STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
N I EUW SB R I E F
nummer 12, januari 2013
Kwartaalbericht 1
Vermogensbeheer en beleggingsadvies sinds 1818 Onafhankelijk, no-nonsense en resultaat gericht Door professionals met liefde voor hun vak Die hun cliënten door en door kennen
Nieuwsgierig? Bel of mail ons voor een oriënterend gesprek!
Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer N.V. www.stroevelemberger.nl
[email protected] Nesland 1-v, 1382 MZ Weesp T +31 (0)294 492 592 Posthoornstraat 69 , 6219 NV Maastricht T +31 (0)43 354 1222
STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
Geachte lezer, Het allerbelangrijkste bezit van elke financiële instelling staat niet op de balans namelijk
Inhoud
vertrouwen. In ons huis staan onze cliënten voorop en is niets waardevoller dan het vertrouwen dat u in ons stelt, daar waar het mede gaat om uw financiële toekomst. In de volatiele markten van de laatste jaren is het voor beleggers vaak moeilijk geweest om zich daar geen zorgen over te maken. U staat daar niet alleen in; uit diverse onderzoeken, naar hoe particuliere beleggers in hun vel zitten, blijkt dat zij nog steeds angstig zijn. Dat valt ook niemand kwalijk te nemen. Immers, de afgelopen jaren werden gekenmerkt door een niet aflatende stroom van financiële en politieke crises. Veel beleggers hebben zich teruggetrokken en wachten langs de zijlijn betere tijden af. Of dat verstandig was, is nog maar de vraag, want zowel aandelen als obligaties lieten het afgelopen jaar duidelijke koersstijgingen zien. In een tijd met lage rentes, onrustige financiële markten en een vergrijzende bevolking, komen steeds meer mensen verder af te staan van hun doelstelling om plezierig met pensioen te gaan. Velen maken zich met name zorgen over de huizenprijzen en het effect van de crisis op andere activa. Toch zijn in de afgelopen twintig jaar de balansen van Nederlandse huishoudens aanzienlijk gegroeid. De hypotheekschuld is weliswaar fors gegroeid, maar aan de activakant zijn het huizen- en pensioenvermogen, ondanks de dalingen van de huizenprijzen, sterk toegenomen. Als er naar het saldo van alle bezittingen en schulden wordt gekeken, dan blijkt dat Nederlandse huishoudens er gezamenlijk op vooruit zijn gegaan. Wat u van ons vraagt is dat uw portefeuille zo veel mogelijk bestand is tegen de grote schokken in de markt en dat u tegelijkertijd voldoende inkomen kunt behouden uit uw beleggingen. Dat zien wij dan ook als onze rol en uitdaging voor het komend jaar. Overigens, onze kijk op het beleggingsklimaat voor het komend jaar is optimistischer dan het beeld dat u momenteel uit de krantenberichten krijgt, zoals blijkt uit onze vooruitblik op de volgende pagina’s. Namens alle medewerkers wens ik u persoonlijk en zakelijk een heel gezond en voorspoedig 2013 toe.
Inhoud
4
Vooruitblik 2013 6 Boekbespreking 8 En verder
Met vriendelijke groet,
Hans Stroeve
[email protected]
Senario 2013: 9 Olie en Gas Studio Roosegaarde 10 Digital Reality Trust 11 en Vastgoed EFT
3
STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
K WA R T A A L v i s i e
Vooruitblik 2013 Ondanks de sombere en verslechterde economische vooruitzichten van IMF, OESO, CPB en DNB geven wij voor 2013 een optimistisch signaal af. Voor beleggers zijn er altijd kansen en bedreigingen en wij houden rekening met verschillende scenario’s. In 2013 zien wij voldoende mogelijkheden voor de categorie aandelen. De meeste economische onderWim Zwanenburg zoeksinstituten Beleggingsstrateeg Stroeve & Lemberger gaan er van uit dat de economische Vermogensbeheer groei in 2013 op mondiaal niveau laag zal zijn. De economie in Europa zal in een recessie blijven verkeren en internationale bedrijven zullen geconfronteerd worden met een lage omzetgroei en een bescheiden groei van de winstgevendheid. Vanwege het toenemende belang van de Chinese economie, de op één na grootste ter wereld, komt de mondiale economische groei toch nog uit op een groei van 3% a 3,5%, maar in de geïndustrialiseerde landen, de OESO-landen, komt de groei niet uit boven de 1,5%. In de VS ziet het er naar uit dat de arbeidsmarkt verder verbetert en de huizenmarkt zich verder herstelt. Het begrotingsbeleid in de VS blijft stimulerend, terwijl in Europa het beleid gericht is op het terugdringen van begrotingstekorten en staatsschulden. De Europese overheden kiezen er voor om te bezuinigen. De groei van de kredietverlening is zeer beperkt, omdat de Europese banken hun kapitaalbuffers nog verder moeten verhogen, zodat ook in de private sector weinig groei-impulsen te vinden zijn. De werkloosheid blijft hoog, het consumentenvertrouwen zwak, de consumptieve bestedingen laag en ook de bedrijfsinvesteringen vormen een zeer onzekere factor. De Eurozone valt echter niet uiteen omdat Griekenland en de Spaanse banken noodleningen hebben ontvangen en het bankentoezicht wordt versterkt. Bij het besluit in december om nieuwe tranches uit het tweede noodpakket van € 109 miljard beschikbaar te stellen voor Griekenland, kwamen het IMF, de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB) overeen dat de Grieken een lagere rente gaan betalen en dat de looptijd van bestaande leningen wordt verlengd. Met een nieuwe lening lukte het Griekenland zelf eind 2012 de eigen staatsschuld met bijna 20 miljard euro te verlagen door eigen schuldpapier in te kopen tegen een fors lagere marktwaarde. Verder zal de ECB de winst van 35%, die ze
