Reglement van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Sint-Joostten-Node, houdende de dienstverlening inzake gezondheid.
COMMENTAAR
I. ALGEMENE OPMERKINGEN Omdat het elke dienstverlening bevat die het centrum inzake gezondheid toekent, geeft het reglement de beoefenaars van de gezondheidsberoepen, de beoefenaars van de maatschappelijke dienstverlening, inclusief de personeelsleden van het centrum, de gebruikers en het publiek in het algemeen een beter beeld van het beleid van de Raad. Hiermee verplicht de Raad zich om de coherentie en de efficiëntie van de diverse vormen van dienstverlening die hij beslist, alsook de modaliteiten waaraan hij deze onderwerpt, te controleren. Verder geeft hij zich een doeltreffender instrument dan de losse overeenkomsten, omzendbrieven en instructies die zijn actie voorheen regelden. Om te voldoen aan twee belangrijke wetten van de openbare dienst, deze van de gelijkheid en deze van de continuïteit, moeten alle huidige en toekomstige protagonisten immers op dezelfde, gemakkelijk bereikbare bepalingen, kunnen steunen. De inleiding tot het reglement vermeldt de nagestreefde doelstellingen. Met uitzondering van de medische kaart, de algemeen geneeskundigen en de geneesmiddelen die niet worden terugbetaald door het RIZIV, verandert het reglement de vroegere praktijken niet fundamenteel. Onderstaande uitleg wordt gegeven in de volgorde van de referentienummers van het reglement en zijn bijlagen. De beoefenaars van de gezondheidsberoepen en de beoefenaars van de maatschappelijke dienstverlening zullen ons verontschuldigen voor onze uitleg van begrippen die ze elk, voor hun domein, perfect beheersen en begrijpen dat dit een kans is om alle uitleg voor het betrokken publiek in een enkel document te verzamelen. II. NOTA’S. (1) Deze wet kan, net als alle andere wettelijke en reglementaire bepalingen naar welke wordt verwezen, worden geraadpleegd op de site van het Belgisch staatsblad (www.belgischstaatsblad.be) of op de site van Inforum (www.inforum.be), en wel als volgt: Opzoeken van juridische teksten.
De referentie om wetsteksten te vinden:
www.staatsblad.be geconsolideerde wetgeving. De gecoördineerde versies van de teksten kunnen worden opgezocht via: 1. Juridische aard: decreet, ordonnantie, verdrag, besluit, wet, reglement, ….. 2.Afkondigingsdatum. 3.Publicatiedatum. 4.Departement: Economische, buitenlandse, sociale zaken, budget, commissie, gemeenschap, gewest, …. 5.Sleutelwoorden. 6.Juridisch domein: Burgerlijk recht, fiscaal recht, handelsrecht, internationaal recht, militair recht, sociaal recht, strafrecht, grondwettelijk recht en tuchtrecht.
www.inforum.be In publilink Algemene operaties inforum 2
De wet van 2 april 1965 is essentieel voor het goede begrip van het reglement omdat deze de voorwaarden vastlegt voor de terugbetaling door de Belgische staat, van de uitgaven die de OCMW’s dragen.
3
Het is ook de wet die de bevoegdheid bepaalt van de OCMW’s wanneer de gebruiker zijn woonplaats heeft in een gemeente die niet dezelfde is als deze waar de ten laste te nemen zorgen worden verstrekt. (2) Een reeks bepalingen van de organieke wet regelen het reglement en zijn toepassing en meer bepaald artikel 24 waarin de bevoegdheid van de Raad schuilt om het reglement vast te leggen; artikel 27 betreffende het vast bureau en de bijzondere comités; artikel 28 betreffende de bevoegdheden van de voorzitter; de artikels 32, 33 en 35 betreffende oproepingen, agenda’s, het vereist quorum en de vereiste meerderheid; de artikels 36 en 50 betreffende het beroepsgeheim; de artikels 41 tot 48 betreffende de bevoegdheden van de secretaris, de ontvanger, de maatschappelijke werkers en de beoefenaars van de geneeskunde die hun beroep mogen uitoefenen in de instellingen en diensten van het centrum; hoofdstuk IV betreffende de taken van de OCMW’s, meer bepaald zijn artikel 62 betreffende het overleg; artikel 84 betreffende de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten; de artikels 86 tot 93 betreffende de budgettaire, financiële en boekhoudkundige regels; hoofdstuk VII betreffende de terugbetaling door particulieren van de kosten van maatschappelijke dienstverlening; hoofdstuk VIII betreffende de financiering; hoofdstuk IX betreffende het administratief toezicht en de hoofdstukken XII en XII bis betreffende de verenigingen van OCMW’s en het IRISnetwerk. Aangezien de materie sterk gecommunautariseerd is (zie artikel 5, §1, II, 2°, van de speciale wet van 8 augustus 1980 betreffende de institutionele hervormingen), moet men ervoor zorgen dat men het bijgewerkte beschikkende gedeelte van de wet op de Brusselse OCMW’s raadpleegt en niet het deel dat geldt voor de Waalse OCMW’s, de OCMW’s van de Duitstalige Gemeenschap en van de Vlaamse OCMW’s. Hetzelfde geldt voor de toepassingsbesluiten en de omzendbrieven. (3) Ondanks de termen van artikel 1 van de organieke wet, gebeurt het zelden dat de bevoegdheid van de OCMW’s zo sterk aan het voorwerp en aan de motieven gebonden is, dat ze hen alle beoordelingsvermogen ontneemt. In tegendeel, in de meeste gevallen is het beoordelingsvermogen van de OCMW heel groot. Het is niet eenvoudig om de wet betreffende de gelijkheid van de gebruikers te respecteren omdat dit veronderstelt dat alle gebruikers die zich in een vergelijkbare situatie bevinden, vergelijkbare hulp krijgen, terwijl de hulp aan de specifieke behoeften van elk van hen wordt aangepast. (4) Het residuair karakter van de maatschappelijke dienstverlening is een algemeen principe dat zijn toepassing vindt in de talrijke bepalingen zoals deze van artikel 3, 4° tot 6° en artikel 4 van de wet van 26 mei 2002 betr effende het recht op maatschappelijke integratie, alsook van artikel 60, §3, lid 2, van de organieke wet. (5) De dienstverlening van het centrum heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid (art.1 van de organieke wet) binnen de grenzen van de wetgeving en het residuair karakter van de dienstverlening. Er moet ook rekening worden gehouden met het feit dat de middelen van het centrum en van de besturen die het centrum financieren niet onbeperkt zijn, er moet voor gezorgd worden dat de dienstverlening wordt toegekend waar en in de mate waarin ze nodig is voor de gebruiker, in het belang van deze laatste en, enkel als logisch gevolg, in het belang van zijn zorgverstrekkers. Verder
4
moet erop worden toegekeken dat de gebruiker geen gedrag vertoont dat de last van de gezondheidskosten die het centrum betaalt, zonder geldige reden verhoogt. Daarom dringt het reglement aan op een trapsgewijze organisatie van de geneeskundige verzorging, op de belangrijke rol van de algemeen geneeskundige, op het bijhouden van globale medische dossiers, op de goedkoopste geneesmiddelen, enz... (7) Deze overeenkomst, toegevoegd in bijlage I van het reglement, regelt de relaties tussen de steunverlenende centra (OCMW’s die een ziekenhuis beheerden dat in het IRIS-netwerk is opgenomen) en de centra van de onderstandsdomicilie (OCMW‘s zonder ziekenhuis) voor de toepassing van de wet van 2 april 1965, wanneer de zorgen door de IRIS-ziekenhuizen worden verleend. (8) Deze overeenkomsten, toegevoegd in de bijlagen II en III van het reglement, regelen de relaties van diezelfde OCMW’s, volgens vergelijkbare modaliteiten, maar in het geval van psychiatrische verzorging door de IRIS-ziekenhuizen en de enkele privé-instellingen die overeenkomsten met deze IRIS-ziekenhuizen hebben afgesloten. We stellen vast dat de wet van 2 april 1965 betreffende de terugbetaling van de kosten door de Staat, de psychiatrische verzorgingsinstellingen in principe uitsluit uit het begrip verplegingsinstelling, (art.1, 3°, art.2 , art.4, art.11). (9) Deze overeenkomst, toegevoegd in bijlage IV van het reglement, geeft toelating voor en voorziet de tenlasteneming door de centra van de onderstandsdomicilie, van de geneesmiddelen D (niet terugbetaald door het RIZIV), voorgeschreven aan de gebruikers die in het IRIS-netwerk zijn gehospitaliseerd (het zijn de geneesmiddelen van bijlage I van de overeenkomst) of voorgeschreven aan de gebruikers van ambulante zorgen verleend door de IRIS-ziekenhuizen (het zijn deze van bijlage II van de overeenkomst). Enkel de geneesmiddelen D, vermeld in de lijst in bijlage 2, voorzien in artikel 2 van deze overeenkomst, worden ten laste genomen door het centrum indien volgende drie voorwaarden worden voldaan: -
dat ze worden voorgeschreven aan een gebruiker, houder van een medische kaart; dat ze worden voorgeschreven door de algemeen geneeskundige die op de medische kaart ingeschreven staat; dat ze worden afgeleverd door de apotheker die op de medische kaart ingeschreven staat of de apotheker van wacht naar wie hij de gebruiker verwijst.
