HULP SCHOOLPLAN 2015-2019
2
Toelichting bij: Hulp bij het samenstellen van het schoolplan Gebruik van deze hulp De hulp bij het samenstellen van het schoolplan is als volgt te gebruiken. In deze hulp tref je aan: - De indeling van het RPCZ schoolplan - Aan het begin van elk hoofdstuk: o Een algemene toelichting op dat hoofdstuk. - Per paragraaf: o Een toelichting in grijs kader en in enkele gevallen een voorbeeldtekst. Toelichtingen zijn cursief gedrukt. Voorbeeldteksten standaard. Wij wijzen er uitdrukkelijk op dat het gebruik van de voorbeeldteksten alleen dan handig is, als die precies overeenstemmen met de werkelijke situatie op de school. Soms kunnen kleine aanpassingen in die voorbeeldteksten daarvoor zorgen.
Scholen, die in de afgelopen schoolplanperiode met de RPCZ-schoolplanindeling werkten adviseren wij het ‘oude’ schoolplan te gebruiken bij de samenstelling van het nieuwe. Nagegaan kan worden wat gehandhaafd blijft en waar wijzigingen aangebracht moeten worden. Dat lijkt met name handig in hoofdstuk 3. Daarin wordt de huidige werkwijze van het onderwijs verantwoord. Daarin zullen in de afgelopen schoolplanperiode wel veranderingen plaats gevonden hebben. Wij denken, dat het goed mogelijk is de paragrafen 3.2 en 3.3 samen te stellen door de wijzigingen, die de afgelopen 4 jaar hebben plaats gevonden daar in onder te brengen.
Gebruikers RPCZ kwaliteitshandboek Voor gebruikers van RPCZ kwaliteitshandboek is het mogelijk om op een aantal plaatsen hier naar te verwijzen. Waar dat van toepassing is wordt dat in de toelichting vermeld.
Meer informatie nodig? Rijzen bij het samenstellen van het schoolplan vragen, waarvan de antwoorden niet in de hulp terug te vinden zijn, dan is het altijd mogelijk contact op te nemen met één van de RPCZ specialisten Management en Organisatie. Dat zijn: Henk Weemaes 0118-480827 06-21824388 Leny Tuinhof 0118-480824 06-21822937 Barbara Beulens 0118-480817 06-21822325 Jan Remijn 0118-480846 06-21822157 Bert Wille 0118-480859 06-31643677
3
Indeling Schoolplan 2015-2019 Inleiding 1. De opdracht van onze school 1.1. Inleiding 1.2. Onze missie 1.3. Onze visie 1.4. Interne en externe analyse. 1.5. Strategische keuzes en missie en visie 1.6. Consequenties voor de meerjarenplanning 2. Onderwijskundige vormgeving 2.1. Inleiding 2.2. Wettelijke opdracht van het onderwijs 3.2.1. Ononderbroken ontwikkeling 3.2.2. Brede ontwikkeling 3.2.3. Multiculturele samenleving 2.3. Kerndoelen 2.4. Kinderen met extra onderwijsbehoeften 2.5. Onderwijs aan langdurig zieke kinderen 2.6. Consequenties voor de meerjarenplanning 3. Personeelsbeleid 3.1. Inleiding 3.2. Personeelsbeleid in samenhang met onderwijskundig beleid 3.3. Consequenties voor de meerjarenplanning 4. Kwaliteitszorg 4.1. Inleiding 4.2. Voorwaarden voor onze kwaliteitszorg 4.3. De inrichting van onze kwaliteitszorg 4.4. Consequenties voor de meerjarenplanning 5. Meerjarenplanning 5.1. Inleiding 5.2. Veranderingsonderwerpen en resultaten 5.3. Overzicht veranderingsgebieden in de schoolplanperiode 2015 – 2019 5.4. Sponsoring
4
Inleiding Wij adviseren deze inleiding samen te stellen als de rest van het schoolplan klaar is. Dan is het ook mogelijk iets te zeggen over het proces, waarin dit plan is tot stand gekomen. Doel schoolplan In dit onderdeel wordt aangegeven, welke functie het schoolplan - naast de wettelijke verplichting - in de school inneemt. Dit schoolplan is het beleidsdocument, waarin we aangeven welke keuzen we voor de schoolplanperiode 2015-2019 op deze school hebben gemaakt. Het is opgesteld binnen de kaders van het strategisch beleidsplan van ons bestuur. Op basis daarvan zijn de specifieke doelen voor onze school bepaald, rekening houdend met de huidige stand van zaken van het onderwijs en de omgevingsfactoren, die van invloed zijn op het functioneren van de school. Het schoolplan geeft aan bestuur, team en ouders duidelijkheid over wat we willen bereiken met het onderwijs op deze school en hoe we dat dagelijks vorm zullen geven. Samenhang in het schoolplan In deze paragraaf gaat het erom duidelijk te maken, dat een duidelijke lijn uitgezet is voor de periode 2015-2019 en dat alle beleidsterreinen gericht op ontwikkeling daarmee samenhangen. Een accent kan gelegd worden op het maken van strategische keuzes, die misschien hier ook al kort aangegeven kunnen worden. In de voorbeeldtekst is dit niet gebeurd, wel is er ruimte voor opgenomen. Dit plan bestaat uit verschillende onderdelen. Het spreekt voor zich dat die een grote mate van samenhang vertonen. Op basis van het strategisch beleid van het bestuur formuleren wij de missie en visie van de onze school. Om samenhang te waarborgen en ons niet te verliezen in details hebben we daaruit voortvloeiend een beperkt aantal strategische keuzes gemaakt. Versie 1 hoofdstuk 2. In het hoofdstuk onderwijskundige vormgeving (hoofdstuk 2) wordt een beschrijving gegeven van het huidige onderwijs op school. Daarbij is nagegaan of we voldoen aan de wettelijke eisen. Ook is nagegaan op welke punten het huidige onderwijs op de school wel of niet overeenkomt met onze visie op onderwijs. De verbeteringen zijn opgenomen in de meerjarenplanning in hoofdstuk 6. Versie 2 hoofdstuk 2 Onze onderwijskundige vormgeving is beschreven in het kwaliteitshandboek. Ter voorbereiding op dit schoolplan hebben we dit onderdeel geëvalueerd om vast te stellen welke veranderingen we in dit kader in de komende schoolplanperiode in willen voeren. Een beknopte samenvatting van deze evaluatie vindt u in hoofdstuk 3 van dit schoolplan met daarin de voorgenomen veranderingen in de komende jaren. Deze zijn tevens opgenomen in de meerjarenplanning in hoofdstuk 6. Het personeelsbeleid op onze school heeft direct verband met het onderwijskundig beleid. In het Integraal personeels beleidsplan wordt dit beleid uitvoerig beschreven. In dit verband geven we
5
in hoofdstuk 3 aan welke personele consequenties verbonden zijn aan de plannen voor de periode 2015-2019. Ontwikkelen en bewaken van de in dit plan beschreven kwaliteit van het onderwijs is een belangrijke opdracht van de school. In het betreffende hoofdstuk 4 beschrijven we de cyclische werkwijze die we hanteren om dit te realiseren. Alle geplande veranderingen worden kort samengevat in hoofdstuk 6: de meerjarenplanning. Deze meerjarenplanning en de ontwikkelingen in de loop van de tijd zijn richtinggevend voor gedetailleerde actieplannen, die jaarlijks opgesteld worden. Uitvoering vindt plaats nadat het bestuur het plan heeft geaccordeerd heeft en zorg kan dragen voor de benodigde faciliteiten. Totstandkoming Hierin wordt toegelicht welke acties ondernomen zijn om tot de samenstelling van het schoolplan te komen. Naast de opsomming van acties kan ook aangegeven worden in welke sfeer het proces verlopen is. Tevens kunnen verwachtingen uitgesproken worden over hoe op basis van het totstandkomingsproces aan de uitvoering van het schoolplan gewerkt zal worden. Het schoolteam heeft onder leiding van de directie gewerkt aan de totstandkoming van dit schoolplan. Op basis van de beschrijvingen in het voorgaande schoolplan en informatie over nieuwe en/of op handen zijde ontwikkelingen heeft het schoolteam tijdens een teambijeenkomst de missie en de visie van de school vastgesteld. Op dat moment zijn ook nadrukkelijk de eigen wensen van de personeelsleden aan bod geweest. Daarmee is door het team de richting aangegeven waarin de school zich zou moeten ontwikkelen. Daarnaast zijn gegevens verzameld, die duidelijk maakten, welke positie de school aan het eind van de vorige schoolplanperiode innam op de verschillende beleidsterreinen. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende gegevens: - De evaluatie van het schoolplan 2011-2015 van de school, dat is opgesteld in 2011. - De meest recente inspectierapporten. - Tevredenheidsmetingen van ouders, leerlingen en medewerkers. - De jaarlijkse evaluaties van de actieplannen. - Analyse van de leerresultaten op basis van methodeonafhankelijke toetsen. - Omgevingsanalyse, die aangeeft hoe de school gewaardeerd wordt in de wijk en de samenwerking met de daar aanwezige instanties en instellingen. - ……………………… De (SWOT)analyse van deze gegevens, afgezet tegen de geformuleerde missie en visie heeft geresulteerd in een aantal strategische keuzes, die naar het oordeel van het team leidend en richtinggevend zijn voor de beoogde concrete doelen. Het schoolteam stelt zich onder leiding van de directie verantwoordelijk voor de uitvoering van dit schoolplan in de komende vier jaar. Het bevoegd gezag stelt zich door middel van de akkoordverklaring verantwoordelijk voor het ondersteunen en bewaken van hetgeen in het schoolplan is beschreven. Het bevoegd gezag stelt zich garant voor het gericht inzetten van middelen voor het ondersteunen van dit schoolplan. De directie stelt het schoolbestuur jaarlijks op de hoogte van de bereikte doelen door middel van een jaarverslag.
