Stadsbestuur Leuven Professor Van Overstraetenplein 1 3000 Leuven NIS-code : 24062
TOELICHTING BIJ HET MEERJARENPLAN 2014 - 2019
Secretaris Gust Vriens Financieel beheerder Luc Aerts
INVENTARIS TOELICHTING BIJ HET MEERJARENPLAN 2014-2019 Omgevingsanalyse Participatie Financiële risico’s Overzicht van de beleidsdoelstellingen Interne organisatie • Organogram • TM1 Personeel • Overzicht budgethouders • Overzicht beleidsdomeinen per beleidsveld • Overzicht van de entiteiten onder de financiële vaste activa • Fiscaliteit • Tm2 De financiële schulden • • • • •
Stadsbestuur Leuven Professor Van Overstraetenplein 1 3000 Leuven NIS-code : 24062
Meerjarenplan 2014 - 2019 OMGEVINGSANALYSE
Secretaris Gust Vriens Financieel beheerder Luc Aerts
BBC
Omge S can ving Omgevingsanalyse
Stad Leuven Synthese Omgevingsanalyse 7 februari 2013
Stad Leuven
Omgevingsanalyse : methodiek
BBC
De omgevingsanalyse is een verplichte toelichting bij het meerjarenplan (art. 9). Dit is een motivering en verantwoording voor de gekozen beleidsprioriteiten in het meerjarenplan. Tegelijk kan de omgevingsanalyse een basis zijn voor oriëntatie van het beleid en voor het bepalen van de beleidsprioriteiten. Het beleid zal erop gericht zijn te veranderen, verbeteren, versterken, in te spelen op maatschappelijke evoluties … De omgevingsanalyse wordt uitgevoerd aan de hand van de SWOT-methodologie. In een eerste stadium kunnen (per dienst of cluster) de sterke en zwakke punten van de organisatie (intern), en de opportuniteiten en bedreigingen rondom de organisatie (extern) worden opgelijst. Dit resultaat is een weergave van het profiel van de organisatie binnen haar omgeving : omgevingsanalyse. In een verder stadium kan deze analyse leiden tot aanbevelingen, concrete voorstellen tot verbetering in actieplannen en acties die opgenomen worden in een inspiratienota. Op basis van deze analyse (en nota) en de beleidsprioriteiten van de nieuwe beleidsploeg kunnen de beleidsdoelstellingen voor het meerjarenplan worden bepaald.
2
Stad Leuven
Omgevingsanalyse : methodiek
OMGEVINGSANALYSE
BBC
Inspiratienota
Interne Intern rn ne analyse SWOT-ANALYSE SWOT OT T-ANALYS A SE
Aanbevelingen
Externe Extern ern rne analyse rn
3
Stad Leuven
Omgevingsanalyse : project … vervolg
BBC
Het resultaat van de omgevingsanalyse is een rapport waaruit een overzicht van aanbevelingen kan worden afgeleid in een inspiratienota. Deze nota is (samen met het rapport) de basis voor overleg met de beleidsploeg.
Omgevingsanalyse
u
De inspiratienota profileert de organisatie binnen haar omgeving. Vanuit de expertise van de administratie zijn aanbevelingen geformuleerd.
v
Afstemming met beleidsvisie
De inspiratienota wordt naast de visie van de beleidsploeg gelegd. Daaruit ontstaat een ontwerp van beleidsplan.
w
Afstemming op Vlaams beleid
Het ontwerp van beleidsplan wordt desgevallend aangepast en afgestemd op de Vlaamse beleidsprioriteiten.
x
Toetsen aan externe partners
Het ontwerp van beleidsplan wordt getoetst met externe partners (burgers, belangengroepen, …) en aangepast of bijgestuurd.
4
Stad Leuven
Omgevingsanalyse : project … vervolg
BBC
Strategische beleidsplanning komt tot stand door interactie en afstemming tussen deze 4 actoren. Op die manier zal het beleid in overeenstemming zijn met de diverse ‘stakeholders’ en ook gedragen zijn door de administratie.
Opstartvergadering
Werksessie mandatarisdienst
Verwerking
Werksessie beleidsploeg
Februari – April (2013)
Participatie
Verwerking
April – Mei (2013)
Bepalen prioritair beleid
Bepalen van indicatoren
Juni – September (2013)
5
Stad Leuven
Omgevingsanalyse : methodiek
BBC
De SWOT-analyse wordt opgebouwd rond de clusters die afgelijnd werden in de opstartvergadering. Deze clusters zijn een groepering van verwante diensten die vaak een gemeenschappelijk of overlappend werkterrein beslaan. Deze clusters komen veelal overeen met de beleidsdomeinen in BBC, of kunnen daarop worden afgestemd. Voor elke cluster is een interne en externe analyse gemaakt. Voor Stad Leuven is gekozen voor de volgende clusters: 1 Algemene Zaken
8 Openbaar domein
2 Communicatie en Stadsmarketing
9 Dienst Facilitybeheer
3 Ruimtelijke Ontwikkeling
10 Sport
4 Sociale Zaken
11 Burgerzaken
5 Financiën
12 AGM
6 Personeel
13 AGSL
7 Cultuur
6
Stad Leuven
Omgevingsanalyse : methodiek
BBC
De interne-analyse is opgebouwd rond 7 vlakken. Aan de hand van 10 gerichte gesloten vragen binnen elk vlak wordt het interne profiel belicht en geëvalueerd.
1 Strategie en planning 2 Financieel beheer 3 Innovatie en dienstverlening 4 Communicatie en reputatie
De interne SWOT-analyse wordt weergegeven in een positioneringsroos. Voor de interne analyse blijkt uit de roos op welke van de 7 vlakken de cluster sterk of zwak presteert. Tevens blijkt welke vlakken als belangrijk of minder belangrijk worden aanzien. Daaruit kan worden afgeleid wat de werkpunten zijn voor de interne organisatie.
5 Kwaliteit en interne controle 6 Personeel en organisatie
:
Mate van belang volgens cluster
:
Clusterscore
:
Score Q&A
7 Samenwerking en netwerken
7
Stad Leuven
Omgevingsanalyse : methodiek
BBC
De externe-analyse (OT) wordt opgebouwd rond 6 vlakken. Aan de hand van een open vraag binnen elk vlak schetsen we de omgeving van de organisatie en de mogelijke impact. Hiervan op het beleid. Deze vragen worden door de clusterverantwoordelijken beantwoord met kennis van het basisprofiel van de organisatie uit de beschikbare statistieken.
1 Institutioneel 2 Economisch 3 Demografisch en sociaal 4 Technologisch
De externe SWOT-analyse wordt weergegeven in een positioneringsroos. Voor de externe analyse blijkt uit de roos welke de belangrijkste omgevingsfactoren zijn die impact hebben op de organisatie en in welke mate de organisatie daarvoor klaar is of niet, of zich daarop afstemt of kan afstemmen.
5 Ecologisch
:
Mate van belang volgens cluster
6 Maatschappelijk
:
Clusterscore
8
Stad Leuven - Synthese
BBC
Basisprofiel
9
Omgevingsanalyse : basisprofiel*
Gegevens
Lokaal
Inwoners
97.470
BBC
Belfius-cluster
Vlaams
Laatste meting 2012
Grijze druk
34,56 (38,89 in 1997)
2010
Groene druk
32,09 (35,17 in 1997)
2010
Groei
+8,5%
+7%
+5,2%
2010
bevolkingsprojectie 2030
108.784
/
/
/
Vreemdelingen/1000 inw
142,6
121,1
63,9
2010
Groei Alleenwonend. (vr)
+13,5%
+4,2%
+15,7%
2009
Groei Alleenwonend. (M)
+24,8%
+15,2%
+23,8%
2009
Aanvullende personenbel.
7,5%
7,2%
7,2%
2012
Waarde 1% APB/inwoner
46
34
36
2010
Indien niet vermeld, is het basisjaar 2000
Omgevingsanalyse : basisprofiel*
Gegevens
BBC
Lokaal
Belfius-cluster
Vlaams
Laatste meting
1.400
1.525
1.340
2012
28
27
21
2010
VTE/1000 inw. stad
8,98
12,55
8,20
2010
VTE/1000 inw. OCMW
6,59
6,06
5,20
2010
+29,0%
+19,7%
/
2012
€173,8
€201,3
€155,4
2010
391,7 kg
524,9 kg
524,8 kg
2010
98,5%
98,4%
92%
2009
75,9
68,1
70,7
2009
-35,4%
+29%
-14 %
2010
Onroerende voorheffing Waarde 100 opct. OV
Groei aant. ondernemingen Gem. verkoopprijs bouwgrond/m² Kg hh afval per inw/jaar Rioleringsgraad (uitvoering) Zuiveringsgraad Groei verkeersongevallen
BELFIUS. Grote steden en regionale steden (Cluster V15)
Omgevingsanalyse : basisprofiel*
BBC
Gegevens
Lokaal
Belfius-cluster
Vlaams
Laatste meting
Groei Verkeersongevallen met fietsers
-21,3%
+59,8%
-0,5%
2009
Soc.huurwoningen/app. /aantal private huishoudens
6,9
9,1
5,5
2008
Jobratio
121,5%
105,8%
73,4%
2009
Werkloosheidsgraad 10/2012
6,89%
/
7,11%
2012
€18.129
€15.771
€16.620
2009
Leefloontrekkenden/1000 inw
7,9
10,7
4,1
2010
Plaatsen in wzc/1000 65+
68
61,6
58,2
2010
75,4
68
31,4
2010
Gemiddeld inkomen/inw.
Geregistreerde diefstallen en afpersingen/1000 inw
Bronnen: http://www.ibz.rrn.fgov.be; http://aps.vlaanderen.be/lokaal/lokale_statistieken.htm; http://arvastat.vdab.be/arvastat/index.html
Omgevingsanalyse : basisprofiel*
Gegevens
Lokaal
BBC Totaal 13 centrumsteden
Laatste meting
Participatie in het verenigingsleven
49,9%
45,5%
2011
Fierheid over de eigen stad
76,2%
68,8%
2011
Aantrekkingskracht van het secundair onderwijs (2010-2011)
233%
166%
2011
Tevredenheid over het aanbod aan onderwijsvoorzieningen
91,8%
86,6%
2011
Spanningsindicator
2,1
3,5
2010
Netto-jobcreatie
+1,7%
-0,8%
2009
Algemeen onveiligheidsgevoel stad
3,4%
12,6%
2011
Huishoudens met een woonquote van meer dan 30%.
27,3%
23,3%
2011
Actieve betrokkenheid van de burger
14,6%
13,8%
2011
Omgevingsanalyse : basisprofiel*
Gegevens
Lokaal
BBC Totaal 13 centrumsteden
Laatste meting
Verhuisintentie
32,1%
26,7%
2011
Elementair comfortniveau van de woning
97,0%
96,4%
2011
Hoog comfortniveau van de woning
81,3%
72,3%
2011
Bereikbaarheid van het centrum van de stad
95,1%
93,2%
2011
Tevredenheid over loketvoorzieningen
85,1%
76,4%
2011
Betaalbaarheid van zorg en opvang
4,0%
7,0%
2011
Sociale integratie in de buurt
57,7%
57,2%
2011
Huishoudens met betalingsmoeilijkheden
9,4%
15,3%
2011
Tevredenheid over aanbod aan openbaar groen in de stad
81,5%
73,9%
2011
Houding tegenover diversiteit
56,1%
43,4%
2011
Vertrouwen in het stadsbestuur
43,6%
32,2%
2011
Omgevingsanalyse : basisprofiel*
Gegevens Cultuurparticipatiegraad
BBC Laatste meting
±76% (± 82% in 2000)
2011
2.225.655 leden (2.578.382 leden in 2007)
2010
Algemene sportdeelname man
± 57% (± 60% in 1999)
2011
Algemene sportdeelname vrouw
± 42 % (±45% in 1999)
2011
Algemene tevredenheid toerisme
Niet tevreden: 1%, tevreden: 21%, heel tevreden:78%
2011
± 380 (± 325 in 2005)
2011
Aantal gezinnen min. 4 u gezinszorg
90.000 (57.000 in 1997)
2009
Vreemdelingen naar Vlaams gewest
± 445.000 (±249.000 in 1991)
2011
3,0
2011
± 9% (± 8,2 % in 2008)
2010
6%
2011
Leden sociaal-culturele verenigingen
Kinderopvangcapaciteit < 3 j. (per 1000 kinderen)
Intolerantie index Bevolking onder armoederisicodrempel Projectie 2020 armoederisicodrempel
Omgevingsanalyse : basisprofiel*
Gegevens
BBC Laatste meting
Kansarmoede-index
9,5%
2011
% schooltoelage in het basisonderwijs
21%
2011
59,4 jaar
2010
0,9%
2011
Aandeel zelfstandigen
9,4% (EU-27 10,3%)
2011
Tewerkstelling in kennisintensieve sectoren
9,7% (EU-27 8,2%)
2010
Bebouwingsgraad
27%
2011
Aantal huiseigenaars
77%
2011
Vroegtijdige schoolverlaters
9,7%
2009
Aandeel hernieuwbare energie
3,8%
2011
Biologisch landbouwareaal
0,6%
2011
Uittredeleeftijd
Tewerkstelling sociale economie
Stad Leuven - Synthese
BBC
Interne analyse
17
Stad Leuven - Synthese
Interne analyse :
BBC
Vertrekpunt:
Er is nood aan overkoepelende strategische capaciteit. Op ‘kruispuntdenken’ wordt al sterk ingezet, maar er zijn nog uitbreidingsmogelijkheden zoals het versterken van de verbinding met de diensten (minder verkokerd, maar meer integraal werken). Het voeren van strategisch overleg, stadsbreed, met alle afdelingen en met het beleidsniveau is een noodzaak.
18
Stad Leuven - Synthese
Interne analyse :
1 Strategie en planning
BBC
organisatie-brede uitdagingen De organisatie maakt nog te weinig gebruik van data als basis voor het beleid. De behoefte aan data wordt nog te weinig strategisch in kaart gebracht.
Randvoorwaarden, aandachtspunten
- Er zit veel data verspreid in sub-databanken. - Duidelijke proceseigenaar is nodig.
Mogelijke organisatiebrede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- De basisgegevens die beschikbaar zijn binnen de stad kunnen in een centrale rapporteringstool op organisatieniveau verwerkt worden. Een foto van de omgeving en de organisatie. - 1. Interne data : personeelsdata,… - 2. externe data : basis demografische gegevens,…
19
Stad Leuven - Synthese
Interne analyse :
2 Financieel beheer
BBC
organisatie-brede uitdagingen De individuele diensten doen individueel en ad hoc aan subsidieopvolging en aanvraag. Mogelijks worden een aantal subsidiemogelijkheden gemist. De organisatie moet inzetten op het verwerven van bovenlokale middelen (o.a. projectsubsidies) al dan niet gecentraliseerd. Randvoorwaarden, aandachtspunten
- Er is nood aan een stadsbrede inventarisatie (op basis van coalitieakkoord). - Nood aan projecteigenaars. - Technische kennis is niet gecentraliseerd.
Er is nood aan overkoepelende strategische capaciteit. Op kruispuntdenken wordt al sterk Mogelijke organisatie- Opmaak overzicht ‘gemiste subsidies’. ingezet, maar er zijn nog uitbreidingsmogelijkheden brede - Koppelen subsidies aan personen. zoals nog meer verbinding maken met diensten (minder verkokerd, maar meer integraal beleidsdoelstellingen, - Gecentraliseerde opvolging en/ofwerken). technische kennis. Voorbeeld: actieplannen en acties - Evaluatie inzet op subsidies op directieniveau. Randvoorwaarden, aandachtspunten Mogelijke projecten, actieplannen en acties
20
Stad Leuven - Synthese
Interne analyse :
2 Financieel beheer
BBC
organisatie-brede uitdagingen Ondersteunende middelen worden op een overkoepelend niveau beheerd (middelen voor ICT, opleidingskosten, infrastructuur,…). Dit heeft zijn voordelen, maar werkt in sommige gevallen drempelverhogend en beperkend. - Voorbeeld 1: Er is een centrale aankoopdienst, maar 50% van de aankopen gebeurt echter buiten de aankoopdienst van de stad Leuven. De toepassing van de wet op overheidsopdrachten, is vandaag nog te versnipperd. - Voorbeeld 2: Er is nood aan inzet op centraal ondersteunde externe communicatie.
Er is nood aan overkoepelende strategische capaciteit. Op kruispuntdenken wordt al sterk ingezet, maar er zijn nog uitbreidingsmogelijkheden zoals nog meer verbinding maken met diensten (minder verkokerd, maar meer integraal werken). Voorbeeld: Randvoorwaarden, - Afweging ondersteuning centraal/decentraal dit over de verschillende ondersteunende aandachtspunten aspecten. Randvoorwaarden, aandachtspunten Ondersteunende diensten nog in consolidatiefase (FB). Mogelijke projecten, actieplannen en acties Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Duidelijke beleidskeuze. - Centraal of decentraal beheer van ondersteuning te bediscussiëren. - Budgetten centraal regisseren, maar de operationele directeur installeren als initiatiefnemer.
21
Stad Leuven - Synthese
Interne analyse :
3 Innovatie en dienstverlening
BBC
organisatie-brede uitdagingen De burger verwacht steeds meer van de overheid (maatschappelijk engagement en absolute neutraliteit) gekoppeld aan een efficiënte dienstverlening op maat. Daarmee omgaan vereist een ander soort overheid en ambtenaar dan vroeger, de 2.0 tweewegs ambtenaar. Er is nood aan invulling van de notie dienstverlening (elke medewerker moet aan dienstverlening doen). Dit in kader van de evolutie van ‘customer service’ naar ‘hostmanship’.
Randvoorwaarden, aandachtspunten
- De flexibiliteit en de professionaliteit die van de medewerkers verwacht wordt neemt toe. Dit heeft neerslag op de profielen en werking.
Mogelijke organisatiebrede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
22
Stad Leuven - Synthese
Interne analyse :
4 Communicatie en reputatie
BBC
organisatie-brede uitdagingen Burgers stellen zich anders op en willen betrokken worden bij het beleid, ook ad hoc. Anderzijds zit veel interessante informatie bij de burger.
Randvoorwaarden, aandachtspunten
- Op dit ogenblik wordt dit individueel aangepakt. Directiegericht, met eigen stakeholders. - De perceptie van de mogelijkheid tot participatie bij de burger scoort laag bij stadsontwikkelingsprojecten.
Er is nood aan overkoepelende strategische capaciteit. Op - Beleidsvisie inzake participatie, met afwegingskader. kruispuntdenken wordt al sterk ingezet, maar er zijn nog uitbreidingsmogelijkheden zoals nog meer verbinding maken met diensten (minder verkokerd, maar meer integraal werken). Voorbeeld: Randvoorwaarden, aandachtspunten Mogelijke projecten, actieplannen en acties
Mogelijke organisatiebrede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
23
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
4 Communicatie en reputatie
BBC
organisatie-brede uitdagingen De organisatie moet zich in de toekomst extern nog beter verkopen. Een belangrijke bekommernis is de zichtbaarheid van het stedelijk aanbod in het straatbeeld, ook digitaal. Er is nood aan stadsbrede communicatie/stadsmarketing (branding Leuven).
Randvoorwaarden, aandachtspunten
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
24
Stad Leuven - Synthese
Interne analyse :
5 Kwaliteit en interne controle
BBC
organisatie-brede uitdagingen Er is geen organisatiebreed kwaliteitskader voor de organisatie (EFQM/CAF). Kwaliteitsbewaking is een continu proces en speelt in op uitdagingen en nieuwe omgevingsfactoren, maar valt niet rigied te plannen op vaste tijdstippen. Het leerproces kan misschien geformaliseerd worden, aangezien het op dit ogenblik hoofdzakelijk bij individuen zit (informeel). Het uitbouwen van een organisatiebreed centraal interne controlesysteem is een noodzaak. Randvoorwaarden, aandachtspunten
- Inzet op decretale verplichtingen inzake interne controle. - Inzet op interne controle vraagt middelen. - Inzet op informatieveiligheid als luik van interne controle. Er is nood aan centralisatie van het beheer en gebruik van gevoelige informatie binnen de organisatie. - Dit kan door een aparte dienst, zodat er geen rolverwarring is tussen de organisatieondersteunende functie van de directies en de controlewerking.
Mogelijke organisatiebrede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Uitgeschreven deontologie inzake informatieveiligheid.
25
Stad Leuven - Synthese
Interne analyse :
5 Kwaliteit en interne controle
BBC
organisatie-brede uitdagingen Eerstelijnsklachten worden nog te weinig strategisch geregistreerd en behandeld. Een overkoepelende strategische aanpak ontbreekt. Er is nood aan betere en uniforme registratie van klachten, opmerkingen en meldingen intern en een duidelijk opvolgsysteem voor de neerlegger van de klacht. Randvoorwaarden, aandachtspunten
- Nood aan duidelijke definitie van klacht/melding… - Nood aan opvolging van de behandeling van de klacht door de burger. - Verantwoordelijkheid moet bij de diensten blijven.
Mogelijke organisatiebrede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Duidelijke deontologie rond klachten. - Duidelijke registratie op organisatieniveau. - Feedback naar de burger.
26
Stad Leuven - Synthese
Interne analyse :
6 Personeel en organisatie
BBC
organisatie-brede uitdagingen Competentiemanagement is een aandachtspunt. Competentieprofielen zijn gebonden aan de graad, en onvoldoende te differentiëren aan de functie (Voorbeeld: loketfunctie kan niet aan de competentie klantgerichtheid niveau 5 gekoppeld worden).
