STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
F u n d s ha re S t r o e v e Beheerd Bele ggen
jul i 2015
Kwartaalbericht I NHOUD Samenvatting • De marktontwikkelingen in het tweede kwartaal van 2015
2
• Het beleggingsbeleid in het Groeifonds
4
• Het beleggingsbeleid in het Behoudfonds
6
• Het portefeuillemanagement
8
1
De marktontwikkelingen in het tweede kwartaal van 2015 beleggingsbeleid
De beleggingsresultaten Koersontwikkeling Fondsen Groei en Behoud Koersontwikkeling Fondsen Groei en Behoud
14,0214
De waarde van de participatie Fundshare Stroeve Beheerd Beleggen Groei ontwikkelde zich in het tweede kwartaal van € 13,53 naar € 13,00 eind juni. Ultimo 2014 bedroeg de net asset value per aandeel € 11,81. Per saldo komt het netto beleggingsresultaat voor het eerste half jaar van 2015 daarmee uit op + 9,95%.
12,8910
De waarde van de participatie Fundshare Stroeve Beheerd Beleggen Behoud ontwikkelde zich van € 11,41 eind eerste kwartaal, naar € 10,96 per eind juni 2015. Begin 2014 was de waarde van de participatie € 10,89. Het netto beleggingsrendement over het eerste half jaar van 2015 bedraagt daarmee +0,59%.
11,7607
10,6303
9,5000 8 nov. 2012 1 mrt. 2013 21 jun. 2013 9 okt. 2013 29 jan. 201428 mei 201423 sep. 201421 jan. 2015 18 mei 2015
SBB Groei
SBB Behoud
Inleiding Na een goed eerste kwartaal moesten zowel de aandelen- als de obligatiemarkt in het tweede kwartaal van 2015 een stap terug doen, vanwege het gecombineerde effect van een stijging van de rente in de Verenigde Staten alsook in Europa, de daling van de olieprijs en de stijging van de dollar. Ook de onzekerheid, die aan het einde van de verslagperiode werd veroorzaakt door de perikelen in Griekenland, waren negatief voor het marktsentiment. In onze visie is dit evenwel een tijdelijke zaak. De economische groei in 2015 blijft, zelfs na de eerdere neerwaartse bijstellingen, wereldwijd op tenminste het niveau van 2014 en de winstgevendheid van het bedrijfsleven blijft op peil.
Het belegde vermogen bedroeg aan het eind van het tweede kwartaal van 2015 € 8,9 miljoen, tegen € 8,5 miljoen aan het einde van het eerste kwartaal van 2015. Het fondsvermogen onder beheer liep, met name onder invloed van de marktontwikkelingen, in het tweede kwartaal terug van € 8,9 miljoen tot € 8,2 miljoen.
mische groei over het eerste kwartaal fors gedaald en ook de kwartaalwinsten van Amerikaanse multinationals lieten slechts een geringe groei zien, omdat zij last hadden van de dure dollar en dalende bedrijfswinsten in de olie- en gassector. Tal van factoren duiden er evenwel op dat de groei van de Amerikaanse economie in de rest van 2015 weer zal aantrekken en dat de Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank,
Tweede Eerste kwartaal kwartaal 2015 2015
Eerste halfjaar 2015
Prestaties in Euro's in %
Geheel 2013
Geheel 2014
Nederlandse staatsleningen
2,08-
11,46
3,93
4,87-
1,14-
Europese staatsleningen in euro's
2,39
13,07
4,55
5,55-
1,25-
De marktontwikkelingen in het tweede kwartaal van 2015 De rentedaling tot medio april, onder invloed van de aankondiging van het opkoopprogramma van staatsleningen door de Europese Centrale Bank, was een belangrijke factor die de beurzen ondersteunde. Evenwel, de snelle stijging van de rente, die volgde toen de verwachtingen voor deflatie afnamen, leidde tot koersverliezen op de obligatiemarkt. Het rendement op de 10 jarige Nederlandse staatslening bedroeg in de eerste helft van 2015 dan ook -1,25%. De koersdaling was dus groter dan het couponrendement in deze periode.
Aggregaat Europese obligatiemarkt (*IG)
2,17
11,10
3,27
4,35 -
1,22-
Europese bedrijfsobligaties (*IG)
2,37
8,39
1,36
2,90-
1,58-
Internationale aandelen (MSCI World)
21,20
19,50
15,27
3,31-
11,46
Europese aandelen MSCI
19,82
6,84
16,56
3,26-
12,76
Aandelen in de eurozone
23,36
4,32
18,67
4,93-
12,82
Amerikaanse aandelen
24,24
26,52
13,64
3,78-
9,34
Aandelen Emerging Markets
6,81-
11,38
15,19
2,94-
11,81
Vastgoed Eurozone (EPRA)
6,54
23,07
19,62
11,01-
6,44
De schok op de obligatiemarkt trilde door op andere markten. De hogere rentes in de eurozone leidden ook tot een hogere eurokoers. De euro tikte medio juni $1,13 aan en was daarmee bijna 4% duurder dan eind april. In de VS bleek de econo-
Grondstoffen (DJ UBS)
2
13,49-
5,53-
5,95
0,91
6,91
Fundshare SBB Groeifonds
6,16
10,04
14,49
3,96-
9,95
Fundshare SBB Behoudfonds
0,77
6,28
4,78
3,99-
0,59
* IG = Investment Grade
de beleidsrente in september waarschijnlijk zal verhogen. De twijfel over de sterkte van de Amerikaanse economie onderbrak echter wel de koersstijging van de Amerikaanse dollar.