4
op Griekse obligatieleningen bij aankoop en aflossing heeft gemaakt aan Griekenland geven en niet aan de lidstaten uitbetalen. Doel is om de Griekse staatschuld in 2020 op een ‘houdbaar’ niveau van ca. 128 procent van de Griekse economie te krijgen. In de zomer van 2012 kondigde ECBpresident Draghi aan dat de ECB bereid is om eurolanden die in de problemen komen, bij te staan met steunaankopen van staatspapier en te ‘doen wat nodig is’ om de euro te redden. Sindsdien zijn de zorgen over Zuid-Europese landen afgenomen, zoals blijkt uit de lagere rentes die deze landen moeten betalen. Spaanse banken kregen noodleningen van € 39,5 miljard. De toonaangevende marktrente op 10-jarige staatsleningen bereikte voor Italië in november 2011 een piek tegen de 8 procent. Ook in 2012 stond dat tarief lange tijd boven de 6 procent, een niveau dat economen doorgaans beschouwen als onhoudbaar op de lange termijn, maar medio december stond de rente op 4,6 procent en zelfs de Spaanse rente daalde naar 5,3%. Wel zal Frankrijk in 2013 meer aandacht krijgen dan in 2012. Analisten en kredietbeoordelaars zoals S&P. maken zich steeds meer zorgen om Frankrijk vanwege de onwil om structurele hervormingen door te voeren, maar gelet op de renteontwikkeling lijken de kapitaalmarkten die mening niet te delen. In tegenstelling tot Frankrijk, zijn sommige landen in de eurozone de laatste jaren competitiever geworden, waardoor deze economieën aan het verbeteren Tabel Economische Groei en Inflatie (%) Euroland
USA
2009 2010 2011 2012 2013
-4,2 1,8 1,4 -0,5 0,0
-3,5 3,0 1,7 2,2 1,9
-6,3 4,5 -0,8 1,8 0,8
-1,8 5,9 4,2 2,9 3,8
-5,7 3,9 4,3 2,7 3,1
1,7 6,7 4,5 4,7 4,7
CPI (Inflatie) 2009 2010 2011 2012 2013
0,3 1,6 2,7 2,5 1,9
-0,4 1,6 3,2 2,1 2,0
-1,3 -0,7 -0,3 0,0 -0,2
5,9 7,3 6,8 6,0 6,4
7,2 6,2 6,4 6,4 5,5
0,7 2,2 3,6 2,6 2,7
GDP
Japan Latijns-Am. Oost-Europa
Azië Pacific
Bron: Bloomberg, IMF, EC, Consensus Economics, december 2012
STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
zijn. Het zal echter nog minstens drie jaar duren, voordat alle begrotingstekorten in de eurolanden onder de 3 procent van het Bruto Nationaal Product liggen.
Groei van de winst per aandeel in de verschillende regio’s
2011
USA (S&P 500)
15,8%
6,5%
9,8%
11,5%
Bankentoezicht
Europa (DJ Stoxx 600)
-1,4%
-1,8%
11,2%
11,0%
Japan (Nikkei 225)
-10,9%
19,2%
Azië-Pac, ex-Japan
3,2%
2,8%
De groei van de opkomende markten blijft voorlopig structureel boven die van de geïndustrialiseerde landen, maar een hoge groei is ook voor deze landen geen vaststaand gegeven, zoals in 2012 al bleek met de stagnerende groei in Brazilië. Het groeitempo van de groeilanden zal verschillen, waarbij de hoogte in belangrijke mate zal afhangen van de mogelijkheden om de groei van de binnenlandse consumptie en investeringen aan te jagen en minder van de export. De nieuwe Chinese leiders zullen hun visitekaartje willen afgeven en de economie stimuleren. Grondstoffenexporterende landen zullen minder snel groeien, maar wel sterker dan in 2012. In dit scenario verwachten we dat met internationale aandelenportefeuilles gemiddeld rendementen behaald kunnen worden die variëren tussen de 6% en de 10%, daarbij ondersteund door een dividendrendement dat voor veel internationale aandelen boven de 3% à 4% ligt. In de aandelenportefeuilles ligt dan ook de nadruk op beleggingen in aandelen uit
2013
34,0% 13,2%
2014
18,9% 11,4%
de Emerging Markets en de VS en op Europese aandelen van internationale bedrijven die een groot deel van hun omzet in de groeilanden realiseren. Gelet op het relatief hoge dividendrendement moeten we ook constateren dat aandelen relatief goedkoop en aantrekkelijk zijn. Veel bedrijven zullen in staat zijn om het dividend te verhogen. Veel grote internationale bedrijven beschikken over goede balansposities en zij hebben zich op de bedrijfsobligatiemarkt goedkoop kunnen financieren. De winsttaxaties voor 2013 zijn door analisten het afgelopen half jaar al behoorlijk neerwaarts bijgesteld, zodat op dat front de lat niet hoog ligt. Beursgenoteerd vastgoed blijft het ook goed doen, mede vanwege het relatief hoge dividendrendement. Omdat er zeker nog tempoverschillen zijn in de economische groei in de verschillende regio’s zal de dollar iets sterker kunnen worden, maar per saldo verwachten we geen grote uitslagen in de koersontwikkeling van de munt, dus meer zijwaarts bewegende valutamarkten. Omdat de inflatie binnen de perken blijft, zullen de centrale banken voorlopig hun ruime monetaire politiek en lage rentebeleid voortzetten om daarmee de economie te stimuleren. De mogelijkheden van monetaire politiek zijn echter niet oneindig.