In alle andere gevallen worden de geneesmiddelen D uitsluitend ten laste genomen op voorlegging van het requisitoir dat deze vermeldt. Er wordt niet langer verwezen naar de geneesmiddelen van de zogeheten lijst « van de spoorwegen ». De lijst, die in overeenstemming met artikel 3 van de overeenkomst tweemaal per jaar wordt bijgewerkt, kan op de site van het Brusselse OCMW (www.ocmwbru.irisnet) worden geraadpleegd. 5
(10) zie meer bepaald artikel 34, 5°, artikel 35 bi s, artikel 35 ter en artikel 37 van de wet V.V.G.V.U. en hun talrijke toepassingsbesluiten. Het is door en krachtens deze bepalingen dat de tarieven en aandelen in de terugbetaling van de geneesmiddelen, inclusief de generische geneesmiddelen worden vastgesteld. Het niet terugbetaalde saldo (remgeld) ten laste van de patiënt, dat ten laste kan worden genomen door het centrum, is het criterium van de definitie van het goedkoopste geneesmiddel (art. 1, 15 van het reglement). Wanneer het gaat om een geneesmiddel dat niet terugbetaald wordt door het RIZIV of een geneesmiddel dat wordt afgeleverd aan een patiënt die niet in orde is met zijn verzekerbaarheid, wordt natuurlijk het RIZIV-tarief in aanmerking genomen. (11) Zie meer bepaald artikel 36 quater van de wet V.V.G.V.U., maar ook artikel 36 quinquies van diezelfde wet, betreffende georganiseerde wachtdiensten. Zo hebben de twee erkende kringen voor algemene geneeskunde in het Brussels Gewest, de B.H.A.K. (voor de Nederlandstaligen) en de F.A.M.G.B. (voor de Franstaligen), meer bepaald de taak om een algemene wachtdienst te organiseren (MEDIGARDE en Vlaamse Wacht Dienst). (12) Zie meer bepaald artikel 36 septies van de wet V.V.G.V.U. en het koninklijk besluit van 18 februari 2004, tot vaststelling van de voorwaarden en de regels in overeenstemming met welke de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen aan de erkende huisarts een honorarium betaalt voor het beheer van het globaal medisch dossier. (13) Zie natuurlijk artikel 37 van de wet V.V.G.V.U. en meer bepaald zijn §19, dat houders van het leefloon, de gerechtigden aan wie een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn steun verleent die geheel of gedeeltelijk door de federale staat wordt terugbetaald op grond van de artikelen 4 en 5 van de wet van 2 april 1965, de houders van een inkomensgarantie voor ouderen, enz. een verhoogde verzekeringstegemoetkoming toekent. (14) De maximumfactuur die het systeem van sociale en fiscale franchises vervangt. Zie de wet van 5 juni 2002 betreffende de maximumfactuur in de verzekering voor geneeskundige verzorging en het koninklijk besluit van 15 juli 2002, tot uitvoering van hoofdstuk III bis van titel III van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. Het centrum kijkt erop toe dat de begunstigden van de MAF, ongeacht of ze een financiële dienstverlening inzake gezondheid van het centrum krijgen, in staat zijn om hun rechten op de MAF te doen gelden. Verder vordert het centrum zelf het voordeel van de MAF terug wanneer het centrum het remgeld van de begunstigde van de verzekering voor geneeskundige verzorging betaalt via zijn financiële dienstverlening. De begeleiding impliceert de verzending naar het verzekeringsorganisme: -
van het eensluidend standaardattest « WIGW », opening van recht en, in voorkomend geval, van het model « verlenging van een recht » (jaarlijks verlengbaar) 6
-
afhankelijk van de gevallen, de inkomstenaangifte van het bewijs van de dienstverlening van het MAF-document
Voor de terugbetaling van het persoonlijk aandeel ten laste van de patiënt aan deze laatste (begeleiding) of zijn terugvordering ten voordele van het centrum (terug te vorderen financiële hulp) moeten volgende documenten naar het verzekeringsorganisme worden verzonden: -
de MAF-volmacht de volmacht voor het project van het centrum, ondertekend door de gebruiker en de Ontvanger
(15) De poliklinieken zijn een pijler van het beleid van primaire zorgverlening van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Een brochure, gerealiseerd en uitgebracht door de VZW Question-Santé, legt de opties en de praktijken van de poliklinieken uit (Bestuur van de Franse Gemeenschapscommissie, Dienst Gezondheid, Paleizenstraat, 42, 1030 Brussel, tel. 02/800.83.16, e-mail:
[email protected]). Ook de ‘Fédération bruxelloise des maisons médicales et des collectifs de santé francophones’ (FBMM csf, Zuidstraat, 25 bus 5, 1000 Brussel, tel. 02/514.40.14, fax: 02/514.40.04, e-mail:
[email protected], internetsite: http: //www.maisonmedicale.org) geeft nuttige informatie. (16) Dit besluit stelt in zijn artikel 1 dat de geneeskunst bestaat uit de geneeskunde, de tandheelkunde inbegrepen, uitgeoefend ten aanzien van menselijke wezens, en de artsenijbereidkunde, onder hun (preventief of experimenteel), curatief, continu en palliatief voorkomen. Datzelfde besluit regelt de uitoefening van de kinesitherapie, de uitoefening van de verpleegkunde, de uitoefening van paramedische beroepen, de bijzondere beroepsbekwaamheden, bijzondere beroepstitels, aanbodsbeheersing, eindeloopbaan, evaluatie, structuur en organisatie van de praktijk, organen en federale databank van de beoefenaars van de gezondheidszorgberoepen De geneeskundige commissies, de cel medische bewaking, de toepassing van de Europese reglementering en bevat strafbepalingen en tuchtmaatregelen. (17) Deze wet, die nauwgezet moet worden nageleefd door de beroepsbeoefenaars die ze definieert, garandeert de patiënt diverse rechten (kwalitatieve prestaties, informatie, keuzevrijheid, zorgvuldig bijgehouden dossier, bescherming van de persoonlijke levenssfeer, recht om klacht neer te leggen, vertegenwoordiging van de onbekwaamverklaarde patiënt, ...). Ze verzekert de patiënt de vrije keuze van de beroepsbeoefenaar, binnen de grenzen die worden opgelegd krachtens de (en niet « door ») de wet. Zie de nota’s (4), (5), (34), (35) en (65). (18) Zie nota (14). Toepassing van het residuair karakter van de maatschappelijke dienstverlening, nota (4). (19) Toepassing van het residuair karakter van de maatschappelijke dienstverlening, nota (4). Terwijl de wet van 15 december 1980 een vreemdeling enkel toelaat om in België te verblijven indien hij over voldoende inkomsten beschikt of indien iemand verklaart dat hij de vreemdeling ten laste neemt, weigert het centrum zijn dienstverlening zolang de verklaring van tenlasteneming een wettelijke voorwaarde voor de verblijfsvergunning is.
