Toelichting bij het meerjarenplan MJP4

Provincie West-Vlaanderen Koning Leopold III-laan 41 8200 Sint-Andries NIS-code: 30000

Toelichting bij het meerjarenplan 2014-2019

MJP4

75

Inhoud 0. Inleiding ............................................................................................................................... 78 1. Omgevingsanalyse provinciebestuur West-Vlaanderen ......................................................... 79 1.1 De omgevingsanalyse: van missie tot vijf strategische keuzes .....................................................79 1.2 De visie van de provincie West-Vlaanderen: drie speerpunten en twee duidelijke profielen .....79 1.3 Generieke SWOT-analyse van het provinciebestuur West-Vlaanderen .......................................81 1.4 Confrontatiematrix .......................................................................................................................82 1.5 Tien uitgangspunten .....................................................................................................................84 1.6 Vijf strategische keuzes .................................................................................................................86 2. Financiële risico’s ................................................................................................................. 87 3. Overzicht van de beleidsdoelstellingen ................................................................................. 88 4. Informatie met betrekking tot de interne organisatie .......................................................... 122 4.1 Organogram van de provinciale diensten ...................................................................................122 4.2 Organogram van de verzelfstandigde agentschappen ...............................................................123 4.2.1 Westtoer ..................................................................................................................................123 4.2.2 POM .........................................................................................................................................124 4.2.3 Inagro .......................................................................................................................................125 4.2.4 Mu.Zee .....................................................................................................................................126 4.3 Overzicht van het personeelsbestand van de provincie West-Vlaanderen ................................127 4.4 Overzicht van de budgethouders ................................................................................................128 4.5 Overzicht van de beleidsdomeinen en de samenstellende beleidsvelden .................................128 5. Entiteiten opgenomen onder de financiële vaste activa....................................................... 134 6. Fiscaliteit ........................................................................................................................... 140 6.1 Aanslagvoet van de aanvullende belasting op de personenbelasting ........................................140 6.2 Aanslagvoet van de opcentiemen op de onroerende voorheffing .............................................140 6.3 Plaats van publicatie van de eigen belastingsreglementen ........................................................140 Provinciebestuur West-Vlaanderen

Toelichting bij het meerjarenplan

Meerjarenplan 2014-2019

76

6.4 Overzicht van de belastingen met wijzigende aanslagvoet ........................................................140 6.5 Overzicht van de jaarlijkse opbrengst van de geheven belastingen ...........................................141 7. Financiële schulden ............................................................................................................ 142

Provinciebestuur West-Vlaanderen



77

0. Inleiding De provincie West-Vlaanderen is gedreven. Zij startte als pilootbestuur op 1 januari 2012 met de implementatie van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en de beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de centra voor maatschappelijk welzijn. Door de toepassing van de bepalingen in dit besluit focust het budget zich niet langer op de input, maar op de output of op het resultaat en/of effect dat de provincie wenst te bereiken. Daarenboven wordt een budgetjaar gekaderd in het breder geheel van een meerjarenplan, waardoor de structurele financiële gezondheid van de provincie aangetoond worden. Leertraject Vermits de provincie als pilootbestuur sinds 2012 volgens het nieuwe besluit werkt, kon de wijze van implementatie geëvalueerd worden. Deze evaluatie greep de provincie aan om te leren en verbeteringen aan te brengen teneinde de kwaliteit en de leesbaarheid van de beleidsrapporten voor het meerjarenplan 2014 – 2019 te verhogen. Er is geïnvesteerd in een adequate formulering van de beleidsdoelstellingen en de actieplannen. Daarnaast zijn de personeelsuitgaven versleuteld per beleidsdomein. Ook werd een volgende stap gezet in de voorbereiding van de beleidsevaluatie. Daartoe vindt u onder punt 3 van deze toelichting bij het meerjarenplan per beleidsdoelstelling een indicator alsook een streefwaarde. Overeenkomstig artikel 6 van het besluit bestaat elke beleidsdoelstelling namelijk uit een omschrijving van het vooropgestelde resultaat of effect dat indien mogelijk meetbaar wordt gemaakt. Om het resultaat of effect te meten, is aan elke beleidsdoelstelling een indicator toegekend. Opdat we zouden kunnen nagaan of het vooropgestelde resultaat/effect gehaald is, wordt een streefwaarde vooropgesteld. Ook voor de actieplannen zal telkens een indicator worden gedefinieerd. Een dergelijke indicator richt zich eerder op de activiteiten die moeten verwezenlijkt worden en niet zozeer op de output die moet gehaald worden. Ter ondersteuning van de provincieraadsleden werden twee verenigde commissies georganiseerd. De verenigde commissie die plaatsvond op 25 juni 2013 handelde over de beleids- en beheerscyclus in het algemeen. Op 14 november 2013 werd een tweede verenigde commissie georganiseerd m.b.t. de betekenis en interpretatie van de beleidsrapporten van de provincie West-Vlaanderen.




78

1. Omgevingsanalyse provinciebestuur West-Vlaanderen 1.1 De omgevingsanalyse: van missie tot vijf strategische keuzes Het provinciebestuur West-Vlaanderen put haar bevoegdheden uit artikel 2 van het provinciedecreet (missie). Vanuit die missie formuleerde het provinciebestuur vooreerst een visie. Deze visietekst beschrijft hoe het provinciebestuur met haar missie om wil gaan. De visie is gebouwd rond drie speerpunten en twee profielen. Aansluitend werd een generieke SWOT uitgevoerd waarbij de interne elementen (sterken en zwakten) met de externe factoren (kansen en bedreigingen) werden geconfronteerd om vanuit deze confrontatiematrix 10 uitgangspunten te distilleren die vervolgens in vijf strategische keuzes werden omschreven. Deze vijf strategische keuzes vormen het integrerende raamwerk waarbinnen de beleidsdoelstellingen kaderen in uitvoering van de strategie van het provinciebestuur.

1.2 De visie van de provincie West-Vlaanderen: drie speerpunten en twee duidelijke profielen De provincie wil als regiobestuur het grondgebied West-Vlaanderen verder gebiedsgericht uitbouwen tot een duurzame, ondernemende, recreatieve en kwaliteitsvolle provincie. Met het oog op vernieuwing speelt het provinciebestuur alert in op maatschappelijke en bestuurlijke veranderingen, in afstemming met andere overheden en organisaties, ook over de grenzen. Als kennispartner biedt het expertise aan en garandeert het een kwalitatieve en servicegerichte organisatie die West-Vlamingen zoveel mogelijk bij het beleid betrekt. Op die manier wordt de baseline ‘De gedreven provincie’ vorm gegeven. Drie speerpunten Om West-Vlaanderen in de toekomst beter, sterker en aantrekkelijker te maken, focust het provinciebestuur op drie speerpunten: West-Vlaanderen als recreatieve, ondernemende en kwaliteitsvolle regio. 

West-Vlaanderen is een recreatieve topregio. Ze moet verder uitgroeien tot dé gastvrije provincie. West-Vlaanderen wordt gekenmerkt door een unieke verscheidenheid aan landschappen en is als enige Belgische provincie aan de kust gelegen. De provincie zal deze troeven koesteren en promotioneel uitspelen. Het provinciebestuur zal verder investeren in een uitgebreid palet van musea, oorlogsherinneringen, provinciale domeinen, fiets- en wandelroutes, attracties en topevenementen.



West-Vlaanderen is een ondernemende topregio. Een aantrekkelijk bedrijfsklimaat, goed uitgebouwde infrastructuur, stimulansen voor het toerisme en groeikansen voor landen tuinbouw en visserij moeten onze welvaart veilig stellen.




79



West-Vlaanderen is een kwaliteitsvolle topregio. Kwaliteit raakt ons. De totale leefomgeving verdient ons respect, met een duurzaam gebruik van de schaarse en dus waardevolle ruimte: leefbare woonkernen, goed uitgeruste bedrijventerreinen, voldoende landbouwgrond, waardevolle streekeigen natuur, open ruimte en een gezond milieu. Maar ook de mens, van peuter tot bejaarde, moet alle zorgen toebedeeld krijgen in sociale voorzieningen en in een rijk verenigingsleven.

Twee duidelijke profielen De sterktes van de provincie ontwikkelen en promoten, beschouwt het provinciebestuur als een opdracht van de eerste rang. De ambitie is dubbel: een bestuur zijn voor de hele provincie en daarnaast optreden als partner, met kennis en ervaring, om de provincie vooruit te helpen. KENNISPARTNER De provincie heeft heel wat kennis in huis. Expertise die ter beschikking gesteld wordt van gemeenten, organisaties en de West-Vlamingen zelf. Permanente vorming van personeel, landbouwonderzoek, vorming en educatie voor diverse doelgroepen dragen bij tot levenslang leren in onze kennismaatschappij. Innovatie en toegepast onderzoek vormen daarbij een permanente uitdaging, zowel binnen de klassieke sectoren, als nieuwe thema’s. REGIOBESTUUR De provincie werkt vanuit een integrale visie en heeft het netwerk en de kennis uitgebouwd, om belangen af te wegen, knopen door te hakken en partners te verbinden. Op provinciaal niveau komen alle thema’s integraal samen. Als intermediair bestuur vormt de provincie een belangrijke schakel in de overheidsketen. Ze vertaalt Europees, federaal en Vlaams beleid naar de regio. De provincie West-Vlaanderen verzekert een burgernabije, democratische, transparante en doelmatige uitoefening van haar bevoegdheden. In een geest van openbaarheid worden alle West-Vlamingen zoveel als mogelijk bij het beleid betrokken. Het provinciebestuur ageert vanuit het permanente besef, dat het als overheid voor de som van alle burgers staat, en hun welzijn en welvaart nastreeft.




80

1.3 Generieke SWOT-analyse van het provinciebestuur West-Vlaanderen Het provinciebestuur van West-Vlaanderen staat niet alleen in het bestuurlijke landschap. Vele organisaties zijn er werkzaam. Om de juiste keuzes voor de toekomst te maken, is het daarom belangrijk om na te gaan waar de troeven van het provinciebestuur het best ingezet worden. Als uitgangspunt werden de sterktes en zwaktes van het provinciebestuur (interne analyse) opgelijst, evenals de kansen en bedreigingen die zich in de omgeving stellen (externe analyse). STERKTES

ZWAKTES

erkenning en inbedding in de streek

weinig coherentie (bevoegdheden)

resultaatgerichtheid

weinig bekend als bestuursniveau

labofunctie

projectorganisatie ontoereikend

(interbestuurlijke) samenwerking

te weinig keuzes maken

deskundigheid en terreinkennis

beperkte normerende impact

schaal van het provinciebestuur

kiezer is niet de klant

fiscale bevoegdheid maatwerk

KANSEN

BEDREIGINGEN

mandaat voor gedifferentieerd werken (regiowerking)

interne staatshervorming

neutrale positie

externe profilering

interne staatshervorming

dynamiek van de subregio’s

mandaat voor regierol

provincie als (financiële) melkkoe

ruimte voor labofunctie

verschillende snelheden van lokale besturen

mandaat voor maatwerk

grenzen financieringsmogelijkheden

Europese middelen rechtstreekse democratische legitimering




81

1.4 Confrontatiematrix In een volgende stap werden de puzzelstukken uit de SWOT-analyse met elkaar verbonden. Hiervoor werd een confrontatiematrix opgesteld, die de interne en externe analyse met elkaar verbindt. De confrontatiematrix biedt een antwoord op de vraag: ‘Welke troeven kan het provinciebestuur inzetten, om kansen in de omgeving volop te benutten of om bedreigingen het hoofd te bieden?’ De scores opgenomen in onderstaande confrontatiematrix werden toegekend door de leden van het CTeam+. Deze hadden de opdracht om in verschillende groepen de waarden 1, 3 of 5 toe te kennen (per kolom). De hoogst toekenbare waarde (5) symboliseert de belangrijkste kwestie. Uiteindelijk werden alle scores getotaliseerd. De hoogste score per kolom werd weerhouden als strategische combinatie.




82

De matrixcombinaties met de hoogste scores (aangegeven in rood) zijn belangrijke uitgangspunten voor het provinciale beleid. Deze 10 uitgangspunten, die hieronder worden toegelicht, werden uiteindelijk vertaald in vijf strategische keuzes voor de toekomst.




83

1.5 Tien uitgangspunten Uitgangspunt 1: Duidelijk mandaat voor gedifferentieerd beleid De provincie West-Vlaanderen krijgt van de decreetgever een duidelijk mandaat om maatwerk te leveren. Dankzij haar jarenlange traditie op dit vlak en haar onovertroffen expertise kan ze deze kans verder uitbouwen, om oplossingen op maat van doelgroepen of regio’s aan te bieden. Specifieke problemen verdienen immers aangepaste oplossingen. Uitgangspunt 2: Neutrale speler in de (interbestuurlijke) samenwerking Het provinciebestuur wordt gewaardeerd om zijn neutrale positie in de (interbestuurlijke) samenwerking. Dankzij deze positie heeft het provinciebestuur een absoluut voordeel, om als onafhankelijke adviseur op te treden.. Deze onafhankelijke positie is de beste garantie voor een kwaliteitsvolle samenwerking met respect voor alle partners. Uitgangspunt 3: Regisseren als hoofdfocus Een goede regisseur is belangrijk voor goede acteerprestaties. Het provinciebestuur beschikt over heel wat kennis en ervaring, om partners in het bestuurlijke veld samen te brengen en samen te (laten) werken aan concrete oplossingen. Uitgangspunt 4: Ruimte voor vernieuwend beleid (labofunctie) Het provinciebestuur biedt ruimte voor beleid dat de platgetreden paden verlaat. Vernieuwend beleid als instrument voor maatwerk wordt doordacht ingezet, om oplossingen te bieden die echt werken. Uitgangspunt 5: Maatwerk is de regel Het provinciebestuur zoekt oplossingen op maat van de burger. Uitgangspunt 6: Maximale hefboomwerking via Europese middelen Het provinciebestuur zoekt maximale synergie met Europese middelen. Het treedt hierbij niet alleen op als kennispartner voor projectpartners, maar neemt ook een actieve trekkersrol op voor de realisatie van initiatieven ten behoeve van de provincie West-Vlaanderen. Op die manier kan de provincie haar eigen projectdynamiek verder ontwikkelen.




84

Uitgangspunt 7: Duidelijke rechtstreekse democratische legitimering Het provinciebestuur legt verantwoording af voor het beleid dat het voert via een rechtstreekse democratische legitimering. Op die wijze is de provincie echt aanspreekbaar voor haar beleid en haar inspanningen. Uitgangspunt 8: Regiodynamiek als handelsmerk Het provinciebestuur heeft het moeilijk, om inbedding in de streek te realiseren en hiervoor ook de verdiende erkenning te krijgen. Zijn inspanningen worden vaak onderbelicht. Via de regiodynamiek zal de provincie ernaar streven, om zichzelf steviger te verankeren in een dynamisch bestuurlijk landschap. Uitgangspunt 9: Gefocuste inzet van middelen Het provinciebestuur wordt te vaak aangezien en ingeschakeld als (mede)financier voor vele initiatieven. Keuzes moeten bijdragen tot een gerichte inzet van middelen, om echt het verschil te maken. Ook voor zijn interne werking kiest het provinciebestuur voor efficiëntie en zuinigheid. Uitgangspunt 10: Verantwoord fiscaal beleid Het provinciebestuur wordt net zoals elk lokaal bestuur geconfronteerd met een begrensde hoeveelheid financiële middelen. Via een verantwoord fiscaal beleid wil het provinciebestuur streven naar een maximale return voor elke West-Vlaming.




