Meerjarenplan 2014-2019 OCMW Opglabbeek
Inhoudsopgave Deel 1: Strategische nota ........................................................................................................................................................... 3 Deel 2: Financiële nota ............................................................................................................................................................... 7 Deel 3: Toelichting bij het meerjarenplan ........................................................................................................................... 9 3.1 Totstandkoming van het meerjarenplan 2014-2019 .......................................................................................... 9 3.1.1 De omgevingsanalyse ............................................................................................................................................ 9 3.1.2 De politieke prioriteiten .......................................................................................................................................32 3.1.3 De prioriteiten van de administratie ...............................................................................................................32 3.1.4 Inspraak door de bevolking ................................................................................................................................32 3.2 De financiële risico’s ......................................................................................................................................................38 3.3 Overzicht van alle beleidsdoelstellingen ...............................................................................................................41 3.4 Interne organisatie .........................................................................................................................................................47 3.4.1 Het organogram van het OCMW ......................................................................................................................47 3.4.2 Overzicht van het personeelsbestand (TM1) ...............................................................................................48 3.4.3 Overzicht van de budgethouders ....................................................................................................................48 3.4.4 Overzicht van de beleidsvelden per beleidsdomein ................................................................................49 3.5 Overzicht van de activiteiten die opgenomen zijn onder de financiële vaste activa ...........................51 3.6 Overzicht van de financiële schulden (TM2) ........................................................................................................51
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
2
Deel 1: Strategische nota De strategische nota geeft een beschrijving van de prioritaire beleidsdoelstellingen en de beleidsopties van het OCMW van Opglabbeek voor de periode 2014-2019. De beleidskeuzes die door het OCMW werden gemaakt, kwamen tot stand na een proces van beleidsvoorbereidend werk. Dit werk wordt beschreven in deel 3, de toelichting bij dit meerjarenplan. In deze toelichting wordt eveneens een overzicht gegeven van de overige beleidsdoelstellingen die niet als prioritair aangeduid werden. Er werd één prioritaire beleidsdoelstelling voor het OCMW weerhouden. Prioritaire beleidsdoelstelling OCMW: Het realiseren van diverse vormen van woon – en zorgaanbod voor ouderen en zorgbehoevenden, waarbij langer thuis kunnen wonen centraal staat. In je eigen omgeving wonen, gezond en gelukkig oud worden; dit is wat velen wensen. Dit is ook wat gemeente en OCMW Opglabbeek willen faciliteren, in het alledaagse leven in de gemeente. Gemeentebestuur en OCMW zijn zich bewust van het verschil in leefwereld van de ouderen. Deze problematiek speelt zowel in de steden als op het platteland als in de kleinere gemeente. Lokaal zijn er grote verschillen hoe ouderen wonen en leven en wat hun wensen zijn voor de toekomst. De verschillen in de ruimtelijke situatie, de toestand van de eigen woning, het voorzieningsniveau, de mobiliteit en de eigen woonwensen, vragen om een specifieke aanpak en beleid. De vergrijzing in de gemeente zoals elders vraagt om nieuwe en vernieuwende antwoorden. Zorg moet op onzichtbare wijze onderdeel worden van de eigen leefomgeving en de grote private en sociale bouwprojecten die gepaard gaan met de vergrijzing moeten gebruikt worden om de levenskwaliteit van ouderen in de gemeente te verbeteren. We willen alles inzetten opdat ouderen en andere minder mobiele mensen hun verbinding niet verliezen met hun eigen gemeente, hun familie, de voorzieningen en hun sociaal netwerk. Deze ontwikkelingen bieden aan de gemeente en het OCMW een uitgelezen kans om in het voorjaar 2014 hierover een masterplan op te maken waarbij de professionele- en ouderenorganisaties zullen betrokken worden. De ambitie is om met de typische eigenschappen van de gemeente een voorbeeldproject te maken inzake visie op ouderenzorg. Hierbij kan aangetoond worden op welke wijze er levendige plekken in de gemeenten kunnen gerealiseerd worden, waarin zorg onzichtbaar is geïntegreerd en die mensen fysiek en sociaal cultureel activeert en stimuleert. Ook mogelijke interactie en/of vermenging met andere functies en zorgvormen (bijvoorbeeld zorg voor kinderen) zal hierbij onderzocht worden. Actieplan 1 : Het vormen van een visie omtrent wonen voor ouderen en zorgbehoevenden Acties : • • •
Afbakenen van de scope van de visie Behoeftenonderzoek Haalbaarheidsstudie van de diverse woonvormen OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
3
Actieplan 2 : Het realiseren van de visie omtrent wonen voor ouderen en zorgbehoevenden Acties : •
•
Een faciliterende rol opnemen in de uitbreiding van reeds bestaande vormen van wonen voor ouderen en zorgbehoevenden (uitbreiding woon-zorgcentrum van 60 naar 90, woongelegenheden, CADO-familiehulp…) Een sturende rol opnemen in het realiseren van nieuwe vormen van wonen voor ouderen en zorgbehoevenden door het ontwikkelen van de woonzorgzone (assistentiewoningen,…)
Actieplan 3 : Het realiseren van een adequaat zorgaanbod voor ouderen en zorgbehoevenden Acties : • • •
Bestaand aanbod thuiszorgdiensten evalueren en selectief uitbouwen in functie van meerwaarde en financiële mogelijkheden Haalbaarheidsstudie uitbreiding dienstverlening : bezoekteams en boodschappendienst Ontwikkeling – uitbouw lokaal dienstencentrum (LDC)
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
4
Overzicht van alle prioritaire doelstellingen gemeente – OCMW : SD: Instandhouding en versterken van lokale economie en, overeenkomstig, werkgelegenheid, met respect voor behoud van landelijke karakter van Opglabbeek. 2014000029
BD:Tegen 2019 de oppervlakte van het bestaande regionale industrieterrein vergroten 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
E
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
A
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Totaal
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 € 2014000026
AP: Onderzoeken van de mogelijke scenario's regionaal industrieterrein 2014 2015 2016 2017 2018 2019 X
2014000030
BD:Tegen 2019 wordt minstens 5 ha van het industrieterrein voorzien voor lokaal gebruik (lokale KMO-zone) 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
E
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
A
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Totaal
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
AP: Verwerving van nodige gronden en herbestemming gronden industrieterrein voor lokaal gebruik 2014 2015 2016 2017 2018 2019 X
2014000027
AP: Aanleg van infrastructuur lokale KMO-zone 2014 2015 2016 2017 2018 X
2014000028
2019
2014000031
BD:Tegen 2019 wordt het industrieterrein optimaal ontsloten voor alle verkeersmodi 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
E
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
A
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Totaal
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
AP: Wijzigen en aanpassen infrastructuur industrieterrein 2014 2015 2016 2017 2018 X
0,00 € 2014000029
2019
2014000030
AP: Creëren van opening bij de hogere overheid voor een betere ontsluiting via de as Genk-Bree 2014 2015 2016 2017 2018 2019 X
SD: Verhogen en verbeteren van zorgaanbod, welzijn en solidariteit in de gemeente. 2014000035
BD:Het realiseren van diverse vormen van woon- en zorg aanbod voor ouderen en zorgbehoevenden, waarbij langer thuis kunnen 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
E
36.700,00 €
59.500,00 €
37.400,00 €
18.650,00 €
38.250,00 €
19.000,00 €
38.950,00 €
19.400,00 €
39.850,00 €
19.800,00 €
40.550,00 €
20.200,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
A
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
36.700,00 €
59.500,00 €
37.400,00 €
18.650,00 €
38.250,00 €
19.000,00 €
38.950,00 €
19.400,00 €
39.850,00 €
19.800,00 €
40.550,00 €
20.200,00 €
Totaal
AP: Het vormen van een visie omtrent wonen voor ouderen en zorgbehoevenden 2014 2015 2016 2017 2018 2019 X
2014000039
AP: Het realiseren van de visie omtrent wonen voor ouderen en zorgbehoevenden 2014 2015 2016 2017 2018 2019 X
2014000040
AP: Het realiseren van een adequaat zorgaanbod voor ouderen en zorgbehoevenden 2014 2015 2016 2017 2018 2019 X X X X X X
2014000041
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
5
SD: Uitbouw van Opglabbeek tot een dynamische gemeente met een vrijetijdsaanbod dat aangepast is aan haar inwoners 2014000052
BD:Het gemeentebestuur en/of het AGBO heeft een aanbod dat enerzijds gericht is op levenslang leren en bewegen en dat anderzijds 2014
2015
2016
2017
2018
2019
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
Uitgaven
Ontvangsten
E
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
I
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
A
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
Totaal
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 €
0,00 € 2014000088
AP: Aanbod specifiek gericht op jeugd 2014 2015 2016 2017 X
2018
2019
AP: Aanbod specifiek gericht op senioren 2014 2015 2016 2017 X
2018
2019
AP: Actueel aanbod naar een breed publiek 2014 2015 2016 2017 X
2018
2019
2014000089
2014000090
AP: Ontplooien en ondersteunen van gemeenschapsvormende activiteiten 2014 2015 2016 2018 2019 2017 X
2014000091
AP: In stand houden en promoten lokaal erfgoed 2014 2015 2016 2017 2018 X
2014000092
2019
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
6
Deel 2: Financiële nota Financieel doelstellingenplan 2014 -2019
Uit het financieel doelstellingenplan blijkt dat er qua budgettair resultaat in 2014 een negatief saldo van € 64.100,00 is. Hierbij valt op te merken dat het exploitatiebudget ook negatief is. Wat betreft de planningsperiode 2015-2019, wordt er gestreefd naar een positief exploitatiebudget van circa € 50.000,00 waardoor de negatieve saldo’s van zowel het investeringsbudget als ‘andere’ in positieve zin gecompenseerd worden.
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
7
Staat van het financiële evenwicht 2014 -2019
Zoals uit de staat van het financiële evenwicht blijkt, is voldaan aan de voorwaarde dat het resultaat op kasbasis voor elk financieel boekjaar van het meerjarenplan groter moet zijn dan of gelijk aan nul. De voorwaarde van het structureel evenwicht, de autofinancieringsmarge van het laatste financiële boekjaar van het meerjarenplan is groter dan of gelijk aan nul, is ook behaald (nl. € 12.550,00). Het derde criterium waarbij de som van de autofinancieringsmarge voor de hele duur van de financiële nota groter moet zijn dan of gelijk aan nul, wordt met een positief saldo van € 65.500,00 vrij nipt gerealiseerd.
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
8
Deel 3: Toelichting bij het meerjarenplan 3.1 Totstandkoming van het meerjarenplan 2014-2019 De beleidskeuzes die door het OCMW werden gemaakt, kwamen tot stand na een proces van beleidsvoorbereidend werk. Dit gebeurde samen met het gemeentebestuur. Er werd uit verschillende bronnen geput.
3.1.1 De omgevingsanalyse Artikel 9 van het Ministerieel besluit tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, stelt dat elke toelichting bij het meerjarenplan een omgevingsanalyse moet bevatten. De omgevingsanalyse heeft een tweeledig doel. Ten eerste dient dit om de gekozen beleidsprioriteiten uit het meerjarenplan te verantwoorden en te motiveren. Ten tweede kan de omgevingsanalyse een basis zijn voor de verdere oriëntatie van het beleid. Wanneer het beleid moet veranderen, verbeteren of op maatschappelijke evoluties inspelen kunnen aan de hand van de omgevingsanalyse verdere beleidsprioriteiten gesteld worden. De beheers- en beleidscyclus (BBC) heeft onder andere als doel om het strategisch management te versterken binnen de lokale overheden. Bij strategische beleidsplanning is het gebruik van een SWOTanalyse een vaak beproefde methode. Om de omgevingsanalyse van de gemeente en het OCMW van Opglabbeek op te stellen werd ook gebruik gemaakt van dergelijke analyse. In het hoofdstuk methodiek wordt het gebruik en de constructie van een SWOT-analyse verder uitgelegd. In eerste instantie zullen zowel de sterktes en zwaktes van de organisatie (intern), als de opportuniteiten en uitdagingen van de organisatie (extern) weergegeven worden. Zo schetsen we het profiel van de organisatie binnen haar omgeving. In tweede instantie kan deze profielschets leiden tot concrete aanbevelingen in actieplannen en acties, die dan opgenomen zullen worden in de inspiratienota. De inspiratienota is een synthese van de omgevingsanalyse, die gecreëerd wordt vanuit de expertise van de administratie. De beleidsploeg gebruikt de inspiratienota als basis voor overleg over de beleidsvisie en beleidsprioriteiten. Vandaar uit stemt de beleidsploeg zijn beleidsdoelstellingen af met de noden van de organisatie, het Vlaams beleid en het advies van externe partners. Methodiek De SWOT- analyse is een vaak gebruikte methode binnen strategisch management. Het letterwoord SWOT roept enkele pertinente vragen op waarmee organisaties kritisch bekeken kunnen worden. Sterktes van een organisatie zijn dingen die een organisatie goed doet, waar anderen de organisatie voor bewonderen. Zwaktes (weaknesses) zijn zaken die de organisatie kan verbeteren, wat de organisatie beter kan vermijden. Kansen (opportunities) zijn tools die de organisatie kan aanwenden om te verbeteren, trends waarmee de organisatie een voordeel uit kan halen. Bedreigingen (threats) zijn obstakels die je organisatie moet overwinnen. OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
9
Tijdens de startvergadering werden clusters afgelijnd waarmee de SWOT-analyse opgebouwd werd. Deze clusters zijn groeperingen van verwante diensten die vaak een gemeenschappelijk of overlappend werkveld beslaan. Deze clusters corresponderen hoofdzakelijk met de gekozen beleidsdomeinen binnen het BBC. Voor elke cluster zal een interne en externe analyse gemaakt worden. Voor de interne analyse van de gemeente zal er gebruik gemaakt worden van drie clusters: bestuur, omgeving en vrije tijd. Voor de interne analyse van het OCMW is gekozen voor één cluster, namelijk welzijn. Alle clusters worden samengenomen voor het uitvoeren van de externe analyse van de gemeente en het OCMW. De interne analyse is voor beide organisaties opgebouwd rond zeven vlakken. Aan de hand van tien gerichte gesloten vragen binnen elk vlak wordt het interne profiel belicht en geëvalueerd. De zeven vlakken voor de interne analyses zijn: strategie en planning, financieel beheer, innovatie en dienstverlening, communicatie en reputatie, kwaliteit en interne controle, personeel en organisatie, samenwerking en netwerken. Deze zeven vlakken worden in een positioneringsrooster weergegeven. Zo kan gezien worden voor welke vlakken de cluster sterk/zwak scoort en welke vlakken als belangrijk/minder belangrijk worden beschouwd. Hier kunnen dan de werkpunten voor de interne organisatie worden uit afgeleid. De externe analyse wordt opgebouwd rond zes vlakken. Binnen elk vlak schetsen we de omgeving van de organisatie en de mogelijke impact hiervan op het beleid. De zes vlakken zijn: institutioneel, economisch, demografisch en sociaal, technologisch, ecologisch en maatschappelijk. Deze vlakken worden ook in een positioneringsrooster weergegeven. Hieruit blijkt welke omgevingsfactoren de belangrijkste invloed hebben op de organisatie en in welke mate de organisatie klaar is om zijn beleid daarop af te stemmen.