6
Samenhang met andere documenten Hierna volgt een opsomming van de op school aanwezige documenten waarnaar verwezen wordt in het schoolplan. Dat kunnen zijn; IPB-plan; kwaliteitshandboek; schoolondersteuningsprofiel, ondersteuningsplan van de school, ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband; cultuurbeleidsplan etc. Tevens wordt aangegeven, dat de uit te geven schoolgidsen in de komende jaren gebaseerd zullen zijn op het vastgestelde schoolplan De schoolgidsen in de periode 2015-2019 worden samengesteld op basis van de inhouden van het schoolplan. In dit schoolplan verwijzen we naar de volgende documenten, die aanwezig zijn op onze school: - kwaliteitshandboek - integraal personeelsbeleidsplan - schoolgids - schoolondersteuningsprofiel - schoolondersteuningsplan - ondersteuningsplan samenwerkingsverband - cultuurbeleidsplan - ………………………………..
7
Vaststelling In deze paragraaf wordt ruimte gelaten voor de ondertekening door de betrokken partijen. Het schoolplan is vastgesteld in de vergadering van het schoolteam d.d.
………………………. directeur
De MR heeft instemming verleend met het schoolplan d.d. ……………………
………………………. voorzitter van de MR.
Het schoolplan is vastgesteld door het bestuur van de school d.d.
………………………. Voorzitter van het bestuur van de…………
8
1. De opdracht van onze school 1.1. Inleiding Deze paragraaf wordt geschreven als hoofdstuk 2 samengesteld is. Het geeft de bedoeling weer van dit hoofdstuk en een overzicht van de onderdelen. Dit hoofdstuk is dragend voor ons werk in de komende schoolplanperiode. We verantwoorden hier vanuit welke opvattingen het onderwijs verzorgd wordt. Deze opvattingen zijn gebaseerd op de visie van het schoolteam en de conclusies, die we als schoolteam getrokken hebben uit de verzamelde gegevens, de informatie over nieuwe en te verwachten ontwikkelingen. Dit alles binnen de kaders van het door het bestuur vastgesteld strategisch beleid. (zie hoofdstuk1). Daarnaast is een interne en externe analyse uitgevoerd met betrekking tot het onderwijs op onze school. Dat heeft geresulteerd in een aantal sterke en zwakke kanten van onze organisatie en kansen en bedreigingen in de nabije toekomst. Dit overzicht is gebruikt om de best mogelijke strategische keuzes te maken voor de toekomst. 1.2 Onze missie Voor die scholen die te maken hebben met een strategisch beleidsplan van het bestuur waarin een missie beschreven is, is deze leidend voor de missie op schoolniveau. Een aanvulling kan gedaan worden die rechtstreeks te maken heeft met de specifieke situatie van de school: bvb schoolbevolking, schoolomgeving o.i.d. De eigen missie kan niet strijdig zijn met de missie van het bestuur. In die gevallen, dat er sprake is van een bovenschools bestuur, zal de missie van de school getoetst moeten worden aan de uitspraken, die in dit kader door het algemeen bestuur zijn gedaan.
1.3. Onze visie Een goed omschreven visie doet algemene uitspraken over hoe je het onderwijs eruit wilt laten zien en is tegelijkertijd concreet genoeg om te kunnen dienen als criterium waaraan je je eigen onderwijs kunt toetsen. De visie beschrijft de gewenste situatie aan het eind van de komende schoolplanperiode. Een visie kan daarom het beste beschreven worden in de vorm van een rijtje criteria. Deze zijn te koppelen aan de verschillende beleidsterreinen van de school (zie hierna). Geef per terrein kernachting en voldoende concreet de essentie weer. Dit hoeft niet allesomvattend te zijn, omdat een visie ook aangeeft waar je de nadruk wil leggen. Noem in de visie niet de wettelijke opdrachten (bijvoorbeeld: we streven de kerndoelen na. Omschrijf eventueel wel hoe je ze wil nastreven, want hiermee kun je je onderscheiden. De wettelijke opdrachten waarover je eventueel iets kunt zeggen in de visie zijn: ∙ Kerndoelen Hier moeten voor taal en rekenen de verwijzing naar de referentiekaders opge∙
∙
nomen worden Bij de vakgebieden moet in ieder geval sociale redzaamheid (waaronder gedrag in het verkeer) en bevorderen gezond gedrag opgenomen worden. Hier kan dan ook het antipestprogramma opgenomen worden. Kinderen die extra zorg behoeven. Hier de uitgangspunten voor de wet passend onderwijs op nemen en ruimte om de kernpunten van hun schoolondersteuningsprofiel op te nemen.
9
∙ ∙ ∙ ∙
Ononderbroken ontwikkelingsproces Multiculturele samenleving. Voortgangsregistratie Onderwijs aan zieke kinderen
Een overzicht van de belangrijkste beleidsterreinen: (N.B.: Uiteraard kan naar eigen inzicht ook gekozen worden voor andere benamingen van de domeinen dan hieronder aangegeven). Visie op ontwikkeling en leren. Hoe optimale leerresultaten behalen: b.v. wetenschappelijke inzichten - zoals de onderzoeken van Marzano of Hattie, Breinvriendelijk leren - gebruiken voor optimaal resultaat. Belang van ‘brede’ ontwikkeling: relatie, competentie, autonomie. Visie op omgaan met verschillen hier in meenemen. Visie op onderwijs. Hoe wordt het onderwijs georganiseerd? Specifieke kenmerken van het onderwijs in relatie met ontwikkeling en leren. Uitdagend leren, ondernemend leren, 21th Century Skills, , onderwijs afgestemd op talenten en mogelijkheden van de kinderen. Visie op opbrengsten van het onderwijs. Volgens de Nederlandse wetgeving is elke school gehouden vanaf 1 augustus 2014 gehouden aan het realiseren van referentiedoelen. Hier geven wij aan hoe wij dat binnen ons onderwijs een plaats zullen geven. Hoe zorgen we er voor, dat alle kinderen de hoogst haalbare resultaten halen binnen hun mogelijkheden. Visie op schoolklimaat. De beschrijving van het pedagogisch klimaat geeft een antwoord op vragen van onderstaande aard: Hoe wordt met elkaar omgegaan: relaties leerkrachten, leerlingen en ouders. Welke rol speelt de fysieke omgeving? Aan welke criteria voldoet ons pedagogisch klimaat? Hoe draagt ons pedagogisch klimaat bij aan hoge leerresultaten? Hoe wordt omgegaan met pestgedrag? Visie op maatschappelijke positionering. Hoe ziet de ontwikkeling van de school er uit in relatie tot haar maatschappelijke omgeving?. Welke rol speelt de school in de wijk het dorp of de regio? Hoe ziet de samenwerking met maatschappelijke partners (voorschools, kinderopvang, bibliotheek, sport en cultuurverenigingen etc.) uit? Wordt er gewerkt vanuit een brede school (gedachte). Is er sprake van IKC (ontwikkeling)? Hoe wordt de omgeving benut om de schooldoelstellingen te realiseren. Leidt de samenwerking ook tot nieuwe doelstellingen?
In onze visie geven we aan hoe we ons onderwijs willen vormgeven. De beschreven uitgangspunten beschouwen we als kwaliteitscriteria waaraan we ons onderwijs in de komende periode willen toetsen. Visie op ontwikkeling en leren.
10
Visie op onderwijs Visie op opbrengsten van het onderwijs. Visie op schoolklimaat. Visie op maatschappelijke positionering. 1.4. Interne en externe analyse Deze paragraaf kan pas samengesteld worden als een zogenaamde SWOT analyse is uitgevoerd. Daaraan vooraf gaat het verzamelen van gegevens voor de interne (sterk en zwak) en externe (kansen en bedreigingen) analyse. Voor beide analyses zijn aspecten aangedragen en mogelijke wijzen van gegevens verzamelen. Als deze verzameld zijn wordt bepaald wat sterk/zwak/kans of bedreiging is. Van elk worden de 5 belangrijkste vastgesteld. Met deze 20 items (maar het mogen er ook minder zijn, niet meer) wordt de SWOT gemaakt door na te gaan of: - sterktes en kansen elkaar kunnen versterken; - sterktes en bedreigingen of zwaktes en kansen mogelijkheden in zich hebben en - hoe voorkomen kan worden dat zwaktes en bedreigingen een kans krijgen of nog erger elkaar gaan versterken. Als deze SWOT op die manier is uitgevoerd worden door een werkgroepje voorstellen gedaan voor strategische keuzes. Deze keuzes zijn gebaseerd op de SWOT en op het realiseren van de missie van de school. Deze strategische keuzes worden in een teamvergadering vastgesteld.