85

1.6 Vijf strategische keuzes De eerste strategische keuze: de provincie zet sterker in op gebiedsgerichte werking. Dankzij zijn jarenlange traditie in de gebiedsgerichte werking en de ontwikkeling van een regiodynamiek kan het provinciebestuur deze kans verder uitbouwen, om oplossingen op maat van regio’s en/of doelgroepen uit te werken. Aangepaste oplossingen zijn immers het antwoord op specifieke problemen. De tweede strategische keuze: de provincie is de partner bij voorkeur voor samenwerking tussen lokale besturen. De provincie is wegens haar kennis en ervaring een zeer gewaardeerde partner voor samenwerking, niet in het minst omdat ze als neutrale speler kan optreden. Deze troef moet verder uitgespeeld worden, met focus op het regisseren. Een goede regisseur is immers onmisbaar voor goede acteerprestaties. Het provinciebestuur beschikt over heel wat kennis en ervaring, om partners in het interbestuurlijke veld samen te brengen en samen te laten werken aan concrete oplossingen. De derde strategische keuze: de provincie creëert ruimte voor vernieuwend beleid. Het provinciebestuur moet ruimte bieden voor beleid dat de platgetreden paden verlaat. Het gaat hier om vernieuwend beleid als instrument voor maatwerk dat ingezet wordt, om oplossingen te bieden die écht werken. De vierde strategische keuze: de provincie zoekt maximale hefboomwerking via Europese middelen. In tijden waarin de financiële middelen van het provinciebestuur meer dan ooit begrensd zijn, wordt maximaal gezocht naar synergie met Europese middelen. De vijfde strategische keuze: de provincie voert een verantwoord fiscaal beleid met optimale inzet van provinciale middelen. Het provinciebestuur wordt te vaak ingezet voor medefinanciering. Bewuste keuzes voor initiatieven waarop ingezet wordt, moeten de impact van de provincie vergroten en zo echt het verschil maken. Enkel op die manier kunnen de middelen uit fiscaliteit vertaald worden in een maximale return voor alle West-Vlamingen. Zuinigheid en efficiëntie vormen hierbij de uitgangspunten voor de provinciale administratie. Deze vijf strategische keuzes vormen het integrerende raamwerk waarbinnen de beleidsdoelstellingen kaderen in uitvoering van de strategie van het provinciebestuur.




86

2. Financiële risico’s Het provinciebestuur West-Vlaanderen ziet na een risicoanalyse volgende fundamentele financiële risico’s voor de loop van het meerjarenplan 2014-2019: 1. Provinciefonds De Vlaamse Regering heeft in haar Vlaams regeerakkoord 2009-2014 de principes willen vastleggen voor het versterken van de lokale democratie en het verhogen van de slagkracht van de overheid. Daartoe heeft de Vlaamse Regering op 23 juli 2010 het Groenboek Interne Staatshervorming goedgekeurd. Na een overlegronde werd dit Groenboek geconcretiseerd in het Witboek dat door de Vlaamse Regering op 8 april 2011 werd goedgekeurd en de start betekende van de implementatie van de interne staatshervorming. Deze interne staatshervorming heeft vooral een bevoegdheidsverschuiving tussen de drie overheden (Vlaams niveau, provinciaal niveau en gemeentelijk niveau) tot gevolg. Het witboek stelt dan ook dat deze bevoegdheidsverschuivingen een financiële verevening tot gevolg hebben. De financiële compensatie gebeurt door een vermindering van het Provinciefonds. Op basis van een prognose van de toepassing van het vereveningsmechanisme vermindert het Provinciefonds en zakt het aandeel van de provincie West-Vlaanderen naar 10.080.258,67 euro. Voorzichtigheidshalve wordt dit bedrag niet geïndexeerd over de duur van het meerjarenplan 2014 – 2019. Het volledig afschaffen van het Provinciefonds vormt een belangrijk financieel risico voor de provincie West-Vlaanderen en vereist een constante opvolging van deze problematiek en bijsturing van de financiële planning indien noodzakelijk. Het behouden van de fiscale autonomie van de provincie is een belangrijk aandachtspunt. 2. Pensioenlast De werkgeversbijdrage voor de pensioenen van de vastbenoemde ambtenaren staat de laatste jaren onder druk. Specialisten laten doorschijnen dat de recente verhogingen niet voldoende zullen zijn en dat de werkgeversbijdrage de volgende jaren verder zal stijgen. Daarenboven wordt de provinciale autonomie in deze materie in vraag gesteld. Een verplichte aansluiting tot de RSZPPO is niet uitgesloten. Bij aansluiting bij de RSZPPO wordt het principe van solidariteit gehanteerd: de bijdragevoet zal bepaald worden door de financieringsnood van het hele fonds. De provincie West-Vlaanderen beschikt momenteel over een aantal middelen en mogelijkheden om deze risico’s in te dekken. Vooreerst toont de provincie WestVlaanderen aan dat de twee vereiste financiële evenwichten daadwerkelijk gerespecteerd worden. Het beschikken over een positieve autofinancieringsmarge in 2019 duidt erop dat er een buffer is om financiële bijsturingen op te vangen. Daarnaast volgt de provincie permanent de uitvoering van het budget op om na te gaan of de financiële planning strookt met de financiële uitvoering. Voor de pensioenlasten is een voorziening aangelegd. Ten slotte wordt over de volledige duur van het meerjarenplan een belangrijke inspanning geleverd om de uitstaande schuld onder controle te houden.




87

3. Overzicht van de beleidsdoelstellingen De provincie West-Vlaanderen streeft 73 beleidsdoelstellingen na waarvan er 11 prioritair zijn aangeduid door de provincieraad. De prioritaire beleidsdoelstellingen zijn in detail toegelicht in de strategische nota bij het meerjarenplan 2014-2019. De volledige gedetailleerde toelichting van alle beleidsdoelstellingen is na te lezen in het document “Uitgebreide strategische nota meerjarenplan 2014-2019”, een niet-verplichte bijlage bij het meerjarenplan 2014-2014. Deze bijlage is digitaal ter beschikking via de afgeschermde intranetpagina voor de provincieraadsleden (http://www.west-vlaanderen.be/provincieraad).

01 Bestuurlijke Organisatie 01.01 Ondersteunen van de werking van de bestuursorganen in de provincie West-Vlaanderen Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Evaluatie decretale graden Streefwaarde: Gunstig Deze beleidsdoelstelling werd reeds in de legislatuur 2007-2012 geïntroduceerd en wordt voor de volgende legislatuur gecontinueerd (continu beleid). Ze omvat alle inspanningen met betrekking tot de ondersteuning van de provincieraad, de voorzitter van de provincieraad, de deputatie, de provincieraadscommissies en de provincieraadsleden in het algemeen. Ook de verdere ontwikkeling van de provinciale administratie op het vlak van management en organisatie behoort tot deze beleidsdoelstelling (processen, structuren, relatie met verzelfstandigde agentschappen) inclusief de decretale verplichtingen van de provinciegriffier en de financieel beheerder. Tenslotte wordt ook de werking van de Griffie opgenomen binnen deze beleidsdoelstelling in termen van interne en externe dienstverlening en juridische adviesverlening.




88

02 Algemene en Ondersteunende Dienstverlening 02.01 Aanbieden van professionele accommodatie aan bezoekers en personeel Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Tevredenheid over de aangeboden accommodatie Streefwaarde: Minstens status quo behouden De centrale huishoudelijke dienst werd in 2012 hervormd tot de dienst accommodatie. Dit houdt meer in dan louter een wijziging in de dienstnaam. De dienst accommodatie heeft de ambitie om haar dienstverlening efficiënt te organiseren en aan te bieden bij alle locaties van het provinciebestuur. Een netwerk van locatieverantwoordelijken wordt hiertoe opgezet.

De dienst kreeg een nieuwe structuur aangemeten: de dienstverlening werd geclusterd in drie secties: (1) fleet en verzending, (2) economaat, werkkledij en vergaderzalen, (3) catering, cleaning en toezicht.

02.02 Positioneren van de Provincie West-Vlaanderen via interne en externe communicatie vanuit een multikanaalbenadering Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Realisatie en uitvoering van een geïntegreerd communicatieplan voor de organisatie Streefwaarde: Beknopt positief evaluatierapport De positionering en profilering van de provincie is enerzijds een zaak van lange termijn en anderzijds ook een doelstelling die niet kan worden losgelaten. Het verhogen van de provinciale visibiliteit, het uitbouwen van de provinciale aanwezigheid in de media blijven permanente aandacht opeisen , ook al bouwen we zoveel mogelijk indicatoren in voor tussentijdse rapportage. Het beheren en ontwikkelen van provinciale publicaties en campagnes vormt een hoofdopdracht voor de ondersteunende dienst Communicatie: van communicatieoverleg en ontwerp en creatie tot afwerken van de producten (offline of online). De dienst Communicatie blijft ook in de toekomst de onthaalfunctie in al haar facetten (van balie Boeverbos tot Informatiecentrum Tolhuis) zo professioneel mogelijk uitbouwen. Verder biedt de dienst Communicatie, als ondersteunende dienst, haar expertise aan de diensten bij de organisatie van evenementen, openingen en plechtigheden.




89

03 Gebiedsgerichte werking 03.01 Organiseren van gestructureerd overleg tussen besturen en relevante partners met het oog op bovenlokale samenwerking en agendavorming Looptijd: 2014 - 2019 (Prioritair) Indicator: Streekagenda’s zijn opgemaakt en gemonitord Streefwaarde: 3 Het betreft de prioritaire doelstelling van de dienst Gebiedsgerichte werking. De aanpak van heel wat problemen vergt samenwerking tussen een veelheid van zowel publieke als private actoren. Wat de aanpak van bovenlokale problemen betreft, is de provincie bij uitstek goed geplaatst om hier het voortouw te nemen. Dit werd trouwens zo vastgelegd in het provinciedecreet. Het was destijds een bewuste keuze van het bestuur om via de oprichting van streekhuizen fysiek aanwezig te zijn in de diverse streken van de provincie. Het samen zitten van preferentiële partners enerzijds en het creëren van een plaats van ontmoeting voor lokale besturen en andere streekactoren anderzijds moeten bijdragen tot betere afstemming, overleg en samenwerking. Deze afstemming en samenwerking heeft tot doel te komen tot het gezamenlijk formuleren van een agenda voor de streek. Daarin wordt samen met de partners, ook over grenzen heen, gezocht naar antwoorden voor de belangrijkste uitdagingen waarbij rollen worden uitgeklaard en taken worden verdeeld.

03.02 Voeren van een gecoördineerd beleid in functie van een (be-)leefbaar en gedifferentieerd platteland Looptijd: 2014 - 2019 (Prioritair) Indicator: PDPO- en Leadermiddelen zijn grotendeels toegewezen aan projecten én gerapporteerd Streefwaarde: 75% Aangezien het hier om een gezamenlijke opdracht gaat waarbij verschillende provinciale diensten en andere externe partners betrokken zijn, en wij vanuit de dienst GGW vooral een coördinerende en afstemmende opdracht opnemen ter realisatie van de regierol op vlak van gebiedsgericht plattelandsbeleid en op vlak van de inrichting van het buitengebied (ISH) heeft de doelstelling van onze dienst vnl. betrekking op die coördinatierol. “Beleidsvoering” is in deze de samenvattende term van beleidsvoorbereiding, uitvoering en evaluatie en omvat dus het hele span van activiteiten die we organiseren. De verdere invulling ervan kan zowel thematisch zijn (m.b.t. economische dynamiek, landbouwverbreding, etc.) als gebiedsgericht en heeft uiteraard ook betrekking op onze verantwoordelijkheid inzake PDPO en Leader. De nadruk op ruimtelijke kwaliteit wordt ingeschreven in de missie – ze heeft immers niet alleen betrekking op het plattelandsbeleid, maar evengoed op het beleid aan de kust of in steden en stadsranden. We hanteren de term platteland voor het gehele buitengebied, dat niet als stedelijk is afgebakend. De coördinatie van de inrichting van het buitengebied hoort daarbij. Naast die geografische begrenzing, ligt inhoudelijk de focus op plattelandsthema’s: ondersteunen en integreren van economische dynamiek op platteland, duurzame landbouw, platteland als duurzame woon- en leefomgeving, identiteit van het platteland, basiskwaliteiten van het platteland, besturen in een plattelandscontext. Nieuwere thema’s zijn de ontwikkeling van recreatieve bestemmingsgebieden en agrarisch ondernemen. Het plattelandsbeleid van de provincie is, via een jaarlijks actieplan, gebaseerd op het geactualiseerde ‘Navigatieplan voor een vitaal West-Vlaams platteland’ enerzijds en de coördinatie van het Europese plattelandsontwikkelingsprogramma anderzijds; dat Europese programma bestaat uit een luik PDPO (Programmeringsdocument plattelandsontwikkeling) en een luik LEADER (Liaison Entre Actions de Développement de l'Économie Rurale) anderzijds. De implementatie kent een gedifferentieerde invulling naargelang de streek met telkens specifieke aandachtspunten. Provinciebestuur West-Vlaanderen



90

03.03

Versterken van de interactie tussen stad en omgeving met het oog op een evenwichtige (stads-)regionale ontwikkeling Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: In elk van de vier centrumsteden is een stads-rand-project uitgevoerd Streefwaarde: 4 Dit grijpt terug naar de oorspronkelijke doelstelling zoals geformuleerd in het beleidsplan 2007 omwille van de meer specifieke gebiedsgerichte dimensie. Interactie is in deze expressiever (wederkerigheid) dan relatie (kan erg dominant zijn vanuit de stad). “Evenwichtig” slaat zowel op wederzijdse betrokkenheid (in bestuurlijke zin) als op de verdeling van de lusten en de lasten (of kosten en baten) van stadsregionale ontwikkeling. Vanuit tactische overweging is het misschien aangewezen om de term stadsregionaal niet te gebruiken, hoewel het wel een correcte term is. De interactie tussen de stad, de stadsrand en het platteland staat meer en meer op de agenda van diverse overheden en partners. In een Vlaamse context ligt dit in het verlengde van het Vlaams stedenbeleid. Stad en platteland zijn, zeker in verdicht gebied als Vlaanderen, niet langer te scheiden. Ze hebben beide specifieke functies en worden gekenmerkt door wederkerigheid wat het gebruik en de aanwending ervan betreft. We kunnen hierbij verwijzen naar de klassieke functies wonen, werken, cultuurbeleving, ontspanning, enz. In die zin passen ook initiatieven als Stad-Land-Schap, korte voedselketens of stadslandbouw onder deze doelstelling. Vanuit het provinciaal beleid ligt de focus vooral op de kleinstedelijke gebieden omwille van specifieke bevoegdheid op vlak van ruimtelijke planning. T.a.v. de centrumsteden gaat het bvb. over recreatieruimte in de rand (stadsrandbos), cultuurprogrammatie en participatie, duurzame mobiliteit… Het is alvast de bedoeling om een aantal strategische projecten op te zetten die een duidelijke meerwaarde bieden. Het opbouwen van expertise ter zake wordt in ieder geval een belangrijk aandachtspunt.

03.04 Integreren van beleidsvoering en interbestuurlijke afstemming inzake kustgerelateerde thema's en de relatie met het hinterland Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: De twee speerpunten uit het Provinciaal Navigatieplan Kust (vergrijzing en ruimtelijke kwaliteit) zijn vertaald in specifieke projecten in samenwerking met de kustgemeenten Streefwaarde: 8 De interbestuurlijke dimensie is uitermate belangrijk voor de kust omdat de provincie er slechts beperkte eigen bevoegdheden heeft en sterk afhankelijk is van samenwerking met Vlaamse administraties en lokale overheden op heel wat beleidsdomeinen. Deze doelstelling wordt ook gevat in de “realisatie van het provinciaal navigatieplan kust” die als organisatiebrede doelstelling zou kunnen naar voor geschoven worden maar waarbinnen de rol van de dienst GGW dan verder moet gespecifieerd worden. Uit een eerste bespreking met de deputatie wordt de verdere uitbouw van de streekwerking aan de Kust belangrijk geacht. In relatie daarmee dient ook de contractuele verhouding met het Coördinatiepunt Duurzaam Kustbeheer te worden uitgeklaard.




