1
statutenwijziging
zaaknr. 29833
Op vijfentwintig augustus tweeduizend tien verschijnen voor mij, mr. Eva Maria Catharina Veenstra, hierna te noemen: notaris, als waarneemster van de heer mr. Hendrik Jan Trip, notaris te Zwolle: 1. de heer Krien Izaak van Splunder, (houder van paspoort nummer NL4845250), wonende te 4141 MN Leerdam, Bohemen 18, geboren te Drunen op zeventien mei negentienhonderd negenenveertig; 2. de heer Okke Pol, (houder van rijbewijs nummer 4284183407), wonende te 8266 BG Kampen, Lindestraat 3, geboren te Kollumerland en Nieuwkruisland op tweeëntwintig november negentienhonderd drieënveertig, te dezen handelend als voorzitter respectievelijk secretaris van na te melden vereniging en als zodanig gemelde vereniging rechtsgeldig vertegenwoordigd. De comparanten verklaren: - in de algemene vergadering van de vereniging: Protestants Christelijke Ouderen Bond, statutair gevestigd te Zwolle, kantoorhoudende te 8011 NE Zwolle, Blijmarkt 12, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Oost Nederland onder dossiernummer 40478111, gehouden te Nijkerk op zesentwintig mei tweeduizend tien is, met inachtneming van de statutaire bepalingen, besloten de statuten van de vereniging te wijzigen en deze wijzigingen in een notariële akte te doen vastleggen; - van één en ander blijkt uit concept notulen van gemelde vergadering, welke aan deze akte zijn gehecht. Ter uitvoering van vorenstaand besluit verklaren de comparanten, handelend als gemeld, dat de statuten van de vereniging worden vastgesteld als volgt: NAAM EN ZETEL Artikel 1. 1. De vereniging draagt de naam: Protestants Christelijke Ouderen Bond, afgekort PCOB, in deze statuten genoemd: de bond. 2. De bond is gevestigd te Zwolle.
2 GRONDSLAG Artikel 2. De bond aanvaardt de Bijbel als Gods woord voor zijn denken en handelen. DOEL EN WERKWIJZE Artikel 3. De bond stelt zich ten doel de geestelijk en materiële belangen van zowel de ouderen in het algemeen, als die van zijn leden in het bijzonder, op de meest doeltreffende wijze en in de meest uitgebreide zin te behartigen. Artikel 4. De bond tracht zijn doel te bereiken door: a. het in de samenleving opkomen voor de positie van de ouderen en het betrekken van de samenleving bij het wegnemen van belemmeringen en achterstanden ten aanzien van het welzijn van ouderen; b. het behartigen van de belangen van haar leden als belanghebbenden bij een ondernemings- en/of bedrijfstakpensioenfonds; c. het op verzoek of uit eigen beweging uitbrengen van adviezen aan de overheid en aan andere instellingen, die betrokken zijn bij het bevorderen van het welzijn van ouderen; d. het organiseren van sociale, sociaal-culturele, recreatieve, educatieve en voorlichtende activiteiten; e. het samenwerken met kerken, kerkelijke instellingen en daarmee vergelijkbare organisaties; f. het samenwerken met en het participeren in plaatselijke, regionale, provinciale, nationale en internationale organisaties; alles met behoud van de eigen identiteit en eigen zelfstandigheid; g. het uitgeven of doen uitgeven van periodieken en/of andere geschriften; h. het bevorderen van “public relations” in beeld, woord en geschrift; i. het geven van adviezen aan de leden; j. het verwerven van fondsen; k. het beleggen van vergaderingen en het nemen van organisatorische maatregelen; l. alle andere wettige middelen die bevorderlijk zijn voor het bereiken van het doel. GELDMIDDELEN Artikel 5. 1. Alle geldmiddelen en eigendommen van de bond, met inbegrip van die, welke in de praktijk worden beheerd door afdelingen of gewesten, horen toe aan de bond en worden beheerd door of namens het landelijk bestuur. 2. De middelen van de bond bestaan uit:
3 a. de contributies van de leden; b. opbrengsten van abonnementen op het bondsorgaan en andere periodieken; c. bijdragen van begunstigers; d. subsidies; e. schenkingen, legaten en erfstellingen; f. alle andere wettige baten. 3. Erfstellingen mogen niet anders worden aanvaard, dan onder voorrecht van boedelbeschrijving. Artikel 6. Het boekjaar van de bond valt samen met het kalenderjaar. LIDMAATSCHAP Artikel 7. De bond kent leden en ereleden. Artikel 8. 1. Leden zijn natuurlijke personen, die: a. door hun aanmelding voor het lidmaatschap blijk hebben gegeven in te stemmen met grondslag en doel van de bond en de leeftijd van ten minste vijftig jaar hebben bereikt; b. aan hun verplichtingen als lid voldoen. 2. Het lidmaatschap is persoonlijk en niet overdraagbaar. Artikel 9. Het landelijk bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen dispensatie van de gestelde leeftijdsgrens te verlenen. Artikel 10. Het lidmaatschap eindigt door: a. overlijden; b. opzegging door het lid; c. opzegging namens de bond; d. ontzetting door het landelijk bestuur. Artikel 11. 1. Opzegging van het lidmaatschap door het lid geschiedt schriftelijk tegen het einde van een kalenderjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste vier weken. 2. Onmiddellijke opzegging van het lidmaatschap door het lid naar aanleiding van een door de algemene vergadering genomen besluit dat de rechten van de leden beperkt of hun verplichtingen verzwaart, is uitgesloten. Artikel 12. Opzegging van het lidmaatschap namens de bond kan door het landelijk bestuur of door het afdelingsbestuur geschieden:
4 a. wegens wanbetaling; b. wegens het verlies van de vereisten voor het lidmaatschap; c. wanneer van de bond voortzetting van het lidmaatschap in redelijkheid niet kan worden gevergd; d. wanneer het lid zich schuldig maakt aan gedragingen, die de belangen van de bond in ernstige mate schaden. Artikel 13. Ontzetting uit het lidmaatschap kan door het landelijk bestuur na overleg met de afdeling, geschieden; a. wegens handelingen in strijd met de statuten en/of enig reglement; b. wegens handelingen in strijd met besluiten van enig orgaan van de bond; c. wegens het op onredelijke wijze benadelen van de bond. Artikel 14. 1. Voordat een besluit als bedoeld in artikel 12 of 13 wordt genomen, dient het lid per aangetekend schrijven met opgave van redenen van het voornemen in kennis te worden gesteld, teneinde zich schriftelijk danwel mondeling te kunnen verantwoorden en de gelegenheid te hebben zich te verdedigen tegenover het bestuur dat voornemens is dit besluit te nemen. 2. Niet eerder dan twee weken en niet later dan zes weken nadat de gelegenheid tot verantwoording en verdediging is gegeven wordt over de opzegging casu quo ontzetting beslist. 3. Van het besluit tot opzegging casu quo ontzetting wordt het betrokken lid binnen tien dagen onder opgave van redenen per aangetekend schrijven in kennis gesteld. 4.1. Opzegging van het lidmaatschap namens de bond geschiedt tegen een bepaalde datum met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste vier weken. 4.2. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt eveneens tegen een bepaalde datum; inachtneming van een opzegtermijn is hierbij niet vereist. 5. Het lid heeft de gelegenheid binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving tegen het besluit in beroep te gaan bij de arbitragecommissie, bedoeld in artikel 48. 6. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. Artikel 15. 1.1. Over toetreding als lid beslist als regel het bestuur van de afdeling, zoals bedoeld in artikel 17 lid 1 in wiens gebied het kandidaat-lid woont. Deze toetreding kan in bijzondere gevallen door het landelijk bestuur ongedaan worden gemaakt. 1.2. Bij het ongedaan maken van de toetreding kan de arbitragecommissie, bedoeld in artikel 48, alsnog tot toetreding besluiten. De wijze van toetreding en het beroep op de arbitragecommissie worden geregeld bij huishoudelijk reglement.