Obligatiebeleggingen Het is vrijwel onmogelijk dat obligatiebeleggingen in 2013 net zulke mooie rendementen zullen behalen als in 2012. De rente blijft naar onze mening voorlopig laag, maar elk jaar nemen de risico’s toe. Obligaties van de weinige AAA-landen leveren nog maar nauwelijks wat op. De 10-jarige Duitse Bundfuture rendeert nog maar 1,6%. Als de rente maar een beetje oploopt, dan dalen de koersen en zit je met deze obligaties al snel met een negatief rendement, want de buffer is laag. Dat schiet dus niet op. Hoogrentende obligaties van opkomende landen zijn nog wel aantrekkelijk, maar ook hier is de rente al behoorlijk gedaald. De economie groeit in deze landen redelijk en de schuldencrisis is aan hun deur voorbijgegaan. De overheidsfinanciën staan er in veel van deze landen beter voor dan in de westerse landen en veel opkomende landen laten een overschot op de betalingsbalans zien. Ten opzichte van de Amerikaanse dollar en de euro zullen veel valuta van opkomende landen appreciëren. In de jacht naar hogere rendementen zijn veel traditionele obligatiebeleggers al overgestapt naar bedrijfsleningen met een hoger debiteurenrisico en naar achtergestelde obligaties of perpetuele leningen. De risicopremies op deze beleggingen zijn eveneens al behoorlijk gedaald. Maar bij veel
5
k wa r t a a l v i s i e
Het akkoord van de Europese regeringsleiders over het bankentoezicht is een stap in de goede richting. Er is nog geen bankenunie, maar de ECB krijgt een mandaat om op te treden en toezicht uit te oefenen op de 150 à 200 grootste banken. Daarmee wordt een bron van instabiliteit en het gevaar voor besmetting ingedamd, al doen Groot-Brittanië (waar 30% van de Europese bankactiviteiten plaatsvindt) en Zweden niet mee. De systeembanken, zowel in de VS, het VK als nationaal in Europa, zijn inmiddels echter dusdanig ingebed in nieuwe wet- en regelgeving, dat de kans op hernieuwde calamiteiten is gedaald. Op de eurotop in december is ook besloten dat er in maart 2013 een akkoord moet liggen over een Europees systeem (het zogenaamde resolutiemechanisme) om bankfaillissementen te voorkomen en af te wikkelen. De regeringsleiders moeten dan ook een besluit nemen over het harmoniseren van nationale depositogarantiestelsels en een soort reglement opstellen voor directe herkapitalisatie van banken in de eurozone door het euronoodfonds ESM. Daarmee wordt voorkomen dat banken en staten elkaar in een wurggreep meesleuren. Voor 2013 liggen er nog grote uitdagingen en moeilijke besluiten over wie uiteindelijk de rekening gaat betalen, waarbij men vooral zoekt naar mogelijkheden om de financiële sector zelf voor de kosten te laten opdraaien. De route naar een volledige economische, monetaire, budgettaire en politieke eenwording in Europa is nog lang en de tegenstellingen zijn nog groot. Maar Europa heeft in 2012 wel een grote stap voorwaarts gemaakt en de systeemrisico’s zijn fors verkleind. Het geruzie tussen Europese regeringsleiders zal daarom wel aanhouden. Maar de belangrijkste systeemrisico’s zijn geweken, hoewel door politieke gebeurtenissen de spanning op de financiële markten plotseling opnieuw kan oplopen.
2012
K WA R T A A L v i s i e
pensioenfondsen en verzekeraars gaat, mede onder druk van de toezichthouders, de voorkeur nog steeds uit naar obligaties boven aandelen. De centrale banken in de geïndu-strialiseerde westerse landen voeren een ruime monetaire politiek en zij zetten naar verwachting tot minstens 2015 in op een lage rente. De Amerikaanse Fed koopt maandelijks voor $ 85 miljard aan langlopende Treasuries en hypotheekgebonden obligaties op. Fed-president Bernanke kondigde aan dit voort te zetten, zolang de Amerikaanse werkloosheid nog niet naar 6,5% gedaald is. Medio december lag deze nog op 7,7% (wat overigens nog fors lager is dan 11,7% per eind oktober in de eurozone). De recordlage rentes lijken nog jaren aan te houden. De lage rente is prettig voor de grote multinationale ondernemingen die zich op de internationale kapitaalmarkt goedkoop kunnen financieren, maar is problematisch voor tal van andere betrokkenen. Door de lage rente en de lage dekkingsgraden, en de gestegen levensverwachting als bijkomende factor, zullen veel pensioenfondsen in 2013 naar verwachting de premies moeten verhogen en een verlaging van de pensioenuitkeringen moeten aankondigen. Ook verzekeraars hebben grote moeite rendement te maken voor hun polishouders. Omdat de economische groei wereldwijd laag blijft, kan er geen sterke prijsstijging van grondstoffen, zoals olie en metalen verwacht worden. Op grond van een analyse van de vraag- en aanbodverhoudingen achten wij een prijsstijging van goud wel waarschijnlijk. De centrale banken willen hun deviezenreserves spreiden over goud en meerdere valuta. De prijzen van agrarische grondstoffen, zoals soja, maïs en tarwe, die het afgelopen jaar al een “boost” kregen door misoogsten, zullen door de toenemende vraag tengevolge van wereldwijde bevolkingsgroei en toename van de welvaart blijven stijgen en daarom zullen waarschijnlijk ook de voedselprijzen verder oplopen. We zien minder efficiënte voedselpatronen;
