8 n e 7 p e o r g s r e n n i g e b t r s o k o e v t l n e a t r a i e r v d n n o e M Lees
t h c a r eerk
l e d Voor
Het Gemeentemuseum Den Haag beheert de grootste collectie werken van Piet Mondriaan (18721944) ter wereld met als sluitstuk zijn allerlaatste schilderij, de ‘Victory Boogie Woogie’. Mondriaan begon zijn carrière met schilderijen van landschappen. De vraag is hoe hij uiteindelijk tot zijn beroemde composities met primaire kleuren is gekomen. In deze museumles onderzoeken we Mondriaans werk. De kinderen kunnen de geleidelijke veranderingen in zijn werk op de voet volgen: van ‘Molen bij zonlicht’, naar de bloeiende (appel)bomen, tot aan de composities. De schilderijen geven aanleiding tot het praten over begrippen als compositie en evenwicht. Iedereen ziet dat het gaat om wikken en wegen met vlakken en lijnen. Dat deed Mondriaan zijn leven lang, want zo eenvoudig is het niet om composities te maken. Het is maar de vraag of je dat zomaar kunt, laat staan ‘je kleine broertje’. De kinderen mogen het zelf gaan proberen met magneetborden en geometrische vormen in primaire kleuren. Precies zoals Mondriaan zijn composities eerst uitprobeerde met kleurvlakken op de wanden van zijn atelier of met gekleurd plakband op doek. Op zaal maken de kinderen schetsen van schilderijen uit de verschillende periodes. Deze worden
Piet Mondriaan met Broadway Boogie Woogie, foto: Fritz Glarner
g n i v j i r sch
e b s e l eum
Mus
Afbeelding op de voorkant; Piet Mondriaan, Avond; De rode boom, 1908-1910, olieverf op doek
gebundeld en gaan na afloop mee naar school. Het leven van Mondriaan vormt de rode draad van deze les en tegelijkertijd wordt bij de kinderen begrip gewekt voor voorstellingsloze kunst.
Lesdoelen
Kerndoelen
Praktische tips
• De leerlingen kunnen
1 NEDERLANDS > Mon-
• Deze lees- en vertel-
• Deze lees- en vertel-
iets vertellen over het
deling taalonderwijs. De
tekst is bedoeld om naar
tekst is ook te downloa-
leven van Piet Mondriaan.
leerlingen leren informatie
eigen inzicht ter voorbe-
den vanaf onze site:
te verwerven uit gesproken
reiding van de museumles
www.gemeentemuseum.nl.
diens ontwikkeling van
taal. Ze leren tevens die
te gebruiken. De inhoud
Ook handig in het geval u
figuratie naar abstractie.
informatie, mondeling of
ervan is een aanvulling op
in de klas beschikt over
schriftelijk, gestructureerd
de inhoud van de muse-
een digitaal schoolbord/
de werking van de beeld-
weer te geven.
umles en valt hiermee
smartboard.
aspecten kleur, vorm, lijn,
12 NEDERLANDS > Taal-
bewust slechts gedeelte-
licht en ritme in de werken
beschouwing, waaronder
lijk samen. U kunt deze
van Mondriaan herkennen
strategieën. De leerlingen
tekst bijvoorbeeld voorle-
en beschrijven.
verwerven een adequate
zen, navertellen, bespre-
woordenschat en strate-
ken of als inspiratie
enkele karakteristieken
gieën voor het begrijpen
gebruiken voor een
noemen van de beroemde
van voor hen onbekende
andersoortige les. Ook
composities uit de peri-
woorden. Onder ‘woorden-
treft u tot besluit sugges-
ode van de Nieuwe
schat’ vallen ook begrippen
ties aan voor een of
Beelding.
die het leerlingen mogelijk
meerdere les(sen) na het
maken over taal te denken
museumbezoek.
• De leerlingen ervaren • De leerlingen kunnen
• De leerlingen kunnen
• De leerlingen doen
zelfstandig opdrachten op
en te spreken.