Randvoorwaarden, aandachtspunten
- Generieke functieprofielen genereren wel flexibiliteit binnen de organisatie.
Mogelijke organisatiebrede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
27
Stad Leuven - Synthese
Interne analyse :
6 Personeel en organisatie
BBC
organisatie-brede uitdagingen De selectie is gebaseerd op harde criteria, maar het inpassen in de organisatie wordt niet in beschouwing genomen. De match met de organisatie wordt onvoldoende afgetoetst.
Randvoorwaarden, aandachtspunten
- De directie staat achter het systeem van objectieve selectie, maar wil de brug slaan door overleg met de jury in aanwezigheid van het selectiebureau en de personeelsdienst op basis van lokale aandachtspunten. - Intake voor tijdelijke functie verschilt wezenlijk van aanwerving voor lange termijn.
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
28
Stad Leuven - Synthese
Interne analyse :
6 Personeel en organisatie
BBC
organisatie-brede uitdagingen Leuven heeft van de 13 centrumsteden het minste aantal VTE/1000 inwoners. Nieuwe taken en een toename van de dienstverlening door een toename van de bevolking worden aanvaard zonder het bestaande aanbod in vraag te stellen. Het behouden van het takenpakket is niet mogelijk zonder evaluatie van het personeelsbestand en de kerntaken.
Randvoorwaarden, aandachtspunten
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Er is nood aan een grotere marge voor mensen die op actuele projecten inzetten. - Er is nood aan ondersteunende systemen.
29
Stad Leuven - Synthese
Interne analyse :
6 Personeel en organisatie
BBC
organisatie-brede uitdagingen De organisatie wordt enerzijds geconfronteerd met verzuim en anderzijds met verlofstelsels. Dit verhoogt de werkdruk, gezien de taken door minder mensen dienen uitgevoerd te worden.
Randvoorwaarden, aandachtspunten
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Verdere implementatie aanwezigheidsbeleid.
30
Stad Leuven - Synthese
Interne analyse :
7 Samenwerking en netwerken
BBC
organisatie-brede uitdagingen Gestructureerd projectmatig werken is een aandachtspunt.
Randvoorwaarden, aandachtspunten
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Projectcommunicatie, personeelscapaciteit en projecteigenaarschap, gekoppeld aan een duidelijk mandaat.
31
Stad Leuven - Synthese
Interne analyse :
7 Samenwerking en netwerken
BBC
organisatie-brede uitdagingen De afstemming inzake beleidsplanning tussen de stad en het OCMW en het CAW kan sterker. De samenwerking met het OCMW gebeurt ook intern op verschillende snelheden. Beide organisaties profileren zich apart. Dit wordt ook in de organisatiecultuur bevestigd. Randvoorwaarden, aandachtspunten
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Onderzoek verdere samenwerking.
32
Stad Leuven - Synthese
BBC
Externe analyse
33
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
BBC
Bovenlokale taken worden met beperkte middelen overgeheveld naar het lokale niveau (witboek interne staatshervorming).
Randvoorwaarden, aandachtspunten
- Subsidiariteitsprincipe - USP: Wat is betekenis van lokaal niveau? - Principe is stadsbreed, maar toepassing verschillend per domein. Moet per item geëvalueerd worden. - Nood aan duidelijk afwegingskader ( o.a. overschakeling van actor naar regie). - Geen doelstelling, maar managementaanbeveling.
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Unieke positie (USP) van Leuven als lokale overheid bepalen en zo goed mogelijk benutten bij het uitvoeren van nieuwe (en oude) opdrachten: de stad staat dichtbij de burger en de lokale samenleving. Leuven moet het netwerkmakelaarschap en de regierol vanuit zijn neutraliteit opnemen. - Bovenlokale lobby. Druk via VVSG en lokale mandatarissen op hogere niveaus. - Actief zoeken naar andere financiële middelen om het beleid te realiseren, in samenwerking met het bedrijfsleven en lokale actoren (Voorbeeld: onderwijs).
34
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
BBC
Om de kwaliteiten van de stad te kunnen bewaren, moeten we ook aan het maatschappelijk weefsel werken (vrije tijd, gebiedsgerichte werking, ….) samen met de groei van de stad.
Randvoorwaarden, aandachtspunten
- Ruimer dan economisch kader. - De brede ontwikkeling van de stadsdelen moet samengaan met de groei van het maatschappelijk weefsel, de maatschappelijke samenhang en met het stimuleren van de identificatie met buurt en stad. - Economische doelstelling trekt niet alleen kenniswerkers aan. De grootstadsproblematiek kan opduiken.
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
Leuven maak u klaar voor groei. Meewerken aan de groei door het inzetten op kenniseconomie door de combinatie van sector-overschrijdende acties (inzet op sociaal weefsel, infrastructuur, administratie….) Inzet op de Universiteit en de kennisinstellingen als motor van de groei. Dit is uniek voor Leuven.
35
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
BBC
Hoe een evenwichtige bevolkingssamenstelling behouden en de mix definiëren dit onder meer in het licht van de betaalbaarheid van het wonen en leven in Leuven?
Randvoorwaarden, aandachtspunten
-
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
Sluit aan bij hoofdthema: wat of wie wil Leuven zijn voor wie? We trekken studenten, buitenlandse studenten onderzoekers aan. Leuven is er ook voor alleenstaanden en kansengroepen. Bevolkingssamenstelling is als stad moeilijk te sturen, te bekijken voor een ruimere regio. Het beleid speelt hier al sterk op in. De bevolkingssamenstelling hangt ook samen met de keuze van het economisch profiel. Verder aandachtpunt: het duur wonen zorgt ook voor een lage woonkwaliteit. Ook inzet op de middenklasse.
- Duidelijke keuze voor bevolkingssamenstelling. Voorbeeld: Hoe belangrijk zijn de gezinnen in het maatschappelijk weefsel? - Sturing via RUP. - Studentenhuisvestingsbeleid concretiseren (ruimer dan opdelingen van woningen).
36
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
BBC
Krapte op de arbeidsmarkt: krapte in zorgsectoren en kennisintensieve sectoren is een uitdaging.
Randvoorwaarden, aandachtspunten
- Inzet op aantrekken van buitenlandse arbeidskrachten vergroot de nood aan inzet op de samenleving. - Internationalisering wordt administratief bemoeilijkt. Er is gelijkheid ook op opleidingsniveau.
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Een flankerend economisch beleid (Voorbeeld: kinderopvang). - Het zoeken naar mogelijkheden voor intensieve scholingstrajecten samen met bedrijven en KU Leuven. - Het aantrekken van kenniswerkers garanderen en dit combineren met de noden aan ruimte (wonen, natuur, …) voor andere functies en doelgroepen. - Duidelijke keuzes waar we ons willen in profileren: - Rekruteringsbeleid. - Internationaal beleid. - Communicatieplan naar studenten. - Expatcentrum. - Branding. - Inzet op Europese netwerken, cfr. Eurocities, andere stakeholders. - Inzet op lokale omkadering vrijetijdsaanbod zowel buitenlandse studenten als buitenlandse kenniswerkers (Leuven in het weekend).
37
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
BBC
Maatschappelijke dualisering. Dit op tewerkstellingsvlak, wonen, digitalisering…. Dit is een samenlevingsprobleem. Inzet op kansengroepen is een aandachtspunt. We moeten de dienstverlening van de stad continu toetsen naar de impact op armoede (armoede-toets? toegankelijkheidstoets?) en het sectoraal denken vermijden. Randvoorwaarden, aandachtspunten
-
Grote dualiteit. Initiatieven bereiken in de eerste plaats hooggeschoolden. Er gebeurt veel, maar niet overkoepelend. Middenklasse wordt in veel beleidsplannen over het hoofd gezien. Ingrijpen op primaire sectoren (onderwijs, economie, huisvesting, cultuur) toeleiden naar het reguliere aanbod heeft vaak beperkte impact. - Verschuiving van aanbodgericht naar vraaggericht aanbod (op doelgroep) en cocreatie.
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Geïntegreerd kansarmoedeplan. Integreren van horizontale organisatie-brede beleidsdoelstellingen in de beleidscyclus en beleidsveld- en domein-overschrijdende planning: armoede, toegankelijkheid, diversiteit. - Inzet op basiswerkingen (buurtwerking, gezinswerking). De nabijheid en verbondenheid zijn de grootste troeven van het overkoepelend beleid. - Flankerend beleid: inzet op toeleiding naar regulier of secundair aanbod case per case.
38
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
BBC
Gezinnen gaan naar de deelgemeenten. Moet de dienstverlening decentraal volgen?
Randvoorwaarden, aandachtspunten
- Hiaat voor kleine, lokale zalen (gemeenschapslokalen) en bij uitbreiding decentrale voorzieningen. - Kan de verdichting in de stad verdergezet worden? Zorgt mogelijk voor uitwijking. - De middelen zijn beperkt voor onderbouwde decentrale dienstverlening, dit kan echter een bewuste beleidskeuze zijn. - Er zijn ‘woonkernen’ beschikbaar die als duidelijk kader kunnen dienen. - Decentrale dienstverlening vraag sector-overschrijdende kennis. - Alle activiteiten decentraal als actor zelf opnemen is niet haalbaar.
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Evaluatie territoriale opdeling. - Welke voorzieningen decentraal welke centraal? Duidelijke keuze, ook naar profilering. Willen we ons als Leuven profileren of als deelgemeente?
- Opmaak plan decentrale versus centrale dienstverlening sector-overschrijdend op woonkernniveau (ook aanbod in kaart brengen). - Door de nauwere samenwerking met het OCMW kan via de welzijnsbureau’s efficiënt decentraal gewerkt worden. - Inzet op vrijwilligerswerk.
39
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
BBC
Op dit ogenblik wordt slechts in beperkte mate een beleid gericht naar studenten. 1/3 van de bevolking is echter student.
Randvoorwaarden, aandachtspunten
- Nu gesplitst Universiteit/Stad. De KU Leuven heeft ook een beleid naar de studenten (o.a. sportfaciliteiten). - Stuurgroep Leuven Symbiose nog te weinig ingezet. De samenwerking verloopt op individueel niveau. De samenwerking verloopt niet op strategisch niveau.
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Afweging op welke beleidstaken gericht wordt inzet op het hoger onderwijs en/of de studenten. - Afweging op welk niveau: met de onderwijsinstellingen, of ook met de student zelf. - Afwegen welke taken ( in aanvulling op het academisch beleid). - Beeldvorming rond studenten. - Studenten als doelgroep ( ook binnen Leuvense symbiose met de instellingen). - Inzetten op retentie na afstuderen.
40
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
BBC
De Leuvense samenleving kenmerkt zich steeds meer door diversiteit: een verscheidenheid aan culturen, groepen, socio-economische achtergronden, levensstijlen, opinies, behoeftes en belangen. Toenemende diversiteit gaat gepaard met een toenemende complexiteit.
Er is een verwachte toename van twee zeer verschillende groepen van vreemdelingen, enerzijds tijdelijke hooggeschoolden en anderzijds permanente allochtonen die laag geschoold zijn. Randvoorwaarden, aandachtspunten
-
Diversiteit is stads-breed. De aanpak zit verspreid per dienst, niet organisatie-breed. Er zit expertise binnen de stad, maar versnipperd. Nood aan maatwerk. Het begrip vreemdeling is afhankelijk van de context.
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
-
Integratie van (tijdelijke) kenniswerkers. Positieve beeldvorming. Integratiecentrum als ondersteunend expertisecentrum. Platform voor doelgroepen binnen verschillende diensten versterken. Gezamenlijke stads-brede aanpak. Inzet op een personeelsbestand dat een weerspiegeling is van de Leuvense bevolking.
41
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
BBC
Stijgende vergrijzing (in absolute aantallen en beperkt relatief): mensen leiden een langer actief leven, maar er is ook nood aan meer zorgvoorzieningen. Leuven heeft een uitgebouwde zorgsector en medische voorzieningen waardoor het een aantrekkingspool is voor ouderen. Randvoorwaarden, aandachtspunten
-
senioren: dekt heel diverse lading. Opnieuw diverse aanpak. Senioren zijn ook een kans. Kunnen veel teruggeven aan de stad. Senioren wonen vaak in grote woningen.
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Integratie van de groep in de stad (stadsontwikkeling gericht op ouderen) kan als stads-brede doelstelling. - Inzet op kwalitatief levenslang wonen. - Inzet op alternatieve woonvormen. - Inzet op mobiliteit op de woonmarkt. - Inzet op sociale activering van ouderen als waardevol element van de samenleving (Voorbeeld: senioren geven les aan kinderen).
42
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
BBC
De gezinsverdunning (echtscheiding, overlijden van de partner, buitenlandse werkkrachten, …) is een stads-brede uitdaging. Er zijn meer alleenstaanden dit heeft gevolgen voor de dienstverlening zowel op sociaal als operationeel vlak.
Randvoorwaarden, aandachtspunten
-
Druk op huisvesting. Hoger armoederisico. De organisatie is georganiseerd op de traditionele gezinssituatie. Het aantal familiale netwerken in Leuven ligt laag.
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Maken van verbinding op gezins- en buurtniveau (vermaatschappelijking van de zorg).
43
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
BBC
Van digitale klant tot digitale burger. De burger verwacht dezelfde eenvoudige dienstverlening online als elders op internet (winkelmandjes, online betalingen,…). Continue toegang tot online informatie wordt meer en meer vanzelfsprekend, en evolueert naar een basisrecht. Tegelijkertijd kunnen we met een eloket inzetten op e-democratie.
Randvoorwaarden, aandachtspunten
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- De organisatie zet beperkt in op digitale dienstverlening. - Bevolking ook stimuleren. - Digitale kloof stijgt. Zowel het beschikken over hardware (kloof 1) als het correct gebruik en de kennis (kloof 2). - De toegang tot de digitale maatschappij is er onvoldoende voor bewoners en bezoekers (stads-breed wifi).
- Open data of het vrij ter beschikking stellen van gegevens aan derden kan een belangrijke opportuniteit zijn voor de dienst en bij uitbreiding de Stad Leuven. Externen kunnen gestimuleerd worden om met de data van de Stad aan de slag te gaan (Voorbeeld: Studenten die een App maken). - Het digitaliseren van de dienstverlening zowel front- als backoffice. - De stad zou een gratis en stads-breed wifi-netwerk kunnen hebben, eerst in de binnenstad, maar ook in de deelgemeentes. Dit met de stad als regisseur, niet actor. - Dualisering ook digitaal niet versterken.
44
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
BBC
De stad heeft belangrijke doelstellingen geponeerd op vlak van klimaat zoals Leuven klimaatneutraal 2030. Vooral op vlak van infrastructuur en energiegebruik liggen theorie en praktijk op dit moment nog uit elkaar. Daarnaast vraagt dit ook grote inzet van alle lokale actoren, ook de burgers. Er moet een duurzaamheidsreflex worden ontwikkeld doorheen de hele organisatie. Het patrimonium moet een sterke inhaalbeweging maken.
Randvoorwaarden, aandachtspunten
- Inzet vraagt middelen en prioriteiten. - Inzet op de burger.
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
-
Ambitieniveau vastleggen inzake klimaatneutraliteit. Sensibiliseren en mobiliseren van de burger. Bestaand patrimonium duurzamer maken. Ruimer maatschappelijk model uitwerken (ook bedrijfsleven ). Inzet op mentaliteitswijziging inzake omgang met energie. Inzetten op milieuvriendelijke mobiliteit.
45
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
BBC
Verkokering van de dienstverlening van de stad Leuven tegengaan door klantgericht te denken en te organiseren. De burger kan één ingangspunt tot de dienstverlening aangeboden worden.
Randvoorwaarden, aandachtspunten
- De verwachting van de burger om als klant behandeld te worden.
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Implementatie organisatie-brede analyse toegankelijkheidsscan.
46
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
BBC
De mobiliteitsbehoefte is een belangrijk maatschappelijk aandachtspunt. De belasting van de leefomgeving door mobiliteit is groot en neemt nog toe. In Leuven is deze situatie nog verergerd door de economische ontwikkelingen en bevolkingsgroei.
Randvoorwaarden, aandachtspunten
Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Mobiliteit is een belangrijk actieterrein in ‘Leuven leefbare stad’. - Dienstverlening moet bereikbaar zijn. - Toegankelijkheid is een aandachtspunt.
- Ontwikkeling van de stad koppelen aan structurele uitbouw van het openbaar vervoer en voorzieningen voor fietsers en stappers. - Nabijheid van voorzieningen. - Mobiliteitsbeleid. - De toename aan mobiliteit invullen door duurzame mobiliteit. - Leuven heeft nood aan coherent parkeerbeleid in samenhang met de trend naar collectief vervoer (gedeelde fietsen, gedeelde wagens …). - Goed ontsloten voorzieningen onder meer door buitendienstverlening.
47
Stad Leuven - Synthese
Externe analyse :
BBC
Burgers in Leuven zijn zeer bereid hun handen uit de mouwen te steken voor hun buren, buurt en stad. Tegelijkertijd kan de overheid het niet (meer) alleen. De uitdagingen zijn zo complex dat ze enkel met velen samen kunnen opgenomen worden.
Randvoorwaarden, aandachtspunten Mogelijke organisatie-brede beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties
- Inzet op het ‘nieuw’ middenveld, georganiseerd burgerinitiatief, vrijwilligerswerk dit ook omdat bestaande taken niet langer door de stad alleen opgenomen kunnen worden. - Inspraak en participatie als motivator om deel te nemen. Niet noodzakelijk op beleidsniveau, maar op de uitvoering van de beleidslijnen. - Erkennen en ondersteunen vanuit de stad van dergelijke projecten.
48
Stadsbestuur Leuven Professor Van Overstraetenplein 1 3000 Leuven NIS-code : 24062
Meerjarenplan 2014 - 2019 PARTICIPATIE
Secretaris Gust Vriens Financieel beheerder Luc Aerts
Participatie in de meerjarenplanning 2014 - 2019 De participatie in de opmaak van de meerjarenplanning is een continu proces dat al ver voor de verkiezingen begon. Na de opmaak van de bestuursnota - waarin uiteraard veel partijpolitieke participatie maar ook sectorale inbreng gebeurde - gebruikte de stad een divers spectrum aan participatietechnieken om deze bestuursnota te vertalen in een beleidsnota. Niet alle burgers denken, leven en wonen immers op dezelfde manier, en dus kunnen ze onmogelijk allemaal met één methodiek de kans krijgen te participeren aan de totstandkoming en de keuzes voor het beleid. Daarom koos de stad Leuven ervoor om gebruik te maken van verschillende benaderingswijzen en methodieken naast elkaar. 1. Documenten en memoranda van het lokale middenveld, de stedelijke adviesraden en specifieke doelgroepen bvb. opgemaakt naar aanleiding van de verkiezingen 2012. Deze werden bestudeerd en bediscussieerd, zowel intern als met de partners, en als inspiratie voor het meerjarenplan gebruikt. 2. Continue formele participatie via de vaste overleg- en adviesraden, waar input werd gekregen op drie vlakken: 1. Evaluatie van het bestaande beleid en de omgevingsanalyse 2. Eigen input voor het meerjarenplan op basis van de intenties van de bestuursnota 3. Overleg/advies m.b.t. het voorliggende ontwerp van meerjarenplan 3. Via algemeen én specifiek bilateraal overleg: Ook al worden bilaterale contacten met burgers en het middenveld zowel op politiek als op het ambtelijk niveau niet gerekend tot een vorm van geplande participatie, toch wijzen we op de waarde en het belang van deze vorm van overleg. Tijdens deze bilaterale contacten wordt op een ongedwongen manier een gesprek aangegaan, van ideeën gewisseld, meningen kenbaar gemaakt, en elkaars standpunt en inzichten wezenlijk verrijkt en beïnvloed… In dit eerste jaar van de nieuwe bestuursperiode werden zo goed als alle partners uitgenodigd voor een gesprek bij de bevoegde schepen(en), meestal in aanwezigheid van de administratie. 4. Continu via sectorale overlegplatformen Ook het overleg en de samenwerking met alle externe netwerken en partners vormen dagelijks mee inzichten, praktijken en dus beleid. Zeker in de sectoren waarop de Vlaamse beleidsprioriteiten betrekking hebben heeft de netwerkende overheid al volop vorm gekregen, en zit cocreatie en participatie als intrinsiek onderdeel van veel samenwerkingsverbanden en uitvoeringsprocessen vervat. De stad kan het niet alleen doen, en plant het dus ook niet alleen. 5. Specifieke participatie uitgevoerd in kader van het meerjarenplan: Hier kregen lokale partners uit de betrokken sectoren, bvb. kinderopvang, en doelgroepen, bvb. jongeren en studenten, de kans feedback te geven op de bestuursnota en suggesties over de omzetting van die bestuursintenties in het meerjarenplan. Er werden aandachtspunten met betrekking tot het beleid, en/of concrete feedback over het ontwerp van het meerjarenplan geformuleerd.
1
Participatie in het kader van Ontwikkelingssamenwerking De Leuvense derdewereldraad stelde naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 een memorandum op waar volgende acht thema’s aan bod kwamen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Een globale visie en het engagement van een hele ploeg De stedenband: na een valse start… Leuven FairTrade Gemeente: samen ambitieus blijven Leuven klimaatneutraal: na een goede start Communicatie, inspraak en participatie. Mag het iets meer zijn? Leuven: een economie op mensenmaat? Een lokaal vredesbeleid Het budget: groeipad of processie van Echternach?