91

03.05

Integreren van een verbrede economische finaliteit in de streekontwikkeling Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: In elk van de vijf streekpacten is minstens één actie uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de dienst Gebiedsgerichte Werking Streefwaarde: 5 Deze doelstelling blijft relevant omwille van de druk om de GGW ook in relatie met economie verder uit te bouwen. Belangrijk is ook dat deze dimensie zich kadert binnen een sociaal-economische streekontwikkeling waarin de RESOC en de POM dominante spelers zijn. Onze inbreng is dan ook eerder ondersteunend en flankerend, vaak ook vernieuwend. Dossiers zoals glastuinbouw (in relatie tot landschapsopbouw), leefbare haven (leefbaarheid in relatie tot infrastructuurontwikkeling), Trefpunt Zorg (zorg in relatie tot innovatie en economische ontwikkeling)… komen hierbij aan bod. Vanuit een gebiedsgerichte invalshoek willen we dan ook inzetten om een economisch beleid op maat tot stand te brengen. We leveren een bijdrage tot het realiseren van de streekpacten door middel van participatie aan dossierontwikkeling enerzijds en projectwerking anderzijds. Om tot een beter gecoördineerde en geïntegreerde aanpak van economische ontwikkeling te komen, is echter een breder perspectief nodig. Hiermee wordt bedoeld dat activiteiten op het vlak van ruimtelijke ordening, milieu, welzijn en cultuur op een indirecte wijze een economische weerslag hebben. Het betekent maximale afstemming en integratie bevorderen tussen actoren en sectoren, enerzijds m.b.t. de randvoorwaarden t.a.v. economische ontwikkeling (het zogenaamde facetbeleid) en anderzijds met het oog op indirecte economische waardecreatie (zoals bijvoorbeeld het omgevingsbeleid).

03.06 Valoriseren van geïntegreerde thema's met een streekeigen dimensie Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Kenmerkende en identiteitsversterkende thema’s per streek zijn vertaald in het ruimtelijk beleid van de provincie (cf. invulling deelruimtes ikv herzien PRS) Streefwaarde: 5 In de afgelopen periode werd in verschillende regio’s ingezet op de valorisatie van thema’s die bijdragen tot een versterking van de streekidentiteit. In de regio Zuid-en Midden-WestVlaanderen gaat het ondermeer om vlas en de industriële streekgeschiedenis, het landelijk erfgoed in de Tieltse regio. In de Westhoek over verhalen m.b.t. thema’s als grens, landschap en WOI. In de Brugse regio over de Staats-Spaanse Linies. Ook de opleiding van gidsen en streekvertellers passen binnen deze doelstelling. Daarnaast zijn er echter ook andere streekgerichte thema’s die de nodige aandacht verdienen. Zoals bvb. Energiearmoede in de Westhoek. Of duurzaam woonbeleid in diverse regio’s…




92

04 Milieu, Landschap en Natuur 04.01 Versterken van de beleidscapaciteit intern én bij gemeenten op het vlak van milieu, landschap, natuur en duurzame ontwikkeling Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal gemeenten dat "bereikt" wordt (=gemeenten waarmee projectpartnership wordt aangegaan, die bediend worden met studies toegespitst op lokale problematiek of opleiding genieten) Streefwaarde: 64 Eind 2013 worden de samenwerkingsovereenkomsten ‘milieu’ tussen gewest en gemeenten, resp. provincies beëindigd. Deze vormden de basis voor de ondersteuning van het gemeentelijk milieubeleid door de provincies. Hoewel de gewestelijke subsidiëring voor de provinciale ondersteuning grotendeels of geheel zal wegvallen, blijft bij de lokale besturen de nood aan vorming, ervaringsuitwisseling en gezamenlijke actie wel bestaan. De Provincie wil de positie die zij verworven heeft als aanspreekpunt voor de gemeenten dan ook niet laten verloren gaan. Door zich verder te ontwikkelen tot een kenniscentrum, door verdere samenwerking met SBR en door verdere dienstverlening op maat (al of niet tegen betaling) en door voortzetting van de verschillende overlegfora met gemeenten wordt verder invulling gegeven aan deze doelstelling. Intern blijft studiewerk noodzakelijk om nieuw beleid en nieuwe projecten mee te onderbouwen.

04.02 Realiseren, efficiënt beheren en handhaven van een multifunctioneel bovenlokaal patrimonium van domeinen en groene assen Looptijd: 2014 - 2019 (Prioritair) Indicator: Tevredenheid van de bezoekers van de 4 belangrijkste provinciedomeinen Streefwaarde: 90% Het provinciaal groenpatrimonium, bestaande uit groendomeinen en voormalige spoorwegbeddingen, heeft nog marge voor uitbreiding. Aankoopopportuniteiten die mogelijk maken om bestaande versnipperde groendomeinen tot een consistenter en beter toegankelijk gebied aaneen te smeden of nieuwe groenkernen te ontwikkelen in regio’s waar het groenaanbod beperkt is, dienen nog overwogen te worden. Een optimale zonering, inrichting en handhaving zorgen ervoor dat de groendomeinen zowel hun rol kunnen vervullen op het vlak van natuurontwikkeling alsook hun sociale functie kunnen uitoefenen. Strategische projecten in deze legislatuurperiode zijn de opwaardering van het groen- en bezoekersaanbod in domein Raversijde, de uitbouw van het nieuwe domein Ijzerboomgaard te Diksmuide en de inrichting van provinciedomein en groene assen ten behoeve van het herdenkingsproject WO I.




93

04.03 Realiseren van nieuwe onthaal-, recreatieve- en natuureducatieve infrastructuur in het Zwin Looptijd: 2014 - 2016 Indicator: Aantal bezoekers van het nieuw bezoekerscentrum per jaar Streefwaarde: 150.000 De uitbouw van een nieuw bezoekerscentrum dat tegelijk ook een sterke toeristisch attractieve functie moet blijven vervullen voor de Zwinregio is volop in voorbereiding. Als alles volgens plan verloopt starten de bouwwerken in 2013 en gaat het nieuwe centrum (dat samen met ANB wordt uitgebaat) open in 2015. Dit alles in de veronderstelling dat de stedenbouwkundige vergunning in januari 2013 wordt verkregen.

04.04

Gebiedsspecifiek versterken van biodiversiteit en landschappen Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal derden (landbouwers, particulieren of bedrijven) waarmee (incl. vanuit de regionale landschappen) landschapsplannen worden gerealiseerd in het buitengebied Streefwaarde: 1.000 Deze doelstelling wordt verder gezet. Volgens het Witboek komen regionale landschappen en bosgroepen onder provinciaal gezag waardoor we nog meer instrumenten zullen hebben om sterker in te zetten op landschapsontwikkeling, natuurverbinding, biodiversiteit en recreatieve nevengebruik. Deze doelstellingen worden zowel nagestreefd binnen het provinciaal groenpatrimonium als daarbuiten. Maar in het tweede geval moet dit wel gebeuren op het eigendom van derden wat betekent doelgroepenbeleid en partnership belangrijke instrumenten zijn.

04.05 Bevorderen van duurzaam bouwen en wonen Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal partner-instellingen dat meewerkt aan het netwerk voor kennisverspreiding omtrent duurzaam bouwen Streefwaarde: 40 De Provincie blijft het als haar roeping zien om de burgers tot meer duurzame keuzes aan te zetten. In de komende beleidsperiode zal ze zich daarbij vooral toespitsen op duurzaam bouwen. Met het oog op dit laatste wordt een steunpunt duurzaam bouwen en wonen gerealiseerd en wordt een netwerk uitgebouwd met alle relevante actoren. Om als geloofwaardige boodschapper naar buiten te treden, zal de Provincie ook intern haar duurzaamheidsbeleid projectsgewijze verder zetten.




94

04.06

Voorkoming van en aanpassing aan klimaatsverandering Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal partnerverenigingen, -organisaties en -intermediaire personen dat medewerking verleent aan initiatieven ter voorkoming van klimaatverandering Streefwaarde: 50 De Provincie blijft haar verantwoordelijkheid nemen als vergunningverlener van milieuvergunningen voor hinderlijke inrichtingen. De context waarbinnen dit zal gebeuren is momenteel wel voorwerp van discussie: de kans bestaat dat de milieuvergunning opgaat in een omgevingsvergunning. Evenzeer bestaat de kans dat de vergunning niet langer eindig zal zijn in de tijd. Verdere digitalisering zal voor een nog betere afstemming zorgen tussen de ruimtelijke en de milieuaspecten. De Provincie blijft een tijdige afhandeling van de vergunningsaanvragen hoog in het vaandel voeren. Binnen deze doelstelling wordt ook gefocust op de bewustmaking van de bevolking voor de klimaatverandering en haar gevolgen. Zowel op het vlak van voorkoming als op het punt van aanpassingen aan het gewijzigd klimaat liggen nog grote uitdagingen. Verder blijft de Provincie haar troeven als bovengemeentelijk bestuur inzetten om de kwaliteiten van het buitengebied inzake stilte en donkerte te bewaren en de strijd aan te binden tegen zwerfvuil en voor het nog beter functioneren van de materialenkringloop.

04.07 Bewerkstelligen van draagvlakverbreding en gedragsverandering bij diverse doelgroepen via natuur- en milieu-educatie Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal personen/jaar dat een educatief programma doorloopt, georganiseerd vanuit de NME-bezoekerscentra (met inbegrip van de centra die van het Gewest worden Streefwaarde: 50.000 Gedragsverandering begint bij bewustmaking. De Provincie blijft dan ook investeren in Natuur- en Milieu-educatie. Daar de onderwijscontext een belangrijk aanknopingspunt biedt voor natuur- en milieu-educatie blijft de Provincie het onderwijs verder ondersteunen. Daarnaast wordt met de bezoekerscentra ook gemikt op ditzelfde onderwijs, maar op verenigingen en bezoekers van domeinen. De Provincie verwacht dat zij het gehele grondgebied gebiedsdekkend zal kunnen bestrijken in samenwerking met de gemeenten mits zij ook de bezoekerscentra van het Vlaamse Gewest kan overnemen. Bewustmaking omtrent de milieu- en natuurwaarden van de zee en het kustmilieu blijft voor West-Vlaanderen uiteraard een bijzonder aandachtspunt, dat trouwens ook toeristisch kan gevaloriseerd worden. Verder wordt ook samengewerkt met een aantal doelgroepen om de milieu-impact te beperken. Omgekeerd staat de Provincie ook open voor participatie aan haar beleid en onderhoudt zij daartoe een aantal inspraakfora en samenwerkingsverbanden langswaar zij in contact kan treden met het middenveld.




95

05 Toerisme en Recreatie 05.01 Ontwikkelen van een innovatief en performant systeem voor het opslaan, ontsluiten en communiceren van relevante toeristisch-recreatieve informatie Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Een operationeel performant systeem voor het opslaan, ontsluiten en communiceren van relevante toeristisch-recreatieve informatie Streefwaarde: ja Vormt een nieuwe uitdaging in de komende legislatuur, gaat verder en is ruimer dan de WIN-databank. Het gaat om een digitaal platform, ICT-ontwikkelingen en corporate communication. Deze doelstelling speelt ook in op ‘verbetering van de toegang tot en het gebruik en de kwaliteit van informatie-en communicatietechnologie’, 1 van de 11 thema’s van de conceptverordeningen over de Europese programma’s.

05.02 Promoten van West-Vlaanderen en van de West-Vlaamse toeristische regio’s op een imago-ondersteunende en wervende wijze en verlenen van toeristischrecreatieve informatie aan eindgebruikers Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Realisatie van een aantal campagnes Streefwaarde: 36 Dit is een continue opdracht, maar in de nieuwe legislatuur komen nieuwe accenten. Door de interne staatshervorming komen bepaalde taken volledig toe aan de provincie, bijvoorbeeld binnenlandpromotie. Bovendien is er een verhoogde bijdrage aan Logeren in Vlaanderen. Ook de regio-websites, digitale toepassingen, e-marketing, regiooverkoepelende campagnes, productcampagnes en groepscampagnes maken hiervan deel uit.

05.03 Ontwikkelen en in stand houden van een gediversifieerd en innovatief geheel van bovenlokale openluchtrecreatieve producten Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Instandhouden van en realisatie van nieuwe openluchtrecreatieve producten Streefwaarde: 161 / 15 De provincie zal inzetten op investeringen in nieuwe recreatieve producten en op vervangingsinvesteringen. Het strategisch beleidsplan openluchtrecreatie blijft de basis voor de verdere recreatieve ontwikkeling van West-Vlaanderen. In de toekomst is er blijvende aandacht voor de nazorg en de groene assen.

05.04 Initiëren en stimuleren van bovenlokale toeristische producten en bijdragen tot de professionalisering en de upgrading van de servicekwaliteit van publieke en private actoren Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Initiëren en stimuleren van bovenlokale toeristische producten (betreft zowel nieuwe producten als het herwaarderen van bestaande) en toekennen Qlabels aan ondernemingen of instanties Streefwaarde: 24 / 240 Inzake toeristische ontwikkeling wordt er ingezet op attractieve bovenlokale toeristische producten die op een autonome wijze toeristen kunnen aantrekken. Maatwerk om de professionalisering en de servicekwaliteit te verhogen in het kader van een volledige uitrol van het kwaliteitstraject over de volledige provincie, staat centraal. Provinciebestuur West-Vlaanderen



96

05.05 Verzamelen en verspreiden van relevante toeristische data en beleidsinformatie en uitvoeren van regiogericht onderzoek Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Publiceren van regionale trendrapporten en uitvoeren van regiogerichte onderzoeken Streefwaarde: 30 / 5 In dit kader wordt zowel voor de kust als voor de drie regio’s alle basisgegevens verzameld en aangevuld via structurele onderzoeken voor de kust bijvoorbeeld inzake dagtoerisme en het tweede verblijfstoerisme. Daarnaast zal Westtoer ook inzetten op themagerichte onderzoeken zoals fietstoerisme, WO I en MICE in Zuid-West-Vlaanderen. Deze doelstelling speelt ook in op ‘versterking van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie’, 1 van de 11 thema’s van de conceptverordeningen over de Europese programma’s.

05.06 Uittekenen van een visie en strategie voor de toeristisch-recreatieve ontwikkeling van de vier West-Vlaamse toeristische regio’s en coördineren van de uitvoering Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Opmaken van jaarlijkse implementatienota’s binnen de strategische beleidsplannen Streefwaarde: 24 De opgemaakte regionale strategische beleidsplannen (Strategisch beleidsplan Westhoek 2008-2013, Strategisch beleidsplan Kust 2009-2018, Strategisch beleidsplan Leiestreek 2011-2018 en Strategisch beleidsplan Brugse Ommeland 2013-2018) zullen in de loop van de periode 2014-2019 worden herzien. Specifiek hierbij is het ontwikkelen van actieplannen m.b.t. het eigen aandeel van Westtoer en Provincie. Deze plannen moeten een richtlijn vormen voor het realiseren van de strategische doelstellingen zoals geformuleerd in de beleidsplannen. Interbestuurlijke samenwerking wordt beoogd. De regierol krijgt via de regiowerking van Westtoer d.m.v. de regiomanager, de regiomedewerker en regiomarketingmedewerker vorm.

05.07 Faciliteren en bevorderen van het toerisme en recreatie in de provincie door het toekennen van toelagen aan geschikte organisaties Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Toekennen van subsidies aan projecten Streefwaarde: 30 Nieuwe beleidsdoelstelling waaronder de activiteiten van de dienst Economie op het vlak toerisme en recreatie een plaats vinden (o.a. toelagen in het kader van het provinciaal reglement toeristische impulsen, toelagen aan vzw Toeristische Ontsluiting West-Vlaanderen).

05.08 Verlenen van adequate diensten door eigen expertise met het oog op de versterking van het toeristisch-recreatief beleid Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Inhoudelijke en financiële opvolging van de uitvoering van de beheersovereenkomst met Westtoer Streefwaarde: ja De dienst Economie en Westtoer verlenen in onderlinge samenwerking adequate dienstverlening op het vlak van toerisme en recreatie in West-Vlaanderen: het fungeren als aanspreekpunt, adviseur en dienstverlener bij de voorbereiding en uitvoering van het provinciaal beleid door deelname aan raden, commissies, werken stuurgroepen, taskforces, enz. en het verlenen van advies of input aan andere diensten en organisaties.




97

05.09 Optimaliseren van het welzijn van de personeelsleden op het werk en van de efficiëntie en de effectiviteit van de werking van de eigen organisatie Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Minstens even goed scoren als gelijkaardige overheden op vlak van personeelstevredenheid, ziekteverzuim en personeelsverloop Streefwaarde: Minstens status quo behouden Dit betreft het verder uitbouwen van Westtoer tot een slagkrachtige organisatie die doelgericht communiceert over haar werking en dienstverlening en waar de personeelsleden kwaliteitsvol en graag werken. Het opmaken van en communiceren over budget, jaarprogramma’s, jaarverslagen en jaarrekeningen maken hiervan ook deel uit.