De Amerikaanse economie
De Europese economie laat een voorzichtig herstel zien en dat leidde tot nieuwe, meer optimistische prognoses van de Europese Commissie, OESO, het IMF en in Nederland van DNB en het Centraal Planbureau. Naar verwachting loopt de economische groei in Euroland dit jaar op tot +1,5%, tegen +0,8% in 2014. We zien dat ook terug in de orderportefeuilles van de inkoopmanagers, die duiden op een acceleratie. Een hogere groei gaat in het algemeen gepaard met hogere rentes. De vrees voor deflatie in de eurozone ebde weg zodra bleek dat de inflatie weer toenam. In mei bleken de prijzen verrassend 0,3% hoger te zijn dan een jaar eerder, terwijl de prijzen van consumptiegoederen in januari nog 0,6% lager bleken dan in het voorafgaande jaar. De olieprijs daalde in de tweede helft van vorig jaar zeer fors, van meer dan $100 per vat (Brent) in juli 2014 naar $53 in januari 2014, maar sinds dat dieptepunt herstelde de olieprijs zich weer naar circa $64 medio juni. Het effect van de olieprijsdalingen zal in de tweede helft van 2015 uit de inflatiecijfers weglopen. Wij vinden het te ver gaan om de plotselinge rentestijging toe te schrijven aan de stijging van de olieprijs. Maar de komende jaren zal de inflatie waarschijnlijk wel verder toenemen, hoewel de markten er op rekenen dat deze ruim beneden de doelstelling van de ECB van maximaal 2% zal blijven en dat de stijging van de inflatie beperkt zal blijven tot 1 à 1,5%. Wij verwachten dat de positieve ontwikkeling van de groei in Europa, zich ook in de tweede helft van het jaar zal voortzetten. Alleen als de Griekse problemen overslaan naar andere Europese landen, door een stijging van de rente aldaar wat tevens kan leiden tot een aantasting van het consumentenvertrouwen, zou het positieve groeiscenario op de tocht komen. Wij achten die kans vooralsnog gering. De ontwikkelingen in Griekenland en de gevolgen daarvan, worden nader besproken in het verslag van het Behoudfonds, verder op in deze publicatie.
De groeiverwachtingen voor de Amerikaanse economie voor 2015 zijn de afgelopen maanden geleidelijk neerwaarts bijgesteld. Het BNP cijfer in het eerste kwartaal kwam uit op -0,2% na een toename in het vierde kwartaal van 2014 van +2,2%. Ook in het tweede kwartaal waren de groeicijfers aanvankelijk nog teleurstellen, maar inmiddels heeft enig herstel plaatsgevonden. De markt gaat ervan uit dat de teruggang in de groei van tijdelijke aard is en voor geheel 2015, wordt de economische groei ingeschat op +2,5%, een vergelijkbaar percentage als in 2014. De vraag is of de sterkere dollar (lagere exporten en de vertaalslag van de winsten die door Amerikaanse bedrijven in het buitenland worden gehaald) en de lage olieprijs (invloed op shale oil en de investeringen en werkgelegenheid daarin) voldoende gecompenseerd kunnen worden. Wij denken dat de Amerikaanse consument de ecoDe economie in de Emerging Markets nomie blijft ondersteunen. De consumentenuitgaven zullen De verwachtingen, omtrent de economische groei in de Emernaar verwachting in de tweede helft van het jaar met ca. 3% ging Markets (nu 4,3% voor 2015), zijn inmiddels duidelijk zullen groeien. De groei van de werkgelegenheid (gemeten neerwaarts bijgesteld, met uitzondering van India. De belangaan de zogeheten non farm payrolls) bedraagt ruim 200.000 rijkste landen vinden de weg omhoog niet. De teruggang in per maand en het werkloosheidpercentage is gedaald tot 5%. China zet door en de groei in Latijns Amerika stagneert. Ook In de VS tekent zich een herstel af na de dip in het eerste kwartaal en groeiramingen De huizenmarkt blijft het goed doen, ondanks de inmiddels de lage olieprijs is een factor. Hoewel de beurzen inmiddels in de Eurozone worden opwaarts bijgesteld wat gestegen rente. De markt voorziet 1 tot 2 rentestijgingen goedkoop zijn, blijft het sentiment van de beleggers ten aandoor de Federal Reserve, te beginnen in september. zien van de Emerging Markets vooralsnog negatief. In de VS tekent zich een herstel af na de dip in het eerste kwartaal en groeiramingen in de Eurozone worden opwaarts bijgesteld Commerzbank Surprise Indicators Surprise indicator for EMU activity
Surprise indicator for US activity
3
beleggingsbeleid
Door de stijging van de obligatierentes zagen we wereldwijd, ook bij de aandelenkoersen, een flinke correctie, nadat in de eerste vier maanden van dit jaar de koersen nog wel zeer fors waren gestegen. De AEX verloor tussen eind april en medio juni 6,5% en dook weer onder de 500-puntengrens. Per saldo blijft er dit jaar nog steeds een winst van 11,3% over. De Duitse, wat meer cyclische DAX-index, verloor vanaf begin april zelfs 11%, maar de DAX is medio juni nog steeds één van de best presterende beurzen in Europa. In mei en juni gingen de financiële markten ook nadrukkelijk meer rekening houden met een Grexit, een eurozone zonder Griekenland. Dat maakt de onzekerheid op de markten op dit moment bovengemiddeld. Ook de daling van de Chinese beurs, die eerder in het jaar fors was opgelopen, droeg bij aan het negatieve marktsentiment aan het einde van het tweede kwartaal.
