7 m / t 5 p e o r g n e n o t t n s e k n e t e l t e n i t t r e n v n Va e Lees
Voor
t h c a r erk
de le
De stemming in een schilderij hangt voor een deel af van de tinten die zijn gebruikt - de verschillende kleurschakeringen van licht naar donker. De grijstinten van de Haagse School geven soms een wat zwaarmoedige sfeer, terwijl de Luministen met hun wirwar van felgekleurde puntjes de vrolijkheid van een zomerdag oproepen. Deze verschillen ervaren de kinderen op zaal tussen de schilderijen, waar ze gerichte kijk- en doeopdrachten krijgen. Muzikanten halen de stemming in een muziekstuk deels uit de klankkleur van hun instrument en uit de verschillende tonen - van hoog naar laag. Daarin lijken schilders en muzikanten een beetje op elkaar. De tinten in de schilderkunst en de tonen in de muziek worden in deze museumles met elkaar verbonden. De kinderen krijgen stroken in een bepaalde kleur met vlakjes in verschillende tinten - van licht naar donker. In kleine groepjes brengen de kinderen een scala aan muziekinstrumenten tot klinken, waaronder replica van oude strijkinstrumenten. Hoe klinkt het instrument en bij welke kleur past het goed? Is dit het
Muse
b umles
g n i v j i r esch
typische geluid voor geel, lila, rood of juist voor groen? Kan het instrument ook hoge en lage tonen voortbrengen? De kinderen proberen het uit en bepalen zelf welk deel van kleurenstrook hier het best bij past. Het middenregister of juist de lichte of de donkere tinten? In het Museumatelier wordt het een echt muziekstuk wanneer de groepjes na elkaar hun tonen laten klinken en op elkaar reageren. Grote gekleurde vlakken die de kinderen in de lucht houden en aanlichten geven hier een extra dimensie aan. Dat maakt de stemming compleet. Alle mensen hebben een intuïtief gevoel voor de sfeer van kleuren en klanken en vooral bij kinderen is er niet veel voor nodig om dit op te roepen.
Lesdoelen Kerndoelen • De kinderen kijken naar 1 NEDERLANDS >
Praktische tips • Deze lees- en
• Deze lees- en
schilderijen uit de
Mondeling taalonderwijs
verteltekst is bedoeld om
verteltekst is ook te
verzameling moderne kunst
De leerlingen leren infor-
naar eigen inzicht ter
downloaden vanaf
en voorwerpen uit de
matie te verwerven uit
voorbereiding van de
onze site:
verzameling kunstnijverheid
gesproken taal. Ze leren
museumles te gebruiken.
www.gemeentemuseum.nl.
en vertellen over wat zij
tevens die informatie,
De inhoud ervan is een
Ook handig in het geval u
zien en zich daarbij
mondeling of schriftelijk,
aanvulling op de inhoud
in de klas beschikt over een
voorstellen.
gestructureerd weer te
van de museumles en valt
digitaal schoolbord/
• Aan de hand van
geven.
hiermee bewust slechts
smartboard.
spelletjes rondom klank
12 NEDERLANDS >
gedeeltelijk samen. U kunt
wordt het kleurgebruik
Taalbeschouwing, waar-
deze tekst bijvoorbeeld
onderzocht en ervaren de
onder strategieën
voorlezen, navertellen,
kinderen dat je dat
De leerlingen verwerven
bespreken of als inspiratie
gevoelens in klanken en in
een adequate woorden-
gebruiken voor een
kleuren kunt vertalen.
schat en strategieën voor
andersoortige les.
• De kinderen oefenen in
het begrijpen van voor hen
Ook treft u tot besluit
het spelen op verschillende
onbekende woorden.
suggesties aan voor een
didactische
Onder ‘woordenschat’
of meerdere les(sen) na het
muziekinstrumenten en
vallen ook begrippen die
museumbezoek.
leren verschillende tonen
het leerlingen mogelijk
voortbrengen.
maken over taal te denken
• Het is voor de leerlingen
fijn om bij hun naam te
• De kinderen leren naar
en te spreken.
worden aangesproken in
elkaars muziekspel te
54 KUNSTZINNIGE
het museum. Een
luisteren en hierop te
ORÏENTATIE
naambordje op hun
reageren, van waaruit
De leerlingen leren beelden,
kleding werkt goed.
samenspel ontstaat.
taal, muziek, spel en
• Het is prettig als u de
beweging te gebruiken, om
kinderen alvast zou willen
er gevoelens en ervaringen
uitleggen dat
mee uit te drukken en om
kunstvoorwerpen in een
er mee te communiceren.
museum niet aangeraakt
55 KUNSTZINNIGE
mogen worden.