Basisprofiel Op 1 januari 2012 huisvest de gemeente Opglabbeek 10195 inwoners. Ten aanzien van 2010 betekent dit een groei van 10.1%. De bevolkingsgroei op het Vlaamse niveau bedraagt slechts de helft, namelijk 5.2%. Tussen 2011 en 2020 wordt een bevolkingsgroei van gemiddeld 5.9% verwacht in Opglabbeek. Per 1000 inwoners verblijven er 56.1vreemdelingen in de gemeente. De aanvullende personenbelasting bedraagt momenteel 7.0%. Op economische vlak groeiden de Opglabbeekse ondernemingen met 42%. De gemeente kan zijn onroerende goederen eventueel verkopen tegen een marktprijs van 123.3 EUR/m2. De Opglabbeekse burgers produceren elk jaarlijks (laatste meting 2010) 831.4 kg huishoudelijk afval. Deze hoeveelheid ligt een stukje boven het Vlaams gemiddelde van 524.8 kg per inwoner per jaar. De uitvoeringsgraad van de rioleringen ligt op 97.8%. In Vlaanderen is dit gemiddeld slechts 70.7%. de zuiveringsgraad ligt in Opglabbeek op 97. Sociaal-economisch gezien bestaat er in Opglabbeek een aanbod van gemiddeld 0.2 sociale huurwoningen (laatste meting in 2008). Dit is een heel stuk onder het Vlaamse gemiddelde van 5.5. De jobratio bedraagt 81.0% in de gemeente. Op Vlaams niveau bedraagt de jobratio 73.4%. De werkloosheidsgraad gezien in november 2012 ligt op 6.43%. Gemiddeld verdienen Opglabbeekse inwoners 15008 EUR per jaar. Per 1000 inwoners zijn er 1.6 leefloontrekkenden. Het aantal geregistreerde diefstallen en afpersingen staat in 2010 op 10.8 zaken per 1000 inwoners. Dit aantal ligt OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
10
op het Vlaams niveau heel wat hoger, namelijk 31.4 gevallen van diefstal of afpersing op 1000 inwoners. Interne analyse: gemeente Positionering De drie domeinen, bestuur, omgeving en vrije tijd, hebben binnen de gemeente Opglabbeek elk andere accenten gekregen. Voor het domein bestuur zijn vooral de vlakken strategie en planning, financieel beheer en kwaliteit en interne controle belangrijk. De vlakken personeel en organisatie, financieel beheer en communicatie en reputatie zijn het meest prominent aanwezig in het domein omgeving. Voor het domein vrije tijd scoren alle zes de vlakken minimum een 7.5 op de tienpuntenschaal van belangrijkheid. We weten nu grofweg wat de meest belangrijke vlakken zijn per domein. In wat volgt gaan we per vlak uiteenzetten wat de zwakke punten, de sterke punten en de aanbevelingen van de clusters zijn. Strategie en planning Op dit vlak vertoont de organisatie zwakke punten. Ten eerste werkt de organisatie niet steeds met concrete doelstellingen. Hier is nog veel verbeteringsruimte. Dit probleem doet zich voor bij de meeste facetten van de organisatie. De strategie is niet organisatiebreed gekend en gedragen door de medewerkers. Vanuit beleidsvormende hoek wordt de strategie ook niet uitvoerig vertaald naar een strategische beleidsnota. Vaak worden slechts onderdelen van de strategie neergeschreven en uitgewerkt, los van het totaalbeeld. Uitgezonderd de cluster “vrije tijd”, is er nog veel ruimte voor verbetering in de uitvoering, opvolging en bijsturing van de strategie. Ten tweede gebeurt de rapportering door de clusters veel te vaak ad hoc en op jaarlijkse basis. Ook worden er vaak ad hoc acties opgesteld binnen de organisatie. Positief hier is dat de cluster “vrije tijd” wel overwegend goed scoort qua strategie en planning. Een reden hiervoor is de verplichting om sterke beleidsplannen op te stellen in het kader van de sectorale decreten van de hogere overheid. Enkele aanbevelingen worden gedaan om de strategische planningscapaciteit van de organisatie te verhogen. Ten eerste is meer projectmatige samenwerking tussen verschillende diensten van de organisatie vereist. Ten tweede moet er getracht worden om alle neuzen in één richting te krijgen. Hiervoor is één duidelijke visie nodig die expliciet gecommuniceerd wordt naar alle medewerkers van de organisatie. Iedereen moet dan ook de kans krijgen om vrij zijn mening te uiten binnen de organisatie. Ten derde moet de dienstverlening geoptimaliseerd worden door middel van digitalisering en ontvoogding. Ten vijfde moet binnen de cluster “vrije tijd” meer structureel, integraal en sectoroverschrijdend te werk worden gegaan. De clusters “werken” en “ruimte” moeten meer toekomstgerichte plannen krijgen. Financieel beheer Problematisch hier is ten eerste dat het budget niet steeds aangepast wordt aan de noodzaak van de basiswerking. Het is hoofdzakelijk de basiswerking die aan het budget wordt aangepast. Ten tweede is er nog ruimte voor meer overleg en terugkoppeling tussen de verschillende clusters wanneer het budget opgemaakt wordt. Ook is meer openheid over vrije budgetruimte noodzakelijk. Ten slotte ontbreekt een koppeling tussen het strategische en het financiële luik. OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
11
De organisatie past wel al 10 jaar het principe van autofinanciering toe, wat enkel maar positief is. Kostenbewustzijn bestaat in de organisatie, maar het is soms moeilijk om hier consequent in te blijven. De omvang van het budget wordt tweemaal per jaar aangepast aan de noden van de clusters. Maar een effectieve vertaling van die noden kan wel beter. De wet op overheidsopdrachten wordt stipt toegepast. De organisatie koopt meestal gezamenlijk zaken aan, maar dit kan planmatiger verlopen. Het meerjarenplan omvat een exacte lijst van investeringen, maar oog voor realisme is ook cruciaal. Het is ten zeerste aanbevolen om meer overleg te plegen tussen beleid en administratie. Ook moeten de investeringsprojecten in de begroting realistischer bekeken worden. Er moet aan de volledige organisatie meer inzicht en transparantie geboden worden in het financieel systeem. De clusters dienen meer betrokken te worden bij het opstellen en aanpassen van het budget. Ook is er nog veel ruimte om te evolueren naar een volwaardig budgethouderschap, eventueel met tussenstappen. Innovatie en dienstverlening De aanwezigheid van competenties binnen de organisatie kan nog uitgebreid worden, zeker in verband met het verkleinen van de digitale kloof en het versterken van kwalitatieve competenties. Vaak worden er onvoldoende middelen vrijgemaakt voor innovatie. Er kan nog meer collectief gewerkt worden aan het vervullen van de behoeftes van de klant. Het is positief dat de organisatie op regelmatige basis de bestaande dienstverlening in vraag durft te stellen. Er wordt vaak samen gewerkt met externe partners om nieuwe inzichten en diensten te creëren de clusters “bestuur” en “vrije tijd” bouwen de dienstverlening af en toe op eigen initiatief uit. Hier kan een meer systematische aanpak nuttig zijn. De cluster “omgeving” bevat voldoende competenties om een kwalitatieve dienstverlening te verzekeren. Zowel top-down als bottom-up is er meer aandacht nodig voor innovatie en dienstverlening. De organisatiecultuur kan enerzijds verbeteren met een systematische en structurele brainstormsessies tussen het managementteam en het college van burgemeester en schepenen. Anderzijds is meer communicatie en overleg met alle lagen van medewerkers bevorderend voor de organisatiecultuur. Het personeelsbeleid moet meer aandacht hebben voor het belang van bijscholing. Ook is het aangeraden om een snelloket of centrale onthaalbalie te ontwikkelen. Binnen de cluster “vrije tijd” moeten diensten beter op elkaar afgestemd worden. Zo kan er beter ingespeeld worden op evoluties in dienstverlening. Communicatie en reputatie De interne communicatie kan zeker nog verbeterd worden. Ook nemen de medewerkers de beschikbare informatie te weinig op. De organisatie heeft in het verleden nog geen bevraging bij het cliënteel gedaan over de reputatie van de gemeente. De bibliotheek heeft zo een proces wel al doorlopen. De interne huisstijl staat op losse schroeven. Er zijn erg weinig sjablonen beschikbaar en er is nog geen consistentie rond e-mail handtekeningen en lettertypes. Voor de externe communicatie bestaan er richtlijnen, maar die worden niet altijd gevolgd. Het gebruik van CORSA moet hier verbetering in brengen. Door de opgebouwde ervaring kent de organisatie haar cliënteel erg goed. De verschillende clusters doen erg veel moeite om haar burgers zo optimaal mogelijk te informeren, wat soms ten koste gaat van de vormgeving. Met uitzondering van de cluster “omgeving” (vaak enkele in geval van klachten) wordt de externe communicatie regelmatig kritisch bekeken. De klant kan langs diverse kanalen steeds OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
12
terecht bij de gemeente Opglabbeek. Het is positief dat er steeds oplossingsgericht gewerkt word, maar er moet structureel meer aandacht komen voor collectieve dienstverlening. Zowel de interne als de externe communicatie heeft nood aan meer structuur een eenvormigheid. De huisstijl moet geoptimaliseerd worden. Net zoals er meer met elkaar gewerkt moet worden dan langs elkaar door. Ook moeten de nieuwe tools beter benut worden. Zo kan de burger efficiënter bereikt worden. Kwaliteit en controle De organisatie stelt de klantvriendelijkheid niet systematisch in vraag. Enkele de cluster “vrije tijd” bevraagt occasioneel of na een incident haar cliënteel. Er is weinig expliciete en systematische kwaliteitscontrole in de organisatie aanwezig. Enkele individuele initiatieven per dienst zijn hierop de uitzondering. De dienstverlening van de gemeente Opglabbeek voorziet in de huidige noden van haar burgers. De organisatie registreert alle binnenkomende klachten en probeert hier zo spoedig mogelijk op te reageren. Het arbeidsreglement bevat een deontologische code die van toepassing is op alle medewerkers. De infrastructuur voldoet aan de huidige noden, maar is er zeker ruimte voor verbetering. De organisatie dient te streven naar een integrale aanpak rond controle in de organisatie en dit naar de normen van het gemeentedecreet. Momenteel zijn er wel al initiatieven hieromtrent met de implementering van het BBC en het gebruik van CORSA. Personeel en organisatie Er wordt eerder gewerkt met personeelsadministratie dan met een volwaardig HRM-beleid. De personeelsbehoeften worden op regelmatige basis in kaart gebracht. Maar hier volgt slechts zelden concrete actie op. Er wordt voldoende gepeild naar de tevredenheid van de medewerkers via functioneringsgesprekken en informele ontmoetingen. Er bestaat een duidelijke taakverdeling binnen de organisatie. Deze taakverdeling is echter wel meestal enkel binnen de clusters bekend. De clusters weten in het algemeen wel waar iedereen mee bezig is. Maar dit wordt niet systematisch en formeel in kaart gebracht. De kerntaken van de organisatie worden ingevuld, mede dankzij de flexibiliteit van de medewerkers. Er zijn functieomschrijvingen (die wel beter up-to-date gehouden moeten worden), functioneringsgesprekken en evaluatiegesprekken. Er is reeds aandacht voor kwalitatieve competenties, sociale vaardigheden en attitudes. Toch is er ook hier nog ruimte voor verbetering. Er dient meer ingezet te worden op competentiemanagement. Ook moeten opleidingen beter gestructureerd worden. Het respect en het vertrouwen tussen het beleid en de administratie moet groter worden. Het voeren van een kerntakendebat met de nodige afstemming van de aanwezige competenties is nuttig voor het goed functioneren van de organisatie. Samenwerking en netwerking Door de beperkte grootte van de organisatie is er weinig ruimte voor het voorzien van back-upfuncties. Van de medewerkers wordt verwacht dat zij enige flexibiliteit aan de dag leggen en inspringen in de OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
13
mate van het mogelijke wanneer en collega wegvalt. Er is nog ruimte om de samenwerking tussen de verschillende diensten uit te bouwen. De diensten binnen de verschillende clusters werken wel op regelmatige basis samen, zowel op formele als op informele wijze. Er wordt formeel samen gewerkt met externe actoren indien dit nuttig geacht wordt voor de organisatie. Projectmatig worden deze externe actoren ook betrokken. Er dient meer ingezet te worden op interne samenwerking, zowel binnen clusters als binnen de hele organisatie. Deze samenwerking zou projectmatiger aangepakt moeten worden zodat betrokkenheid systematisch kan ontplooien. Interne analyse: OCMW Positionering Uitgezonderd het vlak samenwerking en netwerken hebben alle vlakken een hoge prioriteit binnen de organisatie. Op de vlakken personeel en organisatie, samenwerking en netwerken en financieel beheer scoort het OCMW goed. Maar er is nog ruimte voor verbetering op de vlakken strategie en planning, innovatie en dienstverlening en kwaliteit en interne controle. In wat volgt gaan we per vlak uiteenzetten wat de zwakke punten, de sterke punten en de aanbevelingen van de clusters zijn. Strategie en planning Uitgezonderd in de kinderopvang, is de strategie van de organisatie niet door alle medewerkers gekend en gedragen. Er is concreet te weinig communicatie over de strategie. Dit brengt veel onduidelijkheden met zich mee. Eveneens problematisch is dat er enkel ad hoc gerapporteerd wordt over het bereiken van de doelstellingen. De strategie is echter wel geformuleerd in een strategische nota die de doelstellingen en de visie van het OCMW duidelijk weergeven. Op vlak van bijsturing van de strategie is er wel nog ruimte voor verbetering. Ook het consequent nastreven van de doelstellingen gebeurt nog niet optimaal. Sommige delen van de strategische nota worden ad hoc uitgewerkt in actieplannen en acties die een samenhangend geheel vormen. Positief is ook dat de strategische nota bepaald wordt door de administratie in samenspraak met het politiek bestuur. En ook met betrekking tot de uitvoering van de strategie scoort de organisatie goed. Zeker in de kinderopvang, daar wordt de strategie door alle medewerkers gedragen en ondersteund. Het is aanbevolen om een duidelijke planning op te stellen waarin doelstellingen en acties gekoppeld worden met concrete termijnen. Ook de communicatie naar medewerkers toe kan geoptimaliseerd worden. Financieel beheer De middelen van de organisatie volstaan in een beperkte mate om de strategische doelstellingen te bereiken. Er ontbreekt echter wel een koppeling tussen de strategische nota en het financiële luik. Er wordt op regelmatige basis gezamenlijke aankopen gedaan zoals kantoormaterialen, ecologische schoonmaakmiddelen, energie et cetera. De organisatie tracht dan ook zo kostenbewust mogelijk te zijn. Het budget geeft een goede weergave van het komende jaar weer. Hierbij hebben de verschillende diensten voldoende input en opvolging. Het OCMW benut daarnaast op een proactieve OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
