8 m / t 5 p e o r g t s n u t k s j i k b e t l er e t t r h c e i v D n e Lees
t h c a r eerk
l e d Voor
De kinderen vertellen bij welke schilderijen ze die het best vinden passen. Ze brengen hun associaties onder woorden en leren deze door middel van eenvoudige opdrachten, die stap voor stap worden aangeboden, verwerken tot persoonlijke gedichtjes. We gebruiken laagdrempelige methoden met een maximaal effect om tot eigen poëzie te komen. Een voorbeeld hiervan is ‘het elfje’ - een bijzonder vijfregelig versje van elf woorden. Rijmen is niet nodig, maar mag natuurlijk wel. Naar gelang het niveau en de wens van de kinderen gaat de moeilijkheidsgraad van het dichten wat omhoog. De kinderen, juist ook diegenen met een anderstalige achtergrond, zullen aan het einde van de les verbaasd staan van hun eigen dichtkunst. Getekend wordt er natuurlijk ook!
e b s e l eum
ing v j i r h sc
Mus
Afbeelding voorkant: Vincent van Gogh, Tuin te Arles, 1888
Deze museumles sluit aan
Alle gedichten worden
bij twee schoolvakken
samengebracht in een
tegelijk, bij beeldend
klassenpoëziebundel
onderwijs en taalonderwijs.
met fraai voorblad dat
In het museum maken de
mee naar school gaat.
kinderen een dwaaltocht
Deze museumles is
langs schilderijen en
zeer geschikt om in te
inspirerende plekken in
bedden in taallessen of
het museumgebouw. Als
een poëzieproject. In de
opwarmertje leest de
uitgebreide bijbehorende
museumdocent zelf mooie
lees- en verteltekst treft u
en grappige gedichten
hiervoor tips aan.
voor.
Lesdoelen • De kinderen bekijken
Kerndoelen
9 NEDERLANDS >
55 KUNSTZINNIG
1 NEDERLANDS >
Schriftelijk taalonderwijs
ORÏENTATIE
kunstwerken en verwoor-
Mondeling taalonderwijs
De leerlingen krijgen
De leerlingen leren op
den wat zij zien en erva-
De leerlingen leren infor-
plezier in het lezen en
eigen werk en dat van
ren.
matie te verwerven uit
schrijven van voor hen
anderen te reflecteren.
• De kinderen luisteren
gesproken taal. Ze leren
bestemde verhalen,
56 KUNSTZINNIGE
naar en lezen zelf gedich-
tevens die informatie,
gedichten en informatieve
ORÏENTATIE
ten hardop voor.
mondeling of schriftelijk,
teksten.
De leerlingen verwerven
• De kinderen ervaren
gestructureerd weer te
12 NEDERLANDS >
dat schilders en dichters
geven.
Taalbeschouwing, waaron-
enige kennis over en
inspiratie putten uit
2 NEDERLANDS >
der strategieën
aspecten van
dezelfde bronnen: het
Mondeling taalonderwijs
De leerlingen verwerven
cultureel erfgoed.
leven en de wereld.
De leerlingen leren zich
een adequate
• De kinderen brengen
naar vorm en inhoud uit te
woordenschat en
op een associatieve
drukken bij het geven en
strategieën voor het
manier gedichten in
vragen van informatie, het
begrijpen van voor hen
verband met schilderijen
uitbrengen van verslag, het
onbekende woorden.
en omgekeerd.
geven van uitleg, het
Onder ‘woordenschat’
• De kinderen schrijven
instrueren en bij het
vallen ook begrippen die
zelf poëzie naar aanlei-
discussiëren.
het leerlingen mogelijk
ding van een schilderij.
5 NEDERLANDS >
maken over taal te denken
Schriftelijk taalonderwijs
en te spreken.