5 2. Over toetreding als lid van een afdeling zoals bedoeld in artikel 17 lid 2 en lid 3 beslist het landelijk bestuur. 3. Elk lid van de bond maakt deel uit van een afdeling, zoals bedoeld in artikel 17. Artikel 16. 1. Ereleden kunnen zijn natuurlijke personen, die, al of niet lid van de bond, zich jegens de bond of zijn onderdelen bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt. 2. De wijze van benoeming van ereleden wordt nader geregeld bij huishoudelijk reglement. AFDELINGEN Artikel 17. 1. Het landelijk bestuur stelt afdelingen in waarvan de grenzen in principe samenvallen met de gemeentegrenzen. Een andere indeling is mogelijk als de plaatselijke omstandigheden daartoe aanleiding geven. Het is een afdeling niet toegestaan zich in te schrijven in het handelsregister. 2. In afwijking van het in het vorig lid bepaalde, stelt het landelijk bestuur per gewest een of meer afdeling(en) in voor verspreide leden, bestaande uit binnen de gewestgrenzen wonende leden uit diverse gemeenten, waar nog geen plaatselijke afdeling kan worden ingesteld. 3.1. In afwijking van het in lid 1 bepaalde stelt het landelijk bestuur een landelijke afdeling voor rechtstreekse leden in, bestaande uit leden die uitdrukkelijk de wens te kennen hebben gegeven zich te laten inschrijven als rechtstreeks lid van de landelijke organisatie. 3.2. De landelijke afdeling maakt deel uit van het gewest waarbinnen het bondskantoor is gevestigd, tenzij het landelijk bestuur in overleg met de betrokken gewestbesturen anders beslist. Artikel 18. Een afdeling kan niet in meer dan één gewest worden ingedeeld. Artikel 19. Alle afdelingen hebben gelijke rechten en plichten, tenzij in deze statuten anders is bepaald. Artikel 20. Taken en bevoegdheden van de afdelingen worden nader geregeld bij huishoudelijk reglement. GEWESTEN Artikel 21. 1. Het landelijk bestuur stelt gewesten in, waarvan de grenzen in principe samenvallen met de grenzen van de provincies. Het is gewesten niet toegestaan zich in te schrijven in
6 het handelsregister. 2. Indien door wettelijke regelingen dit noodzakelijk of wenselijk is, stelt het landelijk bestuur- in overleg met het gewestbestuur- bovendien gewesten in, waarvan de grenzen samenvallen met die, vermeld in bedoelde regelingen. Artikel 22. Alle gewesten hebben gelijke rechten en verplichtingen, tenzij in deze statuten anders is bepaald. Artikel 23. Taken en bevoegdheden van de gewesten kunnen nader worden geregeld bij huishoudelijk reglement. DE ALGEMENE VERGADERING Artikel 24. 1. De algemene vergadering bestaat uit: a. drie afgevaardigden per gewest, van wie tenminste één lid is van het gewestbestuur, bij voorkeur de voorzitter van het gewest; b. de leden van het landelijk bestuur. 2.1. De afgevaardigden worden door het betreffende gewest voor drie jaren benoemd. 2.2. De wijze van verkiezing en benoeming van de afgevaardigden wordt bij huishoudelijk reglement geregeld. 2.3. De leden van de afdelingen die tot het betreffende gewest behoren, moeten middellijk of onmiddellijk aan de verkiezing kunnen deelnemen. 3. De afgevaardigden kunnen namens het gewest in de algemene vergadering het woord voeren. 4.1. De algemene vergadering is openbaar. 4.2. De algemene vergadering kan besluiten dat de vergadering of een gedeelte daarvan niet openbaar is. Artikel 25. 1. Per gewest heeft de afgevaardigde die door een schriftelijke opgave van het gewest daartoe is aangewezen in de algemene vergadering stemrecht. Voor het geval deze afgevaardigde niet aanwezig kan zijn, worden door het gewest uit de afgevaardigden een eerste en een tweede plaatsvervanger benoemd. Ook hiervan doet het gewest schriftelijk van te voren opgave. 2. De afgevaardigde met stemrecht brengt namens het gewest een gewogen stem uit. 3. Het gewicht van de stem van de stemgerechtigde afgevaardigde wordt als volgt berekend: Het aantal door het gewest uit te brengen stemmen is gelijk aan het aantal leden van de gezamenlijke afdelingen in het gewest dat op één juli van het kalenderjaar voorafgaand