7
Zie meer bepaald de artikels 3, 4°, 3 bis, 7, 6°, 1 0 bis, 58, 2°, 60 en 61 in de wet van 15 december 1980, alsook de artikels 17-2 tot 17-6, 25, 69 quinquies en 101 in het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. (20) Zie artikel 62 van de organieke wet en het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 18 december 2003, betreffende de toekenning van subsidies aan openbare centra voor maatschappelijk welzijn als tussenkomst in de kosten voor de sociale coördinatie. ‘Zie ook, in bijlage, het verslag van de vergadering van 15 december 2004.’ Er werd gevolg gegeven aan de meeste suggesties en kritieken die de algemeen geneeskundigen en apothekers uitbrachten. Zo werd de definitie van het goedkoopste geneesmiddel, vermeld in artikel 1, 15 van het reglement gewijzigd om de verwijzing naar de prijs die tegen de dagelijkse kostprijs wordt berekend en de gelijksoortigheid van de galenische vormen (absorptiewijze) toe te voegen. Ook artikel 18, lid 2, 3 van het reglement werd verduidelijkt in die zin dat de vaste apotheker de patiënt van het centrum naar een andere apotheker kan verwijzen indien hij het geneesmiddel niet in voorraad heeft, wanneer hij op jaarlijks verlof is of de apotheek gesloten is. De verwijzing wordt schriftelijk vermeld op het voorschrift, het requisitoir of de bestelbon of, bij verlof of sluiting, door ophanging met vermelding van de specifieke apotheker bij wie de gebruikers van het centrum zich moeten aanbieden en telefonische waarschuwing van het centrum. Hetzelfde artikel verplicht de patiënt van het centrum om de apotheker 50 cent per geleverde doos (verpakking) te betalen om de patiënt te responsabiliseren en eventueel misbruik te vermijden. In artikel 18, lid 2, 4., 4de streepje van het reglement werd de verwijzing naar het nummer van het globaal medisch dossier geschrapt omdat deze dossiers niet genummerd zijn. In artikel 18, lid 2, 7 van het reglement werd de specifieke situatie van het kind voor wie de kosteloosheid van de pediatrische zorgen moet worden verzekerd, verduidelijkt. Het kan dus gebeuren dat een volwassene een algemene medische kaart krijgt die enkel geldig is voor de pediatrische zorgen van één enkel kind of een gemengde algemene medische kaart die zowel de zorgen dekt die worden verstrekt door of krachtens de voorschriften van een algemeen geneeskundige voor de titularis en meerdere kinderen en de zorgen die worden verstrekt door of krachtens de voorschriften van een kinderarts voor een of meerdere kinderen die op dezelfde kaart ingeschreven zijn. In artikel 18, laatste lid, werden de bepalingen toegevoegd die nodig zijn voor de goede voorlichting van de apotheker, zodat deze laatste geen geneesmiddelen ten laste van het centrum aflevert die niet door de specifieke medische kaart worden gedekt. Artikel 2 van de overeenkomst voor de apothekers werd aangepast om beter rekening te houden met het feit dat de Koning de toepassingsmaatregelen van het vervangingsrecht nog moet vastleggen.
8
In diezelfde overeenkomst werd de ‘korting’ in artikel 5 teruggebracht tot 5% en de toepassing beperkt tot de geneesmiddelen en producten die niet worden terugbetaald door het RIZIV, hetzij omdat dat nooit het geval is, hetzij omdat de patiënt van het centrum niet in orde is met zijn verzekering. Artikel 6 van diezelfde overeenkomst werd aangepast om rekening te houden met de 50 cent die de apotheker aan de patiënt van het centrum vraagt. Daarentegen werd de plicht behouden om de letter I te plaatsen naast de geleverde geneesmiddelen en instrumenten voor welke er geen tegemoetkoming van het verzekeringsorganisme is, hetzij omdat de patiënt van het centrum niet in orde is met zijn verzekering, hetzij omdat het geleverde product nooit het voorwerp is van enige tegemoetkoming van de verzekering.’ De Voorzitster, Handtekening onleesbaar Anne Sylvie MOUZON.
(21) Het Bijzonder comité is het orgaan dat de Raad delegeerde om zich uit te spreken over de toekenning van individuele hulp. Het moet verder advies uitbrengen aan de Raad, over elke maatregel die deze laatste neemt en die betrekking heeft op de toekenning van individuele hulp. (22) De definities van dit artikel staan in alfabetische volgorde. Dit wetgevend procédé vermijdt de herhaling van onnodig lange formuleringen.
In de punten 1, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 21 wordt verduidelijkt dat de wetgeving en de reglementeringen naar welke het reglement verwijst, worden begrepen met hun wijzigingen, inclusief dus de wijzigingen die werden doorgevoerd na de datum waarop het reglement door de Raad werd aangenomen. Een reglement van de Raad kan immers geen voorrang hebben op een andersluidende bepaling in een wetgeving of reglementering die in de hiërarchie der normen boven het reglement staat. Er moet dus worden aangenomen dat het reglement impliciet maar noodzakelijk gewijzigd is, zodat het steeds voldoet aan de hogere normen. Verder veronderstelt de informatietaak van het centrum dat het de evolutie van de wetgeving en van de reglementering correct opvolgt. In de mate van het mogelijke zorgt de Raad voor de uitdrukkelijke en snelle wijziging van het reglement en zijn bijlagen zodat het steeds voldoet aan deze evolutie. Op deze manier beperkt het de kans op misverstanden ten gevolge van impliciete wijzigingen en verplicht het zichzelf om zijn beleid te herzien indien dat nodig is. De definitie van het geneesmiddel sluit de geneesmiddelen voor dieren uit. Zelfs indien men kan aannemen dat de gezondheid van een gezelschapsdier de gezondheid, in de brede zin van het woord, van een gebruiker kan beïnvloeden, laten de sociale behoeften die de gemeente Sint-Joost-ten-Node moet invullen en de middelen om dit te doen, niet tot om de tenlasteneming van de veterinaire zorgen redelijkerwijze in het beleid van het centrum te integreren.