06 Ruimtelijke Ordening 06.01 Bijdragen tot een duurzame ruimtelijke ordening van de provincie West-Vlaanderen door uitvoering van het provinciaal ruimtelijk structuurplan Looptijd: 2014 - 2019 (Prioritair) Indicator: Uitbouw van het PRS als dynamisch instrument door de uitwerking van regionale visies op deelruimtelijk niveau, de invoering van een cyclisch systeem van behoeftedetectie (wonen en werken) en het invoeren van een leefbaarheidsonderzoek (kleine dorpen) Streefwaarde: ja De opmaak van een Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan is een decretale taak, waarbij bijgedragen wordt tot een verdere duurzame ontwikkeling van de provincie. Deze doelstelling omvat de uitvoering van het provinciaal ruimtelijk structuurplan met: 1. de opmaak van provinciaal ruimtelijke uitvoeringsplannen. 2. het verder uitwerken van strategische projecten, als het bijdragen tot de realisatie ervan 3. het uitwerken van ruimtelijke visies voor specifieke problematieken of uitdagingen Deze uitvoering gaat gepaard met een planningsproces met visievorming en onderzoek, alsook met overleg met diverse betrokkenen (gemeente, Vlaams gewest, middenveld, burgers,…). De doelstelling omvat ook de herzieningen van het provinciaal ruimtelijk structuurplan. Het is de bedoeling om dit meer als een continu proces in te vullen waardoor regelmatig het provinciaal ruimtelijk structuurplan zal worden bijgestuurd volgens maatschappelijke noden en problemen die er ontstaan, om een verdere duurzame ontwikkeling te garanderen. Ook dienen decretale procedures te worden gevolgd. Hierin vervultt de Provinciale Commissie Ruimtelijke Ordening als onafhankelijk adviescommissie een belangrijke rol in Vanuit het decreet RO dient een budget te worden voorzien. Het adviseren en goedkeuren van gemeentelijk ruimtelijke structuurplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen is een decretale taak van de deputatie. Deze gemeentelijke plannen worden getoetst aan de bepalingen van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan en vormen aldus een actie onder deze doelstelling. De provinciale plannen en gemeentelijke plannen dienen volgens digitale richtlijnen te worden opgesteld waarbij de provincie een coördinerende en ondersteunden rol vervult.




98

07 Mobiliteit en Weginfrastructuur 07.01 Voeren van een gebiedsgericht mobiliteitsbeleid Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Gerealiseerde gebiedsgerichte projecten Streefwaarde: >=6 Terwijl andere beleidsdoelstellingen eerder specifiek en sectoraal (fiets, sensibilisering, trage wegen…) gericht zijn, omvat deze doelstelling de integrale, gebiedsgerichte en bovenlokale aspecten van het mobiliteitsbeleid. Deze doelstelling is de insteek vanuit mobiliteit en weginfrastructuur voor de ombouw van de provincie naar een meer gebiedsgerichte en projectgerichte organisatie. Hier horen actieplannen thuis m.b.t. het bovenlokaal mobiliteitsbeleid in de brede zin, ondersteuning van lokale besturen, realisatie van weginfrastructuur zowel op het provinciaal patrimonium als daarbuiten, in het kader van een gebiedsgerichte visie. Ook de ondersteunende, coördinerende of faciliterende activiteiten zoals de uitbouw van dataverzamelingen en de provinciale mobiliteitsraad PROMORA kunnen ondergebracht worden onder deze doelstelling.

07.02 Uitbouwen van een fietsbeleid Looptijd: 2014 - 2019 (Prioritair) Indicator: Realisatiegraad bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk Streefwaarde: 70% Deze doelstelling is een van de speerpunten van het provinciaal beleid en moet de provincie op de kaart zetten als “het fietsbestuur”. De zichtbaarheid en de profileringsmogelijkheden van de provincie naar de West-Vlaamse burger zijn hier zeer sterk. Het omvat actiepunten van algemeen fietsbeleid zowel als inzake de realisatie van zowel recreatieve als functionele fietsinfrastructuur. Voor deze laatste wordt gebruik gemaakt van middelen van het Fietsfonds dat deels betoelaagd wordt door de Vlaamse overheid. De activiteiten van promotie en sensibilisering m.b.t. de fiets worden ondergebracht in doelstelling 07.03.

07.03 Sensibiliseren van doelgroepen gericht op de omschakeling naar duurzame mobiliteit Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal personen bereikt (boodschap ontvangen) via provinciale acties en initiatieven Streefwaarde: 600.000 Bij de transitie naar een meer duurzame mobiliteit is sensibilisering een belangrijk aspect. Het sensibiliseringsbeleid van de provincie is geënt op de mobiliteitsaspecten die tot haar takenpakket behoren: vooral fiets, woon-werkverkeer en duurzaamheid. Daarbij ageert de provincie in haar sensibiliseringsacties bovenlokaal, gericht naar specifieke doelgroepen en eerder naar organisaties dan naar de individuele burger. Verder wordt ingezet op drie niveaus van sensibilisering: gericht informeren over praktische mobiliteitsaspecten, voorlichting en educatie gericht op gedragswijziging en tenslotte communiceren over het beleid gericht op draagvlakverwerving. Een belangrijk secundaire doelstelling is het bekendmaken en communiceren van het provinciaal beleid, de provinciale projecten en de provinciale realisaties. Via sensibilisering rond mobiliteit wordt tegelijkertijd de provincie als bestuur in de kijker gezet.




99

Een bijzonder onderdeel van het sensibiliseringsbeleid is het faciliteren van de introductie van elektrische voertuigen in West-Vlaanderen. Gezien de nog hoge drempels en hindernissen bij de grootschalige operationaliteit van elektrische voertuigen vindt de provincieraad interventie van de overheid noodzakelijk. De provincie neemt hierbij het voortouw door de introductie en de kennisopbouw mbt elektrische voertuigen in de eigen organisatie, het verspreiden van de opgedane kennis en het nemen van andere maatregelen die de introductie van elektrische voertuigen kan vergemakkelijken.

07.04

Inschakelen van trage wegen bij de diversificatie van de mobiliteit Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal gemeenten met actief trage wegenbeleid Streefwaarde: >=20 De rol van de provincie m.b.t. het buurtwegenbeleid is reeds vastgelegd in de wet op de buurtwegen van 1841. Terwijl het belang van de buurtwegen op zeker moment sterk gekrompen was, staan zij onder de nieuwe vlag van Trage Wegen terug volop in de belangstelling. De taken van de provincie in dit beleidsdomein werden de afgelopen jaren uitgevoerd onder de noemer van gebiedsgerichte mobiliteit. Omwille van de toegenomen relevantie voor het provinciaal beleid en het feit dat dit als specifieke provinciale taak in het bestuursakkoord meegenomen wordt, is het aangewezen om de uitbouw van een modern trage wegenbeleid als provinciale beleidsdoelstelling op te nemen.

07.05 Ondersteunen van bedrijven bij de organisatie van hun woon-werkverkeer en bedrijfsvervoerplanning Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal bedrijven in het provinciaal netwerk Streefwaarde: 300 Het woon-werkverkeer vormt een aanzienlijk aandeel van het totale verkeer en is in grote mate verantwoordelijk voor de dagelijkse spitsuurfiles. Daarenboven is het vlot bereikbaar houden van bedrijven, zowel voor personen als voor goederen van groot economisch belang. Alternatieve verplaatsingswijzen moeten ingezet worden waar mogelijk, om wegcapaciteit te vrijwaren voor verplaatsingen die enkel over de weg kunnen gebeuren. Minder autoafhankelijkheid betekent een betere bereikbaarheid en produceren aan lagere kosten. Op vraag van de Vlaamse overheid heeft de provincie middelen en personeel ingezet om bedrijfsvervoerplanning te introduceren en initiatieven te coördineren zodat hier intussen kennis en ervaring beschikbaar is om verder te bouwen. Hiermee kan de provincie op een zichtbare wijze naar buiten komen en een concrete bijdrage leveren aan de leefbaarheid van het bedrijfsleven in West-Vlaanderen.

100




08 Algemene financiering, Budget en Administratieve Beroepen 08.01 Beheersen en continueren van de financiële processen Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Realisatie van een positieve autofinancieringsmarge Streefwaarde: >=0 Deze doelstelling omvat de reguliere werking van de financiële dienst en de decretale verplichtingen van de financieel beheerder.

08.02 Kwalitatief beoordelen van en klantvriendelijk communiceren over dossiers in het kader van het decreet op de ruimtelijke ordening inzake vergunningen Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: % beslissingen van de deputatie die in beroep worden aangevochten Streefwaarde: <=20 Het decreet houdende de ruimtelijke ordening bevat voor het provinciebestuur een aantal specifieke bevoegdheden op het vlak van het vergunningenbeleid. Dit betreft o.a. het beoordelen van stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsvergunningen in beroepsfase en het goedkeuren van gemeentelijke stedenbouwkundige- en verkavelingsverordeningen. In de nieuwe procedure gaat het om dwingende termijnen. De provincie streeft ernaar om deze dossiers op een deskundige manier te beoordelen en de nodige aandacht te besteden aan de communicatie. Dit laatste gebeurt o.a. door het organiseren van hoorzittingen. De beroepsmogelijkheid bij de Provincie zal blijven bestaan, maar in de toekomst betrekking hebben op de omgevingsvergunningen en als dusdanig opgaan in beleidsdomein 16.

101




09 Personeel 09.01 Ondersteunen van de realisatie van de organisatiedoelstellingen door middel van een efficiënt en effectief HR-beleid Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: % van het personeelsbudget t.o.v. het totale budget Streefwaarde: Status quo Onder deze beleidsdoelstelling wordt enerzijds de reguliere werking van de drie secties van de dienst Personeel & HRM ondergebracht, namelijk rekrutering en vorming, personeelsadministratie en personeelsbegeleiding. Daarnaast zijn er ook actieplannen met betrekking tot het dynamisch opvolgen en verbeteren van instrumenten voor HR-beleid en met betrekking tot het ontwikkelen en realiseren van een modern, competitief en marktconform HR-beleid.

09.02 Ondersteunen van het welzijn op het werk van de werknemers Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: % risico’s dat binnen de voorziene termijn wordt opgelost op het einde van de legislatuur Streefwaarde: 90% De provincie wil het algemeen niveau van welzijn op het werk borgen en waar mogelijk nog verhogen. Door het kennen van de risico’s en het treffen van passende reventiemaatregelen wordt gestreefd naar veilige, gezonde en ergonomische arbeidsomstandigheden, waarbij rekening houdend met arbeidshygiëne, verfraaiing van de werkplaatsen, interne milieuzorg en psychosociale aspecten het welbevinden van de werknemers mogelijk wordt gemaakt.De beleidsdoelstelling omvat tevens de dienstverlening van de IDPB.

09.03 Ondersteunen van lokale besturen bij het vormen van competente personeelsleden Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal cursisten over de periode van de legislatuur Streefwaarde: 12.000 Deze doelstelling is bedoeld voor SBR en haar inspanningen voor het vormen van competente ambtenaren voor lokale besturen.

09.04 Realiseren van materiële, financiële en/of morele steun aan de leden van de sociale dienst Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Het procentueel gedeelte van het aantal personeelsleden dat lid is van de sociale dienst Streefwaarde: Status quo Deze doelstelling beoogt de concrete inhoudelijke en administratieve werking van IVA SDP naar alle leden (aangesloten leden en gezinsleden) aan de hand van diverse activiteiten en het aanbieden van een hospitalisatieverzekering.

102




10 Informatietechnologie 10.01 Uitbouwen en beheren van een performante en betrouwbare ICT infrastructuur en informatie architectuur Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Tevredenheid over de aangeboden ICT infrastructuur en informatie architectuur Streefwaarde: Minstens status quo behouden De technische architectuur van het provinciebestuur omvat: - het beheer van de ICT infrastructuur zodat de dienstverlening optimaal ondersteund wordt - het aanbieden van een ICT-servicedesk De informatie architectuur van het provinciebestuur omvat: - het beheer van de applicaties zodat de bedrijfsprocessen optimaal ondersteund worden. - het beheer en ter beschikking stellen van provinciale kerndata. - het beheer van het Geografisch Informatie Systeem. - het uitwerken van nieuwe ICT-projecten Ook in de volgende legislatuur blijven dit belangrijke resultaatgebieden. Servicemanagement via ITIL wordt ingezet om de dienstverlening optimaal te garanderen. Het uitwerken van nieuwe ICT-projecten i.f.v. de beleidsdoelstellingen en afgestemd op de krijtlijnen van ICT wordt een belangrijke uitdaging voor de volgende legislatuur. Datamanagement wordt in functie van de provincie als kennispartner voor de lokale besturen een belangrijke opdracht.

103




11 Sport 11.01 Ondersteunen en stimuleren van de georganiseerde sportsector Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Het aantal ondersteunende sportevenementen per gemeente en per sporttak tijdens de legislatuur Streefwaarde: 150 Door de bepalingen van het Witboek mogen provinciale overheden niet langer meer werkingstoelagen toekennen aan bovenlokale sportverenigingen. De provincies mogen wel nog middelen voorzien voor ‘burensportdiensten’, die zich als interlokale vereniging georganiseerd hebben. Via de regionale werking in de sportsector zullen initiatieven op het getouw gezet worden rond sport en gezondheid met als doel om het activeringsbeleid van de gemeenten op hun vraag te ondersteunen. Organisatoren van duidelijk bovenlokale evenementen zullen verder ondersteund worden via het aankopen van publicitaire return. In het nieuwe sectordecreet lokaal sportbeleid wordt sportbeleid voor personen met een handicap als een kernbevoegdheid opgenomen. Doel is om een beweeg- en sportbeleid te stimuleren dat erop gericht is personen met een handicap te activeren tot sporten door een laagdrempelig aanbod te organiseren, te faciliteren of te ondersteunen. De provincie zal die beleidsprioriteit invulling geven door middel van een gestuurd subsidiereglement voor G-sportinstanties, door de organisatie van provinciale G-sportevenementen naar de diverse G-doelgroepen, door de mobiliteit en toegankelijkheid te bevorderen en door impulsen te bieden voor specifieke vorming en bijscholing.

11.02 Verhogen van de kwaliteit en kwantiteit van het sportaanbod Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Het aantal kwalitatief georganiseerde sportinitiatieven voor personen met een handicap Streefwaarde: >=3 De provincie zal, in overleg of samenwerking met de andere actoren, bovenlokale evenementen organiseren gericht naar diverse doelgroepen of specifieke doelen. De evenementen zijn vooral gericht op het promoten van sportparticipatie en sportbeleving. Bedoeling is dat ze sensibiliserend werken voor duurzame sportbeoefening, bij voorkeur in georganiseerd verband. De provincie wil zich naar andere overheden en het middenveld profileren als een kennispartner die in specifieke domeinen de nodige knowhow opbouwt en prolifereert. De sportdienst wil op basis van jarenlange ervaring en van verworven expertise een beleid van kennismanagement ontwikkelen rond sportevenementen in de ruime betekenis van het woord. Opzet is een kwaliteitsbaken creëren dat het organiseren van veilige, gezonde en duurzame sportactiviteiten garandeert. Voor interne doeleinden zal de sportdienst een blijvend innovatief beleid voeren voor personeelssport met een jaarlijkse personeelssportdag, een structureel wekelijks aanbod en laagdrempelige campagnes rond bewegen en sport. De vzw West-Vlaamse Sportpromotie zal de jaarlijkse organisatie van provinciale evenementen verder ondersteunen. Daarnaast zal de vzw in een nog nader te bepalen juridische structuur samen met externe partners inspelen op nieuwe opportuniteiten die de kwaliteit en de kwantiteit van het sportaanbod verhogen.