• Het is voor de leerlin-
zaal, o.a. maken zij
52 ORÏENTATIE OP JEZELF
gen fijn om bij hun naam
schetsen naar beschou-
EN DE WERELD > Tijd
te worden aangesproken
wing en oefenen zij met
De leerlingen leren over
in het museum. Een
het zelf creëren van een
kenmerkende aspecten van
naambordje op hun
evenwichtige compositie.
tijdvakken, o.a.: wereldoor-
kleding werkt goed.
• De leerlingen weten dat
logen en Holocaust.
• Het is prettig als u de
Mondriaan een belangrijke
54 KUNSTZINNIGE
kinderen alvast zou willen
schilder is geweest die
ORÏENTATIE
uitleggen dat kunstvoor-
kunstenaars tot op heden
De leerlingen leren beel-
werpen in een museum
beïnvloedt.
den, taal, muziek, spel en
niet aangeraakt mogen
beweging te gebruiken, om
worden.
er gevoelens en ervaringen
• Het is mogelijk dat er
mee uit te drukken en om er
tijdens de les andere
mee te communiceren.
schilderijen worden
55 KUNSTZINNIGE
bekeken en besproken
ORÏENTATIE
dan afgebeeld staan in
De leerlingen leren op eigen
deze lees- en verteltekst.
werk en dat van anderen te
• Het is toegestaan
reflecteren.
tijdens de museumles
56 KUNSTZINNIGE
foto’s van uw leerlingen te
ORÏENTATIE
maken – zónder flits/
De leerlingen verwerven
statief.
enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
e d r Voo
n e g n i leerl
Om
anne te we ten er to de 1 t wanne Van w anne 9e eeuw er loop t er t ? de 2 ot wann eer l 0ste oopt eeuw ? Van w
Twee eeuwen Piet Mondriaan leefde van 1872 tot 1944. Met één been stond hij in de 19de eeuw. Met het andere in de 20ste. Om zijn kunst te begrijpen is het goed om dat te weten. 1872 hoort bij de 19de eeuw. In deze eeuw leerde Mondriaan schilderen op een manier die bij zijn tijd hoorde. Op de kunstacademie oefenden kunstenaars in het heel goed kijken naar de dingen om hen heen. Die moesten ze daarna ‘zo echt mogelijk’ overbrengen. Eerst met potlood op papier en daarna met verf op schildersdoek. In de 20ste eeuw kreeg Mondriaan - net als veel andere kunstenaars - heel andere ideeën over kunst. Ook die kun je niet los zien van de tijd waarin hij leefde. Het gaat dan niet meer om ‘zo echt mogelijk’, maar om heel andere dingen.
Piet Mondriaan, Geschoten haas, 1891, olieverf op doek
Een schilderij = een raam Piet Mondriaan was een kunstschilder. Zijn leven lang was hij geïnteresseerd in wat je met verf op doek kunt doen. Een schilderij kan als een soort ‘raam’ werken. Zo was het in de 19de eeuw. De kunstenaar laat jou in een schilderij een stukje van de wereld zien. Dat kan bijvoorbeeld een landschap zijn of een portret. Iets ‘net echt’ schilderen was hoe het hoorde in die tijd. In de 20ste eeuw begon dat idee over schilderkunst steeds meer te veranderen. Piet Mondriaan, Het Singel, Amsterdam, 1893, olieverf op doek
Parijs De fotografie bestond al weer een poos (sinds 1838) en werd steeds populairder. Foto’s zijn heel geschikt om als ‘raam’ te werken – als uitzicht op de wereld. Dat betekende dus dat je met schilderijen iets anders zou kunnen doen. Of misschien moést je wel iets anders met de schilderkunst nu er ook fotografie was! Daarover dachten heel veel kunstenaars na aan het begin van de 20ste eeuw. Vooral in Parijs kwamen kunstenaars uit heel Europa samen om te werken en te discussiëren over kunst. Ze wilden ‘moderne kunst’ maken. Kunst die paste
Piet Mondriaan, Schilderij I, 1921, olieverf op doek
bij hun eigen tijd. Er was een nieuwe eeuw aangebroken. De oude was voorbij. Weg met alle ouderwetse ideeën!