14
wijze de subsidiemogelijkheden. De omvang van het budget wordt tweemaal per jaar aangepast aan de noden van de verschillende diensten. Ondanks de positieve trend die nu al zichtbaar is, is het toch aangeraden om te communicatie te blijven optimaliseren. Innovatie en dienstverlening Het productaanbod wordt sporadisch vernieuwd. Meestal in het kader van wettelijke verplichtingen of opportuniteiten. Maar er worden vaak onvoldoende middelen voorzien voor innovatie. De dienstverlening wordt niet systematisch aangepast aan de klantbehoefte. De organisatie vervult enkel de klassieke taken van een lokaal bestuur, mits enkele eigen klemtonen. De dienstverlening wordt voortdurend in vraag gesteld door de organisatie. Helaas worden verbeteringsacties niet steeds ondernomen. De organisatie neemt wel veel initiatief in het uitbouwen van haar dienstverlening. Dit gebeurt echter zonder een vaste systematiek. Er wordt samengewerkt met andere organisaties bij de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten wanneer dit een meerwaarde kan betekenen. Het politiek bestuur hecht veel belang aan innovatie en moedigt dit ook aan. De organisatie kan daarnaast rekenen op competente medewerkers die zeker bekwaam zijn om hun organisatie te helpen vernieuwen en uitbreiden. Die competenties kunnen via een bottom-up benadering best gestimuleerd worden zodat de betrokkenheid van de medewerkers verhoogd. Het kan ook nuttig zijn om de medewerkers meer verantwoordelijkheden te geven. Zo voelen zij zich extra betrokken bij de organisatie. Ook dient de organisatie te blijven werken aan haar communicatie en engagement. Communicatie en reputatie De communicatie van het OCMW wordt occasioneel in vraag gesteld. Door het gebrek aan een duidelijk huisstijl van het OCMW zelf (gebruiken hetzelfde logo als de gemeente), is de organisatie moeilijk herkenbaar voor de klanten. Ook op het vlak van interne communicatie is er nog ruimte voor verbetering. De informatie die wordt aangeboden is vaak onvolledig. Het OCMW maakt op gezette tijdstippen een profiel op van hun belangrijkste doelgroepen. Die doelgroepen worden, indien mogelijk, betrokken bij de activiteiten en projecten van de organisatie. Ook worden er veel inspanningen gedaan om de klanten correct te informeren. De diensten zijn ingeplant op basis van de locatie van de klantenbehoefte. Zo is de sociale dienst gevestigd in één gebouw in het centrum. Sommige diensten gaan bij de klant aan huis. En de BKO heeft geografisch gespreide vestigingen, namelijk in centrum, in Nieuwe Kempen en in Louwel. Er kunnen zeker nog verbeteringen worden aangebracht in de interne communicatie. Ook is op regelmatige basis peilen naar de tevredenheid van klanten een nuttige aanbeveling. Kwaliteit en controle Uitgezonderd in de kinderopvang bestaat er geen systeem voor kwaliteitscontrole in de organisatie. Ook het peilen naar klantentevredenheid is sterk dienstafhankelijk en niet frequent georganiseerd. Daarnaast zijn er enkel ad hoc en individuele initiatieven rond interne controle in de organisatie.
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
15
De infrastructuur voorziet in de huidige noden van het cliënteel. Maar de Ballon en het Sociaal Huis verdienen extra aandacht naar de toekomst toe. De dienstverlening voldoet ook aan de huidige vraag. Alle klachten worden geregistreerd en behandeld binnen een redelijke termijn. De kinderopvang heeft en specifiek kwaliteitsprogramma dat gericht is op het in stand houden en verbeteren van de kwaliteit. Het verbeteren van de kwaliteit en interne controle zijn noodzakelijke aandachtspunten. Ook dient er uitgekeken te worden om andere infrastructuur te voorzien voor het OCMW. Personeel en organisatie De werking van de organisatie komt occasioneel in gedrang door ziekteverzuim. Alle medewerkers kennen de taken en bevoegdheden van de organisatie. Er is een goed intern inzicht op de kerntaken en alle medewerkers worden aangemoedigd om deze te beheersen. De personeelsbehoefte wordt jaarlijks in kaart gebracht. Functieomschrijvingen, functioneringsgesprekken en evaluatiegesprekken zijn aanwezig in de organisatie. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over te behalen resultaten en deze afspraken worden ook systematisch opgevolgd. Er wordt occasioneel gepeild naar medewerkerstevredenheid. Er dienen meer peilingen uitgevoerd te worden naar medewerkerstevredenheid. Samenwerking en netwerking Bij eenmansdiensten vormt het verschaffen van back-up diensten een moeilijkheid. Er wordt vaak dienstoverschrijdend samengewerkt indien dit nuttig is. Vaak worden projecten gezamenlijk opgestart en uitgevoerd. De organisatie werkt vaak samen met externe partners, ook voor projectmatige werken, als dit een meerwaarde kan betekenen. Het OCMW toets daarnaast regelmatig af met andere buurgemeentes en -OCMW ’s. De organisatie heeft talrijke doelstellingen waarbij alle diensten aan bijdragen. Er is nood aan het uitschrijven van procedures voor back- up functies. Ook is meer samenwerking, communicatie en overleg nodig tussen de gemeente en het OCMW.
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
16
Externe analyse gemeente en OCMW Bestuur Positionering De cluster bestuur acht de vlakken maatschappelijk, economisch en technologisch het meest belangrijk. Deze cluster scoort het best op ecologie, maar dit is niet meteen het kernvlak van het bestuur. Missie Om gericht te kunnen antwoorden op de interne en externe bevraging, moet elke cluster kort zijn missie weergeven. Een missie is een kernachtige uitdrukking van de bestaansreden van een organisatie, het kerndoel. Voor de cluster bestuur luidt de missie als volgt: “Het faciliteren van de werking van de gehele organisatie.” Institutioneel Vanaf uiterlijk 1 januari 2014 moeten steden en gemeentes, OCMW ‘s, provincies en autonome gemeentebedrijven voldoen aan het BBC-besluit. Deze verandering in regelgeving heeft verregaande gevolgen voor de werking van de organisatie. Zo wordt onder andere de financiële planning meer gelinkt aan de beleidsplanning. In het verleden was slechts een puur financiële benadering van toepassing en werd er minder nagedacht over strategieën, doelstellingen en het grotere geheel. Met het BBC-verhaal moet de organisatie nu meer gaan denken in termen van strategie en doelstellingen. Dit planmatig denken heeft een impact op de hele organisatie en niet enkel op de cluster "Bestuur". De gemeente Opglabbeek hanteert een actieve openbaarheid van bestuur. Zo worden spontaan verschillende verslagen van de raden openbaar gemaakt via de gemeentelijke website. In de komende legislatuur zal de bestuursploeg haar accenten voor het beleid verder bepalen. Met een absolute meerderheid zal het hierbij belangrijk zijn om het veranderingstraject van het BBC-besluit goed te implementeren. Dit wel concreet zeggen dat er meer gedacht moet worden in termen van innovatie en strategie. De uitsluitend financiële benadering zal vervangen moeten worden door een meer beleidsmatige aanpak. Het managementteam zal de komende legislatuur een grote verandering doormaken. Deze verandering brengt voor de organisatie zowel opportuniteiten als bedreigingen met zich mee. Zo was er in 2013 een grote verandering met de pensioenstelling van de gemeentesecretaris. De nieuwe secretaris brengt verjonging in het MAT, maar zal hierbij de jarenlange ervaring van de huidige secretaris moeten opbouwen. Naast de op pensioenstelling van de secretaris, zullen ook nieuwe krachten in het managementteam ingepast worden, wat zorgt voor een zeer jong team. Op het vlak van samenwerkingsverbanden, gaat de regioscreening na op welke manier lokale besturen aan bestuurskracht kunnen winnen door samen te werken. Ook is het nuttig om te kijken op welke manier vermeden wordt dat de (veelheid aan) samenwerkingsverbanden leidt tot minder coördinatie, transparantie, democratische aansturing, efficiëntie en effectiviteit. In de gemeente Opglabbeek zijn er 51 samenwerkingsverbanden. Het aspect van de ‘samenwerking’ moet meer aan OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
17
bod komen waarbij de meerwaarde zich niet mag beperken tot enkel het overnemen van bepaalde taken. Ingevolge de nieuwe pensioenwet worden alle bestaande pensioenstelsels van de lokale besturen (de zgn. ‘pools’) samengevoegd in een “gesolidariseerd pensioenfonds”. Door de vergrijzing van het personeelsbestand (zie interne demografie) wordt de druk op de pensioenlasten steeds groter. Het zal voor de toekomst echter een aandachtspunt blijven om voldoende middelen te blijven voorzien. De gemeente Opglabbeek heeft hier al deels op geanticipeerd door een stabiele en tweede pensioenpijler voor de contractanten (80% netto) op te bouwen. De gemeente en het OCMW van Opglabbeek hebben beiden de wil om verder samen te werken. Er moet hierbij dan ook blijvend gezocht worden naar samenwerking waar het mogelijk is en ook moeten de gezamenlijke inspanningen geoptimaliseerd worden. Het zal hierbij belangrijk zijn om te overleggen waarbij de basis een goed uitgewerkte beheersovereenkomst kan vormen. Via samenwerking, mits goede afspraken, kan er gestreefd worden naar een efficiënte gezamenlijke organisatie waarbij een goede dienstverlening aan elke burger centraal staat. Al 20 jaar zet de organisatie in op het aanwerven van medewerkers met veel kwalitatieve competenties. Hiervoor werd deze visie echter niet toegepast, wat het momenteel niet makkelijk maakt om als organisatie efficiënt en flexibel te werken. Deze wijziging in aanwerving is voor veel lokale besturen aangepast. Er dient ook gewerkt te worden aan een realistisch investeringsplan. Want in de vorige legislaturen werden de parameters van de financiële planning veranderd. Deze planning en het budget brachten met zich mee dat beleidskeuzes uitgesteld werden, waarbij het streven naar een realistische planning niet steeds mogelijk was. Er kunnen dan ook enkele aanbevelingen geformuleerd worden op het vlak van het institutionele vlak. Ten eerste dienen er duidelijke afsprakennota’s tussen het CBS en het MAT, binnen het MAT en binnen elke dienst gemaakt te worden. Het is belangrijk dat er voldoende structurele overlegmomenten georganiseerd worden op elk niveau en tussen onderlinge niveaus. Ten tweede is het opstellen en opvolgen van een beheersovereenkomst tussen het OCMW en de gemeente aangeraden. Ten derde dient de burgemeester actiever te worden betrokken bij vergaderingen van het MAT. Ten slotte is het aangeraden om meer in te zetten op een goed competentie-en talentmanagement. Economisch De hogere overheden hevelen alsmaar meer taken over naar de lokale besturen. Er wordt hier echter verwacht dat deze overheden minder werkingsmiddelen ter beschikking stellen door besparingsmaatregelen als gevolg van de economische crisis. Op vlak van belastingen situeert het probleem zich voornamelijk op eigen gemeentelijke belastingen. Deze situatie wordt pas echt problematisch wanneer men de economische situatie van de burgers erlangs legt. Door de financieeleconomische crisis bestaat er namelijk de mogelijkheid van een daling van het gemiddeld gezinsinkomen, een stijging van het aantal faillissementen en minder eigen inkomsten voor de lokale besturen. Extern aan de organisatie zijn er wel enkele economische indicaties beschikbaar die vorig negatief beeld kunnen nuanceren. Zo hebben de industrieterreinen van de gemeente Opglabbeek een OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
18
aantrekkelijke ligging. En bestaat er een aantrek van grotere internationale spelers die enerzijds voor werkgelegenheid en anderzijds voor een zekere dynamiek zorgen. De algemene aanbevelingen voor het bestuur op economisch vlak starten met de noodzaak aan meer inzet op het efficiënt beheren van middelen. Deze aanbeveling kan bereikt worden door onder meer een goed intern controlesysteem op te zetten. Ook in het doordacht plannen van aankopen is nog veel ruimte voor verbetering. Want alle investeringen zouden idealiter moeten kaderen binnen een groter, strategisch plan. Daarnaast is het aanbevolen om het huidige middelenbeheer in vraag te durven stellen. Het bestuur moet systematisch nadenken of bepaalde middelen wel kaderen binnen een bepaalde huidige behoefte. Zeker niet alle budgetten moeten opgebruikt worden. In dit kader moet ook meer ruimte komen voor debat. Demografisch De gemeente Opglabbeek is een jonge gemeente. De bestaande communicatie moet en kan via andere kanalen verlopen die beter op deze doelgroep afgestemd zijn. Het is bijvoorbeeld aangeraden om meer via de nieuwe sociale media te communiceren. Ook zoeken jonge mensen sneller naar online dienstverlening, hetgeen de druk op de loketten zal verminderen. Op het vlak van bevolkingsgroei tonen de statistieken (beschreven in het voorgaande) aan dat de gemeente Opglabbeek een bovengemiddelde stijging kent van haar inwonersaantal. Ook in de toekomst zal dit aantal nog blijven stijgen. Deze toename in bevolking verhoogt de vraag naar administratieve dienstverlening. Daardoor zullen er meer dossiers zijn die meer opvolging vereisen. Onderstaande tabel geeft het personeelsbestand van de gemeente Opglabbeek weer. Er is sprake van een duidelijke vergrijzing. Dit heeft pertinente gevolgen voor de kennisoverdracht. Tevens geeft dit ook mogelijkheden tot nieuwe dynamieken. Leeftijdscategorie 20 – 29 jaar 30 – 39 jaar 40 – 49 jaar 50 – 59 jaar 60+ jaar
Verhouding 12,33% 12,33% 30,14% 41,10% 4,10%
De gemeente Opglabbeek heeft te maken met een zekere mate van vergrijzing. Deze mensen kunnen zich steeds moeilijker zelf verplaatsen en ook zij hebben behoefte aan een toegankelijke dienstverlening. Er dient nauwer samengewerkt te worden met het OCMW of andere instanties voor het aanbieden van dienstverlening. Bijvoorbeeld om de toegankelijkheid voor ouderen te verhogen. Technologisch De gemeente Opglabbeek is bezig met de invoering van een documentenmanagementsysteem (CORSA) dat zich zal bezighouden met het digitaliseren van onder andere dossiers, processen, workflow en procesbeheer. Deze implementatie houdt en verandering in voor de hele organisatie. De cluster “bestuur” vormt de spil in de implementatie, uitvoering en opvolging ervan.
