TOELICHTING BIJ HET MEERJARENPLAN 2014 – 2019 VAN HET OCMW DEINZE “Globaal denken, gefaseerd handelen” INLEIDING De stad en het OCMW Deinze zijn in 2013 ingestapt in de nieuwe beleids- en beheerscyclus (BBC) voor de Vlaamse provinciale en lokale besturen. In uitvoering van deze nieuwe reglementering moet een meerjarenplan worden opgemaakt voor de periode 2014 – 2019. In de eerste plaats heeft het meerjarenplan een beleidsfunctie. Niet onbelangrijk is dat voortaan de gemeenten, de OCMW’s, de provincies en de autonome gemeentebedrijven gelijkaardige beleidsrapporten opmaken en dat ze hun boekhouding volgens dezelfde regels voeren. De raad verwoordt zijn strategisch beleid voor een periode van 6 jaar. Het meerjarenplan wordt opgebouwd vanuit de missie, visie en strategie van het bestuur. De beleidsdoelstellingen en actieplannen die daaruit voortvloeien worden vervolgens financieel vertaald. Daarom worden de BBC-rapporten gecatalogeerd onder de beleidsrapporten. Centraal staan de vragen: wat wil het bestuur bereiken, wat gaat het bestuur daarvoor doen en als laatste vraag, welke inkomsten en uitgaven zal dat met zich meebrengen? Dat strategisch proces veronderstelt de betrokkenheid van de volledige organisatie. Vandaar het evenwaardig belang van zowel de interne bevraging, uitgevoerd door de kwaliteitscoördinator, als de externe omgevingsanalyse, uitgevoerd door een projectmedewerkster. In de strategische meerjarenplanning staat de output, het te bereiken resultaat of effect, centraal. Dat klinkt veelbelovend, maar de realiteit is dat de lokale besturen een dergelijke strategische denkoefening moeten doen in een aartsmoeilijke externe context met zware financiële uitdagingen, de pensioenfactuur, groeiende sociale behoeften, de vergrijzing van de bevolking en een complexe internationale context. De invoering van de nieuwe BBC-regels kunnen voor het OCMW niet slechter vallen omdat we momenteel de miljoenenbouw van het nieuwe woonzorgcentrum moeten voorfinancieren. Opnieuw blijkt dat er tussen de theorie en de praktijk vaak een hemelsbrede kloof gaapt. De financiële ruimte die het OCMW van de stad toegewezen krijgt, bepaalt ultiem of de beleidsintenties effectief kunnen uitgevoerd worden. Of zoals in het februarinummer 2013 van Lokaal (VVSG) stond te lezen: “Beleidsvorming is teveel aan eten en drinken, terwijl je moet vermageren”. “Beleidsvorming is visie willen ontwikkelen op lange termijn terwijl het probleem van de dag niet kan wachten”. “Beleidsvorming is grenzen moeten trekken en dus ook “neen” durven zeggen”. “De wenselijke, de noodzakelijke en de haalbare toekomst met elkaar verzoenen, verplicht onze organisatie om keuzes te maken. Er zal steeds een spanningsveld zijn tussen wat de organisatie wil, wat de organisatie kan en wat de organisatie moet”. “ Het OCMW , een evoluerend centrum in een evoluerende maatschappij. Evolueren we van de verzorgingsstaat naar de verzorgingsstad?” “Verder denken dan één legislatuur”. “Globaal denken gefaseerd handelen”. OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 1
Start van een beleidscyclus Het meerjarenplan is het startpunt van de BBC-beleidscyclus. Het is een traject van denken, doen, opvolgen en bijsturen. Uit het meerjarenplan wordt het jaarbudget afgeleid en nadien de jaarrekening die gekoppeld is aan een evaluatie van het gerealiseerde beleid en die eventueel kan uitmonden in de aanpassing van het meerjarenplan. Cijfermatig gezien worden de jaarrekening 2012, het jaarbudget 2013 na budgetwijziging (november 2013), opgenomen bij de start van het meerjarenplan 2014-2019. Zoals u merkt overlapt het laatste jaar van het meerjarenplan de looptijd van deze gemeentelijke bestuursperiode. Dat moet de nieuwe besturen vanaf 2019 toelaten om zelf een nieuw meerjarenplan op te maken. Beleidsdomeinen, beleidsvelden en beleidsitems Er moet gerapporteerd worden met gestandaardiseerde beleidsvelden die bij besluit van de Vlaamse regering zijn vastgelegd. Deze beleidsvelden komen in de plaats van de bestaande functionele codes. Besturen moeten deze beleidsvelden in elk geval gebruiken. Het bestuur kan beslissen om de beleidsvelden verder te verdelen in volledig zelf gekozen beleidsitems. Gelet op de omvang van onze organisatie was een verdere uitsplitsing in beleidsitems niet aan de orde. We hebben wel een structuur aangebracht die volledig aansluit bij het organogram van onze organisatie. De indeling in beleidsdomeinen is belangrijk. Ze komt niet alleen tot uiting in de rapportering naar de raad toe maar bepaalt bovendien het niveau waarop de kredietbeperking gebeurt. Hoe ruimer een beleidsdomein, hoe algemener de informatie voor de raad en hoe minder vaak er een budgetwijziging nodig zal zijn. Er is één uitzondering voor wat de vrije keuze betreft: het beleidsdomein algemene financiering (o.a. Gemeentefonds en leningen) moet altijd worden gebruikt. De raad heeft bij besluit van 6 maart 2012 haar 4 beleidsdomeinen vastgelegd. Reeds bij de opmaak van het budget 2013 werd het skelet van de OCMWbeleidsdocumenten geboetseerd. Ook de doelstellingen van het budget 2013 waren de voorbode van wat het OCMW Deinze in de komende 6 jaar prioritair wil aanpakken. Deze basisstructuur met 4 beleidsdomeinen wordt behouden bij de opmaak van het meerjarenplan 2014-2019. Het gaat met name om: Beleidsdomein 1: algemene financiering Beleidsdomein 2: algemeen bestuur en interne werking Beleidsdomein 3: sociaal huis Beleidsdomein 4: woonzorg Beleidsdoelstellingen en actieplannen De Vlaamse regelgeving laat toe dat elk bestuur een meerjarenplan op zijn maat ontwerpt. Maar de Vlaamse overheid raadt de besturen sterk aan om de beleidsrapporten niet te overladen met details en zich te focussen op essenties. De beleidsrapporten stellen de prioritaire doelstellingen van het bestuur centraal. Het gaat om beleidsdoelstellingen die het bestuur zo belangrijk acht dat ze een uitgebreide inhoudelijke en financiële rapportering rechtvaardigen en die omwille van het belang ook expliciet ter goedkeuring moeten worden voorgelegd aan de raad. Om de transparantie en de leesbaarheid te vergroten worden de beleidsrapporten niet overladen met technische informatie. Het is OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 2
een keuze voor beleidsinformatie op hoofdlijnen, ontdaan van ballast. Daarom beperken we ons tot 6 prioritaire doelstellingen. Welke en hoeveel beleidsdoelstellingen prioritair zijn, dat bepaalt het bestuur zelf. Wat geen prioritaire doelstellingen zijn, behoort bij het ‘overige beleid’ waarover in meer algemene termen wordt gerapporteerd. Het bestuur is niet verplicht om het volledige beleid in beleidsdoelstellingen te vertalen. Maar een belangrijke randbemerking moet worden geplaatst. Indien we ons bij de rapportering alleen zouden beperken tot enkel de nieuwe beleidsitems, dan wordt dat een verslag over bouwwerken en verdwijnen de kernopdrachten van het bestuur in het luik “overig beleid”. Noch de beleidsmensen, noch de burgers, noch de medewerkers hebben dan een goed overzicht op de maatschappelijke domeinen waar het OCMW actief op inzet. Het OCMW Deinze streeft naar transparantie en kiest daarom voor relatief veel actieplannen die globaal gezien de ganse organisatie omvatten. Een beleidsdoelstelling is het interne of het externe resultaat (of effect) dat de raad wil bereiken. De lokale besturen moeten permanent een overzicht van alle beleidsdoelstellingen ter beschikking stellen aan de raadsleden en aan de personeelsleden. Dat overzicht bevat minstens de omschrijving van de beleidsdoelstellingen en de actieplannen. Op deze manier beschikken de besturen constant over een overzicht van alle beleidsdoelstellingen, zowel de prioritaire als de overige. Bij een beleidsdoelstelling horen een of meerdere actieplannen met telkens ook de eraan verbonden uitgaven en ontvangsten. De niet-prioritaire doelstellingen komen in de beleidsrapporten terecht onder het overige beleid dat vooral de continue elementen zal omvatten. Elke beleidsdoelstelling bestaat uit een of meerdere actieplannen die ondernomen zullen worden voor de realisatie van de beleidsdoelstelling. Een actieplan is een verzameling van acties die binnen een bepaald tijdschema worden uitgevoerd. Aangezien we kiezen om de kerntaken van het OCMW in een beleidsdoelstelling te gieten, lopen alle actieplannen principieel over de ganse planningsperiode. Bij de opmaak van de opeenvolgende jaarbudgetten zullen sommige actieplannen nadrukkelijker naar voor komen of verschoven worden naar een volgend jaar. Vele acties lopen door over de zes jaren van de planperiode. Voor het meerjarenplan 2014-2019 koos het OCMW 6 prioritaire beleidsdoelstellingen die een concrete invulling krijgen met 50 verschillende actieplannen. De actieplannen zijn organisatie-omvattend en ambitieus. Voor details verwijzen we naar de doelstellingennota. Koppeling van doelstellingen aan financiën De financiële vertaling van het geplande beleid gebeurt via uitgaven en ontvangsten, zeg maar de financiële verrichtingen die stromen met zich meebrengen. In de beleidsrapporten gebeurt de koppeling van de inhoud aan de financiën op een hoog niveau, dus niet sterk gedetailleerd. Binnen elk beleidsdomein is er een onderscheid tussen de prioritaire beleidsdoelstelling en het overige beleid, en binnen elke categorie is er een verdeling van exploitatie, investeringen en andere. De raad beslist dus hoeveel uitgaven voor de realisatie van een prioritaire beleidsdoelstelling zullen worden ingezet, hoe die verdeeld worden over exploitatieuitgaven en investeringen, maar niet of het om personeelsuitgaven of werkingskosten gaat. Financieel evenwicht Het meerjarenplan moet financieel in evenwicht zijn. Dat evenwicht wordt pas bereikt als aan de volgende voorwaarden cumulatief is voldaan: - Het resultaat op kasbasis voor elk boekjaar is groter of gelijk aan nul. - De autofinancieringsmarge van elk boekjaar is groter dan of gelijk aan nul.
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 3
Het toestandsevenwicht betekent dat voor elk jaar van de planningsperiode het resultaat op kasbasis positief moet zijn, rekening houdend met een eventueel saldo van de vorige jaren. Het resultaat op kasbasis is het budgettaire resultaat verminderd met de bestemde gelden, de middelen die men bewust niet uitgeeft maar voorbestemt voor bepaalde uitgaven. Het budgettaire resultaat is dan weer de som van alle ontvangsten verminderd met alle uitgaven en verhoogd met het gecumuleerde budgettaire resultaat van het voorbije jaar. Het structurele evenwicht blijkt uit de autofinancieringsmarge. Deze moet voor het OCMW en voor elk jaar van de planningsperiode gelijk of hoger zijn dan nul. Voor de berekening van de autofinancieringsmarge neemt men het verschil tussen de exploitatieontvangsten en de exploitatie-uitgaven, maar zonder de intresten, en trekt men er de leninglasten (aflossingen en intresten) van af. Is het resultaat positief, dan levert de exploitatie middelen op waarmee het bestuur zonder bijkomende leningen een deel van de (investerings-)uitgaven kan financieren of bijkomende leningslasten kan dragen. In de praktijk blijkt de autofinancieringsmarge een zeer knellend keurslijf te zijn voor alle lokale en provinciale besturen. Het is een effectief middel om de Europese richtlijnen (beperking schuldenlast van de publieke sector) toe te passen en om de beleidsmensen aan te zetten tot een beleid dat de lasten van hun beslissingen niet doorschuift naar de toekomst. De autofinancieringsregels zijn wel een Vlaamse keuze en geen Europese verplichting. Zo heeft het Waalse Gewest geen autofinanciering opgelegd aan haar gemeenten. De aandachtige lezer zal opmerken dat de autofinancieringsmarge 2014 negatief is voor 2014 (-€ 157.486). Bij de bespreking van de budgetwijziging 2013 werd dat aangekondigd en gemotiveerd. Wij citeren uit het advies van het MAT van oktober 2013: “Opvallend is dat wij het budgettair jaar 2013 afsluiten met een positieve autofinancieringsmarge (€ 157.486). Hoe komt dat? Op 11 oktober 2013 heeft de Vlaamse regering een nieuwe interpretatie gegeven aan de aard van de autofinancieringsmarge en de invloed op het structureel evenwicht. Wat houdt deze wijziging in? Een negatieve autofinancieringsmarge leidt niet altijd tot een schorsing door de provinciegouverneur. In welbepaalde, specifieke omstandigheden kan dat meerjarenplan toch beschouwd worden als financieel in evenwicht zijnde. Dit kan als het bestuur aantoont dat in het verleden “specifieke financiële reserves zijn opgebouwd voor welbepaalde, in tijd beperkte, exploitatie-uitgaven” (dus geen structurele uitgaven). Het bestuur moet kunnen aantonen dat de autofinancieringsmarge wel positief was geweest in het laatste jaar van de planningsperiode. Welnu, we kunnen van deze nieuw techniek dankbaar gebruik maken in 2013. In oktober 2013 ontvingen wij een aanslagbiljet voor de betaling van een planbatenheffing ten bedrage van minimum € 280.188,10. Deze heffing moet betaald worden vóór 9 oktober 2014 om te kunnen genieten van een korting van 15 %. Na deze datum vervalt de korting. Gezien dit figuurlijk een aanslag op ons toekomstig budget 2014 is, wordt voorgesteld om het geld dat dit jaar vrijkomt door enkele meevallers en bezuinigingen, te bestemmen naar het volgende jaar. Op die manier vermijden wij een vertekende verhoging van de gemeentelijke bijdrage in 2014. Het bedrag van € 157.486 kan betaald worden met middelen van het budget 2013. Het restant van de factuur planbatenheffing zal moeten voorzien worden op het budget 2014”. De gemeentelijke toelage Een essentieel element in de relatie tussen de gemeente en het OCMW is uiteraard de gemeentelijke bijdrage in de werking van het OCMW. Vroeger hanteerde men een moeilijk te doorgronden technisch schema. “Nu wordt de gemeentelijke bijdrage aan het OCMW in werkbare consensus binnen de meerderheid bepaald. De gemeentelijke verplichting om bij te dragen in de werking van het OCMW blijft echter wel bestaan. Dat betekent dat de gemeentelijke bijdrage niet volledig vrij kan worden bepaald”, aldus de omzendbrief BB2013/4 van ABA. Het OCMW moet voor de behandeling van het meerjarenplan in de raad, een gunstig advies gekregen hebben van het college van burgemeester en schepenen van de stad Deinze. Dat gebeurde op 22 oktober 2013. Na vaststelling van het meerjarenplan door de OCMW-raad moet deze meerjarenplanning ter goedkeuring van de gemeenteraad worden voorgelegd. De voorzitter van de OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 4
raad voor maatschappelijk welzijn licht het meerjarenplan toe. Nadien zal het meerjarenplan digitaal (website) beschikbaar gesteld worden van het ruime publiek. Grondige en tijdige voorbereiding De opmaak van het strategisch meerjarenplan vergde veel energie en tijd. We hebben dat punt bewust als een prioritaire doelstelling voor het budget 2013 naar voor geschoven en zwaar geïnvesteerd in mankracht door een tijdelijke beleidsmedewerker aan te stellen voor de omgevingsanalyse en het participatieproces. De lijn tussen de financiële dienst van de stad en het OCMW lag reeds open voor het zomerreces. De keuze van beleidsdomeinen gebeurde reeds in 2013 en is weerspiegeld in een geactualiseerd organogram van onze organisatie. Uiterlijk op 15 januari 2014 moet het meerjarenplan digitaal gerapporteerd worden aan de Vlaamse administratie. De verplichte onderdelen van het meerjarenplan Het meerjarenplan bestaat uit een strategische nota, een financiële nota en een toelichting die onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. A. De strategische nota De strategische nota geeft een beschrijving van de beleidsdoelstellingen en de beleidsopties van het bestuur voor de periode van het meerjarenplan, in casu de periode 2014-2019. Daarbij worden enkel de prioritaire beleidsdoelstellingen expliciet getoond. De andere beleidsdoelstellingen maken deel uit van het “overige beleid”. Ze worden niet vermeld in de strategische nota, maar de financiële vertaling ervan wordt uiteraard wel meegenomen in het meerjarenplan. B. De financiële nota De financiële nota van het meerjarenplan bestaat uit het financiële doelstellingenplan, opgemaakt volgens het modelschema M1 van de Vlaamse overheid en M2 voor de staat van het financieel evenwicht. Uit de staat van het financiële evenwicht moet blijken of het meerjarenplan voldoet aan de normen voor het toestandsevenwicht en voor het structureel evenwicht. Het financiële doelstellingenplan toont per beleidsdomein en per financieel boekjaar het totaal van de ontvangsten en uitgaven, voor alle prioritaire beleidsdoelstellingen en voor het overige beleid. Doordat ook het verplichte beleidsdomein ‘algemene financiering’ opgenomen wordt, krijgen de raadsleden een overzicht van hoeveel er voor de realisatie van de prioritaire beleidsdoelstellingen voor elk beleidsdomein wordt bijgedragen vanuit de algemene financieringsmiddelen. C. De toelichting bij het meerjarenplan De toelichting bij het meerjarenplan verduidelijkt de inhoud van het meerjarenplan. De formele beslissing van de raad betreft het eigenlijke meerjarenplan. Sommige onderdelen zijn verplicht, andere zijn facultatief naargelang de wensen en noodwendigheden van de besturen. De verplichte onderdelen van de toelichting bij het meerjarenplan zijn: OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 5
-
De omgevingsanalyse. De inhoud van de omgevingsanalyse wordt niet opgelegd. Bedoeling is dat de besturen hun sterktes en zwaktes nagaan, opportuniteiten en bedreigingen (SWOT-analyse). Dat moet zorgen voor beleidsinformatie op basis waarvan de bestuurders beleidsprioriteiten kunnen vastleggen. - De financiële risico’s, bestaande uit een omschrijving van de financiële risico’s die het bestuur loopt en van de middelen en mogelijkheden waarover men beschikt of kan beschikken om die risico’s te dekken. - Een overzicht van alle beleidsdoelstellingen. - De interne organisatie met het organogram, het overzicht van het personeelsbestand volgens schema TM1 en de opsomming van de budgethouders. - Per beleidsdomein het overzicht van de beleidsvelden die er deel van uitmaken. - Het overzicht van de entiteiten die opgenomen zijn onder de financiële vaste activa, dat wil zeggen de entiteiten waarmee het bestuur een duurzame band onderhoudt door middel van belangen en vorderingen. - Een overzicht van de financiële schulden, volgens schema TM2. Er wordt aanbevolen (maar niet verplicht) om bij de toelichting aan te geven wat de visie en de missie van het bestuur is. De strategische doelstellingen worden immers vastgelegd aan de hand van de visie en de missie van het bestuur. Het OCMW Deinze heeft de opmaak van haar meerjarenplan aangegrepen om haar visie en missie te omschrijven. Met dank trouwens aan het zeer inspirerend voorbeeld van het OCMW Genk.