Om tot een goede sterkte en zwakte analyse te komen kunnen gegevens verzameld rondom een aantal geformuleerde mogelijke sterkten en zwakten van de organisatie. Dit levert gegevens op voor de interne analyse. NB: niet alle onderdelen hoeven noodzakelijkerwijs aan bod te komen. Voor een aantal is het ook mogelijk combinaties te maken. Binnen tevredenheidsmetingen kunnen verschillende aspecten meegenomen worden. Mogelijke sterkten en zwakten Bronnen kwaliteit medewerkers Leerresultaten kwaliteit leiding en (midden) management Financiële positie van de organisatie Kwaliteit van de organisatiestructuur Marktpositie
Samenvatting functionering- en beoordelingsgesprekken; tevredenheidsmetingen Conclusies uit analyses Leerresultaten en tevredenheidsmetingen van ouders en leerlingen tevredenheidsmetingen, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken Veelal afhankelijk van boven-schoolse situatie Met name af te meten vanuit tevredenheidsmetingen van medewerkers Verloop leerlingenaantallen ook in relatie met de collega-scholen.
11
Innovatieve en strategische capaciteit van de organisatie
Veranderingsbereidheid van de organisatie Kwaliteit van relevante netwerken
Reputatie en imago van de organisatie
Kwaliteit van de fysieke locatie en onderwijsmaterialen De steun van politiek en stakeholders Relatie ‘toeleveranciers’ en ‘afnemers’
Kwaliteit informatiestructuur. Hoe transparant is de organisatie. De organisatiecultuur kwaliteit van de medezeggenschap
Hier kan onderzoek naar gedaan worden door partners, stakeholders te ondervragen over hoe zij tegen de samenwerking aan kijken Eventueel kunnen gegevens verkregen worden via imago onderzoek onder de ouders en een aantal oud leerlingen, ‘oud’ ouders, buurtbewoners, die b.v. ook kinderen op een collegaschool hebben zitten. Beoordeling huisvesting en onderwijsleermiddelen Inschatting van de relatie die men op dit vlak onderhoud. (zie ook netwerken) In het geval van de school betreft het in ieder geval ouders en leerlingen. Gegevens te verkrijgen via tevredenheidsmetingen Via tevredenheidsmetingen. Via tevredenheidsmetingen bij medewerkers Via tevredenheidsmetingen bij medewerkers en ouders
De interne analyse heeft het volgende beeld opgeleverd: Sterke punten van onze school “Zwakke” of ontwikkelpunten van onze school
Een inschatting van kansen en bedreigingen voor de school. Dit levert gegevens op voor de externe analyse. Kansen en bedreigingen zijn factoren van buitenaf (bijvoorbeeld rijks- of gemeentelijk beleid, wetgeving, krimp etc.. NB: niet alle onderdelen hoeven noodzakelijkerwijs aan bod te komen. Mogelijke kansen en bedreigingen Verzamelde gegevens Groeiende of krimpende markt/demografische ontwikkelingen Technologische ontwikkelingen
Hierbij gaat het om de leerling-prognoses op middellange termijn Nieuwe mogelijkheden door moderne technologieën
12
Bezuinigingen of stimuleringsmiddelen Mogelijkheden van samenwerking of (strategische) allianties Veranderingen in lifestyle van belangrijke doelgroepen (gezinnen) Introductie nieuwe diensten
Succes/falen van de collega-scholen in de buurt Etc.
Wat zal het landelijk beleid brengen en wat doet de plaatselijke overheid op dit gebied? Welke mogelijkheden zijn er om samen met partners de doelen van de organisatie te realiseren? Gezinssamenstelling, beide ouders die werken, veranderende behoefte aan opvang. Waar is behoefte aan bij ouders/de maatschappelijke omgeving en zien we dit als kans of bedreiging en waarom dan? Af te lezen uit het verloop van de ‘marktaandelen’ in de afgelopen jaren en andere signalen uit de samenleving. Etc.
De externe analyse heeft het volgende beeld opgeleverd: Kans voor onze school Bedreiging voor onze school
Door deze gegevens met elkaar te combineren en af te zetten tegen wat we op onze school willen realiseren zijn uit een veelheid van mogelijkheden de volgende strategische keuzes gemaakt voor de komende jaren: Het schoolplan levert mogelijk veel verschillende ontwikkelonderwerpen op voor de komende vier jaar. Daardoor is het risico aanwezig, dat zicht op de grote lijn gaat ontbreken. Wij adviseren de scholen duidelijk vast te stellen, wat de hoofdlijnen van beleid zijn in de komende schoolplanperiode. Daarbij zal het veelal gaan om hoofdlijnen/speerpunten als: pedagogische grondslag; vormgeving van het didactisch concept van de school etc.. Aanschaf van materialen, invoeren van nieuwe methoden zijn aan deze ‘grote lijnen’ ondergeschikt. Geadviseerd wordt niet meer dan 3 speerpunten van beleid vast te stellen en daar de andere veranderingen aan te koppelen. Dit bevordert sterk het zicht op de samenhang in de schoolontwikkeling. Onze strategische keuzes (speerpunten) voor de periode 2015 – 2019 zijn: 1. …………………… Toelichting: 2. ………………… Toelichting: 3. ………………… Toelichting:
13
1.5. Strategische keuzes en missie en visie Missie en visie bouwen op veel punten voort op ontwikkelingen uit het verleden. In de school is dan ook al veel van wat we belangrijk vinden in ons onderwijs terug te vinden. Dit blijkt uit het volgende overzicht: Dit overzicht kan ingevulde worden door na te gaan in welke mate de hiervoor omschreven visie gerealiseerd is. De uitkomsten van de interne en externe analyse kunnen hierin ook meegenomen worden. Onderdelen van de visie, die reeds gerealiseerd zijn:
Onderdelen van de visie, die nog niet gerealiseerd zijn: In onderstaand overzicht geven we aan hoe we op dit moment de stand van zaken ten aanzien van de hoofdpunten van de missie en visie inschatten die nog niet gerealiseerd zijn en hoe die zich verhouden tot de strategische keuzes. Aspecten van de missie/visie Relatie met strategische keuzes Actie ’15-‘19
Andere onderwerpen, die niet voortkomen uit de visie, maar die we wel willen opnemen in onze meerjaren planning. Onderwerp Waarom we dit opnemen in de meerjarenplanning
1.6. Consequenties voor de meerjarenplanning Hier kan op hoofdlijnen worden aangegeven welke prioriteiten er gesteld worden, welke onderwerpen meerdere jaren zullen vragen aan ontwikkeling en / of implementatie etc.
14
2. Onderwijskundige vormgeving Toelichting algemeen: Bij de invulling van dit hoofdstuk spelen de volgende zaken een rol: a) Gebruikt de school het kwaliteitshandboek van RPCZ. b) Is het vorige schoolplan gemaakt met de RPCZ indeling. Ad a. Als de school werkt met het kwaliteitshandboek van RPCZ, dan is daarin (mits helemaal ingevuld) de inhoud van dit hoofdstuk beschreven. Hoofdstuk 2 van het kwaliteitshandboek beschrijft namelijk de wijze waarop volgens de wet het onderwijs ingericht is. In hoofdstuk 3 van het kwaliteitshandboek wordt de organisatie van de zorg beschreven. Voor de scholen, die met het kwaliteitshandboek werken adviseren wij na te gaan naar welke onderdelen van het kwaliteitshandboek verwezen kan worden. Per onderdeel geven wij aan waar de inhoud van dit hoofdstuk terug te vinden is in het kwaliteitshandboek. Tevens wordt aangegeven welke onderdelen in de komende schoolplanperiode op basis van evaluaties geoptimaliseerd, dan wel veranderd zullen worden. Ad b. Als het vorige schoolplan gemaakt is op grond van de RPCZ indeling, dan is het advies na te gaan in hoeverre bijstellingen noodzakelijk zijn. In het kort komt het er op neer vast te stellen of veranderingen plaats gevonden hebben: - in de organisatie van het onderwijs; - in het onderwijsaanbod (methoden/werkwijzen); - in de zorg. Deze veranderingen zouden in dit hoofdstuk doorgevoerd moeten worden. Nieuwe ontwikkelingen. Een speciaal aandachtspunt is wel, dat de indeling van de leerstofgebieden in deze versie van het schoolplan is aangepast aan de referentieniveaus, en de verplichte aanpak voor pestproblematiek die per 1 augustus 2015 van kracht wordt. Opbrengstgericht/evidence based onderwijs met daarbij ook nog speciale aandacht voor excellentie. Voorwaarden om dit te realiseren zijn een uitdagende leeromgeving en een cultuur van met en van elkaar(willen) leren. Het is noodzakelijk de bestaande teksten in het schoolplan 2011-2015 op dit beleid te toetsen. Het kan zijn, dat inmiddels onderdelen daarvan al in de huidige praktijk terug te vinden zijn. In ieder geval zal iets aangegeven moeten worden hoe men dit beleid in de komende jaren binnen het onderwijs handen en voeten wil gaan geven. Passend onderwijs. In de schoolplanperiode 2015-2019 zal “Passend onderwijs” verder invulling krijgen. Veel scholen zijn met de voorbereidingen bezig. Met name het handelingsgericht werken wordt in dit kader gebruikt om het onderwijs in de school in te richten op basis van de principes die aan de oriëntatie ‘afstemming’ ten grondslag liggen. Als de ontwikkeling op de school in die richting gaat, dan is het zaak dit ook in dit hoofdstuk op te nemen onder het kopje “Ononderbroken ontwikkeling” en er bij de paragrafen, die gaan over de zorg naar te verwijzen. Bij de keuze voor handelingsgericht werken zijn er overigens ook allerlei verbanden met opbrengstgericht en evidence based leerstrategieën te leggen (zie het kopje kwaliteitsagenda primair onderwijs)
15
Zie voor invulling van dit hoofdstuk wat in de inleiding is beschreven: Onze onderwijskundige vormgeving is beschreven in hoofdstuk 2 van het kwaliteitshandboek. Ter voorbereiding op dit schoolplan hebben we dit onderdeel geëvalueerd om vast te stellen welke veranderingen we in dit kader in de komende schoolplanperiode in willen voeren. Een beknopte samenvatting van deze evaluatie vindt u in hoofdstuk 2 van dit schoolplan met daarin de voorgenomen veranderingen in de komende jaren. Deze zijn tevens opgenomen in de meerjarenplanning in hoofdstuk 5.