9
Wanneer hij in overeenstemming met de organieke wet in dringende gevallen handelt, mag de Voorzitter de hulpverlening toekennen, maar niet definitief weigeren. Hij weigert de gevraagde dringende hulpverlening indien de dringende redenen niet bewezen zijn of indien de gevraagde hulpverlening niet wettelijk of gepast is. Het is echter de taak van het Bijzonder comité om de toegekende hulpverlening te bekrachtigen of de geweigerde hulpverlening toe te kennen indien zou blijken dat de voorzitter de dringende redenen, de wettelijkheid of de geschiktheid van de voorgestelde hulpverlening verkeerd heeft beoordeeld. Verder merken we op dat de dringende procedure afwijkt van de normale procedure met beslissing door het Bijzonder comité. Ze wordt dus restrictief geïnterpreteerd en werd niet ontworpen als oplossing voor de vertraging die de diensten van het centrum hebben opgelopen in het onderzoek van de vragen of in de uitvoering van de beslissingen die de besturen namen. We stellen ten slotte vast dat elke persoon die de hulpverlening van het centrum vraagt, « gebruiker » wordt genoemd, en niet « cliënt ». (23) Het spreekt vanzelf dat het reglement moet worden begrepen, onverminderd alle wettelijke of reglementaire bepalingen die hoger zijn in de hiërarchie van de normen indien deze bepalingen zijn actie bepalen. Verder moet het reglement worden begrepen, onverminderd de IRISovereenkomsten betreffende de onderstandsdomicilies, de tenlasteneming van de psychiatrische patiënten en de geneesmiddelen D. Deze overeenkomsten regelen de relaties tussen de steunverlenende OCMW’s en de OCMW’s van de onderstandsdomicilie, rekening houdend met de wet van 2 april 1965. Om tijd te winnen, om bevoegdheidsconflicten te vermijden en om niet het volledige gewicht van een tenlasteneming van de meeste behoeftige patiënten van het Brussels Gewest aan de steunverlenende OCMW’s op te leggen (deze op wiens grondgebied de IRIS-ziekenhuizen liggen), organiseren deze overeenkomsten de procedure waarmee het IRIS-ziekenhuis het centrum van de onderstandsdomicilie tijdig inlicht over de tenlasteneming van een behoeftige patiënt, zodat het centrum de tenlasteneming kan bevestigen of afwijzen en op zijn beurt de Belgische staat kan inlichten binnen de wettelijke vereiste termijnen. Het spreekt vanzelf dat dergelijke overeenkomsten mogelijk zijn omdat de IRIS-ziekenhuizen openbare ziekenhuizen zijn, onder toezicht van de OCMW’s die hun ziekenhuizen in een « interOCMW » hebben gegroepeerd (zie de hoofdstukken XII en XII bis van de organieke wet) zoals er intercommunales bestaan. Verder en in tegenstelling tot dat wat enkele privéziekenhuizen tevergeefs wilden laten geloven, definieert de wet van 2 april 1965 enkel de regels van de bevoegdheid en de terugvorderingen tussen OCMW’s. Enkel een OCMW kan verwerkingskosten terugvorderen bij een ander OCMW, want het is niet de taak van de OCMW’s om alle schuldeisers van een behoeftige te hulp te schieten, maar om de ongelukkige schuldenaars te helpen die, omwille van de nietbetaling van hun schuld, in een situatie zouden verzeilen die hen niet meer toelaat om een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Het boek « La compétence territoriale des CPAS », van A. LESIW en I. VANHAEVERBEEK, Union des Villes et Communes de Wallonie ASBL, 2000, pp 128 en volgende geeft een duidelijke en heldere bespreking van de wet en de rechtspraak op dit punt. (24) Artikel 2, lid 2 van het reglement is de vertaling van de eerste en derde consideransen van zijn inleiding. 10
Er is enerzijds dat wat het centrum moet doen omdat de wetgeving en de reglementering het daartoe verplichten zonder het enig beoordelingsvermogen te laten, noch betreffende de motieven, noch betreffende het voorwerp. Deze gebonden bevoegdheid stemt overeen met een subjectief recht van de gebruiker. Zo kent het koninklijk besluit van 20 oktober 2004 tot toekenning van een verwarmingstoelage voor de winter van 2004 de OCMW’s enkel de taak toe om te controleren of de strikte voorwaarden voor de toekenning van deze dienstverlening verenigd zijn uit hoofde van de aanvrager, maar niet de taak om te beoordelen of het gepast is om hem deze dienstverlening toe te kennen, rekening houdend met globale reële situatie van de begunstigde. Er is dat wat het centrum mag doen of moet doen, rekening houdend met de voorafgaande beoordeling die het mag doen van begrippen zoals de menselijke waardigheid, dringende redenen, billijkheid, enz... Het is het meest voorkomende geval. Het beoordelingsvermogen van het centrum, waarvan de Raad bestaat uit mandatarissen die door de gemeenteraad gekozen zijn, moet passen in een beleid dat rekening houdt met de specifieke behoeften van de plaatselijke bevolking en de menselijke, materiële en financiële middelen die gemobiliseerd kunnen worden om aan deze behoeften te voldoen. Er is dat wat het centrum niet mag doen omdat de wetgeving en de reglementering het centrum daarvoor niet machtigt (voorbeeld: belastingen heffen) of het hem verbieden (voorbeeld: handelen in overtreding met het beginsel van gelijkheid en non-discriminatie, niet waarborgen van de continuïteit van de openbare dienst, enz...). Er is dus dat wat het centrum doet omdat het daartoe verplicht is of omdat het daartoe gemachtigd is, omdat het oordeelt dat het een goed beleid is en omdat het de middelen heeft. Er is dat wat het centrum niet doet omdat het niet gemachtigd is, omdat het verboden is of nog omdat het centrum – hoewel hij het vermogen heeft om het te doen – vindt dat het geen goed beleid is of gewoon omdat het niet over de vereiste middelen beschikt; Het reglement bevat de regels die het centrum, daar waar het over een beoordelingsvermogen beschikt, wil toepassen: de automatische hulpverlening indien deze uit een begeleiding bestaat en de weigering van de hulpverlening wanneer het om financiële dienstverlening gaat. Dat is gewoon de algemene regel omdat de verzekering voor geneeskundige verzorging de vereiste verzorging in principe correct ten laste neemt, via de verhoogde tegemoetkoming (artikel 37, §1 en §19 van de wet V.V.G.V.U., koninklijk besluit van 8 augustus 1997 ter bepaling van de inkomensvoorwaarden en de voorwaarden in verband met de ingang, het behoud en de intrekking van het recht op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, welke bedoeld zijn in artikel 37, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994) en via de MAF en omdat de maatschappelijke dienstverlening residuair is. In de praktijk doet onze kennis van de sociale realiteit, eigen aan onze gemeente, ons afwijken van deze algemene regel. De afwijkingen zijn echter een restrictieve interpretatie en mogen geen algemene regel worden. Deze eerste categorie 11