ORÏENTATIE
• Het is mogelijk dat er
De leerlingen leren op
tijdens de les andere
eigen werk en dat van
schilderijen worden
anderen te reflecteren.
bekeken en besproken
56 KUNSTZINNIGE
dan afgebeeld staan in
ORÏENTATIE
deze lees- en verteltekst.
De leerlingen verwerven
• Het is toegestaan
enige kennis over en
tijdens de museumles foto’s
krijgen waardering voor
van uw leerlingen te maken
aspecten van cultureel
– zónder flits/statief.
erfgoed.
Afbeelding voorkant: Vincent van Gogh, Tuin te Arles, 1888
e d r Voo
n e g n i leerl
Paul Citroen, Groszstadt, ca. 1920
Om te bedenken
Stil of niet Geluiden zijn er overal en altijd. Probeer maar eens een hele minuut stil te zijn. Niet alleen is dat best moeilijk, want al snel moet je kuchen, giechelen of verschuif je je stoel. Maar vooral zul je merken dat ‘echt stil’ niet
Noem eens een heel hoog geluid dat je wel eens hoort. Verzin ook eens een heel laag geluid.
bestaat. Waar je ook bent, er zijn altijd geluiden uit de omgeving. In de stad kunnen dat zijn: de sirene van een ambulance, het piepen van remmen, of het geklingel van een tram. Buiten de stad kunnen dat zijn: het omslaan van de golven in de branding, het loeien van een koe of het tjirpen van een krekel. Er zijn harde en zachte geluiden, hoge en lage; en natuurlijk er tussenin.
Om te verzinnen Bedenk welke kleur het best past bij de geluiden die je net hebt bedacht.
Geluid Eén ding is zeker: je hebt goed werkende oren nodig om te kunnen horen. Maar wat is geluid eigenlijk? Geluiden zijn luchttrillingen die door oren kunnen worden waargenomen. Daarom hebben we oorschelpen die een beetje afstaan van ons hoofd. Hiermee kunnen we geluiden opvangen. Een luchttrilling begint altijd op een bepaalde plaats, bijvoorbeeld de regen tikt tegen het dakraam. De trilling die ontstaat verplaatst zich razendsnel door de lucht. En wordt daarna opgevangen door de oorschelp en ‘ketst’ vervolgens tegen het trommelvlies binnenin het oor. Onze hersenen ‘bedenken’ dat het een geluid is. Met een beetje levenservaring weet je daarna dat het de regen op het dakraam is!
Jean Tinguely, Le Golem (De Golem), 1990
Om te tekenen Probeer je het geluid van regendruppels die tikken tegen het raam voor te stellen. Klinkt het tikken hoog of laag? Hoe zou jij dat geluid tekenen als lijn? Welke kleur past het best bij dat geluid?
Tonen Je dacht net al na over hoge en lage geluiden. Hierin komen tonen voor. Een toon is een geluid met een vaste hoogte. Je hebt het dan over toonhoogte. Hoe meer trillingen per seconde er door de lucht gaan, hoe hoger het geluid is. In de muziek krijgen al die verschillende toonhoogten een eigen letter, van a t/m g. Dat zijn de stamtonen. Dan weet iedere muzikant over welke toon we het hebben. In sommige landen worden de stamtonen niet aangeduid met letters, maar door de ‘namen’ dore-mi-fa-sol-la-si-do. Dat is de toonladder. De toon klimt steeds een beetje hoger.
Om te bedenken Er bestaan uitdrukkingen waarin het woord ‘toon’ voorkomt. Ken jij de betekenissen? Gino Severini, De twee hansworsten, 1922
1. Met die basketbalpet op valt hij wel uit de toon op dat deftige feest. 2. Zij vindt zichzelf fantastisch. Het wordt
Om te zingen
tijd dat ze een toontje lager gaat zingen. 3. Met dat hippe kapsel zet hij op school echt de toon.
Steeds een toonladder zingen wordt op den duur een beetje saai. Het kan leuker. Zing daarom samen het lied Do Re Mi uit de Sound of Music. Do de do van domino Re van repen chocola Mi het mini mierenvolk Fa familie van me ma Sol die maken we soldaat La die laten we maar zo Ti waar woont tie in Tirol en dan zijn we weer bij do bron: www.songteksten.nl
Om zelf te proberen De juf of meester begint met het zingen van de toonladder, steeds komt er een leerling bij. Net zo lang totdat iedereen de toonladder zingt. Op deze manier maken ook zangers en zangeressen hun stembanden los.