7 aan de algemene vergadering is ingeschreven als lid, gedeeld door tweeduizend en naar boven afgerond tot een geheel getal. 4. De leden van het landelijk bestuur hebben in de algemene vergadering adviesrecht. Artikel 26. 1. Tenminste twee maal per jaar wordt een algemene vergadering gehouden, eenmaal in het voorjaar en eenmaal in het najaar. 2. Een algemene vergadering wordt door het landelijk bestuur uitgeschreven. 3. De vergaderingen staan onder leiding van de voorzitter van de bond of diens plaatsvervanger. 4. Als secretaris fungeert de secretaris van de bond. Artikel 27. 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 26 is het landelijk bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering, wanneer een of meer gewesten, gerechtigd tot het uitbrengen van tenminste tien procent van de stemmen, daartoe een met redenen omkleed - schriftelijk verzoek indien(t)en. 2. Het bestuur is verplicht tot deze bijeenroeping op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. 3. Als aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping van de algemene vergadering overgaan op de wijze waarop het bestuur de algemene vergadering bijeenroept. 4. Deze algemene vergadering zal zo nodig zelf voorzien in het voorzitterschap en het secretariaat. 5. Door de in lid 3 bedoelde vergadering rechtsgeldig genomen besluiten hebben dezelfde rechtskracht als rechtsgeldig genomen besluiten van een door het landelijk bestuur uitgeschreven algemene vergadering. Artikel 28. Voor elke algemene vergadering wordt de agenda acht weken van tevoren aan de gewestbesturen schriftelijk bekend gemaakt, met inachtneming van een langere termijn zoals vermeld in artikel 49. Tegelijkertijd wordt aan de secretarissen van de afdelingen de agenda gestuurd. Artikel 29. 1. Het landelijk bestuur brengt in een algemene vergadering, gehouden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in de bond en over het gevoerde beleid. 2.1. Het landelijk bestuur legt op deze algemene vergadering de jaarrekening bestaande uit de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring over aan de vergadering.
8 2.2. De jaarrekening dient te zijn voorzien van een schriftelijke verklaring van een registeraccountant. 2.3. Goedkeuring van de jaarrekening strekt tot decharge van het landelijke bestuur voor het gevoerde financiële beheer, tenzij de algemene vergadering, met redenen omkleed, anders beslist. Artikel 30. In een algemene vergadering in het voorjaar komen tevens aan de orde: a. de voorziening in de vacatures voor het landelijk bestuur, de arbitragecommissie en andere commissies waarvan de leden door de algemene vergadering dienen te worden benoemd; b. de stand van zaken over de hoofdlijnen van beleid en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties. Artikel 31. 1. In een algemene vergadering in het najaar, uiterlijk vijf december, komen in ieder geval aan de orde: - de begroting met toelichting en de beleidsvoornemens voor het daarop volgende jaar; - de contributieafdracht aan de landelijke organisaties voor komend(e) jaar(jaren). 2. De begroting voor het komende jaar wordt in deze algemene vergadering vastgesteld. 3. In deze vergadering komt zo nodig de voorziening van tussentijdse vacatures aan de orde. Artikel 32. 1. Een algemene vergadering kan slechts rechtsgeldige besluiten nemen indien tenminste de helft plus één van het aantal mogelijk aanwezige stemmen vertegenwoordigd is, tenzij de statuten voor bepaalde besluiten anders voorschrijven. 2. Indien bij gebreke van het quorum, geen rechtsgeldige besluiten kunnen worden genomen, kan binnen zes weken, maar niet op dezelfde dag, een nieuwe algemene vergadering worden gehouden waarin, voor zover het de besluiten betreft die niet konden worden genomen vanwege het ontbreken van het quorum, rechtsgeldige besluiten kunnen worden genomen ongeacht het aantal aanwezige stemmen. DE ALGEMENE VERGADERING - TAKEN EN BEVOEGDHEDEN Artikel 33. De algemene vergadering heeft voorts de volgende bevoegdheden; a. het nemen van besluiten met betrekking tot voorstellen voor het in de toekomst te voeren beleid; b. het verlenen of het onthouden van toestemming aan het landelijk bestuur voor het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten, waarbij de bond zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt,
