SCHILDEREN MET KAREL APPEL LEES- EN VERTELTEKST GROEP 1, 2, 3
LESDOELEN
KERNDOELEN
De kinderen kijken en luisteren naar het verhaal uit het prentenboek Karel Appel - uit de kapperszaak aan de Dapperstraat, van Imme Dros & Harrie Geelen.
1 NEDERLANDS
De kinderen bekijken de werken van Karel Appel, hierbij praten zij over wat zij zien en denken en doen kijkspelletjes. De kinderen maken een schilderij en reageren hiermee beeldend op het werk van Karel Appel.
VOOR DE LEERKRACHT
Karel Appel liet zich inspireren door kinder tekeningen, juist jonge kinderen kunnen zich dan ook goed inleven in zijn werk. Een grote tentoonstelling van de beroemde kunstenaar is een prachtige gelegenheid om zijn kleurrijke wereld te ontdekken. In de les behandelen we de figuren die vaak een rol spelen in het werk van Appel: mensen, dieren en fantasiefiguren. Ze vormen aanleiding voor de kinderen om te fantaseren, te spelen en te boetseren. Geprikkeld door al het bekijken en
12 NEDERLANDS TAALBESCHOUWING, W.O STRATEGIEËN De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
bedenken, maken de kinderen in de museumzaal levensgrote collages van fantasiedieren en gaan zij in het museumatelier schilderen als echte kunstenaars. Bij deze museumles hoort een kinderkunstboek van Imme Dros & Harrie Geelen, uit de serie van het Gemeentemuseum en uitgeverij Leopold. Dit boek kan vooraf in de klas gelezen worden.
Deze lees- en verteltekst is ook
55 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
56 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
Deze lees- en verteltekst is bedoeld om naar eigen inzicht ter voorbereiding van de museumles te gebruiken. De inhoud ervan is een aanvulling op de inhoud van de museumles en valt hiermee bewust slechts gedeeltelijk samen. U kunt deze tekst bijvoorbeeld voor lezen, bespreken of als inspiratie gebruiken voor een andersoortige les. Ook treft u tot besluit suggesties aan voor een of meerdere les(sen) na het museumbezoek. Het is voor de kinderen fijn om bij hun naam te worden aangesproken in het museum. Een naambordje op hun kleding werkt goed. Het is prettig als u de kinderen alvast zou willen uitleggen dat kunstvoorwerpen in een museum niet aangeraakt mogen worden. Mocht het voorkomen dat u met de kinderen ruim voor aanvang van de museumles arriveert in het museum, dan kunt u de Bewaking of de Informatiebalie in de hal vragen om tekenspullen. Zo kan de wachttijd plezierig en zinvol worden besteed.
te downloaden vanaf onze site: gemeentemuseum.nl Ook handig in het geval u in de
Afbeelding voorkant: Karel Appel, La Promenade, 1950, Centre Pompidou
De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
54 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE
MUSEUMLESBESCHRIJVING ‘Ik word later geen kapper maar kunstenaar’, zei de kleine Karel Appel die opgroeide in de kapperszaak van zijn ouders. In de museumles kruipen de kinderen in de huid van Karel Appel en worden zij zelf kunstenaars.
MONDELING TAALONDERWIJS
PRAKTISCHE TIPS
klas beschikt over een digitaal schoolbord/smartboard.
Het is toegestaan om tijdens de museumles foto’s van uw leerlingen te maken – zónder flits/ statief.
VOOR DE LEERLING OM TE BEDENKEN
Karel Appel
OM OVER TE VERTELLEN Kapper is een beroep, daar heb je een kam en een schaar bij nodig. Kunstschilder is ook een beroep, daar heb je verf en een kwast bij nodig. Welk beroep ken je nog meer? Weet je ook wat je daar voor nodig hebt?
Weet jij welke spullen een kunstenaar nodig heeft om een schilderij te maken?
EEN LEUK BEROEP Karel Appel was een kunstenaar, hij maakte schilderijen. Toen hij nog maar jong was wist hij het al: ik word later kunstenaar. Maar de vader en moeder van Karel Appel vonden dat geen goed idee. De vader van Karel, Jan Appel, zei tegen de kleine Karel: word maar kapper, net zoals je vader. Maar Karel wilde geen kapper worden, hij wilde dolgraag schilderen. Overal waar hij keek zag hij mooie kleuren, die kon hij als kunstschilder mengen met verf. Welke kleuren zie jij in de klas? Kijk maar eens om je heen? Karel Appel zag ook mooie vormen: een vierkant, een rechthoek, een driehoek, een ronde vorm en een puntige vorm. Kun jij die vormen ook ontdekken als je om je heen kijkt? De kleine Karel zag ook nog andere vormen die hij graag wilde schilderen. Fantasievormen. Daar bedacht hij zelf namen voor, zoals wolkvorm, huisvorm, snavelvorm en neusvorm. Hoe zou dat er nou uit zien? Kun jij, net als Karel Appel, zulke vormen bedenken en met je vinger in de lucht tekenen? Probeer maar eens. Al die vormen en kleuren gebruikte Karel Appel om zijn schilderijen te maken.
OM TE BEDENKEN Weet jij al welk beroep jij wilt gaan doen als je groot bent? Wat moet je daar goed voor kunnen?