Chinezen, Indiërs en andere Aziaten, maar ook de middenklasse in Afrika, eten meer vlees, wat een groter beslag op graanvoorraden legt dan wanneer men alleen graanproducten zou eten. Ook de toegenomen vraag naar biobrandstoffen draagt sterk bij aan de gestegen vraag naar voedselgrondstoffen, omdat biobrandstoffen deels zijn gebaseerd op eetbare gewassen zoals maïs. Tegelijkertijd staat het aanbod van voedsel onder druk, veroorzaakt door afname van beschikbare agrarische grond, lange termijn verandering van het klimaat en milieurampen zoals overstromingen en extreme droogte. Of politici de deadline halen en tot overeenstemming geraken, voordat in de VS het schuldenplafond is bereikt, is allerminst zeker, maar wij menen dat de Amerikaanse economie niet in het begrotingsravijn stort (omdat de federale overheid stopt met het doen van bepaalde uitgaven). President Obama zal uiterlijk in de loop van januari 2013 toch wel een compromis sluiten met de Republikeinse meerderheid in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Het begrip ‘fiscal cliff’ zal dan niet langer de financiële media domineren. Als men er evenwel niet tijdig uitkomt, is de kans beslist aanwezig dat het een heel slecht beleggingsjaar gaat worden, omdat de Amerikaanse economie dan terugglijdt in een recessie en de gevolgen daarvan wereldwijd voelbaar zullen zijn. In Europa zullen de Duitse verkiezingen een belangrijk kwestie vormen en dat geldt ook voor de Italiaanse verkiezingen. Gelet op de ervaringen van de laatste jaren zien we wel dat Europese politici er veel aan doen om escalatie van de eurocrisis te voorkomen, maar dat grote stappen, om binnenlandse politieke redenen, niet gezet kunnen worden en dat het dus politiek ‘doormodderen ‘ blijft.
Het meer positieve scenario
In een meer optimistisch scenario trekt de groei in de VS en in China sneller aan dan velen verwachtten. De Amerikaanse economie zal dan in de tweede helft van 2013 voor het eerst sinds de financiële crisis van 2008-2009, weer boven de gemiddelde trend groeien. De bron voor deze groeiversnelling ligt in de private sector. De onroerendgoedmarkt laat een krachtige opleving zien. Eind 2012 staan veel vastgoedindicatoren er al beter voor; zo zien we al duidelijk meer housing starts, toenemende huizenverkopen, meer toeDe afgelopen twintig jaar de balansen van Nederlandse huishoudens aanzienlijk gegroeid. gestane bouwvergunningen, De hypotheekschuld is weliswaar fors gegroeid, maar aan de activakant zijn het huizen- en pensioenvermogen, ondanks de dalingen van de huizenprijzen, sterk toegenomen. Als er hogere prijzen enzovoort. Op naar het saldo van alle bezittingen en schulden wordt gekeken, dan blijkt dat Nederlandse huisbasis van een aantrekkende houdens er gezamenlijk op vooruit zijn gegaan. onroerendgoedmarkt, zal ook
6
Rendement op staatsleningen en dividendrendement op Europese aandelen
de rest van de economie zich herstellen. De Fed zal dan constateren dat de economie niet langer gestimuleerd behoeft te worden met een lage rente. Dat zal een trigger zijn voor een flinke omslag op de rentemarkt, waarbij de vergelijking met het scenario van 1994 zich opdringt en obligatiehouders door de oplopende rente forse verliezen opliepen. (De rente steeg in een half jaar van 6% naar 9%). In China profiteert de economie van de stimulerende maatregelen van de overheid en groeit de economie met meer dan 8%. Tegen deze achtergrond presteren internationale aandelenbeleggingen in 2013 in een bandbreedte van 12% tot 15%. In dit scenario laten ook vooral de grondstofprijzen een flinke opwaartse beweging zien. De Amerikaanse dollar loopt sterker op dan in het basisscenario. In Europa kan de economie sneller herstellen, indien het doormodderscenario wordt verlaten en de politiek met vertrouwenwekkende maatregelen en aansprekende hervormingen komt. Dan trekt ook de groei in Duitsland weer aan. De Duitse en Nederlandse rente zal niet langer sterk profiteren van de kapitaalvlucht naar de veilig geachte Noord-Europese landen, waardoor deze overheden een extreem lage rente betaalden. Het vertrouwen in de Euro zal dan ook herstellen.
Conclusie De systeemrisico’s zijn fors ingedamd. Voor 2013 gaan wij uit van goede perspectieven voor aandelenbeleggingen. Wij zijn overwogen in deze categorie, waarbij wij de nadruk leggen op de groei van de opkomende markten. Omdat de rente voorlopig laag blijft, zijn ook nog goede rendementen te behalen in bedrijfsobligaties. Indien het economisch herstel sneller doorzet, is de kans op een rentestijging reëel en is waakzaamheid op het gebied van obligatiebeleggingen geboden.
De risicoanalyse Bij een scenarioanalyse behoort ook een risicoanalyse en de inschatting van een negatief scenario. Voor 2013 zijn er ook weer tal van bedreigingen en risico’s die tot tegenvallende beleggingsresultaten op aandelenbeurzen kunnen leiden. Wij noemen hier een lijst van risicofactoren, waarbij wij de vinger aan de pols houden. Toch baren deze risico’s ons minder
Wim Zwanenburg publiceert met een zekere regelmaat artikelen voor www.iex.nl. Deze artikelen zijn ook terug te vinden op www.stroevelemberger.nl, onder ‘Publicaties’ voor de artikelen. Hij is ook regelmatig te beluisteren op BNR Nieuwsradio, o.a. in het radioprogramma Voorkennis.
