RAPPORT VAN BEVINDINGEN
TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK (TKO) CSG Calvijn, vestiging Groene Hart, afdeling vwo
Plaats: BRIN-nummer Registratienummer Onderzoek uitgevoerd op Conceptrapport verzonden op Rapport vastgesteld te Utrecht op
: : : : : :
Barendrecht 16PK-9 3101915 6 juni 2011 5 juli 2011 27 september 2011
Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
H2839415/5
Documentnr. 3101915 Pagina 2 van 8
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 6 juni 2011 een tussentijds kwaliteitsonderzoek (TKO) uitgevoerd bij CSG Calvijn vestiging Groene Hart, afdeling vwo. Op 8 september 2009 werd deze afdeling als ‘zwak’ beoordeeld door de inspectie vanwege de onvoldoende opbrengsten.
Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Bij het kwaliteitsonderzoek (KO) van 8 september 2009 is de afdeling vwo van CSG Calvijn vestiging Groene Hart als zwak beoordeeld. In vervolg op het KO is een traject van geïntensiveerd toezicht ingezet: door de inspectie is een toezichtplan opgesteld, waarin de afspraken en werkwijze voor bovengenoemd traject zijn vastgelegd. Op 9 juni 2010 vond een voortgangsgesprek plaats. Dit TKO vindt plaats als onderdeel van het ingezette traject van geïntensiveerd toezicht.
Toezichthistorie Op 9 februari 2009 heeft de inspectie een onderzoek uitgevoerd op CSG Calvijn vestiging Groene Hart, afdeling vwo om na te gaan of er sprake is van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs en/of in de naleving van wet- en regelgeving. Op basis van dit onderzoek heeft de inspectie voor de afdeling vwo een basisarrangement vastgesteld. Bij haar oordeel heeft de inspectie zich gebaseerd op opbrengstgegevens van één jaar, met uitzondering van het rendement onderbouw waarvan gegevens over meerdere jaren beschikbaar waren. In de naleving van de wettelijke vereisten werden geen tekortkomingen geconstateerd. Op 23 juni 2009 vond er een bestuursgesprek plaats op basis van een hernieuwde risicoanalyse, waarbij ook de opbrengstenkaart van 2009 is betrokken. Uit deze analyse bleek het rendement onderbouw onvoldoende te zijn en de discrepantie tussen het gemiddeld schoolexamen en het gemiddeld centraal examencijfer ‘groot’, op grond waarvan de opbrengsten als onvoldoende zijn beoordeeld.
Onderzoeksopzet Inhoudelijk is het tussentijds kwaliteitsonderzoek gericht op de opbrengsten, de zorg en begeleiding en de kwaliteitszorg. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Bureauonderzoek. • Analyse van documenten van de school die betrekking hebben op de kwaliteitsverbetering. • Gesprek met de directie en leraren over de genomen maatregelen die de school heeft getroffen om de eerder vastgestelde tekortkomingen op te heffen. • Lesobservaties • Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie.
H2839415/5
Documentnr. 3101915 Pagina 3 van 8
Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader VO 2009. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin een toelichting wordt gegeven en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
H2839415/5
Documentnr. 3101915 Pagina 4 van 8
2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. 2. 3. 4. 5.
slecht onvoldoende voldoende goed niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Resultaten 1 1.1 1.2 1.3
1.4
* De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. * De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vwo. * De leerlingen van de opleiding vwo behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht. * Bij de opleiding vwo zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
2
3
4
5
Zorg 1 7.1
2
* De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
3
4
Kwaliteitszorg 1 9.6
De school waarborgt de kwaliteit van het schoolexamen en van andere toetsinstrumenten.