9 zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt; c. het benoemen van de accountant op voorstel van het landelijk bestuur; d. het vaststellen, respectievelijk wijzigen van het algemeen huishoudelijk reglement; e. het wijzigen van de statuten, met inachtneming van het bepaalde in artikel 49; f. het ontbinden van de bond, met inachtneming van het bepaalde in artikel 50; g. het verlenen van toestemming voor het aangaan van verstrekkende samenwerkingsverbanden, nader te regelen bij huishoudelijk reglement; h. alle verdere bevoegdheden welke niet door de wet, door deze statuten of het huishoudelijk reglement aan andere organen zijn – of zullen worden – opgedragen. Artikel 34. Zaken met betrekking tot de inrichting van de algemene vergadering worden nader geregeld bij huishoudelijk reglement. ALGEMENE VERGADERING - STEMMINGEN Artikel 35. Stemmen bij volmacht is uitgesloten. Artikel 36. 1. Stemming over zaken geschiedt mondeling of elektronisch. Stemming over personen geschiedt schriftelijk of elektronisch. 2. Als er geen tegenkandidaten zijn ingediend en er op de daarop betrekking hebbende vraag van de voorzitter geen afgevaardigde schriftelijke stemming wenst, kunnen personen bij acclamatie worden benoemd. 3. Verkrijgt bij de stemming niemand de volstrekte meerderheid, dan vindt herstemming plaats tussen hen die bij de eerste stemming of gelijkelijk het hoogste aantal stemmen hebben verkregen. 4. Indien bij de tweede stemming door staking van stemmen geen beslissing wordt verkregen, dan wordt geloot. 5. Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. 6. Onder stemmen wordt verstaan geldig uitgebrachte stemmen; blanco stemmen zijn geen geldig uitgebrachte stemmen. HET LANDELIJK BESTUUR Artikel 37. De leiding van de bond berust bij het landelijk bestuur, bestaande uit zeven leden. Artikel 38. 1.a. De algemene vergadering kiest de zeven leden van het landelijk bestuur, waarvan de voorzitter in functie wordt gekozen.
10 1.b. De overige functies binnen het landelijk bestuur worden in onderling overleg verdeeld. 2. Bij vacatures blijft het landelijk bestuur bevoegd zolang tenminste vier bestuursleden in functie zijn. 3.1. Het bestuur is verplicht om zo spoedig mogelijk in de vacatures te doen voorzien. 3.2. Het landelijk bestuur stelt bij iedere vacature één kandidaat. Gewesten kunnen voor iedere vacature, na overleg met de onder hen ressorterende afdelingen, schriftelijk tegenkandidaten voordragen bij het landelijk bestuur. De gang van zaken wordt bij huishoudelijk reglement nader uitgewerkt. Artikel 39. 1. De leden van het landelijk bestuur worden voor een periode van drie jaren gekozen en zijn terstond herkiesbaar, doch hoogstens tweemaal achtereen en in beginsel uitsluitend voor een volledige zittingstermijn. 2. Ingeval een lid van het landelijk bestuur zijn zittingsperiode niet uitdient, treedt degene die in zijn plaats wordt gekozen af in het jaar waarin zijn voorganger afgetreden zou zijn. Wanneer deze opvolger bij het in de vorige zin genoemde aftreden maximaal één jaar en één week in functie is, is hij drie maal herkiesbaar, telkens voor de periode van drie jaar. Wanneer hij op dat moment langer dan één jaar en één week in functie is, is hij twee maal herkiesbaar, telkens voor de periode van drie jaar. 3. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op alle organen, commissies en werkgroepen van de bond. Artikel 40. 1. Een lid van het landelijk bestuur kan door de algemene vergadering worden geschorst of van zijn functie ontheven. 2. Tegen de schorsing of ontheffing kan binnen één maand in beroep worden gegaan bij de arbitragecommissie, bedoeld in artikel 48. Artikel 41. 1. Het landelijk bestuur kan adviescommissies benoemen, die met betrekking tot bepaalde onderdelen van het werkterrein gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan het landelijk bestuur. 2. Het landelijk bestuur kan werkgroepen benoemen, waarvan uitvoerende taken onder verantwoordelijkheid van het landelijk bestuur worden opgedragen. Artikel 42. Behoudens de in deze statuten genoemde bevoegdheden voor de algemene vergadering, is het landelijk bestuur bevoegd tot het verrichten van alle rechtshandelingen. Artikel 43.