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 6
MISSIE EN VISIE Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) Deinze garandeert aan elke persoon het recht op maatschappelijke dienstverlening die hem/haar in staat stelt een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Prioritaire aandacht gaat naar de meest kwetsbaren en kansarmen. Bij de invulling van deze kernopdracht richt het OCMW zich tot twee prioritaire doelgroepen: de individuele hulpvragers en de ouderen. Samen met de hulpvragers die niet of onvoldoende uit eigen kracht kunnen aansluiten bij of deelnemen aan het maatschappelijke leven, wil het OCMW een maximale emancipatie en integratie in het maatschappelijke leven bereiken. Wat de oudere inwoners van Deinze betreft, heeft het OCMW als doel hen zolang mogelijk, met de nodige ondersteuning, in hun vertrouwde thuismilieu te laten blijven. Het OCMW vervult zijn opdrachten volgens de meest geëigende methoden, waarbij een geëngageerde, deskundige, neutrale en klantvriendelijke houding van gemotiveerde en tevreden medewerkers maatstaf is. Het OCMW wil als lokaal bestuur een duidelijke inbreng hebben bij het uitstippelen van het lokale welzijnsbeleid, meer bepaald bij de vormgeving van de (kans)armoedebestrijding en het ouderenbeleid in Deinze. Maatschappelijke dienstverlening Om de complexe hulpvragen van onze klanten efficiënt te kunnen beantwoorden, werken wij aan een flexibele organisatiestructuur die diverse vormen van hulp- en dienstverlening aanbiedt. Wij streven naar een evenwichtige verdeling van de lasten tussen onze klanten en de lokale gemeenschap, en wij trachten het sociale beleid dat wij voeren steeds betaalbaar te houden. Wij zetten de medewerkers, de financiële middelen, en de infrastructuur op een klantvriendelijke, resultaatgerichte en efficiënte wijze in. De responsabilisering van de medewerkers en de diensten is hierbij een belangrijke basisvoorwaarde. Wij trachten de werkomgeving te verbeteren en hebben hierbij bijzondere aandacht voor de veiligheid en gezondheid van het personeel. Wij willen onze diensten op een geïntegreerde, beheersbare en veilige manier automatiseren. Dit met het oog op een kwaliteitsvolle dienstverlening die aandacht heeft voor de zelfstandigheid van de gebruikers en voor de stabiliteit van het hele netwerk. Wij bouwen de logistieke ondersteuning van interne en externe klanten uit en streven naar een optimaal beheer van onze infrastructuur. Door het verbeteren van dienstondersteunende informatie dragen wij bij tot het ter beschikking stellen van relevante informatie en tot de ontwikkeling van kennis en deskundigheid gericht naar de klant, de medewerkers en de organisatie. Menselijke waardigheid Wij bieden bestaanszekerheid aan alle inwoners, in het bijzonder aan de kansarmen, via een gerichte dienstverlening met betrekking tot sociale/administratieve wetgeving en financiële/materiële voorzieningen, en via een geoptimaliseerde en geïndividualiseerde hulpverlening. Ten aanzien van OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 7
meervoudig achtergestelden en bijzondere doelgroepen zijn wij er op gericht specifieke problemen op te heffen. Dit alles wordt gekaderd in een globale aanpak, waarbij we de betrokkenen zoveel mogelijk willen activeren en hun zelfredzaamheid willen bevorderen. Ons seniorenbeleid is in de eerste plaats gericht op het bevorderen van de zelfstandigheid van de senior in zijn of haar thuisomgeving, met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen. Senioren die onvoldoende zelfstandig kunnen functioneren in hun thuismilieu of in een aangepaste woonvorm, bieden wij een aangepast woon-, leef- en zorgcentrum aan. Wij schenken hierbij bijzondere aandacht aan zorgbehoeftige en dementerende senioren. Wij blijven positieve aandacht schenken en werken aan de relatie tussen de senior en de familie. Wij leggen de nadruk op een kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening aan onze klanten. Vanuit een vertrouwensrelatie gaan wij op een respectvolle manier met onze klant om. Wij verstrekken relevante en doelgerichte informatie over de keuzemogelijkheden binnen onze hulp- en dienstverlening. Wij maken de grenzen hiervan duidelijk en respecteren de keuzevrijheid van de klant. Wij overleggen met de klant over de individuele hulp- en dienstverlening, en geven hem of haar inspraak in de verdere uitbouw van het hulp- en dienstverleningsaanbod. Hierdoor wordt de klant in staat gesteld zijn/haar leven zelf richting te geven. Wij hebben bijzondere aandacht voor de signaalfunctie van de klant. Wij geven onze klanten kansen om sociale relaties voort te zetten, nieuwe relaties op te bouwen en te blijven participeren in de samenleving. Wij willen de betaalbaarheid en toegankelijkheid van onze hulp- en dienstverlening bewaken. Wij hebben aandacht voor een functionele en comfortabele woonomgeving, die onze klanten geborgenheid en veiligheid biedt. Professionaliteit Binnen de wettelijke mogelijkheden wordt een doeltreffend selectie- en aanwervingsbeleid gevoerd. Groeimogelijkheden van medewerkers worden benut, en er is aandacht voor hun evoluerende noden en behoeften in relatie tot het belang van de klanten en van de organisatie. Wij gaan op een respectvolle manier met elkaar om. Van onze personeelsleden verwachten wij dat zij deskundig, efficiënt en resultaatgericht handelen en samenwerken. Hierbij staan het methodisch werken, het werken in teamverband, en een taak- en klantgerichte (intern en extern) attitude centraal. Wij ondersteunen onze medewerkers hierin door middel van coaching en vorming. Wij verwachten van onze medewerkers dat zij zich verantwoordelijk voelen voor de klant en voor de organisatie. De inbreng van de medewerkers in de verdere uitbouw van onze hulp- en dienstverlening wordt gewaardeerd. Een open communicatiecultuur gebaseerd op wederzijds vertrouwen en de responsabilisering van de medewerkers vormt hierbij het fundament. Gemeenschappelijke professionele waarden Al onze diensten en personeelsleden werken vanuit een gemeenschappelijk professioneel waardenkader gebaseerd op neutraliteit, diversiteit, objectiviteit, samenwerking, laagdrempeligheid, toegankelijkheid, kwaliteit, preventie, actief burgerschap, een activerend hulpverleningsmodel, duurzaamheid en openbaarheid van bestuur.
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 8
DE OMGEVINGSANALYSE Het organiseren van een interne en externe omgevingsanalyse, een behoeftestudie en een participatietraject met de bevolking was een actieplan dat opgenomen werd in het budget 2013. In dat kader initieerden de stad Deinze en het OCMW Deinze een uniek participatietraject en kwamen beide besturen tot een inventarisatie van maatschappelijke noden, ontwikkelingen en aandachtspunten die de basis legde voor het selecteren en formuleren van prioritaire doelstellingen, actieplannen en acties van het meerjarenplan 2014-2019. De externe omgevingsanalyse werd aangestuurd door een beleidsmedewerker van de stad, maar in permanent overleg met het OCMW. De beschrijving van de aanpak en de resultaten van de kwantitatieve bevraging (enquête verstuurd naar 4.937 inwoners, met een respons van 24%) vindt zijn neerslag in de “Inspiratienota meerjarenplanning 2014-2019 – omgevingsanalyse Deinze”, waarvan een integrale versie als bijlage wordt gehecht aan deze toelichting. Daarin wordt niet alleen de methodiek verantwoord, maar is er ook een link gemaakt naar externe bronnen (lokale statistieken Vlaanderen, gemeentelijke profielschetsen, socio-economische situatieschetsen...). Er werd een SWOT-analyse gemaakt en men paste de DESTEP-methode toe. Voor het OCMW zijn vooral de vaststellingen van de rubriek 10.5.2 (Welzijn – Sociaal Huis/OCMW ) van belang. Op basis van de antwoorden en de focusgroepen konden potentiële acties worden geformuleerd die quasi integraal worden opgenomen in de actieplannen van het OCMW voor de komende zes jaar. Parallel met de bevraging van de bevolking heeft de kwaliteitscoördinator van het OCMW een interne omgevingsanalyse gedaan waarbij diensthoofden en sleutelmedewerkers van al onze diensten systematisch werden bevraagd. Om de interne werking van onze organisatie te verbeteren zullen verschillende acties ondernomen worden, maar wel gespreid over meerdere jaren van de planperiode.
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 9
AFTOETSING VLAAMSE BELEIDSDOELSTELLINGEN DECREET LOKAAL SOCIAAL BELEID De omzendbrief- Van Deurzen heeft de Vlaamse beleidsdoelstellingen bij het decreet lokaal sociaal beleid voor de periode 2014 – 2019 vastgesteld. De lokale besturen worden uitgenodigd aan te tonen dat zij in hun beleidsplannen de link trachten te leggen met het Vlaamse sociaal prioriteitenplan. Vlaamse beleidsdoelstelling: Onderlinge afstemming, efficiëntieverhoging van het aanbod en expertise-uitwisseling tussen OCMW’s organiseren. AP-11 Schaalvoordelen bekomen door samenwerking met andere OCMW’s of derden. Vlaamse beleidsdoelstelling: Een participatief lokaal sociaal beleid voeren dat de bevolking, de lokale actoren aantoonbaar betrekt bij de voorbereiding, de uitvoering en vooruitgang van het lokaal sociaal beleid. AP budget 2013 Aantrekken van een tijdelijke medewerker voor de omgevingsanalyse en het participatietraject voor het meerjarenplan. Het resultaat is de “Inspiratienota meerjarenplanning 2014-2019 – omgevingsanalyse Deinze”. AP-5
Voorziet onder meer in tevredenheidsmetingen onder de gebruikers van onze dienstverlening.
Vlaamse beleidsdoelstelling: Gewoon als het kan, gespecialiseerd als het moet. De zorg vermaatschappelijken waarbij prioritair de krachten van de cliënt en zijn directe omgeving worden gebruikt. PBD- 4 Het Sociaal Huis verder uitbouwen als een sociaal loket waar elke burger met een (hulp)vraag terecht kan voor een advies, een professionele, cliëntgerichte dienstverlening of een gerichte doorverwijzing en waar men streeft naar het verhogen van de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van vele doelgroepen. PBD-5 De zelfstandigheid en zelfredzaamheid van ouderen maximaal ondersteunen met eigen dienstverlening en door samenwerking met andere professionele actoren en de mantelzorgers. Vlaamse beleidsdoelstelling: een inclusief en integraal lokaal beleid tot bestrijding van de (kinder)armoede voeren. AP-18
De kinderarmoede helpen terugdringen met een lokaal kindgericht actieplan.
Vlaamse beleidsdoelstelling : een preventief lokaal gezondheidsbeleid uitvoeren. AP- 23 Meewerken aan het waarborgen van het recht op gezondheidszorg en de gezondheidspreventie bij kansarmen aanscherpen.