H2839415/5
2
3
4
Documentnr. 3101915 Pagina 5 van 8
2.2 Beschouwing Algemeen beeld De inspectie handhaaft het oordeel dat de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling vwo van CSG Calvijn vestiging Groene Hart zwak is. Dit oordeel is gebaseerd op de overweging dat de opbrengsten bij het meest recente opbrengstenoordeel 2011 voor de afdeling vwo nog onvoldoende zijn. Dat neemt niet weg dat de inspectie constateert dat de school zich gedurende de afgelopen anderhalf jaar goed heeft ontwikkeld. In de school is de focus sterk toegenomen op het maken en realiseren van afspraken op onderwijskundig gebied en het evalueren en verbeteren van opbrengsten en kwaliteit.
Toelichting Het bovenstaande algemene oordeel van de inspectie wordt hieronder toegelicht. Daarbij komen achtereenvolgens de in de inleiding genoemde aspecten aan bod: de opbrengsten en de kwaliteitszorg.
Opbrengsten De opbrengsten van CSG Calvijn vestiging Groene Hart, afdeling vwo zijn op basis van de opbrengstenkaarten 2009, 2010 en 2011 als onvoldoende beoordeeld. De inspectie stelt vast dat alle vier opbrengstindicatoren van de afdeling vwo onvoldoende zijn, gemeten over een periode van drie jaren. Het verschil tussen het gemiddeld schoolexamencijfer (SE) en het gemiddeld centraal examencijfer (CE) gemeten over drie jaren is groot (0,64), maar toont een positief dalende lijn. De gemiddelde examencijfers zijn onvoldoende en laten nog geen verbetering zien. Dit lijkt het gevolg te zijn van het ruime toelatingsbeleid dat de school bij de opstart van de afdeling heeft gehanteerd. In het bijzonder geldt dit voor het cohort dat in 2010 examen heeft gedaan: dit betrof een opstroom-cohort van ongeveer 35 leerlingen. Op basis van het verscherpte toelating- en determinatiebeleid is het de verwachting dat de examens van 2011 een verbetering zullen laten zien. De achterblijvende examenresultaten lijken voornamelijk gerelateerd aan het vak aardrijkskunde / geschiedenis en de economische vakken. Het onderbouw- en bovenbouwrendement zijn onvoldoende, waarbij de oordelen op de opbrengstenkaart 2011 een terugval laten zien. Dit lijkt een gevolg te zijn van het aangescherpte determinatiebeleid. De school brengt de opbrengsten in kaart, maakt analyses per vakgebied en verricht cohort onderzoeken. Hierdoor is de school zich terdege bewust van haar opbrengsten. Op basis van die analyses vinden gesprekken plaats met secties en met individuele docenten. De school heeft concrete maatregelen genomen op het gebied van de toetsing, het aannamebeleid, de determinatie, het terugdringen van SE-CE verschillen, de programma's van toetsing en afsluiting en de verdere bewustwording en scholing van docenten. Deze concrete maatregelen maken deel uit van het beleid van de school. Met de maatregelen -mede op basis van een adequate analyse van de opbrengsten- die door de school reeds eerder zijn ingezet, heeft de school het afgelopen anderhalf jaar goede voorwaardelijke stappen gezet om de opbrengsten te verbeteren en beter te kunnen borgen. Dit beleid dient dan wel te resulteren in betere opbrengsten op de opbrengstenkaart 2012 (examens 2011). Of de opbrengstenoordeel daarmee voldoende is, valt nog te bezien.
H2839415/5
Documentnr. 3101915 Pagina 6 van 8
Zorg en begeleiding De school heeft veel tijd en energie geïnvesteerd in de ontwikkeling van een leerlingvolgsysteem (LVS) met behulp van @VO. De school is hiermee gestart in de onderbouw en werkt inmiddels ook aan de invoering van dit LVS in de bovenbouw. Het LVS vormt de leidraad voor de periodieke leerlingenbesprekingen. Daarbij maakt de school in toenemende mate gebruik van genormeerde toetsen, zoals CITO-VAS. De resultaten van deze toetsen worden nauwgezet geanalyseerd, op grond waarvan -onder andere- aanpassingen in het onderwijsprogramma worden aangebracht en er gesprekken met toeleverende basisscholen worden gevoerd. Intussen is er op school ook een rekencoördinator aangesteld. De inspectie is van oordeel dat de school essentiële ontwikkeling heeft doorgemaakt, op grond waarvan kan worden gesteld dat de school inmiddels beschikt over een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures. Een systeem dat overigens verder wordt doorontwikkeld.
