LAAT JE ZIEN LEES- EN VERTELTEKST GROEP 7 & 8
VOOR DE LEERKRACHT MUSEUMLESBESCHRIJVING Het thema van deze les is: identiteit. Wie ben ik? Wat hoort allemaal bij mij en hoe laat ik dat zien? De kunstvorm bij uitstek om over dat thema in gesprek te gaan is het portret. Tijdens de museumles bekijken en bespreken de kinderen (zelf)portretten en figuurstukken. Wat zeggen deze kunstwerken over de identiteit van de voorgestelde personen? Op welke manier komt die identiteit tot uitdrukking? Kleding en styling spelen daarbij een belangrijke rol, maar ook de houding van de geportretteerde en de omgeving waarin die geplaatst is. In een drama-opdracht beelden de kinderen uit hoe zij zelf geportretteerd zouden willen worden. Wat wil je uitstralen? Wat wil je over jezelf ‘vertellen’? Wat voor blik hoort daar bij en welke houding is passend? Ze kiezen daar een attribuut bij dat hun identiteit onderstreept.
plaatje voorkant: Constant, Hond, 1949
De kinderen ontdekken dat in karikaturen bepaalde trekken worden uitvergroot. Door een karikatuur van zichzelf te tekenen wordt de creativiteit en verbeeldingskracht van de kinderen gestimuleerd. Daarnaast ontdekken ze dat enkel een silhouet al zo eigen is, dat het uit duizenden te herkennen is. Dat geldt ook voor hun eigen silhouet. Deze museumles is te volgen als onderdeel van de doorlopende leerlijn Cultuuronderwijs op zijn Haags, met het thema ‘Identiteit’. De les is echter ook uitstekend onafhankelijk van deze leerlijn te volgen.
LESDOELEN
KERNDOELEN
De kinderen leren op zichzelf te reflecteren en kritisch na te denken over zowel de eigen identiteit als die van anderen.
1 NEDERLANDS
De kinderen bekijken en bespreken portretten, zelfportretten en figuurstukken in het museum (schilderijen, foto’s, tekeningen en beelden). De kinderen zien het verband tussen de wijze waarop beeldende middelen worden gebruikt en de uitstraling van een portret. De kinderen kunnen de begrippen ‘en profil’, ‘driekwart’ en ‘en face’ toepassen. De leerlingen leren wat een karikatuur is. De leerlingen leren over verschillende standpunten. De leerlingen gebruiken hun creativiteit en verbeeldingskracht in beeldende en theatrale opdrachten.
Deze lees- en verteltekst is ook
MONDELING TAALONDERWIJS De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven.
12 NEDERLANDS TAALBESCHOUWING, W.O STRATEGIEËN
PRAKTISCHE TIPS 55 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
56 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder ‘woordenschat’ vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
34 ORIENTATIE OP JEZELF EN DE WERELD
54 KUNSTZINNIGE ORÏENTATIE
De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarde en normen.
De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken, om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren.
De Leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen.
37 ORIENTATIE OP JEZELF EN DE WERELD
Deze lees- en verteltekst is bedoeld om naar eigen inzicht ter voorbereiding van de museumles te gebruiken. De inhoud ervan is een aanvulling op de inhoud van de museumles en valt hiermee bewust slechts gedeeltelijk samen. U kunt deze tekst bijvoorbeeld voorlezen, bespreken of als inspiratie gebruiken voor een andersoortige les. Ook treft u tot besluit suggesties aan voor een of meerdere les(sen) na het museumbezoek. Het is voor de kinderen fijn om bij hun naam te worden aangesproken in het museum. Een naambordje op hun kleding werkt goed. Het is prettig als u de kinderen alvast zou willen uitleggen dat kunstvoorwerpen in een museum niet aangeraakt mogen worden. Mocht het voorkomen dat u met de kinderen ruim voor aanvang van de museumles arriveert in het museum, dan kunt u de Bewaking of de Informatiebalie in de hal vragen om tekenspullen. Zo kan de wachttijd plezierig en zinvol worden besteed.
te downloaden vanaf onze site: gemeentemuseum.nl Ook handig in het geval u in de klas beschikt over een digitaal schoolbord/smartboard.
Het is toegestaan om tijdens de museumles foto’s van uw leerlingen te maken – zónder flits/ statief.