De Europese economie
B e h e e r d B e l e g g e n G ro e i
Beleggingsbeleid Fundshare Stroeve Beheerd Beleggen Groei In het tweede kwartaal van 2015 daalde de koers van het Fundshare Stroeve Beheerd Beleggen Groeifonds van € 13,53 naar € 13,00. De performance van het Groeifonds bedroeg over het eerste half jaar van 2015 + 9,95%. De aandelenbeurzen in het tweede kwartaal van 2015 De beurzen konden in het tweede kwartaal van 2015 aanvankelijk het positieve sentiment uit het eerste kwartaal voortzetten. Eind april bereikte de AEX een stand van 509 tegen 424 aan het begin van 2015, waarna de stijgende rente en later Griekenland voor een reactie zorgden. Eind juni noteerde de AEX 472. De AEX loopt daarmee dit jaar in lijn met het gemiddelde van de overige Europese beurzen. De aandelenbeurzen in de Verenigde Staten en in de Emerging Markets staan dit jaar slechts fractioneel boven hun slotkoersen van eind 2014. Evenwel, door de stijging van de dollar tegenover de euro van bijna 9%, lieten ook de beleggingen in deze regio’s gemeten, over het eerste half jaar van 2015 een aantrekkelijk rendement zien. Wel is de relatieve outperformance van de beurzen in euroland, door de ontwikkelingen in Griekenland, nagenoeg verdwenen.
Het beleggingsbeleid in het afgelopen kwartaal en de vooruitzichten voor de rest van 2015 Aangezien de fundamentele vooruitzichten voor de beurzen onveranderd goed zijn, is de portefeuille in grote lijnen onveranderd gebleven, ondanks dat de beurzen een stapje terug hebben gedaan. Gedurende het kwartaal is, dankzij de opgelopen koersen, een beperkt belang in liquide middelen opgebouwd (4,3% van het vermogen onder beheer), om later weer in te kunnen stappen. Ultimo juni was dit evenwel nog niet gebeurd, tegen de achtergrond van de ontwikkelingen in Griekenland en China. Beide factoren maken de markten wat onzeker. De positie in beursgenoteerde vastgoedfondsen is afgebouwd, omdat de vooruitzichten voor deze sector bij de oplopende rentes minder positief worden. In ons beleggingsbeleid hebben wij per saldo een onveranderd positieve visie op aandelen aangehouden. Wel hebben wij na de sterke rally van de Amerikaanse dollar, het afnemende winstmomentum in de VS en de verbetering van de Europese economie, de bakens relatief wat meer verzet in de richting van Europese aandelen. Ook bij onze beleggingen in aandelen(fondsen) uit de Opkomende Landen trekken wij middelen terug ten behoeve van extra investeringen in aandelen uit de Eurozone. Inmiddels zien we in Europa de omzetten weer toenemen. Het herstel van de bedrijfswinsten loopt nog fors achter op de VS, maar nu zien veel Europese ondernemers ruimte voor margeherstel, mede geholpen door de lagere euro, gunstige exportcondities, lagere energieprijzen en de lage rente. In Europa zien we ook dat de banken
4
Onderverdeling in Regio
de kredietverlening aan het bedrijfsleven weer langzaamaan uitbreiden. We zien ook een toenemende belangstelling van Amerikaanse fondsmanagers voor aandelen uit de Eurozone, waarbij de Amerikanen overigens wel steeds vaker de euro afdekken, omdat zij een verdere daling van de euro ten opzichte van de dollar verwachten. Ondanks de recente rentestijgingen, is het dividendrendement van aandelen momenteel in zeer veel landen aantrekkelijker dan de obligatierente of de spaarrente. In de zoektocht naar rendement zullen stabiele dividendaandelen steeds meer in de belangstelling komen te staan. Wij voorzien een aanhoudend, positieve rendementsontwikkeling voor aandelen, doch wel in een geringer tempo van koersstijgingen dan in de eerste maanden van dit jaar. De historie laat zien dat een rentestijging ook niet negatief hoeft uit te werken op het rendement van aandelenbeleggingen, indien de bedrijfswinsten behoorlijk groeien en wij nemen aan dat dit met het economisch herstel in de eurozone het geval zal zijn. Een kortdurende koerscorrectie, zoals die van medio juni van 5% tot 10%, biedt instapmogelijkheden, want een ineenstorting van de aandelenbeurzen achten wij, vanwege het nakende herstel van de economische groei in de eurozone, niet erg waarschijnlijk. Het adagium ‘buy on dips’ blijft naar onze mening dan ook van toepassing. Amerikaanse bedrijven zien met de relatief dure dollar ook hun kans schoon om Europese ondernemingen over te nemen en deze fusie- en overnameactiviteiten stuwen ook de koersen van de aandelen op. Ook de inkoop van eigen aandelen door ondernemingen zal veel beurskoersen ondersteunen.
