BEHEERSRAPPORT 2014 ALGEMEEN GEDEELTE
3
1.
VOORWOORD .............................................................................................................................. 3
2.
IDENTIFICATIE VAN HET CENTRUM ............................................................................................. 4
3.
SAMENSTELLING RAAD – SECRETARIS – FINANCIEEL BEHEERDER.............................................. 5
4.
OVERZICHT EN SAMENSTELLING VAN DE BESTAANDE COMITES ............................................... 7
5.
ORGANOGRAM VAN HET OCMW ................................................................................................ 9
6.
BELEIDSDOMEINEN, BELEIDSVELDEN, BELEIDSITEMS met vermelding van BUDGETHOUDERS12
7.
OVERZICHT VAN DE DIENSTEN DIE HET OCMW AAN DE BEVOLKING AANBIEDT ..................... 14
8.
OVERZICHT VAN HET PATRIMONIUM VAN HET OCMW ........................................................... 17
Beleidsdomein ALGEMENE FINANCIERING
18
Beleidsitem 0010-00 ALGEMENE OVERDRACHTEN.......................................................................... 18 Beleidsitem 0030-00 FINANCIELE AANGELEGENHEDEN .................................................................. 18 Beleidsitem 0040-00 TRANSACTIE IVM DE OPENBARE SCHULD ...................................................... 19 Beleidsitem 0050-00 PATRIMONIUM ZONDER MAATSCHAPPELIJK DOEL ....................................... 19 Beleidsdomein PERSONEEL & ALGEMENE ORGANISATIE
20
Beleidsitem 0100-00 POLITIEKE ORGANEN ....................................................................................... 20 Beleidsitem 0110-00 SECRETARIAAT ................................................................................................. 21 Beleidsitem 0111-00 FISCALE EN FINANCIËLE DIENST ...................................................................... 22 Beleidsitem 0112-00 PERSONEELSDIENST EN VORMING ................................................................. 24 Beleidsitem 0113-00 ARCHIEF ........................................................................................................... 28 Beleidsitem 0119-01 CENTRALE KEUKEN .......................................................................................... 30 Beleidsdomein ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK
34
BELEIDSVELD 0900 SOCIALE BIJSTAND .............................................................................................. 34 Beleidsitem 0900-02 CREG ................................................................................................................ 34 1
Beleidsitem 0900-09 Overig maatschappelijk werk .......................................................................... 37 Beleidsitem 0901-00 Voorschotten................................................................................................... 39 Beleidsitem 0902-00 Migranten : niet gebruikt ................................................................................ 39 Beleidsitem 0903-00 Lokaal Opvang Initiatief................................................................................... 39 BELEIDSVELD 0904 SOCIALE TEWERKSTELLING................................................................................ 42 Beleidsitem 0905-00 Dienst voor juridische informatie en advies ................................................... 45 Beleidsitem 0909-01 Sociaal huis ...................................................................................................... 47 Beleidsitem 0909-02 Sociaal Restaurant ........................................................................................... 49 BELEIDVELD 0930 SOCIALE HUISVESTING ......................................................................................... 51 Beleidsdomein OUDERENZORG
54
Beleidsitem 0952-01 SERVICEFLATS DEN EIKENDREEF ..................................................................... 54 Beleidsitem 0952-02 SERVICEFLATS DE VLINDERTUIN ..................................................................... 58 Beleidsitem 0953-01 Woonzorgcentrum De Oase ............................................................................ 63 Beleidsitem 0959-01 Dagverzorgingscentrum ‘t Zonnedal ............................................................... 85 Beleidsdomein THUISZORG
95
Beleidsitem 0945-00 Kinderopvang .................................................................................................. 95 Beleidsitem 0947-00 Klusjesdienst.................................................................................................... 95 Beleidsitem 0949-01 Dienstenchequebedrijf .................................................................................... 95 Beleidsitem 0949-02 Noodoproepsysteem ....................................................................................... 98
2
ALGEMEEN GEDEELTE 1.
VOORWOORD
Vanaf 1 januari 2014 is de BBC geïmplementeerd in alle lokale besturen. Het OCMW van Opwijk was reeds gestart als pilootbestuur vanaf 2011 en is met de jaarrekening van 2014 dus niet aan haar proefstuk toe ! De jaarrekening 2014 is echter wel de eerste jaarrekening van de meerjarenplannng 2014-2019. De verwerking van de nieuwe beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties uit dit meerjarenplan hebben reeds een financiële weerslag op het resultaat. Eén van de belangrijkste realisaties van 2014, namelijk de opening van de nieuwe serviceflats heeft uiteraard de grootste financiële gevolgen. Van tal van andere acties uit de meerjarenplanning die reeds uitgevoerd werden, zien we eveneens de financiële gevolgen in de jaarrekening 2014. Deze actieplannen en acties worden uitvoerig besproken in de ‘Doelstellingenrealisatie’ van 2014. De verslaggeving omtrent de uitvoering van de beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties is in de software van Schaubroeck fel uitgebreid. Daarom heeft het managementteam van het OCMW beslist het derde deel van de bespreking per beleidsitem, nl het overzicht beleidsdoelstelligen niet meer onder deze vorm op te nemen in het beheersrapport. Vanaf het boekjaar 2014 is de toewijzing van kosten en opbrengsten aan een kostenplaats via de techniek van interne facturatie terug mogelijk. Het toepassen van deze techniek is noodzakelijk om een juiste beeldvorming te bekomen van de kosten en opbrengsten van de verschillende kostenplaaten of diensten. De werking van de Centrale Keuken in een aantal andere kostenplaatsen (Woonzorgcentrum, Dagverzorgingscentrum, Sociaal Restaurant) is hiervan een sprekend en duidelijk voorbeeld. In de jaarrekening van 2014 werd deze techniek dan ook uitsluitend toegepast tussen de centrale keuken en de andere diensten welke maalltijden afnemen. Dit document blijft naast de officiële beleidsrapporten toch een belangrijk managementdocument welk een financiële analyse bevat per beleidsitem en meer nuttige informatie aanreikt voor een economisch en efficiënt beleid en beheer. Een pluspunt voor de opmaak van de eerstvolgende aanpassing aan het meerjarenplan en het budget 2016 is het gunstig budgettair exploitatieresultaat over het voorbije boekjaar 2014. Hierover wordt meer uitgebreid teruggekomen in de eindconclusie bij de jaarrekening 2014. Ondanks het feit dat dit verslag geen verplichting meer is, werd het operationeel verslag met veel zorg en aandacht voor de correcte weergave van de realisaties en de volledigheid opgesteld. Een opdracht die de betrokken medewerkers (budgethouders en diensthoofden) verschillende weken aan de slag houdt. Daarom is het méér dan een formele plicht een oprecht woord van dank te brengen naar alle medewerkers toe : niet alleen voor de dagdagelijkse professionele ondersteuning van het financieel beheer maar ook voor hun inzet en de gewetensvolle invulling van de opdrachten ten dienste en ten behoeve van de Opwijkse bevolking. Opwijk, 9 juni 2015 Christel Ringoot , Secretaris OCMW
3
2.
IDENTIFICATIE VAN HET CENTRUM
Zoals elke gemeente beschikt Opwijk over een Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (Wet van 8 juli 1976).Het OCMW is gericht op maatschappelijke dienstverlening met als doel ieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. “Het recht om een menswaardig leven te leiden“ is een sociaal grondrecht dat vastgelegd werd in het artikel 23 van de Belgische grondwet. De organieke wet van 8 juli 1976 (met de talrijke aanvullende besluiten ), evenals het Decreet van 19 december 2008 en het Decreet van 29 juni 2012- samen met de aanvullende besluiten – waarborgen de toepassing en de uitvoering van dit sociaal grondrecht. Binnen de werking van het OCMW-Opwijk onderscheiden wij volgende diensten , welke operationeel waren tijdens het werkjaar 2014.
Centrale Administratie
Kloosterstraat 71 - 1745 Opwijk
Tel.: 052 36 59 30 Fax: 052 35 12 56
Sociale Zaken / Sociaal Huis De Wegwijzer
Kloosterstraat 10 - 1745 Opwijk
Tel.: 052 36 95 10 Fax: 052 36 59 19
Kinderopvang
Overdracht van de dienstverlening op 1 januari 2014 aan 3 WPlus
Leerwerkproject ’t Kapstokske
Kattestraat 18 – 1745 Opwijk
Woonzorgcentrum De Oase Centrum voor Kortverblijf
Kloosterstraat 75 - 1745 Opwijk
Serviceflats Den Eikendreef
Kloosterstraat 73 - 1745 Opwijk
Servicefats De Vlindertuin
Kloosterstraat 77 – 1745 Opwijk
Dagverzorgingscentrum ’t Zonnedal
Kloosterstraat 75 - 1745 Opwijk
Tel. 052 35 92 90
Tel.: 052 36 59 40 Fax: 052 35 36 71
4
3.
SAMENSTELLING RAAD – SECRETARIS – FINANCIEEL BEHEERDER
PROVINCIE VLAAMS-BRABANT - O.C.M.W.-OPWIJK. RAADSLEDEN O.C.M.W. - van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 NAAM De Smedt Patrick
°26.07.1957 Hulst 171- 1745 Opwijk NVA
VOORZITTER
Raadslid Lid Vast Bureau Lid Bijzonder Comité Sociale Dienst
Beerens Peter
Lievens Agnes
Longin Joke
Meskens Gwendolijn
Mortier Roland
°17.04.1979 Hoppeveld 16 - 1745 Opwijk Open VLD Raadslid Lid Vast Bureau Lid Bijzonder Comité Sociale Dienst
°21.07.1941 Broevink 25 - 1745 Opwijk NVA Raadslid Lid Bijzonder Comité Sociale Dienst
°05.07.1974 Doortstraat 113- 1745 Opwijk INZET Raadslid Lid Vast Bureau
°16.06.1963 Klaarstraat 47 – 1745 Opwijk CD&V Raadslid
° 22.09.1957 Steenweg Op Dendermonde 31 1745 Opwijk Open VLD
TELEFOON
e-mail
052 35 09 07
[email protected]
0497 33 23 21
052 55 00 64 0476 88 91 58
[email protected]
052 37 55 45 0498 48 10 79
[email protected]
052 35 63 69 0475 93 78 38
[email protected]
052 35 73 12 0474 52 85 83
[email protected]
052 35 56 34 0495 59 53 98
[email protected]
Raadslid
Van Gucht Els
°08.11.1970 Perreveld 25 – 1745 Opwijk Open VLD Raadslid Lid Bijzonder Comité Sociale Dienst
0475 76 70 78
[email protected]
5
Moijson Martine
°10.11.1964 Marktstraat 69/0101 – 1745 Opwijk NVA
0477 52 85 84
[email protected]
Raadslid
De Coninck Natalie
° 05.09.1988 Langeveldweg 89 – 1745 Opwijk CD&V Raadslid Lid Bijzonder Comité Sociale Dienst
052 35 73 58 0478 24 42 06
[email protected]
Secretaris : VUNCKX François, kantoor : 052 36 59 31 -
[email protected] Financieel beheerder : RINGOOT Christel, kantoor : 052 36 59 32 -
[email protected]
6
4.
OVERZICHT EN SAMENSTELLING VAN DE BESTAANDE COMITES
HET MANAGEMENTTEAM (MAT): Een verplicht orgaan ter ondersteuning van het beleid. Een voorafgaand advies voor een aantal besluiten van de Raad is noodzakelijk. Bij afwezigheid van dit advies kan de toezichthoudende overheid schorsend optreden. Samenstelling 5 stemgerechtigde leden: 1. de secretaris (voorzitter MAT) 2. de financieel beheerder 3. het diensthoofd algemene administratie/stafmedewerker (niet meer ingevuld in 2014) 4. de directeur van de afdeling ouderenzorg 5. het diensthoofd sociale zaken. De voorzitter van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn maakt met raadgevende stem deel uit van het managementteam. Bevoegdheden Het managementteam staat in voor: het bieden van ondersteuning bij de coördinatie van de diensten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bij de beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoering en de beleidsevaluatie. het bewaken van de eenheid in de werking, de kwaliteit van de organisatie en de werking van de diensten, alsook de interne communicatie. Vergaderingen Het MAT komt maandelijks (behalve in augustus) samen op de tweede donderdag van de maand. Van de vergaderingen worden notulen bijgehouden. Als bijlangrijke items waarvoor een advies werd meegegeven, vermelden wij hier : - het budget en de meerjarenplanning - de jaarrekening - de reorganisatie van de dienstverlening - de aanpassingen van de personeelsformatie en de organogrammen - de aanpassingen van de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement - de aanpassing van de prijzen van de dienstverlening (dagprijs woonzorgcentrum, serviceflats, sociaal restaurant) - evaluatie van bestaande en het in overweging nemen van de opstart van nieuwe dienstverlening INFORMATICACOMMISSIE: Deze commissie werd voor het eerst opgericht door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in zitting van 22 mei 2003. Bij de vernieuwing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn , legislatuur over de periode 2013-2018 , zoals beslist door de Raad in zitting van 24 januari 2013, werden de bevoegdheden en de samenstelling van de informaticacommissie als volgt vastgesteld: Samenstelling 4 stemgerechtigde leden: 1. Martine Moijson, OCMW-raadslid; 7
2. Roland Mortier, OCMW-raadslid; 3. Gwendolijn Meskens, OCMW-raadslid; 4. Joke Longin, OCMW-raadslid;
5 niet-stemgerechtigde leden: 1. Patrick De Smedt, OCMW-voorzitter; 2. Kris Gielen, extern informaticadeskundige; 3. twee vertegenwoordigers van de OCMW-administratie (inclusief de systeembeheerder, Linda Monsieur); 4. het diensthoofd betrokken bij het informaticadossier op verzoek van de secretaris. Het secretariaat wordt waargenomen door een vertegenwoordiger van de OCMW–administratie aangesteld door de secretaris.
Bevoegdheden De commissie geeft advies over informaticadossiers: voorstellen tot aankoop van nieuwe hard- en software. uitbreiding of aanpassing van de informaticasystemen. Tijdens het jaar 2014 werd geen enkele bijeenkomst van de informaticacommissie georganiseerd. Veel aandacht werd besteed aan een betere samenwerking van de ICT diensten tussen de gemeente en het OCMW. Bij besluit van de Gemeenteraad in zitting van 28 mei 2013 werd een ‘gemeenschappelijke adviescommissie-informatica Gemeente en OCMW’ opgericht. Dit besluit werd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn voor kennisgeving aangenomen in zitting van 27 juni 2013. De taak van deze commissie bestaat uit (technische) adviesverlening en de voorbereiding van de besprekingen in de gemeente- en de OCMW–Raad met betrekking tot informtica–investeringen en aangelegenheden. De Gemeente en het OCMW hebben elk drie stemgerechtigde vertegenwoordigers uit de verschillende politieke fracties en worden bijgestaan door twee niet stemgerechtigde leden, personeelsleden respectievelijk bij de Gemeente en bij het OCMW, die als informaticadeskundige fungeren bij deze besturen.
8
5.
ORGANOGRAM VAN HET OCMW
9
10
11
6.
BELEIDSDOMEINEN, BELEIDSVELDEN, BELEIDSITEMS met vermelding van BUDGETHOUDERS
Raadsbesluit van 23 december 2013 BELEIDSVELDEN
BELEIDSITEMS
BUDGETHOUDER
Beleidsdomein : OO Algemene financiering 0010 Algemene overdrachten
0010-00 Algemene overdrachten
0030 Financiële aangelegenheden
0030-00 Financiële aangelegenheden
0050 Patrimonium zonder maatschappelijk doel
0040-00 Transactie ivm de openbare schuld 0050-00 Patrimonium zonder maatschappelijk doel
0090 Overige algemene financiering
0090-00 Overige algemene financiering
0040 Transactie ivm de openbare schuld
Financieel beheerder Financieel beheerder Financieel beheerder Financieel beheerder Financieel beheerder
Beleidsdomein : O1 Personeel en algemene organisatie 0100 Politieke organen
0100-00 Politieke organen
Secretaris
0110 Secretariaat
0110-00 Secretariaat
0111 Fiscale en financiële diensten
0111-00 Fiscale en financiële diensten
Secretaris Financieel beheerder
0112 Personeelsdienst en vorming
0112-00 Personeelsdienst en vorming
Secretaris
0113 Archief 0119 Overige algemene en ondersteunende diensten 0190 Overig algemeen bestuur
0113-00 Archief
Secretaris Bernard Carteus (*) Secretaris
0119-01 Centrale keuken 0190-00 Overig algemeen bestuur
Beleidsdomein : O2 Algemeen Maatschappelijk Werk 0900 Sociale bijstand 0901 Voorschotten 0903 Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers 0904 Sociale tewerkstelling
0900-02 CREG
Vivianne Thomas
0900-09 Overig algemeen maatsch werk
Vivianne Thomas
0901-00 Voorschotten
Vivianne Thomas
0903-00 Lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers
Marina Boriau
Projectwerking: 0904-01 Tewerkstellingscel
0905 Dienst voor juridische informatie en advies 0909 Overige verrichtingen inzake sociale uitsluiting 0930 Sociale huisvesting
0904-03 Arbeidszorg 0904-04 Alfabetisering 0904-09 Overige sociale tewerkstelling 0905-00 Dienst voor juridische informatie en advies
Vivianne Thomas Ria Van Mol Karen Lauwers Ria Van Mol Vivianne Thomas
0909-01 Sociaal Huis
Karen Lauwers
0909-02 Sociaal restaurant
Geert Geeroms
0930-01 Eigen woningen verhuur
Ria Van Mol
0930-02 Eigen woningen crisisopvang
Ria Van Mol
0930-03 Gehuurde woningen verhuur
Ria Van Mol
0930-04 Gehuurde woningen crisisopvang
Ria Van Mol
12
Beleidsdomein : O3 Ouderenzorg 0952 Serviceflats 0953 Rusthuizen 0959 Overige verrichtingen betreffende ouderen
0952-01 Serviceflats Den Eikendreef
Geert Geeroms
0952-02 Serviceflats II ‘De Vlindertuin’
Geert Geeroms
0953-01 WZC De Oase
Geert Geeroms
0959-01 Dagverzorgingscentrum
Geert Geeroms
Beleidsdomein : O4 Thuiszorg 0949 Overige gezinshulp
0949-01 Dienstenchequebedrijf
Ria Van Mol
0949-02 Noodoproepsysteem
Ria Van Mol
(*) Bernard Carteus is deelbudgethouder onder de leiding van de directeur ouderenzorg, de heer Geert Geeroms Horizontale budgethouder : Anita De Velder : 62…rekeningen / Personeelskosten Deelbudgethouder : Linda Bessems voor de grootboeken
13
7.
OVERZICHT VAN DE DIENSTEN DIE HET OCMW AAN DE BEVOLKING AANBIEDT
AFDELING SOCIALE ZAKEN
Financiële steun en begeleiding Budgetbeheer/ begeleiding Dienst huurwoningen / transitwoning / crisisopvang Dienst basiseducatie Dienst sociale tewerkstelling: o o o o o o o
tewerkstelling artikel 60 §7 tewerkstelling artikel 61 extra- tewerkstelling sociale maribel extra- tewerkstelling fonds vrijstelling patronale lasten artikel 60 tewerkstelling dienstenbanen (activa) tewerkstelling via startbaan tewerkstelling in Gesco statuut
Samenlevingsopbouw en kansarmoede Deelname aan welzijnsoverleg: SIT (samenwerkingsinitiatief thuisdiensten) – LOGO (Gezondheidsnetwerken) - LAC (Lokale adviescommissie) Dienst noodoproepsysteem Psycho-sociale begeleiding Samenwerking met WEBRA Deelname aan initiatieven opgezet in regionaal verband (zoals door de Intercommunale Haviland: het project opvang van zieke kinderen thuis) Coördinatie van de thuisdiensten Toekenning leefloon Opvang en begeleiding van (kandidaat)- politieke vluchtelingen en vreemdelingen Integratie en begeleiding op financieel en sociaal vlak van de erkende politieke vluchtelingen Juridische dienst (Welzijnskoepel West- Brabant: intercommunaal georganiseerd) Collectieve schuldbemiddeling Oplaadterminals eandis Sociaal energiebeleid (CREG) Tegemoetkoming Socio-culturele participatie Verwarmingstoelagen in kader van stookoliefonds DIENST KINDEROPVANG De dienst kinderopvang werd concreet overgenomen door de VZW 3 WPlus Kinderopvang op 1 januari 2014. Bij deze overname werd de instandhouding van het kwaliteitsniveau van de dienstverlening bijzonder bewaakt. TEWERKSTELLINGSCEL De tewerkstellingscel voert allerlei taken uit zowel voor het OCMW als voor de gemeente. In hoofdzaak gaat het over renovatie-, instandhouding- en verfraaiingwerken werken aan het patrimonium van het lokaal bestuur. De tewerkstellingscel is in eerste instantie een sociale 14
leerwerkplaats voor sociaal begeleide mannen om deze te begeleiden naar een werkplaats op de reguliere arbeidsmarkt. Tijdens het jaar 2014 werden binnen deze werking 13 personen begeleid. POETSDIENST met DIENSTENCHEQUEBEDRIJF Deze dienst bestaat in deze constructie sinds 1 januari 2009 en bereikt maandelijks meer dan 100 cliënten (personen en gezinnen), vooral in de ouderenbevolking van onze gemeente. WOONZORGCENTRUM DE OASE Het woonzorgcentrum, erkend onder nummer CE 637 met een capaciteit van 80 wooneenheden is vanaf 1 oktober 2010 als volgt ingedeeld : 49 RVT-wooneenheden 31 ROB-wooneenheden Vanaf januari 2003 gebeurt de exploitatie in een volledig nieuw gebouw, via een formule van onroerende leasing tot stand gekomen. Dexia Bank NV is juridisch eigenaar tot de volledige wedersamenstelling van het kapitaal. Supplementair aan de 80 bedden in gewone exploitatie zijn er 3 bedden voor kortverblijf, apart erkend en gesubsidieerd. Vanaf 1 september 2009 kreeg het WZC De Oase de vergunning voor 6 bijkomende RVT-bedden. Vanaf 1 oktober 2010 kreeg het WZC De Oase een supplementaire vergunning voor 3 bijkomende RVT-bedden. Het woonzorgcentrum kon tijdens het jaar 2014 rekenen op een quasi 100 % bezetting. DAGVERZORGINGSCENTRUM ’t ZONNEDAL
Nieuwe dienstverlening sinds 1 april 2003, erkend onder het nummer CE 2342; Bijzondere RIZIV-erkenning voor 10 gebruikers Organisatie van een eigen vervoersdienst; Aanbod van alle noodzakelijke hygiënische en verpleegkundige zorgen, sociale begeleiding, ontspanning en begeleide activiteiten.
SERVICEFLATS ‘DEN EIKENDREEF’ Het OCMW beschikt over 13 serviceflats voor alleenstaanden of samenwonenden, die operationeel werden op 1 maart 1998. Ze zijn erkend onder nummer CE 2081. Deze werden opgericht binnen het kader van het BEVAK–systeem, waardoor jaarlijks subsidies ontvangen worden vanwege het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap tot wedersamenstelling van het kapitaal. SERVICEFLATS ‘DE VLINDERTUIN’ Het OCMW beschikt over 32 serviceflats voor alleenstaanden of samenwonenden, die operationeel werden op 15 februari 2014. Ze zijn erkend onder nummer CE 2956. 15
Deze werden opgericht binnen het kader van het BEVAK–systeem, waardoor jaarlijks subsidies ontvangen worden vanwege het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap tot wedersamenstelling van het kapitaal. Van bij de opening van de serviceflats waren alle 32 woonéénheden bezet. Over de kwaliteit van de serviceflats en de dienstverlening heerst er grote tevredenheid bij de bewoners. SOCIALE VERHUUR Naast de woningen in eigendom (10 wooneenheden) waren er op 31 december 2012, 8 huurwoningen die ter beschikking gesteld werden aan cliënten van het OCMW. Sinds januari 2010 werkt het OCMW Opwijk met het sociaal verhuurkantoor Webra samen. In zitting van 19 januari 2010 heeft de Raad van het OCMW Opwijk hiervoor een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met SVK Webra, als toetredend lid. Er werden geen woningen van het bestaande contingent huurwoningen overgedragen naar SVK Webra. SOCIAAL RESTAURANT In 2009 werd het sociaal restaurant opgericht en werd op 1 april 2009 operationeel. Deze dienstverlening richt zich in het bijzonder tot de bejaarden van de gemeente, maar ook tot de serviceflatbewoners, familieleden van residenten, het sociaal cliënteel en het personeel. Zeven dagen op zeven wordt er een warme maaltijd opgediend in de cafetaria van het woonzorgcentrum. Voornamelijk door de exploitatie van de serviceflats ‘De Vlindertuin’ is in 2014 het aantal personen die dagelijks een maaltijd nuttigen in het sociaal restaurant bijna verdubbeld. SOCIAAL HUIS Het sociaal huis werd op 1 mei 2010 operationeel. Met het project Sociaal Huis beoogt de gemeente Opwijk een geïntegreerde sociale dienstverlening vanuit het perspectief van de burger te realiseren. Het huidige aanbod van sociale dienstverlening op vele locaties wordt aldus vervangen door een meer geïntegreerd aanbod. Het heeft een informatie-, loket- en doorverwijsfunctie.