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 10
Vlaamse beleidsdoelstelling: organiseren en afstemmen van preventieve gezinsondersteuning en toegankelijke kinderopvang. AP-18 Jongeren met opvoedingsproblemen worden actief doorverwezen naar het opvoedingspunt In de Brieltuin. gericht doorverwijzen van OCMW-cliënteel naar het Huis van het Kind/opvoedingspunt en Brielpunt met het oog op ondersteuning op het vlak van opvoeding, gezondheid en psychosociaal welzijn, passende voorschoolse en naschoolse opvang. Vlaamse beleidsdoelstelling: Een divers en aangepast woonzorgaanbod in onze gemeente mogelijk maken via afstemming en samenwerking tussen de extramurale, transmurale en residentiële voorzieningen met als centraal oogpunt het behoud van autonomie en het sociaal netwerk van de zorgbehoevende burgers. AP-34 AP-35 AP-37 AP-38 AP-41 AP-44 AP-48 AP-49
Het aanbod van de eigen poetsdienst aan huis bestendigen De verdeling van warme maaltijden aan huis garanderen De rol en het aanbod van het lokaal dienstencentrum en de relatie met de thuisdiensten versterken Participeren aan het lokaal thuiszorgnetwerk Een nieuw woonzorgcentrum met kortverblijven bouwen Extra assistentiewoningen realiseren De uitbouw van een woonzorgzone rond het nieuwe woonzorgcentrum opstarten Een pilootproject samenhuizen senioren voorbereiden
Vlaamse beleidsdoelstelling: Anticiperen op de vergrijzing in onze gemeente, met bijzondere aandacht voor het vraagstuk van dementie. PBD-6: De vergrijzing lokaal aanpakken door het aanbod van aangepaste woonzorgvoorzieningen uit te breiden en te diversifiëren. Vlaamse beleidsdoelstelling: Preventie en aanpak van problematische schuldenlast. AP-19 De schuldhulpverlening en de juridische bijstand versterken Vlaamse beleidsdoelstelling: Dak- en thuislozenzorg aanbieden of mogelijk maken AP-27 Meewerken aan het verhogen van het aanbod van sociale huurwoningen in onze stad AP-28 Goede en betaalbare woningen uit de private huurmarkt in huur nemen en doorverhuren aan kansarmen AP-30 Zoeken naar doorgangswoningen en noodopvang voor daklozen
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 11
FINANCIËLE RISICO’S EN MIDDELEN OM DEZE RISICO’S TE DEKKEN De BBC-regels schrijven voor dat de financiële risico’s, bestaande uit een omschrijving van de financiële risico’s die het bestuur loopt en van de middelen en mogelijkheden waarover men beschikt of kan beschikken om die risico’s te dekken, moeten aangegeven worden in de toelichting van het meerjarenplan. De financiële risico’s die de lokale besturen in het algemeen en de OCMW’s in het bijzonder lopen, houden verband met de vergrijzing van de bevolking en met de kosten van de maatschappelijke dienstverlening. Dat zijn net de beleidsdomeinen waar het OCMW haar kernactiviteiten in ontplooit. De studiedienst van Belfius heeft deze maatschappelijke ontwikkelingen haarfijn uit de doeken gedaan (studiefiches 5 en 12). We citeren uit deze studies omdat ze ook een klaar licht scheppen op de financiële risico’s voor ons bestuur. a) De kosten van de vergrijzing van de bevolking “De vergrijzing van de bevolking vormt een belangrijke politieke uitdaging. Alle parameters zijn eenduidig (gemiddelde leeftijd, vergrijzingsgraad, afhankelijkheidsratio…). De lokale besturen hebben hier een hoofdrol te spelen. Ze staan dicht bij de bevolking, ze moeten een antwoord bieden op de vergrijzing door een beleid te voeren dat het sociale weefsel versterkt, het huisvestings- en mobiliteitsprobleem aanpakt en een waaier van sociale diensten en verzorgingsinstellingen aanbiedt”. De vergrijzing heeft grote maatschappelijke gevolgen waar we de ogen niet kunnen voor sluiten. “De vergrijzing van de bevolking zal de vraag naar sociale bijstand, gezondheidszorg, voorzieningen van openbaar nut, grondig veranderen. Het lokaal openbaar aanbod is van goede kwaliteit, ingebed in de buurt, pluralistisch en met expliciete aandacht voor de meest kwetsbare klanten. De stijging van het aantal zorgbehoevende personen zal ongetwijfeld wegen op de systemen van collectieve solidariteit. We zullen ons meer moeten richten op langdurige zorg en stervensbegeleiding. De specifieke behoeften van senioren zullen een aanzienlijke aanpassing vragen van de openbare diensten en voorzieningen: vervoer, huisvesting, rusthuizen, thuiszorg, telecommunicatie, enz…” De vergrijzing zal ongetwijfeld budgettaire gevolgen hebben voor de lokale besturen, zowel aan de inkomstenzijde (lagere belastingsontvangsten want het inkomensniveau van de gepensioneerden ligt lager), als aan de uitgavenzijde. “Een studie uitgevoerd door het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) verwacht een forse toename van het aantal cliënten van de zorginstellingen. Zo moet de residentiële ouderenzorg 27.000 tot 45.000 extra plaatsen realiseren, of een jaarlijkse stijging van 1.800 tot 3.000 bedden. Door de vergrijzing en het toenemend aantal zorgbehoevende personen zal de overheid, en vooral het OCMW, verplicht zijn om op de volgende vlakken meer tegemoet te komen ten gunste van de ouderen: - Tegemoet komen aan de behoeften inzake opvang en huisvesting van ouderen. - De lokale besturen moeten investeringen doen om het aantal beschikbare bedden in de woonzorgcentra te verhogen. Naast de noodzakelijke uitbreiding van de infrastructuur, moet er ook worden tegemoetgekomen aan de behoefte inzake renovatie en vernieuwing (wegwerken gemeenschappelijke kamers, gezondheidsnormen….) - Nieuwe opvangvormen ontwikkelen en financieren (dagcentra, assistentieflats, kortverblijf, woonzorgzones, zorgnetwerken….) - Het dienstenaanbod uitbreiden om thuiszorg aan te moedigen: gezinshulp, thuismaaltijden, technische interventies, personenalarm…” - Tegemoetkomen aan een groeiend aantal aanvragen voor financiële hulp om de kosten van de ouderenzorg te dekken. De kosten van verblijf en basiszorg zijn soms moeilijk betaalbaar voor personen met een laag inkomen. - Zorgen voor aangepaste formules voor openbaar vervoer en andere infrastructuur om de toegang voor ouderen en mindervaliden te vergemakkelijken. Zorgen voor mobiliteit bij ouderen in hun wijk, zodat ze kunnen deelnemen aan het sociale leven, wordt een bijzondere opgave voor de overheid. OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 12
-
-
Actief opsporen van vereenzaamde ouderen. Als deelnemen aan het sociaal leven niet meer mogelijk is, worden ouderen een zeer kwetsbare groep. Vereenzaming is een probleem dat de lokale besturen niet alleen kunnen oplossen. De overheid is vaak genoodzaakt om de vroegere vormen van solidariteit tussen de generaties van het gezin te vervangen door meer formele solidariteitsmechanismen die echter wegen op de hele gemeenschap (dagcentra, samenwerking met verenigingen en vrijwilligers). Een grote vraag naar kleine woningen. De sterke toename van kleinere gezinnen, waaronder ook veel eenpersoonsgezinnen, zal resulteren in een grote vraag naar kleinere woningen, met kwalitatieve antwoorden voor veiligheid in verkavelingen en de toegankelijkheid en het comfort van de woningen.
De studiedienst komt tot de volgende algemene conclusie: “De vergrijzing van de bevolking zal gevolgen hebben voor alle lokale beleidslijnen (huisvesting, stedenbouw, vervoer, sociale diensten, individuele bijstand) en zal een globale aanpak vergen van de lokale bestuurders”. Zoals verder zal blijken uit de keuze van de beleidsdoelstellingen en actieplannen heeft het OCMW Deinze deze boodschap bijzonder goed begrepen. b) De kosten van maatschappelijke dienstverlening verstrekt door OCMW’s “Sinds de economische crisis van 2009 neemt de bestaansonzekerheid van de bevolking opnieuw sterk toe. Daarvan getuigen het stijgend aantal aanvragen voor leefloon en dossiers voor budgetbegeleiding en schuldbemiddeling. Als gevolg van de steeds toenemende energieprijzen en woonkosten komen mensen met een laag inkomen vaker in de problemen. De steeds grotere behoeften aan dienstverlening waarmee OCMW’s worden geconfronteerd leiden tot een hogere druk op het personeel van de sociale dienst. Wanneer het aantal mensen dat bij het OCMW komt aankloppen groeit, is vaak bijkomend personeel nodig om kwaliteitsvolle hulpverlening te kunnen bieden, op maat, met individuele begeleiding. De algemene tendensen in de klantenpopulatie van de maatschappelijke dienstverlening zijn: een toename van het aantal leefloongerechtigden (+15,7% in de periode 2007-2011), meer jongeren als leefloners, meer equivalent leefloners (niet-Belgen met een verblijfsvergunning), de verkleuring van de bijstandspopulatie als afgeleide van het migratiebeleid. Recent komt daar nog bij dat de druk op de lokale maatschappelijke dienstverlening toeneemt door de instroom van uitgesloten werklozen. Dat de maatschappelijke dienstverlening voor arme ouderen zeker zal toenemen is een understatement. De factuur voor behoeftige rusthuishuisbewoners is duidelijk aan het stijgen, na jaren van daling. Maatschappelijke dienstverlening is een opdracht van de lokale overheid en gaat wegen op de financiën van de lokale overheid”, aldus de studiedienst van Belfius. Ook het feit dat “de kosten van het leefloon in de regel slechts 50% tot 65% bedragen van elk uitgekeerd leefloon”, betekent dat de OCMW’s en onrechtstreeks dus de gemeenten, zware budgettaire consequenties hebben wanneer de armoede fors stijgt. Het is dus overduidelijk dat deze maatschappelijke evoluties een ernstig financieel risico met zich meebrengen“. Ook hier neemt het OCMW Deinze haar verantwoordelijkheid op met een versterking van het team maatschappelijk werkers, de uitbreiding van de schuldbemiddeling en het integraal behoud van dienstverlening op het domein van basisinkomens, kinderarmoede, wonen en energie, werk en maatschappelijke participatie. Alle artikels sociale en maatschappelijke dienstverlening krijgen een jaarlijkse stijgingspercentage van 3% waarmee we denken de sociale uitdagingen aan te kunnen binnen de komende jaren.
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 13
DE KOSTEN
De werkingskosten We hebben een lijst opgemaakt (zie infra) met de evoluties van de grote rubrieken over de komende 6 jaar, zowel voor de kosten als voor de ontvangsten. Deze cijfers hebben enige duiding nodig. De parameters die de financiële dienst gebruikte zijn realistisch. Wat de kostenrubrieken betreft is het duidelijk dat deze zeker niet kunstmatig zijn opgedreven. We hebben een jaarlijks stijgingspercentage van 2% genomen voor de aankoop van goederen en diensten. Het zal al een ganse opdracht zijn om binnen deze uitgavennorm te blijven. In de komende jaren zal nog meer dan voorheen de noodzaak van sommige uitgaven in vraag moeten worden gesteld. We hebben gewerkt op het niveau van het globale exploitatieniveau (totaal aankoop goederen, leveringen en diensten, bezoldigingen, belastingen, sociale dienst). In zitting van december 2013 zullen de OCMW-raad en de gemeenteraad een principiële beslissing nemen over een intensere samenwerking en meer synergie van de dienstverlening binnen het nieuwe administratief dienstencentrum “De Leiespiegel”. Als deelname in de kosten van het gebruik van het nieuwe AD (infrastructuur, diensten, energiekost...) moet vanaf 2016 een gebruiksvergoeding worden betaald aan de stad Deinze ten bedrage van € 132.470. Met de stad is wel overeengekomen dat deze huurbijdrage budgettair neutraal moet zijn voor het OCMW. Daarom is de gemeentelijke toelage vanaf 2016 met hetzelfde bedrag verhoogd. De stijging van de gemeentelijke toelage in de komende planperiode is mede door deze maatregel te verklaren. De personeelskosten “Onze medewerkers zijn het gezicht van onze organisatie. De reputatie staat of valt dus met de kwaliteit van onze dienstverlening. We dragen het welzijn van onze medewerkers hoog in het vaandel, want enkel tevreden personeel kan ook tevreden cliënten maken” (OCMW Gent). Als zeer arbeidsintensieve welzijnsorganisatie is de evolutie van de personeelsuitgaven voor de OCMW’s nog groter dan deze voor de Vlaamse gemeenten. Uit een studie van Belfius (september 2013) leren we dat de personeelskosten gemiddeld slechts 39,7% van alle gemeentelijke uitgaven bedragen. Voor het OCMW Deinze is dat 63,37% van alle werkingskosten (jaarrekening 2012) en dat loopt op tot 77,12% voor het woonzorgcentrum en tot 76,82% voor de poetsdienst en dienst maaltijdbedeling. Elke wijziging in de arbeidsvoorwaarden voor het personeel van de lokale besturen (sociale akkoorden, loonindexatie, verhoging werkgeversbijdragen...) heeft dan ook een zeer direct en voelbaar effect op de financiën van het OCMW. De evolutie van de personeelsuitgaven voor de Vlaamse gemeenten laat een gemiddelde stijging van de personeelskost met +3,6% zien. We hebben zeer weinig personeel van A-niveau, veel personeel van B-niveau (professionals woonzorgcentrum, maatschappelijk werkers…), weinig administratief personeel (vaak nog D-niveau) en veel ongeschoolden. De loonlast wordt ook opgedreven door de 24uur-permanentie in het woonzorgcentrum, de premies voor onregelmatig werk en een dwingende vervangingsplicht, onder meer opgelegd door de erkenningsnormen (RIZIV en Vlaamse overheid). Het OCMW Deinze is ook bijzonder afhankelijk van loonsubsidies die andere overheden uitkeren voor sociale tewerkstellingen (artikel 60§7, sociale maribel, gesco, animatie, bovennormpersoneel RIZIV...). Het gaat in totaal over een bedrag van € 975.228 (2012) waarmee we 17,74% van onze globale loonlast kunnen dekken. Er zijn geen signalen gegeven dat deze substantiële loonsubsidies zullen verdwijnen. In tegenstelling tot andere werkingskosten is geen vast OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 14
stijgingspercentage gebruikt voor de vermoedelijke evolutie van de loonkosten. Deze werden genuanceerd berekend en per kop van personeel door onze weddecentrale. De evolutie van de index is momenteel een meevaller omdat de eerste indexsprong pas in augustus 2014 wordt verwacht. De loonmarges zijn krap maar realistisch. Er moet de komende jaren dan ook een voorzichtig, verstandig HRM-beleid worden gevoerd. We blijven binnen de goedgekeurde personeelsformatie van 2013 die een gunstig advies kreeg van het CBS en de vakbonden. In afspraak met het stadsbestuur worden bepaalde taken overgenomen: pensioenen (1 VTE maatschappelijk werker+ meer dossiers leefloon e.d.) en mindermobielencentrale (0,5 VTE bediende bij thuisdiensten). De deskundige interne zaken startte in september (0,25VTE in samenwerking met 4 OCMW’s – maar volle kost vanaf 2014), de woonzorgassistent (1 VTE o.a. grote probleem vereenzaming), ¾ VTE schuldbemiddelaar wordt 1 VTE schuldbemiddelaar (zeer grote stijging aantal gebruikers). De problematiek van de pensioenlast voor statutaire personeelsleden uit de lokale besturen is een ernstige bedreiging voor de budgettaire situatie van het lokale bestuur. “De jaarlijkse stijging van het Gemeentefonds is niet voldoende om de stijgende pensioenkosten te dekken” stelt Marc Suykens, algemeen directeur VVSG. Het OCMW Deinze is een zeer arbeidsintensieve welzijnsorganisatie met een woonzorgcentrum dat traditioneel is bemand met veel statutair personeel. We zien in de simulaties van onze weddecentrale dat de bijdragevoet voor de statutairen stelselmatig zullen stijgen. Voor 2014 moet € 366.830 worden voorzien, maar de bijdrageplicht stijgt tot € 506.684 in 2019. Het OCMW Deinze heeft in het verleden gelukkig geanticipeerd op deze aangekondigde evolutie. We hebben het aantal statutaire medewerkers op peil gehouden (organogram 2013) en kunnen zo de dure responsabiliseringsboete vermijden die wordt opgelegd wanneer men teveel statutairen vervangt door contractuele medewerkers. Bovendien hebben we in de voorbije jaren een bescheiden pensioenfonds aangelegd ten bedrag van € 416.509 wat vooral nuttig zal zijn na 2019 omdat we dan met de pensioenbom zullen geconfronteerd worden. De sociale uitgaven “ De economische crisis laat sporen na in de werking van de OCMW’s. Een hoger aantal leefloners, meer dossiers schuldhulpverlening, meer sociale bijstand (p.s. o.a. begrafeniskosten behoeftigen, behoeftige rusthuisbewoners, financiële voorschotten, schorsingen werklozen…). De oplopende sociale kosten van het OCMW hebben een rechtstreeks impact op de lokale financiën. De gemeentelijke toelage (2009-2011) bedroeg reeds gemiddeld 9% van alle gemeentelijke uitgaven”, aldus Anne-Leen Erauw, analyst Belfius. “Het groeiend aantal uitkeringsgerechtigden resulteert in een stijging van de kosten voor sociaal personeel en infrastructuur. Hoe meer behoeftige inwoners steun komen vragen, hoe meer maatschappelijk werkers er moeten aangeworven worden en hoe meer kantoor- en energiekosten men maakt…” Contact Belfius juli 2013. We hebben op geen enkel ogenblik besparingen op de bestaande sociale dienstverlening – de kerntaak van het OCMW – overwogen. De sociale risico’s zijn niet sluitend in te schatten en we willen beleidsmatig niet afgerekend worden met het argument dat het OCMW Deinze bespaart op de sociale ondersteuning van haar kansarme inwoners. We hebben de sociale uitgaven jaarlijks kunnen verhogen met telkens 3%. Indien in de toekomst mocht blijken dat de maatschappelijke evoluties inzake kansarmoede rampzalig evolueren, dan kunnen deze bedragen bijgestuurd worden met de jaarlijkse budgetten. Subsidies aan derden We hebben slechts 3 subsidiestromen die geen verplichte uitgave zijn: de toelagen thuiszorg met € 10.000 voor de thuisverpleging en € 40.000 voor de gezins- en bejaardenhulp enerzijds, en de kindgerichte actie (€ 30.000). Het is beleidskeuze om deze subsidies niet af te schaffen. In het licht van de noodzakelijke samenwerking met de thuiszorg (vergrijzing, uitbouw van een woonzorgzone) is gekozen om de
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 15
toelagen thuiszorg te behouden. Het afschaffen van de kindgerichte actie zou ingaan tegen een prioritaire sociale beleidskeuze: kinderen uit kansarme milieus ondersteunen. Deze subsidies worden wel verhoogd met het algemene stijgingspercentage van 3%. DE OPBRENGSTEN Wat de opbrengstenrubrieken betreft kunnen we niet anders dan deze te verhogen om binnen de budgettaire grenzen van de stadstoelage te blijven. Maar ook hier moet men geen mirakels verwachten. De eigen opbrengsten kunnen de kloof tussen geraamde kosten (personeel, investeringskost) onmogelijk dichten.Het feit dat we alle reserves moeten inzetten voor de komende investeringen wil zeggen dat we geen intresten op beleggingen zullen hebben. Ook de pachtinkomens dalen verder omdat we landbouwpatrimonium hebben verkocht. Bovendien hebben we een directe voelbare negatieve invloed op de inkomsten door de geplande verkoop van de 19 stadswoningen die vroeger onder Domus Donza vielen (Nieuwgoed en PAO-woningen, ongeveer -€ 70.000) en de bouwtechnisch niet te vermijden sloop van het noodopvanghuis De Hoop (-€ 25.000). De huurinkomsten worden wel positief beïnvloed door de projectwoning Nieuwstraat in 2014 en vooral door de verwachte huurinkomsten van 24 sociale huurwoningen PPS Karel Picquélaan (+ € 24.000) vanaf 2018. De beleidsmensen moeten er zich van bewust zijn dat de hiernavolgende resem van tariefaanpassingen niet populair zullen zijn. De grootste nieuwe, extra opbrengst - 20 jaar lang - wordt gegenereerd door de jaarlijkse VIPA-gebruikstoelage ten bedrage € 432.486,21. Zie detailbespreking infra. VIPA en de evolutie van de ligdagprijzen in de regio verplichten ons ook een substantiële verhoging van de ligdagprijzen voor de bewoners van het woonzorgcentrum. Ook dat wordt besproken onder de rubriek woonzorgcentrum. De thuiszorgdiensten (poetsdienst, maaltijdbedeling) komen uit de bevraging van de bevolking (omgevingsanalyse) naar voor als essentiële diensten voor het exponentieel aangroeiend aantal senioren. Op deze manier kunnen we hun levenswens (“zo lang als mogelijk thuis te blijven wonen”) helpen realiseren en vermijden we een maatschappelijk erg dure vroegtijdige opname in een woonzorgcentrum. Vanuit de stedelijke aanbeveling om de totale gemeentelijke toelage te drukken en gelet op de evolutie van de loonkost (poetsdienst) en de grondstoffen (maaltijden) zien we ons genoodzaakt om een gespreide prijsverhoging voor te stellen. Ook dat is geen beleidsmaatregel die op applaus zal worden onthaald. Bovendien moeten we beducht zijn voor een nukkige reactie van de gebruikers, een fenomeen dat we ook in het verleden vaststelden. Na elke prijsverhoging was er een tijdelijke daling van de vraag naar poetshulp en maaltijden, wat de inkomsten negatief beïnvloedde. In de berekeningen die nu voorliggen hebben we de volgende uitgangspunten genomen: -
Poetshulp. Uit het jongste jaarverslag blijkt dat het gaat om 27.225 uren poetshulp. Gemiddeld betaalt de gebruiker nu 8,38 euro per uur. Vanaf 2014 verhogen we de prijs voor de poetsdienst met 0,5 euro zodat we vermoedelijk op gemiddeld 8,88 euro per uur poetshulp. We moeten alle groepen met 0,5 euro verhogen en niet enkel de hoogste inkomens die anders dreigen af te haken, wat uiteindelijk zou resulteren in een minderopbrengst i.p.v. een meeropbrengst. In 2017 plannen we een tweede tariefaanpassing met opnieuw een algemene verhoging van 0,5 euro per uur. Merk op dat we nog steeds onder het niveau van de dienstencheques blijven (maar die hebben wel een fiscaal voordeel). Het moet gesignaleerd worden dat dit een optimistische prognose is.
