ook van de juiste balans tussen ego, formele en informele invloed binnen de directie.” Aldus Marjolein de Jong, die gevestigd is als zelfstandig consultant voor familiebedrijven en executive coaching. Zeker, de eerste keer is de drempel vaak hoog om buitenstaanders of non-family executives (NFE) in de leiding van het bedrijf toe te laten. Er is veelal een aarzeling bij de familie-CEO om de controle over te geven. Er kunnen bedenkingen binnen de familie zijn over de aanwezigheid van een NFE, die nu deelgenoot wordt van de ins en outs van de bedrijfszaken en daarmee vaak onvermijdelijk ook van een aantal familiezaken. Maar ondanks dit soort begrijpelijke reacties, kan het binnenhalen van een NFE vaak een goede zaak zijn. In een aantal gevallen zijn er binnen de familie niet de mensen beschikbaar met de nodige capaciteiten om de zaak te laten groeien. Het kan zijn dat er een te groot leeftijdsverschil tussen de gaande en de komende generatie bestaat, of er is een NFE nodig om de orga-
Marjolein (Dr. M.L. de Jong) Marjolein de Jong is lange tijd wetenschappelijk werkzaam geweest. Ze verhuisde naar de VS en promoveerde in 1982 in klinische psychologie aan Boston University en werkte geruime tijd als staf psychologe aan Harvard Medical School. Ze keerde in 1991 terug naar Nederland en was als psychoanalyticus lid van het wetenschappelijk comité van het Amsterdams Psychoanalytisch Instituut tot 2002. Marjolein komt uit een oude ondernemersfamilie (Douwe Egberts). Na haar wetenschappelijke periode vestigde zij zich als management consultant en executive coach. Momenteel legt ze zich met name toe op grotere familiebedrijven met een opvolgingsvraagstuk, een terrein waar ze zich van nature thuis bij voelt. Daarnaast begeleidt zij de volgende generatie in de ontwikkeling van leiderschap. Ze is co-auteur van het boek Familie in Zaken.
10
nisatie naar een hoger niveau van professionalisme te brengen. Laat ik een voorbeeld geven uit de praktijk. Een ondernemer heeft in ruim 20 jaar tijd een prachtig productiebedrijf uitgebouwd dat zijn vader ooit was begonnen. Hij is nu internationaal actief en is mede gegroeid door overnames. Zijn drie kinderen liet hij al vroeg kennismaken met het bedrijf. Hij nam ze soms mee op zakenreizen en ze mochten af en toe aanwezig zijn bij gesprekken met klanten. Vanaf hun 18e hield hij twee keer per jaar een familie-overleg, waarin hij vertelde over de resultaten, belangrijke ontwikkelingen in het bedrijf en de plannen voor de toekomst. De kinderen konden vragen stellen en hij vroeg hen ook om hun mening. Op een dag wordt hij benaderd door een corporate finance adviseur die namens een koper contact opneemt of hij de zaak wil verkopen. De oudste is net aan het werk in een ander bedrijf en de jongste twee studeren nog. Alhoewel hij als enig aandeelhouder zelf over deze vraag zou kunnen beslissen, wil hij er met zijn kinderen over spreken. Dezelfde avond komen ze bij elkaar. Alle drie de kinderen geven de wens aan het bedrijf in de familie te willen houden. De volgende dag wordt het aanbod afgewezen. Deze gebeurtenis vormt het startsein voor het regelen van de opvolging. De ondernemer vraagt een adviseur hen te begeleiden met de volgende opdracht: 1. Onderzoek in mijn managementteam of iemand de ambitie heeft mij op te volgen en laat hen een assessment doen. Het betreft een directeurschap als mogelijke overbrugging, mocht één van mijn kinderen mij later willen opvolgen. 2. Bereid de volgende generatie voor op het aandeelhouderschap en vertegenwoordiging in het bestuur van de stichting die de aandelen namens de familie houdt 3. Stel een familiaal charter op waarin de zakelijke afspraken tussen familie, eigenaren en het bedrijf geregeld worden. Een succesvolle opvolging moet van twee kanten komen; aan de ene kant is er de NFE, die succesvol kan worden in een familiebedrijf als hij zich opstelt als “meewerkend voorman”, die de tijd neemt om te luisteren en dan pas handelt. Van groot belang is dat hij niet bang is om de ondernemer met de feitelijke zeggenschap uit te dagen op de belangrijke momenten. De ondernemer, op zijn beurt, moet accepteren dat hem, op momenten dat hij dat niet gewend was, de spiegel op confronterende wijze wordt voorgehouden. Zoals één van de NFE’s zei over de ondernemer toen hij werd geïnterviewd: “Hij moet doen waarin hij goed is en erop vertrouwen dat de rest door anderen goed wordt ingevuld.”