7
k wa r t a a l v i s i e
Het rendement op staatsleningen (oranje) is na de Tweede Wereldoorlog nog nooit zo laag geweest. Het dividendrendement op aandelen (groen) is weer terug op het niveau van begin jaren tachtig, toen aandelen aan het begin stonden van een langjarige bullmarkt. Conclusie: aandelen zijn op basis van een maatstaf als het dividendrendement zelden zo gunstig gewaardeerd geweest.
zorgen dan vorig jaar en achten wij de kans klein dat deze het centrale (positieve) scenario geheel onderuit zullen halen. Er is een behoorlijke kans op een tegenvallende groei in de VS en China. Winstmarges van internationale ondernemingen komen onder druk. Na het MKB gaan ook het grootbedrijf en de multinationals de crisis voelen en exportcijfers vallen tegen. De eurocrisis laait weer op, omdat Duitsland weigert om nog langer Zuid-Europese schuldenlanden en Frankrijk te hulp te schieten. De herverkiezing van Angela Merkel wordt onzeker en speculanten zorgen voor grote spanningen op de Europese obligatiemarkten. Ook de Italiaanse verkiezingen kunnen, met een mogelijke terugkeer van Berlusconi, roet in het eten gooien. De crisis in Spanje verdiept zich verder. De Grieken zien er geen heil in nog verder te bezuinigen en verkiezen uiteindelijk toch een exit uit de eurozone. De eurotop in maart mislukt; er komt geen besluit over de herkapitalisatie van banken en systeemrisico’s komen weer vol in de aandacht, waardoor de aandelenbeurzen een forse veer moeten laten. Het VK stapt na een referendum uit de EU. Financiële markten verliezen hun vertrouwen in de mogelijkheden van effectieve monetaire politiek. En dan is er altijd nog het lijstje van geopolitieke spanningen en crisismomenten, zoals een escalatie van de spanningen in het Midden-Oosten. Het afgelopen jaar brak het besef door dat de crisis langer gaat duren. Er waren veel zaken waar we ons bezorgd over maakten; het al dan niet gedwongen vertrek van Griekenland uit de EMU, het uiteenvallen van de eurozone, de Spaanse banken, de Franse presidentsverkiezingen, de verkiezingen in de VS, de overdracht van het Chinese leiderschap en het fiscale klif in de VS. Na een dip in het tweede kwartaal van 2012 hebben de Europese aandelenbeurzen zich, ondanks de verslechterde macro-economische vooruitzichten, sinds medio juni krachtig hersteld.
STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
BOEKBESPREKING
Het gaat geweldig Dwarse optimist, Michiel Bicker Caarten, oprichter van BNR Nieuwsradio en voormalig hoofdredacteur van WNL, schreef recentelijk het boek ‘Het gaat geweldig’ - hoewel je dat op het eerste gezicht niet zou zeggen. Hieronder een deel van de inleiding uit het boek. Het is lastig om de moed erin te houden als je het nieuws volgt. In Europa zijn we aan het verarmen. Afghanistan valt terug in oude stamoorlogen. Een Arabische lente biedt een glimp van hoop, maar opstanden worden wreed onderdrukt in Syrië en verkiezingen in Egypte hebben nog niet de dominante rol van het leger kunnen verminderen. Bijna een miljard mensen op de wereld, lijden honger, terwijl Amerikanen 30% van de inhoud van hun koelkast weggooien. En dan het klimaat...hoe kunnen we ooit duurzaam op deze planeet wonen met ons energieverbruik? Wat niet vertrouwd is, is het verhaal achter het nieuws. Wie de geschiedenis van de mens bestudeert, kan alleen maar een optimist zijn. Er is meer democratie in de wereld dan ooit tevoren. Er is minder oorlog dan ooit tevoren. De planeet raakt niet overbevolkt, want de bevolkingsgroei eindigt op een niveau dat dragelijk en duurzaam is. Er is genoeg te eten voor iedereen, ook in de toekomst. We stikken in de olie en de aardgas, zodat we tijd hebben om duurzame energie te ontwikkelen. Er zijn een heleboel feiten die ons het vertrouwen zouden moeten geven dat wij er wel uit zullen komen, ook uit grote uitdagingen, zoals het klimaat. Deze wereld is meetbaar, aantoonbaar, onweerlegbaar, een betere wereld die we ooit hebben gezien, mede door toedoen van de mens. De auteur legt in zijn boek uit dat er een positieve, opwaartse trend in de ontwikkeling van de mens is, in zijn gedrag en handelingen. De mens is niet tot het goede of het kwade geneigd, maar het goede wint wel vaker dan het kwade. Daarom gaf psycholoog Steven Pinker, één van de belangrijkste bronnen voor dit boek, zijn nieuwe boek de titel ‘The better angels of our nature’. De geschiedenis is geen lineaire ontwikkeling, zoals historicus Francis Fukuyama poneert, misschien is het wel een spiraal, waarin we dezelfde fouten blijven maken, maar wel op een steeds hoger niveau. Dit boek gaat juist over alles wat niet met geld te maken heeft zoals vrijheid, veiligheid, eten, onderzoek en gezondheid. De steeds terugkerende conclusie van de auteur is: het kan misgaan en het kan goed gaan. Op basis van wat we tot nu toe gepresteerd hebben acht hij de kans groter dat het goed gaat.