Kwaliteitszorg De school heeft in het afgelopen anderhalf jaar een stevige impuls aan de kwaliteitszorg gegeven. Overigens werd de kwaliteitszorg ten tijde van het kwaliteitsonderzoek in september 2009 in algemene zin ook al als voldoende beoordeeld. Inmiddels is onder leiding van de schooldirectie het aanname- en determinatiebeleid aangescherpt. Intussen is ook duidelijk geworden dat gymnasten na het tweede leerjaar verder gaan op een andere vestiging. Voor de vwo afdeling van de vestiging Groene Hart betekent dit dat er nog wel eindonderwijs wordt geboden voor atheneum leerlingen. De school heeft veel geïnvesteerd in het toetsbeleid, waaronder studiedagen voor de docenten over de RTTI-methode. Zowel de inhoud, de normering als de onderlinge uitwisselbaarheid van de toetsen zijn onderdeel van beleid. Dit heeft intussen ook een positieve uitwerking gehad op de onderlinge afstemming tussen de onderbouw en de bovenbouw voor wat betreft afstemming van de programma's en lessen en de samenstelling van de schooltoetsen. De directie heeft periodiek overleg met individuele docenten en vakgroepen over de resultaten van de schoolexamens en de centraal examens. Met de samenstelling van de schooltoetsen wordt in toenemende mate rekening gehouden met de stof van de centraal examens. De vaksecties hebben overleg met vaksecties van de andere vestigingen van Calvijn om zo Calvijn-brede afstemming in toetsinhoud en normering te krijgen. Elke sectie maakt vakleerplannen die elk jaar worden aangepast. Zowel de inspectie als de schooldirectie constateren echter ook dat er nog verschillen zijn tussen secties voor wat betreft de samenstelling en de kwaliteit van de toetsen. Soms heeft dit te maken met opeenvolgende personele wisselingen in een sectie en soms met de wijze waarop individuele docenten omgaan met de toetsen, waaronder de beoordeling van praktische opdrachten. De directie verwacht in 2012 dat het toetsbeleid helemaal op orde is en volledig is ingebed in het systeem van kwaliteitszorg als onderdeel van de PDCA-cyclus.
H2839415/5
Documentnr. 3101915 Pagina 7 van 8
3. TOEZICHTARRANGEMENT De kwaliteit van het onderwijs van CSG Calvijn vestiging Groene Hart, afdeling vwo vertoont belangrijke tekortkomingen in de opbrengsten. Om deze reden handhaaft de inspectie het aangepast arrangement zwakke afdeling. Het ingezette traject van intensief toezicht wordt voortgezet. De afspraken in het toezichtplan worden aangepast door in november 2011 een tweede voortgangsgesprek (VG2) in te plannen. Het onderzoek naar kwaliteitsverbetering (OKV) verschuift naar het voorjaar van 2012, het moment dat het opbrengstenoordeel 2012 bekend is. Daarmee wordt de eerder gemaakte afspraak dat in 2011 de kwaliteit van het onderwijs weer van voldoende niveau is verschoven in tijd. De inspectie ontvangt twee weken voorafgaande aan het VG2 de volgende evaluatiedocumenten: − Een geactualiseerde voortgangsrapportage van het verbetertraject waarbij wordt aangesloten bij het toezichtplan van de inspectie en het plan van aanpak van het bestuur. − Analyses van de opbrengsten van schooljaar 2010-2011, inclusief genomen verbetermaatregelen.
H2839415/5
Documentnr. 3101915 Pagina 8 van 8