2.1. Inleiding Ook in dit geval kan de inleiding het best geschreven als de rest van het hoofdstuk klaar is. In principe komt het er op neer, dat de opbouw van het hoofdstuk kort weergegeven wordt. In de voorbeeldtekst zijn de onderdelen: wettelijke opdracht, kerndoelen, passend onderwijs en onderwijs aan langdurig zieke kinderen niet uit elkaar gehaald. Hier zou voor gekozen kunnen worden.
In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het onderwijs op de school vorm gegeven wordt. We maken hierbij gebruik van onderzoek van onderwijsveranderingen die daadwerkelijk invloed blijken te hebben op de leerprestaties van leerlingen (Marzano, Fullan, Hattie e.a.) In de beschrijving van dit hoofdstuk wordt duidelijk gemaakt, hoe invulling gegeven wordt aan de wettelijke opdracht van het onderwijs rekening houdend met de missie van de school en hetgeen in de komende schoolplanperiode gerealiseerd wordt gezien de visie. Beide zijn beschreven in het vorige hoofdstuk. Een goede pedagogische benadering zorgt voor een veilige basis om leren en ontwikkelen mogelijk te maken. Omgangsvormen, respect voor anderen, burgerschap, samenwerking enz. zijn wezenlijke aspecten van ons onderwijs. 2.2. Wettelijke opdracht van het onderwijs In de wet op het primair onderwijs staat beschreven aan welke eisen het onderwijs moet voldoen. Ook de wet Passend Onderwijs stelt eisen aan de inrichting van ons onderwijs. In de hierna volgende paragrafen wordt aangegeven op welke wijze wij invulling geven aan deze wettelijke eisen. 2.2.1. Ononderbroken ontwikkeling Toelichting: Voor scholen, die werken met RPCZ kwaliteitshandboek: In de paragrafen: 4, 5, 6 en 8 van hoofdstuk 2 staat beschreven op welke wijze de school hieraan vorm geeft. Adviezen algemeen: Hierna volgt een beschrijving van de werkwijze van de school, b.v. geordend naar: - Uitgangspunten bij de groepsorganisatie en klassenmanagement (klassikaal etc.) -
Mate van differentiatie
16
-
Volgen van ontwikkeling van kinderen en hoe met de conclusies van analyses van leeropbrengsten omgegaan wordt 1. Voor scholen die handelingsgericht werken kan dit hier aangegeven worden. De 3 aspecten, die hiervoor aangegeven zijn, zijn integraal onderdeel van het concept. Overigens hebben deze ook van alles te maken met de principes van opbrengstgericht werken: 2. In alle andere gevallen kan gebruik gemaakt worden van de volgende aanwijzingen: Ten aanzien van differentiatie kan gedacht worden aan het onderscheid tussen een ontwikkelingsgerichte benadering en een meer programmagerichte benadering. Binnen elke werkwijze is differentiatie mogelijk. Hoe men dat daarbinnen realiseert moet beschreven worden. Bv. bij de meer ontwikkelingsgerichte benadering de werkwijze met brede ontwikkelingsbevorderende activiteiten en hoe de leerkracht daarbinnen op het gedrag van kinderen inspeelt aangevuld met het organiseren van meer specifieke activiteiten voor kinderen die daar behoefte aan hebben. Bij een programmagerichte benadering wordt veelal gewerkt vanuit methoden. Daarbinnen kan gedifferentieerd worden naar oplossingsmethoden; basisstof, verrijkingsstof herhalingsstof (bhv-model), tempodifferentiatie (b.v. als jaarklassendoorbrekend wordt gewerkt) Bij veel scholen komen beide vormen(programmagerichte benadering ( vanaf groep 3/4) en ontwikkelingsgerichte benadering ( in de onderbouw) in combinatie voor. Soms zijn de vormen van differentiatie, die bij de methoden toegepast worden ook niet voor alle leerstofgebieden hetzelfde. Soms zie je binnen scholen verschillen in differentiatie in opeenvolgende leerjaren… Afgesloten wordt met een korte opsomming van de onderdelen, die nog veranderd c.q. ingevoerd moeten worden.
Artikel 8 lid 1 van de wpo geeft aan: Het onderwijs wordt zodanig ingericht, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Op onze school geven we hieraan als volgt vorm: 2.2.2. Brede ontwikkeling Voor scholen, die werken met RPCZ kwaliteitshandboek: In de paragrafen: 1, 4 en 5 van hoofdstuk 2 staat beschreven op welke wijze de school hieraan vorm geeft. Adviezen algemeen: Hier kan verwezen worden naar de leerstofgebieden, die op grond van de wet onderwezen moeten worden en die er zorg voor dragen, dat de verschillende terreinen van ontwikkeling aan de orde komen. Echt breed wordt ontwikkeling ondersteund, als binnen deze leerstofgebieden kinderen kansen krijgen op verschillende wijzen zich de stof eigen te maken. Variatie in werkvormen en instructiewijzen. In de beschrijving kan een accent gelegd worden op de volgende aspecten: - Methoden en materialen, die gebruikt worden voor zover deze specifiek zijn bv. Pestprogramma/pestaanpak o.i.d. (per 1 augustus 2015 is een anti-pestprogramma verplicht) - Didactische werkvormen/uitgangspunten die gehanteerd worden: MI/coöperatief leren - Eventueel kan de verhouding in tijd, die aan verschillende onderdelen besteed wordt een rol spelen. -
Brede ontwikkeling bevorderende activiteiten. Hier kunnen b.v. Gezonde school en Cultuurbeleid worden ondergebracht.
17
-
Scholen die een cultuurbeleidsplan hebben, kunnen voor het onderdeel Kunstzinnige oriëntatie verwijzen naar dit cultuurbeleidsplan.
Artikel 8 lid 2 wpo geeft aan: Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. (brede ontwikkeling). Dit geven wij op de volgende wijze vorm: 2.2.3. Multiculturele samenleving Voor scholen, die werken met RPCZ kwaliteitshandboek: In de paragrafen 1 en 3 van hoofdstuk 2 staat beschreven op welke wijze de school hieraan vorm geeft. Adviezen algemeen: Hierbij een beschrijving maken, die aangeeft in hoeverre dit aspect in de methoden ondergebracht is en de afspraken, die er zijn ten aanzien van specifieke activiteiten op dit gebied. Dit is het hoofdstuk waarin beschreven wordt op welke wijze de school invulling geeft aan burgerschapskunde voor zover dat niet aan de orde komt in de methodes die gebruikt worden.
Artikel 8 lid 3 wpo geeft aan: Het onderwijs: a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal. Daar zorgen we op onze school op de volgende manier voor: 2.3. Kerndoelen en referentieniveaus Scholen zijn wettelijk verplicht de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in het onderwijsaanbod als uitgangspunt te nemen. De referentieniveaus beschrijven welke basiskennis en vaardigheden de leerlingen op een bepaald moment moeten beheersen. Voor het basisonderwijs zijn er twee niveaus, een fundamenteel niveau (1F) en een streefniveau (1S), omschreven. Het streefniveau omvat het fundamentele niveau. In het onderwijs moeten we hoge, maar realistische doelen stellen. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool het streefniveau 1S of hoger halen, maar in elk geval het fundamentele niveau 1F. In het basisonderwijs zullen de doelen en inhouden van het taal- en rekenonderwijs dus zoveel mogelijk zijn gericht op het behalen van niveau 1S. In de praktijk zal het onderwijs verder worden gedifferentieerd naar bepaalde groepen leerlingen. Voor scholen, die werken met RPCZ kwaliteitshandboek: In paragraaf 1 van hoofdstuk 2 staat beschreven op welke wijze de school hieraan vorm geeft.