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
19
Waar CORSA voorlopig een succesverhaal is, wordt het intranet momenteel niet ten volle benut. Dit terwijl de nood aan interne communicatie erg hoog is. Er dient binnen de organisatie dan ook ingezet te worden op het sensibiliseren van de medewerkers en op het bijsturen van het intranetproject. Het is ook nog niet mogelijk om elektronisch te betalen in de gemeente. Dit is een actiepunt dat in de nabije toekomst zeker geoptimaliseerd gaat worden. Op technologisch vlak is het aanbevolen om waakzaam te zijn voor de toepassingsmogelijkheden van nieuwe technologieën. Ook dient het bestuur een pioniersrol op te nemen om naar de burgers, organisaties en andere overheden om een positieve uitstraling te ontwikkelen. Ecologisch Gemeente Opglabbeek werkt aan een milieubewust karakter. Zo is er al een hybride wagen aangekocht, zijn er reeds zonnepanelen geplaatst op het gemeentehuis en verschaft de gemeente subsidies voor duurzame initiatieven. Het milieubewust denken van de medewerkers kan nog verbeterd worden. Zo moet er bijvoorbeeld ingezet worden op het uitschakelen van verlichting, verwarming en airconditioning wanneer dit nodig is. Op vlak van papierverbruik is er echter nog veel ruimte voor verbetering. Zo blijven veel personeelsleden eenzijdig afdrukken, daar waar de printers en copiers voldoende mogelijkheden bieden om dubbelzijdig af te drukken. Ook zou er meer gebruik moeten gemaakt worden van kladpapier. Maatschappelijk De verwachtingen van de burger ten opzichte van het bestuur zijn toegenomen. Indien de burger rechtstreeks gevolgen ondervindt van het beleid wil hij vaak individueel reageren. Dit bemoeilijkt zowel de interne als de externe communicatie. Er wordt bovendien een onmiddellijke behandeling van individuele klachten verwacht. Zowel telefonisch als aan de loketten wordt de burger steeds mondiger. Dit vraagt van de medewerkers een respectvol en kordaat optreden met kennis van zaken, iets wat soms in het gedrang komt door het beperkte back-up systeem van sommige functies. Het vinden van medewerkers voor knelpuntprofielen en gekwalificeerd personeel wordt steeds moeilijker. Het aanbod van talent op de arbeidsmarkt wordt steeds krapper. Hierbij is het zo dat de beloningsmogelijkheden voor een lokaal bestuur erg beperkt zijn. Hierdoor dreigen de lokale besturen soms goede krachten mis te lopen. Het is bijvoorbeeld erg moeilijk om een bekwame ICT medewerker met ervaring aan te trekken want de markt is erg competitief. Maar in economisch moeilijke tijden blijkt de overheid wel nog steeds een aantrekkelijke en stabiele werkgever te zijn. Vrije tijd Alle vlakken zijn voor de cluster “vrije tijd” cruciaal. Maar op het economisch vlak zijn nog significante verbeteringen mogelijk. Het technologisch vlak krijgt de hoogste prioriteit toegewezen. Missie Om gericht te kunnen antwoorden op de interne en externe bevraging, moet elke cluster kort zijn missie weergeven. Een missie is een kernachtige uitdrukking van de bestaansreden van een organisatie, het kerndoel. De missie voor de cluster “vrije tijd” luidt als volgt: OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
20
“De gemeente Opglabbeek wil een vrijetijdsbeleid voeren waarbij men in eerste instantie zoveel mogelijk mensen van de eigen gemeente wil laten participeren aan een kwalitatief vrijetijdsaanbod op vlak van cultuur, jeugd, bibliotheek en sport. De gemeente Opglabbeek wil de mogelijkheid tot vrijetijdsbeleving in een zo breed mogelijke context en variëteit aanbieden.” Institutioneel In het kader van planlastvermindering worden de sectorale plannen, met als uiterste deadline van 1 januari 2014, ingepast in de beleids- en beheercyclus. Dit houdt in dat de individuele planningsverplichting van de sectorale plannen wordt omgezet in één globaal plan. De cluster ‘vrije tijd’ heeft hieromtrent al verschillende studiedagen gehad. De omschakeling wordt goed begeleid vanuit de steunpunten zoals onder andere Locus en ISB. Zij verschaffen ruime informatierondes over wat het BBC-besluit precies omvat. De culturele werking valt deels onder het autonoom gemeentebedrijf (AGB) en deels onder het gemeentebestuur. In de loop van 2013 werd er een adviescommissie opgericht die in de plaats van de bestaande beheerraad (bibliotheek en gemeenschapscentrum) kwam en waarin afgevaardigden van verenigingen en politiek (niet-stemgerechtigden) zetelen. Het AGB zal functioneren als één orgaan en zal praktisch met twee vergaderingen werken. Het is echter wel aangewezen om meer duidelijkheid te scheppen in het onderscheid tussen gemeentebestuur en AGB. De dienst vrije tijd participeert momenteel al veel in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Zo zijn er bestaande samenwerkingsverbanden bij cultuur (uitstappen, projectvereniging erfgoed, …), sport (overleg en activiteiten-buurtsportdiensten samenwerkingsverband verschillende Limburgse gemeenten) en jeugd (grabbelpas, uitstappen, activiteiten). De dienst vrije tijd werkt ook samen met het OCMW. Zo worden er verscheidene activiteiten via de welzijnsraad opgesteld. Een voorbeeld zijn de seniorenvoorstellingen. Via de grabbelpas werken BKO, jeugd en sport samen. Maar er blijft ruimte voor verbeterende samenwerking met het OCMW. Adviesraden moeten door de decretale verplichting behouden worden, maar de jeugdraad en de cultuurraad werken echter niet steeds zoals het zou moeten. Concreet zit er weinig dynamiek in deze adviesraden, daardoor wordt er zelden advies gevraagd. Vanuit het steunpunt gaat hier in de toekomst een traject rond uitwerken. Voor de sportraad en de Noord-Zuidraad is dit echter niet van toepassing. Deze raden zijn actief bezig met hun materie en vragen op regelmatige tijdstippen inspraak. Het is aangeraden om de werking en het belang van de adviesraden op consistente wijze te evalueren. Economisch De economische crisis heeft gevolgen voor de prijszetting van de vrijetijdsactiviteiten. Zo zijn vrijetijdsactiviteiten één van de eerste dingen die geschrapt worden op de prioriteitenlijst van de burger. Met deze tendens dient rekening gehouden te worden in het kader van de prijszetting. Momenteel wordt er in de gemeente Opglabbeek nog geen echte negatieve impact van de economische crisis gemerkt en is er dus nog geen daling van participatie in vrijetijdsactiviteiten. Maar producten (infrastructuur, voorstellingen, boeken, etc.) en personeel worden steeds duurder, maar de prijs voor vrijetijdsactiviteiten kan echter niet verhoudingsgewijs stijgen. In het verleden werden de prijzen zeer laag gehouden. Dit was om het nieuwe aanbod zo laagdrempelig mogelijk te houden. Op dit moment worden in de gemeente Opglabbeek de prijzen systematisch verhoogd. Het is belangrijk
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
21
om na te gaan of dit geen invloed zal hebben op de participatiegraad. De tarieven worden marktconform vastgesteld door het AGB voor de diensten onder het AGB. Vanaf 1 januari 2013 worden alle activiteiten die in het gemeenschapscentrum plaatsvinden onder het AGB gebracht. Ook voor het sportgebeuren is dit grotendeels het geval. Het is aanbevolen om een kerntakendebat te voeren binnen de cluster “vrije tijd”. Concreet moet het aanbod kritisch herbekeken worden en dient er efficiënter met de beschikbare middelen omgegaan te worden. Demografisch De gemeente Opglabbeek wordt geconfronteerd met een vergrijzing. Het is belangrijk dat er rekening gehouden wordt met deze oudere leeftijdsgroep. Zo kan er nagedacht worden over een samenwerking met verschillende partners zoals seniorenverenigingen, het OCMW en het woonzorgcentrum. De vrijetijdsdiensten en verenigingen, voornamelijk sport en cultuur, verschaffen hierbij een groot aanbod. Deze groep senioren omvat een grote diversiteit. Er bestaat een wezenlijk verschil een 50plusser, 60-plusser, 70-plusser en 80-plusser. Opglabbeek is een wel in de eerste plaats een jonge gemeente waar veel jonge gezinnen met kleine kinderen wonen. De dienst vrije tijd ervaart evenwel dat de 12- tot 18-jarigen moeilijk bereikbaar zijn. Het huidig aanbod aan activiteiten speelt hier reeds op in, maar het is belangrijk dat de dienst vrije tijd voorbereid wordt op deze groeiende groep. De sterke groei van bevolking zorgt voor problemen op vlak van infrastructuur. Zo zit de sporthalinfrastructuur momenteel op de maximumbezetting. Indien er rekening gehouden wordt met de nieuwe tendensen zoals de bevolkingsgroei, het toenemend aantal jonge mensen en de individualisering, zal er niet voldoende ruimte zijn in de huidige sportinfrastructuur. Het verenigingsleven moet inboeten voor het meer individualistisch denken van de burger. De burgers hechten vandaag de dag minder belang aan verenigingen en willen graag individueel aan vrijetijdsbesteding doen. Hiernaast wijzigt ook het engagement van de bestuursleden van verenigingen. Zo wensen zij liever losser geëngageerd te zijn en meer op korte termijn. Het is ook zo dat er minder bestuursleden te vinden zijn tot engagement. Ook de groep alleenstaande mannen en vrouwen wordt steeds groter. Het zal ook belangrijk zijn om vanuit de vrijetijdsdiensten in de toekomst aandacht te hebben voor deze doelgroep en dit af te stemmen met het aanbod. Door onder andere de financieel-economische crisis neemt de groep kansarmen toen. Op dit moment is er vanuit de dienst vrije tijd geen beleid uitgewerkt voor deze doelgroep. Zo werd reeds getracht de vrijetijdspas via het OCMW te verschaffen, maar dit bracht onder andere stigmatisering met zich mee. Een beleid voeren voor kansarmen is moeilijk. Via het OCMW kan er ook op vlak van socio-culturele participatie een tegemoetkoming verkregen worden. Het is dan ook sterk aanbevolen om deze doelgroep niet uit het oog te verliezen, zonder daarbij stigmatisering (onbewust) in de hand te werken. Het is eveneens belangrijk om rekening te houden met mensen met een handicap inzake bijvoorbeeld toegankelijkheid van het gebouw, plaatsen vrijhouden in tribune en gratis toegang voor één begeleider. Deze maatregelen worden momenteel al toegepast in de gemeente Opglabbeek. Er zijn OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
22
hier en daar echter nog dingen die geoptimaliseerd kunnen worden, zoals het verhogen van de toegankelijkheid van de bibliotheek. Globaal gezien is het aanbevolen om in te zetten op acties die de drempel voor moeilijk bereikbare doelgroepen verlaagt. Ook dient de prijszetting zo democratisch mogelijk gehouden te worden. De samenwerking met het OCMW kan nog verbeteren en het aanbod van de cluster “vrije tijd” kan enkel maar welvaren bij meer samenwerkingsverbanden zowel intern als extern de dienst. Technologisch De nieuwe sociale media, zoals Facebook en Twitter, zijn goede kanalen voor doelgroepgerichte communicatie. De dienst vrije tijd werkt al geruime tijd met Facebook. Maar er wordt te weinig tijd in gestoken en er wordt te weinig gebruik gemaakt van de mogelijkheden van dit communicatiekanaal. De bibliotheek is mee met de meest recente technologische ontwikkelingen. Zo zijn specifieke technologische producten en toepassingen, zoals CD’s, DVD’s, games en RFID, aanwezig. Naast deze toepassingen en producten zijn er echter ook nieuwe opportuniteiten waarmee rekening kan gehouden worden. Het aanbieden van een uitgebalanceerd aanbod aan e-books is een doelstelling die zeker meerwaarde kan bieden voor de bib. Er wordt al gebruikt gemaakt van verschillende digitale informatiestromen. Het gebruik van de website, nieuwsbrieven en digitale informatieborden is al goed ingeburgerd in de cluster “vrije tijd”. De benutting van deze kanalen kan echter op een meer gestructureerde manier gehanteerd worden. Het is dan ook aanbevolen om meer in te zetten op de afstemming van verschillende informatiestromen. De gemeente Opglabbeek is sterk bezig met een digitalisering van de eigen werking. Zo worden de eerste stappen gezet in de implementatie van CORSA, een documentenmanagementsysteem. Subsidieaanvragen gebeuren vandaag nog te veel via papieren formulieren. De wil bestaat echter om meer digitaal te gaan aanvragen. Het e-loket, beschikbaar via de gemeentelijke website, kan nog meer uitgebreid worden. De digitalisering houdt echter ook gevaren en negatieve effecten in, zoals het ontstaan van een digitale kloof. Hierbij worden bepaalde doelgroepen niet altijd bereikt zoals onder andere senioren, kansarmen, nieuwkomers en analfabeten. Deze doelgroepen beschikken vaak niet over de toegang tot internet en andere technologieën. Daarom moet blijvend rekening gehouden worden met de mensen die geen toegang hebben tot het digitale aanbod en informatie. Het optimaliseren van de digitale communicatie naar de burger toe is aangewezen. Maar men dient wel rekening te houden met de burgers die nog geen toegang hebben tot deze technologieën. Ook dienen de medewerkers meer bijgeschoold te worden op vlak van digitalisering. Ten slotte moeten technologische evoluties in het oog gehouden worden. Indien zich hier opportuniteiten voordoen moet eerst kritisch geanalyseerd worden welke meerwaarde deze technologie voor de organisatie kan betekenen. Ecologisch De nieuwe regelgeving inzake de geluidsnormen trad op 1 januari 2013 in voege. Bij de aankoop van geluidsapparatuur voor onder andere het jeugdhuis en het gemeenschapscentrum, en bij de opstelling van het reglement, wordt de nieuwe regelgeving gerespecteerd. Vanuit het Vlaams bestuursniveau is OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
23
er echter weinig duidelijkheid rond de regels en de uitvoering ervan. Zo zijn meer concreet de gevolgen van niet naleving, de controles en de gedoogperiode niet duidelijk. De gemeente Opglabbeek heeft momenteel al een aantal projecten met de dienst volksgezondheid en jeugd op poten gezet die specifiek gericht zijn op scholen. Meer concreet gingen deze projecten rond ecologische- en gezondheidspreventie. Ook sport heeft hier aandacht voor en werkt rond bewegen ter preventie van gezondheidsproblemen. De medewerkers van de cluster “vrije tijd” kunnen nog bewuster gemaakt worden van een milieuverantwoordelijke manier van denken. Zo is het bijvoorbeeld niet nodig om elke e-mail af te drukken. Ook dient de infrastructuur aangepast te worden aan de geldende milieunormen. Er is nog ruimte voor verbetering in het kader van sorteren en recycleren, bewust gebruik maken van materialen, drinken van kraantjeswater, printen op gerecycleerd papier en besparen van elektriciteit en energie. De gemeente heeft een taak om mensen bewust te maken van de ecologische voetafdruk. Dit kan onder meer via de bibliotheek en sportdienst, gezond eten, Fair Trade en een aanbod van activiteiten rond gezonde voeding. Opglabbeek is hier volop mee bezig, maar er zijn nog veel uitbreidingsmogelijkheden Maatschappelijk De verwachtingen van de burger ten opzichte van het bestuur zijn toegenomen. Indien de burger rechtstreeks gevolgen ondervindt van het beleid wil hij vaak individueel reageren. Er wordt bovendien een onmiddellijke behandeling van individuele klachten verwacht. Momenteel bestaat er een systeem voor klachtenopvolging, met de uitbreiding van CORSA zal een structureel klachtenmanagement geïmplementeerd worden. Het is belangrijk om als vrijetijdsdiensten niet vast te roesten in traditionele activiteiten. Hierbij moet het mogelijk zijn om rond bepaalde actuele thema’s te werken. Ook technologische tendensen kunnen hierbij een opportuniteit vormen. Het engagement van de vrijwilliger verandert. Vrijwilligers willen zich steeds minder op lange termijn engageren, maar eerder op projectbasis en minder intensief. Ook het aantal vrijwilligers neemt alsmaar meer af. Er is recent een vrijwilligerscampagne gevoerd die vele positieve reacties heeft opgeleverd. Maar er dient op meer structurele wijze te worden omgegaan met het vrijwilligersbeleid. Ook is het aangewezen om meer monitoring uit te voeren op vrijwilligerswerk. Er bestaat een zapcultuur in vrijetijdsbesteding. Zo willen mensen meer verschillende dingen proberen, en veranderen ze vaker van hobby. De dienst vrije tijd is zich hiervan bewust. Maar het is erg moeilijk om hier met de beschikbare middelen op in te spelen. De gemeente Opglabbeek wordt geconfronteerd met een zekere groep hangjongeren. Deze doelgroep is momenteel heel moeilijk bereikbaar en zorgt af en toe voor overlast. In het kader van deze problematiek is er al een onderzoek gebeurd. Op basis van deze onderzoeksresultaten zijn er enkele beleidspunten geformuleerd. Het zal aan de nieuwe jeugdmedewerker zijn om zich meer in te zetten voor straathoekwerk.