excepties omvat de financiële hulp van de artikels 16 tot 18 (medische kaarten) en 20, lid 2 (dringende medische hulpverlening aan behoeftige personen zonder wettig verblijf). Ze zijn echter gebaseerd op een vereniging tussen het centrum, de algemeen geneeskundigen en de apothekers die een overeenkomst met het centrum hebben. De tweede categorie excepties, van nog restrictievere interpretatie dan de eerste, vloeit voort uit het feit dat de taak van het centrum bestaat uit de toekenning van geïndividualiseerde maatschappelijke dienstverlening, met respect voor het principe van gelijkheid. Het zijn de excepties van de artikels 14 en 19. Ze moeten worden gezien in overeenstemming met artikel 2, lid 2. (25) Zowel de maatschappelijke werker die de toekenning van de hulpverlening voorstelt, als het orgaan van het centrum dat beslist (in principe het Bijzonder comité en, uitzonderlijk, de Voorzitter of de Raad) moeten weten of de hulpverlening verplicht of facultatief is en of ze kan worden teruggevorderd bij de begunstigde, zijn onderhoudsplichtigen, een ander OCMW, de Belgische staat, het RIZIV, enz... Wanneer de hulpverlening niet kan worden teruggevorderd, is het de gemeente die deze financiert in toepassing van de artikels 106 van de organieke wet en 7 van de wet van 2 april 1965. (26) Het zou natuurlijk absurd zijn om de plicht van het centrum om de gebruikers die zich bij het OCMW aanbieden, in te lichten, te begeleiden en naar gespecialiseerde organismen te heroriënteren, te onderwerpen aan een beslissing van het Bijzonder comité of van de Raad, die geval per geval wordt uitgesproken. Men moet zich echter wapenen tegen abusieve vragen van personen die het centrum zouden gebruiken om gratis en in hun plaats alle administratieve formaliteiten uit te voeren die ze te moeilijk vinden, hoewel ze niet sociaal behoeftig zijn of psychologisch in de war of cultureel kwetsbaar door de miskenning van hun rechten. We merken op dat het Bijzonder comité en de Raad en niet de Voorzitter dit soort excessen zouden kunnen beëindigen. (27) Voor men financiële dienstverlening biedt, moet de situatie van de gebruiker globaal worden geanalyseerd door de balans op te stellen tussen het totaal van zijn inkomsten (inclusief de andere dienstverlening die het centrum toekent) en het totaal van zijn uitgaven die niet omlaag kunnen. Wat betekent dat de uitgaven die niet omlaag kunnen, eerst moeten worden verminderd door middel van begeleiding. Bij elke herziening van de situatie van een gebruiker, voor de verlenging van de terugkerende hulpverlening (leefloon of gelijkaardige sociale steun en medische kaart) of voor zijn eerste toekenning indien de gebruiker reeds hulp kreeg, moet het totaal van de financiële gezondheidshulp die het centrum ten gunste van de gebruiker betaalt, in aanmerking worden genomen. (28) Voor de terugvordering bij particulieren, verwijzen we naar hoofdstuk VII van de organieke wet. De voorschotten die teruggevorderd kunnen worden bij de gebruiker zelf, helpen de gebruiker die voldoende middelen heeft om de vereiste kosten te betalen, om het hoofd te bieden aan een belangrijke uitgave en de last in de tijd te spreiden. Dit procédé wordt in het algemeen enkel toegepast indien de gebruiker andere terugkerende hulp krijgt van het centrum waarop deze de terugbetaling kan afhouden. 12
Het spreekt vanzelf dat de gebruiker die een tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging bij zijn ziekenfonds ontvangt, het centrum volmacht moet verlenen om deze tegemoetkoming in zijn plaats te ontvangen indien het centrum de uitgave volledig betaalt. Dit is zeker het geval voor de begunstigde van een medische kaart. (29) Ter herinnering, (zie nota 24), artikel 6 is de algemene regel. Artikel 6.1. dat financiële dienstverlening aan personen zonder wettig verblijf weigert, met uitzondering van de dringende medische hulpverlening (art. 57, §2 van de organieke wet) is de illustratie van dat wat het centrum, hoewel het de mogelijkheid heeft om te helpen en de wens om dat te doen, niet doet omdat het niet over de nodige middelen beschikt. De personen zonder wettig verblijf genieten immers geen verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen. Om redenen buiten de wil van de plaatselijke politieke verantwoordelijken, wonen er veel van deze personen op het grondgebied van de gemeente. Behoudens het geval van de dringende medische hulp financiert de Staat de hulpverlening die de OCMW’s toekennen, niet. Nochtans heeft hij als enige alle wetgevende, uitvoerende (inclusief de politie) en gerechtelijke bevoegdheden betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Er is dan ook geen enkele reden voor de financiering door de belastingplichtigen van de gemeente van Sint-Joost van de abnormaal hoge last die de gezondheidszorgen van de behoeftige vreemdelingen zonder wettig verblijf met zich meebrengt. (30) Artikel 6.2. is een toepassing van het residuair karakter van de maatschappelijke dienstverlening. Zie ook nota (19). Het gaat om personen die zich, in overeenstemming met de wet, wettelijk gezien enkel op ons grondgebied kunnen bevinden omdat ze verklaarden dat ze zelf of dankzij een tenlasteneming, over voldoende inkomsten beschikken. Ze moeten het grondgebied verlaten zodra ze niet langer aan deze voorwaarde voldoen. Zie ook de omzendbrief van 9 september 1998 betreffende de verbintenis tot tenlasteneming welke bedoeld is in artikel 3 bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de geldigheidsduur van de verbintenis tot tenlasteneming. Artikel 3.2. is ook een geval van toepassing van artikel 6.4. (31) Zie nota (22) en artikel 1, 14 van het reglement. (32) Zie nota’s (23) en (24). (33) Zie nota’s (1), (2), (23), hoofdstuk II van de wet van 2 april 1965 en hoofdstuk VII van de organieke wet. (34) Indien ze toetreden tot de overeenkomst van het centrum, kunnen de algemeen geneeskundigen hun kosten en honoraria maandelijks door het centrum laten terugbetalen omdat ze zorgen verlenen aan een houder van een medische kaart die door het centrum werd afgeleverd (artikel 16 tot 18 van het reglement), omdat ze zorgen verlenen aan een persoon zonder wettig verblijf voor de behoeften van een diagnose om dringende redenen (artikel 20, lid 2 van het reglement) of nog omdat ze door het centrum gevorderd worden via requisitoir in vereenvoudigde vorm (artikel 23 van het reglement). 13
Enkel de algemeen geneeskundigen van Sint-Joost en zij die een patiënt blijven volgen na zijn plaatsing in het geriatrisch centrum of, op kosten van het centrum, in een andere instelling voor bejaarden, kunnen toetreden tot deze overeenkomst. Inderdaad, enerzijds moet de nabijheid tussen de patiënt en zijn algemeen geneeskundige en anderzijds, wat betreft de bejaarde personen die in RH-RVT geplaatst worden, moet de continuïteit van de medische opvolging worden gepromoot. Op deze manier geeft het centrum andere algemeen geneeskundigen dan deze van zijn polikliniek of van zijn geriatrisch centrum, de mogelijkheid om op bevoorrechte wijze samen te werken met het centrum voor de promotie van een kwalitatieve geneeskunde, gebaseerd op de trapsgewijze organisatie van de geneeskundige verzorging en op het globaal medisch dossier. Het gaat om een toetredingsovereenkomst vermits de bedingen niet bespreekbaar zijn. Alle overeenkomsten van het centrum met de algemeen geneeskundigen zullen identiek zijn. Enkel de aldus geconventioneerde algemeen geneeskundigen kunnen een patiënt volgen die houder is van een medische kaart die door het