-
Maaltijden. Uit het jongste jaarverslag blijkt dat het om 48.864 uren gaat, een record dat dit jaar niet zal gehaald worden. Bij de vorige tariefnota van het OCMW werd de prijs van de maaltijden niet verhoogd. Momenteel betaalt de gebruiker gemiddeld 6,10 euro per maaltijd. Vergeet niet dat de gemiddelde leeftijd rond de 75 jaar ligt. In deze financiële nota hebben we rekening gehouden met een verhoging van de gemiddelde prijs naar 7,10 euro (+ 1 euro) in 2014 en nogmaals +1 euro (dus 8,10 euro) in 2017. OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 16
Wat de prijzen van dranken in al onze publieksgerichte diensten betreft (cafetaria lokaal dienstencentrum, bar woonzorgcentrum, buurtcentrum De Rekkelinge): ook hier is een tariefaanpassing voorgesteld om het nettoverlies te drukken. Het resultaat zal ook positief beïnvloed worden door een gemeenschappelijke overheidsopdracht voor de levering van dranken aan instellingen en diensten van de stad en het OCMW. Het is moeilijk te verdedigen dat we zorggerelateerde tarieven verhogen (ligdagprijzen, maaltijden, poetshulp senioren) en dat we dat niet zouden doen voor amusementsuitgaven in de vrijetijdssfeer. Zelfs na de voorgestelde prijsaanpassingen zullen de tarieven van verhuur van onze lokalen en de prijzen voor onze consumpties onder deze van andere stadsdiensten blijven en zeker onder die van de horeca. Uitgangspunt is een verhoging van de prijs van de basisconsumpties van actueel 1,20 euro (bier, cola, koffie, water…) naar 1,50 euro vanaf 2014. Een tweede verhoging van 1,50 euro naar 1,80 euro is ingecalculeerd vanaf 2017. De verenigingen die De Rekkelinge huren blijven hun korting van 15% op de verkoopprijs behouden en zullen dus ook proportioneel meer in hun kas behouden want 15% op 1,50 euro is nu eenmaal hoger dan 15% op een pint van 1,20 euro. Wat de verhuringen aan derden betreft hanteren we een aanpassing aan de levensduurte met 4% in 2014 en een automatische aanpassing aan de index vanaf 2015. Zo houden we amper gelijke tred met de stijging van de algemene levensduurte (verwarming, technisch onderhoud, schoonmaakkosten). Deze basisregel wordt toegepast op alle verhuringen, zowel in het lokaal dienstencentrum als in De Rekkelinge. Andere verhuringen volgen de indexatieregels van een hogere overheid (sociale huurwoningen), of worden nu al geïndexeerd wanneer een nieuwe huurder komt (bejaardenflats). Deze werkwijze wordt behouden. De spectaculaire vergrijzingscijfers (Deinze nog slechter dan het Vlaamse gemiddelde) eisen actie van alle betrokken actoren. Gelukkig zijn er in Deinze ‘relatief’ veel rusthuisbedden, maar wie semi-zorgbehoevend is of sociaal geïsoleerd kan er niet meer in terecht. De uitbouw van een netwerk van assistentiewoningen is de enige juiste optie om de druk van de vergrijzing enigszins te temperen. We hebben daarom jaren geleden de gemeentelijke investeringstoelage aangewend voor de bouw van 10 assistentiewoningen aan het rusthuis, zonder extra te moeten lenen. Bijkomend voordeel is dat we de opnamecapaciteit van het woonzorgcentrum 100% kunnen behouden en dat we geen dure wooncontainers moesten kopen of huren. Wie geen 100% van zijn capaciteit kan behouden bloedt financieel zwaar. Onder de 85% komt de jaarlijkse gebruikstoelage van VIPA (€ 432.486) in het gedrang en ook de essentiële RIZIV-inkomsten (jaarlijks goed voor € 1.441.299 of € 19.217 per bed) zouden drastisch zijn gedaald. Deze assistentiewoningen zullen pas na de ingebruikname van het nieuwe woonzorgcentrum hun financieel rendement extra aantonen. Na de ingebruikname van het nieuwe woonzorgcentrum in 2016 kunnen deze flatjes, mits enkele kleine aanpassingen, wellicht binnen de 6 maanden worden verhuurd aan hoogbejaarden die net te goed zijn voor een woonzorgcentrum maar ook niet zelfstandig genoeg meer zijn om thuis te blijven. Dat is trouwens een topprioriteit die aan bod kwam bij de bevraging van de bevolking. In de voorbij jaren heeft een eenparige OCMW-raad steeds opnieuw investeringsmiddelen opzij gezet (bestemde gelden en opbrengsten verkopen) voor de volgende fase van assistentiewoningen die komen in de vroegere rusthuisvleugel kant parking D. Delcroixstraat. We denken dat er minstens 18 extra assistentieflats kunnen komen door het samenvoegen van 2 vroegere kleine rusthuiskamertjes. De buitengewone jaarlijkse gemeentelijke investeringstoelage van € 300.000 voor de jaren 2016, 2017, 2018 en 2019 zal volledige bestemd worden voor de 2de fase van de assistentiewoningen. In het verleden werd reeds € 1.252.465 opzij gezet zodat we over voldoende middelen beschikken om ook dat dossier te realiseren zonder nieuwe leningen. Het OCMW wenst topprioriteit te geven aan dit dossier zodat we na aanpassingswerken vanaf 2018 extra netto-huurinkomsten mogen verwachten. Dat is een optimistisch scenario dat geen rekening houdt met mogelijke bouwobstakels. We hanteren een maandelijkse huurprijs van 600 euro per assistentieflat.
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 17
Het nieuwe woonzorgcentrum met 75 bedden en 3 kortverblijven verdient een aparte bespreking. “Een bewoner in een woonzorgcentrum kost per dag ongeveer € 150. De dagprijs die de bewoner zelf betaalt bedraagt gemiddeld € 47, de ziekteverzekering betaalt € 52. Na verrekening van subsidies blijft er van de € 150 nog zo’n € 31 over voor rekening van het OCMW. Ongeveer € 101 van deze € 150 gaat naar de personeelskosten” , zoals blijkt uit het jaarverslag 2011 van het OCMW Gent. De beleidsverantwoordelijken moeten weten dat de bouw van een nieuw woonzorgcentrum geen vrije keuze was van het OCMW. Alle inspectierapporten van het Agentschap Zorg, team ouderenvoorzieningen, en deze van de voedselinspectie (FAVV) zijn eensluidend. In het huidige gebouw van meer dan 100 jaar kunnen we geen zorg meer aanbieden die blijft voldoen aan alle normen. Een nieuwbouw was de enige keuze. De financiële haalbaarheid van een dergelijk historisch investeringsproject moet men bekijken op een middellange termijn, zeg maar minstens op 20 jaar omdat de inkomsten uit hogere verblijftarieven dan pas de financiële kosten (rente en aflossing) enigszins compenseren. De nieuwe regels van de BBC vallen nu ongelukkig samen met de start van de grote bouwwerken die op 12 miljoen worden geraamd. Bijkomende struikelblok is dat de subsidiëring van VIPA sinds enkele jaren is gewijzigd. Vroeger kregen de bouwheren ongeveer 55% van de bouwkosten cash uitbetaald. Zij moesten slechts 45% eigen middelen en leningen aanwenden. Reeds tijdens de bouwwerken konden de eerste bouwtoelagen worden opgevraagd. Nu wordt de subsidie gespreid uitbetaald over 20 jaar en kan men slechts per jaar maximaal 1/20ste van de subsidie aanvragen. De meest recente berekening spreekt van maximaal € 432.486. Op 20 jaar is dat wel een behoorlijke subsidie van € 8.649.720 op een geraamde bouwkost van € 12 miljoen. De rentelast op 20 jaar is geraamd op € 3.832.791, wat de werkelijke kost op het einde van de leningen brengt op € 15.832.791. De VIPA-subsidie blijft dus goed voor 54,63% van de bouwkost. Dat relatief gunstig eindperspectief doet niets af van het feit dat het OCMW nu deze € 12 miljoen volledig moet voorfinancieren. In tegenstelling tot de eerste versie van onze financiële nota kunnen we het aantal nieuwe leningen voor het woonzorgcentrum beperken tot 9 miljoen euro en kunnen de resterende middelen opgehaald worden via voorziene reserves uit het verleden, de opbrengst van vervreemding van landbouwpatrimonium en leningen die reeds aangegaan zijn (dus beschikbaar). We heroriënteren ook investeringskredieten van Domus Donza naar het woonzorgcentrum. Conditio sine qua non is dat de nog niet opgestarte projecten Domus Donza (Lotenhullestraat 32 Vinkt, Kaleshoek Deinze en Driesstraat Petegem) op “stand still” gezet worden tijdens deze legislatuur (zie infra). Door de actuele onaangepaste infrastructuur (teveel tweepersoonskamer, te kleine kamers…) hanteren we momenteel een relatief lage ligdagprijs (gemiddeld 38,90 euro per dag en per resident). In de simulaties moet dat bij de ingebruikname van het nieuwe woonzorgcentrum verhoogd worden naar gemiddeld 48 euro per dag vanaf 2016. Hiermee blijven we nog een relatief betaalbaar woonzorgcentrum en vermijden we dat steeds meer bejaarden bij het OCMW moeten aankloppen om steun (= wettelijke opdracht) omdat ze hun rusthuisverblijf niet meer kunnen betalen. In de financieel-technische nota van VIPA is de voorwaarde gesteld dat de dagprijzen naar € 50 moeten evolueren. Ook de persoonsgebonden uitgaven (persoonlijke was) kunnen niet langer gecollectiviseerd konden worden en zullen rechtstreeks moeten gefactureerd worden aan de gebruiker. Het gaat om de persoonlijke was van de bejaarden. De kosten voor de persoonlijke was en de nieuwe ligdagprijs van 48 euro zullen samen de door het VIPA vooropgestelde persoonlijke ligdagkost rond de 50 euro brengen, wat nog steeds een concurrentieel tarief is in vergelijking met de dagprijzen en persoonlijke supplementen die woonzorgcentra uit de omgeving nu al aanrekenen. Nu de persoonlijke was wordt uitbesteed moeten we in 2016 een prijsaanvraag indienen bij de FOD Economie voor een tenlastelegging van deze kosten aan de eindgebruikers. De familie zal de kans krijgen de persoonlijke was van hun familielid zelf te doen. We denken dat slechts 20% dit zal doen. Vanaf juli 2014 moeten we een recuperatie van 80% op de persoonlijke was verhopen. Bij de verhoging van de ligdagprijs zelf in 2016 moeten toch enkele kanttekeningen worden geplaatst. Een verhoging naar € 48 is pas mogelijk als het nieuwe woonzorgcentrum in gebruik wordt genomen. De ervaring van de OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 18
voorbije aanvragen met een aanvraag prijsverhoging heeft ons geleerd dat de FOD Economische Zaken echt op de rem gaat staan bij dergelijke forse verhogingen van de ligdagprijzen. Het is niet onwaarschijnlijk dat ze overgangsmaatregelen zullen eisen voor de aanwezige bewoners. Als dat zo is dan duurt het minstens 3 jaar voor de volledige populatie van een rusthuis is vernieuwd (25 overlijdens per jaar, 75 bedden). Dat is dus een onzekere factor. De integrale netto-opbrengst van deze verhoging van ligdagprijzen zal zeker getemperd worden omdat we op basis van de huidige inkomens van onze bewoners weten, dat er bij een dagprijs van 50 euro zeker 10% niet meer in staat zal zijn alles te betalen. Het verschil moet door het OCMW betaald worden (zoals ook in private rusthuizen). Het is een post die zeker zal stijgen in de komende jaren (meer hoogbejaarden en duurdere rusthuizen). We hebben daar op geanticipeerd door de sociale kredieten niet te verminderen. In dergelijke situaties is het verleidelijk om het woord ‘privatisering’ van een openbaar woonzorgcentrum naar voor te schuiven. Beleidsmatig gezien is dat nooit aan de orde geweest. Maar men moet toch ook verder kijken dan zijn neus lang is. Sommige (internationale) investeringsgroepen dweilen Vlaanderen af met voorstellen om de gebouwen en de exploitatie over te nemen, maar wel met strikte afspraken over de extra kosten (loonkost door statutaire tewerkstelling moeten wij bijpassen). De enkele openbare besturen die hun rusthuis nu al laten exploiteren door een private partner betalen jaarlijks hoge vergoedingen uit aan de private partner. De dagprijzen gaan in de private sector stilaan naar € 60, soms naar € 70 per dag en dat veroorzaakt een stroom van behoeftige rusthuisbewoners die zullen aankloppen voor financiële steun via het OCMW. Privatisering is trouwens niet mogelijk. Het VIPA heeft een verklaring op eer geëist dat het OCMW minstens voor 20 jaar het volledige genotsrecht van het gesubsidieerde gebouw zal hebben. Zo niet kan de subsidie van € 8,6 miljoen euro vervallen.