De leerlingen leren naar
54 KUNSTZINNIGE
inhoud en vorm teksten te
ORÏENTATIE
schrijven met verschillende
De leerlingen leren
functies, zoals: informeren,
beelden, taal, muziek, spel
instrueren, overtuigen of
en beweging te gebruiken,
plezier verschaffen.
om er gevoelens
Praktische tips • Deze lees- en vertel-
Voor groep 5 zult u dit materiaal uiteraard op een
krijgen waardering voor
• Het is prettig als u de
• Mocht het voorkomen
kinderen alvast zou willen
dat u met de kinderen
tekst is bedoeld om naar
andere manier kunnen
uitleggen dat kunstvoor-
ruim voor aanvang van de
eigen inzicht ter voorbe-
gebruiken dan voor groep
werpen in een museum
museumles arriveert in het
reiding van de museumles
8.
niet aangeraakt mogen
museum, dan kunt u de
te gebruiken. De inhoud
• Ook treft u tot besluit
worden.
Bewaking of de Informatiebalie in de hal vragen
de inhoud van de muse-
of meerdere les(sen) na
•De inrichting van het
museum is aan wisselin-
om tekenspullen. Zo kan
umles en valt hiermee
het museumbezoek.
gen onderhevig. Daardoor
de wachttijd plezierig en
bewust slechts gedeelte-
•Het is voor de kinderen
kan het voorkomen dat er
zinvol worden besteed.
fijn om bij hun naam te
tijdens de museumles
tekst bijvoorbeeld voorle-
worden aangesproken in
andere kunstwerken
zen, bespreken of als
het museum. Een naam-
worden behandeld dan in
inspiratie gebruiken voor
bordje op hun kleding
deze lees- en verteltekst
een andersoortige les.
werkt goed.
afgebeeld staan.
ervan is een aanvulling op
lijk samen. U kunt deze
suggesties aan voor een
e d r Voo
n e g n i leerl Taal van woorden Als je ongeveer één jaar oud bent, begin je de eerste woorden te zeggen. Je begrijpt dan dat bepaalde klanken horen bij dingen om je heen. Als je een dier ziet met puntige oren, snorharen en een lange staart roep je blij: “POES”! “Goed zo”, zeggen pappa en mamma. En als die dan weer zeggen: “Aai”, steekt de peuter een handje uit naar de poes. Het kindje snapt wat er met dat woord wordt bedoeld. Zo leer je steeds meer woorden. Uiteindelijk spreek je in hele zinnen. Je leert ook de woorden die gaan over wat je niet kunt aanraken. Denk bijvoorbeeld aan woorden zoals: stil, mooi, fijn, betoverend of droevig. Door te praten en te schrijven kun je anderen duidelijk maken wat je bedoelt. Door te luisteren of te lezen begrijp je wat iemand anders bedoelt.
Om over te filosoferen Denk je dat mensen kunnen
(detail) Kat in Crocusveld, Herman Kruyder,ca. 1925
nadenken zonder taal? Dus zonder woorden in hun hoofd te horen? Zou een baby’tje dat nog niet kan praten kunnen nadenken?
Poëzie Meestal gebruik je woorden op een alledaagse manier. Je vraagt bijvoorbeeld hoeveel sommen je moet maken of zegt dat de koekjes lekker zijn. Maar het kan ook voorkomen dat je iets bijzonders wilt zeggen: hoe je je voelt, wat je mooi vindt, waarvan je droomt of dat je zo verliefd bent. Dan is het fijn om taal op een speciale manier te gebruiken, bijvoorbeeld in de vorm van poëzie. Je kunt de gedichten van een dichter lezen. Daarin herken je je eigen gevoelens en ervaringen. Maar je kunt ook zelf gedichten maken (zoals de hoofdpersoon ‘Polleke’ in de boeken van Guus Kuijer).
Recept voor een gedicht Wat je in ieder geval nodig hebt, is:
van zeggen of schrijven).
• speciale aandacht (een stil moment).