centrum werd afgeleverd. Enkel diezelfde geneesheren mogen de geneesmiddelen D van bijlage 2 van de overeenkomst geneesmiddelen D tussen IRIS/OCMW, automatisch ten laste van het centrum voorschrijven. De keuzevrijheid van de patiënt die de voordelen van deze bevoorrechte relatie tussen het centrum en een algemeen geneeskundige wil genieten, is beperkt tot de algemeen geneeskundigen die tot de overeenkomst met het centrum zijn toegetreden. Om te worden vergoed door het centrum, moeten alle andere geneesheren, algemene of specialisten, zich ervan vergewissen dat de patiënt wel degelijk in het bezit is van een requisitoir dat vooraf door het centrum werd afgeleverd en moeten ze zich schikken naar de procedures beschreven in bijlage VI van het reglement. Ook de algemeen geneeskundigen die een overeenkomst met het centrum voor de polikliniek en het geriatrisch centrum hebben, moeten toetreden tot de overeenkomst van bijlage V van het reglement, met als enige reserve dat ze de totaliteit van hun honoraria, in overeenstemming met hun specifieke overeenkomst, aanrekenen aan het centrum en het centrum de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging zelf vordert en het aandeel aftrekt dat de geneesheer afstaat voor de betaling van de lokalen, toestellen, personeel, werkingskosten, enz... (35) Mutates mutandis worden de relaties tussen het centrum en de apothekers van Sint-Joost geregeld door dezelfde principes als deze van het centrum met de algemeen geneeskundigen. Het reglement voert geen fundamentele wijziging door aan de vroegere situatie, maar verduidelijkt deze met het oog op de goede afstemming op het reglement en om de formaliteiten voor de betalingen te vergemakkelijken. (36) Gelet op het residuair karakter van de maatschappelijke dienstverlening, is de aansluiting van de gebruiker bij een verzekeringsorganisme natuurlijk belangrijk. Artikel 6, §5 van de organieke wet verzekert de gebruiker de vrije keuze van het 14
organisme en verduidelijkt dat het centrum in de mate van het mogelijke (discretionaire bevoegdheid) een persoonlijke bijdrage aan de betrokkene moet vragen (gebonden bevoegdheid). (37) De opsomming van artikel 10 is niet uitputtend, maar vermeldt de meest voorkomende gevallen. Voor de inkomensvervangende tegemoetkomingen, de integratietegemoetkoming en de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, verwijzen we naar de wet van 27 februari 1987 betreffende tegemoetkomingen aan personen met een handicap, het koninklijk besluit van 6 juli 1987 betreffende de inkomensvervangende tegemoetkomingen en de integratietegemoetkoming, het koninklijk besluit van 5 maart 1990 (II) betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, alsook het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende de procedure voor de behandeling van de dossiers inzake tegemoetkomingen aan personen met een handicap. De polikliniek van het centrum is erkend voor de gratis borstkankeropsporing bij vrouwen van 50 tot 69 jaar. (38) De opsomming van artikel 11 is niet uitputtend. Het gaat meestal om campagnes via affiches in de lokalen van het centrum of via brochures die beschikbaar zijn in de houders in de wachtzalen van de polikliniek, de sociale dienst of de onthaalkantoren. Het centrum communiceert deze campagnes systematisch voor zover ze gratis en officieel zijn. (39) Het centrum oriënteert de gebruikers vaak naar de centra voor gezinsplanning, de geestelijke gezondheidscentra, de thuisbegeleidingsdiensten, de centra voor personen met een handicap, enz... Men moet deze dus kennen en bekend maken. Indien de gebruiker het vraagt, vervult het centrum de formaliteiten voor zijn goede opvang in één van deze structuren. (40) De bijstand van artikel 13 is een begeleiding en niet een financiële dienstverlening van het centrum. Ze bestaat uit het bestuderen van de facturen die de gebruiker ontvangt (wat niet eenvoudig is in het geval van ziekenhuisfacturen) en de bijstand bij de bespreking van een afbetalingsplan. Het gebeurt vaak dat de hoge sommen voor de zorgen zelf, worden vermeerderd met administratieve kosten, verwijlintresten, deurwaarderskosten, enz... Rekening houdend met de reële betaalkracht van de gebruiker en met het feit dat een goed akkoord beter is dan een slecht proces, kan een transactie waarbij de schuldeiser een deel van zijn schuldvordering laat vallen en een verspreiding van de betaling aanvaardt, een redelijke oplossing zijn voor de beide partijen. (41) Deze financiële hulp is een afwijking van restrictieve interpretatie, op artikel 6, 3., 4., en 6., van het reglement. In uitzonderlijke omstandigheden, meer bepaald voor de zelfstandigen, kan het echter doeltreffend zijn om de verzekerbaarheid van de gebruiker te financieren, zodat hij naderhand zelf en volledig autonoom dat deel van de kosten kan betalen dat niet gedekt wordt door de verzekering. (42) De reële draagwijdte van artikel 15 van het reglement is niet het herinneren aan een verplichting van artikel 57, §2 van de organieke wet, maar wel aan de 15
verplichting om de dringende medische hulp te bewijzen met een certificaat dat voldoet aan bijlage IX en dat naar behoren is ingevuld. De vermeldingen van dit model zijn immers onontbeerlijk voor de goede verwerking van het verzoek voor financiële tegemoetkoming van het centrum en voor de terugbetaling van deze tegemoetkoming door de Staat. Het is zeker niet de bedoeling van het centrum om de diagnose van de geneeskundige te betwisten. Indien er op dit punt betwisting is, dan is deze het feit van de Staat en moet deze worden geregeld tussen de geneeskundige van de Staat en de geneeskundige van de gebruiker. (43) Ook de medische kaart is een afwijking van restrictieve interpretatie op artikel 6 van het reglement temeer daar ze, uitgezonderd de personen die hier illegaal verblijven, niet kan worden toegekend aan gebruikers die in orde zijn met hun verzekering. Ze wordt toegekend aan personen met ziektebeelden die, ondanks de verzekering voor geneeskundige verzorging, inclusief de MAF of, de uitkeringen voor personen met een handicap, financieel te zwaar blijven voor de gebruiker, rekening houdend met de middelen waarover hij beschikt. Het is de meest complete financiële dienstverlening. Het is daarom niet meer dan normaal dat deze aan bijzondere voorwaarden wordt onderworpen. (44) Enkel een sociaal onderzoek kan uitmaken of er moet worden afgeweken van artikel 6 en vermits de situatie van een persoon, zowel zijn sociale situatie, als zijn gezondheid evolueert, kan de medische kaart slechts voor een beperkte duur worden afgeleverd. Dit procédé impliceert dat de situatie van de gebruiker ten minste jaarlijks moet worden herzien voor personen van meer dan 65 jaar en ten minste elke zes maanden voor de andere begunstigden. Men merkt op dat de Voorzitter niet over de mogelijkheid beschikt om een medische kaart te verlengen, te wijzigen, op te schorten of in te trekken. Deze vorm van tenlasteneming wordt immers niet in dringende gevallen overwogen. Daarom moeten de eventuele aanvragen voor verlenging tijdig worden ingediend. Indien er echter een nieuw minderjarig kind dat ten laste is van de gebruiker, houder van een medische kaart, ten laste moet worden genomen, zou de voorzitter, in dringende gevallen, de vereiste requisitoirs en bestelbonnen kunnen afleveren gedurende de tijd die het Bijzonder comité of de Raad nodig hebben om de medische kaart volgens de normale procedure te wijzigen. Het sociaal onderzoek omvat meer bepaald het overzicht van het totaal van de kosten die het centrum tijdens de afgelopen periode ten laste heeft genomen (leefloon, equivalent leefloon, hulpverlening voor water, gas, elektriciteit, huisvesting, huurwaarborg, verhuis, meubilering, gezondheidshulp, enz...) wat het mogelijk maakt om de kostprijs te schatten van de dienstverlening die in de toekomst nodig zal zijn. (45) De algemene medische kaart verzekert de gebruiker de kosteloosheid van de preventieve en therapeutische medisch-farmaceutische zorgen, terwijl de specifieke medische kaart de gebruiker de kosteloosheid verzekert van de therapeutische (en niet preventieve) medisch-farmaceutische zorgen, eigen aan een specifieke pathologie. 16
