Reglement van het Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Sint-Joostten-Node, houdende de dienstverlening inzake gezondheid.
DE RAAD,
Gelet op de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; (1) Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; (2) Overwegende dat de openbare centra voor maatschappelijk welzijn in het algemeen over een ruim beoordelingsvermogen beschikken om te beslissen of er steun moet worden verleend en onder welke vorm; dat dit beoordelingsvermogen echter niet mag uitmonden in willekeur; dat het dus belangrijk is om gedragslijnen vast te leggen en te verspreiden; (3) Overwegende dat de maatschappelijke hulp die de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toekennen, in principe residuair is; dat men er dus op moet toekijken dat de gebruikers van het centrum eerst hun rechten tegenover derden laten gelden, in voorkomend geval met de hulp van het centrum; (4) Overwegende dat de steun van het centrum in principe wordt onderworpen aan een sociaal onderzoek dat besluit met een precieze diagnose van het bestaan en de omvang van de behoefte aan maatschappelijke hulp en dat de meest gepaste middelen voorstelt om daarin te voorzien; dat men onder «de meest gepaste middelen» meer bepaald het systematisch zoeken naar de beste kwaliteitsprijsverhouding moet verstaan, alsook maatregelen die moeten vermijden dat de behoeftige staat van de gebruiker toeneemt; (5) Overwegende het groeiende aandeel van de uitgaven die het centrum maakt om de behoeften van de gebruikers inzake gezondheid te beantwoorden; (6) Overwegende dat het centrum zijn gezondheidsbeleid wil ontwikkelen en rationaliseren; dat het centrum met andere Brusselse OCMW ‘s de overeenkomst van 30 september 1998 heeft afgesloten, « onderstanddomicilie bis » genoemd (7), betreffende de opvang van psychiatrische patiënten die op 2 mei 2002 in werking is getreden, zoals gewijzigd door de overeenkomst van........ (8), alsook door de overeenkomst van...... betreffende de vergoeding van geneesmiddelen die niet worden terugbetaald door het RIZIV; (9) Overwegende de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, meer bepaald zijn bepalingen betreffende de farmaceutische specialiteiten waarvan het werkzaam bestanddeel niet of niet meer in België beschermd is door een octrooi of een certificaat ter aanvulling van het octrooi (10), de kringen van algemeen geneeskundigen (11), het globaal medisch dossier (12), de verhoogde tegemoetkoming van de verzekering (13), de maximumfactuur (14);
Overwegende het decreet van de Franse Gemeenschap van 29 maart 1993 betreffende de erkenning en de toekenning van toelagen aan geïntegreerde gezondheidsverenigingen, zoals gewijzigd door het decreet van de Franse gemeenschapscommissie van 12 juli 2001; (15) Overwegende het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies; (16) Overwegende de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt; (17) Overwegende de wet van 05 juni 2002 betreffende de maximumfactuur in de verzekering voor geneeskundige verzorging; (18) Overwegende de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, meer bepaald zijn bepalingen betreffende de verbintenis tot tenlasteneming; (19) Overwegende het overleg betreffende onderhavig reglement tussen het centrum, de geneeskundigen die hun geneeskunst op het grondgebied van de gemeente SintJoost-ten-Node uitoefenen en de apothekers van wie de apotheek op datzelfde grondgebied ligt; (20) Gelet op het huishoudelijk reglement en het gunstig advies van het bijzonder comité voor de sociale dienst; (21) BESLIST: Hoofdstuk I – Algemene bepalingen. Artikel 1 – In de zin van onderhavig reglement en zijn bijlagen I tot XIII, moet men verstaan onder:(22) 1. SIS-kaart: de sociale identiteitskaart, ingevoerd bij koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels, rekening houdend met zijn wijzigingen; 2. Centrum: het Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Sint-Joostten-Node; 3. Bijzonder comité: het bijzonder comité voor de sociale dienst aan wie de Raad de taak toevertrouwde om geïndividualiseerde maatschappelijke dienstverlening toe te kennen aan de gebruikers; 4. Raad: de raad voor maatschappelijk welzijn van het centrum; 5. Overeenkomst geneesmiddelen D tussen IRIS/OCMW: de overeenkomst van...... betreffende de betaling van geneesmiddelen die niet worden terugbetaald door het RIZIV, rekening houdend met de wijzigingen; 6. OCMW: elk ander openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dan het centrum;
2
7. globaal medisch dossier: het dossier dat wordt voorzien door artikel 36 septies van de wet V.V.G.V.U. en door het koninklijk besluit van 18 februari 2004 tot vaststelling van de voorwaarden en regels in overeenstemming met welke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aan de erkende algemeen geneeskundige een honorarium betaalt voor het beheer van het globaal medisch dossier, rekening houdend met hun wijzigingen; 8. wet V.V.G.V.U.: de wet betreffende de verzekering verplichte geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, rekening houdend met zijn wijzigingen; 9. wet van 2 april 1965: de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, rekening houdend met zijn wijzigingen; 10. organieke wet: de organieke wet van 18 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, rekening houdend met zijn wijzigingen; 11. MAF: de maximumfactuur zoals bepaald door en krachtens de wet van 5 juni 2002 betreffende de maximumfactuur in de verzekering voor geneeskundige verzorging, rekening houdend met zijn wijzigingen; 12. algemeen geneeskundige: elke doctor in de geneeskunde, heelkunde en verloskunde die zijn geneeskunst beoefent in overeenstemming met het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies en in deze hoedanigheid erkend is in overeenstemming met het ministerieel besluit van 30 april 1993 betreffende de erkenning als algemeen geneeskundige wat de toepassing van de wetgeving inzake de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, alsmede het voeren van de titel van algemeen geneeskundige betreft, rekening houdend met hun wijzigingen; 13. geneesheer-specialist: elke doctor in de geneeskunde, andere dan de algemeen geneeskundige, erkend in overeenstemming met het koninklijk besluit nr. 78; 14. geneesmiddel: elke enkelvoudige of samengestelde substantie, in overeenstemming met de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen aangediend als hebbende therapeutische of profylactische eigenschappen met betrekking tot ziekten bij mens, met uitsluiting van de substanties die deze eigenschappen hebben met betrekking tot ziekten bij dieren; 15.‘het goedkoopste geneesmiddel: het geneesmiddel waarvan de prijs die de patiënt of, het centrum geheel of gedeeltelijk, moet betalen, berekend tegen de dagelijkse kostprijs, het minst hoog is, terwijl de werkzame bestanddelen en de galenische vorm dezelfde zijn als deze van het gevraagde of voorgeschreven geneesmiddel’; 15. Voorzitter: de voorzitter van het centrum, meer bepaald indien hij in dringende gevallen handelt, in overeenstemming met artikel 28, §1, laatste lid en § 3 van de organieke wet; 16. Polikliniek: de polikliniek van het centrum, gelegen in de Eeckelaersstraat, nr. 37A in 1210 Brussel; 17. Ontvanger: de ontvanger van het centrum; 18. Secretaris: de secretaris van het centrum; 19. Zorgen: alle gezondheidsprestaties, voorzien door artikel 34 van de wet V.V.G.V.U.; 20. RIZIV-tarief: de tarieven die door en krachtens de wet V.V.G.V.U. vastgelegd zijn in de nomenclaturen van de gezondheidsprestaties die de Koning bepaalt, rekening houdend met hun wijzigingen; 3
21. gebruiker: elke persoon die de hulpverlening van het centrum vraagt;
Artikel 2 Onderhavig reglement wordt begrepen onverminderd de engagementen die het centrum nam via de overeenkomsten van de bijlagen I tot IV. (23) Onder dit voorbehoud kan het centrum afwijken van de bepalingen van onderhavig reglement indien de afwijking gunstig is voor de gebruiker en verantwoord door specifieke omstandigheden, eigen aan de gebruiker. In dat geval verduidelijkt de maatschappelijke werker die het sociale onderzoek moet verwezenlijken, deze specifieke omstandigheden in zijn verslag, alsook de bepaling(en) van onderhavig reglement van welke hij wil afwijken. (24) In voorkomend geval vermeldt de maatschappelijke werker ook de wettelijke en reglementaire bepalingen die het centrum verplichten om de hulpverlening toe te kennen, die het verbieden om dit te doen of die het toelaten om dit te doen, zonder dat het over de mogelijkheid beschikt om de uitgave geheel of gedeeltelijk op derden te verhalen. (25)
Hoofdstuk II – De hulpverlening Afdeling I
Algemene bepalingen.
Artikel 3 De dienstverlening van het centrum inzake gezondheid omvat de begeleiding en de financiële hulpverlening. Artikel 4 De begeleiding wordt automatisch verleend door de diensten van het centrum, zonder voorafgaande toelating van het Bijzonder comité of van de Raad en kan enkel worden geweigerd of stopgezet door voormelde instanties wanneer deze het budget van het centrum abnormaal belasten of abnormaal zwaar wegen op de arbeidstijd van de personeelsleden van het centrum. (26) Artikel 5 Afhankelijk van het geval wordt de financiële hulpverlening toegekend door het Bijzonder comité, de Voorzitter of de Raad, na een sociaal onderzoek dat besluit met een precieze diagnose van het bestaan en de omvang van de behoefte aan maatschappelijke hulpverlening en dat de meest gepaste middelen voorstelt om daarin te voorzien, inclusief de begeleidingen. (27) In overeenstemming met de organieke wet kan ze geheel of gedeeltelijk bij particulieren worden teruggevorderd. Ze kan worden toegekend onder de vorm van voorschotten die teruggevorderd kunnen worden van de gebruiker. 4
In voorkomend geval wordt de toekenning onderworpen aan de ondertekening, door de gebruiker, van een algemene volmacht die het centrum toelaat de tegemoetkoming van het verzekeringsorganisme rechtstreeks bij deze laatste terug te vorderen, alsook een speciale volmacht die het centrum het recht geeft om het MAF rechtstreeks terug te vorderen. (28) Artikel 6 De financiële hulp wordt geweigerd: 1. behoudens dringende medische hulp, aan mensen zonder wettig verblijf; (29) 2. aan vreemdelingen die, in overeenstemming met de wet van 15 december 1980, het Schengengrondgebied enkel mogen betreden indien ze over voldoende middelen beschikken of het voorwerp vormen van een verbintenis tot tenlasteneming; (30) 3. aan gebruikers die, al was het maar door hun systematische inertie, zonder geldige reden elke begeleiding verhinderen die van aard is om hun rechten tegenover derden te doen gelden of om de last van de financiële steun die aan het centrum wordt gevraagd, te verminderen, of nog de voorwaarden van de toekenning van de steun niet respecteren; (4) 4. indien en in de mate waarin een derde, natuurlijke of rechtspersoon, door of krachtens de wet verplicht is om in de behoeften van de gebruiker, meer bepaald inzake gezondheid te voorzien; (4) 5. indien ze betrekking hebben op zorgen voor dieren; (31) 6. onverminderd onderhavig reglement, wanneer het centrum deze door of krachtens de wet niet verschuldigd is aan de gebruiker; (32) 7. wanneer de vraag, ongeacht of deze wordt ingediend door de gebruiker of een derde-schuldeiser of rechthebbende, bij het centrum wordt ingediend binnen termijnen en voorwaarden die het centrum redelijkerwijze verhinderen om te voldoen aan de voorwaarden van de organieke wet en van de wet van 2 april 1965 om de terugbetaling van de dienstverlening te bekomen. (33)
Artikel 7 (34) Om in aanmerking te komen voor de terugbetaling van hun honoraria ten laste van het centrum, eventueel na aftrek van de tegemoetkoming van het RIZIV, moeten de geneeskundigen zich schikken naar onderhavig reglement en, afhankelijk van het geval, toetreden tot de overeenkomst voor de algemeen geneeskundigen van bijlage V of zich schikken naar de bepalingen van bijlage VI. Kunnen tot de overeenkomst toetreden: de algemeen geneeskundigen met kabinet op het grondgebied van de gemeente Sint-Joost-ten-Node, inclusief bij de polikliniek of, voor de personen die in het geriatrisch centrum van het centrum wonen of op kosten van het centrum in een ander rusthuis of rust- en verzorgingstehuis zijn geplaatst: de algemeen geneeskundigen die hen voor hun overplaatsing verzorgden en die deze praktijk na hun overplaatsing vervolgen. De gebruiker kiest een algemeen geneeskundige onder de algemeen geneeskundigen die tot de overeenkomst zijn toegetreden en kan zijn keuze enkel veranderen onder de voorwaarden van artikel 18, lid 2,5. 5
Artikel 8 (35) Om in aanmerking te komen voor de terugbetaling van het aandeel ten laste van het centrum, eventueel na aftrek van de tegemoetkoming van het RIZIV, moeten de apothekers zich schikken naar onderhavig reglement en, afhankelijk van het geval, toetreden tot de overeenkomst voor de apothekers van bijlage VII of zich schikken naar de bepalingen van bijlage VIII. Kunnen tot de overeenkomst toetreden: alle apothekers met apotheek op het grondgebied van de gemeente Sint-Joost-ten-Node. De gebruiker kiest een apotheker onder de apothekers die tot de overeenkomst zijn toegetreden en kan zijn keuze enkel veranderen onder de voorwaarden van artikel 18, lid 2,5.
Afdeling II
De begeleiding
Artikel 9 De begeleiding omvat in elk geval de controle van de aansluiting van de gebruiker bij een verzekeringsorganisme of, bij ontstentenis, bij de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. In voorkomend geval maakt het centrum de gebruiker lid in overeenstemming met artikel 60, §5, van de organieke wet en zorgt ervoor dat deze aansluiting actief is en blijft. (36) Artikel 10 Het centrum verstrekt raad en nuttige inlichtingen en zet alle stappen om de betrokkenen alle rechten en voordelen te geven waarop ze aanspraak kunnen maken in het kader van de Belgische of buitenlandse wetgeving, meer bepaald wat betreft de SIS-kaart, de MAF, het globaal medisch dossier, de poliklinieken, de goedkoopste geneesmiddelen, inclusief de generische geneesmiddelen, de verbintenissen tot tenlasteneming, de rechten van de patiënt, borstkankeropsporing, de inkomensvervangende tegemoetkoming, de integratietegemoetkoming en de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (37). Artikel 11 Het centrum verzekert, volgens zijn mogelijkheden, de communicatie van de officiële sensibiliseringscampagnes van de bevolking voor gezondheidsproblemen, meer bepaald inzake alcoholisme, andere vormen van verslaving, inenting, ongevallen thuis, verkeersongevallen, arbeidsongevallen, seksueel overdraagbare ziektes en geestelijke gezondheid bij de gebruikers te verzekeren. (38) Artikel 12 Het centrum licht de gebruiker in over de andere diensten dan deze van het centrum die hem kunnen steunen en, indien de gebruiker het vraagt , verwezenlijkt het centrum de stappen om hem de toegang te vergemakkelijken. (39)
6
Artikel 13 Het centrum staat de gebruiker bij in de bespreking van afbetalingsplannen voor zijn medische kosten, vooral van zijn ziekenhuisfacturen, inclusief de bespreking van de vermindering of de afstand van deze kosten. (40)
Afdeling III
Financiële hulp.
Subafdeling 1. De aansluiting bij een verzekeringsorganisme Artikel 14 Het centrum kan alle of een deel van de bijdragen voor de aansluiting en het behoud van de verzekerbaarheid van de gebruiker bij een verzekeringsorganisme of de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering betalen. (41)
Subafdeling 2. Dringende medische hulp aan mensen zonder wettig verblijf. Artikel 15 In overeenstemming met artikel 57, §2, van de organieke wet, neemt het centrum de kosten voor dringende medische hulp aan mensen zonder wettig verblijf te laste op voorlegging van een medisch getuigschrift waaruit de dringende noodzakelijkheid van de verstrekkingen blijkt, volgens het model van bijlage IX en naar behoren ingevuld. (42)
Subafdeling 3 De medische kaart. Artikel 16 De medische kaart is voorbehouden aan de gebruiker die deze vraagt en die, ondanks de middelen waarover hij beschikt en de activering van de rechten en voordelen waarop hij tegenover derden aanspraak kan maken, met als uitzondering de personen die hier illegaal verblijven en die er geen recht op hebben, inclusief de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, niet over voldoende middelen beschikt om de kosten te dragen die uit zijn gezondheidstoestand voortvloeien.( 43) Artikel 17 De medische kaart wordt toegekend op basis van een sociaal onderzoek, voor een bepaalde duur die niet meer kan bedragen dan één jaar voor de gebruiker van ten minste 65 jaar en zes maanden voor de andere gebruikers. Ze kan enkel worden verlengd, gewijzigd, opgeschort of ingetrokken door het Bijzonder comité of de Raad, op basis van een sociaal onderzoek.(44) Voor personen die hier illegaal verblijven mag de geldigheid van de medische kaart niet langer zijn dan 3 maanden, de vernieuwing van de kaart is onderworpen aan het feit dat hun situatie onveranderd blijft. 7
Artikel 18 De medische kaart kan algemeen of specifiek zijn. (45) De algemene medische kaart verzekert de gebruiker de kosteloosheid van de preventieve en therapeutische medisch-farmaceutische zorgen, tegen volgende voorwaarden: 1. de zorgen moeten worden verstrekt of voorgeschreven door de algemeen geneeskundige die de gebruiker in overeenstemming met artikel 7 kiest of door de geneesheer-specialist of de geneesheer van wacht naar wie de algemeen geneeskundige hem verwijst; (46) 2. enkel de zorgen bedoeld in de nomenclaturen van de gezondheidsprestaties, vastgelegd door en krachtens de wet V.V.G.V.U., verstrekt of voorgeschreven in overeenstemming met diezelfde wet, tegen de RIZIV-tarieven, alsook de geneesmiddelen die niet door het RIZIV worden terugbetaald en die in bijlage 2 van de overeenkomst geneesmiddelen D tussen IRIS/OCMW worden vermeld, worden in aanmerking genomen; (47) 3. ‘het geneesmiddel moet worden afgeleverd door de apotheker die de gebruiker in overeenstemming met artikel 8 gekozen heeft, verder de ‘vaste apotheker’ genoemd of, in voorkomend geval, door de apotheker naar wie de vaste apotheker hem verwijst; de gebruiker betaalt de apotheker 50 cent per verpakking’; 4. de algemene medische kaarten, waarvan de modellen in bijlage X zijn bijgevoegd, moeten volgende leesbare elementen bevatten: -
-
-
de namen, voornamen, geboorteplaats en -datum, adres, behalve voor diegenen die hier illegaal verblijven en die deze niet hebben, INSZnummer of INSZbis en nummer van het sociaal dossier van de houder en van elk van de minderjarige kinderen ten zijne laste die recht hebben op dezelfde medische kaart; (48) de namen, voornamen, adres en professioneel telefoonnummer en, in voorkomend geval, het RIZIV-nummer van de algemeen geneeskundige en van de apotheker die de gebruiker koos, alsook van de maatschappelijke werker die bij het centrum belast is met het dossier van de gebruiker; (49) de geldigheidsduur van de medische kaart; (50) binnen de dertig dagen na afgifte de stempel en de handtekening van de algemeen geneeskundige; (51) de geldigheidsduur van het hoogdringendheidsattest voor de personen die hier illegaal verblijven,
5. de gebruiker mag niet van algemeen geneeskundige of apotheker veranderen zonder het centrum in te lichten en vóór het centrum hem de naar behoren aangepaste kaart heeft overhandigd. (52) 6. bij hoogdringendheid worden de hospitalisatie, de plaatsing van artikel 34 9°, en 18°, van de wet V.V.G.V.U. of de verplaatsing pe r ziekenwagen door het 8
centrum betaald op aanvraag van de zorgverstrekker binnen de achtenveertig uur na de betrokken opname of verplaatsing indien de algemeen geneeskundige van de patiënt, houder van de medische kaart, de noodzaak ervan bekrachtigt. In voorkomend geval bevat deze aanvraag voor tenlasteneming een aanvraag voor een requisitoir voor de verlenging van de hospitalisatie of van de plaatsing na de eerste achtenveertig uren; Onder dit voorbehoud is de tenlasteneming van de prestaties die de algemeen geneeskundige voorschrijft, andere dan de afgifte van geneesmiddelen, onderworpen aan de afgifte van een requisitoir of een bestelbon door het centrum. (53) 7. de medische kaart mag voor elk specifiek vermeld minderjarig kind dat minder dan twaalf jaar oud is, onder meer de naam, voornamen, het adres, het professionele telefoonnummer en het RIZIV-nummer vermelden van de kinderarts naar wie de algemeen geneeskundige verwijst voor alle pediatrische zorgen en die kan worden geraadpleegd zonder dat er vooraf een voorschrift moet worden gevraagd.’ De specifieke medische kaart verleent de gebruiker de kosteloosheid van de therapeutische medisch-farmaceutische zorgen, eigen aan een specifieke pathologie. De kaart wordt tegen dezelfde voorwaarden afgeleverd als de algemene medische kaart, met dien verstande dat enkel de zorgen van punt 2 van vorige alinea die rechtstreeks betrekking hebben op de betrokken pathologie in aanmerking worden genomen en dat ze, naast de vermeldingen van punt 4, melding moet maken van de geneesheer-specialist of de gespecialiseerde dienst naar wie de algemeen geneeskundige de gebruiker verwijst. De betrokken pathologie wordt in afzonderlijke brieven onder vertrouwelijke omslag meegedeeld aan de geneeskundige en aan de patiënt. De voorschrijvende geneeskundige zal onderscheiden voorschriften maken voor de verzorging en de geneesmiddelen voor de betrokken pathologie of, op zijn minst, de CMScode voor deze zorgen noteren, zodat de zorgverlener probleemloos het onderscheid kan maken tussen dat wat het centrum wel en niet ten laste neemt.’ (54)
Subafdeling 4. Afbetalingsplannen Artikel 19 Het centrum kan een deel betalen van de gezondheidskosten waarvan de betaling aan de gebruiker wordt gevraagd en die het voorwerp vormen van een afbetalingsplan, opgesteld in overeenstemming met artikel 13. Er kan met de gebruiker worden overeengekomen dat het centrum de betalingen uitvoert en deze aftrekt van de andere hulp die het centrum aan de gebruiker uitkeert.
Subafdeling 5. Bestelbonnen en requisitoirs Artikel 20
9
Behoudens de excepties van subafdeling 3, alsook de gevallen waarin het centrum, in overeenstemming met de wet van 2 april 1965, in zijn hoedanigheid van centrum van het onderstandsdomicilie tussenkomt op verzoek van het steunverlenende centrum, is elke financiële dienstverlening onderworpen aan de afgifte van een bestelbon of een requisitoir, beslist door het Bijzonder comité, de Raad of de Voorzitter. (55) (22) Voor de toepassing van artikel 15 worden de honoraria en andere kosten betreffende de technische verstrekkingen voor diagnose die nodig zijn voor de redactie van het medisch getuigschrift waaruit de dringende noodzakelijkheid van de verstrekkingen blijkt, alsook voor de dringende zorgen die tijdens het eerste medische bezoek werden verstrekt, zonder voorafgaand requisitoir terugbetaald door het centrum indien de betrokken persoon zonder wettig verblijf behoeftig is en op het grondgebied van de gemeente Sint-Joost-ten-Node verblijft én indien de geneesheer die deze terugbetaling vraagt, een algemeen geneeskundige is die toetrad tot de overeenkomst van artikel 7 én indien het verzoek binnen de vijf werkdagen volgend op de betrokken prestaties bij het centrum wordt ingediend. (56) Artikel 21 § 1 De bestelbon, volgens het model van bijlage XI, heeft betrekking op: -
-
verstrekken van brillen en andere oogprothesen, hoortoestellen, implantaten, bandages, orthesen en uitwendige prothesen, alsook alle andere medische voorzieningen; de reis- en verplaatsingskosten voorzien door en krachtens artikel 34, 10°, van de wet V.V.G.V.U.; het verstrekken van moedermelk, dieetvoeding voor medisch gebruik en parenterale voeding; het verstrekken van producten, andere dan geneesmiddelen, die in de apotheek worden verkocht.
§2 De bestelbon wordt afgeleverd op voorschrift van de algemeen geneeskundige die de gebruiker in overeenstemming met artikel 7 gekozen heeft of door de geneesheer-specialist of de geneesheer van wacht naar wie de algemeen geneeskundige hem verwijst. §3 De bestelbon moet het voorwerp van de bestelbon, het bedrag van de kosten die het centrum terugbetaalt, de naam of de firmanaam en het adres van de leverancier, de namen, de voornamen, het adres, het dossiernummer en, in voorkomend geval, het INSZ-nummer van de gebruiker leesbaar en precies vermelden. De bestelbon moet zijn gedateerd en ondertekend door de Voorzitter en de Secretaris van het centrum. Het medische voorschrift moet eraan toegevoegd worden. §4 Indien de bestelbon aan de gebruiker wordt overhandigd, moet hij deze binnen een redelijke termijn aan de leverancier aanbieden. Bij ontstentenis moet de leverancier de geldigheid van de bestelbon controleren bij het centrum.(57) §5 In voorkomend geval is de aangeduide leverancier deze met wie het centrum een 10
toeleverings- of dienstopdracht heeft afgesloten. (58) Artikel 22 §1 Het requisitoir, volgens het model van bijlage XII, heeft betrekking op alle andere zorgen dan deze bedoeld in artikel 21. §2 Het requisitoir wordt afgeleverd op voorschrift van de algemeen geneeskundige die de gebruiker in overeenstemming met artikel 7 kiest of door de geneesheer van wacht naar wie de algemeen geneeskundige hem verwijst. §3 Het requisitoir moet de ten laste genomen zorg, de datum en de duur van de prestatie, de voorwaarden voor de terugbetaling, de naam of de firmanaam en het adres van de zorgverstrekker, de namen, de voornamen, het adres, het dossiernummer en, in voorkomend geval, het INSZ-nummer van de gebruiker leesbaar en precies vermelden. (59) In voorkomend geval vermeldt het ook of het werd afgeleverd in afwijking op onderhavig reglement en verduidelijkt de bepaling(en) waarvan wordt afgeweken. Het requisitoir moet zijn gedateerd en ondertekend door de Voorzitter en de Secretaris van het centrum. Het medische voorschrift moet eraan toegevoegd worden. §4 Indien het requisitoir aan de gebruiker wordt overhandigd, moet hij deze binnen een redelijke termijn aan de leverancier aanbieden. Bij ontstentenis moet de leverancier de geldigheid van het requisitoir controleren bij het centrum. (56) Artikel 23 Het requisitoir onder vereenvoudigde vorm, « bon » genoemd, waarvan het model als bijlage XIII wordt toegevoegd, is voorbehouden aan de algemeen geneeskundigen en de apothekers die zijn toegetreden tot de overeenkomsten van de artikelen 7 en 8, alsook aan de geneesheren van de polikliniek.
Hoofdstuk III – Eindbepalingen. Artikel 24 Worden ingetrokken, alle conventionele of reglementaire schikkingen die het centrum nam en die niet overeenstemmen met onderhavig reglement. Artikel 25 De Raad mag onderhavig reglement wijzigen of intrekken zonder het voor te leggen aan het overleg dat in de inleiding wordt vermeld. (60) Artikel 26 Onderhavig reglement wordt geëvalueerd in overleg met de geneeskundigen die hun kunst op het grondgebied van de gemeente Sint-Joost-ten-Node beoefenen en met de apothekers met apotheek op datzelfde grondgebied, alsook met iedere persoon, instelling of dienst die de Raad aanduidt, tussen de dertiende en de achttiende maand na de inwerkingtreding. (61) 11
De Raad kan latere evaluaties beslissen, volgens de modaliteiten die hij bepaalt. Artikel 27 Onderhavig reglement wordt van kracht op 1 april 2005. (62)
12