104




11.03 Verhogen van de kwaliteit en kwantiteit van de bovenlokale sportinfrastructuur/instellingen en natuurgebonden sportvoorzieningen Looptijd: 2014 - 2019 (Prioritair) Indicator: Aantal grote, afgewerkte sportinfrastructuren (nieuw provinciaal zwembad, duiktank transfo en bouwprogramma voor De Gavers) Streefwaarde: >=3 Inzake de bouw van eigen sportinfrastructuur zal in pps-verband een nieuw Olympisch zwembad gebouwd worden, met steun van de stad Brugge en het Vlaams Sportinfrastructuurfonds. Het bouwprogramma voorziet in een Olympisch genormeerd 50m-bad met inzwembad en recreatieve voorzieningen. De samenwerking met een private projectontwikkelaar is voor 30 jaar gepland waarbij de ondersteunende overheden een jaarlijkse beschikbaarheidsvergoeding zullen betalen. Het provinciebestuur wil de sportieve en recreatieve kansen in de regio Zuid-West-Vlaanderen ten volle benutten door het kwalitatief uitbouwen, beheren en exploiteren van het Provinciaal Sport- en Natuurcentrum De Gavers en de uitbouw van de site Transfo als tweede ankerpunt voor natuurgebonden sporten met o.a. exploitatie van duiktank, realiseren en exploiteren van avonturensportaanbod. Beide locaties zijn sportief-recreatieve hotspots binnen de ontwikkeling van het kanaalpark Bossuit-Kortrijk die door het bestuur verder ontwikkeld worden en die via promotionele acties en evenementen op de kaart worden geplaatst. De provincie wil blijvend inspelen op de noden binnen de natuurgebonden- en de milieuvergunningsplichtige sportsector. Voorop staan hierbij ondermeer de verdere uitbouw van het West-Vlaams mountainbikenetwerk, de ontwikkeling van een recreatief netwerk voor inlineskaten en skeeleren, de uitbouw van bovenlokale loopomlopen, de ontwikkeling van bovenlokale ankerpunten voor avonturensport,… Via het subsidiereglement zullen bovenlokale noden met betrekking tot sportinfrastructuur ingevuld worden. Naast het inspelen op vragen van de gemeenten of andere initiatiefnemers, zal de provincie een pro-actief beleid voeren om de resterende witte vlekken in te vullen. De provincie wil tevens low-budget overnachtingsmogelijkheden voor sport faciliteren en waar wenselijk ondersteunen.

105




12 Onderwijs 12.01 Inzetten op een duurzaam en kwalitatief beheer van de provinciale onderwijsinstellingen, rekening houdend met een wijzigend wettelijk kader en de mogelijkheden tot samenwerking met andere partners. Looptijd: 2014 - 2019 (Prioritair) Indicator: Het aantal leerlingen in het secundair en volwassenenonderwijs Streefwaarde: Minstens status quo behouden De Provincie West-Vlaanderen is inrichtende macht van een aantal provinciale scholen, met name het Provinciaal Technisch Instituut en het Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs die een aantal heel specifieke nicherichtingen aanbieden. Deze bieden de mogelijkheid om het provinciaal onderwijs als uniek te kunnen profileren. De doelstelling benadrukt dat de Provincie kiest voor het behoud van de eigen instellingen, maar ook dat wordt ingespeeld op de dynamiek van het wijzigend wettelijk kader voor het onderwijs. Net- en provincieoverstijgende vormen van samenwerking zullen worden bekeken in functie van de noodzakelijke en noodgedwongen schaalvergroting. Specifieke aandacht zal worden geschonken aan de textielopleidingen waarvoor nood is aan hervormingen, betere omkadering, promotie en samenwerking met bedrijven, Fedustria, andere initiatieven, ... Er wordt zeker onderzocht in hoeverre internationalisering (Europese projecten en samenwerking) een hefboom kan zijn. Daarnaast zijn voor de beide instellingen wijzigingen inzake infrastructuur noodzakelijk.

12.02 Uitbouwen van een gecoördineerd flankerend onderwijsbeleid rekening houdend met de diversiteit van reeds bestaande initiatieven op Vlaams en (boven)lokaal vlak. Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Het aantal georganiseerde initiatieven en evenementen vanuit het flankerend onderwijsbeleid per jaar Streefwaarde: >=8 Met deze beleidsdoelstelling kiest de Provincie er uitdrukkelijk voor om net –zoals de andere provincies- een duidelijke rol te gaan spelen op het gebied van het flankerend onderwijsbeleid, weliswaar binnen vooraf afgebakende grenzen. De bedoeling is om te coördineren en om complementair te zijn aan reeds bestaande initiatieven op Vlaams en (boven)lokaal vlak. Enerzijds zullen accenten worden gelegd op het flankerend beleid naar het secundair onderwijs toe, met specifieke aandacht voor het technisch en beroepsonderwijs, anderzijds zullen initiatieven worden genomen mbt het Levenslang en Levensbreed Leren. Er zijn binnen het provinciebestuur al heel veel initiatieven die binnen het flankerend onderwijsbeleid kunnen worden gekaderd, maar te weinig als dusdanig gekend zijn. Het is de intentie om al deze initiatieven te coördineren, samen te promoten,…

106




13 Landbouw en Visserij 13.01 Verhogen van de ontwikkelingskansen voor een duurzame landen tuinbouw in een leefbaar en evenwichtig buitengebied als essentiële schakel in de verankering van het agrocomplex Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Gedragen visie voor de vestiging van glastuinbouw in West-Vlaanderen (3 deelregio’s : Macrozone Roeselare, Brugge-Torhout en Westhoek) Streefwaarde: ja Deze beleidsdoelstelling gaat vooral in op de ontwikkeling van landen tuinbouw in relatie tot de gehele West-Vlaamse economie (agrocomplex) en in relatie tot ruimtelijke ordening, milieu, plattelandsontwikkeling…. Hier liggen heel wat kansen en uitdagingen. Vanuit haar regierol zet de provincie in op een aantal strategische kwesties (bepalend voor de toekomst van enkele deelsectoren, zoals ontwikkeling agrocomplex, geuremissies in de veehouderij, faunabeheer, glastuinbouw….) waarbij ze verschillende stakeholders en overheden samenbrengt en stimuleert tot samenwerking. De neutrale positie van de provincie wordt daarbij als een sterkte ervaren en geaccepteerd. Door middel van maatwerk worden antwoorden gezocht op deze problematieken. Via het uitwerken van specifieke projecten kan er geëxperimenteerd worden met vernieuwende aanpak of ingezet worden op innovatie (labofunctie). De schaal van het provinciebestuur is ideaal om deze bovenlokale items uit te werken, terwijl ze toch voldoende dicht bij het werkveld staat. In de toekomst dient er aandacht te gaan naar een goed uitgebouwde projectorganisatie (strategisch project glastuinbouw).

13.02 Versterken van een toekomstgerichte en innovatieve landen tuinbouw en het ontwikkelen van aquacultuur door het faciliteren van praktijkgericht onderzoek, voorlichting en netwerking Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Erkenning van het praktijkcentrum aquacultuur als infoloket voor Vlaanderen Streefwaarde: ja Hervorming van het POVLT met de oprichting van Inagro is een belangrijke en succesvolle stap geweest. De schaal van het provinciebestuur leent er zich toe om maatwerk te leveren en regiospecifieke actie te ontwikkelen, wat ook effectief gebeurt. Hierbij is haar deskundigheid en de terreinkennis van cruciaal belang. Anderzijds leent de schaal van de provincie er zich ook toe om internationale samenwerking te ontwikkelen op diverse terreinen. Het provinciaal agentschap Inagro wordt expliciet erkend (door de Vlaamse overheid en andere stakeholders) voor zijn rol in praktijkonderzoek en voorlichting. Diverse acties hebben een hoog ‘labo’-gehalte en zijn gericht op vernieuwing, duurzaamheid en innovatie. De neutrale positie van het provinciebestuur dat zich vertaalt in onafhankelijk onderzoek en voorlichting is zeer belangrijk en wordt gewaardeerd. Via netwerking worden individuen, maar ook verschillende organisaties samengebracht. De provincie treedt op als regisseur. Aandachtspunt is om steeds voldoende scherpe keuzes te maken. Een sterk punt onder deze doelstelling is dat de klant van deze diensten wel de kiezer is(in belangrijke mate).

107




13.03 Verspreiden van informatie over de landen tuinbouw naar diverse doelgroepen Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal schoolkinderen dat de boerderij bezoekt in het kader van landbouw educatieve activiteiten Streefwaarde: 75.000 Deze doelstelling is gericht op een doelpubliek dat niet enkel tot de ruime ‘landbouwwereld’ kan gerekend worden. Verspreiden van informatie over de actuele landen tuinbouw is cruciaal voor het behoud en opbouwen van een draagvlak voor landen tuinbouw. De neutrale positie van de provincie is in deze informatieoverdracht belangrijk. De provincie neemt een regierol op zich om partijen samen te brengen en de dialoog te stimuleren (vaak partijen met tegengestelde belangen/meningen), bv. in Proclam. De provincie neemt ook bij de organisatie van landbouweducatie een belangrijke regisseursrol op zich. Een ‘go-between’ tussen landbouwers, de onderwijswereld, intermediairen en andere doelgroepen. Ondersteuning van het netwerk kinderboerderijen stimuleert een kwaliteitsvolle aanpak. In de toekomst zal het belangrijk zijn om ook nog andere doelgroepen te bereiken dan nu het geval is (bv. Recreanten).

13.04 Stimuleren van de dynamiek en het initiatief van het middenveld in landbouw en hobby-landbouw Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Percentage dossiers dat binnen aanvaardbare termijnen afgehandeld wordt op jaarbasis Streefwaarde: 90% Door de ondersteuning van middenveldorganisaties worden doelgroepen bereikt die de provincie vanuit haar eigen ‘apparaat’ niet zou bereiken. Daardoor wordt een multiplicatoreffect gerealiseerd. Via de acties onder deze beleidsdoelstelling kan de zin voor initiatief bij de landen tuinbouwers en andere doelgroepen tot ontplooiing en ontwikkeling komen. Een gevaar dreigt hier wel dat de provincie als ‘melkkoe’ aanzien wordt. Hier moet in de toekomst de oefening gemaakt worden of er scherpere keuzes kunnen gemaakt worden. Dit kan leiden tot het schrappen van bepaalde toelages, het stellen van extra voorwaarden of het formuleren van duidelijke leverbaarheden. In ieder geval gaat er aandacht naar het behoud van genetische schatkamers, levend erfgoed en landbouwbiodiversiteit.

108




13.05

Ondersteunen van duurzame ontwikkelingen in de visserijsector met aandacht voor alle omgevingsfactoren Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Percentage van de West-Vlaamse vloot (kust- en vissersvaartuigen) waarop moderniserings- en beveiligingswerken zijn gerealiseerd Streefwaarde: 50% Vanuit haar stimulerende werking wenst de provincie de West-Vlaamse visserijsector en zijn visproducten te promoten en duurzame initiatieven en evoluties te ondersteunen. Vanuit haar regierol biedt de provincie een platform aan voor een verbeterde communicatie tussen de verschillende actoren in de visserijsector. De provincie stimuleert de veiligheid en het welzijn binnen de visserijsector. Dit is een niche waar de provincie haar rol kan spelen. Door mede-uitvoering van het Europese visserijprogramma kan de provincie een belangrijke meerwaarde bieden voor de ontwikkeling van de visserijsector inclusief vermarkting, verwerking en de brede visserijgemeenschap. Door de ondersteuning van vorming en opleiding bevordert de provincie de kwaliteit en stimuleert ze de kennisopbouw. Het zal belangrijk zijn om verder de niches te ontwikkelen in het visserijbeleid waar de provincie een duidelijke meerwaarde kan leveren. De visserijsector is uniek in Vlaanderen. West-Vlaanderen neemt op zijn beurt daar een unieke positie in.

13.06 Verlenen van adequate diensten door de eigen expertise met het oog op de versterking van het landbouw- en visserijbeleid Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Inhoudelijke en financiële opvolging van de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst met Inagro Streefwaarde: ja Deze doelstelling behelst: 1. het opmaken en opvolgen van diverse soorten overeenkomsten met allerhande actoren, hetzij door het provinciebestuur zelf, hetzij door haar verzelfstandigde agentschappen, die niet vervat zijn onder één van de voorgaande specifieke beleidsdoelstellingen; 2. het fungeren als aanspreekpunt, adviseur en dienstverlener bij de voorbereiding en uitvoering van het provinciaal beleid door deelname aan raden, commissies, werken stuurgroepen, taskforces, enz. (intern en extern) en het verlenen van advies of input aan andere diensten en organisaties. Door de opbouw van deze expertise wordt beroep gedaan op de provincie voor advisering van (Europese) projecten, beleidsontwikkeling van andere bestuursniveaus…

109




13.07 Optimaliseren van de efficiëntie en de effectiviteit van de werking van de eigen organisatie inclusief het welzijn van de personeelsleden op het werk Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Het behalen van het ISO-14001 certificaat door Inagro Streefwaarde: ja Dit betreft het verder uitbouwen van Inagro tot een slagkrachtige en klantgerichte organisatie die doelgericht communiceert over haar werking en dienstverlening en waar de personeelsleden kwaliteitsvol en met goesting werken. Het opmaken van en communiceren over budget, jaarprogramma’s, jaarverslagen en jaarrekeningen maakt hiervan ook deel uit.

14 Integraal Waterbeleid 14.01 Terugdringen van risico's voor wateroverlast en watertekort Looptijd: 2014 - 2019 (Prioritair) Indicator: Aantal gerealiseerde investeringsprojecten Streefwaarde: 15 Deze doelstelling omvat zowel de jaarlijkse onderhoudswerken (maaien, ruimen, reiten en oeverherstelwerken aan waterlopen) als de investeringswerken (aanleg gecontroleerde overstromingsgebieden). Beiden zijn noodzakelijk. De onderhoudswerken om het watersysteem “in goede conditie” te houden. De investeringswerken zijn noodzakelijk als een antwoord op de watersnood van 5 maart 2012. Op plaatsen waar het watersysteem onvoldoende bergingscapaciteit heeft worden gecontroleerde overstromingsgebieden aangelegd. Waar uitgravingen noodzakelijk zijn, zal in combinatie een waterspaarbekken aangelegd worden om in geval van droogte het teveel aan oppervlaktewater op te sparen en in tijden van tekorten aan te bieden aan landen tuinbouwers waarvan de teelt dreigt te mislukken door de watersnood. Het budget voor de uitvoering van de onderhoudswerken kan ten opzichte van de vorige beleidsperiode sterk toenemen door de toename van het aantal te onderhouden waterlopen 3e categorie. Voor het ogenblik vallen deze onder de bevoegdheid van de gemeente maar in het kader van de interne staatshervorming kunnen deze onder de bevoegdheid van de provincie vallen.

14.02 Garanderen van het behoud en multifunctioneel gebruik van het watersysteem Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal gerealiseerde visies Streefwaarde: 8 Binnen deze doelstelling wordt de beleidsplanning en het afstemmingswerk van de deelbekkencoördinatoren gerealiseerd. Voorlopig gebeurt dit nog binnen de waterschappen., het overlegforum waar de provincie het secretariaat van waarneemt, in uitvoering van een getrapte overlegstructuur van het decreet integraal waterbeleid (18 juli 2003). Onder deze doelstelling worden projecten gerealiseerd die uitvoering geven aan de krachtlijnen van het integraal waterbeleid die gericht zijn op waterkwaliteit, ecologie en recreatie. Deze projecten vallen niet direct onder de reguliere werken van de dienst Waterlopen.

110




15 Infrastructuur en Juridische Aangelegenheden 15.01 Ontwikkelen en optimaliseren van een duurzaam, efficiënt en veilig gebouwenbeheer Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Bezettingsgraad administratieve gebouwen rekening houdend met kwalitatieve en ergonomische principes Streefwaarde: 10m²/pp De dienst Gebouwen heeft de ambitie om haar huidige dienstverlening te optimaliseren. Het streven naar een goed onderhouden en gemoderniseerd patrimonium blijft hierbij steeds voor ogen. Teneinde deze doelstelling te verwezenlijken wordt hierbij rekening gehouden met de volgende kerntaken: 1. Uitvoeren en ondersteunen van nieuwbouw, restauratie- en renovatieprojecten 2. Realisatie van grote onderhouds- en herstellingsprojecten 3. Ontwikkelen en realiseren van specifieke projecten rond energie en duurzaam bouwen 4. Organisatiebreed beheren van het provinciaal meubelpark en energieverbruik 5. Organiseren en uitvoeren van kleine onderhouds- en herstellingswerken 6. Projecten rond veiligheid (inclusief Vco)

15.02 Uitbouwen van patrimoniumbeheer en optimaliseren van het werken met overheidsopdrachten en contracten Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Tevredenheid over de aangeboden dienstverlening inzake overheidsopdrachten en patrimoniale contracten Streefwaarde: Minstens status quo behouden De doelstelling is een continue bekommernis en werd dan ook deels gehaald. De inbreng van COOP in een vroeg stadium creëert een meerwaarde door de kritische kijk op geplande patrimoniale verrichtingen, het aanbrengen van suggesties en het wijzen op het belang van eerdere beslissingen van Deputatie. Aandachtspunten zijn de opvolging van de wetgeving teneinde een kwalitatieve input te blijven brengen alsook het bewaken van de kwantiteit van de toevertrouwde opdrachten teneinde geen zinloos werk te doen en op de juiste prioriteiten in te zetten met de beschikbare middelen. De projectorganisatie bij veel interne projecten kan nog beter door de COOP vroeger te betrekken van in het stadium van de opzet van de projecten teneinde de juiste keuzes te maken. Het is dus relevant om de doelstelling verder te zetten en de formulering te behouden. Het geven van regelmatige vorming binnen het bestuur, de plaatsing van voorbeeldbestekken en een voorbereidende tool op intranet maken dat deze doelstelling in een verregaand stadium van realisatie is binnen het bestuur. Niettemin is de doelstelling (een permanente opdracht) nooit af en wel omwille van een aantal redenen. Het gaat om een continu beleid. Ze vergt een voortdurende aanpassing en doorgeven van nieuwe inzichten, ten gevolge van gewijzigde wetgeving. Nieuwe behoeften en noden zowel binnen het bestuur (raamcontracten) als buiten het bestuur (samenvoegen van aankopen in functie van schaalvoordelen, interbestuurlijke projecten) vergen ondersteuning van de provincie als kennispartner.