18
Adviezen algemeen: Bij de invulling kan volstaan worden met aan te geven welke methode(n) gebruikt wordt(worden). Dit kan echter alleen, als deze ook integraal uitgevoerd wordt. In al die gevallen, waar daarvan systematisch afgeweken wordt dient dit aangegeven te worden. Waar niet gebruik gemaakt wordt van een methode dient aangegeven te worden welke materialen men gebruikt (eerste vak) en op welke wijze de leerstof onderwezen wordt (tweede vak). Indien de school van plan is in de komende periode wijzigingen aan te brengen in het onderwijzen van dit leerstofonderdeel kan daarvan melding gemaakt worden in het tweede vak.
Artikel 9 lid 5 wpo geeft aan: Ten aanzien van de onderwijsactiviteiten, genoemd in het eerste tot en met vierde lid, worden bij algemene maatregel van bestuur kerndoelen vastgesteld. En in artikel 9 lid 6: Voor de school geldt de eis dat zij tenminste de kerndoelen bij haar onderwijsactiviteiten als aan het eind van het basisonderwijs te bereiken doelstellingen hanteert. Aanvullend op de kerndoelen geven de referentieniveaus Rekenen en Taal een specifiekere beschrijving van de onderwijsinhoud. Zij bieden daarmee heldere en concrete doelen die leraren kunnen hanteren en op basis waarvan zij de voortgang van hun leerlingen kunnen evalueren. Hierna volgt een beschrijving van de leerstofgebieden waarvoor kerndoelen geformuleerd zijn en hoe deze op onze school aan de orde komen. Nederlandse taal: Hieronder wordt begrepen: Mondelinge taalvaardigheid, Leesvaardigheid, Schrijfvaardigheid. Begrippenlijst en taalverzorging. Mondelinge taalvaardigheid met de drie subdomeinen gespreksvaardigheid, luistervaardigheid en spreekvaardigheid Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen:
De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren:
Leesvaardigheid met de twee subdomeinen: lezen van zakelijke teksten en lezen van fictionele, narratieve en literaire teksten Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren:
19
Schrijfvaardigheid Schrijven wordt ruim opgevat, het gaat om het produceren van creatieve en zakelijke teksten Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen:
De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren:
Begrippenlijst en taalverzorging In de begrippenlijst staan termen en concepten die leerlingen en docenten nodig hebben om over taalvaardigheid van gedachten te wisselen. Bij taalverzorging gaat het om zaken die in dienst staan van een verzorgde, schriftelijke taalproductie Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen:
De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren:
Samenvatting te realiseren veranderingen Nederlandse taal::
Engelse taal: Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen:
De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn: In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren:
Rekenen/wiskunde Het gaat hierbij om de volgende domeinen:
20
Getallen Verhoudingen Meten en Meetkunde Verbanden Getallen Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen:
De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren:
Verhoudingen Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen:
De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren:
Meten en Meetkunde Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen:
De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren:
Verbanden Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen: De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren:
21
Samenvatting te realiseren veranderingen Nederlandse taal::
Oriëntatie op jezelf en de wereld (hier plaats voor sociaal-emotioneel, pestaanpak) Hieronder wordt begrepen: Mens en samenleving Natuur en techniek Ruimte Tijd Mens en samenleving Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen:
De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren:
Natuur en techniek Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen:
De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren:
Tijd Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen:
De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren:
22
Ruimte Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen:
De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren:
Samenvatting van te realiseren veranderingen Kunstzinnige oriëntatie Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen:
De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren:
Te realiseren veranderingen. Bewegingsonderwijs Hiervoor gebruiken wij de volgende materialen:
De werkwijzen, die wij hiervoor hanteren zijn:
In de komende schoolplanperiode willen wij de volgende veranderingen realiseren:
Samenvatting van te realiseren veranderingen in het domein: Oriëntatie op jezelf en de wereld.
23
2.4. Kinderen met extra onderwijsbehoeften In de beschrijving aangeven van welk samenwerkingsverband de school deel uitmaakt. Relatie met het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband aangeven. Daarnaast eventueel onder verwijzing naar het ondersteuningsplan van de school een beknopte beschrijving van de interne procedures ten aanzien van: signalering, groep- en leerling-besprekingen, rol interne begeleider, gebruik van handelingsplannen/groepsplannen, dossiervorming, rol van de ouders. Artikel 8 wpo geeft aan: Ten aanzien van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. En verder: De scholen voorzien in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van leerlingen die extra ondersteuning behoeven. In ons schoolondersteuningsprofiel hebben wij in kaart gebracht wat wij aan mogelijkheden, grenzen en ambities hebben ten aanzien van de ondersteuning van leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Elke leerling is echter uniek, dus zullen we altijd per leerling nagaan welke onderwijsbehoeften de leerling heeft en of en hoe wij daar aan kunnen voldoen. Indien nodig kunnen wij voor extra ondersteuning een beroep doen op het samenwerkingsverband passend onderwijs in onze regio. In het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband staat beschreven welke ondersteuning alle scholen zelf moeten bieden (basisondersteuning) en voor welke ondersteuning, onder welke voorwaarden, we bij het samenwerkingsverband terecht kunnen. Alvorens we hulp van buitenaf inroepen gaan we aan de slag binnen onze eigen mogelijkheden. We geven hierna beknopt weer op welke wijze de structuur op onze school functioneert: 2.5. Onderwijs aan langdurig zieke kinderen Elke school wordt te zijner tijd geconfronteerd, met een leerling, die gedurende langere tijd afwezig zal zijn. Aan zo’n situatie zit vrijwel altijd een behoorlijk emotionele aspect. Dan is het goed terug te kunnen vallen op regelingen en afspraken, die in dit kader zelfs landelijk gemaakt zijn. RPCZ voert deze binnen Zeeland uit. De school stelt voor deze gevallen een procedure vast. Deze procedure moet een relatie hebben met de zorgprocedure binnen de school. Specifiek voor deze kinderen moet de school vaststellen: - Wanneer is er sprake van langdurige ziekte; - Wie de contacten met het kind, de ouders onderhoudt; - Wie het besluit neemt tot inschakelen van externe hulp (zorgprocedure) - Wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van het plan, dat opgesteld wordt als externe hulp ingeschakeld wordt en deze ook inderdaad noodzakelijk blijkt te zijn.(zorgprocedure) Artikel 9a wpo gaat over: ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen 1. Bij het geven van onderwijs aan een leerling die is opgenomen in een ziekenhuis of die in verband met ziekte thuis verblijft, kan het bevoegd gezag van een school worden ondersteund. 2. De ondersteuning bedoeld in het eerste lid wordt verzorgd door: a. een educatieve voorziening (……) bij een academisch ziekenhuis of b. een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 179, indien de leerling is opgenomen in een ziekenhuis niet zijnde een academisch ziekenhuis dan wel indien de leerling in verband met ziekte thuis verblijft.
24
Sinds 1 augustus 1999 zijn basisscholen zelf verantwoordelijk voor het onderwijs aan langdurig zieke kinderen. Een uitzondering hierop zijn kinderen die in een academisch ziekenhuis worden behandeld. Het gaat om die kinderen die gedurende langere tijd in een ziekenhuis zijn opgenomen of langdurig ziek thuis zijn. Voor kortdurende ziekmeldingen kunnen de bestaande schoolafspraken worden gehandhaafd. Het is van groot belang, dat de school tijdens het ziek zijn contacten organiseert met het zieke kind. Het is natuurlijk belangrijk ervoor te zorgen dat het leerproces zo goed mogelijk doorloopt. Nog belangrijker is het gevoel van het zieke kind “erbij te blijven horen”. Dat kan op allerlei manieren plaatsvinden. Het zieke kind kan worden bezocht door de groepslera(a)r(en) en medeleerlingen en/of op bepaalde tijden volgens afspraak de school bezoeken. Als dit om medische redenen niet mogelijk is, kan er gebruik gemaakt worden van bv. video-opnamen in de klas en/of thuis, telefonisch contact met klasgenootjes en evt. contact met behulp van e-mail en webcam. Het spreekt vanzelf, dat brieven, kaartjes en tekeningen een belangrijke rol spelen in het onderhouden van het contact tussen school en het zieke kind. Per situatie wordt bekeken wat de mogelijkheden van zijn. Veel hangt af van de medische behandeling en de draagkracht van kind, ouders en school. De school kan deze activiteiten natuurlijk alleen in goed overleg met de ouders van het zieke kind uitvoeren. We realiseren ons, dat de ouders van een langdurig ziek kind een moeilijke periode doormaken en dat er op verschillende gebieden veel van hen wordt gevraagd. Volgens de wet: Ondersteuning aan zieke leerlingen, kan de school een beroep doen op de schoolbegeleidingsdienst. In Zeeland is dat het RPCZ. Medewerkers van het RPCZ kunnen scholen helpen bij het zo goed mogelijk begeleiden van het onderwijsproces tijdens de periode van ziekte. De procedure, die wij binnen onze school volgen om in zo’n geval beslissingen te kunnen nemen is als volgt: 1. Als duidelijk is, dat een leerling van onze school langer dan 2 weken in een ziekenhuis wordt opgenomen of ziek thuis is, neemt de groepsleerkracht en/of de intern begeleider van de school contact op met de ouders om de situatie door te spreken. 2. De groepsleerkracht(en) en de intern begeleider nemen in overleg met de directie en de ouders van het zieke kind het besluit wel of geen externe hulp van de schoolbegeleidingsdienst in te schakelen. 3. De school ontwikkelt in overleg met de ouders een planmatige aanpak. (wel of niet met externe begeleiding) 4. De school blijft verantwoordelijk, voor de te ontwikkelen en uit te voeren aanpak. Tijdens het uitvoeren van de aanpak vindt regelmatig overleg met de ouders plaats 2.6. Consequenties voor de meerjarenplanning Voor dit onderdeel is geen standaard tekst opgenomen.