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
24
Het is aanbevolen om inhoudelijke diversiteit te waarborgen in het aanbod. Ook dienen de vrijetijdsdiensten hun krachten systematischer te bundelen met andere instanties en meer gebruik te maken van good practices. Omgeving Positionering Voor de cluster “omgeving” primeren de vlakken economie en technologie. Opmerkelijk is dat deze cluster op alle vlakken net wel of net niet het gemiddelde van vijf op tien haalt. Zeker in het vlak economie is er nog veel ruimte voor verbetering. Missie Om gericht te kunnen antwoorden op de interne en externe bevraging, moet elke cluster kort zijn missie weergeven. Een missie is een kernachtige uitdrukking van de bestaansreden van een organisatie, het kerndoel. De missie van de cluster “omgeving” kan omschreven worden aan de hand van volgende kernwoorden: “Beheer en uitbouw infrastructuur, dienstverlening in verband met allerlei vergunningen, duurzaamheid, woonbeleid, ruimtelijke ontwikkeling, verkeer & mobiliteit” Institutioneel In navolging van de Europese Richtlijn Duurzaam Gebruik Pesticiden is het pesticidendecreet gewijzigd. Alle openbare besturen moeten uiterlijk tegen 31 december 2014 hun publieke ruimte pesticidenvrij beheren en onderhouden. De gemeente Opglabbeek zit hier op schema en maakt al gebruik van gasbranders en externe groenaannemers. De nulreductie lijkt echter moeilijk haalbaar met de huidige personeelsbezetting. Daarom is het aangeraden om het personeelsbestand uit te breiden. Zo kan er meer ingezet worden op alternatieve aanplantingen en alternatieve bestrijdingsmethoden. Het scheiden van hemel- en afvalwater is sinds de goedkeuring van een stedenbouwkundige verordening in 1999 verplicht. Hierbij wordt vanuit Europa aangestuurd dat de lokale besturen tegen 2015 deze scheiding moeten realiseren. Er is hierbij mogelijk om een uitstel van tweemaal 6 jaar aan te vragen. Momenteel worden in de gemeente Opglabbeek rioleringswerken uitgevoerd met subsidies. Naar de toekomst toe zullen deze subsidies, van de Vlaamse Milieumaatschappij, enkel nog gekoppeld worden aan projecten van Aquafin. Dit betekent dat de deadline van een volledige scheiding moeilijk haalbaar is. Ofwel zouden er minder wegenis en rioleringswerken moeten zijn. Ofwel zouden er meer middelen ter beschikking gesteld moeten worden. Daarom is er meer nood aan budgettaire ruimte om de rioleringswerken uit te kunnen voeren. Op 18 maart 2009 werd het decreet grond- en pandenbeleid goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Dit decreet voorziet in tal van maatregelen die een invloed zullen hebben op de grond- en pandenmarkt. Eén van die maatregelen voorziet in een sociaal objectief per stad of gemeente. Dit objectief legt een aantal te realiseren sociale woningen (sociale kavels en huur-, of koopwoningen) op per gemeente voor de periode 2009-2020. Momenteel zit de gemeente Opglabbeek op schema om de norm van het BSO te behalen. Er bestaat echter wel nog een groeimarge die bewust geëxploiteerd moet worden. Er is dus nood aan een strategisch actieplan om de huisvestingsmaatschappijen beter te sturen vanuit de gemeente. Ook de opvolging via GAOZ kan verbeterd worden. OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
25
Om zelfstandig stedenbouwkundige vergunningen te mogen afhandelen, moet een gemeente eerst voldoen aan vijf voorwaarden: een goedgekeurd gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, een gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar, een conform verklaard plannenregister, een vastgesteld vergunningenregister en een register van de onbebouwde percelen. De gemeente Opglabbeek heeft enkel een structuurplan en een GECORO. Het doel is om de registers te laten maken zodat er ook een digitalisering kan doorgevoerd worden. Zo wordt de dienstverlening en de werking van de cluster ‘omgeving’ geoptimaliseerd. De samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en het Vlaams gewest inzake milieu zal wegvallen eind 2013. Momenteel wordt de duurzaamheidsambtenaar van de gemeente Opglabbeek hierdoor gesubsidieerd. De gemeente Opglabbeek zal eerst de afwerking van het Grootschalig Referentie Bestand (GRB) afwachten voordat het Centraal Referentie Adressen Bestand (CRAB) geïmplementeerd wordt. Het GRB is een databank met grootschalige gegevens zoals gebouwen, percelen, wegen en hun inrichting, waterlopen, spoorbanen en kunstwerken. Deze objecten worden gedetailleerd en nauwkeurig opgemeten. De implementatie van CRAB zal gebeuren binnen ca. een half jaar. Het CRAB of centraal referentieadressenbestand is de eerste authentieke geografische gegevensbron in Vlaanderen. Het zal belangrijk zijn dat bij het CRAB dienstoverschrijdende samenwerking geïmplementeerd wordt om de gegevens up-to-date te houden. Het woonbeleid wordt steeds complexer. Verscheidene zaken zoals onder meer woonplan, verklaren van het woonplan, onbewoonbaarheidsverklaringen en leegstandreglementen moeten opgemaakt worden. In het kader van het woonbeleid is er al samenwerking met het GAOZ Woonbeleid. Deze samenwerking moet voorzien blijven worden in de begroting en dient een meerwaarde voor de gemeente Opglabbeek te genereren. Om in aanmerking te komen voor subsidies in het kader van mobiliteit dient de gemeente Opglabbeek om een bepaalde tijd het mobiliteitsplan aan te passen. Het mobiliteitsplan is recent aangepast. De koppelingen met investeringsprojecten kunnen doordachter aangepakt worden. De gemeente Opglabbeek ondertekende het Convenant of Mayors. Hiermee engageert de gemeente zich om werk te maken van een eigen klimaatplan. Het is een eerste, maar onontbeerlijke stap om CO2neutraal te worden. De gemeente slaat de handen in elkaar met de provincie, Bond Beter Leefmilieu, Infrax en Dubolimburg. In samenwerking met deze partners zal de gemeente Opglabbeek een gemeentelijk klimaatplan opmaken. De visienota rond het klimaatplan is af, maar is op dit moment nog redelijk vaag en dient verdere uitwerking te krijgen. Ook de plaats in het budget is nog onduidelijk. De adviesraad die uitwerking heeft op de cluster “omgeving” is de MiNaraad. De gemeentelijke adviesraad voor Milieu en Natuur adviseert het gemeentelijk beleid over milieu- en natuurdossiers en alle gemeentelijke beslissingen die betrekking hebben op milieu en natuur. Het is de bedoeling via de MiNaraad het gemeentelijk milieu- en natuurbeleid beter bekend te maken en meer inbreng in het beleid te realiseren. Ervaring leert echter dat er weinig dynamiek in de MiNaraad zit. De actieve participatie kan binnen deze adviesraad wel nog verbeterd worden.
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
26
Economisch De gemeente Opglabbeek ontvangt minder werkingsmiddelen doordat sommige subsidies ofwel te lange wachttijden hebben ofwel dreigen stopgezet te worden. Deze vermindering in subsidiëring brengt zal een zekere impact hebben op investeringsprojecten. De gevolgen van een daling van het gemiddelde gezinsinkomen zal een weerslag kennen op de woonnoden van de burgers. Zo zal er meer nood/vraag zijn aan sociale woningen. Indien de financieeleconomische crisis een grotere impact zou kennen, zou de mogelijkheid bestaan dat er minder investeerders zijn die centrumprojecten ondersteunen. Dit zou een invloed kunnen hebben op eventuele leegstand waardoor er een verloedering in het centrum zou ontstaan. Het zal hierbij belangrijk zijn, indien dit voorkomt, dat er budgetten voorzien worden om zelf investeringsprojecten te realiseren of na te denken in termen van publiek-private samenwerking. Demografisch Door toenemende grijze druk (zie voorgaande) in de gemeente Opglabbeek ontstaat de noodzaak om een woonzorgzone te ontwikkelen. Deze woonzorgzone is voorzien in het RUP waarbij er momenteel al gronden aangekocht zijn. Ook dient de vrijetijdsinfrastructuur aangepast te worden om de aan de noden van deze doelgroep tegemoet te komen. Door het grote aantal jonge gezinnen in de gemeente Opglabbeek neemt de vraag en nood naar nieuwe betaalbare bouwkavels toe. Het is aanbevolen om een register van alle onbebouwde percelen op te maken. Technologisch Het GIS-systeem heeft als doel het koppelen van data aan geografische informatie. Hierdoor krijgt men meer informatie over de mogelijkheid tot het verbeteren van de toegankelijkheid en het vergemakkelijken van de raadpleging van de goedgekeurde RUPs en hun bijhorende voorschriften. Het GIS zit al in opstartfase waarbij de gemeente Opglabbeek gebruik maakt van gratis software waarin de shapefiles van het AGIV vervat zitten. Het is echter belangrijk dat dit project verder uitgewerkt en opgevolgd wordt. Er bestaat in de gemeente Opglabbeek een grote noodzaak aan digitale archivering. Aan deze noodzaak wordt al tegemoet gekomen door de opstart van CORSA, een documentenmanagementsysteem. Het registreren van klachten en meldingen gebeurt in de gemeente Opglabbeek al op een eenvormige manier. Zo worden meldingen bij één persoon geregistreerd en nadien gecommuniceerd naar de desbetreffende diensten. Het zal hierbij belangrijk zijn om registratie en opvolging van de meldingen en klachten te centraliseren. Ecologisch Het recyclagepark sinds april 2013 overgedragen aan de afvalintercommunale Limburg.net. Deze overname zal waarschijnlijk een impact hebben op de hoeveelheid afval per inwoner. Een mogelijk nadeel hierbij is dat de kans op sluikstorten verhoogt, wat een grotere personeelsinzet met zich zal meebrengen.