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 19
TOELICHTING SCHULDPOSITIE- EN SCHULDEVOLUTIE Leningen: het verleden en de toekomst De schuldpositie en dus onrechtstreeks ook de marge om nieuwe leningen aan te gaan wordt sterk bepaald door het volume, de intresten en de aflossingen van de bestaande leningen. Uit het overleg met een deskundige van Belfius op 24 september 2013 bleek dat we een voorbeeldige startpositie hebben voor wat betreft de oude leningen. We starten in 2014 met een openstaande schuld van € 5.174.276,42. Bij een status quo (dus geen enkele nieuwe lening) zal deze oude openstaande schuld dalen naar € 2.630.592,26 in 2019, of bijna een halvering. Omgerekend naar openstaande schuld per inwoner in 2014 is dat een OCMW-schuld van € 174,04 per inwoner. Door de bouw van het nieuw woonzorgcentrum zijn nieuwe leningen niet te vermijden. Dat is jaren aan een stuk en bij elke budgetbespreking en meerjarenplan van het OCMW aangekondigd. Initieel werden voor de periode 2014-2019 12 miljoen euro nieuwe leningen ingeschreven. Na een eerste technisch-financieel overleg tussen de administraties van stad en OCMW konden we het nieuwe volume van leningen voor de komende 6 jaar beperken tot € 9,75 miljoen, of een daling met bijna 20% t.o.v. de eerste scenario’s. We kiezen voor een nieuw type van lening waarbij de aflossingen worden gespreid in tijd. In de eerste 2 jaren (= bouwjaren) betalen we alleen intresten, de kapitaalaflossingen gebeuren pas na 2 jaar. We moeten kiezen voor een aflossingsperiode van 20 jaar die parallel loopt met de looptijd van de VIPA-subsidie. Met deze techniek kunnen we de kapitaalaflossingen dichter bij de datum van de ingebruikname van het nieuwe woonzorgcentrum brengen, het moment waarop we ook extra inkomsten uit hogere ligdagprijzen kunnen verhopen. In totaal € 9 miljoen van deze nieuwe leningen (= 92,3% van alle leningen in de komende 6 jaar) zijn bestemd voor het nieuwe woonzorgcentrum. Om het plastisch uit te drukken: indien we geen nieuw woonzorgcentrum moesten bouwen dan zou het OCMW niets lenen in de periode 2014-2019. Voor de andere projecten hebben we alternatieven. Vanaf 2016 moet er jaarlijks een aanvullende lening van € 150.000 aangegaan worden voor de vervanging en de aankoop van duurzame goederen (informatica, zorgmateriaal, keuken, dienstwagen, machines….). In vergelijking met de vorige bestuursperiode is dat een zeer duidelijke beperking van ons totaal pakket van leningen. Omgerekend per dienstjaar gaat het om € 1.625.000 per jaar. Op deze manier wordt een onderliggende richtlijn van de BBC strikt toegepast: nieuwe leningen beperken tot een minimum. Voor details verwijzen we naar het schema TM2 “De financiële schulden”. Wat blijkt hieruit? De combinatie van oude leningen die volledig worden afgelost en het beperken van nieuwe leningen maakt dat de financiële schulden in de komende zeer beheersbaar blijven, ondanks de geplande bouw van een nieuw woonzorgcentrum van 12 miljoen euro. De financiële schuld op datum van 31 december 2014 wordt geraamd op € 7.469.711. Voor 31 december 2019 wordt de financiële schuld geraamd op € 9.840.805.
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 20
TOELICHTING INVESTERINGSPROGRAMMA Wat het OCMW plant in de periode 2014-2019 is hoofdzakelijk de uitvoering van plannen die in de voorbije zes jaar werden voorbereid, die overlegd werden en die eenparig werden goedgekeurd door de opeenvolgende raden. De energie en middelen die we daarvoor moeten inzetten laten helaas weinig ruimte over voor veel nieuwigheden. Bestemde gelden, alternatieve financieringsvormen, stedelijke investeringstoelage Na het afsluiten van de jaarrekening 2012 is gebleken dat er in totaal € 4.364.445 middelen uit het verleden (reserves, schenkingen en verkopen van patrimonium) beschikbaar zijn voor de toekomstige noodzakelijke investeringen in de komende planperiode. Meteen is duidelijk in welke projecten er in de komende 6 jaar prioritair zal worden geïnvesteerd. Bij budgetwijziging 2013 werd deze gelden als volgt bestemd: Pensioenfonds Planbatenheffing (gedeeltelijk) Nieuw woonzorgcentrum Assistentiewoningen 2de fase Eigen aandeel PPS-project Karel Picquélaan (24 sociale huurflats) Kleine investeringsaankopen (machines, ICT, wagenpark..) Eigen aandeel omgevingsaanleg en stadspark PPS Karel Picquélaan Project “senioren onder de toren” (samenhuizen van ouderen) Herbestemming neogotische vleugel oud rusthuis TOTAAL
€ 416.509 € 157.486 € 1.300.000 € 1.252.465 € 570.000 € 272.985 € 195.000 € 100.000 € 100.000 € 4.364.445
Van het totaal van € 4.364.445 is € 573.995 bestemd voor de exploitatie en € 3.790.450 voor investeringen. Op die manier kan de toekomstige leninglast gedrukt worden zonder te moeten inboeten op prioritaire investeringen. Een tweede essentiële ondersteuning van de investeringen komt van het stadsbestuur dat 6 jaar lang een jaarlijkse investeringstoelage van € 300.000 ten bate van het OCMW heeft ingeschreven in haar meerjarenplan. Hiermee levert het stadsbestuur een tastbare bijdrage aan investeringen in toekomstgerichte woonvormen van haar senioren. Deze buitengewone stadstoelage van in totaal € 1,5 miljoen zal gebruikt worden voor de bouw van de 2de fase van minstens 18 assistentiewoningen (na ontruiming van het oude rusthuis). Omdat het OCMW er naar streeft geen extra lening te moeten aangaan voor de bouw van assistentiewoningen, zullen deze huurflats bij latere verhuur een directe netto-opbrengst opleveren, wat ook goed is voor de gemeentefinanciën. Het zoeken naar noodzakelijke alternatieve financieringsmethodes voor de bouw van sociale huurflats is de derde sleutel om de leninglast absoluut onder controle te houden. In het verleden hebben we een sociaal verhuurpatrimonium kunnen uitbouwen via twee kanalen: de methodiek van het sociaal verhuurkantoor (woningen in huur nemen uit de private markt) en de sociale woningbouwprogramma’s van de VMSW. De methodiek van het sociaal OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 21
verhuurkantoor wordt verder toegepast en we blijven zoeken naar gezonde, veilige en betaalbare huurwoningen op de private huurmarkt. Dat is echter geen gemakkelijke opdracht. Met de verwervingssubsidies, sloopsubsidies (100% kosten) en bouwsubsidies (60% bouwkost) konden we een behoorlijk hoog subsidiebedrag naar Deinze halen. Uit de kristalheldere goede schuldpositie van het OCMW (zie supra) blijkt trouwens dat Domus Donza geen negatief effect had op de financiën van het OCMW, integendeel. Deze sociale investeringen hebben geleid tot structurele, blijvende huurinkomsten en hebben een belangrijke structurele verliespost gestelpt: de terugvorderbare huisvestingssteun die we in vele gevallen nooit meer kunnen recupereren. Een deel van het kernpubliek van het OCMW is nu gestabiliseerd wegens een voldoende inkomen bij een lage huur. Dat spaart maatschappelijk werkers uit. We willen gerust de vergelijking aangaan met OCMW’s van gelijke grote die vaak het dubbele of meer maatschappelijk werkers in dienst hebben. Een doemscenario, zoals het afstoten van het ganse sociaal huurpatrimonium van het OCMW Deinze, is niet aan de orde. Een dergelijke “one-shot-maatregel” is nefast voor de integrale begeleiding van ons cliënteel (betaalbaar wonen = één van de pijlers van het beleid) en wurgt structurele langetermijninkomsten (huur) van het OCMW. De inkomsten zijn nodig om de globale rentelast te drukken. Het afstoten van de opdracht levert geen enkele winst op inzake de lonen en slechts zeer marginaal inzake de werkingskosten. We moeten wel een daling van het aantal sociale huurwoningen ondergaan. In het verleden konden we beschikken over 19 huurwoningen in de wijk Nieuwgoed, eigendom van de stad Deinze. In het kader van haar prioriteiten heeft het stadsbestuur beslist om dat verouderd patrimonium te verkopen vanaf 2014. In december 2012 werd het subsidiestelsel van de VMSW grondig veranderd en zijn de rechtstreekse subsidies aan de OCMW’s afgeschaft. Het nieuwe FS3systeem biedt mogelijkheden (zie infra), maar ze moeten toch nog in de praktijk uitgetest worden. Het OCMW kiest de realisatie van 24 sociale huurwoningen in het PPS-kader Karel Picquélaan als prioriteit voor de periode 2014-2019. De voorbereiding is reeds ver gevorderd en de realisatie van 24 sociale huurwoningen maakt deel uit van het akkoord met de VMSW, die in wederdienst het grootste deel van de omgevingsaanleg en stadspark zal dragen, samen met de private partner Durabrik. Op een raming van € 1,9 miljoen euro nemen de VMSW en Durabrik samen € 1.465.896,25 voor hun rekening. Het OCMW moet vermoedelijk slechts € 195.000 reserveren voor de parkings en de aanleg van het nieuwe stadspark. Deze middelen zijn beschikbaar door de vroegere verkoop van landbouwgronden. Ook Volkshaard betaalt mee. Deze bedragen kunnen nog variëren omdat de openbare aanbesteding nog moet worden uitgeschreven door de VMSW. Ook de werkelijke kostprijs van de parkings is nog niet bekend. De woning Nieuwstraat 7 Astene is de laatste die met rechtstreekse subsidies wordt voorzien. Ze zal in 2014 officieel in gebruik worden genomen. Omdat de kleine woning Lotenhullestraat 12 gesloopt is moet hier een vervangbouw van maximaal 3 sociale huurwoningen gepland worden, maar via de FS3financiering. Andere projectsites, zoals Driesstraat 75/77 en Lotenhullestraat 32, Kaleshoek Deinze moeten tijdelijk “on hold” gezet worden en kunnen binnen de toegekende gemeentelijke toelage geen uitvoering krijgen in 2014-2019. Wat zijn de mogelijkheden van het nieuw financieringssysteem (de FS3-leningen)? Het grote voordeel is dat we niet moeten voorfinancieren, met uitzondering van de bedragen die hoger liggen dan de maximaal aanvaarde kostprijs (conformiteitstabel mag niet hoger dan 100% zijn). Al wat hoger ligt dan 100% moet door de bouwheer zelf worden betaald. Hoe we dat financieren is onze eigen zaak. Het overschrijden van de conformiteitsdrempel is geen reden om het dossier niet toe te laten in het nieuwe financieringssysteem van de VMSW. Het staat de initiatiefnemers vrij om bij de VMSW een bedrag te lenen dat hoger ligt dan het subsidiabele bedrag voor de verrichting in kwestie (aanvullende lening maar zonder de negatieve rentevoet). Zo moeten de initiatiefnemers geen afzonderlijke leningen afsluiten noch eigen middelen inzetten. OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 22
Een tweede voordeel is dat we pas moeten aflossen na de voorlopige oplevering van de sociale flats, dus op het moment dat er ook huurinkomsten ontstaan. Derde voordeel is dat de facturen van de aannemers tijdens de uitvoering van de werken, rechtstreeks worden betaald door de VMSW en dus niet via de boekhouding van het OCMW. Dat is van essentieel belang voor de overlevingskansen van Domus Donza. De huidige VMSW-procedure is de volgende: na goedkeuring van het voorontwerp worden de projecten opgenomen op het IP (= investeringsprogramma). Afhankelijk van de budgettaire ruimte en de prioriteiten van de VMSW (minister) wordt sommige projecten op het UP (=uitvoeringsprogramma) gezet, dus met machtiging effectief te bouwen. De lening wordt door de VMSW afgesloten. De werken starten, de vorderingsstaten en facturen worden door de VMSW betaald. Men rekent op een realisatietermijn van 600 dagen. Wanneer beginnen de aflossingen? Pas na de voorlopige oplevering begint het afbetalen van de lening. Wij betalen af over een periode van 33 jaar. Wat betalen we? Het is een marktconforme lening met een referentierentevoet. De kapitaalaflossingen op die lening stemmen overeen met de kapitaalaflossingen op een theoretische lening voor hetzelfde bedrag en met dezelfde looptijd, maar met een negatieve rentevoet van -1% waarvan de annuïteiten jaarlijks met 2% toenemen. Samen met de kapitaalaflossingen zal men een marktconforme rente moeten betalen aan de VMSW. Maar het financieringssysteem voorziet ook een “tussenkomst van de VMSW in de leningslast” en deze wordt verleend bij elke aflossing op de marktconforme lening. Deze tussenkomst in de leninglast is gelijk aan de verschuldigde rente die het OCMW moeten betalen. Belangrijk ook is dat dit nieuw financieringssysteem geldt voor verschillende soorten van verrichtingen (aankoop,sloop, bouw, renovaties…). Niet alleen de bouwkost (inclusief BTW) kan via de FS3 gefinancierd worden, ook de kostprijs voor het bouwrijp maken van de percelen (sloop, archeologisch vooronderzoek en opgravingen, vervoerskosten….) en de algemene kosten (studie en leiding werkzaamheden, veiligheidscoördinatie, toezicht op de uitvoering, grond-en milieutechnisch onderzoek, keuringen en proeven, kosten gunningsprocedure ) en de contractuele prijsherzieningen kunnen via de FS3 worden betaald. De algemene kosten worden forfaitair vastgesteld op 10% van de kostprijs, inclusief de contractuele prijsherzieningen. Meerwerken kan in uitzonderlijke, duidelijk gemotiveerde situaties. Het UP 2014 heeft enkel de 51 nieuwe sociale huurflats van De Volkshaard opgenomen. Ons aandeel van 24, daar is nog geen sprake van. We kunnen dus tijd winnen door te opteren voor ten vroegste UP 2015 + 2 jaar realisatietermijn zodat de aflossingen pas vanaf ten vroegste 2017 moeten worden voorzien.