8
The Point Iroquois Lightstation In 1620 ontdekten de eerste blanke mannen het gebied en stichtten er een nederzetting Sault Ste. Marie, later Michigan. Point Iroquois werd een bekend herkenningspunt voor de Franse ontdekkingsreizigers, houthandelaren en de missionarissen die volgden. The Point Iroquois Lightstation staat hoog boven het water van Lake Superior bij de ingang van de rivier St. Mary’s. Het diende passerende zeilers door het markeren van het smalle kanaaltje. Point Iroquois werd genoemd naar de Iroquoiskrijgers die daar werden afgeslacht door een andere stam de Ojibway in 1662. De eerste vuurtoren (van hout), met daaraan vast het huis voor de wachters, werd gebouwd in 1855. Het eerste licht werd ontstoken op 20 september 1857. De ontdekking van koper en ijzererts in 1844 maakte een doorgang voor ertsdragende schepen noodzakelijk. Door de stroomversnellingen van de rivier de St. Mary’s naar de staalfabrieken van de lagere Grote Meren was dat niet altijd even makkelijk. In 1865 werd het St. Mary’s Falls Kanaal (algemeen bekend als de “Soo Locks“) geopend. De sluizen behoren inmiddels tot het meest gebruikte commerciële scheepvaartkanaal ter wereld. Met de groei van het verkeer door de sluizen, nam het belang van de vuurtoren toe. In 1870 werd de houten toren en het verblijf vervangen door de bakstenen gebouwen die er vandaag nog staan. De toren is 65 meter hoog. Na 107 jaar dienst werd het licht op Point Iroquois geschiedenis. Vanaf dat moment schijnt er een automatisch licht in het kanaal vanuit Gros Cap, Ontario. Het land en de vuurtoren zijn nu onderdeel van het Hiawatha National Forest in de vuurtoren bevindt zich een Marine Museum.
STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
Lichtpunten in een lastig jaar biedt de olie- en gasmarkt voor 2013 een vrolijker beeld. Wij verwachten geen verdere prijsstijgingen, eerder prijsdaling, voor zowel ruwe olieprodukten (diesel, benzine) als voor gas. Eén en ander overigens behoudens onvoorspelbare crises (revolutie in Saoedi Arabië, oorlog Israël- Iran, etc.). Reden voor deze prognose is een verder dalend verbruik in Europa (al een paar jaar ca. 1% per jaar), een stabiele tot iets hogere vraag, met name door een naar verhouding koudere winter (gas) in de VS en een matig stijgende vraag uit Azië en het Midden Oosten. Aan de produktiekant zal, behalve uit Irak vooral het aanbod uit niet-OPEC landen stijgen. De VS met shale gas en - olie lopen hierin voorop, daarna komen Australië, Oman en Canada. De VS ziet zijn olieproduktie met maar liefst 0,7 mln vaten per dag omhoog schieten, op een totale binnenlandse produktie van 6,5 mln vaten olie en een totale vraag van 19,5 mln olie-equivalent, inclusief zgn. gas liquids en gas. Daarmee zakt de importbehoefte van de VS volgend jaar al beneden de 9 mln vaten. Sommige partijen verwachten zelfs dat de VS in 2020 op energiegebied weer zelfvoorzienend zal zijn. Ook voor olie- en gasprodukten, lees industrie en consument, heeft dit gevolgen. De vraag naar benzine daalt in Europa en de VS al jaren en er ontstaan steeds grotere overschotten. Het ligt dus voor de hand dat de prijzen omlaag gaan, tenzij overheden het gat meteen opvullen met hogere accijnzen. De overcapaciteit in raffinage in Europa wordt door sluitingen en faillissementen (Petroplus) wel minder, maar is nog steeds aanzienlijk. Het is voor raffinaderijen maar beperkt mogelijk om hun dieseloutput sterk te vergro-
ten. Op gasgebied komen er nieuwe LNG projekten in productie, terwijl de gasaanvoer uit Rusland gestaag toeneemt. Op wat langere termijn groeit deze beschikbaarheid trouwens door nieuwe pijplijnen ( recent Nordstream, binnenkort BPS-2, South Stream). Voor de Amerikaanse chemische industrie is de shale-gas “boom” een zegen; deze kan makkelijk concurreren tegen de Europese en Aziatische chemische bedrijven, die over het algemeen vier keer zo dure Naphta (olieprodukt) als input moeten gebruiken. Alleen de nieuwe Midden Oostencomplexen hebben hier geen last van, omdat ze de naphta meest tegen een lokale, veel lagere, prijs kopen. Voor de beursgenoteerde oliemaatschappijen betekent dit in een aantal gevallen pas op de plaats. Soms zelfs een teruggang; terwijl opbrengstprijzen gelijk