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
27
Bij hevige regenval wordt de gemeente Opglabbeek geconfronteerd met wateroverlast. Hierbij zal de buffercapaciteit verhoogd worden door de aanleg van gescheiden rioleringsstelsel en zorgt gericht overleg met de rioolbeheerder ervoor om de overlast minimaal te maken. In het kader van het klimaatplan is het belangrijk dat de toekomstige gebouwen uitgewerkt worden in functie van de nieuwe voorschriften. Hierbij zal het van belang zijn dat het gemeentebestuur een voorbeeldfunctie opneemt. De EPB wordt steeds strenger waarbij het belangrijk is dat de gemeente Opglabbeek het eigen gebouwenbeheer aanpast. Hiervoor zullen ook de nodige budgetten voorzien moeten worden. In het bermbeheersplan is de uitvoering van het maaien van bermen bepaald volgens vaste richtlijnen. Het belangrijk dat deze opgevolgd worden in functie van eigen mankracht of uitbesteding. Via het groenbeheerplan moeten de eigen perken en plantsoenen in kaart gebracht worden. Ook moet hierbij gezorgd worden voor een aanplanting die rekening houdt met het pesticideheersplan in de toekomst. Het is echter ook belangrijk dat er hierbij aandacht besteed wordt aan biodiversiteit en ecologisch verantwoord onderhoud. Maatschappelijk Zoals eerder gesteld vragen de ontwikkelingen van grijze druk om aandacht te hebben voor specifieke vrijetijdsbesteding voor deze doelgroep en ook voor een toegankelijke infrastructuur. Er zou vanuit de gemeente nog meer ingezet kunnen worden op het opstarten van buurtcomités. Via deze comités zou er een soort van sociale controle kunnen ontstaan. Zo zouden onder andere meldingen van gebreken aan infrastructuur via hen verzameld kunnen worden. Ook samenwerking met deze comités in functie van het onderhoud van bermen en plantsoenen zou kunnen gefaciliteerd worden. Hiertegenover kan de gemeente voordelen koppelen, zoals het ondersteunen van het organiseren van buurtfeesten en het verfraaien van buurten of straten. Er bestaat via het GAOZ Woonbeleid een subsidiesysteem duurzaam wonen. Zo kan er onder andere een subsidie gekregen worden bij het maken van zorgwoningen of kangoeroewoningen. De verwachtingen van de burger ten opzichte van het bestuur zijn toegenomen. Indien de burger rechtstreeks gevolgen ondervindt van het beleid wil hij vaak individueel reageren. Er wordt bovendien een onmiddellijke behandeling van individuele klachten verwacht. De positieve kanttekening hierbij is dat er zo input vanuit de burger naar boven komt. Welzijn Positionering Alle vlakken van de cluster “welzijn” zijn even belangrijk. Maar slechts op het ecologische vlak scoort de cluster meer dan gemiddeld. Binnen de andere vlakken kan de cluster “welzijn” nog veel verbeteren. Missie Om gericht te kunnen antwoorden op de interne en externe bevraging, moet elke cluster kort zijn missie weergeven. Een missie is een kernachtige uitdrukking van de bestaansreden van een organisatie, het kerndoel. De missie van de cluster “welzijn” luidt: OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
28
“Voor iedere burger een menswaardig bestaan garanderen en de dienstverlening hierop adequaat afstemmen: zowel curatief, preventief en proactief werken.” Institutioneel Door de wijziging in de werkloosheidsreglementering zal er een verhoging van het aantal leefloontrekkers zijn. De alleenstaanden komen vanaf de wetswijziging in aanmerking om beroep te doen op het OCMW. Er is vorming voor medewerkers voorzien betreffende de nieuwe reglementen. Dit zal een toenemende druk met zich meebrengen. Zo zal er ook een toename zijn van het aantal dossiers bij de raad voor maatschappelijk welzijn. Tegen 2014 zal de Vlaamse Overheid een nieuw decreet buitenschoolse kinderopvang uitvaardigen. De concrete inhoud van dit decreet is nog niet volledig gekend. Het woonzorgdecreet voorziet in de mogelijkheid tot het uitbouwen van assistentiewoningen. Het OCMW van Opglabbeek heeft in dit kader een lijst opgemaakt waarop geïnteresseerden kunnen inschrijven. Deze lijst heeft als doel informatie te verschaffen over assistentiewoningen. Het is hierbij belangrijk aan te geven dat het niet gaat om een wachtlijst. Recent werd gestart met een lokaal dienstencentrum. Het is de bedoeling om dit centrum langzaamaan te laten groeien: het aanbod bestaat nu uit enkele activiteiten en maaltijden per week. In het kader van het verhogen van de pensioenleeftijd moet rekening gehouden worden met het feit dat er meer oudere medewerkers tewerkgesteld zullen worden. Dit brengt een mogelijke stijging van verzuim met zich mee. Hierbij moet nagedacht worden over de aanpassing van functies aan de leeftijd. Dit zal ook zijn weerslag hebben op jongere medewerkers. Het OCMW van Opglabbeek heeft hierbij, net zoals de gemeente, een tweede pensioenpijler voor de contractuelen opgebouwd (80% netto). Op 18 maart 2009 werd het decreet grond- en pandenbeleid goedgekeurd door het Vlaams Parlement. Dit decreet voorziet in tal van maatregelen van invloed op de grond- en pandenmarkt. Eén van die maatregelen voorziet in een sociaal objectief per stad of gemeente. Dit objectief legt een aantal te realiseren sociale woningen (sociale kavels en huur-, of koopwoningen) op per gemeente voor de periode 2009-2020. Met het sociaal objectief zullen er vermoedelijk meer sociale dossiers voor het OCMW van Opglabbeek komen. In het kader van de rechtspositieregeling voorziet het OCMW van Opglabbeek een tweede pensioenpijler. Hiernaast worden ook de begeleiders van de kinderopvang met een diploma kinderverzorgster (D-schaal) omgeschakeld naar een C-schaal. Dit zal een financiële impact hebben voor het OCMW. De algemene aanbevelingen slaan op het zo goed mogelijk voorbereiden van de medewerkers op de institutionele wijzigingen. Ook moeten de nodige budgetten voorzien worden om aan deze noden tegemoet te komen. Economisch Er is een stijgende levensverwachting van de bevolking. De impact van de toename van de levensduurte vertaalt zich op verscheidene vlakken, zoals in huurprijzen en energiefacturen. Hierbij wordt er vanuit het OCMW ook een stijging van het aantal sociale tarieven, van niet terugvorderbare steunen en van budgetteringsdossiers vastgesteld. OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
29
Door de financieel-economische crisis bestaat er een toename van financiële problemen bij gezinnen. Door deze toename kan de vraag naar meer financiële ondersteuning stijgen wat op zich een hogere werkdruk met zich meebrengt. Door de financieel-economische crisis stijgt de werkloosheidsgraad. De dienst trajectbemiddeling zet hier al op in. Deze dienst zoekt werk voor mensen en begeleid ook werkloze mensen. Zo wordt er ook met art. 60-ers gewerkt. Dit aantal zal waarschijnlijk toenemen door de crisis. De financieel-economische crisis heeft ook een impact op de ondernemingen. Zo bestaat de kans dat er een toename is van sluitingen en faillissementen van ondernemingen. Dit kan een impact hebben op de steunverlening. Er bestaat een toename van het aantal Oost-Europese medewerkers die aan lage lonen arbeidsprestaties verrichten. Doordat deze groep groter wordt, ervaren autochtone burgers een grotere werkloosheidskans. In de zorgsector zorgt dit dan weer voor specifieke problemen zoals onder andere taalproblemen en moeilijke communicatie. Het OCMW dient dan ook te voorzien in bijkomende opleidingen om medewerkers optimaal te laten inspelen op actuele tendensen. Ook kan de verhoogde werkdruk opgevangen worden door bijkomende tewerkstelling. Daarnaast dient de organisatie ook meer middelen in te zetten op de toepassing van artikel 60 en trajectbegeleiding. Demografisch De toename van het aantal alleenstaanden heeft specifieke gevolgen voor de woningmarkt. Zo zijn de woningen die vrijkomen vaak grote gezinswoningen. Hierdoor is het moeilijk om een gepaste woning te vinden op maat van de alleenstaanden. De laatste jaren is het nataliteitscijfer van de gemeente Opglabbeek gestegen. Dit wordt opgemerkt door het groot aantal kleuters in de kinderopvang. De kinderopvang van Opglabbeek is hier deels op voorbereid door een uitbreiding van de opvangmogelijkheden in Louwel en Nieuwe Kempen. De senioren zijn vandaag ouder voordat ze naar een woonzorgcentrum verhuizen. Het is echter zo dat de woonzorgcentra van vandaag enkel zwaar zorgbehoevende bejaarden opvangen. Hiernaast wordt vastgesteld dat kinderen langer dienen te werken waardoor de mantelzorg afneemt. Dit vormt een bijkomende uitdaging voor de thuiszorgdiensten. De organisatie dient een kerntakendebat te organiseren en de thuiszorgdiensten systematisch te evalueren. In onderstaande tabel wordt de leeftijdsverdeling van het personeelsbestand van het OCMW weergegeven. Leeftijdscategorie - 26 jaar 26 – 30 jaar 31 – 35 jaar 36 – 40 jaar 41-45 jaar 46-50 jaar 51 – 55 jaar 55 + jaar
Verhouding 14,63% 4,88% 7,32% 7,32% 14,63% 17,07% 24,39% 9,76%
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
30
Technologisch Het e-mail verkeer is enorm toegenomen wat zowel voor- als nadelen met zich meebrengt. Het aantal telefonische contacten is bijgevolg afgenomen. Er bestaat nog geen e-loket voor het OCMW. Dit zou echter tijd besparen om aanvraagformulieren online te plaatsen. Ook de papier- en verzendingskosten kunnen zo gedrukt worden. Het OCMW maakt wel gebruik van de gemeentelijke website. Er dient dus werkt gemaakt te worden van het e-loket voor het OCMW. In het kader van de gezondheid voor de burgers, voldoen alle maaltijden vanuit het OCMW aan de HACCP-normen. Ook in het OCMW zal CORSA geïmplementeerd worden. Deze implementatie van het documentenmanagementsysteem zal het hierbij mogelijk maken om dossier beter op te volgen. Ecologisch Het is belangrijk om meer energiezuinig te werken en aandacht te hebben voor het verlagen van de verwarming en het doven van lichten in ongebruikte ruimtes. Momenteel zet het OCMW hier op in, maar er is nog ruimte voor verbetering. Het OCMW heeft een energieloket waar informatie verschaft wordt over energie aan cliënten. Hiernaast gebeuren ook doorverwijzingen naar onder andere Infrax, waarbij Infrax werkbezoeken organiseert bij cliënten om tips te geven in onder andere energiebesparing en gebruik van spaarlampen. Ook kan er nog beter ingezet worden op sensibilisering naar de burger toe in het kader van energiebewust leven. Zo kunnen cliënten van het OCMW korting verkrijgen via Infrax van €150 bij de aankoop van een koelkast of wasmachine. Het OCMW van Opglabbeek maakt zelf al gebruik van ecologische poetsproducten en gerecycleerd papier. Via de woonzorgteams doet het OCMW van Opglabbeek aan energie-snoeien. Zo vraagt het cliënteel aan deze teams hulp inzake energie-aanpassingen aan huizen. Er wordt in de gemeente Opglabbeek goed gebruik gemaakt van de tweedehandswinkel voor kleding en kleine huisraad. Zo wordt aan spullen zoals onder andere kledij, huishoudtoestellen en dergelijke een tweede leven gegeven en dit ten behoeve van de cliënten. Het OCMW van Opglabbeek heeft ook een goede samenwerking met de kringloopwinkel. Zo krijgen cliënten van het OCMW een korting van 10% in de kringloopwinkel. Deze samenwerkingsverbanden dienen wel systematisch geëvalueerd te worden. Maatschappelijk Er wordt een toename van psychiatrische patiënten vastgesteld. Zo bepaalt art. 107 van de ziekenhuiswet dat de residentiële plaatsen van psychiatrische patiënten worden afgebouwd ten voordele van andere patiënten. Dit houdt dus een verschuiving van een residentieel naar ambulant statuut in. Deze verschuiving zorgt voor een zware druk voor de maatschappelijke werkers. Het is moeilijk om met deze mensen een traject te doorlopen. Medewerkers dienen dan ook verder gevormd te worden om diensten te kunnen verlenen aan deze nieuwe doelgroep.
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
31
De sociale dienst van het OCMW van Opglabbeek ervaart een toename van multi-probleemgezinnen. Deze gezinnen hebben vaak op verschillende levensfacetten problemen zoals onder andere op vlak van financieel, huisvesting, gezondheid en scholing. De verwachtingen van de burger ten opzichte van het bestuur zijn toegenomen. Indien de burger rechtstreeks gevolgen ondervindt van het beleid wil hij vaak individueel reageren. Er wordt bovendien een onmiddellijke behandeling van individuele klachten verwacht. In de eerste plaats werd een omgevingsanalyse opgemaakt. Uit onderstaande analyse bleek welke knelpunten en welke opportuniteiten er momenteel leven. Hieruit werden een aantal uitdagingen voor de komende 6 jaren geëxtraheerd.
3.1.2 De politieke prioriteiten Naast de omgevingsanalyse waren de verkiezingsuitgaven van de politieke partijen (naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen 2012) een belangrijke bron om het meerjarenplan te kunnen uitwerken. Ook werd het college van burgemeester en schepenen (hierin begrepen de voorzitter van het OCMW) nogmaals gevraagd om hun prioriteiten voor de huidige legislatuur te formuleren.
3.1.3 De prioriteiten van de administratie Ook aan de administratieve diensten werd gevraagd welke zaken zij als belangrijk zagen voor de komende jaren. Aan de hand van deze informatie – de omgevingsanalyse, de politieke prioriteiten en de input van de administratie – werd een eerste, ruwe versie van het meerjarenplan opgesteld.
3.1.4 Inspraak door de bevolking Timing Er werd geopteerd om niet voorafgaandelijk aan het hele planningsproces een bevraging te doen bij de bevolking, maar eerder na een eerste aanzet vanuit de managementteams, het schepencollege en gemeentelijke en OCMW diensten. Als gevolg daarvan vond deze bevraging plaats eind oktober – begin november 2013. De reden voor deze keuze in timing was het feit dat een meerjarenplanning in een BBC-kader weer een nieuw gegeven is. Om daarbij in het ijle vragen voor te leggen aan de bevolking, leek weinig opportuun. Het werd als meer nuttig aanzien om eerst aan de hand van een omgevingsanalyse, het door de bevolking verkozen verkiezingsprogramma, de bevindingen bij de verschillende gemeentelijke diensten en maatschappelijke tendensen een aanzet te geven. Op die manier konden de vragen die we voorlegden aan de bevolking beter gekaderd worden in de algemene strategische doelstellingen en op die manier de accenten aanbrengen in het beleidsplan op basis van de mening van de burger.