Facebook is ‘s werelds grootste sociale netwerksite. Het verdienmodel van de gratis site is voornamelijk gericht op het genereren van advertentie-inkomsten met de enorme informatiebestanden van gebruikers. Na de beursgang in mei 2012 wist het bedrijf veel beleggers te overtuigen toen het medio 2013 een forse toename liet zien van het aantal mobiele gebruikers, van advertenties op mobiele apparaten en de onderneming herhaaldelijk meevallende kwartaalcijfers wist te presenteren. Inmiddels heeft de ‘social media’-site meer dan 1,5 miljard maandelijkse gebruikers. Mede daar de acquisities van onder meer Instagram en WhatsApp, weet Facebook de applicaties verder te ontwikkelen en zo groeit ook het aantal videodownloads zeer fors. Facebook behaalt inmiddels ook meer dan de helft van de inkomsten buiten de VS. Hoewel de onderneming zelf geen gedetailleerde prognoses afgeeft, is wel bekend dat het management zeer fors investeert in de groei. Zo zullen de kosten in 2015 met 55% tot 70% stijgen. Maar Facebook is, tezamen met Google, wel de absolute grootmacht in het binnenhalen van internetadvertenties. In 2014 en het eerste kwartaal van 2015 steeg de winstgevendheid dan ook zeer sterk.
Het van oorsprong Zwitserse Adecco, ’s werelds grootste uitzendorganisatie, behaalt, net zoals de branchegenoten Randstad en Manpower, ruim 60% van de omzet uit Europa. Adecco heeft zelf zo’n 31.000 mensen in dienst, waarmee de uitzender dagelijks in meer dan 60 landen meer dan 650.000 mensen aan een tijdelijke invulling van functies helpt. De uitzendorganisaties profiteren allen sterk van het cyclische herstel van de economie in de Eurozone en structureel van de flexibilisatie van de arbeidsmarkt. Bij Adecco bleek dat ook uit rapportage van de bedrijfsresultaten over het eerste kwartaal van 2015. Adecco weet in het huidige economische klimaat een duidelijke verbetering van de winstmarges te realiseren, zowel door de omzetgroei als door herstructureringen en een betere focus op de winstgevendheid. In de onderlinge afweging ten opzichte van de branchegenoten bij onze rendements-risicoanalyse, kwam Adecco als duidelijke favoriet naar voren
Ingenico is één van de twee absolute, mondiale marktleiders op het gebied van digitale betalingen en zet complexe betaaltransacties om tot vlotte betaaloplossingen (in winkels, online en mobiel). De onderneming behaalt momenteel meer dan 70% van de omzet uit betaalterminals (pinautomaten) in winkels, de horeca en tal van andere betaalpunten. Ingenico profiteert wereldwijd van het sterk toenemende elektronisch afwikkelen van transacties bij betaalterminals, met PIN-kaar-
ten, creditcards en smartphones (via ‘swipen’), maar ook van het betaalverkeer bij e-commerce en het online shoppen en bij de bestrijding en het voorkomen van fraude. In de VS wint het van oorsprong Franse Ingenico momenteel marktaandeel op de Amerikaanse marktleider Verifone. Ingenico groeit ook sterk in China en andere Emerging Markets. De laatste jaren overtroffen de bedrijfsresultaten herhaaldelijk de verwachtingen. In 2014 nam Ingenico het in Nederland gevestigde GlobalCollect over.