In kader van het meerjarenplan van de stad Leuven stond het thema ontwikkelingssamenwerking geagendeerd op volgende overlegmomenten: Tijdens de algemene vergadering van de derdewereldraad van 21/01/2013 gaf de NoordZuidconsulent een korte toelichting bij de opmaak van het meerjarenplan en benadrukte het belang van overleg en participatie met betrekking tot de opmaak van het plan. Op 14/02/2013 vond er een bilateraal overleg plaats tussen het dagelijks bestuur van de derdewereldraad en de bevoegde schepen. Op dit overleg legde het dagelijks bestuur van de derdewereldraad concrete aandachtspunten uit het memorandum voor aan de nieuwe schepen. Tijdens de algemene vergadering van de derdewereldraad van 21/03/2013 lichtten de schepen en de Noord-Zuidconsulent het bestuursakkoord voor de komende periode 20132018 toe en werd het bestuursakkoord inhoudelijk vergeleken met het memorandum dat door de derdewereldraad werd opgesteld. Tijdens de algemene vergadering van de derdewereldraad van 19/09/2013 werd het ontwerp van het meerjarenplan met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking gepresenteerd door de schepen en werd de derdewereldraad uitgenodigd om vragen te stellen en suggesties te formuleren. Deze algemene vergadering werd voorbereid tijdens een bilateraal overleg tussen het dagelijks bestuur van de derdewereldraad en de bevoegde schepen op 09/09/2013. Tijdens de algemene vergadering van de derdewereldraad van 21/11/2013 werd, na voorlegging van de geactualiseerde versie van het meerjarenplan met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking, het formeel advies van de derdewereldraad gevraagd. Het formeel advies kan worden opgevraagd bij de Noord-Zuidconsulent.
Aanvullend werd het onderdeel stedenband besproken tijdens volgende overlegmomenten: Algemene vergadering derdewereldraad van 21/05/2013: een ontwerp van evaluatie van de stedenband tussen de stad Leuven en Para werd besproken Op 12/06/2013 vond een Open info-avond plaats over de geplande evaluatie van de stedenband In de loop van september en oktober 2013 werd gestart met een online enquête, een schriftelijke bevraging en face-to-face interviews met sleutelfiguren om de stedenband in Leuven te evalueren.
Ook voor de planning van de herdenking van WOI in 2014 vond een bilateraal overleg plaats tussen Leuvense vredesorganisaties en de bevoegde schepen op 18/02/2013 en 08/05/2013.
2
Participatie in het kader van Jeugd Visietekst Leuvense buurtgerichte kinder- en jongerenwerkingen In 2010 legde een stuurgroep samengesteld uit de vier kinder- en jongerenwerkingen die gesubsidieerd werden vanuit de stedenfondsovereenkomst 2008-2013, onder begeleiding van JES en Steunpunt Jeugd, een gezamenlijk traject af om een identiteitsprofiel en een doelstellingenkader op te stellen voor een Leuvense buurtgerichte kinder- en jongerenwerking. Het profiel waaraan de stuurgroep heeft gewerkt, omvat: een missie die de bestaansreden beschrijft; de waarden die het beleid en het handelen van een werking vorm geven; een strategisch doelstellingenkader dat de lijnen voor de toekomst uitzet. Het resultaat van het traject werd vormgegeven in het “Eindrapport Identiteit van Leuvense buurtgerichte kinder- en jongerenwerkingen - 2010”. Het Jeugdwelzijnsoverleg Leuven (JWO), dat bestaat uit verschillende organisaties die actief zijn binnen het jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren en als hoofddoelstelling het vertegenwoordigen van de doelgroep en van daaruit advies geven aan het beleid heeft, bracht in februari 2013 de visietekst “Leuvense buurtgerichte kinderen en jongerenwerkingen” uit, die in grote mate gebaseerd is op het eindrapport “Identiteit van Leuvense buurtgerichte kinder- en jongerenwerkingen”.
Traject inspraak met betrekking tot het meerjarenplan jeugd De afdeling Jeugd en Studenten van de stad Leuven organiseerde in 2013 een uitgebreid traject om de zoveel mogelijk jongeren en stakeholders inspraak te verlenen bij de opmaak van het Leuvense jeugdbeleid voor de komende zes jaar. Dit inspraaktraject verliep in grote lijnen volgens de timing zoals hieronder in de tabel voorgesteld. De inhoud van de verschillende fases wordt hieronder kort besproken. Timing December 2012
Fase Voorbereiding
Febr. – maart 2013 Februari 2013 April 2013 Mei 2013 Juli – augustus 2013
Inspiratie Verdieping
Sept. – okt. 2013 Oktober 2013 Oktober 2013 November 2013
Verbreding Verwerking
Inhoud Concretiseren en uitwerken van het traject door de afdeling jeugd & studenten Thematische inspiratiesessies met stakeholders Opstart onderzoek jeugdwerk en onderzoek jeugdhuiswerk Visiedag afdeling jeugd & studenten Opstart traject Karuur Interne thematische werkgroepen Online enquête vakantiewerking Gesprekken Urban Life en Underground Aftoetsingsessies in Leuvense scholen Debat evenementen organiseren Teamtweedaagse Afwerking meerjarenplan met betrekking tot jeugd
Inspiratie Per thema nodigden we aantal vrijwilligers, beroepskrachten en individuele jongeren uit om in thematische inspiratiesessies te brainstormen over welke rol de afdeling jeugd & studenten de komende 6 jaar kan opnemen met betrekking tot het specifieke thema.
3
21/02/2013: Vakantiewerking – 14 deelnemers (vrijwilligers van eigen speelplein- en grabbelpaswerking, beroepskrachten van VDS, De Kettekeet, Jeugdwerk Casablanca, Riso en Den Tube) 22/02/2013: Toegankelijkheid en diversiteit – 12 deelnemers (afdeling samenleven, afdeling onderwijs en integratiedienst van stad Leuven, OCMW, Het Balanske, Den Tube, Riso, Leren Ondernemen) 26/02/2013: Jeugdruimte & jeugdinfrastructuur – 10 deelnemers (groendienst, Gebiedsgerichte werking – wijkmanager, ontwerper openbare ruimte, Ruimtelijk planner, AGSL en sportdienst van stad Leuven, Chiro Nationaal, Provinciale Jeugddienst VlaamsBrabant, architect en skater 27/02/2013: Participatie & inspraak – 10 deelnemers (Globelink, De Ambrassade, exVlaamse Jeugdraad, ex-leerlingenraad, leerlingenraad, Vlaamse Scholierenkoepel, begeleider leerlingenraad, ex-G1000, Levuur, jong politicus) 19/03/2013: Jeugdinformatie – 3 deelnemers (mijnLeuven-crew, Use-it, De Ambrassade 28/03/2013: Jeugdcultuur – 5 deelnemers (leerlingen uit Redingenhof, De Ring en HHH)
Verdieping Om dieper op een aantal thema’s te kunnen ingaan werden aan de hand van diverse methodieken afgestemd op het thema en de doelgroep volgende bevragingen georganiseerd: Onderzoek naar onze ondersteuning van jeugdwerk bij 50 jeugdwerkverenigingen 100 deelnemers uit Leuvense jeugdbewegingen, jeugdhuizen specifiek jeugdwerk, politiek jeugdwerk en jeugdateliers Onderzoek: Sterktes, kansen en uitdagingen voor het Leuvense jeugdhuiswerk Traject van één jaar met 6 jeugdhuizen: De Grams, Lavado, ’t Kelderke, De Zoenk, Impuls en Sojo. (50 deelnemers) online enquête: vakantiewerking Bevraging bij ouders (50-tal deelnemers) van deelnemers van de vakantiewerking (speelplein en Grabbelpas) en de animatoren (+- 115 deelnemers). Jongerenevenement organiseren in Leuven, kan dat? Debat en uitwisselingsavond waarbij Leuvense evenementorganisatoren uitgedaagd werden om een ideaal ondersteunend klimaat uit te tekenen en het beleid kansen te geven om op in te spelen. (40 deelnemers) Urban life in Leuven Gesprekken met Straatrijk, Urban woorden en Let’s go Urban om te kijken welke sterktes zij te bieden hebben aan de stad, op welke uitdagingen zij willen inspelen en hoe de stad haar beleid hier rond kan vormgeven. (6 deelnemers) Underground in Leuven Gesprekken met Funtime, Kick Ass, Sojo, Prospective, Hip & Handig, The Chip Wreck Detective om te kijken welke sterktes zij te bieden hebben aan de stad, op welke uitdagingen zij willen inspelen en hoe de stad haar beleid hier rond kan vormgeven. (10 deelnemers) Hervorming jeugdraad Leuven Traject begeleid door Karuur met als doel het uitwerken van een nieuwe vorm voor structurele jongerenparticipatie. (16 deelnemers) GAS-reglement Leuvense jeugdraad en vertegenwoordigers van LOKO (studenten) bogen zich over de aangepaste GAS-reglementering en de toepassing ervan in Leuven in aanwezigheid van de
4
Verbreding De verzamelde ideeën, uitdagingen, acties, … die door deze bevragingen werd verkregen werd bij Leuvense jongeren afgetoetst om na te gaan of we op het juiste spoor zitten voor de komende beleidsperiode. 01/10/2013: Leerlingenraad Redingenhof - 20 leerlingen 23/09/2013: Klas 7de jaar Centrum Deeltijds Onderwijs Redingenhof - 5 leerlingen 24/09/2013: Klas 7de jaar Centrum Deeltijds Onderwijs Redingenhof - 5 leerlingen 30/09/2013: Leerlingenraad De Ring - 8 leerlingen 08/11/2013: Leerlingenraad Sint-Pieterscollege - 15 leerlingen Op 2 oktober 2013 ging een debat rond evenementen door om samen met verschillende organisatoren van evenementen te brainstormen over hoe de organisatie van evenementen in Leuven kan worden verbeterd. Verwerking De afdeling jeugd en studenten van de stad Leuven verwerkte alle input tijdens een teamtweedaagse en finaliseerde op basis van de verkregen input de opmaak van het meerjarenplan met betrekking tot jeugd.
Participatie/advies via jeugdraad Op 04/12/2013 werd op basis van de georganiseerde inspraak en participatie gefinaliseerde meerjarenplan met betrekking tot jeugd gepresenteerd aan de jeugdraad. Na een bespreking werd het formeel advies van de jeugdraad gevraagd. Het formeel advies kan worden opgevraagd bij het afdelingshoofd Jeugd en Studenten.
5
Participatie in het kader van Flankerend onderwijsbeleid Doorlopende participatie LOP: zie verder bij formeel advies. Op de onderwijsraad worden alle thema’s m.b.t. onderwijs in de stad Leuven besproken en expertise over de onderwijsnetten heen gedeeld. In specifieke werkgroepen worden bepaalde thema’s projectmatig verder uitgediept, zoals bijvoorbeeld rond taalbeleid in het onderwijs. De zorgcoördinatoren van alle Leuvense basisscholen komen 5 maal per jaar samen op het zorgcoördinatorenoverleg om het welbevinden van de leerlingen en de ouderbetrokkenheid te bespreken. Op 15/10/2013 werd het meerjarenplan van de stad Leuven, specifiek voor het flankerend onderwijsbeleid, gepresenteerd en uitgebreid besproken. De zorgcoördinatoren kregen de gelegenheid kregen tijdens dit overleg de gelegenheid om vragen te stellen en suggesties te formuleren. Leuvens Overleg Diversiteit: zie verder bij “Participatie in kader van integratie en diversiteit” Jaarlijks organiseert het Integratiecentrum Leuven minimum één inspraakforum met experts, middenveld, allochtonen en geïnteresseerde Leuvenaars rond specifieke thema’s. In 2012 werd een inspraakforum georganiseerd rond onderwijs, meer bepaald over de drempels die ouders van vreemde afkomst ervaren. De concrete aanbevelingen werden gebundeld in een uitgebreid verslagboek en overgemaakt aan de betrokken diensten en raden. Holebi-overleg
Memorandum LOP Het LOP basisonderwijs en secundair onderwijs van Leuven stelde naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012 een memorandum op waar volgende thema’s aan bod kwamen: Samenwerking stad – LOP Aanpak van (kans)armoede Communicatie met anderstaligen in het onderwijs Een toekomstgerichte en onderbouwde visie is op de onderwijscapaciteit en sociale mix in Leuven Er mee voor zorgen dat kinderen/jongeren niet uit de boot vallen in het onderwijs
Formele adviesmomenten In kader van het meerjarenplan van de stad Leuven werd het flankerend onderwijsbeleid van de stad Leuven besproken op volgende overlegmomenten van het lokaal overlegplatform Leuven Overleg van het dagelijks bestuur van het LOP basisonderwijs op 22 oktober 2013 Overleg van het dagelijks bestuur van het LOP secundair onderwijs op 4 november 2013 Algemene vergadering van het LOP basisonderwijs op 19 november 2013 Algemene vergadering van het LOP secundair onderwijs op 26 november 2013
Op basis van de besprekingen tijdens de overlegmomenten van het dagelijks bestuur gaf het LOP via e-mail input op het flankerend onderwijsbeleid van de stad Leuven. Bij de verdere opmaak van het meerjarenplan werd, waar mogelijk, rekening gehouden met de feedback van het LOP.
6
Bilateraal Op 14 mei 2013 overlegden de voorzitters en LOP-deskundige van het LOP BaO en LOP SO met de schepen van onderwijs en de schepen van sociale zaken over de plannen van het nieuwe bestuur en de toekomstige samenwerking. In een tweede bilateraal overleg van 10 december 2013 tussen de vertegenwoordigers van het LOP basis- en secundair onderwijs en de betrokken schepen wordt de geactualiseerde versie van het flankerend onderwijsbeleid van de stad Leuven voort besproken en het formeel advies van het LOP basis- en secundair onderwijs gevraagd. Het formeel advies zal, zoals gevraagd in de omzendbrief van 09/07/2013, via mail toegestuurd worden naar Elke Naessens, Marie-Hélène Sabbe en Johan Geets. Het formeel advies kan worden opgevraagd bij de beleidsadviseur onderwijs en scholen van de stad Leuven.
7
Participatie in het kader van Integratie en diversiteit Doorlopende participatie Jaarlijks organiseert het Integratiecentrum Leuven minimum één inspraakforum met experts, middenveld, allochtonen en geïnteresseerde Leuvenaars rond specifieke thema’s zoals: o Ouders en onderwijs (2011), o Senioren en zorg (2012), o Opvoeden is voor iedereen anders (2012), o Gezond zijn en gezond blijven (2013). De informatie die uit deze inspraakforums wordt geput kan dienen als voeding voor een doorgedreven integratiebeleid. Opdat de concrete aanbevelingen zouden doorvloeien naar andere diensten en raden wordt van elk inspraakforum een uitgebreid verslagboek opgemaakt dat aan de betrokken diensten en raden wordt overgemaakt. Het Leuvens Overleg Diversiteit is een samenwerkingsverband tussen de stad Leuven, KU Leuven, OCMW Leuven, KHLeuven, Groep T, LOKO, LOP, Politie Leuven, provincie VlaamsBrabant en het Leuvense secundair onderwijs dat in 2010 werd opgestart met als doel om een diversiteitscultuur in het Leuvense onderwijs te realiseren. Het Leuvens Overleg Diversiteit wil een gezamenlijke visie over diversiteit als meerwaarde voor onderwijskwaliteit ontwikkelen en uitdragen. Om ervoor te zorgen dat Leuvense kinderen van vandaag op de plaats terecht komen waar zij hun talenten het beste kunnen ontplooien, wordt in overleg een concreet actieplan opgesteld rond “Diversiteit als hefboom voor kwaliteit”. Het (flankerend) onderwijsbeleid en het diversiteitsbeleid van de stad Leuven werd in 2013 meermaals geagendeerd en besproken op het Leuvens Overleg Diversiteit. De Adviesraad toegankelijkheid van de stad Leuven adviseert zowel het college en de gemeenteraad als de stadsdiensten over alles wat met toegankelijkheid te maken heeft. Deze adviesraad bestaat uit lokale organisaties en verenigingen van en voor personen met een handicap die werken rond toegankelijkheid en uit ervaringsdeskundigen, zijnde inwoners met een motorische, visuele, auditieve of verstandelijke beperking of personen die deze inwoners vertegenwoordigen.
Memorandum voor verkiezingen De Adviesraad toegankelijkheid van de Stad Leuven stelde naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen in 2012 een memorandum op. In dit memorandum worden 8 grote thema’s besproken: 1. Algemeen beleid, integrale toegankelijkheid en mainstreaming handicap 2. Toegankelijkheid van infrastructuur en openbaar domein 3. Communicatie 4. Cultuur en evenementen 5. Vrije tijd, toerisme en sport 6. Mobiliteit 7. Huisvesting 8. Tewerkstelling Uit deze 8 thema’s werden 6 speerpunten voor de volgende beleidsperiode gedestilleerd: Mainstreaming handicap: initiatieven stadsdiensten Toegankelijke openbare toiletten Toeristische folder over toegankelijkheid Alle informatie rond toegankelijkheid verzamelen op de website van de stad Leuven Toegankelijke haltes Tewerkstelling
8
Specifieke participatie m.b.t. MJP stad Leuven Op 10 oktober 2013 vond in het bijzijn van de schepen van diversiteit een infosessie over het meerjarenplan van de stad Leuven plaats voor erkende Leuvense etnisch-diverse organisaties en hun federaties. Na een voorstelling van het ontwerp van meerjarenplan van de stad Leuven werd het thema diversiteit besproken aan de hand van 6 ronde tafel gesprekken over: 1. Leuven als solidaire stad tegen racisme 2. Ondersteunen en empoweren in het kader van vrije tijd 3. Ondersteunen en empoweren in het kader van taalbeleid 4. Beleidsparticipatie 5. Toegankelijke dienstverlening 6. Toegankelijkheid maatschappelijke sectoren De deelnemers werden tijdens de ronde tafel gesprekken uitgenodigd om hun mening te geven, vragen te stellen en suggesties te formuleren met betrekking tot de verschillende thema’s. Met deze input wordt rekening gehouden bij het verder concretiseren van de acties. Naast deze infosessie voor de erkende Leuvense etnisch-diverse organisaties werd het meerjarenplan van de stad Leuven, toegespitst op het thema diversiteit, voorgesteld op verschillende interculturele praatgroepen, de zogenaamde Kom Binnen’s: Kom Binnen Spaarstraat: 4/11/2013 en 18/11/2013 Kom Binnen Mannenstraat: 5/11/2013 en 10/12/2013 Kom Binnen Sint-Maartensdal: 10/12/2013 Kom Binnen Open School: begin december 2013 Tijdens elke Kom Binnen werd het meerjarenplan van de stad Leuven opgedeeld en uitgebreid besproken aan de hand van volgende 6 thema’s: 1. discriminatie en racisme 2. Nederlandse lessen 3. informatie van de stad Leuven en het stadskantoor 4. vrije tijd 5. scholen en maatschappelijke instellingen 6. inspraak Van elke Kom Binnen werd een gedetailleerd verslag gemaakt met concrete input voor de concretisering en verdere uitwerking van de acties uit het meerjarenplan.
9
Participatie in het kader van Stedenfondsprioriteiten, buurtwerk, kinderopvang en algemeen sociaal beleid Voor het Stedenfonds werd een zestal maanden een parallel parcours gevolgd aan de opstelling van de meerjarenplanning, en dit om de door de stad gewenste accenten voor de volgende beleidsperiode intern en extern af te toetsen. De Vlaamse beleidsprioriteit “Tegengaan van de dualisering in de stad” is de belangrijkste focus voor deze beleidsperiode, naast “leefbaarheid op buurt- en stadsniveau”. Een beperkt aandeel van de middelen gaat naar bestuurlijke kwaliteitsverhoging. Omdat de Vlaamse beleidsprioriteiten van het stedenfonds ruim geformuleerd zijn, hebben de acties waaraan de deelrapportagecode van het stedenfonds (VSFVBP01) wordt gekoppeld betrekking op verschillende domeinen, zoals bijvoorbeeld diversiteit, gezondheid, kwetsbare jongeren, kinderen, onderwijs, wonen, sociale economie, buurtwerk,… Hieruit volgt dat heel wat inspraak- en participatie initiatieven, georganiseerd in kader van deze verschillende beleidsdomeinen, reeds hierboven werden vermeld. Om niet in herhaling te vallen geven we hier enkel een overzicht van de inspraak- en participatie initiatieven die nog niet elders in deze tekst aan bod komen. Documenten Rapport van de Visitatiecommissie Leuven Stedenfonds 2011 De prioriteitennota van Ieders Stem Telt “De 10 werken voor het Leuvense stadbestuur en OCMW” – febr. 2013 Deze nota werd onderschreven door volgende organisaties: Alba, Amber, Arktos VlaamsBrabant, Buurtwerk ‘t Lampeke, CAW regio Leuven en inloopcentrum De Meander, CBE Open School Leuven, Cie Tartaren, MFC Cambo, De Wissel, Huurdersbond Vlaams-Brabant, Riso Vlaams-Brabant, SPIT, SPIT Tewerkstelling, SVK SPIT, Velo, Vormingplus Oost-Brabant, Welzijnsschakels, Wijkgezondheidscentrum Ridderbuurt, Wijkgezondheidscentrum De Central, Wigwam, Wonen en Werken Opleiding, Wonen en Werken Tewerkstelling,… De 10 werken voor Leuven zijn: 1. Een ambitieus en sociaal geïnspireerd woonbeleid 2. Geen afsluiting meer van gas, water en elektriciteit 3. Sport, cultuur en vrije tijd zijn geen luxeproducten 4. Recht op een leefbare woonomgeving 5. Een zorgzaam en respectvol activeringsbeleid in Leuven 6. Recht op een gezond leven 7. Verhoogde onderwijskansen 8. Voldoende inkomen voor een menswaardig bestaan 9. Een sterk uitgebouwde dienstverlening 10. Een krachtdadig en planmatig armoedebeleid Inspiratie voor een Lokaal Gezondheidsbeleid - Lokaal samen werken aan gezonde levensjaren en meer levenskwaliteit. Deze uitgave van het Logo Oost-Brabant naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 geeft een overzicht van de pijlers voor een succesvol lokaal gezondheidsbeleid. Toegankelijkheidsscan: Onder leiding van een consultant werd een toegankelijkheidsscan, dit is een door de VVSG speciaal voor OCMW’s en steden ontwikkeld zelfevaluatie instrument, uitgevoerd. De verbeterpunten, die gedurende dit intern inspraak- en participatietraject werden geformuleerd, werden vertaald in quick wins en structurele acties. Deze werden opgenomen in het meerjarenplan om de toegankelijkheid en de kwaliteit van het aanbod in dienst- en hulpverlening in Leuven verder te verbeteren. De seniorenraad van de stad Leuven bracht naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen 2012 een memorandum uit voor het toekomstig stedelijk seniorenbeleid. Hierin worden volgende vier aandachtspunten geformuleerd:
10
1. 2. 3. 4.