Tinten In de muziek zijn er tonen die van laag naar hoog gaan en weer terug. Het grappige is dat er in de schilderkunst iets is dat hier op lijkt. Daar gaat het natuurlijk niet om geluid, maar om kleur. Er bestaan tinten. Dat zijn kleuren die oplopen van licht naar donker, bijvoorbeeld van het lichtste groen tot aan het donkerste groen dat je bedenken kunt. Je hebt het dan over een lichte tint of een donkere tint. Een heleboel mensen zien kleuren voor zich wanneer ze luisteren naar muziek. Vooral kinderen zijn daar goed in. Misschien stel je je diepe tinten voor bij lage tonen? Omgekeerd kan het ook natuurlijk, dat je je tonen voorstelt bij het zien van tinten. Is geel een enthousiaste hoge toon en okergeel (donkergeel) een juist slaperige diepe toon? Jij mag het zeggen. Hierbij bestaat geen goed of fout. Het gaat om hoe jij het ziet en hoort. Je zou best kunnen zeggen dat tinten en tonen op elkaar lijken ook al zijn ze heel verschillend. Het zijn een beetje broer en zus. Wassily Kandinsky, Ein Zentrum (Een centrum), 1924
Naar het museum Binnenkort ga je met de klas naar het museum. Waar de museumles ‘Van tinten en tonen’ over gaat, begrijp je nu vast wel. Wat hebben we voor deze les nodig : schilderijen, grote gekleurde platen en een heleboel muziekinstrumenten! Die zijn er gelukkig in het museum. De schilderijen hangen voor jou klaar in de zalen om ontdekt te worden. En in een spannende helemaal rode kamer ga je aan het werk met muziekinstrumenten en gekleurde platen. Test hoe goed jij bent in het combineren van tinten en tonen!
t h c a r eerk
l e d Voor
Boeken en cd’s voor kinderen over of met muziek • C. Clement, F. Bruillon, Kijk om je heen! Muziekinstrumenten (boek), Centrale Uitgeverij Deltas, 2004, ISBN 9044707396.
• Hans Hagen, De dans van de drummers (boek), uitg. Querido, 2004, ISBN: 9000034590. • Sergej Prokofiev, Peter en de Wolf (CD), verteld door Paul de Leeuw, uitg. Gottmer, 2005, ISBN: 9025738648. • Toon Tellegen (illustraties), Marit Törnqvist (illustraties), Klaas ten Holt (muziek), Pikkuhenki (boek en CD), Uitg. Querido, 2005, ISBN 9045102145.
• Tsjaikovsky, M. Huiberts Het zwanenmeer (CD), verteld door Carice van Houten, uitg. Gootmer, 2005, ISBN: 902574009X.
• Tsjaikovsky, De Notenkraker (CD), verteld door Jenny Arean, uitg. Gottmer, 2004, ISBN: 9025738982. • Saint Saens, Ivo de Wijs, Het carnaval der dieren (CD), uitg. Gottmer, 2005, ISBN: 902574057X. • Edward van den Vendel, Edwin Schimsheimer, Superguppie zingt (Boek en Cd), uitg. Querido, 2005, ISBN: 9045102285.
Lessuggesties voor ná de museumles • Collage tintenladder
De kinderen kiezen voordat ze aan het werk gaan ieder een kleur die hen aanspreekt. Uit oude tijdschriften knippen of scheuren (vaak veel mooier!) ze zoveel mogelijk kleine stukjes (dus geen hele foto’s) uit met deze kleur. Vervolgens leggen ze ze heel precies op volgorde van licht naar donker of omgekeerd. Hiermee maken ze een collage van een tintladder (vergelijkbaar met de toonladder). Waar gaat deze tintladder helemaal naartoe? Waar kom je uit als je eenmaal boven bent? Misschien schrijven de kinderen hier een opstel over.
• Muziekverhalen
Gebruik een van de hierboven genoemde Cd’s met bijbehorend boekje van uitgeverij Gottmer: Peter en de wolf, De notenkraker, Het Zwanenmeer, of Het carnaval der dieren. Vertel het verhaal, lees het voor, of laat de kinderen het boekje lezen (het is prima te kopiëren omdat ze klein en dun zijn). Draai hierna de muziek (met vertelstem). Tijdens het luisteren, maken de kinderen diverse snelle schetsen van delen uit het verhaal en muziekstuk. Je kunt de cd ook eerst een keer laten horen zodat de kinderen rustig kunnen nadenken en hen pas laten tekenen wanneer je de cd nog een keer afspeelt. Besteed bij de nabespreking aandacht aan de persoonlijke verschillen tussen de tekeningen en het kleurgebruik. Iedereen heeft een heel eigen verbeeldingskracht.
januari 2009 © Gemeentemuseum Den Haag afdeling Educatie Tekst: Jet van Overeem Productiebegeleiding: Esther van der Sprong Vormgeving: Anneke van der Stelt, Rotterdam en Afdeling Foto&Vorm Gemeentemuseum Den Haag Deze lees- en verteltekst is ook te downloaden vanaf onze site: www.gemeentemuseum.nl