blijven, lopen de kosten van grote nieuwe olie/gasprojekten enorm uit de hand. Zo kost het Gorgon gasprojekt in Australie (50% Chevron, 25% Shell in 2015 klaar), 50% meer dan gepland, $53 mrd in plaats van $37 mrd. Alleen grote oliemaatschappijen met een stijgende productie en tegelijkertijd een sterke aanwezigheid in redelijk kosten-stabiele regio’s zoals de VS, hebben hier minder last van. Denk aan Exxon. Van deze kostenstijgingen profiteren in een aantal gevallen de oliedienstverleners. De exploratie , vooral in diep water en van shale olie en –gas, wordt versterkt voortgezet; verwacht wordt dat de olieindustrie in 2013 in totaal $650mrd zal investeren, tegen $600 mrd in 2012. Gespecialiseerde bedrijven, zoals Fugro (diverse, o.a. subsea, survey), Transocean (offshoreboren, een turnaroundkandidaat na een aantal tegenslagen), National Oilwell Varco (maker van hoogwaardige equipment) en Helix Energy Solutions (subsea, robotics) kunnen hiervan profiteren. Een agressieve speler is ook boorbedrijf Seadrill, maar het is wel opletten of het zeer hoge dividend gehandhaafd kan blijven. (BvH)
9
Scenario 2013: Olie en gas
Tegen de achtergrond van algemene economische somberheid
STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
S t u d i o ro o s e g a a r d e
Studio Roosegaarde Kijk op het internet op de site www.studioroosegaarde.net dioroosegaarde.net en ontdek waarin ons kleine landje groot kan zijn. Daan Roosegaarde, oprichter en directeur van Studio Roosegaarde, probeert met kinderlijke onbevangenheid naar de wereld om hem heen te kijken. Met in zijn achterhoofd de kennis van wat er technisch allemaal mogelijk is maakt hij op deze manier een verbinding tussen de analoge en digitale wereld. Daan is een kunstenaar die de relatie legt tussen mens, kunst en ruimte, niet met verf en met een doek, maar gebruikmakend van de technologie. Luisterend naar Daan, raak je overtuigd dat alles in de wereld mogelijk is, dat al je ideeën kunnen leiden tot nieuwe inzichten. Met een enorme positieve kijk op wat er om hem heen gebeurt, inspireert hij andere mensen en ontwikkelt hij projecten over de hele wereld. De wereld ligt aan zijn voeten en gebruikmakend van onder andere magneetvelden, ledlampen en chipjes creëert hij technisch poëzie. Een prachtig voorbeeld hiervan is het project “ Dune” dat u vindt langs de Maas. Zestig meter lampjes die bewegen, geluid maken en u het idee geven dat er krekels zitten, of dat u gevolgd wordt door dieren. Een bijzondere beleving van de omgeving. In deze tijd waarin duurzaamheid en het voortbestaan van de aarde vaak onderwerp van gesprek is, heeft Studio Roosegaarde hier ook rekening mee gehouden. De lampen die er staan verbruiken 60 Watt, net zoveel als de lamp die uw grootouders vroeger boven de tafel hadden hangen. Energie “vangen”en gebruiken om daarmee direct de omgeving te veranderen is zichtbaar in Rotterdam waar al dansend energie opgewekt wordt, waardoor de vloer voortdurend wijzigt van kleur. En ach dacht Daan, als het op een dansvloer kan, waarom dan niet op snelwegen? Het in het openbaar benoemen van alle ideeën die hij heeft, opent de weg naar realisatie. Inmiddels is wegenbouwer Heijmans een samenwerking met de Studio aangegaan. “Slim en sexy.” Zo noemt Roland de Waal,
10
concerndirecteur van Heijmans, ’s lands eerste elektronische smart highway. Dit is een weg die onder meer inductiestroom teruglevert aan het verkeer dat er overheen rijdt. Deze energie uit de weg genereert verlichting en vult oplaadpunten voor elektrische auto’s. De bouwer: “Onze techneuten en designers zijn er al maanden achter hun tekentafels mee bezig. Over twee jaar beginnen we met testen, wat ons betreft ligt er over vijf jaar zo’n weg.” Zelf voegt Heijmans ook innovaties aan de weg toe. Topman De Waal: “Wij maken nu al asfalt dat warmte opslaat. Met dat materiaal houden wij de inrit naar ons kantoor in Rosmalen de hele winter vorstvrij.” “Het ontwerpen van interactieve verkeerswegen die naast warmte - als buffer tegen vorst - ook data kunnen opslaan, heeft toekomst. Realtime informatie over de kwaliteit van het wegdek onder invloed van verkeer, neerslag en temperatuur is essentieel voor de verkeersveiligheid. Dat gaan we allemaal realiseren!”