Langer waardig en zelfstandig wonen Mobiliteit en toegankelijkheid (veiligheid) Betrokkenheid en communicatie Inspraak en participatie
Doorlopende participatie LOB – Leuvens Overleg Basiswerkingen BKJ – Buurtgerichte kinder- en jongerenwerking Jeugdwelzijnsoverleg Woonraad: het ontwerp meerjarenplan van de stad Leuven m.b.t. wonen werd uitgebreid besproken op 27/06/2013. SARKO – Stedelijke Adviesraad Kinderopvang: het ontwerp meerjarenplan met betrekking tot kinderopvang en meer bepaald voorschoolse en buitenschoolse kinderopvang werd uitgebreid besproken op 21/10/2013 CKO - Overleg me alle kinderdagverblijven van Leuven – het ontwerp meerjarenplan met betrekking tot kinderopvang en meer bepaald voorschoolse kinderopvang werd uitgebreid besproken op 8/11/2013 Op de algemene vergadering van het Huis van het Kind op 10/10/2013 werd het ontwerp meerjarenplan kinderopvang en meer bepaald het gedeelte rond opvoedings- en gezinsondersteuning toegelicht en besproken Op het lerend netwerk van de onthaalouders aangesloten bij de Dienst voor Opvanggezinnen werd gevraagd aan welke ondersteuning onthaalouders nood hebben Teledienst: op 2/7/2013 werd gepeild naar de nood, het aanbod en het gebruik van telediensten in Leuven en werden de verwachtingen van de partners naar de stad Leuven besproken LOOO – Lokaal Overleg Opvang en Opvoeding Bilateraal overleg Al de partners die in het kader van de strategische en operationele doelstellingen uit de Stedenfondsovereenkomst 2008-2013 middelen toegewezen kregen, hadden een overleg met de betrokken schepenen en vaak ook ambtenaren. Ook mogelijke partners binnen nieuwe de beleidsaccenten van het stadsbestuur werden ontvangen.
Specifieke inspraak- en participatie-initiatieven Het MJP van de stad Leuven wordt afgetoetst door kwetsbare bewoners in de stedelijke buurtcentra. Aan de hand van een op voorhand uitgewerkte methodiek konden de buurtbewoners zelf kiezen welke thema’s (stadsbrede uitdagingen, Leven, leren & werken, Vrije tijd, Stadsontwikkeling, infrastructuur en wonen) ze in detail wilden bespreken. Deze “aftoets”-sessies vonden plaats in het buurtcentrum Sint-Maartensdal op 23/09/2013, in het buurtcentrum Mannenstraat op 10/102013 en in het buurtcentrum Wilsele-dorp op 24/10/2013. De feedback van de buurtbewoners werd doorgegeven naar de betrokken diensten. Op 15 november 2013 organiseerde de stad Leuven, samen met de sociale partners OCMW en CAW een sociaal stadsgesprek rond toegankelijkheid van de dienstverlening van de stad Leuven. Burgers en sociale organisaties konden input geven over de communicatie (kanalen en stijl) van de stad Leuven. Naast een algemene bespreking van de communicatie werd er ook ingezoomd op de communicatie naar moeilijk bereikbare doelgroepen. Concrete verbeterpunten werden opgelijst en worden verder besproken met de betrokken diensten.
11
Participatie in het kader van Cultuur en Erfgoed Op 26 juni 2011 werd een start genomen met het participatietraject voor de nieuwe cultuurbeleidsplanning. Er werd een stuurgroep bij elkaar geroepen. Volgende thema’s werden naar voor geschoven als belangrijk: Ontwikkelen van een stadsbrede visie voor de grote culturele spelers Culturele infrastructuur Ruimte voor de kunstenaar in de stad Cultureel imago en evenementenbeleid Cultuureducatie en bemiddeling Creatieve economie.
De Cultuurkoepel schreef voor de verkiezingen (oktober 2012) een Memorandum met haar aandachtspunten en verlangens. Dit Memorandum werd besproken in al de deelraden (vorming, vrije tijd, amateurkunsten, kunsten en erfgoed) en wordt dus gedragen door 260 (socio-)culturele verenigingen. Volgende aandachtspunten werden naar voor geschoven: Koesteren van het bestaand Collectieve cultuurcommunicatie Topevenementen versus duurzame werking Cultuur en educatie Erfgoed Diversiteit
Na de verkiezingen werd een bestuursnota opgesteld. Deze werd besproken op de verschillende deelraden. In het voorjaar van 2013 werd onder begeleiding van Q&A een omgevingsanalyse (SWOT) gemaakt. Deze analyse werd overgemaakt aan de culturele sector. Op 24 april 2013 werd een open debat georganiseerd door de Cultuurkoepel over de door hen aangebrachte culturele thema’s. De bevindingen werden overgemaakt aan de stad Leuven. Daarnaast werden in de eerste helft van 2013 een aantal werkgroepen samengebracht rond de thema’s culturele infrastructuur, de kunstenaar in de stad, cultuureducatie, culturele participatie en bemiddeling en erfgoed. Deze werkgroepen kwamen elk twee keer samen. De verslagen werden gemaakt door de directie cultuur. Enkele van de werkgroepen werden structureel geïnstalleerd als denktanken. De werkgroep culturele infrastructuur komt op regelmatige basis samen. De kerngroep vrijetijdsparticipatie buigt zich structureel over het thema vrijetijdsparticipatie. Het thema ‘kunstenaar in de stad’ werd opgevolgd door het Cultuurplatform (overleg stad, KUL en culturele sector). In de schoot van dit laatste overleg wordt ook het thema ‘ontwikkelen van stadsbrede visie voor de grote culturele spelers’ opgevolgd. Op 17 juni 2013 werd een tweede open debat georganiseerd specifiek over het thema participatie. De bevindingen werden overgemaakt aan de stad Leuven. Andere inspraakinitiatieven: In de bibliotheek werd het project ‘De Wensboom’ gerealiseerd. Bezoekers konden hun wensen opschrijven en in een ‘boom’ hangen. De kerngroep vrijetijdsparticipatie organiseerde een workshop voor de intermediaire sector (welzijnsorganisaties, OCMW, vrijetijdsinstellingen).
12
De bibliotheek organiseerde drie enquêtes waarbij de mening van de gebruiker werd gevraagd over de herinrichting van de bibliotheek, over de toegankelijkheid van de collecties en over de digitalisering.
Net voor de voltooiing van het beleidsplan werd dit een laatste maal voorgesteld aan de Cultuurkoepel.
13
Participatie in het kader van Sport
Binnen de sportdienst is er heel wat informatie wat betreft de noden en behoeften van de sporters via: ! een omgevingsscan, waarbij opportuniteiten en bedreigingen worden geanalyseerd, zowel intern als extern ! tevredenheidsonderzoeken bij sportverenigingen, bij niet-georganiseerde sporters en bij 55-plussers ! grote sportclubenquête (Dynamoproject) ! subsidiedossiers ! aanvragen ! bezettingsgraden ! statistieken ! … Er werd een stuur- en klankbordgroep opgericht. Deze groepen werden samengesteld met stakeholders en andere actoren uit het sportveld en ze stonden in voor de coördinatie van de voorbereidingen van het sportbeleidsplan. Daarnaast werden ook 3 sportforums georganiseerd. Dit zijn interactieve info-avonden over de trends in het sportlandschap met als thema’s: ! trends georganiseerde sporter en ondersteuning sportclubs ! bewegen en gezondheid met aandacht voor doelgroepen ! topsport in je buurt
De verwachtingen van de stakeholders zijn een motivering en verantwoording voor de gekozen beleidsprioriteiten Timing opmaak beleidsplan: November – december 2012: voorstel tot stuuren klankbordgroep voorstel tot stappenplan start BBC interne SWOTanalyse
Januari 2012: missie formuleren stakeholderskaart opmaken versturen van vragenlijsten projectopdrachten KUL (sportverenigingen georganiseerde sport, niet-georganiseerde sport, 55-plussers)
Februari – mei 2013: verzamelen en analyseren van gegevens projectopdrachten KUL gegevensanalyse interne SWOTanalyse formuleren van conclusies en beleidsuitdagingen op basis van de gegevensanalyses sportforum 1: ondersteuning sportclubs sportforum 2: bewegen en gezondheid
Juni 2013: formuleren van strategische doelstellingen, actieplannen en concrete acties formuleren van plan van aanpak
14
Juli – september
Oktober – november
November-december
2013:
2013:
2013:
uitwerken van plan van aanpak (her)schrijven en vormgeven sportbeleidsplan formuleren van conclusies en beleidsuitdagingen op basis van de gegevensanalyse sportforum 3: topsport in je buurt
definitief advies sportraad
goedkeuring gemeenteraad
15 januari 2014: indienen sportbeleidsplan
15
Sociale economie Doorlopende participatie via de structureel georganiseerde overlegfora: Overleg sociale economie: 2 à 3 keer per jaar worden de verschillende sociale economie initiatieven door de afdeling economie & handel samengebracht om over de beleidsitems en regelgeving te overleggen en van gedachten te wisselen. Werkgelegenheidsforum: jaarlijks vindt er minimaal één uitgebreid forum plaats waarbij alle stakeholders en betrokken lokale instanties uitgenodigd zijn om diepgaander een aantal thema’s in verband met werkgelegenheid te belichten. Hier wordt o.a. het beleidsplan van de betrokken instanties (dus ook de stad) toegelicht. Bijvoorbeeld kinderopvang en jeugdwerkloosheid zijn thema’s die aan bod kwamen. Het forum kreeg ook van de stad een formele advies bevoegdheid in kader van de diensteneconomieprojecten. (m.a.w. alle stakeholders hebben een inbreng bij keuze die de stad maakt inzake de toewijzing van de subsidies betreffende lokale diensteneconomie) Stuurgroep integraal doelgroepenbeleid stad Leuven: interne participatie in het kader van het voeren van een integraal beleid inzake het personeelsbeleid rond tewerkstelling van kansengroepen binnen de stadsdiensten. Stuurgroep van SEC naar NEC: deze stuurgroep is ontstaan binnen een ESF project en heeft als doel de sociale en reguliere economie ondernemers dichter bij elkaar te brengen en zo ondermeer de stroom van kansengroepen naar het normale circuit te bevorderen en het advies voor te bereiden voor de lokale overheden. Naast deze stuurgroep zijn er verschillende werkgroepen opgericht die minstens maandelijks samenkomen. Permanente Werkgroep Kansengroepen (RESOC Vlaams Brabant): Ook dit subregionaal overlegplatform is voor de stad om input te krijgen en te geven met betrekking tot haar sociaal economisch beleid. Deze werkgroep komt maandelijks samen. PWA – Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap: hierbij hebben direct contact met de burger ‘gebruiker’ en doelgroepmedewerker. Stuurgroep kwetsbare doelgroepen (ESF-project): dit is een nieuw project waarin de stad de stad als lid van de stuurgroep participeert. Het project heeft als doel moeilijk bereikbare jongeren te detecteren, te motiveren en toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Stuurgroep Fablab Leuven: via dit overleg krijgt de sociale economie kans om haar behoeften en vragen naar technologische ondersteuning te concretiseren. RESOC: de stad in partner is vertegenwoordigd in zowel de raad van bestuur als in de stuurgroep. VELO: de stad is vertegenwoordigd in de AV en in de RvB: dus wordt van dichtbij geïnformeerd over de behoeften vanuit de sociale economie. Werkwinkel: door onze permanente aanwezigheid in de werkwinkel houden we voeling met zowel de werkzoekende, de werkgevers en de burgers in het algemeen. Dit is tevens de inrijpoort tweede peiler nl. de sociale economie. Stedenfondsoverleg: zie ook sociale zaken. InnoAGE: via de zorgsector en de gezondheidseconomie wordt er actieve cocreatie sessies en participatiesessies georganiseerd waarbij de cel sociale economie permanent de mogelijkheden voor de sociale economie binnen de zorg aftoetst. Hiervoor worden focusgroepen en stadgesprekken voorzien Op verschillende van deze fora werd/wordt op regelmatige wijze de inhoud van het sociaaleconomische beleid van de stad (BCC) aan de realiteit getoetst. Specifieke projecten waarbij participatie een van de belangrijkste doelen is: Ter voorbereiding van de nieuwe beleidsperiode werd i.s.m. Vlaanderen en Idea Consult een participatieronde georganiseerd als voorbereiding voor de visitatiecommissie ‘stedenfonds’. Voor de documenten hierover verwijzen we naar het visitatierapport van deze commissie ook hierboven reeds aangehaald. Hiervoor werden alle belangrijke sociaal economische stakeholders (zowel sociale economie als reguliere economie) samengebracht en werd hun gevraagd zeer kritisch het economisch beleid van de stad te bespreken. (de stad zelf was hier niet vertegenwoordigd om de objectiviteit te waarborgen)
16
Voor de voorbereiding van de BCC werd er een individuele participatie ronde bij de verschillende sociale economie partners georganiseerd – de bevoegde schepen bezocht samen met de cel sociale economie o.a. VZW SPIT, VZW Wonen & Werken, VZW VELO, VZW Lampeke, VZW Leren Ondernemen, Fablab etc. Voor specifieke vragen en behoeften vanuit de sociale economie en de burger komen de cel sociale economie en de schepen regelmatig samen met één van de sociale economiepartners bilateraal samen. Bijvoorbeeld: VELO, SPIT etc Documenten: Evaluatieverslagen regierol stad Leuven binnen de lokale diensteneconomie. Verslagen van de verschillende vergaderingen. Voortgangsrapporten “Stedenfonds”. Rapport Visitatiecommissie. Extra katern info Leuven – Sociale economie (2012). Projectdossier InnovAGE.
17
Stadsbestuur Leuven Professor Van Overstraetenplein 1 3000 Leuven NIS-code : 24062
MEERJARENPLAN 2014 - 2019 Financiële risico’s :
Secretaris Gust Vriens Financieel beheerder Luc Aerts
Financiële risico’s 1. Schulduitgaven1 Tot 2008 was er voor leningen aan lokale besturen geen vuiltje aan de lucht. De vier Belgische grootbanken beconcurreerden elkaar sterk. Ze rekenden boven op de marktrente marges aan van slechts één of enkele basispunten (honderdsten van procenten). Bovendien verstrekten de financiële instellingen probleemloos leningen op 20 of 25 jaar. Dat gemeenten en OCMW’s na de gunning van een leningopdracht het gevraagde bedrag pas enkele jaren later en niet eens volledig opnamen, vonden banken misschien wel vervelend, maar het was geen reden om bij volgende overheidsopdrachten afzijdig te blijven. De financiële crisis heeft intussen ongeveer alle evidenties van de leningmarkt aan lokale besturen onderuit gehaald. Basel I, II en III Het Basel Committee on Banking Supervision geeft aanbevelingen aan banken en toezichthouders op de financiële sector. De zogenaamde Baselnormen zijn dus zelf geen regelgeving, maar worden doorgaans wel in wetgeving omgezet. De eerste solvabiliteitsnormen kwamen tot stand in 1988 onder de naam Basel I. Het was vooral de bedoeling over gelijke standaarden te beschikken voor banken die internationaal actief waren. Basel II (2007) verfijnde de eerdere regels en bevatte normen op het vlak van kapitaal,toezicht en marktwerking. Die bleken tijdens de financiële crisis onvoldoende om ongelukken te voorkomen. Daarom zijn de Basel III-normen nu in voorbereiding. Hoewel de Basel III-normen nog geen ‘wet’ zijn – de omzetting in Europese regels duurt een tijd –, hebben ze op de markt al volop invloed. Een bank die ze niet toepast, dreigt immers een paria te worden, die voor het aantrekken van middelen wordt afgesloten van de financiële markten en van elke vorm van interbancair krediet. De Basel III-normen bevatten een pak elementen, maar voor de lokale besturen zijn vooral de solvabiliteit en de liquiditeit van belang. Tijdens de crisis is gebleken dat veel banken niet opgewassen waren tegen de schokken die ze ondergingen. Zo bleken ze vaak niet in staat de gevolgen op te vangen van activa (verstrekte leningen, aangekochte effecten) die plots (bijna) waardeloos bleken te zijn. Het eigen vermogen (het kapitaal aangebracht door de aandeelhouders, verhoogd met de reserves en de opgebouwde resultaten) was hiervoor gewoon te klein. Banken stonden vóór de crisis trouwens ook amper kritisch tegenover de aankoop van allerhande herverpakte effecten, als het rendement maar hoog genoeg was. Vreemd genoeg keken ze wel streng toe op de kredietwaardigheid van cliënten die een klassieke lening toegekend kregen. Als een bank een lening toekent, moet ze die ook financieren. Dat gebeurt door spaargeld aan te trekken, of door zelf te lenen op de financiële markten. Een bank verdient geld door voor die ‘funding’ minder te betalen dan wat ze zelf aan de kredietnemer aanrekent. Bij een normale rentecurve (intresten op korte termijn liggen lager dan die op lange termijn) kan het bovendien interessant zijn om geld met een korte looptijd aan te trekken en het voor langere tijd uit te lenen. Zo lang er voldoende vertrouwen is, is een kredietinstelling er immers toch zeker van dat de herfinanciering probleemloos zal verlopen. Een belangrijk gevolg van de financiële crisis ligt precies daar. Bijna van de ene dag op de andere zijn de interbancaire transacties opgedroogd. Veel banken hadden massaal belegd in hoogrentende maar uiteindelijk zeer risicovolle producten, vaak herverpakte leningen op de Amerikaanse hypotheekmarkt. Deze beleggingsproducten kregen doorgaans een uitstekende rating of kredietwaardigheid toegekend. Maar wat lang als onmogelijk werd beschouwd, gebeurde uiteindelijk toch: de Amerikaanse huizenmarkt stortte in, en veel van die effecten werden waardeloos. Omdat die complexe producten intussen in de hele financiële sector verspreid waren, groeide bij de banken de achterdocht over de solvabiliteit van hun collega’s en dus zetten ze de interbancaire financiering stop. Vóór de crisis financierde een bank een lening op twintig jaar waarvan de rente driejaarlijks werd aangepast, zelf op drie jaar (en zelfs nog korter, want de gemeente loste na één jaar al een stukje af), en rekende ze erop dat ze het bedrag nadien zou kunnen herfinancieren. Die zekerheid is nu volledig weg, en dus moet de bank extra kosten maken om de tussentijdse herfinanciering te garanderen. Die zogenaamde liquiditeitspremie is een eerste
1
Gebaseerd op een artikel van Jan Leroy in Lokaal 1/1/2013