111




16 Milieu- en omgevingsvergunningen 16.01 Verhogen van de milieukwaliteit en verminderen van de milieu-impact van bedrijven Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal behandelde vergunningsdossiers Streefwaarde: 700 Het betreft medebewind : de toepasselijke Vlaamse regelgeving moet correct en tijdig worden toegepast. De impact inzake personeel en middelen hangt dan ook in de eerste plaats af van de evolutie van de Vlaamse regelgeving (meer bepaald de klassebepaling van de dossiers) . In principe gaan milieuvergunningen stedenbouwkundige vergunning op in de omgevingsvergunning vanaf 1/1/2014.

17 Economie en Streekontwikkeling 17.01 Doelgericht versterken van de internationalisering van het West-Vlaams economisch weefsel in kennisgedreven perspectief Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Realisatie van nieuwe strategische partnerschappen met Europese regio’s en economische missies. Streefwaarde: 4 / 2 Deze doelstelling houdt vooral acquisitiebeleid in, de ontwikkeling en uitvoering van een USP strategie voor de promotie van West-Vlaanderen, het uitvoering geven aan strategische partnerschappen met aangrenzende buren en spiegelregio's die de provincie heeft of ontwikkelt (grensoverschrijdend en Europees, inspelend op Europese programma’s) alsook de regie van een KMO-strategie naar andere landen (bv BRIICS) in afstemming met andere organisaties die actief zijn op dit terrein. Dit dient vooral ten goede te komen aan de speerpuntsectoren/economische clusters en KMO’s van de provincie. Tussen het Agentschap Ondernemen, FIT en de provincies werd afgesproken dat er per provincie een acquisitieplatform wordt opgericht. Daarin zullen voor West-Vlaanderen de Provincie, POM, AO, FIT en terreinontwikkelaars in vertegenwoordigd zijn.

17.02 Ter beschikking stellen van economische data, studies, advies en tools aan diverse doelgroepen, in functie van het voeren van een doordacht provinciaal sociaaleconomisch, regionaal en lokaal economisch beleid in afstemming met het Kenniscentrum West-Vlaanderen in oprichting Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Realisatie van een prospectief studierapport per jaar Streefwaarde: 1 Deze dienstverlening is niet alleen nodig in functie van het eigen provinciaal en gebiedsgericht economisch beleid, maar is ook voor externe doelgroepen bestemd zoals bijvoorbeeld RESOC en SERR, gemeenten en andere partijen, in complementariteit met wat andere overheden en organisaties aanbieden. Het betreft zowel structurele als maatgerichte dienstverlening, waarbij prospectief en analytisch zowel sociaaleconomisch als ruimtelijk-economisch onderzoek en monitoring belangrijke componenten zijn op basis van deskundigheid en terreinkennis. De ontwikkeling van een kenniscentrum West-Vlaanderen met op korte termijn focus op het sociaaleconomische en op langere termijn een bredere focus moet in een transversaal perspectief gezien worden met goede afstemming en complementariteit tussen de provinciale diensten en de agentschappen (Inagro, POM, Westtoer, SBR).

112




17.03 Versterken van een transformatiegericht en kennisgedreven economisch weefsel steunend op gedecentraliseerd streekbeleid, in samenwerking met bevoorrechte partners en gekaderd in een provinciaal verband Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Opmaak van een strategisch transformatieplan en uitvoering van de er aan verbonden actieplannen met aandacht voor specifieke sectoren (nieuwe en intelligente materialen/ industrieel design, voeding, cleantech (o.a. in landbouw en m.b.t. water), energie, duurzaam bouwen), thema’s (zorgeconomie, MVO, biobased economy) en doelgroepen (starters, KMO’s, spin-offs, handelszaken, creatieve ondernemingen Streefwaarde: ja De primaire doelgroep of bevoorrechte partners van de provincie zijn hier vooral het hoger onderwijs, gemeenten, sociale partners en andere kennisinstellingen/kenniscentra en organisaties gesitueerd in het middenveld, die op hun beurt de secundaire of einddoelgroep van ondernemingen benaderen. Voor deze secundaire doelgroep van ondernemers gaat het vooral om thema’s waar in West-Vlaanderen verder werk moet van gemaakt worden, sectorspecifiek, gebiedsgericht en/of doelgroepengericht, zoals: 1. de bevordering van het ondernemerschap, onder meer via het provinciaal netwerk van stedelijke ondernemerscentra; 2. ontwikkelen van een clusterbeleid (FvT-strategie) ter bevordering van de competitiviteit van de economie en de versterking van dit beleid via slimme specialisatiestrategie; 3. de ontwikkeling en verankering van Vlaamse kenniscentra in West-Vlaanderen; 4. de economisch gerichte uitbouw van het hoger onderwijs en kenniscentra, evenals de ontwikkeling van toegepast onderzoek ten voordele van de KMO’s; 5. de ontwikkeling van een korf ondersteunende maatregelen inzake kernversterkend handelsbeleid mede via de uitbouw van het provinciaal netwerk van stedelijke ondernemerscentra; 6. de uitbouw van een provinciale I-Cleantech antenne met focus op water en wind; 7. de ontwikkeling en uitvoering van een strategie zorgeconomie; 8. de ontwikkeling en uitvoering van initiatieven in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen; 9. realisatie van startersaccountmanagement gedecentraliseerd op RESOC-niveau. De provincie vervult een rol bij collectieve acties die gericht zijn op starters (met bijzondere aandacht voor de creatie van spin-offs en creatieve kettingen) of op economische clusters of thema’s van het speerpuntenbeleid. De provincie heeft ook een rol te spelen inzake ondernemerschapseducatie en bij het ondersteunen van de actoren die een rol spelen in de streekontwikkeling en streekoverleg. Het provinciebestuur en haar POM en partners zullen rechtstreeks of onrechtstreeks vanuit een objectieve regierol resultaat- en gebiedsgericht inspelen op regiodynamieken, desgevallend vanuit een labofunctie.

113




17.04 Uitbouwen van ruimtelijk-economische infrastructuur voor specifieke doelgroepen van ondernemers of op specifieke locaties van bovenlokaal niveau met focus op de ontwikkeling van bedrijventerreinen van de toekomst Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Ontwikkeling van een model voor bedrijventerreinen voor de toekomst en de toepassing op 2 bedrijventerreinen Streefwaarde: ja Het betreft in eerste instantie de verdere ontwikkeling van het fijnmazig netwerk van bedrijfsinfrastructuur voor starters, alsook specifieke ontwikkelingen van vernieuwende concepten voor duurzame bedrijventerreinen (bv. bedrijvencentra, doorgangsgebouwen en ondernemerscentra, uitbreiding Transportzone Zeebrugge en andere logistieke bedrijventerreinen of platforms, vermarkting van onbenutte percelen, herontwikkeling brownfields), hetzij door de POM zelf, hetzij in samenwerking met andere partners (bv. terreinbeheerders zoals streekintercommunales en havenbesturen). Voor de (her)ontwikkeling en verduurzaming van bedrijventerreinen zullen performante modellen van bedrijventerreinen voor de 21ste eeuw ontwikkeld en toegepast worden, betrekking hebbend op onder meer duurzame kwaliteit, interbedrijfssamenwerking en bedrijventerreinmanagement.

17.05 Verder uitbouwen van de logistieke draaischijffunctie van West-Vlaanderen, mede ter versterking van de concurrentiële positie van de West-Vlaamse productiebedrijven Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: De realisatie van een coördinerende lichte structuur met de belangrijkste logistieke partners ten behoeve van de coördinatie van de logistieke ambities Streefwaarde: ja Deze doelstelling geeft verdere invulling aan de concrete realisatie van een structureel Logistiek Platform West-Poort dat in 2008 werd gelanceerd en voortbouwde op het concept West-Poort dat in 2004 ontwikkeld werd. De versterking van logistieke platformen (zie ook doelstelling 4), realisatie van pilootprojecten op het gebied van duurzame transportcorridors, verbeteren van de match tussen vraag en aanbod m.b.t. logistieke opleidingen en beroepen en de promotie van logistieke infrastructuur en diensten behoren hier bij.

17.06 Uitvoeren van initiatieven inzake de sociale modernisering en doelgroepenbeleid i.s.m. de sociale economie actoren Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: De ontwikkeling, inclusief de uitvoering, van een strategie voor sociale modernisering Streefwaarde: ja Dit betreft initiatieven inzake de mensgerichte aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen, zowel bij de ‘reguliere ondernemingen’ als bij de ‘sociale ondernemingen’ zoals bijvoorbeeld het versterken van de sociale ondernemingen, integratie van kansengroepen, bevorderen van sociale arbeidsmobiliteit.

114




17.07

Verlenen van adequate diensten door de eigen expertise met het oog op de versterking van het economisch beleid Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Inhoudelijke en financiële opvolging van de uitvoering van de overeenkomsten ProvincieStreefwaarde: ja Dit omvat in hoofdzaak de volgende zaken: 1. het opmaken en opvolgen van diverse soorten overeenkomsten met allerhande actoren, hetzij door het provinciebestuur zelf, hetzij door haar verzelfstandigde agentschappen, die niet vervat zijn onder één van de voorgaande specifieke beleidsdoelstellingen; 2. het fungeren als aanspreekpunt, adviseur en dienstverlener bij de voorbereiding en uitvoering van het provinciaal beleid door deelname aan raden, commissies, werken stuurgroepen, taskforces, enz. en het verlenen van advies of input aan andere diensten en organisaties.

17.08 Optimaliseren van het welzijn van de personeelsleden op het werk en van de efficiëntie en de effectiviteit van de werking van de eigen organisatie Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: De dienst Economie/de POM scoort minstens even goed als gelijkaardige overheden op het vlak van personeelstevredenheid, ziekteverzuim en personeelsverloop Streefwaarde: Minstens status quo behouden Dit betreft het verder uitbouwen van de dienst Economie en van de POM tot slagkrachtige en klantgerichte organisaties die doelgericht communiceren over hun werking en dienstverlening en waar de personeelsleden kwaliteitsvol en met goesting werken in een hedendaagse aangepaste infrastructuur. Het opmaken en opvolgen van en het rapporteren en communiceren over budget, jaarprogramma’s, jaarverslagen en jaarrekeningen, maakt hier ook deel van uit.

115




18 Externe relaties en Noord-Zuid-beleid 18.01 Faciliteren, coördineren en bevorderen van de grensoverschrijdende samenwerking Looptijd: 2014 - 2019 (Prioritair) Indicator: Aantal concrete initiatieven (projecten, thematische uitwisselingen,…) met brede thematische finaliteit in samenwerking met partners uit NoordFrankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk per jaar van de legislatuur Streefwaarde: 10 De provincie als intermediair bestuur is het geschikte bestuursniveau voor grensoverschrijdende interbestuurlijke samenwerking. Het beschikt over deskundigheid en terreinkennis om met de bovenlokale belangen op grensoverschrijdend niveau aan de slag te gaan. De grensoverschrijdende samenwerking ent zich niet alleen op de proximiteit van de regio’s maar ook op de natuurlijke socio-economische samenhang en opportuniteiten die dit met zich meebrengt. Deze beleidsmatige samenwerking kenmerkt zich door een brede thematische benadering, waardoor er niet alleen wordt gefocust op economische stimulansen maar er ook aandacht is voor flankerende domeinen zoals cultuur, milieu, educatie, enz. Deze samenwerking vormt ook de basis voor het uitwerken van grensoverschrijdende projecten op maat en het werven van Europese middelen. Hierbij wordt ondersteuning geboden aan andere provinciale diensten alsook aan diverse preferentiële partners. Bilaterale bestuurlijke samenwerking werd verankerd in specifieke, officiële samenwerkingsprotocollen, waaronder met het Département du Nord en met de Provincies Zeeland en Oost-Vlaanderen in de Scheldemondraad. Wat betreft de overlegplatformen die deel uitmaken van de grensoverschrijdende samenwerking (zoals Eurometropool Lille-KortrijkTournai, EGTS West-Vlaanderen/Flandre Dunkerque Côte d’Opale, gemeentelijke clusters,….), is het van groot belang dat de provincie betrokken blijft om erkenning en inbedding van het provinciaal beleid in de streek te garanderen.

18.02 Selectief uitbouwen en versterken van de internationale samenwerking binnen Europa Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal concrete initiatieven (projecten, thematische uitwisselingen, missies,…) met economische en academische finaliteit in samenwerking met geselecteerde internationale partners binnen Europa per jaar van de legislatuur Streefwaarde: 2 Kennisuitwisseling en bestuurlijke contacten via ‘strategische partnerschappen’ of ‘spiegelregio’s’ binnen Europa, alsook de projectontwikkeling blijven uitermate belangrijk. Beleidsvoering en socio-economische ontwikkeling spelen zich immers steeds meer af in een internationale economische context. De komende jaren dient dan ook meer werk gemaakt worden van een sterkere thematische en territoriale focus (kennisclusters en strategische thema’s voor West-Vlaanderen) en het verdiepen van de internationale samenwerking (vnl. in functie van nieuwe partnerschappen). De provincie is immers het ideale niveau qua schaal om op een neutrale manier en met de nodige opgebouwde terreinkennis deze rol in een internationale context op te nemen. Dergelijke internationale samenwerking binnen de Europese contouren versterkt de rol van de provincie als kennispartner en federerende overheid, waarbij de limieten van kleinschaligheid kunnen worden overschreden, zonder de voeling met de reële noden op het terrein te verliezen. Met het uitbouwen van een netwerk aan strategische partners moet een duidelijk afwegingskader gecreëerd worden voor de te ontwikkelen activiteiten, met als inzet een optimale benutting van de beperkte beschikbare middelen en mensen. Het netwerk zal door de Provincie uitgebouwd en onderhouden worden, in nauwe samenwerking met de POM en in overleg met relevante en prioritaire partners in WestVlaanderen, zoals Inagro, Westtoer, de West-Vlaamse Hogescholen, de logistieke poorten, de werkgeversorganisaties, … in functie van strategische provinciale projecten.

116




18.03

Selectief uitbouwen en versterken van de internationale samenwerking buiten Europa Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal concrete initiatieven (projecten, thematische uitwisselingen, missies,…) met economische en academische finaliteit in samenwerking met geselecteerde internationale partners buiten Europa per jaar van de legislatuur Streefwaarde: 1 Deze selectieve samenwerking dient te worden geïnspireerd vanuit de meerwaarde die een provinciale overheid ten aanzien van haar ‘counterparts’ kan spelen ten behoeve van de West-Vlaamse geglobaliseerde economische actoren. De noden van deze actoren vormen in deze dan ook de basis voor initiatieven vanuit de provincie, veeleer dan een zuiver provinciaal gedreven beleid. Het betreffen hier specifieke niches in economische samenwerking. In een eerste fase wordt hierbij gekeken naar de BRIICS regio’s (Brazilië, Rusland, India, Indonesië, China, Zuid-Afrika) en dan vooral met focus op het professioneel faciliteren van de academische samenwerking en de intensivering van de economische samenwerking, dit in nauw overleg met de POM.