16
8.
OVERZICHT VAN HET PATRIMONIUM VAN HET OCMW
BI
ONROEREND GOED
LIGGING
0110-00
Gebouw
Kloosterstraat 71
0050-00
Gronden
Diverse plaatsen in de gemeente Opwijk
0930-01
Gebouwen
Specht 3 tot en met 9
0930-01
Gebouw
Steenweg op Merchtem 9
0904-02
Gebouw
Steenweg op Merchtem 7
0930-01
Gebouw
Steenweg op Merchtem 7
0930-01
Gebouw
Eeksken 11
Gebouw
Kloosterstraat 75
0119-01 0952-01
Gebouw
Kloosterstraat 73
0952-02
Gebouw
Kloosterstraat 77
0904-03
Gebouw
Kattestraat 18
0953-01 0959-01
GEBRUIK Huisvesting administratie (vanaf het najaar 2014 zijn hier eveneens de financiële dienst en de personeelsdienst van de gemeente tijdelijk gehuisvest – verbouwing GAC II) Verpacht aan 18 pachters (+2 gronden verhuurd aan de gemeente voor sportterreinen). 4 gezinswoningen die verhuurd worden door het OCMW. 3 studio’s voor alleenstaanden verhuurd door het OCMW Loods als locatie voor tewerkstellingscel 2 appartementen die verhuurd worden door het OCMW Vanaf september 2009 verhuurd door het OCMW. Woonzorgcentrum met 49 RVT en 31 ROB Kortverblijf met 3 kamers Dagverzorgingscentrum met een capaciteit van 10 opvangeenheden. Centrale Keuken Serviceflats– 13 wooneenheden Serviceflats – 32 wooneenheden en polyvalente zaal. De exploitatie is gestart op 15 februari 2014 Leerwerkproject ’t Kapstokske Vanaf april 2013
17
Beleidsdomein ALGEMENE FINANCIERING
Beleidsitem 0010-00 ALGEMENE OVERDRACHTEN 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014 Budget 2014 0 2.288.297,95
Kosten Opbrengsten 1.2.
Rekening 2014 0 2.291.214,47
% 100,13
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012: Rekening 2014
%
Kosten 0 Opbrengsten 2.291.214,47 126,74
Rekening 2013
%
0 2.249.423,08 124,43
Rekening 2012
%
0 1.807.823,59 100
Analyse: Opbrengsten: De werkingssubsidies voor gesco tewerkstelling worden in de rekening 2014 geboekt op het beleidsdomein Algemene Financiering, conform de boekhoudfiches van BBC Naast de gesco subsidies (€ 182.687,34) bevat deze opbrengst de gemeentelijke bijdrage (€ 1.934.852,89) en het gemeentefonds (€ 173.674,24).
Beleidsitem 0030-00 FINANCIELE AANGELEGENHEDEN 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten 1.2.
Budget 2014 33.091,88 1.040,00
Rekening 2014 27.715,45 12.957,89
% 83,75 1245,95
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012 :
Kosten Opbrengsten
Rekening 2014 27.715,45 12.957,89
% 1715,10 180,82
Rekening 2013 19.330,40 16.079,39
% 1196,21 224,38
Rekening 2012 1.615,97 7.166,05
% 100 100 18
Beleidsitem 0040-00 TRANSACTIE IVM DE OPENBARE SCHULD 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten 1.2.
Budget 2014 104.715,24 0
Rekening 2014 104.214,80 0
%
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012 :
Rekening 2014 Kosten 104.214,80 Opbrengsten 0
% 90,88 -
Rekening 2013 109.998,21 3,53
% 95,93 -
Rekening 2012 114.668,00 0
% 100 -
Beleidsitem 0050-00 PATRIMONIUM ZONDER MAATSCHAPPELIJK DOEL 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten 1.2.
Budget 2014 1.347,52 3.707,50
Rekening 2014 597,52 3.706,68
% 35,15 99,98
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012 :
Rekening 2014 Kosten 597,52 Opbrengsten 3.706,68
% 2,89 106,65
Rekening 2013 852,37 3.498,88
% 4,13 100,67
Rekening 2012 20.656,64 3.475,56
% 100 100
Opmerking : afbraak oud rustoord in 2012 kosten en opbrengsten in 2013 en 2014 niet meer in verhouding tot vorige jaren
19
Beleidsdomein PERSONEEL & ALGEMENE ORGANISATIE Beleidsitem 0100-00 POLITIEKE ORGANEN 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten 1.2.
Budget 2014 66.427,45 2.667,00
Rekening 2014 64.788,10 2.665,56
% 97,53 99,95
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012
Rekening 2014 Kosten 64.788,10 Opbrengsten 2.665,56 1.3.
% 116,21 102,33
Rekening 2013 67.127,33 2.672,97
% 120,40 102,62
Rekening 2012 55.752,80 2.604,84
% 100 100
Eenheden van prestatie
1.3.1. Aantal vergaderingen 2014 RAAD VAST BUREAU Managementteam Informaticacommissie Besluiten secretaris inzake dagelijks personeelsbeheer Bijzonder Comité Sociale Dienst
12 11 11 / 12 14
2.
Operationele rapportering
2.1.
Personeel en middelen (zie algemeen deel)
2.2.
Managementteam / Raad / Vast Bureau /Bijzonder Comité Sociale Dienst/ Informaticacommissie Kwaliteit / werking
Voor de werking en de bevoegdheidsverdeling van de bestuursorganen wordt er verwezen naar het huishoudelijk reglement.
20
Beleidsitem 0110-00 SECRETARIAAT 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten 1.2.
Budget 2014 327.167,27 4.062,76
Rekening 2014 298.266,17 3.854,00
% 91,16 94,86
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2013-2012-2011
Rekening 2014 Kosten 298.266,17 Opbrengsten 3.854,00
% 87,11 16,63
Rekening 2013 361.494,80 3.260,17
% 105,58 14,07
Rekening 2012 342.389,15 23.177,40
% 100 100
Analyse: Opbrengsten :
De gesco-subsidies en de opbrengst van sociale marible voor de medewerkers van het secretariaat worden vanaf 2013 geboekt op BD Algemene Financiering / BI Algemene overdrachten. Dit verkaart het grote verschil tussen de rekening 2012 en 2013 -2014
Kosten : Op de rubriek 61 is er een een budgettair overschot van € 23.890,97 ( huur installaties machines, stookolie, elektriciteit, onderhoud en herstellingen, e.a. ) Op de rubriek 62 personeelskosten sluit de rekening nauw aan bij het budget en is er slechts een overschot van € 4.386,70
1.3.
Eenheden van prestaties
NIET VAN TOEPASSING
2.
Operationele rapportering
2.1.
Personeel en middelen
personeel: Functie
niveau
Secretaris decretale graad Diensthoofd algemene A2a administratie/stafmedewerker Systeembeheerder B4-B5
voorzien personeelsformatie 1 VTE
effectieve bezetting* 1 VTE
1 VTE
0 VTE
0,40 VTE
0,40 VTE 21
hoofdmedewerker PZ 2 administratief medewerkers
C4-C5 C2-C3
1 VTE 2 VTE
0,50 VTE 1,60 VTE
*Er wordt geen rekening gehouden met dagen onbetaald verlof
2.2.
Kwaliteit / werking a. Samenwerking tussen gemeente – OCMW In 2014 kreeg de samenwerking tussen gemeente en OCMW een concretere vorm onder ander door : - De oprichting van een GMAT (Gemeenschappelijk Managementteam) - Het opstellen van een beheersovereenkomst - Het uittekenen van een gezamenlijk organogram voor de ondersteunende diensten - De fysieke integratie van de personeelsdienst en de financiële dienst met tijdelijke huisvesting in het administratief gebouw van het OCMW - De verbouwingswerken van GAC II b. Opstarten ontwikkeling geïntegreerde website OCMW / gemeente. De geïntegreerde website van OCMW / gemeente werd ontwikkeld door het internetbedrijf Anaxis. De nieuwe website is online vanaf 16 januari 2014. Op 1 september 2014 stopte het contract met VERA voor het gebruik van E-raden. Vanaf dan worden de documenten electronisch ter beschikking gesteld via de beveilgde zone op de website. c. Het intern controlesysteem (ICS) In 2014 werd de beslissing genomen om het algemeen kader van het intern controlesysteem voortaan op te volgen in samenspraak met de gemeente volgens het VVSG model (Leidraad Organisatiebeheersing). Het rapport over de werking van het ICS over de periode 2011-2014 wrd voorgelegd aan de OCMW Raad. De risicoanalyse en de daarbijhorende beheersmaatregelenmatrix werd hiermee afgesloten. In de toekomst zal het ICS opgevolgd worden door een nieuw op te richten ondersteunende dienst ‘Oganisatiebeheersing’ voor gemeente en OCMW.
Beleidsitem 0111-00 FISCALE EN FINANCIËLE DIENST 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 173.318,40 609,00
Rekening 2014 169.869,82 606,10
% 98,12
22
1.2.
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2013-2012-2011
Rekening 2014 Kosten 169.869,82 Opbrengsten 606,10
%
Rekening 2013 175.002,93 688,60
%
Rekening 2012 179.625,68 8.280,95
% 100 100
Analyse: Opbrengsten :
De gesco-subsidies en de opbrengst van sociale maribel voor de medewerkers van de financiële dienst worden vanaf 2013 geboekt op BD Algemene Financiering / BI Algemene overdrachten. Dit verkaart het grote verschil tussen 2012 en 2013-2014
Kosten : Op de rubriek 61 is er een een klein budgettair overschot van € 1.872,87 Op de rubriek 62 is er eveneens een klein budgettair overschot van € 1.375,66
1.3.
Eenheden van prestaties
NIET VAN TOEPASSING
2.
Operationele rapportering
2.1.
Personeel en middelen
personeel:
decretale graad
voorzien personeelsformatie 0,50 VTE
effectieve bezetting* 0,50 VTE
B4-B5
0,60 VTE
0,60 VTE
C1-C3
1,75 VTE
1,00 VTE
Functie
niveau
Financieel beheerder Boekhouder / systeembeheerder 2 administratief medewerkers FZ
* Er wordt geen rekening gehouden met dagen onbetaald verlof
2.2.
Kwaliteit / werking Implementatie BBC: In 2014 startten alle gemeenten en OCMW’s met BBC ; de pilootfase is aldus afgesloten. Een aantal nieuwe onderrichtingen van het Agentschap Binnenlands Bestuur moesten geïmplementeerd worden in het nieuwe meerjarenplan. De aanpassing van het MAR (Minimun Algemeen Rekeningstelsel) en een aantal nieuwe boekhoudfiches maakten een conversie van de software BBC van 2013 naar 2014 noodzakelijk. 23
In het kader van de samenwerking gemeente / OCMW en om de verbouwing van GAC II mogelijk te maken, werd er beslist om de gezamenlijke financiële dienst van gemeente en OCMW onder te brengen in het administratief gebouw van het OCMW. Tijdens 2014 werd er in de werkgroep financiën onder begeleiding van CC-consult verder gewerkt aan de integratie van beide diensten. Er werd een productenlijst met bijhorende tijdsinschattting opgemaakt. Op basis hiervan werd een eerste taakverdeling gemaakt. De integratie van de ondersteunende diensten heeft als gevolg dat een aantal personeelskosten en werkingskosten gezamenlijk gemaakt worden. Omdat het OCMW en de gemeente nog steeds 2 juridische entiteiten zijn en er een zo juist mogelijke benadering van de kosten van het OCMW wenselijk is, moeten een aantal kosten verdeeld worden over de 2 besturen. Een voorstel tot kostenverdeling werd opgemaakt door de financieel beheerder s van gemeente en OCMW. Deze kostenverdeling werd na advies van het GMAT goedgekeurd door het College van Burgemeester en Schepenen en door de OCMW-Raad.
Beleidsitem 0112-00 PERSONEELSDIENST EN VORMING 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten 1.2.
Budget 2014 64.140,98 224,80
Rekening 2014 62.792,08 145,30
% 97,90 64,63
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012
Rekening 2014 Kosten 62.792,08 Opbrengsten 145,30
% 81,62 124,61
Rekening 2013 69.643,97 115,50
% 90,53 99,06
Rekening 2012 76.927,79 116,60
% 100 100
Analyse: Kosten: De kosten, zowel van de diensten en leveringen als de personeelskosten sluiten nauw aan bij het budget.
1.3.
Eenheden van prestaties
NIET VAN TOEPASSING
24
2.
Operationele rapportering
2.1.
Personeel en middelen
personeel: Op 31 december 2014 stelden we 154 personeelsleden te werk. Uitgedrukt in voltijds equivalent komen we uit op 113,2.
0110-00 0111-00 0112-00 0119-01 0900-09 0903-00 0904-01 0904-03 0904-09 0909-01 0949-01 0953-01 0954-01
2.2.
secretariaat fiscale en financiële diensten personeelsdienst en vorming centrale keuken overig alg maatsch werk lokaal opvanginitiatief tewerkstellingscel arbeidszorg overige sociale tewerkstelling sociaal huis dienstenchequebedrijf woonzorgcentrum dagverzorgingscentrum
Vastbenoemd contractueel vte kop vte kop 1 1 1,5 2 1 1 0,5 1 0,5 1 2,5 4 2 2 0,8 1 1,8 2 3 3 0,75 1 5 5 1 1 1 1 9,36 19 4 6 44,14 61 0,5 1 4,2 6 11 15 73,55 104
gesco vte kop 2,1 3
3,25
3
1,75 1,25
2 2
1
1
8,55 17,9
art.60§7 vte kop
2 0,75 5
2 1 5
13
3
3
24
10,75
11
Totalen vte kop 3,1 4 2,5 3 0,5 1 6,25 8 2,8 3 1,8 2 6,75 7 2,75 4 10 10 3 3 9,36 19 59,69 83 4,7 7 113,2 154
Kwaliteit / werking a. Verzuimbeleid Het project ‘verzuimbeleid’ wordt sinds 2012 opgevolgd in zijn huidige vorm. De diensthoofden maken tijd voor de opvolging van het ziekteverzuim van hun personeelsleden (opvolgen van de verzuimscore, contacten met de zieke personeelsleden,…), Analyse: In 2014 werden 7 medische controles aangevraagd via het diensthoofd, Uit onderstaande tabel blijkt dat de controlerende arts zich akkoord heeft verklaard in 5 van de 7 gevallen met de ziekteperiode voorgeschreven door de behandelende arts, Bij 2 personeelsleden werd de ziekteperiode geschorst en was er een vervroegde terugkeer, Medische controles Verpleging/verzorging Schoonmaak WZC Logistiek WZC Art, 60 §7 Poetsdienst DCB Keuken Administratie DVC
Aantal
Akkoord
1
5 1
4 1
Niet akkoord vervroegde terugkeer 1
1
25
De frequentie van het ziekteverzuim wordt berekend door een telling te maken van het aantal nieuw begonnen ziekteperiodes in een periode van 1 jaar, Het ziektepercentage verzuimers geeft een indicatie van de mate waarin het verzuim verspreid voorkomt in onze organisatie, Onderstaande tabel maakt een vergelijking tussen het aantal ziektedagen en het ziektepercentage tijdens 2014, De gemiddelde duur van het ziekteverzuim geeft een indicatie over het feit of de ziekte periodes eerder kort of langdurig zijn, 2014
IZ / FZ Centrale Keuken Sociale dienst WZC - schoonmaak WZC - verpleging WZC - administratie WZC - animatie WZC - logistiek WZC - paramedisch Dagverzorging klusjesdienst / TWC poetsdienst DCB Sociale tewerkstelling OCMW totaal
Aantal verzui -mers
Aantal ziekteperiodes
Frequentie op verzuimers
Ziektedagen
Ziektepercentage
Ziekteuren
2013
2014
2013
2014
verschil
4 5 6 8 26 2 1 4 2 5 0 13
4 7 7 18 61 2 2 6 4 3 1 40
5 6 6 18 63 3 2 11 3 7 0 31
1,25 1,2 1 2,25 2,42 1,5 2 2,75 1,5 1,4 0 2,38
24 66 79 130 602 9 17 41 4 22 0 196
0,34 2,35 2,72 4,51 4,21 0,56 1,83 5,97 2,30 0,97 0,66 8,42
1,55 3,46 3,91 7,46 6,79 1,21 4,23 2,69 0,48 1,74 0 7,38
1,21 1,11 1,19 2,95 2,58 0,65 2,4 3,28 -1,82 0,77 -0,66 -1,04
152 408 590 898,8 3313,22 64,6 106,5 226,02 15 143,30 0 1041
16
43
60
3,75
311
10,71
10,15
0,56
2297
92
198
215
2,34
1501
3,5
3,93
0,43
9055,44
Conclusie: Het percentage ziekteverzuim in 2014 is zeer licht gestegen in vergelijking met 2013, Uit landelijk onderzoek door SD Worx blijkt dat het ziekteverzuim algemeen stijgt door voornamelijk een stijging van de langdurige afwezigheid. In 2014 was er volgens SD Worx een gemiddeld recordveruim van 5,12%, OCMW -Opwijk blijft daar met 3,93% ruim onder. De zwakst scorende groep is naar jaarlijkse gewoonte terug te vinden binnen de sociale tewerkstelling, Het gaat hier dan ook over personeelsleden die een gezonde werkattitude moeten aangeleerd krijgen. De diensten met de opmerkelijkste dalingen van afwezigheid zijn: WCZ- paramedisch (0,48 -> daling : 1,82) Poetsdienst DCB (7,38 -> daling : 1,04) Klusjesdienst/ TWC (0 -> daling : 0,66) De afdelingen binnen het woonzorgcentrum van schoonmaak, logistiek en verpleging vertonen de sterkste stijging in het ziekteverzuim. Deze afdelingen zullen in 2015 verder opgevolgd worden.
26
b. Vormingsbeleid Bij de analyse kan men per afdeling het volgende vaststellen: Totaal aantal vormingsuren 0110-00 0111-00 0119-01 0909-01 0953-01 0959-01 0949-01
Secretariaat Financiële dienst Centrale keuken Sociaal huis De Wegwijzer Woonzorgcentrum Dagverzorgingscentrum Dienstenchequebedrijf
12:00 1:00 4:30 80:30 686:24 61:00 0:00
gemiddeld aantal vormingsuren per medeweker 2:24 0:20 0:33 8:56 10:53 8:42 0:00
vormingskosten € 239,00 € 0,00 € 30,00 € 1.327,00 € 7.161,52 € 908,45 € 0,00
c. Samenwerking tussen ondersteunende diensten van gemeente / OCMW, In 2014 werd het project GOGOO verder uitgewerkt. Dit project heeft als doel de ondersteunende diensten van gemeente en OCMW intensief te laten samenwerken. We spreken dan over de volgende ondersteunende diensten: financiën, interne zaken, ICT, personeeldienst, poetsdiensten en contractdienst. Hiervoor werd in de gemeenteraad van 1 juli 2014 en de OCMW raad van 3 juli 2014 een gezamenlijk organogram van de ondersteunende diensten en een beheersovereenkomst goedgekeurd. In de beheersovereenkomst werd ervoor gekozen om de medewerkers via terbeschikkingstelling taken te laten opnemen in de gezamelijke ondersteunende diensten voor beide besturen. De personeelsdienst en de financiële dienst werden in de loop van 2014 fysiek samengebracht. De andere diensten zullen na de verbouwingen van GAC II allemaal samen worden gehuisvest. De ondersteunende diensten werken officieel samen sinds 1 januari 2015. In 2014 werden ter voorbereiding van deze samenwerkingen nog een aantal aanpassingen uitgevoerd met betrekking tot de personeelsformatie, de rechtspositieregeling, het arbeidsreglement en de gelijkschakeling van een aantal arbeidsgebruiken. Het najaar van 2014 werd ook benut om de eerste procedures op te starten voor een volledige invulling van het gezamenlijk organogram van de ondersteunende diensten. Er werd binnen de gemeente een tijdelijke verschuiving doorgevoerd van de dienst infrastructuur naar de financiële dienst. Er werd door het gemeentebestuur een procedure uitgeschreven voor een “deskundige organisatiebeheersing”. Door het OCMW bestuur werden de functies van diensthoofd contracten en van administratief medewerker contracten vacant verklaard. d. Werving- en selectie In 2014 werden werving- en selectieprocedures georganiseerd voor volgende vacante betrekkingen: o Hoofdverpleegkundige BV5, vacant verklaard door Raad op 27.02.2014 o Verantwoordelijke facilities C4-C5, vacant verklaard door Vast Bureau op 22.05.2014 In 2014 werden bevorderingsprocedures georganiseerd betrekkingen: o Secretaris, vacant verklaard door Raad op 23.12.2013
voor
volgende
vacante
27
o Afdelingsverantwoordelijke ouderenzorg C4-C5, vacant verklaard door Raad op 27.02.2014 o Ploegverantwoordelijke schoonmaak D1-D3, vacant verklaard door Raad op 22.05.2014 o Kok C1-C3, vacant verklaard door Raad op 22.05.2014 o Administratief medewerker ouderenzorg C1-C3, vacant verklaard door Raad 28.08.2014 o Directeur ouderenzorg A4a-A4b, vacant verklaard door Raad op 25.09.2014 o Administratief hoofdmedewerker sociale dienst B1-B3, vacant verklaard door Raad op 25.09.2014 In 2014 werd er via interne en externe personeelsmobiliteit op hetzelfde grondgebied een procedure opgestart voor volgende vacante betrekkingen : o Diensthoofd contractbeheer en aankoop B1-B3, vacant verklaard door Raad op 27.11.2014 o Administratief medewerker contractbeheer en aankoop C1-C3, vacant verklaard door Raad op 27.11.2014 Daarnaast werden, met het oog op de invulling van het contingent van betrokken diensten, sollicitatiegesprekken georganiseerd, Het ging hierbij vooral om tijdelijke contracten voor de vervanging van afwezige medewerkers: o Kinesitherapeut – periode juni/juli 2014 e. Organisatiestructuur In 2014 werd er een wijziging aan de organisatiestructuur van het woonzorgcentrum goedgekeurd door de Raad op 27.02.2014 door de vacantverklaring van een hoofdverpleegkundige en aan afdelingsverantwoordelijke. Later in de raad van 22.05.2014 werd de selectieprocedure goedgekeurd voor de functie van een verantwoordelijk facilities. De vacantverklaringen kaderen binnen de beleidsdoelstellingen van het meerjarenplan en het actieplan om het middenkader van de afdeling ouderenzorg verder uit te bouwen. Ook de structuur van de sociale dienst werd in 2014 aangepast in de Raad van 24.04.2014. Er werden volgende nieuwe functies in het organogram voorzien: een deskundige lokaal sociaal beleid, een deskundige trajectwerking en een administratief hoofdmedewerker. Binnen de afdeling algemene administratie was de belangrijkste wijziging van het organogram van het OCMW dat er een nieuwe afdeling contracten wordt voorzien onder leiding van de OCMW secretaris. Dit werd beslist in de Raad van 3 juli 2014.