kostenverhogend effect van de financiële crisis. Hoe lager het marktvertrouwen in een bank, hoe hoger de premie die haar zal worden aangerekend, en dus hoe hoger de marge die de bank aan de kredietnemer zal vragen De solvabiliteitsnormen van Basel III moeten dit verhelpen. Ten eerste moeten banken in verhouding tot het balanstotaal voortaan over ruim dubbel zo veel kernkapitaal beschikken als vroeger. Maar dat is niet alles. De normen leggen ook strengere kapitaaleisen op voor de kredietverlening zelf. Daarbij krijgen de verstrekte leningen ook een nieuwe, hogere weging. Vroeger telden kredieten aan de overheid niet of nauwelijks mee om het benodigde kapitaal te bepalen omdat de kans op niet terugbetaling toch ongeveer nihil was. Met de landencrisis in het achterhoofd weten we intussen wel beter. Door de strengere normen kunnen er bij een bepaald bankkapitaal maar half zo veel leningen aan overheden meer worden verstrekt. Banken zouden uiteraard hun kapitaal kunnen verhogen om het volume leningen op peil te houden, maar vandaag is er weinig animo bij beleggers om hun middelen in banken te investeren. Ook winsten reserveren (om zo het eigen vermogen te verhogen) is een mogelijkheid, maar dat vermindert dan weer het dividendrendement en dus de aantrekkelijkheid van bankaandelen. Bovendien zal de rentabiliteit van banken door de nieuwe manier van werken (minder risico’s en minder kredieten bij een gegeven kapitaal) ook lager liggen dan de soms bijzonder hoge cijfers die de sector tot 2007 haalde. Door de strengere solvabiliteitsnormen is er dus minder geld beschikbaar om bankleningen te verstrekken, ook aan lokale besturen. Krediet wordt gewoon schaarser, een tweede gevolg voor de lokale besturen. Basel III legt banken ook strengere liquiditeitseisen op. Die moeten voorkomen dat banken over de kop gaan doordat in een crisisperiode te veel cliënten tegelijk hun tegoeden opvragen. Daarvoor kijkt men naar de verhouding tussen de liquide activa (verstrekte kredieten die de bank snel in geld kan omzetten) en de liquide passiva (aangetrokken gelden die binnen dertig dagen de bank kunnen verlaten omdat beleggers ze opvragen of niet vernieuwen). Uiteraard gaat men daarbij uit van een aantal scenario’s. Die zijn onder meer gebaseerd op het onderscheid tussen klanten waarmee een bank op die ene lening of belegging na geen band heeft en klanten die voor verschillende producten (beleggingen, kredieten, betalingsverkeer) met dezelfde bank werken. Die laatste groep wordt verondersteld minder volatiel te zijn dan de occasionele klanten, die bij een crisis veel sneller hun tegoeden zullen afhalen. Voor een klant met betalingsverkeer bij de bank zullen er ook in crisistijden gelden op de rekening blijven binnenkomen. Hier ligt meteen de reden waarom banken de laatste jaren steeds meer geïnteresseerd zijn in het betalingsverkeer van lokale besturen. Zo houdt Belfius vast aan de aan vroegere leningen contractueel verbonden storting van de ontvangsten uit de aanvullende belastingen en het Gemeentefonds op een rekening bij haar, en dat tot de laatste van die leningen is terugbetaald. Een ander voorbeeld is ING, dat in 2011 bankier van de Vlaamse overheid werd. Met de talrijke financiële stromen richting lokale besturen (Gemeentefonds, opcentiemen onroerende voorheffing, allerlei subsidies) beschikt de bank zo over een extra troef om ook het betaalverkeer van gemeenten en OCMW’s binnen te halen. Ook de andere grootbanken willen een graantje meepikken van het lokale betalingsverkeer, en stellen het soms als voorwaarde om nog een offerte voor leningen in te dienen. Hier zien we een derde gevolg van de financiële crisis. Gemeenten en OCMW’s die geregeld de markt op willen om leningen op te nemen, zullen verplicht zijn hun betalingsverkeer te spreiden over verschillende banken. Dat betekent uiteraard extra coördinatiewerk op het vlak van thesauriebeleid, al zijn er hiervoor intussen ook specifieke instrumenten en producten beschikbaar. Maar voor de liquiditeit kijkt men ook naar de langere termijn: welke middelen blijven tijdens een crisisperiode van meer dan één jaar nog binnen de bank? Vanuit die bekommernis komen er normen voor een veel sterkere afstemming tussen de looptijd van de aangetrokken funding en de looptijd van de kredieten. Je kunt met andere woorden geen lening op tien jaar toekennen met het geld van deposito’s op drie maanden. Omdat banken in de regel geen of nauwelijks geld op zeer lange termijn (tien jaar en meer) aantrekken als belegging – welke belegger wil trouwens zijn geld zo lang beschikbaar stellen? – worden leningen met een langere looptijd steeds moeilijker, tot zelfs onmogelijk. De laatste maanden zien lokale besturen voor overheidsopdrachten voor leningen op vijftien jaar en meer vaak maar
één of twee inschrijvers, met dan bovendien nog fors hogere marges dan voor leningen op tien jaar. Hier zit het vierde gevolg van de financiële crisis voor lokale besturen: lenen op lange termijn wordt onmogelijk of bijzonder duur. Budgettair betekent dit een belangrijke uitdaging, want bij een zelfde leningvolume worden de jaarlijkse aflossingen een pak groter, met een negatief effect op de autofinancieringsmarge als gevolg. Dat lokale besturen voor hun kredietvraag meer dan ooit in concurrentie zullen komen met andere gegadigden, is duidelijk. Van de vroegere competitie tussen de banken gaan we steeds meer naar een strijd tussen de afnemers van bankleningen. Verder weten we dat lenen duurder wordt, al worden de fors hogere marges (voorlopig nog?) gemaskeerd door de historisch lage marktrentes. Banken stellen het betaalverkeer steeds meer als voorwaarde om nog leningen toe te kennen en tot slot zullen gemeenten en OCMW’s hun leningen voortaan sneller moeten aflossen, wat in financieel en budgettair beroerde tijden verre van vanzelfsprekend is. Als de kredietverlening aan de lokale besturen fundamenteel in de problemen komt, zal dat ongetwijfeld tot een sterke daling van de gemeentelijke en OCMWinvesteringen leiden. Wanneer we weten dat die goed zijn voor de helft van alle overheidsinvesteringen, dan blijft dit niet zonder zware economische gevolgen, nog los van de repercussies op het lokale patrimonium. De uitstaande schuld van de stad Leuven bedraagt 118,2 M euro op 1/1/2015. Nagenoeg 88,3 M euro heeft hiervan een quasi-vaste rentevoet. De rest, 29,9 M euro, of 25% van de totale schuldportefeuille, zijn schatkistcertificaten met een looptijd van 1, 2,3 of 6 maanden, dit naargelang de marktvraag van het ogenblik van vernieuwing. Zoals te zien in het schema TM2 – de financiële schulden – zal eind 2019 de uitstaande schuld gedaald zijn tot 118,5 M euro. Voor de input van de uitgaven hiervan – kosten en aflossingen – zijn we uitgegaan van een rentevoet van 3% en een constante annuïteit van 20 jaar, dit op basis van de huidige marktconforme gegevens. Door deze optie te kiezen zijn we zeker dat dit financiële aspect een stevige fundering betekent voor de meerjarenplanning 2014 – 2019. In de praktijk zullen we ons gezien de kostprijs, in de nabije toekomst verder blijven financieren met de methode van schatkistcertificaten. Enkele tientallen Vlaamse lokale besturen – de stad Leuven was hierin sinds 1999 pionier - hebben, zelf of via een financieringsintercommunale, al ervaring met de uitgifte van zogenaamde thesauriebewijzen (commercial paper), een financieringsinstrument met een looptijd van meestal niet meer dan een jaar. Banken spelen daarbij alleen de rol van tussenpersoon voor de praktische afhandeling, maar nemen doorgaans zelf geen papier op. Het wordt geplaatst bij (institutionele) beleggers. Waakzaamheid is echter geboden en het kan niet de bedoeling zijn dat de verhouding zekerheid (vaste rente over de volledige looptijd) ten opzicht van een berekend risico (de volatiliteit van de korte rente) boven de 50% komt te liggen. Bij de huidige zeer lage intresten is deze financieringsvorm bijzonder aantrekkelijk, al moeten we alert zijn en ons natuurlijk ook indekken tegen onverwachte intreststijgingen. Bovendien bestaat op de vervaldag telkens weer het risico van geen of onvoldoende herfinanciering. Tot nu toe is dit nog nooit gebeurd. Uiteraard vergt de uitgifte van dit papier in vergelijking met een klassieke lening ook meer opvolging door onze directie financiën zelf.
Waar we bijzondere aandacht moeten voor hebben: •
•
we moeten nog meer dan vroeger letten op wat en wanneer we willen lenen. De beleids- en beheerscyclus stuurt aan op lenen in functie van de thesauriebehoeften, en niet langer omdat in het budget staat dat een investering met een lening gefinancierd zal worden. We gaan dus maar de markt op wanneer we het geld echt nodig hebben; gemeenten en OCMW’s moeten nog meer dan vandaag hun (financiële) rapportering verzorgen: doen wat ze zeggen en zeggen wat ze doen. Als er concurrentie is tussen de kredietnemers, dan zal een bestuur met verzorgde rapportering en met klare cijfers
•
en plannen het halen van een bestuur dat nauwelijks kan aangeven hoe het ervoor staat; andere financiers dan de klassieke banken zijn misschien wel bereid om langetermijnkredieten te verschaffen, denk maar aan de verzekeraars en pensioeninstellingen. Ook in het buitenland zijn er mogelijk geïnteresseerde spelers;
2.
Pensioenfinanciering
In het meerjarenplan loopt de personeelskost jaarlijks op (grafiek 1). De daling van 2014 naar 2015 kan verklaard worden door de brandweerhervorming en de opname van het brandweerpersoneel in de hulpverleningszone Oost van Vlaams-Brabant. De stijgende trend in de personeelskost vanaf 2015-2019 wordt vooral gedreven door 3 factoren: de verhoogde pensioenlast, de normale jaarlijkse baremieke verhogingen en mogelijks indexering. De grootste financiële uitdaging op vlak van personeelskost is de pensioenlast. 70 mio 65 mio 60 mio 55 mio 66 mio 50 mio
58 mio
60 mio
MJP 2015
MJP 2016
61 mio
63 mio
MJP 2017
MJP 2018
65 mio
45 mio 40 mio Bg 2014
MJP 2019
De financiering van het wettelijk pensioen (eerste pijler) voor de contractuele personeelsleden behoort tot de strikte sociale zekerheid. Voor de statutaire personeelsleden staan we als lokaal bestuur zelf in voor de pensioenfinanciering. Stad Leuven is hiervoor aangesloten bij Pool 1 van RSZPPO, het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen. Bij deze Pool zijn de besturen aansloten die oorspronkelijk behoorden tot de Omslagkas van gemeentelijke pensioenen. In 1986 werd de door het Ministerie van Binnenlandse zaken ingerichte Omslagkas afgeschaft en worden de taken verdeeld over de RSZPPO en de Administratie der Pensioenen van het Ministerie van Financiën. Het werkingsprincipe is een repartitiestelsel dat gebaseerd is op solidariteit tussen de aangesloten besturen van Pool 1. De totale pensioenlast wordt evenredig verdeeld over alle aangesloten besturen. De Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS) berekent de pensioenen en RSZPPO zorgt voor de financiering van het repartitiestelsel. De pensioenbijdragevoeten van de actieve statutaire personeelsleden zijn afhankelijk van de pensioenkost van de gepensioneerde personeelsleden. De nieuwe financieringswet (24/10/2011) streeft naar een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke besturen. Deze wet hervormt sinds 1 januari 2012 ingrijpend het bestaande pensioenstelsel van de vastbenoemde personeelsleden van de lokale besturen en lokale politiezones die aangesloten zijn bij de RSZPPO en tracht de financiering van de ambtenarenpensioenen op lange termijn te verzekeren. Vanaf 1 januari 2012 zijn alle RSZPPO-besturen van rechtswege aangesloten bij een gesolidariseerd RSZPPOpensioenfonds, dat de vroegere pensioenpools 1, 2 (=stelsel van de nieuw aangeslotenen) en 5 (=fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie) omvat. De gevolgen hiervan zijn dat er een uniforme basispensioenbijdragevoet zal verschuldigd zijn op het loon van de vastbenoemde personeelsleden vanaf het jaar 2016. Voor de periode 2012-2016 is er een jaarlijkse stijging aangekondigd tot een niveau van 41,5% en zal de basisbijdrage verschillen naargelang de pensioenpool vóór 1 januari 2012.
Voor het jaar 2015 wordt de bijdrage voor Pool 1 vastgesteld op 40%. Door het aanwenden van de reserves van Pool 1 wordt de basispensioenbijdragevoet van Pool 1 verminderd tot 38% (7,5% werknemers- en 30,5% werkgeversbijdrage) voor 2014. Op basis van deze percentages werd het meerjarenplan opgemaakt (zie tabel). Stijging pensioenbijdragen voor ex-POOL 1 besturen Totale bijdrage Totale met Werknemers Werkgevers bijdrage korting bijdrage bijdrage 2011 32,0% 32,0% 7,5% 24,5% 2012 34,0% 32,5% 7,5% 25,0% 2013 36,0% 34,0% 7,5% 26,5% 2014 38,0% 36,0% 7,5% 28,5% 2015 40,0% 38,0% 7,5% 30,5% 2016 41,5% 40,0% 7,5% 32,5% Vermits de basisbijdragevoeten tot en met het jaar 2016 in de wet van 24 oktober 2011 zelf vastgelegd zijn, brengt dit met zich dat de basispensioenbijdragevoet voor het jaar 2017 definitief vastgesteld moet worden. Deze vaststelling dient te geschieden bij een koninklijk besluit op basis van een voorstel van het Beheerscomité van de RSZPPO aan de Minister van Pensioenen. Volgens RSZPPO-mededeling 2014/09 heeft het Beheerscomité van RSZPPO aan de Minister van Pensioenen voorgesteld om de basispensioenbijdragevoet voor het jaar 2017 definitief vast te stellen op 41,50%. Louter indicatief heeft het Beheerscomité een voorstel geformuleerd met betrekking tot de basispensioenbijdragevoet voor de jaren 2018, 2019 en 2020. Dit voorstel voorziet in de voorlopige vaststelling van de basispensioenbijdragevoeten voor de jaren 2018, 2019 en 2020 op 41,50%. In de komende jaren zullen heel wat statutaire personeelsleden met pensioen gaan en de pensioenlasten doen toenemen. Daarnaast neemt de levensverwachting ook toe, waardoor de natuurlijke afname van het bestand aan gepensioneerden afgeremd is. Dit maakt van de pensioenproblematiek een blijvend gegeven en bijgevolg schuilt hier het risico dat de pensioenbijdragen sneller stijgen dan dat het financieel draagbaar is. Grafiek 2 toont de verschillende componenten van de personeelsbegroting per jaar in het meerjarenplan. Het aanzienlijke aandeel van de pensioenlast in de totale personeelsbegroting valt hierbij op. Volgens de nieuwe financieringswet moeten de lokale besturen, waarvan de pensioenlasten hoger liggen dan de opbrengst van de basisbijdragen van de huidige vastbenoemde personeelsleden, een bijkomend aandeel in de pensioenlasten dragen onder de vorm van een responsabiliseringsbijdrage. Deze responsabiliseringsbijdrage is gelijk aan een percentage van het verschil tussen enerzijds de individuele pensioenlasten van een bepaalde werkgever en anderzijds de betaalde basisbijdragen inclusief de alternatieve financiering die hiervoor wordt aangesproken. De coëfficiënt wordt wettelijk vastgesteld. Voorlopig zullen er jaarlijks kortingen worden toegekend die de coëfficiënt iets naar beneden halen (zie tabel). Gesimuleerde korting responsabiliserings coëfficient 2011 2012 2013 2014
9,4% 8,5% 7,5%
De hoogte van de korting op de responsabiliseringscoëfficiënt werd gesimuleerd door RSZPPO voor de jaren 2012-2014, niet de responsabiliseringscoëfficiënt zelf. De responsabilisering wordt voor het jaar N berekend in het derde trimester van het jaar N+1 en dient te worden betaald voor 31 december van het jaar N+1. De verwachting is dat de responsabiliseringscoëfficiënt jaarlijks zal stijgen en de korting zal dalen. Voor stad Leuven heeft de responsabiliseringsbijdrage niet zo’n grote impact als de stijgende basisbijdragen voor de statutaire personeelsleden, aangezien de vervanging van statutaire personeelsleden ook op statutaire basis gebeurt. Toch is deze bijdrage een zeer vrij onzekere en risicovolle factor in de personeelskost. In uitvoering van het sectoraal akkoord 2008 – 2013 heeft de stad Leuven voor de contractuele personeelsleden een aanvullend pensioenstelsel (tweede pijler) ingevoerd als extralegaal voordeel sinds 1 januari 2010 om de kloof tussen de statutaire en contractuele pensioenen iets te dichten. RSZPPO is aangesteld als opdrachtencentrale en neemt ook het administratief beheer op zich. De opdracht werd gegund aan de tijdelijke handelsvennootschap Dexia verzekeringen – Ethias. De vaste bijdragevoet bedraagt 2,5%. Hierop geldt een bijzondere solidariteitsbijdrage van 8,86%. Het bijdragepercentage van 2,5% vraagt dus een voorziening in de begroting van 2,7215% op de wedde van de contractanten voor de financiering van een aanvullende pensioenverzekering. De bovenstaande drie elementen, de basisbijdrage voor de pensioenen van de statutaire personeelsleden, de responsabiliseringsbijdrage en het aanvullend pensioenstelsel voor de contractuele personeelsleden, vormen samen de pensioenlast die jaarlijks toeneemt. Grafiek 3 toont de totale pensioenlast in het meerjarenplan 2015-2019.
Grafiek 2
MJP 2019
totale personeelsbegroting = 65 mio
16%
5% 4% 7,1%
11%
MJP 2018
totale personeelsbegroting = 63 mio
16%
5% 4% 7,1%
11%
MJP 2017
totale personeelsbegroting = 61 mio
16%
5% 4% 7,0%
11%
MJP 2016
totale personeelsbegroting = 60 mio
15%
totale personeelsbegroting = 58 mio
15%
Bezoldigingen en pensioen politiek Pensioenlast Vakantiegeld en sociale vergoedingen Eindejaarstoelage
MJP 2015
0%
10%
20%
30%
40%
11% Werkgeversbijdrage RSZPPO, AO en arbeidsgeneeskundige dienst
totale personeelsbegroting = 66 mio
BW 2014
5% 4% 6,9%
15% 50%
60%
70%
5% 4% 6,8%
5% 4% 6,1% 80%
11%
Extralegaal: Hospi, MTC excl WN-bijdrage
11% 90%
Vergoedingen prestaties 100%
Grafiek 3
10 mio 0,31 mio
8 mio
0,32 mio
0,32 mio
0,33 mio
0,33 mio
0,54 mio
6 mio 4 mio
8,02 mio
7,17 mio
7,67 mio
7,85 mio
8,03 mio
8,22 mio
BG 2014
MJP 2015
MJP 2016
MJP 2017
MJP 2018
MJP 2019
2 mio 0 mio
Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen en gemeentelijke pensioenkas - vastbenoemd personeel Responsabiliseringsbijdrage Werkgeversbijdragen 2de pijler - gesubsidieerd contractueel en contractueel personeel
Stadsbestuur Leuven Professor Van Overstraetenplein 1 3000 Leuven NIS-code : 24062
Overzicht beleidsdoelstellingen 2015 - 2019
Secretaris Gust Vriens Financieel beheerder Luc Aerts
9-dec.-2014 14:53
Overzicht doelstellingen : 2015
Stadsbrede doelstellingen De stad Leuven is het boegbeeld inzake klimaatbeleid en werkt resoluut in de richting van een klimaatneutrale stad.
2015140021
Een draagvlak creëren voor duurzame ontwikkeling via Leuven Klimaatneutraal 2030.
2015140022
Streven naar energetische optimalisatie van woningen en gebouwen en deelname van iedereen aan acties voor energiebesparende investeringen en hernieuwbare energie.
2015140023
Het eigen patrimonium als pilootprojecten voor LKN2030 inzetten en op andere fronten een voorbeeld van interne milieuzorg zijn.
2015140024
Afval voorkomen en maximaal inzetten op de recyclage van materialen of grondstoffen.
2015140025
Streven naar duurzame verplaatsing. (indicator: 30% van alle verplaatsingen met fiets of te voet gebeuren, 30% met openbaar vervoer en 30% met de auto.
2015140026
De lokale voedselproductie en stadslandbouw een wezenlijk onderdeel laten uitmaken van het duurzaam beleid en het project Leuven Klimaatneutraal.
2015140027
De stadsgebouwen duurzaam, energiezuinig, toegankelijk en veilig maken, goed onderhouden en multifunctioneel inzetten.
2015140028
Via het cultuuraanbod intekenen op "Leuven Klimaatneutraal 2030"
2015140029 2015140022
De stad Leuven wil via open communicatie alle burgers op een systematische, objectieve, tijdige en verstaanbare manier informeren met digitale communicatie als bijzonder aandachtspunt. Gericht beheren en uitbouwen van de communicatiemiddelen en communicatiemix.
2015140030
De kwaliteit verhogen van de digitale communicatie op gebied van kennis, techniek, design, taalgebruik en toegankelijkheid en usability.
2015140031
Sociale media invoeren als bijzonder aandachtspunt in de communicatie.
2015140032
Het maximaliseren van het gebruik van (semi-)externe kanalen binnen de directie sport.
2015140033
Inzet op duidelijke, volledige, professionele en gebruikersgerichte externe en interne communicatie voor de culturele sector.
2015140034
Het voeren van een toegankelijke externe communicatie op maat van verschillende groepen en producten op basis van de toegankelijkheidsscan.
2015140035
Het voorzien in aangepaste communicatiemiddelen voor specifieke doelgroepen zoals kinderen en jongeren.
2015140190
2015140023
De stad Leuven betrekt de Leuvenaar als waardevolle partner bij het lokale beleid. Organisatie participatieinitiatieven inzake leefbaarheid.
2015140036
Het ondersteunen en stimuleren van Leuvenaars tot beleidsparticipatie, met specifieke aandacht voor Leuvenaars die omwille van uiteenlopende redenen zoals bv. afkomst, leeftijd, moeilijker deelnemen aan het beleid.
2015140038
Het ontwikkelen van werkvormen van beleidsparticipatie aangepast aan de diversiteit van de maatschappij.
2015140039
Pagina
1
van
9
9-dec.-2014 14:53
Overzicht doelstellingen : 2015 De stad Leuven wil een klantgerichte toegankelijke dienstverlening aanbieden aan alle burgers met oog voor diversiteit.
2015140024
Een diversiteitsbeleid voeren bij de eigen diensten en voorzieningen met oog voor een toegankelijk aanbod, teneinde een kwaliteitsvolle dienstverlening en een aanbod voor alle burgers te garanderen.
2015140040
Het versterken van het e-government, en de digitalisering van noodzakelijke diensten voor de burgers in andere sectoren.
2015140041
Burgergerichte digitalisering.
2015140043
Burgergerichte fysieke dienstverlening.
2015140044 2015140025
De stad Leuven wil een gezond financieel beleid verder uitbouwen met bijzondere aandacht voor stabilisatie, schaalvoordeel en responsabilisering. Stabilisatie van de werkingskosten.