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 23
DE GEMEENTELIJKE TOELAGE Spontane inleveringen in de voorbije jaren Het OCMW Deinze heeft in de voorbije jaren een behoorlijke bijdrage geleverd aan de gezonde financiën van de stad Deinze. De jaarlijkse OCMW-dotatie zoals vastgelegd in het meerjarenplan 2008-2013, werd slechts 1 keer integraal opgevraagd, met name in 2013 wegens de start van de bouwwerken woonzorgcentrum (wzc). In alle andere jaren hebben we slechts een gedeelte van de gemeentelijke toelage ontvangen. Het gaat om een niet opgevraagde gemeentelijke toelage van € 960.863. In het licht van de huidige BBC-regels was het misschien beter geweest de ganse toelage op te vragen en te parkeren in een investeringsfonds voor het nieuwe wzc zodat er nu minder zou moeten worden geleend. Besparingen reeds ingezet in 2013 Omdat de OCMW’s geen negatieve autofinancieringsmarge mogen hebben (jaarlijks!) waren we bij de opmaak van het budget 2013 reeds verplicht te besparen en moest voor het eerst de gemeentelijke toelage zoals voorzien in het meerjarenplan 2012-2014 integraal worden opgevraagd. We hebben toen € 449.318 bespaard op de geraamde werkingsuitgaven. Het is niet realistisch dat opnieuw te kunnen doen. Het vet is al van de soep. Een historisch ‘zuinig’ OCMW Benchmarking wordt vaak gebruikt, daarom geven we enkele cijfers die de positie van het OCMW vergelijken met andere gemeenten van dezelfde orde. De tendens is duidelijk. Op basis van de publicatie “lokale statistieken” en het bevolkingscijfer (gemeentelijk zakboekje, databank 2013) behoort Deinze tot de groep van 9 Oost-Vlaamse steden (op een totaal van 65 Oost-Vlaamse gemeenten) die tussen de 28.878 inwoners en 46.744 inwoners tellen. We hebben in het kader van onze financiële analyse de gemeentelijke toelage 2013 opgevraagd bij de volgende OCMW’s: Inwonersaantal
Gemeentelijke toelage Gemeentelijke toelage 2013 in euro 2013 in €/inwoner Beveren 46.744 9.000.000 192,53 Deinze 29.730 2.536.400 85,31 Dendermonde 44.488 7.455.764 167,59 Evergem 33.700 4.572.121 135,67 Geraardsbergen 32.622 4.600.000 141,00 Lokeren 39.886 4.446.700 111,49 Ninove 37.289 5.563.600 149,20 Oudenaarde 30.238 3.732.519 123,43 Temse 28.878 4.000.000 138,51 Op basis van de ontvangen antwoorden is de gemeentelijke toelage per inwoner (= meest objectieve parameter) duidelijk: het OCMW Deinze is het goedkoopste van de groep, sommige steden betalen meer dan het dubbele. OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 24
Dat wordt nogmaals bevestigd in het “Individueel financieel profiel Deinze, zoals opgemaakt door Belfius (cijfers rekeningen 2007-2011) waarin de vergelijkingen met de clustergroep (Belfius) van 12 gemeenten, de provincie en het Vlaamse Gewest zijn verwerkt. In de periode 2007-2011 (rekeningen) daalde de effectieve toelage aan het OCMW Deinze van € 71 per inwoner naar € 67 per inwoner (-1,5%) terwijl dat voor de cluster steeg van € 100 per inwoner naar € 115 per inwoner (+3,4%). Voor de provincie Oost-Vlaanderen bedroeg het gemiddelde € 101 per inwoner in 2007 en € 117 per inwoner in 2011 (+3,7%). Het gemiddelde voor het Vlaamse Gewest bedroeg € 97 per inwoner in 2007 en steeg naar € 127 per inwoner in 2013. In de grafiek 19 van de Belfius-studie “Uitgaven-overdrachten in % van de eigen ontvangsten (2011)”, staat Deinze bij de laagste met ongeveer 20% van de eigen ontvangsten. De stad Deinze werd ook opgenomen in een 2deBelfiusstudie (mei 2013) waarbij het financieel profiel van 26 grote Vlaamse steden werd bestudeerd. Hieruit blijkt dat de gemeentelijke toelage net iets hoger ligt dan 6% van de eigen uitgaven van de stad Deinze. Slechts één OCMW op de 26 ontvangt nog minder. Opnieuw een opmerkelijk uitgangscijfer. Conclusie We vertellen niets nieuws of origineels als we zeggen dat de onderhandelingen over de financiële marge van de OCMW-werking moeilijk en bikkelhard waren. Deinze staat net zoals alle lokale besturen in Vlaanderen voor zware uitdagingen. Met de consensus over de gemeentelijke toelage zal ons bestuur in staat zijn haar kernopdrachten uit te voeren, de dienstverlening én de tewerkstelling op peil te houden en een belangrijk investeringsprogramma uit te voeren, weliswaar met noodzakelijke keuzes en een spreiding in tijd. Er moesten ook keuzes gemaakt worden, want de behoeften zijn oneindig en de middelen schaars. Het is evident dat de uitgaven in de hand gehouden worden. We zijn eveneens verplicht om, na jaren van status quo, onpopulaire tariefverhogingen van sommige diensten aan te kondigen. We voldoen aan de dubbele evenwichtsvoorwaarde van de BBC. Hierbij is rekening gehouden met een jaarlijkse investeringstoelage van € 300.000, ook na 2016. Het sluitstuk is een hogere gemeentelijke toelage voor de exploitatie, maar dat was reeds 5 jaar geleden (oktober 2008) voorspeld toen we naar aanleiding van het dossier nieuw woonzorgcentrum een gemeentelijke toelage exploitatie 2013 van € 2.971.529,80 voorop stelden. Het OCMW kreeg op 22 oktober 2013 een gunstig eindadvies van het CBS over de volgende gemeentelijke toelagen aan het OCMW Deinze: Jaar Toelage exploitatie Investeringstoelage 2013 € 2.536.400 € 300.000 2014 € 3.165.336 € 300.000 2015 € 3.080.799 € 300.000 2016 € 3.580.625 € 300.000 2017 € 3.604.515 € 300.000 2018 € 3.600.910 € 300.000 2019 € 3.789.097 € 300.000 OPSOMMING BUDGETHOUDERS Niet van toepassing in het OCMW Deinze. We werken niet met budgethouders. DE INTERNE ORGANISATIE De interne organisatie met het organogram, het overzicht van het personeelsbestand volgens schema TM1 en per beleidsdomein het overzicht van de beleidsvelden die er deel van uitmaken. Zie de volgende bladzijden. OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 25
HET OVERZICHT VAN DE ENTITEITEN Het overzicht van de entiteiten die opgenomen zijn onder de financiële vaste activa, dat wil zeggen de entiteiten waarmee het bestuur een duurzame band onderhoudt door middel van belangen en vorderingen. Is niet van toepassing in het OCMW Deinze. HET OVERZICHT VAN ALLE BELEIDSDOELSTELLINGEN Zie de volgende bladzijden. EEN OVERZICHT VAN DE FINANCIELE SCHULDEN, VOLGENS SCHEMA TM2 Zie bijlage met Schema TM2, op de volgende bladzijden.
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 26
DOELSTELLINGENNOTA Meerjarenplan OCMW Deinze 2014- 2019 BELEIDSDOMEIN 1: PBD-1 : AP-1 AP-2 AP-3
Gezonde financiën zonder in te boeten op het aanbod en de kwaliteit van de dienstverlening Het meerjarenplan uitvoeren, evalueren en eventueel bijsturen De leninglast beperken tot het strikt noodzakelijke Zoeken naar financiële optimalisaties
BELEIDSDOMEIN 2: PBD- 2
AP-4
PBD- 3 AP-5 AP-6 AP-7 AP-8 AP-9 AP-10 AP-11 AP-12
ALGEMENE FINANCIERING
ALGEMEEN BESTUUR EN INTERNE WERKING
De bestuurskracht en de kwaliteit van de dienstverlening verhogen door synergie en samenwerking van het Sociaal Huis en de stadsdiensten in het nieuw administratief dienstencentrum “De Leiespiegel” De bestuurskracht en de kwaliteit van de dienstverlening verhogen door synergie en samenwerking van het Sociaal Huis en de stadsdiensten in het nieuw administratief dienstencentrum Het bewaken en versterken van de efficiëntie en kwaliteit van onze interne dienstverlening Een monitoringsysteem met indicatoren ontwikkelen voor de realisatie van de beleidsdoelstellingen en de opvolging van de beheersprocessen De dienstverlening toegankelijk en efficiënter maken via ICT-toepassingen De dienstverlening van het OCMW beter bekend maken, de externe communicatie verbeteren Een dynamisch HRM op maat van onze organisatie De werkpunten van de interne omgevingsanalyse opvolgen Het patrimonium bewaken en de facility-activiteiten optimaliseren Schaalvoordelen bekomen door samenwerking met andere OCMW’s of derden De publieke ruimte goed beheren en gebruiken als een hefboom voor sociale cohesie
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 27
BELEIDSDOMEIN 3: SOCIAAL HUIS PBD- 4 Het Sociaal Huis verder uitbouwen als een sociaal loket waar elke burger met een (hulp-)vraag terecht kan voor een advies, een professionele, cliëntgerichte dienstverlening of een gerichte doorverwijzing en waar men streeft naar het verhogen van de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van vele doelgroepen AP-13 Een basisinkomen garanderen via het leefloon, het equivalent leefloon, terugvorderbare steun en voorschotten op uitkeringen in het kader van de sociale zekerheid AP-14 De monitoring van de lokale armoede versterken AP-15 De loketfunctie voor de aanvragen van pensioenen, sociale uitkeringen en toelagen optimaal uitbouwen AP-16 Digitalisering van de rechtenverkenner en de burgers helpen om toegang te krijgen tot de gedigitaliseerde dienstverlening van andere (overheids)diensten AP-17 De sociale, digitale, sportieve, culturele en maatschappelijke participatie van kansarmen bevorderen AP-18 De kinderarmoede helpen terugdringen met een lokaal kindgericht actieplan AP-19 De schuldhulpverlening en de juridische bijstand versterken AP-20 De toegang tot de arbeidsmarkt van het OCMW-cliënteel verbeteren door een sociale en professionele activering AP-21 Het voorkomen en bestrijden van energiearmoede AP-22 Zitdagen van gespecialiseerde derden en welzijnsdiensten organiseren in het Sociaal Huis AP-23 Meehelpen aan het waarborgen van het recht op gezondheidszorg en de gezondheidspreventie bij kansarmen aanscherpen AP-24 Meewerken aan de inburgering van nieuwkomers AP-25 Het samenwerkingsakkoord met de Voedselbank bestendigen AP-26 Verblijfskosten ten laste nemen van behoeftige bejaarden die verblijven in een woonzorgcentrum AP-27 Meewerken aan het verhogen van het aanbod van sociale huurwoningen in onze stad AP-28 Goede en betaalbare woningen uit de private huurmarkt in huur nemen en doorverhuren aan kansarmen AP-29 Woonbegeleiding geven, info en advies verstrekken over huren en verhuren AP-30 Zoeken naar doorgangswoningen en noodopvang voor daklozen AP-31 Een samenwerkingsakkoord afsluiten voor psychosociaal advies aan het cliënteel en de medewerkers AP-32 De interne klusjesdienst voor kansarmen bestendigen AP-33 Actief participeren in relevante netwerking rond welzijn en armoede PBD-5 De zelfstandigheid en zelfredzaamheid van ouderen maximaal ondersteunen met eigen dienstverlening en door samenwerking met andere professionele actoren en de mantelzorgers AP-34 Het aanbod van de eigen poetsdienst aan huis bestendigen AP-35 De verdeling van warme maaltijden aan huis garanderen OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 28
AP-36 AP-37 AP-38 AP-39 AP-40
Het subsidiesysteem ter ondersteuning van externe thuiszorgdiensten evalueren en aanpassen aan nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen Het rol en het aanbod van het lokaal dienstencentrum versterken en de relatie met de thuisdiensten versterken Participeren aan het lokaal thuiszorgnetwerk Een actieplan ontwikkelen om het sociaal isolement en de vereenzaming van +80-jarigen tegen te gaan De participatie aan het maatschappelijk en cultureel aanbod stimuleren via het buurtcentrum De Rekkelinge
BELEIDSDOMEIN 4: WOONZORG PBD-6 De vergrijzing lokaal aanpakken door het aanbod van aangepaste woonzorgvoorzieningen uit te breiden en te diversifiëren AP-41 AP-42 AP-43 AP-44 AP-45 AP-46 AP-47 AP-48 AP-49 AP-50
Een nieuw woonzorgcentrum met 75 bedden en 3 kortverblijven bouwen en kwaliteitsvol uitbaten Een organisatiestudie uitvoeren voor de optimalisatie van de werking van alle diensten in het nieuwe woonzorgcentrum Zoeken naar een maatschappelijk zinvolle herbestemming voor de neogotische vleugel van het oude rusthuis Extra assistentiewoningen realiseren in een deel van het oude rusthuis De bouw van 24 sociale huurflats op de site Karel Picqué realiseren De 30 bejaardenflats “Residentie Elfdorpen” beheren als een kwaliteitsvolle, beschermende woonvorm voor senioren De PPS-samenwerking met derden voor de realisatie van wonen van senioren en een nieuw stadspark op de site Karel Picqué realiseren De uitbouw van een woonzorgzone rond het nieuwe woonzorgcentrum opstarten Een pilootproject “samenhuizen senioren “(senioren onder de toren) voorbereiden De vergrijzing lokaal aanpakken door mee te werken in het zorgnetwerk van alle Deinse actoren in de ouderenzorg
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 29
Overzicht van de beleidsvelden per beleidsdomein Beleidsdomein: 00 Algemene financiering Beleidsveld: 0010 Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus Beleidsveld: 0030 Financiële aangelegenheden Beleidsveld: 0040 Transacties in verband met de openbare schuld Beleidsveld: 0050 Patrimonium zonder maatschappelijk doel Beleidsveld: 0090 Overige algemene financiering Beleidsdomein: 01 Algemeen bestuur en interne werking Beleidsveld: 0100 Politieke organen Beleidsveld: 0110 Secretariaat Beleidsveld: 0111 Fiscale en financiële diensten Beleidsveld: 0112 Personeelsdienst en vorming Beleidsveld: 0119 Overige algemene diensten Beleidsdomein: 02 Sociaal huis Beleidsveld: 0705 Gemeenschapscentrum Beleidsveld: 0900 Sociale bijstand Beleidsveld: 0901 Voorschotten Beleidsveld: 0904 Activering van tewerkstelling Beleidsveld: 0905 Dienst voor juridische informatie en advies Beleidsveld: 0930 Sociale huisvesting Beleidsveld: 0946 Thuisbezorgde maaltijden Beleidsveld: 0948 Poetsdienst Beleidsveld: 0951 Dienstencentra Beleidsveld: 0959 Overige verrichtingen betreffende ouderen Beleidsdomein: 03 Woonzorg Beleidsveld: 0950 Ouderenwoningen Beleidsveld: 0953 Woon- en zorgcentra
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 30
UITGANGSPUNTEN Gemeentefonds
2011
2012
€ 544.169,00
€ 563.577,00
2013 € 582.590,00
2014 € 603.604,00
2015 € 624.556,00
2016 € 646.150,00
2017 € 668.765,00
2018 € 692.172,00
2019 € 716.399,00
Personeelskosten 2011
2012
€ 5.651.726,00
Leningslasten
2011
Aflossingen
€ 5.867.395,00
2012
€ 487.611,00
€ 689.462,00
€ 159.499,00
€ 647.110,00
€ 5.859.857,00
2013
2014 € 6.077.534,00
2014
2015 € 6.342.536,00
2015
2016 € 6.535.574,00
2016
€ 6.728.723,00
2017
2018 € 6.932.207,00
2018
2019 € 7.141.131,00
2019
€ 143.375,00
€ 697.076,00 -€ 432.486,00 € 456.384,00
€ 522.801,00 -€ 432.486,00 € 446.811,00
€ 948.170,00 -€ 432.486,00 € 434.767,00
€ 938.836,00 -€ 432.486,00 € 425.183,00 -€ 15.000,00
€ 974.918,00 -€ 432.486,00 € 527.979,00 -€ 139.830,00
€ 994.181,00 -€ 432.486,00 € 501.967,00 -€ 138.179,00
€ 832.837,00
€ 290.006,00
€ 720.974,00
€ 537.126,00
€ 950.451,00
€ 916.533,00
€ 930.581,00
€ 925.483,00
Intrestsubsidies Totaal
2017
€ 568.076,00 -€ 432.486,00 € 154.416,00
VIPA-subsidie Intresten
2013
GEMEENTELIJKE BIJDRAGE
2011
Gemeentelijke bijdrage aan het OCMW - Exploitatie Gemeentelijke bijdrage aan het OCMW - Investeringen Totaal gemeentelijke bijdrage
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
€ 1.982.836,00 € 300.000,00
€ 2.161.291,00 € 300.000,00
€ 2.536.400,00 € 300.000,00
€ 3.165.336,00 € 300.000,00
€ 3.080.799,00 € 300.000,00
€ 3.580.625,00 € 300.000,00
€ 3.604.515,00 € 300.000,00
€ 3.600.910,00 € 300.000,00
€ 3.789.097,00 € 300.000,00
€ 2.282.836,00
€ 2.461.291,00
€ 2.836.400,00
€ 3.465.336,00
€ 3.380.799,00
€ 3.880.625,00
€ 3.904.515,00
€ 3.900.910,00
€ 4.089.097,00
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 31
DE ONTVANGSTEN VAN DE EXPLOITATIE 2013
Ontvangsten van de gebruikers
2014
2015
2016
2017
2018
2019
€ 2.179.410,00
€ 2.178.014,00
€ 2.224.611,00
€ 2.469.412,00
€ 2.611.581,00
€ 2.838.816,00
€ 2.859.525,00
€ 2.536.400,00
€ 3.165.336,00
€ 3.080.799,00
€ 3.580.625,00
€ 3.604.515,00
€ 3.600.910,00
€ 3.789.097,00
€ 3.922.644,00
€ 3.983.387,00
€ 4.021.058,00
€ 4.084.270,00
€ 4.149.424,00
€ 4.216.314,00
€ 4.284.998,00
€ 558.693,00
€ 585.358,00
€ 620.214,00
€ 644.375,00
€ 779.695,00
€ 790.237,00
€ 9.885.430,00
€ 9.911.826,00
€ 10.754.521,00
€ 11.009.895,00
€ 11.435.735,00
€ 11.723.857,00
o.a. Opbrengsten cafetaria, maaltijden, poetsdienst, verhuring en verpachting, verblijfkosten WZC OLV, …..
Ontvangsten van de lokale overheid
740100 Gemeentelijke bijdrage
0010-00
Ontvangsten van de hogere overheid
o.a. Gemeentefonds, bijdragen gesubsidieerde contractuelen, sociale maribel, hulpfonds gas en elektriciteit, staatsaandeel leefloon, recuperatie sociale en culturele participatie en ontplooiing, recuperatie tussenkomst verwarmingstoelage, staatsaandeel equivalent leefloon, toelage WEP+personeel, financiering 3de luik/eindeloopbaan, subsidie animatiewerking, opbrengsten RIZIVbijdragen, …..