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
32
Methodiek Er werd een enquête opgesteld volgens vier grote thema’s (ongeveer gelijklopend met de gekozen beleidsdomeinen): dienstverlening, omgeving, vrije tijd, welzijn. Voor ieder thema werden er een vijftal open vragen geformuleerd. Er werd bewust gekozen voor open vragen om de burger de kans te geven zijn volledige mening te geven. Niet alle vragen moesten ingevuld worden. Op die manier wilden we vermijden dat sommige mensen afhaakten door het aantal vragen. Verder leek het ook nuttiger om de mensen de mogelijkheid te geven om enkel te reageren op datgene waarover zij hun mening willen meedelen. Verspreiding en bekendmaking Het online invullen van de enquête werd gestimuleerd. Een toegankelijk webformulier via www.opglabbeek.be was ruim 2 weken ter beschikking. Om toch iedereen, ook de mensen die niet beschikken over internettoegang, de mogelijkheid te geven hun mening door te geven, werden er op verschillende locaties gedrukte enquêtes en afgesloten brievenbussen voorzien. De papieren versies werden in de bibliotheek, het gemeentehuis, het dienstencentrum voor senioren, het gemeenschapscentrum en het OCMW gelegd. Deze participatiemogelijkheid werd bekend gemaakt via verschillende kanalen: uiteraard de website, TV Limburg, sociale media, affiches. Bovendien werden mensen persoonlijk aangesproken tijdens bijvoorbeeld de algemene vergadering van de cultuurraad. De jeugdmedewerker sprak (hang)jongeren aan. Respons •
•
•
•
65 respondenten: o 61 online ingevulde enquêtes o 4 schriftelijk ingevulde enquêtes Leeftijd respondenten: o 10 – 19 jaar: 18 o 21 – 29 jaar: 16 o 30 – 39 jaar: 8 o 40 – 49 jaar: 11 o 50 – 59 jaar: 3 o 60 – 69 jaar: 7 o Geen leeftijdsgroep vermeld: 2 Gender: o Mannen: 41 o Vrouwen: 22 o Geen geslacht vermeld: 2 Woonkern: o Nieuwe Kempen: 6 o Louwel: 9 o Centrum: 48 o Geen woonkern vermeld: 2
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
33
Conclusies per vraag: Thema 1: dienstverlening -
Hoe kunnen we de toegankelijkheid verhogen (Openingsuren, infrastructuur, ...)?
De respondenten focusten hoofdzakelijk op openingsuren. Een tweede avond in de week open loket krijgt de meeste steun. Opmerkelijk weinig mensen (drie) vragen naar een openingsmoment op zaterdagvoormiddag. Het e-loket wordt tweemaal geprezen als een heuse verbetering in dienstverlening. -
Via welke communicatiekanalen wilt u informatie krijgen en/of geven over de diensten, de activiteiten en/of het beleid?
De huidige kanalen Facebook, Blik en de website zijn de meest geraadpleegde informatiebronnen. De meerderheid van de respondenten vraagt echter ook naar systematische informatie via e-mail. Net zoals er meermaals opgemerkt werd dat de website nog duidelijker en gebruiksvriendelijker mag. -
Werkt het digitale loket naar behoren? Hebt u er al gebruik van gemaakt? Waarom wel, waarom niet en wat mist u eventueel?
De meeste mensen (16 respondenten) wisten niet wat allemaal mogelijk is met het e-loket. Degene die wel op de hoogte waren (7 respondenten) vonden het een nuttig en goed middel om snel administratieve zaken af te handelen. Meer promotie van het e-loket lijkt voor de hand liggend. Zeker omdat er uit de eerste vraag blijkt dat digitalisering van het loket kan bijdragen tot een toegankelijkere dienstverlening. -
Wat vindt u van de klantvriendelijkheid van het gemeentepersoneel in het algemeen?
Het globale beeld geeft een positieve indruk van de klantvriendelijkheid van het gemeentepersoneel. Vooral de onthaalmedewerker van het gemeentebestuur kan op lovende reacties rekenen. Toch misten sommigen (drie respondenten) wat enthousiasme en motivatie achter het loket. -
Wat vindt u van de communicatie van het gemeentebestuur en haar diensten naar de burger?
Een eerder negatief beeld neemt hier de bovenhand. De vraag naar meer gebruik van nieuwe communicatiekanalen is frappant. De digitalisering van de Blik en een verbeterde website zijn geen overbodige luxe volgens een ruime meerderheid van de respondenten. Ook de interne communicatie kan beter: twee mensen rapporteerden dat ze tegenstrijdige reacties langs verschillende kanalen kregen. Thema 2: omgeving -
Hoe zou u de leefruimte in Opglabbeek (Louwel,centrum, Nieuwe Kempen) verder inrichten? Waar is het meest behoefte aan?
Drie grote knelpunten komen naar voor. Ten eerste is er grote vraag naar een nieuw skateplein. Maar laat ons ook even nuanceren: 52% van de respondenten zijn jonger dan 30 jaar, een uitstekende doelgroep voor het skatepark. Ten tweede is het opvallend dat veel burgers vragen achter een opknapping van de sporthal. In-en outdoor sportmogelijkheden staat hoog op de burgeragenda. Ten derde is er behoefte aan een betere verkeersdoorstroom op de Weg naar Zwartberg, zeker de zone aan OCMW Opglabbeek 34 Meerjarenplan 2014-2019
Van Cranenbroek is een knelpunt. Tegelijkertijd moet er aandacht zijn voor trage wegen waar veiligheid primeert. -
Waar moeten we volgens u op het gebied van wonen vooral aandacht aan besteden?
Deze vraag werd duidelijk beantwoord: er moet meer aandacht besteedt worden aan een gezonde mix van goedkopere woningen voor jongeren/ouderen en sociale woningen. Blijkbaar vinden jonge gezinnen moeilijk hun plekje in Opglabbeek. Ook senioren zijn sneller verplicht om zich buiten Opglabbeek te vestigen. Maar men wil zeker geen wijken creëren waar bepaalde bevolkingsgroepen samen gezet worden. Bijna alle respondenten dragen aandacht voor diversiteit en betaalbaarheid in het woonbeleid hoog in het vaandel. -
Wat kan de gemeente inzake milieubeleid doen om de leefkwaliteit van de inwoners te verhogen?
Het milieubeleid moet volgens de respondenten focussen op 2 doelstellingen. Ten eerste moet het evenwicht tussen groene zones, bedrijventerreinen en woonzones doordachter aangepakt worden. De vorige vraag indiceert al meer aandacht voor een divers woonbeleid. De bestaande wandelpaden aan Bosbeek verdienen meer onderhoud en bewegwijzering. Tewerkstelling is echter ook belangrijk. Daarom dienen bedrijventerreinen gebufferd te worden met groene zones. De bedrijven moeten ook beter gecontroleerd worden in verband met de milieunormen. Ten tweede is er vraag naar meer containerparktegoed. Zeker voor groenafval, want dat wordt nu vaak gedumpt in de bosrijke gebieden. -
Hoe kunnen we Opglabbeek verkeersveiliger maken?
Ten eerste door meer snelheidscontroles uit te voeren. Verhogingen in de weg en bloembakken geven lang niet altijd het gewenste effect. Belangrijk is dat er ook een structurele afhandeling gebeurt na de controles. Ten tweede moet de Weg naar Zwartberg, zeker aan Van Cranenbroek, ontlast worden. Vooral tijdens de spitsuren en op zaterdag ondervinden bewoners hier veel hinder. Ten derde is er veel vraag naar enkele veilige oversteekplaatsen op de Weg naar As. Vooral aan de bushaltes is een oversteekplaats broodnodig. Ten slotte wordt de nieuwe verkeerssituatie in het centrum niet erg positief onthaald. De respondenten verwijzen meermaals naar de moeilijker regels en diverse inbreuken op die regels. Ook is er nood aan meer duidelijke bewegwijzering, zowel in het centrum als op verschillende hoofdwegen. -
Is er nood aan bijkomende handel? Wat moet er in de eerste plaats komen?
De respondenten zijn best tevreden met de aanwezige handelsactiviteit. Er is echter wel vraag (door vier mensen) naar een Kruidvat en een Colruyt. Dus vooral winkels met alledaagse dingen die men dicht in de buurt wil. Enkele respondenten ( twee) verwezen naar de mooie winkelmogelijkheden in Genk, Hasselt, Maasmechelen enz. Daar moet Opglabbeek volgens hen niet mee willen concurreren. Toch kan een uitbreiding van het winkelaanbod in het centrum positieve effecten creëren. Maar dan moeten de parkingmogelijkheden ook wel toenemen.
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
35
Thema 3: vrije tijd -
Bent u tevreden over het vrije tijdsaanbod in Opglabbeek (bibliotheek, cultuur, jeugd en sport). Zoniet, wat mist u nog?
Het merendeel van de respondenten is tevreden met het huidige vrije tijdsaanbod. Enkele respondenten halen aan dat Opglabbeek zich niet moet pijn doen voor een breder aanbod, want als kleine gemeente is het aanbod echt wel de moeite. Wel opvallend is de specifieke vraag naar meer activiteiten of workshops voor mensen tussen 25 en 45. Het aanvoelen is dat de meeste activiteiten op jongeren en senioren gericht zijn. Al verklaren de jongeren uit de enquête dat het gemis van een deftig skatepark prangend is. Ook is er vraag naar andere openingsuren in de bib door drie mensen. -
Bent u tevreden over de bestaande vrijetijdsinfrastructuur? (gemeenschapscentrum, sportaccommodatie, Finse piste, speelpleintjes, …)
Het gemeenschapscentrum wordt positief onthaald. Al merken sommige respondenten op dat er een hoge huurprijs hangt aan het afhuren van den Ichter voor fuiven. De afgelopen jaren zijn er veel opfrissingen gebeurd aan de vrijetijdsinfrastructuur. Dat wordt geapprecieerd. Maar de huidige knelpunten zijn het verloederd skatepark, de speeltuintjes die meer aandacht verdienen en de sporthal die aan vernieuwing toe is. Een update van het skatepark en de sporthal zijn de meest geopperde voorstellen van de respondenten. -
Vindt u dat u voldoende geïnformeerd wordt over het vrijetijdsaanbod? Zoniet, waar kan de communicatie verbeteren?
Het merendeel van de respondenten is tevreden over de communicatie rond het vrijetijdsaanbod. Een duidelijke tip die naar voor komt is meer informatie geven via de website en Facebook. De informatie moet duidelijker op de website weergegeven worden. En het facebookprofiel moet meer gebruikt worden. -
Hoe wilt u graag inschrijven voor vrijetijdsactiviteiten?
Deze vraag werd duidelijk beantwoord: burgers willen zich online kunnen inschrijven. Daar zijn verschillende mogelijkheden in: via de website, via een e-mail of via Facebook. Ook de betaling zou beter via bancontact en pc banking kunnen verlopen. Zo wordt het onthaal ontlast op piekmomenten en kunnen mensen efficiënter geholpen worden. -
Wat is volgens u de grootste toeristische troef? Wat zou Opglabbeek op het vlak van toerisme kunnen versterken?
De grootste toeristische troeven voor Opglabbeek zijn de bosrijke omgeving en de goede horecamogelijkheden in het centrum. De fiets- en wandelroutes in o.a. de Bosbeek en de Oudsberg mogen meer gepromoot worden. Eén respondent haalde aan dat de website te weinig praktische informatie geeft over de groene troeven van Opglabbeek. Ook zou er meer samenwerking moeten komen met naburige gemeenten zodat we een toeristische doorstroom kunnen realiseren.
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
36
Thema 4: welzijn -
Wat vindt u van het bestaande aanbod zorg – en dienstverlening voor oudere mensen en thuiszorgdiensten? Welke nieuwe initiatieven verwacht u?
Het huidige aanbod is voor alle respondenten voorlopig toereikend. Maar vijf van de twaalf respondenten (voor deze vraag) wijzen wel op de toenemende vergrijzing. Daarom wijzen zij op het belang van de uitbreiding van het woonzorgcentrum en vragen naar de aanleg van serviceflats. Het dienstencentrum en zijn externe partners creëren een ruim aanbod, maar verdienen meer promotie volgens drie respondenten. -
Wat vindt u van het bestaande aanbod aangepaste infrastructuur en woongelegenheden voor oudere mensen? Welke nieuwe initiatieven verwacht u?
Vijf antwoorden van de 14 verwijzen naar de nood aan serviceflats. Opglabbeek zou binnen zijn woonbeleid aandacht moeten hebben voor senioren die liever zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen met aangepaste hulp. Het rusthuis Kimpenhof wordt positief geëvalueerd, maar op termijn zien vier respondenten toch de nood om het rusthuis uit te breiden. -
Wat vindt u van het bestaande aanbod kinderopvang tot 3 jaar? Welke nieuwe initiatieven verwacht u?
Zes van de elf respondenten (voor deze vraag) evalueert de kinderopvang tot 3 jaar negatief. Vooral het gebrek aan een crèche wordt systematisch naar voor geschoven. Deze respondenten verklaren dat er nood is aan meer keuzemogelijkheden. Want “men wordt door het beperkte aanbod gedwongen om een onthaalmoeder te kiezen waarbij men zich niet goed voelt”. Ook tijdens de vakantieperiodes zou er meer opvang voor de allerkleinsten voorzien moeten worden. -
Wat vindt u van het bestaande aanbod buitenschoolse kinderopvang van 3 tot 12 jaar? Welke nieuwe initiatieven verwacht u?
Eén respondent wijst op de goede geografische spreiding van het aanbod aan buitenschoolse kinderopvang. Vier andere respondenten laten zich positief uit over de werking van de Ballon. Maar twee respondenten halen aan dat er op het gebied van netheid en uitdagende activiteiten meer moeite gedaan mag worden voor de kinderen. -
Wat vindt u van het bestaande aanbod opvoedingsondersteuning aan ouders en kinderen? Welke nieuwe initiatieven verwacht u?
Hier waren slechts drie sluitende antwoorden aanwezig. Een respondent vroeg om vaker eens een lezing rond opvoeden en opvoedingsproblemen te organiseren. Een tweede respondent vroeg om meer openingsuren in de opvoedingswinkel. De laatste respondent had een “ok” over voor het evalueren van het aanbod opvoedingsondersteuning aan ouders. -
Wat vindt u van het bestaande aanbod armoedebestrijding: financieel, materieel, werk, begeleiding, huisvesting (aanbod van sociale woningen)? Welke nieuwe initiatieven verwacht u?