Het Chinese Vipshop Holdings LTD verkoopt retail merkproducten (voornamelijk kleding) tegen een discount op internet. Met ruim 16.000 medewerkers en een marktkapitalisatie van 13 miljard, is Vipshop een grote speler in de Chinese IT-sector. Het meest interessante aan dit aandeel is de winstgroei, met een verwachte winstgroei van ruim 68% voor 2015 en 55% voor 2016, is de huidige koerswinstverhouding van 42 gerechtvaardigd. Ook de omzet stijgt zeer fors, met meer dan 30% op jaarbasis. Het bedrijf heeft relatief weinig schulden en heeft volgens de analistenconsensus nog een koerspotentie van ruim 33%. 24 Van de 25 analisten geven Vipshop een koopaanbeveling. Met een fair value van ruim $30,00 vinden wij dit aandeel ondergewaardeerd en daarom erg aantrekkelijk op deze niveaus.
Stroeve Beheerd Beleggen Groei SBB Groei kent een offensief profiel, gericht op een zo hoog mogelijk rendement. SBB Groei belegt in meerdere beleggingscategorieën zoals aandelen in Europa en Amerika, Emerging Markets-aandelenfondsen, vastgoedbeleggingsfondsen, grondstoffenfondsen en goud. De portefeuille wordt actief beheerd en daarbij vindt een brede spreiding plaats om de risico’s te beperken. Afhankelijk van onze marktvisie, scenarioanalyse en relatieve waardering zullen activa, regio’s of valuta binnen de portefeuille een groter tactisch gewicht krijgen ten opzichte van de strategische (normale) allocatie en wordt ingespeeld op de financiële marktomstandigheden. De nadruk zal in dit fonds evenwel altijd liggen op het beleggen in aandelen en aandelenfondsen. Na uitvoerige analyse van macroeconomische indicatoren en trends zoals ‘flow of funds’, wordt daarbij ook gekeken naar bottom-up-signalen, door analyse van bedrijfsresultaten en naar de waardering van individuele aandelen uit diverse regio’s. In de regio’s Europa en de VS wordt veelal direct in aandelen belegd, bij beleggingen in Emerging Markets en in grondstoffen wordt gebruik gemaakt van de specifieke expertise van fondsmanagers.
5
B e h e e r d B e l e g g e n G ro e i
Toelichting op de aankoop van individuele aandelen
Beheerd Beleggen Behoud
Beleggingsbeleid Fundshare Stroeve Beheerd Beleggen Behoud Het risicomijdende Behoudfonds had in het tweede kwartaal van 2015 te lijden van een scherp oplopende rente wereldwijd en met name van een rentestijging in de eurolanden. De koers daalde in het tweede kwartaal van € 11,41 naar € 10,96. Over de eerste 6 maanden van 2015 kwam het rendement daarmee uit op +0,59%.
Verdeling portefeuille in de risicomijdende sfeer, Stroeve Beheerd Beleggen Behoud per 31 maart 2015 Categorie Achtergestelde leningen Bedrijfswaarden (via indexbeleggingen) Bedrijfswaarden Individueel EUR Bedrijfswaarden Individueel HY Emerging Markets Loc.Currency Bonds Europese Staatsleningen (via index) Garantienote 100% Liquiditeiten Note met beperkte hoofdsomgarantie Var.rentende lening
Inleiding De daling van de rente waarvan in 2014 en het eerste kwartaal van 2015 sprake was kwam in het tweede kwartaal van 2015 abrupt ten einde. Belangrijkste ontwikkeling hierbij was de inschatting van de markt dat in Europa het gevaar van deflatie (prijsdalingen) flink was afgenomen. Daarnaast was de rentemarkt in het eerste kwartaal van 2015 al vooruitgelopen op de door de Europese Centrale Bank aangekondigde aankopen van staatsleningen. Ook de Griekse problematiek hielp de rentemarkt niet.