25
3. Personeelsbeleid 3.1. Inleiding Dit stukje kan achteraf beschreven worden. Het is belangrijk in dit hoofdstuk goed de relatie tot het IPB-plan (in bijna alle gevallen bovenschools vastgesteld) in de gaten te houden. De zorg voor personeel is cruciaal voor de kwaliteit van het onderwijs. Op bovenschools niveau is het personeelsbeleid beschreven in het integraal personeelsbeleidsplan. Daarin is ook opgenomen op welke manier we de wettelijke eis vormgeven met betrekking tot evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende taken. Marzano c.s. geven aan, dat de factor “collegialiteit en professionaliteit” dragend is voor schoolontwikkeling. Op onze school streven we collegialiteit na, die zich uit in gedrag zoals door Fullan en Hargreaves omschreven: o Oprechte interacties, die beroepsmatig van aard zijn - Het openlijk met elkaar delen van successen, mislukkingen en fouten - Het tonen van respect voor elkaar - Het constructief analyseren en bekritiseren van praktijken en procedures. ‘Levenslang leren’ geldt zeker voor de beroepsgroep van leraren. De ontwikkelingen en mogelijkheden volgen elkaar wat dat betreft in snel tempo op. Het is dus erg belangrijk de juiste keuzes te maken. Uitgangspunt bij die keuzes is het gezamenlijk vastgestelde beleid, zoals verwoord in dit schoolplan. Kenmerkend voor de wijze waarop professionalisering vormgegeven zal worden is, dat gebruik gemaakt wordt van ‘leren van en met elkaar’ rechtstreeks gekoppeld aan de dagelijkse praktijk. Dit kan invulling krijgen binnen het team, maar zeker ook in samenwerking met collega’s van andere scholen. 3.2. Personeelsbeleid in samenhang met onderwijskundig beleid Wacht met het schrijven van de overige onderdelen van dit hoofdstuk tot hoofdstuk 6 vastgesteld is! Het is van belang, dat de beschrijving in deze paragraaf beperkt blijft tot die onderdelen van het personeelsbeleid, die nauw samenhangen met de onderwijskundige ontwikkelingen. De meest voor de hand liggende onderwerpen zijn: Taakbeleid: In het kader van veranderingen binnen de school kan het zijn dat dit invloed heeft op de taakverdeling. Bijvoorbeeld er wordt een coördinator aangesteld voor ICT, taal of rekenen. Formatie: Geef aan welke prioriteiten worden gesteld bij het meerjaren-formatieplan in het kader van de onderwijsverbeteringen. Bijvoorbeeld het aanstellen van onderwijsassistenten als ondersteuning bij het taalonderwijs. Nascholing: Onder dit kopje wordt beschreven welke nascholing voor teamleden de volgende jaren wordt gepland. Hierbij gaat het niet om concrete omschrijving van nascholingscursussen, maar wel om een aanduiding van het soort nascholing. Door dit te beschrijven en vast te laten stellen wordt duidelijk waar de nascholingsmiddelen (tijd en geld) de komende jaren aan besteed moeten worden Persoonlijk ontwikkelingsplan:
26
In het kader na integraal personeelsbeleid en volgens de CAO moet voor elke leerkracht een persoonlijk ontwikkelingsplan worden opgesteld. Hier hoeft niet beschreven te worden op welke manier dat gebeurt, maar wel welke ontwikkelingen in de school de komende vier jaar centraal staan en wat voor consequenties dat heeft voor de persoonlijke ontwikkelingsplannen. Het ministerie van OCW zal samen met de beroepsgroep van leraren, de werkgevers en de vakbonden ervoor zorgen dat alle leraren in 2017 in het lerarenregister zijn opgenomen. In 2017 krijgt het lerarenregister een wettelijke status en krijgt de registratie een civiel effect. Dit betekent dat alleen de leraren die zich geregistreerd hebben onderwijs mogen geven. Dit meldt de staatssecretaris van OCW in een Kamerbrief over het Lerarenregister die op 4 oktober 2013 naar de Tweede Kamer is verstuurd. Om vervolgens geregistreerd te blijven, zullen docenten periodiek moeten aantonen dat zij aan voldoende professionaliseringsactiviteiten hebben deelgenomen om in hun bekwaamheidsonderhoud te voorzien. Begeleiding nieuwe leerkrachten: Ook dit is een onderdeel dat verplicht moet worden opgenomen. Zeker in het kader van een meerjarenbeleid is het van belang dat een verandering niet stokt omdat er een nieuwe leerkracht in de groep staat. Geef hier op welke manier dat risico wordt voorkomen. Het is verstandig om na te gaan of er in de komende jaren een groot personeelsverloop gaat plaatsvinden. Dit kan veroorzaakt worden door teruglopende leerlingaantallen of natuurlijk verloop/ afvloeiing. Het risico hiervan is dat kwaliteit van het lesgeven afneemt omdat er veel nieuwe/andere mensen op de school aan de slag gaan. De continuïteit van het onderwijs leidt hier onder. Het verdient aanbeveling om te beschrijven op welke manier de school anticipeert op eventuele personele wijzigingen. In deze paragraaf noemen we de belangrijkste aandachtspunten van personeelsbeleid voor de komende vier jaar. Deze beleidsonderdelen hangen nauw samen met de voornemens op onderwijskundig gebied. In relatie met het onderwijskundig beleid zijn op het gebied van personeelsbeleid de volgende beleidsvoornemens van belang: - Taakbeleid -
Formatie
-
Invulling wet BIO met betrekking tot bekwaamheidseisen, waaronder bekwaamheidsdossier
-
Nascholing
-
Persoonlijk ontwikkelingsplan
-
Begeleiding nieuwe leerkrachten.
3.3. Consequenties voor de meerjarenplanning Voor dit onderdeel is geen standaard tekst opgenomen.
27
4. Kwaliteitszorg Algemeen Kwaliteitszorg kent twee aspecten: a. het systeem, waarbinnen planmatig gewerkt wordt aan behoud en verbetering van de kwaliteit b. afspraken over hoe dit systeem aangestuurd en bewaakt wordt (voorwaarden) Dit onderdeel is dragend voor de ontwikkeling van de school. Bij de afspraken, die hierover gemaakt worden is het belangrijk vast te leggen op welke wijze de school in haar plannen rekening houdt/inspeelt op de ontwikkelingen, die zich buiten de school voltrekken. Het voorkomt dat de school een speelbal wordt van de omstandigheden, maar zelf de regie heeft en spelbepaler is. Indicatoren, die door de inspectie gehanteerd worden. 1. Systematisch werken aan behoud en verbetering kwaliteit - Zicht op behoeften populatie - Jaarlijkse evaluatie kwaliteit opbrengsten - Regelmatige evaluatie van leren en onderwijzen (proces) - Planmatig werken - Borgen van kwaliteit - Rapportage aan belanghebbenden - Waarborgen sociale veiligheid 2. Kwaliteitsvoorwaarden - Schoolleiding stuurt aan - Relatie tussen kwaliteitszorg en visie op leren en onderwijzen - Professionele schoolcultuur - Betrokkenheid van personeel, directie, leerlingen, ouders/verzorgers en bestuur Voor die scholen, die (veelal op bovenschools niveau) kwaliteitszorg reeds vastgesteld hebben, is dat beschreven beleid de basis van dit hoofdstuk. De school neemt de beslissing, of dat beleid in dit hoofdstuk integraal opgenomen wordt of dat een samenvatting wordt gemaakt. Scholen, die dit onderdeel in een borgingsdocument of als onderdeel van een kwaliteitshandboek vastgelegd hebben maken daar uiteraard gebruik van. Bij ontbreken van het voorgaande kan de volgende opzet gehanteerd worden. 4.1. Inleiding Kwaliteitszorg is de basis van waaruit we het onderwijs op onze school vormgeven. In dit hoofdstuk beschrijven we op welke wijze wij onze kwaliteit bewaken, borgen en verbeteren. Eerst geven we aan welke aspecten deel uitmaken van onze zorg voor kwaliteit. Vervolgens wordt uiteengezet op welke wijze we ervoor te zorgen dat al deze aspecten in onderlinge samenhang een compleet en evenwichtig kwaliteitssysteem vormen. 4.2. Voorwaarden van onze kwaliteitszorg Hier wordt aangegeven wat kenmerkend is voor het kwaliteitszorgsysteem van de school. B.v. de principes, waarop het beleid is gestoeld (INK-model; PDCA-cyclus). Bovendien wordt een schets gegeven ten aanzien van de organisatie van kwaliteitszorg, wie zijn de betrokkenen en welke rol vervullen zij.