2015140046
Met de satellieten en het OCMW zoveel mogelijk schaalvoordelen en transparantie realiseren.
2015140047
Het schuldbeheer verder optimaliseren en dynamischer maken.
2015140048
Een kader creëren voor het toekennen van renteloze leningen en prefinanciering.
2015140049
Evaluatie van belastingen, retributies en subsidies.
2015140050
Met de Hulpverleningszone Oost Vlaams-Brabant zoveel mogelijk schaalvoordelen en transparantie realiseren.
2015140273
Optimaal beheren van de financiële activa.
2015140293 2015140026
De stad Leuven wil streven naar een kwaliteitsvolle, efficiënte interne organisatie op een kwalitatieve, efficiënte en economisch verantwoorde wijze zodat het stadsbestuur optimaal kan functioneren. Digitalisering van de interne werking.
2015140051
Stad Leuven als aantrekkelijke en professionele regionale werkgever.
2015140052
Leven, leren, werken De stad Leuven wil een open, leefbare en solidaire stad blijven waar burgers doorheen verschillen verbonden zijn met elkaar en de wereld.
2015140032
Het versterken van samenleven in diversiteit, en het bestrijden van discriminatie op basis van geslacht, afkomst, levensbeschouwing, seksuele geaardheid,¿.
2015140053
Het ondersteunen en stimuleren van de sociale samenhang op wijkniveau, en het bewaken van de leefbaarheid van de wijken samen met bewoners en andere partners.
2015140054
Het verbreden en verdiepen van het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking in Leuven.
2015140055
Het stimuleren van elke Leuvense school om een brede school te zijn in hun eigen werking, in de wijk en in de maatschappij.
2015140056
Het evalueren van de stedenband, en het ondersteunen van de bestuurskracht van Para en/ of andere steden in het Zuiden, in samenwerking met de Leuvense NGO-sector en brede samenleving.
2015140057
Pagina
2
van
9
9-dec.-2014 14:53
Overzicht doelstellingen : 2015 De openbare ruimte ontwikkelen als een waardevolle informele ontmoetingsruimte en fijne verblijfplaats voor alle Leuvenaars, inclusief kinderen en jongeren.
2015140075
2015140033
De stad Leuven ondersteunt bevolkingsgroepen zodat zoveel mogelijk Leuvenaars (ongeacht leeftijd, afkomst, sociale klasse, geslacht ...) actief deelnemen aan de samenleving. Iedere Leuvenaar met plezier aan het bewegen krijgen en een levenslange sportparticipatie mogelijk maken.
2015140058
Iedere Leuvenaar met plezier aan het bewegen krijgen met bijzondere aandacht voor doelgroepen.
2015140059
Het subsidiëren van organisaties die bijzondere aandacht hebben voor participatie van doelgroepen.
2015140061
Het bevorderen van culturele participatie.
2015140062
De stedelijke culturele instellingen en afdelingen werken aan een netwerk binnen de stad waardoor het mogelijk wordt om overkoepelend te werken rond cultuurparticipatie en gemeenschapsvorming.
2015140063
Inspelen op de doelgroep jongeren via "urban en streetculture".
2015140064
De verschillende stedelijke culturele instellingen en afdelingen organiseren buurtprojecten en activiteiten als Amateurama, Carrousel, A!Mee-Zing ... Ze werken structurele acties uit voor specifieke doelgroepen.
2015140066
Extra inzet op het informeren en versterken van individuen zodat mensen zelfredzaam worden en gemakkelijker hun weg vinden binnen de samenleving.
2015140067
Het ondersteunen van inwoners met een functiebeperking via een gepast aanbod.
2015140068
Het voorzien van een aanbod aan activiteiten in de schoolvakanties en tijdens het jaar, dat kwalitatief, veilig en speels is, verspreid over het grondgebied, en dat meegroeit met de stad.
2015140069
Opname van de lokale regie met betrekking tot integraal gezinsbeleid.
2015140070
Blijvende inzet op buurtwerk tegen kansarmoede, in buurten waar extra aandacht voor leefbaarheid en samenleven nodig is.
2015140071
Het voeren van een beleid dat de kennis van het Nederlands en de taalvaardigheid van Leuvense inwoners van alle leeftijden verbetert, met bijzondere aandacht voor kinderen en jongeren.
2015140072
Ontwikkelen en bestendigen van een kwaliteitsvol stedelijk buitenschools opvangaanbod.
2015140073
De stad regisseert en voert een seniorenbeleid in samenwerking met de senioren, het OCMW en andere lokale partners.
2015140074
Investeren in jongerencultuur en het ondersteunen van jeugdcultuureigen uitingsvormen. (De stad ondersteunt jongeren bij hun ideeën en stimuleert de samenwerking die ontstaat van onderuit.)
2015140076
Studenten kunnen student zijn in Leuven.
2015140078
De stad ondersteunt kinderen in hun schoolcarrière, en de ouders, zowel met eigen projecten als in intense samenwerking met partners, en dit met bijzondere aandacht voor kwetsbare gezinnen.
2015140213
Pagina
3
van
9
9-dec.-2014 14:53
Overzicht doelstellingen : 2015 Stad en OCMW dringen de armoede bij kinderen terug in co-productie met de relevante stakeholders en de doelgroep zelf.
2015140313
De stad Leuven voert een actief beleid om de toegankelijkheid van de maatschappelijke sectoren te verhogen.
2015140034
Opvolging van de ontwikkelingen in de sociale sectoren om het beleid aan te passen aan nieuwe inzichten en ontwikkelingen.
2015140083
Het regisseren en voeren van een algemeen diversiteitsbeleid en een gelijkekansenbeleid in samenwerking met lokale actoren.
2015140084
Het maximaal streven naar de fysieke toegankelijkheid van het openbaar domein, openbare gebouwen en openbare dienstverlening, en de ondersteuning van andere actoren in het verbeteren van de fysieke toegankelijkheid van hun infrastructuur.
2015140085
Het bevorderen van de toegang tot gezondheidspromotie en tot initiatieven van preventieve gezondheidszorg voor alle burgers.
2015140086
Het ondersteunen van het particuliere jeugdwerk in hun acties om hun jeugdwerk toegankelijk te maken voor alle Leuvense kinderen en jongeren, ongeacht hun achtergrond.
2015140087
De stad werkt intensief samen met de verschillende onderwijspartners via projecten, en stimuleert samenwerking en netwerking om de toegankelijkheid van het onderwijs te maximaliseren.
2015140088
Ontwikkelen en bestendigen van kwaliteitsvol stedelijk voorschools opvangaanbod.
2015140089
Het ondernemen van acties om de nodige capaciteit van het aanbod aan basis- en secundair onderwijs te helpen realiseren.
2015140090
Ontwikkelen van eigen acties op vlak van gezinsbeleid en opvoedingsondersteuning met specifieke aandacht voor kwetsbare gezinnen.
2015140209
Opname van lokale regie inzake voorschoolse en buitenschoolse kinderopvang.
2015140210
Het voeren en regisseren van een algemeen lokaal sociaal beleid in samenwerking met lokale actoren.
2015140253
2015140035
De stad Leuven streeft naar een gediversifieerd economisch en werkgelegenheidsaanbod met als doel een bloeiende handelsstad, een innovatieve dienstensector en een sociale economie. Het gericht ondersteunen en stimuleren van ondernemers.
2015140091
Het stimuleren van het werkgelegenheidsaanbod voor kansengroepen op de arbeidsmarkt binnen en buiten de stad.
2015140092
Het opnemen van de regierol inzake sociale economie.
2015140093
Streven naar een kwaliteitsvolle invulling van de bestaande economische ruimte.
2015140095
De ontwikkeling en ondersteuning van handel en horeca.
2015140096
Het stimuleren en ondersteunen van de Leuvense Landbouw.
2015140097
Stadsontwikkeling, infrastructuur, wonen De stad Leuven wil een aangename, leefbare woonstad blijven door op een evenwichtige manier te groeien. Pagina
4
2015140037
van
9
9-dec.-2014 14:53
Overzicht doelstellingen : 2015 Een voldoende aanbod aan betaalbare woningen creëren.
2015140103
Inzet op voldoende differentiatie in de woningtypes, zodat in alle stadsdelen een gezonde mix van verschillende bevolkingsgroepen leeft.
2015140104
Inzet op de kwaliteit en de duurzaamheid van de woningen en kamers.
2015140105
Het versterken van de stedelijke woonkernen door verdere verdichting binnen het bestaande weefsel op een ruimtelijk kwalitatieve manier en op locaties die goed ontsluitbaar zijn met openbaar vervoer. Hierdoor kan ze de open ruimte vrijwaren.
2015140106
De bestaande open-ruimtegebieden vrijwaren en ruimte voor water en groen in de kernen versterken.
2015140107
Het versterken van de natuurlijke structuur in de stad door te werken aan de toegankelijkheid en belevingswaarde van de natuurgebieden.
2015140108
Het beheer van het openbaar groen zoveel mogelijk herbicidenvrij en ecologisch en zet verschillende deelprojecten op om de biodiversiteit te vergroten.
2015140109
Inzetten op minder milieuhinder in de stad om zo een leefbare stad te behouden.
2015140110
De stad Leuven wil de inzet op integraal waterbeheer en -beheersing versterken.
2015140038
Een integraal waterbeheer voeren waarbij watersystemen als geheel worden bekeken.
2015140111
Investeren in voldoende buffercapaciteit van het rioleringssysteem volgens het aangepaste hydroplan.
2015140112
Het erosiebestrijdingsplan verder uitvoeren in samenwerking met de landbouwers en dit om afspoeling van akkers en uitspoeling van holle wegen te voorkomen.
2015140113
2015140039
De stad Leuven wil een bereikbare stad zijn die streeft naar duurzame mobiliteitsoplossingen met bijzondere aandacht voor de zwakke weggebruiker. Streven naar een geïntegreerd mobiliteits- en ruimtelijk beleid door het verhogen van de nabijheid van voorzieningen.
2015140114
De multifunctionele kernen autoluw maken (in de eerste plaats het gedeelte binnen de eerste middeleeuwse ringmuur).
2015140115
Zorgen voor goed onderhouden en degelijke verbindingen voor zachte weggebruikers.
2015140116
Zorgen voor voldoende en kwalitatieve fietsinfrastructuur.
2015140117
Streven naar een duurzamer mobiliteitsgedrag door sensibilisatie en een heldere en positieve communicatie over fietsgebruik.
2015140118
De ruimtelijke kwaliteit in de omgeving en het functioneren van de lokale verkeersnetten verbeteren bij structurele ingrepen in het hoger verkeersnet.
2015140119
Een geïntegreerd parkeerbeleid uitwerken.
2015140120
De stad Leuven zorgt ervoor dat ze haar centrumfunctie op verschillende niveaus (buurt, lokaal, regio en gewestelijk) kan blijven waarmaken, aangepast aan de groei en ambitie om 'eeuwenoude en springlevend' te blijven.
2015140040
2015140121
Het voorzieningenniveau aanpassen aan de groeiende bevolking.
Pagina
5
van
9
9-dec.-2014 14:53
Overzicht doelstellingen : 2015 Voorzieningen en commerciële activiteiten concentreren in de bestaande handelskernen en multifunctionele kernen.
2015140122
2015140041
De stad Leuven versterkt haar rol als kennisstad binnen Vlaanderen. Ruimte voorzien voor kenniseconomie op lange termijn met bijzondere aandacht voor duurzaam ruimtegebruik, klimaatneutraliteit en multimodale ontsluiting.
2015140123
Leuven profileren als internationaal centrum van kennis- en innovatieve economie via doorgedreven samenwerking.
2015140124
Toponderzoekers, -kenniswerkers en internationale studenten aantrekken.
2015140125
Leuven binnen de regio op de kaart plaatsen als centrum van creatieve en innovatieve economie.
2015140126
2015140042
De stad Leuven werkt aan een duurzaam behoud en beheer van haar onroerend erfgoed. Erfgoed beter te behouden voor de toekomst via een juridisch kader.
2015140098
Bijzondere aandacht besteden aan het beheer van het eigen waardevol patrimonium.
2015140099
Een actieve rol spelen bij het beheer van het onroerend erfgoed waarvan de stad zelf geen eigenaar is.
2015140100
Leuvenaars bewust maken van de Leuvense erfgoedrijkdom en een draagvlak uitbouwen voor het duurzaam behoud en beheer ervan.
2015140101
Het archeologisch en landschappelijk erfgoed een plaats geven in haar werking naast het bouwkundig erfgoed.
2015140102
Vrije tijd 2015140001
De stad Leuven zorgt voor een ruim en divers kwalitatief vrijetijdsaanbod door het ontwikkelen van eigen programma's en activiteiten en door kwalitatieve uitbouw van organisaties, verenigingen en clubs op het Leuvens grondgebied. Een regulier en projectmatig cultureel aanbod via 30CC.
2015140001
Het logistiek, structureel en financieel ondersteunen van de Leuvense sociaal-culturele verenigingen.
2015140065
De kwalitatieve uitbouw van de sportverenigingen te ondersteunen.
2015140131
De professionalisering van de jeugdsportclubs uit te bouwen.
2015140132
Een rijk en divers cultureel aanbod via de Bib Leuven.
2015140133
Een rijk en divers cultureel aanbod via het archief.
2015140134
Een rijk en divers cultureel aanbod via de erfgoedcel.
2015140135
Een rijk en divers cultureel aanbod via M.
2015140136
Ondersteuning van culturele verenigingen en organisaties.
2015140137
Het ondersteunen van etnisch diverse organisaties met raad en daad, en een toelagereglement.
2015140139
Ondersteunen van particulier jeugdwerk.
2015140140
Pagina
6
van
9
9-dec.-2014 14:53
Overzicht doelstellingen : 2015 Het ondersteunen van de seniorenverenigingen, en werkt samen met hen initiatieven en aanbod uit.
2015140141
Het vrijwilligerswerk voor jongeren aantrekkelijker maken.
2015140142
De directie sport optimaliseert haar (interne en externe) dienstverlening.
2015140143 2015140027
De stad Leuven bouwt planmatig en duurzaam culturele en sportinfrastructuur en/of ondersteunt het bouwen ervan om huidige en toekomstige noden of hiaten in het culturele, sportieve en toeristische aanbod te lenigen. Renovatie- en nieuwbouwprojecten inzake sport in Leuven.
2015140144
Renovatie- en nieuwbouwprojecten inzake sport in Heverlee.
2015140145
Renovatie- en nieuwbouwprojecten inzake sport in Kessel-lo.
2015140146
Renovatie- en nieuwbouwprojecten inzake sport in Wilsele.
2015140147
Renovatie- en nieuwbouwprojecten inzake sport in Wijgmaal.
2015140148
Inzet op buurtgerichte sportinfrastructuur.
2015140149
Inzet op toegankelijke sportinfrastructuur.
2015140150
Inzet op lokaal overschrijdende sportinfrastructuur.
2015140151
De restauratie van de schouwburg.
2015140152
Optimalisering van de huisvesting van de hoofdbibliotheek en de verschillende bibliotheekfilialen met oog op het realiseren van een belevenisbibliotheek.
2015140153
De restauratie van de schatkamer van Sint-Pieter.
2015140154
Het ondersteunen van de bouw van twee nieuwe filmzalen aan de Vesaliusstraat.
2015140155
Het verbeteren van de infrastructuur van de circusschool Cirkus in Beweging en van SLAC.
2015140156
Renovatie en herbestemming van het stadhuis tot een erfgoedhuis en een toeristisch trekpleister/startpunt.
2015140157
Aandacht voor gemeenschapscentra Bij nieuwe bouwprojecten.
2015140158
Culturele invullingen voorzien op de Centrale Werkplaatsen.
2015140159
Een nieuwe infrastructuur voor podiumkunsten en congressen.
2015140160
Het ondersteunen van de bouw van twee nieuwe filmzalen aan de Vesaliusstraat.
2015140233
De stad Leuven wil talent de kans geven om zich te ontwikkelen, goede sportieve prestaties te leveren en uitstekend artistiek werk en topsport te creëren.
2015140028
Het stimuleren van talentontwikkeling in de sport.
2015140161
Inzetten op Leuvense topsportevenementen.
2015140162
Inzetten op de Leuvense topsportscholen.
2015140163
Inzetten op het Leuvense topsportplatform.
2015140164
Het erkennen van de Leuvense sportkampioenen.
2015140165
Pagina
7
van
9
9-dec.-2014 14:53
Overzicht doelstellingen : 2015 Een structureel onderbouwde atelierwerking uitwerken.
2015140166
Het realiseren van ontwikkelingstrajecten.
2015140167
Culturele organisaties de mogelijkheid bieden om artistieke producties te realiseren.
2015140168
Het ontwikkelen van een ondersteunend cirkusbeleid.
2015140169
De uitbouw van het Cultuurplatform.
2015140170
Het ondersteunen van artistiek talent.
2015140172
Ondersteuning bieden aan de specifieke economische sector van de creatieve industrieën.
2015140174
De stad Leuven stimuleert de ontwikkeling van initiatieven die haar burgers, en in het bijzonder kinderen en jongeren, leren omgaan met culturele referentiekaders en die actieve artistieke beleving en praktijk (uitoefening) mogelijk maken.
2015140029
Het ondersteunen van organisaties die zich bezighouden met cultuureducatie op financieel en logistiek vlak. (Vlaamse beleidsprioriteit).
2015140175
Het organiseren van punctuele acties met de bedoeling om kinderen, jongeren, maar ook volwassenen, het noodzakelijke cultureel kapitaal bij te brengen.
2015140176
De stad Leuven wil het Leuvense erfgoed blijvend onder de aandacht brengen via een structureel erfgoednetwerk met prioritaire aandacht voor het stedelijk erfgoed, het religieus erfgoed en het onderwijserfgoed.
2015140030
De erfgoedcel en het archief zetten een werking op rond erfgoedzorg en gaan op zoek naar mogelijkheden om dit te optimaliseren.
2015140181
Inzet op digitalisering als het middel bij uitstek om cultureel erfgoed langdurig en gestructureerd te bewaren en te ontsluiten.
2015140182
Binnen het erfgoedgegeven neemt erfgoededucatie - zowel voor jongeren als voor volwassenen - een belangrijke plaats in.
2015140183
Creatie van een sterk netwerk voor vrijwilligers.
2015140184
Blijvend inzetten op erfgoedcommunicatie en ontsluiting om een breed maatschappelijk draagvlak voor cultureel erfgoed te creëren.
2015140185
Het voorzien van subsidies inzake erfgoed op basis van een reglement.
2015140186
Het stadhuis ontvangt de Erfgoeddag en andere wisselende presentaties en tentoonstellingen. De erfgoedcel ontwikkelt een visie en trajecten rond erfgoed, inspraak en cocreatie.
2015140187
2015140031
De stad Leuven verder positioneren als een creatieve, gezellige en gastvrije stad via (inter)nationaal relevante evenementen van grote kwaliteit en met wervende kracht. De public relations blijven verzorgen en de (acties van) verenigingen ondersteunen.
2015140127
De zomerprogrammering van evenementen in de stad wordt geëvalueerd en bijgestuurd om te komen tot een kwaliteitsvol en vernieuwend aanbod dat zowel Leuvenaars als een bovenlokaal publiek kan aantrekken.
2015140128
Cultuur: Met grootschalige projecten inspelen op belangrijke historische gebeurtenissen voor Leuven via Ku[n]ST Leuven.
2015140129
Pagina
8
van
9
9-dec.-2014 14:53
Overzicht doelstellingen : 2015
2015140036
De stad Leuven als toeristische leisure en meetingbestemming in de markt zetten in binnen- en buitenland. De intrinsieke toeristische aantrekkelijkheid van Leuven verhogen door het toeristisch aanbod uit te diepen en uit te breiden met focus op eigen toeristische product- en profiellijnen.
2015140177
Organiseren, stimuleren van en deelnemen aan toeristische partnerwerking/netwerking, zowel op lokaal vlak als op bovenlokaal (nationaal en internationaal niveau.
2015140178
Uitbouwen van de meetingwerking van Toerisme Leuven
2015140179
Het efficiënt inzetten van zowel online als offline tools en het inspelen op internationale marketingtrends en -tendensen om de stad toeristisch in de markt te zetten.