Voorbeelden: een vrouw van 45 jaar met een depressie, alleenstaand met vijf minderjarige kinderen ten laste, waaronder een drugverslaafde adolescent en twee jonge kinderen met astma die enkel beschikt over het leefloon alleenstaande + kinderen en die, zonder het centrum te waarschuwen, een huurcontract ondertekende waarvan de huurprijs de helft van haar inkomsten vormt, zal ongetwijfeld op meer doeltreffende en verantwoorde wijze geholpen zijn met een medische kaart dan met hulpverlening voor de huisvesting. Een alleenstaande die met een correcte kwaliteitsprijsverhouding gehuisvest is en geen andere specifieke pathologie heeft dan een alcoholverslaving waarvan hij probeert te genezen en die alleen het leefloon van alleenstaande bezit, kan nuttig geholpen worden door een medische kaart voor alle zorgen in het kader van zijn ontwenning. (46) De medische kaart is verplicht gebonden aan de keuze van een algemeen geneeskundige die een overeenkomst heeft met het centrum die als enige de tenlasteneming van de zorgen door het centrum kan opstarten, hetzij omdat de zorgen door deze geneeskundige worden verleend, hetzij omdat ze worden verleend door een andere geneeskundige waarnaar hij de patiënt verwijst. In dit tweede geval is er een requisitoir of bestelbon van het centrum vereist met het oog op de doeltreffende verwerking van de aanvragen voor terugbetaling (zie de artikels 18, lid 2, 6., en 22 van het reglement). Het centrum zal echter sneller requisitoirs en bestelbonnen afleveren op basis van een attest van de algemeen geneeskundige die op de medische kaart vermeld is dan in de andere gevallen. (47) Een van de belangrijke voordelen van de medische kaart is natuurlijk de tenlasteneming van de geneesmiddelen die niet worden terugbetaald door het RIZIV en die in bijlage 2 van de overeenkomst geneesmiddelen D tussen IRIS/OCMW worden vermeld. De kostprijs die het centrum betaalt, verantwoordt een ernstige opvolging door een algemeen geneeskundige die een overeenkomst heeft met het centrum. (48) Deze bepaling betekent niet dat alle minderjarige kinderen die ten laste zijn van de meerderjarige hoofdhouder ook recht hebben op de medische kaart, maar enkel dat de minderjarige kinderen ten laste van de hoofdhouder er gebruik van kunnen maken. De inschrijving van een minderjarig kind ten laste is dus onderworpen aan een beslissing van het Bijzonder comité of van de raad, in overeenstemming met artikel 17 van het reglement. Deze bepaling sluit uit dat een meerderjarige (levensgezel, samenwonende, enz...) op dezelfde medische kaart wordt ingeschreven als een andere, eveneens meerderjarige, houder. Gelet op de controle die op het gebruik van de kaart kan worden uitgevoerd aan de hand van de vermeldingen die deze bevat, moet elke volwassene onafhankelijk worden behandeld zonder dat hij onvermijdelijk door de andere samenwonenden wordt « gecontroleerd ». (49) De geplande vermeldingen zijn nodig voor de controle op het gebruik van de medische kaart, maar ook en in het belang van de patiënt, voor een doeltreffende en snelle samenwerking tussen het centrum, de algemeen geneeskundige en de apotheker. (50) Er moeten precieze data worden vermeld van (dag, maand, jaar) tot dag, maand, jaar). 17
(51) De algemeen geneeskundige die de gebruiker gekozen heeft, heeft een maand tijd om het globaal medisch dossier te openen. De stempels en handtekeningen zijn vereist ter bestrijding van fraude, zoals het voorleggen van valse attesten aan apothekers of het vragen van attesten voor eenzelfde geneesmiddel aan meerdere geneeskundigen. (52) Het spreekt vanzelf dat de keuzevrijheid van de patiënt moet worden gerespecteerd en dat moet worden aanvaard dat hij de relatie intuitu personae die hij met de geneeskundige heeft, wil verbreken. Maar het getuigt zeker niet van een goede algemene geneeskunde en zeker niet van een geneeskunde op basis van de trapsgewijze organisatie van de geneeskundige verzorging en van een globaal medisch dossier, indien de patiënt te vaak van algemeen geneeskundige verandert of er meerdere raadpleegt. (53) Zie nota (46). De hospitalisatie, de plaatsing in medisch-pediatrische centra voor kinderen met chronische ziekten, in beschut wonen en in doorgangstehuizen gebeurt op requisitoir van het centrum en voorschrift van de algemeen geneeskundige. Indien de plaatsing echter om dringende redenen gebeurt, zonder voorafgaande consultatie van de algemeen geneeskundige, neemt het centrum enkel de zorgen ten laste die binnen de eerste achtenveertig uur werden verstrekt, zonder requisitoir en op voorwaarde dat de algemeen geneeskundige naderhand hun noodzaak bekrachtigt. (54) Het centrum, de algemeen geneeskundige en de patiënt moeten op de hoogte zijn van de pathologie die aanleiding geeft tot de toekenning van de medische kaart, niet de andere personen die de medische kaart kunnen lezen. Ze wordt daarom niet op de kaart genoteerd, maar in een vertrouwelijke brief aan de betrokkenen meegedeeld. (55) Het centrum verleent dus, in principe, geen financiële dienstverlening. Indien dat toch gebeurt, kan dit op globale wijze via een medische kaart of gericht via voorafgaand requisitoir of bestelbon, maar nooit achteraf, met uitzondering van de toepassing van artikel 19 van het reglement, dat trouwens volledig uitzonderlijk moet blijven. Inderdaad, zelfs indien de patiënt in de IRIS-ziekenhuizen gehospitaliseerd wordt ook in dringende gevallen - wordt de tenlasteneming geregeld door de overeenkomsten van de bijlagen I tot IV van het reglement, zodat de behoeftige gebruiker, maanden of jaren na de verzorging, geen astronomische facturen krijgt die hij moet betalen. Indien de zorgen buiten de IRIS-ziekenhuizen worden verleend, moet de tenlasteneming voldoen aan de bepalingen van de wet van 2 april 1965. In alle andere gevallen moet een zorgverstrekker, ziekenhuis of andere, dat verwacht dat het centrum de kostprijs ten laste neemt, ervoor zorgen dat de patiënt hetzij een requisitoir, hetzij een bestelbon aanvraagt, met de exacte vermelding van de zorgen die ten laste worden genomen.