Beleidsitem 0113-00 ARCHIEF 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 2.700,00 0
Rekening 2014 1.068,67 0
% 39,58 28
1.2.
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2013-2012-2011
Rekening 2014 Kosten 1.068,67 Opbrengsten 0 1.3.
%
-
Rekening 2013 834,90 0
%
Rekening 2012 0 0
% 100 -
Eenheden van prestaties
NIET VAN TOEPASSING
2.
Operationele rapportering
2.1.
Personeel en middelen
2.2.
personeel: o Het diensthoofd algemene administratie & stafmedewerker werd aangesteld als algemene archiefverantwoordelijke (AAV). o Archiefverantwoordelijken aangeduid volgens afdeling en discipline. Zij zijn, voor wat hun afdeling en deelgebied betreft, verantwoordelijk voor het archiefbeheer van de betrokken afdeling. o De administratief medewerker interne zaken zorgt voor de verdere administratieve opvolging.
middelen: beperkte en niet aangepaste archiefruimte, verspreid over diverse diensten/gebouwen Kwaliteit / werking
Bij de jaarlijkse archivering worden archiefdocumenten overgedragen aan de centrale archiefdienst, gedeeltelijk voor blijvende bewaring en gedeeltelijk voor vernietiging. In 2014 vond er twee papiervernietigingen plaats op 17 februari 2014 en op 9 december 2014 door de firma Shred–it Belgium.
29
Beleidsitem 0119-01 CENTRALE KEUKEN 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 564.084,48 564.239,05
code 60: aankopen goederen code 61 : diensten en leveringen code 62: bezoldigingen, soc last, pens code 709 : interne facturatie code 74: andere opbrengsten (recup lonen, recup kosten)
1.2.
Rekening 2014 551.104,16 551.104,16
%
Budget 2014 246.302,56 20.449,56
Rekening 2014 244.193,62 19.646,14
% 99,14 96,07
297.332,36
287.264,40
96,61
549.970,94
535.009,02
14.268,11
16.095,14
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012
Kostenplaats Rekening DR 1 2014 Kosten 551.104,16 Opbrengsten 551.104,16 Resultaat 0
% 111,82 Niet relevant Niet relevant
Rekening 2013 523.902,49 14.053,44 -509.849,05
% 106,30 28,66 114,87
Rekening 2012 492.868,22 49.037,63 -443.830,59
% 100 100 100
Analyse: Kosten : De kosten voor de aankoop van voedingswaren bedragen € 2.108,94 minder dan gebudgetteerd, alhoewel er meer maaltijden werder gerealiseerd dan voorzien in het budget. De loonkosten (gesco + contractueel personeel) liggen € 10.067,96 lager dan gebugetteerd. Een vergelijking tussen de kosten van 2014 en Opbrengsten : Vanaf het boekjaar 2014 is interne facturatie terug mogelijk in de software van BBC ; hierdoor is het resultaat voor de kostenplaats keuken in 2014 gelijk aan 0 Een vergelijking tussen de opbrengsten van 2014 met deze van 2013 en 2012 (geen interne facturatie) is dus niet relevant.
30
1.3.
Eenheden van prestaties
1.3.1. Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Budget 2014 Gerealiseerd 2014 Gerealiseerd /budget
Aantal maaltijdclusters 32.323 35.648,24 3.325,24
1.3.2. Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012-2011 gebudgeteerde maaltijdclusters 32.323 33.382 31.938 32.662
2014 2013 2012 2011
gerealiseerde maaltijdclusters 35.648,24 34.102,08 34.330,84 33.692,68
verschil +3.325,24 +720,08 +2.392,64 + 1.030,68
40000 30000
20000 10000
gebudgeteerde maaltijdclusters gerealiseerde maaltijdclusters
0
1.3.3. Resultaat per eenheid
Kost per eenheid Opbrengst per eenheid Resultaat per eenheid
Bedragen 15,46 15,46 0
Analyse: De kost per eenheid bedraagt € 15,46 in vergelijking met € 15,36 in 2013 De food cost per eenheid bedraagt € 6,85
31
2.
Operationele rapportering
2.1.
Personeel en middelen
2.2.
personeel: o De personeelsformatie voor de dienst keuken bedraagt 8 FTE met volgende onderverdeling: - 1 FTE verantwoordelijke facilities - 1 FTE kok - 2,5 FTE hulpkok - 3,5 FTE keukenmedewerker o De functie van kok (1 FTE) werd in 2014 via bevordering ingevuld. o De functie van verantwoordelijke facilities (1 FTE) is een nieuwe functie sinds november 2014. Het betreft hier een omvorming van de vroegere functie van verantwoordelijke keuken (1 FTE). o De personeelsbezetting binnen de dienst bedraagt zonder de verantwoordelijke facilities 6,25FTE (1 FTE kok + 1,75 FTE hulpkok + 3,5 FTE keukenmedewerker). o Het personeel van de dienst centrale keuken geniet van de gesubsidieerde eindeloopbaanregeling binnen de ouderensector waardoor de effectieve tewerkstelling lager dan 6,25 FTE zal zijn.
middelen: De dienst centrale keuken is gehuisvest in de kelderverdieping van het woonzorgcentrum. De keuken beschikt over een moderne infrastructuur voor de (voor)bereiding van maaltijden in warme lijn. De keuken bestaat uit verschillende compartimenten (warme keuken, koude keuken, afwasruimte, berging, bureel,…).
Kwaliteit / werking
De dienst centrale keuken staat in voor de bereiding van de maaltijden (ontbijt, middagmaal, avondmaal) voor de bewoners van het woonzorgcentrum. De dienst centrale keuken staat in voor de bereiding van de middagmaaltijd voor de gebruikers van het sociaal restaurant en het dagverzorgingscentrum. De centrale keuken kan dan ook beschouwd worden als een ondersteunende dienst met een dienstverlening naar andere diensten (beleidsitems) binnen het OCMW Opwijk. De verantwoordelijke facilities is samen met de kok verantwoordelijk voor de opvolging van de bestellingen, leveringen en werkorganisatie binnen de dienst. Bijzondere aandacht wordt besteed aan een correcte opvolging van de HACCP-wetgeving. In de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in zitting van 15 februari 2011 werd het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst met een zelfstandige diëtiste goedgekeurd. Deze diëtiste biedt advies bij de opmaak van de menu’s, helpt mee om de opvolging van de diëten te verzekeren en geeft ondersteuning bij de evaluatie en ontwikkeling van werkprocessen in de keuken. In 2014 werd echter weinig beroep gedaan op de ondersteuning van deze diëtiste gelet op het feit dat de invulling van de functie van verantwoordelijke facilities en kok centraal stond. In 2014 werd een vernieuwde locatie van het sociaal restaurant en cafetaria in gebruik genomen (zaal Aurelia met bijhorende keuken en berging). Deze nieuwe locatie heeft ook geleid tot een vernieuwde aanpak in het sociaal restaurant waarbij het keukenpersoneel meer betrokken wordt bij het portioneren van de maaltijden in dit sociaal restaurant. Deze 32
vernieuwde locatie heeft ook geleid tot een verhoging van het aantal gebruikers voor het sociaal restaurant en dus een verhoging van het aantal bereide middagmaaltijden door het keukenpersoneel. Deze verhoging van het aantal middagmaaltijden werd gerealiseerd met dezelfde personeelsbezetting waardoor de werkdruk vooral tijdens weekend- en feestdagen binnen de centrale keuken is toegenomen.
33
Beleidsdomein ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK BELEIDSVELD 0900 SOCIALE BIJSTAND Beleidsitem 0900-02 CREG 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten
code 648: specifieke kosten sociale dienst
1.2.
Budget 2014 84.333,98 32.138,69
Rekening 2014 79.191,92 32.039,46
% 93,90 99,70
Budget 2014
Rekening 2014
%
63.000,00
59.081,84
93,80
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012
Rekening 2014 Kosten 79.191,92 Opbrengsten 32.039,46
% 109,06 90,48
Rekening 2013 65.876,06 31.643,44
% 90,72 89,36
Rekening 2012 72.611,89 35.409,10
% 100 100
Analyse: Kosten : De personeelskost sluit nauw aan bij het budget. De specifieke kosten sociale dienst bedragen in de rekening €3.918,16 minder dan gebudgetteerd. Opbrengsten : De subsidie voor CREG is ongeveer gelijk aan het bedrag voorzien in het budget.
2.
Operationele rapportering
2.1.
Personeel en middelen
personeel: o diensthoofd sociale zaken o maatschappelijk werkers o secretariaat afdeling sociale zaken o een totaal van 1.5 FTE middelen: secretariaat afdeling sociale zaken
34
2.2.
Kwaliteit / werking De commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (CREG) financiert een opdracht aan de OCMW’s. De centra verzekeren hiermee gedeeltelijk de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening aan de meest hulpbehoevenden. Het beleid opteerde ervoor om de financiële tussenkomst per hulpvrager te beperken en de doelgroep te verruimen. jaar 2010 2011 2012 2013 2014
aantal tussenkomsten 26 122 300 457 512
Dossiers LAC Eandis: Gebruikers die gedropt worden door de commerciële leveranciers worden door de sociale leverancier Eandis voorzien van gas en elektriciteit. De gebruikers die ook bij deze leverancier betalingsproblemen hebben, worden voor begeleiding en opvolging aangebracht op de vergaderingen van de locale adviescommissie. Dossiers LAC VMW: De gebruikers die bij deze leverancier betalingsproblemen hebben, worden voorgebracht op de vergaderingen van de locale adviescommissie. Van de 46 dossiers die op deze vergaderingen besproken werden, werd er bij 2 gebruikers overgegaan tot effectieve afsluiting van de watertoevoer. Jaar 2011 2012 2013 2014
aantal LAC Eandis 64 54 61 76
aantal LAC De Watergroep 57 59 46
Dossiers budgetmeter: Eandis plaatst een budgetmeter bij de gebruiker. Dit voorkomt nieuwe of bijkomende schulden en garandeert de gebruiker een minimum aan stroom en gas tijdens de winterperiode. Eind 2014 waren er 60 actieve budgetmeters geplaatst voor elektriciteit op een totaal van 138 geplaatste. Dit betekent dat er reeds 78 gedesactiveerd zijn. Er zijn nog 35 actieve budgetmeters voor aardgas op een totaal van 61 geplaatste. Dit betekent dat er reeds 26 gedesactiveerd zijn. Jaar
2011 2012 2013 2014
aantal budgetmeters actief elektriciteit 55 52 72 60
aantal budgetmeters gedesactiveerd 38 51 54 78
35
Aantal opladingen elektriciteit Elektriciteit 2012 Opwijkenaren externen totaal
dossiers 43 10 53
opladingen 480 53 533
Elektriciteit 2013 2014
dossiers 75 81
opladingen 874 792
Jaar
2012 2013 2014
aantal budgetmeters actief gas 27 32 35
aantal budgetmeters gedesactiveerd 13 17 26
Aantal opladingen Gas Gas 2012 Opwijkenaren externen totaal
dossiers 47 4 51
opladingen 248 23 271
Gas 2013 2014
dossiers 54 61
opladingen 365 366
Conclusie: Opvallend is het hoog aantal “opladingen zowel elektriciteit als gas”. Dit geeft aan dat er inderdaad nood was aan het aanbieden van budgetmeters elektriciteit /gas bij de doelgroep. Op deze manier kan vermeden worden dat cliënten geen verwarming meer hebben tijdens de wintermaanden, en dat de inpact op hun maandelijks budget beheersbaar blijft. Er werd in 2014 een bedrag van € 33.384 aan opladingen electriciteit gespendeerd en een bedrag van € 19.655 voor opladingen aardgas.
Minimale gaslevering: Het aanbod beperkt zich tot personen / gezinnen die verwarmen via opladingen met een budgetmeter. Een beperkt aantal personen kan hiervan gebruik maken tijdens een beperkte periode (december 2013 tot en met 30 maart 2014). De raad besliste in zitting van 28 november 2013 om hier mee in te stappen. De gebruiker heeft recht op een vast bedrag per maand. Dit is afhankelijk van de woonvorm (appartement, gesloten of open bebouwing). Het toegekende bedrag wordt voor 70% gesubsidieerd door de aardgasdistributienetbeheerder, de overige 30% wordt
36
al dan niet ten laste genomen door het OCMW. Er werd geen gebruik gemaakt van deze vorm van dienstverlening in het jaar 2014
Beleidsitem 0900-09 Overig maatschappelijk werk 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 871.592,63 616.327,92
code 60/61: goederen en diensten code 62: bezoldigingen, soc last, pens code 648: specifieke kosten sociale dienst
1.2.
% 85,50 78,00
Budget 2014 32.745,80
Rekening 2014 26.803,80
% 81,85
214.272,30
197.716,00
92,30
624.574,53
521.120,09
5,50
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012
Rekening 2014 Kosten 745.639,89 Opbrengsten 480.473,16 1.3.
Rekening 2014 745.639,89 480.473,16
% 108,57 92,46
Rekening 2013 719.566,46 455.355,88
% 104,77 87,62
Rekening 2012 686.771,54 519.675,88
% 100 100
Eenheden van prestaties
1.3.1. Leefloon Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014 Aantal Budget 2014 Gerealiseerd 2014 Gerealiseerd budget
75 37,25 49,67%
(incl. 3,58 artikel 60§7)
1.3.2. Asielzoekers – Vergelijking budget2014 – jaarrekening 2014 Aantal Budget 2014 Gerealiseerd 2014 Gerealiseerd budget
16 6,50 40,63%
37
2.
Operationele rapportering
2.1.
Personeel en middelen personeel: maatschappelijk werkers / diensthoofd sociale dienst / juriste middelen: secretariaat afdeling sociale zaken
2.2. /
Kwaliteit / werking
Schuldbemiddeling 2010 2011 2012 2013 2014
Budgetbeheer 146 156 170 130 122
budgetbegeleiding 41 48 42 66 38
Analyse: Het dalend aantal dossiers budgetbeheer heeft te maken met het toenemend aantal dossiers collectieve schuldenregeling. In 2014 waren er 25 dossiers collectieve schuldenregeling waarvan 10 bij een externe schuldbemiddelaar. Het stijgend aantal dossies collectieve schuldenregeling is het gevolg van : o het gezinsinkomen verliest aan draagkracht ten gevolge van de stijging van de overkreditering en de gevolgen van de economische crisis. o Sensibiliseringscampagnes in de media o Doorverwijzing van andere financiële instanties o De grootte van de schuldenlast Het bereiken van een grotere doelgroep
De beoogde doelgroep wordt voldoende bereikt, de dienstverlening is voldoende gekend bij de bevolking,
Materiële hulpverlening 2010 2011 2012 2013 2014
Cultuurcheques 50 22 35 5
stookoliepremies 168 163 155 156 102
vuilzakken 52 65 86 100 63
voedselbedeling 94 141 193 140 165
38
Beleidsitem 0901-00 Voorschotten 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 62.567,09 42.559,40
code 60/61: goederen en diensten code 62: bezoldigingen, soc last, pens code 648: specifieke kosten sociale dienst
1.2.
% 57,70 38,50
Budget 2014 254,30
Rekening 2014 161,74
% 63,60
19.812,79
19.626,48
99,10
42.500,00
16.335,98
38,40
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012
Rekening 2014 Kosten 36.124,20 Opbrengsten 16.394,28 1.3.
Rekening 2014 36.124,20 16.394,28
% 72,47 51,81
Rekening 2013 42.522,51 23.870,37
% 85,30 75,44
Rekening 2012 49.849,50 31.641,54
% 100 100
Eenheden van prestaties
1.3.1. Voorschotten Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014 Aantal Budget 2014 Gerealiseerd 2014 Gerealiseerd budget
16 1,08 6,77%
Beleidsitem 0902-00 Migranten : niet gebruikt
Beleidsitem 0903-00 Lokaal Opvang Initiatief 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 266.919,84 188.541,41
Rekening 2014 245.124,06 185.850,26
% 91,80 98,60
39
Code 60/61: goederen en diensten Code 62: bezoldigingen code 648: specifieke kosten sociale dienst Code 740 : Subsidie steun kandidaat pol vluchtelingen
1.2.
Budget 2014 76.938,20 118.313,78
Rekening 2014 61.525,88 112.681,27
% 79,97 95,20
70.000,00
69.996,29
91,80
187.641,41
184.950,26
98,60
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012
Rekening 2014 Kosten 245.124,06 Opbrengsten 188.541,41
% 81,91 68,14
Rekening 2013 294.997,33 273.175,92
% 98,58 98,72
Rekening 2012 299.240,26 276.708,61
% 100 100
Analyse: Kosten : o De steun kandidaat politieke vluchtelingen sluit zeer nauw aan bij het budget o Er is een budgettair overschot op de aankopen van goederen en diensten van € 15.412,32. Dit wordt verklaard door de lagere bezettingsgraad in 2014. Opbrengsten : o De subsidie voor kandidaat politieke vluchtelingen sluit nauw aan bij het budget.
1.3.
Eenheden van prestaties
1.3.1. Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014 Aantal Budget 2014 Gerealiseerd 2014 Gerealiseerd budget
17 12,58 74,02%
1.3.2. Bezettingsgraad LOI Het OCMW van Opwijk beschikt over 3 lokale opvanginitiatieven : - LOI 1 : Stationsstraat 75 - LOI 2 : Steenweg op Vilvoorde 470 - LOI 4 : Heiveld 46 LOI 3 (Steenweg op Dendermonde 176) werd op 1 februari 2014 stopgezet. Periode 2014 Januari Februari Maart April Mei
LOI 1 83,33 % 98,80 % 89,24 % 83,33 % 78,41 %
LOI 2 100 % 100 % 90,96 % 86,66 % 72,90 %
LOI 3 0%
LOI 4 80 % 80 % 89,03 % 100 % 100 % 40
Juni Juli Augustus September Oktober November December
75 % 38,17 % 72 % 50 % 50 % 50 % 41,39 %
46,60 % 40 % 40 % 40 % 40 % 29,33 % 20 %
100 % 100 % 100 % 100 % 76,12 % 40 % 60 %
De jaarbezettingsgraad in 2014 bedraagt 68,68 % ten opzichte van 91,90 % in 2013. Opmerkingen : LOI 1 : plaats voor 6 alleenstaande mannen + 1 bufferplaats LOI 2 : plaats voor 5 alleenstaande mannen LOI 3 : de bezetting in januari 2014 bedraagt 0 %. Dit LOI was in opzeg. Er werden geen nieuwe plaatsen meer ingenomen sinds november 2013. LOI 4 : plaats voor 5 alleenstaande mannen
2.
Operationele rapportering
2.1.
Personeel en middelen personeel: 2 maatschappelijk werkers FTE middelen: secretariaat sociale zaken 3 LOI’s : Stationstraat 75 / Heiveld 46 / Steenweg op Vilvoorde 470
2.2.
Kwaliteit / werking Aanbod basiseducatie Verplicht volgen van inburgeringscursus Aanbod van crisisopvang bij het verplicht verlaten van het LOI
Inschrijven op de wachtlijst van SVK Webra wordt geïntegreerd in de werking van het algemeen maatschappelijk werk binnen het OCMW. Analyse: Aanbod Nederlandse lessen bevordert de integratie De toepassing van de nieuwe principebeslissing, goedgekeurd door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in zitting van 26 aprl 2011 leert de bewoners bewuster omgaan met hun leefgeld, zowel qua aankoop medicatie als kleding enz. Evenredige verdeling van het aantal patiënten (kandidaat politieke vluchtelingen) bij de verschillende huisartsen
41
Conclusie: De hernieuwde opstart van het aanbod lessen Nederlands heeft een positief effect op de integratie van de asielzoekers. De kennis van de Nederlandse taal, en het consequent Nederlands praten met de maatschappelijk werkers bevordert de integratie.
BELEIDSVELD 0904 SOCIALE TEWERKSTELLING 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014 0904-01 Tewerkstellingscel
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 186.177,94 15.512,00
Rekening 2014 175.423,14 15.500,50
% 94,20 99,90
Het merendeel van de sociale tewerkstellingen werd gerealsiseerd bij andere externe actoren , zoals TELEVIL, GROEP INTRO, scholengemeenschap, gemeentelijke diensten. Binnen de tewerstellingscel volgden een aantal cliënten een opleiding als voorbereiding op een tewerkstelling op de reguliere arbeidsmarkt. Deze krijgen een vergoeding ten bedrage van € 150. 0904-03 Arbeidszorg
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 85.880,10 20.850,89
Rekening 2014 77.227,12 16.484,25
89,90 79,10
%
Rekening 2014 4.189,18 12,10
44,80 50,90
Rekening 2014 115.907,18 2.162,58
97,40 96,20
0904-04 Alfabetisering
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 9.355,09 23,76
%
0904-09 Overige sociale tewerkstelling
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 119.013,76 2.247,39
%
42
1.2.
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012 0904-01 Projectwerking tewerkstellingscel
Rekening 2014 Kosten 186.177,94 Opbrengsten 15.512,00
% 109,38 46,29
Rekening 2013 114.584,38 15.483,06
% 67,32 47,12
Rekening 2012 170.212,85 32.858,58
% 100 100
0904-03 Projectwerking arbeidszorg Rekening 2014 Kosten 85.880,16 Opbrengsten 20.850,89
% 155,54 161,59
Rekening 2013 64.164,63 10.751,70
% 116,21 83,32
Rekening 2012 55.214,83 12.903,26
% 100 100
0904-04 Projectwerking alfabetisering Rekening 2014 Kosten 9.355,09 Opbrengsten 23,76
% 228,94 102,86
Rekening 2013 5.471,27 8,80
% 133,89 38,09
Rekening 2012 4.086,31 23,10
% 100 100
0904-09 Overige sociale tewerkstelling Rekening 2014 Kosten 119.013,76 Opbrengsten 2.247,39
% 113,89 565,74
2.
Operationele rapportering
2.1.
Personeel en middelen
Rekening 2013 81.946,40 0
% 78,42 -
Rekening 2012 104.497,50 397,25
% 100 100
personeel: o instructeur/hulpinstructeur als begeleider op de werkvloer o medewerkers in opleiding, in art.60§7 en sociale gesco tewerkstelling Sociale tewerkstelling Opleiding Art.60§7 eigen diensten Art.60§7 lokale besturen Art.60§7 vzw Sociale gesco Totaal
2011 11 13 2 4 9 39
2012 15 14 2 3 2 36
2013 18 12 3 4 1 38
2014 14 17 4 3 1 39
43
o begeleiding door trajectbegeleider o diensthoofd sociale zaken o maatschappelijk werkers infrastructuur: o sociale leerwerkplaats- en opslagruimte in eigendom van het OCMW o secretariaat afdeling sociale zaken 2.2.
Kwaliteit / werking 1. Tewerkstellingscel: Onder de deskundige en permanente begeleiding van de technische instructeur en een trajectbegeleider /maatschappelijk werker worden de medewerkers van de tewerkstellingscel zowel technische als sociale vaardigheden aangeleerd. In 2014 werden volgende projecten uitgevoerd: - verfraaiingswerken WZC: kamers, cafetaria - ondersteunende taken bouw nieuwe serviceflats “ de Vlindertuin” - gemeentenlijke diensten: GACII , sporthal (opfrissingswerken), ondersteuning bij kerstmarkt en kermis - onderhoud eigen patrimonium en huurwoningen 2. Arbeidszorg: Onder de deskundige en permanente begeleiding van de instructeur en een trajectbegeleider /maatschappelijk werker kregen de medewerkers van het project arbeidszorg zowel technische als sociale vaardigheden aangeleerd: verkoop, was, strijk en verstelwerk van kleding In 2014 werd rond volgende thema’s gewerkt in de winkel: karnaval, communie, SintMaarten, feestkledij, kerstmarkt,… Uit bovenstaande cijfers blijkt dat er in 2014 een groot aantal sociaal tewerkstellingen gerealiseerd werd. Dit vroeg een groot engagement van de medewerkers van sociale zaken, en van de instructeurs op de werkvloer. 3. Nederlands voor anderstaligen: Onder de deskundige begeleiding van 7 vrijwilligers/lesgevers wordt de nederlandse taal aangeleerd aan 70 personen; De groepen zijn onderverdeeld op basis van hun kennis van het Nederlands. Dit varieert van totaal geen notie hebben van de taal tot het kennen van basiswoorden. De cursussen worden aangeboden gedurende 2 uur per week. We stellen vast dat niet enkel cliënten van de afdeling sociale zaken beroep doen op deze vorm van dienstverlening. Ook binnen de gemeente zijn heel wat geïnteresseerden. Op vraag van de basisscholen zijn we in 2014 ook opgestart met een groep anderstalige leerlingen uit het basisonderwijs. De leerkrachten van de basisscholen uitten hun bekommernis dat de anderstalige leerlingen niet voldoende Nederlands kenden om de leerstof te begrijpen. Deze groep is eind 2014 uitgebreid tot 7 leerlingen.