11 1. Het landelijk bestuur kan slechts rechtsgeldige besluiten nemen, indien tenminste de helft van zijn leden aanwezig is. 2. Op vergaderingen van het landelijk bestuur kan ieder lid één stem uitbrengen. Artikel 44. Taken en bevoegdheden van het landelijk bestuur worden nader geregeld bij huishoudelijk reglement. VERTEGENWOORDIGING Artikel 45. 1. De bond wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door: a. het landelijk bestuur; b. twee gezamenlijk handelende leden van het landelijk bestuur, onder wie in ieder geval de voorzitter, dan wel in geval van diens belet of ontstentenis, de tweede voorzitter of bij diens afwezigheid de secretaris. 2.1. Het landelijk bestuur kan ook aan andere bestuurders, aan de directeur en aan derden schriftelijk volmacht verlenen namens de bond te handelen. 2.2. Deze volmachtverlening wordt nader geregeld bij huishoudelijk reglement. REGLEMENTEN Artikel 46. 1. Ieder organisatorisch onderdeel van de bond is bevoegd tot het opstellen van een huishoudelijk reglement, dat niet in strijd mag zijn met deze statuten en het huishoudelijk reglement van de bond. 2. Elk huishoudelijk reglement behoeft, behoudens het in lid 3 bepaalde, de goedkeuring van het landelijk bestuur, alvorens in werking te treden. 3. Bij het ontbreken van een eigen huishoudelijk reglement is ieder organisatorisch onderdeel van de bond gehouden aan de desbetreffende modelreglementen. RESERVES Artikel 47. 1. De bond is verplicht - op grond van een akte van overdracht vermogen op elf december tweeduizend twee verleden voor mr. D. Klein, notaris te Zwolle - op haar balans een onderhoudsvoorziening op te nemen ter zake van het onderhoud van het gebouw Blijmarkt 12 te Zwolle en daarnaast een continuïteitsreserve aan te houden voor de financiering van mogelijke afvloeiingsregelingen van het personeel, alsmede een reservefonds voor bijdragen aan afdelingen en gewesten die financiële ondersteuning behoeven en een organisatiereserve. 2. In afwijking van de normale besluitvorming in de algemene vergadering zal voor besluiten tot opheffing of vermindering van deze verplichte reserves buiten de doelstelling waarvoor zij in het leven zijn geroepen, de gekwalificeerde meerderheid
12 zoals genoemd in artikel 49 gelden. GESCHILLEN Artikel 48. 1. Bij verschil van mening over uitlegging van de statuten, van het bij of krachtens het huishoudelijk reglement bepaalde, van besluiten van de algemene vergadering, alsook in alle gevallen waarin de statuten en/of het huishoudelijk reglement niet voorzien, beslist het landelijk bestuur. 2. Geschillen, als bedoeld in de artikelen 14 lid 5, 15 lid 1.2. en 40 lid 2 van deze statuten en als bedoeld in het huishoudelijk reglement, worden voorgelegd aan een arbitragecommissie, bestaande uit drie personen. Dit is eveneens van toepassing in geval van geschil tussen afdelingen, respectievelijk gewesten en het landelijk bestuur en geschil tussen afdelingen en gewesten. 3. De leden van de arbitragecommissie alsmede hun vervangers worden gekozen door de algemene vergadering voor een periode van drie jaar. 4. Taak en werkwijze van deze commissie worden nader geregeld bij huishoudelijk reglement. 5. Leden van het landelijk bestuur zijn niet benoembaar in deze commissie. WIJZIGING STATUTEN Artikel 49. 