Verdeling portefeuille in de risicomijdende sfeer, Stroeve Beheerd Beleggen Behoud per 31 maart 2015 9,7% 2,2%
1,8% 1,1%
28,3%
28,1% 19,6%
De ontwikkelingen op de obligatiemarkt De lange rente was in het tweede kwartaal van dit jaar zeer volatiel. De rente op Duitse 10-jarige obligaties steeg op 10 juni voor het eerst sinds september 2014 weer boven de 1%. De Nederlandse lange rente, gewoonlijk 20 tot 25 basispunten (0,25%) hoger dan de Duitse, steeg naar een niveau boven de 1,25%. Daarmee werd een nieuwe mijlpaal bereikt in de plotselinge stijging van de Europese marktrentes sinds medio april. Onder invloed van het opkoopprogramma van staatsobligaties van de landen uit de eurozone door de Europese Centrale Bank (ECB), daalde de Duitse 10-jarige rente op 17 april nog naar een historisch dieptepunt van 0,05% en die van Nederland op 20 april naar 0,22%. Beleggers in Duitse en Nederlandse staatsobligaties met kortere looptijden dan 7 jaar, zagen medio april zelfs even een effectief rendement onder de nul procent. Eind juni lag de rente op 10 jaars Nederlandse staatsleningen op 1,05%. Op 22 januari kondigde ECB-president Draghi aan dat de ECB maandelijks voor 60 miljard euro aan staatsobligaties zou gaan opkopen bij banken, om de economie en de inflatie in de eurozone te stimuleren. Voorafgaand aan het feitelijke besluit was er door de financiële markten al maanden op gerekend dat ECB-president Draghi het opkoopprogramma van de ECB zou doorzetten. In juli 2012 kondigde hij immers ook al aan dat hij “al het nodige” zou doen om de euro te redden en een herstel van de Europese economie te bewerkstelligen. Het opkoopRente 10-jarige leningen (in %)
ult. Dec. 2013
ult. Juni 2014
ult. Dec. 2014
ult. Maart 2015
ult. Juni 2015
Nederlandse Staat
2,23
1,48
0,69
0,34
1,04
Duitsland
1,93
1,25
0,54
0,18
0,76
Italie
4,13
2,85
1,89
1,24
2,33
Spanje
4,15
2,66
1,61
1,21
2,30
USA
3,03
2,53
2,17
1,92
2,35
6
3,7% 5,5%
Achtergestelde leningen Bedrijfswaarden (via indexbeleggingen Bedrijfswaarden Individueel EUR Bedrijfswaarden Individueel HY Emerging Markets Loc.Currency Bonds
Europese Staatsleningen (via index) Garantienote 100% Liquiditeiten Note met beperkte hoofdsomgarantie Achtergestelde leningen Var.rentende lening
Achtergestelde leningen
programma (“QE”) zou eind maart, begin april van start gaan en minimaal negentien maanden duren. Het gaat dan om een totaalbedrag van € 114 miljard. Het QE-plan van de ECB bestaat uit het opkopen van ongeveer 190% van de netto staatsuitgifte in de eurozone in 2015, hetgeen betekent dat er een afname in het aanbod van staatsobligaties ontstaat beschikbaar voor beleggers. Eind april belandden de 10-jarige rentestanden in de eurozone een dieptepunt. Inmiddels is door de rentestijging gebleken dat het ruime monetaire beleid de obligatiekoersen niet langer automatisch opdrijft. Dit laat onverlet dat de huidige tarieven, ondanks de recente rentestijging, in historische context nog altijd uitzonderlijk laag zijn. Bovendien zijn de 10-jarige rentes in de Eurozone altijd nog fors lager dan de rente in de VS, waar de 10-jarige rente eind juni op 2,35% uitkwam. Ook in de VS is de 10-jarige rente dit jaar opgelopen vanaf een dieptepunt van 1,64%. Het herstel van de economie in de VS ligt een fase voor, maar in Europa heerste er optimisme dat de economie de draai naar een groeiversnelling heeft gemaakt. Voor de snelle stijging van de rente is geen volledig sluitende verklaring, maar er is wel een groot aantal factoren dat meespeelt. Zo waren de rentes in de eurozone wel naar een erg laag niveau gedaald, in feite neerwaarts (te ver) doorgeschoten, duidden de macrocijfers op een iets aantrekkende economie in de eurozone en ontstond er langzaam weer enige inflatie. De vrees
2013
2014
Aggregat Europese bedrijfsobligaties (IG*)
2,37
8,40
1,36
(2,90)
(1,58)
(Markit iBoxx-index) Euro Bedrijfsobligaties High Yield
7,85
4,03
2,43
(1,00)
1,40
(10,56)
(4,65)
(3,23)
(0,96)
(4,15)
2,24
13,13
4,30
(5,41)
(1,34)
(2,08)
11,46
3,93
(4,87)
(1,14)
Europese staatsleningen
2,39
13,07
4,55
(5,55)
(1,25)
Netherlands Cash Indices 1 maands LIBOR
0,08
0,13
0,00
(0,01)
(0,01)
Netherlands Cash Indices 3 maands LIBOR
0,14
0,21
0,01
0,00
0,01
Barclays Em. Markets Local Currency Staatsleningen in USD (Barclays-index) EuroAgg Treasury Nederlandse staatsleningen
1e 2e kwartaal kwartaal 2015 2015
cum. 2015
voor deflatie in de eurozone ebde weg zodra bleek dat de inflatie weer toenam. In mei bleken de prijzen verrassend 0,3% hoger dan een jaar eerder, terwijl de prijzen van consumptiegoederen in januari nog 0,6% lager bleken dan in het voorafgaande jaar. Veel beleggers merken nu dat zij niet langer van verdere rentedalingen uit kunnen gaan, ofwel dat zij niet langer op verdere koersstijgingen van obligaties kunnen rekenen. Daar staat nog wel tegenover dat veel pensioenfondsen en verzekeraars een aanhoudende stroom premies binnenkrijgen, waarmee zij min of meer gedwongen moeten beleggen in vastrentende waarden. Het beroep van veel overheden op de kapitaalmarkt neemt geleidelijk af vanwege teruggedrongen begrotingstekorten, al neemt het beroep van het bedrijfsleven wel toe door uitgifte van nieuwe bedrijfsleningen. De vraag- en aanbodcondities duiden dan niet direct op een stijgende rente. De twijfel, die medio april ontstond over de vraag of de ECB het aangekondigde opkoopprogramma zou doorzetten, werd door ECB-president Draghi steevast de kop ingedrukt met vastberaden verklaringen, tijdens de persconferenties van de ECB, dat het ruime monetaire beleid zou worden voortgezet. Op 3 juni stelde Draghi dat de obligatiemarkten bij de huidige, nog steeds betrekkelijk lage rentestanden, maar rekening moeten houden met meer volatiliteit.