Analyse: In 2014 was er een grote diversiteit binnen de groep, zowel op gebied van taal, cultuur, sociale vaardigheden en problematieken 44
De medewerkers werden begeleid in het leer- en werkproces om op een efficiënte manier naar een goed eindresultaat en een afgewerkt produkt te werken. Dit om een instap naar een VDAB-opleiding, sociale tewerkstelling en/of een reguliere tewerkstelling mogel ijk te maken. Het operationeel werken vanuit een nieuwe locatie vroeg van de medewerkers van ‘t Kapstokske een zekere flexibiliteit. Zo werden de openingsuren verruimd, wat de exploitatie ten goede kwam. Deze vorm van dienstverlening is heel arbeidsintensief en vraagt een grote inzet van de instructeurs en de maatschappelijk werkers (toeleiding, begeleiding en nazorg). Het effectief opzetten van een trajectbegeleiding heeft zijn nut reeds bewezen, de medewerkers worden verder opgevolgd ook na hun tewerkstelling. De nazorg is van crusiaal belang om de cliënten niet terug in hun oude routine te laten vervallen.
Conclusie: Om de grote diversiteit binnen de groep op te vangen is het belangrijk om volgende zaken permanent aan te bieden: basiseducatie / lessen Nederlandse taal doelgerichte vormingsmomenten organiseren intensieve begeleiding door de instructeurs op de werkvloer regelmatig overleg met de verschillende begeleiders In 2014 konden 7 medewerkers uit beide projecten doorstromen naar een andere en meer definitieve vorm van tewerkstelling.
Beleidsitem 0905-00 Dienst voor juridische informatie en advies 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten 1.2.
Budget 2014 22.000 0
Rekening 2014 21.945,50 0
% 99,80 -
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012
Rekening 2014 Kosten 21.945,50 Opbrengsten 0
% 98,98 -
Rekening 2013 22.200,09 0
% 100,13 -
Rekening 2012 22.171,92 0
% 100 -
45
Analyse: Kosten: Het betreft hier de bijdrage aan de Welzijnskoepel voor de prestaties van de juridische dienst
2.
Operationele rapportering
2.1.
Personeel en middelen personeel: jurist middelen: /
2.2.
Kwaliteit / werking Vanuit de juridische dienst wordt concrete informatie, advies en rechtshulp gegeven. Waar nodig wordt doorverwezen naar andere diensten. De voorgelegde problematieken zijn heel uitgebreid (zie onderstaande tabel). Sociale rechtshulp Bewindvoering Rechtsbijstand Sociale zekerheid consumentenrecht Echtscheiding Erfrecht Fiscaal recht Gerechtelijk recht Nutsvoorzieningen Huur Onderhoudsgeld Sociaal recht Rusthuis Afstamming Vreemdelingenrecht Zakenrecht Minderjarigen Collectieve schuldenregeling rechtsprocedure Medisch recht Gemeentelijke bevoegdheid Schulden OCMW wetgeving samenwonen Koop - verkoop strafrecht faillissementen Burgerlijk aanspr verzekering ongevallen aanneming arbeidsrecht Reguliere schuldbemiddeling
2009
2010
2011
2012
2013
2014
1 12 5
2 23 1
2 1 7
5 8 8
2 4 2
9 3 3 1 4 5 9 1 1 3 2 4 7 3
16 9 5 18 34 14 4 2 2 3 7 6
17 11 6 18 42 13 4 4 7 8 24
9 13
4 16 1 1 2 35 12
6 14 11 3 22 10 5 1 12 95 29 1
1 6 6
1 3 2
15 9 8
2
2 2 52 10 3
2 5 14 12 13
4 6 21
4 18
12
2 1 6 38 16
51 10 13 7 3 1 1 2 6 12
1
46
Gerechtelijke dossiers Contractenrecht Familierecht Beslagrecht andere TOTAAL
1 11 2 3
17 -
15 9 1
10 5 17 5
1 2
105
169
206
216
*
10 4 11 5 408
* De lijst van 2013 is niet volledig! Niet alle gegevens werden geregistreerd door de juristen van de Welzijnskoepel. Vanaf 1 september 2013 is een nieuwe juriste actief. De registratie van de interventies is pas vanaf deze datum zorgvuldig bijgehouden.
Analyse: Er is een blijvende stijging van het aantal dossiers juridische dienst, vooral de dossiers rond huurbemiddeling en collectieve schuldenregeling springen in het oog. Er is ook een toenemende vraag rond inlichtingen over OCMW-materie en erfrecht. De juriste heeft in 2014 eveneens 3 dossiers voor het OCMW voorbereid in het kader van uithuiszetting, openstaande vorderingen, en een aangetekend beroep door een cliënt betreffende leefloon.
Conclusie: De juridische dienst is zeer toegankelijk voor de bevolking en is goed geïntegreerd binnen de werking van de andere afdelingen van het OCMW.
Beleidsitem 0909-01 Sociaal huis 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten 1.2.
Budget 2014 123.792,68 31.534,54
Rekening 2014 114.485,26 7.089,36
% 92,50
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012
Rekening 2014 Kosten 114.485,26 Opbrengsten 7.089,36
% 211,06 83,95
Rekening 2013 149.061,72 13.749,00
% 274,80 162,82
Rekening 2012 54.243,73 8.444,49
% 100 100
47
Analyse: Kosten: Op de rubriek 61 is er een budgettair overschot van € 8.754,43 (oa. elektriciteit, gas, telefoon, advertenties, bureelbenodigdheden) Opbrengsten: De werkingssubsidie sociaal huis van € 25.000 werd nog gebudgetteerd op het BI Sociaal Huis. In het kader van de samenwerking OCMW – Gemeente werden er andere afspraken gemaakt in verband met de verdeling van de kosten. De kosten van het sociaal huis worden gedragen door het OCMW en niet meer verrekend naar de gemeente. Het OCMW betaalt geen huur meer aan de gemeente voor het sociaal huis.
2.
Operationele rapportering
2.1.
Personeel en middelen
personeel: o deskundige lokaal sociaal beleid 1VTE
middelen: o infrastuctuur: de diensten van De Wegwijzer zijn geïntegreerd in het sociaal huis, gelegen Kloosterstraat 10 o diensten: dienst welzijn gemeente PWA/ Piccobello Sociale dienst ocmw / juridische dienst ocmw
2.2.
Kwaliteit / werking
Verschillende organisaties/personen/instellingen deden in 2014 beroep op de accommodatie van “De Wegwijzer” voor zitdagen, overlegvergaderingen, infomomenten, vorming. Vrijwilligerswerking werd verder uitgebouwd.
Analyse: Uit een analyse van de cijfers blijkt dat de vragen gericht aan de medewerkers van het sociaal huis een grote verscheidenheid vertonen. De fysieke aanwezigheid van de deskundige lokaal sociaal beleid maakt “ de Wegwijzer” nog toegankelijker, zowel voor interne als externe actoren.
Conclusie: De grote verscheidenheid aan diensten werkt drempelverlagend voor de burger. De centrale ligging van “De Wegwijzer” maakt het gemakkelijker voor de burger om gebruik te maken van de dienstverlening. 48
Er wordt van de onthaalmedewerker een goede kennis van de sociale kaart verwacht. Met een klantvriendelijke ingesteldheid wordt de hulpvrager doorverwezen. De integratie van de afdeling sociale zaken in het sociaal huis “de Wegwijzer” maakt dat deze nog toegankelijker is voor de burger.
Beleidsitem 0909-02 Sociaal Restaurant 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten 1.2.
Budget 2014 91.845,17 87.418,04
Rekening 2014 88.852,89 87.024,80
% 96,70 99,60
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012
Rekening 2014 Kosten 91.845,17 Opbrengsten 87.418,04
% 574,35 201,06
Rekening 2013 13.005,24 45.899,00
% 81,33 105,57
Rekening 2012 15.991,10 43.477,95
% 100 % 100 %
Analyse: Kosten : Personeelskosten sluiten nauw aan bij het budget Kosten voor de aankopen van goederen en diensten vertonen een klein budgettair overschot Doordat er vanaf het boekjaar 2014 terug gewerkt wordt met interne facturatie van de kosten van de interne keuken naar de afnemers van maaltijden, is het grote verschil in de kosten tussen 2014 en 2013/2012 te verklaren. De interne facturatie bedraagt in 2014 € 76.185,79 Opbrengsten : De opbrengsten uit prestaties sluiten nauw aan bij het budget, maar zijn sterk gestegen ten opzichte van de vorige boekjaren. Dit is te verklaren door de opening van de nieuwe serviceflats. Er werden meer maaltijden (+3.542) gerealiseerd dan voorzien in budget. Vanaf 1 april 2014 werd het facturatiesysteem gewijzigd. Het systeem van vooraf betaalde smulkaarten maakt een snellere en meer efficiënte inning van de opbrengsten mogelijk.
49
1.3.
Eenheden van prestaties
1.3.1. Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Budget 2014 Gerealiseerd 2014 Gerealiseerd budget
Totaal aantal Maaltijden
Maaltijden Personeel
7.995
400
Maaltijden Serviceflats Den Eikendreef 1.017
11.537
29
2.162
+ 3.542
-371
+1.145
Maaltijden Serviceflats De Vlindertuin 3.780 5.386
Maaltijden Andere
2.798 3.960
+1.606
+1.162
1.3.2. Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012-2011 gebudgeteerd 7.995 5.500 4.875 4.000
2014 2013 2012 2011 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0
gerealiseerd 11.537 6.067 5.496 4.529
verschil +3542 +567 +621 +529
gebudgeteerd gerealiseerd
verschil
1.3.3. Resultaat per eenheid Budget 2014 Kost per maaltijd Opbrengst per maaltijd
11,49 10,93
2.
Operationele rapportering
2.1.
Personeel en middelen
Rekening 2014 7,70 7,54
personeel: het sociaal restaurant wordt gerealiseerd met inzet van personeel van het woonzorgcentrum (keuken, logistieke medewerkers en administratie). Tevens kan er beroep gedaan worden op een vrijwilliger. infrastructuur: keuken woonzorgcentrum, cafetaria woonzorgcentrum 50
2.2.
Kwaliteit / werking Overzicht van het aantal gebruikte maaltijden van het sociaal restaurant (zie hoger: eenheden van prestatie )
Analyse: Het OCMW wil via deze dienstverlening een ontmoetingsplaats aanbieden om het sociaal isolement te doorbreken. Op 15 februari 2014 werd het nieuwe serviceflatgebouw ‘De Vlindertuin’ in gebruik genomen met bijhorende polyvalente zaal en keuken. Bijzondere aandacht ging uit naar de inrichting van de polyvalente zaal met bedieningstoog en de keuken zodat in 2014 het sociaal restaurant in een nieuwe, aangepaste infrastructuur van start kon gaan.
Conclusie: Voor de exploitatie van deze dienstverlening wordt er gerekend op de inzet van een vrijwilliger, dit gaat zowel over maaltijdbedeling als vervoerdienst. Dagelijks wordt er een logistiek medewerker + hulpkok ingeschakeld bij de bedeling en de bediening van de maaltijden. Het sociaal restaurant is heel toegankelijk voor een ruim publiek binnen de doelgroep. Een nieuwe locatie en infrastructuur voor het sociaal restaurant werd in gebruik genomen. Het aantal maaltijden is bijna verdubbeld ten opzichte van 2013.
BELEIDVELD 0930 SOCIALE HUISVESTING 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014 0930-01 Eigen woningen verhuur
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 28.665,26 51.826,26
Rekening 2014 14.327,99 51.371,43
50,00 99,10
%
Rekening 2014 57.899,15 47.803,05
86,00 93,70
0930-03 Gehuurde woningen verhuur
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 67.311,24 51.029,36
%
51
0930-04 Gehuurde woningen crisiopvang Budget 2014 35.045,63 18.553,00
Kosten Opbrengsten 1.2.
Rekening 2014 32.750,09 10.468,96
% 93,40 56,40
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012 0930-01 Eigen woningen verhuur
Rekening 2014 Kosten 14.327,99 Opbrengsten 51.371,43
% 191,18 102,36
Rekening 2013 11.280,55 49304,70
% 150,52 98,24
Rekening 2012 7.494,49 50.186,22
% 100 100
0930-03 Gehuurde woningen verhuur Rekening 2014 Kosten 57.899,15 Opbrengsten 47.803,05
% 94,03 96,45
Rekening 2013 56.791,68 45.647,19
% 92,23 92,10
Rekening 2012 61.576,09 49.563,74
% 100 100
0930-04 Gehuurde woningen crisisopvang Rekening 2014 Kosten 32.750,09 Opbrengsten 10.468,96 1.3.
% 257,18 173,55
Rekening 2013 22.237,52 13.368,58
% 174,62 221,62
Rekening 2012 12.734,38 6.032,20
% 100 100
Eenheden van prestaties Niet van toepassing
2.
Operationele rapportering
2.1.
Personeel en middelen
personeel: o de tewerkstellingscel voor technische interventies o maatschappelijk werker voor de administratieve opvolging o jurist voor de opmaak van contracten en opvolging van huurgeschillen o maatschappelijk werkers voor de begeleiding van de huurders o diensthoofd sociale zaken voor de coördinatie van de begeleiding en het opvolgen en aanvragen projectsubsidies. Is eveneens lid van de sociale commissie van Webra.
infrastructuur: secretariaat sociale zaken.
52
2.2.
Kwaliteit / werking Samenwerking SVK WEBRA De samenwerking met het SVK WEBRA, blijft een belangrijk aandachtspunt. Er zijn eind 2014 13 woningen ingehuurd door WEBRA. Dit in het perspectief van het behalen van het sociaal objectief binnen de gemeente Opwijk. Er werden in 2014 4 woningen aangebracht door de afdeling sociale zaken. Elk van deze woningen werd toegewezen aan cliënten van het OCMW. De leden van de sociale commissie hebben om de 6 weken een overleg, hier zijn het management en de huurdersbegeleiders van Webra op aanwezig, samen met een afvaardiging van de verschillende OCMW’s. Door dit regelmatig overleg, kunnen er gerichte acties ondernomen worden door de huurdersbegeleider en de betrokken maatschappelijk werkers binnen de OCMW’s. Woningen verhuurd door OCMW Het OCMW Opwijk heeft 10 woningen in eigendom, eind 2014 zijn er 11 woningen verhuurd waarbij het OCMW hoofdhuurder is. Er worden eveneens nog 5 kamers in crisisopvang ter beschikking gesteld. Dit aanbod is te klein om de nodige hulp te kunnen bieden bij noodopvang, zoals uithuiszettingen (in 2014 waren er 16 effectieve uithuiszettingen).
Analyse: Binnen de afdeling sociale zaken groeit er een automatisme om sociale cliënten ook in te schrijven voor het SVK Webra en niet enkel voor de sociale huisvestingsmaatschappij Providentia. Er is een tekort aan crisisopvang, niet alle cliënten kunnen efficient geholpen worden.
Conclusie: Er is een uitbreiding van het aantal crisiswoningen nodig. Er werd vanaf september 2014 een doorgangswoning ingericht voor de opvang van een groot gezin
53
Beleidsdomein OUDERENZORG Beleidsitem 0952-01 SERVICEFLATS DEN EIKENDREEF 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 127.080,55 109.138,65
code 60/61: goederen en diensten code 62: bezoldigingen, soc last, pens code 70: werkingsopbrengsten code 74: andere opbrengsten (recup lonen,ea)
1.2.
Rekening 2014 117.710,29 109.253,05
% 92,60 100,10
Budget 2014 116.637,32
Rekening 2014 109.504,55
% 93,88
8.782,94
6.855,84
78,10
109.065,00
108.784,96
99,70
73,65
468,09
635,60
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012
Rekening 2014 Kosten 117.710,29 Opbrengsten 109.253,05 Resultaat -8.457,24
% 108,77 118,37 53,11
Rekening 2013 126.802,17 92.372,95 -34.429,92
% 117,17 100,08 216,23
Rekening 2012 108.216,70 92.293,84 -15.922,86
% 100 100 100
Analyse: Kosten : Zowel op de kosten voor de aankoop van goederen en diensten (€7.132,77), als voor loonkosten (€1.927,10) is er een budgettair overschot. Rekening houdend met het feit dat er zeer krap werd gebudgetteerd is dit een goed resultaat. De kosten bestaan voornamelijk uit de Canon die betaald wordt voor de serviceflats, kosten van electriciteit, beveiliging, ea. Het bedrag van de canon bedraagt € 95.556,24 Opbrengsten : De opbrengsten uit prestatie sluiten zeer nauw aan bij het budget. De werkingsopbrengsten zijn door de dagprijsverhoging vanaf 1 april 2014 gestegen ten opzichte van 2013 met ongeveer € 16.000
54
1.3.
Eenheden van prestaties 1.3.1. Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Budget 2014 Gerealiseerd 2014 Gerealiseerd /budget
Aantal bezettingsdagen 4.745 4.745 0
Inwoners Opwijk 4.745 4.745 0
Niet-inwoners Opwijk 0 0 0
1.3.2. Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012-2011-2010 gebudgeteerde bezettingsdagen 4.745 4.745 4.758 4.745
2014 2013 2012 2011
gerealiseerde bezettingsdagen 4.745 4.745 4.758 4.745
verschil 0 0 0 0
5000 4000 3000
gebudgeteerde dagen
2000
gerealiseerde dagen
1000
verschil
0
1.3.3. Resultaat per eenheid
Kost per eenheid Opbrengst per eenheid Resultaat per eenheid
2.
Bedragen 24,80 23,02 -1,78
Operationele rapportering
2.1. Personeel en middelen
personeel: Het personeel van het woonzorgcentrum is verantwoordelijk voor de dienstverlening in de serviceflats. De directeur is eindverantwoordelijke en coördineert het opnamebeleid en de algehele werking.
55
De maatschappelijk werker is bevoegd voor het opname- en kwaliteitsbeleid van de serviceflats. De woonassistent staat in voor de bevordering van sociale contacten, is een aanspreekpunt voor de bewoners en coördineert de (thuis)zorg, dienstverlening en begeleiding van de bewoners. Het (verpleegkundig) personeel van het woonzorgcentrum is verantwoordelijk voor de permanentie in de serviceflats naar aanleiding van noodoproepen. Het administratief personeel staat in voor de facturatie en andere administratieve dienstverlening. Het personeel van de dienst facilities staat in voor de schoonmaak van de gemeenschappelijke delen en het technisch onderhoud van het gebouw en de uitrusting en het uitvoeren van (kleine) herstellingen. Een deel van het technisch onderhoud wordt uitbesteed aan externe firma’s (vb. onderhoud liften). Via interne facturatie wordt een deel van deze prestaties verrekend op het beleidsitem serviceflats (0952).
middelen: De serviceflatgebouwen, gelegen op de OCMW-campus, bestaande uit 13 flats, een zithoek en een aantal andere gemeenschappelijke lokalen (vb. fietsenberging). Het gebouw werd opgericht in het kader van BEVAK-subsidies. De inkomsten worden gehaald uit verblijfsfacturatie.
2.2. Kwaliteit / werking Hieronder vindt u een aantal gegevens over de bewoners en de werking van serviceflats Den Eikendreef. Deze gegevens bieden een overzicht met betrekking tot het aantal overleden bewoners, de verdeling naar geslacht en leeftijd, de gemiddelde leeftijd en verblijfsduur en gegevens over de zorgbehoevendheid en het wachtlijstbeheer. 2.2.1.. Aantal overlijdens Jaar
Aantal overlijdens
2011 2012 2013 2014
0 2 2 0
Aantal vertrokken bewoners 0 0 1 3
2.2.2. Verdeling bewoners naar geslacht op 31 december 2014 Jaar 2014
Aantal mannen 4
Aantal vrouwen 10
Totaal aantal bewoners 14
2.2.3. Verdeling bewoners naar leeftijd op 31 december 2014 Leeftijdscategorie 60 – 64 jaar 65 – 69 jaar 70 – 74 jaar 75 – 79 jaar
Absolute cijfers 0 0 1 1
Percentage 0 0 7% 7%
56
80 – 84 jaar 85 – 89 jaar 90 – 94 jaar 95 – 99 jaar Totaal
2 6 4 0 14
14 % 43 % 29 % 0 100 %
2.2.4. Gemiddelde leeftijd op 31 december 2014 Jaar 2011 2012 2013 2014
Gemiddelde leeftijd 84 jaar 85.5 jaar 85 jaar 85.5 jaar
2.2.5. Gemiddelde verblijfsduur op 31 december 2014 Jaar 2011 2012 2013 2014
Gemiddelde verblijfsduur 9 jaar en 3 maand 10 jaar en 3 maand 9 jaar 8 jaar en 5 maand
2.2.6. Gegevens zorgbehoevendheid Indicator Aantal zorgbehoevende bewoners op 31/12 (score B, C of Cd op Katz) Percentage zorgbehoevende bewoners op totaal aantal bewoners op 31/12 Aantal valide bewoners op 31/12 (score O of A op Katz) Percentage valide bewoners op totaal aantal bewoners
2014 0 0 % 14 (13 O en 1 A) 100 %
2.2.7. belangrijke indicatoren Een aantal relevante indicatoren werden opgesteld voor serviceflats “Den Eikendreef”. Indicatoren serviceflats Aantal ouderen wachtlijst op 31/12 ste Wachttijd wachtlijst (1 persoon) Aantal nieuw opgenomen bewoners Aantal gebruikersraden Aantal onderhouds- of huurcontracten met verschillende leveranciers
2014 90 12 jaar 1 4 7
2013 82 11 jaar 3 4 7
2012 138 10 jaar 0 4 7
2011 118 9 jaar 0 3 7
Analyse: In 2014 is één bewoner en één koppel naar het woonzorgcentrum verhuisd. Er werd één nieuwe bewoner opgenomen. De flat van het koppel werd immers maar in de loop van januari 2015 opnieuw bewoond. Er werd een maximale bezetting bereikt. Er zijn twaalf alleenstaande ouderen en één koppel in de serviceflats.
57
Op 31 december 2014 stonden 90 ouderen op de wachtlijst serviceflats. De wachttijd bedraagt 12 jaar. De gemiddelde leeftijd van de bewoners is 85,5 jaar. De gemiddelde verblijfsduur bedraagt 8 jaar en 5 maand. Er werden 4 gebruikersraden georganiseerd. Met 7 verschillende leveranciers werden er onderhoudscontracten aangegaan.
Conclusie: Het aantal ouderen op de wachtlijst serviceflats is sterk gedaald in 2014, te wijten aan de toewijzing van de nieuwe serviceflats De Vlindertuin in het najaar. Hierdoor zijn er een aantal ouderen van de wachtlijst geschrapt of kregen zij een flat toegewezen in het nieuwe serviceflatgebouw. Het aantal overleden bewoners in serviceflatgebouw Den Eikendreef was nihil en ligt lager dan de voorbije jaren. Er zijn wel drie bewoners - waarvan één koppel - van Den Eikendreef naar het woonzorgcentrum verhuisd. Daardoor kon in 2014 één nieuwe bewoner opgenomen worden, de flat van het koppel werd pas in 2015 opnieuw bewoond. Niettemin staan er nog 90 ouderen op de wachtlijst serviceflats. Door de instroom van twee nieuwe bewoners is de gemiddelde verblijfsduur in Den Eikendreef wel gedaald naar 8 jaar en 5 maanden. Alle bewoners hebben een laag zorgprofiel (gemeten via Katz-score).