Titel kom vertaald: Als de liefde wortel schiet, plant ik haar in mijn tuin, A.Westenenk (ontwerp) De porcelyne Fles, Delft (uitvoering), 1961
• een speciale gedachte of gevoel • een speciale formulering (manier
Piet Mondriaan, De rode boom, 1908
Spelletje met woorden Welke woorden vind jij mooi? Dat kan zijn: door hoe ze klinken of door wat ze betekenen. Kruis er 6 aan. O ochtenddauw
O rinkelen
O badjas
O aarde
O stoeprand
O heldendaad
O kaasschaaf
O spiegeling
O herfstbladeren
O betovering
O slingeren
O moedig
O rozenknop
O schemering
O pennendop
O schooltas
O bedroefd
O vuilniszak
O zonnestralen
O oogopslag
O vogels
O lied
O fladderen
O modder
Ik zie, ik zie wat jij ook ziet, zegt de dichter
Taal van beelden
Hoe jij het ziet dat weet ik niet.
Bij alles wat je zegt of schrijft, stel je je iets voor.
Ik zie het zoals ik het zie
Terwijl je een woord uitspreekt, opschrijft of
en wat ik zie dat zeg ik dan
hoort, bedenk je bliksemsnel wat het betekent,
zoals alleen ik het kan.
hoe het er uitziet en wat je erbij voelt. Voor
En dat is poëzie.
iedereen is dat iets anders. Bij woorden horen dus plaatjes of filmpjes in je hoofd. Dichters
Mies Bouhuys
gebruiken die in hun gedichten.
Spelletje met wat je ziet in je hoofd Stel je voor hoe de dingen die hieronder worden genoemd er uitzien. Welke beelden vind jij mooi? Kruis er 6 aan. O regenboog
O horizon
O badjas
O tranen
O stoeprand
O winkelkar
O vuur
O spiegeling
O herfstbladeren
O wolken
O slingeren
O hand in hand
O rozenknop
O schemering
O pennendop
O schooltas
O zonsondergang
O vuilniszak
O zonnestralen
O blozen
O vogels
O ochtendnevel
O fladderen
O modder
Om over te filosoferen Denk jij dat mensen kunnen nadenken zonder beelden, dus zonder zich voor te stellen hoe dingen er uit zien?
Charley Toorop, Vruchten en herfstbladeren, 1952
Gedichten om zelf te lezen “Is het moeilijk om gedichten te lezen? Niets moeilijker dan van siroop limonade maken. In plaats van er water bij te doen, leng je de woorden aan met je gedachten, gevoelens en belevenissen.” Dat zegt de dichter Ted van Lieshout. Lees deze gedichten en denk er eens over na. Als je gaat voorlezen doe dat dan in een rustig tempo. Wat zie jij bij deze gedichten in je hoofd en wat voel je erbij? Bekijk het plaatje van een schilderij van Jan Weissenbruch. Kies welk gedicht jij het best vindt passen bij het schilderij. Zet het blauw
De zee
De invloed van matige wind op kleren
Willem Hussem
Judith Herzberg
K. Schippers
(uit de bundel: In druk)
(uit de bundel: Doen en laten)
(uit de bundel: Ik doe lekker wat ik wil)
zet het blauw
De zee kun je horen
Ga je naar het strand? Mag ik
van de zee
met je handen voor je oren,
als je terugkomt het zand
tegen het
in een kokkel,
uit je schoenen voor de
blauw van de
in een mosterdpotje,
bodem van mijn aquarium?
hemel veeg
of aan zee.
er het wit van een zeil in en de wind steekt op.
Oefeningen voor jonge dichters Het belangrijkste is: schrijf wat jij mooi vindt. Niets is gek en wat een ander ervan denkt, is niet altijd belangrijk! Verder: een gedicht hoeft niet te rijmen, hoor! Kies zelf een dichtoefening uit of wacht af om te horen wat de meester of juf wil.