enken
a te d n r e v o
met ‘raam e t s e het b foto ind jij ’: een ld e Wat v r e ew ? t op d aarom uitzich rij? W e d il h sc of een
Om
Om ove r fi l o Wij sofe te leve ren n nu van o e en n
k jij
Piet Mondriaan, Schilderij I, 1921, olieverf op doek, detail
Om
t
e bed Wel enk ke k euz en naa es k rs m u ake nne n al n ku schi s he nste lder t ga Wel en v at o ke k an k mh euz et leur es k mak en? unn en a e n ku ls h nste schi et g naa lder aat rs en v om het an v lakk en?
ok a
an h et b egin u w . aan er e De geb e 2 n ni 1ste roke euw . n, w e t gaa a i j d a r is in v n ve eel rand zal eren ?
Den
ieuw
dat
e ee
Een schilderij = een schilderij Mondriaan ontdekte voor zichzelf dat een schilderij een wereld op zich is. Het is een vlak waarop je lijnen, vlakken en kleuren ordent. Dat is simpelweg wat een schilderij is. Daarbij heb je veel meer keuzes dan je denkt. Lijnen kunnen dik of dun zijn, horizontaal, diagonaal of verticaal lopen, vlak naast elkaar staan, recht of gekromd zijn, tot aan de rand doorlopen, afgebroken worden of zomaar stoppen, ze kunnen zwart zijn of een kleur hebben, enzovoort. Net zoveel keuzes heb je als het gaat om vlakken of om kleuren.
Harmonie Mondriaan zocht naar harmonie in zijn schilderijen. Hij wilde dat alles wat er op het doek stond in evenwicht was. Of dat nou bomen waren in een landschap (in zijn vroege werk) of rechthoekige vlakken tegen een lichtgrijze achtergrond (in zijn latere werk). Hij wilde evenwicht, maar geen saai evenwicht. Dat je bijvoorbeeld links een precies even grote boom of vlak zet als rechts. Dat is symmetrie. Mondriaan vond dat te gemakkelijk en niet spannend genoeg. Hij wilde dat zijn schilderijen boeiend waren om naar te kijken en tegelijk rust uitstraalden. Dat de kijker zou zien en voelen: ‘zo klopt het.’ Piet Mondriaan, Compositie no. II, 1930, olieverf op doek
eken
erzo te ond
n in
kke ontde ie r t e symm ht? Kun je n gezic je eige
Om
Piet Mondriaan, Avond aan het Gein, ca. 1906, olieverf op doek
Piet Mondriaan, Groot landschap, 1907-08, olieverf op doek
Ontwikkeling ‘Wat moet je doen om dat witte vlak interessant te maken?’ - dat vraagt een schilder zich steeds af. Elke dag weer. Alles wat je kiest en daarna schildert, geeft een effect - een bepaald beeld. Iedere andere keuze levert een ander beeld op. Is dat het beeld dat je hoopte, waar je naar zocht, of toch niet helemaal?
Piet Mondriaan, Rastercompositie 9: Dambordcompositie heldere kleuren, 1919, olieverf op doek
De kunstenaar maakt iets, kijkt ernaar, denkt, twijfelt en oordeelt. Vaak zoekt hij/zij verder en maakt opnieuw een kunstwerk. Of de kunstenaar vindt het goed en gaat verder op de ingeslagen weg. Zo ontstaat een oeuvre – dat is al het werk van een kunstenaar bij elkaar. Door heel veel kunstwerken van één kunstenaar uit verschillende periodes te bekijken kun je zien hoe het werk verandert - hoe de kunstenaar zich ontwikkelt.
Piet Mondriaan, Compositie in ovaal met kleurvlakken 2, 1914, olieverf op doek
Zoektocht Mondriaan tekende, schilderde en keek steeds wat er gebeurde op het doek of op het vel papier. Zijn intuïtie gaf hem meestal in wat hij moest doen. Daarna keek hij er kritisch naar en bepaalde hij of het goed was of niet. Kunst maken was voor hem een zoektocht. Hij experimenteerde totdat er iets ontstond waarvan hij het gevoel had dat het klopte. Het is namelijk helemaal niet gemakkelijk om wat je maakt te laten aansluiten bij wat je in je hoofd hebt. Dus na een poos probeerde hij het dan eens een beetje anders of zelfs helemaal anders. Ook lette hij op wat andere kunstenaars deden, bijvoorbeeld Picasso. Tussen hoe de schilderijen uit zijn jonge en oude jaren er uitzien is veel verschil. Alleen als je héél goed kijkt, zie je dat het toch dezelfde schilder is.
enken at d e b e W Om t teren?
Piet Mondriaan, Molen bij zonlicht, 1908, olieverf op doek
je
en experim is Zijn er t a W rvan? e l e e voord tuïtie? is het at is in W ? n dele ook na
n nere at je in n i r e d te h men
ko ecies over s n e fs pr l e e l z e w iet – nds t jou r je z anne o p Is he s o v f o n et chte oois dat h or m geda o r v a a t at M – wa as? W ken? a w weet m s r an et nde lt ga eel a zag h h e je wi h o c h to n je ? En taat aken e toe j resul m d e j n k i j e enli elde je eig oe vo e H d l ? i t i w zag? lijk u inde schil r e t e i v u er het
Om
Piet Mondriaan, Compositie met gele lijnen, 1933, olieverf op doek
Om
Hoe het begon kun
Bes
Piet Mondriaan werd in 1872 (meer dan 135 jaar geleden) geboren in Amersfoort. Hij hield veel van
kun
stac
taan
stac
ade
te w
er n
eten
u oo
k no g s? W a t is mie een prec leer ies? je e Wat r?
ade
mie
tekenen. Toen hij pas 17 jaar oud was, slaagde hij voor het diploma van tekenleraar. Schilderen met olieverf leerde hij van zijn oom Frits die kunstenaar was. Samen met hem werkte hij buiten - in de vrije natuur - aan landschappen. Toen hij 20 jaar oud was, verhuisde Mondriaan naar Amsterdam. Hij nam les aan de kunstacademie, want hij liever kunstenaar worden dan tekenleraar zijn . Op de academie leerde hij zo ‘echt’ mogelijk schilderen.
Atelier van Piet Mondriaan aan het Rembrandtplein in Amsterdam, 1906
Na de kunstacademie Hierna begon hij naar een eigen stijl te zoeken. Eerst schilderde hij landschappen in groen-, bruin- en grijstinten. Er was in Nederland een traditie in het schilderen van landschappen. Daar paste Mondriaan goed in. Zijn schilderijen laten de sfeer van dat moment van de dag zien. Veel mensen waren er enthousiast over. Daarna ontstonden er landschappen in fellere kleuren. Mondriaan had door veel buiten te zijn ontdekt dat er soms een ongelooflijke kleurenpracht te zien is. Een knalrode zon, Piet Mondriaan, Bomen langs het Gein, 1905, olieverf op doek
een felroze lucht, oranjerode wolken, blauwe boerderijen – het bestaat allemaal. Echt waar. Maar toen hij de kleuren ook zo begon te schilderen, wilden veel mensen dat toch niet geloven. Ze vonden zijn schilderijen heel vreemd. Dat weten we doordat er krantenartikelen bewaard zijn gebleven vol kritiek op Mondriaans werk. Later kon het hem niet eens meer schelen of de kleuren die hij gebruikte opvallend maar toch ‘echt’ waren. Hij zocht naar een nieuwe manier om de schoonheid van de natuur te laten zien. En koos daarbij voor heel eigen kleuren. Er waren meer kunstenaars die dat deden in die tijd, bijvoorbeeld Jan Toorop en Vincent van Gogh.
Om over te d i s c Moe ten s ussiëre child n er
ijen ‘ net e cht’ , vind Waa jij? rom wel o f nie t? lijken
Piet Mondriaan, De rode wolk, 1907, olieverf op doek
Piet Mondriaan, Oostzijdse molen bij avond, 1907-08, olieverf op doek
Beroemd Mondriaan hoort bij de meest beroemde kunstenaars van Nederland. Zijn werk heeft veel invloed gehad op kunstenaars na hem. Vanaf het moment dat hij ‘anders’ ging schilderen dan de meeste schilders, waren er
eren e f o s filo mig
maar weinig mensen die hem begrepen. Soms was het moeilijk om zijn schilderijen verkocht te krijgen. Om de huur en de boodschappen te kunnen betalen, maakte hij in opdracht
te som over komen dat md m O roe het Hoe
portretten van mensen. Of hij schilderde bloemen die beter verkochten dan het werk
s be zou rs pa a a n ood? te kuns hun d a n en word
dat hij zelf belangrijk vond. Maar er waren ook tijden dat zijn portemonnee wél goed gevuld was. Dan kocht hij mooie kleren en ging uit dansen, want daar was hij dol op. In de laatste jaren van zijn leven raakte zijn werk redelijk bekend in een aantal landen. Ook hing het in een paar musea. Nu is zijn kunst beroemd over de hele wereld. Bijna iedereen heeft wel
Piet Mondriaan, Chrysant, 1908, gouache op papier
eens van hem gehoord. Dat heeft Mondriaan zelf niet meer meegemaakt. Het is al meer dan 60 jaar geleden dat hij is gestorven - aan een longontsteking. Het laatste schilderij stond toen nog op zijn schildersezel. Victory Boogie Woogie heet het. Het was niet af. Het is het eindpunt van Mondriaans werk en wordt nu gezien als hoogtepunt van de kunst in de 20e eeuw.
Piet Mondriaan, Victory Boogie Woogie, 1942-44, olieverf, tape, papier, houtskool en potlood op doek
Om
Kun kuns
tschi
Naar het museum
te be
je ee
n pa
denk
ar be
en
roem lders de noem welk e lan e n ? Uit den kom en zi j?
Hoe het ging met Piet Mondriaan na de ‘Molen bij Zonlicht’? Wat Mondriaan wilde met zijn composities in rood, blauw en geel? Hoe het allerlaatste kunstwerk van Mondriaan er in het echt uitziet? Dat zie, leer en ervaar je binnenkort in het Gemeentemuseum Den Haag waar de meeste schilderijen van Mondriaan ter wereld zijn. Je gaat op zaal ook zelf aan het werk met kijk- en tekenopdrachten. Piet Mondriaan, Compositie met rood, blauw, zwart, geel en grijs, 1921, olieverf op doek
t h c a r eerk
l e d Voor
Kinderboeken over Mondriaan V. Antoine-Andersen, Kunst om de wereld te begrijpen, uitg. Biblion, 2004, ISBN 9789054835691 K. Couprie, A. Louchard, In het museum. Ik zie, ik zie wat jij niet ziet, uitg. Lannoo, 2006, ISBN 9789020966114 J. Gaff, 20ste eeuw design: 1900-1920, de geboorte van het modernisme, uitg. Ars Scribendi, 2003, ISBN 90-5495-728-X C. d’ Harcourt, Kunst in de kijker, uitg. Lemniscaat, 2001, ISBN 9789056373757 K. de Jong, Wat een kunst, uitg. Gottmer, 2001, ISBN 9789025732790 T. van Lieshout, Het papieren museum, delen: 1, 2 en 3, uitg. Leopold, 2007 (dl. 3), ISBN 9789025851737 M. Mannig, Gratis toegang. De leukste ideeën voor je eigen museum, uitg. Ploegsma, 1999, ISBN 9021615223 R. van der Meer, Het Kunst Pakket Junior, 1996, ISBN 9789021614298 A. Nilsen, Kunstdetective, uitg. Bakermat, 2001, ISBN 9789054613107 W. Pijbes, Het kleine schilderboek, uitg. Waanders, 2002, ISBN 9040096082 J. Richardson, Kunstkijken: de geheimen van schilderijen, uitg. Waanders, 2000, ISBN 9789040094712
Piet Mondriaan in zijn atelier, ca. 1933, foto: Charles Karsten
Lessuggesties voor ná de museumles Evenwicht in vlakken Biedt de leerlingen stevig papier aan in diverse kleuren. De leerlingen kiezen drie kleuren uit die zij interessant vinden in verhouding tot elkaar. Hierop tekenen zij vormen die ze vervolgens uitknippen. Hierbij hebben ze de keuze tussen organische vormen of geometrische vormen. Bespreek deze begrippen. De kinderen maken een persoonlijke keuze voor ofwel ‘organisch’ ofwel ‘geometrisch’ en kunnen deze motiveren. Vervolgens kiezen ze een vel papier dat dient als ondergrond. De opdracht is een compositie te maken die mooi in evenwicht is en toch niet saai. Ze verschuiven de vlakken net zo lang totdat ze tevreden zijn met het eindresultaat. Formaat, vorm, lijn zowel als kleur spelen een rol in het realiseren van evenwicht. De vormen worden vastgeplakt op de ondergrond. Opstel over Mondriaan Combineer deze opdracht waarin leerlingen informatie over Piet Mondriaan zoeken en verwerken tot een opstel met een les over het ‘leren omgaan /zoeken op het internet’. Websites die onder andere gebruikt kunnen worden, zijn: www.gemeentemuseum.nl www.wikipedia.nl Duisternis en zonlicht, een tweeluik Bekijk en bespreek enkele afbeeldingen in deze lees- en verteltekst van het vroege werk van Mondriaan, waarin zowel de verbeelding van het invallende duister of het stralende zonlicht een rol spelen. Welke kleuren heeft Mondriaan hiervoor gebruikt? Welke kleuren zou jij hieraan kunnen toevoegen. Laat de kinderen nu een tweeluik - twee afzonderlijke schilderingen die bij elkaar horen - schilderen met plakkaatverf. Ze kiezen hiervoor hetzelfde landschap als uitgangspunt. Wat voor soort landschappen bestaan er? Welke hebben hun voorkeur? Een weiland, bos of meer, of juist een rivier- of berglandschap? Hoe ziet het landschap eruit in de schemering? En hoe op een warme zomermiddag? Mondriaandans Tijdens de museumles hebben de leerlingen gehoord dat Piet Mondriaan veel van muziek en van dansen hield. Hij werd wel ‘de dansende Madonna’ genoemd omdat hij statig rechtop danste en heel rechte lineaire dansbewegingen maakte. Heel modern was in zijn tijd de boogie woogie. Nu is er andere moderne muziek en is de boogie woogie ouderwets geworden. Wat vinden de leerlingen de beste dansmuziek van hún tijd? In groepjes bedenken de leerlingen zelf een choreografie, een dansje, dat Piet Mondriaan mooi gevonden zou hebben. Zij geven een presentatie voor de rest van de klas. Laat de groepjes dezelfde muziek als uitgangspunt gebruiken, dan worden de uitvoeringen beter vergelijkbaar. Vraag aan de toeschouwers of zij denken dat Mondriaan het mooi zou hebben gevonden en waarom. En laat de dansers hierop reageren. Wat waren hun overwegingen? Waarom is dit echt een Mondriaandans? Gebruikte bronnen H. Janssen, Mondriaan in het Gemeentemuseum Den Haag, Gemeentemuseum Den Haag, 2008. © Gemeentemuseum Den Haag, afdeling Educatie tekst: Jet van Overeem productiebegeleiding: Esther van der Sprong vormgeving : Anneke van der Stelt, Rotterdam / Ilse Bruêns, afdeling Foto & Vorm Gemeentemuseum Den Haag mei 2008 Deze lees- en verteltekst is ook te downloaden vanaf onze site www.gemeentemuseum.nl