Beleidsitem 0952-02 SERVICEFLATS DE VLINDERTUIN 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten 1.2.
Budget 2014 346.863,74 324.586,72
Rekening 2014 315.833,57 319.565,39
% 91,10 98,50
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012
Rekening 2014 Kosten 315.833,57 Opbrengsten 319.565,39 Resultaat 3.731,82
% -
Rekening 2013 8.633,79 3,85 -8.629,94
% -
Rekening 2012 1.789,91 0 -
% -
Analyse: Kosten : De serviceflats De Vlindertuin zijn operationeel vanaf 15 februari 2014. De kosten die aangerekend werden hebben dus geen betrekking op een volledig boekjaar. Er zijn tevens nog weinig kosten gemaakt voor onderhoudscontracten, herstellingen enz. 58
De grootste kost is de canon ; deze bedraagt € 272.968,96
Opbrengsten : De opbrengsten uit prestaties sluiten zeer nauw aan bij het budget. De opbrengsten uit aangerekende gas zijn ongeveer € 6.000 minder dan gebudgetteerd. Dit is te verklaren door het feit dat de uitgaven voor gas met hetzelfde bedrag minder zijn in de rekening dan gebudgetteerd. Dit verklaart het verschil in opbrengsten tussen budget en rekening.
1.3.
Eenheden van prestaties
1.3.1. Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Budget 2014 Gerealiseerd 2014 Gerealiseerd /budget
Aantal bezettingsdagen 10.240 10.139 -101
Inwoners Opwijk 10.240 9.179 -1.061
Niet-inwoners Opwijk 0 960 960
1.3.2. Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013 gebudgeteerde bezettingsdagen 10.240 NVT
2014 2013
gerealiseerde bezettingsdagen 10.139 NVT
verschil -101 NVT
12000 10000 8000 gebudgeteerde dagen
6000 4000
gerealiseerde dagen
2000
verschil
0
1.3.3. Resultaat per eenheid
Kost per eenheid Opbrengst per eenheid Resultaat per eenheid
Bedragen 31,15 31,52 0,37
59
2.
Operationele rapportering
2.1. Personeel en middelen
personeel: Het personeel van het woonzorgcentrum is verantwoordelijk voor de dienstverlening in de serviceflats. De directeur is eindverantwoordelijke en coördineert het opnamebeleid en de algehele werking. De maatschappelijk werker is bevoegd voor het opname- en kwaliteitsbeleid van de serviceflats. De woonassistent staat in voor de bevordering van sociale contacten, is een aanspreekpunt voor de bewoners en coördineert de (thuis)zorg, dienstverlening en begeleiding van de bewoners. Het (verpleegkundig) personeel van het woonzorgcentrum is verantwoordelijk voor de permanentie in de serviceflats naar aanleiding van noodoproepen. Het administratief personeel staat in voor de facturatie en andere administratieve dienstverlening. Het personeel van de dienst facilities staat in voor de schoonmaak van de gemeenschappelijke delen en het technisch onderhoud van het gebouw en de uitrusting en het uitvoeren van (kleine) herstellingen. Een deel van het technisch onderhoud wordt uitbesteed aan externe firma’s (vb. onderhoud liften). Via interne facturatie wordt een deel van deze prestaties verrekend op het beleidsitem serviceflats (0952).
middelen: De serviceflatgebouwen, gelegen op de OCMW-campus, bestaande uit 32 flats, een polyvalente zaal en een aantal andere gemeenschappelijke lokalen (vb. afvalberging, fietsenberging). Het gebouw werd opgericht in het kader van BEVAK-subsidies. Het gebouw bevindt zich op een recent en mooi aangelegde zorgcampus met o.a. wandelpaden, zitbanken, petanquebaan en fitnesstoestellen. Deze omgevingsinfrastructuur is toegankelijk voor de bewoners van alle ouderenvoorzieningen op de zorgcampus (serviceflats, dagverzorgingscentrum, woonzorgcentrum). De inkomsten worden gehaald uit verblijfsfacturatie.
2.2. Kwaliteit / werking Hieronder vindt u een aantal gegevens over de bewoners en de werking van serviceflats De Vlindertuin. Deze gegevens bieden een overzicht met betrekking tot het aantal overleden bewoners, de verdeling naar geslacht en leeftijd, de gemiddelde leeftijd en verblijfsduur en gegevens over de zorgbehoevendheid en het wachtlijstbeheer. 2.2.1.. Aantal overlijdens Jaar
Aantal overlijdens
2014
4
Aantal vertrokken bewoners 4
60
2.2.2. Verdeling bewoners naar geslacht op 31 december 2014 Jaar 2014
Aantal mannen 13
Aantal vrouwen 28
Totaal aantal bewoners 41
2.2.3. Verdeling bewoners naar leeftijd op 31 december 2014 Leeftijdscategorie 60 – 64 jaar 65 – 69 jaar 70 – 74 jaar 75 – 79 jaar 80 – 84 jaar 85 – 89 jaar 90 – 94 jaar 95 – 99 jaar totaal
Absolute cijfers 0 2 3 10 19 7 0 0 41
Percentage 0% 5% 7.50 % 25 % 45.50 % 17 % 0% 0% 100 %
2.2.4. Gemiddelde leeftijd op 31 december 2014 Jaar 2014
Gemiddelde leeftijd 80 jaar
2.2.1.5. Gemiddelde verblijfsduur op 31 december 2014 Jaar 2014
Gemiddelde verblijfsduur 10 maand
2.2.1.6. Gegevens zorgbehoevendheid Indicator Aantal zorgbehoevende bewoners op 31/12 (score B, C of Cd op Katz) Percentage zorgbehoevende bewoners op totaal aantal bewoners op 31/12 Aantal valide bewoners op 31/12 (score O of A op Katz) Percentage valide bewoners op totaal aantal bewoners
2014 4 (4X score B) 9,75 % 37 (36 O + 1A) 90,25 %
2.2.7. Belangrijke indicatoren Een aantal relevante indicatoren werden opgesteld voor serviceflats “De Vlindertuin”. Indicatoren serviceflats Aantal ouderen wachtlijst op 31/12 ste Wachttijd wachtlijst (1 persoon) Aantal nieuw opgenomen bewoners Aantal gebruikersraden
2014 90 12 jaar 35 + 13 partners 4
61
Analyse: Het jaar 2014 was de opstart van serviceflats De Vlindertuin. Alle 32 flats werden verhuurd waaronder aan 12 koppels. Niettegenstaande deze recente opstart zijn er reeds 4 bewoners overleden. De partner van deze overleden bewoners bleef woonachtig in de serviceflats zodat door deze overlijdens geen flats vrijkwamen. Twee bewoners zijn naar een woonzorgcentrum verhuisd en twee andere bewoners (koppel) hebben de flat na 1 week opnieuw opgezegd. Bijgevolg zijn er 2014 3 flats vrijgekomen waarbij 2 flats opnieuw bezet werden door 1 koppel en 1 flat door een alleenstaande bewoner. Er werd een maximale bezetting bereikt. Op 31 december 2014 stonden 90 ouderen op de wachtlijst serviceflats. De wachttijd bedraagt 12 jaar. De hoge wachttijd is te wijten aan het feit dat er gewerkt wordt met 1 wachtlijst voor beide serviceflatgebouwen en aldus betrekking heeft op ouderen die zic h jaren geleden hebben ingeschreven op de oude wachtlijst Den Eikendreef. Tevens werd beslist om in 2014 geen ouderen te schrappen van deze wachtlijst (tenzij op eigen vraag) bij weigering van een aangeboden flat. Hierdoor is een correcte inschatting van h et effectief aantal geïnteresseerde ouderen op de wachtlijst en de effectieve wachttijd in 2014 zeer moeilijk. De gemiddelde leeftijd van de bewoners is 80 jaar. De gemiddelde verblijfsduur bedraagt 10 maanden. Er werden 4 gebruikersraden georganiseerd.
Conclusie: Het jaar 2014 stond in het teken van de opstart van deze serviceflats. Een maximale bezetting werd bereikt. In vergelijking met het serviceflatgebouw Den Eikendreef is er een jongere populatie in De Vlindertuin. Niettegenstaande deze jongere leeftijd is het zorgprofiel in De Vlindertuin hoger dan in Den Eikendreef.
62
Beleidsitem 0953-01 Woonzorgcentrum De Oase 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 3.679.002,99 3.531.783,39
code 60/61: goederen en diensten code 62: bezoldigingen, soc last, pens code 70: werkingsopbrengsten code 74: andere opbrengsten (recup lonen, tewerkst subsidies) 70000000 Opbrengsten uit prestaties 70200000 Opbrengsten RIZIV 74031000 Derde Luik
1.2.
Rekening 2014 3.489.570,20 3.554.781,12
% 94,90 100,65
Budget 2014 967.260,65 2.707.202,34 3.161.032,61
Rekening 2014 909.132,88 2.577.267,49 3.163.692,46
% 93,99 95,20 100,08
370.750,78
391.088,66
105,49
1.474.500 1.582.832,65 217.606,89
1.474.490,80 1.582.828,50 201.172,38
100 100 92,45
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012
Rekening % 2014 Kosten 3.489.570,20 Niet relevant Opbrengsten 3.554.781.12 102,20 Niet relevant Resultaat 65.210,92
Rekening % 2013 2.892.068,40 99,48 3.421.792,72 98,38 529.724,32 92,79
Rekening % 2012 2.907.180,74 100 3.478.075,41 100 570.894,67 100
Analyse: Kosten : Rubriek 62 (lonen) : budgettair overschot op vastbenoemden,contractueel personeel en gesco’s ) van € 129.934,85. De loonkosten zijn ten opzichte van 2013 gestegen met € 120.192,69. Dit is te verklaren door de aanpassingen aan de personeelsformatie in het WZC. Rubriek 60 en 61 : Kosten gas : ongeveer € 5.700 lager dan in budget Huur arbeidskledij : ongeveer € 5.500 lager dan in het budget Kosten van opleiding en bijscholing : ongeveer € 6.000 lager dan in het budget Kosten bureelbenodigdheden : ongeveer € 3.500 lager dan in het budget Vanaf 2014 wordt er terug interne facturatie geboekt tussen de centrale keuken en het WZC; de interne facturatie bedraagt € 440.115,22. Opbrengsten : Zowel de opbrengsten uit prestaties, als de opbrengsten van het RIZIV, als de opbrengsten Derde Luik sluiten nauw aan bij het budget Door de toepassing van de dagprijsverhoging zijn de opbrengsten uit prestaties gestegen met € 61.908,30 ten opzichte van 2013.
63
Resultaat : Doordat er vanaf 2014 interne facturatie geboekt werd, is de vergelijking met het resultaat van 2014 en 2013/2012 niet relevant. Het budgettair resultaat is positief en bedraagt € 65.210,92 Het resultaat in de algemene boekhouding is negatief en bedraagt € -104.095,66.
1.3.
Eenheden van prestaties
1.3.1. Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014 Aantal dagen WZC Budget 2014 Gerealiseerd 2014 Gerealiseerd/ budget
30.205 30.187 -18
Aantal dagen ROB-RVT 29.149 29.163 +14
Aantal dagen kortverblijf 1.056 1.024 -32
1.3.2. Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012-2011
2014 2013 2012 2011
gebudgeteerde dagen 30.205 30.106 30.186 30.106
gerealiseerde dagen 30.187 30.200 30.225 30.142
verschil -18 +94 +39 +36
30250 30200 30150
gebudgeteerde dagen
30100
gerealiseerde dagen
30050 30000
1.3.3. Resultaat per eenheid Bedragen 115,60 117,76 2,16
Kost per eenheid Opbrengst per eenheid Resultaat per eenheid 1.3.4. RIZIV-dagen
Budget 2014 Gerealiseerd 2014
Aantal RIZIV-dagen WZC 29.188 29.325
Aantal RIZIV-dagen ROB-RVT 28.194 28.319
Aantal RIZIV-dagen kortverblijf 994 1.006 64
Gerealiseerd/ budget
+137
+125
+12
2. Operationele rapportering 2.1.
Personeel en middelen
personeel: In het woonzorgcentrum zijn er verschillende personeelsdiciplines aanwezig: verpleegkundigen en verzorgenden, logistieke medewerkers, medewerkers EKA-team, medewerkers facilities (keuken, wasserij, schoonmaak, technisch onderhoud) en administratief personeel. Voor gegevens omtrent de in- en uitstroom van medewerkers, ziekteverzuim en vorming kan verwezen worden naar de operationele rapportering omtrent het personeelsbeleid van het OCMW Opwijk, verderop in dit document. Op basis van de RIZIV-gegevens kunnen echter ook een aantal interessante personeelsgegevens gerapporteerd worden. Deze gegevens hebben betrekking op de laatste afgesloten referentieperiode, namelijk van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2014. Kwalificatie Verpleegkundigen Zorgkundigen Kiné/ergo/logo Reactivering
Norm 9,740 11,918 1,635 0,976
Aanwezig 10,619 16,873 1,965 1,324
Over/Tekort + 0,879 + 4,955 + 0,330 + 0,348
Anciënniteit 16,984 13,161 12,534 12,534
Tijdens de betreffende referentieperiode was er 27,49 FTE verpleging + verzorging aanwezig tegenover 28,575 FTE in vergelijking met de vorige referentieperiode en 29,18 FTE de periode daarvoor. Bijgevolg was er 1,085 FTE minder verpleegkundigen en zorgkundigen aanwezig in vergelijking met de vorige referentieperiode en zelfs 1,69 FTE in vergelijking de referentieperiode daarvoor. Bijgevolg wordt er minder verplegend en verzorgend personeel ingezet. In vergelijking met de vorige referentieperiode is het FTE aanwezig verpleegkundig personeel gestegen waardoor er een comfortabeler overschot bestaat van 0,879 FTE aan verpleging ten opzichte van de norm in vergelijking met slechts 0,122 FTE het jaar daarvoor. Het aanwezig FTE zorgkundigen is ter compensatie gedaald van 18,797 FTE tijdens de vorige referentieperiode naar 16,873 FTE in de referentieperiode 2013-2014. Het aantal FTE personeel kiné/ergo/logo en reactivering is vrij constant ten opzichte van de vorige referentieperiode. De norm kiné/ergo/logo dient echter bewaakt te worden gelet op het vrij beperkt overschot van 0,330 FTE. Volgens de RIZIV-gegevens bedraagt het FTE vrijstelling van arbeidsprestaties en eindeloopbaan in de referentieperiode 2,248575. Het aantal personeelsleden aangeworven als vervanger eindeloopbaan bedraagt 2,719359 FTE in deze periode. Het aantal FTE personeel met arbeidsduurvermindering ligt op ongeveer hetzelfde niveau als tijdens de vorige referentieperiode. Het aantal FTE vervangers werd verhoogd zodat de marge ertussen (+0,47FTE) werd vergroot.
65
Tevens kan op basis van de RIZIV-gegevens nagegaan worden hoeveel FTE door het RIZIV gefinancierd wordt in het kader van de tegemoetkoming “derde luik” (bovennormpersoneel en niet-normpersoneel). Kwalificatie Verpleegkundigen Verzorgenden + Zorgkundigen Kiné/ergo/logo Reactiveringspersoneel Administratief/logistiek personeel
FTE gefinancierd in derde luik 1,218 5,872 0,508 0,680 34,760
Het overschot (bovennormpersoneel) in de verpleging en verzorging is ondanks de daling van het FTE aanwezig verplegend en verzorgend personeel slechts licht gedaald van 7,119 FTE naar 7,09 FTE (daling met 0,029 FTE). Het totaal aantal te financieren personeel in derde luik is gedaald van 44,664 FTE naar 43,038 FTE (daling met 1,626 FTE).
middelen: Het woonzorgcentrum beschikt over een hedendaagse infrastructuur en uitrusting. Een communicatie- en overlegstructuur is aanwezig en wordt opgevolgd. In het kwaliteitshandboek worden de verschillende procedures en werkprocessen beschreven. De personeelsbezetting binnen de verschillende diensten wordt constant bewaakt. Het woonzorgcentrum kan tevens rekenen op een groot aantal vrijwilligers die aanvullend en ondersteunend werken. De voornaamste inkomsten zijn inkomsten uit de verblijfsfacturatie, RIZIV-subsidies, een Vlaamse subsidie voor de animatiefunctie, een Vlaamse werkingssubsidie voor het centrum voor kortverblijf en diverse tewerkstellingssubsidies (vb. sociale maribel).
2.2.
Kwaliteit / werking
Enkele belangrijke indicatoren op het vlak van het opnamebeleid (woonzorgcentrum en kortverblijf), het zorgbeleid, het kwaliteitsbeleid, het animatief beleid, het facilitair beleid en het strategisch-financieel beleid worden toegelicht en geanalyseerd. 2.2.1.
Opnamebeleid woonzorgcentrum
Deze gegevens hebben o.a. betrekking op het aantal overlijdens, de verdeling van de bewoners naar geslacht en leeftijd, de gemiddelde leeftijd en verblijfsduur en gegevens over de zorgbehoevendheid en het wachtlijstbeheer. 2.2.1.1. Aantal overlijdens Jaar 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aantal overlijdens 18 28 27 25 17 15
66
2.2.1.2. Verdeling bewoners naar geslacht op 31 december2014 Jaar 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aantal mannen 21 25 20 20 18 20 20
Aantal vrouwen 59 55 60 60 62 60 60
Totaal aantal bewoners 80 80 80 80 80 80 80
2.2.1.3. Verdeling bewoners naar leeftijd op 31 december 2014 Leeftijdscategorie < 50 jaar 50 – 54 jaar 55 – 59 jaar 60 – 64 jaar 65 – 69 jaar 70 – 74 jaar 75 – 79 jaar 80 – 84 jaar 85 – 89 jaar 90 – 94 jaar 95 – 99 jaar 100 jaar en ouder Totaal
Absolute cijfers 0 0 1 0 3 4 3 14 27 22 6 0 80
Percentage 0 0 1.25 % 0 3.75 % 5% 3.75 % 17.50 % 33.75 % 27.50 % 7.50 % 0 100 %
2.2.1.4. Gemiddelde leeftijd Jaar 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Gemiddelde leeftijd 82 jaar 82 jaar 4 maanden 83 jaar 4 maanden 84 jaar 4 maanden 84 jaar 5 maanden 85 jaar 11 maanden 86 jaar en 11 maanden
2.2.1.5. Gemiddelde verblijfsduur Jaar 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Gemiddelde verblijfsduur 3 jaar 9 maanden 4 jaar 3 jaar 10 maanden 3 jaar 5 maanden 3 jaar 4 maanden 3 jaar 8 maanden 4 jaar en 1 maand
67
2.2.1.6. Gegevens zorgbehoevendheid Indicator Aantal zorgbehoevende bewoners op 31/12 (score B, C of Cd op Katz) Percentage zorgbehoevende bewoners op totaal aantal bewoners op 31/12 Aantal valide bewoners op 31/12 (score O of A op Katz) Percentage valide bewoners op totaal aantal bewoners Aantal dementerende bewoners op 31/12 (Cd + Adem + 3 op OT en OP) Percentage dementerende bewoners WZC op totaal aantal bewoners op 31/12 Aantal A-dement op 31/12
2014 58
2013 60
73,42 %
75 %
21
20
26,58 %
25 %
38
41
48,10 %
51,25 %
2012
2011
58
52
72,50%
65,82%
19
27
23,75%
34,18%
32
38
39,51%
48,10%
3
7
6
4
2014 165
2013 125
2012 101
2011 87
69
51
28
30
96
74
73
57
23 maand
10 maand
4 maand
9 maand
47 maand
35 maand
23 maand
13 maand
2.2.1.7. Wachtlijstbeheer Indicator Totaal aantal ouderen op de wachtlijsten WZC Aantal ouderen op de zorgbehoevende wachtlijst op 31/12 Aantal ouderen op de valide wachtlijst op 31/12 Wachttijd zorgbehoevende wachtlijst e op 31/12 (1 persoon) e Wachttijd valide wachtlijst op 31/12 (1 persoon)
Analyse: In 2014 zijn 15 bewoners in het woonzorgcentrum overleden. Drie bewoners op vier zijn vrouwen, slechts één op vier zijn mannen. Een meerderheid van de bewoners bevindt zich in de leeftijdsklasse van 85 tot en met 89 jaar, meer dan drie op vier bewoners heeft een leeftijd tussen 80 en 94 jaar. De gemiddelde leeftijd bedraagt 86 jaar en 11 maanden. De gemiddelde verblijfsduur bedraagt 4 jaar en 1 maand. 73,42 % van de bewoners was zorgbehoevend op datum van 31 december en bijna de helft van de bewoners (48,10 %) was dementerend. 165 ouderen staan ingeschreven op de wachtlijst waarvan 69 op de zorgbehoevende wachtlijst. Daarmee zet de stijgende lijn zich voort. De wachttijd varieert van 23 maanden (zorgbehoevenden) tot 47 maanden (validen).
68
Conclusie: In 2014 kon het laagste aantal overlijdens vastgesteld worden in een periode van 5 jaar. Aangezien hierdoor minder ouderen opgenomen konden worden, stellen we een hogere wachttijd voor de zorgbehoevende ouderen vast. Het totaal aantal ouderen op de wachtlijst vertoont een stijgende tendens, voornamelijk te wijten aan een stijging van het aantal ingeschreven ouderen op beide wachtlijsten. Aangezien er weinig tot geen ouderen uit de valide wachtlijst werden opgenomen, stijgt de wachttijd voor de validen tot 47 maanden. Ook de wachttijd op de zorgbehoevende wachtlijst is gestegen, ondermeer te wijten aan het feit dat er minder overlijdens en dus minder nieuwe opnames geweest zijn in vergelijking met de vorige jaren. Het percentage zorgbehoevende bewoners is licht gedaald tot 73,42%. We stellen eveneens een lichte daling vast van het aantal bewoners die lijden aan dementie in vergelijking met het jaar 2013 (-3.15 %). Het percentage valide ouderen is gestegen naar 26,58%. Iets meer dan 1 op 4 bewoners van het woonzorgcentrum is bijgevolg minder zorgbehoevend hetgeen een minder gunstige invloed zal hebben op de RIZIV-subsidiëring. Een stijging van de zorgbehoevendheid naar 80% dient bijgevolg voor de volgende jaren vooropgesteld te worden.
2.2.2.