Sociale huisvesting wordt door drie respondenten gezien als de basisdienstverlening die primeert. Een ruimer aanbod sociale woningen en goedkopere huurwoningen zouden al veel helpen. In deze context OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
37
wekken de voorbije investeringen in het gemeentehuis wrevel op bij een respondent. Ook meer preventie omtrent armoedebestrijding zou nuttig zijn volgens één respondent. Ten slotte zou een vakbondskantoor of VDAB interessant zijn voor werknemers en werkzoekenden van Opglabbeek. -
Wat vindt u van het bestaande aanbod sensibiliseringsacties en preventieve maatregelen inzake gezondheidszorg? Welke nieuwe initiatieven verwacht u?
Eén respondent vond dat de gemeente te weinig deed hieromtrent. Een tweede respondent vond het aanbod “ok”. Een derde respondent verwacht van de gemeente een gratis aanbod van griepvaccins voor senioren en jonge kinderen. Algemeen besluit Uit het voorgaande kunnen een aantal meer algemene adviezen gedistilleerd worden. Om het overzichtelijk te houden vatten we deze adviezen kort samen in een aantal punten: -
-
-
De gemeentelijke loketten kunnen beter andere openingsuren krijgen dan nu. Een extra avonddienst en eventueel een zaterdagvoormiddag open zouden de dienstverlening toegankelijker maken voor de burgers. Meer gebruik maken van Facebook en de website is aangewezen om burgers sneller en goedkoper te informeren. Digitalisering is ook nodig in het cultuurbeleid. Samenhangend met de twee vorige punten dient ook het digitaal loket uitgebreid en gepromoot te worden. Dit vergroot de toegankelijkheid van dienstverlening en informatieverstrekking. Het skatepark is duidelijk aan vernieuwing toe, hier is een grote vraag naar. De verkeersproblemen op de Weg naar Zwartberg worden meermaals gesignaleerd. Hier dient dan ook dringend iets aan gedaan te worden. De weg naar Zwartberg biedt ook ruimte om 1 à 2 grotere winkels met parking te maken. dit om tegemoet te komen aan de vraag naar meer handelsmogelijkheden in Opglabbeek. Het cultuurbeleid kan meer aandacht geven aan activiteiten voor de mensen tussen 25 en 45 jaar oud. De sporthal heeft ook dringend nood aan opknappingswerken. De burgers moeten blijven kansen krijgen om hun sportieve activiteiten zo goed mogelijk te ontplooien. In de nabije toekomst dient meer aandacht te gaan voor een divers woonbeleid met specifieke aandacht voor jonge gezinnen en senioren.
3.2 De financiële risico’s Het OCMW van Opglabbeek loopt op verschillende vlakken financiële risico’s. In de mate van het mogelijke, zal er voor gezorgd worden dat deze binnen de perken blijven:
Risico op stijgende pensioenlasten Het OCMW loopt risico’s op 3 fronten: OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
38
Pensioenlasten gewezen voorzitters: Voor de (gewezen) voorzitters valt de pensioenlast volledig ten laste van het bestuur. Dit zorgt voor een groot aantal verplichtingen in de toekomst. Bij de opmaak van de beginbalans in de NOB boekhouding in 1999 werd er geen voorziening noch raming gemaakt van deze toekomstige verplichtingen. Er werden ook geen reserves opzij gezet. Dit risico dient bijgevolg in de budgetten verwerkt te worden op het moment dat de (gewezen) voorzitter in kwestie effectief op pensioen gaat. Er is een intentie om in de loop van deze planningsperiode een reserve aan te leggen en om de beleggingsmogelijkheden hieromtrent na te trekken waardoor de risico’s over de komende jaren verdeeld worden.
Pensioenlasten vastbenoemde personeelsleden: De financiering van de pensioenen van de gepensioneerde vastbenoemde personeelsleden verloopt via een repartitiesysteem, beheerd door de RSZPPO. Dit houdt in dat de pensioenbijdragen van de actieve vastbenoemde personeelsleden dienen voor de betaling van de pensioenen van de gepensioneerde collega’s . Door de langere gemiddelde levensverwachting en het feit dat het aantal actieve vastbenoemde ambtenaren daalt, zijn er steeds hogere bijdragen nodig om de pensioenen nog betaald te krijgen. De pensioenbijdragen zullen de volgende jaren stijgen van 27,5% in 2009 naar 41,5% in 2016. Voor de latere jaren is de intentie om dit percentage te consolideren. Er werden in het verleden door het OCMW Opglabbeek geen reserves aangelegd om deze stijging te kunnen milderen. Een bijkomend risico in verband met de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden situeert zich op het vlak van de responsabiliseringsbijdrage. Deze bijdrage wordt door de RSZPPO aangerekend aan besturen die een te hoge pensioenkost voor hun vastbenoemde ambtenaren hebben, in vergelijking met de pensioenbijdragen van hun actieve vastbenoemde personeelsleden. Tot op heden werd aan het OCMW Opglabbeek nog geen responsabiliseringsbijdrage aangerekend. Op basis van de huidige voorwaarden en situatie, blijkt uit simulatie dat pas in het jaar 2032 er een responsabiliseringsbijdrage dient betaald te worden. Het blijft echter onzeker of de voorwaarden vast liggen. Er is een intentie om in de loop van deze planningsperiode een reserve aan te leggen en om de beleggingsmogelijkheden hieromtrent na te trekken waardoor de risico’s over de komende jaren verdeeld worden.
Pensioenlasten contractuele personeelsleden: Het OCMW van Opglabbeek heeft zich voor zijn contractuele personeelsleden toe verbonden om het moment dat zij op pensioen gaan maandelijks een bedrag bij te passen dat gelijk is aan 60% van de kloof tussen het bruto-pensioen dat het contractuele personeelslid ontvangt als contractuele enerzijds en het bruto-pensioen dat het personeelslid zou ontvangen indien hij zijn hele carrière vastbenoemd zou geweest zijn. Het bestuur heeft zich hiervoor aangesloten bij het systeem dat uitgewerkt werd door het provinciebestuur van de provincie Limburg (Het zogenaamde ‘Plan Limburg’ Ethias-Dexia).Bij de aanvang van dit systeem had het OCMW geen bedrag voorzien. Jaarlijks wordt dit ‘reservefonds’ aangevuld met 5,8% van de brutoweddemassa van de contractuele personeelsleden. Voor 2014 bedraagt dit € 33.000 en dit loopt op naar € 38.000 in 2019. Hierdoor wordt ruimschoots voldaan aan de dekkingsgraad van de aangegane verplichtingen, waardoor dit risico in voldoende mate afgedekt is (minimaal 30%). OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
39
Debiteurenrisico Het risico dat de gelden waarop het OCMW recht heeft, niet tijdig geïnd kunnen worden, valt uiteen in 2 risico’s:
Risico bij privé-debiteuren: De openstaande vorderingen worden op regelmatige basis overlopen en de nodige acties om deze te innen, worden ondernomen. Hierbij dient echter opgemerkt te worden dat het OCMWcliënteel in regel bestaat uit mensen die het sowieso financieel moeilijk hebben, waardoor afbetalingsplannen vaak moeilijk of niet nagekomen kunnen worden. Er dient altijd een evenwicht gezocht te worden tussen begrip voor de financiële situatie van de cliënt en de financiële toestand van het OCMW. Door een proactieve, accurate en snelle opvolging van de vorderingen is het toch mogelijk een aandeel hiervan op relatief korte termijn te innen. Overleg met de betrokken maatschappelijke assistenten, haalbare afbetalingsplannen, het inroepen van een gerechtsdeurwaarder, hypotheeklegging,… zijn enkele methodes die gebruikt worden om de inning te faciliteren.
Risico bij overheden-debiteuren: De rechtstreekse invloed op deze debiteuren is zeer beperkt. De betaling van deze toelagen is zeer labiel. Bijvoorbeeld bij betaling van de gesco-toelagen is het onmogelijk te voorspellen wanneer de hogere overheid deze gelden overmaakt. De ene keer wordt er gebruik gemaakt van het systeem van voorschotten, dan kwartaalafrekening , dan weer maandelijks,… Dit heeft een negatieve invloed op een behoorlijke liquiditeitenplanning.
Risico gewijzigde regelgeving subsidiëring Het OCMW is voor bepaalde activiteiten sterk afhankelijk van subsidies van hogere overheden. Voor een aantal subsidies is het momenteel zeer onduidelijk in welke richting deze zullen evolueren:
Subsidiesysteem kinderopvang: De kinderbijslag wordt binnenkort overgeheveld van de federale overheid naar de deelstaten. Hierdoor zal het subsidiesysteem van de kinderopvang mogelijk herzien worden. Er bestaat nog steeds grote onduidelijkheid over welke richting dit zal gaan.
Subsidiesysteem Lokaal Opvang Initiatief (LOI): Er zijn de afgelopen maanden al grondige veranderingen doorgevoerd in dit subsidiesysteem. Op basis van het huidig gevoerde beleid, lijkt in de nabije toekomst een verdere afbouw van deze dienstverlening noodzakelijk. Het OCMW van Opglabbeek zal, in afwachting van verdere onderrichtingen, deze dienst blijven aanbieden en ondersteunen. Dit zal nauwgezet opgevolgd worden.
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
40
3.3 Overzicht van alle beleidsdoelstellingen
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
41
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
42
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
43
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
44
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
45
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
46
3.4 Interne organisatie 3.4.1 Het organogram van het OCMW
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
47
3.4.2 Overzicht van het personeelsbestand (TM1)
3.4.3 Overzicht van de budgethouders -
-
-
Delegatie aan voorzitter en secretaris - Goedkeuren van alle facturen voor zover deze het bedrag van 5.500 EUR (exclusief btw) niet overschrijden. De facturen worden maandelijks ter kennisgeving aan de raadsleden voorgelegd; - Goedkeuren van alle facturen waarvoor er reeds een beslissing genomen werd in de raad voor maatschappelijk welzijn en die kunnen beschouwd worden als een gevolg of toepassing van deze beslissing zoals bijvoorbeeld het betalen van huur aan verhuurders-eigenaars in verband met huurovereenkomsten die het OCMW heeft afgesloten - Goedkeuren van bestelbonnen voor zover deze het bedrag van 5.500 EUR (exclusief btw) niet overschrijden. De bestelbonnen zullen maandelijks ter kennisgeving aan de raadsleden worden voorgelegd. Delegatie aan diensthoofd IBO De Ballon - Lila Nowak, diensthoofd IBO De Ballon, is aangesteld als kasbeheerder van de rekening die verband houdt met het AC Buitenschoolse kinderopvang ‘De Ballon’ Delegatie aan diensthoofd Extra-murale diensten - Marjon Quax, diensthoofd Extra-murale diensten, is aangesteld als kasbeheerder van de rekening die verband houdt met het dorpsrestaurant
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
48
3.4.4 Overzicht van de beleidsvelden per beleidsdomein
Code BD Code BV Code BI 02
Omschrijving Algemeen Bestuur
0111
Fiscale en financiële diensten
0113
Archief
0190
Overig algemeen bestuur
0500
Handel en middenstand
0100
Politieke organen
0110
Secretariaat
0112
Personeelsdienst en vorming
0119
Overige algemene diensten
0490
Overige elementen van openbare orde en veiligheid
0510
Nijverheid
0790
Erediensten
0400
Politiediensten
0410
Brandweer
0800
Gewoon basisonderwijs
03
Burger & Welzijn 0130
Administratieve dienstverlening
0550
Werkgelegenheid
0903
Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
0905
Dienst voor juridische informatie en advies
0930
Sociale huisvesting
0943
Gezinshulp
0945
Kinderopvang
0949
Overige gezinshulp
0951
Dienstencentra
0989
Overige dienstverlening inzake volksgezondheid
0959
Overige verrichting betreffende ouderen
0901
Voorschotten
0160
Hulp aan het buitenland
0900
Sociale bijstand
0902
Integratie van personen met vreemde herkomst
0911
Diensten en voorzieningen voor personen met een handicap
0904
Activering van tewerkstelling
0909
Overige verrichtingen inzake sociaal beleid
0944
Opvoedingsondersteuning
0946
Thuisbezorgde maaltijden
0948
Poetsdienst
0952
Assistentiewoningen
0980
Sociale geneeskunde
0869
Overige ondersteunende diensten voor het onderwijs
0985
Gezondheidspromotie en ziektepreventie
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
49
04
Infrastructuur 0210
Openbaar vervoer
0640
Elektriciteitsvoorziening
0660
Communicatievoorzieningen
0680
Groene ruimte
0200
Wegen
0220
Parkeren
0290
Overige mobiliteit en verkeer
0630
Watervoorziening
0650
Gasvoorziening
0670
Straatverlichting
0990
Begraafplaatsen
0992
Lijkbezorging
05
Omgeving 0300
Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval
0309
Overig afval- en materialenbeheer
0320
Sanering van bodemverontreiniging
0390
Overige milieubescherming
0470
Dierenbescherming
0530
Land-, tuin en bosbouw
0600
Ruimtelijke planning
0620
Grondbeleid voor wonen
0629
Overig woonbeleid
0310
Beheer van regen- en afvalwater
0610
Gebiedsontwikkeling
0621
Bestrijding van krotwoningen
0984
Ontsmetting en openbare reiniging
0319
Overig waterbeheer
0340
Aankoop, inrichting en beheer van natuur, groen en bos
06
Vrije Tijd 0520
Toerisme - Onthaal en promotie
0709
Overige culturele instellingen
0711
Openluchtrecreatie
0739
Overig kunst- en cultuurbeleid
0750
Jeugd
0820
Deeltijds kunstonderwijs
0529
Overige activiteiten inzake toerisme
0521
Toerisme - Sectorondersteuning
0703
Openbare bibliotheken
0705
Gemeenschapscentrum
0710
Feesten en plechtigheden
0712
Festivals
0720
Monumentenzorg
0740
Sport
01
Algemene Financiering 0020
Fiscale aangelegenheden
0040
Transacties in verband met de openbare schuld
0090
Overige algmene financiering
0010
Algemene overdrachten tussen de verschillende bestuurlijke niveaus
0030
Financiële aangelegenheden
0050
Patrimonium zonder maatschappelijk doel
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
50
3.5 Overzicht van de activiteiten die opgenomen zijn onder de financiële vaste activa Het OCMW van Opglabbeek heeft geen financiële vaste activa.
3.6 Overzicht van de financiële schulden (TM2)
OCMW Opglabbeek Meerjarenplan 2014-2019
51