Bron: studioroosegaarde.net Foto’s ‘Daan Roosegaarde’ design
Vastgoed ETF
28 26 24 22 20 18 16 14
10 Dec-08 Mar-09 Jun-09 Sep-09 Dec-09 Mar-10 Jun-10 Sep-10 Dec-10 Mar-11 Jun-11 Sep-11 Dec-11 Mar-12 Jun-12 Sep-12
Koersverloop Digital Realty Trust in Amerikaanse dollars
90 80 70 60 50 40 30 20 Dec-08 Mar-09 Jun-09 Sep-09 Dec-09 Mar-10 Jun-10 Sep-10 Dec-10 Mar-11 Jun-11 Sep-11 Dec-11 Mar-12 Jun-12 Sep-12
11
*FFO = Funds available from Operations, een waarderingsmaatstaf voor vastgoedbeleggingen
12
Met een belegging in de zeer specifieke vastgoedmaatschappij Digital Realty Trust (DRT) wordt ingespeeld op de technologietrend van cloud computing. DRT is een Amerikaanse vastgoedmaatschappij, een REIT, die zich specifiek richt op het beheer van datacentra. Cloud computing is het, via het internet, op aanvraag beschikbaar stellen van hardware, software en gegevens, ongeveer zoals stroom uit het elektriciteitsnet. De eindgebruiker hoeft op deze manier geen eigenaar meer te zijn van de gebruikte hard- en software en is niet verantwoordelijk voor het onderhoud. De gebruiker neemt slechts de dienst af: “SaaS”, oftewel “software as a service”. De hardware (computers, servers) die dit mogelijk maakt moet echter wel ergens gehuisvest worden, gewoon op de grond, in stenen dus, maar wel in veilige, betrouwbare en kosteneffectieve gegevenscentra. De gebouwen die DRT beheert moeten aan hoge eisen voldoen, vanwege de enorme stroombehoefte en in verband met de koeling (airco), glasvezelverbindingen en brandveiligheid. De klanten zijn nationale en internationale bedrijven uit verschillende bedrijfssectoren: van IT en internet, tot fabricage en financiële diensten. Eén van de meest bekende cliënten van DRT is Facebook. Daarnaast prijken JP Morgan Chase, IBM, AT&T, HSBC en PepsiCo op de lijst van huurders. DRT had in oktober 2012, XX panden in beheer, verspreid over 28 markten in Europa, Noord-Amerika en Singapore. De onderneming voorziet verdere expansie in Azië en Australië. DRT heeft ook datacentra in Amsterdam. Wereldwijd is het de grootste gespecialiseerde marktpartij. Huurcontracten van datacentra in de VS hebben gemiddeld zelfs een duur van acht jaar, met een indexatie van 3% per jaar. Kosten voor tussentijdse technische verbeteringen in de gebouwen, zoals verhoogde vloeren voor extra bekabeling en de plaatsing en installatie van de nieuwe generatie servers, worden doorberekend aan de huurder. De bezettingsgraad van de faciliteiten van DRT lag de afgelopen drie jaar op gemiddeld 94%. Wij achten de huidige waardering van DRT zeer aantrekkelijk ten opzichte van de minder gespecialiseerde vastgoedbeleggingsmaatschappijen. DRT noteert een koers/FFO-ratio* van minder dan 15 tegen een gemiddelde van 17 voor Amerikaanse REITs. Bovendien is het dividendrendement met 4,7% duidelijk hoger dan het gemiddelde van de Amerikaanse REITs, waarbij ook nog eens de hoge groei van het uitgekeerde dividend, van meer dan 16% over de afgelopen vijf jaren, meetelt.
D i g i ta l R e a l i t y T ru s t
30
In 2011 deed beursgenoteerd vastgoed het minder, maar sinds maart 2009 behaalden de beursgenoteerde vastgoedfondsen gezamenlijk als activaklasse goede beleggingsresultaten, dankzij de prestaties in 2009, 2010 en 2012. Beursgenoteerde vastgoedfondsen bieden dan ook veel meer dan je op grond van alle berichtgeving over de Nederlandse woningmarkt, de leegstand van winkels, kantoren en andere bedrijfsruimten in Nederland zou verwachten. Internationaal blijken de trends van de netto huuropbrengsten en van de bezettingsgraad van vastgoedobjecten vaak heel anders te zijn dan die in ons eigen land. Maar ook over de, op de Amsterdamse beurs genoteerde vastgoedfondsen, hebben beleggers in 2012 niet te klagen, al zijn de verschillen groot. Unibail Rodamco presteerde uitstekend, Corio en Wereldhave redelijk, maar vooral Vastned en zekere ook Nieuwe Steen stelden teleur. Daarbij speelt de internationale diversificatie, of het gebrek daaraan, in de beleggingsresultaten zeker mee. Beleggen in een ETF is een alternatief. Vanwege de voorspelbare cashflow uit langjarige huurcontracten, wordt vastgoed doorgaans als een defensieve belegging beschouwd. Op grond van hun status van fiscale beleggingsinstelling zijn beursgenoteerde vastgoedfondKoersverloop iShares FTSE/EPRA European Property sen verplicht in euro's om hun fiscale winst volledig uit te keren. Internationaal ligt deze distributieverplichting, voor Real Estate Investment Trusts (REIT’s), op gemiddeld 90%. Veelal wordt daarom vrijwel het gehele directe beleggingsresultaat uitgekeerd. Het dividendrendement is dan ook een belangrijke reden voor de recente goede performance van deze activaklasse, waarbij beursgenoteerde vastgoedfondsen zelfs gunstig afsteken ten opzichte van aandelen in het algemeen. De uitkeringsverplichting weerhoudt beheerders van beursgenoteerd vastgoed er ook van dat zij de cashflow herinvesteren in minder rendabele projecten, zodat dit voor beleggers zelfs een mooie defensieve karakteristiek is. De volatiliteit van dividenduitkeringen is laag, dankzij stabiele, vaak geïndexeerde, inkomsten uit langjarige huurcontracten. Wie wil beleggen in beursgenoteerd vastgoed kan dat bijvoorbeeld ook doen door te beleggen in een Exchange Traded Fund (ETF) die tot doel heeft de performance van de FTSE EPRA/NAREIT Developed Europe ex UK Dividend+ Index zo nauwkeurig mogelijk te tracken. De ETF belegt in de onderliggende (fysieke) effecten waar de index uit bestaat. Deze index biedt posities in beursgenoteerde vastgoedbedrijven en REIT’s uit ontwikkelde Europese landen, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, met een eenjarig verwacht dividendrendement van minimaal 2%. De index is een gewogen index op basis van free float marktkapitalisatie.
Digital Reality Trust
STROEVE & LEMBERGER SINDS 1818
Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer www.stroevelemberger.nl
[email protected]
Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer Weesp Nesland 1-V 1382 MZ Weesp T +31 (0) 294 492 592 F +31 (0) 294 492 593
Stroeve & Lemberger Vermogensbeheer Maastricht Posthoornstraat 69 6219 NV Maastricht T +31 (0) 43 354 1222 F +31 (0) 43 325 9309