2015140189
Niet in doelstellingen opgenomen beleid Niet in doelstellingen opgenomen beleid
2015140043
Niet in doelstellingen opgenomen beleid
2015140021
Pagina
9
van
9
Stadsbestuur Leuven Professor Van Overstraetenplein 1 3000 Leuven NIS-code : 24062
MEERJARENPLAN 2014 - 2019 Interne organisatie
Secretaris Gust Vriens Financieel beheerder Luc Aerts
Stadsbestuur Leuven Professor Van Overstraetenplein 1 3000 Leuven NIS-code : 24062
MEERJARENPLAN 2014 - 2019 Organogram :
Secretaris Gust Vriens Financieel beheerder Luc Aerts
Algemeen organogram
Helics AGSL1
Ombudsdienst
Gemeenteraad AGM2 Politie Burgemeester Brandweer GIDPBW 3
CBS
(1) Autonoom gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Leuven - (2) Autonoom gemeentebedrijf museum (M-Museum Leuven) (3) Gemeenschappelijke Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (*) Functies waaraan het lidmaatschap in het managementteam verbonden is
Sociale Zaken
Sport
Cultuur
Algemene zaken
Data- en facilitair beheer
Communicatie en stadsmarketing
Personeel
Burgerzaken
Financiën
Openbaar domein
Secretaris *
Ruimtelijke ontwikkeling
Financieel beheerder *
Stadsbestuur Leuven Professor Van Overstraetenplein 1 3000 Leuven NIS-code : 24062
MEERJARENPLAN 2014 - 2019 TM1 Personeel
Secretaris Gust Vriens Financieel beheerder Luc Aerts
Schema TM1: Personeel (exclusief beroepsbrandweer)
30/09/2014
1. Aantal voltijds equivalenten (VTE)
niv. A niv. B niv. C niv. D niv. E Subtotaal TOTAAL
Vastbenoemd man vrouw 35 42 25 38 55 61 200 11 315
152
467
VOLTIJDS Contractueel (niet-gesco) man vrouw 4 12 11 19 8 34 39 4 53 115 69 184
Gesco man vrouw
1 27 15 43
1 21 7 1 30
73
Vastbenoemd man vrouw 13,85 4,57 26,12 11,45 52,98 45,97 10,8 61,99
103,75
165,74
DEELTIJDS Contractueel (niet-gesco) man vrouw 5,34 4,62 0,8 14,1 6 3,8 2 3 8,8 30,86
man
39,66
Gesco vrouw
0,8 5,3
0,5 15,07 0,5
6,1
16,07
22,17
Totaal VTE 112,19 129,81 275,2 360,37 74 951,57 951,57
2. Aantal werknemers (koppen)
niv. A niv. B niv. C niv. D niv. E Subtotaal TOTAAL
Vastbenoemd man vrouw 35 59 31 71 69 129 265 27 400 686
286
VOLTIJDS Contractueel (niet-gesco) man vrouw 5 19 11 23 9 50 46 5 54 125 97 222
Gesco man vrouw
1 34 15 50 97
1 37 8 1 47
Vastbenoemd man vrouw 1 3 2
2 2 11 1
6
16
22
DEELTIJDS Contractueel (niet-gesco) man vrouw
2 3 5 25
2 6 6 6 20
man
Gesco vrouw
1 1 2 9
Het schema TM1 is gebaseerd op de jaarlijkse bevraging door ABB van personeelsgegevens. De categorieën personeel zijn: vastbenoemde personeelsleden, contractuelen en gesco’s. Tellen niet mee: 1. Beroepsbrandweer 2. Personeel tewerkgesteld in de politiezones, zowel operationeel als CALOG-personeel 3. Personeelsleden in het gesubsidieerd onderwijs 4. Vrijwilligers 5. Jobstudenten 6. Politieke mandatarissen 7. Personeelsleden van AGB’s en Autonome provinciebedrijven 8. Gedetacheerde personeelsleden 9. Bedienaars van de eredienst. Aangezien deze vallen onder de hoedanigheid 21, zal bijkomend het werknemerskengetal 711 moeten worden uitgesloten. 10. Onthaalouders en monitoren 11. Art.60§7
Stad Leuven / Toelichting bij het meerjarenplan 2014
Totaal koppen 120 1 143 6 322 397 79 7 1061 1061
Schema TM1: Personeel (inclusief beroepsbrandweer)
30/09/2014
1. Aantal voltijds equivalenten (VTE)
niv. A niv. B niv. C niv. D niv. E Subtotaal TOTAAL
Vastbenoemd man vrouw 46 42 37 38 168 62 200 11 451
153
604
VOLTIJDS Contractueel (niet-gesco) man vrouw 4 11 9 39 53 116
12 19 34 4 69
Gesco man vrouw
1 27 15 43
1 21 7 1 30
185
73
VOLTIJDS Contractueel (niet-gesco) man vrouw
Gesco man vrouw
Vastbenoemd man vrouw 0,5 13,85 4,57 26,12 11,45 52,98 45,97 10,8 62,49
103,75
166,24
DEELTIJDS Contractueel (niet-gesco) man vrouw
0,8 6 2 8,8
5,34 4,62 14,1 3,8 3 30,86
man
Gesco vrouw
0,8 5,3
0,5 15,07 0,5
6,1
16,07
39,66
22,17
DEELTIJDS Contractueel (niet-gesco) man vrouw
Gesco man vrouw
Totaal VTE 123,69 141,81 390,2 360,37 74 1090,07 1090,07
2. Aantal werknemers (koppen)
niv. A niv. B niv. C niv. D niv. E Subtotaal TOTAAL
Vastbenoemd man vrouw 46 59 43 71 182 130 265 27 536 823
287
5 11 10 46 54 126 223
19 23 50 5 97
1 34 15 50 97
1 37 8 1 47
Vastbenoemd man vrouw 1 2 1 2 3 11 2 1 7 23
16
2 3 5 25
2 6 6 6 20
1 1 2 9
Totaal koppen 132 1 155 6 437 397 79 7 1200 1200
Evolutie personeelsbestand
31/12/2011
31/12/2012
30/09/2013
31/12/2013
30/09/2014
Directie / Afdeling - Dienst VTE's Koppen VTE's Koppen VTE's Koppen VTE's Koppen VTE's Koppen Brandweer 168,10 171,00 148,90 150,00 147,20 150,00 144,60 147,00 145,80 147,00 Adm-technisch personeel 9,60 10,00 8,60 9,00 8,10 9,00 8,10 9,00 7,30 8,00 BW personeel 137,50 139,00 134,50 135,00 134,50 136,00 136,50 138,00 138,50 139,00 HC 100 21,00 22,00 5,80 6,00 4,60 5,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Dir.Algemene.zaken 59,27 65,00 53,67 60,00 60,97 67,00 59,67 65,00 59,47 66,00 / 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 Afd.preventie&veiligheid 40,97 45,00 37,07 42,00 41,97 47,00 40,67 45,00 39,67 45,00 Dnst.secretariaat 14,70 16,00 13,80 15,00 15,20 16,00 15,20 16,00 16,20 17,00 Staf.algemene zaken 2,60 3,00 1,80 2,00 2,80 3,00 2,80 3,00 2,60 3,00 Dir.Burgerzaken 41,94 50,00 48,37 56,00 47,81 57,00 50,81 59,00 51,71 60,00 / 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 Afd.contactbeheer 7,77 11,00 11,07 14,00 8,97 12,00 11,97 14,00 9,97 12,00 Bevolking 18,17 22,00 17,50 21,00 18,50 23,00 19,50 24,00 19,10 23,00 Burgerlijke.Stand 6,40 7,00 7,40 8,00 7,40 8,00 7,40 8,00 7,10 8,00 Niet-belgen 8,60 9,00 11,40 12,00 11,94 13,00 10,94 12,00 14,54 16,00 Dir.Communicatie&Stadsmarketing 26,57 30,00 26,57 30,00 26,40 32,00 27,00 31,00 28,40 32,00 / 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 0,00 0,00 1,00 1,00 Afd.communicatie 10,50 12,00 10,40 12,00 9,40 13,00 11,00 13,00 10,50 12,00 Afd.stadsmarketing 11,77 13,00 11,87 13,00 12,70 14,00 12,70 14,00 13,50 15,00 Cel.evenementen&feestelijkheden 2,30 3,00 3,30 4,00 3,30 4,00 3,30 4,00 3,40 4,00 Staf.communicatie&Stadsmarketing 1,00 1,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Dir.Cultuur 94,49 115,00 97,43 116,00 98,33 116,00 100,08 117,00 96,83 114,00 / 8,25 9,00 10,55 11,00 9,55 10,00 10,55 11,00 8,55 9,00 30CC 25,40 26,00 24,35 26,00 24,40 26,00 24,40 26,00 23,00 25,00 Archief 8,00 9,00 8,30 9,00 8,30 9,00 7,30 8,00 7,30 8,00 Bibliotheek 45,74 63,00 47,68 63,00 48,48 63,00 49,23 63,00 50,18 64,00 Staf.Cultuur 7,10 8,00 6,55 7,00 7,60 8,00 8,60 9,00 7,80 8,00 Dir.Data&Facilitair Beheer 112,57 124,00 121,67 131,00 117,97 128,00 114,97 125,00 114,77 124,00 / 1,80 2,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 Afd.databeheer 8,10 10,00 9,10 11,00 9,10 11,00 9,10 11,00 9,40 11,00 Afd.studiedienst 12,00 12,00 14,00 14,00 13,30 14,00 13,80 14,00 12,80 13,00 Dnst.gebouwbeheer 29,90 32,00 31,60 33,00 29,70 32,00 28,40 30,00 29,70 32,00 Dnst.logistiek 57,37 64,00 62,37 68,00 58,27 63,00 48,27 53,00 49,67 53,00 Staf.data&facilitair beheer 3,40 4,00 3,60 4,00 6,60 7,00 6,60 7,00 6,60 7,00 31/12/2011
31/12/2012
30/09/2013
Pagina 1 van 3
31/12/2013
30/09/2014
Evolutie personeelsbestand
Directie / Afdeling - Dienst Dir.Financiën / Afd.aankoop&uitleen Afd.belastingen&ontvangsten Afd.uitgaven&investeringen Staf.financiën Dir.Openbaar Domein / Afd.groenbeheer Afd.stadsreiniging Dnst.weg&rioolbeheer Staf.openbaar.domein Dir.Personeel / Afd.personeelsbeheer Afd.personeelsbeleid Staf.personeel Dir.Ruimtelijke Ontwikkeling / Afd.bouwen.wonen.milieu Afd.economie&handel Afd.Ruimtel&Duurzaamheidsbeleid Afd.weg&waterbeheer Staf.Ruimtelijke.ontwikkeling Dir.Sociale Zaken / Afd.jeugd&studenten Afd.kinderopvang Afd.onderwijs&scholen Afd.samenleven&diversiteit Staf.sociale.zaken team zakelijk beheer team gebiedsgerichte werking
VTE's Koppen VTE's Koppen VTE's Koppen VTE's Koppen VTE's Koppen 35,60 41,00 34,50 39,00 37,50 41,00 38,50 42,00 39,80 43,00 2,00 2,00 2,00 2,00 2,00 2,00 2,00 2,00 2,00 2,00 6,80 7,00 6,80 7,00 6,80 7,00 6,80 7,00 6,60 7,00 14,80 18,00 13,70 16,00 15,70 18,00 16,70 19,00 18,40 20,00 9,00 11,00 9,00 11,00 10,00 11,00 10,00 11,00 9,80 11,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 267,20 289,00 271,40 293,00 270,70 291,00 275,00 293,00 279,40 298,00 2,00 2,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 112,90 124,00 113,40 125,00 109,10 121,00 111,40 121,00 116,70 126,00 106,40 112,00 111,90 117,00 114,50 119,00 116,50 121,00 117,40 122,00 43,90 49,00 44,10 49,00 45,10 49,00 45,10 49,00 44,30 49,00 2,00 2,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 0,00 0,00 20,21 24,00 20,81 24,00 18,86 23,00 18,74 23,00 18,61 23,00 1,00 1,00 1,00 1,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 11,21 14,00 10,21 12,00 9,51 12,00 9,34 12,00 9,34 12,00 4,60 5,00 6,20 7,00 5,95 7,00 6,20 7,00 6,07 7,00 3,40 4,00 3,40 4,00 3,40 4,00 3,20 4,00 3,20 4,00 58,65 67,00 63,05 71,00 63,72 72,00 64,27 73,00 68,82 79,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 2,00 26,90 31,00 29,60 34,00 27,10 32,00 26,90 32,00 30,10 36,00 9,10 11,00 9,10 11,00 10,10 11,00 10,10 11,00 10,10 11,00 7,35 11,80 2,50 71,86 1,00 4,47 43,45 7,70 6,90 6,34 0,00 2,00
8,00 13,00 3,00 94,00 1,00 6,00 55,00 11,00 7,00 12,00 0,00 2,00
31/12/2011
Directie / Afdeling - Dienst Dir.sport
9,55 11,30 2,50 99,21 1,00 5,60 63,65 7,42 9,90 9,64 0,00 2,00
10,00 12,00 3,00 122,00 1,00 7,00 75,00 10,00 11,00 16,00 0,00 2,00
31/12/2012
9,92 14,10 1,50 97,89 1,00 4,60 63,00 7,42 10,30 8,47 0,00 3,10
11,00 15,00 2,00 122,00 1,00 6,00 76,00 10,00 11,00 13,00 0,00 5,00
30/09/2013
10,67 14,10 1,50 96,07 1,00 4,60 70,50 4,70 10,30 2,60 5,87 4,30
12,00 15,00 2,00 115,00 1,00 6,00 84,00 5,00 11,00 4,00 8,00 5,00
31/12/2013
12,02 14,60 1,00 104,76 1,00 4,60 75,25 5,80 11,50 2,00 6,07 4,14
14,00 15,00 1,00 123,00 1,00 5,00 90,00 6,00 12,00 3,00 8,00 5,00
30/09/2014
VTE's Koppen VTE's Koppen VTE's Koppen VTE's Koppen VTE's Koppen 67,60 73,00 70,40 76,00 70,80 77,00 71,60 78,00 67,60 75,00
Pagina 2 van 3
Evolutie personeelsbestand / Beheer.regio.1 Beheer.regio.2 Sportpromotie Staf.sport G.I.D.P.B.W. / Kabinetten / Ombudsdienst / Beroepsziekten / Stadssecr / Eindtotaal stadspersoneel
1,00 28,90 28,80 6,10 2,80 1,00 1,00 10,80 10,80 2,00 2,00 0,00 0,00 1,00 1,00
1,00 31,00 31,00 7,00 3,00 1,00 1,00 12,00 12,00 3,00 3,00 0,00 0,00 1,00 1,00
1,00 29,90 29,80 6,90 2,80 1,00 1,00 9,80 9,80 3,00 3,00 0,00 0,00 1,50 1,50
1,00 32,00 32,00 8,00 3,00 1,00 1,00 11,00 11,00 4,00 4,00 0,00 0,00 2,00 2,00
1,00 29,10 30,00 6,90 3,80 1,00 1,00 9,80 9,80 2,50 2,50 1,00 1,00 1,50 1,50
1,00 32,00 32,00 8,00 4,00 1,00 1,00 11,00 11,00 3,00 3,00 1,00 1,00 2,00 2,00
1,00 30,10 29,80 6,90 3,80 1,00 1,00 8,80 8,80 2,80 2,80 1,00 1,00 1,50 1,50
1,00 33,00 32,00 8,00 4,00 1,00 1,00 10,00 10,00 3,00 3,00 1,00 1,00 2,00 2,00
1,00 31,50 24,40 6,90 3,80 1,00 1,00 8,80 8,80 2,80 2,80 0,00 0,00 1,50 1,50
1,00 35,00 27,00 8,00 4,00 1,00 1,00 10,00 10,00 3,00 3,00 0,00 0,00 2,00 2,00
1.038,86 1.160,00 1.071,28 1.186,00 1.073,95 1.194,00 1.076,41 1.185,00 1.090,07 1.200,00
AGM AGSL
41,59 16,10
49,00 17,00
38,59 17,80
44,00 20,00
44,95 20,20
49,00 22,00
43,15 43,15
47,00 20,00
42,99 21,60
47,00 24,00
Eindtotaal personeel AGB's
57,69
66,00
56,39
64,00
65,15
71,00
86,30
67,00
64,59
71,00
Algemeen totaal
1.096,55 1.226,00 1.127,67 1.250,00 1.139,10 1.265,00 1.162,71 1.252,00 1.154,66 1.271,00
Pagina 3 van 3
Budget 2015 Algemene rekening
25/11/2014
Overzicht personeelsbudgetten 2014‐2019 Code
Omschrijving algemene rekening
Inflatie% 2015‐2019
2014 na laatste BW
Budget 2015
2016
Meerjarenplan 2015‐2019 2017 2018
2019
2015‐16
2016‐17
2017‐18
2018‐19
Bezoldigingen politiek personeel
1,5
1,5
1,5
1,5
820.766,00
844.400,00
857.066,00
869.922,00
882.971,00
896.216,00
STADSPERSONEEL (exclusief onderwijzend personeel) 1. Kosten politiek personeel 6200010000 62000 6200020000
62000
Vakantiegeld politiek personeel
1,5
1,5
1,5
1,5
59.997,00
64.800,00
65.772,00
66.759,00
67.760,00
68.776,00
6200030000
62000
Eindejaarstoelage politiek personeel
1,5
1,5
1,5
1,5
32.859,00
33.100,00
33.597,00
34.101,00
34.613,00
35.132,00
6200040000
62000
Presentiegelden van de gemeentemandatarissen
1,5
1,5
1,5
1,5
400.000,00
400.000,00
406.000,00
412.090,00
418.271,00
424.545,00
1.313.622,00
1.342.300,00
1.362.435,00
1.382.872,00
1.403.615,00
1.424.669,00
28.089.887,98 23.467.500,00 24.054.202,00 24.655.560,00 25.271.950,00
25.903.750,00
2. Kosten vastbenoemd personeel 6201010000 6201 Bezoldigingen vastbenoemd personeel
2,5
2,5
2,5
2,5
6201020000
6201
Vakantiegeld vastbenoemd personeel
2,5
2,5
2,5
2,5
2.064.137,00
1.737.700,00
1.781.159,00
1.825.689,00
1.871.331,00
1.918.114,00
6201030000
6201
Eindejaarstoelage vastbenoemd personeel
2,5
2,5
2,5
2,5
1.706.208,00
1.408.800,00
1.444.031,00
1.480.135,00
1.517.144,00
1.555.073,00
6201040000
6201
2,5
2,5
2,5
2,5
1.643.103,00
76.800,00
78.722,00
80.690,00
82.708,00
84.776,00
6201050000
6201
2,5
2,5
2,5
2,5
172.858,00
104.300,00
106.914,00
109.591,00
112.332,00
115.141,00
6201060000
6201
Vergoedingen prestaties vastbenoemd personeel ‐ nacht‐zaterdag‐ zondagprestaties Vergoedingen prestaties vastbenoemd personeel ‐ overwerk ‐ verstoringstoelage ‐ toeslag bijzondere prestaties Vergoedingen prestaties vastbenoemd personeel ‐ permanentietoelage
2,5
2,5
2,5
2,5
183.246,88
170.100,00
174.354,00
178.713,00
183.183,00
187.763,00
6201070000
6201
Vergoedingen prestaties vastbenoemd personeel ‐ gevarentoelage
2,5
2,5
2,5
2,5
17.178,00
16.200,00
16.606,00
17.023,00
17.448,00
17.885,00
6201080000
620108
Sociale vergoedingen vastbenoemd personeel (geboortepremie, geschenkencheque, begrafenisvergoeding)
0
0
0
0
20.200,00
25.000,00
25.000,00
25.000,00
25.000,00
25.000,00
33.896.818,86 27.006.400,00 27.680.988,00 28.372.401,00 29.081.096,00
29.807.502,00
3. Kosten gesubsidieerd contractueel personeel 6202010000 6202 Bezoldigingen gesubsidieerd contractueel personeel
2,5
2,5
2,5
2,5
2.242.129,00
2.626.900,00
2.692.577,00
2.759.893,00
2.828.890,00
2.899.613,00
6202020000
6202
Vakantiegeld gesubsidieerd contractueel personeel
2,5
2,5
2,5
2,5
133.962,00
204.800,00
209.927,00
215.176,00
220.557,00
226.069,00
6202030000
6202
Eindejaarstoelage prestaties gesubsidieerd contractueel personeel
2,5
2,5
2,5
2,5
158.179,00
188.900,00
193.629,00
198.470,00
203.434,00
208.519,00
6202040000
6202
2,5
2,5
2,5
2,5
3.930,72
5.400,00
5.535,00
5.673,00
5.815,00
5.960,00
6202050000
6202
2,5
2,5
2,5
2,5
2.782,00
1.000,00
1.027,00
1.054,00
1.081,00
1.108,00
6202060000
6202
Vergoedingen prestaties gesubsidieerd contractueel personeel ‐ nacht‐ zaterdag‐zondagprestaties Vergoedingen prestaties gesubsidieerd contractueel personeel ‐ overwerk ‐ verstoringstoelage ‐ toeslag bijzondere prestaties Vergoedingen prestaties gesubsidieerd contractueel personeel ‐ permanentietoelage
2,5
2,5
2,5
2,5
2.371,28
1.700,00
1.743,00
1.787,00
1.832,00
1.878,00
1 / 4
Budget 2015 Algemene rekening
25/11/2014
Overzicht personeelsbudgetten 2014‐2019 Code
6202070000
6202
6202080000
620208
Inflatie% 2015‐2019
Omschrijving algemene rekening Vergoedingen prestaties gesubsidieerd contractueel personeel ‐ gevarentoelage Sociale vergoedingen gesubsidieerd contractueel personeel (geboortepremie, geschenkencheque, begrafenisvergoeding)
4. Kosten contractueel personeel 6203010000 6203 Bezoldigingen contractueel personeel
2015‐16
2016‐17
2017‐18
2018‐19
2,5
2,5
2,5
2,5
0
0
0
0
2014 na laatste BW
Budget 2015
2016
Meerjarenplan 2015‐2019 2017 2018
2019
919,00
300,00
308,00
316,00
324,00
332,00
2.000,00
2.000,00
2.000,00
2.000,00
2.000,00
2.000,00
2.546.273,00
3.031.000,00
3.106.746,00
3.184.369,00
3.263.933,00
3.345.479,00
2,5
2,5
2,5
2,5
7.371.234,42
7.650.600,00
7.841.876,00
8.037.927,00
8.238.880,00
8.404.009,00
6203020000
6203
Vakantiegeld contractueel personeel
2,5
2,5
2,5
2,5
719.429,00
714.000,00
731.863,00
750.164,00
768.919,00
788.142,00
6203030000
6203
Eindejaarstoelage contractueel personeel
2,5
2,5
2,5
2,5
545.127,00
490.800,00
503.084,00
515.664,00
528.557,00
539.560,00
6203040000
6203
2,5
2,5
2,5
2,5
73.470,00
17.600,00
18.040,00
18.490,00
18.953,00
19.427,00
6203050000
6203
2,5
2,5
2,5
2,5
29.288,00
20.500,00
21.015,00
21.542,00
22.081,00
22.633,00
6203060000
6203
Vergoedingen prestaties contractueel personeel ‐ nacht‐zaterdag‐ zondagprestaties Vergoedingen prestaties contractueel personeel ‐ overwerk ‐ verstoringstoelage ‐ toeslag bijzondere prestaties Vergoedingen prestaties contractueel personeel ‐ permanentietoelage
2,5
2,5
2,5
2,5
4.869,58
2.900,00
2.973,00
3.047,00
3.123,00
3.201,00
6203070000
6203
Vergoedingen prestaties contractueel personeel ‐ gevarentoelage
2,5
2,5
2,5
2,5
2.741,00
1.300,00
1.333,00
1.367,00
1.401,00
1.436,00
6203080000
620308
Sociale vergoedingen contractueel personeel (geboortepremie, geschenkencheque, begrafenisvergoeding)
0
0
0
0
3.100,00
3.000,00
3.000,00
3.000,00
3.000,00
3.000,00
8.749.259,00
8.900.700,00