1. In deze statuten kan geen wijziging worden gebracht, dan door een besluit van de algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling, dat in die vergadering wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. 2. De artikelen 2 en 3 van de statuten en deze zin mogen nimmer worden gewijzigd. 3. Een voorstel tot wijziging van de statuten, dat niet door het landelijk bestuur wordt gedaan, wordt slechts op de agenda van de algemene vergadering geplaatst, indien het tenminste zes maanden voor die algemene vergadering door een gewestbestuur bij het landelijk bestuur is ingediend. 4. Het landelijk bestuur doet het voorstel tot wijziging van de statuten ten minste acht weken voor de algemene vergadering aan de afdelingen van de bond toekomen en voorziet het voorstel van toelichting, of, indien het voorstel niet door het landelijk bestuur is gedaan, van een met redenen omkleed pré-advies. 5. Tenminste veertien dagen voor de vergadering moet het voorstel waarin de voorgedragen wijzigingen woordelijk zijn opgenomen aan de afgevaardigden van de gewesten ter kennis zijn gebracht. 6. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste twee/derde gedeelte van de geldig uitgebrachte stemmen in een algemene vergadering waarin tenminste twee/derde van het mogelijk zijnde aantal stemmen vertegenwoordigd is.
13 7. Is niet twee/derde gedeelte van het aantal mogelijke stemmen vertegenwoordigd, dan kan binnen een maand daarna, maar niet op dezelfde dag, een tweede vergadering worden gehouden, waarin ongeacht het aantal aanwezige stemmen over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, kan worden besloten, eveneens met een meerderheid van tenminste twee/derde gedeelte van de geldig uitgebrachte stemmen. ONTBINDING Artikel 50. 1. De bond kan te allen tijde worden ontbonden, wanneer op een uitsluitend voor dat doel op een termijn van tenminste twee maanden bijeengeroepen algemene vergadering daartoe wordt besloten. 2. Bij de agenda voor die vergadering wordt een gemotiveerd voorstel tot ontbinding gevoegd. 3. Het besluit tot ontbinding behoeft drie/vierde gedeelte van de geldig uitgebrachte stemmen. 4. Indien in deze algemene vergadering niet tenminste drie/vierde gedeelte van het aantal leden is vertegenwoordigd, is deze vergadering onbevoegd tot het nemen van een besluit tot ontbinding van de bond. Artikel 51. 1. Het landelijk bestuur treedt na de ontbinding op als vereffenaar van de bond. 2. Het landelijk bestuur, dan wel de overgebleven leden van de bond, bepaalt (bepalen) de bestemming van het batig saldo, zoveel mogelijk in overeenstemming met grondslag en doelstelling, zoals vermeld in artikelen 2 en 3 van deze statuten. Artikel 52. Deze gewijzigde statuten treden in werking op de datum na de dag van het verlijden van de notariële akte van de statutenwijziging. De comparanten zijn mij, notaris, bekend. Deze akte is verleden te Zwolle, op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. Na zakelijke inhoudsopgave van deze akte en een toelichting daarop hebben de comparanten eenparig verklaard van de inhoud van deze akte te hebben kennisgenomen en daarmee in te stemmen. Daarna is de akte door mij, notaris, gedeeltelijk voorgelezen. Onmiddellijk na beperkte voorlezing is de akte door de comparanten en vervolgens door mij, notaris, ondertekend.