VOOR DE LEERLING WIE BEN JIJ? Als iemand je vraagt: wie ben jij? Wat zeg je dan? Veel mensen zullen dan hun naam noemen, maar je naam is maar een heel klein stukje van wie je bent. Sommige mensen zullen ook nog vertellen hoe oud ze zijn, waar ze wonen en met wie. Dan weet je al iets meer over die persoon, maar toch nog niet veel. Er zijn nog veel meer dingen die bepalen wie je bent.
OM TE MAKEN Pak een vel papier. Schrijf in het midden je naam. Daar omheen schrijf je woorden die met jou te maken hebben. Bijvoorbeeld hoe je eruit ziet, van wat voor muziek en eten je houdt, wat je leuk vindt om te doen, etc… Zo maak je een woordspin van je eigen identiteit.
Thorsten Brinkman, Waschling, 2009
VAN BUITEN Wie je bent is onder andere hoe je eruit ziet. Je kunt dezelfde kleur ogen hebben als je vader, dezelfde vorm lippen als je moeder. Je hebt misschien dezelfde krullen in je haar als je opa toen hij jong was. Met dat lijf ben je geboren. Je kunt eraan zien waar je vandaan komt, bij wie je hoort. Toch kun je ook veel dingen aan je uiterlijk zelf bepalen. Die krullen heb je dan wel van je opa geërfd, maar jij bepaalt zelf hoe je het laat knippen, of je er gel in doet, of om het samen te binden tot een staartje. Ook in de kleding die je draagt komen jouw eigen smaak en ideeën tevoorschijn. In welke kleuren voel jij je fijn? Moet jouw kleding vooral lekker zitten of vind je het belangrijk om de laatste modetrends te volgen? Welke stijl trekt jou het meest? Met je haar en kleding laat je zien of je graag opvalt of niet en bij welke groep je wilt horen. Jouw smaak en stijl, dat zegt iets over wie jij bent of wilt zijn.
Door voor een bepaalde stijl te kiezen kun je ook laten zien bij welke groep je wilt horen.
EN VAN BINNEN Aan de buitenkant is dus al heel veel informatie te vinden over wie jij bent. Maar een groot deel, misschien wel het grootste deel, zit aan de binnenkant. Je karakter, waar je goed in bent, wat je leuk vindt om te doen, ook die dingen bepalen wie je bent. Ben jij een flapuit die meteen zegt wat ‘ie denkt, of hou je je gedachten het liefste voor je? Ben je een Pietje precies die met eindeloos geduld aan iets kan knutselen of kun je helemaal niet tegen dat gepriegel en ga je liever met je crossfiets ertegenaan? Voel je je kiplekker met zoveel mogelijk mensen om je heen, of trek je je graag terug om in je eentje een boek te lezen of de natuur in te gaan? Het grappige is dat je binnenkant vaak ook aan de buiten te zien is, in hoe je doet, in wat je doet - en ja, ook in hoe je eruit ziet. Want ben jij supereigenwijs, en trek je je van niemand wat aan, dan zul je misschien ook niet meedoen aan modetrends en rages. En ben je helemaal gek van skaten, dan sjouw je natuurlijk het liefste rond in lekker makkelijke kleren. Al die dingen die samen maken wie je bent, noemen we identiteit.
OM TE VERGELIJKEN Noem zoveel mogelijk verschillen tussen de twee portretten. Welke verschillende keuzes maakten de twee kunstenaars?
Markus Lüpertz, Mozart Büste, 2005
Loretta Lux, Girl with Crossed Arms, 2001
DE KUNST VAN HET PORTRETTEREN Stel je voor, vrijdag komt de schoolfotograaf. Denk je dan alvast na over wat je die dag aan zult trekken? Besteed je dan extra aandacht aan je haar? En doe je je best om leuk in de camera te kijken? Als je op al die vragen ‘ja’ hebt geantwoord, dan vind je het dus belangrijk hoe je op de foto komt te staan. Dat is logisch, want het is een stukje van je identiteit. Zo’n foto noemen we een portret. Een portret kan ook geschilderd zijn, of getekend, gebeeldhouwd of geboetseerd. Een kunstenaar die een portret maakt, heeft de taak iets van de identiteit van de geportretteerde te laten zien. Maar hoe doet ‘ie dat? Moet het portret dan zo veel mogelijk lijken? Of hebben ook andere zaken daarmee te maken?