J.H. Weissenbruch, Strandgezicht, 1887
Maak een klassengedicht De juf of meester geeft een beginzin op het bord, bijvoorbeeld:
Maak een naamgedicht
“Ik droomde dat…” of “Ik zou willen dat…”
Schrijf de letters van je naam onder
De kinderen uit de klas bedenken een paar
elkaar. Schrijf achter iedere letter een
vervolgzinnen. Door de zinnen op te delen in korte
woord dat bij jou past. Een voorbeeld:
stukken onder elkaar ontstaat ritme. Zo wordt het uiteindelijk een gedicht. Laat de beginregel af en toe
J…joepie!
terugkeren. Rijmen kan, maar hoeft niet. Deze oefening
E…elfenkind
kan ook worden gedaan door vijf willekeurige woorden
T…tovertuin
(bijvoorbeeld uit het woordenspel uit deze lees- en verteltekst) op het bord te zetten.
Maak dit gedicht af
Naar het museum
Geen zon zonder stralen,
Eenmaal in het museum maken we met elkaar een
geen ketting zonder kralen.
dwaaltocht door het gebouw. Soms lopen we bijzondere
Geen zee zonder water,
kamers binnen die je hier niet zou verwachten, of gaan we
geen vulkaan zonder krater.
midden op zaal zitten tussen de kunstwerken. Dat kunnen schilderijen zijn en beelden die gaan over: de zee, het
Geen
...
zonder
...
buitenleven, de stad, de dieren, of over de mensen met
geen
...
zonder
...
al hun geluk en verdriet. We gaan gedichten lezen en zelf
Geen
...
zonder
...
geen
...
zonder
...
schrijven die passen bij de kunstwerken. Met een eigen klassengedichtenbundel gaan jullie aan het einde van de museumles terug naar school.
t h c a r eerk
l e d Voor
Kinderboeken en websites met gedichten of over gedichten schrijven een beknopte lijst
• •
Gerard Berends, Het begin is anders, uitg. DiVers, 2002, ISBN 9076633150
2000, ISBN 9021454696
•
Jan Van Coillie, De dichter is een tovenaar, uitg. Averbode , 2000, ISBN 9031715646, of Er staat een taart in
lichterlaaie!, uitg. Davidsfonds/Infodok, 2004, ISBN 9080837911
•
Guus Kuijer, de complete serie boeken over Polleke: Voor altijd samen, amen; Het is fijn om er te zijn; Het
geluk komt als de donder; Met de wind mee naar de zee; Ik ben Polleke hoor! gebundeld in : Polleke, uitg.
Querido, 2003, ISBN 90 451 0055 x (De film over Polleke verscheen in 2003 in de bioscoop. In de film zijn alle
verhalen uit de vijf boeken verwerkt. De film is nu ook verkrijgbaar op DVD)
• • • • • •
Johanna Kruit, De maan begon te schijnen, uitg. Leopold, 2002, ISBN 9025837395
2003, ISBN 9045100428
• • • • • •
Edward van de Vendel (samenst.), Al mijn later is met jou, uitg. Querido, 2004, ISBN 9045101491
Tine van Buul, Bianca Stigter (samenst.), Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is,uitg. Querido,
Joke van Leeuwen, O zo heppie en andere versjes, uitg. Querido, 2000, ISBN 9021473356 Ted van Lieshout, Een lichtblauw kleurpotlood en een hollend huis, uitg. Leopold , 1997, ISBN 9025839894 Erik van Os, De man die in sprookjes geloofde, uitg. DiVers, 2002, ISBN 9076633142 Annie M.G. Schmidt, Ziezo : de 347 kinderversjes, uitg. Querido, 2000 (10e druk), ISBN 9021481677 Edward van de Vendel, Betrap me!, uitg. Querido, 1996, ISBN 9021484919 of Superguppie, uitg. Querido,
www.poetry.nl www.gedichtendag.nl www.taalvorming.nl www.plint.nl www.skep.nl
Gebruikte bronnen • • • • • •
Ted van Lieshout, Van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen, uitgeverij Leopold, Amsterdam, 1986 Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is, uitgeverij Querido, Amsterdam, 2000 Nou hoor je het eens van een ander, uitgeverij Querido, Amsterdam, 1981 www.gedichtendag.nl www. taalvorming.nl www.skep.nl
t h c a r eerk
l e d or
Vo
g
g u s s e L
Poster met recept voor gedicht
m e d r na
o
vo s e i t es
Recept voor een gedicht Wat je in ieder geval nodig hebt, is:
Laat een groepje kinderen een poster maken voor in de
• een speciale gedachte of gevoel
klas. De poster herinnert iedereen aan hét recept voor
• een speciale formulering (manier van
het maken van een gedicht. Een leuke start van een poëzieproject op school of in de klas.
zeggen of schrijven). • speciale aandacht (een stil moment).