Opnamebeleid centrum voor kortverblijf
De onderstaande gegevens hebben betrekking op de verdeling van de bewoners kortverblijf naar geslacht en leeftijd, de gemeente van herkomst, de zorgbehoevendheid, de reden van opname, gegevens over de mantelzorger, de woonsituatie bij aanmelding en het effect van de hulp- en dienstverlening. 2.2.2.1. Aantal opgenomen bewoners verdeeld naar geslacht
Mannen Vrouwen Totaal
2014 Cijfers Percentage 12 31 27 69 39 100
2013 Cijfers Percentage 12 35 22 65 34 100
2012 Percentage 27.50 72.50 100
Cijfers 11 29 40
2.2.2.2. Verdeling opgenomen bewoners naar gemeente van herkomst 2014 Cijfers Opwijk Andere Totaal
21 28 39
2013
Percentage 54 46 100
Cijfers 22 12 34
Percentage 65 35 100
2012 Cijfers 18 22 40
Percentage 45 55 100
2.2.2.3. Verdeling bewoners naar leeftijd Leeftijdscategorie < 60 jaar 60 – 65 jaar 66 – 70 jaar 71 – 75 jaar
Absolute cijfers 0 2 1 1
Percentage 0 5 2.50 2.50
69
76 – 80 jaar 81 – 85 jaar > 85 jaar Totaal
7 6 22 39
18 15 57 100 %
2.2.2.4. Gegevens zorgbehoevendheid Katz-score O A B C en Cd Totaal
2014 4 (10 %) 10( 25 %) 13 ( 34 %) 12 ( 31 %) 39 (100 %)
2013 4 (12 %) 7 (21 %) 13 (37 %) 10 (30 %) 34 (100 %)
2012 7 (17,5%) 5 (18,5%) 12 (30%) 16 (40%) 40 (100%)
2011 5 (11,90%) 10 (23,81%) 18 (42,86%) 9 (21,43%) 42 (100%)
2.2.2.5. Reden van de opname Reden Ontlasten mantelzorger Vakantie mantelzorger Na ziekenhuisopname Verminderde zelfredzaamheid In afwachting van definitieve opname Crisisopvang Totaal
2014 10 (25 %) 13 (34 %) 5 (12.50 %) 7 (18 %)
2013 3 (9 %) 11 (32 %) 8 (24 %) 11 (32 %)
2012 3 (7,5%) 16 (40%) 7 (17,5%) 11 (27,5%)
2011 2 (4,76%) 17 (40,49%) 15 (35,71%) 3 (7,14%)
3 (8 %)
1 (3 %)
0
5 (11,90%)
1 ( 2.50 %) 39 (100 %)
0 34 (100%)
3 (7,5%) 40 (100%)
0 42 (100%)
2014 13 (34 %) 21 (54 %) 5 (12 %) 0 39 (100 %)
2013 12 (35 %) 20 (60 %) 2 (5 %) 0 34 (100 %)
2012 9 (22,5%) 25 (62,5%) 4 (10%) 2 (5%) 40 (100%)
2011 8 (19,05%) 31 (73,81%) 2 (4,76%) 1 (2,38%) 42 (100%)
2013 12 (35 %) 12 (35 %) 10 (30 %) 0 0 34 (100 % )
2012 11 (27,5%) 5 (12,5%) 14 (35%) 6 (15%) 4 (10%) 40 (100%)
2011 7 (16,67%) 8 (19,05%) 9 (21,43%) 8 (19,05%) 10 (23,80%) 42 (100%)
2.2.2.6. Gegevens mantelzorgers Mantelzorger Echtgeno(o)t(e) (Schoon)kinderen Andere familie Geen mantelzorger Totaal
2.2.2.7. Woonsituatie bij aanmelding Woonsituatie Alleenwonend Partner Familie Ziekenhuis Ander kortverblijf Totaal
2014 9 (22.50 %) 11 (28.50 %) 13 (34 %) 2 (5 %) 4 (10 %) 39 (100 %)
70
2.2.2.8. Effect van de hulp- en dienstverlening Effect Terug naar huis Opname in eigen woonzorgcentrum Opname in ander woonzorgcentrum Naar ziekenhuis Verlenging kortverblijf / naar ander kortverblijf Overleden Totaal
2014 32 ( 82.50 %) 1 ( 2.50 %) 1 ( 2.50 %) 1 ( 2.50 % ) 3 ( 7.50 % )
2013 15 (45 %) 9 (26 %) 0 2 (6 %) 6 (18 %)
2012 26 (65%) 5 (12,5%) 2 (5%) 0 6 (15%)
2011 27 (64,29%) 1 (2,38%) 5 (11,90%) 0 9 (21,43%)
1 ( 2.50 % ) 39 (100 % )
2 (5 %) 34
1 (2,5%) 40 (100%)
0 42 (100%)
Analyse: In 2014 werden er 39 bewoners opgenomen in het centrum voor kortverblijf, waarvan 27 vrouwen en 12 mannen. De meerderheid van de opgenomen bewoners (72%) is ouder dan 80 jaar, de meerderheid is afkomstig uit Opwijk (65%) en meer dan dan de helft is zorgbehoevend (65 %). De meerderheid van de bewoners worden opgenomen in het kortverblijf voor he t ondersteunen van de mantelzorgers (ontlasten, vakantie), vanwege verminderde zelfredzaamheid of na een ziekenhuisopname. Voor meer dan de helft van de bewoners treden de (schoon)kinderen op als mantelzorger, in 34 % van de situatie de echtgeno(o)t(e). Een groot deel van de bewoners (82.50 %) keert na het kortverblijf terug naar de thuissituatie.
Conclusie: De bezetting van de kamers kortverblijf blijft op hetzelfde niveau als de voorgaande jaren. In 2014 werden 39 bewoners (t.o.v. 34 in 2013) opgenomen in het kortverblijf, maar met een minder lange gemiddelde verblijfsduur. Wat betreft verdeling naar geslacht, leeftijd, zorgbehoevendheid, reden van opname en effect van de hulp- en dienstverlening stellen we grotendeels dezelfde tendenzen vast in vergelijking met de voorgaande jaren. Er kan wel vastgesteld worden dat 82.50 % na de opname in het kortverblijf terug naar de thuissituatie ging, terwijl dit vorig jaar slechts 45 % was. In 2014 zijn er dus minder bewoners opgenomen in het kortverblijf in afwachting van een definitieve opname in het woonzorgcentrum.
71
2.2.3.
Zorgbeleid
Belangrijke gegevens zijn o.a. valincidenten, doorligwonden, MRSA-besmettingen (ziekenhuisbacterie ofwel MethicillineResistente Staphylococcus Aureus), het aantal incontinente bewoners en gegevens over de palliatieve zorg. 2.2.3.1. Valincidenten Valincidenten Totaal aantal valpartijen Aantal valpartijen afdeling ’t Stenen Wegske Aantal valpartijen afdeling Konkelzicht Aantal valpartijen afdeling Hulstberg Aantal valpartijen met geen zichtbare gevolgen Aantal valpartijen geleid tot een fractuur Aantal valpartijen geleid tot een ziekenhuisopname
2014 208 63 75 65 128 4 4
2013 198 79 54 65 192 2 5
2012 179 *** *** *** 148 1,5% 3
2011 177 74 59 45 101 3 4
2014 132 54
2013 69 56
2012 75
2011 47
45
31
19
18
15
10
2014 7
2013 6
2012 9
2011 6
2014 35
2013 38
2012
2011
41
44
29
29
28
***
71
68
70
69
2014 15 10
2013 19 9
2012 25
2011 27
8
20
62 12 3 9 1
22 14 5 7 2
40 18 7 8 0
80,40 22 5 19 1
2.2.3.2. Doorligwonden Doorligwonden Aantal geregistreerde wonden Aantal verschillende bewoners waarbij deze wonden geregistreerd werden Aantal wonden die geregistreerd werden als doorligwonde
2.2.3.3. MRSA (Ziekenhuisbacterie) MRSA Aantal meldingen van MRSA
2.2.3.4. Incontinentie Incontinentie Gemiddeld aantal bewoners met score 3 of 4 op incontinentie op Katz-schaal Gemiddeld aantal bewoners met score 2 op incontinentie op Katz-schaal Aantal bewoners die een product incontinentiemateriaal gebruiken
2.2.3.5. Palliatieve zorg Palliatieve zorg Aantal overlijdens Aantal overlijdens waarbij palliatieve zorg werd opgestart Gemiddeld aantal dagen palliatieve zorg Aantal bewoners overleden in het WZC Aantal bewoners overleden in het ziekenhuis Aantal palliatieve bewoners overleden in WZC Aantal palliatieve bewoners overleden in ziekenhuis
72
2.2.3.6. Analyse en conclusie Analyse: Er werden 208 valpartijen geregistreerd. Bij 4 van de valpartijen was er een fractuur tot gevolg, 4 valpartijen hebben geleid tot een ziekenhuisopname. Bij 128 van de valpartijen waren er geen zichtbare gevolgen. Ongeveer 14% van de geregistreerde wonden waren doorligwonden. In totaal werden er 19 doorligwonden geregistreerd. Het totaal aantal geregistreerde wonden is sterk gestegen. Dit is te wijten aan een andere manier van registratie waardoor meer problematieken als wonde worden beschouwd. Het aantal bewoners met incontinentiemateriaal is licht gestegen ten opzichte van het jaar 2013, het aantal bewoners met score 3 of 4 op incontinentie op de Katz-schaal is dan weer licht gedaald. Bij 67% van de overlijdens was voor het overlijden palliatieve zorg opgestart. Gemiddeld verblijven deze bewoners 62 dagen in een palliatieve fase. 80% van de bewoners die overleden zijn, zijn overleden in het woonzorgcentrum en niet in een ziekenhuis. Van de bewoners in een palliatieve fase is 90% overleden in het woonzorgcentrum. Het percentage bewoners die overleden zijn in het woonzorgcentrum zelf, is ook een kwaliteitsindicator in het kader van de verplichte kwaliteitsregistratie door de Vlaamse Overheid. Ee n zo’n hoog mogelijk percentage bewoners die overlijden in het woonzorgcentrum zelf en niet in het ziekenhuis, wordt hierbij als kwaliteitsnorm vooropgesteld.
Conclusie: In het woonzorgcentrum kunnen jaarlijks een groot aantal valincindenten vastgesteld worden, maar in de minderheid van de incidenten zijn er zichtbare gevolgen. Slechts 2% heeft geleid tot een fractuur, hetgeen echter een verdubbeling is ten opzichte van het jaar 2013. Het aantal valpartijen met ernstige gevolgen blijft zoals de voorgaande jaren dus heel beperkt. Er werden ongeveer hetzelfde aantal doorligwonden in 2014 geregistreerd als in het voorgaande jaar. Preventie van decubitus blijft echter een belangrijk aandachtspunt binnen de zorg waarbij er getracht moet worden naar een zero aantal doorligwonden in het woonzorgcentrum. Ongeveer 2/3 van de overleden bewoners bevond zich in een palliatieve fase. De meerderheid van de bewoners overlijdt in het woonzorgcentrum, namelijk ongeveer 8 op tien, maar er moet gestreefd worden om dit aantal nog te verhogen in de komende jaren. Het ontwikkelen en onderhouden van de nodige vaardigheden inzake de verpleegkundige, psychologische en familale aspecten van de palliatieve zorg bij de medewerkers blijft dan ook belangrijk. Het aantal meldingen van MRSA ligt op hetzelfde niveau als in 2013 en blijft vrij beperkt.
73
2.2.4.
Kwaliteitsbeleid
Een belangrijk onderdeel van kwaliteitsbeleid is het aantal klachten. Verder worden gegevens aangereikt met betrekking tot kwaliteitszorg en verbeterprojecten. Ook de resultaten op de kwaliteitsindicatoren van de Vlaamse Overheid worden weergegeven. 2.2.4.1. Klachten Klachten Totaal aantal geregistreerde klachten Aantal schriftelijke klachten Aantal mondelinge klachten Indiener klacht Bewoner / gebruiker / klant Familielid Bezoeker Vrijwilliger Andere Totaal Soort klacht Verzorging / verpleging
2014 13 (100 %)
2013 13 (100 %)
2012 15 (100%)
2011 18
2010 17
2009 20
6 (46 %) 7 (54 %)
6 (43 %) 7 (57 %)
10 (66,5%) 5 (33,5%)
8 10
5 13
7 13
4 (31 % ) 7 ( 54 % ) 0 0 2 (15 %) 13 (100 %)
3 (23 %) 8 (61,50 %) 0 0 2 (15,50 %) 13 (100 %)
2 (13,5%) 11 (73%) 0 0 2 (13,5%) 15 (100%)
7 (39%) 9 (50%) 0 0 2 (11%) 18 (100%)
5 (29,40%) 10 (58,80%) 1 (5,90%) 0 1 (5,90%) 17 (100%)
4 (20%) 13 (65%) 0 1 (5%) 2 (10%) 20 (100%)
6 (46 % )
6 (43 %)
6 (33%)
9 (47%)
4 (17,40%)
Wasserij Voeding
0 2 (15 %)
0 1 (7 %)
1 (5,5%) 2 (11%)
0 6 (31,50%)
Animatie Onderhoud/schoonmaak Administratieve afhandeling Specifieke dienstverlening Algemene dienstverlening Andere infrastructuur) Totaal
1 (7,50 % ) 0 0 0 1 (7.50 % ) 3 (24 % ) 13 (100 %)
0 0 2 (14 %) 2 (14 %) 0 3 (21 %) 14 (100 %)
1 (5,5%) 3 (16,5%) 0 2 (11%) 1 (5,5%) 2 (11%) 18 (100%)
0 1 (5,50%) 0 1 (5,50%) 0 2 (10,50%) 19 (100%)
7 (39,00%) 0 4 (22,20%) 1 (5,55%) 1 (5,55%) 1 (5,55%) 0 0 4 (22,20%) 18 (100%)
2 (8,70%) 5 (22%) 0 3 (12,90%) 1 (4,35%) 1 (4,35%) 3 (12,90%) 4 (17,40%) 23 (100%)
2.2.4.2. Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg Aantal nieuw uitgewerkte processen Aantal geëvalueerde / herwerkte processen Aantal werkgroepen operationeel in het WZC (min. 2 vergaderingen per jaar) Aantal vergaderingen multiteam Aantal vergaderingen stuurgroep kwaliteitszorg Aantal audits, inspecties (m.u.v. facilitaire audits)
2014 0 1 6
2013 0 5 8
2012 0 10
2011 0 7
2010 *** ***
2009 *** ***
***
6
***
***
9 5 3
9 5 ***
9 6 ***
9 5 ***
10 5 ***
10 5 ***
2.2.4.3. Verbeterprojecten In de kwaliteitsplanning van 2014 werden een aantal verbeterpunten en -projecten opgenomen. De gegevens voor de kwaliteitsplanning kwamen uit de opmerkingen van bewoners en hun familie : - de gebruikersraden - de jaarlijkse familiebijeenkomst - de klachten en de klachtenanalyse 74
- de tevredenheidsenquetes kortverblijf - de tevredenheidsmeting 1 maand na opname en uit de opmerkingen van medewerkers, vrijwilligers, externe hulpverleners en bezoekers. Het nader bekijken van de hulp- en dienstverlening in zijn geheel gebeurde voornamelijk via overleg en communicatie in de stuurgroep kwaliteitszorg, het multiteam, de gebruikersraden, de ploegvergaderingen, het palliatieve supportteam en andere werkgroepen en ook door contacten met bewoners, familie, vrijwilligers en externe zorg- en hulpverleners De toetsstenen voor de verbeterprojecten zijn : onze missie, visie en waarden en normen en de procedures van het kwaliteitshandboek. Voor de uitvoering van de verbeterprojecten deden we beroep op alle medewerkers, de bewoners en derden (bv. familie - vrijwilligers – huisartsen – paramedici).
Zo werd o.a. de invoering van een elektronisch zorgdossier aan het bed van de resident in 2014 opgestart. In het Vast Bureau in zitting van 20 maart en 29 juli 2014 werd de projectplanning automatisering zorgdossier ter kennisgeving behandeld. Deze projectplanning wordt opgevolgd door de werkgroep automatisering die bestaat uit de directeur, de hoofdverpleegkundigen, de afdelingsverantwoordelijken en een delegatie van het verplegend personeel. In de OCMW-Raad van 23 december 2014 werd de installatie van een draadloos netwerk gegund. Het betreft hier een eerste stap in het operationeel maken van het elektronisch dossier aan het bed van de resident. In 2014 werd reeds de nodige opleiding voorzien voor de verpleegkundigen rond het gebruik van het softwareprogramma Gernis. Ook de automatisering van de geneesmiddelendistributie werd in 2014 voorbereid en heeft geleid tot de gunning van een overheidsopdracht houdende de levering van medicatie via een systeem van individuele medicatievoorbereiding (IMV) in de OCMW-Raad van 23 december 2014. Via de werkgroep automatisering en overleg met de apotheker werd dit dossier grondig voorbereid zodat dit in het voorjaar 2015 effectief toegepast zal kunnen worden. De registratie en opvolging van de kwaliteitsindicatoren was tevens een belangrijk kwaliteitsproject in 2014. In het Vast Bureau van 16 januari, 23 juni en 18 september 2014 werden de resultaten en opvolging aan het bestuur ter kennisgeving gebracht. De resultaten van deze kwaliteitsindicatoren werden besproken via de vergaderingen van de stuurgroep kwaliteitszorg en het multiteam.
75
1. WZC De Oase. Nr .
Omschrijving van het project.
SMK
Middelen
Indicatoren
1.
Het herwerken van de procedure “Opname en onthaal” met als doel : - de invoering van indicatoren - het uitschrijven en laten goedkeuren van een nieuw opnamebeleid.
1.15(informatie) 2.3(doorverwijzing)
Stuurgroep
Een aangepaste procedure “Opname en onthaal”
2.
3.
Aandacht voor gezonde en aangepaste voeding bij onze bewoners met als doel : - het vermijden van een onbedoelde gewichtsafname (ondervoeding) bij bewoners - het vermijden van overgewicht - de aanpak van slikproblemen bij bewoners Het actualiseren van de welkombrochure WZC voor nieuwe medewerkers en meer specifiek met
BCSD
Een goedgekeurd nieuw opnamereglement
1.4 (autonomie) 1.5 (inspraak) 1.7 (zelfontplooiing) 1.15(informatie) 2.2 (opvolging) 5.2 (intern overleg)
Briefing
1.15(informatie) 2.1. (bezetting) 4.2. (kernprocessen)
Werkgroep
Overleg
Nazicht verloop van een opname De maandelijkse registratie van het gewicht van de bewoners.
Beoogd eindresultaat (Impact bewoners medewerkers– WZC) Het verbeteren van ons hulp- en dienstverleningsaanbod door een goed voorbereide opname – door de “gepaste” bewoners op te nemen
Planning
Output
Eind resultaat
April – september 2014
Oktober 2014
Indicatoren + controle = OK
Ondervoeding of overgewicht bij bewoners voorkomen
2014
31.12.2014
OK WG vergadert verder in 2015
Juni 2014
31/12/2014
Nog niet volledig afgewerkt
Nieuw opname beleid = 2015
Multiteam Slikproblemen vermijden
WG Voeding
Een aangepaste welkombrochure
Een goedgekeurde welkombrochure
76
Nr .
Omschrijving van het project.
SMK
aandacht voor kwaliteitsbeleid.
5.9 (ondersteunen stagiairs, studenten) 5.7 (zorgen voor accommodatie en de nodige hulpmiddelen aangepasst aan de doelgroep + een passend onderhoud ervan) 5.7 (zorgen voor accommodatie en de nodige hulpmiddelen aangepasst aan de doelgroep + een passend onderhoud ervan) 1.4(autonomie) 1.5(inspraak) 1.7(zelfontplooiing) 1.12(geborgenheid ) 1.15(informative) 2.2(opvolging) 5.2(intern overleg) 4.2(kernprocessen
4.
Het invoeren van een elektronisch zorgdossier
5.
Het invoeren van een automatische distributie van geneesmiddelen.
6.
Het uitvoeren van verbeteracties nav de resultaten van de registratie van kwaliteitsindicatoren : - Het geneesmiddelen gebruik optimaliseren - Het verminderen van het aantal bewoners met decubituswonden.
Middelen
Indicatoren
Beoogd eindresultaat (Impact bewoners medewerkers– WZC)
Planning
Output
Eind resultaat
De aankoop van de nodige apparatuur
Het gebruik van het elektronische zorgdossier
Een algemene verbetering van de zorg voor de bewoners
2014
2014
OK + Project wordt verder gezet Uitvoering in 2015
De nodige apparatuur
Een correcte bedeling van medicatie
Een algemene verbetering van de zorg voor de bewoners
2014
2014
OK + Project wordt verder gezet Uitvoering in 2015
Overleg in werkgroepen
Het aantal bewoners met 5 tot 9 soorten geneesmiddelen.
Het verbeteren van onze kwaliteit van zorg door een doordacht medicatiebeleid
2014
2014
OK + Project wordt verder gezet in 2015
Multiteam Registratie van indicatoren Stuurgroep
Het aantal bewoners met meer dan 10 soorten geneesmiddelen. Het aantal bewoners met decubituswonden Het aantal
Het verminderen van het aantal bewoners met doorligwonden Ons zorgaanbod verbeteren door bevraging van wensen en
77
Nr .
Omschrijving van het project.
-
-
-
-
6.
SMK
Middelen
Het vermijden van het ontstaan van decubituswonden bij bewoners in het WZC De promotie van het wensenblad bij de bewoners en hun familie. Gemotiveerde fysieke vrijheidsbeperken de maatregelen Beperken van het aantal valincidenten bij bewoners.
Het correct registreren van de kwaliteitsindicatoren in het kader van syst. Zelfevaluatie
Indicatoren
bewoners met decubituswonden ontstaan in het WZC Het aantal bewoners met een up-to-date plan levenseinde Het aantal ingevulde fixatiefiches Het aantal valincidenten per jaar
4.2(kern processen) 5.2(intern overleg)
Dossiers Geregistreerde gegevens Stuurgroep
De geregistreerde gegevens
Beoogd eindresultaat (Impact bewoners medewerkers– WZC) vroegtijdige zorgplanning.
Planning
Output
Eind resultaat
2014
2014
OK + Project wordt verder gezet in 2015
Een aangepast individueel fixatiebeleid. Het verminderen van vrijheidsbeperken de maatregelen door de fixatie van bewoners. Het verbeteren van onze zorg door het verminderen van valincidenten bij de bewoners. We willen goed scoren op vlak van kwaliteit
78
2.2.4.4. Kwaliteitsindicatoren Tweemaal per jaar dienen een aantal meetresultaten op vastgelegde kwaliteitsindicatoren aan de Vlaamse Overheid bezorgd te worden. Het woonzorgcentrum ontvangt hiervan een verslag waarin men zich kan positioneren ten opzichte van de sector. In 2014 waren de verslagen van de kwaliteitsindicatoren 2013 (deel 1 en 2) en 2014 (deel 1) beschikbaar. De metingen voor de kwaliteitsindicatoren 2014 deel 2 dienen in februari 2015 ingediend te worden zodat dit verslag nog niet mee opgenomen kan worden in de onderstaande tabel. Volgende resultaten werden behaald op de kwaliteitsindicatoren, verplicht te registreren door het Agentschap Zorg en Gezondheid: Kwaliteitsindicatoren
A1 – % bewoners met decubituswonde categorie 2,3,4 of onbepaald A2 - % bewoners met decubituswonde categorie 2,3,4 of onbepaald ontstaan in het woonzorgcentrum B1 - % bewoners dat in de afgelopen maand een onbedoelde gewichtsafname van 3kg of meer had C1 - % bewoners met één of meer valincidenten in de afgelopen maand C2 - % bewoners met twee of meer valincidenten in de afgelopen maand D1 - % bewoners dat gedurende drie dagen dagelijks een fysieke vrijheidsbeperkende maatregel krijgt tijdens de dag D2 - % bewoners dat gedurende drie dagen als dagelijks fysieke vrijheidsbeperkende maatregel tijdens de dag alleen de bedhekken kreeg D3 - % bewoners waarbij de dagelijks fysieke vrijheidsbeperkende maatregel tijdens de dag ondersteund is met een fixatiedocument E1 - % bewoners dat de afgelopen zeven dagen te maken had met minimaal één medicijnincident F1 - % gevaccineerde zorgpersoneelsleden met een contract op 1 december en waarbij de vaccinatie betaald is door het woonzorgcentrum G1 - % bewoners met 5 tot 9 verschillende soorten geneesmiddelen voorgeschreven door de huisarts G2 - % bewoners met 10 of meer verschillende soorten geneesmiddelen voorgeschreven door de huisarts H1 - % bewoners overleden in het woonzorgcentrum I1 - % bewoners met een up-to-date plan voor de zorg rond het levenseinde, in overeenstemming met de voorkeuren van de bewoner V1 – Gemiddeld aantal ziektemeldingen (kortdurend + langdurend ziekteverzuim) per zorgpersoneelslid
2014
2013
2013
deel 1
deel 2
deel 1
3,85%
***
7,8%
3,85%
***
3,9%
5,63%
***
***
11,25%
***
7,5%
1,25%
***
2,5%
42,67%
***
***
25,33%
***
***
42,67%
***
***
3,75%
***
***
***
26,00%
***
32,47%
***
29,50%
55,84%
***
56,40%
***
70,59%
72,00%
11,69%
***
6,2%
***
1,86
*** 79
V2 – Gemiddeld aantal ziektemeldingen kortdurend ziekteverzuim per zorgpersoneelslid W1 - % zorgpersoneelsleden met een contract van onbepaalde duur dat het voorbije kalenderjaar het woonzorgcentrum vrijwillig of in onderling akkoord heeft verlaten X1 – Verhouding uren vorming in het voorbije kalenderjaar van alle zorgpersoneelsleden X2 – Verhouding uren vorming in het voorbije kalenderjaar van alle niet-zorgpersoneelsleden Y1 – Verhouding uren vrijwilligerswerk gepresteerd in het voorbije kalenderjaar
***
1,78
***
***
3,92%
10,3%
***
10,73
***
***
1,30
***
***
84,13
***
2.2.4.5. Analyse en conclusie Analyse: Er werden 13 klachten geregistreerd, waarvan de meederheid (57%) mondeling werd geuit. Bemerkingen uit gebruikersraden, familiebijeenkomsten, tevredenheidsonderzoeken,… werden hierin niet opgenomen. Ook bepaalde opmerkingen die rechtstreeks opgelost worden, werden niet als klacht genoteerd. 84,50% van de klachten werd geuit door de bewoner zelf of een familielid. De meerderheid van de klachten handelt over de verzorging en verpleging (43%), administratie (14%), specifieke dienstverlening (14%) of andere (21%). Voor het jaar 2014 werden er 6 kwaliteitsprojecten opgezet voor het woonzorgcentrum. Deze thema’s en projecten werden ontwikkeld, geïmplementeerd en opgevolgd via diverse werkgroepen en vergaderingen. De meest belangrijke projecten waren de voorbereiding van de opstart van een elektronisch zorgdossier aan het bed van de resident, de voorbereiding van de opstart van een automatisering van de geneesmiddelendistributie en de registratie en opvolging van de kwaliteitsindicatoren. In 2014 waren er drie audits of inspecties: de audit over de Systeem -I-rekeningen op 3 juni 2014, de thematische inspectie handhygiëne en facturatie op 30 september in het woonzorgcentrum en het onverwachts inspectiebezoek naar aanleiding van de erkenning van serviceflats “De Vlindertuin” op 19 december 2014. De resultaten van de verplichte kwaliteitsindicatoren werden opgevolgd via de stuurgroep kwaliteitszorg en het multiteam.