Hoe iemand eruit ziet, daar heeft de kunstenaar weinig invloed op. Toch is er heel wat te kiezen bij het maken van een portret. Laat je alleen het gezicht zien, of wordt het een portret ten voeten uit, dus helemaal, van top tot teen? Maak je een beeld, dan kun je een gezicht rondom laten zien, maar een schilderij, tekening of foto is plat. Dan OM TE DOEN moet je kiezen: laat je het gezicht recht van Stel je voor, je mag een portret voren zien (en face), van opzij (en profiel) van jezelf laten maken. Wat voor of schuin van de zijkant (drie-kwart)? kunstenaar kies jij? Als kunstenaar kun je vragen om iemand te laten poseren voor een Wordt het een fotograaf, een kunstschilder, een portret. Maar in welke houding moet beeldhouwer? Wil je een portret ten voeten uit of alleen die persoon poseren? Staand of van je gezicht? En moet het zo echt mogelijk lijken, of mag de zittend? Rustig of in actie? En laat kunstenaar met meer fantasie aan de slag en gekke, felle je ook iets van de omgeving zien, kleuren gebruiken en vormen veranderen? of geef je de geportretteerde iets in zijn handen? Al die dingen Bedenk ook hoe je wilt poseren: rustig in een stoel, of terwijl je kunnen immers iets vertellen over met je favoriete hobby bezig bent. Wil je geportretteerd zijn of haar identiteit. worden op een bepaalde plaats?
NAAR HET MUSEUM Binnenkort ga je met je klas naar het museum. Daar bekijk je portretten in alle soorten en maten. Wat kun je vertellen over de identiteit van de geportretteerden? Zien andere uit jouw groep hetzelfde of trekken zij andere conclusies? Een portret vertelt ook iets over de kunstenaar die het maakte. In het museum ga je niet alleen kunst bekijken en bespreken. Je gaat ook zelf aan de slag. Met een spiegel, krijt, potlood en een schilderijenlijst wordt jij uitgedaagd stukjes van jouw identiteit te tekenen of uit te beelden.
Wat is er dan om je heen te zien? Maak een eisenlijstje voor jouw portret. Misschien bedenk je nog wel meer eisen.
VOOR DE LEERKRACHT ACTIVITEITEN VOOR NA DE MUSEUMLES Bang-boek / blij-boek maken Kinderen tekenen op afzonderlijke vellen papier steeds één ding waar ze bang voor zijn. Alle tekeningen bij elkaar vormen een bangboek. Schrijf het woord ‘bang’ op het schutblad en laat hier de tekeningen van het kind op volgen. De bangboeken kunnen later worden besproken in de kring. Welke kinderen zijn bang voor hetzelfde? Op dezelfde manier kan een blijboek worden gemaakt. Zelfportret maken (Onderdeel doorlopende leerlijn Identiteit) Kinderen tekenen of schilderen een zelfportret, met aandacht voor haardracht, kleding en accessoires zoals sieraden, hoofddeksels en tasjes. Laat de kinderen eventueel voorafgaand een selfie maken. Mijn logo (Afgeleid van opdracht uit doorlopende leerlijn Identiteit) De kinderen ontwerpen een logo van hun naam, dat ze als grafitti-kunstenaars overal in de stad zouden kunnen aanbrengen. Hoe ziet dat logo eruit? Kiezen ze voor ronde sierlijke vormen, of passen stoere blokvormen beter bij hen? Willen ze zware, donkere randen om de letters, of moet het een lichte, vrolijke uitstraling hebben? Moodboard (Afgeleid van opdracht uit doorlopende leerlijn Identiteit) Geef de kinderen een groot vel papier. Laat ze afbeeldingen knippen uit kranten en tijdschriften of uit prints van internetpagina’s. Met die afbeeldingen maken ze een moodboard, waarmee ze zich presenteren. Die afbeeldingen laten zien wie ze zijn, waar ze van houden en wat bij hen past. Het moodboard kan ook digitaal worden gemaakt.