18.04 Sensibiliseren en ondersteunen van West-Vlaamse actoren m.b.t. diverse facetten van de Europese Unie en realiseren van doelgerichte communicatie ikv Europese aangelegenheden en externe relaties Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal concrete acties ten behoeve van algemeen publiek, middenveld en diverse onderwijsniveaus per jaar van de legislatuur Streefwaarde: 10 De bewustwording verhogen van de West-Vlaamse bevolking ten aanzien van het groeiend belang van de Europese Unie is een constante bekommernis. Ook tijdens de volgende legislatuur zullen hiervoor - o.a. door Europe Direct - talrijke activiteiten opgezet en/of ondersteund worden en dit voor diverse doelgroepen.Het is hierbij ook een bewuste keuze om dankzij financiële impulsen voor onder meer West-Vlaamse studenten bedrijfsgerichte buitenlandse stages te faciliteren, complementair aan de Europese financieringskanalen. Het gestructureerd uitbouwen van een efficiënte managementondersteuning alsook het coördineren en afstemmen van (interne en externe) communicatie vormen eveneens een constant aandachtspunt. Een goed onderbouwde horizontale ondersteuning komt bovendien ten goede van een efficiënt taak- en resultaatgericht beleidsdomein.

117




18.05

Doelmatig beheren, stimuleren en implementeren van Europees beleid en Europese programma’s Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal goedgekeurde EU projecten met West-Vlaamse partners Streefwaarde: 50 De provincie zet als intermediaire kennispartner sterk in op de veelzijdige ondersteuning in het kader van Europese programma’s en projectontwikkeling, dit vanuit een jarenlange opgebouwde expertise. Vanuit de dienst Europese Programma’s en Externe Relaties bestaat een zeer sterke betrokkenheid en inzet bij het beheer van de structuurfondsenprogramma’s meer bepaald het Doelstelling 2-programma en de Doelstelling 3-programma’s (Interreg). Dit concretiseert zich in de huisvesting van contactpunten en antennes van de secretariaten van de Europese programma’s, de financiële participatie aan de technische bijstand van de programma’s, adviesverlening tijdens de selectieprocedure van projecten, vertegenwoordiging in de stuurgroepen en monitoringcomités van de programma’s alsook de organisatie van de gecentraliseerde Vlaamse 1ste lijncontrole van bepaalde programma’s (o.a. 2-Zeeën en Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen). Voor het programma Frankrijk-Wallonië-Vlaanderen neemt de provincie de rol op als leidende partnerautoriteit aan Vlaamse kant. Deze deskundigheid inzake Europese programma’s en regelgeving zal gebundeld worden in een experten-cel als centraal aanspreekpunt. Ondersteunen bij de dossieropmaak, informeren en adviseren van zowel eigen lijndiensten als het brede middenveld, onderzoeksinstellingen, bedrijven, enz. behoren tot het takenpakket. De dienst EEG wil bovendien naast de reeds gekende structuurfondsen ook proactief en zo flexibel mogelijk inspelen op andere (nieuwe) Europese programma’s en initiatieven (o.a. ESF, Horizon 2020, Intelligent Energy Europe, Connecting Europe, …). De dienst EEG en diverse provinciale autonome bedrijven beschikken bovendien over een wervende kracht om projecten op te zetten met lijndiensten en externen om zo de WestVlaamse belangen en prioriteiten te verdedigen en te verwezenlijken t.o.v. externe actoren. Zo worden potentiële West-Vlaamse projectpartners vakkundig begeleid bij de opmaak van dossiers en het zoeken van geschikte (buitenlandse) partners. Tenslotte voorziet de provincie in financiële impulsen, vooral voor projecten die aansluiten en versterkend werken op het provinciaal beleid. Het toekennen van provinciale cofinanciering in het kader van Europese projecten laat toe deze optimaal en gecoördineerd in te zetten op de gedefinieerde provinciale prioriteiten, waarmee versnippering kan tegengaan worden.

18.06 Stimuleren van wereldburgerschap in het noorden, verhogen van de leefbaarheid in het zuiden en ontwikkelen van een geïntegreerd beleid gericht op duurzaamheid Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Aantal bovenlokale activiteiten in West-Vlaanderen (verhoging van het draagvlak voor NZ) en aantal ondersteunde projecten in het Zuiden Streefwaarde: 10 / 150 Door het inzetten op mondiale vorming in het onderwijs en een breed aanbod aan informatie en sensibilisering, willen we in de provincie een draagvlak scheppen om verder in te zetten op het verhogen van de leefbaarheid in het zuiden via projecten met een band met West-Vlaanderen. Dit draagvlak moet er ook voor zorgen dat we binnen het eigen bestuur meewerken aan een beleid dat werkt aan duurzame ontwikkeling.

118




20 Cultuur 20.01 Bewaken en versterken van een diversiteit aan cultuurcreatie en erfgoed, en het stimuleren tot en bijdragen aan een sterkere cultuur- en gemeenschapsparticipatie en erfgoedbeleving binnen West-Vlaanderen. Looptijd: 2014 - 2019 (Prioritair) Indicator: Het aantal betoelaagde projecten en georganiseerde evenementen die ondersteund en gerealiseerd worden met middelen en overhead vanuit de dienst Cultuur binnen een representatieve spreiding Streefwaarde: 212 De dienst cultuur wenst haar stimulerende rol in de West-Vlaamse cultuur- en gemeenschapscreatie en –participatie verder te bestendigen, binnen de kantlijnen van het nieuwe decreet lokaal cultuurbeleid en de kantlijnen van de verdere interne staatshervorming. Dankzij de expertise en ervaring van de personeelsleden van de dienst cultuur kan een adequate invulling gegeven worden aan een gestroomlijnd bovenlokaal cultuurbeleid. De dienst cultuur zal enerzijds over twee ‘kaderreglementen’ beschikken, waarmee (financiële) impulsen gegeven kunnen worden aan enerzijds cultureel-artistieke projecten, en anderzijds aan sociaal-culturele projecten. Daarnaast engageert de dienst cultuur zich ad hoc ook om diverse voorbeeldprojecten te ondersteunen en zelf te initiëren. Met het Streekgericht Bibliotheekbeleid (WINOB) wil de Dienst Cultuur de komende jaren –binnen de decretale opdracht verder inzetten op de verruiming van het informatieaanbod van de West –Vlaamse openbare bibliotheken, de verbetering van de dienstverlening van deze bibliotheken en de verruiming van de technologische en organisatorische samenwerking tussen de bibliotheken. Verderzetting van grootse initiatieven zoals het Provinciaal Bibliotheeksysteem (PBS) en Delphi zijn hierbijgegarandeerd. De dienst cultuur zet daarnaast verder sterk in op een professionele ondersteuning van de West-Vlaamse erfgoedactoren op allerlei vlakken van erfgoedbeheer: van het verzamelen en het beheer tot de bewaring en ontsluiting van het West-Vlaamse erfgoed. Dit gebeurt op twee manieren. Enerzijds via allerlei vormen van financiële ondersteuning geregeld in het provinciale Erfgoedreglement. Anderzijds door het bieden van advies en begeleiding aan de erfgoedactoren door een team van consulenten die elk gespecialiseerd zijn in een bepaalde erfgoedmaterie of expertise en dit op een integrale en geïntegreerde wijze (zowel roerend, onroerend als immaterieel erfgoed). Een belangrijk onderdeel daarvan is het voeren van een regionaal depotbeleid aangestuurd door twee depotconsulenten. Een specifieke vorm van ondersteuning wordt uitgevoerd door Monumentenwacht die instaat voor de inspecties van onroerend erfgoed. Het blijft, tenslotte, de ambitie van de dienst cultuur om de erfgoedinstellingen die de provincie zelf beheert zoals de provinciale Musea Bulskampveld, Lijsternest en Raversyde vanuit een voorbeeldfunctie te dynamiseren met een actievere publieksgerichte werking. In éénzelfde context wil de provinciale bibliotheek die een uitgebreide West-Vlaamse documentaire collecties beheert die collecties verder op een kwalitatieve manier bewaren en ontsluiten voor het brede publiek.

119




20.02

Coördineren en ondersteunen van de herdenking 100 jaar WOI Looptijd: 2014 - 2019 (Prioritair) Indicator: Project GoneWest 2014-2018 is gerealiseerd en de andere luiken van de herdenking zijn afgerond Streefwaarde: ja De herdenking van de De Groote Oorlog wordt het kroonjuweel van het cultuurbeleid tijdens de komende legislatuur. De afdeling Oorlog & Vrede binnen de dienst cultuur coördineert het volledig gamma aan herdenkingselementen, gaande van investeringen in sites en gebouwen over bijzondere (al dan niet Europese) projecten in het landschap tot ambitieuze educatieve initiatieven. Daarnaast werd de ad hoc cel “Gone West” geïnstalleerd die tussen 2014 en 2018 5 bijzondere artistiek-culturele edities zal ontwikkelen. Het gaat om een reeks culturele evenementen en artistieke creaties over de diverse kunstdisciplines (dans, theater, muziek, literatuur, beeldende kunst enz.) heen. Deze evenementen worden geclusterd rond een aantal iconische herdenkingsmomenten zoals bijvoorbeeld de onderwaterzetting voor de editie ’14 en de eerste gasaanvallen voor de editie ’15. De hoofdopdracht bestaat erin de West-Vlaamse bevolking, de huidige en jonge generatie te mobiliseren in een groot participatieproject rond deze herdenking. Het moet tevens een project van goed gastheerschap worden en garant staan voor een kwaliteitsvolle herdenking voor de vele bezoekers die de Provincie in dit kader zullen bezoeken.

20.03 Uitvoeren van verplicht beleid met betrekking tot erediensten vanuit de hogere overheid Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: Uitvoeren van verplicht beleid vanuit de hogere overheid met betrekking tot erediensten Streefwaarde: ja Het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten omschrijft alle verplichtingen inzake de erkende erediensten. De Provincies hebben m.b.t. de orthodoxe, de islamitische erediensten en de kathedrale kerkfabriek hierbinnen een aantal opgelegde taken. In de wet van In de wet van 21 juni 2002 betreffende de centrale raad der niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen van België, de afgevaardigden en de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet- confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen wordt de Provincies een aantal verplichtingen toegewezen m.b.t. de Instelling Morele Dienstverlening. Voor zowel de erkende erediensten als de Instelling Morele Dienstverlening gaat het vooral om financiële verplichtingen en adviserende bevoegdheden, waaronder: 1. Juridische advisering inzake de erkenning 2. Goedkeuring door de provincieraad van meerjarenplannen, budgetten en Budgetwijzigingen 3. Advisering of goedkeuring van de jaarrekening 4. Het geven van toelagen om de kosten en de uitgaven van de eredienst/Instelling Morel Dienstverlening te dekken in geval van ontoereikende opbrengsten en ontvangsten.

120




21 Welzijn 21.01 De hulpverlener én de burger vinden vlot de juiste informatie rond of de juiste aanbieder(s) voor een hulp- of zorgvraag, waarbij ze kunnen kiezen uit een voldoende kwaliteitsvol aanbod dat mee gerealiseerd wordt door gerichte inhoudelijke en/of financiële ondersteuning Looptijd: 2014 - 2019 Indicator: jaarlijks aantal raadplegingen van de sociale kaart Streefwaarde: 300.000 Het welzijns- en zorglandschap kent een diversiteit aan eerste- en tweedelijnsorganisaties, allemaal met hun eigen aanbod en dito communicatie. De provincie zet als kennispartner al jaren in op inventarisatie van dit aanbod (o.a. via de sociale kaart), het uitdragen van deze kennis (via vorming, intervisie…) en het informeren, sensibiliseren en versterken van burgers zodat ze de juiste informatie of de correcte aanbieder(s) voor hun hun hulp- of zorgvraag vinden. In de nieuwe taakstelling wordt deze opdracht alleen maar belangrijker en zal de provincie naast het uitbreiden van de sociale kaart ook de matching van vraag en aanbod ondersteunen (bv via het digitaal netwerk kortverblijf). Op het vlak van samenwerking en netwerking functioneren verschillende overlegfora op een interregionaal mesoniveau die door een aantal decreten geïnitieerd worden (bv. de zorgregio(niveau)s, de SEL’s, de LOGO’s…). Omdat het belangrijk is dat de bestuurlijke organisatie transparant en duidelijk vorm krijgt, heeft de provincie de opdracht een maximale consistentie in de werking van de genoemde fora te bewaken en zal hiertoe alle nodige en mogelijke initiatieven nemen om de werking van deze fora onderling en in functie van lokale, provinciale en Vlaamse beleidsopties op elkaar af te stemmen. In de geest van de nieuwe taakstelling zal de provincie vanuit haar plannings- en netwerkingsopdracht signalen detecteren over zowel de kwantiteit als de kwaliteit van het reeds bestaande aanbod en/of lacunes die ofwel inhoudelijk ofwel regionaal nog leven. Steeds binnen de contouren van het bestuursakkoord kan de provincie initiatieven nemen die een antwoord op deze noden kunnen bieden. Die impulsen kunnen één of meerdere richtingen uit gaan: de uitvoering van beleidsprioriteiten van één of meerdere niveau’s (bv inzake armoede) versterken of versnellen, zorgen voor oplossingen op maat van een regio of een sector en/of een verhoging van de kwaliteit van de reeds bestaande dienstverlening. Uitgangspunt is steeds om te versterken wat reeds bestaat of de samenwerking te verbeteren/verhogen: de provincie zet vooral in op integratie en samenwerking.

121




4. Informatie met betrekking tot de interne organisatie 4.1 Organogram van de provinciale diensten De provincieraad keurde in haar zitting van 28 maart 2013 het organogram van de provinciale diensten goed. Dit organogram is onderstaand geïllustreerd:

122




4.2 Organogram van de verzelfstandigde agentschappen 4.2.1 Westtoer

123




4.2.2 POM

124




4.2.3 Inagro

125




4.2.4 Mu.Zee

126




4.3 Overzicht van het personeelsbestand van de provincie West-Vlaanderen Onderstaand overzicht toont het personeelsbestand (loonlijst) op 25 september 2013.

Schema TM1. Personeel Aantal voltijds equivalenten (VTE)

Vastbenoemd Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Niveau E Contractueel (niet-gesco) Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Niveau E Gesco Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Niveau E TOTAAL Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Niveau E

127


2014 518 152,95 71,47 178,68 91,02 23,62 238 77,60 45,50 35,97 22,80 55,81 32 2,80 3,00 17,60 8,90

2015 518 152,95 71,47 178,68 91,02 23,62 238 77,60 45,50 35,97 22,80 55,81 32 2,80 3,00 17,60 8,90

2016 518 152,95 71,47 178,68 91,02 23,62 238 77,60 45,50 35,97 22,80 55,81 32 2,80 3,00 17,60 8,90

2017 518 152,95 71,47 178,68 91,02 23,62 238 77,60 45,50 35,97 22,80 55,81 32 2,80 3,00 17,60 8,90

2018 518 152,95 71,47 178,68 91,02 23,62 238 77,60 45,50 35,97 22,80 55,81 32 2,80 3,00 17,60 8,90

2019 518 152,95 71,47 178,68 91,02 23,62 238 77,60 45,50 35,97 22,80 55,81 32 2,80 3,00 17,60 8,90

788 233 120 232 123 79

788 233 120 232 123 79

788 233 120 232 123 79

788 233 120 232 123 79

788 233 120 232 123 79

788 233 120 232 123 79



4.4 Overzicht van de budgethouders De deputatie van de provincie West-Vlaanderen is (decretaal) budgethouder. Freddy Deslé is aangeduid als budgethouder van IVA SBR. Hilde Vandromme is aangeduid als budgethouder van IVA SDP.