9.123.184,00
9.351.201,00
9.584.914,00
9.781.408,00
5. Werkgeversbijdragen 6210000000 6210000000 Werkgeversbijdragen wettelijke verzekeringen ‐ politiek personeel
2,5
2,5
2,5
2,5
96.715,00
97.500,00
99.938,00
102.436,00
104.997,00
107.622,00
6211010000
6211010000 Werkgeversbijdragen aan de R.S.Z.P.P.O. ‐ vastbenoemd personeel
2,5
2,5
2,5
2,5
4.487.870,00
3.729.300,00
3.822.548,00
3.918.111,00
4.016.063,00
4.116.467,00
6211020000
6211020000 Werkgeversbijdragen aan de omslagkas voor gemeentelijke pensioenen
7,23
2,5
2,5
2,5
7.954.164,00
7.098.100,00
7.611.293,00
7.801.578,00
7.996.617,00
8.196.533,00
‐22
‐22
‐22
‐22
66.750,00
72.600,00
56.628,00
44.176,00
34.457,00
26.869,00
2,5
2,5
2,5
2,5
143.475,00
163.300,00
167.390,00
171.575,00
175.865,00
180.262,00
2,5
2,5
2,5
2,5
2.552.164,00
2.566.400,00
2.630.575,00
2.696.339,00
2.763.752,00
2.819.577,00
9
9
9
9
94.565,00
85.100,00
92.759,00
101.106,00
110.204,00
120.119,00
3
3
3
3
5.170,00
7.400,00
7.622,00
7.848,00
8.080,00
8.328,00
9
9
9
9
21.965,00
21.000,00
22.890,00
24.952,00
27.194,00
29.640,00
1,5
1,5
1,5
1,5
288.837,35
306.800,00
311.418,00
316.087,00
320.829,00
324.610,00
15.711.675,35 14.147.500,00 14.823.061,00 15.184.208,00 15.558.058,00
15.930.027,00
6213010000
‐ vastbenoemd personeel 6211021000 Werkgeversbijdragen aan de gemeentelijke pensioenkas ‐ vastbenoemd personeel 6212 Werkgeversbijdragen aan de R.S.Z.P.P.O. ‐ gesubsidieeerd contractueel personeel 6213 Werkgeversbijdragen aan de R.S.Z.P.P.O. ‐ contractueel personeel
6221010000
6221010000 Werkgeversbijdragen hospitalisatieverzekering ‐ vastbenoemd
6211021000 6212010000
6223010000
personeel 6222010000 Werkgeverbijdragen hospitalisatieverzekering ‐ gesubsidieerd contractueel personeel 6223010000 Werkgeversbijdragen hospitalisatieverzekering ‐ contractueel personeel
6224010000
6224010000 Werkgeversbijdragen 2de pijler ‐ gesubsidieerd contractueel en
6222010000
contractueel personeel 2 / 4
Budget 2015
25/11/2014
Overzicht personeelsbudgetten 2014‐2019
Algemene rekening
Code
Inflatie% 2015‐2019
Omschrijving algemene rekening
6. Andere personeelskosten 6234100000 6234100000 Maaltijdcheques ‐ bruto
2014 na laatste BW
Budget 2015
3
1.643.398,00
1.472.000,00
1.516.161,00
1.561.653,00
1.608.504,00
1.655.179,00
2015‐16
2016‐17
2017‐18
2018‐19
3
3
3
2016
Meerjarenplan 2015‐2019 2017 2018
2019
6235210000
62352
Woon‐werkverkeer ‐ Fietsvergoeding
20
20
20
20
112.600,00
115.000,00
138.000,00
165.600,00
198.720,00
238.464,00
6235220000
62352
Woon‐werkverkeer ‐ NMBS
20
20
20
20
230.000,00
230.000,00
276.000,00
331.200,00
397.440,00
476.928,00
6235230000
62352
Woon‐werkverkeer ‐ De Lijn
20
20
20
20
120.500,00
120.000,00
144.000,00
172.800,00
207.360,00
248.832,00
6235300000
6235300000 Woningvergoeding concierges ‐ contractueel personeel
1,5
1,5
1,5
1,5
29.241,00
26.900,00
27.304,00
27.714,00
28.130,00
28.552,00
6235500000
6235500000 Verzekeringen van arbeidsongevallen
9
9
9
9
585.064,00
483.000,00
526.471,00
573.850,00
625.496,00
681.412,00
6235600000
6235600000 Bijdragen aan arbeidsgeneeskundige dienst
11
11
11
11
135.000,00
135.000,00
149.850,00
166.334,00
184.631,00
204.940,00
6235700000
6235700000 Vakbondspremie
0
0
0
0
66.600,00
63.900,00
63.900,00
63.900,00
63.900,00
63.900,00
6235900000
6235900000 Bijdragen aan de gemeentelijke sociale dienst
0
0
0
0
65.000,00
145.000,00
65.000,00
145.000,00
65.000,00
145.000,00
6236000000
6236000000 Renten beroepsziekten
1,5
1,5
1,5
1,5
43.000,00
43.300,00
43.950,00
44.609,00
45.278,00
45.957,00
6240000000
6240000000 Pensioenen politiek personeel
1,5
1,5
1,5
1,5
509.341,00
502.300,00
509.835,00
517.483,00
525.245,00
533.124,00
3.539.744,00
3.336.400,00
3.460.471,00
3.770.143,00
3.949.704,00
4.322.288,00
165.000,00
0,00
0,00
141.873,00
330.888,00
544.049,00
65.922.392,21 57.764.300,00 59.556.885,00 61.387.067,00 63.172.208,00
65.155.422,00
7. Responsabiliseringsbijdrage 6211020000
Responsabiliseringsbijdrage
TOTAAL KOSTEN 8. Opbrengsten 7470000000
7470000000 Werknemersinhouding mtc
7405001000
3
3
3
3
Bijdragen gesubsidieerde contractuelen
TOTAAL OPBRENGSTEN NETTOKOST
284.215,00
242.400,00
249.673,00
257.161,00
264.877,00
272.566,00
744.424,00
738.970,94
647.458,53
647.458,53
647.458,53
647.458,53
1.028.639,00
981.370,94
897.131,53
904.619,53
912.335,53
920.024,53
64.893.753,21 56.782.929,06 58.659.753,47 60.482.447,47 62.259.872,47 64.235.397,47
VERZORGERS VAN DE EREDIENSTEN Kosten 6139999000
6139999000 Andere erelonen en vergoedingen
1,5
1,5
1,5
1,5
70.000,00
80.100,00
81.302,00
82.522,00
83.760,00
85.016,00
3 / 4
Budget 2015 Algemene rekening
25/11/2014
Overzicht personeelsbudgetten 2014‐2019 Code
Inflatie% 2015‐2019
Omschrijving algemene rekening
2015‐16
2016‐17
2017‐18
2018‐19
2014 na laatste BW
Budget 2015
2016
Meerjarenplan 2015‐2019 2017 2018
2019
ONDERWIJZEND PERSONEEL Kosten 6208010000
Onderwijs
Bezoldigingen onderwijzend personeel ten laste van andere overheden
0
0
0
0
9.150.000,00
9.150.000,00
9.150.000,00
9.150.000,00
9.150.000,00
9.150.000,00
Opbrengsten 7405004000
Onderwijs
Bijdragen van de overheid voor de bezoldiging van het onderwijzend personeel
0
0
0
0
9.150.000,00
9.150.000,00
9.150.000,00
9.150.000,00
9.150.000,00
9.150.000,00
4 / 4
Stadsbestuur Leuven Professor Van Overstraetenplein 1 3000 Leuven NIS-code : 24062
MEERJARENPLAN 2014 - 2019 Overzich budgethouders Overzicht
Secretaris Gust Vriens Financieel beheerder Luc Aerts
College van burgemeester en schepenen
Stadsbestuur Leuven Professor Van Overstraetenplein 1 3000 Leuven NIS-code : 24062
MEERJARENPLAN 2014 - 2019 Overzichtt beleidsdomeinen per beleidsveld
Secretaris Gust Vriens Financieel beheerder Luc Aerts
Beleidsdomeinen, -velden en -items Veld / item
1
Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Fiscale aangelegenheden Financiële aangelegenheden Transacties in verband met de openbare schuld Patrimonium zonder maatschappelijk doel Overige algemene financiering
Algemeen bestuur 0100 0101 0110 0111 0112 0113 0100 0113 9999 0115 0119 0100 0119 0200 0119 0300 0119 0400 0119 9999 0130 0100 0130 0200 0130 9999 0150 0190 0100 0190 9999 0790
3
Omschrijving beleidsveld / item
Algemene financiering 0010 0020 0030 0040 0050 0090
2
27/11/2013
Politieke organen Officieel ceremonieel Secretariaat Fiscale en financiële diensten Personeelsdienst en vorming Archief - Administratief archief Archief - Overig archief Welzijn op het werk Overige algemene diensten - Databeheer Overige algemene diensten - Facility Overige algemene diensten - Communicatie Overige algemene diensten - Aankoop en uitleen Overige algemene diensten - Andere overige algemene diensten Administratieve dienstverlening - Bevolking Administratieve dienstverlening - Burgerlijke stand Administratieve dienstverlening - Overige administratieve dienstverlening Internationale relaties Overig algemeen bestuur - Ombudsdienst Overig algemeen bestuur - Overig algemeen bestuur Erediensten
Veiligheid en preventie 0400 0410 0420 0480 0100 0480 0200 0480 0300 0490 0100 0490 9999
Politiediensten Brandweer Dienst 100 Bestuurlijke preventie - GAS Bestuurlijke preventie - Preventie Bestuurlijke preventie - Gemeenschapswachten Overige elementen van openbare orde en veiligheid - Alternatieve maatregelen Overige elementen van openbare orde en veiligheid - Andere overige elementen van openbare orde en veiligheid
p1 / 4
Veld / item
4
Omschrijving beleidsveld / item
Stadsontwikkeling, infrastructuur & wonen 0200 0100 0200 0200 0200 0300 0200 9999 0210 0220 0300 0100 0300 9999 0309 0100 0309 9999 0310 0100 0310 0200 0310 9999 0320 0340 0341 0350 0381 0390 0600 0610 0620 0621 0629 0630 0640 0650 0670 0680 0720 0984 0990
Wegen - Onderhoud wegen Wegen - Studie, planning, aanleg wegen Wegen - Reiniging van wegen Wegen - Overig wegen Openbaar vervoer Parkeren Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval - Garage Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval - Overig ophalen en verwerken van huishoudelijk afval Overig afval- en materialenbeheer - Containerparken Overig afval- en materialenbeheer - Andere overig afval- en materialenbeheer Beheer van regen- en afvalwater - Onderhoud Beheer van regen- en afvalwater - Studie/planning/aanleg Beheer van regen- en afvalwater - Overig beheer van regen- en afvalwater Sanering van bodemverontreiniging Aankoop, inrichting en beheer van natuur, groen en bos Erosiebestrijding Klimaat en energie Geïntegreerde milieuprojecten Overige milieubescherming Ruimtelijke planning Gebiedsontwikkeling Grondbeleid voor wonen Bestrijding van krotwoningen Overig woonbeleid Watervoorziening Elektriciteitsvoorziening Gasvoorziening Straatverlichting Groene ruimte Monumentenzorg Ontsmetting en openbare reiniging Begraafplaatsen
p2 / 4
Veld / item
5
Omschrijving beleidsveld / item
Leven, leren en werken 0160 0171 0500 0510 0520 0521 0530 0550 0622 0750 0800 0801 0820 0100 0820 0200 0820 9999 0830 0861 0870 0871 0873 0874 0879 0880 0889 0900 0902 0909 0100 0909 0200 0909 0300 0909 9999 0911 0930 0940 0943 0944 0945 0949 0959 0985 0986 0991
Hulp aan het buitenland Gemeentelijk/stedelijk wijkoverleg Handel en middenstand Nijverheid Toerisme - Onthaal en promotie Toerisme - Sectorondersteuning Land-, tuin en bosbouw Werkgelegenheid Woonwagenterreinen Jeugd Gewoon basisonderwijs Buitengewoon basisonderwijs Deeltijds kunstonderwijs - Academie Deeltijds kunstonderwijs - Conservatorium Deeltijds kunstonderwijs - Overig deeltijds kunstonderwijs Centra voor volwassenenonderwijs Administratieve dienst voor het onderwijs Ochtend- en avondtoezicht Middagtoezicht Kosten toegangprijs zwembad leeringen lager onderwijs Leerlingenvervoer Andere voordelen Administratieve dienst voor het lokaal flankerend onderwijs Overige ondersteunende diensten voor het lokaal flankerend onderwijs Sociale bijstand Integratie van personen met vreemde herkomst Overige verrichtingen inzake sociaal beleid - Buurtwerking Overige verrichtingen inzake sociaal beleid - Diversiteit en gelijkekansenbeleid Overige verrichtingen inzake sociaal beleid - Studenten Overige verrichtingen inzake sociaal beleid - Andere overige verrichtingen inzake sociaal beleid Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap Sociale huisvesting Jeugdvoorzieningen Gezinshulp Opvoedingsondersteuning Kinderopvang Overige gezinshulp Overige verrichting betreffende ouderen Gezondheidspromotie en ziektepreventie Eerstelijns gezondheidszorg Crematoria
p3 / 4
Veld / item
6
Omschrijving beleidsveld / item
Vrije tijd 0700 0701 0100 0701 9999 0702 0703 0705 0709 0710 0712 0719 0739 0100 0739 0200 0739 0300 0739 9999 0740 0100 0740 0200 0740 0300 0740 9999
Musea Cultuurcentrum - 30 CC Cultuurcentrum - Overig cultuurcentrum Schouwburg, concertgebouw, opera Openbare bibliotheken Gemeenschapscentrum Overige culturele instellingen Feesten en plechtigheden Festivals Overige evenementen Overig kunst- en cultuurbeleid - Kunsthistorisch archief Overig kunst- en cultuurbeleid - Roerend erfgoed Overig kunst- en cultuurbeleid - Botanische tuin Overig kunst- en cultuurbeleid - Andere overig kunst- en cultuurbeleid Sport - Sportpromotie Sport - Sportaccomodatie Sport - Sportbeleid Sport - Overig
p4 / 4
Stadsbestuur Leuven Professor Van Overstraetenplein 1 3000 Leuven NIS-code : 24062
MEERJARENPLAN 2014 - 2019 Overzicht van de entiteiten onder de financiële vaste activa
Secretaris Gust Vriens Financieel beheerder Luc Aerts
Het overzicht van de entiteiten opgenomen onder financiële vaste activa 2015
A. Extern verzelfstandigde agentschappen B. Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en soortgelijke entiteiten C. Publiek-Private samenwerkingsverbanden D. OCMW-verenigingen E. Andere financiêle vaste activa
Stadsbestuur Leuven
Pagina
2
van
2
Stadsbestuur Leuven Professor Van Overstraetenplein 1 3000 Leuven NIS-code : 24062
MEERJARENPLAN 2014 - 2019 Fiscaliteit
Secretaris Gust Vriens Financieel beheerder Luc Aerts
De fiscaliteit
A.
Aanslagvoet van de aanvullende belasting op de personenbelasting en de aanslagvoet van de opcentiemen op de onroerende voorheffing 1. Personenbelasting = 7,5% 2. Onroerende voorheffing = 1.400 opcentiemen
B.
Verwijzing naar de publicatie van de eigen belastingsreglementen http://www.leuven.be/leven/belastingen-retributies/belastingen2014.jsp
C.
Overzicht van de belastingen waarvan de aanslagvoet zal gewijzigd worden tijdens de looptijd van het meerjarenplan Nihil
Budget 2014 – Toelichting bij het meerjarenplan
D.
Overzicht van de jaarlijkse opbrengst van elke door het bestuur geheven belastingsoort
Ark
Omschrijving
73000 73000 73000 73000 73010 73010 73020
Opcentiemen op de onroerende voorheffing - voorschotten jaar N (95%) Opcentiemen op de onroerende voorheffing - saldo jaar N-1 Opcentiemen op de onroerende voorheffing - achterstallen jaren N-x (x>1) Vergoeding wegens derving van onroerende voorheffing Aanvullende personenbelasting. Compensatie ivm het verdrag met het Groot-Hertogdom Luxemburg Aanvullende belasting op de belasting op motorrijtuigen
73130 73150 73150 73150 73150 73150 73160 73180 73190 73408 73414 73419 73422 73423 73510 73600 73600 73600 73600 73600 73600 73601 73608 73609 73610 73710 73730 73740 73770 73900
Belasting op valse alarmmeldingen Belasting afgifte administratieve stukken - bevolking Belasting afgifte administratieve stukken - burgerlijke stand Belasting afgifte administratieve stukken - strafregister Belasting afgifte administratieve stukken - wapenvergunningen Belasting afgifte administratieve stukken - Horeca Belasting op de aanvraag stedenbouwkundige documenten Belasting op de afgifte van tijdelijke parkeervergunningen Belasting op openbare aanplakkingen Belasting op de nachtwinkels Belasting op taxi's Belasting op het exploiteren van een toeristisch logies Belasting op de aanplakborden Belasting op de inwendig verlichte reclames en uithangborden Belasting op de filmvoorstellingen Belasting op de markten - Leuven Belasting op de markten - Heverlee Belasting op de markten - Kessel-Lo Belasting op de markten - Artisanale en bloemenmarkt Belasting op de markten - Antiekmarkt Belasting op de markten - Wijgmaal Belasting op de kermissen Belasting op de terrassen Belasting op masten en pylonen Belasting op inname openbaar domein bij werken Belasting op niet bebouwde gronden (activeringsheffing) Belasting op het ontbreken van parkeerplaatsen en fietsenstallingen Belasting op leegstand, verwaarlozing, ongeschiktheid van woningen en gebouwen Belasting op de tweede verblijven Inning gemeentelijke administratieve sancties
Budget 2014 – Toelichting bij het meerjarenplan
Bedrag 39.784.395 2.045.902 250.000 169.116 39.848.142 22.505 2.119.874 22.400 630.000 22.000 6.000 1.000 500 110.000 290.000 8.000 43.200 25.000 300.000 110.000 67.000 190.000 205.000 127.000 20.000 18.000 3.000 3.000 105.000 200.000 300.000 210.000 90.000 13.000 840.000 2.925.000 114.000
Stadsbestuur Leuven Professor Van Overstraetenplein 1 3000 Leuven NIS-code : 24062
MEERJARENPLAN 2014 - 2019 TM2 De financiële schulden
Secretaris Gust Vriens Financieel beheerder Luc Aerts
TM2 - De financiële schulden
Financiële schulden ten laste van het bestuur A. Financiële schulden op 1 januari
2014
2015
2016
2017
2018
2019
122.007.719,22
118.168.294,66
120.940.176,54
123.697.220,13
120.568.165,97
118.507.248,18
B. Nieuwe leningen
30.000.000,00
15.500.000,00
15.500.000,00
9.800.000,00
10.600.000,00
3.400.000,00
C. Vervroegde aflossingen
20.000.000,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
D. Periodieke aflossingen
13.839.424,56
12.728.118,12
12.742.956,41
12.929.054,16
12.660.917,79
13.525.480,85
118.168.294,66
120.940.176,54
123.697.220,13
120.568.165,97
118.507.248,18
108.381.767,33
2.989.132,61
3.931.611,75
3.983.261,08
4.063.762,44
3.989.765,70
3.930.766,74
16.828.557,17
16.659.729,87
16.726.217,49
16.992.816,60
16.650.683,49
17.456.247,59
E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D) F. Intresten G. Periodieke leningslasten (D+F)
Financiële schulden ten laste van derden A. Financiële schulden op 1 januari B. Nieuwe leningen C. Vervroegde aflossingen D. Periodieke aflossingen E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D) F. Intresten G. Periodieke leningslasten (D+F)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
27.925.360,73
29.077.379,09
27.754.741,09
26.438.184,58
25.171.228,48
23.897.205,79
2.405.053,58
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
1.253.035,22
1.322.638,00
1.316.556,51
1.266.956,10
1.274.022,69
1.279.494,33
29.077.379,09
27.754.741,09
26.438.184,58
25.171.228,48
23.897.205,79
22.617.711,46
781.868,05
783.885,54
748.011,77
712.644,31
677.006,91
640.614,55
2.034.903,27
2.106.523,54
2.064.568,28
1.979.600,41
1.951.029,60
1.920.108,88
N:\financien\Taken\Begroting\Stad\Begr2015\Evolutie_gemeenteschuld_2015.xlsx
24/11/2014