Conclusie: Het aantal klachten vertoont een licht dalende tendens doorheen de laatste 5 jaar en blijft status quo sinds 2013. Alle klachten en de opvolging ervan werden steeds besproken op de stuurgroep kwaliteitszorg. De kwaliteitsprojecten zoals opgenomen in de kwaliteitsplanning konden slechts gedeeltelijk uitgevoerd worden in 2014. De meeste van deze projecten kunnen immers niet op 1 jaar tijd afgesloten worden en zullen ook in 2015 verder worden uitgevoerd en geïmplementeerd. Zo werd er in 2014 reeds gestart met het project automatisering zorgdossier waarbij er er een werkgroep werd opgericht en een projectplanning werd opgemaakt. Ook het invoeren van een systeem van individuele medicatievoorbereiding (IMV) werd in 2014 voorbereid. 80
De tekortkomingen en aandachtspunten uit de audits en inspecties werden intern besproken en opgevolgd. Gelet op het feit dat de registratie van kwaliteitsindicatoren maar vrij recentelijk verplicht werd, kunnen nog geen belangrijke conclusies doorheen de jaren getrokken worden. De doelstelling is om deze indicatoren nauwgezet op te volgen en doorheen de jaren een verbetering te kunnen vaststellen in de resultaten.
2.2.5.
Animatief beleid
Bij het animatief beleid focussen wij ons voornamelijk op de aspecten zinville tijdsbesteding, het actief betrekken van familie en bewoner en het betrekken van de buitenwereld. 2.2.5.1. Zinvolle tijdsbesteding Activiteiten Aantal ‘grote’ activiteiten (in cafetaria zoals optreden, show,…) Aantal (halve) daguitstappen / activiteiten extern Aantal projecten (-weken)
2014 23 8 6
2013 21 6 10
2012 11 9 3
2011 25 3 5
2014 6 1 13 23
2013 6 2 15 21
2012 6 1 27 19
2011 4 1 17 17
2014 14
2013
2011
4 60 6
2 65 11
2012 16+ MAI 1 60 12
2.2.5.2. Actief betrekken van familie en bewoner Actief betrekken Aantal gebruikersraden Aantal informatieve familievergaderingen Aantal evaluatiegesprekken 1 maand na opname Aantal activiteiten gericht naar bewoner én familie/partner 2.2.5.3. Betrekken van de buitenwereld Buitenwereld Aantal activiteiten in samenwerking met scholen en externe organisaties Aantal evenementen gericht naar het brede publiek, familie Aantal vrijwilligers op 31 december Aantal nieuw afgesloten vrijwilligersovereenkomsten
12
8 3 45 6
2.2.5.4. Analyse en conclusie Analyse: In 2014 werden 23 grote activiteiten georganiseerd zoals Seniorenbal met jukebox, hondenbezoek, bingokampioenschap,… Er werd een daguitstap naar De Plantentuin georganiseerd. Tevens werden verschillende kleinere uitstappen georganiseerd zoals een filmnamiddag in het cultureel centrum, marktbezoek, seizoenswandelingen,…
81
Er werden 23 activiteiten georganiseerd waarbij, naast de bewoners, ook de familieleden werden betrokken. Zo werd er maandelijks een verjaardagsfeest georganiseerd, werden partners betrokken bij Valentijn en werd er een herdenkingsviering voor overleden bewoners georganiseerd. Het paasfeest en Sint-Maartenfeest richt zich ook steeds naar de kinderen, klein- en achterkleinkinderen van de bewoners. Er was nog steeds een samenwerking met diverse scholen. Er werden 4 activiteiten georganiseerd gericht naar het brede publiek: Dag van de Zorg op zondag 16 maart, de deelname aan de open-gemeentedag op zondag 21 september met o.a. de organisatie van een ijssalon en de inhuldiging van de omgevingswerken met kerstmarktje op zondag 14 december 2014. Op 25 november 2014 werd er in het woonzorgcentrum een mantelzorgdag georganiseerd. Het betrof hier een samenwerking van het sociaal huis en de afdeling ouderenzorg. Deze mantelzorgdag stond open voor alle geïnteresseerden. Er zijn 60 vrijwilligers actief in de afdeling ouderenzorg. In 2014 werden 6 nieuwe vrijwilligersovereenkomsten afgesloten. Een vrijwilligersbijeenkomst werd georganiseerd op 6 maart 2014. In de OCMW-Raad van 22 mei 2014 werd er een vernieuwd beheer over de werking van de cafetaria en de Vriendenkring goedgekeurd. Een naam voor de verschillende (vergader)zalen in het woonzorgcentrum werd vastgelegd. Een reglement voor de verhuur van deze zalen werd goedgekeurd waardoor Familiezorg en Landelijke Thuiszorg regelmatig gebruik maken van deze infrastructuur voor het or ganiseren van teambesprekingen. Ook verschillende gemeentelijke raden (seniorenraad, welzijnsraad,…) maken sindsdien geregeld gebruik van deze infrastructuur.
Conclusie: Het animatief beleid werd verder uitgevoerd zoals de voorgaande jaren. Het aanbieden van een zinvolle tijdsbesteding, het behouden van een goed functionerende vrijwilligerswerking en het actief betrekken van de bewoner, familie en buitenwereld blijven de voornaamste doelstellingen. Het beheer van de cafetaria van het woonzorgcentrum werd geoptimaliseerd. De nodige acties inzake zaalverhuur- en gebruik werden opgemaakt.
2.2.6.
Facilitair beleid
2.2.6.1. Overheidsopdrachten ouderenzorg Overheidsopdrachten Aantal gegunde overheidsopdrachten
2014 18
2013 16
2014
2013
2012
2011 16
2012
2011
8
2.2.6.2. Keuringen, controles en herstellingen Keuringen, controles, herstellingen Aantal onderhouds- of huurcontracten met verschillende leveranciers Aantal audits, inspecties op facilitair vlak
28
27
25
25
4
2
3
3
82
2.2.6.3. Analyse en conclusie Analyse: Er werden in 2014 18 overheidsopdrachten gegund in de Raad voor Maatschappelijk Welzijn of het Vast Bureau voor de afdeling ouderenzorg. Deze gegunde overheidsopdrachten hadden betrekking op de levering van medicatie via IMV, de levering van dranken voor de cafetaria, de installatie van een draadloos netwerk, en de levering van drie tilliften (badstoellift, actieve, passieve lift). Tevens werd een overheidsopdracht houdende de huur en was personeelskledij, huur en was plat linnen en was bewonerskledij voor twaalf openbare woonzorgcentra gegund. Het OCMW Opwijk was voor deze overheidsopdracht aangeduid als opdrachtencentrale. Er werden ook diverse opdrachten gegund via de procedure van aanvaarde factuur zoals de levering van een vuilwaterpomp, buitensignalisatie op de zorgcampus, een andullatiematras en bewegingstrainer voor de kinesisten, een kassasysteem en tuinmeubilair voor de cafetaria, een airco voor het serverlokaal en wandkasten voor het onthaal en het dagverzorgingscentrum. Tevens werden via de procedure van aanvaarde factuur diverse overheidsopdrachten gegund naar aanleiding van de inrichting van de nieuwbouw De Vlindertuin (televisietoestel, serviesgoed en gordijnen voor de cafetaria, een wasmachine en droogkast en kantoormeubilair voor het bureel en de vergaderzaal). In 2014 vonden er 4 inspecties (op facilitair vlak) plaats: een jaarlijkse audit in het kader van legionellapreventie, de jaarlijkse rondgang door de arbeidsgeneesheer en preventieadviseur, een brandpreventiebezoek door Lokale Brandweer Opwijk in het kader van de ingebruikname van de serviceflats “De Vlindertuin” en een onverwacht inspectiebezoek door FAVV op 18 maart 2014 voor de centrale keuken en het sociaa l restaurant. Daarnaast zijn er de maandelijkse opvolgingsbezoeken via de preventieadviseur van Haviland. In 2014 werd er een nieuw onderhoudscontract aangegaan voor de huur van koffietoestellen en de afname van koffie bij de betreffende leverancier. De onderhoudsovereenkomst met een firma voor keukenapparatuur werd uitgebreid met het onderhoud van de keuken aan zaal Aurelia. De oude liftbus van het dagverzorgingscentrum “’t Zonnedal” werd in 2014 verkocht aan een woonzorgcentrum uit Bierbeek. Een intern noodplan voor het woonzorgcentrum werd opgesteld naar aanleiding van het afschakelplan elektriciteit.
Conclusie: Het aantal gegunde overheidsopdrachten ligt in 2014 hoger dan de voorbije jaren, te wijten aan de ingebruikname van de nieuwbouw serviceflats. Door de complexiteit van de diverse machines en uitrusting in het woonzorgcentrum en de centrale keuken, zijn onderhouds- en huurcontracten met diverse leveranciers noodzakelijk. Het aantal onderhoudscontracten ligt op ongeveer hetzelfde niveau als de voorbije jaren. Voor 2015 wordt een verdere stijging verwacht gelet op de ingebruikname van het nieuwe serviceflatgebouw.
83
2.2.7.
Strategisch-financieel beleid en netwerking
Strategisch-financieel beleid en netwerking Aantal samenwerkingsverbanden op 31/12 Aantal hernieuwde samenwerkingsovereenkomsten Aantal nieuw aangegane samenwerkingsovereenkomsten Aantal samenwerkingsprojecten Aantal medewerkers met regelmatige deelname aan intervisiegroepen of regionale/nationale overlegvergaderingen
2014 10 0 0 1
2013 10 2 1 0
9 1 0 1
2012 9 2 2 1
2011
4
4
4
4
Analyse: De afdeling ouderenzorg heeft momenteel verschillende lopende samenwerkingsverbanden (Sint-Blasius, ASZ Aalst, Netwerk Palliatieve Zorg, CGG De Passant, Landelijke Thuiszorg en Provincie Vlaams-Brabant digitaal netwerk kortverblijf, CRA Dr. Bruynooghe, zelfstandige diëtiste, zorgbib Rode Kruis). In 2014 werden geen nieuwe samenwerkingsovereenkomsten aangegaan. Een samenwerking met Logo Zenneland vzw werd in 2014 aangegaan voor de organisatie van groepsessies met bewoners van het woonzorgcentrum. Dit project kaderde in de uitbouw van een psychosociale begeleiding van onze bewoners. Vier medewerkers van de afdeling ouderenzorg nemen deel aan regionaal overleg via VVSG-intervisiegroepen (hoofdverpleegkundige, kwaliteitscoördinator, verantwoordelijke dagverzorgingscentrum) of via een beroepsvereniging (directeur via DOTzorg). Op strategisch-financieel vlak werd er een dagprijsverhoging doorgevoerd in de ouderenvoorzieningen van het OCMW Opwijk. Vanaf 1 april en vanaf 1 oktober 2014 werd er een hogere dagprijs toegepast in de verschillende ouderenvoorzieningen met uitzondering van serviceflats “De Vlindertuin” waar de vastgestelde dagprijs niet verhoogd werd.
Conclusie: Het OCMW Opwijk heeft verschillende lopende samenwerkingsovereenkomsten. In 2014 waren er geen opportuniteiten voor het aangaan van nieuwe samenwerkingsverbanden. Medewerkers van de afdeling ouderenzorg nemen regelmatig deel aan regionale overlegvergaderingen met het oog op het verhogen van kennis omtrent wetgeving en het bespreken van best-practices met andere openbare ouderenvoorzieningen. Deze contacten hebben o.a. geleid tot een gezamenlijke overheidsopdracht tussen 12 OCMW’s voor de huur en was van de personeelskledij, plat linnen en bewonerswas waarbij het OCMW Opwijk een voortrekkersrol heeft vervuld. Een verhoging van de opbrengsten van de ouderenvoorzieningen kon via een dagprijsverhoging gerealiseerd worden.
84
Beleidsitem 0959-01 Dagverzorgingscentrum ‘t Zonnedal 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 274.077,49 260.019,16
code 60/61: goederen en diensten code 62: bezoldigingen, soc last, pens code 70: werkingsopbrengsten code 74: andere opbrengsten (recup lonen, tewerkst subsidies)
1.2.
Rekening 2014 247.072,34 254.343,69
% 90,10 97,80
Budget 2014 46.500,30
Rekening 2014 39.382,83
% 84,69
227.577,19
207.689,51
91,30
181.235,00
179.045,43
98,80
78.784,16
75.298,26
95,60
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012
Rekening 2014 Kosten 247.072,34 Opbrengsten 254.343,69 Resultaat 7.271,35
% 111,56 84,75 9,26
Rekening 2013 210.377,93 252.640,13 42.262,20
% 94,99 84,18 53,74
Rekening 2012 221.459,82 300.104,66 78.644,84
% 100 100 100
Analyse: Kosten : Budgettair overschot rubriek 60/61 : ongeveer € 7.100 De loonkosten zijn ongeveer € 20.000 minder dan gebudgetteerd. Opbrengsten : Opbrengsten sociale zekerheid en opbrengsten uit prestaties liggen ongeveer gelijk met het budget
1.3.
Eenheden van prestaties 1.3.1. Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Budget 2014 Gerealiseerd 2014 Gerealiseerd/ budget
Aantal RIZIV verblijfsdagen 3.000 2.677 -323
Verblijfsdagen met RIZIV-forfait 2.008 1.893 -115
Verblijfsdagen zonder RIZIV-forfait 992 784 -208
85
1.3.2. Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012-2011-2010 gebudgeteerde verblijfsdagen 3.000 3.725 3.575 3.642 3.390
2014 2013 2012 2011 2010
gerealiseerde verblijfsdag 2.677 2.928 3.827 3.573 3.571
verschil -323 -797 +252 -69 +181
5000 4000 3000
gebudgeteerde dagen
2000
gerealiseerde dagen
1000
verschil
0 -1000 -2000
1.3.3. Resultaat per eenheid
Kost per eenheid Opbrengst per eenheid Resultaat per eenheid
Bedragen 92,29 95,01 2,72
Analyse: Deze resultaten per eenheid werden berekend op basis van de kosten en opbrengsten met interne facturatie (€18.708,01). Een vergelijking van het resultaat 2014 met 2013 en 2012 is bijgevolg niet relevant. Ondanks het feit dat er minder verblijfsdagen gepresteerd werden dan gebudgetteerd, is het resultaat nog steeds positief. Dalende trend in het aantal verblijfsdagen sedert 2012.
86
2.
Operationele rapportering
2.1. Personeel en middelen
personeel: In het dagverzorgingscentrum geldt volgende personeelsbezetting: - 0,75 FTE verantwoordelijke dagverzorgingscentrum (verpleegkundige) - 1,25 FTE verzorgenden - 0,70 FTE paramedicus - 1 FTE chauffeur/logistiek medewerker - 1 FTE logistiek medewerker (2 halftijdse medewerkers in het kader van het generatiepact) Het dagverzorgingscentrum is onderhevig aan RIZIV-normering en ontvangt dan ook RIZIVsubsidiëring.
middelen: Het dagverzorgingscentrum beschikt over een hedendaagse infrastructuur en uitrusting en is gelegen op de eerste verdieping van het woonzorgcentrum. Het dagverzorgingscentrum beschikt over een liftbus en personenwagen voor het vervoer van de gebruikers. Het dagverzorgingscentrum kan rekenen op vrijwilligers voor het vervoer en begeleiding van de gebruikers. Een overleg- en communicatiestructuur is aanwezig en wordt opgevolgd. In het kwaliteitshandboek worden de procedures en werkprocessen beschreven. De voornaamste inkomsten zijn de verblijfsinkomsten, de RIZIV-subsidies, de Vlaamse werkingssubsidie en de tewerkstellingssubsidies (zoals vb. generatiepact).
2.2. Kwaliteit / werking Een aantal belangrijke indicatoren op het vlak van de gebruikersgegevens, het opnamebeleid en het kwaliteitsbeleid worden toegelicht. 2.2.1. Gegevens gebruikers dagverzorgingscentrum Belangrijke indicatoren zijn het aantal opgenomen gebruikers verdeeld naar geslacht, gemeente van herkomst, leeftijd en zorgbehoevendheid. Ook de bezettingsgraad is een belangrijke parameter. 2.2.1.1. Aantal opgenomen gebruikers verdeeld naar geslacht
Cijfers Mannen Vrouwen Totaal
20 29 49
2014 Percentage 40.8 59.2 100
Cijfers 28 32 60
2013 Percentage 46.7 53.3 100
Cijfers 26 33 59
2012 Percentage 44,07 55,93 100 87
2.2.1.2 Verdeling opgenomen gebruikers naar gemeente van herkomst
Opwijk Aangrenzend Niet-aangrenzend Totaal
Cijfers 21 21 7 49
2014 Percentage 42,9 42,9 14,2 100
Cijfers 29 25 6 60
2013 Percentage 48.33 41.67 10.0 100
Cijfers 24 31 4 59
2012 Percentage 40,70 52,60 6,70 100
2.2.1.3. Verdeling gebruikers naar leeftijd Leeftijdscategorie < 60 jaar 60 – 65 jaar 66 – 70 jaar 71 – 75 jaar 76 – 80 jaar 81 – 85 jaar > 85 jaar Totaal
Absolute cijfers 2014 0 2 2 2 14 13 16 49
Percentage 2014 0,00 % 4,08 % 4,08 % 4,08 % 28,5 % 26,5 % 32,6 % 100 %
2.2.1.4. Gegevens zorgbehoevendheid Katz-score O – A (geen forfait) B – C – Cd (F-forfait) Totaal
2014 36,7( 18) 63,3 ( 31) 100 (49)
2013 25.4(17) 74.6(50) 100 (*67)
2012 51,90 (41) 48,10 (38) 100 (*79)
*Berekend op het aantal opnames, niet op het aantal gebruikers
2.2.1.5. Bezettingsgraad Jaar
Aantal gerealiseerde dagen
2014 2013 2012 2011
2833 2928 3827 3573
Gemiddelde bezettingsgraad (aantal geraliseerde dagen/250 openingsdagen)
11.33 11.71 15.3 14.33
2.2.1.6. RIZIV-Bezettingsgraad Jaar 2012 2013 2014
Aantal gerealiseerde dagen F-forfait 2458 2222 2046
Gemiddelde RIZIV bezettings-graad (op 10 erkende plaatsen) 98,30% 88,80% 72,20%
Analyse: In 2014 werden er 49 gebruikers opgenomen in het dagverzorgingscentrum, waarvan 29 vrouwen en 20 mannen. De meerderheid van de opgenomen bewoners is ouder dan 85 jaar en is zorgbehoevend. De gemiddelde leeftijd van de gebruikers was 82 jaar, met een spreiding van 64 tot 99 jaar. 88
Van de gebruikers is 42,9% afkomstig uit Opwijk, de anderen zijn niet-inwoner van Opwijk. Van de 21 opgenomen gebruikers uit aangrenzende gemeenten, waren 14 gebruikers afkomstig uit Merchtem, 1 uit Asse, 3 uit Buggenhout en 3 uit Lebbeke. Er was een gemiddelde bezettingsgraad van 11,33 gebuikers per dag. De gemiddelde verblijfsduur was 57 dagen met een spreiding van 1 verblijfsdag tot 233 verblijfsdagen. De gemiddelde RIZIV-bezettingsgraad was 72,2%.
Conclusie: Het aantal opgenomen gebruikers in het dagverzorgingscentrum is iets gedaald ten opzichte van 2013. We stellen echter ook vast dat het aantal gerealiseerde dagen en de gemiddelde bezettingsgraad veel lager ligt dan de voorbije jaren. Ook het aantal gerealiseerde RIZIV-dagen ligt hierdoor lager met een lagere gemiddelde RIZIVbezettingsgraad tot gevolg. We stellen wel vast dat het percentage zorgbehoevende gebruikers toeneemt. Het percentage gebruikers uit Opwijk is met 6% gedaald. Het aantal gebruikers uit een nietaangrenzende gemeente is gestegen terwijl het aantal gebruikers uit een aangrenzende gemeente gedaald is. De gemiddelde verblijfsduur is wel gestegen ten opzichte van het jaar 2013. In 2014 heeft het dagverzorgingscentrum deelgenomen aan de verschillende initatieven georganiseerd binnen de afdeling ouderenzorg met als doel de dienstverlening kenbaar te maken aan het brede publiek. Wij denken hierbij aan Dag van de Zorg op 16 maart en de mantelzorgdag op 25 november. De dienstverlening werd ook kenbaar gemaakt bij andere zorgactoren (zoals bijvoorbeeld tijdens het jaarlijkse overleg met de huisartsen van WZC De Oase). Niettegenstaande deze initiatieven stellen wij toch een daling vast van de bezetting sinds 2013 en de laagste bezettingscijfers in 2014 sinds de afgelopen 5 jaar.