18
(56) Artikel 57, §2 van de organieke wet heeft betrekking op het verlenen van dringende medische hulp aan vreemdelingen die illegaal in het Rijk verblijven, nadat het attest van de dringende medische hulpverlening werd afgeleverd. De geneeskundige die dit attest aflevert, mag de kosten en honoraria voor de diagnose van de dringende medische hulpverlening zelf, in principe niet meerekenen. Deze diagnose kan trouwens bestaan uit de afwijzing van de dringende redenen. Het centrum vindt het daarom redelijk om deze honoraria en kosten te betalen, op voorwaarde dat de diagnose en de eerste dringende zorgen worden verleend door een algemeen geneeskundige die een overeenkomst heeft met het centrum. (57) Het redelijke karakter van de termijn moet worden beoordeeld op basis van de aard van de prestatie. Maar het is niet normaal dat een bestelbon voor een bril, afgeleverd op basis van een medisch attest en een sociaal onderzoek dat de staat van behoefte van de gebruiker vermeldt, maanden later aan de opticien wordt overhandigd. (58) Het centrum sloot een aannemingscontract met een opticien en een laboratorium af. Het kan dit doen voor alle categorieën leveringen of diensten indien het oordeelt dat een openbare aanbesteding met concurrentie tussen leveranciers en zorgverstrekkers, tot een interessante kwaliteitsprijsverhouding kan leiden. (59) De geplande vermeldingen zijn nodig voor de controle op het gebruik van het requisitoir, maar ook op de administratieve verwerking van de betalingen en terugvorderingen. (60) Het overleg is geen verplichte voorafgaande voorwaarde om het reglement vast te leggen. Het gaat om een mogelijkheid die de Raad kiest omdat dit reglement een innovatie zonder precedent is. Er moet echter worden vermeden dat elke wijziging aan het reglement , hoe miniem ook, meer bepaald om het uitdrukkelijk aan de evolutie van de wetgeving aan te passen, in naam van een misbruik van het principe van het parallellisme van de procedures aan een heel zware overlegprocedure wordt onderworpen. (61) Het reglement wordt van kracht op 1 april 2005. Het zou nuttig zijn om het reglement na een jaar toepassing, namelijk tussen 1 mei en 30 september 2006 te evalueren. Ter herinnering, de gemeenteraadsverkiezingen vinden in principe plaats in oktober 2006, de aanstelling van de gemeenteraad in januari 2007 en de aanstelling van de raad voor maatschappelijk welzijn in april 2007. (62) Het overleg vindt plaats op 15 december 2004. De Raad kan het reglement definitief vastleggen op 23 december 2004. Wat betekent dat er drie maanden zijn om zich op de ondertekening van nieuwe overeenkomsten voor te bereiden. (63) De algemeen geneeskundige die een overeenkomst heeft met het centrum zal drie categorieën patiënten van het centrum ontmoeten: zij die houders zijn van een medische kaart, zij die geen houders zijn van een medische kaart en hem als hun geneeskundige hebben gekozen en zij die slechts sporadisch komen.
19
Voor de eerste twee categorieën zijn de trapsgewijze organisatie van de geneeskundige verzorging, het globaal medisch dossier en het voorschrijven van de goedkoopste geneesmiddelen de regels. Het gaat om patiënten die, in principe, geen andere algemeen geneeskundige raadplegen, in elk geval niet zonder het akkoord van het centrum met elke tenlasteneming. Er moet nog een koninklijk toepassingsbesluit komen voor de trapsgewijze organisatie van de geneeskundige verzorging, ingevoerd door artikel 36, §1 van de wet V.V.G.V.U. (64) Dit engagement is inherent aan de bevoorrechte relatie die de overeenkomst tussen het centrum en de algemeen geneeskundige organiseert. (65) In het belang van de patiënt wordt voorkeur gegeven aan de IRIS-ziekenhuizen, de polikliniek en het geriatrisch centrum die dezelfde kwaliteit bieden. Inderdaad, dankzij de specifieke overeenkomsten tussen het OCMW en de IRIS-ziekenhuizen en de geneeskundigen van de polikliniek, alsook dankzij de nabijheid van de polikliniek en van het geriatrisch centrum, verlopen de tenlastenemingen door het centrum sneller, eenvoudiger en dekken meer prestaties, meer bepaald de geneesmiddelen D. (66) Voor de wet V.V.G.V.U. verantwoorden deze bijzonder dure behandelingen geen tenlasteneming. Behoudens bijzondere omstandigheden die de afgifte van een requisitoir verantwoorden, is het niet gepast dat het centrum deze kosten ten laste neemt, behalve indien het een medische overconsumptie wil bevorderen of de gebruikers van het centrum in een situatie wil plaatsen die voordeliger is dan deze van vele werknemers. (67) Het gaat om een belangrijke exceptie op het verbod van artikel 7, lid 1 (zie nota (66)), gebaseerd op het vertrouwen dat het centrum stelt in de algemeen geneeskundigen die een overeenkomst met het centrum hebben. (68) Deze bepaling is nodig voor de correcte administratieve verwerking van de betalingen en terugvorderingen. (69) Er is heel wat misbruik. Dit is schadelijk voor het vermogen van het centrum om de zorgen die een groot aantal behoeftige personen nodig heeft, ten laste te nemen. (70) De ziekenhuisfacturen zijn moeilijk te begrijpen. Het gebeurt vaak dat ze fouten bevatten die zorgen ten laste leggen van de patiënt, en dus van het centrum, die niet werden verstrekt of die niet in het requisitoir werden vermeld. (71) Zie nota (34). (72) Gelet op artikel 2, lid 2 van de overeenkomst moet het geval van een tenlasteneming ondanks artikel 6 van diezelfde overeenkomst worden voorzien. (73) Het centrum zal de tenlasteneming weigeren indien de reden niet aanvaardbaar lijkt.
20
(74) Gelet op artikel 9, lid 1 kan enkel het remgeld worden aangerekend aan het centrum, op voorwaarde dat het duidelijk is (medische kaart of precies requisitoir) dat het centrum besloten heeft om deze last te betalen. (75) Zie nota (56). (76) Deze die de Ontvanger nodig heeft om de betaling te kunnen uitvoeren in overeenstemming met de artikels 46, 91 en 92 van de organieke wet, alsook met het besluit van het Verenigd College van 26 oktober 1995 houdende algemeen reglement op de comptabiliteit van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarom bevat de keerzijde van de requisitoirs en bestelbonnen een reeks rubrieken die de zorgverstrekker moet invullen. (77) Indien er sprake is van dringende medische hulpverlening, dan moet het centrum onmiddellijk op de hoogte worden gebracht. (78) Behalve in de vakantieperiodes worden de facturen in principe betaald binnen dertig dagen na hun controle. In principe betaalt het centrum alles wat het niet betwist en verwerpt de betaling van de hele factuur niet indien het bepaalde sommen van die factuur betwist. (79) De controletermijn van de facturen is tweemaal zo lang als de betalingstermijn van de onbetwistbaar verschuldigde sommen. De motivatie kan worden samengevat in opmerkingen als « geen requisitoir », « niet gedekt door het RIZIV », « vervallen medische kaart », enz… (81) Deze bepaling wordt aanbevolen door de orde der geneesheren. (82) Het beroepsgeheim mag enkel in het belang van de patiënt worden gedeeld. (83) Dit heeft geen betrekking op de maandelijkse facturen die de naam van meerdere patiënten bevatten of op de algemene brieven, maar wel op deze betreffende een bepaalde patiënt die in principe aan zijn sociaal dossier moeten worden toegevoegd en die hij op elk ogenblik zou kunnen willen raadplegen. (84) Enkel de apothekers van wie de apotheek op het grondgebied van Sint-Joostten-Node gevestigd is, kunnen toetreden tot de overeenkomst. (85) Het gaat hier om elke discriminatie op basis van het geslacht, de nationaliteit, de seksuele geaardheid, de filosofische of religieuze overtuigingen, enz… maar ook op basis van het feit dat het gaat om een persoon die door het OCMW wordt geholpen. (86) Zie artikel 4 van de overeenkomst betreffende de algemeen geneeskundigen. (87) Zie nota (64). (88) Zie nota (68). (89) Zie nota (69).
21
(90) Zie nota (70). (91) Dat is al lang het geval. De korting moet echter afzonderlijk worden vermeld per apotheek en per patiënt, meer bepaald opdat het centrum de Belgische staat niet zou vragen om kosten terug te betalen die het niet heeft betaald. (92) Dat is al lang het geval. (93) Deze vermeldingen zijn absoluut nodig voor de controle van de facturen en de correcte administratieve verwerking van de betalingen en de terugvorderingen. (94) Deze documenten zijn nodig voor de controle van de facturen.
22