Andere ontvangsten
€ 517.772,00
o.a. Lijfrente en eeuwigdurende renten, bijdrage personeel in de maaltijdcheques, recuperatie kosten kwaliteitscoördinator en stafmedewerker interne zaken, recuperatie steunverlening, recuperaties voorschotten op pensioen, kinderbijslagen, werkloosheidsuitkeringen, recuperatie verzekering arbeidsongevallen, intrestsubsidies, …
TOTAAL VAN DE EXPLOITATIEONTVANGSTEN
€ 9.156.226,00
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 32
SUBSIDIËRING VAN DE OVERHEID
LOKALE OVERHEID 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
€ 2.536.400,00 € 300.000,00
€ 3.165.336,00 € 300.000,00
€ 3.080.799,00 € 300.000,00
€ 3.580.625,00 € 300.000,00
€ 3.604.515,00 € 300.000,00
€ 3.600.910,00 € 300.000,00
€ 3.789.097,00 € 300.000,00
€ 2.836.400,00
€ 3.465.336,00
€ 3.380.799,00
€ 3.880.625,00
€ 3.904.515,00
€ 3.900.910,00
€ 4.089.097,00
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Personeelssubsidies Bijdragen gesubsidieerde contractuelen Toelage sociale maribel Toelage WEP+ personeel Financiering 3de luik Animatiewerking
€ 839.008,00
€ 821.994,00
€ 797.994,00
€ 797.994,00
€ 797.994,00
€ 797.994,00
€ 797.994,00
Gemeentefonds Gemeentefonds
€ 582.590,00
€ 603.604,00
€ 624.556,00
€ 646.150,00
€ 668.765,00
€ 692.172,00
€ 716.399,00
Subsidie leefloon Leefloon Equivalent leefloon
€ 780.338,00
€ 805.528,00
€ 829.412,00
€ 854.010,00
€ 879.343,00
€ 905.431,00
€ 932.301,00
€ 1.720.708,00
€ 1.752.261,00
€ 1.769.096,00
€ 1.786.116,00
€ 1.803.322,00
€ 1.820.717,00
€ 1.838.304,00
Gemeentelijke bijdrage in de exploitatie Gemeentelijke bijdrage in de investeringen SUBSIDIËRING LOKALE OVERHEID
HOGERE OVERHEDEN
Werkingssubsidies RIZIV-bijdragen WZC Hulpfonds Gas & Elektriciteit Socio-culturele participatie
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 33
Verwarmingstoelage Overige algemene werkingssubsidies
SUBSIDIËRING HOGERE OVERHEDEN
€ 3.922.644,00
€ 3.983.387,00
€ 4.021.058,00
€ 4.084.270,00
€ 4.149.424,00
€ 4.216.314,00
€ 4.284.998,00
TOTALE OVERHEIDSSUBSIDIËRING
6.759.044,00 €
€ 7.448.723,00
€ 7.401.857,00
€ 7.964.895,00
€ 8.053.939,00
€ 8.117.224,00
€ 8.374.095,00
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 34
HET AANDEEL VAN DE UITGAVENSOORTEN 2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
€ 1.281.810,00
€ 1.316.325,00
€ 1.341.547,00
€ 1.498.508,00
€ 1.528.300,00
€ 1.558.706,00
€ 1.589.776,00
€ 15.250,00 € 151.920,00 € 436.468,00 € 678.172,00
€ 16.814,00 € 153.082,00 € 441.593,00 € 704.836,00
€ 15.075,00 € 156.167,00 € 450.688,00 € 719.617,00
€ 145.050,00 € 159.311,00 € 459.975,00 €734.172,00
€ 147.277,00 € 162.523,00 € 469.472,00 € 749.028,00
€ 149.557,00 € 165.799,00 € 479.166,00 € 764.184,00
€ 151.897,00 € 169.142,00 € 489.076,00 € 779.661,00
€ 5.859.857,00
€ 6.077.534,00
€ 6.342.536,00
€ 6.535.574,00
€ 6.728.723,00
€ 6.932.207,00
€ 7.141.131,00
€ 0,00 € 1.111.226,00 € 1.960.655,00 € 2.787.976,00
€ 0,00 € 1.151.206,00 € 2.063.272,00 € 2.863.056,00
€ 0,00 € 1.197.169,00 € 2.087.838,00 € 3.057.529,00
€ 0,00 € 1.263.696,00 € 2.151.113,00 € 3.120.765,00
€ 0,00 € 1.301.167,00 € 2.209.279,00 € 3.218.277,00
€ 0,00 € 1.345.725,00 € 2.271.729,00 € 3.314.753,00
€ 0,00 € 1.380.516,00 € 2.336.534,00 € 3.424.081,00
€ 1.455.867,00
€ 1.519.213,00
€ 1.588.962,00
€ 1.667.979,00
€ 1.718.902,00
€ 1.771.476,00
€ 1.825.790,00
Toegestane werkingsubsidies
€ 50.000,00
€ 50.000,00
€ 50.000,00
€ 50.000,00
€ 50.000,00
€ 50.000,00
€ 50.000,00
Ander operationele uitgaven
€ 60.000,00
€ 357.646,00
€ 50.407,00
€ 50.736,00
€ 51.139,00
€ 51.611,00
€ 52.148,00
€ 155.616,00
€ 457.608,00
€ 448.059,00
€ 436.040,00
€ 426.481,00
€ 529.303,00
€ 503.317,00
Goederen en diensten Beleidsdomein 0: Algemene financiering Beleidsdomein 1: Algemeen bestuur en interne werking Beleidsdomein 2: Sociaal Huis Beleidsdomein 3: Woonzorg
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen Beleidsdomein 0: Algemene financiering Beleidsdomein 1: Algemeen bestuur en interne werking Beleidsdomein 2: Sociaal Huis Beleidsdomein 3: Woonzorg
Specifieke kosten Sociale Dienst
Diverse werkingskosten, roerende voorheffing, roerende voorheffing onroerende voorheffing, milieubelastingen inclusief Planbatenheffing
Financiële uitgaven
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 35
Intresten op leningen Stichtingen & kerkelijke diensten Diverse financiële kosten
TOTAAL UITGAVENSOORTEN
€ 8.863.150,00
€ 9.778.326,00
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
€ 9.821.511,00
pag. 36
€ 10.238.837,00
€ 10.503.545,00
€ 10.893.303,00
€ 11.162.162,00
DE BEZOLDIGINGEN EN DE SOCIALE LASTEN Personeelskost
Aandeel
Beleidsdomein 0 Algemene financiering
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
€ 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
Beleidsdomein 1 Algemeen bestuur en interne werking
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
€ 1.111.226,00 € 1.151.206,00 € 1.197.169,00 € 1.263.696,00 € 1.301.167,00 € 1.345.725,00 € 1.380.516,00
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Bijdrage Gesco's Toelage Sociale Maribel
Beleidsdomein 2 Sociaal Huis Bijdrage Gesco's Toelage Sociale Maribel Toelage WEP+
Beleidsdomein 3 Woonzorg Bijdrage Gesco's Toelage Sociale Maribel Financiering 3de luik Animatiewerking Toelage opleidingsprojecten
Subsidie
Netto personeelskost
€ 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
€ 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
18,96% 18,94% 18,88% 19,34% 19,34% 19,41% 19,33%
€ 80.909,00 € 80.909,00 € 80.909,00 € 80.909,00 € 80.909,00 € 80.909,00 € 80.909,00
€ 1.030.317,00 € 1.070.297,00 € 1.116.260,00 € 1.182.787,00 € 1.220.258,00 € 1.264.816,00 € 1.299.607,00
€ 1.960.655,00 € 2.063.272,00 € 2.087.838,00 € 2.151.113,00 € 2.209.279,00 € 2.271.729,00 € 2.336.534,00
33,46% 33,95% 32,92% 32,91% 32,83% 32,77% 32,72%
€ 299.524,00 € 299.524,00 € 275.524,00 € 275.524,00 € 275.524,00 € 275.524,00 € 275.524,00
€ 1.661.131,00 € 1.763.748,00 € 1.812.314,00 € 1.875.589,00 € 1.933.755,00 € 1.996.205,00 € 2.061.010,00
€ 2.787.976,00 € 2.863.056,00 € 3.057.529,00 € 3.120.765,00 € 3.218.277,00 € 3.314.753,00 € 3.424.081,00
47,58% 47,11% 48,21% 47,75% 47,83% 47,82% 47,95%
€ 458.575,00 € 441.561,00 € 441.561,00 € 441.561,00 € 441.561,00 € 441.561,00 € 441.561,00
€ 2.329.401,00 € 2.421.495,00 € 2.615.968,00 € 2.679.204,00 € 2.776.716,00 € 2.873.192,00 € 2.982.520,00
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 37
2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
€ 5.859.857,00 € 6.077.534,00 € 6.342.536,00 € 6.535.574,00 € 6.728.723,00 € 6.932.207,00 € 7.141.131,00
100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00% 100,00%
€ 839.008,00 € 821.994,00 € 797.994,00 € 797.994,00 € 797.994,00 € 797.994,00 € 797.994,00
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
€ 5.020.849,00 € 5.255.540,00 € 5.544.542,00 € 5.737.580,00 € 5.930.729,00 € 6.134.213,00 € 6.343.137,00
pag. 38
DE VOORZIENINGEN VOOR SOCIALE UITKERINGEN
0900-00 0904-00 0900-00 0904-00 0900-00 0900-00 0900-00 0904-00 0904-00 0904-00 0900-00 0900-00 0900-00 0900-00 0900-00 0900-00 0900-00 0900-00 0900-00 0900-00 0930-00 0900-00 0930-00 0901-00 0901-00 0901-00 0901-00 0900-00 0900-00 0900-00 0904-00
648000 648001 648002 648003 648004 648005 648006 648007 648008 648009 648100 648101 648102 648103 648104 648105 648106 648107 648108 648109 648110 648111 648112 648121 648122 648123 648124 648200
Toekenning leefloon (50 %) Toekenning leefloon (100 %) Toekenning leefloon niet ingeschreven in BV (100 %) Toekenning leefloon sociaal integratiecontract Toekenning leefloon daklozen Toekenning installatiepremie Toekenning installatiepremie LL (100%) Toelage art. 60 - Sociaal economie initiatief Toelage activering (100 %) Toekenning leefloon sociaal integratiecontract - student Steun in speciën Kindgerichte actie Sociale culturele participatie Terugbetaling tegemoetkoming huisbrandolie Steunverlening ziekte & invaliditeit Steunverlening hospitalisatiekosten Steunverlening verblijfskosten bejaarden in eigen WZC Steunverlening verblijfskosten bejaarden in andere WZC Steunverlening plaatsingskosten onthaaltehuizen Steunverlening in de begrafeniskosten Bijdrage in de huur Tegemoetkoming in de energiekosten Bijdrage in de huur - noodopvang Voorschot op pensioen Voorschot op ziekte & invaliditeit Voorschot op kinderbijslag Voorschot op werkloosheidsuitkering Steunverlening toegewezen asielzoekers en illegalen (wet van 2 april 1965) Steunverlening medische k. toegew. asielzoekers & illegalen (wet 2 april 648201 1965) 648202 Toekenning dienstverlening in natura 648203 Steun in natura en bijdragen in het kader van de wet van 2 april 1965 - art. 60
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
€ 300.000,00 € 110.838,00 € 200.000,00 € 25.000,00 € 15.000,00 € 9.000,00 € 6.000,00 € 34.000,00 € 6.000,00 € 15.000,00 € 85.000,00 € 30.000,00 € 10.000,00 € 80.000,00 € 1.000,00 € 4.000,00 € 10.000,00 € 85.000,00 € 2.500,00 € 12.000,00 € 150.000,00 € 6.029,00 € 0,00 € 5.000,00 € 5.000,00 € 15.000,00 € 10.000,00 € 180.000,00
€ 309.000,00 € 114.163,00 € 206.000,00 € 25.750,00 € 15.450,00 € 9.270,00 € 6.180,00 € 35.020,00 € 6.180,00 € 15.450,00 € 90.000,00 € 33.000,00 € 11.000,00 € 81.600,00 € 1.020,00 € 4.080,00 € 10.200,00 € 86.700,00 € 2.550,00 € 12.240,00 € 153.000,00 € 6.150,00 € 23.400,00 € 5.100,00 € 5.100,00 € 10.200,00 € 10.200,00 € 185.400,00
€ 318.270,00 € 117.588,00 € 212.180,00 € 26.523,00 € 15.914,00 € 9.548,00 € 6.365,00 € 36.071,00 € 6.365,00 € 15.914,00 € 95.000,00 € 36.300,00 € 12.100,00 € 83.232,00 € 1.040,00 € 4.162,00 € 10.404,00 € 88.434,00 € 2.601,00 € 12.485,00 € 156.060,00 € 6.273,00 € 46.800,00 € 5.202,00 € 5.202,00 € 10.404,00 € 10.404,00 € 190.962,00
€ 327.818,00 € 121.116,00 € 218.545,00 € 27.319,00 € 16.391,00 € 9.834,00 € 6.556,00 € 37.153,00 € 6.556,00 € 16.391,00 € 100.000,00 € 39.930,00 € 13.310,00 € 84.897,00 € 1.061,00 € 4.245,00 € 10.612,00 € 90.203,00 € 2.653,00 € 12.735,00 € 159.181,00 € 6.398,00 € 78.000,00 € 5.306,00 € 5.306,00 € 10.612,00 € 10.612,00 € 196.691,00
€ 337.653,00 € 124.749,00 € 225.101,00 € 28.139,00 € 16.883,00 € 10.129,00 € 6.753,00 € 38.268,00 € 6.753,00 € 16.883,00 € 105.000,00 € 43.923,00 € 14.641,00 € 86.595,00 € 1.082,00 € 4.330,00 € 10.824,00 € 92.007,00 € 2.706,00 € 12.990,00 € 162.365,00 € 6.526,00 € 79.560,00 € 5.412,00 € 5.412,00 € 10.824,00 € 10.824,00 € 202.592,00
€ 347.783,00 € 128.491,00 € 231.854,00 € 28.983,00 € 17.389,00 € 10.433,00 € 6.956,00 € 39.416,00 € 6.956,00 € 17.389,00 € 110.000,00 € 48.315,00 € 16.105,00 € 88.327,00 € 1.104,00 € 4.417,00 € 11.040,00 € 93.847,00 € 2.760,00 € 13.250,00 € 165.612,00 € 6.657,00 € 81.151,00 € 5.520,00 € 5.520,00 € 11.040,00 € 11.040,00 € 208.670,00
€ 358.216,00 € 132.346,00 € 238.810,00 € 29.852,00 € 17.911,00 € 10.746,00 € 7.165,00 € 40.598,00 € 7.165,00 € 17.911,00 € 115.000,00 € 53.147,00 € 17.716,00 € 90.094,00 € 1.126,00 € 4.505,00 € 11.261,00 € 95.724,00 € 2.815,00 € 13.515,00 € 168.924,00 € 6.790,00 € 82.774,00 € 5.630,00 € 5.630,00 € 11.261,00 € 11.261,00 € 214.930,00
€ 40.000,00 € 2.500,00 € 2.000,00
€ 41.200,00 € 2.550,00 € 2.060,00
€ 42.436,00 € 2.601,00 € 2.122,00
€ 43.709,00 € 2.653,00 € 2.186,00
€ 45.020,00 € 2.706,00 € 2.252,00
€ 46.371,00 € 2.760,00 € 2.320,00
€ 47.762,00 € 2.815,00 € 2.390,00
€ 1.455.867,00
€ 1.519.213,00
€ 1.588.962,00
€ 1.667.979,00
€ 1.718.902,00
€ 1.771.476,00
€ 1.825.790,00
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 39
Investeringen prioritaire doelstellingen – investeringsbudget 2014-2019 Toestand 31/12/2013 Bestemde gelden:
€ 4.364.445
Investeringsbudget: 2014 Uitgaverubriek
Omschrijving
Financiering
Transactiekrediet
Subsidies
Leningen
Verkoop
€ 285.000,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 3.633.333,00
€ 300.000,00
€ 3.000.000,00
€ 0,00
Aandeel OCMW stadspark
€ 195.000,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
Kleine investeringsaankopen
€ 272.985,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 4.386.318,00
€ 300.000,00
€ 3.000.000,00
€ 0,00
24 Sociale flats site Karel Picquélaan Nieuwbouw WZC
INV
EXP
Bestemde gelden
Bestemde gelden
€ 285.000,00 € 272.985,00 € 333.333,00 € 195.000,00
24 flats (PPS) Investeringsaankopen WZC Stadspark
€ 157.486,00 Planbatenheffing
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
Toestand 31/12/2014 Bestemde gelden:
€ 3.120.641,00
WZC Assistentiew. 24 flats K.P. Investeringsaankopen
€ 966.667,00 € 1.252.465,00 € 285.000,00 € 0,00
pag. 40
Aandeel stadspark Pensioenfonds Senioren onder de toren Herbestemming WZC
€ 0,00 € 416.509,00 € 100.000,00 € 100.000,00
Kleine investeringsaankopen: Beleidsdomein 01: 110 110 119 119
Beleidsdomein 02: 900 946 951 951
Beleidsdomein 03: 950 950 950 953 953 953 953
ALGEMEEN BESTUUR & INTERNE WERKING Onderhoud/grote herstellingen CC Informatica/kantooruitrusting Installaties, machines, uitrusting Dienstwagen
22 24 23 24
€ 32.500,00 € 42.500,00 € 10.000,00 € 17.500,00
IE-09 IE-08 IE-09 IE-09
Overig beleid Informatica & uitr. Overig beleid Overig beleid
24 24 22 24
€ 25.000,00 € 7.500,00 € 15.000,00 € 5.000,00