4.5 Overzicht van de beleidsdomeinen en de samenstellende beleidsvelden

Beleidsdomein Bestuurlijke Organisatie Beleidsveld 0100 Politieke organen Beleidsveld 0110 Secretariaat Beleidsveld 0113 Archief Beleidsveld 0130 Administratieve dienstverlening Beleidsveld 0151 Deelnemingen aan internationale organisaties en conferenties Beleidsveld 0190 Overig algemeen bestuur

Beleidsdomein Ondersteunende diensten Beleidsveld 0119 Overige algemene diensten

Beleidsdomein Gebiedsgerichte werking Beleidsveld 0610 Gebiedsontwikkeling

Beleidsdomein Milieu, landschap en natuur Beleidsveld 0309 Overig afval- en materialenbeheer Beleidsveld 0310 Beheer van regen- en afvalwater 128




Beleidsveld 0320 Sanering van bodemverontreiniging Beleidsveld 0329 Overige vermindering van milieuverontreiniging Beleidsveld 0340 Aankoop, inrichting en beheer van natuur, groen en bos Beleidsveld 0341 Erosiebestrijding Beleidsveld 0349 Overige bescherming van biodiversiteit, landschappen en bodem Beleidsveld 0350 Klimaat en energie Beleidsveld 0380 Participatie en sensibilisatie Beleidsveld 0381 Geïntegreerde milieuprojecten Beleidsveld 0390 Overige milieubescherming Beleidsveld 0680 Groene ruimte

Beleidsdomein Toerisme en recreatie Beleidsveld 0520 Toerisme – Onthaal en promotie Beleidsveld 0521 Toerisme - Sectorondersteuning Beleidsveld 0522 Toerisme – Infrastructuur Beleidsveld 0529 Overige activiteiten inzake toerisme

Beleidsdomein Mobiliteit en weginfrastructuur Beleidsveld 0210 Openbaar vervoer Beleidsveld 0290 Overige mobiliteit en verkeer

Beleidsdomein Ruimtelijke Ordening Beleidsveld 0600 Ruimtelijke planning

129




Beleidsdomein Algemene financiering Beleidsveld 0010 Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Beleidsveld 0020 Fiscale aangelegenheden Beleidsveld 0030 Financiële aangelegenheden Beleidsveld 0040 Transacties in verband met openbare schuld Beleidsveld 0050 Patrimonium zonder maatschappelijk doel Beleidsveld 0090 Overige algemene financiering

Beleidsdomein Budget en Administratieve Beroepen Beleidsveld 0111 Fiscale en financiële diensten

Beleidsdomein Personeel Beleidsveld 0112 Personeelsdienst en vorming Beleidsveld 0115 Welzijn op het werk Beleidsveld 0490 Overige elementen van openbare orde en veiligheid

Beleidsdomein

Sport

Beleidsveld 0740 Sport

Beleidsdomein Landbouw en visserij Beleidsveld 0530 Land-, tuin- & bosbouw Beleidsveld 0540 Visvangst

Beleidsdomein Onderwijs Beleidsveld 0810 Gewoon secundair onderwijs Beleidsveld 0830 Centra voor volwassenenonderwijs 130




Beleidsveld 0835 Hoger onderwijs Beleidsveld 0861 Administratieve dienst voor het onderwijs Beleidsveld 0869 Overige ondersteunende diensten voor het onderwijs Beleidsveld 0880 Administratieve dienst voor het lokaal flankerend onderwijs Beleidsveld 0889 Overige ondersteunende diensten voor het lokaal flankerend onderwijs

Beleidsdomein Integraal waterbeleid Beleidsveld 0319 Overig waterbeheer

Beleidsdomein Economie en Streekontwikkeling Beleidsveld 0500 Handel en middenstand Beleidsveld 0510 Nijverheid Beleidsveld 0550 Werkgelegenheid Beleidsveld 0590 Overige economische zaken

Beleidsdomein Externe relaties en Noord-Zuid-beleid Beleidsveld 0150 Buitenlandse relaties Beleidsveld 0160 Hulp aan het buitenland

Beleidsdomein Welzijn Beleidsveld 0750 Jeugd Beleidsveld 0900 Sociale bijstand 131




Beleidsveld 0902 Integratie van personen met vreemde herkomst Beleidsveld 0904 Activering van tewerkstelling Beleidsveld 0909 Overige verrichtingen inzake sociaal beleid Beleidsveld 0910 Woningen voor personen met een handicap Beleidsveld 0911 Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap Beleidsveld 0919 Overige activiteiten inzake ziekte en invaliditeit Beleidsveld 0930 Sociale huisvesting Beleidsveld 0940 Jeugdvoorzieningen Beleidsveld 0943 Gezinshulp Beleidsveld 0944 Opvoedingsondersteuning Beleidsveld 0945 Kinderopvang Beleidsveld 0949 Overige gezinshulp Beleidsveld 0950 Ouderenwoningen Beleidsveld 0953 Woon- en zorgcentra Beleidsveld 0954 Dagzorgcentra Beleidsveld 0959 Overige verrichtingen betreffende ouderen Beleidsveld 0980 Sociale geneeskunde Beleidsveld 0985 Gezondheidspromotie en ziektepreventie Beleidsveld 0986 Eerstelijnsgezondheidszorg Beleidsveld 0989 Overige dienstverlening inzake volksgezondheid

132




Beleidsdomein Cultuur Beleidsveld 0700 Musea Beleidsveld 0701 Cultuurcentrum Beleidsveld 0702 Schouwburg, concertgebouw, opera Beleidsveld 0703 Openbare bibliotheken Beleidsveld 0704 Letterkunde, gespecialiseerde bibliotheken Beleidsveld 0709 Overige culturele instellingen Beleidsveld 0710 Feesten en plechtigheden Beleidsveld 0711 Openluchtrecreatie Beleidsveld 0712 Festivals Beleidsveld 0719 Overige evenementen Beleidsveld 0720 Monumentenzorg Beleidsveld 0721 Archeologie Beleidsveld 0729 Overig beleid inzake het erfgoed Beleidsveld 0739 Overig kunst- en cultuurbeleid Beleidsveld 0790 Erediensten Beleidsveld 0791 Niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen

133




5. Entiteiten opgenomen onder de financiële vaste activa NV

Naam

Aandelen provincie

Waarde per aandeel

Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening CVBA Belliardstraat 73 1040 Brussel

548.820 waarvan G-aandelen : 330.384 waarvan P-aandelen : 218.436

25,00 €

Dexia Gemeentelijke Holding Pachecolaan 44 1000 Brussel

148.200 gewone aandelen à 18,64 € 48.829 preferente aandelen A à 40,96 € 46.800 preferente aandelen B à 40,96 €

Vlaamse Vervoersmij DE LIJN Motstraat 20 2800 Mechelen VERKEERD ADRES

39.236 op 1.721.491 aandelen waarvan 545.089,73 € volstort op 31/12/03 (= nog 427.545,29 € te volstorten)

134


Totaal aantal aandelen

CVBA ….. (toestand op 31.12.2012)

Waarde aandelen Provincie 13.720.500,00 €

Volstort

Nog te volstorten

13.660.532,08 €

59.967,92 €

waardevermindering geboekt

6.679.411,84 €

6.679.411,84 €

0,00 €

24,79 € (op naam zonder nominale waarde)

972.635,02 €

692.158,75 €

280.476,27 €


Bron


HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJEN

Naam

Vlaamse Landmaatschappij NV Gulden-Vlieslaan 72 1060 Brussel

2.900

100

24,79 €

Waarde aandelen Provincie 2.479,00 €

VMSW - Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen Koloniënstraat 40 1000 Brussel (VOI = Vlaamse Openbare Instelling) Woonmaatschappij Ijzer en Zee Zuidstraat 17 8630 Veurne

26.613

460

5,00 €

2.300,00 €

2.300,00 €

0,00 €

1.700

12,50 €

21.250,00 €

6.138,70 €

15.092,00 €

Zuid-West-Vlaamse Sociale Huisvestingsmaatschappij CVBA Damkaai 5 bus 1 8500 Kortrijk

13.558

2.802

6,20 €

17.372,40 €

5.107,25 €

12.265,15 €

Het Lindenhof CV BA Hanneusestraat 32/2 8370 Blankenberge

33.619

251

2,48 €

622,48 €

455,13 €

167,35 €

Brugse Maatschappij voor Huisvesting CVBA St Pietersnoordstraat 42 8000 Brugge

35.330

5.350

2,50 €

13.375,00 €

3.428,27 €

9.946,73 €

135


Aandelen

Waarde per aandeel


Volstort

Nog te volstorten

2.479,00 €

0,00 €

Bron


WOONWEL Ellestraat 15 8470 Gistel

970

106

34,00 €

3.604,00 €

1.126,98 €

2.477,02 €

Mijn Huis CVBA Marktstraat 80 8530 Harelbeke

2.500

140

12,50 €

1.750,00 €

437,50 €

1.312,50 €

t' Heist Best CV Kerkstraat 34 8301 Knokke-Heist

1.538

120

12,40 €

1.488,00 €

372,48 €

1.115,52 €

Ons Onderdak CVBA Hovelandlaan 1 8900 Ieper

7.698

530

2,48 €

1.314,40 €

365,97 €

948,43 €

3.155

420

6,20 €

2.604,00 €

908,16 €

1.695,84 €

Izegemse Bouwmaatschappij CVBA Brugstraat 16 8770 Izegem

3.205

725

6,25 €

4.531,25 €

1.797,23 €

2.734,02 €

Goedkope Woningen CVBA Nieuwstraat 13 8500 Kortrijk

12.891

800

2,50 €

2.000,00 €

495,79 €

1.504,21 €

Eigen Gift - Eigen Hulp CV Lt Gen. Gerardstraat 2 8520 Kuurne

1.165

105

25,00 €

2.625,00 €

656,25 €

1.968,75 €

FUSIE MET ONZE LANDELIJKE WONING

FUSIE MET DE ZUIDWESTHOEK CVBA De Mandelbeek CV Oostrozebekestraat 136 bus 1 8770 Ingelmunster

136




Eigen Haard is Goud Waard CVBA Lauwbergstraat 121/0001 8930 Lauwe

100.192

6.800

1,00 €

6.800,00 €

1.700,00 €

5.100,00 €

Ons Dorp CVBA Ijzerstraat 2 8930 Menen

37.196

1.094

2,50 €

2.735,00

683,75 €

2.051,25 €

De Oostendse Haard CV Nieuwpoortsesteenweg 205 8400 Oostende

9.040

300

12,39 €

3.717,00

929,25 €

2.787,75 €

2.703

2,50 €

6.757,50 €

1.754,44 €

5.003,06 €

7.525

1.273

6,20 €

7.892,60 €

1.973,15 €

5.919,45 €

Helpt Elkander CVBA Albert Servaesstraat 52/003 8970 Waregem

2.100

180

12,50 €

2.250,00 €

562,50 €

1.687,50 €

De Leie CV Nieuwstraat 81 8940 Wervik

1.065

30A + 25B (inbreng in natura) met terugbetaalwaarde 2,65 €/aandeel

24,79 €

810,00 €

252,24 €

557,76 €

De Vlashaard CV Vanackerestraat 43 8560 Wevelgem

23.421

2.466

2,48 €

6.115,29 €

3.654,75 €

2.460,54 €

De Mandel CVBA Botermarkt 30 8800 Roeselare FUSIE MET HUISVESTINGSMAATSCHAPPIJ MIDDEN-WEST-VLAANDEREN CVBA Tieltse Bouwmaatschappij CV Stationsplein 3C 8700 Tielt

137




CVBA VIVENDO Koninging Astridlaan 134 bus 1 8200 Brugge Wijziging naam: vroeger Interbruse Maatschappij voor de Huisvesting CV gefusioneerd met Haard en Kouter BVBA Eigen Haard CVBA Kortrijkstraat 117 8550 Zwevegem

4.104

1.400

12,50 €

17.500,00 €

4.375,41 €

13.124,59 €

11.666

1.128

2,48 €

2.797,44 €

699,06 €

2.098,38 €

21.507.237,22 €

21.074.755,93 €

432.461,99 €

INTERCOMMUNALES (toestand op 31.12.2012) Waarde per aandeel

West-Vlaamse elektriciteitsmaatschappij Hoogstraat 37-41 8000 Brugge

129.443

25,00 €

Kustreddingsdienst WestVlaanderen Zuidenwindhelling 2 8670 Oostduinkerke

95

24,79

2.354,99 €

West-Vlaamse IC Vliegveld Wevelgem-Bissegem Grote Markt 54 8500 Kortrijk

282

247,89

69.905,97 €

14.572

42,14

614.064,08 €

Leiedal Pres. Kennedypark 10 8500 Kortrijk

138


Waarde aandelen Provincie 31/12/2012

Aandelen provincie

Naam


3.236.075,00 €


West-Vlaamse Intercommunale Baron Ruzettelaan 35 8310 Brugge Imog S.V. Kortrijksesteenweg 2164 8530 Harelbeke Gaselwest Pres. Kennedypark 12 8500 Kortrijk

Imewo t.a.v. Luc Bogaert Brusselsesteenweg 199 9090 Melle XOM nv Grote Markt 54 8500 Kortrijk

TMVW Stropkaai 14 9000 GENT

134.490

25

1.250

24,79

14,876 € (aandelen 5(elektriciteit) elektr.) 1 (gas) 35,30€(aan delen gas)

2

27.754

41,62

100,00 €

1 Sk-aandeel: 2.500 € 1 F1-aandeel: 25 € uitgiftepremie: 954,52 €

3.362.250,00 €

30.987,50 €

109,68 €

83,24 €

2.775.400,00 €

1.585,77 €

10.092.816,23 €

139




6. Fiscaliteit

6.1 Aanslagvoet van de aanvullende belasting op de personenbelasting Artikel 464, 1° van het Wetboek van de Inkomstenbelasting bepaalt dat de provincies niet gemachtigd zijn tot het heffen van opcentiemen op de personenbelasting. De provincie West-Vlaanderen mag bijgevolg geen aanvullende belasting op de personenbelasting heffen.

6.2 Aanslagvoet van de opcentiemen op de onroerende voorheffing Aanslagjaar Aantal opcentiemen

2014 355

2015 355

2016 355

2017 355

2018 355

2019 355

6.3 Plaats van publicatie van de eigen belastingsreglementen De belastingreglementen worden na goedkeuring door de provincieraad jaarlijks gepubliceerd in het Bestuursmemoriaal en worden ook op de eigen website van de provincie geplaatst ( www.west-vlaanderen.be/belastingen ).

6.4 Overzicht van de belastingen met wijzigende aanslagvoet De volgende belastingen worden in principe jaarlijks aangepast ingevolge indexering: 1. Algemene provinciebelasting 2. Provinciebelasting op bedrijven 3. Provinciebelasting op tweede verblijven

140




6.5 Overzicht van de jaarlijkse opbrengst van de geheven belastingen 2014

2015

2016

2017

2018

2019

Algemene provinciebelasting

15.200.000

15.200.000

15.200.000

15.200.000

15.200.000

15.200.000

Provinciebelasting op bedrijven

16.860.000

16.860.000

16.860.000

16.860.000

16.860.000

16.860.000

Provinciebelasting op tweede verblijven

9.240.000

9.240.000

9.240.000

9.240.000

9.240.000

9.240.000

Opcentiemen op de onroerende voorheffing

96.000.000

96.960.000

97.929.600

98.908.896

99.897.985

100.896.965

32.000

32.000

32.000

32.000

32.000

32.000

Belasting op jachtverloven en jachtvergunningen

141




7. Financiële schulden

Schema TM2. De financiële schulden Inhoud!A1 Financiële schulden ten laste van het bestuur A. Financiële schulden op 1 januari B. Nieuwe leningen C. Periodieke aflossingen D. Niet-periodieke aflossingen E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D) F. Intresten G. Periodieke leningslasten (C+F)

Financiële schulden ten laste van derden

2014

2015

2016

2017

2018

2019

115.075.584 116.698.370 119.941.076 122.614.368 125.297.120 127.585.391 19.000.000 19.000.000 19.000.000 19.000.000 19.000.000 19.000.000 17.377.215 15.757.293 16.326.708 16.317.249 16.711.729 16.718.825 116.698.370 119.941.076 122.614.368 125.297.120 127.585.391 129.866.566 4.126.291 21.503.506

2014

4.298.858 20.056.151

2015

4.648.308 20.975.017

2016

4.990.331 21.307.580

2017

5.313.438 22.025.167

2018

5.632.831 22.351.656

2019

A. Financiële schulden op 1 januari B. Nieuwe leningen C. Periodieke aflossingen D. Niet-periodieke aflossingen E. Financiële schulden op 31 december (A+B-C-D) F. Intresten G. Periodieke leningslasten (C+F)

142




Toelichting bij het meerjarenplan MJP4

Recommend Documents