2.2.2. Opnamebeleid dagverzorgingscentrum Op het vlak van het opnamebeleid bekijken we de reden van opname, gegevens over de mantelzorger, de woonsituatie bij aanmelding, de woonsituatie bij beëindiging en het wachtlijstbeheer. 2.2.2.1. Reden van de opname Reden Tijdelijke verminderde zelfredzaamheid Crisisopvang Vermindering van de belasting van de mantelzorger Afwezigheid van de mantelzorger In afwachting van definitieve opname Proefperiode voor definitieve opname Sociaal isolement Herstel na ziekte Totaal
2014 5(10.2 %) 0 33 (67,3%) 0 2 (4,08%) 0 9 (18,3% 0 49 (100%)
2013 7 (12.5%) 0 32 ( 57.1%) 0 2 ( 3.6%) 0 15 ( 26.8%) 56 ( 100%)
2012 4 (6,78%) 1 (1,69%) 35 (59,32%) 0 (0,00%) 5 (8,47%) 0 (0,00%) 12 (20,34%) 2 (3,39%) 59 (100%)
89
2.2.2.2. Gegevens mantelzorgers Mantelzorger Echtgeno(o)t(e) (Schoon)kinderen Andere familie Alleenwonend Totaal
2014 36 (73,4%) 2 (4,08%) 0 11 (22,4%) 49 (100%)
2013 39 ( 65%) 3 ( 5%) 0 18 ( 30%) 60 ( 100%)
2012 *** *** *** *** ***
2.2.2.3. Woonsituatie bij aanmelding Woonsituatie Thuiswonend Familie Verblijf in ziekenhuis Verblijf centrum voor kortverblijf Ander Totaal
2014 47 (96%) 2 (4,08%) 0 0 0 49
2013 57 ( 95%) 0 1 ( 1.7%) 2 ( 3.3%) 0 60
2012 *** *** *** *** *** ***
2.2.2.4. Woonsituatie bij beëindiging verblijfsperiode Woonsituatie Thuis Familie Verblijf in ziekenhuis Opname in een woonzorgcentrum Opname in een serviceflat Opname in kortverblijf Opname in ander dagverzorgingscentrum Overleden Totaal
2014 2 (10%) 0 0 6 (30%) 0 0 1 (5%) 11 (55%) 20 (100%)
2013 4 ( 16.7%) 0 0 11 ( 45.8%) 0 0 0 9 ( 37.5%) 24 (100%)
2012 8 (27,60%) 0 (0,00%) 0 (0,00%) 9 (31,00%) 0 (0,00%) 0 (0,00%) 2 (6,90%) 10 (34,50%) 29 (100%)
2.2.2.5. Wachtlijstbeheer Indicator Totaal aantal ouderen op de wachtlijsten DVC Aantal ouderen op de wachtlijst Opwijk Aantal ouderen op de wachtlijst aangrenzende gemeente Aantal ouderen op de wachtlijst niet-aangrenzende gemeente e Wachttijd wachtlijst Opwijk (1 persoon) e Wachttijd wachtlijst aangrenzende gemeente (1 persoon) e Wachttijd wachtlijst niet-aangrenzende gemeente (1 persoon)
2014 8 2 3 2 Geen Geen Geen
2013 21 4 6 11 1 week 1 week 1 maand
2012 25 8 6 11 1 week 1 week 21 maanden
Analyse: Voor 20 gebruikers werd de verblijfsovereenkomst beëindigd, waarvan 55% door overlijden. In 30% van deze beëindigingen werd de gebruiker opgenomen in een woonzorgcentrum. Eind 2014 stonden 8 ouderen op de wachtlijst van het dagverzorgingscentrum, waarvan 2 ouderen uit Opwijk, 3 uit een aangrenzende gemeente en 3 ouderen uit een nietaangrenzende gemeente. Deze wachtenden kunnen echter beschouwd worden als eerder preventieve aanvragen zodat er in de praktijk momenteel geen wachttijd is waardoor zowel inwoners uit Opwijk als daarbuiten snel opgenomen kunnen worden.
90
Conclusie: Een hoger percentage verblijfsovereenkomsten werd beëindigd omwille van een opname in een woonzorgcentrum of overlijden. Een opname in een dagverzorgingscentrum wordt bijgevolg meer aangewend om de wachtperiode voor opname in een woonzorgcentrum te overbruggen. Een daling van het aantal ouderen op de wachtlijst kan vastgesteld worden. Er is enkel sprake van een aantal ‘preventieve’ inschrijvingen. De wachttijd is dan ook sterk gedaald, zeker ook voor ouderen uit niet-aangrenzende gemeenten. 2.2.3. Kwaliteit en werking Op het vlak van kwaliteitszorg richten we ons op een klachtenanalyse. Op het vlak van werking belichten we de thematiek van inspraak. 2.2.3.1. Klachten Klachten Totaal aantal geregistreerde klachten Aantal schriftelijke klachten Aantal mondelinge klachten Indiener klacht Bewoner / gebruiker / klant Familielid Bezoeker Vrijwilliger Andere Totaal Soort klacht Verzorging / verpleging Vervoer Voeding Animatie Onderhoud/schoonmaak Administratieve afhandeling Specifieke dienstverlening Algemene dienstverlening Andere Totaal
2014 0 0 0
2013 3 2 1
2012 4 4 0
0 0 0 0 0 0
1 (33.3%) 2 (66.7%) 0 0 0 3 ( 100%)
0 4 (100%) 0 0 0 4 (100%)
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 3 3( 100%)
1 (25%) 1 (25%) 0 0 0 0 0 0 2 (50%) 4 (100%)
2.2.3.2. Inspraak Inspraak Aantal familievergaderingen Aantal gebruikersraden Aantal tevredenheidsonderzoeken
2014 1 2 1
2013 1 2 1
2012 1 2 0
2.2.3.2. Verbeterprojecten De evaluatie van onze kwaliteitsjaarplanning voor 2014 voor DVC ’t Zonnedal: In de kwaliteitsplanning van 2013 werden een aantal verbeterpunten en -projecten opgenomen. 91
De gegevens voor de kwaliteitsplanning kwamen uit de opmerkingen van bewoners en hun familie : - de gebruikersraden - de jaarlijkse familiebijeenkomst - de klachten en de klachtenanalyse - de tevredenheidsenquetes kortverblijf - de tevredenheidsmeting 1 maand na opname en uit de opmerkingen van medewerkers, vrijwilligers, externe hulpverleners en bezoekers. Het nader bekijken van de hulp- en dienstverlening in zijn geheel gebeurde voornamelijk via overleg en communicatie in de stuurgroep kwaliteitszorg, het multiteam, de gebruikersraden, de ploegvergaderingen, het palliatieve supportteam en andere werkgroepen en ook door contacten met bewoners, familie, vrijwilligers en externe zorg- en hulpverleners De toetsstenen voor de verbeterprojecten zijn : onze missie, visie en waarden en normen en de procedures van het kwaliteitshandboek. Voor de uitvoering van de verbeterprojecten deden we beroep op alle medewerkers, de bewoners en derden (bv. familie - vrijwilligers – huisartsen – paramedici).
92
2. DVC ’t Zonnedal. N r.
Omschrijving van het project
SMK
Midddelen
Indicatoren
1.
Het vereenvoudigen van het bestaande zorgbegeleidingsplan.
1.4(autonomie) 1.5(inspraak) 1.7(zelf ontplooiing) 1.15(informatie) 2.2(opvolging) 5.2(intern overleg) 1.12(geborgenheid) 1.15(informatie) 2.3 (doorverwijzing)
Teamoverleg
Een aangepast zorgbegeleidingsplan. Een procedure zorgbegeleidngsplan..
1.4(autonomie) 1.5(inspraak) 1.7 (zelfontplooiing) 1.121 (geborgenheid) 1.15(informatie) 2.2(opvolging) 5.2(intern overleg)
Overleg medewerkers DVC
5.2(intern overleg)
Teamoverleg
2.
3.
4..
Het herwerken van de procedure “Opname en onthaal” met als doel de invoering van indicatoren en/of controle- en meetpunten Het uitwerken van een procedure “Fixatie” met als doel de invoering van indicatoren en/of controleen meetpunten
Het toelichten van alle herwerkte procedures aan de betrokken medewerkers.
Stuurgroep WG Bewonersgericht werken Stuurgroep
Beoogd eindresultaat (Impact bewoners medewerkers–WZC) Het verbeteren van ons hulp- en dienstverlenings aanbod door inspraak en overleg
Plannin g
Output
Resultaat
Juni 2014
Juni 2014
OK – plan is aangepast
Een aangepaste procedure “Opname en onthaal” met indicatoren en/of controle- en meetpunten. Een checklist Procedure “Fixatie”
Het verbeteren van ons hulp- en dienstverlenings aanbod door een goed voorbereide opname.
April 2014
Juni 2014
OK – checklist is gemaakt
Een verantwoord fifxatiebeleid
Novembe r 2014
Novem ber 2014
OK + afwerken in 2015.
Verslagen van de teamvergaderingen
Deskundigheid van de medewerkers verhogen
2014
31 Decemb er 2014
OK
93
Analyse: In 2014 werden geen klachten geregistreerd. In 2014 werd er een tevredenheidsenquête georganiseerd bij de gebruikers en de mantelzorgers. De resultaten van deze bevraging werden toegelicht op een familievergadering.
Conclusie: Het aantal klachten in het dagverzorgingscentrum blijft zeer beperkt en blijft op hetzelfde niveau als de voorgaande jaren. Er kan een grote tevredenheid vastgesteld worden bij de gebruikers en de mantelzorgers.
94
Beleidsdomein THUISZORG Beleidsitem 0945-00 Kinderopvang NIET MEER VAN TOEPASSING IN 2014
Beleidsitem 0947-00 Klusjesdienst NIET MEER VAN TOEPASSING IN 2014
Beleidsitem 0949-01 Dienstenchequebedrijf 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten
Budget 2014 395.502,15 299.273,73
Rekening 2014 377.537,42 285.044,73
Budget 2014
% 95,50 95,20
Rekening 2014
%
code 60/61: goederen en diensten
5.407,42
2.525,22
46,70
code 62: bezoldigingen, soc last, pens code 70: werkingsopbrengsten
390.094,73
375.012,20
96,10
294.500,00
280.591,24
95,30
4.773,73
4.453,49
93,30
code 74: andere opbrengsten (recup lonen, schadevergoedingen verzek.)
1.2.
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2013-2012-2011
Rekening 2014 Kosten 377.537,42 Opbrengsten 285.044,73 Resultaat -92.492,69
%
Rekening 2013 350.549,03 281.053,80 -69.495,23
%
Rekening 2012 380.212,24 288.854,21 -91.358,03
% 100 100 100
Analyse: Kosten : Een budgettair overschot van ongeveer € 15.000,00 op de bezoldigingen voor het contractueel personeel ten gevolge van afwezigheden wegens ziekte van poetsvrouwen. De loonkosten bedragen in 2014 ongeveer € 26.800 meer dan in 2013. Dit verklaart het verschil in resultaat tussen 2014 en 2013.
95
Opbrengsten : Ten gevolge van het lager aantal gepresteerde uren poetsdienst komen de opbrengsten uit prestaties ongeveer € 14.000 lager uit dan in het budget.
1.3.
Eenheden van prestaties
1.3.1. Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Budget 2014 Gerealiseerd 2014
Aantal uren poetsdienst 13.300 12.731
13.300 12.731
0 0
Gerealiseerd/ budget
-569
-569
0
Aantal uren extern
Aantal uren intern
1.3.2. Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012-2011-2010 gebudgeteerde uren 13.300 13.400 12.547 14.311 14.591
2014 2013 2012 2011 2010
gerealiseerde uren 12.731 12.694 13.274 12.777 12.852
verschil -569 -706 727 -1.534 -1.739
20000
15000
gebudgeteerde uren
10000
gerealiseerde uren 5000
verschil
0 -5000
1.3.3. Resultaat per eenheid
Kost per eenheid Opbrengst per eenheid Resultaat per eenheid
Bedragen 29,65 22,39 -7,26
96
2.
Operationele rapportering
2.1.
Personeel en middelen
2.2.
personeel: o 1 dienstverantwoordelijke en 1 admininstratief medewerker o 15 poetshulpen
middelen: o bureau dienstverantwoordelijke en secreatariaat sociaal huis o vergaderruimte sociaal huis “ De Wegwijzer “ Kwaliteit / werking
Beurtrol : Sinds 2012 wordt er geen beurtrol meer toegepast in de werkverdeling over de verschillende hulpvragers. Resultaat: de gebruikers en de poetshulpen ervaarden dit als positief. Wachtlijst : Er wordt vastgesteld dat er weinig potentiele gebruikers op de wachtlijst staan. Indien er binnen het dienstenchequebedrijf van het OCMW niet onmiddellijk een plaats vrij is, contacteert de potentiële klant vaak de verschillende andere dienstenchequebedrijven, actief in onze gemeente of buurtgemeente.
Aantal gebruikers Aantal gebruikers op 2 wekelijkse basis Aantal gebruikers op weekbasis
Aanvragen Starters Stoppers (opname rustoord / overlijden)
2012 128 58
2013 139 79
2014 125 76
70
60
49
2013 38 21 20
2014 39 23 18
2012 31 23 19
Analyse: Het OCMW garandeert een aangepast aanbod van ondersteunende thuisdiensten afgestemd op de behoeften van de gebruiker. Het OCMW streeft ernaar de dienstverlening zo goed mogelijk af te stemmen op de vraag van de gebruiker zodat de gebruiker zo lang mogelijk thuis kan blijven en de actieve werkende de combinatie werk/ gezin beter kan organiseren. De verdere uitbouw van een kwalitiatief aanbod poetshulp aanvullend op de particuliere sector met voorrang voor specifiek kwetsbare en zorgbehoevende klanten
97
Conclusie: Het OCMW wil poetsdienst verzekeren voor specifiek kwetsbare en/ of zorgbehoevende klanten. Het OCMW wil zich prioritair richten naar bejaarden, sociaal begel eide cliënten en hulpbehoevenden na ziekenhuisopname. Het niet organiseren van de beurtrol werd als positief ervaren door de gebruikers enerzijds en de poetshulpen anderzijds. De poetshulpen ervaren de werkvergaderingen en vormingen als waardevol.
Beleidsitem 0949-02 Noodoproepsysteem 1.
Bedrijfseconomische rapportering
1.1.
Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014
Kosten Opbrengsten 1.2.
Budget 2014 868,76 565,44
Rekening 2014 495,16 446,40
% 57,00 78,90
Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012
Rekening 2014 Kosten 495,16 Opbrengsten 446,4048,76 Resultaat
%
Rekening 2013 539,76 520,80 -18,96
%
Rekening 2012 537,72 533,20
% 100 100
-4.52
100
Analyse: Kosten: Kost voor externe dienst Noodoproepsystemen bedraagt minder dan in budget (lager aantal NOS). Opbrengsten: Opbrengsten uit prestaties bedragen minder dan voorzien in het budget (lager aantal NOS) Algemeen: De dienstverlening is uitdovend.
98
1.3.
Eenheden van prestaties
1.3.1. Vergelijking budget 2014 – jaarrekening 2014 Aantal NOS Budget 2014 Gerealiseerd 2014 Gerealiseerd budget
4 3 -1
1.3.2. Horizontale analyse: vergelijking jaarrekening 2014-2013-2012-2011 gebudgeteerde NOS 4 4 5 5
2014 2013 2012 2011
gerealiseerde NOS 3 3,50 3,58 2,67
verschil -1 -0,50 -1,42 -2,33
6
4
gebudgeteerde toestellen
2
gerealiseerde toestellen
0
verschil
-2 -4
1.3.3. Resultaat per eenheid
Kost per eenheid Opbrengst per eenheid Resultaat per eenheid
2.
Bedragen 165,05 148,80 -16,25
Operationele rapportering
NIHIL
99
CONCLUSIES BIJ DE JAARREKENING 2014 Verklaring afwijking budget – rekening De jaarrekening 2014 werd afgesloten op maandag 8 juni 2015 en werd op donderdag 11 juni 2015 besproken en positief geadviseerd door het Managementteam. De jaarrekening 2014 wordt afgesloten met een geconsolideerd budgettair exploitatieresultaat van € 667.276,29. In het budget 2014 werd een positief resultaat voorzien van € 296.946,55 Aldus is het budgettair exploitatieoverschot met € 370.329,24 beter of positiever. Dit resultaat is het gevolg, de resultante van een rigide en een goed opgevolgde kredietcontrole door de betrokken budgethouders in samenwerking en overleg met de financiële dienst. Het geconsolideerd resultaat in de algemene boekhouding is eveneens positief en bedraagt € 379.730,99. In 2013 was het resultaat eveneens positief en bedroeg € 293.801,63. De jaarrekening 2014 is de eerste jaarrekening van de meerjarenplanning 2014-2019. In tegenstelling tot 2013 welk een overgangsjaar was binnen de legislatuur 2013-2018, zijn in de jaarrekening 2014 de financiële gevolgen van de nieuwe beleidsdoelstellingen, actieplannen en acties duidelijk zichtbaar. Voorbeelden hiervan zijn de aanpassingen aan de personeelsformatie in de verschillende afdelingen, de verhoging van de dagprijzen binnen de ouderenvoorzieningen, de exploitaite van de Serviceflats De Vlindertuin, de samenwerking en integratie van de ondersteunende diensten van gemeente en OCMW, de striktere opvolging van de sociale dossiers. Wij vragen hier ook de aandacht voor een aantal verschuivingen of overdrachten binnen de werking van het OCMW Opwijk, omdat deze ook een invloed hebben op de cijfers van de jaarrekening 2014 : De gewijzigde afspraken betreffende de kostenverdeling van het Sociaal Huis ‘De Wegwijzer’ in de Kloosterstraat 10 : de huisvestingskosten van de Sociale Dienst zijn volledig ten laste van het OCMW ( Beleidsitem ‘Sociaal Huis’ ). Daartegenover staat dat de huur die betaald werd aan de gemeente wegvalt. Vanaf 15 februari 2014 zijn de serviceflats De Vlindertuin operationeel. De exploitatiekosten op dit beleidsitem zijn ongeveer € 25.000 lager dan voorzien in het budget. Dit resulteert in een budgettair overschot van ongeveer € 3.700. Dit positief resultaat moet voorzichtig geïnterpreteerd worden. Er dient namelijk rekening mee gehouden te worden dat de exploitatie geen volledig jaar betreft en dat verschillende onderhoudskosten nog niet aangerekend werden in het eerste jaar van exploitatie. Dit wil zeggen dat de bepaling van de dagprijs goed geraamd werd. De opbrengsten werden voor 98% gerealiseerd. De opening van de serviceflats heeft tot gevolg dat de gerealiseerde maalijden in het sociaal restaurant sterk zijn gestegen. Het gewijzigd facturatiesysteem heeft tot gevolg dat de inkomsten sneller geïnd worden. De nieuwe locatie van de sociale leerwerkplaats ’t Kapstokske in het centrum van Opwijk, Kattestraat 18 heeft een forse stijging van de opbrengsten tot gevolg. Vanaf het boekjaar 2014 wordt de techniek van interne facturatie opnieuw toegepast : de kosten van de centrale keuken worden via interne facturatie toegewezen aan de andere 100
diensten die maaltijden afnemen, nl het woonzorgcentrum, het sociaal restaurant en het dagverzorgingscentrum. Volgende beleidsbeslissingen hebben een financiële weerslag op het resultaat van 2014 : Aanpassingen aan de personeelsformatie binnen de afdeling ouderenzorg : o Verhoging van de loonkost van het woonzorgcentrum van 2013 naar 2014 met ongeveer € 120.000 De verhoging van de dagprijzen binnen de ouderenvoorzieningen : o Verhoging van de werkingsopbrengsten van het woonzorgcentrum van 2013 naar 2014 met ongeveer € 62.000 o Verhoging van de werkingsopbrengsten van de seviceflats ‘Den Eikendreef’ van 2013 naar 2014 met ongeveer € 15.000 o De verhoging van de dagprijs van het dagverzorgingscentum heeft geen zichtbaar effect op de werkingsopbrengsten, doordat het aantal gerealiseerde verblijfsdagen daalt ten opzichte van vorig jaar. De exploitatie van de serviceflats ‘De Vlindertuin’: o Een verhoging van de werkingsopbrengsten en de werkingskosten op de totale kosten en opbrengsten van het OCMW met ongeveer € 315.000 o Een verhoging van de werkingsopbrengsten van het sociaal restaurant ; het aantal maaltijden is bijna verdubbeld. De samenwerking gemeente / OCMW : o Het financieel effect zal pas zichtbaar zijn vanaf boekjaar 2015. De stiktere opvolging van de sociale dossiers : o Een daling van de specifieke kosten sociale dienst van 2013 naar 2014 met ongeveer € 65.000 Het oninvorderbaar stellen van openstaande vorderingen van sociale cliënten : o De minderwaarden op werkingsvorderingen bedragen € 27.417,95 Het positieve budgettaire exploitatieresultaat wordt verklaard door volgende vaststellingen : In het beleidsitem ‘Secretariaat’ is er op de rubriek ‘goederen, diensten en leveringen’ een budgettair overschot van ongeveer € 24.000. Binnen dit beleidsitem is er tevens een budgettair overschot op de personeelskosten van ongeveer € 4.400 In het beleidsitem ‘Fiscale en financiële dienst’ is er op de rubriek ‘goederen, diensten en leveringen’ een budgettair overschot van ongeveer € 1.800. Binnen dit beleidsitem is er tevens een klein budgettair overschot op de personeelskosten van ongeveer € 1.375. In het beleidsdomein ‘Algemeen Maatschappelijk Werk’ is er een overschot op de 648 – rubriek ‘Specifieke kosten Sociale Dienst’. De overschotten situeren zich voornamelijk op volgende beleidsitems : o CREG ongeveer € 4.000 o Overig maatschappelijk werk (leefloon, financiële steun, bijdragen,…) : ongeveer € 103.454,44 (aantal leefloners minder dan in budget) o Voorschotten ongeveer € 26.164,02 (aantal voorschotten minder dan in budget) Tevens is er op personeelskost binnen het beleidsitem ‘Overig Maatschappelijk Werk’ een budgettair overschot van ongeveer € 16.500 101
Binnen het beleidsitem LOI is er een budgettair overschot op de werkingskosten van ongeveer € 15.500 te wijten aan een verminderde bezetting. De jaarbezettingsgraad gaat van 91,90% in 2013 naar 68,68% in 2014. In het beleidsitem ‘Sociaal huis’ is er op de rubriek ‘goederen, diensten en leveringen’ een budgettair overschot van ongeveer € 10.000 In het beleidsitem ‘Dienstenchequebedrijf’ is er een overschot op de 62-rubriek – ‘Bezoldigingen’, ten gevolge van afwezigheden van de medewerkers poetshulp aan huis (ongeveer € 15.000) . Als gevolg hiervan worden er minder opbrengsten uit prestaties gerealiseerd. Het negatief resultaat (ongeveer -€90.000) van het DCB bevindt zich terug op het niveau van 2012. Voor het beleidsitem ‘Woonzorgcentrum’ wordt het positief resultaat vooral bewerkstelligd door een overschot op de personeelskost (ongeveer € 130.000). Dit resultaat vindt zijn verklaring in de afwezigheden van verplegend en verzorgend personeel en schoonmaakpersoneel die op zijn beurt niet werden vervangen. Tevens werden niet alle functies die voorzien waren in het budget vanaf het begin van het boekjaar ingevuld. Op de rubriek ‘goederen, diensten en leveringen’ is er eveneens een groot budgettair overschot (ongeveer € 60.000). In het beleidsitem ‘Serviceflats Den Eikendreef’ is er op de rubriek ‘goederen, diensten en leveringen’ een budgettair overschot van ongeveer € 7.000. In het beleidsitem ‘Serviceflats De Vlindertuin’ is er op de rubriek ‘goederen, diensten en leveringen’ een budgettair overschot van ongeveer € 25.000. ( zie opmerking hoger vermeld) In het beleidsitem ‘Dagverzorgingscentrum’ is er op de rubriek ‘goederen, diensten en leveringen’ een budgettair overschot van ongeveer € 7.000 te wijten aan een lagere bezetting. Het Woonzorgcentrum vertoont een positief budgettair resultaat (ongeveer € 65.000) inclusief interne facturatie van de centrale keuken. in de algemene boekhouding is het resultaat negatief (- € 104.000)! Het resultaat in de algemene boekhouding komt in aanmerking voor het bepalen van de dagprijs. Zoals reeds in het voorwoord werd aangehaald, wordt vanaf 2014 de techniek van de interne facturatie tussen de centrale keuken en het woonzorgcentrum, het sociaal restaurant en het dagverzorgingscentrum toegepast. De verrekening van de prestaties van de ondersteunende diensten ( secretariaat, personeelsdienst, financiële dienst en ICT) blijft echter een werkpunt om een meer realistisch beeld te verwerven van de kostenplaatsen. Het is een opdracht voor de financiële dienst om deze verrekening uit te voeren. Deze verrekening zal ook aan bod komen bij de onderhandelingen betreffende de verdeling van de kosten van de ondersteunende diensten tussen gemeente en OCMW. Het positief budgettair resultaat uit de jaarrekening 2014 heeft als gevolg dat het gecumuleerd budgettair resultaat stijgt naar € 2.595.720,42. Dit bedrag is bepalend voor het resultaat op kasbasis voor de opmaak van budget 2016.
102
De autofinancieringsmarge stijgt van € 13.822,42 in het budget naar € 382.332,29 in de jaarrekening 2014. De investeringen voorzien in het budget werden niet allemaal gerealiseerd. Een aantal investeringskredieten werden overgedragan naar 2015. Een beperkt aantal werden afgesloten. De investeringen werden voorzien in de meerjarenplanning 2014-2019 ; het is bijgevolg logisch dat bij het begin van de planningsperiode niet alle investeringsprojecten werden uitgevoerd.
103