28
Aandachtspunten daarbij zijn: - Leiding: het is belangrijk aan te geven, wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van kwaliteitszorg. In vrijwel alle gevallen zal dat de directie van de school zijn. Deze is aanspreekbaar voor het in gang zetten van de acties, die er toe leiden, dat systematisch aan de ontwikkeling van de school gewerkt wordt. - Professionaliteit. Kwaliteitszorg staat ook voor een professionele schoolcultuur. Bij het vormgeven daarvan moet er vanuit gegaan kunnen worden, dat iedere onderwijsgevende zich verantwoordelijk voelt voor kwalitatief goed onderwijs op het niveau van de school. - Verantwoordingsplicht. Onderwijs functioneert in een maatschappelijke context. Naast leerlingen, leerkrachten en ouders heeft de school contact met allerlei instanties, verenigingen, besturen etc. Bij de rapportages van de school zal naast de verplichtingen in dit verband: de schoolgids; de jaarrekening en het sociaal jaarverslag, zal steeds nagegaan kunnen worden welke belanghebbenden geïnformeerd dienen te worden over resultaten en ontwikkelingen. Dit allemaal in het kader van wat genoemd wordt: meervoudige publieke verantwoording. Onze kwaliteitszorg baseren we op het INK-model. In dit model (aangepast voor het onderwijs), is een onderverdeling gemaakt in organisatie (leiding, personeelsbeleid, doelen en strategie, middelen en processen) en resultaten (waardering personeel, ouders/leerlingen, personeel en leeropbrengsten). Door systematisch na te gaan of de gewenste effecten en resultaten gehaald worden, wordt het mogelijk het beleid waar nodig bij te sturen. In die zin maken we gebruik gemaakt van de plan-do-check-act cyclus. In het INK-model kort weergegeven door leren en verbeteren.
Personeelsbeleid
Waardering
personeel
Leiderschap
Doelen en strategie
Management
Inzet middelen
van
processen
Organisatie
Waardering ouders/leerl.
Leeropbrengsten
Waardering
omgeving
Leren en verbeteren
Resultaten
De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het hierna beschreven kwaliteitszorgsysteem. De werkzaamheden zijn onder andere: - het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus bij de activiteiten m.b.t kwaliteitszorg - het vastleggen van taken en het bewaken van de samenhang; - het vastleggen en bewaken van teamafspraken; - het creëren van draagvlak. - het bevorderen van professionele kennis en vaardigheden bij de leraren - het organiseren van een op kwaliteitsverbetering gerichte samenwerking (w.o. het systematisch geven van feedback). Voor de leerkrachten geldt, dat zij betrokken zijn op en zich medeverantwoordelijk weten voor de kwaliteit van het onderwijs op de school als geheel. Dit vanuit de opvatting, dat ontwikkelend onderwijs slechts mogelijk is, als er sprake is van een professionele cultuur.
29
Kenmerkend daarvoor zijn: ontwikkelend vakmanschap; betrokkenheid; verantwoordelijkheid, niet alleen voor de eigen taak, maar voor het onderwijs op de school als totaliteit; bereidheid tot reflecteren op eigen handelen. Onze school maakt zijn maatschappelijke taak waar door goede contacten te onderhouden met voor ons onderwijs relevante collega scholen, instanties, verenigingen en overige organisaties. Over de activiteiten, die we in dit kader doen en de effecten, die dat ons inziens oplevert leggen we verantwoording af naar de betreffende instanties en ons bestuur en de ouders. Het voorgaande schetst het kader en de sfeer van waaruit wij kwaliteitszorg vorm geven. 4.3. De inrichting van onze kwaliteitszorg Het zal wellicht te ver voeren om alle middelen, werkwijzen, procedures die gebruikt worden bij de vormgeving van de kwaliteitszorg op te sommen. Volstaan kan worden met de grote lijn er vanuit gaande dat op school documenten aanwezig zijn die een exacte invulling van het kwaliteitszorgsysteem waarborgen. Als grote lijn kan de schoolplancyclus met daarbinnen de jaarplancyclus aangehouden worden Bij de inrichting van onze kwaliteitszorg is het schoolplan het richtinggevend document bij de kwaliteitsverbetering. Daarnaast gebruiken we het jaarlijks op te stellen actieplan om vinger aan de pols te houden en het schoolontwikkelingsplan bij te stellen. Beide documenten hangen nauw met elkaar samen en zijn een belangrijk hulpmiddel bij het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus. Schoolplancyclus Voor het samenstellen van het schoolplan hanteren wij de volgende werkwijze: We starten met een nauwgezette bepaling van hoe de stand van zaken met betrekking tot alle beleidsaspecten van de school is. Een aantal onderdelen die bij deze zogenaamde positionering gebruikt worden, zijn onderdeel van een kortere cyclus, dan de schoolplancyclus, die 4 jaar beslaat. Waar dat het geval is geven we dat aan. Voor de positionering gebruiken we de volgende middelen, werkwijzen: Analyse van de leerlingenpopulatie Ieder jaar stellen we vast welke leerlingen bij ons op school speciale onderwijsbehoeften hebben. Het gaat daarbij om: - Aantal leerlingen met extra gewicht - Aantal leerlingen met meer dan een half jaar achterstand op het gebied van taal en rekenen - Aantal leerlingen met het Nederlands als tweede taal - Aantal leerlingen met een beschikking voor een vorm van speciaal onderwijs. De intern begeleider maakt dit overzicht in april, zodat het kan worden meegenomen in de jaarlijkse evaluatie van het beleidsplan. Rapportage: aan het team Te gebruiken bij: evaluatie en opstellen van het jaarlijkse actieplan en bijstelling schoolontwikkelingsplan Overzicht van de positie in de wijk/regio De directeur maakt een overzicht van de positie van de school in onze wijk. Daarin komen de volgende aspecten aan de orde: - overheidsbeleid en samenwerkingsverband (eens per twee jaar);
30
-
tevredenheid en verwachtingen van ouders (elke twee jaar wordt bij de ouders de tevredenheid bepaald met behulp van een vragenlijst. Kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van de leerlingenpopulatie ook in relatie met de ontwikkeling op de collega-scholen (eens per 4 jaar) een SWOT-analyse (eens per vier jaar) Zicht op contacten met instellingen, verenigingen, collega scholen. We gaan na wat deze contacten voor effecten hebben binnen de school en hoe de betreffende instellingen de contacten waarderen. Op basis daarvan bepalen we op welke wijze het contact voortgezet wordt.