IE-09 IE-09 IE-09 IE-09
Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid
22 23 24 22 22 23 24
€ 5.000,00 € 2.500,00 € 2.500,00 € 42.500,00 € 2.500,00 € 37.985,00 € 25.000,00
IE-09 IE-09 IE-09 IE-09 IE-09 IE-09 IE-09
Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid
SOCIAAL HUIS Meubilair, kantooruitrusting Dienstwagen MLT Onderhoud/herstellingen D.C. Meubilair/kantooruitrusting
WOONZORG Onderhoud/herstellingen Installaties/machines & uitrusting BFL Meubilair BJFL Onderhoud/herstellingen WZC Assisentiewoningen WZC Installaties/machines & uitrusting Meubilair, kantooruitrusting WZC
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 41
€ 272.985,00 Investeringsenveloppe 08 (IE-08) Investeringsenveloppe 09 (IE-09)
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
€ 42.500,00 € 230.485,00
pag. 42
Investeringsbudget: 2015 Uitgaverubriek
Omschrijving
24 Sociale flats site Karel Picquélaan Nieuwbouw WZC Kleine investeringsaankopen
INV
Bestemde gelden
Financiering
Transactiekrediet
Subsidies
Leningen
Verkoop
€ 285.000,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 3.633.333,00
€ 300.000,00
€ 3.000.000,00
€ 0,00
€ 150.000,00
€ 0,00
€ 150.000,00
€ 0,00
€ 4.068.333,00
€ 300.000,00
€ 3.150.000,00
€ 0,00
Toestand 31/12/2015 Bestemde gelden:
€ 2.502.308,00
€ 285.000,00 24 flats € 333.333,00 WZC
WZC Assistentiew. 24 flats K.P. Investeringsuit. Aandeel stadspark Pensioenfonds Senioren onder de toren Herbestemming WZC
Kleine investeringsaankopen: Beleidsdomein 01:
ALGEMEEN BESTUUR & INTERNE WERKING OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 43
€ 633.334,00 € 1.252.465,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 416.509,00 € 100.000,00 € 100.000,00
110 110 119 119
Beleidsdomein 02: 900 946 951 951
Beleidsdomein 03: 950 950 950 953 953 953
Onderhoud/grote herstellingen CC Informatica/kantooruitrusting Installaties, machines, uitrusting Dienstwagen
22 24 23 24
€ 17.858,00 € 23.353,00 € 5.495,00 € 9.616,00
IE-09 IE-08 IE-09 IE-09
Overig beleid Informatica & uitr. Overig beleid Overig beleid
24 24 22 24
€ 13.737,00 € 4.121,00 € 8.242,00 € 2.747,00
IE-09 IE-09 IE-09 IE-09
Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid
22 23 24 22 23 24
€ 2.747,00 € 1.374,00 € 1.374,00 € 24.727,00 € 20.872,00 € 13.737,00
IE-09 IE-09 IE-09 IE-09 IE-09 IE-09
Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid
SOCIAAL HUIS Meubilair, kantooruitrusting Dienstwagen MLT Onderhoud/herstellingen D.C. Meubilair/kantooruitrusting
WOONZORG Onderhoud/herstellingen Installaties/machines & uitrusting BFL Meubilair BJFL Onderhoud/herstellingen WZC Installaties/machines & uitrusting Meubilair, kantooruitrusting WZC
€ 150.000,00 Investeringsenveloppe 08 (IE-08) Investeringsenveloppe 09 (IE-09)
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
€ 126.647,00 € 23.353,00
pag. 44
Investeringsbudget: 2016 Uitgaverubriek
Omschrijving
Financiering
Transactiekrediet
Subsidies
Leningen
Verkoop
€ 3.633.333,00
€ 0,00
€ 3.000.000,00
€ 0,00
Assistentiewoningen 2de fase
€ 926.232,00
€ 300.000,00
€ 0,00
€ 0,00
Kleine investeringsaankopen
€ 150.000,00
€ 0,00
€ 150.000,00
€ 0,00
€ 4.709.565,00
€ 300.000,00
€ 3.150.000,00
€ 0,00
Toestand 31/12/2016 Bestemde gelden:
€ 1.242.742,00
Nieuwbouw WZC
INV
Bestemde gelden
€ 633.334,00 WZC € 626.232,00 Assistentie 2de fase
WZC Assistentiew. 24 flats K.P. Investeringsuit. Aandeel stadspark Pensioenfonds Senioren onder de toren Herbestemming WZC
Kleine investeringsaankopen: Beleidsdomein 01:
ALGEMEEN BESTUUR & INTERNE WERKING OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 45
€ 0,00 € 626.233,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 416.509,00 € 100.000,00 € 100.000,00
110 110 119 119
Beleidsdomein 02: 900 946 951 951
Beleidsdomein 03: 950 950 950 953 953 953
Onderhoud/grote herstellingen CC Informatica/kantooruitrusting Installaties, machines, uitrusting Dienstwagen
22 24 23 24
€ 17.858,00 € 23.353,00 € 5.495,00 € 9.616,00
IE-09 IE-08 IE-09 IE-09
Overig beleid Informatica & uitr. Overig beleid Overig beleid
24 24 22 24
€ 13.737,00 € 4.121,00 € 8.242,00 € 2.747,00
IE-09 IE-09 IE-09 IE-09
Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid
22 23 24 22 23 24
€ 2.747,00 € 1.374,00 € 1.374,00 € 24.727,00 € 20.872,00 € 13.737,00
IE-09 IE-09 IE-09 IE-09 IE-09 IE-09
Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid
SOCIAAL HUIS Meubilair, kantooruitrusting Dienstwagen MLT Onderhoud/herstellingen D.C. Meubilair/kantooruitrusting
WOONZORG Onderhoud/herstellingen Installaties/machines & uitrusting BFL Meubilair BJFL Onderhoud/herstellingen WZC Installaties/machines & uitrusting Meubilair, kantooruitrusting WZC
€ 150.000,00 Investeringsenveloppe 08 (IE-08) Investeringsenveloppe 09 (IE-09)
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
€ 126.647,00 € 23.353,00
pag. 46
Investeringsbudget: 2017 Uitgaverubriek
Omschrijving
Assistentiewoningen 2de fase
Transactiekrediet
Subsidies
Leningen
Verkoop
€ 926.233,00
€ 300.000,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 150.000,00
€ 0,00
€ 150.000,00
€ 0,00
€ 1.076.233,00
€ 300.000,00
€ 150.000,00
0,00 €
Toestand 31/12/2017 Bestemde gelden:
€ 616.509,00
Aandeel OCMW stadspark Kleine investeringsaankopen
INV
Bestemde gelden
Financiering
€ 626.233,00 Assistentie 2de fase
WZC Assistentiew. 24 flats K.P. Investeringsuit. Aandeel stadspark Pensioenfonds Senioren onder de toren Herbestemming WZC
Kleine investeringsaankopen: Beleidsdomein 01:
ALGEMEEN BESTUUR & INTERNE WERKING
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 47
€ 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 416.509,00 € 100.000,00 € 100.000,00
110 110 119 119
Beleidsdomein 02: 900 946 951 951
Beleidsdomein 03: 950 950 950 953 953 953
Onderhoud/grote herstellingen CC Informatica/kantooruitrusting Installaties, machines, uitrusting Dienstwagen
22 24 23 24
€ 17.858,00 € 23.353,00 € 5.495,00 € 9.616,00
IE-09 IE-08 IE-09 IE-09
Overig beleid Informatica & uitr. Overig beleid Overig beleid
24 24 22 24
€ 13.737,00 € 4.121,00 € 8.242,00 € 2.747,00
IE-09 IE-09 IE-09 IE-09
Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid
22 23 24 22 23 24
€ 2.747,00 € 1.374,00 € 1.374,00 € 24.727,00 € 20.872,00 € 13.737,00
IE-09 IE-09 IE-09 IE-09 IE-09 IE-09
Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid
SOCIAAL HUIS Meubilair, kantooruitrusting Dienstwagen MLT Onderhoud/herstellingen D.C. Meubilair/kantooruitrusting
WOONZORG Onderhoud/herstellingen Installaties/machines & uitrusting BFL Meubilair BJFL Onderhoud/herstellingen WZC Installaties/machines & uitrusting Meubilair, kantooruitrusting WZC
€ 150.000,00 Investeringsenveloppe 08 (IE-08) Investeringsenveloppe 09 (IE-09)
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
€ 126.647,00 € 23.353,00
pag. 48
Investeringsbudget: 2018 Uitgaverubriek
Omschrijving
Financiering
Transactiekrediet
Subsidies
Leningen
Verkoop
€ 300.000,00
€ 300.000,00
€ 0,00
€ 0,00
Senioren onder de Toren
€ 50.000,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
Herbestemming Woonzorgcentrum
€ 50.000,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 150.000,00
€ 0,00
€ 150.000,00
€ 0,00
€ 550.000,00
€ 300.000,00
€ 150.000,00
0,00 €
Toestand 31/12/2018 Bestemde gelden:
€ 516.509,00
Assistentiewoningen 2de fase
Kleine investeringsaankopen
INV
Bestemde gelden
€ 50.000,00 Senioren onder de toren € 50.000,00 Herbestemming WZC
WZC Assistentiew. 24 flats K.P. Investeringsuit. Aandeel stadspark Pensioenfonds Senioren onder de toren Herbestemming WZC
Kleine investeringsaankopen:
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 49
€ 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 416.509,00 € 50.000,00 € 50.000,00
Beleidsdomein 01: 110 110 119 119
Beleidsdomein 02: 900 946 951 951
Beleidsdomein 03: 950 950 950 953 953 953
ALGEMEEN BESTUUR & INTERNE WERKING Onderhoud/grote herstellingen CC Informatica/kantooruitrusting Installaties, machines, uitrusting Dienstwagen
22 24 23 24
€ 17.858,00 € 23.353,00 € 5.495,00 € 9.616,00
IE-09 IE-08 IE-09 IE-09
Overig beleid Informatica & uitr. Overig beleid Overig beleid
24 24 22 24
€ 13.737,00 € 4.121,00 € 8.242,00 € 2.747,00
IE-09 IE-09 IE-09 IE-09
Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid
22 23 24 22 23 24
€ 2.747,00 € 1.374,00 € 1.374,00 € 24.727,00 € 20.872,00 € 13.737,00
IE-09 IE-09 IE-09 IE-09 IE-09 IE-09
Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid
SOCIAAL HUIS Meubilair, kantooruitrusting Dienstwagen MLT Onderhoud/herstellingen D.C. Meubilair/kantooruitrusting
WOONZORG Onderhoud/herstellingen Installaties/machines & uitrusting BFL Meubilair BJFL Onderhoud/herstellingen WZC Installaties/machines & uitrusting Meubilair, kantooruitrusting WZC
€ 150.000,00 Investeringsenveloppe 08 (IE-08) Investeringsenveloppe 09 (IE-09)
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
€ 126.647,00 € 23.353,00
pag. 50
Investeringsbudget: 2019 Uitgaverubriek
Omschrijving
Financiering
Transactiekrediet
Subsidies
Leningen
Verkoop
€ 300.000,00
€ 300.000,00
€ 0,00
€ 0,00
Senioren onder de Toren
€ 50.000,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
Herbestemming Woonzorgcentrum
€ 50.000,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 0,00
€ 150.000,00
€ 0,00
€ 150.000,00
€ 0,00
€ 550.000,00
€ 300.000,00
€ 150.000,00
€ 0,00
Toestand 31/12/2019 Bestemde gelden:
€ 416.509,00
Assistentiewoningen 2de fase
Kleine investeringsaankopen
INV
Bestemde gelden
€ 50.000,00 Senioren onder de toren € 50.000,00 Herbestemming WZC
WZC Assistentiew. 24 flats K.P. Investeringsuit. Aandeel stadspark Pensioenfonds Senioren onder de toren Herbestemming WZC
Kleine investeringsaankopen: Beleidsdomein 01:
ALGEMEEN BESTUUR & INTERNE WERKING
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 51
€ 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 416.509,00 0,00 0,00
110 110 119 119
Beleidsdomein 02: 900 946 951 951
Beleidsdomein 03: 950 950 950 953 953 953
Onderhoud/grote herstellingen CC Informatica/kantooruitrusting Installaties, machines, uitrusting Dienstwagen
22 24 23 24
€ 17.858,00 € 23.353,00 € 5.495,00 € 9.616,00
IE-09 IE-08 IE-09 IE-09
Overig beleid Informatica & uitr. Overig beleid Overig beleid
24 24 22 24
€ 13.737,00 € 4.121,00 € 8.242,00 € 2.747,00
IE-09 IE-09 IE-09 IE-09
Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid
22 23 24 22 23 24
€ 2.747,00 € 1.374,00 € 1.374,00 € 24.727,00 € 20.872,00 € 13.737,00
IE-09 IE-09 IE-09 IE-09 IE-09 IE-09
Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid Overig beleid
SOCIAAL HUIS Meubilair, kantooruitrusting Dienstwagen MLT Onderhoud/herstellingen D.C. Meubilair/kantooruitrusting
WOONZORG Onderhoud/herstellingen Installaties/machines & uitrusting BFL Meubilair BJFL Onderhoud/herstellingen WZC Installaties/machines & uitrusting Meubilair, kantooruitrusting WZC
€ 150.000,00 Investeringsenveloppe 08 (IE-08) Investeringsenveloppe 09 (IE-09)
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
€ 126.647,00 € 23.353,00
pag. 52
Organogram OCMW Deinze Raad voor Maatschappelijk Welzijn Vast Bureau Voorzitter (MAT)
Secretaris (MAT)
Financieel beheerder/ Ontvanger (MAT)
Kwaliteitszorg en juridisch advies
INTERNE ZAKEN
SOCIAAL HUIS
WOONZORG
Diensthoofd interne zaken (MAT)
Diensthoofd Sociaal Huis (MAT)
Algemeen directeur woonzorg (MAT)
Financiën patrimonium en informatica
Secretariaat onthaal en communicatie
Sociale dienst
Assistentiewoningen
Woonzorgcentrum
Domus Donza wonen en energie
Thuisdiensten: maaltijden aan huis poetsdienst
Bewonerszorg Verzorging en verpleging Kinestherapie Animatie en reactivatie
Facilitaire diensten Keuken/ maaltijdenverdeling Schoonmaak Wasserij (*) Naaiatelier (*)
Personeelsdienst
Technische dienst
Kortverblijf
Dienstencentrum en bejaardenflats
Buurtcentrum De Rekkelinge
(*) uitdovend (MAT) = lid van het managementteam
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 53
Administratie Sociale dienst Secretariaat / onthaal
Personeel (TM1): Aantal voltijds equivalenten (VTE)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Vastbenoemd Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Niveau E
37,00 4,00 13,00 10,00 6,00 4,00
37,00 4,00 13,00 10,00 6,00 4,00
37,00 4,00 13,00 10,00 6,00 4,00
37,00 4,00 13,00 10,00 6,00 4,00
37,00 4,00 13,00 10,00 6,00 4,00
37,00 4,00 13,00 10,00 6,00 4,00
Contractueel (niet-gesco) Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Niveau E
54,89 1,50 8,25 14,80 8,00 22,34
57,39 1,50 8,75 16,80 8,00 22,34
57,39 1,50 8,75 16,80 8,00 22,34
57,39 1,50 8,75 16,80 8,00 22,34
57,39 1,50 8,75 16,80 8,00 22,34
57,39 1,50 8,75 16,80 8,00 22,34
Gesco Niveau C Niveau D Niveau E
30,00 3,50 5,00 21,50
29,50 3,50 4,50 21,50
30,50 3,50 5,50 21,50
30,50 3,50 5,50 21,50
30,50 3,50 5,50 21,50
30,50 3,50 5,50 21,50
TOTAAL Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D Niveau E
121,89 5,50 21,25 28,30 19,00 47,84
123,89 5,50 21,75 30,30 18,50 47,84
124,89 5,50 21,75 30,30 19,50 47,84
124,89 5,50 21,75 30,30 19,50 47,84
124,89 5,50 21,75 30,30 19,50 47,84
124,89 5,50 21,75 30,30 19,50 47,84
OCMW Deinze Meerjarenplan 2014-2019 Toelichting
pag. 54