Oefeningen voor jonge dichters die méér willen Er zijn heel veel manieren om een gedicht te maken. Hieronder worden er drie uitgelegd, met een voorbeeld
Schrijf een elfje Schrijf vijf regels met elf woorden: 1 woord, 2 woorden, 3 woorden, 4 woorden, 1 woord. Zie je dat je de stippels veranderen kunt in duinen zoals Mondriaan zag dat hij de duinen veranderen kon in stippels verf JvO
s
le m u use
Schrijf een rondeel Een rondeel kent 8 regels. Regel 1 komt terug als regel 4 en 7. Regel 2 is hetzelfde als regel 8. Eigenlijk hoort een rondeel te rijmen volgens een vast schema, maar zonder rijm is het al knap genoeg. Ik wou dat ik kon vliegen, het hoeft niet eens zo hoog. Dan zouden ze naar mij kijken! Ik wou dat ik kon vliegen. Nooit zouden ze mij vergeten: een held was ik in de lucht. Ik wou dat ik kon vliegen, het hoeft niet eens zo hoog. JvO
Schrijf een haiku Een haiku is een Japanse versvorm, die bestaat uit drie regels. De eerste regel heeft 5 lettergrepen (let op: dus niet 5 woorden!). De tweede 7 lettergrepen. De derde regel weer 5 lettergrepen. Groene vloer: velden Blauwe verdieping: hemel Ik er tussenin. JvO
Schrijf een vrij gedicht Door de zinnen op te delen in korte stukken ontstaat ritme. Zet de stukjes zin onder elkaar. Zo wordt het uiteindelijk een gedicht. Zoek niet naar rijmwoorden, maar naar woorden die uitdrukken wat jij bedoelt. Lees wat je schrijft af en toe hardop voor jezelf. Zo hoor je of het mooi klinkt of niet.
• Teken of schilder een
• Poëzietentoonstelling
Uitgeverij Plint heeft zich
Richt op school,
gespecialiseerd in het
Als je klaar bent met het
bijvoorbeeld in de gang
uitgeven van posters met
of in de schoolkrant/
schrijven van een gedicht,
of bij de ingang een
gedichten van dichters die
nieuwsbrief
maak er dan een tekening
tentoonstelling, een
zijn vormgegeven door
Bundel de gedichten van
of schildering bij. Laat zien
tentoonstelling in met
beeldend kunstenaars.
de klas en zet ze op de
wat jij in je hoofd hebt bij
gedichten die in de klas
Deze zijn zeer goed te
website van school of
jouw eigen gedicht. Wat zie
zijn gemaakt. En misschien
gebruiken in de klas.
plaats een selectie in de
je voor je?
ook met de zelfgemaakte
Ook is het mogelijk een
schoolkrant of nieuwsbrief.
tekeningen of schilderingen
tentoonstellingssysteem, al
die hierbij horen. Dit
dan niet met poëzieposters
kan ook gecombineerd
bij Plint aan te schaffen.
worden met gedichten
Voor meer informatie, kijk
van volwassen dichters die
op: www.plint.nl
gedicht
de kinderen zelf hebben uitgekozen.
Piet Mondriaan Duin III, 1909
• Bloemlezing op de website van school
dececmber 2006 © Gemeentemuseum Den Haag afdeling Educatie Tekst: Jet van Overeem Productiebegeleiding: Arjenne Bouwknegt Vormgeving: Anneke van der Stelt, Rotterdam; Lotte Laan gM Deze lees- en verteltekst is ook te downloaden vanaf onze site: www.gemeentemuseum.nl