Silhouet beschrijven In het silhouet dat tijdens de museumles is getekend, schrijven kinderen in trefwoorden of zinnen wie ze zijn, waar ze van houden, welke karaktertrekken ze hebben, etc. De silhouetten kunnen ook uitgewisseld worden. Dan schrijft een klasgenoot in trefwoorden of zinnen over het kind van wie het silhouet is. Karikatuur maken Tijdens de les hebben de kinderen een karikatuur van zichzelf getekend. Deze schets kan als uitgangspunt worden genomen voor een karikatuur in klei. Wie wil ik worden Laat de kinderen een portret van zichzelf in de toekomst maken. Hoe willen ze er dan uitzien? Waar willen ze gaan wonen en wat willen ze doen? Laat ze hun toekomstdromen in het portret verwerken door niet alleen zichzelf, maar ook attributen en een omgeving te tekenen of te schilderen.
FILMPJES OVER IDENTITEIT www.schooltv.nl/video/dus-ik-ben-jr-dus-ik-benwelniet-populair/#q=identiteit%20ik%20denk www.schooltv.nl/video/metropolis-in-de-klas-tatoeages /#q=trefwoord%3A%22identiteit%22 www.schooltv.nl/video/dominante-cultuur-ensubculturen-iedereen-heeft-zijn-eigen-gewoontes/
BOEKEN OVER KUNST EN PORTRET
KINDERKUNSTBOEKEN! Het Gemeentemuseum Den Haag & Uitgeverij Leopold brengen sinds 2010 kunstboeken voor kinderen uit. Deze reeks onderscheidt zich doordat het zelfstandige inspirerende prentenboeken en jeugdromans zijn in relatie tot onze tentoonstellingen en collecties, en geen traditioneel-educatieve uitgaven. Voor jonge kinderen zijn de volgende titels verschenen: C. Dematons, Holland op z’n Mooist - Op reis met de Haagse School
Dada, Kunsttijdschrift voor kinderen, themanummer
I. Godon en T. Tellegen, Een zondag met Caillebotte
‘Het portret’, uitg. Stichting Plint, Eindhoven, 2000-
W. Hofman Puzemuze, of op weg naar Rothko
2001, ISBN 90-76841-67-5
A. van Haeringen, Coco of het kleine zwarte jurkje
C. Ayres, P. Michgelsen, Beroemde kunstenaars, 2008, ISBN 978-90-451-0721-9 C. d’Harcourt, Kunst in de kijker, uitg. Lemniscaat, 2001, ISBN 90-5637-375-7 K. de Jong, Wat een kunst, uitg. Gottmer, 2005, ISBN 90-25732-79-8 T. van Lieshout, Het papieren museum, uitg. Leopold, 2004, ISBN 90-258-3561-9 I. Luxbacher, Kunst maak je zelf, uitg. Van Goor/ Unieboek 2004, ISBN 90-000-3623-2 A. le Saux, G. Solotareff (samenst.), Het kleine museum, uitg. Querido, 2004, ISBN-90-45100975 H. van Reek, Edith & Egon Schiele, uitg. Leopold, 2013,
(Zilveren Penseel 2014) A. van Haeringen, De koningin die niet kon kiezen S. Posthuma CaldeR, De draad van Alexander H. van Reek, Edith en Egon Schiele W. van Reek, Keepvogel en Kijkvogel - In het spoor van Mondriaan (Zilveren Griffel 2012; internationale illustratieprijs De Gouden Appel; Vlag & Wimpel) D. Remmerts de Vries, Meneer Kandinsky was een schilder (Zilveren Griffel 2011) I. en D. Schubert, Delfts blauw - Een vaas voor de prinses T. Tjong-Khing en A. Woltz, Nacht in het poppenhuis M. Tolman, Ensor - De grote maskerade
ISBN 978-90-258-6284-8 Rudy Vandendaele, uit de doeken, verhalen over kinderen in schilderijen, uitg. Ludion, 1997, ISBN
DIGITALE NIEUWSBRIEF EDUCATIE
90-5544-110-4
Wilt u op de hoogte blijven van al onze educatie activiteiten, inspiratieworkshops voor leerkrachten, kinderkunstboeken en nog veel meer? Abonneer u dan op onze gratis digitale nieuwsbrief Educatie via www.gemeentemuseum.nl bij ‘voor bezoekers’.
Juli 2015 © Gemeentemuseum Den Haag afdeling Educatie Tekst: Karin van Hoof Productiebegeleiding: Joep Overtoom Vormgeving: Afdeling Foto&Vorm Gemeentemuseum Den Haag
Deze lees- en verteltekst is ook te downloaden vanaf onze site: www.gemeentemuseum.nl