Het beleid van de beheerder in het tweede kwartaal Van het begin van het tweede kwartaal tot eind april bleef de rente aanvankelijk onveranderd laag. Het beleid in het Behoudfonds uit het eerste kwartaal werd ongewijzigd doorgezet. Toen tussen eind april en begin mei de rente plotsklaps fors steeg zijn enkele obligaties gekocht waarvan de beheerder vond dat deze te sterk onderuit waren gekomen. Toen de Griekse kwestie ging door werken in de renteverschillen tussen enerzijds Duitsland en anderzijds landen als Spanje en Italië is het risico van de portefeuille teruggebracht door verkoop van Europese staatsleningen en aankoop van Duitse staatsobligaties.
Vooruitzichten voor obligatiebeleggingen De Europese economie laat een voorzichtig herstel zien en dat leidde tot nieuwe, meer optimistische prognoses van de Europese Commissie, OESO, het IMF en in Nederland van DNB en het Centraal Planbureau. Een hogere groei gaat in het algemeen
gepaard met hogere rentes. De olieprijs daalde in de tweede helft van vorig jaar zeer fors, van meer dan $100 per vat (Brent) in juli 2014 naar $53 in januari 2014, maar sinds dat dieptepunt herstelde de olieprijs zich weer naar circa $64 medio juni. Het effect van de olieprijsdalingen zal in de tweede helft van 2015 uit de inflatiecijfers weglopen. We rekenen er op dat de inflatie ruim beneden de doelstelling van de ECB van maximaal 2% zal blijven en dat de stijging van de inflatie beperkt zal blijven tot 1 à 1,5%. Door de rentedaling tot medio april was de rentecurve, de rentestanden voor de verschillende looptijden, erg vlak geworden. Het verschil tussen de korte (2-jaars) rente en de lange (10-jaars) rente bedroeg de afgelopen 15 jaar gemiddeld zo’n 1,5%. Medio juni was het verschil weer opgelopen naar 1,2%. Het is mogelijk dat de lange rente verder doorschiet naar boven, maar aangezien het monetaire beleid in de eurozone tot in ieder geval eind 2016 nog ruim zal blijven en het opkoopprogramma nog tot oktober 2016 doorloopt, verwachten wij niet dat de lange rente nog veel verder zal doorstijgen. Het tweede kwartaal van dit jaar is opnieuw gebleken dat het afgeven van renteprognoses een hachelijke zaak is, maar op basis van de historische verschillen tussen de korte en lange rente denken we niet dat bij een korte rente nabij nul de lange rente op staatsleningen in Nederland boven 1,5% zal uitstijgen. De kans dat koersdalingen van obligaties het rendement van het fonds negatief beïnvloeden neemt daarmee af. Tevens komt een einde aan de onrealistisch lagere rente, behalve indien er vanwege politieke ontwikkelingen in Europa een vlucht naar veilige Duitse en Nederlandse staatsleningen zou ontstaan.
Stroeve Beheerd Beleggen Behoud De voornaamste doelstelling van SBB Behoud is een buffer te vormen die bescherming biedt in tijden dat aandelenmarkten slecht presteren. Een andere belangrijke doelstelling is om inkomen te genereren met de beleggingen. Een strakke risicobeheersing staat voorop. Dit betekent dat wij in tijden van lage effectieve rendementen op leningen ons niet volledig kunnen richten op riskante obligaties in het zogeheten ‘high yield’-segment, of op obligaties uit de Emerging Markets om een hoger rendement te behalen. In een breder gespreide portefeuille vinden wij beleggingen in deze categorieën, mits begrensd, wel acceptabel. SBB Behoud belegt in staatsobligaties, maar ook in bedrijfs- en bancaire obligaties, waarbij de keuze afhankelijk is van de aantrekkelijkheid van de risico-opslag (‘spreads’), afgezet tegen de additionele (debiteuren)risico’s. Ook kan worden belegd in zogeheten ‘Inflation-linked bonds’ en in variabel rentende leningen. Een voordeel van SBB Behoud is dat we voor onze cliënten veelal in individuele namen, vermogenstitels, kunnen beleggen, dus ook in ‘institutionele’ obligaties met coupures van meer dan €100.000,- bij uitgifte kunnen handelen. Wij werken bij het beheer met een visie op de renteontwikkeling en op looptijden (‘modified duration’) en wij houden ook nauwlettend de vraag en aanbod-verhoudingen (‘flow of funds’) in het oog. Kort samengevat, het behoud van vermogen en een stabiel rendement staan voorop bij het beheer van dit fonds.