Karel Appel, Vlammend Kind met Hoepel, 1961
NAAR HET MUSEUM Gelukkig is Karel Appel toch kunstenaar geworden. Hij maakte heel veel schilderijen en tekeningen. Jij gaat met je klas naar het Gemeentemuseum. Daar ga je naar de schilderijen van Karel Appel kijken. Maar we gaan niet alleen maar kijken, we gaan in het museum ook spelletjes doen en natuurlijk zelf tekenen en schilderen. Elke dag maakte Karel Appel schilderijen. Dat deed hij in zijn atelier – een werkplaats om te schilderen. In het museum waar jij met de klas naar toe gaat is ook een atelier, een speciaal kinderatelier. Daar krijg je een schort, papier en kwasten, en ga je, net als Karel Appel zelf een schilderij maken.
MENSEN, DIEREN & FANTASIEFIGUREN Het liefst schilderde Karel Appel mensen en dieren. Karel Appel vond het niet leuk om de mensen en dieren heel netjes na te schilderen. Nee, veel liever bedacht hij alles zelf. Karel Appel bedacht zelfs dieren die niet echt bestaan, fantasiedieren. Hij schilderde ze in mooie kleuren en met mooie vormen.
OM TE VERTELLEN Welke dieren ken jij al?
OM OVER TE PRATEN Alle dieren zijn jong geweest. Als dieren jong zijn hebben we er een andere naam voor. Wie kan er al een noemen? Een jonge hond noem je een pup. Een jonge kat noem je een kitten. Een jong konijn noem je een konijntje. Een jong paard noem je een veulen. Een jong schaap noem je een lam. Een jong varken noem je een big. Een jonge geit noem je geitje. Een jonge kip noem je een kuiken.
VOOR DE LEERKRACHT
MOOIE VORMEN VOOR DE KUNSTENAAR EN DE KAPPER.
ACTIVITEITEN VOOR NA DE MUSEUMLES Museumhoek inrichten Na het museumbezoek is het waardevol als de kinderen, geïnspireerd door al het moois dat zij hebben gezien, in de atelierhoek kunnen schilderen. Tijdens de museumles is een relatie gelegd tussen werk maken en dat laten zien in een tentoonstelling. Probeer een plek bij het atelier vrij te maken, waar de kinderen een tentoonstelling kunnen inrichten van hun eigen werk en dat van anderen. Kleur- en vormcollages vliegerpapier Bied transparant vliegerpapier aan in de primaire kleuren: rood, geel en blauw. De kinderen knippen vormen uit en kunnen ontdekken dat door overlapping kleuren gemengd kunnen worden. Beroepenspel De kinderen bedenken in kleine groepjes een toneelspel over een beroep. Laat de kinderen bedenken wie er nog meer met dit beroep te maken heeft (bijvoorbeeld de groenteboer en de klant) en welke materialen er in dit beroep gebruikt worden. Stimuleer de kinderen ook om na te denken over wat er aan de hand is.
Fantasiedieren De kinderen bedenken zelf fantasiedieren door twee zelfgekozen dieren met elkaar te combineren. In een krijttekening kunnen deze dieren in kleurvlakken worden getekend. Werkblad Kunstenaars gebruiken vormen en lijnen om mooie schilderijen te maken, kappers knippen ook in mooie lijnen. Op het bijgesloten vormenblad oefenen de kinderen een paar vormen en lijnen die voor kunstenaars zoals Karel Appel onmisbaar zijn.
Het Gemeentemuseum Den Haag & Uitgeverij Leopold brengen sinds 2010 kunstboeken voor kinderen uit. Deze reeks onderscheidt zich doordat het zelfstandige inspirerende prentenboeken en jeugdromans zijn in relatie tot onze tentoonstellingen en collecties, en geen traditioneel-educatieve uitgaven. Voor jonge kinderen zijn de volgende titels verschenen: • Karel Appel - uit de kapperszaak op de Dapperstraat van Imme Dros en Harrie Geelen • Allemaal aan tafel! van Rinderd Kromhout en Margriet Heymans • Holland op z’n mooist – Op reis met de Haagse School, Charlotte Dematons • Puzemuze, of op weg naar Rothko van Wim Hofman • Coco of het kleine zwarte jurkje van Annemarie van Haeringen. Dit boek werd bekroond met een Zilveren Penseel 2014 • Edith en Egon Schiele van Harriët van Reek • Een zondag met Caillebotte van Ingrid Godon en Toon Tellegen • Delfts blauw - Een vaas voor de prinses van Ingrid en Dieter Schubert • Calder - De draad van Alexander van Sieb Posthuma • Nacht in het poppenhuis van Thé Tjong-Khing en Anna Woltz • Ensor - De grote maskerade van Marije Tolman • Keepvogel en Kijkvogel - In het spoor van Mondriaan van Wouter van Reek. Dit boek werd bekroond met een Zilveren Griffel 2012, de internationale illustratieprijs De Gouden Appel en een Vlag & Wimpel. • Meneer Kandinsky was een schilder van Daan Remmerts de Vries. Dit boek werd bekroond met een Zilveren Griffel 2011.
Januari 2016 © Gemeentemuseum Den Haag afdeling Educatie Tekst: Joep Overtoom Vormgeving: Afdeling Foto & Vorm Gemeentemuseum Den Haag
Deze lees- en verteltekst is ook te downloaden vanaf onze site: www.gemeentemuseum.nl