Henkel
L’Oréal L’Oréal startte in 1909 als een familiebedrijf in Parijs, dat uitgroeide tot ‘s werelds toonaangevende cosmetica- en schoonheidsonderneming, met meer dan 72.600 werknemers in 63 landen en producten die in meer dan 130 landen worden verkocht. The Body Shop, is sinds de acquisitie in 2006, ook een merklijn van l’Oréal. In 2008 nam het Yves Saint Laurent Beauté over. Rivalen, zoals Procter & Gamble, Unilever, Beiersdorf (Nivea) of Henkel, zijn ook actief in andere productgroepen, maar l’Oréal wijdt zich volledig aan de cosmetica- en personal care producten. Tot nu toe heeft het ongure Europese, economische klimaat nauwelijks impact gehad op de bedrijfsresultaten. De tragere groei van de Europese markt wordt meer dan volledig gecompenseerd door een toenemend marktaandeel en een snellere groei in de emerging markets. Het enige segment waar duidelijk wel sprake is van tegenwind is de divisie Professional Hair Care, want sinds het begin van de financieel-economische crisis, bezoekt de consument de kapsalons toch minder frequent en is er nog nauwelijks zicht op herstel. De prestigeuze l’Oréal Luxe divisie draait echter bijzonder goed, waarbij l’Oréal de concurrentie van Estée Lauder en LVMH de loef weet af te steken. L’Oréal behaalde in 2012 een omzet van meer dan € 22,4 miljard en maakte € 2,9 miljard winst. De groei van de winst per aandeel bedroeg de laatste 3 jaar gemiddeld meer dan 15%. De nieuwe markten, China, Zuid-Amerika, het Midden-Oosten en Oost-Europa zijn sinds 2010 voor l’Oréal belangrijker dan West-Europa en de Verenigde Staten. De fundamenten voor het succes van l’Oréal waren voor een groot deel te danken aan Lilliane Bettencourt, de enige dochter en opvolgster van oprichter Eugene Schueller. Zij werd in 1957, bij het overlijden van Schueller, grootaandeelhouder en bouwde het bedrijf uit tot het megaconcern dat het nu nog steeds is. Pas begin 2012 trad zij terug uit de raad van commissarissen van L’Oréal, waarbij zij werd opgevolgd door haar toen 25-jarige kleinzoon, Jean-Victor Meyers. De Bettencourt-familie heeft nog steeds circa 30% van het bedrijf in handen. Daarnaast heeft ook het Zwitserse Nestlé een groot belang van circa 30% in het concern. De laatste jaren duikt steeds vaker het gerucht op dat Nestlé zich zou willen laten uitkopen door l’Oréal. Aandeelhouders van l’Oréal betalen meer dan 20 keer de winst per aandeel voor volgend jaar.
11
Henkel of L’Oréal
Henkel is een Duits beursgenoteerd bedrijf, dat nog voor een belangrijk gedeelte in handen is en gecontroleerd wordt door de gelijknamige familie. Henkel is een producent van wasmiddelen, cosmetica, haarverzorgingsproducten en industriële kleefstoffen die breed worden toegepast, van de meubelindustrie tot in de vliegtuigbouw. Henkel heeft een portefeuille van sterke merken als Pritt, Fa, Persil, Pattex en Schwarzkopf. Het ontstaan van deze onderneming begint bij de 28-jarige handelaar Fritz Henkel die een bijzondere interesse had in natuurwetenschappen. Op 26 september 1876 richtte hij samen met twee partners in Aken de firma Henkel & Co op. Het eerste product dat ze op de markt brachten, was een universeel waspoeder op basis van silicaat. In 1879 werd Fritz Henkel alleen eigenaar van het bedrijf. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog werd een vijftal leden van de familie Henkel gevangen genomen door de geallieerden, maar de familie werd in 1947 gerehabiliteerd met volledig herstel van hun vroegere rechten. Een dreigende ontmanteling van de fabrieken werd afgewend. In 1948 deed chemicus dr. Konrad Henkel (1915 – 1999) zijn intrede in het bedrijf. Vanaf de jaren ‘60 maakte hij van de familieonderneming, die daarvoor voornamelijk op de Duitse markt actief was, een bedrijvengroep van internationaal formaat. In 2012 behaalde Henkel, met meer dan 46.600 medewerkers, een omzet van 16,5 miljard euro. De afgelopen jaren hebben we dit aandeel voor veel cliënten in portefeuille gehad, maar na een zeer sterke koersstijging werd in het voorjaar van 2013, op basis van de waardering (een koers-winstverhouding van meer dan 18), op veel posities winst genomen. De beurskoers had inmiddels de koersdoelen van de meeste analisten overtroffen. Gegeven de uitstekende groeivooruitzichten, blijft Henkel wel interessant als langetermijnbelegging. Henkel wil in vier jaar tijd de omzet met 20% opvoeren en streeft naar een groei van de winst per aandeel van 10% per jaar. Voor 2013 verwacht de onderneming een organische omzetgroei tussen de 3 en 5 procent. Daarbij gaat Henkel ervan uit dat de onderneming een verhoging van verkoopprijzen kan doorvoeren, die de stijgende grondstoffenprijzen ruimschoots kan compenseren. Het bedrijfsresultaat zal verder verbeteren door een strikt kostenbeheer. Het schuldenvrije familiebedrijf presteert sterk in opkomende markten (43% van de omzet). Analisten verwachten dat Henkel de komende jaren nog enkele belangrijke overnames zal doen.
STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer www.stroevelemberger.nl
[email protected]
Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer Weesp Nesland 1-V 1382 MZ Weesp T +31 (0) 294 492 592 F +31 (0) 294 492 593
Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer Maastricht Posthoornstraat 69 6219 NV Maastricht T +31 (0) 43 354 1222 F +31 (0) 43 325 9309