7
Beheerd Beleggen Behoud
Rendement in %
P o rt e f e u i l l e m a n ag e m e n t
Met de fondsen Stroeve Beheerd Beleggen, FundShare SBB Groei en FundShare SBB Behoud, staat het eigen beleggingsbeleid van Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer centraal. Met FundShare (www.fundshare.nl) heeft Stroeve & Lemberger een platform en een partner gevonden om dit te realiseren. FundShare heeft een state-of-the art infrastructuur, zodat de kosten van beleggen laag zijn en de fondsen volledig transparant zijn. Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer heeft daarbij gekozen om niet voor ieder risicoprofiel een afzonderlijk fonds op te richten, maar voor een tweetal fondsen, een risicovol en een risicomijdend fonds. Iedere belegger kan dan een eigen keuze maken voor ieder gewenst risicoprofiel, door een combinatie van deze twee fondsen. Dit heeft als voordeel dat u meer flexibel bent en kunt schuiven afhankelijk van uw behoefte, uw risicobeleving of de vooruitzichten voor financiële markten. Stroeve & Lemberger beschikt over een vergunning van de AFM. Op de website www.stroevelemberger.nl/sbb treft u bij Stroeve Beheerd Beleggen alle informatie aan over de 2 beleggingsfondsen. Dat betreft de prospectus, de Factsheet en de Essentiele Beleggers Informatie.
Het portefeuillemanagement is in handen van Evert Zaat, Cok Inden, Tom Stroeve en Wim Zwanenburg. De algemene richting van het aan- en verkoopbeleid in de portefeuilles ligt bij Evert Zaat. Hij is binnen de directie van Stroeve & Lemberger verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid. Voor het Behoudfonds wordt het dagelijks beleid mede bepaalt en uitgevoerd door Cok Inden. Voor het Groeifonds neemt Tom Stroeve die taak op zich. Wim Zwanenburg is adviseur van beide beleggingsfondsen. Hieronder treft u meer informatie aan over de portefeuillemanagers.
Evert Zaat, macro-econoom en MSc. verzekeringskunde en financial planning, begeleidt zijn cliënten en stuurt het beleggingsbeleid van Stroeve & Lemberger aan. Evert’s leerscholen waren het Ministerie van Financiën en De Nederlandsche Bank. Al zo’n 20 jaar bekleedt hij leidinggevende functies. Evert heeft grote belangstelling voor Behavioral Finance, de psychologie van de particuliere belegger. Daarom staan transparantie en communicatiekracht voor hem centraal in dit vertrouwensvak. Evert Zaat Directeur
Cok Inden is een snel denkende en schakelende, door alle ontwikkelingen in het effectenvak gevormde praktijkman. Hij stond vele jaren lang met beide voeten op de beursvloer: van zijn start als pure beginner, tot functies als directeur en (mede) - eigenaar van meerdere hoekmansbedrijven. Op 43-jarige leeftijd neemt Cok afscheid van het hoekmansvak om zijn loopbaan als beleggingsadviseur voort te zetten. Eerst bij Theodoor Gilissen Bankiers en sinds 2006, als senior beleggingssadviseur, voor Stroeve & Lemberger. Cok Inden Senior vermogensadviseur
Tom Stroeve, inmiddels als zevende generatie Stroeve werkzaam in het effectenvak, is sinds mei 2013 verbonden met Stroeve & Lemberger. Na zijn studie geschiedenis aan de UvA, kreeg Tom een gedegen opleiding in het beleggingsvak bij BinckBank. Tom was er actief als broker en coördinator van de Alex Academy, waar hij verantwoordelijk was voor alle klassikale- en onlinetrainingen. Tom Stroeve Beleggingsadviseur
De econoom Wim Zwanenburg is onze lead beleggingsstrateeg bij Stroeve & Lemberger. Een man met een helikopterview, een gepassioneerde professional en een zorgvuldige denker. Na zijn studie werkte hij enkele jaren in diverse beleggingsfuncties bij ABN Amro en Mees Pierson. Daarna was hij lid van meerdere beleggingscommissies van Bank Degroof. Als beleggingsstrateeg treedt Wim, namens Stroeve & Lemberger, regelmatig op bij BNR Nieuwsradio. Wim Zwanenburg Senior Beleggingsstrateeg Op deze publicatie is een disclaimer van toepassing. Deze kunt kunt u lezen op onze website www.stroevelemberger.nl/publicaties/disclaimer.
Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer T +31 (0) 294 492 592 Weesp www.stroevelemberger.nl •
[email protected]
8