Rapportage aan: Bevoegd gezag, medezeggenschapsraad, team en betrokken instanties. Te gebruiken bij: evaluatie, opstellen en bijstellen van het schoolontwikkelingsplan en het jaarlijkse actieplan. Het bepalen van de doelen van de school Eens in de vier jaar stelt het team, op initiatief van de directeur, doelen voor het onderwijs vast (op basis van de analyse van de uitgangspositie). Deze doelen worden vastgelegd in de missie en visie. Bij de beschrijving komen de volgende onderdelen aan de orde: - Te bereiken doelen op het gebied van onderwijs en leren. - De te bereiken leeropbrengsten Deze worden ieder jaar vastgesteld (tussen- en eindresultaten; rekening houdend met onze populatie) volgens het bijgevoegd opbrengstdocument. - Te bereiken doelen op gebied van school-specifieke aspecten. Het gaat hier om doelen waarmee we ons willen profileren. Rapportage aan: Het bevoegd gezag, de medezeggenschapsraad. Te gebruiken bij: jaarlijkse analyse van de huidige situatie (wat is er van de doelen al gerealiseerd en wat moet nog worden nagestreefd) Het bevoegd gezag stelt de doelen vast. Analyse van de huidige situatie aan de hand van de doelstellingen Jaarlijks wordt middels de evaluatie van het jaarplan bepaald of de daarin genoemde doelstellingen zijn gerealiseerd. Eens per 4 jaar gaat de directeur na in hoeverre de schooldoelstellingen uit het schoolplan zijn gerealiseerd. Daarbij worden de volgende instrumenten ingezet: Voor doelen op het gebied van onderwijs en leren en school-specifieke aspecten: De in te zetten instrumenten zijn afhankelijk van de gekozen doelen. Het kan gaan om: - Klassenbezoeken - Functionerings- en beoordelingsgesprekken - Interviews met ouders - Interviews met kinderen - Interviews met leraren - Een enquête en/of schooldiagnose-instrument: (naam invullen) Voor doelen op het gebied van te bereiken leerresultaten - Het in de bijlage genoemd overzicht van toetsinstrumenten De directeur neemt het initiatief voor de uitvoering van de analyse. Daartoe wordt jaarlijks, in overleg met het team, een plan van aanpak gemaakt. Rapportage aan: het bevoegd gezag, de medezeggenschapsraad, het team. Te gebruiken bij: het actieplan en de bijstelling van het meerjarenplan Evaluatie schoolplan
31
Zie hoofdstuk 1 In het vierde uitvoeringsjaar wordt de balans opgemaakt van de resultaten van de afgelopen schoolplanperiode. Naast de eigen gegevens wordt ook gebruik gemaakt van de gegevens van de inspectierapporten om inhoudelijk vast te stellen waar de school zich ten aanzien van onderwijskundige ontwikkeling op dit moment bevindt. Alle gegevens uit deze en hiervoor genoemde acties worden door de directeur geanalyseerd op sterke en zwakke punten (SWOT-analyse).Deze wordt gepresenteerd op een studiedag voor het team, waarbij ook informatie verstrekt wordt over relevante ontwikkelingen van dat moment en in de nabije toekomst. Op basis van deze informatie en met gebruik maken van de inzichten en ideeën van de leerkrachten worden missie en visie van de school waar nodig geactualiseerd en bijgesteld en worden strategische doelen geformuleerd voor de nieuwe schoolplanperiode. Deze visie en de daarop gebaseerde strategische doelen vormen de basis voor de verdere invulling van het schoolplan. Gezien de formele status van dit document wordt dit vastgesteld door MR en bestuur van de school. Ouders worden middels de schoolgids op de hoogte gesteld van de hoofdlijnen van beleid, zoals dat vastgesteld is in het schoolplan. Jaarplancyclus Systematische evaluatie van beoogde beleidsresultaten en de kwaliteit van onderwijs en leren De directeur stelt jaarlijks een evaluatieplan op (als onderdeel van het actieplan) voor evaluatie van de beleidsdoelen. Evaluatie van de leerresultaten zijn een vast onderdeel van dit plan. De evaluatie van de beleidsresultaten die m.b.v. het jaarlijkse actieplan worden nagestreefd gebeurt aan de hand van de volgende instrumenten (afhankelijk van de aard van het na te streven resultaat): - Klassenbezoeken om na te gaan in hoeverre beleidsvoornemens en schooldoelstellingen worden gerealiseerd. Daarnaast vinden klassenbezoeken plaats in het kader van het geven van feedback op het onderwijsgedrag. - Functionerings- en beoordelingsgesprekken waarin ook is de leeropbrengsten van de betreffende groep aan de orde komen. - Interviews met ouders, leerlingen en leden van het bevoegd gezag. - Evaluaties (bijvoorbeeld d.m.v. korte vragenlijstjes) van oudercontacten en ouderavonden. - Toetsinstrumenten om leerresultaten vast te stellen (zie bijlage). Het jaarlijkse actieplan wordt ieder jaar opgesteld met behulp van onderstaand schema: Onderwerp 1. ……………………. Beoogd resultaat Te ondernemen acties (ook vermelden door wie)
Periode van uitvoering
Te gebruiken Evaluatie Resultaat van de instrument om Periode meting het resultaat te meten
Rapportage aan: Bevoegd gezag, medezeggenschapsraad en team Te gebruiken bij: Opstellen actieplan en bijstellen en/of opstellen schoolontwikkelingsplan tijdens een jaarlijkse studiedag waarin de voortgang van het vierjarig beleidsplan wordt geëvalueerd. Doel van deze dag is verder:
32
conclusies trekken uit de resultaten van het evaluatieplan en op basis hiervan een jaarlijkse acties vaststellen (met per actie beoogde resultaten) t.b.v. de voortgang van het vierjarig beleidsplan. Het jaarlijks opstellen van het scholingsplan. Het scholingsbeleid sluit aan op de schoolontwikkeling zoals die is omschreven in het schoolontwikkelingsplan. Daarnaast blijft er in het scholingsbudget ruimte voor persoonlijke ontwikkeling van leraren op basis van de afspraken in de persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP’s). Kwaliteitshandboek In het kwaliteitshandboek staat een beschrijving van onze werkwijze in de vorm van besluiten en procedures. Het kwaliteitshandboek bevat ook een vierjaarlijkse planning, die aangeeft wanneer de besluiten en procedures worden geëvalueerd. Per besluit/procedure is aangegeven op welke wijze deze wordt geëvalueerd Daarnaast evalueren we jaarlijks onze leeropbrengsten met het team. We doen dit aan de hand van het eerder genoemde opbrengstendocument. Rapportage: team, bevoegd gezag. 4.4. Consequenties voor de meerjarenplanning Het kan zijn, dat een aantal onderdelen van kwaliteitszorg in de komende schoolplanperiode nader uitgewerkt moeten worden. Deze onderdelen worden hierna opgesomd. Te denken valt in dit kader aan het invoeren van een intern- en of extern auditing systeem.
33
5. Meerjarenplanning 5.1. Inleiding In dit hoofdstuk starten we met een overzicht van de veranderingsonderwerpen in de komende schoolplanperiode. Daarbij wordt zo concreet mogelijk aangegeven welke resultaten we ten aanzien van deze onderwerpen in de komende 4 jaren nastreven. Waar dat relevant is zullen we een inschatting maken van de materiële kosten en indien van toepassing personele kosten, die een bepaalde verandering met zich mee zullen brengen. Vervolgens geven we in een globale planning aan wanneer deze onderwerpen aan de orde zullen komen Op basis van dit meerjarenplan wordt jaarlijks een gedetailleerd actieplan opgesteld. Bij de opstelling van zo’n zal rekening gehouden worden met de resultaten van het voorgaande schooljaar. 5.2. Veranderingsonderwerpen en resultaten Hier volgt een overzicht van de veranderingsonderwerpen, die in de voorgaande hoofdstukken aan het eind geformuleerd zijn (uitzondering hoofdstuk 3, dat komt pas na een eerste inventarisatie van de veranderingen in hoofdstuk 1, 2 en 4. Let op: vaak zullen veranderingsonderwerpen uit de verschillende hoofdstukken met elkaar gecombineerd kunnen worden. Het onderdeel evaluatie is facultatief. Veelal zal de evaluatie onderdeel uitmaken van de kwaliteitscyclus (hoofdstuk 4) Als specifieke instrumenten ingezet worden om na te gaan of de resultaten gehaald worden (bv. als deze geformuleerd zijn in termen van leerlingenprestaties) dan kunnen deze vermeld worden.
Veranderingsonderwerp 1:
Beoogde resultaten:
Veranderingsonderwerp 2:
Beoogde resultaten:
Veranderingsonderwerp 3: Beoogde resultaten:
34
Veranderingsonderwerp 4:
Beoogde resultaten:
Veranderingsonderwerp 5:
Beoogde resultaten:
Veranderingsonderwerp 6:
Beoogde resultaten:
Veranderingsonderwerp 7:
Beoogde resultaten:
35
5.3. Overzicht veranderingsgebieden in de schoolplanperiode 2015-2019 Onderwerp
2015-2016
2016-2017
2017-2018
2018-2019
Op grond van het voorgaande zullen jaarlijks gedetailleerde actieplannen opgesteld worden waarin opgenomen zijn: -
Doelen en tussendoelen; Acties om deze doelen te realiseren; Verantwoordelijke persoon binnen de school voor de uitvoering; Welke externe ondersteuning gewenst is; In welke periode van het schooljaar de acties uitgevoerd worden; Welke financiële middelen door de school ingezet moeten worden om de verandering uit te voeren.
5.4 Sponsoring Toelichting: Veranderingen in een school worden soms ook gefinancierd met hulp van ‘buitenaf’. Aan deze werkwijze zijn strikte spelregels verbonden. Deze zijn opgesteld in een convenant, dat is afgesloten tussen diverse ouderbelangenverenigingen, onderwijsorganisaties, het bedrijfsleven en het ministerie van onderwijs. Naast onderstaande beschrijving kan de school zelf ook andere of aanvullende teksten opnemen over sponsoring. In 2009 is een nieuw convenant van kracht geworden, dat onderschreven is door het ministerie en de onderwijskoepelorganisaties. De tekst van het convenant is te downloaden via http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/convenanten/2009/02/24/convenantscholen-voor-primair-en-voortgezet-onderwijs-en-sponsoring.html
36
Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met betrekking tot sponsoring. Onze school onderschrijft dit convenant en beschouwt het als bijlage bij dit schoolplan. De drie belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn: - Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsering moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen. - Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen - Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primair onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. - De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring. Tevens zijn de volgende principes van kracht: - Nieuwe sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van leerlingen; - Bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid; - De samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige invloed hebben op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen; - De kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring.