PROCES-VERBAAL VAN DE OPENBARE ZITTING VAN DE RAAD VAN HET OPENBAAR CENTRUM VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN VAN EN TE MELLE 27 januari 2014 Aanwezig:
Verontschuldigd:
Lutgarde Van Den Broecke,voorzitter, Dirk De Paepe, Piet Cottenie, Marleen De Noyette, Kelly Dermul, Dierickx Marc, Stefaan Petit, Freddy Van de Putte, Hauterman David, Raadsleden; Gertjie De Sadeleer,secretaris. /
Dagorde : OPENBAAR GEDEELTE 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Goedkeuring van het openbaar gedeelte van het verslag van 17.12.13 en 30.12.13. Goedkeuring door de raad als budgethouder : diverse facturen. Verslagen van raadsleden die zitting hebben in diverse raden, commissies,… Kennisname van het verslag van het Vast Bureau van 02.12.2013. Kennisname van het verslag van het BCSD van 04.112.2013. Samenaankoop gas en elektriciteit met gemeente Melle : princiepsbeslissing en delegatie. 7. Huishoudelijk reglement van de organen van het OCMW : aanpassing-goedkeuring. 8. Op verzoek van raadslid F. Van de Putte : verzaken aan de zitpenningen voor de raad van 30.12.2013. 9. Personeel : vacant verklaren halftijdse contractuele functie huishoudelijke medewerker5 E1-E3) (met werfreserve). 10. Personeel: vacant verklaren voltijdse gesco-functie huishoudhulp (E1-E3) in poetsdienst voor senioren (met werfreserve). De zitting wordt door de voorzitter,Lut Van Den Broecke geopend om 20u 02. Bij dringende noodzaak en bij naamafroeping (Lut Van Den Broecke, voorzitter; Marleen De Noyette, Dirk De Paepe, Kelly Dermul, Piet Cottenie, Dierickx Marc, Hauterman David, Stefaan Petit, Freddy Van de Putte, Raadsleden) is men akkoord om volgende punt aan de agenda toe te voegen: openbaar gedeelte: 11. Overheidsopdracht : leveren warme maaltijden: wijze van gunnen en bestek. 1. Goedkeuren van het openbaar gedeelte van het verslag van 17.12.13 en 30.12.2013: Het openbaar gedeelte van het verslag van 17.12.2013 wordt eenparig goedgekeurd. Het openbaar gedeelte van het verslag van 30.12.2013 wordt eenparig goedgekeurd. Raadslid Hauterman informeert of er reactie kwam van de diensten voor gezinszorg op de stopzetting van de subsidies vanaf 2014. Er wordt ontkennend geantwoord. Raadslid Hauterman vraagt of in dit verslag zijn schriftelijk standpunt over het meerjarenplan van het OCMW dat werd vastgesteld in de zitting van 30.12.2013 en waarbij hij niet kon aanwezig zijn, zou worden opgenomen in deze notulen. Het huishoudelijk reglement laat dit niet toe.
2. Goedkeuring door de raad als budgethouder : diverse facturen. Er worden geen facturen ter goedkeuring aangeboden. 3. Verslagen van raadsleden die zitting hebben in diverse raden, commissies,… Raadslid Marc Dierickx vertelt over de bijeenkomst van de maandelijkse seniorenraad, waar het programma voor de seniorenweek 2014 reeds werd samengesteld. 4. Kennisname van het verslag van het Vast Bureau van 02.12.2013. De raadsleden nemen kennis van het verslag van 02.12.2013. Raadslid Hauterman vraagt meer informatie over de schrapping van de BBC-acties: publicaties in kermisboekjes en de aanwezigheid van het OCMW op de wekelijkse markt. Raadslid Van de Putte antwoordt dat de publicatie in lokale kermisboekjes tot misverstanden kan leiden als je niet in elk kermisboekje publiceert over het OCMW. 5. Kennisname van het verslag van het BCSD van 04.12.2013. De raadsleden nemen kennis van het verslag van het BCSD van 04.12.2013. 6. Samenaankoop gas en elektriciteit met gemeente Melle: princiepsbeslissing en delegatie. De gemeente heeft een nieuwe procedure gestart voor een overheidsopdracht om gas en elektriciteit te leveren aan de gemeente, het ocmw en de politie : het ocmw delegeert deze beslissing aan de gemeente
DE RAAD, Gelet op de richtlijn 98/30 EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende de gemeenschappelijk regels voor de interne markt voor aardgas; Gelet op de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988, inzonderheid artikel 94 wat de gewestelijke aspecten van het energiebeleid betreft; Gelet op de Wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen , zoals tot op heden gewijzigd, en de daarbij horende besluiten; Gelet op de organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW, zoals op heden gewijzigd voor het Vlaams grondgebied; Gelet op het OCMW decreet van 19 december 2008; Gelet op de Wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de gasmarkt (en het fiscaal statuut van de elektriciteitsproducenten), zoals tot op heden gewijzigd, en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten; Gelet op het Decreet van 6 juli 2001 houdende de organisatie van de gasmarkt, zoals tot op heden gewijzigd, en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 11 oktober 2002 houdende de organisatie van de gasmarkt, zoals tot op heden gewijzigd, en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 houdende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren; Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken; Overwegende dat vanaf 1 januari 2003 elke gemeente een leverancier kan aanduiden voor het leveren van elektriciteit voor afnamepunten waarvan het aansluitvermogen meer dan 56kVa bedraagt; Overwegende dat de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteit - en de Gasmarkt (VREG) in haar mededeling van 11 november 2002 met betrekking tot het kiezen van een leverancier door een overheid met toepassing van de wetgeving inzake overheidsopdrachten, duidelijk stelt dat besturen zich niet zonder meer kunnen laten toewijzen aan de door de distributienetbeheerder aangewezen leverancier, dit omwille van de dan te verwachten duurdere prijzen, dat aldus voor deze levering de wetgeving op overheidsopdrachten van toepassing is; Overwegende dat hierbij het principe van de annaliteit van de begroting in acht dient genomen te worden, dat aldus het aantal herhalingsopdrachten dient beperkt te blijven; Overwegende dat de VREG in voormelde mededeling stelt dat verschillende besturen deze overheidsopdracht gezamenlijk kunnen uitschrijven om hun gezamenlijke behoeften te dekken, en dat door de schaalvergroting van de opdracht een gunstig (neerwaarts) effect op de prijs te verwachten valt; Overwegende dat door een gezamenlijke opdracht er redelijkerwijze een gunstigere prijs kan verwacht worden, dan wanneer elk bestuur zelf een overheidsopdracht uitschrijft; Overwegende dat wordt voorgesteld de gemeente Melle aan te duiden om deze overheidsopdracht in gezamenlijke naam uit te schrijven;
BESLUIT: eenparig Artikel 1
Artikel 2 Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
De gemeente Melle wordt, conform de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals tot op heden gewijzigd, aangeduid om in naam en voor rekening van het OCMW van Melle op te treden met betrekking tot de overheidsopdracht strekkende tot het aanduiden van een leverancier voor elektriciteit voor de periode van drie jaar, alsook voor de levering van aardgas voor een periode van 3 jaar. De machtiging bedoeld in artikel 1 geldt voor het lastenboek zoals het aan het OCMW werd meegedeeld en middels dit besluit wordt goedgekeurd. De distributienetbeheerder wordt belast met het opmaken van een lijst met afnamepunten van het OCMW teneinde deze over te maken aan de gemeente voor opname in het bestek. De gemeente zal hierbij alle procedurele verplichtingen op zich nemen m.b.t. de in artikel 1 bedoelde overheidsopdracht. De gemeente zal het gunningsvoorstel op basis van het goedkoopste alternatief voor de cluster (zie lastenboek art. 1.2) ter informatie meedelen aan het OCMW van Melle. De gemeente kan een derde belasten met de materiële organisatie van de
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 10
opdracht inzake aankoop van elektriciteit voor de gebouwen en installaties van de gemeente en het OCMW en de coördinatie ervan met de gunningsprocedures van de andere aanbestedende overheden van de cluster, dit eveneens voor de gasaankoop. Het OCMW machtigt de gemeente om op haar beurt volmacht te geven aan de leverancier voor het opzeggen van de huidige leverancier en het bekendmaken van de keuze van de nieuwe leverancier aan de distributienetbeheerder Het OCMW verbindt er zicht toe om zelf overeenkomstig het bestek aan haar gerichte facturen voor de op haar afnamepunten ter beschikking gestelde elektriciteit en gas tijdig te betalen aan de leverancier. Het OCMW en de leverancier zullen geschillen met betrekking tot de leveringen op de afnamepunten van het OCMW via minnelijke onderhandelingen pogen op te lossen. In geval geen minnelijke oplossing gevonden wordt, vrijwaart het OCMW de gemeente integraal voor de geschillen m.b.t. leveringen op haar afnamepunten. In geval van een juridisch geschil met betrekking tot onderhavige overheidsopdracht, anders dan bepaald in artikel 8 (afnamepunten van het OCMW), is het OCMW mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot haar aandeel in de opdracht. Daartoe vrijwaart het OCMW de gemeente in verhouding tot zijn aandeel van de opdracht. dit besluit zal,voor verder gevolg, aan de bevoegde overheid toegestuurd worden.
7. Huishoudelijk reglement van de organen van het OCMW: aanpassing goedkeuring. DE RAAD, Gelet op de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW, Gelet op het OCMW decreet van 19 december 2008; Gelet op het voorliggende ontwerp van huishoudelijk reglement van de werking van de OCMW organen; Gelet op de bespreking en aanpassing, Gelet op de stemming;
BESLUIT : eenparig Artikel 1: Artikel 2:
Artikel 3:
Het voorliggende ontwerp van huishoudelijk reglement goed te keuren. Onderhavige beslissing zal in toepassing van art. 254 en 255 van het OCMW decreet ter kennis worden gebracht van het college van Burgemeester en Schepenen en van de Provinciegouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen. Een afschrift van deze beslissing wordt aan de ontvanger bezorgd.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE BERAADSLAGENDE ORGANEN VAN HET OCMW HOOFDSTUK I: RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN BIJEENROEPING Artikel 1 De raad vergadert tenminste tienmaal per jaar, na bijeenroeping door de voorzitter. De raad komt in beginsel bijeen op de vierde maandag om 20 uur. De voorzitter roept de raad daarenboven bijeen telkens hij dit noodzakelijk acht. Hij is tot bijeenroeping gehouden, hetzij op aanvraag van de burgemeester, hetzij op aanvraag van een derde van de zittinghebbende leden. De vergadering geschiedt alsdan op dag en uur en met de agendapunten door hen bepaald. Aan de secretaris moet voor elk punt een toegelicht voorstel van beslissing bezorgd worden. Deze aanvraag moet ingediend worden zodanig dat de voorzitter de oproepingstermijnen bepaald in art.2 van dit reglement kan nakomen. Tenzij de raad voor een bepaalde vergadering anders beslist grijpen de vergaderingen plaats ter zetel van het centrum gelegen Vossenstraat 107 te Melle. TERMIJN VAN OPROEPING Artikel 2 De bijeenroeping geschiedt schriftelijk en aan huis, tenminste 8 kalenderdagen voor de dag van de vergadering en vermeldt de agenda, de datum en het uur van de vergadering. Ze wordt toegestuurd aan alle zittinghebbende leden en aan de burgemeester of de schepen die hem vertegenwoordigt, alsook aan de gemeenteraad. Daartoe wordt de bijeenroeping gezonden aan de voorzitter van de gemeenteraad. De agenda wordt ook via e-mail doorgestuurd. Toegevoegde stukken zullen eveneens elektronisch worden bezorgd. De oproeping bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt. Het bekendmaken van de agenda geschiedt via de website en wordt aan de inkomdeur van het OCMW aangeplakt. De pers en belangstellende inwoners van de gemeente worden, op hun verzoek en binnen een nog lopende termijn, op de hoogte gesteld van de agenda van de raad, tegen betaling van de kostprijs. In spoedeisende gevallen kan deze termijn worden ingekort. Hij zal teruggebracht worden tot twee vrije dagen in geval na twee oproepingen niet de door artikel 32 van de OCMW-wet, vereiste meerderheid aanwezig is. Wanneer de spoedeisendheid er toe brengt dat de bijeenroeping heel snel moet gebeuren , zal de secretaris er voor zorgen dat alle leden op tijd worden verwittigd , dit voor alle bijeenroepingen van de raad , het vast bureau of de bijzondere comités. Het ontwerp van meerjarenplan, de jaarlijkse aanpassing van het meerjarenplan, het budget en de jaarrekening worden tenminste 14 kalenderdagen voor de vergadering aan elk raadslid besteld.
Het ontwerp van een budgetwijziging wordt uiterlijk samen met de agenda voor de vergadering waarop het wordt besproken aan ieder lid van de raad voor maatschappelijk welzijn bezorgd. Artikel 3 De voorzitter stelt de agenda vast. Alle punten die door de raad behandeld zullen worden zijn erin vervat. De namen van de hulpvragers mogen er niet in vermeld worden. Elk voorstel dat uitgaat van een lid en dat tenminste vijf dagen voor de datum van de vergadering aan de voorzitter wordt bezorgd, moet ingeschreven worden op de agenda. Dit voorstel wordt per brief of per mail bezorgd. De leden bezorgen hiertoe een toegelicht voorstel van beslissing aan de secretaris , die de voorstellen bezorgt aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn. De voorzitter stelt deze punten vast. De voorzitter zelf kan van deze mogelijkheid geen gebruik maken. De secretaris deelt de aanvullende agendapunten, zoals vastgesteld door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn , samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen van beslissing onverwijld mee aan de leden van de raad. Indien raadsleden punten aan de agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld op dezelfde wijze openbaar gemaakt. Bij een bijeenroeping op verzoek van de burgemeester of één derde van de zittinghebbende leden moeten de agendapunten, door hen bepaald, worden opgenomen. INZAGERECHT/BEZOEKRECHT Artikel 4 Behoudens in spoedeisende gevallen worden de volledige dossiers betreffende de op de agenda ingeschreven aangelegenheden evenals de notulen van de raad en de goedgekeurde notulen van het vast bureau minstens 8 dagen voor de dag van de vergadering door de secretaris ter beschikking gehouden van de leden en dit op de zetel van het centrum. Inzage kan tijdens deze periode geschieden op de gewone werkdagen van 8 tot 12 en van 13 tot 16 uur ( vrijdag tot 15 uur). Daarenboven liggen de voormelde dossiers en documenten ter beschikking van de leden gedurende één uur voor de aanvang van de vergadering. Vanaf 2014 kunnen raadsleden op hun verzoek ook elektronische inzage krijgen. Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de secretaris of de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers voor de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn. Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure.
De raadsleden richten hun verzoek schriftelijk of mondeling aan de secretaris. Op een schriftelijk vraag wordt schriftelijk geantwoord tenzij het raadslid een mondelinge toelichting wenst. De mondelinge toelichting gebeurt tijdens de kantooruren tenzij anders wordt overeengekomen. Artikel 5 Par. 1. De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht om ter plaatse kennis te nemen van alle akten, stukken en dossiers betreffende het OCMW. Dit impliceert dat ook studies, documenten en briefwisseling die feitelijke gegevens, adviezen van derden of de stand van zaken van een dossier bevatten, ter inzage zijn van de raadsleden. Onder "bestuursdocument betreffende het OCMW" dient begrepen te worden : elke bij het OCMW berustende informatiedrager, vanaf zijn ontstaan, ongeacht de drager en ongeacht het stadium van de besluitvorming waarin het stuk werd opgemaakt. Het inzagerecht betreft eveneens geautomatiseerde gegevensbestanden. Om reden van beveiliging en bescherming van het privé-leven van de burgers worden geen informatie of gegevens afgeleverd op geïnformatiseerde drager (b.v. diskette). Het inzagerecht impliceert evenmin dat de raadsleden een directe toegang tot het OCMW-informatica-systeem zouden hebben via een terminal of een persoonlijke computer. Persoonlijke nota's van de secretaris, de ontvanger en de overige personeelsleden, van de voorzitter of van raadsleden, die nog in bewerking zijn of nog ter studie liggen, alsook werkdocumenten van de voorzitter, vallen buiten het inzagerecht. Par.2. Het recht om ter plaatse kennis te nemen van alle stukken en bescheiden, dat overeenkomstig artikel 253 van het OCMW-decreet wordt toegekend aan het lid dat door het college van burgemeester en schepenen is afgevaardigd om toezicht en controle uit te oefenen op het OCMW , strekt zich niet uit tot de dossiers van individuele toekenning of terugvordering van maatschappelijke dienstverlening. Par. 3. De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn delen elk verzoek tot inzage van akten, stukken en dossiers betreffende het OCMW tenminste één dag op voorhand aan de secretaris mee en dit met vermelding van de dossiers waarvan zij inzage wensen. Deze bepaling is tevens van toepassing op het in paragraaf 2 bedoelde lid van het college van burgemeester en schepenen. Artikel 6 Aangezien de raad voor maatschappelijk welzijn als orgaan een collegiaal karakter heeft beschikken de raadsleden individueel over geen enkele bevoegdheid en zijn zij niet gerechtigd uit eigen initiatief een inrichting die van het OCMW afhangt te inspecteren. Het wordt de raadsleden dan ook aanbevolen de voorzitter en/of de secretaris vooraf in te lichten telkens wanneer zij in hun hoedanigheid van raadslid, met het oog op inspectie of informatie, een inrichting van het OCMW wensen te bezoeken. Dezelfde aanbeveling geldt ook voor het door het college van burgemeester en schepenen afgevaardigde lid dat overeenkomstig artikel 253 van het OCMW - decreet het recht heeft om de inrichtingen van het OCMW te bezoeken.
Artikel 7 De notulen van de vorige vergadering worden aan de leden opgestuurd, behalve de gedeeltes over de sociale dienst, daarnaast zal het openbaar gedeelte ter inzage blijven op het OCMW gedurende de periode van minstens 8 kalenderdagen bepaald in artikel 4 en gedurende een uur voor de aanvang van de vergadering. Artikel 7bis De leden van de raad voor maatschappelijk welzijn hebben het recht aan de voorzitter mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord. Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering kunnen de raadsleden mondelinge vragen stellen over aangelegenheden die het OCMW aangaan en die niet op de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn staan. Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord. Artikel 7 ter §1 Het OCMW maakt, aan ieder natuurlijk persoon en iedere rechtspersoon of groepering die erom verzoekt, de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn en de stukken die betrekking hebben op het openbare deel van de vergadering, openbaar, door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen overeenkomstig het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. § 2 Eenieder die de raadszitting bijwoont, krijgt bij het binnenkomen de agenda van de vergadering overhandigd. § 3 Nieuw vastgestelde reglementen en aanpassingen aan reglementen van de raad , het vast bureau en het bijzonder comité voor de sociale dienst worden door de voorzitter bekend gemaakt op de webstek van het OCMW met vermelding van de datum waarop het reglement werd aangenomen en de datum van bekendmaking op de website. AANWEZIGHEIDSQUORUM Artikel 8 De raad kan slechts beraadslagen en besluiten wanneer de meerderheid van de zittinghebbende leden aanwezig is. Hij kan echter, indien hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden is opgekomen, na een tweede oproeping en ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en besluiten over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen. In die tweede oproeping moet duidelijk vermeld worden dat het om een tweede oproeping gaat. WIJZE VAN VERGADEREN Artikel 9 Alvorens aan de vergadering deel te nemen tekenen de leden de aanwezigheidslijst. De namen van die leden worden in de notulen vermeld.
Artikel 10 De voorzitter zit de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn voor, en opent en sluit de vergaderingen. Op de voor de vergadering vastgestelde dag en uur en zodra voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, verklaart de voorzitter de vergadering voor geopend. § 2 Het laten deelnemen van derde personen aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen voorzien in de wet. Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en /of beroepservaring als deskundig worden erkend. Bovendien dienen zij door de voorzitter uitgenodigd te worden. Zij kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming. De burgemeester mag alle vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn bijwonen, zonder dat hij die kan voorzitten. De burgemeester heeft geen stem, ook geen raadgevende. In geval van een schriftelijke voorafgaande gemotiveerde afwezigheid kan hij zich laten vervangen door een schepen. Artikel 11 Indien een kwartier na het vastgestelde uur nog steeds niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan. De secretaris maakt hiervan melding op de aanwezigheidslijst; de aanwezige leden zullen deze vermelding ondertekenen. Artikel 12 De notulen van vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn vermelden,in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de raad voor maatschappelijk welzijn geen beslissing heeft genomen. Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen en het resultaat van de stemmingen. Behalve bij unanimiteit, geheime stemming en bij individuele toekenning of terugvordering van maatschappelijke dienstverlening ,vermelden de notulen voor elk raadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield. Een raadslid kan vragen om in de notulen de rechtvaardiging van zijn stemgedrag op te nemen. Dit recht geldt enkel als de raad voor maatschappelijk welzijn op eigen verantwoordelijkheid een voorgenomen verbintenis viseert of op eigen verantwoordelijkheid een bevel geeft tot betaling van een uitgave. De notulen van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn worden onder de verantwoordelijkheid van de OCMW-secretaris opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 181 en 182 van het OCMW –decreet.
De notulen van de vorige vergadering zijn, behalve in spoedeisende gevallen, ten minste acht dagen voor de vergadering van de raad ter beschikking van de raadsleden op het secretariaat van het OCMW tijdens de dagen en uren dat de diensten geopend zijn. De notulen van de vorige vergadering worden met de oproepingsbrief meegezonden indien mogelijk elektronisch, anders op papier. Elk lid heeft het recht om bij het begin van de vergadering bezwaren tegen de redactie van de notulen in te brengen. De notulen worden opgesplitst in een openbaar en een gesloten gedeelte. De goedkeuring van het openbaar gedeelte gebeurt eerst en in het openbaar gedeelte, de goedkeuring van het gesloten gedeelte gebeurt opeenvolgend in het gesloten gedeelte. Worden de bezwaren gegrond bevonden, dan dient de secretaris, staande de vergadering of uiterlijk in de eerstvolgende vergadering, een nieuwe redactie voor te leggen die in overeenstemming is met de beslissing van de raad. Indien geen bezwaren worden ingebracht zijn de notulen goedgekeurd en worden zij ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Zo dikwijls de raad het gewenst acht, worden de notulen geheel of gedeeltelijk staande de vergadering opgemaakt en door de aanwezige leden ondertekend. Artikel 13 De voorzitter licht de raad in over de beslissingen van het vast bureau. Hij doet alle nuttige mededelingen die de raad aanbelangen. De voorzitter geeft kennis van de tot de raad gerichte verzoeken. De vergadering vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de raad er anders over beslist. De raad besluit staande de zitting aangaande elk voorstel dat op de agenda staat. De voorstellen waarover men niet tot een besluit kan komen, worden door de voorzitter verdaagd en op de agenda van de eerstvolgende vergadering geplaatst, tenzij in andere zin beslist wordt. Artikel 14 Een punt dat niet op de agenda voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen .Tot spoedbehandeling kan slechts worden besloten door tenminste twee derden van de aanwezige leden; de namen van die leden worden in de notulen vermeld. Artikel 15 Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel. Telkens de secretaris van oordeel is dat het aangesneden punt wettelijkheidsproblemen doet rijzen herinnert hij de raad aan de toepasselijke rechtsregels alvorens de bespreking wordt aangevat of - indien de noodzaak zich laat gevoelen - tijdens de bespreking. Tevens vermeldt hij de feitelijke gegevens waarvan hij kennis heeft en zorgt hij ervoor dat de door de wet voorgeschreven vermeldingen in de beslissingen worden opgenomen.
De voorzitter verleent het woord naar de volgorde van de aanvragen en, ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar de rangorde van de raadsleden. De leden nemen slechts het woord nadat het hun door de voorzitter werd verleend. Indien de raad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter van de raad wanneer ze aan het woord komen. De voorzitter kan aan de secretaris vragen om toelichting te geven. Artikel 15bis Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten. In de navermelde gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de bespreking van het agendapunt, waarvan de bespreking wordt geschorst : 1. om te vragen dat men niet zal besluiten ; 2. om de verdaging te vragen ; 3. om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden; 4. om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden ; 5. om naar het reglement te verwijzen. Artikel 15ter Niemand mag onderbroken worden terwijl hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde. Wanneer een lid aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen ; indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk lid dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter aan het woord tracht te blijven, wordt geacht de orde te verstoren. Zulks geldt eveneens voor hen die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter. Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht in strijd te zijn met de orde. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering. Van de handelingen die hij in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen. Elk lid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk lid dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt. De voorzitter kan , na een voorafgaande waarschuwing , elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.
De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en hem verwijzen naar de politierechtbank die hem kan veroordelen tot een geldboete van een tot vijftien euro of tot een gevangenisstraf van een dag tot drie dagen, behoudens andere vervolgingen als het feit daartoe grond oplevert. Artikel 15quater De raadsleden, de burgemeester of afgevaardigde schepen mogen niet meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist. Artikel 15quinquies Indien de vergadering rumoerig wordt zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortduring van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten. Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten. Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen. Artikel 16 De burgemeester kan zonder stem ,zelfs geen raadgevende, de vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn bijwonen. In geval van een schriftelijke voorafgaande gemotiveerde afwezigheid kan hij zich laten vervangen door een schepen
Artikel 17 Tijdens de zitting, voorafgaandelijk aan de bespreking of aan de stemming, kan de burgemeester of de schepen die hem vervangt de bespreking of de stemming omtrent elk punt van de agenda verdagen, behalve indien het betrekking heeft op persoonlijke levenssfeer van de clienten van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn of hun onderhoudsplichtigen. De redenen van de beslissing van de burgemeester worden vermeld in de notulen van de vergadering. Dit punt kan dan ten vroegste binnen de dertig dagen terug op de agenda van de raad komen tenzij het college van burgemeester en schepenen eerder een advies geeft over dit punt. De burgemeester kan de in het eerste lid vermelde bevoegdheid slechts éénmaal uitoefenen voor hetzelfde punt. Deze bevoegdheid kan hij niet uitoefenen ten aanzien van agendapunten van het vast bureau, van de bijzondere comités of van het artikel 94 van de OCMW-wet voorziene beheerscomité. Artikel 18 Nadat alle leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien de voorzitter oordeelt dat het onderwerp voldoende werd besproken sluit hij de bespreking. Artikel 19 Voor elke stemming omschrijft de voorzitter het voorstel van de beslissing waarover de vergadering zich moet uitspreken. De amendementen worden voor de hoofdvraag en de subamendementen voor de amendementen ter stemming gelegd.
OPENBAARHEID VAN BESTUUR Artikel 20 Aan de beslissingen van de raad voor maatschappelijk welzijn zal de nodige bekendheid gegeven worden door ze beknopt, zo nodig met toelichting, te publiceren op de website van het OCMW, of ter inzage te leggen op de zetel van het OCMW … De beslissingen tot individuele dienstverlening en de tuchtmaatregelen kunnen evenwel geen voorwerp uitmaken van openbaarheid. GESLOTEN DEUREN Artikel 21 De vergaderingen worden in overeenstemming met het decreet van 5 juli 2002 gesplitst in openbare en gesloten zitting. In navolging van het decreet van 23 mei 2003 geldt de openbaarheid van vergaderen enkel voor de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn. De vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn zijn in principe openbaar. §1 de vergadering is niet openbaar : 1. Als het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering. 2. Wanneer twee derde van de aanwezige leden van de raad voor maatschappelijk welzijn in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid beslissen dat de vergadering niet openbaar is. De raad voor maatschappelijk welzijn moet deze beslissing motiveren. Artikel 22 De vergaderingen van de raad voor maatschappelijk welzijn over het organogram, de personeelsformatie, de rechtspositieregeling, het meerjarenplan en de aanpassingen ervan, het budget, een budgetwijziging of de jaarrekening zijn in elk geval openbaar. Ingeval de raad voor maatschappelijk welzijn bevoegd is om een tuchtstraf op te leggen,wordt de hoorzitting in het openbaar gehouden indien de betrokkene hierom verzoekt. Is de hoorzitting openbaar, dan kan de getuige wel nog altijd de beslotenheid van zijn getuigenverhoor vragen. Artikel 23 De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken. Als tijdens de openbare vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in besloten vergadering moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering, enkel met dit doel, worden onderbroken. Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare zitting moet gebeuren, dan wordt het punt opgenomen in de agenda van de eerstvolgende vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt kan de besloten vergadering enkel met dat doel worden onderbroken.
WIJZE VAN STEMMEN Artikel 24 De beslissingen worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen, zonder rekening te houden met de onthoudingen. Bij de gewone mondelinge stemming, die de regel is, stemmen de leden daarbij met ja, neen of onthouding, en dit in volgorde van de rangorde bepaald overeenkomstig artikel 49 van onderhavig reglement. De voorzitter van de vergadering stemt het laatst,behalve bij geheime stemming en bij staking van stemmen is zijn stem niet doorslaggevend. Wanneer er na de stem van de voorzitter evenveel stemmen voor als tegen het voorstel zijn, dan is er staking van stemmen en is het voorstel verworpen.
De leden die zich onthouden kunnen de redenen die hen daartoe hebben aangezet mededelen. Op hun verzoek wordt hiervan melding gemaakt in de notulen. Behalve bij unanimiteit, geheime stemming en bij individuele toekenning of terugvordering van maatschappelijke dienstverlening, vermelden de notulen voor elk raadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield. Een raadslid kan vragen om in de notulen de rechtvaardiging van zijn stemgedrag op te nemen. Dit recht geldt enkel als de raad voor maatschappelijk welzijn op eigen verantwoordelijkheid een voorgenomen verbintenis viseert of op eigen verantwoordelijkheid een bevel geeft tot betaling van een uitgave .
De stemmen worden opgenomen door de voorzitter, bijgestaan door de secretaris. De uitslag van de stemming wordt door de voorzitter afgekondigd. Artikel 25 De leden stemmen echter geheim als het om personen gaat, behoudens in geval van individuele toekenning of terugvordering van maatschappelijke dienstverlening. Het gaat hier met name over de benoeming tot ambten, de voordracht van kandidaten en tuchtmaatregelen. De leden van de raad stemmen ja, neen of onthouden zich. De onthouding geschiedt door het afgeven van een blanco of nietig stembriefje. Met deze blanco of nietige stembriefjes wordt geen rekening gehouden. De leden maken daarbij gebruik van de stembriefjes en het schrijfgerief, ter beschikking gesteld door de secretaris. Is er in dit geval staking van stemmen dan is het voorstel verworpen met uitzondering van de specifieke regelingen waarvan sprake in artikel 24 en 25 van onderhavig reglement. De stemmen worden geteld door de voorzitter, bijgestaan door de secretaris. De secretaris noteert de namen van de leden die aan de stemming hebben deelgenomen. Vooraleer bij geheime stemming tot de stemopneming over te gaan wordt het aantal stembriefjes geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal leden die aan de stemming hebben deelgenomen dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen.
Ieder raadslid is gemachtigd om de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan. Artikel 26 Voor elke benoeming tot ambten en elke contractuele indienstneming wordt tot een afzonderlijke geheime stemming overgegaan. In deze gevallen evenals bij elke verkiezing of voordracht van kandidaten tot mandaten of ambten, indien de volstrekte meerderheid niet werd verkregen bij de eerste stembeurt, heeft herstemming plaats voor de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben bekomen. Indien bij de eerste stembeurt, twee of meer kandidaten een gelijk aantal stemmen hebben bekomen wordt voor de herstemming voorrang gegeven aan de jongste in jaren. Bij de tweede stembeurt wordt gestemd bij volstrekte meerderheid van stemmen. Ingeval van staking van stemmen bij de tweede stembeurt krijgt de jongste kandidaat de voorkeur. Voor het overige is de procedure inzake de geheime stemming hiervoor bepaald onder artikel 25 integraal van toepassing. Artikel 27 Voor de eerste aanwijzing van de leden van het vast bureau en van de bijzondere comités wordt daarentegen, overeenkomstig artikel 27, par. 3, vierde lid van de OCMW-wet, overgegaan tot een geheime stemming in één enkele stemronde waarbij elk raadslid over één stem beschikt. Bij staking van stemmen is alsdan de jongste kandidaat in jaren verkozen Voor het overige is de procedure inzake geheime stemming, die in artikel 25 bepaald werd, eveneens integraal toepasselijk. Artikel 28 §1 – de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen niet geheim, behalve in de gevallen bedoeld in §4. §2- er zijn 3 mogelijke werkwijzen van stemmen : 1. de stemming bij handopsteking 2. de mondelinge stemming 3. de geheime stemming §3- de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn stemmen bij handopsteking behalve als een derde van de aanwezige leden de mondelinge stemming vraagt. §4- over de volgende aangelegenheden wordt geheim gestemd : 1. de vervallenverklaring van het mandaat van raad voor maatschappelijk welzijn 2. het aanwijzen van de vertegenwoordigers van het OCMW in de bestuursorganen van het OCMW, in overlegorganen en in organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen 3. individuele personeelszaken §5- over toekenning of terugvordering van maatschappelijke dienstverlening kan nooit geheim worden gestemd. ONDERTEKENEN STUKKEN Artikel 29 §1 De reglementen, beslissingen, akten, brieven en andere stukken worden ondertekend zoals bepaald i, artikel 183 tot 185 van het OCMW-decreet.
§2 De stukken die niet vermeld worden in artikel 183§1 tot §4 van het OCMW-decreet worden ondertekend door de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en meeondertekend door de OCMW-secretaris. De voorzitter en secretaris kunnen deze bevoegdheid overdragen conform artikel 184 en artikel 185 van het OCMW-decreet.
HOOFDSTUK II HET VAST BUREAU EN DE BIJZONDERE COMITÉS VAST BUREAU Artikel 30 Het vast bureau, dat overeenkomstig artikel 60 van het OCMW decreet door de raad voor maatschappelijk welzijn is opgericht, vergadert op de zetel van het OCMW op dag en uur bepaald door de voorzitter. Het Vast Bureau vergadert op de dagen en uren die ze bepalen en zo dikwijls als de behandeling van de zaken het vereist. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn kan in spoedeisende gevallen buitengewone vergaderingen van het Vast Bureau bijeenroepen, op dag en uur die hij bepaalt. Artikel 31 De voorzitter van het OCMW is van rechtswege en met beraadslagende stem voorzitter van het vast bureau. De secretaris van het OCMW woont de vergaderingen van het vast bureau bij en is gelast met het opstellen van de notulen. Wanneer de voorzitter afwezig is tijdens de vergadering van het vast bureau, wordt hij in volgende volgorde vervangen: 1. door de personen die hij met toepassing van artikel 54 van het OCMW-decreet als zijn vervanger heeft aangewezen; 2. door het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn met de meeste anciënniteit dat lid is van het vast bureau. Het Vast Bureau is overeenkomstig art.80§2 van het OCMW-decreet bevoegd voor het aanstellen in spoedeisende gevallen van een waarnemend secretaris of financieel beheerder. Ook is het Vast Bureau overeenkomstig art.114 van het OCMW-decreet bevoegd voor de evaluatie van de secretaris en de financieel beheerder. Artikel 32 Het vast bureau telt drie leden, de voorzitter inbegrepen. De leden van het vast bureau worden verkozen overeenkomstig artikel 60, par 3 van het OCMW-decreet. Artikel 33 Het vast bureau is belast met het afhandelen van de zaken van dagelijks bestuur, behoudens de bevoegdheden die aan de budgethouders werden toevertrouwd. Daarenboven kan het vast bureau belast worden met welomschreven bevoegdheden, die het voorwerp uitmaken van een specifiek en afzonderlijk besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Het Vast Bureau kan in gevallen van dwingende en onvoorziene omstandigheden op eigen initiatief de bevoegdheden betreffende de vaststelling van de wijze van gunning en de voorwaarden van overheidsopdrachten , het voeren van de gunningsprocedure,de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten uitoefenen. Deze bevoegdheid kan door de voorzitter worden uitgeoefend als er sprake is van dwingende en onvoorziene omstandigheden waarbij het geringste uitstel onbetwistbare schade zou veroorzaken. Het besluit van het Vast Bureau , of als het geringste uitstel onbetwistbare schade zou veroorzaken, van de voorzitter ,wordt meegedeeld aan de raad voor maatschappelijk welzijn die er op zijn eerstvolgende vergadering akte van neemt. Artikel 34 Wanneer de effectieve leden van de onderscheiden bijzondere comités belet zijn, mogen zij vervangen worden door plaatsvervangers. Bedoelde plaatsvervangers dienen evenwel op dezelfde voordrachtakte voor te komen als de betrokken effectieve leden, en moeten bovendien zelf werkend lid zijn van de raad voor maatschappelijk welzijn. De aanduiding van in onderhavig artikel bedoelde plaatsvervangers maakt het voorwerp uit van een specifiek en afzonderlijk raadsbesluit. BEPALINGEN VOOR HET VAST BUREAU. Artikel 35 De bepalingen van onderhavig reglement betreffende de termijn van bijeenroeping, agenda, inzagerecht, quorum, wijze van stemmen, notulen, collegialiteit, rangorde, verbodsbepalingen, geheimhouding, dringende hulpverlening door de voorzitter, vervanging van de voorzitter, presentiegelden en bindende kracht zijn toepasselijk op het vast bureau. De bepalingen inzake de wijze van vergaderen zijn niet van toepassing op het vast bureau en de bijzondere comités : hun vergaderwijze blijft besloten; Artikel 36 De leden van de raad nemen kennis van de beslissingen van het vast bureau op de eerstvolgende vergadering van de raad, zoals geregeld in de artikelen 4 en 13 van onderhavig reglement. Niettegenstaande de overdracht van bevoegdheden vermeld onder de artikelen 29, 32, 34 en 37 van onderhavig reglement behoudt de raad zich bovendien het recht voor elk probleem op te werpen dat hij nodig acht. De raad voor maatschappelijk welzijn kan te allen tijde de overdracht van bevoegdheden aan het vast bureau herroepen. BIJZONDER COMITE VOOR DE SOCIALE DIENST Artikel 37 Het bijzonder comité voor de sociale dienst vergadert in principe op de eerste woensdag van de maand om 9u ter zetel van het centrum , tenzij het bijzonder comité er voor een bepaalde vergadering anders over beslist.
Artikel 38 § 1. Het bijzonder comité is, rekening houdend met 60 par. 3 van het OCMW-decreet, samengesteld uit 4 leden, de voorzitter inbegrepen De voorzitter is van rechtswege en met beraadslagende stem voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst. Wanneer de voorzitter afwezig is tijdens de vergadering van het bijzonder comité wordt, hij in volgende volgorde vervangen: 1. door de personen die hij met toepassing van artikel 54 van het OCMW-decreet als zijn vervanger heeft aangewezen; 2. door het lid van de raad voor maatschappelijk welzijn met de meeste anciënniteit dat lid is van het bijzonder comité. De bepalingen van onderhavig reglement betreffende de termijn van bijeenroeping, agenda, inzagerecht, quorum, wijze van stemmen, notulen, collegialiteit, rangorde, verbodsbepalingen, geheimhouding, dringende hulpverlening door de voorzitter, vervanging van de voorzitter, presentiegelden en bindende kracht zijn toepasselijk op het Bijzonder comité voor de sociale dienst. De vergaderingen van het bijzonder comité zijn niet openbaar. § 2. De secretaris kan de vergaderingen van het bijzonder comité voor de sociale dienst bijwonen indien hij dit wenst. Indien hij het wenst kan hij, in afwijking van hetgeen bepaald is in paragraaf 2, de notulen van één of meer vergaderingen opmaken. Deze notulen worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
§ 3. Op schriftelijk gemotiveerd verzoek van de ontvanger, of wanneer de raad daarom verzoekt, neemt het bijzonder comité niet eerder een beslissing dan na de ontvanger gehoord te hebben. § 4. Op uitnodiging van de voorzitter of op eigen verzoek wonen de maatschappelijk werkers met raadgevende stem de vergaderingen van het bijzonder comité voor de sociale dienst bij.
Artikel 39 Het bijzonder comité voor de sociale dienst is belast met welomschreven bevoegdheden, die het voorwerp uitmaken van een specifiek en afzonderlijk besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn. -
-
het toekennen van de individuele maatschappelijke dienstverlening aan personen en gezinnen zoals die omschreven is in de artikels 57 tot 60 van de OCMW-wet en in de wet van 26.05.2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie; het vaststellen van de bijdrage van de begunstigde in de kosten van de maatschappelijke dienstverlening en het bepalen van de bijdrage van de onderhoudsplichtigen (art. 97 tot 104 van de OCMW-wet), binnen de grenzen van de algemene criteria die door de raad voor maatschappelijk welzijn dienaangaande zijn vastgelegd;
-
-
het overleg tussen het OCMW en de instellingen en diensten voor maatschappelijk werk die op het grondgebied van de gemeente aanwezig zijn en het overleg met de overige erkende dienstverlenende instellingen en organisaties (b.v. ziekenhuizen, ROB's en RVT's, diensten voor verzorging en dienstverlening aan huis, onthaaltehuizen, centra voor geestelijke gezondheidszorg, diensten voor migranten, instellingen en diensten voor gehandicapten, crisis- en opvangcentra, jeugdwelzijnscentra, enz.); advies verlenen aan de raad voor maatschappelijk welzijn omtrent het sociaal beleid van het OCMW. Goedkeuring van de beslissingen van de voorzitter i v m dringende hulpverlening
VERTEGENWOORDIGING IN EXTERN VERZELFSTANDIGDE AGENTSCHAPPEN Artikel 40 §1 De vertegenwoordigers van de raad voor maatschappelijk welzijn in de verenigingen titel VIII , hfst. 1 en hfst. 3 worden door de raadsleden in hun midden aangeduid door een geheime stemming in een stemronde, zoals bepaald in art. 60 §3 ; vijfde lid van het OCMW-decreet. Bij staking van stemmen is de jongste kandidaat in jaren verkozen. §2 De vertegenwoordigers van de raad voor maatschappelijk welzijn in de verenigingen titel VIII hfst 2 worden door de raadsleden in hun midden aangeduid door een geheime stemming in een stemronde, zoals bepaald in art. 241 , derde lid van het OCMW-decreet. Bij staking van stemmen is de oudste kandidaat in jaren verkozen. §3 De raad voor maatschappelijk welzijn kan voor de verenigingen titel VIII hfst 2 en hfst 3 als vertegenwoordigers van het OCMW deskundigen aanduiden die geen lid zijn van de raad voor maatschappelijk welzijn .Voor een vereniging titel VIII hfst1 kunnen geen stemgerechtigde deskundigen aangeduid worden, behalve wanneer de vereniging ziekenhuizen beheert. Het aantal deskundigen dat geen raadslid is , kan maximaal een derde zijn van het aantal door de raad voor maatschappelijk welzijn aangewezen vertegenwoordigers. §4 Het mandaat van de in §1 tot § 3 aangewezen personen eindigt op de eerste algemene vergadering die plaatsvindt na de installatievergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn. Het mandaat van de raadsleden die het OCMW vertegenwoordigen eindigt wanneer ze geen deel meer uitmaken van de raad voor maatschappelijk welzijn. Artikel 41 Wanneer de OCMW-voorzitter in kennis gesteld wordt van de notulen van de raad van bestuur en het orgaan van dagelijks bestuur van de vereniging, stelt hij deze vast en plaatst deze notulen en de bijhorende dossiers ter kennisname op de agenda van de volgende vergadering van de raad. De voorzitter kan op basis van deze notulen toegelichte voorstellen van beslissing toevoegen aan de agenda. Dat kan enkel als de termijn uit art. 2, §1 van dit reglement gerespecteerd wordt. Andere leden van de raad kunnen toegelichte voorstellen van beslissing indienen op de wijze en binnen de termijn zoals bepaald in art. 3 van dit reglement.
HOOFDSTUK III : DIVERSEN VERVANGING VAN DE VOORZITTER Artikel 42 Zie artikel 54-55 OCMW - decreet Artikel 43 De voorzitter kan de ondertekening van bepaalde stukken schriftelijk opdragen aan een of meer leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, tenzij het gaat over de ondertekening van de notulen. Hij kan deze opdracht te allen tijde herroepen. Het lid of de leden aan wie de opdracht is gegeven moeten op alle stukken die ze ondertekenen, boven hun handtekening, naam en functie, melding maken van die opdracht. DRINGENDE HULPVERLENING Artikel 44 Overeenkomstig artikel 58 §2 van het OCMW-decreet, kan de voorzitter in dringende gevallen beslissen over toe te kennen hulpverlening aan personen en gezinnen. Deze hulpverlening kan zowel materieel als financieel van aard zijn.( o a voedselpakket, onderdak, financiele steun)Hij oordeelt daarbij over de geldelijke steunverlenging, de opname in een instelling of het ter beschikking stellen van een dienst ten laste van het centrum. De geldelijke steunverlening mag echter niet meer bedragen dan het maandbedrag van het leefloon voor de categorie (art. 14 RMI.-wet) per hulpvraag van de hulpvrager. Wanneer de vraag betrekking heeft op het stellen van een huurwaarborg en het betalen van de eerste huur , kan de voorzitter een beslissing nemen waarbij de som van huurwaarborg en eerste huur maximaal tweemaal het maandbedrag van het leefloon voor de hoogste categorie bedraagt. Het bedrag hiervoor bepaald kan te allen tijde bij raadsbeslissing worden herzien. Alvorens dringende hulp toe te kennen doet de voorzitter alle mogelijke inspanningen om een maatschappelijk werker van het OCMW te bereiken teneinde een sociaal onderzoek te laten plaatsvinden. De beslissing tot dringende hulpverlening door de voorzitter dient op de eerstvolgende vergadering van het bevoegd orgaan te worden voorgelegd met het oog op de bekrachtiging ervan. Ingeval van niet-bekrachtiging blijft de hulpverlening die tevoren werd toegekend verworven voor de persoon aan wie ze werd toegekend. Dezelfde werkwijze wordt gehanteerd als de voorzitter de vereiste dringende hulpverlening toekent aan een dakloze persoon die, overeenkomstig artikel 58 par. 3,van het OCMWdecreet, een beroep doet op de maatschappelijke dienstverlening van het OCMW van de gemeente waar hij zich bevindt. Artikel 45 Met het oog op de uitvoering van beslissingen van dringende hulpverlening getroffen door de voorzitter wordt een provisie van 7500 Euro aangelegd, zoals bepaald in het K.B. van 09.12.87 betreffende het instellen van provisies met het oog op het verlenen van dringende hulp door de O.C.M.W.’s (B.S. 22.12.87), gew. K.B. 21.01.93 (B.S. 09.02.93).
VERVANGING VAN DE SECRETARIS Artikel 46 Bij verhindering van de secretaris of bij vacature van het ambt kan de raad voor maatschappelijk welzijn, overeenkomstig artikel 45, par 2 van de OCMW-wet, een personeelslid als tijdelijk secretaris aanstellen. Artikel 47 De raad voor maatschappelijk welzijn of het vast bureau kan de secretaris van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn machtigen de medeondertekening van bepaalde stukken op te dragen aan een of meer ambtenaren van het centrum. Deze opdracht geschiedt schriftelijk en is te allen tijde herroepbaar ; de raad voor maatschappelijk welzijn wordt daarvan op de hoogte gebracht tijdens zijn eerstvolgende vergadering. De ambtenaar of de ambtenaren aan wie de opdracht is gegeven moeten alle stukken die ze ondertekenen, boven hun handtekening , naam en functie, melding maken van die opdracht. VERBODSBEPALINGEN Artikel 48 Het is de leden van de raad en de personen, die krachtens de wet de vergaderingen van de beraadslagende organen mogen bijwonen, verboden : 1. tegenwoordig te zijn bij een beraadslaging of besluit over zaken waarbij zij, hetzij persoonlijk, hetzij als zaakgelastigde, rechtstreeks belang hebben of waarbij hun bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad persoonlijk en rechtstreeks belang hebben. Inzake benoemingen tot ambten en tuchtmaatregelen geldt dit verbod slechts ten aanzien van bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad ; 2. rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen aan enige overeenkomst, enige aanbesteding, levering, verkoop of aankoop voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. Dit verbod is eveneens van toepassing op de handelsvennootschappen waarin het lid van de raad, de burgemeester of zijn afgevaardigde, vennoot, zaakvoerder, beheerder of lasthebber is ; 3. als advokaat, notaris, zaakwaarnemer of deskundige, belangen te behartigen die strijdig zijn met die van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, of, anders dan kosteloos, in dezelfde hoedanigheid de belangen van het centrum te verdedigen. Deze bepalingen gelden eveneens voor de leden van de bijzondere beheersorganen die met toepassing van artikel 94 van de organieke wet zouden worden opgericht.
RANGORDE Artikel 49 De rangorde wordt bepaald : De rangorde van de werkende leden wordt vastgesteld: 1. op basis van de behaalde stemmen bij de verkiezing 2. bij staking van stemmen: op basis van de voorrangsregeling van artikel 12 van het OCMW-decreet. (Artikel 12 van het OCMW-decreet: Met behoud van de toepassing van artikel 13 zijn de kandidaten die de meeste stemmen hebben verkregen, verkozen tot werkende leden. Bij staking van stemmen wordt voorrang verleend in de volgende orde : 1. aan de kandidaat die, op de dag van de verkiezing, een mandaat in een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn bekleedt. Als er twee of meer kandidaten in dat geval zijn, dan wordt voorrang verleend aan de kandidaat die zijn mandaat onafgebroken het langst heeft uitgeoefend; 2. aan de kandidaat die vroeger een mandaat in een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn heeft uitgeoefend. Als er twee of meer kandidaten in dat geval zijn, dan wordt voorrang verleend aan de kandidaat die zijn mandaat onafgebroken het langst heeft uitgeoefend en, bij gelijke duur, aan de kandidaat die het laatst is afgetreden; 3. aan de jongste kandidaat in jaren. COLLEGIALE BEVOEGDHEID Artikel 50 Onverminderd hetgeen bepaald is in artikel 6 van onderhavig reglement worden de bevoegdheden van de raad voor maatschappelijk welzijn collegiaal uitgeoefend. Welomschreven opdrachten kunnen echter door de raad worden opgedragen aan bepaalde leden zonder dat zulks een persoonlijke beslissingsbevoegdheid zou inhouden. De raad kan deze taakverdeling op elk ogenblik wijzigen of er een einde aan stellen. GEHEIMHOUDING Artikel 51 De leden van de raad, van het vast bureau en van de bijzondere comités alsmede alle andere personen die krachtens de wet de vergaderingen bijwonen zijn, onverminderd de strafrechtelijke bepalingen betreffende het beroepsgeheim en hetgeen bepaald is in de artikelen 23 en 24 van onderhavig reglement, tot geheimhouding verplicht. BEZOLDIGING EN PRESENTIEGELDEN Artikel 53 Overeenkomstig artikel 4 van het KB van 15.12.1977 betreffende de bezoldiging van de voorzitters en presentiegelden van de leden van de raden voor maatschappelijk welzijn ontvangt de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn een bezoldiging gelijk aan deze welke aan een schepen van de gemeente wordt toegekend.
De leden van de raad ontvangen, binnen de wettelijke en reglementaire perken, presentiegeld voor het bijwonen, met beraadslagende stem, van de vergaderingen van de raad, van het vast bureau of van de bijzondere comités . Het presentiegeld is gelijk aan dit bepaald voor de gemeenteraadsleden. Het presentiegeld is verschuldigd wanneer de raad het vast bureau of het comité niet heeft kunnen beraadslagen omdat onvoldoende leden aanwezig waren. Overeenkomstig de bepalingen in het Besluit van de Vlaamse Regering van 22 september 1998 kan meer dan een presentiegeld per dag of meer dan 12 presentiegelden per kwartaal worden toegekend. Er wordt geen minimumduur voor de aanwezigheid op de vergadering opgelegd. Overeenkomstig de onderrichtingen van de ministeriële omzendbrief BA 98/01 van 17.3.1998 moet het om afzonderlijke vergaderingen gaan bij het verlenen van meerdere zitpenningen per dag. Een effectieve aanwezigheid op de vergadering is vereist, §1 Specifieke kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat van lid van de raad voor maatschappelijk welzijn, lid van het vast bureau, lid van een bijzonder comité of van voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn worden terugbetaald. Om een terugbetaling te verkrijgen, moet worden voldaan aan alle voorwaarden in dit artikel. § 2. Alleen kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat en die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat, kunnen worden terugbetaald aan de voorzitter en de ondervoorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en aan de leden van de raden voor maatschappelijk welzijn. Het kan hierbij enkel gaan om de volgende kosten: … Aan de raadsleden die het openbaar vervoer gebruiken om taken te vervullen in opdracht van de raad, onder andere het bijwonen van studiedagen en cursussen en het bezoeken van andere instellingen, worden kosten terugbetaald binnen de regels van het koninklijk besluit van 29 december 1965; als ook de kilometervergoeding wanneer gebruik gemaakt wordt van een eigen wagen. § 3. De kosten, vermeld in dit artikel, worden verantwoord met bewijsstukken. De secretaris beoordeelt of de kosten voldoen aan de voorwaarden, vermeld in dit artikel. Het bestuur betaalt reis- en verblijfkosten alleen terug als een onkostenstaat is voorgelegd. § 4. Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dat document is openbaar en wordt aan de raad voorgelegd. § 5 Toelagen aan groepen van leden van de raad voor maatschappelijk welzijn die verkozen werden op eenzelfde voordrachtsakte, worden niet toegekend. VERZOEKSCHRIFTEN AAN DE RAAD VOOR MAATSCHAPPELIJK WELZIJN Artikel 54 §1 Ieder heeft het recht verzoekschriften , door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de raad voor maatschappelijk welzijn in te dienen. §2 De verzoekschriften worden aan de raad voor maatschappelijk welzijn gericht. Een verzoek is een vraag om iets te doen of iets te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn.
§3 Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van het OCMW behoort, zijn onontvankelijk. Een schriftelijk verzoek wordt niet als verzoekschrift beschouwd als: 1. de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd 2. het louter mening is en geen concreet verzoek 3. als de vraag anoniem, zonder vermelding van naam en voornaam en adres, werd ingediend 4. het taalgebruik beledigend is. De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn doet deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen, zodat het wel geagendeerd kan worden op de raad voor maatschappelijk welzijn. Artikel 55 §1 De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn plaatst het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende raad voor maatschappelijk welzijn indien het verzoekschrift minstens veertien dagen voor de vergadering werd ontvangen. Wordt het later ingediend dan komt het op de agenda van de vergadering die volgt na de eerste vergadering. §2 De raad voor maatschappelijk welzijn kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het vast bureau of een bijzonder comité verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken. §3 De verzoeker of indien het verzoekschrift door meerdere personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door de raad voor maatschappelijk welzijn of door het orgaan waarnaar het verzoekschrift door de raad werd verwezen. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze. §4 De OCMW-raad of het orgaan dat aangeduid werd op basis van een beslissing zoals in art. 65, §2 van dit reglement, verstrekt binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker. Indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, wordt het antwoord verstrekt aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift. Dit antwoord wordt ook overgemaakt aan de OCMW-voorzitter, die dit ter kennis brengt van de OCMW-raad. VOORSTELLEN VAN BURGERS Artikel 56 §1 Iedere inwoner van de gemeente heeft het recht te verzoeken om voorstellen en vragen over belangrijke aangelegenheden van de beleidsvoering en dienstverlening van het OCMW op de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn in te schrijven en om die agendapunten te komen toelichten op de raad voor maatschappelijk welzijn. Onder belangrijke aangelegenheden van de beleidsvoering en dienstverlening van het OCMW worden verstaan : - de indienstneming van extra personeel, behalve in de gevallen van hoogdringendheid of als het gaat om personeel van het ziekenhuis , vermeld in artikel 218 van het OCMW-decreet. - Het oprichten van nieuwe diensten of instellingen of het uitbreiden of in belangrijke mate inkrimpen of stopzetten van bestaande diensten of instellingen; - Het oprichten van, het toetreden tot , het uittreden uit of het ontbinden van de verenigingen van vennootschappen overeenkomstig titel VIII van het OCMW decreet.
§2Het verzoekschrift tot voorstellen of vragen moet worden gesteund door tenminste 2% van het aantal inwoners ouder dan 16 jaar. §3 De indiener moet het verzoekschrift motiveren in een nota en indienen via het formulier dat hiervoor door het OCMW ter beschikking gesteld wordt. Dit formulier dient aangetekend verstuurd te worden naar het OCMW en moet de namen, voornamen, geboortedatum en woonplaats vermelden van iedereen die het verzoekschrift heeft ondertekend. De indiener moet alle nuttige stukken die de raad voor maatschappelijk welzijn kunnen voorlichten bij de nota voegen. §4 Verzoekschriften of vragen die niet voldoen aan de in §1,§2 en § 3 gestelde voorwaarden zijn onontvankelijk. De raad voor maatschappelijk welzijn doet deze beoordeling en doet vooraf uitspraak over zijn bevoegdheid ten aanzien van de in het verzoekschrift opgenomen voorstellen of vragen. Artikel 57 §1 De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn plaatst het verzoekschrift tot voorstellen of vragen op de agenda van de eerstvolgende raad voor maatschappelijk welzijn indien het verzoekschrift minstens 20 dagen voor de vergadering werd ingediend. Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering. De verzoeker of eerste ondertekenaar van het verzoekschrift wordt gehoord door de raad voor maatschappelijk welzijn. De verzoeker of eerste ondertekenaar van het verzoekschrift heeft het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze. §2 De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt binnen zijn bevoegdheid welk gevolg aan het voorstel of de vraag wordt gegeven en hoe dat wordt bekendgemaakt. BINDENDE KRACHT Artikel 58 Voor zover dit reglement bepaalde toestanden niet zou regelen wordt verwezen naar de wetgeving en de gebruiken. Artikel 59 Een exemplaar van onderhavig huishoudelijk reglement wordt ter beschikking gehouden tijdens alle vergaderingen van de raad, van het vast bureau en van de bijzondere comités. Artikel 60 Binnen het OCMW wordt een interne auditcommissie opgericht, die is samengesteld uit de voorzitter, de secretaris, de ontvanger. De auditcommissie komt samen op verzoek van de voorzitter of de secretaris en is belast met de volgende bevoegdheden : het uitvoeren van de operationele audit, namelijk het beoordelen van de mate waarin de uitoefening van de activiteiten of bestaande toestanden in overeenstemming is met de vastgestelde doelstellingen of met andere vastgestelde criteria; het identificeren van mogelijkheden tot verbeteren van de effectiviteit en de efficiëntie van het OCMW. Artikel 61 Dit reglement is van kracht vanaf de goedkeuring door de raad. Het blijft geldig na volledige vernieuwing van de raad, totdat de nieuwe raad een nieuw reglement zou aannemen. Tevens wordt een exemplaar van onderhavig reglement bezorgd aan elk lid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Melle, Goedgekeurd in de zitting van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn dd. 27januari 2014. Namens de Raad, De Secretaris,
Gertjie De Sadeleer
de Voorzitter,
Lut Van Den Broecke
8. Op verzoek van raadslid F. Van de Putte : verzaken aan de zitpenningen voor de raad van 30.12.2013. Raadslid Van de Putte motiveert als volgt: deze raad werd uitzonderlijk ingelast om het budget 2014 en het meerjarenplan toch nog in 2013 goedgekeurd te krijgen. In tegenstelling toch wat ik verwacht had werden er weinig vragen gesteld en/of opmerkingen gegeven. De raad duurde dan ook bijzonder kort voor deze toch wel belangrijke materie. Het lijkt mij dan ook billijk dat de aanwezige raadsleden verzaken aan hun zitpenning. Vermits er in 2013 al een verrekening gebeurde stel ik voor deze verrekening te maken eind 2014 bij de uitbetaling van de zitpenningen van dat jaar. Raadslid Marleen De Noyette antwoordt dat het niet is omdat er weinig vragen zijn gesteld dat de meerjarenplannen niet werden bestudeerd. Elk raadslid wordt gevraagd of hij/zij verzaakt aan de zitpenning, want dit is eigen aan de status als raadslid. Alle raadsleden die aanwezig waren op 30.12.13 verklaren te verzaken aan de zitpenning van de raad van 30.12.2013: Freddy Van de Putte, Kelly Dermul, Dirk De Paepe,Stefaan Petit, Piet Cottenie, Marc Dierickx, Marleen De Noyette. Raadslid Hauterman onthoudt zich, want was niet aanwezig. 9. Personeel: vacant verklaren halftijdse contractuele functie huishoudelijke medewerker5 E1-E3) (met werfreserve). DE RAAD Gelet op de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW; Gelet op het OCMW-decreet van 18 december 2009; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 30 juni 2011 houdende goedkeuring van de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel en latere goedgekeurde wijzigingen; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 september 2012 houdende laatst genomen besluit tot wijziging van de rechtspositieregeling met betrekking tot evaluatie en selectie van het OCMW-personeel; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 30 juni 2011 houdende wijziging personeelsformatie en goedkeuren bijhorend organogram;
Overwegende dat het aangewezen in om de functie van deeltijds contractuele huishoudelijke medewerker vacant te verklaren; Gelet op de functiebeschrijving ; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen; BESLUIT
MET ALGEMEENHEID VAN STEMMEN
Artikel 1.
Volgende betrekking in contractueel dienstverband wordt open verklaard met aanduiding van de wijze van aanstelling, met aanleg werfreserve 1 huishoudelijk medewerker ( E1-E3) , deeltijds contractueel, een selectieproef zal uitgevoerd worden, Dit besluit wordt opgenomen in de overzichtslijst, die wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur en aan het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 2.
10.
Personeel: vacant verklaren voltijdse gesco-functie huishoudhulp (E1-E3) in poetsdienst voor senioren (met werfreserve).
DE RAAD Gelet op de Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW; Gelet op het OCMW-decreet van 18 december 2009; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 30 juni 2011 houdende goedkeuring van de rechtspositieregeling van het OCMW-personeel en latere goedgekeurde wijzigingen; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 september 2012 houdende laatst genomen besluit tot wijziging van de rechtspositieregeling met betrekking tot evaluatie en selectie van het OCMW-personeel; Gelet op het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 30 juni 2011 houdende wijziging personeelsformatie en goedkeuren bijhorend organogram; Overwegende dat het aangewezen is om de functie van voltijds gesco- contractuele huishoudhulp(E1-E3) vacant te verklaren , Gelet op de functiebeschrijving ; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen; BESLUIT
MET ALGEMEENHEID VAN STEMMEN
Artikel 1.
Volgende betrekking in contractueel dienstverband wordt open verklaard met aanduiding van de wijze van aanstelling, met aanleg werfreserve 1 huishoudhulp ( E1-E3) , voltijds gesco- contractueel, een selectieproef zal uitgevoerd worden, Dit besluit wordt opgenomen in de overzichtslijst, die wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur en aan het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 2.
11.
Overheidsopdracht : leveren warme maaltijden: wijze van gunnen en bestek
DE RAAD Gelet op het feit dat de huidige leverancier van warme maaltijden in faling ging en geen maaltijden meer levert vanaf 18.1.2014; Gelet op het feit dat de uitgaven voor het dienstjaar 2014 geraamd worden op 50.000 euro per jaar; Gelet op het feit dat een onderhandelingsprocedure kan toegepast worden; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzonderheid artikel 26 § 1, 1°, a (limiet van € 85.000 excl. btw niet overschrijdt); Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 houdende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, inzonderheid artikel 105; Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, inzonderheid artikel 5 § 3; Gelet op alle aanvullingen en wijzigingen op voormelde decreten, wetten en besluiten, geldig op datum van bekendmaking; Gelet op het bijgevoegd bestek; Gelet op het toegekende visum van de ontvanger voor deze uitgave; Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de O.C.M.W; Gelet op het OCMW decreet van 19 december 2008; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen; Gelet op de uitslag van de stemming; BESLUIT
MET EENPARIGHEID VAN STEMMEN
Artikel 1.
Over te gaan, via onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, tot de gunningsprocedure van de levering van warme maaltijden aan huis ; de volgende firma s worden gecontacteerd : Tasty Food Factory uit Eeklo, Api Restauration uit Mons, Deliva uit Genk, Solidariteit voor het Gezin uit Gent, Delimeal uit Veurne, Traiteur Koen uit Merelbeke. Akkoord te gaan met de bepalingen van het bestek, zoals bepaald in bijlage, alsook met de onderhandelingsprocedure; gelet dat de gunning voor een jaar is, maximaal verlengbaar tot 1 jaar Dit besluit wordt opgenomen in de overzichtslijst, die wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur en aan het college van burgemeester en schepenen
Artikel 2.
Artikel 3.
Het openbare gedeelte wordt afgesloten om 20u 31. De gesloten zitting wordt geopend om 20u32. Het gesloten gedeelte wordt afgesloten om 21 u 16. Aldus goedgekeurd door de Raad in zitting van
Namens het OCMW,
In opdracht, De Secretaris,
Gertjie De Sadeleer
de Voorzitter,
Lut Van Den Broecke